Forensisch Psychiatrisch Centrum
Jaarverslag 2010
Forensisch Psychiatrisch Centrum
Jaarverslag 2010
VOORWOORD In de geschiedenis van FPC de Rooyse Wissel is 2010 een bijzonder jaar geweest. Na een jarenlange gestage groei van de organisatie was eind 2009, gezien een onverwacht grote daling van het aantal tbs-opleggingen, ineens sprake van een trendbreuk. Dit leidde begin 2010 tot een forse bijstelling van het financiële kader met een reorganisatie en een inbreuk op het therapeutische klimaat tot gevolg. Hoewel de trendbreuk ontegenzeglijk een wissel heeft getrokken en de gevolgen hiervan op wat wordt genoemd de zachte kant van de organisatie niet zijn weg te vlakken, heeft dit ook een impuls gegeven aan nieuwe ontwikkelingen en het aanboren van creativiteit en kansen. De organisatie heeft veerkracht getoond en nieuwe uitdagingen zijn met beide handen aangegrepen. Het pionieren en ontwikkelen zit in de genen. Dit heeft de Rooyse Wissel ook in 2010 weer laten zien. In 2010 is o.a. ingezet op het terugbrengen van de behandelduur. Het in nauwe samenwerking met een zusterorganisatie opnemen van SGLVG-patiënten1is een voorbeeld van het invulling geven aan het ontkoppelen van titel en bed. De Rooyse Wissel is trots op haar medewerkers. Zonder hun tomeloze inzet kan de vaak moeilijke klus niet worden geklaard. Het hoogspecialistische karakter van de forensische zorg daagt uit tot telkens weer verdiepen, verbreden en verbinden. De kwaliteit van de geleverde zorg staat daarbij voorop. Externe auditoren hebben opgemerkt: De Rooyse Wissel ondergaat een ontwikkeling van jeugdig enthousiasme en bevlogenheid naar volwassenheid. In 2010 heeft de organisatie laten zien tegen een stootje te kunnen en stevig op volwassen benen te staan.
Raad van Bestuur FPC de Rooyse Wissel
Drs. J.A.M.A. Venmans Dr. A.A.G. Verwaaijen
1. SGLVG = Sterk Gedraggestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt
5
Missie FPC de Rooyse Wissel ‘FPC de Rooyse Wissel is een particulier Forensisch Psychiatrisch Centrum ter behandeling, zorg en/of verpleging van, forensisch psychiatrische patiënten met een beveiligd kader. FPC de Rooyse Wissel verleent ook ambulante zorg aan forensisch psychiatrische patiënten. Het doel van FPC de Rooyse Wissel is het tot maatschappelijk aanvaardbaar niveau terugbrengen van het delictgevaar, waardoor terugkeer of handhaving van de patiënt in de maatschappij mogelijk wordt. FPC de Rooyse Wissel heeft en verzamelt expertise op het gebied van forensische psychiatrische zorg en behandeling. Deze expertise wordt uitgewisseld en ten nutte gemaakt in de samenwerking met relevante partners.’
6
Visie FPC de Rooyse Wissel FPC de Rooyse Wissel reduceert het recidiverisico tot op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau door.. ..een gezond werkklimaat waarbinnen we professionele medewerkers aantrekken, ontwikkelen en behouden, ..per patiënt een optimaal behandelaanbod gericht op het recidiverisico te bieden en de patiënt realistisch te betrekken bij zijn behandeling, ..goed intern en extern ketenmanagement om opeenvolgende behandelingen naadloos aan te laten sluiten, ..de maatschappij als een belangrijke klant / opdrachtgever te beschouwen, een optimale en menswaardige behandeling te realiseren gericht op het beperken dan wel beheersen van het recidiverisico en dit uit te dragen, ..een optimale kwalitatieve en kwantitatieve prestatie te realiseren tegen een zo laag mogelijke prijs door middel van een efficiënte en resultaatgerichte bedrijfsvoering.
7
1 INHOUDSOPGAVE
Leeswijzer Speerpunten ministerie van Veiligheid en Justitie Maatschappelijke Jaarverantwoording (MJV) Ministerie VWS
11 12 13
Deel I Resultaatgebieden
17
HOOFDSTUK 1: MEDEWERKERS 1.1 De ambitie voor het resultaat ‘Medewerkers’ 1.2 Doelstellingen jaarplan 2010 1.3 Capaciteitsreductie 1.4 Competentiemanagement 1.5 Personeel PPC Overmaze 1.6 Werving & Selectie 1.7 Opleidingen 1.8 Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden 1.9 Gevolgen van capaciteitsreductie voor personeel 1.10 Ziekteverzuim 1.11 Evaluatie exitgesprekken 1.12 Resultaten Medewerkers
18 18 18 18 18 19 19 20 20 20 21 21 22
HOOFDSTUK 2: PATIËNTEN 2.1 De ambitie voor het resultaatgebied ‘Patiënten’ 2.2 Doelstellingen jaarplan 2010 2.3 ‘Sturen op behandeling’ en zorgprogrammering 2.4 Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT) 2.5 Richtlijn Verslaving 2.6 Forensisch Psychiatrisch Toezicht 2.7 Patiëntenparticipatie 2.8 Casemanagement 2.9 Project Dwang & Drang 2.10 FPC-PPC Overmaze 2.11 Gevolgen van capaciteitsreductie voor therapeutisch milieu 2.12 Resultaten Patiënten
23 23 23 23 24 24 24 25 26 26 27 27 28
HOOFDSTUK 3: KETENPARTNERS 30 3.1 De ambitie voor het resultaatgebied ‘Ketenpartners’ 30 3.2 Doelstellingen jaarplan 2010 30 3.3 Samenwerking met ketenpartners 30 3.4 Academisering 31 3.4.1 Onderzoek 31 3.4.2 Onderwijs 31 3.4.3 Diagnostiek en behandeling 32 3.5 Resultaten Ketenpartners 32
8
HOOFDSTUK 4: MAATSCHAPPIJ 4.1 De ambitie voor het resultaatgebied ‘Maatschappij’ 4.2 Doelstellingen jaarplan 2010 4.3 Open dagen en rondleidingen 4.4 Sponsoring 4.5 Regioraad en Netwerkraad 4.6 Perscontacten 4.7 Resultaten Maatschappij
33 33 33 33 34 34 35 36
HOOFDSTUK 5: BESTUUR EN FINANCIERS 37 5.1 De ambitie voor het resultaatgebied ‘Bestuur & Financiers’ 37 5.2 Doelstellingen jaarplan 2010 37 5.3 Financiële resultaten 37 5.4 Herstelplan 37 5.5 Implementatie van het besturingsmodel 38 5.6 Verkorten van de behandelduur en verhogen doorlooptijden verlof 38 5.7 Organisatorische verbanden en (fusie)ontwikkelingen 39 5.7.1 De holding: ConrisQ Groep 39 5.7.2 De Lingeburght 40 5.7.3 Project Overmaze 40 5.7.4 Nieuwe forensische zorg 41 5.8 Kwaliteit 41 5.8.1 Kwaliteitsmanagement (INK) 42 5.8.2 Planning & Control Cyclus 42 5.8.3 Competentiemanagement 42 5.8.4 Procesmanagement (HKZ) 43 5.8.5 Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) 43 5.9 DBBC’s en EPD 44 5.10 Informatisering en automatisering 44 5.11 Facilitaire uitbreidingen 45 5.12 Kerngroep Veiligheid 45 5.13 Aanbevelingen Commissie Visser 46 5.14 Jaarafspraken ministerie van Veiligheid en Justitie 47 5.14.1 Bezettingsgraad 47 5.14.2 Instroom 47 5.14.3 Doorstroom 48 5.14.4 Uitstroom 48 5.14.5 Ontvluchtingen 48 5.14.6 Onttrekkingen 49 5.14.7 Bijzonder voorval 49 5.14.8 Beklag en beroep 49 5.14.9 Geweldplegingen tussen patiënten 51 5.14.10 Geweldplegingen tegen personeel 51 5.14.11 Aantal recidiven tijdens uitvoering tbs-maatregel 52 5.14.12 Gemiddelde behandelduur 52 5.15 Resultaten Bestuur en Financiers 52
FORENSISCH PSYCHIATRISCHE POLIKLINIEK DE HORST
9
54
Deel II Financieel jaarverslag
57
Bijlagen
85
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
86 88 89 93 97 110
6.1 Jaarrekening 2010 58 6.1.1 Balans per 31 december 2010 58 6.1.2 Resultatenrekening over 2010 59 6.1.3 Kasstroomoverzicht over 2010 60 6.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 61 6.1.5 Toelichting op de balans per 31 december 2010 63 6.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 69 6.1.7 Overzicht langlopende schulden ultimo 2010 70 6.1.8 Toelichting op de resultatenrekening over 2010 71 6.2 Overige gegevens 81 6.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 81 6.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 81 6.2.3 Resultaatbestemming 81 6.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 81 6.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 81 6.2.6 Controleverklaring 82
Verslag Raad van Toezicht Commissie van Toezicht Ondernemingsraad Patiëntenraad Jaarverslagen commissies Onderzoeken, publicaties & lezingen 2009
10
LEESWIJZER
Voor u ligt het jaarverslag 2010 dat een terugkoppeling geeft op de beleidsvoornemens die voor verslagjaar 2010 zijn gesteld. Het verslag bestaat uit drie delen, namelijk een toelichting op ontwikkelingen en resultaten, de jaarrekening en een aantal bijlagen. Het eerste deel geeft een beeld van de ontwikkelingen en resultaten ingedeeld volgens de resultaatgebieden van het INK-model: medewerkers, patiënten, maatschappij, ketenpartners en bestuur en financiers. Ook is in dit deel het jaarverslag van FPP de Horst opgenomen. Het tweede deel omvat het financiële jaarverslag waarmee een beeld wordt gegeven van de baten en lasten over 2010, de activa en passiva per 31 december 2010 en de gehanteerde werkwijze in relatie tot de hierbij behorende wettelijke regelingen. Tot slot is in het derde deel een aantal bijlagen opgenomen dat een terugkoppeling geeft van verschillende organen zoals de Raad van Toezicht, Patiëntenraad en Ondernemingsraad.
11
SPEERPUNTEN Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft haar kaders aangegeven in de Handleiding Planning & Control 2010. In deze handleiding worden de door Justitie vastgestelde speerpunten voor het betreffende jaar beschreven. Met dit jaarverslag laat FPC de Rooyse Wissel de resultaten zien met betrekking tot de speerpunten in de afgelopen periode. FPC de Rooyse Wissel gebruikt voor het jaarverslag een vast format dat aansluit op de INK-methodiek. De uitgangspunten van Justitie zijn hier niet op volgorde in opgenomen. Vandaar dat in onderstaand overzicht staat vermeld in welk deel van het jaarverslag de verschillende punten worden verantwoord.
Speerpunt Beschreven in Registratie recidive Paragraaf 5.14.11 Ketensamenwerking ter verbetering van de door- en uitstroom Hoofdstuk 3 Continuïteit van zorg na afloop van het strafrechtelijk kader N.v.t. Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg Hoofdstuk 2 en paragraaf 5.8
12
MAATSCHAPPELIJKE JAARVERANTWOORDING (MJV) MINISTERIE VWS Dit jaarverslag is tevens het maatschappelijk verslag als één van de drie onderdelen voor de maatschappelijke jaarverantwoording voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zorginstellingen moeten elk jaar verantwoording afleggen over de manier waarop zij hun geld besteden. Die verantwoording leggen zij af in het Jaardocument zorginstellingen dat bestaat uit drie onderdelen waarvan het maatschappelijk verslag er één is. De wijze waarop en de volgorde waarin de onderwerpen worden besproken in dit maatschappelijk verslag zijn vrij, maar elke instelling is wel verplicht over bepaalde aspecten verantwoording af te leggen. Ter verduidelijking wordt hier weergegeven in welke hoofdstukken en paragrafen de desbetreffende verplichte onderwerpen zijn beschreven. Onderdelen die verplicht zijn en niet verderop beschreven worden in dit jaarverslag zijn aansluitend aan het onderwerpenoverzicht beschreven.
Onderwerp Beschreven in 1. Uitgangspunten van de verslaggeving Zie leeswijzer & voorwoord 2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens Zie verderop 2.2 Structuur van het concern Zie verderop 2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering Zie verderop 2.3.2 Patiënten, capaciteit, productie, personeel Zie hoofdstukken 1; 2; 5.14 en opbrengsten Zie Deel II, financieel verslag 2.3.3 Werkgebieden Zie hoofdstuk 2 2.4 Samenwerkingsrelaties Zie hoofdstuk 2 3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1 Normen van goed bestuur Zie verderop 3.2 Raad van bestuur Zie verderop 3.3 Toezichthouders Zie bijlagen & Zie verder op 3.4 Bedrijfsvoering Zie hoofdstuk 5 3.5 Cliëntenraad Zie bijlage 3.6 Ondernemingsraad Zie bijlage 4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid Zie verderop 4.2 Algemeen beleid verslagjaar Zie hoofdstuk 1;4; 5 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid Zie hoofdstuk 5 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten 4.4.1 Kwaliteit van Zorg Zie hoofdstuk 2; 5 4.4.2 Klachten Zie paragraaf 5.14 4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1 Personeelsbeleid Zie hoofdstuk 1 4.5.2 Kwaliteit van het werk Zie hoofdstuk 1 & bijlage 4.6 Samenleving en belanghebbenden Zie hoofdstuk 4 4.7 Financieel beleid Zie Deel II, financieel verslag 4.7.1 Separate regeling voor FPC’s Verweven door heel verslag
13
2.1
Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting FPI de Rooyse Wissel Adres Wanssumseweg 12a Postcode 5807EA Plaats Venray Telefoonnummer (0478) 63 52 00 KvKnummer 41064747 E-mailadres
[email protected] Internetpagina www.derooysewissel.nl Sinds 1 januari 2010 is FPC de Rooyse Wissel ondergebracht in een holding. Vanaf 1 januari 2011 is de naam van deze holding: ConrisQ Groep.
2.2
Structuur van Stichting dRW FPC de Rooyse Wissel is een particuliere kliniek. Dat wil zeggen dat het beheer, de exploitatie en het behandelbeleid verantwoordelijkheden zijn van het bestuur van de Stichting FPC de Rooyse Wissel. Het belangrijkste verschil met rijksinstellingen is dat in de rijksinstelling zowel de executie van de tbs-maatregel, als de exploitatie van de kliniek waar de maatregel ten uitvoer wordt gelegd in handen ligt van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Sinds 1 januari 2010 is FPC de Rooyse Wissel ondergebracht in een groep met Stichting ConrisQ Groep als holdingstichting. Onder deze groep vallen naast stichting de Rooyse Wissel (inclusief FPP de Horst), stichting Orthopedagogisch Centrum Ottho Gerhard Heldring (hierna: OG Heldring), stichting Ambulatorium en stichting de Lingeburght. De Stichting ConrisQ Groep is de (rechtspersoon)bestuurder van de dochters. Stichting de Rooyse Wissel heeft daarom geen eigen Raad van Toezicht. Statutair is vastgelegd dat de Raad van Toezicht van Stichting ConrisQ Groep conform de Zorgbrede Governance Code het toezicht uitoefent op de holdingstichting en de tot het concern behorende dochterstichtingen waaronder de Rooyse Wissel. In het geval van FPC de Rooyse Wissel is er sprake van een ‘klant-leverancier’ relatie met het ministerie van Veiligheid en Justitie, waarbij contractueel is vastgelegd welke diensten door de kliniek geleverd moeten worden ten behoeve van de behandeling en verzorging van de tbs-patiënten. Hiernaast wordt het organogram van de organisatie weergegeven. De OR, klachtencommissies en patiëntenraad zijn niet in dit organogram opgenomen. De organisatie bestaat naast de Raad van Bestuur, Stafbureau en Controlling uit het cluster Behandeling, Zorg & Dagbesteding (sinds 1 januari 2011 ondergebracht bij Locatie Venray), de cluster Voorwaarden Scheppende Afdelingen en de behandelafdelingen van beide locaties. De organisatie heeft een locatie in Venray en in Maastricht en voor elke locatie is een locatiedirectie aangesteld. De locatiedirectie Venray stuurt tevens FPP de Horst aan. Binnen locatie Maastricht is eind 2009 een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) gestart. Dit is een nauwe samenwerking tussen FPC de Rooyse Wissel en DJI. Het PPC wordt formeel aangestuurd door PI Limburg-Zuid. FPC de Rooyse Wissel levert de inhoudelijke behandelingsexpertise en voert de behandelingen uit. Voor meer informatie over onder meer de medezeggenschap binnen FPC de Rooyse Wissel zie bijlagen 1 tot en met 5 en paragraaf 2.7 ‘Patiëntenparticipatie’.
14
Secretaris Raad van Bestuur Stafbureau
Raad van Bestuur
Wetenschappelijk onderzoek
Controlling/ financiën
Locatie Maastricht*
Locatie Venray Locatiedirecteur Behandeling& Zorg
Locatiedirectie Organisatie
Locatiedirecteur Behandeling& Zorg
Locatiedirectie Organisatie
Cluster Voorwaarde Scheppende Afdelingen Clustermanager VSA
Psychiatrie 1 Isis 2
1 Aswan 2
Facilitair
1 Cheops 2
1 Gizeh 2
Secretariaat & Behandelrapportage
1 Siwa 2
1 Horus 2
1 Sfinx 2 1 Luxor 2 de Nijl 1
Personeel & Opleidingen PPC Samenwerking dRW en DJI
Pharos/ de Horst
Cluster Behandeling, Zorg & Dagbesteding Therapeutische Dienst Venray & Maastricht
Informatie & Automatisering**
Tijdsbesteding Leren & Werken Venray & Maastricht
Amun Cobra Farao
Medische Dienst Venray & Maastricht * In locatie Maastricht is eind 2009 gestart met een Penitentiair Psychiatrisch Centrum. Dit is een nauwe samenwerking tussen dRW en Ministerie van Justitie en wordt formeel aangestuurd door PI Limburg Zuid. ** Voorgenomen besluit: onderbrengen van Informatie & Automatisering bij Controlling & Financiën
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering FPC de Rooyse Wissel is een particulier forensisch psychiatrisch instituut ter verpleging en/of behandeling van, overwegend, tbs-patiënten binnen een beveiligd kader (typering Geestelijke Gezondheidszorg Forensische Zorg). Het doel van FPC de Rooyse Wissel is het tot maatschappelijk aanvaardbaar niveau terugbrengen van het delictgevaar, met als streven terugkeer of handhaving van de patiënt in de maatschappij. FPC de Rooyse Wissel staat tevens voor het verlenen van ambulante zorg aan forensisch psychiatrische patiënten en het, in samenwerking met relevante partners, uitwisselen en verzamelen van expertise. Polikliniek de Horst maakt deel uit van FPC de Rooyse Wissel. Ten slotte levert FPC de Rooyse Wissel behandelinhoudelijke kennis ten behoeve van de zorg en behandeling van patiënten die opgenomen zijn in het Penitentiaire Psychiatrisch Centrum Overmaze.
15
3.1 3.3
Normen van goed bestuur & Toezichthouders Ook in 2010 conformeren de Raad van Toezicht (van de ConrisQ Groep) en de Raad van Bestuur van FPC de Rooyse Wissel zich aan de principes van de Zorgbrede Governancecode (Health Care Governance). Belangrijke aspecten hierbij zijn onafhankelijkheid van de Raad en zijn leden, kritische en eigen oordeelsvorming, voorkomen van belangenverstrengeling, optreden naar buiten als een team en maatschappelijke betrokkenheid. Klachtgerechtigde partijen (zoals Ondernemingsraad en Patiëntenraad) kunnen zich, in geval zij van mening zijn dat FPC de Rooyse Wissel zich niet conform de Zorgbrede Governancecode gedraagt, wenden tot de Stichting Scheidsgerecht Gezondheidszorg i.c. de Governancecommissie. De Governancecommissie doet alsdan een gezaghebbende, maar niet bindende, juridische uitspraak. Zie voor meer informatie en een verslag van de Raad van Toezicht in bijlage 1.
3.2
Raad van Bestuur Met ingang van 1 januari 2010 wordt FPC de Rooyse Wissel bestuurd door de ConrisQ groep dat bestaat uit een driehoofdig bestuur: de heer M.A.C. de Beer, mevrouw dr. A.A.G. Verwaaijen en mevrouw drs. J.A.M.A. Venmans. Vanaf juni 2010 bestaat de Raad van Bestuur uit de twee laatstgenoemden. De Raad van Bestuur werkt volgens een Reglement dat de Raad van Bestuur heeft vastgesteld ná voorafgaande goedkeuring door de Raad van Toezicht van de ConrisQ Groep. De kernelementen die daarin staan beschreven zijn onder andere de specifieke verantwoordelijkheden van de bestuurders, de taken bij het besturen, de verdeling van taken, hoe verantwoording wordt afgelegd, de wijze van informeren van onder meer de Raad van Toezicht, de wijze van vergaderen en zo meer. Wat betreft de bezoldiging; de leden van de Raad van Bestuur worden conform de adviesregeling van de NVZD gehonoreerd voor de uitoefening van hun functie.
4.1
Meerjarenbeleid Zie ook missie FPC de Rooyse Wissel. Aanpassing van het meerjarenbeleidsplan is nodig en zal in 2011 plaatsvinden. Belangrijk hierbij de afloop van tender IV waarover medio 2011 een besluit wordt verwacht. FPC de Rooyse Wissel wil in elk geval zich onderscheiden op de verschillende facetten van de forensische psychiatrie en uitbreiden met behoud van specialisatie op forensische aspecten en de behandeling van de meest moeilijke groepen (risico en/of dreigend risico). Op langere termijn is het aantal tbs-opleggingen redelijk onvoorspelbaar. Dit wordt beschreven in een rapport van de WODC ‘Daling opleggingen tbs met dwangverpleging’. Niettemin moet FPC de Rooyse Wissel zich prepareren op een capaciteitsontwikkeling binnen een zekere bandbreedte van onzekerheid. Daarop wordt dan ook volop ingezet in de zin van scenariostudies die in het eerste tertiaal van 2011 beschikbaar zijn. Het definitieve meerjarenbeleid hangt tevens af van het besluit omtrent tender IV, maar de lopende beleidslijnen zullen worden voorgezet, bijvoorbeeld SCT (zie paragraaf 2.4), academisering (zie paragraaf 3.4), zorgprogrammering en sturen op risico’s (zie paragraaf 2.3). Andere belangrijke ontwikkelingen en doelen zijn dat de doorlooptijden van verlof worden opgehoogd, de behandelduur moet worden teruggedrongen, en de ontkoppeling van titel en bed wordt ingezet (nieuwe doelgroepen en ambulantisering van de zorg). Er zal een nauwe samenwerking zijn tussen de resocialisatieafdeling Pharos en polikliniek de Horst waarbij nieuwe doelgroepen leren profiteren van onze expertise (Landelijke Database Risico). Een en ander in het kader van Forensische Zorg in Perspectief en landelijke afspraken voor onze collectieve ambitie als Forensisch Psychiatrisch Centrum. Zie ook paragraaf 5.6 ‘Verkorten van de behandelduur en verhogen doorlooptijden verlof ’ en paragraaf 5.7.4 ‘Nieuwe Forensische Zorg’.
16
DEEL I RESULTAATGEBIEDEN
1 MEDEWERKERS
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
1.1
De ambitie voor het resultaat ‘Medewerkers’ FPC de Rooyse Wissel wil een goede werkgever zijn om daarmee professionele medewerkers aan te trekken en hen te binden, te boeien en te behouden voor de organisatie. Medewerkers moeten trots kunnen zijn op FPC de Rooyse Wissel. Medewerkers worden betrokken bij de ontwikkelingen van de organisatie, waardoor een gevoel van waardering ontstaat. Daarnaast biedt de organisatie medewerkers de gelegenheid om autonoom te handelen en zich verder op de competenties te ontwikkelen.
1.2
Doelstellingen jaarplan 2010 Human Resource Management (HRM) stuurt het totale personeelsbeleid van FPC de Rooyse Wissel. Het HRM-beleid is gebaseerd op vier uitgangspunten; gezondheid, motivatie, competentie en betrokkenheid. Ook is goede nazorg en begeleiding van belang, door persoonlijke supervisie en intervisie van het team of discipline. Samen met de leidinggevende nemen medewerkers verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van hun functie. Doelstellingen voor 2010 met betrekking tot medewerkers waren: - Er is voor medewerkers een juiste balans tussen belasting en uitdaging; - Er is voor medewerkers voldoende mogelijkheid tot ontwikkeling van vereiste competenties; - FPC de Rooyse Wissel realiseert een kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbezetting; - Er is voor medewerkers voldoende mate van waardering en erkenning; - Er is voor medewerkers een prettige werksfeer.
1.3
Capaciteitsreductie Gedurende het jaar 2010 is bewust gestuurd op een uitstroom van zo’n 100,2 fte in verband met de capaciteitsreductie en de daaruit voortkomende bezuinigingen. Begin van het jaar is in dat verband besloten tot het niet verlengen van de tijdelijke contracten. Met name in de maanden februari tot en met april 2010 is deze maatregel zichtbaar in de mobiliteitscijfers. Vanaf mei neemt het mobiliteitscijfer gestaag af; er is in die maanden nog wel sprake van gestuurde uitstroom, maar in veel mindere mate. De maatregel om de tijdelijke dienstverbanden te beëindigen is vanaf mei ingetrokken voor sociotherapie. Uiteraard is naast de gestuurde uitstroom ook sprake geweest van natuurlijk verloop. Vanaf september is het verlooppercentage verder afgenomen en is er weer voorzichtig sprake van werving van medewerkers.
1.4
Competentiemanagement Naast de P&C-cyclus, het INK-model en procesmanagement is ook competentiemanagement een besturingsinstrument met als doel te sturen op de competenties van medewerkers. Competentiemanagement laat zo de kwaliteiten van de medewerkers beter aan bod komen en geeft medewerkers de kans hun kwaliteiten te ontwikkelen. Competentiemanagement vormt de grondslag voor een zorgvuldig werving- en selectiebeleid, een beoordelings- en functionerings-
18
gesprekkensysteem, het opleidingsbeleid, persoonlijke coachingstrajecten en de persoonlijke ontwikkeling door middel van POP’s en PLP’s. Via de systematiek van beoordelings- en functioneringsgesprekken komt de ontwikkeling van de medewerker jaarlijks aan bod. In 2009 en 2010 is competentiemanagement verder geoptimaliseerd. In 2011 zal verder worden ingegaan op functiespecifieke competenties. De verantwoordelijkheid om de principes van competentiemanagement goed en consequent na te leven ligt bij de leidinggevenden.
1.5
Personeel PPC Overmaze FPC de Rooyse Wissel levert de inhoudelijke behandeling en expertise in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) in Maastricht. In het kader van de zorgverlening heeft dit geleid tot de inzet van een groot aantal sociotherapeuten in het PPC. In december 2010 zijn ook de laatste twee afdelingen geopend, waardoor de groep personeel is uitgebreid. De behandelcoördinatoren coördineren de multidisciplinaire behandeling van patiënten. De geleverde behandelinhoudelijke deskundigheid wordt verder aangevuld met twee psychiaters, tien medewerkers in de dagbesteding, drie libermantrainers vaktherapie en twee maatschappelijk werkers. Voor de twee nieuwe teams die onlangs zijn gestart, is een intern opleidingsprogramma georganiseerd samen met het opleidingsinstituut van DJI.
