De werkplaats voor Duurzaam Ondernemen
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer bij gemeentelijke organisaties in de stadsregio Rotterdam In kader van “Schoon op Weg”
Rotterdam, 21 oktober 2014 Projectnummer Stimular: 530 Opdrachtgever: Stadsregio Rotterdam Contactpersoon: dhr. H.P. de Bruijn Postbus 21051 3001 AB ROTTERDAM t 010 - 267 31 71 e
[email protected] i www.stadsregio.nl Looptijd project: Januari 2014- september 2014 Adviseurs: Dhr. S. Romijn Mevr. M. Olijdam
(Stichting Stimular) (Stichting Stimular)
COLOFON Stichting Stimular is de werkplaats voor Duurzaam Ondernemen! Wij verspreiden kennis over Duurzaam Ondernemen en ontwikkelen praktische instrumenten voor het midden- en kleinbedrijf en organisaties die daarmee vergelijkbaar zijn. Dit doen we zonder winstoogmerk. Ons doel is dat ondernemers en managers in alle beslissingen duurzaamheid meenemen. Kenmerken van onze werkwijze zijn maatwerk, heldere communicatie en inspirerende contacten met ondernemers. Stichting Stimular Scheepmakershaven 27c 3011 VA Rotterdam t 010 - 238 28 28 f 010 - 437 93 03 e
[email protected] i www.stimular.nl Tenzij schriftelijk anders overeengekomen blijft het gedachtegoed in dit document eigendom van Stimular en mag het door de opdrachtgever uitsluitend worden gebruikt voor eigen gebruik. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen zijn op al onze diensten onze algemene voorwaarden van toepassing.
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doelen 1.3 Werkwijze
5 5 5 5
2
ACTIVITEITEN EN RESULTATEN 2.1 Werving 2.2 Gemeente Westvoorne 2.3 Gemeente Hellevoetsluis 2.4 Gemeente Krimpen aan den IJssel 2.5 Gemeente Maassluis 2.6 Overige gemeenten
6 6 6 7 9 10 11
3
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 3.1 Conclusies 3.2 Aanbevelingen
12 12 13
BIJLAGE 1: POSTER WESTVOORNE
14
BIJLAGE 2: POSTER KRIMPEN AD IJSSEL
15
BIJLAGE 3: POSTER MAASSLUIS
16
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
1
INLEIDING
1.1
AANLEIDING
De gemeentelijke organisaties behoren tot de grotere werkgevers in de regio Rijnmond. Honderden ambtenaren reizen meerdere dagen per week heen en weer tussen huis en werk. Hoewel veel medewerkers van gemeenten in de omgeving wonen, komen velen met de auto naar het werk. Uit de Milieubarometer1 blijkt dat een kwart van de totale milieubelasting van de gemeentelijke kantoren wordt veroorzaakt door het woon-werkverkeer en nog eens 20% door zakelijk verkeer. De gemeentelijke organisaties kunnen dan ook een actieve bijdrage leveren aan de vermindering van uitstoot van luchtverontreinigende stoffen als NOx, fijn stof en CO2 door in te zetten op preventieve maatregelen en schone vervoersmiddelen voor het personenvervoer. In de regio lopen diverse initiatieven, waaronder het programma Schoon op Weg van de stadsregio en de file-aanpak van de Verkeersonderneming. Deze programma’s worden door veel gemeenten gesteund, maar in de eigen organisatie nog weinig toegepast. Aangezien medewerkers met eigen vervoer naar het werk komen, hebben gemeentelijke organisaties beperkte invloed om te sturen op het woon-werkverkeer. De woon-werkreis is vaak ingesleten gedrag en dat is lastig om te veranderen. De stadsregio Rotterdam heeft Stichting Stimular daarom gevraagd om de regiogemeenten te begeleiden met het verduurzamen van het personenvervoer.
1.2
DOELEN
De doelen van het project zijn: Inventarisatie van de mogelijkheden en bereidheid om het woon-werkverkeer bij gemeentelijke organisaties te verduurzamen Gemeentelijke organisaties activeren om aan de slag te gaan met het verduurzamen van het woon-werkverkeer. Aansluiten bij het “Schoon op weg” programma van de stadsregio en de mogelijkheden die dit programma biedt breed bekend maken binnen gemeentelijke organisaties.
