Regionaal welzijnsoverleg Meetjesland Oostveldstraat 1 - 9900 Eeklo Tel 09 376 97 38 – Fax 09 376 97 39
[email protected] www.meetjesland.be
“… en ze leefden nog lang en gelukkig…” Integraal Ouderenbeleidsplan Meetjesland Verwijderd: ¶
(volledige tekst, juli 2002)
Dit integraal ouderenbeleidsplan kwam tot stand met de steun van de provincie Oost-Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap en het Streekplatform Meetjesland
2
Colofon Integraal ouderenbeleidsplan Meetjesland (volledige tekst) Een uitgave van het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland Oostveldstraat 1 - 9900 Eeklo Tel 09 376 97 38 Fax 09 376 97 39
[email protected] www.meetjesland.be Auteurs: Mark Arnaut, Krista Hostens, Bart Van Herck Eeklo, juli 2002
Dit document is te downloaden via www.meetjesland.be. Van dit ouderenbeleidsplan bestaat ook een samenvattende brochure. Ze is gratis aan te vragen op het secretariaat van het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
3
Inhoud Inleiding I. INTERNE ANALYSE .......................................................................................... 6 I.1. De ouderen in het Meetjesland ................................................................. 6 I.1.1. Waar spreken we over?........................................................................... 6 I.1.2. Indeling naar type huishouden (gezinssamenstelling) ............................... 10 I.1.3. De gezondheidstoestand van de oudere .................................................. 10 I.1.4. Arbeid en inkomen van de ouderen ....................................................... 12 I.1.5. Huisvesting van de oudere .................................................................... 13 I.1.6. (On)veiligheid en geweld bij ouderen ...................................................... 14 I.2. Het aanbod voor ouderen in het Meetjesland.......................................... 15 I.2.1. Gezondheidsbevordering ....................................................................... 15 I.2.2. Algemene sociale dienstverlening ........................................................... 15 I.2.3. Wonen ................................................................................................ 16 I.2.4. Mobiliteit ............................................................................................. 17 I.2.5. Hulp en Zorg ....................................................................................... 18 I.2.6. Premies en/of tegemoetkomingen voor Ouderen ...................................... 24 I.2.7. Informatie en inspraak.......................................................................... 26 I.2.8. Vrije tijd, Vorming, Vrijwilligerswerk, verenigingsleven ............................ 26 I.3. Conclusie ................................................................................................ 29 II. EXTERNE ANALYSE ...................................................................................... 31 II.1. Demografische vooruitblik .................................................................... 31 II.2. De “nieuwe” oudere .............................................................................. 32 II.3. Het beleid op de diverse bestuursniveaus ............................................. 36 II.3.1. Europa............................................................................................... 36 II.3.2. Federaal ............................................................................................ 36 II.3.3. Vlaamse Gemeenschap ........................................................................ 38 II.3.4. Provincie Oost-Vlaanderen ................................................................... 40 II.3.5. Gemeenten en OCMW’s ....................................................................... 40 II.4. Conclusie............................................................................................... 41 III. UITGANGSPUNTEN EN LANGETERMIJNOPTIES INZAKE OUDERENBELEID .. 42 III.1. Een inclusief beleid .............................................................................. 42 III.2. Het belang van preventie..................................................................... 42 III.3. Oost West, thuis Best .......................................................................... 43 III.4. Versterken van de sociale cohesie ....................................................... 43 III.5. Volwaardige participatie van de oudere............................................... 44 III.6. Een samenhangend zorgbeleid ............................................................ 44 III.7. Kwalitatieve en toegankelijke zorg op maat ........................................ 44 III.8. Overleg en afstemming tussen de aanbieders ..................................... 44 III.9. Het belang van de informele zorg ........................................................ 44 III.10. Nooit te oud om te leren .................................................................... 45
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
4
IV. OUDERENBELEID IN HET MEETJESLAND ..................................................... 46 V. ACTIES OP DE KORTE TERMIJN .................................................................... 48 V.1. Een gemeentelijk ouderenbeleid ............................................................ 48 V.2. Kwalitatief wonen .................................................................................. 48 V.3. Ziektepreventie ...................................................................................... 49 V.3.1. Griepvaccinaties voor +65-jarigen ......................................................... 49 V.3.2. Vaccinatie tegen pneumococcen ........................................................... 49 V.4. Aangepaste en kwalitatieve Zorg ........................................................... 50 V.4.1. Vernieuwende woon- en zorgcentra ....................................................... 50 V.4.2. Welkomgezinnen ................................................................................. 50 V.4.3. Geestelijke gezondheidszorg ................................................................. 50 V.4.4. Onderzoek palliatieve eenheid............................................................... 51 V.5. Stimuleren van vorming ......................................................................... 51 V.5.1. Promotie van het aanbod...................................................................... 51 V.5.2. Forum ouderenvorming ........................................................................ 51 V.5.3. Vorming voor/door ouderen .................................................................. 52 V.5.4. Vorming aan hulpverleners ................................................................... 52 V.6. Bevorderen van de sociale cohesie......................................................... 52 V.6.1. Uitbouw van buurt- en dienstencentra.................................................... 52 V.6.2. Ondersteunen van vrijwilligersnetwerken................................................ 53 V.6.3. Verenigingsleven ................................................................................. 53 V.7. Aanmoediging zorgberoepen.................................................................. 53 V.8. Regionale afstemming............................................................................ 53 VI. SAMENVATTEND SCHEMA............................................................................ 54 VII. BRONNEN .................................................................................................. 55 VIII. LIJST VAN FIGUREN EN TABELLEN........................................................... 59 IX. WERKGROEP OUDERENBELEID 2000-2002 ................................................. 60 X. BIJLAGEN ..................................................................................................... 61 X.1. Bijlage 1: overzicht van de huishoudens bij de 60-plussers in het Meetjesland................................................................................................... 62 X.2. Bijlage 2: ouderenwoningen in het Meetjesland..................................... 63 X.3. Bijlage 3: Overzicht van de gezinszorg in het Meetjesland ..................... 64 X.4. Bijlage 4: Rusthuisbedden en serviceflatcomplexen in het Meetjesland . 65 X.4.1. Rusthuizen en RVT’s in het Meetjesland.................................................. 65 X.4.2. Serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening................. 67 X.5. Bijlage 5: Engagementsverklaring integraal gemeentelijk ouderenbeleid (ondertekend 11 juni 2002) .......................................................................... 69
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
5
Inleiding Meer en meer mensen bereiken een hoge leeftijd en blijven gelukkig lang in goede gezondheid. 22,7% van de Meetjeslanders zijn ouder dan 60. Daarmee telt het Meetjesland
Verwijderd:
0,6% meer ouderen dan het gemiddelde in Vlaanderen. Voor het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland was dit de aanleiding om na te gaan of organisaties, voorzieningen en beleidsvoerders voldoende rekening houden met deze belangrijke categorie in de samenleving. Als we daarbovenop weten dat de groep van de 60-plussers elk jaar aangroeit met meer dan 1%, is een onderbouwde visie op ouderenbeleid in de regio noodzakelijk. Dit integraal ouderenbeleidsplan is gebaseerd op een grondige analyse van de groep van ouderen, van de voorzieningen in de streek (interne analyse) en van de demografische en maatschappelijke evoluties die op de regio afkomen (externe analyse). Vervolgens definieert dit plan, vanuit een samenhangende visie, een aantal acties die een daadwerkelijke aanzet zijn voor een integraal ouderenbeleid in het Meetjesland. De gemeenten en OCMW's staan voor de belangrijke opdracht om deze acties, samen met de betrokkenen, verder te verfijnen. Ook de zorgsector, de huisvestingsactoren, de verenigingen en talrijke voorzieningen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid in het verhaal. De denkoefening van het Meetjesland vindt plaats op het moment ook op federaal, Vlaams, en provinciaal niveau wordt nagedacht over ouderenbeleid en wordt gesleuteld aan een aantal regelgevingen. Wij hopen dat het samenspel van al deze initiatieven effectief zal leiden tot een Meetjesland voor alle leeftijden.
Jan Willems, voorzitter RWOM Bart Van Herck, secretaris RWOM Mark Arnaut, coördinator RWOM
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Verwijderd: e
6
I. INTERNE ANALYSE I.1. De ouderen in het Meetjesland I.1.1. WAAR SPREKEN WE OVER? “Ouderen” roept nog voor velen het stereotype beeld op van afhankelijkheid, ziekte en aftakeling. In dit ouderenbeleidsplan voor het Meetjesland vormt de groep van zorgbehoevenden slechts een kleine fractie. In navolging van de meeste studies, hebben we ouderen gebruikt als verzamelnaam voor de totale groep van de 60-plussers. Een groep die eigenlijk geen “groep” is in de sociologische betekenis van het woord, maar een enorm verscheiden populatie met uiteenlopende verwachtingen, behoeften en competenties1.
Verwijderd: klassieke
TABEL 1: OUDEREN IN HET M EETJESLAND , 1/1/2000 Gemeente
Inwoners
Ouderen Vrouwen
Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem Meetjesland Oost-Vlaanderen Vlaanderen
18.543 13.597 18.970 6.127 7.800 9.292 22.075 10.986 6.524 7.942 8.231 130.087 1.363.672 5.952.552
Abs. 2.035 1.752 2.754 760 939 1.065 2.804 1.314 879 1.015 1.074 16.391 174.301 740.010
Mannen % 11,0% 12,9% 14,5% 12,4% 12,0% 11,5% 12,7% 12,0% 13,5% 12,8% 13,0% 12,6% 12,8% 12,4%
Abs. 1.667 1.372 1.991 598 794 837 2.309 1.147 772 841 849 13.177 132.481 576.757
Totaal % Abs. 9,0% 3.702 10,1% 3.124 10,5% 4.745 9,8% 1.358 10,2% 1.733 9,0% 1.902 10,5% 5.113 10,4% 2.461 11,8% 1.651 10,6% 1.856 10,3% 1.923 10,1% 29.568 9,7% 306.782 9,7% 1.316.767
% 20,0% 23,0% 25,0% 22,2% 22,2% 20,5% 23,2% 22,4% 25,3% 23,4% 23,4% 22,7% 22,5% 22,1%
BRON: NIS, BEWERKING RWOM Uit Tabel 1 valt af te lezen dat de groep van de ouderen actueel 22,7% uitmaakt van de totale Meetjeslandse bevolking. Met dit percentage ouderen telt het Meetjesland 0,6% meer dan de Vlaamse coëfficiënt. In de tabel zien we ook dat de vrouwen met 55,4%, het grootste aandeel hebben in de groep van de ouderen. We noteren aanzienlijke verschillen tussen de Meetjeslandse gemeenten onderling. Op Figuur 1 zien we onmiddellijk dat Lovendegem en Aalter een relatief jonge bevolking hebben, in tegenstelling tot Eeklo of Sint-Laureins die boven de 25% uitkomen.
1
In zijn onderzoeksopdracht voor de provincie Oost-Vlaanderen (Ouderen en geestelijke gezondheidszorg) citeert Ward De Bruecker een aantal auteurs die subcategorieën maken op basis van gemeenschappelijke karakteristieken. DE BRUECKER, W. (2001), Ouderen en Geestelijke Gezondheidszorg, onderzoek van de vijf Oost-Vlaamse CGG in opdracht van de provincie Oost-Vlaanderen. p. 10-11. INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Verwijderd: .
7
FIGUUR 1: PERCENTAGE OUDEREN IN VERHOUDING TOT INWONERS VAN DE MEETJESLANDSE GEMEENTEN , 1/1/2000
BRON : NIS, BEWERKING RWOM
Als we afdalen tot op woonkernniveau (Tabel 2) zijn de verschillen trouwens nog groter. 15,8% ouderen in Ronsele versus 27,56% ouderen in Sint-Margriete.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
8 TABEL 2: A ANTAL ZESTIGPLUSSERS IN DE M EETJESLANDSE WOONKERNEN (1981, 1991, 2000) Aantal 60+ (1981) AALTER Aalter Bellem Lotenhulle Poeke ASSENEDE Assenede Oosteeklo Bassevelde Boekhoute EEKLO KAPRIJKE Kaprijke Lembeke KNESSELARE Knesselare Ursel LOVENDEGEM Lovendegem Vinderhoute MALDEGEM Maldegem Middelburg Adegem NEVELE Nevele Poesele Hansbeke Merendree Landegem Vosselare ST-LAUREINS St-Laureins St-Margriete St-Jan-in-Eremo Waterland-Oudeman Watervliet WAARSCHOOT ZOMERGEM Zomergem Ronsele Oostwinkel MEETJESLAND Oost-Vlaanderen Vlaanderen
2577 1713 292 456 111 2931 1229 536 655 509 3864 1272 709 561 1328 853 471 1240 1045 194 3852 2698 119 1029 1994 524 106 390 380 418 174 1599 677 190 212 110 410 1388 1479 1279 72 128 19672 252993 986784
Aantal 60+ in % Aantal 60+ van de totale (1991) bevolking (1981) 16,6% 3168 15,4% 2222 19,5% 354 19,6% 480 21,6% 112 22,0 % 2936 22,4% 1262 19,7% 503 20,6% 726 26,2% 445 19,7% 4182 21,1% 1273 25,3% 671 17,4% 602 17,1% 1547 16,6% 957 18,4% 590 14,8% 1443 14,3% 1227 18,3% 216 18,0% 4492 18,0% 3207 20,7% 159 18,1% 1120 19,0% 2164 19,8% 591 26,4% 87 17,1% 406 24,9% 358 16,3% 499 16,9% 223 24,2% 1631 22,5% 710 28,9% 190 24,0% 236 22,9% 113 26,1% 382 18,3% 1554 18,7% 1631 19,4% 1410 15,1% 67 15,6% 154 18,9% 26021 19,0% 277914 17,5% 1156744
Aantal 60+ in Aantal 60+ % van de totale 1/1/2000 bevolking (1991) 18,8% 3702 18,2% 2682 19,9% 380 21,0% 541 18,9% 97 21,7% 3124 22,1% 1353 18,8% 555 23,2% 776 22,4% 440 22,0% 4745 20,7% 1358 25,5% 641 17,2% 717 19,8% 1733 18,6% 1091 22,1% 642 16,1% 1902 16,0% 1644 16,6% 252 21,0% 5113 21,4% 3713 26,9% 161 19,4% 1238 20,5% 2461 22,7% 666 20,9% 89 17,6% 447 23,4% 402 19,4% 602 20,0% 255 25,3% 1651 24,5% 690 31,9% 167 24,1% 254 25,7% 120 24,9% 420 20,2% 1856 20,2% 1923 20,7% 1680 13,5% 84 20,3% 159 20,6% 29568 20,8% 306782 20,1% 1316767
Aantal 60+ in % van de totale bevolking (1/1/2000) 20,0% 20,3% 16,8% 22,4% 17,1% 23,0% 23,0% 20,8% 25,5% 22,2% 24,9% 22,0% 24,5% 20,1% 22,2% 21,4% 24,1% 20,5% 20,8% 19,7% 23,2% 23,9% 26,4% 21,0% 22,4% 24,4% 18,9% 20,5% 24,5% 22,0% 20,5% 25,3% 24,1% 27,6% 24,4% 27,5% 26,9% 23,2% 23,3% 24,2% 15,8% 22,1% 22,7% 22,5% 22,2%
BRON: NIS VOLKS- EN WONINGTELLING 1981/ 1991, RISO OOST-VLAANDEREN (CIJFERS 2000), B ASISKAART VLAANDEREN , BEWERKING WOONCENTRUM M EETJESLAND
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
9 Ouderen naar leeftijd Figuur 2 toont het aantal ouderen per leeftijdscategorie. Hieruit blijkt dat ongeveer een kwart van de ouderen in het Meetjesland jonger is dan 65 jaar en nog eens een kwart tussen de 65 en 69 jaar oud is. Een kleine 17% is ouder dan 80. FIGUUR 2: OUDEREN IN HET MEETJESLAND PER LEEFTIJDSCATEGORIE, 1/1/2000
60-64j
65-69j
70-74j
75-79j
80-90j
90+
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
gewest
provincie
Meetjesland
Aalter
Assenede
Eeklo
Kaprijke
Knesselare
Maldegem
Nevele
Sint-Laureins
90+
31.963
7.973
913
110
92
175
45
45
48
142
69
51
70
66
80-90j
169.921
41.017
3.996
491
460
658
202
236
222
703
285
239
226
274
75-79j
213.162
49.741
4.519
550
490
727
200
285
245
820
367
280
259
296
70-74j
264.867
60.451
5.730
735
571
914
253
329
333
1.025
496
342
375
357
65-69j
313.903
73.292
7.134
903
741
1.114
348
411
480
1.196
624
370
448
499
60-64j
322.951
74.308
7.276
913
770
1.157
310
427
574
1.227
620
369
478
431
BRON : NIS, BEWERKING RWOM
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Lovendegem
Waarschoot
Zomergem
10
I.1.2. INDELING NAAR TYPE HUISHOUDEN (GEZINSSAMENSTELLING) Tabel 3 geeft een overzicht van de huishoudens in het Meetjesland waarvan de referentiepersoon of de echtgeno(o)t(e) 60 jaar of ouder is (meer detail in bijlage X.1). De tabel stelt ons in staat volgende vaststellingen te doen: • Vooreerst de vrij evidente vaststelling dat de gezinsgrootte bij ouderen kleiner is, dan de gemiddelde gezinsgrootte in het Meetjesland, met name 1,83 versus 2,55. • De groep alleenwonende ouderen maakt ruim 1/3 uit van de totale groep. Zonder familie of sociaal netwerk, bestaat voor deze categorie het gevaar van vereenzaming. • Ruim de helft van de huishoudens zijn echtparen met of zonder ongehuwde kinderen of alleenwonende ouderen met ongehuwde kinderen. Deze groep van ouderen kan nog steeds een beroep doen op de aanwezigheid van partner en/of kinderen wanneer de nood aan hulp en zorg zich opdringt. TABEL 3: GEZINSSAMENSTELLING BIJ DE OUDEREN IN HET M EETJESLAND , 1/1/2000 Overzicht van de ouderen in het Meetjesland volgens type van huishoudens Gemeente
Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem Meetjesland O-Vlaanderen Vlaanderen
Gemiddelde gezinsgrootte 1,91 1,78 1,74 1,85 1,81 1,84 1,85 1,93 1,83 1,79 1,82 1,83 1,79 1,80
Aantal huishoudens 2.229 1.1932 2.969 800 1.111 1.163 3.255 1.485 1.044 1.141 1.146 18.275 193.513 835.608
Alleenwonende Echtparen met of zonder ongeh. ouderen met ongeh. kinderen kinderen Abs. 1.306 1.050 1.510 435 583 678 1.764 907 570 640 637 10.080 101.288 442.563
% 58,6 54,3 50,9 54,4 52,5 58,3 54,2 61,1 54,6 56,1 55,6 55,2 52,3 53
Abs. 103 106 139 48 69 66 184 91 60 57 64 987 10.874 45.238
% 4,6 5,5 4,7 6 6,2 5,7 5,7 6,1 5,7 5 5,6 5,4 5,6 5,4
Alleenwonende ouderen Abs. 729 709 1.192 276 410 376 1.175 433 377 408 402 6487 74.074 317.931
% 32,7 36,7 40,1 34,5 36,9 32,3 36,1 29,2 36,1 35,8 35,1 35,5 38,3 38
Overige
Abs. 91 67 128 41 49 43 132 54 37 36 42 721 7.277 29.876
% 4,1 3,5 4,3 5,1 4,4 3,7 4,1 3,6 3,5 3,2 3,7 3,9 3,8 3,6
BRON: NIS
I.1.3. DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DE OUDERE Levensverwachting In België is de voorbije eeuw de gemiddelde levensverwachting voor vrouwen toegenomen met ongeveer 32 jaar en voor mannen met 29 jaar. Op dit ogenblik bedraagt de gemiddelde levensverwachting bij de geboorte voor vrouwen 81,1 jaar en voor mannen 75,4 jaar.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak
11 Chronische aandoeningen Ongeveer 38% van de 65-plussers in Vlaanderen kampen met chronische gezondheidsproblemen, ziekte of handicap2. Dit percentage ligt iets hoger bij vrouwen dan bij mannen. In deze groep heeft 36,73% er ernstige hinder van in het dagelijkse leven; 48,64 heeft er enige hinder van; 14,63% beweert er geen last van te hebben. Opvallend is het verband met het opleidingsniveau: mensen met enkel een diploma lager onderwijs hebben bijna dubbel zoveel klachten als mensen met een diploma hoger onderwijs. Geestelijke gezondheid Een onderzoek door Ward De Bruecker3 leert dat het voorkomen van psychische stoornissen bij ouderen hoger is dan bij jongeren als men de organisch cerebrale aandoeningen zoals dementie en de somatische aandoeningen (bv. delier) erbij neemt. Laat men deze buiten beschouwing is het aantal psychische stoornissen bij ouderen ongeveer gelijk aan de percentages voor jongeren nl. zo’n 10 à 20%. Enkele vaststellingen uit het beschrijvend gedeelte van de studie: -
Delieren zijn de meest voorkomende aandoeningen bij ouderen.
