Feiten en cijfers
⁄ Statistisch zakboekje 2006
Feiten en cijfers ⁄ Statistisch zakboekje 2006
Inhoud Voorwoord 5 1
Werkgevers en Werknemers 6
7
De WW 23
2
De eerste ziektejaren 8
8
Re-integratie 27
3
De WIA 11
9
De WAZO 31
4
De WAO 14
10
De TW 34
5
De WAZ 17
11
Handhaving 37
6
De Wajong 20
12
Fondsen 40
Voorwoord In dit statistisch zakboekje van UWV vindt u de kerncijfers over 2006 van de wetten die UWV uitvoert. Daarnaast bevat dit boekje algemene statistische informatie over de werkgevers en werknemers van Nederland. Voor het leesgemak hebben wij de wetgeving die in dit boekje aan de orde komt, op de meeste punten sterk vereenvoudigd weergegeven.
‘Wij stimuleren werken. Als werken onmogelijk is, zorgen wij snel voor tijdelijk inkomen.’ Deze missie van UWV vloeit voort uit de Wet SUWI (Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen). Dat betekent in de praktijk dat UWV samen met haar partners er alles aan doet om mensen (weer) aan het werk te helpen. Alleen als blijkt dat werken echt onmogelijk is, zorgt UWV voor een tijdelijke uitkering. Onder andere door actieve begeleiding van re-integratiecoaches zorgt UWV dat zieke werknemers en werklozen uitzicht krijgen op nieuw werk en de duur van een uitkering beperkt blijft.
5
1
Werkgevers en Werknemers
Alle werknemers in Nederland zijn verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Werkgevers dragen de premies af aan de Belastingdienst (ook namens de werknemers). De meeste werkgevers hebben minder dan tien medewerkers in dienst. Wel werken de meeste mensen bij een werkgever die meer dan tien medewerkers in dienst heeft.
Aantal werkgevers (x 1.000) 1)
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2)
360 338 333 329
Aantal werknemers naar geslacht (x 1.000) Aantal werknemers Totaal
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2)
Man
6.101
3.545
2.556
6.407
3.701
2.707
6.642
3.791
2.850
6.752
3.830
2.923
6.919
3.892
3.028
6.976
3.888
3.089
6.966
3.849
3.118
6.863
3.782
3.081
6.916
3.979
2.937
7.072
4.038
3.034
332 332
Vrouw
1) Herzien ten opzichte van uitgave 2005. 2) Voorlopige cijfers.
7
2
De eerste ziektejaren
Als een werknemer ziek wordt, moet zijn werkgever hem twee jaar lang loon doorbetalen. Deze loondoorbetalingsverplichting geldt niet voor zieke werknemers van wie het dienstverband eindigt tijdens hun ziekte (denk aan uitzendkrachten) en zieke werknemers met een WW-uitkering. In dat geval krijgt de werknemer een Ziektewetuitkering. Ook werknemers die ziek worden door zwangerschap of bevalling én werknemers met een ziekte of handicap die ziek worden, krijgen een Ziektewetuitkering van UWV.
Gemiddeld aantal lopende uitkeringen Ziektewet naar groep
120.000
100.000
80.000
60.000 9 40.000
20.000
0
Vanaf 2002 valt het normale zwangerschaps- en bevallingsverlof niet meer onder de Ziektewet, maar onder de Wet arbeid en zorg.
2000 zwangeren
2001
2002 flexwerkers
2003
2004 werklozen
2005
2006 overige
Als de werknemer twee jaar ziek is, wordt beoordeeld of hij in aanmerking komt voor een WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Soms verlengen werkgever en werknemer deze periode vrijwillig. In 2006 gebeurde dat 1.419 keer. In bijzondere gevallen wordt de werknemer eerder beoordeeld (in 2006 17 keer). Als werkgever en werknemer het niet eens zijn over wel of niet ziek zijn of over re-integratiemogelijkheden binnen het bedrijf, kunnen zij UWV vragen om een deskundigenoordeel. Wanneer een werknemer geen werkgever meer heeft, neemt UWV de arborol op zich.
