EXAMENREGLEMENT EN PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING
cohort 2013-2016 2014-2017 2015-2018 schooljaar 2015-2016
EXAMENREGLEMENT EN PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Het Bevoegd Gezag van het R.K. Gymnasium Juvenaat H. Hart te Bergen op Zoom overwegende dat ter uitvoering van Artikel 31 van het Eindexamenbesluit VWO - HAVO - MAVO - VBO een Examenreglement en een Programma van toetsing en afsluiting moet worden vastgesteld, overwegende dat met ingang van het schooljaar 1999 - 2000 het onderwijs vanaf leerjaar 4 wordt gegeven conform de vernieuwde tweede fase, besluit het Examenreglement / Programma van toetsing en afsluiting van het R.K. Gymnasium Juvenaat H. Hart als volgt vast te stellen: BEGRIPSBEPALINGEN centraal examen directeur eindexamen
het examen dat door onze minister wordt geregeld de rector van de school een examen in de in art. 13 voorgeschreven vakken en andere programmaonderdelen
examendossier
het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm.
examenstof examinator
de aan de kandidaat te stellen eisen een docent van de school die door het bevoegd gezag aangewezen is tot het afnemen van examens aan de school
gemeenschappelijk deel
het in art. 12, lid 4 sub a van de wet bedoelde onderdeel van het profiel
herkansing
het opnieuw deelnemen aan een toets van het centraal examen of het schoolexamen
het bevoegd gezag hij inspectie
de bestuursraad van de SKVOB e.o. te Breda bedoeld wordt: hij of zij de inspectie, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht
kandidaat
eenieder die door het bevoegd gezag tot het examen wordt toegelaten de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bedoeld wordt: ouder/voogd/verzorger in dezen: MT-lid financiën en beheer
onze minister ouder plaatsvervanger van de rector praktische opdracht
opdracht die de kandidaat moet uitvoeren om te laten zien dat hij in staat is problemen te onderzoeken en oplossingen te bedenken; de kandidaat presenteert de opdracht op enigerlei wijze
profiel
het profiel, bedoeld in art. 12, lid 2 van de wet op het voortgezet onderwijs
profieldeel
het in art. 12, lid 4 sub b van de wet bedoelde onderdeel van het profiel
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
2
profielwerkstuk
het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer.
Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)
programma waarin de eisen waaraan de examenkandidaat moet voldoen voor het schoolexamen zijn vastgelegd
school school voor v.w.o. schooladministratie schoolexamen secretaris van het eindexamen
het R.K. Gymnasium Juvenaat H. Hart te Bergen op Zoom ons gymnasium de door de school gevoerde administratie van het examen het examen dat door de school wordt geregeld het door de rector aangestelde personeelslid
toets
een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten, of een praktische opdracht
toetsperiode vakken vrij deel
een deel van het schooljaar, waarbinnen toetsen gepland zijn. vakken en andere programmaonderdelen het in art. 12, lid 4 sub c van de wet bedoelde onderdeel van het profiel
wet
Wet op het voortgezet onderwijs.
1
ALGEMEEN
1.1
Op de examens is het Eindexamenbesluit VWO - HAVO - MAVO- LBO, verder te noemen het Besluit, van toepassing.
1.2
Dit Examenreglement treedt in werking op 1 augustus 2015 en vervangt alle voorgaande reglementen. Wijzigingen in dit reglement kunnen alleen met instemming van de Medezeggenschapsraad worden doorgevoerd.
1.3
De uitvoering van dit Examenreglement is opgedragen aan de rector of diens plaatsvervanger. Toezicht op de uitvoering van dit Examenreglement wordt uitgeoefend door de rijksinspecteur.
1.4
De rector is bevoegd tot het nemen van beslissingen in situaties waarin dit Examenreglement niet voorziet, tenzij op grond van het Besluit anders dient te worden gehandeld. Indien het zaken van het schoolexamen betreft, beslist de rector na de Beroepscommissie Schoolexamen gehoord te hebben.
