Forensisch Jaarverslag 2012
Psychiatrisch Centrum
Forensisch Psychiatrisch Centrum de Rooyse Wissel
Jaarverslag 2012
4
COLOFON
Uitgave: FPC de Rooyse Wissel, mei 2013 Samenstelling jaarverslag 2012 F. Verstegen, Secretaris Raad van Bestuur A. Janssen, Beleidsmedewerker F. Keijsers, Communicatiemedewerker T. Wolferink, Hoofd Financiën W. Methorst, Tekstschrijver
Vormgeving en drukwerk Afdeling Grafisch FPC de Rooyse Wissel
Forensisch Psychiatrisch Centrum de Rooyse Wissel Wanssumseweg 12A – 5807 EA Oostrum Postbus 433 – 5800 AK Venray Tel: 0478 635 200 Website: www.derooysewissel.nl E-mail:
[email protected] Kvk: 41064747
5
6
VOORWOORD
Met gepaste trots presenteren wij u het jaarverslag van FPC de Rooyse Wissel. 2012, opnieuw een jaar met grote uitdagingen in politiek-maatschappelijke onzekere tijden. Met veel inzet van en met grote waardering voor het personeel zijn de uitdagingen aangepakt. Een stip aan de horizon is geplaatst met het oog op een op de toekomst toegeruste organisatie. De locatiedirectie is teruggebracht van twee naar één duaal koppel. Flexibilisering is een noodzakelijk gegeven om de trend in het dalend aantal patiënten blijvend op te vangen. Dit kent zijn schaduwzijden: met een dalende bedbezetting loopt ook de personele formatie navenant terug. Met spijt is afscheid genomen van kundig personeel. Dit vraagt ook om continue bijstelling om de kwaliteit van zorg niet in het gedrang te laten komen. Dat de Rooyse Wissel hierin slaagt, getuigen ook de resultaten bij het terugdringen van opgelegde dwangmaatregelen. Ook de inhoudelijke ontwikkelingen hebben niet geleden onder de bijstellingen. In 2012 zijn kwaliteitsslagen gemaakt met name wat schemagerichte cognitieve therapie, zorgprogrammering en vakgroepen betreft. En hoewel weliswaar sprake is van een verminderde instroom van tbs-patiënten, zijn juist ook nieuwe doelgroepen bereikt. Met succes is voorzien in een behoefte van opname van patiënten met ernstige hanteringsproblemen, anders dan met een tbs-titel. Bovendien is in bijzonder snel en adequaat een forensisch RIBW opgezet, waarmee juist in het Limburgse in een dringende behoefte werd voorzien. De Rooyse Wissel heeft opnieuw haar pioniersmentaliteit en innovatieve kracht getoond. In kwaliteit van zorg wordt met rendement veel geïnvesteerd. Niet in het minst als resultante van de samenwerking, verdieping en verbreding binnen de CONRISQ Groep. Tegenwind was er ook in 2012. Hoewel dit weliswaar niet heeft geleid tot recidives en het merendeel van de patiënten zich ook zelf weer heeft gemeld, was het aantal zogeheten ongeoorloofd afwezige patiënten relatief hoog. Hierop zijn adequate maatregelen genomen en de forensische blik is nog meer aangescherpt. Openheid binnen geslotenheid is het uitgangspunt. De Rooyse Wissel: zeggen wat we doen, en doen wat we zeggen. In 2006 is met veel energie en enthousiasme een samenwerking aangegaan met de penitentiaire inrichting in Maastricht. Een unieke en intensieve samenwerking waarbij kennis, kunde en expertise werden uitgewisseld juist in het belang van de forensisch psychiatrische patiënt, ongeacht diens opnametitel. Aan het einde van het verslagjaar is noodgedwongen het besluit gevallen om Maastricht te verlaten. Een voortzetting van de samenwerking zou gelet op de kosten niet langer verantwoord zijn. FPC de Rooyse Wissel kijkt – net als voorgaande jaren – terug op een dynamisch jaar. Een jaar met veel beweging en grote stappen. Alle lof en waardering gaat uit naar de medewerkers van de Rooyse Wissel. Ondanks de onzekere tijden hebben zij opnieuw met tomeloze energie en inzet bijgedragen aan de prestaties van 2012.
Raad van Bestuur FPC de Rooyse Wissel
Drs. J.A.M.A. Venmans
Dr. A.A.G. Verwaaijen
R.C.M. Eggenhuizen
7
MISSIE FPC DE ROOYSE WISSEL
De Rooyse Wissel is een particulier Forensisch Psychiatrisch Centrum ter behandeling, zorg en/of verpleging van forensisch psychiatrische patiënten met een beveiligd kader. De Rooyse Wissel verleent ook ambulante zorg aan forensisch psychiatrische patiënten. Het doel van de Rooyse Wissel is het tot maatschappelijk aanvaardbaar niveau terugbrengen van het delictgevaar, waardoor terugkeer of handhaving van de patiënt in de maatschappij mogelijk wordt. De Rooyse Wissel heeft en verzamelt expertise op het gebied van forensische psychiatrische zorg en behandeling. Deze expertise wordt uitgewisseld en ten nutte gemaakt in de samenwerking met relevante partners.
8
VISIE FPC DE ROOYSE WISSEL
Wij realiseren onze missie door: 1. De patiënt een intensieve combinatie van delictbewerking, psychiatrische behandeling en een voortdurende focus op succesvolle resocialisatie te bieden. 2. Als een betrouwbare en vanzelfsprekende partij de samenwerking met ketenpartners te zoeken en te bevorderen. 3. Actieve deelname aan wetenschappelijk onderzoek, gericht op het verhogen van de effectiviteit van de behandeling van al onze doelgroepen. 4. Onze medewerkers een gezonde, uitdagende en professionele werkomgeving te bieden met vanzelfsprekende aandacht voor het individu. 5. Maatschappelijk ondernemerschap te verbinden aan een op duurzaamheid gerichte bedrijfsvoering, waarbij een voortdurende en gedegen marktoriëntatie kansen, kiezen en uitvoeren met elkaar verbindt.
9
INHOUDSOPGAVE
Leeswijzer FPC de Rooyse Wissel Speerpunten ministerie van Veiligheid en Justitie
DEEL I
12 13 18
Resultaatgebieden
23
HOOFDSTUK 1: MEDEWERKERS 1.1 Medewerkers 1.2 Ziekteverzuim 1.3 Mobiliteit 1.4 Werving en Selectie 1.5 Deskundigheidsbevordering 1.6 Communicatie 1.7 Arbeidsinspectie
25 25 25 26 27 27 27 28
HOOFDSTUK 2: PATIËNTEN 2.1 Patiënten 2.2 Zorgprogrammering 2.3 Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT) 2.4 Oratie David Bernstein 2.5 Vakgroepen 2.6 Incidenten 2.7 Nieuwe doelgroepen 2.8 Forensisch Psychiatrisch Toezicht 2.9 Project ´Dwang en Drang´
29 29 29 30 30 30 31 32 32 33
HOOFDSTUK 3: KETENPARTNERS 3.1 Ketenpartners 3.2 Samenwerking met ketenpartners 3.3 Academisering
35 35 35 35
HOOFDSTUK 4: MAATSCHAPPIJ 4.1 Maatschappij 4.2 Externe communicatie
37 37 37
HOOFDSTUK 5: BESTUUR EN FINANCIERS 5.1 Bestuur en Financiers 5.2 Organisatorische en financiële ontwikkelingen 5.3 FPC/PPC Overmaze 5.4 DBBC’s 5.5 Bezoek staatsecretaris ministerie Veiligheid en Justitie 5.6 Kwaliteit 5.7 Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) 5.8 Kerngroep Veiligheid 5.9 BIG beroepsregistratie 5.10 Jaarafspraken ministerie van Veiligheid en Justitie 5.11 Prestatie-indicatoren doelmatigheid 5.12 Dashboard 5.13 Prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie
39 39 39 39 40 40 41 41 41 41 42 47 49 51
10
DEEL II
FINANCIËLE DEEL
53
BIJLAGEN 91 BIJLAGE
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
11
Verslag Raad van Toezicht Commissie van Toezicht Ondernemingsraad Patiëntenraad Jaarverslagen commissies Onderzoeken, publicaties & lezingen 2012 Ketenpartners
93 95 96 102 105 118 121
LEESWIJZER
Voor u ligt het jaarverslag 2012 van Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Rooyse Wissel. Het jaarverslag bestaat uit een aantal onderdelen: − FPC de Rooyse Wissel Informatie over onder andere bestuur, toezicht en ondernemingsraad. − Speerpunten ministerie van Veiligheid en Justitie Hier wordt beschreven hoe de Rooyse Wissel in 2012 heeft gewerkt aan de drie speerpunten die zijn vastgesteld door het ministerie van Veiligheid en Justitie. − Resultaatgebieden Dit onderdeel geeft een beeld van de ontwikkelingen en resultaten ingedeeld volgens de resultaatgebieden van het INK-model: medewerkers, patiënten, maatschappij, ketenpartners en bestuur en financiers. − Financiële deel Dit omvat het financiële jaarverslag waarmee een beeld wordt gegeven van de baten en lasten over 2012, de activa en passiva per 31 december 2012 en de gehanteerde werkwijze in relatie tot de hierbij behorende wettelijke regelingen. − Bijlagen Tot slot is een aantal bijlagen opgenomen waarin een terugkoppeling wordt gegeven door verschillende advies- en overlegorganen, zoals de Raad van Toezicht, Patiëntenraad en Ondernemingsraad. Voor de resultaten van Forensisch Psychiatrische Polikliniek de Horst (hierna: de Horst) wordt verwezen naar het separaat opgestelde jaarverslag van de Horst.
12
FPC DE ROOYSE WISSEL
FPC de Rooyse Wissel (hierna: de Rooyse Wissel) is een particuliere kliniek. Dat wil zeggen dat het beheer, de exploitatie en het behandelbeleid verantwoordelijkheden zijn van het bestuur van de Stichting FPI de Rooyse Wissel. Het belangrijkste verschil met rijksinstellingen is dat in de rijksinstelling zowel de executie van de tbs-maatregel, als de exploitatie van de kliniek waar de maatregel ten uitvoer wordt gelegd in handen ligt van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De Rooyse Wissel is een particulier forensisch psychiatrisch instituut ter verpleging en/of behandeling van, overwegend, tbs-patiënten binnen een beveiligd kader (typering Geestelijke Gezondheidszorg – Forrensische Zorg). Het doel van de Rooyse Wissel is het tot maatschappelijk aanvaardbaar niveau terugbrengen van het delictgevaar, met als streven terugkeer of handhaving van de patiënt in de maatschappij. De Rooyse Wissel staat tevens voor het verlenen van ambulante zorg aan forensisch psychiatrische patiënten en het, in samenwerking met relevante partners, uitwisselen en verzamelen van expertise. Polikliniek de Horst maakt deel uit van de Rooyse Wissel. In 2012 heeft de Rooyse Wissel eveneens de behandelinhoudelijke kennis ten behoeve van de zorg en behandeling van patiënten die opgenomen zijn in het Penitentiaire Psychiatrisch Centrum Overmaze geleverd. Op de locatie te Venray zijn op verzoek van en in nauwe samenwerking met ketenpartners patiënten met een civielrechtelijke (Bopz-)titel opgenomen (geweest). Naam verslagleggende rechtspersoon
Forensisch Psychiatrisch Centrum de Rooyse Wissel
Adres
Wanssumseweg 12a
Postcode
5807 EA
Plaats
OOSTRUM
Telefoonnummer
0478635200
KvKnummer
41064747
E-mailadres
[email protected]
Internetpagina
www.derooysewissel.nl
Rechtsvorm
Stichting
Sinds 1 januari 2010 is de Rooyse Wissel ondergebracht in een holding. Vanaf 1 januari 2011 is de naam van deze holding: CONRISQ Groep. In de CONRISQ Groep zijn de volgende dochterstichtingen ondergebracht: - Stichting de Rooyse Wissel, een Forensisch Psychiatrisch Centrum (waaronder ook Forensische Psychiatrische Polikliniek de Horst); - Stichting Orthopedagogisch Centrum Ottho Gerhard Heldring, een instelling voor gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) (hierna: OG Heldring); - Stichting Ambulatorium Ottho Gerhard Heldring, een jeugd-ggz-instelling voor diagnostiek en behandeling (hierna: Ambulatorium); - Stichting Bijzonder Jeugdwerk Brabant, een jeugdzorginstelling met zowel provinciaal gefinancierde jeugdzorg, JeugdzorgPlus en AWBZ-gefinancierde jeugdzorg (hierna: BJ Brabant). De holdingstichting en de dochterstichtingen vormen een concern. De holdingstichting Stichting CONRISQ Groep is tevens als rechtspersoon de bestuurder van de dochterstichtingen. De CONRISQ Groep heeft een Raad van Toezicht welke met inachtneming van de Zorgbrede Governance Code het toezicht uitoefent op de holdingstichting en de tot het concern behorende dochterstichtingen. De dochterstichtingen hebben geen (eigen) Raad van Toezicht. De CONRISQ Groep heeft onder meer als doel het in concernverband aansturen van stichting CONRISQ Groep en de tot het concern behorende dochterstichtingen. De dochterstichtingen zijn aparte zelfstandige rechtspersonen met gescheiden financieringsstromen. De CONRISQ Groep is het resultaat van een intensief samenwerkingstraject dat is opgezet met als doel: het samenbrengen van expertise over behandeling van de moeilijkste doelgroep gericht op preventieve interventie, verhoging van de kwaliteit, een effectieve inzet van de middelen en een verbetering van de marktpositie.
13
Dit jaarverslag heeft betrekking op dochterstichting de Rooyse Wissel. In het geval van de Rooyse Wissel is er sprake van een ‘klant-leverancier’-relatie met het ministerie van Veiligheid en Justitie, waarbij contractueel is vastgelegd welke diensten door de kliniek moeten worden geleverd ten behoeve van de behandeling en verzorging van de tbs-patiënten. Hieronder wordt het organogram van de organisatie weergegeven. De Ondernemingsraad, klachtencommissies en patiëntenraad zijn niet in dit organogram opgenomen. Raad van Toezicht
Raad van Bestuur Secretaris Raad van Bestuur
Locatie Venray dfafd
Locatiedirecteur Informatie & Behandeing & Automatisering Zorg
Stafbureau
Wetenschappelijk onderzoek
Locatiedirectie Organisatie
Control
Locatie Maastricht
Locatiedirecteur Behandeing & Zorg
Locatiedirectie Organisatie
Cluster Voorwaarde Scheppende Afdelingen
Clustermanager VSA
Informatie & Automatisering
Psychiatrie
Isis 1+2
Wetenschappelijk onderzoek Aswan 1+2
Financiën
Facilitair
Cheops 1+2
Gizeh 1+2
Secretariaat & Behandel rapportage
Siwa 1+2
Horus 1+2
Personeel & Opleidingen
Sfinx 1+2
Luxor 1+2
de Nijl
Pharos/de Horst
Chepri 2
Cluster behandeling, Zorg & Dagbesteding Therapeutische Dienst
Tijdsbesteding Leren & Werk
Medische Dienst
*In Maastricht is eind 2009 gestart met locatie Overmaze. Hieronder valt deels het Penitaire Psychiatrisch Centrum, en deels FPC de Rooyse Wissel. Dit is een nauwe samenwerking tussen de Rooyse Wissel en Ministerie van Justitie. OR, klachtencommissies en Patiëntenraad zijn niet in organogram opgenomen Governance Code De Rooyse Wissel wordt bestuurd volgens het ‘Raad van Toezicht-model’. Er is een Raad van Bestuur die zorg draagt voor het beheer en bestuur van de Rooyse Wissel. De Raad van Toezicht heeft als taak toezicht te houden op het beleid van de Raad van Bestuur en de algemene gang van zaken. Tevens fungeert de Raad van Toezicht als klankbord voor de Raad van Bestuur en staat ze de Raad van Bestuur met raad en daad terzijde. De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur zijn statutair en reglementair vastgelegd. Zo is statutair vastgelegd dat de CONRISQ Groep als rechtspersoon de bestuurder is van de Rooyse Wissel en dat de Raad van Toezicht van de CONRISQ Groep dus tevens toezicht houdt op de activiteiten van de Raad van Bestuur inzake het besturen van de Rooyse Wissel. Ook is statutair vastgelegd dat de Raad van Toezicht van de CONRISQ Groep de Raad van Bestuur van de Rooyse Wissel benoemt, schorst en ontslaat, dat voor bepaalde besluiten van de Raad van Bestuur goedkeuring moet worden verleend door de Raad van Toezicht CONRISQ Groep en dat de Raad van Toezicht van de CONRISQ Groep de accountant aanwijst en goedkeuring verleent aan het besluit tot vaststelling van het jaardocument. Bij de wijziging van de statuten in 2010 om de inpassing in de holdingstructuur mogelijk te maken, is aangesloten bij de geactualiseerde regels van de Governance Code Zorg 2010. De principes over goed bestuur van de Governance
14
Code met betrekking tot de samenstelling, onderlinge verhoudingen en het functioneren van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht, risicomanagement en beloningsbeleid worden door de Raden van Toezicht en Bestuur onderschreven. Toezichthoudend orgaan De Raad van Toezicht werkt binnen de kaders van de Governance Code en de statuten volgens het Reglement Raad van Toezicht. Aangezien de CONRISQ Groep als rechtspersoon-bestuurder de bestuurder is van de Rooyse Wissel, ziet de Raad van Toezicht van de CONRISQ Groep ook toe op de besturing van de Rooyse Wissel. In de statuten is, de Governance Code indachtig, op hoofdlijnen een taakverdeling tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur vastgelegd en daarnaast zijn er enkele bepalingen die van invloed zijn op de werkwijze van de Raad van Toezicht. In het Reglement Raad van Toezicht worden de werkzaamheden, de werkwijze en de verantwoording van de Raad van Toezicht verder geregeld. De Raad van Toezicht vergadert tenminste zesmaal per jaar. Daarnaast zijn in 2012 een Auditcommissie Financiën, een Remuneratiecommissie en een Auditcommissie Kwaliteit van Zorg en Veiligheid ingesteld, met een variabel vergaderrooster. Tweemaal per jaar overlegt een delegatie van de Raad van Toezicht met de Centrale Ondernemingsraad. Eén lid van de Raad van Toezicht heeft de Cliëntenbelangen in portefeuille en één de Patiëntenbelangen. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een honorarium conform de adviesregeling van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ). Zie voor het jaarverslag van de Raad van Toezicht, bijlage 1. Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van de Rooyse Wissel. De Raad van Bestuur is bevoegd tot alle bestuurlijke handelingen voor zover die niet expliciet zijn toegekend aan de Raad van Toezicht. De uitwerking hiervan is vastgelegd in een reglement van de Raad van Bestuur dat is goedgekeurd door de Raad van Toezicht. De kernelementen die daarin staan beschreven, zijn onder andere de specifieke verantwoordelijkheden van de bestuurders, de taken bij het besturen, de verdeling van taken, hoe verantwoording wordt afgelegd, de wijze van informeren van onder meer de Raad van Toezicht en de wijze van vergaderen. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het totale beleid van de Rooyse Wissel. De Raad van Bestuur legt daarover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Naast de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur als geheel voor het bestuur van de organisatie hebben de leden van de Raad van Bestuur ieder een portefeuille met aandachtsgebieden waarvoor zij eerstverantwoordelijk zijn. Aandachtsgebied
Portefeuille
Mw. Venmans
OGH/Ambulatorium, dRW Financiën en organisatie
Dhr. Eggenhuizen
BJB, ambulantisering jeugd, lokaal/provinciaal beleid
Mw. Verwaaijen
Inhoudelijke dossier (academisering), onderzoek en innovatie
De dochterstichting de Rooyse Wissel had in 2012 heeft een vierhoofdige locatiedirectie, een locatiedirecteur Behandeling en Zorg en een locatiedirecteur Organisatie voor beide locaties. In 2012 is een notitie Streefbeeld Structuur Raad van Bestuur-Directies vastgesteld. Deze notitie geeft een stip aan de horizon voor wat betreft de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de Raad van Bestuur en de (locatie)directies, de globale veranderingen die dit voor dochterstichtingen met zich meebrengt en de overlegstructuur die daarmee samenhangt. De locatiedirectie heeft de dagelijkse leiding van de Rooyse Wissel en is integraal verantwoordelijk voor de exploitatie van de instelling, binnen de kaders gesteld door de Raad van Bestuur.
15
De leden van de Raad van Bestuur worden conform de adviesregeling van de Nederlandse Vereniging van Bestuurders in de Gezondheidszorg (NVZD) gehonoreerd voor de uitoefening van hun functie en vallend onder de zogenoemde Balkenende norm die de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) stelt. In 2012 is de Rooyse Wissel bestuurd door de CONRISQ Groep, die een driehoofdige Raad van Bestuur heeft: mevrouw drs. J.A.M.A. Venmans (voorzitter), mevrouw dr. A.A.G. Verwaaijen en met ingang van 1 januari 2012, tegelijk met de toetreding van BJ Brabant tot de CONRISQ Groep, is de heer R.C.M. Eggenhuizen toegetreden tot de Raad van Bestuur CONRISQ Groep. Mevrouw Verwaaijen is op sabbatical geweest van 1 augustus tot 31 december 2012. Gedurende haar sabbatical zijn haar taken verdeeld over de overige twee bestuurders. Mevrouw Verwaaijen heeft de volgende nevenfuncties: -
lid van Forum TBS; adviseur bij Commissie EVBG (Extreem Vluchtgevaarlijk/BeheersGevaarlijk) van ministerie van Veiligheid en Justitie.
Aangezien geen sprake is van persoonlijke bevoordeling, belangenverstrengeling dan wel dat de vervulling van deze nevenfunctie strijdig is met de belangen van de organisatie, is geen noodzaak gezien tot het nemen van maatregelen om belangenverstrengeling te voorkomen. De overige leden van de Raad van Bestuur hebben geen nevenfuncties. Patiëntenraad De Rooyse Wissel heeft een eigen patiëntenraad. Zie voor het verslag bijlage 4. Centrale Ondernemingsraad De CONRISQ Groep kent vanaf 1 juni 2012 een Centrale Ondernemingsraad (COR). Daarnaast heeft de Rooyse Wissel een eigen lokale Ondernemingsraad (OR). Zie voor het jaarverslag van deze OR bijlage 3. De COR behandelt die kwesties die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle of voor de meerderheid van de ondernemingen waarvoor zij is ingesteld. De Centrale Ondernemingsraad heeft vanaf de start in 2012 de volgende adviezen uitgebracht: - Positief advies over de notitie Streefbeeld Structuur Raad van Bestuur – Directies; - Positief advies over de Intentieverklaring toetreding Pactum tot de CONRISQ Groep; - Ongevraagd advies over de rol van de Centrale Ondernemingsraad bij krimp en groei van organisaties. De CONRISQ Groep heeft bij beide positieve adviezen het voorgestelde beleid verder uitgerold en schriftelijk gereageerd op de genoemde toetsingspunten waar bestuur en directies aandacht voor moeten hebben in kader van krimp en groei. De betreffende onderwerpen zijn ook besproken in de reguliere Overlegvergaderingen. Advies/ instemmingaanvragen die in 2012 zijn gestart en die nog in behandeling zijn ultimo 2012: - Sociaal plan; - ICT-investering; - Mobiliteitsbeleid. Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering is gericht op het verlenen van patiëntgerichte, veilige en kwalitatieve betaalbare zorg, naast het in stand houden van een stabiele op continuïteit gerichte organisatie. Kansen en bedreigingen worden met het oog op en in het belang van een zorgrisicomanagement tenminste jaarlijks geïdentificeerd, geanalyseerd en geprioriteerd. De risico’s zoals verbonden aan de activiteiten van de organisatie en van belang voor de financiering van de organisatie zijn bekend en worden beheerst. Risicomanagement is een integraal onderdeel van de vastgelegde en geborgde Planning & Controle-cyclus. Periodiek wordt de interne organisatie geëvalueerd, evenals het effect van de behandeling. Daarbij
16
worden onder andere in ogenschouw genomen de competenties van de medewerkers, de kwaliteit van de behandeling, de innovatiekracht, het imago van de organisatie en de kostenstructuur. De inherente risico’s verband houdend met het primaire proces maken deel uit van de reguliere sturing van de organisatie en zijn afgedekt en geborgd met procedures en protocollen, meldingssystemen en onderzoekscommissies. Meerjarenbeleid Het langere termijnbeleid is naast innovatie en academisering gericht op een verdere versteviging van het therapeutisch behandelklimaat in alle fasen van de (verkorte) behandeling met passende en vloeiende door- en uitstroommogelijkheden. Ingezet wordt op behoud en flexibilisering van de capaciteit en met name op een uitbreiding van het ambulante behandel- en zorgaanbod. Specialistische kennis vanuit de verschillende sectoren en stichtingen die deel uitmaken van de CONRISQ Groep wordt integraal ingezet voor de kwetsbare patiënt met complexe psychiatrische problematiek en/of een (ortho)pedagogische zorgvraag. Een breed en geïntegreerd, innovatief en specialistisch zorgaanbod wordt geboden met respect voor de patiënt en met zorg voor de veiligheidsbeleving van burgers. Veel belang wordt gehecht aan resultaat en effectiviteit, naast samenwerking in de keten, uitbreiding van doelgroepen en een verantwoorde exploitatie.
17
SPEERPUNTEN MINISTERIE VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Jaarlijks geeft het ministerie van Veiligheid en Justitie in de Handleiding Planning & Control1 haar kaders aan. Tevens worden hierin de speerpunten voor het komende jaar benoemd. Voor 2012 zijn de volgende drie speerpunten bepaald: Recidivevermindering, Ketensamenwerking en Continuïteit van zorg, en Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg. In dit deel van het jaarverslag wordt beschreven hoe de Rooyse Wissel aan deze speerpunten voor 2012 heeft gewerkt. Recidivevermindering Het primaire doel van (tbs-)behandeling binnen een strafrechtelijk kader is het voorkomen van recidive en het verminderen van recidiverisico. Alle (behandel)activiteiten binnen de Rooyse Wissel zijn gericht op deze primaire doelstelling. Een belangrijk instrument wat hiervoor binnen de Rooyse Wissel wordt ingezet is het Forensisch Terugvalpreventieplan, FTP. In 2012 is dit plan vastgesteld en geïmplementeerd. Met de invoering van het FTP is er meer cohesie tussen de diverse vormen van vroegsignalering, interne risicohanteringsplannen en SOS-kaarten. Waar deze instrumenten eerder naast elkaar bestonden worden zij nu in samenhang ingezet waardoor zij elkaar versterken. Uitgangspunt in het FTP is dat de opbouw naar delictgedrag zo scherp mogelijk in kaart wordt gebracht, waardoor vroegtijdiger interventiemgelijkheden voor de behandelaren worden beschreven. Voor elke patiënt wordt een persoonlijk terugvalpreventieplan opgesteld. Dit plan wordt multidisciplinair gemaakt en vastgesteld. De Rooyse Wissel is gericht op continue verbetering van haar processen en resultaten. Daarbij is het leren van eerdere ervaringen van groot belang. Een paar voorbeelden: In 2012 is er een onderzoek uitgevoerd naar een recidive die heeft plaatsgevonden in december 2011. De betreffende patiënt was in het kader van transmuraal verlof geplaatst in een GGZ-instelling in het westen van het land. Uitkomsten van het onderzoek in deze casus hebben nogmaals bevestigd dat de aandacht voor de overplaatsing, in de vorm van een zogenaamde ‘warme overdracht’, van patiënten naar andere klinieken in relatie tot de uitvoering van het risicomanagement door de ontvangende GGZ-instellingen van groot belang is. De Rooyse Wissel besteedt daarom met name aandacht aan die ‘warme overdracht’, aan de uitvoering van het vroegsignaleringsplan en aan het risicomanagementplan. Een ander voorbeeld is van meer algemene aard. In geval van een recidive wordt altijd een toedrachtsonderzoek uitgevoerd. Zo’n onderzoek kan aanknopingspunten opleveren die van belang zijn voor het veiligheids- en behandelbeleid. Het systeem MITS2 is in dit kader van belang. Een recidive wordt altijd vastgelegd in het systeem MITS en wordt standaard geëvalueerd en geanalyseerd. De uitkomsten van de analyse kunnen weer worden gebruikt voor de optimalisering van het behandelbeleid gericht op de vermindering van recidives. Om inzicht te krijgen in de recidive en een goed beeld te krijgen van de omstandigheden waarin deze zich voordoet volgt de Rooyse Wissel de recidivemonitor van het WODC, evenals de ontwikkeling van een systeem van terugkoppeling over recidive van ex-tbs-gestelden op persoonsniveau. Daarnaast is de Rooyse Wissel gestart met een eigen monitor naar recidive. Deze monitor richt zich op onderzoek naar recidive tijdens en na de maatregel van alle patiënten vanaf de start van de opname in de kliniek. De eerste resultaten wijzen erop dat recidivecijfers in lijn liggen met de landelijke cijfers, die ook internationaal als gunstig worden beschouwd. De cijfers zijn nog gunstiger als wordt meegewogen dat alle gemaximeerde tbs-patiënten zijn gerecidiveerd. Deze resultaten bevestigen het beeld dat forensische psychiatrische behandeling recidive kan terugdringen bij ernstige geweldplegers met een psychiatrische stoornis, aan wie de tbs-maatregel werd opgelegd vanwege het zeer hoge recidiverisico. Een andere kwaliteit is de doorontwikkeling van de Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT, zie ook paragraaf 2.3). Deze methodiek is geïmplementeerd op beide locaties van de Rooyse Wissel (therapie en milieu). De SCT wordt ook bewerkt voor een deel van de SGLVG-populatie. Dit gebeurt in samenwerking met David Bernstein. Hij bekleedt namens de Rooyse Wissel als bijzonder hoogleraar een leerstoel Forensische Psychotherapie aan de Universiteit Maastricht. Zagen we al een doorontwikkeling van aanpak, processen en systemen, zo is er ook sprake van een volgende stap in organisatorische zin. De taak van eerste geneeskundige/geneesheer-directeur in het kader van de Wet Bopz is in 2012 doorontwikkeld en heeft nu een plaats in de organisatie van de Rooyse Wissel gekregen. De inzet van de psychiaters en
2 1
Planning & Control 2012, Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra, Particuliere inrichtingen Monitoring Informatiesysteem Terbeschikkingstelling
18
daarmee ook hun directe invloed op de behandeling van de individuele patiënt, heeft bijzondere aandacht gehad. In nauwe samenspraak met de psychiaters wordt ingezet op een nog betere inbedding van de psychiatrie in zowel de behandeling als de organisatie. Ketensamenwerking en continuïteit van zorg Het uiteindelijke doel van iedere behandeling binnen de Rooyse Wissel is een zo succesvol en volledig mogelijke terugkeer van de patiënt in de samenleving. Hiervoor is samenwerking tussen alle onderdelen in de zorgketen van wezenlijk belang. Ketensamenwerking en continuïteit van zorg zijn, juist in de forensische psychiatrie, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zij vormen dan ook het tweede speerpunt in de Handleiding Planning & Control. Overgangen in het behandeltraject zijn sterk van invloed op recidive(-risicovermindering). Daarom is het bewaken van overgangen in het behandeltraject van buitengewoon groot belang. Dit kun je als organisatie niet alleen, hiervoor heb je elkaar als partners in de keten nodig. De aansluiting van de forensische psychiatrie op de reguliere GGZ vormt hierin een belangrijk element. Aandacht voor de samenwerking in de ketens én de continuïteit van zorg is voor de Rooyse Wissel evident. Met een proactieve opstelling wil de Rooyse Wissel een betrouwbaar onderdeel zijn van de justitiële keten en wil zij bijdragen aan een goede aansluiting op de reguliere GGZ-voorzieningen. Met name de resocialisatieafdeling Pharos fungeert daarin als brug tussen maatschappij en kliniek en neemt in de keten een cruciale plaats in. Visieontwikkeling en focus op patiëntencategorieën heeft in 2012 veel aandacht gehad. De Rooyse Wissel heeft zich vooral ontwikkeld in het behandelen van de SGLVG-populatie met veel co-morbiditeit. De contouren van een gewijzigde resocialisatievisie voor deze doelgroep zijn recentelijk helder geworden. Hierin komt duidelijk naar voren dat de SGLVG-populatie nauwelijks uitstroom-mogelijkheden heeft en de Rooyse Wissel zelf resocialisatie- of verblijfsvoorzieningen zal moeten creëren. Daarnaast zijn er uitstroomafspraken gemaakt met STEVIG (Dichterbij), waar een gedeelte van de SGLVG-groep naar zal uitstromen. Om waar mogelijk de resocialisatiemogelijkheden, en dan met name de uitstroommodaliteiten van forensische patiënten met een verstandelijke beperking te verbeteren, is begin 2012 een expertgroep opgestart. De Rooyse Wissel participeert hierin. De expertgroep bestaat naast twee hoofden Behandeling van de Rooyse Wissel uit een Hoofd Behandelaar bij respectievelijk FPA Dichterbij en de FTU (Forensische Trainings Unit) van het Vincent van Gogh Instituut (GGZ). De expertgroep is sinds april 2012 actief en is gestart met het inventariseren van de knelpunten bij de verschillende instellingen met betrekking tot de resocialisatiemogelijkheden van forensische patiënten met een verstandelijke beperking. Er is een duidelijke wens om gebruik te maken van elkaars expertise. Redenerend vanuit de door de expertgroep geïnventariseerde knelpunten is het idee ontstaan om een gemeenschappelijk forensisch RIBW voor LVG-patiënten van de Rooyse Wissel en mogelijk ook FPA’s op te zetten. Hierin kunnen de verschillende instellingen hun eigen deskundigheid inzetten, en wordt concreet invulling gegeven aan samenwerking en kennis delen. De doelgroep voor het forensisch RIBW kan mogelijk bestaan uit forensische LVG-patiënten die aangewezen zijn op een chronisch verblijf binnen een woonvoorziening op een instellingsterrein, waarbij verdere behandeldoelstellingen ontbreken, kortom een vorm van longcare. De expertgroep heeft de behoefte gekwantificeerd op basis van de gegevens van de plaatsingscommissie en de daaraan gekoppelde prognoses. Op basis van de prognose voorziet het opstarten van een dergelijk RIBW in een dringende behoefte waaraan de Rooyse Wissel kan voldoen. We merkten al eerder op dat continuïteit in de behandeling van groot belang is bij het minimaliseren van de kans op recidive. Ook constateerden we dat een succesvolle ketensamenwerking staat of valt met de intensiteit én kwaliteit van afstemming. Er vindt daarom regelmatig overleg plaats tussen de diverse ketenpartners. Zo wordt binnen de resocialisatieafdeling Pharos intensief samengewerkt met diverse partijen als reclassering, andere GGZ-instellingen, RIBW’s, woningbouwverenigingen en maatschappelijke voorzieningen. In het resocialisatietraject van de individuele patiënt wordt duidelijk hoe noodzakelijk de samenwerking met ketenpartners is. Die samenwerking krijgt lokaal gestalte door het plaatsen van resocialisatiepatiënten in huurwoningen, maar ook in intensievere samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld de veiligheidshuizen.
