FILMMUZIEK MAGAZINE
MAARTEN SPRUIJT In gesprek met aanstormend Nederlands talent DANIEL TARRAB EN ANDRÉS GOLDSTEIN Interview met twee Argentijnse “debutanten” DVD-BESPREKINGEN Twee bijzondere dvd-uitgaven nader bekeken en beluisterd NUMMER 149 – 37ste JAARGANG – OKTOBER 2008 1
Score 149 Oktober 2008 37ste jaargang ISSN-nummer: 09212612 Het e-zine Score is een uitgave van de stichting Cinemusica, het Nederlands Centrum voor Filmmuziek Informatienummer: +31 050-5251991 E-mail:
[email protected]
Hoofdredactie: Paul Stevelmans Eindredactie: Paul Stevelmans Redactie: Henk Maassen, Albert Pouw, Paul Stevelmans, Sijbold Tonkens, Robert Valkenburg, Julius J.C. Wolthuis Vormgeving: Paul Stevelmans
Met dank aan: Maarten Spruijt, Filmfestival Gent (Luk Monsaert), AAA Entertainment, Omrop Fryslân
FILMMUZIEK MAGAZINE REDACTIONEEL Na een afwezigheid van drie maanden is Score online weer terug met deze nieuwe editie. Er is heel wat gebeurd op filmmuzikaal gebied getuige de vele artikelen in dit nummer. Maar eerst willen we u laten weten dat de redactie sinds kort is versterkt met een nieuw lid, namelijk Sijbold Tonkens. Als trouwe lezer van Score heeft hij in een ver maar ook recent verleden regelmatig bijdragen geleverd zoals vorig jaar het artikel bij gelegenheid van de speciale Oscar die Ennio Morricone voor zijn gehele œuvre mocht ontvangen. Gent 2008 ligt bij dit schrijven nog maar één weekend achter ons. We besteden uiteraard veel aandacht aan dit jaarlijkse hoogtepunt met een verslag van de uitreiking van de World Soundtrack Awards. Daarnaast vervolgen we onze reeks portretten van nieuw Nederlands talent in de vorm van een interview met Maarten Spruijt. Maar ook “ouder” Nederlands talent wordt niet vergeten. Dankzij een bijzondere cd-uitgave wordt componist Cees Bijlstra in deze Score extra herdacht. We wensen u veel leesplezier met dit nummer.
INHOUDSOPGAVE
3 Interview met Maarten Spruijt 9 Gent 2008: verslag 11 Interview met Tarrab en Goldstein 17 Cees Bijlstra: muzikaal eerbetoon 20 Boekbespreking: Film Music 21 Dvd-recensies 22 Cd-recensies
2
JONG NEDERLANDS TALENT IN OPMARS Interview met Maarten Spruijt Van de lichting jonge Nederlandse filmcomponisten die de afgelopen jaren hun debuut maakten, is Maarten Spruijt ongetwijfeld een van de meest veelbelovende. Met Fred Vogels schreef hij drie scores in successie waaronder Kapitein Rob en het geheim van professor Lupardi (2007). Daarnaast is hij een deskundige op het gebied van samples dankzij zijn eigen samplebedrijf. En als klap op de vuurpijl is daar De zeven van Daran, de strijd om Pareo Rots, een internationaal ogende avonturenfilm die onlangs in première ging en die Spruijt begin deze maand zelfs een nominatie voor het Gouden Kalf opleverde. En dat allemaal ruim vóór zijn dertigste levensjaar. Muziektechnologie Nou voldoet Maarten Spruijt (foto) niet echt aan het beeld van de klassiek geschoolde en door veel optredens gepokt en gemazelde filmcomponist. De pas 28-jarige, in Rotterdam geboren componist ontwikkelde in zijn jeugdjaren een enorme voorliefde voor de combinatie muziek en computer. Hoewel hij in zijn jeugd diverse slaginstrumenten bespeelde, onder meer in een plaatselijke fanfareband, koos hij uiteindelijk voor de opleiding muziektechnologie aan de faculteit Kunst, Media & Technologie in Hilversum, onderdeel van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Maarten over die beslissing: „Muziektechnologie sprak me veel meer aan want tijdens de middelbare-schoolperiode begon ik zelf al te experimenteren met computers en muziek. Dan had ik een computerspelletje waar ik losse noten uit de muziek die daarin zat kon knippen en daar probeerde ik dan zelf weer nieuwe eigen muziek mee te maken. Allemaal op oude computers zoals een Commodore-Amiga. Dus dat technologische element begon ik steeds leuker te vinden, in combinatie met muziek. Ik twijfelde over het conservatorium en toen ontving ik een brochure over een muziektechnologie-opleiding in Hilversum.ʼ Maarten deed er met slagwerk toelating en begon vervolgens aan een vierjarige opleiding met aan het eind een master-afstudeerrichting. Vóór zijn studie was hem filmmuziek als begeleidend medium steeds meer beginnen op te vallen. „Toen ik op de middelbare school zat, kwam bijvoorbeeld een film als Titanic uit en viel me de muziek op. Ik wist ook wel dat er een componist was die de muziek speciaal voor die film had gemaakt, maar veel verder had ik er nog niet over nagedacht. Dat kwam pas aan het begin van de opleiding.ʼ Van een specifiek studieonderdeel filmcompositie was tijdens zijn studie echter geen sprake. Wel ontdekte Maarten langzamerhand de liefde voor film en 3
muziek. „Het eerste en tweede jaar van de studie ontdekte ik de link met film en wilde ik dat ook zoveel mogelijk doen. Tijdens de opleiding ging het niet echt over componeren met film, maar op de hogeschool zaten ook studenten audiovisuele media en die zijn allemaal met studentenfilms bezig, dus ben ik hen gaan benaderen en proberen zoveel mogelijk van die films te doen. Gewoon omdat het leuk is; ik dacht nog niet voor later.‟ Over zijn eerste opdracht: „Toen hing er ineens in de kantine een briefje: Compositiestudent gezocht voor tweedejaarsstudentenfilm. Dat was meteen een film van dertig minuten, een soort actiefilm en dat leek me gaaf om te doen. Met de regisseur heb ik nog een paar dingen gedaan, ook na de studie.‟ Een ander belangrijk onderdeel van zijn studie was een stage bij filmcomponist Paul M. van Brugge. „Paul had de hogeschool benaderd omdat hij met spoed iemand zocht die handig was in Sibelius. Hij werkte met dit notatieprogramma waar uiteindelijk alle partituren uit moeten rollen en ik kende Sibelius toevallig.‟ De films waarbij hij Van Brugge ondersteunde, waren Valentín en Tom & Thomas (beide 2002). Wat heeft deze stage allemaal geleerd? „Nou, iets heel praktisch wat ik zag is hoe hard je soms moet werken om dingen af te krijgen. Dat is tijdens de studie allemaal nog een beetje luxe. Het was niet erg als je een keer iets niet af had, het was vaak gewoonte om de laatste avond nog even aan een opdracht te werken en dan lukte het, dan kwam je er weer doorheen (lacht). Maar ik zag bij Valentín dat Paul de hele dag bezig was en de dag en de avonden ervoor ook al en dan had hij zo weinig slaap gehad dat hij even een uurtje ging rusten in de studio. En dan ging ik voor hem verder: akkoorden uitzoeken en werken met de geluidsmixer die er ook altijd bijzat. Na een uur kwam Paul weer terug; dat vond ik nogal wat!ʼ Ook de effectieve manier waarop een componist moet werken, boeide hem. ʽJe hebt niet altijd tijd om voor je gevoel het uiterste uit de muziek te halen. Dat wil je wel, maar het gaat niet altijd. Als je denkt, het werkt nu, dan zal het moeten worden goedgekeurd, want je moet door naar de volgende scène en dan nog haalde je dat soort dingen maar net. Dus de laatste stukken werden nog in elkaar gezet en direct erna ging Paul met de taxi naar Schiphol omdat hij dan naar Praag moest vliegen om het orkest op te nemen.‟ Samples Een belangrijke stap tijdens zijn studie zette Maarten met het oprichten van ProjectSAM, een bedrijf dat handelt in samples. Samen met mede-oprichters Vincent Beijer en Marco Deegenaars verwierf hij in kringen van samplegebruikers bekendheid hiermee, tot in Hollywood toe. „Dat bedrijf is tijdens de studie al gestart – het laatste jaar zo‟n beetje – en ons eerste product waren samples van een symfonische hoornsectie, SAM Horns geheten. Dat is allemaal via internet bekendgemaakt, op forums waar we al heel lang zelf lid van waren, maar toen ineens kregen wij de rol van ontwikkelaar van dat soort samples. Om zo‟n sampleverzameling te verkopen moet je laten horen wat je er muzikaal mee kan maken. Dus maak je daar muziekdemo‟s voor waar dan die hoorns uit die verzameling bijkomen. Die demo‟s gaan in principe 4
