Eet je gezond op de werkvloer Een studie ter bevordering van gezond gedrag binnen de sociale werkvoorziening
In opdracht van
Eline Oppers April 2013
Geschreven door: Eline Oppers Student Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding Voeding & Diëtetiek (4e jaar) Studentnummer: 466337 Tel: 06-22186920 Email:
[email protected] Stageplaats: Felua-groep Egerlaan 15 7334 AD Apeldoorn Tel: 055 – 5492500 Email:
[email protected] Datum: 17 april 2013 Externe begeleiders: Mevr. K. Lips (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) Mevr. L. Dierkes (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) Interne begeleiders: Dhr. P. de Ruiter (Felua-groep) Mevr. M. Horstman (Felua-groep) Mevr. S. Kluiters (Felua-groep) Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding Voeding & Diëtetiek Kapittelweg 33 Nijmegen Tel: (024) 353 11 11
Voorwoord Onze gezondheid is voor een belangrijk deel gerelateerd aan gedrag; eigen gedrag of dat van anderen. Het beïnvloeden of veranderen van dit gedrag is geen eenvoudige zaak. Veel van ons gedrag wordt gestuurd door irrationele motieven, diepgewortelde gewoonten en ondoorgrondelijke vooroordelen. Naast de intrapersoonlijke determinanten, zijn er ook factoren buiten de persoon aan te wijzen die gezondheidsgedrag kunnen beïnvloeden (Brug & al., Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering, 2008). Deze factoren worden ook wel de omgevingsdeterminanten genoemd. De ruimte buiten de persoon kan als een externe stimulus dienen om het gedrag van een individu te bepalen. Er kan dus wel gewerkt worden aan het bewust maken van gezond gedrag, maar zolang de omgeving daarin niet meegaat, kan gedragsverandering niet op het maximale niveau worden gestimuleerd. Voor u ligt mijn afstudeerscriptie die is geschreven in het kader van mijn opleiding Voeding en Diëtetiek en de daarbij horende stage Health Promotion. Tijdens mijn stagejaar binnen Felua-groep heb ik opgemerkt dat de omgeving binnen het bedrijf, de interne horeca, het gezondheidsmanagement niet bevordert. In overleg met de opdrachtgever Felua-groep heeft dit er toe geleid dat er een onderzoek is gestart. In deze afstudeerscriptie leest u onder andere een voorstel voor aanpassing van het voedingsaanbod in de interne horeca om zo gedragsverandering bij de SWmedewerkers van Felua-groep laagdrempelig te maken. De adviezen die zijn opgesteld, zijn gebaseerd op een zorgvuldige analyse van de oorzaken van het probleem en op de mogelijke factoren die het gedrag aansturen. Met deze scriptie wordt dus een theoretische poging gedaan om het gedrag te beïnvloeden van de SW-medewerkers binnen Felua-groep en daarmee het gezondheidsmanagement van Felua-groep te ondersteunen. Deze afstudeerscriptie is mede tot stand gekomen door mijn docentbegeleider Karen Lips, stagebegeleider Lieke Dierkes en praktijkbegeleiders Micheline Horstman, Suzan Kluiters en Peter de Ruiter. Ik wil hen alle bedanken voor de tussentijdse feedback en het helpen bij de totstandkoming van dit product. Apeldoorn, 2013
Samenvatting Dit adviesrapport over de gezondheidskwaliteit van het assortiment van de interne horeca binnen Felua-groep is geschreven in de periode februari 2013 tot april 2013. Het adviesrapport is geschreven voor Felua-groep, een sociale werkvoorziening te Apeldoorn. De aanleiding voor dit adviesrapport is het gezondheidsmanagement binnen Felua-groep waarbij men preventief wil werken aan een gezond leefpatroon en dit wil verankeren in het personeelsbeleid. Felua-groep wordt in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid van de SW-medewerkers en de daarmee gepaard gaande effecten op ontwikkeling, arbeidsprestatie en loonwaarde. Een ongezonde levensstijl en het daarbij horende veelvoorkomende overgewicht is van invloed op de gezondheid en inzetbaarheid van de SW-medewerkers. Veel extern geplaatste SW-medewerkers stromen weer terug als gevolg van ziekte en arbeidsongeschiktheid. De gevolgen van niets doen worden daarom steeds groter, waardoor dit geen reële optie meer is. Een heldere aanpak, gericht op preventie en het verhogen van inzetbaarheid en weerbaarheid is daarom gewenst. Dit heeft ertoe geleid dat er een literatuur onderzoek is gestart naar overgewichtproblematiek, de verantwoordelijkheid van overgewichtproblematiek en welke rol de omgeving hierin speelt. Vanuit dit oogpunt is er veldonderzoek verricht naar hoe het gesteld is binnen Felua-groep. Waar ligt het probleem en met name waar ligt de voorkant van het probleem? Tevens is onderzoek verricht bij de doelgroep waarbij het koopgedrag is achterhaald. Daarnaast is er literatuuronderzoek verricht naar waar het assortiment binnen de interne horeca aan zou moeten voldoen volgens de Richtlijnen Voedselkeuze van Voedingscentrum. In deze richtlijnen is een driedeling van producten vastgesteld op basis van categorieën. Deze driedeling van categorieën zegt iets over de mate van gezondheidsrisico’s als men vaak producten uit een bepaalde categorie consumeert. Zo spreek men van voorkeursproducten (categorie A), middenwegproducten (B) en uitzonderingsproducten (categorie C). Aansluitend op dit onderzoek is veldonderzoek uitgevoerd binnen de interne horeca. Vijf weekcyclussen zijn geanalyseerd waarbij gekeken is aan welke normen het assortiment al voldoet en waar men nog gezondheidswinst zou kunnen behalen. Het doel van het onderzoek is dan ook om door middel van passende aanbevelingen het aanbod binnen de interne horeca voor 75% gezond te maken, waardoor het assortiment een aanleiding kan zijn tot gedragsverandering bij de SWmedewerkers. Met ‘gezond’ worden de producten bedoeld die volgens Richtlijnen Voedselkeuze onder categorie A ‘bij voorkeur’ of B ‘middenweg’ vallen. Uit de resultaten van het onderzoek is naar voren gekomen dat van alle producten van de 5 weekcyclussen 20% onder de voorkeurscategorie valt, 34% onder de middenwegcategorie en 46% onder de uitzonderingscategorie. Wil de interne horeca voldoen aan de normen van een gezonde interne horeca moet 80% van de producten in categorie A of B vallen en 20% van de producten in categorie C. Binnen de interne horeca van Felua-groep is er gekozen om 20% van de producten uit categorie C te vervangen door A of B. Hiermee kan namelijk al een grote gezondheidswinst worden behaald. Om het bovenstaande doel te behalen zijn er aanbevelingen uitgebracht per productgroep. Er zijn gezondere varianten aangeboden van producten en daarbij is ook een inspiratielijst toegevoegd ter variatie. Wanneer deze adviezen worden toegepast in de praktijk zal dit resulteren tot een gezondere interne horeca en ondersteunt het daarmee eventuele gedragsverandering van de SW-medewerkers. Om het nieuwe en gezondere assortiment te promoten zijn er een aantal activiteiten bedacht, zoals de promotieweek waarin de SW-medewerkers kennismaken met de nieuwe producten, de vernieuwde smileystickers gebonden aan de driedeling van de categorieën, de nieuwe menukaart met foto’s en passende smileystickers en de spaarkaart als beloning voor gezond gedrag. In het implementatieplan zijn alle activiteiten rondom het vernieuwen en gezonder maken van de productgroepen tot de promotie- en introductieactiviteiten opgenomen in een stappenplan. Daarbij is de nadruk gelegd op een langzame implementatie, omdat de veranderingen grotendeels geïmplementeerd worden door de SW-doelgroep zelf. Nadat de eventuele aanbevelingen zijn doorgevoerd in het beleid is het natuurlijk de grote vraag: ‘Was het zinvol?’. In de proces- en effectevaluatie worden een paar mogelijkheden gegeven hoe men deze
evaluaties kan laten plaatsvinden. Zijn de aanbevelingen zinvol geweest, dan is het natuurlijk altijd maar de vraag hoe er wordt gezorgd voor borging van de resultaten. Hierbij wordt geadviseerd een externe voedingsdeskundige (diëtist) om hulp te vragen en het assortiment binnen de interne horeca bijvoorbeeld binnen een jaar opnieuw te screenen op eventuele probleemgebieden. De borging voor een gezonde interne horeca zou daarmee compleet worden gemaakt. Investeren in vitaliteit verdient zich zeker terug. Gezien de duur en omvang van het onderzoek was het binnen de onderzoeksperiode niet meer mogelijk om de adviezen te implementeren. Ook is er geen tijd geweest voor het maken van nieuwe bestellijsten voor Felua-groep en het inbrengen van structuur in het bereiden van de producten door het personeel. Het advies is om hiervoor een externe voedingsdeskundige (diëtist) om hulp te vragen om deze activiteiten alsnog te realiseren en meer gezondheidswinst te behalen in de toekomst.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ............................................................................................................................................... 1 1.1 De aanleiding ................................................................................................................................ 1 1.2 De probleemstelling ....................................................................................................................... 1 1.3 Het gezondheidsprobleem overgewicht ........................................................................................ 1 1.4
De doelstelling ......................................................................................................................... 3
1.5
De vraagstelling en deelvragen ............................................................................................... 4
2 Methoden en technieken.................................................................................................................... 5 2.1 Vooronderzoek .............................................................................................................................. 5 2.2 Methode literatuuronderzoek ......................................................................................................... 5 2.3 Methode veldonderzoek ................................................................................................................ 5 2.3.1 Afbakenen doelgroep ............................................................................................................. 5 2.3.2. De enquête ............................................................................................................................ 5 2.3.3 Veldonderzoek interne horeca................................................................................................ 6 3 Resultaten ........................................................................................................................................... 7 3.1 Resultaten literatuuronderzoek ..................................................................................................... 7 3.1.1. Basisvoedingsmiddelen ......................................................................................................... 7 3.1.2. Niet-basisvoedingsmiddelen.................................................................................................. 7 3.1.3 Warme maaltijden ................................................................................................................... 7 3.1.4 De indelingscriteria ................................................................................................................. 7 3.2 Resultaten veldonderzoek ............................................................................................................. 9 3.2.1 Vooronderzoek ....................................................................................................................... 9 3.2.2 Resultaten enquête doelgroep ............................................................................................. 10 3.2.3 Resultaten assortiment versus criteria ................................................................................. 14 3.2.4 De prioriteit van de productgroepen ..................................................................................... 16 4 Conclusies......................................................................................................................................... 18 5 Aanbevelingen .................................................................................................................................. 20 5.1 Doelen ......................................................................................................................................... 20 5.2 Het ontwerp ................................................................................................................................. 21 5.2.1 Aanbevelingen basisvoedingsmiddelen ............................................................................... 22 5.2.2 Aanbevelingen niet-basisvoedingsmiddelen ........................................................................ 24 5.2.3 Aanbevelingen maaltijden .................................................................................................... 25 5.2.4 Aanbevelingen algemeen ..................................................................................................... 26 5.3 Het promotie- en introductieplan ................................................................................................. 27 5.4 Het implementatieplan ................................................................................................................. 28
6 Evaluatie ............................................................................................................................................ 29 6.1 De procesevaluatie ...................................................................................................................... 29 6.2 De effectevaluatie ........................................................................................................................ 29 7 Discussie ........................................................................................................................................... 31 7.1 Inzichtelijk maken receptuur ........................................................................................................ 31 7.2 Nieuw bestellijsten interne horeca ............................................................................................... 31 7.3 Implementatie adviezen............................................................................................................... 31 Bibliografie ........................................................................................................................................... 32 Bijlagen I Enquête SW-medewerkers ................................................................................................ 34 Bijlagen II Criteria Richtlijnen Voedselkeuze.................................................................................... 40 Bijlage III Indeling assortiment in voorkeurscategorieën ............................................................... 45 Bijlage IV Aanbevelingen assortiment .............................................................................................. 49 Bijlagen V Voorbeeld weekcyclus ..................................................................................................... 55 Bijlagen VI Inspiratielijst assortiment ............................................................................................... 58 Bijlagen VII Het implementatieplan .................................................................................................... 73 Bijlagen VIII .......................................................................................................................................... 79 Beoordelingsformulier samenwerking .............................................................................................. 79
1Inleiding 1.1 De aanleiding De aanleiding van het onderzoek omvat een helder verhaal. Felua-groep is een maatschappelijke onderneming met als doelstelling om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar een zo regulier mogelijke baan (Felua-groep, 2013). Om deze medewerkers zo goed mogelijk voor te bereiden op een duurzame plaatsing bij een externe werkgever is het belangrijk om actief te werken aan de inzetbaarheid en het ontwikkelpotentieel van de medewerker. Door preventief te werken aan een gezond leefpatroon en dit te verankeren in het personeelsbeleid binnen Felua-groep kan gesproken worden van gezondheidsmanagement als strategisch thema. Uiteindelijk moet dit leiden tot een integraal en evenwichtig beleid dat de gezondheid van de SW-medewerker én de organisatie bevordert (Ruiter & Horstman, 2012). 1.2 De probleemstelling Zoals hierboven al is vernoemd is de ongezonde leefstijl van de SW-medewerkers binnen Felua-groep een groot probleem. Het is niet alleen van invloed op hun eigen gezondheid, maar het verkleint ook de inzetbaarheid van de SW-medewerkers binnen Felua-groep, zowel bij interne als externe geplaatste medewerkers. De probleemstelling luidt dan ook als volgt: ‘Felua-groep wordt in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid van de SW-medewerkers en de daarmee gepaard gaande effecten op ontwikkeling, arbeidsprestatie en loonwaarde.‘ De gevolgen van niets binnen Felua-groep worden steeds groter, waardoor dit geen reële optie meer is. Een heldere aanpak, gericht op preventie en het verhogen van inzetbaarheid en weerbaarheid is daarom gewenst. Deze aanpak wordt gezondheidsmanagement genoemd (Ruiter & Horstman, 2012). Tijdens mijn stage binnen Felua-groep heb ik opgemerkt dat de SW-medewerkers niet weten hoe ze gezond gedrag kunnen vertonen. Kennis en eigen effectiviteit missen bij de SW-medewerkers. Hier wordt al op ingespeeld in het project ‘Gezond Leven’, waarbij de SW-medewerkers bewust worden gemaakt hoe zij een gezonde leefstijl kunnen bewerkstelligen. De groep SW-medewerkers worden in dit project intensief begeleid op het gebied van voeding en daarbij dragen ze bij aan preventieve interventies die worden gerealiseerd om het ziekteverzuim te voorkomen en de inzetbaarheid te vergroten. Er wordt dus binnen het bedrijf wel al gewerkt aan de proximale gedragsdeterminanten; deze liggen het meest onder directe controle van een persoon waardoor de persoon er op kan worden aangesproken (Brug et al., 2008). Er is binnen Felua-groep opgevallen dat voor werkelijke gedragsverandering er nog onvoldoende draagvlak is binnen de omgeving van het bedrijf. De omgeving vormt de basis voor het bevorderen van gezond gedrag (Jansen & Schuit, 2002). Ik zie dit probleem keer op keer terugkomen en daarom wil ook ik een bijdrage kunnen leveren aan de voorkant van het probleem. Er is opgemerkt dat de SW-medewerkers het lastig vinden om in de interne horeca van het bedrijf bewuste keuzes te maken. In overleg met de opdrachtgever Felua-groep wil men door middel van dit onderzoek en de daaruit komende adviezen het gezondheidsmanagement ondersteunen en daarmee gedragsverandering bij de SW-medewerkers mogelijk maken. De focus ligt hierbij dus op de distale gedragsdeterminanten; de omgevingsfactoren (Brug et al., 2008). De omgeving, de interne horeca binnen Felua-groep, bevat nu onvoldoende draagvlak om het gezondheidsmanagement te ondersteunen. Het aanbod binnen de interne horeca moedigt de SWmedewerkers niet aan om gedragsverandering te bewerkstelligen. Hierdoor kan men met dit strategisch thema niet alles bereiken wat men wel zou kunnen bereiken. Voor een stabiele en langdurige verandering van gedrag is het noodzakelijk om activiteiten te ontwikkelen gericht op het veranderen van de proximale én distale determinanten (Brug et al., 2008). 1.3 Het gezondheidsprobleem overgewicht Het grootste gezondheidsprobleem binnen Felua-groep is overgewicht bij de SW-medewerkers. Dit overgewicht en de daarbij horende ongezonde leefstijl veroorzaken vaak een grote ziektelast, zowel op korte als op de lange termijn. Deze leefstijlfactoren van de SW-medewerkers bepalen direct en indirect ook de prestaties van de medewerkers en hun kans op de arbeidsmarkt (RIVM, 2008).
