Financiële deskundigheid Examennummer: 12165 Datum: 26 maart 2011 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur
Dit examen bestaat uit 5 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt:
- 15 open vragen - een case met 5 open vragen
(maximaal 50 punten) (maximaal 50 punten)
Als bij een vraag een motivatie of berekening vereist is, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze motivatie of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie in de beoordeling meegeteld. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen: - Niet-programmeerbare rekenmachine - Cijferbijlage
Wij wensen u veel succes!
6050 12165.16.v1.0
Financiële deskundigheid - Examennummer 12165 - 26 maart 2011
Open vragen (50 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. 1. De Wet op het financieel toezicht (Wft) onderscheidt verschillende activiteiten die worden aangemerkt als financiële dienst. Wat is het verschil tussen de activiteiten ‘aanbieden’ en ‘bemiddelen’? Motiveer uw antwoord (2 punten) 2. Noem drie organisaties die bij de uitvoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) betrokken zijn en beschrijf kort hun rol. (3 punten) 3. Zowel financiële instellingen als beleggende consumenten hebben te maken met verschillende risico’s. a. Noem en beschrijf twee risico’s die voor zowel financiële instellingen als consumenten van toepassing zijn. (2 punten) b. Noem en beschrijf een risico dat wel voor consumenten geldt, maar niet voor financiële instellingen. (1 punt) 4. Carla en Pieter hebben een vakantiehuisje. Het grootste deel van het jaar verhuren ze dat, af en toe gaan ze er zelf vakantie vieren. Voor de aanschaf van het huisje hebben ze een tweede hypotheek afgesloten op hun woonhuis. Hoe worden dit huisje, de hypotheek voor het vakantiehuisje en de verhuurinkomsten fiscaal behandeld? (3 punten) 5. Petra wil een eigen bedrijf starten. Ze is in gemeenschap van goederen gehuwd met John. Hij is er niet zo voor; John is bang dat hun eigen woning in gevaar kan komen, als het verkeerd loopt met het bedrijf.
6050 12165.16.v1.0
a. Kan de eigen woning in gevaar komen door het eigen bedrijf van Petra? Motiveer uw antwoord. (2 punten) b. Beschrijf twee manieren waarop ze dit gevaar kunnen voorkomen. (2 punten)
NCOI Opleidingsgroep
1
Financiële deskundigheid - Examennummer 12165 - 26 maart 2011
6. Persoonlijke zekerheden zijn zekerheden waarmee een derde persoon betrokken wordt in de overeenkomst tussen kredietverstrekker en klant. Noem de drie persoonlijke zekerheden en geef bij elke zekerheid aan of er sprake is van verhaalsrecht. (3 punten) 7. In de publieke discussie rondom de hypotheekrenteaftrek wordt vaak aangevoerd dat het huidige fiscale systeem het aflossen van een hypotheek ontmoedigt. Leg uit waarom dat zo is. (2 punten) 8. In ons belastingstelsel hebben we te maken met verschillende maatregelen die het te betalen bedrag aan inkomstenbelasting verminderen. Leg van drie van deze maatregelen uit op welke manier zij voor deze verlaging van het belastingbedrag zorgen. (3 punten) 9. Els koopt een auto voor € 10.000. Ze heeft echter niet het hele benodigde bedrag beschikbaar. Daarom spreekt ze het volgende met de dealer af: -
Ze hoeft maar € 1.000,- aan te betalen, de rest wordt gefinancierd. Aan het eind van iedere maand betaalt ze € 150,-. Na drie jaar betaalt ze de restantschuld in één keer. De uitgestelde betaling is volgens de autodealer renteloos.
Welk bedrag zou Els voor de auto moeten betalen, als ze ineens betaalt en het voordeel van het renteloze uitstel van betaling direct verrekend zou worden? Ga hierbij uit van een rentepercentage van 8% per jaar. Laat uw berekening zien. (4 punten) (Gebruikt u een financiële rekenmachine, vermeld dan niet alleen de einduitkomst – licht ook toe op welke manier u tot die uitkomst bent gekomen. Laat dus uw berekening zien). 10. In het kader van Basel II wordt veel aandacht besteed aan ratings. a. Leg uit waarom de ratings binnen Basel II zo van belang zijn. (2 punten) b. Welke twee verbanden zijn er tussen de ratings en de krediettarieven? (2 punten) 11. Een legaat en het legitieme portie staan zo op het oog helemaal los van elkaar. Toch kunnen ze elkaar beïnvloeden. Beschrijf op welke manier het legaat en het legitieme portie met elkaar te maken kunnen krijgen. (3 punten) 12. Tom is 3 jaar geleden gescheiden van Elise. Zij woont sindsdien alleen. Een jaar geleden is Tom hertrouwd met Debbie. Nu komt Tom te overlijden.
