EMP-project ‘Inzet van ICT als ondersteunende programma’s in het eerste bachelorjaar’ (2008-09) Faculteit der Rechtsgeleerdheid Kenmerk: 08.0121 (= geactualiseerde versie van 07.0289)
Projectvoorstel
Status Versie Vervolgproject Looptijd
Finaal 0.2 n.v.t. / actualisatie van uitgesteld EMP-project 2007-2008 1 september 2008 t/m 31 augustus 2009
Bestandsnaam
mevr. drs. Zwanette H. Tobi, beleidsmedewerker onderwijs /
[email protected] 14-02-2008 Dhr dr. Wim Huisman, portefeuillehouder onderwijs /
[email protected] mevr. drs. Zwanette H. Tobi (zie hierboven) Projectvoorstel EMP-ICT
Versiehistorie
Versienummer
Datum
Auteur
0.1 0.2
14-02-2008 10-03-2008
Z.H.Tobi Z.H.Tobi
Auteur Datum Opdrachtgever Projectleider
Opmerking
Contactpersonen Onderwijscentrum VU: Procedure en overige vragen: mevr. drs. C.M.J. Peters (E:
[email protected] T: 020 –598 9221) ICT&Onderwijs: dhr. drs. G.J. Los (E:
[email protected] T:020 – 598 5493) Digitaal Portfolio: mevr. drs. J. Poortinga (E:
[email protected] T: 020 - 598 5481) Kwaliteitszorg: dhr. dr. W. van Os (E:
[email protected] T: 020- 598 5480) Onderwijsvisie: dhr. drs. G.J. Los (E:
[email protected] T:020 – 598 5493)
vrije Universiteit amsterdam
© 2008 Vrije Universiteit, Amsterdam
EMP-project inzet ICT in eerste bachelorjaar / Rechtsgeleerdheid / concept, versie 0.1
1. Samenvatting De Faculteit der Rechtsgeleerdheid wil voor haar eerstejaars bachelorstudenten een beperkt aantal ondersteunende en remediërende ICT-middelen inzetten om de studenten die dat nodig hebben de gelegenheid te geven eventuele achterstanden in te halen of zich te verbeteren. Dit project heeft tot doel voor een aantal vakken1 in het eerste jaar van de opleidingen Rechtsgeleerdheid en Criminologie adequate ondersteunende ICT-tools te kiezen, en deze als pilot te gaan uitvoeren en op hun effectiviteit te evalueren. Hierdoor zal dit project resulteren in enkele concrete effectieve en doelmatige toepassingen van ondersteunende ICT-modules. Uit de evaluatie van de pilots zal blijken of deze tools, al dan niet met kleine aanpassingen, na het studiejaar 2008-2009 structureel ingezet kunnen worden.
2. Rechtvaardiging van het project Motivatie Vanaf het begin van het studiejaar 2007-2008 krijgen alle eerstejaars bachelorstudenten aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid gedurende én aan het eind van hun eerste jaar een formeel studieadvies. Dit studieadvies is gebaseerd op hun prestaties in de vaardigheden die binnen het EMPproject ‘selecterende functie van het eerste jaar’ (2006-2007) als cruciaal zijn benoemd om succesvol te kunnen studeren (te weten: cognitieve vaardigheden, probleemoplossende vaardigheden, schriftelijke vaardigheden, en onderzoeks- en studievaardigheden). Aan studenten die moeite hebben met het beheersen van deze cruciale vaardigheden, maar waarin onze faculteit wel vertrouwen heeft, willen wij (naast de vernieuwingen in het eerstejaars curriculum die wij reeds doorgevoerd hebben) extra ondersteuning bieden. Deze ondersteuning met ICT-middelen kan bijvoorbeeld zijn een digitale cursus informatievaardigheden, ondersteuning bij het oplossen van juridische casussen en jurisprudentie, of training in planningsvaardigheid. Wij verwachten dat hierdoor meer studenten sneller en succesvoller hun eerste bachelorjaar zullen afronden en daarmee een meer solide basis voor