1
Terugkomend op het overgewicht; het is en blijft een veelvoorkomend gezondheidsprobleem. Als we kijken naar de prevalentie van overgewicht, is dit zorgwekkend hoog. Één op de twee Nederlanders is te zwaar. Twintig jaar geleden was dat één op de drie. Bij 12% van de van de Nederlanders is er zelfs sprake van ernstig overgewicht en onder werknemers in de SW-sector is dat zelfs ruim 18% (SBCM, 2012). De stijging van het lichaamsgewicht gaat nog steeds door. We worden steeds groter, relatief zwaarder door een gemiddelde overinname van calorieën die is te vergelijken met een halve boterham per dag te veel. Overgewicht is van een individueel probleem een maatschappelijk probleem aan het worden, met grote economische consequenties. Het arbeidsverzuim door overgewicht wordt geschat op meer dan 600 miljoen euro, voornamelijk veroorzaakt door een langer (11,7 werkdagen per jaar meer) en frequenter verzuim dan werknemers met een normaal lichaamsgewicht. Bij het bedrag zijn niet de kosten inbegrepen van productieverlies en vervroegde uittreding uit het arbeidsproces door arbeidsongeschiktheid of overlijden (Wildeboer, 2012). Diagnosticeren overgewicht Overgewicht wordt gediagnosticeerd bij een Body Mass Index (lichaamslengte/lengte²) boven de 25 kg/m². Van obesitas is er sprake boven de 30 kg/m². Diagnostiek is ook mogelijk door het meten van de WHR (WaistHipRatio), de buikomvang, waarbij voor vrouwen geldt dat een buikomvang van 88 centimeter en voor mannen van 102 centimeter de diagnose obesitas rechtvaardigt. In de volgende tabel worden de BMI-waarden gecombineerd met de buikomvang (Wildeboer, 2012). Tabel 1. Gecombineerde meetinstrumenten ( (Friesen-Wiltink, 2011) Buikomvang Buikomvang BMI Classificatie vrouw man < 79 cm < 68 <18,5 Ondergewicht 79- 94 cm 68-80 18,5-24,9 Normaal gewicht 94-101 cm 80-88 25-29,9 Overgewicht > 101 cm >30 >30 Obesitas >40 >40 Morbide obesitas
Gezondheidsrisico’s Verhoogd Gemiddeld Verhoogd Duidelijk verhoogd Extreem verhoogd
Overgewicht en andere aandoeningen Overgewicht en ernstig overgewicht (obesitas) kunnen leiden tot verschillende ziekten en aandoeningen. De gezondheidsrisico’s verhogen naar mate de Body Mass Index (BMI) en/of de buikomvang toeneemt. Zo hebben volwassenen met een BMI hoger dan 30 vijf tot twaalf keer zoveel kans op diabetes mellitus type 2, en een twee tot vier keer zo hoge kans op hartziekten en een aantal vormen van kanker, dan volwassenen met een gezond gewicht. (van Kreijl & Knaap, 2004). Geschat is dat ongeveer één op de zeven gevallen van hart- en vaatziekten in Nederland kan worden toegeschreven aan overgewicht (van Dis et al., 2009). Er zijn ook nog andere aandoeningen die in verband staan met (ernstig) overgewicht. Dit zijn bijvoorbeeld aandoeningen in het bewegingsstelsel, waaronder artrose of aandoeningen aan de ademhalingswegen (Gezondheidsraad, 2003).Overgewicht kan ook invloed hebben op de psychische gezondheid. Zo hebben mensen met overgewicht een groter risico op psychosociale problemen, stigmatisering en discriminatie dan mensen met een gezond gewicht (Stunkard & Wadden, 1992). De levensverwachting van mensen met ernstig overgewicht is dan ook beduidend lager. Mensen worden zonder overgewicht gemiddeld 83,7 jaar en voor mensen met ernstig overgewicht is dit ruim 3 jaar minder (80,4 jaar) (Hoeymans et al., 2010). Daarbij zullen zij meer jaren in ongezondheid doormaken, omdat chronische ziekten en lichamelijke beperkingen al eerder optreden (Visscher et al., 2004). Mensen met overgewicht verliezen op die manier 5,1 jaren aan gezonde levensverwachting. In totaal is ernstig overgewicht verantwoordelijk voor 5% van de sterfgevallen (RIVM, 2006). Al met al kan overgewicht dus leiden tot beperkingen en daarbij zelfs arbeidsongeschiktheid. Het heeft dus ook maatschappelijke en economische gevolgen. Het aantal ongezonde levensjaren (doorgebracht met ziekte en beperkingen) als gevolg van overgewicht vergroot de maatschappelijke kosten. Hieronder vallen bijvoorbeeld de kosten door arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim en kosten in de gezondheidszorg (Neovius et al., 2012). Waar ligt de verantwoordelijkheid? De overheid heeft een gezamenlijke aanpak voor overgewicht opgesteld in de nota overgewicht (Rijksoverheid, 2009). Als het gaat om preventie van overgewicht moeten bedrijven daar ook een bijdrage aan leveren. De gezonde keuze is de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Maar aan de bedrijven is het de taak om de werknemers daarover te informeren, maatregelen te faciliteren en de
2
omgeving gezonder te maken. Alleen zo kunnen de preventiemogelijkheden worden geoptimaliseerd. Felua-groep werkt hier al aan mee door project zoals ‘Gezond Leven’; een collectieve gedragsinterventie. Er wordt zich in een mindere mate gericht op de beschikbaarheid van een gezond voedingsaanbod. Uit onderzoek is gebleken dat deze beschikbaarheid op de werkplek de mensen stimuleert om gezonder te eten (Kettle-Kahn et al., 2009 ; Brug & Lenthe, 2005). Het aanbieden van gezond voedsel is dus wel degelijk belangrijk.
Figuur 1 Preventie gericht op laag sociaaleconomische groepen
In figuur 1 is te zien dat er verschillende aangrijpingspunten nodig zijn bij mensen met een lage sociaal-economische status, wil er gedragsverandering én preventie plaatsvinden (van den Berg & Shoemaker, 2010). De vier aangrijpingspunten worden hieronder besproken: Het verkleinen van verschillen in sociaal-economische status (A): binnen Felua-groep wordt geprobeerd om de positie van de SW-medewerkers te laten stijgen op de sociale ladder. Gezondheid staat in verband met sociale positie. Zo zal een goede opleiding, cursus, baan en inkomen meer toegang geven tot voorzieningen zoals goede voeding en zal er waarschijnlijk beter worden omgegaan met gezondheidsvraagstukken. Het verbeteren van specifieke determinanten van gezondheid bij mensen in lager economische groepen (B): Er wordt binnen Felua-groep al gewerkt aan gedragsverandering op het gebied van een ongezonde leefstijl bij de SWmedewerkers. Hierbij wordt er gewerkt aan gedragsdeterminanten zoals kennis en eigen effectiviteit. Een hele belangrijke determinant wordt hier alleen vergeten; de omgeving. De omgeving vormt de basis voor het bevorderen van gezond gedrag (Jansen, Schuit, & van der Lucht, 2002). Het verbeteren van de toegankelijkheid en effectiviteit van de gezondheidszorg voor mensen in lagere SES-groepen (C): Felua-groep zorgt voor een betere toegankelijkheid van de gezondheidszorg door stageplekken te bieden voor bijvoorbeeld een diëtist in opleiding. Dit geeft de SWmedewerkers de mogelijkheid om kennis te maken met diëtetiek en daarbij het zoeken van hulp laagdrempelig te maken, ook op financieel gebied. Het verminderen van negatieve effecten van gezondheidsproblemen op sociaal economische status (D): In de voorgaande aangrijpingspunten A, B en C is duidelijk geworden dat de sociaal-economische status de gezondheid beïnvloedt, maar omgekeerd beïnvloedt de gezondheid ook de sociaal-economische status (van den Berg & Shoemaker, 2010).
Uit het bovenstaande kan dus geconcludeerd worden dat Felua-groep al goed op weg is op het gebied van preventieve maatregelen. Het gezondheidsmanagement kan alleen nog meer ondersteund worden door ook de omgeving aan te pakken en deze ondersteunend te maken voor gedragsverandering bij de SW-medewerkers. 1.4 De doelstelling De doelstelling van het onderzoek is om door middel van passende aanbevelingen het aanbod binnen de interne horeca voor 75% gezond te maken waardoor het assortiment een aanleiding kan zijn tot gedragsverandering bij de SW-medewerkers van Felua-groep.
3
1.5 De vraagstelling en deelvragen De onderzoeksvraag binnen dit project luidt als volgt: Hoe kan het assortiment van de interne horeca zo aangepast worden dat de mogelijkheid tot gedragsverandering mogelijk is bij de SW-medewerker waarbij er meer gezonde en verantwoorde keuzes worden gemaakt? Om het antwoord van deze onderzoeksvraag te bewerkstelligen, worden ook de volgende deelvragen meegenomen in het onderzoek:
Hoe ziet het assortiment er in de interne horeca nu uit? Waar moet het assortiment aan voldoen volgens de richtlijnen en normen in de literatuur? In welke mate voldoet het assortiment in de interne horeca aan deze richtlijnen en normen? Welke aanpassingen zijn nodig in het voedingsaanbod om gedragsverandering voor de SWmedewerkers binnen Felua-groep laagdrempelig te maken?
4
2 Methoden en technieken Het onderzoek bevat zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. Het kwalitatieve onderzoek bestaat uit het vooronderzoek; het observeren van het personeel en de werkzaamheden binnen de interne horeca. Het kwantitatief onderzoek bestaat uit twee soorten veldonderzoek: de vergelijking van het assortiment van de interne horeca met de opgestelde richtlijnen en de afgenomen enquêtes bij de afnemers van de interne horeca. De werkwijze van het onderzoek wordt in chronologische volgorde beschreven. 2.1 Vooronderzoek Er is op twee verschillende gebieden vooronderzoek uitgevoerd; binnen de interne horeca en bij de SW-medewerkers. Aan het begin van mijn stage is er vooronderzoek uitgevoerd om na te gaan of de SW-medewerkers binnen Felua-groep het moeilijk vinden om bewuste keuzes te maken binnen de interne horeca. Aan de hand van dit vooronderzoek is geconcludeerd of de vraag groot genoeg was om het afstudeeronderzoek voort te zetten. Het vooronderzoek van de interne horeca omvat observaties en interviews. Het personeel is twee dagen, waarvan per dag gemiddeld 4 uur, geobserveerd en daarbij is hun werkwijze en werkzaamheden vastgelegd op papier. Het personeel in de interne horeca bevat SW-medewerkers. Er is daarom bij het personeel nagevraagd wat hun mening is over eventuele nodige veranderingen binnen de interne horeca. Tenslotte is er als afsluiting een dag meegeholpen in de keuken en daarbij een nieuw recept uitgeprobeerd met het personeel. Dit is gedaan om goed kennis te maken met het personeel, draagvlak te creëren voor het onderzoek en te observeren hoe het personeel reageert op een verandering. De bevindingen van deze observatie en interviews zijn terug te vinden in hoofdstuk 3. 2.2 Methode literatuuronderzoek Aan de hand van literatuuronderzoek is gekeken met welke geaccepteerde richtlijnen het assortiment van de interne horeca kan worden vergeleken. Met behulp van de Richtlijnen Voedselkeuze van Voedingscentrum kan het assortiment van de interne horeca worden verdeeld in de categorieën bij voorkeur (A), middenweg (B) en bij uitzondering (C) (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Per productgroep zal worden onderzocht in welke categorie het behoord en waar Felua-groep graag naar toe zou willen met die productgroep. Om deze vergelijking mogelijk te maken is veldonderzoek nodig naar de receptuur en bereiding van verschillende producten. Hierover wordt meer verteld in paragraaf 2.3.3 Veldonderzoek interne horeca. Het literatuuronderzoek is beschreven in paragraaf 3.1 Resultaten literatuuronderzoek. 2.3 Methode veldonderzoek Er is op twee manieren veldonderzoek uitgevoerd; bij de SW-medewerkers en binnen de interne horeca zelf. Hieronder wordt beschreven op welke wijze deze onderzoeken hebben plaatsgevonden. 2.3.1 Afbakenen doelgroep De doelgroep voor het onderzoek bestaat uit alle SW-medewerkers die werkzaam zijn binnen de sociale werkvoorziening Felua-groep. Deze groep omvat ongeveer 1600 medewerkers bestaande uit mannen en vrouwen. De inclusiecriteria voor deelname aan het onderzoek waren: De onderzochte persoon moet werkzaam zijn binnen Felua-groep volgens WMU (Werken met behoud van uitkering) of SWW (werken in SW-dienstverband); De onderzochte persoon moet een BMI van 25 kg/m² of hoger hebben en een buikomvang die groter is dan 102 cm voor mannen en 88 cm voor vrouwen; De onderzochte persoon moet bereid zijn om mee te werken met het onderzoek. 2.3.2. De enquête Het veldonderzoek bij de SW-medewerkers richt zich vooral op de omgevingsdeterminant; de interne horeca, die van invloed zijn op het maken van keuzes binnen de interne horeca. Om te achterhalen welke rol de omgevingsdeterminant speelt, is deze toegespitst in een aantal vragen in de vorm van een enquête. De enquête zal zodanig afgesteld zijn op de doelgroep dat hij of zij hem zelf in kan vullen. De enquête is namelijk versimpeld door middel van groene, oranje en rode poppetjes met
5
verschillende gezichtsuitdrukkingen. Voor de SW-medewerkers die niet kunnen lezen en/of schrijven zal er tijdens het uitvoeren van het veldonderzoek een persoon aanwezig zijn die hen waar nodig ter plekke kan helpen. Het afnemen van deze enquêtes zal veel tijd in beslag nemen, maar deze tijd wordt tijdens de verwerking van de enquêtes weer terug gewonnen. Deze gegevens uit het veldonderzoek worden namelijk kwantitatief verwerkt met het programma SPSS (versie 20.0 Windows). In de vragenlijst worden 17 gesloten vragen gesteld. Het zijn allen meerkeuzevragen met daarin twee of drie antwoordmogelijkheden. Om de enquête zo goed mogelijk aan te passen aan de doelgroep, is er een pretest uitgevoerd bij tien SW-medewerkers. Deze SW-medewerkers hebben de enquête ingevuld en daarna vond er een evaluatie plaats. Naar aanleiding hiervan zijn enkele aanpassingen gemaakt. Er is gekozen om de enquête alleen in de lunchpauze van de SW-medewerkers in te laten vullen. Dit omdat in de ochtendpauzes de SW-medewerkers maar een kwartier pauze hebben. Dit zou genoeg tijd zijn voor het invullen van de enquête, maar dan bestaat er een grote kans dat ze de antwoorden niet zorgvuldig invullen om nog enigszins van hun pauze te kunnen genieten. Om dit te voorkomen is er voor de half uur durende lunchpauze gekozen. De SW-medewerkers hebben dan nog genoeg tijd om te lunchen en daarnaast ook genoeg tijd voor het invullen van een enquête. De resultaten van de enquête worden beschreven aan de hand van beschrijvende statistiek. De enquêtevragen waarbij twee antwoorden mogelijk zijn, worden getoetst door middel van een binomial test met als nulhypothese , met α = 5% (Ott & Longnecker, 2010). De enquête is terug te vinden in bijlage I. 2.3.3 Veldonderzoek interne horeca Om de producten en de daarbij horende productgroepen te vergelijken met de geaccepteerde criteria van Richtlijnen Voedselkeuze is het belangrijk om de receptuur en bereidingswijze te achterhalen van het assortiment. Zonder vastgestelde receptuur of bereidingswijze is het lastig om dit inzicht te verkrijgen en zal een vergelijking niet gemakkelijk kunnen plaatsvinden. Binnen de interne horeca wordt gewerkt met een weekcyclus. Om een goed beeld en een goed oordeel te vormen van het assortiment, is er gekozen om 5 weekcyclussen te beoordelen. De weekcyclus zal worden berekend met het voedingsberekeningsprogramma Evry waarna het zal worden ingedeeld in een categorie; bij voorkeur (A), middenweg (B) of bij uitzondering (C). Er wordt bij deze vergelijking vooral gekeken naar de energetische waarde, verzadigd vet, voedingsvezel en toegevoegd suiker en niet naar de portiegrootte. Dit omdat er prioriteiten moeten worden gesteld en deze vooral liggen bij de preventie van overgewicht en het daarbij horende ziekteverzuim. Met portiegrootte zou wel de grootste gezondheidswinst behaald kunnen worden, maar dit is op dit moment nog een stap te ver voor Feluagroep. Dit onderzoek en de daaruit komende aanbevelingen zullen gericht zijn op het bedrijf en op wat er nu mogelijk is. Uit dit onderzoek zal blijken waar en bij welke productgroepen eventuele verbetering nodig en mogelijk is. De uiteindelijk resultaten worden beschreven aan de hand van beschrijvende statistiek.
6
3 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het literatuur- en veldonderzoek. Deze resultaten zijn de bevindingen en analyse van het onderzoek. De hieruit komende conclusies worden beschreven in hoofdstuk 4 Conclusies. 3.1 Resultaten literatuuronderzoek In Richtlijnen Voedselkeuze staat omschreven aan welke voedingskundige eisen een totaal voedingsaanbod moet voldoen om aanbevolen hoeveelheden nutriënten te leveren en zodoende een bijdrage te leveren aan voedingsgerelateerde welvaartsziekten, zoals overgewicht (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Zo zijn er criteria vastgesteld voor verschillende productgroepen, zowel basisvoedingsmiddelen als niet-basisvoedingsmiddelen en maaltijden. Op basis van overeenkomst in nutriëntensamenstelling, herkomst en toepassing worden de productgroepen ingedeeld. Hieronder worden ze per productcategorie besproken. 3.1.1. Basisvoedingsmiddelen De producten bestaande uit basisvoedingsmiddelen leveren samen een substantiële bijdrage aan de voorziening met essentiële nutriënten en leveren daarom een grote en belangrijke bijdrage aan een gezond voedingspatroon (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Basisvoedingsmiddelen zitten in de volgende productgroepen: 1. Groente en fruit 2. Brood en aardappelen, pasta, rijst, peulvruchten 3. Melk(producten), kaas en vlees(waren), vis, kip, eieren en vleesvervangers 4. Smeer- en bereidingsvetten 5. Water 3.1.2. Niet-basisvoedingsmiddelen De producten bestaande uit niet-basisvoedingsmiddelen leveren een kleinere bijdrage aan de nutriëntenvoorziening. Ze leveren hierdoor een minder belangrijke bijdrage aan een gezond voedingspatroon en worden daarom in mindere mate aangeraden (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Niet basis-voedingsmiddelen zitten in de volgende productgroepen: 1. Snacks 2. Soepen 3. Sauzen 4. Broodbeleg, suiker, zoetjes 5. (Fris)dranken 6. Overig 3.1.3 Warme maaltijden Sommige samengestelde maaltijden kunnen bestaan uit een combinatie van (niet)-basisproducten. Als de losse componenten niet goed te onderscheiden zijn, kan het ook als een samengestelde maaltijd beoordeeld worden (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Onder samengestelde maaltijden worden de volgende productgroepen verstaan: 1. Warme maaltijden/hoofdgerechten 2. Gemengde salades 3. Broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) 3.1.4 De indelingscriteria Richtlijnen Voedselkeuze heeft per productgroep indelingscriteria vastgesteld waarbij een driedeling wordt gehanteerd. De driedeling van een productgroep is als volgt te schetsen: Bij voorkeur (categorie A): deze producten hebben een positieve invloed op het realiseren van een voeding die is gericht op de preventie van welvaartsziekten. Middenweg (categorie B): deze producten hebben een neutrale invloed op het realiseren van een voeding die is gericht op preventie van welvaartsziekten.
7
Bij uitzondering (categorie C): deze producten hebben een negatieve invloed op het realiseren van een voeding die is gericht op de preventie van chronische ziekten (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). De criteria voor de driedeling zijn opgesteld voor verzadigd vet, transvet, natrium en voedingsvezel. Aangezien toegevoegd suiker kan leiden tot een verhoogde energiedichtheid, is ook een criterium voor toegevoegde suiker toegevoegd. Om het risico op een positieve energiebalans te beperken, met als gevolg daarvan de kans op overgewicht, is bij niet-basisvoedingsmiddelen ook een energiecriterium meegenomen. Het uitgangspunt van deze driedeling is dat een gezond voedingspatroon kan worden gerealiseerd door het stimuleren van consumptie uit categorie A en B, waarmee er dan ook voldoende ruimte is om af en toe uit categorie C te kiezen. Vaker een keuze maken uit categorie B in plaats van categorie C is voor veel consumenten al een stap in de goede richting. Als men als bedrijf Felua-groep een gezonde en verantwoorde interne horeca wil aanbieden aan de werknemer zou 80% van de producten uit het assortiment onder de voorkeur of middenweg moeten vallen en zou 20% van de producten als aanvullend moeten dienen, dus behoren tot de uitzonderingscategorie (Voedingscentrum, De gezonde schoolkantine, 2012). Uit het veldonderzoek van het assortiment zal blijken of dit eventuele doel haalbaar is in de toekomst. De driedeling van de productgroepen en de daarbij horende geaccepteerde criteria zijn opgenomen in bijlage II. Het assortiment van de interne horeca is met deze criteria vergeleken. Hierbij is het volgende stappenplan gebruikt:
Stap 1: De producten van 5 weekcyclussen worden onderverdeeld in de juiste productcategorie: basisvoedingsmiddel, niet-basisvoedingsmiddel of warme maaltijd. Stap 2: Eenmaal onderverdeeld in de juiste productcategorie worden de producten gesplitst in productgroepen, bijvoorbeeld soepen. Stap 3: Het product wordt, zo nodig, berekend in het voedingsberekeningsprogramma Evry. Stap 4: De voedingsberekening van het product wordt vergeleken met de opgestelde criteria van de productgroep. Stap 5: Het product wordt aan de hand van deze vergelijking ingedeeld in categorie A (bij voorkeur), categorie B (middenweg) of categorie C (bij uitzondering). Stap 6: Er wordt beschreven hoeveel procent van de producten uit een bepaalde productgroep onder categorie A, B of C vallen.