1.3
WERKWIJZE
Bij de start van het project is een inventarisatie gemaakt van gerelateerde activiteiten in de stadsregio Rotterdam. Vervolgens zijn de regiogemeenten benaderd met de vraag of zij een stap willen zetten met de verduurzamen van personenvervoer. De geïnteresseerde gemeenten zijn bezocht, waarbij afspraken zijn gemaakt over de aanpak en gewenste begeleiding. Stimular heeft de aanpak uitgewerkt in individuele actieplannen, waarna de gemeenten zelfstandig aan de slag zijn gegaan met de uitgewerkte aanpak.
1
Online meetinstrument dat de milieuprestaties, CO2-footprint en milieukosten van een organisatie zichtbaar maakt. Zie voor meer informatie www.milieubarometer.nl
5
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
2
ACTIVITEITEN
2.1
WERVING
EN
RESULTATEN
De werving van deelnemende gemeenten verliep moeizaam. Oorzaken waren: Twee gemeenten waren zelf al gestart met activiteiten vanuit de Marktplaats van Mobiliteit (initiatief van de Verkeersonderneming). Enkele gemeenten vonden de periode rondom de gemeenteraadsverkiezingen geen geschikt moment om met dit thema aan de slag te gaan. Enkele gemeenten hadden vanwege bezuinigingen geen menskracht om duurzaam personenvervoer op te pakken. Eigen tijdsinzet was een vereiste, een gedragscampagne volledig uitgevoerd door een externe partij geeft namelijk niet de gewenste resultaten. Uiteindelijk hebben 7 gemeenten interesse getoond voor begeleiding vanuit dit project. Hiervan hebben 3 gemeenten een gehele campagne uitgevoerd en hebben de overige 4 voorbereidingen getroffen om de acties op een later moment uit te voeren.
2.2
GEMEENTE WESTVOORNE
2.2.1
Analyse
De gemeente Westvoorne vult de Milieubarometer in voor de eigen organisatie. Onderstaande figuur toont hoe de milieubelasting van de gemeente Westvoorne is verdeeld over de verschillende milieuthema’s. Hoe groter het aandeel in de cirkel, hoe meer dit thema bijdraagt aan de totale milieubelasting van de gemeentelijke organisatie.
Uit de figuur blijkt dat het woon-werkverkeer bijna een derde van de totale milieubelasting van de gemeentelijke organisatie veroorzaakt. Samen met het zakelijk verkeer veroorzaakt vervoer bijna 40% van de totale milieubelasting. Uit de analyse van het woon-werkverkeer blijkt dat de meeste medewerkers relatief dichtbij wonen (in 1 van de 3 kernen van de gemeente), maar dat driekwart van de medewerkers toch met de auto naar het werk komt. De gemeente Westvoorne wil: Het eigen wagenpark verduurzamen. Medewerkers stimuleren om minder met de auto naar het werk te komen.