6050 12165.16.v1.0
a. Wie kan/kunnen er aanspraak maken op een uitkering volgens de Anw? (1 punt) b. Welke algemene en aanvullende voorwaarden gelden er voor het recht op Anw? (4 punten)
NCOI Opleidingsgroep
2
Financiële deskundigheid - Examennummer 12165 - 26 maart 2011
13. Assurantiekantoor Borgman geeft brede financiële adviezen, waarin ook beleggingsaspecten zitten. Beleggingsspecialist is Marcel Borgman niet, maar bij een hypotheek zitten nu eenmaal vaak beleggingsgebonden aflosvormen. Op welke wijze had de invoering van de MiFID gevolgen voor assurantiekantoor Borgman? Motiveer uw antwoord. (3 punten) 14. Werner is geboren in 1968 en werkt fulltime sinds zijn 20e. Na een dienstverband van 15 jaar wordt hij door Berkhout BV in 2009 ontslagen. Hij verdiende daar € 4.500,- bruto per maand. a. Voor hoeveel maanden heeft hij recht op een loongerelateerde WW-uitkering? (3 punten) b. Hoe hoog is zijn WW-uitkering in de eerste werkloosheidsmaand? (2 punten)
6050 12165.16.v1.0
15. Is het mogelijk dat een financieel planner legaal werkt zonder Wft- vergunning? Motiveer uw antwoord. (3 punten)
3
NCOI Opleidingsgroep
Financiële deskundigheid - Examennummer 12165 - 26 maart 2011
Case: Goed Plan (50 punten)
U bent als financieel planner in dienst bij adviesbureau Goed Plan. Via een bestaande relatie hebben de heer en mevrouw Kerstens een afspraak met u gemaakt. Zij willen graag een luxe nieuwe keuken aanschaffen en willen met u bespreken wat de beste manier is om dat te financieren. Gelukkig hebben ze hun administratie goed op orde, en kunt u de benodigde gegevens makkelijk achterhalen. De heer en mevrouw Kerstens zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Ze hebben twee volwassen, uitwonende dochters. Mevrouw heeft na het overlijden van haar vader van € 250.000,- ontvangen. In het testament van haar vader stond een uitsluitingsclausule. Zelf hebben zij geen testament opgesteld. De heer Kerstens (25-07-1959) werkt al sinds 1 maart 1983 bij een metaalfabriek, hij is daar inmiddels hoofd van de technische dienst. Hij verdient er € 64.000,- bruto per jaar. Mevrouw Kerstens (10-09-1959) is vertegenwoordigster voor een speelgoedmerk. Ze werkt daar sinds 1 april 1999, ontvangt een vast salaris van € 30.000,- bruto per jaar. Daarnaast heeft ze provisie-inkomsten van € 4.000,- bruto per jaar. Ze wonen in een eigen huis met een WOZ-waarde van € 355.000,-. Daarop rust een hypotheek van € 175.000,-, waarvoor ze 6,4% aan rente betalen. Op dit moment bedraagt de hypotheekrente 5%. Voor een consumptief krediet is de rente 8%. Voor de aflossing van de hypotheek hebben ze een levensverzekering (KEW) met een premie van € 150,per maand, die op beide levens € 50.000,- afdekt bij overlijden. De waarde van deze levensverzekering bedraagt begin 2009 € 5.400,-, en eind 2009 € 6.800,-. Gezamenlijk hebben ze een spaarrekening met een saldo van € 44.000,- op 1 januari 2009, en € 40.000,- op 31 december 2009. De rente op deze rekening is 3%. Het geërfde geld van mevrouw is per 1 januari 2009 gestort in een deposito van 15 jaar, tegen een rente van 6%. De rente wordt jaarlijks op het deposito bijgeschreven.
6050 12165.16.v1.0
De volgende wensen en bijzonderheden leggen deze klanten aan u voor: -
NCOI Opleidingsgroep
Aan de luxe nieuwe keuken willen ze circa € 40.000 uitgeven.
4
Financiële deskundigheid - Examennummer 12165 - 26 maart 2011
-
Mevrouw Kerstens is al jaren lid van een beleggingsclub, maar heeft met hun eigen spaargeld tot nu toe niet durven beleggen.
Vragen bij de case
1. Welk bedrag aan inkomstenbelasting moeten de heer en mevrouw Kerstens gezamenlijk in totaal afdragen? Bereken daarvoor de te betalen belastingbedragen in box 1 en box 3. U dient rekening te houden met aftrekposten en heffingskortingen. Laat uw berekening zien. (10 punten) 2. Zoals gezegd wil de familie Kerstens € 40.000,- uitgeven aan een nieuwe keuken. Ze overwegen drie mogelijkheden om die te financieren: -
spaargeld opnemen consumptief krediet afsluiten hypotheek verhogen
Wat zijn de nettokosten van deze drie mogelijkheden? Laat uw berekening zien. (12 punten) 3. Welk bedrag komt er op de einddatum vrij uit het deposito van mevrouw Kerstens? Laat uw berekening zien en geef aan of u gebruik heeft gemaakt van de cijferbijlage of van uw rekenmachine. (8 punten) 4. Mevrouw Kerstens wint € 100.000 met een loterij. Ze besluit dit onverwachte bedrag te gebruiken om eindelijk eens zelf te gaan beleggen. Ze stelt een pakket aandelen samen, waarmee ze haar geld mooi spreidt over sectoren en regio’s. Toch maakt ze zich behoorlijk zorgen over koersdalingen en vraagt zich af of ze zich hiertegen kan verzekeren. a. Hoe kan mevrouw Kerstens haar portefeuille indekken tegen koersdalingen? Motiveer uw antwoord. (4 punten) b. Noem zeven aandachtspunten die relevant zijn in een adviesgesprek met mevrouw Kerstens over haar beleggingsvoornemen, zodat de adviseur voldoet aan de zorgplicht. (7 punten)
6050 12165.16.v1.0
5. Meneer Kerstens raakt door een ernstig ongeval arbeidsongeschikt. Bij de keuring na twee ziektejaren blijkt dat hij in staat wordt geacht om nog maar € 10.000,- te verdienen. In werkelijkheid verdient hij niets. Er is geen uitzicht op herstel. Hoe hoog is zijn uitkering volgens de WIA? Laat uw berekening zien. (9 punten)
5
NCOI Opleidingsgroep