Floortje Doreleijers 2e bachelor Communicatie & Media Design – Interaction Design Schooljaar 2014-2015 MAD-Faculty Genk Floortje Doreleijers
2CMDI
1
Inhoud Inleiding ...................................................................................................................... 3 Sociale activiteit .......................................................................................................... 4 Sociaal kapitaal .......................................................................................................... 6 Het onderscheid tussen face-to-face en real-life communicatie ................................. 7 Invloed op ons welzijn................................................................................................. 9 Conclusie .................................................................................................................. 10 Referenties ............................................................................................................... 12
Floortje Doreleijers
2CMDI
2
Inleiding
Sinds enkele jaren is sociale media niet meer weg te denken uit ons leven. In onze huidige samenleving is sociale media dan ook een van de voornaamste vormen van communicatie geworden. Sociale media is makkelijk om te gebruiken en brengt ons snel in contact met vrienden en kennissen. We kunnen altijd en overal met elkaar communiceren, vanuit ons eigen knusse huis, of vanuit allerlei andere mogelijke locaties. Sociale media kan worden omschreven als een online plek waar gebruikers een eigen profiel kunnen creëren en bijgevolg een persoonlijk netwerk op kunnen bouwen die hen dan weer in contact brengt met andere gebruikers (Lenhart, 2007). Door de komst van smartphones kan er tegenwoordig overal gebruikt gemaakt worden van sociale media. We komen nog wel fysiek samen maar we houden ons ondertussen ook bezig met andere mensen via het internet (Turkle, 2011). Dit onderzoek richt zich specifiek op het gebruik van Facebook. Er wordt besproken of jongeren het gevoel hebben een socialer leven te leiden door het gebruik ervan. Facebook is wereldwijd de meest gebruikte vormen van sociale media, maar in welke mate zorgt het voor een meerwaarde in ons sociale leven? Maken jongeren nog wel een onderscheid tussen het sociaal contact dat ze hebben via Facebook en het sociaal contact in real-life? Er wordt ook onderzocht of Facebook bevorderlijk is voor het onderhouden van sociale contacten en of het hebben van veel “Facebookvrienden” daadwerkelijk duidt op een socialer leven.
Floortje Doreleijers
2CMDI
3
Sociale activiteit
De populariteit van de sociale netwerk site Facebook is de laatste jaren enorm toegenomen. Het begon als een demografisch netwerk voor universiteitsstudenten maar inmiddels heeft Facebook al meer dan 1,35 miljard actieve gebruikers, waarvan er 864 miljoen gebruikers dagelijks actief zijn (Smith, 2014). Door dit soort van sociale netwerken kunnen mensen hun sociale contacten met vrienden en familie makkelijk onderhouden. Ze bieden eveneens de mogelijkheid om weer opnieuw met personen in contact te komen. Dit kan bijvoorbeeld van toepassing zijn op personen die elkaar lange tijd uit het oog zijn verloren maar graag opnieuw contact willen zoeken met elkaar. Als gevolg van de vele nieuwe ontwikkelingen in de technologie van het Internet, en dus ook sociale media, is het steeds meer een plek geworden voor mensen van alle soorten leeftijden. Sociale media sites zoals Facebook worden steeds populairder omdat mensen geïnformeerd worden over hoe essentieel deze netwerken kunnen zijn voor hun sociale leven (Turkle, 2011). Bovendien kunnen jongeren door het gebruik van Facebook een beter zelfbeeld ontwikkelen. Dit kom doordat ze het gevoel krijgen een waardevolle plaats in de samenleving te hebben. Uit onderzoek bleek namelijk dat jongeren socialer, extroverter en gelukkiger worden met het gebruik van sociale media (Gefter, 2006). De populariteit van deze sociale netwerken kan ook worden verklaard doordat men tegenwoordig een sterke