19
Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg Als derde speerpunt wordt in de Handleiding Planning & Control 2012 ‘Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg’ genoemd. Hierbij is het van belang om onderscheid te maken tussen een drietal terreinen: tussen kwaliteit op systeemniveau, kwaliteit op uitvoeringsniveau en kwaliteit op het gebied van ‘knowhow’. Waar bij het eerste de focus ligt op kwaliteit van systemen en instelling, ligt bij het tweede de focus op de werkvloer. De werkvloer is de plaats waar professionaliteit tastbaar wordt. In kennisintensieve organisaties zoals de Rooyse Wissel is de werkvloer dé plaats van concentratie van kennis, kunde en expertise, gebundeld in de personen van de hoog en vaak specialistisch opgeleide professionals. Hier ligt het directe raakvlak met het derde terrein van knowhow. In dit kader wordt wetenschappelijk onderzoek geïnitieerd of wordt hierin geparticipeerd. Dit gebeurt bij voorkeur in de vorm van deelname aan academische werkplaatsen, een onmisbare schakel in kwaliteitsverbetering van de geboden zorg en dan vooral op het terrein van de effectiviteit van de forensische behandeling en zorg. Voor de Rooyse Wissel is het vanzelfsprekend om op alle drie de terreinen in samenhang te acteren. Daarbij is de achterliggende gedachte dat kwaliteit en kwaliteitsdenken niet iets is dat ergens ‘belegd’ moet worden, maar wat een intrinsiek bestanddeel is van de professionele organisatie: kwaliteit is niet iets dat je organiseert, kwaliteit is iets dat je doet. Je stelt je constant de vraag: ‘doe ik de goede dingen, en doe ik de goede dingen goed’. Als professionele (behandel) organisatie heb je voortdurend aandacht voor mogelijke verbetering en oppakken van de nieuwste inzichten. Hierbij staat steeds een ding scherp voor ogen: een nog betere score op het terugdringen van het recidive gevaar en al hetgeen daarmee samenhangt. In het kader van de aandacht voor kwaliteitsverbetering zijn er in 2012 zorgprogramma-georiënteerde expertgroepen opgericht. Deze expertgroepen zijn multidisciplinair samengesteld waardoor expertise en kennis beter kunnen worden gericht en ingezet. Deze expertgroepen zijn gedurende het derde tertiaal van 2012 samengesteld en actief geworden, en de activiteiten hebben onder meer geresulteerd in een aanpassing van het totale modulaire aanbod. Daarbij is in het aanbod niet alleen het aantal verschillende modules met ongeveer 50% verminderd. Er is daarnaast een nieuw zorgpad ontwikkeld op het gebied van verslavingsproblematiek voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Deze module zal in 2013 in het zorgprogramma voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis worden ingepast. Begin 2012 werd op instituutsniveau de jaarlijkse HKZ-audit ten behoeve van hercertificering uitgevoerd. Belangrijk binnen de nieuwe HKZ-norm is de uitvoering van risico-inventarisatie op de zogenaamde kritische processen. De Rooyse Wissel voert deze uit door middel van de HFMEA-methode (prospectieve risico-inventarisatie). Voorbeelden van kritische processen die zijn geanalyseerd op risico’s: ‘toegangscontrole bezoekers’, proces ‘sociotherapie’ en ‘medicatieverstrekking’. We hebben gezien dat kwaliteitsverbetering zich afspeelt op drie terreinen. Hiervoor hebben we gesproken over de terreinen van systemen en uitvoering. Op het derde terrein, dat van wetenschappelijk onderzoek en ‘knowhow’, is in de afgelopen periode bijzondere aandacht besteed aan InterRAI. InterRAI is een samenwerkingsnetwerk van onderzoekers in meer dan dertig landen die zich hebben verbonden aan het verbeteren van gezondheidszorg. Het doel is om evidence based behandeling en beleidsbeslissingen te bevorderen door het verzamelen en interpreteren van data van hoge kwaliteit over de karakteristieken en uitkomsten van zorg en behandeling aan deze personen die worden verzorgd en behandeld door verschillende gezondheidszorg- en welzijnsorganisaties. De Rooyse Wissel neemt deel aan een pilot, samen met Veldzicht, de Woenselse Poort en GGZ Noord-Holland-Noord. Deze pilot gaat van start in het kader van het Kwaliteitstraject Forensische Zorg, dat eind 2011 is opgestart. Het Forensisch Netwerk van GGZ Nederland, de ministeries van Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nemen in dit traject landelijk de kwaliteitsontwikkeling van de forensische zorg ter hand. Dat geconcentreerde aandacht vruchten afwerpt, bewijst het project ‘Dwang en Drang’ (een project dat is gericht op het terugdringen van het aantal separaties (en afzonderingen)). Tijdens een bijeenkomst van deelnemers werden de landelijke resultaten van dit project gepresenteerd. De Rooyse Wissel realiseerde in 2012 ten opzichte van 2011 een afname in separaties van 51%, voor afzonderingen geldt een afname van 11%. Op beide locaties zijn er ook informatie- en discussieavonden georganiseerd met de patiënten. Geconcludeerd kan worden dat er de afgelopen jaren veel is bereikt op het gebied van het terugdringen van dwang en
20
drang. De subsidie voor het project ‘Dwang en Drang’ liep eind 2012 af. Hoewel de subsidie is gestopt, gaat de Rooyse Wissel met onverminderde aandacht door met het verder terugdringen van dwangmaatregelen. Zie voor kwaliteit ook paragraaf 5.6.
21
22
Deel I Resultaatgebieden
27
24
1 MEDEWERKERS
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
Of het nu gaat om de patiënt of om de medewerker, binnen de Rooyse Wissel staat de mens centraal. In dit hoofdstuk van het jaarverslag gaan we in op onze medewerkers. Zonder deze gedreven vakmensen zou de Rooyse Wissel niet kunnen bestaan. We gaan hierna kort in op de teamsamenstelling, het verzuim, de mobiliteit en de werving en selectie. Vervolgens belichten we de kracht van kennis binnen de Rooyse Wissel en hoe we deze kennis bevorderen. Ook gaan we in op onze interne communicatie en hoe we hiermee transparantie en betrokkenheid creëren. Tot slot komen aan bod welke acties zijn ondernomen naar aanleiding van een bedrijfsongeval in 2011.
1.1
Medewerkers De Rooyse Wissel wil een goede werkgever zijn om zo professionele medewerkers aan te trekken en hen te binden, te boeien en te behouden voor de organisatie. Medewerkers worden zoveel mogelijk betrokken bij de ontwikkelingen van de organisatie. Daarnaast biedt de Rooyse Wissel medewerkers de gelegenheid om hun competenties verder te ontwikkelen. Competentiemanagement vormt binnen de Rooyse Wissel de grondslag voor een zorgvuldig wervings- en selectiebeleid, een beoordelings- en functioneringsgesprekkensysteem, persoonlijke ontwikkeling en het opleidingsbeleid. Een spanningsveld is enerzijds de continue investering in het menselijk kapitaal, de medewerkers, terwijl anderzijds noodgedwongen van ervaren en deskundige medewerkers afscheid moet worden genomen als gevolg van een dalend patiëntenaantal. Van medewerkers wordt veel gevraagd in onzekere tijden onder grote maatschappelijke druk. Veel waardering is er dan voor de medewerkers die zich ondanks de gevoelde tegenstroom onverminderd en met gedrevenheid op professionele wijze blijven inzetten voor de forensisch psychiatrische patiënt. Voor de Rooyse Wissel is het belangrijk dat medewerkers de werksfeer als prettig ervaren, voldoende waardering krijgen voor hun werk en een goede balans tussen belasting en uitdaging kunnen bewerkstelligen. Eind 2012 is een medewerkerstevredenheidsonderzoek gestart samen met onderzoeksbureau Effectory. De respons bedroeg 78%. Elke afdeling stelt een plan van aanpak op met verbeteracties die in 2013 worden opgepakt.
1.2
Ziekteverzuim Het gemiddelde verzuimpercentage over 2012 bedroeg op 31 december 2012 5,23 %. Dit is een daling ten opzichte van het gemiddelde verzuimpercentage van 6,3 % over 2011. Deze daling wordt in het bijzonder veroorzaakt door een afname van het langdurig verzuim in de laatste 6 maanden van 2012. Ook landelijk is binnen de GGZ een daling van het verzuimpercentage te zien.
25
Periode 2012
Landelijk gemiddelde GGZ 2011
De Rooyse Wissel Landelijk gemiddelde (excl.zwangerschap) 2011 GGZ 2012 Kort
Midden lang**
De Rooyse Wisse l (excl. zwangerschap)2012 Lang
Kort*
Midden lang**
Lang***
1e kwartaal
6,07%
5.58%
2,04
1,65
2,96
1,60
1,73
3,38
2 kwartaal
4,88%
4.86%
0,89
1,36
3,28
0,96
1,20
3,27
3e kwartaal
4,50%
4.27%
0,88
1,14
3,65
0,57
1,31
2,39
4 kwartaal
5,22%
5.34%
1,46
1,80
3,63
1,23
1,57
1,79
e
e
TOTAAL 5,45% 4,91% * Kort verzuim is tot 8 dagen ** Middellang verzuim is tot 43 dagen *** Lang verzuim is langer dan 43 dagen
6,30%
5,23%
De verzuimfrequentie is verhoogd ten opzichte van 2011. Medewerkers melden zich dus vaker arbeidsongeschikt dan in 2011. Binnen de GGZ landelijk is de frequentie nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2011. Overzicht van verzuimfrequentie Jaar
Landelijk gemiddelde GGZ
De Rooyse Wissel
2006
1,59
1,75
2007
1,56
1,79
2008
1,56
1,85
2009
1,49
1,82
2010
1,60
1,71
2011
1,35
1,36
2012
1,30
1,68
De afdeling P&O heeft in samenspraak met de direct leidinggevenden continu aandacht voor verzuim. Zo vinden er frequent verzuimgesprekken plaats op het moment dat een medewerker zich voor de derde keer in twaalf maanden ziek meldt, vinden er re-integratiegesprekken plaats en wordt de bedrijfsarts vraaggericht ingezet om de belastbaarheid in eigen werk of aangepast werk te beoordelen. Ook wordt aandacht besteed aan preventie van verzuim door alert te zijn op signalen van medewerkers. In 2012 is het leidinggevend kader samen met de personeelsfunctionarissen getraind op gebied van verzuimbegeleiding en de wettelijke verplichtingen van poortwachter. Naast het verwerven van kennis en inzicht was er aandacht voor gesprekstechnieken.
1.3
Mobiliteit In 2012 zijn 24 medewerkers uit dienst getreden ten opzichte van een gemiddeld totaal aantal medewerkers van 513,64. Dit betekent een mobiliteit van 4,7%. Dit is een halvering ten opzichte van het mobiliteitspercentage van 2011; in dat jaar werd een mobiliteit gerapporteerd van 10,04%. De doelstelling voor deze prestatie-indicator voor 2012 was < 15% en is hiermee ruimschoots behaald.
26
1.4
Werving en selectie De Rooyse Wissel streeft ernaar een kwalitatieve en een kwantitatieve goede personeelsbezetting te realiseren. Het aantal vacatures ten opzichte van 2011 is gedaald in het verslagjaar. Medio 2012 is een vacaturestop afgekondigd wegens een aanhoudende daling van het landelijk aantal patiënten en het aantal gerealiseerde bedden binnen de Rooyse Wissel. In 2011 waren er 47 vacatures (exclusief sociotherapie) en zijn er 42 vacatures ingevuld. In 2012 waren er 16 vacatures (exclusief sociotherapie). Hiervan zijn er 7 intern en 7 extern ingevuld. 1 vacature is vervallen en 1 vacature is vooralsnog niet ingevuld. In 2011 zijn er 67 sociotherapeuten aangenomen en in 2012 waren dit er 12. Van deze 12 sociotherapeuten waren er 2 sociotherapeuten met een 0-urencontract en 5 met een vakantiekrachtencontract. Daarnaast zijn er 4 senior sociotherapeuten intern aangenomen en 1 ambulante sociotherapeut, tevens intern.
1.5
Deskundigheidsbevordering In 2012 is gestart met een nieuwe methodiek op het gebied van Fysieke en Mentale Weerbaarheid. Alle medewerkers die op enige manier in contact komen met patiënten hebben hiertoe een basistraining gevolgd. Receptiemedewerkers zijn als aanvulling op deze training ook getraind in fouilleren. Sinds oktober 2012 vinden er wekelijks in Venray en Maastricht herhalingstrainingen Fysieke en Verbale Weerbaarheid plaats. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de nieuwe methodiek tijdens geplande teamdagen. Borging van deze trainingen vindt onder andere plaats door het afnemen van een tweejaarlijkse proeve van bekwaamheid. In 2012 is ook een nieuwe wijze van trainen op gebied van medicatieverstrekking via e-learning geïmplementeerd. Alle medewerkers die medicatie verstrekken dienen deze cursus te volgen. In 2012 hebben 78 medewerkers aan deze cursus deelgenomen. In 2012 heeft een groep sociotherapeuten deelgenomen aan de Interne Opleiding Sociotherapie (IOS). De IOS wordt in de eerste helft van 2013 geactualiseerd. In de IOS-Basisblokken komen verschillende modulen aan de orde, waaronder de Basistraining Verbale en Fysieke Weerbaarheid, Wettelijk Kader TBS en Interne Rechtspositie, Milieutherapie, Inleiding in de psychopathologie, Sociotherapie en andere disciplines, Basisvaardigheden Sociotherapie, Gesprekstechnieken, Samen uit en samen thuis (verlofbegeleiding), Observeren & Rapporteren en MITS/MIP. Ook de Bedrijfshulpverleners (BHV’ers) voldoen aan de scholingseis. BIG-geregistreerde verpleegkundigen die een andere functie uitoefenen, komen in aanmerking voor herregistratie. Hiervoor hebben zij een aanhangsel op hun arbeidsovereenkomst ontvangen. Tevens is er een addendum op de notitie ‘Herregistratie’ gemaakt. Zie ook paragraaf 5.9 van dit jaarverslag. In 2012 hebben twintig senior sociotherapeuten deelgenomen aan de training ‘Gijzelingsprotocol’. Deze training wordt geborgd door herhalingstrainingen die kunnen worden aangevraagd. Met het oog op het op een systematische wijze onderzoeken en evalueren van incidenten zijn met name het management, het middenkader en leden van de MIP-commissie getraind in de SIRE-methodiek. SIRE staat voor Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie. Specifiek voor BIG-geregistreerde verpleegkundigen is er een (bij)scholingsprogramma.
1.6
Communicatie Ook in 2012 werden medewerkers op verschillende manieren geïnformeerd over ontwikkelingen en actualiteiten binnen de organisatie. Zo verscheen iedere maand de digitale nieuwsbrief voor alle medewerkers. Maandelijks verscheen ook de knipselkrant, met daarin actuele artikelen over tbs in het algemeen en de Rooyse Wissel in het bijzonder. De knipselkrant is bedoeld voor alle medewerkers en de patiëntenraad. Via het CONRISQ Journaal werden medewerkers geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de CONRISQ Groep. Het journaal verscheen in 2012 vier keer. Een CONRISQ-brede redactie zorgde voor de inhoud van het journaal en voor de verspreiding ervan naar de medewerkers van alle dochterstichtingen van de CONRISQ Groep.
27
1.7
Arbeidsinspectie in 2011 is bij de arbeidsinspectie een melding gedaan van een arbeidsongeval: fysieke agressie van een patiënt jegens een medewerker. de inspectie heeft vervolgens een onderzoek ingesteld. dit onderzoek heeft geresulteerd in het opleggen van een eis gericht op het ontwikkelen van beleid op het beperken van psychosociale arbeidsbelasting waaronder agressie, geweld en ongewenste omgangsvormen. in 2012 is uitvoering gegeven aan deze eis. het ongeschreven beleid inzake agressie, geweld en ongewenste omgangsvormen is in een protocol vastgelegd en nader geïmplementeerd. bovendien is een systeem opgezet voor het registreren van meldingen van medewerkers op het gebied van agressie, geweld en arbeidsomstandigheden. een mim-commissie (melding incidenten medewerkers) analyseert periodiek de meldingen en adviseert het managementteam over te nemen maatregelen. voorts is een nieuwe training mentale en fysieke weerbaarheid ontwikkeld, ingezet en geborgd. naast de sociotherapie worden ook alle andere functiegroepen getraind die bij de uitvoering van hun werkzaamheden patiëntencontact hebben (therapeutische dienst, afdeling tijdsbesteding, leren en werken (tlw), facilitaire dienst, medische dienst en hoofden van behandelafdelingen). aan het einde van het jaar is een medewerkeronderzoek uitgevoerd, waarbij specifiek aandacht is besteed aan psychosociale arbeidsbelasting. de resultaten worden in 2013 beschikbaar gesteld. naar aanleiding van de resultaten wordt door iedere afdeling een plan van aanpak opgesteld.
28
2 PATIËNTEN
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
Alles wat we doen binnen de Rooyse Wissel, doen we voor de patiënt. In dit hoofdstuk gaan we in op de doelgroep en de nieuwe doelgroepen. Tevens komt aan bod welke behandelingen worden aangeboden waarbij specifiek wordt ingegaan op de Schemagerichte Cognitieve Therapie en Forensisch Psychiatrisch Toezicht. Gezien het motto van de Rooyse Wissel: ´Openheid in geslotenheid´ vinden we het belangrijk transparant te zijn. In dit hoofdstuk van het jaarverslag wordt beschreven hoe is omgegaan met de incidenten die in 2012 hebben plaatsgevonden. Ten slotte wordt de rol van project- en vakgroepen binnen de organisatie belicht.
2.1
Patiënten Refererend aan de missie is het de primaire taak van de Rooyse Wissel om door de behandeling het recidiverisico zodanig te verminderen, dat patiënten verantwoord kunnen terugkeren in de maatschappij. Dit moet de organisatie zo snel en adequaat mogelijk realiseren. Patiënten hebben voorafgaand en gedurende de behandeling recht op een reëel beeld van wat de behandeling voor hen inhoudt. Alle activiteiten van de organisatie zijn gericht op optimale kwalitatieve en kwantitatieve zorg en behandeling. De Rooyse Wissel streeft naar een zo groot mogelijke realistische participatie van patiënten bij hun behandeling. Dit gebeurt onder andere door patiënten gedeeltelijk aanwezig te laten zijn bij behandelplanbesprekingen. Als gevolg van een landelijke trend, neemt de bezettingsgraad geleidelijk af. Dit heeft invloed op het kliniekmilieu. Als gevolg van het dalend patiëntenaantal moet noodgedwongen afscheid worden genomen van deskundige en ervaren medewerkers. Voor (kennis van) het forensische veld is dit een zorgelijke ontwikkeling. Verder is er ook een netwerkraad en patientenraad actief. Zie voor het verslag van de patiëntenraad bijlage 4.
2.2
Zorgprogrammering In 2012 hebben zich op het gebied van zorgprogrammering verschillende ontwikkelingen voorgedaan. Er is een Project Initiatie Document opgesteld op basis van de Prince II-methodiek. Hierin staat opgenomen wat er ten aanzien van de drie zorgprogramma’s moet gebeuren om deze verder te ontwikkelen. Risicotaxatie is daarbij een belangrijk onderwerp. De zorgprogramma’s zullen nadrukkelijk worden afgestemd op de DBBC-uitgangspunten. Ook is er een zorgpad ontwikkeld omtrent de behandeling van verslaving voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Het eerste gedeelte van dit zorgpad was al eerder opgezet. Nu is er een aanvullende module (boostersessies) ontwikkeld voor patiënten die al in geruime mate buiten de kliniek verblijven. Dit is van belang aangezien een belangrijk deel van de verslavingsbehandeling in vivo moet plaatsvinden. De boostersessies zijn halverwege 2012 van start gegaan. In 2012 is de inhoudelijke ontwikkeling van het Forensisch Terugvalpreventieplan (FTP) afgerond. Per 1 juni is gestart met de implementatie ervan. Het FTP is een integraal onderdeel van alle drie de zorgprogramma’s zoals deze in de Rooyse Wissel ontwikkeld zijn en legt nadrukkelijk het accent op de multidisciplinaire ontwikkeling van dit plan per patiënt. Tot slot is een centrale planning ingesteld, zodat modules kunnen worden aangeboden op het moment dat deze zijn geïndiceerd voor een patiënt. De implementatie van de centrale planning is per 1 oktober gestart en zal naar verwach-
29
ting op 1 maart 2013 zijn afgerond. De centrale planning zal een bijdrage moeten leveren aan het stabiliseren van het dagprogramma per patiënt door uitval te reguleren en wachttijden te minimaliseren voor met name therapeutische modules.
2.3
Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT) Sinds een aantal jaren voert de Rooyse Wissel in nauwe samenwerking met Universiteit Maastricht onderzoek uit naar de effectiviteit van Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT) voor forensische patiënten met een antisociale, borderline, narcistische en/of paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Patiënten worden random toegewezen aan SCT of Treatment as Usual (TAU). De studie is onderdeel van een landelijk onderzoek, waarbij zeven tbs-instellingen zijn betrokken. In 2012 is het onderzoek binnen de Rooyse Wissel op de locatie Venray afgerond. Daarnaast stond dit jaar in het teken van voortgangsbewaking op de locatie Maastricht en in de andere klinieken. Bijna de helft van alle patiënten in het onderzoek heeft dit onderzoek inmiddels afgerond. De eerste resultaten van deze groep zijn gepubliceerd in een internationaal tijdschrift (International Journal of Forensic Mental Health). Patiënten die waren toegewezen aan SCT lieten een snellere reductie in recidiverisico zien en kregen sneller toestemming voor zowel begeleid als onbegeleid verlof dan patiënten die TAU kregen. Daarnaast waren de drop-outpercentages lager in de SCT- conditie dan in de TAU-conditie. Ook het promotieonderzoek dat wordt uitgevoerd binnen het SCT-onderzoek is afgerond. Het proefschrift getiteld ‘Emotional states, crime and violence: a Schema Therapy approach to the understanding and treatment of forensic patients with personality disorders’ is positief beoordeeld door de Universiteit Maastricht. Het afgelopen jaar zijn de gegevens geanalyseerd en weggeschreven in een reeks artikelen die aangeboden zijn voor publicatie in internationale tijdsschriften. Er is bijvoorbeeld een artikel geaccepteerd dat een overzicht geeft van de huidige stand van zaken op het gebied van behandeling bij tbs-patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Een centraal onderdeel van het proefschrift is het concept ‘schema modi’, ofwel emotionele toestanden die op een bepaald moment iemand zijn gedachten, voelen en denken beïnvloeden. In 2012 zijn er artikelen geschreven over de invloed van schema modi op het ontstaan van delictgedrag; de koppeling tussen schema modi en persoonlijkheidsstoornissen; en de relatie tussen schema modi en recidiverisico.
2.4
Oratie David Bernstein Vrijdag 15 juni belichtte prof. dr. David Bernstein in zijn oratie getiteld ‘Big boys don’t cry – or do they?’ de voorlopige resultaten van een grootschalige studie naar de effectiviteit van schematherapie bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen. Met het uitspreken van de oratie aanvaardde Bernstein zijn benoeming als bijzonder hoogleraar Forensische Psychotherapie aan de Faculteit der Psychologie en Neurowetenschappen van de Universiteit Maastricht op de bijzondere leerstoel die door de Rooyse Wissel is ingesteld. Aanleiding voor de studie was het parlementair onderzoek in 2005/2006 naar aanleiding van ernstige incidenten met tbs-patiënten op proefverlof. De onderzoekscommissie schreef in haar aanbevelingen dat universiteiten en tbs-klinieken moeten samenwerken in onderzoek naar verbetering van de effectiviteit van tbs-behandeling. Uit de eerste onderzoeksresultaten blijkt dat tbs-patiënten met persoonlijkheidsstoornissen baat hebben bij schematherapie, zelfs psychopaten, die altijd als onbehandelbaar werden beschouwd. Drie jaar na de start van de behandeling zijn het recidiverisico en de symptomen van hun persoonlijkheidsstoornis lager dan bij tbs-patiënten die de gangbare behandeling kregen. Mochten de resultaten worden bevestigd in de complete onderzoeksgroep, dan is dit de eerste keer dat er een effectieve behandeling voor psychopaten is gevonden.
30
2.5
Vakgroepen De betrokkenheid van medewerkers neemt merkbaar toe wanneer zij worden betrokken bij het beleid. Binnen de Rooyse Wissel wordt dit vormgegeven door onder andere vakgroepen. Een voorbeeld hiervan is de vakgroep Sociotherapie. De vakgroep Sociotherapie is in 2012 actief geweest op verschillende gebieden. Naast de maandelijkse vakgroepbijeenkomst zijn verschillende vakgroepleden actief geweest in diverse projecten en/of werkgroepen. Zo is er geparticipeerd in de projectgroep ´Dwang en Drang´, in de MIP-commissie en in de werkgroep Terugvalpreventieplan. Om de sociotherapeuten meer te betrekken bij de processen van de vakgroep is er elke maand een inloopuur georganiseerd op beide locaties. Om het draagvlak te vergroten en om de profilering van de vakgroep meer vorm te geven, zijn de Hoofden Sociotherapeutisch Milieu bij de maandelijkse bijeenkomsten aangeschoven. De vakgroep heeft voor het vijfde opeenvolgende jaar de organisatie voor de Dag van de Sociotherapie opgestart. De voorbereidingen hiervoor waren in een vergevorderd stadium toen er in overleg met de directie is besloten deze dag uit te stellen in verband met de organisatorische ontwikkelingen. Uiteindelijk is de Dag van de Sociotherapie (voor het jaar 2012) geannuleerd. Naast de reeds bestaande samenwerking van de vakgroep met de diverse hogescholen in Zuidoost- Nederland is dit netwerk in 2012 uitgebreid met het accent op de opleiding Verpleegkunde (hbo). De scholen kunnen middels werkbezoeken aan de kliniek hun aanbod verdiepen. De kliniek kan, naast het opbouwen van een goede naam in het onderwijs, als tegenprestatie een beroep doen op workshops en/of lezingen binnen de kliniek en tijdens de Dag van de Sociotherapie. Op langere termijn kan op deze manier de kloof tussen kliniek en jonge beroepsbeoefenaren verkleind worden, zodat er meer interesse ontstaat voor het vak van sociotherapeut. Om te voorkomen dat op verschillende plekken tegelijkertijd het wiel wordt uitgevonden, heeft de vakgroep deelgenomen aan de landelijke vakgroepdag om de krachten van de diverse vakgroepen te bundelen en gebruik te maken van elkaars kennis en ervaring. De vakgroep heeft een uitwisseling van sociotherapeuten geïnitieerd tussen de Rooyse Wissel, de Van der Hoeven Kliniek en de Pompekliniek. Om op de hoogte te blijven van nationale en internationale ontwikkelingen heeft de vakgroep deelgenomen aan het Festival Forensische Zorg. De discussies die zijn gevoerd over het voortbestaan van de vakgroep Sociotherapie in een lastige tijd van bezuinigingen en krimp zijn nog niet beëindigd en zullen in 2013 worden voortgezet. In 2012 zijn de multidisciplinaire samengestelde en op zorgprogramma gerichte expertgroepen van start gegaan.
