Pieken in Progress Eindrapportage
Inhoudsopgave
Voorwoord ................................................................................................................................. 1 Het project.................................................................................................................................. 2 Beschrijving van de deelprojecten ............................................................................................. 4 A: Marktbewerking: Organiseren van workshops en Delta ateliers ................................................... 4 B: Ontwikkelen en toepassen van kennis ........................................................................................... 8 C: Ontsluiten van kennis ................................................................................................................... 15 D: Uitvoering van experimenten....................................................................................................... 18 E: Ondersteuning bij beleidsontwikkeling ........................................................................................ 19 F: Verspreiding van kennis: onderwijs .............................................................................................. 20 G: Start Kenniscentrum..................................................................................................................... 26
Slotbetoog ................................................................................................................................ 29
Voorwoord Eind 2006 is de aanvraag ingediend voor het project “Pieken in Progress; naar een dynamische toeristische Delta”. Deze aanvraag is ingediend door de Hogeschool Zeeland als penvoerder, vele andere partners nemen deel aan dit project. Overzicht meewerkende instellingen : Naam instelling Vertegenwoordigd door NHTV Internationaal hoger onderwijs Breda J. Uijterwijk ‐ voorzitter College van Bestuur ROC Zeeland H. van Meerkerk ‐ voorzitter College van Bestuur ROC Westerschelde A.A.J. Huijsmans ‐ voorzitter College van Bestuur Brabants Bureau voor Toerisme A. de Haan ‐ directeur Syntens M.V. Peutz ‐ directeur Overzicht participerende ondernemers: Naam bedrijf Vertegenwoordigd door Marina Port Zélande J.P. Schot ‐ directeur RP Holidays H. van Koeveringe ‐ directeur Camping Ons Buiten K.J. Coppoolse ‐ eigenaar Strandpark De Zeeuwse Kust M. Ruytenberg ‐ eigenaar Trivium Hotel & Spa J.K. Fikke ‐ directeur Biesbosch Marina Drimmelen T. den Exter ‐ directeur Naast de participanten zijn eveneens de Provincie Zeeland en de Provincie Noord Brabant betrokken bij dit project. Zij zijn partner in de financieringsstructuur van de stimuleringsregeling van het Ministerie van Economische Zaken (Pieken in de Delta) en hebben daarnaast een inhoudelijke inbreng in de werkgroep. Dit geldt overigens ook voor het Ministerie van Economische Zaken. Naast de opbouw van kennisactiviteiten, concrete projecten met de sector en het verstevigen van het toeristisch onderwijs in de regio Zuidwest‐Nederland is ook de oprichting en ontwikkeling van het Kenniscentrum (Kust)toerisme een belangrijk doel. Het Kenniscentrum (Kust)toerisme moet de spil vormen tussen overheid, onderwijs en ondernemers. Met name de maatschappelijke rol naar de ondernemers staat hoog op de agenda. Innovatie in de toeristische sector valt of staat met het accepteren van de structuren. Bovendien is men wars van institutionalisering, kortom zorgvuldig opzetten en uitbouwen van een Kenniscentrum is noodzakelijk. Het gehele project speelt daar ook op in en ontwikkelt activiteiten die voor alle partners en dus vooral voor de sector nuttig zijn. Eind april 2007 is de subsidie vanuit het programma Pieken in de Delta Zuidwest‐Nederland van het Ministerie van Economische Zaken formeel toegekend. Dit heeft geleid tot een officieel startsein tijdens een bijeenkomst op de Hogeschool Zeeland op 14 mei 2007. Alle partners en belanghebbenden waren daarbij aanwezig. Het project is afgerond op 1 mei 2009. Deze eindrapportage geeft inzicht in het verloop van het totale project en de resultaten . 1
Het project Aanleiding en achtergrond In de regio Zuidwest‐Nederland zijn diverse belanghebbenden actief op het gebied van toerisme, variërend van overkoepelende organisaties in de toeristische branche tot individuele ondernemers, van toeristische organisaties tot onderwijsinstellingen. Zij ontplooien allen activiteiten om het toerisme in de regio te bevorderen en te versterken. Meer samenhang in deze activiteiten, betere economische en/of financiële onderbouwing ervan kan een synergetisch effect hebben. Kennis verzamelen en verspreiden, beleidsontwikkeling en ‐evaluatie, netwerkontwikkeling met alle betrokkenen in de toeristische sector en daarbuiten in Zuidwest‐Nederland is noodzakelijk omdat zoals gezegd de toeristische toekomst van de Zeeuwse kust ‐ en van andere kustgebieden in Nederland ‐ onder druk staat. Bovendien zal innovatie het sleutelbegrip blijken te zijn om de neergaande lijn in het toeristisch bezoek een halt toe te roepen. Vernieuwing is noodzakelijk op het gebied van concepten, producten, het vermarkten ervan, vormen van samenwerking en processen. Een nieuw te vormen Kenniscentrum (Kust)toerisme, moet vernieuwingsprocessen op gang brengen en input leveren aan alle betrokken partijen. De kenniseconomie wordt gestimuleerd en leidt uiteindelijk ook tot een verbetering van het leefklimaat in de regio Zuidwest Nederland. De in dit projectplan beschreven initiatieven zijn bijeen gebracht en gezamenlijk komen ondernemers, overheden en onderwijs met de projectaanvraag voor een Kenniscentrum voor (kust)toerisme. De economische motor voor de toeristische sector aan de kust, maar ook in het achterland, is de verblijfsrecreatie. De keuze van verblijfsrecreanten voor een kustbestemming wordt voor een groot deel bepaald door de belevenismogelijkheden in het gebied waar de vakantieganger verblijft. Voor dagrecreanten geldt dit ook. Indien de toeristische sector echter niet voor voldoende belevenismogelijkheden kan zorgen, dan neemt het risico van teruglopend toeristisch bezoek toe. Kenmerkend voor kustgerelateerd toerisme in de Brabantse en Zeeuwse Delta zijn momenteel zand, zee, zon en achterland. Toeristische producten en diensten die op deze vier begrippen zijn gebaseerd, blijken echter onvoldoende aantrekkingskracht te hebben voor de moderne toerist. Enerzijds ontbreekt in Nederland de garantie van evenveel zonuren per dag als in de mediterrane landen; anderzijds wensen toeristen andere producten dan tien of twintig jaar geleden. Ook dient het toeristische product zichzelf te kunnen vernieuwen om in achtereenvolgende jaren aantrekkelijk te kunnen zijn voor dezelfde toeristen en andere doelgroepen. En de sector heeft te maken met toenemende concurrentie van andere regio’s en andere producten (bijvoorbeeld All Inclusive‐reizen). Vanwege concurrentie van andere toeristische bestemmingen en de beleveniswensen van de moderne toerist, zal innovatie een belangrijk kenmerk moeten worden van de ondernemer in de toeristische sector in het algemeen en die van de Zuidwest Nederland in het bijzonder. In de nota Delta: Zee(en)land van ruimte en vernieuwing (2006), geschreven voor Pieken in de Delta, worden voorbeelden van innovaties gegeven: Agro‐Garden Delta, Aqua High Tech Delta, Energy Delta, Jetsets aan de kust en Wonen, werken en beleven op je eigen eiland. Het Kenniscentrum (Kust)toerisme kijkt in de wereld en maakt een benchmark van de mogelijkheden. Die kennis wordt weer ingezet voor de accommodatieverschaffers in Zuidwest‐ Nederland. Kusttoerisme wordt verder gekenmerkt door een specifieke problematiek. Op een beperkt oppervlakte worden diverse activiteiten ontplooid op basis van soms tegengestelde beleidsdoelen. De kuststrook, met haar stranden en duinen, is een gebied waarin toeristen zich in grote aantallen willen ontspannen door te zonnen, watersporten te beoefenen, te fietsen of te wandelen. Hetzelfde gebied dient echter ook als zeewering, wat beperkingen oplevert voor bebouwingsmogelijkheden en het uitoefenen van activiteiten. En in de derde plaats heeft de kuststrook grote natuurwaarde, die strijdig kan zijn met intensief toeristisch gebruik. Het achterland in de regio biedt mogelijkheden voor stedentrips en culturele uitjes. Het is echter de vraag of de moderne toerist deze mogelijkheden nog 2
waardeert en met regelmaat terugkeert naar Zuidwest Nederland. Andere kustregio’s in de wereld zijn het Deltagebied voorgegaan (bron: Nieuwe kansen in Zeeland, leren van andere kustgebieden). Om het kennisniveau en kennistransfer voor de sector te verbeteren is in 2004 het initiatief genomen tot een Kenniscentrum Toerisme & Recreatie Zuid Nederland, gestationeerd bij de provinciale toeristische organisaties uit Zeeland, Brabant en Limburg. Er is binnen de toeristische sector in West Brabant en Zeeland al kennis gemaakt met activiteiten van dit bestaande samenwerkingsverband. Men is gewend geraakt aan de informatieve producten. Na drie jaar werken aan goede producten en daarmee een goede kennisoverdracht, ontstaan in de sector steeds meer vragen. Die vragen kunnen niet met de huidige kennisbronnen worden beantwoord. Daartoe is kennisontwikkeling, betere ontsluiting en mee helpen implementeren van de kennis tot innovatieprojecten noodzakelijk. Samenwerking zoals verwoord in dit project is van groot belang om dit te realiseren. Alle activiteiten komen tezamen in het Kenniscentrum (Kust)toerisme.
Ambitie De ambitie is het realiseren van structuurversterking in de toeristische sector en het versterken van de regio met behulp van een Kenniscentrum (Kust)toerisme. Als nationaal en internationaal innovatiecentrum initieert het initiatieven voor innovatie van kusttoerisme, coördineert, ondersteunt en evalueert. Hierdoor ontstaan duurzame leereffecten voor alle belanghebbenden in de branche. Het uitdagende voor Zuidwest‐Nederland is om de kennis die hiermee en hierdoor ontwikkeld wordt met verschillende partijen toe te passen. De kennis moet via kunde, kassa worden; ook economisch moet Zuidwest‐Nederland profiteren van de unieke mogelijkheden van het kustgebied, inclusief het “achterland”. De regio Zuidwest is met haar Deltagebied dé proeftuin voor de innovaties samen met alle belanghebbenden.
