Emissie Inventarisatie 2012 18000
16000
14000
12000
10000
8000
6000
4000
2000
0
2009 Co2-e (ton) 2010 Co2-e (ton) 2011 Co2-e (ton)
KRD2EI2
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
Colofon Uitgegeven door MNO Vervat BV Pondweg 1, 2153 PK Nieuw Vennep Postbus 185, 2150 AD Nieuw Vennep
Titel
Emissie Inventarisatie 2012
Nummer
KRD2EI2
Bovenliggend Document
KRD2
Versie
2.0
Datum
25-06-2013
Status
Concept
Opgesteld door
B. Goedkoop (verantwoordelijke functionaris)1
Gecontroleerd door
B. Wuite/ B. Klein
Goedgekeurd door
Y. Korver
1
Conform GHG report content 14064-1 Hoofdstuk 7.3.1b
2
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
INHOUD Inhoud ........................................................................................................................................................................................... 3 1.
Inleiding ................................................................................................................................................................................ 4
2.
Carbon footprint 2012 .......................................................................................................................................................... 5
3.
2.1.
Organizational boundaries ...................................................................................................................................... 5
2.2.
Organogram (2012) ................................................................................................................................................. 6
2.3.
Scope....................................................................................................................................................................... 7
2.4.
Beschrijving van de werkzaamheden ...................................................................................................................... 7
2.5.
Operational boundaries .......................................................................................................................................... 8
Uitgangspunten energiegebruik en de uitstoot van CO2 ...................................................................................................... 9 3.1.
4.
Boundary ................................................................................................................................................................. 9
Kwantificering van GHG-emissies ....................................................................................................................................... 10 4.1.
Kwantificeringstappen en uitsluitingen ................................................................................................................ 10
4.2.
Identificatie van GHG-bronnen ............................................................................................................................. 10
4.3.
Selectie kwantificeringsmethode .......................................................................................................................... 10
4.4.
Selectie en verzamelen van GHG-gegevens .......................................................................................................... 10
4.5.
Selectie van GHG-conversiefactoren..................................................................................................................... 10
4.6.
Bronnen van uitstoot ............................................................................................................................................ 11
4.7.
Berekeningsmethode en mate van onnauwkeurigheid ........................................................................................ 12
5.
Berekening energiegebruik en uitstoot CO2 2012 .............................................................................................................. 14
6.
Reductie van energiegebruik en CO2-uitstoot .................................................................................................................... 15 6.1.
Hoofdreductiedoelstelling .................................................................................................................................... 15
6.2.
Resultaten ............................................................................................................................................................. 15
Bijlage I Emissie-Inventarisatie 2012 (totaal) .............................................................................................................................. 16 Bijlage II – Procedure Scope 1,2 en 3 .......................................................................................................................................... 18 Bijlage III – Procedure Emissie Inventaris Scope 3....................................................................................................................... 20 Bijlage IV: Aanvullend Emissie-inventarisatie 2012 Q1 en Q2 ..................................................................................................... 22 Bijlage IV - Conversiefactoren ..................................................................................................................................................... 24
3
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
1. INLEIDING MNO Vervat B.V. (KvK 34097034) voert grote infrastructurele werken uit in onder meer Nederland, het Caribische gebied en Suriname. Hierbij wordt een totaalpakket aangeboden van spoor- tot wegenbouw en van tunnelbouw tot verkeersregeling. MNO Vervat heeft een systeem opgezet om de broeikasgasemissies (GHGemissies) van haar Organisatie te bepalen. De Verificatie van de Emissie Inventarisatie door een Certificerende Instelling is een eis die de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) stelt vanuit Invalshoek A van de CO2-Prestatieladder. MNO Vervat B.V. heeft KEMA Emission Verification Services B.V. opdracht verleend de Emissie Inventarisatie over het jaar 2012 te verifiëren. Dit betreft dit document met referentienummer: KRD2EI2 en is een opvolging van het document van KRDEI1CF1 (2011). De Verificatie van de CO2-Emissie-Inventarisatie zal uitgevoerd worden aan de hand van documentatie en digitale bestanden, zoals ter inzage zijn gegeven aan de auditor. De verificatie geldt voor de gehele Organisatie van MNO Vervat B.V. en de daaronder vallende emissies van dochterondernemingen. De beoordeling is uitgevoerd op basis van de norm ISO 14064-1. In deze norm zijn relevantie, compleetheid, consistentie, nauwkeurigheid en transparantie de kernbegrippen. De ISO 14064-1 maakt tevens onderdeel uit van de ISO 14001. Deze begrippen zijn meegenomen in de beoordeling van de emissie-inventaris met focus op de volgende drie beoordelingscriteria: -
Afbakening organisatorische grenzen; Afbakening operationele grenzen, indeling scope 1 en 2; Kwantificering van de GHG-emissies: . Identificatie van de GHG bronnen; . selectie kwantificeringsmethode; . selectie en verzamelen activiteitsgegevens; . selectie en/ of ontwikkelen emissiefactoren; . berekeningen van de GHG-emissies.