2.6
Incidenten Onttrekkingen De Rooyse Wissel kende in 2012 het relatief hoge aantal van negen onttrekkingen (inclusief twee patiënten die niet op afgesproken locatie waren tijdens verlof). Tijdens de ongeoorloofde afwezigheid (OA) zijn geen recidives gepleegd. Zes patiënten hebben zichzelf gemeld; één patiënt is aangehouden. In vier gevallen duurde de onttrekking korter dan één dag. Eind juli 2012 is kliniekbreed het risicomanagement bij verlof geëvalueerd. Dit heeft geresulteerd in de navolgende verbeterpunten: 1. Verhogen van forensische scherpte binnen de afdelingen op de verlofprocedure; 2. Meer aandacht voor de relationele beveiliging, vooral binnen de resocialisatieafdeling Pharos; 3. De duale koppels (Hoofden Sociotherapeutisch Milieu en Hoofden Behandeling) dienen te letten op het behouden van overstijgend overzicht op de verlofpraktijk op de afdeling om tijdig in te kunnen grijpen teneinde OA te kunnen voorkomen. Deze verbeterpunten zijn nader uitgewerkt in een tiental concrete afspraken welke zijn geïmplementeerd en geborgd.
31
(Digitale) contrabande In oktober 2012 werd naar aanleiding van het vermoeden van de aanwezigheid van pornografisch materiaal een uitgebreide ‘spitactie’ uitgevoerd, waarbij alle computers en andere gegevensdragers van patiënten in beslag werden genomen en aan een uitgebreide controle werden onderworpen. Tijdens deze actie werd bij enkele patiënten contrabande aangetroffen. In deze (drie) gevallen is aangifte gedaan. Het bleek te gaan om patiënten met een pedoseksueel delict, gericht op digitaal kinderpornografisch materiaal en vindingrijk om dit moeilijk traceerbaar op te slaan. De vondst van de contrabande noopte tot een sterke inperking van het computer- en internetbeleid. Computers in de persoonlijke verblijfsruimte van patiënten werden permanent niet meer toegestaan. De internetmogelijkheid bij de afdelingen Grafisch en Educatie werd geblokkeerd. Naar aanleiding van deze en andere incidenten zijn SIRE-onderzoeken uitgevoerd. SIRE staat voor Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie. De uitkomsten van de onderzoeken hebben zo nodig geleid tot het inzetten, uitvoeren en borgen van verbetermaatregelen. Naar aanleiding van het aantal onttrekkingen in 2012 in samenhang met de vondst van kinderpornografie (augustus 2011 en oktober 2012) en de melding van een incident waarbij door een patiënt geluidsopnamen van gesprekken met medewerkers waren gemaakt (november 2012), vond op 6 december een gesprek plaats tussen het bestuur en de directie van de Rooyse Wissel en de Directie Forensische Zorg (DForZo) van het ministerie van Justitie en Veiligheid. DForZo waardeerde de nadere analyse en de door de Rooyse Wissel betrachte transparantie. Naar aanleiding van de incidenten is met name het computerbeleid grondig herzien en zijn de bestaande regels rondom de uitvoering van verlof geëvalueerd en aangescherpt, waarbij met meer dan gemiddelde zorgvuldigheid juist ook de focus ligt op forensische scherpte. De ingezette verbeteracties worden geborgd, gemonitord en frequent geëvalueerd.
2.7
Nieuwe doelgroepen In 2012 werd een aantal patiënten opgenomen met een andere strafrechtelijke titel en/of vallend onder de Wet Bopz. De verwijzers waren het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC), de reclassering, Long Care Eindhoven, KIB Eindhoven, STEVIG, FPC Oldenkotte, en Hoeve Boschoord. In de meeste gevallen betrof het ernstige hanteringsproblemen of het tijdelijk ontlasten van het team aldaar. De Rooyse Wissel is professioneel en qua gebouw goed uitgerust om deze patiënten op te vangen en te stabiliseren. Wel wordt geconstateerd dat het terugplaatsen van de patiënt in sommige gevallen lastig is, omdat in veel gevallen wordt verzocht het verblijf binnen de Rooyse Wissel te verlengen, gezien de mogelijkheden en de kennis en kunde bij de medewerkers van de Rooyse Wissel. Dit stemt tot trots en tevredenheid. Een psychiater die al werkzaam was bij de Rooyse Wissel heeft de taak van geneesheer-directeur op zich genomen, nu dit volgt als verplichting uit de wet Bopz. Daarnaast is in 2012 Forensisch RIBW de Rooyse Wissel opgezet. In toenemende mate was met name vanuit de reclassering vraag naar een woonvoorziening in Limburg met begeleiding, gestoeld op forensische expertise. Daarnaast heeft de Rooyse Wissel regelmatig patiënten met proefverlof of een voorwaardelijke beëindiging die niet bij de reguliere RIBW’s kunnen worden geplaatst. Een eigen RIBW biedt uitkomst en is bovendien een mooie schakel in het forensische netwerk. Patiënten hebben baat bij een tijdelijke woonvoorziening waarbij zij, rekening houdend met hun mogelijkheden, beperkingen en risicogedrag, intensief worden begeleid naar een zo groot mogelijke mate van zelfstandig functioneren in de maatschappij. Aanvankelijk was een RIBW-plaats beschikbaar, in het najaar van 2012 is dit uitgebreid tot vijf. Een aantal werkgroepen is pragmatisch gestart met het opzetten van de RIBW. Zaken als verblijf, organisatie, personeel, gebouw en facilitair, juridische zaken en financiën zijn georganiseerd. Ook hier gepaste trots. Binnen zeer korte tijd zijn de plaatsen gerealiseerd en naar tevredenheid van ook de ketenpartners bezet.
2.8
Forensisch Psychiatrisch Toezicht Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) is een forensisch psychiatrische expertise die gericht is op het toezicht dat door FPC’s en reclassering gezamenlijk wordt uitgeoefend op tbs-gestelden tijdens hun resocialisatietraject. De rol van de
32
reclassering neemt in de klinische fase al een aanvang door directe betrokkenheid van de contactfunctionaris bij behandelplanbesprekingen en overleggen vanaf de opname op de resocialisatieafdeling. Voorwaardelijke beëindigingen met FPT komen steeds vaker voor en hierbinnen blijkt de samenwerking met de reclassering de sleutel tot succes. Deze samenwerking is ook bij proefverlof een essentiële zaak. Door het proefverlof in de toekomst inhoudelijk meer vorm te gaan geven en een grotere betrokkenheid van de kliniek tijdens proefverlof te bewerkstelligen, kan dit relatief gemakkelijk worden geïndiceerd bij patiënten die een grotere kans op terugval hebben. Proefverlof zal steeds meer worden gezien als de ultieme verlofmodaliteit, waarbij de kliniek eindverantwoordelijkheid draagt en de reclassering, samen met de kliniek, uitvoerende is. De vrij plotselinge overgang van tbs met dwangverpleging naar voorwaardelijke beëindiging blijkt soms, met name praktische, problemen op te leveren. Voorbeelden hiervan zijn het niet tijdig op (kunnen) starten van ziektekostenverzekering, uitkering en een indicatie voor verblijf of werk. Daarom wordt het als prettig ervaren dat er steeds vaker een voorwaardelijke beëindiging wordt ingezet door de rechtbank waarbij de ingangsdatum een aantal maanden in de toekomst ligt. Dit biedt voor alle betrokkenen meer mogelijkheden om zaken goed te regelen. FPT in 2012
2.9
FPT bij voorwaardelijke beëindiging Waarvan: Maatregelen beëindigd:
56
FPT met proefverlof Waarvan: Omzettingen naar voorwaardelijke beëindiging:
12
Plaatsing in kader van crisisinterventie bij voorwaardelijke beëindiging met FPT
7
20
5
Project ´Dwang en Drang´ Gesteld kan worden dat de inspanningen van de Rooyse Wissel in de afgelopen jaren op het gebied van het reduceren van dwang- en drangmaatregelen niet alleen geleid hebben tot een forse afname van deze maatregelen, maar zeker ook tot een waarneembare bewustwording onder de medewerkers. Na in 2011 energie gestoken te hebben in organisatie, structuur, managementinformatie dwang- en drangmaatregelen en bewustwording van medewerkers, is in 2012 de nadruk komen te liggen op het expliciteren van de rol van leidinggevenden, het bevorderen van de samenwerking tussen sociotherapie en psychiaters en, zeker niet in de laatste plaats, het nadrukkelijk betrekken van patiënten bij de verdere uitvoering van het project ‘Dwang en Drang’. Om patiënten meer te betrekken bij het project zijn op beide locaties informatie- en discussieavonden georganiseerd met de patiënten. Deze avonden werden goed bezocht. Er ontstond een levendige discussie en er werden ervaringen van patiënten uitgewisseld. De opleiding in de nieuwe methodiek met de focus op de-escalerend werken is voortvarend ter hand genomen. Er is voor gekozen om alle disciplines die direct patiëntencontact hebben te bekwamen in de betreffende methodiek. In 2012 hebben velen de cursus met succes afgerond. Hoewel de GGZ-subsidie voor het project ‘Dwang en Drang’ eind 2012 definitief ophoudt, blijft de Rooyse Wissel investeren in het reduceren van dwang- en drangmaatregelen. Tijdens de landelijke slotbijeenkomst werden de landelijke resultaten gepresenteerd. In alle deelnemende instellingen was sprake van een substantiële reductie van dwang- en drangmaatregelen. Zo ook binnen de Rooyse Wissel: in 2012 werd een afname van 51% gerealiseerd ten opzichte van 2011 (aantal separaties x aantal uren), voor afzonderingen geldt een afname van 11% (hierin is de afname van de verpleegdagen al verwerkt). Als de cijfers van 2012 worden afgezet tegen de cijfers van 2010 (nulmeting project) zien we een afname van 66% bij de separaties en een afname van 23% bij de afzonderingen.
33
Geconcludeerd kan worden dat de afgelopen jaren veel is bereikt bij het terugdringen van dwang en drang, desalniettemin worden de inspanningen onverminderd voortgezet. Het terugdringen van dwang en drang blijft een hot item binnen de GGZ en dus ook voor de Rooyse Wissel. Gehele instelling: Separaties
Afzonderingen
2011
2012
Afname/toename %
Aantal gestart
41
22
Afname 46 %
Duur ( uren)
236
197
Afname 17 %
Aantal x Duur
9696
4344
Afname 51 %
Aantal gestart
168
153
Afname 9 %
Duur (uren)
330
298
Afname 10 %
Aantal x Duur
55512
45648
Afname 11 %
In de percentages afname ´aantal x duur´ is de afname in verpleegdagen verwerkt (8%).
34
3 KETENPARTNERS
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
De Rooyse Wissel kan haar werk alleen met succes uitvoeren en haar toegevoegde waarde leveren als onderdeel van de keten. De samenwerking tussen deze ‘ketenpartners’ en hun ambitie is van wezenlijk belang bij het realiseren van goede en bestendige resultaten in de behandeling en de doorstroom van patiënten. In het volgende hoofdstuk belichten we de samenwerking binnen dit professionele ketennetwerk waarin de Rooyse Wissel met succes haar rol en functie vervult. Academisering speelt hierbij een grote rol.
3.1
Ketenpartners Middels ketenmanagement streeft de Rooyse Wissel naar een betrouwbare positie binnen de justitiële keten. Dit is mogelijk door zowel vooraf als achteraf goede aansluiting te vinden bij de ketenpartners. In principe wordt de inhoudelijke kennis voor iedereen beschikbaar gesteld, waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met de concurrentiepositie van de Rooyse Wissel. De organisatie wil zich vooral onderscheiden door kwaliteit en maatwerk.
3.2
Samenwerking met ketenpartners Samenwerking met (regionale)ketenpartners is noodzakelijk om een kwalitatief goede behandeling en een veilig resocialisatietraject te realiseren. Deze samenwerking krijgt op verschillende niveaus gestalte. Aan het begin van dit jaarverslag zijn de speerpunten uitgewerkt van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Een van de speerpunten is ketensamenwerking en continuïteit van zorg. Hier staat uitgebreid beschreven hoe de Rooyse Wissel in 2012 aan ketensamenwerking heeft gewerkt. Zie ook bijlage 7 voor een lijst van ketenpartners waarmee de Rooyse Wissel veel samenwerkt.
3.3
Academisering De Rooyse Wissel werkt evidence based. Dit betekent dat de effectiviteit van de behandelmethoden wetenschappelijk wordt onderzocht. Om dit te bereiken, is er sprake van een helder kader waarbinnen eigen onderzoeksinspanningen worden verricht. Binnen de Rooyse Wissel wordt gewerkt met methodieken zoals Schemagerichte Cognitieve Therapie (SCT) en Forensische Sociale Netwerk Analyse. De afdeling Wetenschappelijk Onderzoek houdt zich bezig met wetenschappelijk onderzoek dat direct gerelateerd is aan de praktijk. Ook is de afdeling betrokken bij experimenteel psychopathologisch onderzoek. De Rooyse Wissel werkt nauw samen met de universiteiten van Maastricht en Tilburg. Beide universiteiten bieden een Forensische Psychologie-master aan, waarbij studenten opgeleid worden als basispsycholoog of wetenschappelijk onderzoeker binnen het forensische veld. Ook biedt deze samenwerking de mogelijkheid om stageplekken te combineren. De structurele samenwerkingsverbanden met de verschillende universiteiten zorgen ervoor dat de wetenschap dichter bij de praktijk komt. Om tot de beste resultaten te komen, is het van belang om een infrastructuur te hebben die het onderzoek faciliteert. Door een academisch klimaat binnen de Rooyse Wissel te scheppen, kan zowel wetenschappelijk als praktijkgericht onderzoek goed worden uitgevoerd. De verworven wetenschappelijke kennis moet worden overgedragen naar de werkvloer. De Rooyse Wissel doet dit door het verspreiden van wetenschappelijke publicaties, het geven van lezingen, een actieve bijdrage aan (internationale) congressen en de interne nieuwsbrief. Informatie die verspreid wordt
35
kan afkomstig zijn uit lopende studies binnen de kliniek, congressen en vanuit recente literatuur. In bijlage 6 is een overzicht weergegeven van publicaties en onderzoeken die in 2012 zijn uitgevoerd en/of momenteel nog lopende zijn. De Rooyse Wissel werkt graag mee aan het professionaliseren van opleidingen gericht op het forensisch veld. Het tot stand komen van de Master Forensische Psychologie aan de Universiteit Tilburg en de (tweejarige) Master Forensic Psychology aan de Universiteit Maastricht is in eerste instantie gesteund door de Rooyse wissel. Waar mogelijk heeft de Rooyse Wissel bijgedragen aan de erkenning van de opleiding. De Rooyse Wissel verzorgt een structureel onderdeel in het curriculum van beide opleidingen door middel van wetenschappelijke colleges, rondleidingen en stages. In het kader van diagnostiek en behandeling is in 2012 gestart met onderzoek naar de effectiviteit van de delictketen, de module verslavingszorg en de Agressie Replacement Training. Dit zal in 2013 verder vervolg krijgen. De afname van de testbatterij voor de specifieke effectmeting van deze modules is in de zomer van 2012 van start gegaan. Gezien de lage aantallen nieuwe opnames stromen de data langzaam binnen. Met de tijd zullen deze data gekoppeld worden aan herhalingsmetingen binnen de kliniek. Studenten van de masteropleidingen in Maastricht en Tilburg worden (nu en in de toekomst) met name in deze onderzoeken betrokken. In 2012 naderen twee promotie-onderzoeken, zoals uitgevoerd door onderzoekers van de Rooyse Wissel, hun voltooiing. Het ene onderzoek betreft veranderingen in recidiverisico tijdens de behandeling, het andere Schemagerichte Therapie bij forensische patiënten met een Persoonlijkheidsstoornis (SCT Onderzoek).
36
4 MAATSCHAPPIJ
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
Individualisering en het nastreven en duidelijk uiten van de eigen identiteit zijn kenmerken van onze maatschappij in de 21e eeuw. Dit geldt voor individuele personen, maar dit geldt ook voor organisaties en instellingen. Waar we ons aan de ene kant onderdelen van een groter geheel voelen en ons daarin koesteren en comfortabel voelen, doen we er op het zelfde moment alles aan om ons te onderscheiden, om voldoende zichtbaar te zijn en te blijven. In een steeds competitievere omgeving is het belangrijk om te blijven werken aan die eigen identiteit, het onderscheidend vermogen en dit actief uit te dragen. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de Rooyse Wissel heeft gedaan om zichzelf nog meer op de kaart te zetten. Hierbij komen onder andere de open dagen, de Regioraad en de Netwerkraad aan bod, evenals sponsoractiviteiten waar patiënten nadrukkelijk een bijdrage aan hebben geleverd.
4.1
Maatschappij Tbs is een bijzonder onderwerp: incidenten bepalen in grote mate de beeldvorming en gefundeerde achtergrondinformatie ontbreekt vaak bij het grote publiek. De Rooyse Wissel probeert de beeldvorming op een positieve manier te beïnvloeden. Dit is niet alleen belangrijk voor de Rooyse Wissel als organisatie. Onze patiënten zijn er ook bij gebaat, met name als ze gaan resocialiseren. We proberen de beeldvorming over tbs positief te beïnvloeden door intern en extern open, juist en zo volledig mogelijk te communiceren. Dit doen we bijvoorbeeld door Open Dagen en rondleidingen te organiseren, door mee te werken aan publicaties in lokale, regionale en landelijke (dag-)bladen, door op regelmatige basis overleg te voeren met de Regioraad en de Netwerkraad en door acties uit te voeren in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook neemt de Rooyse Wissel deel aan het landelijke communicatienetwerk, waarin wordt gewerkt aan een betere profilering van de tbs.
4.2
Externe communicatie In 2012 werden op de locaties in Venray en Maastricht drie Open Dagen georganiseerd, dit keer voor relaties van medewerkers en voor het netwerk van patiënten. Alle Open Dagen hadden als doel informatie te geven over tbs, het werk dat de Rooyse Wissel verricht zichtbaar te maken en tbs-patiënten een gezicht te geven. In Venray en Maastricht werden in 2012 64 rondleidingen georganiseerd, vaak samen met de patiëntenraad. Ook werden verschillende informatie- en interviewverzoeken afgehandeld. Zo verzorgde de Rooyse Wissel ook het afgelopen jaar een gastles over tbs op een school in Venray. In 2013 wordt bekeken of deze gastles een vervolg krijgt op andere scholen. Het televisieprogramma Nieuwsuur besteedde in juni in een reportage aandacht aan Schemagerichte Cognitieve Therapie binnen de Rooyse Wissel. Een therapeute en twee ex-patiënten van de Rooyse Wissel vertelden in de reportage over de therapie en de effecten daarvan voor hun verdere behandeling. De Rooyse Wissel steunt maatschappelijk georiënteerde doelen door middel van sponsoring. De voorkeur gaat hierbij uit naar sponsorobjecten die door patiënten kunnen worden vervaardigd in onze werkplaatsen. Aan financiële sponsoring doet de Rooyse Wissel in principe niet. In 2012 maakten patiënten een bank voor een schoolplein van een basisschool in Venray. Ook werd een brug ontworpen en gemaakt voor het Schuitwater, een natuurgebied van Staats-
37
bosbeheer in de buurt van de kliniek in Venray. Zowel de bank als de brug werden op een feestelijke manier in gebruik genomen. Net als voorgaande jaren vergaderden de locatiedirecties van de vestigingen in Venray en Maastricht vier keer met de Regioraad. Tijdens deze vergaderingen worden ontwikkelingen binnen de Rooyse Wissel besproken. In 2012 zagen we het ledenaantal van de Netwerkraad teruglopen. In de Netwerkraad zitten familieleden, vrienden of kennissen van patiënten. Samen met de locatiedirectie zetten zij zich in voor een goed leef- en behandelklimaat binnen de Rooyse Wissel. In 2013 wordt geprobeerd het ledenbestand uit te breiden, zodat de Netwerkraad een betere afspiegeling vormt van het netwerk van alle patiënten. Hierbij wordt de hulp ingeroepen van de patiëntenraad.
38
5 BESTUUR EN FINANCIERS
Management van Medewerkers
Leiderschap
Medewerkers
Patiënten
Management van Processen
Strategie en Beleid
Ketenpartners Management van Middelen
Bestuur & Financiers
Maatschappij
Verbeteren en vernieuwen (re-act en pro-act)
De Rooyse Wissel werkt met en binnen voor haar geldende financiële kaders. Met een efficiënte en transparante bedrijfsvoering wordt hier optimaal gebruik van gemaakt. In financiële zin staat alles in het teken van het zoeken van de balans tussen ambities, realiteit en haalbaarheid, met andere woorden tussen ‘drivers en context’. In de verdere paragrafen van dit hoofdstuk zal dit thema terugkomen. Ook wordt ingegaan op de organisatorische ontwikkelingen in 2012, de borging van de kwaliteit en de activiteiten van de Kerngroep Veiligheid. Tot slot worden de scores op de prestatie-indicatoren toegelicht.
5.1
Bestuur en Financiers De Rooyse Wissel streeft naar het realiseren van haar missie zodat de financiers tegen de overeengekomen prijs de overeengekomen kwalitatieve en kwantitatieve outcome krijgen. De Rooyse Wissel stelt zich op als maatschappelijk ondernemer en draagt zorg voor een efficiënte, effectieve en transparante bedrijfsvoering. Bij de inwerkingtreding van de Wet op de Forensische Zorg wordt verwacht dat de maximering van de egalisatiereserve opgeheven wordt. Vooralsnog kan derhalve nog niet geanticipeerd worden op de verwachte financiële risico’s.
5.2
Organisatorische en financiële ontwikkelingen Hoewel de budgetafspraak met DForZo was gemaakt op 224 patiënten, hield de Rooyse Wissel in haar interne financiële bedrijfsvoering, mede gelet op de versnelde uitstroom van patiënten, rekening met een significant lager gemiddeld aantal patiënten gedurende het jaar 2012. De interne financiële sturing van de personele kosten werd gerelateerd aan het verwachte patiëntenaantal van 199 patiënten per eind 2012. Op het snel dalende aantal patiënten en dito verlaging van de subsidie is geanticipeerd door op afdelingsniveau het aantal fte te sturen op basis van de daarvoor door het managementteam vastgestelde normen, gerelateerd aan het aantal patiënten. Hierdoor zijn de uitgaven in lijn gebleven met de betreffende daling. Hoewel dit bedrijfseconomisch noodzakelijk was, veroorzaakte het tevens de nodige onrust in de organisatie. De sluiting van groepen en overplaatsen van patiënten met een verminderd aantal werknemers brengt inherente risico’s mee in het primaire proces van patiëntenzorg. Het dalend aantal patiënten heeft de locatiedirectie genoopt om fundamenteel naar een bijgestelde inrichting van de organisatie te kijken, zodat de kliniek ook de komende jaren financieel gezond blijft.
5.3
FPC/PPC Overmaze De samenwerkingsovereenkomst tussen PI Limburg Zuid en de Rooyse Wissel is eind 2012 verlengd met vier maanden tot 1 mei 2013. Het bijzondere en unieke karakter van de samenwerking op de locatie Overmaze wordt door beide partijen geroemd. De samenwerking heeft voor zowel de PI als de Rooyse Wissel gunstige effecten op de te leveren kwaliteit van zorg. Op de locatie Overmaze worden kennis, kunde en expertise uitgewisseld bij de opname en behandeling van zowel forensisch psychiatrische patiënten als patiënten die zijn opgenomen in het Penitentiaire Psychiatrische Centrum (PPC). Geen enkel ander PPC kent zo een intensieve samenwerking met een FPC. PPC Overmaze huist samen met FPC de Rooyse Wissel op de locatie te Maastricht onder één dak. Als enig PPC is PPC Overmaze volledig op zorg
39
ingericht met een op de populatie afgestemd therapeutisch milieu. Dit milieu is van belang voor zorg en behandeling van een kwalitatief niveau, patiëntgericht, doeltreffend en doelmatig en in redelijkheid afgestemd op de indicatie en de behoefte van de opgenomen patiënt. In samenspraak tussen PI Limburg Zuid en de Rooyse Wissel is bezien of en hoe de samenwerking zou kunnen worden voortgezet. Hoewel dit wordt betreurd, is kort na 1 januari 2013 besloten medio 2013 de samenwerking te beëindigen. Aan dit besluit liggen bedrijfseconomische motieven ten grondslag. Een opmerkelijk voorval in 2012 was een legionella besmetting. Dit deed zich voor op de locatie Maastricht, waar alle waterleidingen chemisch moesten worden gereinigd. Alle gedetineerden in het PPC zijn voor de duur van vier weken uitgeplaatst naar verschillende locaties in het land. De FPC patiënten zijn niet verplaatst en zijn beurtelings verschillende dagen op andere plekken in de kliniek ondergebracht zodat de waterleidingen op de afdelingen konden worden gereinigd. Gedurende deze weken is een groot appel op de inzet van het personeel gedaan.
5.4
DBBC’s In 2012 is de DBBC-systematiek volledig ingevoerd binnen de Rooyse Wissel. De noodzaak hiertoe was duidelijk; slechts 50% van het afgesproken budget in DBBC-parameters werd aan de Rooyse Wissel uitgekeerd als voorschot, het overige deel zou pas worden betaald indien en voor zover het totaal aan ingediende en goedgekeurde facturen boven een vooraf bepaalde drempelwaarde uit kwam. Gedurende het jaar heeft frequent en constructief overleg plaatsgevonden met het ministerie van Veiligheid en Justitie om het eerder ingediende contract aan te passen en facturen tijdig en volledig in te dienen om zodoende goedkeuring te verkrijgen op de facturen. Collegiaal overleg met andere klinieken heeft positief bijgedragen aan alle genomen acties. Eind 2012 lag de Rooyse Wissel op koers met het factureren van afgesloten DBBC’s. Tijdens het jaarplangesprek in november heeft DForZo haar waardering uitgesproken over de inspanningen en de daarmee behaalde resultaten inzake de DBBC-problematiek van de Rooyse Wissel in 2012. In 2012 zijn het middenkader en andere relevante medewerkers in de DBBC-systematiek en problematiek getraind, om zo de bekendheid en het draagvlak binnen de organisatie te verbreden. Gedurende 2012 is de managementinformatie aangepast om de DBBC-productie inzichtelijk en stuurbaar te maken. In de managementinformatie zijn heldere Key Prestatie-Indicatoren (KPI’s) ontwikkeld, die dagelijks gerapporteerd worden, voor iedereen zichtbaar zijn en voor de locatiedirectie goede stuurinstrumenten zijn. De locatiedirectie bespreekt deze wekelijks, waarbij acties worden afgesproken en opgevolgd. Naast het verantwoorden van uren door medewerkers met een zogenaamd CONO-beroep3, is het van belang dat ook extern geschreven tijd in de systemen van de Rooyse Wissel wordt verantwoord en dat uren besteed door patiënten aan dagbesteding op de voet worden gevolgd. De verantwoorde productiviteit en urendagbesteding is nog niet overal op het gewenste niveau, maar de inhaalslag wordt begin 2013 afgerond.
5.5
Bezoek staatssecretaris ministerie van Veiligheid en Justitie Woensdag 4 juli 2012 bracht staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie een werkbezoek aan FPC/PPC Overmaze in Maastricht. Directeur Forensische Zorg de heer Van Gemert en sectordirecteur Gevangeniswezen de heer Groeneveld waren ook aanwezig bij het bezoek. Tijdens het werkbezoek werd uitgebreid stilgestaan bij de unieke samenwerking tussen de Rooyse Wissel en het gevangeniswezen. Een belangrijk aandachtspunt was hoe er nog meer voordeel kan worden gehaald uit de synergie tussen de twee organisaties, bijvoorbeeld op het gebied van kostenefficiëntie. Tijdens de rondleiding voor het FPC en het PPC sprak de staatssecretaris uitgebreid met tbs- en gedetineerde patiënten en medewerkers. Zowel de Raad van Bestuur als de locatiedirectie, medewerkers en patiënten kijken met genoegen terug op het werkbezoek.
3
Het CONO beheert het landelijk opleidingsregister opleidingsplaatsen van de opleidingen tot psychotherapeut, gezondheidszorgpsycholoog, klinisch psycholoog en ggz verpleegkundig specialist.
40
5.6
Kwaliteit In een gezamenlijk plan van aanpak met holdingpartner OG Heldring is in het derde en vierde kwartaal van 2012 het documentbeheerssysteem (het Infoportaal) geüpdatet. De Rooyse Wissel heeft zo’n 100 processen en 800 overige documenten, variërend van beleidsdocumenten tot instructies en formulieren. Via het Infoportaal is informatie op overzichtelijke wijze beschikbaar. Het Infoportaal kent een groot gebruikersgemak en de zoekfunctie is aanzienlijk sneller en doeltreffender. Voor 2013 wordt onderzocht of het systeem nog (pro)actiever kan worden ingezet voor proceseigenaren en referenten. In maart 2012 heeft de externe audit plaatsgevonden in het kader van de HKZ-certificatie. Dit was de eerste controleaudit in de tweede cyclus van de Rooyse Wissel. De locaties Venray, Maastricht en de polikliniek in Tegelen werden bezocht. De audit leverde slechts vijf categorie-2 bevindingen en vijf observaties op. Aan de hand van de List of Findings (LOF) zijn door de organisatie verbeteringen met betrekking tot deze punten voorgesteld. In juni 2013 vindt de volgende audit plaats. In mei is de eerste interne auditronde van 2012 uitgevoerd. Er zijn acht audits uitgevoerd waarbij elf processen onder de loep zijn genomen. Het auditteam bestaat uit dertien opgeleide auditoren. Voor 2013 is door het managementteam (MT) een andere werkwijze voor de interne audits goedgekeurd. De doelstelling is het aantal processtappen te verminderen en een snellere afhandeling van de bevindingen te bewerkstelligen. De audits zullen dan per proceseigenaar (tevens een MT-lid) worden gepland en besproken. Systeembeoordeling De systeembeoordeling is bedoeld om te beoordelen of het kwaliteitssysteem (alle onderdelen daarvan) van de Rooyse Wissel naar behoren functioneert. De input voor deze beoordeling is meegenomen bij de visiedag van het management in mei 2012. In november is de beoordeling definitief besproken en vastgesteld en verbeterpunten zijn in 2012 opgepakt.
5.7
Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) Het melden van incidenten die plaatsvinden in de patiëntenzorg is een belangrijk instrument bij de bewaking van de kwaliteit van de zorgverlening. Het opmerken van fouten of kwetsbare onderdelen in de zorg kan aanzetten tot bijsturing. 2012 is het derde volledige jaar geweest waarin medewerkers via het in 2009 operationeel geworden registratiesysteem fouten en ongevallen in de zorgverlening konden melden. Van dit MIP-meldingssysteem wordt toenemend gebruikt gemaakt. In totaal heeft de MIP-commissie in dit verslagjaar 329 meldingen ontvangen. Dit betroffen veelal fouten met betrekking tot medicatieverstrekking, zoals het niet dan wel te laat uitreiken van medicatie. In 2012 is er nieuwe training geïmplementeerd met betrekking tot medicatieverstrekking. Alle medewerkers die medicatie verstrekken zijn verplicht deze te volgen.
