Familiebedrijven binnen Saxion Studenten uit een ondernemersgezin en de intentie tot bedrijfsopvolging
Saxion Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap
Eefje van Dijken MSc & Dr. Erik Wierstra Datum: Augustus 2012 Onderzoekslijn: Bedrijfsopvolging bij familiebedrijven
Saxion Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap M.H. Tromplaan 28 7513 AB Enschede saxion.nl/innovatieenondernemerschap
Copyright © 2012 by Saxion University of Applied Sciences. All rights reserved. No part of this article may be reproduced or utilized in any form or by any means, electronic of mechanical, including photocopying, recording, or by any information storage and retrieval system, without permission in writing from the authors.
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................................................................................................................... 2 Inleiding ......................................................................................................................................... 3 Onderzoeksmethode....................................................................................................................... 4 Resultaten ....................................................................................................................................... 5 Respons ...................................................................................................................................... 5 Aantal familiebedrijven ............................................................................................................... 6 Generatie familiebedrijven .......................................................................................................... 7 Intentie tot bedrijfsovername ...................................................................................................... 8 Conclusies & aanbevelingen .......................................................................................................... 10 Conclusies ................................................................................................................................ 10 Aanbevelingen .......................................................................................................................... 10 Referenties.................................................................................................................................... 12 Bijlage ........................................................................................................................................... 13 Bijlage A .................................................................................................................................... 13 Bijlage B .................................................................................................................................... 14 Bijlage C .................................................................................................................................... 15
2
Inleiding Familiebedrijven doen het economisch en sociaal gezien relatief goed ten opzichte van nietfamiliebedrijven. In de huidige economische tegenspoed maken familiebedrijven
minder
omzetverlies en er vallen minder ontslagen. Ze blijken een sterkere buffer te hebben om tegenvallers op te vangen. Echter bij bedrijfsopvolging binnen de familie komen extra ''problemen'' kijken: Is het kind wel geschikt als leider en ondernemer? Hoe komt opvolger aan kapitaal ter financiering? Hoe worden broers/zussen betrokken of uitgekocht? Welke rol krijgt de overdrager? etc. Als nu eens zou blijken dat er bij Saxion veel studenten zijn die overwegen om te zijner tijd hun ouders op te volgen, dan zouden wij hen tijdens de studie kunnen ondersteunen met een voorbereiding op opvolging in hun familiebedrijf. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de definitie voor familiebedrijven geformuleerd door de Europese Commissie (2009): Ongeacht de omvang is een bedrijf een familiebedrijf indien aan minstens 2 van de 3 volgende voorwaarden is voldaan: 1. de meerderheid van de zeggenschap, verbonden aan het eigendom, is in handen van een natuurlijk persoon dan wel de familie. Deze meerderheid kan direct of indirect zijn; 2. tenminste één familielid is formeel betrokken bij het bestuur van de onderneming; 3. bij beursgenoteerde bedrijven: tenminste 25% van de zeggenschap in handen van de familie is. Naar verwachting zijn er binnen Saxion duizenden studenten die afkomstig zijn uit een ondernemersgezin. Velen hiervan zullen vroeg of laat door hun ouders geconfronteerd worden met de vraag of ze in het bedrijf willen participeren. Saxion wil deze studenten graag helpen om de juiste keuze te maken en wil de studenten ondersteunen die in de voetsporen van hun ouders treden. Om de onderwijsprogramma’s - waaronder onze huidige minor Bedrijfsopvolging bij Familiebedrijven - voor studenten zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de behoeftes, is het van belang om inzichtelijk te krijgen wie deze doelgroep is. Dit onderzoek geeft inzicht in het aantal studenten binnen Saxion dat afkomstig is uit een ondernemersgezin en of de student het bedrijf van zijn/haar ouders wil overnemen. (Kwalitatief) vervolgonderzoek moet inzicht geven in de onderwijsbehoeften van de opvolgers. Hierdoor zal Saxion, in de toekomst, beter in staat zijn om het onderwijs aan te sluiten op de onderwijsbehoeften van de bedrijfsopvolgers. Achtereenvolgens zullen de onderzoeksmethode, resultaten en conclusies worden besproken. Bij de onderzoeksmethode zullen de gebruikte onderzoeksvragen, respondenten, instrumenten en data-analyse worden omschreven. In de resultaten worden de volgende onderwerpen behandeld: respons, het aantal studenten afkomstig uit een familiebedrijf, de generatie opvolgers binnen het familiebedrijf en de intentie tot bedrijfsopvolging door de student.
