BOEKHOUDKUNDE & FINANCIEEL BELEID FINANCIEEL PLAN
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
© Patrick Deleu, Emelgem Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave, zelfs gedeeltelijk, mag openbaar gemaakt worden, gereproduceerd worden, vertaald of aangepast, onder welke vorm ook, hierin begrepen fotokopie, microfilm, digitale kopie of geluidsopname, welke ook de drager zij, of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de auteur. Voor het model en uitgewerkt voorbeeld van haalbaarheidsstudie dient de uitdrukkelijke toestemming van Syntra Vlaanderen, als auteur ervan, verkregen te worden. Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 2
Inhoudsopgave 1 2
Starten met een onderneming: bezint eer ge begint .................................................................. 4 Toepassingsgebied .................................................................................................................... 6 2.1 Het financieel plan: wettelijke verplichting bij de oprichting van een vennootschap .................. 6 2.2 Het financieel plan als wezenlijk bestanddeel van bepaalde verslagen voorzien door het wetboek van vennootschappen.................................................................................................. 8 2.3 Het financieel plan en de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen........................................................................................................................... 9 2.4 Het financieel plan als beheersinstrument ............................................................................... 10 3 Het business- of ondernemingsplan......................................................................................... 10 3.1 Promotoren............................................................................................................................... 10 3.2 Doelstelling, omschrijving en activiteit van het project ............................................................. 11 3.3 Juridische zaken....................................................................................................................... 11 3.4 Het commercieel plan............................................................................................................... 12 3.4.1 De SWOT analyse ........................................................................................................... 13 3.4.2 De P's van het marketingplan.......................................................................................... 15 3.5 Het financieel plan .................................................................................................................... 16 3.6 Tot slot… het begin .................................................................................................................. 17 4 Het financieel plan: inhoud en opbouw .................................................................................... 17 4.1 Voorstelling van de onderneming en haar activiteiten ............................................................. 17 4.2 Financiële weergave van de toekomstplannen ........................................................................ 17 4.2.1 De ondernemingsbudgetten ............................................................................................ 18 4.2.2 Geprojecteerde balansen en resultatenrekeningen......................................................... 24 4.2.3 De financiële analyse....................................................................................................... 26 Bijlage 1. Model haalbaarheidsstudie Syntra .................................................................................. 33 Bijlage 2. Uitgewerkt voorbeeld ....................................................................................................... 62 Bijlage 3. CBN-advies 2010/6 van 19 mei 2010 - Financieel plan voor de BVBA Starter............. 107
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 3
1 Starten met een onderneming: bezint eer ge begint Starten met een eigen bedrijf is een boeiende uitdaging. Voor vele beginners is het echter een stap in het onbekende; een avontuur.
Het hoeft echter geen risicovol avontuur te worden. Voorwaarde is wel dat de bedrijfsleider in spe als eerste stap in zijn avontuur overgaat tot het neerschrijven van zijn idee in een business plan.
Op die manier kan hij zich bezinnen over zijn onderneming. Ondernemen is nooit zonder risico, maar dergelijke bezinning zal de verdienste hebben een avontuur te starten met berekend risico.
Het business plan of ondernemingsplan is ruim en behelst alle aspecten van het bedrijfsleven: een aankoopplan, een productieplan, een marketingplan, de verkoopstrategie, het inkoopbeleid, het menselijk potentieel, het managementteam, enz.
Het business plan heeft tot doel de grote stappen in het leven van een onderneming voor te bereiden. Deze voorbereiding omvat het bepalen van de strategie, het formuleren van duidelijke en precieze doelstellingen, het inschatten van alle risico’s, het opstellen van een actieplan en het bijeen brengen van de nodige middelen om het project te doen slagen.
Alhoewel de nodige middelen veel ruimer zijn dan de loutere geldmiddelen zal het business plan voornamelijk bij de onderhandelingen voor het verwerven van de noodzakelijke financiële middelen bij aandeelhouders (investeerders) en kredietverschaffers het sleuteldocument blijken te zijn.
Het ondernemingsplan is in essentie een analyse van een reeks gegevens met betrekking tot de economische en financiële context waarin de onderneming actief is. De volgende elementen worden in het plan beschreven:
Doelstellingen van het project/geplande activiteit (beschrijving, juridische structuur, vergunningen, toepasselijke sectoriële reglementeringen, BTW-belastingplicht,…)
Markt (vraag en aanbod producten en/of diensten, vooruitzichten, concurrentie)
Bevoorrading (leverancierskeuze, leveringstermijnen, betalingstermijnen, administratieve formaliteiten, afzet van de voorraden)
Kredieten en financieringsbehoeften (wijze waarop behoeften gedekt zullen worden, kredietvorm, bedragen, duur, rentevoeten, te stellen zekerheden)
Personeelsbehoeften (paritair comité, personeelskosten, opleiding)
Subsidies en steunmaatregelen (toekenningstermijn, -voorwaarden, terugbetalingsvoorwaarden)
Management (bekwaamheden, complementariteit, motivatie, ervaring)
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 4
Organisatie/structuur
Productie, verkoop, administratie
Marketingplan
Doelgroep, marktsegment, marktpositie/imago, distributie/media
Schematisch kunnen we de stappen in het proces als volgt voorstellen:
Het opmaken van een dergelijk plan is niet alleen nuttig of wenselijk bij het begin van een activiteit of onderneming; we kunnen stellen dat elke grondige wijziging in het leven van een bedrijf vereist dat er bezonnen wordt over de toekomst. Concreet denken we hierbij aan:
op de markt brengen van nieuwe producten
aanboren nieuwe markten
heroriëntering van de onderneming
ontwikkeling van nieuwe activiteiten
aangaan belangrijke samenwerkingsverbanden, zowel industrieel als commercieel
overname, fusie en splitsing
herstructurering
belangrijke investeringen
aanvraag van kredieten
wijzigen van de financieringsvormen
zoeken nieuwe financiële partners
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 5
Naast visie, strategie en marktbenadering bevat het business plan een objectieve cijfermatige weerslag van al deze beschreven elementen; het financieel plan. Uit die financiële informatie zal blijken welke rendabiliteit verwacht kan worden.
Het financieel plan is één van de onderdelen van het business plan, meer nog, het is er het sluitstuk van.
2 Toepassingsgebied 2.1 Het financieel plan: wettelijke verplichting bij de oprichting van een vennootschap In ruil voor de beperking van de aansprakelijkheid die de meest courante vennootschapsvormen kenmerkt eist de wetgever dat de oprichters bij de oprichting van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid een financieel plan opstellen. Dit is bedoeld als bescherming van de vennootschap zelf, maar uiteraard eveneens ter bescherming van derden of meer algemeen het maatschappelijk verkeer.
Het wetboek van vennootschappen voorziet in de volgende bepalingen: Artikel 440 1 Voor de oprichting van de vennootschap overhandigen de oprichters aan de optredende notaris een financieel plan waarin zij het bedrag van het maatschappelijk kapitaal van de op te richten vennootschap verantwoorden. Dit stuk wordt niet openbaar gemaakt met de akte, maar door de notaris bewaard. Artikel 456, lid 1, 4° 2 Niettegenstaande elk hiermee strijdig beding, zijn de oprichters jegens de belanghebbenden hoofdelijk gehouden: … 4° voor de verbintenissen van de vennootschap, naar een verhouding die de rechter vaststelt, in geval van faillissement, uitgesproken binnen drie jaar na de oprichting, indien het maatschappelijk kapitaal bij de oprichting kennelijk ontoereikend was voor de normale uitoefening van de voorgenomen bedrijvigheid over ten minste twee jaar. Het financieel plan, voorgeschreven door artikel 440, wordt in dit geval door de notaris, op verzoek van de rechter-commissaris of van de procureur des Konings, aan de rechtbank overgelegd. In het financieel plan moet het maatschappelijk kapitaal verantwoord worden en moet worden aangetoond dat het voldoende is voor een normale uitoefening van de voorgenomen bedrijvigheid over ten minste twee jaar.
Niet alleen het beginkapitaal is belangrijk, er moeten ook voldoende financiële middelen aanwezig zijn om een normale activiteit te ontplooien. Het is immers het gebrek aan liquide middelen die op relatief korte termijn het voortbestaan van een vennootschap in het gedrang kan brengen. 1
Van toepassing op de NV & de CVA (art. 657); art. 215 voor de BVBA, art. 391 voor de CV Van toepassing op de NV & de CVA (art. 657); art. 229, lid 1, 5° voor de BVBA, art. 405, lid 1, 5° voor de CV 2
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 6
Onder de beschikbare middelen wordt dus niet alleen de loutere inbreng in kapitaal verstaan. Ook financiële middelen die door derden ter beschikking van de vennootschap worden gesteld zoals kredietopeningen, leningen van aandeelhouders, toegestane betalingsmodaliteiten van leveranciers en eventuele borgstellingen maken deel uit van de beschikbare middelen.
Het financieel plan wordt bij de oprichting van een vennootschap aan de notaris overhandigd. Het wordt door hem bewaard en niet openbaar gemaakt.
In geval van een faillissement binnen de drie jaar na oprichting kan de rechter-commissaris of de procureur des Konings aan de notaris verzoeken om het financieel plan aan de rechtbank over te maken. De rechtbank zal zich dan moeten uitspreken of de oprichtersaansprakelijkheid al dan niet in het gedrang is gekomen. Bij de beoordeling zal de rechter rekening houden met de werkelijk vooropgestelde activiteit en beoordelen of het maatschappelijk kapitaal een manifest ontoereikend karakter vertoonde op het ogenblik van de oprichting. Er moet dus rekening gehouden worden met alle relevante parameters, gelet op de toenmalige context en de door de oprichters vooropgestelde activiteit. Om zijn oordeel te vellen beschikt de rechter dus in hoofdzaak over het financieel plan. Het hoeft geen betoog dat een inderhaast en ondoordacht plan desgevallend niet in het voordeel van de oprichters zal pleiten.
Alhoewel de wetgever in bepaalde gevallen de verplichting oplegt om een financieel plan op te maken heeft hij echter niet voorgeschreven volgens welk model het moet worden opgesteld noch wat het financieel plan precies moet omvatten.
In de loop der jaren is er echter heel wat gepubliceerd over dit onderwerp en ook de beroepsinstituten van de economische beroepen hebben in hun publicaties herhaaldelijk aandacht gegeven aan het financieel plan. Wegens het groeiende belang dat aan het financieel plan werd gegeven hebben het IAB en het BIBF een technische nota 3 opgemaakt en gepubliceerd die voor hun leden als leidraad kan dienen bij het adviseren en opmaken van een financieel plan. Deze nota dient als basis van deze syllabus.
De Wet van 12 januari 2010 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en tot vaststelling van de modaliteiten van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Starter» (BS 26.01.2010) wijzigt artikel 215 van het wetboek van vennootschappen door het aan te vullen met een bepaling die de oprichters van een S-BVBA verplicht zich bij het opmaken van het financieel plan te laten bijstaan door een erkende boekhouder, een externe accountant of een bedrijfsrevisor die het financieel plan moeten viseren. Daarenboven moet men gebruik maken van een financieel plan waarvan de essentiële criteria door de Koning worden vastgelegd.
3
Technische nota financieel plan, goedgekeurd door de Raad van het IAB op 04 juli 2005, goedgekeurd door de Raad van het BIBF op 02 september 2005
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 7
In de memorie van toelichting wordt nog maar eens duidelijk waarom de wetgever zoveel belang hecht aan het financieel plan en in dit specifiek geval de vereisten strenger heeft gemaakt. In het streven naar het vermijden van vroegtijdige faillissementen beoogt hij een dubbele doelstelling. Enerzijds, de verhoging van de bescherming tegenover toekomstige schuldeisers door te bevestigen dat de onderneming die start als een S-BVBA geen lege schelp is maar over een stevig financieel plan beschikt. Anderzijds, de starter helpen bij het doorkomen van de eerste jaren die voor een onderneming de riskantste zijn en zo een duurzame activiteit op te bouwen.
De criteria waaraan het financieel plan moet voldoen zijn bepaald bij Koninklijk Besluit van 27 mei 2010 tot vaststelling van de essentiële criteria van het financiële plan van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Starter », tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen en van het koninklijk besluit van 22 juni 2009 houdende de nadere regels voor het inschrijven van niet-handelsondernemingen naar privaat recht in de Kruispuntbank van Ondernemingen (BS 31/05/2010). De Commissie voor Boekhoudkundige Normen heeft een advies 4 , inclusief uitgewerkt voorbeeld, gewijd aan deze essentiële criteria. Het financieel plan moet opgemaakt worden over een periode van minstens twee jaar. In veel gevallen wordt het opgemaakt voor minstens drie opeenvolgende jaren. Dit komt omdat de oprichters aansprakelijk kunnen gesteld worden indien het faillissement wordt uitgesproken binnen de drie jaar na oprichting.
2.2 Het financieel plan als wezenlijk bestanddeel van bepaalde verslagen voorzien door het wetboek van vennootschappen Alhoewel het wetboek van vennootschappen slechts bij de oprichting van een vennootschap een financieel plan verplicht, kan het onder bepaalde bijzondere omstandigheden noodzakelijk of zelfs onvermijdelijk zijn om over een financieel plan te beschikken.
We kunnen gerust stellen dat het financieel plan een wezenlijk element is van specifieke verslagen die de bestuurders moeten opstellen.
Zo is het financieel plan aangewezen als verantwoording in het jaarverslag van de veronderstelling van continuïteit of discontinuïteit dat in uitvoering van art. 96, 6° W. Venn. 5 moet opgemaakt worden wanneer uit de balans een overgedragen verlies blijkt of wanneer gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar is genoteerd.
4 5
CBN-advies 2010/6 - Financieel plan voor de BVBA Starter Advies van 19 mei 2010 Van toepassing op de NV & de CVA (art. 657); art. 265 voor de BVBA, art. 409 voor de CV
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 8
Het is eveneens aangewezen als wezenlijk bestanddeel van het verslag voorzien in art. 633, lid 2 W. Venn. 6 dat moet opgemaakt worden wanneer het netto-actief daalt beneden de helft van het maatschappelijk kapitaal.
2.3 Het financieel plan en de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen Deze wet heeft tot doel de ondernemingen te beschermen tegen de schuldeisers om zodoende het aantal faillissementen te vermijden en is eigenlijk de opvolger van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord.
Uiteraard wordt die bescherming niet zomaar gegeven en zal de onderneming moeten aantonen dat het nog een toekomst heeft.
Aan het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie moet een simulatie van de kasstromen voor minstens de gevraagde duur van de opschorting gevoegd worden. 7 Zo mogelijk moeten ook de maatregelen en voorstellen die overwogen worden om de rendabiliteit en de solvabiliteit van de onderneming te herstellen aan het verzoekschrift worden toegevoegd. 8
Wanneer gestreefd wordt naar een collectief akkoord wordt de schuldenaar in de uitwerking van het reorganisatieplan bijgestaan door de gerechtsmandataris. 9 Het beschrijvend gedeelte van het plan beschrijft ondermeer de staat van de onderneming, de moeilijkheden die ze ondervindt en de benodigde middelen waarmee men de moeilijkheden wil verhelpen. In het plan moet ook nader omschreven worden hoe de rendabiliteit van de onderneming hersteld zal worden. 10
Zowel bij het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie als bij de procedure waarin gestreefd wordt naar het akkoord van een reorganisatieplan door alle schuldeisers lijkt het opmaken van een financieel plan ons onontbeerlijk.
Wanneer de procedure tot gerechtelijke reorganisatie strekt tot het afsluiten van een minnelijk akkoord met alle of minstens twee schuldeisers kan de schuldenaar hierin door de gerechtsmandataris bijgestaan worden. 11 Indien de gerechtelijke reorganisatie ertoe leidt dat de onderneming onder gerechtelijk gezag wordt overgedragen zal de gerechtsmandataris gelast worden met het organiseren en realiseren van de overdracht in naam en voor rekening van de schuldenaar. 12
6
Van toepassing op de NV & de CVA (art. 657); art. 332, lid 2 voor de BVBA, art. 431, lid 2 voor de CV 7 art. 17,§2, 6° 8 art. 17, §2, 8° 9 art. 47, §1 10 art. 47, §2 11 art. 43 12 art. 60 Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 9
Wil men deze onderhandelingen goed onderbouwen en met succes voeren dan is het financieel plan een nuttig en/of wenselijk instrument.
2.4 Het financieel plan als beheersinstrument Ondernemen is een dynamisch gegeven en in de loop van haar bestaan kan een onderneming dan ook met bijzondere situaties geconfronteerd worden. Denken we maar aan:
investeringsbeslissingen
het aanboren en veroveren van nieuwe markten
de gewilde of onverwachte groei van de activiteiten en de daaruit voortvloeiende noodzaak om de technische en financiële middelen aan te passen (bv. het seizoengebonden karakter van bepaalde opbrengsten en de gevolgen daarvan op kasbehoeften op korte termijn)
herstructureringen (het stopzetten van een activiteitssector, delokalisatie, vermindering van de activiteiten, enz.)
nieuwe of gewijzigde onderzoeksprogramma’s
de overdracht van de onderneming in welke vorm dan ook
In elk van deze uiteenlopende gevallen kan een financieel plan onontbeerlijk en op zijn minst wenselijk zijn. Vooral omdat de onderneming voor het verwezenlijken van de doelstellingen vaak een beroep zal moeten doen op extern kapitaal of externe hulp van privé-investeerders, financiële instellingen of openbare en private participatie- en beleggingsinstellingen.
Het financieel plan kan niet enkel gebruikt worden als prognose-instrument van de te ontwikkelen activiteiten en de daarvoor benodigde financiële middelen, maar kan ook dienstig zijn als een permanent beheersinstrument om de ontwikkeling van de onderneming te volgen, te controleren en te leiden. In dit geval zal het geregeld herzien en aangepast moeten worden aan de evolutie van de economische en financiële situatie van de onderneming.
3 Het business- of ondernemingsplan Het businessplan is opgebouwd uit verschillende elementen waarin ondermeer de vooropgezette activiteit, de promotoren, de omgeving, de strategie, het operationele en financiële aspect worden beschreven en toegelicht. In dit punt bespreken we even de belangrijkste elementen.
3.1 Promotoren Een onderneming, zij het nu in de vorm van een eenmanszaak of vennootschap, is maar zo sterk als de mensen die erachter schuilgaan. Het gezegde “de juiste persoon op de juiste plaats” is hier meer dan ooit van toepassing. Om die reden is het heel belangrijk dat de drijvende krachten achter het project aan een grondige analyse worden onderworpen.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 10
In dit deel vinden we dan ook niet enkel de gebruikelijke persoonsgegevens terug, maar ook de gezins- en inkomenssituatie, financiële verplichtingen, opleiding en ervaring, motivatie voor het starten van een eigen bedrijf, functie binnen de zaak, complementariteit, aandeelhoudersstructuur, enz..