succes in de rest van hun opleiding leggen. Bijdragen aan facultair onderwijsbeleid Onze faculteit heeft in haar strategienotitie aangegeven het eerste studiejaar meer selecterend te willen maken. Dit streven resulteerde onlangs in een aanvraag aan het CvB om per 1-9-2008 op experimentele basis te gaan werken met een bindend studieadvies (BSA). Bovendien willen wij in overeenstemming met de onderwijsvisie van de VU en de wettelijke waarborgen rond het BSA, studenten die vertraging oplopen actief benaderen. Door de uitvoering van de resultaten van het EMPproject ‘selecterende functie van het eerste jaar’ werken wij daar nu volop aan. Wij realiseren ons echter dat een deel van de studenten die studievertraging oploopt met extra oefening en ondersteuning die vertraging mogelijk weg kan werken en alsnog succesvol kan zijn. Dit sluit aan bij onze wens het studiesucces in de bachelorfase te verbeteren. Dit ‘ICT-middelen’-project zal daaraan bijdragen. Aansluiting bij EMP-thema’s Uit het bovenstaande zal het duidelijk zijn dat dit project volledig aansluit bij het derde thema van de EMP-ronde 2008-2009 ‘Experimenten met verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs met ondersteuning van ICT’. Dit project zal de begeleiding van de student verbeteren en meehelpen studieuitval terug te dringen en studierendementen te verhogen; hiermee sluit dit project ook aan bij het thema ‘Onderwijsontwikkeling en de Onderwijsvisie VU’ en dan vooral bij het derde subthema.
3. Projectdefinitie Projectdoelstellingen Na afloop van dit project kan de faculteit een aantal ICT-middelen doelmatig en effectief inzetten ter ondersteuning van eerstejaars bachelorstudenten, zodat zij optimale kans hebben om het gewenste 1
Hoeveel vakken én welke vakken precies is nog niet met zekerheid te zeggen. Wij wachten nog op de resultaten van de nieuwe en herziene eerstejaarsvakken op grond waarvan de behoefte blijkt. Wij verwachten dat het zal gaan om twee tot vier vakken met elk 50 tot 100 deelnemers aan elk van de ondersteunende modules.
2
EMP-project inzet ICT in eerste bachelorjaar / Rechtsgeleerdheid / concept, versie 0.1
niveau van de eerder genoemde cruciale vaardigheden te bereiken. Daarbij is het duidelijk: a) welk ICT-middel het beste past bij de betreffende vaardigheid en hoe dit door studenten gebruikt dient te worden voor optimaal effect; b) welke vormen van instructie de student nodig heeft; c) op welke wijze effect van het gebruik van de remediërende middelen gemeten kan worden. Projectbereik Dit project richt zich enerzijds op het selecteren van de juiste ICT-middelen (o.a. uit het programmaaanbod van RechtenOnline2) die behulpzaam zijn bij het wegwerken van kleine achterstanden en deficiënties van eerstejaars studenten in de genoemde cruciale vaardigheden (de inhoud). Anderzijds richt dit project zich op het ontwerpen van ondersteunende programma’s, voor zover nodig, waarin deze ICT-middelen in pilotvorm ingezet kunnen worden (de vorm, de wijze van faciliteren). Onze docenten vervullen hierin een inhoudelijk adviserende rol. Studenten krijgen hierbij de benodigde ondersteuning (technische ondersteuning, handleidingen e.d.). Dit alles wordt uitgevoerd op een zo efficiënt en gebruiksvriendelijk mogelijke wijze. Het is de bedoeling dat studenten zelfstandig aan deze modules werken zonder extra inzet van