FILMMUZIEK MAGAZINE
J´ACCUSE Monumentale zwijgende film kreeg een bijzondere nieuwe score CLAUDIO FUIANO In gesprek met een groot liefhebber van Italiaanse filmmuziek MYCHAEL DANNA De Canadese meester spreekt NUMMER 153 – 38ste JAARGANG – JULI 2009
1
Score 153 Juli 2009 38ste jaargang ISSN-nummer: 09212612 Het e-zine Score is een uitgave van de stichting Cinemusica, het Nederlands Centrum voor Filmmuziek Informatienummer: +31 050-5251991 E-mail:
[email protected]
Hoofdredactie: Paul Stevelmans
FILMMUZIEK MAGAZINE REDACTIONEEL Score heeft er altijd naar gestreefd filmmuziek vanuit diverse invalshoeken te beluisteren en te beschrijven. Dat doen we in dit digitale nummer door ruim aandacht te schenken aan de totstandkoming van een geheel nieuwe score voor J´accuse, het meesterwerk van Abel Gance uit 1919. Met beide componisten van deze nieuwe score spraken we en hun relaas leest u vanaf pagina 3.
Dat sommige liefhebbers van filmmuziek van hun hobby hun beroep maken bewijst Claudio Fuiano. Score sprak met hem over de bijzonderheden van het produceren van filmmuziek Redactie: Henk Maassen, waaronder soundtracks die bijna verloren zijn gegaan. De Italiaan gunt ons een kijkje in de keuken van zijn werkAlbert Pouw, Paul zaamheden. Een recensie van een van zijn vele recente Stevelmans, Sijbold Tonkens, Robert producties mag uiteraard niet ontbreken in deze editie. Eindredactie: Paul Stevelmans
Valkenburg, Julius J.C. Wolthuis Vormgeving: Paul Stevelmans
Met dank aan: Reza Namavar, Gary Lucas, Filmmuseum, Claudio Fuiano, Mychael Danna, Filmfestival Gent
Daarnaast kunt u meer vertrouwde rubrieken aantreffen in deze uitgave zoals boek-, dvd- en cd-recensies. We wensen u veel plezier met deze Score.
INHOUDSOPGAVE
3 J´accuse met een nieuwe score 6 Interview met Claudio Fuiano 8 Boekbespreking: filmmuziekgeschiedenis 9 Interview met Mychael Danna 12 Cd-recensies – 16 Dvd-recensie
2
J’ACCUSE na 90 jaar nog steeds springlevend dankzij nieuwe sprankelende score Tijdens het Holland Festival afgelopen maand werd J´accuse, een zwijgende film uit 1919 van Abel Gance, vertoond. Bedoeld als anti-oorlogsfilm heeft de film door de decennia heen een welhaast legendarische status verworven. Het Filmmuseum restaureerde de film en op 23 juni jongstleden ging deze nieuwe versie in de Amsterdamse Stadsschouwburg in wereldpremière. Zoals gebruikelijk is bij een gerestaureerde zwijgende film, dient een nieuwe, speciale voor deze gelegenheid geschreven score de film te begeleiden teneinde een nieuw publiek te winnen. J´accuse was bij verschijnen in 1919 een groot succes; men beschouwde de film meteen als een kunstwerk dat een krachtige boodschap van vrede uitdroeg. De Engelse filmhistoricus Kevin Brownlow – specialist in zwijgende films – zag de film in 1965 in Londen en was terstond gewonnen. Over de ontstaansgeschiedenis, de opnames en de receptie van de film heeft hij onder meer geschreven in zijn standaardwerk The Parade´s Gone By… (1968). Tevens heeft hij een essay gewijd aan Abel Gance en zijn pacifistische film, getiteld The Waste of War – Abel Gance´s J´accuse (2008). Gance (1889-1981) heeft met deze film de Franse cinema stevig op de kaart gezet. Ook werd hij in binnen- en buitenland als baanbrekend pionier bejubeld. Met La roue (1923) continueerde hij deze status als innovatieve filmer. Zijn pièce de résistance is nog steeds het grootse, bijna zes uur durende Napoléon uit 1927.
. Bertels de Nederlandse componist Reza Namavar en de Amerikaanse gitarist Gary Lucas een nieuwe score voor het bijna drie uur durende epos te schrijven. De score diende te worden uitgevoerd door Lucas zelf en het EnsembleCaméléon dat de composities van Namavar voor hun rekening zou nemen. Bertels vroeg Namavar naar aanleiding van een altvioolconcert dat deze voor het Holland Festival in 2007 had geschreven. Lucas heeft zijn sporen verdiend als gitarist in de band van Captain Beefheart. Hij speelde nadien met diverse artiesten als Jeff Buckley. Ook heeft hij voor diverse zwijgende films eigentijdse muziek geschreven zoals Der Golem.