Doelstellingen De meerwaarde van het Kenniscentrum (Kust)toerisme Zuidwest‐Nederland ligt naast de samenwerking tussen verschillende partijen in de aanpak die voor kennisontwikkeling gekozen wordt. Kennis om maatschappelijke problemen op te lossen moet niet alleen wetenschappelijk maar ook sociaal robuust zijn. De kennis kan nooit volledig losgemaakt worden van de context waarin deze wordt ontwikkeld en voor toepassingen in andere contexten is een vertaalslag nodig. De resultaten van het onderzoek zoals nieuwe oplossingen, inrichtingen, organisatievormen, producten en diensten, komen tot stand in directe interactie met opdrachtgevers en gebruikers. Door gezamenlijk te onderzoeken, te onderwijzen, te ondernemen en te besturen versterken participanten, partners en gebruikers van het Kenniscentrum (Kust)toerisme Zuidwest‐Nederland de kwaliteit en omvang van hun aanwezigheid in Zuidwest‐Nederland. Een belangrijk element van het Kenniscentrum zal de denktankfunctie zijn, de broedplaats voor nieuwe concepten, een centrum voor creativiteit in de sector.
3
Beschrijving van de deelprojecten A: Marktbewerking: Organiseren van workshops en Delta ateliers
1. Organisatie van workshops, excursies en ontmoetingsdagen Uit het projectplan Aanleiding Om de toeristische sector actief te maken op het gebied van innovatie is allereerst noodzakelijk dat men kennis kan nemen van ontwikkelingen op het gebied van de economie, de klant en de trends. Doel Kennisoverdracht gebaseerd op reeds beschikbare bronnen. De kennis wordt gekoppeld aan een thema dat speelt in de sector. Dit moet weer leiden tot verdieping van het thema, de vraag om meer gegevens om uiteindelijk te komen tot innovatie. Uitwisseling van kennis staat voorop. Aanpak Organiseren van workshops, bezoeken aan voorbeeldbedrijven en/of gebieden en ontmoetingsdagen. Er wordt één grootschalige ontmoetingsdag georganiseerd voor de sector. Er wordt een viertal workshops en één bezoek aan een bedrijf of regio georganiseerd. Op de ontmoetingsdag wordt gestreefd naar een combinatie met een bedrijfsbezoek. Verloop & resultaten In juni 2007 is een workshop georganiseerd bij de presentatie van de cijfers 2006 waar diverse aspecten aan de orde en bediscussieerd zijn. Overigens is tijdens deze workshop ook de cheque overhandigd waarop het subsidiebedrag voor het project “Pieken in Progress; naar een dynamische toeristische Delta” staan vermeld (ruim € 660.000). Verder zijn in 2007 expertmeetings georganiseerd rond watersport en wellness & zorgtoerisme. De ontmoetingsdag 2007 in de Hogeschool Zeeland stond in het teken van Spiegels voor Succes, waarbij in de carrousel een aantal projecten vanuit dit project werden uitgelegd (Duurzame jachthaven van de toekomst; Strandpark De Zeeuwse Kust; vervolg initiatief Databank voor ondernemers). Verder zijn initiatieven van het KC, de Kamer van Koophandel en de branches tot één plan van aanpak gevormd dat centraal stond op die dag. De Provincie Zeeland reikte de Toeristische Innovatieprijs 2007 uit. In 2008 zijn nog een tweetal workshops uitgevoerd. In juni is inhoudelijk ingegaan op creatief ondernemerschap en er is een masterclass duurzaam toerisme georganiseerd. Er is een excursie geweest naar watersportbedrijven en bedrijven die participeren in het project vitaliteit. Natuurlijk heeft er ‐ weliswaar buiten de verantwoordelijkheid van het project ‐ ook nog een Ontmoetingsdag plaatsgevonden met het thema gastvriendelijkheid. Vervolg Kennisoverdracht via bijeenkomsten is een belangrijke pijler geworden in de activiteiten van het Kenniscentrum. Ook na de afronding van Pieken in Progress staan er alweer diverse bijeenkomsten op de agenda, in allerlei vormen variërend van presentaties tot innovatietafels, van workshops tot symposia.
4
2. Ondernemerskring: vraaggestuurd kennisnetwerk Uit het projectplan Aanleiding Innovatiekracht in de toeristische sector is van belang voor het behoud en de stimulering van de sector, het rendement. Het toeristisch bedrijfsleven is kleinschalig en tamelijk behoudend ingesteld. Het is niet vanzelfsprekend dat ondernemers nut en noodzaak van die innovatie inzien. Mogelijk ontbreekt het ook aan innovatievermogen. Het netwerk is daarbij van groot belang. Samenwerken met overheden, onderwijs en ondernemers is alleen kansrijk wanneer die vraaggestuurd is. Nu betekent dit niet, dat vraagstukken gesignaleerd door de overheid en het onderwijs niet kunnen, maar de vraagsturing moet richtinggevend en stimulerend zijn. Doel Het opzetten van een ondernemerskring die bijdraagt aan de ontwikkeling van het kennisnetwerk én het mee helpen ontsluiten van die kennis richting de markt. Het stimuleren van de sector om vervolgens stappen te zetten om te innoveren is een belangrijke opdracht van de ondernemerskring. De vraagstelling bij dit doel is: hoe gaan we aan de slag, hoe kan de kennistransfer (uitdragen van de kennis) op zo’n schaal gebeuren dat ondernemers die informatie van belang gaan vinden en dat dit hen aanzet tot ontwikkelen van nieuwe productmarktcombinaties. Aanpak Starten met vier ondernemers uit de regio Zuidwest‐Nederland vanuit verschillende invalshoeken. Dit viertal gaat samen met het Kenniscentrum een programma opstellen met activiteiten die leiden tot betere kennisoverdracht, meer participatie vanuit de ondernemers aan Kenniscentrum activiteiten en uiteindelijk aan meer innovatieve initiatieven. Dit betekent dat mogelijk de samenstelling van de ondernemerskring moet worden gewijzigd, maar de vier “starters” zijn gevraagd om het idee uit te werken en vorm te geven. Eind 2007 ligt er een plan van aanpak en een aantal nieuwe projecten die als voorbeeldbedrijf fungeren voor de kennisoverdracht. Verloop & resultaten De ondernemerskring is gestart met dhr. Van Koeveringe (Roompot Vakanties), dhr. Fikke (3 hotels in Etten‐Leur), dhr. Coppoolse (Camping Ons Buiten) en dhr. Den Exter (Biesbosch Marina Drimmelen). De eerste bijeenkomst vond plaats in september 2007. Hierin is het VROM‐rapport als leidraad voor de discussie gekozen. Tijdens het gesprek bleek dat men de voorkeur gaf aan praktische acties boven strategische discussies. Zo heeft de groep vooruit gekeken naar kansen voor experimenten die in de tweede fase uitgewerkt zouden kunnen worden. Op basis van deze wensen zijn diverse thematische bijeenkomsten georganiseerd, deze hebben zelfs geleid tot nieuwe projecten op het gebied van vitaliteit en watersport. Toch wilde het Kenniscentrum een platform dat waakt over de afstemming tussen Kenniscentrum en het werkveld. Daarom is nu een “denktank” samengesteld, waarin landelijke partijen zoals RECRON, NBTC, Universiteit van Tilburg, InterProvinciaal Overleg en VVV Nederland vertegenwoordigd zijn. Vervolg De denktank van het Kenniscentrum komt in september 2009 voor het eerst bijeen. Met deze partners gaat het Kenniscentrum de toekomst in; ontwikkelen van toegankelijke kennis die leidt tot innovatie in de sector en verbetering en afstemming van onderzoek en onderwijs.
5
3. Workshops, broedplaatsen, workshops ter bevordering van de innovatie Project Syntens: “Kusttoerisme: van Kansen naar Kassa” Uit het projectplan Aanleiding Als gevolg van de kleinschaligheid binnen de sector is het vaak onmogelijk om nieuwe ideeën uit te denken en te realiseren. De “waan van alledag” regeert en er is beperkt financiële slagkracht om ontwikkelingen te realiseren. Men kan tenslotte zich geen grote blunders veroorloven. Er wordt slechts in zeer beperkte mate kennis ingekocht door ondernemers. De perceptie over kennisinstellingen is dat zij duur, onoverzichtelijk en langzaam zijn. Syntens heeft veel ervaring in het begeleiden van ondernemers en ziet vaak kans aan de hand van concreet uitgewerkte thema’s de ondernemers aan te zetten tot innovatie. Doel Door leveranciers en ondernemers bij elkaar te brengen komen tot concrete innovaties in het toeristische product. Aanpak 1. Betrekken van leveranciers bij de totstandkoming van innovaties en nieuwe producten. 2. Bij elkaar brengen nieuwe technologische ontwikkelaars en toeristische ondernemers met als doel het ontwikkelen van consumentgerichte producten. 3. Aan de hand van de methodiek workshops, kenniscluster, businesscluster, innovatieteams en cases leert men wat projectmatig werken is. 4. Bijdragen aan de kennisoverdracht en helpen komen tot een loket bij kennisinstellingen. 5. Op basis van de thema’s en bij elkaar brengen van de technische leveranciers en de toeristische ondernemers ontstaan allianties en wordt de kleinschaligheid min of meer ondervangen. Verloop & resultaten Dit deelproject was er op gericht om leveranciers in de toeristische sector nadrukkelijker te betrekken bij innovatie in de sector. Er is gestart met een verkenning van relevante technologische ontwikkelingen. Vervolgens zijn interviews afgenomen met contactpersonen van brancheorganisaties. Vervolgens ging het co‐creatie proces van start: in workshops brainstormden leveranciers en afnemers (lees: toeristische bedrijven) gezamenlijk over nieuwe producten en diensten op basis van technologische ontwikkelingen. De onderwerpen van deze 6 workshops varieerden van Gaming tot Location Based Services. De workshops hebben geresulteerd in een aantal cases, die met behulp van innovatievouchers verder zijn uitgewerkt. Naar aanleiding hiervan zijn de ideeën in innovatieteams, met daarin ook externe kennisleveranciers en studenten van onder andere de Hogeschool Zeeland, verder uitgewerkt. Door deze aanpak wordt het innovatieproces in de sector versneld en wordt de kans op succes van innovaties vergroot. Dat heeft geresulteerd in 12 concrete innovaties. Voorbeelden zijn innovaties als nieuwe concepten van verlichting op camping liggend in de natuur, een ERP‐pakket voor de wellnessbranche, ontwikkeling van games en tochten via PDA, GSM en GPS, verrijkte routes als nieuw belevingsconcept en een online reserveringssysteem voor passanten‐ plaatsen in jachthavens (zie afbeelding).
