Vergadering
Commissie Ruimte en Wonen Datum vergadering
Aanvang/einde
Contactpersoon
29 november 2010
20.00 uur
J. van Rooijen
Plaats vergadering
Doorkiesnummer
Gemeentehuis
5229411
Verslag
Aanwezig
R.M.L.L. Tulleken B.G.J.S. Sonneveld H.L. Hermans C. Steijger J. in 't Veld E. van der Woerdt N. Butterman J. Hopster B.M. Adema-Jansen A. Kremer J.A. Klop L.A.F. Godschalk R.H. Zwart J.C. Dekker J. de Wit J.G.T. Pruijn J. van Rooijen
Voorzitter Leefbaar Zeewolde Leefbaar Zeewolde VVD VVD VVD CDA CDA ChristenUnie ChristenUnie PvdA/GroenLinks PvdA/GroenLinks D66 D66 Burgerbelang Burgerbelang Commissiegriffier
Voorts aanwezig
G.M. Dijksterhuis W. Prins H. de Vries J. de Vries
Wethouder Wethouder Wethouder Medewerker afdeling Ontwikkeling
Afwezig
T.S. Schaaf M.J. Jacops
Leefbaar Zeewolde PvdA/GroenLinks
2 1.
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur. Er is bericht van verhindering ontvangen van de heren Schaaf en Jacops. De heer Jacops wordt vervangen door de heer Godschalk. 2.
Vaststellen agenda
Er zijn geen opmerkingen, de agenda wordt vastgesteld. 3.
Mededelingen/(eventueel) aan de raad gerichte brieven
Er zijn geen mededelingen en aan de raad gerichte brieven. 4.
Verslag van de vergadering d.d. 8 november 2010
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 5.
Termijnagenda commissie Ruimte en Wonen d.d. december
De heer Butterman merkt op dat de termijnagenda leeg is. Een termijnagenda hoort over een heel jaar te gaan en moet visie en ambitie uitstralen. Het CDA hoopt daarom dat de termijnagenda snel wordt gevuld zodat iedereen dan weet wat er het komend jaar te verwachten valt. Wethouder Prins beaamt dat de termijnagenda op dit moment leeg is. Er wordt momenteel druk gewerkt aan het maken van afdelingsplannen. Zelf heeft ze van haar afdeling al een eerste opzet gezien. Ze gaat ervan uit dat die er ook ligt van de andere afdelingen. Zij hoopt bij de volgende commissievergadering een volledige termijnagenda te kunnen presenteren. De vergadering wordt enkele minuten geschorst in verband met een storing. De voorzitter heropent de vergadering. De voorzitter deelt mee dat er bij agendapunt 7 een presentatie is gepland. Hij stelt voor die presentatie naar voren te halen. Iedereen gaat hiermee akkoord. 7.
Conceptraadsvoorstel duurzaamheidsprogramma Zeewolde
John de Vries, beleidsmedewerker Milieu, doet de presentatie. Het duurzaamheidsprogramma is beslist geen regulier milieubeleidsplan, want bij een milieubeleidsplan is er sprake van een intern gericht plan, met de beschikbare middelen en tijd. In 2007 was er een evaluatie van het toenmalige milieubeleidsplan. De raad gaf toen aan met een volgend plan naar een hogere ambitie te willen, zonder meer middelen ter beschikking te stellen. Dat was een uitdaging. Eigenlijk was toen al bekend dat een dergelijke ambitie met de beschikbare middelen, tijd en instrumenten bijna niet haalbaar was. Daar was meer voor nodig. Daarom onderzocht de gemeente de mogelijkheden tot samenwerking.
3 Het duurzaamheidsprogramma dat daaruit ontstond, beoogt een paraplu te zijn waaronder projecten kunnen worden gehangen. De nadruk ligt op samenwerking, op gezamenlijke deskundigheid en het benutten van elkaars netwerken. Want uiteindelijk leidt samenwerking tot meer binding en meer respect. In het verleden werkte de gemeente al op adhocbasis samen. Nu wil ze daar meer structuur in aanbrengen. De te volgen marsroute begint met de duurzame kansenkaarten van Zeewolde. In 2008 was er een inwonersenquête, waaruit een aantal belangrijke milieuthema's voortkwam. In 2009 was er een nulmeting Natuur en Milieu. Uit die twee onderzoeken kwamen de thema's Energie, Natuur, Duurzaam Bouwen en Natuur- en Milieueducatie naar voren. De gemeente wil de dialoog aangaan met bedrijven, instellingen en burgers. Het moet mogelijk zijn om te komen tot zogenoemde gezamenlijke duurzame projecten (sustainable joined adventures). Het is de bedoeling om eind 2011 een portfolio op te leveren van projecten die Zeewolde met die partners wil realiseren. Duurzaamheid is mensenwerk. Daarom stelt spreker een aantal mensen voor met wie de gemeente al samenwerkt of wil gaan samenwerken: Rob van den Broek, initiator millenniumconcerten (met hem is het de bedoeling een heemtuin te ontwikkelen in de Polderwijk); Jan van der Wolf, voorzitter denktank millennium; Corrie Vonk, initiatiefneemster project Pentakel (woningen in de Polderwijk met een hoge duurzaamheidambitie); Rudi Hol, manager Vastgoed van Woonpalet die zal bezien hoe nieuwbouw in de Polderwijk verder verduurzaamd kan worden en die zich kritisch zal bezighouden met het energielabel van het eigen woningenbestand van ongeveer tweeduizend woningen en Douwe Monsma, initiatiefnemer windmolenproject Zuidlob (ideale tussenpersoon tussen gemeente en agrariërs). Deze mensen en nog veel meer mensen kunnen voor Zeewolde, wat samenwerking betreft, veel betekenen. Datzelfde geldt voor bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarvan spreker er eveneens een aantal opsomt: Rabobank, Raedthuys, Sevenbore, Isovast B.V. en RR Led Solutions. Wie voorloopt op duurzaamheid kan een enorme voorsprong teweegbrengen. Zeewolde kan in samenwerking met het bedrijfsleven voor een voorsprong zorgen. Duurzaamheid is duur, maar loont wel. Spreker toont dat aan door erop te wijzen dat Zeewolde in 2009 overstapte op groene stroom van HVC (Huisvuilcentrale Alkmaar). Van een deel van het afval van Zeewolde wordt groene stroom gemaakt die de gemeente tegen een aantrekkelijk tarief weer afneemt. Vanuit die samenwerking deed HVC ook de Energievisie, een energiescan. Er is gekeken welke mogelijkheden er zijn om met lokale, duurzame bronnen in je totale energiebehoefte te voorzien. De studie is nagenoeg afgerond en zal binnenkort aan de commissie worden voorgelegd. Ook het aandeel in het windmolenproject Zuidlob, waarmee de gemeente € 30.000,- per jaar aan dividend verwacht te genereren, is een duurzaam project. Dit geld wil de gemeente inzetten om het duurzaamheidsprogramma (ten dele) te financieren. Daarmee kan de gemeente aan de belofte voldoen van hogere ambitie zonder extra kosten. Wel is de komende twee jaar een eenmalige bijdrage nodig om het project te kunnen opstarten, maar dit project bedruipt in principe zichzelf daarna.
