Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica [voltijd/deeltijd/Ad] Saxion
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica [voltijd/deeltijd/Ad] Saxion Croho-nummer: 34404 (Bachelor) Croho-nummer: 80014 (Ad)
Hobéon® Certificering BV Datum: 24 november 2010 Auditteam: W.L.M. Blomen B. van der Meij Ir.L. Roosenschoon A. Neef Secretaris: Mr. T. Vis
INHOUDSOPGAVE DEEL 1 1. MANAGEMENT SAMENVATTING 1.1. Integraal advies 1.2. Samenvattende beoordeling
1 1 1 1
2.
INLEIDING
5
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
7
4.
VORIGE ACCREDITATIE
9
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
11 11 11 11 14 16 17 17 19 21 22 23 25 26 27 29 29 30 32 34 34 36 39 39 41 42 44 44 46
6.
OORDEELSCHEMA
49
7.
BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV BIJLAGE V
53 55 59 61 67 69
Programma en gesprekspartners Kwantitatieve gegevens van de opleiding Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Geraadpleegde documenten
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica Saxion Hogeschool Deventer (croho-nummer 34404) in al haar varianten te accrediteren, evenals het Ad-programma Bedrijfskundige Informatica (croho-nummer 80014). Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen:
Saxion Hogeschool Deventer hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica voltijd en deeltijd, evenals het Ad-programma Bedrijfskundige Informatica Deventer
Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport:
Hobéon Certificering b.v. 3 juni 2010 24 november 2010
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003) evenals het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland (hbo-bachelor): uitwerking voor Associate degreeprogramma’s tijdens de pilotfase (11 februari 2008). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: Het auditteam bestond uit de volgende personen: W. Blomen, voorzitter van het auditteam, is een van de directeuren van de Hobéon Groep en heeft binnen het hoger onderwijs ruime ervaring op het gebied van kwaliteitszorg. Hij houdt zich onder andere bezig met financieel economische vraagstukken voor hoger onderwijs-instellingen. Ir. L. Roosenschoon (werkvelddeskundige) is werkzaam als manager business development Library Solutions bij Nedap te Groenlo en treedt op als gastdocent en stagebegeleider bij de o.a. de WUR en de HAN. B. van der Meij (vak- en werkvelddeskundige) is zelfstandig management consultant op het gebied van innovatie van de bedrijfsvoering en professionele dienstverlening. A. Neef (studentlid) is vierdejaar student van de opleiding IDM/Media & Informatiemanagement aan de Hanzehogeschool te Groningen. Mr. T. Vis, secretaris, is zelfstandig adviseur in het hoger onderwijs en heeft in deze functie ervaring opgedaan met bestuurlijke vraagstukken, kwaliteitsmanagement en strategisch management.
1.2.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Bedrijfskundige Informatica op de volgende overwegingen:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 1
Algemeen beeld De opleiding Bedrijfskundige Informatica (verder te noemen: BI) van Saxion Hogeschool Deventer heeft een duidelijk beeld van de ontwikkelingen in het werkveld. Deze en de veranderende eisen die worden gesteld aan afgestudeerden hebben geleid tot de ontwikkeling van het nieuwe curriculum NewBI. Hierin is de oriënterende en selecterende werking van de propedeuse versterkt, is het onderwijs geïntensiveerd en is de kenniscomponent uitgebreid en verstevigd. In de opleiding is de oriëntatie vooral gericht op de bedrijfskundige en managementcomponent door thema’s als Verandermanagement en Adviseren. In het nieuwe programma heeft onderzoek een duidelijke plaats gekregen. Een meer structurele inbedding in de vorm van een onderzoekslijn is in ontwikkeling. De opleiding onderhoudt onder andere via het project Regioverankering goede contacten met het werkveld. Het auditteam heeft een betrokken docententeam aangetroffen. Onderwerp Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De doelstellingen van de opleiding zijn afgeleid van het landelijke competentieprofiel Bachelor of ict, ontwikkeld vanuit het landelijke samenwerkingsverband van informaticaopleidingen, de stichting HBO-I. De focus van de opleiding is gericht op bedrijfskundige aspecten en op de samenhang daarvan met de informatica. Het bachelorniveau omvat zowel het tactische als strategische niveau, terwijl afgestudeerden van het Ad-programma uitvoerend-tactische werkzaamheden verrichten. Het auditteam stelt vast dat de opleiding duidelijk zicht heeft op de vereiste kenniscomponenten, maar deze nog niet heeft vastgelegd in een Body of Knowledge. De opleiding onderhoudt via de beroepenveldcommissie en het project Regioverankering goede contacten met het werkveld en betrekt het werkveld bij ontwikkelingen. In de beroepenveldcommissie zijn het opleidingsprofiel en het nieuwe curriculum NewBI besproken. De uitwerking van het competentieprofiel is gevalideerd door het werkveld. De gehanteerde eindkwalificaties zijn gerelateerd aan de kernkwalificaties voor een hbobachelor en verbonden aan de gehanteerde beroepscompetenties van de opleiding. Onderwerp Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding biedt een actueel programma en zorgt er goed voor dat studenten die kennis en vaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben in de beroepspraktijk. De literatuurlijst is actueel, maar vanuit het perspectief van internationalisering zou meer aandacht voor Engelstalige literatuur wenselijk zijn. Een groot deel van het programma is gericht op de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en vindt plaats in de beroepspraktijk. De student werkt gedurende het programma aan diverse projecten die veel interactie met de praktijk vereisen of in samenspraak met externe opdrachtgevers worden uitgevoerd. Naast de ontwikkeling van beroepsvaardigheden heeft de opleiding ook aandacht voor de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden. De opleiding ontwikkelt daartoe een onderzoeksleerlijn. Hierdoor verkrijgt onderzoek een meer structurele inbedding in het programma. Het auditteam stelt vast dat er zich een nauwe samenwerking ontwikkelt met het in 2009 ingestelde lectoraat Crossmedia, Strategy and Design en met de gelijknamige kenniskring. Docenten nemen deel aan de onderzoekswerkzaamheden van de kenniskring. Relevante en actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk worden op adequate wijze ingepast in het onderwijs. De leerplanadviescommissie (LPAC) speelt hierbij een centrale rol. De opleiding maakt gebruik van gastdocenten die de band met het onderwijs met de beroepspraktijk actueel houden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 2
De relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma heeft het auditteam positief beoordeeld. Het auditteam oordeelt dat de inhoud van het programma studenten in staat stelt om de geformuleerde eindkwalificaties te behalen. De opleiding vermeldt in modulebeschrijvingen aan welke competenties wordt gewerkt en welke leerdoelen moeten worden behaald. Dit is echter nog niet in alle beschrijvingen het geval. Het auditteam stelt vast dat academiebreed aan verbeteringen van het toetsbeleid wordt gewerkt, o.a. het instellen van een toetscommissie en wijziging van de werkwijze. Ook heeft de opleiding maatregelen genomen die bijdragen aan een meer consistente beoordeling van de afstudeerwerkstukken en aan de borging daarvan. De opleiding kent een duidelijke samenhang binnen de thema’s (horizontaal) en binnen het programma (verticaal) door een concentrische en in complexiteit toenemende opbouw. De samenhang is naar het oordeel van het auditteam in alle programma’s voldoende geborgd. Het programma kent een reële studiebelasting. Er is sprake van een evenwichtige spreiding over het programma van de toetsen en de studielast. Ook zijn er geen studiebelemmerende factoren. Wel vraagt de opleiding zich af hoe ze studenten meer kan activeren tot een maximale inspanning. De opleiding heeft een visie op de instroom. Hierin wordt rekening gehouden met de diversiteit van de instroom. De opleiding kent de mogelijkheid van vrijstellingen voor mbo-abituriënten. Studenten en werkveld zijn tevreden over de opzet en inhoud van het programma. Onderwerp Inzet van personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De kwaliteit en kwantiteit van het docententeam staan garant voor de uitvoering van goed onderwijs. De opleiding beschikt samen met de opleiding IDM over één docententeam. Het onderwijs wordt uitgevoerd door docenten die kennis hebben van werkveld of daaruit afkomstig zijn. De actualiteit van het onderwijs wordt onder meer geborgd door contacten met stagebedrijven en opdrachtgevers en het eigen netwerk van docenten. De docent-studentratio is voldoende om de opleiding met de gewenste kwaliteit te kunnen verzorgen. De docenten beschikken over relevante kwalificaties in vakinhoudelijk en didactisch opzicht. De opleiding heeft zicht op de competenties van de docenten en voert een actief scholingsbeleid. In 2008 is een revitaliseringbeleid ingezet dat heeft geleid tot vertrek van docenten en tot instroom van nieuwe medewerkers afkomstig uit de beroepspraktijk. Studenten zijn tevreden over de docenten, hun (vak)deskundigheid, hun kennis van de beroepspraktijk en didactische kwaliteiten. Onderwerp Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Het auditteam heeft de voorzieningen tijdens de audit bekeken en kunnen vaststellen dat de voorzieningen ruim voldoende zijn. Naast een goed opgezette mediatheek/bibliotheek beschikt de opleiding onder meer over ruimtes die zijn ingericht voor specifieke onderwijsdoelen (bijv. computerlabs met specifieke hard- en software). De opleiding besteedt veel tijd en aandacht aan studie(loopbaan)begeleiding. Verder is er een systeem voor de registratie van de studievoortgang. Studenten zijn van mening dat de studieloopbaanbegeleiding hen voldoende in hun studie ondersteunt. Naar aanleiding van klachten van studenten over de informatievoorziening is op academieniveau een communicatieplan opgesteld dat hieraan tegemoet komt. Een facet van onderwerp 4 ‘Voorzieningen’ wordt als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 3
Onderwerp Interne kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding systematisch de tevredenheid van de diverse stakeholders evalueert en deze via diverse instrumenten betreft bij de interne kwaliteitszorg. Daarnaast evalueert de opleiding ook op andere manieren de kwaliteit van het programma, het functioneren van de docenten en de organisatie van het onderwijs. Daar waar nodig treft de opleiding aantoonbaar verbetermaatregelen. Er is op diverse punten in de interne kwaliteitszorg ruimte voor verbetering. Verbeteringen liggen onder andere op het vlak van terugkoppeling van genomen verbeteracties naar studenten en het terugdringen van uitval Onderwerp Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding borgt dat de studenten die afstuderen het gewenste niveau hebben behaald. Het werkveld is betrokken bij de beoordeling van het afstudeerwerkstuk. Er zijn heldere richtlijnen voor de afstudeeropdrachten, de beoordeling van het plan van aanpak en de afstudeerprocedure ontwikkeld. Er is altijd een tweede lezer als medebeoordelaar aanwezig. De opleiding is van plan de borging van het eindniveau structureler te borgen door een beoordeling achteraf door de beroepenveldcommissie. Het auditteam acht dit een goed initiatief. Het auditteam heeft een aantal afstudeerwerkstukken bestudeerd en vindt dat deze van voldoende niveau getuigen. Er is in een aantal werkstukken ruimte voor verbetering voor wat betreft de methodologische verantwoording en de theoretische onderbouwing. Het auditteam verwacht dat een meer structurele inbedding van de onderzoeksleerlijn in het programma in toekomstige afstudeeropdrachten op dit punt bijdraagt aan verbetering. De opleiding brengt de rendementsgegevens jaarlijks in kaart en voert maatregelen door om de rendementen te verbeteren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 4
2.
INLEIDING
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo opleiding hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, verzorgd door Saxion Hogeschool Deventer, croho-nummer 34404. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd en deeltijd, evenals het Ad-programma Bedrijfskundige Informatica, croho-nummer 80014. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (NVAO, 14 februari 2003) en ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma’s tijdens de pilotfase’ (11 februari 2008). De audit heeft plaatsgevonden op 3 juni 2010. Het auditteam heeft naar aanleiding van de audit nog nadere informatie ontvangen voorzien van een uitvoerige toelichting. Het auditteam heeft deze informatie betrokken bij haar oordeelsvorming. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage I. Het auditteam werd gevormd door W.L.M. Blomen, B. van der Meij, Ir. L. Roosenschoon, A. Neef en mr. T. Vis. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. werkveld voorzitter W. Blomen, lead auditor Hobéon werkvelddeskundige Ir. L. Roosenschoon, vakdeskundige B. van der Meij, studentlid A. Neef secretaris Mr. T. Vis
vak / discipline
onderwijs x
kwaliteitszorg /audit x
studentperspectief
x x
x x x
x
Beoordeling centraal beleid op instellingsniveau Hobéon Certificering beoordeelt zoveel mogelijk facetten en onderwerpen uit het NVAO-beoordelingskader op een zo hoog mogelijk aggregatieniveau. Voor de Hogeschool Saxion heeft Hobéon een instellingsaudit uitgevoerd1 in februari 2010. In deze instellingsaudit is nagegaan welke bedrijfsprocessen op centraal niveau worden aangestuurd en hoe de borging daarvan is geregeld. Dit heeft geleid tot de vaststelling dat een aantal bedrijfsprocessen op strategisch en tactisch niveau vanuit de Raad van Bestuur van Saxion, via de academies doorwerken tot op het niveau van de opleidingen. In de beoordeling van de onderwerpen en facetten in hoofdstuk 3 komt dit aan de orde.