4
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
2. CARBON FOOTPRINT 2012 In dit hoofdstuk worden de bevindingen van de verificatie over de drie beoordelingscriteria gerapporteerd. 2.1. ORGANIZATIONAL BOUNDARIES
Voor de bepaling van de organizational boundaries van MNO Vervat B.V. (KvK 34097034) voor de CO2-EmissieInventarisatie is gekozen voor de methode ’equity share/aandeel eigendom‘. Conform GHG-protocol. Top-down en afdoende. Essentie: men gaat op de hoogste top van de hiërarchie van bedrijven zitten (bijvoorbeeld op holding niveau) en bepaalt op basis van het GHG-protocol welke bedrijven tot de organizational boundary behoren. De hiërarchie ziet op de zeggenschapsrelaties tussen bedrijven. Dit betekent voor MNO Vervat B.V. dat de verantwoording voor de CO2-productie wordt genomen voor het eigendomsaandeel van de zuster B.V.’s, zoals opgenomen in de Emissie-Inventarisatie. De afbakening van de “organizational boundaries” staat weergegeven in het organogram. MNO Vervat B.V. (KvK 34097034) heeft haar activiteiten op het hoofdkantoor in Nieuw Vennep. Daarnaast wordt het overgrote deel van de activiteiten uitgevoerd op de projectlocaties die inzichtelijk zijn in de onderliggende documenten van de Emissie-Inventarisatie.
5
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
2.2. ORGANOGRAM (2012)
MNO Vervat BV Boundary 2012
MNO Vervat
MNO Vervat
MNO Vervat
MNO Vervat
Wegen BV
GWW BV
Noord BV
Beton BV
(100% Entiteit)
(100% Entiteit)
(100% Entiteit)
(100% Entiteit)
Aannemingsbedrijf
MNO Vervat
K. Krul en Zonen BV
Transport BV
(100% Entiteit)
(100% Entiteit)
Aannemingsbedrijf de Jong en Zoon Beheer BV (100% Entiteit)
Aannemingsbedrijf de Jong en Zoon Beesd BV (100% Entiteit)
Asfalt Productie Amsterdam
M. Koek en Zonen
(APA) BV
Werkendam BV
(33% Entiteit)
(100% Entiteit)
Asfalt Productie Rotterdam (APRR) BV (25% Entiteit)
Noordelijke Asfalt Productie (NOAP) BV (50% Entiteit)
Zuurmond Groen BV (100% Entiteit)
Kroeze infra BV (100% Entiteit)
Figuur 1: Totale " Organizational nizational Boundary MNO Vervat".
MNO Vervat B.V. was in 2012 een dochter van Royal Boskalis Westminster Group uit Papendrecht. Papendrecht MNO Vervat B.V. bestaat uit de volgende bedrijven: • • • • • • • • • • • •
MNO Vervat B.V.; MNO Vervat-Wegen B.V.; Aannemingsbedrijf K. Krul en Zonen B.V.; MNO Vervat-Beton; MNO Vervat-Noord; Aannemingsbedrijf De Jong en Zoon Beheer B.V.; Aannemingsbedrijf De Jong en Zoon Beesd B.V.; M. Koek en Zonen Werkendam B.V.; Zuurmond Groen B.V.; Kroeze infra B.V.; M.N.O. Vervat Grond-, Weg- en Waterbouw B.V.; M.N.O. Vervat Transport B.V.
