EINDrapportage de Vitale Sportvereniging Apeldoorn
Onderzoek Sportraad Apeldoorn (VSA) naar de vitaliteit van de sportverenigingen in de gemeente Apeldoorn, november 2015
2
3
Inhoud 1. Inleiding 05 2. Samenvatting 3. Lokale items en ontwikkelingen
07 09
4. Definitie 13 4.1 Accommodatie 14 4.2 Financiën 14 4.3 Ledenwerving en -behoud 15 4.4 Beleid en structuur 15 4.5 Kader 15 4.6 Sportaanbod en nevenactiviteiten 16 4.7 Communicatie 16 4.8 Maatschappelijke verantwoordelijkheid 16
5. Methode 17
5.1 Beschrijving van de onderzoekspopulatie 17 5.2 Beschrijving van de meetinstrumenten 17 5.3 Onderzoeksprocedure 18 5.4 Data-analyse 18
6. Resultaten 21 6.1 Accommodatie 22 6.2 Financiën 23 6.3 Ledenwerving en -behoud 25 6.4 Beleid en structuur 26 6.5 Kader 28 6.6 Sportaanbod en nevenactiviteiten 30 6.7 Communicatie 31 6.8 Maatschappelijke verantwoordelijkheid 32 7. Vitaliteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid 35
8. Conclusie 37
9. Aanbevelingen 39 9.1 Aanbevelingen richting apeldoornse sportverenigingen
40
Bijlagen 41
4
5
Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt de eindrapportage van het onderzoek naar de vitaliteit van de sportverenigingen in de gemeente Apeldoorn, dat is opgesteld door de Sportraad Apeldoorn. Dit onderzoek is een vervolg op de door de Sportraad Apeldoorn opgestelde notitie “Overleven is Meedoen” van mei 2013 en dient mede als onderlegger voor de uitvoering van de Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur van de gemeente Apeldoorn. Daarnaast kan de Sportraad Apeldoorn aan de hand van de resultaten van dit onderzoek de sportverenigingen beter ondersteunen in het proces naar vitaliteit. Aan het onderzoek liggen een beschrijving van de methodiek en een beschrijving van de criteria die zijn gehanteerd ten grondslag. Beiden maken onderdeel uit van het rapport.
De beschreven resultaten per vereniging worden afzonderlijk met de betrokken sportvereniging besproken en toegelicht en zijn niet opgenomen in dit rapport. Wel wordt een totaal beeld gegeven van alle resultaten van de sportverenigingen die hebben meegedaan aan het onderzoek.
Aanleiding In het jaar 2010 heeft de gemeenteraad van Apeldoorn bepaald dat het subsidiëren van sportverenigingen geen kerntaak meer is van de overheid. Dit en financiële tegenvallers in de begroting van de gemeente Apeldoorn in de afgelopen jaren hebben ervoor gezorgd dat er flink is bezuinigd op het gebied van sport. De bezuinigingen die zijn doorgevoerd op het onderdeel sport en de daarbij behorende verminderde subsidies, hebben naar verwachting een negatief effect op het functioneren van de bestaande sportverenigingen in de komende jaren. Zoals eerder in de notitie “Overleven is Meedoen” van mei 2013 is aangegeven, zullen steeds meer sportverenigingen genoodzaakt worden tot (meer) samenwerking dan wel tot fusie. De eerste aanzetten hiertoe zijn reeds in gang gezet. Mede ingegeven door de beperkte financiële middelen van de gemeente Apeldoorn voor het onderdeel sport wordt het aspect “de vitale vereniging” leidend als het gaat om financiële ondersteuning. Dit is inmiddels een landelijke tendens aan het worden.
Dit heeft aanleiding gegeven tot het instellen van een onderzoek naar de vitaliteit van de sportverenigingen enerzijds en anderzijds het ontwikkelen van een route om een vitale sportvereniging te worden en te blijven. In samenwerking met de gemeente Apeldoorn en met medewerking van de sportverenigingen is aan dit onderzoek vorm gegeven. De gemeente Apeldoorn heeft in 2014 de Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur vastgesteld die een aantal voorwaarden in zich heeft, waaronder de vitale sportvereniging. Een belangrijk onderdeel van de vitaliteit is de maatschappelijke verantwoordelijkheid die een sportvereniging neemt.
6
Er dient bovendien een proces in gang te worden gezet waarbij alle betrokken partijen zich moeten beraden over de wijze waarop nog een gezonde sportinfrastructuur in de gemeente Apeldoorn in stand kan worden gehouden. Reeds vanaf 2013 heeft dit onderwerp de aandacht bij de Sportraad Apeldoorn. Het eerste resultaat hiervan is de notitie ‘Overleven is Meedoen. Ook in de Sport!’ van mei 2013. Hierin wordt richting gegeven aan de invulling van de toekomstige sportinfrastructuur met de daarbij in te zetten middelen. Dit onderzoek naar de vitaliteit van de sportverenigingen in de gemeente Apeldoorn is een vervolg daarop.
De gemeente Apeldoorn dient sportverenigingen te stimuleren om door te groeien naar een ‘vitale vereniging’. De sportverenigingen worden gezien als één van de belangrijkste partners van het lokale sportbeleid. Bij een vereniging staat sportbeoefening op de eerste plaats. Daarnaast zorgt de vereniging voor binding tussen mensen. Door de nieuwe ontwikkelingen die gaande zijn binnen de sportomgeving in Apeldoorn bestaat de kans dat verenigingen, die niet zelfstandig het hoofd boven water kunnen houden, in de problemen komen en daardoor genoodzaakt worden tot samenwerking/fusie met (een) andere vereniging(en). Het verdienen van het predicaat ‘vitaal’ kan voor sommige verenigingen van levensbelang zijn. Belangrijke beleidsthema’s die naast vorenstaande de komende jaren de nodige aandacht van de Sportraad Apeldoorn krijgen, zijn: • Het begeleiden, het ondersteunen en het adviseren bij de uitwerking en de uitvoering van de projecten in het kader van de Sportagenda Apeldoorn 2015-2019. • Het ontwikkelen van een route om een vitale sportvereniging te worden en te blijven. • Het inzichtelijk maken van behoud, onderhoud en optimalisatie van de bestaande sportvoorzieningen, gericht op een beeld wat er de komende jaren staat te wachten. • Het ontwikkelen van een route met betrekking tot de duurzaamheid van sportverenigingen. • Het stimuleren van sportdeelname en sportverenigingen aanzetten om open te staan voor mogelijke samen werking met maatschappelijke organisaties in Apeldoorn.
7
Hoofdstuk 2 Samenvatting De vitale vereniging is en wordt leidend bij het verlenen van financiële ondersteuning door de gemeente Apeldoorn. Hierdoor is een onderzoek naar de vitaliteit noodzakelijk. Daarnaast is het van belang dat niet en onvoldoende vitale sportverenigingen op de korte termijn vitaal worden en de bijna vitale sportverenigingen nog een zetje in de rug moeten krijgen. Het onderzoek is gedaan aan de hand van kwantitatief onderzoek. De digitale vragenlijst is uitgezet naar de onderzoekspopulatie. Dit betreft 83 sportverenigingen. In totaal hebben 68 sportverenigingen gereageerd op dit onderzoek. Dit aantal is ruimschoots voldoende om een betrouwbaar beeld te krijgen van het onderzoek. Van de onderzochte sportverenigingen scoort 57% vitaal dan wel bijna vitaal. De groep onvoldoende vitale verenigingen is 21% en 22% van de verenigingen is niet vitaal. Wanneer het aspect maatschappelijke verantwoordelijkheid niet in de uitslag van de score wordt meegenomen, dan scoort van de onderzochte sportverenigingen 67% vitaal dan wel bijna vitaal, 19% onvoldoende vitaal en 14% niet vitaal. De oorzaak in de verschillen kan worden verklaard doordat aan het aspect maatschappelijke verantwoordelijkheid een hoge waardering is toegekend van 20% van het totaal, evenals het aspect financiën. Het blijkt dat er verschillende onderlinge verbanden liggen tussen de onderdelen die zijn meegenomen in het onderzoek. Aan de hand van deze verbanden kan gericht worden gewerkt aan de verbetering van de vitaliteit van sportverenigingen. Uit het onderzoek blijkt dat aspecten zoals beleid en structuur, financiën, kader en sportaanbod en nevenactiviteiten onderdelen zijn die veel onderliggende verbanden hebben met de andere aspecten. Communicatie heeft zelfs verbanden met alle aspecten, behalve accommodatie. Wel moet hierbij gezegd worden dat vrijwel door iedere vereniging goed wordt gescoord op dit onderwerp en het maar voor 5% meetelt in de eindscore.
Aan de hand van een model kunnen de sportverenigingen individueel bekijken waarop zij verbeteringen kunnen aanbrengen. Het model gebruikt de scores die zijn behaald op de verschillende onderdelen en de onderlinge verbanden tussen de onderdelen. Zoals aangegeven is de respons 68, zijnde 82%. Hiervan hebben 5 verenigingen de vragenlijst niet ingevuld. Van de overige 15 verenigingen, was er 1 te laat binnen en gaven 14 geen respons. De twee belangrijkste redenen tot het niet invullen van de vragenlijst zijn: • De noodzaak van het invullen van de vragenlijst. • Geen beroep te zullen doen op gemeentelijke ondersteuning in welke vorm dan ook.
8
Vervolgstappen Deze rapportage geeft aanleiding tot de volgende vervolgstappen. 1. Voor het proces om te groeien naar een vitale sportvereniging dan wel het behoud van het aspect “vitaliteit” is ondersteuning en/of begeleiding gewenst. De Sportraad Apeldoorn zal hierin een adviserende en onder steunende rol spelen en de verenigingen “tools” in handen geven op welke wijze zij hier invulling aan kunnen geven. Hierbij wordt ook aansluiting gezocht bij de SESAM Academie, het Verenigingsburo en de Bestuurders academie. 2. De resultaten van het onderzoek worden individueel aan de deelgenomen verenigingen aangereikt en desgewenst besproken. 3. Om de vitaliteit van de sportverenigingen te kunnen waarborgen zal periodiek een vervolgonderzoek moeten plaatsvinden.
9
Hoofdstuk 3 Lokale items en ontwikkelingen In dit hoofdstuk worden items en ontwikkelingen beschreven waar de sportverenigingen in de gemeente Apeldoorn op dit moment mee te maken hebben en die van invloed zijn op de sportinfrastructuur. Deze kunnen als volgt worden benoemd en beschreven.
Wat doen wij al, wat investeren wij al? Circa twee van de drie bewoners van de gemeente Apeldoorn doen aan sport. De meeste van de 100.000 sporters in de gemeente Apeldoorn doen dat niet georganiseerd en 35.000 sporters doen dat georganiseerd binnen één van de circa 150 sportverenigingen. De sportverenigingen worden ondersteund door de Sportraad Apeldoorn (VSA), het overkoepelend orgaan van de in de gemeente Apeldoorn gevestigde sportverenigingen. Naast de ondersteuning van haar leden richt de Sportraad Apeldoorn zich ook op de bevordering van de sport in de gemeente Apeldoorn in al haar verschijningsvormen. Daarnaast kunnen de sportverenigingen en de vrijwilligers een beroep doen op het Verenigingsburo. Dit bureau coördineert onder meer de vraag en het aanbod van vrijwilligers.
Bestuurders van verenigingen worden ondersteund via trainingen en verdere deskundigheidsbevordering middels de Bestuurdersacademie. Een samenwerkingsverband tussen de Sportraad Apeldoorn en het Verenigingsburo. Gesport wordt op de velden en in de gebouwen van gemeente, verenigingen, scholen en particulieren, maar ook joggend over Apeldoornse straten en/of fietsend/wandelend over de paden en door de bossen rondom Apeldoorn. Alle sporters die zich niet binnen een vereniging georganiseerd hebben, dragen hun eigen bijdrage en inzet. De investeringen in materialen en kleding doet men veelal zelf.
Kijken we naar de georganiseerde sport dan wordt daarin vanuit vele kanten bijgedragen, zoals door de leden, de vrijwilligers en het kader van de 150 sportverenigingen. Ze onderhouden de sportinfrastructuur en organiseren de activiteiten. De investeringen bestaan uit contributies, sponsorinkomsten, (landelijke) subsidies en overige opbrengsten en ook uit de vele uren vrijwilligerswerk. Dit alles levert een georganiseerde sport op binnen de gemeente Apeldoorn waarop wij trots mogen zijn.
Tevens wordt in de gemeente Apeldoorn door een grote groep op commerciële basis gesport in fitnesscentra en sportscholen. Een belangrijke bijdrage aan sport en bewegen wordt ook geleverd door de scholen met hun gymonderwijs en overige sportieve activiteiten. De gemeente Apeldoorn en haar partner Accres Apeldoorn leveren tenslotte ook hun bijdrage aan dit alles. De gemeente zet zich in voor een goede ‘basis’ van de sport en is daar op aanspreekbaar. De gemeente investeert jaarlijks, voornamelijk in het vastgoed, zo’n 10 miljoen in de sport. Er worden subsidies toegekend voor de huur, beheer, exploitatie en instandhouding van gymzalen, sporthallen en zwembaden. Opgeteld bedraagt dat circa zeven en een half miljoen euro per jaar. De uitvoering hiervan ligt voor een groot deel in de handen van Accres Apeldoorn.
10
Er worden voor de sport bijna dertig combinatiefunctionarissen(buurtsportcoaches) ingezet voor circa vijfhonderdvijftig duizend euro per jaar. Enerzijds zijn ze werkzaam als beweegcoaches in diverse wijken van Apeldoorn. Zij zijn verantwoordelijk voor de uiteenlopende activiteiten op de Brede Scholen in de gemeente Apeldoorn en daarnaast organiseren ze activiteiten in de wijk. Anderzijds worden de combinatiefunctionarissen ingezet bij ondersteuning van sportprojecten en gestationeerd bij sportverenigingen.