1.6
Werving en Selectie Het werven van medewerkers is gericht op het vinden, aantrekken en contracteren van professionele en competente medewerkers. Een optimale werving en selectie is noodzakelijk voor de doelstellingen van een optimale bezetting. Hieronder staat het vacatureoverzicht per organisatorische eenheid, exclusief sociotherapie. Vacatures 2009
Vacatures 2010
Intern vervuld 2010
Extern vervuld 2010
Niet vervuld/ vervallen 2010
Onder directie ressorterend personeel
15
10
3
5
2
Voorwaardenscheppende Afdelingen
31
6
0
6
Therapeutische Dienst
11
11
7
2
Tijdsbesteding, Leren en Werken
20
9
Afdeling
Sociotherapie (ambulant)
1
Stafbureau
1
Medische Dienst
5
Polikliniek
4
Totaal
86
38
2
9 1 1
11
23
4
Het aantal vacatures ten opzichte van 2009 is sterk gedaald in het verslagjaar. Dit heeft te maken met de capaciteitsreductie; waar in 2009 nog sprake was van groei, werd 2010 gekenmerkt door krimp. Van de in totaal 38 vacatures (exclusief sociotherapie) hebben er elf intern invulling gekregen. Zo’n 23 vacatures werden via externe werving vervuld en vier zijn er vooralsnog niet ingevuld. In totaal zijn er in 2010 56 sociotherapeuten aangenomen.
19
1.7
Opleidingen Het volume aan trainingen was door de teruglopende financiële middelen in 2010 flink minder dan het jaar daarvoor. Zowel trainingen in het aanbod bij- en nascholing zoals maatwerktrainingen werden minder afgenomen. Door teruglopende aanmeldingen werden veel geplande trainingen geannuleerd. Door de geringe instroom van nieuwe medewerkers was er slechts een handjevol basistrainingen zoals de IOS (Interne Opleiding Sociotherapie), de basis agressiehantering en de basis BHV. De herhalingstrainingen BHV werden goed bezocht, de belangstelling voor de herhalingstraining agressiehantering en ‘omgaan met medicatie’ was minder. Gesteld kan worden dat noodzakelijke basistrainingen uitgevoerd zijn en ook de BHV-ers aan hun scholingseis voldoen. Voor de medewerkers die BIG-diensten draaien is in het kader van de BIG herregistratie gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw scholingstraject. Dit wordt in 2011 ingevoerd.
1.8
Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden Een groot aantal medewerkers maakt in 2010 gebruik van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden. De verdeling over de verschillende mogelijkheden laat het volgende beeld zien: Regeling Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Aanvullend pensioen Kopen/verkopen vakantie-uren
2010
2009
13
14
6
8
Spaarloon
161
170
Levensloop
19
14
Fietsenplan (nieuwe deelnemers)
26
32
Contributie vakbondslidmaatschap
6
11
Contributie beroepsorganisatie
8
19
Studiekosten
7
2
Spaarverlof
2
3
Reiskosten
367
300
Totaal
615
573
Van een aantal opties is meer en van een aantal is minder gebruik gemaakt in 2010 ten opzichte van het jaar ervoor. Het totale aantal deelnemers in 2010 is gestegen ten opzichte van 2009.
1.9
Gevolgen van capaciteitsreductie voor personeel De verloopcijfers van 2010 zijn beïnvloed door de capaciteitsreductie. In 2010 zijn er 154 medewerkers uit dienst getreden, tegen 113 in 2009. Ruim 100 van deze 154 medewerkers zijn uit dienst getreden ten gevolge van de capaciteitsreductie. Het verlooppercentage is per saldo nagenoeg gehalveerd; van 19,6% in 2009, naar 10% in 2010.
2.Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op nacalculatie, dwz. dubbele dienstverbanden, uitzendkrachten, stagiaires, vrijwilligers, freelancers en gedetacheerden zijn niet in de berekening betrokken.
20
1.10
Ziekteverzuim Het totale ziekteverzuimpercentage van FPC de Rooyse Wissel is in 2010 gestegen met 3,6 % ten opzichte van 2009. Deze stijging wordt veroorzaakt door een stijging van lang verzuim. Het landelijke gemiddelde is gestegen met 4,93 %. Met een totaal van 4,55 % is het ziekteverzuim van FPC de Rooyse Wissel 7 % lager dan het landelijke gemiddelde. De verzuimfrequentie is verlaagd ten opzichte van 2009, maar nog steeds hoger dan landelijk gemiddeld GGZ. Ondanks capaciteitsreductie is er geen sprake van een grote stijging van het verzuim binnen de Rooyse Wissel. In onderstaande tabellen is een overzicht weergegeven van het ziekteverzuim in 2010. De landelijke cijfers en de cijfers van FPC de Rooyse Wissel staan in onderstaande tabel weergegeven. Periode
Landelijk gemiddelde GGZ (excl. zwangerschap) 2009
Landelijk gemiddelde GGZ (excl. zwangerschap) 2010
FPC de Rooyse Wissel FPC de Rooyse Wissel (excl. zwangerschap) (excl. zwangerschap) 2010 2009 kort*
lang**
Kort*
lang**
1e kwartaal
5,52 %
4,47 %
3,81 %
1,22 %
3,21 %
1,96 %
2e kwartaal
4,04 %
4,59 %
2,20 %
2,07 %
2,33 %
2,58 %
3e kwartaal
3,98 %
4,02 %
2,33 %
1,34 %
2,12 %
1,90 %
4e kwartaal
5,09%
5,50%
2,98 %
1,64 %
3,2 %
1,80 %
Totaal
4,66%
4,89 %
2,82 %
1,57 %
2,49 %
2,06 %
Totaal FPC de Rooyse Wissel * kort verzuim is verzuim korter dan 4 weken ** lang verzuim is verzuim langer dan 4 weken
4.39%
4,55 %
Overzicht van verzuimfrequentie
1.11
Jaar
Landelijk gemiddelde GGZ
FPC de Rooyse Wissel
2005
1,68
1,80
2006
1,59
1,75
2007
1,56
1,79
2008
1,56
1,85
2009
1,49
1,82
2010
1,60
1,71
Evaluatie exitgesprekken Sinds januari 2004 wordt in principe met iedere medewerker die uit dienst gaat een exitgesprek gehouden. Doel van deze gesprekken is het inventariseren van redenen waarom medewerkers uit dienst gaan en het vaststellen van knelpunten in het uitoefenen van een functie bij FPC de Rooyse Wissel. In 2010 hebben 109 medewerkers, zijnde 70,78%, (van de in totaal 154 vertrekkende medewerkers) de vragenlijst ingevuld waarvan 47 (senior) sociotherapeuten (49%). Mensen vertrokken bij FPC de Rooyse Wissel voornamelijk op verzoek van FPC de Rooyse Wissel of wegens andere redenen. Onder de andere redenen kwam vooral de reorganisatie naar voren. In 2009 was dit anders. Toen kwamen de redenen ‘de toekomstige functie past beter bij mij’ en ‘persoonlijke omstandigheden’ het vaakst voor. De voornaamste positieve ervaringen van vertrekkende medewerkers hadden betrekking op de goede werksfeer en de omgang met collega’s. Tevens werd regelmatig aangegeven dat het een leerzame tijd was binnen FPC de Rooyse Wissel. Negatieve ervaringen waren het verloop onder de collega’s, de hoge werkdruk en de reorganisatie.
21
1.12
Resultaten Medewerkers Onderstaand overzicht geeft een beeld van de resultaten, uitgedrukt in geplande en gerealiseerde waardering op prestatie-indicatoren.
Bezetting Formatie
Norm
Doel 2010
Realisatie 2010
95%
100%
99.12%
Allochtonen
>5%
>3%
6,93%
Beoordelingsgesprekken
100%
>90%
80%
Externe mobiliteit
15%
<20%
10%*
Functioneringsgesprekken
100%
>80%
73%
Gehandicapten
2%
2%
1,24%
Geweld tegen personeel
<20
<20
1
Integriteit a) misdrijven
0
0
0
Integriteit b) protocollaire overtredingen
<2
<2
0
Integriteit c) overtredingen waarden en normen
<2
<2
1
Mannen
50%
46%
42,15%
Gedwongen ontslag
<1%
<1%
1,3%**
Opleidingsuitgaven
2,5%
1.5%
1.03%
Verzuim Kort
<3,5%
<3,5%
2,49%
Verzuim Lang
<2,5%
<2,5%
2,06%
Verzuim Frequentie
<1,6
<1,8
1,71
WIA instroom
<1%
<1%
0%
Het overzicht laat zien in welke mate doelstellingen zijn behaald. In 2010 heeft geen waarderingsonderzoek onder medewerkers plaatsgevonden. Waarderingsonderzoeken vinden driejaarlijks plaats. Wat betreft de resultaten bij functionerings- en beoordelingsgesprekken moet geconstateerd worden dat de gestelde doelen niet gerealiseerd zijn. Ook dit is gerelateerd aan de personele verschuivingen wegens de capaciteitsreductie. De focus heeft zeker in het eerste halfjaar 2010 vooral gelegen op de reorganisatie en de uitvoering van het Sociaal Plan. Het niet behalen van de doelstelling met betrekking tot het verlooppercentage wordt met name veroorzaakt door de capaciteitsreductie en daaruit voortkomende bezuinigingen. * Gecorrigeerd naar capaciteitsreductie. ** Dit zijn de opgeheven functies. Hierin zijn de proeftijdbeëindigingen niet meegenomen.
22
2 PATIËNTEN
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
2.1
De ambitie voor het resultaatgebied ‘Patiënten’ Refererend aan de missie is het de primaire taak van FPC de Rooyse Wissel om door de behandeling het recidiverisico zodanig te verminderen, dat patiënten verantwoord kunnen terugkeren in de maatschappij. Dit moet de organisatie zo snel en adequaat mogelijk realiseren. Patiënten hebben voorafgaand en gedurende de behandeling recht op een reëel beeld van wat de behandeling voor hen inhoudt. Alle activiteiten van de organisatie zijn gericht op optimale kwalitatieve en kwantitatieve zorg en behandeling. FPC de Rooyse Wissel streeft naar een zo groot mogelijke realistische participatie van patiënten bij hun behandeling.
2.2
Doelstellingen jaarplan 2010 Doelstellingen voor 2010 met betrekking tot patiënten waren: - Patiënten krijgen goede en complete informatie; - Patiënten worden betrokken bij voor hen relevante besluitvorming; - Zorgprogramma’s en project ‘Sturen op behandeling’ verder uitwerken en de resultaten implementeren; - Behaald behandelresultaat is conform planning; - Patiëntenraad is goed gepositioneerd.
2.3
‘Sturen op behandeling’ en zorgprogrammering Sinds 2007 is er aandacht voor het sturen van het behandelproces via ‘zorgprogrammering’ en ‘sturen op risico’s in de behandeling’. Zoals in eerdere verslaglegging is aangegeven stagneerden onderdelen van deze trajecten, waarna deze eind 2008 opnieuw zijn opgepakt in het project ‘Sturen op behandeling’. Voor het invoeren van de hernieuwde zorgprogramma’s is in 2009 een projectmanager aangesteld voor de ontwerp- en implementatiefase. Deze projectmanager heeft de basis gelegd voor de verdere implementatie van controle van de uitvoering, het verfijnen van de methodiek en de ondersteunende ICT-processen, het interpreteren van de managementinformatie en het bewaken van de aansluiting tussen behandelbehoefte enerzijds en behandelaanbod anderzijds. Door focus op capaciteitsreductie en ziekte van enkele betrokken medewerkers is de voortgang in het 2e tertiaal van 2010 wat gestagneerd. Wat wel gerealiseerd is, is dat iedere patiënt ingevoerd staat in het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). Ook zijn nieuwe risicotaxaties, behandelplannen en behandelmodules ingevoerd in EPD. De implementatie van dit nieuwe EPD, dat het registreren van DBBC’s moet faciliteren, geeft een helder overzicht van wachttijden, wachtlijsten en voortgang van de behandeling. Vanaf het 3e tertiaal is op basis van uitkomsten van de beleidsdag Zorgprogrammering de draad weer opgepakt. Met de hoofden behandeling en de behandelaars is de noodzaak van zorgprogrammering en het ontwikkelen van zorgpaden nogmaals benadrukt, mede in het licht van de invoering van DBBC’s. Er is tevens in deze periode gestart met het monitoren van de lengte van de behandeling. De doelstelling hierbij is dat de behandelduur zal worden teruggebracht (zie ook paragraaf 5.6 ‘Verkorten van de behandelduur en verhogen van doorlooptijden verlof ’). In 2011 zullen geaggregeerde vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd worden. Ook over de inhoud van de behan
23
delmodules zal tussen vragers (hoofden behandeling namens patiënten) en aanbieders (behandelaars, TLW) een inhoudelijke discussie gevoerd worden. Dit zal leiden tot het invoeren van nieuwe behandelmodules, het vernieuwen van behandelmodules dan wel tot het laten vervallen van incourante, dure of inefficiënte behandelonderdelen en mogelijk tot het versnellen van de totale klinische behandeling.
2.4
Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT) In het kader van het realiseren van de gewenste behandel-outcome is begin 2007 gestart met de implementatie van Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT). Binnen FPC de Rooyse Wissel is een onderzoek gestart naar SCT in nauwe samenwerking met Universiteit Maastricht. Het SCT Onderzoek wordt uitgevoerd op initiatief van Universiteit Maastricht. Vanaf het begin heeft FPC de Rooyse Wissel meegedacht en is ze intensief betrokken geweest bij het opzetten en uitvoeren van het onderzoek. Centrale vraag binnen het onderzoek was of deze vorm van psychotherapie effectief is voor forensische patiënten met een antisociale, borderline, narcistische en/of paranoïde persoonlijkheidsstoornis. De studie is onderdeel van een landelijk onderzoek, waarbij zeven tbs-instellingen zijn betrokken. Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, werd SCT vergeleken met een standaardbehandeling (‘treatment as usual’). Patiënten werden ingedeeld in één van de twee behandelcondities en werkten mee aan therapieën en diverse meetmomenten, vragenlijsten en interviews. Niet alleen de patiënten werden herhaaldelijk getest, ook de therapeuten vulden veelvuldig vragenlijsten in. Een ander onderdeel van het onderzoek was het opnemen van therapiesessies op video. Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van de afronding van het onderzoek binnen FPC de Rooyse Wissel en de voortgangsbewaking binnen de andere klinieken die reeds waren gestart met SCT. Bijna alle patiënten van FPC de Rooyse Wissel hebben het onderzoek afgerond en de eerste resultaten zijn gepresenteerd op (internationale) congressen en symposia. Ook het promotieonderzoek dat wordt uitgevoerd binnen het SCT Onderzoek ligt goed op schema. Gegevens zijn verzameld en geanalyseerd en een deelstudie is uitgevoerd, afgerond en een eerste artikel is gepubliceerd. Dit artikel gaat over de diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen bij forensische patiënten. In dit artikel worden de eerste resultaten beschreven van een door ons nieuw ontwikkeld instrument om persoonlijksheidstoornissen te meten bij tbs patiënten. Dit instrument is periodiek zowel door patiënten als door informanten – leden van het behandelteam – ingevuld. Het bleek dat het een meerwaarde heeft om naast self-reports ook informanten periodiek te raadplegen wat betreft de aanwezigheid van symptomen van persoonlijkheidsstoornissen bij patiënten, omdat zij beiden verschillen in hun beoordeling van symptomen. Dit verschil bleef bestaan over de tijd. Deze resultaten bieden initiële steun voor de betrouwbaarheid en validiteit van het nieuwe instrument. Het artikel is terug te lezen in de februari uitgave van Journal of Forensic Psychiatry and Psychology 3.
2.5
Richtlijn Verslaving In 2006 is de Richtlijn voor diagnostiek, Indicatiestelling en behandeling van Verslavingsproblematiek (RIV) opgesteld. Vanaf 2007 loopt een implementatietraject van deze richtlijn. Buiten de afronding van protocollen heeft de implementatie van de richtlijn in 2010 vertraging opgelopen in verband met de capaciteitsreductie. De ontwikkeling is wel verder gegaan in die zin dat de verbinding is gelegd met SCT. In 2011 gaat men binnen FPC de Rooyse Wissel hiermee verder aan de slag. De richtlijn zal worden opgenomen in de zorgprogrammering.
2.6
Forensisch Psychiatrisch Toezicht Het jaar 2010 stond in het teken van het afronden van de testfase van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT). In opdracht van het ministerie is er een onderzoek verricht bij alle deelnemende klinieken om vanuit de testfase te komen tot beleid. Hieruit zijn de volgende aanbevelingen gedaan: 3.Referentie: Keulen-de Vos, M., Bernstein, D.P., Clark, L.A., Arntz, A., Lucker, T.P.C., & de Spa, E. (2011). Patient versus informant reports of personality disorders in forensic patients. Journal of Forensic Psychiatry and Psychology, 22(1), 52-71.
24
Producten beleidskader: - Handleidingen opstellen 3RO en FPC’s (intern); - Beleidsreactie op plan- en procesevaluatie en Inspectie voor de sanctietoepassing; - Raamwerk c.q. stappenplan vaststellen; - Regionale samenwerkingsconvenanten actualiseren; - Documenten FPT actueel en onderdeel maken van beleidscyclus; - Koppeling aan ambulante variant FPT (tbs met voorwaarden). Doorontwikkeling FPT: - Effectonderzoek/wetenschappelijk onderzoek; - Ontwikkeling van patiëntenprofielen; - Methodiekontwikkeling; - Opleiding en onderwijs; - Opname in beleidscyclus. Communicatie: - Kennisniveau verbreden (justitiële en niet-justitiële partners); - Kennisniveau verbeteren (bij deelnemers); - Vergroten draagvlak (bij deelnemers); - Continueren en verdiepen; - Continueer klankbordgroepen; - Inschakelen communicatiespecialist. Binnen FPC de Rooyse Wissel hebben intussen alle patiënten die transmuraal verlof hebben een reclasseringscontact in het kader van FPT (behoudens een aantal patiënten in de 24-uurszorg van de GGZ). De FPT contacten bij patiënten met zes overnachtingen zijn geheel gestopt, dit volgens de landelijke afspraken. Er is in overleg met de reclassering een checklist ontwikkeld, waarin afspraken tussen de kliniek en de reclassering opgetekend worden in de overgangsfase naar proefverlof of voorwaardelijke beëindiging. Met name de financiële overdracht in dit proces behoeft nog aandacht. Verder blijkt dat de registratie intern van het FPT ten behoeve van financiële afwikkeling met het ministerie nog niet optimaal is. Ook hier zal het komende jaar zorg voor moeten zijn. De cijfers in 2010 zijn als volgt: - 25 x FPT bij transmuraal verlof waarvan één maatregel beëindigd is; - 29 x FPT bij voorwaardelijke beëindiging waarvan vijf maatregelen beëindigd zijn; - 9 x FPT met proefverlof waarvan twee maatregelen beëindigd zijn; - 2 x terugplaatsing in kader van crisisinterventie bij voorwaardelijke beëindiging met FPT. Landelijk wordt FPC de Rooyse Wissel met het Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) regelmatig als voorbeeldmodel gezien en gehanteerd.
2.7
Patiëntenparticipatie FPC de Rooyse Wissel streeft naar een zo groot mogelijke realistische participatie van de patiënt bij zijn behandeling. Er is in 2010 beleid ontwikkeld ten aanzien van de aanwezigheid van patiënten bij de behandelplan besprekingen. Doelstelling van dit beleid is om de participatie van patiënten bij de behandeling te vergroten. Dit beleid is binnen locatie Maastricht geïmplementeerd en geëvalueerd. De implementatie op de locatie Venray heeft in 2010 niet geheel plaatsgevonden. Daarnaast is in 2010 voor het eerst de netwerkraad actief (zie ook paragraaf 4.5 ‘Regioraad en Netwerkraad’). Zie voor het verslag van de patiëntenraad bijlage 4.
25
2.8
Casemanagement In 2010 is men binnen de resocialisatieafdeling Pharos gestart met casemanagement. Vijf medewerkers zijn actief als casemanager. Deze casemanagers zijn binnen teamverband 24 uur per dag, zeven dagen per week inzetbaar voor verschillende trajecten. Een voorbeeld van een langdurig traject is het project Tijdelijk Huisverbod, waarbinnen Venray pilotgemeente is. De uitvoering van het project is in handen van FPC de Rooyse Wissel. De casemanagers brengen de problematiek van gezinnen waar huiselijk geweld speelt, in beeld. Daarna kan de hulpverlening voor de pleger en de slachtoffers worden gestart. Een pleger moet dan bijvoorbeeld verplicht deelnemen aan de therapie ‘Daderhulpverlening’, die wordt verzorgd door polikliniek de Horst. Uiteindelijk bepaalt de burgemeester (nadat hij is geïnformeerd door de casemanager) of de pleger weer naar huis kan of dat hij of zij een tijdelijk huisverbod krijgt. Een ander traject is het project Schennisplegers. Samen met politie en veiligheidshuizen is een opzet gemaakt om mannen die met de politie in aanraking komen vanwege exhibitioneren snel in behandeling te nemen. Nog op het politiebureau (direct na verhoor, en daarmee doorgaans op een moment dat de daders door de confrontatie met de gevolgen van het exhibitioneren relatief toegankelijk en responsief zijn voor behandeling) vindt het eerste (intake-) contact tussen de casemanager en de dader plaats. De casemanager voert een motiverend gesprek en verwijst de dader door naar polikliniek de Horst, waar vaak nog dezelfde week een behandeling in een specifiek op dit indexdelict gerichte behandelgroep wordt gestart. Voor het casemanagement onderhouden FPC de Rooyse Wissel en FPP de Horst nauwe contacten met de politie, gemeente Venray en Venlo en de reclassering.
2.9
Project Dwang & Drang Enkele jaren geleden werd geconstateerd dat in Nederland aanzienlijk meer wordt gesepareerd dan in andere landen. Hoe vaker patiënten worden gesepareerd, hoe meer dit een signaal is dat kan verwijzen naar tekortschietende zorg. Daarom schreef het Landelijk Platform GGZ in 2005 een actieplan voor het terugdringen van dwang en drang. In drie jaar tijd moest het haalbaar zijn het aantal separaties aanzienlijk terug te dringen. Preventie van en het zoeken naar alternatieven voor separeren werd van groot belang geacht. Het project heeft er in veel instellingen toe geleid dat het onderwerp ‘dwang en drang’ op de agenda staat. Zo ook voor FPC de Rooyse Wissel. In februari 2010 heeft FPC de Rooyse Wissel een aanvraag ingediend voor een subsidie in het kader van het terugdringen van dwang en drang. In mei kwam het bericht dat deze aanvraag is gehonoreerd. FPC de Rooyse Wissel is per april/mei 2010 gestart met het project Dwang en Drang. Er is een projectgroep samengesteld en een plan van aanpak geschreven. Inmiddels zijn de volgende maatregelen bereikt: - Er is in kaart gebracht hoe vaak er in 2010 dwangmaatregelen zijn getroffen en wat de gemiddelde duur van de dwangmaatregelen was. Aan de hand van deze nulmeting wordt in 2011 bekeken of het resultaat van het project (10% minder dwangmaatregelen) is behaald; - Een afvaardiging van de projectgroep heeft een bezoek gebracht aan de sociotherapeutische teams, hoofden Behandeling en Sociotherapeutisch Milieu, TLW en de Therapeutische Dienst. Ook zijn de Patiëntenraad en Netwerkraad bezocht. Doel van het bezoek: informeren over het doel en de werkwijze van de projectgroep Dwang en Drang; - Er is een Verbeterplan Reductie Dwangmaatregelen gemaakt dat integraal wordt opgenomen in het afdelings jaarplan; - Onder sociotherapeuten, afdelingsleiding en psychiaters is een enquête verspreid, met als doel verbeterpun ten in kaart te brengen; - Er is onderzoek gedaan naar welke sociotherapeutische interactievaardigheid het best aansluit bij het realise ren van de reductie. Dit zal in 2011 dan verder worden opgepakt in de vorm van een training of opleiding. In alle bijeenkomsten was er sprake van veel (h)erkenning en welwillendheid om mee te werken aan het project. Eind 2010 is er tevens een Maatregelencommissie opgestart. Het is van belang dat er eerst een goede analyse wordt uitgevoerd van de huidige situatie. Aan de hand daarvan kunnen verbeteringen worden doorgevoerd. Het project Dwang en Drang loopt tot en met 2012 en in 2011 is een vervolgsubsidie aangevraagd.
26
Voor 2011 staan ook verschillende activiteiten in de planning ten behoeve van dit project; alle bestaande beleidsdocumenten met betrekking tot separatie zullen worden herschreven of aangepast, de separatieruimten zullen worden heringericht en het project zal een structurele plaats moeten krijgen in de P&C-cyclus. Tevens wordt de frequentie en duur van de separaties maandelijks besproken binnen de teams. De doelstelling van dit project binnen de FPC de Rooyse Wissel is het terugdringen van het aantal separaties met 10% binnen twee jaar na de start van het project. In de tweede subsidieaanvraag is hier nog eens 20% bovenop gedaan.
2.10
FPC-PPC Overmaze Het PPC is per 15 december 2009 gestart met de opname van patiënten. Patiënten die kunnen worden opgenomen in het PPC zijn gedetineerden met een strafrechtelijke titel, gedetineerden die in preventieve hechtenis zitten of ongewenst vreemdelingen. Momenteel zijn alle bedden in gebruik. Op één afdeling kunnen zorgintensieve patiënten worden opgenomen. Het merendeel van deze patiënten heeft een ‘As I’-stoornis; met name psychotische en schizofrene patiënten. Het accent bij opname heeft gelegen op het doen van diagnostisch onderzoek. Dit diagnostisch onderzoek heeft zich ten aanzien van sommige PPC-patiënten alleen gericht op een dossieronderzoek, wanneer er voldoende informatie beschikbaar was. Bij het merendeel was deze informatie echter niet voorhanden. Voor alle patiënten is een behandelplan opgesteld waarin de beschrijvende diagnostiek, een DSM-classificatie en behandelrelevante doelen zijn beschreven. De personele bezetting is op dit moment volledig ingevuld conform afspraken met FPC de Rooyse Wissel (zie ook paragraaf 1.5 ‘Personeel PPC Overmaze’). Er is een tendens zichtbaar om de formatie meer vanuit de PI Limburg Zuid (PILZ) in te vullen. Onduidelijkheid over de nabije toekomst van deze locatie en de positie hierin van de Ondernemingsraad van PILZ zijn belangrijke factoren. Een belangrijk onderwerp in 2010 was het gezamenlijk dagprogramma van PPC en FPC. Er is op dit gebied een werkgroep actief geweest, die haar werkzaamheden eind 2010/begin 2011 heeft afgerond. Tevens was er tijdens deze periode veel overleg over de afstemming tussen PPC en FPC over de agressiehanteringstraining. Het PPC heeft als onderdeel van de PILZ een andere vorm van agressiehantering dan het FPC. Er is in 2010 een training samengesteld die een combinatie is van beide vormen. Er hebben in 2010 inspecties door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) plaatsgevonden. De IGZ heeft het PPC op 14 beleidsgebieden onderzocht. Tijdens de eerste inspectieronde in augustus 2010 leverde dat op zeven gebieden verbeterpunten op. Bij de tweede inspectieronde in februari 2011 waren deze verbeterpunten op zes gebieden aangebracht. Daarnaast is er in 2010 gestart met het ontwikkelen van een passend netwerk in het kader van de individuele patiëntenzorg. Er is contact geweest met de reclasseringsorganisaties en de Veiligheidshuizen. Het is de verwachting dat deze contacten in 2011 tot werkafspraken zullen leiden en dat dit netwerk verder zal worden uitgebreid. De locatie Overmaze kent naast een PPC-bestemming ook een FPC-bestemming. Er verblijven op deze locatie 66 tbspatiënten intramuraal en 17 tbs-patiënten extramuraal. De eerste 44 tbs-patiënten zijn in 2006 ingestroomd. De laatste 22 intramurale patiënten zijn eind 2009/begin 2010 ingestroomd. Gelet op de instroom van FPC-patiënten in Maastricht zijn in 2010 de eerste ervaringen opgedaan met het begeleiden van verloven voor deze patiënten. Dit is goed verlopen. De meeste medewerkers zijn opgeleid door middel van een SUST-training (Samen Uit Samen Thuis), zodat zij voldoende toegerust zijn om verloven te begeleiden.