1
Deze instellingsaudit werd uitgevoerd door W.L.M. Blomen, directeur van Hobéon certificering en G. de Raad, oud Secretaris Generaal EFQM in Brussel en voormalig Algemeen Directeur van de Raad voor Accreditatie en voorzitter van de Industriële Kring Twente. Ten tijde van de instellingsaudit is De Raad voorzitter van onder meer het Career Center Twente, de Stichting Kwaliteit Twente. de Stuurgroep Versterking Industrie-potentieel Twente en bestuurslid van INK.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 5
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 6
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
Positie van de opleiding Bedrijfskundige Informatica binnen hogeschool. De opleiding Bedrijfskundige Informatica maakt onderdeel uit van de academie Communicatie, Informatietechnologie en Informatiemanagement (CII). De academie is een van de 13 academies van de Saxion Hogeschool. De academie CII komt voort uit een clustering per 1 september 2004 van de opleidingen voor Bachelor of ICT van de Saxion Hogeschool IJselland en de Saxion Hogeschool Enschede. De academie biedt de volgende opleidingen aan: Bedrijfskundige Informatica (Deventer en Enschede); Informatiedienstverlening en Informatiemanagement (Deventer) inclusief de studieroute Human Information Design & Strategy; Informatica (Enschede) Technische Informatica (Enschede) inclusief de studieroute Ict- Beheer. Naast bovengenoemde bacheloropleidingen biedt de academie CII eveneens drie Associate degree-programma’s in een pilot aan op het gebied van de Bedrijfskundige Informatica, IDM en ict-Beheer. De opleiding Bedrijfskundige Informatica (BI) De opleiding BI heeft in de afgelopen jaren te maken gekregen met een structureel dalende studenteninstroom gekoppeld aan ontwikkelingen in het beroepenveld en de daarmee samenhangende veranderde eisen aan afgestudeerden. De bedrijfskundige informaticus richt zich vooral op optimalisatie van bedrijfsprocessen met behulp van ict. De mogelijkheden van ict worden naar bedrijfskundige mogelijkheden vertaald en bedrijfskundige problemen worden met behulp van informatietechnologie opgelost. In de afgelopen jaren is de focus van het beroepenveld en van de opleiding meer komen te liggen op het ontwikkelen van (web)applicaties, Alignment en Verandermanagement In het studiejaar 2007-2008 is de opleiding gestart met de ontwikkeling van een nieuw ontwerp van het BI-curriculum onder de naam NewBI. Achterliggende gedachten hierbij waren de wens tot versterking van de oriënterende en selecterende werking van de propedeuse, uitbreiding van contacturen in het kader van onderwijsintensivering en het bieden van meer kenniscomponenten in het onderwijs. De opleiding kent de volgende drie uitstroomprofielen: ontwikkelaar (voor Ad-studenten en bachelorstudenten), architect en adviseur (voor bachelorstudenten). Het programma is beschreven in de ‘Curriculumbeschrijving Bedrijfskundige Informatica’ (maart 2010). Het onderwijsaanbod bestaat uit een majorprogramma dat de eerste twee leerjaren omvat, de externe thema’s en de specialisatiethema’s Alignment en Verandermanagement, en daarnaast een minor Kennismanagement. Het onderwijs is opgebouwd rond thema’s. In de eerste twee studiejaren wordt een brede kennisbasis gelegd. In het eerste jaar vindt een introductie op het werkveld van de bedrijfskundige informaticus plaats. Alle belangrijke onderwerpen binnen BI komen dan aan bod. De focus ligt hierbij op kennisverwerving (bijv. informatiemodellering, ontwikkelingsomgeving, internet). In het tweede studiejaar wordt het thema Bedrijfskunde aangeboden. Dit thema bestaat uit modules zoals Economie, Bedrijfsanalyse, Verandermanagement, en is een mix van competenties op het eerste en tweede niveau. In semester vier is het eerste externe thema (stage) geplaatst.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 7
In het derde en vierde studiejaar ligt de nadruk op het verwerven van beroepscompetenties op het gebied van Business-IT, Alignment, Adviseren en Verandermanagement. In het vierde studiejaar is de minor en het afstudeerproject ingepland. De competenties vormen de leerlijnen. In de thema’s worden deze leerlijnen samengebracht in projecten. In het programma is de competentie ‘onderzoek’ expliciet geïmplementeerd. De opleiding ontwikkelt daarvoor een afzonderlijke leerlijn. Associate degree (Ad) Het Ad-programma BI is gelijk aan die van de bacheloropleiding BI. De Ad-opleiding wordt afgesloten met een eindopdracht in de praktijk (extern thema 1). De eindopdracht in het vierde semester van de Ad heeft een nadrukkelijke focus op de competenties, zoals in de Short Cycle Dublin Descriptoren is opgenomen. Het profiel van de Ad-afgestudeerde komt overeen met de junior functiegebieden in de ict en is voornamelijk operationeel van aard met kennis van en inzicht op tactisch gebied. Kenniskring Binnen New BI heeft onderzoek een meer nadrukkelijke plaats gekregen in het programma. Vanaf het studiejaar 2008-2009 is onderzoek als zelfstandig onderdeel in de propedeuse aangeboden. Studenten verrichten in het kader van de inhoudelijke thema’s en specifiek in de externe thema’s aan de hand van opdrachten toegepast onderzoek. Samenwerking met het lectoraat en de kenniskring Crossmedia, Strategy & Design is nog in ontwikkeling. Internationalisering De opleiding is zich bewust van de internationale context waarin de afgestudeerde BI’er werkzaam is. Vanuit de academie is in samenwerking met de opleidingen een internationaliseringsbeleid geformuleerd waarbij de ambities voor 2012 zijn vastgelegd. Naast de voorgeschreven Engelstalige literatuur stimuleert de opleiding onder meer het opdoen van internationale ervaring en biedt ze uitwisselingstudenten een Engelstalig semester Business Information Systems. Verder ontwikkelt de opleiding een minor Offshoring waarbinnen BI-studenten in aanraking komen met de internationale beroepspraktijk. Instroom In onderstaand overzicht is op basis van door de opleiding verstrekte gegevens de instroom over de afgelopen jaren opgenomen. Instroom
Voltijd
Deeltijd
Ad voltijd
Cohort 2006
13
24
-
Ad deeltijd -
Cohort 2007
13
18
1
4
Cohort 2008
15
23
7
2
Cohort 2009
17
21
7
12
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 8
4.
VORIGE ACCREDITATIE
In het door Hobéon Certificering in december 2004 opgestelde rapport t.b.v. de accreditatieaanvragen voor de opleiding BI werden de volgende verbeterpunten opgemerkt: De wensen in de regio beter afstemmen, door het instellen van een beroepenveldcommissie; Eisen voor de werkplek van deeltijdstudenten formuleren, en een procedure ter controle van die eisen opstellen; Systematiek EVC verbeteren; De communicatie naar studenten toe verbeteren; Het beroepenveld meer betrekken bij de interne kwaliteitszorg; Het beroepenveld betrekken bij de evaluatie van het gerealiseerde eindniveau. De opleiding heeft binnen het proces van onderwijsontwikkeling deze verbeterpunten aangepakt. Er is een beroepenveldcommissie ingesteld, er wordt een werkplekscan uitgevoerd, de EVC-procedure is verbeterd, het beroepenveld wordt betrokken bij de evaluatie van het gerealiseerde eindniveau en de opleiding heeft een onderzoek uitgevoerd dat leidde tot een verbeterde interne communicatie. De verbetermaatregelen zijn beschreven in het ‘Kwaliteitsrapport’. Het auditteam heeft van deze beschrijving kennisgenomen en schenkt daar in haar beoordeling van de desbetreffende facetten aandacht aan.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 9
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 10
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER
1.
Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instellingsniveau Saxion heeft op instellingsniveau vastgelegd, dat de competenties waartoe wordt opgeleid mede ontleend zijn aan landelijk opgestelde en gevalideerde beroepsprofielen. Alle Saxion hbo-bacheloropleidingen nemen actief deel aan het landelijke overleg waarin het relevante beroepenveld de beroepsprofielen valideert en waarin de gezamenlijke opleidingen met elkaar komen tot domeincompetenties en opleidingscompetenties en deze aan de sectorraad overleggen. De dienst Onderwijs & Student (O&S) van Saxion monitort hierop. In hun kwaliteitsmanagementsysteem en de planning nemen de academies en opleidingen op dat zij eenmaal per vier jaar het beleid met betrekking tot de ‘doelstellingen opleiding’ evalueren en waar nodig bijstellen. In hun jaarplannen schenken zij doorlopend aandacht aan ontwikkelingen op hun domein. In de bilaterale overleggen van academiedirecteuren met de Raad van Bestuur (RvB) wordt het jaarplan besproken. Tijdens de instellingsaudit is het bovenstaande geverifieerd en is gebleken dat alle bacheloropleidingen het centrale beleid uitvoeren. Hiermee is op instellingsniveau voldoende geborgd, dat de eindkwalificaties van de opleidingen aansluiten bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld. Opleiding BI Beroepsprofiel De opleiding heeft het curriculum geënt op het landelijke beroepsprofiel, dat is opgesteld door de HBO-I stichting, een samenwerkingsverband van ict-opleidingen binnen het hogere beroepsonderwijs. Naast deze domeinspecifieke beroepscompetenties hanteert de opleiding negen algemene competenties, welke zijn afgeleid van de tien generieke hbo-competenties. In vergelijking met de opleiding Bedrijfskundige Informatica van Saxion Hogeschool Enschede ligt het accent van de opleiding te Deventer meer op de bedrijfskundige en managementkant met thema’s als Verandermanagement en Adviseren, terwijl de opleiding te Enschede een meer technische oriëntatie kent. Opleidingsprofiel Het opleidingsprogramma is gebaseerd op het competentieprofiel Bachelor of ICT en op de algemene hbo-competenties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 11
De competenties zijn als volgt. Beroepsgerichte competenties: analyseren adviseren ontwerpen realiseren beheren Algemene competenties: professionele ontwikkeling zelfstandigheid samenwerken methodisch werken flexibiliteit communicatie dienstverlenend ethiek onderzoek De beroepsspecifieke en algemene competenties zijn uitgewerkt in de volgende niveaus: het propedeuseniveau (niveau 1), het Ad-niveau (niveau 2) en het bachelorniveau (niveau 4). Elk niveau is geoperationaliseerd. De algemene competenties zijn geoperationaliseerd in prestatieindicatoren. De beroepsspecifieke competenties zijn vertaald naar BI-leerlijnen. De opleiding heeft in een competentiematrix aangegeven op welke wijze de onderdelen van het programma zijn gekoppeld aan de opleidingscompetenties en het niveau. Het auditteam heeft deze matrix gezien en beoordeelt deze als adequaat. De focus van de opleiding richt zich zowel op de bedrijfskundige als de informatica kant van de bedrijfskundige informaticus evenals op de samenhang daartussen. In de hoofdfase ligt het accent evenwel meer op de bedrijfskundige aspecten. De informatiespecialist op bachelorniveau is in staat zowel op tactisch als strategisch niveau als projectleider en adviseur op te treden. Het Ad- niveau richt zich op informatiespecialisten die uitvoerend-tactische werkzaamheden verrichten en komt overeen met de junior-functiegebieden in de ict. Het niveau van deze gebieden is voornamelijk operationeel van aard met kennis van en – in mindere mate – inzicht op tactisch gebied. De verdere ontwikkeling wordt vooral ondersteund door aandacht aan de relevante competenties ‘professionele ontwikkeling’, ‘zelfstandigheid’, ‘samenwerken’, ‘onderzoek’, ‘methodisch werken’ en ‘communicatie’. Body of Knowledge De kennis van de afgestudeerde BI’er richt zich voornamelijk op het conceptueel begrip van verschillende tools en technieken. Als voorbeeld: bij het ontwerpen van ontwikkelomgevingen komt de student in aanraking met tools als Access, Usoft en APEX. Het auditteam stelt vast dat de opleiding zicht heeft op de noodzakelijke kenniscomponenten. Uit de gesprekken met het opleidingsmanagement komt naar voren dat de opleiding doende is deze in een afzonderlijk document vast te leggen. Beroepenveldcommissie De opleiding beschikt over een eigen beroepenveldcommissie. Deze komt ten minste eenmaal per jaar bijeen. Uit de verslagen waar het auditteam inzage in heeft gehad, blijkt dat onder meer de visie van de opleiding, het competentieprofiel en de inhoud van het programma, zoals het NewBI, in de commissievergaderingen zijn besproken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 12
In vervolg op het adviesrapport t.b.v. de accreditatie (2004) heeft de opleiding in het kader van het project Regioverankering de banden met het werkveld verstevigd (PTS, Thales, Stipp, Currency Connect, Luminus). Internationalisering De opleiding is zich ervan bewust dat de internationale context ook in de beroepsuitoefening van de bedrijfskundig informaticus een belangrijke rol speelt. De competenties van opleiding sluiten aan bij de beroepscompetenties voor de Bachelor of ICT, welke zijn afgeleid van de CPIS en EUCIP (European Certification of Informatics Professionals) en bereiden daarom voor op het internationale beroepenveld. De opleiding sluit in de uitvoering aan bij het op academieniveau geformuleerde internationaliseringsbeleid. Hierin zijn per opleiding de ambities tot 2012 weergegeven. Voor de opleiding BI betekent dit onder meer deelname aan twee internationale projecten, samenwerking van docenten met collega’s van buitenlandse partnerinstellingen en het opnemen van internationale componenten in alle thema’s. De opleiding heeft een werkgroep geformeerd om het aantal studenten met buitenlandervaring te vergroten. De opleiding streeft er naar in 2012 dat 20% van de studenten aantoonbaar 30 EC’s op het terrein van internationalisering heeft behaald. De opleiding werkt op verschillende gebieden (zoals International Students Summer School, docentuitwisselingsprogramma’s) samen met onder andere de Fachhochschule Hannover en de Hogeschool Gent.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 13
Facet 1.2. Niveau: Bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding geanalyseerd om te bepalen of deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’. Voor de verantwoording over het hboniveau heeft de opleiding aansluiting gezocht bij de generieke kernkwalificaties voor de hbobacheloropleidingen. Zoals in facet 1.1. is aangegeven hanteert de opleiding naast de hbo-kernkwalificaties ook domeinbrede competenties. Deze competenties drukken o.a. de visie uit op het bachelorniveau. De opleiding heeft de domeinbrede competenties die zij hanteert in de opleiding, gekoppeld aan de thema’s die zij op hun beurt via een matrix weer gekoppeld heeft aan de Dublin Descriptoren. Via deze weg is er een vertaalslag gemaakt van eindkwalificaties naar Dublin Descriptoren en zorgt de opleiding ervoor dat ze het bachelorniveau heeft gedefinieerd op een wijze die beantwoordt aan de Dublin Descriptoren. De opleiding heeft dit als volgt schematisch weergegeven: DD: Kennis en inzicht analyse
adviseren
ontwerpen
realiseren
beheren