behoefte heeft aan bevestiging. Elke vorm van informatie die een persoon deelt op Facebook lijkt pas echt iets waard te zijn als anderen ermee instemmen, dus wanneer andere personen je status ‘liken’. Want wanneer er iemand is die interesse in je toont geeft je dat het gevoel dat je belangrijk bent. Hierbij komt ook het feit dat het gebruik van sociale media onbewust wordt beschouwd als een soort bevestiging voor het feit dat je niet alleen bent (Turkle, 2011). Een ander aspect van sociale activiteit is het hebben van een conversatie door middel van tekst en video berichten. Een programma dat hier specifiek voor dient is
Floortje Doreleijers
2CMDI
4
Skype. De populariteit van Skype is met de jaren enorm gestegen en dit heeft het te danken aan het feit dat 2 individuen altijd en overal met elkaar kunnen communiceren en elkaar tegelijkertijd ook kunnen zien. En dat allemaal volledig gratis. Facebook heeft enkele jaren geleden ook een gelijkaardige functie toegevoegd die mensen de mogelijkheid biedt om (live) gesprekken te voeren via video en chat. Het lijkt erop dat mensen hierdoor beter beginnen te begrijpen dat dit soort van sociale media een meerwaarde kunnen zijn voor ons leven. Een vrouw zei hierop het volgende: “Ik weet niet hoe mensen het vol kunnen houden om bijvoorbeeld situaties, zoals het hebben van een lange afstand relatie, te blijven onderhouden zonder dit soort van technologie.” Zij en haar vriend, die beide in een ander land leven en elkaar dus niet vaak zien, communiceren gemiddeld twee uur per dag met elkaar door het sturen van tekstberichten en het hebben van video chat sessies. “Veel koppels die tegenwoordig samenwonen spenderen niet eens zoveel tijd met luisteren naar elkaar.” (Szalvatiz, 2011). In de toekomst zullen dit soort van programma’s ook steeds meer gebruikt worden voor de zakenwereld. Het komt nu al regelmatig voor dat er vergaderingen of andere belangrijke sessies plaatsvinden waarin een of meerdere personen niet meer fysiek aanwezig zijn, doordat ze bijvoorbeeld in een ander land zitten voor zaken. Bijgevolg kunnen deze personen dus enkel aanwezig zijn door het gebruik van een camera. Mobiele telefoons worden ook steeds geavanceerder. Sinds de komst van de smartphone, waarmee we constant in verbinding staan met het Internet, zijn mensen altijd en overal bereikbaar. We hebben geen tijd meer om hele dagen achter onze computer te blijven zitten, en dit is uiteindelijk ook niet meer nodig want we dragen als het ware nu allemaal een soort van ‘mini’ computer mee in onze broekzak. Mensen die een smartphone bezitten hebben een 12% groter en meer uitgebreid sociale netwerk dan mensen die geen smartphone bezitten (Olsen, 2009). Smartphones hebben het voordeel dat het gebruikt kan worden voor alle soorten van social media, waaronder Facebook. Personen die Facebook ook op hun smartphone gebruiken hebben continue de mogelijkheid om een bericht te zenden naar een andere persoon in situaties wanneer het bijvoorbeeld niet zo evident is om te bellen. Dit betekent dat op de dag van vandaag meer en meer mensen in contact kunnen Floortje Doreleijers
2CMDI
5
blijven met elkaar en constant met elkaar verbonden zijn, ongeacht waar ze zich bevinden. Het is zo dat door de komst van sociale media mensen het gevoel hebben dat ze ook iets te zeggen hebben in deze wereld, en dat hun mening telt. We hebben de mogelijkheid om te laten weten hoe we ons echt voelen en hoe we over bepaalde zaken denken. We kunnen hiermee in korte tijd een grote groep van mensen bereiken. Dit lijkt in de eerste plaats een groot voordeel, en dat is het ook, maar het kan uiteraard ook negatieve gevolgen hebben. Het is niet altijd even gepast om zomaar onze ongezouten mening over iets te geven via sociale media. Dit kan de nodige ophef veroorzaken, en kan je ‘online’ reputatie schade toebrengen. Dit kan bijgevolg dan weer een minderwaardig gevoel veroorzaken, waardoor we moeten tegenspreken dat het gebruik van Facebook een positieve invloed heeft op ons welzijn en ons sociale leven.