2.11 Gevolgen van capaciteitsreductie voor therapeutisch milieu Een omvangrijke capaciteitsreductie (zie paragraaf 1.3 ‘Capaciteitsreductie’) kan onmogelijk zonder gevolgen blijven voor het primair proces, immers de reductie heeft in belangrijke mate gevolgen voor de omvang van het personeelsbestand. Daarenboven werd de personeelsreductie vooral beheerst door de kaders van het sociaal plan en in mindere mate door motieven die ontleend zijn aan de inhoud van het primair proces. Concreet gevolg hiervan was dat de boventalligheid en de daarop volgende uitstroom van medewerkers niet evenwichtig te spreiden was over de verschillende afdelingen en diensten; tamelijk willekeurig ontstonden door de gehele organisatie teams met grote tekorten in
27
de bezetting en teams die op sterkte bleven. Deze nieuwe werkelijkheid noodzaakte tot ingrijpende maatregelen op het gebied van herplaatsing van medewerkers naar andere teams en afdelingen, die ook nog eens snel genomen dienden te worden. Dit bleef niet zonder gevolgen voor het therapeutisch milieu. Sommige afdelingsteams veranderden in snel tempo van gezicht (en); dit leidde bij patiënten tot enige onrust en zorg over het eigen behandeltraject. De beschikbaarheid van de eigen vertrouwde behandelaar was niet langer een gegeven; hier en daar werd gewisseld van behandelaar. De continuïteit van behandeling werd zodoende gerealiseerd, zo niet de continuïteit van behandelaar. Overplaatsingen van patiënten naar een andere afdeling zijn tot een minimum beperkt maar waren niet altijd te voorkomen; dit was met name voor patiënten belastend. Al met al een situatie die, ondanks de tijdsdruk, vroeg om een gedegen aanpak die recht zou doen zowel aan de individuele behandelnoden van de patiënten, de belangen van medewerkers en het op peil houden van een kwalitatief goede behandelstaf. Om te voorkomen dat de krimp van de organisatie als vanzelf zou leiden tot een kramp waarin uitsluitend wordt gedacht aan het behalen van de bezuinigingsdoelstelling werd besloten drie noodzakelijk bewegingen die strikt genomen niet te scheiden zijn, toch te onderscheiden en separaat aandacht te geven: - - -
het realiseren van de bezuinigingsdoelstelling voortkomend uit de capaciteitsreductie de noodzakelijke herindeling van het primair proces de oriëntatie op nieuwe doelgroepen en/of toepassingen
Hiertoe werden drie kerngroepen ingesteld. Op deze manier werd het mogelijk om de korte termijn keuzes die zich in functie van de bezuinigingsdoelstelling opdrongen, te maken vanuit een beredeneerd perspectief op de toekomst. Zo doende werd een brug geslagen naar de op de bijstelling onvermijdelijk volgende periode van normalisatie en herstel. Specifiek op afdelingsteams werd een begin gemaakt met het realiseren van (flexibeler) teammodellen die een hogere continuïteit garanderen bij krimp en groei. Afdelingshoofden maakten een begin met netwerksturing waarbij de afdeling nadrukkelijk wordt gezien als onderdeel van een groter geheel. Communicatief tenslotte werd breed ingezet om patiënten en medewerkers in de mate van het mogelijk te betrekken bij het hele proces. Concreet werd dit als volgt gedaan: - - - - -
2.12
wekelijkse ‘wisselgesprekken’ met een open agenda tussen locatiedirectie/MT leden en medewerkers over de stand van zaken overleg tussen locatiedirectie en de patiëntenraad informatie rondes voor patiënten op de afdeling het op teamniveau informeren van medewerkers een wekelijkse nieuwsbrief
Resultaten Patiënten Onderstaand overzicht geeft een beeld van de resultaten, uitgedrukt in geplande en gerealiseerde waardering op prestatie-indicatoren. Norm
Doel 2010
Realisatie 2010
Behandelduur PI-I, jaarlijks gemeten in september
<68
<71
76,38
Verblijfsduur PI-II overig, per peildatum
<48
<48
61,90
Behandelplannen
100%
100%
100%*
Verlengingsadviezen
100%
100%
87,50%
0
<2
4
Afgewezen verlofaanvragen
28
Norm
Doel 2010
Realisatie 2010
Gegronde klachten
<10
<18
19
Geweld tussen patiënten
<10
<10
1
Positieve urinecontroles
<5%
<5%
7,7%
Het overzicht laat zien in welke mate doelstellingen zijn behaald. In 2010 heeft geen waarderingsonderzoek onder patiënten plaatsgevonden. In 2012 zal dit weer worden uitgevoerd. Dit is in onderling overleg besproken met andere FPC’s. in LBHIV-vergaderingen is afgesproken dat de patiënttevredenheidonderzoeken op dezelfde wijze en in hetzelfde jaar zullen plaatsvinden met het oog op benchmarking. * De definitie van deze prestatie-indicator is gebaseerd op eens per jaar. Binnen FPC de Rooyse Wissel worden twee maal per jaar behandelplannen inhoudelijk geëvalueerd en bijgesteld. Voor patiënten op de resocialisatieafdeling is dit eens in de negen maanden. Het feitelijke percentage ligt dus hoger. In 2010 werd vier maal een aanvraag tot verlof niet gehonoreerd door de minister. Eenmaal betrof dit een aanvraag begeleid verlof, eenmaal een aanvraag proefverlof en twee maal een aanvraag transmuraal verlof. De reden voor afwijzing van het begeleid verlof in januari 2010 was gelegen in het ontbreken van enig risicomanagement van de relatie van betrokken patiënt. In april van het verslagjaar werd een nieuwe aanvraag tot begeleid verlof voor betrokkene alsnog goedgekeurd nadat het risicomanagement was aangepast en zicht gaf op de begeleiding van betrokkene’s relatie en het toezicht daarop. De aanvraag voor een proefverlof werd afgewezen omdat betrokkene de afgelopen periode niet stabiel genoeg functioneerde, het subsidiair aangevraagde transmuraal verlof werd wel toegewezen. De beide aanvragen voor transmurale verloven werden afgewezen omdat de vervolgvoorziening van de betrokken patiënten nog niet (definitief) bekend was.
Jaaroverzicht tuchtzaken 2010 In 2010 kregen vier tuchtzaken die al in 2009 waren opgestart een vervolg. Deze tuchtzaken werden door vier verschillende patiënten opgestart. De aangeklaagden (verder verweerders), zeven functionarissen in totaal, betroffen psychiaters (drie), een gz-psycholoog, een verpleegkundige, een directeur zorg en behandeling en een biggeregisteerde sociotherapeut. Drie van deze tuchtzaken zijn in 2010 onherroepelijk afgehandeld, twee maal via het centraal tuchtcollege, een maal via een tuchtuitspraak bij het RTC te Eindhoven, waartegen geen beroep werd ingesteld. De uitspraken waren tweemaal gunstig voor verweerders: die zaken werden niet ontvankelijk of kennelijk ongegrond verklaard. Een tuchtzaak eindigde in een gegrondverklaring van de klacht met oplegging van een waarschuwing voor de betreffende verpleegkundige. Een tuchtzaak uit 2009 is nog in behandeling bij het centraal tuchtcollege, in mei 2011 zal hieromtrent een hoorzitting worden gehouden ter finale afronding van de zaak. In 2010 werden tevens drie nieuwe tuchtprocedures gestart. Twee procedures werden door dezelfde patiënt aangevangen tegen verschillende verweerders (in totaal over beide zaken: twee sociotherapeuten, een psychiater, een biggeregisteerde HSTM, een directeur zorg en behandeling en een lid Raad van Bestuur). Een derde tuchtzaak werd door een andere patiënt opgestart tegen een psychiater. Deze laatste tuchtzaak is onherroepelijk geëindigd in een uitspraak van het RTC Eindhoven, waarbij de klacht kennelijk ongegrond werd verklaard en klager geen beroep instelde. De andere twee procedures zijn nog in behandeling; een zaak (na een niet ontvankelijkheids beslissing van het RTC) in beroep bij het CTC, de andere zaak bij het RTC te Eindhoven. Concluderend kan gesteld worden dat verschillende BIGgeregistreerde functionarissen te maken kregen met een of meer tuchtklachten. Omdat gestructureerde overzichten van eerdere jaren ontbreken, valt niet een sluitend vergelijk met voorgaande jaren te maken. Een toename van het aantal zaken is echter zeer zichtbaar. Deze toename zet zich ook door in 2011; in de eerste twee maanden van 2011 zijn alweer drie nieuwe tuchtprocedures aangevangen.
29
3 KETENPARTNERS
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
3.1
De ambitie voor het resultaatgebied ‘Ketenpartners’ Middels ketenmanagement streeft FPC de Rooyse Wissel naar een betrouwbare positie binnen de justitiële keten. Dit is mogelijk door zowel vooraf als achteraf gedegen aansluiting te vinden bij de ketenpartners. In principe wordt de inhoudelijke kennis voor eenieder beschikbaar gesteld, waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met de concurrentiepositie van FPC de Rooyse Wissel. De organisatie zal zich vooral onderscheiden door kwaliteit in brede zin en het benodigde maatwerk.
3.2
Doelstellingen jaarplan 2010 Doelstellingen voor 2010 met betrekking tot ketenpartners waren: - Zowel intern als extern een aantrekkelijke en vanzelfsprekende ketenpartner zijn; - Proactief samenwerken en communiceren met ketenpartners; - Academisering bewerkstelligen ; - Beschikbaar stellen van inhoudelijke kennis; - Het borgen van continuïteit van nazorg middels overdracht aan ketenpartners; - Omgevingsscan maken om tot strategische keuzen in samenwerkingspartners te komen.
3.3
Samenwerking met ketenpartners In het resocialisatietraject van de individuele patiënt wordt pas echt duidelijk hoe noodzakelijk een echte samenwerking met ketenpartners is. Immers op dat niveau moet het uiteindelijk gebeuren, het is de individuele (forensisch) psychiatrische patiënt die vanuit een gedwongen behandelkader wordt ge-re-socialiseerd naar een gewaardeerde plaats in de maatschappij. Dit succesvol doen kan alleen in nauwe en op het einddoel gefocuste samenwerking met tal van ketenpartners. FPC de Rooyse Wissel en haar ‘natuurlijke’ ketenpartners zijn hier inmiddels al heel wat jaren succesvol in. Maar ook met de ‘nieuwe’ partners, zoals de gemeentes en woningbouwverenigingen in de Noord- en Midden Limburgse regio is in toenemende mate sprake van goede en vooral ‘vroege’ samenwerking. Deze samenwerking krijgt lokaal bijvoorbeeld gestalte in het plaatsen van resocialisatiepatiënten in huurwoningen, maar ook in intensievere samenwerkingsverbanden in bijvoorbeeld de veiligheidshuizen. Voor de gemeente Venray voert FPC de Rooyse Wissel de regie over het casemanagement project in het kader van de wet ‘oplegging tijdelijk huisverbod’. Meer en meer wordt FPC de Rooyse Wissel betrokken bij de (aanpak van) problemen van maatschappelijke overlast. Bijzondere aandacht is en blijft vereist voor de SGLVG-doelgroep waarbij doorplaatsing naar een tussen- of fasevoorziening problematisch blijft. In Het Forensisch Netwerk worden inspanningen gedaan hier gezamenlijk in te gaan voorzien.
30
3.4
Academisering FPC de Rooyse Wissel werkt Evidence Based. Nieuwe methodieken zoals Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT) en Forensische Sociale Netwerk Analyse worden toegepast. Evidence Based werken wil zeggen dat de effectiviteit van de behandelmethoden wetenschappelijk worden onderzocht. Een dergelijk streven veronderstelt zowel een helder kader waarbinnen de eigen onderzoeksinspanningen worden verricht, als ook een nauwe samenwerking met universiteiten (met name de universiteit van Maastricht en Tilburg). De laatste ontwikkelingen op het gebied van onderzoek, onderwijs en diagnostiek en behandeling worden in onderstaande paragrafen beschreven.
3.4.1 Onderzoek De afdeling wetenschappelijk onderzoek binnen FPC de Rooyse Wissel houdt zich bezig met wetenschappelijk onderzoek dat direct gerelateerd is aan de klinische praktijk. Tevens is deze afdeling betrokken bij experimenteel psychopathologisch onderzoek. Binnen de afdeling zijn drie belangrijke speerpunten van onderzoek; 1. Diagnostiek, waarin onderzoek wordt verricht naar de persoon als ook naar neurobiologische correlaten van crimineel gedrag; 2. Behandeleffecten-onderzoek, waarin onderzoeksprojecten lopen die verbonden zijn met verschillende behan delingen om zodanig de effectiviteit van behandeling aan te tonen; 3. Risicotaxatie, waarin onderzoek wordt verricht naar risicofactoren en de samenhang met gedragsverandering tijdens de behandeling en het terugdringen van recidive. Het is van belang dat wetenschappelijk onderzoek geïntegreerd is met de (behandel)praktijk. Dit zal vervolgens kunnen leiden tot een goede wisselwerking tussen wetenschap en praktijk, waarin het verrichten van wetenschappelijk onderzoek op vragen vanuit de kliniek gecombineerd zal worden met het toepassen van de onderzoeksresultaten in de praktijk. FPC de Rooyse Wissel heeft een bijzondere samenwerkingsrelatie met de universiteit van Maastricht en Tilburg. Deze universiteiten hebben een Forensische Psychologie Master waarin studenten worden opgeleid om ofwel als basispsycholoog ofwel als wetenschappelijk onderzoeker binnen het forensische veld werkzaam te kunnen zijn. In dat kader is er dan ook een nauwe samenwerking met betrekking tot het bieden van de mogelijkheid voor gecombineerde stageplekken (diagnostiek, behandeling en onderzoek; zie paragraaf 3.4.2). Verder is de relatie met Universiteit Maastricht speciaal doordat de bijzondere leerstoel Forensische Psychotherapie is opgericht en ingevuld door Prof. dr. David (D.P.) Bernstein op verzoek van FPC de Rooyse Wissel. Ook is er een diagnostische testbatterij samengesteld in nauw overleg met Prof. Dr. C. de Ruiter van Universiteit Maastricht. Doordat FPC de Rooyse Wissel structurele samenwerkingsverbanden heeft met verschillende universiteiten is het mogelijk dat enerzijds wetenschap dichter bij de praktijk komt. Anderzijds komt de praktijk dichter naar de wetenschap, door gezamenlijke afspraken te maken omtrent onderzoeksvraagstukken die direct aansluiten bij de praktijk. Om deze doelen te kunnen bereiken, zal een infrastructuur voor onderzoek noodzakelijk zijn. Door middel van het scheppen van een academisch klimaat binnen FPC de Rooyse Wissel kan zowel wetenschappelijk als praktijkgericht onderzoek beter verlopen. De verworven wetenschappelijke kennis moet overgedragen worden naar de werkvloer. Dit kan middels het verspreiden van wetenschappelijke publicaties, het geven van lezingen en een vaste rubriek in de nieuwsbrief. Deze uitwisseling van wetenschappelijk onderzoek met de praktijk, zal een rapportage van de resultaten van lopende studies binnen de kliniek betreffen, als ook inzichten verworven op congressen of vanuit recente literatuur. Hiermee zal de onderzoeksafdeling ook meer zichtbaar worden binnen FPC de Rooyse Wissel. In bijlage 6 is een overzicht weergegeven van publicaties en onderzoeken die in 2010 zijn uitgevoerd of momenteel nog lopende zijn.
3.4.2 Onderwijs FPC de Rooyse Wissel heeft de ontwikkeling van de tweejarige Engelstalige master Forensic Psychology te Maastricht alsook de eenjarige master Forensische Psychologie te Tilburg gesteund en heeft waar gewenst een concrete bijdrage geleverd om deze masteropleiding te laten erkennen.
31
Beide opleidingen zijn zeer relevant voor medewerkers van FPC de Rooyse Wissel. FPC de Rooyse Wissel zal ook zoveel mogelijk bijdragen gaan leveren ter ondersteuning van deze beide masters, zoals de mogelijkheid voor studenten om een gecombineerde stages te lopen (klinische en onderzoeksstage). Op deze manier werkt FPC de Rooyse Wissel mee aan een professionele opleiding gespecialiseerd voor het forensische veld. Daarnaast worden ook regelmatig in samenwerking met Universiteit Maastricht gastcolleges gegeven en zijn er verschillende onderzoekers die promoveren aan Universiteit Maastricht in dienst bij FPC de Rooyse Wissel.
3.4.3 Diagnostiek en behandeling In 2003 heeft FPC de Rooyse Wissel gekozen voor Schemagerichte Cognitieve Therapie. Inmiddels is deze methode het theoretisch referentiekader voor de behandeling van patiënten. SCT is zeer geschikt voor de forensische populatie vanwege de niet-veroordelende wijze waarmee anti-sociale cognities worden bewerkt. Daarnaast is tevens een vorm van cognitieve gedragstherapie. Bij de implementatie van SCT binnen FPC de Rooyse Wissel is Universiteit Maastricht nauw betrokken bij de training en supervisie van therapeuten. Samen met andere FPC’s neemt ook de Rooyse Wissel deel aan een meerjarig onderzoek naar de effectiviteit van SCT voor de forensische doelgroep. Zeven FPC’s zijn betrokken bij dit onderzoek en het krijgt ondersteuning van het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie. Ook hier speelt de bijzondere leerstoel Forensische Psychotherapie aan Universiteit Maastricht ingevuld door Prof. dr. David (D.P.) Bernstein een belangrijke rol. In het kader van Diagnostiek en Behandeling, zal het komend jaar (2011) gestart worden met effectiviteitonderzoek omtrent de Delictketen, de module Verslavingszorg en de Agressie Replacement Training. Op korte termijn zal gestart worden met de afname van een gestructureerde testbatterij die gekoppeld wordt aan herhalingsmetingen binnen de kliniek. Studenten van de masteropleidingen Maastricht en Tilburg zullen met name in deze onderzoeken worden betrokken.
3.5
Resultaten Ketenpartners Onderstaand overzicht geeft een beeld van de resultaten, uitgedrukt in geplande en gerealiseerde waardering op prestatie-indicatoren.
Samenwerkingsovereenkomsten Beëindigingen niet conform advies
Norm
Doel 2010
Realisatie 2010
>30
>24
29
<20%
<30%
61.5%*
Het overzicht laat zien dat de doelstellingen zijn behaald. In 2010 heeft geen ketenpartneronderzoek plaatsgevonden. Dit zal naar verwachting in 2011 worden uitgevoerd. *26 patiënten met (voorwaardelijk) einde tbs in 2010 waarvan 16 contrair het advies van de kliniek. FPC de Rooyse Wissel ervaart een toename in met name de laatste fase van behandelingen in de zin van de voorwaardelijke beëindiging. Dit staat haaks op ons beleid om een patiënt langdurig en intensief te begeleiden. FPC de Rooyse Wissel betreurt het dat de duur van de maatregel zo oploopt en dat het proportionaliteitbeginsel lijkt te prevaleren boven het zorgvuldig terugkeren in de samenleving met specifiek risicomanagement. Het gevoel heerst dat dát belang niet altijd voldoende duidelijk gemaakt kan worden en het feit dat iemand al volledig buiten de beveiligde omgeving van het FPC verblijft (zonder terugval) onvoldoende in relatie wordt gezien van de inspanningen van de zijde van het FPC.
32
4 MAATSCHAPPIJ
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
4.1
De ambitie voor het resultaatgebied ‘Maatschappij’ FPC de Rooyse Wissel rekent het tot haar verantwoordelijkheid een actieve bijdrage te leveren aan het verbeteren van het imago van de tbs, door op transparante wijze verantwoording af te leggen aan de maatschappij. Dat doet FPC de Rooyse Wissel door Open Dagen en rondleidingen te organiseren, door mee te werken aan publicaties in lokale, regionale en landelijke (dag-)bladen, door op regelmatige basis overleg te voeren met de Regioraad en de Netwerkraad en door acties uit te voeren in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook neemt FPC de Rooyse Wissel deel aan het landelijke communicatienetwerk, waarin wordt gewerkt aan een betere profilering van de tbs.
4.2
Doelstellingen jaarplan 2010 Doelstellingen voor 2010 met betrekking tot maatschappij waren: - Een vanzelfsprekend onderdeel van de maatschappij zijn door openheid, transparantie en (georganiseerde) kennisoverdracht; - Het centraal stellen van de reductie van het aantal recidiven en delicten; - Verbeteren van het imago van tbs; - Het realiseren van veilige verloven; - Geen overlast in de directe omgeving geven; - Actief maatschappelijk ondernemersschap bedrijven.
4.3
Open dagen en rondleidingen De Rooyse Wissel heeft ‘openheid binnen geslotenheid’ hoog in haar vaandel staan. Zo wil de organisatie transparant zijn naar de maatschappij en ketenpartners. In goede en minder goede tijden. De Rooyse Wissel organiseert daarom ieder jaar rondleidingen en Open Dagen. De ervaring leert dat mensen vóór hun bezoek aan FPC de Rooyse Wissel een neutraal of negatief beeld hebben over de tbs of FPC de Rooyse Wissel. Na hun bezoek geven de meeste bezoekers aan dat hun beeld positief is bijgesteld. De patiëntenraad is nauw betrokken bij de rondleidingen en de Open Dagen. 2010 was een intensief jaar voor wat betreft de rondleidingen en Open Dagen. De organisatie van deze activiteiten vraagt de nodige investeringen, maar levert ook iets heel essentieels op: begrip voor en vertrouwen in de tbs-maatregel. En dat is heel wat waard. In 2010 werden ruim vijftig rondleidingen verzorgd. Dat gebeurde binnen de klinieken in Venray en Maastricht, maar ook op locatie werden presentaties gegeven. Omdat de rondleidingen ondanks een striktere invulling van het beleid nog steeds een grote belasting vormen voor patiënten en behandelafdelingen, is besloten in 2011 een nieuw beleid voor rondleidingen te ontwikkelen. In plaats van één keer per week, wordt in 2011 éénmaal per maand een rondleiding georganiseerd. Belangstellenden kunnen zich voor de rondleidingen inschrijven.
33
Oktober en november 2010 stonden voor FPC de Rooyse Wissel in het teken van Open Dagen. Op 9 oktober werd in Venray de jaarlijkse Netwerkdag georganiseerd voor familieleden en vrienden van patiënten, ook wel ‘netwerk’ genoemd. Een stabiel netwerk zorgt ervoor dat patiënten meer houvast hebben in de maatschappij en daardoor gemakkelijker kunnen terugkeren. Met de Netwerkdag wil FPC de Rooyse Wissel het netwerk bij de behandeling betrekken. Zestig mensen meldden zich aan voor de Netwerkdag. Het programma van de Netwerkdag bestond uit een rondleiding, een aantal workshops en een Lagerhuisdebat tussen professionals en het netwerk. Uit de enquêteresultaten blijkt dat het programma erg goed is gewaardeerd door de bezoekers. 30 oktober 2010 werd in Venray de Open Dag voor relaties van medewerkers georganiseerd. Door deze Open Dag krijgen familieleden en vrienden van medewerkers de kans een bezoek te brengen aan de kliniek. Driehonderd familieleden en vrienden maakten gebruik van deze mogelijkheid. Op 6 november 2010 vond de Nationale Open Dag van de Dienst Justitiële Inrichtingen plaats. Driehonderd bezoekers (verdeeld over vier groepen) werden door medewerkers en patiënten rondgeleid door de kliniek in Venray. Uit de enquêteresultaten blijkt dat vrijwel alle bezoekers door hun bezoek een positiever beeld hebben van de tbs en tbs-patiënten dan voorheen. Een mooi resultaat. Op de locatie in Maastricht werden in 2010 nog geen Open Dagen georganiseerd vanwege de bouw die nog niet afgerond was. In 2011 zullen deze ook in Maastricht gaan plaatsvinden.
4.4
Sponsoring Via sponsoring wil FPC de Rooyse Wissel haar maatschappelijke betrokkenheid tonen. Sponsoring vindt bij voorkeur plaats in de vorm van producten die door patiënten van de afdeling Tijdsbesteding, Leren en Werken worden gemaakt. In 2010 sponsorde FPC de Rooyse Wissel Sportvereniging Oostrum, die haar 75-jarig jubileum vierde. Ook werd een blindenproject in Nepal gesponsord door posters te laten drukken door de afdeling Grafisch van Tijdsbesteding, Leren en Werken. Tot slot werden voor het Maatjesproject Noord- en Midden-Limburg uitnodigingen ontworpen en gedrukt.
4.5
Regioraad en Netwerkraad Via de Regioraad informeert FPC de Rooyse Wissel omwonenden en andere belanghebbenden proactief over ontwikkelingen binnen de kliniek. Leden van de Regioraad kunnen aangeven wat de ontwikkelingen voor hen betekenen. Gezamenlijk wordt gekeken naar oplossingen voor eventuele knelpunten. De Regioraad overlegt vier keer per jaar met de locatiedirecties van de vestigingen in Venray en Maastricht. Een mijlpaal in de bestaansgeschiedenis van de Regioraad was de ondertekening van het convenant tussen Gemeente Venray en FPC de Rooyse Wissel, locatie Venray. In het convenant zijn afspraken met betrekking tot het veiligheids- en leefklimaat in de omgeving van de kliniek vastgelegd. De inhoud van het convenant is in samenspraak met de Regioraad vastgesteld. Het convenant werd 21 september 2010 ondertekend door de burgemeester van Venray en de locatiedirecteur Organisatie van FPC de Rooyse Wissel, locatie Venray. FPC de Rooyse Wissel betrekt sinds jaar en dag familieleden en andere naastbetrokkenen (het netwerk) actief bij de individuele behandeling van de patiënt. FPC de Rooyse Wissel doet dit vanuit de overtuiging dat familie en naastbetrokkenen een belangrijke rol spelen bij de behandeling en de terugkeer van de patiënt in de maatschappij. Het netwerk van patiënten wordt vertegenwoordigd door de Netwerkraad. De Netwerkraad telde in 2010 vijf leden en werd op 22 juni 2010 officieel opgericht. Door wederzijdse informatieverstrekking en aandacht willen de Netwerkraad en FPC de Rooyse Wissel de kwaliteit van het behandel- en woonklimaat binnen de kliniek verhogen. De Netwerkraad vergadert vier keer per jaar met de locatiedirecteur Organisatie van de kliniek in Venray. FPC de Rooyse Wissel is één van de eerste klinieken in Nederland met een Netwerkraad.
