EXAMENREGLEMENT PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

EXAMENREGLEMENT EN PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

afdeling vwo leerjaar 5 (2009 – 2012)

editie 2010

2College Cobbenhagenlyceum

PTA vwo september 2010

2

VOORWOORD EN TEN GELEIDE ........................................................................................................................ 3 EXAMENREGLEMENT 2COLLEGE COBBENHAGEN ............................................................................................. 4 AARDRIJKSKUNDE .......................................................................................................................................... 11 ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN .......................................................................................................... 14 BIOLOGIE........................................................................................................................................................ 15 CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING ...................................................................................................... 18 DUITS ............................................................................................................................................................. 20 ECONOMIE ..................................................................................................................................................... 21 ENGELSE TAAL EN LITERATUUR (IB ENGLISH A2) ............................................................................................ 23 ENGELSE TAAL EN LITERATUUR ...................................................................................................................... 26 FRANS ............................................................................................................................................................ 27 GESCHIEDENIS ................................................................................................................................................ 30 KLASSIEKE CULTURELE VORMING (KCV ) VWO VIJFDE LEERJAAR 10/11 ......................................................... 32 KUNST (BEVO) VWO VIJFDE LEERJAAR ’10/11 (LICHTING ’09) ........................................................................ 34 KLASSIEKE TALEN (LATIJN EN GRIEKS) VWO VIJFDE LEERJAAR 2010/2011 ...................................................... 36 LICHAMELIJKE OPVOEDING ............................................................................................................................ 38 LOOPBAANORIENTATIE EN -BEGELEIDING ...................................................................................................... 40 MAATSCHAPPIJLEER ....................................................................................................................................... 41 MANAGEMENT & ORGANISATIE .................................................................................................................... 43 NATUURKUNDE .............................................................................................................................................. 46 NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE ......................................................................................................... 48 SCHEIKUNDE .................................................................................................................................................. 50 WISKUNDE A .................................................................................................................................................. 51 WISKUNDE B .................................................................................................................................................. 54 WISKUNDE C .................................................................................................................................................. 56 WISKUNDE D .................................................................................................................................................. 58

Voorwoord en ten geleide Voor je ligt het ‘Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting’. In dit document staat beschreven welke regelingen gelden rondom het Schoolexamen en het Centraal Examen. Bovendien zijn hierin opgenomen de bevorderingsregeling Tweede Fase en de regelingen die gelden voor doubleurs. Het onderwijs in VWO-5 is gericht op de ontwikkeling van vakgebonden kennis en vaardigheden, algemene vaardigheden en op persoonlijke ontwikkeling. De eisen met betrekking tot kennis en vaardigheden zijn vastgelegd in domeinen (kennisgebieden van één vak) en bewijsvelden (kennisgebieden van één of meerdere vakken, geordend rondom een bepaald thema). De leerling maakt toetsen en opdrachten die betrekking hebben op deze domeinen/bewijsvelden. De opdrachten worden in principe gemaakt in de daarvoor aangegeven studielasttijd (CC). De toetsen en opdrachten worden door de werkmeester beoordeeld.


3

De algemene vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld aan de hand van „leerlijnen‟. Een overzicht van deze algemene vaardigheden is te vinden in het digitale portfolio van de leerling. De algemene vaardigheden worden, in samenspraak met meerdere werkmeesters, beoordeeld door de leermeester. De persoonlijke ontwikkeling wordt met behulp van „ontwikkelingslijnen‟ door de leerling en leermeester bijgehouden. Het resultaat van de beoordeling van de algemene vaardigheden en de persoonlijke ontwikkeling telt voor een vastgesteld percentage, dat te vinden is in de PTA ‟s per vak, mee bij het examendossiercijfer van het schoolexamen en de overgang. Het overzicht van de ontwikkelingslijnen en leerlijnen staat ook in het digitale portfolio van de leerling. In het hoofdstuk Programma van Toetsing en Afsluiting wordt per vak vermeld: - welke bewijsvelden/domeinen getoetst worden; - de wijze van toetsing en de duur van de toets; - het tijdvak; - of de toets herkanst kan worden of niet; - welk gewicht de toets heeft, d.w.z. hoe zwaar hij meetelt voor het schoolexamen en/of de bevordering. Wij hopen dat onze huidige eindexamenleerlingen de Tweede Fase met succes zullen afsluiten en wensen hun hierbij alle sterkte en steun die ze nodig hebben. Voor een goed resultaat is veel inspanning nodig van de studenten zelf, maar ook van de mentoren, de vakdocenten, de organisatie en de schoolleiding. Wij zijn ervan overtuigd dat een goede samenwerking tussen al deze partijen tot een prima resultaat zal leiden. Veel succes. Namens de schoolleiding en de docenten, Mw. Drs. D.R.A. Prinsen-Neve, vestigingsdirecteur

EXAMENREGLEMENT 2COLLEGE COBBENHAGEN Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 31 van het wettelijke eindexamenbesluit havo - vwo stelt het bevoegd gezag van het 2College het examenreglement vast. Voor vwo-5 zijn een aantal artikelen belangrijk, die hieronder volgen. De artikelnummering wijkt af van het volledige reglement. Artikel 1. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de afdeling VWO in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. Artikel 2. De algemeen directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. Organisatie: Artikel 3. PTA vwo september 2010

4

1. Het eindexamen wordt afgenomen volgens de examenprogramma's, vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het eindexamen bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen en, voor zover dat in het examenprogramma is bepaald, tevens uit een centraal examen. 2. Het schoolexamen wordt afgenomen volgens een programma van toetsing en afsluiting, dat jaarlijks voor 1 oktober door het bevoegd gezag wordt vastgesteld; het centraal examen wordt afgenomen op de wijze zoals door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is of wordt bepaald. 3. Het schoolexamen bestaat uit schriftelijke en/of mondelinge toetsen, handelingsdelen en praktische opdrachten. Elke kandidaat maakt een profielwerkstuk. 4. Geschiedt het schoolexamen op mondelinge wijze dan wel door middel van een practicum, dan kan daarbij naast de examinator een andere leraar/vakgenoot of een andere deskundige aanwezig zijn. Afsluiting schoolexamen: Artikel 4. 1. Het schoolexamen wordt in de afdeling vwo in het vierde, vijfde en het zesde jaar van de cursus afgelegd. 2. Indien een kandidaat naast schoolexamen tevens in een vak centraal examen aflegt, stelt de algemeen directeur de kandidaat in de gelegenheid het schoolexamen in het desbetreffende vak af te sluiten voor de aanvang van het centraal examen. 3. De kandidaat moet aan alle verplichtingen van het schoolexamen hebben voldaan om te kunnen slagen voor het totale examen. Cijfers: Artikel 5. 1. Indien voor vakken binnen het schoolexamen waarvoor geen centraal examen wordt afgelegd, een cijfer wordt gegeven, is dat een cijfer uit de schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 afgerond op één decimaal nauwkeurig. Het eindcijfer voor het schoolexamen van deze vakken is een geheel getal met een cijfer uit de schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Dit geldt ook voor het profielwerkstuk. 2. In afwijking van het eerste lid worden het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding beoordeeld met 'voldoende' of „goed'. 3. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden de cijfers uit de schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 gebruikt afgerond op één decimaal nauwkeurig. 4. Cijfers voor algemene natuurwetenschappen, maatschappijleer, het profielwerkstuk, levensbeschouwing en klassieke culturele vorming (indien van toepassing) maken deel uit van het combinatiecijfer. Het combinatiecijfer is één van de examencijfers. 5. Bij vakken met alleen schoolexamen wordt het cijfer eerst op één decimaal nauwkeurig afgerond. Daarna op een geheel cijfer.

Artikel 6. 1. Van ieder cijfer, toegekend voor enig onderdeel van het schoolexamen, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis. 2. De wijze waarop de cijfers per onderdeel van het schoolexamen worden herleid tot het cijfer schoolexamen, wordt per vak bepaald in het programma van toetsing en afsluiting. 3. Voor de aanvang van het centraal examen deelt de algemeen directeur de kandidaat schriftelijk mede, welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen in de vakken waarin hij tevens centraal examen zal afleggen. Herkansingen Artikel 7. A. Schoolexamen PTA vwo september 2010

5

Toetsen en praktische opdrachten a. b.

c. d.

e. f. g. h.

i. j.

Herkansingen kunnen alleen worden afgelegd over dossiertoetsen waarvan in het PTA wordt aangegeven dat ze onder de herkansingsregeling vallen. Herkansingen kunnen alleen worden afgelegd aan het eind van de toetsperiode waarin de te herkansen toetsen voor de eerste keer zijn afgenomen. Er kunnen dus geen toetsen uit eerdere toetsperioden of leerjaren worden herkanst. Een leerjaar kent 3 toetsperiodes die telkens met een toetsweek worden afgesloten. Een toets of praktische opdracht wordt maximaal 2 maal aangeboden. De kandidaat heeft na iedere toetsperiode het recht één van de toetsen van het schoolexamen of een praktische opdracht die worden beoordeeld door middel van een cijfer te herkansen, met inachtneming van e,i en j. Een praktische opdracht mag alleen herkanst worden indien het resultaat over de oorspronkelijke opdracht een cijfer lager dan 5,5 was. Het hoogste van de bij de oorspronkelijke toets en bij de herkansing behaalde cijfers geldt als definitief cijfer. Indien een leerling een verzuimde toets op een later tijdstip moet inhalen, vervalt het recht op herkansing over die toets. Per periode geeft de kandidaat via een vastgestelde procedure aan welk vak hij wil herkansen. Bij de procedure wordt aangegeven wat de einddatum en de eindtijd zijn voor het aanvragen van herkansingen over de voorafgaande periode. Het profielwerkstuk valt buiten deze herkansingsregeling. Ook CKV en LO vallen buiten deze herkansingsregeling. Alle onderdelen van deze vakken moeten „naar behoren‟ zijn gedaan.

Opmerking: Vragen over de toepassing van bovenstaande herkansingsregeling kunnen worden voorgelegd aan de commissie, genoemd in art. 11. B. Centraal examen Na afsluiting van het centraal examen mag de kandidaat in maximaal één vak van het centraal examen herexamen doen.