-
Depressie lijkt de voornaamste psychiatrische ziekte tussen 60 en 75 jaar.
-
Rouw is een normaal proces dat vrijwel iedereen op een bepaald moment moet doormaken. Slechts bij een beperkt aantal ouderen wordt een bemoeilijkt rouwproces waargenomen.
-
Eén op vijf ouderen voelt zich eenzaam, een proportie die oploopt tot één op drie bij 85-plussers.
-
Ongeveer 45% van de ouderen blijkt slaapproblemen te hebben.
-
Ouderen gebruiken in verhouding tot andere leeftijdsgroepen veel kalmeer- en slaapmiddelen.
-
Dementie is het meest voorkomend neurologisch ziektebeeld bij de ouderen na 75 jaar. De prevalentie van dementie is hoger bij vrouwen dan bij mannen. Verwacht wordt dat het aantal dementerende ouderen, door de sterke toename van het aantal hoogbejaarden, tussen de 1996 en 2020 met ongeveer de helft zal toenemen.4 Recente doorbraken inzake diagnostiek en behandeling van dementie kunnen mogelijks deze trend positief beïnvloeden.5 Roelands6 vermeldt dat minstens twee derden van de dementerenden verblijven buiten instellingen, en dat één persoon centraal staat in de zorg. Deze is in 60% van de gevallen zelf bejaard.
VRIND 2000, p. 101. DE BRUECKER, W. (2001), Project Ouderenzorg, onderzoek van de 5 Oost-Vlaamse CGG in opdracht van de provincie Oost-Vlaanderen. Gent, 2001 4 BOONEN, C & PACOLET, J. (2001), Vlaams Zilver. Het woon- en zorgcentrum als schakel in de ouderenzorg. Brussel, LICAP, 323 p. 5 DE STROOPER B. & KONIG G. (1999), Alzheimers’s Disease a firm base for therapy, Nature, 402, 471-472 6 ROELANDS, M. (1992), Dementie: epidemiologie en mantelzorg. Antwerpen: Stichting Welzijnszorg Provincie Antwerpen. 2 3
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Verwijderd: der
12 TABEL 4: PREVALENTIE VAN DEMENTIE BIJ 65- PLUSSERS, PER LEEFTIJDSCATEGORIE7 Dementie (m.i.v. lichte vormen)
Matig tot ernstige dementie
65-69jr
0,6%
0,3%
70-74jr
5,1%
3,9%
75-79jr
7,6%
4,0%
80-84jr
16,2%
11,2%
85+jr
33,6%
25%
BRON: CS- M ROELANDS, PROJECT E PIDEMIOLOGY RESEARCH ON DEMENTIA IN ANTWERP (ERDA) Verstandelijke handicap Bij gehandicapten treedt de veroudering vroeger in dan bij valide personen. Licht mentaal gehandicapten zouden rond 50-55 jaar kenmerken van veroudering vertonen (zoals in de normale bevolking). Matig en ernstige mentaal gehandicapten worden rond 40-45 jaar oud en diep mentaal gehandicapten reeds rond 30 jaar.8 De vergrijzing zal zich ook uiten in de organisatie van de gehandicaptenzorg. Enerzijds in gehandicapten die problemen hebben met het ritme en anderzijds met een verlaging van de functioneringsgraad (lagere taakspanning, verminderde vaardigheden). In het eerste geval draait de machine nog goed, maar trager, in het andere geval trager en minder goed (regressie). Voor beide problemen kan een oplossing worden gezocht in het differentiëren en individualiseren van de bestaande leefgroepwerking, waardoor een overplaatsing naar een specifieke leefgroep voor ouderen niet nodig is. In sommige gevallen zal overplaatsing evenwel noodzakelijk zijn.
I.1.4. ARBEID EN
INKOMEN VAN DE OUDEREN
In beperkte mate nog beroepsactief De officiële pensioenleeftijd voor werknemers bedraagt 62 voor vrouwen, 65 voor mannen. In de openbare sector ligt de leeftijdsgrens voor statutaire ambtenaren op 65 jaar zowel voor mannen als voor vrouwen. Onder bepaalde voorwaarden kan vanaf 60 jaar ook vervroegd pensioen ingaan. De meeste ouderen zijn m.a.w. niet meer beroepsactief en leven van een vervangingsinkomen (pensioen). In 1999 waren er in de categorie zelfstandigen 9% actief na pensioenleeftijd (1.209 op 13.363 zelfstandigen in het Meetjesland). Armoede Studies inzake inter- en intragenerationele welvaartsverdeling leren ons dat de ongelijkheid tussen actieven en ouderen zeer klein geworden is, veel kleiner dan de ongelijkheid binnen de groepen zelf. Actieven en ouderen zagen hun welvaart in ongeveer gelijke mate toenemen. De ongelijkheid binnen de groep van ouderen is veel groter dan onder de actieven. Bovendien neemt de ongelijkheid nog toe9.
7 Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, Provincie Antwerpen en de Dienst voor Brain and Behaviour, KULeuven (Prof. Baro). 8 DE BRUECKER, W. (2001), Ouderen en Geestelijke Gezondheidszorg, onderzoek van de vijf Oost-Vlaamse CGG in opdracht van de provincie Oost-Vlaanderen. Gent, Provincie Oost-Vlaanderen, p. 14. 9 CANTILLON, B. (2001), De inkomenssituatie van ouderen. Voordracht op 5 oktober 2001 in het postacademisch vormingsprogramma ‘Een toekomst voor ouderen in de 21e eeuw’ aan de KUL.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Verwijderd: .
13 Studies naar het inkomen bij ouderen leren dat de groep van arme ouderen, een verborgen groep is. Het aandeel armen bij de ouderen is hoger dan bij de actieve bevolking nl. 12,9% van de ouderen tegenover 7,7% van de totale bevolking en 1% van de tewerkgestelde actieve bevolking. Ouderen maken ruim 43% uit van de arme Belgische bevolking.10 Inkomensgarantie voor Ouderen Wanneer het wettelijk pensioen ontoereikend is, kunnen ouderen beroep doen op de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO). Dit stelsel werd op 1 juni 2001 ingevoerd door federaal Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke en noemde voordien Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (GIB).11 Uit Tabel 5 blijkt dat een belangrijke groep van Meetjeslanders een beroep doen op dit systeem (1.821 personen of 8,31% van de 65-plussers). In Vlaanderen waren er op hetzelfde moment maar 5,62% van de ouderen die van een GIB genoten. Dat betekent dat er meer lage inkomens zijn in het Meetjesland dan gemiddeld in Vlaanderen. Als men het bedrag van de uitkeringen bekijkt, ziet men dat de gemiddelde uitkering in het Meetjesland lager ligt dan in Vlaanderen als geheel. Er zijn dus relatief veel lage inkomens in het Meetjesland, maar ze zijn sterk geconcentreerd net beneden de grens van het gewaarborgd inkomen. TABEL 5: AANTAL GERECHTIGDEN GEWAARBORGD INKOMEN VOOR BEJAARDEN, 1/1/1999
Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem Meetjesland Oost-Vlaanderen Vlaanderen
Aantal gerechtigden GIB 268 158 250 114 133 87 316 194 111 86 104 1.821 14.322 54.970
Gemiddeld bedrag %GIB op 65 plussers per maand 6.582 9,82 4.884 6,84 7.801 7,06 5.004 11,13 4.632 10,33 7.718 6,64 4.611 8,26 4.288 10,84 4.904 8,64 5.564 6,35 5.253 7,10 5.602 8,31 6.693 6,25 7.233 5,62
Index bedrag (Vlaanderen=100) 91 67,52 107,86 69,18 64,05 106,71 63,75 59,29 67,81 76,93 72,62 77,46 92,53 100,00
BRON: VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE PLANNING EN S TATISTIEK
I.1.5. HUISVESTING VAN DE OUDERE De woonsituatie van ouderen is zeer gedifferentieerd. In dit bestek gaan we vooral in op de kwaliteit van de woningen. We baseren ons daarvoor op de SURVEY 94/9512,
DELEECK, H. (2001), De architectuur van de welvaartsstaat opnieuw bekeken. Leuven, Acco, 482 p. Het stelsel van het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden was de laatste 30 jaar niet meer aangepast. Op 1 juni 2001 werd het GIB vervangen door een totaal nieuwe regeling, de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO), vanaf de leeftijd van 62 jaar. 12 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE RUIMTELIJKE ORDENING, HUISVESTING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN, Verslag van de SURVEY 1994/1995, een uitwendig onderzoek naar de kwaliteit van 10 11
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Verwijderd: e
Verwijderd: In Verwijderd: leest U af
14 uitgevoerd door de Administratie ROHM van de Vlaamse Gemeenschap. Dit onderzoek geeft informatie tot op het niveau van de arrondissementen. Conclusies zijn dat de kwaliteit van de woningen in Oost- en West-Vlaanderen beduidend slechter is dan in de andere Vlaamse provincies. Het arrondissement Eeklo is één van de zes slechtste gebieden van Vlaanderen. Meer specifiek springt de streek ten Noorden van Eeklo in het oog op gebied van woningverkrotting en nood aan zware renovaties. In het arrondissement Eeklo zijn er 20% woningen zonder klein comfort (d.w.z. woningen waar één van de volgende elementen ontbreekt: stromend water, bad of douche, WC met waterspoeling). In het arrondissement Gent is dat 16%.13 Cijfers over de specifieke huisvesting van ouderen, zijn te vinden in tabellen waar de kwaliteit van de woningen gerelateerd wordt aan de beroepstoestand van de inwonende. Zo leert de Survey dat 35% van de slechte huurwoningen bewoond wordt door ouderen (gepensioneerden). Bij eigenaar-bewoners loopt dit cijfer op tot 60% van de woningen die in slechte staat verkeren. In totaliteit bewoont de groep van ouderen bijna de helft van alle slechte woningen. Het probleem situeert zich vooral bij de eigenaar-bewoners van 70 jaar en ouder. We nemen aan dat dit algemeen beeld voor Vlaanderen, kan geëxtrapoleerd worden naar het Meetjesland.
I.1.6. (ON)VEILIGHEID EN GEWELD BIJ OUDEREN Onderzoek leert dat 1 op 5 thuiswonende ouderen geconfronteerd wordt met psychisch, fysiek, financieel of seksueel geweld na 60 jaar.14 Ook in instellingen zoals rustoorden, rust- en verzorgingstehuizen en ziekenhuizen kunnen ouderen mishandeld worden; daarbij is de meest voorkomende vorm van mishandeling van psychische aard.15 Geweldervaringen tonen een rechtstreeks verband met eenzaamheid.16 Vrouwen melden dubbel zoveel eenzaamheidsgevoelens in vergelijking met mannen en veelal gaat het om psychisch geweld (verwaarlozing). Het peilen naar onveiligheidsgevoelens geeft weer dat 15% van de ouderen meer dan 10 onveiligheidsgevoelens rapporteren, wat een hoog aantal is. Vrouwen maken meer melding van deze gevoelens dan mannen. Bij vrouwen die zich onveilig voelen ziet men een grotere sociale isolatie. De conclusies van onderzoek zijn dat de deels verborgen problematiek van de ouderenmis(be)handeling aandacht verdient omwille van de omvang van het probleem, de beperktere mogelijkheden om geweld te stoppen en de kwetsbaarheid voor de gevolgen (levensbedreiging neemt toe met de leeftijd). Momenteel loopt in Oost-Vlaanderen (regio Zottegem) een project rond een meldpunt bejaardenmis(be)handeling met de steun van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen.
de woningen in Vlaanderen. Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie, Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, 212 p. 13 Hoewel er objectief een comfort- of kwaliteitsachterstand is in het Meetjesland, ervaart de oudere dat subjectief niet altijd als een probleem. 14 VANDENBERK, A., OPDEBEECK, S. EN LAMMERTYN F. (1988), Geweld en onveiligheidsgevoelens bij ouderen. Leuven, LUCAS, 128 p. 15 DOOGE, D. (1996), Ouderenmishandeling, Welzijnsgids, 20, p. 15-36. 16 Eenzaamheid: het gevoel dat men onvoldoende (betekenisvolle) relaties heeft. Sociale isolatie: het feitelijk gebrek aan duurzame relaties.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
15
I.2. Het aanbod voor ouderen in het Meetjesland Hieronder geven we een beschrijving van wat op verschillende terreinen ondernomen wordt en aangeboden wordt voor ouderen. We gaan daarbij niet in op algemene voorzieningen (sport, cultuur, …) en vormen van dienstverlening die open staan voor alle bevolkingsgroepen, maar beperken ons in deze beschrijving tot de specifieke voorzieningen of dienstverlening aan ouderen.
I.2.1. GEZONDHEIDSBEVORDERING Heel wat instanties en zorgverstrekkers besteden aandacht aan gezondheidspromotie en ziektepreventie: huisartsen, mutualiteiten, lokale besturen en OCMW’s, ziekenhuizen, geriaters, apothekers, kinesitherapeuten, thuisverpleegkundigen, e.a. Hun acties situeren zich vooral op volgende terreinen: − − − − − −
Voorlichtingsbrochures over gezondheidspreventie in het algemeen, over gezonde voeding, valpreventie, geneesmiddelengebruik, … Infocampagnes rond bepaalde thema’s, informatieve bijeenkomsten, workshops Tijdschriften en artikels over gezondheid en preventie Thematentoonstellingen Gezondheidsbevorderende initiatieven door de hulpverlener Vroegtijdige opsporing van aandoeningen als borstkanker, prostaatkanker, verhoogd cholesterolgehalte, etc. door artsen
Met de oprichting van de LOGO Meetjesland (opstart werking september 2000) beslisten de partners in de regio Meetjesland de initiatieven in deze nog beter op elkaar af te stemmen, verder uit te bouwen en doelgericht op te volgen. De focus van de LOGO Meetjesland gaat daarbij in de eerste plaats naar de operationalisering van de vijf Vlaamse gezondheidsdoelen: daling van het aantal rokers, stimuleren van gezonde voeding, meer doelmatigheid in de borstkankerscreening, betere preventie van ongevallen thuis, op het werk en in het verkeer en betere preventie van infectieziekten door verhoging van de vaccinatiegraad. Ondanks de inspanningen die hierboven worden geciteerd, leerde LOGO Meetjesland uit haar eerste inventarisatie dat de huidige ziektepreventie in het Meetjesland eerder versnipperd gebeurt, nogal vrijblijvend en oppervlakkig (folders, informatiecampagnes, …). In vele gemeenten en OCMW’s ontbreekt bovendien nog het draagvlak om echt financiële middelen te investeren in gezondheidspromotie en/of ziektepreventie.
I.2.2. ALGEMENE SOCIALE DIENSTVERLENING Door diverse diensten wordt een algemene dienstverlening aangeboden waardoor het mogelijk blijft voor de oudere om langer in zijn thuisomgeving te blijven. De Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) ingebouwd in de ziekenfondsen en de Autonome Centra Maatschappelijk Werk en OCMW’s bieden sociale dienst- en hulpverlening aan alle personen van wie de welzijnskansen bedreigd of verminderd worden door persoonlijke, relationele, gezins- of maatschappelijke omstandigheden.17 Afhankelijk van de hulpvraag zal de maatschappelijk werker informatie en advies verstrekken, bemiddelen bij andere diensten, administratief ondersteuning bieden of een 17 In het Jaarverslag 2001 van het Centrum Algemeen Welzijnswerk, ingebouwd in de Christelijke Mutualiteit Meetjesland, lezen we dat 60-plussers 57,8% van de cliënten uitmaken. De 70-plussers nog 42,9% .
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
16 meer actieve begeleiding opzetten. Indien nodig wordt er ook juridisch advies en rechtsbijstand verleend.
I.2.3. WONEN In paragraaf I.1.5 werd ingegaan op de gemiddeld geringe graad van comfort van de woningen in het Meetjesland en werd de vaststelling gemaakt dat de helft van deze eerder slechte woningen door ouderen wordt bewoond. Onverminderd deze vaststelling staan er in het Meetjesland ook specifieke en aangepaste woningen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap als woongelegenheden voor ouderen. We spreken van ouderenwoningen18 en serviceflats of woningcomplexen met dienstverlening19. In Tabel 6 geven we een overzicht van de woningen in het Meetjesland die door besturen en sociale huisvestingsmaatschappijen verhuurd worden als specifieke ouderenwoning. De erkende serviceflats of woningcomplexen met dienstverlening zijn daar niet inbegrepen, die vindt men verder in Tabel 7. Ook de private wooncomplexen voor ouderen - zoals ‘De Warande’ (Maldegem) met 48 studio’s en 12 appartementen – zijn daarin niet opgenomen. TABEL 6: OVERZICHT VAN OUDERENWONINGEN IN HET M EETJESLAND (1/1/2001) (PRIVÉ- VOORZIENINGEN EN ERKENDE SERVICEFLATCOMPLEXEN NIET INBEGREPEN) Gemeente
Ouderenwoningen
Flats
42 16 62 0 36 27 18 0 0 30 46 277
16 39 0 30 4 0 0 0 0 0 89
Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem Meetjesland BRON: WOONWIJZER M EETJESLAND , B EVRAGING RWOM Detail van Tabel 6 steekt in bijlage.
Ouderenwoningen: woningen voor ouderen, niet als SF erkend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Serviceflats (SF) zijn aangepaste woongelegenheden voor ouderen. Ze beschikken over een oproepsysteem dat 24/24u beantwoord wordt. Aan een SF-complex is een dienstencentrum verbonden dat bijkomende diensten biedt waar ouderen indien zij dat wensen - gebruik kunnen van maken. De serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening zijn erkend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap binnen het decreet van 1985, gecoördineerd op 18/12/1991. 18 19
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
17 TABEL 7: OVERZICHT VAN DE ERKENDE EN GEPLANDE WOONEENHEDEN IN SF-GEBOUWEN (07/2002) Programmacijfer 01/2002 openbaar Aalter 83 27 Assenede 65 32 Eeklo 104 0 Kaprijke 30 0 Knesselare 38 0 Lovendegem 48 15 Maldegem 108 30 Nevele 52 0 St-Laureins 32 0 Waarschoot 39 0 Zomergem 43 0 Meetjesland 642 104 Gemeente
Erkend vzw privé 30 0 31 0 69 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 32 0 0 32 0 162 32
totaal openbaar 57 18 63 0 69 0 0 15 0 30 15 0 30 15 0 0 32 0 0 0 32 0 298 78
Gepland vzw Privé 20 0 69 0 40 0 54 0 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20 0 0 0 213 0
totaal 38 69 40 69 40 0 15 0 0 20 0 291
BRON: MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Als men Tabel 6 en Tabel 7 samen bekijkt, stelt men vast dat Nevele en Kaprijke de enige twee gemeenten in het Meetjesland zijn, die op dit ogenblik noch over ouderenwoningen, noch over SF-gebouwen beschikken. In Kaprijke zijn evenwel plannen, zoals kan opgemaakt worden uit Tabel 7. Voor wat de serviceflats betreft, is het zinvol het aantal eenheden in het Meetjesland eens te vergelijken met wat de Vlaamse Overheid vooropstelt als programmatiecijfer. Dit bedraagt momenteel 2 per honderd 60-plussers. Daaruit leren we dat het bestaande aanbod in het Meetjesland (298 SF), ver onder de programmatie blijft die Vlaanderen toelaat. Volgens de norm 2/100 zou het Meetjesland in principe een aanbod mogen hebben van 642 wooneenheden. Uit de cijfers van geplande wooneenheden blijkt evenwel dat er nog heel wat initiatief mag verwacht worden de komende jaren (291 SF), waardoor het Meetjesland toch in de buurt zal komen van het programmacijfer.
I.2.4. MOBILITEIT De meeste ouderen verkeren in goede gezondheid, hebben een rijbewijs en beschikken over een eigen wagen voor verplaatsingen. Mobiliteit is zeer belangrijk voor de levenskwaliteit en vervoersarmoede kan leiden tot sociaal isolement. Een beperkte groep van ouderen beschikt evenwel niet meer over de vaardigheden om zichzelf te verplaatsen of waagt zich liever niet meer in het drukke verkeer. Zij doen een beroep op familie, op vormen van (aangepast) openbaar vervoer, op taxidiensten of vervoerscentrales van vrijwilligers. Openbaar vervoer De NMBS biedt aan reizigers met beperkte mobiliteit bepaalde faciliteiten. Bij een verminderde zelfredzaamheid kan de persoon: • zich laten begeleiden door een “Kosteloze Begeleider” (afgeleverd door NMBS). • een voorrangskaart bekomen voor een zitplaats in de trein (afgeleverd door NMBS) • een verminderingskaart voor het openbaar vervoer (na aanvraag bij het Ministerie van Sociale Zaken)
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
18
Het Meetjesland beschikt ook over een drie belbus-gebieden: Belbus Meetjesland (twee bussen), Belbus Aalter-Maldegem-Knesselare (twee bussen), Belbus Evergem. De belbus werkt op oproep (bel 09 240 94 94), heeft veel halteplaatsen en een makkelijke opstap. Ook rolstoelgebruikers kunnen gemakkelijk de belbus gebruiken door de aanwezigheid van een oprijdplatform in een belbus. Vrijwillige vervoerscentrales In het Meetjesland organiseren volgende organisaties en besturen vrijwilligersvervoer: • • • •
Stichting Welzijn voor Ouderen (Assenede – Sas van Gent) Mindermobielencentrales van CM Meetjesland en Bond Moyson (B-mobiel) Mindermobielencentrales van de OCMW’s van Zomergem, Aalter en Sint-Laureins Specifiek vervoer door de Vlaamse Liga tegen Kanker
Voor zieke ouderen bestaat er vanzelfsprekend ook ziekenvervoer (zie hulp en zorg, I.2.5).