Het lot dat vele zwijgende films is beschoren, gold tot voor kort helaas ook voor J´accuse: er bestond geen complete, ongeschonden kopie van de film meer. Dankzij de inspanningen van het Nederlands Filmmuseum en Lobster Film in Parijs kon de film in nagenoeg dezelfde staat worden gerestaureerd als bij de première in 1919, inclusief getinte scènes. Voor de wereldpremière van deze gerestaureerde versie tijdens het Holland Festival vroeg artistiek coördinator Lieven
Afstand Aan de score werkten beide componisten ongeveer een half jaar. Namavar: ʽSoms elke dag twaalf uur, soms ook wel eens een paar dagen niet.ʼ Lucas werkte thuis in New York aan de score. Over de samenwerking met de in Nederland 3
vertoevende Namavar vertelt hij: ʽWe verdeelden de film en ieder nam zijn delen voor zijn rekening, wat een verstandig besluit was aangezien we duizenden kilometers van elkaar gescheiden waren.ʼ
Qua muziekstijl was er van meet af aan een duidelijk verschil. Terwijl Gary Lucas componeerde in een rockidioom, componeerde Reza Namavar in een meer klassieke stijl. Behalve aan het begin en aan het einde spelen beide tegenpolen niet samen. Waarom dit afwisselen van Lucas enerzijds en het zevenkoppige EnsembleCaméléon anderzijds? Namavar: ʽEr was weinig repertoire dat we met zijn allen konden spelen. Ik vond die afwisseling zelf wel goed. Doordat er steeds gitaarstukjes afgewisseld werden met ensemblestukjes, ontstaat er langzaamaan toch een soort geheel. Als iedereen constant zou spelen, zou je misschien murw gespeeld worden. Ik heb er zelf ook voor gekozen dan weer een stuk voor solo-slagwerk te maken, dan voor twee violen, dan voor iedereen, dan voor cello en trompet, om maar de afwisselingen in klank te houden. En het is heel handig met repeteren.ʼ Dat laatste was wegens de afstand New York – Amsterdam uiteraard problematisch tijdens de zes maanden voorbereiding. Toch is er gerepeteerd, aldus Namavar: ʽDe laatste
Een bijzonder moment was de cruciale eindscène. Lucas (foto): ʽDe scène waar de dode soldaten opstaan op het slagveld en terugkeren naar hun dorp sprak me emotioneel erg aan. En bij toeval deed de tussentitel bij deze scène Levez-vous, Levez-vous – Rise Up, Rise Up! mij herinneren aan mijn eigen muziek, namelijk de instrumentale compositie Rise Up to Be die Jeff Buckley gebruikte als basis voor ons bekende liedje Grace. En deze muziek paste perfect bij deze scène: donker en majestueus alsook dramatisch, het perfecte thema om de mars van de levende doden te begeleiden.ʼ Met altvioliste Emi Ohi Resnick van het EnsembleCaméléon werkte hij thuis nauw samen bij enkele composities en ook aan het organisatietalent van Wilmar de Visser, leider van het ensemble, heeft Lucas veel te danken. Namavar kijkt eveneens tevreden terug op de samenwerking: ʽGary is erg bereid om samen te werken en heeft totaal geen sterallures. We hebben veel MP3’s via de mail uitgewisseld zodat we een beetje een idee kregen wat we van elkaar konden verwachten.ʼ 4
paar dagen is er bijna de hele dag gerepeteerd. Ik heb er wel voor gezorgd dat de moeilijkste en meest virtuoze passages als eerste af waren zodat de muzikanten daar langer op konden studeren.ʼ
lange voorstelling zonder pauze nog extra te verlevendigen werd ook niet bepaald spaarzaam gebruikgemaakt van geluidseffecten. Lucas: ʽIk heb de meeste bedacht, maar sommige effecten waren afkomstig van Wilmar de Visser en de slagwerker van het ensemble. Daarnaast gebruikten zij een bestaande elektronische compositie die we hebben bewerkt.ʼ En toen was er de onvermijdelijke wereldpremière van dit monsterproject in de Stadsschouwburg in Amsterdam. Vóór het immense filmdoek in de Rabozaal nam Gary Lucas links vooraan plaats en rechts het EnsembleCaméléon. Lucas bediende naast het bespelen van de gitaren ook een paneel aan zijn voeten waarmee geluidseffecten werden geregeld. En wat deed Reza Namavar die avond? ʽNiet zo veel. Een componist doet niet zo veel tijdens een uitvoering. Tijdens de repetities van te voren natuurlijk wel. Het enige wat je doet is naar voren komen op het einde als de uitvoerenden klaar zijn. Het werk dat ik heb verricht is namelijk al afgelopen half jaar gebeurd!ʼ Na de staande ovatie op de première-avond zal er de komende tijd toch nog wat worden geschaafd aan de score want in het najaar moet J´accuse op dvd verschijnen, met uiteraard de prachtige klanken van Lucas en Namavar.
Geluidseffecten
Lucas vloog direct na de optredens in Amsterdam naar Malaga in Zuid-Spanje om er Der Golem op te voeren en kort daarna volgde nog eenzelfde optreden in São Paulo. Daarnaast werkt hij aan een nieuwe opdracht, dit keer van de Film Society of Lincoln Center in New York. De film in kwestie is de vermaarde horrorfilm The Unholy Three van Tod Browning uit 1925. En wat denkt Namavar van een nieuwe filmopdracht? ʽAls ze mij vragen en ik vind de film erg goed – zoals dit keer zeker het geval was – dan natuurlijk wel! Maar ik vind gewone luistermuziek ook heel erg leuk om te doen.ʼ Waarvan akte.
