Fragment NUMMER 5 | NAJAAR 2013
ONDERHUIDS De nieuwe thematentoonstelling in Het Depot
HET DEPOT
NUMMER 5 | NAJAAR 2013
8 717825 034050
Tentoonstellingen, evenementen en andere activiteiten
TEJA VAN HOFTEN Solotentoonstelling
DOMINIQUE RAYOU
Solotentoonstelling
Het Orgelpark is een uniek internationaal concertpodium in Amsterdam voor organisten, componisten en andere kunstenaars.
Het Orgelpark heeft als doel het orgel door een nieuwe presentatie te integreren in het muziekleven. kaarten: bel 020 51 58 111 of kijk op www.orgelpark.nl • Gerard Brandtstraat 26, Amsterdam
Fragment
1
Beeldengalerij Het Depot HET DEPOT Beeldengalerij Het Depot beschikt over verschillende locaties: de 19de eeuwse Villa Hinkeloord aan de Generaal Foulkesweg, waar Het Depot in 2004 van start ging, en de gebouwen aan de Arboretumlaan, uit de vroege en de late 20ste eeuw. Alle gebouwen grenzen aan Arboretum De Dreijen, de bomentuin van Het Depot.
FRAGMENT Fragment verschijnt in september en in maart en biedt voorbeschouwingen en nieuws over de tentoonstellingen en de andere activiteiten van Het Depot.
STICHTING HET DEPOT Ondersteunt beeldhouwers van torsen en fragmenten, waarbij de ontplooiingskans van de kunstenaar centraal staat.
WELKOM
bij Het Depot Welkom bij Het Depot, de bijzondere beeldengalerij in Wageningen. Welkom ook bij Fragment, het tijdschrift van Het Depot.
Fragment
2
In Villa Hinkeloord openden we op zondag 2 juni de solotentoon stelling van de Franse beeldhouwer Dominique Rayou, met nieuw werk dat nog nooit eerder vertoond is. Bij deze tentoonstelling is een brochure verschenen in het Neder lands en in het Frans. De tentoonstelling loopt tot en met zondag 26 januari. In dit nummer vindt u nogmaals informatie over de tentoonstelling. Op zondag 6 oktober openen we om 14.30 uur, op de vestiging aan de Arboretumlaan, de tentoonstelling Onderhuids. Over deze tentoonstelling met meer dan vijftig beelden leest u meer in dit nummer. Hetzelfde thema komt aan de orde op de solotentoon stelling van teja van hoften. Op zondag 2 februari 2014 openen we om 14.30 uur in Villa Hinkeloord de tentoonstelling van teja van hoften (ja, het staat er goed, zij stelt er prijs op dat haar naam niet met hoofdletters wordt geschreven). In dit nummer van Fragment krijgt u vast een voorproef te zien en informatie te lezen. In Villa Hinkeloord is de permanente expositie te zien van onze collectie beelden van Eja Siepman van den Berg. De moederstichting van Het Depot is de Stichting Utopa. De doelstelling van deze stichting is het actualiseren en stimule ren van creatieve talenten van mensen, daar waar de aanleg van enkelingen, om welke reden dan ook, geen kans krijgt.
Het Depot biedt beeldhouwers een opstap of een steuntje in de rug waar dat nodig of wenselijk is, zodat ze zich beter kunnen ontplooien. Het Depot wil een podium voor beeldhouwers zijn. Juist omdat het om mensen gaat, heeft Het Depot gekozen voor sculpturen van torsen en fragmenten als hoofdthema. De tors is een bij uitstek menselijke figuur en laat ruimte voor fantasie. Fragment
Het Depot richt zich niet alleen tot het museum- en galeriepubliek, maar ook tot andere publieksgroepen die we met de beelden in Het Depot een plezier kunnen doen. Daarbij is het niet uitsluitend van belang of dat publiek koopkrachtig is. Juist ook mensen die niet zo gemakkelijk of niet zo dikwijls naar kunst kunnen of komen kijken, zijn van harte welkom. Kinderen, studenten, blinden, ouderen en mensen met een beperking. Het Depot is van mensen voor mensen. Het biedt binnen een museale omgeving, op meerdere locaties, wisselende tentoon stellingen over hedendaagse beeldhouwkunst. Het geheel ligt binnen de arboreta De Dreijen en Hinkeloord. Volop natuur, volop fascinerende architectuur en ons restaurant Linnaeus met volop groentenspecialiteiten. Voor schoolkinderen is er educatie op het gebied van kunst en natuur in Villa Vleermuis. U bent van harte welkom. Loek Dijkman, voorzitter Stichting Het Depot
3
INHOUD 22
36
Agenda
74
ELKE BOOMSOORT HEEFT ZIJN EIGEN HUID
Het Depot: tentoonstellingen, evenementen en andere activiteiten
78
Mossen in de Dreijen
Fluwelig groen tapijt
6
juni 2013 t/m mei 2014
82
Mossen en hun voortplanting
Wat vindt er wanneer plaats in Het Depot?
Gerrit Bax en Michel Zwarts van de vereniging voor veldbiologie vertellen
Het Depot Nieuws en achtergronden bij de tentoonstellingen
84
Fragment
4
10
8
Pluto & Persephone
Gian Lorenzo Bernini
10
ZICHT OP HET ONDERHUIDSE
teja van hoften
Als je door mijn opslag loopt, loop je door mijn leven
94
John Stoel
naar Groningen
96
LOEK DIJKMAN
50 jaar anders ondernemen
Meer dan 40 objecten voeren u via de huid naar het onderhuidse
98 Het Depot en De Dreijen verluchtigen
14
De huid ontleed en gedefinieerd
18
Het blootleggen van het onderhuidse
102 Eveline van Duyl
32
Huid en sculptuur
42
teja van hoften
Schaduwleven
52
Onderhuids
58
DE GIETHUID
62 “Als je de geheimen van het Universum wilt ontdekken, denk dan in termen van energie, frequenties en trilling”
32
– Nikola Tesla –
78
66
DE WILDE MAGIE van ontroering
70
MUSEUM BOERHAAVE
72 UITBREIDING EN AANKOOP VAN HET ARBORETUM DE DREIJEN
18
84
mijn leven!
Dolly van Burg-de Boer
Nieuws van onze beeldhouwers Fragment
104 restaurant Linnaeus
Dorade met blote billetjes in het gras
106 MUZIEK EN LEZINGEN 108 DOMINIQUE RAYOU
Mutatis Mutandis
Lezersservice
Informatie voor bezoekers
112
Het Depot
Doelstelling en werkwijze Contact- en adresgegevens
114
STICHTING UTOPA
116
Colofon
Auteurs, fotografen en copyright
5
AGENDA HET DEPOT: TENTOONSTELLINGEN, EVENEMENTEN EN ANDERE ACTIVITEITEN
72
10
DOMINIQUE RAYOU
ONDERHUIDS
Solotentoonstelling Villa Hinkeloord/Benedenzaal
Thematentoonstelling Opening 6 oktober, 14:30 uur door Loek Dijkman Het Depot
2 juni 2013 – 26 januari 2014
Fragment
6
70
Naast de permanente tentoonstelling van werk van Eja Siepman van den Berg in Villa Hinkeloord, biedt de villa in de benedenzaal ook ruimte voor solotentoonstellingen. Op 2 juni 2013 opende Het Depot er de solotentoonstelling van de Franse beeldhou wer Dominique Rayou. De tentoonstelling toont zijn meest recente werken waarin de relatie tussen mens en vrucht centraal staat. Tevens brengt Dominique Rayou in zijn beelden op subtiele wijze naar voren wat zich onder ‘de huid’ kan afspelen, of dit nu een menselijke huid of de huid van steen betreft. Tot en met 26 januari 2014 is de tentoon stelling te bezoeken.
Ter gelegenheid van de solotentoonstelling verscheen een brochure die verkrijgbaar is in onze winkel (€ 7,50)
6 oktober 2013 - 23 maart 2014
Op 6 oktober 2013 opent Het Depot de nieuwe thematentoonstelling: Onderhuids. Verschillende onderhuidse fenomenen worden in deze tentoonstelling in beeld gebracht. Net als de huid bestaat de tentoonstelling uit meerdere lagen. Er wordt naar de huid zelf gekeken maar ook onderhuids. Niet alleen de menselijke huid, maar de huid van steen en andere ‘huiden’ worden belicht via gedichten, anatomische modellen en een rijke collectie beeldhouw werken, waaronder nieuwe beelden van teja van hoften. In het kader van deze tentoonstelling staan diverse lezingen en concerten gepland in Het Depot. Meer informatie vindt u in dit nummer van Fragment. U kunt zich voor deze activiteiten aanmelden via onze website.
Joost Barbiers schreef voor deze thema tentoonstelling een artikel.
42
“De huid van een beeld is het oppervlak, waar de beeldhouwer stopte en de toeschouwer begint. Ook de huid van een beeld kan verleidelijk zacht en glanzend zijn, maar een ruwe huid is ook een huid. Een huid zonder inhoud is snel als een ballon die z’n lucht verliest. Als je iemand die een beeld bekijkt iets wil toewensen, dan is het wel de onderhuidse beleving van energie, van overtuiging.”
TEJA VAN HOFTEN 2 februari - 25 mei 2014
Solotentoonstelling Opening zondag 2 februari, 14:30 uur door Frans Meulenberg Villa Hinkeloord/Benedenzaal Het Depot opent op zondag 2 februari 2014, om 14:30 uur, een solotentoonstelling met het werk van teja van hoften op Locatie Villa Hinkeloord. Van hoften vervaardigt beelden uit zeer uiteenlopende materialen, waaronder verschillende soorten keramiek. De tentoon stelling toont een collectie werken die het binnenste van ons lichaam in beeld brengt. Organen, lichaamsprocessen en de
96
verbinding van de mens met de natuur zijn sinds de jaren 90 belangrijke uitgangs punten in haar oeuvre. Naast de solotentoonstelling van teja van hoften op Villa Hinkeloord, presenteren we meerdere van haar werken op de thema tentoonstelling Onderhuids. De opening van de solotentoonstelling zal door Frans Meulenberg verzorgd worden. “Autobioloog willen zijn in de zin van het bestuderen van het eigen fysieke zelf. Het steeds opnieuw in kaart brengen van het lichaam en registreren van het eigen bestaan. Maar autobiologie gaat ook over gebiolo geerd zijn, een enorme fascinatie voor iets hebben. En in dit geval voor die processen in het lichaam, die automatisch gebeuren. Los van kunnen, willen of weten. Zelf een stukje natuur zijn.”
Het bovenstaande fragment komt uit de publicatie die bij de solotentoonstelling zal verschijnen. De publicatie zal tijdens de tentoonstelling in onze winkel verkrijgbaar zijn.
78
EJA SIEPMAN VAN DEN BERG Permanente tentoonstelling Villa Hinkeloord Sinds enkele jaren is het prachtige gebouw van Villa Hinkeloord het onderkomen van een permanente tentoonstelling, geheel gewijd aan het werk van Eja Siepman van den Berg. Het werk van Siepman van den Berg is van alle tijden. De herkenbare beeldtaal en strakke lijnen vormen samen met de 19de-eeuwse villa een mooi contrast. Het Depot heeft onlangs twee nieuwe werken van Eja Siepman van den Berg aangekocht.
In de winkel van Het Depot zijn diverse door Het Depot uitgegeven publicaties over het werk van Eja Siepman van den Berg verkrijgbaar.
74
TENTOONSTELLING ARBORETA DE DREIJEN & HINKELOORD Permanente tentoonstelling Het Depot Vanaf de opening van Het Depot in de nieuwe gebouwen is er een vaste tentoonstelling over de arboreta De Dreijen en Hinkeloord te zien. De natuur in de arboreta wisselt uiteraard per seizoen en we belichten dus regelmatig een ander aspect van wat er te genieten valt. De Stichting Utopa, die al deze activiteiten mogelijk maakt, heeft een grote affiniteit met mensen. Het leidende thema van de tentoonstelling over de arboreta is dan ook de relatie tussen bomen, planten en mensen. Een bijzonder aspect van de tentoonstelling is een speciaal gemaakte documentaire over de arboreta.
In deze uitgave van Fragment leest u meer over de nieuwe ontwikkelingen van Arboretum De Dreijen.
Fragment
7
GIAN LORENZO BERNINI'S
Pluto & Persephone Gerhard Lentink, Opus 35 Madonna der dagen 2009-2010, hout, multiplex, staal, polychromie, lakwerk, 388 cm
Fragment
8
Sinds de opening van Het (nieuwe) Depot in 2012, is het beeld opus 35: Madonna der dagen van Gerhard Lentink een herkenningspunt geworden voor de bezoekers van de beeldengalerij. Deze Madonna, opgesteld in de ontvangsthal, biedt in 370 kleine kamertjes een thuis aan invloedrijke figuren uit de Europese geschiedenis die samen een rijk erfgoed hebben achtergelaten voor onze hedendaagse cultuur. Elke kamer is voorzien van de geboorte- en sterfdatum van de ‘bewoner’. Bij elke thematentoonstelling laten wij ons inspireren door de geestrijke inhoud van de Madonna. Bij de tentoonstelling Onderhuids is dat Gian Lorenzo Bernini.
9
Gian Lorenzo Bernini, 1598 – 1680 beeldhouwer, schilder, architect, toneelschrijver Pluto en Persephone (Latijnse naam Proserpina) is de titel van een van de meest besproken marmeren beeldhouwwerken uit de Barokke periode. De Italiaan Gian Lorenzo Bernini maakte de sculptuur tussen 1621 en 1622, toen hij slechts 23 jaar oud was, in opdracht van kardinaal Scipione Borghese. In die tijd waren dramatische verhalen en verbeeldingen geliefd. Zowel de beeld houwkunst als de muziek moest een zo groot mogelijk effect op de gemoedstoestand (de affecten) van de mens teweegbrengen. In de thematentoonstelling Onderhuids vieren beelden de boven toon die met de huid en met onderhuidse fenomenen te maken hebben. Net zoals de huid heeft de tentoonstelling meerdere lagen. Het beeld van Bernini is een mooie representatie van de eerste laag: de huid als zintuiglijk canvas. De godheid Pluto is verbeeld Bernini, Pluto & Proserpina, Villa Borghese Copyright: Neofito, NeoFlicks
Fragment
als gigant die een jonge Persephone met gespierde handen vastgrijpt om haar mee te nemen naar de onderwereld. Op meer dere momenten in het beeld heeft Bernini de huid zó sensueel en plastisch (zelfs vlezig) weergegeven, dat je deze als kijker van veraf zou kunnen voelen. Met name het zinnelijk vormgegeven dijbeen van Persephone is als detail veelvuldig afgebeeld in de kunstgeschiedenisboeken. Het feit dat Bernini niet alleen een begaafd beeldhouwer maar ook schilder, architect en schrijver was, stelde hem in staat om meerdere kunstdisciplines te combineren tot één coherent visueel geheel. Iets dat de vooraanstaande kunsthistoricus Irving Lavin tot ‘eenheid van de visuele kunsten’ betitelde. Deze eenheid, toe werkend naar een totaalbeleving voor het publiek, is kenmerkend voor Barokke kunst. Pluto en Persephone staat in de Galleria Borghese in Rome.
TENTOONSTELLING ONDERHUIDS IN HET DEPOT
ZICHT OP HET ONDERHUIDSE Meer dan 40 objecten voeren u via de huid naar het onderhuidse Loek Dijkman Het is op zijn minst bijzonder om een tentoonstelling met beelden te verbinden met het begrip ‘onderhuids’. Bij beelden kun je toch niet onder de huid, onderhuids kijken? Het zijn toch alleen medici die onderhuids kunnen kijken? Op de nieuwe tentoonstelling van Beeldengalerij Het Depot zult u zien dat er ook voor u onderhuids veel te ontdekken en te zien is. Fragment
Fragment
10
11
420 • teja van hoften, Takken van het hart, 2003, keramiek, (200 cm) Beelden van van hoften zijn vaak samengesteld uit meerdere delen. Zo ook Takken van het hart. Dit keramieke werk kwam tot stand tijdens een werkperiode in het EKWC (het Europees Keramisch Werkcentrum) waar van hoften met behulp van een ‘extruder’ holle ‘takken’ heeft kunnen maken. Een deel van het werk is later geglazuurd. De twee verschillende delen worden door de plaatsing en door gelijkvormigheid één geheel. Eveline van Duyl, The secret (‘kijkdoos’), schelp, was en licht, 50 cm Fragment
Fragment
12
13
De tentoonstelling met meer dan veertig objecten voert u via de huid naar het onderhuidse. Naar die wondere wereld van organen en verbindingswegen binnen ons lichaam. U kunt bijzondere bruikle nen bewonderen die door het museum Boerhaave uit Leiden ter beschikking zijn gesteld. Modellen uit vroegere tijden waaronder één van de eerste röntgenap paraten. Dat was destijds een nieuwe techniek om onderhuids iets te kunnen waarnemen. Een computersimulatie programma van vandaag laat u interactief en driedimensionaal kennismaken met de wereld onder onze huid. U kunt via een aantal zijden kunstwerken het lichaam binnenwandelen. Er is ook aandacht voor
een heel ingrijpend onderhuids gebeuren: het in verwachting zijn. Dat is zoals u weet een tijdelijke inwoning maar met grote ge volgen. In de onderhuidse wereld bevinden zich niet alleen onze organen maar ook onze psyche en onze ‘energiehuishouding’. Het is ook de wereld van onze herinnerin gen en onze emoties. Emoties en literatuur en poëzie horen bij elkaar. Bij het schrijven van deze inleiding moest ik denken aan een van de laatste brieven die de Hongaarse schrijver Sándor Márai in 1986 schreef nadat zijn vrouw kort daarvoor op hoge leeftijd was over leden. Het gaat over dat ongrijpbare en tegelijk zo tastbare.
“Wanneer iemands allerliefste overlijdt, is de leegte, die volgt, bijna absoluut – bijna, want er blijft iets achter, iets wat geen lichaam en ook geen ziel is, transparanter dan lucht, waarneembaarder dan stra ling, werkelijker dan atmosfeer, iets dat de ouden aura noemden; waarmee de ruimten waarin zij geleefd heeft zich vul len, wat zich hecht aan de objecten die zij aanraakte, iets onuitsprekelijk tastbaars, iets, dat is en ook niet is, maar nog lange tijd stroomt en waarmee het leven zich vult van diegene die met haar leefde.” (vrij vertaald, uit een brief van 8 februari 1986 van Sándor Márai aan Zsuzsa Szönyi).
Solotentoonstelling teja van hoften Op 2 februari 2014 openen we op de locatie Hinkeloord de solotentoonstelling van teja van hoften. Ook deze tentoonstelling gaat over het onderhuidse. teja beleeft de binnenkant van haar lichaam op een heel eigen manier. Zij is haar leven lang al op ontdekkingsreis naar en binnen haar eigen lichaam. Een aantal van haar werken is ook te zien op de tentoonstelling Onderhuids. Voor teja zouden we kunnen spreken van een dubbeltentoonstelling. Binnen ons onderhuidse zijn de gren zen niet duidelijk getrokken en niet duidelijk waarneembaar. Er zijn nog vele geheimen te ontdekken. Ik hoop dat
deze tentoonstelling(en) en de daarbij behorende lezingen en uitvoeringen een tipje van de sluier zullen oplichten. In dit nummer van Fragment kunt u er meer over lezen. Ik wens u veel lees- en kijkplezier. Wij hopen u in Het Depot weer te mogen verwelkomen.