3
Onderzoeksmethode In dit onderzoek staan de volgende onderzoeksvragen centraal: 1. Welk percentage studenten binnen Saxion is afkomstig uit een ondernemersgezin? 2. Bij welke academie studeren deze studenten? 3. Tot welke generatie behoren deze familiebedrijven? 4. Welk percentage studenten binnen Saxion heeft de intentie om het familiebedrijf over te nemen? Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een digitale vragenlijst. Deze vragenlijst is bijgesloten in bijlage A. Aan iedere student binnen Saxion is gevraagd of de ouder(s) een eigen onderneming hebben. De studenten die deze vraag positief hebben beantwoord kregen zeven aanvullende vragen voorgelegd. De eerste vragenlijsten zijn naar academie ABR verstuurd. Deze academie fungeerde daarmee als pilot. Helaas is bij deze academie dan ook niet naar de bedrijfsopvolging gevraagd. Alle studenten van Saxion hebben een uitnodiging gehad om mee te werken aan dit onderzoek. De studenten kregen een herinnering toegestuurd indien ze na twee weken nog niet de enquête hadden ingevuld. De betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten hangt sterk af van het aantal respondenten. In de resultaten wordt het respondentenaantal besproken. Omdat dit onderzoek via de email is verstuurd, is er een kans op bias. Het is redelijk te veronderstellen dat studenten met aandacht voor het onderwerp meer geneigd zijn om de korte enquête in te vullen dan studenten die hier minder aandacht voor hebben. De resultaten uit het onderzoek worden samengevoegd in een SPSS bestand (programma voor statistische analyse). Bij iedere vraag wordt een frequentieanalyse uitgevoerd. De resultaten zullen zowel op Saxion- als op academieniveau worden gepresenteerd. Voor de academies worden afkortingen gebruikt. De volledige naam van een academie is te vinden in bijlage B.
4
Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek bespoken. Allereerst wordt aangegeven hoe groot de respons op de enquête is. Vervolgens worden de resultaten op de gestelde onderzoeksvragen getoond. Deze onderzoeksvragen zijn verdeeld over de paragrafen: aantal familiebedrijven, generatie familiebedrijven en intentie tot bedrijfsovername. Respons Het onderzoek is uitgezet onder 21.748 studenten van Saxion. Er hebben in totaal – inclusief een herinnering - 4512 studenten de enquête ingevuld. Dit geeft een respons van 21%. Tabel 1 geeft de respons per academie weer. Bij academie ROB is de respons het hoogst met 43%. De respons is het laagst bij academie MIM met 8%; dit kan te maken hebben met het grote aantal internationale studenten. Bij twee respondenten is niet te achterhalen bij welke opleiding ze ingeschreven stonden op het moment van deelname aan de enquête. Tabel 1. Respons per academie.
Academie ROB FEM ABO APO LED AMA HBS AGZ ABR ACT AMM MIM Onbekend Totaal
N 712 1112 1371 655 1883 1811 2099 2049 1572 2586 2771 2416 21748
n 306 381 385 183 464 443 492 412 381 459 410 194 2 4512
% 43% 34% 28% 28% 25% 24% 23% 20% 24% 18% 15% 8% 21%
5
Aantal familiebedrijven Van de 4512 respondenten geven 1128 studenten aan dat hun ouders een eigen bedrijf hebben. Dit is 25%. In bijlage C staat een uitgebreider overzicht van de respondentaantallen. Het percentage studenten waarvan de ouders een eigen bedrijf hebben is redelijk gelijkmatig verdeeld over de academies, zie figuur 1. Bij academie MIM is het hoogste percentage studenten uit een ondernemersgezin te vinden. Dit percentage ligt op 37%. Bij academie APO is dit percentage het laagst met 16%.
Figuur 1. Percentage ouders met eigen bedrijf per academie .