Afwisseling lijkt inderdaad een rode draad te zijn geweest. Zo gebruikte Lucas tijdens de uitvoeringen twee gitaren, een akoestische en een elektrische. Waarom? ʽOm de tonen een verscheidenheid aan kleur te geven en voor het contrast. Ik mag graag diverse gitaren gebruiken tijdens mijn optredens vanwege hun eigen klankkleur.ʼ Zoals gezegd zat voor Namavar (foto) de afwisseling grotendeels in het laten soleren van de diverse instrumenten van het ensemble. ʽVoor de afwisselingen in de klank. Bijna drie uur film is best veel en door middel van soli kun je veel afwisselingen creëren.ʼ Om de
PS 5
ʽIK HOUD VAN ALLE ITALIAANSE FILMCOMPONISTENʼ Interview met Claudio Fuiano Claudio Fuiano is de grote man achter bijna alle Italiaanse soundtracks. Hij produceert soundtracks voor labels als Digitmovies, Cinevox, CAM, General Music GDM, Dagored, Beat (Italië), FSM, Intrada (Verenigde Staten), Avanz, Verita Note (Japan), Saimel (Spanje), Chris’ Soundtrack Corner (Duitsland) en Fin de siècle Media (Zweden). Enkele recente soundtracks: Rappresaglia (Morricone) Le streghe (Piccioni), Il ladro di Bagdad (Rustichelli) Ligabue (Trovajoli) en I pugni in tasca (Morricone). Zodra er een Italiaanse componist opduikt op een soundtrack, is de kans dat Claudio (foto) de soundtrack heeft geproduceerd erg groot. Hij is niet alleen producent, maar ook een filmmuziekliefhebber in hart en ziel. Hij heeft er kortom zijn beroep van gemaakt. Tijd voor een gesprek met deze ambassadeur van de Italiaanse filmmuziek. was zo onder de indruk van die prachtige film en de fascinerende score – deels elektronisch, deels orkestraal – van Bernard Herrmann. Vanaf dat moment was de eenheid tussen beeld en geluid voor mij volledig duidelijk. In 1976 ontdekte ik Jerry Goldsmith en zijn unieke muziek voor Logan’s Run en ik heb deze geweldige componist nooit meer uit het oog verloren. Tot vandaag de dag, vijf jaar na zijn dood, leeft hij voort in mijn gedachten. Mijn soundtrackhobby werd mijn beroep in 1991 toen ik voor Cinevox een verzamel-cd mocht samenstellen. Ze zochten een expert en zo ben ik er in gerold. Tot vandaag, bijna twintig jaar later, heb ik de supervisie en productie gedaan van honderden cd´s, allemaal met liefde samengesteld met de hulp van diverse vrienden en collega´s. Zoals mijn vriend Daniel Winkler, wiens kennis van deze branche enorm is. Mijn ervaringen met labels als Cinevox, GDM en Digitmovies geven mij veel nieuwe energie en stimuleren mijn passie voor dit genre soundtracks.
Claudio, wil je jezelf aan de lezers van Score voorstellen? Ik ben in Rome geboren in het jaar dat de James Bond-film From Russia With Love uitkwam. Ik mag God nog steeds danken dat ik mocht opgroeien in de jaren ‘70. Die periode gaf me de kans om film en filmmuziek te ontdekken. Het was in de zomer van 1972 toen ik als 9 jarig jochie op tv The Day the Earth Stood Still zag. Ik
Wat is je criterium om een soundtrack uit te brengen? Een echt criterium ken ik niet. Ik volg mijn hart, een soort Sixth Sense voor filmmuziek. Ik bewonder Italiaanse componisten als Morricone, Piccioni, Trovajoli, Bacalov, maar ik houd eigenlijk 6
van alle Italiaanse componisten (hetzelfde geldt ook voor alle buitenlandse componisten). En ik ben dol op hun muziek, ook als de bijbehorende film maar beter vergeten kan worden. Voor mij leidt filmmuziek ook een leven buiten de film.
in een speciale oven met een temperatuur van 53° te stoppen, teneinde de fantastische tracks te beschermen! De extra tracks die je altijd voor ons in petto houdt, gaat dat altijd met goedkeuren van de componist? Soms wel … soms niet … maar altijd met de uitgever aan mijn kant.
Muziek wordt legaal beschermd. Hoe ga jij om met de rechten bij het uitbrengen van een soundtrack? Ik heb het geluk alle medewerking te krijgen van de muziekuitgevers. De relatie met hen is altijd erg goed. Legaal gezien zijn de rechten bijna altijd bij de uitgevers die gewoonlijk de rechten in hun kluizen bewaren, zoals dat het geval is bij CAM, Cinevox en General Music.
Hoeveel soundtracks heb je tot nu toe geproduceerd? En waar werk je nu aan? Veel. Teveel … Ik weet het niet, ik ben de tel kwijt. Honderden! Over nieuwe uitgaven kan ik je verklappen dat het soundtracks zijn van componisten als Morricone, Lavagnino, Cipriani, Micalizzi … Sommige zijn nooit eerder verschenen, van sommige verschijnen langere versies en weer andere verschijnen voor het eerst op cd. Ik ga door, na Morricone en Rota produceer ik meer Gold Editions-boxen voor de komende herfst. Het wordt een te gekke herfst voor mij en ik hoop dat jullie ervan gaan genieten.