I.2.5. HULP EN ZORG In dit hoofdstuk bespreken we het volledige gamma van hulp en zorg aan ouderen, met name van hulp aan huis tot opname in een residentiële voorziening. Op dit ogenblik wordt de thuiszorg en de residentiële zorg geregeld door verschillende decreten. Mogelijks komt daar in de toekomst verandering in, op basis van één Vlaams zorgdecreet20 voor personen met een verminderd zelfzorgvermogen. Bij dat decreet zou ook de leeftijdsdiscriminatie tussen ‘ouderen’ (+65) en ‘jongeren (65) weggewerkt worden. Het nieuwe Vlaamse ouderendecreet dat verwacht wordt op 1 januari 2003 zou rekening houden met die toekomstige integratie door te streven naar een geïntegreerd model van indicatiestelling. Deze indicatiestelling zou gebeuren door een multidisciplinair team dat in dialoog treedt met de oudere en zijn omgeving. Met deze wijzigingen in regelgeving wil de Vlaamse Overheid evolueren van een aanbodsgerichte hulpverlening naar een vraaggestuurde hulpverlening waarbij de hulp gemobiliseerd wordt in plaats van de cliënt. I.2.5.1. Hulp en zorg bij de oudere thuis De ‘thuiszorg’ kan omschreven worden als een integratie van drie vormen van zorg: de zelfzorg, de mantelzorg en de professionele zorg 21: − De ‘zelfzorg’ bestaat erin dat de oudere zelf bepaalde (ver)zorgende activiteiten uitvoert met het oog op het behouden van welzijn en gezondheid. − De ‘mantelzorg’ of ‘informele zorg’ is de zorg die binnen een beperkt sociaal netwerk wordt gegeven en meestal voorzien wordt door gezins- en familieleden, vrienden, …. − ‘Professionele zorg’ blijft beperkt tot een minderheid van de ouderenpopulatie. Dit omvat de formele zorg in diensten voor thuiszorg, thuisverpleging, huisartsgeneeskundige zorg, zorg van paramedische verstrekkers aan thuisverblijvenden. Met het toenemen van de leeftijd, neemt meestal de hulpvraag ook toe.
VVSG, Openbare residentiële ouderenvoorzieningen in de 21ste eeuw, trefdag 9 mei 2001 VAN AUDENHOVE, C. en LAMMERTYN F. (1995), De zorg voor dementerende ouderen in Vlaanderen, realisaties, knelpunten en voorstellen. Leuven, Acco, 147 p. 20 21
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
19 De diensten voor gezinszorg (vroeger diensten gezins- en bejaardenhulp) worden geregeld in het thuiszorgdecreet van 14 juli 1998.22 Alvorens een dienst gezinszorg ingeschakeld wordt, is het eerste contact steeds met de huisarts. Volgende diensten hebben een aanbod van hulp of verzorging thuis: TABEL 8: OVERZICHT VAN HULP EN ZORG
BIJ DE OUDERE THUIS, MAART 2001
DIENST
AANBOD Gezinszorg
Klusjesdienst (K) Poetsdienst (P)
ThuisVerpleging
CM
Ziekenoppas
X (vrijwilligers)
Familiehulp
X
K-P
Familiezorg O-VL.
X
P
De Zon23
X
Palliatieve zorg en ondersteuning
X
X X X
Netwerk Palliatieve zorg Gent-Eeklo
X
X
Palliatieve zorg thuis
Bond Moyson
X X
K-P
X
K
X (vzw thuishulp)
K-P
Ziekenvervoer, PAT
X (Medisom)
X
X
Liberale Mutualiteit
Solidariteit voor het Gezin
Dieetadvies, pedicure, ziekenvervoer, mediotheek, PAT Maaltijden
X X
PWA
maaltijden aan huis, dieetadvies, pedicure, vervoer, uitleendiensten, personenalarmtoestellen (PAT)
Maaltijden
Zelfstandige Verpleegkundigen
OCMW* per gemeente
Andere
Pedicure, dieetadvies, ziekenvervoer, mediotheek, PAT Dieetadvies, tussenkomst in pedicure, mediotheek, PAT
X
K-P
Wit Gele Kruis
X
X (vrijwilligers)
X
Pedicure, mediotheek
X
X (alleen voor patiënten)
X
Dieetadvies, mediotheek, PAT
Rode Kruis OostVlaanderen
Ziekenvervoer, mediotheek
OSD
Ziekenvervoer, mediotheek, PAT
Stichting Welzijn voor Ouderen
Maaltijden, ziekenvervoer
BRON: BEVRAGING RWOM, MAART 2001 *Een verdere uitsplitsing van het OCMW-aanbod per gemeente vindt u in onderstaande tabel. 22 De diensten voor gezinszorg hebben als officiële opdracht: het aanbieden van persoonsverzorging, huishoudelijke hulp en schoonmaakhulp en de algemene psychosociale en pedagogische ondersteuning en begeleiding die hiermee verband houdt. (Thuiszorgdecreet van 14 juli 1998, bron: Welzijnszakboekje, wetgeving en toelichting) 23 De Zon is een initiatief van Familiezorg West-Vlaanderen (regio Tielt, Knokke en Kortrijk) en biedt een dienstverlening in deelregio van het Meetjesland (Aalter, Knesselare, Nevele, Zomergem, Lovendegem, Maldegem, Sint-Laureins en Eeklo)
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
20 TABEL 9: OVERZICHT GEZINSZORG EN DIENSTEN VAN OCMW’S IN HET M EETJESLAND Gemeenten
Gezinszorg en diensten door Meetjeslandse OCMW’s Gezinszorg
Aalter
Klusjesdienst Poetsdienst
Andere Warme maaltijden Personenalarmtoestellen (PAT)
P
Maaltijden
Assenede
X
K–P
Maaltijden PAT
Eeklo
X
K–P
Maaltijden PAT
Kaprijke
Maaltijden PAT
Knesselare
K–P
Lovendegem Maldegem
X
Nevele
P
Maaltijden
P
Maaltijden PAT
P
Maaltijden PAT (subsidies aan mutualiteit)
Sint-Laureins Waarschoot
Maaltijden PAT
X
Zomergem
P
Maaltijden PAT
BRON: BEVRAGING RWOM, MAART 2001 Voor een volledig overzicht van het aandeel gezinshulp en poetsdienst door diverse organisaties geleverd, verwijzen we naar bijlage I.1 (situatie 2000). I.2.5.2. Dienstencentra24 I.2.5.2.1. Lokale dienstencentra In verschillende Vlaamse gemeenten of wijken bestaan er lokale dienstencentra. Zo’n centra draaien meestal op de inzet van vrijwilligers onder begeleiding van een maatschappelijk werker. Ouderen kunnen er terecht voor ontmoeting, informatie, voor vormingsactiviteiten en ontspanning en voor dienstverlening en verzorging. In het Meetjesland is slechts één erkend dienstencentrum, met name Dienstencentrum Zonneheem in Eeklo. In Assenede zijn onderhandelingen aan de gang tussen het OCMW en het WZC SintJozef voor de oprichting van een dienstencentrum. I.2.5.2.2. Regionale dienstencentra Een regionaal dienstencentrum richt zich tot een hele regio en bereikt daarmee een veel ruimer gebied dan de lokale dienstencentra. 24 Een lokaal dienstencentrum heeft als officiële opdracht: ‘aan de lokale bewoners activiteiten van informatieve, recreatieve en vormende aard aanbieden met het oog op het versterken van het sociale netwerk en hulp bij activiteiten van het dagelijks leven aan te bieden of in bereik te brengen’. Een regionaal dienstencentrum heeft als opdracht: ’aan gebruikers, mantelzorgers en vrijwilligers informatie verstrekken met betrekking tot alle erkende voorzieningen uit de regio, m.b.t. materiële en immateriële hulp- en dienstverlening en m.b.t. de sociale tegemoetkomingen, advies verlenen over en het binnen bereik brengen van materiële en immateriële hulp- en dienstverlening en het organiseren en ondersteunen van de vrijwilligerszorg.’ (Thuiszorgdecreet van 14 juli 1998. Bron: Welzijnszakboekje 2000-2001, wetgeving en toelichting)
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
21 In het Meetjesland werd het ‘Thuiszorgcentrum Meetjesland’ als regionaal dienstencentrum erkend door de Vlaamse Gemeenschap. In het Regionaal Dienstencentrum kan men terecht voor alle vragen m.b.t. thuiszorg. Er wordt informatie gegeven, er gaan vormings- en informatiecursussen door, er wordt doorverwezen waar nodig. I.2.5.3. Dagverzorgingscentra Dagverzorgingscentra vallen, net als de diensten voor gezinszorg en de dienstencentra, onder het thuiszorgdecreet25. Er zijn dagverzorgingscentra voor ‘personen met een handicap’ en voor ‘ouderen’. In deze centra is er mogelijkheid tot dagopvang gedurende een volledige werkweek. Er is een aanbod naar medische verzorging, animatie en creatieve ontspanning, … Deze opvangmogelijkheid is ingebed in een residentiële voorziening. Door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zijn volgende twee centra officieel erkend als dagverzorgingscentra voor ouderen:26 − Assenede (Sint-Jozef) met een capaciteit van 15 plaatsen − Zomergem (Ons Zomerheem) met een capaciteit van 15 plaatsen I.2.5.4. Kortverblijf, crisis- en nachtopvang Enkele rustoorden en RVT’s bieden de mogelijkheid een zieke enkele weken op te vangen om de familie te kans te geven om op adem te komen. Erkend door het Vlaams Ministerie is enkel Ons Zomerheem in Zomergem.27 Personen met een handicap, ingeschreven bij het Vlaams Fonds, kunnen bij een aantal voorzieningen erkend door het Vlaams Fonds, terecht voor kortverblijf. De erkende voorzieningen binnen het Vlaams Fonds zijn: • Lovendegem: DVC Bernadette (mentaal gehandicapten) • Landegem: MPI Ten Dries (motorisch gehandicapten) • Landegem/Adegem: De Vierklaver (mentaal gehandicapten) • Landegem: Home A. Verburght (mentaal gehandicapten) Nachtopvang Nachtopvang is geschikt voor personen die gedurende de dag in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen maar vooral ’s nachts een zware belasting vormen voor hun partner of familieleden. In volgende centra kan men terecht voor nachtopvang: − Assenede (Sint-Jozef) − Eeklo (psychogeriatrie Sint-Jan) − Zomergem (Ons zonneheem) I.2.5.5. Samenwerking met andere diensten In de zorg voor ouderen doen huisartsen, thuiszorgdiensten, RVT’s e.d. ook regelmatig beroep op gespecialiseerde diensten en deskundigen. We noemen hieronder een aantal diensten.
25 Een dagverzorgingscentrum heeft als opdracht: in daartoe bestemde lokalen, zonder overnachting, de dagverzorging, alsmede geheel of gedeeltelijk de gezinsverzorging en huishoudelijke verzorging aanbieden. (Bron: Welzijnszakboekje 20002001, wetgeving en toelichting) 26 Niettemin bieden momenteel reeds meer voorzieningen deze diensten aan ondanks hun (nog) niet officiële erkenning. 27 Ondanks hun niet officiële erkenning vangen ook andere RVT’s ouderen op in kortverblijf. Daarnaast bestaat er nog een privé-voorziening in Maldegem, nl. De Warande die een aanbod doet naar Kortverblijf voor ouderen. Zij beschikken over 6 studio’s voor kortverblijf maar zijn daar niet officieel voor erkend.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
22 Samenwerking met de centra voor geestelijke gezondheidszorg (G.G.Z.): • consulting en/of tijdelijke opname • diagnosestelling m.b.t. psychogeriatrische aandoeningen • crisisopvang voor dementerenden met tijdelijk agressief of afwijkend gedrag Samenwerking met regionaal palliatief netwerk: • deskundigheidsuitwisseling • palliatief verblijf ter ontlasting van de mantelzorg Samenwerking met acuut ziekenhuis (Sp- en G-dienst, PAAZ): • diagnosestelling m.b.t. fysische pathologie en/of dementeringsproces • permanent medisch-specialistische interventies en/of toezicht I.2.5.6. Residentiële voorzieningen I.2.5.6.1. De rustoorden (ROB en RVT)28 In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven per gemeente van het aantal beschikbare bedden ROB en RVT in het Meetjesland. TABEL 10: OVERZICHT VAN HET AANTAL PLAATSEN IN RUSTHUIZEN EN RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN Gemeente
Aantal rustoorden Openbaar
Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem Meetjesland
Privé
ROB bedden
TOTAAL ROB + RVT
Programmacijfer (01/2002)
vzw 2 2 3 1 1
1 5 2 1 1
5
RVT bedden
1
5
BRON: MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP,
1 1 12
61 117 164 52 35 101 105 69 42 68 106 920
130 99 140 56 25 0 58 25 20 38 94 685
191 216 304 108 60 101 163 94 62 106 200 1605
187 161 246 74 89 98 262 119 77 98 132 1543
JULI 2002
28 We gaan hier even in op het onderscheid tussen een rusthuis (meestal afgekort door R.O.B.) en een rust- en verzorgingstehuis (meestal afgekort door R.V.T.). Een rusthuis is een bij decreet beschermde collectieve woonvorm waar aan de ouderen die er verblijven huisvesting wordt gegeven met de mogelijkheid geheel of gedeeltelijk gebruik te maken van de aangeboden gezins- en huishoudelijke zorg. Vele, maar niet alle rusthuizen die zorgbehoevende ouderen opnemen, hebben vanwege de overheid een aantal rust- en verzorgingsbedden gekregen. Deze R.V.T.-bedden zijn bedoeld voor het opvangen van zwaar zorgbehoevende ouderen, die er van een intensieve verzorging kunnen genieten. De meeste R.V.T.-bedden bevinden zich in rusthuizen, doch ook sommige ziekenhuizen beschikken over een aantal R.V.T.bedden. Het is echter niet omdat een rusthuis niet over R.V.T.-bedden beschikt, dat er geen zwaar zorgbehoevenden kunnen opgenomen en verzorgd worden. Voor een R.V.T.-bed wordt vanwege de overheid een hoger zorgforfait toegekend, waardoor er meer personeel kan ingezet worden voor de verzorging en de verpleging.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
23
Het Meetjesland telt 22 instellingen, met gezamenlijk 1.605 bedden. De verdere uitsplitsing per voorziening en per gemeente vindt u terug in bijlage X.4. We hebben dit aanbod in de regio verhouden tot het programmacijfer dat de Vlaamse Gemeenschap hanteert voor de erkenning van bijkomende ROB of RVT bedden. Dit cijfer wordt berekend op basis van het aantal ouderen tussen 60-74, 75-79, 80-84, 85-89, 90+.29 Daaruit leren we dat de regio met 1.605 bedden gemiddeld tot goed voorzien is, in de lijn van het programmacijfer van 1.543 bedden. Als men gemeente per gemeente overloopt, stelt men vast dat men in sommige gemeenten ver boven de programmatienorm zit (bv. Zomergem), terwijl men in andere gemeenten er nog (ver) onder blijft (bv; Maldegem). Gezien de veroudering van de bevolking, zal het programmacijfer de komende jaren opklimmen, zal er in de regio ruimte komen voor bijkomende bedden en zal ook de behoefte ontstaan aan bijkomende opvangcapaciteit. I.2.5.6.2. Specifieke ziekenhuisdiensten voor ouderen: de Sp-dienst en de G-dienst en de PVT’s Volgens de wet van 27 juni 197830 is er de mogelijkheid om aan geïntegreerde diensten voor thuisverzorging en –verpleging en aan erkende rustoorden voor bejaarden een bijzondere erkenning toe te kennen voor het verlenen van een geheel van zorgen dat toelaat het verblijf in het ziekenhuis in te korten of te voorkomen. Daarnaast zijn er in sommige ziekenhuizen specifieke gespecialiseerde verpleegeenheden voor ouderen (G-diensten en Sp-diensten). In het Meetjesland zijn dit: • H.-Hartkliniek • Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Jan31 In de G-dienst (dienst geriatrie) is een ziekenhuisdienst met een exclusief geriatrisch karakter, bedoeld voor het opvangen van de complexe multipathologische gezondheidsproblematiek van zieke bejaarden. Naast de diagnosestelling en de behandeling, wordt uitvoerig aandacht besteed aan het aspect revalidatie waarvoor een multidisciplinair team wordt ingeschakeld. Een Sp-dienst is een gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie (zowel in een ziekenhuis als in een psychiatrisch ziekenhuis). Een PVT is een psychiatrisch verzorgingstehuis32 bestemd voor personen met een langdurige en gestabiliseerde psychische stoornis of mentale handicap, waarbij er nood is aan een continue begeleiding, waarbij zij niet in aanmerking komen voor opname in een RVT of een MPI ten gevolge van de psychische toestand, of niet in aanmerking komen voor beschut wonen en waarbij zij geen ziekenhuisbehandeling vergen. Dementiële toestandsbeelden komen niet in aanmerking voor opname in een PVT.
