EXPERTGROEP PROFESSIONALISERING PROJECTMANAGEMENT
Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl
VPNG
Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten
1
2
Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl
3
VOORWOORD De expertgroep professionaliseren projectmanagement, binnen de VPNG, heeft als missie om de projectmanagers met elkaar in contact te brengen over professionaliseringsvragen rond het vak projectmanagement. Dit doen we door middel van landelijke bijeenkomsten en door het organiseren van intervisie. Voor u ligt de hand-out van de bijeenkomst op 30 oktober, Jan den Boer, procesmanager bij de gemeente Utrecht; Lia Bouma, betrokken bewoner en actief bij het project Elisabeth Groen en Carla van Dorp-Emmink, directeur Centrum voor Natuur en Milieu bij de gemeente Amersfoort het programma hebben begeleid. We hopen dat u met deze hand-out een slag dieper informatie tot u neemt, en het u aanmoedigt om meer gebruik te maken van elkaars kennis en ervaring.
Namens de VPNG willen we de volgende gastsprekers bedanken:
Jan den Boer Procesmanager bij de gemeente Utrecht Lia Bouma Actief bewoner bij het project Elisabeth Groen Amersfoort Carla van Dorp-Emmink Directeur Centrum voor Natuur en Milieu bij de gemeente Amersfoort
BESTUUR VPNG
Francois van Doesburg Leon Busschops Henk Twisk Gert Bolkesteijn Ivo Dielemans
4
Afdelingsmanager Projecten Veenendaal
Hoofd Projectbureau Veldhoven
Afdelingshoofd Projectmanagement Delft
Hoofd Team Projecten Hoogeveen
Manager Projectmanagement Maastricht
Deze uitgave is een initiatief van de Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten. Kijk voor meer informatie over deze vereniging op www.vpng.nl.
Managementsamenvatting GONS
Colofon Eindredactie Enrico Kraijo
Redactie Widjai Magrey
Grafische vormgeving Conny Goller Uitgave November 2014
Voor u ligt de handout “Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl”. Deze bijdrage bevat een bundeling aan waardevolle informatie voor gemeentelijke projectmanagers, projectleiders en andere betrokkenen die geïnteresseerd zijn in gebiedsontwikkeling.
In deze handout worden 3 mensen geïnterviewd en de eerste daarvan is Jan den Boer, stedenbouwkundige, filosoof en procesmanager bij de gemeente Utrecht. Hij is betrokken geweest bij verschillende projecten, zoals de bouw van de Madurodam in Den Haag en het Cereolfabriek in Utrecht, en zijn ervaringen worden in dit interview gedeeld. Zo wordt er uitgebreid stilgestaan bij de definitie van Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl. Naar voren wordt gebracht dat Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl in tegenstelling tot de Oude Stijl niet alleen uitgaat van financiële en juridische waarden, maar meerdere waarden belangrijk acht, zoals maatschappelijke waarden en waarden als vertrouwen, schoonheid en verbinding. Ook wordt het belang van co-creatie toegelicht.
Vervolgens wordt dieper ingegaan op het project Elisabeth Groen in Amersfoort. Hierbij komt als eerste Lia Bouma aan het woord. Zij is als bewoner actief betrokken geweest bij het project Elisabeth Groen, waarbij de gemeente besloten had om een oud ziekenhuis groen te herontwikkelen. Samen met een groep bewoners en ambtenaren heeft zij dromen uit de wijk opgehaald en aan de hand hiervan een beheer- en bestemmingsplan gemaakt, dat bijna unaniem door de gemeenteraad is aangenomen. Dit proces wordt komt hierbij uitvoerig aan bod. Op welke wijze kunnen bijvoorbeeld de belangen worden verenigd en hoe moeten de burgers geactiveerd worden? Maar vooral ook: welke werkwijzen zijn er in dit proces gevolgd? Daarnaast is ook Carla van Dorp-Emmink, Directeur Centrum voor Natuur en Milieu bij de gemeente Amersfoort geïnterviewd. Onder andere haar ervaringen over het project als vertegenwoordiger van de gemeente worden uitgelicht. Waar moet je op sturen bij Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl en welke nadelen zijn hieraan verbonden? En wellicht belangrijker: waar moet u op letten als u volgens de nieuwe stijl wilt gaan werken? Verder wordt er verslag gelegd over de expertgroepbijeenkomst Professionalisering Projectmanagement: ‘Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl’ georganiseerd door de VPNG. Hier waren ongeveer 40 vertegenwoordigers van gemeenten, zoals projectmanagers en projectleiders, bij aanwezig en het doel van deze bijeenkomst was om kennis en ervaringen over de dilemma’s behorend bij Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl uit te wisselen. De belangrijkste thema’s worden hier besproken. Tot slot zijn relevante documenten en de presentaties van de bijeenkomst aan dit artikel gevoegd 5
INHOUDSOPGAVE
6
1. Interview met Jan den Boer 9 2. Interview met Lia Bouma 17 3. Interview met Carla van Dorp-Emmink 25 4. Verslag expertgroep 31 5. Relevante documenten/ Websites 35 6. Bijlagen 45
7
8
1. Interview met Jan den Boer Stedenbouwkundige, filosoof en procesmanager bij de gemeente Utrecht
Wat is uw definitie van Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl? Als eerste gaat GONS uit van samenwerking met verschillende partijen. In de oude stijl bestond nog sterk de neiging om als gemeente zelf de plannen te maken en vervolgens te kijken wat de partijen ervan vonden. In de nieuwe stijl ga je al in een vroeg stadium om de tafel met verschillende partijen en ga je kijken hoe je samen tot een plan kan komen. De gebruiker staat hierin vanaf het begin centraal. Het tweede is dat je uitgaat van verschillende waarden. Gebiedsontwikkeling Oude Stijl wil nog veel zaken financieel en juridisch vastleggen, waardoor je jezelf ook sterk gaat beperken in de financiële en juridische planologische mogelijkheden. GONS gaat uit van verschillende waarden, dus niet alleen financieel en juridisch maar ook maatschappelijke waarden, en waarden als vertrouwen, schoonheid en verbinding. Als je vervolgens met veel betrokken partijen commitment krijgt over deze waarden en dat vertaald in een aansprekend plan, dan gaan die waarden zich ook vertalen in een plan
met financiële meerwaarde. Er is in Nederland nog steeds veel geld, voor een deel privaat, en de kunst is om dat beschikbaar te krijgen met aansprekende kwaliteit. In het plan van de Cereol fabriek was het in eerste instantie de bedoeling om het geïnvesteerde geld zo snel mogelijke terug te verdienen met woningbouw op dat gebied. Ik ben eerst gaan kijken wat er in de omgeving aanwezig was en wat de wensen van de buurt en andere betrokkenen waren. We zijn hierbij met alle partijen gaan kijken wat de wensen waren en hoe we hiervan een mooi plan van kunnen maken, zonder al te veel na te denken over de financiële en juridische beperkingen. Toen het plan gedragen werd, kwam op allerlei manieren geld vrij om het plan te realiseren, wat er in eerste instantie niet was. Hierdoor hebben we een veel grotere kwaliteit kunnen realiseren en is er meer geld vrijgekomen. Dus je moet denken vanuit verschillende waarden en verschillende gebruikers.
9
1. Interview met Jan den Boer Vaak blijkt samenwerking tussen ondernemers, overheden en burgers de sleutel tot succes. Het gaat hier dus om co-creatie Hoe kan je deze samenwerking het beste vormgeven en coördineren?