4 Voorts is de gemeente voornemens om in april 2011 een energieweek te organiseren, gericht op huishoudens en bedrijven, teneinde hen over te halen over te stappen op groene stroom en energie te gaan besparen. Er komt een vliegerproject voor basisscholen, een energiemarkt en kinderen kunnen aan een energiekanjertest meedoen. Voorts gaat de gemeente een project doen in samenwerking met de Bedrijfskring, het Wereldnatuurfonds en het middelbaar onderwijs. Maatschappelijke stagiaires gaan bij bedrijven langs om een check uit te voeren op duurzaamheid, waarbij ze niet alleen kijken naar het energieverbruik, maar ook naar afval en meer. Scoort een bedrijf goed, dan krijgt het een sticker. Scoort een bedrijf minder, dan worden tips gegeven om te verbeteren. Na een halfjaar wordt beoordeeld of de sticker alsnog kan worden uitgedeeld. Een en ander wordt door de Alcoa Foundation (een Amerikaans bedrijf met een vestiging in Harderwijk) gefinancierd. Deze stichting wil een bijdrage leveren aan duurzaamheid. Het geld gebruikt de gemeente ten dele als cofinanciering om een subsidie aan te vragen bij Agentschap NL. Wellicht wordt het bedrag verdubbeld, waardoor bewezen is dat samenwerking loont. Voor de toekomst beoogt de gemeente via de duurzame kansenkaart met bedrijven de dialoog te kunnen aangaan. Zeewolde heeft kansen. Kijk naar de eerste levering van biogas aan de Polderwijk, naar windmolenprojecten, elektrisch rijden, zonnepanelen. Er zijn genoeg mogelijkheden die in Zeewolde kunnen worden uitgerold. De kiekendief is symbool van heel Flevoland, de grauwe kiekendief komt speciaal in Zeewolde voor. Als de gemeente iets zou doen aan akkerrandenbeheer, de wegbermen natuurlijker invullen, zou er een prachtige biotoop kunnen ontstaan voor deze bijzondere vogel. Alle genoemde projecten wil de gemeente in combinatie zien met natuur- en milieueducatie. Daarom is de gemeente ook bezig een scholennetwerk op te richten zodat scholen gaan samenwerken op dit aspect. De voorzitter dankt de heer De Vries voor zijn presentatie. Er zijn geen vragen. De voorzitter stelt voor aansluitend agendapunt 7 te behandelen. Aldus wordt besloten. Eerste termijn De heer Godschalk is blij met het aangeboden programma. Dit onderwerp houdt hem al vanaf de eerste oliecrisis diepgaand bezig. Hij vraagt zich een aantal zaken af. Er is gekozen voor verruiming van de doelstelling: van een milieubeleidsplan naar een duurzaamheidsprogramma. Het lijkt er nu op dat Zeewolde moet wachten tot eind 2011 alvorens er met één project kan worden gestart. Er wordt aangegeven dat er ruimte is om steeds een project te 'behappen'. Qua bemensing en financiën kan hij zich dat voorstellen. Gelet op de doelstelling om te komen tot duurzame samenleving en duurzaam gebruik van de hulpmiddelen in de samenleving, acht hij verbreding van het programma buitengewoon zinvol, maar betreurt hij het dat het maar om een project per jaar gaat. Inhoudelijk mist hij vooral het eigen beleid. Er is geen beleid dat het eigen apparaat van de gemeente betreft. Het houdt op bij groene stroom. Een van de behoorlijk grote bronnen bij particulier energiegebruik is de ruimteverwarming.
5 Kijkend naar de opbouw van de Polderwijk wordt hij, op een enkel gebouw na, buitengewoon droevig als hij ziet hoe weinig zijkanten van woningen naar de zon zijn toegekeerd zodat de warmte het huis kan binnen komen. De planologische uitgangspunten van de Polderwijk zijn strijdig met de duurzaamheiduitgangspunten zoals die in dit programma worden nagestreefd (bijvoorbeeld biogasverwarming). De Polderwijk is echter nog niet helemaal volgebouwd, dus is er nog een weg tot bekering. Kijk naar wat er in Duitsland op dit gebied gebeurt. Door rotatie van woningen naar de zon toe kun je gemakkelijk 15% energie besparen. In de opsomming van het programma mist hij ook de positie van de burgers. Ze komen nauwelijks voor bij de genoemde participanten. Wel de agrariërs, maar dan alleen de agrarische ondernemers. Het zijn juist de agrarische ondernemers die Zeewolde tot de duurzame gemeente hebben gemaakt die het nu is. Er staan 250 windmolens, er is biovergisting en er zijn bedrijven die eraan werken om uit algen duurzame brandstof te maken. Het kleine beetje budget van € 10.000,- en misschien € 30.000,- voor de gemeente is eigenlijk maar een druppeltje op een gloeiende plaat. Dat is jammer en een gemiste kans. En als je dan ook nog maar een project tegelijk oppakt, dan is dat spijtig. Ook is het verwonderlijk dat bij de bedrijfspartners NUON werd genoemd. NUON is momenteel in handen van een buitenlandse ondernemer en staat niet bepaald bekend als een voorloper op het gebied van het opwekken van groene energie. Het plaatje dat in het voorbeeld wordt gebruikt is een plaatje van de Helianthosfabriek, waar folie met zonnecellen wordt geproduceerd. Deze Helianthosfabriek, waarin veel kennis van het Nederlandse bedrijfsleven zit, staat te koop voor iedere willekeurige partij uit welk land dan ook. Jammer dat juist dit voorbeeld van een niet-duurzame ondernemer naar voren wordt gehaald. Spreker vraagt de wethouder om bij de keuze van de partners te kijken naar het groene gehalte van die partners. Veel andere partners hebben wel een groene uitstraling, NUON niet. Dat pv-zonnecellen 'voor de toekomst' een rol kunnen spelen, hoeft niet zo te zijn. Ook op dit moment is zonnestroom bij grote daken al rendabel. De verwachting is dat deze tak van technologie al in 2015 voor kleine daken met zonnestroom zonder subsidie rendabel is. Spreker brengt speciaal onder de aandacht dat het ook voor grotere daken (niet alleen de gebouwen van bedrijven en agrariërs, maar ook bijvoorbeeld kerkgebouwen) al mogelijk is om zonder subsidie zonnepanelen op het dak te plaatsen. Op zich stemt PvdA/GroenLinks in met het hogere ambitieniveau van het programma, maar de fractie ziet tegelijkertijd dat de middelen om dat ambitieniveau te halen, niet toenemen. De heer Butterman wijst erop dat het de CDA-fractie was die naar aanleiding van de termijnagenda van 4 oktober jl. vroeg wanneer het milieubeleidsplan verwacht kon worden. Het antwoord was toen: 29 november 2010. De fractie is daarom verbaasd dat het vanavond niet op de agenda stond en dat er werd gezegd: "We gaan het niet meer maken, het wordt een duurzaamheidsprogramma." Als vers commissielid voelde hij zich even op het verkeerde been gezet.
6 In het programma staat dat de gemeente met partners gemeenschappelijke duurzaamheidsprojecten wil formuleren en deze gezamenlijk wil gaan uitvoeren. Dat vindt hij vaag geformuleerd. Opvallend is dat de PvdA/GroenLinks NUON niet zo'n goede partner vindt, terwijl volgens hem NUON volledig participeert in het windmolenproject Zuidlob. De gemeente verwacht in 2013 het eerste dividend van dit project en wil dat nu alvast gaan inboeken voor het duurzaamheidsprogramma. Dus we hebben nog geen cent ontvangen, maar voor 2013 is het wel al besteed. De grootte van het bedrag zal afhangen van hoeveel wind er door de bomen zal waaien. Dus als het niet waait, is er geen geld voor het programma. Wat dan? In 2011 hebben we nog geen windmolens in de Zuidlob en dus zeker nog geen dividend. Daarom vraagt het college aan de raad nu al voor 2011 € 20.000,- beschikbaar te stellen voor een kansenkaart die weer nodig is om de dialoog met de partners aan te gaan en zo projecten op te leveren die vervolgens worden uitgevoerd. Zo gaat de gemeente het communiceren. En omdat we in 2012 ook nog geen dividend hebben, wordt voorgesteld om geld uit de algemene reserve te halen. Dat is het toverpotje van het huidige college, waaruit het afgelopen halfjaar al behoorlijk is gegraaid. Hoe vaag kun je iets formuleren? Zijn fractie vindt dat als je een duurzaamheidsprogramma maakt, je dit SMART moet formuleren, ook al wordt op pagina 6 van het duurzaamheidsprogramma aangegeven dat dat niet kan. Zijn fractie vindt dat zij geen standpunt kan innemen als het programma niet SMART wordt geformuleerd, met de drie bekende W's: Wat gaan we ervoor doen, Wat mag het kosten en Wat krijgen we ervoor terug? Er wordt aangegeven dat effectiviteit voorop staat. Dat spreekt zijn fractie aan. Dan wordt echter het voorbeeld genoemd van het windmolenproject Zuidlob. Er wordt al vanaf 1997 aan het realiseren van dit project gewerkt. Aangezien het voorstel is om een project per jaar te doen, heeft hij zo zijn twijfels. Ook wordt in het voorstel gesproken over het aanstellen van een projectleider die het proces, de inbedding en de benodigde tijd moet structureren. Net als de PvdA/GroenLinks vraagt hij zich af hoeveel tijd dat dan gaat kosten en hoeveel fte dat is. Gaat daar dan het geld van het duurzaamheidsprogramma aan op, of komt dat er dan nog bovenop? Tot slot merkt spreker op dat er in Zeewolde al verschrikkelijk duurzaam wordt gewerkt. De voorbeelden werden al genoemd. Dat is mooi. Je kunt je echter afvragen in hoeverre de wijze waarop nu wordt voorgesteld om aan de slag te gaan een kerntaak is van de gemeente. Het vervolg van Kopenhagen is van de week in Cancún gestart. Kijkend naar hoe hoog dit punt daar op de agenda staat, vraagt hij zich af of het wel zo verstandig is dat Zeewolde het zo hoog op de agenda zet. En dat terwijl de financiering moet komen uit de algemene reserve voor de komende twee jaar. Hij twijfelt of het wel een kerntaak van de gemeente is. Hij hoort graag de mening van de wethouder hierover. Al met al staat hij sceptisch tegenover het hele verhaal. Het is weinig concreet en er wordt voorgesorteerd op gelden die Zeewolde misschien wel nooit krijgt. De heer Kremer merkt op dat uit de evaluatie van het vorige milieubeleidsplan naar voren kwam dat er meer ambitie nodig is. Dit programma streeft wel degelijk naar een hoger ambitieniveau.