1.5
Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van dit Reglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan het vertrouwelijke karakter bekend is of redelijkerwijs aan te nemen is, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Deze geheimhouding vervalt wanneer enig wettelijk voorschrift tot bekendmaking van de betrokken gegevens verplicht of wanneer de uitvoering van het Reglement bekendmaking noodzakelijk maakt
1.6
Bij dit Examenreglement gaan bijlagen die met dit reglement een geheel vormen. Ook kan de school nadere schriftelijke mededelingen omtrent het examen doen die geacht worden bijlagen
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
3
van dit reglement te zijn. De mededelingen moeten in dat geval expliciet de vermelding "Bijlage Examenreglement" dragen. 1.7
2
Dit Examenreglement wordt uitgereikt aan de kandidaten voor 1 oktober van het jaar waarin zij zitting hebben in het vierde leerjaar. Het Examenreglement wordt ook aan alle kandidaten uitgereikt bij ingrijpende wijzigingen in het reglement (bij kleinere wijzigingen geldt Artikel 1.6). Voor kandidaten die door doubleren of andere omstandigheden in een ander leerjaar geplaatst worden geldt het reglement van het leerjaar waarin de leerling geplaatst wordt. Bij kennelijke onbillijkheden beslist de rector. ONREGELMATIGHEDEN EN COMMISSIE VAN BEROEP
2.1
Indien een kandidaat zich aan enig deel van het examen onttrekt of zich ten aanzien van enig deel van het SE of het CE aan welke onregelmatigheid dan ook schuldig maakt of heeft gemaakt dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de rector maatregelen nemen. Alvorens een besluit daartoe te nemen hoort de rector de kandidaat.
2.2
De maatregelen, bedoeld in Artikel 2.1 die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: - het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het SE, de rekentoets of het CE; - het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het SE, de rekentoets of het CE; - het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE, de rekentoets of het CE; - het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het CE, legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen.
2.3
Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. In de schriftelijke mededeling wordt gewezen op het bepaalde in Artikel 2.4.
2.4
De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector in beroep gaan bij de Commissie van Beroep van de SKVOB, adres Postbus 4669, 4803 ER te Breda.
2.5
Het beroep wordt schriftelijk ingesteld bij de Commissie van Beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat bekend is gemaakt. Indien beroep is ingesteld tegen ontzegging van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het examen, is de kandidaat gerechtigd hangende het beroep aan nog volgende toetsen van het schoolexamen of centraal examen deel te nemen.
2.6
De Commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Indien de commissie bij haar beslissing tot het oordeel komt dat de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen, stelt zij vast op welke wijze dit zal geschieden, onverminderd het gegeven dat een hernieuwd examen dat
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
4
betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen slechts kan worden afgelegd door de kandidaat in een volgend tijdvak van het centraal examen. 2.7
3
De Commissie van Beroep deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, alsmede aan de rector en aan de inspectie. TOELATING TOT HET EINDEXAMEN
3.1
Tot het examen kunnen worden toegelaten de kandidaten die door de lerarenvergadering van het derde leerjaar zijn bevorderd naar het vierde leerjaar en kandidaten die door de schoolleiding op andere titel in het vierde leerjaar zijn geplaatst. De school kan via bevorderingsnormen de kandidaat de toegang tot een hoger leerjaar ontzeggen. Deze bevorderingsnormen worden in dat geval als bijlage aan dit reglement toegevoegd1.
3.2
De kandidaten die tot het examen zijn toegelaten, leggen het examen tenminste af in de vakken van het gekozen profiel (zie art. 13 van de wet). Het staat kandidaten vrij om binnen de organisatorische mogelijkheden van de school in meer vakken examen af te leggen.
4
AFNEMEN EINDEXAMEN
4.1
De rector en de examinatoren nemen het examen af.
4.2
Het examen wordt afgenomen volgens de door of namens de Minister van Onderwijs en Wetenschappen per vak vastgestelde programma's.
4.3
De rector kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan diens mogelijkheden. In dat geval bepaalt de rector de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de Inspecteur.
4.4
Het bevoegd gezag van een dagschool kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs te volgen het centraal examen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen.
4.5
Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt ten hoogste 6 jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde, tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten.
