Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Inleiding: Voorspoed begint bij het begrijpen van onze rol; wij zijn Gods rentmeesters. Onze levens, talenten, mogelijkheden en het wonen in een land met ongekende mogelijkheden zijn allemaal door God gegeven gaven. In dit onderwijs zul je een heel nieuwe waardering krijgen voor de waarheid, ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij,’ (Handelingen 17:28) Deel 1: Wat is een rentmeester Vandaag begin ik voor U met een volkomen nieuwe onderwijsserie, over financieel rentmeesterschap. En ik weet dat dit niet het meest populaire onderwerp is van de meeste mensen. En er bestaan veel vooroordelen over en er wordt veel kritiek op geleverd. Maar ik heb echt de indruk dat de Heer er bij me op aangedrongen heeft om dit met jullie te delen. Het is wel degelijk zo dat er veel toestanden worden gemaakt en dat mensen vaak vinden dat veel overdreven onderwijs bestaat over dit onderwerp. Maar de Schrift heeft er echt heel veel over gezegd. In feite heeft Jezus meer onderwijs gegeven over het onderwerp financiën, dan wélk ander onderwerp dan ook. Ik heb dit nooit persoonlijk onderzocht, maar onlangs hoorde ik een prediker zeggen dat er vijfhonderd Schriftplaatsen zijn over gebed, een paar minder dan over geloof. En bedenk hoe belangrijk díe onderwerpen al zijn. En toch zijn er meer dan 2000 verzen over het onderwerp geld of financiën. Ik weet, en dat heb ik persoonlijk nagetrokken, dat Jezus meer tijd heeft besteed aan het spreken over financiën en dat Hij financiën heeft gebruikt als een voorbeeld of toelichting om mensen iets te leren, dan over welk ander onderwerp dan ook. Het is dus een heel belangrijk onderwerp en ik geloof persoonlijk dat een van de redenen dat de kerk niet meer invloed op de huidige wereld uitoefent, is omdat we het evangelie hebben genomen en alleen maar toegespitst op de vergeving van zonden en eeuwige zaken zoals hemel en hel. En hoewel die onderwerpen heel belangrijk zijn, zijn de meeste mensen zó druk bezig met proberen met de dingen van hier en nu goed om te gaan, dat ze helemaal niet bezig zijn met denken aan eeuwige waarden. En daar zouden we wel aan moeten denken. Maar tegelijkertijd heeft het Evangelie enorm veel te zeggen over financiën. Ik ga wat Schriftgedeelten met je delen waar Jezus het erover heeft dat als jij niet met financiën om kunt gaan en op dat gebied niet betrouwbaar bent, dat jou dan ook helemaal niets kan worden toevertrouwd. Het is niet iets voor de super geestelijken, het is niet voor de super heiligen, dit is de basis voor beginners-christendom. Nogmaals, Jezus heeft er heel veel onderwijs over gegeven en ik voel me echt gedrongen om jullie te bedienen op het gebied van geld en financiën. Ik zeg al deze dingen dus als een soort introductie over het onderwerp en ik weet wel dat heel veel mensen hier niets over willen horen. Maar wij hébben allemaal financiën en wij zijn ook allemaal aan God verantwoording verschuldigd hoe wij daarmee omgaan. Het is een triest gegeven dat de meeste mensen niet juist met hun financiën omgaan. Ik geloof dat je dat ook kunt aantonen. Ik heb de statistieken niet bij me, maar ik heb gehoord wat de gemiddelde schuld per persoon in Nederland is, en dat strekt zich tegenwoordig zelfs uit tot op kleine kinderen, die zelf nog helemaal geen schulden kunnen maken. Maar gemiddeld over de totale bevolking is het bedrag echt astronomisch hoog. Want wij leven in een ‘schuld’-mentaliteit en gebruiken creditcards om ons uit situaties te redden. De Schrift spreekt over financieel rentmeesterschap. En dat is niet in de marge, niet iets dat in de zijlijn wordt behandeld. Dit hoort echt bij de kern van de zaken. Ik heb eerder statistieken gezien dat het nummer 1 probleem in huwelijken, het punt waar mensen het allermeest ruzie over hebben, financiën zijn. Het is het allervoornaamste ding waardoor echtscheiding wordt veroorzaakt. Ik zeg al deze dingen alleen maar om te zeggen dat dit niet onbelangrijk is. Het is __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 1
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ echt heel belangrijk. Als iemand probeert om z’n leven in stukjes te delen, en ze hebben hier een stukje dat ‘geestelijk’ is, en daar een Nederland Nederland dat ‘geestelijk’ contact met God is, maar als ze niet hun relatie met God, en de leiding van God, en de Wijsheid van God kunnen overbrengen op de praktische dingen, en de problemen van het leven van alledag, dan is dat niet wat de Heer verlangt. De Heer wil helemaal geen Christenen voor alleen op Zondag. Hij wil dat Christenen een relatie met Hem hebben en die relatie en principes en wijsheid van het Woord van God toepassen op hun huwelijken, in hun financiën, hun werk en in álles wat ze doen. Dat is dus een essentieel onderdeel van waar God ons voor geroepen heeft. En ik geloof dat het je écht gaat helpen. En als we hier doorheen gaan, zul je zien dat ik niet onderwijs zoals de meeste mensen. Ik heb niet de benadering die veel mensen gebruiken als ze over rentmeesterschap spreken. Ik ga je niet alle echte praktische dingen vertellen, over ‘budgetteren’ en al dat soort dingen. Die dingen zijn op zich best belangrijk en nuttig, ik ben daar niet op tegen. Maar ik hou me meer bezig met wat de Schrift heeft te zeggen. Met Schriftuurlijke principes waarvan ik geloof dat ze direct het hart van het probleem aanpakken. En als je je hart in de juiste richting hebt, en trouw wordt in je hart en kunt zeggen: ‘Heer, ik wil ú verheerlijken met dingen als een budget, en wijsheid gebruiken bij wat ik koop.’ En niet maar impulsieve aankopen verrichten. Niet maar iets kopen omdat je een slechte dag hebt en je niet gelukkig bent, terwijl je denkt dat je je beter gaat voelen door iets te kopen. Als je de kernoorzaak van al dit soort dingen kunt aanpakken en leert om je totale relatie in God te hebben, zodat iets kopen helemaal niets toevoegt aan je gevoel van identiteit of waarde, maar dat állemaal in de Heer vindt, als je de wortel aanpakt, dan geloof ik dat al die andere dingen vanzelf op hun plaats vallen. Ik ga dus niet op allerlei details in van de onderwerpen die meestal typisch worden behandeld als iemand het over financiën heeft. Maar ik duik recht het Woord in en onderwijs over dingen uit de Schrift, waarvan ik geloof dat ze een verschil in je leven zullen uitmaken. En het uiteindelijke resultaat daarvan zal zijn dat je financiële vrijheid en bevrijding in je leven zult verkrijgen. Weet je dat in onze Bijbelschool hier in Friesland, onze The Reach Bijbel school, we meer dan 200 studenten hebben. Misschien wel 250 of meer. En ik onderwijs meestal op donderdagochtenden. Soms ook op andere dagen, maar tijdens dit rooster onderwijs ik over financieel rentmeesterschap. En wij geven onderwijs over alles wat met financiën te maken heeft. Als je jezelf eens in plaats van een van deze studenten zou zien. Sommigen hebben zeer goed betaalde banen opgezegd en carrières opgegeven. Ze hebben hun huis verlaten. En hoewel Friesland niet de allerduurste omgeving is om te wonen, is het op sommige plaatsen toch duurder dan veel andere streken. Met name de landelijke gebieden waar veel mensen vandaan komen. Mensen hebben dus carrières opgezegd, waar ze goed verdienden, ze hebben hun huis verlaten en zijn hierheen verhuisd. Ze hebben hogere kosten voor het levensonderhoud omdat dat voor velen van hen hier duurder is dan waar ze vandaan komen. Én ze moeten ook nog het schoolgeld betalen, én zijn ook nog eens zeker vier uur per dag op school, zodat de meesten parttime baantjes moeten hebben, of late diensten en dat soort dingen. De gemiddelde student hier kent dus een afname van inkomsten, een stijging van kosten en bovendien nog schoolgeld en dan ook nog parttime werken en dat soort dingen. Dat is gewoon vrágen om financiële rampen. Maar wat wij doen is onderwijs geven over het onderwerp financiën. En aan het eind van ieder jaar vraag ik aan de studenten hóeveel van hen financieel beter af zijn dan toen ze aan de school begonnen. En onthoud: hogere kosten, schoolgeld, minder inkomen en al deze dingen. En hoeveel van hen zijn er financieel beter aan toe dan toen ze kwamen? In het natuurlijke, zonder God, zou je verwachten dat íedereen er slechter aan toe zou zijn. Dat ze hun spaargeld op moesten maken, dat ze het hoofd nauwelijks boven water konden houden. Maar minimaal 80% en soms zelfs meer dan 90% van al onze studenten steken hun hand op. Ze zijn er financieel op vooruitgegaan. En weet je waarom? Dat komt echt niet omdat de omstandigheden hier zoveel beter zijn, maar omdat ze deze waarheden hebben kunnen __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 2
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ begrijpen en toepassen en het in hun leven een verschil heeft uitgemaakt. En ik verzeker je dat precies hetzelfde waar is, het werkt niet alleen voor Bijbelschoolstudenten, maar als jíj deze waarheden waar we hier over spreken, de Schriftuurlijke principes, zou toepassen op jóuw leven en zou beginnen te leven vanuit wat het Woord van God te zeggen heeft over jouw financiën, dan zou je zien dat financiële voorspoed in jouw leven zal gaan beginnen te werken. Ik heb het niet slechts over het verhogen van je inkomsten, maar over een totaal andere kijk op financiën. Een andere manier van ermee omgaan, waardoor het jouw dienaar wordt in plaats van dat jij de financiën moet dienen. In plaats van dat jij wordt overheerst en overweldigd door de lust en de begeerte naar geld, en sommige van die dingen die dat bewerkt, zal dit jóu aan het roer stellen, waarbij jij geld als een werktuig gebruikt, in plaats van dat jij een slaaf van geld bent. Dat is een belangrijke waarheid. En ik weet dat voor velen van jullie geldt dat de waarheid is dat je een slaaf van geld bent. Je móet opstaan en dingen doen die je helemaal niet wílt doen. En je móet die dingen wel doen om de eindjes aan elkaar te knopen, maar dat is helemaal niet de manier waarop God het bedoeld heeft. Nu geloof ik dat iedereen wel een tijdsperiode heeft, waarin je begint, en waar je soms dit soort dingen moet doen, maar ik denk dat iedereen tot het punt moet komen waar je ontdekt wat Gods doel en plaats voor jouw leven is en Hém begint te dienen. En dan doe je alleen maar waar je voor geroepen bent. En dan gaan als gevolg daarvan al die andere dingen, financiën en zo, ook opeens lopen en werken. Daarom denk ik dat de dingen waar we over gaan spreken, je écht vooruit zullen helpen. En het allereerste punt waar ik over wil gaan spreken, is dat wij ons de instelling eigen moeten maken dat wij een rentmeester zijn over wat God ons heeft gegeven. Laat ik dit Schriftgedeelte gebruiken uit Lukas hoofdstuk 16 vers 1. Hier wordt een gelijkenis gegeven in de verzen 1 t/m 8. Die behoort tot een van de minst begrepen Schriftplaatsen in de Bijbel. En toch is het voor mij echt een enorme openbaring geworden en daarom zal ik erover onderwijzen. Het eerste punt waar we dan op stuiten is al in het eerste vers van deze gelijkenis. Lukas 16:1 zegt: 1 Hij zei ook tot zijn discipelen: Er was een rijk man, die een rentmeester had. Van deze werd hem aangebracht, dat hij zijn bezit verkwistte. Zoals ik al zei, over deze gelijkenis zal ik verderop in dit onderwijs nog uitgebreid ingaan. Maar het eerste wat ik wil overbrengen, is het eerste dat gezegd wordt over deze rentmeester. En dit hele gedeelte gaat over geld. De eerste instelling die ik geloof dat we moeten hebben tegenover geld is, dat wij onszelf moeten beschouwen als een rentmeester. Dat is een heel eenvoudig punt, maar de meeste mensen begrijpen het niet. Het woordenboek definieert een rentmeester als iemand die het geld of het vermogen van iemand anders beheert. Met andere woorden, en ik denk dat dit het punt is waar het op aan komt ten opzichte van financiën, is dat je begint te leren hoe je financiën moet gebruiken vanuit Gods standpunt gezien. Het eerste wat je moet doen, is beseffen dat het geld dat je hebt, niet echt jóuw geld is. Het is een gave van God. Sommige mensen zien dat niet zo. ‘Ik kan je garanderen dat God me dat geld niet heeft gegeven, ik heb keihard gewerkt. Ik heb twee baantjes gedraaid, geschraapt en gespaard en al dat soort dingen. En het is dus míjn eigen inspanning.’ Ik kan begrijpen hoe mensen dat kunnen denken.
__________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 3
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Maar het is in werkelijkheid niet waar. Besef je wel dat God degene is, die je alles heeft gegeven wat je hebt. God heeft jou ten eerste je leven gegeven. Je hebt helemaal niets gedaan om jezelf tot bestaan te roepen. Je bent geschapen door een Schepper. Je bent niet geëvolueerd. Je ontstond niet uit een of ander oerslijm ergens. We zijn door God geschapen. Er was een ontwerp voor ons, en je moet erkennen dat God de bron van álles wat bestaat is. In Handelingen 17;28, waar de apostel Paulus zei: • Want in Hem leven wij, • en bewegen ons, • en zijn wij; gelijk ook enigen van uw poëten gezegd hebben: Want wij zijn ook Zijn geslacht’. God is de bron van ons leven, en niet alleen van het fysieke. Niet alleen van onze adem, maar God is ook degene die jou je wijsheid heeft gegeven. God is degene die jou het vermogen om te denken heeft gegeven. Hij heeft jou je talenten gegeven. Jij bent ook niet degene geweest die ervoor heeft gezorgd dat je in deze tijd werd geboren, de meest welvarende tijd die ooit op de aarde heeft bestaan. Jij hebt ook jezelf niet geboren in een relatief comfortabele politieke omstandigheid, waar we democratieën hebben, en vertegenwoordigingen in regeringen. En waarin je niet wordt onderdrukt, of in zo’n kaste systeem geboren. Jij bent niet degene die jezelf dit allemaal hebt mogelijk gemaakt. God is hier de bron van. Dus ook al ben jij degene die de arbeid in de baan verricht, en al die dingen doet, God is degene die jou het leven heeft geschonken. God heeft je mogelijkheden en gelegenheden gegeven. De Heer heeft het mogelijk gemaakt dat jij in deze tijd en deze plaats werd geboren. God heeft jou het vermogen gegeven te denken. Ik heb wel eens horen zeggen dat het verschil tussen iemand wiens verstand rationeel en normaal functioneert en iemand die wij achterlijk of verstandelijk gehandicapt zouden noemen, maar een heel klein chemisch verschil is. Maar hoe dan ook; • Jij hebt die dingen niet mogelijk gemaakt. • Jij bent niet degene die jou je gezondheid heeft gegeven. • Jij bent niet degene die jou al die mogelijkheden en capaciteiten heeft gegeven. Eigenlijk wil ik hiermee laten inzien dat of je het nu wel erkent of niet, dat God de bron is van alles. Zonder God en zonder Zijn zegening op jouw leven, zou je helemaal geen mogelijkheid hebben om voorspoedig te zijn. En al die mensen die werken in beroepen waar je bepaalde vaardigheden en talenten bij nodig hebt. En daarvoor betalen mensen je en geven je geld. Of misschien verkoop je wel een uniek product of ben je artiest. Het is God die je deze talenten en vermogens heeft gegeven, al deze gaven en talenten. God heeft je het vermogen gegeven te denken. God , zie maar in Handelingen 17:28, heeft je in staat gesteld een opleiding te volgen. Weet je dat het maar een paar honderd jaar geleden is dat mensen onderwijs begonnen te krijgen? Waarschijnlijk zal het je niet verbazen dat ook in Nederland, de eerste school een christelijke school was. Destijds was het de kerk in Nederland die wilde dat mensen konden __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 4
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ leren lezen en schrijven. een uitzondering zou zijn geweest als mensen onderwijs kregen en leerden lezen en schrijven en rekenen, en al die basis dingen die iedereen krijgt, die wij als ‘normaal’ beschouwen. Maar het is God die je in deze tijd en onder deze zegeningen heeft laten leven en je met alles gezegend heeft. Dus het allereerste waar het op aankomt met betrekking tot financiën is, dat je moet erkennen dat jouw financiën allemaal een gevolg zijn van Gods zegen op jouw leven. • Als Gods zegen er niet zou zijn, zou je zelfs helemaal geen financiën hebben. • En ook al ben jij misschien niet aan het werk, tóch zou je die instelling moeten krijgen dat dit niet ‘mijn geld’ is. • Het is in werkelijkheid Gods geld. • God is degene die je leven heeft gegeven, • God heeft je gelegenheid gegeven, • God heeft me talenten en vermogens gegeven. • En daarom is alles wat ik heb in feite een geschenk van God. • En deze financiële zegen die op me is gekomen is Gods zegen. • God is degene die dit in feite aan je heeft toevertrouwd. • Dit is niet gewoon ‘jouw geld’ is, maar Gods geld, alles wat je hebt, alles wat je bezit, komt in feite van God. • Daarom is het ook van God. En jij moet de instelling ontwikkelen dat je een rentmeester bent van Gods geld, niet van jóuw geld. Het is verbazingwekkend hoe mensen dit soort dingen zullen horen. Sommigen zeggen dan: ’Oh ja, ik geloof dat God de bron van alles is’, maar in feite zal men dit niet praktisch tóepassen. Om dat te bewijzen hoorde ik eens iemand dit zeggen, en het prikkelde me, maar er zit ook een diepe waarheid in. Deze man haalde een offer op in een samenkomst en zei: ‘Ik wil dat iedereen gaat staan. Nu wil ik dat iedereen uit de zak, tas of achterzak van de persoon vóór je hún portemonnee pakt, en geef nu zoals je altijd al had wíllen geven.’ Het punt dat hij wilde overbrengen was, dat als het nu eens gewoon niet óns geld was, als het iemand anders geld zou zijn, dan zou je waarschijnlijk heel wat guller zijn. Denk je eens in. Als we hier in een kerksamenkomst zouden zijn en een collecte ophalen. En ik zou je gewoon mijn portemonnee geven. En ik zou zeggen: ‘Geef maar wat je wil geven’, dan zou je waarschijnlijk heel wat guller zijn met míjn geld, dan dat je met jóuw geld zou zijn. Er is iets aan de hand met de manier van denken zodra je denkt: ‘Dit is van mij, ik heb dit verdiend, dit is míjn bloed en zweet, dit is míjn zwoegen, dit is míjn geld.’ Zodra jij dingen ziet als ‘van jou’, dan houd je het vast. Je klemt je eraan vast en je bent gewoon niet zo gul. Maar ga jezelf beschouwen als een rentmeester, zelfs al ben jij degene die heeft gewerkt en is de ‘cheque’ op jouw naam uitgeschreven, en ben jij degene die daar belasting over betaalt, en iedereen om je heen in de natuurlijke wereld beschouwt het als ‘jouw’ geld. Maar als jij het beschouwt als ‘dit is niet míjn geld’, maar als ‘dit is het geld dat God aan míj heeft toevertrouwd, dit is Gods zegen in mijn leven’, als jij het gaat beschouwen als ‘dit behoort God toe’, dan ben jij alleen maar een rentmeester van wat God jou heeft gegeven. Dat zou totaal en volkomen de manier waarop je dat geld gebruikt veranderen. En nogmaals, dit is een eenvoudige waarheid, maar het is een hele diepe waarheid. Als jij eenmaal deze manier van denken je eigen kunt maken, kan ik je garanderen dat het een enorm verschil uit zou maken. Als jij het echt beschouwt als ‘dit is Gods geld’ en Hij werkelijk de eigenaar ervan is en jij alleen maar de rentmeester bent, je bent gezegend met dit geld en het is aan jou toevertrouwd, dan geeft God je volledig rentmeesterschap erover. Je kunt er mee doen wat je wilt. Als je het ziet als niet van jou, maar __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 5
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ aan God toebehorend, kan ik je verzekeren dat je de instructies uit het Woord van God, die God heeft gegeven hóe je met dat geld om moet gaan, niet zult negeren.
Er zijn een heleboel Christenen die zich aan de Heer hebben toegewijd, die van God houden, en God dienen, voor wat betreft geestelijke dingen. Maar als het aankomt op financiële dingen, dan beschouw je het als jóuw geld en volg je de instructies die in het Woord van God worden gegeven niet op. En er zijn heel veel instructies over. Eén heel duidelijke gaat over de tienden.
Je neemt niet een tiende van wat God je gegeven heeft en geeft die terug aan God. Omdat de waarheid is dat je dit niet echt ziet als Gods geld, dit is jóuw geld en jíj hebt dit geld nodig. Maar als je dit zou veranderen en het echt gaat zien als: ‘God, dit is úw geld, wat wilt U dat ik er mee doe’, nou, dan zijn er zéér duidelijke instructies in het Woord van God wat je er mee moet doen. En je zou er heel anders mee omgaan als je jezelf als een rentmeester zou beschouwen. Iemand die het geld van een ander beheert. Als jij dit echt ziet als Gods zegen op jou, Gód is de bron, dit zijn werkelijk Gods financiën, dan kan ik je verzekeren dat je anders met die financiën om zult gaan dan nu. Er zijn er waarschijnlijk enkelen onder jullie die weten dat je geld besteedt aan dingen die God helemaal niet behagen. Die God je nóóit zou aangeven om te doen. Je verkwist het, óf aan nutteloze dingen, of sommigen geven het zelfs uit aan pornografie. En sommigen geven gewoon teveel uit. En je wéét dat je God niet verheerlijkt op dit gebied van je leven. Maar uiteindelijk brij je dat recht in jouw denken door te stellen: ‘Maar het is míjn geld, ik kan er mee doen wát ik er maar mee wil doen’. Ik denk dat de éérste stap om in je financiën verantwoordelijk te worden is déze manier van denken eigen te maken, waarin je helder krijgt: ‘Dit is níet míjn geld! Ik ben een rentmeester van wat God aan mij heeft toevertrouwd. God heeft mij met deze talenten en vermogens gezegend. God heeft mij gezegend met deze baan. God heeft mij in deze welvarende tijd in dit welvarend land geplaatst. God zegent mij en God heeft mij deze financiën gegeven. En het is niet aan mij, om met mijn geld maar om te gaan op de manier dat ik maar wil, ik ben maar een rentmeester.’ En ik weet dat mensen dit niet graag willen horen. Zij willen voorál niet predikers hierover horen spreken, omdat het bijna altijd wordt onderwezen op een manier dat je al je geld maar aan hén moet geven. En daarom is er altijd direct kritiek en scepsis omtrent de motieven achter dit alles. Maar ik onderwijs hierover omdat ik geloof dat de Heer mij heeft opgedragen om dit te doen. En er zijn andere dingen waarvan ik weet dat ik er spoedig onderwijs over zal geven, en waarvan ik weet dat mensen het met veel kritiek zullen ontvangen. En ik weet dat er sommige mensen zijn die dit verwerpen zodra ze het horen, omdat ik spreek over financiën. Maar ik zou geen getrouw rentmeester zijn aan de Heer als ik het niet zou doen. Dit is niet míjn bediening, waarin ik maar alleen mijn eigen stokpaardjes berijd en maar doe waar ik zelf zin in heb. Ik ben verantwoording schuldig aan God en ik ervaar dat dit iets is, waarin de Heer zijn volk wil helpen om verantwoording aan Hem te kunnen afleggen. Ik geloof ook dat er misbruik is. Ik doe niet mee met de trend om te beweren dat iedereen die onderwijst over financiële voorspoed dit misbruikt. Ik geloof niet dat dat zo is. Ik denk dat er veel kritiek en vooroordeel is bij de meeste mensen tégen financiële voorspoed. En daarom gebeurt het vaak dat mensen die de waarheid prediken bekritiseerd en veroordeeld worden. En het is meestal ongefundeerd. Op een keer hoorde ik iemand op de radio die predikte tegen wat hij ‘gezondheid-en-rijkdompredikers’ noemde. En __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 6
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ op de dag dat ik hem op de radio hoorde, ging hij tekeer tegen mensen die geloofden dat God wil dat wij voorspoedig zijn en de Schriften over voorspoed opvatten als sprekend over financiële voorspoed. En hij beweerde dat dit niet zo is. God belooft ons geen financiële voorspoed. En hij verklaarde dat het betrekking had op emotioneel welbehagen en dat soort dingen. In ieder geval ging hij werkelijk tekeer tegen wat hij ‘gezondheid en rijkdom predikers’ noemde. En in mijn auto luisterde ik ernaar en direct nadat deze man klaar was met onderwijs over de radio luisterde ik naar het nieuws. Het was een christelijke radiozender. En een deel van hun nieuwsuitzending was dat ze spraken over deze man die ik nét had gehoord en die tekeerging tegen ‘gezondheid en rijkdom predikers’, net een huis van 8 miljoen euro had laten bouwen, met een olympisch zwembad binnen in, en er in was gaan wonen. Hij is een van de leidende conservatieve evangelischen die predikt tegen ‘gezondheid en rijkdom predikers’ maar woont in een huis van 8 miljoen euro. En hier zit ik. Mijn naam is ook genoemd op de radio als zou ik een ‘gezondheid en rijkdom prediker’ zijn. Ik woon in een huis dat 60.000 euro heeft gekost. Dat was wel 20 jaar geleden en het is een prachtig huis. Ik klaag niet, maar weet je, ik predik deze dingen niet zodat ik kan zwelgen in mijn vlees en jou zover krijg om al jouw geld naar míj te sturen. Daar heb ik het helemaal niet over. Ik spreek hier op exact dezelfde manier over als ik over genezing zou doen. Als ik over genezing spreek doe ik dat zodat ik iedereen zover krijg om mij te genezen? Nee, dat doe ik omdat ik bezorgd ben over jou en ik wil dat je de waarheid daarover leert kennen. Als ik over emoties predik en hierover de waarheid onderwijs en mensen aanmoedig om de emotionele stabiliteit te ontvangen die God voor ons gekocht heeft, om de vrede van God in ons hart te laten heersen, doe ik dat zodat ík dan vrede krijg? Nee, maar zodat jij deze openbaring kunt ontvangen en wandelen in de dingen die God voor je heeft. En als ik dus over het onderwerp voorspoed predik, dan doe ik dat niet in mijn eigen voordeel. Dat kun je wel denken, maar ik kan je ongelijk niet bewijzen. Je kunt alle kritiek op me leveren die je wilt, maar ik zeg je dat de motivatie van mijn hart precies dezelfde is als wanneer ik predik over het onderwerp genezing, of predik over emoties of over redding en behoud of bevrijding of wat dan ook. Ik doe het omdat het de waarheid is van het Woord van God, en dit je vrij zal maken. Dus als jij een van degenen bent die een vooroordeel heeft en je sluit onmiddellijk af voor iedere prediker die over geld spreekt, dan zul je dat doen tot je eigen schade. Want ik kan je verzekeren dat er dingen geleerd kunnen worden uit de Schrift over voorspoed en financiën waarvan God echt wil dat jij het weet en dit is echt heel belangrijk. Maar het punt waar ik mee bezig was, is dat je je deze manier van denken eigen moet maken, dat je een rentmeester bent. Het woordenboek definieert een rentmeester als iemand die de zaken en vooral het geld van iemand anders beheert. De allereerste stap die ik geloof die moet worden gezet om financieel verantwoord te kunnen handelen, is erkennen dat Gód de bron is van jouw voorspoed. Laat me je er enkele Schriftgedeelten over geven. Kijk bijvoorbeeld in Genesis hoofdstuk 14. Ik val midden in een verhaal over Abraham. Abraham kwam ten tonele in Genesis hoofdstuk 12. God gaf hem de opdracht het huis van zijn vader te verlaten, en zijn vaders familie, en weg te gaan. En later zou hij een natie ontvangen en de vader zijn van een heel volk worden, en het beloofde land ontvangen etc. etc. In Genesis 12 vers 1 staat:’ 1 De HERE nu zei tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; 2 Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. 3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. Ik kan een heleboel vertellen over deze Schriftgedeelten. Dit bevat echt enorm veel informatie, maar ik wil op één ding wijzen. God heeft gezegd dat Hij Abram zou zegenen en dat Hij zijn naam groot zou maken. En als je het verhaal van Abraham volgt en hierover leest, zul je zien dat dit niet alleen maar een ‘geestelijk’ iets is. Dit spreekt wel degelijk over fysieke tastbare resultaten. En vanaf dit hoofdstuk begon Abram, later Abraham, gezegend, gezegend, gezegend te zijn. Hij begon vee __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 7
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ te krijgen, zijn vee vermenigvuldigde, hij werd gezegend in alles wat hij deed. In dit hoofdstuk zelf ging hij naar Egypte omdat er een hongersnood was in het land Kanaän en hij ging daarheen. En farao keek naar zijn vrouw Saraï. Zij was toen ongeveer 60 jaar en nog wat oud. En toch was zij met 60+ een dermate mooie vrouw dat Abram bang was dat Farao hem zou vermoorden om zijn vrouw te nemen. En daarom stond Abram Farao toe zijn vrouw te nemen en zei dat het zijn zus was. Dat was een halve waarheid, omdat zij zijn halfzuster was. Maar de waarheid was dat zij zijn vrouw was. Abram deed iets wat niet goed was. Het was helemaal niet integer om dit te doen. Hij loog hierover en stond een man toe om zijn vrouw te nemen. En Farao stopte Saraï in zijn harem. Hij had uiteindelijk geen seksuele relatie met haar omdat God voordat hij dat kon doen ingreep en de waarheid onthulde. En weet je wat er gebeurde? In plaats van dat Abram werd bestraft, en gestraft door God of door Farao, erkenden zij dat God met hem was. En dat God had ingegrepen in deze droom en Farao had tegengehouden. En daardoor viel de vreze des Heren op al deze Egyptenaren en zij begonnen Abram slaven te geven, bedienden, vee, schapen en meer van die dingen. En daardoor verliet Abram Egypte met véél grotere rijkdom dan hij had. En je kun niet stellen dat het kwam door zijn slimme handelwijze. Je kunt ook niet stellen dat het kwam vanwege zijn enorme integriteit. Het was niets van dit soort dingen. Weet je wat het was? Het feit dat in vers 2 van Genesis 12 God had gezegd dat Hij hem zou zegenen en zijn naam groot zou maken. Gods zegen was onafhankelijk van wat hij verdiende. Onafhankelijk van zijn prestaties. Het was gewoon de gunst van God op hem die hem welvarend maakte. En sommige mensen kunnen deze punten gewoon niet met elkaar verbinden. Sommige mensen denken dat het allemaal hún inspanning is geweest die deze voorspoed teweeg heeft gebracht. Maar ik verzeker je dat dit niet zo is. Ik kan me de allereerste keer herinneren dat ik buiten de Nederland Nederland Nederland reisde en naar India ging. En ik bediende in Ahmedabad en in Bombay in India. En ik zag daar extreme armoede. En ik zag mensen liggen buiten het gebouw waar ik predikte. Twee, drie rijen dik en die leefden daar op het trottoir. En iedere mogen kwamen ze daar langs en haalden de dode lichamen op. Ieder ochtend kwam ik daar langs en zag dat er mensen van honger waren gestorven. En ik kwam terug naar Amerika en ik dacht het kan gewoon geen toeval zijn hoe gezegend wij zijn in Amerika. Dit is niet iets dat maar toevallig is gebeurd. Het is niets anders dan de zegen van God en het wordt ons niet gegeven zodat wij het maar voor onszelf erdoor zouden jagen en grotere huizen, grotere auto’s en groter speelgoed kunnen hebben. Dit is de zegen van God en ze is ons gegeven zoals gezegd wordt in Deuteronomium 8:18 ‘om het verbond gestand te doen, hier op deze aarde.’ 2 In de voorbije geschiedenis waren er mensen die als vorsten, prinsen en zeer vermogende mensen beschouwd werden, maar die vandaag de dag voor een armoedzaaier zouden doorgaan, gemeten naar onze normen. Wij leven in huizen en hebben gemakken en voorzieningen die koningen en prinsen niet kenden, airconditioning, centrale verwarming, stromend water en al die dingen. Wij zijn meer gezegend dan de meeste mensen die ooit op het oppervlak van de aarde hebben geleefd. En zoiets gebeurde met Abraham. Gód heeft Abraham gezegend en Abraham begon voorspoedig te worden. Hij was zó voorspoedig dat in het 13e hoofdstuk van Genesis Abraham en zijn neef Lot niet langer samen konden optrekken omdat hun vee en hun kudden 2 Deuteronomium 8: Maar gij zult aan de HERE, uw God, denken, want Hij is het, die u kracht geeft om vermogen te verwerven, ten einde het verbond gestand te doen, dat Hij uw vaderen gezworen heeft – zoals dit heden het geval is. zó talrijk waren geworden dat ze het land overgraasden. Hun bedienden begonnen ruzie te maken wie de beste stukken land konden begrazen. Dus ze moesten van elkaar scheiden. In feite zul je in het verhaal van Abraham ontdekken dat Farao en later Abimelek hem uiteindelijk vroegen om weg te gaan, omdat hij sterker en groter en machtiger was geworden dan zij. En dan heb je het over de koning van een hele natie die naar Abraham toekwam en vroeg: ‘Ga van ons weg, want jullie zijn machtiger, groter in rijkdom en materiele zaken dan wie ook van ons. Het land kan __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 8
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ gewoon niet jullie hoeveelheid aan.’ Dit was dus een individuele mens, die gezegend werd door God, die zó welvarend werd, dat koningen hem vroegen te vertrekken omdat hij een te groot beroep op de levensbronnen deed omdat hij groter was dan zij. Dat is verbazingwekkend. En weet je wat er gebeurde? Weet je wat hem zo had gemaakt? Het was echt niet zijn slimme zakendoen. Het was gewoon de zegen van God op Hem. En om dat te bewijzen vind je in het 14e hoofdstuk van Genesis een paar koningen die waren gekomen en Sodom en Gomorra hadden aangevallen. Daar was Abrahams neef Lot gaan wonen. En ze namen Lot en zijn gezin gevangen en roofden al zijn bezittingen en eigendommen. In feite waren vijf steden overweldigd door vier verschillende koningen, en die namen iedereen gevangen. En toen Abraham dit hoorde bewapende hij zijn geoefende dienaren voor de oorlog, degenen die in zijn huis geboren waren, ik dacht dat het er 380 waren. En dat waren alleen maar degenen die voor de oorlog bewapend waren. Er moesten dus ook vrouwen en kinderen zijn en natuurlijk nog oudere en jongere mannen die niet in staat waren te vechten. Dat geeft je dus een aardige indruk hoe welvarend deze man was. Hij had dus 380 soldaten die gebóren waren als slaven van hem. Hij was dus zeer welvarend. Hij trok er op uit en versloeg die vier koningen en bracht alle bezittingen terug. En toen de koning van Sodom zag dat Abraham ál de gevangen mensen terugbracht en alle geroofde bezit, zei hij tegen Abraham, dat vind je in Genesis 14 vers 21: De koning van Sodom nu zei tot Abram: Geef mij de mensen, en behoud de have voor u. Met andere woorden: ‘als u er niet was geweest zou ik álles hebben verloren, niet alleen de bezittingen maar ook deze mensen’ Hij zei: ‘Als u mij alleen maar de mensen terug wilt geven, onze vrouwen en kinderen en al de mensen die gevangen zijn genomen, dan mag u de hele buit houden.’ Er staat niet precies hoeveel dat was, maar het is niet onredelijk te geloven dat het gelijk staat aan miljoenen euros. Echt miljoenen euros waarde aan buit. Want hij had niet alleen alles terugveroverd wat geplunderd was uit deze vijf steden die veroverd waren. Maar hij had ook nog alle buit van die koningen die veroverd waren. Het waren vier koningen en hun legers en al het zilver en goud en juwelen en kleding en al dat soort dingen. Ik ben er zeker van dat het gelijk stond aan miljoenen euros waarde aan buit. Hij had dit aan deze veldslag over kunnen houden. En kijk wat Abraham tegen hem zei in vers 22: ‘Doch Abram zeide tot de koning van Sodom: Ik zweer bij de HERE, bij God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde: 23 Zelfs geen draad of schoenriem, ja niets van het uwe zal ik nemen, opdat gij niet kunt zeggen: Ik heb Abram rijk gemaakt! 24 Geenszins, alleen wat de knechten hebben verteerd en het aandeel der mannen, die met mij gegaan zijn, Aner, Eskol en Mamre, laten die hun aandeel ontvangen.’ Met andere woorden, wat Abraham deed was zeggen: ‘Nee, ik neem hier helemaal geen geld van. U kunt al uw mensen terughebben én de hele buit, omdat ik een eed heb gezworen bij de Heer dat helemaal níemand ooit zal kunnen zeggen dat zíj Abraham rijk hebben gemaakt. Het is Góds zegen op mij en om dat te bewijzen gaf hij in zekere zin miljoenen euros goederen weg, die hem rechtens toebehoorden omdat hij het veroverd had. Ik geloof dat dit laat zien dat Abraham een bepaalde instelling had. Op dit moment werd hij nog Abram genoemd, later wordt zijn naam veranderd. Maar het laat een instelling zien, dat hij aangaf dat het niet aan hém was, het was niet zíjn inspanning die rijkdom veroorzaakte. Natuurlijk was hij degene die bepaalde dingen deed, hij had mensen die voor zijn kudden zorgden, en al die andere dingen, maar hij vertrouwde gewoon niet op zijn eigen inspanningen om welvarend te worden. Hij zag zichzelf als de ontvanger van de zegen van God. Dat voert terug naar Genesis 12 vers 2 waar God aan hem verscheen en God zei: ‘Ik zal je zegenen en Ik zal jouw naam groot maken en Ik zal je tot een zegening maken.’ Abraham zag God als zijn bron. En daarom begon God hem bovennatuurlijk voorspoedig te maken. Ditzelfde is voor ieder van ons noodzakelijk om wérkelijk te beginnen te wandelen in de financiële voorspoed die God voor ons verlangt. Je moet God beginnen te zien als jouw bron. Je moet déze manier van denken eigen maken ‘dat het niet van mij is, dit is Gods zegen op mij, God heeft mij gezegend met __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 9
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ deze financiën, jazeker ik ben gaan werken voor de kost en sommigen hebben er veertig, vijftig of zestig uur per week in gestoken, maar Gód is de bron. God is degene die mij mijn leven heeft gegeven, mijn gezondheid, mijn vermogens, mijn talenten. God is degene die deze deuren, deze gelegenheden voor mij heeft geopend. Gód is mijn bron.’ En net als Abraham moet je erkennen dat dit Gods geld is. En wat was het gevolg ervan dat Abraham in zekere zin miljoenen euros buit weggaf? Kijk hier eens in het vijftiende hoofdstuk, direct na de verzen die we net gelezen hebben. Genesis 15: 1 Hierna kwam het woord des HEREN tot Abram in een gezicht: Vrees niet, Abram, Ik ben uw schild; uw loon zal zeer groot zijn. Abram had net zeer stoutmoedig voor de ogen van al deze mensen verklaard dat God zijn bron was, zodat ‘niemand ooit zou kunnen zeggen dat zij de bron van mijn rijkdom zijn geweest, en om dat te bewijzen geef ik alle buit terug aan u. Ik neem er helemaal níets van. Ik heb mijn leven op het spel gezet, maar hoef er niets voor te ontvangen. God is mijn bron.’ Is dat ijzersterk of niet? En direct daarna verschijnt God aan hem en zegt vrees niet Abram, Ik ben uw schild en uw loon zal zeer groot zijn. En natuurlijk is hier een geestelijke toepassing van maar het had wel degelijk ook financiële gevolgen en toepassingen. En onmiddellijk hierna begint Abraham weer meer en meer welvarend te zijn. God zegende aan hem de miljoenen euros aan buit terug, die hij had weggegeven aan de koning van Sodom. God zegende hem dat met rente terug. Weet je waarom? Omdat hij God als zijn bron beschouwde. Ik weet dat dit iets heel eenvoudigs is en sommige mensen zullen vinden dat ik te lang bij dit punt stil blijf staan. Maar ik zal je zeggen dat tót jij gaat erkennen dat God jouw bron is, tót je al je bronnen en inkomsten, je geld, je bezittingen gaat overzien en stopt met ze oppotten en zeggen ‘dit is van mij en ik doe ermee wat ik maar wil’, totdat jij stopt met een dichtgeknepen vuist te hebben en die gaat openen, tot het punt waar je zegt: ’God, alles wat ik heb is van U. U bent de bron van alles. God, dit is van U, hoe wilt U dat ik Uw geld beheer. Wat wilt U dat ik doe met de welvaart waar U mij mee gezegend hebt’, totdat je díe instelling krijgt, zal alles wat ik onderwijs op het gebied van financiën, alles wat de Bijbel onderwijst op het gebied van financiën, zo goed als nutteloos zijn. Het heeft geen zin om het allemaal aan je uit te leggen. Omdat jij het allemaal beschouwt als ‘dit is van mij en ik heb volledige zeggenschap hierover’. Je moet die instelling kwijt zien te raken en erkennen dat God de bron is van alles wat je hebt. En als je dat niet gelooft, is het enige dat God hoeft te doen, de adem van je weghouden. De Schrift spreekt erover dat God degene is die ons onze adem geeft.3 En als hij die adem 3 Psalm 104: 29 verbergt Gij uw aangezicht, zij worden verdelgd, neemt Gij hun adem weg, zij sterven en keren weder tot hun stof; terugneemt en zegt: ‘Je tijd is om’, dan is er niets wat jij kunt doen om het tegen te houden. Geen enkele arts zou je kunnen genezen als God jouw adem zou wegnemen. De waarheid is, dat God degene is die jou met gezondheid heeft gezegend. God is degene die jou adem geeft. God is degene die je alles heeft gegeven. En in de naam van de Heer dring ik er bij je op aan dat je alles wat je hebt niet als van jou gaat beschouwen, maar dat je jezelf de manier van denken eigen maakt van een rentmeester, iemand die het vermogen en vooral de financiële belangen behartigt van iemand anders. In zekere zin heeft God je gezegend met financiën die Hij aan jou gegeven heeft. Híj is de bron van jouw zegening. Net zo zeker als Hij de bron was van de zegening van Abraham. Maar het grote verschil is dat Abraham wíst dat God zijn bron was. Abraham wist dat zonder een spoortje van twijfel. En daarom begon hij welvarend te worden, en welvarend en welvarend en welvarend. Eén van de redenen waarom wij niet meer welvarendheid zien komen, en grotere zegeningen, is dat wij deze les van een rentmeester te zijn niet hebben geleerd. Wij denken nog steeds dat het van ons is. Wij beschouwen al deze dingen alsof ze van ons zijn. En daarom hebben wij een krenterige zelfzuchtige houding. Want tenslotte is dit allemaal míjn geld. Maar de waarheid is dat het niet echt van jou is. Ik heb ooit eens een programma gezien. Ik weet de naam ervan niet meer. Het was een oud programma van Jimmy Steward. Het was dat programma ‘Shinondoa’ een oud programma over de burgeroorlog. Ik weet het niet meer, __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 10
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ maar ik heb het niet lang geleden eens gezien. En Jimmy Steward zat aan tafel en zijn hele familie zat bij hem. Ze bewerkten een boerderij en ik weet niet exact de woorden meer die hij gebruikte, maar in ieder geval, hij zat aan tafel en toen hij het dankgebed over de maaltijd uitsprak zei hij: ‘God, dit is het voedsel dat wij geplant hebben, dat wij bewerkt en bevloeid hebben, dat wij geoogst hebben. Als wij er niet waren geweest zou dit er allemaal niet zijn geweest. Maar wij vragen U toch maar om het te zegenen.’ En in principe had hij die instelling God, wij hebben dit geplant, wij hebben het bewerkt, wij hebben het allemaal gedaan. Maar de waarheid is, dat het echt allemaal van God is. Híj heeft die wetten geschapen die het allemaal laat werken. En naarmate het verhaal vordert, verloor deze man door de oorlog heen verschillende familieleden. De tragedie sloeg toe en op het eind van het programma vernedert hij zichzelf en zegt: ‘God het is echt allemaal van U, dat U de zegen geeft.’ In wezen bekeerde hij zich van zijn eigengereidheid. De waarheid is dat als er niet de regen was geweest die God heeft gegeven, als Hij de aarde niet vruchtbaar had gemaakt, hadden wij niets van deze dingen kunnen cultiveren. Als God niet onze gezondheid had gegeven en ons in deze tijd had laten geboren worden, dan had je deze dingen niet kunnen doen. Dus de allereerste stap om werkelijk in financiële voorspoed te leven zoals God dat voor je wil, is te erkennen dat jíj niet de bron bent van jouw financiële voorspoed. Dat betekent niet dat jij thuis voor de buis kunt blijven zitten, bonbons eten en nooit hoeft te werken. Ik zeg dat wie niet werkt niet zal eten, dat staat in II Tessalonicenzen 3 4. Het is wel degelijk de bedoeling dat je zult werken. Maar je moet wel erkennen dat ook al ben jíj degene die werkt, God degene is die de vermeerdering geeft. Gods zegen is het die het allemaal laat werken. De woordenboekdefinitie van een rentmeester is iemand die de zaken, speciaal de financiële zaken van iemand anders behartigd. Je behartigt de bezittingen van iemand anders. Zelfs al staat het geld op jóuw bankrekening. Het huis en de auto staan op jóuw naam, maar God is 4 II Thessalonicenzen 3: Toen we bij u waren, hebben we herhaaldelijk gezegd dat wie niet wil werken, niet zal eten. degene die jou het vermogen geeft om voorspoedig te worden en rijkdom te vergaren en Hij doet dat opdat Hij zijn verbond op deze aarde kan vestigen. Dat staat in Deuteronomium 8:18.5 Je moet dus God als jouw bron gaan beschouwen en daarom ook als de werkelijke eigenaar van álles wat je hebt. Maar God is jouw bron. En daarom moet je gevoelig zijn voor hem en Zijn aanwijzingen opvolgen. Ik kan je verzekeren dat als je deze waarheid niet begrijpt dat het je zal belemmeren om alle andere dingen te ontvangen die de Schrift te zeggen heeft over voorspoed. Ik heb Abraham als voorbeeld gebruikt en verteld hoe Abraham erop uit trok, deze koningen versloeg en het equivalent van miljoenen euros aan buit verkreeg. En de koning van Sodom zei: ‘Als u me alleen maar de mensen teruggeeft dan mag u alle buit houden’. Het ging echt om miljoenen aan buit, maar Abraham wilde het niet hebben omdat hij zei: God is mijn bron, niemand zal ooit kunnen beweren dat híj degene was die Abraham rijk gemaakt heeft. God is mijn bron en daarom gaf hij ál deze buit en al deze rijkdom terug aan de koning van Sodom. Zie je dat hij een instelling had waarin hij God erkende als zijn bron. En wist je dat daarom ook Abraham een tiende betaalde aan Melchisedek in het veertiende hoofdstuk van het boek Genesis. En hij gaf het zo terug, het was een uitdrukking van het feit dat hij zei: God ik weet dat ik niet mijn bron ben. Ik weet dat U de bron bent van mijn zegening. Hier is nog een voorbeeld van precies hetzelfde. In Genesis hoofdstuk 13 staat een voorval waarin Abram zó voorspoedig was geworden dat Lot en hij niet langer samen konden blijven omdat ze zoveel vee en kudden hadden dat ze het land overgraasden. Ze moesten opsplitsen. En dit is wat Abraham zei in Genesis hoofdstuk 14 in vers 8: Dus zeide Abram tot Lot: Laat er toch geen twist zijn tussen mij en u, en tussen mijn herders en uw herders, want wij zijn mannen broeders. 9 Ligt het gehele land niet voor u open? Scheid u toch van mij af; hetzij naar links, dan ga ik rechts, hetzij naar rechts, dan ga ik links. 10 Toen sloeg Lot zijn ogen op en zag, dat de gehele streek van de Jordaan rijk aan water was; voordat de HERE Sodom en Gomorra verwoest had, was zij tot Soar toe als de hof __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 11
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ des HEREN, als het land Egypte. 11 Dus koos Lot voor zich de gehele streek van de Jordaan, Dit is het punt waar het me hier om gaat. Abraham was degene tot wie God gesproken had in Genesis 12:2 ‘Ik zal u zegenen en uw naam groot maken en u zult tot een zegen zijn.’ Abraham zag God als zijn bron. Maar er was teveel vee om samen te blijven. En Abraham nam Lot mee boven op een bergtop en toonde hem het hele land: ‘Kies jij maar welke kant je op wil gaan’. En er wordt expliciet vermeld dat vóór God Sodom en Gomorra vernietigde het gebied rond de Dode Zee zeer weelderig was. Het was goed bewaterd, het leek wel de hof van Eden. Ik weet niet hoeveel van jullie ooit dieren hebben gehouden. Ik heb het grootste deel van mijn leven paarden gehouden. En ik kan je verzekeren dat iedere keer als ik een stuk grond kocht, dan lette ik op goed bevloeid land. Of er genoeg grondwater was en of het gras goed genoeg was en dat soort dingen. Voor iemand die dieren heeft die grazen en helemaal in die dagen, toen je echt niet naar de winkel kon gaan en haver of hooi kon kopen of zulke dingen. Ik bedoel dat ze echt helemaal van het grazen afhankelijk waren om te overleven. Iemand de keuze te laten, terwijl er aan deze kant woestijn is waar je maar om de zoveel meter een sprietje gras hebt groeien, en aan de andere kant is een weelderige vlakte met 5 Deuteronomium 8: 18 Maar gij zult gedenken den HEERE, uw God, dat Hij het is, Die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen; opdat Hij Zijn verbond bevestige, dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft, gelijk het te dezen dage is. (Staten Vertaling) geweldig gras voor alle kudden en het vee. En dan ga je daar staan en zegt: ‘Kijk maar welke kant jij op wilt. Als jij de ene kant kiest, ga ik de andere kant op.’ Denk je niet dat iemand die alleen maar denkt dat hijzelf de bron is van alle welvaart, en het gewoon van hem afhankelijk is, en het alleen een kwestie is van doe wat je maar kunt doen om welvarend te zijn, dan zou je niemand zó’n keuze geven. Het was zó overduidelijk iets waar je niet over hoefde na te denken. Hier aan deze kant goed bevloeid, weelderig weiland en aan de andere kant woestijn. Dat was gewoon geen keuze. Er was gewoon geen twijfel aan in welke richting Lot zou gaan. Lot koos het goed bevloeide land. Besef je dat Abraham dus eigenlijk het gebied koos dat woestijn was? En onmiddellijk nadat ze gescheiden waren, verscheen de Heer aan Abraham en sprak een nóg grotere zegen over hem uit dan hij oorspronkelijk al had. Oorspronkelijk had de Heer in Genesis 12 vers 2 gezegd dat Hij hem zou zegenen. Maar kijk eens wat de Heer vlak hierna zei. In vers 14. Genesis 13:14: 14 En de HERE zeide tot Abram, nadat Lot zich van hem gescheiden had: Sla toch uw ogen op, en zie van de plaats, waar gij zijt, naar het noorden, zuiden, oosten en westen, 15 want het gehele land, dat gij ziet, zal Ik u en uw nageslacht voor altoos geven. 16 En Ik zal uw nageslacht maken als het stof der aarde, zodat, indien iemand het stof der aarde zou kunnen tellen, ook uw nageslacht te tellen zou zijn. 17 Sta op, doorwandel het land in zijn lengte en breedte, want u zal Ik het geven. En Abraham ging weg en begon te doen wat de Heer hem had opgedragen, onmíddellijk nadat hij Lot deze keuze had gegeven. Sommigen van jullie zien dit misschien niet zo duidelijk, maar de manier waarop ik dit zie is dat Abraham eigenlijk tegen Lot zei: ‘Lot, Gód is mijn bron. Weet je, wij kunnen niet samen blijven omdat onze kudden te groot zijn, dus kies jij maar welke kant jij op gaat. En welke kant jij ook opgaat, het doet er niet toe. Kies maar het goed bevloeide land, het beste weideland, wat je maar wilt. Ik ga deze kant op en Gód is mijn bron. En God zal me zegenen.’ Besef je dat in het natuurlijke het onmogelijk is dat iemand die in de woestijn woont met al deze kudden en vee op dezelfde manier welvarend kan zijn als iemand die in goed bevloeid land woont met weelderige weilanden. Maar Abraham werd nog veel welvarender dan Lot. God verscheen hem en hij begon nóg meer voorspoed te kennen omdat God hem zegende en God zijn bron was. Als ik over zoiets als dit onderwijs, dan zijn mensen bang om hun handen open te maken en toe te staan: ‘God, alles is van U! Ik heb niets dan alleen wat U hebt en wat U mij toegestaan hebt om te hebben. En het is Uw genade, U zegent het en het is Uw gunst.’ Mensen zijn bang om hun vuist te openen en alles aan God te geven omdat ze denken dat God van hen gaat afnemen. Ze denken: ‘Als ik hieraan vasthoud, en ik ga mijn tienden niet betalen __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 12
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ en ik ga niet meedoen met offeranden en collectes en ik ga al deze dingen niet doen alsof het Gods geld is, en ik ga zijn aanwijzingen niet opvolgen en gewoon een rentmeester zijn over Zijn dingen. Nee dit is allemaal van mij en ik geef wat ik wil geven, ik geef wanneer ik wil geven, ga ik meer welvaart krijgen.’ Als je deze houding hebt, denken mensen dat je méér welvaart gaat krijgen. Met die zelfzuchtige houding dat je jezelf ziet als de bron. Maar wat gebeurde er met Abraham? Toen hij zei: ‘Kies maar het beste uit’, toen hij al die miljoenen euro aan buit weggaf, en toen hij al het goed bevloeide land weggaf, beschouwde hij God als zijn bron. Toen hij dat deed verscheen God hem en zei: ‘Ik geef jou het héle land.’ Kijk maar naar íedere richting, noord, zuid, oost en west.’ Weet je wat dat betekent? Ook het gebied dat Lot had gekregen, ook die goed bevloeide en bewaterde vlakte daarvan zei God: ‘Dat is van jou. Je hebt het misschien tijdelijk aan Lot gegeven, maar uiteindelijk zal het állemaal van jou zijn.’ Ik kan je verzekeren dat als jij je vuisten opent en God gaat vertrouwen, dat God geen afpakker is. God is niet iemand die vermindert. God is niet in jouw leven gekomen om van jou af te pakken, maar Hij wil je zegenen. Alle mensen in de Bijbel die echt welvarend werden, hadden állemaal deze instelling, dat het niet hún geld was, maar dat het van God was die hen had gezegend. Laat ik je daar een voorbeeld van geven. Het is een voorbeeld van David. In 1 Kronieken hoofdstuk 29 was David koning. Dit verhaal speelt aan het einde van zijn leven. En David was bezig het koninkrijk over te dragen aan Salomo en had alle naties en alle leiders van de natie samengeroepen. En hij droeg de teugels aan Salomo over en heel speciaal gaf hij een opdracht aan zijn zoon Salomo om voor de Heer een tempel te bouwen. David had het zelf willen doen, maar God had hem gezegd dat hij zou het niet mogen doen, maar zijn Zoon zou de tempel bouwen. Dus had David het Woord van de Heer gehoorzaamd. Maar hij had wel voorbereidingen daarvoor getroffen. En vóór die tijd, ik ga dat niet allemaal voorlezen, maar vóór die tijd had David uit de koninklijke schatkamers die hij had, 36 miljard euros aan waarde goud gegeven en apart gelegd voor de tempel. En hij had 14 miljard euro waarde aan zilver gegeven. Dat was samen dus een bedrag van 50 miljard euro aan goud en zilver die David al opzij had gezet en bestemd voor de bouw van de tempel. Maar hier in 1 Kronieken 29, vlak voor zijn dood, en terwijl hij het koninkrijk overdroeg aan zijn zoon Salomo, was dit wat David deed: 3 Maar nu schenk ik nog bovendien, uit liefde voor het huis van mijn God, van wat ik zelf aan goud en zilver bezit, aan het huis van mijn God, behalve wat ik voor het heiligdom heb gereedgelegd: (dat was dus die eerdere 50 miljard) 4 drieduizend talenten goud, goud van Ofir, en zevenduizend talenten gelouterd zilver, om de muren der gebouwen te overtrekken; 5 goud voor de gouden en zilver voor de zilveren voorwerpen, en voor alles wat door de handwerkslieden wordt gemaakt. Wie verklaart zich nu bereid, om heden de HERE zijn gave te schenken? Deze drieduizend talenten goud staat gelijk aan honderdtien ton goud en dat zou tegenwoordig 1 miljard en 65 miljoen euro in waarde aan goud zijn. En vervolgens gaf hij ook nog zevenduizend talenten zilver, dat is tweehonderdzestig ton, oftewel 99 miljoen en 40 duizend euro waarde aan zilver. Als je dat bij elkaar optelt is het meer dan 2 miljard euro aan goud en zilver die David van zijn eigen persoonlijke bankrekening gaf voor de bouw van de tempel. En kijk naar de resultaten hiervan. Er staat dat toen hij dit allemaal had gedaan, in het laatste deel van het vijfde vers: Wie verklaart zich nu bereid, om heden de HERE zijn gave te schenken? En het verslag gaat verder met te vertellen dat nadat David dit offer had gegeven, 2 miljard aan zilver en goud voor de bouw van de tempel, dat alle leiders, de oversten van deze stammen, deze gevende geest oppakten en begonnen te geven. En het spreekt erover hoeveel zij gaven. Zij gaven meer dan David gaf. Natuurlijk waren dat alle stammen bij elkaar, maar zij gaven ongeveer 3 miljard euro aan goud en zilver. Dus als je het bij elkaar optelt, werd er op deze ene dag al meer dan 5 miljard euro goud en zilver geschonken!! Dat moet een geweldig gezicht zijn geweest. Maar in ieder geval wil ik je Davids reactie laten zien, toen dit allemaal gebeurde. In vers 10 I Kronieken 29:10 10 Toen prees David de HERE ten aanschouwen van de gehele gemeente, en David zei: Geprezen zijt Gij, __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 13