Eindexamenuitslagregeling

Artikel 8. Voor vwo-kandidaten geldt de volgende regeling: De kandidaat is geslaagd voor zijn eindexamen indien voldaan wordt aan de voorwaarde dat de vakken CKV en lichamelijke opvoeding zijn beoordeeld als 'goed' of 'voldoende' én indien bovendien: a. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; b. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; c. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, dan wel; d. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft PTA vwo september 2010

6

behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt.

Voor leerlingen die in het schooljaar 2011-2012 examen afleggen en waarvoor in 2012 de uitslag wordt vastgesteld, zal ook de volgende extra aanscherping gaan gelden: Alle leerlingen moeten gemiddeld een voldoende halen voor het centraal schriftelijk examen. Een leerling is dus gezakt als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5.

Opmerking: de cijfers voor het profielwerkstuk en de vakken algemene natuurwetenschappen, maatschappijleer en levensbeschouwing en klassieke culturele vorming, afgerond op gehele getallen, worden gemiddeld en leveren het „combinatiecijfer‟ op, dat als één examencijfer meetelt. De algemeen directeur bepaalt het eindcijfer als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Voor de genoemde vakken en het profielwerkstuk mag geen cijfer lager dan 4 worden gehaald. Korter geformuleerd: je bent niet geslaagd: als je een cijfer lager dan 4 scoort of, als je twee onvoldoendes hebt die opgeteld minder dan 9 zijn of, als je gemiddeld niet aan een 6,0 komt bij twee onvoldoendes of, als je drie of meer onvoldoendes hebt of als je niet voldoet aan de regels van de aanscherpingen

Verhindering Artikel 9 1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de algemeen directeur, is verhinderd aan een onderdeel van het schoolexamen deel te nemen, geeft de algemeen directeur hem gelegenheid zich op een later tijdstip aan dit onderzoek te onderwerpen. Een verhindering wordt pas als geldig erkend als deze aan de algemeen directeur is gemeld voor 9.30 op de dag van de toets en er op dezelfde dag op school een verklaring van verhindering is getekend door een van de ouders/verzorgers. Zoals beschreven in artikel 7, lid f, kan een leerling een toets die hij gemaakt heeft na toestemming wegens verhindering, niet meer herkansen. 2. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de algemeen directeur, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak van het centraal examen tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak gelegenheid gegeven, het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. Ook hier geldt dat een verhindering pas als geldig wordt erkend indien deze voor 9.30 uur op de dag van verhindering is gemeld en er diezelfde dag een verklaring van verhindering is getekend door een van de ouders/verzorgers. 3. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak van het centraal examen evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in PTA vwo september 2010

7

de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. Onregelmatigheden Artikel 10. 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen of centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de algemeen directeur maatregelen nemen. Opmerking: Het bij zich hebben van een telefoon, mp-3-speler, I-pod of andere informatiedragers is een voorbeeld van een onregelmatigheid. 2. Degene die de onregelmatigheid constateert, stelt de desbetreffende kandidaat en de secretaris van het eindexamen onmiddellijk op de hoogte van de geconstateerde onregelmatigheid. 3. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen o.a. zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen; b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer zittingen van schoolexamen of het centraal examen; c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen; d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de algemeen directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen, bedoeld in de vorige volzin, betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. 4.

Alvorens een beslissing in gevolge het derde lid wordt genomen, hoort de schoolexamencommissie (zie artikel 11) de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarig persoon laten bijstaan. De directeur neemt op basis van een advies van de schoolexamencommissie, een beslissing en deelt deze beslissing uiterlijk binnen drie werkdagen nadat hij de beslissing heeft genomen mede aan de kandidaat en indien deze minderjarig is aan zijn ouder(s), voogd(en) of verzorger(s), zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in artikel 6 van het volledige reglement. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouder(s), voogd(en) of verzorger(s) van de kandidaat indien deze minderjarig is, alsmede aan de inspectie. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de eindverantwoordelijk schoolleider van 2College en indien gewenst daarna bij een onafhankelijke, buiten de school staande, commissie die door het bevoegd gezag is ingesteld.

5

De kandidaat kan tegen een beslissing van de eindverantwoordelijk schoolleider, bedoeld in artikel 10.4, in beroep gaan bij de in lid 5.2 genoemde commissie van beroep. Van de commissie van beroep mogen de eindverantwoordelijk schoolleider en de directeur geen deel uitmaken. Het beroep wordt binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk bij de secretaris van de commissie van beroep ingesteld. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn met reden omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zonodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld, het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen, onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van artikel 5, lid 3. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouder(s), voogd(en) of verzorger(s) van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie. De commissie van beroep is te bereiken op het volgende adres: PTA vwo september 2010

8

Commissie van Beroep (CvB) Eindexamen OMO Scholen Tilburg e.o. t.a.v. de ambtelijk secretaris; mw. S. Boertien Postbus 1010 5004 BA Tilburg

Artikel 11. 1. Omwille van de goede gang van zaken tijdens het schoolexamen is een schoolexamencommissie ingesteld onder verantwoordelijkheid van de vestigingsdirecteur. Zij bestaat uit een teamleider van één van de afdelingen waarin examen wordt afgelegd, de examensecretaris en twee docenten. 2. De in het eerste lid genoemde commissie: - behandelt verzoeken van kandidaten om bijzondere maatregelen in het kader van het schoolexamen, die voortvloeien uit de persoonlijke omstandigheden van de kandidaat; - behandelt klachten van kandidaten over de inhoud of de beoordeling van onderdelen van het schoolexamen of over de omstandigheden waaronder deze zijn afgelegd; - bepaalt de maatregelen tegen een kandidaat die in gebreke blijft bij de uitvoering van het gestelde in artikel 12 van dit reglement. 3. Kandidaten die bij deze commissie in beroep willen gaan tegen een beslissing van een docent, dienen binnen tien werkdagen nadat bekend geworden is dat de docent en de leerling niet tot overeenstemming zijn gekomen, hun verzoek schriftelijk in te dienen bij Mevr. P. Kevenaar. Dit verzoek dient ook doorgemaild te worden naar [email protected]. 4. De commissie zal uiterlijk binnen tien werkdagen haar beslissing bekend maken. Indien nodig kan deze periode met maximaal 10 werkdagen verlengd worden. Die uitspraak is bindend. Artikel 12. De bij de programma's van verschillende vakken genoemde uiterste inlever- of eindtermijnen voor lees- en literatuurlijsten, werkstukken, scripties, dossiers, handelingsdelen e.d. dienen strikt in acht genomen te worden. Dit geldt tevens voor het profielwerkstuk. Deze werkstukken moeten bij de docent worden ingeleverd, tenzij een andere regeling is afgesproken. Indien de uiterste inleverdatum wordt overschreden, wordt het cijfer één toegekend of wordt het handelingsdeel als niet uitgevoerd beschouwd. Indien de kandidaat gegronde redenen meent te hebben voor het niet op tijd inleveren, kan hij/zij zich wenden tot de teamleiding. Als het overleg met de teamleiding niet tot overeenstemming leidt, kan de kandidaat zich wenden tot de schoolexamencommissie (zie artikel 11 van dit reglement). Opmerking: Problemen met computers, printers, etc. worden niet als geldige reden geaccepteerd. Artikel 13. Het schoolexamen kan niet als voltooid worden beschouwd zonder onder de in artikel 12 genoemde en door de docent met „voldoende‟ of „goed‟, resp. met „naar behoren‟ beoordeelde lees- en literatuurlijsten, werkstukken, scripties, dossiers, handelingsdelen, e.d.

Artikel 14. De docent heeft het recht de leerling, die de uitwerking van een praktische opdracht of van een geheel of gedeeltelijk buiten de directe controle van de docent uitgevoerde andere opdracht bij hem inlevert, te onderwerpen aan een toets, om te controleren of en in hoeverre de geleverde prestaties aan die leerling kunnen worden toegeschreven. De vorm van de toets wordt door de docent bepaald. Artikel 15. Een kandidaat die tegen een beoordeling van enige toets beroep wil instellen, kan dat doen binnen tien schooldagen nadat hem het resultaat mondeling of schriftelijk is medegedeeld. Hij richt zich daarvoor tot de betreffende docent. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, kan de kandidaat in hoger beroep gaan bij de in artikel 11 genoemde commissie. PTA vwo september 2010

9

Artikel 16. De algemeen directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de algemeen directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Artikel 17. Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van het besluit van artikel 16 en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. Artikel 18. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de algemeen directeur. Artikel 19. Dit examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de algemeen directeur jaarlijks voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en ter inzage gelegd voor de kandidaten. Tilburg, september 2008 Namens het bevoegd gezag, Drs. A.J.M. Poulisse, Voorzitter Centrale Directie BEVORDERINGSREGELING VWO- 5 De overgang van een leerling wordt bepaald aan het eind van het vijfde leerjaar op basis van hele cijfers samengesteld uit de examendossiercijfers en de bevorderingstoetsen, zoals in het Programma van Toetsing en Afsluiting vermeld. Het combinatiecijfer telt als een vak. De leerling wordt bevorderd: indien hij (voor het betreffende schooljaar) heeft voldaan aan alle verplichtingen van het schoolexamen in de vakken of onderdelen van vakken en tevens het gemiddelde van de cijfers voor alle examenvakken 6,0 of meer bedraagt en er niet meer dan tweemaal het cijfer 5 aan onvoldoendes is behaald óf eenmaal het cijfer 4 en eenmaal het cijfer 5 en tevens maximaal één punt te weinig behaald is om tot een gemiddelde van 6,0 te komen. De leerling valt in de bespreekzone wanneer niet voldaan wordt aan bovenstaande criteria. Indien een leerling in de bespreekzone zit bepaalt de lerarenvergadering of (en onder welke voorwaarden) de leerling wordt bevorderd of afgewezen.