Hieruit moet blijken dat er voldoende competentie, kwalificatie, complementariteit, gezonde motivatie en wilskracht aanwezig is om het project te doen slagen. In die zin is het belangrijk om grondig en op basis van gezond verstand te motiveren waarom men een eigen zaak start. "Ik wil eens wat anders" of “Ik wil niet langer voor een baas werken” zijn niet echt overtuigend als men een investeerder vraagt enkele honderdduizenden euro's te investeren.
3.2 Doelstelling, omschrijving en activiteit van het project Hier geeft men een bondige uiteenzetting van het doel van de onderneming. Betreft het een handelsorganisatie, import en/of exportactiviteit, dienstverlening, een winkel, groothandel of productiebedrijf en waarom wordt net die specifieke activiteit opgestart. Misschien heeft men een nieuw product ontwikkeld of heeft men specifieke en nuttige ervaring opgedaan in een vorige job wat een stimulans is om op eigen benen te staan.
Verder wordt ook de activiteit toegelicht. Men beschrijft de producten of diensten die worden geproduceerd en/of aangeboden, de markt waarop de onderneming actief zal zijn, tot welke klanten de onderneming zich richt en de algemene omgeving van de onderneming met inbegrip van de concurrentie en de grote trends. Hierbij is het belangrijk dat de producten en de markt niet van elkaar worden losgekoppeld; ze vormen een paar. Elk product moet zich richten tot een specifieke markt. Het zou verkeerd zijn te redeneren dat een goed product automatisch zijn weg zal vinden naar de juiste klanten. Dit is een vergissing die soms dramatische gevolgen kan hebben.
Uiteraard wordt ook vermeld op welke datum de activiteit zal opgestart worden, waar de zaak gevestigd zal zijn, onder welke naam ze uitgebaat zal worden en waarom. Misschien heeft die naam een speciale betekenis of klinkt die gewoon goed. Hier kan ook vermeld worden of de zaak in eigen naam wordt opgestart of integendeel behoort tot een keten waarbij geprofiteerd wordt van de naam en reputatie van anderen.
3.3 Juridische zaken In deze sectie worden uiteraard de handelsnaam en keuze van de rechtsvorm van de onderneming opgenomen. Maar, zonder limitatief te zijn, ook een beschrijving van vestigings-, milieu en overige vergunningen, aansprakelijkheden, verzekeringen, aankoop- en leveringsvoorwaarden, verkoopsvoorwaarden en betalingsmodaliteiten horen in dit deel thuis.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 11
3.4 Het commercieel plan Dit is het misschien wel het belangrijkste onderdeel van het plan. In het commerciële luik wordt namelijk aangegeven aan hoe verkopen en omzet gegenereerd zal worden en waarom men ervan overtuigd is succesvol te zullen zijn.
Misschien heeft men een gat in de markt gevonden, een nieuwe product ontwikkeld of is men in staat tegen scherpere prijzen te verkopen dan de concurrenten. Potentiële investeerders zullen aan dit luik van het plan veel aandacht schenken want hier zal blijken wat hun opbrengst zal zijn. Indien men overtuigend kan aantonen dat de onderneming in de mogelijkheid is om hun investering te laten renderen, zullen ze ernstig overwegen om financiële middelen ter beschikking te stellen. En is dat nu net niet de bedoeling?
Met het commercieel plan bedoelen we niet zozeer het enge verkoopsaspect, maar alles wat bijdraagt tot het commercialiseren van de producten of diensten. Van het bepalen van de strategie tot het vertalen ervan in een operationeel plan.
Met alle basiselementen gekend zal eerst de beste strategie bepaald moeten worden. Vooraleer daaraan te beginnen wordt best eerst een strenge analyse gemaakt van de sterke en zwakke kanten van de onderneming en de bedreigingen en kansen die door haar ontwikkeling worden opgewerkt. De resultaten van deze analyse maken het makkelijker om in grote lijnen de keuze van de strategieën samen te vatten. In de voorstelling van de strategie is het aangewezen om volgende punten te belichten:
de specialiteit of kerntaak van de onderneming, ook wel core business genoemd
het commercieel doel
de politiek van differentiëring, ook wel positionering genoemd
de objectieven op middellange en lange termijn
Het vertalen van de strategie in een operationeel plan is vaak de langste en lastigste opdracht. Het gaat er om alle aspecten die verbonden zijn met de uitbating van een onderneming te onderzoeken. Het betreft de bevoorrading en de productie, de commercialisering, het onderzoek en de ontwikkeling indien van toepassing en de administratieve organisatie. Elk aspect wordt zo concreet mogelijk uitgewerkt en voorgesteld met behulp van een actieplan met nauwkeurige datums, objectieven en middelen.
In het luik over de commercialisering beschrijft men ondermeer hoe men de markt en de potentiële klanten zal bewerken. Men belicht dus de presentatie van de onderneming en haar producten en/of diensten aan de buitenwereld en de promotie en reclame. Een analyse van de producten en/of diensten op kwaliteit, prijs, verpakking, service, garantie, onderhoud en onderscheid met concurrenten kunnen eveneens in dit luik worden opgenomen. Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 12
3.4.1 De SWOT analyse De SWOT of sterkte/zwakte analyse is een analyse-instrument dat een redelijk vrije invulling kent en daardoor voor verscheidene doeleinden kan worden ingezet. De letters SWOT staan voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threaths. In deze term zit een tweedeling, enerzijds zijn er de sterke en zwakke kanten, anderzijds kansen en bedreigingen.
De sterke en zwakke kanten zijn een louter interne aangelegenheid. Spreken we over kansen en bedreigingen dan gaat het per definitie om de omgeving. In het eerste geval spreken we over interne analyse, in het tweede over externe analyse.
Sterke punten kunnen een goed imago, trouwe klanten of een grote inzet van de medewerkers zijn. Zwaktes kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met een te kleine winstmarge op de producten. De ontwikkeling van nieuwe producten of het opstarten van een tweede vestiging kunnen een kans vormen, terwijl slechte resultaten of een daling van de koopkracht van de klanten een bedreiging zijn.
De hiernavolgende vragen zijn algemeen genomen een goede basis voor het maken van een SWOT analyse. De antwoorden zullen anders zijn voor elke onderneming of activiteit.
De sterke punten
Wat zijn de sterke punten van mijn product en/of dienst?
Wat zijn de sterke punten van mijn bedrijf als organisatie?
Wat zijn de sterke punten van mijn medewerkers?
De zwakke punten
Wat zijn de zwakke punten van mijn product en/of dienst?
Wat zijn de zwakke punten van mijn bedrijf als organisatie?
Wat zijn de zwakke punten van mijn medewerkers?
De kansen
1. Kansen gecreëerd door de markt
Welke huidige of toekomstige ontwikkelingen in de markt vormen een opportuniteit voor mijn zaak?
Welke huidige of toekomstige gebeurtenissen in de markt hebben een positieve impact op mijn zaak?
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 13
2. Kansen gecreëerd door de concurrentie
Welke gebeurtenissen of ontwikkelingen binnen de concurrentie bieden een kans waarop ik kan inspelen?
Hoe kan ik erop inspelen?
3. Kansen gecreëerd door de klanten
Welke nieuwe ontwikkelingen of gebeurtenissen kunnen de belangstelling van de klanten voor mijn product en/of dienst vergroten?
4. Kansen gecreëerd door de economische en maatschappelijke context
Zijn er maatschappelijke ontwikkelingen die in het voordeel spelen van mijn zaak?
Zijn er economische ontwikkelingen die mijn zaak extra kansen bieden?
De bedreigingen
1. Bedreigingen vanuit de markt
Welke huidige of toekomstige ontwikkelingen in de markt vormen een bedreiging voor mijn zaak?
Welke huidige of toekomstige gebeurtenissen in de markt hebben een negatieve impact op mijn zaak?
2. Bedreigingen vanuit de concurrentie
Welke gebeurtenissen of ontwikkelingen binnen de concurrentie vormen een bedreiging waarop ik moet reageren?
Hoe kan ik erop reageren?
3. Bedreigingen vanuit de klanten
Welke nieuwe trends of gebeurtenissen kunnen de belangstelling van de klanten voor mijn product en/of dienst doen afnemen?
4. Bedreigingen vanuit de economische en maatschappelijke context
Zijn er maatschappelijke ontwikkelingen die in het nadeel spelen van mijn zaak?
Zijn er economische ontwikkelingen die in het nadeel spelen van mijn zaak?
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 14
3.4.2 De P's van het marketingplan Als we praten over het commercialiseren van producten of diensten wordt vaak gesproken over een marketingplan. Dit is een plan waarin vijf P's zijn geïntegreerd.
Plaats
omvat zowel de locatie waar de consument het product verkrijgt, het type distributiekanaal als de locatie van de dienstverlener. Denken we aan directe distributie waarbij direct geleverd wordt van leverancier aan de eindgebruiker (verzekeringsmaatschappijen, outletstores, verkoop via internet). Bij indirecte distributie zitten er tussen de fabrikant en de consument een aantal schakels, zoals groot- en kleinhandels
Product
soms ook de productmix genoemd. Het betreft niet alleen fysieke producten maar ook diensten. Het product wordt soms weer verder uitgesplitst in:
het basis product: het kale product, zonder toegevoegde emotionele waarde
het totale product: het product, maar dan met toegevoegde emotionele waarde, zoals een bepaalde merknaam of statusgevoelige eigenschappen zoals luxeniveau, sportiviteit etc.
het uitgebreide product: het totale product, met een aantal aanverwante producten waarmee je de klant als fabrikant optimaal bedient, zoals onderhoudscontracten, aanvullende software of bijbehorende randapparatuur.
In termen van de marketingmix geldt dat het product op korte termijn relatief vaststaat. Wijzigingen van verpakking of nieuwe innovaties die het product veranderen kosten tijd.
Prijs
de prijs is zowel voor de leverancier als de consument een belangrijke factor en wordt over het algemeen bepaald door de verhouding tussen vraag en aanbod. Het is in de meeste productcategorieën ook een erg snel te veranderen factor en daardoor een veel gebruikt marketingmixinstrument.
Promotie
onder promotie valt de communicatie van een bedrijf die specifiek gericht is op het stimuleren van de verkoop. Activiteiten die onder de promotiemix gecatalogeerd kunnen worden zijn:
public relations: het nastreven van goede contacten met publieksgroepen, zoals klanten, concurrenten, leveranciers en financiers.
reclame: niet-persoonlijke communicatie gericht op grote groepen afnemers, bijvoorbeeld in de vorm van reclamefolders, of radio- en TV-reclames.
persoonlijke verkoop: een zeer effectief, maar doorgaans duur verkoopmiddel. Persoonlijke verkoop gebeurt in interactie met de klant waardoor direct op eventuele bezwaren of vooroordelen ingespeeld kan worden. Bovendien kan persoonlijke verkoop een vertrouwensband scheppen die de risicoperceptie van de klant vermindert.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 15
verkooppromotie: het vestigen van de aandacht op een prijsverlaging (de prijsverlaging zelf valt onder de P van prijs).
cold calling: het direct telefonisch benaderen van willekeurige dan wel geselecteerde personen of bedrijven
Presentatie benadrukt de commerciële aspecten of voordelen van uw product. Het geeft het belang aan van imago of de manier waarop de onderneming zich presenteert. Een sterk imago kan de keuze voor een bepaald product of merk gunstig beïnvloeden. Een bedrijf dat zich professioneel presenteert scoort beter dan een bedrijf dat zich er gemakkelijk vanaf maakt. Een goede uitstraling wekt vertrouwen en vertrouwen trekt klanten aan. Daarom doen bedrijven er verstandig aan zich goed te presenteren. Een goede presentatie komt in alle facetten van de marketingmix terug.
Het is vast en zeker een aanrader om zich bij het opmaken van het marketingluik van het commercieel plan te laden leiden door de P's van het marketingplan. Hierdoor is men zeker dat de belangrijkste punten van het commercialisatieproces in het plan geïntegreerd zijn.
In het plan worden alle belangrijke details, zowel negatief als positief, beschreven en gemotiveerd. Uiteraard worden vooral de sterktes in het daglicht gesteld, maar het is ook belangrijk de zwaktes aan te geven en te beschrijven hoe men ze denkt aan te pakken.
3.5 Het financieel plan Naast de visie, strategie en marktbenadering is het financieel plan wellicht één van de belangrijkste onderdelen van het ondernemingsplan. Toekomstige kapitaalverschaffers zoals kredietinstellingen of privé-investeerders zullen het immers met argusogen onderzoeken om de leefbaarheid en succeskansen van de onderneming te evalueren.
Waar de hiervoor vermelde elementen van het ondernemingsplan een kwalitatieve analyse uitmaken, spreken we bij het financieel plan over een kwantitatieve analyse.
In het financieel plan formuleert men ramingen van omzet, algemene kosten, kostprijs en de nodige investeringen. Deze elementen zijn de cijfermatige omzetting van een actieplan dat eerder in het business plan werd beschreven en geven een eerste idee van de behoeften van de onderneming.
Met dit als basis worden dan de te gebruiken financieringswijzen uiteengezet. Concreet gaat het om de bepaling van het maatschappelijk kapitaal, de schuldenlast op lange en korte termijn en eventuele subsidiëring.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 16
Om de situatie van de onderneming voor te stellen worden alle elementen geïntegreerd onder de vorm van ondernemingsbudgetten, geprojecteerde balansen en resultatenrekeningen, financiële analyse en niet te vergeten thesaurieplanning.
3.6 Tot slot… het begin Ondanks de inspanningen die geleverd worden om het ondernemingsplan met de nodige ernst, zorg en voldoende onderbouwd op te maken, zullen heel wat lezers niet eens de moeite doen om het plan te lezen! Zij zullen steevast naar de samenvatting gaan.
In minder dan twee pagina’s moet men de lezer kunnen overtuigen van de kwaliteit en het succes van het project. De meest opvallende feiten van de onderneming moeten er met een maximum aan overtuigingskracht in voorgesteld worden.
De samenvatting is een essentieel onderdeel en alhoewel ze als laatste wordt geschreven, komt ze vooraan in het business plan te staan.
4 Het financieel plan: inhoud en opbouw 4.1 Voorstelling van de onderneming en haar activiteiten Als het financieel plan deel uitmaakt van een globaal business plan vindt men de voorstelling van de onderneming en haar activiteiten terug in de andere delen van het business plan.
Wordt enkel financiële informatie gegeven en is het financieel plan een alleenstaand document, dan is het nuttig de lezer vooraf toch de context toe te lichten en hem te informeren over de onderneming, haar verantwoordelijken en haar activiteiten. Daarom is het wenselijk om minstens de volgende punten te bespreken:
de juridische structuur van de vennootschap
de oprichters, verantwoordelijken en hun ervaring, bij voorkeur onder de vorm van een c.v.
de wettelijke vereisten, vergunningen, contracten, licenties, enz.
de markt, de sector, de vestigingsplaats, de klanten, de concurrenten
het productieproces, de in- en uitstroom van gelden en goederen
Op deze manier begrijpt de lezer de belangrijkheid van de organisatie die achter de cijfers schuilgaat.
4.2 Financiële weergave van de toekomstplannen Het financieel plan zelf bestaat idealiter uit een investeringsbudget, een financieringsbudget, een exploitatiebudget, geprojecteerde balansen en resultatenrekeningen, de financiële analyse en een gedetailleerde thesaurie planning.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 17
4.2.1 De ondernemingsbudgetten 4.2.1.1 Het investeringsbudget Hoe goed een project ook mag zijn, een onderneming kan maar starten als ze over de nodige vereiste materiële middelen beschikt.
Om deze reden wordt een investeringsbudget uitgewerkt. Hierin wordt bepaald welke investeringen nodig zijn om de geplande omzet te realiseren.
Onder investeringen worden de duurzame vaste activa bedoeld zoals:
Oprichtingskosten: notariskosten, financieel plan, studies, vestigingsattest, inschrijving KBO voor zover de bedragen relatief hoog zijn
immateriële vaste activa: goodwill, merken, licenties, software
materiële vaste activa: gebouwen, machines, meubilair, rollend materieel, inrichtingen, ook indien ze in leasing gehouden zijn
financiële vaste activa: waarborgen zoals huurwaarborgen, waarborgsommen voor water, gas, elektriciteit en sociaal secretariaat
De juiste inschattingen van zijn investeringen kan de ondernemer doen op basis van opgevraagde offertes, vergelijkingen en/of zijn ervaring.
Naast de gebruikelijke investeringen in vaste activa moet de ondernemer ook denken aan de investeringen in ruime zin. De fondsen die de onderneming ter beschikking heeft zullen immers geblokkeerd worden in andere activa zoals:
voorraden
vooruitbetalingen
vorderingen op klanten
liquide middelen
In dit kader duiken ook de begrippen “ijzeren voorraad” en “debiteurenkern” op.
De ijzeren voorraad is de absolute minimumvoorraad die nodig is om de activiteit te kunnen uitoefenen. Het kan voorkomen dat de ondernemer in het investeringsbudget een voorraad voorziet die groter is dan strikt noodzakelijk. Redenen kunnen zijn; ruim assortiment, optimaliseren van het bestelproces, optimaliseren van de leveringskosten,… Bij het beoordelen en aanpassen van het plan zal men echter steeds rekening moeten houden dat er een absolute minimumvoorraad nodig is, zonder welke de activiteit niet kan uitgeoefend worden.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 18
Elke onderneming heeft vorderingen op klanten. Tussen het tijdstip van facturatie en de betaling van de verkoopfacturen ligt steeds een zekere termijn. Uiteraard zal de ondernemer er alles aan doen om deze termijn zo kort mogelijk te houden, maar dan nog zal men vaststellen dat er een bedrag is aan min of meer continu openstaande handelsvorderingen. Dit bedrag noemt men de debiteurenkern.
Om het globaal budget in evenwicht te houden eens de onderneming is opgestart moet het investeringsbudget als leidraad gelden bij effectieve uitgaven. Gebeurt dit niet dan kan de kaspositie van de onderneming in gevaar komen. Dit zal des te meer het geval zijn indien de werkelijke exploitatie binnen of onder de vooropgestelde verwachtingen blijft.
4.2.1.2 Het financieringsbudget Eenmaal het investeringsbudget is opgemaakt zal de ondernemer onderzoeken over welke middelen hij beschikt om de investeringen te financieren en de opstartperiode te overbruggen. Wat dit laatste punt betreft, doet de ondernemer er goed aan de eventuele opstartverliezen op een voorzichtige wijze in te schatten.
De financiering kan d.m.v. eigen vermogen, vreemd vermogen op lange of vreemd vermogen op korte termijn. In de praktijk wordt meestal gekozen voor een combinatie van deze drie.
Het eigen vermogen bestaat uit het kapitaal dat de ondernemer zelf inbrengt en uit winstreservering. De inbreng in kapitaal kan zowel in geld als in natura gebeuren. Bij een inbreng in natura wordt geen geld ingebracht maar goederen die een bepaalde waarde vertegenwoordigen zoals materiële vaste activa, voorraden, handelsvorderingen, enz.