docenten. Elk van de ingezette ICT-middelen zal geëvalueerd worden. Dit project richt zich niet op het wegwerken van grote studieachterstanden (zoals van studenten die door ons gedefinieerd zijn in de ‘rode groep’, de zeer matig presterenden) noch op tweede- en hogerejaarsstudenten. Ook is dit project niet bedoeld om nieuwe ICT-tools te ontwikkelen. Projectresultaten Na afloop van het project beschikt de faculteit over de volgende resultaten: 1. Er is een (nader te bepalen, zie voetnoot 1) aantal verschillende, beschreven (en geëvalueerde), toepassingen van ondersteunende ICT-middelen voor eerstejaars bachelorstudenten met kleine studieachterstanden en deficiënties, die doelmatig en effectief ingezet kunnen worden. 2. Elke tool is als zelfstandig én tijd en plaats ongebonden te doorlopen module door een groep studenten gebruikt (pilot). Zij waren hiertoe voldoende geïnstrueerd (goede handleidingen, helpdesk, e.d.). 3. Er zijn evaluatierapporten waarin per ‘module’ de inzet daarvan is geëvalueerd bij de studenten en de docent(en) van het vak. 4. Er is een hoge mate van tevredenheid bij de docenten over de onderwijskundige toepassing van dit instrument. 5. Er is een hoge mate van tevredenheid bij de docenten over de praktische en organisatorische kanten van het gebruik van dit instrument. 6. Er is een hoge mate van tevredenheid bij de studenten over de onderwijskundige toepassing van dit instrument (zij ervaren dat de module remediërend heeft gewerkt). 7. Er is een hoge mate van tevredenheid bij de studenten over de praktische en organisatorische kanten van het gebruik van dit instrument. 8. Er is een advies over effectmeting in de toekomst: docenten en/of studiebegeleiders moeten in staat zijn de studievorderingen van de studenten die deelnemen aan ondersteunende programma’s te beoordelen en te monitoren. 9. Een systeem of handleiding voor kwaliteitsbewaking van het gebruik van de verschillende ondersteunende ICT-middelen (praktisch en inhoudelijk; wel/niet verplichte deelname; wat te doen met matig presterende studenten die niet aan remediërende modules deelnamen, e.d.). Relaties met andere projecten Dit project heeft een relatie met het EMP-project ‘Verbeteren van de selecterende functie van het eerste jaar Rechtsgeleerdheid en Criminologie’ (2006-2007). Als onderdeel van dit project zijn cruciale vaardigheden gedefinieerd die in de (deels volledig nieuwe) vakken van het eerste jaar onderwezen en getoetst worden. Wij zullen gebruik maken van deze resultaten om te bepalen voor welke vaardigheden ondersteunende ICT-middelen ingezet zullen worden. Ook heeft dit voorgestelde project een relatie met ons facultair project ‘herziening B2-B3’ dat van de diverse opleidingen het 2
www.rechtenonline.nl, o.a. de producten Juridische studie- en toetsvaardigheden (studievaardigheden), Case (privaatrecht) en Prosa (strafrecht). Daarnaast het product JurInfo (uit DU-project: www.uvt.nl/jurinfo (Juridische vaardigheden).
3
EMP-project inzet ICT in eerste bachelorjaar / Rechtsgeleerdheid / concept, versie 0.1
tweede en derde bachelorjaar zal doorlichten en herzien in het licht van de Strategienotitie van de faculteit; op basis van de ervaringen die wij opdoen met dit voorgestelde project zullen wij mede besluiten of en hoe wij ICT-middelen voor ondersteunende programma’s in B2 en B3 willen en kunnen inzetten.