34
4.6
Perscontacten In 2010 besteedden de landelijke en regionale media verschillende keren aandacht aan FPC de Rooyse Wissel. Hieronder volgt een selectie. Eerste successen Wet tijdelijk huisverbod zichtbaar Trompetter, 3 februari 2010 Resocialisatieafdeling Pharos en forensisch psychiatrische polikliniek de Horst nemen deel aan het project Tijdelijk Huisverbod, waarbinnen de gemeente Venray pilotgemeente is. Door het project wordt huiselijk geweld in beeld gebracht en wordt voor de pleger een hulpverleningstraject opgestart. Vanuit FPC de Rooyse Wissel wordt de behandeling voor de pleger van het huiselijk geweld vormgegeven. Banenverlies bij Rooyse Wissel Peel en Maas, Dagblad de Limburger, Omroep Venray, L1, februari en maart 2010 Verschillende regionale media besteedden in februari en maart 2010 aandacht aan de capaciteitsreductie en bezuinigingen binnen FPC de Rooyse Wissel. Door een verminderde capaciteit waren afdelingssluitingen en een formatiereductie noodzakelijk. Geen rap-carrière vanuit tbs-kliniek Diverse landelijke en regionale media, maart 2010 In maart 2010 wordt duidelijk dat een ex-patiënt van FPC de Rooyse Wissel een rap wil uitbrengen, waarin hij ingaat op zijn delict en zijn behandeling binnen de kliniek. Door het slachtoffer van de ex-patiënt werd een kort geding aangespannen, om het uitbrengen van de rap te verbieden. FPC de Rooyse Wissel noemde de rap ‘onnodig grievend’ voor het slachtoffer en werkte mee aan het kort geding. Het kort geding werd door het slachtoffer gewonnen. Zwaaitoerisme en loslopende tbs’ers Dagblad de Limburger, 8 april 2010 Journaliste Claire van Dyck sloot in april aan bij een vergadering van de Regioraad in Maastricht en schreef er daarna een artikel over. Tijdens de vergadering van de Regioraad werd vooral gesproken over het verlof van patiënten. Hoe verloopt het verlof? Hoe is controle geregeld? En is de veiligheid nog wel te waarborgen door de noodzakelijke bezuinigingen van de Rooyse Wissel? Locatiedirecteuren Jan Koolen en Hyacinthe van Bussel gaven antwoord op de vragen. ‘Ik heb geluk dat ik toen tbs heb gekregen’ Dagblad de Limburger, 23 juni 2010 Dagblad de Limburger besteedt op 23 juni 2010 aandacht aan Huize Padua, een GGZ-instelling waar tien resocialisatieplekken zijn voor tbs-patiënten van FPC de Rooyse Wissel. Een psychologe legt uit hoe het resocialisatieproces eruit ziet. Ook geeft ze aan dat de terugkeer naar de maatschappij uitermate zorgvuldig gebeurt. FPC de Rooyse Wissel richt Netwerkraad op Peel en Maas, Omroep Venray, FP2D, juli 2010 22 juni werd de Netwerkraad van FPC de Rooyse Wissel officieel opgericht. Sanne Verwaaijen (lid van de Raad van Bestuur) verrichtte de oprichting. Volgens haar is het ongelofelijk belangrijk om elkaar als netwerk te kunnen vinden, om elkaar te steunen en een bijdrage te leveren aan de behandeling van het familielid, de vriend of de kennis die in de kliniek verblijft. Met de overhandiging van de voorzittershamer aan de voorzitter van de Netwerkraad was de oprichting een feit. Brand in tbs-kliniek snel geblust L1, Dagblad de Limburger, 13 augustus 2010 Een brandje in een prullenbak (aangestoken door patiënt) zorgde voor berichtgeving in de regionale media. Het brandje was snel geblust, door adequaat handelen van het personeel, de opgeroepen hulpdiensten en een goed werkende sprinklerinstallatie. Er is tijdens het brandje geen gevaar geweest voor overslaande brand en ook evacuatie of ontruiming was niet nodig.
35
Elf patiënten Dichterbij in tbs-kliniek Oostrum Peel en Maas, Dagblad de Limburger, Omroep Venray, 2 september 2010 Op 30 augustus 2010 ondertekenden FPC de Rooyse Wissel (locatie Venray) en Dichterbij Specialistische Zorg een samenwerkingsovereenkomst. Vanaf 1 september 2010 verblijven namelijk elf SGLVG-plus-patiënten van Dichterbij tijdelijk binnen één van de gebouwen van FPC de Rooyse Wissel. In april 2011 verhuizen deze patiënten naar de nieuwe Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) die Dichterbij op dit moment in Oostrum bouwt. De samenwerkingsovereenkomst werd ondertekend door Jan van der Kruis, voorzitter Raad van Bestuur Dichterbij en Sanne Verwaaijen, lid Raad van Bestuur van FPC de Rooyse Wissel. Patiëntenteam FPC de Rooyse Wissel voetbalt tegen oud-VVV Omroep Venray, 28 oktober 2010 Zaterdag 23 oktober vond binnen de hekken van FPC de Rooyse Wissel in Venray een bijzondere voetbalwedstrijd plaats. Het patiëntenteam van FPC de Rooyse Wissel speelde namelijk tegen oud-VVV. De uiteindelijke stand: 11-4 voor oud-VVV. Voorafgaand aan de voetbalwedstrijd kregen de oud-profvoetballers een rondleiding door de kliniek. Ze bezochten een behandelafdeling en kregen daarbij uitleg van een patiënt. Ook werd een bezoek gebracht aan het Arbeids- en Scholingscentrum. Door de rondleiding kregen de oud-profvoetballers een beter beeld van het leven binnen de kliniek. Tbs-huis ingeburgerd Dagblad de Limburger, 30 november 2010 Dagblad de Limburger besteedde op 30 november aandacht aan de verlofwoning in Venlo. Voor het artikel werden vragen gesteld aan FPC de Rooyse Wissel en bewoners van de Burgemeester Conraetzstraat, waar de verlofwoning is gevestigd. Conclusie van het artikel is dat de woning inmiddels is ingeburgerd en dat van overlast geen sprake is. Wel had de informatievoorziening in 2005 (toen de verlofwoning in gebruik werd genomen) beter gekund. ‘De angst kwam vooral voort uit onwetendheid. En dat kun je niemand kwalijk nemen’, aldus een buurtbewoonster. Daarnaast zijn er ook nog een aantal publicaties waaraan de bestuurder van FPC de Rooyse Wissel heeft meegewerkt namens het gezamenlijk veld van FPC’s.
4.7
Resultaten Maatschappij Onderstaand overzicht geeft een beeld van de resultaten, uitgedrukt in geplande en gerealiseerde waardering op prestatie-indicatoren. Norm
Doel 2010
Realisatie 2010
Overlast tijdens verlof
0
0
1
Recidive tijdens tbs-maatregel
0
0
1
Het overzicht laat zien dat de doelstellingen niet zijn behaald. Dit betreft de eerste recidive in het tienjarig bestaan van FPC de Rooyse Wissel. Zie voor meer informatie hierover paragraaf 5.13 ‘Jaarafspraken ministerie van Veiligheid en Justitie’. In 2010 heeft geen omgevingsonderzoek plaatsgevonden. Naar verwachting zal dit in 2011 worden uitgevoerd. In bijlage 6 is een overzicht opgenomen van publicaties en onderzoeken van de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek van FPC de Rooyse Wissel.
36
5 BESTUUR EN FINANCIERS
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
5.1
De ambitie voor het resultaatgebied ‘Bestuur & Financiers’ FPC de Rooyse Wissel streeft naar het realiseren van haar missie zodat de financiers tegen de overeengekomen prijs de overeengekomen kwalitatieve en kwantitatieve outcome krijgen. FPC de Rooyse Wissel stelt zich op als ondernemer en draagt zorg voor een efficiënte, effectieve en transparante bedrijfsvoering.
5.2
Doelstellingen jaarplan 2010 Doelstellingen voor 2010 met betrekking tot bestuur en financiers waren: - FPC de Rooyse Wissel stelt zich ondernemend op; - De Raad van Bestuur leg een transparante en volledige verantwoording af; - FPC de Rooyse Wissel draagt bij aan de ontwikkeling van de beste zorg; - FPC de Rooyse Wissel heeft een efficiënte en eigentijdse bedrijfsvoering; - De vraag van de markt analyseren en het aanbod daarop aanpassen; - Informatiesystemen van de verschillende eenheden op elkaar afstemmen; - Proceseigenaren worden zorgvuldig gekozen; zij worden toegerust op hun taak en gefaciliteerd; - De in 2009 vastgestelde meerwaarden van de samenwerking met Ottho Gerhard Heldingstichting zijn aangetoond.
5.3
Financiële resultaten Naast de doelen uit het jaarplan 2010 stond in het verslagjaar het herstel van de financiële ratio’s en de uitvoering van het daarvoor noodzakelijke turnaround programma centraal. De daadkrachtige uitvoering van dit turnaround programma is blijkens het financiële resultaat succesvol geweest. Zonder voorbij te gaan aan het bij sommigen veroorzaakte persoonlijke leed is het toch goed te constateren dat FPC de Rooyse Wissel in haar jaarrekening over 2010 een positief exploitatieresultaat kan laten zien van € 966.156 en dat de zij hiermee haar eigen-vermogen heeft kunnen versterken. Ook de overige financiële ratio’s zijn aanmerkelijk verbeterd. De feitelijke liqiditeitenpositie is goed te noemen en het was goed om te kunnen constateren dat in de tweede helft van 2010 FPC de Rooyse Wissel geen gebruik heeft hoeven maken van bankkredieten. Eind 2010 waren de creditstanden op de bankrekeningen ruim te noemen.
5.4
Herstelplan FPC de Rooyse Wissel is eind 2009 plotseling geconfronteerd met een capaciteitsreductie en daarmee samenhangend een teruglopende geldstroom. Deze problemen zijn aanleiding geweest voor het doen van een onderzoek naar de oorzaken die aan het ontstaan ten grondslag hebben gelegen. Het doel van het onderzoek was enerzijds het inventariseren van risico’s voor FPC de Rooyse Wissel in termen van zowel de organisatiestructuur als de managementcultuur en hoe deze risico’s zoveel mogelijk te voorkomen dan wel tijdig te herkennen. Anderzijds was het doel het doen van aanbe
37
velingen voor maatregelen die bijdragen aan een gezonde en evenwichtige organisatie van risico, ernst en beheersing ter vermijding dan wel voorkoming van deze risico’s. De focus van het onderzoek heeft gelegen op de harde en zachte kant van de organisatie. Onder de harde kant wordt verstaan de missie en visie van de organisatie en hoe deze zijn vastgesteld. De zachte kant betreft de organisatiecultuur. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is een herstelplan geschreven. Een aantal maatregelen uit dit herstelplan naar aanleiding van de capaciteitsreductie en bezuinigingen zijn inmiddels uitgevoerd. Zo wordt er gewerkt aan de herinrichting van de financiële processen en de P&C-cyclus. Ook voor de ‘zachte’ kant van de organisatie zijn er aanbevelingen gedaan. Zo moet er meer worden geïnvesteerd in de onderlinge samenwerking van het managementteam. Hiervoor is eind 2010 een traject gestart. Tevens dient de communicatie in de lijn te worden verbeterd, zowel tussen de locaties als binnen de locaties van directie via hoofden naar medewerkers en omgekeerd. Ook daartoe is inmiddels een aantal zaken opgepakt, zoals de structurele terugkoppeling van informatie tijdens de reguliere werkoverleggen en een nieuwsbrief.
5.5
Implementatie van het besturingsmodel In 2007 is een nieuw besturingsmodel opgesteld. In 2009 zijn diverse acties ondernomen om de implementatie van het nieuwe besturingsmodel vorm te geven. Er werd een nieuw communicatie- en besluitvormingsstructuur ontwikkeld, die in september 2009 werd vastgesteld. Er is tevens een start gemaakt met de implementatie ervan. Echter, gezien de plotselinge ontwikkelingen en capaciteitsreductie in 2010 zullen het nieuwe besturingsmodel en de organisatiestructuur herzien en aangepast worden aan de nieuwe situatie, die een veel flexibelere structuur vraagt waarin zowel krimp als groei kan worden opgevangen. Tevens dient de organisatiestructuur aangepast te worden aan de holding waar FPC de Rooyse Wissel samen met de OG Heldring en het Ambulatorium per 1 januari 2010 deel van uitmaakt.
5.6
Verkorten van de behandelduur en verhogen doorlooptijden verlof Bij de uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie Visser heeft zich een aantal onbedoelde en ongewenste neveneffecten voorgedaan. Voorbeelden hiervan zijn de toegenomen behandelduur, het niet of traag verlenen van verlof en de toename van de longstay. Een belangrijk speerpunt binnen FPC de Rooyse Wissel is daarom het terugdringen van de behandelduur. Binnen FPC de Rooyse Wissel is een werkgroep opgericht met de opdracht het primaire proces te herontwerpen ten behoeve van een kortere behandelduur en een aangepaste behandelintensiteit al naar gelang de behandelfase, rekening houdend met de toename van verblijfsplaatsen en de bijbehorende lagere inkomsten. Het aantal verblijfplaatsen en de duur van de behandeling binnen FPC de Rooyse Wissel nemen bij ongewijzigd beleid jaarlijks toe. Dit kan verschillende verklaringen hebben, bijvoorbeeld een veranderende samenstelling van de tbs-populatie en het feit dat verschillende ziektebeelden als ‘onbehandelbaar’ worden gezien. Daarnaast zijn rechters mogelijk strenger geworden als gevolg van publieke en politieke discussies en zijn FPC’s door de druk uit de maatschappij en politiek minder bereid tot het nemen van enig risico in het kader van het verlofbeleid en einde tbs. Ook de vervolginstanties zijn minder bereid om risico’s te nemen, waardoor het streefaantal doorplaatsingen naar de GGZ niet wordt bereikt. Binnen de werkgroep zijn verschillende aanbevelingen gedaan en adviezen gegeven voor de lange en korte termijn om de behandelduur terug te dringen. Voorbeelden hiervan zijn: - Maak voor verblijfsplaatsen een onderscheid tussen patiënten met een eerste en een tweede behandelpoging. - Maak de kostprijs per zorgpad inzichtelijk, zorg voor een financiële doorrekening van de Zorgprogrammering. - Heroverweeg de inzet/verhouding van sociotherapie-psychiatrie-Medische dienst-Therapeutische Dienst-TLW per patiëntgroep, naar Zorgprogramma en naar categorie behandelplaats en verblijfplaats. - Onderzoek de mogelijkheden van afdelingen voor verblijfspatiënten, te denken valt aan verblijfsafdelingen/ transmurale afdelingen met hoge inzet TLW en lage inzet ThD en sociotherapie. - De kliniek dient zich voor te bereiden op een wijziging in de organisatie die meer flexibiliteit mogelijk maakt in de inzet van mensen en middelen. In 2011 zal verder worden onderzocht op welke wijze deze aanbevelingen worden aangepakt en uitgewerkt zodat de behandelduur zo ver mogelijk kan worden gereduceerd.
38
In 2010 is tevens begonnen met de dataverzameling omtrent de verloven en de duur daarvan. Ook zijn hier normen voor vastgesteld en wordt er geregistreerd hoeveel verloven binnen de norm vallen. In 2011 zal hier verder op worden gestuurd.
5.7
Organisatorische verbanden en (fusie)ontwikkelingen FPC de Rooyse Wissel gaat steeds meer samenwerken, uitbreiden en op zoek naar nieuwe vormen van forensische zorg die waarde toevoegen aan de organisatie. In de vier onderstaande paragrafen zal dit verder worden toegelicht.
5.7.1 De holding: ConrisQ Groep Sinds 1 januari 2010 is FPC de Rooyse Wissel (inclusief FPP de Horst), stichting OG Heldring, stichting Ambulatorium en stichting de Lingeburght ondergebracht in de holding ConrisQ Groep. Deze stichting is als rechtspersoon de bestuurder van de verschillende dochterstichtingen. De dochterstichtingen hebben allen hun eigen rechtsvorm (stichting) behouden. De voormalige bestuurders van FPC de Rooyse Wissel, de OG Heldring, het Ambulatorium en De Lingeburght zijn per 1 januari 2010 de bestuurders van Stichting Conrisq Groep. Door het vertrek van een van de bestuurders van FPC de Rooyse Wissel is er vanaf juni 2010 sprake van een tweehoofdig bestuur. Dit is het resultaat van een intensief samenwerkingstraject dat is opgezet met als doel: het samenbrengen van expertise over behandeling van de moeilijkste doelgroep gericht op preventieve interventie, verhoging van de kwaliteit, een effectieve inzet van de middelen en een verbetering van de marktpositie. Inmiddels is het onderzoek naar toetreding van BJ Brabant tot de holding in een vergevorderd stadium. Daarmee wordt de keten in de ons omringende regio’s en de jeugd-tak binnen de holding versterkt. Middels de PRINCE2 projectmethode is een fusieproject opgestart en zijn verschillende productgroepen op onderdelen aan het uitzoeken hoe de samenwerking binnen de ConrisQ Groep inhoudelijk verder vorm kan krijgen. De resultaten zijn als volgt. Expertise centra: zorglijn ‘zeer moeilijke doelgroep’ Een eerste product van de fusie leidt tot de ontwikkeling van een innovatief behandelaanbod voor de zeer moeilijke jongeren. ‘Zeer moeilijke jongeren’ wordt in deze gedefinieerd als jongeren waarbij vanaf jonge leeftijd forse gedragsproblematiek manifest is, welke heeft geleid tot ernstig probleemgedrag en hieruit voortvloeiende maatschappelijke overlast of criminaliteit. In diagnostische termen voldoen deze jongeren aan de classificatie gedragsstoornis (conduct disorder). Alle organisaties binnen de ConrisQ Groep bezitten kennis en expertise op specifieke gebieden en doelgroepen. In verschillende bijeenkomsten van professionals is het traject, dat zogenoemde zeer moeilijke jongeren binnen de jeugdhulpverlening doorlopen vooraleer ze in de volwassen forensische zorg terecht komen, in beeld gebracht. Meer specifiek zijn cesuren in het behandelverloop van deze jongeren in kaart gebracht, om hierop in de toekomst middels gerichte interventies te kunnen anticiperen. Hoewel een alomvattend beeld aangaande risicofactoren en aangrijpingspunten voor behandeling voor deze gehele doelgroep voorts nog niet kan worden gedefinieerd, is er weldegelijk een aantal factoren aan te wijzen die typerend kunnen worden genoemd voor (ten minste een deel van) deze doelgroep. Het doel van het identificeren van deze gezamenlijke risicofactoren is om zo vroeg mogelijk in het hulpverleningstraject te kunnen vaststellen wanneer de jongere voldoet aan de kenmerken behorende tot de categorie zeer moeilijke jongere, zodat hierop middels de meest adequate interventies kan worden ingespeeld en op deze manier cesuren in de behandeling zoveel mogelijk kunnen worden teruggebracht. Om dit te kunnen bewerkstelligen zou het uitgangspunt bij de onderlinge samenwerking moeten zijn de behandeling te baseren op een grondige en nauwgezette risico-inventarisatie. Voortvloeiend uit bovenstaande wordt in 2011 een behandelaanbod ontwikkeld, waarin op basis van inhoudelijke bespreking de meest passende en doeltreffende behandeling kan worden aangeboden. Het Expertisecentrum legt
39
hiertoe het behandelaanbod van de OG Heldring, het Ambulatorium, FPC De Rooyse Wissel en in een later stadium van Bijzonder Jeugdwerk Brabant naast elkaar en bekijkt of er aanvullingen nodig zijn of dat er onderdelen ontbreken die eventueel in het behandelaanbod opgenomen kunnen worden. Vooruitlopend hierop is inmiddels een eerste stap gezet om in samenwerking met de universiteit van Maastricht onder leiding van Prof. dr. David (D.P.) Bernstein ‘schema cognitieve therapie voor volwassenen’ te vertalen naar jeugd. Belangrijkste argument is dat uit onderzoek blijkt dat deze methodiek effectief is. Al deze ontwikkelingen komen tezamen in het Expertise Centra waar de verschillende stichtingen in participeren. Ondersteunende processen De samenwerking vindt ook plaats op het gebied van de ondersteunende processen. Verschillende productgroepen hebben inmiddels hun producten opgeleverd. - Communicatie: deze productgroep heeft ervoor gezorgd dat de holding een naam en gezicht heeft gekregen: de ConrisQ Groep met een eigen logo en huisstijl. - Personeel: de mogelijkheden tot samenwerking binnen de P&O-afdeling, opleiding, mobiliteit en werving en selectie zijn onderzocht. Waar mogelijk worden beleidsontwikkelingen in samenwerking opgepakt. Arbeids voorwaarden worden afgestemd rekening houdend met de specifiek geldende CAO en de specifieke proceskenmerken van de stichting. Op het gebied van opleiding heeft een eerste uitwisseling plaatsgevonden. - Structuur: met de invoering van de holdingstructuur is de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht voor de verschillende stichtingen geüniformeerd. De samenwerking tussen de locaties wordt verder ingericht door uitwisseling van expertise en middels de overleg en besluitvormingsstructuur. - Planning en Control-processen: deze hebben een eerste onderlinge afgestemming gekend ter bevordering van besturen op afstand.
5.7.2 De Lingeburght FPC de Rooyse Wissel gaat in samenwerking met de OG Heldring in Zetten FPC de Lingeburght opzetten voor de behandeling van jongvolwassenen. In 2008 zijn de bouwtekeningen geschikt gemaakt voor de vergunningsaanvraag en is er geïnvesteerd in de communicatie met de gemeente, dorpsraad en burgers van Zetten en omstreken. In oktober 2008 is de bouwvergunning afgegeven. De omwonenden, georganiseerd in de Vereniging Veilig Leefbaar Zetten, hebben hiertegen bezwaar gemaakt. In een heroverweging heeft B&W vervolgens besloten geen bouwvergunning te verlenen. B&W heeft zich hierbij gebaseerd op het raadsbesluit van eind september 2009 om geen vrijstelling van het bestemmingsplan voor het FPC te verlenen. Tegen deze weigering een bouwvergunning te verstrekken heeft de OG Heldring in oktober 2009 beroep ingesteld bij de rechtbank Arnhem. De beroepszaak voor de rechtbank Arnhem staat gepland in april 2011. Daarna staat voor partijen nog hoger beroep bij de Raad van State open. Al met al betekent dit een lange procedure, waarmee veel tijd verloren gaat. De verwachting is dat in 2011 de volgende stappen in dit juridische proces worden gezet, die mogelijk cruciaal zullen zijn.
5.7.3 Project Overmaze In 2007 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie FPC de Rooyse Wissel benaderd voor het realiseren van een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) gecombineerd met een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) in het gebouw van PI Overmaze Maastricht. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een besluit tot herbestemming van PI Overmaze. In juli 2008 werd de daadwerkelijke start gemaakt met FPC-PPC Overmaze. De ontwikkeling van deze samenwerking is in 2009 en 2010 verdergegaan. De samenwerking is een verband tussen PI Overmaze en FPC de Rooyse Wissel. PPC Overmaze is een onderdeel van PI Limburg Zuid en ressorteert direct onder de Dienst Justitiële Inrichtingen (ministerie van Veiligheid en Justitie). De samenwerking met FPC de Rooyse Wissel bestaat uit het feit dat de inhoudelijke
40
kennis voor de behandeling van deze patiënten wordt ingekocht bij FPC de Rooyse Wissel. Voor FPC Overmaze is de Rooyse Wissel inhoudelijk en beheersmatig verantwoordelijk. Gedurende de tijd dat het PPC een onderdeel is van DJI is deze ook inhoudelijk eindverantwoordelijke voor de PPC-behandeling die in de inrichting wordt geboden. Hiervoor maakt DJI dus gebruik van de inhoudelijke expertise van FPC de Rooyse Wissel. Het uitgangspunt hierbij is dat voor beide partijen een leereffect ontstaat. Aanvankelijk was de bouw vertraagd waardoor niet in alle gevallen de zorg kon worden aangeboden die gewenst was. Eind 2010 waren deze problemen opgelost. De combinatie van FPC en PPC is uniek. De publiek/private samenwerking zal verder worden uitgewerkt in het kader van de besluitvorming omtrent tender IV. De locatie is ingericht op zorg waarbij er dus geen ‘reguliere’ gedetineerden zijn opgenomen. Deze zorg wordt verleend in combinatie met een FPC. Het is de bedoeling dat deze organisatorische opzet en samenwerking na een jaar geëvalueerd wordt aan de hand van evaluatiecriteria. Deze evaluatie zou in het jaar 2010 plaatsvinden maar is doorgeschoven naar begin 2011.
5.7.4 Nieuwe forensische zorg Naast de noodzakelijke bezuinigingen als gevolg van de capaciteitsreductie was het voor 2010 belangrijk om nieuwe bronnen van inkomsten te ontwikkelen door aanwezige of snel te ontwikkelen deskundigheid in te zetten voor nieuwe doelgroepen of opdrachtgevers. Er zijn binnen FPC de Rooyse Wissel verschillende voorstellen gedaan voor de ontwikkeling van nieuwe forensische zorg waarbij de kennis en kunde binnen FPC de Rooyse Wissel kan worden ingezet en benut. Voorstellen die betrekking hebben op klinische zorg zijn de opvang van forensische patiënten van Dichterbij, die daarna geplaatst gaan worden in een nog te bouwen pand. Dit is per 1 september 2010 van start gegaan en deze elf patiënten zullen ongeveer tot april 2011 gebruik maken van de faciliteiten en het personeel van FPC de Rooyse Wissel. Andere initiatieven waarin FPC de Rooyse Wissel investeert zijn crisisplaatsingen op verzoek van externe GGZinstellingen, en de noodbeddenregeling, waarbij tbs-patiënten worden opgenomen die tijdelijk klinische zorg nodig hebben. Voorstellen in de oriënterende fase zijn onder andere het opzetten van een afdeling forensische verslavingszorg, de ontwikkeling van een forensische RIBW of zorgboerderij en een samenwerking met Bijzonder Jeugdwerk Brabant. Verder zijn er in 2010 gesprekken gevoerd met burgemeesters en organisaties die in 2011 zullen leiden tot verdere ambulantisering en flexibilisering van de aangeboden zorg. Voorstellen van ambulante zorg zijn het uitbreiden van het groepsaanbod van de poliklinieken en de uitbreiding van de formatie van de poliklinieken voor groeps- en individueel aanbod. Ook wordt aanbevolen om het netwerk van de poliklinieken te versterken in samenwerking met veiligheidshuizen, Justitie, gemeenten en andere ketenpartners. Voor het onderzoeken van mogelijkheden voor nieuwe forensische zorg is het belangrijk om dicht bij huis zaken te doen die snel en veilig inzetbaar zijn. Daarbij is het van belang dat er wordt geïnvesteerd in relatiebeheer. FPC de Rooyse Wissel wil op een planmatige en gestructureerde wijze vorm geven aan relatiebeheer waarbij klantgerichtheid, resultaatgerichtheid, flexibiliteit en samenwerking van belang zijn.
5.8
Kwaliteit FPC de Rooyse Wissel hecht veel waarde aan kwaliteitsmanagement. De organisatie gebruikt hiervoor verschillende instrumenten zoals kwaliteitsmanagement (INK), de P&C-cyclus, competentiemanagement en procesmanagement (HKZ). Ook Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) en uitkomsten van o.a. interne audits, externe audits en de systeembeoordeling zijn kwaliteitsaspecten die hieronder worden beschreven.
41
5.8.1 Kwaliteitsmanagement (INK) FPC de Rooyse Wissel heeft reeds een langere periode geïnvesteerd in de uitwerking van het INK-managementmodel. Eind 2009 is een start gemaakt met de zelfevaluatie. Door zelfevaluatie is het mogelijk om alle aspecten van de bedrijfsvoering systematisch te beoordelen. Op deze manier ontstaat voor het management een helder beeld van de kwaliteit en prestaties van de organisatie. Door de capaciteitsreductie in 2010 is het werken aan het zelfevaluatierapport gedurende een langere periode stopgezet en is uiteindelijk in december 2010 opgeleverd aan het managementteam. De inhoud is kritisch en bruikbaar voor het management. Normaal gesproken zijn de uitkomsten van de zelfevaluatie de basis voor een INK-audit. Het managementteam heeft besloten, gezien de ontwikkelingen binnen de organisatie, en mede gezien de HKZ-audit, geen INK-audit te laten uitvoeren. Door de capaciteitsreductie is een andere situatie ontstaan die voor de toekomst vraagt om een snellere en efficiëntere zelfevaluatie die als input kan dienen voor jaarplannen en meerjarenbeleid. Gedacht kan worden aan het uitvoeren van een zelfevaluatie door het management van de organisatie met een hogere frequentie, bijvoorbeeld eenmaal per twee jaar.