heel internet rond, want het is gewoon een soort verkoopproduct, dus in alle webshops en op andere forums waar ze worden besproken, worden die demo‟s weer gepost met je naam erbij. Achteraf gezien is dat goede promotie geweest.‟ Nog vóór zijn afstuderen in 2003 voorzag Maarten een aantal afstudeerfilms van studiegenoten van muziek. Is het scoren van andermans films hoofdbestanddeel van het afstuderen? „Niet echt, want dan ga je iemand afrekenen op een enkele productie. Iedereen heeft wel een aantal zaken lopen. Als je daarnaast voor de master gaat, moet je ook een thesis schrijven over een bepaald onderwerp. Ik heb dat toen over sampling gedaan: hoe dat er nu voor staat, de geschiedenis ervan in kaart gebracht en hoe ik denk dat het in de toekomst eruit zou kunnen gaan zien. En verder deed ik een aantal projecten, dat waren eigenlijk studentenfilms en wat dingen van buiten de opleiding, die had ik namelijk naar binnen gebracht om te laten zien. Uiteindelijk heb je dan een portfolio en dan geef je aan het eind letterlijk een presentatie over wat je allemaal hebt gedaan.‟ Gevraagd of hij na zijn afstuderen bewust op zoek ging naar filmopdrachten, antwoordt Maarten: „Nee, niet heel bewust. Soms waren het filmopdrachten, echter geen projecten van mijzelf. Ik hielp dan een andere componist mee, een soort ghostwritingachtige zaken waar je in het begin toch meestal niet omheen kan. Maar dat is allemaal heel leerzaam geweest en soms was het zonder beeld. Ik heb bijvoorbeeld muziekdemo‟s gemaakt voor andere samplebedrijven, dus zeg maar collega‟s van ProjectSAM en dat was ook weer goed dat ik dat heb gedaan want dat kwam dan op nog meer sites en zo werd je door nog meer mensen gehoord. Ik kreeg toen wel door dat dat een erg slimme manier was om je muziek gehoord te krijgen.‟ Gelukkig diende zich al gauw een concreet project aan. Spruijt ontmoette Fred Vogels (zie ook Score 144) met wie hij de muziek mocht schrijven voor de televisieserie Boks. „Dat was het eerste wat we samen gedaan hebben. En ook het eerste voor Shooting Star. Die mochten voor Talpa – dat toen nog bestond – een politieserie gaan maken. Er was een pitch en toen hebben wij een jazzy nummer geschreven, met echte trompet. Dat viel in de smaak en daardoor mochten we die hele serie doen.‟ Na Boks scoorden beiden twee succesvolle CarrySlee-verfilmingen (Afblijven! in 2006 en Timboektoe in 2007) en de avonturenfilm Kapitein Rob en het geheim van professor Lupardi (2007). Ook Vogels was en is een liefhebber van slaginstrumenten. Is dat mede een reden om elkaar snel te vinden? „Zeker. We hebben niet allebei per se een hele sterke drang om maar zoveel mogelijk slagwerk in de muziek te stoppen, maar je merkt wel dat we er allebei plezier uit halen om met slagwerk bezig te zijn.‟ Hoor je de nadruk op ritme ook in de muziek van de films die je met hem hebt gemaakt? „Niet echt, bij Boks helemaal niet want dat zijn allemaal ballades en langzame muziek. Bij Kapitein Rob is het wel heel ritmisch allemaal, maar meer omdat de film dat vraagt evenals de regisseur dan dat we daar zelf behoefte aan hadden.‟ Computer Over de vraag of hij liever met een instrument of met de computer werkt, is Maarten stellig: „De computer, maar er zit natuurlijk wel een piano aan vast. Dus dat is eigenlijk altijd je instrument of interface als je het technisch wilt zeggen. Want ik ben geen pianist, ik kan niet goed piano spelen met twee handen tegelijk. Maar wel goed genoeg dat ik partijen kan inspelen. Ik speel geen gitaar, heel veel componisten die gitaar spelen hebben dat als basisinstrument. Ik kan me wel voorstellen dat dat prettig is, maar ik ga dat nu niet meer leren, daar heb ik de discipline niet voor, denk ik. Ik kan mij wel voorstellen dat het prettig is als je los van al die techniek wat dingen kan uitproberen en dan pas die stap maakt naar het technische verhaal.‟ 5
Ook over de vraag of de computer een verrijking is voor de hedendaagse filmcomponist, hoeft hij niet lang na te denken: „Ik denk als je een enquête zou houden dat je enerzijds altijd mensen zal hebben die het geen verrijking vinden, maar anderzijds kan een componist dingen snel vastleggen en terugspelen, partijen eraan toevoegen. Maar wat misschien belangrijker is, is dat een regisseur of producent – de mensen met het geld – een veel beter beeld krijgen van waar de componist mee bezig is. Vroeger, toen je echt nog niets met computers kon doen, moest een filmcomponist op piano voorspelen terwijl de bijbehorende scène van een of andere band kwam. En dan vertelde hij erbij: “Dit worden strijkers, hier heb ik fluit in gedachten.”
Dat heeft iets ambachtelijks en eerlijks, maar dan moet je er wel vanuit gaan dat zo´n regisseur zich dat allemaal kan voorstellen. Want je loopt het gevaar dat je straks bij de muziekopnames zit en dat de regisseur het niet mooi vindt en zegt: “Tja, ik vind dat niet mooi met die fluit.” “Maar,” zegt de componist, “dat heb ik toen gezegd, dat wordt de fluit.” Vandaag de dag kan de regisseur ook letterlijk een fluit horen, want dankzij de computer krijgt hij daar een goed idee van. Die lat wordt wel steeds hoger gelegd en de vraag is of dat ophoudt. Regisseurs weten nu steeds beter wat er uit de computer kan komen, hoe goed dat kan klinken. Dus heb je als componist wel de soms vervelende neiging om daar heel erg ver in te gaan, dat je nogal aan het perfectioneren bent, ook al wordt het straks met een echt concert opgenomen. Dan zit je je computerversie zo goed mogelijk te mixen en te produceren terwijl het oorspronkelijk idee alleen maar was om de regisseur een idee te geven.‟
6
Daran We komen dan te spreken over Maartens laatste, voor een Gouden Kalf genomineerde wapenfeit: De zeven van Daran, de strijd om Pareo rots, waarvoor hij een dynamische score schreef. „Er zitten hele kleine momenten in maar ook echt uitpakwerk met allemaal ritmes en een heel orkest en een koor zit er ook nog bij.‟ En zo werd De zeven van Daran de eerste score van Spruijt die met een orkest in de studio werd opgenomen. „Het is echt een avonturenfilm waar een heleboel in gebeurt en als dat echt bij samples had moeten blijven, was ik er niet tevreden over geweest. Van die hele score bestaat een sampleversie en die klinkt op een heleboel stukken prima. Er is echter ook een aantal kritieke momenten waar bijvoorbeeld hele gevoelige strijkers of een soloviool voorkomen. Dan trap je er echt niet in, dat is nep want het komt uit de keyboards, denk je dan meteen. En ik vind ook bij een film waar zoveel energie in gaat en ook geld natuurlijk en aandacht – bijvoorbeeld het girafje dat uit de computer komt – dan kun je het eigenlijk niet maken om die muziek niet met een echt concert op te nemen. Daarover was men het met mij mee eens, vanaf het begin al. Dat moest begroot worden en de muziek heb ik toen in Praag opgenomen.‟
Over het uiteindelijke resultaat is Maarten dik tevreden. Een collega moest er nog aan te pas komen om het enorme project tot een goed einde te brengen. „Het is een lang project geworden. Er waren lastige dingen in de score waar we lang over hebben overlegd. We hebben verschillende versies naar elkaar gestuurd om te beoordelen totdat we eindelijk tevreden waren, dus daardoor voelt het echt als een prestatie dat het goed is gekomen en dat het werkt wanneer je de film ziet.‟ 7
