Exploitatie van een nieuw varkensslachthuis te Oevel
MER (PR0723) Niet Technische Samenvatting
eco-scan bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem
De Lokery NV projectlocatie: Nijverheidsstraat 24 2260 Oevel (Westerlo)
deskundigen Erik Meers Johan Versieren Griet Philips Luc Dekoninck Marie-Alix Vandenabeele Peter Hermans
KBO-nummer
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
0887.464.777
1
Inhoud 1
Inleiding ................................................................................................................ 4
2
Verantwoording project .............................................................................................. 5
3
Beschrijving van het studiegebied ................................................................................. 6
4
3.1
Lucht ............................................................................................................. 6
3.2
Oppervlaktewater ............................................................................................. 6
3.3
Geluid en trillingen ............................................................................................ 7
3.4
Bodem ........................................................................................................... 7
3.5
Grondwater ..................................................................................................... 7
3.6
Mobiliteit ........................................................................................................ 7
3.7
Mens-gezondheid ............................................................................................... 8
3.8
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ......................................................... 8
3.9
Fauna en flora .................................................................................................. 9
Beschrijving van de milieu-effecten ............................................................................. 10 4.1
Discipline lucht ............................................................................................... 10
4.1.1
Emissie van NOx, CO en VOC ............................................................................ 10
4.1.2
Geur ........................................................................................................ 10
4.1.3
Transportemissies ........................................................................................ 10
4.2
Discipline oppervlaktewater ............................................................................... 11
4.3
Discipline geluid ............................................................................................. 12
4.4
Discipline bodem ............................................................................................. 12
4.4.1
Bodemkwaliteit ........................................................................................... 12
4.4.2
Bodemverstoring door aanleg van verhardingen ..................................................... 12
4.4.3
Bodemgebruik en bodemgeschiktheid ................................................................. 13
4.5
Discipline grondwater ....................................................................................... 13
4.5.1
Grondwaterkwaliteit ..................................................................................... 13
4.5.2
Grondwaterkwantiteit ................................................................................... 13
4.6
Discipline mens-mobiliteit.................................................................................. 13
4.6.1
Constructiefase-werfverkeer ........................................................................... 13
4.6.2
Bereikbaarheid, doorstroming en draagkracht ....................................................... 13
4.6.3
Toegankelijkheid, verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid ................................... 14
4.6.4
Modal split ................................................................................................. 14
4.7
Discipline mens-gezondheid ................................................................................ 15
4.7.1
Beschrijving hinder ....................................................................................... 15
4.7.2
Beschrijving gezondheidseffecten ..................................................................... 15
4.7.3
Veiligheidsaspecten ...................................................................................... 15
4.8
Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ........................................... 16
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
2
4.8.1
Het landschap als relatiesysteem ...................................................................... 16
4.8.2
Erfgoedaspecten .......................................................................................... 16
4.9 5
Milderende maatregelen ........................................................................................... 18 5.1
6
7
Discipline fauna en flora .................................................................................... 17
Discipline lucht ............................................................................................... 18
5.1.1
Reeds voorziene maatregelen .......................................................................... 18
5.1.2
Eventueel bijkomende maatregelen ................................................................... 18
5.2
Discipline oppervlaktewater ............................................................................... 18
5.3
Discipline bodem ............................................................................................. 20
5.4
Discipline grondwater ....................................................................................... 20
5.5
Overige disciplines ........................................................................................... 21
Conclusie ............................................................................................................. 22 6.1
Lucht ........................................................................................................... 22
6.2
Oppervlaktewater ........................................................................................... 22
6.3
Geluid .......................................................................................................... 22
6.4
Bodem ......................................................................................................... 22
6.5
Grondwater ................................................................................................... 22
6.6
Mens-mobiliteit .............................................................................................. 22
6.7
Mens-gezondheid ............................................................................................. 23
6.8
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ....................................................... 23
6.9
Fauna en flora ................................................................................................ 23
6.10
Eindconclusie ................................................................................................. 23
Bijlagen ............................................................................................................... 24
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
3
1 Inleiding Dit is de niet-technische samenvatting van een milieueffectrapport, m.a.w. een beknopte samenvatting van het eigenlijke milieueffectrapport bestemd voor publiek en belanghebbenden. Een milieueffectrapport is een openbaar document waarin de milieueffecten van een planproces of project en de eventuele alternatieven voor dat planproces of project, worden onderzocht. Het milieueffectrapport beslist niet of het project een vergunning krijgt, dit wordt beslist door de vergunningverlener die hierbij rekening houdt met milieueffectrapport. De niet-technische samenvatting heeft als doel om aan publiek en belanghebbenden de relevante informatie uit het milieueffectrapport van het project of plan te communiceren en hiermee de publieke participatie in het vergunningsproces te bevorderen. Voor de uitgebreide technische informatie moet u het eigenlijke milieueffectrapport raadplegen.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
4
2 Verantwoording project Het project beoogt de exploitatie van het varkensslachthuis te Oevel met een slachtcapaciteit van 40.000 varkens per week. Hiervoor zal een nieuw slachthuis gebouwd worden. In de huidige situatie is er op deze locatie nog geen bedrijfsinfrastructuur aanwezig. Wel is op dezelfde site de uitsnijderij BENS nv gelegen. Dit bedrijf valt onder dezelfde bedrijvengroep als de Lokery. Het slachthuis zal gerealiseerd worden in samenwerking met Noordvlees Van Gool. Het slachthuis bestaat in grote lijnen uit een ontvangstlokaal, waar de varkens gelost worden, een stal, een vuile slachthal, een schone slachthal en een waterzuivering. Daarnaast zijn er eveneens een machinekamer en afvalsilo’s voorzien. Er is een strikte scheiding tussen de ‘onreine’ en ‘reine’ zo ne. Waar mogelijk is het proces geautomatiseerd. Bij het betreden van de slachtlijn valt de lijn onmiddellijk volledig stil. Alle processen (slachten, laden, lossen, kuisen…) met uitzondering van de waterzuivering bevinden zich in hetzelfde afgesloten gebouw. Dit gebouw staat in onderdruk. De waterzuivering wordt buiten geplaatst en waar mogelijk gaan ook deze processen door in afgesloten ruimtes. De karkassen van de geslachte varkens zullen via een directe transportlijn naar de uitsnijderij BENS nv vervoerd worden voor verdere verwerking. Voor het lozen van het afvalwater worden drie opties onderzocht: lozen in de Puntloop via een nog aan te leggen RWA, lozen op de riolering en lozen in het Albertkanaal. Het project betreft in feite een herlokalisatie van het slachthuis De Lokery te Lokeren. Gezien het om een andere projectlocatie, een ander slachtproces en een andere slachtcapaciteit gaat, zijn beide slachthuizen moeilijk te vergelijken. In het MER wordt het daarom niet nodig geacht om het slachthuis te Lokeren in beschouwing te nemen. In het MER worden twee situaties besproken. Een eerste situatie is de huidig situatie (= referentiesituatie). In deze situatie zal de toestand zonder slachthuis verder toegelicht worden. Daarnaast zal ook de gewenste situatie besproken worden, waarbij het slachthuis een slachtcapaciteit heeft van 40.000 varkens per week. Waar noodzakelijk geacht zullen de cumulatieve effecten van omliggende activiteiten eveneens mee in rekening gebracht worden. Hierbij wordt vooral gedacht aan de cumulatieve effecten van de transporten bij Bens nv gezien beide bedrijven op dezelfde site gelegen zijn. Verder zal in het MER ook een uitvoeringsalternatief besproken worden, waarbij de layout van het slachthuis anders is dan in de oorspronkelijk gewenste situatie. De slachtcapaciteit wijzigt niet in dit uitvoeringsalternatief. Ook het slachtproces zal in grote lijnen hetzelfde blijven. Voor oppervlaktewater worden naast de drie mogelijke lozingspunten (RWA, Albertkanaal en riolering) ook twee verschillende uitvoeringsmogelijkheden voor waterverbruik besproken. In een eerste uitvoeringsalternatief wordt uitgegaan van zoveel mogelijk hergebruik van gezuiverd water van de afvalwaterzuiveringsinstallatie. In een tweede scenario zal slechts een beperkte hoeveelheid afvalwater gerecupereerd worden.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
5
3 Beschrijving van het studiegebied De locatie van de inrichting, gelegen in de Nijverheidsstraat 24 te Oevel (Westerlo), wordt getoond op een uittreksel van de topografische kaart van België (Bijlage 1) en van de stratenatlas van België (Bijlage 2). Het bedrijf wordt voorzien op de kadastrale percelen 4de afdeling, sectie A, nr. 424R2 (Bijlage 3). Een luchtfoto van het bedrijf wordt weergegeven in Bijlage 4. Rekening houdend met de ligging van het bedrijf kan gesteld worden dat het bedrijf geen grensoverschrijdende effecten zal veroorzaken. De kortste afstand tot Nederland bedraagt zo’n 25 km, tot Wallonië 41 km en tot het Brussels hoofdstedelijk gewest 45 km. Volgens het gewestplan is het bedrijf gelegen in industriegebied, namelijk de industriezone Oevel, die deel uitmaakt van het Economisch Netwerk Albertkanaal. De voornaamste gewestplanbestemmingen in de omgeving van de inrichting betreffen gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut (begraafplaats Oevel, 15 m W), bestaande waterwegen (Albertkanaal, 180 m NO) en bestaande autosnelwegen (E313, 195 m ZW). Daarnaast bevinden zich binnen een straal van anderhalve kilometer eveneens woongebied (al dan niet met landelijk karakter), bufferzones, agrarische gebieden, natuurgebied, gebied voor dagrecreatie, militair gebied en gebied voor verblijfsrecreatie. Een uittreksel van het gewestplan wordt weergegeven in Bijlage 5. Het nieuwe slachthuis zal onmiddellijk aan de bestaande uitsnijderij BENS nv geplaatst worden. De site wordt omringd door andere bedrijven. In de nabije omgeving zijn drie Seveso-bedrijven gelegen.
