Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
LESPAKKET BOUW VOOR Bijzonder LAGER ONDERWIJS
LESPAKKET BOUW
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid Koningsstraat 132/5, 1000 Brussel • t +32 2 210 03 33 • f +32 2 210 03 99 fvb.constructiv.be •
[email protected] © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2011. Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen Met dank aan fvb Limburg en de leerkrachten die dit document hebben opgemaakt.
2
LESPAKKET BOUW
LESPAKKET BOUW VOOR BIJZONDER LAGER ONDERWIJS
Zoals je wel kan vermoeden wordt een huis niet gebouwd door één persoon. Daarvoor heb je verschillende vakmannen nodig. In het eerste deel van deze bundel laten we je kennismaken met de verschillende bouwberoepen. In het tweede deel kan je werken aan allerlei opdrachten die te maken hebben met de bouw 3
LESPAKKET BOUW
4
LESPAKKET BOUW
Beste collega – leerkracht Net zoals vorig schooljaar hebben wij ook dit jaar voor de laatstejaarsleerlingen van uw school een lespakket i.v.m. “ DE WEEK VAN DE BOUW” gemaakt. Het zijn afzonderlijke pakketten opgemaakt voor type 1 – leerlingen en voor type 8 – leerlingen. Vermits de type 8 – leerlingen in principe naar het gewone secundaire onderwijs zullen overstappen, denken wij dat u voor deze leerlingen het lespakket voor het gewoon lager onderwijs kunt gebruiken (op aanvraag te verkrijgen). Het lespakket voor de type 1 – leerlingen ziet er als volgt uit: 1. Per bouwberoep een aangepast leestekstje met een verwerkingsoefening. 2. Enkele oefenbladen waarin de bouwberoepen in totaliteit herhaald worden. 3. Een tekening waar verschillende bouwberoepen worden voorgesteld. Om alle leerlingen de mogelijkheid te geven met dit lespakket te werken werden de teksten opgesteld in een groter lettertype. De zinsstructuur en de inhoud werden eveneens eenvoudig gehouden. Beste collega-leerkracht, het is niet onze bedoeling u iets op te dringen, maar iets aan te bieden waaruit u links of rechts iets kunt “plukken”. Trouwens, wie kent er zijn leerlingen beter dan de leerkracht die ervoor staat.
5
LESPAKKET BOUW
1. De dakdekker De dakdekker is de vakman die nieuwe daken maakt. De dakdekker herstelt ook oude daken. De dakdekker zorgt voor de dakconstructie. De dakdekker zorgt voor de bedekking. Wil je dakdekker worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: hout, dakpan, lei, zink, koper, kunststof, asfalt, … Wij leren enkele moeilijke woorden: dak-dek-ker: ___________________________________ dak-con-struc-tie: ___________________________________ be-dek-king: ___________________________________ ma-te-ri-a-len: ___________________________________ kunst-stof: ___________________________________
6
LESPAKKET BOUW
1. De dakdekker Vraag: de dakwerker Deze week heeft de dakwerker elke dag een ander werk. Help jij hem de juiste vorm bij het juiste werk te plaatsen?
• Maandag maakt hij een dak in de vorm van een vierkant.
• Dinsdag maakt hij een dak in de vorm van een rechthoek.
• Woensdag maakt hij een dak in de vorm van een driehoek.
• Donderdag maakt hij een dak in de vorm van een cirkel.
• Vrijdag knipt hij de hoeken in de zink. Het zijn allemaal rechte hoeken.
7
LESPAKKET BOUW
2. De tegelzetter en vloerlegger De tegelzetter is de vakman die tegels plaatst. De tegelzetter plaatst tegels op de vloer. De tegelzetter plaatst ook tegels tegen de muur. De tegelzetter moet de voegen afwerken. De tegelzetter moet ook kunnen metselen. Wil je tegelzetter worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: cement, lijm, kalk, tegels,… Wij leren enkele moeilijke woorden: te-gel: ___________________________________ te-gel-zet-ter: ___________________________________ vloer-leg-ger: ___________________________________ ma-te-ri-a-len: ___________________________________ voe-gen: ___________________________________
8
LESPAKKET BOUW
2. De tegelzetter en vloerlegger Vraag: de tegelzetter De tegelzetter legt een nieuwe vloer in de keuken. Je ziet hier een plan van de keuken. De maten van de keuken zijn: • de lengte: 7 m. of 700 cm. • de breedte: 5 m. of 500 cm. De maten van de tegels zijn: • de lengte: 50 cm. • de breedte: 50 cm. Hoeveel tegels gebruikt de tegelzetter? ___________________________________ Teken de tegels op het plan.