Animatie Over toekomstige projecten valt nog niet veel te zeggen ondanks het succes van De zeven van Daran. Een film die Maarten net heeft voltooid is Paultje en de draak, een 33 minuten durende animatiefilm over kinderkanker. „Het is half educatief, maar voor de andere helft ook een avonturenfilm die natuurlijk goed afloopt. Er zit geen dialoog in. Dus het is 33 minuten muziek achter elkaar door. Echt een beetje zoals bij Warner Bros: alles moet je in de muziek vertellen. Dat was erg leuk om te doen.‟ En zou het buitenland aantrekkelijk kunnen zijn? „Ja zeker, ik ben een beetje aan het kijken wat qua Europese films mogelijk is, waar ik dan misschien zo‟n film als Daran natuurlijk weer voor kan laten zien. Ook ben ik nu Amerikanen aan het helpen, dat is ook weer een goede ingang voor de game-industrie want die houd ik zeker ook in de gaten. Die is inmiddels qua omzet groter dan de filmindustrie. Wie weet hoe het er over twintig jaar uitziet, misschien is het dan wel samen gegaan. Dat film gewoon interactief in games zit. Games worden steeds filmachtiger en er is steeds meer budget voor interessante dingen: met een echt or-kest opnemen, verschrikkelijk veel muziek componeren. Sommige componisten moeten wel vier uur muziek schrijven voor één game.‟ Maar Maarten heeft meer noten op zijn zang voor de toekomst. In het laatste gedrukte exemplaar van Score (december 2007) noemde hij als uitdaging het naar vernieuwing streven en toch in dienst van de film in kwestie blijven. Hoe moeten we dit opvatten? „Ik denk dat elke componist de neiging voelt dat er altijd een veilige manier van schrijven is die werkt voor de film en misschien is iedereen daar blij mee. Dan doe je steeds weer hetzelfde trucje. Je zou het clichés kunnen noemen. Maar je kunt een extra stap zetten, denk ik. Dat is geen vernieuwing van het hele genre, maar meer dat je kijkt hoe het ook op andere manieren kan, dat je die gaat onderzoeken.‟ Vervolgens noemt hij een concreet voorbeeld uit Paultje en de draak: „Vaak denk ik: een bepaalde stijl werkt inderdaad leuk en dan blijf je binnen die stijl. Maar soms heb ik bijvoorbeeld een wals geprobeerd of een of ander uptempo-jazznummer terwijl je daar misschien helemaal geen wals verwacht. Dat bleek hartstikkelijke leuk te werken. En wat je ook vernieuwing zou kunnen noemen is instrumentatie. Ik houd heel erg van de orkestklank, het is een soort van schilderspalet met allemaal smaken die je kunt mengen maar er is natuurlijk veel meer dan dat, dus ik hoef niet altijd via elke score die orkestklanken in de computer te laden. Als je dat doet, ga je vanzelf ook daarvoor componeren. Ik wil zeker proberen om me bij een geschikte film bewust te beperken. Dat je zegt: voor deze film gebruik ik gitaar, klarinet en orgel en daar moet ik het mee doen; dat kan niet bij een film als Daran natuurlijk.‟ Misschien hoort een niet-commerciële, meer artistieke film tot de toekomstige projecten. Maarten: „Ja, want ook bij dat soort films kun je dat orkest weer gebruiken. Mooie Spaanse films bijvoorbeeld, ook daar wordt steeds weer het orkest gebruikt en het werkt altijd weer goed. Interessant dus om te kijken wat je nog meer kan doen.‟ PS 8
VEEL FILMMUZIEK TIJDENS EEN LANGE AVOND IN GENT Vorig weekend vond in Gent voor de achtste maal de uitreiking van de World Soundtrack Awards plaats, gevolgd door het WSA-concert. Het jaarlijkse evenement vormde het sluitstuk van het Filmfestival van Vlaanderen. Dat de avond boordevol filmmuziek zat, zal niemand verbazen. Anders dan vorige edities duurde de filmmuzikale happening tot half twaalf die avond en daarmee was dit mogelijk een van de langste in het inmiddels achtjarig bestaan van de WSA-Academie. Hoogtepunt was ongetwijfeld de suite van Dario Marianelli uit zijn vlak daarvoor bekroonde score voor Atonement. De prijsuitreiking die het eerste uur van de avond in beslag nam, was in grote lijnen voorspelbaar. Beste score werd Atonement en tot beste liedje werd Down to Earth uit Wall-E gekozen. Componist en zanger van het liedje Peter Gabriel was de enige afwezige winnaar, maar vanuit zijn studio thuis in Engeland dankte hij de WSA-Academie en prees hij met name de samenwerking met Thomas Newman, zijn co-componist. De enige echte verrassing was de publieksprijs voor debutant Tuur Florizoone voor zijn score voor de Belgische hit Aanrijding in Moscou. Vervolgens bracht de Belgische artiest een suite uit deze film ten gehore waarbij hij zichzelf zowel op piano als accordeon begeleidde. Ontdekking van het jaar was Marc Streitenfeld die werd onderscheiden voor zijn score voor Ridley Scotts American Gangster. Ten slotte won James Newton Howard (foto) de hoofdprijs (Componist van het jaar) voor liefst drie film: Charlie Wilson´s War, Michael Clayton en I Am Legend. Op zich niet verwonderlijk deze prijs want 2007 zag liefst zes scores van de hand van de Amerikaanse meester.
score, La puta y la ballena. De speciaal uit Argentinië ingevlogen zangeres Liliane Herrero begeleidde Tarrab en Goldstein, hierbij bijgestaan door Rony Verbiest op bandoneón.
Zoals gezegd kende de avond vele filmmuzikale momenten. Na het verfrissende optreden van Tuur Florizoone volgde traditiegetrouw een optreden van de ontdekking van het voorgaande jaar. Dat waren de Argentijnen Daniel Tarrab en Andrés Goldstein die het publiek trakteerden op muziek uit drie van hun scores, waaronder de winnaars van vorig jaar: XXY en Inheritance. Hun meest indrukwekkende performance was een korte suite uit hun meest bekende
Hoogtepunt van de avond was de 25 minuten durende suite uit de Engelse film Atonement. Componist Dario Marianelli had kort daarvoor nog de prijs voor beste originele score gewonnen en nam nu plaats achter de piano. Vergezeld van beelden uit de film op een groot scherm achter het orkest kon het publiek genieten van een weergaloze compositie waarbij een absolute hoofdrol was weggelegd voor de Engelse 9
celliste Caroline Dale die ook op de soundtrack voor deze film is te horen. Een typemachine die voor zowel score als film kenmerkend was fungeerde als toegevoegd instrument. De kracht van filmmuziek werd met deze lange suite extra benadrukt. Zang Na de pauze was het de beurt aan de Amerikaanse componist Angelo Badalamenti om een selectie uit zijn rijke œuvre te laten horen. Ook Badalamenti (foto) nam plaats achter de piano. Het programma startte met een David Lynch-suite die weer begon met het onvermijdelijke thema uit Twin Peaks, gevolgd door muziek uit Blue Velvet. De nog jonge Engelse zangeres Beth Rowley zong Mysteries of Love uit de laatste film. Tussen de composities vertelde Badalamenti anekdotes die meestal voor het nodige gelach zorgden of leidde hij het volgende gedeelte in. Na ontspannen muziek uit Cousins en tamelijk experimentele klanken uit The Comfort of Strangers verscheen de legendarische Engelse zangeres Siouxsie Sioux ten tonele om Who Will Take My Dreams Away uit The City of Lost Children te zingen. Oorspronkelijk had Marianne Faithfull dit nummer gezongen voor de film uit 1995, maar zij had afgezien van een optreden. In plaats daarvan overhandigde ze Badalamenti met een Lifetime Achievement Award. Zijn dankwoord sloot de componist af met een redelijk goed uitgesproken Dank je wel! Het bijna een uur durende Badalamenticoncert werd afgesloten met enkele nummers uit zijn meest recente score. Voor de Engelse film The Edge of Love, over het leven van Dylan Thomas en zijn twee geliefden, schreef hij niet alleen de voor hem typische langgerekte romantische muziekklanken, maar ook enkele liedjes waarvan er twee werden uitgevoerd. Eerst Careless Talk met zang van Beth Rowley en direct erna Careless Love met een nu mysterieus ogende Siouxsie Sioux in de hoofdrol.