6
Uiteindelijk hebben 20 bedrijven aan een individueel adviestraject deelgenomen en 12 bedrijven hebben aan een uitgebreider adviestraject deelgenomen. Bij 9 van deze adviestrajecten zijn studenten van o.a. Hogeschool Zeeland, NHTV, Hogeschool Roermond en Universiteit van Tilburg betrokken geweest. Hierdoor is een koppeling tussen onderwijs en de sector gelegd. Vervolg De projecten hebben geleid tot nieuwe producten ofwel prototypes. Daar begint het pas. Zo is er voor Location Based Services (bijvoorbeeld de verrijkte routes) een nieuw project gestart met RAAK subsidie. Hierin wordt verder onderzoek gedaan naar de implementatie in de sector, de nieuwe mogelijkheden. Dit wordt in volledige samenwerking gedaan met het onderwijs, waardoor deze vernieuwing ook wordt meegegeven aan studenten. Verder heeft het project ook een bijdrage geleverd aan “Spiegels voor Succes”, een innovatieprogramma voor de sector van de Kamer van Koophandel, de branches en het Kenniscentrum (Kust)toerisme. In dit kader hebben de Kamer van Koophandel en Syntens in 2009 de Leisure Innovation Academy opgericht, waarin ondernemers cursussen kunnen volgen. Hierin wordt nauw samengewerkt met het Kenniscentrum (Kust)toerisme en docenten van HZ en NHTV. Ten aanzien van bijvoorbeeld nieuwe verlichtingsconcepten gaat het Kenniscentrum (Kust)toerisme onderzoek doen, zowel op economisch gebied als op het gebied van de beleving door de gast (sociale veiligheid).
7
B: Ontwikkelen en toepassen van kennis
4. Continue analyse van cijfermateriaal gebaseerd op bestaande bronnen Uit het projectplan Achtergrond Het Kenniscentrum Toerisme & Recreatie Zuid‐Nederland verzamelt en analyseert gegevens over de toeristische sector. Deze gegevens dienen te worden vertaald voor de toeristische sector. Doel Het komen tot regiospecifieke cijfers die als input dienen voor het informeren van de toeristische sector in de regio Zuidwest Nederland. Aanpak Inkoop van benodigde gegevens en het maken van analyses. Deze worden vertaald in een thema voor de workshops. De workshops zijn de broedplaatsen voor meer kennis en daarmee worden teven nieuwe onderzoeksprojecten ontwikkeld. Verloop & resultaten Jaarlijks worden voor Brabant en Zeeland gegevens verzameld over de toeristische sector. De belangrijkste gegevensbronnen hiervoor zijn: - ContinuVakantieOnderzoek: vakanties van Nederlanders - ContinuVrijeTijdsOnderzoek: vrijetijdsgedrag van Nederlanders - Centraal Bureau voor de Statistiek: buitenlandse gasten Daarnaast wordt continu actief gezocht naar ander relevant onderzoeksmateriaal. Deze gegevens vormden de basis van kennispublicaties, bijeenkomsten en advisering aan overheden en ondernemers. Ondernemers en overheden kunnen middels de vraagbaakfunctie van het Kenniscentrum continu een beroep op deze gegevens. Vervolg De analyse van toeristisch cijfermateriaal blijft de basis onder alle taken voor het Kenniscentrum (Kust)toerisme. Hierbij wordt zoveel mogelijk de samenwerking gezocht met andere partijen.
8
5. Initiëren en verwerven van onderzoeksprojecten Uit het projectplan Doel Op basis van kennis over de sector en nieuwe ontwikkelingen worden nieuwe initiatieven genomen om te komen tot onderzoek. Dit draagt weer bij aan de kennis in de sector en daarmee aan het innovatievermogen. Aanpak Participatie in diverse relevante gremia (CTZ, ontwikkelingstrajecten op de Grevelingen, gemeentelijke ontwikkeltrajecten). Uit de workshops komen initiatieven. De relevante partijen worden bij elkaar gebracht en gaan aan de slag met de ideeën. Ten behoeve van hun innovatie is vaak weer verder verdiepend onderzoek nodig. Verloop & resultaten Het Kenniscentrum heeft een belangrijke rol verworven in het beantwoorden van onderzoeksvragen. Door steeds in contact te komen met ondernemers en overheden signaleert het Kenniscentrum welke vragen er leven en doet zij voorstellen om deze kennisvragen te beantwoorden. Zo werden gedurende de projectperiode ondermeer de volgende onderzoeksopdrachten uitgevoerd: - Verkenning Britse watersportmarkt - Tevredenheidsonderzoek “Concert at Sea” 2007 en 2008 - Gebruikersonderzoek “Toeristenbus Zeeuws‐Vlaanderen”. - T evredenheidsonderzoek “Concert at Sea” 2008 - Communicatieplan SchouwenDuivelandPas - Gebruikersonderzoek SchouwenDuivelandPas - Begeleidingstraject digitalisering SchouwenDuivelandPas - Tevredenheidsonderzoek Breda Photo 2008 - Communicatieplan “Duinlift Walcheren” - Onderzoek economische meerwaarde toeristische ontwikkeling verdedigingslinies West‐Brabant Vervolg Het Kenniscentrum heeft zo’n positie verworven, dat de onderzoeksvragen steeds vaker worden voorgelegd in plaats van dat het Kenniscentrum deze vragen moet zoeken. Voor de komende periode staan er nog een groot aantal onderzoeksprojecten op stapel, waarbij het Kenniscentrum initiatiefnemer en/of uitvoerder is.
9
6. Businessplan Lectoraat Kusttoerisme met uitwerking van twee kennislijnen (kusttoerisme en imagineering) Uit het projectplan Achtergrond Het lectoraat kusttoerisme is het sluitstuk of juist het begin van het Kenniscentrum kusttoerisme. Het programma “Pieken in de Delta is bedoeld om een versnelling te krijgen in de versterking en ontsluiting van de kennisinfrastructuur. De aanloop naar een lectoraat wordt met deze aanvraag versneld en leidt tot de zogenaamde SKO‐aanvraag. Hiermee wordt het lectoraat definitief gefinancierd (regulier). Doel Kerntaak van het lectoraat is vooral om nieuwe informatie te verzamelen en door combinatie van gegevens en onderzoek nieuwe kennis te creëren met als doel deze kennis vervolgens weer in te zetten bij innovaties in de branche en in het onderwijs. Aanpak We volgen met het uitwerken van het lectoraat ruwweg de opzet van de SKO (Stichting Kennis Ontwikkeling HBO) 1. Verkennen van het kennisdomein en de organisatie op hoofdlijnen . 2. De ontwikkelingen van het lectoraat op de wat langere termijn Verloop & resultaten In het projectplan Pieken in Progress was de voorbereiding van het lectoraat Kusttoerisme als activiteit opgenomen. Als startpunt is door het lectoraat Visitor Studies (NHTV) een inventarisatie uitgevoerd van het domein kusttoerisme: maatschappelijke factoren die mogelijk van invloed zijn op kusttoerisme, een nadere definiëring van het domein, het prille begin van kusttoerisme tot aan kusttoerisme in de huidige postmoderne samenleving, verschillende beleidsopgaven en aan kusttoerisme gerelateerde kennisinstellingen, personen en gebieden. Uiteindelijk hebben al deze aspecten bijgedragen aan de totstandkoming van het transformational model of the coast. Dit model moet als denkkader gaan dienen bij toekomstig onderzoek en zal tegelijkertijd als zodanig in de praktijk getoetst worden. De hieruit voortgekomen publicatie "Kusttoerisme: een tour d'horizon" is inmiddels gedistribueerd naar alle betrokken bij het project Pieken in Progress alsmede alle gemeenten in Zuidwest‐Nederland. Het model dat in de publicatie gepresenteerd wordt, is inmiddels op diverse congressen gepresenteerd. De verkenning van het domein kusttoerisme heeft tot voortschrijdend inzicht met betrekking tot het lectoraat geleid. Het thema is zo integraal van aard is dat een speciaal lectoraat kusttoerisme het doel voorbij schiet. De wens is juist om kusttoerisme als thema in te bedden bij de bestaande lectoraten en onderzoeksprogramma’s van hogescholen. Op deze manier wordt het thema onderdeel van een veel breder onderzoeksveld, waardoor er vanuit verschillende disciplines kennis kan worden toegevoegd aan het kennisdomein (body of knowledge) kusttoerisme, bijeengebracht in het Kenniscentrum (Kust)toerisme. De kennisontwikkeling is op deze wijze veel groter, effectiever en meer ingebed in de Nederlandse kennisinfrastructuur, dan wanneer de kennisontwikkeling solitair binnen een lectoraat kusttoerisme zou plaatsvinden. Vervolg In het vervolgproject "Kenniscentrum (Kust)toerisme faciliteert innovatie" wordt een brede kennis‐ en onderzoeksagenda (o.a. voor wat betreft kusttoerisme) samengesteld, vanuit HZ en NHTV en in samenwerking met verschillende disciplines van de universiteiten in Tilburg, Wageningen en Leuven.
10
7. Verhogen productiviteit binnen sector Uit het projectplan Aanleiding Het rendement binnen de sector staat onder druk. Naast het zoeken van nieuwe markten en het zoeken van nieuwe product/markt combinaties is het verhogen van de productiviteit aan de orde. Doel Het verhogen van het rendement binnen het betrokken bedrijfsleven Aanpak Samen met het “Best Practice Forum UK”, onderdeel van de University of Surrey wordt een ”benchmark” georganiseerd om productiviteitsmetingen te realiseren. Het is de bedoeling een pilot te starten met een groep bedrijven in West‐Brabant en Zeeland. Docenten van de betrokken Hogescholen, universiteit en MBO‐opleidingen geschoold en voeren onder auspiciën van genoemd instituut een bedrijfsanalyse voor een groep bedrijven uit. Op basis van deze resultaten worden groepen bedrijven samengesteld voor het vervolg, waardoor uiteindelijk betrouwbare gegevens beschikbaar komen om tot een goede “benchmark” te komen. Verloop & resultaten Eind 2006 hebben medewerkers van NHTV Breda een training gevolgd van Best Practice Forum (BPF) uit Engeland. Aansluitend hebben 4 docenten en de lector “Productivity in Leisure & Hospitality” van NHTV een experiment uitgevoerd met benchmarking in de campingsector. De uitkomsten zijn onderling vergeleken en met de betrokken bedrijven besproken. Nagegaan is in hoeverre een benchmark aanknopingspunten biedt ter verbetering van de bedrijfsvoering c.q. productiviteitsverbetering. Ook is de bruikbaarheid van de benchmark van BPF getoetst. De resultaten werden als zeer positief ervaren en waren mede aanleiding voor de ontwikkeling van een Nederlands benchmarksysteem voor (in aanvang) campingbedrijven. De uitkomsten zijn gebruikt in het onderwijs aan de NHTV en wel in de derdejaars specialisatie Productiviteit bij Attracties, Hospitality & Accommodaties. Daarnaast hebben drie studenten een scriptie geschreven over productiviteit bij een drietal bedrijven (hotel, watersport, zwembad; waar mogelijk in de Delta). Hierbij is gebruik gemaakt van de expertise ervaringen en benchmark van BPF. Vervolg Het lectoraat “Productivity in Leisure & Hospitality” heeft samen met het bedrijf KERN Recreatiemanagement een Nederlands systeem ontwikkeld voor het vergelijken van de productiviteit. Dit systeem is reeds getest bij campings, jachthavens en groepsaccommodaties en wordt in de komende jaren verder uitgebreid.
11
8. Opzetten Kenniscentrum in praktijk: kennis in de etalage in de duurzame jachthaven van de toekomst Uit het projectplan Aanleiding Op de Grevelingen is een duurzame jachthaven van de toekomst in wording. Eén van haar doelen is een “kennisboulevard” te realiseren op het gebied van watersport. Nieuwe ontwikkelingen, nieuwe technologieën, maar ook vernieuwing in de organisatie behoren tot dit project. Het project is al een eind op streek. Er is al een MER‐verkenning rond en de locatie Middelplaats lijkt realiseerbaar. De ondernemer wil zijn ideeën aansluiten bij het Kenniscentrum en gezamenlijk komen tot een uitwerking. Het bedrijf zal eveneens als leerbedrijf gaan functioneren. Doel Inbedden van activiteiten van het kenniscentrum in de toeristische sector, waarbij de onderneming eveneens als een etalage fungeert voor de kennisactiviteiten die binnen het kenniscentrum worden gegenereerd. Uiteindelijk zal de onderneming worden beschouwd als een expertisebedrijf op het gebied van nieuwe technologie, marketing, organisatie met een internationale uitstraling. Dit past bij de ontwikkeling van de duurzame jachthaven van de toekomst. Contacten met de University Southampton zijn hiervoor gelegd. Hier is expertise ontwikkeld op het gebied van watersportmanagement. Aanpak 1. opzetten van een kennisteam (innovatieteam) 2. gezamenlijk opstellen van de inhoud van het kenniscentrum plus de etalage 3. het fungeren als leerbedrijf (professionalisering) 4. inbedden in KC én in de duurzame jachthaven van de toekomst. Verloop & resultaten Het project “Duurzame Jachthaven van de Toekomst” heeft de leidraad gevormd voor de ontwikkeling van het kenniscentrum. Dit kenniscentrum is bedoeld om tal van doelgroepen zoals booteigenaren, dagrecreanten, jachthaveneigenaren, kenniscentra/opleidingsinstituten, overheidsinstanties en particulieren met interesse in wonen en recreëren op het water kennis te laten nemen van de watersport van de toekomst en alle aspecten die daar mee samen hangen zoals bijvoorbeeld water, energie, duurzame materialen en nieuwe vormen van recreatie. Een kenniscentrum op locatie waar tal van onderwijsactiviteiten in een reële omgeving kunnen plaatsvinden. Dat is het resultaat van het plan dat in dit project is gemaakt. Organisatie, werkwijze en de actiepunten zijn daarin beschreven. In dit plan staan partners beschreven waarmee samenwerking noodzakelijk is. Met een groot deel van deze partners wordt al samengewerkt bij de verdere ontwikkeling. Eigenlijk ontbreekt nu nog het fysieke. Maar…, de planologische stappen zijn in volle gang!
12
Vervolg
De duurzame jachthaven van de toekomst is nog niet gerealiseerd. Voor het onderdeel kenniscentrum zijn echter vier vervolgprojecten gedefinieerd. De realisatie loopt parallel met de ontwikkeling van de haven. De vervolgprojecten hebben betrekking op: 1. Inbedden van het Cradle to cradle principe in de duurzame jachthaven samen met het Kenniscentrum (Kust)toerisme en de lectoraten duurzaamheid. 2. Onderzoek naar de mogelijkheden van het bouwen op en aan zeeweringen. 3. Opzetten economisch impactmodel (samenwerking Kenniscentrum (Kust)toerisme, Seven Sisters, Trans Europe Marina’s) 4. Ontwikkeling Pleasure‐component binnen het duurzaamheidsconcept (4e P bij Planet, People and Profit).
13
9. Publicatie van verworven kennis Dit onderdeel is in het projectplan niet afzonderlijk uitgewerkt, de publicatie van verworven kennis is immers de rode draad van het gehele project. Ook in dit eindrapport ziet u dit terug; bij alle deelprojecten is er sprake van publicatie van de verworven kennis, in rapporten en boekjes, op websites en tijdens bijeenkomsten.
14
C: Ontsluiten van kennis
10. Start opzet virtueel loket c.q. databank voor de kennisborging inclusief ontsluiting Uit het projectplan Achtergrond In het netwerk ontstaat een veelheid aan gegevens die weer interessant zijn voor anderen die in de toeristische sector actief zijn. Er zullen allerlei subnetwerken ontstaan die zich specialiseren op de innovatie waar zij mee bezig zijn. Om al deze initiatieven niet een “eigen leven” te laten leiden maar juist ook weer dienstbaar te maken aan de gehele sector is facilitering van het verzamelen en uitdragen van die kennis noodzakelijk. Doel Het komen tot een eenvoudig bruikbaar systeem voor alle kennisleveranciers zodat het Kenniscentrum (Kust)toerisme op eenvoudige wijze de kennis kan uitdragen en daarmee ook automatisch als (virtueel) loket fungeert. Daar komen alle initiatieven samen en is de randvoorwaarde aanwezig om versnippering te voorkomen en optimaal alle kennis uit te dragen. Aanpak Het maken van een database voor dit doel. Dit project wordt nadrukkelijk samen met Syntens uitgevoerd. Inventariseren type informatie opstellen functioneel eisenpakket opstellen functioneel ontwerp bouwen (extern bureau)
11. Koppelen van de bestaande websites Uit het projectplan Achtergrond In het verlengde van de databaseontwikkeling is de kennisborging geen doel op zich. Maar de kennisborging is noodzakelijk om die te kunnen uitdragen. Eén van de middelen is een website. Nu zijn er verschillende websites die tal van informatie in de regio Zuidwest Nederland weergeven. Doel Het bundelen en komen tot één heldere website die voor ondernemers, overheden en onderwijs eenvoudig raadpleegbaar is. De opgedane en opgeslagen kennis wordt op een heldere wijze via deze website gecommuniceerd. Aanpak inventariseren van bestaande websites inventariseren van gewenste communicatielijnen inventariseren van goede voorbeelden opzetten briefing ten behoeve van uitvoering bouwen van de website (in samenhang met de database) (extern bureau)
15
Verloop & resultaten De activiteiten C10 en C11 zijn in samenhang met elkaar uitgevoerd. De back office en front office kunnen alleen maar gezamenlijk worden ontwikkeld. Als Kenniscentrum is het doel de vergaarde kennis op een gestructureerde wijze beschikbaar stellen voor alle partijen die daar belangstelling voor hebben. Geredeneerd is vanuit de verschillende gebruikers en hun informatiebehoefte. Dit deelproject vormt eigenlijk een eindproduct van het gehele project. Inzicht in het type beschikbare informatie was nodig om uiteindelijk de database (back office) en de website (front office) te kunnen realiseren. Ook het bijeen brengen van partijen was een randvoorwaarde. Daarnaast moest duidelijk worden op welke manier het Kenniscentrum (Kust)toerisme verder zou gaan. Geadviseerd door de lector ICT van Hogeschool Zeeland is het projectteam gestart met het bepalen van de behoeften van de bezoekers aan de website van het Kenniscentrum. Er zijn uitgebreide gebruikersprofielen samengesteld, die leidend zijn voor de inrichting van de navigatie op de website. Op deze wijze is er sprake van een vraaggerichte in plaats van aanbodgestuurde website. Dat is slechts de voorzijde van de website! Aan de achterzijde is een ict‐platform ontwikkeld waarin door koppelingen met de aanboddatabase van Promotie Zeeland Delta uitgebreide aanbodanalyses mogelijk zijn. Daarnaast fungeer t dit ict‐ platform als basis voor relatiebeheer, online enquêtes en het uitwisselen van bestanden met projectpartners. Vervolg Het Kenniscentrum staat nog maar aan het begin van het benutten van alle mogelijkheden van het ict‐platform dat gecreëerd is achter www.kenniscentrumtoerisme.nl. Dit is de taak voor de komende periode: het benutten en uitbouwen van de mogelijkheden, zodat de kennis optimaal wordt geborgd en ontsloten. Verder zal dit platform worden gekoppeld aan vergaring van “digitale sporen”. Digitale sporen leveren veel informatie op over de gasten in Zeeland. Op basis hiervan worden analyses gemaakt en inzicht verkregen in veranderingen van gedrag. Dit kan voorspellend vermogen opleveren, dit kan worden vertaald door de ondernemer in nieuwe product‐marktcombinaties. Het project is opgezet en ingediend bij RAAK SIA. Partners zijn SchouwenDuivelandPas, Promotie Zeeland Delta, NHTV en Universiteit Tilburg.
16
12. Uitgeven van Trendrapport en Trendkrant Uit het projectplan Achtergrond Het Kenniscentrum Toerisme & Recreatie Zuid Nederland geeft voor alle provincies producten uit ten behoeve van de kennisoverdracht. Dit zijn de zogenaamde Trendrapporten en de Trendkrant. Deze producten zullen uitgegeven blijven worden, de Trendkrant is een instrument dat gemakkelijk kan worden uitgebreid. De huidige uitgaven zijn gebaseerd op bestaande bronnen. Doel Kennisoverdracht ten behoeve van de toeristische sector, de overheden en de in de sector functionerende instellingen. Aanpak De aanpak van het bestaande kenniscentrum wordt gebruikt. De Trendkrant is echter een medium dat vaker uit kan komen en dat ook gemakkelijk kan worden benut om nieuwe kennis uit te dragen. Verloop & resultaten Eind mei 2007 is het Trendrapport 2006/07 verschenen waarin de toeristische cijfers over het jaar 2006 zijn weergegeven. Dit is zowel voor Brabant als voor Zeeland gebeurd. Aansluitend is in beide provincies een Trendkrant samengesteld, waarin de belangrijkste cijfers werden samengevat en waarin inhoudelijke artikelen over kennis en het project Pieken in Progress werden opgenomen. In november 2007 is in beide een extra editie van de Trendkrant uitgebracht om de sector over van de meest actuele onderzoeksresultaten en kennisprojecten te kunnen informeren. In juni 2008 is het Trendrapport met toeristische cijfers over het jaar 2007 gepubliceerd, wederom voor zowel Brabant als Zeeland. Aansluitend werd weer in beide provincies een Trendkrant uitgegeven.
Vervolg Het uitgeven van jaarlijkse rapporten met bijbehorende toegankelijke kranten is een structurele taak. Voor Zeeland is het Kenniscentrum de uitgever, in Brabant is dat de nieuwe vrijetijdsorganisatie. Er is sprake van zoveel mogelijk samenwerking tussen beide organisaties.
17
D: Uitvoering van experimenten Uit het projectplan Aan de hand van de verzamelde kennis, de nieuw ontwikkelde kennis en de interactie met het werkveld komen thema’s naar voren die kansen bieden voor nieuwe product‐marktcombinaties leiden. “Deze kunnen op dit moment nog niet worden geformuleerd, maar zullen gedurende deze planperiode naar voren komen.” Deze quote uit het projectplan verwijst naar de verbinding om vervolgprojecten in te dienen die in opbouw vergelijkbaar zijn, maar die vooral zijn gericht op de ondersteuning bij productontwikkeling en innovatie: de nieuwe product‐marktcombinaties. Verloop & resultaten Vanuit de werkzaamheden van het Kenniscentrum, maar ook in de gesprekken met partners en de ondernemerskring is de focus op WATER als algemeen aanvaard beschouwd. Vanuit dit thema is een toeristische vertaling gemaakt naar: - watertoerisme - vitaliteit Deze focus is interessant omdat de zoet‐ en zoutwaterverbinding kan worden gelegd, waardoor de regio op natuurlijke wijze één geheel wordt. Zo wordt de kust erg verbreed naar het West‐Brabantse. Voor watertoerisme is dat al logisch, maar voor vitaliteit (zorg en wellness) liggen er ook volop kansen en verbindingen. Beide thema’s zijn uitgewerkt in projectaanvragen voor Pieken in de Delta, waarbij nadrukkelijk is verwezen naar de onderbouwing van beide thema’s vanuit de kennisontwikkeling. Zo leidt kennis daadwerkelijk tot innovatie. Vervolg Het thema vitaliteit is uitgewerkt in de Pieken‐aanvraag "Vitaliteit ‐ wellness, een zee van kansen". Dit project is gehonoreerd in het najaar van 2008 en wordt momenteel uitgevoerd. Het thema watertoerisme is gekoppeld aan de kansenkaart Water Rijk, zoals beschreven in het rapport Terug naar de kust. Dit heeft geresulteerd in de Pieken‐aanvraag "Bemanning paraat voor Water Rijk ". Deze aanvraag is in het voorjaar van 2009 ingediend, honorering wordt verwacht na de zomer van 2009.
18
E: Ondersteuning bij beleidsontwikkeling
13. Structureel advies en aanleveren materiaal ten behoeve van de overheden In opdracht uitvoeren van specifieke opdrachten Uit het projectplan Achtergrond Beleidsontwikkeling is met name een taak van overheden. Daarnaast zijn er een groot aantal partijen die voor hun eigen organisatie beleid uitzetten. Beide vormen van beleidsontwikkeling zijn gebaat bij kennis over de marktsituatie. Met het Kenniscentrum kunnen wij de totstandkoming van het beleid beïnvloeden en ondersteunen door het aandragen van de benodigde kennis. De Provinciale Bureaus voor Toerisme, die uitvoering geven aan het (overheids)beleid voor de sector toerisme en recreatie, bepalen in het verlengde daarvan hun activiteiten in het kader van strategische productontwikkeling en marketing. Doel Het verschaffen van de juiste informatie met als doel het beleid op het gebied van toerisme en recreatie in de regio Zuidwest Nederland te optimaliseren. Aanpak participatie diverse overlegsituaties op verzoek Verloop & resultaten Door het organiseren van expertmeetings en beantwoorden van vragen is gedurende de gehele projectperiode ingespeeld op beleidsaspecten. Daarnaast nam het Kenniscentrum deel aan de Consultatiegroep Toerisme Zeeland (CTZ). Sinds de opheffing van CTZ (begin 2009) worden wisselende innovatietafels georganiseerd, het Kenniscentrum is gevraagd hieraan deel te nemen. In 2008 is in Zeeland het nieuwe Provinciaal Sociaal Economisch Beleidsplan samengesteld. Het Kenniscentrum heeft hiervoor haar input geleverd. Voor Brabant verliep de beleidsadvisering via de partner van het Kenniscentrum, namelijk het kenniscentrum dat is gevestigd bij het Brabants Bureau voor Toerisme (BBT). Vanaf de zomer 2008 heeft BBT zich vooral gericht op de fusie met de organisaties Uit in Brabant en Uitmarketingburo, die per 1 januari 2009 moet resulteren in het Vrijetijdshuis. Dit Vrijetijdshuis heeft kennistransfer benoemd tot onderdeel van haar takenpakket. Momenteel worden de mogelijkheden verkend om hiervoor samen te werken met het Kenniscentrum (Kust)toerisme. De beleidsadvisering aan overheden wordt momenteel waargenomen door de NHTV, hier is een medewerker aangesteld voor het Kenniscentrum (Kust)toerisme. Ook gemeenten vragen regelmatig om gegevens en specifieke uitdiepingen van data. Ook dit heeft veelal te maken met beleidsvoorbereidingen of toeristische projecten. Vervolg Beleidsadvisering door vertegenwoordiging in overlegplatforms of als reactie op verzoeken hiertoe is een structurele activiteit van het Kenniscentrum en wordt derhalve in de toekomst gecontinueerd.
19
F: Verspreiding van kennis: onderwijs
14. Realiseren doorlopende leerlijn MBO‐HBO. Uit het projectplan Achtergrond Doorlopende leerlijnen lijken in eerste instantie alleen interessant voor studenten. Tenslotte kunnen die studenten via het MBO naar het HBO en dit traject in 6,5 tot 7 jaar afleggen in plaats van in 8 jaar. Niets is minder waar. De sector gaat het profijt van een dergelijke doorlopende leerlijn direct merken. Meer innovatie kan plaatsvinden, wanneer meer studenten willen doorleren. Nieuwe trajecten en onderwijsvormen zoals “innoleren” en het Associated Degree zijn hiervan voorbeelden. Doel Zorg dragen voor professionele mensen die in de sector gaan werken en vooral ook een bijdrage leveren aan de continue ontwikkeling en innovatie, zodat de regio Zuid West Nederland optimaal profiteert van de potenties op het gebied van (Kust)toerisme. Aanpak Organiseren en ontwikkelen van een kwalitatief hoogstaand traject in de doorlopende leerlijn. Naarmate er meer studenten de sector inkomen vanuit meer praktijkgerichte MBO‐niveau doorgestroomd naar het HBO‐niveau krijgt het bedrijfsleven nieuwe ideeën en technieken ‐ geredeneerd vanuit de praktijk ‐ op een presenteerblaadje. Dit kan uiteindelijk leiden tot het vraaggestuurd onderwijs dat al in bijvoorbeeld het “innoleren‐traject” wordt vormgegeven. Verloop & resultaten Het traject voor de doorlopende leerlijn MBO‐HBO is ontwikkeld. De overlap tussen beide opleidingen zit voornamelijk in het eerste studiejaar. Door in het 3e en 4e studiejaar van het MTRO een aantal courses te volgen, worden de MTRO‐studenten vrijgesteld voor het 1e studiejaar van de opleiding IBL‐Toerisme op de Hogeschool Zeeland. Er waren geen aanmeldingen voor dit traject in het studiejaar 2008‐2009. Dit is waarschijnlijk deels te wijten aan de tijd waarop het traject aan de studenten is gepresenteerd (stageperiode) en de geringe communicatie. Het project zal een aantal jaren nodig hebben om succesvol te kunnen zijn. Momenteel is het concept gereed en klopt het inhoudelijk en binnen de kaders (fase 1). Nu zal men zich richten op de marketing, waarna men het project zal kunnen evalueren.
Het VMBO wil tevens toeristische opleidingen aanbieden, gezien er enorm veel interesse is voor deze studierichting. Een positieve ontwikkeling. Er is voldoende maatwerk in Nederland te vinden wat doorvertaald zou kunnen worden naar Zeeland. We moeten ons niet alleen op doorlopende leerlijnen focussen, maar bijvoorbeeld ook kijken naar Havisten waarvoor het HBO toch te zwaar blijkt te zijn. Wat is dan hun vangnet? Het ROC biedt nu een 2‐jarige opleiding waardoor studenten één jaar vrijstelling op de Hogere Hotelschool krijgen.
De resultaten zijn helder: er zijn doorlopende leertrajecten van MBO naar HBO en er is een mogelijkheid dat uitval in het eerste jaar HBO kan terugvallen in het MBO niveau 4 traject. Doordat de doorlopende leerlijn er is, is de vertraging voor de student verminderd. Het gebruik is tot op heden nog beperkt geweest, hiervoor zijn nieuwe communicatietrajecten gestart. Vervolg Binnen dit project is de start gemaakt voor het realiseren van een aantrekkelijke opleidingskolom. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het onderzoeken van de mogelijkheden om een universitaire master te doen. De samenwerking met de NHTV is daarin cruciaal. Samen is er voldoende volume om een zogenaamde pre‐master uit te voeren. De mogelijkheden van aansluiting vanuit IBL Toerisme, maar ook de nieuwe opleiding “Vitaliteitsmanagement en Toerisme” loopt in dit traject mee. 20
15. Starten opleiding “Functiegericht toerisme en recreatie” . Uit het projectplan Aanleiding Uit onderzoek is gebleken dat in de provincie Zeeland behoefte is aan een specifieke HBO opleiding met als doel meer startende beroepsbeoefenaren in de branche van toerisme en recreatie af te kunnen leveren. Doel Door de start van de HBO opleiding in Zeeland kan gewerkt worden aan doorgaande leerlijnen en aldus bevorderd worden dat er voldoende specifiek opgeleide beroepsbeoefenaren klaar zijn voor de arbeidsmarkt. Samenwerking met het bedrijfsleven is voorzien. Aanpak Er is voor gekozen dat NHTV Breda in collegiale samenwerking met de Hogeschool Zeeland een nevenvestiging vn de opleiding FBTR gaat starten in Vlissingen. Genoemde opleiding is een volwaardige Bachelor ‐ recent geaccrediteerde ‐ opleiding onderdeel van het bekostigde onderwijs. Gelet op wet‐ en regelgeving zal de opleiding onder de kwaliteitsborging vallen van NHTV te Breda. Het is een vrij specifieke functiegerichte opleiding. Het onderwijsprogramma is ontwikkeld in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven, met name de landelijke koepelorganisaties. In Zeeland zal e.e.a. van meet af aan opgezet worden in samenwerking met het bedrijfsleven en het aanleverende MBO. Deze opleiding is ook van belang voor de doorlopende leerlijn (Associated Degree), waardoor de stimulans om van MBO niveau door te gaan naar HBO ‐ niveau wordt gestimuleerd. Dit komt weer ten goede aan de innovatiekracht van het bedrijfsleven. Verloop & resultaten In september 2004 is op NHTV de opleiding Functiegerichte Bachelor toerisme en recreatie van start gegaan. Deze opleiding, ook beschikkende over een AD variant (tussentijdse diplomering na 2 jaar) kent een 4‐tal specifieke uitstroomprofielen direct gericht op de toeristisch‐recreatieve branche. Onder andere in het kader van Pieken in de Delta is besloten om bij de Hogeschool Zeeland voor 2 van de 4 uitstroomrichtingen een dependance te creëren. De inhoud van de studie is specifiek toegespitst op de Zeeuwse situatie, een en ander in nauw overleg met het lokale bedrijfsleven. Het curriculum was rond en in 2006 is de werving voor studenten in Zeeland in gang gezet. Op basis van de toets macro doelmatigheid heeft het ministerie van OC&W echter besloten om geen toestemming te verlenen om de opleiding te starten in Zeeland. NHTV is hiertegen in beroep gegaan, maar in het najaar van 2007 is dit beroep afgewezen. Het is dus niet mogelijk gebleken om het verrichte ontwikkelwerk te implementeren binnen de gewenste termijn. Gezien de geschetste problematiek met OC&W is wel verder gegaan met de ontwikkeling van de nieuwe kansen rond wellness. Deze ontwikkelingen zijn onderdeel van het project "Vitaliteit ‐ Wellness, een zee van kansen" en een rechtstreeks gevolg van de intensieve samenwerking tussen Hogeschool Zeeland en NHTV. Gedurende het collegejaar 2008‐2009 is door een team van docenten en onderwijskundigen van beide hogescholen hard gewerkt aan het samenstellen en accreditatie van een nieuwe brede toeristische opleiding rond vitaliteit (gezondheidstoerisme, wellness, sportiviteit). Vervolg De nieuwe opleiding is in juni 2009 formeel geaccrediteerd. Per 1 september 2009 start de opleiding Vitaliteitsmanagement & Toerisme aan de Hogeschool Zeeland. Deze opleiding wordt aangeboden in samenwerking met NHTV Breda.
21
16. Ontwikkelen minor kusttoerisme Uit het projectplan Aanleiding Binnen de Hogescholen is er behoefte om specifieke kennis te ontwikkelen en/of bij elkaar te brengen in een minor kusttoerisme om aldus de eigen studenten, maar ook studenten van andere hogescholen/universiteiten, nationaal en internationaal met alle facetten van kusttoerisme in aanraking te laten komen. Studenten moeten aangemoedigd worden vervolgens kusttoerisme tot studieobject te kiezen voor hun afstudeerstage en/of scriptie en aldus een bijdrage te leveren aan kennisontwikkeling en kenniscreatie. Doel Een vierdejaarsspecialisatie kusttoerisme binnen de major/minor structuur te ontwikkelen en aan te bieden om aldus een actieve bijdrage te leveren aan kennisontwikkeling, kennisverspreiding en kenniscreatie binnen het ‐ internationale ‐ hoger onderwijs en Masters studies. De minor is tevens in te zetten voor kennisverbreding bij ondernemers, maar ook vanuit andere opleidingen kan de minor worden gevolgd. Hierdoor ontwikkelt zich een specialisatie op het gebied van kusttoerisme, trekt nieuwe studenten, verhoogt de economische activiteit. Aanpak Een team van docenten en lectoren van de betrokken Hogescholen zetten een programma in elkaar van ca. 30 ECTS gevolgd door een periode van ca. 30 ECTS voor een afstudeerstages en/of scriptie. Vervolgens wordt deze minor aangeboden in de reguliere curricula van de hogescholen en actief aangeboden op de ‐ internationale ‐ markt van studenten. De Hogescholen ontwerpen het programma en voeren het uit in het kader van de eerder genoemde major/minor structuur. Verloop & resultaten Het vooronderzoek over kusttoerisme (zie B6) vormde een basis voor de minor. De inhoudelijke voorbereiding van het lesprogramma heeft parallel aan dit onderzoek plaatsgevonden, gedurende het collegejaar 2007‐2008. Tijdens de minor‐markten van NHTV en HZ in het voorjaar van 2008 werd de minor kusttoerisme voor het eerst gepresenteerd aan de studenten. In september 2008 is de minor voor het eerst aangeboden, aan een klas van 17 studenten. De minor is in december 2008 afgerond, studenten hebben de minor positief beoordeeld. Bovendien heeft een klein aantal studenten het thema kusttoerisme gebruikt in hun afstudeeronderzoek, op deze wijze is direct bijgedragen aan de gewenste kennisontwikkeling met betrekking tot dit thema. Het is ook de bedoeling vanuit de lesstof van de HBO‐minor deelcursussen samen te stellen voor ondernemers. Deze spin‐off biedt mogelijkheden voor de sector voor verdere verdieping, professionalisering en een opmaat naar verdere innovatie. In 2009 kunnen nu delen van de minor in masterclasses naar de ondernemers worden gebracht, als onderdeel van het nieuwe project "Kenniscentrum (Kust)toerisme faciliteert innovatie". Vervolg De minor is structureel onderdeel geworden van het onderwijsaanbod op beide hogescholen. Ook in het collegejaar 2009‐2010 wordt de minor weer aangeboden, ditmaal aan 25 studenten.
22
17. Organiseren docentenstages Uit het projectplan Aanleiding Om adequaat deelnemers en studenten op te leiden in de gehele kolom van VMBO‐MBO‐HBO is het gewenst de betrokken leerkrachten/docenten op een interactieve en kwalitatief goede manier kennis te laten maken met het betrokken bedrijfsleven. Doel Op deze manier zal zowel inhoudelijk als ook qua methodiek het mogelijk zijn een goed en relevant onderwijsprogramma neer te zetten in de gehele kolom Aanpak Samen met het bedrijfsleven gaan we een programma voor docentenstages op zetten waarbij we thans denken aan twee verschillende lijnen. In eerste instantie de korte stage/werkbezoek bij verschillende typen bedrijven met steeds een andere ‐ inhoudelijke ‐ insteek. Daarnaast de docentenstages voor een wat langere periode (indicatief maximaal 200) uur in het kader van om‐ en bijscholing van met name ROC docenten. Deze stages kunnen zowel binnen het bedrijfsleven gelopen worden, als ook internationaal. Ook is denkbaar dat de docenten gedurende die tijd certificerende trajecten lopen (denk aan cycli van Masterclasses, korte cursussen en/of mastertrajecten). Verloop & resultaten Er is een uitgebreid programma ontwikkeld. Het plan is breder opgepakt dan alleen docentenstages. Ook worden mogelijkheden gezocht voor jobrotation, docenten die voor langere tijd het management voeren op een bedrijf en dergelijke. In 2008 hebben bijna alle docenten toerisme stage gelopen en dit traject is zowel door de docenten als door de stagebedrijven zeer positief ervaren. Op ROC Zeeland wordt dit traject dan ook zeker voortgezet, wens is om de docentenstages ook uit te rollen in het HBO‐onderwijs. Vervolg Het traject van docentenstage staat nog in de kinderschoenen. Dit heeft te maken met de onderwijsprocedures, indeling van uren en de taakbelasting. In de taakbelasting dient rekening te worden gehouden met stages. In het HBO zal het eerste resultaat te zien zijn in voorjaar 2010. Op ROC Zeeland vinden de docentenstages in najaar 2009 alweer plaats. Kortom, een voortdurende activiteit.
23
18. Pilot project stagiaires “Strandpark De Zeeuwse Kust”. Uit het projectplan Aanleiding Een onderneming is een dynamisch geheel. Vanuit het verleden kent de sector veel familiebedrijven die van vader op zoon of dochter zijn gegaan. In de loop der jaren zijn de “kinderen” een goede opleiding gaan volgen en hebben het professionaliseringsproces binnen de onderneming ingezet. Bewustzijn over nieuwe markten, productontwikkeling en innovatie dringt door en leidt in dit geval tot een innovatieve wijze van bedrijfsvoering. Bovendien is geconstateerd dat er binnen de toeristische sector zeer weinig goede stageplaatsen zijn. De opleidingen worden steeds breder en beter maar het in praktijk brengen van de theorie is een moeilijk verhaal. Het wordt alleen maar moeilijker doordat de bedragen die met bedrijfsvoering samen hangen extreem hoog zijn en missers dus niet te veroorloven. De ondernemer is vaak opzoek naar goedkope handjes die in drukke tijden welkom zijn maar het in praktijk brengen van de theorie is maar heel beperkt mogelijk. Doel Het runnen van een toeristisch‐recreatief park met studenten die gaan afstuderen, waarbij de studenten tevens reële werkervaring opdoen zodat zij eenvoudig in de arbeidsmarkt kunnen instappen. De doorgroeimogelijkheden van jonge mensen (bijna afgestudeerden) zijn groot, de student doorloopt binnen zijn of haar mogelijkheden verschillende fasen van de bedrijfsvoering. De ondernemer wil toonaangevend zijn met de personele bezetting naar andere ondernemers. Het biedt binnen de organisatie creativiteit en een hoge graad van serviceverlening. Aanpak 1) Regelen van stagevergoeding en huisvesting voor studenten. 2) Selectie van mogelijke studenten via een speciaal georganiseerd weekend. 3) Begeleiding van de studenten door medewerkers van het Strandpark. 4) Begeleiding van betreffende docenten door medewerkers van het Strandpark. 5) Begeleiding van de medewerkers van het Strandpark door L. van Vliet van Triplewinn. 6) Opgedane kennis door het Strandpark overdragen aan belangstellende toeristische ondernemers en opleidingen. Verloop & resultaten Dit project heeft als doelstelling: het creëren van een doorlopend stage/leerbedrijf. Vakantiepark De Zeeuwse Kust werkt samen met diverse opleidingen waaronder ROC (diverse opleidingen), NHTV en HZ, Haagse Hogeschool (Sport) en heeft per afdeling binnen het bedrijf een leerplan samengesteld. Studenten die hun eerste stage lopen als receptiemedewerker kunnen tijdens een volgende stage bijvoorbeeld terug komen als Hoofd Receptie. Voor alle functies is een functieboek gemaakt waarin staat wat er bij iedere functie van de studenten verwacht wordt. Het park heeft in de zomer van 2007 de eerste studenten ontvangen en de samenwerking is zowel door De Zeeuwse Kust als door de studenten en de opleidingen als bijzonder positief ervaren. Het was de wens om deze samenwerking in 2008 verder uit te bouwen. Het bleek echter een groot probleem om voldoende stagiaires te werven, met name in de winterperiode. Hierdoor was de ondernemer genoodzaakt om op iedere afdeling vast personeel in dienst te nemen. De medewerkers hebben allen een cursus ‘leermeester’ gevolgd, zodat studenten een goede begeleiding krijgen. Om het gebrek aan studenten op te vangen heeft het Strandpark een convenant gesloten met ROC Zeeland. Vanaf september 2008 is in dit kader gestart met werkplekleren. In dit traject worden studenten van de MBO‐opleiding Niveau 2 Recreatie direct aan de praktijksituatie gekoppeld.
24
Hierdoor leert de student niet alleen op school, maar ook in de praktijk. De studenten hebben op het Strandpark van alles ervaren: Duitse kinderen in de knutselclub, plantsoenen schoffelen, schoonmaken, caravans plaatsen, kastjes in elkaar schroeven, gesprekken met gasten aan de balie en in de bediening helpen. Al met al zijn er door de studenten heel veel verschillende ervaringen opgedaan en is er inzicht verkregen in het werken in de recreatie.
Vervolg Het Strandpark gaat door met de samenwerking met ROC Zeeland en andere onderwijsinstellingen en draagt de opgedane ervaringen actief uit; zowel naar collega‐ondernemers die studenten een leerervaring willen bieden als naar onderwijsinstellingen die hun studenten een goede stageplaats willen bieden.
25
G: Start Kenniscentrum
19. Selectie 2 kwartiermakers 20. Regelen huisvesting kwartiermakers Uit het projectplan Praktische uitwerking is niet op voorhand in het plan beschreven. Verloop & resultaten Het Kenniscentrum is in 2006 gestart met één kwartiermaker en tevens projectmanager. Daarnaast hebben diverse partners veel inzet gepleegd voor het “kwartier maken”, waaronder de voorzitters van het College van Bestuur van de beide Hogescholen, de directeur van de Academie voor toerisme van de NHTV en de lectoren Duurzaamheid (HZ) en Visitor Management (NHTV). Per 15 oktober 2007 is een projectmedewerker aangesteld. Zij ondersteunt de projectmanager bij de ontwikkeling van het project, de inhoud van het Kenniscentrum en de uitwerking van de ambities. Beide kwartiermakers zijn gehuisvest bij de HZ, op de Kenniswerf bij de lectoraten. Per 1 september 2008 is ook bij de NHTV een medewerker aangesteld voor het Kenniscentrum (Kust)toerisme. Hierdoor is er ook fysieke vertegenwoordiging in het Brabantse deel van het werkgebied. Voor alle drie geldt dat het onderhouden van de relaties met de projectpartners en belanghebbenden en de communicatie over het Kenniscentrum (Kust)toerisme eerste prioriteit is. Tijdens de projectperiode is in samenwerking met de stuurgroep ‐ bestaande uit de beide Collegevoorzitters van de hogescholen ‐ en de directeur Academie voor Toerisme (NHTV) gezocht naar een goede positionering van het Kenniscentrum. Gezocht is naar een optimale werkvorm waarbij kennis van vele betrokkenen gebundeld kon worden. Het Kenniscentrum (Kust)toerisme is een netwerkorganisatie waarbij de gezamenlijke agenda de drijfveer is. Samenwerking met de universiteiten van Tilburg, Wageningen én Leuven bieden de borging van de onderzoekskwaliteit evenals de samenwerking met de betrokken lectoraten van beide hogescholen. Verder is samenwerking met het werkveld van belang en is uitgewerkt op zowel regionaal als landelijk niveau. Voor Zeeland neemt het Kenniscentrum deel aan het Toeristisch Overleg Zeeland waarin alle branches inclusief MKB Zeeland en de Kamer van Koophandel zijn vertegenwoordigd. Aansluiting met West‐Brabant is in de projectperiode gestart maar nog niet gerealiseerd. Landelijke koppeling met het werkveld is primair in de “denktank” verankerd. Daarnaast werkt het Kenniscentrum samen met de RECRON (Gastvrij Nederland), wordt kennisuitwisseling gerealiseerd met Koninklijke Horeca Nederland en is een vervolgproject met de HISWA als prioriteit gesteld. Met de HISWA is tevens overeengekomen dat een minor watersport mag worden ontwikkeld door de samenwerking NHTV en HZ. Vervolg Het Kenniscentrum (Kust)toerisme gaat gestaag verder. Verankering in de sector heeft vorm gekregen en wordt verder uitgebouwd. De gezamenlijke agenda van kennisinstellingen en de sector wordt eind september vastgesteld en vervolgens uitgevoerd. Vele nieuwe projecten hebben het daglicht gezien of wachten op goedkeuring. Alle projecten zijn gericht op continuering van de activiteiten zoals kenniscreatie, kennisdisseminatie en netwerkvorming (structuurversterking). De definitieve juridische samenwerking tussen NHTV en HZ is in voorbereiding en gaat over het Kenniscentrum én de onderwijssamenwerking. Het Kenniscentrum (Kust)toerisme staat, heeft goede continuïteitsvooruitzichten en bouwt gestaag door tot (inter)nationaal toonaangevend instituut op het gebied van (kustgericht) toerisme.
26
21. Communicatie over het Kenniscentrum (Kust)toerisme De communicatie van het Kenniscentrum (Kust)toerisme hield voor een groot deel verband met de diverse deelprojecten, dit is beschreven door dit hele eindrapport. De georganiseerde bijeenkomsten zijn altijd goed bezocht door onze doelgroepen, maar ook door de pers. Daardoor is ‐ met name regionaal ‐ veel gepubliceerd over de activiteiten en bedoelingen. Het Kenniscentrum (Kust)toerisme wordt door de pers vaak benut voor vragen en inhoudelijke bijdragen ten behoeve van artikelen en uitzendingen. Naast de communicatie‐uitingen vanuit de deelprojecten, is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van uitingen die de projectpartners zelf hebben. Als voorbeeld worden genoemd de HZ Discovery en de kennispublicatie van de NHTV (Kennis voor uw inspiratie). Ook partnerorganisaties hebben in hun uitgaven aandacht besteed aan het Kenniscentrum, zoals HISWA, RECRON en de Kamer van Koophandel. Voor de communicatie over het project geldt dat de individuele projectpartners steeds melding maken van het totale project “Pieken in Progress” en de bijdrage vanuit het programma Pieken in de Delta. Alle partners hebben ook steeds een bijdrage geleverd aan de verschillende extern gerichte activiteiten, zoals bijeenkomsten en publicaties als de Trendkrant. Het project bestond echter uit zoveel verschillende onderdelen dat er nooit sprake kon zijn van een volledige gezamenlijke communicatie. Daarom is de communicatie ook vooral gericht op de ontwikkelingen rond het Kenniscentrum (Kust)toerisme.
Het Kenniscentrum (Kust)toerisme heeft intussen een geheel eigen gezicht. Er is gekozen voor een vormgeving voortbouwend op de huisstijl van het Kenniscentrum Toerisme & Recreatie Zuid‐Nederland en passend bij de huisstijlen van beide hogescholen. Alle communicatie‐uitingen kennen de afzender Kenniscentrum (Kust)toerisme met als ondertitel: samenwerkingsverband Hogeschool Zeeland en NHTV internationaal hoger onderwijs Breda. Met dit nieuwe eigen gezicht heeft het Kenniscentrum in het vervolgproject de communicatie nog meer in eigen hand genomen. Zo is in 2009 gestart met de reeks “themapublicaties”, waarbij vier maal per jaar een bepaald thema of gebied met kennis en cijfers wordt uitgelicht. De eerste editie verscheen in het voorjaar van 2009 en schetst de ontwikkeling van toerisme in Zuidwest‐Nederland sinds de start van het programma Pieken in de Delta.
27
22. Algemeen projectmanagement Uit het projectplan Achtergrond en aanleiding De wens om met vele partijen te komen tot een kennisnetwerk met als doel de innovatie in de toeristische sector te stimuleren, te ondersteunen en te evalueren behoeft een regisseur. De partijen zijn gezamenlijk gekomen tot een uitwerking van het kennisnetwerk, waarbij de Hogeschool Zeeland is aangemerkt als regisseur en ook aanvrager van dit project in het kader van het programma “Pieken in de Delta”. Doel Ter voorkoming van versnippering en tal van onsamenhangende initiatieven is gekozen voor een regisseur en derhalve een projectaanvrager. Aanpak Het projectmanagement wordt ondergebracht bij de Hogeschool Zeeland, afdeling onderzoek. De projectadministratie vindt plaats bij het projectenbureau ‐ ondersteunende dienst voor tal van projecten die worden uitgevoerd vanuit de lectoraten, de kenniscentra en onderzoek. Er wordt een projectleider aangesteld die zorg draagt voor de terugkoppeling, verantwoording en opvolging vaar de subsidiërende instanties. Er wordt zoveel mogelijk gekoppeld met andere activiteiten van het Kenniscentrum (Kust)toerisme, hierdoor is goed zicht op alle lopende activiteiten. Verloop & resultaten De kwartiermakers en medewerkers van het Kenniscentrum (Kust)toerisme dragen gedurende de gehele looptijd van het project zorg voor het algemene projectmanagement. Hiertoe worden bijeenkomsten van de werkgroep en de stuurgroep georganiseerd. Daarnaast onderhoudt men de contacten met de subsidiegevers, zijnde het Ministerie van EZ, Provincie Noord‐Brabant en Provincie Zeeland. Ten slotte draagt men zorg voor de financiële afwikkeling van het project, zoals het voeren van de projectadministratie, het beheren van de geldstromen van subsidiegevers naar de projectpartners en de financiële eindrapportage. Het projectmanagement heeft zich voortdurend bezig gehouden met enerzijds het verloop van het project , maar tevens toekomstgerichte activiteiten opgestart. De integratie van de activiteiten van het Kenniscentrum Zuid maakt dat er een duidelijk beeld naar buiten is over de taken en mogelijkheden van het Kenniscentrum. Vervolg De neutraliteit van het Kenniscentrum door inbedding in de hogescholen heeft ertoe geleid dat de ondernemers het Kenniscentrum regelmatig aanspreken voor tal van vraagstukken. Het management zorgt ervoor dat de vragen goed kunnen worden beantwoord en verzorgt vooral die vragen die bij de kerncompetentie van het Kenniscentrum passen. Doorsluizing naar andere lectoraten en kennisdomeinen behoort hier ook toe. Door inzicht hebben in aanwezige kennis kan de sector gericht worden geholpen, het management zorgt ook voor adequate afhandeling waardoor de kwaliteit van de dienst is gegarandeerd. De samenstelling van het team is evenwichtig, waarbij zowel management als uitvoering binnen het Kenniscentrum worden gerealiseerd. In de nieuwe juridische samenwerking legt het projectmanagement verantwoording af aan de beide Colleges van Bestuur.
28
Slotbetoog De ambities en algemene doelstellingen zijn beschreven. Per deelproject is inzicht gegeven in het verloop en de resultaten . In de aanvraag is de ambitie vertaald in een schema met concrete doelstellingen. Voor het totale project is daarmee de meetlat vastgesteld voor evaluatie. Ambitieaspect
Doelstellingen
Innoverend vermogen
Ondernemers stimuleren ideeën te ontwikkelen om het seizoen te verlengen en te verleggen De economie stimuleren met nieuwe initiatieven om de omvang van bestedingen en aantal overnachtingen te doen toenemen Innovaties creëren om rendementen en capaciteitsbenutting te verbeteren
Het vergroten van innoverend vermogen bij ondernemers is een hoge ambitie waar het Kenniscentrum van meet af aan, aan heeft gewerkt. Ondernemers nemen deel aan de verschillende bijeenkomsten die zijn gericht op kennis opdoen en ook innovatievermogen. Zo zijn de deelnemersaantallen aan de bijeenkomsten met zeker 30% toegenomen. Bij de implementatie van nieuwe projecten is het vinden van ondernemers geen probleem meer. Grote nieuwe initiatieven (duurzame ontwikkeling en cradle to cradle) zijn ruim voorzien van ondernemers. Gezamenlijk wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en deze worden dan vertaald in de verschillende ontwikkelingsplannen. Het overtuigen van ondernemers van het belang tot toekomstgericht ondernemen heeft geleid tot het samenwerkingsverband tussen het Kenniscentrum Kusttoerisme (HZ en NHTV) met de Schouwen DuivelandPas. Hierin wordt structureel gewerkt aan analyse van data ten behoeve van nieuwe producten en diensten die de beleving van de gast optimaliseren. Inzicht in de gast en de vertaalslag naar nieuwe producten en diensten levert (nieuwe) gasten op waardoor het aantal bezoeken en overnachtingen aan de regio positief worden beïnvloed. De cijfers zijn helaas nog niet positief qua aantallen vakanties en overnachtingen. De trend van kortere vakanties speelt de regio parten. Desondanks zijn de ondernemers er zich bewust van dat andere manieren van ondernemen en het voeren van marketing belangrijk is . Nieuwe initiatieven bewijzen dit zoals de SchouwenDuivelandPas (deelname ondernemers 80), Hotel op het water in het Veerse Meer (initiatief ondernemer Doeleman), Wellnesshotel Kamperland (cradle to cradle project) en bijvoorbeeld het open botencentrum van Aquavitesse. Het gezamenlijk werken aan een specifieke doelgroep zoals wellness, vitaliteit en zorggerelateerd toerisme is in de regio opgepakt en kent al resultaten. Overigens is voor de innovatiedoelstelling het Kenniscentrum de makelaar, de NV Economische Impuls is verantwoordelijk voor begeleiding van de ondernemers.
29
Ambitieaspect
Doelstellingen
Toonaangevende regio
Het onderscheidend vermogen van de Delta versterken De concurrentiepositie van de regio verbeteren ten opzichte van andere kustgeoriënteerde vakantiebestemmingen Rendementen verbeteren en capaciteitsbenutting vergroten Verbeteren van het leefklimaat Proeftuin (inter)nationaal) realiseren: verstevigen kenniseconomie.
Het werken aan onderscheidend vermogen richt zich met name op water, gezondheid (vitaliteit en wellness) en duurzaamheid. Dé ingrediënten die inspelen op de kernkwaliteiten van de regio. Het betrekken van West‐Brabant bij het Deltagebied (inclusief Zuid‐Holland en Antwerpen) maken het gebied kansrijk om zich te profileren en neer te zetten als unieke regio. Zowel het beleid van Provincie Zeeland en de “kennisspeerpunten” zijn gericht op de drie thema’s. Kansrijk zijn vooral de nieuwe verbindingen die weer leiden tot nieuwe product‐marktcombinaties. Door het kiezen van deze speerpunten is de basis gelegd voor de doorontwikkeling van de Delta als uniek en onderscheidend vakantiegebied. Het onderscheidend vermogen leidt op de langere duur tot rendementsverbetering. Om dit inzichtelijk te maken is gestart met de benchmark van ondernemers. Het deelproject productiviteit heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. Het komen tot landelijke kerngetallen is één van de resultaten waaraan wordt gewerkt. Het Kenniscentrum (Kust)toerisme heeft zich ontwikkeld als netwerkorganisatie. Het Kenniscentrum heeft drie universiteiten aan zich weten te binden en ontwikkelt nieuwe kennis. Samenwerking met tal van landelijke partners leidt tot een Kenniscentrum op het gebied van kusttoerisme dat wordt erkend. Daarnaast heeft het project kennis ingebracht bij tal van initiatieven en hierdoor komt de regio inderdaad als kennisregio op de kaart. Te noemen zijn onder andere Delta Technology Center (Neeltje Jans), Duurzame Jachthaven van de toekomst als kennisboulevard en de nieuwe HBO‐ opleiding Vitaliteitmanagement en toerisme (enige in Nederland). Ambitieaspect Doelstellingen Kenniscirculatie
Belanghebbenden van ondernemingen, overheden en onderwijs met elkaar in contact brengen Kennis uit praktijk en theorie verzamelen, opslaan, toegankelijk maken en verspreiden Professionaliseren van het toeristisch beroepsonderwijs op alle niveaus
Het Kenniscentrum (Kust)toerisme is ingebed in de twee hogescholen (HZ en NHTV). De ondernemers zijn van meet af aan zeer betrokken geweest bij alle activiteiten die het Kenniscentrum uitvoerde. Er is dan ook aangesloten bij bestaande netwerken en producten die het Kenniscentrum Zuid al uitvoerde. Zo zijn er de ontmoetingsdagen, masterclasses, expertmeetings en workshops georganiseerd en altijd goed bezocht door zowel ondernemers als beleidsmakers. Het continu werken in de praktijk, onderzoek doen voor ondernemers (bijvoorbeeld met kennisvouchers van Senter Novem) is de relatie met het werkveld in de regio goed. Het continu in gesprek zijn met de sector, maar ook met andere kennisinstellingen leidt tot kwaliteitsverbetering in het onderwijs.
30
Zo zijn doorlopende leertrajecten ontwikkeld op alle niveaus, is een nieuwe opleiding tot stand gekomen op het gebied van vitaliteit (start 1 september 2009) en is de kennis geïmplementeerd in de bestaande opleiding. Tevens is de minor kusttoerisme ontwikkeld die al heeft gedraaid en ook per 1 september 2009 weer een nieuwe groep studenten gaat bedienen. Samenwerking tussen de kennisinstellingen is logisch geworden. Werkwijzen zijn verkend en er wordt elkaars taal gesproken. Natuurlijk blijft afstemming van verschillende leerdoelen lastig, maar er is begrip en de wens om tot een oplossing te komen. Ook de samenwerking tussen ondernemers en onderwijs maakte onderdeel uit van dit project. Een moeilijk maar enorm succesvol verloop leidt tot verbetering op het gebied van onderwijs, maar ook op het gebied van ondernemerschap.
Ambitieaspect
Doelstellingen
Integrale benadering
Ondernemerschap en duurzaamheid bevorderen Toerisme met andere functies in het kustgebied integreren Integrale afweging met andere functies in het kustgebied Verbeteren van verbindingen met het achterland met het oog op breder toeristisch product
De integrale aanpak geredeneerd vanuit de kernkwaliteiten van het gebied is de basis van waaruit het Kenniscentrum werkt. Omarmd is het project “Terug naar de kust” en hiermee komen alle integrale en duurzame ingrediënten samen. Het project “Bemanning paraat voor Water Rijk” is hiervan een voorbeeld. Maar ook deelname aan het programma Kennis voor Klimaat is hiervan een voorbeeld. In dit project gaan ondernemers en het Kenniscentrum (inclusief de Universiteit van Wageningen) op zoek naar nieuwe mogelijkheden tot ondernemen in de kustzone (zwakke schakel) op een duurzame manier. Het besef van ondernemers over de kansen van klimaatverandering en de “werken” die nodig zijn om het veilig te maken, wordt gestimuleerd en dit gaat leiden tot ontwikkelingsscenario’s in gebieden waarin de ondernemers toekomstgericht kunnen ondernemen.
Ambitieaspect
Doelstellingen
Innovatiecentrum
Nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand brengen Innovatieve toeristische concepten creëren Het ontwikkelen van nieuwe toeristische producten stimuleren/Nieuwe product‐marktcombinaties ontwikkelen Nieuwe partijen bij toeristische ontwikkeling betrekken Het toeristisch ondernemerschap promoten
Deze ambitie behoeft eigenlijk geen extra toelichting. Het resultaat van dit project met al haar deelprojecten laat zien dat innovatie de drijfveer is. Het gezamenlijk zoeken met behulp van kennisprojecten naar innovatieve concepten is bij uitstek de activiteit van het Kenniscentrum. Om te komen tot nieuwe concepten is ondernemerschap noodzakelijk. Samen met de opleidingen wordt hier structureel aan gewerkt. Concluderend kan worden gesteld dat het project Pieken in Progress en het Kenniscentrum heeft zich (Kust)toerisme succesvol ontwikkeld, innovaties heeft opgeleverd en vooral een goede basis heeft gelegd om de Deltaregio zich te laten ontwikkelen. Het Kenniscentrum heeft de structuur gelegd om kennis te verzamelen, te creëren en uit te dragen: dé basis voor innovatie. 31