Evaluatie van de consulenten over de werkzaamheden van het Huis van de Groninger Cultuur Inhoud 1. Inleiding 2. Reden van oprichting Huis van de Groninger Cultuur 3. Doelstelling Huis van de Groninger Cultuur 4.1 Promotiegerichte informatieverschaffing aan culturele organisaties en instellingen 4.2 Informatiedienstverlening aan culturele organisaties en instellingen, particulieren en overheden 4.3 Organisatorische en/of financiële ondersteuning aan culturele organisaties en instellingen 4.4 Ontwikkeling vorm van aansluiting voor culturele organisaties en instellingen 4.5 (Inter)regionaal overleg met culturele organisaties en instellingen en overheden 4.6 Stimulering, organisatorische opzet en promotie van educatieve projecten 4.7 Het initiëren en organiseren van culturele activiteiten en evenementen 1. Inleiding De reden van oprichting en doelstelling van het Huis van de Groninger Cultuur(HGC) en de kerntaken van het HGC (zoals die zijn opgesteld in het beleidsplan), zijn gebruikt om tot een evaluatie van de dagelijkse werkzaamheden van het HGC te komen. 2. Reden van oprichting Huis van de Groninger Cultuur Uit: Persbericht nr. 48, datum 26 maart 2002, van Provincie Groningen “Vandaag hebben GS het beleidsplan Groninger taal en cultuur tot 2004 vastgesteld. GS doen in het plan voorstellen om de kwaliteit en de structuur van het aanbod op het gebied van de Groninger taal en cultuur te verbeteren. Het imago van de streektaal moet verbeterd worden en de identiteit van Groningen versterkt. GS vinden het belangrijk dat de streektaal en de Groninger cultuur behouden blijft en door wordt gegeven aan volgende generaties. Een opvallend voorstel in het beleidsplan is het oprichten van een Huis van de Groninger Cultuur. Hiermee hoopt het college te bereiken dat de verschillende partijen die al actief zijn op het beleidsterrein Groninger taal en cultuur elkaar ontmoeten, stimuleren en dat dit vernieuwende initiatieven oplevert. Het Huis krijgt een loketfunctie, een eigen stimuleringskrediet voor activiteiten en zal een plek krijgen ergens in de stad Groningen.” “Uit de stand van zaken blijkt dat in theorie de aspecten Groninger taal en Groninger cultuur nauw met elkaar verbonden zijn, maar dat dit in de praktijk niet altijd tot uiting komt. Er vindt te weinig samenwerking plaats, hoewel er wel behoefte bestaat. Gezamenlijk optreden en indien mogelijk aansluiten op elkaars programma’s zou in vele gevallen het aanbod kunnen verbeteren. Bovendien kan gezamenlijk een nieuw publiek worden aangesproken.” “In de praktijk bestaat behoefte aan een centraal punt waar de vertegenwoordigers van de verschillende partijen, actief op het gebied van de Groninger taal en cultuur, elkaar ontmoeten. Daarom stellen GS voor een Huis van de Groninger Cultuur op te richten. Gedacht wordt aan een federatieve vorm, zodat de leden hun zelfstandigheid behouden. Het Huis van de Groninger Cultuur zal de beschikking moeten krijgen over enkele consulenten en een stimuleringskrediet/activiteitenbudget. Dit budget is o.a. bedoeld voor de leden om gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen en om burgers, instellingen en overheden uit te nodigen om te komen met vernieuwende en kwalitatief goede initiatieven. Bij voorkeur zou het huis van de Groninger cultuur onderdak moeten krijgen bij een instelling die zich bezighoudt met Groninger taal en cultuur in de stad Groningen. Vanuit het huis van de