In het onderstaande figuur 2 wordt het proces voor de productindeling en vergelijking weergegeven.
8
Figuur 2 Stappenplan productindeling en vergelijking
Stap 1 Van product naar productcategorie
Basisvoedingsmiddel
Nietbasisvoedingsmiddel
Maaltijden
Stap 6 Stap 2
Stap 3
Stap 4
Van productcategorie naar productgroep
Voedingswaarden berekenen
Stap 5
Vergelijken criteria
Indelen categorie
Percentage producten versus categorie A, B of C
Groente en fruit Aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten Brood en graanproducten Melk en melkproducten Vlees, gevogelte, ei, vleesvervangers en vis Oliën en vetten Water Soepen Sauzen Snacks (Fris)dranken Broodbeleg Overig Warme maaltijden/hoofdgerechten Gemengde salades Broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten)
De resultaten van dit veldonderzoek worden beschreven in paragraaf 3.2.3 Resultaten assortiment versus criteria. 3.2 Resultaten veldonderzoek 3.2.1 Vooronderzoek Uit het vooronderzoek binnen het project ‘Gezond Leven’ is gebleken dat de SW-medewerkers moeite hebben met het beoordelen van producten op gezondheidsgebied. In de voedingsworkshop ‘Gezonde Keuze’ is er een mini-supermarkt gecreëerd door bepaalde producten uit de supermarkt en de interne horeca mee te nemen en de verpakking ervan te bestuderen met SW-medewerkers. De centrale vraag tijdens de workshop was: ‘Welk van de 2 producten is een gezonde keuze?’. Tijdens het gezamenlijk vergelijken van deze producten is er opgemerkt dat de doelgroep gevoelig is voor bepaalde marketingkreten, zoals ‘100% natuurlijk’. Ook is er opgemerkt dat er vele misverstanden ontstaan over bepaalde producten. Een voorbeelduitspraak van een SW-medewerker: ‘48+ kaas mag je alleen eten als je 48 jaar of ouder bent’. De kennis over gezonde voeding is dus onvoldoende om de SW-medewerker zelfstandig een gezonde keuze te laten maken in de supermarkt, maar ook in de interne horeca. Een duwtje in de goede richting zou hierbij kunnen helpen en eventuele gedragsverandering mogelijk kunnen maken.
9
Uit het vooronderzoek binnen de interne horeca is het volgende gebleken: Er is geen structuur voor het bereiden van bepaalde producten. De receptuur van sommige producten is tevens niet goed vastgelegd. Er wordt vaak op ‘gevoel’ gekookt. Er wordt nauwkeuring gewerkt volgens de hygiënecode HACCP. Het personeel spreekt ook de ander hierop aan als men zich hier niet aan houdt. Tijdens het uitproberen van een nieuw recept samen met het personeel is er opgemerkt dat sommige moeite hebben met verandering. Het langzaam inbrengen van eventuele veranderingen of aanbevelingen is dan ook een vereiste. Het is een doelgroep met bijzondere beperkingen. Het personeel heeft geen moeite met eventuele reacties van de afnemers in de interne horeca op vernieuwingen in het assortiment. Zoals zij zelf benoemd hebben: ‘Het gaat het ene oor in en het andere oor weer uit!’. Het personeel staat tenslotte open voor een gezonder assortiment. Het leren van nieuwe producten en het uitbreiden van hun kennis op het gebied van voeding wordt als leuk ervaren. 3.2.2 Resultaten enquête doelgroep Aan de hand van de enquête (17 vragen), die is afgenomen bij 100 afnemers van de interne horeca, zijn de volgende resultaten naar voren gekomen:
Merendeel van de populatie vindt dat de interne horeca op gezondheidsgebied voldoende scoort; ze vinden de interne horeca niet gezond, maar ook niet ongezond. Toch vindt 32% van de populatie dat de interne horeca beter kan op het gebied van gezonde voeding. Slechts 19% van de populatie is het daar niet mee eens en vindt dat de interne horeca al voldoende gezond is. De afgelopen 2 jaar is de interne horeca al op gezondheidsaspect verbeterd. Dit kan het gegeven verklaren dat 19% van de ondervraagde de interne horeca al als gezond verklaard. Zie figuur 3.
De producten in de kantine vind ik... 60 50 40 19%
30 20
49%
10
32%
0 Gezond
Niet gezond, niet ongezond
Ongezond
Figuur 3 Weergave enquêtevraag 1 Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de afnemer in de interne horeca de volgende 3 koopredenen als belangrijkst ervaart: 1 Het product moet lekker zijn (87%) 2 Het product moet gezond zijn (75%) 3 Het product moet gemakkelijk zijn (69%) Bij de koopredenen ‘goedkoop’ en ‘gewoonte’ is er geen sprake van een significant verschil tussen beide antwoorden. Hieruit blijkt dat er over deze koopredenen verschillend wordt gedacht. Zie figuur 4.
10
Ik kies een product, omdat het ... is 100 90 87
80 70
75 69
60 50
60
57
40
Ja
Nee
43
40
30
31
20
25
10
13
0 Goedkoop
Lekker
Gezond
Gemakkelijk
Gewoonte
Figuur 4 Weergave enquêtevraag 2, 3, 4, 5 en 6
De afnemers in de interne horeca kiezen niet voor ongezonde producten omdat deze goedkoper zijn. Dit is te verklaren met het feit dat de ongezonde producten niet veel van prijs verschillen met de gezonde producten. Merendeel heeft ook niet als reden dat ze de gezonde producten niet lekker vinden. Zie figuur 5.
Ik kies ongezonde producten, omdat... 80 76
70
68
60 50 40
Ja
30 20
32
Nee
24
10 0 deze goedkoper zijn
ik de gezonde producten niet lekker vind
Figuur 5 Weergave enquêtevraag 7 en 8
11
63% van de afnemers van de interne horeca vindt dat er niet altijd voldoende verschillende soorten gezonde producten aanwezig zijn. Zie figuur 6.
Er zijn altijd verschillende soorten gezonde producten aanwezig in de interne horeca 70
60 50 40
37%
30
63%
20 10
0 Ja
Nee
Figuur 6 Weergave enquêtevraag 9
De kwaliteit van de gezonde producten scoort hoog, 60% van de afnemers vindt de kwaliteit van de gezonde producten goed. 59% van de afnemers vindt de prijs van de gezonde producten gemiddeld; niet goedkoop en niet duur. Daarnaast vindt 54% van de afnemers de smaak van de gezonde producten gemiddeld; niet lekker, maar ook niet vies. Op deze 3 aspecten scoort de interne horeca dus hoog. Zie figuur 7.
Wat vind je van de gezonde producten? 70 60
59
60
54 P: goedkoop S: lekker K: goed
50 42 40
P: niet goedkoop, niet duur S: niet lekker, niet vies K: niet goed, niet slecht
31
30 30 20 11
9
10
P: duur S: vies K: slecht
4
0 Prijs
Smaak
Kwaliteit
Figuur 7 Weergave enquêtevraag 10, 11 en 12
12
Van de afnemers in de interne horeca koopt 76% 1 tot 2 keer per dag een product in de kantine. Zie figuur 8.
Hoe vaak koop jij een product in de kantine? 80 60 8%
40
76% 20
32%
0 Nooit
1 tot 2 keer per 3 tot 4 keer per dag dag
Figuur 8 Weergave enquêtevraag 13
49% van de afnemers neemt 4 tot 5 dagen per week eten mee van thuis voor in de pauzes. Er wordt binnen de interne horeca dus ook eten van thuis genuttigd. De andere helft van de afnemers zegt nooit of 1 tot 3 dagen per week eten van thuis mee te nemen. 59% van de afnemers zegt zijn of haar ontbijt te kopen in de eerste pauze van half tien. 41% van de afnemers zegt dit nooit te doen. 67% van de afnemers eet 1 tot 3 dagen per week een warme maaltijd in de interne horeca. 29% zegt dit nooit te doen. Zie figuur 9.
Koopfrequentie 80 70 67
60 50 41
30 20
50
49
40 29
29 22
10
9
4
0 Hoe vaak neem jij eten Koop jij je ontbijt in de Hoe vaak eet jij warm in mee van thuis voor in de kantine? de kantine? pauzes? Nooit
1 tot 3 dagen
4 tot 5 dagen
Figuur 9 Weergave enquêtevraag 14, 15 en 16
13
76% van de afnemers zegt geen interesse te hebben in het vaker nuttigen van de avondmaaltijd in de lunchpauze. 25%van de afnemers heeft hier wel interesse in. Zie figuur 10.
Zou jij vaker je avondmaaltijd willen eten tussen 12.00 en 13.00 uur? 80 70 60 50 40
24%
30
76%
20
10 0 Ja
Nee
Figuur 10 Weergave enquêtevraag 17
3.2.3 Resultaten assortiment versus criteria Het assortiment van de interne horeca is vergeleken met de opgestelde criteria van Richtlijnen Voedselkeuze waarbij 5 weekcyclussen zijn gebruikt. In tabel 2 wordt een voorbeeld gegeven van een product uit de weekcyclus en in tabel 3 volgt de vergelijking met de criteria van Richtlijnen Voedselkeuze. Alle andere producten uit de weekcyclussen zijn op dezelfde manier berekend. Op deze manier kan er een beeld worden gevormd hoeveel procent van de producten van een productgroep in categorie A (bij voorkeur), B (middenweg) of C (bij uitzondering) vallen. Tabel 2. Indeling pistolet (wit) gezond ham-kaas
Product
Categorie
Productgroep Ingrediënten
Broodje gezond ham-kaas
Maaltijden
Belegde broodjes
1 witte pistolet 2 plakken 48+ kaas (20 gram) 2 plakken ham 2 plakjes komkommer 2 plakjes ei 2 plakjes tomaat
De pistolet (wit) gezond ham-kaas wordt berekend met behulp van het voedingsberekeningsprogramma Evry en daarmee vergeleken met de criteria van Richtlijnen Voedselkeuze (tabel 3).
Tabel 3. Vergelijking pistolet (wit) gezond ham-kaas met voorkeurscriteria
Huidige Criteria productgroep voedingswaarde A B Energie (kcal) Verzadigd vet (en%)
366 kcal 26 en%
≤ 350 kcal/portie ≤9 en%
≤350 kcal/portie ≤13 en%
Conclusie C >350 kcal/portie >13 en%
C C
14
Voedingsvezel (g/100 kcal) Toegevoegd suiker (en%) Groente (g/portie)
≥0,8/100 kcal ≤13 en%
<0,8/100 kcal >13 en%
C
2 en%
≥1,3g/100 kcal ≤10 en%
40 g
≥ 50 g
<50 g
<50 g
B en C
0,5 g/100 kcal
A en B
De pistolet (wit) gezond ham-kaas behoort volgens Richtlijnen Voedselkeuze tot categorie C: bij uitzondering (tabel 3). De volgende resultaten van het onderzoek worden hieronder beschreven. In bijlage III is te zien welke producten van de productgroepen tot categorie A (bij voorkeur), B (middenweg) of C (bij uitzondering) horen. Hieronder zijn deze resultaten geanalyseerd in vorm van productgroepen. Tabel 4. Resultaten veldonderzoek interne horeca
Basisvoedingsmiddelen Groente en fruit Brood en graanproducten Melk en melkproducten Vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis Oliën en vetten Gemiddeld
Niet basisvoedingsmiddelen Soepen Sauzen Snacks (Fris)dranken Broodbeleg Gemiddeld
Maaltijden Warme maaltijden/hoofdgerechten Gemengde salades Broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) Gemiddeld
A – Bij voorkeur
B - Middenweg
C – Bij uitzondering
100% 0% 29% 20%
0% 50% 14% 40%
0% 50% 57% 40%
50% 40%
0% 21%
50% 39%
A – Bij voorkeur
B - Middenweg
C – Bij uitzondering
40% 0% 3% 38% 0% 16%
60% 87% 10% 8% 0% 33%
0% 13% 87% 54% 100% 51%
A – Bij voorkeur
B - Middenweg
C – Bij uitzondering
0%
23%
77%
0% 8%
100% 25%
0% 67%
3%
49%
48%
15
Totaal assortiment Basisvoedingsmiddelen Niet basisvoedingsmiddelen Maaltijden Gemiddeld
A – Bij voorkeur
B - Middenweg
C – Bij uitzondering
40% 16%
21% 33%
39% 51%
3% 20%
49% 34%
48% 46%
Uit de bovenstaande resultaten kan geconcludeerd worden dat de productgroepen in de volgende volgorde het slechtst scoren volgens de vergelijking met de voorkeurscategorieën van Richtlijnen Voedselkeuze (1= slechtste, 13 = beste): 1. Snacks 2. Warme maaltijden/hoofdgerechten 3. Broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) 4. Melk & melkproducten 5. (Fris)dranken 6. Brood en graanproducten 7. Oliën en vetten 8. Broodbeleg 9. Vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis 10. Sauzen 11. Gemengde salades 12. Soepen 13. Groente en fruit Van alle producten van de 5 weekcyclussen valt 20% onder de voorkeurscategorie, 34% onder de middenwegcategorie en 46% onder de uitzonderingscategorie. Volgens de richtlijn van Voedingscentrum zou 80% tot categorie A of B moeten behoren en 20% als aanvullend moeten dienen, dus categorie C (Voedingscentrum, 2012). Er kan geconcludeerd worden dat er van deze ideale verdeling nog geen sprake is. Van de producten valt 54% onder categorie A en B en 46% onder categorie C, dat wil zeggen dat 26% van de producten uit categorie C verplaatst moet worden naar categorie A of B, wil het assortiment aan de normen van een gezonde interne horeca voldoen. 3.2.4 De prioriteit van de productgroepen Om te achterhalen welke productgroep als eerste verbeterd moet worden om gezondheidswinst te behalen, is het belangrijk om de verkoopcijfers te achterhalen. De productgroep die het meeste wordt verkocht én daarbij ook het slechtst heeft gescoord in de vergelijking met de voorkeurscategorieën van Richtlijn Voedselkeuze zal als eerste ter sprake komen bij een eventuele verbetering van het assortiment. Op deze manier kan de gedragsverandering zo snel mogelijk bewerkstelligd worden binnen Felua-groep. Tabel 5. Productgroepenanalyse naar belangrijkheid
Verkoopcijfers (1=meest verkocht, 13=minst verkocht)
Uitslag Richtlijnen Voedselkeuze (1=slechtste score, 13=beste score)
Conclusie Volgorde naar belangrijkheid*
1. Snacks
1. Snacks
1
2. Warme maaltijden
2. Warme maaltijden
2
3. Broodmaaltijden
3. Broodmaaltijden
3
4. (Fris)dranken
4. Melk & melkproducten
4
5. Sauzen
5. (Fris)dranken
5
6. Soepen
6. Brood en graanproducten
11
16
7. Melk & melkproducten
7. Oliën en vetten
6
8. Brood en graanproducten 9. Broodbeleg
8. Broodbeleg
7
9. Vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis 10. Sauzen
8
10. Vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers, vis 11. Oliën en vetten
9
11. Gemengde salades
10
12. Gemengde salades
12. Soepen
12
13. Groente en fruit
13. Groente en fruit
13
*De volgorde van belangrijkheid is bepaald door de som te pakken van de rij verkoopcijfers en de rij uitslag Richtlijnen Voedselkeuze en deze te delen door 2. Sommige productgroepen komen daarbij op hetzelfde cijfer uit, hierbij heeft het percentage producten dat in de categorie ‘bij uitzondering’ valt de doorslag gegeven.
17
4 Conclusies Al met al kan geconcludeerd worden dat de omgeving van groot belang is om werkelijke gedragsverandering bij de SW-medewerkers te laten plaatsvinden. Felua-groep kan nog veel winst behalen door het aanbod en bereik van gezonde voeding te verbeteren en daarmee de eventuele gedragsverandering te stimuleren en/of ondersteunen. Uit het veldonderzoek bij de afnemers van de interne horeca is gebleken dat de kantine door merendeel als niet gezond, maar ook niet als ongezond wordt gezien. Het kan dus nog beter vindt men. De vraag of er altijd voldoende gezonde producten aanwezig zijn, wordt dan ook door merendeel van de afnemers beantwoord met ‘nee’. Er zou dus meer variatie mogen komen in het assortiment, zodat de afnemer elke dag kan kiezen uit een bepaald aantal gezonde producten. Tijdens de workshops is er ook opgemerkt dat er veel misverstanden zijn bij de SW-medewerkers op de vraag: ‘Wat is nu gezond?’. Dat toch 19% van de afnemers de kantine als gezond verklaard kan dus ook komen door gebrek aan kennis. Als er wordt gekeken naar de koopredenen koopt de afnemer vaak een product omdat het lekker, gezond en gemakkelijk is. Als er eventuele nieuwe producten in het assortiment worden gebracht, zal het meewerken bij de verkoop als de producten aan deze criteria voldoen. Dat een product lekker is, blijft echter natuurlijk wel een persoonlijke smaak. Merendeel van de afnemers kiest niet voor ongezonde producten vanwege de prijs of omdat ze de gezonde producten niet lekker vinden. Het verschil tussen de prijs van ongezonde en gezonde producten is nu heel klein. Bij eventuele aanpassing of vernieuwing van het assortiment kan hier dus rekening mee worden gehouden. Een prijsverschil tussen gezonde en ongezonde producten kan namelijk een rol spelen bij de koopreden van een afnemer. Van de gezonde producten in de kantine wordt de smaak en prijs als gemiddeld ervaren. Ze vinden de producten niet lekker, maar ook niet vies. Tevens vinden ze de prijs niet goedkoop, maar ook niet duur. De kwaliteit van producten wordt als goed ervaren. Tijdens vooronderzoek is er ook opgemerkt dat er volgens HACCP wordt gewerkt in de keuken en de kwaliteit vooral naar voren komt door het nauwkeurig werken volgens de hygiënecode. Als er wordt gekeken naar de koopfrequentie, blijkt dat merendeel van de afnemers 1 tot 3 keer per dag een product koopt in de kantine. Toch neemt merendeel van de afnemers 4 tot 5 dagen per week eten mee van thuis voor in de pauzes. Er wordt dus naast de producten van de interne horeca, ook eten van thuis genuttigd in de pauzes. Een groot deel van de afnemers koopt hun ontbijt 1 tot 3 dagen per week in de kantine of ontbijt nooit in de kantine. Of men thuis ontbijt als men in de interne horeca niet ontbijt, blijft een vraag. Merendeel van de afnemers zegt 1 tot 3 dagen per week een warme maaltijd te nuttigen in de interne horeca. Een kleiner deel zegt dit nooit te doen. Op de vraag of men vaker een warme maaltijd zou willen nuttigen tijdens de lunch, tussen 12.00 uur en 13.00 uur, geeft het grootst aantal afnemers ‘nee’ als antwoord. Men biedt nu een dag per week een warme maaltijd aan, hierin hoeft dus geen verandering plaats te vinden. Uit het veldonderzoek van het assortiment van de interne horeca kunnen de volgende conclusies worden getrokken. De productgroepen die het slecht hebben gescoord bij de vergelijking met de voorkeurscategorieën van Richtlijnen Voedselkeuze en het meeste verkocht worden in de interne horeca zijn: 1 Snacks 2 Warme maaltijden/hoofdgerechten 3 Broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) 4 (Fris)dranken 5 Sauzen Er is gekozen om alle 13 productgroepen mee te nemen in de aanbevelingen. Als de interne horeca binnen Felua-groep wil voldoen aan een gezond assortiment volgens de richtlijn van Voedingscentrum zal 26% van de producten uit categorie C ‘bij uitzondering’ moeten worden vervangen door producten die behoren tot categorie A ‘bij voorkeur’ en B ‘middenweg’.
