Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets
Definitief
Provincie Noord Holland
Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009
315451, revisie 01
Inhoudsopgave
1
Inleiding......................................................................................................................... 4
2 2.1 2.2 2.3
Inrichting watersysteem ................................................................................................ 6 Maatregelen inrichting................................................................................................... 6 Toetsing waterkering..................................................................................................... 6 Beheer en onderhoud ................................................................................................... 7
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Ontwerp per deelgebied................................................................................................ 8 Perceel 10 ..................................................................................................................... 8 Perceel 12 ..................................................................................................................... 9 Perceel 14 ................................................................................................................... 10 Perceel 15 ................................................................................................................... 11 Perceel 16 ................................................................................................................... 12 Perceel 21 ................................................................................................................... 13
315451, revisie 01 Pagina 3 van 13
1
Inleiding
Het kanaal Omval-Kolhorn is binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) een belangrijke schakel en heeft de functie van natte ecologische verbinding. Om de verbinding kracht bij te zetten is Provincie Noord-Holland voornemens de natte natuur langs het kanaal te versterken. Dit wordt gedaan door het ecologisch inrichten van aangrenzende percelen die in eigendom zijn van de Provincie. Een aantal van deze percelen past niet binnen de vigerende regelingen. Er wordt een inpassingsplan voor deze percelen opgesteld om de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken en om ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen binnen het plangebied tegen te gaan. Het inpassingsplan heeft betrekking op het op natuurlijke wijze inrichten van de volgende zes deelgebieden: 10, 12, 14, 15, 16 en 21. In figuur 1 zijn verschillende locaties weergegeven. In het Besluit ruimtelijke ordening is het uitvoeren van de watertoets verplicht bij een inpassingsplan. Met de watertoets vindt vroegtijdige afstemming plaats tussen de waterbeheerder, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) en de initiatiefnemers. Voor de detailinrichting van de deelgebieden zijn verschillende overleggen gevoerd met het Hoogheemraadschap in het kader van de watertoets. Hierbij is onder andere ingegaan op de veiligheid van de waterkering die langs het kanaal aanwezig is. In de huidige ontwerpen zijn de eisen van HHNK meegenomen. In onderliggende rapportage wordt ingegaan op de verschillende maatregelen die in het watersysteem worden gedaan en op de veiligheid van de waterkering die langs het kanaal aanwezig is. In hoofdstuk 2 wordt de algemene inrichting van de verschillende deelgebieden besproken. Daarnaast wordt ingegaan op de toetsing van de veiligheid van de waterkering en op het beheer en onderhoud van de deelgebieden. In hoofdstuk 3 wordt het ontwerp per deelgebied behandeld.
315451, revisie 01 Pagina 4 van 13
Inleiding
Figuur 1. Ligging deelgebieden ecologische verbindingszone Omval – Kolhorn
315451, revisie 01 Pagina 5 van 13
2
Inrichting watersysteem
2.1 Maatregelen inrichting Voor de inrichting van de verschillende deelgebieden worden de volgende aanpassingen aan het watersysteem gedaan: • Realisatie van moerasvegetatie. Om moerasvegetatie te ontwikkelen wordt aansluitend aan bestaande watergangen en/of nieuw te realiseren kreken een strook/gebied aangelegd met een waterdiepte van circa 0,25 m. In de loop van de jaren zal door verlanding en beheer gestreefd worden naar de ontwikkeling van bloemrijk rietland;
Figuur 2. Inrichting moerasvegetatie
• Aanleg van kreken. Kreken hebben een breedte van 5 tot 10 m. De kreken krijgen een steil talud (1:2) en een waterdiepte van circa 1,00 m. De kreken vormen een kraamkamer voor vis;
Figuur 3. Inrichting van een kreek
• Aanleg van poelen. Poelen hebben een waterdiepte van maximaal 1,00 m en zijn geïsoleerd van het watersysteem. De poelen zijn paaiplekken voor amfibieën;
Figuur 4. Inrichting van een poel
2.2 Toetsing waterkering Met uitzondering van deelgebied 21 grenzen alle gebieden (binnen- of buitendijks) aan het kanaal Omval – Kolhorn. Aan beide zijden van het kanaal is een regionale waterkering aanwezig. Bij de inrichting van de deelgebieden moet de veiligheid van deze waterkering gewaarborgd
315451, revisie 01 Pagina 6 van 13
Inrichting watersysteem
blijven. De veiligheid van waterkeringen is door Grontmij gecontroleerd op de faalmechanismen piping, macro-instabiliteit (afschuiving binnen- en/of buitentalud) en micro-instabiliteit. In onderstaande tabel worden de (voorlopige) conclusies van de controle samengevat. De resultaten van deze (geotechnische) controle van deelgebieden 14 en 15 moeten nog door het HHNK goedgekeurd worden. Tabel 1. Resultaten controle op veiligheid van de waterkering Deelgebied
Werkzaamheden
Piping
Stabiliteit binnen-
Stabiliteit buitenta-
talud
lud
Microstabiliteit
10
binnendijkse ontgraving
V
V
n.v.t.
