Inhoud 4
Boek - De Grote Recessie
5
Generatiekloof? Er zit Nix tussen!
6 7
v a n
Boodschap aan de regering
Nieuws uit Europa
O r g a n i s a t i e s
G e p e n s i o n e e r d e n
September 2010
Heupoperaties mogelijk goedkoper
10
Wie levert in?
12
Pensioengeld beleggen: gestructureerd aanpakken
14
Drie reacties: voorlichting AWBZ 8
16
N e d e r l a n d s e
V e r e n i g i n g
v a n
Colofon
In dit nummer expliciet
Met ouderen valt niet te sollen. Dat liet Martin van Rooijen (68), de nieuwe NVOG-voorzitter duidelijk weten in het tv-programma Knevel & Van den Brink, waar hij reageerde op de mogelijke verlaging van pensioenen. Econoom Van Rooijen volgt Hennie Kemner op die dit voorjaar om gezondheidsredenen terugtrad. Martin van Rooijen wil zijn ervaring in het bedrijfsleven en in de politiek — hij was staatssecretaris van Financiën (1973-1977) en zat in de Tweede Kamer (KVP/CDA) — inzetten voor de positionering van de ouderenorganisaties, vooral van de NVOG.
Nieuwe voorzitter Martin van Rooijen:
Op deze pagina begint het interview met de nieuwe NVOG-voorzitter Martin van Rooijen. Wat zijn zijn ambities? Regine Matthijsen vertelt over het werk van AGE Europe, en drie leden laten weten wat ze vinden van de aandacht die de NVOG besteedt aan het onderwerp zorg. Nog eens wordt uitgelegd welke standpunten de ouderenorganisaties de nieuwe regering meegeven. Directeur Martina van den Dool heeft een persoonlijk column over de generaties. En uiteraard zijn er ook dit keer weer artikelen over pensioenen.
‘Onze inhoud effectief inzetten’ – Marieke Sjerps –
Een cv met ervaring in veel werelden, van oliemaatschappij Shell tot het College Sanering Zorginstellingen en van de KNVB tot de Tweede Kamer. Wat zegt dat over je? Martin van Rooijen: ‘Het zegt vooral dat je nooit weet wat er allemaal op je pad komt. Ook de NVOG kwam op mijn weg. Na het onverwachte terugtreden van Hennie Kemner vroeg iemand of het voorzitterschap iets voor mij zou zijn. Sinds een jaar of
acht heb ik specifieke belangstelling voor het vraagstuk vergrijzing en voor pensioenen, vooral door de discussie over de fiscalisering van de AOW. Des te meer reden om ja te zeggen.’
Zeg je wel eens nee tegen een functie? ‘Zeker. Medio jaren tachtig bijvoorbeeld heb ik nee gezegd tegen het voorzitterschap van het betaald voetbal. Ik zat in Rotterdam voor Shell en
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
een functie erbij werd me teveel. Toen is André van der Louw het geworden. Een saillant detail is dat ik een aantal jaren later weer gebeld werd. Toen heb ik ja gezegd. Zo gaat dat. Ik heb inderdaad veel verschillende dingen gedaan. Toen ik zeventien was, stelde een leraar me voor te solliciteren naar een plaats op de Belastingacademie. Het feit dat ik daar ben aangenomen heeft een belangrijke rol in mijn verdere leven gespeeld. Overigens heb ik ook bedrijfseconomie gestudeerd, zodat ik niet alleen belastingman ben geworden. Na een paar jaar inspecteur der belastingen te zijn geweest, kwam ik bij Shell in dienst en in 1973 werd ik gevraagd om staatssecretaris te worden. Er werd een KVP-er gezocht met kennis van belastingen. Zo kwamen ze bij mij uit. Op het ministerie leerde ik veel over macroeconomie en met die verbreding ging ik verder in de Tweede Kamer. Toen in 1980 minister Frans Andriessen van Financiën aftrad, en mijn eigen partij dat liet gebeuren, stond ik op een tweesprong. Shell vroeg toen of ik terug wilde komen en daar ben ik op ingegaan. Als ik er zo over nadenk, heb ik nooit een sollicitatiebrief geschreven.’
Welke indruk heb je van de ouderenorganisaties? ‘Ik volgde ze op afstand. Ze waren er, maar politiek waren ze niet zo zichtbaar. Wel bijzonder was de oprichting van de Ouderenpartij in 1994, als reactie op het standpunt van het CDA dat de stijgingen van de AOW beperkt moesten worden. Die Ouderenpartij ging overigens snel weer ter ziele. De stem van de ouderenorganisaties is niet sterk genoeg, en ze treden onvoldoende op als één front, terwijl het onderwerp en wat ze vertegenwoordigen massief en massaal is.’
Wat trof je bij de NVOG? ‘Ten eerste de structuur, en vooral de zware rol van de commissies. Deze werkwijze is — begrijpelijk — een paar jaar geleden zo afgesproken. Het bestuur staat wat op afstand; de vraag is of de vereniging zo voldoende slagkracht heeft om naar buiten te treden. Daarnaast is er een grote deskundigheid op de terreinen pensioenen, zorg en koopkracht. We denken na over een nieuwe commissie – ook een wens van PUSH – voor het lobbyen. Zelf wil ik daar ook een rol in spelen. Ik houd
2
Martin van Rooijen was 18 augustus gast bij Knevel en Van den Brink
me graag bezig met de strategie en de positionering van de ouderenorganisaties en van de NVOG in het bijzonder.’
Wat is de kracht van de NVOG? ‘De NVOG bestaat door de kennis en inzet van veel vrijwilligers, ondersteund door een klein bureau. Ze werkt zonder subsidies, wat een groot voordeel is nu ze geen last heeft van de huidige rem op subsidies. Kortom, klein met slagkracht door inhoud. Die inhoud moeten we effectief inzetten. Het is belangrijk dat we duidelijk maken waar we voor opkomen, naar wie, met welke argumenten en op welk moment. Zoveel mogelijk in gezamenlijkheid.’
Wat wil je bereiken? Ik kijk eerst wat er gebeurt. We hadden even de hectiek over het sociaal akkoord; het regeerakkoord wordt de tweede test (redactie: daags na dit gesprek liet Donner weten dat afstempelen tot de mogelijkheden behoort, en raakte de NVOG in een storm van reacties en publiciteit). Voor de langere termijn is het belangrijk dat de ouderenorganisaties zich realiseren dat ze met miljoenen leeftijdgenoten de lusten en de lasten harmonisch over de generaties moeten verdelen. We moeten voorkomen dat we tegenover elkaar komen te staan. Hierbij hoop ik dat
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
zelfs worden afgestempeld. Ik hoop dus dat het nieuwe kabinet deze wet afschaft, omdat ze onrechtvaardig is.’