Is het moeilijk om tapes te vinden als je een soundtrack wilt uitbrengen? Soms is het eenvoudig, soms niet. Het lijkt op een avontuur van Indiana Jones, in de meest archeologische betekenis! Soms kunnen tapes van bepaalde scores voor altijd verloren zijn. De enig overgebleven bron is dan een lp die ooit werd uitgebracht. Onlangs heb ik twee stereotapes gevonden van een score van Bruno Nicolai voor een horrorfilm uit de jaren ´70. De tapes waren in een slechte toestand, zodat ik werd gedwongen om ze
ST Zie ook de recensie van een recente productie van Claudio Fuiano op pagina 13 van deze Score!
7
BOEKBESPREKING: EEN HISTORIE VAN TECHNIEK EN STIJL Boeken over filmmuziek behandelen het muziekfenomeen in de regel vanuit praktisch, historisch of stilistisch oogpunt. Het recent verschenen boek Film Music: A History van auteur James Wierzbicki schetst de geschiedenis van de filmmuziek vanaf de beginjaren tot en met het eerste decennium van de 21ste eeuw. In zijn beschrijving passeren vooral technische en stilistische ontwikkelingen de revue. men belangwekkende buitenlandse componisten of stromingen ook aan bod. Hij ruimt veel plaats in voor de zwijgende film. Als we bij de eerste sprekende films zijn aanbeland, zijn we al op de helft van het boek. Wezenlijke fundamenten en kenmerken van filmmuziek zoals die vandaag nog steeds gelden, zoals originele score en leidmotief, werden in die stille jaren gelegd, aldus Wierzbicki. Vervolgens komt de klassieke Hollywoodscore zoals die eind jaren ʽ30 tot bloei kwam aan bod en dit ijkpunt bepaalt het verdere verloop van het boek. Bekende mijlpalen van vóór en na deze klassieke periode als The Birth of a Nation, The Jazz Singer, King Kong, High Noon en Star Wars worden in dit boek aangestipt. Waardeoordelen geeft Wierzbicki niet. Voornoemde scores gebruikt hij slechts om cruciale ontwikkelingen op zowel technisch als esthetisch vlak aan te scherpen. Ook componisten worden nergens op een voetstuk geplaatst, wel wordt hun belang – met name Max Steiner en zijn score voor King Kong – geaccentueerd. Leuk is ook te lezen hoe regisseur Ludwig Berger in 1930 de functie van filmmuziek met vooruitziende blik beschreef voor de komende decennia (en eeuwen?). Film Music: A History is een nuchter, wetenschappelijk boek dat goed gerechercheerd is en een frisse kijk geeft op de veelvuldige technische ontdekkingen en kansen die vanaf 1895 de richting en de stijl van filmmuziek hebben bepaald.
Een filmmuziekgeschiedenis in boekvorm presenteren kan al gauw in de ettelijke honderden pagina´s lopen, als je recht wil doen aan alle filmmuziek die er sinds het ontstaan van het medium film in 1895 is geschreven. Dat is onbegonnen werk, alleen al vanwege de ontelbare scores uit talloze landen die er zijn verschenen en die nog steeds elk nieuw jaar het daglicht mogen aanschouwen. James Wierzbicki, als musicoloog verbonden aan de Universiteit van Michigan, legt de focus dan ook op de ontwikkelingen die de filmmuziek de afgelopen eeuw op technisch en stilistisch vlak heeft doorgemaakt. In deze zoektocht spelen economische, maatschappelijke en filosofische omstandigheden een ondergeschikte, maar niet onbelangrijke rol.
Film Music: A History. James Wierzbicki. Routledge, New York en Londen, 2009. ISBN: 978-0-415-99199-5, 312 blz. Prijs: € 20,60. PS
Wierzbicki belicht feitelijk de Amerikaanse (lees: Hollywood) film. Uiteraard ko8
MYCHAEL DANNA over Atom Egoyan, broer Jeff en de ideale opnamestad Na het victoriejaar 2007 is het een tijd stil geweest omtrent Mychael Danna, de vooraanstaande Canadese filmcomponist die vooral bekendheid verwierf met een dozijn scores voor regisseur Atom Egoyan. Aan die windstilte lijkt nu een einde te zijn gekomen, want met Adoration, Egoyans voorlaatste film die onlangs in Nederland in première ging, begint een gestage reeks van filmreleases met muziek van de veelvuldig gelauwerde Canadees. Intussen is Danna 50 geworden, om precies te zijn op 20 september 2008. En een nieuwe Egoyanfilm, de opvolger van Adoration, is inmiddels ook gereedgekomen. Helaas hebben enkele films uit deze grote verzameling zoals Lakeview Terrace (regie: Neil LaBute) en Heaven on Earth (regie: Deepa Mehta) de Nederlandse bioscoop niet gehaald (Lakeview Terrace kwam hier eerder dit jaar direct uit op dvd). Maar om Atom Egoyan kan ook blijkbaar Nederland niet en zo kunnen we sinds kort genieten van diens film Adoration, met voor de elfde maal een score van landgenoot Danna. Na dit drama volgt deze maand de komedie Management (regie: Stephen Belber, Danna werkte hier samen met Rob Simonsen), in september de romantische komedie (500) Days of Summer (regie: Marc Webb), in oktober New York, I love You (Danna scoorde het gedeelte van Mira Nair in deze episodenfilm) en in december The Imaginarium of Doctor Parnassus, waarnaar rijkhalzend wordt uitgekeken (in deze film van Terry Gilliam speelt Heath Ledger zijn allerlaatste rol). En daarna is het wachten op Chloe, de film die Egoyan alweer na Adoration heeft gemaakt.