18
Aan de hand van deze onderzoeksgegevens worden prioriteiten gesteld met als doel de gedragsverandering van de SW-medewerkers zo snel mogelijk te kunnen stimuleren door middel van een gezond en verantwoord aanbod in de interne horeca.
19
5 Aanbevelingen 5.1 Doelen Aan de hand van het veld- en literatuuronderzoek is het volgende hoofddoel opgesteld voor de interne horeca: ‘Binnen 5 maanden behoort 75% van het assortiment binnen de interne horeca tot de categorieën ‘bij voorkeur’ en ‘middenweg’ en 25% tot de categorie ‘bij uitzondering’. Om dit hoofddoel te behalen zijn de volgende subdoelen opgesteld: 1. Binnen 1 maand is van de productgroep snacks 27% van categorie C verplaatst naar categorie A en/of B. 2. Binnen 1 maand is van de productgroep warme maaltijden/hoofdgerechten 37% van categorie C verplaatst naar categorie A en/of B. 3. Binnen 2 maanden is van de productgroep broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) 37% van categorie C verplaatst naar categorie A en B. 4. Binnen 3 maanden is van de productgroep (fris)dranken 14% van categorie C verplaatst naar categorie A en/of B. 5. Binnen 4 maanden is van de productgroep sauzen 13% van categorie C verplaatst naar categorie B. 6. Binnen 2 maanden is van de productgroep melk en melkproducten 27% van categorie C verplaatst naar categorie A en/of B. 7. Binnen 3 maanden is van de productgroep brood- en graanproducten 20% van categorie C verplaatst naar categorie A en/of B. 8. Binnen 3 maanden is van de productgroep oliën en vetten 50% van categorie C verplaatst naar categorie B. 9. Binnen 4 maanden is van de productgroep broodbeleg 13% van categorie C verplaatst naar categorie A en/of B. 10. Binnen 4 maanden is van de productgroep vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis 20% van categorie C verplaatst naar categorie A en/of B. 11. Binnen 5 maand is van de productgroep soepen 10% van categorie B verplaatst naar categorie A. 12. Binnen 5 maanden is van de productgroep gemengde salades 100% van de categorie B verplaatst naar categorie A. 13. Binnen 5 maanden is de variatie in het aanbod van groente en fruit verdubbeld. 14. Binnen 6 maanden is het aanbod van snacks uit categorie C met 25% verminderd. In tabel 6 worden de doelen weergegeven waarbij er een vergelijking is gemaakt met de huidige situatie. Bij het opstellen van de (sub)doelen is de focus gelegd op het verminderen van producten die tot categorie C behoren. Als er al minder dan 25% of 25% van een productgroep tot categorie C behoort, is er gekeken of er nog winst behaald kan worden door meer producten uit die productgroep van categorie B naar categorie A te verplaatsen. Er is tevens bij het opstellen van de doelen gekeken naar de haalbaarheid en veranderbaarheid van bepaalde productgroepen. Het is bijvoorbeeld niet gemakkelijk om het percentage snacks dat in de C categorie valt terug te dringen naar minder dan 25%, omdat snacks in het algemeen ongezonde producten zijn die niet gemakkelijker gezonder te maken zijn. Er is niet gekozen voor de ideale 80/20 verdeling volgens de richtlijnen van Voedingscentrum (Voedingscentrum, De gezonde schoolkantine, 2012), omdat dit nog een stap te ver is voor de interne horeca binnen Felua-groep. Met het doel om binnen Felua-groep een interne horeca te bewerkstelligen met een 75/25 verdeling van het assortiment kan al een grote gezondheidswinst behaald worden waardoor de gedragsverandering van de SW-medewerkers al meer ondersteund kan worden. De productgroep groente en fruit is niet meegenomen in de subdoelen, omdat in deze productgroep 100% van de producten tot categorie A ‘bij voorkeur’ behoren. Wel wordt over deze productgroep nog een aanvullend advies gegeven.
20
Tabel 6. Weergave huidige situatie versus doelen
Basisvoedingsmiddelen
Groente en fruit Brood en graanproducten Melk en melkproducten Vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis Oliën en vetten Gemiddeld
Niet basisvoedingsmiddelen
Soepen Sauzen Snacks (Fris)dranken Broodbeleg Gemiddeld
Maaltijden
Warme maaltijden/hoofdgerechten Gemengde salades Broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) Gemiddeld
Totaal assortiment
Basisvoedingsmiddelen Nietbasisvoedingsmiddelen Maaltijden Gemiddeld
A – Bij voorkeur
B - Middenweg
C – Bij uitzondering
Huidig 100% 0% 29% 20%
Doel 20% 35% 50%
Huidig 0% 50% 14% 40%
Doel 50% 35% 30%
Huidig 0% 50% 57% 40%
Doel 30% 30% 20%
50% 40%
50% 51%
0% 21%
50% 33%
50% 39%
0% 16%
A – Bij voorkeur
B - Middenweg
C – Bij uitzondering
Huidig
Doel
Huidig
Doel
Huidig
Doel
40% 0% 3% 38% 0% 16%
50% 0% 20% 40% 30% 28%
60% 87% 10% 8% 0% 33%
50% 100% 20% 20% 40% 46 %
0% 13% 87% 54% 100% 51%
0% 0% 60% 40% 30% 26%
A – Bij voorkeur
B - Middenweg
C – Bij uitzondering
Huidig
Doel
Huidig
Doel
Huidig
Doel
0%
0%
23%
60%
77%
40%
0% 8%
100% 30%
100% 25%
0% 40%
0% 67%
0% 30%
3%
15%
49%
50%
48%
35%
A – Bij voorkeur
B - Middenweg
C – Bij uitzondering
Huidig
Doel
Huidig
Doel
Huidig
Doel
40% 16%
51% 28%
21% 33%
33% 46%
39% 51%
16% 26%
3% 20%
15% 32%
49% 34%
50% 44%
48% 46%
30% 24%
5.2 Het ontwerp Om de bovenstaande doelen te bewerkstelligen, zijn er aanbevelingen geschreven. Tijdens het opstellen van deze aanbevelingen is er rekening gehouden met de onderzoeksresultaten van het veldonderzoek bij de SW-medewerkers. Als er veranderingen in het assortiment worden aangebracht, is het belangrijk dat deze ook voldoen aan de wensen van de SW-medewerkers om zo de
21
gedragsverandering nog meer te ondersteunen. Uit de onderzoeksresultaten kunnen de volgende adviezen worden gegeven: Zorg ervoor dat de producten gemakkelijk, gezond en lekker zijn. Dit zijn de drie belangrijkste koopredenen van de SW-medewerker. Of de producten lekker zijn, is echter een persoonlijke smaak. Of de SW-medewerkers tevreden zijn over het assortiment kan eventueel ieder half jaar geëvalueerd worden met een klanttevredenheidsenquête. Hierin kan men vragen hoe er wordt gedacht over de kwaliteit, prijs, smaak en/of gezondheidsniveau. Zo houdt men ook de koper tevreden en kan men ervoor zorgen dat de producten die men wil verkopen ook echt verkoopt. Zorg voor een variërend gezond aanbod. De SW-medewerker mist nog de variatie in het gezonde aanbod. Dit kan bewerkstelligd worden door de nieuwe menucyclussen die in de aanbevelingen hieronder worden beschreven te hanteren. Uit het ander veldonderzoek dat is uitgevoerd binnen de interne horeca zijn ook een aantal adviezen uit voort gekomen. Hieronder wordt beschreven hoe deze aanbevelingen voor een eventuele nieuwe menucyclus tot stand zijn gekomen. In paragraaf 3.2.3 werd als voorbeeld een pistolet (wit) gezond ham-kaas gebruikt. Ter verduidelijking wordt in het volgende voorbeeldadvies dit product weer gebruikt. Tabel 7. Advies pistolet (wit) gezond ham-kaas Huidig product Ingrediënten
1 witte pistolet 2 plakken 48+ kaas (20 g) 2 plakken ham (20 g) 2 plakjes komkommer plakjes ei plakjes tomaat
Voedingswaarden Energie 366 kcal Verzadigd vet 26 en% Voedingsvezel 0,5 g/100 kcal Transvet 2 en% Groente 40 g/portie
Conclusie: C, bij uitzondering
Criteria C C C A en B
Advies product Ingrediënten 1 pistolet tarwe 1 plak 30+ kaas (20 g) 1 plak ham (20 g) 3 plakjes komkommer 2 plakjes ei 2 plakjes tomaat
B en C
Voedingswaarden Energie 240 kcal Verzadigd vet 14 en% Voedingsvezel 1,7 g/100 kcal Transvet 1 en% Groente 50 g/portie
Criteria A C A A A
Conclusie: A, bij voorkeur
Zoals je ziet, behoort het belegde broodje na een aantal veranderingen in de ingrediënten tot voorkeurscategorie A. In dit voorbeeld is dan ook te zien dat er met enkele simpele veranderingen in de receptuur een product tot de gezonde categorie kan behoren. Nu verdient het belegde broodje ook echt zijn naam: broodje gezond. Voor alle productgroepen uit het assortiment zijn adviezen opgesteld. Hierbij zijn sommige producten niet veranderd of zijn er enkele ingrediënten veranderd. Er zijn ook producten die uit het assortiment zijn gehaald, omdat deze niet gezonder gemaakt kunnen worden. De interne horeca kan er bij het laatste geval rekening mee houden dat de voorraad van deze producten wordt opgemaakt en deze daarna niet meer worden besteld. Door zo met zo weinig mogelijk veranderingen of vernieuwingen het assortiment te verbeteren, wordt er dus ook rekening gehouden met het financiële aspect. De adviezen voor alle productgroepen worden hieronder besproken. 5.2.1 Aanbevelingen basisvoedingsmiddelen Groente en fruit Van de producten uit de productgroep groente en fruit behoort binnen de interne horeca 100% onder de voorkeurscategorie. Er zou dus gesteld kunnen worden dat binnen deze productgroep geen aanbevelingen meer nodig zijn. Er wordt namelijk binnen de interne horeca al los fruit verkocht en er worden rauwkostsalades gemaakt. Toch zijn er nog enkele aanbevelingen waarmee de interne horeca de groente- en fruitconsumptie van de SW-medewerkers zou kunnen stimuleren. De aanbevelingen voor de productgroep groente en fruit zijn:
22
1. Het aanbieden van groenten in kleine portieverpakkingen. Hierbij kan men denken aan snackgroenten van bijvoorbeeld het merk Znek of Tommies (Voedingscentrum, 2012). 2. Rauwkostsalades aanbieden zonder dressing en ook zonder salades op basis van mayonaise, zoals eiersalade. Er worden al bakjes rauwkostsalades gemaakt, maar deze vallen onder de categorie C ‘bij uitzondering’ door de dressing of het bolletje salade. Een gezonde salade uit categorie A ‘bij voorkeur’ bestaat uit rauwkost met een gezonde dressing op basis van bijvoorbeeld magere yoghurt of olijfolie en eventueel kruiden. In bijlage VI Inspiratielijst assortiment staan recepten voor gezonde salades en gezonde dressings. 3. Om de fruitconsumptie te stimuleren kan men ook fruit in andere vormen verkopen in plaats van alleen de ‘losse’ vorm. Zo kan men bakjes verkopen met een verse gesneden fruit; een fruitsalade. Ook kan men gezonde smoothies aanbieden voor de SW-medewerkers, bijvoorbeeld Summ Smoothies (Voedingscentrum, 2012). Smoothies zijn met name gezond als ze 100% fruit bevatten met echt vruchtensap en/of magere zuivel. Men kan natuurlijk ook zelf de smoothies maken. Recepten voor deze smoothies zijn opgenomen in bijlage VI Inspiratielijst assortiment. Brood en graanproducten Voor de brood en graanproducten is de aanbeveling om een aantal witte broodsoorten te vervangen door bruine of volkoren broodsoorten. De volkoren broodsoorten hebben daarbij de voorkeur, omdat deze meer vezels bevatten (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Daarbij is het idee om de meerderheid van de productgroep gezonder te maken, om zo de SW-medewerker meer te sturen naar een gezondere keuze. Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten van deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 11. Aanbevelingen productgroep brood en graanproducten. Melk en melkproducten Binnen de productgroep melk en melkproducten kan winst worden behaald door minder volle producten te gebruiken. Zo worden er nu producten als chocomel, volle vla en volle kaas aangeboden. Wil men de productgroep gezonder maken dan worden magere en halfvolle zuivelproducten geadviseerd, omdat deze een betere vetsamenstelling bevatten (Voedingscentrum, 2011). Ook is het gezonder als men kiest voor zuivelproducten met zoetstof en/of laag suikergehalte (Voedingscentrum, 2012). Ook gebruikt men al bekertjes in plaats van pakken. Probeer deze kleinere porties te blijven aanbieden, ook als er nieuwe zuivelproducten in het assortiment worden ingebracht. Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten van deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 12 Aanbevelingen productgroep melk en melkproducten. Vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis In de productgroep vleeswaren kan er een advies worden gegeven over het vleesbeleg voor op de boterham. Magere vleessoorten behoren vanwege het lage vetgehalte tot de voorkeurscategorie (Voedingscentrum, 2011) en zijn daarom ook in de aanbevelingen verwerkt. Door deze aanbevelingen behoort merendeel tot de voorkeurscategorie A en B, waarmee het maken van een gezonde keuze voor de SW-medewerker laagdrempelig wordt gemaakt. Ook kan de inname van vis meer gestimuleerd worden door minimaal 2 keer per week vis aan te bieden als broodbeleg én bij de warme lunch of maaltijd (Kaldenberg, 2011). Vanwege de gezonde visvetzuren in vis wordt aanbevolen 2 keer per week vis te eten, waarvan 1 keer een vette vis. Hiermee verlaagt men het risico op hart- en vaatziekten aanzienlijk (Voedingscentrum, 2013). De genoemde belegsoorten zijn geschikt om te gebruiken in de juiste hoeveelheid, dit is maximaal 20 gram per boterham, dat bij kaas en vleeswaren meestal neerkomt op 1 plak (Kaldenberg, 2011). Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten voor deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 13 Aanbevelingen productgroep vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis. Oliën en vetten Van de oliën en vetten wordt al een product uit de voorkeurscategorie aangeboden, namelijk de Becel halvarine. Daarnaast wordt er ook roomboter aangeboden, een boter uit de categorie C ‘bij uitzondering’. Men kan deze roomboter beter vervangen door zachte margarine, vanwege de gezondere vetsamenstelling van zachte en vloeibare boters en oliën (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Op deze manier biedt men twee boters aan die tot de categorie A en B behoren. Voor het bereiden van de maaltijden worden al gezonde oliën en vetten gebruikt, zoals vloeibare bak- en braadolie en olijfolie. Het advies is om dit te blijven doen. Een voorbeeldassortiment
23
met daarin de gezondere varianten van deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 14. Aanbevelingen productgroep oliën en vetten. 5.2.2 Aanbevelingen niet-basisvoedingsmiddelen Soepen Voor de productgroep soepen wordt geadviseerd om elke dag een soep uit categorie A én een soep uit categorie A of B aan te bieden. De combinaties AB of AA zijn dus mogelijk. Op deze manier wordt er elke dag een gezonde soep aangeboden en kan er elke dag een gezonde keuze worden gemaakt door de SW-medewerker. Op minder drukke dagen, zoals de vrijdag, wordt er vaak maar één soep aangeboden. Ga in dit geval dan voor een soep uit de categorie A ‘bij voorkeur’. Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten van deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 15. Aanbevelingen productgroep soepen.Recepten voor meer variatie in soepen zijn opgenomen in bijlage VI Inspiratielijst assortiment. Sauzen Sauzen behoren nou eenmaal tot de ongezonde producten en zijn dan ook, vooral als ze al kant-enklaar zijn, moeilijk gezonder te maken. In de productgroep sauzen is dan ook alleen de mayonaise vervangen die tot categorie C ‘bij uitzondering’ hoort. De rest van de sauzen behoren tot de middenwegcategorie. Een advies wat gegeven kan worden is het doseren van de sauzen. Zodra een saus bij een product wordt geserveerd, houdt de portie van de saus dan beperkt (Kaldenberg, 2011). Een eetlepel (10 gr) is een mooie portie voor een saus. Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten van deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 16. Aanbevelingen productgroep sauzen. Snacks Snacks behoren net als sauzen tot de ongezonde productgroep en zijn dan ook moeilijker gezonder te maken, vooral als het gaat om hartige warme snacks. Ze passen dan ook niet in een gezonde interne horeca, omdat de producten vaak veel calorieën en vaak ongezonde vetten leveren (Voedingscentrum, 2011). De enige oplossing is om de aanbieding van snacks in de interne horeca langzaam te minderen. Zo is nu de aanbeveling om maximaal 3 dagen per week een snack aan te bieden uit categorie C. Dit zou in de toekomst afgebouwd kunnen worden naar 1 dag per week. e Uiteindelijk kan men er voor kiezen om bijvoorbeeld alleen de 1 vrijdag van de maand een snack aan te bieden. Er worden namelijk al zoete en hartige verpakte snacks aangeboden. De ongezonde hartige warme snacks zouden eventueel ook helemaal vervangen kunnen worden door hartige warme producten die behoren tot de basisproducten, zoals een gezond warm broodje, tosti of een wrap (zie bijlage VI Inspiratielijst assortiment). Voor de interne horeca binnen Felua-groep is dit nog een stap te ver en zal men eerst het aanbod van de snacks langzaam moeten verminderen. Een voorbeeldassortiment met daarin de gezonde varianten van de productgroep snacks is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 17. Aanbevelingen productgroep snacks. (Fris)dranken Van de productgroep (fris)dranken vallen veel producten onder categorie A of C. Een enkele producten uit de C categorie zijn weggehaald en daarvoor in de plaats zijn gezondere varianten gekomen. De productgroep bevat nog steeds (fris)dranken uit categorie C ‘bij uitzondering’, maar de meerderheid valt onder categorie A en B waardoor het aanbod als een stuk gezonder gezien kan worden. Bij alle frisdranken en vruchtensappen kan er winst worden behaald door het kiezen van zo klein mogelijke porties. Zo worden nu bij de vruchtensappen de flesjes van Appelsientje aangeboden en deze bevatten 0,25 L vruchtensap. Door te kiezen voor de pakjes van 0,2 L van Appelsientje kiest men voor de kleinste portie en daarmee per portie minder calorieën die afkomstig zijn uit vruchtensuikers (Voedingscentrum, Inspiratielijst De Gezonde Schoolkantine, 2012). Waar men in de toekomst nog aan zou kunnen denken, is het gebruik van watercoolers (wateraftappunten) in de interne horeca of zelfs door heel het bedrijf om waterconsumptie bij de SWmedewerkers te stimuleren (Kaldenberg, 2011). Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten van de productgroep (fris)dranken is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 18. Aanbevelingen productgroep (fris)dranken. Broodbeleg