7 Zijn fractie vindt het programma dan ook realistisch: het positioneren van de gemeente op het gebied van duurzaamheid. Het legt de verantwoordelijkheid bij de juiste partij, namelijk in de markt en geeft de gemeente een realistische rol in de uitvoering. Enkele projecten uit het verleden laten zien dat dat de juiste aanpak kan zijn. Je kunt namelijk als kleinere gemeente niet proberen grotere doelen op het gebied van duurzaamheid na te streven. Daarvoor zijn de middelen nu eenmaal te laag. Er moet een vraag en aanbod zijn. Dit programma biedt de kansen om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. De ChristenUnie staat daar positief tegenover. De fractie heeft echter niet zoveel trek in avonturen. Gelukkig bleek uit de presentatie dat het echt om projecten gaat. In het voorstel wordt gesproken over gelijkblijvende middelen. Toch wordt het budget, het dividend van de windmolens Zuidlob er op termijn voor gebruikt. Is dat gelijkblijvend? Zo wordt het wel erg gemakkelijk om een hogere ambitie te bereiken. Overigens vindt zijn fractie het wel verstandig om dat geld hiervoor te besteden. Het is namelijk gelabeld geld. Een volgende vraag is of het toevallig is dat de kansen overeenkomen met de labels die aan het geld van de dividenduitkering windmolens Zuidlob hangen? Want het is echt te mooi om waar te zijn. Voorts vraagt hij wat de looptijd is van het voorgestelde programma. Er staat nu een aantal kansen op papier, maar hij kan zich voorstellen dat er zich in de loop der tijd nog andere kansen aandienen die met water, lucht of geluid te maken hebben. Daar is dan wel geld voor nodig… Hij snapt dat er wordt uitgegaan van een project per jaar, maar hij kan zich ook voorstellen dat sommige projecten wat langer doorlopen, waardoor er af en toe meerdere projecten tegelijk zullen lopen. Uit de presentatie kreeg hij de indruk dat dat nu al het geval is. Het college verwacht dat er vanaf 2013 structureel geld beschikbaar zal zijn. Tijdelijk is er € 50.000,- nodig om te overbruggen. Graag hoort hij van de wethouder wat de consequentie zou zijn als je wacht tot het geld er is. Tot slot merkt hij op dat er nu dividend uit de Zuidlob zal komen, maar zouden er als uitvloeisel van dit programma nog projecten kunnen komen waar ook dividenden uit te verkrijgen zijn? En zo ja, wordt daar dan rekening mee gehouden? De heer Sonneveld vraagt zich af wie er nu eigenlijk tegen duurzaamheid is. Waarschijnlijk niemand in de zaal. Zeewolde besloot een aantal jaren geleden om millenniumgemeente te worden. Als je zegt dat je dat wordt, krijg je meteen het predikaat. Met dit duurzaamheidsprogramma geeft Zeewolde aan er wel degelijk invulling aan te willen geven. Wat dat betreft maakt hij de wethouder een compliment. Zijn fractie mist wel de concrete projecten. Het voorstel is nog erg in de oriënterende fase. Graag hoort hij van de wethouder of er een soort van plan of uitvoering kan worden gegeven aan de ideeën van dit duurzaamheidsprogramma. Hij is het niet eens met de benaming 'toverpotje' die het CDA hanteert. De algemene reserve is juist bedoeld voor dit soort beleid. Het zijn ook niet de wethouders die dat uitgeven, het is de raad. Gelukkig is niet alles SMART te formuleren. Daar is hij juist blij om.
8 De heer Zwart geeft aan dat D66 erg voor duurzaamheid is en ook graag concreet beleid op dit gebied tegemoet ziet. D66 heeft echter niet zoveel behoefte aan nieuw beleid zolang de gemeente nog aan het bezuinigen is. Een principieel punt voor deze fractie is dat, totdat de taskforcebezuiniging is afgerond, er wat de fractie betreft geen nieuw beleid komt. Ook al is er een potje voor in 2013, dan nog moet het nu maar een jaar wachten. Wat D66 betreft komt er eerst een integrale afweging van waar het minder en waar het meer kan. Die afweging moet volgend jaar in één keer worden uitgevoerd, niet snippergewijs. Als er op andere terreinen dergelijke verzoeken komen, zal D66 hetzelfde betoog houden. In het voorstel ligt de nadruk op de dialoog, maar 'praatjes vullen geen gaatjes'. Dat geldt ook hier. Stickers, kaarten, papier, vliegers, het kost allemaal energie. Wil je dan toch concreet zijn, dan kan hij wel voorbeelden noemen van wat je met € 30.000,- kunt doen: energiecellen monteren op het dak van het gemeentehuis, twee vrachtwagens van de gemeente ombouwen tot elektrische auto's of een verkeersdrempel weghalen, wat heel wat brandstofbesparing oplevert. Dus wat D66 betreft: dit voorstel niet nu en als het komt, graag concreter! De heer De Wit zegt dat ook zijn fractie bezwaren heeft tegen de vaagheid van de plannen. Dat is eigenlijk niet los te zien van agendapunt 6, het windmolenproject Zuidlob. We nemen met zijn allen aan dat de molens, als die in 2013 geplaatst worden, ook direct rendabel zijn. Maar dat is de vraag. Net zoals het de vraag is of het dan direct geld oplevert, namelijk die € 30.000,-. Kijkend naar wat er voor de € 20.000,- en vervolgens € 30.000,gerealiseerd moet gaan worden, is zijn fractie niet erg onder de indruk. Het is ook nog zo dat er tot 2013 € 10.000,- blijft staan van het vorige beleidsplan. Dus in feite komt het neer op € 70.000,- en dan is hij helemaal niet onder de indruk. Het is allemaal erg vaag, het gaat meer om goede wensen. De verwachting is dat er voldoende animo zal zijn bij partners om te gaan samenwerken. Dat is eigenlijk meer een papieren tijger dan een concreet plan. Zijn fractie zou graag wat meer concrete mogelijkheden genoemd zien. Over de € 10.000,- die met ingang van 2013 komt te vervallen, is blijkbaar wat discrepantie van inzicht. De beleidsafdeling ondersteunt die opvatting niet. Waar zit het verschil in inzicht precies? Spreker mist in het geheel ook de DEON. Uit een presentatie in het verleden kwam naar voren dat dit een duurzame energieleverancier kan zijn. Daarom mist hij deze partner in het plaatje. Hij vraagt zich af waar deze staan en wat de plannen met deze zijn. Tot slot doet Zeewolde zijn uiterste best en wil het braafste jongetje van de klas zijn, wat het misschien ook wel wordt. Maar het is toch wel een heel klein dorpje in de polder, dat heel hard roept en eigenlijk niet naar buiten komt. Spreker zou graag zien of en hoe de plannen wat meer extern gericht kunnen worden. De heer In 't Veld stelt dat de VVD uiteraard ook voor duurzaam is. De gemeente Zeewolde heeft op dat gebied zelfs onlangs een mooie prijs gewonnen voor een reductie van 130% CO2-uitstoot in de afgelopen jaren. Is dat op zich al geen beloning voor ons bestaand beleid en voor het feit dat Zeewoldenaren er actief mee zijn? Iets waar Zeewolde trots op kan zijn?