6
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
2.2.2
Uitgevoerde activiteiten
De gemeente Westvoorne organiseert jaarlijkse de fitweek, gericht op gezonde en sportieve medewerkers. Dit jaar stond het thema mobiliteit centraal. Ten behoeve van de campagne zijn elektrische vervoersmiddelen geleend bij de gemeente Rotterdam. Het betrof elektrische auto’s, busjes, scooters en fietsen. Het doel was om medewerkers te laten ervaren hoe elektrisch vervoer werkt en hen enthousiast te maken voor het gebruik daarvan. De elektrische auto’s, busjes en scooters werden ingezet voor zakelijke ritten. De elektrische fietsen konden worden geleend voor een testrit rondom het gemeentehuis en voor de woon-werkreis. De inzet van elektrische voertuigen werd ondersteund met een communicatiecampagne, waarin medewerkers enthousiast werden gemaakt over fietsen en elektrisch vervoer. Er is gekozen voor een persoonlijke campagne met verhalen vanuit de eigen organisatie. Er zijn posters opgehangen met medewerkers die op de fiets naar het werk komen, voorzien van persoonlijke teksten en motivaties (zie bijlage 1). Op de eerste dag deelde de wethouder fietssleutelhangers uit en op intranet verschenen dagelijks berichten van ervaringen van medewerkers met (elektrische) fietsen en de overige elektrische voertuigen. In de campagne werden medewerkers gewezen op het eigen fietsplan en op de subsidieregeling voor elektrische fietsen van de stadsregio / Verkeersonderneming. 2.2.3
Resultaten
De medewerkers die de elektrische voertuigen voor zakelijk gebruik hebben getest waren enthousiast over het rijcomfort en bedieningsgemak van de elektrische voertuigen. Hiermee is draagvlak ontstaan om met het eigen wagenpark over te stappen op elektrisch vervoer. De gemeente Westvoorne gaat op basis van deze proef het wagenpark stap voor stap vervangen door elektrische voertuigen. Ook de testmogelijkheid met elektrische fietsen voor woon-werkverkeer werd goed ontvangen door veel medewerkers. Uiteindelijk hebben 6 medewerkers een elektrische fiets aangeschaft. Dit betekent dat 7,5 % van de (voormalige) automobilisten de woonwerkreis nu minimaal 2 dagen per week met de elektrische fiets aflegt (voorwaarde van de subsidie). Diverse medewerkers gaven aan zich meer bewust te zijn geworden van het reisgedrag en vaker voor de fiets te willen kiezen. De exacte resultaten zijn niet bekend, mede doordat gedragsverandering blijvende aandacht vraagt, maar er is duidelijk een toegenomen bewustwording t.a.v. reisgedrag ontstaan binnen de gemeentelijke organisatie.
2.3
GEMEENTE HELLEVOETSLUIS
2.3.1
Analyse
De gemeente Hellevoetsluis vult al vele jaren de Milieubarometer in voor de eigen organisatie. Onderstaande figuur toont hoe de milieubelasting van de gemeente Hellevoetsluis is verdeeld over de verschillende milieuthema’s.
7
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
Uit de figuur blijkt dat het woon-werkverkeer ongeveer een derde van de totale milieubelasting van de gemeentelijke organisatie veroorzaakt. Samen met het zakelijk verkeer is vervoer verantwoordelijk voor 38% van de totale milieubelasting. Een groot deel van de medewerkers komt uit Hellevoetsluis en omgeving. Er wordt al vrij veel gefietst en het fietsplan van de gemeente wordt goed gebruikt (circa 25 aanmeldingen per jaar). Toch komen nog veel medewerkers met de auto naar het werk, ook als zij in de omgeving wonen. Thuiswerken is mogelijk en wordt al regelmatig gedaan (vaste dag in de week). Voor zakelijk verkeer is een Greenwheels beschikbaar, rijden bodes in zuinige auto’s en is er regelmatig aandacht voor Het Nieuwe Rijden en het op spanning houden van banden. De gemeente Hellevoetsluis zet in op: Verduurzamen van het eigen wagenpark. Interesseren van medewerkers voor elektrisch vervoer. Verminderen van het aantal medewerkers dat met de auto naar het werk komt. 2.3.2
Uitgevoerde activiteiten
De gemeente Hellevoetsluis heeft elektrische vervoersmiddelen geleend bij de gemeente Rotterdam. Het betrof 3 elektrische auto´s en 2 elektrische scooters. Daarnaast zijn 2 elektrische fietsen van de gemeente ingezet. Het doel was om medewerkers te laten ervaren hoe elektrisch vervoer werkt en hen enthousiast te maken voor het gebruik daarvan. De elektrische auto’s en scooters werden ingezet voor zakelijke ritten. De elektrische fietsen konden worden geleend voor een testrit rondom het gemeentehuis en voor de woonwerkreis. De inzet van elektrische voertuigen werd ondersteund met berichten op intranet, waarin medewerkers en bewoners enthousiast werden gemaakt over fietsen en elektrisch vervoer. Hierbij werden medewerkers gewezen op het eigen fietsplan en op de subsidieregeling voor elektrische fietsen van de stadsregio / Verkeersonderneming. 2.3.3
Resultaten
De elektrische voertuigen zijn uitgebreid getest tijdens zakelijk ritten. De voertuigen zijn positief beoordeeld en hiermee is de weg vrijgemaakt voor toekomstige aanschaf van elektrische voertuigen. Het effect op (elektrische) fietsgebruik is onbekend. Het aantal aangeschafte fietsen via het fietsplan is stabiel gebleven, er was geen aantoonbare toename van het aantal aanvragen.