Veranderingsanalyse Administratieve Organisatie Economie Extern Thema 1 en 2 Bedrijfsanalyse Management Informatie Verandermanagement Extern Thema 1 en 2 Databases Informatiemodelleren Modelleren Extern Thema 1 en 2 SQL Ontwikkelomgevingen Webontwikkeling Extern Thema 1 en 2 ITIL Informatie Technologie Architectuur Extern Thema 1 en 2
DD: Toepassing van kennis en inzicht Bedrijfskundethema Alignmentthema Extern Thema 1 en 2
DD: Oordeelsvorming Extern Thema 2
Bedrijfskundethema Verandermanagementthema Extern Thema 1 en 2 Alignmentthema Extern Thema 1 en 2
Verandermanagementthema Extern Thema 2
Opdracht 1e jaar Extern Thema 1 en 2
Extern Thema 2
Opdracht 1e jaar Extern Thema 1 en 2
Extern Thema 2
Extern Thema 2
Communicatie: deze betreffen o.a. samenwerking, communicatie en dienstverlenend. Komt in het programma aan de orde in de leerlijn algemene competenties, in de verschillende thema’s en bij stage en afstuderen. Leervaardigheden: deze betreffen zelfstandigheid, professionele ontwikkeling en ‘flexibiliteit’. Komt in het programma aan de orde in portfolio- en slb-begeleiding, de leerlijn algemene competenties, in de thema’s en bij stage en afstuderen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 14
Het auditteam heeft gezien dat de opleiding de competenties heeft uitgewerkt op vier niveaus en deze heeft getoetst aan de Dublin Descriptoren. Het auditteam stelt vast dat in beide opleidingsvarianten de Dublin Descriptoren door de competenties worden afgedekt. Het Ad-niveau is geborgd door een koppeling tussen het onderwijsprogramma en de Dublin Short Cycle. De eisen voor het behalen van de propedeuse, de bachelor, en de Associate degree zijn beschreven in de slaag-/zakregeling en in de OER. De eerste anderhalf jaar van de Ad- en de bacheloropleiding zijn gelijk aan elkaar. De eindopdracht van de Ad heeft een nadrukkelijke focus op de competenties, die ook in de Dublin Short Cycle zijn verwoord.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 15
Facet 1.3. Oriëntatie hbo
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: voldoende Overwegingen Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 en in facet 1.2. aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 16
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen hbo
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Kennisontwikkeling via vakliteratuur Actuele vakliteratuur, tijdschriften en internetsites vormen de basis voor de kennisoverdracht aan studenten. De vakliteratuur is voor studenten niet verplicht gesteld, maar de vakkennis die in deze literatuur aan bod komt maakt deel uit van de kennistoetsen en van het curriculum. In de blokboeken en themahandleidingen is de literatuur opgenomen. Het auditteam heeft tijdens de audit kennis genomen van de te gebruiken literatuur. De literatuur is actueel en relevant. Wel meent het auditteam dat vanuit het internationaliseringperspectief in deze overzichten het accent nog meer op Engelstalige vakliteratuur zou kunnen liggen. De opleiding maakt binnen de onderscheiden modules veel gebruik van Engelstalige websites. Kennisontwikkeling via interactie met de beroepspraktijk en actuele ontwikkelingen Het curriculum is zodanig opgebouwd dat studenten gedurende de gehele studie in aanraking komen met de beroepspraktijk. In de eerste jaar worden alle beroepscompetenties en een aantal algemene competenties getoetst op kennis en het in een theoretische context toepassen ervan. In de hogere jaren wordt het onderwijs in toenemende mate thematisch opgezet rond authentieke praktijkopdrachten, die zijn ontleend aan de beroepspraktijk en is er veel aandacht voor beroepsoriëntatie door middel van excursies en gastcolleges. De projecten leveren beroepsproducten op (bijvoorbeeld adviesopdrachten binnen Verandermanagement en een diagnose organisatiefit binnen het thema Alignment). Aan het eind van het tweede jaar is een stage voorzien. In deze stage maakt de student voor het eerst kennis met de beroepspraktijk. Met deze stage sluit de Ad-student zijn opleiding af. De actuele ontwikkelingen en de professionele gerichtheid van de opleiding wordt regelmatig besproken met de beroepenveldcommissie. Ontwikkelingen in het beroepenveld worden gesignaleerd en leiden zonodig tot bijstelling van het curriculum door de leerplanadviescommissie (LPAC). De ontwikkeling van NewBI is daar een voorbeeld van. Ook door contacten met stageverlenende bedrijven en instellingen houdt de opleiding binding met de actuele ontwikkelingen in het werkveld. De beroepspraktijk wordt op verschillende wijze bij het onderwijs betrokken (bijv. samenwerking met een Innovatiecentrum met authentieke opdrachten, regelmatig contacten met stageverlenende bedrijven). De opleiding werkt samen met organisaties als Stipp, Currency Connect, Thales, PTS en Luminis). Ten minste tweemaal per jaar vindt overleg plaats over actuele ontwikkelingen. Ook worden onderdelen van het programma verzorgd door bedrijven.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 17
Kennisontwikkeling via toegepast onderzoek Op basis van signalen uit het werkveld is de competentie ‘onderzoek’ expliciet in het programma geïmplementeerd. Onderzoek is één van algemene competenties die op niveau één verplicht is voor de bachelorstudenten. Vanaf het studiejaar 2008-2009 is onderzoek als zelfstandig onderdeel in de propedeuse opgenomen. In de eerste jaren is de focus vooral gericht op het verwerven van kennis, vaardigheden en technieken voor het uitvoeren van kwalitatief en kwantitatief onderzoek. In de latere studiejaren voeren studenten zelfstandig onderzoek uit in het kader van projectopdrachten. De methode van toegepast onderzoek heeft nadrukkelijk aandacht gekregen in de stage- en afstudeersemesters. In de desbetreffende handleidingen is in de beoordelingscriteria de onderzoekscomponent nadrukkelijk opgenomen. Het auditteam stelt op basis van de gevoerde gesprekken vast dat de opleiding de samenhang tussen onderzoekscomponenten in het programma in een onderzoeksleerlijn zichtbaar zal maken. In 2009 is in afstemming met het relevante beroepenveld het lectoraat Crossmedia, Strategy and Design ingesteld rondom de kenniskring Crossmedia Concepting & Strategy. De samenwerking met het lectoraat en de kenniskring is nog in ontwikkeling. Een aantal docenten is al betrokken bij onderzoeksopdrachten van het kenniscentrum. Ontwikkeling beroepsvaardigheden Tijdens trainingen en in projecten en opdrachten worden vaardigheden ontwikkeld. De gehanteerde werkvormen leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden. De stage aan het eind van het tweede jaar is beroepsoriënterend. De afstudeeropdracht staat in het teken van het verrichten van een onderzoek en daarover advies uitbrengen aan de externe opdrachtgever. Bij deeltijdstudenten is er sprake van wisselwerking van leren vanuit de theorie en leren in de eigen praktijk. Beroepsvaardigheden worden in de eigen werksituatie opgedaan. Associate degree De kennisontwikkeling via interactie met de beroepspraktijk vindt binnen het Ad-programma op dezelfde wijze plaats. De stage (extern thema 1) in het vierde semester echter is voor Adstudenten de afsluitende opdracht waarmee zij hun opleiding afronden. Ook is toegepast onderzoek op vergelijkbare wijze onderdeel van het Ad-programma. Studenten krijgen in verschillende projecten opdrachten waarbij zij een analyse moeten uitvoeren van een bestaande situatie of over nieuwe ontwikkelingen moeten adviseren. Oordeel studenten Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2009 ( verder te noemen: STO 2009) blijkt dat studenten van mening zijn dat de opleiding voldoende aansluit bij de actuele ontwikkelingen (score 6,3). In de gesprekken met studenten tijdens de audit kwam naar voren dat ook de Adstudenten goed te spreken waren over de actualiteit van het programma.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 18
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instellingsniveau Saxion hanteert als uitgangspunt, dat het curriculum van een bacheloropleiding een omvang heeft van 240 studiepunten en is opgebouwd uit een majordeel van 210 studiepunten en een minordeel van 30 studiepunten. Dit heeft Saxion vastgelegd in het model voor de Onderwijsen Examenregeling (OER), dat alle opleidingen gebruiken voor de eigen opleidings-OER. Met de major/minor-structuur beoogt Saxion de keuzevrijheid van de student te vergroten voor inhoudelijke profilering voor de arbeidsmarkt of voor een verdere studieverbreding. De minor is nodig om het competentieprofiel van de bachelor te completeren door verbreding of verdieping. De minorcommissie van Saxion bewaakt het niveau van het minoronderwijs. De minorcommissie adviseert de RvB over het minoraanbod. Het minorenaanbod wordt jaarlijks geëvalueerd en vastgesteld. Saxion heeft centraal afspraken vastgelegd over de bekendmaking van de minoren, de intekening, de goedkeuring van de keuze van de student, de toetsing en herkansing van de minoren, de toekenning van studiepunten en de rol van de examencommissie in de major/minor-structuur. Voor de voltijdstudenten geldt dat zij na het behalen van het propedeuse-examen een minor moeten volgen. Voor de deeltijdstudenten is een aantal beleidsregels opgesteld, waardoor het mogelijk is op individuele basis flexibel om te gaan met de minoren. De examencommissie beslist hierover. Duale studenten kunnen een minor volgen als die kan worden ingepast in de arbeidsovereenkomst. Opleiding BI Concretisering eindkwalificaties Het curriculum van de opleiding is gebaseerd op het landelijk vastgestelde competentieprofiel van de Bachelor of ICT (zie facet 1.1.). De opleiding heeft de beroeps- en algemene competenties uitgewerkt in de niveaus van de propedeuse, de Ad en de bachelor. In een competentiematrix is aangegeven op welke wijze de onderdelen van het programma gekoppeld zijn aan de opleidingscompetenties en de niveaus. De opleiding heeft de competenties gekoppeld aan toetseenheden, die per leerlijn zijn uitgewerkt en gekoppeld in de door de opleiding ontwikkelende competentiematrix. Leerdoelen De opleiding heeft van competenties de leerdoelen voor de onderscheiden onderdelen van het programma afgeleid. De opleiding heeft de leerdoelen voor de algemene competenties overzichtelijk geformuleerd en geoperationaliseerd in prestatie-indicatoren. De leerdoelen zijn opgenomen in de module- en themabeschrijvingen. Het auditteam stelt vast dat hiervan nog niet in alle themabeschrijvingen sprake is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 19
Mogelijkheden om eindkwalificaties te behalen De opleiding beschrijft in het curriculumdocument op welke wijze de eindkwalificaties worden vertaald naar het onderwijsprogramma. De competenties vormen de leerlijnen en in de thema’s worden deze leerlijnen samengebracht in projecten. In het eerste leerjaar wordt een brede kennisbasis gelegd, waarbij alle beroepscompetenties nadrukkelijk aan de orde komen en expliciet worden getoetst op kennis en op het toepassen van kennis in een theoretische context. In de laatste twee leerjaren staan specialisatie en beroepsgerichtheid centraal. Het onderwijs kenmerkt zich door een toenemende zelfstandigheid, vraagsturing en meer individuele studietrajecten. Het vierde jaar omvat een minor en de afstudeeropdracht. Hierdoor kan de student zijn competentieprofiel verdiepen of verbreden. Het auditteam heeft op grond van de documenten en van de gesprekken met opleidingsmanagement, docenten en studenten een goed beeld gekregen van de wijze waarop de studenten in de varianten en het Ad-programma de mogelijkheid wordt geboden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 20
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Borging samenhang Het ontwikkelen van een samenhangend curriculum wordt aangestuurd door de LPAC. De LPAC is tevens verantwoordelijk voor het bewaken van de samenhang van het programma. De verankering van de samenhang in het vierde studiejaar is nog in ontwikkeling. Horizontale samenhang De horizontale samenhang wordt geborgd doordat de studenten in ieder thema aan een project werken, waarbij sprake is van integratie van alle modules. Studenten passen verkregen kennis en vaardigheden in een authentieke context toe. Verticale samenhang De verticale samenhang wordt geborgd door de verschillende competenties, die volgens een concentrisch model in toenemende complexiteit aan bod komen. De voorbereiding op de beroepspraktijk vindt plaats door een toename van complexiteit van de opdrachten, van de omvang van de onderwerpen en door toename van de zelfstandigheid van studenten onder gelijktijdige afbouw van de begeleiding door docenten. Afstemming binnenschoolse en buitenschoolse programmaonderdelen Bachelorstudenten en Ad-studenten lopen aan het eind van het tweede studiejaar een stage (30 EC’s). Voor de Ad-studenten is dit een afsluitende stage (30 EC’s). In het eerste deel van de studie werken studenten aan de competenties die zij nodig hebben om in de praktijk aan het werk te kunnen. De student werkt in het buitenschoolse programma aan een verdieping van zijn competenties. In de binnen- en buitenschoolse opdrachten komen dezelfde competenties en beroepsproducten aan de orde. In binnenschoolse curriculumonderdelen worden studenten voorbereid op het buitenschoolse programma. In de eerste twee studiejaren wordt een voldoende kennisbasis gelegd om deel te kunnen nemen aan het buitenschoolse programma. Oordeel studenten Uit het STO 2009 blijkt dat deze studenten van mening zijn dat er voldoende samenhang in het programma is (score 7,3).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 21
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Contacturen en studielast Voor elk programmaonderdeel zijn de studielast, de contacturen en het aantal studiepunten weergegeven. Ieder studiejaar heeft een omvang van 60 EC’s. Binnen het studiejaar zijn toetsen en studielast evenwichtig verspreid over vier kwartielen van elk 15 EC’s. In de curriculumbeschrijving en in het leer- en toetsplan zijn de onderwijseenheden met bijbehorende studielast vastgelegd, evenals in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). De studielast komt overeen met een werkweek van veertig uur. In het eerste twee jaar voltijd hebben studenten gemiddeld achttien tot twintig contacturen per week. De deeltijdstudent heeft tien (twee avonden per week) contacturen per week in het eerste jaar en zes contacturen in de volgende jaren. Deze contacturen zijn ook van toepassing op de Ad-programma’s binnen de voltijd- en deeltijdopleiding. De opleiding peilt na afloop van elke semester de beleefde studielast onder studenten. Uit de academiebrede onderwijsevaluatie (juni 2009) valt af te leiden dat de studenten gemiddeld twintig à dertig uur per week aan de studie besteden. Ook in de gesprekken met studenten tijdens de audit kwam dit beeld naar voren. Studenten waren van mening dat de opleiding goed te doen was. De Ad-studenten gaven aan in het binnenschoolse programma gemiddeld vijfentwintig uur per week aan de studie te besteden en tijdens de stage gemiddeld veertig uur per week. In de gesprekken zijn geen studiebelemmerende factoren naar voren gekomen. De opleiding heeft op grond van de uitkomsten van de HBO-Monitor en van studenttevredenheidsonderzoeken besloten tot intensivering van het programma door onder andere verhoging van het aantal contacturen en meer nadruk op kennisontwikkeling. Uit de gesprekken met het opleidingsmanagement tijdens de audit blijkt dat het voor de opleiding een uitdaging blijft studenten te stimuleren tijdens de projecten voor een maximale inspanning te gaan. Oordeel studenten Uit het STO 2009 blijkt dat studenten over het algemeen tevreden waren over de spreiding van de studielast over het jaar (score 7,4). Ook waren studenten van oordeel dat de toetsmomenten voldoende evenwichtig over het jaar waren verspreid (score 7,4). Over het algemeen waren studenten van mening dat de opleiding goed te doen was in de tijd die er voor staat (score 8,1).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 22