De huid ontleed en gedefinieerd Mieneke te Hennepe
De huid is het grootste orgaan van ons lichaam. Zij strekt zich uit tot twee vierkante meter in oppervlak bij een volwassen persoon. Tegenwoordig kennen we een aantal functies toe aan de huid. Het is een fysieke barrière die beschermt tegen invloeden Fragment
14
Fragment
als warmte, koude, ultraviolette straling van de zon, en micro-organismen. Daarnaast
15
signaleert de huid veranderingen in de omgeving zoals temperatuur, vochtigheid, druk, pijn en vorm. Bovendien reguleert de huid onze lichaamstemperatuur door verdamping via zweet en uitstraling van warmte via de bloeddoorstroming. Naast deze fysiologische functies speelt de huid ook een belangrijke rol als sociaal element. De huid communiceert informatie over je gemoedstoestand, bij inspanning en ziekte. Met de huid raak je aan en word je aangeraakt. Mensen willen zichzelf daarnaast via hun huid uiten door haar te decoreren met make-up, tatoeages, piercings en andere tijdelijke of permanente versiersels.
De huid onderzocht en afgebeeld in 1853 (Joseph 1892)
De huid als visnet Tot het begin van de negentiende eeuw zag de westerse genees kunde de huid echter nog helemaal niet als vitaal orgaan. Anatomen en artsen behandelden de huid als een poreuze laag die gemakkelijk verkeer tussen de binnenkant van het lichaam en de buitenwereld toeliet. Volgens de leer van de arts Galenus (129-200) was de huid een soort visnet dat alle organen bij elkaar hield. Bij de dissecties van het lichaam in de anatomische les werd de huid bewaard en tentoongesteld. Ook in anatomische boeken over de opbouw van het menselijke lichaam uit de zestiende en zeventiende eeuw zag je vaak een gevilde huid uitgespreid op de titelpagina. Anderzijds werd villen juist als ultieme marteling geduid. In de gevilde huid kwam in symbolische zin de productie van kennis door het blootleggen van het lichaam samen met het
straffen van zonden, net als bij de anatomische lessen waarbij lichamen van criminelen ontleed werden. Anatomisch onderzoek met behulp van de eerste microscopen bracht in de zeventiende eeuw een nieuwe interne opmaak van de huid aan het licht. De Italiaanse microscopist Marcello Malpighi (1628-1694) beschreef de tussenlaag van de huid waar de huids kleur huist en die nu nog steeds zijn naam draagt: rete Malpighi. Veel onderzoekers die de huid met de microscoop bekeken waren vooral geïnteresseerd in haar doorlaatbaarheid. Op een warme zomerdag in 1685 richtte ook Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) zijn microscoop op zijn eigen huid. Hij wilde onderzoeken of de deeltjes uit de wijn die hij de avond ervoor gedronken had zich nu in zijn zweet zouden bevinden. Hij vond niets. Wel zag hij op vele
plekken de ‘sweetdeeltgens’ uit zijn huid komen. Van Leeuwen hoek, en enkele tijdgenoten, waren vooral nieuwsgierig naar de eigenschappen van het zweet en de opperhuid. Het benadrukte nog eens dat de huid niet zozeer als orgaan interessant was, maar veel eerder als uitwisselingslaag tussen het lichaam en de omgeving. Omdat de huid nog tot de negentiende eeuw als zeer poreus en open gezien werd, was baden een gevaar. Met het water konden immers ziekten als de pest, epilepsie en andere aandoeningen de huid binnendringen door de poriën. In het lichaam zou het water verder alle organen kunnen ontregelen. Een warm bad kon bovendien zorgen voor open poriën naderhand, waarbij je ook gevaar liep. Als mensen al in bad gingen, gebruikten ze direct na het baden smeersels om de poriën dicht te houden en zich zo te beschermen tegen gevaar van ziekten. Dat paste ook geheel in de mode van de make-up in de zeventiende en achttiende eeuw; zowel vrouwen als mannen gebruikten veel poeders en smeersels om een waar masker over de gezichtshuid te creëren.
microscopische ontdekkingsreis Aan het begin van de negentiende eeuw veranderde de betekenis van de huid grondig. Binnen de geneeskunde vond een belangrijke omslag plaats in het denken en behandelen van het lichaam. De introductie van de weefselleer en de pathologische anatomie gingen samen met een nieuwe klinische diagnostiek. Terwijl ziekten in de achttiende eeuw vaak nog werden bestreden met onder meer aderlaten, zweetkuren en blaren trekken, behandelde de dokter de patiënt in 1830 al veel meer op een manier die wij zouden herkennen als onze ‘moderne geneeskunde’. In deze cruciale periode veranderden ook de opvattingen over de huid als orgaan. Hoewel de verschillende onderdelen van de huid al bekend waren, zoals de talgklieren, de diverse lagen (opperhuid: epider mis, lederhuid: dermis, en de onderhuid: subcutis), haarwortels en zenuwen, volgde in de jaren tussen 1830 tot 1900 een ware microscopische ontdekkingsreis door de huid. Met verbeterde mi
Fragment
16
Schematisch beeld van de doorsnede van de huid met al haar eigen orgaantjes (Joseph 1892)
croscopen en nieuwe preparatietechnieken ontdekten anatomen in Frankrijk en Duitsland al snel dat de huid veel meer structuren en functies had dan men tot dan toe kende. Zweet kwam niet, zoals eerder gedacht, uit het bloed, maar bleek geproduceerd te worden in de zweetkliertjes. Ook andere onderdelen zoals de melanocyten (pigment producerende cellen), Langerhanscellen en Merckelcel len werden in de loop van de negentiende eeuw beschreven. De celtheorie, geïntroduceerd in de jaren 1840, definieerde de huid als levend bouwsel van cellen. Bovendien raakten functies van de huid zoals de tastzin en warmteregulatie bekend na fysiologische expe rimenten met dier en mens. Het beeld dat de anatomische boeken toen schetsten kennen we nu nog steeds als ons standaardbeeld van de huid: de architectuur van een stukje huid met een haar, het talgkliertje, de zweetklier, de verschillende lagen met daarin bloedvaten, lymfeklieren en vetweefsel, en de zenuwen. Naast de ontdekking van de nieuwe structuren en functies van de huid ontstond ook de dermatologie als apart specialisme. De huidartsen in Nederland richtten in 1896 de Nederlandse Vereniging van Der matologen op. Dit was de culminatie van een periode waarin zowel de anatomie als de ziekten van de huid opnieuw waren beschreven en gedefinieerd. Mieneke te Hennepe is conservator medische collecties bij Museum Boerhaave in Leiden. In 2007 promoveerde ze op een analyse van medische afbeeldingen van de huid uit de negentiende eeuw. Bovenstaand artikel is een gedeelte van de publicatie in 2007 ter gelegenheid van de tentoonstelling “Dicht op mijn huid”. Fragment
17
Het blootleggen van het onderhuidse HET NIEUWS HAALDE WERELDWIJD DE PERS: HET MUSEUM OF FINE ARTS IN BOSTON EN HET VAN GOGH MUSEUM AMSTERDAM ONTDEKTEN EEN SCHILDERIJ VAN VAN GOGH ONDER EEN ANDER DOEK VAN DE SCHILDER. HET BESTAAN VAN HET DOEK WAS BEKEND – WANT VERMELD IN VAN GOGHS BRIEVEN AAN ZIJN BROER THEO – MAAR HET WERD VERLOREN GEWAAND. DE REDEN OM EEN DOEK OVER TE SCHILDEREN MOET TRIVIAAL ZIJN GEWEEST: DE SCHILDER HAD GEWOON GEEN GELD VOOR NIEUWE MATERIALEN. MET RÖNTGENSTRALEN IS HET OUDE WERK NU ‘ONTDEKT’. ZO BLIJKT WEER EENS: ZIEN WE WEL WAT WE DENKEN TE ZIEN? EN WELKE RAADSELS BEVAT HET ONDERHUIDSE? Frans Meulenberg
Fragment
Fragment
18
19
Licht en donker Schilderijen en het interpreteren van hun betekenis, ach, het blijft problematisch. Zo hangt in het Palazzo Barberini in Rome een schilderij dat Raphael maakte van zijn muze: een zittende vrouw die haar naaktheid bedekt met een zijden gewaad, reikend tot aan haar middel. Tijdgenoot Vasari beschreef het schilderij dus de echtheid van het doek staat buiten kijf. Maar zien wij wat hij zag? Nee. Op een röntgenopname blijkt het schilderij twee verflagen te hebben. Het lijkt erop dat de tweede laag is aangebracht door een leerling van Raphael na zijn dood. Ook Raphaels laatste schilderij, De Transfiguratie van Christus (1517-1520), levert problemen op. De moderne literatuur beschouwt deze lichtbehandeling, die sterk afwijkt van Raphaels overige werk, als een essentieel kenmerk van het schilderij. Ook kent men aan dit harde chiaroscuro een expressieve lading toe. Haaks op deze moderne opvatting staat een observatie van, opnieuw, Vasari. Deze bemerkte in de tweede editie
van zijn De levens van kunstenaars (1568) dat de schaduwen in het schilderij ernstig waren nagedonkerd. De oorspronkelijke beteke nis van het werk werd, met enige speelsheid geformuleerd, verdon keremaand. Recent onderzoek wees inderdaad uit (en bevestigde Vasari’s gelijk) dat het meer theatrale effect van het licht-donker spel (chiaroscuro) niet van Raphaels hand kwam. Opnieuw kwam de diepere – en oorspronkelijke – betekenis van kunstwerken pas aan het licht door, via moderne medische technieken, te ‘graven’ in de onderliggende lagen van dat werk. Het oppervlak van die werken, de opperhuid, loog al die jaren of zelfs eeuwen over wat zich afspeelt in de tekstuur daaronder en Natuurlijk, het zijn klinkende namen die hier als voorbeeld zijn gebruikt, Van Gogh en Raphael, namen die op voorhand zorgen voor veel publiciteit. Het meest frappante voorbeeld echter is de Engelse schilder John Royden. Geen enkele galerie verkoopt zijn werk, in geen enkel museum hangt een schilderij. Toch is hij fameus, onder letterliefhebbers welteverstaan. Rafaël, La Fornarina 1518, Galleria Nazionale d’Arte, Palazzo Barberini, Rome. Copyright HEN-Magonza
Portretschilderkunstig John Royden is een society schilder, en een personage in Nunc dimittis, een van de vele korte verhalen van Roald Dahl. Royden wordt in het mondaine Londen, zeker door vrouwen, gezien als een genie. Hij schildert uitsluitend vrouwenportretten, en van zijn werkmethode zijn louter de geportretteerden op de hoogte. Andere portretschilders begaan een beginnersfout, aldus Royden. Op hun schilderijen namelijk oogt kleding altijd ietwat gekunsteld. Dat komt doordat andere schilders niet weten wat er onder een japon schuilgaat: ‘Daarom stá ik er op mijn modellen eerst naakt te schilderen!’ Aanvankelijk schrikken bijna alle vrouwen, maar hij weet hen te overtuigen: ‘Dit heeft werkelijk niets immoreels. Kunst is slechts immoreel als zij wordt beoefend door amateurs. Dat geldt ook voor de medische wetenschap. En u zou toch niet weigeren zich voor uw dokter te ontkleden, nietwaar?’ Over het naakt schildert hij vervolgens de lingerie, en daaroverheen pas de kleding. De verteller van het verhaal is Lionel Lampson die, vol spijt, terugkijkt op deze episode. Dat schuldbesef blijkt al uit de titel. ‘Nunc dimittis’ betekent ‘u (God) laat nu heengaan’. Ontleend aan de bijbel (Lucas 2:29) drukt de spreuk het verlangen uit om ontslagen te worden van een drukkende last. Deze Lionel Lampson acht Royden een knoeier en charlatan. Lampson is puissant rijk en bezit schilderijen die in het Tate Museum niet zouden misstaan. Hij is kunstkenner, restauratie bekwaam, miljonair én arrogant. Bij toeval hoort hij van Roydens opvallende werkwijze, van een dronken dame. Ook verneemt hij van haar dat de dame die hij het hof maakt, Janet de Pelagia, hem eigenlijk ‘stómvervelend’ vindt. Lampson is onthutst, zoals mensen met te veel geld en vrije tijd vermoedelijk snel verongelijkt zijn. Wraak, dat zoekt hij, en hij bedenkt een plan. Hij roept Royden bij zich, en geeft opdracht om Janet te schilderen, op voorwaarde dat zij niet weet wie de feitelijke opdrachtgever is. Fragment
20 Als hij maanden later het doek thuis krijgt, gaat Lampson aan het werk. Behoedzaam doopt hij watten in een mengsel van terpen tijn en alcohol, en begint centimeter voor centimeter, laag voor laag het schilderij van zijn kledij te ontdoen. Het is, letterlijk, een onthullende bezigheid, want Janet is lang niet zo slank als hij meende, jarretels zijn bevestigd aan, wat hij noemt, een ‘elastisch harnas’, de bh-bandjes lijken ontworpen als ‘de draagkabels van een hangbrug’, en zij heeft ook nog eens ‘ontzettende o-benen’.
Dan nodigt hij de beau monde van Londen uit voor een sjiek diner. Tot de gasten behoort Janet. Het schilderij – Janet halfnaakt met lingerie – hangt aan de muur, maar doordat de eetsalon schaars verlicht is door kaarsen zien de gasten het in eerste instantie niet. Totdat Hampson het licht vol ontsteekt, en de opgewonden kreetjes luid weerklinken, en Janet-met-de-kromme-jockeybenen in katzwijm valt. Dat is wat dames in die kringen doen namelijk, die vallen niet flauw… Dat is te banaal.
Frans Meulenberg is neerlandicus en, in deeltijd, als onderzoeker ‘ethiek en fictie’ verbonden aan de afdeling Medische ethiek en filosofie van de geneeskunde, van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hij onderzoekt de wijze waarop filosofische en ethische dilemma’s worden gerepresenteerd in literatuur, film en beeldende kunst. Daarnaast is hij freelance publicist en essayist met een bijzondere belangstelling voor het thema ‘huid’, betracht binnen cultuurhistorische context. Andere aandachtsgebieden zijn het gebruik en de betekenis van metaforen, de functie van ‘verhalen’ en menselijke emoties. Mailadressen:
[email protected] en
[email protected]. Meer informatie via www.erasmusmc.nl/ ethiek en www.woordenwinkel.nl.
427 • Eveline van Duyl, Day & Night, 2012, textiel, (180 cm) Day & Night is een opvallende figuur. Niet alleen vanwege de grootte van het werk maar vooral door de aan wezige tweeledigheid en bijzondere materiaalkeuze. Aan de rechterkant heeft Van Duyl aderen, spiergroepen en zenuwen blootgelegd, als ging het om een anatomische les. Alles dat zich onderhuids bevindt is nu in textiele details te bekijken. Aan de andere kant heeft Van Duyl de ‘nacht’ verbeeld door middel van een donker gelaat en gesloten ogen. De gehele figuur is opgebouwd uit stukken stof, borduursels en garen.
Fragment
21
Model van de hersenen, gips, G. Steger, Schkeuditz, 1880-1900 Het anatomische leermodel geeft een aanzicht van de onderkant van de hersenen. (bruikleen Museum Boerhaave, Leiden)
Model van de zenuwcellen en ganglionen in de hersenen van de mens, metaal, kurk, papier, Fr. Buchi, Bern, ca. 1900
Fragment
22
Dit model toont de negentiende-eeuwse visie op het centrale zenuwstelsel zoals dat zich bevindt in de hersenen van de mens. Het is een zesmaal vergrootte weergave ontdaan van alle andere materie die binnen de schedel te vinden is. De ontdekkingen van de zenuwcellen en -knopen door de Italiaanse arts Camillo Golgi uit 1875 zijn verwerkt met behulp van metalen draden (zenuw banen) en kurkjes (zenuwknopen of ganglionen). (bruikleen Museum Boerhaave, Leiden)
Visibile Body - 3D Human Anatomy Atlas 2 In de meeste dagelijkse momenten zijn we ons er niet van bewust hoe ons lichaam werkt en wat er zich onderhuids afspeelt. We voelen een aanraking, halen een teug frisse lucht naar binnen. Maar hoe doet ons lichaam dit, en hoe zien deze ingenieuze systemen eruit? Onderhuids bevinden zich stelsels die o.a. ons bloed circuleren, zintuiglijke impulsen verwerken en die ons in beweging zetten. Deze systemen kunt u via het computerprogramma 'Visible body' nauwkeurig onder de loupe nemen. Het programma Visible body staat tijdens de thematentoonstelling Onderhuids opgesteld in de zaal en vormt een wetenschappelijke tegenhanger en ‘encyclopedie’ bij de beeldhouwwerken van Het Depot. Het computerprogramma is interactief. Dat wil zeggen: u kunt uw nieuwsgierigheid volgen en zelf langs alle delen en systemen van het menselijk lichaam navigeren. U kunt details bekijken door ‘in te zoomen' en organen en stelsels laag voor laag te onderzoeken met de functies in het programma. Het programma is geheel Engelstalig, maar rijkelijk visueel en intuïtief opgebouwd zodat u er gemakke lijk mee kunt werken. Voor meer informatie: www.visiblebody.com
Model van een menselijk oor, gips, Bock-Steger Lips, 1875-1900 Dit model geeft de menselijke gehoorgang weer. Het bedrijf Bock Steger Lips produceerde anatomische gipsmodellen voor het onderwijs aan het eind van de negentiende eeuw.
Fragment
23
Dichter op de huid Frans Meulenberg
Fragment
Leo Vroman (Gouda, 1915) is dichter, schrijver, wetenschapper (hematoloog), kunstenaar en tekenaar. Hij woont sinds 1947 in de Verenigde Staten. Auteur van tientallen boeken en van misschien wel zijn meest befaamde regels: “Liever heimwee dan Holland”. Criticus Kees Fens noemde Vroman ooit “de vlakbijste dichter” van Nederland. Dat is een verwijzing naar de helderheid, speelsheid en sprankeling van zijn gedichten. Zijn gedichten huppelen als het ware, als nieuwsgierige kinderen. Toen de Openbare Bibliotheek in Gouda in 2010 een Leo Vroman-project startte, reageerde hij op de website als volgt: “Lieve mensen, en dat is wat mij betreft iedereen hoe gek ook. Dit is de eerste wepsijt met mijn naam erin, want het lijkt me zo pedant om er zelf een te maken, en het loonde blijkbaar de moeite om op jullie te wachten. Ik hoop nu maar op contact, dan kan ik tegelijkertijd nog wat blijven leven en zo. Wacht even, misschien is wepseit met een korte ij. Dag! Leo.
24
Die reactie is ‘vintage Vroman'. Fort Worth, 29 november 2012
Nog onuitgepakt Hoe volledig en zorgvuldig zijn wij toch toegedekt! Hoe angstvallig of geduldig die zorg dat er haast niets lekt! Was ik niet zo ingepakt dan zag ik met plezier mijn huid plotseling met het zoet geluid van een zijden jurk afgezakt. Wat zouden wij prachtig wezen als er ook nog helemaal om ons heen een forse laag siren en pezen keurig mee verdween! Dan mochten we eindelijk merken hoe bezig alles daarbinnen was. Dan bewonderden wij pas hoe lief onze darmen werken, van eten tot pap en gas maar hoe hopeloos nog onze gevangen harten blijven bonzen achter de tralies van de borstkas. Leo Vroman jaar: 2012 uitgeverij Querido
Fragment
25
424 • teja van hoften, Longen 2008, brons, (42 cm) Menselijke structuren tonen zich niet zo verschillend van plantachtige structuren in het beeld Longen. Het ontwerp voor Longen is in werke lijkheid opgebouwd met behulp van planten. Dit is tevens terug te zien aan de nerf-structuren in de huid van het brons. Dat van hoften heeft bedacht op letterlijke wijze gebruik te maken van planten voor haar beeld is scherpzinnig. We zijn immers voor onze ademhaling ook afhankelijk van planten en bomen.