5.8
Kerngroep Veiligheid De kerngroep Veiligheid is in 2012 maandelijks bij elkaar gekomen. Met de patiëntenraad is afgesproken dat zij periodiek deelneemt aan de kerngroep om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen met betrekking tot veiligheid. In de besprekingen met de patiëntenraad is onder meer aandacht uitgegaan naar de BHV-oefeningen (met en zonder patiënten), de zelf(on)redzaamheid van patiënten in geval van calamiteiten en de toegangscontrole. De procedure toegangscontrole is in 2012 aangepast. Naast een strengere controle van bezoekers is de procedure inzake fouilleren van patiënten aangescherpt. Het fouilleren wordt uitgevoerd door medewerkers van de receptie/beveiliging volgens een eenduidige methode. Patiënten hebben laten weten tevreden te zijn over de wijze van fouilleren. Verder heeft de kerngroep Veiligheid zich in 2012 beziggehouden met het uitvoeren en evalueren van de BHV-oefeningen. Nieuw in de oefenkalender was de oefening van een algehele stroomstoring. Deze oefening is goed verlopen.
41
In 2011 is het gijzelingsprotocol aangepast. In 2012 zijn de zogenoemde onderhandelaars getraind en vervolgens heeft een oefening plaatsgevonden. De BHV-coördinator sluit periodiek aan bij het werkoverleg van de afdelingen om informatie en voorlichting te geven over BHV en brandveiligheid. In het kader van brandveiligheid zijn interne inspectierondes op de afdelingen uitgevoerd. De resultaten zijn verwerkt in een rapportage en naar aanleiding hiervan zijn door afdelingshoofden de nodige maatregelen uitgezet. Tot slot is vanuit de kerngroep Veiligheid het protocol ‘Agressie, geweld en ongewenste omgangsvormen’ ontwikkeld en is het meldingensysteem MIM ingericht. ‘MIM’ staat voor ‘Melding Incident Medewerker’. Om uitvoering te kunnen geven aan het beleid is het belangrijk dat alle incidenten op medewerkerniveau worden gemeld en geregistreerd.
5.9
BIG-beroepsregistratie Op grond van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) moeten medisch specialisten voor de uitoefening van hun beroep zijn geregistreerd in het BIG-register. De verantwoordelijkheid voor de herregistratie van beroepen in het kader van Wet BIG ligt primair bij de beroepsoefenaar zelf. Medisch specialisten zijn verplicht zich iedere vijf jaar te laten herregistreren. Specifiek voor psychiaters die rapportages ten behoeve van de rechtbank uitbrengen, heeft de instelling de plicht bij de aanstelling de BIG-registratie te controleren in het BIG-register en vast te leggen wanneer betreffende psychiater in aanmerking komt voor herregistratie. Binnen de Rooyse Wissel vindt registratie plaats in het personeelsinformatiesysteem van de BIG-beroepsregistratie, het BIG-registratienummer, de datum van registratie en de verloopdatum. Per kwartaal wordt door de afdeling P&O een controlelijst op verloopdatum gedraaid.
5.10 Jaarafspraken ministerie van Veiligheid en Justitie In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de geleverde producten in 2012. Dit zijn de gemiddelden over het hele jaar. Producten
Jaarafspraak 1 januari 2012
Gerealiseerd 31 december 2012
Doorstroom
47
47
Verblijf
68
68
Tenderplaatsen
109
90,5
Reservecapaciteit
10
10
Vlucht-/beheersgevaarlijk
0
0
Eerste opnames
5
0
5.10.1 Bezettingsgraad De gemiddelde bezettingsgraad over 2012 bedraagt 91,7%.
42
5.10.2 Instroom Er hebben geen eerste opnames plaatsgevonden in 2012.
35 30 25 20 15 10 5 0
25
30
28 30
Managementafspraak
25 18
Instroom 10 5
2008
2009
2010
5
2011
0 2012
5.10.3 Doorstroom Het aantal patiënten dat in 2012 is doorgestroomd komt uit op 29. Hiervan zijn vijf patiënten naar een transmurale voorziening in eigen beheer gegaan en 24 naar een GGZ-voorziening. Dit aantal ligt achter op de managementafspraak (51). Met name voor SGLVG-patiënten is het moeilijk om geschikte uitstroomplaatsen te vinden met als gevolg dat in de doorstroom vertraging kan optreden. Een oplossing is een RIBW-voorziening in eigen beheer.
60 50 40 30 20 10 0
28
33
21
18
2009
2010
15 13 2008
34
Managementafspraak
51
50
2011
29
Doorstroom
2012
5.10.4 Uitstroom In 2012 komt het totaal beëindigingen uit op 23 (allen voorwaardelijk). Hiervan hebben 4 proefverloven geleid tot een voorwaardelijke beëindiging. Dit cijfer overstijgt de managementafspraak. De managementafspraak voor 2012 is 12.
60 50 40 30 20 10 0
58
Uitstroom
28 15
7
2008
Managementafspraak 25
11 2009
43
2010
17
23
23
2011
12 2012
5.10.5 Ontvluchtingen In 2012 vond geen enkele ontvluchting plaats, waarmee de managementafspraak is gerealiseerd.
5.10.6 Onttrekkingen In 2012 vonden negen onttrekkingen plaats. Dit cijfer is inclusief twee situaties waarbij de patiënten tijdens het verlof niet op de afgesproken plek verbleven. Eerder werden deze situaties niet in de telling meegenomen. Tijdens de onttrekkingen hebben zich geen noemenswaardige incidenten voorgedaan. Het aantal onttrekkingen overstijgt de managementafspraak voor 2012, welke is vastgesteld op <6. Verbetermaatregelen zijn ingezet en geborgd om het aantal onttrekkingen tot een minimum te beperken. Zie voor toelichting op deze onttrekkingen paragraaf 2.6.
10 8 6 4 2 0
8 8 3 0 2008
3 0 2009
4 0 2010
2011
9 6
Managementafspraak Aantal onttrekkingen
2012
5.10.7 Bijzonder voorval Het totaal aantal bijzondere voorvallen in 2012 staat op 19 (inclusief 9 onttrekkingen). Dit betreffen de volgende voorvallen: - Negen onttrekkingen - Eén natuurlijke dood - Eén suïcide - Driemaal vermoeden van aanwezigheid strafbaar pornografisch materiaal - Eenmaal opname gesprekken met medewerkers - Driemaal brandstichting in prullenbak - Eenmaal poging tot ontvluchting De managementafspraak voor 2012 was <2 (exclusief onttrekkingen) en is dus ruim overschreden. Zie voor toelichting op de incidenten paragraaf 2.6. De bijzondere voorvallen zijn geëvalueerd en hebben zo nodig geleid tot verbetermaatregelen.
5.10.8 Beklag en beroep De beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht hanteert een eigen registratiemethode waarbij kortweg alle correspondentie van patiënten die het secretariaat van de beklagcommissie ontvangt, in beginsel als klacht wordt aangemerkt, ook als bemiddeling bedoeld is of geïnitieerd wordt door de voorzitter van de beklagcommissie. De klachtregistratie van de Rooyse Wissel gebeurt op andere wijze; onze instelling telt alleen de daadwerkelijke klachten waarover de kliniek geïnformeerd wordt en waarbij een reactie (verweerschrift) wordt gevraagd. De klachtregistraties van de beklagcommissie en de Rooyse Wissel lopen om die reden uiteen. Hieronder wordt u geïnformeerd over de registratie van de Rooyse Wissel.
44
Beklag In het jaar 2012 werden door patiënten in totaal 301 klachten ingediend. Hierbij dient vermeld te worden dat één patiënt in het jaar 2012 in totaal 83 klachten heeft ingediend. Deze patiënt zorgde derhalve voor 27,57% van de ter verweer gestuurde klachten. Er is in 2012 een toename van het aantal klachten ten opzichte van 2011, te weten 50 klachten meer dan in 2011. Het aantal gegrond verklaarde klachten is ook toegenomen ten opzichte van 2011; in 2012 waren dat er 37 (terwijl dat er 20,5 in 2011 waren). Hiermee is de managementafspraak aldus niet behaald (gegronde klachten <17). In 2012 waren er 34 volledig gegrond verklaarde klachten en zes deels gegrond verklaarde klachten (de deels gegronde klachten (ook wel formeel gegronde klachten) zijn meegeteld voor een halve gegrond verklaarde klacht, vandaar dat het totaal op 37 gegronde klachten is uitgekomen). In 2011 bestond het percentage gegrond verklaarde klachten ten opzichte van het totaal aantal ter verweer gestuurde klachten uit 5,57%. In 2012 is dit gestegen naar 6,81%. Er is in 2012 dus sprake van een toename ten opzichte van 2011 van 1,24%. De toename van klachten over de afgelopen twee jaren wordt uiterst serieus genomen en noopt tot een uitdagende doelstelling voor 2013. In nauwe samenspraak met de commissie van toezicht zijn acties ingezet om het aantal klachten te verminderen. Meer dan voorheen worden afdelingshoofden door de maandcommissaris bij een bemiddeling betrokken. Ook trainingen en herhalingstrainingen gericht op de rechtspositie van de patiënten zullen bijdragen aan een flinke vermindering van het aantal gegronde klachten. Voorlichting van personeel en overleg met de afdelingen dienen ook komend jaar een prominente rol te krijgen, om zodoende in een vroeg stadium mogelijke onderwerpen voor gegronde beklagzaken te herkennen en bij te sturen. Beroep In 2012 werd in totaal 46 keer beroep ingesteld, waarvan 40 beroepszaken afkomstig van patiënten, en 6 maal van de kliniek. In 2011 werd door patiënten 52 maal beroep ingesteld en door de kliniek 5 maal. Ten opzichte van 2011 is er in 2012 12 keer minder beroep ingesteld. Het aantal ingediende beroepen door de kliniek zou hoger zijn, indien er tijdig beroep was ingesteld tegen bepaalde gegrond verklaarde klachten.
Schorsingsverzoeken In 2012 werden er door patiënten in totaal 20 schorsingsverzoeken ingediend. Het totaal aantal schorsingsverzoeken in 2011 bedroeg 49, waarbij er 26 verzoeken afkomstig waren van 2 patiënten. De 20 schorsingsverzoeken in 2012 zijn echter van verschillende patiënten afkomstig. Alle in 2012 ingediende schorsingsverzoeken werden afgewezen en/of niet ontvankelijk verklaard. Het aantal ingediende schorsingsverzoeken is meer dan gehalveerd.
Tuchtzaken In 2012 werden enkele tuchtprocedures uit 2011 afgerond. Zo werd een tuchtklacht van een patiënt tegen een psychiater door het Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg (Rtg) onherroepelijk afgerond met een voor verweerder gunstige uitspraak; de klacht van klager werd als ongegrond afgewezen. Verder deed het Centraal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg (Ctg) twee uitspraken in twee tuchtzaken tegen respectievelijk een GZ-psycholoog en tegen een directeur en een bestuurder. Beide uitspraken waren voor betrokken medewerkers gunstig; het beroep tegen de Rtguitspraak over de GZ-psycholoog werd verworpen (de klacht bleef daarmee kennelijk ongegrond) en het beroep tegen de uitspraak aangaande de directeur en de bestuurder werd niet-ontvankelijk geacht, omdat klager verzuimde zijn beroepsgronden aan te vullen. In 2012 werden ook zes nieuwe (soms gebundelde) tuchtprocedures opgestart tegen acht medewerkers van de Rooyse Wissel. De procedures werden opgestart door vier verschillende patiënten. De aangeklaagden betreffen een Hoofd
45
Sociotherapeutisch Milieu, een Hoofd Behandeling, een directeur, een hoofd Medische Dienst, drie verpleegkundigen (tevens sociotherapeut) en één sociotherapeut. Twee procedures zijn nog in behandeling bij het Rtg. De zaken tegen de zes andere medewerkers zijn inmiddels door het Rtg beoordeeld. De klachten tegen vier medewerkers werden daarbij niet-ontvankelijk geacht (het betroffen geen BIG-geregistreerde hulpverleners of althans niet handelend in de hoedanigheid van de BIG-registratie). De klachten tegen de resterende twee medewerkers werden ongegrond verklaard. In drie van deze door het Rtg afgedane zaken is beroep ingesteld bij het Ctg. Een onherroepelijk eindoordeel van deze laatste instantie zal in 2013 moeten volgen. Concluderend kan gesteld worden dat verschillende BIG-geregistreerde functionarissen (en anderen) te maken kregen met een of meer tuchtklachten. Omdat gestructureerde meerjarenoverzichten ontbreken, valt geen langjarig vergelijk te maken. Wel kan worden opgemerkt dat er in 2012 twee maal zoveel tuchtzaken werden opgestart als de beide jaren daarvoor (drie nieuwe tuchtprocedures per jaar).
5.10.9 Geweldplegingen tussen patiënten Het totaal aantal geweldplegingen tussen patiënten in 2012 komt uit op 3. De managementafspraak geweldplegingen tussen patiënten voor 2012 is <10, en daarmee is de afspraak behaald.
10 8 6 4 2 0
10
10
Aantal geweldplegingen tussen patiënten
4
3
2009
2010
3
3
1 2008
Managementafspraak
10
10
10
2011
2012
5.10.10 Geweldplegingen tegen personeel In 2012 hebben zich 5 gevallen voorgedaan van geweldpleging tegen personeel. De managementafspraak geweldplegingen tussen patiënten voor 2012 is <20, en daarmee is de afspraak behaald.
35 30 25 20 15 10 5 0
30
30
Managementafspraak 20
7 2008
4 2009
1 2010
20
20
3 2011
Aantal geweldplegingen tegen personeel 5
2012
5.10.11 Aantal recidiven tijdens uitvoering tbs-maatregel In 2012 hebben zich geen recidiven voorgedaan. Hiermee is de managementafspraak behaald. Zie ook ‘Speerpunten ministerie van Veiligheid en Justitie’ in dit jaarverslag.
46
5.10.12 Gemiddelde behandelduur De gemiddelde behandelduur in 2012 (peildatum 1 september) was 82,54 maanden en de gemiddelde verblijfsduur was 70,97 maanden (vanaf tbs).
5.11
Prestatie-indicatoren doelmatigheid In de tweede helft van 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie in afstemming met vertegenwoordigers van de fpc’s (voorzitter LBHIV, voorzitter ODO, voorzitter Forensisch Netwerk), de afdeling Analyse, Strategie en Kennis (ASK, DJI) en het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) onderzocht welke informatie zich leent als potentiële prestatie-indicator om de doelmatigheid van de tbs-behandeling in beeld te brengen. In december 2011 is gekomen tot een definitieve eerste set van prestatie-indicatoren doelmatigheid. In de eerste maanden van 2012 hebben de fpc’s de scores op deze prestatie-indicatoren van het ministerie van Veiligheid en Justitie ontvangen over de jaren 2010 en 2011. In onderstaande tabel zijn de prestatie-indicatoren doelmatigheid opgenomen voor 2010 en 2011 (aangeleverd door DForZo). Op het moment van schrijven van het jaarverslag, waren de cijfers van DForZo over 2012 nog niet beschikbaar. De cijfers 2012 volgen uit de registratie van de Rooyse Wissel. PI doelmatigheid
2010
2011
2012
Gemiddelde verblijfsduur op peilmoment in maanden (vanaf tbs) Peilmoment 31 december 2012
5,2 jaar
5,5 jaar
74 maanden = 6,2 jaar
Percentage patiënten met een verlofmarge
56,7%
58,7%
61,88%
Cohort 2006-2008
Cohort 2007-2009
Cohort 2008-2010
8,5%
9,6%
15,7% Dit cijfer wijkt af van het cijfer dat is opgenomen in de tertiaalrapportage. Na herberekening bleek dat er over 2008-2010 70 eerste opnames waren waarvan er elf binnen twee jaar begeleid verlof hadden
Binnen twee jaar met begeleid verlof (per cohort van twee jaar)
De gemiddelde verblijfsduur loopt vooral op doordat er in 2012 geen ‘nieuwe’ patiënten zijn opgenomen (wel enkele op basis van ruiling). Het gemiddeld aantal patiënten met een verlofmarge neemt toe (maar hier ook het effect van de afwezigheid van nieuwe instroom in 2012). Het cohort 2008-2010 laat zien dat voorzichtig in toenemende mate begeleid verlof wordt aangevraagd binnen twee jaar. De verwachting is dat dit percentage voor het komende cohort toe zal nemen nu hier actiever op wordt gestuurd. Dit zal echter slechts het geval kunnen zijn voor de instroom in 2011 (in 2012 zijn namelijk geen nieuwe patiënten (1e behandelpoging) opgenomen).
47
5.12 Dashboard Het door DForZo ontwikkelde dashboard met prestatie-indicatoren geeft het volgende beeld4:
Gemiddeld verblijfsduur
Aantal recidiven tijdens TBS
Aangehouden/ afgewezen verlofaanvragen
Doorstroom
Begeleid verlof binnen 2 jaar*
Verlof
Gemiddelde behandel duur
Recedive
Bezettingsgraad
Bezetting en behandelduur
Eenheid
%
Jaar
Jaar
Per 100
% van aanvragen
per 100
%
Gemiddeld 2011
95,7
6,87
5,5
1,8
5,59
39,7
9,6
Gemiddeld 2012
91,7
6,87
6,2
0
4,8
40,8
15,7
Tbs-gestelden zonder verlofmachtiging
Totaal aantal OA (Incl. ontvluchtingen)
Aantal gweldsincidenten tussen patiënten
Aantal gweldsincidelnten tegen personeel
Meldingen Bijzonder Voorval Exclusifief OA’s
Aantal gegronde klachten patiënten
Incidenten en klachten
Eenheid
%
%
% macht
Per 100
Per 100
Per 100
Gemiddeld 2011
41,3
7,46
1,3
1,3
3,6
9.2
Gemiddeld 2012
38,11
8,01
1,5
2,5
5,1
18,8
HKZ gecertificeerd
Verhouding aantal verblijfplaatsen/ totaal
Resultaat 2011/2012
Eenheid
Per 100
Per 100
%
%
J/N
2011/ 2012
%
%
Gemiddeld 2011
11,1
2,1
10,04
6,3
Ja
12/7
29
7,7
Gemiddeld 2012
12,5
2,6
4,7
5,23
Ja
12/7
*
2,24
Inspectie 1st
Arbeidsverzuim
Financieel
Mobiliteit personeel
Inspecties
Aantal herselectaten (incl. ruiling)
Personeel
Uitstroom
Plaatsing
Aantal bezette plaatsen december 2012 (alleen tbs): 196 Behandelcapaciteit 2012: 224 *Bij deze PI is het onduidelijk hoe deze wordt gemeten. Dit is opgepakt met DForZo. 4
Elders in het jaarverslag is bij de successievelijke prestatie-indicatoren een toelichting gegeven.
48
5.13 Prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie (voorheen Zichtbare Zorg) De subset GGZ Forensische Psychiatrie is van toepassing op de Rooyse Wissel. In de tabel hieronder zijn de indicatoren opgenomen gevolgd door eventuele toelichting per PI. Prestatie-indicator
De Rooyse Wissel
Het op systematische wijze meten van de verandering van de ernst van de problematiek bij patiënten. Het aantal cliënten bij wie op systematische wijze de verandering in ernst van de problematiek gemeten is.
146
Het totaal aantal cliënten van wie de behandeling gedurende het verslagjaar is afgesloten en het aantal cliënten dat gedurende het gehele verslagjaar in behandeling was.
228
Afname delictrisico Het aantal cliënten bij wie op systematische wijze en aantoonbaar het delictrisico gemeten is.
In totaal 178. In kader van verlengingsadvies 87. Zie ook toelichting.
Het totaal aantal cliënten dat op enig moment gedurende het gehele verslagjaar in behandeling was.
238
Welk(e) instrument(en) gebruikt u voor het meten van de afname van delictrisico?
HCR-20
Het aantal cliënten bij wie in het verslagjaar een stabilisatie van het delictrisico is vastgesteld.
67 Zie ook toelichting.
Het aantal cliënten bij wie in het verslagjaar een afname van het delictrisico is vastgesteld.
11 Zie ook toelichting.
Het totaal aantal cliënten dat op enig moment gedurende het gehele verslagjaar in behandeling was en waarbij op systematische wijze de verandering in delictrisico gemeten is.
In totaal 178. In kader van verlengingsadvies 87. Zie ook toelichting.
Recidive tijdens strafrechtelijke titel Op welke wijze verkrijgt u informatie over het aantal recidives?
Veiligheidshuis, politie, reclassering, patiënt en netwerk van patiënt.
Wordt deze informatie vervolgens gebruikt bij behandelaren?
Ja
49
Drop-out Aantal cliënten waarbij de behandeling gedurende het verslagjaar is afgesloten met als opgegeven reden van afsluiting ‘eenzijdige beëindiging door cliënt’.
nvt
Het totaal aantal cliënten dat op enig moment gedurende het verslagjaar in behandeling was. Het totaal aantal cliënten waarbij de behandeling gedurende het verslagjaar is afgesloten. Medicatieveiligheid Over welke type medicatiesysteem beschikt u?
Elektronisch voorschrijfsysteem (MicroHis)
Separaties Het totaal aantal separaties in separeerruimte(n) dat gedurende het verslagjaar is toegepast.
22
Het totaal aantal cliënten dat op enig moment gedurende het verslagjaar in behandeling was.
238
Het totaal aantal cliënten dat gedurende het verslagjaar één of meerdere malen is gesepareerd in een separeerruimte.
16
De totale duur in uren van de separatie(s) in separeerruimte(n) gedurende het verslagjaar.
4344
Somatische screening Het aantal klinische cliënten dat in het verslagjaar bij aanvang van de opname binnen één maand aantoonbaar somatisch gescreend werd volgens een vastgestelde procedure.
9
Het totaal aantal klinische cliënten dat gedurende het verslagjaar (nieuw) opgenomen werd in uw instelling.
9
Het totaal aantal klinische cliënten dat voldoet aan de volgende criteria: Op enig moment gedurende het verslagjaar in behandeling; Langer dan één jaar opgenomen; Niet langer dan één jaar geleden aantoonbaar somatisch gescreend volgens een vastgelegde procedure.
41
Het totaal aantal klinische cliënten dat op enig moment gedurende het verslagjaar in behandeling was en langer dan een jaar opgenomen was.
227
50
Zie ook toelichting.
Geweldsincidenten Maakt de instelling voor de registratie van geweldsincidenten integraal gebruik van gestructureerde gegevensset? Een voorbeeld van een gestructureerde gegevensset is de SOAS-R.
Anders, namelijk MITS, MIP en MIM
Toelichting: Afname delictrisico Binnen de Rooyse Wissel wordt gewerkt met de HCR-20 en de SVR-20. Bij deze prestatie-indicator is uitgegaan van de HCR-20. In totaal hebben in 2012 178 patiënten een HRC-20 meting ondergaan. Echter, bij deze prestatie-indicator is uitgegaan van alleen de metingen die zijn uitgevoerd in het kader van verlengingsadviezen omdat deze meting het meeste kan zeggen over de behandelvoortgang. Daarnaast is het moeilijk om metingen met een verschillende context te vergelijken. Het hoge aantal patiënten dat is gestabiliseerd heeft ermee te maken dat een eventuele stabilisatie in de HCR-20 niet per definitie een stabilisatie in de behandelvoortgang betekent. Een patiënt kan wel degelijk behandelvoortgang hebben, maar wel gestabiliseerd zijn in de HCR-20 meting. Het instrument HCR-20 heeft een driepuntschaal en is feitelijk minder geschikt. De Rooyse Wissel gaat daarom gebruik maken van een nieuw meetinstrument; de HCR-3V. Deze heeft meer dynamische risicofactoren waardoor een betere range en effectmeting kan worden gemeten. Somatische screening In 2012 hebben negen patiënten de jaarlijkse screening geweigerd. Er is in 2012 een procedure opgesteld inzake de jaarlijkse somatische screening. Vanaf 2013 zal dit structureel worden uitgevoerd bij elke patiënt.
51
52
Deel 2 Financiële deel
Deel II Financiële deel
54
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1 JAARREKENING 6.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (na resultaatbestemming) Ref.
31-dec-12 €
31-dec-11 €
0 22.861.294 0 22.861.294
0 24.710.283 0 24.710.283
0 -22.144.888 24.690.782 365.847
0 -18.239.076 22.156.288 167.338
0 14.566.417 17.478.158
0 2.528.395 6.612.944
40.339.452
31.323.227
31-dec-12 €
31-dec-11 €
0 4.413.683 0 4.413.683
0 3.932.850 0 3.932.850
ACTIVA
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
1
Vlottende activa Voorraden Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's / DBBC's Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa
2 4 3
5
Totaal activa
Ref. PASSIVA
Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
6
Voorzieningen
7
7.278.069
4.352.512
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
8
15.025.351
15.832.264
9
0 13.622.349
0 7.205.601
40.339.452
31.323.227
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Overige kortlopende schulden
Totaal passiva
55
Pagina 4
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2012 Ref.
2012 €
2011 €
959.299
865.535
0
0
4.071.552
3.766.544
0
0
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvw-zorg
10
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies) Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten)
11
Omzet DBC's / DBC-zorgproducten Subsidies Ministerie van Veiligheid en Justitie
12
37.570.147
37.544.943
Overige bedrijfsopbrengsten
13
127.679
163.399
42.728.677
42.340.421
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
14
31.257.440
27.453.070
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
15
1.766.746
2.287.790
0
0
8.892.689
9.480.454
Som der bedrijfslasten
41.916.876
39.221.314
BEDRIJFSRESULTAAT
811.802
3.119.107
-330.969
-306.703
480.833
2.812.404
0 0 0
0 0 0
480.833
2.812.404
2012 €
2011 €
260.168 42.144 -151.490 183.977 146.035 480.833
224.566 2.781.051 -83.481 37.181 -146.913 2.812.404
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten
16
Financiële baten en lasten
17
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Polikliniek Zvw Egalisatiereserve Ministerie van Veiligheid en Justitie Kliniek Egalisatiereserve Ministerie van Veiligheid en Justitie Polikliniek Bestemmingsreserve jaarlijkse instandhoudingsinvestering Bestemmingsreserve normatieve inventarisrichtlijn
Pagina 5
56
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.3 KASSTROOMOVERZICHT Ref. €
2012 €
€
2011 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
811.802
Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
15 7
1.766.746 2.925.557
3.119.107
2.287.790 321.984 4.692.304
2.609.774
Veranderingen in vlottende middelen: - mutatie onderhanden projecten uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot
2 3
3.905.812 -2.482.563
15.888.116 -18.451.546
4
-198.509
-369.142
- kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)
9
6.416.748
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
17 17
-653.505 7.641.488
-3.586.076
13.145.594
2.142.804
6.457 -389.356 0
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
39.035 -345.738 0 -382.900
-306.703
12.762.694
1.836.102
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa
1 1
-18.800 101.043
-504.134 487.780 82.243
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-16.354
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
8
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen
5
0 -806.913
0 -807.635 -806.913
-807.635
12.038.024
1.012.113
Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode. Het verloop van de liquide middelen is als volgt: 2012 Stand per 01 januari Mutaties boekjaar Stand per 31 december
2.528.395 12.038.024 14.566.419
57 Pagina 6
2011 1.516.282 1.012.113 2.528.395
Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel"
6.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 6.1.4.1 Algemeen Statutaire vestigingsplaats Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" is statutair gevestigd aan de Wageningsestraat 104 te Zetten. Groepsverhoudingen Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" behoort tot de Conrisq groep. Aan het hoofd van deze groep staat Stichting Conrisq Groep te Zetten. De jaarrekening van Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Conrisq Groep te Zetten.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de relevante stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede met de Regeling controleprotocol Particuliere Justitiële TBS-inrichtingen. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Omwille van het vereiste inzicht in het vermogen en het resultaat zijn de vergelijkende cijfers daar waar nodig aangepast.
Verbonden rechtspersonen Aan het hoofd van de Conrisq Groep staat de Stichting Conrisq Groep, gevestigd te Zetten. Deze als holdingstichting aan te duiden rechtspersoon is statuitair bestuurster van de navolgende groepsleden: - Stichting Ambulatorium Ottho Gerhard Heldring gevestigd te Zetten - Stichting Orthopedagogisch Centrum Ottho Gerhard Heldring, gevestigd te Zetten - Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel", gevestigd te Zetten. - Stichting De Lingeburght, gevestigd te Zetten. - Stichting Bijzonder Jeugdwerk Brabant, gevestigd te Zetten. Tussen Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" en de Stichting Conrisq Groep, de Stichting Orthopedagogisch Centrum Ottho Gerhard Heldring, stichting Bijzonder Jeugdwerk Brabant en Stichting De Lingeburght vinden transacties plaats, in de vorm van doorbelastingen van personele en materiële uitgaven alsmede renteverrekeningen (1maands Euribor + 0,5%) over de onderlinge rekening-courant verhoudingen. Deze zijn zo gering in omvang dat van een opsomming ervan wordt afgezien.
Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" heeft, naast bovengenoemde stichtingen, geen (andere) verbonden partijen. Er hebben gedurende 2012 geen transacties plaatsgevonden met verbonden partijen / groepsmaatschappijen die niet zijn aangegaan onder normale marktvoorwaarden.
Pagina 7
58
Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel"
6.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 6.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en passiva, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van de materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als éénmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.
Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's / DBBC's De onderhanden projecten uit hoofde van DBC's / DBBC's worden gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de bestede tijd en de verblijfsdagen overeenkomstig de normen van de Nederlandse Zorgautoriteit / Ministerie van Veiligheid en Justitie. Op de onderhanden projecten worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars / Ministerie van Veiligheid en Justitie in mindering gebracht.
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. De voorziening wordt bepaald middels de statische methode. De vorderingen hebben een looptijd < 1 jaar. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden opgenomen voor de nominale waarde. Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen, waarbij indien nodig de voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.
Hierna worden de grondslagen van waardering per individuele voorziening toegelicht.
Pagina 8
59
Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel"
6.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 6.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud is gevormd om de de verwachte kosten inzake periodiek groot onderhoud van panden, installaties e.d. gelijkmatig te verdelen over de toekomstige jaren. De voorziening groot onderhoud wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde van de verwachte toekomstige kosten van groot onderhoud, waarbij de verwachte kosten van het periodiek groot onderhoud en de daarvan afgeleide jaarlijkse dotaties zijn gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan 2012 - 2031.
Voorziening claims en geschillen Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut de Rooyse Wissel heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij, waarbij sprake is van een maximaal eigen risico van € 5.000 per claim. De voorziening voor claims en juridische geschillen is getroffen ter dekking van dit eigen risico van de lopende procedures en wordt nominaal berekend.