8
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
2.4
GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL
2.4.1
Analyse
De gemeente Krimpen aan den IJssel vult al vele jaren de Milieubarometer in voor de eigen organisatie. Het thema vervoer werd tot 2014 nog niet ingevuld, deze gegevens zijn in 2014 voor het eerst uitgezocht en ingevuld. Vanwege de sloop en nieuwbouw van het raadhuis werken medewerkers van de gemeente tijdelijk op andere locaties. Dit geeft een afwijkend beeld, daarom is de Milieubarometer niet weergegeven in dit rapport. Het nieuwe raadhuis wordt (vrijwel) energieneutraal. Hiermee vormt het thema mobiliteit straks veruit het belangrijkste milieuthema voor de gemeentelijke organisatie. Het Nieuwe Werken is een uitgangspunt voor het nieuwe raadhuis, de gemeente heeft eerder ook al stappen gezet wat blijkt uit het grote aantal medewerkers dat af en toe thuis werkt. Uit de analyse van het woon-werkverkeer blijkt dat medewerkers relatief dichtbij wonen maar dat driekwart van de medewerkers met de auto naar het werk komt. Medewerkers gebruiken de eigen auto voor zakelijke ritten. De gemeente heeft geen invloed op het type auto dat gebruikt wordt, waardoor ook in onzuinige auto’s wordt gereden. Daarnaast worden de zakelijke reizen tegen een hoog kilometertarief vergoed, wat het aantrekkelijk maakt om veel voor het werk te rijden. Medewerkers die de auto voor het werk nodig hebben, kunnen momenteel nog niet met de fiets naar het werk toe komen. De gemeente Krimpen aan den IJssel zet in op: Verduurzamen van zakelijk reizen door mogelijke aanschaf van elektrische voertuigen. Verminderen van het aantal woon-werkritten met de auto. 2.4.2
Uitgevoerde activiteiten
De gemeente overweegt om elektrische voertuigen aan te schaffen voor zakelijke reizen. Dit zorgt voor schonere zakelijke ritten, maar draagt er ook aan bij dat medewerkers niet meer met de auto naar het werk hoeven te komen. Er is een test gedaan met elektrische voertuigen van de gemeente Rotterdam en EV-consult heeft onderzocht of het financieel haalbaar is om elektrische voertuigen aan te schaffen. Hierbij is in kaart gebracht in hoeverre besparingen op de reiskostenvergoedingen opwegen tegen de extra kosten voor aanschaf en onderhoud van een eigen elektrisch wagenpark. Onderdeel van het onderzoek is hoe weerstand bij medewerkers tegen deze nieuwe werkwijze kan worden weggenomen. Daarnaast is een campagne gestart om medewerkers enthousiast te maken voor de fiets en elektrisch vervoer. Na een ludieke opening door de wethouder, konden medewerkers elektrische voertuigen lenen om te testen. De elektrische auto’s waren alleen te leen voor zakelijke ritten, de elektrische fietsen en scooters konden ook voor de woon-werkreis geleend worden. De uitleenactie werd ondersteund met posters, mails en berichten op Yammer (interne sociale netwerk). Er is gekozen voor een persoonlijke campagne met verhalen vanuit de organisatie. Er zijn posters opgehangen met medewerkers die op de fiets naar het werk komen, voorzien van persoonlijke teksten en motivaties (zie bijlage 2). De campagne maakte onderdeel uit van een grotere campagne, gericht op de inwoners van Krimpen aan den IJssel. Tijdens een opstapdag konden bewoners elektrische voertuigen testen. De gemeente koos bewust voor een interne campagne naast deze externe campagne, om zelf het goede voorbeeld te geven. Er is een wedstrijdelement voorbereid, waarbij aandachtspunten voor het registreren en beoordelen van resultaten en de communicatie zijn uitgewerkt. De wedstrijd kon dit jaar nog niet worden ingepast in de campagne en krijgt een plek bij de vervolgactiviteiten.