Het meer dan drie uur durende WSA-gebeuren werd muzikaal ondersteund door het Vlaams Radio Orkest dat eerder dit jaar een nieuwe naam kreeg en nu Brussels Philharmonic – Het Vlaams Radio Orkest heet. Dirk Brossé is nog steeds de dirigent van het in filmmuziekkringen gerenommeerde orkest en hij schitterde deze avond als vanouds. Jammer was evenwel dat de presentatoren en enkele winnaars niet altijd goed te verstaan waren. Dat gold met name voor debuterend presentator Nic Balthazar. Ook de lichtregie moet volgende keer beter want soms leek de Bijloke meer op een discotheek dan op een concertzaal. Maar deze kleine oneffenheden konden evenals de voorspelbaarheid van de meeste prijzen niet verhullen dat Gent en filmmuziek een heilige twee-eenheid vormen die elk jaar weer een bezoek waard is. PS
10
ʽWIJ BLIJVEN ALTIJD EEN TEAMʼ Interview met Daniel Tarrab en Andrés Goldstein Ontdekt worden als je rond of net over de vijftig bent. Dat overkwam de Argentijnse filmcomponisten Daniel Tarrab en Andrés Goldstein vorig jaar in Gent toen beiden de Discovery Award ontvingen tijdens de uitreiking van de World Soundtrack Awards. Hun doorbraak naar een groter publiek, ook buiten thuisland Argentinië, beleefde het duo al met La puta y la ballena (2004). Die film was ook in Nederland te zien evenals XXY afgelopen zomer. Voor deze debuutfilm van Lucia Puenzo, de dochter van de vermaarde Argentijnse regisseur Luis Puenzo, schreef het duo een kleine, indringende score die samen met de score voor Inheritance in Gent gelauwerd werd. XXY is vanaf komende week verkrijgbaar op dvd. Score sprak uitgebreid met het tweetal.
Daniel Tarrab (links) en Andrés Goldstein (rechts) liepen vorig jaar incognito rond in Gent. Maar na hun prijs zijn het aanstormende beroemdheden zoals vorige week bleek tijdens de persconferentie van de World Soundtrack Awards. Niet alleen namen ze plaats achter de tafel met componisten zoals Angelo Badalamenti en Dario Marianelli, ook speelden ze die avond tijdens de prijsuitreiking voor 2008 – zoals de traditie het wil – een selectie uit eigen werk. Winnaars van de Discovery
Award worden het jaar erna uitgenodigd een optreden te verzorgen. En zo geschiedde: het publiek kon genieten van enkele composities uit hun scores voor La puta y la ballena, XXY en Inheritance. Muziek die even bescheiden als divers is; niet het grote gebaar, maar een intense emotie wordt door tango, zang en weelderige klanken overgebracht. Tijdens ons gesprek is het vooral Daniel Tarrab (Buenos Aires, 1958) die het woord 11
voert aangezien hij goed Engels spreekt wat terug te voeren is op het feit dat hij eind jaren ‟70 en begin jaren ‟80 in Boston gestudeerd heeft aan het fameuze Berklee College of Music alwaar hij in 1982 afgestudeerd is in filmcompositie. Andrés Goldstein (Buenos Aires, 1954) spreekt nauwelijks Engels en wordt bijgestaan door een lieftallige Vlaamse jongedame die als tolk optreedt. Beide Argentijnen studeerden aan de Katholieke Universiteit van Argentinië compositie. Goldstein studeerde hier in 1986 af. Daarvoor hadden ze vooral rockmuziek gespeeld. De Beatles vormden een onverwoestbare invloed op de jongemannen die overigens neven van elkaar zijn. Daniel: „Andrés nam me mee naar de bioscoop waar we A Hard Day’s Night zagen. Toen ik uit de bioscoop kwam had ik hoge koorts, ik ben er nooit meer van genezen. Ik ben muzikant geworden vanwege de Beatles.‟ Deze pop- of rockkoorts liet hen inderdaad vele jaren niet met rust en juist in dit muziekidioom waren ze dan ook lange tijd actief met vooral Andrés als producer voor lokale popartiesten. De affiniteit met klassieke muziek was op de universiteit begonnen en zou hen richting muziek voor theater (met name Andrés) en uiteindelijk filmscores duwen.
het liedje tijdens de beginscènes en dat was helemaal niet zo bedoeld. Onze eerste film met een grappig kinderliedje, dat was wel erg vreemd.‟ De vele inspanningen om dit liedje (Soy un angelito) vooraan in de film goed te laten weerklinken, resulteerden uiteindelijk in 2001 in een eerste nominatie voor de World Soundtrack Awards in de categorie Beste liedje. De eerste keer dat in Gent filmmuziekprijzen werden uitgereikt overigens.
Liedje Over het componeren voor het medium film vertelt Daniel (foto): „Het is eigenlijk vreemd om als componist voor een film te werken die zijn eigen taal heeft net zoals het vreemd is om tussen de regels door te lezen wat de film nodig heeft om zichzelf uit te kunnen drukken. De film is dus een trigger en van daaruit is er een dunne draad waaraan je begint te trekken. Zo komen we terecht op plekken waarvan we als componist nooit hadden gedacht dat we er zouden komen. Op deze manier ontstaat er een relatie met de film, een erg sterke relatie. De meesters die we altijd hebben gevolgd zijn Alex North, John Williams en Gabriel Yared.‟ Net als bij andere componistenduo‟s is er een zekere
Hun eerste filmscore was voor Felicidades (2000), de debuutfilm van regisseur Lucho Bender. Helaas zou het voor Bender bij deze ene film blijven want in 2004, tijdens de voorbereidingen voor zijn tweede film, stierf hij plotseling aan een hartaanval. Andrés over deze debuutfilm: „We hadden een vlotte, zakelijke relatie met Lucho Bender. Het was zijn eerste ervaring met filmmuziek en hij vroeg ons een bepaalde sfeer te creëren met wereldmuziek. Zo wilde hij iets met de doedelzak. Daarnaast schreven we ons eerste liedje, een kinderlijk liedje! Het had oorspronkelijk voor moeten komen in een autoscène waar het uit de radio klinkt. Maar Lucho gebruikte 12
taakverdeling. Andrés: „We schrijven altijd gescheiden van elkaar. Na afloop laten we de muziek aan elkaar horen en de een speelt dan echt de producer van de ander zodat we elkaar in feite controleren om zo onszelf ook te kunnen verbeteren. De een luistert dus naar de ander en dan andersom.‟
voor het eerst hoorden, weer terug. Voor de film moesten beiden elk een nieuwe tango schrijven die als leidmotief zou dienen gedurende de gehele film. De befaamde Argentijnse bandoneónspeler Néstor Marconi speelde ze op de soundtrack. Daniel schreef de tango La Lamparita. Andrés over zijn tango: „Ik schreef een tango die Matilde heet. Toen ik hem geschreven had, besefte ik dat ik eigenlijk gecomponeerd had in de stijl zoals mijn vader de tango ooit zelf speelde op de piano.‟ Puenzo was op muzikaal gebied een inspiratie voor beiden. De film speelt grotendeels in de jaren ‟30 en specifiek de tango‟s uit dit tijdperk wilde
Luis Puenzo Na Felicidades werden de twee gevraagd de muziek te schrijven bij het Argentijnse segment van de documentaireserie over overlevenden van de Holocaust, getiteld Broken Silence (2002). Dit was een productie van Steven Spielberg en kende in totaal vijf episodes met vijf regisseurs waaronder de Argentijn Luis Puenzo, bekend van zijn met een Oscar onderscheiden film La historia oficial (1985). Het Argentijnse deel heette Some Who Lived (Algunos que vivieron) en kent gevoelige, symfonische muziek. Twee jaar later brak het duo echt door zowel in hun vaderland als in de rest van de wereld. Voor Luis Puenzo‟s monumentale film La puta y la ballena schreven de twee een score van soms epische allure: nu eens weelderig en meeslepend, dan weer ontroerend met een speciale nadruk op de tango, hetgeen niet verwonderlijk is voor een Argentijnse film. Puenzo had hen voor het eerst in hun leven echt kennis laten maken met de tango. Daniel: „We wisten niets van de tango. Toen ik nog jong was luisterden Andrés‟ vader en mijn vader naar de tango en wij luisterden naar rock. Wij zeiden dan: “We haten tango‟s.” We vonden het allemaal erg ouderwets, wij hadden lange haren en we speelden op een Stratocaster en tango‟s konden ons niets schelen. Maar als je ouder wordt ….‟
hij in de film gebruiken. Andrés (foto): „We hebben heel veel van hem geleerd. Op een bepaald moment toen we de soundtrack aan het schrijven waren, zijn we compleet van richting veranderd na beluistering van al het materiaal dat we tot dan toe hadden geschreven. We zijn met Luis begonnen te overleggen en kregen plots een totaal nieuw perspectief om verder te werken. Hij is echt een inspirator.‟ Wegens deze totale koerswijziging en vanwege het feit dat veel muziek geschreven moest worden voordat de opnames zouden starten (medio 2003), werkte het duo anderhalf
Luis Puenzo ziet La puta ya la ballena als hun eerste toenadering tot de tango. Door deze verlate kennismaking leerden ze meer over hun afkomst en over hun eigen persoon. Opeens kwamen de herinneringen aan hun vroege jeugd, toen ze de tango 13
Award antwoordt Daniel (foto): „Een goede vraag die ik mezelf nog niet heb gesteld (hij en Andrés moeten hard lachen). Wij ontdekken steeds nieuwe dingen over onszelf waarvan we niets wisten. We leren steeds weer en de gedachte dat anderen je ontdekken en daarmee aandacht aan ons schenken is natuurlijk zeer aangenaam.‟
jaar aan de score. Zelfs na de montage werd nog geschaafd aan de composities. Het zal dan ook niemand verbazen dat deze score hun tot nu toe meest indrukwekkende is. En bekend werden ze er zeker door want de film was een ongekend succes in Zuid-Amerika en andere Spaanstalige landen. De cruciale rol van de tango en de prachtige symfonische score werden door zowel pers als publiek gewaardeerd. In 2004 werden ze opnieuw genomineerd voor een World Soundtrack Award, ditmaal in liefst twee categorieën: Beste ontdekking en Beste componist. Zelfs Alberto Iglesias waarschuwde destijds voor de Argentijnen …..