Daarnaast wordt voor circa vierhonderdduizend euro ingezet op het programma Sportstimulering dat Accres Apeldoorn uitvoert. Dat doet men op diverse manieren, bijvoorbeeld via het onderwijs. Zo wordt bijvoorbeeld voor groepsleerkrachten in het primair onderwijs themagerichte bijscholing verzorgd. Maar ook organiseert Accres Apeldoorn schoolsporttoernooien en brengt ze verenigingen en scholen bij elkaar zodat kinderen kunnen proeven aan diverse sporten. Omnisport Apeldoorn neemt als landelijke topsportaccommodatie een bijzonder positie in. De gemeente Apeldoorn draagt jaarlijks zo’n zevenhonderdduizend euro bij aan de exploitatie van Omnisport opdat Apeldoornse sportverenigingen en nationale sportbonden er tegen marktconforme tarieven kunnen sporten en trainen. Daarnaast draagt de gemeente bij aan topsportevenementen om de positionering van Apeldoorn verder te versterken. Hiervoor wordt jaarlijks tweehonderdduizend euro vrijgemaakt. De gemeente Apeldoorn ondersteunt een aantal zwemverenigingen bij het dekken van de hoge accommodatiekosten en daarnaast worden onder andere bijdragen verstrekt voor rentesubsidies, fusies/samenwerking binnen sportverenigingen en aan de Sportraad Apeldoorn etc. Opgeteld bedraagt dit circa zevenhonderdzeventigduizend euro.
Dat ook de sporters zelf, de sportverenigingen met hun vrijwilligers, de commerciële sportcentra en sportscholen een nog grotere bijdrage leveren aan de sportinfrastructuur in de gemeente Apeldoorn mag niet onvermeld blijven. Een concreet inzicht hierin ontbreekt echter.
Al met al is het ondoenlijk om volledig inzicht te krijgen van alles wat er qua sport in de gemeente Apeldoorn gebeurt, maar dat Apeldoorn sportief volop in beweging is mag duidelijk zijn.
Sportagenda Apeldoorn 2015 - 2019 In het verlengde van de oproep van het Sportcampagneteam Apeldoorn en de ambities uit het bestuursakkoord ‘Door!’, hebben in het najaar van 2014 de Sportraad Apeldoorn en de gemeente Apeldoorn met elkaar besproken wat de beste aanpak zou zijn om met elkaar de sport verder te versterken. Bewust is niet gekozen voor het opstellen van een Sportnota. Gekozen is voor het aangaan van een interactief proces, namelijk het maken – met het veld – van een Sportagenda. Dit past bij de rol van de Andere Overheid die uitgaat van de kracht en het organiserend vermogen van het maatschappelijk veld en doet volop recht aan wat sportminnend Apeldoorn vermag.
De basis van dit plan bestaat uit het actief ophalen van kansen, de initiatiefnemers helpen bij het concretiseren daarvan en vanuit de Sportagenda initiatieven tot wasdom laten komen. De Sportagenda is een coproductie van de gemeente Apeldoorn en de Sportraad Apeldoorn. Beiden hebben bij de partijen ‘in het veld’ de kansen opgehaald die deze partijen op de Sportagenda willen plaatsen. Het zijn kansen die de partijen zelf moeten gaan oppakken, uitwerken en financieren. De gemeente Apeldoorn speelt hierin de rol van de Andere Overheid, een overheid die uitgaat van de kracht van de samenleving. De Sportraad Apeldoorn stimuleert, ondersteunt en begeleidt waar nodig de kansen. Dat sluit aan bij hetgeen het bestuursakkoord “Door!” zegt over de bestuursstijl.
11
Belangrijk is dat de Sportagenda Apeldoorn geen statisch document wordt, maar gedurende de periode 2015 – 2019 dynamisch moet blijven. Bestaande kansen/projecten zullen gaan afvallen en nieuwe kansen/projecten zullen zich gaan aandienen.
Uit het veld is voorts gekomen op welke twee beleidsthema’s extra inzet nodig is, zijnde “Sporten van jongs af aan” en “Iedereen doet mee/WMO”. Beide projecten kunnen worden gezien als een verlengde op het centrale thema van “Sport en bewegen”. Ook beleidsthema’s als “Op welke wijze wordt invulling gegeven aan de sportinfrastructuur”, “De vitaliteit van de sportverenigingen”, “Het inzichtelijk maken van behoud, onderhoud en optimalisatie van de bestaande sportvoorzieningen gericht op een beeld wat er de komende jaren te wachten staat” en “De duurzaamheid van sportvoorzieningen”, waaraan de Sportraad Apeldoorn invulling en uitvoering geeft dan wel invulling en uitvoering gaat geven, staan hierin centraal. Willen wij de Sportagenda Apeldoorn een kans van slagen geven dan zal er voor het merendeel van de bestaande en nieuwe kansen/projecten een stimulerende rol moeten blijven uitgaan en begeleiding/ondersteuning noodzakelijk zijn van “boven” af. Hiervoor zijn (extra) middelen noodzakelijk. Hierbij wordt uitgegaan van het inzetten van een structureel jaarlijks budget van € 50.000. Dit betreft een verdere begeleiding en ondersteuning van de Sportagenda, de uitvoering van de twee beleidsthema’s en extra inzet voor een goed renderende verbinding tussen breedtesport en topsport(-evenementen). Daarnaast wordt jaarlijks een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld als stimuleringsbudget.
Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur
In de raadsopdracht Kerntaken (2010) heeft de gemeenteraad van Apeldoorn bepaald dat het subsidiëren van sportverenigingen geen kerntaak meer is van de overheid. Dit is als volgt gepreciseerd: • De gemeente heeft een verantwoordelijkheid bij het instandhouden van een goede sportinfrastructuur: de activiteiten die mensen in hun vrije tijd ondernemen op het gebied van sport en cultuur worden door de gemeente gefaciliteerd door middel van een basisinfrastructuur (gebouwen, velden). De gemeente financiert niet de activiteiten. • Wat de inwoners van Apeldoorn in hun vrije tijd aan sociaal-culturele en sportactiviteiten ondernemen is aan henzelf, evenals het budget dat zij daarvoor over hebben.
De noodzaak om te bezuinigen heeft in 2012 en 2013 geleid tot een forse vermindering van de gemeentelijke budgetten voor sportsubsidies. Er heeft een herschikking van de nog resterende sportsubsidiemogelijkheden plaatsgevonden. Uitgangspunt daarbij is dat niet meer wordt bijgedragen aan activiteiten van sportverenigingen, maar dat de hiervoor resterende subsidiemiddelen vooral worden ingezet op het bieden van ondersteuning bij het behoud van een gezonde sportinfrastructuur. Hiervoor is een jaarlijks budget beschikbaar van € 250.000. Deze herschikking van middelen past binnen de kaders die door de Sportraad Apeldoorn zijn opgesteld in de notitie “Overleven is Meedoen” van mei 2013.
12
13
Hoofdstuk 4 Definitie Vitaliteit is een breed begrip, hoe verhoudt dit begrip zich ten opzichte van sportverenigingen. Het begrip vitaliteit heeft verschillende aspecten. Op elk van deze aspecten kan een sportvereniging worden beoordeeld op de mate van vitaliteit. Bijvoorbeeld een vereniging kan financieel gezond zijn, maar ze heeft geen jeugdafdeling. Op het aspect financieel beleid wordt zij dan als vitaal beoordeeld, terwijl zij op het aspect jeugdleden onvoldoende vitaal is. De definitie van een vitale sportvereniging is afhankelijk van het beleid van de lokale overheid. Elke gemeente heeft eigen wensen en stelt eisen aan de definitie die wordt gehanteerd. In het geval van dit onderzoek is dat de gemeente Apeldoorn. Door het Mulier instituut worden zes standaard aspecten benoemd waaraan een vitale sportvereniging moet voldoen. Aan deze aspecten zijn verschillende dimensies gekoppeld om de aspecten te kunnen beoordelen. De aspecten die benoemd worden, zijn: • leden (behoud & werving); • kader; • financiën; • accommodatie; • organisatie en structuur; • communicatie.
Wat zijn nu de aspecten die de gemeente Apeldoorn belangrijk vindt? Wanneer wordt een Apeldoornse sportvereniging als vitaal beschouwd? De definitie die hiervoor is opgesteld, luidt als volgt: ‘Een vitale vereniging is een vereniging die een belangrijke positie inneemt in de lokale samenleving en zich daarnaast openstelt voor andere maatschappelijke activiteiten dan alleen de tak van sport waarvoor de vereniging is opgericht. De blik is niet sec gericht op louter het aanbod van wedstrijdactiviteiten op het veld of in de zaal voor alleen de eigen leden (geen min of meer besloten karakter). Een vitale vereniging speelt adequaat in op maatschappelijke ontwikkelingen, is toekomstgericht en is zich bewust van haar maatschappelijke positie in de buurt, wijk of dorp. Vitale sportverenigingen, die voor steun van de gemeente in aanmerking willen komen, laten een aantal van de volgende kenmerken zien: • er is een beleidsplan en een toekomststrategie; • gezonde financiële positie met meerjarig perspectief; • een gezond ledenbestand, bij voorkeur met een jeugdafdeling; • voldoende vrijwilligers en kader; • een brede basis (geworteld) in de buurt, wijk of dorp voor de breedtesport; • samenwerking met scholen, maatschappelijke instellingen; • activiteiten (naast de sport) voor zwakkere groepen in de samenleving; • verantwoord milieubeleid (duurzaamheid).
14
Om de bovenstaande definitie meetbaar te maken is ook een link gelegd met andere gemeenten. In vergelijkbare onderzoeken naar de vitaliteit van sportverenigingen worden de volgende criteria benoemd: • accommodatie; • financiën; • ledenwerving en -behoud; • beleid en structuur; • kader; • sportaanbod en nevenactiviteiten; • communicatie; • maatschappelijke verantwoordelijkheid;
Aan de hand van voornoemde criteria is aan het onderzoek vorm gegeven. Onder het aspect ledenwerving en -behoud wordt aandacht gegeven aan de dimensie jeugdleden en duurzaamheid is meegenomen bij het onderdeel Maatschappelijke verantwoordelijkheid. Naast voornoemde definitie wordt in de Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur 2014 nog het volgende vermeld.
Van belang is tevens dat het verlenen van overheidssteun niet alleen beantwoordt aan het ‘individuele’ belang van de sportvereniging die de gemeente om steun vraagt maar ook beantwoordt aan het ‘algemeen belang’ voor de gemeente Apeldoorn. Wanneer demografische ontwikkelingen of overcapaciteit uitwijzen dat er op termijn geen toekomst is voor het voortbestaan van meerdere verenigingen in een bepaalde tak van sport, kan het voor een gezonde exploitatie van de betreffende sport van belang zijn dat verenigingen kiezen voor samenwerking of fusie. De uiteindelijke criteria waaraan moet worden voldaan kunnen als volgt nader worden beschreven.
4.1 Accommodatie De accommodatie is voor veel sportverenigingen de grootste kostenpost. Het is belangrijk dat de accommodatie volledig voldoet aan de behoefte van een sportvereniging.
De volgende voorwaarden zijn geschept voor het criterium accommodatie: • De sportvereniging heeft een accommodatie (eigen beheer of gehuurd) die voldoet aan de wensen van de gebruikers. • De accommodatie heeft voldoende ruimte en de sportvereniging streeft ernaar om de accommodatie optimaal te bezetten. • De sportvereniging voert het onderhoud van de accommodatie uit, waarvoor het verantwoordelijk is. • Het aantal velden of banen of het aantal ingehuurde uren in zalen of baden voldoet aan de behoefte van de sport vereniging en er is geen sprake van (grote) overcapaciteit. • De kwaliteit van de zalen, velden of baden sluit aan bij de door de sport(bond) gestelde eisen. • De aanvullende voorzieningen (verenigingsruimte/kantine, kleedkamers, sanitair, opslagruimte, parkeer gelegenheid) sluiten aan bij de behoefte van de sportvereniging en er is geen sprake van (grote) overcapaciteit.
4.2 Financiën Uiteraard maakt de financiële administratie deel uit van de criteria die bepalen of een sportvereniging vitaal is.
Om dit te meten zijn er voorwaarden bepaald waaraan moet worden voldaan. • Er is een sluitende begroting en een financieel jaarverslag, welke door haar leden zijn goedgekeurd. • De sportvereniging zorgt ervoor dat er jaarlijks voldoende geld is gereserveerd voor onverwachte uitgaven. • De sportvereniging heeft de beschikking over een sponsorplan. Deze bestaat onder andere uit richtlijnen voor benaderen sponsoren en/of het aanbod voor de (potentiële) sponsor. • De sportvereniging beschikt over een goede financiële structuur (de vereniging voert een solide financieel beleid met positieve liquiditeit en solvabiliteit). • De sportvereniging is in staat om zijn betalingsverplichtingen na te komen.
15
4.3 Ledenwerving en -behoud Het aantal leden van een sportvereniging is niet per definitie bepalend voor de vitaliteit van een sportvereniging. Een sportvereniging moet wel een bepaalde omvang en opbouw in leden hebben om financieel en organisatorisch gezond te zijn. • Het ledenaantal van de vitale sportvereniging is stijgend of in ieder geval stabiel. • De sportvereniging is in staat nieuwe leden aan te trekken én te behouden. • De sportvereniging heeft een actieve jeugdafdeling.
4.4 Beleid en structuur Bij een vitale sportvereniging kan een solide structuur en gedegen beleid niet ontbreken.
De volgende voorwaarden zijn aan dit criterium gekoppeld: • Er is sprake van een goed en actief beleid met een goede structuur. • Er wordt gewerkt volgens een algemeen beleidsplan voor de lange termijn (meerjarenbeleidsplan). In het beleidsplan wordt onder andere de visie op breedtesport en talenten/prestatiesport omschreven. Het kader is bekend met het beleidsplan en hanteert deze actief. • In het beleidsplan is onder meer het beleid omtrent waarden & normen en het beleid omtrent alcohol, jeugd en overgewicht opgenomen. • Het bestuur zorgt ervoor dat de grote lijnen uit het beleidsplan bewaakt worden, beslommeringen van de dage lijkse praktijk worden overgelaten aan het kader. • Voor de korte termijn is een actieplan opgesteld binnen de sportvereniging. • Binnen de sportvereniging is een actueel organogram van de organisatie. Daarnaast zijn voor alle bestuurs- en vrijwilligersfuncties actuele functieomschrijvingen beschikbaar. • Per jaar wordt minimaal één algemene ledenvergadering gehouden.
4.5 Kader Een gedegen kader binnen een sportvereniging is erg belangrijk, zij houden zich bezig met de dagelijkse taken binnen de vereniging. Het is dus van groot belang dat het kader van een sportvereniging bekwaam is.