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Visie De opleiding heeft haar visie op instroom neergelegd in de curriculumbeschrijving. De opleiding streeft ernaar het programma zodanig in te richten dat zoveel mogelijk rekening kan worden gehouden met de diversiteit van de instroom. Er is sprake van een toenemende belangstelling voor de deeltijdopleiding, een expliciete oriëntatie op het Ad-programma en een andere samenstelling van de voltijdinstroom door profielaanpassingen in het voortgezet onderwijs Toelating De opleiding heeft de toelatingsvoorwaarden vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling. Studenten dienen te beschikken over een havo- of vwo-diploma of een diploma mbo-4. Voor het havo-profiel CM worden aanvullende eisen gesteld (economie/management&organisatie en wiskunde). Aspirant-studenten met een Duitse vooropleiding en een vergelijkbaar diploma dienen aantoonbaar te beschikken over een voldoende beheersing van de Nederlandse taal (bijv. via het certificaat ‘Staatsexamen NT2’. De opleiding kent een 21+-regeling. Doorstroom mbo-4 Met het ROC Aventus zijn afspraken gemaakt over doorstroom van studenten met de volgende mbo-4 opleidingen: Applicatiebeheerder, Ict-beheerder, Netwerkbeheerder en Applicatieontwikkelaar. Studenten met deze verwante opleidingen krijgen een vrijstelling van 60 EC (waaronder een stage van 30 EC). Vrijstellingen Daarnaast is er een standaard-vrijstellingsregeling op grond waarvan vrijstelling kan worden verkregen op basis van diploma’s of getuigschriften. De regeling heeft vooral betrekking op kandidaten met een relevante afgeronde mbo-opleiding (zie boven) en kandidaten met een afgeronde hbo- of wo-opleiding. De examencommissie oordeelt hierover. Aansluiting vooropleiding Uit gespreken die de opleiding met studenten voerde en uit de rendementsgegevens van de afgelopen jaren, bleek dat studenten moeite hadden met de aansluiting bij de vooropleiding. In het studiejaar 2007-2008 is het onderwijs voor voltijdstudenten dan ook geïntensiveerd door vergroting van het aantal contacturen. Deeltijd en Ad-programma Voltijders en deeltijders moeten aan dezelfde eisen voldoen. Veel deeltijders met relevante werkervaring kiezen voor het Ad-programma om in een relatief korte periode een professionaliseringsslag te maken. VOORLICHTING De opleiding kent een scala van voorlichtingsactiviteiten gericht op algemene oriëntatie (website, open dagen, afspraakavonden, voorlichting op scholen) en verdiepende oriëntatie (doedagen, meeloopdagen, studietry-outs).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 23
Oordeel studenten Uit het STO 2009 komt naar voren dat volgens de studenten de opleiding voldoende aansluit bij de vooropleiding (score 7,3) en dat de opleiding voldoet aan de verwachtingen die de studenten vooraf hadden (score 7,0).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 24
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overweging Het curriculum van een bacheloropleiding van Saxion heeft een omvang van 240 studiepunten en is opgebouwd uit een majordeel van 210 studiepunten en een minordeel van 30 studiepunten. Daarmee voldoet elke bacheloropleiding van Saxion aan de formele eis van 240 EC’s met betrekking tot de omvang van het curriculum van een hbo- bacheloropleiding. Het curriculum voor alle varianten van de opleiding BI voldoet aan de wettelijk vastgestelde omvang van 240 EC’s. Het curriculum van het Ad-programma binnen de voltijd- en deeltijdvariant heeft een omvang van 120 EC’s. Daarmee voldoet het Ad-programma aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum van een hbo-Ad-programma.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 25
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Visie op onderwijs Sinds 2000 heeft Saxion een onderwijsvisie (‘Onderwijs op maat in een activerend klimaat’), die leidraad is voor de vormgeving van haar opleidingen. Volgens deze visie ontwikkelen studenten competenties voor de beroepspraktijk door actief te leren langs een persoonlijke leerweg. De opleiding BI kiest in aansluiting op deze onderwijsvisie voor de drie pijlers: Beroepsgerichtheid; Integratie; Persoonlijke leerweg. Hiermee wordt aangesloten op de cognitivistische en constructivistische uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de visie op onderwijs waarbij een krachtige, toepassingsgerichte leeromgeving centraal staat. Uitgangspunt is dat studenten een basis van kennis en vaardigheden moeten bezitten om vervolgens gefundeerde keuzes te kunnen maken voor een meer persoonlijk ingevulde leerweg. Het auditteam stelt vast dat in de eerste twee studiejaren deze basis wordt gelegd, waarbij de nadruk ligt op het actief verwerven van kennis en vaardigheden. Gedurende opleiding verschuift de focus naar geïntegreerde toepassing daarvan. Didactisch concept Het didactisch concept is afgeleid van het opleidingsprofiel en van de visie van de opleiding op leren. Centraal staat het thematisch projectgestuurde onderwijs, waarbinnen de student zijn competenties verwerft. Hierbij benaderen de complexiteit, het inhoudelijke niveau en de context gedurende opleiding steeds sterker de beroepspraktijk van de afgestudeerde BI’er. Vanaf het tweede jaar worden projecten in of voor een concreet bedrijf uitgevoerd. De vormgeving van het onderwijs baseert de opleiding op onder meer uitgangspunten als een actieve rol van studenten, het bieden van ondersteunende kennis, van aanbodsturing naar vraagsturing en een toenemende rol van de praktijk in de opleiding. In de gesprekken met de studenten tijdens de audit werden deze aspecten door studenten duidelijk herkend. Werkvormen De opleiding hanteert verschillende werkvormen afhankelijk van de inhoud en aard van de te verwerven stof (kennis, houding en/of vaardigheden), zoals hoorcolleges (kennisoverdracht), werkcolleges (bijvoorbeeld bespreken of uitwerken opdrachten) practicum/game (oefening technische vaardigheden), workshops (begeleiding beroepsproduct), thinkshop (brainstormen op basis van kennis en vaardigheden) en groepswerk (praktische toepassing). De opleiding geeft in een overzicht de mate van interactie en de groepsomvang aan. Oordeel studenten Studenten zijn volgens het STO 2009 van oordeel dat de opleiding voldoende afwisseling biedt in werkvormen (score 7,2). Het auditteam is op grond van de verkregen informatie van oordeel dat het didactisch model van de opleiding in lijn is met de doelstellingen en dat de gekozen werkvormen aansluiten bij het didactisch model.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 26
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Toetsbeleid Het toetsbeleid van de opleiding is vastgelegd in het document ‘Toetsbeleid’ van het (toenmalige) Instituut Informatica en Informatiemanagement (2004) en in de ‘Regeling Toetsen en beoordelen voor BI’ vanaf cohort 2008. De opleiding toetst binnen de kaders van het academiebrede toetsbeleid. In 2009 is binnen de academie het project Toetsbeleid gestart met als doel het ontwikkelen van een nieuw toetsbeleid en implementatieplan voor de opleidingen. Begin 2010 is dit toetsbeleid vastgesteld. Met ingang van het studiejaar 2010-2011 leidt dit tot aangescherpte afspraken, het instellen van een toetscommissie en een wijziging van de werkwijze (o.a. toetsconstructie, beoordelen en feedback). De toetsvormen en de procedures rond de toetsafname zijn beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding. Toetsing De toetsing sluit aan bij het didactisch concept (zie facet 2.7.), waarbij de toetsvormen zijn afgestemd op de leerdoelen en competenties. Kennis en vaardigheden worden in de modules van de leerlijnen getoetst. Prestatie-indicatoren geven richting aan de beoordeling van competenties. Competenties worden getoetst in samenhang met de uitvoering van beroepstaken en in projecten door middel van het beoordelen van beroepsproducten (portfolio-assessment). Competenties op niveau één kennen alleen een kenniscomponent en worden daarom schriftelijk getoetst. De opleiding kent de volgende toetsvormen: mondelinge en schriftelijke toetsen, casustoetsen, practicumtoetsen, presentaties, opdrachten (projecten, stage en afstuderen), interviews en hands-on demonstraties. In de modulebeschrijvingen is de relevante toetsvorm opgenomen. Toetsen worden door de betrokken docenten opgesteld. Schriftelijke toetsen en de bijbehorende antwoordmodellen worden gecontroleerd door een inhoudsdeskundige collega die adviseert over onder meer de samenstelling van de toets en de wijze van vraagstelling en de antwoordmogelijkheden verifieert. Dit beleid wordt met ingang van het studiejaar 2010-2009 structureel ingevoerd. Het auditteam heeft hiervan met instemming kennisgenomen en is van oordeel dat deze werkwijze bijdraagt aan de betrouwbaarheid van de toetskwaliteit. In het kader van het nieuwe toetsbeleid – zo blijkt uit de door de opleiding verstrekte nadere informatie – neemt de opleiding een aantal maatregelen die zullen bijdragen aan een meer consistente beoordeling van de afstudeerwerkstukken en aan de borging daarvan. Per september 2010 treedt een protocol Afstuderen in werking met daarin duidelijke procedures rondom het afstuderen, wordt een intercollegiaal overleg ingevoerd, waarin de beoordeling van de afstudeerwerkstukken centraal staat en zullen de werkstukken door gecommitteerden worden gevalideerd naar inhoud en niveau. Daarnaast zullen per jaar een steekproefsgewijs aantal werkstukken door de beroepenveldcommissie op kwaliteit worden geëvalueerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 27
Het auditteam heeft met instemming van deze voornemens kennisgenomen en is van oordeel dat deze zeker zullen bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van de beoordelingen. Toetsings- en beoordelingscriteria De moduleboeken en handleidingen bevatten criteria die richtinggevend zijn voor de toetsing. Deze zijn afgeleid van de leerdoelen. Beoordeling van de competenties vindt plaats mede aan de hand van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) in de vorm van een assessment. De beroepsproducten worden beoordeeld aan de hand van de kwaliteit van het opgeleverde product. Het auditteam heeft kennisgenomen van de handleiding ‘Eerste stage Bachelor en Afsluitende stage Associate degree’ en de handleiding ‘Extern Thema’ met als onderdeel het beoordelingsformulier. Het team stelt vast dat de beoordelingscriteria voor respectievelijk de stages en het afstudeerwerk (met inbegrip van het reflectieverslag Extern Thema, presentatie en verdediging) kenbaar zijn aangegeven. Beoordelingen zijn in beginsel individueel. Ook indien sprake is van een samenwerkingsproject wordt de individuele bijdrage beoordeeld. Het percentage individuele toetsen bedraagt 100%. Bij mondelinge of hands-on toetsen en bij toetsen van eenheden groter dan 10 EC’s, zoals stage en afstuderen zijn ten minste twee beoordelaars (vierogenprincipe) betrokken. Bij het beoordelen van stage- en afstudeerprojecten zijn bedrijfsbegeleiders betrokken. Deze beoordelen de werkwijze en het resultaat van de student. Zowel voor de stage als voor het afstudeerproject is daartoe een beoordelingsformulier ontwikkeld. De beoordeling van het eindrapport, de presentatie en het examengesprek vindt plaats door twee docenten van de opleiding. De eindbeoordeling van alle competenties uit het POP van de student gebeurt door de begeleidende docent en de tweede docent tijdens het afsluitende examengesprek. Dit gesprek vindt plaats na de presentatie. Voorwaarde is een voldoende beoordeling voor rapporten en presentatie. Het auditteam heeft in het kader van de toetsing ook een aantal afstudeerwerkstukken beoordeeld. Het team is van oordeel dat de beoordeling aansluit bij de vastgelegde criteria. Wel vindt zij dat de cesuur tussen de beoordeling met een vijf of een zes nog kan worden aangescherpt. Toetscommissie De uitvoering van het toetsbeleid is de verantwoordelijkheid van het Resultaat Verantwoordelijke Team (RVT). De leerplanadviescommissie (LPAC) is verantwoordelijk voor de vastlegging en bijstelling van het toetsprogramma. Iedere LPAC kent een portefeuillehouder Toetsing. Deze functionaris maakt deel uit van de toetscommissie. De examencommissie is verantwoordelijk voor het borgen van de uitvoering rondom toetsafname en kwaliteitscontrole van de toetsing. Ad-programma De eerste drie semesters van het Ad-programma zijn gelijk aan die van de bacheloropleiding BI. Het vierde semester (Extern Thema 1) omvat een afstudeeropdracht in plaats van een stage zoals in de bacheloropleiding. Oordeel studenten Uit het STO 2009 valt af te leiden dat studenten over het algemeen tevreden zijn over de wijze waarop toetsing en beoordeling plaatsvindt. Vooraf wordt volgens hen kenbaar aangegeven waarop wordt beoordeeld (score 6,8) en de toetsing sluit aan bij het onderwijs (score 7,3). Ook zijn zij tevreden over de tijdige bekendmaking van de resultaten (score 8,0) en over de tijdige bekendmaking van les- en toetsroosters (resp. score 6,7 en 7,4).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 28
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen hbo
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Deskundigheid Studenten komen gedurende de gehele opleiding in aanraking met de beroepspraktijk. Het curriculum is opgezet rondom thema’s en projecten ontleend aan of in directe samenwerking met de beroepspraktijk. Docenten dragen in belangrijke mate bij aan het leggen van de relatie met de beroepspraktijk. Zij dienen te beschikken over actuele kennis van en ervaring in de beroepspraktijk. De opleiding beschikt samen met de opleiding IDM (Deventer) over vijftien docenten. Het auditteam heeft de CV’s van docenten bestudeerd. Hieruit en uit de gesprekken met docenten tijdens de audit komt naar voren dat een belangrijk deel van het docententeam afkomstig is uit de beroepspraktijk of daar nog werkzaam is. Het onderwijs wordt uitgevoerd door docenten die op de hoogte zijn van de beroepspraktijk en van de ontwikkelingen daarbinnen. Docenten hebben ook uit hoofde van stages en afstudeerwerkstukken en contacten met studenten structurele verbindingen met de beroepspraktijk. Ook publiceren docenten in vaktijdschriften (o.a. Tijdschrift voor Informaticaonderwijs, IFLA SET Journal, Informatie Professional) en ze onderhouden relevante netwerken. In het aannamebeleid van de opleiding is relevante werkervaring een vereiste.