6
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
2.3. SCOPE
Managen van ontwerp, realisatie, beheer en onderhoud van (integrale) mono- en multidisciplinaire projecten in de spoor-, beton-, weg- en waterbouw, technische installaties, milieukundige werken en uitvoering van bodemsanering. 2.4. BESCHRIJVING VAN DE WERKZAAMHEDEN
MNO Vervat houdt zich bezig met spoor-, civiele beton-, grond-, weg- en waterbouw, evenals milieukundige werken (saneringen). MNO Vervat Wegen, MNO Vervat Noord en MNO Vervat GWW houden zich bezig met spoor-, grond-, weg- en waterbouw, evenals milieukundige werken (saneringen). MNO Vervat Beton houdt zich bezig met civiele beton- en waterbouwkundige werken. Aannemingsbedrijf K. Krul en Zonen B.V. houdt zich bezig met baggerwerk, onderhoud aan vaargeulen en waterwegen, zandwinning -transport en -handel, peilwerkzaamheden en waterbodemsanering. Aannemingsbedrijf De Jong, M. Koek en Zonen, Kroeze en Zuurmond Groen houden zich voornamelijk bezig met groenonderhoud en onderhoud van civiele infrastructuur. MNO Vervat Transport houdt zich bezig met het transport van bouwstoffen, voornamelijk zand.
7
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
2.5. OPERATIONAL BOUNDARIES
VASTSTELLEN OPERATIONAL BOUNDARIES De ‘operational boundaries’ zijn, conform het Greenhouse Gas (GHG) protocol/ISO 14064-1, ingedeeld in scope 1, 2 en 3. Voor de CO2-prestatieladder is gekeken naar scope 1 en 2, waarbij de afwijkende hantering van de verschillende scopes is toegepast. Voor de berekening van de CO2-emissie betekent dit:
Scope 1 emissies of directe emissies Scope 1 of directe emissies zijn emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door eigen gas gebruik (bijv. gas boilers, warmtekrachtinstallaties en ovens) en emissies door het eigen wagenpark. Zie ook figuur 1, het scopediagram.
Scope 2 emissies of indirecte emissies Scope 2 of indirecte emissies zijn emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals emissies door centrales die deze elektriciteit leveren. SKAO rekent ‘Business Travel’ tot scope 2. Zie ook figuur 1, het scopediagram.
Scope 3 emissies of overige indirecte emissies Scope 3 emissies of overige indirecte emissies zijn een gevolg van de activiteiten van het bedrijf (de organisatie) maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd worden door het bedrijf. Voorbeelden zijn emissies voortkomende uit de productie van ingekochte materialen, de verwerking van het afval en het gebruik van het door het bedrijf aangeboden/verkochte werk, dienst of levering. SKAO rekent ‘Business Travel’ (Business Travel= ‘Business air Travel’en ‘Personal Cars for business travel’) tot scope 2. Zie ook figuur 1, het scopediagram. De basis voor deze definities is gegeven in het GHG-protocol A Corporate Accounting and Reporting Standard”, hoofdstuk 4 ‘Setting Operational Boundaries’. Scope
S1.1 S1.2 S1.3 S1.4 S1.5 S1.6 S2.1 S2.2 S2.3 S2.4 S3
Gasverbruik kantoren Gasverbruik Asfaltcentrale Gasverbruik Projecten Brandstofverbruik personenvervoer Brandstofverbruik Schepen Brandstofverbruik Materieel Energieverbruik kantoren Energieverbruik Asfaltcentrales Energieverbruik projecten Brandstofverbruik overige Indirecte emissies
Het onder scope 3 vallende zakelijk gebruik van privéauto’s (‘personal cars for business travel’) en de zakelijke vliegreizen (‘business air travel’) worden binnen de CO2- Prestatieladder gerekend tot scope 2. In de Emissie-Inventarisatie zijn geen emissies vallend onder scope 3 meegenomen. De directe, indirecte en andere indirecte GHG-emissies in de CO2-uitstoot 2012 van MNO Vervat omvat alle CO2-emissies die behoren tot scope 1 en 2, waarbij de indeling is gehanteerd van de CO2-Prestatieladder.