Het door de oprichter vooropgestelde beleid inzake resultaatverdeling heeft een belangrijke invloed op het plan. Een minder agressieve uitkeringspolitiek zal er immers toe bijdragen dat de gerealiseerde winsten voor een belangrijk deel aan het eigen vermogen wordt toegevoegd wat gunstig is voor de solvabiliteit en de onderneming een buffer bezorgt die dienstig kan zijn wanneer het wat minder gaat of wanneer al dan niet verwachte investeringen zich opdringen.
Bovenop de middelen die de ondernemer op duurzame wijze aan de onderneming toezegt, kan hij ook een deel van zijn eigen financiële middelen ter beschikking stellen onder de vorm van een lening met vaste looptijd of op rekening courant.
Is de eigen inbreng onvoldoende, dan zal de ondernemer vreemde middelen moeten aantrekken. Deze kunnen worden gehaald bij financiële instellingen of bij derden onder de vorm van leningen, leasings, straight loans, kaskredieten, leverancierskrediet, enz.
Terwijl eigen kapitaal geen onmiddellijke vergoeding vereist, leiden vreemde middelen tot kosten voor de onderneming. Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat financiële instellingen meestal
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 19
geen kredieten verlenen zonder waarborgen te eisen. Indien de geëiste waarborgen daarenboven van die aard zijn dat ze het persoonlijk vermogen betreffen dan doen ze ook het voordeel van een vennootschapsvorm teniet; het persoonlijk vermogen is dan immers niet langer beschermd.
Een evenwichtig financieringsplan vereist dat er voldoende financieringsbronnen op lange termijn worden aangesproken. Dit principe is ook gekend als de “hoofdregel van de financiering”. De financieringsbronnen op lange termijn moeten minstens gelijk zijn aan de permanente activa. Deze bestaan uit de vaste activa, de ijzeren voorraad en de debiteurenkern. Meer financieren op lange termijn mag perfect, minder financieren op lange termijn dan de permanente activa houdt risico’s in!
Financieringstekorten op korte termijn kunnen worden overbrugd met kortlopende kredieten zoals een kaskrediet bij een financiële instelling, een vast voorschot of een leverancierskrediet.
Tenslotte kan de ondernemer in sommige gevallen genieten van subsidies en steunmaatregelen. Deze houden echter een grote onzekerheid in. Ze worden pas toegekend nadat een grondig dossier is voorgelegd, wat bij een startende onderneming vaak nog ontbreekt. Sommige subsidies zijn ook voorwaardelijk; ze zijn afhankelijk van bepaalde gerealiseerde doelen zoals bijkomende tewerkstelling. Worden de doelstellingen niet gehaald dan zijn de subsidies ook niet verworven. Omwille van die onzekerheid is het aan te raden eventuele subsidies niet als essentiële financieringsbron te beschouwen maar ze eerder te zien als een appeltje voor de dorst.
Er moet een optimaal evenwicht worden gezocht tussen het eigen vermogen, het vreemd vermogen op lange termijn en het vreemd vermogen op korte termijn. De ondernemer hoort te streven naar een goede solvabiliteit, maar ook naar een gepaste verhouding tussen investeringen op lange termijn (permanente activa) en financieringen op lange termijn, tussen activa op korte termijn en schulden op korte termijn. Deze evenwichtsoefening mag echter niet leiden tot een onrendabel overschot aan middelen in het algemeen en thesaurie in het bijzonder.
Een zekere “reserve” in een financieel plan blijft nochtans een “must”.
4.2.1.3 Het exploitatiebudget Iedereen die een onderneming start heeft uiteindelijk als doel om winst te maken en vermogen op te bouwen. Winst en vermogen vloeien voort uit de resultaten die de onderneming behaalt. De toekomstige resultaten worden uitgewerkt in een exploitatiebudget dat samengesteld is uit de bedrijfsopbrengsten en de bedrijfskosten. De voornaamste elementen zijn:
1. Bedrijfsopbrengsten
omzet
andere bedrijfsopbrengsten
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 20
2. Bedrijfskosten
handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
diensten en diverse goederen
bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
afschrijvingen en waardeverminderingen
andere bedrijfskosten
3. Financiële opbrengsten 4. Financiële kosten 5. Belastingen
Uitzonderlijke opbrengsten en kosten zijn bij een financieel plan meestal niet voorzien.
4.2.1.3.1 Bedrijfsopbrengsten 4.2.1.3.1.1 Omzet Onder omzet wordt verstaan het bedrag dat voortvloeit uit de verkoop van goederen en de levering van diensten in het kader van een gewone bedrijfsuitoefening van de onderneming.
Bij de opbouw van het financieel plan wordt eerst de omzet berekend. Deze vloeit voort uit het verkoopplan en het marketingplan. De prijsbepaling zal afhangen van de marktsituatie, van de relatie van vraag en aanbod en de aanwezigheid van concurrentie.
Bij dienstverlenende ondernemingen is de omzet begrensd door het aanwezige menselijk kapitaal.
In het financieel plan moet men rekening houden met diverse parameters zoals opstartmoeilijkheden, seizoensinvloeden, vakanties, prijsverminderingen of kortingen, verweermiddelen van de concurrentie maar ook het algemeen economisch klimaat.
Naast een normaal scenario is het aan te bevelen ook een pessimistisch en een optimistisch scenario uit te werken. Dit kan door bijvoorbeeld de omzetprognoses enerzijds met 10% te verlagen en anderzijds met 10% te verhogen en bij gelijkblijvende vaste kosten te vergelijken met de break-even omzet.
4.2.1.3.1.2 Andere bedrijfsopbrengsten De andere bedrijfsopbrengsten vinden hun oorsprong buiten de gewone bedrijfsuitoefening. Ze kunnen slechts in het exploitatiebudget worden voorzien als ze met zekerheid kunnen worden verkregen zoals bijvoorbeeld huurinkomsten of exportsubsidies
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 21
4.2.1.3.2 Bedrijfskosten Om de verwachte omzet te realiseren moeten kosten worden gemaakt. De bedrijfskosten kunnen worden ingedeeld in vaste kosten en variabele kosten. Variabele kosten houden rechtstreeks verband met de omzet en zullen daarom verhoudingsgewijs mee evolueren met het zakencijfer.
Vaste kosten zijn nodig om de onderneming draaiende te houden. Het is niet altijd mogelijk een strikt onderscheid te maken tussen vaste en variabele kosten. Energieverbruik is enerzijds een variabele kost, zeker in een productieomgeving, maar het minimaal verbruik is anderzijds een vaste kost.
Variabele kosten worden hoofdzakelijk ondergebracht in de rubriek handelsgoederen, grond- en hulpstoffen maar kunnen daarnaast ook in de rubriek diensten en diverse goederen en in de personeelskosten worden teruggevonden.
4.2.1.3.2.1 Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Deze rubriek omvat de aankopen van handelsgoederen en grond- en hulpstoffen. De aangekochte hoeveelheid is afhankelijk van de omzet. De kostprijs wordt berekend aan de hand van ramingen en offertes.
Tevens worden in deze rubriek de onderaannemingen opgenomen die direct in verband zijn tot de omzet.
4.2.1.3.2.2 Diensten en diverse goederen Hierin vinden we zowel variabele als vaste kosten terug.
Het zijn de kosten verbonden aan de dienstverlening of de levering van goederen door derden in het kader van de bedrijfsuitoefening en die niet onder handelsgoederen noch onder de personeelskosten worden opgenomen.
Volgende kosten zijn variabele kosten:
bijkomende kosten op aankopen zoals transportkosten en verzekeringen
energieverbruik
In het financieel plan moeten zeker de volgende vaste kosten worden voorzien:
huur (indien de vennootschap geen eigenaar is van een onroerend goed)
verzekering
kosten verbonden aan de vaste activa zoals onderhoud en herstelling, verzekering, brandstof, elektriciteit, gas, water
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 22
kosten verbonden aan de verkoop: marketingkosten, representatiekosten, reclame
administratiekosten, telecommunicatie, post
kosten volgend uit wettelijke verplichtingen zoals inschrijving in het KBO, de neerlegging van de jaarrekening, de sociale bijdrage van de vennootschap, enz.
4.2.1.3.2.3 Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Ook deze rubriek kan worden opgedeeld in vaste en variabele kosten. Men moet echter rekening houden met de wettelijke verplichtingen, waardoor aan het personeel vergoedingen worden betaald zonder dat er prestaties tegenover staan.
De opdeling tussen vaste en variabele kosten zal makkelijker zijn in een productieomgeving dan in een dienstenbedrijf. De kosten van het personeel dat direct bij de productie betrokken is vormt ontegensprekelijk een variabele kost. Alhoewel er een direct verband is tussen de loonkost en de productie annex omzet kan het toch dat het personeel betaald moet worden zonder dat er geproduceerd wordt. Het is niet omdat de bestellingen uitblijven dat het personeel onbetaald naar huis gestuurd kan worden.
Vanuit bedrijfseconomische invalshoek worden de personeelskosten daarom vaak als vaste kosten beschouwd.
Bij de loonkosten moet men goed voor ogen houden dat er tussen het ontvangen nettoloon van een personeelslid en de totale kosten voor de onderneming een groot verschil bestaat. Ook het paritair comité waaronder de onderneming ressorteert heeft een invloed op de loonkost.
4.2.1.3.2.4 Afschrijvingen en waardeverminderingen De vaste activa hebben een beperkte gebruiksduur meestal ten gevolge van slijtage maar ook wegens economische en technologische omstandigheden. De waardeverminderingen die zij bijgevolg ondergaan, worden boekhoudkundig uitgedrukt in afschrijvingen. In het financieel plan worden deze afschrijvingen het best berekend volgens de economische en technologische werkelijkheid rekening houdend met de boekhoudkundige verplichtingen en fiscale keuzemogelijkheden.
Behalve waardeverminderingen op de bijkomende aankoopkosten op terreinen zullen in optimale omstandigheden geen andere waardeverminderingen voorzien worden. Maar uit voorzichtigheid kan men ze eventueel toch opnemen. We denken hierbij o.a. aan waardeverminderingen op de voorraden of op de handelsvorderingen, alhoewel het te denken geeft als een onderneming al van bij de aanvang van de activiteit meent hiermee geconfronteerd te worden.
4.2.1.3.2.5 Andere bedrijfskosten Onder deze post worden de door derden aangerekende kosten opgenomen die niet als diensten en diverse goederen noch als financiële of uitzonderlijke kosten worden beschouwd.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 23
In het bijzonder worden opgenomen: de onroerende voorheffing, indirecte belastingen, accijnzen, boeten, schadevergoedingen, enz.
4.2.1.3.3 Financiële opbrengsten Deze zullen in een financieel plan waarschijnlijk weinig relevant zijn, tenzij de onderneming over voldoende liquiditeiten beschikt. Maar dan stelt zich de vraag of deze thesaurie niet overtollig is.
4.2.1.3.4 Financiële kosten Zoals eerder gesteld, gaan met vreemde middelen kosten gepaard onder de vorm van intresten. Meestal zijn deze contractueel vastgelegd.
Daarnaast zijn er ook algemene bankkosten, wisselresultaten en andere financiële kosten.
4.2.1.3.5 Belastingen De belastingen kunnen worden berekend aan de hand van het boekhoudkundig resultaat verhoogd met de fiscaal verworpen uitgaven. Dit vormt het belastbaar resultaat. Naargelang het geval kan dan de verschuldigde belasting in de personen- of vennootschapsbelasting bepaald worden.
4.2.2 Geprojecteerde balansen en resultatenrekeningen De geprojecteerde balansen geven de vermogenstoestand weer op een bepaalde datum, meestal de afsluitdatum van het boekjaar, en geeft de evolutie van de financiële structuur van de onderneming weer over de periode waarop het financieel plan betrekking heeft. De geprojecteerde resultatenrekeningen hebben betrekking op een bepaalde periode, deze waarop het financieel plan betrekking heeft, en maken het mogelijk de rentabiliteit van de ontwikkelde activiteiten tijdens deze periode te bepalen.
Uit de balansen blijkt of de beschikbare middelen efficiënt werden ingezet, of de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen gezond is en of er voldoende financiële autonomie is.
Om de voornaamste balansposten te bepalen, moet men zich baseren op de geprojecteerde resultatenrekeningen en op een aantal realistische hypotheses. De geprojecteerde resultatenrekeningen worden opgemaakt op basis van het exploitatiebudget.
De berekening van de vlottende activa gebeurt in functie van de omzet, terwijl de openstaande schulden het rechtstreekse gevolg zijn van het belang van de kosten.
De belangrijkste balansposten die geraamd moeten worden zijn:
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 24
4.2.2.1 Vaste activa Deze post vloeit voort uit de informatie van de investeringen uit het investeringsbudget en de afschrijvingen uit het exploitatiebudget.
4.2.2.2 Vlottende activa 4.2.2.2.1 Voorraden De ondernemer bepaalt de noodzakelijke voorraad die hij op zijn minst moet houden om te voldoen aan een normale leveringstermijn, rekening houdend met de duurtijd van het productieproces en de door de leveranciers gehanteerde leveringstermijnen. Hij zal daarbij een gepaste methode moeten kiezen voor de berekening van de voorraadwaarde m.a.w. de kostprijs van de voorraad.
De voorraad die in de geprojecteerde balans wordt opgenomen hoeft niet noodzakelijk de ijzeren voorraad te zijn.
4.2.2.2.2 Klantenvorderingen Deze post wordt berekend op basis van de aan de klanten toegestane betalingstermijnen en de omzet. Deze rubriek is niet altijd even gemakkelijk te bepalen.
Worden er verscheidene betalingstermijnen toegepast dan verdient het aanbeveling een gemiddelde betalingstermijn te berekenen rekening houdend met het aandeel van elk van de categorieën in de omzet.
De klantenvorderingen hoeven niet noodzakelijk overeen te stemmen met de debiteurenkern zoals die is bepaald als aandeel in de permanente activa.
4.2.2.2.3 Liquide middelen Het betreft de liquiditeiten die worden overgehouden aan het eind van het activiteitsjaar zoals blijkt uit de vermogensstroomtabel of de tabel van herkomst en besteding van middelen.
4.2.2.3 Eigen vermogen 4.2.2.3.1 Kapitaal De eigen inbreng in kapitaal die bij de oprichting is volstort wordt hierin opgenomen.
4.2.2.3.2 Reserves en overgedragen resultaat Deze posten vloeien voort uit de gerealiseerde winsten en verliezen van de opeenvolgende jaren die niet worden uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 25
4.2.2.4 Schulden 4.2.2.4.1 Financiële schulden De openstaande schulden aan het eind van elke periode worden hierin voorzien overeenkomstig de contractuele verplichtingen en aflossingen.
4.2.2.4.2 Handelsschulden Deze post kan worden berekend op basis van de kosten en de gebruikelijke betalingstermijnen die leveranciers toestaan aan de onderneming.
Worden er verscheidene betalingstermijnen toegestaan en/of gehanteerd dan verdient het aanbeveling een gemiddelde betalingstermijn te berekenen rekening houdend met het aandeel van elk van de categorieën in de kosten.
4.2.2.4.3 Fiscale en sociale schulden Deze schulden worden opgesteld op basis van de personeelskosten en de belastingsberekeningen. Meestal zal hier ook het saldo aan verschuldigde BTW opgenomen moeten worden.
4.2.3 De financiële analyse Op basis van de geprojecteerde balansen kan een beoordeling worden gemaakt van de financiële structuur van de onderneming.
In dit deel van het plan worden niet alleen de ratio’s opgenomen, maar wordt ook de herkomst en besteding van de middelen nader geanalyseerd en wordt een break-even analyse uitgevoerd.
4.2.3.1 Vermogensstroomtabel of tabel van herkomst en besteding van middelen Uit de geprojecteerde balansen en resultatenrekeningen kan niet onmiddellijk worden afgeleid met welke middelen de ondernemer zijn investeringen en activiteiten heeft gefinancierd. Daarom wordt een tabel van herkomst en besteding van middelen opgemaakt die in evenwicht moet zijn aangezien alle uitgaven een oorsprong hebben.
De tabel vloeit voort uit de previsionele balansen van opeenvolgende jaren en kan volgens verschillende modellen worden opgemaakt.
In het financieel plan wordt bij voorkeur als model de volgende tabel gebruikt die leidt tot de mutatie van de thesaurie nl. de opbouw van de liquiditeiten van de onderneming.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 26
In onderstaande tabel wordt het begrip cash flow gebruikt. Cash flow wordt als volgt gedefinieerd:
cash flow = resultaat na belasting + niet kaskosten zoals afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen.
Einde jaar 1 a
+
Wijzigingen in jaar 2 b
Einde jaar 2 c
=
Herkomst van middelen Kapitaal volstort in contanten Verkregen kapitaalsubsidies Nieuwe financiële schulden Bijkomend leverancierskrediet Andere schulden tot één jaar Positieve cash flow uit de activiteiten Totaal middelen Besteding van middelen Oprichtingskosten Investeringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Vorderingen op meer dan één jaar Voorraad opbouw Toegestaan krediet aan klanten Andere vorderingen tot één jaar Negatieve cash flow uit de activiteiten Totaal bestedingen Herkomst min bestedingen Toename (afname) van de thesaurie
4.2.3.2 Ratio’s De ratio’s laten toe na te gaan of de verhoudingen van de onderneming evenwichtig zijn. Het zijn belangrijke knipperlichten en controlemiddelen voor wat de samenhang van de geplande cijfers betreft. De ratio’s zijn van verschillende aard. Zo onderscheiden we:
structuurratio’s: bedrijfskapitaal;
solvabiliteitsratio’s: financiële onafhankelijkheid;
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 27
liquiditeitsratio’s: kasbehoeften op korte termijn;
beheersratio’s: analyse van de resultaten;
rentabiliteitsratio’s: rentabiliteit van de belegde kapitalen en het hefboomeffect door de inbreng van extern kapitaal.
4.2.3.3 Break-even analyse 4.2.3.3.1 Het break-even punt Het financieel plan moet rekening houden met de factor risico.
De markt zal zich misschien niet ontwikkelen zoals verwacht of de concurrenten zullen misschien competitieve maatregelen nemen. Daarenboven heeft de ondernemer ook een aantal vragen als:
Welke omzet moet gerealiseerd worden om winstgevend te zijn
Vanaf welke moment gaat de onderneming winst maken
Hoeveel stukken, eenheden of gepresteerde uren moeten verkocht worden om winst te maken
Welke verkoopprijs maakt het mogelijk een omzet te realiseren die winst kan opleveren
Om deze risico’s te onderkennen en het antwoord op de gestelde vragen te kennen is het aangewezen te weten wat het break-even punt is van de onderneming. Synoniemen voor het breakeven punt zijn: “dode punt”, “evenwicht”, “kritische omzet”, “omslagpunt” of “nulpunt”.
Vanaf dit omzetniveau, deze periode of deze te produceren hoeveelheid slaagt de onderneming er in de vaste kosten te dekken. Het is m.a.w. de omzet die minimaal gerealiseerd moet worden om de vaste kosten en variabele kosten die met die minimale omzet gepaard gaan te dekken.