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ HERE, God van onze vader Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid. 11 Van U, o HERE, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o HERE, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven. 12 Want rijkdom en eer komen van U. Nou, nogmaals, dit is het punt dat ik probeer over te brengen. Je moet deze mentaliteit ontwikkelen, dat je een rentmeester bent, het is niet echt van jou. God heeft aan jou je financiën en middelen toevertrouwd. Dat was wat David hier zei in vers 12: 12 Want rijkdom en eer komen van U, en Gij heerst over alles; in uw hand is sterkte en kracht, en Gij hebt het in uw macht een ieder groot en sterk te maken. Weet je wat David doet? David zegt: ‘God, U bent de bron van dit alles, U bent degene die uw volk zo groot hebt gemaakt.’ Toen Abraham kwam had hij in principe niet heel veel. En God begon hem voorspoedig te maken. En tegen deze tijd was het volk uitgegroeid tot een machtige natie, en ze waren in staat om op één dag, spontaan meer dan 5 miljard euro waarde aan goud en zilver te schenken voor de bouw van de tempel. En David zei: ‘God, Ú bent de bron van dit alles. Rijkdom en eer komen van U. U bent degene die ons groot heeft gemaakt, U bent degene die dit alles heeft laten gebeuren. God het is allemaal van U. Wij zijn maar de rentmeesters. En in vers 13 zegt hij: ‘13 Thans loven wij U, o onze God, en prijzen wij uw heerlijke naam. 14 Wie toch ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zouden zijn zulke vrijwillige gaven te schenken? Want het komt alles van U, en wij geven het U uit uw hand. 15 Voorwaar, wij zijn vreemdelingen en bijwoners voor uw aangezicht, gelijk al onze vaderen; als een schaduw zijn onze dagen op aarde, zonder hoop. 16 HERE, onze God, al deze rijkdom die wij bijeengebracht hebben om U een huis te bouwen voor uw heilige naam, komt uit uw hand; U behoort het alles. 17 Ik weet, mijn God, dat Gij het hart toetst en een welbehagen hebt in oprechtheid – ik heb in oprechtheid mijns harten U dit alles vrijwillig gegeven; nu heb ik met vreugde gezien, hoe ook uw volk dat zich hier bevindt, U vrijwillig gaven bracht. 18 HERE, God van onze vaderen Abraham, Isaak en Israël, houd deze gezindheid in het hart van uw volk voor altijd in stand, en richt hun hart op U. En dan gaat hij verder met een gebed voor Salomo. Maar merk op dat hij heeft gezegd: ‘Alles wat wij gegeven hebben komt van U.’ Wij hebben alleen maar genomen van wat U ons gegeven heeft, en dat aan U teruggegeven. Alles is van U en het enige dat wij deden is teruggeven wat van U was. Ik zeg je dat dít de instelling is die ik over wil brengen. Als jij werkelijk wilt beginnen met voorspoedig te zijn, moet je stoppen met het te beschouwen als jóuw geld. Je moet stoppen met jezelf als de bron te beschouwen van je welvaart. Je moet erkennen dat het God is. Het is God die jou gezegend heeft. Er is nog een vers in Psalmen 104, waar staat dat God de bron is, zelfs van de dieren. Hij opent zijn hand en geeft hen water en geeft hen gras om te eten. En als Hij zijn hand sluit en de regens komen niet, kan Hij hun adem wegnemen. 6 God is de bron van alles. Van ons leven, niet alleen van ons, maar van alle dieren, en van alles wat leeft. En als wij de brutaliteit hebben, de arrogantie, om te denken dat wij de bron zijn van alles wat we hebben, is dat een humanistische houding. Dat is ook de reden waarom wij zo gestresst rondlopen. Dat is de reden waarom we ons zorgen maken om onze financiën. We maken ons zorgen of we opgelicht worden, over wat er gaat gebeuren, of het wel goed gaat met de economie, omdat wij onze bron zien als alleen maar fysieke, natuurlijke menselijke dingen, die onderworpen zijn aan al deze ups en downs. Maar als jij God als je bron gaat beschouwen, doet dat een aantal dingen voor je. Op de eerste plaats geeft het je een vrede en een zekerheid, dat weet je dat God degene is die voor mij verantwoordelijk is. En dat Hij heeft beloofd in het Woord van God dat zelfs een mus niet op de grond kan vallen zonder dat Hij het merkt. Zelfs de haren op ons hoofd zijn allemaal geteld. Als God al deze dingen al doet, hoeveel te meer zal Hij voor mij zorgen. Ik zal éérst het Koninkrijk van God zoeken en al Zijn gerechtigheid en God zal al die andere dingen aan mij toevoegen. Als jij bezorgd bent, en als jij financiële problemen hebt en daarover ruzie maakt in je huwelijk, dan moedig ik je aan om te gaan tot het punt waar je jezelf vernedert en zegt: ‘God, U bent de bron van onze voorspoed. Wij hebben ons misschien __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 14
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ niet voldoende aan U onderworpen en U voldoende gehoorzaamd, maar vanaf nu vernederen wij onszelf en zeggen dat U onze bron bent. Het is net als bij David, álles wat we hebben komt van U.’ En 6 Zie Psalm 104 als wij 10% teruggeven of een offer brengen, is het enige wat we doen: aan God teruggeven wat Hij op de allereerste plaats aan ons had gegeven. Weet je, het is soms moeilijk voor mensen om verder te kijken dan de natuurlijke fysieke dingen en in het geestelijke gebied te kijken. Maar ik heb echt deze instelling dat ik een rentmeester ben. En dat zeg ik niet om mijzelf op de borst te kloppen, maar ik weet dat ik van het begin af aan helemaal niets had, nul komma nada niks. Sommigen van jullie hebben me wel eens horen spreken over mijn armoededagen, waarin wij niets anders dan popcorn te eten hadden of soms zelfs nog minder dan dat. Toen Jamie acht maanden zwanger was hadden we twee weken lang helemaal niets te eten. We hadden alleen maar water te drinken omdat we zo platzak waren. Weet je, ik weet waar ik vandaan kwam. Ik weet wat mijn bronnen zijn, wat ik zelf in staat was te doen. En ik begon God te vertrouwen, en naarmate ik vorderde in de bediening, ik heb 3 kleine kerkjes bediend, heeft God ons gezegend. Ik ben geen miljonair of zoiets, Maar ik heb een huis dat zo goed als betaald is, en God zorgt voor me, en mijn auto is betaald en ik ben zo goed als schuldenvrij. Misschien nog hooguit een jaar. En met alles wat ik heb heeft God me gezegend. Dit gebouw dat eigendom is van de bediening is meer dan 6 à 7 miljoen euro waard. We hebben minder dan 3 miljoen schuld op het hele ding. God heeft ons gezegend. Sommige mensen begrijpen dit niet, maar ík erken dat ík niet degene ben die dit heeft gedaan. Het is niet mijn grote wijsheid of mijn geweldige vaardigheden. Dit is van God. Dit is Gods zegen op mij. En ik heb geprobeerd mijn kinderen dit te vertellen. Zij waren geboren en leefden al toen wij door verschillende armoedecrises heengingen. Maar dat herinneren zij zich niet meer. Het enige dat zij zich herinneren is dat zij ons gezegend en voorspoedig zagen. En soms denken ze dat ík het ben die dit allemaal in gang heeft gezet. Ik ben op de radio en televisie, en dat God mij daarom gezegend zou hebben met dit alles. Maar ík weet dat God mijn bron is. Ik heb de instelling van een rentmeester. En alleen maar omdat we nu een bepaalde cash-flow hebben die bij de bediening binnenkomt doe ik niet zomaar bepaalde dingen. Zo van, nou ik zou dít kunnen doen en dát kunnen doen. Het is gewoon niet mijn geld. Het is écht niet mijn geld. Ik ben een rentmeester. Ik ben natuurlijk helemaal een rentmeester binnen de bediening hier. Want zelfs wettelijk wordt van je geëist dat je een rentmeester bent. En ik kán gewoon niet zomaar geld nemen. Onlangs kwam mijn zoon, hij is bij mij in dienst. En wij waren bezig een keuken te plaatsen, en hij nam een mixer mee naar huis. En hij wilde deze mixer gebruiken om iets te maken en ons een thanksgiving-maaltijd te bereiden. En ik moest hem zeggen: ‘Nee, die mixer mogen we niet gebruiken’. Hij zei: ‘Waarom niet?’ En ik zei: ‘We hebben hier een eigen mixer en die moeten we gebruiken.’ Maar hij zei: ‘Dit is een veel betere mixer en die is van de bediening.’ Maar ik kan helemaal niets van de bediening gebruiken voor een of ander persoonlijk voordeel. Dat kan gewoon niet. Er moet een haarscherp onderscheid zijn. Ik kan helemaal niets van de bediening voor mezelf gebruiken. En dat is ook zo volgens de wet. Mensen gaan voor dit soort dingen naar de gevangenis, als ze middelen van de bediening meenemen en voor persoonlijke doelen gebruiken. Omdat we belasting moeten betalen over die dingen als we ze persoonlijk gebruiken. Dus ik moest hem dat ding terug laten brengen naar de bediening. Wij kunnen gewoon geen spullen van de bediening gebruiken. Zie je dát is de instelling van een rentmeester. Het is niet van mij, alles wat ik hier heb is niet van mij, het is van God. Het is van God. Het goed zijn als wij allemaal ons inkomen en alles wat we hebben niet als van ons zouden beschouwen, maar dat God het allemaal aan ons heeft toevertrouwd. Hij heeft ons geld gegeven en Hij wíl dat je je huur betaalt. Hij wil dat jij je hypotheek betaalt. Hij wil dat jij je auto afbetaalt. Hij wil dat jij je belastingen en je gas, licht en water betaalt. Hij wil dat je helemaal niemand iets schuldig bent behalve lief te hebben. En God wil dus dat jij een goede getuige zult zijn en voor deze dingen betaalt. Maar in plaats van dat jij het gaat zien als: ‘Ik __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 15
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ ben degene die dit alles betaalt,’ zie dit als geld dat God aan jou heeft toevertrouwd. Je bent een rentmeester en wát wil God dat jij ermee zult doen. Hij heeft je gezegd dat je niemand iets schuldig zou moeten zijn, dus moet je je rekeningen betalen. Hij heeft je ook gezegd geen geld uit te geven dat je niet hebt. Dus als wij werkelijk een rentmeesterinstelling zouden hebben, dan kan ik je garanderen dat het een eind zou maken aan een heleboel emotionele en lustgedreven uitgaven, waar mensen zich aan overgeven. In plaats van dingen voor zichzelf doen, zoals iets kopen omdat zij zich gekwetst of gekweld voelen en dan kopen ze iets om zich zelf te troosten, zodat ze zich wat beter voelen. Maar dat is helemaal geen goed rentmeesterschap. Dat is niet het gebruik van geld zoals God dat van je zou willen. In feite is het zelfs een vervanging voor iets dat Gód in jouw leven zou moeten zijn. Het veroorzaakt echt een heleboel problemen in jouw leven als je niet erkent dat je slechts rentmeester bent van alles wat God je heeft gegeven. Je moet je deze instelling eigen maken. Sommigen van jullie kunnen je herinneren dat je hebt gebeden om een betere baan. Je had een uitzichtloze baan. God heeft je gezegend en een nieuwe baan of een promotie gegeven. En natuurlijk ben jij degene die heeft gewerkt. Waarschijnlijk zelfs heel hard gewerkt. Maar wat zou er zijn gebeurd als God dat gebed niet had beantwoord? Als God je niet deze promotie had gegeven? Er zijn er van jullie die gebeden hebben dat God je een bepaald talent zou geven, of iets te doen zou geven, en God heeft je dat gegeven en je gezegend. En nu ben je vergeten dat God degene was die je dit vermogen heeft gegeven. God heeft deze dingen gedaan. Er is een vriend van mij, ik ga niet alle details vertellen want ik heb het hem niet gevraagd, dus ik wil niet zijn hele getuigenis vertellen, maar in principe had hij helemaal geen flauw idee wat hij met zijn leven moest doen. Hij bad en vroeg God wat God wilde dat hij zou doen. En God heeft hem verteld dat hij moest beginnen met tekenen en beeldhouwen. En nu is hij bijzonder succesvol. Hebben jullie wel eens deze meters hoge beelden van engelen gezien in dit gebouw? De man is gewoon een super begaafde beeldhouwer. En hij doet dat pas een jaar of tien, vijftien. Hij heeft helemaal geen opleiding of wat dan ook gehad. Hij heeft alleen maar gebeden en God sprak tot hem en vertelde hem dat dít het was waarvoor Hij hem geroepen had. En hij moet zich gewoon blijven herinneren, voor zover ik weet dóet hij dat ook, dat God hem dat talent heeft gegeven. Je moet God als jouw bron zien. En als jij God als jouw bron ziet, dan verandert dat jouw totale houding ten opzichte van geld. Het is niet langer jouw geld, het is niet langer zo dat je maar doet wat je wilt doen. Maar dit is Gods geld dat aan jou is toevertrouwd. En als je verantwoordelijkheidsgevoel hebt, geeft het je een volkomen andere houding ten opzichte van financiën. Laat me je een voorbeeld uit de Schrift tonen in Psalm 50. Dit gaat over offeranden die onder het oude verbond vereist waren. Maar er is een parallel tussen deze offeranden en financiën. Kijk wat er staat in Psalmen hoofdstuk 50 vanaf vers 7: ‘ 7 Hoor, mijn volk, laat Mij spreken; Israël, laat Mij onder u getuigen: Ik, God, ben uw God. 8 Vanwege uwe offers bestraf Ik u niet, daar uwe brandoffers altoos Vóór Mij zijn. (Lutherse vertaling) Dat is gewoon ouderwets Nederlands om te zeggen dat Gods onvrede met hen niet ging over het gebrek aan offers. Ze hadden voortdurend offers geofferd. Maar als Hij verder gaat, spreekt Hij erover dat het gaat om je hóuding, je instelling. De houding van je hart bij het aanbieden van je offeranden, dáár ging Gods aanklacht over. In vers 9 staat: 9 Ik wil van uw huis geen varren nemen, noch bokken uit uwe stallen; 10 want al het gedierte in het woud is het mijne, het vee op de bergen, waar zij bij duizenden gaan; 11 Ik ken al het gevogelte op de bergen, alle gedierte op het veld is het mijne. __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 16
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ 12 Ware het, dat Mij hongerde, Ik behoefde het u niet te zeggen; want mijn is de aardbodem en al wat er op is. 13 Meent gij, dat Ik stierenvlees eten en bokkenbloed drinken wil? 14 Offer Gode dank, en betaal den Allerhoogste uwe geloften. (Lutherse vertaling) Het ging er helemaal niet om dat zij geen offers hadden gebracht. Zij hadden voortdurend offers gebracht. Maar Hij zegt: ‘Het is jullie ontgaan waar het om ging’ Waarom had God eigenlijk opdracht gegeven offers te brengen, en deze bloedoffers, vereist onder het oude verbond? Dat was om hen duidelijk te maken dat er voor hen bloed vergoten moest worden. Het ging niet om het bloed van een dier, maar dat was profetisch over de komst van de Messias, die Zíjn bloed en Zíjn leven zou geven als betaling voor onze zonden. En de Schrift zegt dat in Kolossenzen 2 verzen 16 en 17: dat dit allemaal maar schaduwen waren, types, voorafbeeldingen van de dingen die werkelijkheid zouden worden door de Messias. 7 En ze hadden dus de bewégingen hiervan gemaakt, maar nooit God werkelijk hun hart gegeven. Daarom zegt God hier: ‘Ik heb al die dingen niet echt nodig. Ik neem echt geen stieren of geitenbokken uit jullie huis.’ Hij had hen wel degelijk bevolen om stieren en bokken te offeren, maar waaróm had Hij dat gedaan? De mensen dachten dat God hun stier of hun geit nodig had. Néé, zíj hadden nodig om te offeren. Zij hadden nodig om aan God terug te geven om daarmee hun vertrouwen en afhankelijkheid van Hem te tonen. En om dat te bewijzen, zegt Hij: ‘Ik ken ál het gevogelte op de bergen en de dieren des velds zijn van Mij’ In vers 12: ‘Als Ik honger had, zou Ik het jullie niet vertellen, want de hele aarde en alles wat er op is, is van Mij. Zou ik het vlees van stieren eten en het bloed van geiten drinken?’ Hij zegt: ‘waarom denk je dat Ik jullie bevolen heb deze offers te brengen? Omdat Ik honger zou hebben?’ Hij zegt: ‘Als Ik honger zou hebben zou Ik het júllie niet zeggen en niet aan júllie vragen om mij te voeden! Al het vee op alle heuvels is van mij, alle vogels in de lucht, álles op de hele aarde is van Mij. Ik vraag jullie helemaal niet om die offers omdat Ik ze nodig heb, júllie hebben ze nodig, om te leren geven.’ En dít is het punt waar het mij om gaat. Weet je waarom God ons vraagt om tien procent te geven? Ik ga meer onderwijs over de tienden geven als we vorderen in deze serie. Maar weet je waarom God ons heeft gevraagd om te geven aan mensen in nood? En waarom God ons heeft gezegd tienden te geven en offeranden? Dat is helemaal niet omdat God jouw geld nodig heeft. God zou in staat zijn om deze bediening, kerken, allerlei instellingen op andere manier te financieren. Hij zou in staat zijn om iedere bedienaar helemaal onafhankelijk zelfvoorzienend rijk te maken. Hij had Abraham gezegend en die werd onafhankelijk rijk. Hij deed dat ook bij Isaäk en bij Jacob. God zou in staat zijn om ons zo te zegenen dat wij nooit een collecte of offerande nodig zouden hebben of wat dan ook. God had dit hele systeem anders kunnen opzetten. Maar Hij heeft het zó in elkaar gezet dat de bediening, een pastor, een kerk of een para kerkelijke bediening zoals wij, zouden leven op basis van wat mensen geven. God heeft het zó gemaakt dat de mensen die het Evangelie ontvangen terug zouden geven en zo het Evangelie verder zouden helpen. Er is echt een heleboel geld in omloop. God zou gewoon iemand mij miljoenen euros kunnen laten geven. Maar zelfs al zou ik meer geld 7 Kolossenzen 2:
__________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 17
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. 17 Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus. 18 Laat u niet de prijs ontzeggen door iemand die behagen schept in nederigheid en engelenverering, intreedt in wat hij niet gezien heeft, zonder reden gewichtig doet door zijn vleselijke denken, 19 en zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het hele lichaam, dat van banden en pezen voorzien is en daardoor samengevoegd, opgroeit door de groei die van God komt. Omdat jíj het zelf nodig hebt. Het is helemaal niet zo dat God jouw geld nodig heeft. God heeft dat net zo min nodig als dat Hij de oudtestamentische offers nodig had. Als God honger had zou Hij helemaal niet om een offer vragen. Dat is gewoon niet de manier waarop God voor zichzelf zorgt. Hij deed dat, zodat de mensen zouden leren om te géven, en zouden leren hoe afhankelijk ze van God waren voor een offer. En het is precies hetzelfde op het gebied van financiën. God heeft jouw geld helemaal niet nodig, maar jíj hebt nodig om God te erkennen als de bron van al jouw financiën. En het is één ding om te zéggen: ‘O ja, ik geloof dat God mijn bron is, Ik geloof dat God mij heeft gezegend, Gód is degene die mij in staat heeft gesteld om alles te doen wat ik doe.’ Het is één ding om dat te zéggen, maar het is nog wat anders om het ook te laten zíen. En hoe bewijs je dat? Praten alleen is goedkoop. Maar hoe bewijs je dat God wérkelijk je bron is? Heel eenvoudig. God zei: ‘Geef Mij 10%’ En iemand die niet écht werkelijk vanuit zijn hartsniveau God als zijn bron ziet, gaat onherroepelijk zeggen: ‘Maar ik heb dit nódig, ik heb hiervoor gewérkt, het is van mij. Ik heb dit geld nódig.’ Sommige mensen zullen er aanstoot aan nemen, maar ik bedoel het niet om je te kwetsen, ik zeg deze dingen opdat de waarheid je vrij zal maken, maar er zijn er onder jullie die niet geven en toch zeggen: 16
‘Ja, God is mijn bron, ik weet dat God degene is, die mij alles heeft gegeven.’ Maar als je geen 10% geeft, dan beschouw je God helemaal niet echt als jouw bron. Jij ziet jezelf als jouw bron. Je bent het er misschien niet mee eens, en je gaat hierover argumenteren, maar ik zeg je dat dit exact de waarheid is. Als jij werkelijk God als jouw bron zou zien en God als degene die jou dit geld heeft gegeven en als je werkelijk in God gelooft, zou je Gods aanwijzingen opvolgen om 10% te nemen, de tiende, en deze geven voor het werk van de Heer. En als je dat niet doet, kun je zeggen wat je wilt, maar je ziet God niet echt als jouw bron. Jij ziet jezelf als jouw bron. Je ziet dat geld als iets waar je maar moeilijk aan komt, en je hebt gewerkt en gezwoegd en je hebt gewoon niet genoeg om alle dingen die je wilt doen, te doen. En als je hier afstand van doet, ben je nog verder af van je doelen om al deze behoeften te vervullen. En als er geen God zou zijn, als Hij níet jouw bron zou zijn, en als Hij níet had beloofd: ‘Als jij geeft, zal jou gegeven worden’ dan ís het inderdaad krankzinnig om een gedeelte van wat je hebt, weg te geven, terwijl wat je hebt al niet genoeg is. Maar omdat er wél een God is die heeft beloofd dat als jij geeft, jou gegeven zal worden, en als jij werkelijk gelooft dat Hij jouw bron is, door Hem te gehoorzamen, en Zijn Woord te vertrouwen, dan raak je helemaal niet verder weg van jouw doel, maar zal jouw geven je juist dichter naar dat doel brengen, omdat God heeft beloofd dat Hij met wat jij hebt gegeven aan jou terug zal geven een goede gedrukte, geschudde, overlopende maat, die mensen in jouw schoot zullen geven. Lukas 6:38 8. Dus het komt uiteindelijk allemaal neer op een kwestie van geloof. En dát is waarom God ons heeft __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 18
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ opgedragen om te geven. God heeft ons geld helemaal niet nodig. God had Zijn koninkrijk op andere principes kunnen grondvesten. Hij had iedereen in de bediening de mogelijkheid kunnen geven om geld te verdienen, creatieve ideeën en invallen die bovennatuurlijk zouden voorzien. Maar God heeft Zijn koninkrijk zo níet opgezet, omdat Hij wil dat jíj Hem gaat vertrouwen en Hém als jouw bron gaat erkennen. Hij wil dat jíj erkend dat zelfs al heb je geld, dat jij het niet uit eigen kracht hebt verkregen, maar dat Gód degene was die jou zegende. 8 Lukas 6: 38 Geeft, zo wordt u gegeven: ene volle, gedrukte, geschudde en overlopende maat zal men in uwen schoot geven; want met dezelfde maat, waarmede gij meet, zal men u wederom meten. Hier is een Schriftgedeelte in Deuteronomium hoofdstuk 8 vers 18: 18 maar gedenk den Heer, uw God; want Hij is het die u kracht geeft om vermogen te verwerven; omdat Hij het verbond dat hij uw vaderen bezworen heeft gestand wil doen, zoals heden blijkt. (Leidse vertaling) Merk op dat hier in vers 18 staat dat Gód degene is die je de kracht heeft gegeven om vermogen te verwerven. Gód is degene die jou voorspoedig maakt. Gód is jouw bron. Je moet ál jouw eigendommen, je vermogens, je financiën, zelfs al heb je ervoor gewerkt, je moet het beschouwen als Gód die jou voorspoedig heeft gemaakt. Gód heeft jou gezegend. Ik geloof dat wij tegenwoordig onder een nieuw verbond leven. God is een genadige God en God gaat geen mensen straffen of pijn doen. Dat is niet van God, want God heeft al onze straf op Jezus geplaatst. God gaat niet iemand treffen en financiën van je afpakken en je ruïneren zodat je op straat gezet wordt. Ik geloof dat niet. Maar je moet erkennen dat God degene is, die je kracht heeft gegeven om vermogen te verwerven. Gód is degene die het heeft gedaan. En waarom heeft Hij dat gedaan? Zodat Hij ‘het verbond kan bekrachtigen dat Hij gezworen heeft aan uw vaderen, zoals heden blijkt’. God heeft jou gezegend om een zegen te zijn, zoals Hij ook Abraham heeft gezegd in Genesis hoofdstuk 12 vers 2: en Ik wil u tot een groot volk maken, en zal u zegenen en u een groten naam maken, en gij zult een zegen zijn. God heeft jou gezegend om jou een zegen te máken. God heeft jou financiën gegeven, zodat jij ze kunt gebruiken om te overleven, om voorspoedig en welvarend te zijn, om je rekeningen te betalen en om jou daarmee te zegenen. Daar is niets verkeerds aan, maar de voornaamste reden dat God jou heeft gezegend, is dat jij een zegen kunt zijn. En mensen die al hun bezittingen en financiën als hun eigendom beschouwen denken gewoon niet zo. In feite is één van de kritieken die ik voortdurend krijg als ik over ‘voorspoed’ onderwijs, dat mensen zeggen: ‘Jij predikt alleen maar over hebzucht en zelfzuchtigheid. En jij zegt mensen, dat als ze geven, dat God ze terug zal geven. Ik zou dat gewoon nooit doen. Ik ben gezegend en als ik genoeg heb, zal ik God nooit om meer vragen.’ Maar dát is in feite een zeer zelfzuchtige instelling. Omdat je in feite zegt dat al jouw financiën voor jóu zijn. En zo gauw ík genoeg heb en ík tevreden ben, vergeet de rest van de wereld maar. Het enige dat mij interesseert ben ikzelf. Dát is nou écht hebzucht. Dát is werkelijk de zelfzuchtige instelling. Weet je wat een werkelijk nederige instelling is? Te zeggen: ‘Vader, ik heb alles wat ik nodig heb, U hebt me gezegend en ik wil voorspoedig zijn, mijn financiën vermeerderen, niet voor mijzelf, maar zodat ik een zegen voor iemand ánders kan zijn. Ik geloof dat U mij dáárom kracht heeft gegeven om welvarend te zijn, zodat ik úw verbond kan bevestigen.’ Dát is een nederig persoon. Als je zegt: ‘Ik heb genoeg, ik geloof niet in dat voorspoed gedoe.’ Denk je dat voorspoed alleen maar om jóu gaat. Wat ík zeg is, dat voorspoed helemaal niet om jóu gaat. God heeft jou financiën toevertrouwd, zodat jij een zegen voor andere mensen zou zijn. Ik ga dat naarmate wij in deze serie vorderen nog veel meer in detail uitwerken. Maar het allereerste dat ik wilde was dat je zou begrijpen is dat God jouw bron is. Je moet je de manier van denken van een rentmeester eigen maken, dat het niet jóuw geld is, het zijn niet jóuw bezittingen. God heeft je gezegend met al dit geld. En als je zo gaat denken zal het stress en zorgen en zwoegen wegnemen, omdat je ziet dat het niet jóuw __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 19
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ geld is, je kunt gul en vrijgevend worden. Het plaatst alles in het juiste perspectief, en het zal je bovendien in staat stellen om de grotere zegeningen van God te ontvangen. Mensen, dat is geweldig. Inleiding: Voorspoed begint bij het begrijpen van onze rol; wij zijn Gods rentmeesters. Onze levens, talenten, mogelijkheden en het wonen in een land met ongekende mogelijkheden zijn allemaal door God gegeven gaven. In dit onderwijs zul je een heel nieuwe waardering krijgen voor de waarheid, ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij,’ (Handelingen 17:28) Zoals al eerder gezegd. Het is niet jóuw geld, maar Gods geld dat Hij aan jou heeft toevertrouwd. En die instelling moet je je eigen maken. En dat is een krachtige waarheid. Ik denk dat niemand met betrekking tot voorspoed echt ver komt in het koninkrijk van God, tenzij je die instelling ontwikkelt. Je moet je handen openen in plaats van alles oppotten. Loslaten! En zeggen: ‘God, het is allemaal van U.’ Als je dát eenmaal doet, zal God niets van je wegnemen, maar je zegenen en vermenigvuldigen. God is geen ‘verminderaar’ maar een vermenigvuldiger. Maar er is geloof nodig om het te kunnen doen en ik denk dat dat de eerste stappen zijn. Laten we eens Lukas hoofdstuk 16 opslaan. Daar staat een gelijkenis die Jezus leerde over een onrechtvaardige rentmeester, die geld stal van zijn meester. Het staat in de verzen 1 t/m 8 en vanaf vers 9 geeft Jezus de uitleg en de toepassing van deze gelijkenis. Ik kom daar nog op terug. Ik verzeker je dat dit een van de minst begrepen gedeelten uit de Bijbel is, en toch is het een van mijn favoriete bijbelgedeelten geworden. Ik haal hier echt geweldige dingen uit. En ik geloof dat dit ook voor jou zo kan zijn. Dus ik kom hier nog op terug en zal er over onderwijzen. Maar ik wil even helemaal naar beneden doorschieten. Lukas 16 vers 10. En kijk eens naar de verregaande uitspraken die Jezus hier doet. In vers 10 zegt Hij: ’Wie in het minste getrouw is, die is ook in het grote getrouw; en wie in het minste onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig.’ Het gebeurt vaak dat wij een Schriftgedeelte als dit uit haar context halen en er toepassingen van maken die de Schrift helemaal nooit bedoeld heeft. Ik zeg ook niet dat die toepassingen helemaal verkeerd zijn, omdat dit een principe is dat bij meer dan financiën alleen van toepassing kan zijn. Bijvoorbeeld in onze school. Wij hebben vaak mensen die naar onze Bible College komen en ze voelen een roeping voor de bediening, om een kerk te gaan bedienen, of ze voelen een roeping voor een radio- of televisiebediening of zoiets. En zij komen hier en zien mij op de televisie, en ze zien andere pastors die hier komen spreken. Dus zien ze dat als hun doel en ze willen na hun afstuderen onmiddellijk een kerk van duizend leden herderen. Maar ze hebben nog nooit een jeugdbediening gediend, ze hebben nooit in het kinderwerk gewerkt, nog nooit met een ervaren pastor samengewerkt. Ze hebben totaal geen ervaring en willen van helemaal niets in één keer naar duizend mensen toe. En wij gebruiken ditzelfde principe en passen ditzelfde Schriftgedeelte op deze manier toe, dat als je niet éérst getrouw bent geweest in wat het minste is, je ook niet getrouw kunt zijn over veel. Als je nog geen kinderpastor of hulp-pastor bent geweest, als je nog nooit wat voor groep dan ook onderwezen hebt, en nog nooit echte ervaring in een bediening opgedaan hebt, dan is het volkomen irreëel om te denken dat je van nooit een bediening hebben naar een effectieve bediening over duizend mensen kunt springen. Er is een groeiproces. Mensen nemen dus vaak een passage als deze om te zeggen: ‘Als je naar de top wilt, begin onderaan, begin WC’s schoon te maken, stofzuig de vloer, doe al die dingen en werk je weg naar boven’. En dat is gewoon een schriftuurlijk principe en dat vind je op veel plaatsen in de Bijbel terug. Maar mijn punt is dit. In deze context van __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 20
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Lukas hoofdstuk 16 vers 10 waar de Jezus zegt “Wie in het minste getrouw is, die is ook in het grote getrouw; en wie in het minste onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig”, gaat het over ons rentmeesterschap met betrekking tot geld. Dus de dingen die Hij hier ‘het minste’ noemt. Het minste gebied van rentmeesterschap is dus financiën. Dáár spreekt hij over. En dat is een radicale uitspraak. Dat is een krachtige uitspraak die volkomen ingaat tegen de manier waarop veel mensen denken. In veel kerken is het nog steeds haast een vloek om over geld te spreken en dat terwijl in de bijbel zo vaak over dit onderwerp wordt gesproken En in zekere zin was dat ook wat Jezus zei, dat het vertrouwen van God op het gebied van financiën wel het geríngste gebied is om God te vertrouwen. Maar in plaats van het gezichtspunt van de man die hier kritiek op had, is dít de logica erachter, want Jezus ging in vers 11 verder met te zeggen: 11 Indien gij dus niet betrouwbaar zijt in zake van den ongerechten rijkdom, wie zal u den waren toevertrouwen? 12 En indien gij in eens anders goed niet betrouwbaar zijt, wie zal u het onze geven? 1 3 Geen dienaar kan twee heren dienen; want hij moet of den enen haten en den anderen liefhebben, of den enen aanhangen en den anderen minachten. Gij kunt niet God dienen en Mammon. In plaats van de gedachte aan te hangen dat omdat Jezus had gezegd dat vertrouwen in God op het gebied van financiën het geringste is, en daarom maar zeggen dat we er niet eens over moeten spreken, laten we het over de grotere dingen hebben. Hier is de logica. Als jij niet eens kunt doen wat het geringste is, kun je ook niet doen wat het grootste is. Als je geen vijf kilo op kunt tillen, moet je niet beginnen aan een gewichtheftraining met 50 kilo. Je moet beginnen met dat wat het geringste is en je daarmee langzaam opwerken. Als je geen tien stappen kunt lopen, kun je ook geen kilometer lopen. Als je geen kilometer kunt hardlopen dan kun je zeker geen 10 kilometer hardlopen. Als je met een trainingsprogramma begint, begin je niet met wat het grootste is. Je begint met dat wat het geringste is en werkt van daaruit naar boven. Als ik van hieruit niet eens een meter ver kan springen, als ik niet kan doen wat het geringste is, kan ik je garanderen dat ik geen 8, 9 of tien meter ver kan springen. Ik verzeker je dat als je verstandig bent, en je zag dat ik niet eens een meter ver kon springen, dat je al je geld zou inzetten in de zekerheid dat ik geen 8,9 of tien meter ver kon springen. Als ik niet kan wat het geringste is, kan ik zeker niet wat het grootste is. En Jezus zegt hier dat God vertrouwen met jouw financiën wel het geríngste gebied is om God te vertrouwen. Het is het allergeringste gebruik van jouw geloof. Mensen, dat is diep. Als je God al niet kunt vertrouwen voor dat wat het geringste, het minste is, dan is dat de reden dat je ook de grotere dingen niet ziet gebeuren waar je voor probeert te geloven. Besef je dat geloven dat je gezin weer hersteld wordt, of voor genezing om in je lichaam te manifesteren, geloven voor emotionele genezing, dat ál die dingen oneindig veel groter en meer zijn dan geloof voor financiën? Dus als je nog niet eens bent begonnen God te vertrouwen op het gebied van je financiën, hoe denk je dat te kunnen overslaan en God te geloven voor de genezing van je lichaam? Hoe kun je God geloven voor het herstel van je gezin? Hoe kun je God geloven om een depressie te overwinnen als je niet eens datgene kunt wat het geringste is? En laat me hier een radicale uitspraak doen. Sommigen zullen zich hierin verslikken. Maar __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 21
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ hoe kan iemand God vertrouwen voor de redding van zijn ziel, je eeuwige toekomst, om wederomgeboren te zijn, en Hem op dát gebied vertrouwen, maar Hem níet te vertrouwen waar Hij heeft gezegd: ‘Geef en u zal gegeven worden.’ En de bijbelgedeelten die zeggen dat je tienden zou moeten geven. En dát kunnen ze niet vertrouwen, maar ze vertrouwen God wel voor dat oneindig belangrijke ding, de redding en behoud van hun ziel. Dat is net alsof ik geen meter kan springen, maar beweer: ‘Ik heb geloof dat ik wel 10 meter kan springen. Al die andere stappen sla ik over. Ik geloof dat ik 10 meter kan springen. Maar één meter haal ik niet eens.’ Zo werkt het gewoon niet. Iemand beweert: ‘Ik wéét dat ik gered ben, en ik vertrouw mijn leven aan de Heer toe en ik ben wederomgeboren, en ik vertrouw Zijn Woord dat als ik met mijn mond belijd dat Jezus mijn Heer is en met mijn hart geloof dat God Hem uit de doden heeft doen opstaan, zoals Romeinen 10:91 zegt, en ik geloof dat ik gered ben. Ik heb Hem vertrouwd voor mijn eeuwige redding.’ Maar precies dezelfde Bijbel die Romeinen 10:9 heeft opgetekend, heeft óók Lukas 6:38 opgetekend: ‘Geeft; dan zal u gegeven worden: een goedgevulde, aangestampte, geschudde, overvolle maat zal men in uw schoot uitstorten; want met welke maat gij meet zal u weer toegemeten worden. Dezelfde Bijbel die Romeinen 10:9 gaf, geeft ook Lukas 6:38! Hoe kun je beweren dat je God vertrouwt voor de grote dingen als je Hem niet kunt vertrouwen voor de kleinere dingen? Dat is tegenstrijdig. Het punt dat ik hiermee wil maken is, dat het vertrouwen van God voor onze financiën véél en veel belangrijker is dan het belang dat eraan gehecht wordt. Heel veel mensen proberen hier langs te komen. Ze slaan de kleine dingen over en gaan meteen door naar de grotere dingen. Maar ik zeg je dat het in geen enkel ander terrein van het leven zo werkt. Als je een kilometer wilt hardlopen, begin met wandelen. Als je gewichten wil heffen, begin met de kleine gewichten voordat je opbouwt naar de zwaardere gewichten. Als je ook maar íets wilt beginnen, moet je met de kleine dingen beginnen en onderaan beginnen. Je springt niet van onderaan een ladder naar de bovenste sport. Je begint met de onderste sport en werkt vandaar naar boven. God vertrouwen op het gebied van je financiën is een beginpositie. Het is een 1 Romeinen 10:9 Want indien gij met uw mond den Heer Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden; startpunt. En als je God niet vertrouwt en geen openbaring hebt van financiële voorspoed en niet werkelijk God vertrouwt, dan misleidt je jezelf dat je God wel zou vertrouwen op andere gebieden. En ik kan je wat tekenen laten zien die aantonen of je God op dat punt vertrouwt of niet. Zo’n zeven of acht jaar geleden, ik ben vergeten hoe lang precies geleden, was ik in Ucalpa, Californië en onderwees ik over precies dezelfde Schriftgedeelten. En terwijl ik hierover onderwees raakte God echt mensen aan. Ze zagen deze waarheden. En er waren mensen die probeerden iets van God te ontvangen op ál die andere gebieden van hun leven. Emotioneel, genezing, gezinnen, huwelijken om te herstellen. Ál dit soort dingen, maar ze hebben God niet vertrouwd met hun financiën. En God raakte echt harten aan. Dus nadat ik hierover had onderwezen ontving ik een collecte. Ik geloof dat het onverantwoordelijk zou zijn om hierover te onderwijzen, maar mensen niet de gelegenheid te geven om te handelen naar wat je onderwezen hebt. Maar opdat niemand zou denken dat ik dit uit zelfzuchtige motieven zou doen, heb ik de collecte opgehaald en teruggeven aan de kerk. Ik heb er zelf geen enkel voordeel van gehad. En terwijl ze de emmers doorgaven en ik daar zat, sprak de Heer tot mij en zei: ‘Omdat deze mensen nu begonnen zijn mij te vertrouwen op het gebied van financiën, en hun geloof verlevendigd wordt, let op wat er gaat gebeuren.’ En ik stond op en werkelijk wónderen begonnen te gebeuren. En ik ben vergeten wat er precies allemaal gebeurde, het was zoals ik al zei zo’n zeven, acht jaar geleden. Ik denk dat er twee blinde mensen waren of twee dove mensen, ik weet het niet meer zeker. Maar in ieder geval was het een wonder dat hun oren of ogen open gingen. Wonderen begonnen te gebeuren. Lichamen werden genezen. Artritis genas, ruggen genazen, mensen begonnen de kracht van God te ontvangen. En wij begonnen zó’n demonstratie van de kracht van God te zien, dat er echt mensen naar voren rénden en __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 22
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ vroegen: ‘Kan ik worden gered’. Zó’n God wilden zij wel dienen. En dit kwam allemaal tot stand door het onderwijs op het gebied van financiën. En ik zag werkelijk met mijn eigen ogen dat de reden dat sommigen van deze mensen niet genezen en niet gered waren, was dat zij nooit God vertrouwd hadden op het gebied van financiën. Ik weet dat de meeste mensen dat gewoon niet zo zien. De meeste mensen zeggen: ‘Kijk, laten we gewoon de basiswaarheden over redding en behoud prediken. Laten we zorgen dat mensen wederomgeboren en gered worden. Laten we zorgen dat ze een basisfundament hebben, en laat het onderwijs over geld, financiën, etc. over aan de volwassen, de rijpe christenen, die mensen die verder willen en een ‘mastertitel’ willen halen, die mensen die hoger onderwijs willen. Dit is geen basis materiaal.’ Maar Jezus zegt juist precies het tegenovergestelde! Dit is zó basis, dat als je God niet kunt vertrouwen met je financiën, is dat één van de redenen waarom je niet in staat bent geweest je genezing te ontvangen. Begrijp wat ik zeg nu niet verkeerd. Iemand gaat dit opvatten alsof ik zeg: ‘Dus jij beweert dat als wij maar geven dat je dán je genezing kunt krijgen. Je kunt je genezing dus kopen.’ Nee, dat is helemaal niet wat ik zeg. Je kunt de zegeningen van God niet kopen. Je kunt die alleen ontvangen door geloof. Geloof is het enige wat alles wat God voor ons gedaan heeft, ooit maar manifest en zichtbaar kan maken in ons leven. Maar ik zeg wel dat het gebruik van geloof voor financiën het geringste niveau van gebruik van je geloof is, en dat als je nog niet gedaan hebt wat het minste is, dan misleid je jezelf door te denken dat je al die andere dingen wel kunt. Ik ontmoet voortdurend mensen die naar mij toe komen voor genezing, voor emotionele dingen en dat soort zaken, en ik moet gewoon eerlijk met jullie zijn. Ik ben waarschijnlijk niet zo vrijmoedig op dit gebied als ik zou moeten zijn. Ik krijg nu al enorm veel kritiek en commentaar. Ik zou waarschijnlijk stelliger moeten zijn. Maar ik weet dat er momenten zijn dat mensen naar mij toekomen en ze willen genezing van kanker. Maar ze zijn nog nooit begonnen God te geloven in Zijn beloften met betrekking tot geven en ontvangen. Ze betalen geen tienden, ze geven niet. Ze vertrouwen God niet, en ze zeggen: ‘Nee, het geringste doe ik niet. Ik til geen vijf pond, maar 100 pond is geen enkel probleem.’ Maar dit is gewoon niet waar. En in mijn hart weet ik dat mensen nog niet eens begonnen zijn God te vertrouwen in het allergeringste, namelijk in hun financiën. En toch willen ze God gaan geloven voor kanker, en proberen te geloven om bevrijd te worden van depressie, ze geloven dat hun huwelijk hersteld wordt, maar ze hebben God nog nooit vertrouwd op het gebied dat het geringste is. Er zijn enkele momenten geweest, waarschijnlijk niet zoveel als had gemoeten, maar ik kan me een keer herinneren in Atlanta. Een vrouw die een vriendin van ons was, die naar me toe kwam en vroeg om gebed voor iets. En de Heer maakte me duidelijk dat ze haar tienden niet had betaald. En dit was een vrouw die dat echt had moeten doen. Zij wist wel beter en had voorheen ook haar tienden betaald. Maar de Heer maakte me dit duidelijk en daarom stopte ik en vroeg: ‘Hoe staat het met je geven? Heb je tienden betaald? Heb je gegeven?’ En deze vrouw keek naar me en zei: ‘Nee, ik loop achter en heb dat niet meer gedaan.’ En hier wilde ze God geloven op het gebied van genezing, maar ze deed niet datgene wat het geringste was. En ik zei: ‘Totdat je gaat handelen naar de dingen die je al weet, en je geloof gaat gebruiken voor die geringe dingen, heeft het geen zin dat ik voor je ga bidden voor de grotere dingen.’ Ik weet dat er mensen zijn die nu zeggen: ‘Hoe durf je de dingen van God te koppelen aan trouw zijn in je financiën. Het is afschuwelijk dat je zulke dingen zegt.’ Maar besef je dat Jezus precies hetzelfde deed? In Markus 10 bij de rijke jongeling, die kwam tot Jezus, maar Jezus herkende dat zijn hart niet juist was. En weet je wat Jezus deed? Hij zei: ‘Neem alles wat je hebt, verkoop het en geef het aan de armen en kom dan en volg Mij.’ Jezus zei: ‘Tenzij je mij vertrouwt op dat gebied dat het geringste is, kun je mij ook niet vertrouwen in die dingen die groter zijn.’ Dat is precies wat Jezus zei. Maar kijk eens naar deze andere verzen. Ik heb dit al gelezen in vers 11. Lukas 16:11 Indien gij dus niet betrouwbaar zijt in zake van den ongerechten rijkdom, wie zal u den waren toevertrouwen? Met andere woorden, __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 23
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ geld. We spreken daarover als we het hebben over rijkdom, maar het is echt niets in vergelijking met gezondheid. Mensen betalen miljoenen euros om maar te proberen gezond te worden. Je gezondheid is miljoenen euros waard. Er kan gewoon geen prijs op gezet worden. Er zijn zoveel dingen belangrijker dan alleen maar geld. En toch zegt Hij: ‘Als je niet trouw of betrouwbaar bent gebleken op het gebied van alleen maar geld, hoe zul je ooit als betrouwbaar of trouw kunnen worden beschouwd? Dat mensen je deze grotere waarheden en grotere dingen kunnen toevertrouwen?’ Wat ik hiermee allemaal probeer over te brengen is dat je werkelijk moet beginnen God te vertrouwen op het gebied van financiën. Je moet trouw worden en betrouwbaar als een rentmeester op het gebied van financiën. En diegenen die denken: ‘Oh, maar dat hoef ik niet te doen, ik heb gewoon genezing nodig, mijn huwelijk moet hersteld worden, ik moet bevrijd worden van depressie en al die andere dingen. Misschien als ik dát allemaal voor elkaar heb, dán begin ik met geven en al dat soort dingen.’ Nee, de Bijbel zegt dat het omgekeerd is. Je moet beginnen met datgene dat het geringste is en dan hogerop klimmen. Eén van de redenen dat velen van jullie niet van God hebben ontvangen, is dat je niet hebt gehandeld naar datgene waarvan je weet dat het waar is. Je weet dat het Woord zegt dat je God moet eren met de eerstelingen van je opbrengst.2 Je weet dat je tienden zou moeten geven en daarmee God eren. 3 Die dingen doe je allemaal niet, en toch probeer je van God te ontvangen. Je probeert je geloof voor déze dingen te gebruiken, maar je gebruikt het niet voor dat wat het geringste is. Ik verzeker je dat het een garantie is voor een ramp. Ze kunnen nog geen vijf pond tillen en ze proberen 300 pond te tillen. Je ligt op een drukbank en je hebt nog nooit vijf pond getild, maar je probeert dan maar 300 pond te tillen. Je zult iets zwaar beschadigen! Waarschijnlijk jezelf. Dat is gewoon niet slim. Weet je, je moet beginnen met iets dat je aankunt. Je moet beginnen met dat wat het geringste is. Er zijn er onder jullie die God proberen te geloven voor genezing van kanker, maar je vertrouwt God nog niet eens in je financiën. Dat is dwaas. Je zult gekwetst raken. Op zijn minst zul je gefrustreerd en teleurgesteld raken. En waarschijnlijk word je verbitterd als je geen genezing in je fysieke lichaam ziet optreden en gaat denken: ‘God, het werkt niet’ Nee, geloof wérkt. Maar je zult er wel aan moeten werken. Je moet beginnen met datgene wat het geringste is. Dat is wat Hij hier zegt. In vers 12: 12 En zo gij in het vreemde niet getrouw zijt wie zal u geven wat het uwe is? 13 Geen huisknecht kan twee heren dienen; want hij zal òf den enen haten en den anderen liefhebben, òf hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten. Gij kunt niet God dienen en den Mammon (= geld). Hij zegt hier: je kunt niet God in dít gebied dienen en zeggen: ‘God ik zal mijn leven neerleggen, als iemand een pistool tegen mijn hoofd zet zal ik een martelaar zijn, ik zal de Heer niet verloochenen.’ Je gaat aan déze kant in geloof staan, maar je gaat niet in geloof staan als het op financiën aankomt! Je gaat daar níet de leiding opvolgen die God ons in Zijn Woord heeft gegeven door het geven van tienden en offeranden en vrijgevig te zijn. Je zegt dat je het grote kunt doen, maar het geringe kun je niet doen. Je vergist je. Je bent gestoord. Ik zeg deze dingen niet om je te kwetsen, ik zeg deze dingen om je te verlichten. Dít is waarom je gefrustreerd bent, dit is waarom je zegt: ‘Oh, ik heb God vertrouwd’ en je zegt dat je in geloof staat voor genezing. Maar toch zie je geen enkele fysieke manifestatie. Nou, ga dan maar terug naar dít gebied van financiën. Heb je God vertrouwd met je financiën? Als je dat niet hebt gedaan hoef je niet verder te zoeken. Want je weet dan dat je geloof niet echt is. Op zijn minst is je geloof opgedeeld in stukjes waar je God wél voor déze dingen probeert te vertrouwen. Maar zo is het niet bedoeld. Als je God wilt vertrouwen vertrouw Hem dan op íeder terrein van je leven. Vertrouw Hem niet alleen voor je fysieke lichaam en voor je eeuwige behoud, maar vertrouw Hem met je financiën. Dezelfde God die heeft gezegd dat als je Hem belijdt als je Heer en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, dat je dan behouden zult zijn. Romeinen 10:9. Diezelfde God heeft gezegd: ‘Geef en u zal gegeven worden’. In feite is de belofte met betrekking tot financiën de geringste belofte in verhouding tot al die andere dingen. En dat is krachtig. Laat me je dit __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 24
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ nogmaals voorlezen in Lukas 16 vers 10. Daar zegt Jezus: Wie in het minste getrouw is, die is ook in het grote getrouw; en wie in het minste onrechtvaardig is, die is ook 2 Spreuken 3: 9 Eer den Heer van uw goed en van de eerstelingen van al uwe inkomsten, (Lutherse vertaling) 3 Maleachi 3: 10 Maar brengt de tienden geheel in mijn korenhuis, opdat in mijn huis spijs zij; en beproeft Mij hierin, spreekt de Heer Zebaôth, of Ik voor u niet de vensters des hemels zal opendoen en de volheid van zegen uitgieten. (Lutherse vertaling) in het grote onrechtvaardig. Nou, dit is toch echt Jezus die hier spreekt. Dit is Zíjn visie op dingen. Lees dit in de context. De verzen die hier direct aan voorafgaan, waar Hij een gelijkenis heeft gegeven over de onrechtvaardige rentmeester die geld had gestolen, spreekt over geld. En het vers direct hierachter spreekt over de onrechtvaardige Mammon, wat oud- Nederlands is voor geld. Vers 13 spreekt erover dat je niet én God en de Mammon kunt dienen. Het spreekt hier allemaal over geld. Dus de Heer zegt hier dat God vertrouwen op het gebied van financiën wel het geríngste of het mínste is waarin je Hem moet vertrouwen. Als je het geringste nog niet kunt, kun je dat wat het grotere is ook niet. Mensen, dit is een krachtige sterke uitspraak. En ik geloof dat dit werkelijk de voornaamste reden is, dat zovele Christenen zijn blijven steken in hun wandel met de Heer. Ze komen geen steek verder omdat ze niet zijn begonnen de Heer te vertrouwen voor hun financiën. En daardoor wordt hun hele wandel met de Heer belemmerd. Laat het me op déze manier stellen. Ik ken niet één persoon, helemaal niet één, die ik als een volwassen rijpe Christen beschouw, die God niet maar voor een tijdje gelooft, maar van wie je gewoon weet dat ze over twee, drie jaar nog steeds met de Heer zullen gaan, en die een volledige toewijding aan de Heer hebben. Ik ken helemaal niemand die ik als volwassen Christen beschouw, die niet God met hun financiën vertrouwen. Ze geven tienden, ze offeren, ze vertrouwen God en ze zien God wonderen verrichten op dit terrein van financiën. Er is geen enkele volwassen Christen die ik ken die God niet met zijn financiën vertrouwt. Maar aan de andere kant kan ik je duizenden en duizenden en duizenden voorbeelden geven van mensen die naar mij toe zijn gekomen, ze houden van God, en waarschijnlijk zijn ze wederomgeboren, maar ze hebben God nog niet vertrouwd op het gebied van hun financiën. En hun leven is net als een jojo. Op en neer, je weet gewoon niet zeker of ze God nog steeds dienen de volgende keer als je in die stad komt. Er is geen vertrouwen, geen zekerheid. Je kunt ze niet aanbevelen en ook niet op een leidende positie stellen, omdat er gewoon geen stabiliteit in hun leven is. Gewoon íedereen van dat soort persoon is géén trouwe gever. Ze hebben gewoon nog niet geleerd God te vertrouwen voor hun financiën. Mag je daaruit een conclusie trekken? Ik denk het wel. Ik denk dat ik kan stellen dat mensen die God niet vertrouwen op het gebied van financiën, géén rijpe, volwassen stabiele christenen zijn. De mensen die wél rijpe, volwassen en stabiele Christenen zijn, vertrouwen God áltijd op het terrein van financiën. Gewoon precíes zoals Jezus hier zei: dit is het geríngste gebruik van je geloof. En als je nog niet kunt doen wat het geringste is, zal je nooit toekomen aan de dingen die groter zijn. Je zult nooit volwassen worden en je zult nooit stabiel worden, tenzij je begint God te vertrouwen op dit terrein van financiën. Dit is geen mogelijke of facultatieve keuze. Dit is basischristendom op niveau 1! Ik vind dat dit een van de allereerste dingen is die moet worden onderwezen. Sommige mensen ergeren zich er al aan dat ik er over spreek. Ze zeggen: ‘Je moet helemaal geen zendtijd hiervoor gebruiken. Dit is voor de ‘rijpe’ christenen, voor de mensen die echt extreem fanatiek willen zijn. Dit is voor degenen met grootse plannen. Die moet je over financiën vertellen. Maar laten we gewoon de basis Schriftgedeelten prediken en zorgen dat de mensen maar wederomgeboren worden.’ Maar dat is helemaal niet de benadering die Jezus had. Jezus’ bediening aan mensen, als Hij merkte dat er sprake was van enige terughoudendheid in hun hart, als ze niet volledig aan Hem waren toegewijd, dan gebruikte Jezus financiën om openbaar te maken wat in iemands hart was. Laat me je daarvan een voorbeeld geven in Markus hoofdstuk 10 vers 17. Dat is waar de rijke jongeling kwam en in Markus 10 vers 17 staat: 17 En toen hij uitgegaan __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 25
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ was op den weg, liep er een tot hem, knielde voor hem, en vraagde hem: Goede Meester, wat zal ik doen, opdat ik het eeuwige leven beërve? 18 En Jezus zeide tot hem: Wat noemt gij mij goed? Niemand is goed dan de enige God. Nou, stel je dit eens werkelijk voor ogen. Soms lezen we maar over iets in de Bijbel heen, zonder er werkelijk bij stil te staan en over na te denken. En daardoor heeft het niet veel invloed op ons. Maar Jezus was een radicaal figuur, een zeer controversieel figuur in zijn tijd. En de schriftgeleerden en de farizeeërs stelden dat als iemand Jezus als de Messias zou erkennen dan zou die uit de synagoge gegooid worden. Dus er stond degenen die zich met Jezus verbonden vervolging en verwerping te wachten. Maar hier was dus iemand die aan kwam hollen en voor Jezus knielde en uitriep: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om eeuwig leven te beërven?’ Dus als je hier de achtergrond goed begrijpt, dat er heel wat vervolging en verwerping was, en dat deze man kon uit de synagoge geschopt worden, dan had deze man echt wel een bepaalde mate van toewijding aan de Heer. Het was nogal demonstratief. Als jij naar een van mijn samenkomsten zou komen en ik stond daar te prediken voor vijfhonderd tot duizend mensen en er komt iemand aanrennen en werpt zichzelf op het podium aan mijn voeten en zegt: ‘Kan ik behouden worden?’ De meeste mensen zouden denken: ‘Nou, die meent het heel echt.’ De meesten zouden denken: ‘Dat is zó goed, daar kan geen sprake zijn van terughoudendheid in zijn hart of wat dan ook.’ Maar Jezus herkende dat deze man, ook al was hij zeer demonstratief en wierp zichzelf aan de voeten van Jezus. Jezus herkende dat deze man niet helemaal de persoon was die hij voorwendde te zijn. Hij was niet echt bereid zich toe te vertrouwen aan de Heer. En weet je wat een van de redenen was dat Jezus dit wist? Kijk naar vers 17, waar hij aan kwam rennen en zei: ‘Goede meester’. Meester, dat was in die dagen net zoiets als dat wij tegenwoordig ‘mijnheer’ zouden gebruiken. Of mevrouw. Het was gewoon een aanspreektitel, een vorm van respect. Ze noemden iemand ‘meester’ zonder dat ze zich noodzakelijk aan die persoon onderwierpen. Dat was dus niet iets zoals het tegenwoordig voor ons zou werken. En toen hij Hem alleen maar aansprak als een ‘goede meester’ gingen bij Jezus de alarmbelletjes af. Hij wist onmiddellijk dat deze man Jezus niet als God wilde erkennen. En zó liet Jezus dat zien. Kijk hoe Hij op hem antwoordde. In vers 18 zegt Jezus tegen hem: ‘Waarom noem je Mij goed? Er is niemand goed dan één, dat is God.’ Met andere woorden zegt Hij: ‘Kijk, je noemt mij wel een ‘goede meester’, maar je zult verder moeten gaan dan dat alleen. Je zult Mij moeten aanvaarden als Heer en Meester. Je zult Mij als God moeten aanvaarden.’ Als Jezus voor de zonden van deze man een voldoende offer moest zijn, moest Hij God voor hem zijn om verzoening te kunnen bewerken. Het offer van één mens is niet meer waard dan het leven van één mens. Als Jezus het offer voor de zonde van de hele wereld moest zijn, moest Hij meer zijn dan een mens. Dan moest Hij God zijn, gemanifesteerd in het vlees. Jezus zéi dat Hij God was. Hij noemde zichzelf God. Hij verwees naar zichzelf als de Zoon van God. In het vijfde hoofdstuk van het boek Johannes zei Hij dat je Hem precies hetzelfde moest eren als je de Vader eerde. Als je Hem niet precies hetzelfde eerde als de Vader, dan eerde je niet werkelijk de Vader.4 Tegenwoordig is daar wat verwarring over. Omdat er mensen rondlopen die zichzelf Jehova’s getuigen noemen, die beweren dat Jezus een geweldig mens was, een goed mens, een goed voorbeeld, maar niet God. Hij is volgens hen niet Jehova. Zij hebben Jesaja 45 en 46 niet gelezen waar staat: ‘Ik, Jehova, ben de Heilige Gods’ En Jezus is vaak de Heilige Gods 4 Johannes 5: 21 Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, wien Hij wil. 22 Want de Vader oordeelt niemand, maar al het oordeel heeft hij aan den Zoon gegeven, 23 opdat allen den Zoon eren, gelijk zij den Vader eren. Wie den Zoon niet eert, die eert den Vader niet, die Hem gezonden heeft. genoemd. In ieder geval, ik ga niet afdwalen en daarover prediken, maar er zijn mensen die proberen Jezus minder dan God Jehova te maken. Jezus was God gemanifesteerd in het vlees. En Hij sprak deze rijke jongeling aan: ‘Waarom noem je Mij goed? Ik ben wie Ik zeg dat Ik ben. Ik ben zoals staat in Johannes 14:6 ‘de enige weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 26
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Vader dan door mij.’ Dat zei Jezus over zichzelf. Nu is Jezus óf wie Hij zei dat Hij was, God gemanifesteerd in het vlees, en is er geen behoud in iemand anders, óf Jezus was een bedrieger, een leugenaar, een vervalser. Je kunt niet van Hem maken dat Hij niet was wat Hij zei dat Hij was, dat Hij wel een geweldig voorbeeld was. Nee, Hij was óf een leugenaar en bedrieger, óf Hij was wie Hij zei dat Hij was, God gemanifesteerd in het vlees. Daar zijn geen alternatieven voor. Je móet Hem op die manier aanvaarden. Nogmaals er zijn heel veel mensen die hebben getracht te zeggen dat Jezus het grootste voorbeeld van liefde is dat de wereld ooit heeft gezien. En zij proberen tot op zekere hoogte aan Hem toe te geven. Maar Jezus zal hetzelfde doen ten opzichte van hen wat Hij bij deze rijke jongeling deed: ‘Waarom aanvaard jij Mij als goed. Waarom aanvaard jij Mij alleen maar als voorbeeld. Ik ben óf wie Ik zeg dat ik ben, óf ik ben helemaal niets. Dan ben ik een bedrieger, een leugenaar.’ Het is één van de twee mogelijkheden. En het antwoord is, dat Hij is wie Hij zei dat Hij was. Daarom zei Jezus: ‘Houd maar op met mij ‘goed’ te noemen. Noem mij óf God, of laat het ‘goed’ maar weg.’ En wat deed deze jonge man in vers 20? Doch hij antwoordde en zei tot hem: Meester, dit alles heb ik onderhouden, van mijn jeugd af. Weet je wat hij deed? Hij liet het ‘goede’ maar vallen. Jezus zei: ‘Noem Mij niet ‘goed’. Ik ben ófwel God, God is de enige die goed is. Noem mij óf God of houd op met Mij ‘goed’ te noemen.’ Weet je, hij liet het ‘goed’ vallen en reageerde door Hem ‘meester’ te noemen. Jezus merkte meteen dat zijn hart niet juist was. Hij wilde iets hebben dat Jezus kon bieden, hij zag Jezus als een leider, maar was niet bereid zijn knieën te buigen en Jezus tot Heer over zijn leven te maken. Hij was niet bereid Hem als God te aanvaarden. En Jezus wist dit en gaf hem dus opdracht om de geboden te houden. En dat is weer een ander onderwijs. Ik heb nu geen tijd daar diep op in te gaan. Maar in ieder geval, Hij beval hem om de geboden te houden en hij reageerde door te zeggen: Meester, dit alles heb ik onderhouden, van mijn jeugd af. En weet je wat de waarheid was? De jonge man had echt niet alles onderhouden wat bevolen was van zijn jeugd af aan. Niemand heeft ooit alle geboden gehouden en toen Jezus verscheen openbaarde Hij dat het niet alleen ging om geen overspel te plegen, maar zelfs als je met begeerte naar een vrouw had gekeken, dan had je in je hart al overspel gepleegd. Het ging niet alleen om geen moord te begaan maar als je zonder reden boos was op iemand, was je al schuldig aan moord in je hart. Als je het beschouwt zoals Jezus het openbaarde, heeft helemaal niemand al die geboden gehouden. Toen deze man zei: ‘Dit alles heb ik gehouden van mijn jeugd af aan’, was hij misleid. Hij was erg religieus, maar hij was echt niet goed genoeg. Hij had zijn redding en behoud niet verdiend. En om dat aan te tonen, weet je wat Jezus tegen hem zei? In vers 21 staat: 21 En Jezus zag hem aan, had hem lief, en zeide tot hem: Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop al wat gij hebt en geef het den armen, zo zult gij een schat in den hemel hebben; en kom, en volg Mij. Weet je wat Jezus hier deed? Het staat hier in vers 21. Jezus keek hem aan en had hem lief. Jezus zei deze dingen niet omdat Hij hem haatte en weg wilde jagen. Hij wilde deze man helpen. Maar deze man was in misleiding en dacht dat hij alle geboden van God had onderhouden. Weet je wat Jezus deed? Hij zei hem dat hij in feite het allereerste gebod had gebroken. Het allereerste gebod in Exodus 20 zegt: 3 Gij zult geen andere goden naast Mij hebben. De god van deze man was zijn geld. Hij vertrouwde op geld en wat geld voor hem kon doen, méér dan dat hij op God vertrouwde. Hij overtrad het allereerste gebod. Hij had helemaal niet alle geboden van God gehouden. In zijn hart vertrouwde hij op zijn geld. Kolossenzen 3:5 zegt: Zo doodt nu uwe leden, die op de aarde zijn, hoererij, onreinheid, schandelijken lust, kwade begeerlijkheid en de gierigheid, welke is afgoderij. Besef je dat gierigheid en het begeren van dingen afgoderij is? Het allereerste gebod is: gij zult geen andere goden hebben behalve Mij. De god van deze man was geld. En Jezus zei deze dingen niet om die man weg te jagen, omdat er staat dat Hij hem liefhad. Hij wilde dat hij zou inzien: ‘Kerel, jij hebt niet alle geboden onderhouden, je kunt niet behouden worden op basis van je eigen goedheid. Je hebt nodig jezelf te vernederen en te erkennen dat jij niet werkelijk op God __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 27