3.1 Lucht De dichtstbijzijnde VMM-meetpunten voor luchtkwaliteit bevinden zich op 8 km ten O en 15 km ten noordoosten van de site. Gezien deze meetpunten relatief ver van de projectlocatie gelegen zijn, kan er een beter beeld geschetst worden van de actuele luchtkwaliteit aan de hand van interpolatiekaarten opgesteld door de VMM. Hieruit blijkt dat de kwaliteitsdoelstellingen nergens overschreden worden. De jaargemiddelde NO2-concentratie bedroeg tussen de 15 – 20 µg/m³, de jaargemiddelde PM10-concentratie tussen de 20 en 25 µg/m³. Op het industrieterrein van Oevel zijn nog een aantal andere geurbronnen gelegen. Het aandeel van deze bedrijven speelt eveneens een rol in de totale geurimpact op de omgeving. Op het industrieterrein waar het toekomstige bedrijf van De Lokery voorzien wordt, zijn geen geurbronnen met een gelijkaardig geurkarakter aanwezig. Wel zijn er een aantal bedrijven gesitueerd, actief in de chemische sector. De geur van deze bedrijven heeft echter een chemisch geurkarakter.
3.2 Oppervlaktewater De Puntloop is een onbevaarbare waterloop van tweede categorie en vormt één van de waterlopen uit de bovenloop van de Wimp. Het geheel van waterlopen behoort tot het Netebekken. Het deelbekken van de Wimp is één van de dertien deelbekkens van de Nete. Lozing door het bedrijf op de Puntloop is momenteel echter (nog) niet mogelijk wegens het ontbrek en van een gescheiden riolering. Deze wordt voorzien in het voorjaar van 2016. Andere lozingsopties zijn het Albertkanaal of de gemengde riolering. De Grote Nete (1ste categorie waterloop) is gelegen op ongeveer 5,9 km ten O van de projectlocatie. Deze waterloop heeft viswater als kwaliteitsdoelstelling. In 2011 gaf de Prati-index in verschillende meetpunten aan dat de kwaliteit van het water aanvaardbaar is. De BBI, opgemeten in 2010 in verschillende meetpunten, geeft aan dat er een goede kwaliteit is ter hoogte van de RWZI.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
6
De projectlocatie is op ongeveer 180 m ten ZW van het Albertkanaal gelegen. Deze kunstmatige waterloop staat ingedeeld als bevaarbare waterloop en heeft viswater en productie van drinkwater als kwaliteitsdoelstelling. Ten aanzien van de toekomstige doelstellingen welke op 1/1/2015 van kracht worden dient, cfr. de actuele wetgeving, ook voor het Albertkanaal gerefereerd te worden naar de doelstellingen voor een “grote rivier”, niettegenstaande het Alberkanaal een typisch voorbeeld is van een volledig kunstmatige waterloop. Bij de impactevaluatie zal dan ook met dit nieuw kader rekening gehouden worden. Wordt gekeken naar de verschillende elementen van de watertoets, dan kan vastgesteld worden dat de projectlocatie zich op niet-overstromingsgevoelig, infiltratiegevoelig en matig gevoelig gebied voor grondwaterstroming (type 2) bevindt. Stroomopwaarts de Puntloop situeert zich wel een overstromingsgevoelig gebied t.h.v. Geel-Punt. Inzake waterkwaliteit kan aan de hand van gegevens van de VMM gesteld worden dat de waterkwaliteit in het Albertkanaal goed is. De waterkwaliteit van de Wimp wordt als matig beoordeeld. De Puntloop is sterk verontreinigd. Er is zeer weinig tot geen restcapaciteit meer beschikbaar in de RWZI van Geel.
3.3 Geluid en trillingen Het geluidsklimaat in de omgeving van de site wordt voornamelijk bepaald door de snelweg. Gedurende de nacht wordt het geluidsklimaat tevens deels bepaald door de site van Lubrizol. Het huidige omgevingsgeluid is in strijd met de kwaliteitsdoelstellingen in Vlarem II. De gewenste situatie zal bijgevolg als referentiesituatie gebruikt worden in plaats van de huidige situatie. Omdat op het zelfde bedrijventerrein eveneens de uitsnijderij BENS nv is gelegen, zal voor geluid de effecten van beide sites beschreven worden.
3.4 Bodem Het slachthuis wordt gebouwd op terrein dat momenteel deels verhard is en deels braak ligt. In het verleden hebben nooit eerder industriële activiteiten plaatsgevonden. Gezien de historiek van deze percelen wordt er vanuit gegaan dat deze niet verontreinigd zijn.
3.5 Grondwater Gezien op de percelen van de projectlocatie nooit eerder een bodemonderzoek werd uitgevoerd, zijn er geen gegevens beschikbaar omtrent de grondwaterkwaliteit. Er wordt vanuit gegaan dat het grondwater op de site geen verontreinigingen bevat, gezien er nooit industriële activiteiten hebben plaatsgevonden op de percelen. In de gewenste situatie beschikt het bedrijf over een eigen winning die vanuit de Zanden van Berchem en/of Voort grondwater oppompt. In het studiegebied (straal van 2 km rondom het bedrijf) bevinden zich 18 niet-bedrijfseigen vergunde grondwaterwinningen, waarvan 8 uit dezelfde watervoerende laag winnen.