Aan de hand van de volgende voorwaarden wordt bepaald of een sportvereniging een bekwaam kader heeft: • De sportvereniging voert actief kaderbeleid, waarmee de kwantiteit van het aantal kaderleden wordt gewaar borgd en ook geïnvesteerd wordt in de kwaliteit van het kader. • De sportvereniging heeft het vrijwilligersbeleid uitgebreid vastgelegd (richtlijnen over hoe om te gaan met vrijwilligers, hoe vrijwilligers te behouden, te werven). • De sportvereniging heeft voldoende niet-technisch kader zoals bestuurs- en commissieleden. Daarnaast heeft het niet-technisch kader de beschikking over de juiste capaciteiten voor het uitoefenen van haar taken. • De sportvereniging heeft voldoende technisch kader (trainers, coaches, begeleiders). Het technisch kader be schikt net zoals niet-technisch kader over de juiste capaciteiten en opleidingen voor het uitoefenen van haar taken. • De sportvereniging speelt in op het feit dat mensen zich niet meer vaak voor langere tijd als vrijwilliger willen binden aan de vereniging.
16
4.6 Sportaanbod en nevenactiviteiten De sportvereniging heeft een goed en veelzijdig regulier sportaanbod en organiseert daarnaast nevenactiviteiten. • • • •
De door de sportvereniging aangeboden reguliere sportactiviteiten, zoals trainingen en competitie, sluiten aan bij de behoefte van de leden. De sportvereniging organiseert jaarlijks naast de reguliere sportactiviteiten voldoende andere sportieve activiteiten zoals een toernooi, instuif en/of clinic (bijvoorbeeld via schoolsporttoernooien of sport van de maand). Naast het organiseren van activiteiten voor leden organiseert de sportvereniging ook activiteiten waarbij niet leden welkom zijn. De sportvereniging staat open voor een sportaanbod voor leden/sporters met een beperking.
4.7 Communicatie De sportvereniging heeft een goede interne en externe communicatie. Een belangrijk aspect is dat de leden van alle ontwikkelingen die hen aangaan op de hoogte worden gehouden.
• De communicatie tussen de verschillende commissies en tussen bestuur en commissies verloopt goed en daar naast verloopt de communicatie tussen niet-technisch kader en technisch kader goed. • De sportvereniging besteedt veel aandacht aan de communicatie met potentiële leden (zoals een flyeractie, deel name aan sportmarkten en/of contacten met scholen). • De sportvereniging onderhoudt intensief contact met voor hen relevante partijen (bonden, gemeente, zuster verenigingen).
4.8 Maatschappelijke verantwoordelijkheid De gemeente Apeldoorn hecht veel waarde aan de maatschappelijke rol die sportverenigingen spelen binnen de samenleving • • • • • •
De sportvereniging kent de ontwikkelingen op maatschappelijk gebied en kiest er voor een actieve maatschappelijke rol te vervullen. De sportvereniging heeft daarnaast de ambitie een bijdrage te leveren aan bredere maatschappelijke thema’s in stad of dorp. De sportvereniging staat open voor samenwerking met partijen binnen en buiten de sport. De sportvereniging werkt samen met andere organisaties (bijvoorbeeld buurtverenigingen, scholen, gemeente) op maatschappelijk gebied (bijvoorbeeld sportstimuleringstrajecten, naschoolse activiteiten, accommodatiegebruik, maatschappelijke thema’s). Daarnaast werkt de sportvereniging samen met andere sportverenigingen op het gebied van bijvoorbeeld belangenbehartiging, ledenwerving, accommodatiegebruik/beheer, kennisuitwisseling, sportaanbod (combinatieteams). De sportvereniging heeft speciaal sportaanbod voor mensen met een beperking en/of sportaanbod voor ouderen (al dan niet in samenwerking met andere verenigingen). De sportvereniging organiseert, of heeft hier concrete voornemens toe, laagdrempelige activiteiten om inactieve burgers meer te laten bewegen. De sportvereniging speelt in op/maakt gebruik van landelijke of lokale subsidieregelingen en stimuleringsprogramma’s, bijvoorbeeld de Sportimpuls. De sportvereniging stelt zich beschikbaar als leerplek voor studenten en/of re-integratie. Met het oog op de toekomst en duurzaamheid voert de sportvereniging een verantwoord milieubeleid en heeft oog voor duurzaamheid. De vereniging besteedt actief aandacht aan het voorkomen van ongewenst gedrag.
17
Hoofdstuk 5 Methode In dit hoofdstuk wordt op een uitgebreide manier beschreven hoe het onderzoek is uitgevoerd. 5.1 Beschrijving van de onderzoekspopulatie De enquête is uitgezet naar leden en niet-leden van de Sportraad Apeldoorn. De Sportraad Apeldoorn heeft iedere sportvereniging (lid of geen lid) de kans willen geven om aan te tonen dat zij vitaal is. Om deze reden zijn zowel leden als niet-leden in het onderzoek betrokken. Hierbij is echter wel een selectie gemaakt. Voor die verenigingen waarvan de relevantie om deel te nemen aan het onderzoek dusdanig klein is en waarvoor onderzoek voor deze partijen niet relevant is, zijn niet in het onderzoek meegenomen.
5.2 Beschrijving van de meetinstrumenten Het onderzoek is uitgevoerd door het uitzetten van een online enquête bij de sportverenigingen. Aan de hand van de gebruikte vragenlijst , is een codeboek opgesteld. Met behulp van dit codeboek is het mogelijk de verkregen data te scoren en de vitaliteit van sportverenigingen te bepalen. Sommige vragen in de enquête zijn niet bedoeld om de vitaliteit van een vereniging te meten. Deze vragen zijn bedoeld om inzicht te krijgen in de situatie van de vereniging, bijvoorbeeld op het gebied van eigendomsvormen en de staat van onderhoud van de accommodatie. Daarnaast zijn er vragen opgenomen met betrekking tot duurzaamheid. In bijlage 1 is de volledige vragenlijst opgenomen.
De schaal, die wordt gebruikt voor de stellingen binnen het onderzoek, is een 5 puntenschaal. De volgende antwoordmogelijkheden zijn daarbij aangeboden: 1. Helemaal oneens, 2. Oneens, 3. Neutraal, 4. Eens, 5. Helemaal eens.
5.2.1 Kwantitatief onderzoek Zoals vermeld is gekozen voor het uitzetten van een online vragenlijst. Er zijn meerdere redenen waarom hiervoor is gekozen. Ten eerste omdat alle digitale contactgegevens reeds beschikbaar waren bij de Sportraad Apeldoorn. Ten tweede en grootste voordeel was dat de data verkregen vanuit een online tool sneller kon worden geanalyseerd. Dit was mogelijk doordat de verkregen data naar een database is gedownload en het met de hand invoeren van data overbodig was.
5.2.2 Validiteit Om de validiteit van dit onderzoek te vergroten is de gebruikte vragenlijst afgeleid van de vragenlijst die is ingezet voor de Verenigingsmonitor opgesteld door het Mulier instituut. Het Mulier instituut gebruikt de gestandaardiseerde vragenlijst geruime tijd voor vitaliteitschecks door het land. De vragenlijst is zo opgesteld dat de respondent niet in een bepaalde richting wordt gestuurd. Er zijn verschillende vragen toegevoegd aan de vragenlijst om inzicht te krijgen in de situatie rondom accommodatie en mogelijke subsidieaanvragen in de toekomst. Deze zijn echter niet meegenomen in de score. Vragen die onttrokken zijn uit de score worden vermeld in bijlage 2.
18
5.2.3 Betrouwbaarheid Om een betrouwbaar beeld te verkrijgen moeten van de 83 aangeschreven sportverenigingen tenminste 62 sportverenigingen een volledig ingevulde vragenlijst retourneren om uitspraken te doen over de resultaten.
5.3 Onderzoeksprocedure In juli 2014 is het eerste contact gezocht met de sportverenigingen. In de verstuurde mailing is de sportverenigingen verteld over de ontwikkelingen binnen de gemeente Apeldoorn op het gebied van sport en het onderzoek dat ging komen. In oktober 2014 is een online vragenlijst uitgezet bij de sportverenigingen. Na het verzenden van herinneringsmails en het plegen van belrondes over het niet indienen van de vragenlijst was de uiteindelijke respons in maart 2015 40 sportverenigingen (45% van het totaal aangeschreven verenigingen). Dit aantal was voor de Sportraad Apeldoorn aanleiding om door te gaan met dit onderzoek en als nog alles in het werk te stellen om een groter respons te krijgen. Het onderzoek is eind oktober 2015 afgerond.
5.4 Data-analyse In hoofdstuk 6 Resultaten worden de onafhankelijke variabelen, beleid en structuur, financiën, accommodatie, ledenwerving en behoud, kader, sportaanbod en nevenactiviteiten, maatschappelijke verantwoordelijkheid en communicatie behandeld. De eerste stap bij het analyseren van de verkregen data was het omzetten van de data naar scores. Aan de hand van de scores kon de vitaliteit worden bepaald van de sportverenigingen. De statistische analyse is gedaan met een data-analyse programma.
5.4.1 Vitaliteitsscore Om de vitaliteit accuraat te kunnen meten moest de verzamelde data omgezet kunnen worden in scores. Dit is mogelijk door het codeboek dat is opgesteld. Alle ontvangen data is opgeslagen in een spreadsheet. Door het gebruik maken van formules in de spreadsheet is het mogelijk om de data om te zetten in scores.
19
Hoofdcriterium Accommodaties
Waardering 5%
Financiën
20%
Kader
15%
Ledenwerving
Beleid & Structuur
Sport- en nevenaanbod Communicatie
Maatschappelijk Totaal
10% 15% 10%
5%
20%
100%
Tabel 5.1 Hoofdcriterium
Waardering
Financiën
21%
Kader
16%
Ledewerving
Beleid & structuur
Sport- en nevenaanbod Communicatie
Maatschappelijk Totaal
Tabel 5.2
11% 16% 11%
5%
21%
100%
Binnen de vitaliteitsmeting zijn er twee verschillende niveaus van waardering in de score. De verschillende hoofdcriteria binnen het onderzoek hebben ieder hun eigen wegingsfactor. Het criterium duurzaamheid dat terugkomt in de vragenlijst valt in het onderzoek onder maatschappelijke verantwoordelijkheid. In Tabel 5.1 zijn de verschillende waarderingen weergegeven. Deze waarderingen zijn in samenwerking met de gemeente Apeldoorn tot stand gekomen.
Bij sportverenigingen die geen eigen accommodatie hebben en geen invloed hebben op bijvoorbeeld het gebruik van groene stroom, worden de resultaten op duurzaamheid buiten beschouwing gelaten. Ook bij andere aspecten zoals kantineomzet worden die resultaten niet meegenomen in de eindscore. Tevens worden de sportverenigingen, die aangeven niet over een eigen accommodatie te beschikken, beoordeeld volgens een andere waardering (deze wordt in tabel 5.2) weergegeven, afgerond naar boven). Het tweede niveau van waardering is de waarde die aan elke individuele vraag is gekoppeld. Sommige vragen wegen zwaarder dan andere. Een voorbeeld hiervan is dat het hebben van een sluitende financiële begroting zwaarder weegt aan de vitaliteit dan het aantal leden dat de vorige algemene ledenvergadering bijwoonde. Welke waarderingen aan de vragen zijn gekoppeld, zijn terug te vinden in bijlage 3. Op deze manier laten de scores zoveel mogelijk de werkelijke vitaliteit zien. In bijlage 4 is te zien hoeveel de verschillende antwoordmogelijkheden waard zijn in de score. Samen zorgen deze twee niveaus van beoordeling voor de uitslag van de vitaliteitsmeting aan de hand van de enquête. De Sportraad Apeldoorn heeft in de beoordeling nog een factor meegenomen in het eindoordeel. In de notitie ‘Overleven is Meedoen, ook in de Sport!, opgesteld door de Sportraad Apeldoorn in mei 2013, is vastgelegd dat het aantal leden op zichzelf niet leidend is om de mate van vitaliteit van een sportvereniging te kunnen bepalen máár het ledenaantal moet minimaal het aantal zijn dat nodig is om als vereniging duurzaam te kunnen voortbestaan. Dit haakt in op de Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur van de gemeente Apeldoorn die dicteert dat voor een gezonde exploitatie van de betreffende sport binnen de gemeente Apeldoorn het van belang kan zijn dat verenigingen kiezen voor samenwerking of fusie.
20
5.4.2 Berekening vitaliteitscore
De berekening die is gebruikt voor de uiteindelijke score is de volgende: De score per criterium is bepaald op de volgende manier: behaalde punten/maximaal haalbare punten. Bijvoorbeeld financiën 15/19 = 0.79.
Deze score is weer in de uiteindelijke berekening gestopt op de volgende manier: 10*(score accommodatie*0.05 + score financiën*0.2 + score ledenwerving*0.10 + score beleid & structuur*0.15 + score kader*0.15 + score sportaanbod*0.10 + score communicatie*0.05 + score maatschappelijk*0.20) = vitaliteitscore. Mocht het zo zijn dat de sportvereniging geen accommodatie heeft, dan is de volgende berekening gebruikt: 10*(score financiën*0.21 + score ledenwerving*0.11 + score beleid & structuur*0.16 + score kader*0.16 + score sportaanbod*0.11 + score communicatie*0.06 + score maatschappelijk*0.21) = vitaliteitsscore. In bijlage is terug te vinden wat voor scores aan de verschillende antwoordmogelijkheden gekoppeld waren. Dit zowel voor de stellingen als voor de meerkeuzevragen.
5.4.3 Onvoldoende vitale sportverenigingen Uit het onderzoek kan blijken dat sommige sportverenigingen onvoldoende vitaal zijn. Deze sportverenigingen worden niet aan hun lot overgelaten en staan er niet alleen voor in het verbeteren van de vitaliteit. Aan de hand van het onderzoek wordt duidelijk op welke pijlers onvoldoende wordt gescoord. De sportverenigingen krijgen inzicht in welke aspecten zij vergevorderd zijn en op welke aspecten zij zich nog kunnen ontwikkelen. Voor elk aspect worden handvaten aangereikt door de Sportraad Apeldoorn of vindt een doorverwijzing plaats naar een externe organisatie.
21
Hoofdstuk 6 Resultaten In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten behandeld. Per onderdeel worden de bevindingen in een grafiek weergegeven met daarbij een toelichting.
Voordat er dieper op de aparte onderdelen wordt ingezoomd, worden eerst de algemene resultaten besproken. Grafiek 6.1 laat het percentage vitale sportverenigingen zien. Een sportvereniging wordt als vitaal gedefineerd wanneer de uiteindelijke score een 7 of hoger is. Verenigingen die tussen de 6 en 7 scoren zijn bijna vitaal, zij moeten nog een duwtje in de rug hebben om vitaal te worden. Verenigingen die tussen de 5 en 6 scoren zijn onvoldoende vitaal, zij zijn al wel op de goede weg maar zullen op ( een aantal) onderdelen hun aandacht moeten richten. Sportverenigingen die onder een 5 scoren zijn niet vitaal.