Bij het verhogen van de AOW-leeftijd wordt ook het principe volksverzekering doorkruist, namelijk wanneer het arbeidsverleden gaat meetellen. ‘De aanvangsleeftijd verschuift omdat mensen statistisch ouder zijn geworden. Die extra elementen staan inderdaad op gespannen voet met de volksverzekering. Daar ben ik niet voor, maar het zal de prijs zijn voor de instandhouding van de AOW.’
de sociale partners gaan accepteren dat we een grote partij zijn en nu ook aan tafel zitten. We moeten zoeken naar samenwerking, naar een soort poldermodel.’
Leg nog eens uit waarom je een fervent tegenstander bent van de fiscalisering van de AOW. ‘De AOW is een volksverzekering en geen uitkering uit de staatskas, zoals de bijstand. Dat het een volksverzekering is, is een groot goed: iedereen weet dat hij na zijn pensionering recht heeft op een AOW-uitkering. Het kan niet zo zijn dat er op een gegeven moment wordt gezegd: u heeft wel premie betaald, maar dat was eigenlijk belastinggeld en nu beslissen we of u daar ook recht op heeft. Bij de verkiezingen in juni dit jaar speelde de fiscalisering — anders dan de vorige keer — tot mijn verbazing nauwelijks een rol. Toch wordt er in 2011 een “houdbaarheidsbijdrage” ingevoerd die opgebracht moet worden door gepensioneerden met een middeninkomen. Ik blijf erbij dat die belasting nu niet mag worden ingevoerd. Ze brengt weinig op, omdat de inflatie laag is. En als de inflatie hoog is, is het een stiekeme belasting, omdat mensen die reëel niet in inkomen stijgen, toch meer belasting gaan betalen. Dat is onrechtvaardig, discriminerend en nivellerend. Daarbij komt dat dit gebeurt terwijl de pensioenen al een paar jaar niet geïndexeerd zijn, of
Sinds maart ben je penningmeester van AGE Platform Europe. Waar gaat Europees ouderenbeleid over? ‘2012 wordt het jaar van Actief ouder worden en intergenerationele solidariteit. In het algemeen wordt AGE steeds vaker gevraagd en genoemd door bestuurders en ambtenaren. Dat geeft statuur. NVOG-bestuurslid Regine Matthijsen is ook lid van het AGE Platform. Zij komt vaak in Brussel en zorgt voor onze inbreng. Omdat we die connecties hebben, kunnen we er ook gebruik van maken.’
De NVOG besteedt veel aandacht aan het zorgbeleid. De bezuinigingen, hogere premies en eigen bijdragen hebben mogelijk meer impact op koopkracht en welzijn van ouderen dan pensioenontwikkelingen. ‘Dat is waar. De commissie Zorg en Welzijn staat zeker niet in de schaduw van de commissie Pensioenen. Het is belangrijk dat we ook op dat vlak inhoudelijk goed aan de weg timmeren. Van pensioenen kunnen we vinden dat die geïndexeerd moeten worden, maar als het geld er niet is, als De Nederlandsche Bank die ruimte niet kan geven, kun je praten als brugman, maar meer zit er dan niet in. De koopkrachtdaling is door allerlei vormen van bezuinigingen in de zorg een veel groter onderwerp dan bij de pensioenen. En de cumulatie is natuurlijk nog erger. Er staat veel op de wagen en we zullen er inhoudelijk en met overtuiging tegenin gaan.’
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
3
Ouderen laten stem horen tijdens formatie – Bernard van Praag –
De achterban van de NVOG is ongerust over wat er gebeurt met de pensioenen, de zorg en fiscale veranderingen. Het gaat om wijzigingen in de orde van één of slechts enkele procenten minder per jaar en vaak slechts voor bepaalde groepen uit de bevolking. Maar deze procenten tellen na enige jaren op tot aanzienlijke reducties in inkomen en tot een lager zorgniveau.
Pensioenen • Wij maken ernstig bezwaar tegen een effectuering van het recente pensioenakkoord tussen het FNV en werkgevers. Daarin worden immers alle toekomstige risico’s van inflatie en onderdekking op het bordje van gepensioneerden gedeponeerd. Ons inziens dienen de drie betrokken partijen — werkgevers, actieve werknemers en gepensioneerden (en slapers) — samen de risico’s te delen. • We zijn bezorgd over de te lage premievaststelling bij veel fondsen, bijvoorbeeld bij het ABP. Hierdoor kan onmogelijk op termijn aan gepensioneerden reëel geïndexeerde pensioenen worden uitgekeerd. • We maken bezwaar tegen de geringe en illusoire inspraakmogelijkheden van gepensioneerden betreffende hun eigen pensioen. Bij aanname van het wetsontwerp Kofler Kaya/Blok verbeteren die inspraakmogelijkheden reëel, maar dan nog laten ze te wensen over. Te veel wordt de toon gezet door
4
pensioendeskundigen, werkgevers en werknemers, terwijl gepensioneerden toch minstens voor vijftig procent eigenaar zijn van de gespaarde pensioenvermogens. • Ten slotte wijzen we op de positie van de overheid als werkgever en oud-werkgever. We begrijpen dat
de premielasten voor de ambtenarenpensioenen zwaar drukken op het overheidsbudget. Daarom hield de minister van Binnenlandse Zaken vorig jaar de suggestie van het ABP tegen om de premie met drie procentpunten te verhogen. Dit impliceert dat het ABP ‘ondervoed’ wordt, waardoor de dekkingsgraad en dus de reële pensioenen van ambtenaren niet meer kunnen worden gegarandeerd. Uit recente berekeningen blijkt dat het ABP de premie met circa twintig procent moet verhogen om de pensioenen in de toekomst te kunnen garanderen. Wil de overheid haar reputatie van aantrekkelijke werkgever behouden, dan speelt ze met vuur door de pensioentoekomst van ambtenaren in de waagschaal te stellen. Wanneer werkgevers en vooral de overheid de pensioenen eenzijdig aantasten, of door te lage premies en dotaties de dekkingsgraad op termijn ondermijnen, dan is dit niet alleen nadelig voor de huidige gepensioneerden maar ook voor toekomstige generaties. Zorg Ruim twee derde van de AWBZ- en WMO-gelden zijn bestemd voor men-
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
foto - Wieke Wolter
Na de recente verkiezingen hebben de ouderenorganisaties — verenigd in de CSO — de nodige punten van aandacht aangereikt aan de opeenvolgende informateurs en betrokken politieke partijen. De NVOG-inbreng is hierbij op hoofdlijnen goed meegenomen. Wat geeft de NVOG een nieuw kabinet mee?
