Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn Juni 2013 Foto’s: Frode Numan, Paulien de Gaaij, Pieke Molenaar, Oda Bögels
1
INHOUD Pilot Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder ........................................................................................ - 3 Fase 1. Wilgen snoeien en oeverbeschoeiing aanleggen ................................................................ - 3 Fase 2. Verbeteren van de waterhuishouding ................................................................................ - 5 Fase 3: Baggeren, gerijpte bagger en moerastaluds ....................................................................... - 7 Fase 4: Beplanten en inzaaien van de taluds ................................................................................. - 8 5: Vergroten van biodiversiteit, ontwikkeling van flora en fauna ................................................ - 11 5a: Vis ........................................................................................................................................ - 11 5b: Kleine zoogdieren ................................................................................................................ - 13 5c: Vogels................................................................................................................................... - 14 5d: Amfibieën en insecten......................................................................................................... - 15 5e: Grassen en kruiden .............................................................................................................. - 17 6: Het Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder is in vijf jaar tijd gerealiseerd................................. - 25 7: Voorlichting en publiciteit ......................................................................................................... - 26 -
-2-
Pilot Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder Het Slootkwaliteitsplan voor de Braakpolder bij Kolhorn is in de periode 2009 t/m 2013 uitgevoerd. Het doel van de werkzaamheden is verbetering van de waterkwaliteit in combinatie met vergroting van biodiversiteit en behoud van waterbergingscapaciteit. Het project is gefinancierd door de provincie Noord-Holland, ILG, Landschapselementenregeling, het VSB-fonds en door de agrariër. De werkzaamheden bestonden uit verschillende onderdelen die gefaseerd zijn uitgevoerd.
Fase 1. Wilgen snoeien en oeverbeschoeiing aanleggen Een kleine honderd wilgen zijn de afgelopen jaren gesnoeid (foto 1).
Foto 1
Met behulp van de gesnoeide wilgentakken is ca. een kilometer natuurvriendelijke oeverbeschoeiing aangelegd.
Op foto 2 is aan de ene kant de opbouw van een moerastalud te zien, en aan de overkant een steile kant zonder beschoeiing.
-3-
Foto 2
Er is een grote variatie aan bodemreliëf gerealiseerd, met een waterdiepte tussen 5 en 80 cm. Naast moerastaluds zijn er ook drassige greppels (foto 3), sloten met 10 tot 20 cm water (foto 4) en een middensloot met meer dan 50 cm water (foto 5). De foto’s zijn gemaakt bij winterpeil; in zomer en voorjaar zal het water ongeveer 20 cm hoger staan.
Foto 3
Foto 4
-4-
Foto 5
Fase 2. Verbeteren van de waterhuishouding In vijf dammen zijn de duikers vervangen door duikers met een grotere doorsnede. Op drie van de duikers, onder andere bij een doodlopende sloot, is een duikerstuw geplaatst (foto 6).
Foto 6
-5-
In de zomer van 2012 is een stuw aangelegd om het waterpeil te verhogen en het water vast te houden tijdens droge periodes in het voorjaar en zomer. Hierdoor zijn er ecologisch waardevolle moerasoevertjes ontstaan.
-6-
Fase 3: Baggeren, gerijpte bagger en moerastaluds Na het baggeren is de bagger uit de sloten eerst op het land gezet om te drogen. De bagger is 5 meter uit de slootkant geplaatst vanwege bloemrijk randenbeheer.(foto 7)
Foto 7
Een deel van de bagger is teruggeplaatst achter de natuurvriendelijke oeverbeschoeiing (foto 8).
Foto 8
-7-
Fase 4: Beplanten en inzaaien van de taluds Op de randen van het talud zijn biezen uitgeplant om wegspoelen van de bagger te voorkomen (foto 9).
Foto 9
De gerijpte bagger in het talud is handmatig ingezaaid met zaden uit het kruidenrijk hooiland (foto 10).
Foto 10
-8-
Bij het eerste moerastalud is door deze werkwijze zeer snel een soortenrijke begroeiing ontstaan (foto 11).
Foto 11
Na de realisatie van moerastaluds zijn er biezen aangeplant in de kanten. Zoals op de volgende foto’s is te zien zijn de biezen goed aangeslagen. Daarnaast zijn alle natuurvriendelijke oevers en ook de kale plekken waar de bagger gelegen heeft, in het voorjaar van 2012 ingezaaid met eigen kruidenrijk graslandhooi. Om de moerasoevers succesvol te laten ontwikkelen tot een botanisch waardevolle oever zijn de oevers het gehele weideseizoen afgerasterd. Zo wordt begrazing en vertrapping door het vee in de eerste kwetsbare periode voorkomen. Vervolgens worden de taluds incidenteel begraasd om de ontwikkeling van een rietkraag te voorkomen. In de slootkanten groeit onder andere aardbeiklaver, moeraszoutgras, moeraswalstro, watermunt, en in 2012 de eerste rietorchis.
-9-
- 10 -
Op de onderstaande foto aan de linkerkant een moerasoever die in 2011 gerealiseerd is. Aan de rechterzijde een moerasoever die in 2012 gerealiseerd is. Hier is goed te zien dat met behulp van zorgvuldig afrasteren van de oever het waardevolle kruidenrijk grasland binnen anderhalf jaar gerealiseerd kan zijn.