24
Het overige beleg voor op de boterham bevatten binnen de interne horeca alleen maar producten uit categorie C ‘bij uitzondering’. Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten van deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 19. Aanbevelingen productgroep broodbeleg. Het broodbeleg vruchtenhagel, honing, hummus, pindakaas, selderie en koolsalade passen ook ter variatie in het gezondere broodbeleg. Voor al deze soorten geldt dat ze geschikt zijn om te gebruiken in de juiste hoeveelheid, het liefst 15 gram en maximaal 20 gram (Kaldenberg, 2011; Voedingscentrum, 2012). 5.2.3 Aanbevelingen maaltijden Warme maaltijden/hoofdgerechten Van de maaltijden van de interne horeca viel de meerderheid van de producten in categorie C ‘bij uitzondering’. Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten van deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbeveling assortiment; tabel 20. Aanbevelingen productgroep warme maaltijden/hoofdgerechten. De meerderheid van deze varianten valt onder categorie B ‘middenweg’ en maakt daarmee de productgroep relatief een stuk gezonder. Bij het bereiden van de (standaard)maaltijden kan rekening worden gehouden met de volgende standaard per portie (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011): 3 aardappelen of 75 gram ongekookte zilvervliesrijst of volkoren pasta 200 gram groenten 100-125 gram vlees of vis (of vleesvervangers) Meer varianten voor gezonde warme maaltijden zijn opgenomen in bijlage VI Inspiratielijst assortiment. Gemengde salades De productgroep gemengde salades bestaat maar uit twee producten die beide tot de categorie ‘B’ middenweg vallen. Dit komt onder andere door de dressing die wordt gebruikt of het bolletje salade (bijvoorbeeld eiersalade) op basis van mayonaise wat aan de rauwkostsalade is toegevoegd. Een gezonde salade bestaat uit een rauwkostsalade zonder dressing of een dressing op waterbasis met bijvoorbeeld kruiden (Kaldenberg, 2011). Er kan ook een dressing worden gemaakt met een mager zuivelproduct, zoals magere yoghurt. Een voorbeeldassortiment met daarin de gezondere varianten van deze productgroep is opgenomen in bijlage IV Aanbevelingen assortiment; tabel 21. Aanbevelingen productgroep gemengde salades. Meer variaties in dressings of recepten voor salades zijn opgenomen in bijlage VI Inspiratielijst assortiment. Broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) Van de productgroep broodmaaltijden valt de meerderheid in categorie C ‘bij uitzondering’. In bijlage IV Aanbevelingen assortiment is in tabel 21 Aanbevelingen productgroep broodmaaltijden een voorbeeldassortiment opgenomen. In dit voorbeeldassortiment behoort merendeel van de broodmaaltijden tot categorie A ‘bij voorkeur’ en B ‘middenweg’ waardoor het al een stuk gezonder is. Wil je variëren met broodjes en zeker weten dat het belegde broodje tot een gezond broodje behoort? Doorloop dan de volgende stappen voor het maken van een gezond broodje (Voedingscentrum, De broodjeswijzer, 2012): Stap1 Broodsoort Kies een broodje uit de eerste kolom. Stap 2 Besmeren Besmeer het altijd dun met halvarine vanwege de goede vetten en vitamine A en D. Stap 3 Beleg Kies een beleg. Je kunt vrij kiezen uit de ‘beleg- kolom’. Stap 4 Hoeveelheid beleg Per broodje of dubbele boterham is maximaal 40 g totaal beleg voldoende bij vleeswaren en kaas. Kies je voor zoet: gebruik één portieverpakking (15 gram) per broodje of dubbele boterham. Stap 5 Groente en fruit Dit kun je onbeperkt toevoegen. Wat groente en fruit maakt je broodje nog gezonder. Bij 50 gram of meer groente en fruit op een broodje valt het broodje tevens in categorie A ‘bij voorkeur’. Stap 6 Welke smileysticker? Plak de juiste sticker op het broodje. In figuur 11 De broodjeswijzer zijn de stappen weergegeven in combinatie met bijpassende producten. In bijlage VI Inspiratielijst assortiment staan tevens recepten voor gezonde belegde broodjes voor variatie.
25
Volkoren, meegranen, en bruine: boterhammen - harde of zachtje broodjes - stokbrood - Turks of Marokaans brood - Pitabroodjes - Panini Mueslibol (Volkoren) krentenbol Meergranen/v olkoren wrap Roggebrood
Dun besmeren met halvarine
Vlees, vis, ei etc. • Vleeswaren zoals gegrilde achterham, beenham, casselerib, kalkoenfilet, kipfilet. magere knakworst. runderrosbief, magere smeerpaté, Linera runderrookvlees • Gerookte zalm, haring, gestoomde makreel en vis uit blik • Ei • Vegetarische falafelballetjes
Kaas • 30+ kaas zoals Milner, Maaslander 30+ , Cantenaer, Beemster 30+ • 20+ kaas zoals Leidse kaas. Slanke 20+, Beemster 20+ • 10+ kaas zoals Milner Xtra Slim • Smeerkaas zoals Slankie, Eru Balans, Paturain-, Boursin- of Philedelphia light • Cottage cheese, Hüttenkase, zachte geitenkaas
Fruit of groente
• Plakjes appel, banaan aardbeien of druifjes • Blaadjes sla of rucola • Plakjes paprika, komkommer, avocado, tomaat, courgette, kerstomaatjes , geraspte wortel, uiringen of bosuien • Plukje alfalfa, tuinkers of andere kiemen • Kappertjes, augurk, zilveruitjes of rauwkost op zuur
STAP 6
Beleg
STAP 5
Boter
STAP 3 en 4
Brood
STAP 2
STAP 1
Figuur 11 De broodjeswijzer
Extra's
Kies voor een beetje: • Smaak met pesto, sambal, verse guacamole, tomatenpurree , moster, picalilly, verse kruiden en specerijen • Bite met noten, pitten en zaden • Smeuïgheid met bijvoorbeeld magere yoghurt of dressing zonder olie
Andere beleg • Hartig zoals sandwichspread, hummus, selleriesalade, koolsalade, salade met vis (zalm, krab en tonijn) • Zoetig zoals appel(peren) stroop, jam, vruchtenhagel en honing
5.2.4 Aanbevelingen algemeen Er zijn in de voorgaande paragrafen aanbevelingen gegeven voor de productgroepen. Variëren in deze aanbevelingen kan natuurlijk altijd, maar het is wel nodig om eventuele nieuwe producten uit het assortiment nader te laten checken door een externe voedingsdeskundige (diëtist). Deze externe voedingsdeskundige kan ook worden ingezet voor eventuele borging van het ‘gezonde’ assortiment (Kaldenberg, 2011). Natuurlijk kiezen de SW-medewerkers zelf wat ze eten, maar ongemerkt kun je ze een duwtje in de goede richting sturen. Dit doe je door de kantine zo in te richten dat de gezonde keuze het meest voor de hand ligt. In tabel 8 staan tips hoe je gezonde producten het beste de ruimte kunt geven. Dit is tevens ook handig voor de SW-doelgroep, omdat hierdoor alle gezonde producten en ongezonde producten van elkaar gescheiden zijn, is het voor de SW-medewerker gemakkelijk om te zien wat gezond is en wat minder gezond is.
26
Tabel 8. Geef gezond de ruimte (Voedingscentrum, Gezonde keuze stimuleren, 2012) Gezonde producten Leg de producten vooraan, bijvoorbeeld vooraan in het schap en aan het begin van de looproute. Maar zorg er ook voor dat gezonde producten als fruit of snackgroenten (ook) voor het grijpen liggen in de buurt waar de rij voor de kassa zich vormt Stal de producten uitgebreid uit. Laat zien dat jullie er veel van hebben. Leg de producten op ooghoogte of op een opvallend centraal punt, bijvoorbeeld bij de ingang. Zorg dat de SW-medewerkers niet ‘om de gezonde producten heen kunnen.’
Ongezonde producten Leg de producten achteraan en leg de producten niet bij de kassa.
Stal de producten niet uit vanuit de doos waarin ze worden aangeleverd (dus in grote hoeveelheden). Leg er hooguit een paar neer. Leg de producten niet op ooghoogte.
5.3 Het promotie- en introductieplan Als de aanbevelingen eventueel worden doorgevoerd, is het natuurlijk ook belangrijk dat dit wordt gepromoot om zo de eventuele gedragsverandering bij de SW-medewerkers nog meer te ondersteunen. Op welke manier en in welke mate een ‘gezondere’ interne horeca geïntroduceerd of gepromoot wordt, is erg belangrijk. Dit draagt namelijk bij aan de eventuele effecten van de verkoop van de gezondere producten en daarmee de eventuele gedragsverandering die bij de SWmedewerker kan plaatsvinden. Een duw in de goede richting is dus nodig bij de SW-medewerker en kan door middel van de onderstaande acties. Actie 1 Promotieweek De promotieweek dient als een eerste kennismaking met de gezondere interne horeca. Omdat niet heel het assortiment in een korte tijd veranderd kan worden op gezondheidsgebied, zal de promotieweek meerdere malen plaatsvinden. Zodra er nieuwe producten worden geïntroduceerd, kan men een promotieweek starten. Dit kan dan bijvoorbeeld een keer per maand zijn. De nieuwe gezondere producten kunnen daarbij onder aandacht worden gebracht door ze bijvoorbeeld in de aanbieding te zetten. Omdat hiervoor misschien geen budget beschikbaar is, kan men er ook voor kiezen om deze producten op het menubord te zetten. Daar staan vaak teksten op als: ‘Vandaag: patatdag’. Het idee is dus om op dit bord de gezonde producten met aantrekkelijke teksten te promoten. De SW-medewerkers lopen langs dit bord, want hier begint de rij naar de interne horeca. Wellicht stimuleer je zo de SW-medewerkers om de producten uit te proberen. De nieuwe producten kunnen tevens in de interne horeca worden gepromoot door ze op de flatscreens en op posters te introduceren. Actie 2 Smileys weer onder de aandacht brengen De groene en rode smileystickers zijn bekend in de interne horeca. De groene sticker is geplakt op gezonde producten en de rode sticker op ongezonde producten. Deze stickers zijn door Elly Kaldenberg in het bedrijf gebracht en daar is toentertijd enthousiast op gereageerd. Het is belangrijk dat deze stickers weer opnieuw onder de aandacht worden gebracht. Deze stickers staan namelijk voor de voorkeurscategorieën van Voedingscentrum; bij voorkeur (A), middenweg (B) of bij uitzondering (C). Het advies is dan ook om niet alleen de groene en rode smileysticker te gebruiken (voor voorkeur en uitzondering), maar ook een oranje smileysticker er aan toe te voegen (voor de middenweg). Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat een dergelijke driedeling de dieetvoorlichting aan de consument effectief ondersteunt. Een tweedeling (groene en rode smileyssticker) is zeer rigide en komt neer op ‘toegestaan’ versus ‘verboden’ (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Een tweedeling communiceert dus eigenlijk naar de SW-medewerker dat een product niet gegeten zou moeten worden. Om die reden is het tegenstrijdig met het uitgangspunt dat alle producten een plaats in een gezond voedingspatroon kunnen hebben. Een driedeling geeft daarnaast een genuanceerde benadering die recht doet aan het uitgangspunt, omdat het meer recht doet aan de ranges in de samenstelling van voedingsmiddelen (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Men kan het vergelijken met een autoratieve opvoedstijl waarbinnen de vrije keuze geaccepteerd wordt en met de autoritaire opvoedstijl waarbij er strikt onderscheid wordt gemaakt tussen het verbodene en het toegestane. Door de veranderde inzichten met betrekking tot de
27
voedselvoorlichting werd de tweedeling op een bepaald moment gezien als betuttelend (opgeheven vinger). Daarnaast staat een tweedeling de mondigheid en afhankelijkheid van de SW-medewerker in de weg en geeft het geen inzicht in de samenstelling van de voeding (Voedingscentrum, Richtlijnen Voedselkeuze, 2011). Al met al zou een driedeling van smileystickers dus beter passen bij de gezondere interne horeca en zal het eventuele gedragsverandering bij de SW-medewerker meer kunnen ondersteunen dan bij een tweedeling van het assortiment. Actie 3 Menukaart op de tafels Om de SW-medewerkers meer te laten kennismaken met het nieuwe menu en de daarbij horende gezondheidscategorie (groene, oranje en rode smileysticker) wordt het aanbevolen om op iedere tafel de menukaart weer te geven. Dit kan bijvoorbeeld door de menukaart in de vorm van een plastic houder of de menukaart op een placemat weer te geven. Daarbij is het handig om in deze menukaart ook foto’s van de producten te verwerken, omdat er binnen Felua-groep ook analfabeten werkzaam zijn. Ook voor hen is het belangrijk dat zij kunnen kennismaken met de gezondere interne horeca. Actie 4 Spaarkaart ‘gezond gedrag belonen’ Het belonen van gezond gedrag van een SW-medewerker kan er aan bijdragen dat men dit gezonde gedrag weer herhaalt. Deze beloning zou kunnen plaatsvinden via een spaarkaart waarmee men kan sparen voor bijvoorbeeld korting of een gratis gezond product. Zo kan men er bijvoorbeeld voor kiezen dat als een SW-medewerker de spaarkaart vol heeft men een gratis gezond broodje uit mag kiezen uit de top 5 van gezonde broodjes of simpelweg een appel. Bij het kiezen van een product uit de voorkeurscategorie met een groene smiley zou men dan een sticker kunnen krijgen voor op de spaarkaart. Dit belonen van goed gedrag kan bijdragen aan gedragsverandering bij de SWmedewerker. Volgens leertheorieën leren mensen gedrag aan wanneer aan een bepaalde stimulus een beloning wordt gekoppeld. Een voorbeeld van die leertheorieën is dat gedrag kan ontstaan door het belonen van gewenste responsen (Brug & al., Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering, 2008). 5.4 Het implementatieplan Of alle aanbevelingen werkelijk worden ingebracht in de interne horeca blijft nog een vraag. Het managementteam van Felua-groep kan kijken naar wat mogelijk is en welke aanbevelingen worden doorgezet in het beleid binnen de interne horeca. Hieronder is een implementatieplan gemaakt waarbij er vanuit wordt gegaan dat alle aanbevelingen worden ingebracht in de interne horeca. Als bij nader inzien toch niet alle aanbevelingen worden meegenomen in het beleid van de interne horeca, kan het implementatieplan nog worden aangepast. Het onderstaande implementatieplan is dus puur bedoeld als een handvat. In het implementatieplan wordt een lange implementatietijd gehanteerd, omdat de werkelijke veranderingen in de interne horeca worden bewerkstelligd door personeel met een verstandelijke, lichamelijke en/of psychische beperking. Elke maand staan er een aantal productgroepen centraal. Daarbij is er bij de indeling per maand rekening gehouden bij welke productgroepen de prioriteit ligt (tabel 5. Productanalyse naar belangrijkheid) en hoeveel tijd er nodig is voor de verandering. Er is gekozen om elke maand een promotieweek te houden. In deze promotieweek kunnen dan de producten worden gepromoot die nieuw en gezond zijn binnen het assortiment. Tevens wordt elke maand de nieuwe stickerindeling geïntroduceerd bij de productgroepen die die maand centraal staan. De menukaart wordt na drie maanden ontworpen met daarin de al nieuwe en gezonde ingebrachte producten met foto’s en de daarbij horende smileystickers. Na zes maanden wordt deze menukaart volledig gemaakt met de rest van de bijgekomen nieuwe en gezonde producten. De spaarkaart wordt na vier maanden ingebracht. Er zijn dan genoeg nieuwe en gezonde producten in het assortiment gebracht waarmee een SW-medewerker een volle spaarkaart kan sparen. Belangrijk tijdens de implementatie is de evaluatie. Ziet men dat een doel niet behaald is, dan wordt alles enkele weken of zelfs een maand opgeschoven. De verantwoordelijken kunnen dus waar nodig het implementatieplan bijstellen. Het implementatieplan is opgenomen in bijlage VII Het implementatieplan.