Mening ouder(s)/verzorger(s) en leerling Indien een leerling in de bespreekzone zit bepaalt de lerarenvergadering of (en onder welke voorwaarden) de leerling wordt bevorderd of afgewezen. Bij deze beslissing wordt de informatie betrokken die is verkregen uit een gesprek vooraf tussen de mentor/leermeester en de leerling met zijn of haar ouder(s)/verzorger(s). De beoordeling van de persoonlijke


10

ontwikkeling aan de hand van de ontwikkelingslijnen zal bij het gesprek en de uiteindelijke beslissing een belangrijke rol spelen.

Regeling niet-bevorderden vwo 5 Als de leerling niet bevorderd is en doubleert in vwo 5 wordt in overleg met de leermeester een individuele leerweg met voldoende studielasturen bepaald. De school geeft een bindend advies m.b.t. deze leerweg. Mogelijke vrijstellingen: Afgeronde vakken met alleen Schoolexamen : de leerling krijgt voor culturele en kunstzinnige vorming vrijstelling als het eindresultaat voor CKV minimaal „voldoende‟ is. Voor de vakken levensbeschouwing (afgerond in vwo 4), algemene natuurwetenschappen, maatschappijleer en klassieke culturele vorming heeft een leerling recht op een vrijstelling als het eindresultaat, op een decimaal nauwkeurig, 5,5 of hoger is. De leerling is dan niet meer verplicht de lessen in die vakken te volgen Met betrekking tot het leesdossier bepaalt de docent (in overleg met de sectie) voor de leerling een programma op maat (vervanging, wijziging of uitbreiding van het leesdossier) voor zover het onderdelen betreft die voldoende zijn verwerkt. Indien een vwo5-doubleur overstapt naar de havo-afdeling worden de vakken levensbeschouwing en maatschappijleer als voldoende en afgerond beschouwd indien het cijfer 5.5 of hoger is. De leerling is niet meer verplicht de lessen te volgen in dit vak op de havoafdeling. De betreffende leerling krijgt voor CKV een vrijstelling als het eindresultaat voor CKV minimaal „voldoende‟ is. N.B. De door vrijstellingen vrijgekomen studielast wordt door alle doubleurs in overleg met de leermeester/mentor besteed aan andere studieonderdelen.

AARDRIJKSKUNDE VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting‟09) Het vak bestaat uit de volgende domeinen:      

De aarde De wereld Zuid-oost Azië Leefomgeving: overstromingen en wateroverlast Leefomgeving: stedelijke gebieden Leefomgeving: Onderzoek in de eigen regio

De totale studielast is 440 SLU ( vwo 4: 160 SLU, vwo 5: 160 SLU en vwo 6: 120 SLU). Het eindexamen bestaat uit het Centraal Examen (CE) en het Schoolexamen (SE). Het Centraal Examen (CE) wordt afgenomen in een zitting van 3 klokuren.


11

Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld: a. Algemene vaardigheden. b. Vakvaardigheden en kennisinhoud. a. Algemene vaardigheden. De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij (vakoverstijgende) opdrachten. De criteria voor de beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeester. b. Vakvaardigheden en kennisinhoud. Kennisinhoud en vakvaardigheden worden beoordeeld door middel van 3 dossiertoetsen. De dossiertoetsen betreffen de domeinen de aarde, de wereld en stedelijke gebieden. Elke toets telt mee voor 12%.


12

Soort werk

Inhoud

Weging voor overgang

Herkansing J/N

(Inlever)week

1–6

CC-gesprek

Algemene vaardigheden

4

4

N

25

1+2+3 V5ak1P

Praktische opdracht

Buurtonderzoek Tilburg

8

8

N

4

1+2 V5ak2S

Dossiertoets

Nederland: stedelijke gebieden Hoofdstuk 4

50

12

12

J

TW 45

3+4 V5ak3S

Dossiertoets

De Aarde Hoofdstuk 1

50

12

12

J

TW 12

5+6 V5ak4S

Dossiertoets

De Wereld Hoofdstuk 2

50

12

12

J

TW 25/ 26

Tijdsduur (minuten)

Periode Code

Wegingsfactor (% SE)

Overzicht vijfde leerjaar:


13

ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN (ANW) ‟09)

VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting

Het examenprogramma van het vak ANW bestaat uit de volgende domeinen:      

A vaardigheden B analyse van en reflectie op natuurwetenschap en techniek C leven D biosfeer E materie F zonnestelsel en heelal

De totale studielast is 120 SLU. Deze studielast is geheel in vwo 5 geprogrammeerd.

Het examen ANW bestaat uit een schoolexamen (SE). Het vak ANW wordt dus niet centraal geëxamineerd. Het eindcijfer van het schoolexamen ANW telt mee in het combinatiecijfer.

De gebruikte methode is SOLAR van Wolters-Noordhoff

Kennis en vakvaardigheden worden beoordeeld aan de hand van: - 3 schriftelijke toetsen - 3 praktische opdrachten - De domeinen A en B zullen in alle toetsen en praktische opdrachten aan de orde komen.


14

1/2 V5anw1P

praktische opdracht

onderzoek in de natuurwetenschap

2 V5anw2S

dossiertoets

idem

3/4 V5anw3P

praktische opdracht

zonnestelsel en heelal navigatie

4 V5anw4S

dossiertoets

idem

5/6 V5anw5P

praktische opdracht

leven op aarde de atmosfeer evolutie

6 V5anw6S

dossiertoets

idem

1-6 V5anw7S

Leermeestergesprek

algemene vaardigheden

50

50

50

10

N

zie planner

20

J

TW 45

10

N

zie planner

20

J

TW 12

10

N

zie planner

20

J

TW 25/26

(Inlever)week

Inhoud

Herkansing J/N

Soort werk

Tijdsduur (minuten)

Periode Code

Wegingsfactor (%SE)


10

BIOLOGIE VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting‟09) PTA vwo september 2010

15

Het vak biologie bestaat uit de volgende domeinen     

vaardigheden structuren levenscyclus metabolisme dynamiek en homeostase

De totale studielast is 480 SLU (vwo 4:150 SLU, vwo 5:150 SLU en vwo 6 180 SLU) Het eindexamen bestaat een Schoolexamen (SE) en een Centraal Examen (CE) Het schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld: a. Algemene vaardigheden b. Vakvaardigheden en kennisinhouden a. Algemene vaardigheden De leerling werkt aan algemene vaardigheden bij vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters. b. Vakvaardigheden en kennisinhouden Kennisinhouden worden vooral beoordeeld door middel van theorietoetsen. Vakvaardigheden en kennisinhouden worden in VWO 4 en 5 ook beoordeeld door middel van practicumtoetsen en opdrachten in het kader van CC. Deze zogenaamde keuzeopdrachten kunnen zowel praktische als theoretische opdrachten zijn. De keuzeopdrachten kunnen betrekking hebben op elk onderdeel van de examenstof. In overleg met de werkmeester kunnen ook onderwerpen buiten de examenstof in aanmerking komen. De CC-opdrachten dienen uiterlijk in week 23 met een cijfer te worden afgesloten! De verantwoordelijkheid ligt hier bij de leerling. In vwo 4 en 5 tellen twee zogenaamde verzamelcijfers mee als bevorderingscijfer. Deze cijfers zijn een gemiddelde van korte overhoringen, practicumverslagen, inzet e.d. In vwo 6 tellen de verzamelcijfers mee voor het schoolexamen. Klas

Jaar

V4 09/10 V5 10/11 V6* 11/12 Totaal *voorlopig

Algemene Praktische vaardigheden vaardigheden - CC - CC keuzeopdracht 3% 3% 4% 3% 3% 0% 10% 6%


Praktische Vakvaardigheden vaardigheden en - Practica kennisinhouden

Totaal

5% 4% 0% 9%

31% 39% 30% 100%

20% 28% 27% 75%

16


CC-gesprek CC-opdracht

Algemene vaardigheden Keuzeopdracht

Dossiertoets 1

1 Ordening

Dossiertoets 2

4

4

N

n.v.t.

3

3

N

23

40 min

5

5

N

± 40

2 Evolutie

50 min

5

5

J

TW 45

Dossiertoets 3

4 Planten

40 min

5

5

N

±6

Dossiertoets 4

3 Energie

50 min

5

5

J

TW12

Bevorderingstoets 1 Dossiertoets 5

Verzamelcijfer

n.v.t.

5

N

n.v.t.

5 Ecologie 6 Mens en milieu Verzamelcijfer

100 min

8

J

5

N

TW 25/26 n.v.t.

Practicum

100 min

4

N

Tijdsduur

week

1 t/m 5 1 t/m 5 2 V5bi1S 2 V5bi2S 4 V5bi3S 4 V5bi4S 4 V5bi5S 6 V5bi6S 6 V5bi7S 6 V5bi8P Totaal

Herkansing J/N

Inhoud Weging voor overgang

Soort werk


Periode Code

Bevorderingstoets 2 Practicum 1


8

n.v.t. 4

TW 25/26

39

17

CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING (CKV) VWO vijfde leerjaar 010/011 (lichting 2009)

Het vak CKV wordt aangeboden in modules. Aan de hand van een aantal kunstdisciplines komt de leerling in aanraking met de 4 domeinen van het vak:    

Het is de bedoeling dat de leerlingen deelnemen aan tenminste 4 culturele activiteiten. Drie van deze activiteiten worden binnenschools aangeboden en één activiteit regelen de leerlingen zelf in overleg met de docent. De door de docent aangereikte kennis van Kunst en Cultuur zorgt ervoor dat de leerlingen niet onvoorbereid en met lege handen tegenover de culturele ervaring staan. Deze kennis verruimt de waarneming en intensiveert de ervaring. Bij de praktische activiteiten worden de leerlingen (alleen of samen met anderen) zelf actief op het terrein van de kunsten. Ze geven beeldend vorm aan hun gevoelens of reacties op dat wat ze binnen de modules hebben ervaren. In het Kunstdossier brengen ze verslag uit van al hun Culturele en Kunstzinnige avonturen. Deze bundeling van al het verzamelde materiaal speelt een belangrijke rol bij de beoordeling van het vak CKV.