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ hebt vertrouwd. Je hebt het allereerste gebod overtreden. Jouw vertrouwen is niet op God, je hebt niet echt God lief boven alles, jouw vertrouwen rust op jouw geld. En als je werkelijk het koninkrijk van God binnen wilt gaan, hou dan op met op je geld te vertrouwen. Verkoop alles wat je hebt, geef het weg aan de armen, en kom dan en volg mij en je zult een schat hebben in de hemel.’ Deze man vertrok voordat Jezus in staat was om dit uit te leggen.5 Maar nadat hij weg was, begonnen de discipelen van Jezus te vragen wat Hij nu eigenlijk gezegd had over geld en deed Hij déze uitspraak, in vers 29. 29 Jezus antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: Er is niemand, indien hij verlaat huis, of broeders of zusters, of vader of moeder, of vrouw of kinderen, of akkers, om mijnentwil en om des evangelies wil,30 die niet honderdvoudig ontvangt, nu in dezen tijd huizen, en broeders en zusters, en moeders en kinderen, en akkers, onder vervolgingen, en in de toekomende wereld het eeuwige leven. Er staat daar dus níemand, dat betekent dus ook deze rijke jongeling. Wat als hij had gehoorzaamd en alles had weggeven? Jezus zei dat níemand dit zou doen en niet honderdvoudig terug zou ontvangen op wat hij gegeven had. In dít leven, mét vervolgingen. Dat zou dus ook op deze rijke jongeling van toepassing zijn geweest. Jezus probeerde helemaal niet hem dingen afhandig te maken. Jezus zei helemaal niet dat hij alles moest verkopen en bij Hém aan de kassa inleveren. Jezus zei hem om het weg te geven aan de armen. Het was helemaal niet zelfzuchtig gemotiveerd, het was geen manipulatie. Hij zei dat omdat het vertrouwen van deze man in zijn geld lag en niet in God. Zijn geld en zijn vertrouwen op zijn geld was een blokkade, een hindernis tussen hem en zijn relatie met God. De reden waarom ik dit allemaal vertel is, dat Jezus de houding van de mensen tegenover geld gebruikte om openbaar te maken hoe hun hart werkelijk in elkaar zat. Deze rijke jongeling zag er uit alsof hij werkelijk God diende. Maar dat deed hij in feite niet. En ik weet zeker dat hij eerder had gegeven. Omdat hij een Jood was en zei dat hij alle geboden had onderhouden. En ik geloof niet dat hij ze echt allemaal had gehouden, maar hij had zekere een poging gedaan en waarschijnlijk best een deugdzaam leven geleid. En zeker was een van de geboden van God dat je een tiende van je eigendommen moest teruggeven, en deze man had zeer waarschijnlijk zijn tienden gegeven. Deze man was zeer waarschijnlijk een gever geweest. Maar in 1 Korintiërs 13 vers 3 staat dat als je alles wat je hebt geeft om de armen te voeden, of zelfs je lichaam geeft om te worden verbrand, maar het niet doet uit een motivatie van liefde, met andere woorden als je het doet vanuit een schuld, een verplichting, en het doet om Gods zegen te kopen, dan staat er dat het je helemaal niets baat.6 Deze man had waarschijnlijk eerder gegeven, maar hij had nooit echt offerend gegeven, hij had nooit gegeven tot op het punt dat Jezus hier aan de orde stelde, dat hij álles wat hij had 5 22 Maar hij werd bedroefd over dat woord, en ging treurig weg; want hij had vele goederen. 6 1 Korintiërs 13: 3 En al ware het, dat ik al mijne have den armen gaf, en mijn lichaam liet verbranden, en ik had de liefde niet, zo ware het mij niet nut. (Lutherse vertaling) verkocht en aan de armen gaf. Hij had nooit gegeven tot op het niveau dat als Gods beloften niet waar waren, het met hem afgelopen zou zijn. Dat hij volkomen op God zou moeten vertrouwen. Hij had zijn vertrouwen op geld gesteld. En Jezus gebruikte zijn houding tegenover geld om te openbaren wat werkelijk in zijn hart was. Als wij tegenwoordig op dezelfde manier zouden bedienen, kan ik je garanderen dat er een storm van kritiek zou losbarsten. Ik ben al genoemd in die programma’s waar ze mensen aan de kaak stellen als sekten. Ik ben door mensen een sekteleider genoemd en ben bekritiseerd en al dat soort dingen. Maar toch stel ik nog niets voor bij wat Jezus hier deed. Dit zou te vergelijken zijn met als ik in een van mijn samenkomsten, en iemand naar voren kwam voor redding en behoud voor het oog van honderden mensen, en ik zou een woord van kennis hebben en zeggen: ‘Weet je, jij vertrouwt God niet echt in je geven. Ga en verkoop alles wat je hebt. Verkoop je auto, je huis, alles wat je hebt. Verkoop je aandelen en obligaties, alles wat je hebt en geef al je geld weg aan de armen. En kom dán terug en dan zal ik voor je bidden, voor redding en behoud.’ Als ik zoiets zou doen, kan ik je garanderen dat ik alle christelijke talkshows zou halen, waarschijnlijk ook de __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 28
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ reguliere kranten. Ik kan je garanderen dat mensen op me af zouden stormen en me de volle laag zouden geven: ‘Hoe dúrf je te zeggen dat iemand alles moet verkopen wat hij heeft voordat hij Jezus kan volgen.’ Maar dat is precíes wat Jezus hier zei. Hij deed dat ook weer niet bij iedereen. Want nogmaals, het ging in feite niet werkelijk om het geld van deze man. Jezus liet helemaal niet iedereen alles verkopen. Hij ging het huis van Zacheus binnen, die bijzonder rijk was, en Zacheus had al zíjn geld verworven door diefstal en afpersing. En Jezus ging bij hem binnen, at in zijn huis en zegende hem. En deze man zei volkomen vrijwillig dat hij de helft van wat hij had zou weggeven om de armen te voeden en als hij van iemand iets had afgeperst zou hij het viervoudig vergoeden. En Jezus had hem helemaal niet gevraagd of opgedragen om dat te doen. Hij deed dat volkomen spontaan en vrijwillig. Jezus deed dit niet bij iedereen. Omdat het feitelijk niet echt om geld ging, het ging erom waar je hart was. Vertrouw je werkelijk op God? En dáár gaat het eigenlijk allemaal om wat geld betreft. God voorziet ons van geld, omdat we geld nodig hebben om in dit systeem te functioneren. Dus helpt God ons om in onze behoeften te voorzien. Maar wat is de werkelijke kwestie hier. Het gaat erom of je werkelijk op God vertrouwt als je bron van financiën. Of je werkelijk op Hem vertrouwt of dat je in werkelijkheid handelt op basis van vrees, angst en ongeloof. Of dat het afhankelijk is van de economie hoe het met je geld gaat. Is het totaal gebaseerd op wat jíj doet of vertrouw je werkelijk op God? En er zijn heel veel christenen die zeggen: ‘O, ik vertrouw heus wel op God.’ Weet je hoe je dat kunt zien? Kijk naar hun niveau van geven. Geven ze de tienden van hun inkomen? Geven ze ook offers boven de tienden uit? Of houden ze dingen vast en potten ze op? Ik weet dat velen hier boos over worden, maar dit is precies wat Jezus hier zei: ‘Het is niet echt, het is niet oprecht.’ Deze man rende naar hem toe en viel op zijn knieën en leek heel oprecht. Maar hij was niet werkelijk oprecht. Hij was maar oprecht tot op zekere hoogte. Hij was niet bereid echt de witte vlag te hijsen en Jezus tot Heer van alles te maken. En weet je hoe Jezus dat openbaarde? Hij keek naar zijn geven en zei hem om alles te verkopen wat hij had en het weg te geven aan de armen en deze man wilde het niet doen. Hij liep bedroefd weg omdat hij veel bezittingen had. Ik kan je verzekeren dat als Jezus hier vandaag de dag in zijn fysieke lichaam aanwezig zou zijn, Hij gegarandeerd over financiën zou spreken. Hij zou erover spreken of ons vertrouwen werkelijk op God is, of op onze aandelen en obligaties en alles wat wij hebben. En Jezus zou aanbevelen te geven, en te verkopen alles wat je hebt en het weggeven aan de armen. Hij zou precies hetzelfde doen wat Hij hier in dit Schriftgedeelte deed. En Hij zou door het religieuze systeem van vandaag tot het uiterste vervolgd worden omdat Hij zo’n punt zou maken van de manier waarop wij omgaan met ons rentmeesterschap over financiën. Maar dit is werkelijk in het hart van God. God is betrokken. God wil echt íeder onderdeel van je hebben. Hij wil helemaal niet één uurtje per week in de kerk. Hij zit niet te wachten op af en toe een fooitje van jou. Hij wil álles van jou hebben. Hij wil dat je het grootste deel van je leven Hem gaat vertrouwen. Je werkt 40 tot 60 uur per week om geld te verdienen. Hoe krijgt God je zover dat je Hém gaat vertrouwen op dát gebied van je leven? Dat is heel eenvoudig. Hij zegt geef een gedeelte van wat je verdient terug aan mij, als erkenning dat Ík degene ben die je kracht heeft gegeven om rijkdom te verwerven. Als erkenning dat Ík degene ben die heeft gezegd: ‘Geef en jou zal gegeven worden’ En dát is waarom de Heer jou vraagt om te geven. Dat is helemaal niet omdat God het nodig heeft. Jíj hebt nodig om Hem te vertrouwen. En God wil dat jij met je héle hart op Hem vertrouwt net als bij deze rijke jongeling. Hij droeg hem op om alles te verkopen wat hij had. Niet dat Hij jóu vertelt om alles te verkopen, maar Hij heeft je zeker opgedragen 10% te geven. En om offers te geven en Hem te vertrouwen op dit financiële gebied. En ik kan je verzekeren dat als je daar niet toe bereid bent, het twijfelachtig wordt of je al die andere dingen die je beweert wel waar zijn, of niet. Dat is een hard woord, maar het is de waarheid. Dit is nog een ander gedeelte. Jezus zei dit in Mattheüs hoofdstuk 6. Dat is tijdens zijn onderwijs in de bergrede. Mattheüs hoofdstuk 6 en vers 19 zegt: ‘19 Vergadert u geen schatten op de aarde, waar de __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 29
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ motten en de roest ze eten, en waar de dieven graven en stelen; 20 maar vergadert u schatten in den hemel, waar noch motten noch roest ze eten, en waar de dieven niet graven noch stelen. 21 Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn’. Dit is een zeer interessant Schriftgedeelte. Het zegt, dat waar je schat is, daar zal je hart ook zijn. Je kunt zien waar iemands hart ligt, door te kijken waar hun geld naar toe gaat. Dat is een krasse uitspraak, maar absoluut waar. Waar je schat is, daar zal je hart ook liggen. Jezus had die man gezegd: Verkoop alles wat je hebt en geef het aan de armen en als je werkelijk meer van Mij houdt dan van je geld, dan doe je dat.´ Maar deze man wilde het niet doen omdat zijn hart in werkelijkheid gericht was op wat al dit geld voor hem zou kunnen doen. Besef je dat geld je macht geeft? Autoriteit? Het geeft je mogelijkheden om dingen te doen die je zonder geld niet zou kunnen doen. Ik kan je verzekeren dat als wij nu in een kamer zouden zijn en één van de rijkste mensen ter wereld zou binnen komen, dan verzeker ik je dat het hem macht zou geven. Het zou hem in staat stellen om dingen te doen die een arm persoon niet zou kunnen doen. Er is macht opgesloten in geld. En als je niet oppast kom je zover dat je meer vertrouwen stelt in de macht van het geld dan in God. En de Heer is daarvan bewust. Daarom heeft Hij zoveel dingen gezegd over financiën. Daarom heeft Hij deze man opgedragen alles te verkopen wat hij had. Niet omdat Hij hem haatte en weg wilde jagen. Vers 21 zegt dat Hij dit zei omdat Hij hem liefhad. Hij wilde dat deze man vrij zou zijn van de macht, de grip die het geld over hem had en zich alleen aan God zou toewijden. Had hij dat gedaan, dan zou zoals de Heer garandeerde in vers 29 het honderdvoudig tot hem terug zijn gekeerd in dít leven. Hij zou het allemaal teruggekregen hebben. Het is niet maar in de eeuwigheid dat wat wij weggeven aan ons teruggeven zal worden. In dít leven zal God ons zegenen met huizen en land en mensen en al die dingen. Financiën, materiele goederen zullen tot ons terugkeren áls wij geven. De Heer wilde dus helemaal niets van deze man afnemen, Hij wilde alleen hem zover krijgen om zijn geld weg te geven, zodat hij volkomen zijn vertrouwen en afhankelijkheid op God zou stellen. Besef je dat als wij dezelfde standaard zouden aanleggen voor de mensen van vandaag, dat wij zonder weerga vervolgd zouden worden. Zelfs door de kerk. Maar dit is precies wat Jezus onderwees. En dat voert allemaal terug op wat ik al gezegd heb in Lukas 16:10 waar Jezus zegt dat als je niet getrouw bent in wat het geringste is, dan zul je ook niet getrouw zijn in dat wat groter is. Je móet God gaan vertrouwen op dit gebied van financiën. En over het geheel heeft de kerk hier geen nadruk op gelegd. Wij prediken maar een klein beetje over financiën. En de werkelijke motivatie daarachter is meestel ook nog dat we prediken zodat je het aan mij zult geven. Stuur je geld maar naar mij. En wij prediken net genoeg zodat de mensen de kerken zullen financieren en de bedieningen en dat soort dingen. Maar wij prediken niet echt over financiën op de manier zoals Jezus dat hier deed. En nogmaals, ik wil het in zijn juiste perspectief plaatsen. De Heer heeft helemaal niet tegen iedereen gezegd dat ze alles wat ze hadden moesten verkopen. Hij zei dat tegen déze man, omdat het geld van déze man zijn god was. Maar niet iedereen zit in datzelfde schuitje en dus is het geen voorwaarde om wederomgeboren te kunnen worden, dat je al je geld moet weggeven. Maar ik zeg wel dat je beréid moet zijn om dat te doen. Je moet bereid zijn om letterlijk je leven in de handen van God te leggen. En de Heer legt deze dingen uit in de volgend paar verzen. Nadat Hij dit tegen de rijke jongeling had verteld, kijk wat er vervolgens gebeurt in de verzen 22 ‘22 Maar hij werd bedroefd over dat woord, en ging treurig weg; want hij had vele goederen’. Met andere woorden, dit zegt dat hij de aanwijzingen van Jezus niet opvolgde. Hij verkocht niet alles wat hij had en gaf het aan de armen, want hij kon er gewoon niet toe komen God meer te vertrouwen dan al dat geld. Hij ging dus weg en werd geen volgeling van Jezus. En in vers 23 staat: 23 En Jezus zag in het rond, en zei tot zijn jongeren... Hier geeft Jezus dus commentaar op wat er niet gebeurd is met deze rijke jongeling. De rijke jongeling verlangde te hebben wat Jezus kwam aanbieden. Maar hij was niet bereid een volkomen toewijding aan Jezus te maken. Hij wilde vasthouden aan zijn vertrouwen en __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 30
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ zekerheid in dat geld. Jezus zei: ‘Geef het aan de armen en kom en volg Mij.’ En dat wilde hij niet doen. En dit was Jezus’ commentaar tegenover zijn discipelen: 23 En Jezus zag in het rond, en zei tot zijne jongeren: Hoe bezwaarlijk zullen de rijken in het rijk Gods komen! Mensen, wat een uitspraak! Hoe bezwaarlijk, je zou het zo kunnen zeggen: hoe moeilijk is het voor rijke mensen om wederomgeboren te worden. En weet je dat er mensen zijn die zeggen: ‘Ik kan gewoon niet geloven dat je zoiets zégt’ Ik doe niets anders dan de Schrift aanhalen. Dat is gewoon een moderne manier om te zeggen wat Jezus zei. Hoe moeilijk is het voor hen die rijk zijn, bezittingen hebben, het koninkrijk van God binnen te gaan. En let eens op de reacties van de discipelen in vers 24: ‘24 En de jongeren ontzetten zich over zijne woorden…’. Er staat dat de discipelen zich ontzetten over zijn woorden. Net zo als ik er zeker van dat een heleboel van jullie als je naar mij luistert ontzet bent over wat ik zeg. Maar dat is dus de juiste reactie! Dat is precies dezelfde reactie die de discipelen hadden. Ze waren ontzet over Zijn woorden. ‘…Maar Jezus antwoordde wederom en zei tot hen: Kinderen, hoe bezwaarlijk is het, dat degenen, die hun vertrouwen op rijkdom stellen, in het rijk Gods komen!’ Als we vers 24 niet hadden gehad, als de Schrift ons alleen vers 23 had gegeven, besef je dat we dan allerlei verkeerde conclusies hieruit hadden kunnen trekken? Je had dan kunnen gaan zeggen dat rijke mensen, mensen die veel geld hebben, niet gered kunnen worden. Omdat vers 23 dat lijkt te impliceren. Maar Jezus legde dit uit toen hij de ontzette reacties van zijn discipelen zag. In vers 24 legt Hij het nog eens helder uit. Kinderen, hoe moeilijk is het voor hen die op hun rijkdom VERTROUWEN, in het rijk Gods te komen. Geld is op zich niet het probleem. Het gaat om waar jouw vertróuwen ligt. Is jouw vertrouwen, je zekerheid of je bron, in geld of in God? Dat is een vraag die iedereen zal moeten beantwoorden. Jezus maakt duidelijk dat het probleem niet het geld is, maar dat het een kwestie is van waar ligt jouw vertrouwen in. Vertróuw je op je rijkdommen? Natuurlijk gaan mensen nu zeggen: ‘Oh, maar ik vertrouw helemaal niet op mijn rijkdom, mijn vertrouwen is niet in mijn geld. Mijn vertrouwen is op God.’ Natuurlijk weten we dat dit het juiste antwoord is, maar er zijn een heleboel mensen die dit zullen zéggen, maar je zult meer moeten doen dan alleen maar verklaren. Dat staat in Jakobus hoofdstuk 2: geloof zonder werken is dood.7 Iemand zal zeggen: ‘Oh mijn vertrouwen is in de Heer,’ maar de Heer heeft ons gezegd om 10% van alles wat Hij ons heeft toevertrouwd terug te geven. En zelfs méér dan 10% omdat we ook offers en gaven daarboven uit zouden moeten geven. En zolang je dat niet doet, kun je wel zéggen dat je op God vertrouwt, maar dat is gewoon niet zo. En ik weet dat sommige mensen dit echt heel erg vinden, maar ik zeg gewoon exact hetzelfde wat Jezus zei toen Hij tot deze rijke jongeling sprak. Jezus keek hem aan en Hij had hem líef, dáárom zei Hij tegen hem om alles te verkopen wat hij had en aan de armen te geven. Omdat Hij hem lief had. Weet je dat het gebondenheid, gevangenschap is als jouw vertrouwen op je geld, op dingen is. Ik zeg nu dus ook niet dat God geen gebruik van geld maakt. Ik heb sommige mensen onderwijs horen geven over financiën, en zoals zij het vertellen krijg je het idee dat het verschrikkelijk is als je ook maar iets hebt. En dan denk ik, als je er zo over denkt, stuur het dan maar allemaal naar mij. Amen? Als jij denkt dat het bezitten van geld op de een of andere manier zondig is, verschrikkelijk, dat is helemaal niet wat ik hier zeg. Het is helemaal niet het geld dat het probleem is, het is waar je vertróuwen op rust. Vertrouw je op dat geld? En dat kun je gewoon controleren aan het feit of je wel of niet een géver bent. Als je terugkijkt naar mensen in de Bijbel zie je dat Abraham een super welvarend mens was. Hij was zó rijk en welvarend dat tot tweemaal toe koningen naar hem toe kwamen en vroegen om hun land te verlaten, omdat zijn netto economische waarde groter was dan hun hele nationale bruto product. Wij kunnen je gewoon niet verdragen, vertrek alstublieft. Hij was een super, super gezegende en welvarende man. Isaäc was nóg meer gezegend. Zijn zoon Jakob was nóg meer gezegend en zo kun je wel door gaan. God zégende mensen bovennatuurlijk. Dávid was door God gezegend. Hij begon met helemaal niets, hij was maar een kleine herdersjongen. En hij werd koning over de hele __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 31
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ natie, zodat in 1 Kronieken 29 David uit zijn eigen persoonlijke vermogen voor 2 miljard euro waard aan goud en zilver kon geven voor de tempelbouw. David had geld, Abraham had geld, Salomo was een van de rijkste mensen die ooit op het oppervlak van de aarde heeft geleefd en zo kun je wel doorgaan. In feite zijn er Schriftplaatsen die zeggen: ‘Eer de Heer met de eerstelingen en met de toename van je bezit’8 en dan staat er dat als je dat doet de Heer je zal zegenen en je bezit vermeerderen. God belooft je te zegenen met financiële zegeningen. Dus het is niet echt geld dat het probleem is. Maar er is een risico aan geld, en dat is op het punt dat wij beginnen te vertrouwen op wat geld voor ons kan doen, méér dan wat God voor ons kan doen. Je weet dat geld macht heeft en dat geld dingen voor ons kan doen. En als je niet oppast kom je op het 7 Jakobus 2: 17 Alzo is ook het geloof, indien het de werken niet heeft, dood in zichzelf. 8 Spreuken 3:9 Eer den Heer van uw goed en van de eerstelingen van al uwe inkomsten, 10 zo zullen uwe schuren vol worden en uwe wijnpersen van most overlopen. punt dat je de macht en de autoriteit die in geld ligt gaat vertrouwen en het je ontgaat dat Gód degene is die ons kracht heeft gegeven om vermogend te worden. En daar moet je dus waakzaam voor zijn. Geld op zich is het probleem niet, maar het is het vertrouwen op geld. Dat alleen géld het probleem was, en dat het alleen was zoals in vers 23 staat vóórdat Hij het uitlegt hoe moeilijk het is voor hen die rijk zijn om het koninkrijk van God binnen te gaan, dat is op zich geen complete uitleg. Daarom legt Hij het verder uit in het volgende vers: ‘Kinderen hoe moeilijk is het voor hen die vertróuwen op hun rijkdom om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Als géld gewoon het probleem zou zijn, dan zouden de meesten van jullie die naar dit programma kijken niet eens het koninkrijk van God binnen kunnen komen! En dan zeg je: ‘Maar ik ben helemaal niet rijk’ Als je alleen maar een Tv-toestel hebt, dan ben je al rijker dan vele miljoenen hier op aarde. Ik heb eerder eens horen zeggen dat als je ongeveer 10 euro in je zak hebt zitten, je al rijker bent dan 90% van de wereldbevolking. Rijkdom is dus een nogal relatief begrip. Wij kijken naar advertenties op de TV en alleen omdat wij geen vijf auto’s hebben en drie Tv-toestellen en de nieuwste DVD-spelers of I-pod en dit of dat speeltje. Alle advertenties willen ons overtuigen dat wij niets zijn, totdat wij dít of dát hebben. En als je in die cultuur verstrikt raakt en dat soort denken, denk je misschien van jezelf dat je niet zo’n welvarend iemand bent. Maar wist je dat de armoedegrens in de Nederland ongeveer ligt bij 2000 euro per maand. Ik ben vergeten wat het precies was, maar het ligt daar ongeveer omheen. En als je minder dan dat verdiend, word je in de Verenigde Staten als ‘arm’ beschouwd. Maar voor de meeste mensen in de wereld zou dat enorm rijk zijn, naar hun maatstaven. Ik ben in landen als Roemenië en andere landen geweest, waar het complete jaarinkomen gelijk is aan rond 2000 euro of zelfs minder. Besef dat als gewoon geld, en het bezitten van geld, het probleem was, en ons zou afhouden van de dingen van God, dan zou de complete westerse wereld niet in staat zijn het koninkrijk van God binnen te gaan. Maar dat is helemaal niet wat Jezus hier zei. Markus 10:24 maakt het heel duidelijk: ‘Kinderen, hoe bezwaarlijk is het, dat degenen, die hun vertrouwen op rijkdom stellen, in het rijk Gods komen!’ Het is dus in feite een zaak van vertrouwen, je verlaten op, dat betekent het woord vertrouwen. Waar verlaat je je echt op, waar ontleen je je zekerheid aan. Ontleen je jouw zekerheid aan ‘jouw’ geld of vertrouw je op God. Het is heel gemakkelijk om te zeggen: ‘Ik vertrouw op God,’ maar waarom doe je dan niet wat Hij zegt, betaal je 10%, je tienden, en geeft offers boven dat uit. Maar als jij dan zegt: ‘Ja maar, dat kán ik niet, ik heb dit geld nódig.’ Dan zeg je in feite: ‘Ik vertrouw in feite op dit geld. Ik vertrouw in feite meer op mijn rijkdommen dan ik vertrouw in God.’ Mensen dit is taaie kost en dit zijn stevige uitspraken. En ik weet dat er niet echt veel mensen zijn die deze dingen zeggen en daarom lig ik buiten de grote stroom zelfs van Christenen die hierover onderwijzen. En daarom zeggen sommigen dat ik geen gelijk kan hebben. Maar ik vraag je om deze Schriftplaatsen echt te lezen, en te zien wat Jezus hier werkelijk zegt en vertel me dan waar ik afwijk van wat Hij hier zegt. Dit is precíes wat Hij hier zegt: ‘Als jouw vertrouwen op je rijkdom is, dan is het voor jou moeilijk __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 32
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ om het Koninkrijk van God binnen te gaan.’ En kijk dan eens naar het vólgende vers. Als je wat ik tot nu toe gezegd heb al moeilijk vindt, kijk dan hier eens naar: 25 Het is lichter, dat een kameel door een naaldenoog ga, dan dat een rijke in het rijk Gods komt. Zijn discipelen waren al ontzet geraakt. Maar nadat Hij dít gezegd had, kijk eens in vers 26. Daar waren zij nog bóven mate ontzet. In andere woorden, dit ging volkomen boven hun pet. Als zij daarvoor al geshockeerd waren, dan konden ze dit gewoon niet meer verstouwen. 26 Maar zij ontzetten zich nog veel meer, en zeiden onder elkander: Wie kan dan zalig worden? Jezus zei, dat als je vertrouwde op je rijkdommen, dat het dan gemakkelijker is voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor iemand die vertrouwt op zijn rijkdom om het koninkrijk van God binnen te gaan. Weet je, er zijn niet veel mensen die dit vandaag de dag zeggen, maar dit is dus het belang dat Jezus hechtte aan op de allereerste plaats je financiën over te dragen aan God en Hem te vertrouwen op het gebied van je financiën. Sommige mensen hebben geprobeerd dit te omzeilen door te zeggen: ‘Nou dit spreekt niet echt van een kameel, een dier dat door het oog van een naald probeert te kruipen. Maar het verwijst naar Jeruzalem, daar hadden ze die grote poorten, voor overdag. Maar ’s avonds sloten ze de grote poorten en in de grote poort zat een kleiner deurtje, dat alleen voor mensen geschikt was, En de enige manier om een kameel daar doorheen te laten komen was het dier afladen, alle bagage eraf, de kameel op zijn knieën laten kruipen en erdoorheen laten schuifelen. En dat werd het oog van de naald genoemd. Toen ik een keer in Israël was, heb ik onze gids gevraagd om me dat oog van de naald te laten zien. En hij zei: ‘Oh ja, dat bestaat wel, maar we hebben geen tijd om daar naar toe te gaan.’ En ik drong verschillende keren er op aan. En tenslotte keek ik hem aan en zei: ‘Er bestaat dus helemaal geen poort die het oog van de naald wordt genoemd.’ En hij zei: ‘Nee, die is er niet’ En ik vroeg: ‘Waarom heb je me dan verteld dat het wel bestond?’ Wat er aan de hand is, is dat in Israël alle toeristengidsen door de overheid zijn opgeleid omdat toerisme een van de voornaamste bronnen van inkomsten is, en daarom leiden ze deze mensen op. En een gedeelte van hun opleiding is: ‘Je zorgt dat deze mensen een geweldige ervaring hebben zodat het goede PR oplevert en er meer mensen naar het Heilige Land zullen komen.’ En op die manier genereren ze inkomsten. Hij zei dat hij zelfs eens een keer aan mensen die in een bus zaten die de brandende braamstruik wilden zien, heeft verteld waar Mozes de brandende braamstruik had gezien. En achter een tankstation was een struikgewas dat een week daarvoor verbrand was. En hij liet de bus daar stoppen en zei: ‘Dit is het brandend struikgewas van Mozes,’ En mensen gingen daar hun foto’s maken, bij dit verbrande struikje. En ze dachten dat dit hetzelfde bosje was dat vierduizend jaar geleden had gebrand! Het is echt ongelooflijk wat mensen allemaal verwachten en daarom willen zien. Maar in ieder geval, als mensen geloofden dat er een poort bestond die het ‘oog van de naald’ heette, dan zeiden ze: ‘Ja, het bestaat,’ Maar niemand heeft het ooit gezien. En weet je waarom? Omdat ze helemaal niet bestaat. Dit sprak er helemaal niet over dat het móeilijk was, dat je de kameel moest afladen en dat het gewoon lastiger is om er door te komen. Hij sprak gewoon over iets dat helemaal onmogelijk was. Omdat zijn discipelen vervolgens helemaal van stuk waren en zeiden: ‘Wie kan dan nog behouden worden’ en verder zegt vers 27 dan: 27 Doch Jezus zag hen aan, en zei: Bij de mensen is het onmogelijk, maar niet bij God; want alles is mogelijk bij God. Jezus zei helemaal niet dat deze kameel die door het oog van een naald moest gaan gewoon moeilijk, lastig was. Hij zei gewoon dat het volkomen onmogelijk was. Hij sprak er gewoon fysiek over dat het gemakkelijker was voor een echte kameel om door het oog van een naainaald te gaan dan om iemand die op rijkdom vertrouwt in een relatie met God te krijgen. En ik weet dat sommigen van jullie nu ‘nog veel meer ontzet’ zijn, maar dit is precies het punt dat Jezus in dit onderwijs maakte en dit is precies het punt dat ík probeer over te brengen. God vertrouwen voor je financiën is het geríngste gebied waarin je God moet vertrouwen. Het is niet het grootste of voornaamste gebied. Het is het geringste gebied. En als je dat wat het geringste is niet kunt doen, kun je dat __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 33
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ wat groter is ook niet doen. Dat betekent dus dat beginnen met God te vertrouwen en te doen wat Hij zegt over het geven van 10%, en offers daar bovenuit te geven. Beginnen onze handen te openen en in plaats van al dit geld als ons eigen geld te beschouwen en wij mogen er mee doen wat wij maar willen. Dat wij beginnen onszelf te openen en te zeggen: ‘God het is van U, zegt U maar wat ik er mee moet doen.’ En je begint de aanwijzingen uit de Schrift daarbij op te volgen. Als je dát niet kunt doen, als je God niet kunt vertrouwen met je financiën, Dan weet je, is het dus eigenlijk onmogelijk om een goede relatie met God te hebben. En weet je, dat is dus precies wat Jezus hier onderwees. Het is precies de reden dat wij tegenwoordig zoveel mensen in onze kerken hebben die wel beweren een echte relatie met God te hebben, maar deze niet bezitten. Echt, ik heb dit vaak gehoord en hier met vele pastors over gesproken en zij zijn het er allemaal mee eens, Maar het is meestal maar 20% van alle mensen die het geven doen en de kerk draaiende houden. 80% van de mensen dragen niet echt bij aan de financiering van het evangelie. Ze geven hier en daar wel een beetje. Ik heb gehoord dat Billy Graham het gezegd heeft, ik ben niet in staat geweest het te controleren, maar ik heb gehoord dat hij gezegd heeft dat volgens hem maar 15 tot 20% van de mensen die beweren christen te zijn ook werkelijk wederomgeboren zijn. En dit is de vergelijking. 80% van de mensen die naar de kerk gaan geven niet echt. 80% van de mensen die zich Christen noemen zijn niet echt wederomgeboren. Is het mogelijk dat alleen degenen die echt God vertrouwen en God met hun financiën vertrouwen echt wederomgeboren zijn en een echte relatie met God hebben? Ik geloof dat dat mogelijk is. En dat zijn krasse uitspraken, maar ik geloof dat ze allemaal waar zijn. Inleiding: Voorspoed begint bij het begrijpen van onze rol; wij zijn Gods rentmeesters. Onze levens, talenten, mogelijkheden en het wonen in een land met ongekende mogelijkheden zijn allemaal door God gegeven gaven. In dit onderwijs zul je een heel nieuwe waardering krijgen voor de waarheid, ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij,’ (Handelingen 17:28) Dit zijn dingen waarover God tot mij heeft gesproken, die een gróót verschil in mijn leven hebben uitgemaakt. Vandaag wil ik naar Lukas 16 gaan en in deze gelijkenis van de oneerlijke rentmeester duiken. En ik heb dit in dit onderwijs al enkele keren genoemd, maar we hebben het nog niet grondig besproken. Deze gelijkenis is een van de moeilijkst te begrijpen gelijkenissen. En wat ik daarmee bedoel is, dat je al heel wat openbaring over voorspoed nodig hebt voor je werkelijk kunt begrijpen waar dit over spreekt. En daarom denk ik dat, terwijl we hier doorheen lopen, dit de potentie heeft om een groot verschil te maken in de manier waarop jij naar financiën kijkt en de manier waarop jij geld gebruikt. Laten we dus eens gaan kijken naar Lukas hoofdstuk 16, vanaf vers 1. Daar staat: Hij zei tot zijn discipelen: (dat is dus Jezus die tot Zijn discipelen spreekt) ‘Er was een rijk man die een rentmeester had. Van deze werd hem aangebracht, dat hij zijn bezit verkwistte. 2 En hij liet hem roepen en zei tot hem: Wat hoor ik daar van u? Doe verantwoording van uw beheer, want gij kunt niet langer rentmeester blijven. Dit zegt dus dat er een welvarend rijk mens was, en dat er iemand was die voor hem werkte, en zijn geld beheerde. Deze werd beschuldigd dat hij geld van hem stal. Dus zei hij: breng je boekhouding in orde en kom hier, laat alles zien wat je gedaan hebt. En als de beschuldigingen waar zijn, zul je ontslagen worden. En vanaf vers 3 staat er: De rentmeester zei bij zichzelf: Wat moet ik doen? Want mijn heer ontneemt mij mijn rentmeesterschap. Spitten kan ik niet, voor bedelen schaam ik mij. In vers 3 zien we dus aan de reactie van de rentmeester dat hij schuldig was. Er was geen mededeling van ‘Ik ben onschuldig, hoe kan ik mijn onschuld aantonen,’ of dat soort dingen. Hij wist dat hij schuldig was en ter verantwoording werd geroepen en dat als de meester de boeken door zou nemen, hij ontslagen zou worden. Dit is dus een schuldbekentenis van de kant van de rentmeester. En let ook op dat hij zegt: ‘Ik kan niet spitten, graven, en om te bedelen schaam ik mij.’ __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 34
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Waarschijnlijk zat het zo: de meeste mensen die deze instelling hebben, die geld stelen in plaats van te werken, en dat soort dingen doen, kunnen niet spitten omdat ze niet wíllen spitten. Je zult ontdekken dat het bij heel veel mensen die problemen hebben op het gebied van financiën en vergelijkbare dingen meestal niet zo is dat ze niet zouden kúnnen werken, maar dat ze lui zijn. Ze zoeken een snelle gemakkelijke oplossing. Ze willen graag de loterij winnen. En ik ga hier wat dingen zeggen. Ik heb waarschijnlijk al een heleboel mensen op de kast gejaagd met de dingen die ik heb gezegd, maar ik wil je verzekeren dat als jij in de loterij speelt, en op die manier winst wil halen, dan heb je een verkeerde instelling omtrent financiën. Dat is nóóit Gods manier. Het is niet zo dat het perse zonde is, maar het is een compromis. Het is niet Gods manier tot welvaart. En iedereen die loten koopt heeft géén openbaring over voorspoed op basis van het Woord. Je vindt me misschien niet aardig als ik dit zeg, maar het is de waarheid. Galaten 4:16 zegt: Ben ik dus een vijand van u geworden nu ik u de waarheid zeg? Het is de waarheid. En als je mij blijft volgen door dit hele onderwijs, zal ik daar ook over onderwijzen en aantonen waarom gokken en het verwachten van snelle rijkdom nóóit Gods manier is van voorspoed. Het is een goddeloze manier. En zelfs als jij op de een of andere manier plotseling rijk wordt of de loterij wint, zegt de Schrift dat rijkdom door ijdelheid verkregen het leven wegneemt van de eigenaren daarvan. 1 Het is dus geen kwestie van dat wij maar op iedere mogelijke manier aan geld komen. Er is een goede en een verkeerde manier om welvarend te zijn. En zelfs al zóu je de loterij winnen en zelfs al zóu je op de een of andere manier rijk worden, als je het níet op Gods manier hebt verkregen, en de loterij is nóóit Gods manier, dán zou het je leven van je afnemen. Dat is dus niet de goede manier om welvarend te worden. Dus in ieder geval, mensen die lui zijn, hebben de neiging te stelen, te gokken op de loterij, loeren op iets anders. En ik weet dat er mensen zijn die mij kritiseren: ‘Maar jij kent mijn situatie niet.’ Natuurlijk kunnen er uitzonderingen zijn, maar met zoveel mensen als die naar dit programma kijken, over de hele wereld zullen er voor alles wel uitzonderingen zijn. Maar het is een algemene regel. Ik kan je in feite zelfs statistieken geven over mensen die loten kopen. Ongeveer 80 tot 90% van hen zitten allemaal op de armoede grens. Het zijn de arme mensen die op de loterij hopen. De mensen die geld hebben, kijken anders tegen geld aan. Zij verspillen geen geld door het weg te gooien met het kopen van een lot. Heb je ooit commercials gezien waarop ze vertellen: de kansen om te winnen zijn 1 op 500 miljoen? En ik denk dan: ‘Wie gaat óóit hier geld aan besteden, met zó’n geringe kans?’ Geen wonder dat je niet welvarend wordt als je je geld aan zúlk soort dingen uitgeeft. Maar iemand zegt: ‘Nou, het zijn maar een paar euro’s dat doet toch geen kwaad?’ Nee, het is het principe dat erachter zit. Iemand die sterke overtuigingen heeft, en goede financiële principes, wijkt niet af van zijn overtuiging voor een paar euro hier en daar. Zo zit dat. Wat ik duidelijk wil maken is dat deze man beweerde: ‘Ik kan niet spitten’. Ik ben er zeker van dat deze man er op uit had kunnen gaan en een andere baan vinden, als hij dat zou willen. Maar in ieder geval is dát niet de manier waarop hij dacht. Hij peinsde er niet over om te gaan werken voor zijn geld. Hij wilde het óf stelen, óf een loterij winnen, of het erven. Het is iemand die altijd op zoek is naar een plannetje of trucje, in plaats van dat God zijn werk zal zegenen. En vervolgens zegt hij: ‘Om te bedelen schaam ik mij’. Hij was blijkbaar niet beschaamd om te stelen. Hij schaamde zich niet voor zijn stelen, maar voor het bedelen! Je 1 Spreuken 13: 11 Een haastig verkregen vermogen krimpt in, maar wie van lieverlede verzamelt krijgt steeds meer.(LV) Spreuken 20: 21 Een bezit, in het begin te spoedig verworven, zal ten slotte niet ten zegen zijn. Spreuken 1: 19 Zo zijn de paden van ieder die hunkert naar onrechtmatige winst, die haar bezitters het leven ontneemt. zou minstens zo beschaamd moeten zijn om te stelen dan om te bedelen. Man, het is verbazingwekkend wat voor selectief geweten we hebben op dit terrein. En omdat hij zich dus schaamde om te bedelen en geen zin had in werken zei hij: ‘ 4 Ik weet wat ik zal doen; opdat zij mij, wanneer ik uit mijn rentmeesterschap ontzet ben, in huis zullen opnemen. 5 en hij ontbood dan de __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 35
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ schuldenaars van zijn heer een voor een bij zich. Deze gelijkenis noemt alleen twee schuldenaren, twee mensen die zijn meester geld schuldig waren. Er worden er maar twee genoemd, maar er staat in feite dat hij ze allemáál bij zich riep (een voor een). Het is mogelijk dat er maar twee zijn genoemd als voorbeeld van wat hij deed. Maar blijkbaar riep hij ze allemaal op. En deze meester was werkelijk een rijk mens. Ik weet dat als ikzelf maar twee mensen had die míj geld schuldig waren, dat ik echt niet iemand in zou huren om mijn financiën te regelen. Het is dus heel waarschijnlijk dat er tientallen of wellicht honderden mensen waren, omdat hij een zeer rijk mens was. Hij riep dus iedere schuldenaar van zijn heer op. ‘Hij zei tot de eerste: Hoeveel zijt gij mijn heer schuldig? 6 Hij zei: Honderd vaten olie. Hij zei tot hem: Hier hebt gij uw schuldbekentenis, ga vlug zitten en schrijf vijftig.7 Daarna zei hij tot de tweede: En hoeveel zijt gij schuldig? Hij zei: Honderd zakken tarwe. Hij zei tot hem: Hier hebt gij uw schuldbekentenis, schrijf tachtig. Wat hij dus deed laten deze twee voorbeelden zien. Hij riep deze mensen op die geld schuldig waren en tegen de een zei hij: halveer je schuld maar, hier is een nieuwe overeenkomst, laten we dit opschrijven. In plaats van dat je opschrijft dat je honderd vaten olie schuldig bent, laten we het tot vijftig terugbrengen. En tot een andere zei hij: ‘Hoeveel ben je schuldig?’ en die was honderd schepel koren schuldig. En hij zei: ‘Schrijf maar tachtig’ dus hij haalde er 20% vanaf. Dit laat dus zien dat hij de schulden van de mensen omlaag bracht die zij bij zijn meester hadden, terwijl hij nog dat gezag had. En dít was de logica daarachter: hij zei: ‘Ik doe dit zodat als ik uit mijn functie ben gezet, dat ze mij in hun huizen ontvangen.’ Met andere woorden, hij wilde niet gaan werken, hij was te lui om te werken hij wilde niet gaan bedelen, hij schaamde zich om dat te gaan doen, dus besloot hij nog stééds geld te gaan stelen van zijn meester. Hij stopte helemaal niet met het ontvreemden van geld. Maar déze keer, in plaats van het geld in zijn éigen zak te stoppen, stopte hij het geld in de zakken van de mensen die zijn meester geld schuldig waren. Hij verminderde hun schuldenlast. Ik weet niet hoeveel precies een vat olie waard was, maar misschien was het wel 3 of 4 honderdduizend euro. En hij gaf dus zo 200 of 150 duizend euro aan deze persoon. En dat deed hij bij íeder van de schuldenaren van zijn heer. Dat waren dus wellicht tientallen of zelfs honderden mensen aan wie hij gewoon het geld van zijn meester weggaf. En de logica daarachter was, dat als hij ontslagen werd, hij in staat zou zijn bij hen aan te kloppen en zeggen: ‘Heb je gehoord dat ik ontslagen ben? Weet je nog dat ik je rekening met tweehonderdduizend euro heb verlaagd? Kan ik een week of twee bij jou logeren? Wil je mij te eten geven en helpen weer op poten te komen?’ En zo zou hij tientallen of zelfs honderden mensen hebben en in staat zijn om van deze mensen te leven. Dat deed hij in feite. Tot op dít punt in het verhaal is er helemaal niets moeilijk te begrijpen of ongewoon. Mensen stelen voortdurend geld van hun werkgevers, over de hele wereld, en wat hij vervolgens deed is ook niet ongewoon. Maar wat echt zéér ongebruikelijk is, is de reactie van zijn meester op dit alles. Kijk hier maar eens naar in vers 8. Daar staat: En de heer prees de onrechtvaardige rentmeester dat hij met overleg gehandeld had, want de kinderen van deze wereld gaan ten aanzien van hun geslacht met veel meer overleg te werk dan de kinderen des lichts. Dít is nu het stuk dat deze gelijkenis moeilijk te begrijpen maakt. Het eerste deel, dat hij geld van zijn meester steelt en ter verantwoording wordt geroepen, en vervolgens steelt hij nog meer, en geeft hij het aan andere mensen, dát is niet zo ongewoon. Maar wat echt héél vreemd is, is de reactie van de meester, waar er staat dat hij de oneerlijke rentmeester áánprees omdat hij verstandig had gehandeld! Want de kinderen van deze wereld in hun generatie zijn verstandiger dan de kinderen van het licht. Wát deed deze rentmeester nu precies wat verstandig was? Hij stal nog steeds geld. Dit betekent echt niet dat de Heer oneerlijkheid goedkeurt. Maar waar het hier nu precies om gaat is een bepaalde houding, een instelling ten opzicht van geld. Vóórdat deze rentmeester opgeroepen werd en te horen kreeg ‘maak je boeken in orde, ik ga ze nakijken en als je schuldig bent, vlieg je eruit’, vóór die tijd, toen hij nog dacht er mee weg te komen, stal hij al geld van zijn meester. En je __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 36
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ kunt niet weten hoeveel geld hij had gestolen. Maar laten we aannemen dat het honderdduizend euro of twee- of vijfhonderdduizend euro was geweest. Het zou gemakkelijk nog meer geweest kunnen zijn. Als hij al dit geld had gestolen, besef je dat hij er niets aan over had gehouden? Dat is nogal duidelijk want in het derde vers toen hij wist dat hij ontslagen zou worden, zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen? Want mijn heer ontneemt mij mijn rentmeesterschap. Spitten kan ik niet, voor bedelen schaam ik mij. Met andere woorden. Als hij bezig was geweest met geld stelen van zijn meester, en dat gestolen geld geïnvesteerd zou hebben, of op een bankrekening gezet, aandelen gekocht of een ander soort investering zou hebben gedaan, zou hij deze overweging niet hebben gehad. Hij zou zelfs niet aan bedelen gedacht hebben. Hij had van het geld kunnen leven dat hij gestolen had. Maar dit maakt duidelijk dat hij al het geld dat hij gestolen had, en wij weten niet hoeveel het was, maar ik ben er zeker van dat het geen onbeduidend bedrag is geweest, het moet een grote som geld geweest zijn, dat had hij dus gewoon verspild. Hij had kaviaar gekocht en DVD’s, videorecorders, plasma-tv’s, etc. Hij had het verkwist aan dingen. Maar hij had er niets meer van over. Hij had helemaal geen geld meer, geen reservepotje. En weet je waarom de Heer deze rentmeester prees? Omdat hij, zelfs terwijl hij nog steeds geld stal, hij nú de macht die in geld gelegen is begon te erkennen om zijn toekomst te beïnvloeden. Vóór die tijd had hij geld gestolen maar dat gewoon verspild aan het kopen van dingen. Nú stal hij nog steeds geld, maar deze keer gebruikte hij het om het in de zakken van mensen te stoppen. En wat hij in zekere zin deed was hen omkopen, hij gebruikte de macht van geld om hun levens te beïnvloeden, hun houding ten opzichte van hem te veranderen en om zijn eigen toekomst te beïnvloeden. Nogmaals, dit is helemaal niet bedoeld om te zeggen dat je mensen om moet gaan kopen met geld, en ook niet dat je maar door moet gaan met het stelen van geld. Maar het laat zien dat deze man een hele verandering in denken kreeg van de manier waarop hij naar geld keek. Vóór die tijd gebruikte hij geld om te verspillen aan dingen die helemaal nergens toe leidden. Alleen maar het bevredigen van zijn eigen begeerten. Maar toen hij besefte dat hij zijn baan ging kwijtraken, dat de luxe positie waarin hij had gezeten van hem afgenomen ging worden, en dat hij met de harde werkelijkheid geconfronteerd zou worden, tóen ging hij opeens het geld dat hij stal gebruiken om mensen te veranderen en er zijn toekomst mee te veranderen. En dát is waarom de heer deze kerel prees. Omdat hij eindelijk het ware potentieel en het ware nut van geld ging ontdekken. En dit is een verbazingwekkend feit. Je zult een beetje moeten nadenken om het te snappen, maar dit is krachtig. Dit is krachtig spul. Weet je wat het mínste gebruik van jouw geld is? Man, ik twijfel gewoon om deze dingen te zeggen, omdat ik weet dat dit sommige mensen volkomen boven de pet zal gaan, en anderen dit wat ik ga zeggen volledig zullen verwerpen. Maar ik vraag je om hierover te bidden en ik zal je enkele Schriftgedeelten laten zien die dit bevestigen. Het mínste gebruik van je geld, het meest onbelangrijke gebruik van jouw geld is het kopen van tijdelijke dingen om in jouw behoeften te voorzien. Zoals bijvoorbeeld je huis, je auto, je kleding, je voedsel en dát soort dingen. En begrijp niet verkeerd wat ik hier wil zeggen. Je hebt die dingen nodig. Je hebtkleding nodig. Het is een goddelijk iets om kleding te dragen. Het is een goddelijk iets om te eten, niet om je te overeten, maar om te eten. Het is een goddelijk iets om een huis te hebben en een auto, vervoer om ergens te kunnen komen en te functioneren. Er is met die dingen niets verkeerd en dat moeten we dus doen. Maar je zou de instelling moeten hebben van: ‘God, dit is het minst belangrijke gebruik van mijn geld.’ Voor die fysieke natuurlijke dingen. Het ware potentieel van geld is om jouw toekomst te bepalen. Ik weet niet of je dit snapt of niet. Maar dat is een krachtige uitspraak. Geld kan jouw toekomst bepalen. Je kunt geld óf gebruiken om alleen maar in leven te blijven op dit moment, óf je kunt geld gebruiken…..natuurlijk moet je bepaalde dingen doen om in leven te blijven, maar als je een gedeelte daarvan af zou nemen en investeren in jouw toekomst, besef je dat dat een veel verstandiger en hoger gebruik van je geld zou zijn? Nogmaals, dit is niet de __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 37
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ instelling van de meeste mensen. De meeste mensen zien geld als een middel om hun eigen verlangens en begeerten te bevredigen, en dat is de reden waarom adverteerders reclame maken op de manier zoals ze dat doen. Ze komen zich melden en zeggen: ‘Deze aanbieding is maar drie dagen geldig’, om je onder druk te zetten om nú iets te kopen. Zelfs al heb je op dit moment helemaal geen behoefte aan dat product maar het lijkt zo’n goede aanbieding dat je toch toeslaat en het op krediet koopt. Ze geven je een bepaalde periode rentevrij. En onze maatschappij is zover gekomen dat ik álles nu op dít moment kan krijgen en de rest van mijn leven blijven betalen voor deze dingen die ik al heb. Dat is een verkeerde instelling. Wat je moet doen is leren leven met minder dan wat je hebt, niet in de schulden komen en niet al deze rekeningen betalen, maar een deel nemen van wat je hebt en dat gaan gebruiken om je toekomst te beïnvloeden. Ik heb eens iemand horen zeggen dat pensionering de grootste en beste vakantie zou moeten zijn die je ooit hebt gehouden. En wat hij daarmee wilde overbrengen is, dat wij soms iets afnemen van onze toekomst, pensionering en wat we op onze oude dag nodig zullen hebben, en dat maar uitgeven aan het genieten in het heden. Daar is natuurlijk een balans tussen die twee dingen, ik zeg niet dat je maar zuur en zuinig moet zijn en niet genieten van de reis. Maar over het geheel zijn wij echt helemaal doorgeslagen naar de andere kant, in ieder geval in de USA. kan ik zeggen dat mensen een hypotheek leggen op hun toekomst, zodat ze nu op dit moment maar al alles kunnen hebben. En ze zwelgen daar maar in, zorgen dat ze alles hebben wat ze maar kunnen, en helemaal niet plannen voor de toekomst. Zó was ook deze oneerlijke rentmeester. Hij had heel veel geld gestolen. Het is niet bekend hoeveel, maar hij had het verkwist aan dingen en dat is duidelijk omdat hij dus niets had om op terug te vallen. Hij zou op straat moeten gaan bedelen. Hij had grote sommen geld ontvreemd en had gewoon helemaal niets daarvan over. Dat was een verkeerde instelling. Natuurlijk is het verkeerd om te stelen. Maar als we even afzien van het stelen, was zijn instelling ten opzichte van geld om het te gebruiken om in het vlees te zwelgen, kopen waar ik zin in heb, dit of dat doen, mijn behoeften bevredigen. Ik weet wel zeker dat deze kerel goed gegeten heeft en zich prima gekleed heeft, en alle comfort en luxe genoot die ze in die dagen maar hadden. En dáár was zijn focus op gericht. Maar toen hij op het matje werd geroepen en wist dat hij ontslagen zou worden, moest hij over zijn toekomst gaan nadenken. Wat ga ik in de toekomst doen? Dat gaat er niet goed uitzien op mijn CV. Niemand gaat mij ooit aannemen. Dit is het enige dat ik weet te doen, ik ben een rentmeester. Ik krijg nooit zo’n baan meer. En hij zei: ‘Wat zal ik er aan doen’, en hij was nog stééds geld aan het stelen. Dat werd ook niet aanbevolen of geprezen, máár tenminste denk ik dat hij nu het geld niet meer ging gebruiken om dit of dat te kopen, een nieuwe DVDspeler of wat voor kleine gadgets dan ook. Deze kerel nam al het geld dat hij van toen af stal en begon het aan mensen te geven om hun houding te beïnvloeden. Om de manier waarop zij over hem dachten te beïnvloeden, zodat als hij ontslagen was, hij bij deze mensen terecht zou kunnen. En dát is waarom zijn heer hem prees. De meester zei: ‘Eindelijk begin jij het echte nut van geld te begrijpen.’ En dit is een radicale uitspraak voor je. Ik bid dat je ernaar zult luisteren en het ontvangen en in jouw leven toepassen. Maar als jij welvaart en voorspoed op de juiste manier begrijpt, als jij de juiste instelling begint te krijgen van een rentmeester te zijn, besef je dan dat geld níet in de eerste plaats bedoeld is om jouw directe behoeften te vervullen? Nogmaals, je moet je behoeften vervullen, je moet een betrouwbaar getuigenis hebben en je verplichtingen nakomen. God wil echt niet dat je in een kartonnen doos moet slapen. Dat is geen goede aanbeveling voor God, dus ik zeg niet dat je niet goed voor jezelf moet zorgen, maar ik zeg wel dat je je prioriteiten verregaand moeten veranderen van alleen maar dingen voor jezelf krijgen en voor jezelf zorgen. Je houding moet veranderen, en dat het er allemaal gaat om dat geld te gebruiken om de levens van andere mensen aan te raken en jouw tóekomst te beïnvloeden. Er zit kracht in geld. Sommige mensen nemen hier zwaar aanstoot aan, omdat een heleboel religieus onderricht het idee heeft geschapen dat geld afschuwelijk __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 38
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ is. Er wordt zelfs over gesproken in 1 Timotheüs 3, waar het genoemd wordt: ‘vuil gewin’ 2 Dat is de oud Nederlandse manier om te verwijzen naar geld. En het geeft het de klank alsof het boosaardig is. Dat het zondig is. En soms onderwijst religie dat het klinkt alsof geld hebben, mensen die rijk zijn, zijn allemaal slechte mensen en dat soort dingen. Nou, Abraham was stinkend rijk, Isaäc en Jakob waren super welvarend. David en Salomo, en zo kun je wel verder gaan. Het is helemaal niet goddeloos om geld te hebben. Het is goddeloos als je jouw vertróuwen op dat geld stelt in plaats van dat jouw vertrouwen op God is. En zo heeft geld dus mácht in zich. Maar de meeste mensen gebruiken de kracht die er in geld ligt alleen maar voor tijdelijke zaken. Ik weet niet of je kunt begrijpen wat ik hier zeg. Laten we verder gaan en het volgende vers lezen. Dit is dus Jezus die een conclusie uit deze gelijkenis trekt en voor ons een toepassing daarvan maakt. Kijk wat Hij hier zegt in Lukas 16:9 Ook zeg ik u: (Dat is dus Jezus die hier spreekt!) Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige Mammon (oud Nederlands voor ‘geld’) gebruik geld om vrienden te maken; opdat men u, als er een tekort is, in de eeuwige tenten opneme. Dit is dus het doel van deze gelijkenis. Dít is het punt dat Jezus over probeerde te brengen. Hij zegt: hier gaat het om: nét zoals deze man, natuurlijk stéél je je geld niet bij elkaar. Maar desondanks, het geld dat hij hád, begon hij te gebruiken om vrienden te maken, om de levens van mensen aan te raken, zodat zij hem in hun huizen zouden ontvangen. Jezus zegt dat op dezelfde manier. Jíj moet je geld gaan gebruiken om de levens van mensen aan te raken, zodat als je tekort gaat schieten, ze je op zullen nemen in eeuwige woningen. Het woord dat hier als ‘tekort’ wordt vertaald werd ook gebruikt om ‘sterven’ aan te geven. Zo wordt het ook vertaald in de Schrift, en dáár verwijst het hier ook naar. Dit zegt dus: gebruik geld om de levens van mensen te beïnvloeden, zodat als je sterft, ze daar zullen zijn om jou te ontvangen in eeuwige woningen. Dat gaat erover wanneer wij naar de hemel gaan. En dat is dus hetgeen Hij overbrengt. Deze man, deze oneerlijke rentmeester had geld gestolen, maar al het geld dat hij had gestolen, had hij verspild aan tijdelijke dingen. Dingen die op zichzelf genomen misschien niet slecht waren, maar hij had ál het geld dat hij gestolen 2 1 Timotheüs 3: 8 Evenzo moeten de diakenen waardig zijn, niet met twee tongen sprekende, niet verzot op veel wijn, niet op winstbejag uit, had verspild. Omdat hij toen hij met ontslag werd geconfronteerd helemaal niets had om op terug te vallen. Hij had het erover dat hij zou moeten gaan bedelen. Hij schaamde zich om te bedelen. Hij had dus niets gespaard en zich niet op zijn toekomst voorbereid. Hij had dit geld niet gebruikt om vrienden te maken, om levens van mensen aan te raken. Hij had het niet met andere mensen gedeeld. Hij had het maar verspild aan tijdelijke vleselijke dingen die hij op dat moment nodig dacht te hebben. Maar toen hij onder druk kwam te staan en dacht dat hij zijn baan ging verliezen, nam hij het geld dat hij van zijn meester stal en begon mensen hun levens er mee te beïnvloeden en hen te zegenen en hen gunstig tegenover hem te stemmen, zodat als hij ontslagen was, hij in hun huis ontvangen zou worden en bij hun kon wonen. De Heer zegt hier dat wíj geld moeten gaan gebruiken om de levens van mensen te beïnvloeden, zodat als wij sterven, zij er zullen zijn om ons in de hemel te verwelkomen. Sommigen van jullie hebben wel eens dit lied gehoord, over een man die droomde dat hij naar de hemel ging en toen hij daar kwam stond er een hele rij mensen, en al die mensen kwamen naar hem toe: ‘Dank je, dat je aan de Heer gegeven hebt, ik ben een leven dat is veranderd’. En deze man stond eerst versteld wat dit allemaal te betekenen had, maar toen hem werd verteld: ‘Toen jij dat geld gaf aan die zendeling is hij naar Afrika gegaan (of wat voor plek dan ook). En hij heeft het evangelie verkondigd en daarom ben ik nu hier dankzij jouw gave. Dank je voor het geven aan de Heer.’ Besef je, het is natuurlijk een dramatisering, maar dit is precies waar dit Schriftgedeelte over spreekt. Jezus zegt dat wij van deze gelijkenis moeten leren, dat er een beter gebruik van ons geld bestaat dan het maar verspillen aan dingen. Dat wij zouden moeten geven om mensen hun levens aan te raken, om mensen te zien veranderen, zodat op een dag in de hemel als wij binnenkomen mensen in de __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 39