8
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
3. UITGANGSPUNTEN ENERGIEGEBRUIK EN DE UITSTOOT VAN CO 2 Uitgangspunten voor de berekening van het energiegebruik en de uitstoot van CO2. Eind 2012 is er één nieuwe Entiteit (bedrijven) opgenomen in de Boundary, namelijk Kroeze BV In 2012 heeft dit nog geen gevolgen voor de operationele aansturing en dus ook niet voor de werkzaamheden die verband houden met het CO2-Bewust Certificaat. 3.1. BOUNDARY
De Boundary van MNO Vervat is vastgesteld. Voor de bepaling van de organizational boundaries van MNO Vervat B.V. (KvK 34097034) voor de CO2-Emissie-Inventarisatie is gekozen voor de methode ’equity share/aandeel eigendom‘.Conform GHG-protocol. Top-down en afdoende. Essentie: men gaat op de hoogste top van de hiërarchie van bedrijven zitten (bijvoorbeeld op holding niveau) en bepaalt op basis van het GHG-protocol welke bedrijven tot de organizational boundary behoren. De hiërarchie ziet op de zeggenschapsrelaties tussen bedrijven. Hieruit is gebleken dat de volgende bedrijven C-aanbieder zijn, en dus in de boundary vallen. • • • • • • • • • • •
MNO Vervat B.V.; MNO Vervat-Wegen B.V.; Aannemingsbedrijf K. Krul en Zonen B.V.; MNO Vervat-Beton B.V.; MNO Vervat-Noord B.V.; Aannemingsbedrijf De Jong en Zoon Beheer B.V.; M. Koek en Zonen Werkendam B.V.; Kroeze infra B.V.; Zuurmond Groen B.V.; M.N.O. Vervat Grond-, Weg- en Waterbouw B.V.; M.N.O Vervat Transport B.V.
Voor de volledigheid worden de deelnemingen van MNO Vervat Wegen in de asfaltmenginstallaties ook meegenomen in de boundary: • Asfalt Productie Amsterdam (APA) B.V. (Belang 33,3%); • Asfalt Productie Rotterdam (APRR) B.V. (Belang 25%); • Noordelijke Asfalt Productie (NOAP) B.V. (Belang 50%). De GWW werkzaamheden en civiele betonbouw door bovengenoemde bedrijven vinden plaats op projectlocaties door heel Nederland. Op kleine schaal wordt beton geprefabriceerd in een werkplaats in Middenmeer. De kantoorwerkzaamheden vinden plaats in de volgende vestigingen: Nieuw Vennep, Middenmeer, Biddinghuizen, Rotterdam en Leek. De asfaltproductielocaties zijn gevestigd in Heerenveen, Amsterdam en Rotterdam.