Fragment
Fragment
26
27
425 • teja van hoften, Hersenen, 2001, keramiek, (75 cm)
Jeroen Meijs, mamma, 1995, pu rubber, 75 x 60 x 40 cm
421 • teja van hoften, Darmvlokken, 2004, keramiek, (3 delen), (120 cm) Het werk Darmvlokken toont een abstracte uitvergroting van wat er binnen in onze menselijke darmen bevindt. Uitstulpingen of zgn. darmvlokken vergroten het oppervlak van de darmwand om op die manier voedingstoffen optimaal te filteren. De kunstenares lijkt met haar beeld te verwijzen naar een menselijk proces. Ook dit beeld van van hoften bestaat uit meerdere delen en benadrukt het idee dat ieder element onderdeel is van één geheel. De lichte huidkleur is ontstaan door het mengen van verschillende kleisoorten.
Fragment
Fragment
28
29
144 • Petra Boshart, Brainwave 2006, marmer, (50 cm) Het werk Brainwave refereert aan menselijke hersenen. De fragmen ten die Boshart kiest voor haar beel den laten vaak een directe relatie zien met de natuur: noten, vruchten, planten en kleine dieren. Onze eigen herkomst wordt hiermee zichtbaar gemaakt en bevestigd.
222 • Immanuel Klein, Inner ear 2001, Cava Romana marmer, (110 cm) Het beeld Inner ear laat een exacte vergroting zien van ons binnenoor. Klein vindt zijn inspiratie voor beel den vaak in de natuur en in muziek. De menselijke gehoorgang is uit gangspunt geweest voor een reeks sierlijke, buitengewone vormen die hij als kunstwerk een leven op zich zelf heeft gegeven. Klein koos veelal zacht gekleurde marmersoorten voor deze werken. Het Cava Romana mar mer waaruit Inner ear is vervaardigd, komt uit een Romeinse marmergroe ve in Toscane, Italië.
270 • Jeroen Meijs, Near the heart, 2008, dennehout, (130 cm)
Fragment
30
142 • Petra Boshart, Mental map II 2002, albast, (100 cm) De marmersoort albast heeft de eigenschap van lichtdoorlatendheid. Tevens zijn er in deze steen vaak ‘res ten’ mineralen en verkleuringen te vinden. Voor het werk Mental map II heeft Boshart twee plakken gesneden uit een groot stuk albast met een duidelijke tekening erin. De mazen in de steen doen denken aan een hersenstructuur. De opstelling van deze twee delen doet denken aan twee hersen-plaques.
Fragment
31
Fragment
32
Huid en sculptuur Louk Tilanus
Op een strandstoel kijk ik over mijn boek naar mijn voeten. Voor mij stroomt de Nijl. De rimpeling die de wind aan het water geeft lijkt op het patroon van de huid van mijn voeten en handen. De zon schijnt en geeft aan dat patroon meer reliëf dan thuis te zien zou zijn.
Recht voor mij staat een hoge eucalyptus met een grote stam; de doorsnee is wel 1.5 meter. De boom is wit en kaal met wat bruine knoesten. Naast de wilg staan drie palmbomen waarvan de bast, die uit lange bladeren bestaat, volgens een patroon zorgvuldig is bekapt; de stam lijkt tot aan de kruin een opeenstapeling van rie ten manden. De derde boom is een naaldboom, de naalden aan de takken zijn lichtgroen. Als de zon er op schijnt lijken zij op een af stand het meest op grote pluimen: een doorzichtige, groene waas. De bast van de stam heeft lange ondiepe voren, met verhogingen en verdiepingen die meegaan met de vorm van stam en takken. Van de drie bomen lijkt deze bast het meest op de menselijke huid. De huid, de gevoelige laag die over ons lichaam heen ligt, daar ademen we mee, daar zweten we mee en daar voelen we mee. Hij geeft warmte af, regelt de lichaamstemperatuur, kan van kleur veranderen en hij beschermt ons. We tasten met de huid, want het is ook een orgaan, een zintuig. Hij beschermt ons tegen de buiten wereld en wij gebruiken hem om zuurstof op te nemen. Als we hem helemaal dichtmaken, zoals in de James Bond film Goldfinger een vrouw helemaal met goudpoeder wordt overdekt, gaan we dood. De mens beschikt over 1.7 vierkante meter huid, dik bij de voeten, dun aan de ogen. De huid is de beweeglijke grens tussen binnen en buiten, de grens van aanraken en voelen. Dat voelen is van groot belang; zien is
niet genoeg. We willen voelen hoe het voelt: bij onszelf en bij ande ren. De gevoelszintuigen zijn bij een pasgeboren kind veel sterker ontwikkeld dan het zicht. Het kind strekt armpjes en beentjes uit tot de rand van de wieg waar het weerstand ondervindt: de eerste ervaring van ruimtelijkheid. Die ervaring is fysiek, ze wordt door de vingers, de hand en de armen naar de hersens gebracht. Ze wordt nog niet door het oog ervaren; visueel ruimtelijk inzicht heeft een vrij lange tijd nodig om zich te ontwikkelen. De aangebo ren vermogens van een baby zijn grijpen en zuigen, zien komt pas later. Daarom willen kinderen altijd ergens aanzitten, dat is nodig om de wereld te ervaren. Mensen wier gezicht beschadigd is door brandwonden krijgen, indien mogelijk, vaak een huidtransplanta tie met het bloedvat erbij. Met het bloedvat komt de gevoelszenuw en de ervaring dat dat er door de drager van de nieuwe huid inder daad huid in plaats van schoenzool gevoeld wordt. Die ervaring is belangrijker dan de esthetiek. Hoe zit het dan met sculptuur? Hoe voelt sculptuur? Omdat beel den gewoonlijk in de ruimte staan, ruimtelijk zijn en vaak over mensen gaan, is er bij bezoekers vaak een aandrang om te zien hoe het voelt, zien is niet genoeg. Die ervaring valt niet altijd mee: bronzen en stenen beelden voelen vaak koud en hard. Beelden lijken vaak ‘echt’; het aanraken ervan is een manier van verifiëren. Wij kijken vaak langs en om het beeld heen om onze verbeelding te stimuleren, wij willen ‘be-grijpen’, letterlijk en figuurlijk. Om te
Fragment
33
zien of het leeft, betasten we het en pakken het beet, we zitten op de huid van het kunstwerk. Begrijpen is inzien, is vatten; kijken is aftasten, aanraken in de verbeelding, begrijpen hoe het zit. Bij een beeld is de buitenkant, de huid, heel belangrijk. Dat is niet alleen wat we zien. De huid is wat we kunnen voelen, wat we ervaren. Niet wat er bedoeld werd of wat de functie was, want dat zien of weten we vaak niet. Dat komt later. We hebben die kennis wel nodig, want de bedoeling, de functie van een beeld hangt nauw samen met de vorm die het gekregen heeft. Vorm, inhoud en functie zijn met elkaar verbonden; als het ene verandert heeft dat invloed op de andere twee. De vorm die het beeld gekregen heeft, heeft alles te maken met het materiaal waarvan het beeld gemaakt is. Met steen zijn er andere mogelijkheden dan met hout of klei, en brons is weer een andere categorie. Marmer is een gesteente waarvan sinds onheuglijke tijden beelden zijn gemaakt. Het is een steen die goed te bewerken is en wanneer het beeld gepolijst is, dat wil zeggen, zo glad geschuurd dat het oppervlak is gaan glanzen, lijkt dat oppervlak op de menselijke huid. Het lijkt alsof dat wat er net onder het oppervlak ligt er doorheen schijnt. Als zo’n beeld ’s zomers in de volle zon staat, voelt de steen prettig aan, ’s winters niet. Dat aanraken beantwoordt aan een diepliggend menselijk gevoel: heiligenbeelden worden door gelovigen altijd aangeraakt, het beeld is de heilige. Althans, zo wordt het vaak ervaren en daarom wordt dat contact gemaakt: getuige de voeten die glimmen door het steeds hernieuwde aanraken. Zien is de meest vergeeste lijkte activiteit, tasten is fysiek.
Een gladde strakke huid, zoals de uitbeeldingen van Boeddha die vaak hebben, helpt bij het overdragen van een gedachte van sere niteit, rust en evenwicht. Dat is ook de aantrekkelijkheid van het werk van Brancusi: bij hem is de vorm ook strak, nagenoeg zonder enig detail. Bovendien polijstte de beeldhouwer zijn marmers en in het bijzonder zijn bronzen tot glanzende, gouden spiegels. Dat geeft de toeschouwer een gevoel van onaantastbaarheid, iets wat niet te vatten is – de vorm en de huid zijn een eenheid geworden; de vorm is de huid geworden. Hierin was Brancusi geïnspireerd door Rodin. Rodin was geen hakker, maar een virtuoze modelleur in klei. Voor hem was de tastbare huid, het oppervlak, het uiterste punt van het leven dat zich onder die huid bewoog. Dat herkende Brancusi, maar hij zag dat het navolgen van Rodin tot niets zou leiden en zocht zijn eigen weg. Bij Giacometti voelt de kijker geen enkele behoefte om de huid aan te raken, het is een onherberg zaam maanlandschap, met korsten en kraters; is het eigenlijk nog wel een huid? Dat is niet meer vanzelfsprekend. Een ‘echte’ huid maken is vaak geprobeerd, en vaak met succes. De huid van de figuren van Bernini lijken bijna levensecht: niet alleen gebruikte hij verschillende kleuren marmer, ook kon hij, zoals in zijn beeld van Pluto en Proserpina, waar een vrouw door een man wordt op getild, de indruk wekken dat de mansfiguur zijn hand in de zij van de vrouw drukt. Net echt, lijkt het wel, die indruk van een levende huid. Het marmer is de huid geworden en is geen harde steen meer. De beeldhouwer wil vaak gebruik maken van de schoonheid van het materiaal zelf. Dat kan op verschillende manieren. Hij kan
geboeid zijn door de indruk van stoere ongenaakbaarheid die een blok onbewerkte steen zelf geven kan. Dat aspect zal dan in het eindresultaat nog zichtbaar moeten zijn. De beeldhouwer zal er dan naar streven enerzijds zo min mogelijk steen weg te halen en anderzijds toch een volwaardig beeld laten ontstaan; dan zijn de sporen van de bewerking van de steen nog altijd met het blote oog zichtbaar. Maar de beeldhouwer kan ook een beeld in klei model leerden en zijn kleimodel zo bewerken dat er een even vloeiend als gespannen oppervlak ontstaat. Van dat kleimodel wordt een gipsafgietsel gemaakt dat naar de bronsgieter gaat. Een goede bronsgieter kan diezelfde, glanzende werking in zijn bronsgietsel laten terugkomen door de keuze van het patina, de kleur die op het pas gegoten brons na schoonmaak wordt aangebracht.
Danaide Rodin
Fragment
Fragment
34
35
Jeroen Meijs, Leech 1995, PU rubber, 170 x 130 x 37 cm
Renologische buste, gips, 1830 Gipsen buste met op de rechterhelft van de schedel de frenologie volgens de Weense arts Franz Joseph Gall (1758-1828) en op de linkerzijde die volgens Johann Christoph Spurzheim (1776-1832). Gall ontwikkelde de theorie om iemands persoonlijkheid op basis van de relatieve grootte van de hersendelen te bepalen. Het bevoelen van de schedel om de karaktertrekken en temperament af te lezen was de praktijk van de frenologie. Spurzheim was assistent van Gall, maar na onenigheid gingen beiden hun eigen weg. Spurzheim heeft de belangrijke pathologisch-anatomi sche richting in de psychiatrie ingezet.
Fragment
Fragment
36
37
296 • Dominique Rayou, Gravitation brons, 30 cm (vitrine)
403 • Dominique Rayou, Introspection 2012, Belgisch marmer, (45 cm)
272 • Gerrit Offringa, Aware and no fundamental grip, 2003, glas, (90 cm) Aware and no fundamental grip laat een mannen tors zien in mozaïek van gebroken autoglas. Het doorschijnende karakter van het materiaal en de verschillende lichtgroene tinten spelen met licht waardoor het beeld soms transparant oogt. De manfiguur heeft geen benen en raakt de grond niet. Opvallend is dat alleen de vingertoppen van zijn handen door een glazen drager heen gaan. Dit moment verklaart de titel van het werk en uit Offringa’s zoektocht naar het onstoffelijke; de figuur is zich gewaar van iets waar hij fysiek geen grip op heeft.
Fragment
Fragment
38
39
147 • Randy Cooper, Diana, 2002, gaas, (70 cm) De titel van het beeld verwijst naar de naam van het model waarop Cooper zijn sculptuur heeft gebaseerd. Aan de voorzijde suggereert Diana een sterke ruimtelijk heid, terwijl de witte huid van gaas niet meer dan een paar millimeter dik is. Door de open structuur van het materiaal werpt het beeld op ieder moment van de dag een andere schaduw op de wand. Cooper gebruikt zijn eigen ontworpen gereedschap en handen voor de vorm geving van zijn beelden.
263 • Jeroen Meijs, Last Journey 2003, keramiek, (200 cm) Last Journey verbeeldt Meijs’ fascinatie voor de inwendige mens. Negen harten zijn gekoppeld en liggen in formatie naast elkaar. De harten zijn gemaakt van twee kleisoorten. De titel Last Journey impliceert dat het om een allerlaatste reis gaat.
157 • Eveline van Duyl, De geboorte van de filosofie, 2011, fiberfil, (150 cm)
Fragment
Fragment
40
41
220 • Els Kingma, Blozend 2006, Portugees marmer, (63 cm) Blozend laat een subtiele expressie zien, voornamelijk door de keuze voor de steen. Een bijna geheel wit stuk marmer met aan de bovenzijde een blozend rode kleur. Aan de voorkant van deze rechtopstaande tors-figuur heeft Kingma fijne lijnen aangebracht om het lichaam gestalte te geven. Bijzonder aan dit werk van Kingma is de fijngevoeligheid voor het samenspel tussen de steen zelf en de hand van de kunstenaar.
Eveline van Duyl, The Vein zink en textiel, 50 cm, 2012
262 • Jeroen Meijs, Extelligence 1999, aluminium, (26 cm)
SCHADUWLEVEN
teja van hoften SCHADUWLEVEN, ZIJDEN DOEKEN, 8 DELEN, 200 CM Fragment
Fragment
42
43
TEJA VAN HOFTEN MAAKTE FOTO’S VAN HAAR SCHADUW OP HET STRAND. DE FOTO’S ZIJN GEPRINT OP TRANSPARANTE ZIJDE. DE TITEL VERWIJST OOK NAAR DE ONBEWUSTE, ONDERHUIDSE PROCESSEN IN HET LICHAAM. ZO HEEFT ZIJ OP DEZE ACHT ZIJDEN DOEKEN IN VERSCHILLENDE TEXTIELTECHNIEKEN ACHT LICHAAMSSTELSELS WEERGEGEVEN: HET HORMONEN-, ZENUW-, BLOEDVATEN-, LYMFE-, ADEMHALINGS-, SPIJSVERTERING-, BOT- EN SPIERSTELSEL. DE VOILES ZIJN ZO LICHT DAT ZE MET ELKE BEWEGING IN DE RUIMTE MEEBEWEGEN, FRAGIEL EN LUCHTIG. BIJ EEN BEPAALDE BELICHTING WERPEN DE GEBORDUURDE OF GEAPPLICEERDE DELEN OP HUN BEURT EEN SCHADUW. BIJ DAGLICHT VERANDEREN DE SCHADUWFIGUREN DOOR HET UUR VAN DE DAG EN HET SEIZOEN. DE SCHADUWFIGUREN ZIJN DAN NET ZO VERANDERLIJK ALS HET LEVEN ZELF. EEN HEDENDAAGS VANITAS BEELD.
Fragment
Fragment
44
45
BOTSTELSEL
SPIERSTELSEL
Fragment
Fragment
46
47
BLOEDVATENSTELSEL
SPIJSVERTERINGSTELSEL
Fragment
Fragment
48
49
ADEMHALINGSSTELSEL
LYMFESTELSEL
Fragment
Fragment
50
51
ZENUWSTELSEL
HORMONENSTELSEL
Onderhuids
De huid is geen cellofaan dat alleen wat ingewanden op hun plaats houdt, maar ons grootste orgaan. De huid beschermt natuurlijk wel ons zotte bastje, regelt onze temperatuur en laat ons regelmatig zweten. Zonlicht op onze huid wordt omgezet in energie en aangewend ter activering van vitamines. Daarenboven is de huid een gedifferentieerd tastorgaan. Joost Barbiers
Als zeventienjarige gaf ik me argeloos bloot in een gedichtje dat “Narcissus” had kunnen heten, maar evengoed “Onderhuids”: Nu je al een poosje door mijn verzen doolt wat langer in mijn dromen wil ik weten wie je bent. Misschien ben jij wel ik ver van mijn handen gedacht maar ik ken het meisje dat jouw lijfje leeft, je lippen lacht. Fragment
52
Genoegen nemen wil ik niet met een schim, mijzelf te minnen verlang het meisjeslichaam zacht huidje bij huid te winnen. Behalve dat ik uiteindelijk Tea for Two verkoos boven lauwe thee, verwachtte ik kennelijk wonderen van een huid-op-huid verovering van de ander. Dat de hele huid mee mag doen in het verkennen van de geliefde, laat ons het belang beseffen van ons vel. De huid van een beeld is het oppervlak, waar de beeldhouwer stopte en de toe schouwer begint. Ook de huid van een beeld kan verleidelijk zacht en glanzend zijn, maar een ruwe huid is ook een huid.
Pit, Joost Barbiers
Een huid zonder inhoud is snel als een ballon die z’n lucht verliest. Als je iemand die een beeld bekijkt iets wil toewensen, dan is het wel de onderhuidse beleving van energie, van overtuiging.
vorm die inzicht gaf in de geschiedenis van het stollingsgesteente. Omdat ik vaak meer dan twee derde van de zwerfkei on beroerd liet, wist ik dat ik me op een sym biose moest richten tussen de kei en mij.
Voor de beeldhouwer is de huid van zijn beeld het resultaat van de inspanning om het feitelijke beeld in overeenstemming te brengen met de innerlijke voorstel ling ervan. Sporen van de ontwikkeling, haksporen en raspkrassen geven het beeld karakter en helpen de inzichtelijkheid vergroten. Gepolijste huiden maken vorm spanning voelbaar en geven de schoonheid van de steensoort prijs. Graniet toont de kristallen waaruit ze bestaat, marmer laat onderhuids kijken, en albast straalt licht.