5.8.2 Planning & Control Cyclus FPC de Rooyse Wissel gebruikt de Planning & Control-cyclus (P&C-cyclus) om gestalte te geven aan haar plannen voor het aankomende jaar, verantwoording af te leggen op haar voortgang en verslag uit te brengen over de resultaten van het afgelopen jaar. In 2007 is gestart met de A3-jaarsystematiek. Deze wordt gebruikt voor het aanbrengen van de focus voor het aankomende jaar. Ook de verbeterplannen vormen een onderdeel van de P&C-cyclus. In 2009 zijn de verbeterplannen in de zogenaamde ‘verbeterbank’ onder handen genomen, herbeoordeeld en opgeschoond. In 2010 is de verbeterbank verder bijgehouden. In 2010 heeft een systeembeoordeling plaats gevonden. Ingegeven door het kwaliteitssysteem van FPC de Rooyse Wissel vindt jaarlijks een systeembeoordeling plaats voorafgaand aan het managementreview. In 2010 is de systeembeoordeling in twee delen uitgevoerd: in het eerste deel is het proces ‘melden van afwijkingen’ besproken en goedgekeurd. In het tweede deel zijn de vastgestelde bronnen van FPC de Rooyse Wissel doorgenomen. Het proces melden van afwijkingen is voor de organisatie erg belangrijk. Hierin is de PDCA-cyclus integraal opgenomen om te leren van eventuele fouten en missers (onder meer MIP, MITS, uitkomsten van leveranciersbeoordelingen). Van een aantal onderzoeken waarvan de uitkomsten broninput zijn, zijn afspraken gemaakt voor de komende periode: - Het waarderingsonderzoek medewerkers wordt eind 2012 samen met de OG Heldring uitgevoerd; - Voor de exitinterviews wordt een nieuwe opzet gemaakt en ingevoerd; het ketenpartner onderzoek wordt in 2011 in de planning opgenomen. - Terugblikkend of de vorige systeembeoordeling proactief een zo plotselinge capaciteitsreductie zou hebben kunnen voorkomen, heeft het besluit opgeleverd voor het management om individueel voorwerk te maken voor de volgende systeembeoordeling. Voorafgaand aan de volgende systeembeoordeling maakt elk MT-lid een persoonlijk assessment met daarin de stand van de organisatie beschreven.
5.8.3 Competentiemanagement Op het gebied van competentiemanagement heeft de organisatie zich de laatste jaren ontwikkeld. Binnen de functiebeschrijvingen wordt gewerkt met generieke competenties. Deze competenties staan centraal in de ontwikkeling van de medewerker. De competenties zijn tevens de leidraad in de functionerings- en beoordelingsgesprekken. Zie verder paragraaf 1.4 ‘Competentiemanagement’.
42
5.8.4 Procesmanagement (HKZ) Een vereiste van de Dienst Justitiële Inrichtingen om zorg te mogen leveren aan tbs-patiënten is dat elke FPC gecertificeerd is. In de Handleiding Planning & Control staat het volgende hierover beschreven: ‘Het ministerie van Veiligheid en Justitie contracteert in 2010 uitsluitend zorgaanbieders met een WTZi-toelating waarop de Kwaliteitswet Zorginstellingen en/of de Wet BIG van toepassing is. Alle forensische zorg in een strafrechtelijk kader dient te voldoen aan de eisen zoals die ook in de Kwaliteitswet zorginstellingen zijn geformuleerd. Hiermee wordt tevens geregeld dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg toezicht kan houden op de kwaliteit van zorg. Deze zorgaanbieders dienen te beschikken over een door de Raad van Accreditatie goedgekeurd kwaliteitskeurmerk. Indien een instelling op 1 januari 2010 niet beschikt over een dergelijk keurmerk, dan komt deze instelling niet voor een contract voor 2010 in aanmerking’. FPC de Rooyse Wissel heeft in april 2008 het HKZ-certificaat behaald. Op 27 en 28 mei 2010 is binnen FPC de Rooyse Wissel de (2e) hercontrole audit uitgevoerd door de externe certificerende instelling (CI) DNV (Det Norske Veritas). Het auditteam bestond uit twee auditoren van DNV bijgestaan door twee inhoudsdeskundigen. De locaties in Oostrum en Maastricht en de poliklinieken in Tegelen en Maastricht zijn bezocht. De audit leverde vijf categorie-2 bevindingen op (deze moeten binnen drie maanden zijn opgelost, of een plan van aanpak moet zijn opgesteld); daarnaast zijn elf observaties en zes mogelijkheden voor verbetering vastgesteld. De categorie-2 bevindingen zijn uitgezet binnen de organisatie en zijn bij initiële audit (de eerste audit van een cyclus van drie) van de ronde in januari 2011 door DNV getoetst. Deze zijn bij deze audit geaccepteerd en hiermee is de eerste cyclus van drie jaar afgerond. De observaties en verbetermogelijkheden zijn eveneens belegd binnen de organisatie. In het kader van het onderhoud van het kwaliteitsmanagementsysteem en als onderdeel van de HKZ-certificering is door FPC de Rooyse Wissel een systeem opgezet voor het uitvoeren van interne audits die elk jaar worden uitgevoerd. Deze interne audits zijn oorspronkelijk verdeeld over drie rondes; in verband met de capaciteitsreductie is dit teruggebracht tot twee. Deze rondes vonden plaats in de maanden maart en september. Van processen waarvan een ongeïmplementeerd concept in bewerking was, zijn de audits niet uitgevoerd. In 2010 zijn 30 processen geaudit over de verschillende locaties. De bevindingen van de interne audits zijn doorgezet naar de proceseigenaren; een deel van de afhandelingen is nog lopende. FPC de Rooyse Wissel beschikte in 2010 over een team van 14 auditoren. Sinds 2009 is er een nieuw certificatieschema HKZ. FPC de Rooyse Wissel moet in 2012 hieraan voldoen maar het schema is wel al meegenomen tijdens de audit van 2010. Onderdeel van dit schema is het uitvoeren van prospectieve risico-inventarisaties van belangrijke processen binnen de organisatie. De capaciteitsreductie heeft het proceseigenaarschap van de processen binnen FPC de Rooyse Wissel flink onder druk gezet. De opzet en organisatie hieromtrent zal een belangrijk item worden voor het 2011. In een project wordt het proceseigenaarschap, aanpassingen aan de nieuwe HKZ norm en het organiseren van goede en betrouwbare (proces) indicatoren verder vorm gegeven.
5.8.5 Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) Het melden van incidenten die plaatsvinden in de patiëntenzorg is een belangrijk instrument bij de bewaking van de kwaliteit van de zorgverlening. Het opmerken van fouten of kwetsbare onderdelen in de zorg kan aanzetten tot bijsturing. 2010 is het eerste volledige jaar geweest waarin medewerkers via het in 2009 operationeel geworden registratiesysteem, fouten en ongevallen in de zorgverlening konden melden. Middels maandelijkse en later zeswekelijkse vergaderingen is de MIP-commissie in 2010 voortgegaan met haar registratie en analysetaak. Daarnaast en dan met name in de aanvangsmaanden van 2010 is veel aandacht besteed aan een gevarieerde PR-campagne om medewerkers het belang van MIP-meldingen uit te leggen. In totaal heeft de MIP-commissie in dit verslagjaar 252 meldingen ontvangen. Opvallend is dat naarmate het jaar verder verstreek er (substantieel) minder meldingen werden ontvangen. In 2011 zal worden bezien hoe deze trend te duiden en/of te doorbreken is.
43
Binnen FPC de Rooyse Wissel wordt tevens gebruik gemaakt van een systeem genaamd MITS. Dit is een registratiesysteem van DJI waarbij alle patiënten bij Justitie zijn ondergebracht. Het verschil met MIP is dat in het MITS-systeem alleen incidenten kunnen worden gemeld gekoppeld aan een patiënt. In 2010 is omwille van onduidelijkheden voor het registreren door de gebruikers in de systemen MIP, MITS en MEXTRA een overzicht ontwikkeld. Dit overzicht maakt voor de gebruikers inzichtelijk welke meldingen waar vastgelegd moeten worden. Eind 2010 is op de afdeling ISIS een proef gestart met de bedoeling dit overzicht verder te gaan implementeren.
5.9
DBBC’s en EPD Ook in 2010 heeft de afdeling I&A veel tijd geïnvesteerd in Diagnose Behandel en Beveiligings Combinaties (DBBC’s). Vanaf 2011 zal een gedeelte van de gelden op basis van deze methode moeten worden verantwoord. Effectiviteit en efficiëntie worden steeds belangrijker in een klimaat waar bezuinigingen centraal staan. Effectiviteit van behandeling en efficiëntie van gebruik van middelen en het sturen hiervan begint met het inzichtelijk maken van interne logistiek, zodat de verantwoordelijken op ieder moment kunnen bepalen wie waarmee bezig is en wat de status daarvan is. Hiertoe zijn er aan het behandelplan interne wachtlijsten gekoppeld geïntegreerd in het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) die het mogelijk moeten maken antwoord te geven op deze vragen. Het is een eerste stap naar kwantitatieve en ook kwalitatieve prestatie-indicatoren binnen het primaire proces. Binnen deze wachtlijstsystematiek is nu een groot gedeelte van de interne logistiek opgenomen en daarmee stuurbaar gemaakt. In 2011 zullen de overige wachtlijsten die nu nog in ongestructureerde vorm worden bijgehouden verder worden gecentraliseerd om te komen tot een integraal geheel.
5.10 Informatisering en automatisering Het jaar 2010 stond voornamelijk in het teken van de verzelfstandiging van de ICT-infrastructuur door de herinrichting en daarmee ontvlechting van het netwerk. Per 1 augustus was dit een feit. FPC de Rooyse Wissel heeft na één jaar voorbereiding de stap genomen los te koppelen van Justitie en een verbinding tot stand te brengen met de infrastructuur van onze samenwerkingspartner de OG Heldring. Mede door deze ontvlechting was er tevens de noodzaak tot implementatie van nieuwe telefonie op basis van VOIP binnen locatie Maastricht.Verder heeft 2010 wederom in het teken gestaan van verdere digitalisering binnen het primaire proces. Ontvlechting Met de ontvlechting is het netwerk van FPC de Rooyse Wissel volledig zelfstandig geworden en onafhankelijk van het netwerk van Justitie. Wel worden diensten zoals MITS en VIP (Verwijzing Index Personen) nog steeds van Justitie afgenomen. Met de herinrichting van het netwerk zijn er ook meer mogelijkheden ontstaan om op veilige wijze te werken onafhankelijk van tijd en plaats. Hiervoor zijn een ongeveer 20 ‘tokens’ beschikbaar die het mogelijk maken om vanaf een willekeurige plaats op afstand via het internet gebruik te maken van de ICT-voorzieningen van FPC de Rooyse Wissel. Hiermee wordt de noodzaak tot in en uitvoer van usb-sticks met digitale dossiers en fysieke dossiers tegengegaan. VOIP Met de ontvlechting ontstond ook de noodzaak tot invoering van VOIP op locatie Maastricht. Er is gekozen voor een uitbreiding van de bestaande telefonie infrastructuur met een VOIP-module, om zo de impact op de andere locaties zo klein mogelijk te houden. Wel is het telefoonnummer met een extra nummer uitgebreid om voldoende ruimte te maken in de nummering voor de nieuwe toestellen in Maastricht. Met de inrichting van VOIP zijn ook enkele ongemakken ontstaan die in 2011 verder opgepakt zullen worden. Zo zal er worden gekeken naar een koppeling tussen de telefooncentrale van FPC de Rooyse Wissel en die van Justitie, zodat deze voor de gebruiker weer als één zal werken. Ook zal er gekeken moeten worden naar de pieperinstallatie binnen locatie Maastricht zodat deze weer gaat werken zoals op locatie Venray.
44
Informatiebeveiliging Met de nieuwe mogelijkheden die door de ontvlechting zijn ontstaan zijn er ook bedreigingen bijgekomen. Waar FPC de Rooyse Wissel in het verleden veel leunde op de informatiebeveiliging van Justitie, ligt deze verantwoordelijkheid nu bij FPC de Rooyse Wissel zelf. De huidige geldende norm voor informatiebeveiliging is de NEN7510. Eind 2010 is gestart met het uitvoeren van een audit om zo de positie te bepalen ten opzicht van deze norm. Deze norm zal tevens gelden voor onze samenwerkingspartner de OG Heldring. Het uitgangspunt is dat er tenminste voldaan wordt aan de minimale eisen van de zwaarste norm van toepassing.
5.11 Facilitaire uitbreidingen In het jaar 2010 heeft er een afronding plaatsgevonden van de werkzaamheden met betrekking tot de ‘brandveiligheid’. Eind 2010 heeft er landelijk op initiatief van DJI een inspectie plaatsgevonden op de bouwkundige en organisatorische brandveiligheid binnen de instellingen. Dit onderzoek heeft binnen FPC de Rooyse Wissel een aantal aanbevelingen opgeleverd. Daarnaast zijn er enkele aandachtspunten op bouwkundig niveau vastgesteld. Hiervoor wordt een plan van aanpak opgesteld (zie ook paragraaf 5.12 ‘Kerngroep Veiligheid’). Projecten Resowoning Het plan resowoning is stopgezet. In afwachting van ontwikkelingen zal besloten worden of het tijdelijk dan wel definitief is. Parkeren De reductie van het aantal medewerkers door de capaciteitsreductie heeft ook bijstelling van het plan om de parkeergelegenheid uit te breiden op locatie Venray met zich meegebracht. Er is een voorstel ingediend om op kleine schaal uitbreiding van parkeerplaats mogelijk te maken. Tegelijkertijd zal het parkeerterrein aan de overkant van de weg komen te vervallen. Dit is in bruikleen en wordt in oude staat weer overgedragen aan GGZ Nederland. Overmaze Locatie Overmaze is bouwkundig anno eind 2010 in een afrondende fase. De kantoorwerkplekken zijn eind 2010 allemaal in gebruik genomen. Voor de TLW afdelingen en facilitair zal dat februari 2011 het geval zijn. Er is veel aandacht en fysieke ondersteuning vanuit Venray geweest om de processen goed te laten verlopen. In 2011 zal met name de aandacht uitgaan naar het beschrijven van de werkafspraken en het borgen van de processen.
5.12
Kerngroep Veiligheid Naar aanleiding van de Schipholbrand in 2005 zijn de brandveiligheidseisen bij onder meer gevangenissen en forensisch psychiatrische centra aangescherpt. In 2010 heeft een landelijke inspectieronde plaatsgevonden binnen diverse justitiële en particuliere instellingen om te toetsen of aan de herziene eisen is voldaan. Op 10 november 2010 is FPC de Rooyse Wissel, locatie Venray, bezocht door een samengesteld inspectieteam (VROMinspectie, de Inspectie voor Sanctietoepassing, de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid en de Arbeidsinspectie). Uit deze onderzoeksronde en de rapportage van de gezamenlijke inspecties is gebleken dat er op diverse onderdelen in het kader van (brand)veiligheid verbeteringen noodzakelijk zijn. Belangrijkste constatering van de inspecties was dat de (brand)veiligheid onvoldoende is geborgd in de organisatie en dat de samenhang tussen de diverse plannen op dit terrein ontbreekt. Meer concreet gaat het om onder meer om organisatorische verbeteringen ten aanzien van de bedrijfshulpverlening (inrichting, opleiding en oefening), verbetering in de communicatie ten aanzien van (brand)veiligheid, een aantal bouwkundige verbeteringen. Naar aanleiding van de rapportage en aanbevelingen van de inspecties is in december 2010 een ‘Kerngroep Veiligheid’ in het leven geroepen, onder verantwoordelijkheid en directe aansturing van de locatiedirecteur organisatie. Doel van de kerngroep is een integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen. Op de korte termijn richt de kerngroep zich
45
met name op het realiseren van de aanbevelingen uit de rapportage. Daartoe is een plan van aanpak samengesteld gericht op maatregelen op de korte (tot 1 april 2011) en middellange termijn. Voor de langere termijn wordt de kerngroep ingebed in de staande organisatie om een het integraal veiligheidsbeleid verder te ontwikkelen en te borgen.
5.13 Aanbevelingen Commissie Visser In mei 2006 presenteerde de parlementaire onderzoekscommissie Visser het rapport ‘Tbs, Vandaag over gisteren en morgen’. Dit rapport doet 17 aanbevelingen voor de verbetering van de uitstroom, de uitvoering en de instroom van het tbs-systeem. In juli 2006 bood het kabinet het standpunt aan de Tweede Kamer aan. Dit standpunt nam het overgrote deel van de Tweede Kamer integraal over en leidde vervolgens tot een Plan van Aanpak van de 17 aanbevelingen (10 oktober 2006). Deze 17 aanbevelingen hebben de komende jaren hun impact op het te voeren beleid binnen de organisatie. We verwijzen hier nog naar diverse belangrijke ontwikkelingen voor wat betreft het verslagjaar 2010: Nr
Onderwerp
Verwijzing
3
Meer nazorg en breder zorgaanbod
Paragraaf 2.6 ‘Forensisch Psychiatrisch Toezicht’ Paragraaf 3.3 ‘Samenwerking met ketenpartners’ Paragraaf 5.7.4 ‘Nieuwe Forensische Zorg’ Paragraaf 5.14.3 ‘Doorstroom’
5
Diagnose Behandeling & Beveiliging Combinaties
Paragraaf 5.9 ‘DBBC’s en EPD’
6
Onderzoek naar risico’s
Hoofdstuk 2 ‘Patiënten’ Paragraaf 5.14 ‘Jaarafspraken’
12
Professionalisering verloftoetsing
Bijlage verslag Verloftoetsingscommissie
14
Wetenschappelijk onderzoek
Paragraaf 3.4 ‘Academisering’ Bijlage 6 ‘Onderzoeken, publicaties & lezingen 2010’
16
Twinning PIJ en tbs
Paragraaf 5.7 ‘Organisatorische verbanden en (fusie) ontwikkelingen’
17
Psychiatrische zorg in detentie
Paragraaf 1.5 ‘Personeel PPC Overmaze’ Paragraaf 2.10 ‘FPC-PPC Overmaze’ Paragraaf 5.7.3 ‘Project Overmaze’
46
5.14
Jaarafspraken Ministerie van Veiligheid en Justitie In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de geleverde producten in 2010. Dit zijn de gemiddelden over heel het jaar 2010. Producten
Jaarafspraak 1 januari 2010
Gerealiseerd 31 december 2010
Doorstroom
66
54
Verblijf
56
68
Tenderplaatsen
104
104
Veegcapaciteit
10
4
Totaal
236
230
Vlucht-/beheersgevaarlijk
0
0*
Eerste opnames
18
9
*Eén patiënt is gedurende het derde tertiaal overgeplaatst naar FPC Veldzicht als herselectant. Voor deze patiënt is in juli 2010 de status van Risico Interventie Patiënt aangevraagd, maar deze is nog niet toegekend.
5.14.1 Bezettingsgraad De gemiddelde bezettingsgraad over 2010 bedraagt 97.16%, waarmee de managementafspraak van 100% dicht benaderd is. De niet volledige bezetting en capaciteit vond zijn oorsprong in het dalende aantal wachtlijstkandidaten en de terugloop in capaciteit over het jaar 2010. Tegen de achtergrond van de ontwikkelingen zijn we tevreden met deze bezettingsgraad.
5.14.2 Instroom In het totaal kan gesproken worden over negen eerste opnames in 2010. Dit zijn er negen minder dan de afgesproken opnamecapaciteit. Dit is mede te verklaren door de opdrogende landelijke wachtlijst. Management afspraak
60 50 40 30 20 10 0
44
51
43
Aantal eerste opnames
48 25
30
28
29 18 9
2006
2007
47
2008
2009
2010
5.14.3 Doorstroom Het aantal patiënten dat in 2010 is doorgestroomd komt uit op 18. In 2009 was dit aantal 21. Dit aantal loopt achter op de managementafspraak voor 2010. 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Management afspraak
34
Aantal doorstroom
28 21 10
15
11
2006
13
2007
15
18
13
2009
2008
2010
FPC de Rooyse Wissel ervaart knelpunten in de doorstroom door onvoldoende aanbod van 24-uurs longcare voorzieningen binnen de RIBW. Patiënten worden op wachtlijsten geplaatst, wat in duur op kan lopen tot de periode van één jaar. Verder ervaart de kliniek een tekort in aanbod voor tbs-gestelden die somatische zorg behoeven. Voor wat betreft de doorstroom naar een forensisch psychiatrische afdeling (FPA) is het lastig om patiënten te plaatsen aangezien er vooraf een vervolgvoorziening dient te worden gecontracteerd. Daarnaast blijkt het vaak moeilijk om goede vervolgvoorzieningen te vinden voor met name verstandelijk beperkte patiënten. Ook het feit dat een burgemeester bepaalt of tbs-patiënten in een resocialisatiekader geplaatst kunnen of mogen worden levert spanningsvelden op.
5.14.4 Uitstroom In 2010 komt het totaal beëindigingen uit op 254 (waaronder een gemaximeerde Einde tbs). Dit cijfer blijft achter op de managementafspraak, maar is wel gestegen ten opzichte van 2009 (elf). Oorzaken hiervoor zijn dat er knelpunten zijn in de doorstroom zoals vertragingen in de afhandeling van verlofaanvragen (zowel intern als extern). Voorts zijn ook terugval in de essentiële resocialisatiefase van de behandeling en overtreding van de verlofvoorwaarden oorzaken van de achterblijvende uitstroom.
70 60 50 40 30 20 10 0
Management afspraak 58
28 5
10
6
2006
2007
15 5
2008
7
Aantal uitstroom
25 11
2009
2010
5.14.5 Ontvluchtingen 2010 vond geen enkele ontvluchting plaats, waarmee de managementafspraak is gerealiseerd.
4.Optelsom van beëindigingen tbs-maatregel conform verlengingsadvies (A), beëindigingen tbs-maatregel contrair (B) verlengingsadvies, en alle voorwaardelijke beëindigingen tbs-maatregel (C).
48
5.14.6 Onttrekkingen In 2010 vonden vier onttrekkingen plaats. Met dit aantal overstijgt de realisatie de managementafspraak voor 2010, waarmee het aantal onttrekkingen op nul is gesteld. Ten opzichte van 2008 en 2009 is het aantal licht gestegen. Tijdens één van deze onttrekkingen hebben zich strafbare feiten voorgedaan waaronder een overval en een beroving in Venray. Er zal onverminderd aandacht blijven voor het voorkomen van onttrekkingen waarbij de focus blijft liggen op het voorkomen van recidiven. 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Management afspraak
8
Aantal onttrekkingen
6 4 3
3
3
2 0
2006
2007
0
0
2009
2008
2010
5.14.7 Bijzonder voorval De managementafspraak voor deze prestatie-indicator is ‘<2’. . Met een totaal van vier bijzondere voorvallen in 2010 is deze afspraak niet gerealiseerd. Het aantal ligt wel lager dan in 2009. De bijzondere voorvallen zijn uiteenlopend van aard; éénmaal een natuurlijk overlijden, eenmaal een prullenbak die in brand stond, en tweemaal een suïcidepoging. Er zijn passende maatregelen genomen ten aanzien van deze voorvallen. Deze worden bovendien geëvalueerd en geanalyseerd met als doel het (voor zover mogelijk) voorkomen van nieuwe bijzondere voorvallen. 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Management afspraak
7 5
5 4
4
4
4
Aantal bijzondere voorvallen
2 0
2006
2007
0
2008
2009
2010
5.14.8 Beklag en beroep Het jaartotaal van 2010 resulteert in 19 gegronde klachten. Ten opzichte van 2009 is dit aantal met één klacht gestegen. Er is hier onderscheid gemaakt in volledig gegronde klachten en formeel gegronde klachten. Formeel gegrondverklaringen zijn klachten waarbij de kliniek een vormvereiste niet nakwam; bijvoorbeeld een mededeling aan patiënt niet ondertekende of op het hoorformulier niet de juiste grondslag voor de opgelegde maatregel aankruiste. Deze formele gegrondverklaringen tellen slechts half mee, aangezien de betreffende klachten inhoudelijk (dus materieel) ongegrond werden geacht.
49
Beklag In het jaar 2010 werden door patiënten in totaal 169 klachten ingediend. Hierbij dient vermeld te worden dat vier patiënten in het jaar 2010 in totaal 71 klachten indienden. Deze vier patiënten zorgde derhalve voor 42% van alle ingediende klachten. T.a.v. het jaar 2009, waarin 214 klachten werden ingediend, valt een afname van het aantal ingediende klachten te zien van maar liefst 21%. De afname van het aantal ingediende klachten valt eventueel te verklaren in de nadruk die vanuit de kliniek werd gelegd op bemiddeling vanuit het maandcommissariaat. Het doel van de bemiddeling werd herhaaldelijk benadrukt en dan in het bijzonder een actieve rol van de maandcommissaris richting afdelingsleiding en patiënt. Hierdoor kan in een voortijdig stadium, door een onafhankelijke en op probleemoplossing gerichte houding van de maandcommissaris als het ware de angel uit een klacht worden gehaald. Hoewel er in 2010 een afname was van het aantal klachten steeg het aantal gegrond verklaarde klachten naar 19 ten opzichte van 18 in 2009. In 2010 waren er 18 volledig gegrond verklaarde klachten en twee deels/fomeel gegrondverklaarde klachten. Deze laatste worden voor de helft meegeteld. Absoluut maar vooral relatief gezien is dit een toename van de gegrond verklaarde klachten. Een deelverklaring hiervoor is dat in 2010 verschillende patiënten vijf keer klaagden over het verstrekken van voeding door de kliniek. Al deze klachten werden volledig gegrond verklaard en maken voor 26% deel uit van alle gegrond verklaarde klachten. Hierop is inmiddels door de kliniek actie ondernomen door alle behandelafdelingen voor te lichten op het gebied van Regel 22.1 van de European Prison Rules: “Prisoners shall be provided with a nutrious diet that takes into account their age, health, psychical condition, religion, culture and the nature of their work”. In 2010 waren er vier gegronde (een formeel en drie volledig) beklagzaken waarbij de kliniek een vormvereiste niet nakwam. De intentie is uiteraard om de gegrond verklaarde klachten in 2011 lager te doen uitkomen. Hierbij blijft voorlichting aan, alsmede regelmatig overleg met alle behandelafdelingen een voorname rol spelen om in een vroeg stadium mogelijke onderwerpen voor gegronde beklagzaken te herkennen en te voorkomen.
Beroep In 2010 werd er door patiënten in totaal 20 maal beroep ingesteld en zeven maal door de kliniek. Hierin is een afname te zien ten opzichte van het jaar 2009 waarin door patiënten 36 maal beroep werd ingesteld en door de kliniek zes maal. Een verklaring voor de afname van het aantal beroepszaken volgt voor wat betreft de kliniek uit het feit dat we ons veelal konden vinden in de gegrond verklaringen. Wat de beweegredenen van patiënten zijn geweest om minder beroep in te stellen, is niet bekend.
Schorsingsverzoeken In 2010 werden er door patiënten in totaal 47 schorsingsverzoeken ingediend, dit tegen aanzienlijk minder schorsingsverzoeken (14) in het jaar 2009. Er is dus sprake van een flinke toename, er werden immers meer dan driemaal (336%) zoveel schorsingsverzoeken door patiënten ingediend. Eén patiënt spande hier de kroon door in het jaar 2010 in totaal 22 schorsingsverzoeken in te dienen (47% van het totaal). Alle in 2010 ingediende schorsingsverzoeken werden overigens afgewezen (39) en/of niet ontvankelijk verklaard (acht). Dit zorgde echter niet voor een afname in het aantal door patiënten ingediende schorsingsverzoeken dat jaar.