Je moet kijken hoe je tot plannen komt. Je moet dus vroeg met een grote groep mensen aan tafel gaan zitten en kijken welke verschillende wensen er leven. Vervolgens moeten de verschillende partijen ook daadwerkelijk hun inbreng kunnen leveren. Eén van mijn eerste projecten was de Madurodam in de gemeente Den Haag in de jaren ’90. De gemeente had een plan gemaakt en dat riep veel weerstand op. Vervolgens ben ik met de toenmalige wethouder met de buurt gaan praten en wat bleek is dat de buurt zelf al een concept-bestemmingsplan had gemaakt. Toen zijn we eerst gaan kijken wat het plan van de buurt was. Door vanuit dat plan te werken kwamen we op veel meer interessante ideeën en voelde de buurt zich meer betrokken. Door deze betrokkenheid gingen ze zich ook verantwoordelijk voelen voor het plan en vooral dat laatste is erg belangrijk. Op het moment dat je eenzijdig een plan maakt creëer je dus ook weerstand
10
en een lang proces, maar op het moment dat je ze vroegtijdig betrekt creëer je een situatie waarbij de betrokkenen ook een belang hebben bij het plan. Bij het plan van Cereol heb ik in eerste instantie bij een inspraakavond ge-
vraagd wie er wilde meedenken in een klankbordgroep. Als je dat niet doet, komen de tegendenkers in opstand en komt de nadruk te liggen op de weerstand.
1. Interview met Jan den Boer Op welke wijze kunnen de belangen van deze samenwerkende partijen worden verenigd? Want het kan voorkomen dat de partijen vooral naar hun eigen belang kijken, waardoor het op den duur gaat botsen.
Dat is natuurlijk één van de grootste uitdagingen. Je moet enerzijds mensen de ruimte geven, maar anderzijds moet je ook een heldere structuur van besluitvorming organiseren. Wij doen dat aan de hand van projectmatig creëren, waarin we vanaf begin af aan de nadruk leggen op de commitment van de deelnemers.
Dit houdt in dat ze dus de ruimte krijgen, maar ook verantwoordelijk worden voor de afspraken die je met ze maakt. Ook al ben je het niet eens met sommige dingen, dan heb je toch nog steeds de verantwoordelijkheid om de afspraken na te komen.
11
12
1. Interview met Jan den Boer In uw blog “Rijk bouwen, meer rendement” pleit u voor rijk bouwen en dus voor focus op kwaliteit en een grote diversiteit aan waarden. Ook komen er een paar dogma’s naar voren. Hierbij stelt u dat er met een hoge kwaliteit gebouwd moet worden, gebeurd dit naar uw mening dan nog te weinig?
Ja dat gebeurd veel te weinig. Dat zag je in de woningbouw tot de jaren ’90. Dat was heel sober, doelmatig en strak. Toen daar de markt meer ruimte in kreeg is daar meer diversiteit in gekomen. Maar als je op dit moment kijkt naar de overheid en culturele gebouwen, dan zie je dat oude dogma van sober en doelmatig nog er terug. Dat betekent dat binnen 20 tot 30 jaar
de gebouwen afgebroken worden en opnieuw worden gebouwd. Als je dat steeds herhaald ontstaat er minder geld en elke vernieuwing wordt alleen matiger van kwaliteit. Terwijl als je in één keer veel investeert in kwaliteit krijg je langere afschrijftermijnen en een veel langduriger kwaliteit. ken na te komen.
Daarnaast gaat u in op het functioneel moderne bouwen. Als dit gebeurd krijgen we in Nederland vele prachtige overheidsgebouwen, denkt u dat dit wel te verantwoorden is naar de burgers toe?
Als je de financiering zorgvuldig doet en de afschrijftermijn ook gaat veranderen en verantwoorden, kan je laten zien dat het op langere termijn niet duurder hoeft te zijn. Daarnaast zie je dat de burgers het verantwoord vinden
om veel geld te besteden aan het in stand houden van de monumentale gebouwen die we hebben, zoals het concertgebouw in Amsterdam. Daar is geen discussie over.
13
1. Interview met Jan den Boer Waarom is het uiterlijk van overheidsgebouwen zo belangrijk? Ik kom bijvoorbeeld zelf uit Rotterdam waar laatst het nieuwe centraal station is geopend. Het ziet er prachtig uit, maar ik heb liever dat de treinen op tijd rijden dan dat het station er van buiten mooi uitziet. Geldt dit niet ook bij de overheidsgebouwen?
Het gaat er niet alleen om of de treinen op tijd rijden. Als ik op Amsterdam Centraal aan kom wil ik daar weer naartoe, omdat dat een fijn gevoel geeft. Als ik op Utrecht Centraal aan kom wordt ik daar niet blij van en blijf ik daar zoveel mogelijk van weg. Dan kies ik liever een ander vervoersmiddel of een andere manier van reizen. Rotterdam Centraal laat zien dat
je ook in een vernieuwende architectuur iets moois kan maken, wat ook een warm gevoel geeft. Ik denk dat dat meer reizigers oplevert en ook meer ontspannen reizigers die makkelijker omgaan met een vertraging. Op het moment dat je een mooie omgeving creëert zullen reizigers ook anders reageren op een vertraging.
1. Interview met Jan den Boer Is dit ook verantwoord in tijden van bezuinigingen? Hoe verklaar je dit bijvoorbeeld naar de ambtenaren toe als er bezuinigd moet worden op het personeel? Mensen leven niet alleen voor hun geld, ze leven voor de totale kwaliteit van hun omgeving. Ze geloven in een manier van culturele ontwikkeling. En natuurlijk is er altijd discussie over en die moet ook gevoerd worden, maar mensen denken niet alleen aan hun eigen portemonnee. Als belastinggeld goed wordt uitge-
geven en het levert een rijke omgeving op, dan is het ook een waarde dat erg belangrijk is. Als je alleen in geld denkt, dwing je mensen ook eigenlijk om alleen aan hun eigen portemonnee te denken. Terwijl als je in meerdere waarden denkt, zal er minder aan de eigen portemonnee worden gedacht. Daar gaat GONS ook over.
15
1. Interview met Jan den Boer U stelt uiteindelijk voor om kwaliteit primair te stellen in plaats van geld en het lange termijn denken centraal te stellen. Denkt u dat hiervoor een cultuurverandering nodig is en wat is er nodig om dit besef door te laten dringen bij de ambtenaren? Niet alleen bij de ambtenaren, maar in de hele maatschappij. En die hangt heel erg samen met de cultuurverandering van duurzaamheid. En je ziet dat die cultuurverandering op allerlei plaatsen plaatsvindt. Bij ons in Utrecht kennen we ook een cultuurverandering bij het samenwerken met elkaar. Het gaat hier niet alleen over de inhoud van samenwerken, maar ook over de manier waarop we samenwerken.
Wat zijn volgens u de belangrijkste valkuilen waar ambtenaren voor op moeten passen bij GONS?
Co-creatie en waarde-creatie blijkt dus erg belangrijk, en je moet hierbij dus niet blijven hangen in de oude manier van werken. Als het niet loopt moet je niet uit angst reageren, maar uit creativiteit.
16
We leren elkaar aan te spreken over hoe we samenwerken, omdat projecten soms blokkeren doordat we niet goed samenwerken. De Erasmus Universiteit heeft met ons ook een studie gedaan naar vertrouwen in projecten en we laten zien dat het creëren van vertrouwen een belangrijkere succesfactor is dan bijvoorbeeld of aan de juridische voorwaarden voldaan is. Het gaat dus ook om de informele samenwerking.
2. Interview met Lia Bouma Betrokken bewoner, actief bij het project Elisabeth Groen, Amersfoort
Wat is uw ervaring van Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl?
Ik ben bezig geweest met de Elisabeth locatie in Amersfoort. Dat is een oud ziekenhuis dat nu leeg staat en het college heeft besloten om dat groen te herontwikkelen. We noemen het nu Elisabeth Groen. We hebben met een groep bewoners en ambtenaren samengewerkt om dromen op te halen uit de wijk en de hele stad. Daaruit hebben we ideeën gedestilleerd die konden passen in het inrichting- en beheerplan. En we hebben in 8 maanden een inrichting- en beheerplan en een bestemmingsplan kunnen maken, dat bijna unaniem door de gemeenteraad is aangenomen. Dus het is wel een beetje Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl.
In Amersfoort noemen we dat ook wel een voorbeeld van het Nieuwe Samenwerken; dat is een burgerinitiatief om tot een betere samenwerking tussen stad en stadsbestuur te komen. Dat heeft toch wel heel goed gewerkt en er is nu ook een stichting van bewoners die gaat zorgen voor de uitvoering van het inrichting- en beheerplan. Dat wordt voor een deel door aannemers en voor een deel door bewonersgroepen uitgevoerd die beiden worden aangestuurd door de stichting. In een soort open tafel groep wordt met deskundigen gekeken wat de beste aanpak en uitvoering zal zijn. Dus het is echt voor en door bewoners gemaakt.