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ rij zullen staan om dank je wel te zeggen. Besef je dat iedere TV die je koopt uiteindelijk zal sterven. Ik bedoel niet fysiek letterlijk, alsof we over een persoon praten. Maar het zal ophouden te werken en moeten worden vervangen. En ieder huis dat je hebt, iedere auto die je koopt, elk kledingstuk dat je koopt, de juwelen, de ringen, de diamanten, álles waar we zóveel moeite in steken om te verwerven, besef je dat op een dag die dingen versleten zijn. En zelfs al is iets een familie-erfstuk, zoals een diamant die niet verslijt, op een dag komt deze wereld ten einde en de Heer zegt dat Hij deze wereld en alles wat er in is zal vernietigen met een verterend vuur. En zelfs diamanten en juwelen, wat je ook maar gebouwd hebt, ieder monument dat je voor jezelf hebt opgericht, zal op een dag volkomen verdwenen zal zijn en niet langer bestaan. Máár wel ieder beetje geld dat je gebruikt om iemands leven mee aan te raken, ieder beetje geld dat je aan het evangelie hebt besteed, en waardoor iemand tot bekering komt en wederomgeboren wordt, iemands leven veranderd, een huwelijk wordt hersteld, een lichaam is genezen, iemand de waarheid hoort en het maakt hem vrij. Ieder persoon die verandert vanwege het geld dat jij hebt gegeven, besef je dat het iets is wat nóóit zal vergaan? Het zal in alle eeuwigheid blijven bestaan ook op een dag, miljoenen jaren nadat deze aarde verdwenen is. Ik weet dat sommigen van jullie gewoon niet zo denken, maar dat is wat de Schrift onderwijst en wat zeker gaat gebeuren. Op een dag zullen we miljoenen jaren verwijderd zijn van waar we nu zijn. En alles van het leven op deze aarde is maar een herinnering die zal verdwenen zijn, voorbij zijn. Je zult tot in alle eeuwigheid blijven bestaan in een toekomstige toestand. Hopelijk ben je dan wederomgeboren, en heb je je leven aan de Heer toegewijd en zul je voor eeuwig in de hemel leven. Maar zoniet, dan is er nog een plek die de hel heet, of de poel van vuur, waarin mensen zullen bestaan. Maar wij zullen véél langer in dié gebieden leven dan hier in dit leven. Besef je dat alleen het geld dat jij gebruikt hebt om iemands leven te veranderen, alleen dát geld dat je in mensen hebt geïnvesteerd, je rente zal blijven opleveren tot in alle eeuwigheid? Mensen wiens levens door jou zijn veranderd zullen miljoenen jaren vanaf nu naar je toekomen en zeggen: ‘Weet je nog dat jij dat geld aan die kerk (of wat voor kerk of bediening dan ook) hebt gegeven?’ Je zou kunnen zeggen aan de Jack Henning Ministry en door dat Tv-programma werd ik wakker en God sprak tot mij en mijn leven is veranderd. Weet je dat ik en alle partners die mij helpen voordelen zullen blijven ontvangen en mensen voor de rest van de eeuwigheid naar ons toe zullen komen en ons vertellen hoe onze gift hun levens heeft aangeraakt en hen heeft veranderd. En ik kan je verzekeren dat wij God zullen prijzen en danken dat wij eindelijk dat geld zijn gaan gebruiken om te investeren in de toekomst en mensen hun levens aan te raken in plaats van uit te geven aan dingen die vernietigd gaan worden. Besef je dat als de waarheid die ik hier zeg je te pakken gaat krijgen dat dit werkelijk de manier waarop jij naar geld kijkt revolutionair, ja echt revolutionair zal veranderen? Ik weet dat er uitzonderingen op zullen zijn, naar beide kanten, maar de gemiddelde mens van tegenwoordig ziet geld als het middel om tijdelijke dingen te verkrijgen die zij nodig hebben. Daar werken de meeste mensen voor. De meeste mensen werken niet zodat zij geld hebben om de levens van andere mensen aan te raken en andere mensen te zegenen en dingen te doen die eeuwige waarde hebben. In plaats daarvan werken de meeste mensen zodat ze een huis kunnen hebben, een auto, verzekering, voedsel, kleding etc. En nogmaals, al die dingen zijn nodig. Ik zeg niet dat we ze niet moeten hebben, maar ik zeg dat het niet de juiste motivatie is. Ik weet dat er mensen zijn die naar mij luisteren en zeggen: ‘Jij leeft in fabeltjesland, zo werkt het gewoon niet in de echte wereld. In de echte wereld, als je geen predikant bent, moet je werken. En je moet inkomen generen en je rekeningen betalen en daar draait het allemaal om.’ Laat ik je een Schriftgedeelte tonen waar Paulus precies hetzelfde zegt. In Efeziërs 4 vers 28 zegt hij: ‘Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige. Dit zegt ons dus dat we niet moeten stelen, maar in plaats daarvan moeten werken. En besef je dat door dit tegenover elkaar te zetten, dit eigenlijk zegt __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 40
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ dat als je niet werkt, dat je in feite steelt? Ik weet dat dit al veel mensen tot zegen is. Nogmaals, ik ben me ervan bewust dat voor zo ongeveer alles uitzonderingen bestaan, maar er zijn mensen die hiernaar kijken op TV of dit beluisteren op de radio, die hier zwaar aanstoot aan nemen. Weet je, iedereen kan wel eens een korte tijd bijstand of een uitkering nodig hebben. Iedereen kan in een situatie terecht komen waarin je hulp van anderen nodig hebt, en daar ben ik niet tegen. Maar ik ben wel tegen de bijstands- en uitkeringenmentaliteit, waar mensen tot in de 2e, 3e en zelfs vierde generatie van de bijstand leven. Zij verwachten het van andere mensen, ze vinden dat de wereld hen iets schuldig is, en daarom werken ze niet en doen helemaal niets. De Schrift zegt in 2 Tessalonicenzen 3 vers 10: als je niet werkt, eet dan ook niet.3 Natuurlijk kan dit altijd iemand tijdelijk overkomen, maar iemand die niet werkt, gewoon omdat hij meer geld overhoudt aan de bijstand in plaats van bij MacDonalds te gaan werken, dat is een goddeloze manier. Weet je wat dat is? Dat is diefstal. Dat is een ‘nemer’ te zijn in plaats van een ‘gever’. Jij bent deel van het probleem in plaats van een deel van de oplossing van het probleem. Nogmaals, het gaat niet om iemand die een geldige reden heeft, bijvoorbeeld, je bent gehandicapt en kunt daarom niet werken, dat is een andere situatie. Ik kan je verzekeren 3 2 Tessalonicenzen 3: 10 Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. dat je de genezende kracht van God moet ontvangen en zorgen dat je genezen wordt. Maar voordat je zover bent, als je dan niet kúnt werken is dat te begrijpen. Er kunnen misschien nog wat andere uitzonderingen zijn. En ik besef dat er uitzonderlijke situaties kunnen bestaan aan beide einden van dit spectrum, die een echt probleem zijn, maar er is een enorm aantal mensen in het midden daarvan, die maar leven en denken dat ieder ander ze iets schuldig is, in plaats van erop uit te gaan en te werken. En volgens dit Schriftgedeelte, ben je dan aan het stelen. Je zou niet moeten stelen, je zou geen ‘nemer’ moeten zijn. Je moet geen stofzuiger zijn die het leven uit ieder ander opzuigt en denkt dat ieder ander jou iets verschuldigd is. Je zou een productief bijdragend lid van de maatschappij moeten zijn, die andere mensen zegent in plaats van voortdurend van andere mensen en van hun zegeningen te leven. Ons bijstandsysteem is ver doorgeschoten. Ver doorgeschoten. Er staat dus, wees niet langer een dief, maar ga werken, arbeid met je handen, wat goed is, en dít is het doel, zodat je iets hébt waarmee je kunt géven aan degene die behoefte heeft. Er staat helemaal niet: ‘Werk zodat je je rekeningen kunt betalen en een dak boven je hoofd kunt hebben en je kinderen kunt voeden en kleden.’ Weet je, ik spreek zo snel als ik maar kan, maar ik kan gewoon niet álles zeggen. Maar in Mattheüs 6 en daar ga ik later nog op in, erkent de Heer dat je kleding en voedsel en een huis en onderdak en dat soort dingen nodig hebt. Maar Hij zegt: ‘Kijk naar de leliën des velds, kijk naar de vogels, die arbeiden niet, die werken en zwoegen niet, en toch zorgt God bovennatuurlijk voor ze. En dan verbindt Hij daar de volgende conclusie aan: Hij zegt in Mattheüs 6:33 Maar zoekt eerst zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles… wat alles? In de context spreekt Hij over wat je eet, waar je slaapt, waarmee je je zal kleden, als deze dingen, je fysieke noodzakelijkheden…..zal u bovendien geschonken worden. Nádat je dus het koninkrijk van God op de eerste plaats hebt gezet. Dat is een andere manier om hetzelfde te zeggen wat Efeziërs 4:28 zegt. Je werkt en voor welk doel? Zodat je kunt geven aan andere mensen. Maar sommige mensen zeggen: ‘Als ik maar ga geven aan andere mensen, als ik een baan zou nemen om aan anderen te geven, wie gaat er dan voor mij zorgen?’ God! Daar gaat Mattheüs hoofdstuk 6 helemaal over. Dat is voor sommige mensen moeilijk te begrijpen. Dit is een kwestie van geloof. Ik kan het je niet bewijzen. Ik kan geen contract opstellen en zeggen, als je déze dingen doet, kan ik je garanderen dat je meer geld zult bezitten dat ooit tevoren. Er is geen fysieke manier om dit aan je te bewijzen. Maar dit is wat het Woord onderwijst. Als jij het koninkrijk van God op de éérste plaats wilt stellen, als jij wilt doen waar Jezus over sprak in Lukas hoofdstuk 16, geld gebruiken om de levens van mensen aan te raken, begin dan geld te gebruiken voor haar hoogste doel. Haar hoogste doel __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 41
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ is het aanraken van de levens van andere mensen, zodat als je sterft zij in de hemel klaar zullen staan om jou te bedanken voor de manier waarop jij hun leven hebt beïnvloed door jouw geven. Als jij op díe manier begint te leven, als jij werkt zodat je hebt om te geven aan wie het nodig heeft, als jij éérst het koninkrijk van God zoekt, en Zijn gerechtigheid, dan zullen ál die andere dingen aan je geschonken worden. Die komen als een bijverschijnsel, niet als het doel. Waar ik het hier over heb is een kwestie van het hart. Als je mijn woorden probeert te ontleden, en dan begint: ‘Dus jij beweert dat ik het meeste van mijn geld weg moet geven’, dan kun je gaan zitten klagen en mopperen en altijd wel iets vinden om kritiek op te leveren. Maar als je naar het hárt van wat ik zeg zou luisteren, in plaats van jouw geld te gebruiken en de voornaamste nadruk te leggen op: ik wil een groter huis, een grotere auto, een leukere auto, meer kleding, diamanten en juwelen. In plaats van dat al deze tijdelijke dingen de focus zijn van jouw geld, en oh, ja, tussen haakjes, God dank U voor uw zegeningen, hier hebt U ook een kwartje. Een fooi voor God. Je geeft een euro, of honderd euro soms geef je wel eens duizend euro. Het maakt helemaal niet uit wat voor hoeveelheid je geeft. God kijkt helemaal niet naar de hoeveelheid. Hij kijkt naar je hart, om te zien of je een rentmeester bent. Geef je God alleen fooien? Een fooitje van wat over is gebleven? En ik kan je verzekeren dat dit precies is wat een heleboel mensen doen. Ik heb dit wel honderden keren van mensen gehoord. Mensen die mij horen spreken in deze trant en dan zeggen: ‘Ik wil heus wel geven, maar ik heb niets over. Ik wil heus wel geven en ik beloof je zodra ik iets extra’s heb zal ik het doen.’ Wat ze zeggen is: ‘Zo gauw ik álles heb wat ík wil hebben, dan geef ik de Heer wat er over blijft. Als míjn behoeften maar allemaal éérst vervuld zijn.’ Weet je, dat is niet éérst het Koninkrijk van God zoeken. De Heer zegt dat je moet werken zodat je geld kunt gebruiken om weg te geven en andere mensen te zegenen. En de hoogste vorm van dat soort geven is helpen om het evangelie te verkondigen aan andere mensen. Om hen de waarheid te vertellen en dat te demonstreren in woord en in daad. Als je dát begint te doen, weet je, op de een of andere manier komt er dan een Goddelijke stroom op gang. En nogmaals, sommige mensen zullen niet in staat zijn dit te vatten, maar dit is met mij gebeurd en er zijn miljoenen mensen die getuigenis kunnen geven van precies hetzelfde. Ga het koninkrijk van God op de éérste plaats stellen, in plaats van dat jij álles krijgt wat jij wilt, tot eerst al jóuw behoeften verzorgd zijn, maar stel het koninkrijk van God op de éérste plaats. Je geeft van jouw salaris de éérste vruchten, dat is wat de Schrift zegt in Spreuken 11 4 en vele andere plaatsen. Je moet God de éérste vruchten geven, niet het overschot. Niet dat wat je over kunt houden, niet nadat jij eerst voor je zelf hebt gezorgd. Maar de éérste vruchten. Het allereerste wat jij doet is aan God geven. Je houdt van God en dat laat je zien door aan mensen te geven, mensen hun levens aan te raken door de dingen die je doet. Als jij dat op de éérste plaats doet, dan zal God per ‘toeval’ beter voor jou zorgen dan jij ooit maar ‘opzettelijk’ hebt kunnen doen. Ik weet dat sommigen van jullie dat niet geloven, en dat is de reden dat je het niet doet. Maar ik verzeker je dat dit de absolute waarheid is. En dit is wat Lukas hoofdstuk 16 en Efeziërs 4:28 en Mattheüs 6:19-33 zeggen. In al deze Schriftgedeelten waar ik het over heb gehad is dát waar het om gaat. Ik heb al geprobeerd dit in balans te houden, maar ik móet dit nogmaals zeggen, het is niet zo dat God niet wil dat je fijne dingen hebt. Hij wil zeker ook dat je behoeften vervuld worden. Maar het gaat erom dat je prioriteit níet op jezelf gericht moet zijn. Voorspoed is niet echt alleen maar voor jou bedoeld. En op dit punt wijk ik af van veel mensen. Het is niet zozeer een verschil in wat ik zeg, maar het is de houding van je hart. Maar er zijn enkele mensen die spreken over financiële voorspoed, maar de reden waarom zij er over prediken en dat zij er naar verlangen en in geloven omdat ze nieuwe huizen, nieuwe auto’s, vliegtuigen en al dat soort dingen zien en het gaat allemaal om hén en dat zíj die dingen hebben. Ze dragen enorme diamanten en ringen. En nogmaals, er is op zich niets verkeerds dat mensen zoiets hebben. Ik kan je gewoon niet alles vertellen wat ik weet in zo’n kort tijdbestek, maar laat ik in ieder geval even dít zeggen: het hangt er echt van af hoeveel er gewoon door jóu heen __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 42
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ stroomt. Als een miljonair 90% van zijn inkomsten weg zou geven, zou hij nog steeds honderduizend euro hebben om van te leven. En laten we zeggen dat je multimiljonair bent, en honderd miljoen inkomsten per jaar hebt, en je geeft 90% van je inkomsten weg, dan heb je nog steeds 10 miljoen euro per jaar als inkomen. Er is dan niets verkeerd aan, dat je in een huis van 2, 3 miljoen woont, dat je diamanten ringen hebt, kettingen, juwelen. God kijkt echt naar 4 Spreuken 3: 9 Vereer de HERE met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten, Spreuken 11: 25 De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. percentages. Ik zeg dus niet dat het verkeerd is om huizen, auto’s vliegtuigen of wat dan ook te hebben. Al die dingen zijn op hun eigen plaats best in orde. Máár er zijn heel wat mensen die voorspoed prediken bij wie de echte drijvende kracht erachter is, dat ze het fijnste dít en het fijnste dát willen hebben. En zij prediken in feite voorspoed op een manier die hen zelf dient en het gaat er allemaal om dat zíj hun behoeften vervuld krijgen. En ik geloof dat dat verkeerd is. Nogmaals, ik zeg niet dat het op zich verkeerd is veel dingen te hebben. Bijna iedere bevriende bedienaar die ik ken heeft een mooier huis, een chiquere auto dan ik heb, en ik heb daar helemaal geen moeite mee. Nogmaals, wat zij verkrijgen is gewoon prima. Ik zeg niet dat je geen fijne dingen mag hebben. Maar ik zeg wel dít: de prioriteit, de réden waarom je moet geloven voor voorspoed níet is, zodat jij alles groter, beter, leuker zult hebben. Het is zodat je andere mensen kunt zegenen. En als jij dát je prioriteit wilt maken, dán zal God een bovennatuurlijke stroom naar jou op gang brengen. Als God in staat is het geld dóór jou naar andere mensen te krijgen, dán zal God het naar jou brengen. En als dat geld doorstroomt, één hand om te ontvangen en één hand om te geven, en geld stroomt door, dan is er altijd genoeg voor jou. God zal gewoon bovennatuurlijk voor jou zorgen. Ik zeg helemaal niet dat je arm moet leven. Maar ik zeg wel dat je prioriteit moet liggen bij het helpen van andere mensen, bóven het zorgen voor jezelf. Ik zal je nog een ander Schriftgedeelte geven dat hiermee overeenstemt. Ik heb er al enkele gebruikt, maar 2 Korintiërs 9:8 zegt: En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn. Dus merk op, als je dit in de context leest, gaat 2 Korintiërs 8 en 9 helemaal over geld. Geld. Niet louter geestelijke zegeningen en voorspoed en dergelijke, maar géld is de context waarin gezegd wordt dat God bij machte is alle genade overvloedig te laten zijn, zodat je altijd genoeg hebt. En dat komt doordat je financieel gezegend bent, dat is waar dit over spreekt. Dat je in alle dingen genoeg hebt voor íeder goed werk. Dat legt dus uit waarvóór God die genade overvloedig wil maken tot jou. Zodat je overvloedig kunt zijn tot ieder goed werk. Zodat je dus goede dingen kunt doen. De definitie van voorspoed is niet hoeveel jíj hebt, niet hoe groot het huis is dat jij hebt, niet welke chiquere auto jij rijdt, niet hoeveel goud en diamanten jij hebt en dat soort dingen. Dat is helemaal geen voorspoed. Voorspoed is hoeveel zegen jij bent voor iemand anders. Zó kijkt God er tegen aan. En als jij een zegen bent voor andere mensen, dan is er niets verkeerds aan dat jij jouw behoeften vervuld krijgt. Maar ik zeg dat de prioriteit volgens dit Schriftgedeelte, én volgens Efeziërs 4:28, Mattheüs 6:19-33, de gelijkenis van de oneerlijke rentmeester die we net behandeld hebben, ál deze dingen benadrukken één ding, dat de prioriteit moet liggen bij éérst het koninkrijk van God. Het koninkrijk van de hemel. Dát zou onze eerste prioriteit moeten zijn, om dát te vestigen. En als jij dát gaat doen, zal God voor jóu zorgen als uitvloeisel daarvan. In plaats van dat wij voor het koninkrijk van God zorgen als een bijkomertje. Nogmaals, dit is heel gemakkelijk gepredikt, maar heel wat moeilijker om te leven. Er zijn heel wat mensen die zeggen: ‘Oh, ja, ja, ik stel Gods koninkrijk op de eerste plaats.’ Maar de waarheid is, dat jouw begeerte naar al die díngen uitgaat. Nogmaals, ga terug naar Efeziërs 4:28 daar staat: Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige. De reden waarom je werkt zou moeten zijn iets te hebben om te geven aan degene die nood heeft. Dus laat me het volgende vragen: Als jij op een baan __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 43
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ solliciteert, of als je een budget aan het opstellen bent en probeert uit te zoeken hoeveel geld je nodig hebt, hoeveel van jullie zeggen dan éérst, kijk dít is wat ik wil kunnen géven? En als je geven 10% is of 15% of wat je ook wil geven. Laten we stellen dat je tien duizend euro wil geven. Dat is voor volgend jaar je doel. Hoeveel van jullie gaan dan zitten denken: ‘Ik wil écht tien duizend euro geven, hoeveel heb ik dan nodig? Honderduizend euro in mijn bedrijf dit jaar. Dáár wil ik geloof voor hebben.’ Maar dat is niet de manier waarop de meeste mensen te werk gaan. De meeste mensen zeggen: ‘Ik wil dít huis kopen, en om dit huis te krijgen moet ik zóveel aan hypotheek aflossen, dit is mijn verzekering, dit zijn mijn autokosten.’ Al deze dingen en je zoekt uit wat jouw behoeften zijn, en de meeste mensen houden dan zelfs niet eens rekening met tienden of met giften. En als ze het wel doen, is het meestal een van de laatste dingen op hun lijstje. Maar besef je dat dit niet de juiste instelling is? Je voldoet dan helemaal niet aan de opdracht die Jezus gaf in Lukas 16 over het gebruik van geld om de levens van mensen aan te raken, zodat als je sterft ze je zullen ontvangen in eeuwige woningen. Denk er gewoon eens op déze manier over na. Het is gewoon een enorm voorrecht om iets heel tijdelijks, geld, of het nu munten of papier zijn, te gebruiken. Besef je dat het maar door mensen gecreëerde materie is? Het bestond helemaal niet vanaf het begin. Als er geen corrupte zondige wereld bestond hadden we helemaal geen geld nodig. Dit is een door mensen gemaakt vleselijk ding. Het is niet van de duivel, het is gewoon natuurlijk. En als iemand het idee heeft dat al zijn geld van de duivel is, stuur het dan maar naar mij. Prijs de Heer, ik weet wel iets om het voor te gebruiken. Maar ik zeg dus: geld is op zichzelf niet kwaadaardig, dat is wat je er mee doet. Maar het is maar tijdelijk, het is fysiek en natuurlijk. En op een dag zal deze aarde en alles erop vergaan en is alle geld verdwenen. Dus ieder beetje geld, ieder stukje rijkdom, iedere auto, ieder huis, ieder bezit dat we hebben zal op een dag verdwenen zijn. Maar op dít moment hebben wij het voorrecht om iets dat maar tijdelijk is en dat op een dag verdwenen en vergaan zal zijn, te nemen en als je dát geeft in de naam van de Heer, en daarmee iemands leven aanraakt, dan neem je iets dat tastbaar is, en tijdelijk en verandert het in iets dat ontastbaar is en eeuwig. Man, ik weet niet of dit tot je doordringt. Maar dat is een gróót voorrecht om iets te nemen dat op een dag gewoon verdwenen is, en in plaats van het maar te laten verdwijnen verander je het in iets dat nooit meer zal sterven. Je kunt iets nemen dat zal vergaan en je verandert het in iets dan nóóit zal vergaan. Een mens is geen dwaas als hij dát wat hij toch niet kan behouden, neemt om weg te geven en zo iets te verkrijgen dat hij nóóit meer zal verliezen. Mensen, dat is een sterke uitspraak. Geld kun je niet houden, maar wel weggeven. En als je het weggeeft zul je wat het voortbrengt nooit meer kwijtraken. Mensen, dat is een geweldige waarheid. Als je de dingen bekijkt vanuit Gods standpunt, geld is maar tijdelijk, het zal voorbijgaan, maar wij hebben nú het voorrecht om dat geld te nemen en het óf uit te geven aan voorbijgaande zaken die zullen vergaan en uiteindelijk níets zullen opleveren, óf het om te zetten in iets dat nóóit vernietigd zal worden.. Ik weet niet wat de gemiddelde persoon ontvangt, maar ik heb horen zeggen dat het meer dan 250 duizend euro of zoiets is gedurende een mensenleven. Het zou veel hoger dan dat kunnen zijn, een half miljoen euro. Besef je dat er véle, véle, véle mensen zullen zijn die aan het einde van hun leven voor God zullen staan. Ze hebben een half miljoen euro of misschien wel miljoen euro of meer tijdens hun leven door hun handen zien gaan, en het heeft ze helemaal niets aan eeuwigheidswaarde opgeleverd. Er is helemaal niets eeuwigs overgebleven. Ze zijn geïnvesteerd in auto’s, stereo installaties, DVD’s en dingen die allemaal verdwenen zijn, en op een dag is daar helemaal niets meer van over. Wij hebben dus nú op dit moment het voorrecht om iets te nemen dat ooit volkomen vernietigd zal zijn en weggedaan, en dat in te lossen en om te zetten in iets dat nóóit zal vernietigd worden. Tjonge, als je dát zou begrijpen weet je wat de juiste reactie op deze boodschap zou moeten zijn? Dat zou moeten zijn: ‘Oh God, hoeveel moet ik hebben om te leven?’ En dan bedoel ik heus niet leven in een kartonnen doos, dat zal God niet verheerlijken. Ik beweer niet dat God El-Cheapo is. God is El-Shaddai, __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 44
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ en niet El-Cheapo. Ik zeg niet dat God niet wil dat je een leuke auto rijdt en in een mooi huis woont. Maar ik zeg wel: in hoeveel bedden kun je tegelijkertijd slapen? Zoals één echtpaar, dat tien slaapkamers heeft en zo. Wat is het echte praktische nut daarvan? Wat heeft het voor zin om vier, vijf auto’s te hebben voor twee mensen? Ik bedoel, je kunt er maar één tegelijkertijd besturen. Hij wil dat je ook goed voor jezelf zorgt en voldoende. God is niet goedkoop. Maar Hij heeft wél andere prioriteiten dan wij hebben. Als je dit werkelijk goed begrijpt dan zul je zeggen: ‘God, hoe weinig heb ik werkelijk nodig om van te leven. Heb ik werkelijk een nieuw huis nodig? Moet ik werkelijk mijn schuld verhogen tot een kwart miljoen euro? Of wat dat op dit moment ook is? Heb ik werkelijk dat nodig? Kan ik niet tevreden en gelukkig zijn met wat ik op dit moment heb? Heb ik werkelijk een vijfde TV toestel in mijn huis nodig? Heb ik werkelijk al deze dingen nodig?’ En in plaats van dat je maar uitgeeft en alleen maar geeft wat er overblijft, zou je gaan vragen: ‘God wat heb ik écht nodig om te overleven op een manier die U eer geeft, en hoeveel kan ik maar mogelijk in het Koninkrijk van God investeren en omzetten in iets van eeuwigheidswaarde?’ Dát zou een juiste reactie zijn op waar wij het over hebben. En ik weet dat er sommigen van jullie die hier naar luisteren zijn, die wat ik zeg niet hebben begrepen. Ze zeggen: ’Man, je hebt het erover dat ik alles weg moet geven wat ik heb, maar ik heb niets en als ik niet voor mijzelf zorg, niemand anders gaat voor mij zorgen.’ Nou, als je geen geloof in God hebt, dan denk ik dat dat waar is. Maar als je wel geloof in God hebt en de Heer begint te vereren met de eerstelingen van je oogst en de vermeerdering van al je goed, zal God jouw schuren vullen en je wijnpersen doen overstromen met nieuwe wijn. Dat staat onder meer in Spreuken, ik dacht hoofdstuk 11 5 Als jij God op de éérste plaats gaat eren, zal God een bovennatuurlijke stroom financiën in jouw richting sturen. Laten we Mattheüs hoofdstuk 6 opslaan. Ik heb daar al eerder naar verwezen, maar ik wil er een paar aan je voorlezen. In Mattheüs hoofdstuk 6 vanaf vers 19 staat er: Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen. Om eerlijk te blijven en dit allemaal in balans te houden, zijn er ook Schriftgedeelten die zeggen dat een man van God een erfenis achterlaat voor zijn kinderen en kleinkinderen. Dat kan niet als je geen enkel spaartegoed of zoiets hebt. De Schrift zegt in Deuteronomium 28 dat de Heer u zal zegenen in uw mand en in uw voorraadschuur. 6 Dat is net zoiets als een spaarrekening. Dat wil dus helemaal niet zeggen dat je helemaal geen reserves mag hebben. Maar het spreekt nogmaals over prioriteiten. Je prioriteit zou niet moeten liggen bij het vergaderen van al deze rijkdom hier, maar eerder bij eeuwige dingen en je geld gebruiken om het Koninkrijk en de eeuwige waarden te bevorderen. 5 Spreuken 11: 24 ¶ Er zijn er, die uitstrooien en toch nog meer verkrijgen; terwijl anderen meer inhouden dan recht is en toch gebrek lijden. 25 ¶ De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. Spreuken 3:9 Vereer de HERE met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten, 10 dan zullen uw schuren met overvloed gevuld worden en uw perskuipen van most overstromen. 6 Deuteronomium 28: 5 Gezegend zullen zijn uw mand en uw baktrog. 8 De HERE zal over u de zegen gebieden in uw schuren en in alles wat gij onderneemt; Hij zal u zegenen in het land dat de HERE, uw God, u geven zal. En in vers 20 zegt Hij: Maar verzamelt u schatten in den hemel, en dat is ook een verbazingwekkende uitspraak. Er zijn sommige mensen, en waarschijnlijk heb je dat eerder wel eens horen zeggen, die zeggen dat je ‘het’, sprekende over geld, niet met je mee kunt nemen. De Bijbel zegt dat je naakt in de wereld bent gekomen en het is zeker dat je niets uit deze wereld mee kunt nemen. Een andere manier om dat te zeggen is: ‘Ik heb nog nooit een lijkwagen een ‘U-hall’ zien trekken.’ Natuurlijk weten jullie uit het buitenland niet wat een ‘U-hall’ is, maar dat is een verhuisaanhanger die je huurt om al je bezittingen van het ene huis naar het andere te vervoeren. En ik heb nog nooit een lijkwagen een ‘U-hall’ zien trekken. Met andere woorden, je kunt je geld niet met je meenemen. Daarom geloven sommige mensen dat er zoiets als ‘schatten in de hemel’ niet bestaat. Maar hier staat: __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 45
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ ‘maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen’. En nogmaals, als jij de context waarin dit staat neemt in Mattheüs hoofdstuk 6 spreekt dit niet alleen maar in geestelijke betekenis. Het kan daar óók over spreken, maar dit spreekt werkelijk over geld. Je kunt geen geld meenemen naar de hemel. Maar in zekere zin kun je het voor je uit sturen. Niet in de vorm van klinkende munt, maar je kunt dat geld nemen, aan mensen geven om hen te helpen God te begrijpen en hun leven te veranderen. En die persoon wordt jouw schat. Je wisselt dat geld in voor een veranderd leven en tot in alle eeuwigheid zul je schatten hebben in de hemel. En niemand zal dat van je kunnen roven. Alles wat je hier op aarde maar kunt vergaren, de aandelenmarkt kan ineenstorten. Je bank kan failliet gaan, je kunt een onverwacht probleem krijgen waardoor ál je spaargeld en pensioen verdampt. Weet je, er bestaat geen enkel volkomen veilige investering of manier om geld te sparen in deze aarde. Maar álles wat je investeert in het evangelie van de Heer Jezus Christus zal honderdvoudig tot je terugkomen in dít leven (Markus 10 vers 29 en 30 7) én in de toekomstige wereld zul je eeuwig leven ontvangen. Je zult mensen hebben die je de hele eeuwigheid door dankbaar zullen zijn voor wat je gedaan hebt. Nogmaals als dit jouw houding ten opzichte van geld verandert dan zal het zijn: ‘God, hoe weinig moet ik besteden aan mijzelf en hoeveel kan ik omzetten in iets van eeuwige waarde.’ Het gaat verder in vers 21 met te zeggen: ‘Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn’. En Hij gaat dan verder met spreken over dat je moet kijken naar de leliën des velds, dat Salomo nooit zó mooi gekleed was als een enkele lelie, en toch is God degene die dat allemaal heeft voortgebracht. Denk aan de vogels. Niemand van jullie heeft ooit in de krant gelezen: ‘Gisteren zijn honderdmiljoen vogels gestorven.’ Dat zul je nooit lezen, omdat God voor de vogels zorgt. God zorgt voor een vogeltje. Als Hij zorgt voor het gras in het veld of een vogeltje, hoeveel te meer zal Hij voor jou zorgen, oh jullie klein gelovigen!! 8 En vervolgens zegt Hij dit in vers 33: Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn 7 Markus 10:29 Jezus zeide: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders of zusters of moeder of vader of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij en om het evangelie, 300 of hij ontvangt honderdvoudig terug: nu, in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. 8 Mattheüs 6:26 Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? 27 Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? 28 En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: zij arbeiden niet en spinnen niet; 29 en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. 30 Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? gerechtigheid, en al deze dingen sprekende over wat je zult eten, waar je zult slapen, wat je kleding zal zijn, zullen u toegeworpen worden. Dat stelt dat je éérst het koninkrijk van God moet zoeken. Dat gaat niet over een bijbelstudie houden en bidden of naar de kerk gaan. Die dingen kunnen daar bij horen, maar in de context hiervan spreekt Hij over: ‘met je financiën’ Verzamel geen schatten op aarde maar verzamel schatten in de hemel. En als je dat op de allereerste en voornaamste plaats doet met je financiën, dan zal God die andere fysieke behoeften aan je toevoegen. Voor velen van jullie zal dit ver boven je pet gaan, omdat er een bovennatuurlijke openbaring van de Heilige Geest nodig is om te begrijpen wat ik nu ga zeggen. Maar wat deze verzen in werkelijkheid zeggen is: dat als jij zover komt dat de prioriteit van jouw financiën níet bij jóu liggen, maar veeleer om iemand ánders te zegenen, dán zal God de verantwoordelijkheid op Zich nemen om voor jou te zorgen. En als Gód voor jou zorgt, zal Hij beter voor jou zorgen dan jij zelf ooit maar zou kunnen. Dat is absoluut waar. Ik weet dat voor sommigen van jullie, nogmaals, je hebt een openbaring van God nodig om dit te pakken. Dus ik moet er op blijven doorgaan tot God het aan je openbaart, of anders zul je het niet vatten. Maar als jij een van degenen bent die __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 46
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ worstelt en maar werkt en werkt, en het lijkt wel alsof je altijd meer maand overhebt dan salaris, en je komt steeds maar tekort, dan heb je níet éérst het koninkrijk van God gezocht. Omdat er geen bovennatuurlijke stroom van God naar jou toe is. Het is allemaal jóuw inspanning. En jij worstelt en werkt en ploetert maar door. Maar als je dit gaat omkeren, en het is een kwestie van het hart, als jij dit verandert en werkelijke begint te leven om iemand anders te kunnen zegenen, méér dan dat je leeft om jezelf te zegenen, is dat éérst het Koninkrijk van God zoeken op het gebied van je financiën. Dat wil dus niet zeggen dat je niet voor jezelf en je gezin moet zorgen. Het is niet de bedoeling dat je je gezin verwaarloosd en hen zonder eten laat zitten om iemand anders te eten te geven. Je hebt een verantwoordelijkheid. Als je niet zorgt voor de jouwen, vooral je eigen huishouding, ben je erger dan een ongelovige en het geloof verloochent, staat er in 1 Timotheüs hoofdstuk 5. 9 Dus ik zeg niet dat je jezelf moet verwaarlozen om voor anderen te zorgen. Wat ik zeg is, dat het in feite je hartsverlangen is, om andere mensen te zegenen met je financiën, meer dan om jezelf te zegenen. Als dát het verlangen van je hart is, is dat éérst het Koninkrijk van God zoeken op het gebied van je financiën. En als dat gebeurt, zal God bovennatuurlijk voor jou gaan zorgen. Weet je dat ik meer dan zes auto’s heb weggegeven. Ik heb zelfs gloednieuwe auto’s gekocht voor andere mensen en vijf jaar lang betalingen gedaan om hun auto te betalen, terwijl ik zelf ook prima een auto had kunnen gebruiken. Dat zeg ik niet om een schouderklopje te ontvagen. Ik gebruik het als een illustratie om iets duidelijk te maken. Ik heb dat niet gedaan om een of andere verborgen bijbedoeling, maar vanwege de instelling die ik net beschreven heb. En weet je, toen ik dat gedaan had, kwamen er 12 jaar dat andere mensen auto’s voor mij kochten en voor mij al mijn betalingen deden. 12 jaar lang. En dat waren mooie auto’s. Maar om die reden heb ik het niet gedaan. Ik had het gedaan omdat ik oprecht iemand anders tot zegen wilde zijn. Maar weet je, het is gewoon waar dat als je het Koninkrijk van God op de eerste plaats stelt, dat God bovennatuurlijk voor jouw behoeften zal zorgen. Als jij wilt dat God al jouw verantwoordelijkheden op zich neemt, weet je wat, zet dan het Koninkrijk van God op de eerste plaats in al je financiën. 9 1 Timotheüs 5: 8 Maar indien een vrouw voor de haren, en nog wel voor haar huisgenoten, niet zorgt, dan heeft zij haar geloof verloochend en is zij erger dan een ongelovige. Laat ik terugkeren naar de gelijkenis van de oneerlijke rentmeester in Lukas hoofdstuk 16. Ik heb al over sommige van deze dingen gesproken. Maar ik wil je wijzen op iets dat ik nog heb overgeslagen. In vers 8 is dit wat deze gelijkenis echt moeilijk te begrijpen maakt: daar préés de meester van deze oneerlijke rentmeester de oneerlijke rentmeester omdat hij verstandig gehandeld had. Omdat de kinderen van deze wereld in hun soort verstandiger handelen dan de kinderen des lichts. 10 We spraken er dus over wát de oneerlijke rentmeester precies gedaan had dat deze aanprijzing veroorzaakte. Maar dit is een ander punt waar ik op wil wijzen. En dat is op zich ook al een geweldige waarheid. Denk hier eens over na. Dit vereist wat inspanning van jouw kant om dit te kunnen begrijpen. Maar dit is een geweldige les om te leren uit deze gelijkenis. Denk eens aan de meester van deze oneerlijke rentmeester, die hem aanprees omdat hij zijn houding tegenover geld had veranderd, en in plaats van het te gebruiken voor tijdelijke dingen, het begon te gebruiken voor zijn toekomst. Denk hier eens over na. Hoeveel van jullie, als je iemand betrapt die bij je heeft ingebroken en iets heeft gestolen, zouden vrij genoeg zijn van jullie geld of je bezittingen dat je in staat bent de dief ergens een compliment over te geven? Hoeveel van jullie zouden deze kerel betrappen midden in een diefstal van je juwelen, of je TV of je stereo pikken en zouden zeggen: ‘Ik wil je een compliment geven. Ik dacht dat ik een betrouwbaar alarm systeem had en jij bent er met gemak doorheen gekomen. Dat is een geweldige prestatie van jou. Je hebt echt vakwerk geleverd met inbreken.’ Hoeveel van jullie zouden zeggen: ‘Man, jij ging zó stilletjes te werk dat ik eerst niet eens in de gaten had dat je er was. Je hebt echt vakwerk geleverd.’ Natuurlijk weet ik zeker dat iedereen zegt: ‘Ja dóei!’ Weet je, als iemand bezig zou zijn met jouw spullen te stelen, kan ik je garanderen dat de __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 47
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ meesten van jullie zó’n verlies zouden ervaren, en we zouden voelen dat ons zó’n onrecht is aangedaan, een schending van onszelf, dat wij witheet zouden zijn. Wij zouden geen moment stilstaan wat hún achtergrond was, of ze misschien een wanhopige situatie probeerden op te lossen. Je zou je geen moment om hen druk maken en het zou je niets interesseren wat er met hén aan de hand was. De gemiddelde persoon, die iemand zou betrappen die van je steelt, zou gewoon totaal door het lint gaan, omdat je zou zien dat jóuw spullen de deur uit gingen. En dat voert terug tot het állereerste punt dat ik hierover sprekend heb gesteld. Déze man, zag zichzelf dus als een rentmeester. Ook al had hij een rentmeester die voor hém werkte, erkende hij dat het gewoon Gods zegen op hem was, die hem welvarend had gemaakt. En hij was vrij genoeg van deze materie, dat zijn zekerheid en vertrouwen níet in het geld lag. En dat kun je zien aan zijn houding. Hij was vrij genoeg om daar te kunnen zitten en iets doen om de persoon te helpen die geld van hem gestolen had. Nogmaals, heel weinig mensen zouden die houding hebben, omdat heel weinig mensen werkelijk inzien dat geld niet het belangrijkste is. Ik weet dat er nu sommigen van jullie zijn die zeggen: ‘Deze man is echt gek geworden.’ Nogmaals, je zult de Heilige Geest nodig hebben om dit echt bij je over te brengen, dus vraag ik je, je hart open te stellen en de Heilige Geest tot je te laten spreken. Het is een radicale stelling, en dit is één van de dingen die ik zie aan deze meester van de oneerlijke rentmeester, wat mij werkelijk verder helpt. Deze man was gaan erkennen dat geld niet echt belangrijk was. Maar dat het de zegen van God, de gunst van God op je leven is, die geld voortbrengt, wat het werkelijke bezit is. Ik weet niet of je dit vat of niet. De meeste mensen kijken naar hun spullen en tellen hun spaargeld en hun investeringen. Ze kijken naar hun pensioenfonds, studiefondsen voor hun kinderen en al dat soort dingen. En dáár kijken ze naar om hun werkelijke waarde of bezitting vast te stellen. Maar weet je, die dingen zijn niet anders dan 10 Lukas 16: 8 En de heer prees de onrechtvaardige rentmeester, dat hij met overleg gehandeld had, want de kinderen dezer wereld gaan ten aanzien van hun geslacht met veel meer overleg te werk dan de kinderen des lichts. een uitdrukking of een fysieke manifestatie van wat de werkelijke waarde is. De werkelijke waarde is de gunst van God. We kunnen helemaal teruggaan naar het onderwijs over Abraham. En Abraham ontving deze zegen van God in Genesis hoofdstuk 12 vers 2 waar Hij zei: ‘Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Deze uitgesproken gunst van God op Abrahams leven was de werkelijke schat. Dát was werkelijk belangrijk. En omdat Gods gunst op Abraham was, kon hij alle buit weggeven van de verovering die hij had behaald. Alle buit en plunderingen, waarschijnlijk voor miljoenen euros aan waarde. Maar dat was niet echt belangrijk, omdat het maar spullen waren. Het echte bezit was de gesproken gunst van God. En als gevolg dáárvan werd hij zo welvarend dat hele landen hem vroegen weg te gaan, omdat hij meer welvarend was dan het hele land. Dit is een Schriftgedeelte dat ik al eerder heb gebruikt in dit onderwijs. Maar kijk hier nog eens naar. Deuteronomium hoofdstuk 8 vers 18 waar staat: ‘Maar gij zult aan de HERE, uw God, denken, want Hij is het, die u kracht geeft om vermogen te verwerven, ten einde het verbond gestand te doen, dat Hij uw vaderen gezworen heeft, zoals dit heden het geval is. Kijk nu zorgvuldig naar dit vers. Het zegt dat God het is, die u krácht geeft om vermogen te verkrijgen. Dit is een radicale stelling: God geeft je dus geen geld!! Als jij aan het bidden bent en God om geld vraagt, dan zal Hij dat dus niet doen! Op de allereerste plaats hééft God helemaal geen geld. In de hemel bestaat geen geld. Hoe moet God er dan aan komen? Hij moet het of van iemand stelen of namaken. Dat gaat Hij niet doen. Hier staat helemaal niet dat God je vermogen geeft. Hij geeft je krácht om vermogen te verkrijgen. Dit spreekt erover dat Hij jou Zijn gunst, Zijn zegen geeft. Als Hij zijn zegen over je uitspreekt, dan is er een zalving in je leven die jóu in staat stelt om welvarend te worden en rijkdom te produceren. Maar de rijkdom die geproduceerd wordt is niet de echte bezitting, dat is de zegen van God die de rijkdom heeft vóórtgebracht die het ware bezit is. Nogmaals, ik weet dat sommige mensen hier echt moeite mee hebben en zeggen dat dit __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 48
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ gewoon niet zinnig is. Het is alleen maar zinnig voor mensen die een openbaring van God hebben en aan wie de Heilige Geest dit heeft medegedeeld. Als jij alleen maar naar de dingen in het natuurlijke gebied kijkt, en niet beseft dat God je bron is, dan zie jij jezelf niet als rentmeester van Gods bronnen. Dan zal dit je niet zinnig voorkomen. En als dan iemand komt die iets van jou steelt, ga jij door het lint en raakt zó van streek, omdat dáár jouw rijkdom gaat, dáár gaan de dingen die voor jou waardevol zijn. Maar je kunt ook tot een punt komen, waar geld niet echt het belangrijke ding voor je is. In plaats daarvan is het de zegen van God, de gunst van God, de goedheid van God over jouw leven, die geld voortbrengt. Dát is het ware bezit. Nogmaals, ik ben er niet zeker van dat iedereen van jullie dit vat. Maar dit is een krachtige waarheid. En het is de moeite waard om te proberen dit echt te begrijpen. Als jij verder kunt gaan dan dingen te zien als je werkelijke bezitting, dat je werkelijke bezitting de gunst van God is, zoals er staat in Deuteronomium 8:18, geeft God jou kracht om rijkdom te verwerven. Dáárom bewaak je die kracht. Je bewaakt de gunst van God. Je werkt samen met je God. Je bent gevoelig voor God, omdat het jouw relatie met God is en de gunst van God die op je rust de echte voorspoed is. Dát is wat echte voorspoed is. Ik kon het vers nu niet direct vinden, maar er staat ergens dat een mens die al deze rijkdommen en dat vermogen heeft maar geen vrede in zijn hart heeft om ervan te genieten, dat is allemaal ijdelheid en een vreselijke tragedie die plaats vindt. Prediker 6 vers 1. 11 En dat 11 Prediker 6. 1 Er is een kwaad dat ik waargenomen heb onder de zon, en dat zwaar drukt op de mens:2 een man, aan wie God rijkdom en schatten en vermogen geeft, zie je voortdurend. Mensen die op de een of andere manier per ongeluk rijk worden. Zij hebben geen relatie met God, zij hebben de gunst van God niet, en zijn altijd bang dat ze hun rijkdom op de een of andere manier weer verliezen, dat de economie instort of wat dan ook. Maar aan de andere kant kun je iemand hebben die de ware rijkdom bezit, dat is de zegen en de zalving van God. Ze hebben een relatie met God en weten dat God vóór hen is. Je kunt van zo iemand álles afnemen wat ze hebben en ze zijn nog steeds blij en gelukkig omdat ze de kracht hebben die alles geproduceerd heeft wat ze net kwijt zijn geraakt, en ze kunnen het gewoon allemaal weer terugkrijgen. Je kunt werkelijk op zo’n manier leven dat je niet gebonden bent en geen dienaar van geld bent. Geld is niets. Het is veeleer de zegen en de gunst van God op jou, die rijkdom voort zal brengen, wat het werkelijke bezit is. En ik denk dat je dit kunt waarnemen in deze meester van de oneerlijke rentmeester. Het spreekt echt boekdelen tot mij, dat deze man niet echt geld zag als het grote bezit. Maar veeleer wist hij dat God zijn bron was, en dat God hem had gezegend en ook al kwam iemand die van hem stal, dat deed er niet zo toe, omdat waar het vandaan was gekomen nog meer was. Geld is niet het belangrijke, maar veeleer de zegen van God op onze levens, wat het echt waardevolle is. Wat een fantastische waarheid. Het heeft mij best een periode gekost om zover te komen en ik zeg ook niet dat ik hierin volmaakt ben, maar ik heb dit gezien en ik zie dit in mijn leven werken. In het jaar 2002 woonden mijn vrouw en ik 35 mijl ten westen van Colorado Springs, boven in de bergen. En wij leven buiten in het bos. Wij hebben 26 acres grond op ons terrein en daarop hebben we duizenden bomen staan. En er was een droogte in Colorado in dat jaar. En als gevolg daarvan ontstond een bosbrand zo’n 8 mijl van ons huis vandaan. In Colorado Springs, waar sommige stafleden woonden, hadden ze last van de as en de rook ervan. Het hele gebied was er door bedekt. Wij zaten er zó dicht bij dat het in feite over ons hoofd heen vloog en wij hadden helemaal geen last van de as en de rook. Maar dat vuur was zó dichtbij dat wij geëvacueerd werden. En twee weken lang konden wij niet bij ons huis komen. Het was ons bij wet verboden terug te gaan. Dus vlak voor onze evacuatie verzamelden Jamie en ik wat van onze foto’s en belangrijke papieren die niet te vervangen waren. We dachten nog na om een grote vrachtwagen te huren om onze spullen weg te brengen. Sommige van onze buren deden dat. Maar wij besloten dat er allereerst geen garantie was, dat ons huis zou afbranden, en baden ervoor en geloofden God voor bescherming erover. En het was toch nutteloos. Wij __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 49
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ konden gewoon niet alles in één dag verhuizen. Dus besloten we alles achter te laten en we namen alleen belangrijke dingen die niet vervangen konden worden mee. En toen wij op het punt stonden te vertrekken sprak ik over dat terrein en bad bescherming erover. Ik zette engelen eromheen vrij en vertelde God dat ik geloofde dat wij terug zouden komen. Maar terwijl we dat terrein verlieten keek Jamie me aan en zei: ‘Ik geloof dat God ons huis en ons gebied gaat beschermen, en ik geloof dat we terug zullen komen en ons huis er nog zal zijn.’ Maar vervolgens zei ze: ‘Maar weet je, als het toch níet zou gebeuren, en wij alles kwijt zouden raken, als ons huis tot de grond toe zou afbranden en wij alles kwijt zouden zijn,’ zei ze: ‘het zijn maar dingen. We kunnen alles weer terugkrijgen. Het zal gewoon leuk zijn om het allemaal weer overnieuw te doen.’ En natuurlijk hebben de meesten van jullie geen idee hoe ons huis eruit ziet. Het is niet echt een heel sjiek huis. Het is zo’n 1000 kubieke meter, maar mijn vrouw heeft daarin zóveel prulletjes zitten. Als wij zouden verhuizen zouden we een aparte vrachtwagen nodig hebben voor haar spulletjes en dan nog een voor het meubilair. Ik bedoel, ze heeft daar honderden, duizenden dingetjes en het zou bijna zodat hem niets ontbreekt, dat hij begeert, maar God stelt hem niet in staat daarvan te genieten, doch een vreemde verteert het. Dit is ijdelheid en een bitter lijden. onmogelijk zijn, maar toch zag ze dat niet als onze rijkdom. Het was maar een uitdrukking van de zegen die God op ons leven heeft gelegd. Weet je wat het werkelijke bezit was? Wij weten dat God van ons houdt, dat God onze bron is, en als dat vuur alles van ons afgenomen zou hebben, zodat we niets meer hadden, zou het maar een kwestie van tijd zijn, voor we het allemaal weer terug zouden hebben en nog met rente ook. En sommigen van jullie denken nu, o ja, dat is voor jou gemakkelijk om te zeggen, maar ik zeg je ronduit dat wij de rook en de vlammen konden zien van dat vuur vanuit ons huis. En toch, met dat vooruitzicht zeiden we: ‘Het zijn maar dingen, als we het verliezen, zullen we het terugkrijgen.’ Je kunt me bekritiseren en beweren dat ik niet oprecht ben, maar dit is bij mij de absolute waarheid. Op dit moment zelf hebben wij een enorme stap in geloof genomen, en de laatste jaren zijn we in dít gebouw getrokken. En we hebben een kantoor van zeven, acht miljoen of meer hier. En wij hebben minder dan drie miljoen euro schuld op de hele zaak. En weet je, ik zou het morgen in één klap allemaal kwijt kunnen raken. Maar ik garandeer je dat ik het terug zal krijgen, omdat hetgeen wat dit heeft vóórtgebracht, al deze bezittingen die wij hebben om ons te helpen het evangelie over de hele wereld te verkondigen, is mijn geloof in God. Het is Zijn zegen op mij. En ik zie dat nu als mijn ware bezitting. En dát is wat ik bescherm. Dát is wat ik werkelijk op waarde schat. Mijn spullen zijn niet zo belangrijk. Wij hebben meegemaakt dat mensen dingen van ons stalen uit dit gebouw toen we het aan het bouwen waren. Ze stalen spullen. We hadden achter ze aan kunnen gaan. Er was een aannemer die van ons had gestolen, wat ons veel geld heeft gekost. Een hoop hoofdpijn en tijd. Maar we hebben gedaan wat we moesten doen om het gebouw af te krijgen. Maar ik ben niet tegen mensen en ik ben er niet op uit om ze te krijgen. Het zijn maar dingen. Ik ga helemaal niemand ruimte in mijn denken geven, alleen maar omdat ze een paar duizend euro van me gestolen hebben of zoiets. En ik weet dat sommigen van jullie denken: ‘Nou, zoiets zou ik nóóit doen.’ Dat komt omdat je teveel waarde aan geld hecht. Geld is maar een instrument. Het is net een apparaat. Je hebt instrumenten nodig om te werken. Maar als iemand je instrumenten steelt, kan dat vreselijk zijn, je moet ze vervangen, maar de echte waarde is de wijsheid, de vaardigheid en de vermogens die jij hebt. Als jij een eerste klas monteur bent, en je weet hoe de dingen in elkaar zitten, dan weet je dat gereedschap maar gereedschap is. Ze kunnen je talent niet van je afnemen. En het enige dat je hoeft te doen is iemand anders gereedschap een poosje lenen, wat extra schilderijen maken als je een kunstenaar bent. Als je een monteur bent, wat extra auto’s repareren of wat dan ook. En uiteindelijk ben je in staat die gereedschappen te vervangen. Maar je hebt nog steeds het ware bezit, en dat is je talent en je vakkundigheid. En zo is in werkelijkheid de echte waarde niet geld, dat is gewoon gereedschap dat je kunt gebruiken, maar de ware bezitting is het feit dat __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 50
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ God Almachtig van je houdt en dat God een zegen op jouw leven heeft geboden. Maak je díe manier van denken eigen dat geld niet het belangrijke is, maar wees in plaats daarvan bezig met God lief te hebben en te zoeken. En je weet dat God in al je behoeften zal voorzien, en je hebt vertrouwen in Hem. Je relatie met God is je ware verzekering. Je relatie met God is je ware pensioenfonds. En als je vordert in die relatie, dan gehoorzaam je gewoon aan wat God je zegt om te doen. Je weet dat je gereedschap en bronnen nodig hebt, om te bestaan in deze fysieke wereld. Dus natuurlijk heb je ook geld nodig. Maar je ziet geld gewoon als een gereedschap, een grondstof, dan zul je zijn zoals deze meester van de oneerlijke rentmeester. En als dan iemand komt en van je steelt, in plaats van dat je zo witheet en woedend wordt dat je door het lint gaat en van alles doet, ben je daar vrij van. Het zijn maar dingen, het is niet zo belangrijk. God heeft het ooit aan je gegeven. Hij zal het weer aan je terug geven. Mensen, dit is krachtig. En ik kan je verzekeren dat het je zó’n zekerheid geeft. In mijn eigen leven geeft mij dit zó’n vrede dat het niet zou uitmaken als er brand uitbrak, of er kwam een tornado. Een goede vriend van mij is Bob Nichols. Velen hebben mij waarschijnlijk over hem horen spreken. Hij en Joy zijn goede vrienden van mij. Zij hadden een complex in Forth Worth dat, ik weet het niet zeker, maar het was 15 miljoen euro waard en ze hadden daar 30 tot 40 jaar in de bediening gestaan. En ik dacht dat het in 2001 was, toen kwamen twee tornado’s boven zijn gebouw bij elkaar. En binnen 40 seconden waren 15 tot 18 miljoen euro aan kerkfaciliteiten verwoest. Een heel leven in de bediening was weg. En ik hoorde er op de radio over. Ik ging op het internet kijken en binnen een uur na die tornado toesloeg, was CNN hem aan het interviewen. En ze lieten een foto van hem zien voor zijn gebouw met een veiligheidshelm op, omdat het rampgebied was. En hij stond daar te vertellen dat God dit niet had gedaan. De duivel had dit gedaan en God gaat ons opnieuw zegenen en wij zullen twee keer zoveel hebben als daarvoor. Weet je wat hij zei? Dat God zijn bron was, niet het geld, niet de gebouwen, niet de bezittingen. Dat had een hele geldige gelegenheid kunnen zijn om bij de pakken neer te zitten en te gaan janken. Een heleboel mensen zouden dat hebben gedaan. Ze zouden hebben gezegd: ‘Dat is 40 jaar bediening, 15 miljoen euro aan gebouwen.’ Hij was meer dan 60 jaar oud. Hoe moest hij hiervan nog overeind komen? Hij kon niet nog eens 40 jaar besteden aan opnieuw bouwen en opnieuw beginnen. Maar weet je, zíj begonnen zich te verheugen. De plaatselijke Tv-zender kwam naar hun eerste samenkomst na de verwoesting van hun complex en verwachtte mensen aan te treffen die huilden en jammerden en ze waren volkomen perplex. Deze mensen gedroegen zich of ze de loterij hadden gewonnen. Er was blijdschap en de mensen prezen en loofden God luidkeels. En pastor Nichols verklaarde: ‘We zullen twee keer zoveel hebben als tevoren. Wat de duivel ten kwade heeft bedoeld, zal God ten goede keren.’ En weet je, nu is het maar vier jaar of zoiets geleden. Ze hadden daar een 12 acre campus in Forth Worth maar nu hebben ze 26 acres, slechts een paar kilometer vanwaar ze zaten, vlakbij een grote snelweg, een prachtige locatie. Ze hebben zoveel extra ruimte. Ze waren in staat een gloednieuwe school te bouwen, voor al hun leerlingen, met een gymnasium. Alles topkwaliteit. Ze hebben nu gebouwen minstens twee keer zo groot en twee keer zo mooi als wat ze hadden. Twee keer zoveel gebouwen en het is twee keer zoveel geld waard. Ze hebben gewoon twee keer zoveel van alles. En weet je waarom? Omdat hij díe dingen niet zag als zijn echte vermogen, maar zijn relatie met God. Geloof was de voornaamste kwestie. En dat probeer ik ook bij jullie over te brengen. Deze gelijkenis van de oneerlijke rentmeester leert dat deze meester de echte waarde van geld kende. Geld was gewoon niet het belangrijkste. Het is de gunst van God, de kracht van God om vermogen te verwerven, die het ware bezit is. En daarom was hij in staat om logisch, niet-emotioneel te reageren ten opzichte van zijn geld en zijn bezittingen. Zozeer zelfs, dat hij in staat was een dief te prijzen die deze bezittingen van hem had weggenomen. Mensen, dat is de houding die wij allemaal zouden moeten krijgen. En weet je, dat is gewoon mogelijk. De waarheden waar ik hier over gesproken heb, zijn levensveranderende waarheden. En nogmaals, ze zijn niet __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 51