Danna´s (foto) laatste film in de Nederlandse bioscoop was de animatiefilm Surf´s Up in oktober 2007. Daarna leek hij plotsklaps van de aardbodem te zijn verdwenen, hoewel goed een dozijn nieuwe films met muziek van zijn hand nadien in première is gegaan. Vanwaar die hoge productiviteit? ‘Wellicht heeft dat te maken met mijn voortschrijdende leeftijd. Ik besef dat mijn tijd erop zit (lacht). Ik ben enkele jaren geleden naar Los Angeles verhuisd om te werken voor enkele interessante films. Ik heb het geluk gehad enkele kansen te krijgen. Je kunt ze niet allemaal grijpen, maar toch zeker de best mogelijke.’
Egoyan Dat een film van Atom Egoyan automatisch de Nederlandse bioscoop haalt, is allang niet meer vanzelfsprekend. De Canadees van Armeense afkomst gold in de jaren ’80 en ’90 een tijdlang als vernieuwend cineast. Daarbij speelden thema´s als vervreemding en isolatie een grote rol, maar ook steeds meer zijn Armeense afkomst. Onder meer zijn sleutelfilm Ararat uit 2002 hebben we echter node moeten missen; de film heeft 9
de Nederlandse bioscoop nooit gehaald. Over de samenwerking met Egoyan vertelt Danna: ʽAtom leerde film en ik leerde filmmuziek gelijktijdig. Ik zou hier niet zitten zonder hem. Ik heb dus heel veel aan hem te danken. Zijn manier van samenwerken heeft mij erg vrij gemaakt. Bij de eerste films die we samen deden heb ik door te experimenteren en mijn grenzen te verleggen mijn eigen stem kunnen vinden. Sinds ik in Los Angeles woon en werk, besef ik hoe bijzonder dat was maar ook hoe moeilijk en fijngevoelig die periode was. Ik ben dan ook altijd heel blij geweest dat ik met hem heb mogen werken aan al die films die veel voor hem hebben betekend.ʼ Dat niet alles duidelijk was wat Egoyan met zijn vroege films wilde zeggen, werd bij Ararat plots heel duidelijk voor Danna: ʽToen ik deze film zag en het verhaal erachter begon te begrijpen, begon ik al zijn werk te begrijpen en aldus betekende het ook als vriend heel veel voor mij. En omdat dit zo´n belangrijke film voor hem was, was hij ook voor mij erg belangrijk.ʼ
De imposante score die Danna schreef voor Ararat onderscheidt zich niet alleen in een enorme zeggingskracht, maar ook in het gebruik van etnische instrumenten (met name de duduk) en een wereldmuziekklankkleur. Danna geldt dan ook als een van de wegbereiders van etnische filmmuziek. De trend om in hedendaagse filmmuziek elementen van wereldmuziek te stoppen bevalt hem echter allerminst: ʽIk vind het erg jammer dat veel componisten deze instrumenten gebruiken zonder er goed over na te denken. Ze vinden het geluid leuk, maar dat vind ik niet voldoende om ze te gebruiken. Het is goed dat het publiek open staat voor deze instrumenten, het is goed voor de wereld als gemeenschap. Ik zou alleen willen dat componisten ze op een passende wijze zouden gebruiken maar volgens mij doet bijna niemand dat (lacht).ʼ Broer Jeff Misschien nog geen echte trend, maar wel een opvallend verschijnsel in Danna´s loopbaan is de samenwerking met broer Jeff, overigens een filmcomponist die zijn eigen sporen heeft verdiend. De afgelopen jaren werkten ze samen aan de scores voor Tideland (Terry Gilliam, 2005) en Fracture (Gregory Hoblit, 2007). Over de samenwerking bij de laatste film merkt Mychael op: ʽDe samenwerking was echt fantastisch, hoe vreemd men hier ook tegenaan keek. Filmcomponist is een erg eenzaam beroep, waarbij je meestal alleen in je kamer zit te componeren. Als je je ideeën dan kunt delen met iemand anders, dan is dat natuurlijk geweldig. Uiteraard zijn we het wel eens oneens met elkaar, maar zelden leidt dat ertoe dat we met elkaar op de vuist gaan (lacht).ʼ Gevraagd of hij na het scoren nog weet welke cue van wie is, antwoordt hij: ʽVaak weet ik dat wel, maar bij sommige gedeeltes valt dat niet meer te zeggen. Ik denk dat 25 procent door ons individueel wordt geschreven en 50 procent van ons beiden is. Een van ons begint met een idee dat de 10
ander dan voltooit. Van sommige cues bij Terry Gilliams film (Tideland, red.) weet ik niet meer wie wat deed.ʼ Momenteel werken beide broers aan de score voor Gilliams volgende film die in december in Nederland gaat draaien, The Imaginarium of Doctor Parnassus.