sen ouder dan 65 jaar. Zowel de intergenerationele solidariteit als de solidariteit tussen gezonden en zieken staat ter discussie. Niet voor niets heeft de Europese Commissie 2012 uitgeroepen tot het Jaar van de Intergenerationele Solidariteit. Wij verwachten dat ook de Nederlandse overheid hieraan aandacht besteedt. • We zijn bezorgd over mogelijke verhogingen van het eigen risico in de curatieve zorg, en het uitdunnen van zorgpakketten. Dit treft vooral senioren met een kleine beurs, omdat zij doorgaans meer zorg nodig hebben. We weten dat reducties soms nodig zijn. Niet mag uit het oog worden verloren dat ouderen veruit de voornaamste zorgconsumenten zijn en dat bezuinigingen op de zorg dus welhaast per definitie leeftijddiscriminerend zijn. • Dit jaar is de Kanteling van de WMO. Gemeenten moeten met hetzelfde of minder geld dan hiervoor zorgen dat meer ouderen thuis kunnen blijven wonen en mee kunnen blijven doen in de samenleving. Daarbij moet een veel groter beroep worden gedaan op mantelzorg en vrijwilligers. Is dat sociaal beleid? • Vorig jaar zijn door de Pakketmaatregel AWBZ al grote veranderingen opgetreden in de activerende en ondersteunende begeleiding van ouderen. De gemeenten hebben onvoldoende financiële mogelijkheden om dit over te nemen. Een verdere verschraling van de AWBZ-zorg achten we onverantwoord en we wijzen op het voorstel dat de gezamenlijke ouderen- en patiëntenorganisaties medio juni in Nieuwspoort hebben geïntroduceerd: Eigen regie maakt de zorg beter voor minder geld. Wij willen wel, maar wil de nieuwe regering ook?
Prof. dr. Bernard van Praag is bestuurslid van de NVOG
Medio augustus heeft de NVOG het initiatief genomen om een aanvullende brief te sturen aan de informateur, onderhandelaars en de minister van Financiën. Die is in CSO-verband uitgegaan. In de brief werd opgeroepen om alsnog van invoering van de Houdbaarheidsbijdrage (grijstax) per 2011 af te zien. Deze maatregel maakt deel uit van het Belastingplan 2009, waartegen de ouderenorganisaties ook in 2008 al bezwaren hadden geuit.
BOEKBESPREKING — van de redactie —
De Grote Recessie Het Centraal Planbureau over de kredietcrisis. Dit boek is al een tijdje verkrijgbaar en misschien des te interessanter om nog eens te lezen. Teurlings en Van Ewijk, directeur en onderdirecteur van het CPB, zijn beiden hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Ze gaan in De Grote Recessie uitgebreid in op de oorzaken en gevolgen van de huidige economische crisis, die in 2007 begon. Ook voor wie geen econoom is, is het verhaal goed te volgen en voor wie er echt eens in wil duiken, hebben de auteurs per hoofdstuk literatuurverwijzingen opgenomen. Verder is op de website www.degroterecessie.nl nog het nodige te vinden, zoals gebruikte schema´s en aanvullend materiaal. Interessant is het hoofdstuk waarin de vraag wordt beantwoord wie het pensioenverlies draagt. Van Ewijk en Teurlings komen uit op de groep ´jongere´ ouderen van 55 tot 70 jaar, omdat die relatief veel pensioenrechten hebben opgebouwd en dus last krijgen van indexatiekortingen. Ook moeten zij lang van hun pensioen leven en deels werken ze nog als er van herstelpremies sprake is. Het consumptieverlies kan dan flink oplopen vergeleken met jongeren of mensen die nóg ouder zijn — en dan nog meer voor degenen met een ruimer aanvullend pensioen. Kortom, de rekening komt bij een kleine
groep oudere werknemers terecht, zo stellen ze. De auteurs vinden het verhogen van pensioenpremies niet de oplossing, omdat dit in een crisisperiode economisch onaantrekkelijk is. Ze pleiten voor betere informatie over pensioenen aan deelnemers en gepensioneerden en voor het wegnemen van wettelijke regels die een logische verdeling van de risico´s over leeftijdsgroepen in de weg staan. Overigens gaan de auteurs ook in op de relatie tussen de krediet- en de klimaatcrisis. Ze sluiten met vragen als voor wie crises als deze de meeste pijn doen (antwoord: nieuwe werklozen) en wat ervan te leren valt (antwoord: kijken naar China). De Grote Recessie Het Centraal Planbureau over de kredietcrisis. Casper van Ewijk en Coen Teurlings, Amsterdam 2009 € 15,- / ISBN 9789460032240
5 NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
Generatiekloof? Er zit Nix tussen! — Martina van den Dool —
Het wordt mij af en toe op de vrouw af gevraagd, of het als beginveertiger niet lastig is om te werken voor een organisatie van ouderen die zich druk maken over hun eigen inkomen en koopkracht. Is dat niet juist de groep die het allemaal al prima voor elkaar heeft en de jongeren daar nu voor laat opdraaien? Dit soort vragen past in deze tijd. Het poldermodel dat door de babyboomers werd omarmd, wordt door jongeren niet meer begrepen. Zij houden van doorpakken, vrijheid en zelfbeschikking. Misschien juist daarom wel zo handig dat juist een veertiger de NVOG helpt runnen… ‘De solidariteit is op’ stond er boven een artikel in De Groene Amsterdammer (19 augustus 2010). Daarin stelt bestuurskundige Albert Jan Kruiter dat de democratie in een spiraal is beland van individualistische burgers, die steeds meer bureaucratie over zich afroepen. Mensen kijken steeds meer naar hun eigenbelang en de overheid monopoliseert het publieke belang. Ook het verenigingsleven heeft volgens Kruiter niets te maken met de publieke zaak, maar voorziet in ‘een gedeelde private behoefte’. Jongeren vragen zich nu meer dan voorheen af waarom zij moeten betalen voor ouderenzorg, terwijl diezelfde ouderen het toch erg goed lijken te hebben. Inderdaad: het gangbare beeld is dat senioren veel uitstapjes maken, op de golfbaan staan en een tweede huis in het buitenland hebben. Het tegenovergestelde beeld komt ook veel voor en werkt net zo vertekenend: ouderen hebben veel zorg nodig en kosten de samenleving daardoor erg veel geld.