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ gemakkelijk te begrijpen. Niet omdat het zo moeilijk is, maar omdat het zó anders is dan de manier waarop je je hele leven hebt gedacht. De Heer wil dat jij je prioriteit gaat stellen om geld niet vooral te gebruiken om jóuw behoeften te vervullen, om jóuw korte termijn doelen te bevredigen. Maar Hij wil dat jij geld gaat gebruiken om mensen hun levens te gaan beïnvloeden voor de eeuwigheid. En als je dát doet zul je je tot in alle eeuwigheid verheugen. Jongen, dát is een krachtige waarheid! Dat is gewéldig. Inleiding: Voorspoed begint bij het begrijpen van onze rol; wij zijn Gods rentmeesters. Onze levens, talenten, mogelijkheden en het wonen in een land met ongekende mogelijkheden zijn allemaal door God gegeven gaven. In dit onderwijs zul je een heel nieuwe waardering krijgen voor de waarheid, ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij,’ (Handelingen 17:28) Laten we een op een andere manier nadenken over het onderwerp ‘voorspoed’. We zijn begonnen met er over te spreken dat we rentmeesters zijn. Dat betekent dat we dus niet ons éigen geld beheren. Die instelling moeten we zien te verkrijgen. We hebben gesproken over Abraham, David en andere mensen. Die hadden deze instelling en erkenden dat alles wat ze hadden in feite een gave van God was, en dat zij maar rentmeesters waren van Zíjn middelen. En we hebben gesproken over de gelijkenis van de oneerlijke rentmeester. En we hebben het erover gehad wát zijn meester er toe bracht om hem te prijzen, ook al was hij bezig met geld van hem te stelen. En ik zeg je dat dit krachtige waarheden zijn. We hebben het er ook over gehad hoe Jezus in Lukas 16 zei dat een rentmeester zijn op het gebied van je financiën, oftewel God vertrouwen met je financiën, het geríngste gebied is waarop jij je geloof moet gebruiken. Als je het dáar niet in kunt, in dat wat het geringste is, kun je het ook niet in dat wat groter is. Vandaag begin ik te spreken over ‘vermeerdering’. Hoe God wíl dat wij welvarend en voorspoedig zijn. Hoe God geld naar ons toe wil brengen. En dit is echt een zeer controversieel onderwerp. En misschien heb je wel gemerkt dat dit nu al mijn derde week is dat ik onderwijs geef over voorspoed. En nú pas begin ik te spreken over vermeerdering. Omdat die andere onderwerpen het fundament, de basis, zijn. Als jij vermeerdering of rijkdom wilt, alleen maar uit zelfzuchtige motieven, dus als jij jezelf niet ziet als een rentmeester van Gods middelen en dat je aan Hem verantwoording schuldig bent, reagerend op Hem in dat waarin Hij je leidt om te doen, dan kan vermeerdering je vernietigen. En daarom geloof ik dat je de vorige studies éérst te pakken moet hebben, en door moet nemen om dit goed te kunnen begrijpen. Op de eerste plaats moet je de juiste instelling hebben, en dat je jezelf als een rentmeester beschouwt, en erkent dat dit het geringste terrein is om gebruik van je geloof te maken. En dat het een opstapje is naar andere dingen. Er is dus een opbouw in de manier waarop ik dit behandel. Maar ik wil wel degelijk het punt naar voren brengen dat God wil dat wij vermeerderen, voorspoedig zijn. God wíl financiën in onze handen stellen. Daar zijn heel wat bijbelverzen over, maar laat me eerst wat dingen hierover samenvatten. In het 25e hoofdstuk van het boek Mattheüs zie je in de eerste 13 verzen het verhaal over de tien maagden. Vijf waren verstandig, vijf waren dwaas. En terwijl ze op hun meester wachtten, raakten bij sommigen de olie op die ze in hun lampen hadden. Daarom moesten ze wat bij gaan kopen. En terwijl ze weg waren, kwam de bruidegom en ontving de maagden die nog olie in hun lampen hadden, en de anderen werden buitengesloten. De reden waarom ik dit naar voren breng, is dat dit spreekt over rentmeesterschap. Deze tien maagden hadden allemaal de mogelijkheid met deze man te huwen, maar vijf daarvan waren niet in staat dit te realiseren en ook werkelijk de bruid van deze man te worden, omdat ze geen goede rentmeester waren, omdat ze hun olie lieten opraken. Ze hadden niet genoeg voorzorgen genomen. Onmiddellijk daarna wordt de gelijkenis gegeven van de vijf talenten die aan de ene man worden gegeven, twee aan een ander etc. En dit zijn géén losse onderwerpen die geen verband met elkaar hebben. Deze onderwerpen hebben met elkaar te maken, en dat is de reden dat ik hier op wil wijzen. Mattheüs 25 vanaf vers 14 zegt: 14 Want het is als een mens, __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 52
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ die bij zijn vertrek naar het buitenland zijn slaven riep en hun zijn bezit toevertrouwde. 15 En de een gaf hij vijf talenten, een ander twee, een derde één, een ieder naar zijn bekwaamheid, en hij reisde buitenslands. 16 Terstond ging hij, die de vijf talenten ontvangen had, op weg, en hij deed er zaken mede en verdiende er vijf bij. 17 Evenzo verdiende hij, die de twee talenten had, er twee bij. 18 Maar hij, die het ene talent ontvangen had, ging heen en groef een gat in de grond en verborg het geld van zijn heer. 19 En na lange tijd kwam de heer van die slaven en hield afrekening met hen. 20 En die de vijf talenten ontvangen had, trad toe en bracht nog vijf talenten bovendien, zeggende: Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd: zie, ik heb er vijf talenten bij verdiend. 21 Zijn heer zei tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. 22 Die met de twee talenten trad ook toe en zei: Heer, twee talenten hebt gij mij toevertrouwd; zie, ik heb er twee talenten bij verdiend. 23 Zijn heer zei tot hem: Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. 24 Nu kwam ook hij, die het ene talent ontvangen had, en zei: Heer, ik wist van u, dat gij een hard mens zijt, die maait, waar gij niet gezaaid hebt, en die bijeenbrengt van plaatsen, waar gij niet hebt uitgestrooid. 25 En ik was bevreesd en ben heengegaan en heb uw talent in de grond verborgen; hier hebt gij het uwe. 26 En zijn heer antwoordde en zei tot hem: Gij slechte en luie slaaf, wist gij, dat ik maai, waar ik niet gezaaid heb en bijeenbreng van plaatsen, waar ik niet heb uitgestrooid? 27 Dan hadt gij mijn geld aan de bankiers moeten geven en ik zou bij mijn komst mijn eigendom met rente opgevraagd hebben. 28 Neemt hem dan het talent af en geeft het aan hem, die de tien talenten heeft. 29 Want aan een ieder, die heeft, zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben. Maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. 30 En werpt de onnutte slaaf uit in de buitenste duisternis. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars De reden dat ik deze gelijkenis aanhaal, is dat de Heer van ons verwacht dat wij hetgeen Hij ons gegeven heeft gaan gebruiken en niet maar in de grond begraven en vasthouden wat Hij ons gegeven heeft, maar dat Hij vermeerdering ervan wil zien. God is een God van vermenigvuldiging. God is een God van vermeerdering, groei. Hij is geen God van vermindering. Ik geloof dat werkelijk. En ik zeg het ook tegen onze studenten als ze hier op school komen. Ze gaan naar school, moeten lesgeld betalen en velen van hen moeten in een parttime baan werken om de Bible College te kunnen volgen. Maar dat zou helemaal geen tijd van afname moeten zijn. Ze moeten niet alleen maar van hun spaargeld afnemen. Sommige van de oudere echtparen plunderen hun spaargeld zodat ze aan het einde van de school financieel slechter af zijn dan ze waren. Ik geloof gewoon niet dat God zo is. God is een God van vermenigvuldiging, toename. God wíl dat wij toenemen. En als ik dit zo stel zal er weerstand, verwerping komen omdat religie als geheel ons heeft geleerd dat we maar tevreden moeten zijn met wat we hebben. Ik ga nog wat andere verzen aanhalen, 1 Timotheüs 6 en andere verzen, die precies hierover gaan en we gaan het daar nog uitgebreid over hebben. Maar laat me zeggen dat dít gedeelte laat zien dat God van ons verwácht dat wij vermeerderen. Omdat deze man het talent dat God hem had gegeven níet had geïnvesteerd, zodat de meester toen hij terugkwam zijn bezit mét rente kon terugkrijgen en dáárom werd dit talent van deze man afgenomen en aan iemand anders gegeven, en hij werd zelfs in de buitenste duisternis geworpen. En dan onmiddellijk hierna zegt het volgende vers 31. Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid. 32 En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken,’ Hij spreekt erover dat Hij tegen sommige mensen zal zeggen: ‘Goed gedaan trouwe dienaar, ga binnen in de vreugde des Heren want ik was ziek en was in de gevangenis en je hebt Mij opgezocht, Ik was hongerig en je gaf Mij te eten, Ik was naakt en je hebt Mij gekleed etc. Waar Hij het over heeft staat allemaal in dezelfde serie hier. Hij zegt hier dat als wij onze middelen nemen, waar God ons __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 53
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ mee gezegend heeft, denk aan het onderwijs dat we rentmeesters zijn, als we al die dingen nemen die God ons heeft gegeven, en dat we die alleen maar voor onszelf gebruiken, dan is dat géén goed rentmeesterschap. God geeft geen financiën aan ons, alleen maar voor onszelf, maar zodat we de naakten kunnen kleden, de hongerigen voeden en de gevangenen opzoeken. Weet je dat het geld kostte om mensen in de gevangenis op te zoeken? Het kost je tijd en al die andere dingen. Alles wat Hij hier opnoemt gaat over rentmeester zijn. God heeft je talenten gegeven. En niet alleen financieel, geld, maar ook vermogens, aanleg, talenten. En Hij verwacht dat je al deze dingen gebruikt. Natuurlijk heb je ook zelf behoeften en God is er helemaal niet tegen dat jouw behoeften vervuld worden. Maar het gaat er in de éérste plaats om dat je met wat Hij jou heeft gegeven ándere mensen zegent. En als je dat níet doet, als je níet de gevangenen opzoekt, als je de naakten níet kleedt, de hongerigen níet voedt en al die dingen, dan zal Hij zeggen: ‘Gaat weg van Mij, gij werkers der ongerechtigheid, Ik heb u nooit gekend’ en Hij zal ze in de buitenste duisternis werpen, Matthëus 7:23. Nogmaals, dit is een krasse uitspraak en er zullen heel wat mensen zijn die dit niet leuk vinden, omdat wat ik hier doe is het rentmeesterschap over ons geld niet langer tot een vrijblijvende optie maken, zo van, dit is de beste manier om er mee om te gaan, zo zóu je het kunnen doen. Maar we maken het letterlijk tot een integraal onderdeel van dat wat God van ons verwacht dat we zullen doen. Maar de mensen van tegenwoordig zijn niet bereid dat te doen. Meestal zul je horen dat deze verzen vergeestelijkt worden, dat het spreekt over je ‘gaven’, de zalving of de roeping op je leven. En ook al geloof ik dat dit óók van toepassing is, spreekt Hij in de context van dit Bijbelgedeelte letterlijk over geld. Ik heb het al eerder gehad over het gedeelte uit Markus 10 waar Jezus de rijke jongeling opdracht gaf alles wat hij had te verkopen en aan de armen te geven. En toen de rijke jongeman het niet wilde doen en vertrok, was hij bedroefd omdat hij veel bezittingen had. En Jezus begon toen aan zijn discipelen te onderwijzen: ‘Hoe moeilijk is het voor hen die op rijkdommen vertrouwen om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ ‘Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen dan voor een rijke, of iemand die vertrouwd op zijn rijkdom, om de hemel binnen te gaan.’ Jezus zelf verhief daar ons omgaan met geld tot een terrein dat letterlijk Hem volgen betekent. Hij nam iemand die naar Hem toe kwam rénnen en voor Hem op de grond viel en Hem aanbad en die vroeg: ‘wat moet ik doen’….en Hij gebruikte geld en zei: ‘tenzij je een trouw rentmeester wordt op dít gebied kun je Mij niet volgen.’ Tegenwoordig zouden de meeste mensen om zoiets witheet kunnen worden. Er zijn nu op dit moment al mensen boos op mij vanwege mijn onderwijs over financiën, die zeggen: ‘Jij maakt het tot een voorwaarde dat je een trouw rentmeester moet zijn over je financiën voordat God je kan aanvaarden.’ Maar dat was precies wat Jezus onderwees in Markus 10! En ik weet dat dit tegenwoordig gewoon niet zo gedaan wordt, en ik ben hier niet om te beweren dat iemand die God niet dient of betrouwbaar is met zijn financiën geen Christen kan zijn, maar ik zeg wel dat het véél, véél belangrijker is dan de aandacht die het tegenwoordig krijgt en dat moet gewoon veranderen. Hier ligt dus een precieze grenslijn. En je raakt hier een terrein dat héél moeilijk aan te pakken is. En sommige mensen zullen wat ik zeg uit zijn verband rukken, omdat ze verkeerde motieven hebben, en ze maken alles wat ik zeg krachteloos en het zal geen enkele uitwerking in hun leven hebben. Het motief achter alles wat je doet is belangrijker dan de handeling zelf die je doet. Eén van de schriftgedeelten die dat zeggen staat in 1 Korintiërs 13:3 waar staat: ‘Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.’ Dit spreekt over ons geven. Zelfs al is geven op zichzelf goed, zelfs áls je geeft, er staat al geef je álles wat je hebt om de armen te voeden, of al zou je het ultieme offer geven van letterlijk je leven en je lichaam geven om te worden verbrand, zelfs al gaf jij je fysieke lichaam als een offer, dan kun je daarmee wel iemand anders zegenen, maar jezelf zal het helemaal níets opleveren, als het niet gemotiveerd is door liefde. De motieven achter je handeling zijn belangrijker dan je handeling. Dat wil ik __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 54
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ dus benadrukken als ik spreek over de houding die je als rentmeester moet hebben, en dat God wil dat je vermeerdert. Als ik dat zeg, zullen sommige mensen, die deze verkeerde motivatie hebben en zelfzuchtig zijn, onmiddellijk denken: ‘O man, hier heb je dus de bijbelse rechtvaardiging (justification) voor mij dat ik zoveel kan vergaren als ik maar krijgen kan en er lekker bovenop blijven zitten. Hier heb ik een bijbelse grondslag dat ik moet vermeerderen en dat ik de dingen die God mij heeft gegeven moet gebruiken om ze te vermenigvuldigen.’ Het is waar dat God wil dat je vermenigvuldigt, maar het motíef achter je handelingen is super belangrijk. Laten we daarom gaan naar dit gedeelte in 1 Timotheus 6 waar hij het hoofdstuk begint met te spreken over slaven. En natuurlijk speelt slavernij geen echte rol in onze wereld vandaag, maar in de tijd van Paulus wel. Wat hij in principe zegt is dat Paulus niet werkelijk de Romeinse overheid kon veranderen. Paulus was waarschijnlijk de meest invloedrijke persoon in het lichaam van Christus in de eerste eeuw. En ook al heeft hij misschien niet de maatschappij of de ongelovigen veranderd, hij heeft zeer zeker de kerk kunnen beïnvloeden. En als hij had gezegd dat slavernij verkeerd was, stop ermee, als christenen mogen we geen slaven houden, zou hij zeer zeker voldoende invloed hebben gehad, dat honderden, duizenden, misschien wel tienduizenden slaven vrij waren gekomen, die het eigendom van Christenen waren. Het boek Filemon is geschreven aan iemand die Filemon heette en het ging over zijn slaaf Onesimus die was weggelopen en helemaal naar Rome was gegaan. En in Rome kwam hij Paulus tegen. Paulus leidde hem tot behoud. Ik weet wel zeker dat Paulus in het huis van Filemon was geweest. Als je het boek Filemon bestudeert, kun je vaststellen dat ze goede vrienden waren en elkaar goed kenden. Het is heel goed mogelijk dat Paulus deze man Onesimus ontmoet had als slaaf. En toen deze naar Rome kwam, kruisten hun wegen elkaar en Paulus leidde hem tot de Heer. Hij werd wederomgeboren. En wat deed Paulus vervolgens? Zette hij hem vrij en zei: ‘Nu je Christen bent, ben je vrij en hoef je niet terug te gaan?’ Nee, hij vertelde hem terug te gaan naar zijn meester en zich aan de slavernij te onderwerpen! Ik denk dat dit heel belangrijk is. Dit wil echt niet zeggen dat God slavernij goedkeurt. Dit zegt helemaal niet dat dit Gods oorspronkelijke bedoeling is geweest. Hier spelen zoveel verschillende dingen, daar wil ik nu niet over onderrichten, maar er staat in 1 Korintiërs 7 vers 17 In het algemeen: laat ieder in de positie blijven die de Heer hem heeft gegeven, blijven wat hij was toen God hem riep. ………. 21 Wanneer u als slaaf geroepen bent, moet u dat niets kunnen schelen (hoewel u de kans om vrij te worden zeker moet benutten). 22 Want een slaaf die door de Heer geroepen is, is een vrijgelatene van de Heer, zoals degene die als vrij man geroepen is een slaaf van Christus is. Dus je bent sowieso niet vrij om maar te doen wat je wilt. Je bent in Christus en je vindt je volledige leven IN Christus. Het doet er dus niet toe of je vrij bent of een slaaf. Je hebt zóveel overwinning, zóveel vrijheid en bevrediging IN Christus, dat het er helemaal niet toe doet of je een slaaf bent of een vrij man. Nogmaals, voor veel mensen van tegenwoordig is dit onaanvaardbaar, omdat wij véél meer humanistisch gericht zijn dan de mensen uit de eerste eeuw dat waren. Het gaat nu allemaal om míjn rechten, het gaat allemaal om míjn mogelijkheden om dit en dat te doen. Ons zelfbelang, onze zelfgerichtheid is opgehemeld tot op het niveau dat het voor sommige mensen bijna een god op zich is geworden. Maar dit is dus de apostel Paulus die in 1 Timotheüs 6 vers 2 zegt: ‘veracht je meester niet, dien hem. En als ze een christelijke meester zijn, dan moet je geen bitterheid koesteren: ‘Als zij Christen zouden zijn, zijn wij in Christus allemaal hetzelfde, dus moeten zij mij anders behandelen dan anderen en mij dus vrijlaten.’ Nee, Paulus zegt om het tegenovergestelde te doen. Hij zegt: ‘Dien hen, omdat ze broeders zijn. Je zou ze zelfs méér moeten dienen dan een nietchristelijke meester. En nadat hij al deze dingen heeft gezegd, zegt hij in vers 3, dit is 1 Timotheüs 6:3 Iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de heilzame woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, 4 is verblind. Zo iemand begrijpt niets, maar is ziek door zijn geredetwist en geruzie; dat leidt tot afgunst, onenigheid, laster en __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 55
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ kwaadaardige verdachtmakingen, 5 en tot eindeloos gekrakeel tussen mensen van wie de geest verziekt is, die van de waarheid beroofd zijn en denken dat het geloof hun geldelijk gewin brengt. [Houd je verre van zulk soort mensen’.] Nogmaals, de reden waarom ik al deze uitleg doe, is om je de achtergrond te schetsen. Mensen die prediken dat als het je benadeelt, als dit jouw rechten aantast, als jij een slaaf zegt om terug te gaan en zich aan zijn meester te onderwerpen, hoe zit het dan met hun persoonlijke vrijheid? Tenslotte is persoonlijke vrijheid álles. Het gaat allemaal om het bevorderen van jezelf, het gaat erom dat je voor jezelf zorgt. Ik spreek in de Verenigde Staten met mensen die in de jaren 60 de ‘ik-generatie’ werden genoemd. Het ging allemaal om ik, jezelf, doe gewoon alles voor jezelf. Laat ieder ander barsten. En ik ga er niet in detail op in, maar ik kan je verzekeren dat dit werkelijk de scheidslijn is voor alles in onze maatschappij, de politiek, en heel veel dingen. Er zijn mensen die zeggen: ‘Het gaat niet om welke ander dan ook, iedereen in de hele wereld is míj iets schuldig. De wereld draait om mij. Ik ga zoveel mogelijk vergaren als ik kan. Ik stem op mensen die mij de meeste voordeeltjes beloven of wat dan ook. En of het nu juist of verkeerd is doet er niet toe. Het doet er niet toe of onze maatschappij er aan onderdoor gaat. Het gaat gewoon niet om iemand anders dan ook. De hele wereld draait om mij. En weet je, het is die instelling, ook al wordt die niet op de manier onder woorden gebracht zoals ik dat hier doe, maar die instelling is springlevend, niet alleen in de Verenigde Staten, maar waar je ook maar naar dit programma kijkt, over de hele wereld. Zo leven de meeste mensen hun leven. Het gaat állemaal om hén. Als je helemaal in jezelf gekeerd bent, blijft er maar een klein balletje over! En omdat wij die manier van denken hebben, die filosofie, is het onverdraaglijk om te denken dat iets zou kunnen gebeuren dat mijn vrijheid en vrijheden kan inperken. En in principe beoordelen wij alles vanuit dat standpunt. Vanuit de vraag wat het voor ons voor gevolgen heeft. Niet of het goed of fout is. Mensen zijn tegenwoordig niet meer bereid offers te brengen. Ik zal nooit vergeten toen mijn nicht die film ‘Saving private Ryan’ ging bekijken, over de invasie in Normandië in de tweede wereldoorlog. En natuurlijk is het een heel expliciete film, die het enorme offer laat zien, en de prijs die mensen moesten betalen om de tweede wereldoorlog te winnen. Toen zij de bioscoop verliet, huilde ze en zei: ‘Ik ken geen enkele vriend’. Ze zat toen op de High-School. ‘Ik ken geen enkele jongen op de High-School die genoeg toewijding zou hebben aan iemand anders om een dergelijk offer te brengen.’ Toen ze Normandië binnenvielen wisten ze dat er een heleboel mensen zouden sterven. In feite stierf mijn vrouw’s oom, naar wie ze vernoemd is, zijn naam was James, en zij werd Jamie genoemd, in Iwojima in een van de eerste aanvalsgolven die er landen. Ze hadden hen verteld dat de eerste vijfduizend man, de eerste vijf aanvalsgolven geen voet aan land zouden zetten. Ze gebruikten hen in principe om alle artillerie en machinegeweervuur naar zich toe te trekken en de Japanse munitie erdoor te jagen. En waarschijnlijk zou pas in de zesde golf de eerste persoon in staat zijn een voet aan land te zetten. Deze mensen wisten dat ze gewoon als kanonnenvlees werden gebruikt. Ze wisten dat ze als schietschijf gebruikt zouden worden en dat het hun leven zou kosten. Maar ze beschouwden het als een offer dat noodzakelijk was, om de anderen die na hen zouden komen te helpen om dat schiereiland te veroveren en die overwinning te behalen, zodat ze in staat zouden zijn Japan binnen te vallen en de oorlog te winnen. Met andere woorden, ze beseften dat er iets belangrijkers bestond dan zijzelf en leefden een opofferend leven. Zij waren meer toegewijd aan principes dan alleen aan het ik. En mijn nicht zei, toen ze uit die 2e wereldoorlogfilm kwam, dat zij geen enkel kind van haar leeftijd kende dat bereid zou zijn om zijn leven op te offeren voor iets anders dan zichzelf. Dat was misschien niet helemaal een juiste waarneming, maar ik weet zeker dat deze beschrijving voor een heleboel mensen opgaat. Dit vers zegt dus dat als iemand zo predikt, en als iemand op die manier leeft, is hij verwaand, weet helemaal niets, veroorzaakt al die problemen en denkt dat geldelijk gewin van God is. Wat ook maar nodig is om jezelf te bevorderen, dat moet je doen, steek ieder ander maar in de rug, vergeet iedereen maar, het gaat allemaal om jou. __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 56
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Dáár spreekt dit duidelijk tegen. En sommige mensen van tegenwoordig zouden hier witheet van worden. ‘Dus jij zegt dat iemand zich niet druk mag maken om zijn persoonlijke vrijheden en mogelijkheden? Hoe zit het dan met hén?’ En ze kunnen dan zó boos worden. Onze politiek correcte wereld van tegenwoordig is zó bang iemand te kwetsen en ook maar iets te doen wat wie dan ook maar ongemakkelijk maakt, zodat wij allemaal dit terrein vermijden. En nadat Paulus deze drastische uitspraken heeft gedaan in vers 5, over mensen wiens geest verziekt is en van alle waarheid beroofd, en die denken dat gewin van God is, ga met zulke mensen zelfs niet om. En die instelling is tegenwoordig overheersend. Er zijn mensen die denken dat als het dient om mijn welbehagen te bevorderen, als het goed is voor mij, dán moet het wel juist zijn. De hele wereld draait om hen en dat is hun manier van denken. Er zijn mensen die het wellicht anders formuleren, maar dit is precíes wat zij denken. Wat goed is voor mij dát doe ik en de rest kan stikken. En Paulus gaat daartegen tekeer. Dus nadat hij deze goddeloze houding op het gebied van slavernij en sociale dingen heeft weerlegd spitst hij dat toe op onze houding ten opzichte van financiën. En in vers 6 zegt hij: Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. En het woord tevreden dat hier wordt gebruikt gaat erover dat je noodzakelijkheden vervuld zijn. Dat je hebt wat je echt nodig hebt en dat soort dingen. Het is geen kwestie van ‘geestelijk’, óf van rijkdommen. Je kunt ze allebei hebben als je motivatie juist is. In vers 7 zegt hij: Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. De waarheid is dat als je sterft de lijkwagen naar de begraafplaats geen enkele bezitting mee zal voeren, omdat je naakt deze wereld binnenkwam en naakt zult weggaan. Wij hebben niets meegenomen naar deze wereld en het staat vast dat we er niets uit kunnen meenemen. 8 Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn. 9 Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. 10 Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend. 11 Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. 12 Strijd de goede strijd van het geloof, etc. Sommige mensen gebruiken deze verzen die spreken over tevreden zijn met wat we hebben, en dat de geldzucht de wortel van alle kwaad is, en dat als je daarnaar streeft je jezelf veel leed zult berokkenen, etc. Ze nemen dit soort Bijbelgedeelten om in principe te prediken tégen het hebben van geld en het voorspoed kennen. En in principe hebben ze daarmee in veel mensen een armoedementaliteit gezaaid waarbij we denken dat mensen die geld hebben God niet kunnen dienen. Nogmaals, ik heb dit in eerder onderwijs al behandeld, over Markus 10 waar Jezus zegt dat het voor een kameel gemakkelijker is door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijk mens om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Dat klinkt aan de oppervlakte alsof God helemaal geen rijke mensen kan hebben die Hem volgen. Maar ik heb dat al behandeld. Laat me alleen nog dit erover zeggen. Als je dat gelooft, dan kunnen diegenen van jullie die dit programma bekijken géén relatie met God hebben. En dan zeggen sommigen: ‘Nou, ik beschouw mezelf helemaal niet als welvarend of rijk.’ Dat is een heel relatieve uitspraak. Je bent misschien niet heel rijk of welvarend vergeleken met je buren of iemand anders. Of als je naar de TV kijkt en al de reclame ziet die je wijsmaken dat je niet kunt leven zonder dit of dat, en als je niet de mooiste auto hebt of het chicste huis en al dat soort dingen. Maar als je jezelf vergelijkt met 90% van de mensen die tegenwoordig op deze planeet leven, en je hebt een TV en kijkt naar dit programma, dan moet je jezelf als rijk en welvarend beschouwen! Besef je dat velen van jullie, die zichzelf beschouwen als levend onder de armoede grens en dat je in slechte omstandigheden leeft, dat ik heb horen stellen dat als je 10 euro op zak hebt, je rijker bent dan 90% van de wereldbevolking. Dat is een krasse uitspraak. En ik kan je verzekeren dat de meeste van jullie die dit programma op TV volgen, minstens zoveel geld hebben. Als je een __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 57
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Tv-toestel hebt, dan is de kans zeer groot dat je welvarend bent in vergelijking met de rest van de wereld. Je wordt door hen als rijk beschouwd. Ik kan me herinneren dat ik naar India ging, en ik at in het huis van een man die naar Indiase maatstaven zeer rijk was. Maar terwijl ik van zijn borden at, bleken die gebarsten en vies. En zijn huis was bepaald niet naar de norm waar ik aan gewend was hier in de Verenigde Staten. Ik heb mijzelf toen ik opgroeide nooit als rijk beschouwd maar ons huis was veel mooier dan zijn huis. En toen ik naar India ging en al die dingen zag, besefte ik dat vergeleken met de rest van de wereld wij super, super rijk zijn. Dus als jij zegt dat je deze verzen zo interpreteert dat ze zeggen dat als je geld hebt je God niet kunt dienen, dan is dat nogal een relatief begrip. En nogmaals, de meeste mensen hier in de Verenigde Staten die deze armoede-instelling prediken en zeggen dat je niet veel mag hebben, zijn super rijk en welvarend vergeleken met het overgrote deel van de mensen die nu op deze aarde leven. Door dat te zeggen prediken ze tegen zichzelf. Als wij onszelf vergelijken met mensen uit voorgaande tijden, met alle mensen die ooit op deze aarde hebben geleefd, besef je dat bijna iedereen rijker is dan ooit. Wij hebben gemakken en voorzieningen die zij als enorme luxe zouden hebben beschouwd. Wat in vroegere tijden als geweldige luxe gold, zijn nu voor ons de noodzakelijke levensbehoeften. Wij leven hier in een tijdperk van onvergelijkelijke welvaart en rijkdom in deze wereld. En als wij dus naar het menselijke ras als geheel kijken en achterom naar de tijden dat deze verzen werden geschreven, wat toen de levensstandaard was, kan ik je verzekeren dat de meeste mensen in die tijd maar één kamer hadden, die ze met veel mensen deelden, die met hen samenleefden. Ze hadden geen toilet in huis en al dat soort dingen. Ik hoop dat je slim genoeg bent om te beseffen dat dit dáár niet over gaat. Kijk in vers 10 waar staat: ‘De zúcht naar geld is de wortel van alle kwaad.’ Het is niet het geld zelf. Geld is niet het probleem, maar de instelling die mensen hebben. Of het vertrouwen dat mensen in geld stellen. Als hun vertrouwen in de Heer is, dan zál God je geld geven om je in staat te stellen Zijn opdrachten en de roeping die Hij op je leven heeft geplaatst uit te voeren. Er is op zich niets verkeerds aan het hebben van geld. Als jij denkt dat dat wel zo is, daag ik je uit om al het geld dat je hebt te nemen en naar mij te sturen, omdat jij niets wilt bezitten wat je van de Heer weghoudt. Amen? Hopelijk ben je snugger genoeg om uit te vogelen dat dit enige interpretatie vereist. Geld is niet verkeerd. Maar wel mensen die zucht hebben naar geld en wat dat kan bewerken in hun leven, in plaats van op God vertrouwen en God tot hun bron maken. Ik zeg je dat het verbazingwekkend is hoe religie deze dingen heeft verdraaid. En dat sommige mensen werkelijk armoede bevorderen in de naam van de Heer. Er bestaan zelfs allerlei religieuze sekten die een armoede-eed hebben gezworen en dat is gewoon een ongoddelijk iets om te doen. God wil helemaal niet dat je geld gebruikt om stil te blijven zitten en arm zijn en áltijd afhankelijk te zijn van iemand anders die jou moet helpen. Hij wil dat jij in de positie geraakt dat jíj zó gezegend bent dat jij andere mensen kunt helpen. Hij wil dat je een deel van de oplossing bent in plaats van deel van het probleem. En om dat te kunnen doen is er financiële voorspoed nodig. Je zult je vooroordeel en je barrières tegen het hebben van geld moeten laten vallen. En ik weet dat sommigen van jullie zeggen: ‘Dit is vreemd, wie heeft er nu een vooroordeel tegen het hebben van geld?’ Nou, ik had dat. Ik had dat werkelijk. Weet je, ik ben in een redelijk welvarend gezin opgegroeid. Ik had daar nooit bij stilgestaan, maar als ik erop terugkijk waren wij er beter aan toe dan de meeste mensen met wie ik samen opgroeide. En ik had altijd alles wat ik nodig had. Ik was dus in redelijk goede doen. Maar toen ik in de bediening begon was mij door mensen geleerd dat een predikant met geld en bezittingen een goddeloos idee was. Op grond van exact dezelfde dingen die wij in deze bijbelpassages hebben gelezen. Ik kan me zelfs een echtpaar herinneren dat naar onze kerk kwam. Ik zal niet zeggen vanuit welke denominatie ze kwamen, maar ze kwamen naar deze kerk toe als zendelingen. En de man stond op en sprak. En in plaats van bij een huis onderdak te zoeken of een motel, sliepen deze man en zijn vrouw achterin hun stationwagon, omdat ze geen enkel geld wilden aannemen en uitgeven aan een __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 58
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ hotel. De vrouw nam haar jurk. Ze had maar twee jurken en waste iedere avond een van haar jurken en deed de andere aan. En in die kerk plaatste de voorganger hen op een voetstuk en zei: ‘Wat een godvrezend voorbeeld zijn deze mensen, hoe ze willen lijden. Dit is zoals een echte Christen zou moeten zijn. We zouden geen enkele van deze wereldse bezittingen moeten hebben,’ en dat soort dingen. Besef je dat als ik er nu op terugkijk dat het werkelijk precies het omgekeerde is. Dat was een vreselijk getuigenis voor de Heer, dat God niet eens in staat is voor Zijn eigen kinderen te zorgen. God wil helemaal niet dat jij in je auto moet slapen en helemaal niets hebt. Maar dat was in principe het voorbeeld dat mij werd voorgehouden. En toen ik met de bediening begon, was dat een deel van de financiële problemen die ik had. Ik schaamde me over financiën. Ik schaamde me om dingen te hebben. Ik dacht dat dienaren van het Woord eigenlijk zonder zouden moeten doen. Heb je wel eens dienaren gezien die een winkel binnen gaan en zeggen: ‘Ik ben een dienaar van het Woord, kun je mij korting geven?’ Mensen, ik háát dat soort dingen, omdat wat het tegen de wereld zegt, is dat Christenen niet rond kunnen komen. Christenen kunnen niet welvarend zijn. We hebben hulp en medelijden nodig. Alstublieft, kom mij tegemoet. In zekere zin is dat christelijk bedelen. Ik zeg je dat ik de rechtvaardige nooit heb zien bedelen of zijn nageslacht vragen om een stuk brood. Psalm 37: 25 Jong ben ik geweest, ook ben ik oud geworden, maar – een rechtvaardige heb ik niet verlaten gezien, noch zijn nageslacht zoekende brood. Deze armoede-instelling verheerlijkt God totaal niet! Dat is een volkomen verdraaiing van deze Schriftgedeelten. Waarom staan ze er dan wel? Ze spreken in principe over hebzucht waarvan Kolossenzen 3 vers 5 zegt dat hebzucht afgoderij is. Geld, en wat geld voor je kunt doen, bóven God stellen, waardoor je het geld méér dient dan dat je God dient. Waar je meer naar geld verlangt dan dat je naar God verlangt, dát is verkeerd. En daar spreekt dit over in 1 Timotheüs 6:10, dat het de zucht naar geld is dat de wortel van alle kwaad is. En dat is waar mensen naar begeren. Niet geld op zichzelf. Geld op zichzelf is niet moreel of immoreel of amoreel. Het heeft van zichzelf geen enkele deugd of kwaad in zich. Het is wat je met dat geld dóet. Het is de instelling die mensen hebben ten opzichte van geld wat het probleem is. En daar spreken deze Schriftgedeelten over. Het is heel belangrijk dat de waarschuwingen over een verkeerde houding ten opzichte van geld, en wat mensen die ernaar begeren moeten lijden, je geen vooroordeel bezorgen en een barrière opwerpen, zodat je gaat zeggen dat je niets meer wilt hebben. Dit is nog een andere manier om te zeggen wat ik in principe over probeer te brengen. Dat echt Bijbelse voorspoed nooit zelfzuchtig is. Het gaat niet om jou. Het gaat niet om het vervullen van jouw behoeften, maar het gaat erom dat jij verlangt welvarend te zijn, zodát je in staat bent de opdrachten die God jou gegeven heeft, kunt vervullen, zodat je een zegen kunt zijn voor andere mensen. Dáár gaat echte Bijbelse voorspoed over. En weet je, als ik onderwijs over voorspoed, dan is altijd de grootste kritiek die ik krijg, dat mensen zeggen: ‘Dus jij predikt dat mensen grotere huizen en auto’s moeten hebben en dat wij God kunnen gebruiken om langs de schappen van de hemel te shoppen en ons karretje te vullen en zeggen geef mij, geef mij, geef mij, mijn naam is Gimmy More. Geef me meer. En je wilt alsmaar meer en meer voor jezelf.’ Mensen denken dat het zelfzuchtig is, en gebruiken Schriftgedeelten als deze in 1 Timotheüs 6 en andere gedeelten en schieten je af en zeggen: ‘Jij predikt alleen maar ‘meer’ en bevredigt alleen maar je vlees.’ Nee, dat is helemaal niet wat ik predik. De reden waarom je toename wilt hebben is niet dat jíj meer kunt hebben, maar opdat jij een zegening kunt zijn. En het is gewoon zo dat naarmate jij deze instelling hebt en een gever wordt in plaats van een nemer, een zaaier in plaats van een oogster, dat als jij die instelling krijgt dat God het geld dóór jou kan sturen, Hij het náár je zal sturen. Én God is El-Shaddai1 en niet El-Cheapo. Hij is niet arm en Hij heeft helemaal geen bezwaar dat jij dingen hebt. En als jij deze instelling hebt dat je leeft om te geven, kan ik je garanderen dat God dit geld door jou heen zal sturen. En terwijl het geld door jou heen stroomt, zullen jóuw behoeften bovennatuurlijk voorzien worden. Ik predik géén krenterige levensstijl, een armoedelevensstijl dat gewoon álles naar __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 59
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ ieder ander moet gaan. Maar God rekent af op percentages. Ik weet niet of je al de dingen die ik zeg kunt vatten, maar dit is geweldig krachtig. Weet je, ik heb een vriend die pastor is, die echt in een heel mooi huis woont. Ik heb hem al enkele jaren niet gezien, maar het laatste huis waar hij woonde was zo’n half miljoen euro waard. En hij rijdt in mooie auto’s, corvettes en al dat soort dingen. En een heleboel mensen hebben kritiek op hem, en spreken afkeurend over hem. Ze zeggen: ‘Dit is verkeerd dat een predikant al deze mooie dingen heeft.’ Maar wat hen ontgaat is, dat God ons afrekent op percentages. Als ik straks verder ga spreken over de tienden, dan gaat dat over percentages van wat jij krijgt. God kijkt niet naar wat jij hebt. Hij kijkt naar wat jij hebt in relatie tot wat jij geeft. En deze man van wie ik je vertel dat hij in een huis van minstens een half miljoen euro leeft en leuke auto’s rijdt en de mooiste kleren draagt en al deze dingen doet, weet je dat deze zelfde man, ik weet niet wat hij nu doet, maar enkele jaren geleden, toen had ik meer contact met hem dan nu, gaf deze man maandelijks tussen de 30 en 40 duizend euro weg. Per maand. Dat is een heel groot bedrag aan giften. En als je dáárnaar kijkt, dat betekent dat een huis van een half miljoen euro maar één jaar tot anderhalf jaar waarde is van zijn geven. Denk dáár eens aan. Hoevelen van jullie zouden bereid zijn te wonen in een huis dat de waarde heeft van één jaar van jouw giften? Als dát het geval zou zijn, zouden een velen van jullie op straat slapen. Velen van jullie zouden niet eens een huis kunnen kopen of zelfs maar húren van je giften. Je zou in een slooppand wonen, of bij iemand anders intrekken. Je zou moeten onderhuren. En deze man, ook al heeft hij een heel mooi huis, mooie auto’s mooie kleren, percentsgewijs gezien is hij een betere rentmeester van geld dan mensen die in armoede en zo leven. Het maakt voor God niet uit waar je in woont, het maakt God niet uit of je in een Mercedes of een Kever rijdt. Het maakt God niet uit wat je hebt, maar wat je geeft. Hij kijkt naar het percentage waar jij van leeft. Weet je dat God iemand die leeft van 10 procent van zijn inkomen en 90% weggeeft, als een betere rentmeester beschouwt dan iemand die van 90% leeft en 10% weggeeft. Of iemand die van 100% leeft en niets weggeeft. En dan doet het er helemaal niet toe dat degene die van de 10% leeft in een huis van een miljoen euro woont. 1 El-Shaddai: ‘de almachtige, algenoegzame, alvoorzienende’ Als ze dat zouden doen, zou God hen als een geweldige rentmeester van Zijn bronnen beschouwen. Ik zeg je dat het heel belangrijk is dat je dit gaat snappen, omdat als je dit van die percentages niet begrijpt, en dan het evangelie zou nemen en naar landen als Afrika of India zou gaan en daar gaan prediken, dan is er de neiging dat ze dan allemaal naar ónze standaard moeten gaan leven. En zo werkt het evangelie helemaal niet. Als je in Afrika in een grashutje woont, heb je gewoon geen twee, drie, vierhonderdduizend euro huis nodig. Maar als je een gever bent, kun je in de mooiste grashut wonen van de gemeenschap. Je hebt misschien zelfs twee kippen in plaats van één, of drie varkens in plaats van één. En dat is dan voorspoed. Het is allemaal iets relatiefs. Sommige mensen zeggen: ‘Nou, dit is maar een Amerikaans evangelie’. Nee, dit is een evangelie dat overal ter wereld zal werken. Maar je zult wel moeten begrijpen dat je Amerikaanse standaarden niet kunt gebruiken om die over te brengen naar andere plaatsen in de wereld. God beoordeelt jouw rentmeesterschap op basis van percentages. En het is heel belangrijk dat je dít gegeven gaat snappen. We proberen dit allemaal samen te vatten door te stellen dat het Gods wil is dat je vermeerdert, maar dat het niet voor jezelf is. Echte voorspoed is niet zelfzuchtig. Waar de meeste mensen tegen prediken als ze tegen voorspoed prediken is dat ze spreken tegen de hebzucht die er mee geassocieerd wordt. En er is een gevaar om hebzuchtig te worden. Kolossenzen 3 vers 5 2 zegt dat hebzucht afgoderij is. En God wil zeer zeker niet dat wij afgoden in ons leven hebben. Je kan zover komen dat geld een afgod voor je wordt. En het is dus het zoeken náár geld, de zucht naar of de liefde voor geld die het probleem is. Niet geld op zichzelf. God wíl dat je voorspoedig bent. Maar Hij wil ook dat je deze rentmeesterschap instelling hebt, waarin de voorspoed niet maar voor jóu is, maar zodat je in staat bent te volbrengen wat God wil dat je doet, zodat je een zegen voor andere mensen kunt __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 60
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ zijn. Dit is een bijbelvers uit Spreuken 23 en ik wil een paar verzen hieruit lezen zodat we het in de context kunnen plaatsen. Vers 1 Wanneer u bij een heerser tafelt, bepaal dan uw aandacht alleen bij wat vóór u staat,’ Weet je dat het woord dat is vertaald met ‘je aandacht bepalen’, staat voor een gedachteproces, begrijpen en nadenken over je gedachten. Ik geloof dat wat hier in principe staat is. Dat als je bij iemand op bezoek gaat die rijk is en je zit aan tafel met al dit voedsel, dat je misschien nooit van je leven eerder gezien hebt of zelfs maar van gehoord hebt, en dat voor je neus staat, dan kun je beter je verstand gebruiken dan je maag. Laat je lust, je begeerte, je niet leiden. In plaats daarvan moet je goed en verstandig nadenken. En dan gaat het verder en worden er wat dingen verteld over bedrieglijke spijs (vlees). Laat je niet verleiden of omkopen door al dit lekkers dat voor je staat. Gebruik wijsheid. Dat wil de schrijver overbrengen. In vers 2 staat: en zet u het mes op de keel, als gij een gulzig mens zijt. Er is een belangrijk verschil tussen honger en trek hebben (gulzig zijn). Honger is de manier waarop je lichaam weet wanneer het moet eten en hoeveel. Maar trek is iets, dat als je daaraan toegeeft, je nooit tevreden bent. Prediker 6:7 zegt ‘ Al het zwoegen van de mens is voor zijn mond. Dat wil zeggen, dat een mens hard werkt om zichzelf te onderhouden, te voeden en te kleden. Al het zwoegen van de mens is voor zijn mond, en toch wordt de begeerte niet vervuld.’ Begeerte is nooit tevreden. Het gaat hier over het zwelgen in het vlees en als jij iemand bent die de neiging heeft gulzig te zijn, kun je beter een mes op je keel zetten dan bij 2 5 Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij, iemand aan tafel gaan zitten die al deze dingen heeft, omdat de lust daarnaar je kan verleiden om wat dan ook maar te doen. In vers 3 staat: Begeer zijn lekkernijen niet, want het is bedrieglijke spijs. En dan staat er in vers 4: Tob u niet af voor rijkdom, zie van uw voornemen af. Laat me dit even ontrafelen. Hier staat, tob u niet af voor rijkdom. Wat betekent dit? Betekent dit dat je niet moet werken voor je geld? Is dit een Schriftgedeelte dat zegt dat je niet naar je werk moet gaan en maar thuis blijven zitten en verwachten dat God het geld uit de lucht laat vallen? Dat is natuurlijk helemaal niet wat dit betekent. Er zijn zoveel bijbelgedeelten die daar tegenin gaan. Veel, heel veel schriftgedeelten gaan tegen zó’n interpretatie in. Een van de klassieke Schriftplaatsen hierover is 2 Tessalonicenzen 3 vers 10 waar staat dat als je niet werkt, je ook niet zult eten: Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. 3 Dat is nogal een sterke uitspraak. Als ons hele bijstandsysteem deze norm zou aanhouden en alleen diegenen zou helpen die op de eerste plaats aan het werk zijn, voordat ze hen voedselbonnen en wat dan ook zouden geven, kan ik je verzekeren dat het een heleboel problemen die wij in onze maatschappij zien zou oplossen. Dit zegt dus niet dat je niet gaat werken voor je geld. Maar de nadruk hier ligt erop dat je niet moet gaan werken voor dat geld om alleen jezelf te bevredigen. De context hiervan is dat dit spreekt over die dwaas. Er is op zich helemaal niets verkeerd aan het gaan naar het huis van een rijk mens, aan zijn tafel zitten en voedsel eten. Voedsel is het probleem niet. Honger hebben en hongerig zijn naar voedsel is geen zonde. Maar de zonde is daar, als je verder gaat dan honger en het verandert in lust. Heeft iemand van jullie wel eens, als je een slechte dag had, en je voelt je emotioneel ellendig, dat je dan gaat eten om je emotionele probleem op te lossen. Niet omdat je hongerig bent, maar het is een emotioneel soort ding. Of zijn er onder jullie die eten omdat het je op een of andere manier beter doet voelen dan een ander. Je zou makkelijk naar een restaurant kunnen gaan waar je even goed of zelfs beter voedsel kunt krijgen voor een tiende van de prijs. Maar je gaat naar die chique tent waar je het over de balk kunt gooien. Het is allemaal een emotionele toestand. Het gaat er allemaal om hoe jij je voelt. Het gaat niet gewoon om te eten. Als jij je trek op die manier gaat gebruiken, dán zul je verleid worden en satan kan zoiets gebruiken om je te misleiden. Dat deed hij ook met Adam en Eva. Hij gebruikte een lust, een begeerte naar voedsel, om hen in verleiding te brengen. Natuurlijk is hetzelfde vele keren gebeurd in de Schrift. En dáár waarschuwen deze schriftgedeelten tegen. __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 61
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Het gaat helemaal niet tegen voedsel. Het is deze lust, de begeerte naar voedsel, die verder gaat dan je honger stillen en verder gaat dan wat je nodig hebt. Het is een zucht en een zwelgen in je vlees. Midden in díe verzen staat: ‘Tob u niet af voor rijkdom’, op dezelfde manier als dat voedsel op zich niet verkeerd is, is het deze perversie, het verkeerde gebruik van voedsel voor iets waar het nooit voor bedoeld is, namelijk om je emotionele bevrediging te geven, of om je beter of superieur te laten voelen, of om wat voor verkeerde bedoelingen. Het verkeerd gebruik van voedsel, dáár wordt tegen gesproken en zo spreekt dit ook niet tegen geld. Het zegt helemaal niet dat je niet moet werken en geld ontvangen voor het werk dat je doet. Maar het zegt: maak niet de rijkdom, of de inhoud van je salarisstrook tot het dóel van je werk! En sommigen van jullie zijn nu buiten mate geshockeerd. ‘Zeker wel, dat is de énige reden dat ik werk!’ Maar dat zou niet de enige reden moeten zijn dat je werkt. 3 II Tessalonicenzen 3:10 Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. Laat me je nog wat andere Schriftgedeelten geven die hierbij passen. Je kunt beter je Bijbel pakken en dit opzoeken, want anders zou je gewoon niet geloven dat dit in je Bijbel staat. Maar kijk eens naar Efeziërs 4 vers 28 dat zegt: Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige. Merk op dat dit vers zegt: laat wie een dief was, die stal, niet langer stelen, maar gaan werken met zijn handen. Iets dat goed is doen. Het contrasteert stelen met werken. Je kunt het ook zó stellen, dat als je niet werkt, en luister alstublieft goed naar me, omdat sommigen van jullie niet zullen luisteren en niet met je hart gaat horen en aanstoot nemen aan wat ik zeg, maar dit móet gezegd worden, omdat dit tegenwoordig verkeerd begrepen wordt. Maar als jij niet werkt, en maar profiteert van de maatschappij dan ben je een dief. Je neemt alleen maar. Stop daarmee en ga aan het werk. Ik zet hier wel een p.s. neer. Iedereen kan tijdelijk in een situatie komen dat hij hulp nodig heeft. Iedereen kan ontslagen worden, iedereen kan hulp nodig hebben als je bezig bent een andere baan te krijgen. Ik zeg niet dat dat zonde is, dat het verkeerd is als je ooit eens hulp van iemand aanvaard, of het nu van een individu is óf van de regering. Iedereen kan in een situatie terecht komen waarin je een tijdje hulp nodig hebt. Maar ik zeg wel dat deze bijstandsmentaliteit, waarin mensen denken dat de regering, de maatschappij en alle andere mensen tot hen iets verplicht is. En dat jij wel thuis kunt blijven zitten en steun trekken terwijl je niet gehandicapt bent, om geen andere reden dan dat je er beter aan toe bent om thuis te zitten en steun te trekken dan te werken bij McDonalds. Dat is een bijstandsmentaliteit die in feite stelen is. Dat is profiteren van andere mensen en de Schrift zegt: doe dat niet. Steel niet meer, maar ga veeleer werken, arbeid met je handen en let op wat het zegt: ‘opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige.’ Dit vers maakt heel helder dat de reden waarom je werkt, is om je in staat te stellen om een gever voor andere mensen te zijn. Wat een radicaal idee! En sommige mensen denken: ‘Dit werkt zo niet in het echte leven, jullie predikers kunnen het mooi vertellen, maar als het er echt om gaat, werkt dat niet.’ Nou het werkt wél. Ik heb dit zien werken in mijn leven. Ik ben niet altijd prediker geweest en ik heb gezien hoe God mij voorspoedig maakte. Ik heb het zien werken in de levens van honderden en duizenden andere mensen. Het is een Bijbels principe en het wérkt! Hoe moeilijk het misschien voor sommigen ook te begrijpen is. Maar de reden waarom je werkt is niet voor jóuw behoeften, maar veeleer zodat jij een zegen kunt zijn voor andere mensen. Als jij zover weet te komen dat je doet wat de Schrift zegt in Mattheüs 6:19-33, dat je éérst het koninkrijk van God zoekt en zíjn gerechtigheid, dan zullen ál die dingen aan je toegevoegd worden. Laat me dit opzoeken en deze gedeelten behandelen. Het is Jezus die hier spreekt en dit is echt krachtig. Ik moet dit vooraf zeggen, omdat velen van jullie dit niet gaan snappen. Ik vind het vervelend om het toe te moeten geven, maar ik zeg je dat er een openbaring van God nodig is, een bovennatuurlijk bekrachtiging van je begrip om te begrijpen wat ik hier ga zeggen. Want voor de meeste mensen gaat dit helemaal boven de pet. Voor de meeste mensen __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 62
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ gaat het erom, dat de reden dat zij werken is, dat ze dat geld moeten hebben om de betaling op hun huis te doen, hún auto af te betalen, hún verzekeringspremie, om voedsel en kleding te kopen en al die dingen te doen. Dat is de drijvende kracht achter het werken van mensen. Maar ik verzeker je, dat als jij zo denkt, dus dat werk helemaal gaat over dat jij je geld kunt krijgen om jouw rekeningen te betalen, dan frustreer je jezelf. Daarom raak je ook ontmoedigd, daarom word je op maandag wakker en noemt het ‘blauwe maandag’ omdat je naar je werk móet. Dat is gewoon niet de manier waarop God wil dat je leeft. Er is een andere manier van leven. Je kunt zover komen dat je werkt en doet waar God je toe geroepen heeft. En ik wilde dat ik tijd had om daarover te onderwijzen. Ik heb onlangs een serie studies gemaakt over ‘je bestemming vinden’.4 Sommigen van jullie doen niet eens waar God je toe geroepen heeft om te doen. Als je niet zeker weet dat je aan het doen bent, waar God je toe geroepen heeft, is er geen schijn van kans dat het werk en het beroep dat je doet, ooit bevredigend zal zijn. Laten we eens aannemen dat dit is waar God je toe geroepen heeft. En dat de reden dat je het doet alleen maar is, dat je je salaris ontvangt, om je eigen behoeften te vervullen, dan schend je een aantal Bijbelverzen. Kijk ook eens hier naar Mattheüs 6 vers 19 waar staat: ‘19 Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen.’ We gaan nog wat andere verzen behandelen, maar laten we eerst hier een moment over nadenken. Dit zegt: ‘verzamel niet voor jezelf schatten op aarde, waar dieven inbreken en stelen, en motten en roest ze aantasten.’ Wil dit zeggen dat je geen bankrekening mag hebben? Betekent dit dat je geen spaartegoed zou moeten hebben? Betekent dit dat je geen erfenis mag achterlaten voor je kinderen en je achterkleinkinderen? Ik kan je heel wat Schriftgedeelten laten zien die erover spreken dat een godvrezend mens een erfenis zal achterlaten. Niet alleen aan zijn eigen kinderen, maar ook aan zijn kleinkinderen. Om een erfenis achter te laten betekent dat je meer geld moet hebben dan je nodig hebt om van te leven. Dat je dus extra verzameld hebt, zodat je niet alleen de eerste generatie kunt zegenen, maar ook de tweede generatie. Dat spreekt over een behoorlijk niveau van financiële voorspoed. Maar hoe valt dat te rijmen met die Schriftgedeelten. De manier waarop ik het zie is dat als jij een erfenis achterlaat en een spaartegoed opbouwt, dan hangt het ervan af, of je dat voor jezelf doet. Of je het doet uit angst en omdat je bang bent dat je een of ander fysiek probleem gaat krijgen als je oud wordt en zo. Het is allemaal gemotiveerd uit angst en zelfzucht en op jezelf gericht. Ik geloof dat dat een verkeerde motivatie is. Maar als je een reserve hebt opgebouwd, laten we zeggen dat je vertrouwt dat God voor je zal zorgen, maar als je ergens op een terrein tekortschiet, dan hoef je in ieder geval niet je kinderen tot last te zijn, omdat je geld achter de hand hebt. Dat kun je doen zodat je een zegening voor andere mensen bent. Dat zou een juiste motivatie zijn. Als je geld verzamelt opdat je een erfenis kunt achterlaten voor je kinderen en kleinkinderen dan is dat geen schatten verzamelen voor jezelf. Dat is schatten verzamelen voor andere mensen. Nogmaals, je kunt deze verzen nemen en op zo’n strakke bekrompen manier interpreteren dat het betekent dat je nooit enig geld mag hebben en alles weg moet geven. Maar dat tast vele andere schriftgedeelten aan, die erover spreken dat je geld verzamelt voor je kinderen en kleinkinderen. Wat betekent het dan? Ik denk dat de sleutel helemaal ligt in het motief. Wil jij geld verzamelen zodat je zult zijn als de man waarover Jezus sprak, die grotere schuren wilde bouwen en zeggen: ‘Eet en drink, want je hebt goederen opgeslagen voor vele dagen. Eet, drink en wees vrolijk.’5 Nee, dat is de verkeerde instelling. Maar als je deze reserves opbouwt, zodat je een zegen kunt zijn voor je kinderen en kleinkinderen, zodat je overvloedig hebt voor iedere goede behoefte, dan is daar niets verkeerd aan. Dit spreekt helemaal niet tegen dat je geen geld zou mogen hebben, dit spreekt erover dat je geld alleen maar voor jezelf gebruikt en je vertrouwen en 5 Lukas 12:16 21 zekerheid stelt in het geld dat je opzij hebt gelegd, in plaats van in de Heer. En als je dát doet dan zul je merken dat je diep teleurgesteld zult zijn in de resultaten. In vers 20 staat: maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 63
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ waar geen dieven inbreken of stelen. Sommige mensen vragen zich af: hoe bouw je een vermogen op in de hemel? Nou, dat doe je door goede werken, en ook, en daar zal ik dieper op ingaan, dat je geld kunt nemen dat tijdelijk is en op een dag door vuur zal vergaan, en dat kunt omzetten in iets eeuwigs, door het in iemands leven te zaaien. Vooral om het evangelie te prediken. Als jij geeft voor de verspreiding van het evangelie en voor die mensen die de waarheid verkondigen. En de mensen worden wederomgeboren en genezen en bevrijd en vrijgezet. En God werkt in hun leven omdat ze de waarheid te horen hebben gekregen. Dan heb je dat geld genomen en door die persoon uit te zenden om het evangelie te prediken heb je iets wat tijdelijk is, vleselijk, wat zal verbranden, omgevormd in iets eeuwigs. Een veranderd leven, dat je de hele eeuwigheid goed zal doen. Je kunt dus wel degelijk schatten in de hemel verzamelen. In vers 21 staat: ‘ Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’ En het gaat verder met te zeggen: ‘22 De lamp van het lichaam is het oog. Indien dan uw oog zuiver is, zal geheel uw lichaam verlicht zijn; 23 maar indien uw oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien nu wat licht in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis!’ 6 Waar deze verzen over gaan, is dat als je oog zuiver is, dat spreekt over je focus, waar je op gericht bent, als dat op God gericht is, dan zul je met Zijn licht doorstroomd worden. Hij zal je wijsheid geven, richting, leiding, en je zult de kracht en de zalving van God binnenin je hebben stromen. Je leven zal meer vervuld zijn, en je bent meer voorspoedig. Maar als je oog boos, slecht is, het vorige vers sprak over een zuiver oog, maar dit vers zegt: als je oog slecht is, dat houdt dus in dat alles wat niet zuiver op God gericht is, slecht is. Mensen, dit is iets dat moeilijk over te brengen is, omdat dit volkomen buiten de grenzen ligt van de manier waarop de meeste mensen denken. De meeste mensen denken werkelijk dat hun leven in principe van hén is, en wat ze doen om aan de kost te komen is ook in principe van hen, wat ze met hun geld doen is in principe van hen. En God geven ze alleen maar als blijk van erkenning. Ze geven Hem tien procent, ze gaan misschien een uur per week naar de kerk, als ze erg religieus zijn. En ze denken dat ze God een grote dienst bewijzen door dat te doen. Als je een heel erg religieus persoon bent, dan geef je God ook nog eens 5 tot 10 minuten tijd per dag. En wij denken dat wij God een geweldige dienst hebben bewezen. En dan besteden we de rest van de 16 uur per dag dat wij wakker zijn om te doen wat wij maar willen. Ik bedoel, we geven God 5 tot 10 minuten en één dag in de week. We geven hem een tiende van onze tijd en dan vinden we dat we érg gul zijn geweest van onze kant. Maar weet je, de waarheid is, dat het de bedoeling is dat ons hele léven aan God is overgegeven. We zouden éénduidig op God gericht moeten zijn. En zelfs al geven we maar 10% van onze inkomsten en nog offers daarboven, misschien 15 tot 20% van onze inkomsten aan de Heer, maar in feite beschouwen we het allemáál als zijnde van Hem. En het moet 6 Versie statenvertaling: 22 De kaars des lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zo zal uw gehele lichaam verlicht wezen. Zelf ga ik bij het studeren vaak uit van de King James tekst, waar het woord ‘singular’ wordt gebruikt. In de statenvertaling ‘eenvoudig’ in de bedoeling van één, eenduidig en niet in de bedoeling van ‘simpel’ Daarom vertaalt de NBG het als ‘zuiver’ NBV als ‘helder’ maar dat dwaalt steeds verder af van de oorspronkelijke betekenis. éénduidig zijn dat álles wat we doen voor de glorie van God is. Wat je ook eet of wat je ook drinkt, 1 Korintiërs 10:31 zegt: ‘ Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods.’ Je eten, je drinken, je leven, je doodgaan, alles wat je doet in je leven zou éénduidig gericht moeten zijn op God. Dáár spreken deze verzen over. En in vers 24 staat dan: Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon. Wat een oud Nederlands woord is voor geld. Als dit allemaal waar is, en wij álles over moeten geven aan God, dan komt de vraag natuurlijk op, hoe kan ik dan overleven. Hoe zal in mijn behoeften en noodzakelijkheden worden voorzien. Als ik alles voor de zaak van de Heer doe, wie gaat dan __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 64