17
2. Interview met Lia Bouma Vindt u het belangrijk dat de bewoners intensief betrokken zijn bij het proces?
Ja zeker, want het is hun leefomgeving en ze zijn ervaringsdeskundigen op dat gebied. En bovendien wonen er ook veel professioneel deskundigen die misschien elders werken, maar in hun vrije tijd toch betrokken willen zijn bij dit soort processen. En omdat het hun leefomgeving is vinden ze het ook leuk om hun professionaliteit in hun vrije tijd toe te passen.
Is het dan ook mogelijk om met één stem namens alle bewoners te spreken?
Dat is mogelijk, we hadden een kerngroep gevormd van bewoners en ambtenaren en om ons heen hadden we een soort schil gemaakt met bewonersgroepen met verschillende belangen. Mensen die iets met educatie hadden, mensen die iets met honden hadden, mensen die voor natte natuur waren enz. We hebben de 200 dromen en ideeën die verzameld wa-
18
ren naast elkaar gelegd en de dilemma’s hebben we voorgelegd aan de schilgroepen van ongeveer 40 mensen. En daar zijn dan weer beslispunten uitgekomen die later in de workshops met bewoners verder zijn uitgewerkt. Doordat er open en transparant gecommuniceerd is, werden soms wat lastigere onderwerpen toch geaccepteerd.
2. Interview met Lia Bouma Hadden jullie als bewoners toch het gevoel dat er naar jullie geluisterd werd? Ja zeker, want bij de kerngroep hebben we in het begin een bijeenkomst gehad met alle deelnemers. Hier hebben we nadrukkelijk uitgesproken dat we gelijkwaardig aan elkaar waren. En op basis van gelijkwaardigheid en vertrouwen werkten we samen met elkaar. Hierbij kon iedereen zijn eigen professionaliteit en netwerk inzetten en dat werkte heel goed.
Vaak wordt geroepen dat een projectmanager bij GONS-projecten meer een soort ‘procesmanager’ moet zijn. Waarom is het belangrijk dat ze als netwerk-begeleiders opereren?
Omdat er veel disciplines zijn en daardoor vele deskundigheden bij elkaar zitten. Het gaat vooral om het proces dat gevolgd moet worden en omdat het niet erg sturend is, maar meer onderzoekend, zit je veel meer op een proceslijn dan op een projectlijn, waar je veel meer naar een uitkomst toe werkt. Door het proces goed te houden, ontstaat een goede uitkomst bijna vanzelf.
19
2. Interview met Lia Bouma Het ministerie van I en M roept op om de samenwerking tussen overheid, private partijen en gebruikers op te zoeken. Denkt u dat de samenwerking dezelfde vorm moet krijgen zoals de samenwerking bij jullie heeft gehad? Ik ken de publicatie niet, maar ik ben wel erg voor onze methode. We hebben binnen de methode “Werken met netwerken” onder andere 4 technieken gebruikt: de innovatiespiraal, de netwerkanalyse, de coherentiecirkel en de veranderdriehoek. Hiermee konden we verschillende aspecten van het netwerkproces onderscheiden. De innovatiespiraal onderscheidt verschillende fasen in het innovatieproces. Dit onderscheid is van belang omdat elke fase om interactie met andere actoren in de buitenwereld vraagt en ook specifieke barrières met zich mee brengt om te overwinnen. Wanneer hiermee rekening wordt gehouden kan het initiatief tot ontwikkeling komen.
20
Ten tweede biedt de coherentiecirkel inzicht in de interactie tussen de leden van het netwerk. Wanneer de interactie niet gezond is, is iets in de onderlinge verbindingen geblokkeerd. De coherentiecirkel biedt inzicht in mogelijke warme en koude interventies die kunnen helpen om deze blokkades te slechten, waardoor het netwerk weer energie genereert voor de deelnemers.
De netwerkanalyse maakt weer onderscheid in de posities van betrokkenheid. Door de verschillende betrokkenen in kaart te brengen kan duidelijk worden wie zich eigenaar voelen van het initiatief en wat de schakels zijn die de partners met hun omgeving kunnen verbinden. Duidelijk wordt dus hoe het netwerk is opgebouwd en met wie bijvoorbeeld contact gezocht moet worden. De veranderdriehoek
2. Interview met Lia Bouma
onderscheidt tot slot veranderaars, ordebewaarders en overlevers. De veranderaars zorgen voor de energie die nodig is om een verandering te realiseren. Hiervoor is interactie nodig met de ordebewaarders, die zich verantwoordelijk voelen voor het structuur en de risico’s proberen te beheersen. De overlevers komen hierbij pas in beweging als hun positie niet geschaad wordt (Wielinga, 2001 in WagenigenUR, 2007; bijlage 16).
21
2. Interview met Lia Bouma Is het in de praktijk ook mogelijk dat de belangen van alle partijen met elkaar worden verenigd?
Ja, je gaat met elkaar om de tafel en legt de plannen bloot. Bij het Nieuwe Samenwerken in Amersfoort hebben we twee jaar geleden een bewonersconferentie gehouden, waarbij onder andere de Nationale ombudsman Brenninkmeijer bij aanwezig was. En aan het
eind heeft hij een samenvatting gemaakt met 4 woorden die elke keer weer terug kwamen: respect, vertrouwen, gelijkwaardigheid en persoonlijk contact. Dat is in al die processen een hele goede basis en dan volgt de rest bijna vanzelf.
Het kan niet zo zijn dat de overheid gehoor kan geven aan elk burgerinitiatief. Hoe moet daarmee om worden gegaan? Ik denk dat burgers ook moeten leren om niet bij elk initiatief om subsidie te vragen. Wij hebben een bepaalde som geld gekregen, dat was dus beschikbaar voor de ontwikkeling en het beheer van het Elisabeth terrein. En dat is wel één van de kaders geweest waarbinnen wij gewerkt hebben. Hele grote en wilde ideeën vielen buiten de boot. Aan de andere kant hebben wij ook als bewoners binnen de
22
kerngroep het aantal uren geteld dat we besteed hebben. En we kwamen met z’n allen uit op 1100 uren binnen de 8 maanden. Dus dat zijn wel een hoop onuitbetaalde uren, wat de overheid dus dan bespaart. Er kan ook in tijd bespaard worden, want we hebben binnen de 8 maanden het plan en bestemmingsplan gemaakt. Dat was de overheid nooit gelukt. Zolang je het budget afspreekt is dus voldoende duidelijkheid.
2. Interview met Lia Bouma Is het dat wel zo vanzelfsprekend dat de burgers actief betrokken willen zijn bij het proces? Nee dat is niet altijd vanzelfsprekend. Het hangt een beetje van af van de mensen die wel veel tijd ervoor over hebben. Dat is ook één van de uitdagingen. Nu is het bijvoorbeeld crisis en hebben de mensen misschien wat meer tijd. Maar als je met veel mensen bent kan je de tijd wat verdelen.
Bestaat er dan niet het gevaar dat er een oververtegenwoordiging komt van bepaalde groepen mensen die wel veel tijd beschikbaar hebben?
Ik weet niet of dat een risico is. Als je maar vanaf het begin zorgt dat je zo breed mogelijk je netwerk analyseert, dan kom je er op een gegeven moment wel uit. De mensen die wat minder tijd hebben, kunnen dan nog steeds hun stem laten horen, bijvoorbeeld via de email. Wij hebben ook alle informatie op internet gezet, waarbij iedereen het proces dus kan volgen en daar ook hun mening over kunnen geven.
23
24
3. Interview met Carla van Dorp-Emmink Directeur Centrum voor Natuur en Milieu, Gemeente Amersfoort
Wat is uw ervaring met Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl?