20.000
Aantal deskundigenoordelen
18.000 16.000 14.000 12.000 10.000
10
8.000 6.000 4.000 2.000 0
2003
2004
2005
2006
3
De WIA ⁄ Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
In 2006 is de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) in werking getreden. De WIA regelt uitkeringen voor werknemers die meer dan twee jaar ziek zijn. De WIA kent twee regelingen: • de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) vult het inkomen van gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan. Werken wordt daarbij gestimuleerd: hoe meer iemand werkt, hoe hoger zijn inkomen. • de IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) zorgt voor een uitkering voor volledig arbeidsongeschikten die niet zullen herstellen. Werknemers krijgen geen WIA-uitkering als ze minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn.
Lopende WIA-uitkeringen naar diagnose, 2006 100%
80%
60% 12 40%
20%
0%
IVA
WGA
nieuwvormingen
hart- en vaat
psyche
bewegingsapparaat
zenuwstelsel
overig
In 2006... • werden 35.000 WIA-aanvragen afgehandeld. • zijn 3.800 nieuwe IVA-uitkeringen verstrekt. • was er voor 17.200 werknemers een nieuwe WGA-uitkering. • werden 330 IVA-uitkeringen en 1.700 WGAuitkeringen ook weer beëindigd, bij de IVA de helft door overlijden.
Lopende WIA-uitkeringen naar geslacht, 2006 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000
13
6.000 4.000 2.000 0
IVA man vrouw
WGA
4
De WAO ⁄ Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
140.000 120.000 100.000 80.000 60.000
15
40.000 20.000
nieuwe uitkeringen beëindigde uitkeringen
2003
2006
2000
1994
1997
1991
1988
1985
1982
1979
1976
0 1973
Het aantal personen met een WAO-uitkering daalt al sinds 2003. Dit is het gevolg van de Wet verbetering poortwachter (WVP) en de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte van één naar twee jaar. Ook de strengere beoordeling van aanvragen spelen een rol. Sinds oktober 2004 wordt een grote groep arbeidsongeschikten opnieuw beoordeeld aan de hand van strengere criteria. Ongeveer dertig procent verliest daardoor zijn uitkering geheel of gedeeltelijk.
Nieuwe en beëindigde uitkeringen WAO
1970
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) regelt uitkeringen voor werknemers die langdurig ziek zijn en daardoor niet meer kunnen verdienen wat zij in het verleden verdienden. Met de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) in 2006, kunnen alleen cliënten met een oud recht nog een beroep doen op de WAO. De WAO kent dus geen nieuwe instroom.
Lopende uitkeringen WAO naar leeftijd
900.000
Lopende uitkeringen WAO (x 1.000) naar geslacht
800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000
15 – 25 jaar
35 – 45 jaar
25 – 35 jaar
45 – 55 jaar
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
100.000
55 – 65 jaar
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Totaal
Man
Vrouw
763,4
501,2
262,4
736,2
481,8
254,5
702,2
456,0
246,2
697,2
443,1
254,2
701,3
436,9
264,5
728,8
440,4
288,4
744,1
437,5
306,6
768,8
439,3
329,5
792,1
440,2
351,9
802,5
436,8
365,7
786,1
424,5
361,6
765,9
411,4
354,5
703,1
378,2
324,9
639,3
344,4
294,9
16
5
De WAZ ⁄ Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) is op 1 augustus 2004 ingetrokken. Tot die tijd was deze wet een verplichte verzekering voor zelfstandigen, meewerkende echtgenotes, zelfstandige beroepsbeoefenaren en directeurengrootaandeelhouders tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. Het gaat dus alleen nog maar om rechten die voor augustus 2004 zijn ontstaan. Het aantal WAZ-uitkeringen neemt dan ook af. Vooral 55+’ers maken relatief vaak gebruik van de WAZ. Ziekten van het bewegingsapparaat zijn de meest voorkomende diagnoses bij de WAZ. Psychische problemen en hart- en vaatziekten zijn andere veelvoorkomende diagnoses. De belangrijkste reden voor beëindiging van de uitkering is pensionering.