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ mijn huur betalen? Wie gaat voor mij kleding kopen. Wat moet ik dan eten? Waar kan ik dan slapen? En daarom begint Hij dan ook met de verzen die volgen en zegt: ‘25 Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?’ Ik heb geen tijd alle verzen door te nemen. Daarom spring ik over naar vers 33. Nadat Hij heeft gesproken, maak je geen zorgen over al dit soort dingen, zegt Hij in vers 33: ‘ Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden. Wat bedoelt Hij met ‘alles’? Dat zijn al die dingen die Hij opnoemde in vers 25 tot en met 32. Waar je zult slapen, wat je zult eten, wat je kleding zal zijn. God zal je al deze dingen bovennatuurlijk schenken. Als jíj op de eerste plaats aan God denkt, als jij God op de eerste plaats stelt dat je in je financiën eerst aan andere mensen geeft, dan zal God beginnen bovennatuurlijk in jóuw behoeften te voorzien. En hoe doe je dat dan? Dit heeft gewoon een openbaring van God nodig. Ik bid dat de Heilige Geest nu op dit moment je hart zal openen en je helpen te begrijpen wat ik je ga zeggen. Want dit is gewoon zó anders dan de manier waarop de meeste mensen denken, dat het natuurlijke verstand gewoon niet zo kan denken. Tenzij je geestelijk gezind wordt en de Heilige Geest dit aan je duidelijk maakt, zal dit boven je pet gaan. Dus zet alstublieft je geestelijke voelsprieten uit, open alstublieft je hart. Als je ergens anders mee bezig ben, let op, schenk hier aandacht aan. Omdat dit een waarheid is die je leven kan veranderen. Maar het kan gewoon niet met alleen je verstand begrepen worden, je moet je hart dit laten bevatten. Dit is Mattheüs 6:19-34. En wat hier in principe staat is: denk éérst aan God. Je kunt gewoon niet tegelijkertijd God dienen én Mammon. Dat staat hier in vers 24. En hoe doe je dat dan? Als je moet kiezen tussen die twee, betekent dat dan dat je God moet dienen, en als je God dan dient, dat je nooit enig geld zult hebben? Hoe moet jij je rekeningen betalen als je God op de eerste plaats zet en Hem met je hele hart zoekt? Nou, het antwoord daarop is in de volgende verzen gegeven. Nadat Hij in vers 24 heeft gezegd dat je niet én God én de Mammon kunt dienen, zegt Hij in vers 25 ‘Daarom’, omdat je dus niet én God én de Mammon kunt dienen. Je zult tussen die twee moeten kiezen. Het ligt voor de hand dat we God moeten kiezen, maar hoe ga ik dan overleven? Wie gaat er voor mij zorgen. Weet je, we gebruikten dat vers uit Efeziërs 4:28, steel niet langer, maar werk met je handen, zodat je iets hebt te geven aan degene die iets nodig heeft. Als ik ga werken, niet om míjn rekeningen te betalen, maar zodat ik een zegening voor anderen kan zijn, wat gaat er dan met mij gebeuren? Hoe worden mijn rekeningen dan betaalt? Mattheüs 6:25 ‘Dáárom…..’ zó werkt het dan. ‘25 Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? 26 Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven?’ Wat Hij hier in principe zegt is: ‘Kijk naar de natuur, naar de vogels’. Heb je ooit een krantenkop gelezen, dat er gisteren één miljoen vogels van de honger zijn gestorven? Nee, zoiets lees je niet en zul je ook niet lezen, omdat God voor de vogels zal zorgen. Als God al zó zorgt voor een piepklein vogeltje, hoeveel te meer voor een mens, die is gemaakt naar Zijn beeld en gelijkenis. We zouden genoeg vertrouwen en zekerheid in God moeten hebben, en in Zijn goedheid, zodat wij zullen erkennen: God zal voor ons zorgen. En Hij zegt in vers 27: Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? Met andere woorden, al je zorgen en gepieker over hoe je de eindjes aan elkaar moet knopen. En hoe betaal ik het schoolgeld en de studie van mijn kinderen, en hoe kan ik me ooit een vakantie veroorloven en hoe moet ik ál die dingen doen. Hij zegt: kun je door te piekeren drie centimeter aan je lengte toevoegen? Vers 28: En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: 29 zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. 30 Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleedt, zal Hij u niet __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 65
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ veel meer kleden, kleingelovigen? Oh mensen, wat een radicale uitspraak. Wij denken dat wij móeten piekeren over deze dingen. Hoe ga ik de eindjes aan elkaar knopen, hoe ga ik dit doen. En we moeten ervoor gaan zitten en plannen, en al die dingen doen. En daarom, de uitspraak in vers 24, dat je niet én God én de Mammon kunt dienen, in vers 22 en 23, dat je eenduidig op God gericht moet zijn, dat je Hem met je hele hart moet dienen, niet alleen maar symbolische toewijding. Geef Hem niet maar één uur per week, maar geef Hem je volledige toewijding, alles wat je hebt. Financieel en alle andere dingen. Werk niet voor de vervulling van je eigen behoeften, maar zodat je de roeping van God in je leven kunt vervullen en gebruik dat geld om andere mensen te zegenen. Als je dat doet, hoe moet je dan overleven? Nou, kijk naar de leliën des velds, die zwoegen niet, die werken niet. Maar kijk eens naar ze. Salomo in al Zijn glorie was nooit zó mooi gekleed als de leliën des velds. Als God zoiets al doet voor het gras dat er vandaag is en morgen is verdwenen, hoeveel meer zal God niet voor jou zorgen? In vers 31 zegt Hij: Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? 32 Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Als je dit vertaalt naar onze moderne situatie zou je kunnen zeggen: naar al deze dingen zoeken de ongelovigen. Er zou verschil moeten zijn tussen een Christen en een niet-Christen. Iemand die een relatie met God heeft en iemand die dat niet heeft. Zelfs op het gebied van onze financiën zou er verschil moeten zijn. Wij zouden zo niet bezig moeten zijn, op zoek naar geld, en worstelen en strijden op de manier zoals een ongelovige dat doet. Wij hebben een verbond met God dat onze voorspoed ingesloten heeft. God wil dat je voorspoedig bent. Psalm 35:27 zegt: Laten jubelen en zich verheugen, wie mijn rechtvaardiging begeren; dat zij bestendig zeggen: De HERE is groot, die welgevallen heeft aan het heil van zijn knecht. 7 (Dit zegt dat God een diepe vreugde heeft in het heil=shalom, dat is volledigheid, welzijn, gezondheid, vrede van zijn knecht) God is blij als jij voorspoedig bent en God is dus niet blij 7 King James Version: 27 Let them shout for joy, and be glad, that favour my righteous cause: yea, let them say continually, Let the LORD be magnified, which hath pleasure in the prosperity of his servant. 6 delige serie deel : ‘Voorspoed is niet voor jezelf’ als je niet voorspoedig bent. God wil dat je voorspoedig bent. God is vóór jou. Omdat dit allemaal waar is, en wij een relatie met God hebben, zou er dan geen verschil moeten zijn tussen een Christen, die God kent, die een vriend van God is, die de gunst en zegen van God op zijn leven heeft? Zou er niet een verschil moeten zijn tussen een Christen en een niet- Christen op het gebied van financiën? Als God vóór ons is en blij is met onze voorspoed, waarom zíen we dan niet meer voorspoed? Nou, daar zijn een aantal oorzaken. Eén daarvan is dat we de waarheid hierover niet kennen en een vooroordeel tegen voorspoed hebben, en denken dat het slecht is dat wij geld hebben. Dat zal de stroom van de dingen van God belemmeren. En dan is ook ons motief verkeerd. Soms zijn Christenen net zo begerig, en ze willen alle dingen hebben op dezelfde manier als niet-gelovigen doen. Maar hebzucht is afgoderij zoals Kolossenzen 3:5 zegt. Wij moeten dus onze motieven reinigen, en dan zijn er nog een paar andere dingen die wij moeten doen. Maar in principe maakt Hij deze vergelijking, dat als God voor al deze dingen zorgt voor de ongelovigen, hoeveel te meer zal Hij niet voor jou zorgen. En in vers 32 zegt Hij Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. En wat is dan het antwoord daarop: vers 33 zegt: ZOEK EERST Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles sprekend over wat je eet, waar je slaapt, wat je kleding zal zijn, al je fysieke behoeften, God zal daarvoor voor jou zorgen, als jíj zorgt voor andere mensen. Dit is een waarheid waarvoor je gewoon je hart moet openen en de Heilige Geest je dit laten openbaren. Ik heb het er niet over alleen maar de handelingen doen, omdat de een of andere prediker het gezegd heeft, en je het dus gaat proberen, maar je gelooft het niet echt, je gaat het maar eens doen, al is het niet anders dan om aan te tonen dat ik fout zit. Als dát jouw instelling is, dan zul je hard __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 66
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ op je gezicht vallen. Maar als jij een echte openbaring krijgt, door God op de eerste plaats te stellen, dat God bovennatuurlijk voor jou zal gaan zorgen, dan zal het je leven totaal en revolutionair veranderen. Wat de meesten van ons doen, is gaan werken. Ik bedoel, we werken echt hard en we doen al die dingen. We hebben rommelmarkten en verkopen zelfgemaakte spulletjes op internet, werken twee baantjes. We schrapen en sparen, we kopen zuinigere auto’s. We doen ál die dingen om te proberen geld te vergaren. Maar het gaat in werkelijkheid allemaal om óns, en te voorzien in ónze behoeften, en dat wij zorgen voor onze eigen verantwoordelijkheden. En als we dát voor elkaar krijgen, en nog iets overhouden, dan zijn we blij dat we het aan God kunnen geven. En we zijn blij om te zeggen: ‘Hier God, dit is er over. Ik hou van U en wil U eren, maar dit is alles wat is overgeschoten nadat mijn behoeften zijn vervuld.’ Je zult niet zo openlijk zijn en het precies op die manier zeggen, maar ik garandeer je dat dit precies de manier is waarop de grote meerderheid, zelfs van de Christenen denkt. Het gaat allemaal over ons geld en het te gebruiken om onze behoeften te voorzien. Maar weet je, de Schrift, en de Schriftplaatsen die ik allemaal genoemd heb, keren dit eigenlijk volledig andersom. De Schriftuurlijke methode is éérst het koninkrijk van God zoeken met jouw financiën. Te werken zodat je iets te geven hebt aan hem die behoeftig is. Efeziërs 4:28. Daar gaat het allemaal om. En als wij dit echt werkelijk doen, en dan bedoel ik niet alleen maar de handelingen uitvoeren, maar uit ons hart. Zeggen: ‘God, ik wil geven, Ik wil een zegen zijn, ik wil voorspoedig zijn zodat ik andere mensen kan helpen. En dat is mijn doel. En dat is het voornaamste doel. Dat is het allereerste ding. En als je dat werkelijk doet. Hou je maar stevig vast, want dit gaat een openbaring worden voor sommigen van jullie. Maar als je werkelijk díe instelling kunt krijgen, dan zal God beginnen beter in jóu behoeften gaan voorzien door “toevallige omstandigheden”, dan jij zelf ooit maar doelbewust zou kunnen. Als jij zover komt dat je éérst het koninkrijk van God zoekt, in je geven, in je financiën, dan zal God je voorspoedig maken en voor jou zorgen. En God is El-Shaddai, niet El-Cheapo. Hij laat je heus niet wonen in een kartonnen doos. God woont op een plek waar de straten met goud zijn geplaveid. Waar de poorten uit een parel van één stuk zijn gemaakt. Waar onnoemelijke rijkdom is. God is niet goedkoop. Als jij tot het punt komt dat je niet langer werkt om jóuw behoeften te vervullen, maar op de éérste plaats en boven alles werkt om God te verheerlijken in je baan, een dienst verleent die mensen zegent en vervolgens het geld dat daaruit voortkomt neemt en allereerst aan God geeft. Als jij éérst het koninkrijk van God stelt, als je dát gaat doen, zal het een bovennatuurlijke stroom naar jou op gang brengen, waarin God je voorspoedig maakt. En zoals ik al heb gezegd, Hij is niet goedkoop. Hij zal je zegenen, en jij zult merken dat jouw behoeften bovennatuurlijk worden vervuld. Ik kwam eens een man tegen, die mij een auto had gegeven. Hij had mij een auto gegeven, een paar pakken en verschillende dingen. En ik was er eigenlijk erg verlegen mee. Ik leefde op een hoger niveau van voorspoed dan ooit tevoren in mijn leven. En ik dacht: ‘Wat zullen de mensen wel van me vinden. Ik ben een prediker met een gloednieuwe auto. Een hele mooie nieuwe auto.’ Ik dacht wat zullen de mensen wel van me denken. En ik zei daar wat van en deze man zei tegen mij: ‘Als je er niet verlegen mee bent, met jouw niveau van voorspoed, dan ben je nog niet echt aangehaakt op Gods systeem.’ En weet je, dat raakte echt een snaar in mij. Er zijn een heleboel mensen, kan ik je verzekeren, mensen komen in je huis, kijken naar de dingen die je hebt, en daar is helemaal niets om je voor te schamen aan. Als er iets is om je voor te schamen is dat je verlegen bent met hoe armoedig het is. Maar niemand gaat zitten denken wat heb jij toch veel spullen. Als jij in Gods systeem aanhaakt en het koninkrijk van God op de eerste plaats stelt, dan zal God je gewoon zegenen. Ik kan je persoonlijke getuigenissen geven. Ik heb al eens verteld dat mijn vrouw en ik, als ik het goed geteld heb, wel 6 auto’s hebben weggegeven en minstens zoveel auto’s zijn voor ons gekocht en aan ons gegeven. En dan bedoel ik echt mooie auto’s. En voorheen bekritiseerden mensen mij omdat ik in een mooie auto reed. Wat zou ik dan moeten doen? Een gratis gloednieuwe mooie auto __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 67
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ afwijzen en iets oud en lelijks gaan kopen? Mijn eigen inkomsten aantasten, zodat ik er nederig uitzie en acceptabel wordt in de ogen van religieuze vooringenomen en bevooroordeelde mensen? Man, dat is gewoon dom. Weet je, als je eenmaal andere mensen op de eerste plaats begint te stellen en te geven, dan zal God bovennatuurlijk voor jou beginnen te zorgen. Laat me je nog een Schriftvers geven uit 2 Korintiërs 9. In vers 8 staat: En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat u, in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn, Kijk hier zorgvuldig naar. Waarvóór is het dat God alle genade overvloedig gaat schenken, zodat je van alles genoegzaam voorzien bent met alle dingen. Waarom gaat Hij dat voor je doen? Het gaat verder met te zeggen: opdat je in élk goed werk overvloedig kunt zijn. God wil je voorspoedig maken, niet omdat jij zo nodig jouw behoeften vervuld krijgt, maar veeleer wil Hij je voorspoedig maken, zodat jij een zegen kunt zijn, zoals Hij Abraham vertelde in Genesis 12:2: Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Voor je tot een zegen kunt zijn, zul je eerst zelf gezegend moeten zijn. Voor je iets aan iemand anders kunt geven, zul je het eerst zélf moeten hebben voordat je kunt geven. God wil je dus voorspoedig maken, zodat je altijd in alles voldoende hebt voor wat? Om overvloedig te zijn in ieder goed werk. Dit is een definitie van wat Bijbelse voorspoed is. Dat zit niet in hoe groot je huis is, niet in de auto’s die je hebt, de kleding of juwelen, of dat soort dingen. Maar weet je wat voorspoed definieert? Volgens 2 Korintiërs 9:8 is dat om jou in staat te stellen overvloedig te zijn in íeder goed werk. Bijvoorbeeld, je gaat naar een kerk die bezig is met een bouwproject. En het is niet voor het ego van de pastor, maar jullie bereiken de gemeenschap, mensen komen erbij en er is een grotere samenkomstruimte nodig. Of er is een crèche nodig of een christelijke school of zoiets. En als jij weet dat het een goed werk is, maar jij kunt er niet aan geven, omdat je financieel zo krap zit dat je nauwelijks rond komt, dan ben je niet voorspoedig. En het maakt dan niet uit of je een miljoenen bedrijf hebt als ál je geld vastzit en niets beschikbaar is en je de kerk niet kunt helpen om de gemeenschap te bereiken, als je dat soort dingen niet kunt doen, dan ben je niet voorspoedig. Voorspoed wordt niet gedefinieerd door wat je houdt, maar door hoeveel je geeft. Ben je overvloedig in elk goed werk? Help je mensen? Daar gaat het allemaal om. Mensen dat is krachtig. Als je wat ik hier zeg kunt begrijpen en het koninkrijk van God op de éérste plaats stelt, en begint éérst te geven, en vooral aan God, en erkent dat jij als rentmeester van Gods bezittingen Zíjn belangen boven jóuw belangen moet stellen. Hij is degene die jou de middelen heeft gegeven. Hij is degene die jou je talent heeft gegeven en je geboren heeft laten worden in de meest welvarende tijd in de geschiedenis van de aarde. Onvergelijkelijke mogelijkheden voor welvaart en succes. God is degene die jou alles heeft gegeven. Het vermogen om deze rijkdom te verkrijgen, zoals staat in Deuteronomium 8:18. Maar u moet de HEERE, uw God, in gedachten houden, dat Hij het is Die u kracht geeft om vermogen te verwerven, opdat Hij Zijn verbond zou bevestigen, dat Hij onder ede met uw vaderen gesloten heeft, zoals het op deze dag nog is. God heeft het aan je gegeven. Met welk doel? Zodat jij comfortabel kunt leven? En al jouw behoeften vervuld worden? Niet echt. Hij gaf het aan jou, zodat jij een zegen kunt zijn. Maar als je dat bént en het koninkrijk van God op de eerste plaats stelt, maakt de Schrift heel duidelijk dat Hij óók in jouw behoeften zal voorzien. En Hij zal béter in jouw behoeften voorzien dan jijzelf zou kunnen. Als jij verder gaat, en vanwege de tijd spring ik gelijk door naar vers 10. 2 Korintiërs 9:10 zegt: Hij nu, die zaad verschaft aan de zaaier en brood tot spijze, zal u uw zaaisel verschaffen en vermeerderen, en het gewas uwer gerechtigheid doen __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 68
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ opschieten, Merk op dat Hij in vers 10 zegt dat Hij nu Die de zaaier zaad verschaft, moge ook brood tot voedsel schenken en uw zaaigoed doen toenemen en de vruchten van uw gerechtigheid vermeerderen. Dit gaat niet echt over een boer. Hij gebruikt de illustratie van zaad voor geld. Geld is als een zaad. Als je het plant zal het groeien en vermeerderen. Dit zegt dus dat God geld geeft aan mensen die gevers zijn. Als jij geld tekort komt, dit is een ‘nieuwsbericht’, dan komt dat omdat je geen grote gever bent. Als jij een gever zou zijn, als jij een zaaier zou zijn, geeft God zaad aan zaaiers. God geeft geld aan gevers. Als jij niet genoeg geld hebt, komt dat omdat je geen gever bent. Iemand zegt dan: ‘Dat is dwaasheid, als ik ga geven heb ik nóg minder geld!’ Dat zou waar zijn, als er geen God was. Maar er is wel een God, die heeft beloofd dat als jij geeft, aan jou gegeven zal worden. Lukas 6:38 8 En als jij dus geld tekort komt, komt dat omdat jij geen gever bent. God geeft geld áán jou, als Hij het dóór jou heen kan geven. En merk op dat hier in vers 10 staat, dat Hij zaad geeft aan de zaaier én brood aan de eters. God weet dat zaaiers óók moeten eten. Hij zal je nóóit net genoeg geven om te zaaien, maar genoeg om óók te eten, zodat je door kunt gaan en voorspoedig worden terwijl je zaait. God weet dat je moet eten. God weet dat je behoeften hebt. Maar als je éérst het koninkrijk van God zoekt, en Zijn gerechtigheid, al die andere dingen zullen aan je toegevoegd worden. Mensen, dat is krachtig! 8 Lukas 6: 38 Geef en aan u zal gegeven worden: een goede, vastgedrukte, geschudde, overlopende maat zal men u in de schoot geven, want met dezelfde maat waarmee u meet, zal er bij u ook gemeten worden. Voorspoed begint bij het begrijpen van onze rol; wij zijn Gods rentmeesters. Onze levens, talenten, mogelijkheden en het wonen in een land met ongekende mogelijkheden zijn allemaal door God gegeven gaven. In dit onderwijs zul je een heel nieuwe waardering krijgen voor de waarheid, ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij; zoals ook enkele van uw dichters gezegd hebben: Want wij zijn ook van Zijn geslacht.’ (Handelingen 17:28) Tienden. En we gaan het hebben over wat de Schrift te zeggen heeft over de tienden. Nogmaals, mijn benadering is anders dan hoe ik andere mensen erover heb horen prediken. Daarom wil ik je wat achtergrondinformatie geven. Ik ben opgevoed onder de leer dat de tienden een verplichting was. Mij is in feite geleerd dat de tienden iets is wat je God schuldig bent, en dat je vervloekt bent met een vloek als je geen tienden geeft, zoals in Maleachi 3 vers 10, . Breng al de tienden naar het voorraadhuis, zodat er voedsel in Mijn huis is. Beproef Mij toch hierin, zegt de HEERE van de legermachten, of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen, en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn. Die verzen gaan we over enkele minuten behandelen. Ik had dus die gedachtegang. Ik kan me herinneren, toen ik nog in mijn confessionele kerk zat, toen ik tiener was, dat ze mij vroegen om een kleine preek te geven over de tienden. En ik nam Maleachi en sloeg de mensen ermee om de oren. Je bent vervloekt met de vloek, je berooft God. God zal je te grazen nemen etc. etc. Zo ben ik in principe opgevoed en zo heb ik het vroeger ook aan andere mensen voorgesteld. Dat is dus mijn achtergrond. Toen ik later in de genade van God kwam, en begon te begrijpen dat niets van wat ik doe mij voor God meer aanvaardbaar maakt of minder __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 69
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ aanvaardbaar, dat God van mij houdt onafhankelijk van mijn prestaties. En ogenblikkelijk begon dit onderwijs dat ik had ontvangen en waar ik andere mensen mee om de oren had geslagen ter sprake te komen. Dit onderwijs van ‘het is een schuld en een verplichting en je bent vervloekt, God zal je wel krijgen als je geen tienden betaalt’. En vervolgens, laat me dit even opslaan en een gedeelte uit het Nieuwe Testament voorlezen, uit 2 Korintiërs 9 vers 6 waar staat: En dit zeg ik: Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten. 7Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief. De meesten van ons zijn wel vertrouwd met de laatste zinsnede in dit vers, dat God een blijmoedige gever liefheeft. Maar het éérste gedeelte zegt dat je moet doen naardat je in je hart hebt voorgenomen, niet met tegenzin óf gedwongen. Ik weet niet hoe je naar dit vers kunt kijken, en dan naar mijn eerste uitspraak over de tienden, en de houding waarin ik ben opgevoed, dat je vervloekt bent en God tegen je zal zijn, dat je God berooft en dat de vloek van God over je zal komen. De reden waarom jij je tienden geeft, is dat je niet onder die vloek wilt komen. In zekere zin zullen sommige mensen nu beledigd zijn, maar kunnen anderen dit wel meevoelen en begrijpen. Maar het is net als zwijggeld betalen aan God. Net als wanneer de maffia op je af komt. Ze zeggen: ‘Nou, er zijn nogal wat berovingen en inbraken. Bedrijven hier in de omgeving vliegen in brand en worden vernield. Maar als jij me iedere maand wat geld geeft, zal ik er voor zorgen dat er niets gebeurd.’ Het blijkt natuurlijk dat zíj degene zijn die alle overvallen en inbraken plegen, maar als jij ze betaalt, zullen ze je niet aanvallen. En in zekere zin is dit zoals sommige mensen de tienden beschouwen. Het is net zwijggeld, je betaalt God, zodat Hij je met rust laat en houdt zo deze vloek op een afstand. Als dat het motief is waarom je geeft, dan maak je het motief dat hier in 2 Korintiërs 9 wordt gegeven ongedaan of ontkracht je het. Geef niet met tegenzin of gedwongen, omdat God een blijmoedige gever liefheeft. Ik geloof dus werkelijk dat in het Nieuwe Testament dit het motief is voor ons geven. En sommigen hebben mij door de hele serie heen horen zeggen, dat 2 Korintiërs 8 en 9 helemaal over geld gaat. Het is in feite het meest complete deel in de Schrift dat over geld spreekt. En het eindigt dit onderwijs in deze twee volle hoofdstukken door in 2 Korintiërs 9:15 te zeggen: Gode zij dank voor zijn onuitsprekelijke gave! Dit geeft een samenvatting van waarom we aan de Heer zouden moeten teruggeven onder het Nieuwe Verbond, omdat Hij zich aan ons gegeven heeft. Hij heeft zijn liefde al aan ons betoond, Hij heeft ons al in alles voorzien en dus is ons geven een uitdrukking van onze dankbaarheid. Een uitdrukking van onze waardering voor alles wat Hij voor ons heeft gedaan. En ik geloof dat dít het overheersende Nieuwtestamentische motief is. Ik ga terug naar een vers dat ik al heb gebruikt uit 1 Korintiërs 13:3 1 waar staat dat als je al jouw goederen zou geven om de armen te voeden, en zelfs al zou jij je lichaam geven om te worden verbrand, maar je doet het niet door de Goddelijke liefde (agape), dan baat het je niets. Het motief achter je gift is dus veel belangrijker dan je gift zelf. En als het motief vanuit het Nieuwe Testament dus is: niet met tegenzin of gedwongen omdat God een blijmoedige gever liefheeft, en dát is de juiste motivatie, dan is dat een volkomen andere motivatie dan het Oudtestamentische Maleachi hoofdstuk 3 vers 9 2 waar staat dat je vervloekt bent met de vloek als je geen tiende geeft. En wat is dan de juiste? Ik kwam dus uit deze zware achtergrond, waar het niet volledig werd uitgelegd, maar in feite werd gezegd, dat als je geen tienden gaf, God je ging treffen met de vloek en Hij je wel zou krijgen. Wij motiveerden mensen dus om te geven uit een gevoel van schuld, en verplichting. Om de wraak en de vloek van God te weerhouden. Onder het Nieuwe Verbond ervoer ik de genade van God en moest ik God vragen om opheldering over deze zaken. En ik wil enkele heel eenvoudige dingen met jullie delen, die ik geloof betreffende de tienden. Dus laten we eens opzoeken Maleachi 3 vers 8. Dit zal voor velen van jullie een __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 70
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ vertrouwd gedeelte zijn. Hier staat: 8 Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing. 9 Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel. 10 Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze 1 I Korintiërs 13: 3 Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets. 2 Maleachi 3: 8 Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing. 9 Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel. zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de HERE der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten. 11 Dan zal Ik, u ten goede, de afvreter dreigen, opdat hij de vrucht van uw land niet verderve en opdat de wijnstok op het veld voor u niet zonder vrucht zij, zegt de HERE der heerscharen. Dit vers, vooral vers 8 zegt: “Mag een mens God beroven? Toch beroven jullie Mij. En jullie zeggen: ‘waarin beroven wij U?’ In de tienden en offergaven.” Ik weet zeker dat heel veel van jullie dit gehoord hebben, dat er gezegd wordt: ‘Je beroofd God als je de tienden niet betaald.’ En daarom onderwijzen ze dat de tienden een schuld, een verplichting is. Ik heb het zelfs ooit op deze manier gehoord: Dat je tienden een schuld is, een betaling, en die móet je betalen alleen al om de vloek te weerhouden je te treffen. En van je tienden krijg je geen enkele opbrengst. Alleen het offeren boven de tienden uit geldt als zaaien en geeft je een oogst, zoals bedoeld in 2 Korintiërs 9 vers 10: Hij nu, die zaad verschaft aan de zaaier en brood tot spijze, zal u uw zaaisel verschaffen en vermeerderen, en het gewas uwer gerechtigheid doen opschieten, en Lukas 6:38 Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden. Sommige mensen geloven dat het enige geld waar je een opbrengst van krijgt, als je het geeft, het geld is, dat je bóven de tienden uit geeft. Maar de tienden is in principe een schuld. Die moet je betalen net als een rekening, en daar krijg je geen opbrengst van. Door de tienden te betalen vermijd je alleen de vloek. En mensen ontlenen deze gedachtegang hier aan Maleachi 3 vers 8. Maar dat schendt het vers dat ik gebruikt heb uit 2 Korintiërs 9:7 dat je niet met tegenzin of gedwongen moet geven, want God heeft de blijmoedige gever lief. En merk ook op wat er staat in vers 8. Uit gemakzucht missen mensen deze waarheid, maar het is heel duidelijk. Daar staat: ‘Waarin beroven wij U’ In tienden én heffingen (offers). Als iemand zegt dat je nog steeds in deze schuld staat en als je niet deze schuld van de tienden betaald, dan ben je vervloekt met de vloek als je Maleachi 3 gebruikt om dat te beweren, waar staat dat je vervloekt bent als je niet tienden EN offers betaalt. Een tiende betekent gewoon heel eenvoudig 10%. Dat is Oudnederlands om te zeggen dat één tiende een tiende is. Ik hoorde iemand dit zeggen, ik heb het nooit persoonlijk nagetrokken, maar hij keek al die offers na die je moest brengen, de verschillende zondoffers, de feesten, vredeoffers en al die dingen en als je al de tienden én de offers bij elkaar telde, die door de Oud-Testamentische wet werden voorgeschreven, dan kwam dit neer op 33%. Als iemand dus Maleachi 3:9 gaat gebruiken om te zeggen ‘je bent vervloekt met de vloek als je geen tienden geeft’ dan zou het schriftuurlijk juist zijn als je daar ook nog offeranden bijtelt tot in totaal 33%! Dan zou je moeten zeggen dat als je niet minstens 33% geeft, dan ben je vervloekt. En ik ken een heleboel mensen die prediken dat als je niet de tienden geeft, dan ben je vervloekt met de vloek, maar zij geven echt geen 33%! Dat is dus niet Schriftuurlijk. Als jij gelooft dat je onder dit voorschrift dat hier staat moet leven, dan zul je moeten zeggen dat alles wat minder dan 33% is, je nog steeds onder de vloek brengt. Maar ik geloof niet dat dit waar is. En iemand zegt: ‘Maar dat staat toch gewoon in de Bijbel, dus hoe kun je hier omheen?’ Nou, ik probeer niet hier omheen te draaien, maar hoe wil je dit dan wel op een correcte manier interpreteren? Laat me een Schriftgedeelte gebruiken dat in Galaten staat. Hoofdstuk 3. Ik heb heel veel onderwijs over dit onderwerp, maar geen tijd om dit allemaal te behandelen. Maar er is een verschil tussen __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 71
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ de Oudtestamentische wet en de straf en de toorn en de hardheid van de Oudtestamentische wet, en de genade uit het Nieuwe Testament, waar wij ons tegenwoordig onder bevinden. In Galaten 3 vers 10 staat: Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. Dat is een citaat uit het laatste vers van Deuteronomium 27. Dit is dus een verwijzing naar dat vers, en dat zegt in principe dat je de héle wet moet houden, niet maar een gedeelte ervan, niet dat je zoveel mogelijk je best doet. Als jij je niet aan íeder deel ervan houdt, dán kom je onder de vloek. En de mensen die onder de Oudtestamentische wet leven, slaan wel heel gemakkelijk dít punt over. Het is geen kwestie van zo goed mogelijk je best doen en de genade van God vult het verschil aan. Je vertrouwt óf op de genade van God en wordt daarom aanvaard door God, níet gebaseerd op jouw prestaties, óf als je op jouw prestaties vertrouwt, dan ontbreekt de genade volledig. Je moet 100% volmaakt zijn, óf je moet jezelf vernederen en de genade van God ontvangen. Het is óf het een, óf het ander. In vers 11 staat dan: En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven. 12 Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven. Mensen, dit is een krachtig Schriftwoord, maar ik ga hier niet over prediken, omdat ik verder wil met mijn onderwerp. Ik wilde je vooral het vólgende vers laten zien, in Galaten 3:13 waar staat: Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt. 14 Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof. Dit Schriftgedeelte zegt dat Christus ons heeft verlost van de vloek van de wet. Maar wát is de vloek van de wet? Die vloeken kun je opgesomd vinden in Deuteronomium 28 vers 15 tot en met 68. Maar ook hier in Maleachi 3 vers 8 waar staat: Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing. 9 Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij berooft gij, gij volk in zijn geheel. Wist je dat Maleachi 3 vers 8 en 9 spreekt over de vloek van de Oudtestamentische wet? En Christus heeft ons hiervan verlost. Ik geloof gewoon niet dat wij vervloekt zijn als wij geen tienden geven. Ik geloof ook niet dat het slim of verstandig is! Ik geloof nog steeds dat de tienden van toepassing zijn. Laat me je dat aantonen in Genesis 14, waar Abraham deze grote veldslag had gewonnen, en hij terug kwam naar de stad Jeruzalem. En Melchizedek was de priester van de allerhoogste God en ook de koning van Jeruzalem. En Abraham betaalde tienden aan Melchizedek. Dat is de allereerste keer dat tienden worden genoemd in de Bijbel. En vervolgens in Genesis 28 zie je dat Abrahams kleinzoon Jakob deze ervaring had waarin hij ging slapen en een droom kreeg, en een ladder zag die helemaal tot in de hemel reikte, en de engelen van God die opklommen en neerdaalden. En toen hij wakker werd, richtte hij een steen op en zalfde die met olie en zei: ‘Zeker is dit een huis van God’, en hij noemde die plaats Bethel wat betekent: ‘Huis van God’ of ‘Broodhuis’. En toen zwoer hij een eed in Genesis 28 vers 20 waarin hij zei dat als God alles zou doen wat Hij beloofd had, en hem veilig teug zou brengen, dat hij dan stipt de tienden zou geven van alles wat hij zou ontvangen.3 Genesis 28:20. En Jakob deed een gelofte: Indien God met mij zal zijn, en mij behoeden zal op deze weg, die ik ga, mij zal geven brood om te eten en klederen om aan te trekken, 21 en ik behouden tot mijns vaders huis wederkeer, dan zal de HERE mij tot een God zijn. 22 En deze steen, die ik tot een opgerichte steen gesteld heb, zal een huis Gods wezen, 3 Genesis 28: 20 En Jakob deed een gelofte: Indien God met mij zal zijn, en mij behoeden zal op deze weg, die ik ga, mij zal geven brood om te eten en klederen om aan te trekken, 21 en ik behouden tot mijns vaders huis wederkeer, dan zal de HERE mij tot een God zijn. 22 En deze steen, die ik tot een opgerichte steen gesteld heb, zal een huis Gods wezen, en van alles wat Gij mij schenken zult, zal ik U stipt de tienden geven. en van alles wat Gij mij schenken zult, zal ik U stipt de tienden geven. Wij zien dus dat Abraham en zijn kleinzoon Jakob tienden betaalden. __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 72
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Het is heel goed mogelijk dat Isaäk, Abrahams zoon, ook tienden betaalde, maar dat staat niet specifiek in de Bijbel voorzover ik mij herinner. Maar het was blijkbaar een familiegebruik. Maar pas toen de wet werd gegeven werd het tot een inzetting en een gebod verheven. Toen de Heer het volk verloste uit het land Egypte, was de engel des doods rondgetrokken en had alle eerstgeboren zonen gedood van de Egyptenaren en alle vee. Maar omdat alle Israëlieten dat offerlam hadden geslacht en het bloed aan de deurposten van hun huis hadden gestreken, was de engel des doods hen voorbijgegaan. Toen zij het land Egypte verlieten, zei God: ‘Ik heb al jullie eerstgeborenen deze dag gekocht omdat Ik hun leven heb gespaard. En daarom, moeten jullie vanaf nu een betaling geven voor ieder eerstgeboren kind, ieder eerstgeboren dier. En ze moesten betalingen gaan geven. Exodus 13: 1- 16.4 Het was bijna een soort belasting die Mozes had ingesteld voor de bouw van de tabernakel. En al die verschillende dingen die gegeven moesten worden waren vereist. Maar onder de Oudtestamentische wet werd de tiende ingesteld en strikt afgedwongen. En hier in Maleachi 3 vers 8 en 9 spreken die verzen erover dat als je deze tienden niet afdroeg, de vloek van God over je zou komen. Maar zoals ik al heb aangegeven in Galaten 3, zijn we verlost van de vloek, zodat we nu de zegen ontvangen in plaats van de vloek. Maar ik wil duidelijk maken dat de tienden al functioneerde vóór de Oudtestamentische wet. Abraham en Jakob leefden honderden jaren voor de wet werd gegeven, maar gaven zij toch tienden. En de tiende wordt óók in het Nieuwe Testament genoemd. Jezus noemde haar. Sommige mensen voeren dan aan dat Jezus het Nieuwe Verbond nog niet had ingesteld. Maar zelfs in het boek Hebreeën hoofdstuk 7 wordt de tiende opnieuw genoemd en het onderwerp van geven wordt heel vaak genoemd. En ik geloof dat onder het Nieuwe Testament de tienden niet wordt afgedwongen, zoals onder het Oude Testament, maar dat het principe om een tiende te nemen van wat je hebt, en het aan de Heer terug te geven een Bijbels principe is, dat niet alleen maar Oudtestamentische wet is. Het is dus niet voorbijgegaan. Ik geloof dat tienden geven ook tegenwoordig een juist iets is om te doen. Máár, als je deze geeft met de gedachtegang uit Maleachi 3, zo van: ‘ik móet de tienden geven, want anders komt de toorn van God over me’, dan maakt dat je gave volledig onbruikbaar! Nogmaals verwijs ik naar het Schriftgedeelte dat ik al heb gebruikt uit 1 Korintiërs 13:3 dat als je alles wat je hebt geeft om de armen te voeden of zelfs je lichaam geeft om te worden verbrand, maar niet vanuit Gods liefde of barmhartigheid, dan baat het je niets. Het motief achter je gave is belangrijker dan je gave zelf. Als jij geeft uit schuld, of gedwongen, uit noodzaak of verplichting, dan maak jij je gift onbruikbaar! Weet je, als bij het enige wat bij voorspoed kwam kijken dit van toepassing was: Lukas 6:38 ‘geef en u zult gegeven worden, een goede, gedrukte en overlopende maat zullen mensen in uw schoot geven. Want met de maat weermee u geeft zal u gegeven worden’, als dat het enige was dat speelde bij voorspoed, je geeft en boem: het komt weer bij je terug, en volgens Markus 10 wel honderdvoudig, als dat het enige was wat er speelde, dan zouden velen van jullie nu multimiljonair zijn! Als je alles wat je ooit gegeven hebt zou nemen en met 100 vermenigvuldigen, dan kan ik je verzekeren dat velen van jullie meer dan een miljoen euro zouden hebben. Maar weet je waarom velen van jullie niet zo welvarend zijn? Omdat het motief achter je gave belangrijker is dan je gave zelf! 4 Exodus 13: 1- 16 En nogmaals verwijs ik naar 1 Korintiërs 13:3, als jij je lichaam zou geven om te worden verbrand, of alles wat je bezit, maar je doet het niet gemotiveerd uit liefde, dan baat het je helemaal niets! Je hebt je gave onbruikbaar gemaakt. Ik weet dat dit een krasse uitspraak is, maar ik geloof dat het helemaal waar is. Ik geloof dat dit de reden is dat sommige mensen zó trouw zoveel geld hebben gegeven, maar vanuit deze manier van denken dat het een schuld is, een verplichting! God zal me vervloeken met de vloek als ik niet geef. Als dat de manier is waarop je denkt, kan wel de kerk waaraan je geeft er baat bij hebben, of het individu aan wie jij je geld geeft, maar jij hebt er zelf helemaal niets aan. Je zult daar géén oogst van ontvangen. Je zult jouw financiële zaad met een goed hart moeten planten. Met het júiste hart, gemotiveerd uit liefde, __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 73
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ als een blijmoedige gever, niet uit noodzaak of gedwongen. En als je dat motief schendt, dan heb je je gave onbruikbaar gemaakt. Ik zeg nu dus niet, en luister naar me, ik zeg dus niet dat je geen tienden zou moeten geven! Maar ik zeg dat de motivatie achter je tienden moet veranderen. Ik geloof dat onder het Oude Verbond ze 10% gaven vóór ze de openbaring hadden over Gods liefde en genade op de manier dat wij het nu hebben. Dat de Nieuwtestamentische genade oneindig meer superieur is aan de Oudtestamentische wet. En onder het Nieuwe Verbond hebben wij vele beloften aangaande een honderdvoudige opbrengst. Geef en u zal gegeven worden etc. Als de Oudtestamentische heiligen 10% gaven, dan geloof ik dat er geen manier is dat wij onder het Nieuwe Testament minder dan 10% zouden moeten geven. Ik geloof dat je veel meer dan 10% zou moeten geven. Weet je, ik weet niet exact hoeveel wij geven, maar mijn vrouw en ik hebben al vanaf het begin een ‘giften’ rekening, waarop we al onmiddellijk 20% geven en die gebruiken we voor onze gaven. En we geven nog heel wat geld daarnaast, ik weet niet precies hoeveel, maar ik schat ergens rond 25% van ons bruto inkomen dat we aan de Heer teruggeven. En ik zeg dat niet uit zelfzuchtige motieven, maar alleen om te zeggen dat ik zelf dit in de praktijk breng. Ik predik niet dat wij vrij zijn van tienden, zodat we niet meer hoeven te geven. Maar ik predikt dit zodat we onze motieven kunnen zuiveren. Dit vers gebruik ik haast iedere dag. 1 Korintiërs 13:3 zegt dat als je al je goederen geeft om de armen te voeden, of je lichaam om te worden verbrand, maar je doet het niet gemotiveerd uit Goddelijke liefde, dan heb je er helemaal niets aan. Je motief is dus heél, héél belangrijk. En als je nog steeds geeft vanuit het Oudtestamentische motief, geven uit angst voor straf, vrees dat er een vloek komt, dan maak je je gaven onbruikbaar. Je hebt er helemaal niets aan. Je moet je motieven reinigen. Weet je, er was een man die voor mij werkte, in het begin van onze bediening, toen wij voor het eerst naar Colorado Springs verhuisden. Dat zal ergens rond 1980 zijn geweest. En deze man en zijn vrouw kwamen voor mij werken. En toen in de 80-er jaren, verdienden ze beiden rond $ 3000,- per maand. Ze werkten allebei. Voor jou lijkt dat misschien niet veel, maar toen in de ’80 jaren was dat een heleboel geld, en ze verdienden heel wat meer dan ik. Ze waren dus best welvarend en in goeden doen. Ze kwamen voor mij werken en kregen deze waarheden onder de knie. Het gaat er niet om dat je wel of geen tienden betaalt. Ik geloof dat je op zijn mínst een tiende zou moeten betalen, en meer dan dat, maar de kern is dat je niet met tegenzin geeft of uit noodzaak. Jouw gave maakt God niet echt blij en baat jou niets, tenzij je het geeft met de juiste instelling. En toen zij dit begrepen, Larry was het soort kerel die als hij een cheque uitschreef, en als hij bijvoorbeeld 3010 euro had verdiend, dan schreef hij zijn cheque uit met $ 301,- Ik bedoel, tot op de cent nauwkeurig schreef hij het uit, nam precies 10% en betaalde dat alsof het een rekening was. Hij gaf het niet vrijmoedig, maar ervaarde het als een schuld en verplichting. En zij waren trouw in het geven van tienden, maar zo betaalden zij hun tienden. Maar, in ieder geval, ook al hadden ze dit prima inkomen, in vergelijking met 1980, leek het steeds maar alsof ze tekortkwamen. Hun auto ging stuk, en dan gebeurde dit en dat. Ze zaten krap bij kas. Hij hoorde mij spreken over het motief achter je geven, en hij stemde met zijn vrouw overeen, en ze baden erover en nu zeiden ze: ‘Wij gaan geven zoals wij dat in ons hart voornemen. We gaan ons niet meer beperken en tot op de laatste cent nauwkeurig de tienden opschrijven. We gaan geven op de manier dat wij ervaren dat God wil dat wij geven. Ze begonnen dus op die manier te geven. En na een paar maanden, 3 of 4 maanden leek het wel alsof ze meer geld hadden, dan ooit tevoren. Ze waren voorspoedig en het leek alsof ze over gingen houden. En zijn eerste gedachte toen hij dit merkte was: ‘Ik zal wel, omdat ik nu geen berekeningen meer maak, minder hebben gegeven, zodat we nu meer hebben.’ Hij voelde zich daar schuldig over dus ging hij al zijn gaven en zijn overschrijvingen nakijken en optellen. En weet je wat er was gebeurd? Ze waren met hun gaven gestegen tot rond de 25%. Ze waren dus van 10% gestegen naar 25% in hun geven. En toch hadden ze méér geld vrij om maar uit te geven zoals ze wilden, dan toen ze precies op de cent af 10% gaven. De reden __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 74
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ waarom ik dit verhaal vertel, is om toe te lichten dat als je geeft, zelfs je tienden, of je geeft zelfs je lichaam om te worden verbrand, en alles wat je hebt om de armen te voeden, maar niet gemotiveerd uit liefde, dan baat het je niets. In het Nieuwe Testament zijn motieven, de instelling van je hart, in feite belangrijker dan de daden. In het Oude Testament staat: ‘Gij zult niet doden’, maar Jezus kwam langs en zei in de bergrede dat als je boos bent zonder reden, dat je dan al moord hebt gepleegd in je hart. Matteüs 5:21,22. Onder het Oude Testament staat er dat je geen overspel mag plegen. In het Nieuwe Testament staat dat als je alleen al begeerte in je hart hebt, je al schuldig bent aan overspel. Vers 28. Enzovoort, enzovoort. Jezus ging verder dan alleen daden en kijkt naar de motieven van ons hart. En dat staat ook in 2 Korintiërs 9 vers 7 waar staat: geef niet met tegenzin of gedwongen want God heeft een blijmoedige gever lief. Wij moeten afstand nemen van de Oudtestamentische motivatie waarbij je de tienden geeft uit schuld en verplichting en als betaling om Gods vloek van je weg te houden. Je moet die motivatie veranderen en in het Nieuwe Verbond ingaan, waar je nu vrij bent, niet zodat je geen tienden geeft, maar nu tienden geeft uit een blijmoedig hart. Je kunt het nu uit een blijmoedig hart geven, in plaats van met tegenzin of gedwongen. Nogmaals, ik wil helder stellen dat ik niet zeg dat we niet moeten geven, of geen tienden geven. Maar ik zeg dat de schuld, de verplichting en de straf van de Oudtestamentische wet, en dat je een vloek afroept in plaats van een zegen, van ons is afgenomen door de verzoening die Jezus voor ons tot stand heeft gebracht. Wij zijn nu vrij. Hij heeft ons verlost van de vloek van de wet. Hij heeft ons verlost van het afroepen van de vloek als wij geen tienden geven. Betekent dit dat wij niet langer tienden geven? Nee, het zegt alleen maar dat we van de vloek zijn bevrijd. En het betekent dat als wij nu de tienden geven, of andere gaven, wij het niet meer doen uit schuld, of verplichting, met tegenzin en afgedwongen, maar dat wij het nu met een blijmoedig hart kunnen doen. Dus letterlijk vragen sommige mensen: ‘waar gáát dit dan nu helemaal om hier, je zegt nog steeds dat mensen tienden zouden moeten geven en zegt dat het allemaal om motivatie gaat.’ De motivatie is voor God van doorslaggevend belang. Ik kan dit vergelijken met een ouder en een kind. Laten we zeggen dat je kind achttien of negentien jaar oud is, en uit vrees voor jou, vrees voor straf, een fysieke afstraffing of kamerarrest of hun auto in beslag nemen, iets wel of niet doen. Als de enige reden dat zij iets zouden doen wat goed is, zou zijn omdat ze wisten dat jij ze zou gaan straffen en dat ze ervoor zouden moeten boeten, weet je, je zou dan inschikkelijkheid kunnen verkrijgen. Maar laat me je vragen: zou je daar echt tevreden mee zijn? Zou je je daar echt blij en tevreden door voelen, dat je kinderen de juiste dingen doen, als je zou wéten dat ze het alleen maar doen omdat ze bang zijn, dat jij ze gaat straffen? Dat je iets wegneemt van ze of iets doet? Weet je, ik ben een ouder en ik kan je verzekeren dat dit niet is wat ik van mijn kinderen verlang. Jazeker, ik wil dat ze doen wat goed is, maar ik wil dat ze het doen omdat zij verlángen het te doen, omdat het in hun hart is en niet omdat ze bang zijn voor mij dat ik ze afdwing en forceer om het te doen. In zekere zin kon God onder het Oude Testament niet met ons omgaan op de manier dat wij met onze kinderen omgaan, omdat de Schrift in 1 Korintiërs 2:14 zegt: Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is. Hij kan het niet begrijpen omdat het alleen geestelijk te begrijpen is. Dus een verloren mens, waar dit over spreekt, was niet in staat om het ware hart van God te begrijpen en ze konden de liefde van God helemaal niet begrijpen. En wat moet je dan doen? Het is net als bij een kind. Je kunt niet wachten tot een kind twintig jaar oud is en alles begrijpt voordat je ze gaat vertellen ‘dit is goed en dat is verkeerd, doe dat niet maar dit’. Hoe krijg je een kind zover dat het gaat doen wat juist is vóórdat ze het gaan begrijpen? Heel eenvoudig. Je vertelt ze, als je dit doet, krijg je een pak voor je broek. Als een kind jong is, begint het zo de juiste dingen te doen, niet omdat het in hun hart is om het goede te doen, maar omdat ze bang zijn voor straf. Maar als ze opgroeien, zou het volkomen verkeerd zijn als iemand die vijftig of zestig jaar oud is, en nog __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 75
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ steeds alleen maar de juiste dingen doet omdat hij bang is voor een pak voor zijn broek. Dan klopt er iets niet. Dat is maar een tijdelijke oplossing, alleen maar tot je volwassen genoeg bent dat je kunt begrijpen en zelf kunt redeneren. Dan doe je nog steeds wat juist is, maar niet meer omdat je bang bent dat je gestraft wordt, maar omdat je de voordelen begrijpt, en weet dat er consequenties zijn verbonden aan je handelingen. En op heel reële wijze was dit aan de hand met de mensheid. Vóórdat Jezus kwam, en de wedergeboorte mogelijk maakte, konden mensen niet begrijpen en niet het goede motief in hun hart hebben. God vertelde hen dus wat juist was om te doen. Onder andere de tienden betalen. En als je het niet doet, zegt Maleachi 3:9: ‘Ik zal je vervloeken.’ Je zult onder een oordeel komen. En weet je, zelfs een verloren mens kan dát begrijpen. Maar nu we wederomgeboren zijn onder het Nieuwe Verbond, en nu Gods Geest binnen in ons leeft, heeft God de vloek verwijderd. Er bestaat niet langer de vrees voor oordeel. Maar betekent dit dat wij niet nog steeds doen wat juist is? Nee, je doet nog steeds wat juist is. Dit voorbeeld heb ik eerder gebruikt en sommigen van jullie hebben dit zeker gehoord. Ik ben opgegroeid langs een drukke stadsweg. En mijn moeder, mijn vader was gestorven toen ik nog jong was, mijn moeder gaf me er flink van langs als ik die straat overstak zonder beide richtingen uit te kijken. Ze sloeg me niet verkeerd, het was geen kindermishandeling. Ik zeg alleen dat ik een pak voor mijn broek kreeg en zij me vertelde: ‘Doe dat niet meer’. En ik heb een stapel pakken voor mijn broek gekregen, omdat ik achter een bal aanrende, de straat op en zo. Toen ik jong was, stopte ik en keek ik beide richtingen op voor ik de straat overstak, niet omdat ik bang was voor auto’s of zo. Ik dacht echt niet eens aan dat soort dingen. Ik deed het omdat ik bang was dat mijn moeder mij een pak voor mijn broek zou geven. Maar weet je, nu ben ik 56 jaar oud, en ik kan je verzekeren dat als ik nu een straat begin over te steken en aan iets anders zat te denken, of met jou in gesprek zijn, en er niet aan zou denken. Als ik dan de straat over zou steken zonder beide richtingen uit te kijken en dat zou overleven, en plotseling zou beseffen: ‘O nee, ik heb niet beide richtingen uit gekeken voordat ik de straat overstak’. Als ik dan opeens paranoïde zou worden en zeggen: ‘Alstublieft, zeg niet tegen mijn moeder dat ik dit gedaan heb. Ze zal me er van langs geven.’ Als man van 60 jaar, mijn moeder zou nu 85 zijn, en ik kan je verzekeren dat als puntje bij paaltje kwam, ik haar aan zou kunnen. Ik ben niet bang voor een pak slaag van mijn moeder. Maar betekent dat nu dat ik zomaar de straat oversteek, omdat niemand me meer een pak slaag geeft, en ik vrij ben om te doen wat ik wil? Natuurlijk ben ik nu helemaal vrij om dat te doen, maar het zou nog steeds verkeerd zijn om de straat over te steken, zonder op te letten of er verkeer aan komt. De echte reden waarom ik beide kanten op kijk om de straat over te steken is niet, omdat ik anders een pak slaag krijg, maar gewoon dat je in leven blijft en heelhuids de overkant haalt, zodat je niet onder een auto komt. Op dezelfde manier heeft God onder het Oude Verbond ons opgedragen de tienden te betalen. Abraham en Jakob gaven tienden voordat de Oudtestamentische wet ter sprake was. Maar toen de Oudtestamentische wet kwam, heeft God deze straf erop geplaatst, dat jij je tiende moet betalen, omdat je anders vervloekt wordt met de vloek, en dat had nut en doel voor mensen die niet wederomgeboren waren en niet werkelijk de wet van God in hun hart geschreven hadden. Het gaf hen zo een motivatie om het juiste te doen. Weet je, de Schrift zegt in I Johannes hoofdstuk 4 vers 18: 18 Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde. Als jouw motivatie om iets te doen angst is, en dan bedoel ik niet een eerbiedige vrees, waar je het doet uit respect en liefde en bewogenheid voor God, maar dat je het doet omdat je bang bent vervloekt te worden met de vloek als je het niet doet. Dan zit daar vrees in. En volmaakte liefde drijft vrees uit. Er is helemaal geen vrees in Gods liefde. Zij die in vrees functioneren, het juiste doen uit vrees dat gestraft te worden, het kan je bewegen om wel het juiste te doen, maar het zal je ook kwellen. En dat was maar een tijdelijke motivatie die God gebruikte om mensen tienden te laten geven. Onder het Nieuwe Testament zeg ik niet dat we moeten stoppen met tienden geven. __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 76
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ Dat is helemaal niet wat ik zeg, maar ik zeg dat we onze motivatie moeten zuiveren en erkennen dat we van de vloek zijn bevrijd, Galaten 3:13, zodat de vloek niet op mij komt als ik geen tienden geef. Maar ik moet nog steeds tienden geven, net zoals ik nog steeds beide kanten op kijk voordat ik een straat oversteek. Ik doe het zodat deze principes zoals: ‘Geef en u zal gegeven worden’ Gods wetten in werking stellen. Maar ik doe het niet gemotiveerd uit vrees. In Maleachi 3 staat ook, ik heb er al op gewezen dat je Hem niet alleen berooft in tienden maar ook in offeranden, maar er staat verder in vers 11: ‘Dan zal Ik, u ten goede, de afvreter dreigen, opdat hij de vrucht van uw land niet verderve en opdat de wijnstok op het veld voor u niet zonder vrucht zij, zegt de HERE der heerscharen. In deze zelfde context over tienden en offeranden, en vervloekt met de vloek, spreekt dit er dus ook over dat als je wél tienden geeft, God de afvreter zal dreigen ten voordele van ons. Dit spreekt natuurlijk over satan, het bestraffen van de boze zodat de zegeningen van God op ons zullen komen in plaats van de vloek. Nu, onder het nieuwe verbond maakt de Schrift iets bijzonder duidelijk. Er zijn verschillende plaatsen, en een daarvan is Jakobus 4:7 waar staat: ‘Onderwerp u dus aan God en weersta de duivel en die zal van u vluchten’. Dit legt de verantwoordelijkheid om de duivel te weerstaan bij ons. God is degene die de kracht heeft. Het is Gods kracht achter ons, maar wíj moeten de duivel weerstaan om hem van ons te laten vluchten. Als er geen weerstand bieden is van onze kant, zal er ook geen vluchten zijn van de kant van de duivel. Het punt dat ik hier wil duidelijk maken is: dat sommige mensen die onderwijzen over de tienden zeggen: ‘Als je wel tienden geeft, dan zal God bovennatuurlijk de afvreter (de duivel) voor je bestraffen.’ Nou, onder het Oude Verbond hadden de mensen geen autoriteit zoals wij die hebben als gelovigen van het Nieuwe Verbond. Zij hadden de naam van Jezus niet. Jezus had nog niet satan en al zijn macht vernietigd en hem de sleutels van de dood en van de hel afgenomen. Satan was de god van deze wereld en dus hadden de Oudtestamentische heiligen niet de macht en het gezag om iets te doen tegen de vijand zoals wij dat hebben. En daarom moest God voor hen de duivel weerstaan. God moest zelf de duivel bestraffen. Maar onder het Nieuwe Verbond staat er dat jíj de duivel moet weerstaan, en dat hij van jóu zal vluchten. Dus als jij deze Schriftgedeelten over de tienden wilt nemen en dan zegt: ‘Als ik tienden geef, zal God de verslinder voor mij bestraffen en dat gebeurt dan automatisch. Ik hoef geen weerstand te bieden of iets te doen. God zal dat voor mij doen.’ Dan is dat géén Nieuwtestamentische opvatting. Er zijn veel Schriftplaatsen die dit ondersteunen, maar dit stuk uit Jakobus 4:7 maakt het heel duidelijk dat jíj de duivel moet weerstaan. Satan vlucht niet rechtstreeks voor God. Jezus en satan zijn elkaar al tegengekomen en hebben al strijd geleverd, en Jezus heeft hem overwonnen, en er bestaat gewoon geen strijd meer tussen Jezus en de duivel. Maar satan komt tegen óns in geweer en wij moeten de autoriteit die Jezus ons geschonken heeft nemen en wíj moeten de duivel weerstaan en hem van ons zien vluchten. Weet je, dat als je een demonisch probleem zou hebben en je zou zeggen: ‘Oh God, haal alstublieft die duivel van mij af, satan ik vraag je te vertrekken in de naam van Jezus.’ Dat is gewoon niet de manier om het te doen. Je vraagt niet de duivel en je vraagt ook niet aan God. Wat je moet doen is jóuw autoriteit opnemen en jíj wederstaat. Het woord voor ‘weerstaan’, hier betekent ‘actief strijden tegen’. Je spreekt tegen de duivel en gebruikt je autoriteit in Jezus en als jij zo weerstand biedt, zal hij van jou vluchten. Dat is nu het Nieuwtestamentische concept. Dus nogmaals, teruggaand naar Maleachi 3:11 waar staat dat God de afvreter zal bestraffen als je tienden geeft en al die dingen doet, nogmaals, dit is dus een bewijs dat dit een Oudtestamentisch Schriftgedeelte is. Dat is geen zonde, het is niet verkeerd, maar het is niet compleet. We hebben nu een beter verbond en God is niet boos op je als je geen tienden geeft. In vers 10 staat: 10 Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de HERE der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten. In dit vers kun je heel veel dingen vinden. Er is dus sprake van de __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 77