1
De bevorderingsnormen worden gepubliceerd op www.juvenaat.nl
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
5
4.6
5
Mondeling afgenomen schoolexamens worden bijgewoond door een tweede docent of door leerlingengetuigen. Eventueel kan ter vervanging van een getuige een geluidsopname worden gemaakt. Van ieder mondelinge schoolexamen wordt een beknopt proces-verbaal opgesteld. INDELING VAN HET EINDEXAMEN
5.1
Het eindexamen omvat: - a. de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, daaronder tevens begrepen een profielwerkstuk, - b. de vakken van het profieldeel en voor zover nodig wegens de normatieve studielast, vakken van het vrije deel, - c. ten minste één vak met een normatieve studielast van ten minste 440 uur van het vrije deel van elk profiel, en - d. de rekentoets2
5.2
Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen (SE), uit een centraal examen (CE) dan wel uit beide.
5.3
Het SE wordt afgenomen gedurende de laatste drie schooljaren van het v.w.o. In een bijlage worden de perioden per leer- en schooljaar gespecificeerd opgenomen.
5.4
Alleen de toetsen die als zodanig aangeduid zijn in het Programma van toetsing en afsluiting (PTA) per vak, tellen mee voor het SE. Bewijsstukken van de beoordeling worden opgenomen in het examendossier (zie bijlage)
5.5
Het schoolexamen kent de volgende toetsvormen: - schriftelijke of mondelinge toets met open en/of gesloten vragen - praktische opdracht - profielwerkstuk In het PTA wordt per vak aangeduid wat meetelt voor het schoolexamen, wat de weging is en wat meetelt voor de overgang.
5.6
Profielwerkstuk Het profielwerkstuk wordt gemaakt in leerjaar 6 en kost 80 uur. De voorbereiding begint in leerjaar 5. De eisen waaraan het profielwerkstuk moet voldoen, worden bekend gemaakt voor 1 juni van het voorexamenjaar.
5.7
Praktische opdrachten 5.7.1 De docent bepaalt in het PTA de uiterste datum van inleveren 5.7.2 Praktische opdrachten zijn niet herkansbaar. De opdrachten worden vóór de definitieve inleverdatum tussentijds geëvalueerd. De kandidaten hebben dan de gelegenheid verbeteringen aan te brengen. Niet alleen product, maar ook het proces wordt in de beoordeling betrokken. 5.7.3 Een kandidaat die niet binnen de gestelde termijn in redelijkheid voldoet aan hetgeen geëist wordt bij de tussentijdse evaluatie, maakt met de rector bindende afspraken over de termijn waarbinnen hij alsnog in redelijkheid voldoet aan de gestelde eisen. Voldoet de kandidaat daaraan niet, dan neemt de rector passende maatregelen.
2
Voor de rekentoets: zie ook artikel 8
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
6
5.7.4
5.7.5 5.7.6
Bij het inleveren van een praktische opdracht na het vastgestelde inlevermoment kent de docent het cijfer toe dat bepaald kan worden op basis van reeds eerder ingeleverd werk. Is dat niet mogelijk dan kent de docent het cijfer 1,0 toe. De kandidaat kan de docent verzoeken te tekenen voor ontvangst van praktische opdrachten en profielwerkstukken en de bijbehorende tussenevaluaties. Indien er zwaarwegende redenen zijn, anders dan ziekte, dit ter beoordeling van de rector, waardoor de voor schoolexamenonderdelen gestelde inleverdatum niet haalbaar is, moet er vijf dagen voor de inleverdatum door de ouders of de kandidaat contact opgenomen worden met de rector.
5.8
Het CE wordt afgenomen in 3 tijdvakken: de data van de tijdvakken worden jaarlijks in een bijlage gepubliceerd. Tijdvak I is bestemd voor alle kandidaten. Tijdvak II is bestemd voor de kandidaten die in tijdvak I het CE niet hebben afgerond of recht hebben op herkansing in 1 vak. Tijdvak III is bestemd voor de kandidaten die in tijdvak I en II het CE niet hebben afgerond of, na in tijdvak II het CE te hebben afgerond, recht hebben op herkansing in 1 vak.