9 Maar de VVD vindt ook dat in tijden van bezuinigingen het geen al te best signaal is om duurzame avonturen te gaan beleven die € 50.000,- moeten kosten. Het is te wollig en te wazig. Doen we er niet beter aan om even pas op de plaats te maken tot de windmolens daadwerkelijk geld opleveren? Verder wordt er in de stukken over een marsroute met partners gesproken. Het is belangrijk om de markt het werk te laten doen als het gaat om ontwikkelingen, toepassingen en techniek. Maar wat is de visie van het college als het gaat om verhoudingen en belangen in deze avonturen, die men wil gaan ondernemen? Ook zal er tijd en geld worden gespendeerd aan interne verankering om een eenduidig geluid te laten horen, maar dat zou een vanzelfsprekend iets moeten zijn. Ook wordt er regelmatig over de € 30.000,- gesproken die mogelijk van het Zuidlobproject afkomt. Begrijpt spreker nu goed dat dit geld voor 100% naar dit programma gaat? Kan het college een richtinggevende uitspraak doen hoeveel er in 2012 op zal gaan aan dit programma? Wethouder Dijksterhuis zegt dat het stuk dat voorligt een visie naar de toekomst is. Hij beaamt dat het nog niet concreet is. De volgende stap is een uitvoeringsplan, waarin staat wat we wanneer gaan doen, wat het kost en oplevert. Wat de gemeente wil bereiken, is samenwerking. Dat is anders dan dat we tot nu toe gewend zijn. In vorige milieubeleidsplannen wilden we bepaalde effecten bereiken. Daar deden we acties voor en legden we geld voor op tafel. Dan hadden we een project en dat scoorde dan effect. Het college wil ook nu zorgvuldig met het geld omgaan. Daarom is het verstandig om het te gaan zoeken in samenwerking met partners zoals bedrijven, groepen inwoners en anderszins. Door die samenwerking te zoeken, leg je met elkaar geld bij om een doel te bereiken. Er zijn genoeg voorbeelden van ondernemers die ook duurzaam willen ondernemen en plannen hebben op dat gebied. Met elkaar bereik je meer dan alleen. Als je samenwerkt moet je ook met elkaar de overtuiging hebben dat je iets wilt bereiken. Heb je alleen maar die overtuiging en kost het niets, dan ben je ook niet zo overtuigd van het doel dat je wilt bereiken. Door er allebei financieel aan verbonden te zijn, kun je dat doel realiseren. Dat is een belangrijk voordeel van samenwerking. De PvdA/GroenLinks mist de burger in het voorstel. Binnenkort wordt de energiemarkt georganiseerd en er komen energiescans. Er zijn meer van dat soort projecten te verzinnen. Denk aan inwoners die willen gaan bouwen in het kader van particulier opdrachtgeverschap. Ook daar kun je duurzaamheid in kwijt, kun je naar de burger toe iets doen. Ook in de planologische plannen voor de Polderwijk is ruimte voor dat particulier opdrachtgeverschap. Het project Tentakel, waarin wordt gewerkt met grotere duurzaamheidsideeën, is een mooi voorbeeld. Het is provinciaal beleid dat het aandeel uit de Zuidlob voor een deel aan recreatie en toerisme moet worden besteed en voor een deel aan duurzaamheid. Daar moet de gemeente ook jaarlijks verantwoording over afleggen, dus kan de gemeente het geld geen jaar laten liggen. Waarom dan nu al beginnen met dat geld te besteden? De gemeente begint bewust al in de aanloopperiode met het zoeken naar partners. Zou je dat pas in 2013 gaan doen, dan sta je eigenlijk twee jaar stil. Daarom vraagt het college een eenmalige bijdrage van € 50.000,- om het traject te kunnen opstarten.
10 Dat betekent niet per se dat die € 50.000,- in 2013 op is. Blijkt dat er minder nodig was, dan valt het restant gewoon weer onder de algemene reserve. Er is een schatting gemaakt van € 50.000,-. De € 10.000,- die er al was voor het milieubeleid blijft gewoon staan. Het zou kunnen zijn in het kader van de bezuinigingsronde dat de raad beslist dat die € 10.000 zou moeten vervallen, maar dat is aan de raad. Tot nog toe blijft dit geld gewoon staan en wordt besteed aan natuur- en milieueducatie en andere zaken die de gemeente al doet. Dat gaat gewoon door. Het feit dat er wordt gewerkt met een projectleider is intern in de organisatie zo geregeld. Binnen de organisatie zal steeds meer worden gewerkt met projectleiders. Die worden niet van buiten aangetrokken, die zijn in huis beschikbaar. In dit geval is dat een ambtenaar Milieu die zorgt voor de inhoud. Het betreft hier dus meer een manier van werken en dat kost geen extra geld. Er werd gevraagd waarom we dit gaan doen in tijden van bezuinigingen. Het is verstandig dit op te starten, want duurzaamheid loont. Het kan dus voor ons als gemeente ook veel opleveren. De gelden ervoor wil het college van buiten halen. Ook bij de energiemarkt die de gemeente gaat organiseren zie je dat je met dit soort projecten weer extra geld kunt aantrekken. Het college beoogt alleen maar geld van buiten aan te trekken om de projecten uit te bouwen. In tijden van bezuiniging is dat een slimme manier om zaken voor elkaar te krijgen. D66 stelt voor meer aandacht te besteden aan zonnepanelen en elektrisch rijden. Die aspecten zitten al in het collegeprogramma, evenals duurzame verlichting. Dat staat los van dit beleid, maar past er wel in. Datzelfde geldt voor DEON. Spreker wil DEON zien als een aparte ontwikkeling waar de gemeente straks wel of niet in kan stappen. Er loopt nog een haalbaarheidsonderzoek. Op dit moment past het nog niet in het programma, het heeft wel veel raakvlakken met het duurzaamheidsbeleid. DEON zou een aanjager kunnen worden om weer heel veel projecten te kunnen gaan doen. Het verdient een aparte afweging, juist vanwege de vraag over de haalbaarheid en de investering die moet worden gedaan. De heer De Vries merkt aanvullend op dat hij in het begin van zijn betoog al aangaf dat met het geboden instrumentarium en de middelen het lastig is om hoge ambities te bereiken. Daar zijn beslist partners voor nodig. Naar partners toe is het in zijn ogen echter niet helemaal fair om meteen als gemeente complete verhalen op tafel te leggen. De gemeente wil juist in de samenwerking met die partners tot concrete doelen komen. Het moet gaan groeien. Vandaar dat er nu nog geen concrete projecten in het conceptraadsvoorstel staan. De heer De Wit noemde in dat kader de wat meer externe gerichtheid, provinciaal of landelijk. Er zijn projecten die al in ontwikkeling zijn en die al veel concreter zijn. Mogelijk kan de gemeente daarbij aansluiten en daar wat meer rentabiliteit uit halen. Wethouder Dijksterhuis vindt DEON al een voorbeeld van hoe de gemeente verder kijkt dan alleen Zeewolde. Wordt daar in de toekomst in geïnvesteerd, dan betreft dit een landelijk project.