Wat wil je de Nieuwe Stijl noemen? Als je luistert naar de stad en aansluit bij de energie van de stad kan je dat de Nieuwe Stijl noemen, maar ik vind het eigenlijk normaal. Een goed voorbeeld daarvan is het Elisabeth Groen project. In mijn vorige functie, hoofd Projectontwikkeling, hebben we erg veel tijd in participatie gestoken. Maar dat was in het totale gebied niet een passende aanpak. Betrokken omwonenden hadden kritiek op het plan, omdat ze er wel over mochten praten, maar zich niet voldoende gehoord voelden. Vaak zijn de meest betrokken inwoners dan tegen het plan; de mensen die het ermee eens zijn hoor je meestal niet. Maar als je het project meer als gelijke partij met de stad ontwikkelt en de projectleider als een partner/adviseur in plaats vanuit een eindverantwoordelijke rol opereert, dan krijg je een andere energie in de groep. Dan krijgen mensen echt het gevoel dat ze samen iets aan het maken zijn. De verantwoordelijkheid en het eindresultaat wordt dan breder gedragen.
25
3. Interview met Carla van Dorp-Emmink Is de Nieuwe Stijl wel echt zo anders dan de Oude Stijl?
Als je zegt dat de gemeente een plan heeft en het ook gaat uitvoeren dan is de Oude Stijl wel echt anders dan de Nieuwe Stijl. Het Elisabeth Groen Project ligt het project echt neer bij de stad en de projectleider is een partner van de burgers. In de hiërarchie is iedereen gelijk, dus dat is echt anders. Dat kan je trouwens ook niet bij alle projecten doen. Als je simpel van A naar B gaat en bijvoorbeeld een weg renoveert, moet je het gewoon ouderwets als een project opvatten.
26
Wil je verkennend met de stad opereren en een hoge interactie realiseren, dan past de stijl van het “werken met netwerken” beter. Wil je die interactie in je project, maar heb je al een plan, dan kan je ook gaan participeren. Maar het gevaar van participeren is dat de mensen gaan denken dat ze alleen voor of tegen een bedacht plan mogen stemmen. Er is niet altijd een juiste methode; kijk wat het project op dat moment nodig heeft. Bij de Nieuwe Stijl moet je je ook afvragen wie de probleemeigenaar is. We leven in een maatschappij waar we in toenemende mate samen met de stad verantwoordelijkheid moeten nemen. De overheid moet zich meer terugtrekken, enerzijds vanwege financiën. Maar dat is niet het enige verhaal; er is ook een hele maatschappelijke verandering gaande waarin de gemeentelijke organisatie mee moet gaan.
3. Interview met Carla van Dorp-Emmink Wie moet volgens u dan op de details sturen bij GONS? Bij het Elisabeth Groen Project gaat de stichting zelf op de details sturen. Een mooi voorbeeld van een andere aanpak is de volgende. Op mijn plek als directeur van Centrum voor Natuur en Milieu hebben we een aanbesteding volgens de Best Value Procurement methode gedaan. Daarbij zeg je dat de opdrachtgever (als niet echte deskundige) zich laat meenemen door de opdrachtnemer (wel deskundig). De rollen zijn dan omgedraaid en als opdrachtgever geef je de doelstellingen en kaders mee; de opdrachtnemer beoordeelt wat haalbaar is
en wat de beste aanpak is. Dit vraagt wel wat van de opdrachtgever! Bij Amersfoort past deze methode goed, omdat het een regiegemeente is en de markt wil uitnodigen om haar kennis in te brengen. Dat vraagt wel omdenken en vertrouwen in elkaar. De gemeente is natuurlijk wel verantwoordelijk voor de verdeling van de algemene middelen, maar aan de andere kant zit er veel deskundigheid in de markt èn de stad die we onbenut laten. De “werken met netwerken” aanpak, of zo je wilt GONS, benut deze deskundigheid juist wel.
Er zitten wellicht wat nadelen verbonden aan GONS, zoals dat het project langer kan gaan duren als rekening met alle belangen gehouden moet worden. Waarom is Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl een verbetering ten opzichte van de Oude Stijl? Ik vind niet dat het langer hoeft te duren, want toen ik bij de gemeente Amersfoort kwam (ruim 8 jaar geleden) schoot het plan van het Elisabeth Groen niet erg op. Dit plan werd dus in eerste instantie volgens de Oude Stijl (participatie) aangepakt. Op het moment dat de hele organisatie anders werd opgepakt, hadden ze binnen een jaar een kant en klaar plan opgesteld. Dus dat nadeel gaat volgens mij niet op.
En bewoners bij het Elisabeth Groen Project hebben het plan direct naar de gemeenteraad gestuurd. Zij voelden zich niet gebonden aan MT’s en directieraad bijvoorbeeld. Ook hier was het weer: omdenken, want daar hadden ze natuurlijk gelijk in. Ze hadden zich uiteraard aan de gestelde kaders gehouden (daar ligt de rol van de raad natuurlijk wel voor wat betreft de openbare ruimte).
27
3. Interview met Carla van Dorp-Emmink Zijn er dan wel nadelen verbonden aan GONS?
Natuurlijk zijn er aan alle methoden nadelen verbonden. Zo zijn de bewoners vrijwilligers en moet je op het moment dat je met ze aan tafel gaat elkaar contracteren. Je moet op elkaar kunnen rekenen. Een lastig punt is dat de bewoners hun vrije tijd moeten inzetten; zodra de ambtenaren aan tafel schuiven valt dat onder hun werktijd. Dat is soms wel een lastig punt en
dat snap ik wel. Hierdoor moet je als gemeente het project ook los kunnen laten en het deels aan de burgers overlaten. In het geval van Elisabeth Groen, hadden zij beschikking over het planbudget en zagen dat de uren van de ambtenaar daar van betaald moesten worden; dus ze werden zuinig met ambtelijke uren!
Is het ook niet lastig om een dergelijk plan los te kunnen laten als gemeente?
28
Ja klopt, soms moet je ook als gemeente zeggen dat je ergens niet aanwezig bij zult zijn. Het kan erg veel tijd kosten om bij alle bijeenkomsten aanwezig te zijn, terwijl de bewoners het vaak ook wel alleen redden. Een voorbeeld zijn de straatambassadeurs (op het gebied van 033Energie) in onze gemeente die deskundig genoeg zijn en niet telkens de hulp van de ambtenaren nodig hebben. In Amersfoort proberen we veel activiteiten van onderop te laten ontstaan. Hierbij is educatie belangrijk en dat je de mensen eerst goed faciliteert. En als je aansluit bij de interesses van de mensen en hen helpt bij de kennisontwikkeling, worden ze ook bewuster en gaan ze er ook echt voor lopen.
3. Interview met Carla van Dorp-Emmink Er wordt vaak gesproken over de burgers in het algemeen. Maar dat zijn natuurlijk diverse personen met verschillende waarden en belangen. Is het dan wel mogelijk om tegenstrijdige belangen met elkaar te verenigen? Een tool binnen het “werken met netwerken” is de coherentiecirkel. Hierbij kijken we naar hoe het gaat binnen het netwerk en of het nog een gezond netwerk is. Als je dit doorwerkt en vragen aan elkaar stelt, kan je elkaar helpen. Dan kan je van strijd naar dialoog gaan. Ook kan je zien of de juiste mensen nog wel aan tafel zitten om de vaart in het proces te houden.
Wat zijn de succesfactoren bij GONS?
Mensen, dat zijn de belangrijkste succesfactoren en kunnen ook de faalfactoren zijn. Dus begin bij de mensen, waardoor je tot een verandering kan komen. Als je samen het probleem en de doelstellingen deelt, dan heb je gelijk al de bewoners mee. Maar dat wil niet zeggen dat de Oude Stijl niet werkt, bij sommige projecten zou ik zeker aanbevelen om niet bij de mensen te beginnen. Het moet een afweging per project zijn. Dat vraagt ook wel iets van de politiek. Bij de klassieke manier krijgt de politiek iets aangeleverd waarover iedereen al iets van heeft gezegd en de wethouder brengt
het ter besluitvorming bij de raad. Soms wordt iets dan alsnog tegengehouden. Bij de Nieuwe Stijl zullen meer dan nu juist vooraf de kaders vastgesteld kunnen worden waarbinnen het netwerk kan opereren. Daarna kan een plan niet meer tegengehouden worden; dit brengt de raad juist veel meer in een positie waar zij hoort (sturen op hoofdlijnen). Maar ook raadsleden hebben natuurlijk de voelhorens in de stad uitstaan. Wat zij daarin tegenkomen kunnen zij ook mogelijkheden scheppen om de netwerken weer te ondersteunen. Daarmee zou een hele mooie samenwerking ook op dat niveau kunnen werken!