5.9
In geval van overmacht of onregelmatigheid kan het noodzakelijk zijn dat het CE of een deel daarvan opnieuw wordt afgelegd. De kandidaten zijn derhalve verplicht zich beschikbaar te houden tot het einde van het schooljaar voor een mogelijk hernieuwd examen in één of meer vakken.
6
GANG VAN ZAKEN TIJDENS HET EXAMEN
6.1
De kandidaat is verplicht aan de voor hem geldende toetsen van het SE en het CE deel te nemen.
6.2
Wanneer de kandidaat, om een geldige reden, niet aan een toets van het SE of het CE kan deelnemen, zijn de ouders/verzorgers verplicht de rector vóór de aanvang van de toets daarvan in kennis te stellen. Zij bevestigen de afwezigheid onder vermelding van de reden(en) schriftelijk.
6.3
Gemaakt SE- en CE-werk is geldig eindexamenwerk; melding achteraf van in Artikel 6.2 genoemde geldige reden kan het gemaakte werk dus niet ongeldig verklaren.
6.4
Wanneer de kandidaat, om een geldige reden, niet aan een toets van het SE heeft kunnen deelnemen, wordt in overleg met de betrokken docent en de rector het tijdstip vastgesteld waarop de gemiste toets kan worden ingehaald. Indien na een langere periode van ziekte meerdere onderdelen van het schoolonderzoek moeten worden ingehaald, worden de tijdstippen daarvoor vastgesteld door de rector, in overleg met de betreffende docenten en de kandidaat (zie ook Artikel 7.7.7). Bij verzuim zonder geldige reden treedt Artikel 2.1 en 2.2 in werking.
6.5
Wanneer de kandidaat, om een geldige reden, niet aan een toets van het CE heeft kunnen deelnemen, wordt gehandeld in overeenstemming met Artikel 5.8 van dit Examenreglement. Bij verzuim zonder geldige reden treedt Artikel 2.1 in werking.
6.6
De kandidaat die te laat komt bij een toets van het SE of het CE, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. Bij het SE beslist de rector of een door hem aangewezen plaatsvervanger of de aldus gemiste tijd aan het eind van de toets mag worden ingehaald. Bij het CE mag deze tijd niet worden ingehaald en levert de kandidaat het werk tezamen met de anderen in.
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
7
6.7
Wanneer de kandidaat klaar is met de toets van het SE of het CE mag hij een half uur voor het eind van de toets, de ruimte waarin de toets wordt afgenomen verlaten. In ieder geval is vertrek gedurende een uur na het begin van de toets niet toegestaan. Eerder vertrek is in het geheel niet toegestaan bij een toets van het SE die minder dan 90 minuten duurt.
6.8
Tijdens een toets van het CE worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook aangaande de opgaven gedaan.
7
CIJFERGEVING EINDEXAMEN
7.1
De examinator drukt zijn oordeel over kennis, inzicht en vaardigheid van een kandidaat in elk vak uit in een cijfer voor het SE en het CE.
7.2
Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 t/m 10, met één decimaal. Een eventueel uit berekening verkregen tweede decimaal wordt, indien deze 4 of lager is, naar beneden afgerond, en indien deze 5 of hoger is, naar boven afgerond.
7.3
In de schaal van cijfers komt aan de gehele cijfers 1 t/m 10 de volgende betekenis toe: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = zeer onvoldoende 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend
7.4
De resultaten van ieder schoolexamenonderdeel dienen door de betrokken examinator binnen 10 cursusdagen na afname aan de kandidaten te worden medegedeeld, behoudens geval van onmacht. Voor een praktische opdracht en het profielwerkstuk geldt een termijn van 25 cursusdagen.
7.5
De examinatoren voeren de in Artikel 7.4 bedoelde beoordelingen zo spoedig mogelijk in de cijferadministratie in.