Note. N=4510
6
Generatie familiebedrijven De
meeste
familiebedrijven
(n=508, N=734) bevinden zich in de 1e generatie, zie figuur 2. Het hoogste percentage jonge bedrijven, 1e generatie, is te vinden bij academie ABR. Het hoogste percentage bedrijven uit de 2e generatie is te vinden bij academie
AGZ.
Het
hoogste
percentage bedrijven uit de 3e of hogere generatie is te vinden bij academie APO. Figuur 3 geeft een
verdeling
weer
van
de Figuur 2. Generatie opvolgers.
generatie opvolgers per academie.
Note. N=734
Figuur 3. Generatie opvolgers per academie.
Note. N=734
7
Intentie tot bedrijfsovername De meeste studenten willen het bedrijf van hun ouders niet overnemen (69%,
N=713), zie
figuur 4. Slechts 3% weet al zeker dat hij/zij het bedrijf wil overnemen.
Dit
zijn
23
studenten. Een redelijk grote groep studenten,
28%,
weet
nog niet of ze het bedrijf van hun ouder(s) willen overnemen. Dit is ook niet verrassend want veel studenten vinden het nu nog te vroeg om daar een Figuur 4. Intentie bedrijfsovername. beslissing over te nemen. Note. N=713. Bovendien wachten vele mogelijke opvolgers ook op de wensen van andere broers en zussen. Tot slot speelt de leeftijd van de ondernemer ook een rol: vele ondernemers, ouders van onze studenten, zijn 50 a 55 jaar. In de praktijk – hoewel onwenselijk - blijken zij nog niet actief bezig met het overdragen van hun bedrijf. Figuur 5 geeft een overzicht van de intentie tot bedrijfsovername per academie. De intentie om het bedrijf over te nemen is het grootst bij academie MIM en HBS. Geen enkele student van de academie AGZ, AMA en APO wil het bedrijf van hun ouder(s) overnemen. Academie ABR is niet opgenomen in dit onderdeel van het onderzoek omdat deze vraag pas na de pilot is toegevoegd.
8
Figuur 5. Intentie bedrijfsovername per academie (excl. academie ABR).
Note. N=713.
9
Conclusies & aanbevelingen Afsluitend worden in dit hoofdstuk conclusies en aanbevelingen gegeven over het onderzoek. In de conclusie wordt besproken wat de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn. In de aanbevelingen wordt aangegeven wat interessante thema’s zijn voor het vervolgonderzoek op dit onderwerp. Conclusies Ongeveer een kwart van de studenten komt uit een ondernemersgezin. Dit is redelijk gelijkmatig verdeeld over de academies. En dus zowel bij zorg als bij techniek als bij economie en maatschappij. Een deel van deze studenten zal met de vraag tot bedrijfsovername worden geconfronteerd. Alhoewel veel studenten de mogelijkheid open houden om het bedrijf van hun ouder(s) over te nemen (28%), zijn er maar weinig studenten (3%) die zeker weten dat ze deze stap willen maken. De onderzoeksresultaten laten zien dat studenten (vermoedelijk) de behoefte hebben aan ondersteuning bij de vraag tot bedrijfsovername. Dit zien we ook bij de studenten die kiezen voor onze minor Bedrijfsopvolging bij Familiebedrijven. Bij deze minorstudenten heerst nog grote onwetendheid wat hen te wachten staat bij het leiden van een bedrijf maar ook bij het opvolgingsproces. Gezien het hoge percentage studenten dat nog niet zeker weet of ze het bedrijf van hun ouder(s) willen overnemen zal er met name behoefte zijn aan ondersteuning bij het maken van een juiste keuze. Wil ik dit bedrijf wel overnemen? Hier ligt een taak voor het hoger onderwijs: tijdens de studie de mogelijke opvolger voorbereiden op bedrijfsopvolging met als doel dat de student een weloverwogen keuze maakt en voorbereid is op de aandachtspunten bij bedrijfsopvolging. Aanbevelingen Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan: -
De vraag met betrekking tot de intentie tot bedrijfsovername geeft aanleiding om aanvullend onderzoek te doen onder iedere afzonderlijke groep studenten. Weten zij namelijk wel dat we hen bij Saxion kunnen ondersteunen bij de mogelijke voorbereiding op opvolging? Bij de groep die het bedrijf van hun ouders zeker willen overnemen kan worden gekeken hoe Saxion deze groep studenten het beste kan ondersteunen bij bedrijfsovername. De groep studenten, die misschien het bedrijf van hun ouders willen overnemen, zit waarschijnlijk met vragen ten aanzien van de beslissing om het bedrijf over te nemen. Verder onderzoek kan aantonen met welke
vragen
deze
groep
studenten
zit
en
waarom
ze
nog
onzeker
zijn
t.o.v.