een beetje slordig, terwijl de sound in Londen erg precies en rijk maar zeker niet gelikt was. Maar vandaag de dag zijn ze gelijk. Neem Fracture, een score die ik opnam in Los Angeles met een geweldig orkest. Het had niet beter gekund, iets wat ik een paar jaar geleden niet had durven beweren.’ Werken in Los Angeles heeft zo zijn voordelen, maar vaderland Canada blijft lonken. ‘Ik ben dol op Los Angeles, vooral om er te werken. Maar voor het componeren is Toronto toch geschikter. Hier voel ik minder druk dan in Los Angeles waar veel bekende componisten bij me om de hoek wonen.’ Gevraagd of hij in Toronto een wandeling kan maken zonder te worden herkend, antwoordt Danna: ‘In Toronto interesseert het niemand wie ik ben. Hetgeen ik zeer op prijs stel.’ PS
Doctor Parnassus is een Engels/Canadees/Franse coproductie. Het is nog niet duidelijk waar de score zal worden opgenomen. Voor opnames pendelde Danna jarenlang steevast heen en weer tussen Los Angeles en Londen. De laatste stad had zijn voorkeur, maar sinds zijn verhuizing naar Los Angeles is deze stad minstens zo favoriet. ‘Vroeger vond ik muziek opnemen in Los Angeles niet zo bijzonder. Ik vond de sound van het orkest niet goed. Maar de afgelopen jaren zijn ze aanzienlijk beter geworden en nu zou het wel eens de plek kunnen zijn waar ik het liefst muziek opneem. De sound in Los Angeles was altijd iets te sentimenteel en 11
CD-RECENSIES PONYO ON THE CLIFF BY THE SEA Colosseum CAS 8508.2 36 tracks, 67:30 Jô Hisaishi is ongetwijfeld Japans meest gevierde filmcomponist van dit moment. 2008 was een goed jaar met scores voor films als Sunny et l´éléphant, I Want to Be a Shellfish en Departures (dit jaar winnaar van de Oscar voor beste buitenlandse film). Maar er was afgelopen jaar ook weer een nieuwe Miyazaki en dat betekent al geruime tijd tevens een nieuwe score van de Japanse meester. Hayao Miyazaki´s vorige film Howl´s Moving Castle dateert alweer van 2004 en dus vormt de release van Ponyo on the Cliff by the Sea, zijn nieuwste creatie, later deze maand een aangenaam vooruitzicht. Hinkte Howl´s Moving Castle misschien wat teveel op een overigens sterk hoofdthema, Ponyo on the Cliff by the Sea is een meeslepende, zeer gevarieerde en bovenal functionele score geworden. Hisaishi heeft een ware symfonie geschreven met diverse musicalelementen zoals een sterk liedje (Mother Sea) dat als hoofdthema dienst doet. Miyazaki schreef zelf de tekst die hij baseerde op een gedicht van de Japanse dichteres Wakako Kaku. Animatiefilms hebben veel baat bij scores die de handeling op alle manieren dienen te ondersteunen en daarin slaagt Hisaishi andermaal moeiteloos. Hij gebruikt tal van instrumenten die soleren in de vele tracks en zo karakters of handelingen kleuren dan wel accentueren. Ponyo bevat voor elk wat wils: dan weer wervelende momenten, dan weer spanning en dan weer opzwepende klanken, maar steeds in een speelse klankkleur, want het blijft natuurlijk een film voor jong (en oud). Leuke uitschieter is Ponyo Flies waar Hisaishi muziek van een welhaast Wagneriaanse allure heeft geschreven. Dit is een complete score die elk moment boeit, ook tijdens de meer functionele passages en dat kan alleen maar als een kunststuk worden beschouwd. PS FOLLOW ME! Harkit Records HRKCD 8303 12 tracks, 29:44 Follow Me! is een onschuldige Engelse komedie uit 1972 met Mia Farrow en Topol in de hoofdrollen. Enige bekendheid ontleent de wat vergeten komedie aan het feit dat dit de zwanenzang van regisseur Carol Reed was. De muziek is van John Barry; zijn score verscheen eerder op lp en in 2000 samen met Walkabout op cd. Dit is de eerste solo-uitgave op cd. Follow Me! is geen grootse of vernieuwende score. Wel is het een genot om naar te luisteren, ook al wordt het hoofdthema (tekst: Don Black) talrijke malen in verschillend arrangement herhaald. De kracht van het zwierige hoofdthema zit hem vooral in de melodie, maar ook het ritme ligt makkelijk in het gehoor. Opvallend is het pizzicatogebruik in enkele tracks, een kenmerk van Barry uit die dagen. Follow Me! is een afwisselende cocktail van licht klassiek, jazz en een vleugje pop. Kortom, een aangenaam tussendoortje dat toch de moeite waard is. PS 12