De totale studielast is 220 SLU‟s (140 in vwo 4 en 80 in vwo 5). Het examen bestaat uit alleen een Schoolexamen. Het schoolexamen bestaat uit het samenstellen van een kunstdossier. Voor de inhoud van het kunstdossier: zie inleverlijst leerlingen VWO 4 en VWO 5. De samenstelling van het kunstdossier moet afgerond zijn voordat de beoordeling kan plaats vinden. Voor het vak Culturele Kunstzinnige Vorming wordt geen cijfer toegekend. Aan de hand van de evaluatie van het kunstdossier stelt de examinator vast of het handelingsdeel CKV naar behoren afgesloten is.


18


Soort werk

Inhoud

2

Handelingsdeel Module Poëzie Culturele activiteit 9

47

3

Handelingsdeel Zelfstandige culturele activiteit Culturele activiteit 10

5

4

Handelingsdeel Beeldende Kunst Bezoek De Pont Culturele activiteit 11

9

4-5

Handelingsdeel Muziek Matheüs project Culturele activiteit 12

15

6

Handelingsdeel Presentaties en eindreflectie/verslag

16-25

week

Periode Code


19

DUITS VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting „09)

Het eindexamenprogramma voor het vak Duits omvat alle vaardigheden volgens het Common European Framework of References (CEFR). Dit zijn de volgende domeinen:  Leesvaardigheid  Luistervaardigheid  Gespreksvaardigheid  Schrijfvaardigheid  Literatuur  Oriëntatie op studie en beroep De totale studielast is 480 SLU in vwo. (vwo 4: 160, vwo 5: 160, vwo 6: 160) Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen (SE) en het centraal examen(CE) Het Centraal Examen heeft betrekking op het domein „Leesvaardigheid‟ en wordt afgenomen in één zitting van 2 ½ klokuur. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen:  2 toetsen luister- en kijkvaardigheid, waarvan 1 in vwo 5 en 1 in vwo 6;  2 toetsen gespreksvaardigheid, waarvan 1 in vwo 5 en 1 in vwo 6;  2 toetsen schrijfvaardigheid, waarvan 1 in vwo 5 en 1 in vwo 6;  2 toetsen Letterkunde, waarvan 1 in vwo 5 en 1 in vwo 6;  1 toets leesvaardigheid in vwo 5.  2 blokken van toetsen idioom (examentraining), waarvan een blok van 5 toetsen in vwo 5 en een blok van 5 toetsen in vwo 6.  Algemene vaardigheden: de leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij (vakoverstijgende) opdrachten. De criteria voor de beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in de algemene leerlijnen. De beoordeling gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters. De beoordeling telt voor 8 % mee in het cijfer SE (4% in vwo 5 en 4% in vwo 6).  Naast de toetsen voor het SE zijn er in vwo 5 2 toetsen leesvaardigheid die meetellen voor de overgang naar vwo 6. Dit zijn de bevorderingstoetsen.  N.B. Bij elke toets kunnen ook andere vaardigheden aan de orde komen.


20

Leesvaardigheid

2 V5du2L 3-4 V5du3S 3-4 V5du4S 6 V5du6S 6 V5du5M 6 V5du7S 1-6 V5du8S

Dossiertoets

Kijk- en Luistervaardigheid Leesvaardigheid

5070 100

10

Schrijfvaardigheid

50

Letterkunde (4 deeltoetsen) Spreekvaardigheid n.a.v. cc-opdracht Leesvaardigheid

50

100

5

5

J

5x 15

3

3

N

4-6 V5du9P 1-6

CC-opdracht

Idioom (Examentraining) 5 toetsen Literatuur

Bevorderingstoets Dossiertoets

100

10

N

10

Week

Bevorderingstoets

Herkansing J/N

2 V5du1S


Inhoud


Soort werk

Tijdsduur (minuten)

Periode Code

Beoogd ERK niveau


B1

TW 45

J B1

10

N

8

8

J

8

8

J

B1 B1

Dossiertoets Dossiertoets Dossiertoets

n.v.t. 15

10

10

J A2 B1

Dossiertoets

TW 45 TW 12 TW 12 les TW 25/ 26 TW 25/26 les

n.v.t. 2

2

N

n.v.t. n.v.t.

LeermeesterGesprek

Algemene Vaardigheden

4

4

N

n.v.t. n.v.t.

ECONOMIE VWO vijfde leerjaar 010/11 (lichting ‟09)


21

Het vak economie bestaat uit de volgende domeinen:  Vaardigheden en werkwijzen  Arbeidsmarkt  Internationale arbeidsverdeling  Nederlandse betalingsbalans  Wisselkoersen  Consumeren en welvaart  Produceren en welvaart  Goederenmarkt  Inkomensvorming  Inkomensverdeling  Economische kringloop  Markt, overheid en economische orde  Sociale zekerheid  Europese integratie

De totale studielast is 480 SLU ( vwo 4: 120 SLU; vwo 5: 180 SLU en vwo 6: 180 SLU) Het Eindexamen bestaat uit het Schoolexamen (SE) bestaand uit de lesbrieven Levensloop, Vraag en Aanbod, Micro, Markten 1, Overheid, Modellen, Europese Samenwerking en Globalisering en het Centraal Examen (CE) bestaand uit de lesbrieven Levensloop, Markten 1, Overheid, Modellen en Globalisering. Daarnaast bestaat het Schoolexamen uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld: a. Algemene vaardigheden b. Kennisinhouden en Vakvaardigheden a. Algemene vaardigheden De leerling werkt aan de algemene vaardigheden tijdens de CC-uren. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters. De beoordeling telt voor 6% mee in het cijfer schoolexamen. (2% in V4, V5 en V6) b. Vakvaardigheden en kennisinhoud Kennisinhoud en vakvaardigheden worden in 5 vwo beoordeeld door middel van toetsen en een PTA-opdracht. De beoordeling van de kennis en vakvaardigheden gebeurt door de werkmeester (vakleraar). De PTA-opdracht telt voor 4% mee in het schoolexamen.

Overzicht vijfde leerjaar :


22

Inhoud

Wegingsfactor (%SE)

Herkansing J/N

1 t/m 6

Leermeestergesprek


2

N

4 V5ec1P

PTA-opdracht

Economie en actualiteit

4

N

17

2 V5ec2S

Dossiertoets

Micro

100

10

J

TW 45

4 V5ec3S

Dossiertoets

Markten 1

100

10

J

TW 12

6 V5ec4S

Dossiertoets

Overheid

100

10

J

TW 25/26

(inlever)week

Soort werk

Tijdsduur (minuten)

Periode Code

ENGELSE TAAL EN LITERATUUR (IB ENGLISH A2) VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting‟09) PTA vwo september 2010

23

Het schoolexamenprogramma bestaat uit de volgende domeinen, conform de richtlijnen van het IBO (International Baccalaureate Organisation) voor het vak IB English A2 (Higher Level): Gespreksvaardigheid Schrijfvaardigheid Literatuur Algemene vaardigheden (CC) De bovengenoemde vaardigheden en kennisvelden worden in aparte en gemengde vorm getoetst. 50% van het SE vindt plaats in vwo 5, de andere 50% in vwo 6. De totale studielast is 600 SLU Het Eindexamen bestaat uit het Centraal Schriftelijk Eindexamen en het Schoolexamen Het Centraal Schriftelijk Eindexamen heeft betrekking op het domein leesvaardigheid en wordt afgenomen in een zitting van 2½ klokuur. De examens voor het IB-certificate worden afgenomen in mei 2011 op een nader, door het IBO te bepalen, datum. De uitslag van deze examens heeft geen invloed op het eindexamencijfer Engels vwo. Literatuur Literaire teksten worden geïntegreerd in het lesprogramma behandeld. Algemene vaardigheden worden getoetst in het kader van CC-uren. De criteria hiervoor zijn vastgelegd in algemene leer- en ontwikkelingslijnen.


24

bevorderingstoets

leesvaardigheid tekst

100

v5ib2s

dossiertoets

100

v5ib3s

dossierwerk

Comparative Commentary Blog (type of text)

v5ib4s

dossierwerk

Poetry Project

v5ib5s

bevorderingstoets


50

v5ib6s

dossiertoets

Essay

100

v5ib7m

dossiertoets

Interactive Oral

v5ib8s

dossierwerk

v5ib9s

bevorderingstoets

Media & Culture assignment leesvaardigheid tekst

v5ib10s

leermeestergesprek algemene vaardigheden

N

10

10

J

n.v.t.

5

5

n.v.t.

7

Tijdsduur (minuten)

15


Beoogd ERK-niveau

v5ib1s

Week

Inhoud

Herkansing J/N

Soort werk


Code


Overzicht vijfde leerjaar vwo Engels IB (English A2):

B1+

N

TW 45 TW 45 51

7

N

08

C1

15

N

B1+

10

10

J

15

7

7

J

TW 12 TW 12 20

n.v.t.

7

7

N

23

C1

15

N

4

N

TW B2 25/26 n.v.t.

50 n.v.t

4

25

C1 C1

C1 C1

ENGELSE TAAL EN LITERATUUR VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting ‟09) Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Leesvaardigheid Luistervaardigheid Spreekvaardigheid Schrijfvaardigheid Literatuur Algemene vaardigheden (CC) De totale studielast is 400 SLU. Het Eindexamen bestaat uit het Centraal Examen en het Schoolexamen. Het Centraal Examen heeft betrekking op het domein leesvaardigheid en wordt afgenomen in een zitting van 2½ klokuur. Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen:  2 toetsen luistervaardigheid (samen 18% van het SE): 1 in vwo 5, 1 in vwo 6  2 toetsen spreekvaardigheid (samen 18% van het SE): 1 in vwo 5, 1 in vwo 6  2 toetsen schrijfvaardigheid (samen 18% van het SE): 1 in vwo 5, 1 in vwo 6  2 toetsen leesvaardigheidstraining (samen 18% van het SE): 1 in vwo 5, 1 in vwo 6.  4 toetsen literatuur (samen 20% van het SE): 1 in vwo 5, 2 in vwo 6.  Algemene vaardigheden (8% van het SE): 4% in vwo 5, 4% in vwo 6. Literatuur In vwo 5 kiest de leerling twee titels uit een lijst van literaire werken aangereikt door de docent. Over elk gelezen werk maakt de leerling een toets. Algemene vaardigheden worden getoetst in het kader van CC-uren. De criteria hiervoor zijn vastgelegd in algemene leer- en ontwikkelingslijnen. Bevorderingstoetsen Behalve de onderdelen van het schoolexamen zijn er in vwo- 5 voor het onderdeel leesvaardigheid drie bevorderingstoetsen.