6
Ik zie het als een opdracht van de leden van de NVOG om die vertekende beeldvorming waar mogelijk bij te stellen, vooral ook voor de jongeren die nu beleid ontwikkelen of de media bestieren, de Generatie Y zogezegd. Alleen al het fenomeen ‘vereniging van gepensioneerden’ vraagt bij hen vaak de nodige toelichting, merk ik. Ze weten vaak ook niet dat voor zeventig procent van de ouderen de AOW nog altijd de belangrijkste inkomstenbron is en dat aanvullende pensioenen gemiddeld rond de 540 euro bruto per maand liggen (CBS/2007). Voor dat pensioen is jarenlang gewerkt en premie afgedragen. De leeftijdsgroep waartoe ik behoor wordt wel de Verloren Generatie, de Generatie X of zelfs Generatie Nix genoemd. We hebben de geneugten van de Flower Power gemist en in onze tienerjaren stond het er allemaal niet best voor in Nederland. We hebben ook niet de voordelen van de internetgeneratie na ons, dus om de digitalisering van de maatschappij bij te houden, moeten wij ons net een beetje meer inspannen dan de jongeren die ermee groot werden. In 2007 verscheen een proefschrift van Aart Bontekoning (Generaties in Organisaties), waarin hij stelt dat mijn generatie de verbindende schakel kan zijn tussen de protest- en de internetgeneratie. In de top van de landelijke politiek is dit al zichtbaar — denk aan Rutte, Pechtold, De Jager en Halsema. De Tweede Kamer zit nu vol veertigers en ik zie ze ook veel in de organisaties waarmee de NVOG contacten onderhoudt. Het zijn mensen die goed in het Nix-plaatje passen van
‘pragmatisch, nuchter en energiek’. Ze gaan niet zo prat op absolute waarheden, maar zoeken naar oplossingen en de nuance. Het is een beeld waar ik me zelf ook in herken en dat is handig in mijn functie. Want volgens mijn inschatting zijn de meeste vrijwilligers bij de NVOG nu tussen de 65 en 75 jaar. De groep babyboomers neemt in onze gelederen dus toe. Mensen die niet alleen gedegen aan standpuntformulering werken, maar die zich ook krachtig willen manifesteren om te voorkomen dat ze alleen nog worden weggezet als kostenpost of profiteur door jongere generaties. Als ‘middenmoter’ probeer ik de boodschap van de ene groep over te brengen op een manier die de andere groep verstaat en die zorgt dat duidelijk wordt dat een strijd of kloof tussen generaties niets oplost. En dat is toch niet Nix. Martina van den Dool, directeur NVOG
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
Nieuws uit Europa Negentien procent van de ouderen in Europa leeft op of onder de armoedegrens (Eurostat). Eerdere pogingen van de EU om hier aandacht aan te besteden, leveren nog weinig op. AGE Platform Europe heeft nu een charta aangenomen, waarmee het oproept tot meer solidariteit tussen de generaties. — Regine Matthijsen —
2012 — Er is behoefte aan een nieuw evenwicht tussen de generaties: aan meer samenwerking en solidariteit. De charta die AGE Europe dit voorjaar aanvaardde, bevestigt de rechten van mensen, ongeacht hun leeftijd of lichamelijke toestand. Ze veroordeelt alle vormen van discriminatie en mishandelingen en roept op tot waardigheid en welzijn van ouderen. AGE heeft de Europese Commissie gevraagd om 2012 uit te roepen tot het jaar van het Actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties. De NVOG en de andere lidorganisaties binnen de CSO besteden ook aandacht aan deze thema’s. Ze denken bijvoorbeeld aan het organiseren van een congres, en/of een meer gestructureerd overleg met jongerenorganisaties om kennis en wederzijds begrip te vergroten. 2020 —De Europese Council heeft de strategie voor Europa 2020 vastgesteld, het vervolg op de zeer ambitieuze Lissabon-strategie (2000), die van de EU de meest dynamische en concurrerende economie van de wereld had moeten maken. Ook voor Europa 2020 gelden ambitieuze doelen: - Werkgelegenheid voor minimaal 75 procent van de bevolking tussen twintig en 65 jaar, voor mannen én vrouwen, en meer sociale cohesie. Er zijn innovatieve maatregelen nodig om ouderen langer op de arbeidsmarkt te houden. - Meer kansen op de arbeidsmarkt door een leven lang leren mogelijk te maken. - Adequate oplossingen om sociale
voorzieningen in stand te houden. Door een kleinere beroepsbevolking en relatief meer gepensioneerden staan deze voorzieningen nu extra onder druk. - De huidige crises hebben consequenties voor de pensioenstelsels. Daarvoor is een groenboek opgesteld. - Kenniseconomie komt wereldwijd op de eerste plaats. Volgens de EC moet worden voorkomen dat lopende pensioenhervormingen niet ten laste komen van ouderen. Adequate pensioenvoorzieningen voor de lange termijn zijn alleen mogelijk als er Europees toezicht is en een regulerend mechanisme voor de financiële markten, zodat het vertrouwen van burgers kan worden teruggewonnen. In tegenstelling tot de Lissabon-strategie geeft de Commissie jaarlijks een stand van zaken, vooral over werkgelegenheid, productiviteit en sociale cohesie.
wordt door maar liefst drie EU-commissarissen. Dit EU-initiatief richt zich vooral op: - het garanderen van een adequaat pensioeninkomen, en zekerstellen dat pensioenstelsels ook op lange termijn betrouwbaar zijn; - de juiste balans vinden tussen werk en pensionering en het mogelijk maken langer te kunnen werken; - de mobiliteit van pensioenen over de grenzen mogelijk maken, en zo de mobiliteit van werknemers binnen de EU vergroten; - pensioenstelsels ook in economische crisis veilig stellen; - pensioentoezeggingen transparanter maken en mensen beter informeren over hun pensioen. De Commissie rondt in november de consultatieprocedures af en besluit dan welke wettelijke stappen wenselijk zijn. www.age-platform.eu
Groenboek — Dit is een document van de EC, waarin ze een probleem inventariseert en beleidsaanbevelingen doet. Aan de hand van reacties hierop kan de EC een witboek schrijven, waarin ze met een concreet wetsvoorstel komt. In juni publiceerde de EU het groenboek Naar adequate, houdbare en zekere Europese pensioenstelsels. Aanleidingen zijn de toenemende demografische druk op de stelsels, en de financiële en economische crisis. De ernst van de situatie wordt benadrukt door het uitzonderlijke feit dat deze publicatie gedragen
Als lid van AGE Platform is de NVOG al jaren ook Europees actief. Gedurende zeven jaar was dit de portefeuille van Jan Simons, in het bijzonder AGE (NL/EU) en de SPEG (Social Protection Expert Group). In mei nam hij afscheid. Zijn plaats in de SPEG — een werkgroep van AGE — werd ingenomen door NVOG-bestuurslid Regine Matthijsen. George Smittenaar, voorzitter van de commissie Pensioenen, is haar vervanger.
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
7
Drie reacties op ...
NVOG-voorlichting AWBZ – Marieke Sjerps – Naast Pensioenen zet de NVOG krachtig in op het dossier Zorg en Welzijn, ook in de voorlichting aan haar achterban. Zo kwamen er over de veranderingen in de AWBZ brochures en informatie op de NVOG-website en hield Joop Blom van de commissie Zorg en Welzijn een presentatie bij zes verenigingen. Wat vinden leden van de aandacht die de NVOG ook aan dit soort onderwerpen geeft?
In feite zijn er maar twee belangrijke onderwerpen voor ouderen en dat zijn gezondheid en geld, anders gezegd zorg en pensioenen. Eigenlijk is zorg nog belangrijker dan pensioenen, want je kunt een zak vol geld hebben, maar als er geen zorg is, is die zak snel leeg. En dat staat ons land te gebeuren. De huidige generatie mensen met een ruim pensioen heeft een welvaartspositie, laten we daar eerlijk over zijn. Maar dat kan snel veranderen, en dat geldt zeker voor de volgende generatie.