29 1 woongelegenheid per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 60 tot 74 jaar; 4 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 75 tot 79 jaar; 12 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 80 tot 84 jaar; 23 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 85 tot 89 jaar en 32 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 90 jaar en ouder. 30 Wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging (Officieuze coördinatie van de ziekenhuiswet, de wet op de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging, de verzorgingstehuizen en de wet m.b.t. de overlegstructuur voor de ziekenhuizen) 31 Bron: Evaluatie ziekenhuisprogrammatie, behoeften aan gezondheidsvoorzieningen voor bejaarden, december 1994 32 Bron: V.V.I., PVT criteria, interne nota 24/11/2000
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
24
I.2.6. PREMIES EN/OF TEGEMOETKOMINGEN VOOR OUDEREN Er zijn tal van premies of tegemoetkomingen voor ouderen.33 In sommige gevallen zijn die gekoppeld aan de hoogte van het inkomen, in andere gevallen aan de graaf van zelfredzaamheid. In Tabel 11 wordt een poging gedaan tot synthese. De tegemoetkomingen voor gehandicapten of invaliden werden buiten beschouwing gelaten. TABEL 11: OVERZICHT TEGEMOETKOMINGEN EN PREMIES VOOR OUDEREN Federaal of Vlaanderen Vervangingsinkomens of aanvullende inkomens Tegemoetkoming hulp aan bejaarden (bij verminderde zelfredzaamheid) Inkomensgarantie voor Ouderen34 Rustpensioen Overlevingspensioen Sociale Zekerheid - Zorg Tussenkomsten voor: - Medische verzorging - Uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid Tussenkomst en premies allerhande (gezins- en bejaardenhulp, voetverzorging, hulpmiddelen, begrafeniskosten, palliatieve zorgen …) Tussenkomsten OCMW voor mensen met een laag inkomen (verblijfskosten rustoord, medische kosten, andere, …) Zorgverzekering voor niet-medische kosten (gezinszorg, oppas, dagverzorging, hulpmiddelen, …) Thuisverzorging ouderen (mantelzorgpremie)
Provincie
Gemeente/ OCMW
Mutualiteit
Leverancier
X X X X
X
X**
X
X
Vrijstellingen-voordelentussenkomsten allerhande Vrijstelling heffing op afvalwater (voor trekkers van GIB) Sociaal en speciaal telefoontarief Specifiek sociaal tarief gas en elektriciteit Sociaal tarief kabeldistributie
Inschrijving en uitbetaling via een erkende zorgkas X
X*
X**
Vlaamse Milieumaatschappij Belgacom Gas- of Electriciteitsmaatschappij X
33 Vele premies zijn gekoppeld aan inkomens- of andere voorwaarden. In het overzicht wordt daar evenwel niet op ingegaan. 34 Tot 1 juni 2001 noemde dit ‘gewaarborgd inkomen voor bejaarden’
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
25
Mobiliteit Vermindering openbaar vervoer: - gratis bus voor +65 - 2,5 Euro voor treinbiljet h/t voor 65+ Huisvesting Tegemoetkoming in de last van hypothecaire leningen Aanpassingswerken ter voorkoming van CO-vergiftiging Aansluiting op het openbaar waternet Aanpassings- en verbeteringspremie van het Vl. Gewest Premie klein comfort Regenwaterputsubsidie Huursubsidie Verhuis- en installatiepremie (verhuis naar aangepaste woning) Brandstofpremie Verwarmingstoelage voor personen met GI)
De Lijn NMBS
X
X X X
X
X
Aanvraag via gemeente X* X*
X X
X* X* X
X
Vrije tijd 3plus pas (vanaf 55+) X *Dit geldt niet voor alle gemeenten ** Afhankelijk van mutualiteit Omwille van de prioriteit die de overheid geeft aan thuiszorg en mantelzorg, geven we hieronder nog een specifiek overzicht van de Meetjeslandse gemeenten die een mantelzorgpremie toekennen. TABEL 12: M ANTELZORGPREMIE PER GEMEENTE VAN HET MEETJESLAND Gemeente Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem
Mantelzorgpremie Ja (premie van 25 Euro/maand) Nee Nee Ja (premie van 25 Euro/jaar in combinatie met prov. premie) Nee Ja (premie van 125 Euro/jaar) Ja (50% van de prov. toelage met een maximum van 372 Euro/jaar) Ja (premie van max 620 Euro/jaar met zelfde voorw. als prov. premie) Nee Ja (50% van de prov. premie) Ja
BRON: BEVRAGING RWOM OKTOBER 2000
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
26
I.2.7. INFORMATIE EN INSPRAAK Responsabilisering van ouderen en keuzevrijheid veronderstellen dat ouderen beschikken over volledige en accurate informatie. In de meeste gemeenten wordt een informatiebrochure uitgegeven voor de inwoners waarin het volledige pakket van diensten en voorzieningen wordt beschreven. In Eeklo werd in 1998-1999 door de seniorenraad ook een specifieke informatiegids voor ouderen (seniorengids) uitgegeven. Medio 2002 wordt een heruitgave daarvan voorbereid. Inspraak in het gemeentelijk beleid verloopt vaak via de ouderenadviesraden. In zeven van de elf Meetjeslandse gemeenten bestaat een dergelijk adviesorgaan. TABEL 13: OVERZICHT OUDERENADVIESRADEN IN DE M EETJESLANDSE GEMEENTEN Gemeenten Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem
Aanwezigheid van een ouderenadviesraad Geen Geen X X Geen In oprichting X X X X X
BRON: BEVRAGING RWOM, JUNI 2002
I.2.8. VRIJE TIJD, VORMING, VRIJWILLIGERSWERK , VERENIGINGSLEVEN Omwille van het stopzetten van de beroepsactiviteit, neemt het aandeel van de vrije tijd bij ouderen plots aanzienlijk toe. Ouderen vullen hun vrije tijd op een heel diverse manier in. We vonden volgende cijfers terug m.b.t. vrijwilligerswerk, verenigingsleven en andere vormen van vrije tijdsbesteding Vrijwilligerswerk Ruim 15,7% van de ouderen verricht vrijwilligerswerk in een vereniging35. Het vrijwilligerswerk waarvan we hier spreken gaan niet over de zorg voor familie. Instellingen die beroep doen op vrijwilligers worden geregistreerd bij het Provinciaal Steunpunt Vrijwilligerswerk. Eind oktober 2001 wordt een databank operationeel op de website (www.vrijwilligerswerk.be). Deze databank zal toegankelijk zijn zowel voor vrijwilligers zelf als organisaties die op zoek zijn naar vrijwilligers. Via de provinciale sociale kaart kon de provincie medio 2002 uitmaken dat in het Meetjesland 18,5 %36 van de welzijnsorganisaties werken met vrijwilligers. Mogelijks liggen de cijfers van het effectieve vrijwilligerswerk hoger, gezien er een vermoeden is dat niet alle organisaties hun vraag expliciet bekend maken via het registratieformulier voor de sociale kaart. 35 HINNEKINT H., de deelname van ouderen aan het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk in Vlaanderen, gebaseerd op een studie van Prof. Mark Elchardus, Marc Hooghe en Wendy Smits 36 47 op 255 organisaties
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
27 Informele zorg Hieronder vatten we o.a. de zorg voor kleinkinderen (38% van de ouderen zorgt voor de kleinkinderen) en de mantelzorg. Bijna 25% van de ouderen helpt zieken, bejaarden en gehandicapten. De intergenerationele zorg wordt door ruim 51,5% van de mensen waargenomen (combinatie van zorg voor kinderen en zorg voor zieken, ouderen en gehandicapten) Vorming De Centra voor Volwassenenvorming (sociale promotie) vullen een belangrijk deel in van de behoefte aan vorming. Bij het PCVO en het KISP werd gepeild naar de participatie van ouderen. Uit de gegevens is af te leiden dat er toename is bij de informatica-opleidingen. Daarnaast is er een ruime interesse voor de opleidingen talen en koken. Naast de CVO’s zijn nog tal van andere initiatieven die vorming aanbieden zoals de seniorenverenigingen, Mesa (Meetjeslandse Senioren Academie), dienstencentra, (hierboven beschreven), Creatief Begeleidingscentrum Krekenland, OCMW’s, Stichting Welzijn voor Ouderen, …. Het Eduforum Gent-Eeklo wil de komende periode het totale vormingsaanbod voor ouderen in kaart brengen en van daaruit eventuele voorstellen doen tot optimalisering. In samenwerking met de vzw MEVOC zullen de vormingsinitiatieven voor ouderen ook bekend gemaakt worden via de website IVO en later via het loket van het info- en adviescentrum. Binnen het principe van ‘ouderen voor ouderen’ wordt door Seniornet-Vlaanderen een opleiding voorzien tot seniornet-animator. Op 7 juni 2001 behaalden twee Meetjeslanders, met name de heer Antoon Bonné uit Aalter en de heer Guido Dewilde uit Assenede, hun getuigschrift. Zij hebben plannen om in het najaar van 2001 specifieke computercursussen op te starten voor ouderen in het Meetjesland. Culturele activiteiten De participatie aan culturele activiteiten ligt lager dan voor de jongere generaties. De deelname situeert zich vooral bij tentoonstellingen (35,2%), gebouwen en monumenten bezoeken (31,2%), toneel en ballet (25,5%), bibliotheekbezoek (15,2%), … Deelname aan het verenigingsleven Ouderen zijn minder dan anderen lid van sportverenigingen en sportclubs. Daarentegen zijn ze meer lid van sociaal-culturele verenigingen (verenigingsleven zoals kaartclubs, hobbyclubs, crea-ateliers, …) en er ook actief lid van. In onderstaande tabel krijgt u een weergave van de deelname aan diverse verenigingen. TABEL 14: DEELNAME VAN OUDEREN AAN HET VERENIGINGSLEVEN BIJ DE LEEFTIJDSGROEP 56-75JR.
Nooit lid Vroeger lid Passief lid Actief lid bestuurslid
Algemeen
Sportorganisatie
4,1
73,5 10,8 3,2 10 2,4
53 33,2 9,7
Socio-cult. Organisatie 45,9 6,8 19,2 24,1 4,1
Politieke vereniging 84,6 7,3 2,4 3,8 1,9
BRON: HUIB HINNEKINT: DEELNAME VAN OUDEREN AAN HET VERENIGINGSLEVEN EN HET VRIJWILLIGERSWERK IN VLAANDEREN
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
28 De aanwezigheid van de diverse bewegingen in de verschillende gemeenten van het Meetjesland wordt in onderstaande tabel weergegeven. TABEL 15: O VERZICHT VAN DE SENIORENVERENIGINGEN PER GEMEENTE Gemeenten Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem Aalter
KBG X X X X X X X X X X X X
CRM X X X
Seniorenverenigingen37 SBG VVG X X X X X
X X X X X X
BRON: BEVRAGING RWOM, 10/2000
37
KBG = Kristelijke Beweging van Gepensioneerden CRM = Club voor Rustenden uit de Middengroepen SBG = Socialistische Bond voor Gepensioneerden VVG = Vlaamse Vereniging voor Gepensioneerden LBG = Liberale Bond voor Gepensioneerden
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
X
X
Andere LBG LBG
29
I.3. Conclusie DE OUDEREN Het Meetjesland telt zo'n 30.000 ouderen (29.568 op 1/1/2000). Gelukkig hoeven de meesten zich niet al teveel zorgen te maken. Vanuit een grondiger analyse komen niettemin een aantal thema's naar voor, die belangrijk zijn in het kader van dit ouderenbeleidsplan: •
35% van de ouderen is alleenstaand. Op zich geen probleem als de oudere kan terugvallen op familie of op een netwerk van vrienden. Waar dit niet het geval is, bestaat het gevaar van vereenzaming.
•
De gemiddelde levensverwachting bij geboorte is de laatste decennia sterk gestegen en bedraagt inmiddels 75 jaar voor mannen en 81,5 jaar voor vrouwen. Door de stijging van het aantal hoogbejaarden, verwachten wetenschappers dat het aantal dementerende ouderen tussen 1996 en 2020 met ongeveer de helft zal toenemen. Recente doorbraken inzake diagnostiek en behandeling van dementie kunnen mogelijks deze trend positief beïnvloeden.
•
Onder de groep van ouderen zijn er relatief veel lage inkomens. 8,3% van de Meetjeslandse 65-plussers geniet een gewaarborgd inkomen voor bejaarden. Als men het heeft over betaalbaarheid van huisvesting en zorg, is het belangrijk dat men zich rekenschap geeft van deze situatie.
•
Het Meetjesland telt veel woningen zonder comfort. De helft van die woningen wordt bewoond door ouderen. In sommige gevallen staat de slechte woningkwaliteit een goede hygiëne in de weg of bedreigt ze de gezondheid.
HET AANBOD VOOR OUDEREN Als ouderen dik 22% van de bevolking uitmaken, hoeft het niet te verwonderen dat er heel wat voorzieningen zijn en specifieke dienstverlening voor deze groep. Uit onze analyse halen we volgende belangrijke vaststellingen m.b.t. het aanbod voor ouderen: •
Een veelzijdig aanbod Het aanbod van specifieke diensten voor ouderen is zo omvangrijk en veelzijdig dat van ouderen en hun familie niet kan verondersteld worden dat zij het hele spectrum overzien. Bepaalde dienstverlening (ambulante geestelijke gezondheidszorg, ...) is zelfs bij hulpverleners weinig bekend.
•
Gezondheidsbevordering en ziektepreventie Een inventarisatie van LOGO Meetjesland leerde dat de huidige ziektepreventie eerder versnipperd en oppervlakkig wordt gevoerd (folders, informatiecampagnes, ...). De zorgactoren zijn vooral curatief ingesteld, terwijl bij de meeste gemeenten en OCMW's nog weinig draagvlak bestaat voor het thema.
•
Weinig aangepaste woningen Het Meetjesland beschikt over weinig ouderenwoningen en serviceflats (297 flats, terwijl de programmatienorm er 585 toelaat). Het Meetjesland telt ook weinig sociale woningen, in het bijzonder kleine woningen met één of twee slaapkamers.
•
De thuiszorg en thuishulp krijgt een steeds belangrijker aandeel in de hulp- en zorgverlening. Via de Samenwerkingsinitiatieven in de thuiszorg (SIT's) en de regionale dienstencentra zijn belangrijke stappen gezet in de coördinatie van de thuiszorg. In het Meetjesland bestaan geen klusjesdiensten, terwijl sommige organisaties aangeven dat daar bij ouderen vraag naar bestaat.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
30 •
Weinig dienstencentra en dagverzorgingscentra Om ouderen in hun zelfredzaamheid of een beginnende zorgvraag te ondersteunen zijn laagdrempelige initiatieven in de buurt zeer waardevol. Vooral lokale dienstencentra of buurtcentra kunnen vanuit een hechte relatie met de ouderen in de gemeente knooppunten zijn voor verenigingsleven, vrijwilligerswerk, ambulante zorg, vorming en informatie. Enkel in Eeklo is een erkend lokaal dienstencentrum (Zonneheem).
•
Differentiatie in de residentiële sector De rust- en verzorgingstehuizen spelen met de differentiatie van hun aanbod de laatste 10 jaar meer en meer in op de verscheiden vraag van ouderen: serviceflats, kortopvang, nacht- en dagopvang, ... In de aanpak blijven verschillende rust- en verzorgingstehuizen nog te betuttelend en erkent men de oudere te weinig in zijn waardigheid. Waar er tot voor kort een overschot was aan bedden in verhouding tot de programmatienorm, duiken de arrondissementen Eeklo en Gent vanaf 2003 onder de Vlaamse norm.
•
Geen palliatieve eenheid In verschillende zorginstellingen worden inspanningen gedaan inzake palliatieve zorgen. De streek heeft evenwel geen gespecialiseerde palliatieve eenheid (altijd verbonden aan een ziekenhuis). Zeker in het licht van een sterk streekziekenhuis zou deze dienst kunnen worden uitgebouwd.
•
In zeven van de Meetjeslandse gemeenten bestaan ouderenadviesraden. Slechts in een beperkt aantal gevallen is de werking succesvol. Ervaring leert dat de kwaliteit sterk bepaald wordt door het al dan niet ondersteunen van de werking door de gemeente.
•
Bewust invullen van de vrije tijd Ouderen zijn selectief en vullen bewust hun vrije tijd in. Langlopende engagementen zijn minder evident geworden. In elke Meetjeslandse gemeente zijn ouderenverenigingen, voor het sociaal weefsel zeer belangrijk. Men stelt ook hier vast dat ouderen bewust kiezen voor één of meerdere activiteiten en niet meer voor de vereniging.
•
Vrijwilligerswerk Heel wat ouderen engageren zich vrijwillig voor kleinkinderen (38%), voor zieken, ouderen en gehandicapten (25%), voor initiatieven van verenigingen (16%), e.d. Toch is er het gevoel dat de ervaring van ouderen nog meer kan worden aangewend.
•
Beperkte mobiliteit Hoewel er heel wat aanbod is aan laagdrempelig vervoer in het Meetjesland (mindermobielencentrales, belbus, ...) zijn ouderen vaak beperkt in hun mobiliteit. Ouderen voelen zich makkelijk een last als ze beroep moeten doen op familie of vrijwilligersnetwerken.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
31
II. EXTERNE ANALYSE Na de analyse van de situatie van de oudere en het aanbod voor de oudere (interne analyse), willen we in dit tweede hoofdstuk ingaan op elementen uit de ruimere omgeving die belangrijk zijn voor dit ouderenbeleidsplan. Daarbij denken we vooral aan:
De demografische verwachtingen De veranderende behoeften van ouderen Het beleid m.b.t. ouderen dat op de diverse bestuursniveaus wordt gevoerd Met opmaak: opsommingstekens en nummering
II.1. Demografische vooruitblik Dat het aandeel van de ouderen in onze bevolking de komende jaren sterk zal aangroeien, is geen geheim. Onderstaande tabel laat daarover geen twijfel bestaan. TABEL 16: PROGNOSE OUDERENBEVOLKING 1999-2010 1999 Gemeente Aalter Assenede Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem Meetjesland Oost-Vlaanderen Vlaanderen
Aantal 3.643 3.080 4.702 1.365 1.720 1.834 5.064 2.439 1.663 1.817 1.903 29.230 303.937 1.300.778
2005 % 19,87 22,64 24,73 22,06 21,99 19,85 23,05 22,2 25,52 22,54 23,05 22,49 22,35 21,95
Aantal 4.110 3.218 4.956 1.493 1.831 2.269 5.169 2.456 1.614 1.842 2.065 31.023 320.517 1.387.726
2010 % 22,48 23,06 25,84 22,50 23,13 23,22 23,49 22,72 24,41 23,26 24,52 23,59 23,19 22,93
Aantal 4.587 3.494 5.319 1.663 2.005 2.726 5.524 2.617 1.664 1.963 2.246 33.808 345.130 1.510.388
% 23,28 24,82 27,65 24,4 25,16 27,38 24,93 24,03 24,95 24,62 26,45 25,24 24,74 24,66
BRON: VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE PLANNING EN S TATISTIEK (MIRA- PROJECTIES) De groep van de ouderen groeit met een paar duizend eenheden de komende jaren en vertegenwoordigt vanaf 2010 goed 25% van de totale bevolking. In vergelijking met Vlaanderen blijft het aandeel ouderen in het Meetjesland iets hoger (0,6%). De vergrijzing is trouwens al een tijdje aan de gang. In 1990 bedroeg het aandeel van ouderen in het Meetjesland nog 20,2%. Projecties na 2010 zijn enkel beschikbaar op niveau van Vlaanderen. Gezien het grote verschil tussen mannen en vrouwen maken we in onderstaande tabel onderscheid in geslacht.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
32
TABEL 17: B EVOLKINGSPROGNOSE VLAANDEREN 2000-2030 ( PER GESLACHT) 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030
Vrouwen (in %) 24,51 25,00 26,45 28,00 30,00 32,21 33,85
Mannen (in %) 19,53 20,11 21,65 23,26 25,29 27,48 29,01
Totaal (in %) 22,05 22,58 24,08 25,66 27,68 29,88 31,46
BRON: NIS Als men vervolgens nagaat welke leeftijdsgroepen het sterkst aangroeien, ziet men dat de aangroei zich in grote mate laat voelen vanaf de leeftijd van 75 jaar. Terecht spreekt men dan ook van een vergrijzing binnen de vergrijzing of van een verzilvering. TABEL 18: B EVOLKINGSAANGROEI IN HET M EETJESLAND 1999-2010, PER LEEFTIJDSCATEGORIE 1999 2005 2010 Toename 1999-2010
60-64 7.310 6.941 8.320 13,82%
65-74 12.686 13.155 12.865 0,01%
75-84 6.519 8.297 9.423 44,55%
85-94 2.542 2.432 2.997 17,90%
95+ 173 198 203 17,34
totaal 29.230 31.023 33.808 15,66%
BRON: MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, MIRA PROJECTIES, BEWERKINGEN RWOM Afhankelijkheidsgraad Omwille van de vergrijzing, zal de afhankelijkheidsgraad38 in de komende jaren toenemen. De afhankelijkheidsgraad is de verhouding tussen de niet-actieven (jongeren –20jr en zestig-plussers) in verhouding tot de actieve bevolking (leeftijdsgroep 20 – 60jaar). In Vlaanderen is de afhankelijkheidsgraad vandaag 86% maar in 2050 wordt dit 118% (gegevens Planbureau en NIS). Binnen de groep ouderen telde de afhankelijkheidsindex voor hoogbejaarden voor elke honderd jongbejaarden in 1996 66 hoogbejaarden. Dit aantal loopt in 2020 op tot 82 en in 2050 tot 173. De komende 15 jaar zal het aantal zorgbehoevende en dementerende ouderen fors toenemen (zie p. 10)
II.2. De “nieuwe” oudere Een beeld ophangen van “de oudere”, laat staan de oudere van morgen, is een complexe aangelegenheid. Ondanks de stereotiepe denkbeelden over ouderen, is het zo dat de menselijke diversiteit toeneemt met de leeftijd. De verschillen tussen 60-jarigen zijn groter dan tussen 10-jarigen. Als men dan ook nog 60-jarigen en 90-jarigen in één categorie vat, is parallellen zoeken een haast onmogelijke opdracht. 38 Koenraad De Wolf: De senior van morgen, verschillen tussen zestig-plussers vergroten, artikel uit Tertio nr 50, 24 januari 2001
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
33
Niettemin willen we in dit document een aantal algemeen wijzigende omstandigheden aangeven die de oudere van morgen zullen tekenen. Een ouderenbeleidsplan moet inspelen op toekomstige behoeften en verwachtingen.39 GROEIEND BESEF VAN EIGENWAARDE Ouderen van vandaag zijn opgegroeid in een veeleer conservatieve context, waar er weinig sprake was van opkomen voor jezelf. De ouderen van de 21ste eeuw zullen zich mondiger en assertiever opstellen, vanuit een groeiend besef van eigenwaarde. Inspraak en participatie in het beleid zal daarmee samengaan. Het autonomiestreven en de eisen van overleg en inspraak komen nadrukkelijker op het voorplan. Op vlak van de dienstverlening is meer en meer zorg-op-maat (gedifferentieerd aanbod) en cliëntgerichtheid noodzakelijk. Ouderen van vandaag willen kwaliteitszorg. Tevens is er een toenemend individualisme en een afnemende groepsgerichtheid. EEN WEERBARE HOUDING TEGENOVER HET DYSFUNCTIONEREN Bij de huidige generatie is een zekere berusting ten aanzien van ziekte en hulpbehoevendheid. Steeds meer ervaren mensen gezondheid als iets waar je zelf verantwoordelijk voor bent. Deze tendens zet zich ook door bij ouderen. Mensen willen op de hoogte zijn van medische beslissingen en beslissingen in verband met gezondheid in het algemeen. Men wil inspraak en beslissingsrecht bij medische handelingen. Euthanasie, palliatieve zorg zijn nieuwe begrippen voor de ouderen. Waar men zich vroeger veelal vanuit godsdienstige overwegingen ging neerleggen bij ziekte, .. is er nu meer actieve betrokkenheid en een zelf in handen nemen van de levenssituatie. HOGERE OPLEIDING De volgende generatie ouderen zal gemiddeld een hogere opleiding hebben genoten dan de huidige zowel voor mannen als vrouwen. Het interesseveld van ouderen wordt veel breder. MAN – VROUW BEELD IN DE MAATSCHAPPIJ Vrouwen hebben veelal een hogere opleiding genoten dan de vorige generaties. Door hun mondigheid en actieve deelname aan het beroepsleven brengt dit wijzigingen in beleidsvorming mee. Meer vrouwen nemen deel aan het politieke en sociale leven. Ook op latere leeftijd zullen vrouwen meer hun stem laten horen in beleidsvorming en – beslissingen. Het stereotype beeld van ‘het zwakke geslacht’ verliest meer en meer aan kracht en maakt plaats voor volwaardige, volmondige partners. Een niet onbelangrijke vaststelling is dat bij de oudere populatie het overwicht van vrouwen toeneemt. VERTROUWDHEID MET MODERNE TECHNIEK Ouderen gaan steeds meer om met moderne technologie. Inschakeling van moderne technologie en informaticatoepassingen in het dagelijkse woon- en leefsfeer worden steeds meer gewoon.