9
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
2.4.3
Resultaten
Het financiële onderzoek wijst uit dat de aanschaf van elektrische voertuigen niet rendabel is, de meerkosten zijn beperkt. De gemeente houdt de mogelijkheid in serieuze overweging, vanwege de milieuwinst en de voorbeeldwerking die uitgaat van gemeentelijke elektrische voertuigen. Medewerkers waren enthousiast over de campagne. Er is goed gebruik gemaakt van de uitleenmogelijkheden. Het totale aantal ritten is niet bekend, omdat de voertuigen vanuit verschillende locaties zijn uitgeleend. Ook is nog niet bekend hoeveel medewerkers daadwerkelijk zijn overgegaan tot een overstap nar de (elektrische) fiets en hoeveel (elektrische) fietsen zijn aangeschaft n.a.v. de campagne. Ongeveer 350 inwoners van Krimpen bezochten de opstapdag. Zowel de interne als de externe campagne krijgen volgend jaar een vervolg, waarbij het wedstrijdelement ook wordt ingezet.
2.5
GEMEENTE MAASSLUIS
2.5.1
Analyse
Vanwege de korte doorlooptijd en andere prioriteiten is bij de gemeente Maassluis geen analyse uitgevoerd van het woon-werkverkeer. Tijdens het gesprek is geconcludeerd dat ook in deze gemeente diverse medewerkers die in de omgeving wonen, met de auto naar het werk komen. De gemeente Maassluis zet in op: Verduurzamen van het eigen wagenpark. Stimuleren van thuis werken. Verminderen van het aantal woon-werkritten met de auto. 2.5.2
Uitgevoerde activiteiten
De gemeente heeft ongeveer een jaar geleden een wagenparkscan laten uitvoeren, waarna is overgegaan tot vervanging van diverse voertuigen. Er is beleid geschreven voor elektrische oplaadpunten en er zijn oplaadpalen geïnstalleerd. De gemeente heeft een duurzame mobiliteitsweek georganiseerd in de aanloop naar de Dag van Duurzaamheid. Tijdens deze week reden raadsleden in elektrische auto’s rond die zijn geleend bij de gemeente Rotterdam. De lokale fietsspecialist Kortenhof stelde 10 elektrische fietsen ter beschikking. Medewerkers konden deze fietsen lenen voor dienstreizen en voor woon-werkritten. Er stond een lunch fietstocht gepland, maar deze is vanwege het slechte weer op die dag niet doorgegaan. Voor zakelijke reizen was de NS Businesscard beschikbaar. Tijdens de Duurzame mobiliteitsweek konden medewerkers 1 dag thuis werken. De gemeente heeft hiervoor nog beperkte faciliteiten, waardoor het belangrijk was om goede voorwaarden te stellen aan het thuis werken. De acties zijn ondersteund met interne communicatie, waaronder berichten op intranet, posters (zie bijlage 3) en een prestatie in de raad. De gemeente heeft de eigen ervaringen ook naar buiten gecommuniceerd om invulling te geven aan de voorbeeldfunctie. Er zijn berichten geplaats in lokale kranten, op Facebook e.d waarbij is aangehaakt bij de Dag van de Duurzaamheid. Op de Dag van de Duurzaamheid zijn diverse activiteiten uitgevoerd voor bewoners van Maassluis, waaronder testmogelijkheden met elektrische fietsen. 2.5.3
Resultaten
Bij de vervanging van voertuigen is in vrijwel alle gevallen gekozen voor elektrische voertuigen. Alleen als dit technisch niet mogelijk was, werd voor een ander schoon en zuinig alternatief gekozen (bijvoorbeeld Euro6 vrachtwagen).