29
30
4. Verslag expertgroep Donderdagochtend 30 oktober heeft de VPNG de expertgroepbijeenkomst gericht op Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl binnen gemeenten georganiseerd. Deze bijeenkomst vond plaats in het Muntgebouw gelegen in Utrecht. Ruim 40 projectmanagers, -leiders en beleidsmedewerkers verzamelden zich die dag in dit prachtige Rijksmonument. Het doel van deze bijeenkomst was om de ambtenaren met elkaar in contact te laten komen en kennis en ervaringen over Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl uit te wisselen.
4.1 Introductie Om 11 uur ging de bijeenkomst van start en heette Enrico Kraijo de deelnemers welkom. Van deze deelnemers werd gevraagd om kennis te maken met de personen aan hun tafel en moest geprobeerd worden om een top 3 op te stellen van de vragen die ze nog hebben over GONS. Deze top 3 werd vervolgens plenair besproken. Naar voren kwam dat de deelnemers nog zaten met de vraag hoe ze voldoende middelen binnen de gemeenten moeten krijgen. Ook was het nog niet duidelijk hoe het initiatief van corporaties en bewoners aangewakkerd moest worden binnen een project. Verder vroegen de deelnemers zich ook af welke rol ze aan moesten nemen en hoe “binnen en buiten” met elkaar verbonden moesten worden.
31
4. Verslag expertgroep
4.2 Presentatie Jan den Boer Na deze bespreking begon Jan den Boer, filosoof en procesmanager bij de gemeente Utrecht, aan zijn presentatie. Ten eerste werd beargumenteerd dat het onderlinge vertrouwen tussen de actoren erg belangrijk is. Daarnaast moet men niet alleen aan het juridische en financiële aspect van een project kijken, maar moet er vanuit meerdere waarden worden gewerkt, ofwel er moet aan waardecreatie gedaan worden. Verder zal er vanuit schoonheid moeten worden gedacht, aangezien het resultaat van een project, zoals de bouw van een gemeentekantoor, dan langer mee zal gaan. Zo zal een sober gebouw sneller afgebroken worden dan een gebouw dat schoonheid uitstraalt. Vervolgd werd met de vraag wat de manieren zijn om particulier geld beschikbaar te krijgen voor de overheid, waar minder middelen aanwezig zijn. De zaal kreeg de gelegenheid om hier even over na te denken en na enkele minuten kwam men tot de conclusie dat de gemeente zich niet te veel moet focussen op de kaders en creatief moet denken. Als metafoor werd aangehaald dat een project een kleurplaat is: de gemeente
32
moet de grenzen bepalen en de investeerders kleuren het zelf in. Uit de zaal volgde een voorbeeld dat hierop aansloot. Zo bleek de gemeente Zaandam zich gericht te hebben op het opstellen van de kaders bij de herontwikkeling van een chocoladefabriek. Hierbij was het vertrouwen tussen de investeerders en de gemeente van groot belang. Uit het latere verhaal van Jan den Boer bleek dat tevens bij de bouw van het Cerolfabriek het vertrouwen met de actoren belangrijk is. Zo mochten de bewoners in dit proces meedenken en werd er gekeken hoe je met iedereen vertrouwen in elkaar kan hebben. Dit werd gedaan door met de belangrijke partijen aan tafel te gaan en te achterhalen wat de zorgen waren. Hierbij werd vooral gekeken wat wél kan, in plaats van de nadruk te leggen op wat niet mogelijk is. Tot slot werd als boodschap meegegeven dat de gemeente de ruimte moet geven aan de samenleving om projecten te ontwikkelen. Betrek veel betrokkenen en focus niet alleen op het geld. Vertrouw hierbij dat mensen er op een gegeven moment in gaan geloven en dan komt het geld vanzelf.
4. Verslag expertgroep
4.3 Presentatie Lia Bouma en Carla van Dorp-Emmin Na deze presentatie was het tijd voor de lunch. Tijdens deze lunch gaf Jan den Boer tevens een rondleiding in het nabij gelegen Cereolfabriek en de omgeving. Na de lunch hebben Lia Bouma, betrokken bewoner bij het Elisabeth Groen, en Carla van Dorp-Emmink, Directeur Centrum voor Natuur en Milieu in de gemeente Amersfoort, de bijeenkomst voort gezet. Gestart werd met het netwerken en van de deelnemers werd gevraagd om het contact met elkaar te zoeken. Op de vraag waar je bij het netwerken tegen aan loopt kwam naar voren dat het algemeen belang in botsing kan komen met het individueel belang, waardoor het contact met elkaar onnodig moeilijker kan worden gemaakt. Bij het netwerken moet men vooral weten wat ze aan elkaar hebben. Hierbij is wederkerigheid van belang, ‘gedragen en gedragen worden’, en moeten de verwachtingen worden gemanaged. Lia Bouma vervolgde haar presentatie en gaf als belangrijkste boodschap mee dat de gemeenten de communicatie naar de bewoners niet moet verbeteren, maar de communicatie moet veranderen. Er moet meer op gelijk-
waardige basis met de bewoners worden gecommuniceerd. Ook werd ingegaan op de rol van de onpartijdige en vrije actor, die de juiste mensen aan tafel moet krijgen en het initiatief verder brengt. Vervolgens ging vooral Carla van Dorp-Emmink in op de methode ‘Werken met netwerken’. De innovatiespiraal, waarmee duidelijk wordt hoe je een project van de grond krijgt, en de netwerkanalyse, waarbij inzichtelijk wordt wie er wakker ligt van een probleem en wie de schakels zijn, kwamen hierbij naar voren. Ook werd uitgelegd dat aan de hand van een coherentiecirkel duidelijk wordt waar iedereen zich in een strijd bevindt en hoe gehandeld moet worden om weer tot een vitale situatie te komen. Zo zijn er warme interventies mogelijk, zoals het maken van grapjes en het op het gemak laten voelen van de mensen.
33
4. Verslag expertgroep
Tot slot kwam de tijdlijnmethode naar voren die bijvoorbeeld gebruikt kan worden bij het evalueren van een project. Hierbij moet iedereen nadenken over de positieve momenten, negatieve momenten en het moment waarbij er een lampje ging branden.
34
4.4 Afsluiting Na deze presentaties werd de bijeenkomst nog kort geëvalueerd en werd iedereen bedankt voor hun komst. De bijeenkomst was geslaagd aangezien er veel ervaringen zijn uitgewisseld. Ook zijn de deelnemers nu een paar waardevolle contacten rijker.
5. Relevante documenten / websites
Mocht de interesse zijn gewekt in het proces rond risicomanagement en wilt u hier meer over te weten komen, dan zijn hieronder relevante documenten over dit onderwerp opgenomen. Gezocht is naar meer inhoudelijke diepgang en de documenten zijn vervolgens op thema’s gesorteerd.
1.
Eerste iBook Rijksoverheid: Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl, Rijksoverheid.
http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2014/03/12/eerste-ibook-rijksoverheid-gebiedsontwikkeling-nieuwe-stijl.html
Wat is gebiedsontwikkeling nieuwe stijl en welke lering kunnen we trekken uit actuele projecten? Dat is te lezen en te zien in het iBook ‘Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl: Eerste stappen in de praktijk’ van het ministerie
van Infrastructuur en Milieu. De digitale publicatie beschrijft op interactieve wijze, via doorkliks en filmpjes, de praktijkervaringen uit 24 gebiedsontwikkelingsprojecten.
2. Rijk bouwen, meer rendement, Ruimtevolk; Blog Jan den Boer.
http://ruimtevolk.nl/dorpen-platteland/rijk-bouwen-meer-rendement/
Overheids- en culturele gebouwen worden vooral sober en doelmatig gebouwd. Dat levert een snelle cyclus van sloop en nieuwbouw die weinig duurzaam is. Jan den Boer pleit voor
rijk bouwen: focus op kwaliteit en een grote diversiteit aan waarden, wat uiteindelijk ook meer geld zal genereren.