3.6 Mobiliteit Omdat op het zelfde bedrijventerrein eveneens de uitsnijderij BENS nv is gelegen, zal voor mobiliteit de effecten van beide sites samen beschreven worden. De voornaamste transportroute die wordt genomen door Bens NV en zal genomen worden door De Lokery NV is via de Nijverheidsstraat en de Snelwegstraat (N19) naar de autosnelweg (E313). Deze transportroute volgt de route die voor zwaar verkeer aanbevolen is volgens het mobiliteitsplan van Westerlo. De vele in- en uitritten in de Nijverheidsstraat zijn echter nefast voor het doorgaand
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
7
verkeer. Op de N19 is er een grote kans op filevorming (mobiliteitsplan Westerlo). Deze worden verholpen door het project Noord-Zuid Kempen. In het project Noord-Zuid Kempen bestaat een deelproject er uit om op de E313 ter hoogte van GeelWest een fly-over te maken. De grote meerwaarde van dit concept is dat het noordzuidgerichte doorgaand verkeer door de fly-over wordt gescheiden van het verkeer dat zich op alle belangrijke oostwestgerichte takken bevindt. Er wordt voor dit laatstgenoemde verkeer een bypass voorzien. Het verkeer dat dus naar het industrieterrein langs het Albertkanaal moet (waar de inrichting ligt) kan dus gebruik maken van deze bypass. Door dit project wordt het aanwezige fileleed verholpen. Verder wordt het fiets- en gemotoriseerd verkeer gescheiden. De fly-over van de autosnelweg wordt tegen september 2014 voorzien en zou dus reeds gerealiseerd zijn vooraleer het nieuw slachthuis opgestart wordt. Sporadisch zullen er transporten richting Antwerpen voorkomen. Deze transporten maken gebruik van de Nijverheidsstraat naar de Industrielaan om dan via de Koning Boudewijnlaan (N152) op de E313 te gaan. Momenteel is op de site één toegangsweg voorzien voor de versnijderij Bens NV. De aan- en afvoer van producten gebeurt via de toegangsweg ten westen van de site. De ontsluiting naar de Nijverheidsstraat gaat langsheen het kerkhof van Oevel. De ontsluiting van het naburige transportbedrijf Rovetra gaat tevens langsheen deze route. Het wagenpark van Rovetra bestaat uit 97 trucks en 159 trailers. In de gewenste situatie zal een nieuwe ontsluiting aangelegd worden om de voor menselijke consumptie goedgekeurde waren af te voeren. Deze ontsluiting zal zich ten oosten van de site bevinden (langsheen Kaneka). De aanvoer van producten voor het slachthuis De Lokery zal gebeuren via de bestaande ontsluiting. Ook de afvoer van producten uit de onreine zone gaat via de bestaande ontsluiting gebeuren. Op deze manier is er een strikte scheiding tussen transporten horende bij de onreine zone en transporten horende bij de reine zone.
3.7 Mens-gezondheid Het bedrijf zelf is gelegen in de industriezone Oevel. Het dichtstbijzijnde woongebied is gelegen op 215 m ten ZW van de projectlocatie. Binnen een straal van 1 km zijn ten Z-ZW drie ‘kwetsbare locaties’ gelegen (Bijlage 20). Het gaat om twee gemeentelijke basisscholen en één kinderdagverblijf ‘Het Pareltje’. Daarnaast is op ongeveer 15 m van de inrichting de begraafplaats van Oevel gelegen.
3.8 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Binnen een straal van 1 km rondom de inrichting zijn zeven elementen gelegen die voorkomen op de lijst van Bouwkundig Erfgoed. Het betreffen historische huizen/hoeves, één kerk en één kapel. In Westerlo werden in het verleden reeds vondsten gedaan met betrekking tot bewoning uit de late Middeleeuwen. Wordt de landschapsatlas in beschouwing genomen, dan wordt vastgesteld dat de inrichting gelegen is in het traditionele landschap ‘Land van Geel-Mol’. Dit traditionele landschap heeft volgende wenselijkheden:
gedifferentieerd ruimtelijk beleid volgens de subeenheden gericht op het behoud van de verscheidenheid;
grote boscomplexen beschermen tegen versnippering, verstoring door recreatie en bebouwing (weekendverblijven);
verbeteren bosbeheer;
karakteristieke valleilandschappen verbeteren door het herstellen van een halfopen landschap, betere groenconnectiviteit, extensief landgebruik en waterrijkheid te behouden;
milieusanering in het oostelijk deel.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
8
De projectlocatie is gesitueerd in industriegebied. Rondom de locatie zijn verschillende andere bedrijven gelegen, waaronder de uitsnijderij Bens nv, het Seveso-bedrijf Kaneka Belgium, de transportfirma Roventa en de industriële aannemer Willems & co bouwbedrijf. De projectlocatie wordt afgeschermd van de Nijverheidsstraat door deze omliggende bedrijven. De omgeving van het bedrijf wordt gekenmerkt door een industrieel uitzicht met groenelementen.
3.9 Fauna en flora In een straal van 2 km rondom de inrichting zijn geen Natura 2000-gebieden of VEN-gebieden gelegen. Op ongeveer 1.205 m ten W van de inrichting is een natuurreservaat gelegen. In de gemeente Westerlo zijn er drie natuurgebieden gelegen. De dichtste bevindt zich op ongeveer 575 m van het bedrijf. Het gaat om het natuurgebied ‘Nieuwe Hoeve’. Het betreft een voormalig militair gebied dat nu ingericht is als domeinbos. Het grootste deel van het domein bestaat uit naaldbossen, die geleidelijk omgevormd worden tot gemengde naald- en loofbossen ter bevordering van de biodiversiteit. Daarnaast bevinden zich in de gemeente Westerlo ook nog de natuurgebieden ‘Zaertloopvallei’ (ongeveer 6,9 km ten Z) en ‘Rothoek - Kwarekken’ (ongeveer 6,8 km ten Z). In de directe omgeving van de inrichtingen zijn verschillende biologisch (zeer) waardevolle gebieden gelegen, zoals aangeduid op de biologische waarderingskaart. Het gebied wordt gekenmerkt als weinig verdrogingskwetsbaar en niet kwetsbaar voor geluidsverstoring
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
9
4 Beschrijving van de milieu-effecten 4.1 Discipline lucht 4.1.1
Emissie van NOx, CO en VOC
Op het bedrijf zal een stookinstallatie van 4.800 kWh aanwezig zijn die werkt op aardgas. Er wordt verwacht dat er voldaan zal worden aan de emissiegrenswaarden voor lucht. De impact van NOx, CO en VOC kan op basis van een kwalitatieve beoordeling als beperkt tot verwaarloosbaar worden beoordeeld. Gezien de beperkte NO x-emissies die verwacht worden, kan ook de bijdrage tot de verzurende depositie als beperkt tot verwaarloosbaar ingeschat worden.
4.1.2
Geur
De mogelijke emissiebronnen op het bedrijf zijn emissies vanuit de stal, emissie van het slachtproces en emissie van de waterzuiveringsinstallatie. In het MER werd onderzocht welk type luchtzuiveringsinstallatie best geschikt is voor het slachthuis. Hieruit werd beslist om een biologische gaswasser te installeren voor de behandeling van de afvallucht. Hierin wordt de lucht van de loskades, de afvalopslag, stal, onreine slachthal en darmwasserij behandeld. Rekening houdend met bovenstaande en met kengetallen uit de literatuur werd een model opgesteld. De belangrijkste onderdelen van het proces waarbij geuremissie wordt verwacht, zullen gelokaliseerd worden binnen de bedrijfsgebouwen. De geuremissies van deze procesonderdelen zullen tevens worden verzameld en behandeld in de luchtzuiveringsinstallatie. Bij de beoordeling van geur wordt gewerkt met 98-percentielen; dit impliceert dat het geëvalueerde hinderniveau slechts in 2 % van de tijd zal optreden. Concreet gezien tonen de impactberekeningen aan dat de geurwaarneming van het slachtproces in de omgeving van het bedrijf beperkt zal zijn, mits behandeling van de verschillende procesonderdelen in de voorziene luchtbehandelingsinstallatie. Wat betreft de waterzuivering, zal de voorzuivering en de slibverwerking binnen gebouwen worden geplaatst. De lucht van de voorzuivering en de slibverwerking zal behandeld worden in de voorziene luchtzuiveringsinstallatie. De biologie zal niet overdekt worden. Wat betreft de biologie, blijkt uit meetgegevens bij gelijkaardige slachterijen dat de geur van de biologie niet of slechts beperkt buiten de terreingrenzen wordt waargenomen. Samenvattend kan gezegd worden dat inzake geur een beperkt effect van het bedrijf op de omgeving wordt verwacht.