26


100

v5en2s

dossiertoets

literatuur

50

v5en3s

dossiertoets

schrijfvaardigheid

50

v5en4s

bevorderingstoets


50

v5en5s

dossiertoets

literatuur

50

v5en6k

dossiertoets

kijk-luistervaardigheid

75-80

v5en7s

bevorderingstoets


50

v5en8m

dossiertoets

spreekvaardigheid

10-15

v5en9s

dossiertoets

leesvaardigheid idioom

v5en10s

leermeestergesprek algemene vaardigheden

75 (5x15) nvt

15

N

5

5

N

TW 45 9

9

9

J

TW12 B2

15

N

TW12 B1+

5

5

N

22

9

9

J

15

N

9

9

J

TW B1+ 25/26 TW B2 25/26 les B2

9

9

N

les

4

4

N

B1+ n.v.t.

n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

FRANS VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting ‟09)


Beoogd ERK-niveau

bevorderingstoets

Week

v5en1s

Herkansing J/N

Inhoud


Soort werk

Tijdsduur (minuten)

Code


Overzicht Engels vwo vijfde leerjaar:

27

Het eindexamenprogramma voor het vak Frans bestaat uit de volgende domeinen:  Leesvaardigheid  Luistervaardigheid  Gespreksvaardigheid  Schrijfvaardigheid  Literatuur  Oriëntatie op studie en beroep De totale studielast is 480 SLU ( vwo 4: 160 SLU , vwo 5: 160 SLU en vwo 6: 160 SLU) Het eindexamen bestaat uit het Schoolexamen en het Centraal Examen Het Centraal Examen heeft betrekking op het domein Leesvaardigheid en wordt afgenomen in één zitting van 2 1/2 klokuur. Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen: * 10 vaardigheidstoetsen in vwo 4 (13 % van het SE) 8 vaardigheidstoetsen in vwo 5 (22 % van het SE) 3 vaardigheidstoetsen in vwo 6 (50% van het SE) * Twee CC-opdrachten op het gebied van literatuur: een in vwo 4 (2% van het SE) en een in vwo 5 (weging 3% van SE). Een CC-opdracht moet voldoende Frans bevatten. De hoeveelheid Frans wordt in overleg met de werkmeester bepaald. De opdracht in vwo 5 moet uiterlijk eind periode 6 zijn afgerond. * Algemene Vaardigheden: de leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij (vakoverstijgende) opdrachten. De criteria voor de beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene Leerlijnen. De beoordeling gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeester. De beoordeling telt voor 10% mee in het cijfer SE (2% in VWO4 , 4% in VWO 5 en 4% in VWO 6) * Naast de toetsen voor het SE zijn er in VWO 5 drie toetsen leesvaardigheid die meetellen voor de overgang naar VWO 6. Dit zijn de bevorderingstoetsen.

N.B. Bij elke Grandes Lignes toets komen ook andere vaardigheden en/of trainingsonderdelen aan de orde.


28

1-6


4

4

N

1 V5fa1S

Dossiertoets katern 1, thème 1

Diverse vaardigheden

50

2

2

N

2 V5fa2S



50

2

2

J

2 V5fa3S

Bevorderingstoets Leesvaardigheid

50

4 V5fa4S



50

4 V5fa5S

Dossiertoets Katern2, thème 4


50

4 V5fa6S


50

5 of 6 V5fa7K

Dossiertoets

Luistervaardigheid

50

6 V5fa8S

Dossiertoets Katern 3, thème 5


6 V5fa9S

Dossiertoets Katern 3, thème 6


6 V5fa10S


50

6 V5fa11M

Dossiertoets

Spreekvaardigheid

15

4 t/m 6 V5fa12P

CC opdracht:

literatuur


Week

Herkansing J/N

Inhoud


Soort werk

Wegingsfactor (%SE)

Periode Code

Tijdsduur (min)

Overzicht vijfde leerjaar

in les wk 40 TW 45

3

N

2

2

N

2

2

J

in les wk 3 TW 12

4

N

5

5

J

in les in overleg

50

2

2

N

in les wk 19

50

2

2

J TW 25/26

5

N

5

5

J

3

3

N

TW 25/26

29

GESCHIEDENIS VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting „09)

Het vak geschiedenis bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Historisch besef Domein B: Oriëntatiekennis van de gehele geschiedenis, zoals samengevat in de 49 kenmerkende aspecten Domein C: Thema´s Domein D: Geschiedenis van de rechtstaat en van de parlementaire democratie Domein E: Oriëntatie op studie en beroep Historisch onderzoek De totale studielast is 480 SLU ( vwo 4: 140 SLU, vwo 5: 140 SLU, vwo 6: 200 SLU) Het eindexamen bestaat uit het Schoolexamen (SE) en het Centraal Examen (CE) Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld: a. Algemene vaardigheden b. Kennisinhouden en Vakvaardigheden a.


De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeester. Een overzicht van de algemene vaardigheden staat in bijlage 1. De beoordeling telt voor 10% mee in het cijfer schoolexamen (10% van het SE verdeeld over de 3 leerjaren in de vwo-bovenbouw) b.

Vakvaardigheden en kennisinhoud

Deze worden beoordeeld aan de hand van 9 dossiertoetsen: 3 in vwo 4, 3 in vwo 5, 3 in vwo 6 (70% van het SE) 2 opdrachten in vwo 4 (10% van het SE) 2 opdrachten in vwo 5 (10% van het SE)


30

Bevorderingstoets

Tijdvak 6

50

2 V5gs2S

Dossiertoets schriftelijk

Tijdvak 1 t/m 7

100

3 V5gs3S

Bevorderingstoets

Tijdvak 8

50

4 V5gs4S


Tijdvak 1 t/m 8 Geschiedenis van de rechtsstaat

100

1-4 V5gs5S

Praktische Opdracht

Opdracht ahv de 10 tijdvakken tijdens CC-uren

5 V5gs6S

Bevorderingstoets

50

5 V5gs7S

Praktische Opdracht

Geschiedenis van de rechtsstaat TV 8 en 9 Geschiedenis dossier 1 t/m 9

6 V5gs8S

Dossiertoets Schriftelijk

Tijdvak 1 t/m 9

100

1 t/m6

Leermeestergesprek algemene vaardigheden


week

1 V5gs1S

Herkansing J/N

Inhoud


Soort werk

Tijdsduur (min)

Periode Code

Wegingsfactor (%SE)


2

N

40/41

5

J

TW 45

2

N

6/7

5

5

J

TW 12

5

5

N

i.o.

2

N

17/18

5

5

N

i.o.

10

10

J

TW 26

4

4

N

24/25

5

31

KLASSIEKE CULTURELE VORMING (KCV ) VWO vijfde leerjaar 10/11 Het vak KCV bestaat uit de volgende domeinen:  Het verhalengoed uit de Griekse/Romeinse mythologie en geschiedenis;  Griekse/Latijnse toneelstukken (tragedie en komedie in vertaling)  Griekse/Romeinse beeldende kunst  Griekse/Romeinse bouwkunst En de verwerking van specima daarvan in de latere Europese cultuur, een en ander in relatie tot relevante levensbeschouwelijke en filosofische opvattingen en concepten De totale studielast is160 SLU (80 slu in v4 en 80 slu in v5) Het examen bestaat uit een Schoolexamen (SE) en het eindcijfer telt mee in het combinatiecijfer. Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld:  Algemene vaardigheden  Vakvaardigheden Deze elementen worden beoordeeld binnen de context van het bewijsveld “Klassieke cultuur” a. Algemene vaardigheden De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters. b. Kennis en Vakvaardigheden Kennis en vakvaardigheden worden beoordeeld met behulp van een aantal vakopdrachten. Deze opdrachten liggen op het bewijsveld klassieke cultuur. De opdrachten worden beoordeeld aan de hand van:  Herkennen van cultuuruitingen, cultuurhistorische context, opvattingen, waarden en normen uit de klassieke oudheid  Zicht hebben op de invloed die Griekse/Romeinse cultuuruitingen hebben gehad op latere cultuuruitingen  Beschrijven van eigen mening over en ervaring met die cultuuruitingen  Daarnaast wegen mee: vooruitgang, volledigheid, kwaliteit en originaliteit


32

Inhoud

Herkansing J/N

1 t/m 6

Leermeestergesprek


5

N

1-3

CC-opdracht

Keuzeopdracht

10

N

Dossiertoets 1

Module 1

10

N

Praktische opdracht met presentatie Dossiertoets 2

Module 2

10

N

10

N

5

N

v5kcv21S

v5kcv22P

v5kcv23S Tijdens Romereis

Module 3

50 min

50 min

presentatie

Week

Soort werk

Tijdsduur (minuten)

Periode Code



Het cijfer uit 4 VWO telt ook voor 50% mee in het cijfer SE. Dossiertoetsen en praktische opdrachten worden in het eerste half jaar (t/m januari 2011) tijdens de lesuren afgenomen in overleg met de leerlingen


33

KUNST (bevo) VWO vijfde leerjaar ‟10/11 (lichting ‟09) Profielvak in het profiel Cultuur en Maatschappij. Keuzevak in het vrije deel. Het vak Kunst(bevo) bestaat uit een praktijkdeel en een theoriedeel. Het praktijkdeel:  Praktijk opdrachten in 2 dimensionale vormgeving. Hierin staat het beeldend proces als vakleerlijn centraal.  Vaktheorie (relevante beeldende begrippen) en vakleerlijn kunstbeschouwing in relatie tot het eigen werk en het werk van anderen.  De neerslag van het beeldende proces in een dummy d.m.v. schetsen, collages, ideeën door experimenten in beeld en materialen/technieken, en resulteert in eindwerkstukken. Het theoriedeel:  Invalshoeken voor onderzoek van kunstperiodes.  Bewijsvelden: Burgercultuur, Cultuur van het Moderne. Totale studielast 480 SLU. Het schoolexamen (SE) bestaat uit toetsen en praktisch werk: vwo 4 25%, vwo 5 30% en in vwo 6 45% van het SE. Alle dossierwerken en praktische werkstukken worden samengebracht in een examendossier. De leerling werkt aan algemene vaardigheden bij vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van deze leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters.