35
5. Relevante documenten / websites
3.
Essay: De stad is weer van zijn bewoners, Jan den Boer.
http://www.destadisvaniedereen.nl/
Jan den Boer kreeg voor dit essay een eervolle vermelding in de Prijsvraag 2012 van het NRC, in samenwerking met de Koninklijke Academie van Wetenschappen, onder de titel ‘Van wie is
4.
de stad?’ In dit essay wordt onder andere ingegaan op een kleine groep deskundigen die vormgeving van onze steden hebben bepaald.
Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl: eerste stappen in de praktijk. Ministerie van I&M.
http://www.congresgons.nl/wp-content/uploads/Gebiedsontwikkeling-Nieuwe-Stijl-eerste-stappen-inde-praktijk.pdf
Het gedachtegoed in deze publicatie komt er kort gezegd op neer dat een bredere blik in gebiedsontwikkeling wenselijk is.
36
• • •
Die blik kijkt over de vastgoedkolom heen naar aanpalende sectoren zoals energie, data,faciliteiten en diensten; Richt zich niet alleen op de realisatiefase, maar ook op de gebruiksfase (beheer en onderhoud); En betrekt zo een breder speelveld van partijen. De kern daarbij is om bestaande geldstromen en/ of –bronnen slimmer in te zetten, breder te kijken dan de grondexploitatie, en nauwe samenwerking te zoeken tussen overheid, private partijen en gebruikers.
5. Relevante documenten / websites
5.
Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl, Platform 31.
http://kennisbank.platform31.nl/pages/29365/Gebiedsontwikkeling-Nieuwe-Stijl.html
‘Het is dus nodig dingen te doen die je niet van plan was. Of dingen laten die je wel van plan was.’ Zo schetst Martine de Vaan van het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf de praktijk van gebiedsontwikkeling in onzekere tijden in de recent verschenen publicatie ‘Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl: eerste stappen in de praktijk’. Dit artikel geeft een samenvatting van de bovenstaande publicatie.
6.
In Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl gaat innovatie hand in hand met pragmatisme en realiteitszin, Gebiedsontwikkeling.
http://www.gebiedsontwikkeling.nu/artikel/10733-in-gebiedsontwikkeling-nieuwe-stijl-gaat-innovatie-hand-inhand-met-pragmatisme-en-realiteitszin
Gebruikers aantrekken en behouden is de “name of the game” in gebiedsontwikkeling. Vanuit gebruikers geredeneerd gaat gebiedsontwikkeling niet om een eenmalige waardesprong door de ontwikkeling van grond en
vastgoed. Maar om een bredere waardecreatie bezien vanuit een langere termijn. Het artikel vat dit onder Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl. Hier wordt dieper op ingegaan.
37
5. Relevante documenten / websites
7.
Investeren in Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl: Handreikingen voor samenwerking en Verdienmodellen, Ministerie van I&M.
http://www.bussum.nl/nc/gebiedsontwikkeling0/?cid=57576&did=23500&sechash=8cc6f805
Deze handreiking biedt innovatie in gebiedsontwikkeling. De kern is dat de vraag als uitgangspunt genomen wordt. Vanuit gebruik en beheer wordt bepaald wat de ontwikkeling
8.
moet zijn. Als het ware een omdraaiing van het proces. Zo kunnen kosten worden bespaard en de doelstellingen voor duurzaamheid worden gehaald.
Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl - (GONS), Gemeente
http://www.utrecht.nl/gebiedsontwikkeling-nieuwe-stijl-gons/
Stedelijke ontwikkeling verandert, ook in Utrecht. De traditionele grootschalige gebiedsontwikkeling maakt plaats voor een kleinschaliger en meer organische aanpak. Met het Dynamisch Stedelijk Masterplan (DSM) zijn ze in 2011 gestart met het experimenteren met nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling. Op de website wordt dit duidelijker.
38
5. Relevante documenten / websites
9.
Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl, AnteaGroup.
http://nl.anteagroup.com/category/thema/ruimte/duurzame-gebiedsontwikkeling
Gebiedsontwikkeling is veranderd door de crisis. Voor 2008 was Nederland nog sterk gericht op het realiseren van nieuwe gebieden, of het nu ging om nieuwbouw of transformatie. Het wegvallen van het traditionele verdienmodel van vastgoedontwikkeling heeft geleid tot fors minder en kleinere ontwikkelingen. Nieuwe verdienmodellen richten zich meer op de gebruiks- en exploitatiefase, waardoor betrok-
10.
ken partijen en hun rol in het samenspel van gebiedsontwikkeling veranderen. Hier wordt dieper op ingegaan.
Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl in Flevoland, Provincie Flevoland.
https://www.youtube.com/watch?v=kavaeycXx2M
Het filmpje laat een animatie zien dat is getoond op het IPO-congres op 9 oktober 2013.
39
5. Relevante documenten / websites
11.
Waarden centraal bij ziekenhuisbouw, Gebiedsontwikkeling.
http://www.gebiedsontwikkeling.nu/artikel/13885-waarden-centraal-bij-ziekenhuisbouw
Veranderingen in de zorg worden ook in de fysieke ruimte steeds zichtbaarder. Belangrijke ontwikkeling is de scheiding van wonen en zorg. Ziekenhuizen hebben in het afgelopen decennium voor een vergelijkbare opgave gestaan. Dankzij deregulering in de zorg hebben ziekenhuisdirecties meer keuzevrijheid gekre-
12.
gen over eigen nieuwbouw. Anderzijds zijn ze ook zelf verantwoordelijk geworden voor de risico’s die zijn verbonden aan de investeringen. De onderlinge concurrentieslag vraagt om keuzes maken. Op welke criteria baseer je beslissingen? Het artikel gaat in om een case waarbij de waardecreatie centraal staat.
Duurzame gebiedsontwikkeling start met een community, Duurzaamgebouwd.
http://www.duurzaamgebouwd.nl/expertposts/20140402-duurzame-gebiedsontwikkeling-start- met-een-community
Op 12 maart vond het Praktijkcongres Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl (GONS) plaats. Hiermee werd een tweejarig traject van het Ministerie van I&M afgerond met als subtitel ‘Wat is je nieuwe rol?’. In totaal meldden zich
40
meer dan 600 deelnemers aan voor het congres en de drie voorafgaande zoektochtevents. Dit staat centraal op de website.
5. Relevante documenten / websites
13.
Best Value Procurement, Ministerie van I&M.
http://www.rijkswaterstaat.nl/zakelijk/zakendoen_met_rws/werkwijzen/gww/aanbesteden_en_contracteren/best_value_procurement/
Best Value Procurement (BVP) is een aanpak die uitgaat van de meeste waarde voor de laagste prijs. Bij Best Value-projecten is de opdrachtnemer voor de zaken die worden
14.
uitbesteed ‘in the lead’. Aanbieders krijgen zo de kans om hun expertise maximaal te laten zien. Deze publicatie verduidelijkt dit begrip.
De Coherentiecirkel, Netwerk in Beweging.
http://www.netwerkinbeweging.nl/?file=326&m=1288250761&action=file.download
De coherentiecirkel geeft inzicht in interactiepatronen in een netwerk, en geeft aanwijzingen voor wat je kunt doen wanneer die interactie niet vitaal is. Deze poster geeft aan waar je op moet letten hierbij.
15.
Netwerkgereedschap voor vrije actoren, Wageningen UR.
http://www.agrocenter.nl/netwerkwijzer/Netwerkgereedschap.pdf
Dit rapport biedt gereedschap voor netwerkers. Er zijn methodieken beknopt beschreven en er is voorzien van heldere illustraties om zo veel mogelijk netwerkers te verleiden dit gereedschap verder te gebruiken. Om hiermee netwerken ‘door het punt van moei-
te’ heen te krijgen. Om netwerkdeelnemers elkaar scherp te laten bevragen en uit te dagen. Om verbindingen aan te gaan met veranderaars en ordebewaarders. En om zo veel mogelijk netwerkideeën ook daadwerkelijk te realiseren.