Lopende uitkeringen WAZ naar diagnose, 2006 16%
8%
47%
18 psyche hart en vaat bewegingsapparaat overig
28%
70.000
Totaal
Man
Vrouw
60,6
44,8
15,8
58,2
42,7
15,5
40.000 30.000
60.000 50.000
55,8
40,7
15,1
53,5
38,7
14,8
52,6
37,7
14,9
20.000
57,8
40,6
17,2
10.000
19
56,9
39,7
17,2
56,5
39,6
16,9
55,8
38,8
17,0
56,2
38,8
17,4
56,5
39,1
17,4
55,5
38,4
17,1
15 – 25 jaar
45 – 55 jaar
53,4
36,9
16,4
25 – 35 jaar
55 – 65 jaar
47,3
32,6
14,7
35 – 45 jaar
2006
2005
2004
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
0 1993
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Lopende uitkeringen WAZ naar leeftijd
2003
Lopende uitkeringen WAZ (x 1.000) naar geslacht
6
De Wajong ⁄ Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) is een voorziening voor de financiële gevolgen van arbeidsongeschiktheid voor jonggehandicapten. In de afgelopen jaren is het aantal personen met een Wajong-uitkering gestaag toegenomen. Het grootste deel van de nieuwe instroom bestaat uit jongeren in de leeftijd van 18 tot 24 jaar. Bijna alle jonggehandicapten zijn volledig arbeidsongeschikt. Psychische problemen, waaronder zwakbegaafdheid, zijn de belangrijkste oorzaak van de arbeidsongeschiktheid bij cliënten met een Wajong-uitkering. De belangrijkste reden voor beëindiging van de uitkering is overlijden. Een andere belangrijke reden is pensionering.
Lopende uitkeringen Wajong naar diagnose, 2006
43% 55% 21 psyche bewegingsapparaat overig
1%
160.000
Totaal
Man
Vrouw
97,1
54,0
43,1
99,8
55,8
44,0
100.000 80.000
140.000 120.000
102,4
57,2
45,2
104,7
58,5
46,2
110,8
61,8
49,0
60.000
118,2
66,7
51,5
40.000
121,5
68,2
53,3
127,4
71,0
56,4
130,6
72,4
58,2
134,4
74,2
60,2
138,2
76,1
62,1
142,5
78,6
63,9
15 – 25 jaar
45 – 55 jaar
147,2
81,5
65,7
25 – 35 jaar
55 – 65 jaar
155,9
86,6
69,3
35 – 45 jaar
22
20.000
2006
2005
2004
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
0 1993
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Lopende uitkeringen Wajong naar leeftijd
2003
Lopende uitkeringen Wajong (x 1.000) naar geslacht
7
De WW ⁄ Werkloosheidswet
De Werkloosheidswet (WW) verzekert werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Vanaf eind 2001 steeg het aantal WW-uitkeringen snel. In 2004 kwam deze groei tot stilstand. Sinds 2005 daalt het aantal nieuwe WW-uitkeringen dankzij een verbetering van de economische omstandigheden. Doordat de looptijd van de WW-uitkering korter is dan in het verleden, is het aantal WW-uitkeringen extra gedaald.