Groninger Cultuur dienen zoveel mogelijk instrumenten worden ingezet. GS denken hierbij vooral aan het onderwijs en de regionale media.” 3. Doelstelling Huis van de Groninger Cultuur Uit: Afschrift van de akte houdende oprichting van de ‘Stichting Huis van de Groninger Cultuur’. “De stichting heeft ten doel het bevorderen van de Groninger cultuur en taal en voorts het verrichten van al hetgeen dienstig kan zijn aan het behoud en gebruik van en de informatievoorziening over de Groninger taal, cultuur en historie.” “De stichting tracht haar doel te bereiken door: a. Het geven van advies en organisatorische en/of financiële en facilitaire ondersteuning aan en het stimuleren van het contact en de samenwerking tussen organisaties en instellingen wier activiteiten naar het oordeel van het bestuur affiniteit hebben met de doelstellingen der stichting. b. het stimuleren en (mede)ontwikkelen van culturele activiteiten, scholing en onderzoek op het gebied van de doelstellingen der stichting; c. het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daarvoor in de ruimste zin bevorderlijk kan zijn.” Aan de hand van de reden van oprichting van het Huis van de Groninger Cultuur (HGC) door de Provincie Groningen en de doelstelling van het HGC, zoals die is opgesteld door de het bestuur van het HGC, is een beleidsplan ontwikkeld. De punten uit de reden van oprichting en uit de doelstelling zijn op de volgende manier in het beleidsplan verwerkt: Het HGC wil zich concentreren op de volgende kerntaken: • • • • • • •
Promotiegerichte informatieverschaffing aan culturele organisaties en instellingen Informatiedienstverlening aan culturele organisaties en instellingen, particulieren en overheden. Organisatorische en/of financiële ondersteuning aan culturele organisaties en instellingen Ontwikkeling vorm van aansluiting voor culturele organisaties en instellingen (Inter)regionaal overleg met culturele organisaties en instellingen en overheden Stimulering, organisatorische opzet en promotie van educatieve projecten Het initiëren en organiseren van culturele activiteiten en evenementen
De evaluatie zal voornamelijk plaatsvinden aan de hand van deze kerntaken. 4.1 Promotiegerichte informatieverschaffing aan culturele organisaties en instellingen Dit punt werd opgenomen in de kerntaken van het HGC, omdat er het idee bestaat dat culturele organisaties niet genoeg samenwerken, of omdat er weinig vernieuwende initiatieven plaatsvinden. Dit hardnekkige, maar daarom niet altijd op waarheid berustende idee, wordt vooral gevoed door de wijze waarop culturele organisaties omgaan met hun marketing- en promotiebeleid. Weinig organisaties en instellingen zetten zich in voor een goede reclame van hun product. Publieksinformatie en vergroting van de doelgroep zijn dan ook niet de eerste doelen van een culturele organisatie. Dit is op een aantal manieren te verklaren; ten eerste bestaat het overgrote deel van het personeel van culturele organisaties en instellingen uit vrijwilligers of parttimers. Zij kunnen hun tijd maar op een beperkte manier verdelen over verschillende stages van het project. Veelal wordt het overgrote deel van hun tijd besteed aan het ontwikkelen van initiatieven, praktische organisatie van het project (datum, plaats, tijd) en administratieve taken. Voor marketing, promotie en publieksinformatie heeft men geen tijd en geld. Ten tweede wordt de pers niet of nauwelijks geïnformeerd. Dit heeft in grote mate te maken met koudwatervrees, maar ook met het feit dat men vaak zeer