7.6
De rector rapporteert de behaalde resultaten van de schoolexamens en de andere toetsen die meetellen voor de overgang periodiek aan de kandidaat en diens ouders/ verzorgers. Ouders / verzorgers kunnen tot uiterlijk tien cursusdagen na ontvangst van de rapportage bezwaar maken tegen de gegevens uit de laatste periode waarop de rapportage betrekking heeft. De weging van de diverse schoolexamenonderdelen wordt aan het begin van het jaar via het PTA bekend gemaakt; de weging van de diverse andere toetsen die meetellen voor de overgang staat vermeld in het PTA of de studiewijzers die de kandidaat ontvangt.
7.7
Herkansing schoolexamens 7.7.1 Schoolexamenonderdelen zijn herkansbaar, tenzij de rector na overleg met de vaksecties bepaalt dat de onderdelen niet herkansbaar zijn. Herkansbare delen zijn aangeduid in het PTA van elk vak. 7.7.2 Praktische opdrachten zijn niet herkansbaar. De opdrachten worden vóór de definitieve inleverdatum tussentijds geëvalueerd. De kandidaten hebben dan de gelegenheid verbeteringen aan te brengen. Niet alleen product, maar ook het proces worden in de beoordeling betrokken.
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
8
7.7.3 7.7.4
7.7.5 7.7.6 7.7.7
7.7.8
In leerjaar 4 mogen kandidaten aan het eind van het schooljaar één schoolexamen maatschappijleer (niet de praktische opdracht) herkansen. In leerjaar 5 mogen kandidaten drie schoolexamens herkansen: na elke periode één schoolexamen uit die periode. Daarnaast vervalt van cijfers van de schoolexamens vertaling Ltc en/of Gtc het laagste cijfer. In leerjaar 6 mogen kandidaten drie schoolexamens herkansen: na elke periode één schoolexamen uit die periode. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde schoolexamen geldt als definitief cijfer voor het schoolexamen Wanneer een kandidaat om een geldige reden niet aan een of meer toetsen kan deelnemen, maakt deze de toetsen op een ander moment in overleg met rector en docent. Deze kandidaat kan het inhaalwerk niet herkansen. Wanneer een kandidaat meerdere toetsen uit één periode moet inhalen wordt er voor deze kandidaat een aparte regeling getroffen. Wanneer een kandidaat om een geldige reden niet aan een herkansing kan deelnemen, behoudt de kandidaat het recht op herkansing. Ingeval een kandidaat op basis van artikel 7.7.7 recht heeft op een herkansing, blijft gelden dat de bevordering naar een hoger leerjaar altijd geschiedt op basis van de alsdan beschikbare gegevens. Bij doubleren vervalt dan dit recht op herkansingen.
7.8
Het eindcijfer van het SE in elk vak is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de toetsen van het SE aan de kandidaat zijn gegeven. Voor vakken die geen CE kennen verloopt de afronding van het SE cijfer als volgt: n + 0,45 wordt n + 1.
7.9
Het cijfer voor het CE in elk vak komt tot stand op basis van de beoordelingsnormen, de scores die voortvloeien uit de beoordeling, de omzettingstabellen van scores naar cijfers zoals deze door of namens de Minister van Onderwijs en Wetenschappen zijn vastgesteld.
7.10 Wanneer voor een vak door of namens de Minister van Onderwijs en Wetenschappen een gecommitteerde is aangewezen, beoordeelt deze mede het gemaakte CE-werk. De examinator stelt in dat geval het cijfer vast in overleg met de gecommitteerde. 7.11 Het eindcijfer voor het eindexamen in elk vak is een geheel cijfer uit de schaal van cijfers lopende van 1 t/m 10. Het eindcijfer is het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het SE en het cijfer voor het CE. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 45 of minder zijn, naar beneden afgerond, en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond. Als een vak geen CE kent, is het cijfer SE tevens het eindcijfer. 8
UITSLAG EINDEXAMEN3
8.1
De secretaris van het eindexamen stelt een verzamellijst op die de volgende gegevens bevat: de namen van de kandidaten, de vakken waarin zij eindexamen hebben afgelegd, voor elk vak de cijfers van het SE en het CE en de eindcijfers voor het eindexamen.