4.1.3
Transportemissies
De transportemissies werden uitgerekend met CAR-Vlaanderen, maar blijken verwaarloosbaar. De resultaten geven aan dat voor NO 2 aan de betreffende grenswaarden en overschrijdingsmarges wordt voldaan. Voor PM10 worden er overschrijdingen van de grenswaarde geregistreerd. Hierbij kan worden opgemerkt dat de kleine toename tussen de berekende jaargemiddelde concentraties en de jaargemiddelde achtergrondconcentratie duiden op reeds hoge aanwezige achtergrondconcentraties en slechts een beperkte bijdrage van het extra plaatselijk verkeer a.g.v. de activiteiten van het slachthuis De Lokery.
4.1.4 Uitvoeringsalternatief In het uitvoeringsalternatief wordt een WKK voorzien. Daarnaast worden twee stookinstalla ties van 750 kW, een brander (vlamoven) van 2 MW en een brander (decontaminatieoven) van 0,6 MW voorzien. Hierdoor zal er een significante stijging zijn in NO x-emissie. Echter, door de WKK zal grotendeels in eigen elektriciteitsproductie voorzien worden, waardoor er in theorie minder uitstoot van NOx zal
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
10
optreden bij de huidige externe elektriciteitsproductie. Net door de koppeling van de productie van warmte en elektriciteit, is er in de toekomstige situatie een meer efficiënte toepassing van de primaire energiebron. De leverancier garandeert dat voldaan wordt aan de emissiegrenswaarden. Uit modelleringen blijkt dat het uitvoeringsalternatief weinig effect heeft inzake geur. Door de grotere luchtvolumes die behandeld worden (groter volume slachthuis), zal de massastroom ook groter zijn, waardoor de 0,5 se/m³-contour iets groter is.
4.2 Discipline oppervlaktewater Het afvalwater van het slachthuis wordt allemaal gezuiverd in de waterzuiveringsinstallatie (= WZI). Een deel hiervan wordt geloosd (in de regenwaterafvoer, de gemengde riolering of het Albertkanaal) en een ander deel wordt (al dan niet beperkt) gerecupereerd en opnieuw toegepast op het bedrijf. Daarnaast wordt tevens grondwater aangewend in het slachtproces. De geloosde hoeveelheden afvalwater en vuilvrachten in dit afvalwater werden berekend aan de hand van gegevens uit andere varkensslachthuizen en de sectorale grenswaarden. Zo veel mogelijk gebruik recuperatiewater Aan de hand van de hoeveelheid afvalwater en vuilvracht van dit afvalwater kan vastgesteld worden, dat er bij de lozing op de Puntloop, die uiteindelijk in de Wimp uitmondt, een verwaarloosbare tot beperkte impact zal optreden in de Wimp, indien zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van recuperatiewater. Enkel inzake totaal fosfor geldt een relevante impact. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de reeds aanzienlijke achtergrondconcentratie in de ontvangende waterloop. Door het lage debiet van de Puntloop zal hier een zeer relevante impact gelden door de lozing van afvalwater. Ook bij lozing op de Loofvenloop of Zandvoortloop geldt om die reden een zelfde impactbeoordeling. Wanneer (tijdelijk) op de riool geloosd wordt, wordt uitgegaan van een negatieve impact. Op zich zal het afvalwater van De Lokery een verwaarloosbare impact hebben bij lozi ng op de riolering. De RWZI van Geel heeft echter geen of nauwelijks restcapaciteit. Bovendien bevat het geloosde afvalwater geen of nauwelijks biologische afbreekbaar materiaal, wat nefast is voor de goede werking van de RWZI. Daarom wordt toch uitgegaan van een negatieve impact. Indien geloosd zou worden op het Albertkanaal dan wordt de impact van de lozing voor de besproken parameters als verwaarloosbaar beschouwd. Bij zeer droge periodes kan evenwel wel sprake zijn van een relevante impact. Uit berekeningen blijkt dat de impact bij lozing op het Albertkanaal inzake microbiologische parameters als verwaarloosbaar kan aanschouwd worden. Ook voor andere categorieën van organismen waarvoor geen doelstellingen beschikbaar zijn zal, volgens de beschikbare gegevens, een verwaarloosbare impact optreden bij lozing op het Albertkanaal. Er zijn geen gegevens beschikbaar die er zouden op wijzen dat een eventuele lozing van gezuiverd bedrijfsafvalwater een negatief effect zal hebben op de drinkwaterkwaliteit van water bereid uit het Albertkanaal. Dit sluit uiteraard niet uit dat geen rekening kan gehouden worden met het voorzorgprincipe. Enkel op basis van monitoring kan hieromtrent meer uitsluitsel gegeven worden. Beperkt gebruik recuperatiewater Bij dit scenario zal de impact van fosfor op de Wimp nog relevanter zijn dan in het scenario waarbij recuperatiewater zoveel mogelijk wordt hergebruikt. Dit is grotendeels te wijten aan de zeer aanzienlijke achtergrondconcentratie in de Wimp. Ook voor tin en kobalt kan een relevante impact gelden. Enkel monitoring kan voor deze parameters uitsluitsels geven over de werkelijke bijdrage. Voor de overige parameters geldt tevens een verwaarloosbare tot beperkte impact op de Wimp. Door het lage debiet van de Puntloop zal de impact op de Puntloop voor meerdere parameters meer relevant zijn, zelfs bij voldoen aan de lozingsnormen. De impact op de Puntloop kan dan ook als
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
11
significant negatief beoordeeld worden. Dit door het zeer lage debiet. Een zelfde impactbeoordeling geldt voor lozing op de Loofvenloop of Zandvoortloop. Indien in dit scenario geloosd wordt op de riolering, dan geldt een belangrijke impact. Dit omdat de WZI momenteel reeds volledig belast wordt. Er zal terzake dan ook met Aquafin een overeenkomst dienen gesloten te worden. Bij lozing op het Albertkanaal zal ook in dit scenario een verwaarloosbare impact gelden en dit zowel bij jaargemiddelde lozing als bij pieklozing. Bij zeer droge periodes kan er wel kortstondig een relevante impact optreden. De relevantie hiervan hangt zeer sterk af van de duur van deze droge periodes. Deze tijdelijke effecten zullen zich maximaal 34 dagen per jaar voordoen. Wat betreft de impact van de ziekte-verwekkende micro-organismen in het geloosde afvalwater kan eveneens uitgegaan worden van een verwaarloosbare impact.
4.3 Discipline geluid Om de geluidsimpact van het nieuw slachthuis te bepalen werden op drie verschillende plaatsen geluidsmetingen van de huidige toestand uitgevoerd. De geluidsemissie van het slachthuis werd bepaald aan de hand van technische fiches van de machines die het nieuw slachthuis zal bevatten. Omdat het proces zelf doorgaat in een afgesloten gebouw wordt de geluidsemissie van het gebouw zelf als verwaarloosbaar geacht. Er werd een model opgesteld voor de nieuwe situatie. Hierbij werd voornamelijk rekening gehouden met de geluidsemissie van de koelgroep op het dak en de waterzuiveringsinstallatie. Uit het model blijkt dat er geen wijziging in geluidsklimaat verwacht wordt aan de Onze -LieveVrouwstraat, Loofven en Moleneinde. De specifieke geluidsemissie van het nieuwe slachthuis zal beduidend lager zijn dan de grenswaarde (opgelegd door Vlarem). Uit de metingen bleek dat het geluidsklimaat in de omgeving van het bedrijf voornamelijk bepaald wordt door de autosnelweg. Het wegverkeer van De Lokery en Bens zal een verwaarloosbare bijdrage hebben aan de totale geluidsemissie van het wegverkeer in de omgeving van de site. Ook tijdens de nachtperiode wordt het geluid langsheen de transportroute vooral gedomineerd door het geluid van de snelweg. Wat betreft het uitvoeringsalternatief (aangepaste layout) zal er, mits de nodige aandacht voor de geluidsemissie beperkende maatregelen op de verschillende geluidsbronnen en in het bijzonder voor de WKK, een vergelijkbaar effect gelden op de omgeving als in het basisscenario.
4.4 Discipline bodem 4.4.1
Bodemkwaliteit
Het slachthuis zal enkele activiteiten bevatten die potentieel bodemverontreinigend zijn (waterzuiveringsinstallatie, opslag van gevaarlijke stoffen…). Deze activiteiten worden echter allen conform de wettelijke vereisten opgesteld en vinden plaats op een verharde ondergrond. Zo wordt insijpeling bij eventuele calamiteiten vermeden. Er geldt bijgevolg een verwaarloosbaar effect naar bodemkwaliteit.