Voorziening jubileumverplichtingen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening van de voorziening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans, leeftijd en loonkostenontwikkeling. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 1,56%, ten opzichte van 2,08% in 2011 Voorziening levensfasebudget De voorziening levensfasebudget (LFB) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO-verplichting, waarbij de werknemers recht hebben op een aantal extra verlofuren naast de vakantie-uren. Het levensfasebudget kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren LFB-uren. De berekening van de voorziening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en loonkostenontwikkeling. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 1,56% ten opzichte van 2,08% in 2011 Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken betreft een voorziening voor toekomstige loondoorbetalingen van personeelsleden die per balansdatum arbeidsongeschikt zijn en wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorziening herstelkosten De voorziening herstelkosten heeft betrekking op de locatie Overmaze en wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde van de verwachte toekomstige kosten van herstel die dienen te worden gemaakt om het gehuurde bij het einde van de huurovereenkomst aan de verhuurder op te leveren in de staat die bij aanvang van de huur in het proces-verbaal van oplevering is beschreven, behoudens normale slijtage en veroudering. Voorziening wettelijke verplichtingen De voorziening wettelijke verplchtingen is gevormd naar aanleiding van een intern onderzoek waarbij naar voren is gekomen dat de stichting niet (geheel) voldoet aan een aantal wettelijke verplichtingen. De voorziening betreft de nominale waarde van de verwachte toekomstige kosten die dienen te worden gemaakt om wel (geheel) aan de betreffende wettelijke voorzieningen te (gaan) voldoen. Voorziening reorganisatie De reden voor het vormen van een voorziening reorganisatie is tweeledig.Ten eerste de sluiting van de vestiging Overmaze van de Rooyse Wissel. Ten tweede de afname van het aantal TBS patiënten in heel Nederland en derhalve ook bij de Rooyse Wissel. De voorziening bestaat uit de nominale waarde van de in 2013 te maken kosten rond afvloeiïng personeel en andere kosten gerelateerd aan de beide bovengenoemde redenen. Schulden en overlopende passiva Schulden worden opgenomen voor de nominale waarde. De schulden hebben een looptijd < 1 jaar. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Stichting FPC de Rooyse Wissel heeft geen derivaten. Pagina 9
60
Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel"
6.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 6.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Pensioenen Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddelde verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel". De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2012 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 101%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten zorginstellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. 6.1.4.4 Grondslagen van segmentering Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" kent twee financieringsstromen: - financiering door het Ministerie van Veiligheid en Justitie; - financiering door zorgverzekeraars. In de jaarrekening van Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" wordt overeenkomstig de Richtlijn Zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de volgende segmenten: - Ministerie van Veiligheid en Justitie Kliniek - Ministerie van Veiligheid en Justitie Polikliniek - Polikliniek Zvw In de voorgaande jaarrekeningen was slechts sprake van een tweetal segmenten, zijnde het segment Ministerie van Veiligheid en Justitie en het segment Polikliniek Zvw. Met ingang van 2011 is het segment Ministerie van Veiligheid en Justitie onderverdeeld in een afzonderlijk segment ten behoeve van de kliniek en een afzonderlijk segment ten behoeve van de polikliniek, waardoor er sprake is van drie segmenten. Bij de verdeling van de resultatenrekening per segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van de directe kosten over de segmenten geschiedt op basis van de omzet en fte's. Er vindt vooralsnog geen doorberekening plaats van indirecte kosten over de verschillende segmenten. 6.1.4.5. Grondslagen voor het opstellen van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld overeenkomstig de indirecte methode. Het geldmiddelenbegrip bestaat uit liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen. Ontvangen en betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Pagina 10
61
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 1. Materiële vaste activa 31-dec-12 €
31-dec-11 €
Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa
16.912.450 5.206.326 742.518 0 0
17.594.343 5.811.418 1.212.102 92.420 0
Totaal materiële vaste activa
22.861.294
24.710.283
2012 €
2011 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Bij: herwaarderingen Af: afschrijvingen Bij: Afschrijvingen desinvesteringen Af: correctie OHP (reso woningen) Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: Aanschafwaarde desinvesteringen
24.710.283 18.800 0 1.766.747 38.398 92.420 0 0 47.021
26.981.717 504.134 0 2.287.790 0 101.055 0 368.332 18.391
Boekwaarde per 31 december
22.861.294
24.710.283
Aanschafwaarde Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen
41.089.288 0 18.227.994
41.246.582 0 16.536.299
De specificatie is als volgt:
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 6.1.6.
62
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 2. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt:
Onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten Af: ontvangen voorschotten Af: voorziening onderhanden projecten Af: voorziening onderhanden projecten DBC's Polikliniek Zvw Totaal onderhanden projecten
De specificatie per onderhanden project is als volgt weer te geven:
Gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst
Stroom DBC's / DBC-zorgproducten
Af: verwerkte verliezen €
Saldo per 31/12/2012
€
308.771
Totaal (onderhanden projecten)
308.771
0
31-dec-12 €
31-dec-11 €
308.771 95.729 0 0 213.042
265.438 95.729 0 0 169.709
Af: ontvangen voorschotten €
Saldo per 31-dec-2012
95.729
213.042
95.729
213.042
31-dec-12 €
31-dec-11 €
11.899.328 33.908.276 0
14.741.205 32.679.404 0
-22.008.948
-17.938.200
Af: ontvangen voorschotten €
Saldo per 31-dec-2012
33.908.276
-22.008.948
33.908.276
-22.008.948
€
Toelichting: Het onderhanden werk DBC's ultimo 2012 is gestegen ten opzichte van voorgaand jaar. Aangezien er in 2012, net als in 2011, geen verlies wordt verwacht voor de openstaande DBC's, is er geen voorziening gevormd in deze ultimo 2012. Ten aanzien van de voorschotten DBC's zijn geen mutaties opgetreden in 2012 (geen voorschotten ontvangen dan wel terug betaald in 2012 aan de zorgverzekeraars. 2. Onderhanden projecten uit hoofde van DBBC's kliniek De specificatie is als volgt:
Onderhanden projecten DBBC's Kliniek Af: ontvangen voorschotten DBBC's Kliniek Af: voorziening onderhanden projecten DBBC's Kliniek Totaal onderhanden projecten Kliniek
De specificatie per onderhanden project is als volgt weer te geven:
Gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst
Stroom DBBC's kliniek
Af: verwerkte verliezen €
Saldo per 31/12/2012 Totaal (onderhanden projecten)
11.899.328 11.899.328
Toelichting: Het onderhanden werk DBBC's ultimo 2012 is gedaald ten opzichte van voorgaand jaar. Belangrijkste oorzaken hiervan het zijn het teruglopen van het aantal patienten in 2012 en de lagere gemiddelde dagprijs in 2012 ten opzichte van 2011 Aangezien er geen verlies wordt verwacht voor de openstaande DBBC's is er geen voorziening gevormd in deze ultimo 2012. De in 2012 ontvangen voorschotten betreffen de daadwerkelijk in 2012 door de stichting ontvangen bedragen die zijn gebaseerd op de (definitieve) productie-afspraken en de gefactureerde bedragen 2012
63
€
0
€
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 2. Onderhanden projecten uit hoofde van DBBC's polikliniek De specificatie is als volgt:
Onderhanden projecten DBBC's Polikliniek Af: ontvangen voorschotten DBBC's Polikliniek Af: voorziening onderhanden projecten DBBC's Polikliniek Totaal onderhanden projecten Kliniek
De specificatie per onderhanden project is als volgt weer te geven:
Gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst
Stroom DBBC's poliliniek
Af: verwerkte verliezen €
Polikliniek OFZ Polikliniek JVZ Totaal (onderhanden projecten)
Saldo per 31/12/2012 Saldo per 31/12/2012
215.803 245.425 461.228
Toelichting: Het onderhanden werk polikliniek DBBC is ultimo 2012 gestegen voor de poliklinieken OFZ en JVZ gezamenlijk. Aangezien er geen verlies wordt verwacht voor de openstaande DBBC's is er geen voorziening gevormd in deze ultimo 2012. De in 2012 ontvangen voorschotten betreffen de daadwerkelijk in 2012 door de stichting ontvangen bedragen die zijn gebaseerd op de (definitieve) productie-afspraken en de gefactureerde bedragen 2012.
64
€
0
31-dec-12 €
31-dec-11 €
461.228 810.210 0
321.812 792.397 0
-348.982
-470.585
Af: ontvangen voorschotten €
Saldo per 31-dec-12
276.905 533.306
-61.102 -287.881
810.210
-348.982
€
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
3. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2009 €
2010 €
2011 €
2012 €
totaal €
Saldo per 1 januari
0
29.248
Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Mutatie OHW Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar
0 0 0 0 0
0 0 0 -29.076 -29.076
138.090
0
167.338
0 0 0 0
21.308 0 0 0 21.308
21.308 0 0 -29.076 -7.768
0 0
206.277 0
0 0
206.277 0
0
172
344.367
21.308
365.847
C
C
C
A
Dotatie vrijval voorziening Onttrekking voorziening
Saldo per 31 december
Stadium van vaststelling (per erkenning): a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa 31-dec-12 €
31-dec-11 €
365.847 0 365.847
167.338 0 167.338
2012 €
2011 €
753.022 0 688.381 43.333
865.535 0 698.197 0
21.308
167.338
2012 €
2011 €
Financieringsverschil DBC-financiering
21.308
167.338
Totaal financieringsverschil
21.308
167.338
Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: gefactureerde DBC's / DBC-zorgproducten Af: mutatie onderhanden werk Totaal financieringsverschil
Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm
Het budget Zorgverzekeringswet 2012 bedraagt Het budget AWBZ 2012 bedraagt Totaal budget 2012
753.570 0 753.570
Toelichting: Het financieringsverschil van € 21.308 met het Ministerie van VWS komt op bovenstaande wijze tot stand. Door de vrijval van de in 2011 aangelegde voorziening voor opbrensten Dwang en Drang en mogelijke substitutie beperkingen, stijgt de financieringspositie 2011 naar € 365.847. In 2013 is het grootste deel van deze vordering reeds ontvangen De subsidies van het Ministerie van VWS inzake de kliniek zijn t/m 2011 definitief vastgesteld. Het jaar 2012 dient nog definitief te worden vastgesteld door het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
65
Pagina 14
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 4. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt:
Vorderingen op debiteuren (zorgverzekeraars) Vorderingen op debiteuren Rekening courant Stichting De Lingeburght Rekening courant Stichting OG Heldring Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Nog te factureren omzet DBBC's Kliniek Gefactureerde omzet DBBC's Kliniek Ministerie van Veiligheid en Justitie (Kliniek; verrekenbedrag) Ministerie van Veiligheid en Justitie (Polikliniek; verrekenbedrag) Nog te factureren omzet DBBC's Polikliniek (OFZ) Gefactureerde omzet DBBC's Polikliniek (OFZ) Nog te factureren omzet DBBC's Polikliniek (JVZ) Gefactureerde omzet DBBC's Polikliniek (JVZ) Overige vorderingen: Ministerie van Veiligheid en Justitie (PPC) Ministerie van Veiligheid en Justitie (Kliniek; lopend boekjaar) Omzetbelasting Vooruitbetaalde bedragen: Vooruitbetaalde kosten Personeel Nog te ontvangen bedragen: ESF-subsidie Overige overlopende activa: Overig Totaal overige vorderingen
31-dec-12 €
31-dec-11 €
38.167 500.569 561.577 52.129 10.116.904 39.462.187 -27.570.143 -951.890 137.338 607.553 129.367 426.614
7.416 279.317 517.251 0 0 17.558.275 0 0 0 227.729 4.093 171.700 12.665
-12.733 587.805 48.878
74.626 2.933.265 0
36.835 13.210
15.511 17.490
306.810
250.038
199.603
86.910
24.690.780
22.156.288
Toelichting: De overige vorderingen zijn in 2012 gestegen vanwege de facturatie van DBBC's in 2012. In totaal is voor de kliniek bijna € 40 miljoen gefactureerd. Dit bestaat uit de positie nog te factureren positie 2011, die terugloopt met € 7,5 miljoen, en de reguliere facturatie 2012. Deze facturen worden niet separaat betaald door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, maar voor het grootste deel met voorschotten verrekend. De definitieve verrekening van de voorschotten met de facturen zal in 2013 plaatsvinden. De voorziening oninbaarheid van de vorderingen en de overlopende activa bedraagt per Ultimo 2012 € 81.000
Toelichting verrekenbedrag kliniek: Het totaalbedrag van de nog te ontvangen ESF-subsidie heeft betrekking op de verslagjaren 2010 t/m 2012 In totaliteit bedraagt het saldo dat nog afgerekend dient te worden over 2012 met het Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake de kliniek € 587.805 te vorderen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Ministerie van Veiligheid en Justitie (Kliniek; lopend jaar) - verrekenbedrag OHW DBBC's Kliniek per 31-12-2012 Nog te factureren per DBBC's31-12-2012 In 2012 gefactureerde DBBC's Kliniek In 2012 ontvangen voorschotten DBBC's Kliniek
Dit bedrag kan ook als volgt worden bepaald: Subsidie Min. van Veiligheid en Justitie 2012 (excl. verg. voor rente en afl. en correcties voorgaande jaren) In 2012 ontvangen voorschotten DBBC's Kliniek
-26.982.338 11.899.328 10.116.904 39.462.187 -33.908.276 587.805
vordering 2012 587.805
verrekenbedrag -27.570.143
34.496.081 -33.908.276 587.805
De subsidies van het Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake de kliniek zijn t/m 2011 definitief vastgesteld. Het jaar 2012 dient nog definitief te worden vastgesteld door het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Specificatie financiersingpositie kliniek MvJ per boekjaar Saldo per 1 januari Vordering boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar
Saldo per 31 december
t/m 2009 €
2010 €
2011 €
2012 €
totaal €
174.520
-412.114
2.553.340
0
2.315.746
0 0 0 0
0 379.057 0 379.057
0 657.279 -3.368.161 -2.710.882
587.805 0 0 587.805
587.805 1.036.336 -3.368.161 -1.744.020
174.520
-33.057
-157.542
587.805
571.726
De jaren 2009 t/m 2011 zijn bij de overige kortlopende schulden opgenomen
Pagina 15
66
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
5. Liquide middelen 31-dec-12 €
31-dec-11 €
Bankrekeningen Kassen Kruisposten
14.541.059 28.334 -2.976
2.507.068 23.306 -1.979
Totaal liquide middelen
14.566.417
2.528.395
De specificatie is als volgt:
Toelichting: De stichting kan vrijelijk beschikken over de liquide middelen. De kredietfaciliteit van ING bank bedraagt per 31-12-2012 € 3.500.000 voor de gehele Conrisq groep; van deze kredietfaciliteit is in 2012 geen gebruik gemaakt. De toename van de liquide middelen wordt grotendeels verklaard door het betalen van het eerste voorschot 2013 in december 2012 door het ministerie van Veiligheid en Justitie.
67 Pagina 16
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 6. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen
0 4.413.683
0 3.932.850
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
0 4.413.683
0 3.932.850
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Reserve aanvaardbare kosten: Polikliniek zvw Egalisatiereserve Ministerie van Veiligheid en Justitie Kliniek Egalisatiereserve Ministerie van Veiligheid en Justitie Polikliniek Bestemmingsreserves: Jaarlijkse instandhoudingsinvestering Normatieve inventarisrichtlijn
Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen
Saldo per 1-jan-2012 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2012 €
202.156 2.773.379 24.569
260.168 42.144 -151.490
0 0 0
462.324 2.815.523 -126.921
918.233 14.513
183.977 146.035
0 0
1.102.210 160.548
3.932.850
480.833
0
4.413.683
Toelichting: Het totale vermogen van de Rooyse Wissel stijgt met € 480.833 euro, het totale resultaat van de Rooyse Wissel 2012. In gesegmenteerde resultatenrekening is per segment aangegeven hoe bovenstaande resultaatbestemmingen zijn ontstaan. De beide bestemmingsreserves, behoren bij het segment Ministerie van Veiligheid en Justitie Kliniek
68 Pagina 17
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 7. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 1-jan-2012 €
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
€
€
€
22.006 21.520 21.144
183.630
54.785
Saldo per 31-dec-2012 €
Voorziening claims en geschillen Voorziening jubileumverplichtingen Voorziening langdurig zieken Voorziening levensfasebudget Voorziening groot onderhoud Voorziening herstelkosten Voorziening wettelijke verplichtingen Voorziening reorganisatie
86.291 261.500 204.774 1.771.000 1.335.898 454.661 238.388 0
143.990 83.235 157.000 387.115 88.560 0 2.720.000
282.270 68.988 0
0 0
9.500 383.970 83.235 1.928.000 1.440.743 543.221 169.400 2.720.000
Totaal voorzieningen
4.352.512
3.579.900
415.928
238.415
7.278.069
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2012 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr en < 5jr.)
3.916.352 1.405.932
Hiervan langlopend (> 5 jaar)
1.955.785
Toelichting voorzieningen: De stand van de voorziening claims en geschillen per 31-12-2012 is afgeleid van het eigen risico per individuele zaak, zoals opgenomen in een overzicht per 31-12-2012 van de betreffende verzekeringsmaatschappij. De voorziening jubileumverplichtingen is gestegen ten opzichte van 2011, mede vanwege een lagere disconteringsvoet (van 2,08 naar 1,56 %). Dit heeft een verhogend effect op deze voorziening. De voorziening langdurig zieken is gedaald ten opzichte van 2011 door een daling van het aantal langdurige zieke medewerkers ultimo 2012 ten opzichte van ultimo 2011. De stijging van de voorziening levensfasebudget wordt veroorzaakt door de stijging van de FTE's in 2012 ten opzichte van 2011, de lager disconteringsvoet en een stijging van het aantal gespaarde LFB uren. De stand van de voorziening groot onderhoud per 31-12-2012 is gebaseerd op het meerjaren onderhoudsplan, waarbij de verantwoorde onttrekkingen 2012 betrekking hebben op de daadwerkelijke uitgaven 2012 in het kader van groot onderhoud en de verantwoorde dotatie 2012 is afgeleid van het meerjaren onderhoudsplan. De voorziening herstelkosten is in 2011 gevormd in het kader van de beëindiging van een huurovereenkomst op de locatie Overmaze. Het laatste deel van deze voorziening is in 2012 gedoteerd en er heeft een indexering van deze voorziening plaatsgevonden met 2,41%. Dit percentage is gelijk aan de materiële index 2012 vastgesteld door het Ministerie voor Veiligheid en Justitie. De voorziening arbo en wettelijke verplichtingen is in 2011 gevormd in het kader van een arbeidsinspectie die in 2011 heeft plaatsgevonden. In 2012 is de per saldo de voorziening voor het arbo deel met 20% gedaald, omdat voor dit deel aan de verplichtingen is voldaan. Het deel voor de overige wettelijke verplichtingen van deze voorziening, is in 2012 onttrokken. De beoogde verbeteringen hebben plaatsgevonden. De reden voor het vormen van een voorziening reorganisatie is tweeledig.Ten eerste de sluiting van de vestiging Overmaze van de Rooyse Wissel. Ten tweede de afname van het TBS patiënten in heel Nederland en derhalve ook bij de Rooyse Wissel.
69
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 8. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 31-dec-12 €
31-dec-11 €
Schulden aan banken Langlopende schulden Fonds perdu
0 15.025.351
0 15.832.264
Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
15.025.351
15.832.264
2012 €
2011 €
Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen
16.639.177 0 806.913
17.446.812 0 807.635
Stand per 31 december
15.832.264
16.639.177
806.913
806.913
15.025.351
15.832.264
806.913 15.025.351 12.085.352
806.913 15.832.264 12.796.380
De specificatie is als volgt:
Het verloop is als volgt weer te geven:
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar) Toelichting: Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. De aflossing en rente van bovenstaande leningen worden vergoed door het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
70
Pagina 19
Stichting FPC de Rooyse Wissel
PASSIVA 9. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Schulden aan banken Crediteuren Rekening courant Stichting Conrisq Groep Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden: Ministerie van Veiligheid en Justitie (Kliniek; lopend boekjaar) Ministerie van Veiligheid en Justitie (Kliniek;voorschot 2013) Ministerie van Veiligheid en Justitie (Kliniek; voorgaande jaren) Ministerie van Veiligheid en Justitie (Polikliniek; lopend boekjaar) Ministerie van Veiligheid en Justitie (Polikliniek; voorgaande jaren) Ministerie van Veiligheid en Justitie (Polikliniek;voorschot 2013) Nog te betalen kosten: Kosten PI en RGD Kosten software en licenties Inkoopplaatsen Nog te betalen kosten inzake detachering personeel Accountants- en advies kosten Vooruitontvangen opbrengsten: Subsidie Min van Juistitie, brandveiligheid Overige overlopende passiva: Subsidie DBBC registratie Overige overige
0 951.618 26.492 806.913 1.165.914 276.454 18.931 912.064 481.039
0 1.685.249 50.094 806.913 1.084.342 245.466 1.986 863.071 462.944
0 6.960.000 16.080 30.488 167.114 250.000
0 0 237.594 112.717 0 0
525.901 0 36.000 73.280 131.446
525.901 15.817 28.898 9.500 175.771
155.580
318.418
0 637.035
102.097 478.825
13.622.350
7.205.601
Totaal overige kortlopende schulden
Toelichting: De stijging van de overige kortlopende schulden komt door de schuldpositie bij het Ministerie van Justitie. Hierin zijn de voorschotten opgenomen ter dekking van de DBBC facturen 2012. Deze schulden zijn gerelateerd aan de stijging van de Vorderingen en transistorische posten. In 2013 zullen de schulden en vorderingen voor een groot deel met elkaar worden verrekend. Eind 2012 zijn reeds voorschotten ontvangen voor het jaar 2013. Deze zijn separaat weergegeven in het bovenstaande overzicht. Toelichting verrekenbedrag polikliniek: In totaliteit bedraagt het saldo dat nog afgerekend dient te worden over 2012 met het Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake de polikliniek € 30,488 te betalen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Ministerie van Veiligheid en Justitie (Polikliniek; lopend jaar) - verrekenbedrag OHW DBBC's Polikliniek per 2012 Nog te factureren DBBC's Polikliniek 2012 In 2012 gefactureerde DBBC's Polikliniek In 2012 ontvangen voorschotten DBBC's Polikliniek
Dit bedrag kan ook als volgt worden bepaald: Subsidie Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 Polikliniek In 2012 ontvangen voorschotten DBBC's Polikliniek
-982.378 461.228 266.705 1.034.167 -810.210 -30.488
schuld 2012 -30.488
verrekenbedrag -951.890
779.722 -810.210 -30.488
De subsidies van het Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake de polikliniek zijn t/m 2010 definitief vastgesteld. De jaren 2011 en 2012 dienen nog definitief te worden vastgesteld door het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Specificatie financiersingpositie polikliniek MvJ per boekjaar
t/m 2009 €
2010 €
2011 €
2012 €
totaal €
Saldo per 1 januari
0
0
-167.114
0
-167.114
Schuld boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
-30.488 0 0 -30.488
-30.488 0 0 -30.488
Saldo per 31 december
0
0
-167.114
-30.488
-197.602
Pagina 20
71
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS 18. Financiële instrumenten
Algemeen Stichting FPC de Rooyse Wissel maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De instelling handelt niet in deze financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van de boekwaarde.
19. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" beschikt over meerdere meerjarige financiële verplichtingen die contractueel zijn vastgelegd. Onderstaand volgt een opstelling van de (kwantitief) belangrijkste langdurige verplichtingen in deze: Omschrijving verplichting Huur kantoorruimte Tegelen Huur kantoorruimte Maastricht Schoonmaakwerkzaamheden locatie Venray
Tegenpartij Gemeente Venlo Stichting Reclassering Nederland GOM Schoonhouden B.V.
Looptijd t/m 08 - 2016 t/m 01 - 2013 t/m 12 - 2016
De tot de Stichting Conrisq Groep behorende stichtingen (Stichting Conrisq Groep; Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut De Rooyse Wissel, Stichting Orthopedagogisch Centrum Ottho Gerhard Heldring, Stichting Ambulatorium Ottho Gerhard Heldring, Stichting Bijzonder Jeugdwerk Brabant en Stichting De Lingeburght) hebben per 31-12-2012 een gemeenschappelijk rekening-courant krediet bij de ING-bank ter grootte van € 3,5 mln. Als zekerheid voor deze financiering gelden: - een door alle tot de Conriq Groep behorende stichtingen afgegeven compte joint- en mede aansprakelijkheidsovereenkomst. - een negatieve pledge / pari passu verklaring eveneens afgegeven door alle tot de Conrisq Groep behorende stichtingen.
Per 1 oktober 2011 is er voor wat betreft de omzetbelasting sprake van een fiscale eenheid. In deze fiscale eenheid zijn de volgende rechtspersonen opgenomen: Stichting Conrisq Groep; Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut De Rooyse Wissel; Stichting Orthopedagogisch Centrum Ottho Gerhard Heldring; Stichting Ambulatorium Ottho Gerhard Heldring; Stichting De Lingeburght. Stichting Bijzonder Jeugdwerk Brabant (toegevoegd in 2012)
Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" heeft ultimo 2012 een bankgarantie uitstaan, waarbij de eventuele verplichtingen van de stichting zijn beperkt tot een bedrag van maximum bedrag ad € 8.350
72 Pagina 21
Bedrag op jaarbasis (incl. btw) € 50.000 € 7.875 € 115.000
73
Afschrijvingspercentage
Boekwaarde per 31 december 2012
Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
5-10%
22
2-5%
Pagina
10,0%
5.206.326
10.734.159 0 5.527.833
-605.003
16.584.089
21.374.509 0 4.790.420
-577.871
0
0
0 0 0
0 0 605.003 0
5.811.329
10.734.159 0 4.922.830
0,0%
0
0 0 0
-92.420
92.420
92.420
0 0 0
0 0 0 0
92.420
92.420 0 0
Installaties Onderhanden Projecten € €
328.361
3.722.519 0 3.394.158
-104.213
0
0 0 0
0
0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 577.871 0
0
0 0 104.213 0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd
17.161.960
21.374.509 0 4.212.549
€
Gebouwen
0
432.574
Boekwaarde per 1 januari 2012
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
3.722.519 0 3.289.945
Terreinvoorzieningen €
Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
6.1.6.1 Materiële vaste activa
6.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA
Stichting FPC de Rooyse Wissel
22.118.776
35.831.187 0 13.712.411
-1.379.507
92.420 0 0 92.420
0 0 0
0 0 1.287.087 0
23.498.283
35.923.607 0 12.425.324
€
Subtotaal
22.861.295
41.089.286 0 18.227.991
-1.848.988
139.441 0 38.398 101.043
0 0 0
18.800 0 1.766.745 0
24.710.283
41.209.927 0 16.499.644
€
Totaal
74
Afschrijvingspercentage
Boekwaarde per 31 december 2012
Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen 66.955 20,0%
10,0%
143.783 0 76.828
-19.630
47.021 0 38.398 8.623
0 0 0
18.800 0 29.807
86.585
172.004 0 85.419
Vervoermiddelen €
645.951
4.555.053 0 3.909.102
-420.185
0 0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 420.185
1.066.136
Boekwaarde per 1 januari 2012
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
4.555.053 0 3.488.917
€
Inventaris
Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
6.1.6.3 Vervolg Materiële vaste activa
6.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA
Stichting FPC de Rooyse Wissel
20,0%
29.613
559.263 0 529.650
-29.666
0 0 0 0
0 0 0
0 0 29.666
59.279
559.263 0 499.984
Automatisering €
742.519
5.258.099 0 4.515.580
-469.481
47.021 0 38.398 8.623
0 0 0
18.800 0 479.658
1.212.000
5.286.320 0 4.074.320
€
Subtotaal
75
Min. van Veiligheid en Justitie Min. van Veiligheid en Justitie Min. van Veiligheid en Justitie Min. van Veiligheid en Justitie Min. van Veiligheid en Justitie Totaal
Leninggever
1-jan-01 1-jan-01 1-jan-05 1-jan-05 1-jan-08
Datum
13.825.263 6.305.738 958.852 1.896.850 1.425.000 24.411.703
€
Hoofdsom
6.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012
BIJLAGE
Stichting FPC de Rooyse Wissel
50 20 10 50 17
Totale looptijd
lineair lineair lineair lineair lineair
Soort lening
var. var. var. var. var.
% 10.782.988 2.837.581 287.657 1.630.991 1.099.960 16.639.177
€
Pagina 24
0 0 0 0 0 0
€ 276.505 315.287 95.885 37.937 81.299 806.913
€
€ 9.123.958 945.859 0 1.403.369 612.166 12.085.352
€ 10.506.483 2.522.294 191.772 1.593.054 1.018.661 15.832.264
Werke- Restschuld Nieuwe Restschuld Aflossing in Restschuld lijke- 31 december leningen in 31 december 2012 over 5 jaar rente 2011 2012 2012
38 8 2 42 13
Resterende looptijd in jaren eind 2012
lineair lineair lineair lineair lineair
Aflossingswijze
276.505 315.287 95.885 37.937 81.299 806.913
€ hypotheek hypotheek hypotheek hypotheek hypotheek
AflosGestelde zekerheden sing 2013
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 6.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 Segment Ministerie van Veiligheid en Justitie Kliniek 2012 €
2011 €
36.790.425
37.005.646
4.071.552
3.766.544
0
0
126.595
162.668
40.988.573
40.934.858
29.903.548
26.440.365
1.764.347
2.228.226
0
0
8.617.553
9.279.744
Som der bedrijfslasten
40.285.449
37.948.335
BEDRIJFSRESULTAAT
703.124
2.986.523
Financiële baten en lasten
-330.969
-315.204
372.156
2.671.319
0 0 0
0 0 0
372.156
2.671.319
2012 €
2011 €
42.144 183.977 146.035
2.781.051 37.181 -146.913
372.156
2.671.319
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Subsidie Ministerie van Veiligheid en Justitie Niet gebudgetteerde zorgprestaties Overige subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING
Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Egalisatiereserve Ministerie van Veiligheid en Justitie Kliniek Bestemmingsreserve jaarlijkse instandhoudingsinvestering Bestemmingsreserve normatieve inventarisrichtlijn
76
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 Segment Ministerie van Veiligheid en Justitie Polikliniek 2012 €
2011 €
779.722
539.297
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
0
0
Overige subsidies
0
0
622
358
780.344
539.655
777.400
495.432
2.399
29.139
0
0
Overige bedrijfskosten
152.035
98.565
Som der bedrijfslasten
931.835
623.136
BEDRIJFSRESULTAAT
-151.490
-83.481
0
0
-151.490
-83.481
0 0 0
0 0 0
-151.490
-83.481
2012 €
2011 €
-151.490
-83.481
-151.490
-83.481
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Subsidie Ministerie van Veiligheid en Justitie
Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Egalisatiereserve Ministerie van Veiligheid en Justitie Polikliniek
77
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 Segment Polikliniek Zvw 2012 €
2011 €
959.299
865.535
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
0
0
Overige subsidies
0
0
461
374
959.760
865.909
576.492
517.274
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
0
30.424
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
0
0
Overige bedrijfskosten
123.101
102.146
Som der bedrijfslasten
699.592
649.844
BEDRIJFSRESULTAAT
260.168
216.065
0
8.501
260.168
224.566
0 0 0
0 0 0
260.168
224.566
2012 €
2011 €
260.168
224.566
260.168
224.566
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Subsidie Ministerie van Veiligheid en Justitie
Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Polikliniek Zvw
78
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9.2 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN
2012 €
2011 €
372.156 -151.490 260.168
2.671.319 -83.481 224.566
480.833
2.812.404
480.833
2.812.404
Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen: Segment Ministerie van Veiligheid en Justitie Kliniek Segment Ministerie van Veiligheid en Justitie Polikliniek Segment Polikliniek Zvw
Resultaat volgens resultatenrekening
79
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 10. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvw-zorg
3474
€
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Productieafspraken verslagjaar
2012 €
€
2011 €
816.894
782.015
7.825
-11.471
0
0
0
0
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten Groei normatieve kapitaalslasten Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten Beleidsmaatregelen overheid: - generieke budgetkortingen
-653
-644 -653
Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente - afschrijvingen - overige
-644
-25.070 0
Overige mutaties: Subsidie dwang en drang Overige
-58.861 -12.183
-25.070 72.064
-71.044
72.064
Subtotaal wettelijk budget boekjaar
753.022
816.894
Correcties voorgaande jaren Correcties wettelijk budget voorgaande jaren Dotatie / vrijval voorziening wettelijk budget
206.277
254.918 -206.277
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvwzorg
959.299
865.535
Toelichting: Het wettelijk budget is opgesteld vanuit het productie verantwoordingsdocument. De voorziening gevormd in 2011 voor productie dwang en drang en mogelijke beperkingen rond substitutie, is vrijgevallen in 2012. Er is geen nieuwe voorziening gevormd in 2012.