Het break-even punt is de omzet, de hoeveelheid of de periode in de veronderstelling dat:
de vaste kosten onveranderd blijven
de variabele kosten schommelen in verhouding tot de verkopen
de eenheidsverkoopprijs constant is
de volledige productie gelijktijdig geproduceerd, verkocht en betaald wordt
De bepaling van het break-even punt vereist een grondige voorafgaande kennis en analyse van de exploitatie en de kosten om deze zo nauwkeurig mogelijk uit te splitsen in variabele en vaste kosten. vaste kosten
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 28
De omzet verminderd met de variabele kosten zoals grondstoffen en directe loonkosten geven een bepaalde bijdrage of marge. Men spreekt over de marge na variabele kosten. Van deze marge moeten de vaste kosten worden gedekt.
Het punt waarop de omzet wordt gerealiseerd die resulteert in een marge na variabele kosten die net groot genoeg is om de vaste kosten te dekken is het break-even punt. Wordt het break-even punt niet gehaald dan is de onderneming in een verlieslatende positie. Boven het break-even punt maakt de onderneming winst.
Om het break-even punt te berekenen wordt gebruikt gemaakt van het begrip “contributiemarge”. Dit is de verhouding van de marge na variabele kosten tov de omzet, m.a.w. het deel van de omzet dat bijdraagt tot de dekking van de vaste kosten.
Visueel kan de relatie tussen de begrippen als volgt worden voorgesteld:
OMZET
VARIABELE KOSTEN
VASTE KOSTEN
RESULTAAT
BRUTOMARGE NA VARIABELE KOSTEN
Voorbeeld
Een onderneming heeft de opportuniteit om deel te nemen aan een jaarbeurs. De totale kost zou 11.000€ bedragen. Vooraleer de deelname aan de jaarbeurs te bevestigen zou de onderneming graag weten welke meeromzet gerealiseerd moet worden om deze kost te kunnen dekken.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 29
Gegeven Omzet
1.800.000
Variabele kosten Aankopen Productiekosten Distributiekosten Totaal variabele kosten
756.000 250.000 92.000 1.098.000
Marge na variabele kosten Contributiemarge
702.000 0,39
(1.800.000 - 1.098.000) (702.000 / 1.800.000)
Bepalen van het break-even punt Vaste kosten Lonen Huur- & kantoorkosten Publiciteit- en commerciële kosten Communicatiekosten Verzekeringen Afschrijvingen Financiële kosten Totaal vaste kosten
345.000 100.000 80.000 30.000 10.000 12.000 5.000 582.000
Contributiemarge Break-even punt
0,39 1.492.308
(582.000 / 0,39)
Bepalen van de te realiseren meeromzet Kost deelname jaarbeurs Contributiemarge Te realiseren meeromzet
11.000 0,39 28.205
(11.000 / 0,39)
4.2.3.3.2 Grafiek van de break-even analyse Eens de contributiemarge bepaald is en men het totaal van de vaste kosten kent, kan men de omzet, vaste en variabele kosten en break-even punt grafisch voorstellen.
Om die grafiek te kunnen opmaken worden voor minstens twee willekeurige omzetten die voldoende ver uit elkaar liggen de bijhorende variabel kosten berekend.
Nadien worden op de grafiek, de omzet, de vaste kosten, de variabele kosten en de totale kosten op de grafiek uitgezet. Het snijpunt tussen de omzetlijn en de lijn van de totale kosten duidt het breakeven punt aan.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 30
Het gebied links van het break-even punt tussen de omzetlijn en de lijn van de totale kosten bepaalt de verlieszone, het gebied rechts van het break-even punt de winstzone.
4.2.3.3.3 Te verwachten resultaat Nu het break-even punt en de contributiemarge gekend is kan aan de hand van de gemaakte omzetprognose het resultaat bepaald worden. Merk op dat het resultaat gelijk moet zijn aan het resultaat zoals het blijkt uit de geprojecteerde resultatenrekeningen.
Het is aan te bevelen naast het resultaat op basis van de vooropgestelde omzetprognose ook een pessimistisch en een optimistisch scenario uit te werken. Dit kan door bijvoorbeeld de omzetprognoses enerzijds met 10% te verlagen en anderzijds met 10% te verhogen en bij gelijkblijvende vaste kosten te vergelijken met de break-even omzet.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 31
4.2.3.4 De thesaurieplanning In het financieel plan kan men de evolutie van de bedrijfsactiviteiten volgen en vergelijken. Zij laten echter niet toe te oordelen wanneer de inkomsten worden geïnd en de uitgaven moeten worden betaald. Om hieraan te voldoen, wordt een thesaurieplanning opgemaakt.
De thesaurieplanning maakt het mogelijk om per periode de hiervoor opgestelde budgetten en de geprojecteerde balansen en rekeningen van de onderneming/vennootschap te interpreteren in termen van inkomsten en uitgaven.
Vele ondernemers met sterk groeiende bedrijven, waar de resultaten de budgetten volgen, hebben toch problemen gekend omdat aan de thesaurieplanning minder aandacht werd besteed.
Bovendien zal bij de beoordeling van het toereikend kapitaal ook de financiële stroom en de financiële structuur worden bekeken.
Een thesaurieplanning heeft slecht zin als ze gedetailleerd en per maand wordt opgemaakt. Het is immers perfect mogelijk dat een op jaarbasis opgemaakte kasplanning geen gebrek aan liquide middelen vertoont, terwijl er wel degelijk periodes zijn waar zich een tekort aan liquide middelen manifesteert. De kasplanning zal aangeven in welke periode de liquiditeiten het hoogst zijn en in welke periode bijkomende middelen vereist zijn. Indien de ondernemer dit op voorhand weet, kan hij hiermee rekening houden in zijn beleid en, naargelang het geval, eventueel bijkomende middelen zoals een kaskrediet, overbruggingskrediet of vast voorschot aanvragen.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 32
Bijlage 1. Model haalbaarheidsstudie Syntra Om het financieel plan op te maken baseren we ons op het model van haalbaarheidsstudie dat door Syntra Vlaanderen gebruikt wordt in de cursus basiskennis bedrijfsbeheer.
Het model dat in de richting vastgoedmakelaar als basis gebruikt wordt bevat de volgende componenten: Hoofdstuk 1: Algemene situering Hoofdstuk 2: Concurrenten Hoofdstuk 3: SWOT-analyse Hoofdstuk 4: Omzetprognose Hoofdstuk 5: Investeringsplan, vaste activa Hoofdstuk 6: Investeringsplan, schema van de vaste activa Hoofdstuk 7: Investeringsplan, vlottende activa Hoofdstuk 8: Actiefzijde van de balans Hoofdstuk 9: Financieringsplan Hoofdstuk 10: Passiefzijde van de balans Hoofdstuk 11: Prognosebalans eerste activiteitsjaar Hoofdstuk 12: Afschrijvingen Hoofdstuk 13: Financiële kosten Hoofdstuk 14: Vaste kosten Hoofdstuk 15: Variabele kosten Hoofdstuk 16: Contributiemarge Hoofdstuk 17: Doodpuntomzet Hoofdstuk 18: Grafiek van de doodpuntomzet Hoofdstuk 19: Relativering van de prognoses Hoofdstuk 20: Overzicht van de aankoopkosten Hoofdstuk 21: Bedrijfseconomisch resultatenschema Hoofdstuk 22: Slotconclusies
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 33
Hoofdstuk 1: Algemene situering Voor welk beroep / deelberoep werk je dit project uit? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Welke activiteiten ga je binnen dit project ontwikkelen? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Start je volledig nieuw op of ga je een bestaande zaak overnemen? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Wat is jouw motiviatie om zelfstandige te worden? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Tot welke doelgroep ga jij je richten: wie zijn je klanten? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Welk is jouw marktgebied / sector? Omschrijf bondig de regio. _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Is jouw vestigingsplaats belangrijk? Leg uit waarom of waarom niet. _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 34
Hoofdstuk 2: Concurrenten Welke zijn jouw rechtstreekse concurrenten? Som 5 concurrenten op. Leg uit hoe jij denkt jouw plaats tussen deze concurrenten te veroveren. Quoteer deze concurrenten op een schaal van 1 tot 10 voor hun algemene indruk. In welke zaken ga jij beter zijn dan je concurrenten? In welke activiteiten wil jij je diferentiëren van je concurrenten? _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 35
Hoofdstuk 3: SWOT-analyse Welke zijn jouw sterke kanten, welke troeven heb je in handen om het te maken? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Wat zijn jouw zwakke kanten? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Welke kansen / opportuniteiten zie je op dit ogenblik in de markt? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Welke bedreigingen zie je? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Wat worden jouw activiteiten? Breed, diep, lang, hoog? Welk is jouw kernactiviteit en welk is jouw randactiviteit? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 36
Hoe ga je omgaan met nieuwe tendenzen en marktbewegingen? Waar ga je je blijven bijscholen? Waar vind je eigenlijk alle informatie die je nodig hebt om je bij te scholen? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Wat zijn veel voorkomende klachten in jouw sector? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ Bespreek bondig de behandeling van 2 van zulke klachten. ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 37
Hoofdstuk 4: Omzetprognose Om een goed financieel plan te kunnen maken, hebben we een omzetprognose nodig. Als je een zaak overneemt, kan je werken met bestaande cijfers. Start je echter volledig van nul, dan ga je een omzetprognose moeten maken. Maak hieronder je omzetprognose. Activiteit
Aantal*
Prijs/stuk
TOTAAL
TOTAAL OMZETPROGNOSE * = leg uit hoe je aan dit aantal komt. ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 38
Hoofdstuk 5: Investeringsplan, vaste activa 1.Vaste Activa A.Oprichtingskosten Sommige oprichtingskosten vallen onder de investeringen. Daar is een reden voor. Noteer hier deze reden, welke kosten en een geschat bedrag voor jouw zaak. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Bedrag van de oprichtingskosten B.Immateriële vaste activa Hiertoe behoren ondermeer goodwill (= prijs die dient betaald te worden bij overname van een zaak, nl. voor de bestaande klanten of als sleutelgeld), licenties, octrooien, know-how, software, … Geef voor jouw project aan welke jouw immateriële vaste activa zijn en begroot hiervoor een bedrag _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Bedrag van de immateriële vaste activa
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 39
C.Materiële vaste activa Hier wordt een opsmming gemaakt van de meeste zuiver materiële investeringen die we moeten doen bij de opstart van onze zaak. Noteer gedetailleerd. Investeringsgoed
Merk, type
Prijs
NR
Totaal van de materiële vaste activa D.Financiële vaste activa Hierbij denken we aan waarborgsommen en andere financiële middelen die we moeten blokkeren ten gunste van onze zaak. Som ze op en begroot telkens een bedrag. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Totaal van de financiële vaste activa
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 40
Hoofdstuk 6: Investeringsplan, schema van de vaste activa Schema van de vaste activa Nr Omschrijving/benaming I Oprichtingskosten 2000 ………………………………… II Immateriële vaste activa 211 Software 212 Goodwill
Aanschaffingswaarde ………………………………..€
………………………………..€ ………………………………..€
III A 220 221 224 …
Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen Terreinen Gebouwen Inrichting gebouwen …………………………………
B 230 231 232 233 …
Installaties, machines en uitrusting Machines Kantoormachines PC en printer Uitrusting ………………………………….
………………………………..€ ………………………………..€ ………………………………..€ ………………………………..€
C 240 241 242 …
Meubilair en rollend materieel Meubilair Vrachtwagen Wagen ………………………………….
………………………………..€ ………………………………..€ ………………………………..€
………………………………..€ ………………………………..€ ………………………………..€
D Materiële vaste activa in leasing 252 Leasewagen … ………………………………….
………………………………..€
E Overige materiële vaste activa 261 Inrichting gehuurde ruimte … …………………………………..
………………………………..€
IV 2881 2882 …
Financiële vaste activa Borg water, gas, elektriciteit Huurwaarborgen …………………………………..
………………………………..€ ………………………………..€
TOTAAL VAN DE VASTE ACTIVA
………………………………..€
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 41
Hoofdstuk 7: Investeringsplan, vlottende activa 2.Vlottende activa A.Voorraden Omschrijving
Aantal
Aankoopprijs
Totaal
Totaal voorraad NB.Voorraden kunnen betrekking hebben op grondstoffen, hulpstoffen of handelsgoederen. B.Openstaande vorderingen Niet alle facturen die je opmaakt zullen onmiddellijk betaald worden. Hier gaan we een overzicht maken van de openstaande vorderingen. Activiteit (nr.1)
Aandeel in de omzet (nr.2)
Aantal dagen klantenkrediet (nr.3)
Gemiddelde klantentermijn =
2x3
dagen
Jaaromzet x gemiddelde klantentermijn/ 365 = totaal openstaande handelsvorderingen Berekening ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________
TOTAAL VAN DE HANDELSVORDERINGEN
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
…………………………€
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 42
C.Overige vorderingen Verwacht je overige vorderingen (RSZ, BTW, …)? Begroot hier een bedrag. ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ TOTAAL VAN DE OVERIGE VORDERINGEN
………………………..€
D.Liquide middelen Hoeveel geld denk je nodig te hebben om je lopende rekeningen op dagelijkse basis te kunnen betalen? Bedrag bankrekening
………………………..€
Hoe heb je dit bedrag berekend? ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ Bedrag kas
………………………..€
Hoe heb je dit bedrag berekend? ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
……………………….€
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 43
Hoofdstuk 8: Actiefzijde van de balans Met de bedragen die we in het voorgaande deel genoteerd hebben gaan we nu de actiefzijde van onze balans opmaken. VASTE ACTIVA I Oprichtingskosten II Immateriële vaste activa III Materiële vaste activa A.Terreinen en gebouwen B.Installaties, machines en uitrusting C.Meubilair en rollend materieel D.Leasing en soortgelijke rechten E.Overige materiële vaste activa F.Activa in aanbouw en vooruitbetalingen IV Financiële vaste activa VLOTTENDE ACTIVA VI Voorraden en bestellingen in uitvoering A.Voorraden VIII Vorderingen op ten hoogste 1 jaar A.Handelsvorderingen B.Overige vorderingen IX Liquide middelen
TOTAAL DER ACTIVA
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 44
Hoofdstuk 9: Financieringsplan 1.Totale financieringsbehoefte A.Totale vermogensbehoefte Vaste activa Vlottende activa Totaal der activa Totale vermogensbehoefte B.Hoofdregel van de financiering Ijzeren voorraad Debiteurenkern Vaste activa Totaal (*)
………………………………….€
(*) = minimumbehoefte aan vermogen op lange termijn Hoe kom je aan het cijfer van de ijzeren voorraad? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ Hoe kom je aan het cijfer van de debiteurenkern? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 2.Detail van de financiering A.Eigen vermogen Inbreng in geld Andere inbreng * deel van de woning * vroeger gekochte activa TOTAAL EIGEN VERMOGEN
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
…………………………………€
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 45
B.Schulden op meer dan 1 jaar Geef hieronder een overzicht van de kredieten die je denkt te moeten afsluiten om je zaak te kunnen opstarten.
Soort
Rentevoet
TOTAAL VREEMD VERMOGEN OP LANGE TERMIJN
Bedrag van de lening
…………………………………€
Welk bedrag van deze schulden moet binnen het jaar terugbetaald worden? Soort
Bedrag
Totaal Totaal financiële schulden > 1 jaar = Totaal vreemd vermogen > 1 jaar - totaal schulden die binnen het jaar terugebtaald moeten worden. Berekening : ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ TOTAAL FINANCIËLE SCHULDEN >1 JAAR
…………………………………..€
C.Controle op de hoofdregel Minimumbehoefte aan vermogen op lange termijn
A
Eigen Vermogen Vermogen op lange termijn
B C
(+)
Totaal vermogen op lange termijn
D
Controle : A moet kleiner of gelijk zijn aan D. Voldoet jouw plan aan de hoofdregel van de financiering? Leg kort uit. ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 46
D.Schulden op minder dan 1 jaar. Totaal schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen Bedrag = Heb je eventueel een kaskrediet of andere schulden < 1 jaar? Geef hieronder een overzicht. Soort
Rentevoet
Bedrag
TOTAAL Daarnaast heb je nog handelsschulden. Geef hieronder het cijfer van deze handelsschulden en leg uit hoe je dit berekend of ingeschat hebt. Totaal handelsschulden Heb je nog andere korte termijnschulden (RSZ, BTW? …?) Leg uit Totaal overige schulden
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 47
Hoofdstuk 10: Passiefzijde van de balans EIGEN VERMOGEN I Geplaatst kapitaal A.Geplaatst kapitaal VREEMD VERMOGEN VIII Schulden op meer dan 1 jaar A.Financiële schulden IX Schulden op ten hoogste 1 jaar A.Schulden > 1 jaar die binnen het jaar vervallen B.Financiële schulden C.Handelsschulden E.Schulden mbt belastingen, bezoldigingen en sociale lasten F.Overige schulden TOTAAL DER PASSIVA
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 48
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
TOTAAL DER ACTIVA
IX Liquide middelen
VIII Vorderingen < 1 jaar A.Handelsvorderingen B.Overige vorderingen
VI Voorraden + bestel. In uitv. A.Voorraden
VLOTTENDE ACTIVA
IV Financiële vaste activa
E.Overige mat vaste activa F.Activa in aanbouw en vooruitb.