9
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
4. KWANTIFICERING VAN GHG-EMISSIES 4.1. KWANTIFICERINGSTAPPEN EN UITSLUITINGEN
Voor de kwantificering van de GHG-emissies zijn de kwantificeringsstappen voor de bepaling van de GHGemissies uitgevoerd zoals beschreven in het GHG-protocol/ISO 14064-1. Bij deze kwantificering zijn geen GHGbronnen uitgesloten. 4.2. IDENTIFICATIE VAN GHG-BRONNEN
Voor de identificatie van de GHG-bronnen is gebruik gemaakt van kwantitatieve metingen van de activiteiten die broeikasgas genereren. Hiervoor is gebruik gemaakt van registraties van onder andere de leasemaatschappij (brandstof leaseauto’s), gas- en elektriciteitsverbruik van de vestigingen, projectlocaties en asfaltmolens, brandstofverbruik van de schepen en op projectlocaties en gedeclareerde kilometers. Met behulp van deze inventarisatie zijn de GHG-bronnen centraal dan wel per projectlocatie geïdentificeerd. 4.3. SELECTIE KWANTIFICERINGSMETHODE
De kwantificeringsmethode voor de GHG-bronnen betreft: Voor directe (brandstof) en energie indirecte (elektriciteit) CO2-emissies: verbruiken uit facturen van energieleveranciers van zowel het hoofdkantoor, de asfaltmolens en schepen als de projectlocaties. Brandstoffen voor het eigen wagenpark: gedifferentieerd naar aantal liters benzine, diesel en gas worden aangeleverd door de leasemaatschappij. Privéauto’s zakelijk verkeer. Zakelijke vliegreizen: kwamen niet voor en worden anders door de administratie geregistreerd op basis van de factuurgegevens van de tickets (de internationale projectlocaties vallen buiten de scope van de Emissie Inventarisatie). Voor alle CO2-bronnen is de kwantificeringsmethode toegepast. Uit de verificatie in Bijlage I is gebleken dat alle activiteitsgegevens die opgenomen zijn in de onderliggende registraties en spreadsheets zijn gekwantificeerd volgens een herleidbare methode. Zie procedure bijlage II en III. 4.4. SELECTIE EN VERZAMELEN VAN GHG-GEGEVENS
De selectie en het verzamelen van de GHG-gegevens is uitgevoerd aan de hand van de gebruikte registraties en excelsheets en de aanwezige registraties van onder andere leasemaatschappijen, facturen leveranciers en financiële- en salarisadministratie. 4.5. SELECTIE VAN GHG-CONVERSIEFACTOREN
De toegepaste conversiefactoren zijn afkomstig uit het handboek CO2-Prestatieladder 2.1 d.d. 23 juni 2011. De berekening van de Carbon Footprint Analyse 2012, 2011 (Formulier F5) en de Annex van de Carbon Footprint Analyse 2010, 2009 (KF921) is conform deze bronnen en op de juiste wijze toegepast. De belangrijkste conversiefactoren zijn te vinden in Bijlage V.
10
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
4.6. BRONNEN VAN UITSTOOT
Binnen de vastgestelde Boundary worden de volgende bronnen van uitstoot van broeikasgassen onderkend. Aangegeven is in welke categorie van de ISO 14064-1 norm deze vallen, alsmede voor welk niveau van de CO2Prestatieladder dit geldt. Bron
Soort
ISO
CO2-ladder
scope Scope
Niveau
Vestigingen
verbranding van gas voor CV
1
1
3-4-5
Materieel op projectlocaties
verbranding van gasolie/benzine
1
1
3-4-5
Eigen transport van materieel naar projectlocatie
verbranding van diesel
1
1
3-4-5
Eigen wagenpark
verbranding van benzine/diesel
1
1
3-4-5
Generatoren projectketen
verbranding van gasolie
1
1
3-4-5
Gasflessen projectketen
verbranding van gas
1
1
3-4-5
Productie van beton
verbranding van gas
1
1
3-4-5
Productie van asfalt
verbranding van gas
1
1
3-4-5
Winning van zand
verbranding van gasolie
1
1
3-4-5
Vestigingen
ingekochte elektriciteit
2
2
3-4-5
Projectlocaties
ingekochte elektriciteit
2
2
3-4-5
Asfaltproductielocaties
ingekochte elektriciteit
2
2
3-4-5
Zakelijk personen vervoer
verbranding van brandstof
3
2
3-4-5
Zakelijk personenvervoer km-vergoeding voor gebruik privéauto Ingekochte producten
verbranding van brandstof
3
2
3-4-5
keteneffect
3
3
4 /5
Uitbesteed transport
verbranding van brandstof
3
3
4 /5
Uitbestede werkzaamheden
keteneffect
3
3
4 /5
Personenvervoer via OV
3
3
4 /5
Onderaannemers/ Leverancier
verbranding van brandstof, ingekochte elektriciteit keteneffect
3
3
4 /5
Gebruik van papier
keteneffect
3
3
4 /5
(auto, trein)
Tabel 1 ’Bronnen van uitstoot van broeikasgassen’. ISO 14064-1 1 = direct GHG emission 2 = energy indirect GHG emission 3 = other indirect GHG emission
11
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
4.7. BEREKENINGSMETHODE EN MATE VAN ONNAUWKEURIGHEID
Gekozen is voor een berekening aan de hand van het energiegebruik. Door middel van de conversiefactoren zoals vermeld in de volgende paragraaf wordt dit energieverbruik omgerekend naar tonnage CO2e. Doordat de feitelijke uitstoot van broeikasgassen niet wordt gemeten, maar wordt berekend, ontstaat een beperkte mate van nauwkeurigheid. Tevens wordt deze mate van nauwkeurigheid versterkt door de financiële transactie die verbonden is aan de leveringen van deze brandstof en van energie. Door middel van bijvoorbeeld jaarafschriften en afleveringsbonnen.