‘Als er geen zorg is, is de zak met geld snel leeg’
Kees Westra (67) Voorzitter van de Vereniging van gepensioneerden van Heineken. VVGH
8
Als VVGH kunnen we op het terrein van zorg weinig uitrichten. We doen mee met de ziektekostenverzekering van het bedrijf Heineken. Daar hebben we ons met succes hard voor gemaakt. Daarnaast proberen we overheidsbeleid bij onze leden bekend te maken. Slechts weinigen realiseren zich dat er binnen de AWBZ gigantische veranderingen op stapel staan. Dat moet veel meer
aandacht krijgen. Vandaar dat we al twee keer Joop Blom hebben gevraagd om een presentatie te geven. Zijn inleiding is zeer interessant en wordt ook hogelijk door onze leden gewaardeerd. In dit verband zijn we ook blij dat we lid zijn van de NVOG. De overheid is immers alleen maar geïnteresseerd in grote belangengroepen. En dat de vakbonden voor ons op zouden komen, daar geloof ik niet in. Die maken zich niet druk voor bejaarden. Daarvoor moet je toch echt bij een organisatie als de NVOG zijn. In het algemeen vind ik dat de NVOG de laatste jaren veel actiever is geworden en een flinke stap in de goede richting heeft gemaakt. Wel is het een aandachtpunt dat sommige dossiers aan één of enkele personen verbonden zijn. Daardoor is de NVOG kwetsbaar in continuïteit en in haar opgebouwde kennis en ervaring.’
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
Teus Verduijn (65) Bestuurslid en secretaris van de Vereniging van Gepensioneerden van Atos Origin ‘Ons bedrijf komt voort uit softwaredetacheringbedrijf BSO en een groep medewerkers die zich bij Philips bezighield met de interne automatisering. In de jaren negentig zijn er enkele overnamen geweest en sinds tien jaar horen we bij Atos Origin, dat wereldwijd bijna vijftigduizend medewerkers heeft.
meer met het onderwerp zorg te doen, maar dan moeten we expertise opbouwen en daar hebben we geen prioriteit aan gegeven. Onze leden komen uit de ICT-wereld en zijn vaak goed in staat om via internet na te gaan op welke rechten en ondersteuning ze aanspraak kunnen maken. Een presentatie zoals Joop Blom die heeft gegeven kan ze behulpzaam zijn, omdat daarin trends en ontwikkelingen in de zorg duidelijk naar voren komen. Ik vind het positief dat de NVOG zich met meer onderwerpen dan alleen pensioenen bezighoudt. Ouderen vallen graag terug op een organisatie die ze vertrouwen en die hun belangen goed vertegenwoordigt. Dat zou ook een vakbond kunnen zijn, maar daarvan zijn de belangrijkste leden de actieve werknemers, en die hebben heel andere belangen dan wij. Ik hoop dat we in de toekomst nog meer van dit soort presentaties hebben op de ledenvergadering. Dat zal ook wel nodig zijn, want over een jaar of tien ziet onze ledenpopulatie er heel anders uit. Dan krijgen onderwerpen als zorg en welzijn vanzelf meer aandacht in onze vereniging.’
‘Positief dat de NVOG zich met meer dan alleen pensioenen bezighoudt’ De gemiddelde leeftijd van onze leden is 66 jaar. Ze zijn over het algemeen redelijk gezond en hebben nog niet veel met de AWBZ of de WMO te maken. We krijgen dan ook betrekkelijk weinig vragen over deze onderwerpen. Onze doelstellingen zijn: de vertegenwoordiging in het bestuur en de deelnemersraad van het pensioenfonds, de waardevastheid van de pensioenen in de gaten houden, en we willen de onderlinge contacten verbeteren. We hebben het er wel over gehad om
Wim Kuypers (70)
‘De bij de NVOG aangesloten verenigingen zijn vooral bezig met het onderwerp pensioenen. Logisch, ook voor de VGAZ waren pensioenkwesties en het uitblijven van indexeringen reden om zich aan te sluiten bij de NVOG. Je hebt immers aantallen nodig als je je invloed wilt laten gelden.
‘Meer beren op de weg dan we dachten’ Maar er speelt meer. In Nederland beslist iedereen over ouderenbeleid, zonder dat ouderen er zelf wat over te vertellen hebben. En dat is bij zorg en welzijn niet anders. Op dat terrein kunnen zelfs ingrijpendere en vervelendere dingen gebeuren dan op het vlak van de pensioenen. Daarom zijn we ingegaan op het aanbod van de NVOG om een toelichting te komen geven over de actuele veranderingen in de AWBZ. We wilden de leden laten weten: maak je niet alleen druk over de pensioenen, want er zijn meer onderwerpen, en die kunnen op den duur wel eens veel meer invloed hebben op ons materiële welzijn. Door de pakkende presentatie van Joop Blom bij de jaarvergadering van de VGAZ staat het onderwerp weer goed op ons netvlies. Het is duidelijk dat er veel beren op de weg zijn als het gaat om de AWBZ en de WMO. Veel meer dan we dachten. En als je ziet wat politici voorstellen, vraag ik me af waar het naar toegaat. De VGAZ richt zich dus ook op andere onderwerpen dan de pensioenen en we juichen het toe dat de NVOG dat ook doet. Haar werkveld moet zeker niet versmald worden. Dus: ga zo door en probeer op nog meer terreinen kennis en ervaring te hebben en te delen.’
Bestuurslid VGAZ Vereniging van gepensioneerden in de agrarische en zuivelindustrie
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
9
Heupoperaties steeds efficiënter en mogelijk goedkoper Per jaar worden er wegens slijtage (artrose) meer dan twintigduizend nieuwe heupen geplaatst, vooral bij ouderen. Verwacht wordt dat dit aantal de komende tien jaar verdubbelt. Met de huidige Diagnosebehandelingcombinatie (DBCcode) is een heupoperatie een product van het ziekenhuis geworden. Joop Blom, voorzitter van de Commissie Zorg en Welzijn, onderging deze zomer zelf zo’n operatie. Zijn ervaringen geven een goed beeld van de huidige praktijk. — Martina van den Dool —
De problemen begonnen een half jaar geleden. Onderzoeken wezen uit dat de heup van Joop Blom versleten was en vervangen moest worden. Zijn zorgverzekeraar adviseerde hem naar een van de Tilburgse ziekenhuizen te gaan, niet ver van zijn woonplaats. Op basis van wachtlijstinformatie op internet was zijn keuze voor het St. Elisabeth Ziekenhuis snel gemaakt. Tien jaar geleden duurde een derge-
Joop Blom (71) is sinds zes jaar zeer actief binnen de NVOG als voorzitter van de Commissie Zorg en Welzijn. Daarnaast doet hij veel voor de gepensioneerdenvereniging van Interpolis en voor enkele andere organisaties voor ouderen. Door een heupoperatie werd hij de afgelopen tijd ineens zelf de ‘oudere zorgconsument’, voor wie hij zich altijd zo inspant. Overigens was hij — letterlijk — weer snel op de been en kon hij ook weer aan de slag voor de NVOG. Voor zijn pensionering was Joop Blom onder andere commercieel directeur en directeur zorgverzekeringen bij Interpolis.