39 Dit stuk is gebaseerd op de beleidsnota ‘Vlaams Zilver’ van het Verbond der Verzorgingsinstellingen (profiel van de ouderen)
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
34 GROTERE VERSCHILLEN IN LEVENSSTIJL EN CULTUUR Naast de hooggeschoolden zal er ook steeds een groep laaggeschoolden blijven. Daardoor zullen residentiële zorgvormen in de toekomst meer geconfronteerd worden met uiteenlopende leefstijlen van hun bewoners. Ook allochtone bewoners zullen hun intrede doen in residentiële en transmurale ouderenzorg. Hun cultuur van opname in familieverband verliest meer terrein door de overname van Westerse waarden en normen. GEËNGAGEERDE TIJDSBESTEDING Er zijn opvallende verschuivingen in de houding ten aanzien van vrije tijd en vrijetijdsactiviteiten. De generatie van rond W.O. I ziet arbeid als leven en leven als arbeid. Vrije tijd was beperkt. Vandaar dat op pensioen gaan veelal ook betekende ‘op rust gaan’. De generatie van rond W.O. II heeft wel kunnen genieten van een uitgebreide vrije tijd waarbij eigen mogelijkheden en interesses aan bod komen. Veel jong-gepensioneerden engageren zich in een brede waaier van activiteiten. Zij zullen daar waarschijnlijk mee doorgaan tot op hoge leeftijd. Dit houdt heel wat mogelijkheden in voor de animatieve en ergotherapeutische opdracht in de toekomstige ouderenzorg. In de huidige maatschappij neemt verenigingsleven, vrijwillige inzet voor anderen, sociale bewogenheid af. Mensen doen meer iets voor zichzelf en vanuit zichzelf, vanuit hun eigen verantwoordelijkheidsgevoel. Deze tendens zal er waarschijnlijk toe bijdragen dat mensen tot op hoge leeftijd zelf meer verantwoordelijkheid voor hun leven opnemen. HOUDING T.O.V. BEROEPSLOOPBAAN Momenteel wordt de loopbaan steeds vroeger beëindigd via brugpensioen. Door het vlug verdwijnen van ervaren krachten gaat heel wat deskundigheid verloren. Nu reeds gaan bepaalde bedrijven op zoek naar oudere krachten. In de toekomst zal de pensioenleeftijd vermoedelijk terug opgetrokken worden door het tekort dat zal ontstaan aan actieve krachten. Hoewel ouderen voor dit laatste niet altijd vragende partij zijn, is het wel hun wens om zelf te kunnen beslissen wanneer men zijn beroepsactiviteiten stopzet. Bijgevolg moet naar meer flexibiliteit gezocht worden binnen de huidige regeling van pensionering. GROTERE MOBILITEIT De toekomstige ouderen zijn mobieler dan de huidige generatie. Beschikken over een auto en reizen naar het buitenland zijn vanzelfsprekende gegevens. Ook de sociale mobiliteit is groter. VANZELFSPREKENDHEID VAN BASISCOMFORT De jong-gepensioneerden van vandaag beschikken over een voor hen vanzelfsprekend basiscomfort en een degelijke accommodatie. Zij zullen hogere verwachtingen hebben in verband met comfort als ze een beroep doen op een residentiële zorgvorm. TOENEMEND GEBRUIK VAN EXTERNE EN COMMERCIËLE DIENSTEN Ouderen leiden een drukker bestaan dan vroeger. Daardoor doen zij vaker een beroep op externe dienstverlening. De toekomstige oudere zal zich steeds meer wensen te informeren over het beschikbare aanbod om zonodig een gefundeerde keuze te kunnen maken voor één of andere vorm van ouderenzorg.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
35 GROTERE KOOPKRACHT De inkomenssituatie van de ouderen verbetert, vooral bij 65plussers vergroot de koopkracht. De pensioenen zijn gestegen. Door de arbeidsparticipatie van meer vrouwen ontvangen veel gezinnen een tweede volwaardig pensioen. Pensioensparen en aanvullende pensioenvoorzieningen zorgen eveneens voor een hoger inkomen. GROEIEND GEVOEL VAN ONVEILIGHEID Bij sommige ouderen is er een toenemend gevoel van onveiligheid. De criminaliteit stijgt, ouderen zijn vaak weerloze slachtoffers. Ook de verkeersdruk eist zijn tol. We leven in een haastige maatschappij waar er vaak minder geduld is tegenover ouderen die zich traag bewegen in het verkeer (autorijden, weg oversteken, opstappen op openbaar vervoer, …). Aandacht voor die specifieke problematiek dringt zich op. ZORGBEHOEFTEN Ouderen wensen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te blijven. De thuiszorgondersteuning blijft de prioritaire optie. Van mantelzorg wordt steeds meer deskundigheid geëist. CONCLUSIE Het veranderende profiel en de evoluerende verwachtingen bij de ouderen houden een aantal uitdagingen in voor de samenleving: • • • • • •
bevordering van autonomie primeert op afhankelijkheidsbenadering meer aandacht voor informatie aan ouderen en hun familie/mantelzorgers ontwikkeling van kanalen voor inspraak en participatie zorg- en dienstenaanbod op maat met respect voor het zelfbeschikkingsrecht activiteiten die aansluiten bij de brede interessesfeer van ouderen aanpassen van infrastructuur: grotere individuele leefruimte met mogelijkheid van gepersonaliseerde inrichting en voorzien van basiscomfort
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
36
II.3. Het beleid op de diverse bestuursniveaus II.3.1. EUROPA De dimensies van de vergrijzing hebben de Europese Commissie tot volgende beleidsconclusies gebracht40: − Zorgen voor een aanzienlijke stijging van de arbeidsparticipatie in Europa op duurzame basis (cfr. Europese werkgelegenheidsstrategie) − Een beleid inzake sociale bescherming (sociale zekerheid aanpassen aan de vergrijzing) − Meer onderzoek naar gezondheidsbeleid, bejaardenzorg en hiermee verband houdende activiteiten − Beleid ter bestrijding van discriminatie en sociale uitsluiting op latere leeftijd Op de top van Stockholm eind maart 2001 werd afgesproken dat tegen 2010 de helft van de Europese bevolking boven de 55 aan het werk moet zijn. Een hele klus voor België, waar slechts 26,3% van de 55-plussers nog werken (cijfer 2000).
II.3.2. FEDERAAL Op 5 november 2001 pakte Federaal minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke41 uit met de beleidsnota “Actief ouder worden en zijn”. Daarin pleit hij voor: Consensus over ouderenbeleid (methodiek) - Een Interministeriële Conferentie Ouderenbeleid, gezien de bevoegdheden inzake ouderenbeleid liggen op verschillende niveaus en bij verschillende Ministers; - Goed overleg met het maatschappelijk veld. Een ouderenbeleid binnen de uitgangspunten van de actieve welvaartstaat (inhoud) Actief - Een beleid dat de oudere benadert als een actieve burger, een beleid dat de participatiegraad verhoogt, soepel omgaat met de cumulbeperkingen tussen arbeid en pensioen en een adequate regeling vindt voor vrijwilligerswerk. - Een beleid met veel aandacht voor preventie (pro-actief): risico’s voorkomen, preventie en vorming op jongere leeftijd, op oudere leeftijd, ondersteunende maatregelen voor ouderen. Welvaartstaat Een adequate sociale bescherming, bestaande uit twee componenten: -
Voldoende inkomenszekerheid: - Inkomensgarantie voor ouderen (zie p. 12) - Zilverfonds, om de financiering van de eerste pensioenpijler42 veilig te stellen - Democratisering van de tweede pensioenpijler (aanvullend pensioen)
Nota “Een Europa voor alle leeftijden”, mededeling van de Europese Commissie, 21 mei 1999 Beleidsnota van de minister van Sociale Zaken en Pensioenen: actief ouder worden en zijn, 5 november 2001 42 Eerste pijler is het wettelijk pensioenstelsel, berekend op basis van de gemiddelde lonen over de hele loopbaan van de gepensioneerde, de tweede pijler zijn de sectorpensioenen (ondernemingsregelingen zoals groepsverzekeringen, pensioenfonds, interne pensioenvoorziening, bedrijfsleiderverzekeringen,…), de derde pijler zijn de individuele pensioenvoorzieningen zoals pensioensparen, individuele levensverzekering, beroepsgebonden regelingen, … 40 41
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
37 -
Juiste -
-
en kwalitatieve diensten en zorg de juiste diensten en zorg: zelfzorg, informele – en formele zorg goede organisatie en financiering van de formele zorg voor ouderen vraag- en behoeftegestuurde dienstverlening en zorg naadloze zorg: op elk ogenblik kunnen beroep doen op de zorg waar hij/zij behoefte aan heeft en die hij/zij vrij verkiest, een continuüm realiseren van woon en zorg; transmuraal en transsectoriëel samenwerkingsmodel in de ouderenzorg voldoende en correct gefinancierde zorg: betaalbare zorg
De Minister nam reeds diverse initiatieven in de lijn van deze beleidsnota. We citeren de meest opvallende: -
Verhoging minimumpensioenen Op 1 juli 2000 werden alle minimumpensioenen met gemiddeld 1000 frank per maand verhoogd. Voor de mensen met een volledige loopbaan bedroeg de verhoging per maand voor een “pensioen alleenstaande” precies 1000 frank, voor een “gezinspensioen” 1.250 frank (werknemers) of 1.333 frank (zelfstandigen).
-
Verhoging Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (1/7/2000) en omvorming (GIB) tot Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) op 1 juni 2001.
-
Hervorming pensioenregime van de zelfstandigen (werkgroep ‘Cantillon’)
-
Invoering Zilverfonds, start in 2002
-
Hogere plafonds voor bijverdienende gepensioneerden Het grensbedrag dat gepensioneerden, ouder dan 65 (mannen) of 62 (vrouwen), mogen bijverdienen zonder hun pensioenrechten aan te tasten gaat ongeveer met de helft omhoog. De nieuwe plafonds zullen gehanteerd worden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2002.
-
Initiatieven inzake zorg: Sterke ondersteuning palliatieve zorg Verschillende maatregelen werden genomen om de stervensbegeleiding of de palliatieve zorgverlening te verbeteren. Waardig sterven, het liefst op de plaats waar de patiënt dat zelf wil, thuis of in het ziekenhuis, staat daarbij voorop. Thuis sterven wordt niet langer financieel bestraft. Hogere forfait voor zorgafhankelijke bejaarden in Centra voor Dagopvang Meer aandacht voor chronisch zieken Nieuwe financiering van ROB en RVT wordt voorbereid Grondige herziening van de vergoeding voor thuisverpleging wordt voorbereid (o.a. inspanningen ten gunste van de autonomie van de patiënt moeten sterker worden gestimuleerd)
Samen met federaal Minister voor Arbeid en Tewerkstelling Laurette Onckelinck geeft Minister Vandenbroucke ook invulling aan de prioriteit van de regering om de tewerkstelling van 50-plussers te stimuleren. Een activerend arbeidsmarktbeleid met o.a. : - Hervorming van het brugpensioenstelsel; - Vermindering werkgeversbijdrage bij aanwerving 58+; - Activaplan met vermindering van sociale bijdragen voor ouderen werkzoekenden; - Recht op outplacement voor ontslagen oudere werknemers (vanaf 15/09/2002)
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
38 -
herinschrijving van ouderen werkzoekenden (+50), betere begeleiding oudere werkzoekenden.
II.3.3. VLAAMSE GEMEENSCHAP II.3.3.1. Zorgverzekering Naast de verplichte ziekteverzekering die de grootste kosten dekt voor gezondheidszorg, zijn Vlamingen op basis van het decreet op de zorgverzekering (1998) verplicht verzekerd voor niet-medische kosten (gezinszorg, poetsdienst, uitleenmateriaal, incontinentiemateriaal, kosten in RVT’s, dagopvang, …). 43 Hoewel het de bedoeling is het systeem van toepassing te maken op alle zorgbehoevende Vlamingen, ongeacht hun leeftijd, blijft het voorlopig beperkt tot de ouderen. De Vlaamse Gemeenschap kiest voor een opstart in drie fasen. Vanaf 1 oktober 2001 komen alle zwaar zorgbehoevenden die thuis verblijven en die ouder zijn dan 65 jaar in aanmerking. Indien men beroep doet op door de Vlaamse Gemeenschap erkende thuiszorgvoorzieningen, heeft men recht op 85 €(3.429bef) per maand via een systeem van zorgcheques. Wie kiest voor hulp via mantelzorg, krijgt 75 €(3.025 bef) per maand in cash. Een combinatie van mantelzorg en professionele thuiszorg geeft een recht op 75 €(3.025bef)voor mantelzorg en 50 € (2.017bef) voor de professionele thuiszorg. De eerste uitbetalingen worden voorzien per 1 januari 2002. Vanaf 1 oktober 2002 wordt de doelgroep verder uitgebreid met de zeer zwaar zorgbehoevende ouderen (score C op Katz-schaal) die in een residentiële voorziening, erkend door de Vlaamse Gemeenschap, verblijven. Deze zullen 160 €(6.454bef) per maand krijgen. Vanaf 1 april 2003 wordt de volledige doelgroep van de zorgbehoevende ouderen (score B op de Katz-schaal) bereikt. Zij krijgen eveneens een vergoeding van 160 € (6.454bef)44. II.3.3.2. Prioriteiten beleidsplan Vlaams Minister Mieke Vogels De beleidsintenties van Vlaams Minister voor Welzijn en Gezondheid Mieke Vogels zijn duidelijk: het groeiend aantal ouderen moet de kans krijgen om langer zelfstandig en zelfredzaam te blijven functioneren in en te participeren aan de samenleving. Bovendien wil ze voorkomen dat ouderen vroegtijdig een beroep moeten doen op diverse hulp- en dienstverleningen. Om deze doelstellingen te realiseren wordt preventie als leidmotief (sleutel van de partituur) vooropgesteld, met daarnaast vijf hefbomen: Hefboom 1: behoefteongestuurde ouderenbeleid De oudere is geen onderwerp van zorg, maar een actieve en verantwoordelijke partner. De oudere verwoordt, waar mogelijk, zelf zijn verwachtingen. Voorzieningen dienen binnen dit perspectief te werken en de oudere niet te benaderen vanuit hun eigen aanbod. Hefboom 2: een toegankelijke samenleving, toegankelijke voorzieningen Leeftijd, zorgbehoevendheid, financiële mogelijkheden en /of woonplaats mogen geen invloed hebben op de (zorg)mogelijkheden van ouderen. Hefboom 3: de rol van de overheid in het welzijns- en gezondheidsaanbod De overheid zorgt dat “kwaliteit van het leven” open staat voor iedereen en dat ook de zwakkere groepen kunnen beroep doen op kwalitatieve hulp- en dienstverlening.
43 44
in Vlaanderen ingevoerd door decreten van 22/12/1999, 8/12/2000 en 18/5/2001 een uitgebreide beschrijving van de categorieën vindt u op de website www.wvc.vlaanderen.be/zorgverzekering
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
39 Hefboom4: vrijwillig als het kan, professioneel als het moet Informele hulpverleners die zorg willen dragen en/of zich belangeloos inzetten, moeten hierin ondersteund worden Hefboom 5: zorg op maat Ouderen dienen te beschikken over een gevarieerd zorgaanbod dat naar aard, tijdstip, duur en intensiteit is aangepast aan hun noden en deze van hun mantelzorgers en dat verleend wordt door de meest aangewezen zorgaanbieder. II.3.3.3. Een vernieuwd Vlaams Ouderenbeleid Het huidige ouderenbeleid is geënt op een decreet inzake ouderenvoorzieningen van 1985. Gezien het wijzigende zorglandschap wenst Minister Vogels een grondige herziening te voeren van het ouderenbeleid. Doelstellingen van de Vlaamse Regering - Een geïntegreerd ouderenbeleid met een globale visie op ouder worden. - Het waarderen en versterken van de positie van de oudere in de samenleving. - Beklemtonen van de uniciteit, de competenties en de kracht van de ouder wordende mens in zijn sociale context. De evaluatie van het bestaande ouderenbeleid gebeurt in drie grote fasen. In de eerste fase werd een rapport ontwikkeld, gebaseerd op de hefbomen van de beleidsnota van Minister Mieke Vogels. In de tweede fase werden zeven aangebrachte concepten verder uitgediept, de zogenaamde operationalisering. In de derde en laatste fase (aan de gang) worden politieke keuzen gemaakt en nieuwe regelgeving uitgewerkt. Voor de eerste fase werden in de periode maart 2000 en februari 2001 verschillende vergaderingen met de actoren uit het werkveld belegd. Het afsluitend rapport 45 resulteerde in tien uitgangspunten voor een toekomstgericht ouderenbeleid en zes 46 hefbomen . Ze zijn een herkenbaar verlengde van de beleidsnota van de Minister. Voorafgaand aan de overhandiging van bovenvermeld eindrapport werd de tweede fase ingezet. Ze was praktischer gericht dan de vorige en bedoeld om een zevental thema’s voor het beleid te operationaliseren. Daartoe werden door de Minister zeven werkgroepen samengesteld (inclusief beleid, kwaliteitsvol wonen, behoeftegerichte zorg, mantelzorgers en vrijwilligers, etnisch-culturele minderheden, dementerenden en erkenningsnormen) met relevante veldwerkers, gekozen op basis van hun respectieve competenties. De in deze werkgroepen ontwikkelde beleidsvoorstellen werden besproken en getoetst binnen de stuurgroep ouderenbeleid die naast de voorzitters van elke werkgroep werd uitgebreid met een delegatie van administratie, kabinet en een vertegenwoordiger van het OOK. 45 1.Kwalitatieve dienstenverlening als een recht; 2.Ouder worden is een individueel gegeven; 3.Wie zijn de ouderen: relevante criteria; 4.Belang van het competentiemodel; 5.Belang van een integrale benadering; 6.Integraal beleid waar het kan, categoriaal beleid waar het moet; 7.Belang van een behoeftegerichte dienstenverlening; 8.Optimalisering van de toegankelijkheid. 9. Belang van informatie. 10. Preventie als onderbouw. 46 1. Van een aanbod naar een (meer) behoeftegericht ouderenbeleid; 2. Een toegankelijke samenleving en toegankelijke voorzieningen; 3. omgaan met de vermarkting van het aanbod, of, de rol van de overheid in het welzijns- en gezondheidsaanbod; 4. Mantelzorg en vrijwilligerswerk; 5. behoeftegerichte dienstenverlening voor ouderen: de minst beperkende dienstenverlening; 6. preventie.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
40 Het eindrapport van de stuurgroep werd uitgebracht op 1 februari 2002 en is te consulteren op http://www.wvc.vlaanderen.be/ouderenbeleid/index.htm. De koepels van ouderen- en thuiszorgvoorzieningen kregen beperkt de tijd om vooraf op het verslagboek te reageren. Op dit moment loopt de derde fase, de politieke en financiële afweging van de adviezen en de uitwerking van nieuwe regelgeving. II.3.3.4. Activerend arbeidsmarktbeleid Samen met Minister voor Werkgelegenheid en Toerisme Renaat Landuyt geeft Minister Vogels ook invulling aan de prioriteit van de Vlaamse regering om de werkzaamheidsgraad van ouderen op te trekken. In dat verband noteren we bv. Initiatieven als: - landingsbanen (Vlaamse aanmoedigingspremie inzake halftijdse loopbaanonderbreking); - convenanten met sectoren om de participatie van ouderen te verhogen; - zilverpas: projectsubsidies voor bedrijven die acties ontwikkelen voor het inschakelen van oudere werkzoekenden; - IBO-peterschapsformule gekoppeld aan startbanen (oudere werknemers begeleiden nieuwkomers).
II.3.4. PROVINCIE OOST-VLAANDEREN In het kader van het regionaal welzijnsoverleg ondersteunt de provincie regio’s die werken aan integraal ouderenbeleid. Daarnaast speelt de provincie via de Provinciale Adviesraad Thuiszorg Oost-Vlaanderen (PRATO) in op de ontwikkelingen en noden in de thuiszorg. Recent werd ook de provinciale ouderenadviesraad hersamengesteld, met het oog op een nieuwe dynamiek.