10
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
De uitleenacties werden goed ontvangen door medewerkers. Ondanks het slechte weer in de betreffende werk hebben ongeveer 15 medewerkers de elektrische fiets gebruikt voor woonwerkritten. Of dit tot aanschaf van meer (elektrische) fietsen heeft geleid is nog niet duidelijk, aangezien de actie pas recent heeft plaats gevonden. Medewerkers waren ook enthousiast over de NS Businesscard en de mogelijkheid om een dag thuis te werken. De gemeente gaat onderzoeken in hoeverre deze mogelijkheden op meer structurele wijze kunnen worden ingevoerd binnen de organisatie. Vanwege het succes met de beperkte voorbereidingstijd, zal de actie volgend jaar waarschijnlijk een uitgebreider vervolg krijgen.
2.6
OVERIGE GEMEENTEN
Stimular heeft naast de beschreven gemeenten met nog drie gemeenten voorbereidende gesprekken gevoerd. Bij deze drie gemeenten bleek het interne draagvlak te beperkt om in de beschikbare tijd tot activiteiten te komen. Met de aangedragen ideeën en voorbeelden, kunnen zij zelfstandig volgende stappen zetten met het verduurzamen van personenvervoer.
11
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
3
CONCLUSIES
3.1
CONCLUSIES
3.1.1
Werving
EN
AANBEVELINGEN
Personenvervoer levert een forse bijdrage aan de milieubelasting van gemeentelijke organisaties. Ondanks een groot aantal programma’s gericht op verbetering van luchtkwaliteit en filebestrijding leeft het thema nog nauwelijks bij gemeentelijke organisaties. Hoewel de impact van vervoer vaak groter is dan van energieverbruik, zetten gemeenten hoog in op energiebesparing en veel minder op vervoer. Uit de moeizame werving kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Woon-werkverkeer is lastig te beïnvloeden, mede doordat er geen eisen kunnen worden gesteld. Ingrepen in woon-werkverkeer worden gezien als een inmenging in de privacy en vrijheid van medewerkers. Gemeenten hebben de verwachting dat veranderingen moeilijk zijn te realiseren en zetten daarom liever in op andere activiteiten om meer duurzaamheid te realiseren. Het project is uitgevoerd in een tijd van onzekerheden (verkiezingen en aankomende bezuinigingen). Hierdoor was er weinig draagvlak en/of tijd om een lastig thema als woon-werkverkeer op te pakken. Gemeenten worden voor vele verschillende duurzame mobiliteitsprojecten en antifilediensten benaderd. Gemeenten die met verduurzaming van personenvervoer aan de slag wilden, waren vaak al door meerdere partijen benaderd waardoor aanvullend deelnemen aan dit project niet zinvol was. 3.1.2
Analyse
Ondanks de moeizame werving hebben 7 gemeenten (in meer of mindere mate) deelgenomen aan het project. Enkele conclusies uit de analyse van personenvervoer bij de deelnemende gemeenten: Thuiswerken komen langzaam maar zeker op gang. Enkele gemeenten hebben dit al stevig doorgevoerd, anderen tasten deze nieuwe manier van werken voorzichtig af. Er is enige angst voor verlies van controle op medewerkers en voor ongewenste lekkage van (vertrouwelijke) informatie. Desondanks zet de trend door, een moderne werkgever ontkomt niet aan steeds verdere flexibilisering van werkplek en werktijden. Medewerkers van gemeentelijke organisaties wonen relatief dichtbij het werk. Minimaal een kwart woont in de eigen gemeente, een aanzienlijk deel woont in de omliggende gemeenten en hooguit een kwart woont verder weg. Hoewel er redelijk veel wordt gefietst, komen veel medewerkers uit de gemeente of omliggende gemeente dagelijks met de auto naar het werk. Oorzaken zijn het beperkte openbaar vervoer in de deelnemende gemeenten, het nodig hebben van de eigen auto voor zakelijke reizen en weerstanden tegen en vooroordelen over het gebruik van de (elektrische) fiets. Het zakelijk verkeer verschilt per gemeente: enkele gemeenten hebben een eigen wagenpark, anderen bieden een (hoge) vergoeding voor zakelijke ritten. De gemeenten met een eigen wagenpark hebben grip op het zakelijk verkeer en zetten stappen om het wagenpark