Sociaal kapitaal
Wanneer er dieper in wordt gegaan op online sociale netwerken en sociale netwerken in het algemeen staat het begrip sociaal kapitaal natuurlijk centraal. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het bridging sociaal kapitaal, waarin oppervlakkige contacten met verschillende achtergronden informatie met elkaar delen, en het bondig sociaal kapitaal, waarin diepgaande contacten elkaar emotionele steun bieden en elkaar het gevoel geven er bij te horen (Selten, 2012). Volgens Gefter hebben jongeren via sociale netwerken vooral contact met personen die zij ook kennen in het echte leven. Het contact via sociale media zou gewoon een vorm van extra communicatie zijn om de sociale contacten in real-life uit te breiden (Gefter, 2006). Volgens Turkle is er geen sprake van enige intimiteit of diepgaand contact via sociale media, waarmee ze beaamt dat het gebruik van sociale media niet bepaald bijdraagt aan het bonding sociaal kapitaal maar enkel en alleen aan het bridging sociaal kapitaal (Turkle, 2011).
Floortje Doreleijers
2CMDI
6
Uit onderzoek van P. Selten blijkt dat jongeren wel degelijk een onderscheid maken tussen het contact via Facebook en het contact dat ze hebben in real-life. Het blijkt dat ze meer bonding contact ervaren in real-life dan via Facebook. Ook geven ze aan dat ze face-to-face meer contact hebben met mensen die ze ook echt vertrouwen. Ze zeggen meer mensen in real-life te hebben dan op Facebook met wie ze kunnen praten als ze zich alleen voelen. Ook bridging contact lijkt meer voor te komen in real-life dan via Facebook. Jongeren voelen zich meer deel van een groep door fysiek contact te hebben met mensen dan via Facebook. Bovendien geven zij aan niet continu in contact te komen met nieuwe mensen via Facebook. Uit de data blijkt wel dat de jongeren Facebook als toegevoegde waarde beschouwen (Selten, 2012).
Het onderscheid tussen face-to-face en real-life communicatie
Online socialisatie is eigenlijk gewoon een verlengde van het soort van interacties die mensen dagelijks hebben via telefoon, sms of e-mails. De lijn tussen wat echt is en wat virtueel is begint te vervagen. Face-to-face communicatie en virtuele interactie zijn als het ware met elkaar verweven tot een geheel, en dit toont aan dat in de toekomst er geen onderscheid meer gemaakt zal worden tussen praten met iemand in real-life of ze een bericht sturen via een sociale site (Gefter, 2006). Over het onderwerp ‘contact houden met vrienden’ zei Davis, “Ik weet meer over mijn vrienden nu dan dat ik dat deed toen ik enkel contact met hun had in real-life” (Davis, 2009). Volgens haar biedt Facebook dus zeker een meerwaarde voor haar sociale leven, en heeft ze het gevoel dat ze beter contacten kan onderhouden met haar vrienden en familie zonder hier veel moeite voor te moeten doen. Ze beaamde ook dat deze constante stroom van gegevens, waarmee ze doelt op de informatie die haar vrienden online zetten, een digitale vorm van nabijheid is. "Een mooie bloeiende tuin van informatie over je vrienden, ik zie niet in hoe dat een slechte zaak kan zijn." aldus Davis. En hoewel onze sociale levens steeds geavanceerder worden zijn er natuurlijk ook anderen die liever niet betrokken zouden raken bij deze nieuwe vorm van communicatie. Sommige mensen zijn niet bereid om deze nieuwe vorm van
Floortje Doreleijers
2CMDI
7
communiceren te aanvaarden. Dit vooral uit angst dat het de face-to-face communicatie volledig zal overnemen. Auteur Bill Persky heeft zo zijn eigen mening over de communicatie van tegenwoordig; “Op 78 jarige leeftijd kan ik met gezag zeggen dat ‘praten' niet meer is wat het vroeger was”. Waarmee hij doelt op het eerder ‘asociale’ gedrag van mensen tegenwoordig omdat ze blijkbaar steeds minder de behoefte hebben om met elkaar te spreken in real-life. Velen hebben nog steeds de voorkeur voor het schrijven van een gewone brief en deze per post op te sturen in plaats van een bericht te sturen via email of Facebook (Persky, 2010). Mensen die regelmatig gebruik maken van sociale media zijn socialer dan de gemiddelde persoon. Tevens zijn ze meer geneigd om openbare plaatsen zoals parken en cafés te bezoeken, of zich als vrijwilliger opgeven voor verschillende lokale activiteiten. Uit het onderzoek bleek echter ook dat het gebruik van sociale media enkele negatieve gedragsveranderingen met zich meebrengt. Mensen die sociale media zoals Facebook gebruiken zijn 30% meer geneigd om geen contact te hebben met hun buren, of ze zelfs totaal niet te kennen. Anderzijds hebben ensen die foto’s delen op Facebook of regelmatig berichten sturen met elkaar via sociale media gemiddeld een 9% grotere sociale kring dan personen die dit niet gebruiken (Olsen, 2009). “Internetgebruik, meer specifiek het gebruik van social media, lijdt tot meer diverse sociale netwerken in real-life” aldus Keith Hampton, researcher en assistent professor bij de Universiteit van Pennsylvania. Onderzoek wees ook uit dat mensen toch nog steeds de voorkeur geven aan face-toface communicatie als het gaat over het onderhouden van primaire contacten met familie en vrienden. Mensen zien hun dierbaren gemiddeld zo’n 210 dagen per jaar. Wanneer het gaat over het contact dat ze met hen hebben via een mobiele telefoon is dit 195 dagen per jaar (Olsen, 2009).