Die ontdekking gold dan niet zozeer voor hun eigen land waar beiden al langer bekenden in de muziekwereld zijn. Over nieuwe projecten merkt Daniel op: „We zijn erg kieskeurig met nieuwe projecten. Dus kiezen we niet zomaar elke film.‟ Werk is er in ieder geval voldoende getuige de vier films die vorig jaar uitkwamen. Inheritance (ging feitelijk in 2006 in première maar werd pas vorig jaar breed uitgebracht) is een Amerikaanse documentaire van James Moll over de ontmoeting tussen de dochter van Amon Goeth (nazicommandant van een concentratiekamp en door Ralph Fiennes monsterlijk vertolkt in Schindler’s List) en een vrouw die door dezelfde Goeth gevangen gehouden en mishandeld werd. Geen gemakkelijke opdracht om voor deze beklemmende film muziek te schrijven, maar Tarrab en Goldstein schreven enkele fraaie composities die zich onderscheiden door een gedragen, ingetogen klankkleur en nergens ontsporen in overdaad of sentimentaliteit. Bewust hielden ze de score kleinschalig door te werken met een klein orkest. Daniel: „Geen grote Hollywoodscore dus, bij deze film was een respectvolle aanpak gewenst.‟
Ontdekking Toen het Argentijnse tweetal voor het eerst werd genomineerd in Gent voor de ontdekking van het jaar waren ze beiden ruim over de 45. Een jaar na La puta y la ballena stonden ze andermaal op de lijst met nominaties, nu voor de film Deuda die buiten Latijns-Amerika niet werd gedistribueerd. Nog twee jaar moesten ze wachten voordat ze eindelijk werden bekroond met de Discovery Award. In 2007 overhandigde nota bene Alberto Iglesias het tweetal de prijs. Voor twee films wel te verstaan: Inheritance en XXY. Op de vraag hoe het voelt om op je 50 ste te worden onderscheiden met een Discovery
Heel anders was hun aanpak voor de score van XXY van Lucia Puenzo, de dochter van de grote Luis. Deze gewaagde film over een 15-jarige hermafrodiet kent een minimal score met kale instrumentatie en vormt een kruising van diverse muziekstijlen. Ook de instrumentkeuze was opmerkelijk: veel snaarinstrumenten waaronder de charango, een kleine gitaar die oorspronkelijk stamt uit het grensgebied tussen Bolivia en Argentinië. 14
“Nat vanwege de ark en alle overstromingen. We zijn nog steeds nat (lacht).” We waren bang voor wat de toekomst ons zou brengen.‟ Een onterechte angst, zo blijkt achteraf want niet alleen Gent lauwerde hen beiden, ook in eigen land waren er tal van nominaties en prijzen voor zowel de drie films als hun scores. Daniel over deze erkenning: „Het is krankzinnig al deze prijzen. Je vroeg ons hoe het is om ontdekt te worden? Nou, we doen gewoon ons werk!‟ Andrés: „We hebben nominaties gekregen van de Filmacademie in Buenos Aires en die hebben heel wat teweeggebracht. Nu kent men ons zeker wel.‟
Überhaupt zat er weinig muziek in de film, de cd met de score duurt amper een half uur. Tijdens de besprekingen met Lucia Puenzo gold dan ook het motto less is more. XXY ging in première tijdens het Filmfestival van Cannes vorig jaar en werd goed een maand later alweer gevolgd door een andere film met muziek van het duo: El arca, een animatiefilm die het goed deed in thuisland Argentinië. En in september volgde ten slotte de detectivefilm La señal. Over dit drukke jaar vertelt Daniel: „Dit is de eerste keer dat we drie films in één jaar deden. We wisten niet dat we daartoe in staat waren omdat een van de films een animatiefilm was, getiteld El arca.‟ Deze film over de ark van Noach was een nieuwe ervaring die de nodige inspanning vereiste. Daniel: „Het punt is dat bij een animatiefilm elke beweging muziek nodig heeft. Een liveaction film heeft in totaal zeventien of achttien cues, maar een animatiefilm heeft er 70! Een bijna onmogelijke opgave die ons vier maanden heeft gekost.‟
Toekomst Van een bruisende filmmuziekscene is in Argentinië volgens Andrés niet echt sprake. Gustavo Santaolalla opereert vooral vanuit Los Angeles en ook grootmeester Lalo Schifrin woont al decennialang in dezelfde stad. Filmmuziekopdrachten blijven derhalve incidentele projecten. Werken in Hollywood zouden ze wel willen, maar dan moet het om artistiek verantwoorde projecten gaan. Daniel: „We willen blijven werken zoals we dat steeds hebben gedaan en daarnaast willen we onze wortels niet verliezen. We delen deze opvatting allebei en dat werd nog eens duidelijk bij de mix van minimal muziek en symfonische muziek bij XXY wat weer een geheel andere muzikale benadering was dan bij El arca.‟ Over wat de toekomst in petto heeft, zwijgen beiden. Wel willen ze kwijt dat er van een splitsing in de toekomst geen sprake zal zijn. „Wij blijven altijd een team‟, besluiten ze het gesprek. Naar verluidt werken ze nu aan de score voor Lucia Puenzo‟s nieuwe film El niño Pez, die voorjaar 2009 in Argentinië in première moet gaan.