Grafiek 6.1
Er zijn in totaal 63 ingevulde enquetes ontvangen. Daarvan zijn 16 verenigingen vitaal, 20 bijna vitaal, 13 onvoldoende vitaal en 14 niet vitaal. De gemiddelde score hierbij is 6.0. Van alle deelgenomen sportverenigingen is 57% vitaal of bijna vitaal. Daarintegen is 22% niet vitaal.
22
6.1 Accommodatie Dit onderdeel van het onderzoek heeft niet alleen invloed op de uiteindelijke vitaliteitsscore, maar geeft ook inzicht over de staat van accommodaties en hoe de eigendomssituatie is. Gemiddeld scoren de sportverenigingen een voldoende met een 6.6. Grafiek 6.2 geeft aan dat de 69% van de verengingen een voldoende of goed scoort op het onderdeel accommodatie.
Grafiek 6.2
In Grafiek 6.3 wordt weergegeven hoe de eigendomssituatie op dit moment is. Een groot deel van de sportverenigingen (43%) huurt de accommodatie.
eigendomsituatie accommodatie
Grafiek 6.3
23
Heeft de vereniging te maken met onder- of overcapaciteit m.b.t. de accommodatie
Grafiek 6.4 Van alle sportverenigingen geeft 40% aan voldoende capaciteit te hebben, zowel op dit moment als in de nabije toekomst. 17% geeft echter aan op dit moment te kampen te hebben met een over- of onder capaciteit (zie Grafiek 6.4).
76% geeft aan dat de kwaliteit van de accommodatie (zalen, velden of baden) voldoet aan de door hun gestelde eisen. 73% geeft aan dat de voorzieningen (kleedkamers, sanitair, opslagruimte, afsluitbare ruimte, parkeergelegenheid) op de accommodatie voldoen aan de behoefte van de vereniging, terwijl 20% daarvan ook aangeeft dat zij in de nabije toekomst wel problemen verwachten.
6.2 Financiën Financiën is een belangrijk onderdeel van de vitaliteit, mede daarom is de weging van dit onderdeel zwaar. Het gemiddelde cijfer is voldoende met een 6.5. Het merendeel van de sportverenigingen beschrijft hun financiële positie als positief.
Grafiek 6.5
De positieve houding van de verenigingen ten opzichte van de financiële positie komt echter niet terug in de uitkomst van de stelling “De vereniging weet eenvoudig nieuwe financiële middelen te vinden”. Het overgrote deel van de sportverenigingen geeft aan het oneens of helemaal oneens te zijn met deze stelling.
24
De vereniging weet eenvoudig nieuwe financiële middelen te vinden
Grafiek 6.6
Van alle sportverenigingen heeft 68% een sponsorplan, maar daarvan gebuikt 23% deze niet of nauwelijks.
Ondanks het feit dat sportverenigingen moeite hebben om nieuwe financiële middelen te vinden, heeft het overgrote deel geen moeite om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Wat uiteraard een belangrijk aspect is van het onderdeel Financiën is het hebben van een sluitende begroting. 87% van de sportverenigingen heeft een sluitende begroting, waarvan 13% de hulp nodig heeft van subsidie om de begroting sluitend te maken.
Heeft de vereniging jaarlijks een sluitende begroting?
Grafiek 6.7
25
6.3 Ledenwerving en -behoud
Grafiek 6,8
Op dit onderdeel wordt niet hoog gescoord. Met een gemiddelde score van 5.9 valt hier voor sportverenigingen veel te winnen. Ondanks de lage gemiddelde score stelt 68% van de sportverenigingen in staat te zijn nieuwe leden te binden aan de vereniging. Tevens geeft 86% van de verenigingen neutraal of positief te staan tegenover het behouden van nieuwe leden. Grafiek 6.9 bevestigt dat beeld over de ontwikkelingen van het ledenaantal van de afgelopen twee jaar.
Hoe heeft het ledental zich de afgelopen twee jaar ontwikkeld?
Grafiek 6.9
80% van alle sportverenigingen geeft echter aan dat er geen beleid is voor het werven van potentiële sporters met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
26
6.4 Beleid en Structuur Een groot deel, 74%, van de verenigingen scoort goed of voldoende op beleid en structuur. De gemiddelde score is 7.0. Een overgrote meerderheid van de sportverenigingen geeft aan dat de samenwerking binnen de sportvereniging soepel verloopt.
Grafiek 6.10
Daarnaast beschikt een groot deel van de sportverenigingen over een duidelijke missie en visie voor de lange termijn. Functies, taken en verantwoordelijkheden zijn volgens de verenigingen voor iedereen helder. Er is een tweedeling tussen de sportverenigingen, een deel heeft de visie op breedtesport, talent en prestatiesport omschreven en het andere deel niet. De verdeeldheid tussen de sportverenigingen is goed af te lezen van Grafiek 6.11.
Heeft de vereniging een visiedocument waarin o.a. de visie op breedtesport, talent en prestatiesport wordt omschreven
Grafiek 6.11
27
Uit Grafiek 6.12 blijkt de actieve rol die het bestuur inneemt bij het bewaken van de grote lijnen uit het beleidsplan.
Het bestuur bewaakt actief de grote lijnen uit het beleidsplan
Grafiek 6.12
Uit Grafiek 6.13 blijkt dat niet alle verenigingen een beleid hebben opgesteld op het gebied van alcohol, jeugd en overgewicht. De meeste verenigingen hanteren wel een beleid omtrent alcohol en jeugd maar hebben geen beleid over het onderwerp overgewicht.
Heeft de vereniging een beleid omtrent alcohol & jeugd, overgewicht?
Grafiek 6.13
Grafiek 6.14 geeft weer dat het merendeel van de verenigingen de toekomst zonnig tot zeer zonnig ziet.
Hoe ziet u de toekomst van de vereniging?
Grafiek 6.14
28
6.5 Kader Over het algemeen zijn de sportverenigingen tevreden over het kader binnen de vereniging. Desalniettemin wordt er gemiddeld niet goed gescoord op dit onderdeel met een score van 5.7. Een kleine meerderheid scoort een voldoende of goed. De lage score kan mede te maken hebben met het feit dat sommige sportverenigingen moeite hebben met het opvullen van posities binnen het bestuur. Ruim een derde (35%) van de sportverenigingen geeft aan problemen te hebben met het opvullen van posities binnen het bestuur.
Grafiek 6.15
De verenigingen geven aan dat de samenstelling van het bestuur divers is.
De samenstelling van het bestuur en commissies is divers
Grafiek 6.16
29
Een groot deel van de sportverenigingen geeft aan over voldoende vrijwilligers te beschikken.
Beschikt de vereniging momenteel over voldoende vrijwilligers?
Grafiek 6.17
Daar staat tegenover dat bijna de helft van de sportverenigingen geen vrijwilligersbeleid heeft vastgelegd.
Heeft de vereniging het vrijwilligersbeleid uitgebreid vastgelegd?
Grafiek 6.18
Wel blijkt dat de helft van de verenigingen actief inspeelt op het feit dat mensen zich steeds minder voor een langere tijd als vrijwilliger willen binden aan de vereniging.
30
6.6 Sportaanbod en nevenactiviteiten Met een gemiddelde score van 5.6 scoren de verenigingen op dit onderdeel net een voldoende. 49% behaalt een voldoende of goed.
Grafiek 6.19
De resultaten geven weer dat er op dit gebied nog groei kan plaatsvinden. Uit de stelling “Hoe actief is de vereniging met het introduceren van een nieuwe sport- en spelactiviteit?” blijkt dat sportverenigingen daarin niet heel actief zijn.
Hoe actief is de vereniging met het introduceren van een sport- en spelactiviteit
Grafiek 6.20
Grafiek 6.20 en Grafiek 6.21 geven aan dat de meeste verenigingen niet actief zijn met het introduceren van nieuwe sport en spel activiteiten voor eigen leden. Ook voor specifieke doelgroepen als mensen met een beperking, meisjes, 35+/45+/55+, allochtonen etc. zijn de verenigingen niet op zoek naar nieuwe sport en spel activiteiten. Bij 74% van de verenigingen is er geen speciaal aanbod voor mensen met een beperking. De verenigingen geven aan dat mensen met een beperking meedoen in het reguliere aanbod.
31
Een groot deel van de sportverenigingen geeft aan over voldoende vrijwilligers te beschikken.
Hoe actief is de vereniging bezig met het introduceren van nieuwe sport- en spelactiviteiten voor specifieke doelgroepen?
Grafiek 6.21
6.7 Communicatie Het onderdeel Communicatie neemt geen grote rol in binnen dit onderzoek. Het telt voor 5% mee in de eindscore en er is een vijftal vragen aan dit onderwerp gewijd. Op dit onderdeel wordt gemiddeld ruim voldoende gescoord met een gemiddelde score van 7.5.
Grafiek 6.22
Bijna alle sportverenigingen geven aan dat zij intensief contact onderhouden met de voor hen relevante partijen.
De vereniging onderhoud intensief contact met de voor hen relevante partijen
Grafiek 6.23
32
6.8 Maatschappelijke verantwoordelijkheid Voor de gemeente Apeldoorn heeft dit element een grote waarde. De weging op dit onderdeel is daarom ook 20% en 21% (zie Tabel 5.4.1 en Tabel 5.4.2). Op het onderdeel maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt over het algemeen niet goed gescoord met een gemiddelde score van 4.9. Slechts 28% van alle verenigingen behaalt een voldoende of goed.
Grafiek 6.24
Uit de resultaten blijkt dat een groot deel van de verenigingen de visie deelt met de gemeente. Uit Grafiek 6.25 blijkt dat een overgroot deel van de sportverenigingen het eens is met deze stelling.
Sportverenigingen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid
Grafiek 6.25
Daarnaast zijn de verenigingen terughoudend op de stelling “Overgewicht tegengaan is niet een taak van een sportvereniging”.
33
De gemeente Apeldoorn ziet een sportvereniging met een diepgewortelde basis in de wijk/buurt als basis voor de toekomst. Uit Grafiek 6.26 blijkt dat niet alle sportverenigingen betrokken zijn bij de buurt/wijk waarin hij gevestigd is.
De vereniging is betrokken bij de wijk waarin hij gevestigd is
Grafiek 6.26
34
35
Hoofdstuk 7 Vitaliteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid Het onderdeel maatschappelijke verantwoordelijkheid telt zwaar mee in de totaalscore met een weging van 20% en 21% (zie Tabel 5.4.1 en Tabel 5.4.2) 72% van alle sportverenigingen scoort onvoldoende vitaal of niet vitaal op het onderdeel maatschappelijke verantwoordelijkheid. Door de score, inclusief maatschappelijke verantwoordelijkheid, opnieuw te berekenen zonder dit onderdeel kan inzichtelijk worden gemaakt in welke mate verenigingen vitaal zijn én of zij een maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Dit geeft een ander beeld van de vitaliteit van verenigingen. Er kunnen kansen en bedreigingen zichtbaar worden gemaakt met betrekking tot de vitaliteit in relatie tot de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als voorbeeld een vereniging die vitaal scoort maar geen maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Hier liggen kansen voor de Sportraad Apeldoorn en de vereniging. Aan de andere kant zijn er mogelijk verenigingen die niet of onvoldoende vitaal zijn en als vereniging wel een maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Bij deze verenigingen liggen bedreigingen ten aanzien van de maatschappelijke verantwoordelijkheid die zij nemen. Gesteld kan worden dat een vereniging die niet of onvoldoende vitaal is uiteindelijk zijn maatschappelijke verant woordelijkheid niet meer adequaat zal kunnen uitvoeren. Voor het vervolgtraject van dit rapport biedt dit mogelijkheden om daar concreet op te sturen en verenigingen te begeleiden naar vitaliteit. Om het effect van de maatschappelijke verantwoordelijkheid te bepalen op de totale vitaliteit zijn de resultaten opnieuw berekend zonder het onderdeel maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hiervoor is de wegingsfactor van ieder hoofdcriteria, zoals staat beschreven in paragraaf 5.4.1, aangepast. Een aantal hoofdcriteria heeft in de nieuwe berekening hierdoor een zwaardere weging gekregen. In Tabel 7.1 zijn de verschillende waarderingen weergegeven. Voor verenigingen die geen eigen accommodatie tot hun beschikking hebben, geldt waardering B en voor alle overige verenigingen geldt waardering A.
Hoofdcriterium Accommodaties
Waardering A 5%
Waardering B
Financiën
25%
26%
Kader
15%
16%
Ledenwerving
Beleid & Structuur
Sportaanbod en nevenaanbod Communicatie Totaal
Tabel 7.1
10% 25% 15% 5%
100%
11% 26% 16% 5%
100%
36
Vitaliteitsscore inclusief maatschappelijk
Vitaliteitsscore exclusief maatschappelijk
Grafieken 7.1
Dit alles leidt tot een vitaliteitsscore waarbij het onderdeel maatschappelijke verantwoordelijkheid buiten beschouwing is gelaten. Dit resulteert in de volgende verschuivingen in het aantal vitale en bijna vitale verenigingen.
In Tabel 7.2 worden de verschillen zichtbaar. Tabel 7.3 geeft de score van de sportverenigingen aan met daarbij de score op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Verenigingen die een zes of hoger scoren op het onderdeel maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn als maatschappelijk betrokken aangemerkt. Bij een zes of lager als niet maatschappelijk betrokken. Hieruit blijkt dat het aantal sportverenigingen dat voldoende scoort op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid laag is. De meeste sportverenigingen die voldoende score op hun vitaliteit scoren een onvoldoende op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Vitaliteitsscore inclusief maatschappelijke verantw.
Vitaliteitsscore exclusief maatschappelijke verantw.
Vitaal
25%
37%
Niet vitaal
22%
14%
Bijna vitaal
Onvoldoende vitaal
Tabel 7.2
Niet maatschappelijk
Maatschappelijk betrokken
Tabel 7.3
32%
30%
21%
19%
Niet vitaal
Onvoldoende vitaal
Bijna vitaal
Vitaal
9
10
14
12
0
2
5
11
Bovenstaande tabellen en onderliggende gegevens geven het inzicht dat er 12 vitale verenigingen zijn die als niet maatschappelijk betrokken kunnen worden beoordeeld. Bij deze verenigingen liggen kansen om ze te activeren een nadrukkelijkere rol te vervullen voor de maatschappij. Daarnaast zien we ook dat er verenigingen zijn die als maatschappelijk betrokken zijn aangemerkt en op de vitaliteitsscore onvoldoende vitaal of bijna vitaal scoren.