bedrijfsovername. Ook de groep die geen interesse heeft om het bedrijf van hun ouders over te nemen kan interessante informatie geven m.b.t. hun beweegredenen. -
Naar aanleiding van onderzoeksresultaten zal opnieuw naar het onderwijsaanbod gekeken moeten worden. Huidige onderwijsprogramma’s zouden aangescherpt kunnen worden rond dit thema, zoals bijv. de minor Bedrijfsopvolging bij Familiebedrijven. Mede omdat de ondernemersgezinnen redelijk evenwichtig zijn verdeeld over de academies, zouden curricula
10
ruimte kunnen maken om studenten kennis te laten maken met de specifieke kenmerken van familiebedrijven. -
Nu een groep van honderden Saxion-studenten, waarvan de ouders een familiebedrijf hebben, bekend is, kan hier nader onderzoek op worden verricht. Hieronder staan enkele ideeën hierover, uitgesplitst naar innovatieprocessen en opvolgingsproces.
Innovatieprocessen bij familiebedrijven verbeteren:
Wat was de trigger voor innovatie? Welk moment? Wat was hierbij de rol van de ondernemer? Wat was hierbij de rol van het netwerk? Wat was de rol van (nieuwe) technologie? Wat was de rol van de wetgever?
Waar werd geïnnoveerd in de organisatie (waardeketen)?
Welk resultaat had innovatie? In hoeverre kwam dat overeen met doel / verwachting?
Evaluatie van proces: wat ging goed, wat doe je volgende keer anders?
Opvolgingsproces bij familiebedrijf verbeteren:
Financieringsconstructie van de overname. Welke financieringsconstructie wordt gekozen? Waarom deze constructie (o.a. pensioen, vastgoed, ..)? Wat is hierbij de toekomstige rol van de overdrager? Welke (externe) financiers worden gezocht en wat is de bereidheid van de financiers en waarom? Wie bepaalt de financieringsconstructie? Hoe kijkt men hier achteraf op terug?
Verschillen tussen overdrager en opvolger. Gaat opvolging beter bij gelijke kenmerken of juist bij verschillende kenmerken? Leiden verschillen in persoonskenmerken (persoonlijkheid, stijl van
leidinggeven)
en
zakelijke
kenmerken
(ondernemerschapscompetenties,
kennis,
vaardigheden, ambitie, doelstelling met bedrijf, markt) tot problemen rond opvolgingstraject?
Rol van de overdrager tijdens transitieperiode. Welke rol speelt overdrager voor en na overdracht? Heeft overdrager nadien een informele of formele rol? Hoe komt die keuze tot stand? Wat waren hierbij de overwegingen?
Familiestatuut en voorbereiding op noodscenario. Is er een familiestatuut en/of noodscenario opgesteld. Waarom is het wel of niet opgesteld? Wie waren daarbij betrokken (overdrager, partner, opvolger, overig personeel, externen)? Wat staat er in? Is het al nodig geweest?
11
Referenties European Commission (2009). Final report of the expert group: Overview of family business
relevant issues: research, networks, policy measures and existing studies. Brussels: European Commission.