80
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING BATEN 11. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten) 2012 €
2011 €
3.200.301 396.603
3.038.197 348.087
232.363 55.607 186.679
187.212 43.781 149.267
4.071.552
3.766.544
De specificatie is als volgt:
Zorgprestaties tussen instellingen, DJI Zorgprestaties tussen instellingen, overige ESF subsidie Case Management Inzet eigen personeel bij derden
Totaal
Toelichting: De post 'zorgprestaties tussen instellingen, DJI' heeft betrekking op het verlenen van zorg vanuit Stichting Forensisch Psychiatrisch Instituut "De Rooyse Wissel" voor het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Limburg Zuid. Deze omzet is in 2012 gestegen als gevolg van de verhoogde inzet van FTE's in 2012 ten opzichte van 2011.
12. Subsidies Ministerie van Veiligheid en Justitie De specificatie is als volgt:
Subsidies verslagjaar op basis van productieafspraken OVA en prijsbijstellingen Geoormerkte bijstellingen (exclusief rente en aflossingen) Genormeerde bijstellingen Vergoeding voor rente (geoormerkt) Vergoeding voor aflossing (geoormerkt) Correcties voorgaande jaren Subtotaal Kliniek Subsidie polikliniek lopend jaar Correcties voorgaande jaren Subtotaal Polikliniek Opbrengst ZZP dagen Totaal
2012 €
2011 €
31.418.282 904.258 134.910 2.038.631 389.356 806.913 1.036.336 36.728.686 0 779.722 0 779.722
32.602.013 972.054 69.352 1.589.326 399.532 807.635 565.734 37.005.646 0 625.283 -85.986 539.297
61.739
0
37.570.147
37.544.943
Toelichting: De subsidie kliniek is relatief weinig lager dan in 2011, ondanks een sterke terugloop van het aantal patiënten. Dit wordt verklaard uit het opnemen van de gelden "leegstandregeling" voor de jaren 2010, 2011 en 2012. De eerste twee zijn opgenomen bij correcties voorgaande jaren. De laatste is in de subsidie 2012 meeberekend. De opbrengsten polikliniek zijn gestegen ten opzichte van 2011 door het realiseren van een hogere productie dan in 2011
13. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
Overige dienstverlening: Opbrengsten therapie Opbrengsten winkel, restaurant, automaten Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed): Doorbelaste kosten Overige incidentele opbrengsten Totaal
2012 €
2011 €
69.839 13.955
63.376 23.734
7.940 35.945
7.065 69.224
127.679
163.399
Toelichting: De daling van de overige bedrijfsopbrengsten is toe te schrijven aan lagere incidentele opbrengsten. Hoofdzakelijk door de daling van de opbrengst zorgopleidingen.
81
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN 14. Personeelskosten 2012 €
2011 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: Andere personeelskosten Uitkeringen Subtotaal Personeel niet in loondienst
20.573.074 2.966.958 1.875.692
20.263.543 2.771.577 1.718.638
4.542.404 -305.298 29.652.830 1.604.610
1.516.926 -506.320 25.764.365 1.688.705
Totaal personeelskosten
31.257.440
27.453.070
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: FTE's
459
457
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
459
457
De specificatie is als volgt:
Toelichting: De stijging van de personele lasten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doorhet vormen van een reorganisatie voorziening van €2.700.000 in verband met het sluiten van de vestiging in Overmaze en het afnemend aantal TBS patiënten. Deze voorziening is onderdeel van de "andere peroneelskosten". De rest van de stijging zit in een loonsverhoging van 1,25% gemiddeld over 2012 en de daarbij behorende sociale lasten, een lichte stijging van het aantal fte en een stijging van de reiskosten woon-werkverkeer. Dit laatste is het gevolg van de in 2012 verlaagde eigen bijdrage reiskosten van het personeel van de Rooyse Wissel.
15. Afschrijvingen vaste activa 2012 €
2011 €
Overige afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa
0 1.766.746
0 2.287.790
Totaal afschrijvingen
1.766.746
2.287.790
De specificatie is als volgt:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de afschrijvingslasten per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder mutatie overzicht onder specificatie 6.1.6 MVA - FVA
82
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN 15. Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
2012 €
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen
1.766.746 0
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
0 0 0 0 0
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
41.089.286 18.227.991 0
Toelichting: De stichting heeft op grond van de doorlichting van haar vastgoedportefeuille vastgesteld dat geen sprake is van bijzondere waardeverminderingen, met name aangezien de stichting een integrale vergoeding krijgt voor de kapitaallasten vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
16. Overige bedrijfskosten 2012 €
2011 €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten
402.982 2.039.608 1.573.704
468.380 2.671.106 1.566.446
Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie transport en overig Subtotaal
881.318 122.618 191.820 31.610 1.227.365
817.737 114.596 205.463 21.218 1.159.014
Huur en leasing Inkoopplaatsen Dotaties en vrijval voorzieningen
1.430.012 1.830.822 388.197
1.280.980 1.690.830 643.697
Totaal overige bedrijfskosten
8.892.689
9.480.454
De specificatie is als volgt:
Toelichting: De daling van de overige bedrijfskosten van wordt veroorzaakt door een daling van de algemene kosten. Eind 2011 is een extra uitgave automatering gedaan van ongeveer € 600.000. Deze uitgave is in 2012 niet gedaan. De overige kosten liggen in lijn met die van 2011.
83
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 17. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Rentebaten Resultaat deelnemingen Subtotaal financiële baten
58.388 0 58.388
39.035 0 39.035
Rentelasten Overige financiële lasten Subtotaal financiële lasten
-389.356 0 -389.356
-399.532 53.794 -345.738
Totaal financiële baten en lasten
-330.969
-306.703
Toelichting: De rentebaten zijn gestegen vanwege een hoger bedrag aan liquide middelen gedurende 2012. De rentelasten zijn licht gedaald, omdat een lening in 2011 volledig was afgelost en hierover geen rente meer betaald hoefde te worden in 2012.
84
Stichting FPC de Rooyse Wissel
6.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 20. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht. Het bestuur wordt statutair uitgeoefend door de Stichting Conrisq Groep. Driehoofdige Raad van Bestuur.
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie?
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2012 is als volgt: A.A.G. Verwaaijen
Naam 1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? 3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest? 5 Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar? 6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 7 Welke salarisregeling is toegepast?
31-12-2009 ja
nee
Arbeidsovereenkomst voor Huidige BBZ regeling
8 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 9 Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste toelagen
10 11 12 13 14 15 16 17
146.340 0 0 0 9.370 20.862 0 0 176.572 44.098 919
a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren Bruto-onkostenvergoeding Werkgeversbijdrage sociale lasten ** Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU Ontslagvergoeding Bonussen Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b) Cataloguswaarde auto van de zaak Eigen bijdrage auto van de zaak **
100%
waarvan eenmalige crisisheffing
438
Toelichting: Zoals aangegeven betreft het hier de gegevens van de bestuurders van de Stichting Conrisq groep die de statutair bestuurder van de Stichting FPC de Rooyse Wissel is. Loonkosten van mevrouw Verwaaijen zijn opgenomen aangezien mevrouw Verwaaijen uitbetaald wordt door de Rooyse Wissel. Voor de bezoldiging van de bestuurders mevrouw Venmans en de heer Eggenhuizen wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening van de Stichting Conrisq. De remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht heeft zich in 2012 gebogen over de bezoldiging van de bestuurders. Zij heeft de debatten inzake bezoldiging bestuurders gevolgd en is zich bewust van de maatschappelijke discussie rondom dit thema. De Raad van Toezicht heeft zich op het standpunt gesteld dat de wettelijk vastgestelde norm het plafond vormt voor de bezoldiging van de bestuurders. De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2012 is verantwoord op Conrisq niveau.
21. Honoraria accountant Toelichting: De honoraria van de accountant over 2012 zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Stichting Conrisq
22. Transacties niet verbonden partijen Toelichting: Alle transacties met verbonden partijen repectievelijk groepsmaatschappijen hebben een zakelijke marktconforme grondslag.
85 Pagina 34
86
Controle verklaring van de onafhankelijke Accountant Door de opmaak van dit jaarverslag is de paraafnummering gewijzigd. Daardoor komen de parafen genoemd in de accountantsverklaring (5.1) niet overeen met de daadwerkelijke nummering in dit jaar verslag (6.1).
87
88
89
90
Bijlagen
92
Bijlage 1 Verslag Raad van Toezicht Binnen de CONRISQ Groep is de Stichting CONRISQ Groep als rechtspersoon de bestuurder van de dochterstichtingen OG Heldring, Ambulatorium, BJ Brabant en de Rooyse Wissel. De Stichting CONRISQ Groep kent een Raad van Bestuur en een Raad van Toezicht. Deze Raad van Toezicht houdt toezicht op het besturen van de Rooyse Wissel. De Raad van Toezicht heeft in 2012 zeven keer regulier vergaderd. Daarnaast is er een Heidag geweest in het kader van een zelfevaluatie, taakverdeling en toetreding Pactum en verder nog hebben er vergaderingen in kleiner verband plaatsgevonden met bijvoorbeeld een afvaardiging van Raad van Toezicht Pactum. Bij de reguliere vergaderingen is de Raad van Bestuur aanwezig geweest. Toezicht op financiën, plannen en resultaten In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht de volgende reguliere zaken besproken: - het meerjarenbeleid van de CONRISQ Groep; - de kaderbrief 2012 voor de dochterstichtingen; - de begrotingen en jaarplannen 2013 van de dochterstichtingen; - het jaardocument 2011 (jaarrekening en jaarverslag) van de verschillende dochterstichtingen met de accountant en vervolgens goedkeuren van deze documenten; - de voortgangsrapportages, viermaandsrapportages, managementletter en de belangrijkste risico’s voor de instellingen; - de SWOT; - de evaluatie van de accountant; - de invulling van het werkgeverschap van de bestuurders. Specifieke onderwerpen binnen de CONRISQ Groep Naast de reguliere onderwerpen zijn voor de CONRISQ Groep onder meer nog specifiek de volgende punten aan de orde geweest. - Verdeling van taken en instellen van een Remuneratiecommissie, Auditcommissie Kwaliteit Zorg en Veiligheid en Auditcommissie Financiën; - Intentieverklaring en onderzoek naar toetreding Pactum tot de CONRISQ Groep; - Bestuurlijke agenda met als strategische doelen: 1. Marketing (positioneren en profileren stichtingen) 2. Volume (behoud capaciteit, nieuwe doelgroepen, uitbreiden ambulante activiteiten, meerdere financiers) 3. Behandelklimaat (symptoomtolerant) 4. Behandelproces (trajecten intern en extern) 5. Samenwerking (intern binnen de CONRISQ Groep en extern met trajectpartners) 6. Innovatie en academisering (expertisecentrum); - Kaderbrief 2012 voor de dochterstichtingen; - Wet normering topinkomens; - Relatief hoge ziekteverzuim binnen de instellingen; - Besturingsfilosofie binnen de CONRISQ Groep en de notitie Streefbeeld Structuur Raad van Bestuur-Directies; - Vastgoedbeleid; - Toetreding van Pactum tot de CONRISQ Groep; - Congres compassie 2.0; - BTW honorarium Raad van Toezicht; - Inventarisatie brandveiligheid.
93
Specifieke onderwerpen binnen de Rooyse Wissel In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht aandacht gehad voor de volgende items: - Daling van het aantal patiënten; - Bezwaren subsidievaststelling; - Incidenten en de aanpak incidenten door de Rooyse Wissel en de reactie van het ministerie van Veiligheid en - Justitie; - Inspectierapport Overmaze; - Brief namens patiëntendeelraad Overmaze; - Toewijzing reservecapaciteit; - Stand van zaken DBBC’s.
94
Bijlage 2 Commissie van Toezicht In 2012 heeft de locatiedirectie maandelijks overleg gevoerd met de Commissie van Toezicht over allerhande aangelegenheden die de ten uitvoerlegging van de tbs-maatregel betreffen. Verder werd veel stilgestaan bij de aanvang van de nieuwe werkwijze van de maandcommissarissen waarbij spoedige en gezamenlijke bemiddeling met patiënt en afdelingsleiding speerpunt werd. Ook de facilitaire verbeterpunten in de locatie Maastricht zijn aan bod gekomen (onder meer geluidswering van gesprekskamers, telefoonverbeteringen). Voor verdere gegevens aangaande de Commissie van Toezicht wordt verwezen naar het jaarverslag van de Commissie van Toezicht dat ten tijde van dit schrijven nog niet beschikbaar was.
95
Bijlage 3 Ondernemingsraad
(De Ondernemingsraad is opgericht op 17 september 2000) Terugkijkend op 2012 hebben we weer een bewogen jaar kunnen afsluiten. Met het meer vorm en inhoud krijgen van de Centrale Ondernemingsraad hebben we enkele onderwerpen in beslissing afgestaan naar een hoger organisatieniveau. Dit betrof bijvoorbeeld de intentieverklaring toetreding Stichting Pactum tot de CONRISQ Groep en het mobiliteitsbeleid. In het begin van 2012 hebben we ons ervoor ingezet de organisatiestructuur passend te maken naar de krimpende organisatie. Hierin vonden we het belangrijk dat de functie locatiedirecteur Zorg en Behandeling bleef bestaan. We waren dan ook blij dat deze functie weer ingevuld werd. Het afscheid nemen van locatiedirecteur Organisatie Venray later in het jaar was lastig voor de Ondernemingsraad (hierna: OR), omdat de samenwerking net vorm begon te krijgen. Hierna hebben we echter een positieve start gemaakt in de samenwerking met locatiedirecteur Organisatie Maastricht die onze nieuwe gesprekspartner in medezeggenschap werd. Met haar gaan we 2013 in om de organisatiestructuur te herijken. Een gedegen visie, passend bij de nieuwe situatie die zowel krimp als groei aan kan. De OR staat ervoor dat de Rooyse Wissel de gehele tbs-keten kan bedienen, om zo patiënten beter te kunnen begeleiden van intern naar extern. Arbo en Veiligheid ‘Veiligheid in zijn algemeenheid heeft prioriteit in de organisatie’. Dat stond voor de OR hoog in de top-tien van zaken die we goed geregeld wilden zien. Dit jaar is grote vooruitgang geboekt op het gebied van Arbo en veiligheid en verbale en fysieke weerbaarheid. Arbobeleid staat op de kaart en er zijn betere afspraken gemaakt dan voorgaande jaren over wat er moet gebeuren en wie daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. Op het gebied van verbale en fysieke weerbaarheid hebben we het voor elkaar gekregen dat hierin meerdere functies zijn opgenomen die deze trainingen kunnen volgen. Arbeidsvoorwaarden In 2012 hebben we de reiskostenvergoeding in stand gehouden, zodat de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijk blijven binnen de Rooyse Wissel. Effectief en efficiënt De OR vindt het belangrijk om effectief en efficiënt met tijd en middelen om te gaan. Hiervoor gebruikt de OR de Navigator-methode. Deze methode kan ingezet worden om in korte tijd tot een lijst van toetsingspunten te komen op basis waarvan een weloverwogen oordeel en een gemotiveerd advies/instemming gegeven kan worden. Naast deze methode is de OR op zoek geweest naar een middel om nog efficiënter gebruik te maken van tijd, papier en ruimte en beter met elkaar te kunnen discussiëren en sneller tot een gezamenlijk standpunt te komen. Er is een voorstel aan de locatiedirectie gedaan om de papieren stapels terug te dringen door middel van een tablet. Taken en bevoegdheden We hebben als OR tijdens vergaderingen verschillende keren stilgestaan bij taken en bevoegdheden van medewerkers, omdat medewerkers veel extra taken hebben waardoor primaire taken in het gedrang kunnen komen. De OR was van mening dat strakker gestuurd moet worden op het uitvoeren van taken die horen bij de functie en verantwoordelijkheid. Financiën De OR heeft haar zorgen geuit over het late verschijnen van de begroting en heeft in 2012 actief de maandverslagen gevolgd. Hierin had het voor de OR prioriteit dat financiën zodanig gezond gehouden worden dat in de toekomst niet gesaneerd hoeft te worden. Dit laatste doel heeft helaas geen stand gehouden door externe invloed van het Gevangeniswezen. We hopen dat we in 2013 de Rooyse Wissel kunnen leiden naar een financieel gezonde kliniek, waarin we helaas afscheid zullen moeten nemen van locatie Maastricht. Dit afscheid nemen van Maastricht kan niet los gezien worden van landelijke, sectorbrede ontwikkelingen, zoals het dalende patiënten-aantal door minder tbs-opleggingen, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens die bepaalt dat bepaalde vonnissen opnieuw getoetst moeten worden
96
(dit kan leiden tot voorwaardelijke beëindiging of een andere strafrechtelijke titel), het streven naar verkorting van de behandelduur en het vaker uitspreken van voorwaardelijke beëindiging door de rechtbank. We zullen als OR streven naar het tijdig op de hoogte zijn van de toekomstige financiële situatie en van plannen, zodat we daar adequaat op kunnen reageren. Als er overschotten in financiën komen zal de OR zich ervoor hard maken dat deze in langdurige (innoverende) kwaliteitsprojecten geïnvesteerd worden, zoals opleidingen, specialisaties en trainingen. Formatie De OR streeft ernaar dat alle disciplines op formatie zijn en op de behoefte van de afdeling worden afgestemd. De werkelijkheid is weerbarstiger en vraagt veel overleg en discussie met de locatiedirectie. Waar kijken we naar uit? - Een goede organisatiestructuur die toekomstbestendig is; - Een hechte samenwerking met de locatiedirectie; - Een degelijke evaluatie van Arbobeleid; - De toetreding van Pactum, mits dit van toegevoegde waarde is voor de CONRISQ Groep.
1. Leden van de Ondernemingsraad De OR bestond in 2012 uit onderstaande formatie. Leden Ondernemingsraad: Peter Blom, voorzitter STM afdeling Pharos Sraar Hoex, vice-voorzitter STM afdeling Isis 2 Geertine Drost ITB/TLW afdeling Gizeh, Horus, Aswan Ben Peters Medewerker Receptie en Beveiliging Jan Deenen STM afdeling Siwa Robin Bouwmans STM afdeling Isis Ton Swinkels Medewerker Technische Dienst George van de Vorle STM Isis 1 Romeo Hofwijks (t/m maart) STM afdeling Amun Bernie Baats-Speetgens (t/m maart) Behandelrapporteur Horus Aniek Janssen (t/m juni) Muziektherapeut afdeling THD Jeroen Weerts (vanaf maart) STM Sfinx 1 John Geerts (vanaf januari) STM Siwa 1 Anita Bours-Wilms (vanaf september) STM afdeling Aswan 1 Sigrid van den Akker Ambtelijk Secretaris Door het vertrek van Bernie Baats en Romeo Hofwijks in april kwamen er twee zetels vacant. Jeroen Weerts en John Geerts (kandidaten bij de tussentijdse verkiezingen van 27 oktober 2011) hebben deze zetels ingevuld. In juni heeft Aniek Janssen haar OR-lidmaatschap beëindigd. Op 27 september 2012 zijn tussentijdse verkiezingen georganiseerd, waarbij twee goede kandidaten zich verkiesbaar stelden vanuit de vestiging Maastricht. De verkiezingen hebben een meerderheid van stemmen opgeleverd voor Anita Bours, die de OR vanaf september 2012 weer op volledige sterkte brengt. Hiermee zijn alle elf zetels bezet. Het Dagelijks Bestuur van de OR bestaat uit één voorzitter en één vice-voorzitter. Een Ambtelijk Secretaris ondersteunt de OR.
97
2. Raads- en Overlegvergaderingen De OR vergadert volgens een vooraf vastgestelde vergadercyclus, die zich het gehele jaar blijft herhalen. Deze cyclus is: - Ondernemingsraadvergadering; - Overlegvergadering; - Ondernemingsraadvergadering; - Dag voor het Dagelijks Bestuur.
3. Achterban Om de achterban te informeren, maken we gebruik van de volgende middelen: - Maandelijks OR-nieuws, ook op papier in de postbakjes van alle afdelingen; - Op locaties vergaderen en actief bezoeken; - Presentatie van de Ondernemingsraad op Roy; - Notulen op Roy; - Agenda in vitrine.
4. Artikel 24-overleg Op 10 mei 2012 heeft de OR van de Rooyse Wissel gezamenlijk met de Ondernemingsraad van OG Heldring een artikel 24-overleg gehad met Raad van Bestuur. De voorzitter van de Raad van Toezicht had zich afgemeld voor deze vergadering. Tijdens de vergadering is onder andere gesproken over: - Algemene gang van zaken; ontwikkelingen in de markt voor jeugd en tbs werkzaamheden en resultaten afgelopen half jaar verwachtingen werkzaamheden en resultaten komende half jaar - Te verwachten instemmingsaanvragen; - Te verwachten adviesaanvragen; - CONRISQ Groep; - CAO Jeugdzorg; - Medezeggenschap. Op verzoek van de OR heeft een afvaardiging van de OR op 18 september een kennismakingsgesprek gehad met mevrouw M. Caubo, voorzitter van de Raad van Toezicht. Op 29 november 2012 heeft de OR van de Rooyse Wissel een artikel 24-overleg gehad met Raad van Bestuur en locatiedirectie. Met de oprichting van de Centrale Ondernemingsraad heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht aangegeven voortaan als gesprekspartner bij het artikel 24-overleg van de Centrale Ondernemingsraad aanwezig te zijn. Het artikel 24-overleg met de OR wordt gevoerd met locatiedirecteur, waarbij Raad van Bestuur wordt uitgenodigd. In deze vergadering is onder andere gesproken over: - Ontwikkelingen in de markt; - Werkzaamheden en resultaten afgelopen half jaar; - Verwachtingen ten aanzien van werkzaamheden en resultaten het komende half jaar; - Regelingen op het gebied van sociaal beleid; - Te verwachten instemmingsaanvragen; - Te verwachten adviesaanvragen; - CONRISQ Groep.
98
5. Advies- en instemmingaanvragen, initiatiefvoorstel In het afgelopen jaar kwamen de volgende advies- en instemmingaanvragen binnen: Onderwerpen advies
Advies positief/negatief
Ontvlechting organisatiestructuur Pharos de Horst
Positief
Plan van aanpak krimp doelstelling 2012 en verder
Positief, echter 06-09-2012 weer ingetrokken
Personeelsplan FPC/PPC Overmaze
Positief
Onderwerp instemming
Instemming
Regeling bereikbaarheidsdienst psychiaters
Instemming
Arbojaarverslag 2009-2010
Onthouden van instemming
Overeenkomst voor bedrijfsgeneeskundige begeleiding (inzet bedrijfsarts)
Instemming
Notitie casemanagement Pharos
Vervalt
Notitie verbale en fysieke weerbaarheidstraining d.d. 02-01-2012
Instemming
RI&E locatie Maastricht
Instemming
Protocol agressie, geweld en ongewenste omgangsvormen d.d. 21 juni 2012
Instemming
Bereikbaarheidsdienst ambulant sociotherapie Pharos
Instemming
Arbojaarverslag 2011
Instemming
Profiel bedrijfsarts
Instemming
Arbobeleidsplan dRW
Instemming
Onderzoek naar werkdruk en PSA door Effectory
Instemming
Handboek Harmony
Instemming
Voorstel betreffende Werkkostenregeling (WKR) 2013 1. Administratieve implementatie 2. benutten fiscale ruimte in 2013
1. instemming 2. géén instemming
Regeling vakantie en verlof
Instemming
Verzuim- en reïntegratieprotocol
Lopend
In het afgelopen jaar heeft de OR het volgende initiatiefvoorstel ingediend bij de bestuurder: Onderwerp initiatiefvoorstel Voorstel DBBC’s
99
6. Raad in ontwikkeling Cursus Strategie en Beleid In de eerste helft van 2012 heeft een commissie van de OR zich bekwaamd in strategisch beleid. Tijdens zeven cursusdagen hebben de OR-leden geleerd strategisch denken van de organisatie te verbinden aan strategisch denken van de OR. Deze cursus is tevens van grote waarde voor de OR-leden die in de COR zitting nemen. Studiedagen 25 en 26 april 2012 Deze twee studiedagen stonden onder leiding van Miep Bos (extern). Gedurende de eerste cursusdag werd de Navigator-werkmethode toegepast op het onderwerp ‘normalisering kosten/baten’. Daarbij ging het om het opstellen van een lijst met toetsingspunten, actieplan en afspraken over de inzet van de toetsingspunten in het besluitvormingsproces en de medezeggenschap. Vervolgens zijn de grenzen van de Navigator-werkmethode verkend en is een korte evaluatie gehouden over de ervaringen van de OR zelf tot nu toe over de werkmethode. Tijdens de tweede cursusdag is de inhoud van artikel 31 van de WOR besproken (verplichting van bestuurder om desgevraagd aan de OR tijdig alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die deze voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben) en dan met name het verkrijgen van financiële informatie. Ook is gesproken over de oprichting van de Centrale Ondernemingsraad. Studiedagen 10 en 11 oktober 2012 Tijdens de eerste dag heeft de OR onder leiding van Miep Bos het werk van de OR en de samenwerking met de Centrale Ondernemingsraad geëvalueerd. Tijdens het avondprogramma was de directie Organisatie te gast om te spreken over de toekomst van de Rooyse Wissel en de medezeggenschap. Tijdens de tweede dag is de OR onderling aan de slag gegaan met het onderwerp ‘wat heeft de Rooyse Wissel nodig aan management en stijlen van leiderschap’. Hierop is een visie geformuleerd.
7. COR In juni is de Centrale Ondernemingsraad CONRISQ groep opgericht. Namens de OR hebben Peter Blom (vice-voorzitter), Geertine Drost en George van de Vorle hierin zitting genomen.
8.
Missie en Visie
Missie (bron A3 meerjarenbeleid OR) De belangen van de medewerkers behartigen, voor zover dat reëel is gezien het organisatiebelang. - Balans bewaken tussen sociaal en financieel economisch beleid; - Signalen geven aan de bestuurder over wat er op de werkvloer leeft; - Opletten dat de bestuurder samenhangend beleid formuleert en de OR daarbij betrekt en vroegtijdig informeert; - Ervoor zorgen dat besluiten en afspraken worden nageleefd; - Initiëren van beleid. De OR van de Rooyse Wissel opereert binnen de kaders van de WOR en zoekt met betrekking tot methodiek en kwaliteit aansluiting bij de organisatie. De OR streeft ernaar dat alle werkvelden binnen de raad vertegenwoordigd zijn. Visie Wij realiseren onze missie door: - We werken op constructief kritische wijze door middel van het in kaart brengen en afwegen van voordelen en nadelen per vraagstuk. Daarna besluiten, zo mogelijk in consensus.
100
- - - -
We raadplegen de achterban. Dit kan zowel informeel als formeel (WOR artikel 17). De keuze is te maken naar rato van de problematiek. We toetsen de gevolgen van de genomen besluiten en of de gemaakte afspraken worden nagekomen. Dit kan door de achterban te vragen, controle cijfermateriaal, et cetera. Per punt wordt bepaald hoe, wanneer en wie toetst. We informeren bestuurder en achterban door middel van overleg, via notulen en publicaties. De OR gebruikt de mogelijkheid (WOR artikel 23, Initiatiefrecht) voorstellen te doen naar aanleiding van onderwerpen, welke de OR relevant vindt.
101
Bijlage 4 Patiëntenraad Per 1 september 2010 heeft de patiëntenraad een structuurverandering ondergaan. De locaties Venray en Maastricht hebben elk een eigen deelraad waarin overlegd wordt tussen de patiënten, een sociotherapeut en een hoofd Sociotherapeutisch Milieu (HSTM). Maandelijks schuiven ook de locatiedirectie en (op verzoek) andere medewerkers aan. De agendapunten van de deelraad zijn locatiegebonden. De deelraden zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van alle afdelingen van de Rooyse Wissel. Binnen beide deelraden is een dagelijks bestuur actief bestaande uit een voorzitter, secretaris en een penningmeester. Begin 2012 is een start gemaakt met het vergaderen van de patiëntenraad via videoconference. Het dagelijks bestuur van beide deelraden neemt deel aan de patiëntenraadsvergaderingen. Er is begonnen met een maandelijkse patiëntenraadsvergadering, later in het jaar is er besloten om één keer in de twee maanden een patiëntenraadsvergadering te houden.
Deelraad Venray In de samenstelling van deelraad Venray en het dagelijks bestuur van de deelraad zijn het afgelopen jaar wisselingen geweest. Een nieuwe penningmeester is door het dagelijks bestuur aangesteld. Het dagelijks bestuur streeft ernaar de deelraad extra stabiliteit te geven door het mogelijk te maken een bestuursfunctie aan te houden bij overplaatsing naar een andere afdeling. Zo gaat de ervaring van het dagelijks bestuur niet bij iedere wisseling verloren. Deelraad Venray werd begeleid door twee sociotherapeuten en één Hoofd Sociotherapeutisch Milieu. Eind 2012 is besloten dat de deelraad in het vervolg wordt begeleid door één sociotherapeut en één Hoofd Sociotherapeutisch Milieu. Begin 2012 werden de patiënten meerdere keren geconfronteerd met storingen in het pagersysteem en de beveiliging van het hekwerk. Bij de storing van het pagersysteem zijn alle patiënten langer ingesloten dan wettelijk is toegestaan en kon niet worden voldaan aan de wettelijke eisen van pationeertijden. De deelraad Venray heeft advies gegeven aan de directie over wat in het vervolg te doen bij dergelijke technische storingen. In maart 2012 zijn de patiëntengelden van de Rooyse Wissel van de ABN AMRO overgegaan naar ING. Deze overgang bleek veel ingewikkelder dan vooraf werd verwacht. Maandenlang werden veel patiënten geconfronteerd met problemen rondom hun financiën. Hierover zijn diverse gesprekken gevoerd met het Hoofd Financiën op verzoek van de patiëntenraad. Tegen het einde van het jaar waren de meeste problemen opgelost. Er werd al langere tijd gewerkt aan een internetbeleid. Tegelijkertijd werd een nieuw beveiligings- en controlesysteem voor internetgebruik geïnstalleerd. Volgens planning zou in maart 2012 het systeem in gebruik worden genomen. Deze planning is niet behaald. In oktober lag het internetbeleid voor bij het MT ter goedkeuring. In dezelfde periode waren er signalen van aanwezigheid in de kliniek van contrabanden. Hierop werden alle pc’s en gegevensdragers van patiënten ter controle in beslag genomen. Ten gevolge van de resultaten van de controle is een nieuw computerbeleid opgesteld. In juni 2012 is de verscherpte toegangscontrole voor patiënten met een onbegeleid verlofkader ingegaan. Vanaf die tijd zijn alle patiënten door een medewerker van de receptie gefouilleerd in het bijzijn van een sociotherapeut. Tevens is er een nieuw invoerbeleid ingevoerd. In januari hebben alle patiënten van de locatie Venray uit handen van de directie een “Blijk van waardering” ontvangen in de vorm van een tegoedbon van € 25,00 die besteed kon worden op de Wintermarkt. Dit was na aanleiding van de vele insluitingen in 2011. In 2011 en begin 2012 is de personele bezetting een groot aandachtspunt geweest van de deelraad. De zomerperiode van 2012 werd zonder insluitingen doorlopen. Echter, eind 2012 is het aantal insluitingen weer wat gestegen.