12
binnendijkse ontgraving
V
V
n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
14
aanleg nieuwe waterkering
V
O
O
n.v.t.
15
weglichaam wordt nieuwe water-
V
V
V
O
kering 16
buitendijkse ontgraving
V
n.v.t.
V
n.v.t.
21
binnendijkse ontgraving en opho-
V
V
V
n.v.t.
ging
V = voldoende O = onvoldoende n.v.t. = niet van toepassing; de werkzaamheden hebben geen invloed op dit faalmechanisme
Uit de samenvattende tabel volgt dat de geplande werkzaamheden, met uitzondering van deelgebieden 14 en 15, in géén van de deelgebieden een negatieve invloed hebben op de veiligheid van de waterkering. Alle deelgebieden zijn goedgekeurd voor het faalmechanisme piping. Behalve deelgebied 14 zijn alle deelgebieden goedgekeurd met betrekking tot de stabiliteit van het binnen- en buitentalud. Behalve deelgebied 15 zijn alle deelgebieden goedgekeurd met betrekking tot de microstabiliteit van de kade. Aangetoond is dat met enkele aanpassingen aan het ontwerp van deelgebied 14 wel voldaan kan worden aan de veiligheidseisen met betrekking tot de stabiliteit van de waterkering. Voor de stabiliteit van het buitentalud kan hierbij gedacht worden aan het aanbrengen van een berm in het buitentalud van 5 m breed en een hoogte van ongeveer 35 cm. Voor de stabiliteit van het binnentalud dienen de binnenteensloot circa 3 m wordt verplaatst en het binnentalud van het nieuwe dijklichaam wordt verflauwd naar ten minste 1:4,5. In overleg met het HHNK zal bepaald worden of, danwel welke aanvullende maatregelen getroffen zullen worden. Voor deelgebied 15 is de bovenste zandlaag van de waterkering gecontroleerd op microstabiliteit. Hieruit volgt dat het uitspoelen van zand in het binnentalud kan worden uitgesloten, maar dat het afschuiven van het binnentalud niet met zekerheid kan worden uitgesloten. Enkele maatregelen om dit afschuiven alsnog uit te sluiten is bijvoorbeeld door een verflauwing van het binnentalud of het aanbrengen van een kleilaag op het buitentalud. In overleg met het HHNK zal bepaald worden of, danwel welke aanvullende maatregelen getroffen zullen worden. 2.3 Beheer en onderhoud Alle deelgebieden worden onderhouden door Staatsbosbeheer. Er zal ecologisch beheer worden toegepast. Hiervoor is tussen de Provincie en Staatsbosbeheer een onderhoudscontract opgesteld.