12
Bijlage Bijlage A Beste [naam academie]-student, We willen jullie graag een vraag stellen met betrekking tot je achtergrond en onderwijsbehoefte. Door hier te klikken kun je de vraag zien en beantwoorden. Het kost je slechts 1 minuut. Bij voorbaat dank voor je medewerking. Met vriendelijke groeten, Erik Wierstra,
[email protected] Lector Familiebedrijven - Saxion Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap 1. Is één van jouw ouders (of beide ouders) (mede-)eigenaar van een bedrijf? a. Ja b. Nee (Door naar het einde van het interview) ----------nieuwe pagina---------2. Dit bedrijf bevindt zich in handen van: a. 1ste generatie (oprichter is eigenaar) b. 2de generatie (oprichter is opgevolgd door volgende generatie) c. 3de generatie of meer (opvolging is minimaal twee keer voorgekomen) d. Onbekend 3. Neem je het bedrijf van je ouder(s) over: a. Ja b. Weet ik nog niet c. Nee 4. Naam van het bedrijf: … 5. E-mailadres van het bedrijf: … 6. website van het bedrijf: …
13
7. Jouw naam: … 8. Naam van je opleiding: … 9. Jouw Saxion e-mailadres: … ----------nieuwe pagina---------Speciaal
voor
studenten
uit
een
ondernemersgezin
heeft
Saxion
een minor
samengesteld: familiebedrijven en bedrijfsopvolging. Meer informatie over deze minor kun je vinden op: http://minoren.saxion.nl/minoren1011/viewminor.php?id=182 Wij zijn erg benieuwd naar jouw ervaringen en toekomst binnen het bedrijf van je ouder(s). Neem daarom gerust contact met ons op. 10. Vragen en/of opmerkingen: … ----------nieuwe pagina---------Bedankt voor het invullen van de enquête.
Bijlage B Tabel 2. Overzicht afkorting academie. Afkorting
Academie
ABO
Academie Bedrijfskunde & Ondernemen
MIM
Academie Marketing & Internationaal Management
HBS
Academie Hospitality Business School
FEM
Academie Financiën, Economie & Management
ROB
Academie Ruimtelijke Ontwikkeling & Bouw
ACT
Academie Creatieve Technologie (voorheen TKT en CII)
ABR
Academie Bestuur & Recht
LED
Academie Life Science Engineering & Design
AMM
Academie Mens & Maatschappij
AGZ
Academie Gezondheidszorg
AMA
Academie Mens & Arbeid
APO
Academie Pedagogiek & Onderwijs
14
Bijlage C Tabel 3. Ouders met/zonder een eigen bedrijf.
Academie MIM ROB ABO HBS LED AGZ ABR ACT AMA AMM FEM APO Totaal
Ouder(s) zonder bedrijf n % 123 63% 218 71% 279 72% 364 74% 349 75% 310 75% 287 75% 349 76% 337 76% 314 77% 298 78% 154 84% 3382 75%
Ouder(s) met bedrijf n % 71 37% 88 29% 106 28% 128 26% 115 25% 102 25% 94 25% 110 24% 106 24% 96 23% 83 22% 29 16% 1128 25%
Note. N=4510 Tabel 4. Generatie opvolgers.
Academie ABO ABR ACT AGZ AMA AMM APO FEM HBS LED MIM ROB
1e generatie n % 52 70% 34 79% 48 73% 41 56% 56 72% 39 68% 13 62% 26 55% 65 71% 59 74% 32 68% 43 75%
2e generatie n % 7 9% 8 19% 11 17% 22 30% 13 17% 9 16% 3 14% 13 28% 22 24% 11 14% 9 19% 5 9%
3e generatie of meer n % 15 20% 1 2% 7 11% 10 14% 9 12% 9 16% 5 24% 8 17% 4 4% 10 13% 6 13% 9 16%
Totaal
508 69%
133 18%
93 13%
Note. N=734
15
Tabel 5. Intentie bedrijfsovername.
Academie MIM HBS ROB AMM LED FEM ABO ACT AGZ AMA APO Grand Total
Wil bedrijf overnemen n % 5 11% 7 7% 4 7% 2 3% 2 2% 1 2% 1 1% 1 1% 0 0% 0 0% 0 0%
Wil bedrijf misschien overnemen n % 22 47% 22 23% 22 37% 7 12% 25 31% 19 40% 36 50% 15 21% 6 8% 22 27% 1 5%
Wil bedrijf niet overnemen n % 20 43% 67 70% 34 57% 51 85% 54 67% 27 57% 35 49% 56 78% 70 92% 60 73% 19 95%
23 3%
197 28%
493 69%
Note. ABR – de academie die als pilot is gebruikt - is niet bevraagd op dit onderdeel. N=713.
16