II.3.5. GEMEENTEN EN OCMW’S Het beleid van gemeenten en OCMW’s vertaald zich in het aanbod dat werd in kaart gebracht in hoofdstuk I.2. Samengevat zijn de lokale besturen m.b.t. ouderen vooral op volgende beleidsterreinen actief: • • • • • • •
algemene sociale dienstverlening woon- en huisvestingsbeleid, met o.a. premies voor kwaliteitsverbeteringen aan de woning en verhuur van ouderenwoningen en serviceflats (acht gemeenten zijn lid van het wooncentrum Meetjesland) hulp en zorg in de thuissituatie: gezinszorg, poetsdienst, maaltijden en personenalarmsystemen residentiële opvang binnen RVT’s (5 gemeenten) premies en tegemoetkomingen voor mensen met een laag inkomen en ter ondersteuning van de mantelzorg mindermobielenvervoer ondersteunen van verenigingsleven
Naast deze generieke thema’s, zijn lokale besturen ook voortrekker in vernieuwende initiatieven. We denken bijvoorbeeld aan het lokaal dienstencentrum en het ouderenbeleidsplan in Eeklo of vrijwilligersinitiatieven voor boodschappen (Sint-Laureins) of opvang in gezinsverband (Assenede). Met opmaak: opsommingstekens en nummering
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
41
II.4. Conclusie Het aantal ouderen stijgt de komende jaren in het Meetjesland van 22,7% in 2000 naar 25,2% in 2010. Verre prognoses voorspellen dat het aandeel van de ouderen in 2030 oploopt tot boven de 30%. Als men vervolgens nagaat welke leeftijdsgroepen het sterkst aangroeien, ziet men dat de aangroei zich in grote mate laat voelen vanaf de leeftijd van 75 jaar. Terecht spreekt men dan ook van een vergrijzing binnen de vergrijzing of van een verzilvering. Met de levensverwachting en opleidingsgraad van ouderen, steeg ook de assertiviteit en de weerbaarheid. De oudere van nu, is weinig vergelijkbaar met die van 20 jaar geleden. Ouderen hebben een groter besef van eigenwaarde gekregen, ze zijn actief en mobiel en ze verwachten voldoende professionaliteit van hun omgeving. Dat houdt voor samenleving en voorzieningen een aantal consequenties in: -
de oudere wil in de eerste plaats ondersteund worden in zijn autonomie en minder als zorgobject worden benaderd; de oudere en zijn/haar omgeving willen beslissingsrecht bij medische behandelingen en alles wat hun persoon aangaat. De oudere wil een zorg- en dienstenaanbod op maat, met keuzevrijheid en zelfbeschikkingsrecht; De oudere wil voldoende basiscomfort.
De overheid is zich terdege bewust van het proces van vergrijzing. De laatste jaren zien we vooral op Vlaams en federaal niveau werkgroepen, beleidsteksten en initiatieven ontstaan m.b.t. ouderenbeleid. Er mag verwacht worden dat een aantal belangrijke opties zich in de komende jaren zullen doorzetten: -
de aandacht voor preventie; een langere participatie van ouderen op de arbeidsmarkt; de keuze voor een adequate sociale bescherming (IGO, zilverfonds, vormen van aanvullend pensioen, zorgverzekering); kwaliteitsdenken in de dienstverlening en zorgverstrekking; behoeftegestuurde zorg op maat, in het belang van de oudere als participant.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
42
III. UITGANGSPUNTEN EN LANGETERMIJNOPTIES INZAKE OUDERENBELEID Binnen verschillende organisaties en op diverse fora wordt nagedacht over uitgangspunten die de basis moeten vormen voor een toekomstgericht ouderenbeleid. • • • • •
Beleidsnota Minister Frank Vandenbroucke ‘Actief ouder worden en zijn’ Beleidsnota Minister Mieke Vogels Slotconferentie van het internationaal jaar van de ouderen met o.a. eenentwintig aandachtspunten bij het begin van de éénentwintigste eeuw Projectgroep “Vernieuwd Vlaams Ouderenbeleid” in opdracht van het Ministerie van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen “Vlaams Zilver”, Verbond der Vlaamse Verzorgingsinstellingen
Hieronder proberen we een synthese te geven van de belangrijkste uitgangspunten die in de meeste van bovengenoemde documenten aan bod komen en waar ook de actoren van het Meetjesland zich bij aansluiten.
III.1. Een inclusief beleid Een beleid dat op alle domeinen (ruimtelijke ordening, huisvesting, cultuur, openbaar vervoer) zoveel mogelijk rekening houdt met alle leeftijdsgroepen. Voorzieningen moeten toegankelijk zijn voor iedereen. Geen aparte voorzieningen voor ouderen waar dat niet nodig is.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Zowel bij de aanleg of bouw van infrastructuur, bij de uitbouw van het openbaar vervoer, bij de organisatie van cursussen, … kunnen een aantal maatregelen het comfort voor oudere gebruikers verhogen.
III.2. Het belang van preventie Preventie kan in belangrijke mate de levenskwaliteit verhogen. Gezonde leef-, woon-, werk- en eetgewoonten van kindsbeen af, kunnen het leven langer en aangenamer maken. In het kader van het Internationaal jaar van de Ouderen gaf de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een brochure uit onder de titel A life course perspective of maintaining independence in older age. Hierin wordt de vraag beantwoord hoe men zich in iedere levensfase kan voorbereiden op een gezonde oude dag. Telkens worden daarbij aanbevelingen geformuleerd, enerzijds voor de persoon en anderzijds voor de overheid. De aanbevelingen hebben betrekking op: -
De foetale levenssfeer: gezonde en evenwichtige voeding voor zwangere vrouwen, roken tijdens zwangerschap vermijden De kindertijd: borstvoeding promoten, verzorgen van infecties, … Tabaksgebruik: roken voorkomen Alcoholgebruik: matig bij het nuttigen van alcohol Fysieke activiteit: gezonde lichaamsbeweging Voedingsgewoonten: vezelrijk en zoutarm voedingspatroon, matig gebruik van dierlijke vetten Preventie van ziekten: preventieve consultaties, … Sociale integratie: sociaal contact onderhouden, sociale uitsluiting vermijden Verschillen tussen mannen en vrouwen: discriminatie bestrijden
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
43 -
Zekerheid van inkomen: systemen van pensioengarantie, bestrijden van discriminatie van oudere werknemers, …
Deze aanbevelingen dienen als na te streven objectieven op de lange termijn.
III.3. Oost West, thuis Best Het is redelijk te stellen dat mensen, zelfs al wordt hij zorgbehoevend, zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven in de thuissituatie. In een enquête die in 1993 door het OCMW van Sint-Laureins bij ouderen werd uitgevoerd zegt slechts 11% van de respondenten nog te willen verhuizen.47 Ook Maes e.a. (1998) komen na onderzoek over wonen bij ouderen tot de conclusie dat de honkvastheid van de bewoners een belangrijk uitgangspunt moet vormen voor het beleid.48 Om dit mogelijk te maken, moeten volgende voorwaarden zijn ingevuld: -
Kwalitatieve huisvesting en wonen in een aangename woonomgeving. Twee dimensie zijn daarin heel belangrijk: het fysisch wooncomfort enerzijds en anderzijds de sociale dimensie (samen-wonen, samen-leven). Mensen moeten gestimuleerd worden om aandacht te besteden aan ‘levenslang wonen’. Een levenslange woning is een woning die voor iedereen én in elke levensfase veilig, comfortabel en toegankelijk is.49
-
Een goed georganiseerde en gecoördineerde thuishulp en -zorg
-
Het beschikbaarheid van ondersteunende hulpmiddelen of vervoersdiensten
-
Ondersteunende semi-residentiële voorzieningen in de dorpen.
III.4. Versterken van de sociale cohesie Voorkomen en bestrijden van eenzaamheid door het aanmoedigen van sociaal contact zijn belangrijke aandachtspunten: participatie aan socio-culturele activiteiten georganiseerd door sport- en culturele verenigingen, dienstencentra, vormingsinstellingen, voorzieningen.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Ouder worden kan in sommige situaties gepaard gaan met vermindering van sociale relaties: werkrelaties vallen weg, partner en/of vrienden overlijden, ziekte of afnemende mobiliteit bemoeilijken deelname aan sociale en culturele activiteiten. Arme ouderen hebben het in dit opzicht extra moeilijk. Een studie van Vandenberk (1998) leert dat ouderen vaak kleine sociale netwerken hebben die veelal ontoereikend zijn om de elementaire ondersteunende functies te vervullen.50 Eén op vijf ouderen voelt zich eenzaam, die verhouding loopt op tot 1 op 3 bij 85-plussers. Met opmaak: opsommingstekens en nummering
OCMW Sint-Laureins, Onderzoek leef- en woonsituatie 60-plussers te Sint-Laureins, mei-juni 1993. MAES, T. e.a. , Keerpunten in de woongeschiedenis van bejaarden. Een onderzoek naar de determinanten van de woonsituatie op latere leeftijd. Afdeling Woonbeleid, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 1998. 49 Ontwerpprincipes Levenslang Wonen: Sien Winters, Barbara Demeyer, HIVA december 2000 50 Vandenberk,A., Opdebeeck, S. en Lammertyn F. (1998): Geweld en onveiligheidsgevoelens bij ouderen (rapport in opdracht van Mevr. M. Smet, Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Gelijke Kansenbeleid) 47 48
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
44
III.5. Volwaardige participatie van de oudere Het deelnemen van de ouderen aan het maatschappelijk gebeuren is niet alleen voor de persoon verrijkend, maar houdt een meerwaarde in voor de samenleving en voor de dienstverlening. In deze moet gedacht worden aan een soepeler overgang tussen arbeid en pensioen en mogelijkheden om ook na 65 beroepsactief te kunnen blijven. Via inspraakorganen op gemeentelijk niveau en binnen diensten en instellingen moet de oudere betrokken worden in het beleid.
III.6. Een samenhangend zorgbeleid - Verbindingen maken tussen ouderenzorg, psychiatrische zorg, gehandicaptenzorg met
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
de vraag of men inderdaad moet streven naar een welzijnszorgbeleid voor personen met een verminderd zelfvermogen. - Sectoren in de directe eerste lijn (artsen, thuisverpleegkundigen, verenigingen, …) die doorverwijzen naar minder toegankelijke dienstverlening (GGZ, …) of andere diensten (woonadvies, …)
III.7. Kwalitatieve en toegankelijke zorg op maat - Kwaliteit van zorg, ondersteund door kwaliteitsdecreten - Zorg op maat (vraaggestuurd): de best mogelijke en de meest aangepaste zorg,
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
maatwerk per cliënt.
- Zorg die betaalbaar is (bv. acties m.b.t. generische geneesmiddelen), bereikbaar (in afstand) en ook toegankelijk voor zwakkere groepen.
III.8. Overleg en afstemming tussen de aanbieders Een goede regionale spreiding van voorzieningen, vlotte overgang van diensten en lijnen in de zorg.
III.9. Het belang van de informele zorg Wellicht is in onze samenleving nooit meer “zorgarbeid” verricht dan op heden. De jongste jaren zijn in de zorgsector heel wat nieuwe banen ontstaan. Naast deze professionele zorg nemen een belangrijk aandeel mensen op vrijwillige basis zorgtaken op. We verwijzen naar I.2.8. Dit informeel zorg dragen voor elkaar wordt maatschappelijk nog onvoldoende gewaardeerd. Niettemin is dit circuit vanuit maatschappelijk en financieel oogpunt essentieel. De fysieke en mentale belasting van dagelijkse zorgarbeid mag niet onderschat worden. Er moet worden voorzien in de nodige erkenning en ondersteuning van de mantelzorg en de vrijwillige zorg. Deze ondersteuning kan verschillende vormen aannemen:51
- Het voorzien van financiële ondersteuning kan de financiële belasting van de
gezinsleden van patiënten verlichten en is een bron van maatschappelijke erkenning.52
VAN AUDENHOVE C., OPDEBEECK S., LAMMERTYN F., De informele zorg en haar randvoorwaarden, Acco, Leuven, p. 34. 52 Voor een overzicht van premies aan mantelzorg zie Tabel 11 en Tabel 12. 51
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
45
- Integratie van de mantelzorgers in een netwerk met andere vrijwilligers en
hulpverleners. Op die manier voelen zij zich partner in de zorg, maar moeten zij niet alleen de last dragen. - Voorzien in dagbesteding of uitbouw van buddy systeem zodat de mantelzorger wat meer tijd kan nemen voor zichzelf. Mantelzorgers die in een chronische zorgsituatie terechtkomen, lopen het risico sociaal geïsoleerd te raken. - Zelfhulpgroepen
III.10. Nooit te oud om te leren Levenslang en levensbreed leren zijn belangrijk uitgangspunten in de Vlaamse Regeringsverklaring. Levenslang leren is vooral georiënteerd op de beroepsloopbaan (arbeidsmarktgerichte vormingen), terwijl levensbreed meer te maken heeft met persoonsontwikkeling, creativiteit of maatschappelijk functioneren.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Walter Leirman53 maakt een onderscheid naar vier groepen ouderen, elk met hun eigen voorkeurthema’s en interesses: Pre-senioren
Leeftijd 55-65jr
Jong-senioren
66-75jr
Bedaagde senioren
76-85jr
hoogbejaarden
86+
Voorkeurthema’s
Consumptie, economie, gebruik van media en technologie, vrijetijdsbesteding-sport-reizen Cultuur en levenskunst, gezin/familie, vrijetijdsbestedingsport-reizen, maatschappelijke participatie Gezondheid en –zorg, huisvesting en zingeving/levensperspectief Geen sterke leerinteresse meer, gezondheid en –zorg, opmaken van de eindbalans
Besturen, maatschappelijke organisaties en vormingsinstellingen moeten inspelen op deze interesses van ouderen. Het belang van vorming situeert zich op verschillende vlakken: bijblijven, sociaal contact en participatie (via vorming kan het potentieel van ouderen versterkt, gewaardeerd en gevaloriseerd worden). Vorming moet via alle mogelijke kanalen verlopen. Het leren van en aan elkaar (bv.in het verenigingsleven) en het zelfstandig leren (bv. met de hulp van de bibliotheek) moet eveneens ondersteund worden. Waar mogelijk de vorming voor ouderen zo inclusief mogelijk organiseren en niet categoriaal.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
53
LEIRMAN W., leren en vorming van en met ouderen: het verleden een toekomst geven in het heden, 15/11/2001
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
46
IV. OUDERENBELEID IN HET MEETJESLAND Met hun keuze voor een integraal ouderenbeleid in het Meetjesland, willen besturen, organisaties en voorzieningen de voorwaarden invullen die de kwaliteit van het leven van de oudere bepalen. Deze voorwaarden zijn: In de thuissituatie
goede gezondheid voldoende bestaanszekerheid sociaal netwerk van familie en vrienden kwaliteit van wonen voldoende vrijetijdsmogelijkheden zorg aan huis voldoende mobiliteit
Op buurt en/of gemeentelijk niveau
bereikbare publieke en private diensten veilige en aangename buurt sport, cultuur, verenigingsleven, vorming buurt en dienstencentra ambulante zorg residentiële opvang voldoende en aangepast vervoer
Op regioniveau
gespecialiseerde private en publieke diensten veilige en aangename regio regionaal vrije tijds- en vormingsaanbod regionale dienstencentra gespecialiseerde zorg zorgafstemming voldoende en aangepast vervoer
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
47
De invulling van deze voorwaarden is een gedeelde verantwoordelijkheid van de oudere, zijn/haar direct sociaal netwerk, de eerste lijnsgezondheidszorg, de gemeente, de huisvestingsactoren, de voorzieningen en diensten, de verenigingen, vormingscentra, ... In het bijzonder wijzen we op de rol van: - De oudere zelf: de oudere zelf moet niet alleen zijn verwachtingen formuleren ten aanzien van gemeente of zorgaanbieders, maar moet in de eerste plaats nagaan wat hij zelf kan doen aan zijn gezondheid, voor andere ouderen, binnen de gemeente, ... - De eerste lijn: de oudere heeft een groot vertrouwen in de eigen familie, de huisarts, de thuiszorgdiensten, ... Deze actoren hebben dan ook een heel belangrijke educatieve, sensibiliserende en doorverwijzende functie. - De gemeente: de gemeente is best geplaatst om samen met de ouderen uit de gemeente concreet invulling te geven aan de opties uit dit regionaal ouderenbeleidsplan.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
48
V. ACTIES OP DE KORTE TERMIJN Binnen de uitgangspunten uit hoofdstuk III en de visie uit hoofdstuk IV, wil dit plan tot slot een aantal concrete acties voorstellen op de korte termijn. De keuze van acties hieronder is vooral ingegeven vanuit hun concrete haalbaarheid op dit moment. Zij zullen later moeten worden aangevuld met andere, zelfs meer prioritaire acties.
V.1. Een gemeentelijk ouderenbeleid De gemeenten en OCMW’s spelen een cruciale rol in de realisatie van een inclusief ouderenbeleid. Als lokale besturen staan zij dicht bij het dagelijkse leven van ouderen.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Vanuit het RWOM zullen de Meetjeslandse lokale besturen gestimuleerd worden tot het opmaken van een gemeentelijk ouderenbeleidsplan.54 In een dergelijk plan zal het niet alleen gaan over ouderenzorg, maar over maatregelen en initiatieven op alle terreinen die senioren aanbelangen en waarvoor de gemeente , het OCMW of andere lokale actoren bevoegd zijn. Daarmee overstijgt de problematiek de bevoegdheid van één enkele beleidsmaker. Gezien zowel het OCMW- als het gemeentebestuur betrokken zijn in deze materie, is de deelname van beide besturen aan dit overleg noodzakelijk. Deze denkoefening kan vanzelfsprekend niet plaats vinden zonder de oudere zelf daarin te betrekken. Vandaar het belang van een ouderenadviesraad in elke gemeente. Het RWOM zal basiscijfermateriaal en een draaiboek aanreiken om de opmaak van een dergelijk beleidsplan te vergemakkelijken, cfr. Het draaiboek van de vzw Impact in opdracht van de provincie Limburg. Daarnaast zal het RWOM momenten van ervaringsuitwisseling organiseren tussen beleidsverantwoordelijken, verantwoordelijken van de ouderenadviesraden en betrokken ambtenaren uit de Meetjeslandse gemeenten.
V.2. Kwalitatief wonen Om ouderen in staat te stellen op een kwalitatieve manier te wonen in hun eigen woning – of waar dit niet kan in een aangepaste ouderenwoning in de buurt – worden volgende acties vooropgesteld: -
Binnen de intergemeentelijke Meetjeslandse woonraad het overleg intensifiëren tussen de sociale bouwmaatschappijen, de OCMW’s en gemeenten om bijkomende betaalbare en aangepaste woningen in de kernen te realiseren. Er moet een grotere differentiatie worden nagestreefd in het aanbod van sociale woningen, concreet betekent dit meer woningen met één of twee slaapkamers. De woningcomplexen dienen omgeven door voldoende voorzieningen.
-
Informeren over premies voor aanpassingswerken via zitdagen van de woonwijzer Meetjesland, informatiebrochures voor ouderen, ….
-
De eerste lijn (huisarts, thuisverpleegkundigen, gezinshulp, verenigingsleven, …) als ingangspoort benutten om ouderen te sensibiliseren voor woningrenovatie en te informeren over woonwijzer, premies, …
54 Mogelijks kunnen gemeenten daar binnenkort een toelage voor krijgen. Voorstel van decreet houdende seniorenparticipatie aan het beleid van Ria Van Den Heuvel, 1/5/2001.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
49 Ouderen die anders moeilijk te bereiken zijn, kunnen mogelijks via deze vertrouwenspersonen worden bereikt. Ervaringen van het opbouwwerk in Leuven en in het Hageland leren dat de medewerking van de thuiszorgdiensten voor het motiveren en sensibiliseren van ouderen essentieel is.
V.3. Ziektepreventie Gezondheidspromotie en ziektepreventie kan de levenskwaliteit in belangrijke mate verhogen. Om de initiatieven in het Meetjesland op dit terrein te coördineren, werd in 2000 de LOGO Meetjesland55 opgericht. In het kader van dit ouderenbeleidsplan worden volgende twee acties op het getouw gezet:
V.3.1. GRIEPVACCINATIES VOOR +65-JARIGEN56 Griepvaccinatie beschermt ouderen tegen ernstige verwikkelingen ten gevolge van influenza. Gevaccineerde ouderen lopen 80% minder risico om te overlijden door griep. Boven de 65 jaar is de vaccinatiegraad 40% of hoger in Vlaanderen. De belangrijkste redenen voor niet-vaccinatie tegen griep zijn onverschilligheid, onachtzaamheid en het ontbreken van een medisch advies. Het versturen van een schriftelijke uitnodiging, getekend door de huisarts, leidt tot een significante verhoging van het aantal vaccinaties.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
LOGO Meetjesland wil in samenwerking met de gemeenten in het Meetjesland, ouderen aanschrijven om zich via hun huisarts te laten inenten. Inmiddels werd in 2002 een eerste proefproject in Evergem succesvol afgerond.