315451, revisie 01 Pagina 7 van 13
3
Ontwerp per deelgebied
3.1 Perceel 10 Perceel 10 ligt in de gemeente Niedorp ter hoogte van de Hartweg-Noorderkanaalweg. Het deelgebied ligt in peilgebied 03170-02 met een vast peil van NAP -2,00 m. Tijdens veldwerkzaamheden is het waterpeil binnen het plangebied bepaald op NAP -1,83 m. In overleg met HHNK is besloten om voor het ontwerp uit te gaan van het gemeten waterpeil. In onderstaande figuur is de inrichting van het watersysteem weergegeven.
Schouwstrook 5 m
Omschrijving:
Figuur 5. Inrichting watersysteem deelgebied 10 (boven) en ligging planlocatie (onder)
De volgende maatregelen vinden plaats: • De realisatie van rietmoeras in de verbreding van het perceel; • Het toekomstig maaiveld van het rietmoeras wordt verlaagd naar NAP -2,08 m (huidige maaiveldhoogte tussen NAP -0,60 en -0,90. Dit betekent dat een waterdiepte van 0,25 m wordt gerealiseerd. Het moeras krijgt een talud van 1:6; • Tussen het rietmoeras en de bestaande watergang komt langs het grootste deel een schouwstrook van 5 m breed; • Er wordt geen grond aangebracht op het grasland (zoals aangegeven in figuur 5.
315451, revisie 01 Pagina 8 van 13
Ontwerp per deelgebied
3.2 Perceel 12 Dit perceel ligt in de gemeente Niedorp ter hoogte van de Westerweg – Oosterweg. Het perceel ligt aan een historische molensloot in peilgebied 03190-03 met een vast peil van NAP -1,95 m. Tijdens veldwerkzaamheden is het waterpeil binnen het plan gemeten op NAP -2,10 m. In overleg met HHNK is afgesproken om voor het ontwerp uit te gaan van het gemeten waterpeil van NAP -2,10m.
``````````````````````````````````Figuur 6. Inrichting watersysteem deelgebied 12 (boven) en ligging planlocatie ``````````````````````````````````(onder)
Maatregelen: • Langs de molensloot wordt een brede rietkraag aangelegd; • Het maaiveld van het nieuw aan te leggen rietmoeras wordt verlaagd van -0,90 m naar -2,35 m. Dit betekent dat een waterdiepte van 0,25 m wordt gerealiseerd. Het rietmoeras wordt aangelegd met een talud van 1:3; • Als gevolg van de ligging van een bestaande persleiding wordt slecht een deel van de inrichting zoals weergegeven in figuur 6 aangelegd; • Er wordt geen grond aangebracht op het grasland (zoals aangegeven in figuur 6.
315451, revisie 01 Pagina 9 van 13
Ontwerp per deelgebied
3.3 Perceel 14 Dit gebied ligt in de gemeente Niedorp ter hoogte van de Waarddijk en Oostkade. Het gebied ligt in de huidige situatie in peilgebied 0318-01 met een vast peil van -2,55 m NAP. Door de realisatie van een nieuwe waterkering komt het gebied buitendijks te liggen en maakt onderdeel uit van de boezem met een vast peil van NAP -0,60 m. In de huidige situatie is binnen het plangebied geen water aanwezig. De hoeveelheid water binnen de polder verandert niet. De verandering van het waterpeil heeft daarom geen negatief effect op de werking van het watersysteem in de polder.
Nieuwe waterkering
Bestaande waterkering
Duikers
Figuur 7. Inrichting watersysteem deelgebied 14 (boven) en ligging planlocatie (onder)
Maatregelen: • Aan de noordzijde van het gebied wordt een nieuwe kade aangelegd die als waterkering dient. De aan te leggen kade voldoet aan de normen van HHNK om als regionale waterkering te dienen. Met de nieuwe kade wordt het gebied volledig omsloten door een waterkering; • Het gebied wordt in verbinding gebracht met het kanaal door de aanleg van 2 duikers (∅ 1,00 m); • De inrichting van het gebied bestaat uit een kreek, rietmoeras en rietruigte met poelen; • De maaiveldhoogte ter hoogte van het rietmoeras wordt verlaagd van NAP -0,30 m naar 0,85 m. Hiermee ontstaat een waterdiepte van 0,25 m in het rietmoeras; • De kreek en de poelen krijgen een waterdiepte van 1,00 m. De poelen krijgen een talud van afwisselend 1:3 en 1:6. Het rietmoeras krijgt boven water een talud van 1:3 en onder water variërend van 1:2 tot 1:6; • Rondom het gebied komt een rijkade (onderhoudspad) van 5,00 m breed.