4. Kwaliteit en disseminatie Kwaliteitseisen Het faculteitsbestuur heeft de volgende kwaliteitsverwachtingen van de bovengenoemde producten: 1. Keuze ICT-toepassingen: de remediërende ICT-tools moeten goed aansluiten bij de inhoud van de vakken/cruciale vaardigheden waarvoor zij remediërend zijn. Zij moeten geschikt zijn voor grote groepen studenten (in eerste instantie 50-100, op termijn mogelijk meer). De docenten beoordelen de kwaliteit van de inhoud. Voor studenten moet het duidelijk zijn wat zij van de tool kunnen verwachten, zodat zij extra gemotiveerd aan de slag kunnen. 2. Instructie studenten: studenten kunnen zelfstandig, zonder hulp van een docent, en tijd en plaats ongebonden de ICT-tool doorlopen. Daartoe zijn voldoende duidelijke, korte handleidingen (voor zover nodig) beschikbaar. Gedurende de pilot kunnen zij ook gebruik maken van een helpdeskfunctie. 3. Evaluatierapporten: elke module wordt direct na afloop geëvalueerd door de evaluatie-expert van Onderwijscentrum VU. De studenten die de module gevolgd hebben worden uitgenodigd om een schriftelijke (online) evaluatie in te vullen. In de vragenlijst wordt de tevredenheid van studenten gepeild over de onderwijskundige toepassing van de tool, over de praktische en organisatorische kanten van het gebruik hiervan, en over de door hen ervaren effecten van de remediërende module. Docenten en studiebegeleiders worden na afloop van de pilot mondeling geïnterviewd. Bij hen wordt de tevredenheid gepeild over de inhoud en onderwijskundige inzet van de ICT-tool, de voor- en nadelen, de praktische en organisatorische kanten van het monitoren van de effecten. De evaluatierapporten bevatten a) de resultaten van de evaluaties en b) conclusies over de inzetbaarheid van de ICT-tools in de toekomst en c) een aantal algemene richtlijnen voor de verdere facultaire inzet van dergelijke remediërende ICT-tools. De projectresultaten 4 t/m 7 zien wij als aparte resultaten die, uiteraard, uit deze evaluatierapporten moeten blijken. 4 t/m 7. Tevredenheid studenten en docenten: over de onderwijskundige toepassing én over de praktische en organisatorische kanten van dit instrument willen wij een hoge mate van tevredenheid bij studenten en docenten/studiebegeleiders bereiken. Alleen dán zien wij de mogelijkheid om deze of soortgelijke remediërende ICT-tools structureel (en mogelijk breder) binnen de faculteit in te zetten 8. Monitoren studievorderingen: het advies over de effectmeting moet praktisch zijn en snel en efficiënt uitvoerbaar zijn. Vooral de studiebegeleiders zijn nauw bij de opzet van dit advies betrokken. 9. Systeem/handleiding van kwaliteitsbewaking: het gebruik van remediërende ICT-tools moet in ons kwaliteitszorgsysteem gevolgd kunnen worden. Wij verwachten afstemming hierover van de evaluatie-expert van Onderwijscentrum VU met onze kwaliteitszorgmedewerker zodat dit een vast onderdeel binnen ons kwaliteitszorgsysteem wordt. Borging van kwaliteit van de resultaten De resultaten worden geëvalueerd met betrokken studenten en docenten met behulp van een evaluatiespecialist van Onderwijscentrum VU. Deze resultaten zullen gepresenteerd worden in een evaluatierapport. De stuurgroep zal op cruciale punten in het project de resultaten op kwaliteit beoordelen. Bruikbaarheid van de resultaten Het project wordt begeleid door de stuurgroep; de projectdocenten en -studenten en een studiebegeleider zullen (al dan niet samen met collega’s) met de medewerkers van Onderwijscentrum VU teams vormen; medewerkers van het onderwijsbureau zijn bij dit project betrokken (actief of zij
4
EMP-project inzet ICT in eerste bachelorjaar / Rechtsgeleerdheid / concept, versie 0.1
worden geïnformeerd in de wekelijkse werkoverleggen). Bovendien zal de voortgang van dit project telkens op de agenda staan van de vergaderingen van de opleidingscommissies. Hierdoor is een grote groep medewerkers en studenten op de hoogte van dit project. Ook evenementen als een lunchbijeenkomst, onze onderwijsdag, e.d. zullen worden gebruikt om dit project bekend te maken. De resultaten zullen op verzoek beschikbaar gesteld worden aan andere faculteiten.