11 De partners die de gemeente verder voor ogen heeft, kunnen ook landelijke bedrijven zijn. Een voorbeeld is nu al het agrarische zonnepanelenproject dat in het buitengebied staat en dat is gerealiseerd door Hori energie, een bureau dat niet in Flevoland is gevestigd. Het moeten wel partners zijn die veel voor Zeewolde kunnen betekenen. Tweede termijn De heer In 't Veld wil nog wat meer duidelijkheid over die partners, omdat er zwaar wordt ingezet op partners. Het gaat over financieel instappen, maar verder kwam het niet. Hij is benieuwd naar de visie van het college op de verhoudingen en de belangen, want men praat niet alleen over gelden maar ook over de maatschappelijke belangen die ermee gemoeid zijn. Wat nu bijvoorbeeld als zo'n partner dubieus blijkt te zijn? Wat is de visie daarover? Hij vraagt er ook voor te waken dat er geen situatie wordt gecreëerd van mogelijk verkapte subsidieverstrekking. Een andere vraag is of er al een leuke locatie bekend is waar die duurzaamheidsprijs komt te staan? De heer Zwart benadrukt dat het zijn partij niet gaat om de hoeveelheid geld, maar om het principe. Het kan best een halfjaar wachten. Het zou goed zijn om als raad uit te spreken dat deze geen nieuw beleid wil totdat hij de bezuinigingsronde heeft afgewacht. Met de heer Godschalk is hij het eens om van de gemeente te verwachten dat deze het totale, beschikbare instrumentarium inzet, vooral het ruimtelijk instrumentarium en de reguliere bevoegdheden. Bij deze eerste gelegenheid dat er iets op papier staat op het gebied van duurzaamheid was dit eigenlijk de insteek die hij verwachtte: wat kun je als gemeente allemaal wel doen? Dat is: regelen en het goede voorbeeld geven. De voorbeelden die hij in de eerste termijn opsomde, zaten vooral op dat punt. Hij zou graag zien dat de gemeente daarmee start. Pak waar je het kunt gebruiken je instrumentarium en geef het goede voorbeeld. Daarna kun je kansenkaarten, checklisten, vliegers en stickers inzetten. Hijzelf ziet dat niet als eerste stap op dit terrein. De heer Sonneveld hoopt ook dat de gemeente betrouwbare partners uitzoekt en checkt of er geen sprake is van verkapte subsidieverlening. Dat is een axioma, hij wil daar verder niet op ingaan. Wel had de wethouder het over een uitvoeringsprogramma en hij vraagt zich af wanneer de raad dat tegemoet kan zien. De heer Kremer constateert dat nu bekend is dat de gemeente op termijn gelden ontvangt vanwege het project windmolens Zuidlob. Daar wil de gemeente op een hoger ambitieniveau in samenwerking met partners duurzame dingen mee doen die een uitstraling zullen hebben zowel binnen als buiten Zeewolde. Tot nu toe was het vaak: we hebben geld voor duurzaamheid en we zetten het in op een ding. We kopen zonnecellen en dat is het. Of dit andere mensen opriep dit dan ook te gaan doen, speelde daar niet direct in mee. Dit programma wil er juist voor zorgen dat de gemeente straks geen € 30.000,- per jaar ontvangt en die vervolgens uitgeeft aan diezelfde soort van eenmalige projecten.
12 Het college wil het geld nu gaan gebruiken om in samenwerking de duurzaamheid naar de toekomst toe uit te bouwen. Hij kan zich daarom voorstellen dat er een aanloop nodig is. Je kunt niet tegen de provincie zeggen dat de eerste € 30.000,- nodig was om een plan te ontwikkelen. Het geld van de Zuidlob moet worden besteed aan duurzaamheidsprojecten. Spreker ziet dit programma wel zitten, maar er zit inderdaad een gaatje van 1 jaar in. Hij kan zich voorstellen dat de raad er eenmalig geld voor wil uittrekken om het een doorlopend goed programma te laten worden. De heer Butterman merkt op dat in 2013 die windmolens er gewoon zullen staan. Stel dat die windmolens er om wat voor reden dan ook niet komen, dan is er € 20.000,- of € 30.000,- geïnvesteerd om vervolgens tot de conclusie te komen: de windmolens zijn er niet. Of er is een jaar tegenwind waardoor we geen winst maken. Of stel dat het rendement maar een derde is van wat er is begroot: € 10.000,- wat dan? Zeggen we dan tegen de partners: we gingen uit van € 30.000,- het is helaas maar € 10.000,- geworden? Je neemt een voorschot op iets dat twijfelachtig is. Spreker vraagt zich af of het college dat wel kan doen. Ook werd het begrip uitstraling genoemd. Wat straal je uit? Graag noemt hij een hele praktische zaak op het gebied van energie besparen: al een week lang brandt de verlichting op het Horsterveld de hele dag. Waarom wordt dat overdag niet uitgezet? Want dat is ook uitstraling! Zijn er niet met veel kleinere dingen al geld te verdienen? Samenvattend heeft het CDA moeite met het inzetten van die € 20.000,-. Misschien is het voor 2011 nog wel oké, maar kijk er dan voor 2012 wel weer opnieuw naar. Misschien is er dan al wat meer zicht op die windmolens en kan de gemeente daar al op inzetten. Want het is een meerjarig programma en als die windmolens er niet komen, heb je een meerjarig programma zonder geld. De heer Godschalk is blij met de toezegging van de wethouder dat de € 10.000,- die nu al beschikbaar is voor milieuactiviteiten, blijft staan. De wethouder heeft echter nog geen antwoord gegeven op de mogelijkheid om intern met de afdeling Planologie/Grondzaken te komen tot een veel betere planologische opzet van de resterende gedeelten van de Polderwijk. Ook is hij het eens met de opmerkingen van D66 en de ChristenUnie dat in het vorige milieubeleidsplan heel nadrukkelijk de optie werd genoemd om eerst intern aan de slag te gaan. Het is een gemiste kans dat die opmerking van de ChristenUnie al vanaf 2007 niet ter harte is genomen. Kortom, de PvdA/GroenLinks is blij met die beschikbaarheid van een deel, omdat het nog maar de vraag is of die € 30.000,- van de windmolens wel in het plan betrokken kunnen worden. Wethouder Dijksterhuis merkt op dat de gemeente voor wat de Polderwijk betreft naar een DPL-score (een duurzaamheidsprestatie op locatie) wil van 8.0. Op dit moment is dat 7.0. Niet alleen duurzaamheid speelt daarin een rol, ook voldoende bushaltes of de combinatie werken/wonen, kindvriendelijkheid, openbaar groen, etc. Intern zijn er gesprekken om dat getal wellicht met wat aanpassingen - naar 8.0 te krijgen.
13 Spreker is het ermee eens dat op het gebied van straatverlichting het goede voorbeeld moet worden gegeven. Maar er moet ook worden gecontroleerd of de straatverlichting het wel doet. Dat gebeurt overdag. Voor zover hij weet, was daar in dit geval sprake van. Het uitvoeringsprogramma zal in het najaar van 2011 worden gepresenteerd. Vanaf nu zal er worden gewerkt aan de projecten. Per project komt het college er bij de raad op terug, ook wat het voorstellen van de partners betreft. De VVD vroeg naar de visie van het college met betrekking tot de partners. Voor de gemeente maakt het geen verschil of het nu een lokale ondernemer betreft, een regionale of een consortium. De gemeente wil met elkaar doelen stellen en eenieder die daarin mee wil, kan meedoen. Wel zal goed worden gelet op betrouwbaarheid. De klimaatprijs is inderdaad twee weken geleden in ontvangst genomen samen met Lelystad, Dronten en de provincie Flevoland. Omdat Zeewolde hem nu voor de tweede keer heeft gewonnen, mag hij worden behouden. Er wordt nog gezocht naar een mooie locatie om hem te plaatsen. Dat zal worden gedaan in overleg met de provincie, Lelystad en Dronten. Het voorstel wordt als bespreekstuk aan de raad voorgelegd. De voorzitter betreurt het achteraf dat agendapunt 6 niet eerder is behandeld. Hij stelt voor nu met agendapunt 6 verder te gaan. 6. Conceptraadsvoorstel ontwerpbesluit inzake aandeelhouderschap gemeente Zeewolde in windmolenproject Zuidlob te Zeewolde (ter advisering) De heer De Wit beaamt dat de verwevenheid tussen de agendapunten 6 en 7 erg groot is. Punt 7 is voor een groot deel afhankelijk van de opbrengsten van de windmolens Zuidlob. Dat geeft meteen ook de kwetsbaarheid aan, vooral als in de inleiding wordt gezegd: indien de procedures goed worden doorlopen etc. Ook hij hoopt dat de molens dan meteen wind kunnen opvangen en geld opleveren, want de heer De Vries is daar in zijn eigen stuk terughoudend in. Hij praat wat de € 30.000,- betreft ook over 'afhankelijk van de wind' en hij heeft het ook over technische storingen of een slecht windjaar. Dat maakt het allemaal wat minder rooskleurig dan in eerste instantie voorgesteld. Gezien het feit dat het 'om niet' is, stelt hij voor mee te doen. Maar als het gevolg van het meedoen agendapunt 7 is, is het niet los van elkaar te zien. De heer Zwart heeft dezelfde vraag als de heer De Wit: hoe zeker zijn de te verwachten inkomsten en welke bandbreedte kan de gemeente hanteren? Wat is een slecht jaar? Wat levert tegenwind op? Kortom, met welke zekerheden kan er in de toekomst worden gewerkt? Mevrouw Adema zegt dat de ChristenUnie wat dit punt betreft geen wensen of bedenkingen heeft. Het heeft even geduurd en er loopt nog een beroepsprocedure, maar vooruitlopend op de goede afloop is haar fractie blij met de komst van dit windmolenproject.