Veel mensen zullen de aanvechting herkennen beelden te willen aanraken, maar voelen de ogen van de suppoost al in hun nek. Ons tastzintuig raakt graag betrokken. We willen met onze handen zien, maar we kunnen ook met onze ogen voelen. Tijdens de opening van een tentoonstelling had ik een verwarrende zintuigelijke ervaring met een hoofdrol voor de huid. Het was 1988 in Kopenhagen. Samen met drie Nederlandse schilders exposeerde ik in een grote chique galerie in het centrum van de stad. We waren verbaasd over het grote aantal bezoekers op de opening, terwijl geen van ons vieren iemand uit de Deense hoofdstad kende. Op een zeker moment stootte een van de schilders mij aan en knikte in de richting van een mooie vrouw die in de ban leek van een van mijn beeldjes. Met haar geopende handpalmen beschreef ze voor zichzelf de vormen van het beeldje op minimale afstand ervan. Terwijl ik mijn ogen niet kon losmaken van haar bewegingen voer een rilling over mijn huid. Een vreemde vrouw had me op afstand geraakt, misschien zelfs gestreeld.
Meer dan tien jaar waren zwerfkeien mijn uitgangspunt bij maken van waterbeelden. Ik zocht in zandgroeves naar geschikte glaciale keien. Ik koos keien met een gesloten vorm en een aansprekende kleur. De huid van de kei was door zijn onrustige tocht op de rug van gletsjers bijna altijd glad afgesleten en toonde bleek de kleur van het graniet. Bij het bewerken van de kei beperkte ik me tot een duidelijke maar bescheiden ingreep. Daar waar ik op de kei was ingegaan, liet ik groeven van mijn puntijzer contrasteren met het spiegelend wateroppervlak en een gepolijste bolle
Fragment
53
FOETUS Dit is het leven, veilig en voldaan. Binnen een vrouw ontstaan ze bij elkander: twee ogen en twee oren om den ander en tegelijkertijd, een neus komt staan tussen de wangen en een mond vangt aan. Het bloed, die donkre ingebouwde brander, houdt overal zijn uitlopers voorhanden om nieuw gebied te voegen aan lichaam. Misvormde voetjes voelen nergens grond. Stomphandjes steken hulpeloos naar buiten. Het rompje is een klompje kindervlees.
Fragment
54
Maar vocht en vliezen van de moeder sluiten het onvoldoende toe, in deze geest, dat er een mens langzaam wordt afgerond.
Fragment
55
Gerrit Achterberg uit de bundel: Verzamelde gedichten jaar: 1963
Jeroen Meijs, Saturn, 60 cm, 1997, marmer
Fragment
56
265 • Jeroen Meijs, Torso 1998, aluminium, (50 cm)
297 Dominique Rayou, Prégnance 2004, marmer, (120 cm)
Geboorte is net als zintuiglijkheid een steeds terug kerend thema in het oeuvre van Meijs. In Torso heeft hij moeder en kind op een opvallende manier verenigd. Opnieuw keert Meijs een binnen- en buitenwereld om. Torso lijkt ook te vertellen dat de fysieke band tussen moeder en kind nooit geheel verbroken kan worden.
Prégnance is een werk van wit Carrara marmer. Uit één blok marmer van 3000 kilo heeft Rayou het in verwach ting zijn verbeeld. Het werk heeft veel volume maar is tegelijkertijd open; de ruimte van de buik is tenslotte alleen een marmeren lijn. De afwerking van het beeld is verfijnd en de zachte glooi ingen maken het teder en lichamelijk. Wat opvalt aan de voorkant van de buik zijn twee kleine handjes van de vrucht die zich van binnen in de buik kenbaar wil maken aan de buitenwereld. Inspiratie voor Prégnance vond Rayou dicht bij huis.
teja van hoften, bereid 1982-2013, keramiek en wol, 40 x 125 x 60cm
305 • Roberto Rocchi, Ab ovo 2004, marmer en staal, (200 cm)
Fragment
57
DE GIETHUID Volgens de Google uit de vorige eeuw, de Dikke van Dale, staat onder giethuid vermeld: “de buitenste laag van gietstukken”. Daar is niet alles mee gezegd; de giethuid kun je namelijk in de gieterij ook beïnvloeden. Ik heb het nu over kunstgietwerk, bij industrieel gietwerk wordt de giethuid meestal verwijderd.
Fragment
Fragment
58
59
Door bijvoorbeeld de keramische gietmethode te gebruiken krijg je een strakkere en minimale giethuid. Je kunt ook juist het tegenovergestelde van de keramische methode bereiken door de gietvorm of mal te verontreinigen met bv. zand, kolengruis of hout. Als je daarbij ook het wasmodel een extreme dikte geeft, zal de hete ‘spijs’, het vloeibare brons, aluminium, lood of ijzer, zich invreten in deze gietvorm of mal. Hierdoor ontstaat een structuur, een giethuid, die er uitziet zoals bij een beeld uit de oudheid. Een andere methode is om het beeld direct na het gieten in koud water te laten ‘schrikken’. Hierdoor verschijnt er als een soort patina een rode gloed op het beeld. Ook de chamotte, gemalen klei met gips, die achterblijft op het beeld, kan een mooie toevoeging zijn voor de giethuid.
Je kunt de giethuid ook verwijderen. Om een beeld schoon op te leveren kun je het beeld zandstralen of parelstralen. Door middel van parelstralen, met glas, wordt het oppervlak nog fijner van structuur. Het beeld is dan klaar om te voorzien van een patina. Dit zijn verschillende methoden waar ik mee werk. Ongetwijfeld heeft elke beeldhouwer zijn eigen manieren om gebruik te maken van de giethuid. Het eindresultaat is ten slotte een soort van persoonlijke handtekening. Marti de Greef - beeldhouwer www.martidegreef.nl
Nog een andere manier om een giethuid te creëren is bijvoorbeeld een zandvorm van zilverzand niet te voorzien van een vuurvaste coating. Dit gebeurt normaliter wel. Dit heeft als gevolg dat het materiaal, zoals bijvoorbeeld brons, als het ware wordt geëtst door het zand.
Fragment
Fragment
60
61
Marti de Greef Ontwaken, 2007 brons, 38 cm
“Als je de geheimen van het Universum wilt ontdekken, denk dan in termen van energie, frequenties en trilling” – NIKOLA TESLA – Met energie gebeuren er dingen, kunnen er dingen tot stand komen. Voor je vitali Fragment
62
teit, je denken en je gevoelsmatig handelen heb je energie nodig. Energie die je de ene keer wat meer hebt dan de andere keer. Maar zou de energie die je nodig hebt om hard te kunnen lopen dezelfde energie zijn als die van de troost die je aan een ander geeft? Het antwoord is: nee. Als je een rode lamp met infrarode straling op je skelet en spieren laat schijnen, worden ze lekker warm. Maar als je deze straling zou richten op je hart, zou je dan liefdevoller worden? Alweer is het antwoord: nee. Zodra het om gevoelsmatig
Energie voedt niet, het vibreert ons: boven- en onderhuids
Ons menselijk handelen kunnen we verdelen in vier soorten handelen: functioneren op lichamelijk, emotioneel, geestelijk en gevoelsgebied. De energie die je hiervoor nodig hebt is van drie verschillende ‘ordes’ en combinaties daarvan. We weten dat energie bestaat uit radiogolven. De drie grote hoofd groepen hiervan kennen wij als de lange radiogolven, de korte en de midden radiogolven. Elk van een eigen andere lengte en hoogte. ‘Frequentie’ noemen we dat. Radiogolven verplaatsen zich door de ‘ether’, de lucht zeg maar. En ze vibreren. Ze schudden ons als het ware door elkaar op een voor ons zintuiglijk onzichtbaar niveau – onzichtbaar, want ons zintuiglijk niveau is in de loop van de duizenden jaren behoorlijk afgezwakt. Maar deze radiogolven zijn wel te gebruiken in allerlei facetten van ons leven; bijvoorbeeld het dankbare gebruik van deze vibraties in duizenden lichttherapiek linieken wereldwijd, voor de activering van endocriene klieren als de hypofyse. Als we denken dat we zelf onze eigen energie genereren, dat is dat een illusie. Een lamp gaat pas branden en geeft pas energie als hij eerst zelf energie heeft gekregen. En zo zit dat heel eenvoudig ook in elkaar voor ons mensen. Wij kunnen energie produceren en geven als we daar ook toe in staat zijn. Daartoe hebben we wel eerst zelf energie-impulsen nodig. Energiegebruik is ook onderhuids meetbaar
De energie die wij nodig hebben nemen wij onder meer op uit het licht, en we gebruiken deze energie zowel op de huid als onder huids. Jammer genoeg is energie van een zodanig hoge trilling dat wij deze met onze afgezwakte zintuigen meestal niet kun nen waarnemen. Er is apparatuur ontwikkeld die dat wel kan: ‘bio-dermische’ meetapparaten. Sensoren die zijn ontwikkeld om het transport van radiogolven via de huid te detecteren en om te zetten naar informatie.
functioneren gaat – en dat we dat kunnen hoeven we niet te bewijzen – blijkt die warmte-opwekkende energie daarvoor ineens niet te werken. Hoe zit dat?
Zo kunnen wij inzicht krijgen in welk type energie wij aantrekken, hoe wij deze gebruiken en op welke manier wij hierdoor weer ener gie zelf produceren en uitstralen! Met deze inzichten kunnen wij vervolgens actie ondernemen om ons persoonlijk energiegebruik te verbeteren. Warmte-energie stralen wij uit, dat kunnen we dan nog wel voelen, net als bijvooreeld de vibraties wanneer we onrustig zijn. Maar hoe loopt het hele technische proces van deze levensenergie dan?
Het antwoord ligt in de wetenschap. Wij kunnen energie waar nemen via informatiegegevens en grafieken die in bepaalde meetapparatuur omgezet wordt naar afbeeldingen. Technische afbeeldingen die ons inzicht geven in welk type energie we gebruiken (voor lichaam, geest en gevoel) en op welke manier we deze gebruiken. En zo is meten… weten. Uit de metingen blijken de volgende feiten
Als je aan het genezen bent, of hardloopt, of problemen moet oplossen, dan heb je vitaliteit nodig. Bij fysieke inspanning heb je vitaliteitsenergie nodig van een lange warmte-radiogolf: een ‘magnetische’ golf. Voor ons gevoelsmatig functioneren blijken wij een kortere radiogolf, de ‘elektrische’ energie, nodig te heb ben. Wanneer beide energiesoorten relatief gezien min of meer evenveel gebruikt worden, dan blijkt dat ruimte te geven voor een middengolf. Deze energiesoort geeft meer balans en daardoor het gevoel van meer harmonie. In tienden van seconden vinden we iemand aardig of niet
De verschillende soorten energie die wij aantrekken en uitstralen vormen een ‘elektromagnetisch’ veld om ons heen als zij zich met elkaar samenvoegen. Dat is het kleurenveld van licht dat op de afbeelding om het lijf zichtbaar is. Dit veld wisselt continue van kleur, omdat ons energiegebruik tenslotte ook continue wisselt. Het wordt ook wel de ‘aura’ van iemand genoemd. Dit trillings veld bepaalt in enkele tienden van seconden of wij iemand direct mogen of niet, ons voorzichtig opstellen of niet, enzovoorts. Want iedere ‘aura’ is anders en de ene voegt zich gemakkelijker in de jouwe dan de andere – dan moetje even ‘wennen’ aan elkaar.
Fragment
63
je en zo ben je. Je bent een gevoelsmens, een liefdevol mens, een empatisch mens, een zorgzaam mens en/of een intuïtief mens. Wanneer we praten over wie je als zodanig bent, dan hebben wij het over je gevoelskenmerken en -krachten. Om te kunnen functi oneren als mens zoals je bent, is er gevoelsenergie nodig. De korte golf energie – de verwerking van die energie vinden we terug in de bovenste drie energieverspreidingsgebieden op de afbeeldingen. Wij zijn twee individuen tegelijkertijd
Hieruit blijkt dat wij als mens als het ware twee personen tegelijk zijn: het aardse individu dat fysieke vitaliteit nodig heeft, en het individu van de blijvende gevoelspersoonlijkheid. De eerste persoon degenereert en is vergankelijk. Maar de tweede niet, deze evolueert, en vervolgt onderhuids zijn weg.
Fragment
64
Mijn lichaam is jarig elk jaar … ik niet
Om de verschillende types energie uit elkaar te houden, zie je op de afbeeldingen in het midden een verticale rij van cirkelgebieden met elk een andere kleur (trillingstype). Die kleur is de energie die verwerkt wordt op die plaats. Deze ‘energieverspreidingsgebieden’ staan niet voor niets op deze manier op de afbeelding; deze verdeling verwijst naar de oude yogasystemen van India, die deze gebieden ‘wervelingen van ener gie’ noemen, ofwel chakra’s. Deze chakra’s zouden het centrum zijn van activiteit voor de ontvangst, opname en overbrenging van levensenergieën uit het licht.
De linker afbeelding laat een persoon zien die veel vitale energie nodig heeft: in dit geval iemand die (gele) energie gebruikt voor concentratie, denken en/of op dat moment analytisch moet zijn. Kortom: die rationeel moet functioneren. Je ratio moeten gebruiken hangt af van een tijdelijke omstandigheid en dus heb je tijdelijk even extra vitale energie nodig. De rechter afbeelding is dezelfde persoon maar meer in ont spanning. Dit vind je terug in de koelere trillingen die hem omgeven. De gele kleur van de ratio is verdwenen. De persoon staat in zijn eigen kracht: een groter energieveld om zich heen van een hogere orde.
Wanneer een energiegebied traag is, is het zichtbare gebied groot; hoe sneller het gebied actief is, des te kleiner en puntiger is het zichtbare gebied.
Opvallend is dat wanneer je ontspannen bent en meer in hogere trillingen komt (korte radiogolf), de energie voor juist je lichaam (lange radiogolf) beter gaat stromen! Je hebt energie en je bent het.
De onderste drie gebieden verwerken de energie voor je lichame lijke vitaliteit. De bovenste vier gebieden verwerken de energie die je nodig hebt om gevoelsmatig te kunnen functioneren, van liefde tot compassie.
Wij hebben dus energie nodig om vitaal te kunnen zijn. Maar dat is maar één kant van het verhaal. Ooit ben je namelijk geboren. En je had al een karakter, je was toen al een persoonlijkheid! Dit karakter heeft niets te maken met je lichamelijke situatie: zo was
Meer voorbeelden en opvallende conclusies over wie we onder huids zijn? Binnenkort verschijnt het boek AURA’S OPGEHELDERD – Nieuwe inzichten door metingen van Yvon van der Meer (ISBN: 978 94 6015 093 7 – Uitgeverij Akasha). In dit complete aura energieboek wordt via de resultaten van tech nische bio-dermische huidmetingen en onderzoek afgerekend met de mystiek rond aura’s. Een energieveld om je heen geeft aan wat voor mens je bent en geeft inzicht in je lokale energieverwerking. Een aura blijkt het heldere beeldscherm te zijn van je gezondheid en een diagnostisch instrument: hoezo mystiek?
Yvon van der Meer (59) Zij is auteur en ondernemer. Haar leven is een geheel van hard werken, genieten, strijden, creëren en liefhebben van alles wat haar hart raakt. Bij toeval kwam zij 8 jaar geleden in aanraking met het onderhuidse gebied van energiestromingen. Met haar no-nonsense behoefte probeert ze sindsdien via technische metingen en via de bewezen resultaten van eerdere pioniers, concreet ons energieveld te ontdoen van mystiek. Valse mystiek belemmert ons feitelijk en helder inzicht te krijgen in onszelf, onze gezondheid, onze talenten en onze kansen. Binnenkort verschijnt hierover haar eerste boek: Aura’s – nieuwe inzichten door energiemetingen.
LEZING DOOR YVON VAN DER MEER Datum: Vrijdag 15 november 2013 Aanvang: 20:15 uur Toegangsprijs: € 12,50 inclusief koffie en thee en een drankje na. Locatie: Beeldengalerij Het Depot, Arboretumlaan nr 4 in Wageningen. Yvon van der Meer vertelt over de wondere wereld van onze energie en hoe we die kunnen zien en meten. (zie pagina 106)
Fragment
65
DE WILDE MAGIE van ontroering
‘Ontroering heeft iets buitengewoon intrigerends’, stelt Rutger Kopland in zijn essaybundel Het mechaniek van de ontroering. Hoe bestaat het dat een nest jonge poesjes, een tranentrekkende film of een vergeelde foto iets onverhoeds teweeg kan brengen dat lijkt op het losspringen van een slot: ‘Een op het eerste gezicht onbetekenende sleutel past op een slot waarvan je niet wist dat je dat in je omdroeg’. Een boek lang tracht Kopland, als een uurwerker, dit mechanisme te doorgronden, om te merken dat hij dit hooguit kan benaderen.
Gedichten en ontroering hebben veel gemeen, schrijft Ellen Warmond in Poëzie: Fragment
66
teja van hoften, Oriëntatie 2003, keramiek, 164 cm Oriëntatie toont een mensfiguur van steengoed klei waarbij het silhouet van de kunstenares aan de voorzijde zichtbaar is gemaakt. Op de mid denlijn van de figuur zijn diverse openingen geplaatst. De punten verwijzen naar energiecen tra in het menselijk lichaam volgens de oosterse chakraleer. Het beeld kwam tot stand tijdens een werkperiode in het Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC) waarbij van hoften lessen volg de in oosterse meditatie en Wuji Kung.
Poëzie is een steen die een steen ontmoet en moet slikken van ontroering
Dat ‘slikken’ is een fysieke reactie, zoals daar ook zijn opwellende tranen, kippenvel, brok in de keel, lichte duizeligheid of koude rillingen. Deze lichamelijke sensaties zijn een signaal dat de be trokkene fundamenteel geraakt is door iets, iemand of een situatie die er voor hem of haar kennelijk toe doet. Neem de ontroering die je treft bij het zien van een schilderij, een mooi klassiek ballet, het horen van muziek of een overweldigende natuursensatie. Allemaal esthetische ervaringen. Zo roept de Franse renaissancedichter Pierre de Ronsard alle natuurelementen aan om van zijn liefde te getuigen jegens de beminde die hij moet verlaten en die hem altoos in ontroering gevangen houdt: Omdat ik bij vertrek, verteerd door kommer en woede, Geen vaarwel wist te zeggen aan die mooie ogen Die mij dichtbij en ver weg in ontroering gevangen houden,
Smeek ik u, hemel, lucht, winden, bergen en vlakten Kreupelhout, wouden, oevers en bronnen Spelonken, weiden, bloemen, zegt gij het tot haar in mijn plaats. (Vertaling: José van de Kreeke) Ontroering overkomt ons. Weerstand bieden helpt niet, men wenst zich ook niet verzetten, volkomen opgaand in die ontroering, dat orgasme der emoties. Naast de esthetische vorm is er de ontroering die voortkomt uit het meeleven met anderen. Als bijvoorbeeld op het gezicht van de stervende moeder plots een glimlach doorbreekt. Het contrast schudt ons door elkaar: ondanks alle ellende valt er toch een lichtpuntje te ontdekken. Ontroering appelleert aan een gevoel van verbondenheid, met baby's en kinderen – met als bijvangst vertedering – het trouwen van familie of goede vrienden en andere ‘grote’ gebeurtenissen in het leven. Daarnaast is er ook de verbon denheid met een groter geheel, zoals volk en vaderland. Dan schiet men vol bij het aanhoren van het Wilhelmus voor aanvang van een voetbalwedstrijd. De dichterlijke grootmeester der gevoelens is Rainer Maria Rilke, die ontroering vooral zocht in vrouwen maar ook in de kleine de
Fragment
67
De laatste bevindingen tails in zijn omgeving. Ontroering doet de ziel losweken in de prelude van Da neigt sich die Stunde und rührt mich an, het openingsgedicht van Das Stundenbuch:
Da neigt sich die Stunde und rührt mich an mit klarem, metallenem Schlag: mir zittern die Sinne. Ich fühle: ich kann und ich fasse den plastischen Tag. (…) Nichts ist mir zu klein, und ich lieb es trotzdem und mal es auf Goldgrund und groß und halte es hoch, und ich weiß nicht wem löst es die Seele los...