10
lijke opname nog minstens twee weken, gevolgd door thuiszorg en een lange revalidatieperiode. De kosten werden uit ziekenhuisbudgetten betaald en het bleef onduidelijk hoeveel een operatie als deze kostte. De zorgverzekeraar betaalde het ziekenhuis per opnamedag. Nu is er de Diagnosebehandelingcombinatie (DBC-code), waarin alle kosten — de hele ingreep, inclusief de voor- en nabehandeling — is omschreven en in één bedrag wordt betaald. Om te beginnen werden er in het ziekenhuis foto’s gemaakt. Joop was hierover wat verbaasd, immers dat was elders ook al gedaan. Bevestigd werd dat zijn heup vervangen moest worden. Ook werd het geregeld dat het te verwijderen bot naar de botbank zou gaan en Joop beloofde medewerking aan een onderzoek naar psychische problemen na dit soort operaties. Eind mei volgde een onderzoek door de anesthesist en een gesprek met de orthopedisch coördinatrice. De operatie werd gepland in de week van de Nijmeegse Vierdaagse. Joop Blom: ‘Die week had ik al vrij gehouden om mee te lopen.’ Verpleeghuisopname na het verblijf in het ziekenhuis zou niet nodig zijn, omdat Joops echtgenote thuis de
nodige zorg kon bieden. Het ziekenhuis gaf vooraf de nodige voorlichting, onder andere met een film over de operatie en de verzorging die Joop na thuiskomst nodig zou hebben. Joop Blom: ‘Maandag 19 juli leverde mijn echtgenote me ‘s morgens om zeven uur af en drie uur later uur ging ik onder het mes.’ De operatie duurde anderhalf uur, vertelt hij. ‘Ik was verdoofd met een ruggenprik en kon daardoor alles volgen. Dus hoorde ik ook de opmerking dat ik wel erg harde botten heb.’
Huiskamer Joop Blom deed mee aan het huiskamerproject, zoals dit in dit ziekenhuis heet. Dit houdt in dat de drie of vier mensen die op één dag een nieuwe heup krijgen, een gezamenlijke slaapzaal delen en een huiskamer met gemakkelijke stoelen, televisie en telefoon, waar ze overdag verblijven. De dag na de operatie gingen de heuppatiënten meteen aan de slag met een fysiotherapeut die hun leerde hoe ze zich de komende zes weken moesten gedragen om het genezingsproces te bevorderen. De vrijdag daarop kon Joop weer naar huis.
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
Wat vindt de NVOG? De NVOG staat achter een betere organisatie van ziekenhuizen als die leidt tot verbetering van de kwaliteit van de curatieve zorg en tot beheersing van de kosten. Concentratie van bepaalde behandelingen in gespecialiseerde ziekenhuizen is een goede zaak, maar moet wel leiden tot vergaande specialisatie en aantoonbaar betere kwaliteit en besparing van kosten. In de regio moeten kleinere regioklinieken behouden blijven voor eenvoudige standaardbehandelingen. Reisafstanden naar gespecialiseerde ziekenhuizen mogen niet te groot worden. Joop Blom, voor de heupoperatie, met zijn echtgenote Lidy.
Een andere patiënte vertrok voor vijf weken naar een verpleeghuis, want zij had thuis niemand die voor haar zorgde. Zo’n verblijf wordt betaald uit de AWBZ, met een eigen bijdrage. Het kan dus kostenbesparend zijn als de patiënt door een vrijwilliger uit de eigen omgeving wordt geholpen: familie, buren, vrienden. Dit past goed in het beeld dat ouderenorganisaties als de NVOG voor ogen staat: vooral jongere ouderen — de derde generatie — kunnen vaak nog veel werk uit handen nemen. ‘Het is normaal als je de samenleving niet met zaken belast die je ook zelf kunt oplossen’, stelt Joop Blom. Wat kost zo’n operatie nu? De meeste ziekenhuizen publiceren op internet de DBC-kosten. Joop Blom: ‘Het St. Elisabeth Ziekenhuis brengt de zorgverzekeraar voor de hele ingreep bijna tienduizend euro in rekening.’ In het algemeen kost een heupoperatie tussen negen- en veertienduizend euro, dus er zijn grote verschillen
tussen de ziekenhuizen in Nederland, afgezien van de verschillen in kwaliteit en verzorging. Een zorgverzekeraar kan met een ziekenhuis of een orthopedische privé-kliniek een x-tal heupoperaties per jaar afspreken tegen een bepaalde prijs en een bepaalde kwaliteit. Dat scheelt dan in de kosten van de verzekeraar wat die tot uitdrukking mag brengen in de premie. Joop Blom stelt dat door dit soort ontwikkelingen de ziekenhuizen veel efficiënter zijn gaan werken en dat de wachtlijsten zo goed als verdwenen zijn. Hij verwacht ook dat er de komende jaren steeds meer specialistische orthopedische centra zullen komen die zich richten op het vervangen van versleten knieën en heupen. Die zullen efficiënter en goedkoper kwalitatief goede operaties kunnen uitvoeren. Joop Blom: ‘Zo wordt de stijging van de kosten in de curatieve zorg beter in de hand gehouden, en dus ook de premies die we met elkaar moeten opbrengen.’
De NVOG vindt dat de specialist in loondienst moet zijn van de ziekenhuisorganisatie. Zelfstandige maatschappen scheppen een organisatorisch probleem en staan ketenzorg en onderlinge samenhang in de weg. Ziekenhuizen mogen een beperkt winstdoel hebben om het risico van kapitaalsinvesteringen te belonen. Mede gezien de opzet van de Nederlandse gezondheidszorg is het onjuist dat een zorgverzekeraar eigenaar kan zijn van een zorgverlener — ook niet gedeeltelijk. Zowel de initiatieven als de start en het functioneren van particuliere klinieken moeten onder geregeld en streng toezicht van de overheid blijven. De kwaliteit moet worden gegarandeerd. Dit moet openbaar worden vastgesteld. Wanneer een ingreep of behandeling onder verzekerde ingrepen of behandelingen valt, onder de voorwaarden van de zorgverzekering, en in een door de zorgverzekeraar gecontracteerde particuliere kliniek plaatsvindt, moet de zorgverzekeraar de kosten dragen. (bron: Standpuntennota 2009)
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
11
Ouderen met hoger pensioen leveren meer in dan andere – Theo Wortman –
Bij de NVOG is al vaker gesignaleerd dat het met de koopkracht van de gepensioneerden niet goed gaat. Elk jaar rekent het Nibud voor de ouderenorganisaties de koopkrachteffecten door van prijsstijgingen en regeringsmaatregelen. De resultaten vallen maar zelden mee. Toch is het voor velen niet duidelijk of gepensioneerden slechter af zijn dan werkenden. De stichting PUSH, sinds 1 juli lid van de NVOG, gaf begin dit jaar het Nibud opdracht om de koopkrachtontwikkeling van zowel gepensioneerden als werkenden te berekenen over de periode 2001 tot en met 2010. Half juli is dit rapport uitgebracht en de resultaten liegen er niet om, zoals uit de bijgevoegde grafieken blijkt. De eerste grafiek laat zien dat de alleenstaande gepensioneerde met een aanvullend pensioen boven vijfduizend euro per jaar er in de afgelopen negen jaar circa 3,5 procent in koopkracht op achteruit is gegaan. Alleenstaanden met een aanvullend pensioen beneden dit bedrag gingen er wel op vooruit. Gepensioneerde (echt)paren met meer dan tienduizend euro aanvullend pensioen gingen eveneens in koopkracht achteruit (twee procent). Gepensioneerde stellen met een pensioen minder dan tienduizend euro per jaar gingen er wel in koopkracht op vooruit.