Oordeel studenten Uit het STO 2009 blijkt dat studenten van oordeel zijn dat de docenten voldoende op de hoogte zijn van de beroepspraktijk (score 7,3).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 29
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instellingsniveau Een van de centrale doelen van de hogeschool is onderwijsintensivering. Om dat te bereiken is vanaf het studiejaar 2010 een centraal vastgestelde docent-studentratio van kracht als uitgangspunt voor de kwantitatieve personeelsplanning. De academies hebben in hun eigen personeelsplan de actuele stand van zaken met betrekking tot de kwantiteit (en kwaliteit) van het personeel beschreven. Voor de kwantitatieve personeelsplanning geldt de afspraak dat 70% van de formatie wordt ingezet voor het onderwijs, 20% voor beheer en 10% voor beleid. In de bilaterale overleggen bespreekt de RvB met de academiedirecteuren de kwantiteit van het personeel en de eventuele knelpunten. Samen zoeken zij naar oplossingen om personele problematiek aan te pakken. Wanneer dat mogelijk is worden problemen direct opgelost. Tijdens de instellingsaudit in 2008 en 2010 is aangetoond, dat Saxion door integraal personeelsbeleid te voeren ervoor zorgt, dat op alle academies en opleidingen voldoende personeel wordt ingezet om de gewenste kwaliteit te verzorgen. Uit de gesprekken met de RvB en hoofd van de dienst HRM blijkt dat Saxion op instellingsniveau duidelijk in beeld heeft welke kenmerken er zijn met betrekking tot de kwantiteit van het personeel binnen de onderscheiden academies. Opleiding BI In het personeelsplan formuleert de academie haar missie op het gebied van het kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbeleid. Deze missie is een afgeleide van het centrale beleid van Saxion. De kwantiteit en de kwaliteit van het personeel worden op academieniveau gemonitord door jaarlijks het personeelsbestand te toetsen aan de meerjarige personeelsplanning met bijbehorende streefwaarden op het gebied van onder andere opleidingsniveau, functieniveau, scholing en omvang dienstverband. De kwantitatieve en kwalitatieve personeelsformatie is opgenomen in het personeelsbeleidsplan 2010-2013. In 2008 is een academiebreed revitaliseringsbeleid ingezet dat heeft geleid tot het vertrek van een deel van het personeel enerzijds en het aantrekken van nieuw personeel anderzijds. Door dit beleid is de in de afgelopen jaren ontstane overformatie teruggebracht. De stijging van het aantal studenten laat in de komende periode een beperkte instroom van nieuwe medewerkers toe. In de gesprekken met de docenten tijdens de audit kwam naar voren dat het revitaliseringsbeleid in de afgelopen jaren geleid heeft tot een vergroting van de werkdruk bij docenten, maar sprake is van een geleidelijke afname daarvan door het getemporiseerd aantrekken van nieuwe (tijdelijke) medewerkers.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 30
De opleiding BI beschikt samen met de opleiding IDM (locatie Deventer) over vijtien docenten (in totaal 12,3 fte). De docenten van de vestiging Deventer vormen samen een RVT. Het RTV heeft beslissingsbevoegdheid over de inzet van de door het managementteam aan het RVT toegewezen formatie. Docenten zijn vanwege de kleine omvang van het docententeam op meerdere gebieden inzetbaar. Om ontbrekende competenties op te vangen worden incidenteel gastdocenten ingezet. Daarnaast onderzoekt de opleiding de mogelijkheid tot samenwerking met de opleiding BI te Enschede. De streefwaarden voor docent-studentratio binnen de academie is gesteld op 1:28,5. Uit door de opleiding verstrekte informatie blijkt dat de docent-studentratio voor de opleiding in het studiejaar 2009-2010 1:23,2 bedraagt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 31
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instellingsniveau Centraal is de kwaliteit van het personeel gedefinieerd. In de ‘Strategische visie 2008-2012’ is vastgelegd dat Saxion streeft naar een toenemend aantal academisch geschoolde medewerkers. Daarover is Saxion in gesprek met universiteiten. In de werving en selectie van nieuw personeel richt de aandacht zich op het aantrekken van academici. Voor lectoren geldt dat ze gepromoveerd zijn. Saxion heeft de functieprofielen van alle voorkomende functies beschreven en vastgelegd in het Saxion Functiegebouw. Alle medewerkers van Saxion zijn op basis hiervan ingedeeld. De rechtspositie en cao hbo beperken de instelling voor een deel in het maatwerk dat zij wensen te leveren rond functie-indelingen en inschaling, promotie en demotie. Elke academie heeft een personeelsplan, waarin de kwaliteit en kwantiteit van het personeel zijn beschreven. Het scholingsplan met daarin de vakinhoudelijke en didactische deskundigheidsbevordering van medewerkers, maakt daarvan deel uit. De centrale dienst HRM ondersteunt de academies en maakt daarvoor zogenaamde accountplannen. Het scholingsplan voor de medewerkers wordt beschreven op academieniveau. Professionalisering van docenten geschiedt onder meer doordat zij gebruikmaken van het aanbod van het Saxionbrede ontwikkel- en opleidingscentrum, de Saxion Academy. Het auditteam heeft bij de instellingsaudit 2010 gezien dat in 2009 van de 445 scholingsplaatsen er 283 door docenten werden benut. Het accent lag daarbij op cursussen studieloopbaanbegeleiding en didactische voorbereiding. Verder organiseren docenten hun vaktechnische scholing door het volgen van vakgerichte cursussen en seminars en door contacten met het werkveld en met kenniscentra. Binnen de gesprekscyclus tussen medewerker en leidinggevende wordt gesproken over de geleverde prestaties, over de wensen ten aanzien van de eigen ontwikkeling en er worden afspraken gemaakt. De leidinggevenden sturen aan op een psychologisch contract met medewerkers. Naar het oordeel van diverse gesprekspartners tijdens de instellingsaudit 2010 werkt de gesprekscyclus goed en is er inmiddels de praktijk gegroeid dat ‘men elkaar de maat durft te nemen’. In de bilaterale overleggen bespreekt de RvB met de academiedirecteuren de kwaliteit van het personeel en de uitvoering van het personeelsbeleid met betrekking tot de gesprekscyclus en de scholing en ontwikkeling van het personeel. Opleiding BI Aannamebeleid De academie heeft in 2007 een personeelsbeleidsplan vastgesteld. Naar aanleiding van de uitstroom van een aantal docenten vanaf 2008 en een aannamebeleid gericht op jonge docenten afkomstig uit de beroepspraktijk is een nieuw personeelbeleidsplan 2009-2013 vastgesteld waarin nadrukkelijk aandacht wordt geschonken aan onder andere formatie- en taakbelastingbeleid en scholingsbeleid.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 32
Nieuw aan te trekken personeel dient te beschikken over een competentieprofiel dat aansluit bij de onderwijsontwikkelingen binnen de opleiding. Om ontbrekende competenties op te vangen worden incidenteel gastdocenten ingezet. In het plan is tevens een relatie gelegd tussen het instellingsbeleid en de uitwerking daarvan in de academie. Het werken in resultaatverantwoordelijke teams is daar een voorbeeld van. Jaarlijks vindt er door het managementteam en de teamleden een check op de kwalitatieve formatie in relatie tot de benodigde competenties plaats. Vak-, onderwijs- en organisatorische kwaliteit Uit de CV’s blijkt dat de kennis en vaardigheden van alle aspecten van de beroepsuitoefening in het team aanwezig zijn. Alle docenten hebben een algemene of vakspecifieke universitaire opleiding, of een hbo-opleiding (30%). Eén docent is gepromoveerd en één docent volgt een masteropleiding. Het merendeel (11) van de docenten beschikt over een didactische aantekening. Twee docenten volgen daartoe nog een cursus. Diverse docenten hebben onderzoekservaring. Scholing De opleiding heeft in de afgelopen jaren de ontstane vacatures ingevuld met docenten die beschikken over een competentieprofiel dat aansluit bij de onderwijsontwikkelingen binnen de opleiding. Jaarlijks stelt de opleiding een didactisch en inhoudelijk scholingsplan op, waarin zowel de individuele scholingsafspraken gemaakt tijdens de jaarlijkse functioneringsgesprekken als ook de gewenste scholing voor de organisatieontwikkeling is opgenomen. Het auditteam heeft kennisgenomen van de scholingsplannen over de afgelopen jaren en stelt vast dat veel scholing is gericht op het vergroten van de vak- en onderwijskundige kennis. Daarnaast bezoeken docenten (internationale) congressen en houden zij de vakliteratuur bij. Voor het komende studiejaar staat een in-company training timemanagement op het programma, waarbij gezamenlijke scholing ook wordt gezien als teamontwikkeling. Ieder kalenderjaar wordt per medewerker 1000 euro voor scholingskosten, inclusief reis- en verblijfkosten, in de begroting van de academie opgenomen. Voor docenten wordt jaarlijks minimaal 59 uur voor deskundigheidsbevordering beschikbaar gesteld met in overleg de mogelijkheid tot uitbreiding binnen de normjaartaak tot een maximum van 168 uur. Oordeel studenten Uit het STO 2009 blijkt dat studenten tevreden zijn over de (vak)inhoudelijke en didactische kwaliteiten van de docenten (resp. score 7,9 en 7,3).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 33
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instellingsniveau Saxion organiseert de huisvesting op concernniveau in overleg met de gebruikers. De langetermijnvisie is daarvoor vastgelegd voor de periode 2009-2020. Alle academies kennen inmiddels een open, transparante, stimulerende werkomgeving. Er bestaat een normering voor de ruimtebehoefte. Academies vullen zelf de hen toegewezen ruimte in. Regelmatige bezettingsonderzoeken geven inzicht in de feitelijke bezetting. Evaluaties onder medewerkers en studenten geven inzicht in de appreciatie van de leer- en werkomgeving; zonodig worden op basis van signalen veranderingen doorgevoerd. De ict-voorzieningen zijn centraal georganiseerd. Het beleid is vastgelegd in een informatiebeleidsplan. Vanuit de vraaggestuurde benadering hebben de academies als klanten een belangrijke taak bij het tot stand brengen en uitvoeren van het informatiebeleid. Op centraal niveau bewaakt de informatiemanager de afstemming tussen de organisatiedelen en met de concernstrategie. Door bundeling van voorzieningen en samenwerking met bibliotheken met wetenschappelijke steunfunctie heeft Saxion een stevige bibliotheek- en mediatheekvoorziening. Accountmanagers van de bibliotheek ondersteunen academies en opleidingen bij de collectievorming en toegang tot databanken. De informatie aan studenten wordt centraal en decentraal uitgevoerd. Er is een studentvolgsysteem dat studenten en mentoren in de gelegenheid stelt de vorderingen te volgen. Uit studenttevredenheidsonderzoeken blijkt dat de studenten redelijk tevreden zijn over de informatievoorziening. De hogeschool is vanaf 2010 bezig met het implementeren van Bison, wat de vervanger wordt van het studentvolgsysteem Volg+. Tijdens de instellingsaudit van 2008 en 2010 is aangetoond dat Saxion door jaarlijks integraal te bekijken wat er nodig is aan ruimte en materiële voorzieningen, ervoor zorgt dat voorzieningen op elke academie en opleiding toereikend zijn om de onderwijsprogramma’s ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen van de RvB met de academiedirecteuren blijkt dat de RvB met deze directeuren spreekt over de benodigde materiele voorzieningen en noodzakelijke en gewenste verbeteringen. Opleiding BI Voorzieningen De academie CII streeft naar adequate huisvesting en materiële voorzieningen. De planning en begroting van materiële voorzieningen is onderdeel van het jaarplan/beleidsrijke begroting, die wordt besproken met de Raad van Bestuur. De academie kan gebruik maken van de faciliteiten van de Hogeschool, zoals onderwijsruimtes en werkplekken voor studenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 34
De Dienst Facilitair Bedrijf, verantwoordelijk voor de algemene ruimtes, inventariseert jaarlijks de huisvestingsbehoefte, zowel kwalitatief als kwantitatief, van alle organisatieonderdelen binnen de Hogeschool. In de zomer van 2007 heeft herhuisvesting van de academie (in Enschede en Deventer) plaatsgevonden. Tijdens deze herhuisvesting zijn materiële voorzieningen voor studenten en personeel op peil gebracht. De academie heeft de kwaliteitseisen voor de materiële voorzieningen vastgelegd. Het auditteam heeft in een rondgang tijdens de audit kunnen vaststellen dat de voorzieningen ruim voldoende zijn. De opleiding heeft binnen het hogeschoolgebouw haar eigen sectie, terwijl studenten gebruik kunnen maken van de computerfaciliteiten, bibliotheek en mediatheek. Het auditteam heeft een goede indruk gekregen van de bibliotheek/mediatheek. In de bibliotheek is van literatuur zowel een inzage- als een uitleenexemplaar beschikbaar. Er is een nieuw draadloos netwerk aangelegd en zijn werkplekken, zgn. open transparante stimulerende werkomgevingen (OTSWO’s), voor studenten gerealiseerd. Deze zijn voorzien van audio- en videovoorzieningen. Daarnaast zijn aparte ruimtes ingericht voor specifieke onderwijsdoeleinden zoals een computerlab met specifieke hard- en software. Oordeel studenten Zoals blijkt uit de uitkomsten van het STO 2009 zijn de studenten over het algemeen zeer tevreden over de studiefaciliteiten als bibliotheek/mediatheek (score 7,4), de onderwijsruimen (score 7,2) en de ict-voorzieningen (score 6,9 ). Ook waren studenten tevreden over de overige faciliteiten als studentenadministratie, opleidingsbalie en restauratieve voorzieningen (gemiddelde score 7,7). Studenten zijn van oordeel dat er voldoende plekken zijn voor het werken in groepen en voor zelfstudie (score 6,8). Samenvattend Het auditteam is van mening dat de opleiding over kwalitatief goede ruimtelijke voorzieningen met werkplekken voor studenten en docenten beschikken. De omvang van deze voorzieningen is toereikend. Verder zijn er voldoende mogelijkheden voor gebruik van de hogeschoolbrede voorzieningen en ruimten. Reden voor het auditteam om het facet Materiële voorzieningen voor alle varianten als ‘goed’ te kwalificeren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 35