8.2
De secretaris van het eindexamen laat deze lijst controleren door de examinatoren, ieder voor zover het zijn eigen vak/vakken betreft.
3
Raadpleeg voor de geldende wetteksten altijd het Eindexamenbesluit vo. Er zijn wijzigingsbesluiten van kracht.
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
9
8.3
De rector en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag van het eindexamen voor iedere kandidaat vast op basis van bovengenoemde verzamellijst en met inachtneming van de volgende eindexamennormen. 8.3.1 De kandidaat is geslaagd indien: - a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; - b. hij voor: - 1°. één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor de rekentoets en het andere vak dan wel vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor - 2°. de rekentoets als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 6 of meer heeft behaald;4 - c. hij onverminderd onderdeel b: - 1°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; - 2°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; - 3°. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; of - 4°. voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; - d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in artikel 8.3.2, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald; en - e. hij voor het vak lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald 8.3.2
Bij de uitslagbepaling wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: het profielwerkstuk, maatschappijleer en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs5
4
Overgangsregeling (brief minister aan Tweede Kamer d.d. 25 juni 2015) (Dus nog geen wetgeving): Voor de kandidaten van het cohort 2013-2016: aangepaste eis: “dat afgerond minimaal een 5 wordt gehaald (dus een 4,5 en hoger)”. Wanneer het vangnet in werking treedt geldt als eis dat afgerond minimaal een 4 wordt gehaald. Voor de kandidaten van het cohort 2014-2017: Rekentoets wordt onderdeel van de kernvakkenregel. Wanneer het vangnet in werking treedt geldt als eis dat afgerond minimaal een 5 wordt gehaald. Voor de kandidaten van het cohort 2015-2018: Rekentoets wordt onderdeel van de kernvakkenregel. 5 Voor de kandidaten van cohort 2013-2016: toevoegen “klassieke culturele vorming”, Voor de kandidaten van cohort 2014-2017 en cohort 2013-2016: toevoegen “algemene natuurwetenschappen”
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
10
8.3.3
De rector bepaalt het eindcijfer, bedoeld in artikel 8.3.2 het tweede lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.
8.4
Indien dat nodig is om een kandidaat met een extra vak (eventueel meerdere extra vakken) te laten slagen, betrekken de rector en de secretaris van het eindexamen het eindcijfer voor één vak (eventueel meerdere vakken, als dat mogelijk en gewenst is) niet bij de bepaling van de uitslag. De resterende vakken moeten samen voldoen aan hetgeen voorgeschreven is voor het eindexamen.
8.5
Wanneer de rector en de secretaris van het eindexamen de uitslag van het eindexamen hebben vastgesteld, delen zij deze aan de kandidaten mee.
9
HERKANSING CENTRAAL EXAMEN
9.1
Elke kandidaat die aan het examen heeft deelgenomen, heeft het recht het CE in één vak te herkansen.
9.2
Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde CE geldt als definitief cijfer voor het CE.
9.3
Indien een kandidaat van zijn recht op herkansing gebruik maakt, wordt het schoolexamen niet opnieuw gemaakt; het daarvoor reeds behaalde cijfer blijft dus gelden.
10 DIPLOMA EN CIJFERLIJST; SCHOOLVERKLARING 10.1 De rector reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft gedaan een cijferlijst uit met daarop de cijfers voor het SE, de cijfers voor het CE, de eindcijfers voor de examenvakken, de vakken en het onderwerp / de titel van het profielwerkstuk en de beoordeling ervan, en de beoordeling van het vak lichamelijke oefening, alsmede de uitslag van het eindexamen. 10.2 De rector reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. 10.3 Indien een kandidaat eindexamen heeft gedaan in extra vakken, worden van de vakken die bij de bepaling van de uitslag van het eindexamen niet zijn betrokken de cijfers van het SE en het CE, alsmede de eindcijfers vermeld op de cijferlijst. 10.4 De rector reikt aan de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat, wanneer deze de school verlaat, een cijferlijst uit, waarop alle vakken en de voor het SE en CE behaalde cijfers worden vermeld, alsmede de overige in Artikel 10.1 genoemde onderdelen. 10.5 De rector en de secretaris van het eindexamen tekenen de cijferlijsten, de certificaten en de diploma's. 10.6 De diploma's worden ook ondertekend door de geslaagde kandidaten. Zij zijn verplicht aanwezig te zijn op het tijdstip dat voor het ondertekenen en uitreiken van de diploma's wordt vastgesteld.