34

Soort werk

Inhoud

Herkansing J/N

(Inlever)week

1 V5bv1P

Praktijkopdracht

Naar de voorstelling; “Pop-Art” verschillende technieken.

3

N

46

2-3 V5bv2P

Praktijkopdracht

Meer dan zwart / wit linosnede in de kunst

3

N

5

4 V5bv3P

Praktijkopdracht

5

N

19

1-3 V5bv4T

Schriftelijke opdracht

Werken naar voorstelling: “Tussen behang en motief” gelaagdheid Onderzoek naar stromingen; allerlei “ismen”

2

N

50

5 V5bv5P

Praktijk opdracht Thema; “Emotie / expressie ”

5

N

25

3 V5bv6S


Proefwerk Burgercultuur 100 Vragenboekje en min History boekje

5

J

TW 12

6 V5bv7S


Proefwerk Cultuur van 100 de Modernen: min vragenboekje en History boekje Algemene vaardigheden 20 min

5

J

TW 25/26

2

N

23

Tijdsduur

Periode

Wegingsfactor (+%SE)


1-6 Leermeester V6bv8M gesprek


35

KLASSIEKE TALEN (LATIJN en GRIEKS) VWO vijfde leerjaar 2010/2011 Het eindexamenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:  taalreflectie  tekstreflectie  cultuurreflectie  zelfstandige oordeelsvorming  oriëntatie op studie en beroep  informatievaardigheden Het Eindexamen bestaat uit het Schoolexamen (SE) en het Centraal Examen (CE). Het Centraal examen heeft betrekking op de eerste 3 domeinen en wordt afgenomen in één zitting van 3 klokuren. Gebruik van een beknopt woordenboek is toegestaan. Het Schoolexamen heeft betrekking op alle zes bovengenoemde domeinen en bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen:  6 toetsen: 4 in vwo 5 (samen 40 %) en 2 in vwo 6 (samen 40 % van het SE). Alle toetsen samen zijn 80 % van het SE.  1 praktische opdracht in vwo 6. ( 20 % van het SE).  het handelingsdeel: oriëntatie op studie en beroep door deelname aan vakexcursies en/of onderzoek naar de rol van het vak in vervolgstudies en beroepen.

Algemene vaardigheden: De leerling werkt aan algemene vaardigheden bij vakoverstijgende opdrachten. Bij deze opdrachten kunnen de klassieke talen een rol spelen. In dat geval kan het cijfer voor deze opdracht meetellen voor de klassieke talen. De werkmeester overlegt vooraf met de leerling in welke mate de beoordeling voor de CC-opdracht meetelt voor het cijfer voor de praktische opdracht. De totale weging voor de praktische opdracht bedraagt 20% van het cijfer SE Bij voorkeur wordt de praktische opdracht gekoppeld aan het eindexamenthema in 6 vwo. Hierdoor kan de leerling zich beter voorbereiden op het CE.


36

2 V5la/gr 1S

Dossiertoets

3 V5la/gr 2S

Dossiertoets

4 V5la/gr 3S

Dossiertoets

6 V5la/gr 4S

Dossiertoets

nader vast te stellen lectuur met bijbehorende taalkundige en culturele achtergronden nader vast te stellen lectuur met bijbehorende taalkundige en culturele achtergronden nader vast te stellen lectuur met bijbehorende taalkundige en culturele achtergronden. nader vast te stellen lectuur met bijbehorende taalkundige en culturele achtergronden

150 min.

10

J

TW 45/46

150 min.

10

J

3

150 min.

10

J

TW 12

150 min.

10

J

TW 25/26


(Inlever)week

Inhoud

Herkansing J/N

Soort werk

Tijdsduur

Periode Code



37

LICHAMELIJKE OPVOEDING


38


39

LOOPBAANORIENTATIE EN -BEGELEIDING (LOB) VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting ‟09) Vak uit het gemeenschappelijke deel Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: -

verkenning van het hoger onderwijs; kennismaking met een opleiding; persoonlijk loopbaanonderzoek; oriëntatie op studie en beroep.

Er wordt gebruik gemaakt van de methode „Qompas‟ . De totale studielast is 40 SLU Het Eindexamen bestaat uit een schoolexamen dat voldoende moet worden afgesloten. De beoordeling geschiedt door de mentor aan de hand van een eindgesprek. Het Schoolexamen bestaat uit een toekomstdossier waarin de leerling aantoont dat hij op basis van zijn ondernomen activiteiten een verantwoorde keuze voor zijn vervolgstudie kan maken. Er is een aantal verplichte opdrachten die zijn zo samengesteld dat er integratie plaats vindt van de eerder genoemde domeinen. Hiervoor is gekozen omdat we schoollang en schoolbreed bezig willen zijn met LOB. De keuzeopdrachten bieden leerlingen de mogelijkheid die opdrachten te kiezen die passen bij hun fase in het proces. De herkansingsregeling is niet van toepassing


40

Overzicht vijfde leerjaar In het vijfde leerjaar moeten leerlingen verplicht aan een aantal opdrachten deelnemen.

Periode 1/2

3

Verplichte opdrachten Lessen LOB (Qompas) Zelforiëntatie/testen Bezoek aan Algemene Voorlichtings evenementen (Beurzen; RSVAT;Beroepenvoorlichting(savond) Wetenschapsmiddag Bezoek aan open dag/meeloopdag Studieactiviteiten bij universiteiten (studie-tryout;webclass, etc) LOB-gesprekken met mentor Eindgesprek met mentor

Studielast SLU Afhankelijk van ondernomen activiteiten

1

MAATSCHAPPIJLEER VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting ‟09)


41

Het vak bestaat uit de volgende domeinen: Rechtsstaat Parlementaire democratie Pluriforme samenleving Verzorgingsstaat De totale studielast is 120 SLU (in vwo 5) Het vak maatschappijleer kent alleen een Schoolexamen. Dit vak telt mee in het combinatiecijfer. Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld: a. Algemene vaardigheden b. Vakvaardigheden en kennisinhouden. a. Algemene vaardigheden. De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeester. De beoordeling telt voor 10 % mee in het cijfer schoolexamen. b. Vakvaardigheden en kennisinhoud. Kennisinhoud en vakvaardigheden worden beoordeeld door middel van vier dossiertoetsen en een CC-opdracht. De vier dossiertoetsen betreffen de onderdelen Rechtsstaat, Parlementaire democratie, Pluriforme samenleving en Verzorgingsstaat en tellen voor 65% mee in het schoolexamen. De praktische opdracht betreft de analyse van een maatschappelijk probleem. De precieze eisen waaraan deze praktische opdracht moet voldoen, staan in de instructie die de leerlingen aan het begin van periode 4-5-6 krijgen uitgereikt. De opdracht telt voor 25% mee in het schoolexamen. De beoordeling van de kennisinhoud en vakvaardigheden gebeurt door de vakleerkracht.


42

LeermeesterGesprek


1-2 V5ma1S

Dossiertoets

2-3 V5ma2S

Dossiertoets

Wat is maatschappijleer + Rechtsstaat Parlementaire democratie

4-5 V5ma3S

Dossiertoets

5-6 V5ma4S 4-5-6 V5ma5P

Week

1 t/m 6

Herkansing J/N

Inhoud

Wegingsfactor (%SE)

Soort werk

Tijdsduur (minuten)

Periode/ code

10

N

50

15

J

TW 45

50

20

J

6

Pluriforme samenleving

50

15

J

15

Dossiertoets

Verzorgingsstaat

50

15

J

TW 25/26

Praktische opdracht

Vakvaardigheden (zie boven)

25

N

MANAGEMENT & ORGANISATIE (M&O) VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting‟09)


43

Het vak Management en Organisatie bestaat uit de volgende domeinen: * vaardigheden en werkwijzen * interne organisatie en personeelsbeleid * financiering van activiteiten (rechtsvormen en aantrekken van geld) * marketingbeleid * financieel beleid * informatievoorziening met behulp van ICT * externe financiële verslaggeving Opmerking:

het gaat daarbij steeds om commerciële organisaties (met winstdoel) en nietcommerciële organisaties (zonder winstdoel).

We gebruiken de Lesbrievenmethode (van uitgeverij Stoffels in Maastricht). Deze methode bestaat uit de volgende lesbrieven: * * * * * *

De Eenmanszaak deel 1 Marketing & logistiek Organisatie & personeel De Eenmanszaak deel 2 De NV De Industrie

(vwo 4 ; (vwo 4 ; (vwo 5 ; (vwo 5 ; (vwo 5/6 ; (vwo 6 ;

gewicht = gewicht = gewicht = gewicht = gewicht = gewicht =

20 % van het SE**), SE en CE 5 % van het SE), alleen SE 5 % van het SE), alleen SE 15 % van het SE), SE en CE 25 % van het SE**), SE en CE 20 % van het SE), SE en CE

* * Inclusief Praktische Opdracht De totale studielast is 440 SLU. (vwo 4: 140 SLU; vwo 5: 140 SLU; vwo 6: 160 SLU) Het eindexamen bestaat uit een centraal examen en een schoolexamen. Het centraal examen wordt afgenomen in een zitting van 3 klokuren. Het Schoolexamen (SE) bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen: * * *

10 toetsen: 4x in vwo 4, 3x in vwo 5, 3x in vwo 6: 80% van het SE 2 praktische opdrachten: 1x in vwo 4 en 1x in vwo 5: 10% van het SE algemene vaardigheden: 10% van het SE.