12
En dan nu de werkenden. Alleenstaanden met een inkomen minder dan 25 duizend euro per jaar gingen er meer op vooruit dan de hogere inkomens. Gemiddeld was voor de
hogere inkomens de koopkrachtstijging circa twee procent. De werkende alleenverdiener die minder verdient dan dertigduizend euro per jaar heeft nauwelijks koopkracht-
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
stijging. Voor de hogere inkomens was de koopkrachtstijging circa twee procent. De koopkrachtontwikkeling voor tweeverdieners is voor alle inkomens ongeveer twee procent, alleen de inkomens rond dertigduizend per jaar zitten in een dip. Driekwart van de gepensioneerden gaat er op achteruit, terwijl er bijna geen werkenden zijn die er op achteruit gaan. Alles overziend is de conclusie dat het koopkrachtverschil voor grote groepen gepensioneerden met een hoger pensioen ten opzichte van de werkenden toegenomen is met circa vijf procent. De ‘rijke’ ouderen hebben meer ingeleverd dan anderen. Theo Wortman is voorzitter van NVOGwerkgroep Koopkracht en actief binnen de Vereniging Oud-Hoogovens Medewerkers (VOHM)
foto - Frans Laheij
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
13
Pensioenfondsen verkeren in zwaar weer. De ontstane problemen roepen veel vragen op, bijvoorbeeld over het beleggingsbeleid van pensioenfondsen, een onderwerp waarover ook de commissie Pensioenen van de NVOG zich regelmatig buigt. Reden voor Mr. Andrea Hoogteijling CPL, lid van deze commissie en van de Belangenvereniging Postactieven ABN AMRO, om het boek Beleggen erbij te pakken. Ze vat de eerste drie hoofdstukken samen.
Pensioengeld beleggen: gestructureerd aanpakken — Andrea Hoogteijling —
foto - Mieke den Adel
Geld wegzetten voor de oude dag is sinds jaar en dag een bron van zorg. Omdat het bij pensioenopbouw om toekomstige consumptie gaat, móet er een reële rendementsdoelstelling zijn. De hoge inflatie na de energiecrisissen holde elk beleggingsbeleid uit (1965-1983). Wel werd de schade bij vastrentende beleggingen nog enigszins beperkt door de snelle rentestijging. De groeiende grootte van de pensioenfondsen maakt de verhouding tussen de omvang van de beleggingen en de premiestroom geleidelijk ongunstiger. Preventief beleid om averij te voorkomen is een must geworden. Risicobeheer is de loods die het pensioenschip langs de zandbanken leidt.
14
De Moderne Portefeuille Theorie (MPT) splitst beleggen in allocatie- en portefeuillemanagement. De allocatiebeslissing is hierbij de belangrijkste. Uitgaande van het risicoprofiel van de belegger wordt de optimale allocatie bepaald. Bij portefeuillemanagement komt efficiënte diversificatie van risico’s aan bod. Dit alles in de veronderstelling dat beleggingsrisico’s meetbaar zijn en zich laten modelleren. Het pensioenfondsbestuur maakt keuzes en bepaalt dan het beleid. Uiteraard moet het beleggingsbeleid binnen het totale financiële en risicobeleid van het fonds passen. Voor het bepalen van het totale beleid en de optimale strategische asset mix is
een Asset Liability Management-studie (ALM) een nuttig hulpmiddel. Die draagt bij aan inzicht, transparantie en verantwoording, naast informatie om het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid vast te stellen. De aanspraken van de belanghebbenden en de verwachtingen voor de rente, inflatie, opbrengsten en risico’s van diverse beleggingscategorieën worden in het model verwerkt. Door verschillende scenario’s in beeld te brengen, kunnen de consequenties van keuzes doorgerekend worden en tegen elkaar worden afgewogen. Wetende welk rendement nodig is en welk risico het bestuur bereid is ervoor te lopen, kan de strategische vermogensverdeling worden bepaald. Horizon Strategisch beleggingsbeleid hanteert een horizon van drie tot vijf jaar. Risico’s worden gespreid door het opnemen van meerdere beleggingscategorieën en diversificatie is hierbij het codewoord. Om het strategisch beleggingsbeleid handen en voeten te kunnen geven, wordt het nader uitgewerkt in een beleggingsplan voor één jaar, dat het te voeren beleid beschrijft en de manier waarop het beleid wordt getoetst (monitoring en controle). Tevens worden de veronderstellingen vastgelegd die gehanteerd zijn, de gebruikte beslissingscriteria en de afwegingen bij de totstandkoming van het beleid. Het is belangrijk dat de relatie tussen
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
beleggingen en verplichtingen beschreven wordt. Gemaakte veronderstellingen moeten regelmatig getoetst worden aan de realiteit. Het mandaat dat aan een vermogensbeheerder of fiduciair manager wordt verstrekt, is gebaseerd op dit strategisch beleggingsbeleid. Duurzaam beleggen is geen voorgeschreven invalshoek, maar wordt genoemd als een verantwoordelijkheid. Integriteit De Nederlandsche Bank (DNB) schrijft periodieke rapportages voor waarin de financiële risico’s inzichtelijk zijn gemaakt. Indien dit onvoldoende gebeurt, grijpt DNB in. DNB hecht steeds meer belang aan integriteitrisico’s. Ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toetst pensioenfondsen op zaken als insider trading en marktmanipulatie. Kortom, de compliance officer is geïntroduceerd bij alle vermogensbeheerorganisaties. Naast deze interne verantwoording moet er ook extern aan verschillende doelgroepen verantwoording afgelegd worden over het gevoerde beleid en de resultaten.