14 Het is een goede zaak om in Flevoland met diverse partijen constructief samen te werken. Dat is winst voor de betrokken partij, voor het milieu en dankzij het gemeentelijk aandeel ook winst voor het beleid van de gemeente op het gebied van energie, natuur of recreatie. De heer Butterman is voorstander van windmolens en een warm voorstander van het grootschalig project in de Zuidlob. Dit windmolenproject wordt procedureel gecoördineerd door de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dat de inspanningen op het gebied van windmolens in Zeewolde worden gewaardeerd, blijkt uit het ontvangen van het nationaal klimaatmonument samen met Dronten, Lelystad en de provincie. Het CDA heeft er alle vertrouwen in dat alle procedures netjes worden afgerond en de benodigde vergunningen worden verleend. Maar dat de windmolens er in 2013 daadwerkelijk staan, is geen vanzelfsprekendheid. Een windmolenpark wordt ten slotte niet alleen gerealiseerd op basis van procedures. Voor zo'n project is altijd geld nodig. Zonder geld geen windmolenpark en zonder wind vervolgens geen inkomsten. De gemeente krijgt 'om niet' een aandeel. Theoretisch kan dat € 30.000,- aan dividend per jaar opleveren. Dus het geld komt ons met ingang van 2013 letterlijk aanwaaien, zijnde het jaar waarin naar verwachting de laatste windmolen zal worden geplaatst. Dat is mooi. Toch vraagt hij de wethouder om op een paar onderdelen wat meer duidelijkheid te geven. Is er zicht op de financiering van het windmolenproject? Is er zicht op wat er gebeurt als Zeewolde niet meedoet? Is er sprake van aansprakelijkheid voor de gemeente als aandeelhouder als er iets misgaat? Stel dat het negatief gaat waaien, moet de gemeente dan bijbetalen en krijgen we dan helemaal geen dividend? Stel dat we die € 30.000,- per jaar krijgen en ergens in willen investeren, moeten we dan ook cofinanciering regelen? Als de raad instemt met het aandeelhouderschap en het hopelijk in 2013 voldoende waait om het geld binnen te kunnen halen, ziet spreker het geld verdwijnen in het duurzaamheidsprogramma. Wellicht is daar niets mis mee, maar niet-commerciële recreatieve zaken die ook gefinancierd mogen worden met dit dividend kan de gemeente dan eigenlijk wel vergeten. Daar gaan de picknicksets die we ook graag willen hebben om van het prachtige Zeewolde te kunnen genieten. Het geoormerkte geld moet nog binnenkomen, maar wordt volgens agendapunt 7 alvast verder geoormerkt en alvast uitgegeven. Dat komt hem vreemd voor. De heer Godschalk zegt dat zijn fractie met veel belangstelling heeft uitgekeken naar de mogelijkheid om hier iets over te zeggen. Hij wijst erop dat niet de raad maar het college hierover besluit. De gebiedsgebonden bijdrage waar het om gaat en waar ook het eerder besproken duurzaamheidsprogramma mee gefinancierd moet worden, is ontleend aan de randvoorwaarde die door Gedeputeerde Staten is gesteld aan de gemeente rond dit project in een brief van augustus 2005. Als eerste staat daar de voorwaarde dat gedurende vijftien jaar jaarlijks door de exploitant een bedrag aan gebiedsgerelateerde maatschappelijke activiteiten of ontwikkelingen moet worden bijgedragen. Er staat nadrukkelijk vijftien jaar, wat overeenkomt met de normale subsidietermijnen, en niet de twintig jaar die in de toelichting vermeld staat. Men heeft zich iets te rijk gerekend.
15 Waar mag je dat geld nu aan besteden? En wat is nu de achtergrond van de bestedingsdoeleinden en de bijdrage gebiedsgebonden projecten? De achtergrond is dat er een draagvlak komt voor de ingreep in de natuur op die locatie. Er worden namelijk windmolens neergezet. Om dat draagvlak bij de bevolking te bevorderen, is een aantal bestedingsdoelen geformuleerd dat aan dat gebied verbonden is: landschapsbehoud en ontwikkeling natuurbehoud, recreatieontwikkeling, versterking van de verbetering van de leefbaarheid van het landelijk gebied, duurzame landbouw en in overleg met de exploitant nader aan het gebied gerelateerde projecten. Duurzaamheidsprojecten in de Polderwijk vallen daar niet onder. In het voorliggende voorstel wordt over duurzame energieprojecten geschreven. Er wordt eerst gedacht aan projecten gericht op energiebesparing, dan pas projecten gericht op natuurontwikkeling en recreatieve ontwikkeling. Die laatste twee vallen binnen de beleidsruimte zoals de provincie die heeft gedefinieerd, de eerste valt daar niet onder. Spreker vraagt de wethouder of de uitbreiding van dit bestedingsdoel (energieprojecten en energiebesparing) is afgestemd met Gedeputeerde Staten of dat de gemeente te zijner tijd door GS op de vingers zal worden getikt. In het inpassingsplan windenergie in de Zuidlob zoals dat is vastgesteld door de minister van EZ en VROM wordt ook gesproken over deze gebiedsgebonden bijdrage, die is bedoeld voor natuurbehoud en natuurontwikkeling primair in de Zuidlob en mag worden besteed aan het behoud en de versterking van de kwaliteit van de EHS. EHS staat in dit verband niet voor Energie Houdbaarheid Systemen. Duidelijk is dat bij het inpassingplan van beide ministeries deze bijdrage wordt besteed in het gebied zelf. Spreker vraagt hoe de wethouder dit ziet, mede in het licht van het aanwenden van de beoogde opbrengst in het duurzaamheidsproject. Zijn fractie is voorts uitstekend te spreken over deelname van de gemeente in een duurzaamheidsproject als de Zuidlob. Het siert de gemeente om daar aandeelhouder van te zijn. Er is ook geen sprake van aansprakelijkheid bij een faillissement, omdat het een BV is. De gemeente mag wel meepraten. Hoe is het dan geregeld met de verantwoordelijkheid van de gemeente als ontvangende en meepratende aandeelhouder? Welk mandaat wordt er aan de betrokken ambtenaar of wethouder meegegeven in de aandeelhoudersvergadering? Waar gaat het over en wat heeft de gemeente daar te zeggen? Inderdaad, andere sprekers wezen er al op, wat zijn de consequenties als het project onverhoopt niet doorgaat? Want dan zaag je een aardige poot weg onder het duurzaamheidsprogramma. Dat geldt ook als er een aanwijzing komt van Gedeputeerde Staten dat uitbreiding buiten het gebied en met andere doelstellingen niet is toegestaan. De heer In 't Veld heeft twee vragen: 1. het geld dat mogelijk als dividend binnenkomt, is geoormerkt op drie onderverdelingen (duurzame energieprojecten, projecten gericht op natuurontwikkeling en op recreatieve ontwikkeling). Hoe hard zijn die onderverdelingen? De VVD pleit ervoor om daar een percentage aan te koppelen, denk aan 1/3, 1/3 en 1/3;
16 2. Met betrekking tot de € 20.000 waarvoor er in april 2010 een conceptovereenkomst lag: in hoeverre is daarbij sprake van aansprakelijkheid als het scenario wordt dat de opbrengst nul zal zijn. Immers, Zeewolde is wel overeengekomen om per jaar € 20.000,- bij te dragen voor het gebiedsgebonden landschap. Wethouder Dijksterhuis antwoordt dat de eerste vergunningen voor dit project al zijn verleend en dat het vergunningtechnisch zeker zal rondkomen. De onderhandelingen zitten al in de tweede ronde. Het heeft zeker ook te maken met de externe financiers. De gemeente spreekt geregeld met de initiatiefnemers en gaat ervan uit dat ook dat rond zal komen. Over de plichten als je aandeelhouder bent en de mogelijke schadegevolgen merkt hij op dat Zeewolde een aandeel krijgt dat voor de gemeente verder geen verplichtingen oplevert. Ook gelden er geen verplichtingen in geval van onvoorziene omstandigheden. Dat is de afspraak die met de initiatiefnemers is gemaakt. Zeewolde zal wel als aandeelhouder optreden in de aandeelhoudersvergadering. Daartegenover ontvangt de gemeente de € 30.000,dividend. Wat de bandbreedte daarvan is, zal ambtenaar John de Vries toelichten. Er was inderdaad een provinciale eis van vijftien jaar en er is uiteindelijk gekozen voor twintig jaar. Daar is de provincie ook bij betrokken geweest. Het gaat terecht om een gebiedsgebonden bijdrage. Er is opgemerkt dat dat uitsluitend de Zuidlob zou moeten zijn, maar in overleg met de provincie is ervoor gekozen dat het gebied heel Zeewolde omvat. De gemeente mag het geld dus ook aanwenden voor beleid in de directe omgeving. Voor zover het de wethouder bekend is, is daarover een convenant gesloten met de provincie in de eerste helft van dit jaar. De heer Godschalk merkt op dat de wethouder niet is ingegaan op de uitbreiding van de doelen. Namelijk energieprojecten en projecten gericht op energiebesparing. Die staan niet in de beleidsregels van de provincie. Wethouder Dijksterhuis vraagt of de heer De Vries die vraag mag beantwoorden. De voorzitter stelt voor dat de heer In 't Veld dan eerst nog een vraag stelt. De heer In 't Veld vraagt hoe precies de verdeling over de drie poten zal zijn: energie, natuur en recreatie. Wethouder Dijksterhuis zegt dat mag worden aangenomen dat er ongeveer € 30.000,- beschikbaar komt. Die mag aan een aantal doelen worden uitgegeven. Het college heeft ervoor gekozen om een groot deel in het duurzaamheidsbeleid te stoppen. Dat betekent niet dat er vanuit recreatie geen aanspraak kan worden gemaakt op die voorziening. Het is niet zo dat wanneer de gemeente met een partner in zee gaat, zij onmiddellijk toezegt dat voor € 30.000,- per jaar te gaan doen. Aan de samenwerkingsprojecten die de gemeente wil aangaan zijn geen bedragen gekoppeld. Er wordt uit de voorziening gepakt wat er nodig is, maar recreatie mag er net zo goed aanspraak op maken.