44


Dossiertoets

Organisatie & Personeel

100 min

5

J

TW 45

4 V5mo2S

Dossiertoets

Eenmanszaak 2

100 min

15

J

TW 12

6 V5mo3S

Dossiertoets

De N.V. H. 1 t/m 4

100 min

7

J

TW 25/26

1-6

Leermeestergesprek


4

N


Week

2 V5mo1S

Herkansing J/N

Inhoud Wegingsfactor (%SE)

Soort werk

Tijdsduur

Periode Code

45

NATUURKUNDE VWO vijfde leerjaar 2010/2011 (lichting 2009)

Het vak natuurkunde bestaat uit de volgende domeinen: A vaardigheden B elektriciteit en magnetisme C mechanica D warmteleer E golven en straling Gebruikt wordt de methode Systematische Natuurkunde van Nijgh Versluys De totale studielast is 480 SLU (vwo 4: 120 SLU, vwo 5: 180 SLU en vwo 6: 180 SLU) Het eindexamen bestaat uit het Centraal Examen (CE) en het Schoolexamen (SE). Het Centraal Examen wordt afgenomen in een zitting van 3 klokuren en heeft betrekking op de subdomeinen B1, B3, C1, C2, C3, C4, E1, E2 en E4 [dus niet B2, B4, D1, D2 en E3]. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen: Algemene vaardigheden De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor de beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in de algemene leerlijnen. De beoordeling van de algemene leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeester. Een overzicht van de algemene vaardigheden staat in bijlage 1. De beoordeling telt voor 9% mee in het cijfer SE (3% in V4, 3% in V5 en 3% in V6). Vakoverstijgende opdrachten Leerlingen voeren in het vijfde en zesde leerjaar voor het vak natuurkunde een vakoverstijgende opdracht uit. De opdracht heeft een praktisch karakter (experiment) en moet voldoende natuurkundige diepgang hebben (ter beoordeling aan de vakdocent). De beoordeling telt voor 10% mee in het cijfer SE (5% in V5 en 5% in V6). Kennis en vakvaardigheden De beoordeling van kennis en vakvaardigheden tellen voor 81% mee in het cijfer SE. Kennis en vakvaardigheden worden beoordeeld aan de hand van: 1 8 dossiertoetsen: 2 in de vierde, 3 in de vijfde en 3 in de zesde klas (totaal 71%van het SE-cijfer) 2 een practicum in de zesde klas (10% van het SE-cijfer)


46

Herkansing J/N

6

J

TW 45

6

N

zie planner

9

J

TW 12

3

N

zie planner

10

10

J

TW 25/26

experimenteren in het LAB

5

5

N

51

algemene vaardigheden

3

3

Soort werk

2 V5na1S

dossiertoets S licht en lenzen, hfst 6 en 7 deel 4b

100

3 V5na2S

bevorderings- elektriciteit, hfst 8 deel 4b toets S

50

4 V5na3S

100

5 V5na4S

dossiertoets S signaalverwerking, hfst 1 deel 5 kromlijnige beweging, hfst 2 deel 5 bevorderings- numerieke natuurkunde, hfst 5 toets S deel 5

6 V5na5S

dossiertoets S Trillingen en golven, hfst 3 en 4 deel 5

100

1-3 V5na6P

CC opdracht

1-6

CC leerlijnen


Inhoud

9

50

week


6

Periode Code

Tijdsduur (minuten)

Wegingsfactor (%SE)


47

NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting‟09) Het vak Nederlandse Taal- en Letterkunde bestaat uit de volgende onderdelen: * Leesvaardigheid: de kandidaat leert referentiële teksten te analyseren en te interpreteren. Hij leert een gefundeerd oordeel te geven over onderwerp en hoofdgedachte van een tekst. Hij kan inhoudelijke en functionele relaties aanwijzen. Hij kan argumenten herkennen en kan de tekst of tekstgedeelten samenvatten. * Mondelinge taalvaardigheid: de kandidaat leert om op basis van verzamelde informatie een presentatie te houden op een voor de doelgroep adequate wijze, zo nodig met gebruikmaking van audiovisuele middelen of i.c.t. De inhoud is gerelateerd aan het vak letterkunde. De kandidaat dient passend te reageren op vragen en kritiek uit het publiek. De kandidaat kan een debat houden volgens een vooraf vastgestelde procedure. Dit debat gaat over een van de in de les aangeboden onderwerpen, waarover de kandidaat een vooraf bepaalde stelling verdedigt of verwerpt. * Schrijfvaardigheid: de kandidaat leert een gedocumenteerde tekst te schrijven die aansluit op een schrijfdossier. Hierin heeft de kandidaat materiaal verzameld en verwerkt. Hij is in staat om relevante inhoudselementen te ordenen en verbanden aan te geven. Hij kan voor een aangeduid publiek in een passende stijl de juiste tekstsoort kiezen en vormgeven. * Letterkunde: dit onderdeel heeft 3 subdomeinen nl. A. literaire ontwikkeling B. literaire begrippen C. literatuurgeschiedenis. De domeinen B en C zijn ondersteunend voor domein A. Bij het opdoen van leer- en leeservaringen ligt de nadruk op de persoonlijke ontwikkeling van de leerling. De perceptie en waardering van het literaire werk staan daarom centraal. Voor de onderbouwing daarvan zijn adequate uitspraken over inhoud, context en vorm een vereiste. De totale studielast is 480 SLU ( vwo 4: 160 SLU, vwo 5:160 SLU en vwo 6 160 SLU) . Het Eindexamen bestaat uit het Centraal Examen (CE) en het Schoolexamen (SE). Het CE bestaat uit een zitting van 3 klokuren, waarin schriftelijk het onderdeel leesvaardigheid getoetst wordt. De kandidaat krijgt een aantal teksten aangeboden waarover hij vragen moet beantwoorden en een samenvattingopdracht moet maken. Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen: a. Algemene vaardigheden: De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de algemene vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeesters in samenspraak met de werkmeesters. De beoordeling telt in 5 vwo voor 5% mee in het cijferSE. b. Vakvaardigheden: * 1 toets mondelinge taalvaardigheid, in de vorm van een debat. * 1 toets schrijfvaardigheid * 3 toetsen leesvaardigheid; dit zijn bevorderingstoetsen * 3 toetsen letterkunde. De leerling kan alleen aan de toets schrijfvaardigheid deelnemen als hij voor week 23 een oefening heeft gemaakt conform de richtlijnen van de docent. De presentaties letterkunde kunnen aansluiten bij de CC-opdracht. Het betreft de presentatie van de resultaten van een onderzoek over een werk uit een van de perioden van de literatuurgeschiedenis tot 1900 en de cultuurhistorische context. De tweede toets letterkunde betreft de presentatie van analyse en leeservaringen van een moderne roman. PTA vwo september 2010

48

De derde toets letterkunde bestaat uit een mondeling over twee moderne literaire werken. Herkansing: Herkansing „schrijfvaardigheid„ betekent: een ander onderwerp. Herkansing „spreekvaardigheid‟ betekent: gedeeltelijk een ander onderwerp en/of een ander werk.

portfoliogesprek


2 V5ne1S 2 V5ne2S

Leesdossier 3 Boek 3 Bevorderingstoets Leesvaardigheid

100

3 V5ne3M

Dossiertoets

40

3 V5ne4M 3 V5ne5S 4/5 v5ne6M

4 V5ne7M 4/5 v5ne8M

presentatie hist. letterkunde Boek 4 Bevoderingstoets Luistervaardigheid Boek 5 Bevorderingstoets Voorbereiding schrijfvaardigheid Dossiertoets Letterkunde (presentatie moderne roman) Boek 6 Dossiertoets Debat Dossiertoets

5

5

N

(Inlever)week

1 t/m 6

Herkansing J/N

Inhoud


Soort werk

Tijdsduur (minuten)

Periode Code

Wegingsfactor (%SE)


N

41

10

N

TW 45

5

J

In les

40

5

N

In les

40

5

N

In les

5

J

In les

10

N

In les

10

N

16

40

5

5

25

Letterkunde Boek 7 en 8 mondeling

10

5 V5ne9S


100

10

N

TW 12

6 V5ne10S


100

20

N

In les

6 V5ne11S

Dossiertoets Beschouwing

150

15

J

TW 25/26


Schrijfvaardigheid

15

49

SCHEIKUNDE VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting ‟09) Het vak scheikunde bestaat uit de volgende domeinen:  vaardigheden  stoffen, structuur en binding  koolstofchemie  biochemie  kenmerken van reacties  chemische techniek  zuren en basen  redox Gebruikt wordt de methode Pulsar Chemie De totale studielast is 440 SLU (vwo 4: 140 SLU, vwo 5 150 SLU en vwo 6: 150 SLU) Het eindexamen bestaat uit het Centraal Examen (CE) en het Schoolexamen (SE) Het Centraal Examen wordt afgenomen in een zitting van 3 klokuren. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen:  6 toetsen: 1 in vwo 4, 3 in vwo 5 en 2 toetsen in vwo 6: 71% van het SE  2 practica: 1 practicum in vwo 5 en 1 practicum in vwo 6: 14% van het SE  2 praktische opdrachten: 1 praktische opdracht in vwo 4 en 1 praktische opdracht in vwo 5: 6% van het SE. a. Algemene vaardigheden. De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor de beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in de algemene leerlijnen. De beoordeling van de algemene leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeester. Een overzicht van de algemene vaardigheden staat in bijlage 1. De beoordeling telt voor 9% mee in het cijfer SE. b. Vakoverstijgende opdrachten. Leerlingen voeren in het vierde en in het vijfde leerjaar voor het vak scheikunde een vakoverstijgende opdracht uit. De opdracht moet een voldoende scheikunde karakter hebben (ter beoordeling aan de vakdocent) en een praktisch gedeelte. De beoordeling telt in het vierde en vijfde leerjaar steeds voor 3% mee in het cijfer SE. c. Kennis en vakvaardigheden. De beoordeling van kennis en vakvaardigheden telt voor 85% mee in het cijfer SE. Kennis en vakvaardigheden worden beoordeeld aan de hand van: 1. zes dossiertoetsen, een in de vierde, drie in de vijfde en twee in de zesde, totaal 71% van het SE-cijfer) en 2. twee practica (een in de vijfde en een in de zesde, totaal 14% van het SE-cijfer).