bescheiden is over de eigen prestatie. Ten derde streeft men binnen een culturele organisatie naar een stabiel ledenbestand en een stabiele organisatie. Dit is een nobel streven, maar het tevreden stellen van de eigen kring leidt er toe dat men van buiten zo’n organisatie de betreffende organisatie kan beschouwen als een gesloten, ondoordringbaar fort. Deze instelling vermindert de kans dat vernieuwende initiatieven zich kunnen ontplooien en de contacten naar buiten toe verbeterd en gevoed worden. Het HGC heeft er in de afgelopen jaren dan ook hard aan gewerkt om het marketing- en promotiebeleid van culturele organisaties te verbeteren. Door bijvoorbeeld aan een subsidietoekenning de voorwaarde te stellen, dat in een project ruimte wordt gereserveerd voor promotionele activiteiten, en door de relatie met de pers te verbeteren. De keuze om dit als kerntaak van het HGC te beschouwen heeft in korte tijd al duidelijk zijn vruchten afgeworpen. De lezingenserie ‘Uw God mijn God’ is hier een voorbeeld van. Het RHC De Groninger Archieven, de Cultuurhistorische Vereniging Stad en Lande en de Nederlandse Genealogische Vereniging, afd. Groningen organiseren afzonderlijk van elkaar lezingen voor eenzelfde doelgroep. Soms werken zij samen in die zin, dat de Groninger Archieven het gebouw van de archieven beschikbaar stelt voor een lezing of dat er materiaal uitgewisseld wordt. De promotie van een lezing bestond slechts daaruit, dat de eigen achterban werd geïnformeerd. Met de lezingencyclus ‘Uw god mijn God’ werd voor het eerst duidelijk samengewerkt in die zin, dat iedere organisatie evenredig in het gehele traject vertegenwoordigd was. Men koos gezamenlijk voor een duidelijk thema (geloven en geloofsstrijd) dat paste in de doelstellingen van de afzonderlijke organisaties, men maakte er een lezingenserie van met sprekers, die de achterban van alle drie de organisaties zou aanspreken en men koos er voor om de lezingencyclus breed aan te kondigen in de media, bij allerlei culturele organisaties en bij bibliotheken. Het resultaat van deze inspanningen mocht er zijn. Waar eerder zo’n 15 a 20 mensen op een lezing afkwamen, kon men per lezing nu rekenen op meer dan 100 mensen. De vier lezingen gezamenlijk trokken zo’n 500 mensen. Dit succes is voortgezet in een volgende breedaangekondigde lezingencyclus over het maritieme verleden van de Groningers (“Groningers te water”), waarin wordt samengewerkt met de Stichting Groninger Welvaart. De eerste twee lezingen van de cyclus mochten zich verheugen op ruim 110 bezoekers per avond. 4.2 Informatiedienstverlening aan culturele organisaties en instellingen, particulieren en overheden Informatiedienstverlening is een kerntaak waar de consulenten zich dagelijks mee bezig houden. Dagelijks beantwoorden zij vragen over adressen van deskundigen en culturele organisaties, mogelijkheden en onderwerpen voor lezingen, financiële en organisatorische ondersteuning bij culturele evenementen en projecten, verbreding van culturele evenementen en activiteiten, mogelijkheden tot het volgen van historische en Groninger cursussen, taalkwesties (vragen over spelling, literatuur, spreekwoorden, slogans voor commercieel gebruik etc.), kant en klare educatieprojecten voor het basis- en naschoolse onderwijs, (Europese) regelgeving aangaande subsidies, grensoverschrijdende contacten, Groninger gebruiken en producten, vragen van de media betreffende culturele activiteiten en kwesties etc.. Op dit moment beantwoorden de consulenten gemiddeld zo’n 10 a 15 telefoontjes per dag. Toch komt het geregeld voor dat de consulenten niet altijd alleen deze facilitaire functie vervullen. Sommige activiteiten vragen, om doorgang te vinden, nu eenmaal meer inzet. In dit geval zijn de consulenten vaak meer bezig in de trant ‘van idee tot realisatie’. Een voorbeeld hiervan is het succesvolle symposium ‘Proat over Toal’. Bij de consulenten werd het idee geopperd om de verzamelde gedichten van Jelte Dijkstra in een bundel uit te geven. Al snel kwam ter tafel dat men graag meer wilde dan alleen via de dichtbundel deze belangrijke Groninger dichter onder de aandacht te brengen. Men wist echter niet hoe men dit moest aanpakken en wie men daarvoor kon benaderen. Vanuit het HGC werd toen de mogelijkheid geopperd om een symposium te organiseren met lezingen, muziek en discussie. De invloed van Jelte Dijkstra op de Groninger taal en literatuur en dan in het bijzonder op die van het Westerkwartier werd het hoofdthema. Geopend door