II Materiële vaste activa A.Terreinen en gebouwen B.Installaties, machines, uitrusting C.Meubilair en rollend materieel D.Leasing + soortg. Rechten
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 49
TOTAAL DER PASSIVA
IX Schulden < 1 jaar A.Schuld > 1 vervallen binnen het jaar B.Financiële schulden C.Handelsschulden E.Schulden belast., … F.Overige schulden
VIII Schulden > 1 jaar A.Financiële schulden
VREEMD VERMOGEN
I Geplaatst kapitaal A.Geplaatst kapitaal
I Oprichtingskosten
II Immateriële vaste activa
EIGEN VERMOGEN
VASTE ACTIVA
Actief
Hoofdstuk 11: Prognosebalans eerste activiteitsjaar Passief
Hoofdstuk 12: Afschrijvingen
Oprichtingskosten
Aanschaffingswaarde Duur
%
Jaarlijkse afschrijving
Immateriële vaste activa Software Goodwill … Materiële vaste activa Terreinen en Gebouwen Terreinen Gebouwen Inrichting gebouwen …………….. Installaties, machines uitrusting Machines Kantoormachines PC en printer Uitrusting … Meubilair en rollend materieel Meubilair Vrachtwagen Wagen … Materiële vaste activa in leasing Leasewagen … Overige materiële vaste activa Inrichting gehuurde ruimte … Totaal vaste activa TOTAAL VAN DE AFSCHRIJVINGEN
Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 50
Hoofdstuk 13: Financiële kosten Bij je financieringsplan heb je ingeschat hoeveel krediet je nodig hebt om op te starten. Nu gaan we kijken welke kosten deze kredieten met zich meebrengen. Schulden > 1 jaar Soort
Bedrag
Rentevoet
Rente 1ste jaar
Schulden < 1 jaar Soort
Bedrag
Rentevoet
Rente 1ste jaar
Totaal ………………… Totaal verschuldigde intresten
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
****************** ****************** ………………….€
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 51
Hoofdstuk 14: Vaste kosten x1 x2 x4 Basisbedrag x 6 x 12
Totaal Jaar
Totaal rubriek
1 Gebouwen/lokaalkosten Huur Schoonmaak gebouwen Onderhoud Verwarming/nutsvoorzieningen … 2 Machines Onderhoud en herstellingen Energieverbruik Aanschaf van klein materieel … 3 Verzekeringen Brand Machinebreuk BA Uitbating Beroepsaansprakelijkheid Rechtsbijstand BA Auto Omnium Elektronische risico's Gewaarborgd inkomen Hospitalisatie … 4 Vervoerskosten Transport door derden Onderhoud en herstellingen voertuig Brandstofverbruik … 5 Verkoopkosten Reclame en promotiekosten Public relations Geschenken en representatie …
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 52
6 Kantoor- en administratiekosten Kantoorbenodigdheden Postzegels Telefoon, telefax, mobiel Internet Drukwerken, kopiën Documentatiekosten Vakliteratuur Bijscholing, studiedagen Lidmaatschapsbijdragen Kosten boekhouding Erelonen … 7 Personeelskosten Brutolonen Sociale zekerheid personeel Kosten sociaal secretariaat Werkkledij Verzekeringen personeel Sociale bijdrage zelfstandige … 8 Afschrijvingen 9 Andere bedrijfskosten Kosten start onderneming Onroerende voorheffing Provinciebelastingen Gemeentebelastingen Milieubelastingen Verkeersbelastingen … 10 Financiële kosten Intresten bank Bankkosten … 11 Uitzonderlijke kosten 12 Gewaardeerd eigen loon Eigen loon 13 Minimumvergoeding kapitaal TOTAAL VAN DE VASTE KOSTEN
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
………………..
Pagina 53
Hoofdstuk 15: Variabele kosten Aandeel in de omzet
x Variabele kosten
TOTAAL
Activiteit 1 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 2 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 3 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 4 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 5 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 6 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 7 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 8 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 9 …………………………. ……………………% x ………………%
………..%
Activiteit 10
………..%
…………………………. ……………………% x ………………%
TOTAAL
……………………%
Percentage van de variabele kosten t.o.v. de omzet :
XXXXXXXXXXXXXX ………..% ………………………………… %
Hoe heb je percentages voor de verschillende activiteiten bepaald? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 54
Hoofdstuk 16: Contributiemarge
Wat is de contributiemarge? ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________
Hoe wordt de contributiemarge berekend? ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________
Bereken de contributiemarge van jouw onderneming ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________
CONTRIBUTIEMARGE
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
…………………………………………………………..%
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 55
Hoofdstuk 17: Doodpuntomzet Wat is de doodpuntomzet? _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________
Totaal van de vaste kosten
………………………………..€
Contributiemarge
………………………………..%
Berekening van de doodpuntomzet _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________
DOODPUNTOMZET
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
:
……………………………….€
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 56
Hoofdstuk 18: Grafiek van de doodpuntomzet
1.Bedrag van de vaste kosten
…………………….€
2.Percentage van de variabele kosten
…………………….%
3.Grafiekpunten variabele kosten ……………………. € omzet
x ……………….% =
…………………….€
……………………. € omzet
x ……………….% =
…………………….€
……………………. € omzet
x ……………….% =
…………………….€
……………………. € omzet
x ……………….% =
…………………….€
4.Grafiekpunten totale kosten ……………………. € omzet =
…………………………………totale kosten
……………………. € omzet =
…………………………………totale kosten
……………………. € omzet =
…………………………………totale kosten
……………………. € omzet =
…………………………………totale kosten
Duid de uitgerekende punten allemaal aan op je grafiek, verbind de punten correct.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 57
Hoofdstuk 19: Relativering van de prognoses 1.Realistische prognose Omzetprognose (+)
…………………………………€
Doodpuntomzet (-)
…………………………………€
Omzetverschil
…………………………………€
Contributiemarge (x)
…………………………………%
TOTAAL
…………………………………€
2.Optimistische omzetprognose Omzetprognose (+)
…………………………………€
Doodpuntomzet (-)
…………………………………€
Omzetverschil
…………………………………€
Contributiemarge (x)
…………………………………%
TOTAAL
…………………………………€
3.Pessimistische omzetprognose Omzetprognose (+)
…………………………………€
Doodpuntomzet (-)
…………………………………€
Omzetverschil
…………………………………€
Contributiemarge (x)
…………………………………%
TOTAAL
…………………………………€
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 58
Hoofdstuk 20: Overzicht van de aankoopkosten Omzetprognose van het eerste jaar
A
………………………€
Percentage variabele kosten
B
………………………%
C
………………………€
(x)
Bedrag van de verkochte aankopen
Omdat we starten met een nieuwe zaak, hebben we ook een beginvoorrraad moeten aankopen : (+) D ………………………€ Totaal van de aankopen
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
(C + D)
E
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
………………………€
Pagina 59
Hoofdstuk 21: Bedrijfseconomisch resultatenschema 1.Bedrijfsopbrengsten Omzet 2.Bedrijfskosten A.Aankopen handelsgoederen Beginvoorraad Eindvoorraad Voorraadwijziging Aankoopprijs van de verkochte goederen (-) BRUTOWINST = B.Diensten en diverse goederen Personeelskosten Afschrijvingskosten Andere bedrijfskosten BEDRIJFSRESULTAAT = 3.Financiële Opbrengsten (+) 4.Financiële kosten (-) EXPLOITATIERESULTAAT = 5.Uitzonderlijke opbrengsten (+) 6.Uitzonderlijke kosten (-) RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR = 7.Belastingen op het resultaat ………………………..% x resultaat van het boekjaar (-) EFFECTIEF RESULTAAT = 8.Gewaardeerd loon 9.Minimumvergoeding kapitaal (-) ECONOMISCH RESULTAAT =
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 60
Hoofdstuk 22: Slotconclusies 1.Welke zijn jouw conslusies omtrent de financiële haalbaarheid van je zaak? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ 2.Ga je, rekening houdend met het bekomen resultaat, je project aanpassen of verfijnen? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ 3.Ga je opstarten op de voorgenomen manier? Leg uit waarom wel of waarom niet. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 61
Bijlage 2. Uitgewerkt voorbeeld Familienaam: Schildermans Voornaam: Wim Straat: Ververijstraat 12 Gemeente: Behangerszele Telefoon: 011/111111 Fax: 022/222222 Geboortedatum: 01/01/1970 Geslacht: m Burgerlijk stand: g Firmanaam: Straat: Gemeente: Sector:
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 62
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve0
Situering van je project Voor welk beroep werk je dit project uit? huisschilder Welke activiteiten wil je binnen dit project ontwikkelen? de werken van Wim de winkel van Sonja Gaat het om een nieuwe zaak, om de uitbreiding van een bestaande zaak of om de overname van een zaak? Nieuwe zaak Gaat het om een hoofdberoep of om een bijberoep? Hoofdberoep Werk je dit project samen met anderen uit? Nee Welke is jouw functie in de onderneming?
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 63
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve1
De starter en zijn omgeving Welke is jouw motivatie om zelfstandige te worden? Wim Schildermans droomt er al lang van zijn eigen baas te kunnen zijn. Met zijn vijf jaren ervaring in het schildersvak wil hij een eigen zaak beginnen als huisschilder. Wim start zonder personeel en is ervan overtuigd dat er voor een hardwerkend vakman nog plaats moet zijn in de markt. Je sterke en zwakke punten? 1. Observeren en exploreren
5
2. Creatief en kritisch denken
9
3. Omgaan met risico's
10
4. Beslissingen en verantwoordelijkheid
7
5. Communiceren
4
6. Inspireren en motiveren
8
7. Plannen en organiseren
7
8. Ordelijk en nauwgezet te werk gaan
8
9. Doorzetten en vitaal zijn
8
Hoe reageer jij als persoon op het omgaan met risico's? Momenteel liggen de bestedingen in de bouwsector nog vrij gunstig. Het aantal nieuwe bouwaanvragen is de laatste jaren erg hoog. Algemeen wordt verwacht dat deze trend inzake nieuwbouw niet zal blijven duren. Wanneer er over enkele jaren toch een verzadiging in de markt voor nieuwbouw zou optreden, zien we nog geen reden tot panikeren. Integendeel. Als de nieuwbouwactiviteiten verminderen, dan nemen doorgaans de renovatiewerken en de vernieuwbouw toe. En juist bij het opfrissen van oudere woningen is er veel werk voor de huisschilder! Waaraan kun je bijzondere aandacht besteden om je zwakke punten te ondervangen of te compenseren ?
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 64
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve1B
De starter en zijn omgeving Welke opleiding heb je genoten die relevant is voor dit project? Lager onderwijs Beroepsonderwijs (6 jaar) Ondernemingsopleiding: Welke opleiding heb je genoten die je relevant vindt voor dit project? Schilder Bedrijfsbeheer Welke ervaring heb je reeds binnen de gekozen sector (in dat bedrijf of met die beroepsactiviteit)? Wim werkt al 5 jaar als schilder voor een baas Sonja werkte vroeger nog in een supermarkt
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 65
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve2
De markt Maak een analyse van je doelgroep: de consumenten of andere afnemers waarop je je richt. Wie: Personen die een nieuwbouwproject hebben lopen, diegenen die wensen te renoveren of degenen die thuis zelf klussen. Waar: In de nabije omgeving van de winkel voor de winkelverkopen. Wat de schilderwerken betreft zullen de werkzaamheden plaatsvinden binnen een straal van 20 Km. Leeftijd: van 20 tot 86 Geslacht: Omvang van je doelgroep: De doelgroep is vrij groot daar iedereen die zelfstandig woont een potentiële klant is. Evolutie van je doelgroep: Naargelang de nieuwbouwaanvragen zullen minderen, zal er meer vraag zijn naar renovatie en zullen de thuisklussers een groter deel van de markt uitmakten Levensstandaard: Met deze activiteit bereikt men iedereen, er is dus geen specifieke levensstandaard vereist om de aangeboden diensten en producten aan te kunnen bieden. Bestedingspatroon: Het uitvoeren van schilderwerken gebeurt minstens om de 3 jaar, soms iets langer of iets korter, dit is een gemiddelde. Bestedingsevolutie: sterk stijgend
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 66
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve3
Het marktonderzoek Het marktgebied Bespreek hoe ver je marktgebied zich uitstrekt. Winkelverkopen in de naaste omgeving. Schilderwerken binnen een straal van 20 KM. De vestigingsplaats Waarom is in jouw situatie de keuze van een concrete vestigingsplaats (niet) belangrijk? Wat de winkel betreft is dit wel belangrijk, daar de vestigingsplaats gemakkelijk te bereiken dient te zijn, en indien mogelijk naast een drukke verkeersader, waardoor men naambekendheid kan verwerven. Dit kan uiteindelijk ook een weerslag hebben op de schilderwerken. Welk is het adres van je vestigingsplaats? Schoolstraat 10 Som de voor- en de nadelen op van jouw vestigingsplaats. Voordelen: Bereikbaarheid Parkeergelegenheid Veel passerend verkeer Nadelen: In de direct omgeving een paar grote concurrenten
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 67
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve3B
Het marktonderzoek De concurrenten Concurrent A: Bricocenter Concurrent B: Doe het Zelf zaken Concurrent C: Meulemans Product
A B C D E F G H
assortiment 5 4 3 kwaliteit
3 4 5
merk(en)
4 5 3
garantie
2 1 4
service
3 2 1
Prijs
A B C D E F G H
prijsniveau
5 4 3
korting
5 4 3
winstmarge
5 4 3
aankoopprijs
3 4 5
kredietvormen 3 4 5 Vestiging
A B C D E F G H
bereikbaarheid
1 2 3
parkeergelegenheid 4 5 3 omgeving (sfeer)
2 4 5
Promotie
A B C D E F G H
p.r.
1 2 3
persoonlijke verkoop 3 4 5 promotionele acties
3 2 1
reclame
4 3 2
media
4 3 5
naamsbekendheid
4 3 5
Personeel
A B C D E F G H
opleidingsniveau
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 68
vakbekwaamheid sociale vaardigheden commerciële vaardigheden
Welke conclusies trek je uit je concurrentieanalyse ? Vermeld daarbij uitdrukkelijk op welke elementen van je concurrentieanalyse je je baseert. Om concurrentieel te blijven moeten Wim en Sonja trachten een zo groot mogelijk assortiment aan te bieden tegen een degelijke prijs in hun winkel. Wat de schilderwerken betreft dient Wim zich toe te spitsen op specialisatie.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 69
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve3C
Het marktonderzoek Bekijk nu je totale uitgangspositie door de bril van de potentiële klant: Wat zijn dan je sterke kanten? (Welke troeven heb je in handen om van jouw project een succes te maken?) Wim en Sonja zijn doorzetters, die elke verkoop zullen verzorgen zoals het hoort en afgesproken werd met de klant. Waar liggen jouw zwakke punten? Door de kleinschaligheid van het bedriijf zal het moeilijk zijn op te boksen tegen de grote jongens. Welke kansen zie je in de markt? Aanvankelijk zal het moeilijk zijn een positie in deze markt te veroveren, maar door hun doorzettingsvermogen zullen ze uiteindelijk hun vast klienteel verwerven. Welke bedreigingen? De grote concurrenten uiteraard, deze kunnen een prijszetting doorvoeren die voor een beginnend ondernemer onmogelijk zal zijn. Wim en Sonja zullen zich moeten profileren op andere vlakken.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 70
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve4
Uw aanbod in de markt Marktsegmentatie Naar welke segmenten in de markt profileer je je ? Verantwoording voor deze keuze: Welk imago wil je dat jouw zaak uitstraalt naar de klant? Een jong en dynamische bedrijf dat zich kan aanpassen aan de wensen van de klant. Typeer dit imago aan de hand van minstens 5 kenmerken. Klantvriendelijk Verzorgde klantenbediening Correct bij het maken van afspraken Assortiment Bespreek de dimensies van je assortiment: breedte, diepte, lengte, hoogte. Welke dimensies verkies je, wat betekent het voor jouw onderneming, waarom maak je deze keuze ? Bespreek de structuur van je assortiment: wat is je kern- en je randassortiment. Motiveer je keuze.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 71
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve5
De aankooppolitiek Aankoopkanalen Welke manier van aankopen verkiest u? (grote of kleine leveranciers, weinig of veel leveranciers, vaste leveranciers of niet ...) Een vaste leverancier die meedere malen per week kan leveren. Motiveer. Door de frekwente leveringen, kunnen Wim en Sonja het zich veroorloven een kleinere voorraad aan te leggen. Ze kunnen zich toespitsen op een grotere diversiteit. Informatie inwinnen Welke informatieve bronnen zul je gebruiken om voortdurend op de hoogte te blijven van de steeds evoluerende marktsituatie en van de nieuwe tendensen? Vakliteratuur Leverancierskeuze Hoe ga jij tewerk om leveranciers te vinden? Met welke criteria hou jij rekening bij de keuze van je leveranciers? Regelmatig een advertentie plaatsen in de plaatselijke krantjes. Werken met actie's aangepast aan de periode van het jaar.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 72
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve6
De verkooppolitiek Sellogram Product: parket Technisch kenmerk - Feit: Product van hout Voordeel - Idee: trendy, warm, stijlvol veiligheid, opbrengst, sympathie, comfort, imago, nieuw Welke klachten komen in jouw sector regelmatig voor? te laat met het opleveren van de werkzaamheden. Indien je kan vaststellen dat de duurtijd zal uitlopen, tijdig de klant verwittigen en de oorzaak hiervan duidelijk uitleggen aan de klant. te duur het werk gebeurt dan ook door een vakman. Indien de prijs een probleem is dan is het verstandiger dat de klant zich richt tot een echte doe-het-zelf - zaak en/of een voor en na - klusser. Wij wensen niet toe te geven op de kwaliteit en hanteren daarbij de scherpste marges. Een betere prijs/kwaliteit verhouding gaat u als klant niet vinden.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 73
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve7
Omzetprognose Je kan 3 manieren gebruiken om de omzet te ramen. 1. Je vertrekt van de bedrijfsdrukte die je verwacht. 2. Je neemt een bestaande zaak over en je kunt je dus baseren op de boekhouding van je voorganger. 3. Je kent ongeveer het bedrag dat de gezinnen die rond je zaak wonen besteden aan je product of je dienst. Je gebruikt die informatie om de te verwachten jaaromzet te ramen. Mijn keuze : de werken van Wim Methode 1 Op basis van aantal uren dat je werkelijk kunt doorrekenen (en factureren) aan je klanten rekening houdend met verlet, verplaatsingstijd, de tijd voor het opmaken en bespreken van offertes enz. de winkel van Sonja Methode 3 Sonja had graag een algemeen beeld van het bestedingspatroon van klanten aan onze producten.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 74
Omzetprognose de werken van Wim
Ve8A
Je vertrekt van de bedrijfsdrukte die je verwacht de werken van Wim 1 stuks x gemiddeld 15 000,00 EUR per stuk = 15 000,00 EUR 1 760 uren x gemiddeld 22,50 EUR per uur = 39 600,00 EUR Totaal: 54 600,00 EUR
Omzetprognose
Ve8C
Je kent ongeveer het bedrag dat de gezinnen in je buurt van je zaak besteden aan je product of je dienst. Je gebruikt die informatie om de te verwachten jaaromzet te ramen
de winkel van Sonja Aantal gezinnen
2 450,00
Gemiddelde besteding
123,50
Potentiële omzet
302 575,00
Afvloeiende koopkracht
226 931,00
Toevloeiende koopkracht
0,00
Bestedingen marktgebied
75 644,00
Aandeel concurrenten
45 394,00
Totaal
30 250,00
BTW-percentage
21,00
Omzetprognose
25 000,00
Totaal: 25 000,00 EUR Commentaar In de spreiding van de jaaromzet wordt rekening gehouden: 1. voor de schilderwerken: o met de jaarlijkse vakantie van de bouwsector in de maand juli; o met een inactiviteitperiode in december en januari; 2. voor de winkel: o met een seizoenpiek van maart tot september; o met een (kortere) vakantie in de maand juli; o met een aanloopfase in de opstartperiode.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 75
Ondernemingsplan - Commerciële Verantwoording
Ve8D+E
Verdeling over het jaar Hoe verdeel je die jaaromzet over de 12 maanden van het jaar? In de spreiding van de jaaromzet wordt rekening gehouden: 1. voor de schilderwerken: met de jaarlijkse vakantie van de bouwsector in de maand juli; met een inactiviteitperiode in december en januari; 2. voor de winkel: met een seizoenpiek van maart tot september; met een (kortere) vakantie in de maand juli; met een aanloopfase in de opstartperiode. Waarom doe je dat zo? Meest relevante methode. Kalmste maanden: januari juli december Waarom? Januari : aanloopfase. Juli : bouwverlof December : eindejaarsmaand Drukste maanden: april mei juni augustus Waarom? maart tem juni : voorjaar (lentekriebels) augustus en september : vakantiemaanden
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 76
Verdeling van de omzet over de 12 maanden van het eerste jaar. jan
feb
mrt
apr
mei
jun
de werken van Wim 3 500,00 5 000,00 5 000,00 5 250,00 5 250,00 5 250,00 de winkel van Sonja 1 250,00 1 500,00 2 250,00 2 500,00 3 000,00 3 000,00
jul
aug
sep
okt
nov
dec
de werken van Wim 1 500,00 5 250,00 5 250,00 5 250,00 5 000,00 3 100,00 de winkel van Sonja 1 500,00 2 500,00 2 250,00 2 000,00 1 750,00 1 500,00
de werken van Wim
54 600,00
de winkel van Sonja
25 000,00
Te verwachten omzet 79 600,00 Geef een optimistische raming: + 10 % Optimistische raming: 87 560,00 EUR Reden waarom je dit percentage kiest: Tien procent verschil is ons inzien realistisch. Indien het tijdens de aanllopfase al direct sterk op gang komt, is dit haalbaar. Geef een pessimistische raming: - 10 % Pessimistische raming: 71 640,00 EUR Reden waarom je dit percentage kiest: Meer dan tien procent zou echt niet mogen aangezien onze realistische prognose al zeer voorzichtig was. Indien we dit slechts realiseren hebben we eigenlijk een ernstige misvatting over het potentieel van onze zaak.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 77
Ondernemingsplan - Juridische aspecten
J0
Formaliteiten bij de start Start je een eenmanszaak of een vennootschap? Eenmanszaak Motiveer je keuze. Wim en Sonja kiezen bij de start van hun onderneming voor een eenmanszaak. o Zij zijn van oordeel dat het bedrag aan investeringen en de globale risico's van hun project eerder beperkt blijven (bijgevolg hechten zij minder belang aan het voordeel van de beperkte aansprakelijkheid die de NV, de BVBA en de CV bieden). o Een eenmanszaak vereist minder formaliteiten en kosten bij de start (besparing van de kosten van een notariële oprichtingsakte, ...). o Ook voor de gewone bedrijfsuitoefening zijn er minder formaliteiten nodig (geen algemene vergadering, raad van bestuur, ...). o Sonja kan zelf de vereenvoudigde boekhouding voeren van deze eenmanszaak (gezien de beperkte omzet); voor een vennootschap daarentegen is een volledige boekhouding vereist. o Vermits de eerste jaren de winst waarschijnlijk nog relatief laag ligt, is wellicht in de aanvangsfase het regime van de personenbelasting (met een opklimmend tarief) voordeliger dan de vennootschapsbelasting (met een éénvormig tarief). Welke juridische formaliteiten dien je te vervullen om op te starten? Welke steunmaatregelen kun je voor jouw onderneming bekomen? Waar kun je hiervoor terecht? vestigingspremie van 500 € vanwege de provincie: rentetoelage of kapitaalpremie als starter ten bedrage van 5% van de aanvaardbare beroepsinvestering: Over welke vergunningen moet je beschikken? Inzake milieureglementering is er enkel een meldingsplicht bij het gemeentebestuur, vermits de drijfkracht van de verfspuitinstallatie niet meer bedraagt dan 5 kW. (Voor installaties van meer dan 5 kW dient een milieuvergunning te worden aangevraagd.)