BRUTTI SPORCHI E CATTIVI GDM 4017 13 tracks, 44:18 De link Rota/Fellini, Herrmann/Hitchcock, Williams/Spielberg is net zo groot als de link Trovajoli/Scola. In 1976 maakte de Italiaanse regisseur Ettore Scola de film Brutti sporchi e cattivi (slecht, vuil en gemeen). Een komedie over een familie aan de rand van Rome levend tussen de vuilstortplaatsen met Nino Manfredi in de hoofdrol. De film is een aanrader. De muziek van Armando Trovajoli is een originele Trovajoliscore die met weinig anders te vergelijken is. Een kleine orkestbezetting met veel solo-instrumenten zoals piano, dwarsfluit en mondharmonica. Met ook een koorwerk voor het hoofdthema. De tracks liggen allemaal lekker in het gehoor. Zoals meestal het geval is bij Trovajoli die ruim 300 films voorzag van muziek. De muziek is indertijd als lp en single uitgebracht maar verschijnt nu voor het eerst op cd. Claudio Fuiano heeft in samenwerking met Armando Trovajoli nog een inedit track toegevoegd. Omdat de lp bijna nergens meer te vinden is, is deze cd een mooie gelegenheid om de soundtrack aan te schaffen. Bij onder andere de uitgever en distributeur www.soundtrackcorner.de. ST DUPLICITY Varèse Sarabande 3020669552 24 tracks, 50:53 James Newton Howard is van alle markten thuis. Moeiteloos wisselt hij klassiek (Defiance) af met ambient (Michael Clayton) en van een stevige rockcompositie (Collateral) is hij evenmin vies. Zijn laatste score is voor Duplicity, de opvolger van Tony Gilroys debuutfilm Michael Clayton. We krijgen een sterk ritmische score voorgeschoteld die haar wortels in de jazzrock heeft, maar feitelijk een ratjetoe aan stijlen bevat zoals een vleugje Latin (Split to Miami), enkele tracks met slechts akoestische gitaar (variaties op het hoofdthema) of door elektronica ondersteunde stukken. Misschien is ritme wel het sleutelelement van deze score; de humoristische actiefilm schakelt constant heen en weer in tijd en ruimte en heeft daarom een sterke behoefte aan een solide score. En inderdaad houdt Howard de wat onevenwichtige film bijeen met deze luchtige, percussieve score die onder meer uitblinkt in nummers als Security Meeting waarin de spanning à la Bolero vaardig wordt opgebouwd. Eerder rustige nummers als A Cream or a Lotion? (met piano, door Howard bespeeld) en Duplicatá a due (duet voor akoestische gitaar) zijn de uitzondering op de regel. En laat het liedje tijdens de aftiteling (Being Bad) nu eens een keer uitstekend passen bij de rest van de score: iedereen tevreden dus. Los van de film vormt Duplicity een prettig luistergenot. Dat heet vakmanschap, oftewel je vak verstaan. PS 13
THE MAESTRO, THE MUSIC AND THE METROPOLE ORCHESTRA Promo cd 12 tracks, 67:59 Een dezer dagen verscheen een nieuwe cd van het Metropole Orkest met muziek van Ennio Morricone. Een heel mooie muzikale uitgave van Nederlands toporkest. Zoals bekend heeft het orkest een hele geschiedenis met Morricone. Zijn muziek wordt regelmatig uitgevoerd, begin juni nog tijdens een speciaal concert van het orkest in het Concertgebouw te Amsterdam. Op deze cd speelt het orkest muziek uit Once Upon a Time in the West, Malèna, The Mission, Le clan des Siciliens, The Untouchables, The Good the Bad and the Ugly, Cinema Paradiso, In the Line of Fire en Chi l´ha vista morire. Gearrangeerd en bewerkt door Vince Mendoza, Bob Zimmerman, Erik van der Wurff, Marco de Bruin en anderen. Verwacht dus niet keurig nagespeelde Morricone-thema’s. Nee, originele klanken worden afgewisseld met rock en jazzachtige versies. De cd sluit af met enkele tracks van een eerder verschenen cd van het Metropole Orkest met muziek uit Les Deux Saisons de la Vie (met Morricone zelf aan de piano), de tv-serie Via Mala en een suite uit Marco Polo. The Maestro, the Music and the Metropole Orchestra is dus vooral een cd van het Metropole Orkest, gebruikmakend van de muziek van Ennio Morricone. Een muzikaal hoogstandje en een uur fantastisch luisterplezier. Deze cd is uitsluitend te bestellen bij het Metropole Orkest, zie www.metrofriends.nl en kost € 18. JW
LESBIAN VAMPIRE KILLERS Silva Screen Records SILCD1284 20 tracks, 54:25 De Engelse filmcomponiste Debbie Wiseman maakte in 1997 veel indruk met haar melodieuze score voor Wilde. In die dagen gold ze als veelbelovend talent, maar haar werkkring zou toch vooral de televisie blijven, met een sporadisch uitstapje naar de film. Pas met Arsène Lupin (2004) was er weer enige bijval in filmkringen, hoewel ze in eigen land vooral naam maakte als dirigent van filmmuziekconcerten. Nu is er de score van Lesbian Vampire Killers en met de eerste track – Centuries Ago – valt Wiseman meteen met de deur in huis. Haar symfonische score wordt aangenaam ondersteund door het Crouch End Festival koor dat in nagenoeg elke track te horen is. Orkest en koor zorgen voor angstaanjagende, mysterieuze klanken die regelmatig door tromgeroffel aanzwellen tot weer een nieuwe climax. De score gaat dan bewust over the top, maar dat is ook de bedoeling bij deze hilarische vampierfilm. Wiseman heeft met beperkte middelen een pakkende score geschreven waarvan we eind deze maand zullen weten hoe treffend hij de film zal begeleiden. Grappig zijn overigens de tracktitels die allemaal zijn bedacht door regisseur Phil Claydon. PS 14