50

Herkansing J/N

Zouten (4), Water (6), Chemisch rekenen (7) Reactiesnelheid en evenwicht (8), Zuren en basen (9)

100

10

J

TW 45

Energie en evenwicht (10) Sterke en zwakke zuren en sterke en zwakke basen (11)

100

10

J

TW12

dossiertoets

Koolstofverbindingen en water (12) Redoxreacties (13) Chemische technieken (14)

100

10

J

dossiertoets

TW 25/ 26

Selectie uit h1 t/m 14: Kwantitatieve analyse

100

7

N

TW 25/26 25

Soort werk

2 V5sk1S

dossiertoets

4 V5sk2S 6 V5sk3S

Inhoud

6 V5sk4P

Practicum

1 t/m 6

CC-opdracht Verplichte opdracht

3

N

1 t/m 6

Gesprek leermeester

3

N


WISKUNDE A


week

Wegingsfactor (%SE)

Periode Code

Tijdsduur (minuten)


VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting „09)

51

Het vak wiskunde A bestaat uit de volgende domeinen:  Functies en grafieken;  Discrete analyse (veranderingen, rijen);  combinatoriek en kansrekening;  differentiaalrekening met toepassingen;  Grafen en matrices;  Statistiek en kansrekening;  Keuze-onderwerpen. We gebruiken van de methode Getal & Ruimte (uitgeverij EPN) de delen  wi vwo A/C 1, vwo A/C 2, vwo A 3 en vwo A4.  practica in de werkboeken voor de TI84 of TI84+ De totale studielast bedraagt 520 SLU: 150 in vwo 4, 210 in vwo 5 en 160 in vwo 6). Het eindexamen bestaat uit het Centraal Examen (CE) en het Schoolexamen (SE). Het CE wordt afgenomen tijdens een zitting van 3 klokuren; de leerling dient daar te beschikken over een grafische rekenmachine. Getoetst worden de domeinen:     

Functies en grafieken; Discrete analyse (veranderingen) combinatoriek en kansrekening; differentiaalrekening met toepassingen; Statistiek en kansrekening.

Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld: a. Algemene vaardigheden De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters. De beoordeling telt voor 10% mee in het cijfer SE. (5% in V5 en 5% in V6). b. Vakoverstijgende opdrachten. Leerlingen voeren in de komende leerjaren vakoverstijgende opdrachten uit waarin het vak wiskunde prominent aanwezig is. De beoordeling telt in totaal voor 10% mee in het cijfer schoolexamen. c. Kennis en vakvaardigheden. De beoordeling hiervan telt voor 80% mee in het cijfer SE. Dit wordt beoordeeld aan de hand van  6 toetsen: 3 toetsen in vwo 5 en 3 toetsen in vwo 6: 80 % van het SE.


52

Wegingsfactor (%SE)

Herkansing J/N

V5wa1S

schriftelijke vwo A/C2: H5+H6+H7 dossiertoets Bevorderings vwo A/C2:H7+H8+H10 toets CC-opdracht Keuze opdrachten

100

10

10

J

50

5

0

N

5

10

N

schriftelijke dossiertoets schriftelijke dossiertoets

vwo A/C2: H6+H7+H8 vwo A3: H10+H11 vwo A/C2: H8 vwo A3: H10+H11+H12

100

10

10

J

100

10

10

J

CC-gesprek


5

5

N

V5wa2S V5wa3P V5wa4S V5wa5S


Inhoud

Week

Soort werk

Tijdsduur in minuten

Code

Weging overgang


TW 45 5

TW 12 TW 25/26

53

WISKUNDE B


Het vak wiskunde B bestaat uit de volgende domeinen:  functies en grafieken;  discrete analyse;  differentiaal en integraalrekening;  goniometrische functies;  voortgezette meetkunde;  keuze -onderwerpen. We gebruiken van de methode Getal & Ruimte (uitgeverij EPN) de delen  practica vwo B deel 1/2 werkboek─i TI  vwo B 1, vwo B 2, vwo B 3, vwo B 4. De totale studielast bedraagt 600 SLU: 180 in vwo 4, 210 in vwo 5 en 210 in vwo 6. Het eindexamen bestaat uit het Centraal Examen (CE) en het Schoolexamen (SE). Het CE wordt afgenomen tijdens een zitting van 3 klokuren; de leerling dient daar te beschikken over een grafische rekenmachine. Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld: b. Algemene vaardigheden De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters. De beoordeling telt voor 10% mee in het cijfer SE. (5% in V5 en 5% in V6). b. Vakoverstijgende opdrachten. Leerlingen voeren in de komende leerjaren vakoverstijgende opdrachten uit waarin het vak wiskunde prominent aanwezig is. De beoordeling telt in totaal voor 10% mee in het cijfer schoolexamen. c.Kennis en vakvaardigheden. De beoordeling hiervan telt mee in het cijfer SE. Dit wordt beoordeeld aan de hand van  6 dossiertoetsen : 3 dossiertoetsen in Vwo 5 en 3 dossiertoetsen in Vwo 6 Algemene vaardigheden en vakoverstijgende opdrachten tellen mee in het SE.


54

Soort werk

Inhoud Weging overgang

Wegingsfactor (%SE)

V5wb1S

Schriftelijke dossiertoets

vwo B2: H5+H6+H7

100

10

10

J

V5wb2S

Bevorderingstoets

vwo B 2: H7+H8

50

5

0

J

V5wb3S


100

10

10

J

V5wb4P

CC-opdracht

vwo B 2: H8 vwo B 3: H9 Keuze opdrachten

10

10

N

V5wb5S


vwo B 3: H9+H10+H11

100

10

10

J

CC-gesprek


5

5

N


Week

Code

Tijdsduur (minuten)

Herkansing J/N


TW 45 5 TW 12

TW 25/ 26

55

WISKUNDE C


Het vak wiskunde C (wc) bestaat uit de volgende domeinen:  Functies en grafieken;  Discrete analyse (veranderingen, rijen);  combinatoriek en kansrekening;  Grafen en matrices;  Statistiek en kansrekening; We gebruiken van de methode Getal & Ruimte (uitgeverij EPN) de delen  vwo A/C 1, vwo A/C 2, vwo C3 en vwo C4.  Getal en Ruimte practica in de werkboeken voor de TI84 of TI84+ De totale studielast bedraagt 480 SLU: 150 in vwo 4, 210 in vwo 5 en 120 in vwo 6. Het eindexamen bestaat uit het Centraal Examen (CE) en het Schoolexamen (SE). Het CE wordt afgenomen tijdens een zitting van 3 klokuren; de leerling dient daar te beschikken over een grafische rekenmachine. Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld:

c. Algemene vaardigheden De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters. De beoordeling telt voor 10% mee in het cijfer SE. (5% in V5 en 5% in V6). b. Vakoverstijgende opdrachten. Leerlingen voeren in de komende leerjaren vakoverstijgende opdrachten uit waarin het vak wiskunde aanwezig is. De beoordeling telt in totaal voor 10% mee in het cijfer schoolexamen. c. Kennis en vakvaardigheden. De beoordeling hiervan telt voor 80% mee in het cijfer SE. Dit wordt beoordeeld aan de hand van  6 toetsen: 3 toetsen in vwo 5 en 3 toetsen in vwo 6: 80 % van het SE.


56

Inhoud Weging overgang

Wegingsfactor (%SE)

Herkansing J/N

vwo A/C2: H4+H5+H6

100

10

10

J

V5wc2S

Schriftelijke dossiertoets Bevorderingstoets

vwo A/C2: H6+H7+H8

50

5

0

N

V5wc3P

CC-opdracht

Keuze opdrachten

5

10

N

V5wc4S


vwo A/C2: H6+H7+H8 vwo C3: H10

100

10

10

J

TW 12

V5wc5S


vwo A/C 2: H7+H8 vwo C3: H10+H11

100

10

10

J

TW 25/ 26

CC-gesprek


5

5

N

Code

V5wc1S


Week

Soort werk

Tijdsduur (minuten)


TW 45 5

57

WISKUNDE D VWO vijfde leerjaar 10/11 (lichting „09) Profielkeuzevak in het profielen Natuur en Techniek of keuzevak in het vrije deel van het profiel Natuur en Gezondheid; in beide gevallen als keuzevak naast wiskunde B. Het vak wiskunde D bestaat uit de volgende domeinen:  Statistiek en kansrekenening;  Meetkunde en complexe getallen  Dynamische modellen;  keuze-onderwerpen. We gebruiken van de methode Getal & Ruimte in vwo 5 de delen:  Getal en Ruimte havo/vwo D 2,  Getal en Ruimte vwo D 3. De lessen in vwo 5 en vwo 6 worden op dinsdagmiddag gegeven in de gebouwen van de Universiteit van Tilburg (UvT), door docenten van de UvT. Zij staan in nauw contact met onze eigen docenten. De totale studielast bedraagt 440 SLU. Het vak wiskunde D kent geen Centraal Examen (CE) maar alleen een Schoolexamen (SE). Het Schoolexamen bestaat uit een examendossier waarin de volgende elementen worden beoordeeld: a. Algemene vaardigheden b. Kennisinhouden en vakvaardigheden Deze elementen worden beoordeeld binnen de context van de bovengenoemde bewijsvelden. Algemene vaardigheden De leerling werkt aan de algemene vaardigheden bij de vakoverstijgende opdrachten. De criteria voor beoordeling van de algemene vaardigheden zijn vastgelegd in algemene leerlijnen. De beoordeling van de leerlijnen gebeurt door de leermeester in samenspraak met de werkmeesters. De beoordeling telt voor 5% mee in het cijfer SE.


58

Wegingsfactor (%SE)

Herkansing (J/N)

V5wd1S

Schriftelijk

In overleg met UvT

100

10

J

V5wd2S

Schriftelijk

In overleg met UvT

100

10

J

V5wd3S

Schriftelijk

In overleg met UvT

100

10

J

V5wd4S

Schriftelijk CC- gesprek

In overleg met UvT Algemene vaardigheden

100

10 5

J N

Soort werk Code


Inhoud

Datum iom UvT

Tijdsduur (minuten)

Overzicht Wiskunde D vijfde leerjaar:

59

EXAMENREGLEMENT PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Recommend Documents