5: Vergroten van biodiversiteit, ontwikkeling van flora en fauna 5a: Vis Door het gebruik van wilgentakken voor het realiseren van de oeverbeschoeiing is er een ideale kraamkamer ontstaan voor vissen. Volwassen vissen kunnen op de takken hun eieren afzetten. Vervolgens kunnen de jonge visjes er tussen opgroeien en schuilen voor predatoren. Daarnaast groeien op de takken algen en zooplankton die als voedsel dienen voor de vissen. Een korte inventarisatie in de zomer van 2012 liet een enorme hoeveelheden jonge vis zien (drie- en tiendoornige stekelbaars, blankvoorn, ruisvoorn, baars, karper). Dit kan waarschijnlijk direct toegeschreven worden aan de gerealiseerde paai- en opgroeimogelijkheden in de natuurvriendelijke beschoeiingen. De grote hoeveelheid jonge vis maakt de sloten een interesante fourageerplaats voor visetende soorten zoals de lepelaar. Deze wordt regelmatig fouragerend waargenomen.
- 11 -
.
- 12 -
5b: Kleine zoogdieren De oever wordt momenteel al druk bevolkt door kleine zoogdieren. Er zijn vele holletjes te vinden. Dat de oever geschikt is voor waterminnende kleine zoogdieren werd duidelijk bij het aantreffen van een grote familie muskusratten in de net gerealiseerde taluds. Hierover is, met oog op veiligheid van de omliggende dijken, toch de muskusrattenvanger van het waterschap ingelicht. Er zijn zeer veel hazen die van heinde en ver komen om hun huisapotheekje aan te vullen in het kruidenrijke weiland.
haas
hermelijn
De hermelijn doet zich tegoed aan de woelmuizen- en rattennestjes.
noordse woelmuis
muskusrat
- 13 -
5c: Vogels In de gerealiseerde natte moerasoever worden onder andere watersnip, witgatje, tureluur, grutto en gele kwikstaart waargenomen. In de ecologisch beheerde sloten met een rietkraag is ook de roerdomp aangetroffen.
Met de klok mee: Roerdomp, grutto, watersnip
- 14 -
5d: Amfibieën en insecten Door de combinatie van het vasthouden van water met behulp van stuwen, het in droge perioden hevelen van water, de glooiende kruidenrijke taluds, en het gefaseerde slootonderhoud, ontstaat voor amfibieën en insecten een waardevolle biotoop met volop groene kikkers, bruine kikkers, salamanders, libellen en juffers.
Salamander
Bruine kikker
- 15 -
Groene kikker
Waterjuffer
- 16 -
5e: Grassen en kruiden Bloemhooi Braakpolder: kamgras, veldgerst, reukgras, kleine vossestaart, witbol, zachte dravik, rode, witte en kleine klaver.
- 17 -
- 18 -
Bloemhooi Braakpolder: reukgras, greppelrus
- 19 -
Braakpolder slootkant veldgerst, kamgras, timothee, reukgras, klaver
- 20 -
Braakpolder slootkant; kleine watereppe, zomprus, waterbies, moeraswalstro, rode klaver, kleine vossestaart, mannagras
- 21 -
Kamgras
Veldgerst
- 22 -
Moeraszoutgras
- 23 -
Moeraswalstro
Brunel
Aardbeiklaver
- 24 -
6: Het Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder is in vijf jaar tijd gerealiseerd De waterkwaliteit is verbeterd en de biodiversiteit is vergroot door de volgende inrichtingsmaatregelen en beheersmaatregelen:
het snoeien van ongeveer 100 wilgen het gebruik van wilgentakken voor ruim 1 kilometer natuurvriendelijke beschoeiing het vervangen van 4 duikers door duikers met een grotere diameter het realiseren van 3 duikerstuwen, een stuw en een hevel het qua tijd en qua plaats gefaseerd natuuronderhoud van 1 ha. sloot het realiseren van 1 ha. moerasoever door verwerking van gerijpte bagger het realiseren van soortenrijke vegetatie in de slootkanten door inzaai kruidenhooi en uitplant van biezen het realiseren van soortenrijke vegetatie in de slootkanten door het qua tijd en qua plaats gefaseerd afrasteren en beweiden van taluds In onderstaande illustratie is een ekologisch slootprofiel en een regulier slootprofiel afgebeeld.
- 25 -
7: Voorlichting en publiciteit Voor geïnteresseerde agrariërs zijn meerdere excursies langs de moerastaluds georganiseerd. Dit heeft als resultaat gehad dat er voor de Lagelandsepolder in Lutjewinkel ook een waterplan met een poel en natuurvriendelijke oevers is gerealiseerd. De ervaringen uit de pilot kunnen gebruikt worden bij het realiseren van plas-dras voor weidevogelbeheer in agrarisch gebied. Op de nieuwe website van De Frisse Wind staan de resultaten van het Slootkwaliteitsplan. Hierop zijn ook enkele foto’s van het waterproject in de Lagelandsepolder te vinden: http://www.defrissewind.nl/boerennatuur/water/voorbeeldbedrijven/ RTV-NH heeft twee maal in de Braakpolder gefilmd voor het programma Natuurlijk NoordHolland. Er is een Powerpointpresentatie van het slootkwaliteitsplan gemaakt voor de vrijwilligers van NL-Doet. Deze vrijwilligers hebben meegewerkt aan het snoeien en inzaaien. Ook bij een presentatie voor de bijenhoudersvereniging, een presentatie voor de gemeente Hollands Kroon, en een presentatie voor de werkgroep Diepe Polders is het plan toegelicht. Tijdens de bijeenkomsten Deltavisie HHNK zijn de kansen besproken die deze pilot biedt voor de combinatie van kwaliteits- en kwantitatieve doelen in agrarisch waterbeheer.
- 26 -