foto - Mieke den Adel
Het managen van de nominale dekkingsgraad vergt een significant ander beleggingsbeleid dan het
managen van de reële dekkingsgraad. Vroeger werd het beleggingsbeleid vastgesteld op basis van pensioencriteria, tegenwoordig is er vanuit het internationale vermogensbeheer een asset only-aanpak die stuurt op rendement, het zogenaamde Liability Driven Investment (LDI). Het bestuur aanvaardt hierbij een bepaald beleggingsrisico. Dit moet op een vooraf overeengekomen wijze opgevangen worden. In de praktijk echter is de LDI-aanpak te veel gericht op de bestaande pensioenverplichtingen en wordt er te weinig rekening gehouden met de risicoreducerende werking van het premieen indexatiebeleid. Er is een holistische aanpak nodig, die erop gericht is dat de ambities en de bijkomende risico’s voor alle belanghebbenden met elkaar in overeenstemming zijn. Zo is een volledig en fair pensioencontract mogelijk, waarin alle groepen belanghebbenden weten welke ambities er worden nagestreefd, en welke risico’s hiermee gepaard gaan. Uit de pensiondeal vloeien de consequenties voor het beleggingsbeleid voort. Er zijn twee hoofdlijnen om de strategische asset mix vast te stellen. De op de lange termijn gerichte holistische aanpak en de op de korte termijn gerichte balansaanpak. De laatste is gebaseerd op de combinatie van fair value en de kortetermijnaspecten van het FTK (Financieel Toetsingskader) en IFRS (International Financial Reporting Standards). Fair value staat hierbij voor de actuele (forward) rentes en inflaties, ongeacht extreme uitschieters. Dekkingsgraad Veranderingen in deze grootheden werken zwaar door in de veranderingen van de verplichtingen en de dekkingsgraden, die bovendien onder het FTK en IFRS doorwerken op premies, IFRS-pensioenlasten en indexaties. Vermogensbeheerders speelden hierop in door pakketten onder de naam LDI voor de balans op korte termijn in de markt te zetten. Ze wil-
len het beleggingsbeleid zo vorm geven dat in een jaar vooral de dekkingsgraadrisico’s worden beheerst. Het huidige FTK stimuleert dus nominale zekerheid op korte termijn ten koste van de reële indexatieambitie op de lange termijn. De holistische aanpak exploiteert zo efficiënt mogelijk de risicobudgetten om de indexatieambitie waar te kunnen maken. In deze visie moet dus niet alleen gestuurd worden op informatie die de dieptemeter geeft, maar ook op informatie van het kompas. De principiële keuzes die fondsen voor de strategische asset allocatie (SAA) moeten maken zijn: • Beginnen met een ambitie voor de lange termijn, waaraan restricties voor de korte termijn zijn opgelegd, of beginnen vanuit balansmanagement op de korte termijn? • Nastreven van een reële ambitie of meer focussen op nominale zekerheid? • Vooraf vastleggen hoe de SAA in bepaalde omstandigheden wordt aangepast, of bijsturen gegeven de omstandigheden van het moment? De auteurs van Beleggen adviseren te beginnen met ambities voor de lange termijn en hierbij goed rekening te houden met restricties voor de korte termijn. Ze constateren dat voor veel mensen een irreële nominale achteruitgang — minder euro’s op de rekening — harder aankomt dan een (zelfs hogere) reële achteruitgang. Vooraf bepalen wat het fonds in welke situatie doet, heeft evidente voordelen, maar de zekerheid dat het beleid ook werkelijk op de vooraf afgesproken wijze kan worden uitgevoerd, is er vaak niet. Beleggen Onder redactie van prof. dr. Jean Frijns en dr. Carel Petersen 2007 - ISBN: 978-90-79281-01-5
NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010
15
Colofon NVOG Expliciet is het kwartaalblad van de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden. Het blad fungeert primair als gratis informatieorgaan voor de aangesloten lidorganisaties en externe relaties van de NVOG. In NVOG Expliciet verschijnen artikelen op het gebied van ouderenbeleid, in het bijzonder over pensioenen, inkomen, zorg en welzijn. Het NVOG-bestuur is eindverantwoordelijk voor de inhoud. De operationele verantwoordelijkheid is in handen van de redactie. NVOG Expliciet kan zowel per post als per e-mail worden ontvangen. Adreswijzigingen kunnen per e-mail of telefonisch worden doorgegeven aan de NVOG. Het magazine is ook te downloaden via de website van de NVOG.
Bestuur NVOG (per september 2010) dhr. drs, M.J. van Rooijen, voorzitter dhr. H.J.W. Bindels, vice-voorzitter mw. Y.J.P.M. de Heer-Seveke dhr. J.W. Kwint RA RC, penningmeester dhr. E.J.H.C. van Lamoen, secretaris mw. R. Matthijsen dhr. prof.dr. B.M.S. van Praag Kandidaat-bestuursleden dhr. F. Candel dhr. ing. S. Molkenboer MBA dhr. drs. S. Wage Er was voor dit nummer van Expliciet veel kopij. Daarom is ervoor gekozen deze keer de ledenlijst op de achterpagina achterwege te laten. De namen van de circa 90
Overname van artikelen en/of foto’s uit NVOG Expliciet is toegestaan met toestemming van de NVOG én met bron- en auteursvermelding. Externe medewerkers vragen hiervoor een honorarium. Om dit te regelen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de betreffende fotograaf of journalist (onder andere vindbaar via internet). Redactie Hoofdredactie – Martina van den Dool Eindredactie – Marieke Sjerps, Sjerps Communicatie Redactiesecretariaat – Betty Berger Aan dit nummer werkten mee Andrea Hoogteijling, Regine Matthijsen, Bernhard van Praag, Theo Wortman Redactieadres NVOG Postbus 2069 3500 GB Utrecht tel.: 030 - 284 60 80 fax: 030 - 284 60 89 E-mail:
[email protected] Website: www.gepensioneerden.nl Vormgeving Hans Arts, Artsdesign Druk Drukkerij De Witte B.V., Eindhoven
lidorganisaties van de NVOG staan op de website: www.gepensioneerden.nl onder het kopje Lidorganisaties
Over de NVOG De NVOG is de landelijke overkoepelende vereniging van organisaties van gepensioneerden, afkomstig uit het bedrijfsleven, de overheid en maatschappelijke organisaties. De NVOG werd opgericht in 1986. Ze behartigt de collectieve belangen van de gepensioneerden en hun nagelaten betrekkingen bij de overheid, politieke partijen en andere relevante instanties. Bij de vereniging zijn circa 90 organisaties aangesloten (met meer dan 110.000 leden), die de belangen van ruim een miljoen gepensioneerden behartigen. De NVOG is een vrijwilligersorganisatie die steunt op de onbetaalde medewerking van tientallen leden van de aangesloten organisaties. Verder heeft de vereniging in Utrecht een klein kantoor met drie vaste krachten. Onderwerpen waarvoor de NVOG zich inzet liggen voornamelijk op de terreinen inkomen, pensioenen, zorg en welzijn. De NVOG is verenigd met de Unie KBO, de PCOB en het NOOM in de koepel van ouderenorganisaties CSO, die samen ruim 550.000 ouderen vertegenwoordigt.
ISSN-nummer: 1877-9697
16 NVOG Expliciet - 20e jaargang, september 2010