Rilke zocht ontroering. Zijn trillende zintuigen staan borg voor ontvankelijkheid, met ontroering als vehiculum. Centraal in de choreografie van ontroering is het gevoel van ‘zo is het’. In een flits doorgronden we de samenhang der dingen, overvallen door het toeval in een arrangement of scenario dat niemand vooraf had bedacht. Het is een zintuiglijk genieten – in de slotstrofe van Het tuinfeest van Martinus Nijhoff – van sublieme momenten en sentiment: Fragment
68
Zij zingen, neigen naar elkaar en kussen, Geenzins om liefde, maar om de sublieme Momenten en het sentiment daartusschen.
Hoe ziet dat scenario er precies uit? Of om Koplands terminologie te gebruiken: hoe werkt het mechaniek van de ontroering? Het brein van de mens is een dwangmatig zoeker naar samenhang en het wil de grillige patronen en signalen van het leven kunnen duiden, al is die innerlijke samenhang ogenschijnlijk verloren gegaan, aldus K. Michel in Boem de nacht:
Naarmate mijn leven zich ontrolt en ontbindt in steeds grilliger patronen ontvang ik dit soort signalen des te gretiger; souvenirs van een vergane samenhang;
‘Complexe processen’ noemt Michel ze verderop in dit gedicht. Het mechanisme is geen overzichtelijke, soepele en geoliede machine; de wegen zijn juist grillig, vol kruispunten, doodlopende paden, onvermoede zijwegen, onbewaakte spoorwegovergangen met af en toe zelfs een open brug. Zonder routebeschrijving, zonder
handleiding. Het is de Russisch-Amerikaanse dichter en roman schrijver Vladimir Nabokov die in Lectures on Literature onthult hoe ontroerd raken ontstaat door razendsnelle, bijna willekeu rige associaties, waarna de ‘vergane samenhang’ zich plotseling openbaart: Een voorbijganger fluit een deuntje precies op het moment dat je de weerspiegeling van een tak in een plas water ziet, en dat brengt onmiddellijk een herinnering naar boven van vochtige groene bladeren en driftig kwetterende vogels in een of andere oude tuin, en een oude vriend die al jaren dood is, stapt plotseling, terwijl hij zijn druipende paraplu dichtklapt, glimlachend tevoorschijn uit het verleden. (…) Het geheel duurt slechts één helverlichte seconde en de stroom van indrukken en beelden gaat zo snel dat je het mechanisme dat loopt van herkenning via vorming naar versmelting niet kunt volgen. (…) Het is als een legpuzzel die in een flits voor je geestesoog in elkaar valt, zonder dat je brein in staat is om na te gaan hoe en waarom de stukjes passen - en je ervaart een huiverende sensatie van wilde magie. (Vertaling: Francine Aarts) Ontroering ligt klaar, al beseffen we niet dat het klaar lag. Het ongevraagde maar zeer welkome mirakel komt pas aan het licht door de vervulling. Ontroering is een openbaring die dwingt tot overgave. Niet luidop maar in stilte genoten. Het is déjà vu en déjà vécu ineen. Een vorm van machteloosheid in positieve zin: over weldigd als we zijn door een sublieme ervaring. De ontroerde mens is dan als een weekdier, op zijn kwetsbaarst. Poëzie lezen is een geheim bijwonen. Rilke wist dat ontroering zich kan verschuilen in zelfs de miniemste details die hij tevoor schijn schrijft of die onverhoeds opduiken. Dat beseft ook dichterkunstenaar Ted van Lieshout. Hij vindt ontroering zelfs letterlijk terug in een alledaags stilleven aan de keukentafel, met een kopje en schotel of een theeglas, waarna hij luchtig en laconiek laat weten:
Er waren zoals we dachten te weten twee werelden – De echte en die andere Dit onderscheid is onlangs bij nader onderzoek een overbodige illusie gebleken: deskundigen hebben in menselijke hersenen gezocht en geen verschillen gehoord of gezien integendeel, wat zij vonden was met geen pen te beschrijven, zo ongelooflijk eenvoudig zo mooi zij noteerden: ‘De nacht viel in de ramen van ons instituut, maanlicht streek over de jonge borsten van onze vrouwelijke proefpersoon en ja, door haar hersencellen aangedreven apparaten zuchtten en in onze microscopen zagen we in haar moleculen melkwegen van verlangen. Fragment
Wij zoeken nog koortsachtig naar formules.’ Aldus enkele opgetogen, onbedoeld lyrische citaten uit hun verslag Rutger Kopland uit: Verzamelde Gedichten uitgeverij G.A. van Oorschot
Ontroerd is met een lepeltje
Frans Meulenberg (Dit essay verscheen eerder in het AMC Magazine.)
Rutger Kopland is het pseudoniem van Rutger H. van den Hoofdakker (Goor 1934), emeritus hoogleraar Psychiatrie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Onder eigen naam publiceerde hij naast wetenschappelijk werk geruchtmakende essays over geneeskunde en psychiatrie. Hij ontving onder andere de P.C. Hooftprijs 1988 en de VSB poëzieprijs 1998.
69
MUSEUM BOERHAAVE MUSEUM BOERHAAVE IS HET RIJKSMUSEUM VOOR DE GESCHIEDENIS VAN DE NATUURWETENSCHAPPEN EN VAN DE GENEESKUNDE, GEVESTIGD IN DE LEIDSE BINNENSTAD.
Fragment
70
De missie van het museum is om op basis van een unieke collectie die vijf eeuwen innovatie in Nederland omspant, een talrijk en divers publiek aan te spreken, te boeien, te onderrichten en te plezieren – steeds aanhakend bij de maatschappelijke actualiteit. Wetenschap maakt in de visie van Museum Boerhaave wezenlijk deel uit van onze cultuur. De collectie omvat topstukken die mijlpalen markeren in de Nederlandse wetenschapsgeschiedenis. Dit zijn bij voorbeeld microscopen van Antonie van Leeuwenhoek, bij wie Tsaar Peter de Grote op bezoek kwam om zelf door de lens te kunnen kijken, of het befaamde slinger uurwerk van Christiaan Huygens, het grootste genie dat ons land heeft voortge bracht, of de installaties waarmee Heike Kamerlingh Onnes in 1908 het ‘koudste
plekje op aarde’ maakte. Natuurlijk horen hier ook medische uitvindingen met grote impact bij, zoals Willem Einthovens eerste ECG-apparaat voor het registreren van harttonen en de kunstnier die Pim Kolff in de Tweede Wereldoorlog in elkaar liet schroeven. Museum Boerhaave toont deze voorwerpen in hun onderlinge samenhang, ingebed in het bredere historische verhaal. Daardoor winnen ze aan betekenis en komen ze ook binnen het bereik van een breed publiek.
Museum Boerhaave Lange St. Agnietenstraat 10 2312 WC Leiden Dinsdag tot en met zondag, 10:00 - 17:00 uur www.museumboerhaave.nl
Fragment
71
UITBREIDING EN AANKOOP VAN HET ARBORETUM DE DREIJEN
Fragment
72
Al een aantal jaren beheerde de Beeldengalerij Het Depot het arboretum De Dreijen. In goed overleg met de Wageningen Universiteit werden de kosten gezamenlijk gedragen en werd achterstallig onderhoud ter hand genomen. Paden werden vernieuwd, de rotstuin en de daarbij behorende vijver werden opnieuw aangelegd. Er werden veel nieuwe bomen en heesters aangeplant en de inventarisatie van de beplanting werd bijgewerkt. Dit alles gebeurde van uit de overtuiging dat het arboretum De Dreijen als cultureel erfgoed bewaard diende te blijven. En dat ook wanneer de universiteit de plantentuin niet meer nodig had voor onderzoek of onderwijs. De Stichting Utopa, de moederstichting van Het Depot, wil het bewaren van dit cultureel erfgoed ook voor later zeker stellen en heeft nu het arboretum De Dreijen van de universiteit gekocht. Tegelijkertijd is het deel dat destijds van het arboretum werd afgescheiden weer tot één geheel samengevoegd. In dat deel is inmiddels de vijver gerenoveerd. Er zal een pinetum worden aange legd dat aansluit met de pijnbomen ten oosten van de Baas Bekking tuin. Tegelijkertijd zal de beplanting met loofbomen in de zogenaamde “Boshoek” van de Springertuin worden uitgebreid. De arboreta De Dreijen en Hinkeloord zijn nu weer verenigd en de liefhebber kan weer volop genieten van bijzondere bomen en andere beplantingen. In Hinkeloord is in samenspraak met de bewoners weer een zichtas op de Rijn gerealiseerd. Ondanks de huidige economische malaise hoopt de Stichting Het Depot deze prachtige gebieden in het hart van Wageningen voor de toekomst te hebben veiliggesteld. We moeten leren beseffen dat planten waardevol zijn en onze zorg en bescherming nodig hebben en verdienen. Dat houdt in dat deze arboreta geen gewone maar bijzondere parken zijn. Daar hebben we ook de hulp van de vele trouwe bezoekers bij nodig. In het voorjaar van 2014 openen we de uitbreiding van De Dreijen met een bijzondere tentoonstelling Wortels en Vleugels. Daarover in de volgende uitgave van Fragment meer.
Fragment
73
Fragment
74
ELKE BOOMSOORT HEEFT ZIJN EIGEN HUID DE HUID VAN DE BOOM, DE BAST, BESTAAT UIT EEN AANTAL LAGEN EN IS IN ZEKERE ZIN TE VERGELIJKEN MET DE HUID VAN MENSEN EN DIEREN. WIJ BESCHERMEN ONZE HUID TEGEN ZONNEBRAND. DE HUID VAN EEN BOOM DOET DAT OOK. DIKWIJLS ZIE JE, WANNEER EEN BOOM DOOR WELKE REDEN DAN OOK OPEENS IN DE ZON KOMT TE STAAN, DAT ZO’N BOOM OMWIKKELD WORDT MET EEN VERBAND DAT DE VERBRANDING VAN DE HUID MOET VOORKOMEN.
Fragment
75
De buitenste laag van de huid van een boom wordt schors genoemd en bestaat uit dode cellen die zijn uitgerust met voor water ondoor laatbare wasachtige stoffen, zoals suberine. Daardoor is de schors de laag die de boom beschermt tegen aanvallen van schimmels en bacteriën en tegen mechanische beschadigingen. In die buiten ste laag worden ook de bastporiën, ofwel lenticellen aangetrof fen. Op met name Prunussoorten (Japanse kers bijvoorbeeld) en berkensoorten geven de lenticellen fraaie tekening op de bast. De lenticellen zorgen ervoor dat gassen, waaronder zuurstof en CO2, uitgewisseld kunnen worden met de omgeving.
Fragment
76
De binnenste laag wordt cambium genoemd. Vanuit deze laag groeit ook de bast en deze wordt daarom ook wel de ‘aangroeilaag’ genoemd. Een boom heelt zijn wonden wanneer een tak is wegge nomen, door vanuit deze aangroeilaag een nieuwe schorsachtige beschermlaag te laten groeien. Opvallend is dat bij sommige bomen de schors dun en glad is, zo als bij de beuk. Daardoor is de beuk erg gevoelig voor zonnebrand, en laat de beuk een groot deel van het oude blad lang zitten om een zonnescherm te vormen in de winter. Bij de kurkeik is de schors dik en kan deze zelfs worden weggenomen zonder de boom werke lijk te benadelen. Zoiets kan maar eens in de tien jaar gebeuren, anders overleeft de kurkeik zijn ‘operatie’ niet. In vele gevallen is de schors dermate stevig dat bij diktegroei door de boom de schors gaat scheuren, omdat die niet flexibel genoeg is. Dit is bijvoor beeld het geval bij de eik.
Op de schors leven in het algemeen diverse soorten medebewo ners: de zogenaamde epifyten. In het tropisch regenwoud zijn dat de meest wonderlijke levensvormen, zoals bromelia’s en tilland sia’s. In onze streken zijn de epifytische bewoners van schors meestal beperkt tot mossen en korstmossen. Helaas is van de pracht van mossen slechts te genieten met behulp van een loep of microscoop. Epifyten leven alleen maar op de schors, zonder daar voedingsstoffen uit te halen. Dat is de typische epifytische manier van doen. Epifyten doen de plant zelf geen kwaad, ze gebruiken de plant alleen om er op te wonen. Dit in tegenstelling tot parasieten, zoals een aantal schorskevers. De larven van deze kevers vreten de schors en het cambium en zelfs de daaronder gelegen houtvaten om te kunnen overleven. In het algemeen zal een boom ten onder gaan aan zijn parasieten, maar kan jarenlang samenleven met zijn epifytische bewoners.
Fragment
77
In het centrum het algemene mos "gewoon purpersteeltje" met veel kapsels - bloeiend. Daar omheen de drie zeldzame mossen: Stergranietmos, Oeverbisschopsmos en Hunebedmuisjesmos.
Mossen in De Dreijen FLUWELIG GROEN TAPIJT Tot op de dag van vandaag kan ik me geen mooiere bodembedekker voorstellen dan mos. Veel mensen klagen over mos in het gazon en gebruiken bestrijdings middelen om dit zachte groene plantje uit te roeien. Ik niet, ik geniet van deze zachte donzige ‘vloerbedekking’. Mos associeer ik nog steeds met kabouters en met de Kerst. De maat van die bijzondere kleine plantjes roept bij mij kleine bewoners van het bos op. Kabouters die met rode mutsjes zo prachtig afsteken tegen het fluwelig groene tapijt. En hoe mooi was en is niet het sterretjesmos? Dat mos was toch eigenlijk kerststerretjesmos? Wanneer ik als kind mocht helpen de kerststal in te richten ging ik het bos in en verzamelde dat prachtige mos waarop de schaapjes in de stal aangenaam konden liggen. Op die manier leerde ik Fragment
78
Fragment
van jongs af aan dat mos af en toe water nodig had om mooi te blijven. Maar soms
79
vergat ik dat en wanneer ik dan, te laat, water gaf, herstelde het sterretjesmos zich weer en pronkte als voorheen.
Links boven Hunebedmuisjesmos; rechts boven stergranietmos en midden onder Oeverbisschopsmuts
Een pluk van voornamelijk Oeverbisschopsmuts
Huelgoat in Bretagne
Huelgoat in Bretagne
Zo zie je maar weer: jong geleerd is oud gedaan! Maar ik moet toegeven, niet iedereen is blij met mos in het gazon. Die mening delen ook de tuinlieden van Het Depot die Arboretum De Dreijen verzorgen. Toch is er iets bijzonders aan de hand met mossen in Arboretum De Dreijen.
Ontdekking van een zeldzaam mos Een paar maanden geleden hield de Vereniging voor Veldbiologie een inventarisatie van de mossen die in De Dreijen voorkomen. Zij vonden 41 verschillende soorten. Op het beeld Camera Obscura van de beeldhouwer Joost Barbiers werden drie bijzondere mossen aangetroffen waaronder het zéér zeldzame stergranietmos (Hedwi gia stellata). In Nederland komt dit mos maar op een enkele plaats voor. Het graniet van de Camera Obscura is werkelijk een ‘rijke’ steen; op dezelfde steen groeien ook de oeverbisschopsmuts (Raco mitrium aciculare) en het hunebedmuisjesmos (Grimmia trichop hylla). Het muisjesmos is ‘gewoon’, maar het hunebedmuisjesmos komt, zoals de naam al zegt, alleen op de grote blokken graniet van
de hunebedden in Drenthe voor. Dat dit mos ook op deze betrekke lijk kleine steen voorkomt is dubbel bijzonder. Maar de steen van de Camera Obscura is dan ook geen gewone steen. Joost Barbiers haalde de steen uit Huelgoat in Bretagne. Daar werkte hij in de zomer en werd verliefd op dit stuk graniet. Ja ren nadat de steen bewerkt werd en naar Wageningen werd overge bracht kwamen deze mossoorten weer tot leven. In Bretagne komt dit voor Nederland zeer zeldzame stergranietmos vaker voor. Met de steen werden dus ook de mossen naar Nederland geïmporteerd! Mossen zijn toch kieskeurig wanneer het hun omgeving betreft. Het werk Camera Obscura heeft eerst een paar jaar op Arboretum Hinkeloord gestaan. Volop in de zon. Pas na de verhuizing naar De Dreijen in een omgeving met meer schaduw begon het stergraniet mos weer te groeien. Was het zomaar dat Joost Barbiers Huelgoat uitkoos om er in een van de granietgroeven te gaan hakken? Ik kan het nauwelijks geloven.
Huelgoat in Bretagne Al duizenden jaren gaan er over Huelgoat de meest geheimzinnige verhalen. De Romeinen hadden er ooit hun kampen opgeslagen, vlakbij de rivier Argent. Volgens de verhalen zwommen er in die rivier ’s nachts feeën die met gouden kammen hun haren kamden. Overdag delfde men er zilverachtig lood en veranderden de feeën in heksen.
Fragment
80
Koning Arthur zou er met zijn ridders van de Ronde Tafel hebben gewoond. De Kelten hadden er verdedigingswerken opgericht en op dezelfde plek bouwde de Bretonse koning Gradlon er honderden jaren later een kasteel. Huelgoat ademt historie, maar het meest indrukwekkend zijn toch die enorme blokken graniet in en rondom de rivier. Het lijkt wel of die rotsblokken van honderden tonnen door een reus als reuzen kralen over de rivierbedding zijn uitgestrooid. Ze vormen een echt doolhof en je kunt er zelfs in ‘de grot van de duivel’ afdalen. De verhalen doen de ronde dat je op je tocht door de onderaardse gewelven steeds verleidelijker vrouwen tegenkwam die je de heerlijkste dranken aanboden. De tocht eindigde bij de poort van de hel en wee de ongelukkige die daar dronken arriveerde; hij was reddeloos verloren. Hij kreeg een drank aangeboden van paddenen slangenbloed en moest eeuwig in de hel verblijven.
ze daarbinnen voor schoons verhullen? Maar ook het water van de zilveren rivier moet Joost hebben aangetrokken. Hij maakt immers al decennia lang granieten waterbeelden. En dat is natuurlijk niet toevallig; water heeft altijd een invloed op graniet gehad. Graniet bevat kwartsachtige insluitingen die zich meestal in lagen in de steen bevinden. Deze kwartslagen zijn zachter dan de rest van het graniet waardoor ze verbrokkelen. De harde granietformaties vallen dan uiteen in enorme blokken en water vervult daarbij een belangrijke rol. Fragment
Met de ontdekking van het voor Nederland zeldzame stergraniet mos is een nieuw geheim van de steen uit Huelgoat ontrafeld. Loek Dijkman
Dat verlangen zal Joost Barbiers niet hebben gehad toen hij in Hu elgoat belandde. Nee, ik denk dat het de plek bij uitstek is waar de graniethouwer – en Joost is zo’n beeldhouwer – als vanzelf op zoek gaat naar de oorsprong van de steen. De reusachtige blokken in de oude granietgroeven lonken om ontdekt te worden. Wat zouden 108 • Joost Barbiers, Camera Obscura (buitenbeeld), opus 256 2008, graniet, (330 cm)
81
Oeverbisschopsmuts, links in natte en rechts in droge vorm
GERRIT BAX EN MICHEL ZWARTS VAN DE VERENIGING VOOR VELDBIOLOGIE VERTELLEN:
Mossen en hun voortplanting Fragment
82
De groene plukjes die je op een boom of steen ziet, zijn meestal mossen. Maar in bossen of moerassen kunnen mossen ook hele ge bieden bedekken, en op de toendra’s binnen de poolcirkel vormen ze onafzienbare velden. Mossen zijn kleine groene planten, waarvan de meeste een stengeltje en blaadjes hebben. De plantjes hebben geen transport weefsel in de vorm van vaten. Voedingsstoffen en water moeten daarom van cel tot cel getransporteerd worden. In vergelijking met de meeste vaatplanten zijn mossen dan ook klein en groeien lang zaam. Mossen kunnen nauwelijks concurreren met planten die vaten hebben en ze groeien vooral op plaatsen waar vaatplanten niet kunnen groeien, zoals op steen, bomen, dood hout of op open plekken die te nat, te donker of te koud zijn voor vaatplanten.