102
Midden in de zomerperiode werden de patiënten van Luxor 1 geconfronteerd met het sluiten van deze afdeling. De aanleiding hiervoor waren de bezuinigingen in verband met de krimp. Patiënten van Luxor 1 en een paar patiënten van de Cheops zijn overgeplaatst naar andere afdelingen van de locaties Venray en Maastricht. Ook hebben er op de locatie Maastricht verschuivingen plaatsgevonden. Eind 2012 waren er verschillende signalen dat mogelijk de locatie Maastricht in 2013 zou gaan sluiten. Communicatie met achterban De berichtgeving naar de achterban is redelijk goed te noemen, maar is voor verbetering vatbaar. Er is in 2012 gewerkt aan een informatiefolder van de patiëntenraad voor patiënten. Belangrijke zaken werden wekelijks vermeld in de huiskamerbespreking en vanuit de afdelingen werden punten aangeleverd voor de deelraad- en patiëntenraadsvergadering. Deze punten werden meegenomen door de afdelingsvertegenwoordiger. De notulen van de deelraad- en patiëntenraadsvergaderingen lagen op elke afdeling ter inzage. Op het InformatieKanaal werd wekelijks een kort verslag gepubliceerd van de deel- een patiëntenraadsvergaderingen. De communicatie met deelraad Maastricht is beter verlopen dan in de jaren daarvoor. Over en weer werden de verslagen verstuurd en heeft de patiëntenraad met regelmaat een vergadering ingepland. Op 25 september heeft een afvaardiging de patiëntenraad de Landelijke Patiëntenraad Dag 2012 in de Van der Hoevenkliniek bezocht. De dag heeft voornamelijk in het teken gestaan van de onderlinge verschillen tussen de tbs-instellingen. Daarbij is uitgebreid gesproken over de bezuinigingen, verloven en multimedia. Wanneer er veranderingen zijn binnen de kliniek wordt de patiëntenraad steeds vaker op tijd geïnformeerd. De raad nodigt met regelmaat medewerkers uit om geïnformeerd te worden over eventuele veranderingen binnen de kliniek. Daarnaast gebeurt het ook steeds vaker dat medewerkers de vergaderingen van de deelraad bezoeken wanneer zij geadviseerd willen worden in zaken die de patiënten aangaan of om de raad te informeren. In samenwerking met de projectgroep ´Dwang en Drang´ heeft deelraad Venray voor het eerst twee informatieavonden voor alle patiënten georganiseerd. Deze avonden zijn redelijk goed bezocht en hebben de patiënten de mogelijkheid gegeven om geïnformeerd te worden over het project ´Dwang en Drang´ en daarin mee te denken. Onderwerpen waarvoor de patiëntenraad zich heeft ingezet: - Huur- of koopcontract tv’s en koelkasten; na veel inzet van deelraad Venray kunnen patiënten een huur- of koopovereenkomst afsluiten voor een TV en/of koelkast. - TV-raad; er is met regelmaat overleg geweest met de afdeling Facilitair betreffende de steeds slechter wordende kwaliteit van het tv-signaal. Eind 2012 wordt er een proefopstelling gemaakt voor digitale tv-ontvangst. De reacties van patiënten zijn erg goed en de raad gaat zich inzetten om deze proefopstelling te behouden. - Open Dagen en rondleidingen; in 2012 is de deelraad in ruim 25 rondleidingen gastheer geweest waaronder de Open Dag voor medewerkers en de Netwerkdag. - Kliniekregels en afdelingsregels; voor 2013 zijn er nieuwe kliniekregels van toepassing, de raad heeft adviezen uitgebracht. - Commissie van Toezicht; het aanhalen en verbreden van de contacten met de Commissie van Toezicht.
Deelraad Maastricht Ondanks diverse beïnvloedende factoren is 2012 een goed jaar geweest voor de deelraad in Maastricht. In 2011 was er nog sprake van een vastgelopen samenwerking tussen directie en de patiëntenraad. Inmiddels is de samenwerking hersteld en zelfs goed te noemen. Er is sprake van constructief overleg en de patiëntenraad wordt heel actief betrokken bij besluitvorming en evaluatie. Communicatie is een vast agendapunt en dit wordt steeds kritisch bekeken. De deelraad geeft hierbij voortdurend aan wat zij nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Vooral de mogelijkheid om belanghebbenden uit te kunnen nodigen voor de vergaderingen voor vragen of toelichting wordt zeer gewaardeerd. Hierdoor is informatie duidelijker en meer actueel.
103
2012 is een turbulent jaar geweest. Intern hebben er diverse ingrijpende zaken gespeeld, waaronder de legionellabesmetting waardoor de afdelingen enkele dagen niet konden worden gebruikt. Ook heeft er een omvangrijke controle plaatsgevonden in de gehele kliniek naar aanleiding van mogelijke ernstige contrabanden. Alle gegevensdragers zijn in beslag genomen en na evaluatie van de zoekactie is het noodzakelijk gebleken het computerbeleid aan te scherpen. De patiëntenraad is met al deze thema’s constructief kritisch omgegaan. De leden hebben steeds begrip gehad voor de belangen van de kliniek. Anderzijds zijn de (individuele) geluiden vanuit de patiëntengroep goed vertegenwoordigd. Hierin is een goed evenwicht gevonden. De raadsleden hebben een cursus vergadertechnieken gevolgd en dit heeft ook bijgedragen aan constructiever en meer gestructureerd overleg. De deelraad noemt zelf een aantal positieve ontwikkelingen in 2012 die mede door de deelraad zijn bereikt. Allereerst het evalueren van ´Dwang en Drang´; de patiëntenraad is hierin goed betrokken. Ook de realisatie van extra tv-zenders is een verdienste van de deelraad geweest. Op de afdelingen zijn zoemers geïnstalleerd waardoor de telefonische bereikbaarheid is verbeterd. Het invoerbeleid is goed overlegd met de deelraad waardoor wijzigingen zijn meegenomen en implementatie goed is verlopen. De deelraad geeft aan dat er veel rondleidingen zijn georganiseerd die goed zijn verlopen en onderstreept het belang hiervan in verband met de beeldvorming over tbs. Op verzoek van de deelraad is het afdak op het plein verplaatst. De deelraad spreekt zich positief uit over de wijze waarop er aan de roosters is gewerkt en het aantal insluitmomenten is hierdoor minimaal en acceptabel geweest in 2012. Wat betreft de verloven heeft de deelraad voortdurend de vinger aan de pols gehouden en hiermee mede zorg gedragen voor het onderstrepen van belang van planning van verloven. Dit is voldoende gerealiseerd in 2012. Ten slotte, maar zeker niet onbelangrijk, noemt de deelraad de uitstroommogelijkheden in de resocialisatietrajecten. Er zijn steeds meer mogelijkheden en voorzieningen om werk en doorstoomplekken te realiseren. De deelraad geeft aan het jammer te vinden dat er ondanks noodzaak geen overdekte fietsenstalling is gerealiseerd, maar vindt de fietshoezen een acceptabel alternatief. Ook zijn er veel problemen geweest op financieel vlak, maar door inzet van medewerkers en actieve communicatie met de afdeling Financiën is dit wel zo goed als mogelijk opgevangen.
104
Bijlage 5 Jaarverslagen commissies Binnen de Rooyse Wissel zijn diverse commissies actief. In dit onderdeel van het jaarverslag worden per commissie de doelstellingen en mogelijke resultaten in 2012 beschreven.
Arbocommissie Het complete Arbojaarverslag was op moment van schrijven nog niet vastgesteld. Daarom is er een samenvatting in concept opgenomen. De arbocommissie is een vast overlegplatform binnen de Rooyse Wissel met als taak voorstellen te doen aan het MT voor de planning, het (laten) uitvoeren van arbo-activiteiten, het evalueren van resultaten en het bijstellen van het beleid op basis van die resultaten. De arbocommissie geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het MT en de Raad van Bestuur. De arbocommissie voert haar werkzaamheden uit binnen de grenzen van het beschikbare budget. Het doel van de arbocommissie is de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de medewerkers te waarborgen. De commissie bestaat uit vier arbocoördinatoren en vijf preventiemedewerkers. Samen met het Hoofd Facilitair vervullen de personeelsfunctionarissen de rol van arbocoördinator. Zij zijn onder meer verantwoordelijk voor het mede-ontwikkelen en verbeteren van het arbobeleid, zij bewaken de processen en verzorgen het jaarlijkse Arboverslag. De samenstelling van de arbocommissie zal met ingang van 1 januari 2013 worden gewijzigd conform het in 2012 vastgestelde arbobeleidsplan. Vanuit de verschillende afdelingen of disciplines vertegenwoordigt één preventiemedewerker een groep medewerkers. De taak van de preventiemedewerkers richt zich enerzijds op het signaleren van knelpunten in de organisatie op het gebied van arbeidsomstandigheden. Anderzijds heeft de preventiemedewerker een taak in het voorlichten van medewerkers over bijvoorbeeld het gebruik van apparaten, het gebruik van beschermingsmiddelen en het inrichten van het (beeldscherm)werkplek. De arbocommissie voert periodiek overleg, drie tot vier maal per jaar en twee maal per jaar met de OR. De medewerkers worden op de hoogte gehouden van relevante ontwikkelingen middels de nieuwsbrief.
Opleidingen In het kader van arbeidsomstandigheden spelen opleidingen een grote rol. Door opleiding worden medewerkers immers in staat gesteld vaardigheden en bekwaamheden in te zetten die voor de dagelijkse werkzaamheden met de patiëntengroep relevant zijn. Omgaan met agressie Veiligheid van medewerkers tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden wordt van groot belang geacht. Jaarlijks wordt voor diverse functiegroepen een fysieke en verbale agressietraining georganiseerd. Het doel van de agressietraining is medewerkers zo goed als mogelijk voor te bereiden op hoe zij om moeten gaan met voorkomend agressief gedrag. Vóór 2012 werd voornamelijk door sociotherapeuten deelgenomen aan de trainingen. Vanaf medio 2012 wordt een andere systematiek gehanteerd, namelijk de systematiek van Kameleon. Vanaf dat moment worden niet alleen sociotherapeuten getraind, maar ook medewerkers werkzaam binnen andere disciplines met patiëntencontact. Het trainingsplan van Kameleon is gericht op: - het opleiden van trainers in de verbale en fysieke weerbaarheid; - het bekwamen van sociotherapie in verbale en fysieke weerbaarheid; - het bekwamen van andere doelgroepen met patiëntencontact in verbale en fysieke weerbaarheid; - het maken van afspraken over het opleidingsprogramma (inhoud, organisatie, frequentie, bezetting trainers); - specifiek voor Maastricht; het maken van de verbinding tussen beide methodieken van de Rooyse Wissel (FPC) en het Gevangenwezen (PPC).
105
Naast de basistrainingen hebben in 2012 in dit kader herhalingstrainingen, teamdagen en instructeursopleidingen plaatsgevonden. Het aantal basistrainingen is in 2012 sterk gestegen ten opzichte van 2011 evenals het aantal herhalingstrainingen. Dit kan onder andere worden verklaard door een incident op locatie Maastricht in 2011. Daaruit voortkomend is een eis door de Arbeidsinspectie opgelegd. Er wordt strenger op toegezien dat iedereen wordt getraind en vanwege de nieuwe systematiek dienden medewerkers opnieuw te worden getraind. Deze nieuwe systematiek verklaart tevens het aantal trainingen voor de instructeur Fysieke en Mentale weerbaarheid. Bestaande en nieuw aangestelde trainers zijn getraind in de nieuwe systematiek. De direct leidinggevende en de medewerker zijn samen verantwoordelijk voor het deelnemen aan de basistraining en de herhalingstrainingen. Door de afdeling Opleidingen wordt hieromtrent gerapporteerd.
Veiligheid, milieuzorg, klimaat en beroepsziektes Kerngroep Veiligheid Er is in 2008 door Dienst Justitiële Instellingen (DJI) op ingezet om alle instellingen waar justitiabelen gehuisvest zijn aan strenge brandeisen te onderwerpen. Alle gebouwen dienen te voldoen aan Bouwbesluit 2003, met daaraan toegevoegd nog aanvullende eisen van DJI. Naar aanleiding daarvan werden bij de Rooyse Wissel alle deuren vervangen, wijzigingen aan de luchtbehandeling aangebracht, alle kabelgoten aangepast, leidingen en roosters en dergelijke aangepast en er werd op elke patiëntenkamer een handbediende blusinstallatie gerealiseerd. De inspectie heeft in 2010 gekeken naar de bouwkundige en organisatorische stand van zaken. De directie heeft in december 2010 de kerngroep Veiligheid opgericht om de aandachtspunten te bewerkstelligen. Daarin zijn alle noodzakelijke disciplines vertegenwoordigd onder voorzitterschap van de Locatiedirecteur Organisatie Venray. Daarmee is de start gemaakt voor een integraal en gedragen veiligheidsbeleid. In 2012 zijn de brandcompartimenten naar maximaal 500 meter teruggebracht met gevolg dat er bij brand maximaal één woonafdeling ontruimt hoeft te worden. Naar aanleiding daarvan is ook de nachtdienst bezetting van de receptie vanaf 1 juli 2012 teruggebracht naar drie en is er een basis BHV bezetting van vier gedurende de nacht. Naar aanleiding van het verkleinen van de bandcompartimenten naar maximaal 500 meter zijn ook wijzigingen in het ontruimingsplan doorgevoerd. In 2012 is als laatste aanpassing gestart met het vervangen van de gehele brandmeldinstallatie. Januari 2013 zijn er nog enkele restpunten uit te voeren naar aanleiding van de inspectie, daarna is het brandveiligheidsproject formeel afgesloten. De inspectie door DJI op het project brandveiligheid heeft ook verbeterpunten op het nieuwe calamiteitenplan opgeleverd. Het vastgestelde plan is in 2012 geïmplementeerd en er heeft een revisie op het calamiteitenplan plaatsgevonden. De regie lag bij de kerngroep Veiligheid. Gijzelprotocol In 2012 is het gijzelprotocol uitgebreid met een onderhandelaar functie. Deze rol wordt ingevuld door de Senioren van Dienst. Alle Senioren van Dienst hebben hiervoor een aanvullende training gevolgd. Het gijzelingsproces is herschreven en er heeft een oefening plaatsgevonden. Deze oefening heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd die vervolgens worden voorgelegd aan de kerngroep Veiligheid. De aanbevelingen hebben geleid tot kleine aanpassingen in het protocol en een voorstel ten aanzien van het deurendicht beleid. Werkplekonderzoek Er is een medewerker van de afdeling Facilitaire Dienst beschikbaar die (nieuwe) werkplekken van medewerkers kan instellen conform de gestelde richtlijnen. In 2012 zijn er in totaal 27 werkplekken ingesteld; 24 werkplekken in Venray en 3 bij Polikliniek de Horst in Tegelen. Tevens zijn er 22 monitorarmen geïnstalleerd. In Overmaze te Maastricht zijn geen nieuwe werkplekken ingesteld. In 2011 werd er 36 maal een beroep gedaan op deze medewerker. Toen zijn er 17 werkplekken ingesteld in Venray en 19 werkplekken in Maastricht.
106
Gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen in daarvoor bestemde kasten. De productgegevens van deze stoffen zijn voorhanden. Dit in het kader van een efficiënte hulpverlening. Gevaarlijke stoffen zijn in kleine hoeveelheden, de zogenaamde gebruikershoeveelheden, aanwezig. In 2012 hebben er, evenals in 2011, geen incidenten met gevaarlijke stoffen plaatsgevonden. Binnenklimaat en ventilatie Naar aanleiding van de klachten in 2011 op de eerste en tweede verdieping in Venray over de oplopende temperatuur, is er in 2012 door de medewerkers een temperatuurlijst aangeleverd aan de preventiemedewerker. Op deze temperatuurlijst staan de temperaturen van de werkplekken in de zomermaanden, met daaraan gekoppeld een dringend verzoek om verbetering. De arbocommissie heeft een voorstel ingediend voor aanvullende koeling van de zuidzijde van de eerste en tweede verdieping. De budgetaanvraag is ingediend voor een uitvoering in 2013. Legionella De Rooyse Wissel is als instelling verplicht een legionellabeheersplan te hebben en uit te voeren. Alvorens een beheersplan gemaakt wordt, moet het leidingsysteem aan de vereiste normen voldoen. De installatie voldoet aan de gestelde normen en een beheersplan is gemaakt. De praktijk wijst uit dat de legionellabacterie incidenteel nog in beperkte mate aangetroffen wordt. Risicogebieden zijn bijvoorbeeld de separeerafdelingen waar weinig gebruik van wordt gemaakt. Dat heeft de aandacht. Gezien de metingen loopt de organisatie geen gezondheidsrisico’s. In 2012 is een aantal aanpassingen uitgevoerd naar aanleiding van aanbevelingen van Water Maatschappij Limburg. Deze aanbevelingen kwamen naar voren naar aanleiding van een inspectie in 2011 op de watervoorziening binnen de Rooyse Wissel. Het ging om: - een jaarlijkse verplichte controle en rapportage op terugslagkleppen welke gemonteerd zijn tussen de vaste aansluiting van apparaten op de waterleiding; - het plaatsen van een aantal automatische spoelkleppen op de afdeling Siwa; - het uitvoeren en registreren van het spoelen van tappunten die een week niet gebruikt zijn. Locatie Overmaze Er heeft in 2012 een legionella besmetting plaats gevonden op locatie Overmaze. De PPC afdelingen hebben naar aanleiding van deze besmetting de afdelingen ontruimd. De aanpak binnen het FPC is beperkt gebleven tot het plaatsen van zogenaamde micro filters. Deze filters, die de gebruikelijke douchekop vervangen, filtert de legionella uit het water en maakt douchen weer verantwoord. Het legionella beleid op locatie Overmaze is naar aanleiding van deze besmetting aangescherpt, daarbij zijn risicofactoren verwijderd om herhaling tegen te gaan. Het legionella beleid zoals uitgevoerd in 2012 zal in 2013 onverminderd doorgezet worden. Hepatitis B De Rooyse Wissel kent een vaccinatiebeleid waardoor medewerkers die patiëntgebonden werkzaamheden verrichten, kunnen worden gevaccineerd tegen Hepatitis B. Deze vaccinatie is niet verplicht, maar wordt sterk geadviseerd. De vaccinaties worden verzorgd door de Medische Dienst van de Rooyse Wissel. In totaal zijn er in 2012 in Venray 10 medewerkers gevaccineerd. Geen van de personeelsleden in Venray hebben een booster (in geval van verjaarde vaccinatie) gehad. In 2011 in Venray werden 11 medewerkers gevaccineerd. Tevens hebben er 4 boostervaccinaties plaatsgevonden. In totaal zijn er in Maastricht zijn er in 2012 15 medewerkers gevaccineerd. Hiervan hebben 3 personen een booster gehad. In 2011 werden er 38 medewerkers gevaccineerd, waarvan 8 personen een booster hebben gehad.
107
Seksuele intimidatie en opvang en begeleiding De vertrouwenspersoon Met enige regelmaat is er ook in 2012 een beroep gedaan op het luisterend oor en op de raad van de interne vertrouwenspersoon. Het is een bewuste keuze om de vertrouwenspersoon te benaderen. De zekerheid te hebben om met je verhaal bij iemand terecht te kunnen, zonder dat dit allerlei vervelende consequenties kan hebben voor de medewerker in kwestie, blijkt toch van grote waarde te zijn binnen onze organisatie. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk en probeert van daaruit samen met diegene die een beroep doet, op een andere manier te kijken naar het gegeven dat zich heeft voorgedaan. Oplossingen komen niet uit de bureaulade, maar een gesprek kan een ander licht werpen op datgene wat zich heeft voorgedaan. Terugblikkend op 2012, wordt er binnen de Rooyse Wissel gemiddeld éénmaal per twee maanden een beroep op de interne vertrouwenspersoon gedaan, wat in vergelijking met 2011 gelijk is gebleven. De vertrouwenspersoon merkt een soort van ´vertwijfeling´ op over hoe de dingen in de kliniek lopen. Het inschakelen van de vertrouwenspersoon wordt gezien als een laatste redmiddel in vaak, gedurende lange tijd, vastgelopen (conflict)situaties. De externe vertrouwenspersoon is evenals in 2011 het afgelopen jaar niet benaderd. Supervisie Tot 2010 was de Rooyse Wissel bekend met de functie van supervisor. Wegens de capaciteitsreductie en de daaruit voortkomende bezuinigingen is deze functie destijds opgeheven. De reguliere taken op het gebied van supervisie zijn vanaf dat moment belegd bij de hoofden en de senior sociotherapeuten. Op indicatie van de leidinggevende kan sindsdien externe ondersteuning in de vorm van een (team)coach of supervisor worden ingehuurd. Supervisie is een begeleidende vorm van leren met het doel om het professioneel handelen te vergroten. Het accent ligt hierbij op de ontwikkeling van de beroepspersoon. Supervisie binnen de Rooyse Wissel is erop gericht de deskundigheid en professionaliteit van de individuele medewerker en van teams te verbeteren met als doel de behandeling en behandelingsmogelijkheden van patiënten te optimaliseren. Om supervisie en coaching aan te kunnen bieden, heeft de Rooyse Wissel met enkele externe coaches/supervisoren vaste afspraken gemaakt over de wijze van inhuur. Zo kan afhankelijk van de vraag die er ligt een coach/supervisor worden ingehuurd die het beste aansluit. Wanneer het gaat om individuele coaching/supervisie wordt voorafgaand aan het traject door leidinggevende en betreffende medewerker een opdrachtformulier ingevuld met de vraag- en doelstelling(en) van het traject alvorens gestart wordt. Bij teamcoaching/-supervisie wordt voorafgaand een informatief gesprek gevoerd tussen leidinggevende en coach/supervisor om de vraag helder te krijgen en een plan van aanpak op te stellen. In 2012 is veertien keer gebruik gemaakt van individuele coaching/supervisie door een externe coach/supervisor. Daarnaast is binnen acht teams gebruik gemaakt van externe teamcoaching/supervisie. Binnen twee teams was er sprake van maandelijkse terugkerende externe supervisie/coaching. Commissie Collegiale Opvang en Begeleiding De Rooyse Wissel is een organisatie waar gezien de aard en complexiteit van de doelgroep, regelmatig incidenten kunnen plaatsvinden tussen patiënten en medewerkers of patiënten onderling. Deze incidenten kunnen als schokkend worden ervaren door medewerkers en zijn/haar omgeving. De ervaring leert dat een schokkende gebeurtenis een grote impact kan hebben op het werk en het persoonlijke leven van de betrokken medewerker. De Rooyse Wissel staat voor een organisatie die een optimaal functioneren van haar medewerkers beoogt en in het kader daarvan onder meer veel aandacht besteedt aan psychohygiëne en psycho-educatie. In dit kader is de commissie Collegiale Opvang en Begeleiding (COB) in het leven geroepen. Deze commissie richt zich op adequate opvang en begeleiding van medewerkers die worden geconfronteerd met een schokkende gebeurtenis of incident. Eind 2012 heeft een interne werving plaats gevonden voor nieuwe leden voor de COB. Uiteindelijk zijn er acht nieuwe leden aangesteld; vijf voor de locatie Venray en drie voor de locatie Maastricht. De commissie bestaat momenteel op de locatie Venray uit tien leden en op de locatie Maastricht uit drie leden. De aangestelde medewerkers hebben inmiddels de training gevolgd. Eind 2012 is het protocol “Opvang en Nazorg van Medewerkers” aangepast. In 2012 hebben zeventien medewerkers gebruik gemaakt van de COB. In totaal zijn met de betreffende medewerkers
108
in 2012 tweeënveertig gesprekken gevoerd. Het merendeel geeft in het tweede gesprek aan dat verdere hulp niet nodig is. De betrokken collega’s vinden een luisterend oor bij collega’s. Eenmaal is het voorgekomen dat een medewerker na het eerste gesprek niet is gekoppeld aan een COB-lid en daardoor heeft deze medewerker niet de juiste opvang gehad. De betrokken collega heeft een luisterend oor gevonden bij collega´s, maar heeft aangegeven het jammer te vinden dat het zo gelopen is. Vastgesteld is dat dit niet meer mag gebeuren. Op één na zijn de medewerkers tevreden over het werk van de COB. Ter vergelijking een overzicht van het aantal medewerkers dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van de COB: Jaar
Aantal Medewerkers
2004
8
2005
9
2006
12
2007
10
2008
10
2009
17
2010
10
2011
5
2012
17
Bedrijfshulpverlening (BHV) Bedrijfshulpverlening Het aantal BHV’ers op locatie Venray bedraagt op 29 december 2012 103 personen. Op de locatie in Maastricht zijn er 100 BHV’ers. De BHV-organisatie Venray is vastgelegd in het BHV-plan de Rooyse Wissel, de BHV-organisatie van de locatie in Maastricht is onder regie van de afdeling Beveiliging van het PPC. BHV-opleidingen In 2012 is gestart met het plannen van een derde dag ‘DJI-specifiek’ in de basistraining BHV. Deze derde dag is in de opleiding een verplicht te volgen dag, omdat op deze dag ook het examen van het onderdeel Brand en Ontruiming uit de eerste twee dagen afgenomen wordt. Ook is er in 2012 gestart met het plannen van combi-herhalingen BHV. De deelnemers doorlopen het complete herhalingsprogramma van de BHV-basis en er worden onder leiding van twee ploegleiders inzetoefeningen gedaan. De ploegleiders moeten voorafgaand aan de training zelf een inzetoefening schrijven. Voordelen van deze vorm van training zijn onder andere: – De inzetoefening sluit meer aan bij de praktijk, dus kwalitatieve verbetering; – Ploegleiders hoeven nu jaarlijks maar één herhalingsdag te volgen. Dit is minder belastend voor de kliniek. Het aantal ingeschreven deelnemers is vermeld in onderstaand schema: Basistrainingen Bedrijfshulpverlening
2012
Basistraining Bedrijfshulpverlening (BBHV)
24
Herhalingstrainingen Bedrijfshulpverlening Herhalingstraining Bedrijfshulpverlening Combi (HBHV)
109
80
Oefeningen Onder regie van de coördinator BHV zijn in 2012 BHV-oefeningen uitgevoerd en is daarover gerapporteerd. De oefenkalender en het format voor verslaglegging van de uitgevoerde oefeningen zijn vooraf besproken en vastgelegd in de kerngroep Veiligheid. Er zijn in 2012 enkele oefeningen uit de oefenkalender niet gerealiseerd, redenen daarvoor zijn van organisatorische aard. Overzicht gerealiseerde oefeningen: Gepland
Omschrijving
Gerealiseerd
5
Brand woonkamer, doelgroep alle medewerkers
4
4
Brand woonkamer, doelgroep ploegleiders en ontruimingsleiders
4
1
Inzet BHV met externe hulpverlener (Brandweer)
1
13
Instructie patiënten in huiskamer bespreking
Alle afdelingen
3
Brand patiëntenkamer ploegleiders/BHV
3
1
Brand TLW doelgroep ploegleiders en BHV
1
1
Brand omgeving kantoor, ploegleider/BHV’ers en kantoor personeel.
1
1
Ontvluchting, doelgroep alle medewerkers
1
1
Ontvluchting met externe hulpdiensten
Niet
Bommelding
Doelgroep medewerkers Receptie/Beveiliging
Niet
1
Gijzeling, allemaal
Niet
1
Levensreddende handeling, doelgroep aanwezige BHV’ers
1
1
Stroom uitval Doelgroep alle afdelingen
1
12
Test alarmen
12
Herhalingen BHV
Allen
Ontruiming poli de Horst Tegelen
Niet
1
Speerpunt De oefeningen van 2012 hadden als speerpunt het ontruimen van woonafdelingen. Voor 2013 ligt de focus op het ontruimen van een woonafdeling in een nachtsituatie. Een tweede speerpunt is een gecombineerde oefening. Daarnaast heeft, naast een uitgebreide oefenkalender 2013, de instructie van patiënten en de oefening van de BHV’ers ook in 2013 onverminderd de aandacht. De nachtoefeningen als ook de gecombineerde oefening zijn in het oefenprogramma 2013 opgenomen. Het oefenprogramma (oefenkalender) voor 2013 wordt vastgesteld door de kerngroep Veiligheid.
RI&E RI&E Maastricht In november 2012 is er een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) uitgevoerd door de externe organisatie De Linge Groep. Begin 2013 volgde de rapportage van dit onderzoek in de vorm van plannen van aanpak, toegespitst op de verschillende afdelingen in Maastricht. Deze worden in maart 2013 voor instemming voorgelegd aan de OR. Om tot een goede RI&E te komen, zijn er vragenlijsten ingevuld door leidinggevenden tezamen met de medewerkers van betreffende afdeling. Ook heeft de arbodeskundige alle afdelingen geïnspecteerd. De preventiemedewerker, een afgevaardigde van de OR en de arbocoördinator voor Maastricht zijn bij deze inspectie aanwezig geweest. In het plan van aanpak wordt er per onderwerp en per afdeling een advies uitgebracht over welke maatregelen noodzakelijk zijn om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Iedere leidinggevende is verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan van aanpak van zijn eigen afdeling. Voor de invulling hiervan kan eventueel ondersteuning worden
110
gevraagd van de arbocoördinator. Na de realisatie zal ook geëvalueerd worden of de maatregel het beoogde resultaat heeft opgeleverd. Als dit niet het geval is, kan dit leiden tot een nieuw actiepunt in het plan van aanpak. Aan dit traject zal daadwerkelijk invulling gegeven worden als de OR heeft ingestemd met het plan van aanpak zoals dat er nu ligt. Om goed vast te stellen of de voorgenomen aandachtspunten in behandeling zijn, is het noodzakelijk om de uitvoering van de maatregelen uit het plan van aanpak RI&E systematisch te rapporteren en toetsbaar te maken. De maatregelen zijn daarom toegevoegd aan de afdelingsjaarplannen van 2013, zodat deze in de reguliere rapportages geëvalueerd worden. Evaluatie plan van aanpak RI&E Venray In januari 2010 is door Arbode een hernieuwde RI&E opgesteld. Op basis van deze rapportage is in afstemming met de leidinggevenden van de verschillende afdelingen een plan van aanpak RI&E opgesteld. Dit plan van aanpak RI&E is in februari 2011 na instemming van de OR vastgesteld. Uitvoering plan van aanpak RI&E Om vervolgens goed vast te stellen of voorgenomen aandachtspunten in behandeling zijn, is het noodzakelijk om de uitvoering van de maatregelen uit het plan van aanpak RI&E systematisch te rapporteren en toetsbaar te maken. In het bestaande schema van maatregelen is daartoe een kolom daadwerkelijke actie/maatregel en een kolom status of uitgevoerde datum toegevoegd. Hierin wordt vermeld welke concrete actie wanneer dient plaats te vinden. In 2012 heeft er een evaluatie plan van aanpak RI&E plaats gevonden. De aandachtspunten per afdeling zijn met iedere leidinggevende besproken om na te kunnen gaan of er iets met de te nemen maatregelen is gedaan en of de vastgestelde planning nog klopt. Het bijgestelde plan van aanpak RI&E is in het najaar met de OR is besproken. De op- en aanmerkingen die zijn gemaakt door de OR zijn inmiddels verwerkt.