50
5.14.9 Geweldplegingen tussen patiënten Het totaal aantal geweldplegingen tussen patiënten in 2010 komt uit op één. Het gaat hier om een vechtpartij tussen twee patiënten. De ware toedracht van dit incident is nooit helemaal helder geworden. Eén patiënt was wel bereid om zijn verhaal te doen terwijl de andere dat niet was. Laatstgenoemde is daarom gedurende een langere periode afgezonderd geweest op de eigen kamer. Uiteindelijk is betrokkene om andere redenen overgeplaatst naar Maastricht. Evaluatie van het incident gaf geen aanleiding om het bestaande beleid aan te passen. Er is geen aangifte gedaan omdat het incident buiten het zicht van de sociotherapie afspeelde en dus geen feitelijke informatie kon worden gegeven aan de politie. Het voorkomen van deze geweldplegingen blijft een belangrijk streven. Dit cijfer geeft een zeer positief beeld ten opzichte van de managementafspraak (<10). Management afspraak
12 10 8 6 4 2 0
10
10
9
10
10
4
3
3
Aantal geweld plegingen tussen patiënten
10
1
2006
2007
2009
2008
2010
5.14.10 Geweldplegingen tegen personeel In 2010 heeft zich één geval voorgedaan van geweldpleging tegen personeel. In dit geval was voor twee medewerkers medische bijstand nodig bij de huisartsenpost en medische dienst. Het voorkomen van deze incidenten blijft heel belangrijk. Hierbij wordt ingezet op verdere training van vaardigheden in vroegsignalsering en de-escalatie. Hiervoor bestaan verschillende opleidingsprogramma’s opgezet voor beginnende en meer ervaren sociotherapeuten zoals de Interne Opleiding Sociotherapie. Dit aantal geeft een positief beeld ten opzichte van de managementafspraak (<20). 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Management afspraak
35 30
30
30
Aantal geweld plegingen tegen personeel
20
16 7
4
2006
2007
51
2008
4
2009
1
2010
5.14.11 Aantal recidiven tijdens uitvoering tbs-maatregel Er heeft zich in 2010 één recidive voorgedaan: tijdens een van de onttrekkingen hebben zich strafbare feiten voorgedaan waaronder een overval in Venray. Patiënt is aangehouden en gearresteerd. Naast dit delict zijn er in het verleden ook lichte recidiven geweest zoals diefstal. Bij deze recidiven wordt er een toedrachtonderzoek uitgevoerd waarbij aanknopingspunten hieruit worden meegenomen in het behandelbeleid. Een recidive tijdens de tenuitvoerlegging van de maatregel wordt geregistreerd in MITS en wordt standaard geëvalueerd en geanalyseerd. De analyse kan aanleiding zijn voor verbeteracties ter optimalisering van het behandelbeleid gericht op het vermindering van recidives. Van een recidive wordt aangifte gedaan, maar de strafrechtelijke afdoening is vervolgens een langdurig traject. Dit frustreert de voortgang van de behandeling. Vooral in die situaties waar sprake is van een verlofmachtiging. De verlofmachtiging vervalt dan van rechtswege c.q. wordt ingetrokken, dan wel de toekenning van verlof wordt na overleg met de Verlofunit aangehouden, afhankelijk van een besluit van het Openbaar ministerie (OM) of de patiënt wel of niet wordt aangemerkt als verdachte van een strafbaar feit. En als de patiënt wordt aangemerkt als verdachte van een strafbaar feit, moet nog het besluit worden genomen of deze wel of niet wordt vervolgd. Om meer greep te krijgen op dit tijdrovende proces, wordt de samenwerking met politie en het OM geïntensiveerd. Ten overvloede wordt opgemerkt dat FPC de Rooyse Wissel nauwlettend de recidivemonitor van het WODC volgt, evenals de ontwikkeling van een systeem van terugkoppeling over recidive na afloop van een tbs met dwangverpleging.
5.14.12
Gemiddelde behandelduur De gemiddelde behandelduur in 2010 is 76,38 maanden en de gemiddelde verblijfsduur is 61,90 maanden. Deze cijfers geven geen afwijkend beeld ten opzichte van de landelijke trends. Wel wijkt de gemiddelde behandelduur af van ons eigen streven dat uitgaat van 72 maanden.
5.15
Resultaten Bestuur en Financiers Onderstaand overzicht geeft een beeld van de resultaten, uitgedrukt in geplande en gerealiseerde scores op prestatieindicatoren. Norm
Doel 2010
Realisatie 2010
100%
100%
97,16%
<2
<2
1
Bijzondere voorval b) suïcide
0
0
0
Bijzondere voorval c) overig onnatuurlijke dood
0
0
0
Bijzondere voorval d) geweldincidenten
0
0
2
Bijzondere voorval e) publiciteit gevoelige incidenten
0
0
1
Bezettingsgraad Bijzondere voorval a) natuurlijke dood
Budgetbeheer
98-100%
98%
100%
Doorstroom a) transmuraal de Rooyse Wissel
>10%
>10%
10
Doorstroom b) fpa, apz, ribw
>4%
>4%
8
Doorstroom c) overige bestemmingen
>1%
>1%
0
Informatiebeveiliging
<2
<3
8
Instroom a) 1e opnames
-
18
9
Onttrekkingen a) vanaf terrein
0
0
1
52
Norm
Doel 2010
Realisatie 2010
<6
<9
3
Ontvluchtingen
0
0
0
Uitstroom a) conform verlengingsadvies
-
>9%
3
Uitstroom b) contrair verlengingsadvies
-
<6%
1
Onttrekkingen b) tijdens toegestaan verblijf buiten FPC
Uitstroom c) voorwaardelijke beëindigingen
-
>10%
20
Uitstroom d) beëindiging door proefverlof
-
100%
2
Uitstroom e) saldo a + b + c - d
-
-
22
Uitstroom f) overplaatsing naar andere tbskliniek
-
15
9
Uitstroom g) overplaatsing naar andere justvoorzieningen
-
0
1
Uitstroom h) gestarte proefverloven
-
-
5
Uitstroom i) ingetrokken proefverloven
-
0
0
Uitstroom j) saldo h - i
-
-
5
Het overzicht laat zien in welke mate doelstellingen zijn behaald. De meeste prestatie-indicatoren zijn echter al toegelicht in voorgaande paragrafen. In 2010 is geen onderzoek gedaan naar de accommodatie. Het aantal informatiebeveiligingsincidenten is aanzienlijk te hoog vergeleken met de doelstelling. Dit blijft een punt van aandacht.
53
FORENSISCH PSYCHIATRISCHE POLIKLINIEK DE HORST Forensisch psychiatrische polikliniek (FPP) de Horst is onderdeel van tbs-kliniek FPC de Rooyse Wissel. De polikliniek biedt ambulante zorg aan forensisch psychiatrische patiënten uit Limburg vanaf 12 jaar. De behandeling vindt plaats in Tegelen en Maastricht.
Jaarverslag 2010 Bij FPP de Horst, de forensisch psychiatrische polikliniek van FPC de Rooyse Wissel zijn in 2010 zo’n 950 mensen behandeld. De grootste groep betreft mensen met een agressieregulatieprobleem, veelal in combinatie met problemen op het gebied van impulscontrole dan wel middelengebruik. Een tweede groep betreft mannen met grensoverschrijdend gedrag op het gebied van seksualiteit. Hierbinnen gaat het meestal om ontucht met minderjarigen, exhibitionisme en kinderporno en in mindere mate om gewelddadige verkrachtingen. In 2010 hebben 420 patiënten hun behandeling beëindigd en zijn er 500 patiënten met hun behandeling gestart. De aangeboden therapie bestaat uit individuele en groepstherapie. Het Forensisch ACT team (Assertive Community Treatment) heeft zo’n 30 patiënten in een intensief outreachend behandel traject. Deze verwijzingen zijn echter vaak patiënten met complexe pathologie. Bij de start van de polikliniek was voorzien dat deze een groei zou doormaken, zowel in de forensische behandeling van vrijwillige patiënten als in de behandeling van patiënten met een verplicht juridisch kader. In 2010 heeft deze groei zich voortgezet; ondanks de aangekondigde bezuinigen binnen de GGZ is de behandelcapaciteit voor de vrijwillige patiënten op de Horst gelijk gebleven en heeft de Horst in 2010 van Justitie de productie met 15% mogen verhogen. De polikliniek functioneert in beide vestigingen naar behoren, de recente externe HKZ-toetsing en de mate van klanttevredenheid geven aan dat de Horst gewaardeerd wordt en het aantal aanmeldingen groeit.
Nieuwe initiatieven de Horst Samen met de politie en veiligheidshuizen is een opzet gemaakt voor het snel in behandeling nemen van mannen die met de politie in aanraking komen vanwege exhibitioneren: nog op het politiebureau kan het eerste motiverende (intake-)contact met een dader plaatsvinden, en nog dezelfde week kan behandeling in een specifiek op dit indexdelict gerichte behandelgroep starten. Ook in deze situaties geldt echter dat hoewel er sprake is van strafbaar delictgedrag en in een later tijdsstip het kader kan wijzigen in een strafrechterlijk kader, bij aanvang deze patiënten gelden als ‘vrijwillig’. Een ander initiatief betreft de samenwerking met de verslavingszorg in Noord- en Midden Limburg. Veel van de patiënten die bij FPP de Horst komen vanwege Huiselijk Geweld hebben problemen met middelenmisbruik. Anderzijds gaf de verslavingszorg aan dat een groot deel van hun populatie bekend is met geweld binnen het gezin. Uit de tot nu toe gevoerde overleggen is een opzet tot stand gekomen, die moet gaan leiden tot een nieuw aanbod: een groepsbehandeling waarin de patiënten en expertise van beide instellingen samengevoegd worden. Verder wordt samen met Stichting Ambulatorium Ottho Gerhard Heldring de kennis en kunde verzameld gericht op jeugd met een risico. Daarnaast wordt er een aanbod ontwikkeld voor gemeenten omtrent risicojongeren en FPT jeugdinrichtingen.
Samenwerking met ketenpartners Ook door FPP de Horst is er in de gehele provincie fors geïnvesteerd in de verbetering van de communicatie en samenwerking met de reclassering en veiligheidshuizen alsmede in het wegwerken van de wachtlijsten. FPP de Horst participeert (pro-) actief in de ketenzorg, onder meer door nauw samen te werken met de Veiligheidshuizen (waarin politie, het OM en de Reclassering betrokken zijn) in de provincie Limburg, in meerdere ‘clusters’ op het gebied van het tegengaan van Huiselijk Geweld, bestrijding maatschappelijke overlast, etc. FPP de Horst heeft met de ketenpart
54
ners bij convenant afgesproken dat daders van huiselijk geweld aan wie de maatregel van een Preventief Huisverbod wordt opgelegd binnen enkele dagen een intake en eerste behandelcontacten krijgen aangeboden. FPP de Horst werkt in dit kader samen met het Veiligheidshuis Venlo, Roermond, Sittard-Geleen, Heerlen, Kerkrade en Maastricht. Met deze veiligheidshuizen uit de provincie Limburg zijn de eerste gesprekken gevoerd om tot een samenwerkingscontract te komen. Een aantal afspraken in het kader van daderhulpverlening huiselijk geweld zijn gemaakt en schriftelijk vastgelegd.
Personeel en uitwisseling van expertise met FPC de Rooyse Wissel Binnen de afdeling Pharos –de Horst is in 2010 geprobeerd om voldoende tijd en zorg te besteden aan de crisissituatie waarin FPC de Rooyse Wissel zich bevond en de impact daarvan op het personeel, de bedrijfsvoering en de patiëntenzorg, zonder hierbij in een neerwaartse spiraal terecht te komen. Hierbij is ook geprobeerd om zaken binnen de juiste proporties te zien en van daaruit uitdagingen en nieuwe kansen te creëren voor personeel. Uitwisselen van personeel geeft ook nieuwe energie en dynamiek. Op het niveau van expertise, casuïstiek, innoveren, doelgroep, ketenpartners, uitvoeren risicomanagement en personeel, is er een grote overlap tussen de Pharos en de Horst. Door de samenvoeging en centrale aansturing blijkt de kleine poli te kunnen profiteren van het volume en de deskundigheid van het instituut FPC de Rooyse Wissel. Omgekeerd kan het, in verhouding tot het logge tbs-instituut, profiteren van de slagvaardigheid en het maatwerk van de polikliniek. De centrale regie voering faciliteert dit proces. De lange-termijn-oplossing voor de Horst is gelegen in een geleidelijke capaciteitsgroei op basis van werkelijke en gewenste vraagontwikkeling, die in goed overleg en afstemming met DJI en zorgverzekeraars haar beslag dient te krijgen. Voor de korte termijn kan een verhoging van ons productieplafond ten behoeve van patiënten met een verplichtend juridisch kader uitkomst bieden.
Resultaten Waardering patiënten “De Horst”
55
Norm
Doel 2010
Realisatie 2010
>3,5
>3,5
3,9
56
DEEL II FINANCIEEL JAARVERSLAG
6.1 JAARREKENING 2010
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
6.2 OVERIGE GEGEVENS
81
CONTROLEVERKLARING ‘Door de opmaak van dit jaarverslag is de paginanummering gewijzigd. Paginanummering 55 t/m 75, moet gelezen worden als: paginanummering 58 t/m 81’
82
83
84
BIJLAGEN
Bijlage 1 Verslag Raad van Toezicht Samenwerking met Ambulatorium, de OG Heldring en de Lingeburght In 2008 is besloten intensief samen te werken met Stichting Orthopedagogisch Centrum Ottho Gerhard Heldring, Stichting Ambulatorium Ottho Gerhard Heldring en Stichting De Lingeburght (de stichting waarin te zijner tijd FPC De Lingeburght wordt geëxploiteerd). Middels de samenwerking ontstaat er een topinstituut met specialistische expertise op het gebied van behandeling van cliënten/patiënten -en hun systeem- met een ernstige en complexe zorgvraag gedurende alle levensfasen. Juridisch is de samenwerking uitgemond in een bestuurlijke fusie per 1 januari 2010, onder een nieuwe holdingstichting. Het jaar 2010 is gebruikt om de holdingstructuur verder te ontwikkelen en is de naam voor de holdingstichting bedacht, de ConrisQ Groep. Deze stichting is als rechtspersoon-bestuurder de bestuurder van de verschillende dochterstichtingen (de OG Heldring, het Ambulatorium, FPC de Rooyse Wissel en De Lingeburght. De dochters hebben allen hun eigen rechtsvorm (stichting). In de statuten van de ConrisQ Groep en de dochterstichtingen is vastgelegd dat de stichtingen tot één concern behoren, een gezamenlijk belang hebben, en dat in de Stichting ConrisQ Groep de aansturing plaatsvindt van deze ‘dochters’. Stichting De Rooyse Wissel heeft daarom geen eigen Raad van Toezicht. Statutair is vastgelegd dat de Raad van Toezicht van Stichting ConrisQ Groep conform de Zorgbrede Governance Code het toezicht uitoefent op de holdingstichting en de tot het concern behorende dochterstichtingen waaronder Stichting de Rooyse Wissel. De voormalige bestuurders van FPC de Rooyse Wissel, de OG Heldring, het Ambulatorium en Stichting De Lingeburght zijn per 1 januari 2010 de drie bestuurders van Stichting ConrisQ Groep. Vanaf 1 juni 2010 bestaat de Raad van Bestuur uit mevr. drs. J.A.M.A. Venmans en mevr. dr. A.A.G. Verwaaijen. De Raad van Toezicht van de ConrisQ Groep is per 1 januari 2010 als volgt samengesteld en is in de loop van 2010 ook niet gewijzigd: Mw. drs. M.E.J.M de Witte-Caubo (voorzitter) Mw. drs. A.M.G. Volp-Kortenhorst Mw. drs. G. Sijpkes MBA Dhr. drs. P.H.P. Spronken Dhr. drs. H. van der Stelt Mevr. dr. mr. I.M. Koopmans Dhr. drs. W.H.J.M. Wedemeijer Hieronder volgt een verslag van het toezicht dat de Raad van Toezicht van de ConrisQ Groep op FPC de Rooyse Wissel heeft gehouden. Vergaderingen; belangrijkste onderwerpen en bijzondere overlegrondes In het jaar 2010 heeft de Raad van Toezicht zes maal vergaderd met de Raad van Bestuur. Aan de orde kwamen onder meer de volgende onderwerpen: - financieel jaarverslag, begroting en controle; - voortgangsrapportages, viermaandsrapportages en jaarverslag; - vaststellen jaarplan 2010 en goedkeuren jaarverslag 2009; - jaarplan 2011 en meerjarenbeleid - managementafspraken met het Ministerie van Veiligheid en Justitie; - capaciteitsreductie en de naar aanleiding daarvan opgestelde contourennota - liquiditeitspositie FPC de Rooyse Wissel
86
- positionering afdeling controlling - ondernemingsraad - statutenwijziging waarmee FPC de Rooyse Wissel gaat fungeren als dochterstichting onder de ConrisQ Groep - afscheid van bestuurder De Beer De fusie met Stichting OG Heldring heeft een belangrijke rol gespeeld binnen de vergaderingen van de Raad van Toezicht, evenals de vorming van het concern met als topstichting Stichting Groep OGH-dRW en de vier dochterstichtingen: de Rooyse Wissel, de OG Heldring, het Ambulatorium en De Lingeburght. Tenslotte Het jaar 2010 was een heel turbulent jaar. Nadat eind 2009 bekend werd dat er fors bezuinigd moest worden, is dit voortvarend opgepakt door Raad van Bestuur, management en medewerkers. De reorganisatie heeft grote consequenties gehad voor eenieder en moeilijke beslissingen zijn niet uit de weg gegaan. Uiteindelijk heeft de organisatie dit goed doorstaan en is er een goede basis gelegd voor de komende jaren die vol vertrouwen tegemoet worden gezien. De Raad van Toezicht dankt de Raad van Bestuur en de medewerkers voor hun inzet.
Namens de Raad van Toezicht mevr. drs. M.E.J. de Witte-Caubo Voorzitter Raad van Toezicht Stichting ConrisQ Groep
87
Bijlage 2 Commissie van Toezicht In het verslagjaar heeft de locatiedirectie maandelijks overleg gevoerd met de Commissie van Toezicht over allerhande aangelegenheden die de ten uitvoerlegging van de tbs-maatregel betreffen. Daarbij is veel aandacht geweest voor de capaciteitsreductie en de reorganisatie die FPC de Rooyse wissel in 2010 doormaakte en over de pogingen van de FPC om de effecten daarvan op patiënten beperkt te houden. Verder werd veel stilgestaan bij de bevindingen van maandcommissarissen die deels succesvol poogden grieven van patiënten al bemiddelend op te lossen. In het jaar 2010 werden door patiënten van FPC de Rooyse Wissel in totaal 169 klachten ingediend. Hierbij dient vermeld te worden dat vier patiënten in het jaar 2010 in totaal 71 klachten indienden. Deze vier patiënten zorgde derhalve voor 42% van alle ingediende klachten. T.a.v. het jaar 2009, waarin 214 klachten werden ingediend, valt een afname van het aantal ingediende klachten te zien van maar liefst 21%. Hoewel er in 2010 een afname was van het aantal klachten steeg het aantal gegrond verklaarde klachten naar 19 ten opzichte van 18 in 2009. Voor verdere gegevens aangaande de Commissie van Toezicht wordt verwezen naar hun eigen jaarverslag dat ten tijde van dit schrijven nog niet beschikbaar was.
88
Bijlage 3 Ondernemingsraad
(De Ondernemingsraad is opgericht op 17 september 2000) Inleiding Voor de ondernemingsraad stond 2010 in het teken van de reorganisatie, capaciteitsreductie en bezuiniging, een nieuwe Raad van Bestuur en de holdingstructuur met de Ottho Gerhard Heldring Stichting (OGH) te Zetten. Het jaar zijn we gestart met het voornemen om samen een Ondernemingsraad te gaan vormen met de OR van de OG Heldringstichting, dit is er echter nog niet van gekomen. De reorganisatie en de omschakeling van lopende werkprocessen naar crisismanagement heeft de ondernemingraad veel tijd en energie gekost. Wij hebben er veel in geïnvesteerd om de achterban goed geïnformeerd te houden door de frequentie van de nieuwsflitsen op te schroeven naar een wekelijkse informatievoorziening. De samenwerking met de diverse geledingen in de organisatie werd intensiever. Het opschakelen, zoals dat door onze externe adviseur werd genoemd, viel niet mee. We hebben zowel binnen als buiten de Ondernemingsraad hard moeten werken om overleg met elkaar op gang te houden en vertrouwen in elkaar te behouden. Ook in de manier van werken met de Raad van Bestuur is een grote verandering opgetreden, we kwamen van een overload aan informatie in een informatievacuüm. Dit proces had zeker te maken met prioriteiten stellen om de organisatie overeind te houden, waarbij de Raad van Bestuur kon rekenen op onze constructief kritische houding. De laatste maanden is de tendens tot een beter gestructureerde communicatie- en informatievoorziening ingezet en in de komende periode streven we erna dit te bestendigen. De scholing die de ondernemingsraad in april organiseerde, stond in het teken van de financiële situatie van dRW en de voorbereiding van de centrale ondernemingsraad. In november hebben we, in versoberde vorm, gekeken naar hoe we gefunctioneerd hebben en wat we kunnen verbeteren. Op verzoek van bestuurder heeft de Ondernemingsraad leden voorgedragen om zitting te nemen in de commissie IBAC. Benoemd zijn Robin Bouwmans en Sraar Hoex als actieve leden en Romeo Hofwijks als reservelid. Missie en Visie Missie De belangen van de medewerkers behartigen, voor zover dat reëel is gezien het organisatiebelang. • Balans bewaken tussen sociaal en financieel economisch beleid. • Signalen geven aan de bestuurder over wat er op de werkvloer leeft. • Opletten dat de bestuurder samenhangend beleid formuleert en de OR daarbij betrekt en vroegtijdig informeert. • Er voor zorgen dat besluiten en afspraken worden nageleefd. • Initiëren van beleid. De Ondernemingsraad van FPC de Rooyse Wissel opereert binnen de kaders van de WOR en zoekt met betrekking tot methodiek en kwaliteit aansluiting bij de organisatie. De Ondernemingsraad streeft ernaar dat alle werkvelden binnen de raad vertegenwoordigd zijn. Visie Wij realiseren onze missie door: • op constructief kritische wijze te werken door middel van in kaart brengen, afwegen van voordelen en nadelen per vraagstuk en vervolgens besluiten, zo mogelijk in consensus; • de balans te bewaken tussen sociaal en financieel economisch beleid; • signalen te geven aan de bestuurder over wat er op de werkvloer leeft; • op te letten dat de bestuurder samenhangend beleid formuleert en de OR daarbij betrekt en vroegtijdig informeert; de ondernemingsraad fungeert als sparringpartner voor de Raad van Bestuur; • er voor te zorgen dat besluiten en afspraken worden nageleefd; • voorstellen te kunnen doen (WOR artikel 23, Initiatiefrecht) naar aanleiding van onderwerpen, welke de OR relevant vindt; • het formuleren van beleidsuitgangspunten bij geconstateerde knelpunten;
89
• • •
de achterban te raadplegen. Dit kan zowel informeel als formeel (WOR artikel 17). De keuze is te maken naar rato van de problematiek; de gevolgen van de genomen besluiten te toetsen of de gemaakte afspraken worden nagekomen. Dit kan door de achterban te vragen, door het controleren van cijfermateriaal, et cetera. Per punt wordt bepaald hoe, wanneer en wie toetst; bestuurder en achterban te informeren door middel van overleg, via notulen en publicaties middels redactie onder eigen verantwoordelijkheid.
Leden van de Ondernemingsraad In januari heeft de Ondernemingsraad verkiezingen gehouden zodat de elf zetels herverdeeld zijn. Hierbij zijn alle verkiesbare kandidaten benoemd, helaas hebben we niet meer kandidaten kunnen trekken om verkiezingen te kunnen houden. De OR bestond gedurende het hele jaar 2010 uit de in januari gekozen formatie. Het Dagelijks Bestuur van de Ondernemingsraad bestaat uit één voorzitter, één vice-voorzitter en een toegevoegd lid. Een Ambtelijk Secretaris ondersteunt de Ondernemingsraad. Leden Ondernemingsraad: Peter Blom, voorzitter STM afdeling Pharos Geertine Drost, vice-voorzitter ITB/TLW afdeling Gizeh, Horus, Aswan Ben Peters, toegevoegd lid DB Medewerker Receptie en Beveiliging Venray Sraar Hoex STM afdeling Sfinx Romeo Hofwijks STM afdeling Isis Robin Bouwmans STM afdeling Isis Ton Swinkels Medewerker Technische Dienst Bernie Baats-Speetgens Behandelrapporteur Horus Maya Molag-Mussen STM afdeling Gizeh Jan Deenen STM afdeling Siwa Aniek Janssen Muziek therapeut afdeling THD Sigrid van den Akker Ambtelijk Secretaris Achterban Om de achterban te informeren maken we gebruik van de volgende middelen: • nieuwsflitsen tijdens de reorganisatie • achterbanbijeenkomst om uitleg te geven over de reorganisatie • maandelijks OR nieuws • stand bij de Dag van de Sociotherapie • locatie bezoeken Maastricht • artikelen in personeelsblad Uitwisseling • presentatie van de Ondernemingsraad op Roy • notulen op Roy Raads- en Overlegvergaderingen De Ondernemingsraad vergadert volgens een vooraf vastgestelde vergadercyclus, die zich het gehele jaar blijft herhalen. Deze cyclus is: • Ondernemingsraadvergadering. • Overlegvergadering. • Ondernemingsraadvergadering. • Dag voor het Dagelijks Bestuur. Raad van Toezicht In maart 2010 heeft de Ondernemingsraad van FPC de Rooyse Wissel (dRW) gezamenlijk met de Ondernemingsraad van de OG Heldringstichting (OGH) een overleg gehad met Raad van Bestuur en mevrouw Sijpkes en de heer Spronken van de Raad van Toezicht. In deze vergadering is onder andere gesproken over:
90
• • • • • • • • • • • •
Samenwerking dRW en OGH Gevolgen inzet van medewerkers die voor beide organisaties werken Idee OR dRW over de organisatiestructuur Nieuwe Raad van Bestuur model (tweehoofdig) Financiën (OGH/dRW) Begroting 2010 Capaciteitsreductie en krimp Visie komend half jaar Kansen en bedreigingen Jeugdzorg plus en de gevolgen van het gevallen kabinet. Welke politieke partij staat voor de Jeugdzorg Gevolgen regionale plaatsingen Stand van zaken BJB
Advies- en instemmingaanvragen In het afgelopen jaar kwamen de volgende advies- en instemmingaanvragen binnen: ONDERWERPEN ADVIES
ADVIES POSITIEF/NEGATIEF
Adviesaanvraag statutenwijziging OGH-dRW
Positief
Adviesaanvraag capaciteitsreductie en bezuiniging
Positief
Adviesaanvraag inzet tijdelijke ondersteuning op afdeling financiën
Positief
Adviesaanvraag inzet interim hoofd afdeling financiën
Positief
Adviesaanvraag organisatiestructuur dRW Adviesaanvraag inzake de holdingstructuur ONDERWERP INSTEMMING Overeenkomst bedrijfsgeneeskundige begeleiding (inzet bedrijfsarts) Plan van Aanpak RI&E 2010 Regeling reis- en verblijfskosten, meer specifiek de vergoeding reiskosten woon- werkverkeer. ONDERWERP INSTEMMING
Negatief tenzij
Positief
Lopend INSTEMMING Onthouden van stemming Lopend Instemming INSTEMMING
Calamiteitenplan
Geen instemming
Bedrijfshulpverleningsplan
Geen instemming
Arbojaarverslag 2009
Verwacht
Voorstel inzet bedrijfsarts per 1 januari 2011
Instemming
ONDERWERP INITIATIEFVOORSTEL
Opmerking
(On)veiligheid in de nachtdienst
In behandeling bij locatie directie
Raad in ontwikkeling Studiedagen april 2010. Tijdens deze studiedagen is Peter Blom officieel herkozen als voorzitter van de Ondernemingsraad. Sraar Hoex heeft aangegeven zich niet herkiesbaar te stellen als vice-voorzitter, om gezondheidsredenen, waardoor deze positie vrij kwam. Door stemming is Geertine Drost gekozen als de nieuwe vice-voorzitter. Verder hebben we een lid toegevoegd aan het Dagelijks Bestuur, ter verzwaring van de kennis, in de persoon van Ben Peters. Hiermee is de taakverdeling binnen het Dagelijks Bestuur gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.