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 78
Ondernemingsplan - Juridische aspecten
J1
Uw onderneming en het samenleven met een partner Wat is of wordt jouw concrete situatie? Gehuwd Omschrijf je situatie. Wim is gehuwd met Sonja, die beiden in de zaak gaan werken. Regeling: Wettelijke regeling Onderneming gemeenschappelijk Omschrijf jouw regeling. De onderneming is gemeenschappelijk daar het een aanwinst is na het huwelijk en het huwelijkscontract dit stipuleert. Motiveer Daar Wim en Sonja beiden in de zaak werken is dit geen obstakel.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 79
Ondernemingsplan - Juridische aspecten
J2
Erfrecht Wat zijn de gevolgen of kunnen de gevolgen zijn van het overlijden van jou of van je partner voor je onderneming? Daar Wim en Sonja beiden in de zaak werken is dit geen obstakel.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 80
Ondernemingsplan - Juridische aspecten
J3
Kopen, huren of bouwen? Je start in of op jouw eigendom (gebouw of terrein) Is dit juridisch mogelijk? Ja Licht dit toe Er wordt een nieuwe zaak opgestart, waarbij een deel van de eigen woning tot winkel wordt omgebouwd, zodat voor Sonja het werk in de winkel combineerbaar blijft met het huishoudelijk werk. Dit gedeelte zal ingebracht worden in de onderneming. Waarde eigendom: 112 512,00 EUR Welke verdeling privé/onderneming voorzie je? 33,33 % onderneming Licht dit toe. Indien we de vierkante meters van de winkel- en opslagruimte nemen ne we zetten die af tov de totale vierkante meters van de woning dan bekomen we ca één derde. Waarde eigendom zaak: 37 500,25 EUR Waarde eigendom privé: 75 011,75 EUR Ging je voor de aankoop een hypothecaire lening aan? Ja Geef het huidig openstaand schuldsaldo (enkel kapitaal). 75 000,00 EUR Deel zaak: 24 997,50 EUR Deel privé: 50 002,50 EUR Wat is de resterende looptijd van het krediet? 180 maanden
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 81
Ondernemingsplan - Juridische aspecten
J6
Aansprakelijkheid Welke zijn de wettelijk verplichte verzekeringen die je moet afsluiten bij de opstart van je onderneming? Welk risico dekken ze? Verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid: 500,00 EUR aansprakelijkheid beroepsfouten e.d. Welke bijkomende verzekeringen ga je nog afsluiten? Brandpolis: 250,00 EUR Gedekte risico's: brand, water en stormschade Omnium voertuig: 1 500,00 EUR Gedekte risico's: naast de schade aan derden ook de eigen schade aan bedrijfsvoertuig
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 82
Ondernemingsplan - Investeringsplan
I0
Detail van de vaste activa Leg een lijst aan van alle vaste activa die je nodig hebt, met telkens een korte omschrijving en de prijs, exclusief B.T.W. Omschrijving
Prijs
VASTE ACTIVA
81 125,25 EUR
II. Immateriële vaste activa
0,00 EUR
III. Materiële vaste activa
81 125,25 EUR
A. Terreinen en gebouwen
60 250,25 EUR
- Aanpassingswerken
20 000,00 EUR
- Winkelinrichting
2 750,00 EUR
- waarde eigen onroerend
37 500,25 EUR
B. Installaties, machines en uitrusting
7 500,00 EUR
- Ladders
1 250,00 EUR
- Spuitinstallatie
2 000,00 EUR
- Divers klein materieel
1 375,00 EUR
- Schuurmachine
375,00 EUR
- Kleine stelling
1 000,00 EUR
- Personal Computer
1 500,00 EUR
C. Meubilair en rollend materieel - Bestelwagen
13 375,00 EUR 12 500,00 EUR
- Rekken voor de opslagplaats
225,00 EUR
- Bureelmeubel, stoelen en klasseerkast
650,00 EUR
D. Leasing en soortgelijke rechten
0,00 EUR
E. Overige materiële vaste activa
0,00 EUR
F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
0,00 EUR
IV. Financiële vaste activa
0,00 EUR
A. Waarborgen
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
0,00 EUR
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 83
Ondernemingsplan - Investeringsplan
I1+2
Voorraden Hoeveel voorraden je nodig zal hebben, zal onder meer afhangen van je belangrijkste activiteit: Diensten verlenen, met bijkomende verkoop Product
Stuks
Prijs
Totaal % omzet
de werken van Wim
1 1 250,00 1 250,00
1,57
de winkel van Sonja
1 4 500,00 4 500,00
5,65
Totale waarde voorraad: 5 750,00 EUR Wat zijn voor jouw onderneming de gevolgen van een veel te grote voorraad? Indien de voorraad te groot is zullen Wim en Sonja uiteindelijk te kampen krijgen met problemen wat liquide middelen betreft, namelijk een groot deel van deze middelen zal vast zitten in de voorraad waardoor dit kapitaal onttrokken wordt van het werkkapitaal. Wat zijn voor jouw onderneming de gevolgen van een veel te kleine voorraad? Bij een te kleine voorraad is het mogelijk dat men niet kan toeleveren aan bepaalde klanten die om een dringende levering vragen.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 84
Ondernemingsplan - Investeringsplan
I3
Vorderingen
Groep de werken van Wim
de winkel van Sonja
Betr. omzet
Aandeel Aantal dagen krediet Handelsvordering
54 600,00 13 650,00 17,15 %
90
3 365,75
40 950,00 51,44 %
30
3 365,75
25 000,00 25 000,00 31,41 %
0
0,00
Totaal aantal dagen: 30,87 Het gemiddeld bedrag aan handelsvorderingen: 6 731,50 EUR Het gemiddeld bedrag aan overige vorderingen: 28,25 EUR Verklaar hoe je die bedragen berekent De winkelverkopen van Sonja zijn steeds contant. Dus dat gedeelte van de omzet heeft dus 0 dagen krediet. Verder dient Wim met zijn schilderwerken toch rekening te houden met kredietverlening. Het grootste gedeelte van zijn omzet nml. 52% zal op 30 dagen betalen, terwijl een klein gedeelte toch 90 dagen zal hanteren, leveringen aan gemeentediensten, enz...Op die manier wordt het gemiddelde aantal dagen berekend. De totale omzet wordt gedeeld door dit aantal dagen waardoor men een gemiddelde aan openstaande vorderingen per dag bekomt.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 85
Ondernemingsplan - Investeringsplan
I4
Liquide middelen Hoeveel denkt je dat er op je rekening moet staan op een gewone dag in je drukste maand? 1 365,00 EUR Motiveer In de opstartfase dient men toch voldoende middelen op de bank te voorzien, voor eventuele onvoorziene uitgaven en om de betaling aan leveranciers te voorzien, die in een opstartfase steeds contant zullen betaald moeten worden. Hoeveel denkt je dat er in je kassa moet zijn op een gewone dag in je drukste maand? 5 000,00 EUR Motiveer Voldoende wisselgeld in de kassa is noodzakelijk. Daar men in deze winkel toch te maken heeft met grotere bedragen, dient het wisselgeld hieraan aangepast te zijn.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 86
Ondernemingsplan - Investeringsplan
I5
Overzicht
VASTE ACTIVA
81 125,25
II. Immateriële vaste activa
0,00
III. Materiële vaste activa
81 125,25
A. Terreinen en gebouwen
60 250,25
B. Installaties, machines en uitrusting C. Meubilair en rollend materieel
7 500,00 13 375,00
D. Leasing en soortgelijke rechten
0,00
E. Overige materiële vaste activa
0,00
F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
0,00
IV. Financiële vaste activa
0,00
VLOTTENDE ACTIVA
18 874,75
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering
5 750,00
VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar
6 759,75
IX. Liquide middelen
6 365,00
TOTAAL DER ACTIVA
100 000,00
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 87
Ondernemingsplan - Financieringsplan
F0
Behoefte aan vermogen op lange termijn IJzeren voorraad Hoeveel voorraad voorzag je in bouwsteen 3? 5 750,00 EUR Hoeveel daarvan is de absolute minimumvoorraad? 4 250,00 EUR Hoe groot is het verschil? 1 500,00 EUR Dit verschil kun je verklaren door: De voorraad die door Wim en Sonja is aangelegd bij de opstart is uiteraard niet het strikt minimum daar ze toch moeten voorzien in een voldoende groot assortiment om tegemoet te kunnen komen aan de wensen van de klanten. Debiteurenkern Hoeveel handelsvorderingen voorzag je in bouwsteen 3? 6 731,50 EUR Hoeveel daarvan staan continu open? 4 514,00 EUR Hoe groot is het verschil? 2 217,50 EUR Dit verschil kun je verklaren door: Indien Wim een tijd niet levert aan 90 dagen resulteert zich dat in een lager bedrag aan openstaande vorderingen. Vaste activa Welk bedrag aan vaste activa voorzag je in bouwsteen 3? 81 125,25 EUR Behoefte aan vermogen op lange termijn IJzeren voorraad: 4 250,00 EUR Debiteurenkern: + 4 514,00 EUR Vaste activa: + 81 125,25 EUR Minimumbehoefte aan vermogen op lange termijn = 89 889,25 EUR
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 88
Ondernemingsplan - Financieringsplan
F1
Detail van de financiering A. Eigen vermogen 37 502,50 EUR Inbreng in geld: 24 999,75 EUR Andere inbrengen: deel van woning: 12 502,75 EUR Andere inbrengen: vroeger gekochte activa: 0,00 EUR Totaal eigen vermogen: 37 502,50 EUR B. Vreemd vermogen op lange termijn 57 497,50 EUR Bespreek de verschillende bronnen van vreemd vermogen op lange termijn. Bedrag > 1 jr
Hypothecaire lening
6 500,00
18 497,50
24 997,50
5,5
180
Investeringskrediet
2 500,00
17 500,00
20 000,00
7
96
Leasing
2 500,00
10 000,00
12 500,00
7,7
60
11 500,00
45 997,50
57 497,50
Totaal
Totaal rentepercentage bedrag
duur krediet in maanden
Bedrag < 1 jr
Benaming
C. Vreemd vermogen op korte termijn 5 000,00 EUR Bespreek de verschillende bronnen van vreemd vermogen op lange termijn. Benaming
Bedrag
rentepercentage
Kaskrediet
2 000,00
10
Leverancierskrediet
3 000,00
Totaal
5 000,00
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
duur krediet in maanden
Pagina 89
Ondernemingsplan - Financieringsplan
F2
Overzicht
VASTE ACTIVA
81 125,25 EIGEN VERMOGEN
II. Immateriële vaste activa
0,00 I. Kapitaal
III. Materiële vaste activa
81 125,25
A. Terreinen en gebouwen
60 250,25
B. Installaties, machines en uitr.
7 500,00
C. Meubilair en rollend materieel
13 375,00
37 502,50 37 502,50
D. Leasing en soortgelijke rechten
0,00 SCHULDEN
62 497,50
E. Overige materiële vaste activa
0,00 VIII.Op meer dan 1 jaar
45 997,50
F. Activa in aanbouw en vooruitbet.
0,00 A. Financiële schulden
45 997,50
IV. Financiële vaste activa
0,00
VLOTTENDE ACTIVA
18 874,75
IX. Schulden ten hoogste 1 jr
16 500,00
A. S. > 1 jr binnen jr vervallen
11 500,00
VI. Voorraden en bestellingen in uitv.
5 750,00 B. Financiële schulden
2 000,00
VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar
6 759,75 C. Handelsschulden
3 000,00
IX. Liquide middelen
6 365,00 F. Overige schulden
0,00
TOTAAL DER ACTIVA
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
100 000,00 TOTAAL DER PASSIVA
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
100 000,00
Pagina 90
Ondernemingsplan - Vaste kosten
Vs0
Tabel van de afschrijvingen
Omschrijving
Kostprijs Duur % Afschrijving
VASTE ACTIVA II. Immateriële vaste activa III. Materiële vaste activa A. Terreinen en gebouwen - Aanpassingswerken - Winkelinrichting - waarde eigen onroerend
20 000,00
10 10
2 000,00
2 750,00
10 10
275,00
37 500,25
33
3
1 125,01
B. Installaties, machines en uitrusting - Ladders
1 250,00
5 20
250,00
- Spuitinstallatie
2 000,00
5 20
400,00
- Divers klein materieel
1 375,00
3 33
453,75
375,00
3 33
123,75
- Kleine stelling
1 000,00
7 15
150,00
- Personal Computer
1 500,00
3 33
495,00
12 500,00
5 20
2 500,00
- Rekken voor de opslagplaats
225,00
5 20
45,00
- Bureelmeubel, stoelen en klasseerkast
650,00
5 20
130,00
- Schuurmachine
C. Meubilair en rollend materieel - Bestelwagen
D. Leasing en soortgelijke rechten E. Overige materiële vaste activa F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen IV. Financiële vaste activa A. Waarborgen Afschrijvingen op immateriële vaste activa: 0,00 EUR Afschrijvingen op materiële vaste activa: 7 947,51 EUR
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 91
Ondernemingsplan - Vaste kosten
Vs1
Overzicht verschuldigde intresten Geef een overzicht van de verschuldigde intresten tijdens het eerste jaar. Schulden op lange termijn. Benaming
Bedrag Rente% Duur Rente jr 1
Hypothecaire lening
24 997,50
5,5
180
1 687,50
Investeringskrediet
20 000,00
7
96
1 400,00
Leasing
12 500,00
7,7
60
600,00
Totale rente in EURO
3 687,50
Schulden op korte termijn. Benaming
Bedrag
Rente%
Kaskrediet
2 000,00
10
Leverancierskrediet
3 000,00
Totale rente in EURO
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Duur
Rente jr 1 200,00
200,00
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 92
Ondernemingsplan - Vaste kosten
Vs2
Tabel van de vaste kosten
Vaste kost
Basis Betalingen/jaar
1. Gebouwen
Totaal 2 250,00
schoonmaak gebouwen ander onderhoud en herstellingen gebouwen
100,00
5
500,00
water
250,00
1
250,00
verwarming en elektriciteit
125,00
12
1 500,00
2. Machines en uitrusting
500,00
onderhoud en herstelling machines energieverbruik machines
125,00
3
0,00
aanschaf van klein materieel
125,00
375,00 0,00
1
3. Verzekeringen
125,00 2 250,00
omnium
1 500,00
1
1 500,00
brandpolis
250,00
1
250,00
burgerlijke
500,00
1
500,00
brandverzekering verzekering wagen bedrijfspolis verzekering rechtsbijstand andere verzekeringen 4. Vervoerskosten
1 575,00
transport door derden brandstof voertuigen
100,00
12
1 200,00
onderhoud en herstellingen voertuigen
125,00
3
375,00
5. Verkoopkosten
1 750,00
advertenties diverse media etalagekosten en aanverwante kosten andere reclamekosten kleine handelsgeschenken
25,00
17
425,00
100,00
12
1 200,00
25,00
5
125,00
korting verleend aan klanten representatie: relatiegeschenken representatie: restauratiekosten,...