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
11
11 BEWAREN EN INZAGE GEMAAKT WERK CE 11.1 Het door de kandidaten gemaakte werk van het CE, de rekentoets en de inhoud van het examendossier worden bewaard tot tenminste 6 maanden na vaststelling van de definitieve uitslag. 11.2 Het door de kandidaten gemaakte werk van het CE is tot de in Artikel 11.1 genoemde termijn ter inzage voor de kandidaat die het betrokken werk heeft gemaakt. Hij kan het werk inzien na daartoe een afspraak te hebben gemaakt met de secretaris van het eindexamen. Bij de inzage kan de kandidaat zich doen vergezellen door een meerderjarig persoon. Daarnaast is aanwezig de examinator in het betrokken vak die het eindexamen aan de kandidaat heeft afgenomen. De inzage van het gemaakte werk van het CE dient in het gebouw van het Juvenaat plaats te vinden op een cursusdag tijdens de normale schooltijden. 11.3 Van het gemaakte examenwerk wordt geen kopie noch een afschrift in welke vorm dan ook verstrekt. 11.4 De overige bescheiden die betrekking hebben op het CE in enig jaar blijven bewaard in het archief van het R.K Gymnasium Juvenaat H. Hart. Bergen op Zoom, 8 september 2015 namens het bevoegd gezag van het R.K. Gymnasium Juvenaat H. Hart, het bestuur van de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Breda en omgeving, Geert A.M. Derkse, BA, BEd, rector
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
12
Bijlagen bij het examenreglement schooljaar 2015-2016 1. Bevorderingsnormen (conform Artikel 3.1) De bevorderingsnormen worden in de loop van het schooljaar, doch uiterlijk vóór 1 november 2015 toegevoegd.6 2. Periodes Schoolexamens 2015-2016 (conform Artikel 5.3) Leerjaar 4 en 5: toetsperiode 1: week 36 t/m 49 toetsperiode 2 week 50 t/m 12 toetsperiode 3: week 13 t/m 27
Leerjaar 6: week 36 t/m 49 week 50 t/m 4 week 5 t/m 157
3. Het Programma van Toetsing en Afsluiting cohort 2015-2018, 2014-2017 en 2013-2016 is bijgevoegd voor de kandidaten uit leerjaar 4, resp. 5 en 6 (conform Artikel 5.4) 4. Bewaren van examenwerk en beheer van het examendossier (conform Artikel 5.4) De docenten bewaren opgaven en beoordelingsnormen, evenals het voorblad en de beoordeling van praktische opdrachten en het profielwerkstuk, tot 6 maanden nadat de kandidaat de school heeft verlaten. De docenten bewaren toetsen van kandidaten totdat de genoemde beroepstermijn verstreken is en de cijfercontrole (zie Artikel 7.6) is geweest De Eindexamensecretaris is verantwoordelijk voor de administratie van vakken, studielast en resultaten van de kandidaat. Het examendossier is alleen toegankelijk voor mentor, eindexamensecretaris, schoolleiding en door de schoolleiding gemachtigde personen. Bij verlies, diefstal of elke andere reden waardoor het examendossier niet meer te raadplegen is, gelden de resultaten zoals die in de schooladministratie zijn vastgelegd. 5. Tijdvakken van het Centraal Examen voor Gymnasium Juvenaat (conform Artikel 5.8) Tijdvak I: 12 mei t/m 27 mei 2016 Tijdvak II: begint op 21 juni 2016 Tijdvak III: is in augustus 2016
6 7
De bevorderingsnormen worden gepubliceerd op www.juvenaat.nl Voor leerjaar 6 wijkt de periode-indeling af van de elders door school gehanteerde periode-indeling
Juvenaat examenreglement schooljaar 2015-2016
13