Middenin de werkzaamheden kwam het verzoek om XXY te doen. Goldstein (foto) en Tarrab zagen dit niet zitten maar konden ook geen nee zeggen. Daniel: „XXY leek ons een prachtig project met een ongelooflijk script. En het was het debuut van Luis Puenzo‟s dochter. Luis belde ons en vroeg: “Jongens, hoe gaat het?” Wij:
PS
15
Deuda
FILMO-/DISCOGRAFIE
2006
2000
Inheritance
Felicidades
Mellowdrama Records MEL 114
2002 Broken Silence (episode: Some Who Lived/Algunos que vivieron) Chandos Records CHAN 10057
2007 XXY Milan Records 399175-2 2004 La puta y la ballena Mellowdrama Records MEL 104
El arca La señal 16
Muzikaal eerbetoon aan Cees Bijlstra In april 2004 overleed op 58-jarige leeftijd de Friese componist Cees Bijlstra aan een hartstilstand. Dit voorjaar, precies vier jaar later, verscheen een verzamel-cd van deze componist. Omroep Friesland, in de persoon van Harry Zwerver en Geart de Vries, produceerde samen met de weduwe van deze bekende componist, dit album. Op 3 april jongstleden werd deze verzamelaar officieel gepresenteerd tijdens een concert van het Noord Nederlands Orkest in De Harmonie in Leeuwarden. kelijks was hij met zijn combo “Cees Bijlstra” de vaste gast in diverse programma‟s. Na de periode Rients Gratama werd Bijlstra redacteur/regisseur van de schoolradio en later de schooltelevisie bij Omrop Fryslân. Ook componeerde hij alle tunes en jingles voor deze omroep en maakte achtergrondmuziek bij documentaires van de televisieafdeling. Verder componeerde hij veel theater- en filmmuziek. Fragmenten van de muziek die hij voor een groot aantal producties van de Friese toneelstichting Tryater schreef, verschenen op de cd Sûnder Wurden (1991). Gratama
Componeren
Cees Bijlstra (foto) werd in 1946 geboren te Snikzwaag. Hij volgde aanvankelijk de opleiding tot onderwijzer aan de Rijkskweekschool te Heerenveen en stond voor zijn militaire diensttijd even voor de klas in Steenwijk. Maar zijn passie voor muziek, ontstaan tijdens de pianolessen, won het. Hij speelde in diverse dansorkestjes en schreef zijn eerste liedjes voor het Onderwijzerscabaret van de Terhornster hoofdonderwijzer Roel Bergsma, waarvan hij ook de vaste begeleider werd. Na zijn militaire dienstplicht kwam hij als vaste pianist en comboleider bij het gezelschap van cabaretier Rients Gratama. In die hoedanigheid componeerde en arrangeerde hij de muziek voor zowel diens Friese als Nederlandstalige programma‟s. In de acht jaar dat Cees met Rients Gratama door het (buiten)-land trok, 1970-1978, componeerde en arrangeerde hij ook al muziek voor radio- en televisieprogramma‟s van de AVRO en Omrop Fryslân. Bijna we-
Sinds de film De dream (1985) werd hij de vaste componist/arrangeur van filmregisseur Pieter Verhoeff en schreef de muziek voor onder andere de films Van geluk gesproken, De vuurtoren, De langste reis, Maten, Nynke en Alles komt ergens van. Filmmuziek componeren is een dienend beroep, de muziek moet de beelden/teksten ondersteunen. Daarvoor is een goede relatie met de regisseur belangrijk. Nog voor er een beeld gedraaid werd of een noot gecomponeerd was, praatten regisseur en componist over het karakter van de personages, de inhoudelijke kant, over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt, enz. Soms moet de muziek gevoelens benadrukken of juist relativeren. De muziek is de abstracte reflexie van wat er in die periode is gebeurd. Bij het eindresultaat gaat het om het totaal van beeld en muziek. Met deze gegevens begon Bijlstra alvast bepaalde thema‟s te maken. Dit proces kon wel een half jaar duren. Als de film gedraaid was kreeg 17
Bijlstra de ruige versie toegestuurd om zijn thema‟s uit te proberen. Uiteindelijk kwam er dan iets boven drijven wat bleek te werken. De muziek was dan nog heel breed en er vielen nog heel wat stukjes weg. Ook bleef de regisseur tot het laatst toe wijzigingen aanbrengen in bijvoorbeeld de volgorde van de beelden. Als er niets meer aan de beelden mocht worden veranderd, kon het arrangeren beginnen. Als het werk klaar was, reisden regisseur, componist en geluidstechnicus af naar Praag, waar het Prague Symphonic Orchestra, gespecialiseerd in het spelen van filmmuziek, de composities uitvoerde. De technicus maakte een mix van de opnames en deze werd onder de beelden gezet. Verhoeff Stijl “Ik mis Cees Bijlstra (foto) en ik mis de muziek die hij niet meer kan maken voor mijn films. Hij heeft prachtige scores geleverd, die heel belangrijk waren voor de atmosfeer en de emotionele werking van die films. Vanaf het begin waren Cees en ik „vrienden in de kunst‟. We praatten veel, altijd opgewonden en lachend, maar soms met tranen in de ogen, over muziek en film, maar ook over literatuur, poezie en natuurlijk over het leven, de liefde, de drank en de vrouwen. Ja, jongens waren we. Ook. Maar we konden ons ook behoorlijk kwaad maken over de „corruptie van de geest‟ in de kunst- en cultuurwereld, die meer en meer in de greep lijkt te raken van commercie en verkoopcijfers en buigt voor de gemiddelde smaak van het grote publiek. Cees en ik voelden ons niet verheven boven „het volk‟, laat staan dat we dat volk wilden verheffen, maar we wilden wel, zo onafhankelijk als maar mogelijk, het beste van onszelf geven. We wisten beiden waar we naar op zoek waren, waar we een pesthekel aan hadden en waar we van hielden. Cees Bijlstra was eigenzinnig, dwars, liefdevol en teder. En zo was zijn muziek. Daarom zal ik hem blijven missen. En zo hoop ik maar dat u, net als ik, nog vaak zult luisteren naar deze prachtige, bij vlagen ontroerende filmmu-
De muziek van Bijlstra wordt vaak melancholisch genoemd. Voor de muziek bij De dream werd Bijlstra op een festival in het Tsjechische Karlovy Vary onderscheiden met de prijs voor de beste filmmuziek en voor de muziek bij De vuurtoren kreeg hij in Nice een speciale nominatie. Tijdens de Nederlandse Filmdagen in 2002 was er een speciaal concert in de Stadsschouwburg in Utrecht, waar de filmmuziek van Bijlstra werd uitgevoerd door het Nederlands Promenade Orkest onder leiding van Jurre Haanstra. Ook componeerde hij de muziek voor Omrop Fryslân bij de serie Spannenburg en de televisiefilm Sjoch, dêr leit wat op ’e dyk. Daarnaast bleef Cees Bijlstra „op bestelling‟ componeren, onder andere voor Leo en Leny Dijkstra, Roel Slofstra, Douwe Heeringa, Inez Timmer en het Omrop Fryslân Skoalleradiokoar. Tot zijn bijzonere projecten behoren de compositie Collage voor Symfonie-orkest, Brassband en Combo, die hij samen met componist/ dirigent Jan de Haan schreef en waarin de muren tussen de in de titel genoemde muziekwerelden werden geslecht (in 1985 uitgevoerd tijdens het Frysk Festival) en het muziekstuk Foar nei de stilte, dat hij in 2003 componeerde voor de jubilerende Stichting Openluchtspel Jorwerd. 18
ziek”. Aldus regisseur Pieter Verhoeff in een persoonlijk woord in het hoesje van de verzamelaar Muziek Cees Bijlstra.
muziek nog indringender. Een compliment ook voor de cd: met grote zorgvuldigheid samengesteld geeft het een goed muzikaal beeld van Bijlstra. Een heel mooi overzicht. Niet alleen zijn speelfilms voor Pieter Verhoeff maar ook zijn muziek voor televisie en theater komen aan bod. Veelal ingetogen klanken, wat droefgeestig, melancholisch, maar o zo gevoelig. Daarnaast ook vrolijke deuntjes of spanningsmuziek. Om bij weg te dromen. Dit is Bijlstra in optima forma. De vormgeving van de cd en het boekje door Barbara Jonkers blinken uit door hun eenvoud. Muziek Cees Bijlstra is een waardevol muzikaal document van cultuurhistorische betekenis, in het bijzonder voor Friesland.
Cd Als eerbetoon aan de overleden componist Cees Bijlstra maakte Omrop Fryslân in samenwerking met Bijlstra‟s weduwe de bijzondere verzamelaar Muziek Cees Bijlstra. Er zijn twee cd‟s. Op de eerste vinden we muziek uit de films Nynke (2001, over het leven van Nynke van Hichtum), De vuurtoren (1994, gebaseerd op jeugdherinneringen van Pieter Verhoeff), De dream (1985, de eerste Friestalige speelfilm, over de zaak Hogerhuis), Van geluk gesproken (1987, over het leven van bewoners in een typisch Amsterdams bovenhuis), De langste reis (1996, tv-film over de relatie tussen een ontvoerder en zijn slachtoffer) en Maten (1999, over een vermeende verkrachting van een Bosnisch meisje door Dutchbatters na de val van Srebrenica). Op de tweede cd andere muziek van Bijlstra: Spannenburg, plak op ierde (1997, 4-delige serie van Omrop Fryslân), Werom nei Auschwitz (2002, documentaire over Auschwitz), Sjoch, dêr leit wat op ‘e dyk (2003, filmgedicht over een hoed die terugkeert naar de plek waar hij vandaan komt) en Foar nei de stilte (2003, muziekstuk gecomponeerd bij het 50-jarig jubileum van de Stichting Iepenloftspul Jorwert).