9
LESPAKKET BOUW
3. De steenkapper en marmerbewerker De steenkapper is de vakman die stenen bewerkt. De steenkapper geeft vorm aan de stenen. De steenkapper polijst de stenen. De steenkapper maakt versieringen, vensterbanken, dorpels, … Wil je steenkapper worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: marmer, graniet,… Wij leren enkele moeilijke woorden: steen-kap-per: ___________________________________ po-lijs-ten: ___________________________________ ven-ster-bank: ___________________________________ dor-pel: ___________________________________ gra-niet: ___________________________________
10
LESPAKKET BOUW
3. De steenkapper en marmerbewerker Vraag: steenkapper De steenkapper kapt grote stukken steen tot mooie dorpels en venster-banken. Er werden drie grote vrachten woorden afgeleverd. Kap jij die grote stukken uit elkaar. Elk stuk bestaat uit acht woorden.
materiaalzinkbreedtesteenmetselaarhoutvoegvakman ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________
dorpelkoperkalklengtebaksteenbetoncementplafond ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________
deurvloerisolatietimmermanklinkerzandrioleringlei ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________
11
LESPAKKET BOUW
4. De stukadoor De stukadoor is de vakman die de binnenmuren en de plafonds van het huis pleistert. De stukadoor maakt de muren en plafonds mooi glad om ze later te kunnen schilderen of behangen. Hij wordt ook de “de plakker” genoemd. Wil je stukadoor worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: gips, kalk, zand, mortel, gipsplaten, … Wij leren enkele moeilijke woorden: stu-ka-door: ___________________________________ pleis-te-ren: ___________________________________ pla-fond: ___________________________________ ma-te-ri-aal: ___________________________________ gips: ___________________________________
12
LESPAKKET BOUW
4. De stukadoor Vraag: de stukadoor Men noemt de stukadoor ook “de plakker”. Zoals de stukadoor de muren dichtplakt met gips, zo gaan wij stukken van woorden aan elkaar plakken. Zoek de twee woordstukken en plak ze aan elkaar tot één woord.
vak dak kunst venster bak behang beton gips timmer vloer
legger man steen plaat papier blok stof bank man pan
________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________
13
LESPAKKET BOUW
5. De installateur centrale verwarming De installateur centrale verwarming is de vakman die zorgt dat het lekker warm is in het huis. De installateur plaatst de verwarmingsketel. Hij verbindt deze ketel aan buizen die het warme water naar de radiotoren brengt. Hij maakt nieuwe installaties. Hij controleert en herstelt ook oude installaties. Wil je installateur centrale verwarming worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: kunststof, koper, leidingen, water, … Wij leren enkele moeilijke woorden: in-stal-la-teur: ___________________________________ ver-war-ming: ___________________________________ in-stal-la-tie: ___________________________________ cen-tra-le: ___________________________________ lei-ding: ___________________________________
14
LESPAKKET BOUW
5. De installateur centrale verwarming Vraag: de installateur Centrale Verwarming De installateur centrale verwarming zorgt ervoor dat het overal in huis lekker warm is. De temperatuur moet overal voldoende graden hebben. Graden duiden wij aan door het teken ° voorbeeld 18° = 18 graden. Schrijf jij de juiste temperatuur achter de omschrijving? Kies uit deze temperaturen.
100°
37°
0°
23°
39°
De gewone lichaams-temperatuur: ______________________________ Water dat kookt: ______________________________ Koorts: ______________________________ Water dat bevriest: ______________________________
15
LESPAKKET BOUW
6. De loodgieter (of sanitair installateur) De loodgieter is de vakman die zorgt voor alles wat met water te maken heeft. De loodgieter plaatst de waterleiding. Hij plaatst ook verwarmingstoestellen, kranen, bad, WC, lavabo, … Hij plaatst ook de afvoer voor het vuile water. Hij plaatst niet alleen een nieuwe installatie, maar herstelt ook oude installaties. Wil je loodgieter worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: koper, kunststof, lood, tin, … Wij leren enkele moeilijke woorden: in-stal-la-tie: ___________________________________ sa-ni-tair: ___________________________________ in-stal-la-teur: ___________________________________ wa-ter-lei-ding: ___________________________________ la-va-bo: ___________________________________
16
LESPAKKET BOUW
6. De loodgieter (of sanitair installateur) Vraag: de loodgieter De loodgieter moet een nieuwe badkamer plaatsen. Eerst moet besproken worden hoe wij de badkamer in gaan richten. Richt nu zelf je badkamer in.