17 Daarom wil de wethouder zich niet vastleggen op 1/3, 1/3. Beter is het per jaar te kijken wat er kan met de beschikbare middelen. De heer Butterman hoopt uiteraard dat de financiering van het windmolenproject gaat lukken, maar het zijn geen gemakkelijke tijden. Gaat het project gewoon door als de gemeente geen aandeelhouder wordt? Wethouder Dijksterhuis beaamt dat het project dan doorgaat. Het is een provinciale eis dat er een bepaald bedrag gebiedsgebonden moet worden uitgegeven en er is voor gekozen dat in deze vorm te doen. Wat de wethouder betreft is er niets op dit soort constructies tegen. De heer Butterman constateert dat het project dus gewoon doorgaat ook als de gemeente geen aandeelhouder wordt. Wethouder Dijksterhuis merkt op dat er in dat geval toch moet worden gezocht naar een constructie om die gebiedsgebonden bijdrage te kunnen besteden. Wat hem betreft is dit de juiste constructie. De heer Butterman merkt op dat er nu is gezegd dat de € 30.000,- niet helemaal hoeft te worden besteed aan het duurzaamheidsprogramma. Toch wordt het geld daar volledig voor ingeboekt. Er zit dus naar zijn idee een bepaalde connectie met duurzaamheid. Misschien is het wat rigide om 1/3, 1/3, 1/3 af te spreken, maar nu het direct wordt aangewend voor het duurzaamheidsprogramma ziet hij het niet zo gauw meer terugkomen voor eventueel recreatie. Dat zou hij betreuren. Wethouder Dijksterhuis merkt op dat de heer Butterman het al had over het oormerken van geoormerkt geld. Ja, dat is wat er gebeurt. Het geld komt in een voorziening. Die voorziening is aan te spreken voor een aantal doelen. Nu is er geschat dat er voor het duurzaamheidsproject ongeveer een bedrag van € 30.000 nodig is, maar dat kan ook anders zijn, afhankelijk van de projecten die er komen. Blijft er geld over, dan kan dat aan andere doelen worden besteed. De gemeente mag aanspraak maken op het geld uit die voorziening voor een aantal doelen dat vooraf is gedefinieerd. De exacte invulling zal per project verschillen. Spreker garandeert dat er ook gelden naar recreatie zullen gaan. De heer Butterman heeft zijn twijfels over de invulling. De kans is groot dat er wat overblijft, maar er is geen garantie. Wethouder Dijksterhuis beaamt dat hij die garantie niet kan geven. Er komt eerst een uitvoeringsplan over het duurzaamheidbeleid. Daarin zal alles concreter worden. Het kostenaspect wordt dan belangrijk. Met het uitvoeringsplan komt het college terug in de commissie en de raad en dan is het aan de raad om daar een besluit over te nemen. Het kan zijn dat een project jaarlijks € 20.000,- kost en dan blijft er € 10.000 over voor andere zaken.
18 De heer De Vries gaat als eerste in op alle twijfels over de jaarlijkse opbrengst van € 30.000,-. De agrariërs zijn in onderhandeling geweest met partijen om de stroom te verkopen. Ook hielden ze zich bezig met de investering, maar de financiering is nog niet helemaal rond. In de onderhandelingen zijn de agrariërs steeds uitgegaan van een opbrengst van minimaal € 30.000,-. Er is in de loop der jaren veel ervaring opgebouwd met windmolens. Je mag met de geschatte € 30.000,- uitgaan van een redelijk minimum. Bij hard waaien zal het een keer meer worden, een ander jaar misschien maar € 25.000,-. De ervaring heeft echter geleerd dat gemiddeld genomen die € 30.000,- er zeker uit zal komen. De heer Godschalk had een vraag over de beleidsregel en het feit dat daar niets in staat over de energiebesparingsprojecten. In principe was het project Zuidlob een pilotproject om te komen tot nieuw provinciaal beleid. De randvoorwaarden die aan de Zuidlob werden gesteld, werden al in 2005 opgesteld. Vervolgens heeft de provincie in 2008 in een nieuwe beleidsregel het hele verhaal weer op een hele andere manier geformuleerd. Zo kwamen daar andere criteria uit dan de criteria die al voor de Zuidlob waren vastgelegd. Daarom heeft de gemeente begin dit jaar met de provincie en de initiatiefnemers aparte criteria vastgelegd in een overeenkomst. In die overeenkomst staan de aspecten energie en energiebesparing nadrukkelijk genoemd. Daarmee kreeg de gemeente de ruimte om het geld ook te gebruiken voor projecten die afwijken van hoe het in de beleidsregel is geformuleerd. De heer De Wit zegt dat de heer De Vries de overeenkomst gebiedsgebonden bijdrage aanhaalt van 5 maart 2010. Daarin wordt ook gezegd dat er een eenmalige donatie van € 300.000,- aan Flevolandschap wordt gedaan bij ingebruikname van het windpark. Flevolandschap besteedt dit geld primair in de EHS-gebieden en in het bijzonder in de Zuidlob, zoals de heer Godschalk aangaf. Als er eenmalig € 300.000 wordt gedoneerd, neem je eigenlijk alweer een voorschot van misschien wel € 10.000,- tot € 20.000,- per jaar op de opbrengsten. De gemeente krijgt, als het allemaal goed gaat, per jaar € 30.000,- voor andere bestedingen. Spreker vindt deze bedragen niet in verhouding staan. Om eenmalig € 300.000,- te geven en dan maar te hopen dat het geld in de loop van de jaren wordt opgebracht. Hij vraagt zich af hoe partijen tot deze beslissing zijn gekomen. Wethouder Dijksterhuis merkt op dat dit een bedrag is dat de initiatiefnemers gaan overmaken. De gemeente gaat daar niet over. De gemeente krijgt aandelen in de BV en daarmee houdt het op. Wat de initiatiefnemers verder doen, is geen zaak van de gemeente. Tweede termijn De heer Butterman zegt dat zijn fractie het voorstel graag als bespreekpunt aan de raad wil voorleggen en aldus wordt besloten. Het voorstel wordt als bespreekstuk aan de raad voorgelegd.
19 8.