315451, revisie 01 Pagina 10 van 13
Ontwerp per deelgebied
3.4 Perceel 15 Dit gebied ligt in de gemeente Niedorp ter hoogte van de Leyerdijk. Het gebied ligt buitendijks en maakt onderdeel uit van de boezem met het waterpeil van NAP -0,60 m.
Geen aanpassingen Rijkade langs waterkering 5 m breed
Figuur 8. Inrichting watersysteem deelgebied 14 (boven) en ligging planlocatie (onder)
Maatregelen: • Aangrenzend aan de boezem wordt rietmoeras aangelegd. Het bestaande maaiveld wordt verlaagd van NAP -0,40 m naar 0,85 m, wat betekent dat een waterdiepte van 0,25 m wordt gerealiseerd in het rietmoeras. Het talud wordt 1:6 m; • Naast rietmoeras wordt rietruigte aangelegd en drie poelen. De poelen worden 1 m diep met een talud van afwisselend 1:3 en 1:6; • Het grasland ten oosten van het perceel blijft behouden i.v.m. kabels en leidingen in de grond.
315451, revisie 01 Pagina 11 van 13
Ontwerp per deelgebied
3.5 Perceel 16 Het gebied is gelegen in de gemeente Heerhugowaard ter hoogte van de kruising van de N241 met de N242. Het gebied ligt buitendijks en komt in open verbinding met het kanaal OmvalKolhorn. Aan de oostzijde van het gebied is een bestaande bomenrij aanwezig.
Figuur 8. Inrichting watersysteem deelgebied 16 (boven) en ligging planlocatie (onder)
Maatregelen: • Er wordt rietmoeras aangelegd met daarin een kreek die in verbinding staat met het kanaal; • Ter hoogte van het rietmoeras wordt het maaiveld verlaagd van NAP 0,00 m naar NAP -0,85 m, dit betekent dat een waterdiepte ontstaat van 0,25 m. Het moeras krijgt een talud van 1:6 m; • De kreken krijgen een waterdiepte van 1,00 m.
315451, revisie 01 Pagina 12 van 13
Ontwerp per deelgebied
3.6 Perceel 21 Dit perceel bevindt zich in de gemeente Heerhugowaard ter hoogte van de Westerweg en de N242. De ecologische hoofdstructuur wijkt hier af van het kanaal, waarmee het gebied zich niet direct langs het kanaal bevindt. Het gebied maakt onderdeel uit van peilgebied 03150-04 met een vast peil van NAP -3,1 m. De aanpassingen in het perceel zorgen voor een overgang van natte natuur met rietmoeras en een kreek, via rietruigte met poelen, naar het bestaande droge grasland van de naastgelegen agrariër.
Figuur 9. Inrichting watersysteem deelgebied 16 (boven) en ligging planlocatie (onder)
Maatregelen: • Binnen het plangebied worden een rietmoeras, kreek, rietruigte en poelen aangelegd; • Het maaiveld bij het rietmoeras wordt verlaagd van NAP -2,10 naar -3,35 m, hiermee wordt de waterdiepte 0,25 m. Het aan te leggen talud is 1:6 m; • De kreken en poelen krijgen een waterdiepte van 1,0 m. De poelen krijgen een talud van afwisselend 1:3 en 1:6 en de kreek 1:2; • De afgegraven grond wordt gebruikt om aan weerszijden van het plangebied grondlichamen te maken om geluidsoverlast van de provinciale wegen te reduceren. De grondlichamen worden met een dicht struweel ingeplant.
315451, revisie 01 Pagina 13 van 13