Floortje Doreleijers
2CMDI
8
Invloed op ons welzijn
De vraag of gebruikers van Facebook een beter gevoel krijgen over zichzelf of juist niet werd onderzocht in de paper van Hui-Tze Grace en haar collega’s. Er is onderzocht of Facebook het leven van gebruikers veranderd heeft, evenals hun kijk op het leven van anderen. Allereerst is gebleken dat Facebook wel degelijk invloed heeft op hoe we ons voelen. Zo is kunnen we stellen dat gebruikers een beter gevoel krijgen over zichzelf wanneer dat een van hun Facebookvrienden een positieve reactie achterlaat op een bericht of foto. Er zijn echter ook negatieve invloeden vastgesteld. Zo kan het gebruik van Facebook zorgen voor jaloerse gevoelens bij personen die zich in een relatie bevinden. Ook kan het gebruikers een slecht gevoel geven wanneer er negatieve commentaar is gepost op een foto of bericht. Voorgaande studies hebben uitgewezen dat het aantal ‘posts’ die men plaatst en het aantal Facebookvrienden dat men heeft een invloed heeft op het beeld dat anderen van ons hebben. Iemand die veel Facebookvrienden heeft zal gezien worden als een persoon die in real-life ook populair is, hoewel dit niet altijd zo hoeft te zijn. Dit geldt ook andersom. Omdat het merendeel van de Facebookgebruikers enkel positieve gebeurtenissen of foto’s post krijgen we een vertekend beeld van de realiteit. Doordat we zien hoe gelukkiger anderen zijn kunnen we gaan twijfelen aan ons eigen leven en geluk (Grace, 2012). Resultaten hebben uitgewezen dat hoe langer men Facebook gebruikte, hoe meer dat ze ervan overtuigd waren dat anderen een beter leven hadden dan hun. Er werd ook vastgesteld dat het hebben van veel Facebookvrienden absoluut geen garantie is voor een socialer of gelukkiger leven. Het is zelfs zo dat het hebben van veel Facebookvrienden die men niet persoonlijk kent, het gevoel van zelfwaarde alleen maar zakt. De constante stroom aan informatie van mensen die men niet persoonlijk kent, en die er overgelukkig uitzien op hun foto’s, geven ons een minderwaardig gevoel. Het begint erop te lijken dat iedereen een beter en leuker leven heeft dan jij (Grace, 2012).