Commissaris der Koningin Hans Alders, bleek het symposium een groot succes met een uitverkochte zaal. Een uiterst succesvol project, maar de rol van het HGC ging verder dan alleen maar informatiedienstverlening. Grotendeels betrokken bij het project was de inzet van de consulenten veel groter. Aangezien men nog in een opbouwende fase zit, is dit niet zo erg. Dit soort projecten moeten gezien worden als pilots, die later door culturele organisaties opgepakt worden en als voorbeeld dienen voor nieuwe projecten. Dit klinkt allemaal prachtig, maar het valt te bezien of dit in de praktijk ook zo zal uitpakken. Reeds nu al worden er door verscheidene instanties keer op keer projecten of ideeën bij het HGC neergelegd, die meer vragen dan alleen informatiedienstverlening. Uiteraard weten deze organisaties, dat het HGC slechts beperkte middelen heeft om iets te organiseren en dat wij de zelfredzaamheid juist door pilot-projecten willen vergroten. Dat er toch een beroep op het HGC wordt gedaan, heeft er vooral mee te maken dat organisaties in het gehele projecttraject zoveel obstakels (financiën, administratieve afwikkelingen etc. ) tegenkomen dat ze het op een gegeven moment niet meer zien zitten. Het is voor deze organisaties dan makkelijker om een project mede te laten trekken door een professionele organisatie als het HGC. Een punt voor de toekomst is dan ook, om te kijken of het HGC of door moet gaan als alleen een informatiedienstverlenende instantie of daarnaast ook een meer organiserende taak op zich moet nemen. Mocht van het laatste sprake zijn, dan is het niet mogelijk, gezien de administratieve rompslomp, dat dit slechts gedragen wordt door twee consulenten van 1,5 FTE. Ook worden de consulenten regelmatig door culturele organisaties gevraagd om voor sprekers/deskundigen voor lezingen of symposia te zorgen of voor bestuursleden van culturele organisaties. Voor de meest uiteenlopende onderwerpen wordt verwacht dat de consulenten deze sprekers of bestuurleden zo uit een bestand kunnen opdiepen. Maar helaas zijn zij ook niet alwetend en vergt dit vaak toch enig zoek- en speurwerk, waarbij het facilitaire over gaat in het organiserende. In 1996 is voor het laatst een sprekersgids verschenen, die werd samengesteld door de Cultuurhistorische vereniging Stad & Lande, de Provinciale Bibliotheek Centrale Groningen en Boekhandel Godert Walter. Deze lijst is helaas nooit vernieuwd en inmiddels hopeloos verouderd. In samenwerking met het Platform Culturele Organisaties wil het Huis van de Groninger Cultuur nu een nieuwe uitgebreide sprekersgids samenstellen, die niet op papier maar digitaal zal verschijnen op een daarvoor bestemde website. Belangstellenden kunnen dan zelf deze digitale gids raadplegen en sprekers benaderen. Voor een website wordt gekozen, omdat deze makkelijk up to date te houden is, makkelijk voor een brede groep te bereiken en op de lange termijn goedkoper is. Met een digitale sprekersgids kunnen de consulenten in deze taak efficiënter opereren. Ook andere culturele organisaties kunnen gebruik maken van de digitale sprekersgids. 