VESTIGINGEN, ASFALTMOLENS EN PROJECTEN Het gebruik van gas en elektriciteit in de vestigingen, asfaltmolens en op de projecten wordt berekend aan de hand van de rekeningen van de leveranciers. Vaak lopen jaarafrekeningen over het jaar heen. Het verbruik is dan naar ratio over de jaren verdeeld. Om die reden worden de Jaarrekening gezien als sluitend jaar. Elke volgende jaarrekening volgt namelijk op de vorige en dus een heel jaar.
LEASEAUTO’S Per brandstofsoort wordt het aantal ingekochte liters in de rapportageperiode vermenigvuldigd met de corresponderende conversiefactor.
SCHEPEN KRUL Voor de schepen van Krul is aan de hand van de rekeningen van de leverancier bepaald hoeveel liter stookolie is gekocht. Aan de hand hiervan is de CO2-uitstoot bepaald.
MATERIEELPer brandstofsoort wordt het aantal ingekochte liters in de rapportageperiode vermenigvuldigd met de corresponderende conversiefactor. Daar waar specificatie door middel van facturen niet mogelijk is, wordt een schatting gemaakt op basis van materieelgegevens.
GASOLIE DERDEN Op basis van de opgave van leveranciers is vervolgens het verbruik van door MNO Vervat ingekochte gasolie op projecten, die wordt gebruikt door derden, bepaald. Het totaal aantal geleverde liters gasolie verminderd door het theoretisch berekende verbruik van het eigen materieel resulteert in het aantal liters gasolie dat door derden is verbruikt op de projecten van MNO Vervat.
PRIVÉAUTO’S Zakelijke kilometers met privéauto’s zijn berekend op basis van de uitbetaalde kilometervergoedingen. Het totaal aantal kilometers is per brandstofsoort bepaald. Vervolgens is per brandstofsoort op basis van gemiddeld verbruik per 100 km het aantal liters brandstof bepaald. De liters zijn ten slotte vermenigvuldigd met de conversiefactoren.
12
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
INDIRECTE EMISSIES Overige indirecte emissies zijn een gevolg van de activiteiten van MNO (de organisatie) maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van MNO zijn noch beheerd worden door het bedrijf. Voorbeelden zijn emissies voortkomende uit de productie van ingekochte materialen, de verwerking van het afval en het gebruik van het door het bedrijf aangeboden/verkochte werk, dienst of levering.