Fragment
bast hebben, kunnen ze ook gemakkelijk water rechtstreeks uit regen of dauw opnemen. Ook hun voedsel en mineralen worden uit regen en dauw gehaald; ze zijn dan ook heel gevoelig voor vervui ling. Om deze reden worden ze ook wel gebruikt als zogenaamde ‘bio-indicator’.
83
Sommige mossen hebben kapsels waarin de minuscule sporen gevormd worden waarmee ze zich verspreiden. Naast de voortplan ting via sporen kunnen mossen zich ook vegetatief vermeerderen. Een klein afgebroken stukje van een mos kan in een gunstig milieu weer uitgroeien tot een volledig mos. Dit is ook gebeurd bij de zeldzame mossen op de steen van Joost Barbiers.
Mossen hebben geen schors of bast die bescherming biedt tegen de buitenwereld. Mossen kunnen daardoor snel uitdrogen; ze kunnen er dan heel anders uitzien, ze verschrompelen, en als het weer regent ontplooien ze zich weer. Sommige soorten kunnen wel tegen uitdroging en die kunnen op steen in de volle zon groeien, maar de meeste mossen kiezen voor schaduw. Omdat mossen geen
Stergranietmos, links in natte en rechts in droge vorm
SOLOTENTOONSTELLING TEJA VAN HOFTEN IN HET DEPOT
TEJA VAN HOFTEN Als je door mijn opslag loopt, loop je door mijn leven 2 FEBRUARI - 25 MEI 2014 Mijn werk heeft altijd een groot dagboekgehalte, een zelfportret van mijn bestaan, de verschillende fases in mijn leven. Een meisje zijn, verliefdheden, relaties, verwachtingen en teleurstellingen. Het verlangen naar kinderen en ze ook krijgen. Maar tegelijkertijd ook het kwetsbare en vergankelijke van de mens, ziek zijn en ouder worden. Dit besef, niet alleen een lichaam te hebben maar vooral een lichaam te zijn, maakte mijn werk steeds meer autobiologisch. Ik raakte steeds meer gebiologeerd door die processen in mijn lichaam, die automatisch gebeuren, onafhankelijk van mijn kunnen, willen en weten. Het wonderlijke gevoel zelf natuur te zijn en als toeschouwer naar jezelf te kijken, het eigen bestaan te observeren. Dit is ook een reactie op het hedendaagse heilige geloof in de maakbaarheid van alles, inclusief het eigen lichaam. Het ideale beeld waaraan men moet voldoen. Autobiologie is voor mij een overgave aan zijn, jouw eigen zijn. Dat is geen passieve houding, maar vraagt juist om een duidelijke keuze, waarbij je je niet laat verleiden door de groep, maar je eigenheid bewaakt. Tegelijkertijd vergroot het mijn gevoel van verbondenheid met de natuur. Hoe bepaalde processen in het groot ook onderhuids te herkennen zijn en omgekeerd in het lichaam hele landschappen zijn te ontdekken. Zoals aderen tegelijkertijd koraal zijn, die anemoon-organen voeden. Onderhuids als onderwater ervaren. Het steeds in verwante, maar unieke vorm verschijnen van leven.
Fragment
85
422 • teja van hoften, Tors (Dordrecht), keramiek, 1988, 84 cm
In weerwil van mijn opleiding, die toentertijd naast techniek ook veel vormenleer volgens het Bauhaus principe bevatte, wilde ik na de academie vooral verhalen vertellen. Ik maakte realistische mensfiguren in keramiek op ware grootte, waarbij het gebaar de emotie moest verbeelden: een soort dramatische expressie. De relaties tussen mensen onderling was voor mij op dat moment het allerbelangrijkst en vaak vormden meerdere figuren het beeld.
Fragment
86
Het hebben van kinderen relativeert al dat menselijke gedoe. Er ontstaat dan een vanzelfsprekende focus op de essentie van het bestaan. De torso als centrum van je lijf, je kracht, je vruchtbaar heid. De figuren werden symbolen van lichamen en dan doen de gebaren, vingernageltjes en wenkbrauwen er niet meer zo toe. Door de materie heel nadrukkelijk aanwezig te laten zijn, werd dat nog eens versterkt. Ruige platen klei, in droge kleipoeder van een andere kleur uitgerold, gebogen, gescheurd, het oerproces van het ontstaan van nieuw leven.
teja van hoften, Nachtengeltje
Beeld links: 423 • teja van hoften, Tors, keramiek, 1988, 62 cm
Fragment
87
Na een periode van ziekte ging ik mij steeds meer verdiepen in het binnenste: de onbewuste processen in je lijf. Tot dan toe had ik mij voornamelijk met de buitenkant (vorm – huid) van de mens beziggehouden, wat zich prima door de keramische werkwijze (het hol opbouwen van volumes) liet vertalen. Nu zocht ik naar een techniek om de fragiele structuren en kwetsbaarheid van de binnenkant te laten zien en hoe tegenstrijdig het ook klinkt, die vergankelijkheid juist te bewaren. In 1997 kon ik deelnemen aan de workshop cire perdue retrouvé in de kunstenaarswerkplaats Beeldenstorm te Eindhoven. Door de beelden op te bouwen uit planten en analoge processen te laten zien, wilde ik benadrukken dat ook wij een onderdeel zijn van de natuur en volgens dezelfde wetten groeien en functioneren. Ook in het bronzen beeld longen uit 2008 is dat duidelijk. Hoe de longen zijn opgebouwd uit planten, waarvan we voor onze ademha ling ook juist weer afhankelijk zijn.
teja van hoften, Just peanuts, porcelein, 2003, 20 cm
teja van hoften, Orgaan, brons, 2002
Fragment
Fragment
88
89
In 1999 werd ik uitgenodigd deel te nemen aan een project van monumentale grafiek bij Daglicht in Eindhoven. Ook hierbij nam ik mijn eigen lichaam als uitgangspunt. De blinddrukken zijn net als de bronzen beelden opgebouwd uit plantenmateriaal. Het zijn vanitas werken, niet alleen in relatie tot de dood, maar vooral in relatie tot ‘gedenk te leven’. Niet in de zin van carriè replanning, maar een bewustzijn van het functioneren van je lichaam. En eigenlijk is die thematiek alsmaar in mijn werk en in allerlei materialen blijven terugkomen. Bij het werk just peanuts (2003) ben ik uitgegaan van de eigen schap van gegoten porselein om scherpe vormen af te romen. In een schedel van boetseerklei heb ik pinda’s gedrukt in een bepaald patroon, waarvan ik verwachtte, dat als ik er een gipsmal van zou maken en er porselein in zou gieten, er een soort hersenstructuur te zien zou zijn. Door het gieten vervloeit de vorm aan de binnen
zijde, zodat als je de schedel als pindaschaaltje wilt gebruiken, je hersenen ziet, en als je hem omgekeerd als vanitas op je bureau neerzet, je pinda’s ziet: just peanuts. Het beeld oriëntatie (2003) gaat over een gerichtheid op het Oos ten. Tijdens de drie maanden dat ik in de winter 2002/2003 in het EKWC (Europees Keramisch Werkcentrum in Den Bosch) werkte, heb ik lessen gevolgd in oosterse meditatie en taijiwuxigong. Het beeld is van hooggestookte steengoedklei met gaten op de diverse dantian-punten en met mijn silhouet in terra sigilata op de voor zijde. Het lichaam als tijdelijke verblijfplaats.
was, zou ik weten of het klopte met wat ik in mijn hoofd had. De titel ontstond toen ik aan een Argentijnse wilde uitleggen waar dit beeld over ging, en niet direct in het Engels op het woord aders kon komen. En met de paar Spaanse woordjes, die ik uit liedjes en films kende, kwam ik op takken en hart en eigenlijk werd het werk daardoor poëtischer, een film bijna, of een liedje. Zoals de darmwand darmvlokken (2004) met al zijn hollen en bollen de darmwandoppervlakte vergroot en daarmee ook zijn uitwisselingscapaciteit, zo heb ik de drie delen van dit werk ten opzichte van elkaar laten golven zodat er meer te vermoeden is.
In deze zelfde periode maakte ik daar ook het beeld takken van het hart. Het was spannend om een staande buizenconstructie te maken, waarvan ik wist dat ik ze later op hun zij liggend tegen over elkaar wilde exposeren. Pas als het gebakken en helemaal af teja van hoften, Darmvlokken, keramiek (drie delen), 2004, 120 cm
Toen ik aan aquaforte werkte in 2009 in Italië was het huis waarin ik verbleef dicht bij een alsmaar stromend beekje. Er was een glaswerkplaats met de naam aquaforte, sterk water. En natuurlijk moest ik onmiddellijk denken aan het stroomgebied in ons lichaam, het bloed. Het beeld gaat ook over contrasten, in materiaal en kleur. Klei, dat eenmaal gebakken zo onveranderlijk is als steen en textiel dat altijd slap blijft. De roze kleur, die verwijst naar de binnenkant van het lichaam en het blauw naar water. Sinds 2000 werk ik aan de encyclopedie van mijn lichaam, een boekenserie waarbij ik mijn lichaam steeds opnieuw in kaart breng. Deze topografie van mijn lichaam vertelt niet alleen iets over mezelf, maar ook over mijn relatie met de wereld. In hoeverre bepaalt de wereld mij? In hoeverre ben ik de wereld? De serie bestaat inmiddels uit 6 delen. De eerste drie gaan over de huid, het grensgebied waar je fysieke zijn ophoudt en de wereld be gint. Terwijl de horizon, mijn huid (2000) nog een verte suggereert en daarmee verwijst naar de buitenwereld, komt bij oevers (2001) deze juist op je af en wordt het stroomgebied ingedamd. In sporen (2002) kom ik nog dichterbij en wordt de structuur van mijn bin nenste zichtbaar. Het boek familie (2004) gaat over verwantschappen. Aan de hand van foto's van structuren uit mijn dagelijkse omgeving en van mijn werk ga ik onderhuids en volg in 5 hoofdstukken de processen van groei (celdeling), stromingen (zoals van het bloed, energie e.d.), hersenactiviteiten, ademhaling en de voortplanting. In het boek een gepast antwoord (2006) zijn de maten en vormen van de beelden afgeleid van mijn lichaam en later bij het fotografe ren fungeerde datzelfde lichaam weer als sokkel voor de beelden. Alle tijd 2011 is een verslag in tekst en beeld van een drie maanden
lang verblijf in het gastatelier van het FCAB (Foundazione Casa Atelier Bedigliora) in Zwitserland. Ook het werk schaduwleven is er uitgebreid in gedocumenteerd. Schaduwleven is een werk, dat al lang in mijn schetsboek lag te wachten op het juiste moment om gerealiseerd te worden. Het vereiste nogal een investering. Niet alleen om de foto's van mijn schaduw op het strand in het textiellab van het Textielmuseum in Tilburg op acht lappen transparante zijde (van 200x130 cm per stuk) te laten printen, maar vooral in tijd. Toen ik in 2010 van 1 oktober tot eind december in Zwitserland in een gastatelier verbleef, waar geen speciale outillage was om met keramiek, brons of grafiek te werken (de disciplines waar ik tot dan toe in gewerkt had), nam ik een schapenvacht, oude dekens, borduurzijde en al lerlei andere textielmaterialen mee. Ik wist niet waar dat relatief onbekende materiaal me toe zou leiden en moest mezelf toch drie maanden op die vrij geïsoleerde plek zinvol bezig houden. Dus liet ik de schaduwen op de zijde printen en ben daarop in diverse textieltechnieken de acht lichaamsstelsels gaan weerge geven: het hormonen-, zenuwen-, bloedvaten- , lymfe-, ademha ling-, spijsvertering-, bot- en spierstelsel. De titel schaduwleven verwijst namelijk niet alleen naar de letterlijke schaduwen op het strand, maar ook naar de onbewuste processen in je lichaam. Ik heb urenlang steekjes geborduurd, een bijna meditatieve bezig heid. Ook het alleen en daarmee ongestoord zijn, zorgde voor een goede concentratie. Het ritme van werken en wandelen daar in die overweldigende natuur in het veranderlijke jaargetij van de herfst was van grote invloed op mijn kijk op de wereld. Het gekke was, dat ik met die verwondering niet alleen nieuwe ogen kreeg, maar ook opeens nieuwe herinneringen. Een fijn idee dat alles toch ergens
teja van hoften, Bronchien
opgeslagen is en dat als je maar de tijd neemt het vanzelf boven komt drijven. Dat werd ook de titel van het boek over mijn verblijf daar: alle tijd. Ik ben heel blij dat dit werk in Het Depot in Wageningen wordt ten toongesteld en ik het zelf nu ook voor eerst in zijn totaal kan zien. Ik stel me zo voor hoe de voiles, licht als ze zijn, met elke beweging in de ruimte meebewegen, fragiel en vluchtig, als het leven zelf, een hedendaags vanitas beeld.
Fragment
90
Ter illustratie enkele fragmenten uit het boek alle tijd 14 oktober […] Waar ik het meest aan moest denken was een geel blaadje, hangend in de lucht dwarrelde ze niet verder. Wel één en al bewe ging, tollend om haar as. Af en toe tochtte ze een beetje opzij. Een gevangen moment waar vergankelijkheid en eeuwigheid elkaar naderden. Opeens was het duidelijk hoe te beginnen met de bot ten die ik van de dekens wilde maken. Als eerste het vrouwelijke bekken in vrolijke kleuren, gevuld met zachte warme schapenwol, waar je je hoofd in kan steken als een heerlijk nekkussen. […] 16 oktober Ik ben hier om een nieuwe omgeving te ontdekken en een nieuw materiaal, maar wat ik vooral tegenkom zijn mijn eigen beperkin
teja van hoften, Aquaforte, keramiek en blauw gehaakt, 2009
gen. Als ik mijn keel schraap zoekt het stof een weg door mijn kop en blijven mijn gedachten buiten hangen. […] De buitenwereld is gevuld met mist. Halverwege de middag worden de eerste bomen weer zichtbaar. Een regensluier zet de voorste boom in rook tot alle kleur verdwijnt. De regen trekt voorbij in een trage ademha ling, de boom gaat in …. de boom gaat uit, de boom gaat in … uit, … in… uit…. 3 december Hard gewerkt en zweten met de zon op tafel. Na eindelijk het juiste plaatje teruggevonden te hebben, nu voor de derde keer de hypo fyse eraf gehaald en opnieuw vastgezet. Ik ben tevreden over de longen. Sponzig bol rijmen ze op de schuimige waterkant lijn van deze print. Niet alleen de structuur, ook de kleur komt overeen. Goed om onbewuste keuzes achteraf bevestigd te zien. Bij lymfe is de achtergrond heel spikkelig als lymfeknopen zelf. De lange zenuwenbanen herhalen juist weer de golvende lijnen van de strandribbels. En waar het hormonenbeeld ondergespetterd is met schuim van de zee is de associatie met sperma ook snel gemaakt. 5 december Nu ik de datum typ, zie ik dat het Sinterklaas is. Ik heb vandaag inderdaad een prachtig geschenk gekregen: het woord Geherin. Eigenlijk zei Anna-Barbara een hele zin, die mooi was; Ich möchte
Fragment
91
gerne eine Geherin werden. Er zit zo veel verlangen in en is eigenlijk ook zo romantisch. Maar tegelijkertijd pretentieloos en open, gewoon gaan en je ziet wel waar je komt. Er is beweging, een verplaatsing van A naar B, en toch is het heel anders dan bij een reiziger. Dit moet je zelf doen, met je eigen benen. Het is zo dicht bij jezelf en vol beloftes. Ja, dat wil ik ook, en als ik ga ben ik gelukkig.
20 februari, Nawoord 3 Over de titel Eerst was het Geherin. Als je dat op zijn Nederlands uitspreekt, lijkt het in een soort kindertaaltje de voltooid verleden tijd van herinneren. En hoe tegenstrijdig het ook klinkt, ik kreeg daar in Bedigliora nieuwe herinneringen. Waarschijnlijk juist door het wandelen, wat niet alleen veel kijken en in me opnemen was, maar ook een vorm van leeglopen. Een leeg hoofd bereikt sneller zijn bron. Maar het bleef toch niet helemaal lekker klinken. Toen werd het gaan. Er op uit en er op in. Naar buiten en naar bin nen. Wandelen en werken. Het werken zelf had ook twee bewegin gen, doen en denken. Maar gaan impliceert actie, terwijl het juist de leegte was die mijn leven daar zo wezenlijk anders maakte. Het ongestoord zijn, niet afgeleid door afspraken, verwachtingen waar je aan moet voldoen, de rollen die je hebt in je leven, het brood wat op de plank moet komen. Daardoor krijg je thuis vaak het gevoel geleefd te worden. De lege tijd maakte me in het begin zenuwach tig en onrustig. Maar de logica van lichaam en directe omgeving (met name vooral het weer) bepaalde mijn dag. De rust overal de tijd voor te kunnen nemen, maakte me zoveel meer mens. Hier had ik de tijd aan mezelf, alle tijd.
Tijdens de solotentoonstelling zal het boek alle tijd, net als de overige delen van de encyclopedie van mijn lichaam te koop worden aangeboden. Ook zal er dan een nieuw deel verschijnen. Dit deel, inzicht, is gebaseerd op een keuze uit mijn schetsboeken, fotoarchief en beelden van de laatste 10 jaar. Associatiereeksen van natuurlijke processen, die weerspiegelen wat er ook in ons li chaam gebeurt. Het groeien en afsterven van planten, maar ook in groter verband geologische en natuurkundige verschijnselen zoals bevriezen en verstuiven, smelten, indrogen en het elkaar afstoten van twee stoffen. Of het nu de bessensap op de yoghurt is of het schiften van twee verfsoorten, telkens herken ik het lichaam en daarmee mezelf. Een gelaagdheid gebaseerd op verwantschap. De afdruk van paardenhoeven op het brede strand, waardoor de onder ste laag slik, zwart van zuurstofgebrek, tevoorschijn komt. Daarin het plaatje van de celdeling herkennen. Hersenen met darmen ver binden. Op een zelfde manier maak ik mijn beelden. Telkens weer keuzes maken op grond van wat ik zie gebeuren, waarbij alle voor gaande ervaringen uit je leven een rol spelen. En waarbij leeftijd afstand schept, overzicht geeft en dus ook inzicht. Misschien is dat allemaal niet wetenschappelijk verantwoord, maar ik heb zelf daardoor een sterk gevoel van verbondenheid. In de wetenschap zowel als in de kunst ben je op zoek naar een bepaalde waarheid. De wetenschapper zoekt de objectieve waarheid. Als kunstenaar is dat per definitie een subjectieve waarheid. Voor verdere informatie: www.tejavanhoften.nl Op de site is haar werk geordend op onderwerp, materiaal en jaartal.