91
Voor de OR-leden uit Maastricht was de woensdag als vaste vergaderdag lastig. Als nieuwe vaste OR-dag is gekozen voor de dinsdag. Op verzoek van bestuurder wordt deze dag voor 2011 gewijzigd naar donderdag. Onderwerpen die verder aan bod zijn gekomen: persoonlijk functioneren, samenwerking met de nieuwe Raad van Bestuur, invulling medezeggenschap en samenwerking met de Ondernemingsraad van de OG Heldringstichting, toelichting op financiën door extern deskundige (kengetallen / begroting / budgetten). Studiedagen november 2010. Voor de zomer constateerde het dagelijks bestuur dat de inzet van een extern deskundige een zware wissel heeft getrokken op het budget van de Ondernemingsraad. De kosten waren vooraf niet te berekenen en we hebben geen extra financiële ruimte gekregen van de Raad van Bestuur, ondanks ons verzoek. We waren daarom genoodzaakt om fors te bezuinigen op onze studiedagen, wat in de praktijk neerkwam op vier dagdelen zonder deskundige leiding en geen overnachting. We hebben ervoor gekozen om twee dagdelen in te vullen met trainers en hiermee te werken aan ons eigen crisismanagement. De eerste studiedag stond in het teken van teambuilding en zelfreflectie, dit heeft ons inzichten opgeleverd en nieuwe energie om 2011 met vertrouwen en draagkracht in te gaan. De 2e dag hebben we locatie Maastricht bezocht. We hebben afspraken gemaakt over onze werkstructuur, de logboeken zijn geëvalueerd, we hebben afdelingen bezocht en geluisterd naar de medewerkers. In de middag hebben we een presentatie gekregen van onze controller en hoofd financiën op de locatie Venray. Hierbij hebben we open en eerlijk kunnen communiceren over onze zorgen en vragen. Platformdag 26 april 2010 Op 26 april heeft onze Ondernemingsraad een landelijke platformdag georganiseerd in FPC de Rooyse Wissel. Het thema was ‘tbs uit de gratie?’ De bijeenkomst werd geopend door Bestuurder, waarna uitvoerig is gesproken over de belangrijkste ontwikkelingen binnen de verschillende klinieken. In de middag vond een presentatie plaats over het EPD en DBBC’s en zijn aanwezigen aan de slag gegaan met een drietal stellingen: relatie met bestuurder, relatie met achterban en mate van medezeggenschap. De platformdag was interessant en succesvol.
92
Bijlage 4 Patiëntenraad
(De Patiëntenraad is opgericht op 13 juni 2000) De patiëntenraad is samengesteld uit vertegenwoordigers van afdelingen van FPC de Rooyse Wissel. Per 1 september 2010 heeft de patiëntenraad een structuurverandering ondergaan. Aangezien de kliniek met het openen van meerdere behandelafdeling op de locatie Maastricht en tegelijkertijd de afdelingen Thebe in P.I. Grave heeft gesloten, bestaat de kliniek uit twee locaties en voldeed de opzet van de patiëntenraad niet meer aan ieders belang. Uitgangspunt voor de vernieuwde patiëntenraad is het wettelijk kader geweest zoals dat is vastgelegd in artikel 70 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden en de verdere uitwerking daarvan in de artikel 42 t/m 45 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden. Beide locaties hebben ieder een eigen Deelraad waarin overlegd wordt tussen de patiënten en een HSTM. De agendapunten zijn locatiegebonden. De deelraden zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van alle afdelingen van FPC de Rooyse Wissel. Binnen de Deelraad Venray is een dagelijks bestuur actief bestaande uit een voorzitter, secretaris en een penningmeester. Het afgelopen jaar vergaderde de Deelraad Venray elke vrijdag van 09.00 uur tot ca. 10.30 uur. Elke eerste vrijdag van de maand was er een Deelraadvergadering met de directie. Op 4 juni is er een patiëntenraadsvergadering gehouden op de locatie
Deelraad Venray Het jaar 2010 is voor iedereen, bewoners en personeel, een onrustig jaar geweest. Nadat eind 2009 duidelijk werd dat er een jaar zou komen met forse bezuinigingen was er nog geen zicht op hoe alles zou gaan verlopen. Vrij vroeg in het jaar werden de twee afdelingen van Thebe in P.I. Grave gesloten, snel gevolgd door de sluiting van Chepri 2. De afdeling Nijl werd veranderd van een behandelafdeling naar een pre-reso afdeling. Tegen het eind van 2010 werd als laatste Chepri 1 gesloten. Met het sluiten van een aantal afdelingen in Venray en P.I. Grave werden er op de locatie Maastricht een aantal behandelafdelingen geopend. Dit alles zorgde voor een patiëntenstroom binnen FPC de Rooyse Wissel. Tegelijkertijd werden het eerste half jaar de contracten van vele werknemers niet verlengd. Zeker binnen sociotherapie heeft dit grote gevolgen gehad en ook bij de therapeutische dienst is dit merkbaar geweest. Voor bijna iedereen is het lange tijd onduidelijk geweest wat de patiënten te wachten stond, dit heeft voor veel onrust gezorgd. De patiëntenraad heeft alle bezuinigingen nauwlettend gevolgd, aan de directie kritische vragen gesteld en de bewoners geadviseerd waar hun mogelijkheden lagen om actie te ondernemen wanneer de behandeling in het geding kwam. Door verschuivingen in het personeelsbestand en langdurige zieken bij sociotherapie waren insluitingen helaas niet te voorkomen. Ook daarover heeft de patiëntenraad zich veelvuldig laten horen en ervoor gezorgd dat er een tegemoetkoming is gedaan naar alle bewoners. Uitgangspunt van de Patiëntenraad blijft uiteraard om insluitingen zo veel mogelijk te voorkomen. Met de bezuinigingen werden tevens ontspanningsblokken zoals muziek in de avonduren geschrapt en het aantal kasdagen in de week terug gebracht van drie naar twee. De deelraad was van mening dat de leefbaarheid binnen de kliniek met al dit soort maatregelingen beperkter werd en zijn daarover maandenlang in gesprek geweest met betrokken personen. Voor de deelraad was het zaak om in gesprek te blijven, vragen te stellen en adviezen te geven. Dit heeft ook resultaat gehad, het is niet alleen tot gesprekken gebleven maar er zijn ook daadwerkelijk verandering doorgevoerd.
93
Zo zijn recent de kasdagen aangepast voor een betere spreiding en is duidelijkheid gegeven over de uitbetalingen in 2011. Daarnaast is de verwachting dat op korte termijn de verschillende ontspanningsblokken in de avonduren terug komen en zelfs uitgebreid gaan worden. Maar er waren ook snelle acties, een voorstel van de patiëntenraad om de wedstrijden van Nederland tijdens het WK-voetbal op het grote scherm op het Plein te volgen werd door de directie gehonoreerd en het zomerprogramma werd weer teruggebracht naar twee weken in plaats van één week. Voorafgaand aan het zomerprogramma heeft de patiëntenraad meerdere malen duidelijkheid gevraagd rondom de beleidsvoering van de ZRP-score tijdens de twee weken van het zomerprogramma. Vanaf september is de afdeling Chepri 2 verhuurd aan ‘Dichterbij’, de bewoners van deze afdeling hebben een andere juridische status dan tbs-gestelden. In oktober heeft een afvaardiging van de Deelraad Venray een ontmoeting gehad met de Cliëntenraad van Dichterbij. Afgesproken is om op een later tijdstip ervaring uit te wisselen op het gebied van bewoners in de kliniek zonder tbsstatus. De raad in beweging In de samenstelling van de patiënten- en later deelraad zijn het afgelopen jaar wisselingen geweest. Doordat de patiëntenraad het systeem hanteert waarbij per afdeling één vertegenwoordiger zitting heeft in de raad, vinden wisselingen plaats. Niet alle afdelingen hebben een vertegenwoordiger in de deelraad. Binnen het dagelijks bestuur heeft er in het afgelopen jaar een wisseling plaats gevonden bij de voorzitter en penningmeester. Het is de instelling van een dagelijks bestuur (voorzitter, secretaris en penningmeester) om de deelraad extra stabiliteit te geven doordat het mogelijk is om de bestuursfunctie aan te houden wanneer je naar een andere afdeling gaat. Zo gaat de ervaring van het dagelijks bestuur niet bij iedere wisseling verloren. Tevens zijn er in de begeleiding wisselingen geweest. Eind 2010 wordt de patiëntenraad begeleid door twee sociotherapeuten en één Hoofd Sociotherapeutisch Milieu. Vergaderingen van de patiëntenraad in de nieuwe vorm hebben nog niet plaatsgevonden met het afsluiten van 2010. De opzet is om de eerste patiëntenraadsvergadering via videoconference in de eerste maanden van 2011 te laten plaatsvinden. De afvaardiging vanuit de deelraad Venray voor de patiëntenraad dient nog gekozen te worden. Communicatie met achterban De berichtgeving naar de achterban is goed te noemen. Belangrijke zaken worden wekelijks vermeld in de huiskamerbespreking en vanuit de afdelingen worden ook punten aangeleverd voor de deelraad- en patiëntenraadsvergadering. Deze punten worden meegenomen door de afdelingsvertegenwoordiger. De notulen van de deelraad- en patiëntenraadsvergaderingen liggen op elke afdeling ter inzage. De deelraad is actief aan het werk geweest om de bereikbaarheid voor alle patiënten te vergroten. In de zomermaanden is er een proef gestart met op de maandagavond een inloopuurtje op het Plein. De respons was te laag om het inloopuurtje te handhaven. Met het wegvallen van het inloopuurtje is er een brievenbus voor de deelraad op het Plein geplaatst om de bereikbaarheid te vergroten. De communicatie met de afdelingsvertegenwoordigers van de locaties Maastricht verloopt moeizaam en bestaat voornamelijk uit spaarzame telefonische contacten en het toezenden van de verslagen van de deelraad Venray naar Maastricht. Vanuit de locatie Maastricht wordt door de deelraad Venray alleen de verslagen met de locatiedirectie ontvangen. Op 4 juni waren de afdelingsvertegenwoordigers van Venray bij de patiëntenraadsvergadering met de directie in Maastricht aanwezig. Op 10 december was de voorzitter van de deelraad Maastricht in Venray aanwezig voor een geplande patiëntenraadsvergadering met lunch. Door omstandigheden heeft de vergadering in een kleine bezetting doorgang gevonden.
94
De voorzitter en secretaris van de deelraad Venray hebben de Landelijke Patiëntenraad Dag op 24 november, georganiseerd door tbs-kliniek De Kijvelanden, bijgewoond. Hier is onder andere gesproken over de communicatie tussen de patiëntenraden van alle tbs-klinieken. De patiëntenraad van FPC de Rooyse Wissel zal de Landelijke Patiëntenraad Dag 2011 gaan organiseren. Wanneer er veranderingen zijn binnen de kliniek, wordt de patiëntenraad hier de meeste gevallen in gekend alvorens men een beslissing neemt, dit zou echter nog wel een verbeteringspunt zijn. Werkgroepen De leden van de deelraad namen in 2010 zitting in de volgende werkgroepen: - TV-raad - Voedingsraad - Therapieën - Computerraad - S.C.W. raad - Open dagen en rondleidingen - Werkgroep bewegingsvrijheid Doordat er diverse wisselingen in de deelraad plaats vinden is ervoor gekozen om de deelraden onder te brengen in een tweetal clusters om zo meer stabiliteit te krijgen in de werkgroepen. Daarnaast is ervoor gekozen om op een aantal vrijdagen na een deelraadvergadering een werkgroepvergadering in te plannen. Voor het advies computerbeleid heeft de werkgroep computerraad andere bewoners en medewerkers betrokken in het opzetten van een advies, dit is voor de werkgroep een positieve ervaring geweest. Op deze manier wordt de achterban nog meer in actuele adviezen betrokken. Onderwerpen waarvoor de patiëntenraad zich heeft ingezet: - Voedingslijst / winkeltje en snacks; een blijvend punt van aandacht betreffende oa het assortiment en de bestellijst is aangepast. Er is een enquête gehouden betreffende de snackavond en een werkgroep probeert verbeteringen aan te brengen - Kliniekregels en afdelingsregels; dit jaar zijn er nieuwe kliniekregels van toepassing, de raad heeft adviezen uitgebracht - Insluitprogramma / wachtlijsten en personeels tekorten; actueel punt welke een paar keer per jaar kritisch gecontroleerd wordt - Netwerkraad; de Netwerkraad is officieel geïnstalleerd in FPC de Rooyse Wissel, de patiëntenraad is betrokken geweest in de opzet van de Netwerkraad - Opendagen en rondleidingen; de deelraad wordt daarin actief betrokken en treed veelvuldig als gastheer op - Computerbeleid; halfjaarlijks update, het computerbeleid is mede door de werkgroep op papier gezet - Bewegingsvrijheid niveau 4; heeft nog steeds de aandacht maar in 2010 zijn er geen nieuwe ontwikkelingen tot stand gekomen - Telefoontarieven; Na diverse gesprekken is een concrete afspraak gekomen over de telefoontarieven - Commissie van Toezicht; het aanhalen en verbreden van de contacten met de Commissie van Toezicht Doelen 2011 Na de vele veranderingen in 2010 wil de Deel- en patiëntenraad van FPC de Rooyse Wissel het leefklimaat in de kliniek verbeteren. De Deel- en patiëntenraad blijft het komende jaar de belangen van alle patiënten zo goed mogelijk behartigen en de continuïteit van de raad waarborgen. Stabiliteit en uitbreiding van de Deelraad is daarbij van belang en zal een aandachtspunt zijn voor 2011. Langlopende adviezen en ideeën van de Deel- en patiëntenraad zullen opgepakt worden zoals de ZRP-score en Vrijhedenniveau 4. Daarnaast zal de Deelraad zich inzetten om het beeld van de tbs-instellingen in de maatschappij te verbeteren door hun bijdrage aan de rondleidingen binnen de kliniek.
95
Deelraad Maastricht Het is een bewogen jaar geweest waarin veel in is gebeurd. Het begon met een tegenvaller. Na een aantal blokken gevolgd te hebben in het nieuwe gebouw werd het gebouw afgekeurd door de inspectie. Er moest weer worden terugverhuisd naar de porto-cabins. Doordat de instroom van de PPC afdelingen wel doorging ontstonden de nodige problemen. Als deelraad Maastricht kunnen we zeggen dat we ontzettend veel hebben bereikt ookal was de weg soms lang. Er is veel overleg geweest met de locatiedirectie. Dat blijkt wel uit het feit dat er elke maand een directie overleg heeft plaats gevonden samen met de patiëntenraad. Ook de interne raadsvergaderingen hebben elke week plaats gevonden, behalve tijdens het zomerprogramma. Ook heeft de locatiedirectie tijd gemaakt voor de patiëntenraad door middel van een aantal extra vergaderingen. De patiëntenraad heeft er respect voor dat veel patiënten geduld hebben kunnen opbrengen. En er is in 2010 veel van hun gevraagd. Als raad verwachten we dat 2011 het jaar van de verdere ontwikkelingen gaat worden zoals meer aanbod TLW, meer vrijheden, betere communicatie, stabiliteit in het personeelsbestand zowel voor sociotherapie, vaktherapie, TLW en ITB, zodat de behandelduur korter wordt. Ook dit zal zeer zeker weer met de nodige strubbelingen gepaard gaan, maar de patiëntenraad staat erachter. Ook met betrekking tot de communicatie met patiëntenraad Venray (de overkoepelende raad) wordt veel verwacht. In 2010 is deze communicatie niet altijd goed geweest en tevens is er geen gezamenlijke vergadering geweest. De lijnen zullen korter worden en dit zal de communicatie verbeteren.
96
Bijlage 5 Jaarverslagen commissies Binnen FPC de Rooyse Wissel zijn diverse commissies actief. In dit onderdeel van het jaarverslag worden per commissie de doelstellingen en mogelijke resultaten in 2010 beschreven.
Arbo Commissie Doelstelling In 2007 werd er een nieuwe Arbo-commissie samengesteld. Het doel van de Arbo-commissie is de veiligheid, gezondheid en welzijn van de medewerkers te waarborgen.
Resultaat 2010 (samenvatting arbo jaarverslag) Het complete Arbo-jaarverslag 2009/2010 was op dit moment van schrijven nog niet vastgesteld. Jaarlijks wordt door de Arbo-coördinatoren een Arbojaarverslag opgesteld waarin relevante ontwikkelingen, die zich het voorgaande jaar op het gebied van arbeidsomstandigheden hebben voorgedaan, zijn opgenomen. In 2010 is het Arbojaarverslag 2009 wel opgesteld maar niet vastgesteld door het MT en de OR omdat de prioriteit uitging naar de bezuinigingen en de daaruit voortkomende reorganisatie. Om die reden is dit verslag een samengevoegd verslag wat toeziet op 2009 en 2010. Het Arbojaarverslag omvat een presentatie van een aantal cijfers op het gebied van ziekteverzuim, incidenten, bedrijfsongevallen. Daarnaast wordt er verslag gedaan over opvang en nazorg, bedrijfshulpverlening, veiligheid en milieuzorg. Er is aandacht voor de evaluatie van het plan van aanpak RI&E. Hierbij wordt gekeken of alle afdelingen hun plan van aanpak RI&E uitgevoerd hebben. Naar aanleiding van de evaluatie wordt er een aantal conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Arbo-commissie De voornaamste taken van de Arbo-commissie bestaan uit; het leveren van een bijdrage aan de RI&E (risicoinventarisatie en –evaluatie), het adviseren van de werkgever over arbeidsomstandigheden en arbobeleid, het informeren van de Ondernemingsraad, het informeren van werknemers, overleggen met arbodeskundigen en fungeren als aanspreekpunt voor collega’s. De Arbo-commissie voert periodiek overleg, drie tot vier maal per jaar en twee maal per jaar met de OR. De medewerkers worden op de hoogte gehouden van relevante ontwikkelingen middels de nieuwsbrief. Opleidingen Veiligheid van medewerkers tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden wordt van groot belang geacht. Jaarlijks wordt voor diverse functiegroepen een fysieke en verbale agressietraining georganiseerd. Aan de trainingen is voornamelijk deelgenomen door sociotherapeuten. Het doel van de agressietraining is medewerkers zo goed als mogelijk voor te bereiden op hoe zij om moeten gaan met voorkomend agressief gedrag van patiënten. Daarnaast hebben in 2009 en 2010 in dit kader herhalingstrainingen, teamdagen en instructeuropleidingen plaatsgevonden. Het is opvallend dat er in 2010 beduidend minder trainingen zijn gevolgd dan in 2009. Dit is een rechtstreeks gevolg van de reorganisatie/krimp, waar prioriteit aangegeven diende te worden. Het verschil in aantal basistrainingen kan worden verklaard door de vacaturestop. In 2009 en 2010 hebben daartoe geselecteerde medewerkers deelgenomen aan Basis- en Herhalingstrainingen Bedrijfshulpverlening. Vanaf het tweede kwartaal in 2009 wordt de uitvoering van deze trainingen verzorgd door DJI.
97
Veiligheid, klimaat en beroepsziektes In augustus 2009 is door DJI aangegeven dat de planning uitvoering brandveiligheid binnen FPC de Rooyse Wissel niet voldeed aan de gestelde deadline. Er moest op 15 december 2009 een volledige brandveiligheid fase 1 gerealiseerd zijn. De geldende planning voorzag eind februari 2010 in brandveilig binnen dRW. Fase 1 voorziet nog niet in alle door DJI opgelegde extra eisen, dit kan en mag in een later stadium, wel voor maart 2010. De stand van zaken in september 2009 was dat alle woonafdelingen m.u.v. van Siwa en Isis op 15 december 2009 gereed zouden zijn. Aanpassing van de planning maakte het nodig dat de patiënten van Isis en later Siwa overdag de afdeling zouden verlaten. Het alternatief verblijf overdag werd het DAC in ASC 2. De deadline om 15 december 2009 brandveilig fase 1 te zijn, is gehaald. De extra beveiligde isoleer was eind januari 2010 weer operationeel. Wanneer nodig kon er in crisissituaties met patiënten worden uitgeweken naar Overmaze. Eind 2009 voldeden alle afdelingen met uitzondering van Isis 1&2 en de Siwa 1&2 aan de fase II norm. In maart 2010 voldeden ook de Siwa en de Isis aan de fase II norm. Aansluitend zijn de deuren in de rookscheidingen vervangen. Dit onderdeel van het Project Brandveiligheid is in juli afgerond. Er is eind 2010 in het kader van de nieuwe eisen brandveiligheid een nieuw programma van eisen brandmeldcentrale vastgesteld. Om aan deze eisen te voldoen moeten we onder een bepaald aantal ongewenste/valse meldingen blijven. Daaraan voldoet FPC de Rooyse Wissel nu niet. Om ook die norm te behalen zal een aanpassing van de brandmeldcentrale nodig zijn. Onderzoek daarvoor is eind 2010 opgestart. Keuzes en besluitvorming daarover zal begin 2011 plaats vinden. DJI heeft diverse inrichtingen bezocht om vast te stellen of het ingezette beleid brandveiligheid na de Schiphol affaire ook daadwerkelijk is gerealiseerd. DJI heeft 2008 richtlijnen uitgezet waaraan gebouwen waarin “ingeslotenen” verblijven moeten voldoen. De inspectie heeft gekeken naar de bouwkundige en organisatorische stand van zaken. Bouwkundig zijn er een aantal aandachtspunten, die zijn inmiddels opgepakt. Organisatorisch zijn er opmerkingen die een herstructurering van het veiligheidsbeleid vragen (lees ook BHV beleid). De locatiedirectie heeft om dat te bewerkstelligen een kerngroep Veiligheid de Rooyse Wissel opgericht (zie ook paragraaf 5.11 in dit jaarverslag). Opvang en begeleiding Terugblikkend op 2009 en 2010, wordt er binnen FPC de Rooyse Wissel gemiddeld ongeveer één keer maand een beroep op de vertrouwenspersoon gedaan. In 2008 is er een externe vertrouwenspersoon aangetrokken. Zij is in 2009 twee keer benaderd en in 2010 één keer. De reorganisatie en krimp in 2010 heeft geen invloed gehad op het aantal keren dat de vertrouwenspersonen werden ingeschakeld. Er is in 2009 is er 17 maal een beroep gedaan op de commissie Collegiale Opvang en Begeleiding. Van de 17 maal dat er begeleiding werd gevraagd, ging het om 16 individuele begeleidingen en een groepsbegeleiding. In 2010 is er tien keer een beroep gedaan de Collegiale Opvang Begeleiding, voor in totaal 24 collega’s. Ter vergelijking een overzicht van de voorgaande jaren. Jaar
Aantal
2004
8
2005
9
2006
12
2007
10
2008
10
2009
17
2010
10
98
Het aantal malen dat een beroep is gedaan is in 2009 dus gestegen en in 2010 weer gedaald. De commissie is in 2009 uitgebreid om de locatie in Maastricht ook te kunnen bedienen. Bedrijfshulpverlening Het oefenjaarplan voor 2009, is op de oefening ‘Gijzeling’ na, volledig afgerond. De reden voor uitstel van deze oefening was, dat er meer naar de maatstaven van Justitie gehandeld moet worden. Dit heeft voor FPC de Rooyse Wissel verstrekkende gevolgen, zowel financieel als organisatorisch. De werkgroep die met dit project bezig is, heeft nu een concept voorstel bij de locatiedirectie neergelegd. Alle overige gestelde doelen zijn gehaald. De evaluatiepunten die naar voren zijn gekomen na de oefeningen zouden worden meegenomen in de oefenkalender voor 2010. De verbeterpunten uit 2009 worden geborgd in het BHV plan 2010; de nieuw te plannen basisopleidingen van voorgenoemde groepen zullen worden verzorgd door Justitie in 2010. De geplande functie van Veiligheidsfunctionaris, die in de organisatie structuur was opgenomen, kwam te vervallen. Deze taken zullen overgenomen door de BHV coördinator, de Teamleider receptie en Hoofd Facilitair. In 2010 zijn er aanzienlijk minder oefeningen gedraaid dan gepland was in de oefenkalender. Dit had te maken met de ontwikkelingen omtrent het nieuwe calamiteitenplan wat op de rol stond om aangepast te worden. Mede doordat er nog steeds onduidelijkheid was over het wel of niet aansluiten bij een DJI beleid met alle daarbij horende functies en verantwoordelijkheden, heeft dit geleid tot de teleurstellende resultaten van de Inspectie van de Sanctie toepassingen van november 2010. De opzet is om met de eind 2010 gevormde Kerngroep Veiligheid meer duidelijkheid te creëren voor zowel de organisatie (RvB) als voor de afzonderlijke disciplines die met een te volgen beleid in het leven worden geroepen. Calamiteitenplan De stafafdeling heeft alle documentatie ontvangen van afdeling Facilitair, wat betreft calamiteiten. Er is een concept calamiteitenplan, waarin het gijzelingdocument nog afgerond moet worden binnen een werkgroep. Het herziene calamiteitenplan kan begin 2010 voorgelegd worden aan het MT ter goedkeuring. Stand van zaken calamiteitenplan eind 2010. Er is een nieuw calamiteitenplan. Dit calamiteitenplan is november 2010 goedgekeurd door het MT. De inspectie van november door DJI op het project brandveiligheid heeft ook verbeterpunten op het nieuwe calamiteiten opgeleverd. Deze worden in de eerste periode van 2011 verwerkt. Het calamiteitenplan zal wanneer deze verbeterpunten ingevuld zijn geïmplementeerd gaan worden. De regie ligt bij de kerngroep veiligheid. Milieuzorg Gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen in daarvoor bestemde kasten. De productgegevens van deze stoffen zijn in het kader van een efficiënte hulpverlening voorhanden. Gevaarlijke stoffen zijn in kleine hoeveelheden, de zogenaamde gebruikers hoeveelheden, aanwezig. Evaluatie Plan van aanpak RI&E Begin 2010 is er een evaluatie gemaakt van het Plan van Aanpak 2009 gebaseerd op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), opgesteld in 2006. De evaluatie is gebaseerd op de input die afkomstig is van de viermaandsrapportages. De afdelingen Siwa, Thebe, De Horst en Aswan/Gizeh zijn net als in 2006 niet opgenomen in de RI&E en dientengevolge ook niet in het plan van aanpak. Er is op deze afdelingen niet over de arbeidsomstandigheden gerapporteerd. Uit de viermaandsrapportages blijkt dat alle afdelingen de actiepunten die open stonden eind 2008/begin 2009 hebben uitgevoerd. Er wordt in de viermaandsrapportages van 2009 geen melding meer gemaakt van openstaande actiepunten met uitzondering van TLW. De actiepunten van deze afdeling komen terug in de nieuwe RI&E. Eind 2009 is er een nieuwe RI&E uitgevoerd door het bedrijf Arbode. Begin 2010 volgde de rapportage van dit onderzoek. Naar aanleiding hiervan werd er voor elke afdeling een nieuw plan van aanpak opgesteld. Door de
99
bezuinigingen/krimp die zich toen aankondigde is dit echter stilgelegd en werd het plan van aanpak niet meer voorgelegd aan MT en OR. Tijdens de viermaandsrapportages kwam het plan van aanpak van de afzonderlijke afdelingen niet meer aan de orde. Begin 2011 wordt het nieuwe plan van aanpak RI&E 2010, ter vaststelling voorgelegd aan MT en OR. Om vervolgens goed vast te stellen of voorgenomen aandachtspunten in behandeling zijn, is het noodzakelijk om de uitvoering van de maatregelen uit het plan van aanpak RI&E systematisch te rapporteren en toetsbaar te maken. In het bestaande schema van maatregelen is daartoe een kolom daadwerkelijke actie/maatregel en een kolom status of uitgevoerde datum toegevoegd. Hierin wordt concreet vermeld welke concrete actie dient plaats te vinden en wanneer de actie/ voorlichting over het onderwerp is gebeurd. Deze maatregels kunnen dan in de viermaandsrapportages geëvalueerd worden. Het is van belang om dit onderwerp terug op de agenda te zetten van de viermaands-rapportages. Ziekteverzuim en incidenten Het totale ziekteverzuimpercentage van FPC de Rooyse Wissel is in 2010 gestegen met 3,6 % ten opzichte van 2009. Deze stijging wordt veroorzaakt door een stijging van lang verzuim. Het landelijke gemiddelde is gestegen met 4,93 %. Met een totaal van 4,55 % is het ziekteverzuim van FPC de Rooyse Wissel 7 % lager dan het landelijke gemiddelde. De verzuimfrequentie is verlaagd ten opzichte van 2009, maar nog steeds hoger dan landelijk gemiddeld GGZ. Incidenten en agressie De incidenten en agressiemeldingen zijn vastgelegd in MITS. In 2009 zijn er 675 meldingen van verbale agressie tegen personeel in MITS geregistreerd. In 2010 waren dit 420 meldingen. Er zijn in 2009 66 meldingen geregistreerd van non-verbale agressie. Hiervan hebben er zes geresulteerd in licht persoonlijk letsel van medewerkers. In 2010 zijn er 52 meldingen geweest van non-verbale agressie en resulteerde negen hiervan in licht persoonlijk letsel. In geen van deze situaties in 2009 en 2010 heeft dit geleid tot ziekenhuisopname of blijvend letsel. Bedrijfsongevallen en beroepsziekten In 2009/2010 zijn er vijf meldingen gedaan van bedrijfsongevallen. Bedrijfsarts In 2009 en het eerste kwartaal van 2010 heeft Arbodienstverlener, KB-consult, in principe eenmaal in de twee weken een dagdeel spreekuur gehouden in Oostrum. De rest van het jaar 2010 werden de spreekuren gehouden op het kantoor van KB-consult in Nijmegen. In totaal heeft zijn er 92 (waarvan zeven telefonisch) spreekuren gehouden in 2009 en 78 (waarvan 13 telefonisch) spreekuren in 2010. Dit is inclusief een aantal gesprekken met P&O en de OR. FPC de Rooyse Wissel koos in 2010 voor een andere vorm van inkoop (geen beschikbare uren maar inkoop op vraag). Het contract met KB-consult werd beëindigd per 1 januari 2011. Vanaf 1 januari 2011 heeft FPC de Rooyse Wissel een contract met Arboned. Dit is dezelfde partner die fusiepartner OG Heldringstichting heeft. Gezien de groei van Maastricht was het in 2010 noodzakelijk om een betere (medische) ondersteuning voor Maastricht te bewerkstelligen. Er werd gezocht naar een andere constructie om zowel Venray als Maastricht goed te kunnen bedienen. Het contract met KB- consult werd opgezegd. Vanaf 1 januari 2011 worden de bedrijfartsen van Arboned ingehuurd, zij hebben ook een vestiging in Maastricht. Inspecties en medewerkertevredenheidsonderzoek In 2007 en 2008 heeft een aantal medewerkergerelateerde onderzoeken plaatsgevonden: BASAM (medewerkertevredenheidsonderzoek), evaluatie exitinterviews 2007 en 2008 en een onderzoek van de arbeidsinspectie (psychosociale arbeidsbelasting en monitor agressie en geweld). Deze onderzoeken hebben aanbevelingen opgeleverd. Er is een plan opgesteld, waarin deze aanbevelingen een plek krijgen en waaruit naar voren komt hoe opvolging gegeven wordt aan deze aanbevelingen. Binnen FPC de Rooyse Wissel worden apparaten en machines gecontroleerd conform de veiligheidsnorm NEN 3140.