28
6 Evaluatie Evalueren is het verzamelen, interpreteren en presenteren van informatie met als doel de waarde van een resultaat of proces te bepalen. Eenvoudiger gezegd: je voert het implementatieplan met de daarin verwerkte aanbevelingen uit en kijkt of dit zinvol is geweest. Het evalueren betreft zowel onderdelen als het geheel. De belangrijkste evaluatievormen zijn de procesevaluatie en de effectevaluatie. 6.1 De procesevaluatie Bij de procesevaluatie kijkt men met name naar de samenwerking. Tijdens het onderzoek is voornamelijk samengewerkt met Suzan Kluiters, de teammanager van de interne horeca. Deze samenwerking is zeer prettig verlopen. De onderzoeksopdracht is samen met Suzan Kluiters bedacht en verder uitgewerkt naar loop van tijd. De opdracht was concreet en duidelijk en er was genoeg ruimte voor de onderzoeker voor eigen invulling. Verbeterpunten van de onderzoeker zijn; regelmatiger overleggen met de opdrachtgever om de kwaliteit van het onderzoek te waarborgen en inspraak in het onderzoek van betrokkenen te stimuleren een betere tijdsplanning voor het onderzoek, rekening houdend met eventuele tegenslagen en het implementeren van het advies binnen de onderzoeksperiode Suzan Kluiters heeft in het samenwerkingsformulier, dat is opgenomen in bijlage VIII Het samenwerkingsformulier, aangegeven van welke punten zij vond dat het de samenwerking op een hoger niveau heeft gebracht. Een goed punt wat daarbij naar voren is gebracht is dat zij vond dat de onderzoeker acceptatie bij de doelgroep heeft gevonden. De doelgroep binnen Felua-groep is een bijzondere doelgroep en bij het doen van onderzoek bij deze doelgroep is het belangrijk dat men als onderzoeker goed met de doelgroep overweg kan. Je wilt tenslotte als onderzoek de doelgroep bereiken en zonder acceptatie zal dit niet gebeuren. Een verbeterpunt wat betreft samenwerkingsvaardigen is bij de onderzoeker het vragen, geven en ontvangen van feedback. De onderzoeker zou kwaliteitsbewuster kunnen worden door tijdig te vragen op feedback en daarbij ook feedback te geven aan anderen. Het ontwikkelen van een eigen visie zou kunnen bijdragen aan het ontvangen en geven van deze feedback. Een mooi leerpunt voor de beginnend beroepsbeoefenaar. Na het implementeren van eventuele aanbevelingen kan het managementteam van Felua-groep en Suzan Kluiters achterhalen hoe het onderzoek daadwerkelijk is uitgevoerd. Daarbij wil men antwoord krijgen op vragen, zoals: Zijn de activiteiten uitgevoerd zoals bedacht? Wisten de SW-medewerkers van de activiteit? Hoe hebben ze dit vernomen? Wat was de reactie van de meerderheid van de SWmedewerkers? Was de tijdsinvestering zoals gepland? Hoe is de organisatie verlopen? Was er voldoende steun vanuit onder andere het management. Het is nuttig om de barrières- en succesfactoren te achterhalen, omdat eventuele gunstige resultaten duidelijk maken dat men goed op weg is en het zinvol is om door te gaan. Bij minder gunstige resultaten kunnen verbeterpunten uit de feedback worden gehaald. Mogelijk kan een activiteit uit de implementatie op een eenvoudige wijze worden aangepast. 6.2 De effectevaluatie Het is belangrijk dat men nadenkt over hoe eventueel resultaat na de implementatie inzichtelijk kan worden gemaakt. Als na de implementatie het assortiment voldoet aan de aanbevelingen die zijn opgesteld in hoofdstuk 5 en daarbij gebruik heeft gemaakt van de voorbeeldassortimenten uit bijlage IV Aanbevelingen assortiment kan men stellen dat het assortiment binnen de interne horeca gezonder is geworden. Maar wat voor effect heeft dit op het koopgedrag van de SW-medewerker? Het is niet eenvoudig om een goede effectevaluatie uit te voeren. Er is vaak veel tijd mee gemoeid en veel expertise bij nodig. Bij het meten van voedingsgedrag zou je gebruik moeten maken van uitgebreide vragenlijsten. Wat men zelf binnen Felua-groep kan doen, is achterhalen wat de verkoopcijfers zijn van producten bij voorkeur, middenweg en bij uitzondering en deze te analyseren. Zo kan men aan het begin van de implementatie de verkoopcijfers van de producten opvragen. Als niet alle verkoopcijfers aanwezig zijn, neem dan de inkoopgegevens als leidraad. Door deze gegevens na een
29
nader te bepalen periode weer opnieuw te bekijken, achterhaal je veranderingen en daarmee de mogelijke gezondere keuzes van de SW-medewerkers. Het betrekken van een voedingsdeskundige (diëtist) voor blijvend effect blijft belangrijk. Een voedingsdeskundige zou het voedingsgedrag van de SW-medewerkers opnieuw kunnen achterhalen voor effectmeting. Tevens zou men bijvoorbeeld na een jaar het assortiment opnieuw kunnen laten screenen door een voedingsdeskundige op dezelfde methode (Hoofdstuk 2 Methoden en technieken) als in dit onderzoek is gedaan. Er zouden adviezen kunnen worden gegeven over eventuele probleemgebieden binnen het assortiment. De borging voor een gezonde interne horeca zou daarmee compleet worden gemaakt. Investeren in vitaliteit verdient zich zeker terug.
30
7 Discussie Vanwege tijdgebrek hebben er een aantal activiteiten binnen het onderzoek niet plaatsgevonden. Hieronder worden de activiteiten en het belang ervan besproken. Mocht er nog ruimte en financiële midden zijn binnen Felua-groep voor een voedingsdeskundige (diëtist), wordt er geadviseerd om nog aan de volgende activiteiten aandacht te besteden: 7.1 Inzichtelijk maken receptuur Binnen de interne horeca staat de receptuur voor het bereiden van bepaalde producten niet vast. Er wordt vaak op ‘gevoel’ gekookt, waardoor het moeilijk is om inzicht te krijgen in de receptuur van de producten. Om de voedingswaarden van een product te achterhalen zijn de exacte ingrediënten nodig die tijdens de bereiding worden gebruikt. Tijdens het onderzoek was hier vaak nog onduidelijkheid over, waardoor er veel tijd werd ingenomen in het achterhalen van deze receptuur. In de toekomst zou een externe voedingsdeskundige (diëtist) samen met het personeel van de interne horeca lijsten kunnen samenstellen waarop precies staat wat en hoeveel van een ingrediënt nodig is voor het samenstellen van een product. Zo kan men als externe voedingsdeskundige (diëtist) in de toekomst ook sneller achterhalen welke producten in welke voorkeurscategorie vallen. Ook kunnen de consumenten in de interne horeca er dan van uitgaan dat het product ook altijd hetzelfde wordt bereid en dus ook altijd bijvoorbeeld de groene smileysticker verdiend. In de Weenergroep, de sociale werkvoorziening in Den Bosch, is deze structuur al aanwezig binnen de interne horeca. Daar hebben ze lijsten opgesteld van een product met behulp van plaatjes. Zo zijn de bereidingslijsten ook begrijpelijk voor de SW-medewerkers en kunnen zij zelfstandig zonder ‘fouten’ een product bereiden. Men zou dit binnen Felua-groep dus ook kunnen uitproberen. Met de ‘juiste’ portiegrootte van producten kan de grootste gezondheidswinst behaald worden. Voor de interne horeca binnen Felua-groep was dit nu nog een stap te ver en er was onvoldoende tijd voor door de niet-inzichtelijke receptuur en er geen structuur is in de bereiding van de producten. In de toekomst zou dit echter een mooie vervolgstap zijn voor de interne horeca binnen Felua-groep richting meer gezondheidswinst. 7.2 Nieuw bestellijsten interne horeca Door tijdsgebrek zijn er in dit adviesrapport ook geen nieuwe bestellijsten opgenomen. Door de adviezen zullen er een aantal producten in het assortiment verdwijnen of vervangen worden. Het zou dus handig zijn geweest als voor de interne horeca al was uitgezocht bij welke groothandel welke producten verkrijgbaar zijn. Dit had gedaan kunnen worden door de websites van de groothandels te bezoeken en hierbij uit te zoeken waar de geadviseerde producten verkrijgbaar zijn. Het verschilt per productgroep hoeveel veranderingen er plaatsvinden in de bestellijsten en dus ook hoeveel tijd het veranderen van de bestellijst in beslag neemt. In principe kan men binnen Felua-groep zelf deze bestellijsten aanpassen en de verkrijgbaarheid achterhalen. Twijfelt men of een product goed is op gezondheidsgebied, dan wordt geadviseerd om een externe voedingsdeskundige (diëtist) in te schakelen voor advies. 7.3 Implementatie adviezen Door tijdsgebrek zijn binnen de onderzoeksperiode de adviezen ook niet geïmplementeerd. De aanbevelingen en het implementatieplan zijn echter wel opgenomen in het adviesrapport, maar er kunnen natuurlijk tijdens het implementeren hier en daar wat vragen opkomen. Wil men zeker weten dat de implementatie goed verloopt op voedingsdeskundig gebied, wordt ook hier geadviseerd om waar nodig een externe voedingsdeskundige (diëtist) in te schakelen.
31
Bibliografie Brug, J., & al., e. (2008). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Van Gorcum. Brug, J., & Lenthe, F. (2005). Environmental determinants and interventions for physical activity, nutrition and smoking. Erasmus MC . Felua-groep. (2013). Opgeroepen op februari 2013, van Website Felua-groep: http://www.feluagroep.nl/ Friesen-Wiltink, J. (2011). GezondZo! Opgeroepen op februari 2013, van http://www.gezondzo.nl/s15303-startfit/ Gezondheidsraad. (2003). Overgewicht en obesitas. Den Haag. Green, L. &. (1999). Health promotion planning: An educational and ecological approach. Mayfield: Mountain View. Hoeymans, N., Melse, J., & Schoemaker, C. (2010). Gezondheid en determinanten. Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 Van gezond naar beter. Bilthoven. Jansen, J., Schuit, A., & van der Lucht, F. (2002). Tijd voor gezond gedrag. Bilthoven: Bohn Stafleu Van Loghum. Kaldenberg, E. (2011). Eet je gezond, voedingsprogramma voor SW bedrijven. Kettle-Kahn, L., Keener, D., Goodman, K., Lowry, A., & Kakietek, J. e. (2009). Recommended community strategies and measurments to prevent obesity in the United States. Morbidity and mortality weekly report , 1-30. Neovius, K., Rehnberg, C., Rasmussen, F., & Neovius, M. (2012). Lifetime productivity losses associated with obesity status in early adulthood. Appl Health Econ Health Policy , 17-309. Ott, R., & Longnecker, M. (2010). An introduction to statistical methods and data analysis. Stamford: Brooks/Cole. Rijksoverheid. (2009). Nota overgewicht. Den Haag. RIVM. (2006). Bouwstenen voor keuzes rondom preventie in Nederland. RIVM rapport. Bilthoven. RIVM. (2008). Leefstijl en arbeid in balans. Bilthoven: Eysink. Ruiter, P., & Horstman, M. (2012). Gezondheidsbevordering op de werkplek: integraal gezondheidsmanagement. Apeldoorn. Ruiter, P., & Horstman, M. (2012). Gezondheidsbevordering op de werkplek: pilot gezondheidsmanagement. Apeldoorn. SBCM. (2012). Eén op de vijf SW-medewerkers is te zwaar. Opgeroepen op maart 2013, van http://www.sbcm.nl/kb-items/samenvattende-evaluatie-sbcm-project-eet-je-gezond.html
32
Stunkard, A., & Wadden, T. (1992). Psychological aspects of severe obesity. American Journal of Clinical Nutrition , 524-532. van den Berg, M., & Shoemaker, C. (2010). Effecten van preventie. RIVM Rapport. Bilthoven: Bohn Stafleu Van Loghum. van Dis, I., Kromhout, D., & Geleijnse, J. (2009). Body mass index and waist circumference predict both 10-year nonfatal and fatal cardiovascular disease risk: study conducted in 20000 Dutch men and women aged 2-65 years. European Journal of Cardiovascular Prevention and Rehabilitation , 729-734. van Kreijl, C., & Knaap, A. (2004). Ons eten gemeten. Gezonde voeding en veilig voedsel in Nederland. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Visscher, T., Rissanen, A., & Seidell, J. (2004). Obesity and Unhealthy Life-Years in Adult Finns. Arch Intern Med , 1413-1420. Voedingscentrum. (2012). Opgeroepen op april 2013, van De broodjeswijzer: http://gezondeschoolkantine.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/de-gezondekantine/Documents/Gezonde%20schoolkantine/inspiratie/recepten/Broodjeswijzer_GSK%200511.p df Voedingscentrum. (2012). Opgeroepen op April 2013, van Gezonde keuze stimuleren: http://gezondeschoolkantine.voedingscentrum.nl/nl/inspiratie/Gezonde-keuze-stimuleren.aspx Voedingscentrum. (2012). Opgeroepen op april 2013, van Inspiratielijst De Gezonde Schoolkantine: http://gezondeschoolkantine.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/de-gezondekantine/Documents/Gezonde%20schoolkantine/inspiratie/1304%20inspiratielijst%20Gezonde%20Sc hoolkantine.pdf Voedingscentrum. (2012). De gezonde schoolkantine. Den Haag. Voedingscentrum. (2011). Richtlijnen Voedselkeuze. Voedingscentrum. (2013). Voedingscentrum Vis. Opgeroepen op april 2013, van http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vis.aspx Wildeboer, W. (2012). STECR Overgewicht en obesitas. Apeldoorn.
33
Bijlagen I Enquête SW-medewerkers
Wat vind jij van onze kantine? Voor je ligt een vragenlijst over de kantine. Daarmee kun jij aangeven waarom jij voor een bepaald product kiest en hoe de kantine eventueel verbeterd zou kunnen worden. Jouw mening is heel belangrijk, dus laat je stem horen! Het invullen van de vragenlijst kost je maar 5 minuten. Instructies voor het invullen van de vragenlijst: Omcirkel het antwoord dat bij jou past Kies één antwoord per vraag Als je een fout antwoord invult, zet dan een kruis hierdoor en omcirkel jouw goede antwoord Je helpt Felua-groep enorm door alle vragen te beantwoorden! Lever de ingevulde vragenlijst weer in bij mij. Alvast bedankt! Eline Oppers
34
Vraag 1 De producten in de kantine vind ik: Gezond Niet gezond, niet ongezond Ongezond
Vraag 2 Ik kies een product, omdat het goedkoop is. Ja Nee
Vraag 3 Ik kies een product, omdat het lekker is. Ja Nee
Vraag 4 Ik kies een product, omdat het gezond is. Ja Nee
35
Vraag 5 Ik koop een product in de kantine, omdat het gemakkelijk is. Ja Nee
Vraag 6 Ik koop een product in de kantine, omdat het een gewoonte is. Ja Nee
Vraag 7 Ik kies regelmatig ongezonde producten in de kantine, omdat deze goedkoper zijn. Ja Nee
Vraag 8 Ik kies regelmatig ongezonde producten in de kantine, omdat ik de gezonde producten niet lekker vind. Ja Nee
36
Vraag 9 Er zijn altijd verschillende soorten gezonde producten aanwezig in de kantine. Ja Nee
Vraag 10 Wat vind je van de prijs van de gezonde producten? Goedkoop Niet goedkoop, niet duur Duur
Vraag 11 Wat vind je van de smaak van de gezonde producten? Lekker Niet lekker, niet vies Vies
Vraag 12 Wat vind je van de kwaliteit van de gezonde producten? Goed Niet goed, niet slecht Slecht
37
Vraag 13 Hoe vaak koop jij een product in de kantine? Nooit 1 tot 2 keer per dag 3 tot 4 keer per dag
Vraag 14 Hoe vaak neem jij eten mee van thuis voor in de pauzes? Nooit 1 tot 3 dagen per week 4 tot 5 dagen per week
Vraag 15 Koop jij je ontbijt in de kantine? Nooit Ja, 1 tot 3 dagen per week Ja, 4 tot 5 dagen per week
Vraag 16 Hoe vaak eet jij warm in de kantine (avondmaaltijd)? Nooit 1 tot 3 dagen per week 4 tot 5 dagen per week 38
Vraag 17 Zou jij vaker je avondmaaltijd willen eten in de kantine tussen 12.00 uur en 13.00 uur? Ja Nee Dit was de laatste vraag. Bedankt voor het invullen!
39
Bijlagen II Criteria Richtlijnen Voedselkeuze
40
41
42
43
44
Bijlage III Indeling assortiment in voorkeurscategorieën Basisvoedingsmiddelen versus voorkeurscriteria Groente en fruit (100% voorkeur) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Appel Peer Sinaasappel Banaan Kiwi Salade (sla, komkommer, tomaat, ei en zilveruitjes)
Categorie A A A A A A
Brood en graanproducten (50% middenweg, 50% bij uitzondering) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Krentenbol Bruin broodje zacht Wit broodje zacht Kaiser broodje Pistolet tarwe Pistolet wit Boeren bol Italiaanse bol Vloerbroodje wit Rustico bonk donker
Categorie B B C C B C B C C B
Melk en melkproducten (29% bij voorkeur, 14% middenweg, 57% bij uitzondering) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Chocomel 0,25 L Fristi 0,25 L Milk & Fruit diverse soorten 0,25 L Karnemelk 0,25 L Halfvolle melk 0,25 L Yoghurt Almighurt, 150 gr Campina Quark-dessert 125 gr Vlaflip Boermarke, 150 gr Zin! Citrusvruchten Optimel diverse soorten Smeerkaas balans Kaas jong belegen Gouda kaas komijn Gouda kaas oud
Categorie C C C A B B C C A A A C C C
Vlees(waren), ei, gevogelte, vleesvervangers en vis (20% bij voorkeur, 40% middenweg, 40% bij uitzondering) 1. 2. 3. 4.
Rosbief Beenham Salami Fricandeau
Categorie A B C B
45
5. 6. 7. 8. 9. 10.
B C C A C B
Gebraden kipfilet Gebraden gehakt Rauwe ham coburger Gekookt ei Lekkerbekje Filét americain
Oliën en vetten (50% bij voorkeur, 50% bij uitzondering) Categorie C A
1. Roomboter, 10 gr 2. Becel (38% vet + omega 3), 10 gr
Niet-basisvoedingsmiddelen versus voorkeurscriteria Soepen (40% bij voorkeur, 60% middenweg) Categorie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Heldere tomatengroentensoep Gebonden aspergesoep Heldere champignonsoep Gebonden goulashsoep Gebonden preisoep Gebonden Portugese tomatensoep Gebonden kerriesoep Heldere minestronesoep Heldere bruine bonen soep Heldere bamisoep Heldere Juliennesoep Gebonden champignonsoep Heldere groentesoep Heldere vermicellisoep Ertwensoep
A B A B B B B A B B A B A A B
Sauzen (87% middenweg, 13% bij uitzondering) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Remia fritessaus Calvé curry Tomatenketchup Mosterd Sambal Satésaus Mayonaise Cocktailsaus
Categorie B B B B B B C B
Snacks (3% bij voorkeur, 10% middenweg, 87% bij uitzondering) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Ontbijtkoek Peijnenburg, 30 gr Gevulde koek Lays paprika Lays naturel Snicker Venco droprol Mars Mentos drop
Categorie B C C C C C C C
46
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.