4.4.2
Bodemverstoring door aanleg van verhardingen
Aan de hand van de drainageklasse, textuur en een sonderingsverslag worden geen significante effecten verwacht inzake wijziging van bodemstabiliteit, bodemstructuur of bodemvochtregime door de bouw van het slachthuis. Gezien er deels nieuwe verhardingen dienen aangelegd te worden, wordt een gering negatief effect verwacht inzake profielverstoring door de bouw van het slachthuis.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
12
4.4.3 Bodemgebruik en bodemgeschiktheid Gezien de locatie zich middenin industriegebied bevindt, wordt geoordeeld dat er een verwaarloosbaar effect zal zijn inzake bodemgebruik en bodemgeschiktheid.
4.4.4 Uitvoeringsalternatief Omdat het slachthuis in het uitvoeringsalternatief iets groter is dan in het basisscenario, zal er iets meer grondverzet nodig zijn. Er worden verder geen bijkomende effecten door het uitvoeringsalternatief ten opzichte van het basisscenario.
4.5 Discipline grondwater 4.5.1
Grondwaterkwaliteit
Gezien alles conform de wettelijke eisen zal worden uitgevoerd en er geen water geloosd zal worden in het grondwater, worden geen effecten op de grondwaterkwaliteit verwacht. Er zullen peilputten geplaatst worden om de grondwaterkwaliteit op te volgen.
4.5.2
Grondwaterkwantiteit
Er wordt een vergunning aangevraagd om in het eerste jaar 148.940 m³/jaar op te pompen en om in de volgende jaren 81.944 m³/jaar op te pompen (uitgaande van zoveel mogelijk hergebruik van recuperatiewater). Dit wordt zo aangevraagd omdat in het eerste jaar nog een reserve moet opgebouwd worden. Het grondwater wordt aangewend in het proces, waar om hygiënische redenen geen regenwater of recupwater kan gebruikt worden. Het grondwater wordt opgepompt uit de Zanden van Berchem en/of Voort vanop een diepte van 90 m. De grondwaterwinning zal geen andere grondwaterwinningen, die uit dezelfde watervoerende laag pompen, beïnvloeden. Wel kan er mogelijks een invloed optreden op de winning van het bedrijf BENS nv. Wordt er slechts beperkt gebruik gemaakt van recuperatiewater, dan dient meer grondwater opgepompt te worden, namelijk zo’n 220.000 m³/jaar. Ook in dit scenario zal de grondwaterwinning geen andere grondwaterwinningen beïnvloeden.
4.5.3
Uitvoeringsalternatief
In dit scenario wordt eenzelfde hoeveelheid grondwater uit twee pompputten opgepompt, nog steeds uit het Mioceen Aquifersysteem. De pompputten zijn ten Z van het slachthuis georiënteerd. Er zullen ook in dit scenario geen andere grondwaterwinningen dan deze van de site binnen de invloedstraal gelegen zijn. Wat grondwaterkwaliteit betreft blijft de effectbeoordeling voor het uitvoeringsalternatief dezelfde ten opzichte van het oorspronkelijk scenario.
4.6 Discipline mens-mobiliteit 4.6.1
Constructiefase-werfverkeer
Het werfverkeer zal via de nieuwe toegangsweg, ten oosten van de site gebeuren. Gezien de site bereikt wordt via een aparte toegangsweg zullen geen omleidingen nodig zijn tijdens de bouwfase. Het aantal werfwagens zal beperkt blijven. De effecten van de bouwfase worden bijgevolg verwaarloosbaar geacht op vlak van mobiliteit.
4.6.2
Bereikbaarheid, doorstroming en draagkracht
Voor de voetgangers is de site wel te bereiken, maar is er geen infrastructuur voorzien om deze op een goede en veilige manier te ontsluiten. Fietsers kunnen de site op een goede manier bereiken.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
13
De site is relatief goed bereikbaar met het openbaar vervoer, gezien er een bushalte op ongeveer 100 m van de site gelegen is. Een deel van de werknemers begint of stopt echter om 4 u met werken. V oor geen is het openbaar vervoer geen optie. Het treinstation is relatief ver van de site gelegen en dus een minder goed alternatief. Gezien de ligging van de site vlakbij de autosnelweg kan verder geconcludeerd worden dat de bereikbaarheid van de site via de (vracht)wagen momenteel relatief goed is. Op de N19 is er momenteel een grote kans op filevorming. Deze worden verholpen door het project Noord -Zuid Kempen. Er wordt verwacht dat bij het begin van dit project de fly-over van het project Noord-Zuid Kempen zeker gerealiseerd is en dat de doorstroming op de N19 bijgevolg veel vlotter zal gaan. Hierdoor zal de bereikbaarheid van de site zeer goed worden. De uitbreiding zal voor de draagkracht van de transportroutes voor geen of een verwaarloosbaar negatief effect zorgen.
4.6.3
Toegankelijkheid, verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid
Er zal een verwaarloosbaar effect zijn inzake verkeersleefbaarheid langsheen de transportroute. De aan- en afvoer van het onrein deel van de site gebeurt echter langsheen een ontsluitingsweg die zich naast het kerkhof van Oevel bevindt. In de huidige situatie vinden zo’n 58 transporten plaats langsheen deze weg (heen- en terugrit). In de gewenste situatie zullen dit 80 transporten zijn langsheen deze ontsluitingsweg. Alle transporten vinden tijdens de werkweek plaats. Bovendien vindt een groot deel van de transporten ’s nachts of ’s morgensvroeg plaats, waardoor de invloed op de verkeersleefbaarheid beperkt zal blijven. Hierbij dient opgemerkt te worden dat zwaar verkeer voor minder hinder zorgt in industriegebied inzake verkeersleefbaarheid. Daarnaast doorkruist de voornaamste transportroute geen woongebieden, wat een zeer positief punt is. Er wonen slechts enkele personen langs de voornaamste transportroute. Op de E313 bevindt er zich ter hoogte van de oprit/afrit Geel West een ‘gevaarlijke punt’, vastgesteld door het Agentschap Wegen en Verkeer. Langsheen de Nijverheidsstraat en Snelwegstraat in het verleden verschillende ongevallen plaatsvonden al dan niet met fietsers.
4.6.4
Modal split
De aan- en afvoer van goederen gebeurt in de eerste plaats met de vrachtwagen of bestelwagen. Het aandeel van het wegverkeer in de modal split van het goederenverkeer van het bedrijf bedraagt dus zowel in de huidige als in de gewenste situatie 100 %. Dit komt overeen met een significant negatief effect. Echter, hieraan kunnen geen inspanningen geleverd worden, gezien de andere vervoersmiddelen niet geschikt zijn. Het aandeel van het wegverkeer in de modal split van de werknemers van de site wordt in beide situaties beoordeeld als positief. Een groot aandeel van de werknemers carpoolt namelijk, waardoor er minder autogebruik is dan moest iedereen apart met de auto komen. Daarnaast komen een aantal werknemers met de fiets, bromfiets, het openbaar vervoer of te voet.
4.6.5 Uitvoeringsalternatief In het uitvoeringsalternatief wordt de parking voor de werknemers voorzien langs de westelijke toegangsweg (Boerenhof). Het lossen van de vrachtwagens gebeurt ten N van de site. Er blijft een scheiding tussen onreine en reine zone met dezelfde toegangswegen. Er wordt in de reine zone ook stalplaatsen voor vrachtwagens voorzien. Het totaal aantal parkeerplaatsen voor personenwagens bedraagt 127 parkeerplaatsen, waarbij 65 parkeerplaatsen voorzien zijn in de onreine zone (De Lokery) en 62 in de reine zone (Bens nv). Dit is meer dan in het oorspronkelijk scenario (93 parkeerplaatsen in totaal) en ruim voldoende. Voor vrachtwagens zullen er 53 parkeerplaatsen voorzien worden. Het transport zal nog steeds door externen gebeuren.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
14
Het uitvoeringsalternatief zal geen invloed hebben op de effecten van de constructiefase, de bereikbaarheid van de site, de toegankelijkheid, verkeersveiligheid, verkeersleefbaarheid en de modal split.