5. Projectstructuur Projectgroep In het onderstaande schema staat de maximale samenstelling van de projectgroep. De teammanagers zullen zelf elk een team vormen samen met de ondersteuners van het Onderwijscentrum VU, waarmee zij de ondersteunende pilots vorm gaan geven en uitvoeren met studenten. Naam / Functie / Afdeling
Projectrol
Uren p/w
Tel.nr
…..., coördinator Beginselen privaatrecht3 ….., coördinator Beginselen bestuursrecht / Inleiding publiekrecht Mevr. Mr. M. Vlaming, (Marianne), docent
Teammanager Beg. privaatrecht
2
?
Teammanager Beg. bestuursrecht/ Inl. publiekrecht Teammanager Jurid vaardigheden/Proj. Criminologie, B(C)1 Secr./administratieve ondersteuning Teammanager Beg. strafrecht
2
?
2
86233
2
?
2
86233
Medewerker studiesecretariaat Dhr. mr. B. (Bas) de Wilde, coördinator Beginselen strafrecht Mw. mr. A.T. (Annelieske) van Neerven, studiebegeleider Ondersteuner OND-VU: - Onderwijskundig - Technisch (ICT) - Evaluatie Mw. drs. Z.H. (Zwanette) Tobi, beleidsmedewerker, onderwijsbureau
Teammanager Studievaardigheden / monitoren studievorderingen Zie onderstaande punt
Projectleider
Email
[email protected]
[email protected]
[email protected] .nl
12 (verdeeld over de 3 specialisten) 4
?
?
83515
[email protected]
Ondersteuning vanuit Onderwijscentrum VU Vanuit het Onderwijscentrum VU is de volgende ondersteuning, samen voor 0,3 fte verdeeld over drie specialisten, gewenst om dit project te laten slagen: 1. Onderwijskundige ondersteuning (adviseren over de onderwijskundig meest geschikte ICTmiddelen; adviseren over de vorm waarin ze ingezet worden (incl. advies over eventuele kleine aanpassingen); hulp bij het schrijven van handleiding(en) en instructie(s) voor docenten en studenten). 2. ICT-ondersteuning (advies over toepassing van de juiste ICT-tool; eventuele kleine aanpassingen in een bestaand product doen; technische ondersteuning van docenten en studenten; tijdelijke helpdeskfunctie). 3
Niet alle namen van de vakcoördinatoren zijn bekend omdat deze jaarlijks wisselen. Deze namen zullen ruim voor aanvang van het nieuwe studiejaar bekend zijn.
5
EMP-project inzet ICT in eerste bachelorjaar / Rechtsgeleerdheid / concept, versie 0.1
3. Ondersteuning van evaluatiespecialist (opzetten/uitvoeren van evaluaties van de diverse onderdelen van het project bij studenten en docenten, interpretatie van de resultaten en opstellen van de rapportage; mee opzetten methode monitoren studievorderingen). Stuurgroep De stuurgroep zal bestaan uit: 1. Namens faculteitsbestuur: dr. W.(Wim) Huisman, portefeuillehouder onderwijs (beslisser). 2. Mw. N. (Nabila) Nouinou, student (tevens mentor). 3. Dhr. mr. dr. A.R. (Arno) Lodder, UD Rechtsinformatica 4. Dhr. mr. H.C.R. (Rob) van Bogget, onderwijscoördinator/bestuurslid RechtenOnline. De stuurgroep heeft als taak het projectplan, dat aan het begin van het project wordt opgesteld, goed te keuren, de projectplanning en -voortgang te bewaken, de kwaliteit van de resultaten te beoordelen, kritisch inhoudelijk mee te denken en zorg te dragen voor draagvlak voor de projectresultaten. Facultair commitment Binnen het genoemde EMP-project 'Versterken van de selecterende functie van het eerste jaar’ is vastgelegd dat studenten met kleine achterstanden extra begeleiding zullen ontvangen, mogelijk in de vorm van extra onderwijs. Het faculteitsbestuur heeft hiertoe opdracht gegeven en de breed samengestelde projectgroep en begeleidingscommissie, waarvan de meeste leden nu de daadwerkelijk uitvoering van de plannen monitoren, staan hier achter. De ondersteunende ICT-middelen uit dit voorgestelde project zullen niet in plaats van huidig onderwijs komen: het zijn extra ondersteunende programma’s die door gebruikmaking van ICT docenten kunnen ontlasten. Wij verwachten daarom dat er voldoende draagvlak zal zijn onder studenten en docenten. Het faculteitsbestuur garandeert dan ook voldoende capaciteit voor de uitvoering. Ook garandeert het faculteitsbestuur om, indien nodig, voldoende financiële middelen beschikbaar te stellen om minimaal twee ICT-middelen in te zetten. Tijdens het project zal worden bekeken of het mogelijk en wenselijk is dat de studenten een (kleine) eigen bijdrage voor gebruik van de producten betalen (net zoals dat nu gebruikelijk is voor syllabi).