Bounty Pepermuntrol Milk&Break Liga Sultana naturel Sugarfree chewing gum M&M’s chocolade M&M’s pinda Zakje snoep (lolly, kers, smurf etc.) Kaasbroodje Appelflap Roombroodje Saucijzenbroodje Croissant ham/kaas Croissant kaas Frikadel Frikadel speciaal Kroket Kipcorn Kaassoufflé Mexicano Bamischijf Nasischijf Shoarmarol
C C C B A C C B C C C C C C C C C C C C C C C
(Fris)dranken (38% bij voorkeur, 8% middenweg, 54% bij uitzondering) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Spa blauw 0,5 L Spa rood 0,33 L Pepsi light 0,33 L Royal Club 0,33 L 7-up 0,33 L Sisi sinas 0,33 L Pepsi 0,33 L Fruit 2 day (mango-perzik) 0,2 L Fruit 2 day (framboos-druif) 0,2 L Sinaasappelsap Appelsientje 0,25 L Appelsap Appelsientje 0,25 L Rivella light 0,33 L Rivella 0,33 L
Categorie A A A C C B C C C C C A A
Broodbeleg (57% middenweg, 43% bij uitzondering) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Jam extra, 25 gr Hazelnootpasta, 10 gr Hagelslag melk,10 gr Ei-bieslook salade, 60 gr Kip-kerrie salade, 60 gr Zalm salade, 60 gr Rundvleessalade, 60 gr
Categorie C C C B B B B
Maaltijden versus voorkeurscriteria Warme maaltijden/hoofdgerechten (23% middenweg, 77% bij uitzondering)
47
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Boeren omelet met kaas en groenten Chili con carne met rijst Patat met gehaktbal Pannenkoek met appel Stamppot peen en ui met speklap Patat met stoofvlees Wrap met vissticks Wrap met zalm Wrap met kip en knoflookkwark Bami met saté Nasi met saté Goulash van hamlappen met zuurkool Mexicaanse taco’s
Categorie C B C B C C C C C C C B C
Gemengde salades (100% middenweg) Categorie 1. Salade (kipkerriesalade, tomaat, komkommer, ei en zilveruitjes) 2. Salade (zalmsalade, tomaat, komkommer, ei en zilveruitjes)
B B
Broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) (8% bij voorkeur, 25% middenweg, 67% bij uitzondering) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Broodje gezond kipfilet (tarwe) Broodje gezond kipfilet (wit) Broodje gezond ham/kaas (tarwe) Broodje gezond ham/kaas (wit) Broodje gezond ham (tarwe) Broodje gezond ham (wit) Broodje gezond kaas (tarwe) Broodje gezond kaas (wit) Broodje roomkaas (tarwe) Broodje roomkaas (wit) Broodje brie (tarwe) Broodje brie (wit) Club Sandwich Broodje met gegrilde groenten Broodje knakworst Champignon-vlees broodje Broodje tonijnsalade Broodje braadworst Tosti kaas Tosti ham-kaas Kaas-uien brood Hawaïbol Broodje Felua Broodje hotdog
Categorie A B C C A B C C C C C C C C B B B C C C C C B C
48
Bijlage IV Aanbevelingen assortiment = Dit product is vervangen door een gezonder product of uit het assortiment gehaald = Nieuw product in het assortiment Tabel 11. Aanbevelingen productgroep brood en graanproducten Oude assortiment Krentenbol Bruin broodje zacht Wit broodje zacht Kaiser broodje Pistolet tarwe Pistolet wit Boeren bol Italiaanse bol Vloerbroodje wit Rustico bonk donker Totale verdeling voorkeurscategorieën (%)
Categorie B B C C B C B C C B A: 0% B: 50% C: 50%
Aanbevelingen assortiment Volkoren boterham Volkoren broodje zacht Pistolet tarwe Waldkorn broodje Krentenbol Boeren bol Rustico bonk donker Pistolet wit Vloerbroodje wit Kaiserbroodje
Categorie A A B B B B B C C C A: 20% B: 50% C: 30%
Tabel 12. Aanbevelingen productgroep melk en melkproducten Oude assortiment Chocomel 0,25 L Fristi 0,25 L
Categorie C C
Categorie A A
C
Aanbevelingen assortiment Karnemelk 0,25 L Optimel (diverse soorten) 0,25 L Zin! (diverse soorten) 0,25 L
Milk & Fruit diverse soorten 0,25 L Karnemelk 0,25 L Halfvolle melk 0,25 L Yoghurt Almighurt, 150 g Campina Quark-dessert 125 gr Vlaflip Boermarke, 150 g Zin! Citrusvruchten
A B B C
Smeerkaas balans Kaas 30+ Halfvolle melk 0,25 L Halfvolle chocomel, 0,25 L
A A B B
C A
Yoghurt Almighurt 150 g Optimel of Vitalinea halfvolle vruchtenyoghurt Optimel of Vitalinea halfvolle kwark Gouda kaas komijn 48+ Gouda kaas jong belegen 48+ Fristi 0,25 L Campina Quark-dessert 125 g
B B
Optimel diverse soorten
A
Smeerkaas balans Kaas jong belegen 48+ Gouda kaas komijn 48 + Gouda kaas oud 48+ Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
A C C C A: 29% B: 14% C: 57%
A
B C C C C A: 35% B: 35% C: 30%
Tabel 13. Aanbevelingen productgroep vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis Oude assortiment Rosbief
Categorie A
Aanbevelingen assortiment Rosbief
Categorie A
49
Beenham Salami Fricandeau Gebraden kipfilet Gebraden gehakt Rauwe ham coburger Gekookt ei Lekkerbekje Filét americain Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
B C B B C C A C B A: 20% B: 40% C: 40%
Kipfilet Casselerrib Gekookt ei Kalkoenfilet Beenham Fricandeau Filét americain Salami Rauw ham coburger
A A A A B B B C C A: 50% B: 30% C: 20%
Aanbevelingen assortiment Zachte margarine, 10 gr Becel (38% vet + omega 3), 10 gr
Categorie B A
Tabel 14. Aanbeveling productgroep oliën en vetten Oude assortiment Roomboter, 10 gr Becel (38% vet + omega 3), 10 gr Totale verdeling voorkeurscategorieën (%)
Categorie C A
A: 50% B: 50% C: 0%
A: 50% B: 0% C: 50%
Tabel 15. Aanbevelingen productgroep soepen Oude assortiment Heldere tomatengroentensoep Gebonden aspergesoep Heldere champignonsoep Gebonden goulashsoep Gebonden preisoep Gebonden Portugese tomatensoep Gebonden kerriesoep Heldere minestronesoep Heldere bruine bonen soep Heldere bamisoep
Categorie A
Heldere Juliennesoep Gebonden champignonsoep Heldere groentesoep Heldere vermicellisoep Ertwensoep Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
A B
B A B B B B A B B
A A B A: 40% B: 60% C: 0%
Aanbevelingen assortiment Heldere tomatengroentensoep Heldere champignonsoep Heldere minestronesoep Heldere Juliennesoep Heldere groentesoep Heldere vermicellisoep
Categorie A
Heldere wortelsoep Heldere spinaziesoep Gebonden preisoep Gebonden Portugese tomatensoep Heldere bruine bonen soep Heldere bamisoep
A A B B
Gebonden champignonsoep Gebonden aspergesoep Ertwensoep
B B B A: 50% B: 50% C: 0%
A A A A A
B B
Tabel 16. Aanbevelingen productgroep sauzen Oude assortiment Remia fritessaus Calvé curry Tomatenketchup
Categorie B B B
Aanbevelingen assortiment Remia fritessaus Calvé curry Tomatenketchup
Categorie B B B
50
Mosterd Sambal Satésaus Mayonaise Cocktailsaus Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
B B B C B A: 0% B: 87% C: 13%
Mosterd Kerriesaus Cocktailsaus Sambal Satésaus
B B B B B A: 0% B: 100% C: 0%
Tabel 17. Aanbevelingen productgroep snacks Oude assortiment Ontbijtkoek Peijnenburg, 30 g Gevulde koek Lays paprika Lays naturel
Categorie B
Aanbevelingen assortiment Sugarfree chewing gum
Categorie A
C C C
A A A
Snicker
C
Venco droprol
C
Mars Mentos drop Bounty Pepermuntrol
C C C C
Milk&Break Liga
C
Sultana naturel Sugarfree chewing gum M&M’s chocolade M&M’s pinda Zakje snoep (lolly, kers, smurf etc.) Kaasbroodje
B A C C B
Zakjes vers fruit Bolletje Brosse Eierkoek, 21 g Gedroogd fruitchips: Appelchips Knappeltjes Zonnatura, 10 g Gedroogd fruitchips: Frispy, diverse smaken Gedroogd fruitchips: Beatz 100% fruit, diverse smaken Ontbijtkoek Peijnenburg, 30 g Snack a jack, 30 g Sultana naturel Vietnamese loempia uit de oven Mueslireep Fruit Zonnatura, 25 g Zoete popcorn, Jimmy’s Evergreen Crunchy, 30 g Volkoren biscuit, 10 g Milk&Break Liga Appelflap
C
Appelflap Roombroodje Saucijzenbroodje Croissant ham/kaas Croissant kaas Frikadel Frikadel speciaal Kroket Kipcorn Kaassoufflé Mexicano Bamischijf Nasischijf Shoarmarol Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
C C C C C C C C C C C C C C A: 3% B: 10% C: 87%
Mentos get fresh, drop sugarfree Pepermuntrol Saucijzenbroodje Kaasbroodje Croissant ham/kaas Croissant kaas Kroket Frikadel Frikadel speciaal Kipcorn Mexicano Kaassoufflé Mexicano Bamischijf Nasischijf
C
A A B B B B B B C C C C
C C C C C C C C C C C C C C A: 20% B: 20% C: 60%
51
Tabel 18. Aanbevelingen productgroep (fris)dranken Oude assortiment Spa blauw 0,5 L Spa rood 0,33 L Pepsi light 0,33 L Royal Club 0,33 L 7-up 0,33 L Sisi sinas 0,33 L Pepsi 0,33 L Fruit 2 day (mango-perzik) 0,2 L Fruit 2 day (framboos-druif) 0,2 L Sinaasappelsap Appelsientje 0,25 L Appelsap Appelsientje 0,25 L Rivella light 0,33 L Rivella 0,33 L Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
Categorie A A A C C B C C
Categorie A A A A A B B B
C
Aanbevelingen assortiment Spa blauw,0,5 L Spa rood 0,33 L Rivella light 0,33 L Crystal clear 0,5 L Pepsi light, 0,33 L Sisi sinas 0,33 L Lipton Ice Tea green 0,33 L Spa fruit, diverse smaken 0,5 L Sinaasappelsap Appelsientje 0,2 L Appelsap Appelsientje 0,2 L
C
Pepsi 0,33 L
C
A A A: 38% B: 8% C: 54%
7-up 0,33 L Royal Club 0,33 L
C C A: 40% B: 20% C: 40%
Aanbevelingen assortiment Halvajam, light jam of jam zonder suiker, 20 g Sandwichspread, 20 g Appelstroop, 25 g Vissalade, 20 g Komkommersalade, 20 g Hazelnootpasta, 10 g Hagelslag melk, 10 g
Categorie A
C
C C
Tabel 19. Aanbevelingen productgroep broodbeleg Oude assortiment Jam extra, 25 g
Categorie C
Hazelnootpasta, 10 g Hagelslag melk,10 g Ei-bieslook salade, 60 g Kip-kerrie salade, 60 g Zalm salade, 60 g Rundvleessalade, 60 g Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
C C C C C C A: 0% B: 0% C: 100%
B A B B C C A: 30 % B: 40 % C: 30 %
Tabel 20. Aanbevelingen productgroep gemengde salades Oude assortiment Salade (kipkerriesalade, tomaat, komkommer, ei en zilveruitjes)
Categorie B
Salade (zalmsalade, tomaat, komkommer, ei en zilveruitjes)
B
Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
A: 0% B: 100% C: 0%
Aanbevelingen assortiment Alle soorten rauwkost- en/of groentensalades zonder dressing of een bolletje salade op basis van mayonaise Alles soorten rauwkost en groenten salades zonder dressing of een bolletje salade op basis van mayonaise
Categorie A
A
A: 100% B: 0% C: 0%
52
Tabel 21. Aanbevelingen productgroep warme maaltijden/hoofdgerechten Oude assortiment Boeren omelet met kaas en groenten Chili con carne met rijst
Categorie C
Aanbevelingen assortiment Chili con carne met rijst
Categorie B
B
B
Patat met gehaktbal Pannenkoek met appel
C B
Stamppot peen en ui met speklap
C
Patat met stoofvlees
C
Wrap met vissticks
C
Wrap met zalm Wrap met kip en knoflookkwark Bami met saté
C C
Maaltijdsalade met appel en zalm Zoete couscoussalade Penne met ansjovis en broccoli Pannenkoek met volkorenmeel (in olie en eventueel met appel) Gegrilde tartaar met krieltjes en spinazie Hamburgers met sla en knoflookcroutons Kip met yoghurt en olijven Wrap met zalm
C
Nasi met saté
C
Goulash van hamlappen met zuurkool Mexicaanse taco’s Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
B
Wrap met kip en knoflookkwark Boerenomelet met kaas en groenten Nasi of bami met saté Mexicaanse taco’s
C A: 0% B: 60% C: 40%
C
C A: 0% B: 23% C: 77%
B B B
B B B C
C C
Tabel 22. Aanbevelingen productgroep broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten) Oude assortiment Broodje gezond kipfilet (tarwe) Broodje gezond kipfilet (wit) Broodje gezond ham/kaas (tarwe) Broodje gezond ham/kaas (wit) Broodje gezond ham (tarwe) Broodje gezond ham (wit) Broodje gezond kaas (tarwe) Broodje gezond kaas (wit) Broodje roomkaas (tarwe) Broodje roomkaas (wit) Broodje brie (tarwe) Broodje brie (wit) Club Sandwich Broodje met gegrilde groenten Broodje knakworst Champignon-vlees broodje Broodje tonijnsalade
Categorie A
Categorie A
C
Aanbevelingen assortiment Broodje gezond kipfilet (tarwe) Broodje gezond ham (tarwe) Broodje gezond ham-kaas (tarwe) Warm broodje makreel
A
Pide pizza
A
B C
Sandwich niҫ oise Vegabroodje rauwkost met ei
A A
C C C C C C C
Broodje gezond kipfilet (wit) Broodje gezond ham (wit) Broodje tonijnsalade Broodje Felua Pain a l’orange Broodje roerei Kleurige hamsandwich
B B B B B B B
B B B
Broodje pikante kip Vegabroodje kaas en selderie Broodje casselerrib
B B B
B C
A A A
53
Broodje braadworst Tosti kaas Tosti ham-kaas Kaas-uien brood Hawaïbol Broodje Felua Broodje hotdog
C C C C C B C
Totale verdeling voorkeurscategorieen (%)
A: 8% B: 25% C: 67%
Tosti kaas Tosti ham-kaas Club Sandwich Broodje brie (tarwe) Broodje gezond kaas (tarwe) Broodje gezond kaas (wit) Broodje gezond ham/kaas (wit)
C C C C C C C A: 30% B: 40% C: 30%
54
Bijlagen V Voorbeeld weekcyclus Voorbeeld weekcyclus 1 1
Dag
Datum
Locatie
09.00 uur
Maandag
-
Felua-hof
Pide pizza (A) Club sandwich (C)
Soep
2
Heldere tomatengroentensoep (A)
Snack of warme 3 maaltijd Pannenkoek met volkorenmeel (in olie en eventueel met appel) (B)
Gebonden preisoep (B)
Dinsdag
-
Felua-hof
Diverse standaard broodjes (A, B en C)
Heldere champignonsoep (A) Gebonden Portugese tomatensoep (B)
Appelflap (C)
Woensdag
-
Felua-hof
Broodje casselerib (B) Vegabroodje kaas en selderie (B)
Heldere minestronesoep (A)
Frikadel speciaal (C)
Gebonden aspergesoep (B)
Donderdag
-
Felua-hof
Diverse standaard broodjes (A, B en C)
Heldere Juliennesoep (A) Gebonden champignonsoep (B)
Zoete couscoussalade (B)
Vrijdag
-
Felua-hof
Broodje Felua (B)
Heldere groentesoep (A)
Croissant kaas (C)
55
Voorbeeld weekcyclus 2 1
Soep
2
Dag
Datum
Locatie
09.00 uur
Maandag
-
Felua-hof
Sandwich niҫ oise (A)
Heldere wortelsoep (A)
Tosti kaas (C)
Gebonden kipkerriesoep met kokos (B)
Snack of warme 3 maaltijd Bruin of volkoren broodje met magere knakworst (C)
Dinsdag
-
Felua-hof
Diverse standaard broodjes (A, B en C)
Heldere vermicellisoep (A) Gebonden mosterdsoep (B)
Maaltijdsalade met appel en zalm (B)
Woensdag
-
Felua-hof
Broodje tonijnsalade (B)
Heldere spinaziesoep (A) Gebonden lente-ui soep (B)
Croissant ham-kaas (C)
Heldere uiensoep (A)
Vietnamese loempia uit de oven (B)
Broodje brie (C)
Donderdag
-
Felua-hof
Diverse standaard broodjes (A, B en C)
Ertwensoep (B)
Vrijdag
-
Felua-hof
Broodje pikante kip (B)
Heldere courgettesoep (A)
Mexicano (C)
56
1
Bied ’s ochtends en bij de lunch: de standaard diverse broodjes aan, zoals: broodje gezond ham-kaas (tarwe en wit), broodje gezond kaas (tarwe en wit), broodje gezond ham (tarwe en wit) en/of broodje gezond kipfilet (tarwe en wit) OF bied een broodje aan uit categorie A of B én een broodje uit categorie A, B of C (dus de combinatie, AC, BC, AA of BB). Zo kan men altijd een gezonde keuze maken. Op minder drukke dagen, zoals de vrijdag, kiest men 1 broodje uit categorie A of B.
2
Bied elke dag een soep aan uit categorie A én een soep uit categorie A of B (dus combinatie AB of AA). Zo kan men altijd een gezonde keuze maken. Op mindere drukke dagen, zoals de vrijdag, biedt men 1 soep aan uit categorie A. 3
Bied maximaal 1 snack of warme maaltijd per dag aan. Zorg dat er tenminste 2 dagen snacks of een warme maaltijd worden gekozen uit de categorie B en 3 dagen uit categorie C.
57
Bijlagen VI Inspiratielijst assortiment Recepten voor dressings Tomatendressing voor 10 salades: Ingrediënten: 5 eetlepels halfvolle yoghurt 5 eetlepels tomatenketchup Eventueel peper, azijn en/of gembersiroop Bereidingswijze: Meng de halfvolle yoghurt en de tomatenketchup. Maak eventueel op smaak met wat peper, azijn en/of gembersiroop. Picalillydressing voor 10 salades: Ingrediënten: 5 eetlepels piccalilly 5 eetlepels magere of halfvolle yoghurt of kwark 1 eetlepel melk eventueel peper Bereidingswijze: Meng de piccalilly met de yoghurt of kwark en 1 eetlepel melk. Maak eventueel op smaak met peper. Dressing kerriesaus voor 10 salades: Ingrediënten: ½ eetlepel kerriepoeder Iets meer dan 1 dl magere of halfvolle yoghurt of kwark Bereidingswijze Roer ½ eetlepel kerriepoeder met een beetje magere of halfvolle of yoghurt of kwark glad. Verdun het met nog de rest van yoghurt of kwark Dressing kruidenvinaigrette voor 10 salades: Ingrediënten: 10 sprieten bieslook 4 takjes selderij 2 eetlepels water 2 eetlepels azijn ½ eetlepel mosterd 2 theelepels suiker wat peper 5 eetlepels (olijf)olie Bereidingswijze: Knip de bieslook en de selderij in een kom klein. Roer er het water, de azijn, de mosterd, suiker en wat peper door. Klop er op het laatst 5 eetlepels (olijf)olie door.