37
Hoofdstuk 8 Conclusie Gemiddeld wordt niet extreem hoog gescoord op de individuele onderdelen. Dat blijkt uit de percentages. Op alle onderdelen samen scoort 57% een 6 of hoger en wordt daarmee als vitaal dan wel bijna vitaal beoordeeld. Samenwerken is belangrijk. De deelgenomen sportverenigingen geven aan voornamelijk samen te werken met scholen, sportbonden, andere verenigingen, de gemeente Apeldoorn, de Sportraad Apeldoorn en Accres Apeldoorn. De hoge mate van samenwerking geeft aan dat verenigingen openstaan voor ideeën van buitenaf en buitenstaanders te willen betrekken in het verenigingsleven. De deelgenomen sportverenigingen zijn redelijk zeker over hun financiële situatie, hoewel zij aangeven het steeds moeilijker te vinden om nieuwe financiële middelen te vinden. Het overgrote deel van de verenigingen heeft een sluitende begroting en heeft geen problemen om aan de financiële verplichten te voldoen. Het ledenaantal is bij de deelgenomen sportverenigingen over het algemeen de afgelopen twee jaar constant gebleven. De verenigingen blijken geen moeite te hebben met het binden van nieuwe leden.
Gemiddeld wordt er goed gescoord op Beleid en Structuur, dat is ook terug te zien in stellingen zoals samenwerking binnen de club. Missie, visie en taken en verantwoordelijkheden zijn voor iedereen helder.
Op het onderdeel Kader wordt minder goed gescoord; met een 5.7 gemiddeld kan hier nog veel winst geboekt worden. Wat opvalt is dat veel sportverenigingen over voldoende vrijwilligers beschikken maar niet veel verenigingen hebben hiervoor een vrijwilligersbeleid opgesteld.
Op het gebied van sportaanbod en nevenactiviteiten zijn de deelgenomen verenigingen nog behoudend met het introduceren van nieuwe sportvormen en het flexibiliseren van lidmaatschappen. Daarnaast is binnen verenigingen weinig georganiseerd voor sporters/leden
met een beperking. Het gemiddelde cijfer is een 5.6, dat betekent dat ook op dit onderdeel voldoende ruimte is om te verbeteren.
In het hoofdstuk Resultaten is weinig aandacht besteed aan het onderdeel Communicatie. Op dit onderdeel wordt vrijwel door alle deelgenomen sportverengingen goed gescoord. Daarbij telt dit onderdeel maar voor 5% mee aan het eindcijfer. De invloed van dit onderdeel is dus minimaal.
Het overgrote deel van de deelgenomen sportverenigingen is eensgezind met de stelling dat verenigingen een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Toch stelt niet iedere vereniging dat zij betrokken is in de buurt of wijk waarin zij gevestigd is. Ook zijn zij neutraal over de stelling dat het een taak van de sportvereniging is om overgewicht tegen te gaan.
Het onderdeel Maatschappelijke verantwoordelijkheid telt zwaar mee in de eindbeoordeling, omdat het voor de gemeente een belangrijk punt is. Dit is terug te zien in de scores van sportverenigingen waar een lage score op dit onderdeel het eindtotaal fors omlaag haalt. Wanneer dit onderdeel in de eindbeoordeling wordt weggelaten, dan geeft het eindresultaat een aanzienlijk positiever beeld te zien. Bovendien geeft het een beeld van het aantal verenigingen dat als maatschappelijk betrokken is aangemerkt en onvoldoende of bijna vitaal zijn. Om de maatschappelijke verantwoordelijkheid die zij nemen een betere basis te geven, is een ontwikkeling naar een vitale vereniging voor de Sportraad van belang. Daarnaast zijn er 12 verenigingen die vitaal zijn en desondanks als niet maatschappelijk betrokken scoren. Hier liggen goede kansen voor de Sportraad om verenigingen met een stabiele basis te motiveren en enthousiasmeren om een maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.
38
Uit de statistische analyse, die in het kader van het onderzoek is uitgevoerd, blijkt ook dat er verschillende onderliggende verbanden zijn tussen de verschillende aspecten. Dat houdt in dat wanneer er wordt geïnvesteerd in een bepaald aspect andere aspecten hier ook van meeprofiteren. De volgende aspecten hebben verbanden met elkaar:
Onderdeel Accommodatie Financiën
Ledenwerving & behoud
Verbanden Kader
Ledenwerving- en behoud
Sportaanbod & nevenactiviteiten Communicatie
Beleid & Structuur Kader
Financiën
Communicatie
Beleid & Structuur Kader
Beleid & Structuur
Ledenwerving- en behoud
Sportaanbod & nevenactiviteiten Communicatie Financiën
Maatschappelijke verantwoordelijkheid Kader
Sportaanbod & nevenactiviteiten
Financiën
Ledenwerving- en behoud Communicatie
Beleid & Structuur Beleid & Structuur
Maatschappelijke rol Communicatie Financiën Kader
Communicatie
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Ledenwerving- en behoud
Sportaanbod & nevenactiviteiten Beleid & Structuur Financiën
Maatschappelijke rol
Sportaanbod & nevenactiviteiten Beleid & Structuur Communicatie
39
Hoofdstuk 9 Aanbevelingen Aanbevelingen die in dit hoofdstuk worden beschreven hebben betrekking op de Apeldoornse sportverenigingen. Wat kunnen niet vitale en onvoldoende vitale verenigingen nu ondernemen om toch op korte termijn vitaal te worden. Omdat de vitaliteitscheck is opgedeeld in verschillende onderdelen, komt heel duidelijk naar voren waarop een vereniging minder goed scoort. Voor iedere vereniging is het dus duidelijk waarop zij kunnen verbeteren. Aan de hand van de Pearson-test zijn verschillende onderliggende verbanden aan het licht gekomen. Deze verbanden kunnen worden gebruikt in het verbeteren van de verschillende onderdelen. In model 8.1 wordt uitgebeeld hoe de verbanden kunnen worden gebruikt. Hoog
Verbeteren
Handhaven
VERBAND
Hoge prioriteit
Verbeteren
Handhaven Lage prioriteit
Laag
Model 8.1 Laag
SCORE
Hoog
Wanneer je een onderdeel gaat verbeteren dat een hoog verband heeft met een ander onderdeel, zullen beide onderdelen en eventueel nog meer onderdelen, die dat verband delen, verbeteren. Als een vereniging bijvoorbeeld op meerdere onderdelen niet goed scoort, kan de vereniging inzetten op een onderdeel die veel verbanden met de betreffende onderdelen heeft, om op die manier zo efficiënt mogelijk onderdelen te verbeteren. Onderdelen die niet veel verbanden hebben, zullen ook verbeterd moeten worden maar hebben een lagere prioriteit, zoals is terug te vinden in het model. Het is goed denkbaar dat een sportvereniging, die aan dit onderzoek heeft deelgenomen, over enkele jaren besluit een aanvraag voor subsidie te doen bij de gemeente. Er kunnen echter tegen die tijd zoveel veranderingen hebben plaats gevonden binnen de vereniging dat de uitslag van dit onderzoek niet meer representatief is. Om dit te voorkomen verjaart de uitslag 2 jaar nadat de vragenlijst is ingevuld. Mocht een sportvereniging een aanvraag doen bij de gemeente en de uitslag van de vitaliteitsmeting is verjaard, dan zal de vitaliteit opnieuw moeten worden vastgesteld en kunnen zij gevraagd worden opnieuw de vragenlijst in te vullen
40
9.1 Aanbevelingen richting Apeldoornse sportverenigingen Voor elke sportvereniging wordt het inzichtelijk hoe de eindscore die zij heeft behaald is opgebouwd. Onderdelen waar zij onvoldoende op scoren, kunnen zij dus naar eigen inzicht verbeteren. Dit kunnen zij doen aan de hand van het model dat is opgesteld en de verbanden die aan de hand van dit onderzoek zijn gevonden. Mochten verenigingen advies nodig hebben bij het verbeteren van vitaliteit dan kunnen zij bij de Sportraad Apeldoorn terecht.
Uiteraard is het van belang wanneer je als sportvereniging vitaal bent of op sommige onderdelen een goede score behaalt, dit weet vast te houden. Het handhaven van vitaliteit is minstens zo belangrijk. Daarom is het voor de sportverenigingen van belang in kaart te brengen waarom zij het op bepaalde gebieden zo goed doen.
De Sportraad Apeldoorn zal de verenigingen adviseren, begeleiden en ondersteunen op welke wijze zij tot een vitale sportvereniging kunnen komen en blijven.
41
Bijlagen Bijlage 1
Vragenlijst pagina 42
Bijlage 2
Vragen onttrokken uit de score (inzichtvragen)
Bijlage 3
pagina 56
Maximale waardering per vraag pagina 57
Bijlage 4
Waardering per antwoordmogelijkheid stellingen pagina 60 Waardering per antwoordmogelijkheid vragen pagina 61
Bijlage 5
Overzicht van deelgenomen sportverenigingen pagina 67
42
Bijlage 1 – Vragenlijst Algemene vragen 1) 2) 3) 4)
Wat is de naam van uw vereniging? Wat is uw functie binnen uw vereniging? Welke sport(en) biedt uw vereniging aan? Hoeveel leden heeft uw vereniging?
Accommodatie 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12)
Heeft uw vereniging de beschikking over een eigen accommodatie? a. Ja, de accommodatie is in ons bezit en beheer b. Nee, de accommodatie wordt gehuurd en is niet in ons beheer Kunt beschrijven hoe de eigendomssituatie is van de accommodatie van uw vereniging Heeft uw vereniging te maken met onder of overcapaciteit m.b.t. de accommodatie? a. Nee, niet op dit moment en verwacht ook niet in de nabije toekomst b. Nee, niet op dit moment maar verwacht ondercapaciteit in de nabije toekomst c. Nee, niet op dit moment maar verwacht overcapaciteit in de nabije toekomst d. Ja, op dit moment kampen wij met ondercapaciteit e. Ja, op dit moment kampen wij met overcapaciteit Voldoet de kwaliteit van uw accommodatie (zalen, velden of baden) aan de door uw gestelde eisen? a. Ja, de kwaliteit van onze zalen, velden of baden voldoen aan onze eisen b. Nee, de kwaliteit van onze zalen, velden of baden voldoen niet aan onze eisen Voldoen de voorzieningen (kleedkamers, sanitair, opslagruimte, afsluitbare ruimte, parkeergelegenheid) op uw accommodatie aan de behoefte van uw vereniging? a. Ja, de voorzieningen voldoen aan onze behoefte b. Ja, de voorzieningen voldoen aan onze behoefte maar voorzien problemen in de nabije toekomst c. Nee, de voorzieningen voldoen niet aan onze behoefte d. Andere, namelijk Met (het aantal beschikbare uren in) de huidige accommodatie op de huidige locatie kunnen we nog jaren vooruit a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De accommodatie (veld/zaal/zwembad/clubhuis/kleedkamers enz.) is in goede staat. a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Sluit de verenigingsruimte/kantine aan bij de behoefte van uw vereniging? a. Ja, de verenigingsruimte/kantine voldoen aan onze behoefte b. Ja, de verenigingsruimte/kantine voldoen aan onze behoefte maar voorzien problemen in de nabije toekomst c. Nee, de verenigingsruimte/kantine voldoen niet aan onze behoefte d. Andere, namelijk
43
13)
Welke van de volgende faciliteiten en voorzieningen biedt uw vereniging? a. Fitnessruimte b. Huiswerkbegeleiding c. Kantoorfaciliteiten (fax, internet) d. Fysiotherapie/sportverzorger e. Kinderopvang f. Kinderspeelplaats g. Werk-/huiswerk-/ vergaderruimtes h. Sportshop i. Busvervoer van/naar de accommodatie/georganiseerd vervoer j. Geen enkele k. Andere, namelijk
Financiën 14) 15) 16) 17) 18)
Heeft uw vereniging een financieel jaarverslag? a. Ja, de vereniging heeft een financieel jaarverslag b. Nee, de vereniging heeft geen financieel jaarverslag maar heeft die in het verleden wel gehad c. Nee, de vereniging heeft geen financieel jaarverslag en heeft deze ook nooit gehad d. Andere, namelijk Hoe beschrijft u de financiële positie van de vereniging? a. Zorgwekkend b. Minder gezond c. Redelijk d. Gezond e. Zeer gezond f. Andere, namelijk De vereniging denkt bij het financieel beleid een aantal jaren vooruit. a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging heeft (zonder reserveringen aan te spreken) altijd ruimte binnen haar begroting voor onverwachte uitgaven (tegenvallers of leuke extraatjes). a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging heeft jaarlijks een sluitende begroting. a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
44
19) 20) 21) 22) 23) 24) 25)
De laatste jaren ondervindt de vereniging steeds meer problemen met het innen van contributies a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging weet eenvoudig nieuwe financiële middelen te vinden a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Inkomsten uit contributies van leden is dit jaar ten opzichte van het jaar daarvoor a. Sterk afgenomen b. Enigszins afgenomen c. Gelijk gebleven d. Enigszins toegenomen e. Sterk toegenomen f. Weet niet De kantineomzet is dit jaar ten opzichte van het jaar daarvoor a. Sterk afgenomen b. Enigszins afgenomen c. Gelijk gebleven d. Enigszins toegenomen e. Sterk toegenomen f. Weet niet Inkomsten uit sponsoring en reclame (excl. gemeente) zijn dit jaar ten opzichte van het jaar daarvoor a. Sterk afgenomen b. Enigszins afgenomen c. Gelijk gebleven d. Enigszins toegenomen e. Sterk toegenomen f. Weet niet De gemeentelijke bedragen zijn dit jaar ten opzichte van het jaar daarvoor a. Sterk afgenomen b. Enigszins afgenomen c. Gelijk gebleven d. Enigszins toegenomen e. Sterk toegenomen f. Weet niet Heeft de vereniging een sponsorplan (bestaande uit o.a. richtlijnen voor het benaderen van sponsoren)? a. Ja, de vereniging heeft een sponsorplan en gebruikt deze actief b. Ja, de vereniging heeft een sponsorplan maar gebruikt deze niet tot nauwelijks c. Nee, de vereniging heeft geen sponsorplan tot haar beschikking
45
26) Beschikt de vereniging over een goede financiële structuur? (De vereniging voert een solide financieel beleid met positieve liquiditeit en solvabiliteit.) a. Ja, de vereniging heeft een meerjarig financieel beleidsplan en is financieel gezond b. Ja, de vereniging heeft een meerjarig financieel beleidsplan en is financieel gezond maar verwacht problemen in de nabije toekomst c. Nee, de vereniging heeft geen meerjarig financieel beleidsplan maar is wel financieel gezond d. Nee, de vereniging heeft geen meerjarig financieel beleidsplan is financieel ongezond 27) Is de vereniging in staat om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen? a. Ja, de vereniging heeft geen problemen om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen b. Ja, de vereniging is in staat om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen maar met moeite c. Nee, de vereniging is op dit moment niet in staat om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen 28) Is de vereniging van plan om in de (nabije) toekomst aanspraak te maken op gemeentegeld? a. Ja, de vereniging wil in de (nabije) toekomst aanspraak maken op gemeentegeld b. Nee, er zijn geen plannen op dit moment om aanspraak te maken op gemeentegeld, maar deze plannen kunnen nog wijzigen c. Nee, de vereniging gaat geen aanspraak maken op gemeentegeld in de (nabije) toekomst Antwoorden indien u aan heeft gegeven aanspraak te maken op gemeentegeld. 28 a) Op welke termijn gaat de vereniging aanspraak maken op gemeentegeld? Binnen nu en 1 jaar Over 1 t/m 3 jaar Over 4 t/m 8 jaar Na 8 jaar 28 b) Kunt u een indicatie geven over de grootte van de aanvraag op gemeentegeld? €0 t/m €10.000 €10.001 t/m €25.000 €25.001 t/m €50.000 €50.001 t/m €100.000 €100.001 t/m €250.000 Meer dan €250.001