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instelling Centraal op instellingsniveau heeft Saxion vastgelegd wat de kwaliteitseisen zijn ten aanzien van studiebegeleiding. De academies zijn zelf verantwoordelijk voor het vormgeven en hanteren van de instrumenten ten aanzien van de studiebegeleiding in de bachelor opleidingen. De aanpak is daardoor verschillend. Op centraal niveau ontvangen academies daarbij ondersteuning. Saxion streeft naar een persoonlijke leerweg (PLW) voor elke student en kent daarvoor studiecontracten, het persoonlijke ontwikkelingsplan (POP), het portfolio en de studieloopbaanbegeleiding (slb). De verschillende niveaus van slb zijn gedefinieerd in drie rollen: (i) docent/instructeur /trainer van de student in de leercyclus; (ii) studieloopbaanbegeleider van de student in de loopbaancyclus; (iii) slb-expert, begeleider van de student en tevens coördinator en adviseur van de teams van slb’ers. In de Saxion-brede OER heeft Saxion op instellingsniveau beschreven waaraan de studieloopbaanbegeleiding ten minste moet voldoen in de propedeutische en postpropedeutische fase met betrekking tot de gesprekken en de verslaglegging. Ook zijn regels vastgelegd met betrekking tot studieadvisering en een negatief studieadvies. De professionalisering van de studieloopbaanbegeleiding wordt vormgegeven door cursussen die door de Saxion Academy worden aangeboden aan medewerkers die rollen in het kader van de studieloopbaanbegeleiding uitvoeren. Voor academies is het mogelijk de docenten indien gewenst extern te laten certificeren als begeleider. Over de wijze waarop de academie vormgeeft aan het beleid met betrekking tot de studieloopbaanbegeleiding vindt periodiek overleg plaats in het bilaterale overleg tussen RvB en academiedirecteuren. Tijdens de instellingsaudit is aangetoond, dat Saxion integraal beleid heeft ontwikkeld met betrekking tot de persoonlijke leerweg. Door medewerkers te scholen in de verschillende rollen van begeleider en hen daarvoor eventueel te certificeren, zorgt Saxion ervoor dat deze medewerkers voldoende competent zijn voor de uitvoering van hun begeleidende taak. Uit de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt dat de RvB met de academiedirecteuren spreekt over de studieloopbaanbegeleiding die de academie en opleiding biedt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 36
Opleiding BI Studiebegeleiding De opleiding heeft haar studieloopbaanbegeleiding vastgelegd in een handleiding ‘Studieloopbaanbegeleiding’. Hierin is de werkwijze voor studieloopbaanbegeleiding beschreven. In de Onderwijs- en Examenregeling is beschreven aan welke formele eisen studiegesprekken, moeten voldoen, de frequentie en welke onderwerpen besproken worden. Iedere student zal bij aanvang van de opleiding een studieloopbaanbegeleider toegewezen krijgen. De studieloopbaanbegeleider maakt met de student een sterktezwakteanalyse in relatie tot het gewenste beroepsprofiel, begeleidt de student bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en de uitvoering daarvan. Tevens adviseert hij de student bij het ontwikkelen van een persoonlijke leerweg. Gedurende de eerste drie leerjaren van de opleiding voert de slb’er gesprekken met de student over zijn voortgang en zijn persoonlijke ontwikkeling. De student werkt in deze jaren aan zijn POP. Op grond hiervan maakt de student keuze bij de invulling van zijn programmaonderdelen in het derde en vierde jaar. Bij de aanvang van een thema vindt een gesprek met de slb’er plaats. De opleiding geeft aan dat – gegeven de omvang van de opleiding – de afstand tussen docenten en studenten klein is, waardoor studenten altijd met vragen bij docenten terechtkunnen. Studenten waarderen in de gesprekken met het auditteam de betrokkenheid van docenten. Studenten worden tijdens de stage en afstudeerperiode (Extern Thema) begeleid door een stage- of afstudeerbegeleider. De begeleider heeft daarbij een coachende rol. In de uitvoeringsfase wordt de student tevens begeleid door een bedrijfsmentor. Deze geeft inhoudelijke feedback en is verantwoordelijk voor de leercondities van de student. De begeleiding is beschreven in de handleiding ‘Extern Thema 1 & 2’. Studieloopbaanbegeleiding is een onderdeel van de onderwijsevaluaties en een vast agendapunt in de jaarlijkse gesprekken met docenten Studievoortgang De studievoortgang wordt bijgehouden en geregistreerd in een geautomatiseerd studievolgsysteem Volg+. Dit wordt binnenkort vervangen door het systeem Bison. Studieloopbaanbegeleiders hebben toegang tot de studieresultaten door middel van een applicatie, Koala-mentormenu. Informatievoorziening Informatieverstrekking aan zittende studenten vindt plaats tijdens voorlichtingsbijeenkomsten, stagevoorbereiding, stageterugkomdagen en tijdens de introductiedagen. Tijdens de introductie komen onderwerpen aan bod als opzet studie, de opzet van binnen- en buitenschoolse programmaonderdelen, de studiebegeleiding en het studieadvies.
Oordeel studenten Uit het STO 2009 blijkt dat studenten van oordeel zijn dat de studieloopbaanbegeleiding hen voldoende in hun studie ondersteunt (score 6,7). Docenten waren voldoende bereikbaar (score 7,6), wat bevestigd werd in de gesprekken met studenten tijdens de audit. Verder zijn studenten onvoldoende tevreden over de informatievoorziening. Hoewel zij van oordeel waren dat zij voldoende geïnformeerd werden over de inhoud van de opleiding (score 6,3), was de informatie over regels en procedures (score 5,6) en over de studievoortgang (score 5,6.) voor verbetering vatbaar.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 37
In de gesprekken met studenten tijdens de audit komt naar voren dat een grote diversiteit aan informatiekanalen bestaat, waardoor er onduidelijkheid bestaat over de informatie zelf. De opleiding geeft aan dat dit een academiebreed aandachtspunt is. Het auditteam heeft kennisgenomen van een academiebreed plan waarin wordt aangegeven op welke wijze de communicatie zal worden verbeterd. Voor de uitvoering is een tijdelijke projectmanager Communicatie aangesteld. Het auditteam ziet hierin voldoende aanknopingspunten op grond waarvan deze problematiek binnen de opleiding adequaat kan worden opgelost.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 38
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Instellingsniveau Het kwaliteitsmanagementsysteem van Saxion kent evaluaties op verschillende niveaus binnen de organisatie. Op concernniveau richt Saxion zich op de studenten via het landelijke studenttevredenheids-onderzoek, op de medewerkers via het tevredenheidsonderzoek, op de alumni via de HBO-Monitor en op het beroepenveld via meting van werkveldtevredenheid. Op concernniveau heeft Saxion streefcijfers vastgelegd. Deze worden onderscheiden in (i) eindresultaten die Saxion wil zien; (ii) indicatoren die bedoeld zijn om te sturen op onderdelen van de strategische visie; (iii) kengetallen die tactisch/operationele stuurinformatie opleveren. Jaarlijks rapporteert de Raad van Bestuur in zijn jaarverslag en het jaarplan over de kengetallen. Elke academie heeft een operationeel evaluatieplan en een vastgestelde werkwijze van evalueren, afgestemd op de specifieke kenmerken van de opleidingen. De uitkomsten van evaluaties worden geanalyseerd en omgezet in verbeterbeleid dat in de p&c-cyclus wordt opgenomen. De uitkomsten van de verschillende onderzoeken worden geanalyseerd, waarna op instellingsniveau, academieniveau en (indien mogelijk) op opleidingsniveau acties worden ondernomen in de p&c-cyclus. In de drie bilaterale gesprekken per jaar tussen het opleidingsmanagement en de academiedirectie, respectievelijk de academiedirectie en de Raad van Bestuur, wordt gesproken over de beleidsontwikkeling, uitvoering en realisatie van verbeterbeleid op basis van het jaarplan en het daarin beschreven evaluatieplan of evaluatiekalender en de (meerjaren)begroting. Over de onderwerpen uit het Saxion Kwaliteitskader Bachelor (SKB) waarover de academies niets rapporteren, verklaren de academiedirecteuren dat deze ‘in control’ zijn. Om dit ‘in control’ daadwerkelijk te kunnen vaststellen, kent Saxion een monitor, waarmee wordt gemeten wat de stand van zaken is in een aantal essentiële processen. Deze monitor is te beschouwen als een aanvulling op de managementrapporten in de PCDA-cyclus. Door zelf op concernniveau, onafhankelijk van managementrapporten, te monitoren wat de stand van zaken is in verschillende bedrijfsprocessen wordt de managementinformatie gecompleteerd en de betrouwbaarheid daarvan geborgd. Tijdens de instellingsaudit in 2010 is aangetoond dat Saxion op centraal niveau kengetallen en streefcijfers heeft vastgesteld, die de academies en opleidingen gebruiken bij het evalueren van hun opleiding. Aangetoond is dat diverse evaluaties op concernniveau met regelmaat worden uitgevoerd en dat de uitkomsten worden geanalyseerd en besproken met de academiedirecteuren. Het SKB borgt dat de academies en opleidingen jaarlijks rapporteren over het geëvalueerde en nog te evalueren beleid. Uit de planning en de verslagen van de bilaterale overleggen blijkt, dat de RvB jaarlijks met de academiedirecteuren spreekt over deze uitvoering.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 39
Opleidingsspecifieke evaluaties, zoals module-evaluaties al dan niet gekoppeld aan het functioneren van de docenten, vinden plaats op academie- en opleidingsniveau. Opleiding BI Streefnormen De academie heeft in de strategische visie een aantal speerpunten voor het beleid van de komende jaren benoemd. Daarbij fungeert het kwaliteitsbeleid als een middel om de kwaliteit of het niveau van het productenaanbod van de academie te evalueren en te verbeteren. Het kwaliteitsbeleid van de academie is neergelegd in het ‘Kwaliteitsbeleidsplan 2009’. De kwaliteitszorg is systematisch en gebaseerd op de PCDA-cyclus. De opleiding meet de kwaliteit van het onderwijs door studenten, medewerkers, alumni en het beroepenveld hierover regelmatig te bevragen. De resultaten worden vastgelegd in rapportages en besproken in het team kwaliteitszorg. Hierin zijn de docenten in de vorm van resultaatverantwoordelijke teams vertegenwoordigd. Naast kwantitatieve informatie verkrijgt de opleiding ook informatie uit incidentele panelgesprekken met studenten en uit evaluatiegesprekken met docenten. De opleiding heeft daartoe streefnormen vastgesteld. Voor ieder onderzoek wordt vooraf vastgesteld aan welke norm- en streefcijfers de resultaten van het onderzoek dienen te voldoen. Het niet behalen van een streefcijfer geeft over het algemeen aanleiding tot nader onderzoek en het doen van verbetervoorstellen door middel van een verbeterplan. Over het algemeen wordt een 70%-norm aangehouden, waarbij op een vijfpuntsschaal een gemiddelde score van 3,5 als normcijfer geldt of op een tienpuntsschaal geldt een normcijfer van ten minste een 7. De uitkomsten van de evaluaties leiden zonodig tot een verbeterplan met acties (zie facet 5.2.). Oordeel studenten Studenten zijn van oordeel dat zij voldoende worden betrokken bij de verbetering van de opleiding. Wel zijn ze ontevreden over de wijze waarop zij worden geïnformeerd over de uitkomsten van de onderwijsevaluaties (STO 2009, score 4,9). De opleiding heeft wat betreft deze terugkoppeling een aantal verbetermaatregelen doorgevoerd, zoals naast een schriftelijke ook een mondelinge terugkoppeling van de evaluatie-uitkomsten naar de academieraad en de studentenraad en studenten worden per mail geïnformeerd over belangrijke aanpassingen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 40