V.3.2. VACCINATIE TEGEN PNEUMOCOCCEN 57 Longontsteking is één van de belangrijkste doodsoorzaken bij ouderen . De frequentste verwekkers zijn pneumococcen.. De resistentie van deze kiemen tegen de courante antibiotica neemt toe. De Hoge gezondheidsraad beveelt daarom aan alle personen van 60 jaar of ouder te vaccineren, vooral diegenen die in een instelling verblijven. In een aantal RVT’s start een pilootproject om de vaccinatiegraad voor pneumococcen bij de bewoners te verhogen. Dit is een samenwerking tussen de huisartsen en verpleegkundigen, de coördinerend geneesheer en de directie van het RVT. Bedoeling is het project op zeer korte termijn uit te breiden naar bewoners van PVT’s en inwoners van gehandicapteninstellingen.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
55
Lokaal Gezondheidsoverleg Meetjesland, Oostveldstraat 1, 9900 Eeklo. Literatuur: Van Oyen H et al. Gezondheidsindicatoren 1997. De Vlaamse gezondheidsdoelen 1998-2002: resultaten van de gezondheidsenquete 1997. Govaerts F. Aanbeveling voor goede medische praktijkvorming 1999. Preventie van Influenza. Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse huisartsen. 57 Literatuur: prof. Hoppenbrouwers K. Vaccinaties voor specifieke risicogroepen. KUL. P 31. prof. Vandepitte J. Pneumokokkeninfecties. In Vaccinaties 1996. Gids voor hedendaagse immunisatie. Uitgeverij Garant. P149. 56
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
50
V.4. Aangepaste en kwalitatieve Zorg V.4.1. VERNIEUWENDE WOON- EN ZORGCENTRA De huidige rusthuizen en RVT’s moeten verder evolueren in de richting van open en moderne woon- en zorgcentra, die kunnen inspelen op heel diverse vragen en noden van ouderen. Zowel inzake zorg (volledige opname, dagverzorging, kortopvang, palliatieve zorg, …) als inzake andere behoeften.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Het moeten instellingen zijn die meer dan nu open staan en in relatie staan met de lokale gemeenschap (extra-murale dienstverlening, inzet vrijwilligers, …). Dit concept sluit nauw aan bij de visie die door het Verbond van Verzorgingsinstellingen (VVI) wordt naar voor gebracht in Vlaams Zilver.58 Het RWOM zal pilootprojecten stimuleren en studiebezoeken organiseren aan RVT’s die bijzondere aandacht besteden aan wonen (comfort, aangename leefruimtes), flexibele opvang, participatie van ouderen, extramurale dienstverlening (thuisondersteunend), werken met vrijwilligers, vorming van mantelzorgers, …
V.4.2. WELKOMGEZINNEN In het werkjaar 2000-2001 startten het OCMW van Assenede en de Stichting Welzijn voor Ouderen (Assenede – Sas-van-Gent) een experiment op, waarbij ouderen (tijdelijk) worden opgevangen in een welkomgezin. Bedoeling is ouderen die zorg nodig hebben in een thuisvervangende en herkenbare omgeving opvang aan te bieden.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Bij gebrek aan middelen voor coördinatie en bekendmaking, kwam het project nooit tot een volwaardige uitbouw. In het kader van het ouderenbeleidsplan Meetjesland, hopen de initiatiefnemers de nodige middelen te vinden om het project te kunnen proefdraaien.
V.4.3. GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG In het verlengde van een onderzoek rond ouderen en geestelijke gezondheidszorg, richt het Regionaal Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Deinze – Eeklo – Gent (RCGG), vanuit haar vestigingsplaats in Eeklo, een regionaal team op voor ouderen. Het zorgaanbod omvat volgende functies: Oriëntering − Aanmeldingspunt voor vragen van zowel ouderen als kinderen, familie, betrokkenen, verwijzers en andere hulpverleners. − Kortdurende exploratie van de hulpvraag. − Indicatiestelling met het oog op een snelle verwijzing naar een hulpverlening op maat binnen of buiten de geestelijke gezondheidszorg. − Actieplanontwikkeling in samenspraak met de reeds aanwezige hulpverlening gericht op een optimale afstemming, taakverdeling en opvolging. − Advies / informatie.
58 Daarin wordt het concept woon- en zorgcentrum ontwikkeld. Woon- en zorgcentra zijn open huizen met een grote betrokkenheid van de buurt, die sterk samenwerken met de thuiszorg en die naast een vaste groep van residentiële chronische zorgbehoevenden, ook opvang en diensten voor ouderen organiseren gedurende korte periodes.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
51 Diagnostiek Indien de diagnostiek ambulant kan verlopen (thuis of op het centrum), kan psychologisch onderzoek i.v.m een differentiaaldiagnose of als aanzet voor een ambulante therapie gebeuren. Therapie Het op een wetenschappelijk verantwoorde, gestructureerde en methodische wijze uitvoeren van activiteiten die ingrijpen op het psychisch, sociaal of somatisch functioneren van cliënten met het oog op het behandelen van een psychische stoornis (en/of herstel van het psychisch evenwicht). Begeleiding Ondersteuning met als doelstelling het draaglijk maken van de problematiek voor de ouderen en/of zijn leefomgeving. Aandacht voor draagkracht / draaglast van de centrale verzorgers van de oudere. Consultatie en advies Informatie, advies en consultatie. - m.b.t. werkondersteuning aan zorgverleners uit de nulde en eerste lijn. - i.v.m gerontopsychiatrische problemen; - zonder aanmelding of behandeling van de betrokken cliënt in het CGG. De verschillende functies (oriëntering, diagnose, therapie, begeleiding en consultatie) worden uitgevoerd vanuit een interdisciplinaire benadering. Dit CGG team voor ouderen is samengesteld uit een medisch – gerontopsychiatrische, een psychologische en een sociaal verpleegkundige discipline. Omwille van de beperkte middelen wordt prioriteit gegeven aan de oriënteringsfunctie. De activiteiten kunnen volgens noodwendigheid zowel op het centrum, in de thuissituatie of elders ontplooid worden. Toegankelijkheid, mobiliteit en outreachende hulpverlening zijn bij het werken met ouderen essentieel.
V.4.4. ONDERZOEK PALLIATIEVE EENHEID Gezien de verhoogde aandacht voor palliatieve zorg en het gebrek aan een volwaardige palliatieve eenheid in het Meetjesland, zal aan de H. Hartkliniek van Eeklo gevraagd worden om de uitbouw van een palliatieve eenheid in het Meetjesland te onderzoeken.
V.5. Stimuleren van vorming V.5.1. PROMOTIE VAN HET AANBOD Promotie van het aanbod aan oudereneducatie via de IVO-website, een gratis telefoonnummer (0800) en permanentie. Een initiatief van de vzw MEVOC, ondersteund door het Eduforum Gent-Eeklo.
V.5.2. FORUM OUDERENVORMING Installatie van een forum ouderenvorming binnen het Eduforum Gent-Eeklo met aanbieders van volwassenenvorming, om na te gaan of het huidige aanbod voldoende rekening houdt met de doelgroep.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
52
V.5.3. VORMING VOOR/DOOR OUDEREN Stimuleren van ouderenverenigingen en vormingsinstellingen om meer aandacht te hebben voor ‘het educatief potentieel’ van ouderen.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Tijdens de hoorzittingen met ouderen werd bv. vastgesteld dat verenigingen vaak hoge bedragen of vervoersonkosten betalen voor lesgevers of sprekers van buitenaf, terwijl in hun eigen vereniging vaak specialisten zitten met grote vaardigheden en competenties.
V.5.4. VORMING AAN HULPVERLENERS Regionale opleidingsinitiatieven voor professionele hulpverleners, mantelzorgers en vrijwilligers via intermediaire organisaties als: • • • • •
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Regionaal dienstencentrum (voor mantelzorgers, vrijwilligers, …) Vlaamse Alzheimer Liga (communiceren met dementerenden) Palliatief netwerk Gent-Eeklo (palliatieve zorg)59 Thuiszorgdiensten (snelcursus ziekenhelper voor thuisverzorging van bedlegerige patiënten) VDAB
Vorming kan ook via benchmarking tussen organisaties en diensten
V.6. Bevorderen van de sociale cohesie V.6.1. UITBOUW VAN BUURT- EN DIENSTENCENTRA In Vlaanderen zijn er op dit moment 133 erkende lokale dienstencentra. De Vlaamse Gemeenschap stimuleert evenwel via campagnes en subsidies de oprichting van bijkomende centra. De ervaring met Zonneheem in Eeklo, toont in het Meetjesland aan wat een dienstencentrum kan betekenen: -
-
Een dienstencentrum activeert de buurtwerking en het sociaal contact; Ouderen vinden er een aanspreekpunt voor hun vragen; via een uitgebreid gamma aan dienstverlenende, verzorgende, informatieve, ontspannende en vormende activiteiten dragen ze bij tot aangename en actieve oudere dag, ze doen aan gezondheidspromotie en brengen zorgbehoevende ouderen in contact met zorg en dienstverlening en ze slaan bruggen met andere voorzieningen en organisaties voor ouderen.
Belangrijk is dat dienstencentra open staan voor iedereen en ouderen heel actief betrekken in de werking. In hun activiteiten zoeken zij ook een goede afstemming met de bestaande werking van het verenigingsleven. Het ouderenbeleidsplan Meetjesland trekt de kaart voor meer dienstencentra in het Meetjesland. Het RWOM liet een video aanmaken voor de lokale besturen in het Meetjesland over de werking van het dienstencentrum Zonneheem in Eeklo. Bedoeling is niet om Zonneheem klakkeloos te kopiëren in de andere gemeenten. Het moet enkel dienen tot inspiratie en tot discussie op lokaal niveau.
59 Cfr. de bijkomende middelen die Ministers Vandenbroucke en Aelvoet voorzien voor vorming van personeel in stervensbegeleiding.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak: opsommingstekens en nummering Met opmaak: opsommingstekens en nummering
53 Elk dienstencentrum is noodzakelijkerwijs anders. In een kleine landelijke kern kan het bijvoorbeeld meer hebben van een polyvalent buurthuis waar niet alleen ouderen, maar ook jongeren en werkzoekenden, … de krant kunnen inkijken, een eerste aanspreekpunt vinden met de gemeente, met allerlei publieke en private diensten zoals post of ziekenfonds en waar ook de wijkagent z’n plek heeft.
V.6.2. ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSNETWERKEN Zowel het provinciaal Steunpunt Vrijwilligerswerk (vorming, juridische ondersteuning, …) als het Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland (sensibilisatie van ouderen in de regio) willen vrijwilligerswerk ondersteunen en promoten.
V.6.3. VERENIGINGSLEVEN Het verenigingsleven verder uitbouwen dat meer ouderen kansen krijgen om zich maatschappelijk nuttig te maken en dat het sociale weefsel wordt versterkt.
V.7. Aanmoediging zorgberoepen De welzijnssector en meer specifiek de ouderenzorg is een groeisector. Er is heel wat instroom van nieuwe mensen. Het is belangrijk om met de arbeidsmarkt te communiceren over de tewerkstellingsmogelijkheden in de sector om deze instroom op gang te houden. Het RWOM wil initiatieven aanmoedigen die werken in de zorgsector promoten.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Zo ondersteunt het RWOM een oriëntatieopleiding social profit die in het voorjaar en het najaar van 2002 door VOKANS wordt georganiseerd, op initiatief van de VDAB en betaald met middelen uit het Europees Sociaal Fonds. Tijdens de opleiding die zo’n zes weken duurt, maken cursisten kennis met de tewerkstellingsmogelijkheden en verschillende jobs in de social profit (korte stage inbegrepen).
V.8. Regionale afstemming −
Komen tot regionale afspraken tussen thuiszorg, residentiële zorg (m.b.t. kortopvang, opvang van specifieke doelgroepen) en gespecialiseerde zorg (ziekenhuis, gehandicapten, ...) in het Meetjesland.
−
Zorgcoördinatoren en artsen (als vertrouwenspersoon van de oudere) informeren over het aanbod van voorzieningen en contactpersonen om een vlotte doorverwijzing mogelijk te maken.
−
Ondersteuning van de lokale dynamiek: − Ervaringsuitwisseling tussen leden van ouderenadviesraden en allen die verantwoordelijkheid dragen voor het lokale ouderenbeleid; − Ondersteuning bij de opmaak van lokale infobrochures voor ouderen (informatie over Vlaamse premies en regionale dienstverlening zijn gemeenschappelijk voor het Meetjesland)
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
54
VI. SAMENVATTEND SCHEMA
In dit schema vindt men de belangrijkste componenten terug die de kwaliteit van het leven van ouderen bepalen. Ze situeren zich zowel in de thuisomgeving van de ouderen, op buurt- en gemeentelijk niveau, als op regionaal niveau. Zorgen dat deze kwaliteitskenmerken aanwezig zijn is een gedeelde verantwoordelijkheid, in het bijzonder van de oudere zelf, de eerste lijn (familie, huisarts, thuiszorgdiensten, …) en de lokale besturen. De acties die in het ouderenbeleidsplan worden voorgesteld, willen elk op hun beurt inwerken op één of meerdere van deze kwaliteitskenmerken. De nummers in het schema verwijzen bijgevolg naar één van de acht acties uit het integraal ouderenbeleidsplan. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
gemeentelijk ouderenbeleid kwalitatief wonen ziektepreventie aangepaste en kwalitatieve zorg stimuleren van vorming bevorderen van de sociale cohesie aanmoedigen van zorgberoepen regionale coördinatie
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
55
VII. BRONNEN BOONEN, C & PACOLET, J. (2001), Vlaams Zilver. Het woon- en zorgcentrum als schakel in de ouderenzorg. Brussel, LICAP, 323 p. BOONEN, C., MOENS, I., WINDEY, T. (2000), Vlaams Zilver, het woon- en zorgcentrum op de drempel van het derde millennium. Brussel, Caritas, 66 p. CANTILLON, B. (2001), De inkomenssituatie van ouderen. Voordracht op 5 oktober 2001 in het postacademisch vormingsprogramma ‘Een toekomst voor ouderen in de 21e eeuw’ aan de KUL. DE DECKER P. (1999), Wonen op het platteland. Een verkenning van de problematiek met een aanzet tot een lokale aanpak. Discussienota in opdracht van de Koning Boudewijnstichting. Gent, 93 p. DE BRUECKER, W. (2001), Ouderen en Geestelijke Gezondheidszorg, onderzoek van de vijf Oost-Vlaamse CGG in opdracht van de provincie Oost-Vlaanderen. Gent, Provincie Oost-Vlaanderen. DEDRY, A. (2001), Mantelzorgers. Doorbloeiers in het zorglandschap. Leuven, Ons Zorgnetwerk, 175 p. DEGADT, J. (2001), Denataliteit en vergrijzing: economische aspecten. VVD-lezing, 16 oktober 2001. DELEECK, H. (2001), De architectuur van de welvaartsstaat opnieuw bekeken. Leuven, Acco, 482 p. DE STROOPER, B. & KÖNIG, G. (1999), Alzheimer’s Disease a firm base for therapy. Nature, 402, 471-472. DE WOLF, K. (2001), De senior van morgen, verschillen tussen zestig-plussers vergroten. Tertio, 50, p. 4. DOOGE, D. (1996), Ouderenmishandeling, Welzijnsgids, 20, p. 15-36. HEEREN, J. & TWEWYS, T. (1999), Seniorenvoorzieningen voor en na 2000. Diegem, Kluwer, 340 p. HEEREN, J. & THEWEYS, T. (2000), Seniorenvoorzieningen voor en na 2000. Deurne, Kluwer, 258-291. HEEREN, J. (2001), Beleidsregels van de overheid, een kritisch residentenperspectief in Recht op Welzijn, interne nota postacademisch vormingsprogramma ‘Een toekomst voor ouderen in de 21e eeuw’ aan de KUL, 26 oktober 2001 HELLINGS, S. (2000), Grijs in een witte sector. Oudere opvoeders in de welzijnszorg. Brussel, SERV/STV-Innovatie en Arbeid, 36 p. HELLINGS S. (2000), Oudere opvoeders en leeftijdsbewust personeelsbeleid in de welzijnssector. Brussel, SERV/STV-Innovatie en Arbeid, 72 p. HINNEKINT, H. (1996), Permanente educatie in een vergrijzende samenleving. Ons Erfdeel, 2, p. 241-248.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
Verwijderd: .
56
HINNEKINT, H. (1999), De deelname van ouderen aan het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk in Vlaanderen, Wijs Over Grijs, 3 (4). MARCOEN, A. (1999), De psychosociale aspecten van het ouder worden. Belgisch tijdschrift voor Tandheelkunde, 54, 80-94. MAES, T. e.a. , Keerpunten in de woongeschiedenis van bejaarden. Een onderzoek naar de determinanten van de woonsituatie op latere leeftijd. Afdeling Woonbeleid, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 1998 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE GEZIN EN MAATSCHAPPELIJK WERK (2001), De 12 troeven van de lokale dienstencentra. Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie gezin en maatschappelijk werk, 8p. MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE RUIMTELIJKE ORDENING, HUISVESTING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN, Verslag van de SURVEY 1994/1995, een uitwendig onderzoek naar de kwaliteit van de woningen in Vlaanderen. Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie, Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, 212 p. MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE RUIMTELIJKE ORDENING, HUISVESTING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN (1999), Ontwerpgids Levenslang Wonen. Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie, Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, 105 p. MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, ADMINISTRATIE PLANNING EN STATISTIEK (2001), Vrind 2000, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Planning en Statistiek, 368 p. MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING ALGEMEEN WELZIJNSBELEID (2000), Een samenleving voor alle leef-tijden: eenentwintig aandachtspunten voor de eenentwintigste eeuw. Referatenboek van de Slotconferentie Internationaal Jaar van de Ouderen, Gent 18 april 2000, 199 p. MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING WELZIJNSZORG (2001), Repertorium van de ouderenvoorzieningen, deel 4. Erkende voorzieningen in de provincie Oost-Vlaanderen, januari 2000 en 2001. Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Welzijnszorg, team Ouderenvoorzieningen. MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING WELZIJNSZORG (2001), Repertorium van de thuiszorgvoorzieningen’, deel 1 : erkende thuiszorgvoorzieningen in de provincie Oost-Vlaanderen, januari 2001 Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Welzijnszorg, team Ouderenvoorzieningen. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU (1994), Evaluatie ziekenhuisprogrammatie, Deel III, Behoeften aan gezondheidsvoorzieningen voor bejaarden. Brussel, Ministerie voor Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, 452 p. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU (1998), Officieuze coördinatie van de ziekenhuiswet, de wet op de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging, de verzorgingstehuizen en de wet m.b.t. de overlegstructuur voor de ziekenhuizen. Brussel, Ministerie van Sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
57
MOSTINCKX, J., VANDENBERGHE, L. & BURSSENS, L (2000), Welzijnszakboekje 20002001. Diegem, Kluwer, 1181 p. OCMW SINT-LAUREINS, Onderzoek leef- en woonsituatie 60 plussers te Sint-Laureins. Een enquête van het OCMW van Sint-Laureins in samenwerking met de gemeentelijke seniorenraad. Sint-Laureins, mei-juni 1993. OPDEBEECK, S., VANDENBERK, A., LAMMERTIJN, F. (1999), (Angst voor) geweld. Een studie bij thuiswonende ouderen. Tijdschrift voor welzijnswerk, 23 (217), 5-17. ROELANDS, M. (1992). Dementie: epidemiologie en mantelzorg. Antwerpen, Stichting Welzijnszorg Provincie Antwerpen. SABBE B. & VERLINDEN E. (2001), Thuiszorg, Ouderenbeleid en zorgverzekering: een wegwijzer. VVSG-pocket, Brussel, Politeia, 157 p. SERV (2000), Grijs in een witte sector. Brussel, SERV/STV, 36 p. STEUNPUNT WAV (2000), Eindeloopbaan. Open Forum over de eindeloopbaanproblematiek. Pensioenen: Het einde van de eindeloopbaan? Nieuwsbrief Steunpunt WAV, 1-2, p. 7-43. VAN AUDENHOVE, C. & LAMMERTYN, F (1995), De zorg voor dementerende ouderen in Vlaanderen. Realisaties, knelpunten en voorstellen. Leuven, Acco, 147 p. VAN AUDENHOVE, C., OPDEBEECK S., LAMMERTYN F. (2000), De informele zorg en haar randvoorwaarden. Leuven, Acco, 127 p. VAN DEN HEUVEL, R. (2002). Voorstel van decreet houdende de stimulering van een planmatig lokaal ouderenbeleid, de beleidsparticipatie van ouderen en de oprichting van een Vlaamse ouderenraad. Brussel, Vlaams Parlement (zitting 4 april 2002), 11 p. VANDENBERK, A., OPDEBEECK, S. EN LAMMERTYN F. (1988), Geweld en onveiligheidsgevoelens bij ouderen. Leuven, LUCAS, 128 p. VANDENBROUCKE F. (2001), Beleidsplan palliatieve zorg. Brussel, 10 p. GEERTS, C. e.a. (2001), Een vernieuwd Vlaams Ouderenbeleid: standpunten en opinies vanuit het werkveld, rapport in opdracht van Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke kansen. Brussel, VUB-Vakgroep Gerontologie, 60 p. VERLINDEN, E. (2001), Samenwerking tussen openbare diensten voor gezinszorg: hoe groter hoe beter? De Gemeente, 6/7, p. 24-26. VERLINDEN, E. (2001), Iedere gemeente haar lokaal dienstencentrum? Wens of noodzaak? De Gemeente, 6/7, 2001, p. 27-28. VINK, H. (2001), Als Ouderen verhuizen. Psychosociale aspecten van een ingrijpende gebeurtenis. Gerōn, 3 (3), 40-46. VLAAMS VERBOND DER VERZORGINGSINSTELLINGEN (2000), PVT-criteria, interne nota, 24 november 2000, 6 p.