700.000
Nieuwe en beëindigde uitkeringen WW
600.000 500.000 400.000 300.000
24
200.000 100.000 0 1970 1974 1978 1982 1986 1990 1994 1998 2002 2006 nieuwe uitkeringen beëindigde uitkeringen
Lopende uitkeringen WW (x 1.000) naar geslacht
450.000
Lopende uitkeringen WW naar leeftijd
400.000
Totaal
Man
Vrouw
353,6
214,9
138,7
410,2
241,3
168,9
395,2
226,9
168,3
250.000
381,1
221,5
159,6
200.000
335,2
190,9
144,3
150.000
280,3
163,7
116,7
221,2
124,5
96,7
193,6
109,6
84,0
165,7
94,0
71,7
0
204,9
120,4
84,5
1992
280,3
164,8
115,5
321,7
182,6
139,1
15 – 25 jaar
45 – 55 jaar
306,7
166,9
139,8
25 – 35 jaar
55 – 65 jaar
249,2
133,0
116,1
35 – 45 jaar
350.000
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
300.000
25
100.000 50.000
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
Lopende uitkeringen WW naar provincie
Beëindigde uitkeringen WW naar reden, 2006
14% 1%
21%
54% 26
10%
2004
werkhervatting (totaal)
leeftijd 65 jaar
2005
ZW-uitkering
overig/onbekend
2006
maximum duur uitkering
8
Re-integratie
Zowel voor werklozen als voor mensen met een ziekte of handicap zijn er wettelijke regelingen om hen te helpen weer aan het werk te komen. Mensen met een structureel functionele beperking zijn cliënten die door een ziekte of handicap problemen hebben om aan het werk te gaan. Deze groep bestaat vooral uit arbeidsongeschikten, uit cliënten met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO of Wajong) en uit personen die tot vijf jaar geleden een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben ontvangen. De hulp aan mensen met een ziekte of handicap kan bestaan uit het toekennen van een voorziening (bijv. werkplekaanpassingen of jobcoaching) of een re-integratietraject.
Werkgevers die iemand met een ziekte of handicap in dienst nemen, komen via de Belastingdienst in aanmerking voor een premiekorting. Daarnaast kunnen zij een subsidie aanvragen voor de kosten van het in dienst nemen van een werknemer met een ziekte of handicap of voor aanpassingen van zijn werkplek, indien de kosten daarvan een drempelbedrag te boven gaan.Werknemers komen in aanmerking voor zogenoemde meeneembare voorzieningen voor de inrichting van de werkplek, voor de productie- en werkmethoden en voor hulpmiddelen die zij kunnen gebruiken om hun werk te kunnen doen. Voor zelfstandigen met een ziekte of handicap zijn er voorzieningen met als doel het behoud, het herstel of de bevordering van de mogelijkheid te werken. Het gaat daarbij voornamelijk om subsidies die het verlies in inkomen opvangen of om krediet voor startende ondernemers met een ziekte of handicap.
28
Toegekende wettelijke instrumenten (x 1.000) Werknemersvoorziening
Werkgeversvoorziening
(incl. niet-werknemers)
2001 2002 2003 2004 2005 2006
Voorziening voor
Totaal voorzieningen
zelfstandigen
57,7
49,5
0,3
107,5
37,3
21,0
0,1
58,4
32,8
11,6
0,2
44,6
33,0
8,0
0,2
41,2
25,3
1,4
0,9
27,7
23,2
0,5
0,5
24,2
Om cliënten (mensen met een ziekte of handicap of personen met een WW-uitkering) te begeleiden en te ondersteunen bij het vinden van werk, sluit UWV contracten met gespecialiseerde re-integratiebedrijven. Deze re-integratiebedrijven helpen cliënten verder op weg naar betaald werk. Zij doen
dit bijvoorbeeld door cliënten te begeleiden met gesprekken of hen een beroepskeuzetest, sollicitatietraining, scholing of (andere) cursussen aan te bieden.