Muziek Cees Bijlstra Cd 1: 6 tracks, 71 minuten Cd 2: 4 tracks, 68 minuten
De initiatiefnemers van deze cd verdienen alleen al een compliment door de wijze waarop ze de verschillende muziekfragmenten hebben samengesteld. We kunnen luisteren naar lange stukken muziek: tussen de 7 en 22 minuten per film. Dat is heel anders luisteren dan de korte muziekfragmenten op een soundtrack. Op deze manier wordt de
Uitgebracht door Omrop Fryslân, € 16,90 (Met dank aan Omrop Fryslân, Leeuwarden). JW
19
BOEKBESPREKING: Film Music – Peter Larsen Wie zijn boek over filmmuziek eenvoudigweg de titel Film Music geeft, wekt niet meteen ieders aandacht. Ook de foto op de omslag – een rennende Cary Grant in North by Northwest – is geen toonbeeld van originaliteit, aangezien de bewuste scène met het sproeivliegtuigje praktisch zonder muziek is. Toch is het boek van Peter Larsen een boeiend werk dat een allesomvattend antwoord probeert te geven op de vraag: Wat is filmmuziek? komende filmmuziek kent zoals synchronisatie tussen beeld en muziek en het gebruik van leidmotieven. The Big Sleep dient vooral als lichtend voorbeeld van het vakkundige werk van de ʽuitvinderʼ van de filmmuziek, Max Steiner. Bij North by Northwest ten slotte wijst Larsen op de innovatieve omgang met filmmuziek door Bernard Herrmann. Na de drie grondige analyses van steeds één enkele sequentie uit de betreffende films vervolgt Larsen zijn weg door de historie van de filmmuziek waarbij hij de werken uit het gouden tijdperk van Hollywood steeds als ijkpunt hanteert. Aan de hand van misschien wat voor de hand liggende voorbeelden als The Graduate, American Graffiti, Star Wars en Blade Runner schetst Larsen de ontwikkelingen uit meer hedendaagse films om in twee afsluitende hoofdstukken het waarom en de functie van filmmuziek uiteen te zetten.
Peter Larsen is professor aan de Universiteit van Bergen in Noorwegen. Van het oorspronkelijk in 2005 verschenen boek is vorig jaar een Engelse versie verschenen. Larsen beperkt zich in zijn zoektocht naar de essentie van filmmuziek tot de Hollywoodfilm omdat volgens hem in Hollywood de standaard voor filmmuziek werd gelegd en nieuwe ontwikkelingen hoofdzakelijk hier hebben plaatsgevonden. Het boek begint met een historisch overzicht van muziek in films dat begint bij de geboorte van de cinema. Over die beginjaren verhaalt Larsen met verve hoe de muziek alomtegenwoordig was in de bioscoop, ook al waren de films nog zwijgend. Zo hadden veel bioscopen grote orkesten die de muzikale omlijsting van een voorstelling verzorgden alsmede uiteraard de muziek bij de vertoonde films zelf. Vervolgens onderzoekt hij de rol van muziek bij drie films: Metropolis (1927), The Big Sleep (1946) en North by Northwest (1959). Ook al was de eerste film nog een zwijgende, toch kende de score al enkele kenmerken die feitelijk alle
Zoals Peter Larsen in de inleiding meedeelt is zijn boek geen uitputtend, allesomvattend boek over de geschiedenis van de filmmuziek geworden. Veeleer probeert hij vragen omtrent de functie van filmmuziek in een historisch kader te plaatsen en met de antwoorden enkele kenmerken van dit medium te formuleren. Soms zijn de grote lijnen wat warrig of zelfs onzichtbaar, maar uiteindelijk maakt dit leesbare boek in relatief kort bestek veel duidelijk over het fenomeen filmmuziek. Film Music, Peter Larsen. Reaktion Books, Londen, 2007. ISBN 9781861893413, 254 blz. Prijs: € 29,90. PS 20
DVD-RECENSIES MUSIC FOR THE MOVIES: GEORGES DELERUE BMG-Sony D 4177 59 minuten Al enige tijd circuleert de dvd-reeks Music For the Movies, geheel gewijd aan beroemde filmcomponisten. Deze dvd gaat over de Franse filmcomponist Georges Delerue. Een uur lang kunnen we kijken naar deze interessante documentaire van regisseur JeanLouis Comelli. Centraal in deze documentaire staan interviews en filmfragmenten. Interviews zijn er van de regisseurs Oliver Stone en Ken Russell. Daarnaast komen enkele filmeditors aan het woord met wie Delerue heeft samengewerkt. We zien en horen talrijke film- en muziekfragmenten uit Delerues Franse, Engelse en Amerikaanse films. Allereerst Hiroshima mon amour van Alain Resnais en Jules et Jim van François Truffaut. Daarnaast fragmenten uit Salvador en Platoon van Stone en Women in Love van Russell. Ze worden aangevuld met fragmenten uit andere beroemde films, zoals Tirez sur le pianiste, La nuit américaine en L’histoire d’Adèle H. Music For the Movies is een boeiende docu die laat zien hoe boeiend maar ook moeilijk de relatie is tussen een filmregisseur en filmcomponist. Voor mensen die daarover meer willen weten is deze docu een zeer aangename verrassing. JW ENNIO MORRICONE – LA MIA MUSICA 4CD & 1DVD Note di Pace Ars Latina 195978 Italië Een Digipack met vier cd‟s en een dvd is onlangs in Italië verschenen. De vier cd‟s zijn bijzonder voor verzamelaars omdat ze liveregistraties van de concerten van de Maestro bevatten. De opnames zijn gemaakt in Seoul, Tokio, Rome, Verona, New York en Krakau. Disc 1: jaren „60, 15 tracks; Disc 2: jaren „70, 13 tracks; Disc: 3 jaren „80, 19 tracks; Disc 4: jaren „90, 14 tracks. Het bijzondere verder is dat er naast filmmuziek ook aandacht wordt geschonken aan de niet-filmmuziek die Morricone heeft geschreven door de jaren heen. Dit is meestal atonale muziek. Verder heeft het digipack nog de dvd Note di Pace, die ook los verkrijgbaar is. Het betreft het integrale concert in Venetië op het San Marcoplein op 10 september 2007. Met allemaal hoogtepunten uit zijn carrière. Bijzonder is te vermelden dat Morricone zijn orkest uit Rome heeft meegenomen, het gemengd koor is Venetiaans. Als bonus staat er ook nog Voce dal silenzio op, een concert van ruim een half uur geschreven voor de slachtoffers van 11 september 2001 in New York. Voor de complete inhoud van deze set verwijs ik naar www.chimai.com, de website waarop alle Morricone-uitgaven in detail omschreven staan. De prijs van deze set is bijna € 90, maar voor Morriconefanaten zeer de moeite waard. o.a. verkrijgbaar bij www.tarantula-records.com. ST 21
CD-RECENSIES EL CID Tadlowcd-005 Cd 1 - 27 tracks, 75:53 Cd 2 - 24 tracks, 73:39 Cd 3 - 13 tracks, 32:21 El Cid uit 1961 is een Samuel Bronston (19081994) productie onder regie van Anthony Mann (1906-1967). De muziek is gecomponeerd door Miklós Rózsa (1907-1995), die al eerder voor Samuel Bronston muziek schreef, voor de film King of Kings ook uit 1961. Een bekend verhaal is dat als eerste voor deze film de Italiaanse componist Mario Nascimbene werd aangetrokken. Bronston en Nascimbene konden het niet eens worden en Rózsa werd erbij betrokken en nam deze klus graag op zich. Van de score zijn al vele soundtracks in omloop, vooral van de soundtrack uit 1961 is een groot aantal lp‟s en cd‟s op de markt. De score had slechts een speelduur van ruim 42 minuten met enkele hoogtepunten uit de film en de belangrijkste thema‟s. In 1996 is een nieuwe poging ondernomen om de muziek van El Cid nieuw leven in te blazen. De soundtrack werd opgenomen met het New Zealand Symphony Orchestra onder leiding van James Sedares. Deze opname stelt een beetje teleur, het heeft niet de uitstraling van het origineel en voegt met een speelduur van 65 minuten niet veel toe aan de soundtrack uit 1961. De muziek kwam in 1996 uit op het label Koch-International 3-73402 H1. Nu in 2008 is El Cid weer opnieuw opgenomen, nu met The City of Prague Philharmonic Orchestra and Chorus onder leiding van Nic Raine. Het is een special limited collector‟s 3disc edition geworden, met maar liefst 150 minuten muziek uit El Cid. Op de derde cd vinden we een suite van Double Indemnity (8:39) uit 1944 van regisseur Billy Wilder, aangevuld met enkele bonustracks en alternatieve tracks uit El Cid. Ook op cd 3 een interview van Doug Raynes met dirigent Nic Raine en de welbekende James Fitzpatrick (11:00). Ook zijn er nog cd-rom-functies waar men enkele opnamesessies kan bekijken. Trouwens, op You Tube zijn ook opnames van deze score te vinden. In vergelijking met het orgineel uit 1961 komt deze opname er heel positief uit. Het verschil met toen is nauwelijks te horen en dat is bijzonder verrassend. Vaak wijkt een heropname nogal af van het orgineel (een goed voorbeeld hiervan is de opnieuw opgenomen muziek voor Lawrence of Arabia onder leiding van Tony Bremner in 1992) maar hier is bijna niets van te merken. Er staan 48 tracks op, verdeeld over twee cd‟s met een speelduur van minder dan een minuut tot bijna negen minuten. Het 28 pagina‟s tellend boekwerkje is goed verzorgd met goede foto‟s en elke track word ruimschoots omschreven. Het voorwoord is geschreven door Juliet Rózsa en alweer Martin Scorsese die ook het voorwoord van de opname uit 1996 voor zijn rekening nam. (Waar is die man niet bij betrokken?) Het is een van Rózsa‟s beste scores en deze opname bevestigt dat nog eens. AP