Ledenwerving & behoud 29) 30) 31) 32) 33)
Hoeveel actief sportende leden heeft de vereniging? Hoeveel niet-sportende leden/donateurs heeft de vereniging? Hoe groot is het percentage jeugdleden binnen de vereniging? (Antwoord in procenten) Hoe heeft het ledental zich de afgelopen twee jaar ontwikkeld? a. Sterk gedaald b. Gedaald c. Ongeveer gelijk gebleven d. Gestegen e. Sterk gestegen f. Weet niet De vereniging is in staat nieuwe leden aan te trekken a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
46
34) 35) 36) 37) 38) 39)
De vereniging is in staat leden te behouden a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Kent uw vereniging momenteel een ledenstop? a. Ja b. Nee Hanteert uw vereniging een wachtlijst? a. Ja b. Nee Is er beleid voor het werven van mensen met een handicap? De meeste leden voelen zich sterk betrokken bij de vereniging a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De opkomst bij trainingen, instuiven en toernooien en dergelijke is hoog a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
Beleid & structuur 40) 41)
De samenwerking tussen bestuur, commissies, vrijwilligers en andere betrokkenen in de vereniging is goed. a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Het bestuur peilt ieder jaar wat er leeft onder de leden a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
47
42) 43) 44) 45) 46) 47) 48)
De vereniging beschikt over een duidelijke missie en visie voor de lange termijn, waar zowel het bestuur als de leden achter staan a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De functies, taken en verantwoordelijkheden zijn voor iedereen helder a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging werk altijd volgens een algemeen recent beleidsplan voor de lange termijn a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Heeft de vereniging een visiedocument waarin o.a. de visie op breedtesport, talent en prestatiesport in wordt omschreven? a. Ja, de vereniging heeft zijn visie vastgelegd in een visiedocument b. Nee, de vereniging heeft zijn visie niet vastgelegd in een visiedocument Het bestuur bewaakt actief de grote lijnen uit het beleidsplan (en laat de beslommeringen van de dagelijkse praktijk over aan het kader) a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Het kader van de vereniging is bekend met het beleidsplan en werkt hiermee a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging werkt volgens een actieplan voor de korte termijn a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens
48
49) Bij de vereniging is altijd een actueel organogram beschikbaar (schematisch overzicht van bestuur, commissies en communicatielijnen) a. Ja, er is een actuele organogram van de organisatie aanwezig b. Nee, er is wel een organogram aanwezig maar geen actuele c. Nee, er is helemaal geen organogram aanwezig van de vereniging d. Weet niet e. Andere namelijk, 50) Zijn er actuele functieomschrijvingen van alle vrijwilligersfuncties en bestuursfuncties binnen de vereniging? a. Ja, voor alle functies binnen de vereniging zijn er omschrijvingen beschikbaar b. Nee, alleen voor de bestuursfuncties zijn omschrijvingen beschikbaar c. Nee, alleen voor de vrijwilligersfuncties zijn omschrijvingen beschikbaar d. Nee, er zijn geen functieomschrijvingen beschikbaar binnen de vereniging e. Andere, namelijk 51) Organiseert de vereniging minimaal één algemene ledenvergadering en begrotingsvergadering per jaar? a. Ja, de vereniging organiseert een jaarlijkse ALV en begrotingsvergadering b. Nee, de vereniging organiseert alleen een ALV c. Nee, de vereniging organiseert alleen een begrotingsvergadering d. Nee, de vereniging organiseert geen ALV of begrotingsvergadering e. Andere, namelijk 52) Heeft de vereniging een beleid omtrent waarden en normen? En wordt deze actief gehanteerd? a. Ja, de vereniging heeft een beleid omtrent waarden en normen en deze wordt actief gehanteerd b. Nee, de vereniging heeft wel een beleid omtrent waarden en normen maar deze wordt niet actief gehanteerd c. Nee, de vereniging heeft geen beleid omtrent waarden en normen d. Andere, namelijk 53) Heeft de vereniging een beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht? En wordt deze actief gehanteerd a. Ja, de vereniging heeft een beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht en deze wordt actief gehanteerd b. Nee, de vereniging heeft wel een beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht maar deze wordt niet actief gehanteerd c. Nee, de vereniging heeft geen beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht d. Andere, namelijk 54) Hoe ziet u de toekomst van de vereniging? a. Zeer zonnig b. Zonnig c. Niet zonnig maar ook niet somber d. Somber e. Zeer somber f. Anders, namelijk 55) Waar zet het bestuur zich het komende jaar met name voor in? 56) Met welke van de onderstaande organisaties/instanties heeft de vereniging het afgelopen jaar (seizoen) samengewerkt? a. Gemeente (bijvoorbeeld als samenwerkingspartner in een project) b. Andere sportvereniging(en) c. School (basisonderwijs, voortgezet onderwijs, mbo, hbo of speciaal onderwijs) d. Naschoolse en buitenschoolse opvang e. Jeugdorganisaties (jeugd- en jongerenwerk, jeugdverenigingen, scouting) f. Buurt-/wijk-/welzijnsorganisatie (buurthuis, buurt(sport)werk, wijk- of dorpsraad) g. Lokale sportservice/loket
49
h. Lokale sportraad i. Provinciale sportservice j. Lokale jeugdsportfondsen k. Sport- fysiotherapeut/huisartsen l. Revalidatie- en/of zorginstelling m. MEE-instelling n. Sportbond o. GGD p. Sportschool/fitnesscentrum q. Bedrijven r. Commerciële dienstverlener (accountant, verzekeraar) s. Politie/Justitie t. Geen enkele vereniging/organisatie/instantie u. Andere, namelijk 57) Op welke manier heeft de vereniging het afgelopen jaar (seizoen) samengewerkt met andere sportvereniging(en)? (Alleen invullen wanneer u in de vorige vraag heeft aangegeven met andere partijen samen te werken) a. We hebben af en toe overleg en wisselen ervaringen uit (voorzitters/bestuur) b. We hebben echte samenwerkingsverbanden met andere vereniging(en) op het gebied van training geven en competitie c. We hebben echte samenwerkingsverbanden met andere vereniging(en) op het gebied van inkoop, gezamenlijke administratie, samen opzetten van cursussen etc. d. We delen een multifunctionele accommodatie met andere vereniging(en) e. We hebben gezamenlijk bestuur met een andere vereniging(en) f. We zijn gefuseerd met een andere vereniging(en) g. Anders, namelijk 58) Welke overwegingen spelen voor de vereniging mee om met andere organisaties samen te werken? 59) Met wat voor een sportverenigingen werkt de vereniging samen? (Alleen invullen indien de vereniging samenwerkt met andere partijen) a. Eigen sport b. Andere sport c. Beide d. Anders, namelijk
Kader 60) 61)
De vereniging heeft geen problemen posities binnen het bestuur en commissies op te vullen a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De samenstelling van het bestuur en commissies is divers (leeftijd, geslacht, achtergrond, etc.) a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
50
62) Beschikt de vereniging momenteel over voldoende vrijwilligers? a. Ja, we zijn niet op zoek naar vrijwilligers b. Ja, maar we zijn ook nog op zoek naar vrijwilligers c. Nee, de vereniging komt vrijwilligers te kort d. Anders, namelijk 63) Heeft de vereniging het vrijwilligersbeleid uitgebreid vastgelegd? (Richtlijnen over omgang, werving en behoud van vrijwilligers) a. Ja, de vereniging heeft een uitgebreid vrijwilligersbeleid vastgelegd b. Ja, de vereniging heeft een basis beleid vastgelegd omtrent vrijwilligers c. Nee, de vereniging heeft geen beleid omtrent vrijwilligers d. Anders, namelijk 64) Hoeveel leden woonden de laatste algemene ledenvergadering bij? (Schatting) 65) Heeft de vereniging voldoende niet-technisch kader? (Zoals bestuursleden en commissieleden) a. Ja, de vereniging heeft voldoende bestuursleden en commissieleden b. Nee, de vereniging heeft niet voldoende commissieleden c. Nee, de vereniging heeft niet voldoende bestuursleden d. Nee, de vereniging heeft niet voldoende bestuursleden zowel als commissieleden e. Andere, namelijk 66) Beschikt het niet-technisch kader van de vereniging over voldoende capaciteiten voor het uitoefenen van haar taken? a. Ja, het niet-technisch kader beschikt over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren b. Nee, een deel van het niet-technisch kader beschikt niet over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren c. Nee, het niet-technisch kader beschikt niet over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren d. Anders, namelijk 67) Beschikt de vereniging over voldoende technisch kader? (Zoals trainers, coaches en begeleiders) a. Ja, de vereniging beschikt over voldoende technisch kader b. Nee, de vereniging beschikt niet over voldoende technisch kader c. Anders, namelijk 68) Beschikt het technisch kader over voldoende capaciteit en opleidingen voor het uitoefenen van haar taken? a. Ja, het technisch kader beschikt over voldoende capaciteiten en opleidingen voor het uitoefenen van haar taken b. Nee, het technisch kader heeft niet voldoende capaciteit en opleidingen voor het uitvoeren van haar taken c. Anders, namelijk 69) Speelt de vereniging in op het feit dat mensen zich niet meer vaak voor een langere tijd als vrijwilliger willen binden aan de vereniging? a. Ja, de vereniging speelt hierop in en heeft een plan hiervoor op papier staan b. Nee, de vereniging speelt hier niet actief op in c. De vereniging merkt deze trend niet binnen de vereniging d. Anders, namelijk 70) Is er een verenigingsmanager aangesteld binnen de vereniging? a. Ja b. Nee
51
Sportaanbod & nevenactiviteiten 71) 72) 73) 74) 75) 76) 77) 78)
De aangeboden reguliere sportactiviteiten (trainingen en competitie) sluiten aan op de behoefte van leden a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Organiseert de vereniging ook andere activiteiten naast het reguliere sportaanbod? (Zoals toernooien, instuif of clinics). a. Ja, de vereniging biedt een uitgebreid aanbod van activiteiten aan b. Ja, de vereniging biedt een aantal extra activiteiten aan c. Nee, de vereniging biedt geen extra activiteiten aan naast het reguliere aanbod d. Andere, namelijk Heeft de vereniging aparte groepen voor leden met talent op a. Internationaal niveau b. Nationaal niveau c. Regionaal niveau d. Verenigingsniveau e. Geen van de bovenstaande niveaus Heeft de vereniging selectiebeleid op junior/senior niveau? a. Ja b. Nee Hoe actief is de vereniging met het introduceren van nieuwe sport- en spelactiviteiten a. Niet actief b. Beperkt actief c. Zeer actief d. Weet niet e. N.v.t. Hoe actief is de vereniging bezig met het introduceren van nieuwe sport- en spelactiviteiten voor specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld mensen met een beperking, meisjes, 55+, allochtonen, etc.) a. Niet actief b. Beperkt actief c. Zeer actief d. Weet niet e. N.v.t. Hoe actief is de vereniging bezig met flexibiliseren van lidmaatschappen/contributievormen? a. Niet actief b. Beperkt actief c. Zeer actief d. Weet niet e. N.v.t Maakt jullie vereniging daarbij gebruik van aanbod/activiteiten dat door een andere organisatie is ontwikkeld? (Antwoorden indien u bij de vorige vraag heeft aangegeven actief te zijn) a. Ja, van activiteiten die worden aangeboden via de sportbond b. Ja, we haken aan bij acties/activiteiten vanuit de gemeente c. Ja, we haken aan bij acties/activiteiten van andere (lokale) organisaties d. Nee, activiteiten zijn door de vereniging zelf ontwikkeld e. Andere, namelijk
52
79) Heeft de vereniging het afgelopen jaar (seizoen) (sport)activiteiten georganiseerd waarbij deelname openstond voor niet leden? a. Ja, geheel zelf door de vereniging georganiseerd b. Ja, in samenwerking met de bond georganiseerd c. Ja, vanuit gemeente georganiseerd (sportstimuleringsprojecten) d. Andere, namelijk 80) Welk percentage van de sportende leden neemt deel aan een formele of officiële competitie? 81) Welk sportaanbod heeft uw vereniging voor leden met een handicap? a. Wij zijn een vereniging alleen voor mensen met een handicap b. Wij hebben aparte groepen voor mensen met een handicap c. Geen speciaal aanbod, mensen met een handicap doen mee in het reguliere aanbod d. We hebben een of meer speciaal opgeleide/gekwalificeerde trainers/begeleiders voor sporters met een handicap e. We hebben een of meer vrijwilligers/begeleiders die we rondom het sporten kunnen inzetten f. We hebben geen specifiek opgeleid kader voor sporters met een handicap g. Andere, namelijk
Communicatie 82) 83) 84) 85)
De leden worden van alle ontwikkelingen die hen aangaan persoonlijk (schriftelijk en/of mondeling) op de hoogte gehouden a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De communicatie tussen de verschillende commissies onderling en naar het bestuur verloopt goed a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De communicatie tussen het technisch en niet technisch kader verloopt goed a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging besteedt veel aandacht aan de communicatie met potentiële leden (zoals een flyeractie, deelname aan sportmarkten en/of contact met scholen) a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