29
Re-integratietrajecten en plaatsingen naar kalenderjaar (x 1.000)
2002 2003 2004 2005 2006
AG WW AG WW AG WW AG WW AG WW
Gestarte trajecten
Lopend ultimo
Plaatsingen
26
23
1
9
8
1
44
46
8
29
28
4
41
55
10
50
56
8
33
50
11
45
62
15
32
45
10
37
54
18
30
9
De WAZO ⁄ Wet arbeid en zorg
De Wet arbeid en zorg (WAZO) is sinds 1 december 2001 van kracht. In de WAZO zijn verschillende verlofregelingen gebundeld. Het doel is de combinatie van arbeid en zorg makkelijker te maken, zodat het voor vrouwen en mannen aantrekkelijker is te (blijven) werken. De Wet arbeid en zorg omvat de volgende verlofregelingen: • zwangerschaps- en bevallingsverlof • pleegzorg- en adoptieverlof • loopbaanonderbreking (tot juni 2005) • kraamverlof • kortdurend zorgverlof • ouderschapsverlof • calamiteitenverlof
De laatste vier regelingen regelen werknemer en werkgever samen. Als de werknemer een financiële vergoeding krijgt, moet de werkgever die betalen. UWV voert de overige regelingen uit. Alleen over die regelingen zijn de cijfers opgenomen.
32
Gemiddelde uitkeringsduur in weken van uitkeringen WAZO
Nieuwe uitkeringen WAZO (x 1.000) 2004
2005
2006
131
116
144,5
Loopbaanonderbreking
Zwangerschapsverlof werknemers Zwangerschapsverlof zelfstandigen Pleegzorg- en adoptieverlof Loopbaanonderbreking
4,6
1,5
0,2
1,5
1,3
0,1
0,0
1,4
Pleegzorg- en adoptieverlof
Zwangerschapsverlof zelfstandigen
33
Zwangerschapsverlof werknemers
0 2004 2005 2006
5
10
15
20
10
De TW ⁄ Toeslagenwet
Cliënten die zo weinig inkomen hebben dat zij onder het bestaansminimum komen, kunnen een toeslag op hun uitkering krijgen op grond van de Toeslagenwet (TW). De meeste toeslagen zijn een aanvulling op een WAO- of Wajong-uitkering. Voor de Toeslagenwet geldt geen vermogenstoets.
Aantal uitkeringen TW (x 1.000) en gemiddelde toeslag per dag (x 1 ¤) Aantal uitkeringen
Gemiddelde toeslag per dag
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
83,8
9,3
85,3
9,5
83,3
10,0
77,2
10,4
78,1
11,4
83,6
10,6
91,9
11,1
86,2
9,08
77,0
12,15
35
Uitkeringen TW naar basiswet
120.000
100.000
80.000
60.000 36 40.000
20.000
0 1992
1993
1994
WAO/ WAZ/ Wajong
1995
1996
1997 WW
1998
1999 Overig
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
11
Handhaving
Handhaving richt zich op het voorkomen en bestrijden van oneigenlijk gebruik en misbruik van de sociale verzekeringen. Van fraude is sprake als de werknemer onjuiste of onvolledige informatie geeft of relevante gegevens verzwijgt waardoor hij ten onrechte een uitkering krijgt of meer uitkering dan waar hij recht op heeft. Als UWV voor meer dan € 6.000 is benadeeld, doet UWV aangifte bij het Openbaar Ministerie. Bij een benadeling lager dan € 6.000 kan UWV een boete opleggen. Ook zal UWV het bedrag dat de cliënt ten onrechte heeft ontvangen, terugvorderen. Als UWV nog niet is benadeeld, wordt volstaan met een waarschuwing.
Cliënten die een uitkering krijgen van UWV, zijn verplicht mee te werken en moeten zich aan controlevoorschriften houden. Zo moet een WW’er voldoende solliciteren en mag een zieke zijn herstel niet belemmeren. Als een cliënt zich niet aan de regels houdt, zal UWV in veel gevallen de uitkering tijdelijk verlagen. Dit wordt een maatregel genoemd. In 2006 is het aantal fraudegevallen licht gestegen, behalve bij de Ziektewet. Bij alle wetten heeft UWV minder maatregelen opgelegd.