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instellingsniveau Uit de aan het auditteam bij de instellingsaudit overlegde informatie en uit de gesprekken die dat auditteam heeft gevoerd is duidelijk geworden dat op basis van analyse van de managementrapportages en uitkomsten van interne en externe audits verbeteracties worden ondernomen. In het merendeel van de gevallen stellen de managers zelf deze verbeteracties voor aan het naasthogere niveau. Verbeteracties worden opgenomen in jaarplannen en vervolgens uitgevoerd. Over die uitvoering wordt dan weer gerapporteerd. Op centraal niveau leidt de analyse van managementrapportages en audits tot centrale aansturing op een of meer kernthema’s. In 2009 zijn op die wijze drie kernthema’s aan de orde geweest. De resultaten uit de verschillende kwaliteitsonderzoeken worden door het team kwaliteitszorg teruggekoppeld naar de verschillende belanghebbenden (o.a. studenten, docenten, leerplanadviescommissie), die verbetermaatregelen formuleren. Deze worden besproken in het eigen gremium en gerapporteerd aan onder andere het managementteam. De coördinatie ligt bij het kwaliteitsteam. Afhankelijk van de aard van de verbetermaatregelen worden deze direct uitgevoerd en neergelegd in een verbeterplan of actieplan. Bij grotere verbetermaatregelen worden deze in projectvorm doorgevoerd. Opleiding BI De voorgenomen verbeteracties voor de opleiding vloeien voort uit de verschillende evaluaties die de opleiding uitvoert (o.a. panelgesprekken, module-evaluaties, evaluatie bedrijfsbegeleiders, evaluatie gecommitteerden, overleg met beroepenveldcommissie, studenttevredenheidsonderzoek en medewerkerstevredenheidsonderzoek). De opleiding volgt de hierboven beschreven werkwijze van Saxion. Vervolgens worden deze aanpassingen door het RvT verwerkt in het Leer- en Toetsplan en de OER. Het auditteam heeft kennisgenomen van de verbetermaatregelen naar aanleiding van de evaluaties. Ter illustratie volgen enkele verbetermaatregelen: De interne informatievoorziening wordt verbeterd (zie facet 4.2.). Er worden modulehandleidingen/studiewijzers opgesteld. Huiswerk wordt meer op de inhoud van de lessen afgestemd. Dit is door betrokken docenten verbeterd. De procedure rond afstuderen wordt aangepast. Een nieuwe procedure wordt in september 2010 ingevoerd. Het eerstejaarsprogramma wordt aangepast om uitval te voorkomen. De terugkoppeling van de evaluatieresultaten naar studenten wordt verbeterd. Het lijkt het auditteam goed dat de opleiding deze verbeteringen meer inzichtelijk maakt door deze structureel met bijbehorende prioritering op te nemen in bijvoorbeeld het Team Activiteiten Plan (TAP).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 41
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instellingsniveau Het kwaliteitsmanagementsysteem van Saxion kent evaluaties op verschillende niveaus binnen de organisatie. Op concernniveau richt Saxion zich op: de studenten via het landelijke studenttevredenheidsonderzoek (STO) dat vanaf 2010 wordt samengevoegd met de Nationale Studenten Enquête. Deze evaluatie levert vergelijkingscijfers op met andere instellingen. De hogeschool merkt dat studenten niet tevreden zijn over onderwerpen die met de betrokkenheid hebben te maken. De hogeschool experimenteert met panelgesprekken met studenten en studieverenigingen. de medewerkers via het tweejaarlijkse onderzoek van Effectory. In de tussenliggende jaren vindt een steekproef plaats onder 400 medewerkers. De betrokkenheid van medewerkers wordt voorts vergroot doordat zij in veel gevallen werken in resultaatverantwoordelijke teams. Er zijn overal in de organisatie regelmatig personeelsbijeenkomsten en studiedagen, terwijl de Raad van Bestuur eens per jaar een ronde maakt langs academies en diensten en gesprekken voert met medewerkers. de alumni. Saxion volgt zijn alumni via de jaarlijkse HBO-Monitor. Een eigen alumnionderzoek leverde te weinig respons op. het beroepenveld. Instellingsbreed wordt de werkveldtevredenheid gemeten. Dit geschiedt in vier deelonderzoeken: (i) tevredenheid van bedrijfsbegeleiders over de kwaliteit van studenten en de opleiding, (ii) tevredenheid van topmanagers van de belangrijkste werkveldrelaties over Saxion als partner en diens reputatie, (iii) tevredenheid van opdrachtgevers van praktijkgericht onderzoek over de prestaties van de kenniscentra en (iv) tevredenheid van leidinggevenden over de afgestudeerden. De laatste twee genoemde onderzoeken worden uitgevoerd in 2010. De uitkomsten van de verschillenden onderzoeken worden geanalyseerd, waarna op instellingsniveau, academieniveau en (indien mogelijk) op opleidingsniveau acties worden ondernomen in de p&c-cyclus. Op opleidingsniveau worden studenten frequent bevraagd via module-, blok- of periode evaluaties, stage- en werkplekevaluaties en afstudeer- en examenevaluaties. Saxion heeft op concernniveau een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) en op het niveau van academies een academieraad (AR). In deze raden zijn medewerkers en studenten vertegenwoordigd. Opleidingen of clusters van opleidingen kennen een opleidingscommissie (OC). Voor deze raden en commissies bestaat een regeling op concernniveau. Saxion heeft een ‘Reglement Klachtenmanagement Saxion Hogescholen’. Er is een Meldpunt Integriteit en Klachten ingesteld, dat het centrale loket binnen Saxion vormt voor alle klachten op allerlei gebied en vragen of verzoeken rondom integriteit. Bij dit meldpunt is een integriteitfunctionaris benoemd, die borgt dat de klachten worden afgehandeld. Tevens is er een Klachtenfunctionaris studenten van Saxion Hogescholen benoemd. Voor bezwaren tegen uitspraken van de examencommissie heeft Saxion een College van Beroep Saxion Hogescholen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 42
Opleiding BI De academie beschrijft in het Kwaliteitsbeleidsplan voor welke onderdelen betrokkenen worden geraadpleegd of ingezet bij evaluatie en verbetering van de kwaliteit van de opleiding. Betrokkenheid studenten De betrokkenheid van studenten komt tot uitdrukking in het periodieke overleg van het MT met studenten in de verschillende geledingen (via studentenraad, studentenlunches, opleidingscommissie, studiedagen en academieraad). Via Connect-IT en de CII-website worden studenten en medewerkers geïnformeerd over de ontwikkelingen in de academie. Ook worden studenten van de studentenraad en academieraad betrokken bij het bespreken van de resultaten van de onderwijsevaluaties in de resultaatverantwoordelijke teams. Verder worden studenten betrokken bij het interne kwaliteitsbeleid door periodieke moduleevaluaties en panelgesprekken. Betrokkenheid medewerkers Docenten worden bij de interne kwaliteitszorg betrokken door het periodiek gehouden medewerkerstevredenheidsonderzoek. Daarnaast vindt ook in de gesprekscyclus informatie uitwisseling over de uitkomsten van de evaluaties plaats. Ook zijn docenten betrokken via de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de academieraad, de examencommissie en Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E). Betrokkenheid werkveld Het werkveld wordt bij de opleiding betrokken via de beroepenveldcommissie. Hiermee worden inhoudelijke en strategische wijzigingen van de opleiding en het werkveld besproken. Bedrijfsbegeleiders en gecommitteerden worden vanuit hun rol bij het begeleiden en beoordelen van stages en afstudeeropdrachten bevraagd en betrokken bij de opleidingen. De academie heeft convenanten afgesloten met vijf regionale spelers (Thales, Currency Connect, PTS, Stipp en Luminis). In deze convenanten is o.a. opgenomen dat beide partijen elkaar minstens twee keer per jaar informeren over actuele ontwikkelingen, dat relevante stage- en afstudeerplekken beschikbaar gesteld worden en in enkele gevallen dat de bedrijven actief participeren in een van de kenniskringen van de academie. Ook onderhoudt de academie contacten met het internationale werkveld via haar buitenlandse partnerinstellingen en via contacten tijdens stage- en afstudeeropdrachten in het buitenland. Betrokkenheid alumni In het voorjaar van 2010 is de academiebrede notitie ‘Alumnibeleid’ vastgesteld. De academie heeft sinds juli 2009 een website voor haar alumni in gebruik. Deze website biedt een platform voor alumni en de academie om over en weer contact te onderhouden. Via de website worden bijv. alle alumni uitgenodigd om deel te nemen aan een netwerkborrel die gekoppeld is aan de jaarlijkse bedrijvendag van de academie. Klachtenregeling De opleiding beschikt tevens over een eigen klachtenregeling, welke is afgeleid van de standaard Academie Studenten Klachtenregeling.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 43
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Beoordelingsinstrumenten De opleiding beschikt – zoals auditteam heeft kunnen vaststellen – over voldoende bruikbare instrumenten ter beantwoording van de vraag of de eindkwalificaties ook daadwerkelijk worden behaald: de reguliere toetsing, de procedures ter beoordeling van de stage en afstuderen en de betrokkenheid van het werkveld daarbij, de betrokkenheid van de beroepenveldcommissie, het werkveld en het alumnionderzoek. Betrokkenheid werkveld Het werkveld is betrokken bij de beoordeling van de stageresultaten en bij het afstuderen. Bij de beoordeling van het afstudeerwerkstuk speelt het oordeel van de bedrijfsbegeleider een rol bij de vaststelling van het cijfer. In de handleiding ‘Extern Thema’ is daartoe een beoordelingsformulier opgenomen, waarin hij zijn oordeel geeft over onder meer de theoretische kennis van de student, de kwaliteit van de resultaten, de bruikbaarheid voor de organisatie en het functioneren van de student zowel beroepsinhoudelijk als ten aanzien van de algemene competenties. In voorjaar 2009 is een werkveldonderzoek gehouden onder praktijkbegeleiders van stage- en afstudeerprojecten van onder meer de opleiding BI. Het auditteam heeft kennisgenomen van de uitkomsten van dit onderzoek. Hieruit komt naar voren dat het relevante werkveld over het algemeen tevreden is over het hbo-werk- en -denkniveau van de studenten en dat de opdrachten van hbo-niveau en actueel zijn. Wel werden kanttekeningen geplaatst bij de kwaliteit van de rapportages, waaronder de taal- en schrijfvaardigheid. Borging eindniveau In het kader van het project Toetsbeleid (zie facet 2.8.) overleggen in het najaar 2010 afstudeerbegeleiders aan de hand van afstudeerwerkstukken en beoordelingsformulieren over de normering met het oogmerk meer consensus te bereiken in de becijfering. Dit overleg wordt eens per half jaar gevoerd. Het auditteam heeft uit de documentatie afgeleid dat de opleiding verder een structurele borging van het eindniveau voorstaat door inschakeling van de beroepenveldcommissie. Op basis van een aselecte steekproef zal de kwaliteit van het beoordeelde werk worden besproken. Het auditteam acht dit een goed initiatief. Zij is het met de opleiding eens dat hierdoor een duidelijke relatie kan worden gelegd tussen kwaliteitsverbetering, onderwijsinnovatie en validatie door het werkveld. Oordeel auditteam Het auditteam heeft voorafgaand aan de audit zeven afstudeerwerkstukken plus beoordelingen bestudeerd. Het team oordeelde dat de scripties van een voldoende niveau waren. De beoordelingen van de docenten waren adequaat, zij het dat deze in sommige gevallen enigszins aan de te hoge kant waren. Het auditteam meent dat de lat hoger gelegd zou kunnen worden. Op grond van het bestudeerde aantal afstudeerprojecten vindt het panel de keuze van onderwerpen actueel en bruikbaar voor de praktijk. De opzet van het onderzoek is duidelijk beschreven. De probleemstellingen zijn overwegend helder en in deelvragen geformuleerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 44
De meeste werkstukken laten een duidelijke opbouw zien en bevatten over het algemeen onderbouwde conclusies. In een enkel geval zou de theoretische onderbouwing en de methodologische aanpak meer aandacht kunnen krijgen. Een meer structurele inbedding van de onderzoeksleerlijn zou op dit punt kunnen bijdragen aan verbetering. Verder stelt het auditteam vast dat er gebruik wordt gemaakt van relevante literatuur en internetsites. De meeste verslagen zijn goed leesbaar, maar aandacht voor taalgebruik en spelling blijft nodig.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 45
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Instellingsniveau Op concernniveau heeft Saxion streefcijfers en kengetallen vastgelegd. Een aantal streefcijfers heeft betrekking op het onderwijsrendement: studenteninstroom, propedeuserendement, afstudeerrendement, uitval, verblijfsduur en behaalde studiepunten per studiejaar. Academies mogen beredeneerd van de streefwaarde afwijken indien zij aangeven op welke wijze in het tijdsbestek van enkele jaren zij naar de Saxion-streefwaarde toegroeien. De gegevens worden centraal bijgehouden en ter beschikking gesteld aan alle academies. De kengetallen en bijbehorende streefwaarden worden tweejaarlijks geëvalueerd. De academies rapporteren over de gerealiseerde rendementscijfers en hun analyse daarvan. Op instellingsniveau rapporteert Saxion vervolgens in haar jaarverslag over de kengetallen en de behaalde rendementen per opleiding en welke conclusies zij op basis daarvan heeft getrokken en formuleert daaruit voortkomend verbeterbeleid. Opleiding BI Streefcijfers De academie volgt de Saxion-kengetallen voor het onderwijsrendement: Percentage studenten van een cohort dat na twee jaar de propedeuse heeft behaald: minimaal 70%. Percentage uitvallers na één jaar: maximaal 25%. Percentage studenten van een cohort dat na vijf jaar is afgestudeerd: minimaal 50%. Rendementscijfers De onderwijskengetallen van de opleiding januari 2010 laten de volgende rendementscijfers zien. Cohort Abs.
voltijd %
Abs.
Deeltijd %
2002 2003 2004 2005 2006 2007
1 1 5 7
13 17 63 78
1 2 6 8
8 13 26 47
Tabel 1. Propedeuserendement na 2 jaar in aantallen en %(streefnorm 70%)
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 46
Cohort Abs.
voltijd %
Abs.
deeltijd %
2002 2003
?
?
?
?