6. Projectaanpak Activiteiten Hoofdactiviteit 1 2
Opstellen van projectplan Keuze van ICT-tools
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
ICT-tool 1 (JurInfo) Pilot ICT-tool 1 (JurInfo) Evaluatie ICT-tool 1 (JurInfo) ICT-tool 2 Pilot ICT-tool 2 Evaluatie ICT-tool 2 ICT-tool 3 Pilot ICT-tool 3 Evaluatie ICT-tool 34 Monitorsysteem Systeem kwaliteitsbewaking Opstellen eindrapport Presentatie projectresultaten universitaire EMP-middag
4
Omschrijving
Relatie met resultaten
Analyse welke ondersteunende modules gewenst zijn en welke beschikbaar zijn. Advies + vormgeven (‘how to’) Uitvoering (technisch + pilot draaien) Evalueren bij studenten en docenten Advies + vormgeven (‘how to’) Uitvoering (technisch + pilot draaien) Evalueren bij studenten en docenten Advies + vormgeven (‘how to’) Uitvoering (technisch + pilot draaien) Evalueren bij studenten en docenten Opzetten t.b.v. studievorderingen Opstellen systeem/handleiding
1 1/2 2 3 t/m 7 1/2 1 3 t/m 7 1/2 1 3 t/m 7 8 9
Presentatie op de universitaire EMP-middag
Mogelijk nog een vierde ICT-tool,
6
EMP-project inzet ICT in eerste bachelorjaar / Rechtsgeleerdheid / concept, versie 0.1
Planning5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
sept. X(+aug) X (+aug)
okt.
nov.
dec.
X
X X
X
X
X
X
X X X X X x
X
X
X
jan.
febr.
mrt.
X
X
X
X
april
mei
X
X
X
X
X X
X X X x
juni
juli
aug.
X
X
X
X X X
?
7. Materiële kosten Gaandeweg dit project zal meer duidelijkheid ontstaan over de eventueel bijkomende kosten van in te zetten ICT-middelen. Op basis daarvan kan het faculteitsbestuur beslissen om meer te investeren dan de onder punt 5 bij ‘facultair commitment’ genoemde middelen. De kans is aanwezig dat er extra PC’s nodig zijn voor studenten, ook al is ons uitgangspunt webbased programmatuur te gebruiken. Omdat de faculteit wel over de financiële middelen, maar niet over de fysieke ruimtes hiervoor beschikt kunnen we hier nu, op deze plaats, niet verder op ingaan.
8. Ondertekening en datum Voor akkoord: Namens het faculteitsbestuur, Wim Huisman, portefeuillehouder Onderwijs
Namens het Onderwijscentrum VU, ……………………………….(naam) ……………………………….(functie)
………………………………….. (handtekening) ………………………………….. (datum)
………………………………….. (handtekening) ………………………………….. (datum)
5
Voorlopige planning. Definitieve planning is afhankelijk van de uiteindelijke keuzes.
7