17
LESPAKKET BOUW
7. De metselaar De metselaar is de vakman die huizen bouwt. De metselaar maakt de fundering. De metselaar werkt met een plan. Hij moet dit plan ook kunnen lezen. Op dit plan staan de lengte en de hoogte van de muren. De metselaar plaatst ook isolatie. Wil je metselaar worden, dan moet je ook kunnen werken met deze materialen: cement, bakstenen, beton, … Wij leren enkele moeilijke woorden: i-so-la-tie: ___________________________________ fun-de-ring: ___________________________________ bak-ste-nen: ___________________________________ ma-te-ri-a-len: ___________________________________ ce-ment: ___________________________________
18
LESPAKKET BOUW
7. De metselaar Vraag: de metselaar Er werd een deel van een muur vernield. De metselaar komt dit stuk herstellen. 1. Hoeveel bakstenen moet hij metselen? _________________________________________ 2. Hoeveel halve bakstenen moet hij metselen? _________________________________________ 3. Uit hoeveel hele bakstenen bestaat dit muurtje? _________________________________________ 4. Uit hoeveel halve bakstenen bestaat dit muurtje? _________________________________________
19
LESPAKKET BOUW
8. De timmerman / de schrijnwerker De timmerman is de vakman die de dakconstructie maakt. De schrijnwerker maakt en plaatst de deuren en ramen. De schrijnwerker maakt en plaatst de trap. Hij maakt ook de omlijsting rond ramen en deuren. Hij maakt ook plafonds. Ook de timmerman moet werken met een plan, waar de lengte, breedte en hoogte van de werkstukken instaan. Wil je timmerman worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: hout, kunststof, … Wij leren enkele moeilijke woorden: schrijn-wer-ker: ___________________________________ tim-mer-man: ___________________________________ om-lijs-ting: ___________________________________ pla-fond: ___________________________________ leng-te: ___________________________________
20
LESPAKKET BOUW
8. De timmerman / de schrijnwerker Vraag: De schrijnwerker De schrijnwerker moet ramen maken. Maar het materiaal ligt door elkaar. Er mag niet gezaagd worden. De ramen moeten zo groot zijn als het voorbeeld. Gebruik je lat om de stukken te meten. Hoeveel ramen kan de schrijnwerker maken? _________________________________________
21
LESPAKKET BOUW
9. De bekister De bekister is de vakman die houten constructies maakt. Hij maakt de bekisting van houten planken en stalen staven. Deze bekisting is een gietvorm. De bekisting wordt dan volgegoten met beton. Als de beton hard is, neemt de bekister de bekisting weg. Wil je bekister worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: hout, metalen staven, … Wij leren enkele moeilijke woorden: be-kis-ting: ___________________________________ con-struc-tie: ___________________________________ be-ton: ___________________________________ sta-ven: ___________________________________ me-ta-len: ___________________________________
22
LESPAKKET BOUW
9. De bekister Vraag : de bekister De bekister maakt houten gietvormen om beton in te storten. Hij moet die vormen juist op maat maken. Hieronder zie je enkele vormen. Schrijf de ontbrekende maten bij de vraagtekens. Je mag ook de omtrek berekenen.
23
LESPAKKET BOUW
10. De betonstorter De betonstorter is de vakman die beton stort in de bekisting. De betonstorter controleert het beton. Hij bepaalt de kwaliteit en de hoeveelheid. Hij werkt samen met de bekister en de ijzervlechter. Wil je betonstorter worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: zand, cement, water, … Wij leren enkele moeilijke woorden: be-ton: ___________________________________ con-tro-le-ren: ___________________________________ ce-ment: ___________________________________ be-kis-ting: ___________________________________ zand: ___________________________________
24
LESPAKKET BOUW
10. De betonstorter Vraag: de betonstorter De betonstorter vult de bekisting op met beton. Vul jij de vakjes op met het juiste cijfer. Vul een cijfer in, in elk vakje. Je mag elk cijfer tussen 0 en 10 gebruiken. Je mag elk cijfer éénmaal gebruiken. De som van de cijfers is telkens 15.