22
CAOS CALMO Radio Fandango 0187962RAF 19 tracks, 48:37 Een film over een man die plotseling zijn echtgenote verliest en dit verlies daarna een film lang zwijgend ondergaat, schreeuwt om een ingehouden score. De Italiaanse filmcomponist Paolo Buonvino schreef, orkestreerde en dirigeerde precies zo‟n score voor Caos calmo van regisseur Antonio Luigi Grimaldi. Na een opvallend percussief intro met louter slagwerk horen we het sterke hoofdthema dat de gehele film muzikaal ondersteunt en niet zonder reden Kaos als titel heeft. De minimal score wordt gedomineerd door piano met accordeon als tweede hoofdinstrument. Het hoofdthema keert regelmatig terug in verschillende variaties maar het behoudt zijn melancholieke klankkleur. Vier popnummers, waaronder een nummer van Ivano Fossati tijdens de eindtitels, wisselen de originele score af. Een andere bestaande compositie is van Radiohead, getiteld Pyramid Song. Sind het succes van de score voor There Will Be Blood komt een nummer van Radiohead opeens in een ander daglicht te staan en dan valt op hoe goed hun muziek een film kan begeleiden. Paolo Buonvino heeft een kleine, doch meeslepende score geschreven die een belofte voor de toekomst bevat. PS
MIO FRATELLO È FIGLIO UNICO Sony BMG 88697096112 21 tracks, 67:51 De nieuwe film van Daniele Luchetti die doorbrak met Domani accadrà in 1988. Een film waar destijds Nicola Piovani de muziek voor schreef. Ook deze film opent met muziek in de stijl van Nicola Piovani, terwijl Franco Piersanti deze keer de componist is. De Europese filmcomponisten componeren toch meer originele muziek dan de Amerikanen. Deze score kent een diversiteit met enkele vocalisten als Beppe Servillo die een typisch Italiaanse sfeer weet op te roepen. De jaren „60 worden hier neergezet met een score voor klein orkest. Net als Ennio Morricone doet Piersanti het componeren, orkestreren en dirigeren allemaal zelf. En daarin ligt de kracht van deze gevarieerde score. ST
23
JULES ET JIM/LES DEUX ANGLAISES ET LE CONTINENT Universal Music France 5308463 24 tracks, 59:44 Op het onvolprezen label Universal Music France verscheen onlangs een cd met twee legendarische scores van Georges Delerue. Volgens het begeleidende boekje – zoals altijd fraai vormgegeven en zeer informatief – betreft het de eerste cd-uitgave met de complete scores voor deze films van Delerue‟s min of meer vaste collega François Truffaut. Jules et Jim (1962) is een vroeg hoogtepunt uit het œuvre van zowel Delerue als Truffaut. De stemmige, veelzijdige score zette Delerue in eigen land maar ook daarbuiten stevig op de kaart en weet nog steeds te boeien. De score begint vrolijk en uitbundig en gaandeweg sluipt een onheilspellende ondertoon in de klanken, overigens een karakeristiek kenmerk van de Franse componist. Als geen ander wist hij op verfijnde, lyrische wijze het onheil aan te kondigen. Na twaalf tracks uit dit driehoeksdrama horen we evenveel tracks uit Les deux Anglaises et le continent, een film die bijna tien jaar later ontstond en ook gebaseerd was op een boek van Henri-Pierre Roché. Het is verfrissend om deze score nog eens te horen en ongewild de vergelijking te maken met zijn illustere voorganger. Laat Jules et Jim een eerder fragmentarische indruk achter, Les deux Anglaises et le continent is een coherente, meer romantisch getoonzette score die de rijpheid van de componist steeds weer laat horen. Hier is de lyrische klankkleur van Delerue tot volle bloei gekomen getuige onder meer het welluidende hoofdthema van de zusjes Anne en Claude. En zo is deze rijke, gevarieerde, volwassen score uit de schaduw van zijn collega uit 1962 gekropen. Weduwe Colette Delerue heeft aan de totstandkoming van deze bijzondere cd meegewerkt. PS
SAGAN Naïve K1642 17 tracks, 40:52 Armand Amar is een Israëlische filmcomponist die met zijn debuutfilm Amen in 2002 meteen indruk maakte. Nadien werkte hij voor een vijftiental films, vrijwel uitsluitend Franse producties waaronder Va, vis et deviens (2005) en Indigènes (2006). Voor alle drie genoemde scores ontving hij een Césarnominatie. Voor de biografische film Sagan schreef Amar een kleinschalige score die 30 minuten duurt en op de cd wordt aangevuld met een handvol bestaande hits uit vervlogen tijden. Het prachtige hoofdthema 24
Sagan krijgen we enkele keren te horen, steeds met een piano op de voorgrond en talrijke strijkers op de achtergrond. Van een groots orkest is hier geen sprake, de muziek neigt eerder naar minimal music in de traditie van Michael Nyman. Vrolijke muziek horen we hier niet, maar immer vrolijk is het leven van de Franse schrijfster niet geweest. Het is dan ook opmerkelijk dat de tamelijk melancholieke score eindigt met de compositie Mort de Sagan die een gevoel van berusting oproept. PS
BRIDESHEAD REVISITED Chandos CHAN 10499 24 tracks, 47:22 Voor de Engelse componist Adrian Johnston moet het een uitdaging zijn geweest om een score te schrijven voor de verfilming van Evelyn Waughs roman Brideshead Revisited. Immers, de legendarische tv-serie uit 1981 kende reeds boeiende muziek die menigeen zich nog vast herinnert. Johnston pakt direct uit op de cd met het thema van Sebastian dat een pakkend beginakkoord kent en zo sfeer en ritme van de film vanaf het begin bepaalt. Hier klinkt het thema sober, slechts gespeeld door piano. Later keert het enkele malen terug, maar dan met weelderige orkestklanken op de achtergrond. Deze variaties zijn uitbundig te noemen, maar nergens wordt het overweldigend. Johnston schuwt al te grote emoties en houdt zijn composities eerder ingehouden, als ging het om kamermuziek. Daarbij laveert hij heen en weer tussen emoties van vreugde en triestheid hetgeen de meeste tracks kenmerkt. De drie opgewekte Venetiaanse nummers – waaronder The Lido dat verlangen uitstraalt – worden voorafgegaan en gevolgd door sombere composities. Ten slotte spreekt er hoop uit de prachtige track A Small Red Flame, een boeiende compositie die de film perfect weet af te sluiten. Brideshead Revisited is een moedige, vernuftige creatie van een talentvolle Engelse filmcomponist die los van de film prima te beluisteren is. PS MONGOL Colosseum VSD-6902 36 tracks, 56:21 De Finse componist Tuomas Kantelinen schreef voor het avontuurlijke epos Mongol een epische score. Feitelijk is deze score een kruising tussen wereldmuziek en symfonische muziek. Een mooi voorbeeld van dat laatste is het gevoelige liefdesthema dat de voorname rol van de jonge vrouw benadrukt in dit verhaal over de jonge jaren van de Mongoolse krijger die zou uitgroeien tot de gevreesde Dzjengis Khan. De wereldmuziek heeft echter de overhand en dat blijkt voornamelijk uit het sterk ritmische karakter van de meeste nummers. Daarnaast 25
werd gebruikgemaakt van traditionele Mongoolse instrumenten. Met name tijdens de vele gevechtsscènes is deze ritmische muziek te horen en dat komt de film zeker ten goede. Anderzijds laten de veelal korte tracks een fragmentarische indruk achter waardoor de score als geheel een onaf karakter heeft. Het Mongoolse gezelschap Altan Urag zorgde voor enkele additionele tracks waarbij de keelzang steeds wordt ingezet. Ten slotte zorgen enkele geluidseffecten voor een authentieke luisterervaring, iets wat door regisseur Sergei Bodrov zeker op prijs wordt gesteld. PS
26