4.3 Organisatorische en/of financiële ondersteuning aan culturele organisaties en instellingen Ten eerste moet men kijken wat men nu eigenlijk verstaat onder de term organisatorische ondersteuning. Betekent dit dat het HGC organisaties verwijst naar de juiste instanties, geldstromen, deskundigen etc. of vraagt dit van de consulenten een volledige betrokkenheid bij een project? Volledige betrokkenheid vraag beduidend meer tijd en inzet en kan ervoor zorgen dat andere dagelijkse continue zaken van het HGC op een lager pitje komen te staan. In dit soort zaken is het lastig om er een vloeiende en doorlopende administratie op na te houden. Toch is dit noodzakelijk om projecten te laten slagen en organisaties en particulieren een goede dienstverlening te geven. Voor de consulent, die belast is met de meer beleidsmatige zaken, vergt het bijhouden van de administratie daarom zeker een ruime tien uur per week. Maar ook de consulent, die de contacten van het HGC onderhoud, besteed een onevenredig deel van zijn werk aan bijvoorbeeld zaken als postverzending. Nadeel hiervan is, dat men de tijd die men kwijt is aan administratie, op een andere manier meer dienstbaar en meer taakgerichter zou kunnen inzetten. Op een week van 28 uur is dit een behoorlijk grote inname van werkuren Het is wellicht een optie om voor een paar uren per week een secretaresse aan te stellen. Een aantal uren administratie worden ook besteed aan het aannemen, in behandeling nemen, het toekennen/afwijzen en het afhandelen van
subsidieaanvragen. Het HGC heeft van de provincie Groningen het beheer gekregen over een verdeelsubsidie voor incidentele activiteiten in de sector Groninger cultuur. In het eerste jaar heeft het HGC 24 subsidieaanvragen behandeld, in het tweede jaar reeds 52. Dit jaar zijn er in de eerste twee maanden al 18 aanvragen binnengekomen. Uit facilitaire en organisatorische ondersteuning van het HGC komt vaak financiële ondersteuning voort. Gezien de hoeveelheid aan aanvragen en de afhankelijkheid van culturele organisaties van subsidies (culturele organisaties zijn veelal vrijwilligersorganisaties en zijn bij projecten veelal afhankelijk van sponsors, subsidies en ‘liefdewerk oud papier’) is het wellicht verstandig om het te verlenen subsidiebedrag van 25.000 euro te verhogen. Meerdere subsidies vragen echter ook meer administratie, waar een oplossing voor gevonden moet worden. 4.4 Ontwikkeling vorm van aansluiting voor culturele organisaties en instellingen Over de ontwikkeling van een vorm van aansluiting voor culturele organisaties en instellingen is lang nagedacht. Het doel van een vorm van aansluiting was om de samenwerking tussen culturele organisaties in de provincie Groningen te bevorderen en de kennis en activiteiten van deze organisaties toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen. Over de vorm (stichting, federatie, vereniging etc.), inhoud (overlegorgaan, organisatieclub, brainstormclub) en verwachtingen van een dergelijke aansluiting is met vele culturele organisaties gesproken. Na deze gesprekken is gezocht naar een vorm die zoveel mogelijk van de culturele organisaties zou aanspreken. Uiteindelijk is er gekozen voor een platform. Het platform geeft (middel)grote provinciale culturele organisaties de gelegenheid om op een gelijkwaardig niveau met elkaar van gedachten te wisselen. Dit platform kan naar buiten toe voordelen bieden aangaande de PR en naar binnen toe kwaliteitsverbetering door de onderlinge uitwisseling van ideeën. Inmiddels zijn er 35 organisaties aangesloten bij het platform. Twee keer per jaar heeft het Platform een bijeenkomst (waarbij een van de organisaties optreedt als gastheer). Men brengt elkaar op de hoogte van elkaars activiteiten en zoekt samenwerking of hulp bij activiteiten/ projecten of er worden nieuwe ideeën geopperd voor (gezamenlijke) projecten/activiteiten. Gezamenlijke activiteiten die hier reeds uit voortgekomen zijn: Dag van de Groninger Geschiedenis, Lezingencyclus “Groningers te Water”, docentencursus Gronings etc. Hoewel de culturele organisaties over het algemeen tevreden zijn over de werkvorm