25
LESPAKKET BOUW
11. De ijzervlechter De ijzervlechter is de vakman die op de bouwplaats metalen staven of draad knipt, plooit en samenvlecht. De gevlochten matten maken het beton sterker. We noemen dit ook “bewapening”. De ijzervlechter moet ook kunnen lassen. Wil je ijzervlechter worden, dan moet je kunnen werken met volgende materialen: metalen staven, draad, … Wij leren enkele moeilijke woorden: sta-ven: ___________________________________ plooi-en: ___________________________________ vlech-ten: ___________________________________ me-ta-len: ___________________________________ las-sen: ___________________________________
26
LESPAKKET BOUW
11. De ijzervlechter Vraag : de ijzervlechter De ijzervlechter verbindt stukken ijzer aan elkaar tot ijzereren matten. Als jij nu elk cijfer aan een letter verbindt, krijg je woorden. Elk cijfer komt overeen met een letter uit het alfabet. Voorbeeld: 1 = a 2 = b 6=f Als je de oefening moeilijk vindt kan je best eerst de letters van het alfabet onder elk cijfer schrijven. 1 ___
2 ___
3 ___
4 ___
5 ___
6 ___
7 ___
8 ___
9 ___
10 ___
11 ___
12 ___
13 ___
14 ___
15 ___
16 ___
17 ___
18 ___
19 ___
20 ___
21 ___
22 ___
23 ___
24 ___
25 ___
26 ___
8 – 21 – 9 -19
__________________________________
2 – 15 – 21 – 23
__________________________________
22 – 1 – 11 – 13 – 1 – 14
__________________________________
2 – 5 – 18 – 15 – 5 – 16
__________________________________
13 – 1 – 20 – 5 – 18 – 9 – 1 – 1 – 12 __________________________________ 27
LESPAKKET BOUW
12. De schilder De schilder is de vakman die alles een mooi kleurtje geeft. De schilder schildert zowel binnen als buiten. Hij schildert muren, deuren, ramen, trappen, … Wil je schilder worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: verf, vernis, plamuur, producten, … Wij leren enkele moeilijke woorden: schil-der: _________________________________ ver-nis: ___________________________________ pro-duc-ten: _______________________________ schu-ren: _________________________________ pla-muur: _________________________________
28
LESPAKKET BOUW
12. De schilder Vraag: de schilder De schilder geeft alles een mooi kleurtje. Je ziet een honderdveld. Kleur jij de juiste hokjes.
Geel
18
Grijs
21
Oranje 88
Bruin
67
Roze
93
Paars
60
Groen
46
Rood
34
Zwart
55
Blauw 9
29
LESPAKKET BOUW
13. De behanger De behanger is de vakman die de binnenmuren van het huis behangt met papier, textiel of kunststof. De behanger plaatst soms ook vloerbekleding. Eerst moet hij zorgen dat de muur mooi gelijk is. Hij knipt het materiaal en lijmt het dan tegen de muur. Wil je behanger worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: lijm, papier, textiel, … Wij leren enkele moeilijke woorden: be-han-ger: ___________________________________ tex-tiel: ___________________________________ kunst-stof: ___________________________________ ma-te-riaal: ___________________________________ vloer-be-kle-ding: ___________________________________
30
LESPAKKET BOUW
13. De behanger Vraag: de behanger De behanger is een gedeelte van het papier vergeten. Help jij de rest van de muur behangen? Vul de muur verder op met dezelfde figuren.
31
LESPAKKET BOUW
14. De straatmaker / wegenbouwer De straatmaker is de vakman die nieuwe pleinen, paden en straten maakt. De straatmaker herstelt ook oude pleinen en straten. De straatmaker zorgt ook voor de riolering onder de straat of het plein. De straatmaker zorgt voor de bedekking. Wil je straatmaker worden, dan moet je kunnen werken met deze materialen: stenen, klinkers, kasseien, tegels, zand, cement, … Wij leren enkele moeilijke woorden: straat-ma-ker: ___________________________________ ri-o-le-ring: ___________________________________ klin-ker: ___________________________________ kas-sei: ___________________________________ ce-ment: ___________________________________
32
LESPAKKET BOUW
14. De straatmaker / wegenbouwer Vraag: De straatmaker De straatmaker moet klinkers leggen op een straat. Deze straat vertrekt en komt aan bij het huis. Help jij hem de juiste weg vinden? Kleur de juiste straat.