4.7 Discipline mens-gezondheid 4.7.1 4.7.1.1
Beschrijving hinder Geurhinder
Door het nieuw slachthuis kan beperkte geurhinder optreden ter hoogte van enkele woningen gelegen in Moleneinde en het woongebied van Oevel.
4.7.1.2
Geluidshinder
Uit de discipline geluid blijkt dat het geluidsklimaat ter hoogte van de omliggende woningen voornamelijk bepaald wordt door het geluid van de autosnelweg. Ter hoogte van de omliggende woningen wordt geen wijziging verwacht door de exploitatie van het nieuwe slachthuis. Er worden dan ook geen gezondheidsklachten veroorzaakt door geluidsemissie van het slachthuis verwacht. Ter hoogte van het nabijgelegen kerkhof te Oevel zal het specifiek geluidsniveau van het slachthuis 39,1 dB(A) bedragen, wat meer dan 10 dB(A) lager ligt dan de grenswaarde en eveneens lager is dan het achtergrondgeluidsniveau. Voor de bezoekers van het kerkhof wordt aldus evenmin bijkomende (geluids)hinder verwacht. Het varkensslachthuis brengt nachtelijke transporten met zich mee. Uit de discipline geluid blijkt echter dat de geluidsimmissie langsheen de transportroute gedomineerd wordt door het geluid van de autosnelweg. Er wordt dus geen bijkomende hinder of slaapverstoring verwacht door deze transporten.
4.7.1.3
Visuele hinder
Het bedrijf is gelegen in industriegebied en omringd door (hoge) bedrijven. Aan de zijde van het kanaal is het bedrijf voorzien van een groenscherm. De visuele hinder door de aanwezigheid van het slachthuis is aldus zeer beperkt.
4.7.2 4.7.2.1
Beschrijving gezondheidseffecten Via lucht
Gezien de emissie van het bedrijf niet giftig zijn, worden geen rechtstreekse gezondheidseffecten verwacht door het bedrijf.
4.7.2.2
Via bodem en grondwater
Er wordt geen verontreiniging van bodem of grondwater verwacht. Het risico op gezondheidseffecten via bodem en grondwater is aldus minimaal tot nihil.
4.7.2.3
Via oppervlaktewater
Er worden geen (bijkomende) gezondheidseffecten verwacht wanneer geloosd wordt in de Puntloop, Loofvenloop, Zandvoortloop of op de gemengde riolering. Bij lozing op het Albertkanaal geldt er een verwaarloosbare impact, ook voor wat betreft (ziekteverwekkende) micro-organismen. Er wordt echter, vanuit het voorzorgsprincipe uitgegaan van een negatief effect. Er wordt dan ook aangeraden om gebruik te maken van vergaande zuiveringstechnieken bij lozing op het Albertkanaal.
4.7.3
Veiligheidsaspecten
Zowel inzake voedselveiligheid als inzake veiligheid voor werknemers en omwonenden, worden geen of verwaarloosbare effecten verwacht.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
15
4.7.4
Uitvoeringsalternatief
De impactbeoordeling voor de discipline mens-gezondheid blijft dezelfde als in het basisscenario. Mogelijks treedt er een verbetering op inzake visuele aspecten door het voorzien van de loskades ten N van het bedrijf in plaats van ten W. De loskades zullen namelijk meer afgeschermd zijn van het kerkhof.
4.8 Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 4.8.1 Het landschap als relatiesysteem De bouw van het nieuw slachthuis, is gezien de ligging, niet in strijdt met de wenselijkheden van het traditioneel landschap ‘Land van Geel-Mol’. In de omgeving van het bedrijf, op zowat 850 m ten W van het bedrijf, bevindt zich de relictzone “Bosgebied Olen”. Het bedrijf zal, gezien de afstand tot deze zones, hier geen invloed op uitoefenen. Er zal aldus geen verstoring van de landschappelijke erfgoedwaarde en/of de beschermde entiteiten optreden door het plaatsen van het bedrijfsgebouw
4.8.2 4.8.2.1
Erfgoedaspecten Bouwkundig erfgoed
Binnen een straal van 1 km rondom de inrichting zijn zeven elementen gelegen die voorkomen op de lijst van Bouwkundig Erfgoed. Het betreffen historische huizen/hoeves, één kerk en één kapel . Het dichtstbijzijnde element is gelegen over de autosnelweg. Het bedrijf zal hierop geen invloed uitoefenen.
4.8.2.2
Archeologie
In Westerlo werden in het verleden reeds vondsten gedaan met betrekking tot bewoning uit de late Middeleeuwen. Indien tijdens de bouwfase archeologische vondsten worden gedaan, dient er binnen de drie dagen een melding gedaan te worden van deze vondsten bij het agentschap Onroerend Erfgoed. De vondsten dienen 10 dagen na het vinden bewaard, beschermd en toegankelijk gesteld worden voor onderzoek.
4.8.2.3
Perceptieve aspecten
In voorliggend project zal een nieuw varkensslachthuis gebouwd worden. Het varkensslachthuis zal onmiddellijk aan de bestaande uitsnijderij gebouwd worden (ten NW van het gebouw). Gezien het nieuwe gebouw omringd zal zijn door bestaande bedrijfsgebouwen, zal de zichtbaarheid van het gebouw beperkt blijven. Het nieuwe gebouw zal opgebouwd worden in gelijkaardige kleuren en materialen als de bestaande gebouwen. Er wordt een groenzone voorzien van 3 m rondom het bedrijfsgebouw. Rondom het slachthuis wordt, conform Vlarem, een omheining voorzien met een hoogte van 2 m. Op basis van voorgaande zaken kan geconcludeerd worden dat er geen of een verwaarloosbare verstoring van het landschap zal optreden door het nieuwe bedrijfsgebouw. Er wordt bijgevolg uitgegaan van een verwaarloosbaar effect.
4.8.3
Uitvoeringsalternatief
Gezien de locatie van het slachthuis tussen andere grote bedrijven, de beperkte hoogte van het slachthuis (ongeveer 7,5 m) en de afscherming door bomen langsheen het Albertkanaal en andere bedrijfsgebouwen ten Z, zal het uitvoeringsalternatief geen effect hebben op landschap. De emissies van het slachthuis zullen niet significant wijzigen ten opzichte van het oorspronkelijk scenario, dus zal er ook geen invloed zijn op effect naar bouwkundig erfgoed. Door dat het bebouwde oppervlak groter
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
16
wordt in dit scenario is er een iets grotere kans om archeologische vondsten te doen. Deze kans wordt echter nog steeds als minimaal beoordeeld.
4.9 Discipline fauna en flora Inzake verdroging geldt een gering negatief effect omdat, door de exploitatie van de grondwaterwinning, de grondwatertafel met meer dan 5 cm zal dalen ter hoogte van enkele weinig verdrogingskwetsbare gebieden. De effecten zullen gezien de diepte van de winning (90 m) aan de oppervlakte beperkt zijn. Voor de aspecten verzuring en vermesting, direct ecotoopverlies, rustverstoring en vergiftiging worden geen of verwaarloosbare effecten verwacht. Indien het uitvoeringsalternatief uitgevoerd wordt, geldt eenzelfde effectbespreking.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
17
5 Milderende maatregelen 5.1 Discipline lucht 5.1.1
Reeds voorziene maatregelen
Wat betreft de stookinstallaties betreffen het hier nieuwe installaties waarbij zal voldaan worden aan de BBT. Tevens zullen hierbij de nodige emissiemetingen worden uitgevoerd zoals de meetverplichting voorschrijft. Wat betreft geur wordt momenteel een biologische gaswasser met actief slib recirculatie voorzien voor de behandeling van volgende luchtstromen Loskades voor aanvoer en lossen -
Ruimte voor reinigen vrachtwagens
-
Stallen
-
Onreine slachthal
-
Darmwasserij
-
Ruimte met opslagsilo van restproducten (afval)
-
Gebouw voor fysico-chemische voorzuivering
Er wordt geopteerd om te werken met een wastoren die zich boven de waterzuiveringsinstallatie bevindt, zodat het aktief slib gravitair terug in de zuiveringstank terecht komt. Met deze vorm van wassing wordt geen extra water verbruikt. De operationele kosten bij een biologische gaswasser zijn beperkt; enkel de elektriciteit van de circulatiepomp is van belang. Hierbij dient de effectieve emissiehoogte van de gaswasser minstens 10 m ten zijn.