53
86)
De vereniging onderhoudt intensief contact met de voor hen relevante partijen (zoals bonden, gemeente, zusterverenigingen) a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
Maatschappelijke rol 87) 88) 89) 90)
De vereniging organiseert, of heeft hier concrete voornemens toe, laagdrempelige activiteiten om inactieve burgers meer te laten bewegen a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging is betrokken bij de wijk waarin hij gevestigd is a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging speelt in op/maakt gebruik van landelijke of lokale subsidieregelingen en stimuleringsprogramma’s zoals de Sportimpuls a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet De vereniging stelt zich beschikbaar als leerplek voor studenten en/of re-integratie a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
54
91) 92) 93) 94) 95)
Welke activiteiten heeft de vereniging de afgelopen 2 jaar ondernomen om aandacht te besteden aan het voorkomen van ongewenst gedrag of sportiviteit te bevorderen? a. Deelname Positief coachen theatershow, workshop b. De vereniging heeft een intake “Veilig sportklimaat” gehad c. Er is ondersteuning geweest vanuit de bond d. Het bestuur heeft de module ‘Sportief Besturen’ gevolgd e. Er is een beleidsplan opgesteld met aandacht voor sportiviteit en respect f. Clubarbitrageplan opgesteld g. De vereniging heeft gedragsregels/huisregels opgesteld h. De vereniging heeft een convenant/manifest ondertekend i. Er is overleg ingevoerd voor de wedstrijd tussen arbitrage en teams (pre-match briefing) j. Trainers/begeleiders/coaches hebben bijscholing gevolgd op dit gebied k. Er is een informatiebijeenkomst/workshop voor ouders, sporters, begeleiders gehouden l. Campagnemateriaal (vanuit de bond) is ingezet binnen de vereniging m. Beschikbaar filmmateriaal gebruikt in de vereniging n. Er zijn acties gehouden om spelregelkennis te verhogen o. Er is beleid rondom de preventie en aanpak van seksuele intimidatie p. Er zijn acties ondernomen voor de acceptatie van homoseksuelen q. De vereniging organiseert een Fair Play prijs r. Andere, namelijk Sportverenigingen zijn er om hun leden leuk te laten sporten en niet meer dan dat a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Sportverenigingen moeten meer maatregelen treffen voor blessurepreventie a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Sportverenigingen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet Overgewicht tegengaan is niet een taak van sportverenigingen a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet
55
96) Sportverenigingen zouden mensen moeten stimuleren om meer te gaan bewegen a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet 97) Sportiviteit en respect moeten expliciete aandacht hebben in de vereniging a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens f. Weet niet 98) Maakt de vereniging gebruik van groene stroom? a. Ja b. Nee, maar hebben concrete plannen om over te stappen c. Nee 99) Scheidt de vereniging het afval dat wordt geproduceerd? a. Ja b. Nee, op dit moment niet maar er worden voorbereidingen getroffen om dit te realiseren c. Nee 100) Zijn er zonnepanelen geïnstalleerd op de accommodatie van de vereniging? a. Ja b. Nee, maar hier liggen concrete plannen voor c. Nee 101) De vereniging onderneemt andere activiteiten op het gebied van duurzaamheid a. Helemaal niet mee eens b. Grotendeel niet mee eens c. Neutraal d. Grotendeels mee eens e. Helemaal mee eens
56
Bijlage 2 - Vragen onttrokken uit de score (inzichtvragen) Kunt u uw antwoord op vraag 7 toelichten? Kunt u uw antwoord op vraag 8 toelichten? Toelichting vraag 9 Toelichting vraag 10 Kunt u uw antwoord op vraag 11 toelichten? 13. Welke van de volgende nevenfaciliteiten en voorzieningen biedt uw vereniging? 28. Is de vereniging van plan om in de (nabije) toekomst aanspraak te maken op gemeentelijke subsidie? 28a. Binnen welke termijn gaat de vereniging aanspraak maken op gemeentelijke subsidie? 28b. Kunt u een indicatie geven over de grootte van de aanvraag op gemeentelijke subsidie? 28. Waar is de aan te vragen gemeentelijke subsidie voor bestemd? 28. Kunt u de vorige vraag toelichten? 29. Hoeveel actief sportende leden heeft de vereniging? 30. Hoeveel niet-sportende leden heeft de vereniging? 31. Hoeveel jeugdleden heeft de vereniging? 35. Heeft uw vereniging op dit moment een ledenstop? 36. Hanteert de vereniging een wachtlijst? 37. Is er beleid voor het werven van potentiële sporters met een lichamelijke of geestelijke beperking? 55. Waar zet het bestuur zich het komende jaar met name voor in? 56. Met welke van de onderstaande organisaties/instanties heeft de vereniging het afgelopen jaar (seizoen) samengewerkt? 57. Wat heeft de samenwerking behelst? 59. Met wat voor een sportvereniging(en) werkt de vereniging samen? 78. Maakt de vereniging daarbij gebruik van aanbod/activiteiten dat door een andere organisatie is ontwikkeld? 80. Welk percentage van de sportende leden neemt deel aan een formele of officiële competitie? 81. Welk sportaanbod heeft de vereniging voor leden met een beperking? 91. Welke activiteiten heeft de vereniging de afgelopen 2 jaar ondernomen om aandacht te besteden aan het voorkomen van ongewenst gedrag of om sportiviteit te bevorderen? 91. Toelichting op vraag 90 29b. Hoeveel actief sportende leden met een beperking heeft de vereniging? 29c. Hoeveel actief sportende leden van 50 jaar of ouder heeft de vereniging?
57
Bijlage 3 - Maximale waardering per vraag Accommodatie Heeft uw vereniging te maken met onder- of overcapaciteit m.b.t. de accommodatie?
Voldoet de kwaliteit van uw accommodatie (zalen, velden of baden) aan de door uw gestelde eisen?
1
0.5
Voldoen de voorzieningen (kleedkamers, sanitair, opslagruimte, afsluitbare ruimte, parkeergelegenheid) op 1 uw accommodatie aan de behoefte van uw vereniging? Met (het aantal beschikbare uren in) de huidige accommodatie op de huidige locatie kunnen we nog jaren 2 vooruit. De accommodatie (veld/zaal/zwembad/clubhuis/kleedkamers enz.) is in goede staat.
1
Heeft uw vereniging een financieel jaarverslag?
1
Sluit de verenigingsruimte/kantine aan bij de behoefte van uw vereniging? Financiën
Hoe beschrijft u de financiële positie van de vereniging?
De vereniging denkt bij het financieel beleid een aantal jaren vooruit.
1 2 2
De vereniging heeft (zonder reserveringen aan te spreken) altijd ruimte binnen haar begroting voor on- 1 verwachte uitgaven (tegenvallers of leuke extraatjes). De vereniging heeft jaarlijks een sluitende begroting.
2
Inkomsten uit contributies van leden is dit jaar ten opzichte van het jaar daarvoor
1
De laatste jaren ondervindt de vereniging steeds meer problemen met het innen van contributies De vereniging weet eenvoudig nieuwe financiële middelen te vinden De kantineomzet is dit jaar ten opzichte van het jaar daarvoor
Inkomsten uit sponsoring en reclame (excl. gemeente) zijn dit jaar ten opzichte van het jaar daarvoor De vereniging is afhankelijk van gemeentelijke bijdrage(n) Heeft de vereniging een sponsorplan?
Beschikt de vereniging over een goede financiële structuur?
Is de vereniging in staat om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen? Ledenwerving & behoud
Hoe heeft het ledental zich de afgelopen twee jaar ontwikkeld? De vereniging is in staat nieuwe leden aan te trekken De vereniging is in staat leden te behouden
De meeste leden voelen zich sterk betrokken bij de vereniging
1 1 1 1 2 1 1 2 2 1 2
0.5
58
Beleid & Structuur Bestaat er een goede samenwerking tussen bestuur, commissies, vrijwilligers en andere betrokkenen in de 1 vereniging Het bestuur peilt ieder jaar wat er leeft onder de leden
1
De functies, taken en verantwoordelijkheden zijn voor iedereen helder
1
Het bestuur bewaakt actief de grote lijnen uit het beleidsplan
2
Bij de vereniging is altijd een actueel organogram beschikbaar
0.5
De vereniging beschikt over een duidelijke missie en visie voor de lange termijn, waar zowel het bestuur als 2 de leden achter staan De vereniging werk altijd volgens een algemeen recent beleidsplan voor de lange termijn
2
Heeft de vereniging een visiedocument waarin o.a. de visie op breedtesport, talent en prestatiesport in wordt 1 omschreven? Het kader van de vereniging is bekend met het beleidsplan en werkt hiermee De vereniging werkt volgens een actieplan voor de korte termijn
1 1
Zijn er actuele functieomschrijvingen van alle vrijwilligersfuncties en bestuursfuncties binnen de vereniging? 0,5 Organiseert de vereniging minimaal één algemene ledenvergadering en begrotingsvergadering per jaar? Heeft de vereniging een beleid omtrent waarden en normen? En wordt deze actief gehanteerd?
Heeft de vereniging een beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht? En wordt deze actief gehanteerd. Hoe ziet u de toekomst van de vereniging? Kader
De vereniging heeft geen problemen posities binnen het bestuur en commissies op te vullen De samenstelling van het bestuur en commissies is divers
Beschikt de vereniging momenteel over voldoende vrijwilligers?
Heeft de vereniging het vrijwilligersbeleid uitgebreid vastgelegd?
Hoeveel leden woonden de laatste algemene ledenvergadering bij? (Schatting) Heeft de vereniging voldoende niet-technisch kader?
2 1 2 1 2
0.5 2 1 1 1
Beschikt het niet-technisch kader van de vereniging over voldoende capaciteiten voor het uitoefenen van 1 haar taken? Beschikt het technisch kader over voldoende capaciteit en opleiding
1
Is er een verenigingsmanager aangesteld binnen de vereniging?
0.5
Speelt de vereniging in op het feit dat mensen zich niet meer vaak voor een langere tijd als vrijwilliger willen 1 binden aan de vereniging?
59
Sportaanbod & nevenactiviteiten De aangeboden reguliere sportactiviteiten (trainingen en competitie) sluiten aan op de behoefte van leden Organiseert de vereniging ook andere activiteiten naast het reguliere sportaanbod?
Hoe actief is de vereniging met het introduceren van nieuwe sport- en spelactiviteiten
2 1
0.5
Hoe actief is de vereniging bezig met het introduceren van nieuwe sport- en spelactiviteiten voor specifieke 0.5 doelgroepen Hoe actief is de vereniging bezig met flexibiliseren van lidmaatschappen en /of contributievormen?
0.5
Is er in uw vereniging specifiek opgeleid kader beschikbaar voor leden met een beperking?
1
De communicatie tussen de verschillende commissies onderling en naar het bestuur verloopt goed
1
De vereniging onderhoudt intensief contact met de voor hen relevante partijen
1
Heeft de vereniging het afgelopen jaar (seizoen) (sport)activiteiten georganiseerd waarbij deelname open- 1 stond voor niet leden? Communicatie
De leden worden van alle ontwikkelingen die hen aangaan persoonlijk (schriftelijk en/of mondeling) op de 1 hoogte gehouden De communicatie tussen het technisch en niet technisch kader verloopt goed
De vereniging besteedt veel aandacht aan de communicatie met potentiële leden Maatschappelijk
1 1
De vereniging organiseert, of heeft hier concrete voornemens toe, laagdrempelige activiteiten om inactieve 2 burgers meer te laten bewegen De vereniging is betrokken bij de wijk waarin hij gevestigd is
2
De vereniging stelt zich beschikbaar als leerplek voor studenten en/of re-integratie
1
Sportverenigingen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid
0.5
De vereniging speelt in op/maakt gebruik van landelijke of lokale subsidieregelingen en stimuleringspro- 1 gramma's zoals de Sportimpuls Sportverenigingen zijn er om hun leden leuk te laten sporten en niet meer dan dat Sportverenigingen moeten meer maatregelen treffen voor blessurepreventie Overgewicht tegengaan is niet een taak van sportverenigingen
Sportverenigingen zouden mensen moeten stimuleren om meer te gaan bewegen Sportiviteit en respect moeten expliciete aandacht hebben in de vereniging Maakt de vereniging gebruik van groene stroom?
Scheidt de vereniging het afval dat wordt geproduceerd?
Zijn er zonnepanelen geïnstalleerd op de accommodatie van de vereniging?
De vereniging onderneemt andere activiteiten op het gebied van duurzaamheid
2
0.5 0.5 0.5 1 1 1 1 1
60
Bijlage 4 Waardering per antwoordmogelijkheid stellingen De stellingen zijn verdeeld over de volgende prioriteiten; elke prioriteit met een eigen waardering. Hieronder de waarderingen die aan elke prioriteit zijn gegeven. Wanneer 1 negatief is: Stellingen PRIO A 1 2 3 4 5
Score 0 0,5 1 1,5 2
Stellingen PRIO B 1 2 3 4 5
Score 0 0,2 0,5 0,8 1
Stellingen PRIO A 1 2 3 4 5
Score 2 1,5 1 0,5 0
Stellingen PRIO B 1 2 3 4 5
Score 1 0,8 0,5 0,2 0
Wanneer 1 positief is:
Tabel 3.4.1.
Stellingen PRIO C 1 2 3 4 5
Score 0 0,1 0,2 0,4 0,5
Stellingen PRIO C 1 2 3 4 5
Score 0,5 0,4 0,2 0,1 0
Negatief Hieronder de verdeling van de stellingen binnen de verschillende prioriteiten. Prioriteit A
Stelling 9 Stelling 15 Stelling 32 Stelling 39 Stelling 41 Stelling 43 Stelling 53 Stelling 62 Stelling 76 Stelling 77
Prioriteit B
Stelling 10 Stelling 16 Stelling 18 Stelling 31 Stelling 37 Stelling 40 Stelling 44 Stelling 44b Stelling 71 Stelling 72 Stelling 73 Stelling 74 Stelling 75 Stelling 78 Stelling 79 Stelling 86 Stelling 90
Stelling 36 Stelling 54 Stelling 82 Stelling 83 Stelling 85
Prioriteit C
61
Positief Prioriteit A
Prioriteit B
Stelling 22 Stelling 81
Stelling 17
Prioriteit C Stelling 84
Waardering per antwoordmogelijkheid vragen 2e Kolom antwoord mogelijkheden 3e Kolom waardering
6. Heeft de vereniging te maken met onder- of overcapaciteit m.b.t. de accommodatie?
6 6 6 6 6
4 5 1 2 3
0 0 1 0,5 0,5
Ja, op dit moment kampen wij met ondercapaciteit. Ja, op dit moment kampen wij met overcapaciteit. Nee, niet op dit moment en verwacht ook niet in de nabije toekomst. Nee, niet op dit moment maar verwacht ondercapaciteit in de nabije toekomst. Nee, niet op dit moment maar verwacht overcapaciteit in de nabije toekomst.