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
58 VLAEMINCK, M. (1999), Naar een onderbouwde visie in de residentiële bejaardenzorg. Onuitgegeven eindverhandeling UG, academiejaar 1998-1999, 62 p. VOGELS, M. (1999), Beleidsnota 2000-2004. Brussel, Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, administratie kanselarij en Voorlichting, 77 p. VOGELS, M. (2001), Naar een vernieuwd Vlaams ouderenbeleid. Krachtlijnennota. Brussel. WERKGROEP THUISVERZORGERS (2001), Wegwijs in de thuiszorg, een gids voor vrijwilligers, chronisch zieken en hun omgeving, editie 2001. Brussel, CM, 20 p. Geconsulteerde websites http://user.online.be/allemeesch/KlinPsy/Nieuws.htm http://users.pandora.be/sonja.becq1/interpellaties.htm http://users.skynet.be/werkgroepthuisverzorgers/js/index.htm www.afosoc-vesofo.org www.coutinho.nl www.digikids.be/Twinning/Leirman-2.pps www.ecd-vlaanderen.be www.fred.vlaanderen.be/statistieken www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/index.htm www.kbg.be www.meetjesland.be www.onprvp.fgov.be/nederlands/igo/index.htm www.seniornet.be www.socialsecurity.fgov.be www.socius.be www.statbel.fgov.be www.steunpuntwav.be www.vandenbroucke.fgov.be/08-persberichten.htm www.vlaanderen.be www.vorming.net www.vrijwilligerswerk.be www.vvsg.be/actueel/ouderen www.wvc.vlaanderen.be/juriwel www.wvc.vlaanderen.be/ouderenbeleid/beleidsnota/krachtlijnen.pdf www.wvc.vlaanderen.be/rusthuisinfofoon www.wvc.vlaanderen.be/thuiszorg www.wvc.vlaanderen.be/zorgverzekering http://www.zorgverzekering.be/
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
59
VIII. LIJST VAN FIGUREN EN TABELLEN Tabel 1: ouderen in het Meetjesland, 1/1/2000 __________________________________________________ 6 Figuur 1: percentage ouderen in verhouding tot inwoners van de Meetjeslandse gemeenten, 1/1/2000 ______ 7 Tabel 2: Aantal zestigplussers in de Meetjeslandse woonkernen (1981, 1991, 2000) ____________________ 8 Figuur 2: Ouderen in het Meetjesland per leeftijdscategorie, 1/1/2000________________________________ 9 Tabel 3: Gezinssamenstelling bij de ouderen in het Meetjesland, 1/1/2000 ___________________________ 10 Tabel 4: Prevalentie van dementie bij 65-plussers, per leeftijdscategorie _____________________________ 12 Tabel 5: aantal gerechtigden Gewaarborgd inkomen voor bejaarden, 1/1/1999________________________ 13 Tabel 6: overzicht van ouderenwoningen in het Meetjesland (1/1/2001) (privé-voorzieningen en erkende serviceflatcomplexen niet inbegrepen) ________________________________________________________ 16 Tabel 7: overzicht van de erkende en geplande wooneenheden in SF-gebouwen (07/2002) ______________ 17 Tabel 8: Overzicht van hulp en zorg bij de oudere thuis, maart 2001 _______________________________ 19 Tabel 9: overzicht Gezinszorg en diensten van OCMW’s in het Meetjesland ___________________________ 20 Tabel 10: overzicht van het aantal plaatsen in rusthuizen en Rust- en verzorgingstehuizen ______________ 22 Tabel 11: overzicht tegemoetkomingen en premies voor ouderen___________________________________ 24 Tabel 12: Mantelzorgpremie per gemeente van het meetjesland ___________________________________ 25 Tabel 13: overzicht ouderenadviesraden in de Meetjeslandse gemeenten ____________________________ 26 Tabel 14: deelname van ouderen aan het verenigingsleven bij de leeftijdsgroep 56-75jr. ________________ 27 Tabel 15: Overzicht van de seniorenverenigingen per gemeente____________________________________ 28 Tabel 16: Prognose ouderenbevolking 1999-2010 _______________________________________________ 31 Tabel 17: Bevolkingsprognose Vlaanderen 2000-2030 (per geslacht)_______________________________ 32 Tabel 18: Bevolkingsaangroei in het Meetjesland 1999-2010, per leeftijdscategorie ____________________ 32
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
60
IX. WERKGROEP OUDERENBELEID 2000-2002 Volgende personen werkten mee aan de uitwerking van het integraal ouderenbeleidsplan Meetjesland: Mark Arnaut (vanaf 01/2002), coördinator Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland Mireille Buyck, Familiehulp Gent Peggy Cardon, Familiezorg Oost-Vlaanderen Sylvie De Clercq, Dienstverleningscentrum Bernadette, Lovendegem Marc De Roo, RVT Ave Maria, Sleidinge Josiane De Vuyst, RVT Sint-Elisabeth, Eeklo Huib Hinnekint, Eduforum Gent-Eeklo Krista Hostens (tot 12/2001), coördinator Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland Christiane Hugaert, Werkgroep Thuisverzorgers Hille Jansen, LOGO Meetjesland Luc Joos, Steunpunt Opbouwwerk Meetjesland/Wooncentrum Meetjesland Frank Luttens / Raf Opstaele, Regionaal Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Deinze – Eeklo - Gent Ivan Maenhout, KBG & MS Liga Elfriede Maes, Netwerk Palliatieve Zorgen Gent-Eeklo Frans Meyfroodt, Gezondheidsconsulent provincie Oost-Vlaanderen Laurent Osaer / Eric Rooze, OCMW Maldegem Christiaen Pauwels, Bejaardencentrum Sint-Bernardus, Bassevelde Linda Schauvliege, Thuiszorgcentrum Meetjesland Annik Terryn, Stichting Welzijn voor Ouderen, Assenede – Sas van Gent Ghislaine Van de Keere – Goethals, Ouderen Overlegkomité (OOK) Urbain Van de Poele, Creatief Begeleidingscentrum Krekenland Daniël Van Damme, KBG – Verbond Eeklo Bart Van Herck, Streekplatform Meetjesland Dominique Van Hevele, vzw OVOSIT Gabriël Van Landschoot/Wouter Sonneville, De Vierklaver, Landegem Gilbert Verleye, Permanente cel Regionaal Welzijnsoverleg Oost-Vlaanderen Marc Vlaeminck / Tine Vangaever, Woon- en Zorgcentrum Sint-Jozef, Assenede Patrick Vyncke, RVT Sint-Vincentius, Kaprijke Jan Willems, voorzitter Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
61
X. BIJLAGEN Bijlage 1: Huishoudens 60-plussers in het Meetjesland Bijlage 2: Ouderenwoningen in het Meetjesland Bijlage 3: Overzicht gezinszorg in het Meetjesland Bijlage 4: Rusthuisbedden en serviceflatcomplexen in het Meetjesland Bijlage 5: engagementsverklaring met de Meetjeslandse gemeenten omtrent de opmaak van een integraal gemeentelijk ouderenbeleidsplan (ondertekend op 11 juni 2002)
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
62
X.1. Bijlage 1: overzicht van de huishoudens bij de 60-plussers in het Meetjesland
N.I.S BEVOLKI NG OP 1-12000
Tabel 00.14 (001400000) 9 00001 PARTICULIERE HUISHOUDENS VOLGENS TYPE VAN HET HUISHOUDEN WAARVAN DE REFERENTIEPERSOON OF DE ECHTGENO(O)T(E) 60 JAAR OF OUDER IS
AANTAL NISCODE
44001 43002 43005 43007 44029 44036 43010 44049 43014 44072 44080
WOONPLAATS
AALTER ASSENEDE EEKLO KAPRIJKE KNESSELARE LOVENDEGEM MALDEGEM NEVELE SINT-LAUREINS WAARSCHOOT ZOMERGEM MEETJESLAND Prov. Oost-Vl. Vlaams Gewest
AANTAL PERHUISSONEN HOUDENS IN PART. HUISHOUDENS 2229 1932 2969 800 1111 1163 3255 1485 1044 1141 1146 18275 193513 835608
4275 3454 5193 1482 2018 2141 6047 2872 1913 2052 2096 33543 347907 1509788
GEMIDD. GROOTTE VAN HET HUISHOUDEN
1,91 1,78 1,74 1,85 1,81 1,84 1,85 1,93 1,83 1,79 1,82 1,83 1,79 1,8
NIET FAMILIALE HUISHOUDENS HUISHOUDENS MET 1 FAMILIEKERN PERSONEN MET ONGEHUWDE KINDEREN ALLEEN WONENDE MANNEN
228 208 312 85 128 95 346 145 131 121 110 1909 19782 87301
Bron : NIS, Dienst Telling Leuvenseweg 44, 1000 Brussel INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN MEETJESLAND
ALLE ADMINISTRATIEVE EENHEDEN
ALLEEN WONENDE VROUWEN
501 501 880 191 282 281 829 288 246 287 292 4578 54292 230630
DIE GEEN FAMILIEKERN VORMEN
60 58 113 28 39 39 89 42 29 30 37 564 5630 22400
HUISHOUDENS ZONDER KINDEREN
1046 879 1263 361 489 566 1417 730 472 542 523 8288 83625 364115
ECHTPAREN MET KINDERE N
260 171 247 74 94 112 347 177 98 98 114 1792 17663 78448
VADERS MET MOEDERS KINDERE MET N KINDEREN
28 24 35 7 17 9 41 22 7 17 19 226 2232 9425
75 82 104 41 52 57 143 69 53 40 45 761 8642 35813
HUIS-
TYPE
HOUDENS MET 2 OF MEER FAMILIEKERNEN
VAN HUISHOUDEN ONBEKEND
30 9 14 11 10 4 41 12 8 6 6 151 1582 7234
1 0 1 2 0 0 2 0 0 0 0 6 65 242
63
X.2. Bijlage 2: ouderenwoningen in het Meetjesland (privé-voorzieningen en erkende serviceflats niet inbegrepen) GEMEENTE
AALTER
WONIN GEN
Aalter Brug Aalter Kouter
8 18
Bellem Lotenhulle
3 11
Poeke Totaal
2 42
FLATS
LIGGING
Kouterslag Cardijnlaan Leiakker
EIGENAAR
Volkshaard Volkshaard OCMW Gemeente (OCMW-beheer) OCMW
ASSENEDE Assenede
16
Oosteeklo Totaal
16
Martijnenstraat Toverhekstraat Kraaienakkerstraat 16 (voorlopige erkenning als SF) 16
Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor volkswoningen (MBV) OCMW
Zonnepark 39 Zonneheem Pinsterbloemstraat Abdijstraat Boterbloemstraat 39
Stad Stad MBV
30
Gemeente OCMW MBV
EEKLO Eeklo
42 20
Totaal
62
KNESSELARE Knesselare Knesselare Ursel
16 20
Totaal
36
LOVENDEGEM Lovendegem
18 6
Vinderhoute Totaal
3 27
MALDEGEM Adegem Maldegem Totaal
Cardijnlaan De Bethunestraat 30 Kerkelare Kannunik Triestlaan 4 Molendreef Pastoor Moernautstraat 4
OCMW Volkshaard Volkshaard Gemeente
6 12 18
Callestraat ‘t Veldeken
Volkshaard MBV
Waarschoot
12 18
Steenakker Populierenstraat Wilgenstraat Berkenstraat
OCMW MBV
Totaal
30
WAARSCHOOT
ZOMERGEM
Zomergem Totaal MEETJESLAND Totaal
46 46 277
Elk Zijn Dak
89
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN M EETJESLAND
64
X.3. Bijlage 3: Overzicht van de gezinszorg in het Meetjesland De gezins- en bejaardenhulp omvat zowel poetshulp als gezinszorg. De diensten worden gesubsidieerd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Aanbod Familiehulp gemeenten
Familiezorg O.VL De Zon
Aalter Assende Eeklo Kaprijke Knesselare Lovendegem Maldegem Nevele Sint-Laureins Waarschoot Zomergem
17,44% 7,27% 19,14% 36,88% 19,24% 18,66% 11,83% 12,11% 29,14% 35,12% 15,63%
55,78% 24,98% 18,61% 60,17% 68,29% 53,52% 41,43% 30,31% 61,10% 46,87% 66,06%
Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest
26,76% 36,65%
26,21% 6,56%
OCMW
23,43% 58,99% 43,02% 5,30% 14,67% 3,44% 43,79%
34,32%
9,87% 0,92% 8,93%
15,66% 17,81%
Solidariteit Gent Thuishulp OSD (onafh.social.dienst) Eeklo 2,30% 5,04% 14,63% 2,57% 2,89% 12,51% 4,19% 8,43% 3,45% 4,16% 1,28%
1,05% 3,71% 4,60% 0,38% 4,27% 0,64% 4,79% 5,35% 6,31% 13,56% 7,16%
14,68% 6,70%
13,22% 8,92%
0,29%
2,09% 0,52%
Bron : Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn, afdeling Welzijnszorg, Team Gezinszorg Markiesstraat 1, 1000 Brussel Uitgave mei 2000
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN M EETJESLAND
65
X.4. Bijlage 4: Rusthuisbedden en serviceflatcomplexen in het Meetjesland X.4.1. RUSTHUIZEN EN RVT’S IN HET MEETJESLAND Kolom 1 Benaming, adres en telefoonnummer
Kolom 2 Verantwoordelijke beheersinstantie met adres
Kolom 3 Capaciteit
VZW Veilige Have St. Antonius Lostraat 20A 9880 Aalter BVBA Adagio Stationsstraat 183 9880 Aalter
41 ROB 110 RVT
Aalter ST. ANTONIUS Lostraat 20A 9880 Aalter 09/374.95.11 RESIDENTIE ADAGIO Stationsstraat 183 9880 Aalter 09/374.00.22
20 ROB 20 RVT
Assenede HOME ST. JOZEF Leegstraat 17 9960 Assenede 09/344.50.55
VZW Zusters Kindsheid Jesu Nederpolder 1 9000 Gent
63 ROB 63 RVT
RVT ST.BERNARDUS Assenedestraat 18 9968 Bassevelde 09/373.61.05
VZW St. Bernardus Assendestraat 18 9968 Bassevelde
54 ROB 36 RVT
ST. ELISABETH Tieltsesteenweg 25 9900 Eeklo 09/376.08.11
VZW Zusters Kindsheid Jesu Nederpolder 1 9000 Gent
69 ROB 85 RVT
AVONDZEGEN Moeie 37 9900 Eeklo 09/377.10.63
VZW Avondzegen Moeie 37 9900 Eeklo
80 ROB 25 RVT
RVT J. COPPENS Schietspoelstraat 16 9900 Eeklo 09/377.13.17
VZW Kliniek Dr. J. Coppens Schietspoelstraat 16 9900 Eeklo
15 ROB 30 RVT
OCMW Kaprijke Kerkakkerstraat 2
20 ROB 20 RVT
Eeklo
Kaprijke ST. JOZEF Aveschoot 2
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN M EETJESLAND
66 9971 Lembeke 09/377.17.28
9971 Lembeke
ST.VINCENTIUS Vrouwstraat 1 9970 Kaprijke 09/373.63.99
VZW Zusters Kindsheid Jesu Nederpolder 1 9000 Gent
32 ROB 36 RVT
VZW Onderdale Onderdale 1 9910 Ursel
35 ROB 25 RVT
HOME LINE Grote Baan 240 9920 Lovendegem 09/372.87.21
NP Roberti Nadine Kalemeersstraat 34 9030 Mariakerke
16 ROB
LARESTEEN Bierstal 32 9920 Lovendegem 09/372.65.29
BVBA Laresteen Oostveldkouter 6 9920 Lovendegem
12 ROB
DIEPENBROECK Appensvoorde 71 9920 Lovendegem 09/372.62.55
NV Home Diepenbroeck Appensvoorde 71 9920 Lovendegem
33 ROB
HOME ASTRID Grote Baan 197 9920 Lovendegem 09/372.53.36
BVBA Home Astrid Grote Baan 197 9920 Lovendegem
20 ROB
BUITENLUCHT Grote Baan 190 9920 Lovendegem 09/372.60.45
NP Van Steenbrugghe Freddy Bijlokelaan 58 9080 Lochristi
20 ROB
ST. ELISABETH Adegemdorp 26 9991 Adegem 050/71.15.13
OCMW Maldegem
60 ROB
ST. JOZEF Mw. Courtmanslaan 92 9990 Maldegem 050/71.13.32
OCMW Maldegem
45 ROB 58 RVT
Knesselare ONDERDALE Onderdale 1 9910 Ursel 09/374.10.10
Lovendegem
Maldegem
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN M EETJESLAND
67
Nevele TER LEENEN Graaf van Hoornestr.26 9850 Nevele 09/371.54.00
OCMW Nevele
47 ROB 25 RVT
BALADE Lostraat 6 9850 Nevele (Merendree) 09/371.97.31
VZW Balade zelfde adres
22 ROB
OCMW St.-Laureins
42 ROB 20 RVT
VZW St. Vincentius à Paulo Schoolstraat 33 9950 Waarschoot
68 ROB 38 RVT
VZW Zusters Kindsheid Jesu Nederpolder 1 9000 Gent
106 ROB 94 RVT
Sint-Laureins ST.JOZEF Rommelsweg 12 9980 St. Laureins 09/379.04.05
Waarschoot DE LINDE Schoolstraat 33 9950 Waarschoot 09/377.31.51
Zomergem RVT ONS ZOMERHEEM Dreef 47 9930 Zomergem 09/372.74.48
X.4.2. SERVICEFLATGEBOUWEN EN WONINGCOMPLEXEN MET DIENSTVERLENING Aalter WCD Rerum Novarumstraat 9880 Aalter 09/375.11.31
OCMW Aalter
27
BEJAARDENZORG VEILIGE HAVE Lostraat 20 9880 Aalter
VZW Bejaardenzorg Veilige Have Lostraat 20 9880 Aalter
30
Assenede WCD OCMW Moestuinstraat 9 t/m 27 en 10 t/m20 9960 Assenede 09/344.75.18
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN M EETJESLAND
16
68 RESIDENTIE NOACH Nieuwe Boekhoutsestr. 5A 9968 Assenede
VZW Bejaardencentrum St.-Bernardus Assenedestraat 18 9968 Assenede (Bassevelde)
15
St.–JOZEF Kriekerijstraat 8 9960 Assenede
VZW Zusters Kindsheid Jesu Nederpolder 1 9000 Gent
16
AVONDZEGEN Moeie 37 9900 Eeklo 09/377.10.63
VZW Avondzegen Moeie 37 9900 Eeklo
24
SENIORENRESIDENTIE VAN HOOREBEKE Van Hoorebekeplein 7 9900 Eeklo 09/377.29.34
VZW Carpe Diem Leopoldlaan 49 9900 Eeklo
45
RESIDENTIE PINEHURST Sportlaan 7 9900 Eeklo 09/378.60.99
NV Residentie Pinehurst Sportlaan 7 9900 Eeklo
8
GEMEENTEBESTUUR
15
OCMW
30
NV Van De Velde Stee 24 9988 Sint-Laureins (Watervliet)
32
VZW Zusters Kindsheid Jesu Nederpolder 1 9000 Gent
32
Eeklo
Lovendegem KERKELARE Kerkelare 21 9920 Lovendegem 09/372.82.20
Maldegem WCD Lazarusbron 1-37 en 2-24 9990 Maldegem 050/71.16.30
Sint-Laureins HELIOS Ketterijstraat 4 9988 Sint-Laureins (Watervliet) 09/379.84.07
Zomergem ONS ZOMERHEEM Dreef 47 9930 Zomergem 09/372.74.48
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN M EETJESLAND
69
X.5. Bijlage 5: Engagementsverklaring integraal gemeentelijk ouderenbeleid (ondertekend 11 juni 2002)
INTEGRAAL OUDERENBELEIDSPLAN M EETJESLAND