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 93
6. Kantoor en administratie
2 625,00
kantoorbenodigdheden
25,00
10
250,00
0,00
0
0,00
drukwerken en kopies
50,00
10
500,00
telefoon, telefax, gsm
50,00
10
500,00
25,00
25
625,00
250,00
3
750,00
postzegels, andere kosten postverkeer
documentatie, vakliteratuur kosten bijscholing en studiedagen lidmaatschapsbijdragen erelonen boekhouding andere erelonen 7. Personeelskosten
3 150,00
brutolonen personeel sociale zekerheid personeel
787,50
4
3 150,00
kosten sociaal secretariaat werkkledij personeel verzekering arbeidsongevallen andere personeelskosten 8. Afschrijvingen
7 947,51
afschrijvingen immateriële vaste activa afschrijvingen materiële vaste activa
0,00
1
0,00
7 947,51
1
7 947,51
9. Andere bedrijfskosten
1 514,99
gemeentelijke en provinciale belastingen
580,00
1
580,00
milieubelastingen
100,00
1
100,00
onroerende voorheffing
625,00
1
625,00
verkeersbelasting
200,00
1
200,00
9,99
1
9,99
kosten verbonden aan de start 10.Financiële kosten
3 937,50
interesten kredieten korte termijn
0,00
1
0,00
interesten kredieten lange termijn
3 687,50
1
3 687,50
200,00
1
200,00
50,00
1
50,00
andere kosten van schulden interesten kaskrediet andere kosten kaskrediet diverse bankkosten 11.Gewaardeerd loon
18 000,00
maandelijkse bijdrage vergoeding bedrijfsleider bijdrage sociale kas zelfstandige
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
1 500,00 0,00
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
12 18 000,00 0
0,00
Pagina 94
12.Vergoeding kapitaal
4 500,00
vergoeding voor jezelf voor inbreng in de zaak
4 500,00
1
4 500,00
vergoeding voor derden voor inbreng in de zaak 13.Diversen
0,00
Totaal van de vaste kosten: 50 000,00 EUR
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 95
Ondernemingsplan - Variabele kosten
Vr0+1
Raming van het percentage variabele kosten Je activiteit valt het best te omschrijven als dienstverlening, met bijkomende verkoop van goederen. In de meeste gevallen zijn de enige variabele kosten de 'aankopen handelsgoederen' en/of 'grond- en hulpstoffen' Andere belangrijke variabele kosten zullen (kunnen) zijn: 1. de kostprijs van de materialen die je gebruikt 2. eventueel het uurloon voor de arbeid van het personeel 3. de variabele kost van de goederen die je bijkomend verkoopt 4. de variabele verkoopkosten Bereken aan de hand van volgend schema voor elke groep van goederen of voor elke groep van diensten het percentage van de variabele kosten. Groep
Omzet Var.kosten Var.kosten% Contributie Contrib.marge
de werken van Wim 54 600,00
10 343,00
18,94 %
44 257,00
81,06 %
de winkel van Sonja 25 000,00
19 500,00
78,00 %
5 500,00
22,00 %
Totaal
29 843,00
37,49 %
49 757,00
62,50 %
79 600,00
Wat betekent de berekende contributie en contributiemarge voor jouw onderneming? Met deze cijfers kan men berekenen wat er rest nadat de vaste kosten van de contributie zijn afgetrokken. Indien resultaat positief betekent dit winst, indien resultaat negatief, betekent dit verlies, indien resultaat 0 is dit de doodpuntomzet.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 96
Ondernemingsplan - Doodpuntomzet
D0
Berekening van de doodpuntomzet Bereken de doodpuntomzet voor je onderneming: Totaal van de vaste kosten: 50 000,00 EUR Contributiemarge: 62,50 % Doodpuntomzet: 80 000,00 EUR Wat is de betekenis van de berekende doodpuntomzet voor jouw onderneming? Bij deze omzet maken Wim en Sonja noch winst noch verlies.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 97
Ondernemingsplan - Doodpuntomzet
D1
Grafieken van kosten en omzet
Commentaar Deze grafiek toont aan dat wij een omzet van ca 80000 € er noch winst noch verlies wordt gemaakt. De zone tussen de omzetlijn en de totale kosten lijn van 0 tot 80000 geeft de verlieszone aan, eenmaal de 80000 gepasseerd wordt er winst gemaakt.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 98
Ondernemingsplan - Doodpuntomzet
D2
Prognose van het resultaat Bereken het te verwachten resultaat voor het eerste jaar: Omzetprognose Doodpuntomzet
79 600,00 EUR -
80 000,00 EUR
=
-400,00 EUR
x
62,50 %
Economisch resultaat =
-250,00 EUR
Contributiemarge
Optimistisch te verwachten resultaat: Optimistische omzetprognose Doodpuntomzet
87 560,00 EUR - 80 000,00 EUR =
7 560,00 EUR
Contributiemarge
x
62,50 %
Economisch resultaat
=
4 725,00 EUR
Pessimistisch te verwachten resultaat: Pessimistische omzetprognose Doodpuntomzet
71 640,00 EUR -
80 000,00 EUR
=
-8 360,00 EUR
Contributiemarge
x
62,50 %
Economisch resultaat
=
-5 225,00 EUR
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 99
Ondernemingsplan - Doodpuntomzet
D3+4
Bedrijfseconomisch resultatenschema 1. Bedrijfsopbrengsten
79 600,00 100%
2. Bedrijfskosten a. aankopen handelsgoederen beginvoorraad eindvoorraad voorraadwijziging
34 043,00 0,00 4 200,00 4 200,00
kostprijs verkochte goederen
29 843,00
37 %
brutowinst
49 757,00
63 %
23 562,50
30 %
b. diensten en diverse goederen
10 950,00 14 %
c. personeelskosten
3 150,00
4%
d. afschrijvingskosten
7 947,51 10 %
e. andere bedrijfskosten
1 514,99
2%
33 % bedrijfsresultaat
26 194,50
3. Financiële opbrengsten
0,00 EUR 0 %
4. Financiële kosten
3 937,50
exploitatieresultaat
22 257,00 28 %
5. Uitzonderlijke opbrengsten
0,00
0%
6. Uitzonderlijke kosten
0,00
0%
resultaat van het boekjaar
22 257,00 28 %
7. Belastingen op het resultaat
5 564,25
effectief resultaat
16 692,75 21 %
8. Gewaardeerd loon
18 000,00 23 %
9. Minimumvergoeding kapitaal
4 500,00
economisch resultaat
-5 807,25 -7 %
5%
7%
6%
Er werd uitgegaan van een belastingpercentage van 25 %.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 100
Ondernemingsplan - Beoordeling
B0
Externe projectbeoordeling In bouwsteen 1 voorzag je een omzet van: 79 600,00 EUR Je doodpuntomzet bedraagt: 80 000,00 EUR Het verschil bedraagt: -400,00 EUR Is de markt waarin je wilt ondernemen wel groot genoeg om die doodpuntomzet te realiseren? In hoeverre is het verschil tussen je omzetprognose en je doodpuntomzet voldoende groot ? Welke mogelijkheden heb je om je omzet te laten stijgen of je doodpuntomzet te laten dalen ? In het eerste jaar zullen Wim en Sonja de doodpuntomzet niet behalen. De omzet zal het tweede jaren moeten stijgen om dus een winstgevende onderneming te worden. Dit is in principe mogelijk daar Wim en Sonja dienen te werken aan naambekendheid en vaste klienteel tijdens het eerste jaar wat normaliter zijn vruchten zal afwerpen in het tweede jaar.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 101
Ondernemingsplan - Beoordeling
B1
Interne projectbeoordeling Doodpuntomzet en investeringsplan Zijn de investeringen die je voorzag in Bouwsteen 3 in verhouding tot je doodpuntomzet ? In hoeverre kun je meer of minder investeringen doen ? Motiveer je antwoord De voorziene investeringen voor de winkel en de schilderwerken zijn voldoende om de doodpuntomzet te behalen. Wim werkt zonder personeel dus is het niet nodig bijkomende investeringen van diverse machines e.d. te doen. De ruimte voorzien voor de winkel is voldoende. De voorraad die werd voorzien kan eventueel wat meer uitgebreid worden in het tweede jaar als men weet waar de interesses van de klanten liggen. Andere elementen van het ondernemingsplan Bekijk je winstmarges, je aankoopprijzen, je kosten enz. nog eens kritisch. Zijn je cijfers realistisch en haalbaar? Motiveer Wim en Sonja dienen niets aan te passen aan hun plan. De gehanteerde cijfers zijn realistisch. De gemaakte investeringen en geraamde kosten zijn eveneens realistisch.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 102
Ondernemingsplan - Beoordeling
B2
Aanpassen ondernemingsplan Na een kritische beoordeling van het ondernemingsplan zul je misschien bepaalde onderdelen willen aanpassen. Bij elke aanpassing moet je rekening houden met het effect ervan op de andere bouwstenen. Welke aanpassingen ga je doen ? We gaan geen aanpassingen doorvoeren.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 103
Ondernemingsplan - Beoordeling
B3
Risicovolheid van het project Het onderstaande schema geeft je een idee van de risicovolheid van het project: Vaste kosten: 50 000,00 EUR Variabele kosten: 37,49 % Doodpuntomzet: 80 000,00 EUR Lagere omzet (-10%): 72 000,00 EUR Resultaat bij lagere omzet: -4 992,80 EUR Hogere omzet (+10%): 88 000,00 EUR Resultaat bij hogere omzet: 5 008,80 EUR Wat zeggen deze berekeningen over de risicovolheid van je project ? Als beginnend ondernemer is dit bedrijf vrij risicovol. Bij een 10% lagere omzet als de doodpuntomzet kijken Wim en Sonja onmiddellijk tegen een verlies aan van 5000 €, wat voor een starter financieel soms moeilijk te overbruggen is. Wim en Sonja dienen dus een voldoende buffer aan liquide middelen te voorzien om eventuele tegenslagen te kunnen opvangen.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 104
Ondernemingsplan - Risicovolheid van het project
B3B
Effect wijzigingen op doodpuntomzet Uitgangspunt Vaste kosten: 50 000,00 EUR Variabele kosten: 37,49 % Doodpuntomzet: 80 000,00 EUR Vaste kosten aanpasbaar Vaste kosten: EUR Variabele kosten: 37,49 % Doodpuntomzet: EUR Variabele kosten aanpasbaar Vaste kosten: 50 000,00 EUR Variabele kosten: % Doodpuntomzet: EUR Wat zeggen deze berekeningen over de risicovolheid van je project ? Indien vaste en variabele kosten wijzigen geeft dit uiteraard onmiddellijk een gevolg voor de doodpuntomzet. Op deze manier kunnen Wim en Sonja dus bepalen of een bepaalde investering of een bepaalde uitgave verantwoord is.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 105
Ondernemingsplan - Beoordeling
B4
Conclusie Je hebt nu alle bouwstenen uitgewerkt. Je hebt de verschillende aspecten van de haalbaarheid van je project beoordeeld. Je bent tot de conclusie gekomen dat je het project gaat doorvoeren zoals uitgewerkt in het ondernemingsplan. Motiveer je antwoord Ja Wim en Sonja voeren dit project door zoals hier uitgewerkt.
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 106
Bijlage 3. CBN-advies 2010/6 van 19 mei 2010 - Financieel plan voor de BVBA Starter
Patrick Deleu Erkend Boekhouder – Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 107
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2010/6 - Financieel plan voor de BVBA Starter
Advies van 19 mei 2010
1. Inleiding De Regering heeft besloten een vennootschapsvorm in het leven te roepen waarbij de bedrijfsleider zelf het bedrag kan kiezen van het minimumkapitaal dat vereist is om zijn activiteit aan te vatten. Daartoe is gekozen om een specifieke besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in het leven te roepen die besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid starter wordt genoemd, afgekort tot S-bvba. Evenwel is in een nieuw artikel 215, tweede lid W.Venn. bepaald dat het minimum vereist kapitaal dient toegelicht te worden in een financieel plan waarvan de essentiële kenmerken worden vastgelegd. Hoewel een vennootschap kan worden opgericht met een theoretisch minimum van 1 EUR zal het effectieve bedrag van het kapitaal uiteraard voor elke vennootschap moeten worden verantwoord in het financieel plan in functie van de geplande financiële behoeften, eigen aan de activiteit die de starter wil uitoefenen. Het vastleggen van de essentiële kenmerken van een financieel plan moet de ondernemer helpen niets over het hoofd te zien, wanneer hij zijn financieel plan opstelt. De oprichter dient er over te waken dat de in het financieel plan opgenomen informatie nauwkeurig is en niets verbergt. Zoals bepaald in artikel 215, eerste lid W.Venn. overhandigen de oprichters vóór de oprichting van de vennootschap aan de optredende notaris een financieel plan waarin zij het bedrag van het maatschappelijk kapitaal van de op te richten vennootschap verantwoorden. Het financieel plan moet de middelen die de oprichters hebben voorzien om de levensvatbaarheid van de vennootschap te waarborgen gedurende de eerste twee jaren van haar bestaan verantwoorden. Het financieel plan is een budgettair plan opgesteld op basis van het actieprogramma van de oprichters.
2. Beschrijving van de componenten van het financieel plan 2.1. Administratieve informatie Artikel 219 quater W.Venn. vereist dat het administratieve luik van het financieel plan, minimaal de volgende informatie omvat: -
De maatschappelijke benaming van de vennootschap De rechtsvorm van de vennootschap De maatschappelijke zetel van de vennootschap De naam van de oprichters van de vennootschap Het geplaatst en volstort kapitaal Het maatschappelijk doel van de vennootschap. 1
Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 108
Daarnaast wordt het raadzaam geacht tevens: -
De looptijd van een boekjaar; De naam van de zaakvoerder(s); De exploitatiezetel van de vennootschap; De contactinformatie van betrokken expert die werd geraadpleegd, te vermelden.
Normaliter is deze informatie reeds in een vroeg stadium van oprichting beschikbaar en dient deze tevens aan verschillende instanties te worden verstrekt waardoor het nuttig is deze tevens te centraliseren binnen het administratieve luik van het financieel plan. 2.2. Geprojecteerde balansen Drie geprojecteerde balansen moeten gemaakt worden. De openingsbalans, de balans na 12 maand geplande werking en de balans na 24 maand. Deze balansen worden klassiek opgesteld na toewijzing. De oprichters zijn immers goed geplaatst te appreciëren wat zij met een geplande winst zullen aanvangen. De openingsbalans zal in vele gevallen enkel bestaan uit een bankrekening op het actief en -kapitaal op het passief. Het uitschrijven van een balans zal de oprichter evident confronteren met een aantal financieringsbehoeften. Zo zal deze logischerwijs vaststellen dat veelal een investering niet alleen in vaste activa zoals materiële vaste activa zal moeten gebeuren, maar tevens in voorraad, in voorkomend geval bestellingen in uitvoering, en openstaande handelsvorderingen. Het feit dat drie balansen worden gevraagd hangt uiteraard samen met het kunnen opmaken van een vermogensstromenoverzicht voor de vereiste twee jaar. Als alternatief voor twee periodes van elk twaalf maanden kunnen de oprichters kiezen om de periode van 24 maanden zo uit te splitsen dat overeenstemming wordt bereikt met de boekjaren die gepland zijn. Als bij wijze van voorbeeld een eerste verlengd boekjaar wordt gekozen van 18 maand, kan naast de openingsbalans, een balans gemaakt worden na 12 maand en na 18 maand om vervolgens nog een balans te maken voor de eerste 6 maand van het geplande tweede boekjaar. Het schema dat gehanteerd moet worden is dat van art. 88 K.B. W.Venn. Tenzij het om een kleine vennootschap zou gaan. In dat geval kan het verkorte schema van art. 92 K.B. W.Venn. gebruikt worden. De oprichters kunnen besluiten ook in dat geval het volledige schema van art. 88 K.B. W.Venn. te volgen. Tevens kunnen zij evident het gebruikte schema meer detailleren dan wettelijk voorzien. Rubrieken die niet relevant zijn voor de op te richten vennootschap kunnen weggelaten worden. Minstens de drie vermelde geprojecteerde balansen worden gevraagd. Zoals reeds gesteld kunnen de oprichters nog meer tijdstippen onderscheiden. 2.3. Geprojecteerde resultatenrekeningen Er dienen twee geprojecteerde resultatenrekeningen gemaakt te worden die telkens een periode van 12 maand moeten bestrijken. Daarbij kan enkel het schema voorzien in art. 89 K.B. W.Venn. gebruikt worden vermits het verkorte schema van art. 93 K.B. W.Venn. geen exhaustieve opdeling geeft van de bedrijfsopbrengsten en bedrijfskosten. Het is ook hier evident dat de oprichters een aantal rubrieken meer kunnen detailleren. Dat zal niet zelden gebeuren voor de rubriek Diensten en diverse goederen 2 Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 109
(rubriek II.B) en rubrieken Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (rubriek II.C). Rubrieken die niet relevant zijn voor de op te richten vennootschap kunnen weggelaten worden. Minstens de twee vermelde geprojecteerde resultatenrekeningen worden gevraagd. Zoals reeds gesteld kunnen de oprichters meer periodes onderscheiden evenwel consistent met de gekozen tijdstippen van de geprojecteerde balansen. 2.4. Geprojecteerde vermogensstromenoverzichten Vermits het financieel plan bedoeld is om het maatschappelijk kapitaal te verantwoorden en dit plan kan gebruikt worden bij faillissement binnen de eerste drie jaar na de oprichting van de vennootschap, is het van primordiaal belang na te gaan of de middelen die de oprichters ter beschikking stellen van de vennootschap, voldoende zullen zijn om haar werking te verzekeren binnen de eerste twee jaar na de oprichting. Om deze kasbenadering op te stellen, dienen alle mutaties tussen de openingsbalans, de balans na 12 maand en de balans na 24 maand berekend te worden. Wat impliceert dat een bronnen- en aanwendingentabel wordt opgesteld. Een bron impliceert bijkomend vermogen dat de vennootschap verwerft. Dat is het geval bij een stijging van het passief zoals een kapitaalverhoging of het verwerven van bijkomende kredieten. Dit is evenzeer het geval als een actief wordt vervreemd. Een aanwending impliceert het gebruik van vermogen. Voorbeelden zijn hier investeringen, het terugbetalen van kredieten, het toestaan van klantenkrediet en het aanhouden van voorraad. Minstens de twee vermelde geprojecteerde vermogensstromentabellen worden gevraagd. Zoals reeds gesteld kunnen de oprichters meer periodes onderscheiden evenwel consistent met de gekozen tijdstippen van de geprojecteerde balansen. Deze bronnen en aanwendingen dienen vervolgens gecorrigeerd te worden om niet-kasinkomsten en niet-kasuitgaven uit te zuiveren. Aldus blijven enkel bronnen en aanwendingen over die in principe kasinkomsten en kasuitgaven impliceren. Het Besluit verplicht de oprichters minstens drie correcties door te voeren voor zover deze voorkomen in de geprojecteerde balansen en resultatenrekeningen van de vennootschap. Het betreft de correcties met betrekking tot afschrijvingen en waardeverminderingen, voorzieningen en herwaarderingsmeerwaarden. Daar horen ook de terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen bij samen met de afboeking van onterecht geboekte herwaarderingsmeerwaarden (zie in dit verband advies C.B.N. 2009/5). De oprichters kunnen, indien wenselijk geacht, naast deze correcties nog andere correcties doorvoeren. Voorbeelden hiervan zijn minderwaarden bij de realisatie van activa, mutaties in de uitgestelde belastingen en kapitaalsubsidies aangerekend op het resultaat. Het vermogensstromenoverzicht dient evenwel zo opgesteld te worden dat het totaal van de mutaties in de post Geldbeleggingen: overige beleggingen en in de post Liquiditeiten als sluitpost wordt geplaatst. Zo wordt aangegeven wat de mutatie in de beschikbare middelen van de vennootschap zal zijn na alle overige bronnen en aanwendingen na correcties binnen de beschouwde periode. 3 Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 110
Deze mutatie dient verrekend te worden met het beginsaldo van deze posten bij de aanvang van elk van de twee periodes. Aldus zullen de beschikbare middelen op het einde van elke periode bepaald worden. Deze kunnen uiteraard voor elk van de twee periodes niet negatief zijn. Als alternatief kan het vermogensstromenoverzicht zo opgesteld worden dat het vertrekt van de cash flow van de vennootschap. De cash flow is de winst of het verlies van het boekjaar verhoogd met de geëlimineerde niet-kaskosten en verminderd met de uit te keren winst. Met geëlimineerde nietkaskosten worden deze niet-kaskosten (en niet-kasopbrengsten zoals de terugneming van afschrijvingen en waardeverminderingen) bedoeld die zijn verwijderd uit de bronnen en aanwendingen. Indien evenwel nog andere niet-kaskosten (en niet-kasopbrengsten) werden geëlimineerd, dienen deze tevens verwerkt te worden in de berekening van de cash flow. Om dubbeltelling te vermijden, dient het eigen vermogen dienovereenkomstig uitgezuiverd te worden. Dat betekent dat de mutatie binnen het eigen vermogen minstens wordt verminderd met het verschil tussen de winst of het verlies van het boekjaar en de uit te keren winst, de geboekte meerwaarden op materiële en financiële vaste activa en de tussenkomst van de vennoten in het verlies. De beide vermogensstroomoverzichten, dewelke werden opgenomen als bijlage 3 & 4, zijn gebaseerd op het model1 dat werd opgesteld door Prof. dr. Hubert Ooghe en Prof. ir. Charles Van Wymeersch.