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ zegen die op ons zal komen als wij tienden geven. Die zal deze overvloed vrijzetten van God. Zóveel overvloed dat je zelfs geen opslagruimte genoeg zult hebben om het te ontvangen. Ik heb dit punt al gemaakt, dus ik ga het niet allemaal opnieuw behandelen, maar als je begint een deel af te halen van wat je hebt, dat is wat het woord tiende betekent, dat betekent tien procent, en je spreekt over het afnemen van een deel van wat je hebt en aan God geven, door het te geven aan de kerk, of aan mensen, of een of ander goed doel, gaan mensen onmiddellijk denken: ‘Maar ik heb dit geld nodig! Ik kan gewoon niet zonder. Dit geld houdt mij in leven.’ Maar dit vers zegt, en er zijn nog vele andere waar we al over gesproken hebben, dat als je de hele tiende in de voorraadkamer brengt, dat God de vensters van de hemel zal openen en zegeningen zullen je leven binnenstromen. Ik weet dat iemand die nog niet écht geprobeerd heeft tienden te betalen en nog niet vastgesteld heeft dat deze zegen waar is, het als dwaasheid klinkt. Maar het is waar, ik kan er van getuigen. In onze samenkomsten heb ik mensen gevraagd hun hand op te steken of ze tiendengevers waren en tóch méér voorspoedig waren door het geven van tienden, dan toen ze honderd procent voor zichzelf hielden. En dan gaan er vele, vele handen de lucht in. Als ik je nu zou kunnen zien, kan ik je garanderen dat over de hele wereld er mensen zullen zijn, die al ervaren hebben dat dit waar is. En dít is wat dit zegt, dat als je geeft, God de vensters van de hemel gaat openen en jij meer voorspoedig en welvarend begint te worden met slechts 90% dan ooit tevoren met 100%. En sommigen denken, dat is rekenkundig niet mogelijk. Het is inderdaad rekenkundig niet mogelijk, maar wel mogelijk bij God. Alles is mogelijk bij God. Dit is dus nog eens het bewijs dat God niet bezig is met van ons af te nemen maar juist probeert aan ons te geven en ons te zegenen. Maar onderdeel daarvan is, dat wij die stap in geloof nemen en Hem vertrouwen en geven. En er staat ook dat je de gehele tiende naar de voorraadkamer moet brengen. We hebben al gesproken over de tienden en vastgesteld dat de vloek daarvan is weggenomen, maar dat het nog steeds de bedoeling is dat wij tienden geven én offeranden. Een andere vraag die ik heb en die mensen steeds aan mij stellen is: ‘Wáár moeten we de tienden aan geven?’ Heel veel mensen zijn hierover in verwarring. En er zijn heel veel mensen die denken dat hun tiende op allerlei verschillende manieren gebruikt kan worden. Op de allereerste plaats waren de tienden in het Oude Testament toen het geïnstitutionaliseerd werd en geregeld gegeven aan het werk van God. Ze werden gegeven aan de priester die de offers brachten of rechtstreeks aan de tempel gegeven, en die dingen. Er waren ook andere offers, en verplichtingen, en de feesten en al die dingen, maar de mensen moesten tevens een tiende betalen. En die tienden ging rechtstreeks naar de dienaren. Het werd niet per se rechtstreeks naar de tempel in Jeruzalem gebracht. Want in het Oude Testament bestond er maar één tempel. En vóór de tempel bestond er maar één tabernakel. Er was dus maar één aanbiddingsplaats en ze brachten hun tienden niet rechtstreeks naar de aanbiddingsplaats, maar naar de dienaren, de priesters. Ik kan heel veel tijd besteden om dit te bewijzen, maar als je een beetje vertrouwd bent met de Schriften, of je kunt het zelf opzoeken, is dít de manier waarop God de priesters onderhield en hen in staat stelde om hun taak uit te voeren, doordat de mensen hun tienden rechtstreeks naar de bedienaren brachten, in de lokale plaatsen, waar ze honderden kilometers verwijderd waren van Jeruzalem. Daar brachten ze de tienden van hun graan, hun winst en al dat soort dingen, rechtstreeks naar de dienaren. Zo werd het gedaan onder het oude verbond. Tegenwoordig zijn er heel veel mensen die prediken dat de voorraadkamer waar hier over gesproken wordt in Maleachi 3:10 waar staat: ‘Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer’, - zij prediken dat de voorraadkamer de plaatselijke kerk is. En dat jij je gehele tienden aan de plaatselijke kerk zou moeten geven. Ik heb zelfs wel eens een prediker horen zeggen dat je én de tienden en alle andere offers aan de plaatselijke kerk zou moeten geven. En dat de kerk verantwoordelijk is om die weer te verspreiden over bedieningen, zoals die van mij. Dat is wat we ‘parakerkelijke’ bedieningen noemen. En dat de kerk verantwoordelijk is om aan al deze verschillende bedieningen te geven. Ik ben het daar totaal __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 78
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ niet mee eens. Omdat onder andere er geen kerk bestaat die alle parakerkelijke bedieningen begrijpt en kent, alle gevangenis bedieningen, zendelingen, ál de mensen die al die verschillende soorten bedieningen doen. Geen enkele kerk kan volledig op de hoogte zijn van de duizenden en duizenden bedieningen en dienaren. Alleen al hier in de Verenigde Staten, alle mensen die het evangelie dienen. En als het van de kerken af zou hangen of ze gefinancierd zouden worden, geloof ik gewoon niet dat het zou gebeuren. De kerk waar ik zelf heen ga, is bijvoorbeeld een heel grote kerk. En ik heb die man dit eerder horen zeggen: ‘Breng álle tienden én alle offeranden naar deze kerk en wíj zullen het verdelen.’ En deze man, ik klaag niet of zo, maar ik geloof dat ze ons $ 50,- per maand gaven. Dat was hun bijdrage aan onze bediening. Wist je dat wij bijna een miljoen euro per maand nodig hebben om te functioneren. En op deze manier, een heel grote kerk, ik geloof 10.000 mensen of zo, die ons vijftig euro per maand geven, gaat dat gewoon niet lukken. Dat is gewoon niet efficiënt. En daar komt nog bij, dat de mensen zélf moeten leren om van God te horen. Ik geloof gewoon niet dat het goed is voor het lichaam van Christus dat je maar al je tienden en offers neemt en aan de pastor geeft, en dat de pastor de volle verantwoordelijkheid krijgt deze fondsen wereldwijd te verspreiden. Ik denk niet dat dit voor jou als individu goed is. Je zou dan helemaal niets horen over het luisteren naar de stem van God, je zou niet de zegen ontvangen om te weten dat jouw gaven recht naar die of die bediening gaan, kijk eens wat ik hen help om te bewerken. Ik ben het er dus duidelijk niet mee eens dat je ál je tienden en al je offers, alles wat je geeft rechtstreeks aan de plaatselijke kerk moet geven. Ik geloof dat niet en denk dat het erg beperkend is. Andere mensen zullen zeggen: ‘Nou, offers, dat is wat je stuurt naar al die verschillende bedieningen, en al die verschillende dingen die plaatsvinden, maar je tiende moet je naar de plaatselijke kerk brengen.’ Laat me het volgende zeggen: ik geloof dat dat de ideale situatie zou zijn. Dat denk ik echt. Ik geloof dat de tienden naar de plaatselijke kerk zou moeten gaan, áls, en dát is de voorwaarde, áls de plaatselijke kerk jou voedt en bedient én de allereerste verdedigingslinie is voor jou in Gods systeem tegen de duivel en jou goed doet. En dát is wat de plaatselijke kerk zou moeten zijn. Als de plaatselijke kerk dus juist functioneert en doet wat ze zou moeten doen, dan heb ik niets aan te merken op iemand die de tienden aan de plaatselijke kerk geeft, omdat ik geloof dat de plaatselijke kerk echt in de frontlinie staat van Gods systeem. Ik sta volledig achter de plaatselijke kerk en geloof dat we plaatselijke kerken nodig hebben en we niet ons geld naar dienaren, zoals ik en andere bedieningen moeten geven, als de plaatselijke kerk daaronder zou lijden. Ik ben het er dus helemaal mee eens, dat áls de plaatselijke kerk functioneert zoals ze zou moeten, dat je tienden naar de plaatselijke kerk zouden moeten gaan. Maar kijk hier eens goed naar. Er staat, breng de gehele tienden naar de voorraadkamer. Het woord voorraadkamer is een ‘woordbeeld’ van iemand die naar de plek gaat, waar je je voedsel opslaat, de proviandkamer. En je brengt dus je hele tienden daarheen, waaruit je gevoed wordt, en als je later honger krijgt, ga je naar deze voorraadkamer, naar deze dingen die je apart gezet hebt. Het wordt de kerk genoemd, of in het Oude Testament zou dat de dienst van God zijn, een voorraadkamer. Dit spreekt eigenlijk over daar waar je gevoed wordt. En dit is wat ik geloof, dat je zou moeten geven, waar je gevoed wordt. Als je dus naar een goede plaatselijke kerk gaat, kan de plaatselijke kerk je voeden op een manier die een bediening als de mijne nooit zou kunnen. Ik kan misschien 30 minuten per dag via televisie je huis binnen komen, en met tapes, cd’s, dvd’s, boeken en video’s en websites en dat allemaal. Je kunt gebruik maken van mijn onderwijs en daaruit heel wat voeding halen voor zover dit het Woord van God betreft. Maar als je midden in de nacht gebed nodig hebt, je wordt wakker met een blindedarmontsteking en je hebt iemand nodig om je bij te staan en te geloven voor genezing, kun je mij niet bellen. Ik kan niet komen en jou bedienen. Maar een plaatselijke kerk zou wel kunnen komen en bediening aan je uitoefenen. Ze kunnen naast je staan en met je bidden. Als je problemen in je huwelijk hebt, kun je raad en advies krijgen in die kerk. Als je hulp nodig hebt bij de opvoeding van je __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 79
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ kinderen, voor het bijbrengen van de juiste waarden, kan de plaatselijke kerk jou dienen op manieren die ik niet kan. Ik kan je kinderen niet persoonlijk leren kennen en ik kan ze niet voorzien van een rolmodel. Mij op televisie zien kan iemand tot op zekere hoogte helpen, maar dat is totaal niet te vergelijken met het zien van de pastor van de plaatselijke kerk en de strijd en de problemen te zien, ziekte in eigen gezin, financiële problemen en dat soort dingen, en hoe hij door al deze dingen heen God blijft verheerlijken en erdoorheen komt. Díe ervaring is gewoon boekdelen waard. Echt boekdelen. En het punt dat ik wil maken is, dat als je naar een goede plaatselijke kerk gaat, dat die kerk jou kan dienen op manieren die een bediening zoals de mijne nooit zou kunnen. En daarom denk ik dat zij je tienden waard zijn. En daar heb ik geen enkel bezwaar tegen. Ik geloof helemaal niet dat er enig gebrek aan geld is in het lichaam van Christus. Ik ben helemaal niet op dat geld uit. Ik zou volkomen tevreden zijn als iedereen die dit programma ziet, tienden geeft aan de plaatselijke kerk. Ik zou dat geweldig vinden áls ze naar een goede lokale kerk gaan die werkelijk in hun behoeften zou voorzien. Maar dit is de realiteit, en ik vind het verschrikkelijk om te moeten zeggen, maar het is waarschijnlijk een juiste constatering, dat de grote meerderheid van de mensen niet in sterke, goede plaatselijke kerken zitten. In plaats daarvan zitten ze in kerken, waar het gewoon pijn doet om naar de kerk te gaan. En ik zeg dit op basis van gesprekken met zóveel mensen. Ik heb echt mensen bij duizenden ontmoet die zeggen: ‘De kerk waar ik heen ga predikt deze boodschap helemaal niet. Ze zitten daar ons maar te veroordelen en te vertellen dat God boos op ons is. Ze zeggen dat God degene is die de aanvallen van terroristen stuurt en de orkanen. En dat God degene is die deze ziekte en gebreken veroorzaakt. En er zijn heel veel kerken die dingen propageren, zodat als jij je tienden daaraan geeft, jij een deelgenoot wordt van de negatieve dingen die zij doen. Er zijn kerken hier in Amerika die homoseksuelen aanstellen in de bediening en hun goedkeuring er aan hechten. Er zijn kerken die de ‘Nationale raad van kerken’ steunen, die zo ongeveer tegen álles zijn waar God voor is. Er zijn kerken betrokken in sociale kwesties die volkomen tegen het Woord van God in gaan. Er is gewoon een heleboel rotzooi aan de gang. Er zijn kerken die de mensen helemaal niet voeden. Ze onderwijzen de waarheid niet. En als jíj je geld gebruikt, je tienden neemt en aan deze kerken geeft en zegt: ‘God, ik sta hier niet achter, ik weet dat het niet goed is, maar ú hebt gezegd breng de hele tienden naar de voorraadkamer.’ De voorraadkamer is daar waar je gevóed wordt! Laat ik het je op déze manier vertellen. Je gaat naar een kerk, die het Woord van God niet onderwijst, maar je voelt je verplicht. Misschien ben je iemands vrouw, en je man gaat daar heen. En om de vrede in het gezin te bewaren en in ieder geval te zorgen dat je gezin naar de kerk gaat, heb je een compromis gesloten en ga je naar een kerk die het Woord van God niet onderwijst om je echtgenoot tevreden te stellen. Of misschien staat de naam van je over- overovergrootvader gebeiteld in een van de kerkbanken en je gaat daar al jaren naar toe, het is gewoon een familietraditie. Wat ook de redenen zijn dat je daar naar toe gaat, maar als het je níet voedt en je geeft toch je tienden aan die kerk, dan is dat net als gaan eten bij McDonalds, maar hen niet betalen, maar de straat oversteken en naar Wimpie gaan en hen betalen voor het voedsel dat je bij McDonalds hebt gegeten. Dat is verkeerd. En weet je in het natuurlijke gebied, als je zoiets doet, gaan ze de politie bellen en wordt je vervolgd, omdat je moet geven waar je gevoed wordt. Nu, nogmaals, als de plaatselijke kerk functioneert zoals ze zou moeten, is er geen enkele manier waarop een parakerkelijke bediening op kan wegen tegen de plaatselijke kerk. De plaatselijke kerk is geweldig. En God wil dat jouw tienden daarheen gaan, áls het een gezonde functionerende plaatselijke kerk is. Maar de realiteit is, dat de meerderheid van de plaatselijke kerken helemaal geen leven gevende en God dienende organen zijn. En als jij je geld daaraan geeft, ‘bootleg’ (illegaal kopieert) je in zekere zin het evangelie van mijn programma of van anderen. Sommigen buiten de Verenigde Staten kennen dit begrip misschien niet. Maar in ieder geval, je wordt gevoed door mijn programma. God spreekt tot jou door mij heen, maar jij geeft je geld ergens anders, omdat het de ‘lokale __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 80
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ kerk’ is, maar die voldoet helemaal niet aan de voorwaarden. Ze bedienen helemaal niet in de kracht van de Heilige Geest, en ze ontkennen de kracht van de Heilige Geest. Ze geloven niet in spreken in tongen, ze geloven niet in genezing of voorspoed. Ze prediken het Woord van God niet, maar je steekt daar toch je geld in, dan is dat onverantwoordelijk. En ik weet dat nu heel wat pastors boos op me worden. Maar nogmaals, ik zeg, als het een goede kerk is, dan zeg ik mensen, en ik heb me uitgesloofd om te zeggen dat de plaatselijke kerk mensen kan bedienen op manieren die ik zelf echt nooit zou kunnen. Maar weet je, als jij niet naar een van deze leven gevende goede plaatselijke kerken gaat, zou jij je geld daar niet in moeten steken en daar allemaal aan meebetalen. En ik weet dat sommige mensen hier echt heel boos over worden, maar ik denk dat dit je vrij zal maken. Nogmaals, het is echt heel belangrijk wáár jij je geld geeft. Sommige mensen denken: ‘Welnee, dat is niet belangrijk, zolang als ik maar geef. God ziet mijn hart en dat is het enige dat er toe doet.’ Nogmaals, de Schrift spreekt op veel verschillende plaatsen, Galaten 6 en 2 Korintiërs 8 en 9 en vele andere plaatsen over jouw gift, jou geven als een zaad. En als jij denkt dat het er niet toe doet waar jij een zaad plant, dan kan ik je verzekeren dat je geen goede oogst gaat krijgen. Als jij denkt dat je een zaad in beton kunt planten en dezelfde oogst zou kunnen krijgen als je de grond bewerkt en het in rijke vruchtbare grond plant, het bemest en alles doet wat nodig is. Het doet er wel degelijk toe waar jij je zaad plant. En als iemand denkt: ‘Nou, het doet er niet toe, ik geef gewoon en God kan doen wat Hij wil. Hij kent mijn hart en ik heb gegeven. Dat is het enige dat er toe doet’, nee, het is echt belangrijk wáár je geeft. En de allesoverheersende richtlijn voor geven, niet de énige richtlijn, maar de voornaamste, is dat je moet geven, daar waar je gevoed wordt. Als je nogmaals terugkeert naar de illustratie die ik in het begin van dit onderwerp heb gegeven, gingen in het Oude Testament de tienden naar de plaatselijke Leviet, die in dat gebied degene was die de offers bracht en die Gods vertegenwoordiger voor hen was. En zij brachten hun tienden aan die plaatselijke bedienaar. Ze gaven het niet aan een bouwproject in Jeruzalem of zoiets. De tempel was iets heel anders. Ze brachten daar offeranden en gaven voor het onderhoud en zo. Ze gaven ook offers aan de hogepriester, etc. Maar ze gaven hun tienden rechtstreeks aan hun plaatselijke Leviet. Met andere woorden, ze gaven hun tienden aan de persoon die hen voedde met het Woord van God. Die hen onderwijs gaf en vertelde over de wetten en wegen van God. Het Schriftuurlijke basisprincipe is: Geef waar je gevoed wordt. En broeders en zusters, ik weet dat mensen mij hierover gaan aanvallen. Ik zeg dit niet met enige bijbedoeling, maar omdat het de waarheid is. Maar weet je, als ík degene ben die je voedt met het Woord van God, en jij gaat naar een dode kerk die tegen vele van de voorschriften van de Bijbel is, maar om wat voor reden ook ga je daar heen, en je geeft hén je tienden, dan is dat verkeerd. Je moet geven waar je gevoed wordt. En nogmaals, laat het me op deze manier zeggen. Als je in een dode kerk zit, zal ik je adviseren, in plaats van je tienden naar mij te sturen, die kerk te verlaten en een levende kerk te zoeken. Maar er zijn sommige mensen die in kleine plaatsen wonen, of wat er ook aan de hand is. Om wat voor reden ook is er helemaal geen kerk beschikbaar die doet wat je nodig hebt en als jij in die situatie zit, en ík ben degene door wie jij je voedsel ontvangt, dan is het schriftuurlijke principe om jouw tienden naar de voorraadkamer te brengen. Ik ben niet tegen het ontvangen van tienden. Als wij mensen hebben die opbellen en zeggen: ‘Ik wil mijn tienden geven,’ laat ik mijn helpers terugbellen en zeggen: ‘Je zou in een plaatselijke kerk moeten zijn en hen je tienden geven, áls het een goede lokale kerk is.’ De enige reden dat wij het in ontvangst willen nemen is, als er geen goede lokale kerk is, waarvan je voelt dat ze het waard zijn je tienden te ontvangen. Dat doen we meestal. Ik zeg dit helemaal niet om je over te halen je tienden naar mij te sturen. Maar ik zeg dit om uit te leggen dat de Schrift zegt dat je de tienden naar de voorraadkamer moet brengen. En als je dit zou toepassen, en geven waar je gevoed wordt, zou het verschillende dingen tot stand brengen. Dat zou een heleboel problemen oplossen. En ik zeg je dat dit belangrijk is. Dit gaat verschil uitmaken in de oogst die je krijgt, als je leert te __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 81
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ geven waar je gevoed wordt. Niet te geven waar erom gebedeld wordt of onder druk gezet wordt of waar het traditie is om te geven. Geef gewoon daar waar je gevoed wordt. Breng de tienden naar de voorraadkamer. Daar waar jij je voedsel ontvangt, daar zou jij je tienden moeten brengen. Is dat niet heel eenvoudig? Laat me nu in het Nieuwe Testament Galaten 6 opzoeken en kijken naar een gedeelte over geven. Galaten 6 vers 6 waar staat: En hij, die onderricht wordt in het woord, dele van alle goed mede aan wie dat onderricht geeft. Het woord mededelen hier betekent letterlijk ‘geven’ of ‘teruggeven’, daar spreekt het over. Als jij onderricht ontvangt in het Woord, word je verondersteld te geven aan degene die jou onderwijst in het Woord. In vers 7 staat: Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. 8 Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op (de akker van) de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten. 9 Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen. 10 Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten. Er zijn nog heel veel andere Schriftplaatsen die ik naar voren kan brengen om dit te ondersteunen, maar in principe zegt dit dus dat je moet geven waar je gevoed wordt. Je moet daar geven, waar God tot je spreekt. Persoonlijk, mijn vrouw en ik, dit is niet om te zeggen dat iedereen moet doen wat wij doen, maar zo doen wij het, wij hebben een giftenrekening, waar we een zekere hoeveelheid geld van ons inkomen in storten en dat gebruiken wij om allerlei soorten bedieningen te ondersteunen. Wij steunen mensen die over de wereld reizen, zendelingen in Roemenië, we hebben mensen die drugs- en alcoholcentra leiden. Wij steunen allerlei verschillende dingen. Maar wij gaan niet zo heel vaak naar onze plaatselijke kerk. Soms gaan we maar eens per maand of per twee maanden, omdat ik zoveel reis en zoveel verschillende dingen doe. Dus persoonlijk geven wij niet onze tienden aan een plaatselijke kerk, omdat het niet de plaats is, waar wij in hoofdzaak gevoed worden. Dus nemen wij onze tienden en verdelen die over de bedieningen die echt in onze levens gesproken hebben en ons gediend hebben. En vervolgens geven we ook nog ‘liefdadigheid’. Wij geven niet uitslúitend aan mensen die ons voeden. Als dat de énige richtlijn zou zijn die wij gebruiken bij het geven, zouden sommige van die zendelingen, die een bediening verrichten voor mensen, die heel weinig geld hebben en hen niet werkelijk kunnen onderhouden, terug moeten komen naar de Verenigde Staten of Europa om hun ondersteuning bij elkaar te krijgen. Als het de énige richtlijn is om te geven aan de mensen die jou voeden, zou je nooit geven aan een doel waar jij niet direct baat bij had. Je zou niet aan een gevangenisbediening geven, je zou niet aan een zendeling geven, of aan sommige van die weeshuizen of dat soort dingen. Maar er is ook nog een liefdadigheidsbediening, daar wordt over gesproken in Jakobus hoofdstuk 2 dat als jij je broeder of zuster in nood ziet en je hart voor hen toesluit hoe kan de liefde Gods dan in je wonen? 5 Ik heb dus dit Schriftgedeelte uit Maleachi 3 gebruikt om te spreken over alle tienden naar de voorraadkamer brengen, maar het is niet de énige plaats waar je geeft. Dat je geeft waar je gevoed wordt. Je geeft óók bepaalde doelen die je ondersteunt. Je geeft aan dingen die het waard zijn, en waarvoor God je hart aanraakt. Maar het basisprincipe, en nogmaals, er zijn meerdere redenen om te geven, maar het meest belangrijke principe is om te geven, zoals staat in Maleachi hoofdstuk 3 vers 10 en Galaten 6:7 dat als je onderricht hebt ontvangen, je geeft aan de persoon die je onderwezen heeft. Gééf daar waar jij je voedsel vandaan krijgt. En ik weet dat er mensen zullen zijn, die wat ik zeg onmiddellijk zullen gebruiken om te beweren dat ik dit met bijbedoelingen zeg. Nee, ik zeg je gewoon de waarheid. Dit is wat het Woord van God zegt. Ik zeg dit niet voor mijn eigen voordeel. Maar ik zeg wel dit, dat als je stopt met geven, daar waar gebedeld wordt, onder druk gezet, geïntimideerd, gemanipuleerd of veroordeeld wordt om te geven, dat het verschillende dingen zou bewerken. Nummer één: je zult gaan oogsten op basis van wáár je geeft en hóe je geeft. Sommige mensen zijn het niet met me eens, maar ik heb dat punt al eens gemaakt dat er __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 82
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ verschil is tussen het planten van een zaad op een vruchtbare plek en het planten in beton. Het maakt wel degelijk uit wáár je geeft. Je oogst gaat tot op zekere hoogte afhangen van hoe vruchtbaar de grond is, waarin jij dat zaad plant. Als jij geeft aan iets marginaals, wat niet het werk van de Heer volbrengt, ga je daarvan niet dezelfde oogst ontvangen als dat je het plant op een plek die héél vruchtbaar is, en waar het Woord van God bediend wordt. Dus in je eigen voordeel moet je leren je zaad te planten op een goede plek. Maar dan komt daar nog een ander ding bij dat erdoor bewerkt wordt. Zoals velen van jullie weten zijn er enorme hoeveelheden bedienaren en dan heb ik het niet alleen maar over in de kerk. Vele radio- en televisiepredikers zijn berucht vanwege de manier waarop zij mensen manipuleren, smeken, druk uitoefenen en zeggen dat als jij niet geeft, ze hun televisie- of radiobediening moeten opgeven. Ze hebben allerlei extraatjes en aanbiedingen. Ik heb wel eens mensen gezien die groene touwtjes verkochten voor voorspoed, rode touwtjes voor genezing en al dat soort verschillende dingen. Ze gebruiken trucjes en manipulatie om mensen onder controle te krijgen, en bedelen en smeken. Ik heb zelfs eens een vrouw gesproken die een brief had, waar stond: ‘Lieve Stella, of …..ik weet niet meer wat haar naam was, maar de brief was gepersonaliseerd en daar stond: ‘God maakte mij vanochtend om drie uur wakker en bracht jouw naam in mijn gedachten en heeft mij gezegd dat ik jou moest zeggen, dat als jij mij duizend euro geeft, de mensen voor wie je aan het bidden bent allemaal gered zullen worden, dat je genezing, voorspoed en bevrijding zult gaan zien.’ Deze vrouw kwam naar me toe, ze was arm en zei: ‘Ik zou met veel moeite duizend euro bij elkaar kunnen schrapen, maar ik heb niet het gevoel dat ik dit aan hem wil geven. Maar deze man werd midden in de nacht wakker gemaakt en kreeg mijn naam en zegt dat ik dit zou moeten doen. Wat moet ik hiermee?’ Ik heb die brief genomen en verscheurd. Ze zei: ‘Hoe kun je dat nou doen?’ Ik zei: ‘Die brief heeft hij aan wel honderdduizend mensen gestuurd en een computer heeft het gepersonaliseerd, en dit is niks anders dan manipulatie en controle.’ En weet je, sommige mensen géven aan dit soort dingen. En nogmaals, sommigen denken dat waar ik geef en hoe ik geef is feitelijk onbelangrijk. God kent mijn hart en zolang ik het goed bedoel, ongeacht de bedoeling van de prediker die mij tot geven heeft bewogen, God zal me zegenen en alles komt goed. Maar dat is helemaal niet waar. Er zit wellicht een gedeeltelijke waarheid in, omdat je niet iedereen persoonlijk kunt kennen. Maar, ik zeg wel dat je binnen 5 (AW verwijst hier naar Jacobus 2:15,16 waar het gaat over geloof en werken. Hij bedoelt echter meer 1 Johannes 3:17 Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de liefde Gods in hem?) alle redelijkheid je verstand moet gebruiken. En als jij geeft aan iemand die een offer binnenhaalt op een goddeloze manier, door jou onder druk te zetten en te bedelen dan doe je een paar dingen. Eén daarvan is, dat je die persoon vertelt dat het wérkt. Het werkt, dus doe het nog maar een keer. Ik vind het vervelend dit te zeggen, maar weet je, ik geloof dat de meerderheid van het geven in het lichaam van Christus dit soort emotionele dwangmatige soort geven is. Ooit zijn er zelfs mensen naar mij toe gekomen, die fondsenwervers zijn en dat soort dingen doen voor hun levensonderhoud. Iemand kwam naar me toe en had 22 miljoen euro opgehaald met één brief voor een of andere bediening. En hij vertelde me, dat als ik met déze kleur inkt zou onderstrepen en dít in de marge zou toevoegen en als ik foto’s erbij zou zetten van baby’s met opgezwollen buiken en zeggen: ‘Geef alstublieft om deze mensen in Afrika te voeden’, hij mij een miljoen euro kon garanderen. En ik zei: ‘Maar ik heb helemaal geen weeshuis in Afrika. Dat doe ik helemaal niet.’ Hij zei: ‘Dat doet er helemaal niet toe. Die andere kerel heeft zo 22 miljoen opgehaald en die doet het ook niet. Maar dit zet mensen aan het geven.’ Weet je, dat is gewoon misdadig. Dat is oneerlijk. Ik heb die vent verteld dat hij moest maken dat hij wegkwam. Al het geld dat ik al had betaald om hem te halen mocht hij houden, maar zó erg heb ik geld niet nodig. Ik vroeg hem weg te gaan. Maar weet je dat er een heleboel mensen zijn die jou onder druk zetten, je dingen op de mouw spelden, op je emoties spelen. Je wilt __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 83
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ niet écht geven, maar voelt je verplicht om te geven. Je voelt je schuldig als je niet geeft. En íedere keer als je in reactie op zoiets geeft, heb jij je stem uitgebracht en gezegd: ‘Ik sta achter wat je doet’. En je moedigt die persoon aan om met die praktijken door te gaan. Weet je, dat moet stoppen. Er zijn enkele waardevolle zaken die je hulp waardig zijn, en dat is prima in orde. Ik zeg niet dat je niet moet reageren op dat soort zaken, maar er zijn mensen die dit misbruiken en manipuleren. Bijvoorbeeld, er was iemand die lid was van mijn raad van bestuur. En hij was een keer in een kerkdienst waar de voorganger een offer ophaalde. En hij zei: ‘Ok, we gaan dit offer tellen en zien of het voldoende is, voor wat ik vanavond nodig heb.’ En hij liet de mensen gewoon wachten, terwijl het geld geteld werd. En hij zei: ‘Dit was niet genoeg’, dus liet hij de schalen nog eens langsgaan. En hij liet het offer weer tellen. En hij zei zelfs, ik weet niet of het echt zo was, maar hij zei: ‘Ik heb de deuren op slot gedaan, de ‘ushers’ 6 staan bij de deuren en niemand gaat weg totdat ik dit x-bedrag aan euros heb.’ Hij telde de tweede collecte. Ze kwamen nog duizend euro te kort en deze man bleef maar zeggen: ‘We gaan niet weg tot het bij elkaar is. Ik weet dat God me heeft gezegd dat ik dit moest doen.’ En in ieder geval gaf deze man die in mijn bestuur zat duizend euro weg alleen maar om die man zijn mond te laten houden en te gaan zitten en hem en de andere mensen te laten gaan. En in zekere zin zullen mensen zeggen: ‘Nou, daar heb ik begrip voor’ Maar als ik daar was geweest was ik opgestaan en had ik die kerel de oren gewassen. Want als je aan zóiets geeft, moedig je ze aan! Het is net als bij een politicus. Je hebt geen enkel recht om te mopperen en te klagen over een politicus als je op hem gestemd hebt. Als jij op hem gestemd hebt, ben jíj degene die hem aan de macht heeft geholpen. En als hij iets verkeerds doet, stem niet meer op hem. Stem tégen hem. En als predikers aan het manipuleren zijn en jou onder controle brengen vanwege de financiën, stop met aan ze te geven. Weet je waarom predikers dit soort technieken gebruiken? Weet je waarom ze het zelfs tot een wetenschap hebben gemaakt, van welke kleur zet mensen aan om het meeste te geven en al dat soort dingen? Dat mensen hun brood kunnen verdienen met rondreizen en brieven schrijven? Omdat ze psychologie gebruiken en de 6 Een kerkelijke helper. Deze term kennen we in NL niet zozeer. Zij zijn een soort gastheren en vrouwen die tevens als orde dienst functioneren. tactieken van deze wereld om te manipuleren en te controleren. En de reden dat zij dit doen is: omdat het werkt. Ik vind het vreselijk dit te zeggen. Maar dit is één van de redenen dat ik hierover onderwijs. Dat is omdat we volwassen moeten worden. En je moet voldoende rijpheid en zekerheid in de Heer hebben, dat je schriftuurlijke richtlijnen gaat volgen. Je geeft waar je gevoed wordt. Je geeft als je een nood ziet en er bewogenheid in je opkomt. Maar niet alles wat goed is, is van God. En zelfs al spreekt God dit tot iemand anders, dan wil dat niet zeggen dat Hij daarmee tot jou spreekt. God kan je leiden in je geven. En er zijn verschillende richtlijnen die je daarbij gebruikt. Maar de voornaamste daarvan en degene die de meeste problemen zou oplossen, is als je geeft waar je gevoed wordt. Wie gebruikt God om jou te dienen? Door wie spreekt God in jouw leven? Weet je, als je dat zou kunnen vaststellen en daar je geld gaat geven, je geld gaat zaaien, waar je gevoed wordt, zou het een heleboel dingen bewerkstellingen. Het zou je meer vruchtbaar maken in je oogst, omdat je zaait in goede grond. Het zou een bemoediging zijn voor de mensen die werkelijk het lichaam van Christus voeden en een ontmoediging voor de mensen die manipuleren en controleren. En weet je, als wij stoppen met reageren op dit soort dingen: ‘Als je duizend euro geeft kan ik je garanderen dat jij de redding van deze persoon kunt kopen’ en al die andere dingen die aan de gang zijn, als jij stopt in dat soort dingen te trappen en schriftuurlijke principes gaat gebruiken voor je geven, weet je wat er dan zou gebeuren met mensen die níet het Woord onderrichten en die mensen niet voeden, maar bij wie de focus is gericht op fondswerving? Dan zouden hun financiën opdrogen. Ze moeten dan een van twee dingen doen. Als ze niet oprecht waren in het dienen van God stoppen ze ermee en verlaten de bediening. Dan roei je dat misbruik uit in het lichaam van Christus. Als ze wel echt toegewijde dienaren zijn, maar van het juiste spoor afgedwaald en in deze __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 84
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ praktijken waar ze mensen manipuleren verzeild zijn geraakt, dan worden ze ontmoedigd om dat te doen. Ze zouden gaan kijken naar de mensen die wél het lichaam van Christus voeden en zeggen: ‘Die mensen zijn voorspoediger dan al die tactieken, die groene touwtjes, rode touwtjes en al het spul dat ik verkoop.’ En dan zouden ze gewoon beginnen het Woord te prediken. Je zou hen dan aanmoedigen terug in het goede spoor te gaan. En vervolgens zouden de mensen die wél het Woord van God prediken zó gezegend zijn en zo bemoedigd, dat ze over zouden lopen en uitbreiden en voorspoediger worden. Dit is zó eenvoudig. Dit is zo eenvoudig dat je iemand nodig hebt om je te helpen het verkeerd te begrijpen. En weet je, je hoeft ook niet enorme bedragen te zenden. Soms spreken mensen over het geven van duizend euro of tienduizend of wat dan ook. Je zou gewoon íets kunnen geven, íets doen. Recent hoorde ik een paar mensen op de radio toen ik ’s avonds naar huis reed, en deze mensen zegenden me en spraken in mijn leven. Er waren twee van wie ik niet wist wie ze waren. Maar ik heb ze een klein briefje geschreven, op hun website, en ik heb geld gestuurd naar predikers die het waarschijnlijk niet met me eens zijn. Ik zeg niet dat het mensen moeten zijn die leerstellig precies zoals ik denken. Maar ik wist dat God door hen heen had gesproken en dat het mij gediend had. En dus stuur ik ze gewoon vijf euro of tien euro. Als je een hamburger koopt betaal je geen honderd euro. Je betaalt vijf euro en zij verdienen hun geld door de aantallen. Op dit moment heb ik geen exacte cijfers over hoeveel mensen wij bereiken. Maar alleen al in de Verenigde Staten bereiken we mínstens een miljoen mensen. Nogmaals, ik zeg het niet voor mijn eigen voordeel, maar dit is de waarheid. Ik zou dit ook zeggen als ik op iemands anders programma zou spreken. Als de mensen die door dit programma gevoed worden maar íets zouden geven. Nogmaals, mogelijk bereiken wij een miljoen mensen alleen al in de Verenigde Staten en we bereiken ook nog honderden miljoenen mensen in India, Afrika, Australië, over heel Europa, die mogelijk dit programma kunnen ontvangen. Er zijn miljoenen mensen die dit programma iedere dag zien. Besef je dat als iedereen die hierdoor gezegend is, dus niet degenen die kritisch en boos zijn en het niet met me eens zijn, maar alleen diegenen die gezegend zijn, als íeder persoon één euro zou sturen, en wij één miljoen of vijf miljoen mensen zouden hebben die één euro zouden sturen, dan zou dat al onze recordontvangsten volkomen overtreffen. Als mensen alleen maar zouden leren om te geven waar je gevoed wordt. Als je niet gevoed wordt, hoef je geen theorie te ontwikkelen over waarom je niet gevoed wordt, het is misschien een slechte dag voor die persoon, of God wil niet dat je door die persoon ontvangt omdat Hij je in een andere richting wil leiden. Wie weet wat de reden ook is. Maar als je wél gezegend wordt, geef dan waar je gevoed wordt. En als je dát zou doen, besef je dat de kerken die het evangelie predikene, en als iedereen die naar die kerk gaat zou geven, waar ze gevoed worden, ik garandeer je dat die kerken zoveel geld zouden hebben, dat ze geen cent zouden hoeven lenen, of zich in de schulden steken om gebouwen te bouwen die nodig zijn om de dingen die God hen wil laten doen uit te voeren. Parakerkelijke bedieningen als die van mij, ik kan je garanderen dat wij miljoénen mensen bereiken en als mensen geven waar ze gevoed worden, zouden we zó’n overvloed hebben, dat we kunnen gaan waar we maar willen en de zending vermeerderen. We kunnen dan echt álles doen wat God op ons hart legt zonder er twee keer over na te denken, als het lichaam van Christus alleen maar zou leren om te geven waar ze gevoed worden. Maar weet je dat er een heleboel mensen zijn die geld besteden aan dingen die hen helemaal niet voeden, maar aan mensen die hebben geleerd hoe ze hen moeten manipuleren, omdat ze zich veroordeeld voelen. Mensen die geleerd hebben op uw emoties in te spelen, en dat soort dingen. En het trieste feit is, dat de gemiddelde persoon niet verstandig genoeg is om dit soort dingen te onderscheiden en daarom gaan ze er maar mee door. Je stemt iedere keer vóór dat soort misbruik, iedere keer als je daaraan geeft. Ik was een keer in een kerkdienst. Dit was lang geleden toen ik achttien jaar oud was. En ik zat in een evangelisatiedienst. En de spreker stond op en zei: ‘We gaan een offer ophalen, en ik wil dat niemand honderd, vijftig of tien __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 85
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ euro geeft. Als jij naar de film zou gaan, zou je drie euro betalen.’ Dat zegt je wel hoe lang geleden dit was. ‘De avondprijs voor een film zou drie euro zijn. Ik wil dat íedereen drie euro geeft. En als je geen drie euro hebt, steek je hand omhoog en iemand bij je in de buurt zal met je delen, want ik wil dat íedereen in deze zaal drie euro geeft in deze offerande.’ En weet je, ik beschouw zoiets als niets anders dan manipulatie en controle. Ik gaf zo niet naar wat ik in mijn hart had voorgenomen. Hij vertelde mij hoeveel ik móest geven. En ik zat op de eerste rij. En hij zei: ‘Ik wil dat je die drie euro omhoog houdt, en ik kijk rond om te zien of íedereen die drie euro heeft.’ Ik zat op de eerste rij, achttien jaar oud. Ik sloeg mijn armen zó over elkaar en ik keek hem aan en dáágde deze man uit om iets te zeggen, omdat ik zou zijn opgestaan en naar hem teruggeschreeuwd zou hebben. Weet je, ik was pas achttien jaar oud, maar kon al begrijpen dat dit verkeerd was. En natuurlijk had deze vent de moed niet om mij aan te pakken. Maar het punt dat ik wil maken is, ik lééf volgens dit onderwijs. Ik geef waar ik gevoed wordt. Ik geef aan dingen waarvan ik weet dat God ze gebruikt en als het goede werken zijn, dan geef ik uit liefdadigheid aan hen, maar de voornaamste richtlijn is: ik geef waar ik gevoed word. En ik moedig je aan om hetzelfde te doen. . 1 Inleiding: Voorspoed begint bij het begrijpen van onze rol; wij zijn Gods rentmeesters. Onze levens, talenten, mogelijkheden en het wonen in een land met ongekende mogelijkheden zijn allemaal door God gegeven gaven. In dit onderwijs zul je een heel nieuwe waardering krijgen voor de waarheid, ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij,’ (Handelingen 17:28) De dingen die ik over financieel rentmeesterschap zeg worden vanuit een ander perspectief uitgelegd dan wat je meestal hoort bij onderwijs over het onderwerp financiën. Ik heb al zoveel materiaal behandeld, dat ik geen tijd heb om dat nog allemaal samen te vatten. Maar ik wil wel zeggen dat gedurende het verloop van het onderwijs hierover, ik heb gesproken over het belang van geven. Maar ik was daarbij nog niet echt duidelijk geconcentreerd op het geven zelf. We hebben het erover gehad hoe belangrijk het voor jóu is, dat je begint met geven op financieel gebied. Het is niet alleen maar een kwestie van erkennen dat God jouw bron is en tot God bidden en vragen om financiële zegening, maar hier werkt een principe uit het Koninkrijk dat de Bijbel onze financiën vergelijkt met een zaad. Het gaat op dezelfde manier als je een zaad moet nemen en in de grond zaaien. Je moet dat zaad weggeven. Het moet uit jouw leven weggaan en je moet het in de grond plaatsen. En door geloof geloof je dat dit zaad gaat ontkiemen en groeien en nieuw zaad voortbrengt. Laat me hier enkele verzen lezen. Spreuken 3 vers 9.Vereer de HERE met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten, 10 dan zullen uw schuren met overvloed gevuld worden en uw perskuipen van most overstromen. Dit is een heel eenvoudig Schriftgedeelte, maar voor diegenen van jullie die deze principes over het geven begrijpen, is dit heel fundamenteel. Het is verbazingwekkend dat de meeste mensen deze denkbeelden niet begrijpen. Dit zegt: éér de Heer met uw rijkdom (substance = letterlijk bezittingen) En het spreekt hier over geven en gaat verder met de eerstelingen van uw inkomsten. Dat spreekt over je oogst. Wij zouden dat tegenwoordig toepassen: met je salarisstrook of al het geld dat jouw kant op komt, etc. En er staat dat je de Heer vereert met je rijkdom. Als jij een deel van wat God jou heeft gegeven neemt en aan Hem terug geeft, is dat de Heer vereren. Dat vers zou je ook om kunnen draaien en het zó stellen, dat als je níet een gedeelte van wat God jou geeft aan God geeft, dat je de Heer niet vereert. Als je echt op de Heer vertrouwt, heeft Hij ons opgedragen een tiende te geven en niet alleen de tienden, maar ook een deel 2 boven de tienden uit, om offers te geven. En Hij heeft ons opgedragen dat aan Hem terug te geven. En als we dat doen, gaat God ons voorspoedig maken. De Bijbel zegt dat geloof zonder werken dood is.1 Als je het niet doet dan vereer je de Heer niet op het gebied van financiën, ongeacht wat je zegt of wat je denkt. Je vertrouwt God niet. Je moet niet alleen maar verkláren dat je God vertrouwt, je moet er ook naar handelen. Er moeten handelingen uit voortkomen. Dus hoe neem je werkelijk een stap __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 86
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ in geloof en laat zien dat God jouw bron is en dat je God werkelijk vertrouwt. Hij zegt tegen jou dat je tien procent moet geven en zelfs offers daar bovenuit. En weet je, als er geen God zou zijn, en Hij had ons niet beloofd dat als wij geven, Hij ons terug zou geven, als dat niet waar zou zijn, gewoon in het natuurlijke, als je God erbuiten houdt, dan is het weggeven van een deel van wat je hebt het domste wat je kunt doen. Maar God bestaat wel dégelijk en Zijn beloften zíjn waar, en daarom is het in feite een stap in geloof. Dát is waarom God wil dat je geeft. Hij is echt niet bezig te proberen je iets af te nemen, Hij probeert juist geld naar je tóe te krijgen. God probeert jou te zegenen. God wil dat je toeneemt. Er staat in Psalm 35: 27 Laten jubelen en zich verheugen, wie mijn rechtvaardiging begeren; dat zij bestendig zeggen: De HERE is groot, die welgevallen heeft aan het heil (welzijn) van zijn knecht. God probeert niet van je af te nemen. Maar Hij probeert je wél een stap in geloof te laten nemen, zodat Hij je méér kan zegenen, zodat Hij méér financiën en meer zegeningen door jou heen kan laten stromen. Als je deze stap in geloof zou nemen en dit doet omdat je in God gelooft, kan ik je uit mijn eigen persoonlijke ervaring verzekeren, maar ook op basis van het gezag van het Woord van God, dat als jij de Heer vereert met je rijkdom en het allerbeste, de eerstelingen geeft, dán zullen je schuren overvloedig gevuld worden. De manier waarop wij dat zouden zeggen: je bankrekening is vol, je spaarrekening is vol en al dit soort dingen. En je wijnpers zal vol zijn met nieuwe wijn. In al je behoeften zal worden voorzien. In Spreuken 11:24 staat: Er zijn er, die uitstrooien en toch nog meer verkrijgen; terwijl anderen meer inhouden dan recht is en toch gebrek lijden. Nogmaals, dit is volkomen tegenovergesteld aan hoe de gemiddelde persoon denkt. Mensen denken dat als je verlangt naar financiële overvloed, als jij meer financiën wilt hebben, dat je dan moet gaan sparen, vergaren. Niet zoveel meer uitgeven en dat is de manier waarop je zult vermeerderen. Maar merk op dat hier staat dat er zijn die uitstrooien en toch meer verkrijgen. Dit spreekt dus precies van het tegenovergestelde hoe de wereld denkt. In plaats van vergaren en houden, staat er dat je een gever moet worden. Begin uit te strooien. Begin te geven en je zult toenemen. En aan de andere kant zijn er die meer inhouden dan nodig is, en die gaan gebrek lijden. Let op het woordgebruik hier. Het gaat hier over iemand die méér inhoudt dan recht is. Wat is meer dan recht? Wat is meer dan gepast of behoorlijk? Ik kan je verzekeren dat als je geen tienden geeft en geen offers geeft boven je tienden uit, dat je meer achterhoudt dan recht is, en meer dan gepast. En ik weet dat er velen zijn, die hierdoor beledigd zijn en zeggen: ‘Jij vertelt me dat ik minstens 10% moet geven, maar jij kent mijn situatie niet en je weet niet hoe moeilijk het is om een alleenstaande moeder te zijn. Je weet niet eens wat mijn situatie is.’ Maar ik zeg je, dit is gewoon een essentiële wet van God, dat als jij de voorspoed van God werkzaam wilt zien worden in jouw leven, dan moet je beginnen te géven en dáárdoor zul je toenemen. Niét als je bijeengaart, niet als je spaart, níet als je de tienden en offers achterhoudt. Als je dat doet, zal het je naar armoede drijven. 1 Jakobus 2:17 Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. In vers 25 staat: De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. Dat is oude taal voor geven. Als jij gaat geven en andere mensen gaat laven, je bezit niet alleen voor jezelf gebruikt, maar de behoeften van andere mensen vóór je eigen behoeften stelt, als jij andere mensen zegent, dan zegt God dat jíj bevloeid zult worden. Met andere woorden, je zult oogsten wat je zaait. Er staat in Galaten 6 dat wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten.2 Een van de vertalingen zegt: dat en uitsluitend dát zal een mens oogsten. Dat is precies wat de Schrift hier ook zegt in Lukas 6 vers 38 waar staat: geef en u zal gegeven worden. Een goede, gedrukte overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met dezelfde maat waarmee u meet zal ook u gemeten worden. Er zijn er onder jullie, die verlangen dat God jullie grote dingen toevertrouwt. Je wilt een nieuwe zaak beginnen, of een nieuw huis kopen of een auto. Je hebt dit of dat nodig, schoolgeld voor je kind. Er kunnen vele dingen nodig zijn en je wilt graag dat God in al jouw behoeften voorziet. Maar zelf geef je maar heel kleine beetjes aan God, terwijl __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 87
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ je grote oogst terugverlangt. Maar zo werkt het niet. Er staat, met dezelfde maat waarmee jíj meet, zo zal ook jou toegemeten worden. Als jij met een klein theelepeltje aan God geeft, kun je geen emmers of scheppen vol terugverwachten. Zo werkt het niet. God gebruikt de maat die jíj gebruikt. En het goede daaraan is, dat God niet spreekt over de hoeveelheid van jouw gave, maar God kijkt naar de verhouding. God bekijkt de dingen verhoudingsgewijs. En dat betekent dus, ook al ben jij geen erg rijk persoon, dat als jij tien procent zou geven, dat je dan in de ogen van God méér geeft dan een miljonair die duizend euro of een dergelijk bedrag geeft. Het doet er dus niet toe hoeveel je nú hebt. Als jij percentagegewijs een grote gift begint te geven, en uitdeelt en andere mensen dient, kan ik je garanderen dat God datzelfde percentage zal gebruiken uit Zíjn overvloed om aan jou terug te gaan geven en dan kun jij bovennatuurlijke voorspoed gaan zien. Het is de vrijgevige ziel die verzadigd zal worden, niet degene die ophoopt. Het is als wij uitstrooien, dat wij zullen toenemen. Het is als wij de Heer vereren met onze winst, dat wij werkelijk voorspoedig beginnen te worden. Als jij echt wil ontvangen de voorspoed, die God wil dat je hebt, zul je een stap in geloof moeten gaan nemen en beginnen met geven. Laat me nog wat Schriftgedeelten nemen die velen van jullie wel hebben gehoord en die correct toepassen op het geven. In Mattheüs hoofdstuk 6 spreekt Jezus in het onderwijs dat de Bergrede wordt genoemd. Hij sprak op die dag heel erg lang en een deel van wat Hij zei ging over financiën. Mattheüs 6 vers 19 zegt: Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; Dit wil helemaal niet zeggen dat je geen geld mag hebben op wat voor manier dan ook, zoals op een bankrekening, of een spaarrekening. Dat kan het helemaal niet betekenen, omdat er voldoende plaatsen zijn die erover spreken dat een rechtvaardige een erfenis nalaat voor zijn kinderen en de kinderen van zijn kinderen. Dat spreekt niet alleen over je kinderen, maar ook over je kleinkinderen. Om een erfenis te kunnen nalaten zul je toch een spaartegoed moeten hebben. Iets dat een financiële zegen inhoudt in dít leven. Dit zegt dus helemaal niet dat wij allemaal een gelofte van armoede moeten afleggen. De Heer is er helemaal niet tegen dat wij dingen hebben, maar de fócus hier is: dat wij niet moeten vertroúwen op het geld dat wij opzij hebben gelegd. Dit is nog een andere manier om het te zeggen. Als je spaartegoeden verzamelt en een erfenis bijeenbrengt voor je kinderen en kleinkinderen, dan is dat niet echt voor jouzelf. Je brengt geld en goederen bijeen, zodat je een zegen kunt zijn voor je kinderen en je kleinkinderen. 2 Galaten 6: 7 Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten Dat is in feite geen zelfzuchtig doel, want je denkt aan iemand anders. Je zou het ook zo kunnen zeggen: je moet niet bezig zijn met geld voor jezelf te verzamelen. Er is een voorbeeld dat Jezus in een ander Bijbelgedeelte gaf. Hij sprak over die rijke man, die zó’n overvloedige oogst had, dat hij zei: ‘Ik ga al mijn schuren afbreken en grotere, betere schuren bouwen’ en nadat hij dat gedaan had keek hij naar al die rijkdom en zei: ‘Ziel, neem het ervan, eet en drink en wees vrolijk, want kijk eens naar al die overvloed.’ En de Heer zei: ‘Diezelfde nacht nog, jij dwaas, zal je leven nog van je afgeëist worden en naar wie zullen dan al deze dingen gaan?’3 De nadruk ligt hier niet op het feit dat het verkeerd is dat je een bankrekening of een spaarrekening hebt, of dat je geen enkele bezitting mag hebben. Maar het zegt dat je focus niet moet zijn om financieel alleen maar voor jezélf te zorgen. Als we hier verder mee gaan wordt dat duidelijk in vers 33, je focus moet gericht zijn op éérst het koninkrijk van God te zoeken. Je zou éérst en op de allereerste plaats moeten bouwen aan het koninkrijk van God. Je zou je financiën moeten gebruiken om andere mensen te zegenen. En als je dat doet, weet ik dat er mensen zijn die zeggen: ‘maar als ik dat ga doen, wie gaat er dan voor mij zorgen? Als ik ál mijn inspanningen zou stoppen in het zegenen van andere mensen, en voor hen zorgen, wie zorgt er dan voor mij?’ Nou, in het natuurlijke, als je niet in God gelooft en niet op God gericht bent, dan zou dit dwaasheid zijn, omdat er niemand zal zijn die zo goed voor jou zou zorgen als jij voor jezelf zou kunnen zorgen. Máár deze Schriftgedeelten gaan laten zien dat God nog méér van jou houdt dan jij van jezelf. En omdat __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 88
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ er wél een God is, en Hij een realiteit is en al Zijn beloften waar zijn, zal, als jij jouw financiën vooral gebruikt om niet voor jezelf te zorgen, maar jij gebruikt je middelen om een zegen te zijn voor andere mensen, als je dat doet, God houdt zo veel van je, dan zal Hij beter voor jóu zorgen, dan jij ooit tevoren voor jezelf hebt gezorgd. Dat is absoluut waar. God is El-Shaddai, niet El-Cheapo. Kijk gewoon eens naar de hemelen en de aarde, kijk eens hoe weelderig God alles heeft geschapen. Kijk eens naar het boek Openbaring, het nieuwe Jeruzalem dat God voor ons aan het maken is. Hij bekleedt de straten met puur doorzichtig goud. Hij maakt Zijn poorten uit parels. De kostbare stenen die in het fundament zitten. Zelfs in de fundamenten legt Hij ál deze rijkdommen en ongelooflijke schoonheid. God is ontzagwekkend. En dat alles is nog maar een klein beeld van hoe God is. God zal béter voor jou zorgen dan jij ooit voor jezelf zou kúnnen zorgen, áls jíj allereerst het Koninkrijk van God op de eerste plaats stelt. Ik predik helemaal niet dat je het maar allemaal zonder moet doen. Ik predik geen armoede. Maar zoals Jezus zegt: verzamel geen schatten voor jezélf op aarde, waar de mot en de roest ze aantasten en de dieven inbreken en stelen. Maar verzamel voor jezelf schatten in de Hemel, waar geen mot en geen roest ze aantasten en waar dieven niet in kunnen breken en stelen. Met andere woorden. Je moet je prioriteiten en het gebruik van jouw middelen voornámelijk gebruiken voor het Koninkrijk van God. En nogmaals, velen van jullie zullen dit niet begrijpen, omdat je niet gelooft dat het op deze manier kan werken. Nou, maak mij niet wakker, want zó werkt het voor mij. In het natuurlijke zal het nergens op slaan, er is geen wiskundige vergelijking die dit kan bewijzen, maar ik zeg je dat dít is wat het Woord van God zegt. En als jíj dát doet, éérst het Koninkrijk van God 3 Lukas 12: 16 En Hij sprak tot hen een gelijkenis en zeide: Het land van een rijk man had veel opgebracht. 17 En hij overlegde bij zichzelf en zeide: Wat moet ik doen, want ik heb geen ruimte om mijn vruchten te bergen. 18 En hij zeide: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al het koren en al mijn goederen bergen. 19 En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel, gij hebt vele goederen liggen, opgetast voor vele jaren, houd rust, eet, drink en wees vrolijk. 20 Maar God zeide tot hem: Gij dwaas, in deze eigen nacht wordt uw ziel van u afgeëist en wat gij gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? zoekt, dan zal God op bovennatuurlijke wijze in jouw behoeften gaan voorzien. Daar gaan al deze Schriftgedeelten over. We hebben dus al Mattheüs 6:19 en 20 gelezen, waar het er over gaat: verzamel geen schatten op aarde, maar in de hemel, en in vers 21 zegt Hij: Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. En dat is nóg een geweldige reden waarom God wil dat wij zulke radicale gevers moeten zijn. Omdat je letterlijk je hart daar naar toe kan sturen, waar je geld naar toe gaat. Het is voor mij van enorme betekenis dat hier niet staat: ‘Waar je hart is, daar zal je schat ook zijn’. Ik denk dat je dit punt kunt maken en dat er ook andere Schriftplaatsen zijn, die hiervan een punt maken. Je kunt naar je leven, naar je geven kijken, en kijken wat je met je geld doet, en ik kan je in principe precies vertellen waar je hart is. Ik geloof dat dit een schriftuurlijke waarheid is, ik geloof dat dit een juiste uitspraak is. Maar deze tekst zegt: waar je schat is, dáár zal je hart ook zijn. Besef je dat als jij begint je financiën te nemen en te geven en mensen begint te zegenen en dingen te doen búiten jezelf, besef je dat je dan de richting waar je hart op gericht is begint te veranderen? Als ik jouw portemonnee, jouw beurs zou pakken en het geld eruit halen en naar buiten lopen, weet je, dat jouw hart dan met mij mee zou gaan? Je zou zitten denken. Wat gaat hij met mijn geld doen? Waar gaat hij naar toe? Wat gaat hij nu doen? Zelfs al zou je bezig zijn met iets anders, jouw gedachten zouden gericht zijn op mij en op dat geld. Je kunt je geld pakken en in het Koninkrijk van God investeren en zo letterlijk je hart een andere koers geven, wegleiden van alle vleselijke dingen van deze aarde die ons afscheiden van God. Je kunt je hart op God richten door jouw geld te besteden aan het Koninkrijk van God. Mensen, dit zijn enkele krachtige, krachtige waarheden waar we het hier over hebben. Ik heb al gesproken over de verzen 19 tot en met 21. In vers 22 staat: De lamp van het lichaam is het oog. Indien dan uw oog zuiver is, zal geheel uw lichaam verlicht zijn; Hier wordt symboliek __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 89
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ gebruikt. Ik geloof niet dat dit spreekt over je fysieke oog. Het spreekt hier over jouw focus, je gerichtheid. Als jouw oog zuiver is, of je kunt zeggen: je focus eenduidig is,4 dan zal je hele lichaam vol licht zijn. Dat veronderstelt natuurlijk dat je focus op God is gericht. Als jij éénduidig gefocust bent op God, als jij God zoekt met je hele hart, dán zal je hele lichaam vol met licht zijn. Het licht van God, Zíjn liefde, Zíjn vreugde, Zíjn vrede, Zíjn zegen, Zíjn gunst en Zíjn zalving, ál die dingen die met God geassocieerd worden, zijn het licht van God. Déze dingen zullen je leven overspoelen en je zult vól zijn van alle dingen die God te bieden heeft. Maar in het volgende vers gaat het dan verder: 23 maar indien uw oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien nu wat licht in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis! Hij contrasteert dit met het vorige vers, waar Hij het had over dat als je oog ‘eenduidig’ zou zijn, als je focus éénduidig op God gericht is, dán zal je hele lichaam vol met licht zijn. Maar in vers 23: ‘als je oog slécht is.’ Wat is het tegenovergestelde van ‘eenduidig? Je zou zeggen dat als je oog dubbelzinnig is, je gerichtheid verdeeld is, dan is dat dus een oog hebben dat slecht is. Of je zou het ook op deze manier kunnen zeggen: Spreuken 28:22 zegt: Een man, 4 Staten Vertaling geeft: 22 De kaars des lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zo zal uw gehele lichaam verlicht wezen; King James geeft: 22 The light of the body is the eye: if therefore thine eye be single, thy whole body shall be full of light. Dit geeft aan dat een juistere vertaling van het woord ‘zuiver’ of ‘eenvoudig’ ‘eenduidig’ of ‘slechts op één ding gericht’ zou zijn. boos van oog, hunkert naar rijkdom, en hij weet niet, dat gebrek hem zal overkomen. Besef je dat als jouw focus ligt op rijk worden, als jouw focus ligt op meer vergaren en al die dingen, weet je, dan is dat een verdeelde aandacht en de Bijbel zegt dat je hele lichaam dan vol duisternis zal zijn. Dit is echt een heel belangrijke gedachte. Ik bid dat je me kunt volgen en het gaat pakken. In principe zegt de Heer dus dat Hij wil dat je éénduidig, zuiver gericht bent op Hem. De meeste mensen echter denken dat dit helemaal niet mogelijk is. De meeste mensen geloven niet dat je volledig en totaal op God gefocust kunt zijn in alles wat je doet. Sommige mensen zeggen: ‘Ja, jullie predikanten kunnen dat doen, omdat jullie de hele dag niets anders doet dan het Woord bestuderen en bidden.’ Nou, daar komt echt nog heel wat meer bij kijken. Ik ga daar niet alle details van bespreken. Maar ik moet echt discipline opbrengen om mijn hart en mijn aandacht op God gericht te houden, nét als ieder ander. Maar weet je, ik ben ook niet altijd een predikant geweest. Ik ben in het leger geweest en ik kan je verzekeren, dat ik mijn hart en mijn focus op God gericht heb gehouden. Ik heb gewone banen gehad. Ik heb beton gestort voor mijn levensonderhoud. Ik heb verschillende dingen gedaan, en weet je, in íeder van die situaties ben ik in staat geweest mijn aandacht op de Heer gericht te houden. De Schrift zegt in 2 Korintiërs 10:3-5 Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, 4 want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, 5 zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus. Die verzen zeggen dat de wapens die God ons heeft gegeven zó sterk zijn, dat ze íedere gedachte tot gehoorzaamheid aan Christus kunnen brengen. Je kunt dus werken, je kunt je gezin opvoeden, je kúnt de dingen doen die je moet doen om een bestaan te hebben in onze wereld van vandaag en nog stééds je aandacht 100% op God gericht houden. Máár dat lukt je nooit als jíj degene bent die verantwoordelijk is om de financiële zegen in je leven te realiseren. Ik weet niet of je dit snapt, maar het is een houding, waar ik het over heb. Als jíj denkt dat jíj degene bent die moet plannen en bedenken, en dat jíj al die dingen moet doen en je een slag in de rondte moet werken en dat jíj degene bent die financiële zegen en voorspoed voortbrengt in je leven, dan zul jíj een verdeeld hart hebben. Je hart zal gericht zijn op rijkdommen en dat soort dingen, en volgens deze Schriftgedeelten zal dat duisternis veroorzaken in je leven. En het zal jou in je relatie met God belemmeren. Linus LeFever, de directeur van ons Bible College, geeft lessen in onze Bijbelschool over ‘visie’ en hij onderwijst __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 90