Fragment
Fragment
92
teja van hoften, Drie zenuwcellen, brons, 2001
LEZING DOOR TEJA VAN HOFTEN teja vertelt over haar werk en haar relatie met het onderhuidse. Datum: Vrijdag 21 maart 2014 Vooraf: Voor de lezing is het restaurant Linnaeus geopend voor lunch of koffie (reserveren noodzakelijk). Aanvang: 15.00 uur Inleiding in de collegezaal. ca. 15.45 uur Rondleiding langs eigen werk op de tentoonstelling Onderhuids. ca. 16.30 uur Vertrek door het arboretum naar Villa Hinkeloord. ca. 17.00 uur Rondleiding solotentoonstelling Hinkeloord. ca. 17.45 uur Einde. Toegangsprijs: € 16,50 inclusief koffie en thee en een drankje na. Locatie: Beeldengalerij Het Depot, Arboretumlaan nr 4 in Wageningen. De bezoekers kunnen wanneer ze dat wensen (na reservering) dineren in restaurant Linnaeus. Het restaurant en de tentoonstelling sluiten om 21.00 uur. teja van hoften, Longen, brons, 2008, 42 cm
93
JOHN STOEL
naar Groningen DE KOP VAN DIT BERICHT IS WELLICHT WAT ONDUIDELIJK, WANT JOHN STOEL WOONT AL IN GRONINGEN - MAAR NU VERHUIST OOK DE TENTOONSTELLING DIE WE IN VILLA HINKELOORD ORGANISEERDEN NAAR DIE STAD. DE TENTOONSTELLING VAN DE FOTOGRAAF JOHN STOEL WAS NIET ALLEEN EEN GROOT SUCCES, ER WAREN VEEL BEZOEKERS, MAAR DE KWALITEIT VAN DE TENTOONSTELLING WERD OOK OPGEMERKT DOOR DE GASUNIE. DAAR ZAL DE TENTOONSTELLING, AANGEVULD MET EEN AANTAL BEELDEN UIT HET DEPOT, VANAF 15 SEPTEMBER TOT HALF OKTOBER VOOR PERSONEEL EN GENODIGDEN TE ZIEN ZIJN. Fragment
Fragment
94
95
JOHNSTOEL BEELD VAN EEN LOOPBAAN
JOHNSTOEL
BEELD VAN EEN LOOPBAAN 50 JAAR FOTOGRAAF
CATALOGUS JOHN STOEL Prijs € 35,- inclusief Dvd
LOEK DIJKMAN
50 jaar anders ondernemen Verdeling van inkomen, bezit en tijd De Topa-Groep en de Stichting Utopa afscheid van de Topa-Groep Op 25 mei van dit jaar nam Loek Dijkman na 50 jaar afscheid als algemeen directeur van de Topa-Groep. Het was de gelegenheid bij uitstek om terug te blikken op 50 jaar ondernemer schap en ideeën en opvattingen over ondernemen binnen het kapitalistische systeem op papier te zetten. Het eerste exemplaar van het boek Loek Dijkman, 50 jaar anders ondernemen, werd aan Dr. Jan Terlouw aangeboden. Jan Terlouw hield ook een inspirerende toespraak. Loek Dijkman werd bij bevordering benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. Dit boek gaat niet over mijn geschiedenis van 50 jaar ondernemen binnen de Topa-Groep, maar over keuzes die ik daarbij heb gemaakt. Het is op de eerste plaats een filosofische en sociale visie op ondernemen die in vijftig jaar is gerealiseerd.
Fragment
96
Ik plaats kanttekeningen bij het algemeen aanvaarde kapitalistische model en de dogma’s van het kapitalistische systeem. Bij de geldende opvattingen over het kapitalistische systeem, zoals de ‘markt’ en ‘eigenbelang’, kunnen vragen gesteld worden die de gangbare interpretatie van deze begrippen ter discussie stellen. We moeten blijven zoeken naar verbeteringen of betere alternatieven. Dat geldt ook voor de functie van ondernemingen en het ondernemen zelf. Op de belangenverdeling tussen aandeelhouders en medewerkers valt veel af te dingen. Binnen ondernemingen dient de sociale verantwoordelijkheid voor de medewerkers, de loyaliteit, een belangrijke rol te spelen. Wil je vertrouwen krijgen, dan moet je beginnen vertrouwen te geven. De verdeling van werk is al decennia een onopgelost probleem. De nagestreef de oplossing van volledige werkgelegenheid wil maar niet lukken. Hebben we een keuzevrijheid tussen het moeten en het willen werken? Die keuze wordt onder andere bepaald door ons bezit, inkomen en de soorten banen die beschikbaar zijn. Ik plaats de ontwikkelingen van inkomens en bezit in de laatste twintig, dertig jaar en de gevolgen daarvan op sociaal-maatschappelijk gebied binnen het kader van onze Nederlandse waarden en tradities. Wanneer we ons spiegelen
aan ontwikkelingen in bijvoorbeeld Amerika of Engeland moeten we onze verworvenheden koesteren. Zelf heb ik een niet zo gebruikelijke weg gekozen in het ondernemen. Vijfentwintig jaar geleden bracht ik het vermogen van mijn ondernemingen onder in een stichting met een maatschappelijk doel. Ik deed afstand van mijn vermogen. Het hoe en waarom van de Stichting Utopa en van Beeldengalerij Het Depot komen in dit boek aan de orde. Ik besluit met een aantal korte beschouwingen over sociaal-politieke zaken die in de belangstelling staan en die onze toekomst in belangrijke mate zullen bepalen. Mijn droom is de wereld iets te verbeteren, iets socialer te maken. Wellicht dat anderen geïnspireerd worden door deze publicatie.
Waar te koop Het boek is uitgegeven bij Waanders, www.waanders.nl en verkrijgbaar bij de boekhandel en in de winkel van Het Depot. ISBN 978 94 911 96 56 0 gebonden, 232 pagina’s.
Fragment
97
BIJZONDERE BEZOEKERS VAN HET DEPOT
Mevrouw Dolly van Burg (91) is de bezoekster die in deze editie van Fragment aan het woord komt. De reden daarvoor is haar veelvuldige bezoek aan de beeldengalerij, inclusief de winkel en restaurant Linnaeus. Voor al haar kinderen en kleinkinderen kocht ze bij Het Depot het kookboek Plenty van Ottolenghi, dat ze steeds van hetzelfde passende citaat voorzag. Ze neemt haar familieleden, maar ook vele vrienden, mee uit eten in restaurant Linnaeus. “Zo kan ik weer gastvrij zijn zonder me te hoeven inspannen.” Ze roemt de originele keuken, de heerlijke smaak van de uitstekende gerechten en de leuke bediening.
Het Depot en De Dreijen verluchtigen mijn leven! DOLLY VAN BURG-DE BOER Door Assia Vermeulen Fragment
98
Studie in Wageningen In haar gezellige appartement, dat op een steenworp afstand van Het Depot ligt, blikt Dolly van Burg tussen haar schilderijen, foto’s en Afrikaanse aardewerk terug op haar leven, waarin zij op veel plaatsen heeft gewoond. Dolly de Boer, zoals ze in 1942 nog heette, ging in dat jaar studeren in Wageningen, maar moest haar studie staken door de oorlog. Toen zij die in 1945 weer oppakte, ontmoette zij Pieter van Burg, die toen als eerstejaars begon. “Hij was een bevlogen student die Tropische Landbouw stu deerde met het idee naar zijn geboorteland Indonesië terug te keren, om net als zijn overleden vader in de Cultures te gaan werken. Toen hij begin 1950 afstudeerde, had ik net mijn kandidaats. En Pieter vond dat het nu wel lang genoeg was geweest”
voegt ze daar lachend aan toe. “In die dagen werd alles anders. Voor ons was er geen toekomst meer in Indië en veel afgestudeerden zochten hun toekomst in de emigratielanden Canada, Australië en Zuid-Afrika.”
Emigratie “Wij emigreerden naar Zuid-Afrika, waar Pieter zijn theoretische kennis in de prak tijk kon brengen en ongeveer letterlijk met het studieboek nog in de hand een dam voor wateropvang ontwierp en liet bouwen. Uit de veel later per brief ontvangen ad viezen van de Wageningse professor Eijsvogel, bleek dat hij dat nooit had mogen doen zonder overheidstoestemming. Maar de dam lag er al en heeft het gehouden ook”, vertelt ze met zichtbaar genoegen.
Pieter, die toch meer het onderzoek was toegedaan, een baan aannam als onder zoeker bij het Instituut voor Bodemvrucht baarheid in Haren. Ik heb een jaar heimwee gehad naar het Kaapse klimaat en het fraaie landschap”, blikt Dolly terug. “Maar weer familie dichtbij hebben was natuur lijk voor ons allen een grote vreugde, nog vergroot door de geboorte van ons vierde kind in eigen land. Helaas was het geluk met dit sprankelende kind ons maar tien jaar beschoren. Een fataal ongeluk met haar paard overspoelde ons met groot verdriet.”
Fragment
99
Toen Pieter dan ook een aanbod kreeg om naar Den Haag te komen met een promotie in zijn werk, aarzelden beiden geen ogen blik en verruilden het plattelandsleven in Drenthe voor een stadsbestaan.
“In 1957 kwamen wij met inmiddels drie kinderen terug naar Nederland omdat Foto: Bart de Gouw, FOTOGRAFISCHE PROJECTEN, Wageningen
Dolly van Burg met huisgenoten op hun balkon van het huis aan het Bowlespark
Weer naar huis, vertrek vanuit Kaapstad
Vaderlijk advies “Ik was inmiddels 52, de oudste kinderen studerend, en ik dacht dat er nog wel wat meer voor mij te beleven viel dan de moes tuin, de Zondagsschool en de naaikrans. En zo reageerde ik op een advertentie in het Landbouwkundig Tijdschrift dat al maanden een eindredacteur zocht. Het leek mij veel te hoog gegrepen maar ‘onder dwang’ van mijn omgeving”, lacht ze, “belandde ik daar. Een nieuwe wereld ging voor mij open bij Stam Technische Tijdschriften in Den Haag gevestigd, als verreweg de oudste van alle jonge eindre dacteuren om mij heen. Ik moest letterlijk alles vragen, maar dat werd alleen maar grappig gevonden.” Al snel voelde Dolly van Burg dat ze in deze baan vaste grond onder de voeten kreeg. Het ‘baantje’ werd een echte werkkring die haar bovendien weer met Wageningse con tacten in aanraking bracht. Het idee ‘een jaartje te werken’ werd een echte baan tot en met haar pensioen en zelfs tot daarna, toen ze nog wel eens waarnam voor haar opvolgster. “Maar wat het heerlijkste was, was dat dit werkzame leven mij enorm hielp om het grote verdriet de juiste plaats te laten krijgen. Dan dacht ik vaak aan mijn vader, die in tijden van ellende, zoals de oorlog, altijd zei ‘Werken kind, zo goed als je kunt, dat is de beste manier om weer grip op jezelf te krijgen!’.”
Fragment
100
Bij haar afscheid kreeg Dolly van de Koninklijke Landbouwkundige Vereniging (toen nog KGvL geheten) het Erelidmaat schap aangeboden. “Destijds was ik heel verbaasd en moest er een beetje om Dolly van bug met vriendinnen in een caleche
De bloeiende bougainville naast het huis
lachen”, vertelt ze. “Zo weet je maar nooit hoe een koe een haas vangt!” Ook na Pieters overlijden hielp het waar nemen in de redactie haar. Haar verlangen naar wat meer buitenleven was gebleven. De suggestie van vrienden om weer naar Wageningen terug te keren nam ze ter harte. “Het is ook heerlijk vlakbij mijn oudste dochter te wonen.”
Villa Hinkeloord De omgeving van haar flat, met de arbo reta, de dijk en de uiterwaarden wordt een geliefd wandelgebied, waarbij ze altijd haar fototoestel meeneemt om naar hartenlust de natuur te fotograferen. Villa Hinkeloord werd vanaf 2004 een plek om aan gasten te laten zien. “Ik heb er onder andere mijn oudste kleinzoon en zijn jaar club mee naar toegenomen.” “Toen Arboretum De Dreijen particulier gebied werd was ik wel bezorgd, net als veel omwonenden”, vertelt ze heel eerlijk. “Maar wat is het goed uitgepakt!” Met vele anderen volgde ze de verbouwing van het gebouw van de vakgroep Plantenfysiologie en het opknappen van de tuin. “Dan maak ten we elkaar attent op al die verbeterin gen”, vervolgt ze. “Ineens ontdekten we bijvoorbeeld dat er ook een terrasje kwam en zagen wij onszelf als oudjes daar al zit ten koffiedrinken. Het Depot en De Dreijen verlichten en verluchtigen mijn dagelijks leven”, zo vat ze die huidige genoegens samen.
Anatomico che cammina Voor de fotoreportage voor Fragment treft het goed dat haar kleinzoon Levi en zijn vriendin Anne uit Amsterdam juist deze
Het huis Jonkershoek waar de familie van Burg woonde, nabij Stellenbosch
dag naar Het Depot komen. Natuurlijk worden naast de beelden ook de winkel en het restaurant bezocht, waar vanzelfspre kend wordt geluncht. Levi was baanwiel renner op Olympisch niveau en studeert nu Bewegingswetenschappen aan de VU in Amsterdam. Anne werkt en is ook sportief, ze schaatst en houdt van koken. Dat deelt ze ook met de familie van haar vriend. Levi heeft tijdens dit bezoekje speciale aandacht voor de spieren en pezen die de Italiaanse kunstenaar Novello Finotti heeft gebeeldhouwd in ‘Anatomico che cammina’. Dit beeld laat de levensloop van de mens zien, met daarin zijn neergang en opgang.
Fotoalbums Dan pakt Dolly twee fotoalbums die ze sa menstelde van alle digitale foto’s die ze tij dens haar wandelingen maakt. Het Depot staat er vaak in afgebeeld. Niet alleen de tuin, waarin Linnaeus veelvuldig figureert, maar ook het gebouw en de beelden. Op de foto’s die in het restaurant zijn gemaakt staan genietende gezelschappen. De foto’s worden afgewisseld met geestige teksten. Dat maakt nieuwsgierig naar de tekst die haar kinderen en kleinkinderen in het kookboek Plenty meekregen. Het blijkt een bondige tekst van vader Cats, die in haar ouderlijk huis op de schouw in de keuken was geschilderd, in prachtige Gotische letters: “Eet wat gaar is, drink wat klaar is, spreek wat waar is”. Deze bezoekster kent haar klassiekers en plukt de dag.
Fragment
101
NIEUWS VAN ONZE BEELDHOUWERS
Eveline van Duyl NIEUWS VAN ONZE BEELDHOUWERS De geboorte van de filosofie & Day and Night
Een paar jaar geleden kochten we van Eveline van Duyl een aantal torsen aan. In die tijd was het plan geboren om een tentoonstelling aan het onderhuidse te wijden. Één van de beelden die we daarvoor selecteerden was het beeld "de geboorte van de filosofie". Dit beeld was een onderdeel van de serie van 26 portretten van filosofen. Die portretten werden daarna tentoongesteld in museum Beelden aan Zee en onlangs in Gerhard-Marcks-Haus in Bremen. "De geboorte van de filosofie" verwijst naar de hersenen, de oorsprong van alle filosofie.
Fragment
102
Tegelijkertijd waren we onder de indruk van het beeld “Day & Night”. “Day & Night” is een opvallend beeld. Niet alleen vanwege de grootte van het werk maar vooral door de aanwezige tweeledig heid en bijzondere materiaalkeuze. Aan de rechterkant heeft Van Duyl aderen, spiergroepen en zenuwen blootgelegd, als ging het om een anatomische les. Alles dat zich onderhuids bevindt is nu in textiele details te bekijken. Aan de andere kant heeft Van Duyl de ‘nacht’ verbeeld door middel van een donker gelaat en gesloten ogen. De gehele figuur is opgebouwd uit stukken stof, borduursels en garen. Voor ons was dit beeld bij uitstek de verzinnebeelding van het onderhuidse. De twee werelden van de huid en het onder huidse in één beeld samengevat, bij elkaar horend zo als ook de dag bij de nacht hoort.
157 • De geboorte van de filosofie 2011, fiberfil, (150 cm)
Fragment
103
Eveline van Duyl studeerde af aan de Rietveld Academie in Amster dam. Ze woont en werkt in Westerwijtwerd als fotografe en maakt sculpturen. Beide media ziet ze als gelijkwaardig en ze presen teert haar werken bij voorkeur samen in een installatie. Voor haar ruimtelijke werk kiest van Duyl uiteenlopende materialen, zowel vergankelijk als onvergankelijk. Spuitwerk van suiker, gips, grote schelpen en nep-nagels worden op een uitnodigende manier geïntegreerd in haar torsen. Zintuiglijke objecten zijn een grote inspiratiebron voor Van Duyl en ze verwerkt deze, vaak letterlijk, in contrastrijke beelden. Het Depot heeft inmiddels tien beelden van Eveline in haar collectie. 427 • Day & Night, 2012, textiel, (180 cm)
Gedurende de tentoonstelling ‘Onderhuids’ prijkt op de menukaart van ons restaurant Linnaeus
Dorade met blote billetjes in het gras Ingrediënten: voor 4 personen • doradefilets:
8 kleine of 4 grote 6 grote eetlepels olie, en verse kruiden zoals dragon, basilicum, tijm (handje) + citroen + knoflook + kruidenzout + peper
• kruidenolie:
• krielaardappeltjes:
500 gram bonen: droog 200 gram (vooraf 12 uur laten weken) • snijbonen: 250 gram • pancetta: 4 stevige plakken • witte
Fragment
104
Bereidingswijze De doradefilets op het dikste gedeelte van de huid licht insnijden. Maak de kruidenolie door de verse kruiden, knoflook en citroenrasp in de keukenmachine fijn te hakken (kan ook met een vijzel) en langzaam de olie erbij te gieten. Voeg kruidenzout en verse peper naar smaak toe. Smeer de huid van de dorade in met de kruidenolie. Kook de krielaardappeltjes en kook de witte bonen (kooktijd afhankelijk van de weektijd). Snij de snijbonen schuin af in kleine reepjes en kook gaar. Maak de ‘blote billetjes in het gras’ door de krielaardappeltjes met de witte bonen en de snijbonen te mengen. Bak de plakken pancetta knapperig en verkruimel over het gerecht. Bak de doradefilets in de koekenpan. Giet de olie die over is tijdens het bakken over de dorade. Serveer met pompoenpickles of een beetje ansjovismayonaise, of allebei!