3. Uitgewerkt voorbeeld De Onderneming ABC is een kleinhandel in computermateriaal en biedt tevens ondersteuning aan kleine tot middelgrote ondernemingen voor de opbouw van bedrijfsnetwerken. De twee oprichters weerhouden de S-bvba als rechtsvorm voor het voeren van hun activiteit. Ongeveer 70% van de omzet zal worden gerealiseerd door de verkoop en herstelling van computers; het overige deel zal worden gerealiseerd door de opstelling en ondersteuning van bedrijfsnetwerken. Voor de oprichtingsformaliteiten werd een totale uitgave van 2.500 EUR vooropgesteld, dewelke zal geactiveerd worden als oprichtingskost en worden afgeschreven over een looptijd van 5 jaar. De materiële vaste activa bevatten enerzijds een investering voor 2.000 EUR in Installaties, machines en uitrusting en anderzijds een investering van 6.000 EUR in Meubilair en rollend materieel; eerstgenoemde en laatstgenoemde zullen respectievelijk over 10 en 15 jaar lineair worden afgeschreven. Ter financiering van de groei van onderneming werd enerzijds beroep gedaan op een Winwinlening van 5.000 EUR gefinancierd door de ouders van oprichter X en een investeringskrediet van 10.000 EUR. Hiervan wordt in 20X2 2.500 EUR terugbetaald; het restbedrag 7.500 EUR zal in de loop van 20X3
1
H.OOGHE en C. VAN WYMEERSCH, Handboek financiële analyse van de onderneming - Deel II,Intersentia, 2008,p.77-79.
4 Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 111
afgelost worden. De Winwinlening dient pas na 8 jaar in hoofdsom te worden terugbetaald. De interestlast voor 20X1 bedraagt 1.197 EUR en 1.006 EUR voor 20X2. Conform de wettelijke bepalingen van de S-BVBA wordt de winst van het boekjaar voor 25% toegewezen aan de wettelijke reserves. 1. Beschrijving van de op te starten vennootschap A. Maatschappelijke benaming Onderneming A. B. Rechtsvorm Besloten vennootschap met beperkte Aansprakelijkheid starter C. Identiteit van de oprichter(s) Oprichter de heer X Naam: Voornaam: Geboortedatum en ʹplaats: Adres: Telefoon: GSM: Fax: E-mail adres: Oprichter de heer Y Naam: Voornaam: Geboortedatum en ʹplaats: Adres: Telefoon: GSM: Fax: E-mail adres: D. Exploitatiezetel van de op te richten vennootschap (indien verschillend van maatschappelijke zetel) Adres: [ - ] E. Maatschappelijke zetel 5 Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 112
Adres: [ - ] F. Maatschappelijk doel Kleinhandel in kantooruitrusting, computers en software Onderhoud en reparatie van computers en kantooruitrusting Plaatsing en onderhoud van computernetwerken Adviesverlening omtrent ICT De vennootschap kan zowel in België als in het buitenland alle commerciële, industriële, financiële, roerende of onroerende handelingen verrichten in rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk verband met haar maatschappelijk doel of die van die aard zijn de verwezenlijking ervan te vergemakkelijken of uit te breiden. Het waarnemen van bestuurs- en vereffeningsmandaten in om het even welke Belgische of buitenlandse, reeds bestaande of nog op te richten vennootschappen. Meer in het bijzonder kan de vennootschap ondernemingen waarin zij participeert, mee besturen en toezicht uitoefenen op de bedrijfsvoering teneinde de ontwikkeling en de realisatie van het maatschappelijk doel van deze ondernemingen te stimuleren en te coördineren. Alle opsommingen zijn in de ruimste zin te interpreteren zonder dat deze op enigerlei wijze beperkend wezen. G. Geplaatste en volstort kapitaal 50 aandelen met een fractiewaarde van 1/50ste van het geplaatst kapitaal. De totale waarde van de aandelen bedraagt 1.000 EUR, volstort ten belope van 1.000 EUR. H. Eerste boekjaar Vanaf oprichtingsdatum tot 31/12/20X0. I. Volgende boekjaren Telkens van 1 januari tot en met 31 december. J. Aandeelhouders De heer X; houder van 25 aandelen ofwel 50%. De heer Y; houder van 25 aandelen ofwel 50%. K. Zaakvoerders De heer X en de heer Y. L. Contactinformatie erkend boekhouder (-fiscalist) BIBF, extern accountant IAB of bedrijfsrevisor IBR Benaming rechtspersoon (indien van toepassing): Naam: Voornaam: Adres: Telefoon: 6 Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 113
GSM: Fax: E-mail adres: Registratienummer:
2. Geprojecteerde balansen
De geprojecteerde balansen behelzen enerzijds de openingsbalans op oprichtingsdatum en vervolgens de slotbalans op 31 december 20X0 en 31 december 20X1. [ BIJLAGE 1]
3. Geprojecteerde resultatenrekeningen
[ BIJLAGE 2 ]
4. Vermogensstromentabel
[ BIJLAGE 3 ] Leidraad bij de opmaak van de vermogensstromentabel De vermogensstromentabel heeft als voornaamste doelstelling een reconciliatie te maken van de werkelijke kasuitgaven en kasinkomsten. Hiervoor dienen we de feitelijke mutaties in de balansrubrieken van Oprichting naar 20X1 te corrigeren voor de zogenaamde niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten. Dit heeft tot gevolg, dat de feitelijke beweging m.b.t. de oprichtingskosten niet 2.000 EUR bedraagt maar wel 2.500 EUR gezien de werkelijke kasuitgave ook effectief 2.500 EUR bedroeg. Het verschil tussen de feitelijke beweging en de werkelijke kasuitgave is de zogenaamde niet-kaskost. De aandachtige lezer zal onmiddellijk begrijpen m.b.t. de oprichtingskosten, de niet-kaskost volledig wordt vertegenwoordigd door de periodieke afschrijvingslast. Inderdaad, het verschil van 500 EUR tussen de feitelijke mutatie en de werkelijke kasuitgave, stemt overeen met het bedrag van de periodieke afschrijving zijnde een aanschaffingswaarde van 2.500 EUR afgeschreven over 5 jaar, ofwel 500 EUR per annum. Dezelfde redenering kan tevens gemaakt worden voor de materiële vaste activa.
7 Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 114
Daar de feitelijke balansmutaties in de vermogensstromentabel worden gecorrigeerd met de werkelijke kasuitgaven of kasinkomsten, is het weliswaar noodzakelijk dezelfde correcties door te voeren binnen het eigen vermogen. Na correcties spreken we dan van het gecorrigeerd eigen vermogen. Dit is logisch, daar het overgedragen resultaat effectief rekening houdt met het resultaat van het boekjaar inclusief de niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten. De correctielijnen binnen het eigen vermogen hebben dus als nut deze aanpassing administratief te kunnen verwerken. Onderaan de vermogensstromentabel stellen we vast dat de mutatie in de liquide middelen ervoor zorgt dat er een evenwicht wordt bereikt tussen de respectievelijke aanwendingen en bronnen of anders gesteld, vormt de mutatie in deze balansrubriek de sluitpost van de vermogensstromentabel.
5. Cash flow vermogensstromentabel
[ BIJLAGE 4 ] Leidraad bij de opmaak van de Cash flow vermogensstromentabel Daar waar de vermogensstromentabel als uitgangspunt de werkelijke balansmutaties kende, is dit niet verschillend met de cash flow Vermogensstromentabel. Het verschilpunt tussen beide voorstellingswijzen schuilt hem echter in het beginpunt van de cash flow vermogensstromentabel: de winst of verlies van het boekjaar gecorrigeerd voor de niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten. Nadien kent deze voorstellingswijze een identiek verloop als de voorgaande tabel, met als enig verschilpunt dat er geen correctie meer dient plaats te vinden voor de niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten daar deze werden toegevoegd of in mindering werden gebracht van de winst of verlies van het boekjaar. De oorsprong van de correctie valt opnieuw volledig toe te schrijven aan het bedrag van de geboekte afschrijvingen.
8 Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 115
Vlottende activa
Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa A. Terreinen en gebouwen B. Installaties, machines en uitrusting C. Meubilair en rollend materieel D. Leasing en soortgelijke rechten E. Overige materiele vaste activa F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen Financiële vaste activa A. Verbonden ondernemingen 1. Deelnemingen 2. Vorderingen B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1. Deelnemingen 2. Vorderingen C. Andere financiële vaste activa 1. Aandelen 2. Vorderingen en borgtochten in contanten
Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Totaal der activa
Vorderingen op meer dan één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden 1. Grond-en hulpstoffen 2. Goederen in bewerking 3. Gereed product 4. Handelsgoederen 5. Onroerende goederen bestemd voor verkoop 6. Vooruitbetalingen B. Bestellingen in uitvoering VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen VIII. Geldbeleggingen A. Eigen aandelen B. Overige beleggingen IX. Liquide middelen X. Overlopende rekeningen
V.
IV.
I. II. III.
Vaste activa
Bijlage 1
4.212
1.850
22.362
1.850
5.500
5.500 5.500
3.400
1.500
19.800
1.500
3.000
3.000 3.000
7.900
2.500
2.500 2.500
2.500
2.500
1.800 5.600
7.400
6.800
11.562
2.500
1.600 5.200
2.000
11.900
31 DEC X1 in EUR
1.500
10.800
31 DEC X2 in EUR
X.
IX.
VIII.
VII.
Totaal der passiva
Schulden op meer dan één jaar A. Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen B. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen D. Overige schulden Schulden op ten hoogste één jaar A. Schulden op meer dan een jaar die binnen het jaar vervallen B. Financiële schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden Overlopende rekeningen
Schulden
Voorzieningen en uitgestelde belastingen A. Voorzieningen voor risico's en kosten 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 2. Belastingen 3. Grote herstellings-en onderhoudskosten 4. Overige risico's en kosten B. Uitgestelde belastingen
Kapitaal A. Geplaatst kapitaal B. Niet-opgevraagd kapitaal II. Uitgiftepremies III. Herwaarderingsmeerwaarden IV. Reserves A. Wettelijke reserves B. Onbeschikbare reserves 1. Voor eigen aandelen 2. Andere C. Belastingvrije reserves D. Beschikbare reserves V. Overgedragen winst (verlies) VI. Kapitaalsubsidies Vibis. Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief
I.
Eigen vermogen
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
1.000
1.000
1.000
0
Oprichting in EUR
3.534
1.178
1.000
22.362
1.550
1.300
19.800
200 1.100
1.205
2.600 1.205
5.000
12.500 12.500 7.500
5.005 2.500
2.600
850 700
971
324
1.000
17.505
1.000
2.295
31 DEC X1 in EUR
11.650 7.500
5.000
5.000 5.000
16.650
1.000
5.712
31 DEC X2 in EUR
1.000
Pagina 117
1.000
1.000
1.000
Oprichting in EUR
Bijlage 2
in EUR
in EUR
Bedrijfsopbrengensten Omzet Voorraad goederen in bewerking en gereed product en bestellingen in uitvoering: toename (afname) Geproduceerde vaste activa Andere bedrijfsopbrengsten
57.000 57.000
45.000 40.000
Bedrijfskosten Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Aankopen Voorraad: afname (toename) Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële vaste activa en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en op handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen) Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) Andere bedrijfskosten Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten
50.945 41.000 41.000
40.701 32.000 32.000
8.200
6.700
1.100
1.100
645
901
6.055
4.299
0
0
1.506 1.006
2.572 1.197
500
1.375
4.549
1.727
Uitzonderlijke opbrengsten Terugneming van afschrijvingen en waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten Meerwaarden bij realisatie van vaste activa Andere uitzonderlijke opbrengsten
0
0
Uitzonderlijke kosten Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op financiële vaste activa Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen) Minderwaarde bij realisatie van vaste activa Andere uitzonderlijke kosten Als herstructureringskosten geactiveerde uitzonderlijke kosten
0
0
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) Financiële opbrengsten Opbrengsten uit financiële vaste activa Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Financiële kosten, Kosten van schulden Waadeverminderingen op vlottende activa andere dan voorraden bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen) Andere financiële kosten Winst (verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting
Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 118
Winst (verlies) van het boekjaar voor belasting
4.549
1.727
Belastingen op het resultaat Belastingen Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen
1.132 1.132
432 432
Winst (verlies) van het boekjaar)
3.417
1.295
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
3.417
1.295
Te bestemmen winst (verlies) Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar
4.388 3.417 971
1.295 1.295 0
Onttrekking aan de uitgestelde belastingen Overboeking naar de uitgestelde belastingen
Onttrekking aan de belastingvrije reserves Overboeking naar de belastingvrije reserves
Onttrekking aan het eigen vermogen Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies Aan de reserves Toevoeging aan het eigen vermogen Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies Aan de wettelijke reserve Aan de overige reserves Over te dragen winst (verlies)
0
854
324
854
324
3.534
971
Tussenkomst van de vennoten in het verlies Uit te keren winst Vergoeding van het kapitaal Bestuurders of zaakvoerders Andere rechthebbenden
Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
Pagina 119
BIJLAGE 3 31 DEC X2 Aanwending Bron
Vermogensstromentabel
ACTIVA I. II. III. IV. V.
Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen op meer dan één jaar
(UITGEBREIDE) VASTE ACTIVA VI. VII. VIII.A. X.
2.500 8.000 2.500
0
Voorraden en bestellingen in uitvoering Vorderingen op ten hoogste één jaar Eigen aandelen Overlopende rekeningen
REALISEERBARE ACTIVA (BEPERKTE) VLOTTENDE ACTIVA PASSIVA I. II. III. IV. V. VI.
2.850
Kapitaal Uitgiftepremies Herwaarderingsmeerwaarden Reserves Overgedragen winst of verlies Kapitaalsubsidies
GECORRIGEERD EIGEN VERMOGEN
0
Voorzieningen voor risico's en kosten Schulden op meer dan één jaar
VREEMD VERMOGEN OP LANGE TERMIJN IX. X.
TOTAAL DER AANWENDINGEN EN BRONNEN (exclusief Liquide Middelen & Overige beleggingen)
13.000
7.500
0
4.500
324 971
1.100
1.100
4.517
0
2.395
12.500 0
0
6.645
12.500 5.005
0
6.645
0
5.005
10.350
11.162
17.500
19.900
812
2.400
IX. & VIII.B. Liquide middelen & Overige beleggingen
812
2.400
Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
0
854 2.563
SALDO
TOTAAL DER AANWENDINGEN EN BRONNEN
0
3.000 1.500
7.500
Schulden op ten hoogste één jaar Overlopende rekeningen
VREEMD VERMOGEN OP KORTE TERMIJN
0
2.500 350
Correctie voor niet-kaskosten Correctie voor niet-kasopbrengsten
VII. VIII.
31 DEC X1 Aanwending Bron
11.162
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
11.162
19.900
19.900
Pagina 120
BIJLAGE 4 Cash Flow Vermogensstromentabel
31 DEC X2 Aanwending Bron
31 DEC X1 Aanwending Bron
3.417 1.100
1.295 1.100
Winst of verlies van het boekjaar + Niet-kaskosten - Niet-kasopbrengsten - Uit te keren winst = VEREENVOUDIGDE CASH FLOW NA WINSTUITKERING ACTIVA I. II. III. IV. V.
Voorraden en bestellingen in uitvoering Vorderingen op ten hoogste één jaar Eigen aandelen Overlopende rekeningen
Voorzieningen voor risico's en kosten Schulden op meer dan één jaar
VREEMD VERMOGEN OP LANGE TERMIJN IX. X.
2.395
8.000 2.500
0
2.500 350
13.000
0
3.000 1.500
2.850
0
4.500
0
0
0
0
0
Kapitaal Uitgiftepremies Herwaarderingsmeerwaarden Reserves Overgedragen winst of verlies Kapitaalsubsidies
EIGEN VERMOGEN VII. VIII.
0
2.500
0
REALISEERBARE ACTIVA (BEPERKTE) VLOTTENDE ACTIVA PASSIVA I. II. III. IV. V. VI.
4.517
Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen op meer dan één jaar
(UITGEBREIDE) VASTE ACTIVA VI. VII. VIII.A. X.
0
7.500 7.500
Schulden op ten hoogste één jaar Overlopende rekeningen
VREEMD VERMOGEN OP KORTE TERMIJN
TOTAAL DER AANWENDINGEN EN BRONNEN (exclusief Liquide Middelen & Overige beleggingen)
12.500 0
0
6.645
5.005
0
6.645
0
5.005
10.350
11.162
17.500
19.900
SALDO
812
2.400
IX. & VIII.B. Liquide middelen & Overige beleggingen
812
2.400
TOTAAL DER AANWENDINGEN EN BRONNEN
Patrick Deleu Erkend Boekhouder - Fiscalist
12.500
11.162
Vastgoedmakelaar 2 - Financieel Plan
11.162
19.900
19.900
Pagina 121