33
LESPAKKET BOUW
Wie ben ik? Ik leg tegels op de vloer. _____________________________________________ Ik maak de ramen en deuren. _________________________________________ Ik geef de muren een mooie kleur. _____________________________________ Ik controleer het beton. ______________________________________________ Ik maak de muren. __________________________________________________ Ik zorg dat het dak niet lekt. __________________________________________ Ik zorg dat er water uit de kraan komt. __________________________________ Ze noemen mij vaak “de plakker”. ______________________________________ Ik zorg voor de houten constructie voor het beton. ________________________ Ik maak een mooi paadje naar de voordeur. ______________________________ ik maak sterke ijzeren matten voor het beton. _____________________________ Ik zorg voor de stenen dorpels aan de deuren. ____________________________ Ik hang het papier tegen de muren. ____________________________________ Ik zorg ervoor dat het lekker warm is in je huis. ____________________________ de metselaar
de tegelzetter
de dakdekker
de ijzervlechter
de schilder
de loodgieter
de timmerman
de betonstorter
de behanger
de bekister
de stukadoor
de straatmaker
de steenkapper
de installateur centrale verwarming
34
LESPAKKET BOUW
35
LESPAKKET BOUW
Het gereedschap De vakman werkt met materiaal en gereedschap. Het materiaal is hetgeen hij maar één keer gebruikt. Voorbeeld: zand, water, …. Het gereedschap zijn de werktuigen die de vakman nodig heeft. Hij werkt natuurlijk niet alleen met zijn handen. De vakman heeft veel werktuigen die hem helpen om iets te maken. Door dit gereedschap kan hij vaak sneller en beter iets maken. Voorbeeld: een hamer, een tang, … Plaats jij de woorden in de juiste kolom: Gereedschap
Materiaal
________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________
water – schroevendraaier – tang – zink – kalk – verf – lei nagel – kruiwagen – borstel – ijzer – mes – beitel – meter
36
LESPAKKET BOUW
Op de volgende bladzijden zie je foto’s van gereedschap. Ken je de naam? Kan je bij elk gereedschap één vakman schrijven die het gebruikt? ______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
37
LESPAKKET BOUW
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
38
LESPAKKET BOUW
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
39
LESPAKKET BOUW
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
40
LESPAKKET BOUW
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
______________________________________ ______________________________________
41
LESPAKKET BOUW
42
LESPAKKET BOUW
De bouwvakdomino Knip de domino-plaatjes uit per twee en leg ze in de goede volgorde: het juiste beroep bij het juiste materiaal.
Verf
De dakdekker
Marmer
De timmerman
Brander
De schilder
Klinker
De schrijnwerker
Hout en ijzer
De behanger
Kalk
De steenkapper
Scharnier
De betonstorter
Bakstenen
De straatmaker
Papier
De stukadoor
Tegels
De metselaar
Nagels
De installateur C.V.
Ijzer
De loodgieter
Dakpan
De bekister
Beton
De ijzervlechter
Buizen
De tegelzetter 43
LESPAKKET BOUW
Handvaardigheden
Op de volgende bladzijde vind je een schaalmodel van een woning. Met een beetje knip- en lijmwerk kan je nu je eigen maquette maken. Veel succes !!!
44
LESPAKKET BOUW
45
LESPAKKET BOUW
46
LESPAKKET BOUW
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid Koningsstraat 132/5, 1000 Brussel • t +32 2 210 03 33 • f +32 2 210 03 99 fvb.constructiv.be •
[email protected] © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2011. Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen Met dank aan fvb Limburg en de leerkrachten die dit document hebben opgemaakt.
47
LESPAKkETten BOUW Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
LESPAKKET BOUW VOOR LAGER ONDERWIJS
LESPAKKET BOUW VOOR LAGER ONDERWIJS
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
LESPAKKET BOUW VOOR BijzOndER LAGER OndERWijS
LESPAKKET BOUW VOOR BIJZONDER LAGER ONDERWIJS
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid