Bijlagen bij “Implementatie ICT-werkplan in de lerarenopleiding” Eindrapportage EMP project ULO
1. EMP-aanvraag 2006-2007 2. ICT-werkplan juli 2006 3. Leden ULO-werkgroep ICT 2006-2007 4. Uit: Notulen Opleidingscommissie 6 november 2006 5. Enquête om ervaringen van dio’s te inventariseren + antwoorden 6.Programma clusterdag “Dataloggen” 7. Projecten Kennisnet 8. Casusbeschrijving DiViDossier stand van zaken 1 juli 2007 9. Samenwerken in Google-doc’s en Spreadsheets 10. “ICT in de lerarenopleiding“ rapportage project 2006-2007 Kennisnet ICT op School
1
1.EMP-aanvraag 2006-2007 Projecten Educatieve Middelen Pool 2006 – 2007 Aanvraagformulier ondersteuning Onderwijscentrum VU 1. Projectenbeschrijving 2. Gewenste ondersteuning Onderwijscentrum VU 3. Projectenstructuur 4. Planning 5. Begroting 6. Ondertekening
Implementatie ICT-werkplan in de lerarenopleiding Auteurs: Petra Fischer, Evie Goossen, Els Scheringa Onderwijscentrum VU-ULO Opdrachtgever: Hans Zloch, hoofd lerarenopleiding 3-12-2008
Onderwijscentrum VU De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam www.onderwijscentrum.vu.nl Contactpersonen: Procedure en overige vragen: mevr. C.M.J. Peters (E:
[email protected] T: 020 –598 9221) ICT&Onderwijs: dhr. Drs. G.J. Los (E:
[email protected] T:020 – 598 5493) Digitaal Portfolio: mw drs J. Poortinga (E:
[email protected] T: 020 - 598 5481)) Kwaliteitszorg: dhr. dr. W. van Os (E:
[email protected] T: 020- 598 5480)
2
1.
Projectbeschrijving
1.1 Samenvatting Een korte samenvatting van de hoofdkenmerken van het project, de doelen en de beoogde resultaten en welk probleem er opgelost moet worden? In de eindrapportage van het afgelopen ICT&O project 2005-2006 (project code 12-05) dat is uitgevoerd bij de universitaire lerarenopleiding (ULO) van het Onderwijscentrum VU, zijn de projectresultaten beschreven (zie eindrapportage “Uitbreiding en verdieping ICT gebruik in de lerarenopleiding”). Deze resultaten vormen de uitgangspunten voor deze nieuwe projectaanvraag. Eén van de hoofdresultaten die in het ICTO-project 12-05 zijn ontwikkeld is een ICT-werkplan voor de lerarenopleiding (zie bijlagen van de boven genoemde eindrapportage). Dit werkplan vertaalt de deelresultaten/ de afgelopen jaar verworven inzichten naar concreet uitvoerbare doelen die de lerarenopleiding de komende 3 jaar nastreeft. Tevens zijn er in het ICTwerkplan de stappen uitgewerkt die gezet moeten worden om deze doelen te realiseren en geeft dit plan op deze manier duidelijke richtlijnen voor de uitvoering van dit implementatieproject, dat wij bij deze aanvragen. Het ICT-werkplan in onderverdeeld in drie delen: 1. Het eerste deel van dit plan gaat over de ICT competenties die startbekwame leraren dienen te beheersen. Het gaat hierbij om ICT toepassingen en digitale didactische vaardigheden die de (startende) docent dient te kunnen gebruiken in de klas/op school. Tevens bevat het werkplan een aantal suggesties en aanbevelingen voor de wijze waarop deze competenties verworven kunnen worden. 2. Het tweede deel van het werkplan gaat in op de mogelijkheden van ICT ter ondersteuning van het onderwijs binnen de lerarenopleiding. Op basis van de opgedane ervaringen is in dit deel van het ICT-werkplan aangegeven hoe ICT kan worden ingezet ter ondersteuning van het flexibele curriculum, en welke stappen nodig zijn om dit te realiseren. 3. Tot slot bevat dit werkplan een invoeringsplan waarin activiteiten voortvloeiend uit de eerste twee delen staan, dat wil zeggen activiteiten, die nodig geacht worden om de doelen te realiseren die in de voorgaande twee delen uitgewerkt zijn. Implementatie van het werkplan, zal plaats moeten vinden vanaf september 2006. Voor het verwerven van de in het werkplan beschreven ICT competenties voor startbekwame docenten moet er onder andere (digitaal) materiaal worden ontwikkeld en moeten ULO-opleiders adequaat worden geschoold (zie voor volledige uitwerking eindverslag ICTO-project 12-05). Voor deze implementatie achten we ondersteuning van ICT & O adviseurs noodzakelijk.
1.2 Doelstellingen Hier wordt aangegeven welk facultair belang gediend wordt met de projectresultaten en hoe dit past binnen de facultairs onderwijsvisie op de langere termijn of binnen de onderwijsvisie van de VU. Binnen dit project worden twee doelstellingen nagestreefd: 1. Optimalisering, verbreding en verdieping van didactisch ICT-gebruikt om het aanbieden van een flexibel curriculum (beter) te kunnen realiseren en om een voorbeeldfunctie m.b.t. didactisch ICT-gebruik naar studenten toe te kunnen vervullen (teach what you preach). M.i.v. februari 2006 is een vernieuwd curriculum ingevoerd. Kernpunt in het nieuwe curriculum is dat studenten meer keuzevrijheid krijgen bij het inrichten van hun opleiding. Studenten kunnen kiezen in welke volgorde ze aan verschillende competenties (rollen) willen werken. Tevens kiezen ze in welke onderwijsvorm ze zich deze competentie willen eigen maken (zelfstudietraject, opleiden in de school traject, groepsgewijs / face-to-face). 2. Toekomstige leraren moeten de ICT- competenties, die ze als startbekwame docenten dienen te bezitten, in hun opleiding aan de ULO bij verschillende curriculumonderdelen kunnen verwerven en indien gewenst zich verder in ICT toepassingen kunnen verdiepen. ICT krijgt een grotere rol in het voortgezet onderwijs (zie onderzoeksverslag naar ICT-competenties, bijlage bij eindrapportage ICTO-project 12-05). De toekomstige leraren zullen moeten functioneren in een onderwijsomgeving waarin ICT een grote rol zal spelen en waarin van een docent verwacht wordt dat deze ICTrijk onderwijs kan geven. Om studenten hierop voor te bereiden moet in de opleiding voldoende aandacht besteed worden aan het didactisch gebruik van ICT in de lespraktijk. Om dit te bewerkstelligen moeten de studenten aan de ULO zich bepaalde ICT competenties eigen maken. Deze competenties zijn in het werkplan beschreven en er zijn aanbevelingen gedaan voor het verwerven van ICT vaardigheden en onderdelen van het vernieuwd curriculum. Ontwikkeling en implementatie van deze curriculumonderdelen moeten vanaf september 2006 gaan plaatsvinden. Hiertoe moeten ook ULO opleiders worden geschoold.
1.3 Afbakening Afbakening waar het project zich op richt en waar het zich nadrukkelijk niet op richt (bijvoorbeeld dat het gaat om het selecteren van geschikte tools en niet om het ontwikkelen van nieuwe applicaties).
3
Primair is het project gericht op het uitvoeren van taken die voortvloeien uit het ICT-werkplan.Er zullen geen nieuwe applicaties ontwikkeld worden, wel zullen de softwarepakketten en Cd-roms die beschreven staan in het werkplan aangeschaft worden. 1.4 Resultaten Zie criteria: voldoende geoperationaliseerd, realistisch en haalbaar (SMART). • • • •
Kennisdisseminatie ICT-werkplan in vorm van een studiedag. Het ICT-werkplan implementeren in het nieuwe curriculum. Gericht opleiden van opleiders in de technische en onderwijskundige vaardigheden zodat zij de ontwikkelde onderwijsvormen kunnen uit voeren. Volgend op de training zullen de betrokken opleiders middels communities worden ondersteund bij het inzetten van nieuwe onderwijsvormen (tijdens februari start 2007)
1.5 Facultair commitment Betrokkenheid van facultaire medewerkers en van de leiding van een faculteit is een cruciale succesfactor voor het welslagen van een project. Hier wordt aangegeven hoe het draagvlak is voor het project (De urgentie van het project, de vrijgemaakte uren van projectleider en andere projectmedewerkers en de communicatie naar andere betrokken facultaire medewerkers; inschatting van de implementatieactiviteiten van de projectresultaten, met bijzondere aandacht voor de nog te realiseren infrastructuur en scholing). De faculteit is verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke inbreng in project In dit deel wordt vermeldt welke afspraken er zijn gemaakt met betrokken docenten en/of andere facultaire medewerkers en of de medewerkers hiervan al op de hoogte zijn gesteld. Tevens wordt hier beschreven hoe de faculteit de projectresultaten denkt te gaan implementeren in het onderwijs en hoe een adequate infrastructuur wordt gerealiseerd voor het gebruik van het projectresultaat. Het projectdoel is implementatie van ICT-werkplan dat dit jaar is ontwikkeld. De urgentie hiervoor is groot aangezien het nieuwe curriculum in februari 2006 gestart is en de behoefte aan professionalisering van lerarenopleiders en afstemming in het nieuwe curriculum duidelijk zichtbaar heeft gemaakt. Concreet heeft dit zich geuit in de geintensiveerde communicatie en betrokkenheid vanuit het afdelingshoofd en de Nieuwe Curriculum groep in de afgelopen maanden. 1.6 Onderwijskundig kader Hier wordt beschreven hoe het project aansluit bij het onderwijsconcept van faculteit en universiteit (Onderwijsvisie van de VU, 14 dec 2005) of hoe het project bijdraagt aan een betere kwaliteit van het onderwijs of de begeleiding van studenten. Dit project is gericht op het verbeteren van het onderwijs van de ULO. Met dit project zal verdere professionalisering plaatsvinden om dit leren te ondersteunen; 1. ICT-competenties voor studenten zullen definitief worden vastgelegd en verweven in het onderwijs, 2. het ICT-gebruik binnen de opleiding zal uitgebreid worden om de in de doelstellingen omschreven beoogde verbeteringen te realiseren. Dit project sluit goed aan bij de Onderwijsvisie van de VU. In het onderwijs van de ULO leren studenten veel van en met elkaar. Voor de met dit project nagestreefde doelen en de professionalisering van opleiders/ de opleiding wordt gebruik gemaakt van diverse ICT-toepassingen, waaronder DiViDU (feedback en peer review), digitaal portfolio (t.b.v. begeleiding), digitale samenwerkingstools en Blackboard als leeromgeving.
1.7 Kwaliteit Beschrijving t.a.v.: Een gebruikersevaluatie maakt onderdeel uit van het project. De resultaten hiervan worden teruggekoppeld naar de projectdoelstellingen, en maken deel uit van de eindrapportage.
Kwaliteitsbewaking heeft in dit project het karakter van monitoring van de uitvoering van het ICT-werkplan. Aandachtspunten tijdens deze evaluatie zijn: - de inhoud van het werkplan – zijn er, binnen of buiten de ULO, belangrijke ontwikkelingen die aanleiding geven tot inhoudelijke bijstelling van de doelstellingen? Geven de ervaringen tijdens de invoering aanleiding tot inhoudelijke bijstelling van de doelstellingen? - het proces – worden de geplande activiteiten volgens schema ingevoerd? Zo nee, wat zijn de oorzaken daarvan en wat kan worden gedaan? - de organisatie - is er voldoende afstemming tussen de betrokkenen? Is voor alle opleiders duidelijk wat er binnen het project gebeurt en waarom? - de effecten - worden de beoogde effecten/doelen inderdaad bereikt met de uitgevoerde activiteiten? Zo nee, welke aanpassingen zijn nodig? Op twee tijdstippen tijdens het project zal de projectgroep evalueren. Er zal een tussentijds en aan het eind van het project een evaluatie plaatsvinden. Beide evaluaties zullen worden besproken in de begeleidingscommissie.
4
Bij de start van het project, zal de projectgroep zich ervan vergewissen dat de geformuleerde effecten/ doelen voldoende SMART zijn geformuleerd om ze zinvol te kunnen evalueren. 1.8 Disseminatie Geef aan hoe de resultaten van het project binnen de eigen faculteit bekend worden gemaakt en daarbuiten. De kennis die in het project wordt opgedaan, wordt beschikbaar gesteld aan anderen binnen de VU. Het Onderwijscentrum VU houdt de projectvoortgang bij die via een website te raadplegen is. Verder zorgt het Onderwijscentrum voor een gedegen documentatie van de ontwikkelde toepassingen en werkwijzen en onderwijsvormen. Aangezien dit een opleidingssbreed implementatieproject is, maakt disseminatie binnen de opleiding een integraal onderdeel uit van het project.faculteit gewaarborgd. Met betrekking tot disseminatie binnen het werkveld van lerarenopleidingen is de intentie om volgend Velon congres bijdragen met betrekking tot het Nieuwe Curriculum te leveren, waarbij er ook aandacht zal zijn voor de ICT componenten die verweven zijn met het Nieuwe Curriculum.
2. Gewenste ondersteuning Onderwijscentrum VU Bij alle EMP-projecten gaat het om een samenwerkingsproject tussen medewerkers van een faculteit en van het onderwijscentrum. Tijdens het project vervult ieder een rol om tot het gezamenlijke eindproduct te komen. M.a.w. het Onderwijscentrum voert het project niet uit in opdracht van een faculteit. Het gaat om een gezamenlijke inspanning, waarbij ieder de eigen expertise inbrengt. In dit deel wordt beschreven welke ondersteuning van het Onderwijscentrum wordt verwacht: bijvoorbeeld bij voorlichting over portfolio’s, inhoudelijke en technische voorbereiding implementatie portfolio’s, trainingen en workshops voor docenten en/of studenten m.b.t. begeleiden en beoordelen van portfolio(opdrachten), evaluatie). De gevraagde ondersteuning betreft aanvullende expertise bij het ontwikkelen van curricula of leerlijnen, didactische expertise zoals bijvoorbeeld bij het gebruik van streaming-video of bij academische vorming, technische expertise m.b.t ICT&O tools. De gevraagde ondersteuning betreft aanvullende expertise bij het implementeren van curriculum onderdelen, didactische expertise betreffende digitale didactiek, trainen van opleiders, onderwijskundige en technische expertise omtrent ICT&O tools en het trainen van opleiders in het effectief in het onderwijs inzetten van deze tools. De gevraagde technische expertise: - ondersteuning het ontwerpen van een etalage (website) voor Good Practices. - technische ondersteuning bij experimenten met portfolio’s - weblogomgeving opzetten. Op opleidingsniveau of aansluiten bij instellingsbrede ontwikkelingen. 3. Projectstructuur (zie criteria projectstructuur) Wie is de officiële opdrachtgever van het project? Hans Zloch; hoofd lerarenopleiding. Hij maakt tevens deel uit van de Nieuwe Curriculum groep.
3.1 Projectleider en medewerkers Naam Functie Afdeling opleider van de ulo Els Scheringa
Projectrol
Uren p/w
Projectleider
4
Lid nieuwe curriculum groep
implementeren ICTwerkplan naar curriculum onderdelen
Opleiders ulo
Implementeren ICTwerkplan naar curriculum onderdelen, deelnemen aan training Gedurende gehele project ondersteuning in: kennisdisseminatie, meedenken over inbedding in curriculum, uitvoering trainingen, opzetten communities Opzetten etalage voor Good Practices
sept-febr 4 febr-sept 2 6
ICT&O adviseurs
Technisch ICT&Oadviseur
Telefoon
Email
[email protected]
8
2
5
Portfolio en weblog ondersteuning
3. 2 Begeleidingscommissie Namen, rol/verantwoordelijkheden/taken, titel, functie, afdeling De begeleidingscommissie zal bestaan uit: Hans Zloch (hoofd lerarenopleiding) Sebastiaan Donszelmann (alfacluster) Hans Goudsmit (gammacluster) Corinne van Velzen (groep Nieuwe Curriculum, bètacluster) en twee studenten uit studiejaar 2006-2007
4. Planning 4.1 Projectplanning Beoogde startdatum project: 1 september 2006 Beoogde einddatum project: 1 november 2007
4.2 Activiteitenplanning * Zie voor details het invoeringsplan uit het ICT-werkplan. Maand
September 06okt. ‘06 Sept.- jan.
Sept- mei
Hoofdactiviteit
Omschrijving
Medewerker(s)
Rol medewerker(s)
Studiedag ICT werkplan – “ULO breed” Implementeren ICTcompetenties naar curriculumonderdelen. Verbreden van pilots.
-trainen van opleiders - ontwikkelen van onderwijsmaterialen -communities van opleiders vormen.
Maart ‘07
Bijdrage leveren aan Velon congres September 07Vastleggen uitkomsten november 07 project, kennisdisseminatie** **Voor kennisdisseminatie in de vorm van een bijeenkomst is de periode mei-sept niet geschikt voor opleiders ivm piekbelasting en vakanties. Oktober is een geschikt moment. 5. Begroting Geef in een tabel volgens onderstaand schema aan welk deel van de kosten ten laste komt van de betrokken faculteit(en), voor welk deel een beroep wordt gedaan op personele ondersteuning door het Onderwijscentrum VU en wat de totale kosten zijn.
Fac. In fte
# mnd
Projectleiding
0,1
14
onderwijskundige expertise
0,15
14
Fac. in K€
OND in fte
# mnd
0,2
14
0,05
14
PERSONEEL
technische expertise
6
vakinhoudelijke expertise
0,15
14
secretariële ondersteuning
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
MATERIEEL hardware/ infrastructuur
pm
n.v.t.
n.v.t.
Software
pm
n.v.t.
n.v.t.
TOTAAL
6. Ondertekening en datum
7
2.
ICT-werkplan juli 2006
Werkplan ‘ICT in de ULO’ door Els Scheringa, Janneke van der Hulst, Petra Fischer, Gerrit Kuik en Evie Goossen, juli 2006 In dit werkplan gaan we in op twee aspecten van ICT gebruik in de lerarenopleiding. Beide aspecten zijn vaak in meer of mindere mate verweven, ze gelden soms voor alle opleidingstrajecten en zijn soms vakspecifiek. Het eerste deel van dit werkplan gaat over de ICT competenties die studenten dienen te beheersen. Het gaat hierbij om ICT toepassingen en digitale didactische vaardigheden die gebruikt worden in de klas/op school. Per competentie staat een beschrijving, een suggestie voor de plek waar studenten deze competentie kunnen verwerven en welke voorzieningen de ULO hiervoor nog moet treffen (naast de inbedding in vakdidactiek/rolonderwijs). Het tweede deel van het werkplan gaat in op de mogelijkheden van ICT ter ondersteuning van het onderwijs in de opleiding. Het betreft hier zowel organisatorische ondersteuning als onderwijsleerprocesondersteuning. Tot slot bevat dit werkplan een overzicht in de vorm van een invoeringsplan waarin activiteiten voortvloeiend uit de eerste twee delen staan.
8
Deel 1: ICT competenties van studenten Aan de basis van dit deel van het werkplan ligt een onderzoek naar ICT competenties van dio’s ten grondslag. ICT gebruik in de klas en op school: wat moeten studenten kennen en kunnen? Er is een kloof tussen de mate waarin de mogelijkheden van ICT gebruikt worden in de onderwijspraktijk en het potentieel dat ICT-cooördinatoren en docenten toekennen aan ICT. De ICT-coördinatoren kennen een belangrijke rol toe aan ICT bij het realiseren van verschillende onderwijsdoelstellingen, zoals: - bijdragen aan adaptief onderwijs/ onderwijs op maat en aan het flexibiliseren van het leerproces, - creëren van een rijke leeromgeving, aan het bevorderen van zelfstandig leren en aan een aantrekkelijker onderwijs voor de leerlingen. Er is vooral behoefte aan scholing op het gebied van didactische ICT-vaardigheden, zoals het gebruik van een ELO of van digitale toetsprogramma’s (ITS/IVA, 2005). Het gaat hierbij niet om ‘knoppenkennis’, maar om vragen zoals: - hoe kan ik de visie van mijn school op ICT vertalen naar mijn dagelijkse onderwijspraktijk. - welke meewaarde hebben de verschillende ICT-toepassingen voor mijn vak? - hoe kan ICT de onderwijsvernieuwingen op mijn school faciliteren en ondersteunen? Om dit te bewerkstelligen moeten de studenten aan de ULO zich de volgende competenties eigen maken (NB. basisvaardigheden zoals tekstverwerken, e-mail, webbrowser gebruiken worden bij instroom al bekend verondersteld):
Algemene (didactische) kennis en vaardigheden Startbekwame docenten kunnen:… Digitale toetsen maken en analyseren - digitale toetsvragen formuleren (m.b.v. verschillende vraagtypes) - vragen verrijken met multimediaal materiaal (beeld, geluid, video, internetbronnen) - bij diagnostische toetsen feedback formuleren bij goede en foute antwoorden - toetsen beschikbaar stellen via het web (bijvoorbeeld schoolwebsite of ELO) - werken met itembank - toetsresultaten analyseren – hoe geef je terugkoppeling aan leerlingen, hoe speel je in op problemen van leerlingen, evt. psychometrische gegevens (betrouwbaarheid analyseren) Leerlingen begeleiden bij het leren zoeken, selecteren en beoordelen van internetbronnen Hiervoor kunnen studenten de leerlingen ondersteunen en begeleiden bij: - doelgericht leren zoeken naar informatie op internet - leren selecteren van geschikte bronnen - leren beoordelen van informatiebronnen op betrouwbaarheid - leren verwerken van gevonden materiaal in een product (werkstuk, presentatie etc.) Digitaal lesmateriaal maken en bestaand materiaal inzetten - bijvoorbeeld webquests ontwerpen (die de leerlingen bijvoorbeeld uitnodigen om vaardigheden als informatie zoeken of samenwerken te verwerven) - leerlingen begeleiden bij het uitvoeren van digitale opdrachten - ICT opdrachten aangeboden vanuit lesmethoden of community gebruiken in de les Digitale communicatie en samenwerking (vak)didactisch zinvol vormgeven en inzetten in de les -
ontwikkelingen volgen mbt digitale communicatie en samenwerking (bijv. mail, discussiefora, chat en wiki) zich inleven in de leefwereld van leerlingen en kunnen inschatten welke tools zij kunnen inzetten in hun onderwijs digitale communicatie en samenwerkingstool zinvol inzetten in hun onderwijs.
ELO’s als rijke leeromgeving inrichten en inzetten in hun lessen - communicatie en samenwerking inzetten(forum, chat, wiki) - digitaal lesmateriaal maken en gebruiken (digitale toetsen, webquest, lessen) - verschillende leerroutes voor leerlingen van verschillend niveau uitzetten
9
Cijferadministratie en een leerlingvolgsysteem gebruiken en kennen de rol binnen de begeleidingsstructuur -kennis maken met het leerlingvolgsysteem op school (zoals programma Magister/LerarenAgenda en School + Web) en zijn zich bewust van de rol die dit systeem in de communicatie en begeleiding speelt. Vakspecifieke kennis en vaardigheden Startbekwame docenten kunnen:… Vakspecifieke ICT die op de markt beschikbaar vinden en inzetten. - zich eenbeeld vormen van beschikbare ICT elementen (software, multimediaal lesmateriaal, (interactieve) websites, etc.) die aan methoden verbonden zijn. - ervaring opdoen met vakspecifieke software pakketten (bij binasvakken vooruitlopend op de herzieningen in 2010) en methode sites. zijn op de hoogte van de ICT behoeften die voortkomen uit de invoering van Compex examens - vwo: wiskunde A1 en A1,2 (Excel), biologie 1,2 (Powersim en video), natuurkunde 1,2 (Coach 5 modelleren, Systematic) - havo: aardrijkskunde (Bosatlas extra CD-rom), economie 1 (Excel, IExplorer, video), biologie (Powersim, Flylab, video), natuurkunde 1,2 (Coach 5 videometen, Systematic) - vmbo gt: nask 1 (Coach junior videometen, applets), economie (Excel, belastingdiskette), biologie (video, flash, IExplorer). Waar en hoe te verwerven De vorm waarin de competenties aangeleerd en bewezen dienen te worden, en de plaats in het curriculum zijn open gelaten, de Nieuwe Curriculum Groep heeft beter zicht op het geheel. Deze Nieuwe Curriculum Groep bepaald of de competenties bij vakdidactiek of algemene didactiek worden ondergebracht. Samen met leden van de ICT groep zullen de betreffende opleiders werken aan het uitwerken van de betreffende competentie naar een opdracht of eindtaak. De beoordeling is afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden; komen er opdrachten voor vakdidactiek, of bij de eindtaken van de rollen. Digitale toetsen maken en analyseren Aanbeveling: aanschaf van een toetsprogramma om dit onderdeel vanuit de ULO bij vakdidactiek invulling te kunnen geven (voorkeur gaat uit naar Wintoets omdat dit het meest gebruikte programma is en daar een landelijke itembank voor beschikbaar is. Daarnaast is al expertise voor dit pakket aanwezig binnen de ULO). Leerlingen begeleiden bij het leren zoeken, selecteren en beoordelen van internetbronnen NB. Met name de begeleiderrol van docenten in de klas verdient aandacht. Digitaal lesmateriaal maken en bestaand materiaal inzetten Aanbeveling: Good practices laten zien door opleiders en ontsluiten voor studenten en alumni (“etalage”) en ontwerp opdracht voor studenten, bijv WebQuest. Digitale communicatie en samenwerking (vak)didactisch zinvol vormgeven en inzetten in de les Aanbeveling: Als er geen ELO op school beschikbaar is kunnen studentengebruik maken van een open source tool voor samenwerking. Bijzonder aan te bevelen is “Whatskeburt” ELO’s als rijke leeromgeving inrichten en inzetten in hun lessen Onderzoeken of op school gebruikt gemaakt wordt van een ELO. Zo ja, studenten daarvoor een aantal gerichte opdrachten voor geven om met leerlingen vanuit de ELO een stuk onderwijs invulling te geven. Good practices tonen (via goede scholen – bijvoorbeeld het ECL (It’s Learning) vanuit contacten die bestaan met de ULO). Daarnaast: Practice what you preach: in de opleiding BB meer als leeromgeving inzetten. Cijferadministratie en een leerlingvolgsysteem gebruiken en de rol binnen de begeleidingsstructuur kennen Vakspecifieke ICT die op de markt beschikbaar is, vinden en inzetten. Aanbeveling: integreren bij vakdidactiek
10
Zijn op de hoogte van de ICT behoeften die voortkomen uit de invoering van Compex examens Bij vakdidactiek verwerven. I.V.m Compex examens In curriculum van sept 2006 invoeren in vakdidactiek natuurkunde. examens in vakdidactiek biologie per sept 2007. Welke voorziening (technisch, organisatorisch en scholing) zijn nodig per ICT competentie? Per ICT competentie zal er tijd nodig zijn om een opdracht of eindtaak te herschrijven of opnieuw te formuleren, tevens communicatie en training van opleiders. Verder is er per ICT competenties aangegeven of er specifieke eisen zijn mbt aanschaf materialen of extra taken. Digitale toetsen maken en analyseren Aanschaf:
Trainers en ontwerpers scholingsmateriaal: Inrichten (Win-)toets op server:
Wintoets (kosten: € 1099 1e jaar, daarna € 599 per jaar). Wat we ook kunnen doen is in overleg met een netwerkschool (bijvoorbeeld ECL, HVC en Kaj Munk College die allemaal onder het bestuur van Iris licenties afgesloten hebben voor de inzet van Wintoets gebruik maken van hun software). ICT&O trainer en Gerrit Kuik (16 uur pp) systeembeheerder + Gerrit Kuik (8 uur pp)
Leerlingen begeleiden bij het leren zoeken, selecteren en beoordelen van internetbronnen Verzamelen good practices ICT&O + ULO medewerkers (16 uur p.p.) Kunnen digitaal lesmateriaal maken en bestaand materiaal inzetten Verzamelen good practices: ICT&O + ULO medewerkers uur (16 p.p.) Maken etalage (strippenkaart inzetten??) Digitale communicatie en samenwerking (vak)didactisch zinvol vormgeven en inzetten in de les Tools voor samenwerking (forum/chat/weblog/wiki) inrichten: ICT&O + ULO medewerker (16 uur p.p.) ELO’s als rijke leeromgeving inrichten en inzetten in hun lessen Verzamelen good practices: ICT&O + ULO medewerkers (16 uur p.p.) Gebruik VO ELOs: Bijv. gastaccounts bij VO scholen regelen Cijferadministratie en een leerlingvolgsysteem gebruiken Vakspecifieke ICT die op de markt beschikbaar is Verzamelen van methodegebonden software en digitale materialen en formuleren opdracht/taak: Aanschaf:
alle opleiders (8 uur p.p.) nieuwe versies methodes en bijbehorende cd-roms
Specifiek voor bèta cluster: ervaring op doen met voor de binasvakken beschikbare pakketten Verzamelen software: Via onderzoekslab FEW/FALW (bekostigd vanuit WO Sprint) Gerrit Kuik Uitvoering door: Vakdidactici β-cluster In onderzoekslab FEW/FALW als onderdeel van de vakdidactiek ( 12 uur p.p.) Op de hoogte zijn van de ICT behoeften die voortkomen uit de invoering van Compex examens Verzamelen van Compex examens en software: Gerrit Kuik Kosten: € 100 – 200. Vakdidactici waarvoor Compex examens bestaan (8 uur p.p.)
Deel 2: Hoe kan ICT het onderwijs en leerproces van studenten ondersteunen?
11
In het studiejaar 2005-2006 zijn een aantal pilots uitgevoerd met applicaties die ingezet zijn in het onderwijs van de ULO. Een deel van deze pilots zijn uitgevoerd binnen het oude curriculum en een deel binnen het nieuwe curriculum. De ervaringen opgedaan in deze pilots vormen zijn input voor dit deel van het werkplan. De volledige evaluaties van de pilots zijn op Blackboard beschikbaar (zie bijlagen bij eindverslag ICT&O project uitbreiding ICT in ULO). Blackboard voor organisatorische informatievoorziening voor studenten Er is een aparte Blackboardsite gemaakt voor algemene en organisatorische informatie over de opleiding en downloaden van invulformulieren. Verantwoordelijkheid voor bijhouden van de site ligt bij het secretariaat. Auke coördineert. Alle opleiders en alle studenten moeten toegang hebben tot de site. Verbeterpunten: - status opgenomen documenten moet helder zijn voor studenten. Bij documenten in BB is een korte begeleidende zin nodig waarin beschreven wordt voor wie en welk doel het document is. - een duidelijke beschrijving van curriculumonderdelen toevoegen naast het jaarrooster - jaaroverzicht toevoegen van het programma en aangeven wie waarvoor het aanspreekpunt is. Actie door: Auke uit te voeren of te delegeren. Advies aan Nieuwe Curriculumgroep (NCG) ism Auke: nagaan of deze informatiestromen via Blackboard moet blijven lopen, wellicht kan dit beter via apart deel op de website. Optimaliseren van de inzet van Blackboard binnen de ULO-site (huidige BB-site: ‘Onderwijs ULO’) Blackboard meer gebruiken als leeromgeving Blackboard wordt nu door opleiders vooral gebruikt om informatie van de opleider aan studenten te geven. Blackboard wordt nog nauwelijks gebruikt als ‘leeromgeving’. Er worden nog weinig werkvormen gebruikt binnen Blackboard, zoals: digitaal toetsje, online discussieopdrachten, samenwerkend leren, webquest / opdrachten met weblinks, peer feedback, etc. Omdat de voorbeeldfunctie van lesuitvoering via een ELO van belang is, moeten over drie jaar zowel binnen de diverse rollen als bij vakdidactiek goede voorbeelden aanwezig zijn van didactisch ELO-gebruik. Doelstelling hierbij: - In eerste jaar binnen elke rol wordt minstens één opdracht / leeractiviteit via Blackboard uitgevoerd. Uitwerken: voor twee rollen voor de februaristart 2007, voor de overige rollen voor september 2007. (evt. ondersteunen via strippenkaart of studieochtend). - Deze voorbeelden worden vanaf sept. 2007 als good practice opleidingsbreed met de opleiders gedeeld om als voorbeeld te dienen voor nadere uitwerking (bijv. via vakdidactiek). - Elke student die instroomt vanaf januari 2009 zal zowel via de rollen als in de vakdidactiek aan den lijve ervaren hoe een ELO ingezet kan worden in de onderwijsuitvoering. Studie-informatie in Blackboard beter ordenen Voor de rollen wordt nu veel college en achtergrondinformatie aan studenten aangeboden via Blackboard. Hier kan versie beheer en ordening verbeterd worden, hoe houd je het overzichtelijk? Gezien het flexibele curriculum (twee cohorten per jaar, meerdere keren een rol aanbieden per semester) is het extra van belang de informatie goed te ordenen en helder te zijn over wat voor welke groep bedoeld is. Ook duidelijke presentatie zodat de informatie meer intuïtief te vinden is. Aanbeveling sjabloon ontwikkelen voor standaard indeling (voor naamgeving en structuur) - iemand aanstellen die dit monitort en opleiders aanspreekt deze persoon moet goed overzicht hebben over mogelijkheden en onmogelijkheden van Blackboard (relatie met didactiek, intuïtief overzichtelijke indeling) - kortdurende scholing voor opleiders over handigheden in Blackboard; evt. maken quick reference card
DiViDU DiViDU-reflectie Uitkomsten uit de pilot:
12
DiViDU-reflectie heeft zich bewezen bij vakdidactiek, aandacht behoeft nog wel de verdere uitwerking van de verdieping van de reflectie, het geven van online feedback en van de organisatie van de peergroepen. Doelstelling: 1) komend jaar invoeren en verbeteren DiViDU-reflectie in de rol van pedagoog. 2) binnen twee jaar gebruik van DiViDU-reflectie verbreden naar alle vakdidactiek. Benodigheden: - Inplannen en uitvoering van instructie videobewerking en DiViDU voor alle studenten die de rol van pedagoog gaan uitvoeren. - Studiejaar 2006-2007 gebruik DiViDU-reflectie in vakdidactiek biologie, engels, natuur-scheikunde en minimaal één gammavak, waarbij eerder genoemde punten extra aandacht verdienen. De leerervaringen worden aan het eind van het jaar geïnventariseerd en het jaar erop in de volgende uitbreiding geïmplementeerd. - In minimaal een van de genoemde vakdidactiek worden de SPD’s betrokken bij het geven van feedback via DiViDU. - Opleiders moeten minimaal zelf in staat zijn elementaire videobewerking uit te voeren (zodat zij weten wat ze van hun studenten vragen). - Er moeten minimaal 2 docenten per cluster in staat zijn om studenten instructie videobewerking te geven. Voorzieningen: - Meer camera’s en computers voor videobewerking beschikbaar. - Licentie op DiViDU voortzetten. DiViDU-analyse module DiViDU-analyse wordt momenteel nog niet gebruikt. Gezien de ervaringen bij andere lerarenopleidingen zou het opleveren van een videocase en opdracht bij één van de rollen gewenst zijn. Aanbeveling: Nagaan of bestaand videomateriaal gedigitaliseerd kan of nieuwe opnames maken. Inzet elders ontwikkeld materiaal (ontsluiten, aansluiten bij landelijke ontwikkelen) Coach jezelf Is al opgenomen als bron bij o.a. de rolbeschrijving van professional. Uit de ervaringen is gebleken dat het beter is om Coach jezelf gezamenlijk uit te testen (bijv. in peergroeps). Blijft dat niet alle studenten zelfstandig hun weg erin kunnen vinden. De CD blijft aan alle studenten verstrekt worden, er wordt expliciet naar verwezen als te gebruiken bron. Voor degenen die dat wensen willen we ondersteuning als keuze aanbieden, bijvoorbeeld in de vorm van een verdiepingsmodule. Aanbeveling: ontwikkelen verdiepingsmodule ‘Coach jezelf’ op basis van de pilot sept. 2005. Voorzieningen: De CD blijft aan alle studenten verstrekt worden. Aanbeveling: kan mogelijk interessant zijn voor traject opleiden in de school, dit nader bekijken door coördinator opleiding in de school. Weblog Uit de pilot van afgelopen jaar is gebleken dat zowel studenten als opleider enthousiast waren. Positieve aspecten waren dat studenten gevraagd en ongevraagd advies kregen, dat ze elkaar beter konden volgen en bij het bespreken al informatie over elkaars situatie hadden. De weblogfragmenten zijn goed te gebruiken in het digitaal portfolio middels links. In de pilot is gebruik gemaakt van een open weblog omgeving voor een logboek. Dit bleek te onveilig. Er zal dus met een afgeschermd logboek gewerkt moeten worden. Studenten vinden de reacties van andere studenten en de opleider stimulerend. Het is dan ook aan te bevelen om met een groep die ook contacttijd met elkaar heeft (peergroep of vakdidactiek) gezamenlijk weblogs bij te houden. Gezien de geringe ervaring zowel wat betreft techniek als bij de opleiders lijkt het voor september niet te realiseren om alle studenten via een weblog een logboek te laten bijhouden.1 Voor het studiejaar 2006-2007 1
Er wordt momenteel (juni 2006) gewerkt aan het opzetten van een weblogserver voor de hele VU. Streven is om deze 1 augustus gereed te hebben, eind juni moet bekend zijn of dit gaat lukken.
13
stellen we een keuze voor studenten tussen logboek en weblog voor. Binnen een peergroep zullen studenten dan via een weblog of logboek werken. Dit kan voor de begeleider verwarrend zijn, en studenten die via een weblog werken krijgen mogelijk geen reacties van niet bloggende studenten. Een tweede optie in peergroepen voor te stellen om als groep te gaan bloggen of niet. Zodat we een reële ervaring kunnen opdoen met bloggen binnen een groep. Actiepunten: Introductiebijeenkomst voor studenten. Het prettigst is om studenten direct in een computerzaal te laten oefenen. Maar een presentatie met beamer + een beknopte handleiding kan ook. De techniek van weblogs is zeer eenvoudig. Training peergroepbegeleiders/vakdidactici (2 uur) Trainer: ICT&O medewerker/Iris Pauw? (4 uur) Voorzieningen: Op de VU zal een weblogserver opgezet moeten worden of ingekocht die tenminste twee jaar blijft draaien i.v.m. deeltijd studenten. Ruimtes voor introductie bijeenkomst reserveren.
Portfolio Afgelopen jaar is dit onderdeel niet aanbod gekomen. Aanbeveling: Aankomend jaar een wensen- en eisenlijst opstellen mbt portfolio op basis van het nieuwe curriculum. Het huidige portfolio naast deze lijst leggen en onderzoeken in hoeverre dat voldoet of dat gezocht moet worden naar een ander portfoliosysteem. Evt ervaring opdoen in kleine groep met ander portfoliosysteem.(Willem Hoekstra)
14
3. Leden ULO-werkgroep ICT 2006-2007
Project medewerkers
ULO werkgroep leden Onderwijssecretariaat
Els Scheringa (projectleider) Willem Hoekstra Gerrit Kuik Petra Fischer Sytse Boschma Hans Goudsmit Hans van Megen Auke Dijkstra
15
ULO-opleider bètacluster ULO-opleider bètacluster ULO-opleider bètacluster ICT en O ICT en O ULO-opleider gamma cluster ULO-opleider alfa cluster
4.
Notulen Opleidingscommissie ULO 6 november 2006
Uit de notulen punt 4 van de vergadering: 4
ICT Inleiding van Els tav de voorliggende projectrapportage ‘Uitbreiding en verdieping ICT gebruik in de lerarenopleiding’. Een aantal ICT-projecten/ pilots uitgevoerd. Uitkomsten hebben aanleiding gegeven voor een werkplan ‘ICT in de ULO’. Nu is de vraag aan studenten om voorstellen te doen waar ICT in/ aan het programma kan worden toegevoegd. Koert: belang noopt in ieder geval tot opname in het curriculum. Algemene consensus over het gedeeltelijk invoegen in het verplichte programma (bijv. digitale toetsen ontwikkelen bij vakdidactiek) en gedeeltelijk aanbieden van ICT verdieping (ofwel in vrije band ofwel in de vorm van een volwaardige ‘verdiepingsmodule’). Over de vraag hoe studenten hierbij betrokken gaan worden en over de praktische uitwerking (wat moet wenselijkerwijs waar worden toegevoegd), moet worden doorgepraat. Er is wel overeenstemming om zo min mogelijk ‘bovenop’ het al volle curriculum te programmeren. Voorstel Emmy: keuze bieden voor ICT-opdracht binnen de rollen (bijv. webquest ontwerpen bij rol ontwerper). Jolet: moet basis (bijv. vakspecifieke software kunnen begeleiden) worden gelegd tijdens opleiding Hans G.:eventueel inhaalprogramma aanbieden voor studenten die de basis missen; discussie mogelijk over wat die ‘basis’ zou moeten zijn. Remko: m.i. ook essentiële competentie voor studenten om ll. kritisch te leren omgaan met internetbronnen. Els: zou bijv. ook ICTverdieping kunnen worden aangeboden rond het thema ‘Wat is er op de markt/ wat kan ik er mee’. Petra Fischer: we hebben op basis van ‘stand van zaken-onderzoek’ ICT-competenties die verwacht kunnen worden van studenten vastgesteld (zie onder rapportage Bijlage 4 ‘Algemene kennis en vaardigheden). Er moet worden teruggekomen op een prioritering in de aldus vastgestelde punten. Remko: wat nadere uitleg bij gebruikte begrippen aldaar gewenst. Hans G.: dan ook aangeven tot wat voor niveau de genoemde competenties beheerst zouden moeten worden. Els: Volgende keer op terugkomen. Hans G. vat punten samen in 4 situaties mbt de ICT-competenties van studenten: • Vooraf: beginsituatie peilen ter vaststelling programma/ niveau • Basis: Er moet sprake zijn van een bepaalde basis. • Specialisatie: daarnaast ook verdieping (bijv. webquest maken), die niet voor extra studiebelasting moet zorgen. Integratie in zoveel mogelijk opdrachten. -schets van tevoren wat er mogelijk is. -let hierbij op ‘didactiek van ICT’. • Achteraf: In hoeverre kunnen gericht (vervolg-)cursussen/ nascholing op dit gebied voor docenten en alumni worden aangeboden?
16
5.
Enquête om ervaringen van dio’s te inventariseren + antwoorden
Evaluatie Blackboard Portfolio Number of Attempts: 10 Question 1 Multiple Answer Hieronder staat een lijst met handelingen die in het portfolio-archief verricht kunnen worden. Zet een vinkje bij de handelingen die je voor je gevoel probleemloos kunt uitvoeren. Answers Percent Answered Een nieuwe map maken in het portfolio-archief 90% De naam van een map veranderen 80% Een map verplaatsen 50% Een map verwijderen uit het portfolio-archief 70% Een bestand uploaden naar het portfolio-archief 80% Een bestand verplaatsen 60% Een bestand verwijderen 60% Leesrechten instellen voor mappen in het portfolio-archief 60% Question 2 Short Answer Unanswered Responses 0
Wat bevalt je goed bij het werken in het portfolio-archief?
Given Answers • je hebt overzichtelijk al je werk bij elkaar. • niets • Dat je een stuk archief hebt om op terug te kunnen vallen. Eenvoudig en goed te structureren. Het feit dat de gegevens veilig bewaard worden op een externe server. Mocht mijn computer chrashen (wat hopelijk nooit zal gebeuren) dan blijven mijn files bewaard. • Om eerlijk te zijn kan ik dat nog niet beantwoorden. • d\De inzichtelijke structuur. Bestanden kunnen makkelijk worden ge-upload, vanaf alle locaties. •
De structuur van het archief is duidelijk zichtbaar.
• • •
Het is overzichtelijk, lijkt in het gebruik veel op word, gemakkelijk te linken naar het uiteindelijke portfolio. Dat het nagenoeg hetzelfde werkt als Windows Verkenner. Dat ik er bestanden in kan verzamelen en later kan beslissen of ik deze bestanden ook in het echte portfolio zet.
Question 3 Short Answer Wat valt tegen bij het werken in het portfolio-archief? Unanswered Responses 0 Given Answers • Omslachtig. • Wat ik wel lastig vind in het gebruik is dat ik mijn eigen documenten niet zomaar in blackboard kan openen omdat mijn virusscanner dat niet toestaat. Dus heb ik alle bestanden ook nog eens gewoon op mijn computer staan als ik snel inzage wil hebben, maar als ik veranderingen aanbreng moet ik nu dus goed in de gaten houden dat ik dat in beide bestanden doe, of dat ik in portfolio contents de originele file vervang door de gewijzigde. (Op zich ligt dit natuurlijk aan mijn internetinstellingen, en niet aan het portfolio, maar het bemoeilijkt wel het gebruik.) • Hoe goed het werkt op een Mac. • het uploaden van bestanden kost veel tijd, je moet veel handelingen verrichten voordat alles staat waar het moet staan. (vaak op oke klikken) • De vorm van het archief is lastig te veranderen, als je er al een tijd mee aan de slag bent. • •
nvt Ik begrijp het nut er niet helemaal van. Ik heb zelf toch een soort 'archief' op mijn computer? Op deze manier verlies ik het overzicht, omdat ik overal allerlei bestanden en versies heb staan. Ook begrijp ik niet precies wie en waarom ik iemand leesrechten in mijn archief zou geven (zoals bij vraag 1 als een optie wordt gegeven). De zin van het portfolio archief is mijn niet helemaal duidelijk. Ook vind ik het lastig dat de bestanden niet meer verplaatst kunnen worden, omdat ze dan vanuit het portfolio niet meer bereikbaar zijn als er een 'link' was. Aan het begin van de opleiding had ik weinig inzicht in wat het meest handig was wb. indeling. Het heeft me nu al een paar keer veel tijd gekost om alles te verplaatsen.
17
•
• •
De veelheid van stappen die je moet uitvoeren voor één handeling - vergelijk het met het invullen van deze enquête: eerst vraag invullen, dan op 'Save' klikken, waarna je een pop-up krijgt die weer weggeklikt moet worden wil je doorgaan met de volgende vraag. Omslachtig. gedoe, veel te veel stappen voor elke handeling, gedonder om er thuis in te komen, teveel werk in verhouding tot resultaat, geen meerwaarde boven analoog portfolio Het is een ingewikkeld systeem en het spreekt absoluut niet voor zich. Het kost uren om een beetje wegwijs te worden in dit systeem. Dat is jammer en soms frusterend, maar ik ben ervan overtuigd dat het vanzelf makkelijker wordt.
Question 4 Multiple Answer Hieronder staat een lijst met handelingen die in het digitaal portfolio verricht kunnen worden. Zet een vinkje bij de handelingen die je voor je gevoel probleemloos kunt uitvoeren. Answers Percent Answered Tekst toevoegen/wijzigen op een pagina in het portfolio 70% Een plaatje toevoegen aan een pagina 60% Een link maken naar een bestand uit het portfolio-archief 60% Iemand anders toegang geven tot je portfolio 60% Question 5 Short Answer Wat valt mee bij het werken aan het digitaal portfolio? Unanswered Responses 0 Given Answers • Het werken aan het digitaal portfolio krijg je redelijk snel onder de knie. Het is niet moeilijk. • niets • Eigenlijk alles wel, m.u.v. het delen en teogang geven aan anderen • Het meelezen met anderen • Als je eenmaal een beetje weet wat je moet doen, kan je het erg mooi maken. • Een link maken naar een bestand uit het archief gaat erg makkelijk. Het resultaat is direct te bekijken. • de uitleg in de handleiding is duidelijk, als ik het rustig doorlees en uitvoer, dan klopt het en gebeurt er wat er staat. • De eerste opzet is met de wizard kinderlijk eenvoudig. • In de eerste instantie had ik al wel veel in mijn contents deel staan en daar bepaalde mensen voor gemachtigd -- ik dacht eigenlijk dat ze zo al bij mijn bestanden konden kijken. Twee weken geleden kreeg ik een uitnodiging van een medestudent om in haar portfolio te kijken, en toen had ik dus pas goed in de gaten hoe ik hier tekst en links kon toevoegen. Ik ben toen meteen aan de slag gegaan en moet zeggen dat ik het eigenlijk heel erg leuk vind om te zien groeien! Vooral in de rol waar ik op dit moment de colleges van volg heb ik al vrij veel geschreven en veel verwijzingen opgenomen. Uiteraard moet daar op den duur wel geschrapt gaan worden maar ik vind het een prettig idee dat ik er altijd bij kan, en het verslag eigenlijk steeds up to date kan houden! Het is even een drempel over en gaan experiementeren, daarna blijkt het helemaal niet zo moeilijk te zijn. • Dat het er overzichtelijk en geordend uit ziet. Dat het tijdelijk is, je kunt makkelijk tekst verwijderen en weer wat nieuws neerzetten. Leuk dat het op deze manier actueel blijft en oude opdrachten weer weg kunnen worden gehaald. Het scheelt enorm veel papierwerk! Question 6 Short Answer Wat valt tegen bij het werken aan het digitaal portfolio? Unanswered Responses 0 Given Answers • Zie vraag 3. • De omslachtigheid van het toevoegen van bestanden. (liever niet uit het archief, maar gewoon van mijn computer) De onduidelijkheid bijd eopzet van het portfolio, het duurde een poos voor ik inzag hoe het precies werkte en wat er nu juist zo handig aan was. Achteraf zou ik nu (vanauit de ervaring) het portfolio anders in hebben gedeeld (wb. mapjes). • Na de eerste opzet vind ik het maken van wijzigingen lastig. Plaatjes uploaden is mij nog niet gelukt, laat staan tabellen en grafieken. Ook een Mac-probleem? Als standaard browser gebruik ik Safari. • Er gaat vrij veel tijd in zitten. Misschien omdat ik net ben begonnen met opzetten en dat ik vrij veel dingen uitprobeer om te zien wat ik het mooiste vind, maar ik wil wel leesbare kleuren tekst gebruiken en de links in een afwijkende kleur zodat duidelijk is dat je die kunt aanklikken. Ik hoop dat zodra ik tevreden ben over de gekozen kleuren, links etc het hierna sneller za gaan. • ik kan geen filmpjes toevoegen, het is me volkomen onduidelijk hoe dit moet. Ook zou ik meer werk van de lay-out willen maken, maar ik weet ook niet goed hoe dit moet. • Het klaarzetten van het portefolio was erg tijdrovend.
18
• • • •
Iemand anders toegang geven. Ik heb het wel geprobeerd en bij de ene lukt het wel en bij de andere niet. Niet alleen ik, maar meerdere mensen uit mijn peergroup lopen tegen dit probleem aan. alles, teveel gedoe HTML is niet altijd even makkelijk. Soms staat de lettergrootte op een andere stand dan ik wil. Of het lettertype is niet wat ik wil. Of ik schrijf dikgedrukt terwijl ik het niet in de gaten heb. Zoals ik al heb gezegd; Het is een ingewikkeld systeem en het spreekt absoluut niet voor zich. Het kost uren om een beetje wegwijs te worden in dit systeem. Dat is jammer en soms frusterend, maar ik ben ervan overtuigd dat het vanzelf makkelijker wordt.
Question 7 Opinion Scale/Likert Het werken aan mijn portfolio kost veel tijd. Answers Percent Answered Zeer mee oneens 0% Meen oneens 20% Mee eens 60% Zeer mee eens 20% Unanswered 0% Question 8 Opinion Scale/Likert Het werken aan mijn portfolio levert mij voldoende op Answers Percent Answered Zeer mee oneens 10% Mee oneens 40% Mee eens 40% Zeer mee eens 10% Unanswered 0% Question 9 Multiple Choice Hoe vaak heb je in het portfolio-archief van iemand anders gekeken? Answers Percent Answered 0 keer 70% 1 tot 5 keer 30% Meer dan 5 keer 0% Unanswered 0% Question 10 Short Answer Met welk doel heb je gekeken en wat leverde het op? Unanswered Responses 1 Given Answers • absoluut nog geen tijd voor gehad. • hoe het moet. mondeling advies gaat sneller.. • wist niet dat dit kan. • Eigenlijk alleen om te kijken hoe het werkte met de links vanuit het digitaal portfolio. Ik heb wel de logboek verslagen gelezen van mijn medestudent, om tijdens de week te lezen hoe het haar vergaat. De startopdrachten even vluchtig doorgekeken. Wat levert het op: inspiratie, informatie, en ook welzelfbevestiging. • Ik kan niet in andermans portfolio en dat vind ik erg jammer! Ik vind het prettig om eens te kijken hoe iemand anders het aanpakt. Wie weet doe ik leuke suggesties op of bedenk ik me juist hoe ik het zelf niet zal gaan doen. • nvt • N.v.t. • Volgens mij heb ik geen toegang tot portfolio archieven van anderen. dat was toch ook niet de bedoeling? Ik heb alleen digitale portfolio's bekeken. • Gekeken hoeveel opdrachten mijn medestudenten al in hun archief hadden. Question 11 Multiple Choice Hoe vaak heb je in het digitaal portfolio van iemand anders gelezen? Answers Percent Answered 0 keer 30%
19
1 - 5 keer 30% Meer dan 5 keer 40% Unanswered 0% Question 12 Short Answer Met welk doel heb je gelezen en wat leverde het op? Unanswered Responses 1 Given Answers • Ik werd uitgenodigd door een medestudent uit mijn peergroup -- leuk om te kijken, zeer inspirerend, en ook leuk om te kunnen reageren en complimenteren via de comments! Gekeken of de links werkten etc. Haar uitnodiging spoorde mij aan om zelf ook te beginnen en ook wel om het bij te houden. Ondertussen nog een uinodiging gekregen van een andere medestudent, maar die heeft er eigenlijk nog helemaal niets in staan. • Als leerervaring en inspiratie. • Bij een peer meegekeken in logboek. Het leverde de verrassing op dat haar portfolio al veel uitgebreider was van opzet en structuur. Maar mijn eigen portfolio naar een hoger plan tillen is me sindsdien nog niet gelukt. • Ik heb meer gekeken uit nieuwsgierigheid. Wat dit heeft opgeleverd, is dat ik zeer tevreden ben over hoe overzichtelijk ik mijn portfolio heb ingedeeld. • Nogmaals, ik kan niet in portfolio van mede studenten! jammer! • nvt • Tweeledig doel: Uiterlijk: hoe ziet de andere portfolio eruit en wat kan ik met die kennis voor mijn eigen portfolio. Inhoudelijk: hoe heeft mijn medestudent een bepaalde portfolio-opdracht uitgevoerd en doe ik het ook zo, of pak ik het anders aan. • Voorbereiding op de peergroup bijeenkomsten door logboeken te lezen. Inspiratie opdoen voor opzet van portfolio. Inspriratie opdoen voor opdrachten voor vakdidactiek. • Ideeën opdoen voor mijn eigen opdrachten. Zo heb ik met een idee van Wesly gewetenloos plagiaat gepleegd. Question 13 Short Answer Heb je gemerkt (bijv. via feedback) dat je mentor, SPD of medestudenten in je portfolio-archief hebben gekeken of je digitaal portfolio hebben gelezen? Zo ja, heb je daar wat aan gehad? Unanswered Responses 1 Given Answers • Ja, mijn mentor bekeek mijn portfolio en plaatste een reactie voor het eerste gesprek. • niet gemerkt, dus ook niets aan gehad • Ja, een medestudent heeft gekeken en die gaf mondeling een compliment. Ik had zelf mijn spd uitgenodigd, en die stuurde mij een e-mail met de mededeling dat hij het er goed uit vond zien; ook mijn peergroup begeleider heeft bij mij gekeken, en die reageerde via de comments. Deze laatste had ook een tip om mijn pop punten wat overzichtelijker te omschrijven, daar ga ik bij het opstellen van mijn tweede pop zeker op letten. • Ja, dat heb ik gemerkt. Mijn SPD leest mijn logboek en geeft aan de hand daarvan feedback. Dit werkt voor mij uitstekend. • Ja, de lay-out werd gecomplimenteerd. Ook vond ik het leuk te horen dat iemand anders iets aan mijn logboek heeft gehad. • Ik heb het gemerkt aan de 'comments' in mijn portfolio. Ik vond het erg leuk om enthousiaste reacties te krijgen. Het stimuleerde mij om er nog meer gegevens op te zetten en het netjes bij te houden. • Ja, al staat de feedback niet daar waar hij gegeven is. peergroupleider en peers becommentarieren verschillende onderdelen, maar dat belandt op één plaats. • ja, nuttige opmerking, moet hem nog steeds verwerken. • Ja, de mentor heeft feedback geleverd. Bemoedigend. Question 14 Short Answer Heb je je mentor, SPD of medestudenten expliciet gevraagd om feedback op documenten uit je portfolio-archief of op je digitaal portfolio? Zo ja, wat heeft dit opgeleverd? Unanswered Responses 2 Given Answers • Nee.
20
• •
• • • • •
ja, maar de feedback was puur inhoudelijk. Prettige optie. Ik had mijn SPD toegang verleent omdat hij had gevraagd om een lesverslag van een iets minder geod verlopen les. Ik had toch al een logboek reflectie over dat lesuur geschreven, dus dacht het op deze manier te doen. Op zich heeft hij niet meer op dat ene verslag gereageerd, alleen over het gehele portfolio. ja. nog niks gezien, maar dat zal nog wel komen. Nee. Nee, nog niet. Nee. Nee, niet expliciet gevraagd.
Question 15 Short Answer Welke vragen/opmerkingen/verwachtingen heb je nog over het portfolio (portfolio-archief en/of digitaal portfolio)? Unanswered Responses 1 Given Answers Ik vraag mij af waarom ik geen 'welkomsboodschap' in mijn portfolio heb. De andere twee digitale portfolio's die ik bekeken heb, hebben dit wel. Ik heb tot dusver niet kunnen ontdekken hoe ik alsnog een welkom kan krijgen en ik ben bang dat het niet meer kan. Of dat ik mijn hele portfolio opnieuw zal moeten maken omdat door de toevoeging van een welkom alle links ongeldig worden. Ik vraag me af waarom en of ik mensen leesrechten in mijn 'contents' of archief moet geven. Kan het niet simpeler? Geen Geen vragen -- experiementeren en uitproberen levert meestal wel de juiste antwoorden op. Opmerkingen: ik ben zeer positief, als je eenmaal begonnen bent en het portfolio regelmatig bijhoudt dan wordt dat een mooi verslag van je ontwikkeling in de opleiding. Ik moet nog uitzoeken hoe ik dan ook de link van het portfolio naar een filmpje in DIVIDU leg, maar eigenlijk verwacht ik dat dat allemaal wel gata lukken. 1 opmerking: de allereerste uitleg over het portfolio werd op de eerste dag van de introductieweek gegeven. Het was mijn ervaring dat die dag heel erg zwaar is voor alle studenten, ik had halverwege de middag al zware hoofdpijn gewoon van stress, nieuwe dingen, nieuwe mensen etc. Ik heb er toen dus niet veel van opgestoken en was blij met de herhaling die een paar weken later aangeboden werd. Eigenlijk denk ik dat het misschien aan te bevelen is om de uitleg over het portfolio helemaal te verschuiven naar de tweede of derde week van de opleiding! Dan heeft iedereen een beetje meer overzicht, en is die alleereerste dag niet zo overvol. Ik wil graag even spieken bij een medestudent en daar klungel ik nu al weken mee! Ik vind de opmaakmogelijkheden zeer beperkt, of ik heb ze nog niet ontdekt. En dat betekent dat ze te onduidelijk zijn verstopt in het programma. Wanneer ik in de wizard het voorbeeldportfolio zie, heb ik geen flauw idee hoe dat tot stand is gekomen met deze software. nauwkeuriger handleiding. hoe kan ik meer werk maken van de lay-out? hoe kan ik plaatjes importeren? Hoe kan ik dvd-bestanden van lessen laten zien via mijn portfolio? Hoe verwerk ik filmpjes? Het is niet altijd even duidelijk hoe je het portfolio moet delen. Het is mij ook niet met iedereen gelukt. Graag had ik alles in het Nederlands gehad.
21
6. Programma Clusterdag Bèta: Dataloggen Datum: Maandag 13 november 2006 Plaats: T1.36 FEW 09.30 u. 09.45 u. 11.00 u.
11.45 u.
Intro Practicum Grafische Rekenmachine (Willem) Presentaties (Gerrit): Grafisch modelleren Videometen Crocodile Chemistry / Physics / Technology Meetgegevens verwerken (Willem)
12.30 u.
Lunch (kantine FEW)
13.30 u.
Speeltuin: Homogene groepen (2 biologen en 2 anderen) Iedere groep 1 N, 1S en 1B (in tweetallen)
16.00 u. 16.30 u.
- Ontladen condensator (N) CBL - Afkoeling (N) CBL - Treintje langs helling (N) - Maagzuurtabletten (B) - Hartritme (B) - Gist (B) - Zuur-base titratie (S) - Spectometrie (S) - Endo- en exoterme reacties (S) Demonstraties / terugkoppeling Einde
22
7.
Projecten Kennisnet:
Deelname van dio’s aan:
Project lerarenopleidingen en VO-scholen Marianne Engelen Projectleider Voortgezet Onderwijs
[email protected]
6 juli 2007
en van docenten van stage scholen aan:
ICT-stimulering Lerarenopleidingen
http://www.grassroots.nl/cgi-oic/pagedb.exe/show?no=1426&fromno=1191
Programma lunchbijeenkomst 2 april 2007 Uitnodiging naar alle dio’s en opleiders ULO-VU
23
• •
Verslag Kennisnet?? Verwijzing naar producten dio’s (b.v. etalage in Blackboard)
24
8.Casusbeschrijving DiViDossier 1 juli 2007 Els Scheringa en Petra Fischer Doel van deze casusbeschrijving is om het gerealiseerde curriculum van DiViDossier zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. 1.1 Naam instelling: Onderwijscentrum VU 1.2 Opleiding: Universitaire Lerarenopleiding (ULO) 1.3 Leerjaar: Start in het 1e semester lerarenopleiding 1.4 Aantal docenten: • Reflectiemodule (DiViDu): er zijn vijf mentoren bij betrokken vanaf september 2006. • Assessmentmodule (DiViDossier): vier mentoren zijn er vanaf februari 2007 bij betrokken. 1.5 Aantal studenten: • Reflectiemodule (DiViDu): er werken zes studenten biologie en zes studenten natuur- en scheikunde met deze module vanaf september 2006 • Assessmentmodule (DiViDossier): vier studenten werken vanaf februari 2007 met deze module. 1.6 Gebruik van de digitale video-module of het digitale videodossier in de opleiding: Reflectiemodule: • Wordt ingezet om de competentie op het gebied van vakdidactiek te laten zien. • Er wordt zowel gebruik gemaakt van face-to-face als ook van begeleiding op afstand (blended learning); • Ja, het werken met deze module is verplicht; • Hier gaat het om het in beeld brengen van de vakdidactische competenties in de relatie tot de vijf rollen die de ULO heeft gedefinieerd (1. professional 2. ontwerper 3. uitvoerder 4. pedagoog 5. teamlid en collega); • De student kiest in overleg met de docent de situatie en de competentie die hij in beeld brengt en waarop hij reflecteert; • Aan de studenten wordt gevraagd om aan de hand van het zelf gekozen fragment te reflecteren op het gedrag van hen als docent en het gedrag van de leerlingen (reflectiecyclus van Korthagen); • De reflectiemodules zijn ontwikkeld door de vakdidactici van het betreffende schoolvak; • De docenten hebben zich voorbereid door deelname aan voorlichtingsbijeenkomsten gegeven door projectmedewerkers van DiViDu; • De drie begeleidingssessies voor biologie zijn met name door Els Scheringa verzorgd; • De begeleidingssessies voor natuur- en scheikunde zijn dit jaar verzorgd door Gerrit Kuik en Lisette van Rens; Assessmentmodule: DiViDossier • Wordt gebruikt om de groei in de rol van uitvoerder te laten zien en te beoordelen • Er wordt zowel gebruik gemaakt van drie face-to-face bijeenkomsten en van begeleiding op afstand (blended learning); • De studenten konden bij de rol van uitvoerder kiezen of ze wilden werken met Blackboard Portfolio of DiViDossier; 4 van de 30 februari-starters hebben dit jaar voor DiViDossier gekozen; • Met de assessment- module wordt de competentie/ rol van uitvoeder begeleid en getoetst. Hierin wordt getoetst aan de hand van rubrics, waarin onder andere de volgende aspecten naar voren komen: contacten met leerlingen, organisatie en instructie en begeleiding van leerlingen bij het leerproces. • De student kiest de situatie waarmee hij zijn ontwikkeling binnen de rol van uitvoerder in beeld brengt. Hierbij wijst de student zelf verschillende onderdelen van de rubrics aan en geeft daarbij zelf een eigen inschatting van het niveau waarop hij zich bevindt. • De studenten vullen hun videofragmenten aan met andere bronnen, bijvoorbeeld foto’s of tekstdocumenten zoals: lesvoorbereidingsformulieren, SO’tjes, observatieverslagen. Verder worden er ook teksten toegevoegd, waarin de context van de les en reacties van leerlingen beschreven staan (die niet altijd in beeld zijn). Tenslotte beantwoorden de studenten ook een aantal standaard vragen binnen de assessment-module, zoals: waarom ze een fragment hebben gekozen, welk aspecten van de rubrics zichtbaar zijn in dit fragment, waar ze trots op zijn en wat ze verder willen ontwikkelen.
25
• • •
Deze modules zijn ontwikkeld door de projectmedewerkers van Dividossier; Petra Fischer en Els Scheringa met feedback van Janneke van der Hulst; De docenten hebben zich voorbereid door deelname aan voorlichtingsbijeenkomsten gegeven door projectmedewerkers van DiViDossier; De drie begeleidingssessies zijn met name door Els Scheringa verzorgd met ondersteuning van Petra Fischer; de eerste sessie ging over instructie bij het filmen.
1.7 Beoordeling: Reflectiemodule: • Feedback door mede-studenten en docenten Assessmentmodule:DiViDossier • Beoordeling vindt plaats door de mentor en aan de hand van de door de ULO geformuleerde rubrics (zie boven); hiervoor worden er gedurende de opleiding verschillende portfoliogesprekken gevoerd.
26
9.Samenwerken van projectgroep in Google-doc’s en Spreadsheets
27
10.
“ICT in de lerarenopleiding” Onderwijscentrum VU rapportage project 2006-2007 Kennisnet ICT op school
Faculteit: Onderwijscentrum VU, Afdeling Voortgezet Onderwijs Projectperiode: september 2006 – augustus 2007 Projectleiders: Drs. Petra Fischer, Ir. Els Scheringa Hoofd Afdeling VO: Drs Hans Zloch 18 juli 2007
Contactadres: Onderwijscentrum VU Lerarenopleiding De Boelelaan 1105, kamer 0G-28 1081 HV Amsterdam www.onderwijscentrum.vu.nl/Lerarenopleiding/ tel. 020 5989209
Samenvatting Vanaf het najaar van 2006 heeft de integratie van ICT-didactische activiteiten in het curriculum van de universitaire lerarenopleiding (ULO) van de VU extra impulsen gekregen door het project “Project voor lerarenopleidingen 2006-2007” van
28
Kennisnet ICT op School. In het kader van dit project zijn er verschillende bijeenkomsten georganiseerd om de studenten van de ULO kennis te laten maken met de diverse mogelijkheden van ICT in het onderwijs. Doel was om de studenten te inspireren en te motiveren om ICT-didactische projecten op hun (stage)-VO-scholen uit te voeren, die aansluiten bij de vraag van de school. Om de studenten goed voor te bereiden op het ontwikkelen van (digitaal) lesmateriaal en op het uitvoeren van de ICT-projecten op hun stagescholen, is er binnen de ULO onder andere een nieuwe verdiepingsmodule ontwikkeld met de titel “ICT didactiek in je lessen”. De studenten konden binnen deze module kiezen uit drie onderwerpen: 1. Digital Whiteboard 2. Webkwesties/ Webquests 3. Electronisch/ Digitaal Toetsten Daarnaast is er een student begeleidt in het project “Bodemonderzoek door leerlingen VWO 5 met gebruik van GPS en PDA”. Tenslotte hebben de studenten hun projectresultaten gepresenteerd tijdens een feestelijke slotbijeenkomst. Hierbij viel positief op dat: • Een aantal studenten door het uitvoeren van hun project vakcollega’s en soms ook collega’s van andere secties enthousiast hebben kunnen maken voor het inzetten van ICT-didactische werkvormen, waar ze tot nu toe nog niet of nauwelijks mee bezig waren. Dit gold bijvoorbeeld voor het maken en gebruiken van digitale toetsen en het maken en inzetten van webquests; •
Een aantal studenten voor het eerst aandurfden om digitaal lesmateriaal te ontwikkelen en in te zetten in de klas. De eerste ervaringen waren positief en gaven de nodige motivatie om hiermee door te gaan;
•
De studenten tijdens de presentatiebijeenkomst geïnspireerd raakten door elkaar en begonnen kennis en ervaringen uit te wisselen.
•
Dat een lerarenopleider geïnspireerd raakte om volgend studiejaar ook versterkt aan de slag te gaan met het inzetten van ICT-didactiek.
Door dio’s (docenten in opleiding) en de ULO-projectleiders werden verschillende mogelijkheden voorgesteld om ICT activiteiten op diverse plaatsen tijdens het curriculum uit te voeren. Naast de “verdieping” bleken ook de “meesterproef” en het praktijkonderzoek mogelijkheden te bieden voor het uitvoeren van ICT-didactische projecten. Bij het werken aan de meesterproef ontwerpt de dio lesmateriaal, gebruikt dit in zijn/haar lespraktijk en evalueert de resultaten. In het praktijkonderzoek onderzoekt een dio op een systematisch en wetenschappelijk verantwoorde wijze een vraag ontleend aan de eigen onderwijspraktijk. Beide onderdelen van de opleiding hebben enkele dio’s aangegrepen voor een ICT project. Binnen het project van Kennisnet ICT op School is door de projectleiders van het Onderwijscentrum VU op een effectieve manier samengewerkt met opleiders en dio’s van de ULO met als doel om de inzet van ICT in de VO (stage)-scholen te versterken. Waar dit jaar de nadruk lag op het begeleiden van de studenten, is voor het komende studiejaar het trainen en begeleiden van de lerarenopleiders van de ULO een even belangrijk doel. Om het integreren van ICT-didactiek in het curriculum 29
van de ULO een structureel karakter te geven lijkt ons het professionaliseren van de opleiders op dit gebied een belangrijke voorwaarde. 1. Aantal meewerkende studenten en opleiders Op grond van suggesties van opleiders en dio’s is door vier opleiders een verdiepingsmodule van 2 ECTS samengesteld, te weten “ICT didactiek in je lessen”. Binnen deze module konden de studenten kiezen uit verschillende onderwerpen, zoals digitale toetsing, webquests en werken met Digital Whiteboard. Een aantal studenten heeft zelfs twee onderwerpen gekozen (webquest en digitale toetsing). Een student die zelf een ander onderwerp heeft aangedragen (pda en gps in het veldwerk bij biologie) is individueel begeleidt door een lerarenopleider. De verdieping vond plaats in het 2e (en laatste) semester van de lerarenopleiding. Tijdens werkcolleges hebben vier opleiders de verschillende onderwerpen van verdieping kort geïntroduceerd en hebben ze de studenten begeleidt bij het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal. Voor het onderwerp “Werken met Wintoets” heeft een student van de ULO een handleiding geschreven, die de andere dio’s prima konden gebruiken. In het kader van de verdieping hebben de meeste studenten hun materiaal ook ingezet in hun eigen lessen en hebben ze hun ervaringen hiermee teruggekoppeld in hun presentatie en verslag. Alle dio’s in het 2e semester van de opleiding konden inschrijven voor deze verdieping. In totaal hebben tien studenten uit de drie clusters deelgenomen aan deze module. Twee studenten hebben tijdens hun meesterproef en/of praktijkonderzoek de nadruk gelegd op een ICT toepassing. In overleg met opleiders van het alfa cluster (Nederlands, MVT, Klassieke Talen en KCV) is er een ICT middag georganiseerd met inzet van een voorlichter van Kennisnet ICT op School voor de 35 studenten van het alfacluster. (zie ook “Voorlichtingsmiddag alfacluster”) 2. Bijeenkomsten/presentaties ICT-lunch als start van het project (zie bijlage 1) Het project van Kennisnet ICT op School is op de ULO van start gegaan met een ICT-lunch op 2 april 2007. Voor deze bijeenkomst zijn alle ULO-studenten uitgenodigd via Blackboard. Het doel van de bijeenkomst was dio’s van verschillende clusters te werven voor ICT activiteiten binnen het curriculum. Tijdens deze lunch zijn niet alleen de mogelijkheden gepresenteerd om als dio mee te doen met het project, maar zijn de studenten ook gestimuleerd om (begeleidende) docenten van hun VOschool bij hun project te betrekken, in de vorm van een deelname aan het Grassroots-project. De bijeenkomst werd door plm. 25 studenten en enkele docenten (oud-studenten) bijgewoond. Tijdens deze lunch werd aan de hand van een powerpoint presentatie opzet en doel van het project van Kennisnet ICT op School uitgelegd en zijn verschillende mogelijkheden aangegeven om in het kader van de opleiding als dio deel te nemen aan het project en om als docent van VO-school mee te doen via Grassroots. Verdiepingsbijeenkomsten (zie bijlage 2)
30
Door een aantal opleiders van het bètacluster en de ULO-projectleiders van het project van Kennisnet ICT op School, is er een verdiepingsmodule samengesteld (“ICT didactiek in je lessen”, zie ook bijlage 2). Op 18 juni hebben de dio’s tijdens een afsluitende presentatie -ochtend hun projectresultaten en hun ervaringen gepresenteerd. Voorlichtingsmiddag alfacluster (zie bijlage 3) In samenwerking met Otto Oussoren (voorlichter van Kennisnet ICT op School) is er een ICT- middag georganiseerd op de ULO. Doel van deze middag was dio’s van het alfacluster meer zicht te geven op de mogelijkheden van ICT toepassingen in de klas. Tijdens de middag is er een workshop gegeven, waarin dio’s aan de slag gingen met het verwerken van door Kennisnet gegeven informatie over hoe zij ICT zouden kunnen gebruiken in hun eigen (vak)lessen. In de tweede workshop werd de dio’s gevraagd de didactische mogelijkheden van een presentatievorm in kaart brengen. Individuele begeleiding studenten Twee studenten zijn individueel begeleidt bij het uitvoeren van ICT-projecten. Saskia Kuneman is door een vakdidacticus wiskunde begeleid bij het uitvoeren van haar project over het inzetten van een Digital Whiteboard in de wiskundeles. Stefan Idema is door een vakdidacticus biologie begeleid bij zijn project over “Bodemonderzoek door leerlingen VWO 5 met gebruik van GPS en PDA”. 3. Verschillende onderwerpen studenten: (zie bijlage 4) Projecten met Interactive Whiteboard • Saskia Kuneman (Wiskunde): “Praktijkonderzoek: Interactive Whiteboard in de wiskundeles” Veldwerk project met pda’s • Stefan Idema (Biologie) “Scholierenpracticum VU Amsterdam: De Bodem” Projecten met Webquest • Leonoor Hamers (Frans) “Webquest voor 1e en 2e klassen Frans” •
Jose Mastenbroek (Scheikunde) “Webquests voor: De Bodem Leeft”
•
Patrick Luyt (Biologie) “Zootycoon: een webquest over diergedrag in gevangenschap”
31
•
Linda van Maaren (Klassieke talen) “Pompeï”
•
Maartje Kunnen (Nederlands) “Keuzeverhaal: Nonlineaire Narrativiteit”
Projecten met Wintoets • Hugo Schouten (Natuurkunde) • Erik Volkers (Natuurkunde) • Lukas Scheijgrond (Maatschappijleer) • Linda van Maaren (Klassieke talen) Project met Hot Potatoas • Jente Pots (Geschiedenis) 4. Resultaten voor de Lerarenopleiding Naast het ontwikkelen en uitvoeren van nieuwe of aangepaste verdiepingsactiviteiten (digitale toetsing, webquest, Digital Whitebord, PDA en GPS), zijn in het kader van dit project: •
nieuwe ICT-middelen aangeschaft (zoals het programma Wintoets, pda’s, videocamera’s en een Digital Whiteboard);
•
was er ruimte voor extra begeleiding van studenten;
•
was er extra ruimte voor informatie en disseminatie (studie- en presentatiebijeenkomsten);
•
zijn er meer studenten aan de slag gegaan met het ontwikkelen en uitvoeren van ICT-didactische activiteiten in de klas en konden ze hierbij meer de diepte ingaan.
Ook is er binnen de ULO een duidelijker en levendiger beeld ontstaan wat betreft de vraag en behoefte van de VO-scholen op het gebied van ICT-didactiek en de bijbehorende competenties die een (startbekwame) docent zou moeten bezitten om aan deze vraag te kunnen voldoen. Hierdoor groeit er binnen de lerarenopleiding ook het besef en de behoefte aan het trainen en scholen van de lerarenopleiders, die uiteindelijk een belangrijke rol zouden moeten spelen bij het opleiden van de dio’s in deze competenties. 5. Verspreiding materiaal Op dit moment wordt het materiaal van studenten verzameld en bij elkaar gebracht op een cd. Het is verder de bedoeling de resultaten en producten van de dio’s op een speciale site (binnen Moodle) zichtbaar te maken voor dio’s. Op deze manier kan het materiaal volgend studiejaar ingezet worden om de dio’s van de volgende lichting en ook de ULO-opleiders te inspireren bij het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal en van ICT-didactische projecten in de klas.
32
6. Voordelen voor de lerarenopleiding Dit eerste projectjaar heeft hele nuttige ervaringen opgeleverd op het gebied van werken met interactive whiteboard, veldwerk van scholieren met pda’s en gps , webquest en digitale toetsen (Wintoets en Hot Potatoes). Daarnaast heeft de ULO door deelname aan dit project ICT-middelen aan kunnen schaffen, die volgend studiejaar nieuwe mogelijkheden bieden voor het aanbieden en uitvoeren van ICT-projecten. 7. Schatting van de geïnvesteerde tijd In een aparte bijlage is het concept overzicht van de financiën te vinden (17 juli 07) 8. Voor verdere ontwikkeling zien de projectleiders de volgende mogelijkheden voor de lerarenopleiding Doel is om de dit jaar ingezette ICT-activiteiten te continueren en verder uit te breiden, bijvoorbeeld naar clusters en vakken binnen de ULO, die dit jaar nog minder actief deelgenomen hebben aan projecten zoals: inzet van interactive whiteboard, digitaal toetsen, webquest of inzetten van gps en pda. Daarnaast streeft de ULO het doel naar om nieuwe activiteiten te stimuleren, zoals bijvoorbeeld werken met Google Earth en podcasting. Hierbij zal de ULO zich zeker laten inspireren door de vraag vanuit de VO-scholen. De dio’s zijn hierbij een belangrijke schakel tussen de opleiding en de VO-praktijk. Verder is het professionaliseren van de ULO-opleiders op ICT-didactisch gebied een belangrijk aandachtspunt voor het volgende studiejaar. Een volgend project van Kennisnet ICT op School zou hieraan zeker goede extra impulsen kunnen geven. 9. Onze ideeën voor een eventuele voortzetting van dit project in 2007/2008 voor de lerarenopleiding •
Voor een verdere uitbreiding van ICT(-didactische) inzet in de klas, is het etaleren van de Good-Practice’s die dio’s dit jaar binnen het curriculum van de lerarenopleiding uitgevoerd hebben een belangrijke factor.
•
Uitbreiding van kennis en vaardigheden van opleiders op het gebied van ICT(didactiek) is van groot belang. Organiseren van een studiedag waar opleiders kennismaken met diverse mogelijkheden van ICT-didactiek en ICT toepassingen en waarbij ze tijdens hands-on workshops ook daadwerkelijk starten met het leren werken met verschillende ICT toepassingen en met het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal/ ICT-projecten, zou daarvoor een goede start zijn.
•
Organiseren van een studiedag voor lerarenopleiders, dio’s en docenten van de stagescholen.
•
Net als dit jaar bijeenkomsten voor dio’s organiseren om ze enthousiast te maken en te inspireren om digitaal lesmateriaal/ ICT-didactische activiteiten te 33
ontwikkelen en in te zetten in de klas (hierbij uitgaande van de vraag van hun stageschool). •
Verder ontwikkelen van verdiepingsmodules en kijken naar andere plekken in het curriculum waarin ICT-activiteiten geïntegreerd kunnen worden, in de vakdidactiek en in de vijf rollen (competenties), die de ULO binnen haar curriculum geformuleerd heeft.
34
Overzicht bijlagen : 1.programma lunchbijeenkomst 2 april 2. overzicht verdiepingsmodule 3.Programma ICT middag alfa cluster 4.Overzicht deelnemende studenten en docenten presentaties
35
Bijlage 1: Lunchbijeenkomst 2 april 2007 Uitnodiging naar alle dio’s ULO-VU
36
Bijlage 2: Verdieping : ICT didactiek in je lessen Toelichting en doel In het leven van leerlingen speelt ICT een belangrijke rol, vooral buiten de lesuren. Meer en meer ontdekken docenten de mogelijkheden om ICT zinvol in te zetten in hun lessen. Wat bestaat er nu allemaal op ICT gebied voor het onderwijs, bevordert inzet van ICT ook het leren van leerlingen, kun je activerend lesgeven zinvol ondersteunen met ICT, allerlei vragen waarop je tijdens deze verdiepingsmodule een antwoord zou kunnen vinden. Planning activiteiten 1. Bijeenkomst op maandagmiddag 21 mei De start van deze module is een middag gepresenteerd door Kennisnet ICT op school. Daarna bepaal je zelf in welk van de aangeboden onderdelen je je verder wilt verdiepen. 2. Keuze uit een van de volgende verdiepingsonderdelen en vervolgens plannen van je activiteiten Keuzemogelijkheden met begeleiding: Zelf ontwikkelen en uitvoeren van lessen met: -whiteboard nader te bepalen met Willem Hoekstra -webkwesties bijeenkomst op maandag 4 juni en 11 juni met Els Scheringa -elektronische toetsen bijeenkomst op maandag 4 juni en11 juni met Gerrit Kuik en Petra Fischer Uiteraard is het ook mogelijk met andere onderwerpen en tools op ICT gebied te werken, we zullen dan na moeten gaan welke begeleiding gerealiseerd kan worden. 3. Geef je keuze door op dinsdag 22 mei aan
[email protected] 4. Ontwikkelen en uitvoering in de klas 5. Presentatie op maandagmorgen 18 juni 9.30 – 13.00 in kader Grassroots Kennisnet ICT op school Eindproduct en beoordeling Het eindproduct omvat een literatuurlijst een procesverslag van het uitgevoerde werk en het ontwikkelde materiaal. Inleveren bij de docent die de verdieping heeft begeleid uiterlijk 18 juni. Docenten: Aantal college-uren: Literatuurstudie, ontwikkeling en Uitvoering: Literatuur:
Maximum aantal studenten: Studielast: Datum: Tijd:
Willem Hoekstra, Gerrit Kuik, Petra Fischer en Els Scheringa 1 x 4 uur, 2 x 3 uur 53 uur Leren van jongeren; Een literatuuronderzoek naar nieuwe geletterdheid; Surf-Onderwijsreeks november 2005 Prof.dr.Wim Veen en Frans Jacobs M.A. 20 2 ECTS start 21 mei en afsluiting met presentatie18 juni 2007 21 mei: 13. 00 -17.00 en 18 juni : 09.30 - 13.00
37
Bijlage 3. Programma ICT-voorlichting alfacluster Presentatie door Otto Oussoren (voorlichter Kennisnet/ICT op school) Maandag 21 mei plm 13. 00 -17.00 uur Aantal deelnemers plm. 35 studenten Steekwoorden: voorlichting Kennisnet/ICT op school op de lerarenopleiding van het onderwijscentrum VU maandag 21 mei 13.00-17.00
Programma Kennisnetmiddag 21 mei 13.00
Leefwereld van de leerling van nu
Plenair
OG-06
13.45
Plenair
OG-06
15.00
Korte intro Kennisnet Werken met Kennisnet • Zoek info op je vakgebied/ op thema • Bereid (globaal) een les voor Korte presentatie
15.15
PAUZE
15.30
16.30
Introductie nieuwe presentatievormen (Didactische) mogelijkheden van één presentatievorm in kaart brengen Korte presentaties in twee minuten
Plenair OG-06 Workshop, tweetallen 1G10 + OE37 Plenair OG-06
16.55
Afsluiting
Plenair
17.00
Einde
14.00
15.45
Workshop, individueel 1G10 + OE37 Plenair
OG-06
OG-06
Presentatie op maat, vooral gericht op het alfacluster (talen), in elk geval ook ”hands-on”
38
Bijlage 4. Overzicht deelnemende studenten en docenten presentaties 18 juni 2007 presentaties in 0G-07(OC-VU) 9.00 uur
Ontvangst met koffie
9.15 -9.25
Welkom door Els Scheringa, lerarenopleiding -VU Korte inleiding door Michiel Maas, Kennisnet ict op school
9.25-9.50
Projecten met interactive whiteboard Saskia Kuneman (Wiskunde) Sabine Botschuijver (Engels)
9.50-10.05
Veldwerk project met pda’s Stefan Idema (Biologie)
10.05 -10.50 Projecten met Webquest Leonoor Hamers (Frans), Jose Mastenbroek (Scheikunde), Patrick Luyt (Biologie) 10.50 -11.05 koffie en fris 11.05- 12.00 Projecten met Wintoets Hugo Schouten (Natuurkunde) Erik Volkers
(Natuurkunde)
Jente Pots
(Geschiedenis)
Lukas Scheijgrond (Maatschappijleer) Linda van Maaren (Klassieke talen) 12.00- 12.15 ICT en eigen inbreng van leerlingen Evie Goossen docente Biologie 12.15 -12.30 Jaren plezier van een computeropdracht Dafna Fonds docente Biologie
39