Fragment
105
MUZIEK EN LEZINGEN IN HET DEPOT
MUZIEK EN LEZINGEN LEZING DOOR YVON VAN DER MEER Datum: Vrijdag 15 november 2013 Aanvang: 20:15 uur Toegangsprijs: € 12,50 inclusief koffie en thee en een drankje na. Locatie: Beeldengalerij Het Depot, Arboretumlaan nr 4 in Wageningen. Yvon van der Meer vertelt over de wondere wereld van onze energie en hoe we die kunnen zien en meten. (zie pagina 62)
ANDRIES VAN ROSSEM EN JOHAN LUIJMES
Fragment
106
Instant Composing Componist Andries van Rossem neemt u mee op reis door zijn innerlijk oor Datum: Vrijdag 7 maart 2014 Vooraf: Voor de instant composing is het restaurant Linnaeus geopend voor diner (reser veren noodzakelijk). Aanvang: 20.15 uur Toegangsprijs: € 22,50 inclusief koffie en thee en een drankje na. Locatie: Beeldengalerij Het Depot, Arboretumlaan nr 4 in Wageningen.
In het oor van de componist Wat gaat er in het hoofd van een com ponist om? Hoort hij ergens van binnen muziek die vervolgens alleen nog maar opgeschreven moet worden? Moet de muziek eerst klinken om verder te kunnen werken? Zijn er componeertrucs? Componist Andries van Rossem die al zijn leven lang componeert, neemt ons mee op een reis door zijn innerlijk oor. Van Rossem, die werken schreef voor ensembles als het Gelders Orkest, Asko/ Schönberg en het NBE, componeert live op het podium. De partituur die ontstaat wordt op een scherm vertoond en uiter aard direct uitgevoerd. In dit fascinerende live procedé van ‘instant composing’ wordt uw gehoor geprikkeld en bent u getuige van de artistiek keuzes die de componist maakt…… of misschien op uw aanraden niet maakt. De instant gecomponeerde compositie wordt door Johan Luijmes op de vleugel uitgevoerd.
LEZING DOOR TEJA VAN HOFTEN teja vertelt over haar werk en haar relatie met het onderhuidse. Datum: Vrijdag 21 maart 2014 Vooraf: Voor de lezing is het res taurant Linnaeus geopend voor lunch of koffie (reser veren noodzakelijk). Aanvang: 15.00 uur Inleiding in de collegezaal. ca. 15.45 uur Rondleiding langs eigen werk op de tentoonstelling Onderhuids. ca. 16.30 uur Vertrek door het arbore tum naar Villa Hinkeloord. ca. 17.00 uur Rondleiding solotentoon stelling Hinkeloord. ca. 17.45 uur Einde. Toegangsprijs: € 16,50 inclusief koffie en thee en een drankje na. Locatie: Beeldengalerij Het Depot, Arboretumlaan nr 4 in Wageningen. De bezoekers kunnen wanneer ze dat wen sen (na reservering) dineren in restaurant Linnaeus. Het restaurant en de tentoon stelling sluiten om 21.00 uur.
Fragment
107
DOMINIQUE RAYOU IN HET DEPOT
TENTOONSTELLING 2 juni 2013 - 26 januari 2014
DOMINIQUE RAYOU MUTATIS MUTANDIS Fragment
108
Fragment
Wim van der Beek Ogenschijnlijk kleine artistieke ingrepen kunnen soms grote gevolgen hebben. Dat onderstrepen de beelden van Dominique Rayou. Door de toevoeging van twee kusmondjes veranderen twee in rood marmer uitgevoerde kersen in een verliefd stel. Die gedaanteverwisseling is niet onomkeerbaar. Los van het personificatieproces behouden de kersen ook de eigenschappen en de authenticiteit van twee sappige, donkerrode vruchten die via ranke steeltjes met elkaar verbonden zijn. De verschillende verschijningsvormen versmelten met elkaar. Het fruit neemt een menselijke hoedanigheid aan zonder volledig mens te worden. Die bijzondere tweeledigheid garandeert een perfecte synthese. Zelf spreekt de kunstenaar bij voorkeur van transformaties die niet noodzakelijkerwijs breken met de figuratie. Dominique Rayou, Impermanence 2011, Egyptisch marmer, 87 cm
109
De metamorfose van de marmeren kersen staat niet op zichzelf. Op vergelijkbare wijze ondergaat een rijpe tomaat van dieprood Spaans marmer een transformatie tot zwoele minnares zonder dat er wezenlijk aan de aard en status van de tomaat getornd wordt. In ‘Peau de pêche’, een beeld van geel Spaans marmer, verschijnen de afdrukken van een kindersnoetje aan de oppervlakte van een perzikhuid. In het beeld ‘Introspection’ van zwart Belgisch mar mer krijgt een donkere olijf letterlijk ruggengraat. In de verbeel ding van de appel van Adam duiken de borsten van Eva op, terwijl in de appel van Eva het gezicht van Adam opdoemt. Een tamme kastanje neemt de hoedanigheid aan van een stevige vrouwenborst met een harde tepel (‘Qui s ’y frotte s ’y pique’). En als gevolg van een ragfijn gleufje verandert een groene pruim in een paar strakke billen zonder dat de herkenbaarheid van de vrucht daar onder lijdt (’Miam!’). Aardige bijkomstigheid is hier het gekopieerde AB-stempel waarmee verwezen wordt naar keurmerkstickers die de kwaliteit en echtheid van fruit garanderen.
In ‘Le secret de Peter Pan’ is te zien hoe de tenen van twee voetjes vanuit het virtuele neverland tegen een Belgisch stenen wand drukken. Ze veroorzaken bobbeltjes die de huid reliëf en nieuwe dimensies geven. De restanten van stukjes tape suggereren in ‘Réminisence duo’ dat een gescheiden naast elkaar voorkomend mannen- en vrouwenlijf ooit verbonden waren. In combinatie met de rafelige randen van dit tweedelige bronzen beeld versterken de restjes plakband de kwetsbaarheid van het verbeelde duo en wellicht ook van hun relatie. In de bronsplastiek ‘Gravitation’ vallen vijf vingertoppen op die zacht maar ferm tegen een vier kante plaat duwen, alsof ze de zwaartekracht en elasticiteit ervan willen testen. Deeltekst uit de brochure van Dominique Rayou Wim van der Beek is kunstrecensent, curator en lector actuele kunst.
Fragment
110
111
Zondag 2 juni 2013 tot en met zondag 26 januari 2014
Brochure Dominique Rayou Prijs € 7,50
Dominique Rayou
Fragment
Dominique Rayou, Kiss spring 2012, marmer, 73 cm
BEELDENGALERIJ HET DEPOT De activiteiten van Stichting Het Depot worden mogelijk gemaakt door Stichting Utopa. De doelstelling van Stichting Utopa is het actualiseren en stimuleren van creatieve talenten van mensen, daar waar de aanleg van enkelingen, om welke reden dan ook, geen kans krijgt. Zie ook www.utopa-academie.nl. STICHTING HET DEPOT Stichting Het Depot ondersteunt beeldhouwers van torsen en fragmenten, waarbij de ontplooiingskans van de kunstenaar centraal staat. Beeldengalerij Het Depot is een particulier initiatief van Stichting Het Depot, op een particulier terrein. De toegang is gratis. Zie ook www.hetdepot.nl.
Fragment
112
ACTIVITEITEN Stichting Het Depot ontwikkelt onder meer de volgende activiteiten: • Tentoonstellingen van hedendaagse beeldhouwkunst van torsen en fragmenten • Permanente tentoonstelling van het werk van Eja Siepman van den Berg in de locatie Villa Hinkeloord • Educatieve rondleidingen • Lezingen en symposia • Het aankopen van werk van hedendaagse beeldhouwers • Het geven van opdrachten aan beeldhouwers • Het uitgeven van monografieën van beeldhouwers • Het verstrekken van beurzen aan beeldhouwers • Het uitgeven van het tijdschrift Fragment • Kinderatelier Villa Vleermuis: educatieve programma’s over beeldhouwkunst en natuur • Restaurant Linnaeus, gevestigd in Beeldengalerij Het Depot • Tentoonstellingen over Arboretum De Dreijen en Arboretum Hinkeloord
1
3
2
4
LOCATIES Beeldengalerij Het Depot is gevestigd in drie locaties, met elkaar verbonden door Arboretum De Dreijen en Arboretum Hinkeloord. Ook deze arboreta horen bij Het Depot. Beeldengalerij Het Depot Arboretumlaan 4, 6703 BD Wageningen • Wisselende tentoonstellingen • Tentoonstellingen over de arboreta • Lezingen en symposia • Winkel • Restaurant Linnaeus Villa Hinkeloord Generaal Foulkesweg 64, 6703 BV Wageningen • Permanente tentoonstelling van het werk van Eja Siepman van den Berg • Wisselende solotentoonstellingen Kinderatelier Villa Vleermuis Arboretumlaan 4, 6703 BD Wageningen • Educatiecentrum voor beeldhouwkunst en natuur • Alleen geopend voor scholen, na overleg CONTACT T 0031 (0)317 467 720 F 0031 (0)317 467 738 E
[email protected] I www.hetdepot.nl
OPENINGSTIJDEN BEELDENGALERIJ HET DEPOT Beeldengalerij Het Depot is geopend van donderdag tot en met zondag, van 11.00 tot 17.00 uur; op vrijdag tot 21.00 uur (dit laatste geldt niet voor Villa Hinkeloord). Tevens is Beeldengalerij Het Depot geopend op eerste en tweede Paasdag, op Hemelvaarts dag en op eerste en tweede Pinksterdag. Gesloten op Koningsdag en op 5 mei. Rond kerst is Beeldengalerij Het Depot twee weken gesloten. OPENINGSTIJDEN ARBORETA Arboretum De Dreijen (ingangen aan de Arboretumlaan 4 en tegenover Villa Hinkeloord) en Arboretum Hinkeloord (ingang bij Villa Hinkeloord) zijn dagelijks geopend van 11.00 tot 17.00 uur.
HUISREGELS • Het gebouw is geheel rolstoeltoegankelijk. • Honden of andere huisdieren, met uitzondering van blindengeleidehonden, zijn in de vestigingen van Het Depot en in de arboreta niet toegestaan • Alle gebouwen zijn rookvrij • Jassen en tassen in kluisjes Niet toegestaan: • Gebruik van mobiele telefoons • Het nuttigen van zelf meegebrachte consumpties • Fotograferen voor commercieel gebruik FRAGMENT Wanneer u bij uw bezoek aan Het Depot uw adresgegevens opgeeft krijgt u toekomstige nummers van Fragment gratis toegezonden. Losse nummers € 7,50.
RONDLEIDINGEN EN GROEPSBEZOEKEN Reserveren per telefoon of e-mail is noodzakelijk. Het Depot: de maximale groepsgrootte voor rondleidingen is 20 personen. De kosten bedragen € 80,- per rondleiding. Locatie Villa Hinkeloord: de maximale groepsgrootte voor rondleidingen is 15 personen. De kosten bedragen € 60,- per rondleiding. Rondleidingen voor blinden, slechtzienden, en/of rolstoel gebruikers zijn zowel individueel als in groepjes van maximaal 4 personen mogelijk. Per persoon is één begeleider en/of blinden geleidehond toegestaan. De kosten bedragen € 4,- p.p.
WINKEL & UITGAVEN VAN HET DEPOT Bij verschillende artikelen in Fragment ziet u een afbeelding van een catalogus, een monografie of een andere uitgave van Beelden galerij Het Depot. U kunt deze uitgaven in de winkel van Het Depot verkrijgen, maar ook via een bankoverschrijving van het verschul digde bedrag bestellen. Op onze website vindt u bij alle titels de nodige gegevens, zoals ISBN en prijs. Zie www.hetdepot.nl. Wanneer u een boek via een bankoverschrijving bestelt, wordt de bestelling toegezonden nadat de betaling is ontvangen. Het rekeningnummer is 65.33.47.065 (ten name van Het Depot, Wageningen). Vergeet u niet bij de betaling de titel of het artikelnummer te vermelden! Fragment
113
A12 Ede / Utrecht
1 Beeldengalerij Het Depot
Arboretumlaan 4 2 Het Depot locatie Kinderatelier Villa Vleermuis Arboretumlaan 4 3 Het Depot locatie Villa Hinkeloord Generaal Foulkesweg 64 4 Arboretum De Dreijen Ingangen Arboretumlaan 4 en tegenover Villa Hinkeloord
N781
Rhenen
Lawickse Allee
Ritzema Bosweg 2
Arboretumlaan
1 4
Gen Foulkesweg 3
Diedenweg N225
N225 Arnhem A50
STICHTING UTOPA Het ontstaan De Stichting Utopa ontleent haar naam aan de Topa-Groep. Een groep ondernemingen die werkzaam is op het gebied van transportverpakken, met accenten op handel, productie, technologie, onderzoek en nascholing. De stichting werd in 1988 opgericht en bezit vanaf dat jaar alle aandelen van de Topa-Groep. De inkomsten van de sticht ing bestaan onder andere uit de dividenden die de stichting op dit aandelenbezit ontvangt. Hoezeer de Stichting Utopa en de Topa-Groep door de eigendomsverhouding ook met elkaar zijn verbonden, de commerciële zeggenschap over de TopaGroep berust niet bij de stichting. De samenhang tussen de Stichting Utopa en de Topa-Groep is als bij een munt: twee zijden die elkaar niet zien maar toch bij elkaar horen. Twee verschillende gezichten die samen een eenheid vormen.
Een visie De belangrijkste beweegreden van de toenmalige eigenaar van de Topa-Groep, Loek Dijkman, om zijn bezit in de Sticht ing Utopa onder te brengen was zijn visie dat de onderneming een rol in haar omgeving vervult die verder gaat dan het verschaffen van werk en het maken van winst. De gedachte hierbij is dat de onderneming haar “overwinst” niet aan aandeelhouders uitkeert maar aan haar omgeving waaraan zij haar bestaansrecht ontleent. De winst wordt aangewend voor het algemeen nut.
Omdat de waarden die de samenleving benadrukt aan periodieke veranderingen onderhevig zijn, actualiseert de stichting haar aandachtsgebieden voortdurend. De geschiedenis leert dat bij het nemen van beslissingen economische argumenten vaak de doorslag geven. Achteraf blijkt dat die argumenten soms eenzijdig, discutabel of zelfs onjuist zijn. De stichting wil met de haar ter beschikking staande middelen deze eenzijdige waardebeoordeling enig szins compenseren en als katalysator fungeren in een beoogd veranderingsproces. Tegelijkertijd wil de stichting de betrek kelijkheid van ons tegenwoordige bestel benadrukken zonder direct een beter (utopisch) alternatief voorhanden te hebben.
Een utopie De naam van de Stichting Utopa past wonderwel binnen de Topa-Groep. Deze naam roept natuurlijk ook associaties op met Utopia, het in 1516 door Thomas More gepubliceerde boek waarin hij een volmaakt gelukkige staat beschreef. Een utopie...... Na Thomas More volgden er nog vele utopisten, ook in Nederland. Ondanks de verschillen van inhoud hadden alle utopieën door de eeuwen heen betrekking op de relatie van de mens tot zijn omgeving, op de verhouding van mens tot mens, van de mens tot de natuur en van de mens tot zijn werk. In het perspectief van deze verhoudingen is de Sticht ing Utopa werkzaam waarbij het historisch besef steeds een terugkerend element is.
Aandachtsgebieden De geschiedenis herhaalt zich Fragment
114
De constructie om het vermogen van een onderneming in een stichting onder te brengen, alsmede het idee dat er aan ten grondslag ligt, is niet nieuw. Al in 1889 richtte Ernst Abbe in Duitsland in Jena de Carl Zeiss Stiftung op. Voor Abbe gold zijn persoonlijke overtuiging dat “ondernemingseigendom aan strengere ethische maatstaven dient te voldoen en als openbaar goed wordt behandeld, voor zover dat uitgaat boven de maatstaf van een passend loon voor werk”. In ons eigen land bestonden rond 1900 utopische bewegingen rond Frederik van Eeden en Nescio. Bij de Van Leer-Groep, eveneens een verpakkingsbedrijf, werd in 1972 het onder nemingsvermogen ten behoeve van ideële doeleinden in een stichting ondergebracht.
Binnen verschillende aandachtsgebieden wordt door de stichting voortdurend een segment gekozen dat extra aan dacht en ondersteuning behoeft. Waar mogelijk ondersteunt de stichting educatieve activiteiten die een verband hebben met de geselecteerde aandachtsgebieden. Beeldengalerij Het Depot in Wageningen www.hetdepot.nl Arboretum De Dreijen in Wageningen www.botanischetuinen.wur.nl/dreijen Het Orgelpark in Amsterdam Het Orgelpark heeft als doel het orgel door een nieuwe pre sentatie te integreren in het muziekleven. www.orgelpark.nl
Statutaire doelstelling De statutaire doelstelling van de Stichting Utopa is: Het ac tualiseren en stimuleren van creatieve talenten van mensen, daar waar de aanleg van enkelingen, om welke reden dan ook, geen kans krijgt. Onze samenleving legt zwaar de na druk op bepaalde waarden, maar plaatst daardoor andere in de schaduw. De stichting stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan het compenseren van deze onevenwichtigheden.
Het Weeshuis in Leiden In dit project wordt het Kinderrechtenhuis Nederland gefaciliteerd. www.kinderrechtenhuis.nl Utopa-Academie www.utopa-academie.nl
Fragment
115
COLOFON Fragment | TIJDSCHRIFT VAN BEELDENGALERIJ HET DEPOT
Fragment
116
NUMMER 5 | NAJAAR 2013 Fragment verschijnt tweemaal per seizoen, in september (over de evenementen in Het Depot in najaar en winter, dus van september tot en met maart) en in maart (voorjaar en zomer, dus van maart tot en met september). Fragment brengt achtergrondinformatie bij de tentoonstellingen, evenementen en andere activiteiten die in Het Depot plaatsvinden. Vormgeving Ratio Design, Haarlem Druk Druno en Dekker Drukkers, Noordwijkerhout Teksten Loek Dijkman, Mieneke te Hennepe, teja van hoften, Frans Meulenberg, Leo Vroman, Louk Tilanus, Joost Barbiers, Gerrit Achterberg, Marti de Greef, Yvon van der Meer, Rutger Kopland, Assia Vermeulen en Wim van der Beek.
Fotografie /afbeeldingen John Stoel, teja van hoften, Loek Dijkman e.a. De redactie heeft geprobeerd van alle afbeeldingen de recht hebbenden te achterhalen. Niet in alle gevallen is dat gelukt. Wie kan aantonen recht te hebben op een of meer afbeeldingen in dit nummer zonder door de redactie te zijn benaderd, wordt verzocht zich bij de redactie te melden. Uitgever Stichting Het Depot Arboretumlaan 4 6703 BD Wageningen ISSN 1875-1679
Het Orgelpark is een uniek internationaal concertpodium in Amsterdam voor organisten, componisten en andere kunstenaars.
Het Orgelpark heeft als doel het orgel door een nieuwe presentatie te integreren in het muziekleven. kaarten: bel 020 51 58 111 of kijk op www.orgelpark.nl • Gerard Brandtstraat 26, Amsterdam
Fragment NUMMER 5 | NAJAAR 2013
ONDERHUIDS De nieuwe thematentoonstelling in Het Depot
HET DEPOT
NUMMER 5 | NAJAAR 2013
8 717825 034050
Tentoonstellingen, evenementen en andere activiteiten
TEJA VAN HOFTEN Solotentoonstelling
DOMINIQUE RAYOU
Solotentoonstelling