van het Platform (zie uitslag enquête), ziet men toch dat op het gebied van het uitdragen van de culturele identiteit, de platformleden er verscheidene, vaak tegengestelde meningen op na houden. Deze opvattingen willen de samenwerking en zelfs het uitvoeren van activiteiten nog al eens belemmeren. Een aantal grotere organisaties vindt aansluiting bij het platform zelfs in het geheel niet noodzakelijk of neemt er nauwelijks aan deel. Iedere organisatie benadert uiteraard op eigen wijze de Groninger cultuur. Over het algemeen kan men zeggen dat de verschillen daar in liggen, dat de ene organisatie meer een facilitaire functie heeft en de initiatieven bij de bevolking legt, en dat andere organisaties juist een meer organiserende en uitvoerende functie hebben en doen aan productontwikkeling. De ene organisatie werkt dus meer vraaggericht en de andere meer aanbodgericht. In theorie lijkt dit goed op elkaar aan te sluiten, maar in de praktijk valt dit wel eens tegen. Men werkt nu eenmaal, gezien de eigen doelstelling, vanuit een andere denkwijze die soms moeilijk aansluit op die van een ander. Ook zien een aantal organisaties in samenwerking juist geen versterking, maar een verzwakking van de eigen identiteit. Men is bang dat de eigen organisatie in een gezamenlijke activiteit of project niet evenredig of duidelijk naar voren zal komen. Grotere organisaties lijken samenwerking uit de weg te gaan, omdat zij in die positie verkeren dat samenwerking niet noodzakelijk is. Ook zelfstandig kunnen zij goed opereren. Samenwerking met kleinere organisaties zou de ontwikkelingsfase van projecten en activiteiten, of de uitvoering ervan, zelfs kunnen vertragen. Voor het Huis van de Groninger cultuur is het erg lastig om de grotere spelers in het veld te betrekken bij gezamenlijke activiteiten van het Platform Culturele Organisaties. De volgende organisaties zijn inmiddels bij het platform aangesloten:
Taal: Biblionet, De Boukenkist, De Magie van het Boek, Grunneger Genootschop, Kunstgaang Kaampke, Liudgerstichten, Stichting Grunneger Toal, Stichting Kostverloren, Stichting N(o)ordschrift, Stichting Nij, Stichting Poëziemarathon, Stichting t Grunneger Bouk, Theatergroep Waark, Verainen De Grunneger Sproak. Geschiedenis: Bond Heemschut, afd. Groningen, Cultuurhistorische Vereniging Stad en Lande, Erfgoedlogies Nederland, Libau Welstands- en Monumentenzorg Groningen, Nederlandse Genealogische Vereniging , afd. Groningen, Noordelijk Archeologisch Depot, Regionaal Historisch Centrum de Groninger Archieven, Stichting De Groninger Molen, Stichting Groningen Orgelland, Stichting Groninger Welvaart, Stichting Gronings Audiovisueel Archief, Stichting het Groninger landschap, Stichting Kronkels in Fivelgo, Stichting Noorderbreedte, Stichting Oorlogs- en Verzetsmateriaal Groningen, Stichting Vertellus. Gewoonten en gebruiken: Compagniester Banket, Folkloristische Dansgroep de Grunneger Daansers, Kostuumgezelschap De Gouden Leeuw, de Waddengroep, Vereniging Kleine Dorpen Groningen. 4.5 (Inter)regionaal overleg met culturele organisaties en instellingen en overheden Hoewel er op nationaal niveau voldoende overleg plaatsvindt met instellingen als het SONT en het Nederlands Centrum voor Volkscultuur hebben deze instellingen geen directe invloed op het reilen en zeilen van het HGC. Men moet deze contacten meer zien als vormen van informatie-uitwisseling. Op het gebied van de overheid vindt er vooral overleg plaats met de Provincie Groningen, veelal in de persoon van Jane Heyden van de afdeling Cultuur of cultuurgedeputeerde Hans Gerritsen. De meest nauwe contacten heeft het HGC met de deelnemers van het Platform Culturele Organisaties. Vanuit deze contacten komen ook vaak projecten