7. Voldoet de kwaliteit van de accommodatie (zalen, velden of baden) aan de door uw gestelde eisen? 7 7
2 3
0,5 0
Ja, de kwaliteit van onze zalen, velden of baden voldoen aan onze eisen. Nee, de kwaliteit van onze zalen, velden of baden voldoen niet aan onze eisen.
8. Voldoen de voorzieningen (kleedkamers, sanitair, opslagruimte, afsluitbare ruimte, parkeergelegenheid) op de accommodatie aan de behoefte van de vereniging? 8 2 0,5 8 3 1 8 1 0
Ja, de voorzieningen voldoen aan onze behoefte op dit moment maar verwachten problemen in de nabije toekomst. Ja, de voorzieningen voldoen aan onze behoefte. Nee, de voorzieningen voldoen niet aan onze behoefte.
11. Sluit de verenigingsruimte/kantine aan bij de behoefte van de vereniging? 11 2 0,5 11 1 1 11 3 0
ja, de verenigingsruimte/kantine voldoet aan onze behoefte op dit moment maar voorzien problemen in de nabije toekomst. ja, de verenigingsruimte/kantine voldoet aan onze behoefte. Nee, de verenigingsruimte/kantine voldoet niet aan onze behoefte.
62
13. Heeft uw vereniging een financieel jaarverslag? 13 13 13
1 3 2
1 0 0,5
Ja, de vereniging heeft een financieel jaarverslag. Nee, de vereniging heeft geen financieel jaarverslag en deze ook nooit gehad. Nee, de vereniging heeft geen financieel jaarverslag maar heeft deze in het verleden wel gehad.
16. Heeft de vereniging jaarlijks een sluitende begroting? 16 16 16
2 1 3
1 2 0
Ja, de vereniging heeft jaarlijks een sluitende begroting met behulp van subsidie. Ja, de vereniging heeft jaarlijks een sluitende begroting. Nee, de vereniging heeft jaarlijks geen sluitende begroting inclusief subsidie.
23. Heeft de vereniging een sponsorplan? 23 23 23
1 2 3
1 0,5 0
Ja, de vereniging heeft een sponsorplan en gebruikt deze actief Ja, de vereniging heeft een sponsorplan maar gebruikt deze niet tot nauwelijks. Nee, de vereniging heeft geen sponsorplan tot haar beschikking.
24. Beschikt de vereniging over een goede financiële structuur? 24 0,8 Ja, de vereniging heeft een meerjarig financieel beleidsplan en is financieel gezond maar verwachten problemen in de nabije toekomst. 24 1 1 Ja, de vereniging heeft een meerjarig financieel beleidsplan en is financieel gezond. 24 4 0 Nee, de vereniging heeft geen meerjarig financieel beleidsplan en is financieel ongezond. 24 3 0,5 Nee, de vereniging heeft geen meerjarig financieel beleidsplan maar is wel financieel gezond.
25. Is de vereniging in staat om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen? 25 1 2 25 2 1 25 3 0
Ja, de vereniging heeft geen problemen om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Ja, de vereniging is in staat om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen maar met moeite. Nee, de vereniging is op dit moment niet in staat om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen.
38. Het bestuur peilt regelmatig wat er leeft onder de leden.
38 38 38 38 38 38
2 1 3 6 4 5
1 0 0,8 0,2 0,6 0,4
Half jaarlijks Helemaal niet Jaarlijks Om de 10 jaar Om de 2 jaar Om de 5 jaar
63
42. Heeft de vereniging een visiedocument waarin o.a. de visie op breedtesport, talent en prestatiesport wordt omschreven? 42 42
1 2
1 0
Ja, de vereniging heeft zijn visie vastgelegd in een visiedocument. Nee, de vereniging heeft zijn visie niet vastgelegd in een visiedocument.
45. Bij de vereniging is altijd een actueel organogram beschikbaar. 45 45 45
1 3 2
0,5 0 0,2
Ja, er is een actuele organogram van de organisatie aanwezig. Nee, er is helemaal geen organogram aanwezig van de vereniging. Nee, er is wel een organogram aanwezig maar geen actuele.
46. Zijn er actuele functieomschrijvingen van alle vrijwilligersfuncties en bestuursfuncties binnen de vereniging?
46 46 46 46
1 2 3 4
0,5 0,2 0,3 0
Ja, voor alle functies binnen de vereniging zijn er omschrijvingen beschikbaar. Nee, alleen voor de bestuursfuncties zijn omschrijvingen beschikbaar. Nee, alleen voor de vrijwilligersfuncties zijn omschrijvingen beschikbaar. Nee, er zijn geen functieomschrijvingen beschikbaar binnen de vereniging.
47. Organiseert de vereniging minimaal één algemene ledenvergadering en begrotingsvergadering per jaar? 47 47 47
1 2 3
2 1,5 0,8
Ja, de vereniging organiseert een jaarlijkse ALV en begrotingsvergadering. Nee, de vereniging organiseert alleen een ALV. Nee, de vereniging organiseert alleen een begrotingsvergadering.
48. Heeft de vereniging een beleid omtrent waarden en normen en wordt deze actief gehanteerd? 48 1 1 48 2 0,5 48 3 0
Ja, de vereniging heeft een beleid omtrent waarden en normen en deze wordt actief gehanteerd. Nee, de vereniging heeft een beleid omtrent waarden en normen maar deze wordt niet actief gehanteerd. Nee, de vereniging heeft geen beleid omtrent waarden en normen.
49. Heeft de vereniging een beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht? 49 1 2 49 2 1 49 3 0
Ja, de vereniging heeft een beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht en deze wordt actief gehanteerd. Nee, de vereniging heeft een beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht maar deze wordt niet actief gehanteerd. Nee, de vereniging heeft geen beleid omtrent alcohol & jeugd en overgewicht.
64
50. Hoe ziet u de toekomst van de vereniging?
50 50 50 50 50
3 4 5 1 2
0,5 0,2 0 1 0,8
Niet zonnig maar ook niet somber Somber Zeer somber Zeer zonnig Zonnig
55. Beschikt de vereniging momenteel over voldoende vrijwilligers? 55 2 1,3 55 1 2 55 3 0,8 55 4 0
Ja, maar we zijn ook nog op zoek naar vrijwilligers. Ja, we zijn niet op zoek naar vrijwilligers. Nee, de vereniging heeft een vrijwilligerstekort en zet al extra in op de werving van vrijwilligers. Nee, de vereniging heeft een vrijwilligerstekort maar zet nog niet extra in op de werving van vrijwilligers.
56. Heeft de vereniging het vrijwilligersbeleid uitgebreid vastgelegd? 56 56 56
2 1 3
0,5 1 0
Ja, de vereniging heeft een basisbeleid vastgelegd omtrent vrijwilligers. Ja, de vereniging heeft een uitgebreid vrijwilligersbeleid vastgelegd. Nee, de vereniging heeft geen beleid omtrent vrijwilligers.
58. Heeft de vereniging voldoende niet-technisch kader?
58 58 58 58
1 4 3 2
1 0 0,5 0,5
Ja, de vereniging heeft voldoende bestuursleden en commissieleden. Nee, de vereniging heeft niet voldoende bestuursleden zowel als commissieleden. Nee, de vereniging heeft niet voldoende bestuursleden. Nee, de vereniging heeft niet voldoende commissieleden.
59. Beschikt het niet-technisch kader over voldoende capaciteit voor het uitoefenen van haar taken? 59 1 1 59 2 0,5 59 3 0
Ja, het niet-technisch kader beschikt over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren. Nee, een deel van het niet-technisch kader beschikt niet over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren. Nee, het niet-technisch kader beschikt niet over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren.
60. Speelt de vereniging in op het feit dat mensen zich steeds minder voor een langere tijd als vrijwilliger willen binden aan de vereniging? 60 60 60
3 1 2
1 0,7 0
De vereniging merkt deze trend niet binnen de vereniging. Ja, de vereniging heeft hiervoor een plan op papier staan. Nee, de vereniging speelt hier niet actief op in.
65
61. Is er een verenigingsmanager aangesteld binnen de vereniging? 61 61 61
1 3 2
0,5 0,2 0
Ja. Nee, maar wel van plan er één aan te stellen. Nee.
63. Organiseert de vereniging ook andere activiteiten naast het reguliere sportaanbod? 63 63 63
2 1 3
0,5 1 0
Ja, de vereniging biedt een aantal extra activiteiten aan. Ja, de vereniging biedt een uitgebreid aanbod van activiteiten aan. Nee, de vereniging biedt geen extra activiteiten aan naast het reguliere aanbod.
68. Heeft de vereniging het afgelopen jaar (seizoen) (sport)activiteiten georganiseerd waarbij deelname open stond voor niet-leden?
68 68 68 68
1 2 3 4
1 1 1 0
Ja, geheel door de vereniging zelf georganiseerd. Ja, in samenwerking met de bond. Ja, in samenwerking met de gemeente. Nee.
87. Maakt de vereniging gebruik van groene stroom? 87 87 87
1 2 3
1 0,5 0
Ja. Nee, maar hebben concrete plannen om over te stappen. Nee.
88. Scheidt de vereniging het afval dat wordt geproduceerd? 88 88 88
1 2 3
1 0,5 0
Ja. Nee, op dit moment niet maar er worden voorbereidingen getroffen om dit te realiseren. Nee.
89. Zijn er zonnepanelen geïnstalleerd op de accommodatie van de vereniging? 89 89 89
1 2 3
1 0,5 0
Ja. Nee, maar hier liggen concrete plannen voor. Nee.
59b. Beschikt het technisch kader over voldoende capaciteit? 59b 1 1 59b 2 0,5 59b 3 0
Ja, het technisch kader beschikt over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren. Nee, een deel van het technisch kader beschikt niet over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren. Nee, het technisch kader beschikt niet over voldoende capaciteiten om haar taken uit te voeren.
66
70b. Is er in uw vereniging specifiek opgeleid kader beschikbaar voor leden met een beperking? 70b 70b 70b
3 2 1
0 0,5 1
Er is geen specifiek opgeleid kader voor sporters met een beperking. Er zijn één of meerdere begeleiders die rondom het sporten kunnen worden ingezet. Er zijn één of meerdere speciaal opgeleide begeleiders voor sporters met een beperking.
57. Hoeveel leden woonden de laatste ALV bij?
57 57 57 57 57 57 57 57 5
1 2 3 4 5 6 7 8 9
0,1 0,1 0,3 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 1
0-5% 6-10% 11-15% 16-20% 21-30% 31-40% 41-50% 51-75% 76-100%
67
Bijlage 5 Overzicht van deelgenomen sportverenigingen Voetbalvereniging Apeldoornse Boys
Respons met enquête
Voetbalvereniging AGOVV
Respons met enquête
Voetbalvereniging Robur et Velocitas Volleybalvereniging Alterno
Tennisvereniging ALTV Daisy
Tennisvereniging ALTV Quick Tennisvereniging ALTV Tepci
Apeldoornse Korfbalclub Steeds Hooger
Apeldoornse Kynologen Club Apeldoorn
Apeldoornse Ren & Toeristenvereniging De Adelaar Apeldoornse Roei Vereniging de Grift Voetbalvereniging Alexandria Atletiekvereniging Veluwe Avalon Sports
Voetbalvereniging Columbia Badmintonclub ABC Satria
Badmintonvereniging Valkenberg Beekbergse Sport Vereniging
Gymnastiekvereniging De Kempers Gymnastiekvereniging KDO
Gymnastiekvereniging Novitas Gymnastiekvereniging NTK Handbalvereniging Achilles Hockeyclub Ares
Hockeyvereniging AMHC
Honk- en Softbalvereniging Robur ‘58 Jeu de Boulevereniging ‘t Zwijntje
Rijvereniging en pony club W.W.N.A. Tennisvereniging L.T.C. Loenen
Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête
68
69
Mountainbikeclub Bar-End
Respons met enquête
Omnisportvereniging WSV
Respons met enquête
Omnisportvereniging DIO-Ugchelen Sportvereniging Groen Wit ‘62 Sportclub Klarenbeek
Schaakvereniging De Schaakmaat Sportclub Teuge
Sportvereniging Dio Beemte
Sportvereniging Hart Nodig Apeldoorn
Stichting Paardrijden Gehandicapten Apeldoorn Stichting Trim Apeldoorn
Schermvereniging Surtout
Sportvereniging Appoldro Sportvereniging Dynamo
Sportvereniging Orderbos
Tafeltennisvereniging De Brug
Tafeltennisvereniging De Veluwe Trial Club Apeldoorn
Tennisclub Sprenkelaar Tennisclub Ugchelen
Tennisvereniging De Maten Tennisvereniging VEGO
Rugbyvereniging The Rams RFC Tafeltennisvereniging Futura
Voetbalvereniging Beekbergen
Voetbalvereniging Loenermark
Voetbalvereniging csv Apeldoorn Voetbalvereniging WWNA Voetbalvereniging T.K.A.
Voetbalvereniging ZVV ‘56
Honk en Softbalvereniging WSB Zaalsport Apeldoorn
Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête Respons met enquête
70
71
Zwemvereniging De Apeldoornse Watervrienden
Respons met enquête
Voetbalvereniging Beatrix
Respons zonder enquête
Zwemvereniging Aquapoldro Voetbalvereniging Albatros
Budo- en recreatiesport Sakura St. Apeldoorns Biljartcentrum
Trampolinevereniging Cleton Sports Atletiekvereniging AV’34
Sportvereniging Prins Bernhard Korfbalvereniging Atalante
Tennisvereniging Kerschoten
Schaats- en Skeelervereniging DNIJ Wandelvereniging De Trekvogels Aikido Apeldoorn
Apeldoornse ruitersportvereniging Dakotaruiters Apeldoornse Vrijwillige Reddingsbrigade Badmintonclub ‘70 Veluwe Biljartvereniging DTRC
Gymnastiekvereniging GTH Torpedo Voetbalvereniging Victoria Boys BMX Apeldoorn
Tennisvereniging Beekbergen
Respons met enquête
Respons zonder enquête Respons zonder enquête Respons zonder enquête Respons zonder enquête Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname Geen deelname
Respons ontvangen na sluiting Geen deelname Geen deelname
Sportraad Apeldoorn | Vlijtseweg 130 | 7317 AK Apeldoorn | 055 360 4570 | www.sportraad.nl