2004
1
13
3
23
2005
1
33
3
75
Tabel 2: Percentage van een cohort dat na 5 jaar is afgestudeerd (streefnorm 50%)
Uit bovenstaande rendementscijfers is af te leiden dat de streefwaarde die Saxion stelt voor de propedeuse na twee jaar (70%) in de deeltijdvariant niet wordt gehaald. Wel is een stijging van het rendement waar te nemen. De opleiding heeft de rendementscijfers geanalyseerd. De uitval na één jaar tendeert naar niveau dat overeenkomt met de streefnorm van 25% (voltijd 22% en deeltijd 29% voor cohort 2007). Op grond van de analyse geeft de opleiding aan dat bij (aankomende) studenten geen duidelijk beeld bestond over de beroepspraktijk van een BI’er. De opleiding werkt hieraan door o.a. gastdocenten, goede voorlichting in het mbo en het voortgezet onderwijs. Daarnaast is sprake van onderwijskundige ontwikkelingen die mede tot doel hebben de rendementen te verhogen. Zo is in het nieuwe programma (NewBI) de kenniscomponent zwaarder aangezet en wordt nadrukkelijk op kennis getoetst. Ook is de studiebegeleiding geïntensiveerd in de eerste fase van de opleiding. De opleiding geeft aan dat het rendement permanente aandacht heeft in de RVT-overleggen. Ook door de geringe omvang van de opleiding kan een enigszins vertekend beeld ontstaan. Dit geldt volgens de opleiding zeker voor het Ad-programma. Het propedeuserendement bedroeg voor het cohort 2007-2008 67% op basis van drie studenten. De streefwaarde voor het diplomarendement na vijf jaar wordt in de deeltijdvariant gerealiseerd. Het voltijdrendement ligt daar duidelijk onder. Ook hier betreft het kleine aantallen studenten. Wel worden studenten met minstens vijf studiejaren (langstudeerders) aangespoord en gefaciliteerd via extra begeleiding en individuele programma’s de studie af te ronden. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding een afdoende verklaring heeft voor de afwijkingen. In de gesprekken is gebleken dat het management van de opleiding de rendementsafwijkingen onderkent en maatregelen neemt en voornemens is te nemen, zoals verbetering van de voorlichting over het beroepsprofiel, intensivering van de begeleiding in het project PLW en de nadruk op de kenniscomponent. Wel zou volgens het auditteam een structurele inbedding van de exitgesprekken kunnen bijdragen aan het vinden van maatregelen voor rendementsverbetering.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 47
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 48
6.
OORDEELSCHEMA Bedrijfskundige Informatica Voltijd
Onderwerp / Facet 1. Doelstellingen opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
Oordeel V V V V
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
V G V V V V V V V
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
G V V
V
V2
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
G V
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement Samenvattend oordeel
V
V V V V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, croho-nummer 34404, verzorgd door Hogeschool Saxion, in de voltijdvariant op de locatie Deventer, te accrediteren.
2
Extra aantekening ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 49
Bedrijfskundige Informatica Deeltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
V V V
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
G V V V V V V V
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V
V
V G V V V3 G V
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
Samenvattend oordeel
V
V
V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, croho-nummer 34404, verzorgd door Hogeschool Saxion, in de deeltijdvariant op de locatie Deventer, te accrediteren.
3
Extra aantekening ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 50
Bedrijfskundige Informatica Ad-programma Voltijd en Deeltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
V V V
V
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
G V V V V V V V
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
G V V
V
V
V4
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
G V
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
Samenvattend oordeel
V
V
V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO het Ad-programma Bedrijfskundige Informatica, croho-nummer 80014, verzorgd door Hogeschool Saxion, in al haar varianten op de locatie Deventer, te accrediteren.
4
Extra aantekening ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 51
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 52
7.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 53
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 54
BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS Programma Audit Bacheloropleidingen IDM/HIDS en BI Saxion Hogeschool Deventer op 3 juni 2010
Tijd
Gesprekspartners
08.3009.00 09.0009.15
Managementteam IDM en BI:
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam
Voorbespreking
Auditteam
Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Auditteam
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Relatie beroepenveld internationalisering Ad-opleiding Lectoraat / Innovatie Personeel Deskundigheidsbevordering Studieloopbaanbegeleiding Rendementen Kwaliteitszorg
Deel auditteam
Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Relatie beroepenveld Aansluiting instroom en programma aansluitprogramma mbo Studeerbaarheid, studielast, contacturen minoren Praktijkcomponent/stages Onderzoekscomponent Onderwijsontwikkeling Internationalisering
Deel auditteam
Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Relatie beroepenveld Aansluiting instroom en programma aansluitprogramma mbo Studeerbaarheid, studielast, contacturen minoren Praktijkcomponent/stages Onderzoekscomponent Onderwijsontwikkeling Internationalisering
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
Rik Eijsink Hans Oeloff
09.1510.00
Managementteam IDM en BI Rik Eijsink Hans Oeloff
10.0010.45
Curriculumcommissie IDM: Saskia Bijl Laurens Ekkel John van de Pas Margriet de Vos
10.45 11.30
Curriculumcommissie BI: Geert Balsma Frank Nijhuis Jos van de Pol Anja Renkema
11.30– 11.45
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 55
Tijd
Gesprekspartners
Auditoren
Onderwerpen
11.4512.45
Docenten IDM en BI
Auditteam
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Ad-opleiding Samenhang programma Toetsen en beoordelen Stage en afstuderen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Werkdruk Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding
Geert Balsma Saskia Bijl John van de Pas Jos van de Pol Margriet de Vos
12.45– 13.30
Lunch
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
13.3014.00
Rondleiding voorzieningen Leontine Kamphuis
Deel auditteam
bibliotheek/mediatheek en opleidingsspecifieke voorzieningen
Deel auditteam
Verificatie (deel auditteam)
13.3014.00 14.00– 14.45
Studenten IDM (VT, DT en Ad) Marjolein van den Bosch Arjen Elsman Iris van der Male Remco Grievink Dilyana Savcheva
Deel auditteam
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
14.00– 14.45
Studenten BI (VT, DT en Ad) Peter Bax Maayke van der Meulen Thomas Klein Middelink Mike van Schaagen Gerard Sleifer Christian Verharen
Deel auditteam
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
14.4515.30
Lectoraat/kenniskring IDM&BI
Deel auditteam
Opdracht van het lectoraat Relatie en betrokkenheid bij het onderwijs Onderzoek Kenniskring Participatie studenten
Deel auditteam
Stand van zaken: Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering en vastlegging Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling
Rik Eijsink Luc de Krosse John van de Pas Peter Pettinga
14.4515.30
Kwaliteitszorg IDM en BI Jannie Braber Frank Nijhuis Hans Oelff
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 56
Tijd
Gesprekspartners
15.3016.15
Examencommissie/Toetscommissie (IDM en BI): Toetsen en beoordelen
Auditoren Auditteam
Geert Balsma Jannie Braber Hans Oeloff Anja Renkema
Onderwerpen Toetsen en beoordelen: validiteit/ objectiviteit Kwaliteitsborging van praktijkcomponent Resultaten / rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen Instroom Studeerbaarheid, studielast Beoordeling Stage en afstuderen BA Beoordeling afstuderen Ad
16.1517.00
Verificatie
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen
17.0017.15
Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
Auditteam
Pending issues Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
17.1517.45 17.45
Alle gesprekspartners & genodigden
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 57
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 58
BIJLAGE 2 KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING Studenten bacheloropleiding voltijd Aantal studenten 2009
deeltijd
52
81
2009
17
21
2008
15
23
2007
13
18
2006
13
24
Vooropleiding studenten
mbo-4: 63,5%
mbo-4: 71%
havo: 12,5%
havo: 19%
vwo: 12,5%
vwo:
ho:
ho:
overig: 12,5%
overig: 10%
Instroom studenten
Studenten Ad-programma voltijd Aantal studenten 2009
deeltijd
9
13
2009
7
12
2008
7
2
2007
1
4
mbo-4: 71%
mbo-4: 67%
havo: 14%
havo: 8%
vwo:
vwo: 16%
ho:
ho:
overig: 14%
overig: 8%
Instroom studenten
2006 Vooropleiding studenten
Docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten
15 docenten voor alle in Deventer aangeboden opleidingen BI, IDM en Ad-progamma’s BI en IDM
Aantal fte
12,3 fte
Docent–studentratio per variant
1:23,2
6 docenten Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 59
Aantal docenten met een master opleiding
11 docenten
1 (en 1 docent in promotietraject) Aantal docenten met een Phd
Aantal fte in kenniskringen
0,2 fte voor de lector
Rendementsgegevens Diplomarendement (na 5 jaar) in aantallen en %
voltijd
deeltijd
aantal
%
aantal
%
cohort 2004
1
13
3
23
cohort 2005
1
33
3
75
cohort 2003
Propedeuserendement in aantallen en %
voltijd
deeltijd
aantal
%
aantal
%
cohort 2004
1
13
1
8
cohort 2005
1
17
2
13
cohort 2006
5
63
6
26
cohort 2007
7
78
8
47
Contacturen Definitie: iedere vorm van onderwijs waarbij studenten contact hebben met een docent
contacturen e
1 leerjaar
Voltijd en Ad 18 – 20 per week in de eerste twee jaar.
Deeltijd en Ad 10 per week in het 1e en 6 uur per week in het 2e jaar
2e leerjaar 3e leerjaar 4e leerjaar
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 60
BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN W.L.M. (Wienke) Blomen Wienke Blomen is directeur van Hobéon Certificering en trad op als lead-auditor. Wienke is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 was hij werkzaam in diverse functies bij de HBO-raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretarisdirecteur, en sinds 1992 als senioradviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Hij heeft inmiddels een groot aantal audits geleid in het kader van accreditatie binnen verschillende domeinen. Ir. L. (Lieuwe) Roosenschoon Lieuwe Roosenschoon studeerde Landbouwtechniek en Zootechniek aan de toenmalige Landbouwuniversiteit Wageningen (WUR). Hij is vanaf 2005 manager business development bij de marktgroep Library Solutions van Nedap NV te Groenlo. Daarvoor heeft hij vanaf 1987 verschillende ontwikkel- en managementfuncties vervuld bij de marktgroep Agrarische Systemen van de Nedap. Nedap is een internationaal werkend bedrijf, onder andere gericht op RFIDoplosssingen voor bibliotheken. Verder treedt Lieuwe op als gastdocent bij de WUR en begeleidt hij stagiaires, afstudeerders en promovendi van o.a. WUR, Hogeschool HAS Den Bosch, Saxion Hogeschool en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Hij was tot voor kort gedurende een aantal jaren voorzitter van een bestuur van een basisschool te Winterswijk. B. (Bart) van der Meij Bart van der Meij is zelfstandig management consultant en coach op het gebied van innovatie van de bedrijfsvoering en professionele dienstverlening. Hij richt zich op business development, (web)strategie, leider- & vakmanschap, kennismanagement & innovatief werken, voornamelijk in het publieke domein. Voordat Bart zijn eigen bedrijf startte, was hij werkzaam als senior consultant & directeur Projecten bij Reekx en als management consultant bij Ordina Public Management Consulting. Daarnaast publiceert hij met enige regelmaat artikelen en columns voor IK Magazine, blogposts voor onder meer Ambtenaar 2.0, verzorgt hij presentaties en workshops en is regelmatig dagvoorzitter van conferenties en symposia. Bart is interim-voorzitter van het verenigingsbestuur van de Nederlandse Vereniging voor Beroepsbeoefenaren in de bibliotheek-, informatie- en kennissector (NVB). A. (Annebet) Neef Annebet Neef is vierdejaars student aan de bacheloropleiding IDM/Media & Informatiemanagement aan de Hanzehogeschool te Groningen. Zij is lid van de Onderwijscommissie van het Instituut Communicatie & Media van de Hanzehogeschool. Haar afstudeerspecialisatie is Business Information. Annebet hoopt in 2010 af te studeren. Mr. T. (Ton) Vis Ton Vis is zelfstandig adviseur op het brede terrein van het onderwijs en scholing. Hij houdt zich bezig met bestuurlijk/organisatorische en juridische vraagstukken, competentieontwikkeling, (inhoudelijke en proces-)begeleiding van projecten en accreditatievraagstukken. In zijn vorige functies was hij coördinerend secretaris hoger onderwijs en later hoofd wetenschappelijke staf, tevens plv. secretaris/ directeur van de Onderwijsraad. Daarnaast vervult hij een aantal nevenfuncties, zoals vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van een Zorg en Revalidatiecentrum te Rotterdam, lid van de geschillencommissie WMO en van de Commissie van Beroep van de Besturenraad, voorzitter College van Beroep voor de Examens van de Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens en lid van de Nederlandse Vereniging Onderwijsrecht. Verder heeft hij gepubliceerd (o.a. in Thema) over accreditatie in het hoger onderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 61
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 62
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 63
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 64
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 65
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 66
BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende voltijd en deeltijdopleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs’ en voor het Adprogramma het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs (hbo-bachelor): uitwerking voor Associate degree-programma’s tijdens de pilotfase’ (11 februari 2008). Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:
1. Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding aangeleverde schriftelijke informatie. Een overzicht daarvan is te vinden in Bijlage V. Op basis van de door opleidingen aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleidingen op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
2. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie5, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante bacheloropleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven al is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie, en - daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft - ook door eigen waarneming. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
5
De visitatie heeft op 3 juni 2010 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 67
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;6 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
6
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (‘Programma’) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 EC’s) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een Hbo-bacheloraccreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp ‘Programma’ een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 68
BIJLAGE V GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN Een zeer groot aantal documenten is opgenomen in de zogenoemde Compliance Manager en Document Management Systeem van Hogeschool Saxion. Deze systemen zijn via een webapplicatie te benaderen. Hieronder volgen de belangrijkste documenten hieruit. de Onderwijs- en Examenregeling 2009-2010 Jaarplan 2010 Academie CII Managementreview 2009 Academie CII Kwaliteitsrapport opleiding Bedrijfskundige Informatica Curriculum beschrijving BI Verslagen van de beroepenveldcommissie 2009 en 2010 Overzicht van de competenties van docenten (c.v.’s) Boekenlijsten (februari 2009) Resultaten van het Saxion werkveldonderzoek 2009 Rapportage onderwijsevaluatie BI 2009 Rapportage STO 2009 Handleiding extern Thema BI 2009-2010 Stagehandleiding Checklist uitvoering stage Checklist beoordeling stage Handleiding studieloopbaanbegeleiding TeamActiviteitenPlan Deventer 2009-2010 Modulebeschrijvingen en blokboeken Overzicht van Saxion minoren Notitie Inrichting NewBI Stappenplan Interne Communicatie TeamActiviteitenPlan Deventer 2009 Notities rond toetsbeleid, instroombeleid en intake-assessment
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding BI Saxion, versie 1.0⏐ 69