te verduurzamen. Elektrisch vervoer heeft een duidelijke voorkeur bij de gemeenten, wat goed aansluit bij de veelal lokale en regionale ritten die gemaakt worden. Bij gemeenten die een hoge vergoeding bieden voor zakelijke ritten is sprake van een relatief hoog autogebruik, zowel zakelijk als bij woon-werkverkeer. De vergoeding is een prikkel om met de auto te reizen en de gemeente heeft geen enkele invloed op de milieubelasting van de voertuigen. Gemeenten hebben moeite met het kiezen van geschikte activiteiten om het personenvervoer te verduurzamen. Ondanks (of misschien juist vanwege) het grote aanbod aan diensten en producten, weten gemeenten niet wat voor hun specifieke organisatie de meeste effectieve aanpak is. Gedragsverandering kan niet (altijd) met
12
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
een standaard product worden gerealiseerd en vraagt om maatwerk. Door het onafhankelijk meedenken over een richting en aanpak, konden gemeenten daarna zelfstandig aan de slag met de verdere uitwerking. 3.1.3
Succesfactoren campagne
Er zijn 3 campagnes volledig uitgevoerd. Op basis van deze campagnes en de brede ervaring van Stimular met gedragsveranderingstrajecten komen de volgende factoren voor een succesvolle campagne naar voren: Overtuigen door te laten ervaren. De testmogelijkheden met diverse soorten elektrische voertuigen werden zeer gewaardeerd en namen vooroordelen over elektrisch vervoer weg bij medewerkers. Voeren van een persoonlijke campagne. De campagnes met posters en berichten waarin de ervaringen van collega’s centraal stonden werden positief ontvangen en hebben geleid tot discussies op de werkvloer. Combineren met een concreet aanbod. De gemeenten hadden allen een fietsplan en konden verwijzen naar de subsidieregeling voor elektrische fietsen van de stadsregio/ Verkeersonderneming. De subsidie is van tijdelijke aard en zorgt voor een prikkel om snel over te gaan tot actie. Herhalen en vernieuwen van de boodschap. Blijvende gedragsverandering kan alleen worden bereikt door regelmatige aandacht voor het onderwerp. In de gemeente die dagelijks nieuwe berichten plaatste op intranet en posters verving door nieuwe varianten, boekte het meeste succes.
3.2
AANBEVELINGEN
De ervaringen leiden tot de volgende aanbevelingen aan de stadsregio Rotterdam en andere samenwerkingsverbanden die gemeenten ondersteunen: Verspreid de resultaten van het project naar andere gemeenten. Het project toont aan dat wel degelijk successen kunnen worden behaald bij het verduurzamen van personenvervoer. De voorbeelden van de uitgevoerde campagnes bieden gemeenten inspiratie om zelf ook aan de slag te gaan. Houd de aandacht voor het thema vast, bijvoorbeeld door regelmatig agenderen in werkgroepen en door monitoren. De deelnemende gemeenten werken allen met de Milieubarometer en kunnen daarmee de effecten van de campagne zichtbaar maken. Verleng de subsidieregeling voor elektrische fietsen, de leenmogelijkheden voor elektrische voertuigen en de overige ondersteuningsmogelijkheden voor verduurzamen van personenvervoer. Bied andere type organisaties (bijvoorbeeld zorginstellingen, grote bedrijven) een vergelijkbare ondersteuning. Het aanbod aan diensten producten is groot, maar organisaties hebben behoefte aan onafhankelijke begeleiding bij selectie van de meest geschikte producten en diensten. Een campagne kan pas succesvol zijn als deze volledig aansluit op de cultuur in een organisatie. Veel van de aangeboden producten en diensten vragen zelfwerkzaamheid van gemeenten en andere organisaties, waardoor deze niet of onvoldoende van de grond komen. Een vorm van begeleiding is wenselijk om daadwerkelijk tot uitvoering van maatregelen te komen.
13
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
BIJLAGE
14
1:
POSTER
WESTVOORNE
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
BIJLAGE
2:
POSTER
KRIMPEN
AD
IJSSEL
15
Eindrapportage Duurzaam personenvervoer gemeentelijke organisaties
BIJLAGE
16
3:
POSTER
MAASSLUIS