5.1.2 Eventueel bijkomende maatregelen Na opstart van de installatie is het nodig te evalueren of de biowasser voldoende geurverwijderingsrendement behaalt. Wanneer zou blijken dat er moeilijk wateroplosbare componenten in de te behandelen lucht aanwezig zijn en het verwachte rendement over de wasser niet gehaald zou worden of de restconcentratie na de gaswasser te hoog zou zijn, kan eventueel een tweede wastrap worden geïnstalleerd. Een dergelijke trap kan dan bestaan uit een klassieke chemische wasser met oxidatieve werking (door toevoeging van hypochloriet). In het geval een oxidatieve wasser bijkomend vereist is, is er meer ruimtebeslag nodig. Bij de plaatsing van de tweede trap dient bijkomend rekening gehouden te worden met chemicaliënverbruik en verbruik van (zacht) water. Tevens moeten de nodige bouwkundige voorzieningen genomen worden om, indien nodig, deze extra milderende maatregelen nog te kunnen voorzien (zoals bv.beton voldoende sterk maken).
5.2 Discipline oppervlaktewater Gezien ervan kan uitgegaan worden dat aan de sectorale lozingsvoorwaarden (als vertaling van BBT) zal voldaan worden, en bijkomende zuivering om de impact bij lozing op de Puntloop verder te beperken, economisch niet haalbaar geacht wordt (dit zit in feite vervat in het principe van BBT, zoniet zouden er andere betaalbare technieken in de BBT studie naar voor geschoven zijn die tot lagere effluentconcentraties kunnen leiden), worden voor het scenario met zoveel mogelijk hergebruik (met vergaande recuperatie van afvalwater en hergebruik) strikt genomen geen extra milderende maatregelen noodzakelijk geacht.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
18
Ten aanzien van de BBT gerelateerde grenswaarden dient aangegeven te worden dat hierbij rekening gehouden wordt met de normaal optredende spreiding van de resultaten en dat deze in feite niet mogen geïnterpreteerd te worden als waarden waaraan constant kan/mag geloosd worden. Het wordt uiteraard wel nodig geacht om de goede werking van de WZI nauwkeurig op te volgen, en dit vnl. m.b.t. het realiseren van een voldoende verwijdering van N en P. Het toepassen van RO (= reverse osmose) kan wel leiden tot een aanrijking van bepaalde polluenten in het effluent, maar zonder effectieve meetgegevens van dergelijke installaties kunnen moeilijk onderbouwde uitspraken geformuleerd worden m.b.t. haalbare lozingswaarden inzake N-totaal (waarvoor in de sectorale voorwaarden een range werd aangeduid, waarbij de hoogste waarde overeen komt met de waarde die door VITO als BBT-gerelateerde lozingsvoorwaarde wordt voorop gesteld). In deze BBT studie wordt ook de economische haalbaarheid van een verdergaande N-verwijdering aangehaald als argument om een lozingswaarde van 15 mg Ntot/l NIET als BBT gerelateerde lozingswaarde voor te stellen. Na optimalisatie van de bedrijfsvoering kan de jaargemiddelde concentratie aan o.a. N-totaal en Ptotaal mogelijks toch aanzienlijk lager zijn dan de waarden die bij de impactevaluatie gehanteerd werden. Dit kan echter enkel op basis van monitoring beoordeeld worden. Inzake P-totaal zal het toedienen van P-bindende stoffen en de verwijderingsefficiëntie van de P-neerslag bepalend zijn. M.b.t. N-totaal kan mogelijks door bijsturing van periodes van beluchten en niet beluchten de lozing van N-totaal verder gereduceerd worden. De globale efficiëntie van de installatie zal ook mee bepaald worden door de effectiviteit van d e fysico-chemische voorzuivering. Ook op dit niveau kan mogelijks een bijkomende optimalisatie gerealiseerd worden. Het al of niet gebruiken van chemische toeslagstoffen, de aard van de gebruikte toeslagstoffen, dosering,….kan mogelijks leiden tot een betere werking van de fysico chemie, waardoor ook de biologie minder onderhevig kan zijn aan schommelingen inzake werkingsefficiëntie, met lagere lozingswaarden tot gevolg. Er dient wel voor voldoende buffering gezorgd te worden (buffercapaciteit is aanwezig; dus louter kwestie van goede bedrijfsvoering zodat op vrijdagavond de buffer voldoende gevuld is), teneinde het afvalwater gelijkmatig over een periode van 7 dagen op 7 te kunnen lozen, zoniet dient bij volledige invulling van de capaciteit met een hogere lozing dan 200 m³/dag rekening gehouden te worden. Uiteraard verandert het te lozen debiet op jaarbasis hierbij niet. Teneinde de WZI ook in het weekend voldoende te kunnen belasten dient er voor gezorgd te worden dat op vrijdagavond er een voldoende buffer van ongezuiverd afvalwater beschikbaar is. Er dient uiteraard een noodaansluiting voor lozing op RWZI beschikbaar te zijn, zelfs indien op termijn op RWA zou kunnen geloosd worden. M.b.t. eventuele lozing op het Albertkanaal dient wel de nodige aandacht besteed te worden aan de lozing van potentiële ziekte verwekkende kiemen en sporen. (niettegenstaande de berekende impact als verwaarloosbaar dient beschouwd te worden dient toch rekening gehouden te worden met een grotere onzekerheid omwille van het beperkt aantal gegevens die bij de impactevaluatie beschikbaar zijn; in die zin wordt monitoring noodzakelijk geacht). Indien uit de noodzakelijk geachte monitoring zou blijken dat alsnog bijkomende mildering noodzakelijk zou zijn kan de impact gemilderd worden door toepassen van desinfectie (bvb UV). Desgevallend is mildering ook mogelijk door toepassen van een bijkomende zandfilter op het effluent dat geloosd wordt (best vóór menging met afvalwater afkomstig van o.a. condensors).
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
19
Hier kan nog aangegeven worden dat het gebruik van bvb een MBR i.p.v. een klassieke biologische zuivering tot aanzienlijk lagere waarden inzake o.a. zwevende delen (en de hiermee gerelateerde parameters) en geloosde kiemen kan leiden. Bij beperkt hergebruik kunnen in principe in grote lijnen gelijkaardige conclusies geformuleerd worden als bij zo veel mogelijk hergebruik. Indien de impact van P-totaal dient beperkt te worden tot maximaal 10% van de MKN dan is er bij dit alternatief wel de noodzaak om de fosfaatlozing te beperken tot grootte orde 1,2 mg P/l als jaargemiddelde lozingsconcentratie. Bij het vastleggen van lozingsnormen dient er uiteraard met een voldoende spreiding van meetwaarden rekening gehouden te worden (zoals dit ook bij vastleggen van BBT gerelateerde grenswaarden het geval is). Bij beperkt hergebruik dient er bij lozing (via de Puntloop) op de Wimp, in afwachting van de lozing op de nog aan te leggen RWA, in elk geval een overeenkomst met Aquafin gesloten te worden, gezien er momenteel geen restcapaciteit meer aanwezig is bij de RWZI te Geel. M.b.t. de eventuele noodzaak om de belangrijke impact van de lozing van een aantal gevaarlijke stoffen te beperken dient erop gewezen te worden dat de effectieve noodzaak enkel op basis van monitoring kan vastgesteld worden (literatuurgegevens van andere slachthuizen wijzen op zeer sterk uiteenlopende resultaten, en de impactbeoordeling werd uitgevoerd op basis van worst case aannames m.b.t. deze waarden). Ten aanzien van de technieken die voorzien worden door het bedrijf om het afvalwater te zuiveren kan gesteld worden dat dit technieken zijn die klassiek toegepast worden bij slachthuizen. Enkel de zandfiltratie en de nageschakelde RO om grote hoeveelheden effluent te herbruiken is geen courante techniek. Ten aanzien van de zuivering van BA (= bedrijfsafvalwater) van slachthuizen kan wel nog melding gemaakt worden van niet klassiek toegepaste technieken die tot een aanzienlijke energiebesparing kunnen leiden. De mogelijkheid zou bestaan om na een eenvoudige vetafscheiding d.m.v. een DAF (opgeloste lucht-flotatie, zonder gebruik van chemicaliën) het ruwe afvalwater anaerobisch te zuiveren. Hierbij ontstaat biogas dat in een WKK kan aangewend worden om gecombineerd elektricteit en warmte op te wekken. Het reeds gedeeltelijk gezuiverde afvalwater zou dan d.m.v. een aerobe behandelingsstap (met bvb MBR) verder kunnen gezuiverd worden. Bij toepassen van de zgn. “Anammox” techniek (gepatenteerde techniek) vergt de N-verwijdering aanzienlijk minder beluchtingsenergie dan bij een klassieke biologische N-verwijdering d.m.v. nitrificatie-denitrificatie. Nadeel van de voorafgaande anaerobische zuivering is het feit dat nog weinig BZV beschikbaar is om een vergaande N-verwijdering te realiseren. Vanwege de anaërobe behandeling is de C/N verhouding namelijk te laag voor conventionele nitrificatie/denitrificatie alleen. Bij lozing op riool zou dit geen enkel probleem mogen vormen. Indien een vergaande N-verwijdering nodig is (bij lozing op RWA) zullen dan ook bijkomende aanpassingen nodig zijn.