100
Bedrijfshulpverlening (BHV) Doelstelling Het zich richten op de veiligheid en bescherming van de mens in de werkomgeving. Deze bescherming omvat: • Het voorkomen van brand, ongevallen en incidenten (preventie) door het houden van oefeningen, opleidingen en voorlichtingen. • Hulpverlening bij brand, ongevallen en incidenten. • Het assisteren van externe hulpverlenende instanties bij incidenten. • Het beperken van de gevolgen van brand, ongevallen en incidenten. • Het bestrijden van inrichtingsspecifieke incidenten. Het begeleiden van externe ondersteunende diensten bij incidenten (gidsfunctie).
Resultaat 2010 Voor het jaar 2010 zijn er aanzienlijk minder oefeningen georganiseerd dan de bedoeling was volgens de oefenkalender. Dit had mede te maken met de ontwikkelingen omtrent het nieuwe calamiteitenplan wat wederom op de rol stond om aangepast te worden. Mede doordat er nog steeds onduidelijkheid was over het wel of niet aansluiten bij een DJI beleid met alle daarbij horende functies en verantwoordelijkheden, heeft dus ondermeer ook geleid tot de teleurstellende resultaten van de Inspectie voor de Sanctie toepassing op 10 november 2010. De opzet is om met de momenteel gevormde Kerngroep Veiligheid meer duidelijkheid te creëren voor zowel de organisatie als voor de afzonderlijke disciplines die met een te volgen beleid in het leven worden geroepen. Hierbij valt te denken aan onder meer een Coördinator BHV en een Preventie Medewerker, die vanuit een goed Arbo-beleid wel gewenst worden geacht. Voorlopig resultaat van de inspectie heeft overigens al wel opgeleverd dat de nachtdienst bezetting opgehoogd is, om aan de DJI eisen te voldoen. Vooralsnog zijn er het afgelopen jaar de volgende oefeningen georganiseerd en uitgevoerd; Drie x oefening ‘(bedrijfs) ongeval’ Een x oefening ‘Letsel met botbreuk’ Een x oefening ‘Brand op cel’ Een x oefening ‘Ontvluchting’ Drie x oefening ‘Brand en ontruiming’ Oefening ‘Gijzeling’ is wederom niet geoefend daar het beleid nog steeds niet aansloot op het DJI beleid. Inzet voor het komende jaar zal zijn dat er meer individueel en locatie-specifiek geoefend zal moeten worden, om tegemoet te kunnen komen aan de gestelde richtlijnen die voortkomen uit de DJI beleidsdocumenten. Speerpunten voor 2011 zullen moeten zijn ‘Gijzelingsoefening’ en ‘Crisismanagement oefening’.
Commissie Collegiale Opvang en Begeleiding Doelstelling - Individuele medewerkers begeleiden op een professionele manier zodat zij de schokkende gebeurtenis/ incident, - ten gevolge van gedrag van de patiënt, zowel professioneel als privé, een plaats kunnen geven. - Uitwisselen van beelden en ervaringen in een groepsbijeenkomst om een gezonde verwerking te bevorderen.
101
- Voorlichten van medewerkers over de rol van de commissie en wat een wenselijke opvang is vanuit de naaste collega’s. - Informatie verstrekken over gevolgen en verwerking na een schokkende gebeurtenis/incident. - Zonodig doorverwijzen naar een externe (trauma)deskundige.
Resultaat 2010 Zie hiervoor het verslag van de Arbo-commissie in dit jaarverslag
Interne Bezwaren Advies Commissie Doelstelling De werkgever van een advies te dienen bij een schriftelijk en gemotiveerde alsmede tijdig ingediend bezwaar van een functievervuller/werknemer tegen een door de werkgever vastgestelde conceptfunctiebeschrijving welke is opgesteld in het kader van FWG 3.0.
Resultaat 2010 De samenstelling van deze commissie is in 2010 ongewijzigd gebleven; deze bestaat uit vijf personen, te weten een voorzitter (onafhankelijk persoon), een secretaris en drie leden. Twee leden zijn aangewezen door de Raad van Bestuur en twee leden zijn aangewezen door de Ondernemingsraad. Door zowel de Ondernemingsraad als de Raad van Bestuur is een reservelid aangewezen in het geval één van de vaste leden verhinderd is dan wel zelf het bezwaar heeft ingediend. In 2010 is er voor de IBAC geen bezwaarschrift binnengekomen.
Klachtencommissie Individuele Medewerkers Doelstelling Het bieden van de mogelijkheid aan iedere individuele werknemers en andere in de instelling werkzame personen om te laten onderzoeken of in redelijkheid zijn individuele belangen bij een door of namens de algemeen directeur genomen beslissing voldoende in acht zijn genomen. Daarnaast kan een werknemer of een andere in de instelling werkzame persoon een klacht aanhangig maken over een situatie, gebeurtenis of bejegening, die voor hem een probleem vormt. De klachtencommissie individuele medewerkers bestaat uit 7 leden t.w.: Een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter (beiden jurist en niet verbonden aan de kliniek) en vijf leden (allen werkzaam binnen FPC de Rooyse Wissel), waarvan twee leden voorgedragen zijn door de OR en drie door de Raad van Bestuur. Tevens heeft de commissie een ambtelijk secretaresse ter ondersteuning. Na de eerste zittingsperiode van drie jaar, zal de commissie verder gaan met vijf leden, zoals beschreven in het reglement.
Resultaat 2010 In 2010 is er geen beroep gedaan op de klachtencommissie en is de klachtencommissie derhalve niet bij elkaar gekomen.
102
Klachtencommissie Individuele Beoordelingen Doelstelling Het afspreken van de weg waarlangs en het scheppen van voorwaarden waaronder medewerkers klachten terzake als niet juist of niet rechtvaardig ervaren beoordelingen door leidinggevenden kunnen neerleggen. Tevens wordt verwacht dat van deze regeling een preventieve werking uitgaat.
Resultaat 2010 Bij de Klachtencommissie Individuele Beoordelingen zijn in 2010 geen klachten ingediend.
Vakgroep Sociotherapie Doelstelling Voor het jaar 2010 is gekozen om niet meer via het INK-model meer te rapporteren. Dit omdat de Vakgroep eerder een adviserend orgaan is dan een lijn/hierarchisch-orgaan. De doelstellingen die golden voor 2010: 1. Implementatie van de vakgroep binnen FPC de Rooyse Wissel 2. Identiteitsontwikkeling van sociotherapie binnen FPC de Rooyse Wissel 3. Verzorgen van de dag van de sociotherapie 4. Contacten leggen met sociotherapeutische organisaties buiten de kliniek
Resultaat 2010 De vakgroep sociotherapie is het gesprek aangegaan met andere vakgroepen binnen FPC de Rooyse Wissel (vakgroep Therapeutische Dienst en vakgroep Psychiaters) om informatie in te winnen hoe zij het werk van de vakgroep vorm geven en om zich te oriënteren op een eventuele samenwerking. Dit heeft met name geleid tot meer bekendheid van de vakgroep sociotherapie binnen de kliniek en de bereidheid van andere disciplines om samen te werken binnen de dag van de sociotherapie. Omdat binnen de muren van FPC de Rooyse Wissel ook een PPC gehuisvest is, en wel op de locatie Maastricht, is nadrukkelijk toenadering gezocht tot het PPC met als doel het belang ven de vakgroep voor dit onderdeel nader te onderzoeken. Het belang van een wederzijdse en min of meer intensieve samenwerking, zeker op het gebied van kennisuitwisseling, wordt door beide partijen volmondig erkend. Dit heeft geresulteerd in de deelname van een afvaardiging van het PPC aan de Dag van de Sociotherapie alsmede tot hun aanwezigheid bij de presentatie van de Bloemlezing Sociotherapie. Het implementeren van de vakgroep in voorgaande jaren leidt tot een grotere bekendheid in de kliniek. Meerdere vakgroep leden worden uitgenodigd zitting te nemen in verschillende werkgroepen; de projectgroep Dwang en Drang alsmede de werkgroep Terugvalpreventie Plan en de MIP-commissie. In 2009 is de basis gelegd voor de bloemlezing over sociotherapie. De vakgroep heeft relevante vakliteratuur geselecteerd en gepresenteerd in de vorm van een bloemlezing voor de sociotherapie. Deze bloemlezing is in 2010 op beide locaties (Oostrum en Maastricht) gepresenteerd waarbij de directie van de betreffende locatie een toespraak hield om de waarde van het document te onderstrepen. Buiten de kliniek om is er mee gewerkt aan het competentie profiel sociotherapie wat in den lande is opgezet om hogescholen houvast te geven bij het starten van opleidingen. Het competentieprofiel is voorgelegd aan de vakgroep om het te voorzien van feedback.
103
De dag van de sociotherapie heeft plaatsgevonden op 2 november 2010. M.b.v. in- en externe relaties van de vakgroep is deze er in geslaagd een gevarieerd en kwalitatief hoogstaand programma te realiseren. Deelnemers beamen dit ook. Nieuw dit jaar was de aanwezigheid van collega’s uit zusterklinieken ook zij waren uitermate tevreden over de dag en spraken hun complimenten uit voor de facilitering van de dag door de organisatie. Door de aanwezigheid van collega’s uit andere klinieken op de Dag van Sociotherapie bleek hoe waardevol het uitwisselen van ervaringen en kennis is voor de verdere ontwikkeling van het vak sociotherapie. Deze constatering heeft geleid tot een nadere samenwerking tussen de diverse vakgroepen sociotherapie die door de krachten te bundelen zijn gekomen tot het organiseren van een landelijke studiedag vakgroepen sociotherapie. Deze contacten zullen zeker ook in de nabije toekomst verder uitgediept worden.
Projectgroep verslaving Doelstelling In 2006 is de Richtlijn voor diagnostiek, Indicatiestelling en behandeling van Verslavingsproblematiek (RIV) opgesteld. Vanaf 2007 loopt een implementatietraject van deze RIV. De projectgroep RIV heeft tot doel de implementatie te sturen en bevorderen, toe te zien op het proces en de inhoud van de implementatie en te beslissen over vragen die zich voordoen in de verschillende trajecten.
Resultaat 2010 Zie hiervoor paragraaf 2.5
Werkgroep implementatie SCT Doelstelling Implementatie SCT binnen FPC de Rooyse Wissel
Resultaat 2010 Zie hiervoor paragraaf 2.4
104
Meldingscommissie incidenten patiëntenzorg Doelstelling De MIP levert een bijdrage aan verbetering van patiënt en personeelsveiligheid, op grond van binnengekomen (incident) meldingen, in de vorm van adviezen aan de directie.
Resultaat 2010 Zie hiervoor paragraaf 5.8.5
Verloftoetsingscommissie Doelstelling Intercollegiale professionele toetsing van verlofaanvragen teneinde advies uit te brengen aan de directeur Behandeling en Zorg. Toetsing op juistheid/volledigheid en zorgvuldigheid in klinische besluitvorming alsmede op effectiviteit in het afsprakenstelsel c.q. risicomanagementplan.
Resultaat 2010 De Verloftoetsingscommissie (VTC) toetst verlofaanvragen intercollegiaal en adviseert hieromtrent aan de directie. Sinds 17-03-2009 gebeurt dit wekelijks Voordien gebeurde dat tweewekelijks. In de samenstelling van de commissie heeft een wisseling plaatsgevonden; de voorzittersrol werd per half september 2009 door Inge Kruit overgenomen van Frans Verstegen. Het aantal behandelde verlofaanvragen is in 2010 gelijk gebleven ten opzichte van 2009: 125 aanvragen (Ter vergelijk: 72 aanvragen in 2008, 73 in 2007 en 65 in 2006). Het aantal verlofevaluaties is toegenomen: 110 in 2010 (ter vergelijk: 74 in 2009, 68 in 2008, 53 in 2007 en 43 in 2006). De Afdeling Individuele tbs-zaken van het ministerie van Veiligheid en Justitie (ITZ) wees 4 verloven af. Voor verdere informatie wordt verwezen naar onderstaande tabel.
VTC verlofaanvragen en verlofevaluaties 2010 1e viermaands periode 2010(januari t/m april)
2e viermaands periode 2010 (mei t/m augustus)
3e viermaands periode 20010 (september t/m december)
Totaal viermaands periode 2010
Behandelde verlofaanvragen: 1e maal ingediend
42
27
33
102
2e maal ingediend
13
2
7
22
3e maal ingediend
0
1
0
1
Totaal
55
30
40
125
105
***
*
1e viermaands periode 2010(januari t/m april)
2e viermaands periode 2010 (mei t/m augustus)
3e viermaands periode 20010 (september t/m december)
Totaal viermaands periode 2010
Positief advies verlofaanvragen (naar CUB) 1e maal ingediend
39
15
23
77
2e maal ingediend
11
4
6
21
3e maal ingediend
0
0
0
0
Totaal
50
19
29
98
Verloven afgewezen door CUB/AVT
2
1
1
4
Verloven nog in behandeling bij CUB/AVT
0
0
17
17
1e maal ingediend
38
31
31
100
2e maal ingediend
3
1
4
8
3e maal ingediend
0
1
1
2
Totaal
41
33
36
110
1e maal ingediend
30
29
31
90
2e maal ingediend
2
0
4
6
3e maal ingediend
0
1
1
2
Totaal
32
30
36
98
1
1
Behandelde verlofevaluaties:
Positief advies verlofevaluaties (naar CUB)
Negatief advies evaluatie VTC; door locatie directeur wel verstuurd Totaal verzonden evaluaties
99
Evaluaties afgewezen door CUB
0
2
0
2
Evaluaties nog in behandeling bij CUB/AVT (per 01-0-2011)
0
1
20
21
7
2
1
10
Behandelde Aanpassingen RMP 1e maal ingediend 2e maal ingediend
1
1
0
2
Totaal
8
3
1
12
106
**
1e viermaands periode 2010(januari t/m april)
2e viermaands periode 2010 (mei t/m augustus)
3e viermaands periode 20010 (september t/m december)
Totaal viermaands periode 2010
Aanpassingen RMP afgewezen door CUB
0
0
0
0
Aanpassingen RMP nog in behandeling bij CUB/AVT
0
0
1
1
Combinatie verlofaanvraag (bijv. OV/TMV) Deze zijn verwerkt in bovenstaande cijfers
0
0
0
0
Combinatie verlofaanvraag/ verlofevaluatie Deze zijn separaat verwerkt in bovenstaande cijfers (deze cijfers zijn dus een doublure)
16
10
9
35
Toelichting: In 2010 werd vier maal een aanvraag tot verlof niet gehonoreerd door de minister. Eenmaal betrof dit een aanvraag begeleid verlof, eenmaal een aanvraag proefverlof en twee maal een aanvraag transmuraal verlof. De reden voor afwijzing van het begeleid verlof in januari 2010 was gelegen in het ontbreken van enig risicomanagement van de relatie van betrokken patiënt. In april van het verslagjaar werd een nieuwe aanvraag tot begeleid verlof voor betrokkene alsnog goedgekeurd nadat het risicomanagement was aangepast en zicht gaf op de begeleiding van betrokkene’s relatie en het toezicht daarop. De aanvraag voor een proefverlof werd afgewezen omdat betrokkene de afgelopen periode niet stabiel genoeg functioneerde, het subsidiair aangevraagde transmuraal verlof werd wel toegewezen. De beide aanvragen voor transmurale verloven werden afgewezen omdat de vervolgvoorziening van de betrokken patiënten nog niet (definitief) bekend was. Het totaal aantal aanvragen dat daadwerkelijk naar het AVT/CUB is gestuurd is 125 *; het verschil met de 98** zit hem in het feit dat de VTC een aanvraag soms meerdere malen in een vernieuwde versie heeft getoetst. Voorts staan er nog een aantal aanvragen ‘on hold’ (herzien) die opnieuw ter toetsing zullen worden aangeboden waardoor de cijfers van de 1e aanvraag op 102 *** staat.
107
Projectgroep Overmaze Doelstelling - - - - -
Beantwoorden aan de vraag van meer tbs-capaciteit Oplossen van de overcapaciteit van het gevangeniswezen in Zuid-Limburg Beantwoorden aan de vraag van de PPZ-capaciteit Tegemoetkomen aan de bevindingen van de Inspectie (IST/IGZ) over de tbs in het gevangeniswezen Tegemoetkomen aan de bevindingen uit het visiedocument van de gezamenlijke tbs klinieken
Resultaat 2010 Zie hiervoor paragraaf 5.7.3.
Personeelsvereniging Doelstelling FPC de Rooyse Wissel heeft een eigen personeelsvereniging, genaamd ‘de Rooyse Iem’. De directie van FPC de Rooyse Wissel heeft besloten, dat ieder personeelslid van FPC de Rooyse Wissel automatisch lid is van de personeelsvereniging en dat voor het lidmaatschap geen contributie wordt geheven. Deelname aan de activiteiten is voor ieder personeelslid vrij toegankelijk, mits het dienstbelang dit toestaat. Het jaar 2010 was een rommelig jaar waarbij er veel onrust is geweest rondom de bezuinigingen en de inkrimping van personeelsleden. Als personeelsvereniging hebben we eerst rustig afgewacht wat de tijd ons zou brengen. Uiteindelijk is de draad opgepakt met de hoop dat door het organiseren van activiteiten, in een andere omgeving mensen weer tot elkaar konden komen.
Resultaat 2010 Op zaterdagmiddag 18 september 2010 hebben een 50-tal medewerkers van FPC de Rooyse Wissel zich op grote hoogte begeven op het klimpark ‘Fun Forrest’ te Tegelen. Van alle disciplines waren er wel mensen aanwezig. De collegae met knikkende knietjes of letsels konden een balletje slaan op de aanwezige midgetgolfbaan. Aansluitend hebben we kunnen genieten van een heerlijke BBQ en een drankje. De geluiden van de aanwezigen waren zeer positief en hopelijk zal dit weer leiden tot een grotere opkomst bij volgende activiteiten. Zaterdag 27 november heeft Sinterklaas, in de Oesterham, een bezoek gebracht aan ongeveer 90 kinderen, beneden de tien jaar, van werknemers van FPC de Rooyse Wissel. Tijdens de kerstborrel/ speech zijn er ook dit jaar weer kerstpakketten uitgereikt.
108
Kunstcommissie Doelstelling - - - -
Het aankopen, onderhouden en catalogiseren van kunstwerken voor de kliniek. Zodoende wordt er gewerkt aan het opzetten van een kunstcollectie. Deze kunstcollectie wordt gebruikt als aankleding van het gebouw. Het organiseren van kunstworkshops voor patiënten. Het in algemene zin onder de aandacht brengen van de kunstcollectie.
Resultaat 2010 In maart 2010 is in het verlengde van de crisis de projectgroep ‘kunstcommissie’ tot nader order stilgezet. Er is alleen kunst ingehuurd voor de locatie Venray. Op grond van het algemene voorzichtige herstel en het toenemende vertrouwen lijkt een heroverweging ten aanzien van de kunstcommissie op zijn plaats.
Sponsorcommissie Doelstelling FPC de Rooyse Wissel heeft mede als doel maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Door het opzetten van een sponsorcommissie wil FPC de Rooyse Wissel op een zo’n objectief mogelijke wijze haar maatschappelijke betrokkenheid onderstrepen, zowel regionaal als nationaal.
Resultaat 2010 Zie hiervoor paragraaf 4.4.
109
Bijlage 6 Onderzoeken, publicaties & lezingen 2010 Onderzoeken afdeling Wetenschappelijk Onderzoek in 2010 Naam onderzoek
Type onderzoek
Instelling
Periode
Effect van muziektherapie op gedragsverandering
Behandelstudie
FPC de Rooyse Wissel
Loopt door in 2010/2011
Morele emoties bij psychopaten
Experimenteel onderzoek
FPC de Rooyse Wissel en Universiteit van Tilburg
Loopt door in 2010/2011
Veranderingen in recidiverisico tijdens de behandeling
Behandelstudie
FPC de Rooyse Wissel en Universiteit Maastricht
Loopt door in 2010/2011
Schemagerichte therapie bij forensische patiënten met een persoonlijkheidsstoornis
Behandelstudie
FPC de Rooyse Wissel, Universiteit Maastricht en verscheidene andere FPC’s in Nederland.
Loopt door in 2010/2011
Meten van verandering en behandelrespons bij forensische patiënten met PSst
Behandelstudie
FPC de Rooyse Wissel en Universiteit Maastricht
Loopt door in 2010/2011
Overzicht publicaties 2010 afdeling onderzoek: Maaike Cima / Franca Tonnaer: Cima, M., Tonnaer, F., & Hauser, M. (2010). Psychopaths know right from wrong, but just don’t care. Social Cognitive and Affective Neuroscience, 6, 1-9. Farid Chakhssi: Chakhssi, F., de Ruiter, C., & Bernstein, D. (2010). Reliability and validity of the Dutch version of the Behavioural Status Index: A nurse-rated forensic assessment tool. Assessment, 17, pp. 58 - 69. Chakhssi, F., de Ruiter, C., & Bernstein, D. (2010). Change during forensic treatment in psychopathic versus nonpsychopathic offfenders. Journal of Forensic Psychiatry & Psychology, first published on 27 July 2010. DOI: 10.1080/14789949.2010.483283 Marije Keulen-de Vos: Keulen-de Vos, M.E., Bernstein, D.P., & Arntz, A. (May, 2010). Schema Therapy in Forensic Settings: treating the untreatable? Keynote address at the 16th forensic LVR-Conference, Bedburg-Hau, Germany. Keulen-de Vos, M.E., Bernstein, D.P., & Arntz, A. (June, 2010). Schema Modes and Psychopathy: changes over time. Symposium paper presented at the 6th World Congress on Behavioural and Cognitive Therapy (WCBCT), Boston, United States of America.
110
Keulen-de Vos, M.E., & Bernstein, D.P., & Arntz, A. (July, 2010). Assessing Schema Modes in forensic patients. Symposium paper presented at the 4th bi-annual conference of the International Society for Schema Therapy (ISST), Berlin, Germany. Keulen-de Vos, M.E., Bernstein, D.P., Clark, L.A., Arntz, A., Lucker, T., & de Spa, E. (2010). Patient versus informant reports of personality disorders in forensic patients. Journal of Forensic Psychiatry and Psychology, in press.
Lunchlezingen In 2010 werd zes keer een lunchlezing georganiseerd. De lunchlezingen vinden in principe op de derde donderdag van de maand plaats en hebben telkens een ander thema. Datum
Onderwerp Lunchlezing
Lezinggever
21 januari 2010
Cognities en agressie bij antisociale persoonlijkheden
Jill Lobbestael
18 maart 2010
Onderzoek naar impulsiviteit en agressie in de Rooyse Wissel; demonstratie en eerste resultaten
Franca Tonnaer Universiteit Maastricht
15 april 2010
Community Reinforcement Approach
Peter Greeven Novadic Kentron
20 mei 2010
Hersenscans in de forensische psychiatrie: een kritische beschouwing
Dr. Marko Jelici Universiteit Maastricht
17 juni 2010
Treating the Untreatable: Schema Focused Therapy for psychopaths
Dr. David Bernstein, Universiteit Maastricht
16 september 2010 Vrije wil en toerekeningsvatbaarheid: een illusie?
111
Prof. Dr. Corine de Ruiter Universiteit Maastricht
112
113
114
115
Postbus 433 5800 AK Venray T (0478) 63 52 00 F (0478) 63 52 61