Floortje Doreleijers
2CMDI
9
Conclusie
De vraag of we Facebook nu als een toegevoegde waarde kunnen zien voor ons sociale leven zullen we met volgende argumenten trachten te beantwoorden; Allereerst kan gesteld worden dat het communiceren met andere mensen via Facebook niet direct een daling van het algehele welzijn veroorzaakt. Integendeel zelfs, want het hebben van directe sociale contacten online zorgen juist voor een beter welzijn. Ten tweede kunnen we stellen dat Facebook jongeren het gevoel geeft een waardevolle plaats te hebben in de samenleving en dat ze andere mensen als het ware nodig hebben om zich compleet te voelen. Dit wijst ook op een positieve invloed (Turkle, 2011). Het feit dat jongeren nog steeds onderscheid maken tussen face-to-face en online communicatie wijst erop dat ze zich bewust zijn van het verschil tussen bridging sociaal kapitaal, waarin oppervlakkige contacten met verschillende achtergronden informatie met elkaar delen en het bondig sociaal kapitaal, waarin diepgaande contacten elkaar emotionele steun bieden (Selten, 2012). Er werd ook vastgesteld dat jongeren uiteindelijk nog steeds de voorkeur geven aan face-to-face contact wanneer het gaat over dierbare vrienden en familie. Ze gebruiken Facebook enkel om het contact met deze personen te onderhouden, en zien het als een extra communicatiemiddel, niet als een vervanging voor het fysieke contact (Olsen, 2009). Hiermee kan gesteld worden dan het gebruik van Facebook geen asociaal gedrag veroorzaakt, zoals eerder wel gedacht werd, maar dat het juist zorgt voor een groter sociaal netwerk en dat het de banden met vrienden en familie alleen maar versterkt. Meerdere personen beamen dat het gebruik van Facebook een positieve invloed heeft op hun sociale leven. Gezien onze drukke levensstijl is het haast onmogelijk om ons sociale netwerk fysiek te kunnen onderhouden. Zoals Davis het verwoord, weet ze meer over haar vrienden nu dan dat ze dat deed toen ze enkel contact met hun
Floortje Doreleijers
2CMDI
10
had in real-life. Ze noemt deze constante stroom van gegevens een digitale vorm van nabijheid en ziet niet in hoe dat een slechte zaak kan zijn (Davis, 2009). De wereld is op sociaal vlak elke dag meer en meer aan het groeien. Mensen verrijken hun sociale kennis steeds meer en ontmoeten elkaar vanuit hun eigen knusse thuisomgeving, tot alle andere mogelijke plaatsen. We kunnen dus niet ontkennen dat de komst van Facebook de wereld tot een andere plek heeft gemaakt. Dankzij deze vorm van sociale media zijn de sociale contacten van mensen overal ter wereld enorm verstrekt en zien ze het als een verrijking van hun sociale leven. Aan de hand van de bevindingen in deze paper kan er geconcludeerd worden dat Facebook zorgt voor een meerwaarde in ons sociale leven. Om effectief vast te stellen of deze conclusie klopt is er uiteraard verder onderzoek nodig.
Floortje Doreleijers
2CMDI
11
Referenties
1. Cranshaw, J. (2010). Bridging the gap between physical location and online social networks [Doctoraatsthesis]. Opgevraagd uit databank cs.cmu.edu. (978-1-60558) 2. Davis, L. (2009). Does Facebook Replace Face Time or Enhance It? Time Magazine. Geraadpleegd op 20 november 2014 via http://content.time.com/time/nation/article/0,8599,1871627,00.html 3. Ellison, N. (2007). The benefits of Facebook “friends”: social capital and college students’ use of online social network sites. [Masterthesis]. Opgevraagd uit Journal of Computer-Mediated Communication. (1143-1168) 4. Gefter, P. (2006). Social Computing concepts. Hershey: IGI Global. 5. Grace Chou, H. (2012). “They Are Happier and Having Better Lives than I Am”: The Impact of Using Facebook on Perceptions of Others’ Lives. [Doctoraatsthesis]. Opgevraagd uit Rapid Communications. (10.1089/2011.0324) 6. Kross, E. (2013). Facebook Use Predicts Declines in Subjective Well-Being in Young Adults [Doctoraatsthesis]. Opgevraagd uit Plos One. (e69841) 7. Lenhart, A. (Februari 2007) Teens, Social Networks & Safety: An Overview. Gepresenteerd op Family Online Safety Institute Launch, Washington. 8. Olsen, S. (2009). Does Technology Reduce Social Isolation? The New York Times. Geraadpleegd op 20 november 2014 via http://bits.blogs.nytimes.com/2009/11/05/does-technology-reduce-socialisolation/?_r=0 9. Persky, B.(2010). We’re killing communication. Geraadpleegd op 15 januari 2015 via http://www.huffingtonpost.com/bruce-kluger/persky-on-technology_b_341743.htm 10. Smith, C. (2014) Geraadpleegd op 15 januari 2015 via http://expandedramblings.com/index.php/by-the-numbers-17-amazing-facebookstats/ 11. Selten, P. (2012). De betekenis van Facebook voor jongvolwassenen. . [Masterthesis]. Opgevraagd uit UU.nl. (31.4563).
12. Turkle, S. (2011). Alone or together, why we expect more from Technology and Less from Each Other. New York: Basic Books.
Floortje Doreleijers
2CMDI
12