EFFI BRIEST Königskinder KK 007 26 tracks, 44:24 Vorig jaar verraste de Zweedse filmcomponist Johan Söderqvist eenieder met zijn knappe score voor Låt den rätte komma in. De deels elektronische score zette hem definitief op de internationale filmmuziekkaart. Opvolger Effi Briest is een nieuwe verfilming van de befaamde roman van Theodor Fontane. Op het eerste gehoor lijkt de score traditioneel van aard te zijn, maar Söderqvist zet soms ook een minimalaanpak in die de muziek een moderne dimensie meegeeft. Feitelijk volgt de muziek de ontwikkelingen van het tragische titelpersonage op de voet en dat betekent aanvankelijk opgewekte, weelderige klanken. In het tweede gedeelte van zowel film als score wordt de sfeer grimmiger. De composities worden nu steeds slepender en somberder, uitmondend in een lange versie van het hoofdthema met jachtige strijkers. Ondanks het tragische verhaal klinkt de muziek nergens overdreven sentimenteel of melodramatisch. Söderqvist houdt het ingetogen, hetgeen enkele solerende instrumenten zoals de cello, de harp en de piano – door de componist zelf bespeeld – nog eens extra benadrukken. Effi Briest excelleert vooral door een heldere, melodieuze klankkleur en vormt daarmee een nieuw bewijs van Söderqvists vakmanschap. PS
CHÉRI Varèse Sarabande VSD-6961 15 tracks, 46:29 En Alexandre Desplat componeert weer voort. Na zijn voor een Oscar genomineerde The Curious Case of Benjamin Button hebben we weer van di-verse nieuwe scores kunnen genieten. Eerst was daar in mei Coco avant Chanel waarvoor Desplat met een lichte, aan melodieën rijke, stemmige score op de proppen kwam. Nauwelijks een maand later tovert hij alweer een nieuwe score uit zijn hoge hoed, ditmaal voor Chéri, de nieuwste film van Stephen Frears, met wie Desplat drie jaar geleden triomfen oogstte voor The Queen. Chéri lijkt een kolfje naar Desplats hand, maar wie denkt met een lichtvoetige score van doen te hebben, vergist zich. Inderdaad begint de score luchtig, maar dat zal niemand verbazen, aan-gezien in de eerste helft alles nog koek en ei is tussen de geliefden. Desplat berijdt hier zijn stokpaardje en we horen dan ook vrolijke, twinkelende en soms ironische muziek zoals in het fraaie The Wedding. De muziek wordt vaak gepresenteerd in een aangenaam voortkabbelend walsritme. Met de track To Biarritz slaat de stemming om en verruilt Desplat de onstuimige levensvreugde van de eerste helft voor meer serieuze en uiteindelijk steeds zwaardere muziek. Dit alles mondt uit in An Old Woman, een gedragen 15
compositie die de score haast fluisterend afsluit. Speciale vermelding verdient de Engelse celliste Caroline Dale die enkele tracks met haar spel verrijkt. Desplat slaat geen nieuwe wegen in met Chéri, maar hij weet moeiteloos zijn positie te consolideren als een van de grote filmcomponisten van dit moment. PS
DVD-RECENSIE MUSIC FOR THE MOVIES: BERNARD HERRMANN Dvd Kultur 4176 58 minuten Een dvd van filmmuzikale betekenis is dit schijfje in de serie Music for the Movies. Deze is geheel gewijd aan Bernard Herrmann. Herrmann maakte vijftig films voor regisseurs als Orson Welles, Nicholas Ray en Martin Scorsese. Echter, het meest bekend is zijn twaalf jaar durende samenwerking met Alfred Hitchcock. Wie kent niet klassiekers als Vertigo, North by Northwest en Psycho? Op deze dvd kijken we in de keuken bij de totstandkoming van Herrmanns muziek. We horen muziek en zien filmbeelden uit Torn Curtain, Citizen Kane, Sisters, North by Northwest, The Ghost and Mrs. Muir, On Dangerous Ground, The Man Who Knew Too Much, Psycho, The Bride Wore Black en Taxi Driver. Er zijn interviews met regisseurs Martin Scorsese en Claude Chabrol, met componisten David Raksin en Elmer Bernstein, maar ook met Herrmanns eerste vrouw. We horen musici, filmeditors en geluidsmensen en niet te vergeten Herrmann zelf. Zo werd deze dvd een indrukwekkend portret van een vermaard filmcomponist, een visueel portret van een imposant componist. Deze documentaire werd in 1993 genomineerd voor een Oscar. JW
16