5.3 Discipline bodem In geval van calamiteiten die een invloed kunnen hebben op de bodemkwaliteit dienen de wettelijke voorschriften nageleefd te worden. Het wordt niet nodig geacht verdere milderende maatregelen voor te stellen.
5.4 Discipline grondwater Het grondwaterpeil wordt aan de hand van maandelijkse peilmetingen opgevolgd. Indien uit deze peilmetingen blijkt dat het grondwaterpeil zakt, dient verder onderzocht te worden of dit het gevolg is
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
20
van de exploitatie van het bedrijf. Indien nodig dienen er verdere acties ondernomen worden. Het wordt niet nodig geacht verdere milderende maatregelen voor te stellen.
5.5 Discipline mens-gezondheid Indien geloosd wordt op het Albertkanaal wordt vanuit het voorzorgsprincipe aangeraden het water te desinfecteren en vergaande zuiveringstechnieken te gebruiken. Hiertoe werden onder milderende maatregelen van discipline oppervlaktewater enkele maatregelen voorgesteld. Bij lozing op het Albertkanaal is het aangeraden om de microbiële kwaliteit van het te lozen water goed op te volgen.
5.6 Overige disciplines Het wordt niet nodig geacht om voor de overige disciplines milderende maatregelen voor te stellen, gezien er geen of verwaarloosbare effecten worden verwacht in deze disciplines.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
21
6 Conclusie 6.1 Lucht De impact van NOx, CO en VOC door het slachthuis is beperkt tot verwaarloosbaar. De verzurende depositie zal verwaarloosbaar zijn. Inzake geur geldt ter hoogte van enkele woningen en het kerkhof een matig negatief effect. De transportemissie van het bedrijf zullen verwaarloosbaar zijn. Voor het uitvoeringsalternatief geldt een gelijkaardige beoordeling.
6.2 Oppervlaktewater Wanneer geloosd wordt op de nieuw aan te leggen RWA, zal de impact op de Wimp verwaarloosbaar tot beperkt zijn. Enkel voor fosfor zal een relevante bijdrage geleden. De impact op de Puntloop wordt al s zeer relevant beschouwd omwille van de reeds hoge achtergrondconcentraties en het lage debiet. Desondanks wordt de impact op de Puntloop als aanvaardbaar beschouwd. Wordt slechts beperkt gebruik gemaakt van recuperatiewater, dan geldt mogelijks ook voor tin en kobalt een relevante bijdrage. Wordt geloosd op de riolering, dan zal een verwaarloosbare impact gelden. Door het nagenoeg ontbreken van restcapaciteit van de RWZI wordt evenwel uitgegaan van een negatief effect. Bij lozing van het Albertkanaal wordt eveneens uitgegaan van een verwaarloosbare impact voor de te onderzoeken parameters. Bij droog weer kan dit een relevante impact zijn. Ook ten aanzien van microorganismen geldt een verwaarloosbare impact. Voor het uitvoeringsalternatief geldt eenzelfde effectbespreking.
6.3 Geluid Er zal een verwaarloosbare bijdrage zijn van het bedrijf op het omliggende geluidsklimaat. Dit geldt ook voor het uitvoeringsalternatief.
6.4 Bodem Er geldt een verwaarloosbaar effect inzake bodemkwaliteit en bodemgeschikthei d. Inzake profielverstoring wordt uigegaan van een gering negatief effect. Dit wijzigt niet met het uitvoeringsalternatief.
6.5 Grondwater Er geldt zowel voor het basisscenario als voor het uitvoeringsalternatief een verwaarloosbaar effect inzake grondwaterkwaliteit en grondwaterkwaniteit.
6.6 Mens-mobiliteit Er wordt uigegaan van een verwaarloosbaar effect inzake de constructiefase en de draagkracht van de transportroute. Inzake verkeersleefbaarheid zal de bijdrage van het bedrijf beperkt blijven. Inzake de modal split van goederverkeer geldt een significant negatief effect, omdat alle transporten per vrachtwagen zullen gebeuren. Er zijn momenteel echter geen alternatieven voorhanden. De modal split van de werknemers daarentegen wordt als positief beoordeeld. Voor het uitvoeringsalternatief geldt eenzelfde beoordeling.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
22
6.7 Mens-gezondheid Er kan mogelijks beperkte geurhinder optreden door de exploitatie van het slachthuis, en dit ter hoogte van een beperkt aantal woningen. Inzake veiligheid, geluidshinder, visuele hind er en gezondheidseffecten geldt een verwaarloosbaar effect. Enkel wanneer geloosd wordt op het Albertkanaal kan er mogelijks een beperkt risico ontstaan inzake gezondheid. Het uitvoeringsalternatief zal geen bijkomende effecten met zich meebrengen.
6.8 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Er geldt een verwaarloosbaar effect inzake landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.
6.9 Fauna en flora Er geldt een verwaarloosbaar effect voor alle aspecten met uitzondering van het aspect verdroging. Hiervoor geldt een gering negatief effect. Vergiftiging?
6.10 Eindconclusie Er worden geen onaanvaardbare effecten verwacht door de exploitatie van het slachthuis.
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
23
7 Bijlagen Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 10 26
Topografische kaart Stratenatlas Kadastrale percelen Luchtfoto Gewestplan Grondplan Grondplan uitvoeringsalternatief
eco-scan bvba ● M12LOKE1_niet technische samenvatting
24
Bijlage 1
Topografische kaart
Legende De Lokery
N 0
200
Meters
eco-scan bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: +32 9 265 74 06 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
Bijlage 2
Stratenplan
N
eco-scan bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: +32 9 265 74 06 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
Bijlage 3
Kadastrale percelen
Bijlage 4
Luchtfoto inrichting
N
eco-scan bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: +32 9 265 74 06 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
Bijlage 5
Gewestplan
Legende 0100- woongebied 0102- woongebied met landelijk karakter 0105- woonuitbreidingsgebied 0200- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 0402- gebieden voor verblijfrecreatie
P
0500- parkgebieden
N
0701- natuurgebied
R
0702- natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat 0800- bosgebied 0900- agrarische gebieden 0901- landschappelijk waardevolle gebieden 1002- milieubelastende industrieën 1100- ambachtelijke bedrijven en kmo's
N 0
200
Meters
eco-scan bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: +32 9 265 74 06 Fax: +32 9 265 74 05
[email protected]
Bijlage 10 : Grondplan
Bijlage 26 : Grondplan uitvoeringsalternatief