38
Fraudeconstateringen en opgelegde maatregelen naar wet
Uitkeringsfraude
140.000 120.000 100.000
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
80.000 60.000 40.000 20.000 0 2001
2002
2003
Fraudeconstateringen Opgelegde maatregelen
2004
2005
2006
Benadelings-
Processen
bedrag
verbaal
Opgelegde boetes
(x ¤ 1 mln)
(x 1)
(x 1.000)
12,2
21,2
960
18,4
730
13,9
20,7
546
14,4
23,1
505
15,2
24,9
603
16,6
23,6
566
15,6
25,4
585
17,7
29,3
619
18,9
39
12
Fondsen
UWV beheert de volgende fondsen waaruit de uitgaven voor de sociale verzekeringen worden gefinancierd: • Arbeidsongeschiktheidskas (Aok) • Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) • Werkhervattingskas (Whk) • Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten (Afj) • Sectorfondsen (Sfn) • Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) • Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) • Toeslagenfonds (Tf) • Re-integratiefonds (Rf)
Het Aok, Aof en Whk zijn de arbeidsongeschiktheidsfondsen waaruit de WIA, WAO en WAZ gefinancierd worden. Uit het Afj wordt de Wajong betaald. De Sfn, het AWf en het Ufo zijn voor de WW en de Ziektewet. Het Tf financiert de TW.
41
Lasten, baten en vermogens sociale fondsen (x ¤ 1 mld) Jaar
Aof Lasten
2001 2002 2003 2004 2005 2006 1,2) 2007 1,2)
Aok
Baten Vermogen
Lasten
Whk
Baten Vermogen
Lasten
Afj
Baten Vermogen
Lasten
Baten
9,0
9,9
2,3
2,7
2,4
-0,1
1,5
1,5
8,8
10,0
3,5
3,3
3,2
-0,2
1,6
1,6
8,8
8,7
3,5
3,5
3,9
0,2
1,6
1,6
8,8
8,3
3,0
3,2
3,9
0,9
1,7
1,7
9,4
8,7
3,2
2,4
2,4
0,9
1,8
1,8
9,4
9,0
2,8
1,7
1,5
0,7
1,8
1,8
9,5
8,8
2,1
1,0
0,8
0,5
2,0
2,0
0,3
0,9
0,6
1) Ramingen 2) Per 1 januari 2005 is het Afz-vermogen (Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen) overgeheveld naar het Aof. De lasten en baten van het Aof zijn vanaf 2005 inclusief WAZ-lasten en -baten.
42
(Vervolg) lasten, baten en vermogens sociale fondsen (x ¤ 1 mld) Sfn
Jaar Lasten
2001 2002 2003 2004 2005 2006 1,2) 2007 1,2)
AWf
Baten Vermogen
Lasten
Ufo
Baten Vermogen
Lasten
Tf
Baten Vermogen
Lasten
Baten
1,4
0,9
0,8
3,4
5,5
4,7
0,2
0,3
0,1
0,3
0,3
1,8
1,2
0,2
3,8
5,4
6,3
0,3
0,4
0,2
0,3
0,3
2,3
1,9
-0,3
4,6
5,0
6,7
0,5
0,4
0,2
0,3
0,3
2,3
2,6
0,0
5,5
4,8
6,0
0,5
0,5
0,2
0,3
0,3
2,3
2,6
0,3
5,9
5,6
5,8
0,5
0,5
0,3
0,4
0,4
2,1
2,3
0,5
5,6
5,6
5,8
0,5
0,5
0,2
0,4
0,4
1,6
1,6
0,4
4,7
5,6
6,7
0,5
0,5
0,3
0,4
0,4
43
(Vervolg) lasten, baten en vermogens sociale fondsen (x ¤ 1 mld) Jaar
2001 2002 2003 2004 2005 2006 1,2) 2007 1,2)
Rf
Afz 2)
Lasten
Baten
Lasten
0,7
0,7
0,6
0,9
0,6
0,8
0,8
0,6
0,8
0,9
0,7
0,7
0,6
0,9
1,1
0,6
0,6
0,6
0,2
0,8
0,5
0,5
0,3
0,3
0,2
0,2
Baten Vermogen
44
CO110 02815 03-07