41
5. Relevante documenten / websites
16. De netwerkwijzer, Agrocenter.
http://www.agrocenter.nl/netwerkwijzer/NetwerkWijzer1.swf
Het begeleiden van netwerken blijft mensenwerk. Geen model is precies genoeg om de complexe werkelijkheid te beschrijven en wie als een blind paard stappenplannen volgt, maakt ongelukken omdat hij niet meer kan
zien wanneer de werkelijkheid afwijkt van de theorie. Gelukkig doen mensen die goed in hun vel zitten op hun intuïtie vaak de juiste dingen. Het gereedschap op de website kan helpen om die intuïtie verder aan te scherpen.
17. Leergeschiedenissen van 2006, Wageningen UR.Utrecht. http://edepot.wur.nl/44803
In dit rapport bundelt het programma Netwerken in de Veehouderij 29 netwerkverhalen in de vorm van leergeschiedenissen van netwerken die in het jaar 2006 ondersteunde. Het rapport is onderdeel van een reeks die op basis van dit experiment is geschreven. De
42
leergeschiedenissen zijn opgesteld door de netwerkbegeleider(s), soms in samenwerking met anderen. Het zijn 29 losse verhalen. Rode draad in de verhalen is een aantal modellen en methoden die gedurende het experiment van het programma zijn ontwikkeld.
5. Relevante documenten / websites
18.
Netwerken met vrije actoren, Wageningen UR.
http://www.transitiepraktijk.nl/files/Netwerkgereedschap%20voor%20vrije%20actoren.pdf
In dit rapport komt onder andere naar voren dat de vrije actor een nieuwe invulling geeft aan de verbindende rol van de kenniswerker. Hij assisteert in het kwetsbare traject van pril idee tot krachtig netwerk dat in staat is beweging te veroorzaken. De koopkrachtige vraag
19.
naar dit soort assistentie is echter niet ontwikkeld, en het is ook niet te verwachten dat die vraag in voldoende mate zal ontstaan. De aanpak van vrije actoren in netwerken kan een belangrijke vacature vervullen die met het wegvallen van het OVO-drieluik is ontstaan.
How to make experience your company’s best teacher, Arizona.
http://ai.arizona.edu/mis480/student_pres/2008/4_KM_pres_RevB.ppt
In deze presentatie wordt ingegaan op het artikel Kleiner, A, Roth, G (1997): Learning History. How to make your experience your company’s best teacher. Harvard Business Review, Sept. 1997.
20.
Van netwerkanalyse naar organisatieroutine, Poorthuis en Van der Bijl (2006).
http://www.netwerkimpuls.nl/impulspdf/netwerkanalyse.pdf
Een van de meest krachtige organisatie-instrumenten die we hebben ontwikkeld en sinds medio jaren negentig inzetten, is de netwerkanalyse voor initiatiefnemers (Poorthuis 2003, Poorthuis e.a., 2004). Een instrument waarbij mensen worden uitgenodigd om vanuit hun ambities, opdrachten of ideeën een
vertrekpunt te benoemen, initiatiefnemer te zijn en een netwerk te bouwen. Daarmee kan de netwerkanalyse voor iedereen in elke situatie een hulpmiddel zijn en zelfs organisatieroutine worden. De eenvoudige stappen van de netwerkanalyse wordt in dit hoofdstuk beschreven.
43
5. Relevante documenten / websites
21. Wielinga, H.E., Zaalmink, B.W., R.H.M., Bergevoet, R.H.M. Geerling-Eiff, F.A., Holster, H., Hoogerwerf, L. Vrolijk, M. (2007): Netwerken met vrije actoren. Stimuleren van duurzame innovaties met Netwerken in de Veehouderij. Wageningen Universiteit en Research.
Wielinga, H.E. (2001): Netwerken als levend weefsel. Een studie naar kennis, leiderschap en de rol van de overheid in de Nederlandse landbouw sinds 1945. Dissertatie Wageningen Universiteit. Uitgeverij Uilenreef, ’s Hertogenbosch. Zaalmink, B.W., Smit, C.T., Wielinga, H.E., Geerling-Eiff, F.A., Hoogerwerf, L. (2007): Netwerkgereedschap voor vrije actoren. Methoden en technieken voor het succesvol begeleiden van netwerken. Wageningen Universiteit en Research.
De bovenstaande artikelen geven meer inzicht in enkele belangrijke onderwerpen omtrent Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl. Zo wordt
22. Gereedschap voor netwerkers, LinkConsult.
ingegaan op de rol van vrije actoren in de netwerken en de wijze waarop de overheid zich neerzet binnen deze netwerken.
http://linkconsult.nl/
Netwerkers weten mensen in beweging te krijgen. Ze maken verbinding, ze delen ambities, en ze bouwen aan gezonde relaties. Op deze website wordt uitgebreid ingegaan op de kunst van het netwerken.
23. Netwerkimpuls
http://www.netwerkimpuls.nl/impulshtm/netwerkimpuls.htm
44
Verantwoorde Veehouderij, https://www.verantwoordeveehouderij.nl/ Deze websites bieden tevens praktische inzicht in het netwerken.
6. Bijlagen 1. Presentatie Jan den Boer
Rijk bouwen: kwaliteit genereert geld Gebiedsontwikkeling en Waardecreatie
Jan den Boer, VPNG bijeenkomst 30 oktober 2014
45
6. Bijlagen De vraag: Er is weinig institutioneel en overheidsgeld, maar nog steeds heel veel particulier geld. Wat zijn nieuwe manieren om dit beschikkbaar te krijgen voor de stad?
Wat ging vooraf? Nationaal. Praktijkonderzoek Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl, ministerie I&M, bijeenkomst onder maart 2014 • Conclusies: • Brede waardecreatie van financiële en maarschappelijke doelstellingen en brede businesscase • Het gebruik en de gebruiker staan voorop 46
6. Bijlagen Wat ging vooraf? Utrecht
Thema’s van deze bijeenkomsten:
• Onderzoek Erasmus Universiteit over
• Verbreding van waardecreatie • Particulier opdrachtgeverschap:
vertrouwen, 2012 • Masterclass G4 en Eur: Hoe pakt de stedelijk projectmanager zijn rol? 19 juni 2012 • Symposium meedoen of Muiten? 26 november 2012 • JMU festival, 21 november 2013
particulier geld in plaats van institutioneel geld • Nieuwe rollen verschillende partijen • Verandering van onderop • Idee ontwikkeling in de praktijk
Waardecreatie (1): Werken vanuit verschillende waarden. De identiteit
Thema’s Werklandschap Stadsgeoriënteerd Creatieve Zone
Nieuwe werken Stimulerend voor interactie Cross-over Ambachten Onderhoud, reparatie Urban sports, urban entertainment Nieuwe concepten, proeftuin, experimenten Showroom, expressie, Publieksevenementen horeca
Waarden Pioniergeest Industrieel Vrij
Samenhang Levendig
Innovatief, experimenteel Artistiek, verrassend Kleinschalig Rauw, ongepolijst Tegendraads Tegenpool bestaande stad Onbevangen, relaxed, Open toegankelijk Bohemien, ongeregeld Autonoom, onafhankelijk, Community, lifestyle Ontmoeten Interactie, kennisdelen Dynamisch, continue verandering Tijdelijkheid Verblijven, Vermaken
47
6. Bijlagen Waardecreatie (2): schoonheid Sober en doelmatig: Vredenburg Utrecht Schonheid: Sagrada Familia, Bacelona
Macht en Schonheid: wat is de rol van de gebruiker
48
6. Bijlagen Waardecreatie (3): vertrouwen en dienstbaarheid • Kantelpunt in de maatschappij van een in de 150 jaar • Van blindeman naar coproducent • Van management naar leiderschap • Van economische groei naar ‘Are you ready to share? ‘
De vraag: Er is weinig institutioneel en overheidsgeld, maar nog steeds heel veel particulier geld. Wat zijn nieuwe manieren om dit beschikkbaar te krijgen voor de stad?