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ dat als je iemands visie wilt vernietigen, je hem twéé visies moet geven. In principe gaat dit erover dat je niet succesvol ál die dingen kunt doen. We spreken tegenwoordig over ‘multitasking’ en gaan daar prat op. Maar het is in feite een goddeloos concept. De Heer wil dat je éénduidig bent in je focus. De apostel Paulus zegt in Filippenzen 3: dit éne ding doe ik...5 Dit is de reden waarom hij voorspoedig was en in staat de hele wereld op zijn kop te zetten. En daarom vertellen wij dat 2000 jaar later, omdat hij maar gericht was op één ding. Hij zocht het Koninkrijk van God boven alles en hield zich alleen maar aan wat God hem had gezegd te doen. En de Schrift onderwijst ons, dat als je werkelijk voorspoedig wilt zijn, dat je ál die andere dingen moet vergeten en jagen naar dat éne doel, en het koninkrijk van God op de eerste plaats stellen. Iemand zegt: ‘Maar als ik dat doe, hoe overleef ík dan?’ Gód zal voor je zorgen. Als jij voor Zijn koninkrijk zorgt, zal God zorgen voor jóuw koninkrijk. Mensen, dat is een krachtige waarheid. En ik weet dat velen van jullie 5 Filippenzen 3: 14 maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus. dit gewoon niet kunnen geloven. En dát is de reden dat je het Koninkrijk van God niet op de eerste plaats stelt en Hem niet vertrouwt, en dát is de reden dat je niet voorspoedig bent. Maar ik verzeker je, dat dit precies is wat het Woord zegt. Nadat Hij dit allemaal heeft gezegd gaat Hij verder in vers 24: Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon. Het Woord Mammon is hier gewoon een ouderwetse manier om ‘geld’ te benoemen. Je kunt niet én God, én geld dienen. Het kan gewoon niet dat je de zondag aan God geeft, en nog een extra momentje in de week, of de gebedstijd die je hebt, en die korte tijd is Gods tijd. Maar de rest van je leven is gewoon jóuw tijd. Weet je, dat is helemaal geen goddelijk concept. Je zult een toewijding moeten maken, waarin álles van jou aan God is overgegeven. En vooral op het gebied van financiën. Je besteedt méér tijd aan het werken in je baan dan wat anders dan ook. En Gód wil de bron zijn van jouw financiële zegen. Het gaat er niet om dat je op zondag aan God denkt, en tijdens je stille tijd, en dat je de rest van de week bezig bent met in leven te blijven en een bestaan op te bouwen. Nee, je dient God de héle week lang. Je stelt God op de éérste plaats. Zelfs in je werk. En als je dát doet, zal God je bovennatuurlijk promotie schenken, bonussen, loonsverhogingen, extra verkopen. God zal je creatieve ideeën geven hoe je dingen moet doen en al het andere. Dus in vers 25 zegt Hij dan: Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Dit heeft wat extra verklaring nodig. Dit zegt niet, dat de Heer niet wil dat je nadenkt of je overhemd wel bij je broek past, of er niet op let of je sokken wel dezelfde kleur hebben. Dit gaat er niet over dat je niet je hersens mag gebruiken bij het aankleden of niet mag nadenken over wat je gaat eten en je maaltijd plannen. In feite is er één vertaling, ik ben vergeten welke, die zegt: ‘maak je geen angstige gedachten6 over je leven, wat je zult eten of aan doen’. Dit zegt niet dat je niet mag nadenken. Dat je niet in een spiegel mag kijken om te checken of je blouse goed dichtgeknoopt is of iets dergelijks. Dit spreekt erover dat dit niet je focus moet zijn, je bent er niet op gefocust, bent niet bezorgd. Je maakt je geen zorgen over wat je aan zult doen, wat je eet, waar je slaapt. In plaats daarvan maak je gewoon gebruik van wat God jou heeft gegeven, je stelt het Koninkrijk van God op de eerste plaats, en God zal je bovennatuurlijk zegenen en voor al die fysieke behoeften zorgen. In vers 26 staat dan: Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? God zorgt voor de vogels, de mussen en al die dieren. Er is een Schriftgedeelte dat erover spreekt dat God hen voedt uit Zijn hand (Psalm 145:16). God zorgt voor Zijn schepping. Als God al zorgt voor de dieren, hoeveel meer zijn wij niet dan een dier? Er is een gigantisch verschil tussen een persoon, geschapen naar het beeld en gelijkenis van God, en een dier, dat alleen maar een dier is. God __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 91
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ houdt nog véél meer van ons, dan dat Hij van die dieren houdt. En als God dus zorgt voor Zijn geschapen dierenwereld, hoeveel te meer zal Hij voor ons zorgen? Deze dingen worden gezegd om onze angsten, onze vrees te ontzenuwen als we denken: ‘als ik mijn financiën neem, en het koninkrijk van God op de eerste plaats ga stellen en ik ga tienden geven en offers brengen en al dat geld weggeven, hoe moet het dan met mij? Wie gaat er voor míj zorgen?’ Gód zal voor je zorgen. En God zal béter voor jou zorgen dan je zelf zou kunnen. 6 De NL vertaling is hier beter dan de King James, omdat het er om gaat dat je geen zórgen maakt over. Het woord bezorgd drukt dat mooi uit. Het gaat verder in vers 27 met te zeggen: Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? Je kunt jezelf niet langer maken door er aan te denken. Weet je, God heeft jouw lengte vastgesteld. God bepaalt dat soort dingen en als God voor je zorgt en al dit soort dingen in de hand heeft, zal Hij ook in het financiële gebied voor je zorgen. Dat hoeft helemaal niet allemaal op jouw schouders te rusten. Als jíj het Koninkrijk van God op de eerste plaats stelt, zal God financieel voor jou zorgen. Vers 28: En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: 29 zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Salomo, in ál zijn glorie! Hij had een troon die uit ivoor was gesneden en aan beide zijden stonden leeuwen uit ivoor gesneden met goud overtrokken. Hij had zó’n voorspoed dat ze zelfs geen waarde meer hechtten aan zilver, in zijn dagen. Ze gooiden zilver in zijn tijd op straat als stenen. Hij was de rijkste mens die ooit op aarde heeft geleefd. En toch zegt God dat een lelie van het veld mooier gekleed is dan Salomo ooit was. Als God zorgt voor een lelie, die hier maar een korte tijd bestaat en dan sterft en verwelkt, hoeveel te meer zal Hij voor jou zorgen. 30 Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Ik weet dat sommigen van jullie moeite hebben met wat ik zeg en zeggen: ‘Maar als ik tienden ga geven, en offers en deze dingen doe, wie gaat er voor míj zorgen?’ En je vindt het moeilijk te geloven dat God het zal doen. Maar Hij zegt: ‘Als God dit doet voor het gras in het veld en de vogels in de lucht, hoeveel méér zal Hij het niet doen voor jullie. Oh, jullie kleingelovigen. Als jij dit moeilijk vindt, dan heb je klein geloof. Dan komt dat doordat je níet gebruikt wat God jou heeft gegeven. Ik was dit onderwijs begonnen met Lukas 16 vers 10, waar staat dat dit het mínste (geringste) gebied is om God te vertrouwen, dat is op het gebied van financiën. Als jij niet kunt geloven dat door een deel van wat je hebt te nemen en God te gehoorzamen, en terug te geven aan het Koninkrijk van God, en dat God dan voor je zal zorgen, dan ben jij zo’n: ‘Oh gij kleingelovige.’ In vers 31 staat: Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? 32 Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. 33 Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden. Wat alles zal u geschonken worden? Kleding, voedsel, waar je slaapt, waarmee jij je kleedt en al dit soort dingen die Hij hier heeft opgenoemd. Dit is een belofte, dat als jij het Koninkrijk van God op de éérste plaats stelt, dat God voor jou zal zorgen. En God zal beter voor jou zorgen, dan jij voor jezelf kunt zorgen, met minder moeite dan dat jij voor jezelf zorgt. De zorgen, de angsten, de frustraties, de ongerustheid die je hebt over jouw financiële toekomst, zouden állemaal zijn verdwenen als jij begint God op de eerste plaats te stellen, en éérst het Koninkrijk van God te dienen. We naderen het einde van dit onderwijs en ik heb over heel veel dingen gesproken. Wat ik nog wil doen is spreken over de kracht van partnerschap en je vertellen dat door een partner te zijn in de bediening van een ander, dit speciale voordelen heeft. Er is dus een zegen voor het geven. Ik heb al heel wat Schriftplaatsen daarvoor gebruikt en hierover gesproken. Maar er ligt nog een speciale zegen op partnerschap, en er zijn ook verzen die daarover spreken, die ik hier naar voren wil brengen. In Filippenzen 1 spreekt de apostel Paulus tot de mensen in Fillipi. En in Filippenzen 1 vers 3 zegt hij: Ik dank mijn God, zo dikwijls ik uwer gedenk; 4 immers, in al __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 92
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ mijn gebeden bid ik telkens voor u allen met blijdschap, 5 wegens uw deelhebben aan de prediking van het evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. Het woord deelhebben in vers 5 is het Griekse woord ‘Koinonia’ en betekent letterlijk partnerschap (gemeenschap). Paulus dankt deze mensen dus voor hun partnerschap in het evangelie. Nu, let op in vers 3, dat hij God dankt, iedere keer als hij aan hen denkt. Altijd, in al zijn gebeden bidt hij voor hen met vreugde. Wat was de oorzaak van deze reactie van Paulus? Vers 5 zegt dus: vanwege jullie partnerschap, jullie deelhebben aan de prediking van het evangelie, vanaf de eerste dag tot nu toe. Deze mensen hadden op een grotere manier aan Paulus gegeven dan wie dan ook. Als ik tijd had, zou ik verschillende verzen hier in het boek Filippenzen met jullie doornemen, maar ik blader even door naar Filippenzen 4, en laat je wat andere dingen zien die Paulus te zeggen had over deze mensen in Fillipi. In vers 10 staat: Ik heb er mij ten zeerste over verblijd in de Here, dat gij nu eindelijk uw belangstelling in mij hebt kunnen verlevendigen, omdat gij wel belangstelling had, maar niet de gelegenheid. Ik kan niet te veel tijd besteden om dit allemaal uit te pluizen, maar deze mensen zonden Paulus kleding, perkamenten, geld en dingen om te voorzien in de noodzakelijke behoeften van de apostel Paulus. En er staat dat hun belangstelling in hem verlevendigd (herleefd) was, omdat ze wel belangstelling hadden, maar niet de gelegenheid. Dit wijst terug naar het feit dat de mensen in die dagen niet de communicatie- en transportmogelijkheden hadden die wij tegenwoordig hebben. Deze mensen uit Fillipi waren partners geweest, regelmatige ondersteuners van de apostel Paulus. En zij waren heel gul geweest om hem te helpen het evangelie te verspreiden naar andere plaatsen in de wereld. Maar de apostel Paulus werd gearresteerd toen hij in Jeruzalem was, en twee jaar lang zat hij in de gevangenis. Vervolgens ging hij op transport naar Rome in een gevangenisschip. Hij leed schipbreuk en spoelde aan op een eiland. En dus was hij zeker drie jaar lang buiten bereik. Ze hadden niet de communicatiemiddelen, zoals wij die tegenwoordig hebben. Er waren geen telefooncellen en dergelijke dingen. Ze hadden dus geen idee waar de apostel Paulus was. Tenslotte hoorden ze dat hij in Rome was aangekomen en in Rome in de gevangenis zat. En zogauw deze mensen weer in de positie waren om hem te helpen, stuurden ze onmiddellijk kleding, perkamenten, dingen om te studeren, financiën om hem te helpen, mensen om hem te dienen. En deze mensen waren gevers en nogmaals, zij begonnen te geven en de bediening van de apostel Paulus te ondersteunen. Hier heeft hij het dus over. Hij zegt: ‘Ik prijs God dat jullie zorg voor mij weer opgebloeid is,’ en ze hadden het eerder willen doen, maar ze hadden niet de gelegenheid gehad omdat ze niet wisten waar hij was. Er was geen communicatie etc. In vers 11 staat: Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen. 12 Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. 13 Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft. Hij zegt hier dus: de reden dat ik mij verheug over de herleving van jullie zorg voor mij is niet om zelfzuchtige redenen. Hij zegt: ik heb geleerd het zonder dingen te stellen, ik heb geleerd in overvloed te zijn of gebrek te lijden. Ik kan alle dingen doen door Christus. Hij verheugde zich niet uit zelfzuchtige redenen. Hij verheugde zich, omdat hij het hart van deze mensen zag, en hij wist dat zij door aan hem te geven in feite aan God gaven. Dat dit op hun rekening ten goede zou komen te staan. Het zou voor hen de vensters van de hemel openen en zorgen dat God een zegen op hen zou uitstorten. En dat was de reden dat Paulus zich verheugde. In vers 14 staat: Toch hebt gij er goed aan gedaan, te delen in mijn verdrukking. 15 Gij weet het zelf ook wel, Filippenzen; in het begin van mijn evangelieprediking, toen ik uit Macedonië vertrok, heeft geen enkele gemeente met mij in rekening van uitgave en ontvangst gestaan dan gij alleen. Dit zegt dus dat wanneer hij spreekt over jullie delen met mij, dat het erover gaat dat ze financieel gaven. Ze hielpen Paulus het evangelie naar andere mensen te brengen. En Paulus stelt iets verbazingwekkends hier in vers 15. Hij zegt dat géén enkele kerk met hem in contact stond voor zijn uitgaven en __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 93
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ ontvangst dan zij alleen. Ik vind dit echt heel triest. Dit is echt tragisch als je er echt over nadenkt. Hier is de apostel Paulus, en natuurlijk waren er nog anderen die met hem meereisden, die hun leven opofferden. Toen zij naar Fillipi gingen, de plaats waar hij hier ook naar schrijft, werd hij in de gevangenis van Fillipi gegooid, en ze probeerden hem te vermoorden. Maar God had hem bovennatuurlijk bevrijd. Er kwam een aardbeving die al hun boeien verbrak. En in plaats van dat zij de gevangenis uitrenden om te ontsnappen bleven ze daar en leidden de gevangenisbewaarder tot de Heer. Uiteindelijk werden ze vrijgelaten. Maar ze leden dus heel erg. Ze stelden hun leven in de waagschaal. Ze deden al die dingen, en maar één groep mensen, de Filippenzen, zij waren de enigen uit alle groepen mensen van Lystra, Iconeum, Derby, Thessaloniki, Berea, ál de plaatsen waar de apostel Paulus diende was er maar één groep, de Filippenzen die geld stuurden om hem te helpen het evangelie ergens anders te prediken. Met andere woorden, de apostel Paulus ging naar al die verschillende plaatsen en terwijl hij daar was, gaven mensen aan hem en namen hem op in hun woningen, gaven hem te eten en hielpen hem in zijn behoeften te voorzien. Maar als hij weer wegging moest hij het weer zelf uitzoeken. En iedere keer als hij in een nieuwe stad was, moest hij in principe weer van de grond af aan beginnen, weer afhankelijk zijn van de vrijgevigheid van de mensen aan wie hij het evangelie verkondigde. Weet je, dat is niet de manier zoals God dit had bedoeld. De apostel Paulus zou dit niet zo hoeven te doen. Mensen zouden zó dankbaar moeten zijn voor wat God in hun leven had gedaan, voor hun redding, dat zij heel graag voor hem gezorgd zouden hebben toen hij bij hen was. En als hij wegging, zouden ze hem moeten hebben zegenen op zo’n manier dat hij zich geen enkele zorg zou hoeven te maken over wat voor financiën dan ook. Ze hadden hem moeten zegenen, maar er was slechts één groep mensen die dit had gedaan en dat waren deze Filippenzen. En dat was de reden waarom de apostel Paulus zo dankbaar was, iedere keer als hij aan de Filippenzen dacht, omdat deze mensen uit zichzelf hadden gegeven. Deze mensen hadden niet alleen het evangelie ontvangen, en Paulus had door het zien van hun veranderde leven zegen en vreugde ontvangen. Dat was geweldig, maar deze mensen waren een stap verder gegaan en begonnen degene die hen het Evangelie had verkondigd te zegenen. En de apostel Paulus verheugde zich daar over. In vers 16 zegt hij: ‘Want ook te Tessalonica hebt gij mij een en andermaal ondersteuning gezonden. Dat is ouderwetse taal om te zeggen dat ze hem tweemaal geholpen hebben met geld terwijl hij in Thessaloniki was. Dat was ook nodig omdat Tessalonica zijn bediening niet zo heel goed ontving en hij eigenlijk de stad werd uitgegooid. Er was dus niet zoveel financiële steun toen hij daar diende. En als de Filippenzen er niet waren geweest, had hij die bediening wellicht niet kunnen volhouden. Deze Filippenzen waren gevers, veel meer dan nodig was voor henzelf om het evangelie te ontvangen. Ze gaven aan de apostel Paulus en hielpen hem het Evangelie aan Thessaloniki en aan Berea te prediken. En in vers 17 zegt hij: ‘ Niet, dat het mij om de gave te doen zou zijn, maar het is mij te doen om de opbrengst, dat als een tegoed op uw rekening aangroeit. De reden waarom de apostel Paulus zich zozeer verheugde over het geven van deze Filippenzen was helemaal niet om het voordeel wat het voor hemzelf opleverde. Het hielp hem natuurlijk, maar hij verheugde zich niet uit zelfzuchtige motieven. Hij verheugde zich omdat hij wist dat als zíj een partner begonnen te worden in het evangelie, dat zij dan ook vrucht zouden ontvangen die op hun rekening zou komen. Dat is hetzelfde principe dat ik al heb aangevoerd en waar ik, met vele Schriftplaatsen ondersteund, over gesproken heb, dat als je geeft, aan jou teruggeven zal worden. Als jij de Heer eert met de eerste vruchten van je winst, dat God jou voorspoedig gaat maken, dat je overvloed gaat kennen. Het is gewoon een belofte, dat als je geeft, je zult ontvangen. Paulus verheugde zich dus niet omdat híj er voordeel van ontving, maar omdat hij wist dat het de Filippenzen zou gaan zegenen. En in vers 18 zegt hij: ‘ Nu is alles voldaan en ik ben rijkelijk voorzien; alles is aangezuiverd, nu ik van Epafroditus het door u gezondene ontvangen heb, een welriekend, een aangenaam, Gode welgevallig offer. Dit was dus minstens de derde keer, __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 94
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ in ieder geval die opgeschreven is, en ik denk wel dat het vaker was geweest. Maar minstens drie keer hebben deze Filippenzen gegeven. En het was geen symbolische of een kleine gave. Om hem alleen maar in leven te houden. Hij zegt: ‘ik ben voldaan, van alles rijkelijk voorzien.’ Ze hebben hem bovennatuurlijk gezegend. De Schrift zegt in 1 Timotheüs 5 waar het gaat over dat je zou moeten geven aan degenen die je voeden: ‘ 17 De oudsten, die goede leiding geven, komt dubbel eerbewijs toe, vooral hun, die zich belasten met prediking en onderricht. En als je dat binnen de context van 1 Timotheüs 5 leest spreekt dat over financiën. Mensen die het goed doen in het dienen van mensen en de prediking van het evangelie zouden dubbel moeten ontvangen. Deze mensen zegenden de apostel Paulus zozeer dat hij zei: ‘Ik ben voldaan, ik ben rijkelijk voorzien.’ Maar vervolgens zegt hij in Filippi 4 vers 19. En dat is een heel bekend Schriftgedeelte, dat mensen over het algemeen uit de context rukken, en het gebruiken om dingen te laten zeggen, die de Schrift niet werkelijk zegt. Dít gedeelte rust op ál de andere dingen waar we over gesproken hebben. Over deze partners, die offervaardig hebben gegeven, en overvloedig hebben gegeven om de apostel Paulus te zegenen. Dán zegt de apostel Paulus ‘19 Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus.’ Nogmaals, dit vers uit zijn context halen en maar toe te passen op iedere willekeurige doorsnee heilige, dat het zegt dat God in al hun behoefte gaat voorzien, is gewoon geen juiste stelling. Ik geloof natuurlijk wel dat God iédere persoon wil zegenen. Zélfs niet gelovigen. God doet Zijn zon opgaan over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 7God zegent zelfs mensen die buiten het lichaam van Christus zijn en geeft hen de regen. Maar zeker als je deel bent van het lichaam van Christus, wil God je zegenen en er zijn allerlei andere Schriftgedeelten, waarop je dit kunt baseren, hoe God behagen heeft aan de voorspoed van Zijn dienaar. 3 Johannes vers 2 zegt: Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat. Er zijn heel veel Schriftplaatsen waar je op kan staan om te geloven dat God je wilt zegenen. Maar dít vers, over hoe God in ál je behoeften voorziet naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid in Christus Jezus, dít vers is speciaal van toepassing op partners. Mensen die geven en niet alleen maar geven om te voorzien in wat nodig is, dat zíj het evangelie ontvangen, maar mensen die geven om te helpen het evangelie te prediken búiten hun eigen stad. In moderne taal spreekt dit over iemand die niet alleen maar geeft om een tape te krijgen, of een boek, of een video, of iets dergelijks dat hen rechtstreeks zelf bedient. Dit gaat over mensen die partner zijn van een kerk, of een zendingsprogramma, of een bediening. En zij helpen het evangelie te 7 Mattheüs 5: 45 opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader, die in de hemelen is; want Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. zenden naar iemand anders. Als jij dát begint te doen, als je een partner wordt, en begint te geven, niet alleen om het evangelie naar jezelf te krijgen, maar het evangelie naar ánderen te krijgen, als je dát begint te doen, dan wordt je een partner en dán wordt je ook ‘kandidaat’ voor Filippenzen 4:19 dat: Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus. Er is een speciale zegen voor mensen die partner zijn van bedieningen die het mogelijk maken het evangelie aan andere mensen te verkondigen. Mensen, dit is een krachtige waarheid. En als je dit goed zou begrijpen, als je op regelmatige basis zou beginnen te geven, zoals Paulus zegt in 1 Korintiërs 16 vers 2 elke eerste dag der week legge ieder uwer naar vermogen thuis iets weg, en hij spare dit op, opdat er niet eerst na mijn komst inzamelingen moeten gehouden worden. Dit spreekt dus over systematisch geven, niet gebaseerd op een emotionele reactie op iets waarbij iemand jouw gevoelens weet te raken en dat je dáárom geeft. Nee, je zou op een systematische en regelmatige basis moeten geven. En als je dat gaat doen, niet alleen om het evangelie naar jou te krijgen, maar specifiek om een partner te worden in het koninkrijk van God, om het evangelie naar andere mensen te krijgen. Als je dat begint te doen, zal dat een bovennatuurlijke, goddelijke stroom van voorspoed naar jou toezenden. Daar spreken deze verzen over. Ik weet niet of je dit ooit eerder in dit licht hebt bekeken of niet. Ik daag je __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 95
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ uit om dit Schriftgedeelte, of lees eigenlijk maar eens het héle boek Filippenzen, vooral in het licht te zien van Filippenzen 1:5 waar hij spreekt over hen als partners. Als je dit in zijn context leest, betreft dit een speciale zegen voor mensen die partners worden in het brengen van het evangelie naar andere mensen. Ik heb iemand het eens op deze manier horen zeggen: ‘Als je werkelijk gezegend wilt worden, dan moet je een bediening vinden, die een echt heel goed werk doet in de verkondiging van het evangelie. Én die een grote visie heeft. En wordt vervolgens een partner van hen. Als je dat doet, is dat de manier waarop God die bediening zegent die Zijn opdracht uitvoert en het Koninkrijk verkondigt, door de partners van die bediening te zegenen. De zegen moet door de partners heengaan, vóór het tot de bediening komt, voordat het rechtstreeks naar het evangelie gaat, in de verkondiging en het raken van mensen hun levens.’ Als je dus echt voorspoedig wilt zijn, dan is een van de snelste manieren om voorspoedig te zijn, een bediening te vinden die een goed werk doet in de verkondiging van het Evangelie. Een kerk of een zendingsorganisatie die echt krachtig is gezalfd door God, en door van hen een partner worden en te zeggen: ‘God, ik wil mijzelf beschikbaar stellen:’ Zoals het hier staat in 2 Korintiërs hoofdstuk 9 vers 10: ‘Hij nu, die zaad verschaft aan de zaaier. Met andere woorden, God geeft geld aan mensen die het zullen geven aan iemand anders. Die niet alleen maar zitten en het alles zelf opeten. Als jij jezelf hiermee identificeert en zegt: ‘God, ik ga een gever worden, ik word een partner. Ik wil deze kerk helpen deze stad te veranderen. Ik wil deze mens helpen het evangelie over de hele wereld te verkondigen. Ik wil deze radio, deze televisiebediening helpen. Ik wil dat het evangelie verkondigd wordt. God, ik wil hun partner zijn. Heer, hier identificeer ik mij mee. Ik ben een zaaier, en ik beloof dat naarmate U dit geld naar mij toe brengt, U het dóór mij heen krijgt. Ik zal geen dam opwerpen en het allemaal voor mezelf gebruiken. Ik ga deze zegen door mij heen laten stromen, en wordt een partner in het verkondigen van het Evangelie!’ Als jij dat doet, verzeker ik je dat God een bovennatuurlijke stroom financiën op gang gaat brengen. Ik heb deze verzen al eerder gebruikt, maar laat me nogmaals dit punt maken. 2 Korintiërs 9: ‘10 Hij nu, die zaad verschaft aan de zaaier en brood tot spijze, zal u uw zaaisel verschaffen en vermeerderen, en het gewas uwer gerechtigheid doen opschieten’, God geeft zaad aan zaaiers. God geeft geld aan mensen die het zullen gebruiken om het Koninkrijk te bevorderen. Als jij een partner van God wordt, en het Koninkrijk van God op de eerste plaats stelt, en je begint systematisch te geven, dan komt er een bovennatuurlijke stroom financiën naar jou op gang. Het is een Schriftuurlijk principe. En ik weet dat heel veel mensen mijn motieven verdenken, als ik dit soort onderwijs geef, maar ik verzeker je dat het de waarheid is. En voor mij werkt het! Ik geef, ik geef offervaardig aan andere mensen, en voor mij werkt het. En ik zeg je gewoon dat het ook voor jou zal werken. Kijk ook eens naar dit Schriftgedeelte uit Spreuken 18:16 waar staat: ‘Iemands geschenk maakt ruimte voor hem en brengt hem in de tegenwoordigheid der groten.’ Man, dat is een krachtig Schriftgedeelte. De gift van een mens maakt ruimte voor hem en brengt hem voor het aangezicht van de groten. Vroeger geloofde ik en onderwees ik, dat deze ‘gift’ zoiets als een zalving was. Ik heb bijvoorbeeld een gave van onderwijs. En ik dacht dat als ik het goed zou gebruiken, God deuren voor me zou openen en mij bij belangrijke mensen zou brengen, vanwege deze gave van onderwijs die ik ontvangen heb. Maar laat ik wat dingen met je delen die ik heb ontvangen terwijl ik verder op dit Schriftgedeelte studeerde. Een deel hiervan heb ik geleerd door het onderwijs van een goede vriend van mij, Bob Yandian van Grace Fellowschip Church in Tulsa Oklahoma. In ieder geval, het Hebreeuwse woord dat hier gebruikt wordt in Spreuken 18:16 is m.a.t.t.a.n. Ik ga niet proberen het uit te spreken. Maar het betekent een geschenk. In het Oude Testament is het vijf keer gebruikt en in twee gevallen, Spreuken 19:6 Velen smeken het aangezicht van de prins; en een ieder is een vriend voor hem die giften geeft. Het woord ‘giften’ is hier precies hetzelfde woord dat als ‘gift’ is vertaald in spreuken 18:16. En in Spreuken 19:6 gaat het erover dat velen het aangezicht van de prins zoeken, en dat iedereen een vriend is van degene __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 96
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ die geschenken geeft. Dit spreekt heel duidelijk níet over een zalving of een gave zoals een onderwijsgave, of een zalving om aan de zieken te kunnen bedienen. Dit spreekt over een geschenk, iets als een geschenk in geld of met geldwaarde. Spreuken 15:27 laat me dat voorlezen, daar staat: 27 Wie hunkert naar onrechtmatige winst, vernielt zijn eigen huis; maar wie geschenken haat, zal leven. Dit spreekt echt niet over het haten van een zalving of een roeping op iemands leven. Dit gaat over het haten van steekpenningen. Daar gaat dit over. Een geschenk. Dit is dus exact hetzelfde Hebreeuwse woord dat in al deze drie passages werd gebruikt. We gaan dus terug naar Spreuken 18:16 en kijken hiernaar. Dit zegt dat iemands geschenk ruimte voor hem maakt en hem voor de groten of hooggeplaatsten brengt. Als je dat Hebreeuwse woord neemt en ernaar kijkt in Spreuken 15:27 en Spreuken 19:6 en de andere manieren waarop precies datzelfde woord wordt gebruikt, laat het geen twijfel over dat dit niet spreekt over een roeping, of een zalving op iemands leven, maar veeleer spreekt over een geschenk, een cadeautje. Een steekpenning aan de negatieve kant, maar een geschenk aan de positieve kant. Dit zegt dus dat een gift, een geschenk in geld of natura dat je geeft, ruimte voor je zal maken, en je voor grote mensen brengt. Dit legt gewoon een principe vast, dat zelfs in het natuurlijke gebied, als je geschenken geeft, dit deuren zal openen. Het zal je voor grote mannen brengen. Het volbrengt dingen voor je. De negatieve kant hiervan is een steekpenning, of omkoopsom. We zijn er allemaal mee bekend hoe mensen anderen omkopen en ze dingen laat doen, omdat ze een geschenk ontvangen hebben. Maar er is ook een positieve kant aan. Een geschenk hoeft helemaal niet op de negatieve manier gebruikt te worden zoals een steekpenning. Een gift kan ook een positief iets zijn, dat deuren voor je zal open en je voor grote mannen zal brengen. En natuurlijk kun je dit alleen op een natuurlijke manier gebruiken. Als je iemand wilt spreken kunt je een geschenk geven, een fysiek geschenk. Er is een andere Schriftplaats waar staat dat als je een geschenk geeft, je toorn kunt afwenden (Spreuken 21:14). Een heimelijke gave doet de toorn bedaren, een geschenk in de buidel hevige gramschap. Je kunt toorn afwenden door een geschenk. In het natuurlijke gebied kun je dit zien. Als je een collega zou hebben, die altijd tegen je tekeer gaat, en je hebt voortdurend problemen met hem/haar, weet je dat je die boosheid kunt bedaren door deze persoon een cadeautje te geven? Het moet natuurlijk wel in alle oprechtheid gebeuren. Als je het huichelachtig doet, kritisch of sarcastisch dan kan het de zaak nog erger maken. Maar als je gewoon een cadeautje zou geven aan iemand die geïrriteerd is over je, weet je dat het toorn doet bedaren? Dat is wat de Schrift hier zegt. Een geschenk in het natuurlijke gebied zal dus problemen oplossen en deuren voor je openmaken. Maar weet je dat een geschenk in de geestelijke wereld gelijksoortige dingen doet? Een geschenk, en dan spreek ik hier over geven en voorspoed, als je geeft, zal dat geestelijke deuren voor je open maken. Het opent gelegenheden voor je. Het zal je voor grote mensen brengen. Ik weet dat sommige mensen hier een afschuw van hebben, omdat je dit onmiddellijk als omkoperij gaat beschouwen en daarom zijn ze er ogenblikkelijk sceptisch over. Maar er is een juiste manier om geschenken te gebruiken. Laat ik een voorbeeld hiervan in de Schrift geven. In 1 Koningen 10, waar het gaat over de koningin van Sheba, die had gehoord over de wijsheid van Salomo. En zij wilde Salomo opzoeken en met enkele moeilijke vragen op de proef stellen, om uit te zoeken of hij werkelijk zo wijs was, als al deze verslagen beweerden. Of hij ook zo rijk was als gezegd werd. Dus hier in 1 Koningen 10 staat, in vers 1: De koningin van Seba vernam de roep omtrent Salomo in verband met de naam des HEREN. Toen kwam zij om hem door raadselen op de proef te stellen. 2 Zij kwam dan naar Jeruzalem met een zeer groot gevolg, kamelen, beladen met specerijen, zeer veel goud en edelgesteente. Nadat zij bij Salomo gekomen was, sprak zij tot hem alles wat zij op haar hart had. 3 En Salomo loste al haar vraagstukken op; niets was voor de koning te diepzinnig om voor haar op te lossen. 4 Toen de koningin van Seba al de wijsheid van Salomo zag, en het huis dat hij gebouwd had, 5 de spijze van zijn tafel, het zitten van zijn dienaren, het staan van zijn bedienden en hun kleding, zijn dranken en zijn __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 97
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ brandoffers die hij in het huis des HEREN placht te brengen, toen was zij buiten zichzelf. Wij zouden nu zeggen, ze was totaal verbluft. Ze was totaal overdonderd door de majesteit, de glorie en de pracht van alles wat Salomo had. In vers 6 zegt ze tegen de koning: 6 En zij zeide tot de koning: Het is dus waar, wat ik in mijn land over u en uw wijsheid gehoord heb, 7 maar ik geloofde de woorden niet, totdat ik kwam en het met eigen ogen zag; waarlijk, de helft was mij niet aangezegd; gij hebt in wijsheid en welvaart de roep overtroffen, die ik vernomen had. 8 Gelukkig zijn uw mannen, gelukkig deze dienaren van u, die gedurig in uw dienst staan, die uw wijsheid horen! 9 Geprezen zij de HERE, uw God, die zulk een welgevallen aan u had, dat Hij u op de troon van Israël geplaatst heeft! Omdat de HERE Israël voor altoos liefheeft, heeft Hij u tot koning aangesteld om recht en gerechtigheid te oefenen. Dit is dus het verhaal over de koningin van Sheba die naar Salomo kwam. Maar je moet hier een beetje over nadenken. Ik weet dat dit voor sommige mensen moeilijk is om te doen, omdat ze niet gewend zijn na te denken als ze de Bijbel lezen. Ze gebruiken haar als amusement, of om te zeggen: ‘Kijk eens God wat ik gedaan heb.’ Maar als je echt eens je verstand gebruikt als je dit leest, zou het je werkelijk helpen om te begrijpen wat hier echt aan de hand was. Weet je, Salomo was de wijste en de rijkste man op de hele aarde en er staat dat mensen van over de hele wereld kwamen om bij hem navraag te doen en zijn wijsheid te ontdekken. Laat mij gewoon eens vragen. Als jij naar de president van de Verenigde Staten zou gaan, of van welk land waarin je ook woont. Het doet er niet toe of het een Europees land is, of een Afrikaans, Australië, India. Dit programma wordt over de hele wereld beluisterd. Waar het ook is. Als jij naar de president of de leider van jouw land zou gaan, zou jij denken dat je daar gewoon maar naar binnen kunt lopen? Zoals in ons land, denk je dat je zomaar naar het Witte Huis kunt gaan en aanbellen, en dat de president dan naar buiten komt om met jou te praten? Nou, dat denk ik niet. En ik geloof persoonlijk dat Salomo in zijn dagen meer roem had, meer in aanzien stond, veel beroemder was dan de leider van welk land dan ook. Als jij al niet gewoon naar de president van jouw land kunt gaan en een audiëntie verkrijgen, je zou in de rij moeten gaan staan en dan is er een heleboel protocol waar je doorheen moet, ik kan je verzekeren dat dit ook in de dagen van Salomo zo was. Hoe verkreeg de koningin van Sheba in feite toegang tot Salomo? Ik zou niet op hebben gekeken van een wachtlijst van 6 maanden tot een jaar voor een gesprek met Salomo. Hoe regel je zoiets? Nou, kijk naar 1 Koningen 10:10 waar staat: Zij gaf de koning honderd twintig talenten goud, zeer veel specerijen en edelgesteente; zulke specerij, als de koningin van Seba aan koning Salomo gaf, is er nooit meer aangekomen. Weet je wat honderd twintig talenten goud waard is? Ik heb dat hier ergens opgeschreven. Een talent kwam overeen met 75,5 pond. Dat betekent dat 120 talenten overeen kwam met 9060 pond oftewel 144.960 ounces goud. Afhankelijk van welke koers je gebruikt voor goud, ik heb hier $ 300, - per ounce staan, maar een van mijn stafleden heeft mij verteld dat afgelopen week de koers van goud bóven de $ 500,- per ounce is afgesloten. Als je de koers van $ 300, per ounce zou gebruiken, gaf de koningin van Sheba Salomo een geschenk ter waarde van 43.488.000 euro aan goud. Als je de vijfhonderd euro per ounce koers zou gebruiken, zou dat neerkomen op een waarde van 72.080.000 euro aan goud. Weet je waarom de koningin van Sheba binnen kon komen om Salomo te spreken? Of hoe ze vooraan in de rij wist te komen? Het is precies zoals dat vers dat ik gebruikte, Spreuken 18:16, waar staat dat iemands geschenk ruimte voor hem maakt en hem brengt voor het aangezicht der groten. De koningin van Sheba gebruikte een geschenk van 72 miljoen of 43 miljoen, afhankelijk van welke koers je gebruikt. Zij gebruikte een geschenk met een waarde van tientallen miljoenen euro aan goud. En dan zijn al die specerijen en juwelen en andere edelstenen die ze meebracht nog niet meegerekend. Ze kan hem gemakkelijk voor meer dan honderd miljoen euro waarde aan geschenken hebben gegeven. En weet je wat dat deed? Het bracht haar vóóraan in de rij. En het gaf haar de gelegenheid de wijste man op de hele aarde te horen. En zij bracht niet maar een klein beetje tijd bij hem door, een audiëntie van vijf minuten of zo. Maar ze zag in feite __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 98
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ hoe hij dineerde, ze at met hem, zag zijn bedienden en al die dingen. Het suggereert dat ze verschillende dagen met hem doorbracht. Wij weten natuurlijk niet precies alle details, maar dit geschenk opende haar een deur en schiep ruimte voor haar, en bracht haar bij de grootste mens van die dagen. Dat is dus de positieve kracht van een geschenk. En nogmaals, wij zijn zó zeer tegen omkoperij, en de negatieve kracht van een geschenk, dat mensen soms niet eens willen erkennen dat een geschenk op een goddelijke manier gebruikt kan worden, op een positieve manier. Wij denken dat iedere keer als je een geschenk gebruikt om iemand te beïnvloeden, dat iets negatiefs en goddeloos is. Maar hier heb je dus de koningin van Seba, die een geschenk precies zo gebruikt als waar over gesproken wordt in Spreuken 18:16. Om een deur te openen, en ruimte voor haar te maken en haar voor grote mannen te brengen. Weet je dat het geven van giften, als jij financieel gaat geven, dit in de geestelijke wereld net zoiets voor ons doet? Het opent een deur voor je. Het maakt ruimte voor je. Het brengt je voor grote mannen. Nogmaals, ik heb het niet over om dit te gebruiken voor een kwaadaardig doel, met een verkeerde instelling van je hart, die het gelijk zou stellen aan een omkoopsom. Maar ik zeg, dat als je geeft, je moet beginnen te erkennen dat deze gift ruimte voor je begint te maken. Het zal geestelijke dingen voor je openen. En ik probeer alleen maar dit principe vast te stellen, dat als jij partner wordt van een bediening, je moet beseffen dat je door te geven en door een partner te worden met iemand, je de zalving en de zegening die op dat leven is, naar jou zelf toe begint te trekken. En als jij geeft wordt je in feite deelhebber aan de zegen en aan de zalving die ligt op de bediening waaraan je geeft. Dat heeft een goede en een slechte kant. De slechte kant is, dat als je aan een slechte bediening geeft, een die niet het ware evangelie predikt, dan word je ook deelhebber aan de negatieve kanten van dat leven. Maar je wordt een partner van iemand als je geeft, en je begint dan ook deel te hebben aan de zegening die op dat leven rust. Laat me je hiervan een voorbeeld geven. Van enkele heel goede vrienden van mij. Charly en Gill leBlanc. Zij reizen met ons mee en leiden de lofprijs en aanbidding in onze Gospel Truth Seminars. Ze zijn een geweldig stel. Ik ken hen al 25 tot 30 jaar. En Charly en Gill hebben in het begin van hun bediening in heel veel kleine kerkjes gediend. En daarom hadden zij echt een verlangen om met hun giften een zo groot mogelijke invloed uit te oefenen. Daarom gaven ze aan pastors van kleine kerkjes, ze gaven aan zendelingen die geen grote ondersteuningsbasis hadden. En hun giften hebben deze mensen echt geholpen en hebben een grote invloed gehad. Zij gaven in feite daar, waarvan zij wisten dat hun gift de grootste invloed zou hebben op mensen. Maar de Heer begon jaren geleden hun hierop aan te spreken dat ze niet alleen op die manier moesten geven, om andere mensen te helpen, maar dat ze moesten gaan geven aan bedieningen die hén zouden helpen. Dat hun geven deuren voor hen zou openen. Dat ze zo deel zouden kunnen hebben aan de zegeningen en de zalving die op die bedieningen rust, doordat zij daaraan zouden geven. Charly en Gill studeerden af van de Bijbelschool waar ze leerden en begonnen te geven aan Kenneth Hagin’s bediening. Natuurlijk hadden zo ook van mijn bediening ontvangen en begonnen ze ook aan mij te geven. Ook al waren we vele jaren al vrienden, ze hadden nooit giften aan mij gegeven. Ze gaven aan andere bedieningen. Ze begonnen aan mijn bediening te geven en ze begonnen ook aan de bediening van Joyce Meijer te geven, omdat ze uit dezelfde kerk in Saint Louis kwamen en ze kenden Joyce Meijer vrij goed en daarom begonnen ze ook in hun bediening te zaaien. Binnen zes maanden, nadat ze begonnen te geven aan deze andere bedieningen, belden Dave en Joyce Meijer Charlie en Gill op en vroegen hen uit te eten. En ze vroegen hen of ze de lofprijs en aanbidding in hun seminars wilden gaan leiden. Die hielden ze over het hele land. Charlie en Gill namen het aan. En in ieder geval gingen ze van het bedienen in kerkjes van drie-, vier-, vijfhonderd mensen naar conferenties van 15 tot 20 duizend mensen en meer. En veel daarvan kwam volgens hun eigen getuigenis tot stand, omdat God hen had geleid om te gaan geven aan deze bediening. Hun giften waren maar een heel klein stukje van wat Joyce Meijer nodig had. Ik bedoel, Joyce Meijer draait op zo’n vijf tot acht miljoen euro __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina 99
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ per maand of zoiets. Ik ben er niet zeker van, maar het is een heel groot bedrag. En zij dachten over hun gift, wat zal Joyce er van merken? Of er aan hebben? Maar het ging helemaal niet over het geven aan en het helpen van Joyce, maar wat het deed was, het openen van een deur. Zij namen deel aan die zalving. Toen Dave en Joyce Meijer hen mee uit eten namen en deze positie aanboden om de lofprijs en aanbidding te leiden, weet je dat Joyce vertelde dat ze hen gezien had, dat zij onlangs partners waren geworden en waren begonnen met geven. En ze zeiden dat dit een factor was die een rol had gespeeld dat zij Charlie en Gill hadden gevraagd om hun aanbiddingleiders te worden. Het punt dat ik hier wil maken is, zie je dat als je geeft, dan zegen je niet alleen de mensen aan wie je geeft, maar je begint ook die zalving en die zegening en de gunst van God die op die bediening is, naar jou te trekken. En veel mensen hebben helemaal niet begrepen dat zoiets gebeurt in partnerschap. Ik heb de koningin van Seba als voorbeeld hiervan gebruikt. In 1 Koningen 10 kwam zij om koning Salomo te zien, en ze bracht al dit goud en specerijen mee. En afhankelijk van welke waarde je aan goud toekent, kwam dan uit op een waarde van ruim 43 of 73 miljoen euro aan goud. Dat gaf de koningin van Seba aan Salomo. En het was niet alleen het goud. Ze gaf ook kostbare edelstenen en een hoeveelheid specerijen waarvan wordt gezegd dat er nooit meer een vergelijkbare hoeveelheid specerijen de natie Israël werd binnengebracht. Dus zij gaf waarschijnlijk meer dan 100 miljoen euro waarde aan goederen aan Salomo. En door dat te doen bracht het haar vooraan in de rij. Het opende zijn hart voor haar, hij deelde met haar en deelde zijn wijsheid. En bovendien zorgde het ervoor dat hij aan haar terug ging geven. Ik wil nu dat je deze logica mee blijft volgen. Als een talent goud 75,5 pond goud is. Dus je berekent dat er 120 talenten goud, dat was dus 9060 pond aan goud die zij meebracht. Als je veronderstelt dat een kameel 300 pond goud kon dragen, dan levert dat meer dan 30 kamelen op die het goud droegen. Bij het goud was er nog veel meer specerij dan dat er goud was. Er waren dus minstens 30 kamelen. Het konden ook gemakkelijk 60 kamelen of meer zijn voor de specerijen. Dat levert dus 60 tot 100 kamelen bij elkaar op. En daarboven op kwamen ook de kamelen voor al het edelgesteente. En daarbij ook nog eens de hofdames en bedienden die de koningin bij zich had. Ter bescherming van al dit goud en deze specerijen moest er wel een heel legertje bij zijn geweest. Ik durf dus te beweren dat er minstens twee tot driehonderd kamelen in deze karavaan waren geweest, die door de woestijn naar Israël was gereisd. En de reden dat dit belangrijk is, is dat het betekent dat de koningin van Seba niet incognito had kunnen reizen. Het kon bepaald niet onopvallend zijn. Ik weet bijna zeker dat haar karavaan kamelen een van de grootste stoeten kamelen was die mensen ooit hadden zien langskomen. En mensen viel dit op. En als ze vroegen waar al dit goud en die kostbare stenen en specerijen voor bedoeld waren, en ze hen vertelde dat ze dit ging geven aan de rijkste man op aarde, aan Salomo, kan ik je verzekeren dat er mensen waren die hun wenkbrauwen hierbij fronsten. Ik weet zeker dat er mensen waren die heel kritisch werden. Waarom zou je al dit goud aan Salomo geven? Kijk eens naar alle mensen die je hiermee had kunnen helpen? Ik weet zeker dat er bedelaars waren in alle oases waar ze doorheen trokken. Daar waren mensen in nood. Ik weet wel zeker dat ze door koninkrijken trokken, hele naties, waar het nationale bruto product niet eens 100 miljoen euro bedroeg. Ze had complete naties kunnen veranderen. Ze had bedelaars kunnen helpen. Ze had ziekenhuizen kunnen bouwen. Ze had mensen kunnen helpen en ál die dingen kunnen doen. Maar weet je, je hebt ook liefdadigheidsdoelen, waarmee je mensen zegent, die je niets te bieden hebben. De Schrift spreekt over het omzien naar de armen en dat geloof ik allemaal. En daarom geven wij ook aan mensen die ons op geen enkele manier iets terug kunnen geven. Maar dat is niet de énige soort geven. Er bestaat dus ook zoiets als wat ik partnerschap-geven noem. Daar geef je aan iemand die het evangelie predikt, die een zalving op hun leven heeft, en door dat te doen grijp je in feite die zalving en die zegening vast, die op die persoon of die kerk of die bediening is, __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl 100
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ en worden die zegeningen ook jouw zegeningen. Je wordt feitelijk een partner van hen. Niet alleen in je geven, maar je zult ook ontvangen. Je ontvangt geestelijke voordelen, die een verschil in je leven kunnen uitmaken. En dat is wat de koningin van Seba deed. Zij passeerde al die bedelaars en al die naties die al die rijkdommen die ze had, hadden kunnen gebruiken, en bracht ze naar de rijkste man op de hele aarde en ik weet zeker dat vele mensen haar hebben veroordeeld. Maar toen ze dat deed opende God voor haar een weg, dat Salomo met haar zou spreken, ze ontving die wijsheid en kijk eens wat de Schrift hier zegt, in 1 Koningen 10 vers 13 staat: Koning Salomo gaf aan de koningin van Seba al wat zij begeerde en vroeg, behalve wat hij haar schonk, zoals men dat van koning Salomo verwachten mocht. Daarop keerde zij met haar dienaren terug naar haar land. Nou let op, dat Salomo aan haar gaf zoals men dat van koning Salomo mocht verwachten.8 (De Statenvertaling zeg hier ‘naar het vermogen van den koning Salomo’) En hoe groot was zijn vermogen dan wel? In vers 14 staat: Het gewicht van het goud dat in één jaar voor Salomo binnenkwam, bedroeg zeshonderd zesenzestig talenten goud, 15 behalve wat er inkwam van de handelslieden en van de winst der kramers en van alle koningen van Arabië en van de stadhouders des lands. Met andere woorden, Koning Salomo kreeg in één jaar alleen al zeshonderd zes en zestig talenten goud, en daar bovenop de winst van alle mensen die zaken met hem deden, en alle handelaren die belasting en tol moesten betalen aan hem en de koningen die schatting moesten betalen. Al deze dingen, het is gewoon niet te verhalen hoeveel geld Salomo had. We weten vanuit de Schrift dat Salomo de rijkste man op de hele aarde was, en er wordt zelfs gezegd dat zilver in zijn dagen niet eens als iets van waarde werd geacht. Ze gooiden zilver gewoon weg op de straten. Behandelden het als stenen, omdat er zó’n overvloed aan goud was. 1 Koningen 10:21 Al het drinkgerei van koning Salomo was van goud, en al het gerei van het huis ‘Woud van de Libanon’ was van gedegen goud; er was geen zilver bij; dat werd in de dagen van Salomo niet van waarde geacht. Vers 27a En de koning maakte het zilver in Jeruzalem overvloedig als stenen Salomo was stinkend, onvoorstelbaar, gruwelijk rijk. Ik bedoel, hij kon de kachel met geld stoken. En dit is mijn punt. Als de koningin van Seba aan Salomo ergens rond de 100 miljoen euro aan goederen gaf, en zij gaf dat aan hem, terwijl haar middelen beperkt waren. Als er dan staat dat hij aan haar gaf uit zíjn vermogen, kan ik je verzekeren dat ze heel wat meer ontving dan ze gegeven had! Nogmaals, er staat dat Salomo per jaar alleen al 666 talenten goud binnen kreeg en dat is nog niet eens meegerekend al zijn handelswinst, al de andere zaken en dingen die erbij komen. De naties die hem onderhorig waren en schatting betaalden en die soort dingen. Maar alleen al die 666 talenten goud is gelijk aan 50.283 pond goud, 804.528 ounce goud. Als je dat berekent met een koers van $ 500, - per ounce is dat een waarde van 402 miljoen euro aan goud dat hij jaarlijks kreeg naast al die andere investeringen en landen die hem onderhorig waren en dergelijke dingen. Dit éne getal al, los van al zijn andere inkomsten, betekent dat Salomo pér jaar vijf en een half keer zoveel geld binnenkreeg als de koningin van Seba hem gaf. En nogmaals, dat was nog lang niet al zijn investeringen. Ik weet zeker dat het nog maar een fractie was van al het inkomen dat Salomo in één jaar ontving. Dan was hij ook nog veertig jaar lang koning en zamelde dit allemaal op. De schatten van Salomo waren zó veel groter dan die van de koningin van Seba, dat toen zij deze gift gaf, ze niet alleen zijn wijsheid ontving, zijn gunst, en zijn zegen, maar vervolgens gaf hij aan haar uit zíjn vermogen. En als zij hem 100 miljoen had gegeven weet ik zeker dat ze met twee, driehonderd miljoen of wat ook is vertrokken. 8 Statenvertaling: En de koning Sálomo gaf de koningin van Scheba al haar behagen, wat zij begeerde; behalve dat hij haar gaf naar het vermogen van den koning Sálomo; zo keerde zij en toog in haar land, zij en haar knechten. En dit is het punt waarom ik dit wil zeggen: toen zij naar Jeruzalem trok met dit equivalent van 100 miljoen euro waarde aan goederen, ben ik er zeker van dat bedelaars, koningen, zelfs mensen van haar eigen groep haar bekritiseerden dat ze al deze rijkdom naar __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl 101
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ iemand bracht die al alles had. Wat had dat voor zin? De zin was, dat ze het niet gaf om Salomo te helpen, ze gaf het om zichzelf te helpen. Ze gaf het om deel te kunnen hebben aan zijn wijsheid en de gunst en zalving die op zijn leven was. En terwijl ze het gaf, oogstte ze het terug en Salomo zegende haar. En zij vertrok met twee, drie of wel vier keer zoveel als dat ze gekomen was. En als ze nú bedelaars had, die tot haar riepen, of koningen die zeiden: waarom help je óns niet in plaats van het aan hém te geven, als ze nú bereid was om te geven en mensen te helpen, kun je begrijpen dat ze nu veel, echt véél meer in staat was om alle bedelaars onderweg te helpen en alle koninkrijken in problemen? Ze kon teruggaan naar haar eigen koninkrijk en de mensen daar helpen. Kun je inzien dat doordat zij níet gaf aan deze mensen die in vreselijke nood waren, dat zij in plaats daarvan ging geven daar waar zíj het nodig had om te geven? Mensen, ik bid echt dat jullie in staat zijn om dit te begrijpen. Het is helemaal niet verkeerd om aan mensen in nood te geven. Er is in feite een Schriftgedeelte dat zegt dat als jij je broeder of zuster in nood ziet en je binnenste voor hem sluit, hoe kan de liefde van God in je blijven?9 Jazeker, je zou moeten geven aan mensen in nood. Maar dat is niet de énige motivatie voor geven. Soms moet je geven omdat jíj nodig hebt wat die kerk of die bediening heeft. Jíj hebt die zalving nodig. Wij zeggen onze Bijbelschoolstudenten voortdurend dat als je geroepen bent voor zending, zoek dan een zending die doet wat jij doet of wilt doen, en begin die te ondersteunen. Wordt voor hen een partner. Geef aan die bediening. En vervolgens zal die zalving en die wijsheid en de ervaring die zij hebben, jouw kant op stromen. Jij zult ervan profiteren. Het is net als wanneer jij op een ladder anderen boven je ziet klimmen. Verbind je aan hen, en zij zullen jou helpen je mee omhoog te trekken. Je moet iemand vinden die verder is gegaan dan jij, en in hun leven gaan zaaien, zodat jij ook die plaats kunt bereiken. Ik hoop dat je kunt volgen wat ik zeg. De koningin van Seba deed dat. Zij vond iemand die meer gunst, meer wijsheid, meer financiën en meer zegeningen van God had dan zij, en zij ging letterlijk aan bedelaars en mensen die noden hadden voorbij, om die gift aan deze man te geven, zodat zíj kon ontvangen. Toen ze dat ontvangen had, en zo was toegerust, was ze in staat om tien keer meer een zegening te zijn voor anderen, dan ze op eigen houtje had gekund. Weet je, soms, als je iemand ziet bedelen, trekt dat in sterke mate aan je hart. En voor sommige mensen is dat de enige manier waarom ze geven. Telkens als ze een crisis situatie zien, waar een vreselijke nood is. En dat baseer ik op ervaring. Ik kan je verzekeren, ik ben al lang in de bediening. Ik heb heel veel dingen gezien, en heel veel mensen gesproken. En als je op televisie gaat bedelen en zegt: ‘We moeten van de TV af en dit of dat gaat gebeuren’ zullen heel veel mensen aan je geven. Maar het punt dat ik maak is, dat de meeste mensen geen wijsheid gebruiken als het op geven aan komt. Ze geven uit een emotioneel moment en waar het kritiek uitziet. Crisis situaties. Ik heb eens iemand gehad, die mij een gebouw gaf in Manitou Springs en toen wij daarin trokken bleef hij en werkte een poosje voor me. En nadat hij gezien had hoe wij functioneerden kwam hij naar me toe en zei: ‘waarom heb je nooit mensen verteld dat je financiële hulp nodig had. Ik heb vorig jaar 20 30 duizend euro weggegeven, en iedere keer was jij de eerste die in mijn gedachten kwam. Maar je hebt nooit om geld gebedeld, dus dacht ik steeds dat je het niet nodig had.’ 9 1 Johannes 3: 17 Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de liefde Gods in hem? Maar zie je, het is gewoon niet de enige reden dat je moet geven als je een noodsituatie ziet. Je moet ook beseffen dat als jij partner van een bediening wordt en je opzettelijk geeft, dat je deelhebber wordt aan de zegening en de zalving die op hun leven is. En dat is een zeer verantwoord en juist gebruik van jou geven. Daarom wil ik je, nu we deze serie afsluiten aanmoedigen, dat je alles waar we over gesproken hebben overdenkt. Je moet geven aan de mensen in nood. Heb bewogenheid voor de armen. Je moet geven waar je gevoed wordt. Breng alle tienden in de voorraadkamer. Én je moet geven daar waar je naar toe wilt. Je moet zaaien waar je heen wilt. En als je dat __________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl 102
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina
Financieel Rentmeesterschap _______________________________________________ gaat doen, zal dat een bovennatuurlijke stroom van Gods financiën naar jou op gang brengen. Zodat je niet alleen je eigen benodigdheden vervuld hebt, maar dat je overvloedig bent tot alle goed werk! ==========
__________________________________________________________________________________ www.cross-fire.nl 103
-
Jack Henning
-
103 Pagina’s
-
Pagina