13
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
5. BEREKENING ENERGIEGEBRUIK EN UITSTOOT CO 2 2012 De gehele berekening is als bijlage I aan dit document toegevoegd. Hieronder staan de gegevens per onderwerp per scope beschreven, dit vanuit het referentiejaar 2009, opvolgend 2010, 2011en het jaar 2012. Deze zijn tevens aangepast en opnieuw doorberekend en goedgekeurd door de KEMA (27-06-2013). Scope S1.1 S1.2 S1.3 S1.4 S1.5 S1.6 S2.1 S2.2 S2.3 S2.4 S3
Gasverbruik kantoren Gasverbruik asfaltcentrale Gasverbruik projecten Brandstofverbruik pers.vervoer Brandstofverbruik schepen Brandstofverbruik materieel Energieverbruik kantoren Energieverbruik asfaltcentrales Energieverbruik projecten Brandstofverbruik overige Indirecte emissies
2009 CO2-e (ton) 283 6.019 22 3.829 4.744 15.441 400 823 429 -
2010 CO2-e (ton) 319 5.270 33 3.749 1.614 15.494 413 762 453 253 -
2011 CO2-e (ton) 270 5.827 154 5.831 3.437 15.030 217 593 164 12
2012 CO2-e (ton) 289 5441 136 3411 4940 15204 119 586 167 77 1103
31.990
28.378
31.521
31.475
CO2 emissie-inventarisatie 2009 - 2014 MNO Vervat BV 33.000 Werkelijk
32.000 ton CO2e (Begroot)
31.000 Max begroot
30.000
29.000
28.000
27.000
26.000 2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
14
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
6. REDUCTIE VAN ENERGIEGEBRUIK EN CO 2 -UITSTOOT 6.1. HOOFDREDUCTIEDOELSTELLING
Het streven is in de hieronder genoemde jaren het volgende % reductie te hebben gerealiseerd in de totale CO2emissie ten opzichte van het referentiejaar 2009. De hoofdreductiedoelstelling wordt vertaald naar een reductie van 11% in 5 jaar uitgedrukt in CO2-emissie in tonnage (ton CO2e) per fulltime equivalent (fte). 2010 2011 2012 2013 2014
3% 5% 7% 9% 11%
6.2. RESULTATEN
De gemeten CO2-emissie in 2009 was 31.990 ton voor de gehele Boundary van MNO Vervat. In 2012 is de gemeten CO2-emissie 31.475 ton voor MNO Vervat. Dit betekent een dat de CO2-emissie MNO Vervat op 81% van de totale emissie van 2009 ligt. Zie de tabel hieronder: 2009 52,27 613 100%
CO2e (ton)/fte (Werkelijk) fte*
2010 44,76 634 86%
2011 46,98 671 90%
2012 42,08 748 81%
120% Werkelijk CO2e (ton)/fte Begroot CO2e (ton)/fte
100%
80%
60%
40%
20%
0% 2009
2010
2011
2012
2013
2014
15
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
BIJLAGE I EMISSIE-INVENTARISATIE 2012 (TOTAAL)
16
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
17
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
BIJLAGE II – PROCEDURE SCOPE 1,2 EN 3
18
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
19
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
BIJLAGE III – PROCEDURE EMISSIE INVENTARIS SCOPE 3
20
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
21
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
BIJLAGE IV: AANVULLEND EMISSIE-INVENTARISATIE 2012 Q1 EN Q2
22
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
23
Emissie Inventarisatie 2012 Datum 25-06-2013 Versie 2.0
BIJLAGE V - CONVERSIEFACTOREN Meest gebruikte conversiefactoren door MNO vervat. (De totale lijst is te vinden in het handboek van de SKAO). Zie http://www.skao.nl/images/cms/20120718_Handboek_CO2_Prestatieladder_Versie_2_1.pdf Personenvervoer conventionele personenauto B Benzine Diesel LPG C Benzine Klasse (ltr) < 1,4 1,4 – 2 > 2,0 gemiddeld Diesel < 1,7 1,7 – 2 > 2,0 gemiddeld LPG gemiddeld Personenvervoer collectief G Stoptrein + intercity Electriciteitsverbruik A Grijze stroom 2005 en eerder 2006 2007 en 2008 2009 2010 en later Groene stroom ’B’ Windkracht Waterkracht Zonne-energie Electriciteit uit stortgas Overige groene stroom verbruikt tot 01-07-2011 B Andere leverancier Energiedrager voor andere doeleinden dan vervoer A Benzine Diesel LPG Stookolie C Gasvormige fossiele brandstoffen Aardgas Methaan Propaan
2.780 3.135 1.860 185 220 305 215 155 195 265 205 175 65
g CO2/liter brandstof
g CO2/voertuig km
g CO2/reizigers km
500 500 500 470 455 g CO2/kiloWattuur 15 15 80 80 300 615 2.780 3.135 1.860 3.185 1.825 2.000 1.530
g CO2/liter brandstof
3
g CO2/Nm
24