Ziekteverzuim Ziekteverzuim Dit is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit jaarverslag.
Bedrijfsongevallen, beroepsziekten en incidenten Incidenten De incidenten- en agressiemeldingen zijn vastgelegd in MITS. In 2012 zijn er 350 meldingen van verbale agressie tegen personeel in MITS geregistreerd. In 2011 waren dit 280 meldingen. Er zijn in 2012 50 meldingen geregistreerd van non-verbale agressie. Hiervan hebben er 3 geresulteerd in licht persoonlijk letsel van medewerkers. Geen van deze situaties heeft geleid tot doktersbezoek. In 2011 waren er tevens 50 meldingen van non-verbale agressie. In 7 gevallen was er sprake van licht persoonlijk letsel. Er was dat jaar sprake van één ziekenhuisopname van een medewerker naar aanleiding van een incident. MIM In het najaar van 2012 is het protocol ‘Agressie, geweld en ongewenste omgangsvormen´ vastgesteld. Dit protocol is bedoeld om heldere, eenduidige afspraken te maken over de aanpak van grensoverschrijdend gedrag om uiteindelijk ook in de preventieve sfeer invloed uit te oefenen op vormen van onacceptabel gedrag. Het uitgangspunt is dat alle incidenten met betrekking tot agressie, geweld en grensoverschrijdend gedrag worden gemeld en geregistreerd. Naast de bekende MITS- en MIP-registraties kunnen medewerkers vanaf oktober 2012 ook incidenten registreren via een MIM-formulier. MIM staat voor ´Melding Incidenten Medewerkers´. De MIM-registratie is niet alleen bedoeld om agressie-incidenten te melden, maar ook (bijna-)ongevallen, incidenten met betrekking tot de arbeidsomstandigheden en ongewenste omgangsvormen. Ingediende MIM-formulieren worden besproken en behandeld in de MIM-commissie. De MIM-commissie komt maandelijks bij elkaar en volgt de gemelde incidenten op medewerkerniveau.
111
Over de periode oktober 2012 tot januari 2013 zijn er in totaal zes MIM-meldingen gemaakt door medewerkers. Van deze zes meldingen was een melding afkomstig van locatie Maastricht/PPC. Deze melding is doorgespeeld naar Justitie, waar de melding verder is opgepakt. De aard van de overige incidenten valt onder te brengen onder de volgende categorieën: Verbale agressie
1
Veiligheid
2
Bijna-ongeval
1
Medicatie
1
In één geval is er sprake geweest van (blijvend) letsel (gering letsel zonder blijvende gevolgen). Naast een selectie op aard van het incident kan ook een selectie worden gemaakt op door wie of wat het incident is veroorzaakt. Kijkend naar de meldingen die uit 2012 kan het volgende overzicht worden weergegeven: Medewerker
3
Bezoeker
1
Training
1
Naast het maken van een MIM-melding worden incidenten met betrekking tot medewerkers ook geregistreerd in MITS wanneer het ook patiënt gerelateerd is. In het laatste kwartaal van 2012 zijn op het gebied van verbale agressie tegen personeel, non-verbale agressie tegen personeel, ongewenste intimiteiten en geweld tegen personeel 105 MITSmeldingen gemaakt. Dit ongewenst gedrag veroorzaakt door patiënten heeft er in sommige gevallen toe geleid dat er maatregelen zijn uitgedeeld. De uiteindelijke bedoeling is dat van het aantal MITS-meldingen ook een MIM-melding wordt gemaakt. Op dit moment kunnen we daarom ook concluderen dat medewerkers niet/te weinig nog bekend zijn met het maken van een MIM-melding, waardoor bovenstaand verschil in MITS en MIM meldingen onder meer valt te verklaren. Hier zal de komende periode door de MIM-commissie aan worden gewerkt.
Bedrijfsarts ArbeidsGeneeskundigOverleg (AGO) Sinds 1 januari 2011 heeft de Rooyse Wissel een contract met 365/Arboned. Evenals voorgaande jaren maakt de Rooyse Wissel alleen gebruik van de diensten van een bedrijfsarts. De bedrijfsarts is gemiddeld één dagdeel per maand op de locatie Oostrum geweest voor het houden van een spreekuur. Daarnaast zijn er nog 17 spreekurencontacten gepland buiten het maandelijks bezoek van de bedrijfsarts bij de Rooyse Wissel om. De spreekuren hebben plaats gevonden op de locatie van 365/Arboned in Nijmegen. Op de locatie Maastricht komt de bedrijfsarts gemiddeld eens in de 6 weken één dagdeel op locatie. Op de locatie van 365/Arboned Maastricht zijn naast de spreekuurcontacten op de locatie nog eens 28 spreekuurcontacten gepland. Bij het merendeel van de AGO-gesprekken was de leidinggevende van de desbetreffende medewerker eveneens aanwezig om directe afspraken te kunnen maken over het re-integratietraject. Incidenteel had een medewerker de behoefte om vooraf de bedrijfsarts onder vier ogen te spreken. Voorafgaand aan een afspraak met de bedrijfsarts wordt door betreffende leidinggevende een aanvraagformulier ingevuld. Middels dit aanvraagformulier is de bedrijfsarts in staat geweest om, naar aanleiding van een heldere vraagstelling zich beter voor te bereiden op het spreekuur. De leidinggevenden krijgen op basis van een gerichte vraagstelling een gericht advies terug, er ontstaat sneller een duidelijk inzicht in de heersende problematiek en de re-integratiemogelijkheden. De personeelsfunctionaris is door een aanvraagformulier in staat om te beoordelen of het een medisch gerelateerde vraag is die bij de bedrijfsarts thuis hoort.
112
De afspraken over (gedeeltelijke) werkhervatting uit de gesprekken werden schriftelijk teruggekoppeld. De leidinggevende is primair verantwoordelijk voor de begeleiding van de verzuimende medewerker, de personeelsfunctionaris ondersteunt het proces en heeft een coördinerende, adviserende en signalerende rol. Evaluatie bedrijfsarts Deze evaluatie is opgemaakt door bedrijfsarts Peter Zijderveld (Groepspraktijk 365 Nijmegen) en heeft betrekking op de locatie Venray en is gebaseerd op ervaringen van het laatste half jaar van 2012. Uitvoering De Rooyse Wissel hanteert het eigen regiemodel verzuimbegeleiding waarbij de leidinggevende de casemanager is in het verzuimtraject. Begeleiding door de bedrijfsarts vindt plaats op aanvraag van de leidinggevende. De leidinggevende zorgt voor adequate voorinformatie met betrekking tot de medewerker en werkgerelateerde factoren. Een nadeel voor de locatie Venray is dat de spreekuren op dit moment maar eenmaal per vier weken op locatie plaatsvinden (op verzoek van de organisatie), deze frequentie is gezien het verzuim te laag. De leidinggevenden zijn actief betrokken bij het spreekuur. Als een medewerker aangeeft liever eerst alleen te willen spreken met de bedrijfsarts is dat mogelijk. Oorzaken van ziekteverzuim Bij een analyse van de oorzaken van het ziekteverzuim in 2012 valt op dat bij middellang en langdurig verzuim psychische oorzaken verantwoordelijk zijn voor ongeveer tweederde van de verzuimgevallen. Het overige deel wordt veroorzaakt door klachten van het steun- en bewegingsapparaat en diverse andere lichamelijke aandoeningen. De verzuimgevallen met een psychische oorzaak zijn hoofdzakelijk werkgebonden. Bij een groot deel hiervan speelde daarnaast intrapersoonlijke problematiek. Hierbij wordt opgemerkt dat er altijd meerdere factoren een rol spelen bij psychische klachten en dat werkproblemen en privéproblemen elkaar kunnen versterken. Het is belangrijk stil te staan bij het feit dat werken in deze setting veel vraagt van de mentale en fysieke draagkracht van de werknemer en leidinggevende. In volgorde van het aantal malen dat werkgerelateerde factoren hoofdzakelijk aanwezig waren, wordt genoemd: - Ervaren van hoge werkdruk; - Non-fit tussen werk en medewerker met betrekking tot verwachtingen ten aanzien van taken en werkinhoud, doorgroeimogelijkheden; - Problemen in samenwerking/communicatie met leidinggevende en/of collega’s. Preventie Naast het reguliere spreekuur is er ook een open spreekuur. Deze is in 2012 slechts enkele malen bezocht en kan als preventie-instrument verder worden benut. Op een open spreekuur kunnen (werkgerelateerde) gezondheidsproblemen worden besproken met de bedrijfsarts voordat er reeds verzuim en/of gezondheidsschade is opgetreden.
Inspecties en Medewerkersonderzoek Arbeidsinspectie Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) In 2012 is aandacht besteed aan de borging van het calamiteitenplan en de brandveiligheid. In januari 2012 is gestart met de training van de senioren van dienst in het kader van het in 2011 vastgestelde gijzelingsprotocol. In het najaar zijn de nieuwe senioren van dienst getraind. Ook heeft er een oefening op gebied van gijzelingsalarm plaatsgevonden. In augustus 2012 heeft de arbeidsinspectie de Rooyse Wissel op gebied van PSA een eis opgelegd. Naar aanleiding van deze eis is de Melding Incidenten Medewerkers (MIM) en de MIM-commissie binnen de Rooyse Wissel geïntroduceerd. Daarnaast heeft in december 2012 een Medewerkersonderzoek, uitgevoerd door Effectory, plaatsgevonden. In dit onderzoek is specifieke aandacht besteedt aan psychosociale arbeidsbelasting onder meer op gebied van werkdruk, (seksuele) intimidatie en psychische belasting.
113
Medewerkersonderzoek In het najaar van 2012 is binnen de Rooyse Wissel een nieuw arbeidsomstandighedenbeleid vastgesteld. In dit nieuwe arbeidsomstandighedenbeleid wordt onder andere aandacht besteed aan PSA. Onder het begrip PSA vallen alle factoren die bij het werk stress veroorzaken, zoals agressie en geweld, seksuele intimidatie, pesten en werkdruk. Om inzichtelijk te krijgen wat er op dit gebied speelt bij de medewerkers en binnen de teams is er in december 2012 een medewerkersonderzoek ingezet. Dit onderzoek haalt relevante informatie naar boven om de arbeidsomstandigheden voor medewerkers te kunnen verbeteren. Voor dit medewerkersonderzoek is het onafhankelijke onderzoekbureau Effectory ingeschakeld. Het medewerkersonderzoek is eind december gesloten en heeft een uiteindelijke respons van 78% opgeleverd. Alle resultaten van het onderzoek zijn door Effectory in kaart gebracht en eind januari 2013 aan de Rooyse Wissel gepresenteerd. Naar aanleiding van de resultaten zal een plan van aanpak worden opgesteld waar de Rooyse Wissel en alle teams mee aan de slag kunnen. Controles machines en apparaten Binnen de Rooyse Wissel worden apparaten en machines gecontroleerd conform de veiligheidsnorm NEN 3140. Deze inspecties zijn in 2012 in de vorm van groot onderhoud meegenomen. Voor kleine apparatuur zullen we binnen de gestelde periode overgaan tot vervangen.
Interne Bezwaren Advies Commissie Het doel van de Interne Bezwaren Advies Commissie is om de werkgever van een advies te dienen bij een schriftelijk en gemotiveerde alsmede tijdig ingediend bezwaar van een functievervuller/werknemer tegen een door de werkgever vastgestelde conceptfunctiebeschrijving welke is opgesteld in een het kader van FWG 3.0. In 2012 is er een bezwaar geweest tegen de functiebeschrijving en functie-indeling Medewerker Receptie & Beveiliging. Deze is binnen de commissie conform procedure besproken en er is advies uitgebracht aan de Raad van Bestuur.
Klachtencommissie Individuele Medewerkers In 2012 is er geen beroep gedaan op de klachtencommissie en is de klachtencommissie derhalve niet bij elkaar gekomen.
Klachtencommissie Individuele Beoordelingen Bij de Klachtencommissie Individuele Beoordelingen is in 2012 geen klacht ingediend. De samenstelling van de commissie heeft in 2012 een wijziging ondergaan. Een lid is teruggetreden en een uit het midden van de OR voorgedragen lid is benoemd. De voorzitter van de commissie is in 2012 herbenoemd.
Verloftoetsingscommissie De Verloftoetsingscommissie (VTC) toetst verlofaanvragen intercollegiaal en adviseert hieromtrent aan de directie. Vanaf 15 februari 2011 is het voorzitterschap van de VTC belegd bij de locatiedirecteur Behandeling en Zorg. De reden van deze verandering is gelegen in de inschatting dat dit ten goede zou komen aan de inhoudelijke besluitvorming in de commissie. Het aantal behandelde verlofaanvragen is in 2012 gedaald ten opzichte van 2011: 104 aanvragen (ter vergelijk: 118 aanvragen in 2011, 125 aanvragen in 2010 en 2009, 72 aanvragen in 2008, 73 in 2007 en 65 in 2006). Het aantal verlofevaluaties is gestegen: 132 in 2012 (incl. combinaties) (ter vergelijk: 122 in 2011, 110 in 2010, 74 in 2009, 68 in 2008, 53 in 2007 en 43 in 2006). De Afdeling Verlofunit van het ministerie van Veiligheid en Justitie wees 8 verloven af. Voor verdere informatie wordt verwezen naar onderstaande tabel.
114
VTC verlofaanvragen en verlofevaluaties 2012 Aantal
Behandelde verlofaanvragen (inclusief combinaties): 1e maal ingediend
86
2e maal ingediend
15
3e maal ingediend
3 104
totaal Positief advies VTC verlofaanvragen (naar Verlofunit) 1e maal ingediend
77
2e maal ingediend
15
3e maal ingediend
2
totaal
94
Verloven afgewezen door Verlofunit
5
Verloven akkoord met voorwaarden / deels akkoord door Verlofunit
9
Verloven nog in behandeling bij Verlofunit
7
Verloven ingetrokken door de Rooyse Wissel op verzoek van Verlofunit
3
Herleving verlof na intrekking
1
Behandelde verlofevaluaties (geen combinaties): 1e maal ingediend
76
2e maal ingediend
8
3e maal ingediend
0
Totaal
84
Behandelde verlofevaluaties: Niet via Verloftoetsingscommissie
7
Niet via Verloftoetsingscommissie > wijziging verlofplan
11
In combinatie met een aanvraag (doublure)
30
Positief advies verlofevaluaties VTC (naar Verlofunit) 1e maal ingediend
76
2e maal ingediend
8
3e maal ingediend
0
totaal
84
Totaal verzonden evaluaties
115
102
Verloven afgewezen door Verlofunit
3
Verloven akkoord met voorwaarden / deels akkoord door Verlofunit
4
Verloven nog in behandeling bij Verlofunit
6
Verloven ingetrokken door de Rooyse Wissel op verzoek van Verlofunit
2
Combinatie verlofaanvraag (bijv. OV/TMV) Deze zijn verwerkt in bovenstaande cijfers Combinatie verlofaanvraag/verlofevaluatie Deze zijn verwerkt in bovenstaande cijfers (geen doublure) In 2012 werd acht maal een aanvraag tot verlof niet gehonoreerd door de minister. Eenmaal betrof dit een aanvraag proefverlof, welke tweemaal is ingediend en tweemaal is afgewezen; tweemaal een aanvraag transmuraal verlof; eenmaal een aanvraag onbegeleid verlof; eenmaal een evaluatie begeleid verlof; eenmaal een evaluatie onbegeleid verlof en eenmaal een evaluatie transmuraal verlof. De aanvraag voor proefverlof werd afgewezen, omdat het adviescollege concludeert dat binnen de machtiging proefverlof een beperkte vorm van onbegeleid verlof wordt aangevraagd. Dat kan ook gepraktiseerd worden binnen de machtiging transmuraal verlof. Er is verder geen zicht op terugkeer in de maatschappij, aangezien nog toegewerkt moet worden naar een passende vervolgvoorziening. Bij proefverlof gaat het echter juist om een terugkeer in de maatschappij, waarbij de ter beschikking gestelde vrijheid van beweging geniet. Bij één aanvraag transmuraal verlof merkt het adviescollege op dat de vervolginstelling niet forensisch is en dat er ook geen 24-uurstoezicht is. De overplaatsing van betrokkene wordt als een te grote stap gezien. Het adviescollege heeft in haar beoordeling ook rekening gehouden met de terugkeer van betrokkene naar een gevoelige regio en zijn criminele netwerk aldaar. Een andere aanvraag transmuraal verlof is negatief geadviseerd, omdat betrokkene geen regeling heeft getroffen voor de betalingsschuld aan zijn slachtoffer. Op basis van dit gegeven heeft de kliniek alle verloven op verzoek van de Verlofunit ingetrokken. De aanvraag onbegeleid verlof is afgewezen omdat het adviescollege opmerkt dat uit de aanvraag blijkt dat de kliniek zich afvraagt of betrokkene tijdens de gesprekken over seksualiteitsbeleving zich volledig open en transparant opstelt. Ook heeft hij in juli 2011 meer pornografisch materiaal op zijn kamer gehad dan was toegestaan. In de DSM-classificatie is wat betreft de seksuele problematiek alleen exhibitionisme geclassificeerd, terwijl er meer seksuele stoornissen aanwezig lijken te zijn. Er wordt ook nog geen antwoord gegeven op de vraag of betrokkene wel of niet op een libidoremmer dient te worden ingesteld. Betreffende punten geven twijfels op verschillende gebieden, waarbij het adviescollege de kliniek in overweging geeft om te onderzoeken of het instellen van betrokkene op een SSRI (antidepressiva) daarbij kan helpen. Een evaluatie transmuraal verlof is niet meer besproken door het adviescollege, daar betrokkene een paar weken na verzending van de evaluatie korter dan 24 uur ongeoorloofd afwezig is geweest. Bij de afwijzing van een evaluatie onbegeleid verlof merkt het adviescollege op dat het afgelopen jaar zich diverse incidenten hebben voorgedaan waarbij betrokkene de verlofvoorwaarden heeft overtreden. Ook blijkt dat betrokkene nog steeds psychotisch is en dat zijn paranoïde waan zich heeft uitgebreid naar een sociotherapeut. Het gebruik van cannabis onderhoudt daarbij de psychose van betrokkene. Voorts wordt opgemerkt dat de kliniek niet expliciet heeft gereageerd op de vragen die het college in een eerdere advies heeft gesteld inzake de relatie met de broer van betrokkene, het medicatiebeleid en de haalbaarheid van het resocialisatietraject.
116
Een evaluatie begeleid verlof is negatief geadviseerd daar betrokkene de samenwerking met het behandelteam heeft opgezegd en er sprake lijkt te zijn van predelictgedrag. Tien keer is voorgekomen dat een aanvraag tot een bepaalde stap in het risicomanagementplan is toegekend en dat bijvoorbeeld de overnachting(en) niet wordt toegekend. Eén keer is aangegeven om in eerste instantie het verlof te begeleiden met uitsluitend mannelijke sociotherapeuten. Twee keer is aangegeven om dubbele begeleiding in te zetten voordat overgegaan wordt tot enkele begeleiding. Eenmaal is verzocht om herbeleving van de machtiging begeleid verlof, nadat de verloven waren ingetrokken naar aanleiding van een (poging tot) onttrekking, op geleide van een uitspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Vijf verloven zijn op verzoek van de verlofunit ingetrokken naar aanleiding van een bijzonder voorval. Eén machtiging onbegeleid verlof is door de Verlofunit ingetrokken naar aanleiding van ongeoorloofde afwezigheid. De lengte van de verlofaanvragen is geen nadrukkelijk onderwerp van gesprek meer geweest in de verloftoetsingscommissie. Richtlijn is dat een verlofaanvraag circa vijftien pagina’s beslaat. De gemiddelde lengte van een aanvraag ligt op dit moment op zeventien à achttien bladzijden.
Personeelsvereniging De Rooyse Wissel heeft een eigen personeelsvereniging, genaamd ‘de Rooyse Iem’. Ieder personeelslid van de Rooyse Wissel is automatisch lid van de personeelsvereniging en voor het lidmaatschap wordt geen contributie geheven. De activiteiten zijn voor alle personeelsleden vrij toegankelijk, mits het dienstbelang dat toestaat. In 2012 waren voldoende middelen en mogelijkheden beschikbaar om diverse activiteiten te organiseren. Het aantal aanmeldingen voor de activiteiten lag hoger dan in 2011. In juni werd het jaarlijkse personeelsfeest georganiseerd, in Froxx in Horst. Op deze locatie kwamen de collega’s van de Rooyse Wissel bij elkaar om gezamenlijk een drankje en een hapje te nuttigen. De personeelsvereniging kreeg veel positieve reacties op het personeelsfeest en hoopt volgend jaar nog meer inschrijvingen tegemoet te kunnen zien. Zaterdag 1 december vond de sinterklaasmiddag voor de kinderen van personeelsleden plaats in gemeenschapshuis ‘de Oesterham’ in Oostrum. De middag werd gezamenlijk met de locatie Maastricht georganiseerd en is goed bezocht. Tijdens de kerst- en nieuwjaarsborrel werd door de directie traditiegetrouw het kerstpakket onthuld en aangeboden aan de medewerkers. De personeelsvereniging hoopt in 2013 weer een variatie aan activiteiten te kunnen organiseren voor de medewerkers van de Rooyse Wissel.
117
Bijlage 6 Onderzoeken, publicaties en lezingen 2012 Onderzoeken afdeling Wetenschappelijk Onderzoek in 2012 Naam onderzoek
Type onderzoek
Instelling
Periode
Morele emoties bij psychopaten
Experimenteel onderzoek
FPC de Rooyse Wissel en Universiteit van Tilburg
lopend
Veranderingen in recidiverisico tijdens de behandeling
Behandelstudie
FPC de Rooyse Wissel en Universiteit Maastricht
lopend
Schemagerichte therapie bij forensische patiënten met een persoonlijkheidsstoornis
Behandelstudie
FPC de Rooyse Wissel, Universiteit Maastricht en verscheidene andere FPC’s in Nederland.
lopend
Meten van verandering en behandelrespons bij forensische patiënten met PSst
Behandelstudie
FPC de Rooyse Wissel en Universiteit Maastricht
lopend
Impulsiviteit, agressie en de rol van de voorhersenen
Experimenteel onderzoek
FPC de Rooyse Wissel en Universiteit Maastricht
lopend
Overzicht publicaties 2012 afdeling Wetenschappelijk Onderzoek Maaike Cima / Franca Tonnaer: Tonnaer, F., Cima, M., Sijtsma, K., Uzieblo, K., & Lilienfeld, S. O. (2012). Screening for Psychopathy: Validation of the Psychopathic Personality Inventory-Short Form with Reference Scores, in press. Tonnaer, F., Cima, M., & Arntz, A. (2011). Modeling impulsivity. Presenting a 3-dimensional model of impulsivity. [submitted] Tonnaer, F., Cima, M., & Arntz, A. (2011). Explosive Matters. Aggression induction: what works? [in preparation]
Publicaties Raad van Bestuur Kersten, G.C.M. en Verwaaijen, A.A.G. (2012). Verslavingszorg in de tbs-kliniek. In: Blaauw, E. & Roozen, H. (2012) Handboek forensische verslavingszorg. Bohn Stafleu van Loghum: Houten. Hoofdstuk 8, 165-183. Verwaaijen, A.A.G. (2012). Wie A(dolescentenstrafrecht) zegt moet ook B(ehandeling) zeggen. Sancties, 4, 177-186.
118
Publicaties 2012 afdeling Juridische zaken Kruit, I. (2012). Voorstel Wet forensische zorg; van kwaad tot erger. Sancties, 2, 69-76. Presentatie Locatiedirectie Arjan de Groot Groot de, A.J (2012), lezing tijdens seminar Adviescollege Verloftoetsing Tbs (Avt) in het kader van de lerende verlofpraktijk en met als onderwerp ‘Verslaving in de tbs’. Presentaties 2012 afdeling Wetenschappelijk Onderzoek Maaike Cima / Franca Tonnaer: Tonnaer, F., Cima, M., & Arntz, A. (2012). On the search for predictors for impulsive aggression.10th Dutch EndoNeuro-Psycho Meeting : Lunteren.
Farid Chakhssi: Chakhssi, F., Bernstein, D. P., & de Ruiter, C. (2012). Early maladaptive schemas in relation to facets of psychopathy and institutional violence in offenders with personality disorders. Legal and Criminological Psychology. doi: 10.1111/ lcrp.12002 Chakhssi, F. & Verwaaijen, A.A.G. (2012). Strafrechtelijke recidive tijdens en na de tbs-behandeling in FPC de Rooyse Wissel: Eerste resultaten. Venray: FPC de Rooyse Wissel. Koeier, R. (2012). Examining the difference in institutional violence between offenders who have antisocial personality disorder with and without psychopathy (Master’s thesis). Tilburg University. Pieters, M. (2012). The relationship between violence and Theory of Mind, empathy, and decision making in forensic patients with schizophrenia (Master’s thesis). Maastricht University. Valk, S., de (2012). The relationship between violence and Theory of Mind, impulsivity, and decision making in forensic patients with schizophrenia (Master’s thesis). Maastricht University. Verleysen, N. (2012). Treatment progress in psychotic offenders (Master’s thesis). Maastricht University. Vogel, V, de., de Vries Robbé, M, Bouman, Y., Chakhssi, F., & de Ruiter, C. (2012). Historical Clinical Risk management: Version 3, Factsheet. Utrecht: Van der Hoeven Kliniek.
Marije Keulen-de Vos: Bernstein, D.P., Keulen-de Vos, M.E., Jonkers, Ph., de Jonge, E., & Arntz, A. (2012). Schema Therapy in forensic settings. In: M. Vreeswijk, J. Broersen, & M. Nadort (Ed.), Handbook of Schema Therapy: Theory, Research and Practice, (pp. 425-438). Chichester, Sx (UK): Wiley-Blackwell Publishers.
119
Bernstein, D.P., Nijman, H., Karos, K., Keulen-de Vos, M.E., de Vogel, V., & Lucker, T. (2012) Schema Therapy for forensic patients with personality disorders: design and preliminary findings of a multicenter randomized clinical trial in the Netherlands. International Journal of Forensic Mental Health, 11(4), S312-324. Doi: 10.1080/14999013.2012.746757 Keulen-de Vos, M.E. Emotional states, crime and violence: a Schema Therapy approach to the understanding and treatment of forensic patients with personality disorders. Maastricht, NL: Datawyse | Universitaire Pers Maastricht. [Dissertation Manuscript]. In press. Keulen-de Vos, M.E., Bernstein, D.P., & Arntz, A. Schema Therapy for offenders with aggressive personality disorders. In: R.C. Tafrate & D. Mitchell (Ed.), Forensic CBT: A Practioner’s Guide. In press. Keulen-de Vos, M.E., Bernstein, D.P., & Duggan, C. Treatment of cluster B personality disordered offenders: Which treatments might be most effective for which problems in which patients under which circumstances? Part I – Treatment alternatives. In press. Keulen-de Vos, M.E., Bernstein, D.P. & Duggan, C. Treatment of cluster B personality disordered offenders: Which treatments might be most effective for which problems in which patients under which circumstances? Part II – Applying a decision-making algorithm to select treatments. Submitted. Keulen-de Vos, M.E., Bernstein, D.P., Clark, L.A., de Vogel, V., Bogaerts, S., Slaats, M., & Arntz, A. Validation of the schema mode concept in forensic PD patients. In preparation. Keulen-de Vos, M.E., Bernstein, D.P., Vanstipelen, S., de Vogel, V., Lucker, T.P., Slaats, M., Hartkoorn, M., & Arntz, A. Emotional states in the criminal and violent behavior of forensic cluster B PD patients: a retrospective and prospective study. Submitted. Keulen-de Vos, M.E., Van den Broek, E.P.A., Bernstein, D.P., Vallentin, R., & Arntz, A. Evoking emotional states in personality disordered offenders: an experimental pilot study of drama therapy techniques. Submitted.
Lezing 2012 Therapeutische Dienst
Kersten, T. (2012). Beheersing en Behandeling in de tbs-kliniek, een sprookje… AVT-dag ´Verslaving in de tbs´. 28 november 2012.
120
Bijlage 7 Ketenpartners In onderstaande lijst staat weergegeven met welke ketenpartners de Rooyse Wissel veel samenwerkt bij het verbeteren van de zorg, hulp en/of dienstverlening aan de patiënt (alfabetisch gerangschikt). - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM) Bavo Europoort, specialist in psychiatrie, Rotterdam Brandweer Venray Bureau Jeugdzorg Dichterbij Oostrum en Oss Domus Mill, passende woonomgeving en woonbegeleiding Driestroom Elst; zorg en ondersteuning aan mensen met en zonder handicap. Gemeente Maastricht (verslavingstender) Gemeente Venlo (de Horst) Gemeente Venray (Pharos, huiselijk geweld) GGZE Eindhoven GGZ Noord Holland Noord GGZ Noord en Midden Limburg GGZ Oost Brabant Hogeschool Zuyd, Hogeschool Arnhem & Nijmegen, Hogeschool Fontys Jeugd- en zedenpolitie Venlo Justitiële Verslavingszorg Limburg (GGZ-groep Noord en Midden Limburg) Leger des Heils Maastricht Mondriaanstichting Zorggroep te Heerlen Mutsaertsstichting, (jeugd) zorg Novadic Kentron verslavingszorg, Vught Palier forensische en intensieve zorg te Den Haag PI de Geerhorst Pluryn ondersteuning voor mensen met een handicap, Oosterbeek Pro Persona geestelijke gezondheidszorg RAV Noord Limburg Reclassering Regiopolitie Limburg Noord Riagg Midden Limburg Riagg Venlo RIBW: Mensana; Gooi en Vechtstreek; Midden-Brabant Berkel Enschot; Kwintus; Twente; Nijmegen; Arnhem Velluw vallei; Maastricht; Anton Constandse Den Haag; Fonteyenburg Den Haag Stichting Maatschappelijke Opvang Helmond Tactus Verslavingszorg Apeldoorn Universiteit Maastricht, Universiteit Tilburg Veiligheidshuizen, Venlo, Roermond, Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen, Kerkrade Viecuri Ziekenhuis Venlo/Venray incl. apotheek Wonen Limburg Woningbouw Housing Maastricht Zorgkantoor Noord en Midden Limburg Zorgkantoor Zuid Limburg
121
Ten behoeve van de dagbesteding van patiënten wordt veel samengewerkt met onderstaande organisaties: - - - - - - - - - - - -
De 2e kans, dagbesteding voor mensen met een beperking, Heel Dichterbij FPA Heiloo Jobfactory.nu, arbeidsmatige dagbesteding en arbeidstraining Helmond De Kemphaan ontmoetingscentrum Venray De Locht, streekmuseum Horst De NLW-groep, Venray Ontmoetingscentrum ‘De Reden’ Venray Reaktgroep, Gouda De Voedselbank Vicro Technics, metaalbewerkingsbedrijf Venray De Vuurtoren, arbeidsbureau Venray
122
123
124
Postbus 433 5800 AK Venray T (0478) 63 52 00 F (0478) 63 52 61