Conceptraadsvoorstel gewijzigde Welstandsnota 2010
De heer Van der Woerdt constateert dat dit de laatste vergadering is van dit jaar van de commissie Ruimte en Wonen. De bouwwereld verkeert nog in een grote crisis, in Zeewolde gaat het over dakkapellen. Zijn fractie is het uiteraard met het voorstel eens. Zeker over kleine onderwerpen moet de regelgeving eensluidend en minimaal van omvang zijn. Voor het nieuwe jaar verzoekt de fractie om afschaffing van deze Welstandsnota op de agenda te zetten. Het instrument welstandsvrij bouwen kan worden ingezet om een architectonisch interessant dorp te bouwen. Afschaffing van de Welstandsnota geeft ruimte om ieder bouwplan op zichzelf te toetsen aan individuele consistentie. De nieuwe vrijheid kan bouwers en burgers een impuls geven om te bouwen en verbouwen ter verfraaiing van onze leefomgeving. De heer Zwart zegt dat hiervoor wordt gekozen om twee regimes op elkaar af te stemmen, waar zijn fractie voor is. Maar waarom is er gekozen voor het strengste regime? Alleen omdat dat laatste is vastgesteld of ligt daar een diepere reden achter? De heer Pruijn zegt dat Burgerbelang het eens is met de voorgestelde Welstandsnota. Om duidelijker naar de burger over te komen zouden de normen echter in het bestemmingsplan moeten worden opgenomen, zodat de burger duidelijk weet waar hij aan toe is. De heer Klop zegt dat de PvdA/GroenLinks instemt met het voorstel om de Welstandsnota zo aan te passen dat het voor de burger minder verwarrend en onbegrijpelijk wordt. Zijn fractie wil niet meteen agenderen de Welstandsnota af te schaffen, maar wil bij gelegenheid wel een keer op dit onderwerp terugkomen: welstand en de wijze waarop dit in Zeewolde wordt toegepast. Want ook al wordt het nu wat minder verwarrend en onbegrijpelijk, voor de burgers blijft het verwarrend en onbegrijpelijk. De heer Butterman vindt dat beleidsregels die over hetzelfde onderwerp gaan en hetzelfde doel nastreven met elkaar in overeenstemming moeten zijn. Er mag voor de huidige en toekomstige inwoners geen onduidelijkheid zijn. Komen de beleidsregels niet overeen, dan moet je die zo snel mogelijk aanpassen. Helaas zijn er veel regels waar de gemeente niets over te zeggen heeft. Waar de gemeente dat wel heeft, moet het zo snel mogelijk geregeld worden. Het CDA kan zich dan ook volledig vinden in dit voorstel. Met betrekking tot de discussie die nu op gang komt over welstand in zijn volle omvang, herinnert hij zich dat er in maart 2011 een presentatie komt van de Wabo in de praktijk. Misschien is het wel leuk de discussie daaraan te koppelen omdat het fantastische fenomeen vergunningvrij bouwen in de Wabo behoorlijk uit de hand kan lopen. Wethouder Prins heeft in deze ronde eigenlijk alleen maar het verzoek gehoord om de Welstandsnota zo snel mogelijk te agenderen. Maar heeft de commissie dan wel opgelet? Want zij herinnert zich dat de commissie de Welstandsnota uitgebreid in de stukken van september 2010 heeft ontvangen.
20 De commissie gaat echter zelf over de agenda, dus kan zij zich voorstellen dat dit punt opnieuw wordt geagendeerd. Zij ontraadt echter om de Welstandsnota aan de Wabo te koppelen omdat het hele Wabo-verhaal niet zozeer over uiterlijkheden en over wat wel en niet mag gaat, maar veel meer over het vergunningenproces. Die presentatie op zich zal al een halfuur gaan duren en ze verwacht dat er naar aanleiding daarvan al voldoende vragen zullen zijn over dat stelsel van vergunningverlening. Zij stelt voor het aan het presidium over te laten of het nog een keer zal worden geagendeerd, maar wijst er nogmaals op dat het in september 2010 aan de orde is geweest. De heer Butterman vraagt of in de presentatie van de Wabo dan wel heel nadrukkelijk het vergunningvrij bouwen is opgenomen of dat het alleen over de vergunningverlening en de processen gaat. Wethouder Prins geeft aan dat de Wabo puur gaat over het verlenen van vergunningen en over wat het betekent om in één loket alle spulletjes te doneren. Het gaat om het hele proces wat daarachter zit met alle instanties die erbij betrokken zijn. Dat is op zich al een zo ingewikkeld stelsel dat het de volle aandacht behoeft. Het gaat dus niet over welstand en vrij bouwen. De heer Butterman vraagt zich dan toch af of het niet nuttig is om een presentatie te houden over het vergunningvrij bouwen onder de Wabo en de consequenties daarvan. Het kan heel verhelderend zijn voor de commissie om te weten wat er vergunningvrij mag in achtertuinen. Maar het kan zijn dat hij wat heeft gemist en dat dit al aan de orde is geweest. Wethouder Prins zegt dat zij de vraag eerder niet had gelinkt aan vergunningvrij bouwen. Zij begrijpt nu dat de heer Butterman doelt op datgene wat de burger zonder vergunning kan en mag doen. Zij belooft de commissie een overzicht te sturen van wat er wel en niet mag. Het is een detaillistisch stuk, dat overigens ook op de website staat. Zij denkt niet dat dit overzicht in de commissie aan de orde dient te komen. De voorzitter constateert dat de wethouder de fracties toezegt informatie toe te sturen. Deze toezegging zal worden meegenomen naar het presidium. Tweede termijn De heer Sonneveld merkt op dat het gevaar bestaat dat er wordt gedacht: wie zwijgt stemt toe. Hij wil graag reageren op het afschaffen van de Welstandsnota en het vrij bouwen zonder dat er aan bepaalde regels moet worden voldaan. Het beeld van Zeewolde wordt grotendeels bepaald door de straatbeelden en de Welstandsnota heeft daar altijd met veel succes een belangrijke en permanente rol in gespeeld. Bij zijn fractie zal afschaffen van de Welstandsnota geen gehoor vinden. Integendeel, zijn fractie denkt eerder dat de Welstandsnota verstevigd moet worden. De ondersteunende rol die de Welstandsnota tot nu toe had, moet behouden blijven. Aanvullend geeft hij aan dat naar zijn mening bestemmingsplannen uitsluitend kaders en maximum- en minimumhoogtes aangeven. Daarin staan geen tekst en uitleg over de invulling van de Welstandsnota.
21
De heer Pruijn herhaalt dat Burgerbelang de mogelijkheid onderzocht wil zien om welstandsvoorwaarden in een bestemmingsplan op te nemen. Op deze vraag kreeg zijn fractie nog geen antwoord. Wethouder Prins begrijpt de vraag niet helemaal omdat in een bestemmingsplan sowieso staat aangegeven wat je wel of niet kunt verwachten. Bij het ontwerpen van een nieuwe wijk stel je voorafgaand aan het bestemmingplan een nota op waarin je de uiterlijkheden van de gehele wijk vastlegt: kleurzetting van bakstenen, begroeiing, kortom het algemene beeld. Daarbinnen fungeert dan een aantal bestemmingsplannen dat refereert aan het beeldkwaliteitsplan. Om dat soort zaken in het bestemmingsplan op te nemen gaat haar te ver, omdat er al een beeldkwaliteitplan is. Het staat de commissie echter vrij om beeldkwaliteitplannen en bestemmingsplannen te komen inkijken en er vragen over te stellen. De heer Van der Woerdt denkt dat het onmogelijk is om in een bestemmingsplan een Welstandsnota op te nemen. Welstand gaat over schoonheid en beleving en een bestemmingplan is puur een toetsing op regelgeving. Het lijkt moeilijk om de schoonheid van de wereld in regels te vatten. Zojuist stelde hij wel voor de Welstandsnota af te schaffen. Hij wil benadrukken dat hij er niet voor is om de Welstandscommissie an sich af te schaffen. Het doel van het afschaffen van de Welstandsnota zou kunnen zijn dat je ieder plan op zichzelf kunt beoordelen. De heer Pruijn sluit zich aan bij de opvatting van de VVD dat het wellicht wat moeilijk ligt om het zomaar in het bestemmingplan op te nemen. De voorzitter sluit het onderwerp af. Het voorstel zal als hamerstuk aan de raad worden voorgelegd. 9.
Sluiting
De voorzitter sluit de bijeenkomst om 21.55 uur. Hierna volgt een besloten gedeelte.