‘Stadslab’: de vorm
• Experimentele bijeenkomst • Co-creatie: wisselen van rollen tijdens de bijeenkomst: leiden en volgen, inleven in andere rollen en inhoud
• Delen van kennis in korte presentaties en discussies • Rode draad: wat kunnen we van elkaar leren over
verschillende vormen van waardecreatie en over verschillende waarden, zowel in inhoud als in samenwerking
49
6. Bijlagen 1. Madurodam
2. Vleuterweide, Leidsche Rijn
50
6. Bijlagen 3. Cereol
Locatie Cereol naast TPG en KPN in OOG en Al
Integrale aanpak Integrale aanpak voor de gehele locatie (Cereol/ TPG KPN), met als meerwaarde: • Sneller en efficiënter planproces • Optimaal resultaat: financieel, programmatisch en landschappelijk en stedenbouwkundig Co-creatie: in workshops gezamelijk en mooi plan maken - commitment en verbinding creëren,
daarna pas rekenen en juridisch planologisch vastleggen De gebruiker centraal: de brede omgeving mobiliseren om met ideeën te komen en daarvoor geld te genereren. Daardoor medeverantwoordelijk maken, waardoor ze het plan gaan steunen. Na de brand (2008) en de crisis (2009): commitment en vertrouwen opnieuw creëren met een project start up.
51
6. Bijlagen Ontwerpproces
Studie-maquettes ten behoeve van het ontweponderzoek 30 oktober 2014
Ontwerpproces
Huidige situatie gezien vanuit zuidwest 30 oktober 2014
52
Huidige situatie gezien vanuit zuidoost 30 oktober 2014
6. Bijlagen Ontwerpproces
Te handhaven bebouwing gezien vanuit zuidwest 30 oktober 2014
Te handhaven bebouwing gezien vanuit zuidoost 30 oktober 2014
Nieuwbouw op, om en aan monument gezien vanuit zuidwest
Nieuwbouw op, om en aan monument gezien vanuit zuidoost
53
6. Bijlagen Foto maquette
Cereol gevelimpressie
54
6. Bijlagen Vogelvlucht
Meysters Buiten
4. Oosterspoorbaan
55
6. Bijlagen 2. Presentatie Lia Bouma en Carla van Dorp-Emmink
Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl Carla van Dorp - gemeente Amersfoort Lia Bouma - Stichting Elisabeth Groen 30 oktober 2014
Hoe doen we dat in 033 • Werken met Netwerken • Het Nieuwe Samenwerken • Samenwerking Elisabeth Groen
Even netwerken... Puzzels
56
6. Bijlagen
Werken met netwerken Ervan gehoord? Wat is dat nu eigenlijk?
Hoe anders is werken met een netwerk?
57
6. Bijlagen Het proces van werken met een netwerk
Handige procestools: Vragen bij de Innovatiespiraal
Zijn er bezwaren?
Zijn de gemaakte plannen ook uitvoerbaar?
58
6. Bijlagen Handige procestools: Netwerkanalyse
Een netwerkanalyse brengt posities van betrokkenheid in beeld. Hieruit ontstaan prioriteiten voor het aangaan van verbindingen.
Burgerinitiatief Het Nieuwe Samenwerken
Periode van de Markt en periode van het Vertrouwen (HNS) Het Nieuwe Samenwerken
Markt •
Calculerende burger in de verzorgingsstaat:
• • •
• ‘Klant zoekt loket’ • Gebruikt gedoogcultuur • Claimt recht op subsidie
•
Zakelijke overheid • Zakelijk = sturen met geld • Polderen is beleidsbron
Coproducent in een netwerkmaatschappij:
•
•
Participant Heldere kaders lokken samenwerking uit Opdrachtnemer
Vertrouwen in de burger • •
Kaderstellen = activeren Samenwerken is bron tot innovatie
59
6. Bijlagen Burgerinitiatief Het Nieuwe Samenwerken
De samenleving verandert = niet communicatie verbeteren, maar communicatie veranderen
Hiërarchie
Netwerk
Burgerinitiatief Het Nieuwe Samenwerken
Cultuuromslag
Communicatie
Initiatieven Participatie
Inspraak
gelijkwaardigheid, respect, vertrouwen en persoonlijk contact
60
6. Bijlagen
Samenwerking Elisabeth Groen Gezamenlijk proces bestuur en bewoners van Amersfoort •Coalitieakkoord •Bewonersinitiatieven •Kerngroep met opdracht •Ideeën ophalen: iedereen is welkom! •Professionele ondersteuning bureau •Ideeën schiften, selecteren in werkgroepen •Ontwerpschets
61
6. Bijlagen
Geschiedenis van de Kerngroep Samenwerking Elisabeth Groen • Een kerngroep bestaande uit bewoners en gemeente maakte samen een Inrichting- en -Beheerplan • Met inbreng en ideeën van meer dan 80 bewoners • Doelen en kaders: Versterken natuurontwikkeling en cultuurhistorie en bijbehorende educatie en recreatie • Versterken ecologische verbindingszone land- en waternatuur en ecologische droogbos-verbinding
Inbreng van meer dan 80 bewoners Resultaat: meer dan 200 ideeën
62
6. Bijlagen
Uitgewerkt in een Inrichting- en -Beheerplan
Het traject Maken Inrichting en Beheerplan
Oprichten Stichting
Sloop en bomenkap
• Input en ideeën van ca. 80 bewoners
• Bestuur van vijf tot zeven personen
• Controle op bomenkap
• Bewoners en gemeente hebben samen de regie
• Ondersteuning verschillende werkgroepen
• Zorg voor vleermuizen
Aanleg Elisabeth park • Verantwoord elijk voor aanleg van het gebied volgens Inrichting en Beheerplan
Ontwikkelend Beheer door stichting • Planning en begroting groot onderhoud • Ontwikkelend beheer van terrein o.a. nutstuinen, blotevoetenpad
63
6. Bijlagen Tools for networkers: a new generation Coherentiecirkel • Interactiepatronen
– hoe gezond is het netwerk? – Wie is de beperkende factor? – Welke interventie is het meest effectief? – Warme en/of koude interventie?
Tools for networkers: a new generation Veranderdriehoek • Sturen op energie
– Wie geeft energie voor verandering? – In welke volgorde worden actoren aangesproken? – Juiste timing?
Handige procestools: Tijdlijnmethode
De tijdlijnmethode is een hulpmiddel voor (tussentijdse) evaluaties. Hij is zeer geschikt om uit te voeren met de deelnemers in een netwerk.
64
6. Bijlagen Burgerinitiatief Het Nieuwe Samenwerken
Vragen aan u:
• Wat wilt u met uw stad/gemeente? • Hoe wilt u de samenwerking bevorderen? • Welke concrete stappen (pilots) wilt u hiervoor starten? • Wanneer moet het eerste succes behaald zijn?
Netwerken; een must voor ambtenaren, de stad en het bestuur!
Meer verdiepen: - site: www.toolsfornetworkers.nl
Wat neem je ervan mee? Wie bel je morgen met vraag/idee?
65
66
67
De essentie van onze verening is de ontmoeting tussen projectprofesionals en hun leidinggevenden. Ieder jaar organiseren wij tientallen bijeenkomsten, waarin het opdoen van nieuwe inspiratie en het uitwisselen van kennis en ervaring centraal staan. Deze publicatie is de spin-off van het uitwisselen van deze kennis en ervaring. Niet alleen vind u in deze publicatie het verslag van een bijeenkomst, u kunt samenvattingen lezen van interessante achtergrond artikelen, die aansluiten op het thema en via een link naar ze ‘doorklikken’. De opgenomen interviews met de sprekers verbinden de theorie met de weerbarstige praktijk. Motor achter deze publicatiereeks zijn onze drie expertgroepen van 2014: • Gebiedsontwikkeling • Professionaliseren gemeentelijk projectmanagement • Decentralisaties in het sociale domein
We hopen u met deze publicatie te inspireren om uw kerntaak nog beter in te vullen, namelijk vanuit een krachtige project filosofie mensen en organisaties verbinden om de stad nog mooier te maken! Francois van Doesburg, Voorzitter VPNG
VPNG
Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten
68