voort. Binnen het Platform zijn er weer organisaties, die zeker maandelijks overleg hebben met het HGC, zoals het RHC Groninger Archieven, Biblionet, Cultuurhistorische Vereniging Stad en Lande, Bureau Groninger Taal en Cultuur RUG en de Stichting Grunneger Toal. 4.6 Stimulering, organisatorische opzet en promotie van educatieve projecten In de afgelopen jaren heeft het HGC een aantal educatieve projecten opgezet, waaronder een tweetal succesvolle cursussen Gronings voor stadjers (>80 deelnemers). Na afloop van de cursus heeft een evaluatie plaatsgevonden. De uitslag hiervan heeft geresulteerd in het ontwikkelen van een drietal lesboeken en een docentenopleiding Gronings. Een tweetal taalkundige lesboeken worden ontwikkeld door Prof. Dr. Siemon Reker van het Bureau Groninger Taal en Cultuur en het HGC heeft mevrouw drs. Hanny Diemer en de heer drs. Jakob Loer gevraagd om een algemene uitgave Groninger Letterkunde samen te stellen. Deze lesboeken moeten uiteindelijk gebruikt worden voor de cursussen Gronings die vanaf het najaar van 2005 worden opgezet in de gehele provincie. Voor deze cursussen zijn in de afgelopen maanden 25 docenten opgeleid in de Groninger taal, letterkunde en geschiedenis. De inhoud van de lessen wordt verzorgd door Siemon Reker en gastdocenten als Harm van der Veen, dr. Hidde Feenstra, drs. Eddy de Jonge, dr. Joop van de Breemen, drs. Hanny Diemer etc.. Voor het opzetten van de cursussen in de provincie werkt het HGC samen met de Stichting Grunneger Toal en de Vereniging Kleine Dorpen Groningen. Het gaat hierbij om cursussen voor volwassenen. Verder stimuleert en ondersteunt het HGC o.a. de educatieve projecten voor het basisonderwijs van de Stichting Kostverloren (Veurleescup) en Stichting Vertellus (voorleesprojecten). 4.7 Het initiëren en organiseren van culturele activiteiten en evenementen Deze taak is, voor de buitenwereld althans, de meest in het oog springende. Het is de enige taak waarmee het HGC zich duidelijk kan profileren. Het HGC heeft er in de afgelopen jaren naar gestreefd een tweetal vaste culturele evenementen te organiseren en daarnaast nog
een aantal losse evenementen mede te organiseren. De twee vaste evenementen zijn “De Dag van de Groninger Geschiedenis” en “De Groninger Boekendagen”. Voorbeelden van losse evenementen zijn “De Waddenkok 2005 verkiezing”, “Proat over Toal” en “De 1e Nationale Verteldag”. “De Dag van de Groninger Geschiedenis” bestond al enige jaren, maar in samenwerking met het RHC de Groninger Archieven, de Cultuurhistorische Vereniging Stad & Lande en het Groninger Audiovisueel Archief heeft het HGC gezorgd voor een verbreding van activiteiten tijdens deze dag. Naast de gebruikelijke lezingen en een informatie- en boekenmarkt heeft de dag een hoger info-tainmentgehalte gekregen. Een Broeskurzus Grunnegs, streekproducten, Groninger gerechten, historische films met livemuziek, theater, voordrachten, Groninger muziek, flitslezingen etc. verlevendigden de dag en trokken een breder publiek dan de gebruikelijke doelgroep (van zo’n 300 bezoekers in voorgaande jaren naar zo’n 1500 bezoekers in 2003/2004). De Groninger Boekendagen organiseert het HGC in samenwerking met Biblionet. Door de goede samenwerking tussen beide organisaties ontwikkelt dit literaire evenement zich meer en meer tot een vast en duidelijk onderdeel van de Groninger literaire wereld. De profilering van wat de Groninger literatuur en het werk van Groninger schrijvers te bieden heeft wordt mede door dit evenement steeds duidelijker. Naast deze evenementen worden de consulenten ook regelmatig gevraagd om te spreken op symposia en culturele bijeenkomsten en verrichten zij diverse hand en spandiensten bij verscheidene culturele evenementen. (MMD)