58
Recepten voor salades Pittige tomatensalade voor 10 porties Ingrediënten: 10 sprieten bieslook 4 takjes selderij 2 eetlepels water 2 eetlepels azijn ½ eetlepel mosterd 2 theelepels suiker peper 5 eetlepels (olijf)olie 750 gram tomaten 2 groene paprika’s 1 bos radijs 100 gram zoetzure augurken Bereidingswijze: Knip de bieslook en de selderij in een kom klein. Roer er het water, de azijn, de mosterd, suiker en wat peper door. Klop er op het laatst 5 eetlepels (olijf)olie door. Was de tomaten en snijd iedere tomaat in 8 partjes. Maak de paprika’s schoon en snijd ze in blokjes. Maak de radijs schoon en snijd ze in plakjes. Snijd de augurken in plakjes. Meng alles door elkaar. Marokkaanse wortelsalade voor 10 porties: Ingrediënten: 75 gram rozijnen 3 sinaasappels 1 rode of groene peper 2 bosjes koriander 1 dl sinaasappelsap 750 gram geraspte wortel (worteljulienne) Bereidingswijze: Was de rozijnen Laat de rozijnen in warm water 10 minuten wellen. Schil de sinaasappels dik. Snijd de sinaasappels in plakken en snijd de plakken in stukjes. Maak de peper schoon. Snijd de peper in de lengte open en verwijder de pitjes. Snijd de peper in hele kleine stukjes. Was de koriander en hak het kruid klein. Laat de rozijnen uitlekken. Meng de rozijnen, de stukjes peper, de koriander, de stukjes sinaasappel en het sinaasappelsap door de geraspte wortel.
59
Komkommersalade met dille voor 10 porties: Ingrediënten: 4 bosuitjes 2 teentjes knoflook 1 dl magere yoghurt 3 eetlepels dille (diepvries of vers) 3 komkommers Bereidingswijze: Was de bosuitjes en snijd ze in smalle ringen. Pers de knoflook uit boven een kom. Voeg de yoghurt, de dille en de ringen bosui toe en roer tot een dressing. Was de komkommers. Verwijder de uiteinden. Snijd de komkommers in de lengte in plakken. Snijd de plakken in smalle reepjes. Meng de dressing door de saus.
Recepten voor smoothies Aardbei-banaansmoothie voor 2 glazen: Ingrediënten: 1 grote banaan 150 gram aardbeien 1½ dl magere yoghurt 1½ dl appel- of sinaasappelsap Bereidingswijze: Pel de banaan en breek hem in stukken. Was de aardbeien en verwijder de kroontjes. Pureer het fruit met de yoghurt en het appel- of sinaasappelsap met een blender of staafmixer tot een gladde drank. Verdeel de smoothie over 2 hoge glazen. Bosvruchtensmoothie voor 2 glazen: Ingrediënten: 150 gram diepvries bosvruchten ½ banaan 1½ dl magere yoghurt 1½ dl appelsap Bereidingswijze: Doe de bevroren bosvruchten in een blender. Breek het stuk banaan in stukken en doe ze bij de bosvruchten. Voeg de yoghurt en het appelsap toe. Pureer dit tot een gladde smoothie en verdeel het over 2 hoge glazen. Sinaasappel-banaansmoothie voor 2 glazen: Ingrediënten: 1 grote banaan 2 dl sinaasappelsap 1½ dl magere yoghurt Bereidingswijze: Pel de banaan en breek hem in stukken. Pureer de banaan met het sinaasappelsap en de yoghurt
60
-
met een blender of staafmixer tot een gladde drank. Verdeel de smoothie over 2 hoge glazen.
Citroen-meloensmoothie voor 2 glazen: Ingrediënten: 1 rijpe meloen 2 eetlepels citroensap (flesje of vers) 1½ dl magere yoghurt Bereidingswijze: Maak de meloen schoon en snijd het vruchtvlees in stukken. Pureer de stukken meloen met het citroensap en de yoghurt met een blender of staafmixer tot een gladde drank. Verdeel de smoothie over 2 hoge glazen.
Recepten voor soepen Mexicaanse bonensoep voor 10 porties: Ingrediënten: 1 groot blik bruine bonen 1 blikje maïskorrels 2 eetlepels olie of vloeibare margarine 400 gram soepgroente 1 zakje kruidenmix voor chili con carne 1 blik tomatenblokjes (à 400 gram) 1 bouillontablet Bereidingswijze: Laat de bruine bonen en de maïskorrels in een vergiet of zeef uitlekken. Verwarm de olie of margarine in een grote pan. Bak de soepgroente zacht een paar minuten in de olie. Roer er het zakje kruidenmix door. Giet er 1 liter water bij. Voeg de tomatenblokjes, de maïs, de bruine bonen en de bouillontablet toe en breng dit aan de kook. Laat de soep 5 minuten zacht koken. Serveer eventueel wat nachochips. Kip-kerriesoep met kokos voor 10 porties: Ingrediënten: 2 uien 2 eetlepels olie 2 eetlepels rode currypasta (pot) 2 potten bouillon met kip 1 blikje magere kokosmelk (à 400 gram) Bereidingswijze: Maak de uien schoon en snijd ze in snippers. Verwarm de olie in een grote pan. Bak hierin de ui met de currypasta een paar minuten tot de curry gaat geuren. Voeg de potten bouillon toe met zoveel water als op de verpakking staat aangegeven. Breng de soep aan de kook. Roer er de kokosmelk door en laat de soep nog een paar minuten koken.
61
Courgettesoep voor 10 porties: Ingrediënten: 2 uien 2 courgettes 2 eetlepels olie 1 liter bouillon (van 2 bouillontabletten) 8 takjes peterselie 50 gram zwarte olijven zonder pit Bereidingswijze: Maak de uien schoon en snijd ze in snippers. Maak de courgettes schoon en snijd ze in blokjes. Verwarm de olie in een grote pan. Fruit de ui in de olie glazig. Voeg de courgette toe met de bouillon en breng dit aan de kook. Kook de courgette in 5 minuten gaar. Was de peterselie. Hak de olijven met de peterselie grof. Pureer de soep in een keukenmachine of met een staafmixer. Verwarm de soep weer en maak hem op smaak met wat peper. Garneer de soep met wat van het olijvenmengsel.
Recepten voor warme broodjes Panini kaas tomaat voor 10 panini’s Ingrediënten: 10 voorgebakken volkoren of bruine panini’s halvarine 1 blik tomatenblokjes (à 400 gram) 1 eetlepel mosterd 250 gram geraspte belegen 30+ kaas Bereidingswijze: Snijd de broodjes open. Besmeer ze dun met halvarine. Meng de tomatenblokjes met de mosterd en de geraspte kaas. Verdeel dit over de broodjes en zet de andere helft er weer op. Bak de panini’s in een tosti-ijzer of onder de grill heet en bruin. Pain a l’orange voor 10 broodjes Ingrediënten: 10 voorgebakken volkoren of bruine panini’s 3 sinaasappels 300 gram light roomkaas 150 gram sinaasappelmarmelade Bereidingswijze: Snijd de broodjes open. Schil de sinaasappels dik en snijd de parten uit de vliezen. Besmeer de onderste helft van de broodjes met de roomkaas en bestrijk dit dun met wat sinaasappelmarmelade. Leg er 3 parten sinaasappel op en leg de andere helft van het broodje er op. Bak de panini’s in een tosti-ijzer of onder de grill heet en bruin.
62
Warm broodje makreel voor 10 broodjes Ingrediënten: 10 volkorenbroodjes 1 prei 2 eetlepels vloeibare bak- en braad of olie 300 gram gestoomde makreel (uit pak) peper, paprikapoeder Bereidingswijze: Snijd de broodjes open. Verwarm de broodjes in een broodrooster, grill of in de oven. Maak de prei schoon. Snijd de prei in dunne ringen. Verwarm de margarine en fruit hierin de prei zacht. Voeg de stukjes makreel toe en warm het geheel goed door. Maak het op smaak met wat peper en paprikapoeder. Vul hiermee de warme broodjes. Pide pizza voor 8 tot 10 punten Ingrediënten: 1 rond Turks brood (bruin) 1 potje champignons in plakjes 1 blikje maïskorrels 2 dl tomaten- of spaghettisaus 75 gram geraspte belegen 30+ kaas Bereidingswijze: Snijd het brood horizontaal een keer door. Laat de champignons en de maïs uitlekken. Bestrijk de onderste helft van het brood met de saus en verdeel er de champignons, de maïs en de geraspte kaas over. Laat het belegde brood en de bovenkant onder de hete grill in ca. 5 minuten heet worden. Leg de bovenkant er weer op. Snijd het brood in 8-10 punten. Warm broodje roerei voor 10 broodjes Ingrediënten: 10 volkorenbroodjes of bruine broodjes 1 dunne prei bosje selderij of peterselie 10 eieren ½ dl halfvolle melk peper, zout 3 eetlepels vloeibare bak- en braad of olie Bereidingswijze: Snijd een klein kapje van de broodjes af en hol de broodjes een beetje uit. Verwarm de broodjes in een hete oven op 180° C. Maak de prei schoon en snijd hem in dunne ringen. Was de selderij en snijd de blaadjes klein. Klop de eieren los in een kom en klop er de melk, de prei, de kruiden, peper en weinig zout door.
63
-
Verwarm een beetje olie in een koekenpan en schenk een deel van het eimengsel in de pan. Roer met een houten lepel het ei los van de bodem. Neem de pan van het vuur als het ei half is gestold (bijna gaar; nog wel glimmend). Vul hier mee een aantal broodjes. Bak zo de rest van het eimengsel en vul de broodjes er mee. Zet het kapje er op.
Recepten voor wraps Tonijnwrap met groente voor 10 stuks Ingrediënten: 2 blikjes tonijn op water (naturel) 1 blikje maïskorrels 4 augurken 250 gram kerstomaatjes 4 eetlepels magere yoghurt of kwark 10 meergranen of volkoren wraps Bereidingswijze: Laat de tonijn uitlekken en doe de stukjes vis in een kom. Laat de maïs uitlekken. Snijd de augurken in blokjes. Was de tomaatjes en snijd ze in vieren. Meng de maïs, blokjes augurk en de partjes tomaat met de yoghurt of kwark door de tonijn. Maak dit op smaak met wat peper. Verdeel het mengsel over de wraps. Rol de wraps op en verpak ze per stuk in plastic folie. Bewaar ze in de koelkast. Rol voor het serveren er een servetje om heen Vegetarische burrito voor 10 stuks Ingrediënten: 1 grote pot kidneybonen 1 blikje gemengde groente ½ blik tomatenblokjes hotketchup cajunkruiden 10 meergranen of volkorenwraps 1 bekertje zure room (125 gram) 75 gram gemengde sla Bereidingswijze: Laat de kidneybonen in een vergiet of zeef uitlekken. Spoel ze eventueel met koud water af. Meng er de groente door met de tomatenblokjes. Maak het pittig op smaak met hotketchup en cajunkruiden. Bestrijk de wraps met zure room en leg er wat sla op. Verdeel het bonenmengsel er over en vouw de wraps goed dicht. Verpak ze per stuk in plastic folie. Bewaar ze in de koelkast. Rol voor het serveren er een servetje om heen Warme wrap Mexicana voor 10 stuks Ingrediënten: 1 grote pot bruine bonen of kidneybonen 1 grote ui 100 gram kipfilet (vleeswaar) 2 eetlepels vloeibare bak en braad of olie 1 blik tomatenblokjes 1 theelepel chilivlokken, chilipoeder of cayennepeper ½ eetlepel kaneel
64
10 meergranen wraps Bereidingswijze: Laat de bonen in een zeef of vergiet uitlekken. Maak de ui schoon en snijd hem klein. Snijd de kipfilet in reepjes. Verwarm de margarine in een pan en fruit hierin de ui glazig. Voeg de bonen, de kip, de tomatenblokjes en de chili of cayennepeper toe. Laat dit mengsel 5 minuten zacht pruttelen. Maak het op smaak met de kaneel en wat zout. Verwarm de wraps in de magnetron of oven volgens gebruiksaanwijzing. Vul ze met het bonenmengsel en vouw de wraps dicht.
Tosti’s Appeltosti voor 10 tosti’s Ingrediënten: 20 sneetjes meergranen- of volkorenbrood halvarine appelstroop 3 appels 10 plakjes jong belegen 30+ kaas Bereidingswijze: Besmeer 10 sneetjes brood dun met halvarine en de andere boterhammen met appelstroop. Was de appels en snijd ze in vieren. Verwijder de klokhuizen en snijd de parten in dunne schijfjes. Beleg de boterhammen met halvarine met plakjes appel en dek dit af met een plakje kaas. Leg de andere boterham er op. Bak de tosti’s in een tosti-ijzer warm en bruin. Tosti Hawaï voor 10 tosti’s Ingrediënten: 300 gram ananasblokjes (blik) 20 sneetjes volkorenbrood halvarine 10 plakjes ham 10 plakjes jong belegen 30+ kaas Bereidingswijze: Laat de blokjes ananas in een vergiet of zeef uitlekken. Besmeer de boterhammen dun met halvarine. Beleg 10 boterhammen met een plakje ham, wat ananas en een plakje kaas. Dek dit af met de rest van het brood. Bak de tosti’s in een tosti-ijzer warm en bruin. Provençaalse tosti voor 10 tosti’s Ingrediënten: 1 teentje knoflook 100 gram halvarine 1 theelepel tijm of provençaalse kruiden peper 5 eetlepels tomatenketchup 20 sneetjes volkoren- of meergranenbrood 1 kleine courgette 10 plakjes belegen 30+ kaas Bereidingswijze:
65
-
Pers het teentje knoflook boven een kom uit. Meng er met een vork de halvarine door met de tijm, wat peper en de tomatenketchup. Besmeer hiermee de helft van het brood. Was de courgette en snijd de steelaanzet er af. Schaaf de courgette in dunne plakjes. Verdeel de plakjes courgette over de besmeerde sneetjes brood. Dek dit af met een plakje kaas en de rest van het brood. Bak de tosti’s in een tosti-ijzer warm en bruin.
Tortilla tosti voor 6 punten Ingrediënten: 1 rode paprika 2 blikjes maïs 1 eetlepel Jalapenopeperreepjes (potje) 75 gram belegen 30+ kaas 2 wraptortilla’s zoete chilisaus Bereidingswijze: Maak de paprika schoon en snijd hem in blokjes. Laat de maïs uitlekken. Meng de paprika en de Jalapenopeperreepjes door de maïs. Snijd de kaas in reepjes. Leg 1 wraptortilla in een koekenpan met een antiaanbaklaag en verdeel het groentemengsel er over. Leg de reepjes kaas erop. Bak de tortilla op matig vuur tot de kaas is gesmolten. Leg de andere tortilla er op. Leg een deksel op de pan en keer de pan om. Laat de tortilla met de ongebakken kant onder zo in de koekepan glijden. Bak deze onderkant nog 2 minuten. Snijd de tortilla in 6 punten. Serveer er wat zoete chilisaus bij.
Recepten warme maaltijden Frisse maaltijdsalade met appel en zalm voor 4 personen Ingrediënten: 3 sneetjes meergranenbrood 50 g boter 1 teen knoflook, fijngesneden 1 ui, fijngesnipperd 75 ml honing-mosterddressing 3 appels 250 g gerookte zalmsnippers 200 g ijsbergsla met tuinkruiden Bereidingswijze: Snijd het brood in kleine blokjes. Smelt de boter in een koekenpan of wok en bak de broodblokjes in 3 min. goudbruin en knapperig. Voeg de laatste minuut de knoflook toe. Verdun de dressing met 2 el water en meng de ui erdoor. Halveer de appels en verwijder het klokhuis. Snijd de appel in dunne plakjes en schep om met de dressing. Meng de broodblokjes, appel en zalm door de ijsbergsla. Serveer direct.
66
Zoete couscoussalade voor 4 personen Ingrediënten: 250 g winterpeen 300 g couscous 1 tl kaneel 1 el kerriepoeder tl zout 1 limoen, schoongeboend 500 g gekookte bieten, geschild 250 g mango stukjes 600 g kipreepjes gerookt Bereidingswijze: Snijd de winterpeen in blokjes van 0,5 x 0,5 cm. Doe samen met de couscous in een ruime schaal en meng er de kaneel, het kerriepoeder en zout door. Schenk er 500 ml kokend water bij en laat 10 min. staan. Roer los met een vork. Rasp de groene schil van de limoen boven de couscous en pers de vrucht uit. Meng het rasp en sap door de couscous. Snijd de bietjes in kleine blokjes. Schep de bietjes, mango en kipreepjes door de couscous en serveer. Penne met ansjovis en broccoli voor 4 personen Ingrediënten: 1 blikje ansjovis in olie 2 uien, gesnipperd 2 teentjes knoflook, fijngehakt 75 g rozijnen, gewassen 2 el verse tijmblaadjes gemalen chilipeper 500 g broccoli, in roosjes 300 g penne 100 g oude geitenkaas Bereidingswijze: Verhit in een hapjespan de olie uit het blikje ansjovis. Fruit hierin de ui en knoflook zachtjes 3 minuten. Roer de rozijnen, ansjovis en tijm met 100 ml water en naar smaak chilipeper door de ui. Voeg de broccoliroosjes toe, leg de deksel op de pan en stoof de broccoli in ca 8 min. gaar. Kook intussen de penne volgens de aanwijzingen op de verpakking. Schep enkele eetlepels kookvocht in een schaaltje. Giet de penne af en schep de pasta door de groenten. Breng het gerecht op smaak met zout en chilipeper. Voeg als het gerecht iets te droog is, wat van het apart gehouden kookvocht toe. Verdeel het gerecht over 4 borden en schaaf de kaas erboven. Bonensalade voor 4 personen Ingrediënten: 250 g sperziebonen 1 citroen, uitgeperst 2 el olie 370 gram witte bonen, afgespoeld 250 g cherry tomaten, gehalveerd 200 g salade kaasblokjes, uitgelekt 1 kropsla, gewassen en in grove stukken Bereidingswijze: Verwijder de steelaanzet en het puntje van de sperziebonen. Kook de sperziebonen in een pan met ruim water en wat zout in 5 min. beetgaar. Giet af en laat goed uitlekken. Klop een dressing van het citroensap, de olie en peper en zout naar
67
smaak. Verdeel de sperziebonen, witte bonen, tomaatjes en kaas over de sla. Schenk de dressing erover. Gegrilde tartaar met krieltjes en spinazie voor 4 personen Ingrediënten: 800 g krieltjes 2 tenen knoflook, in plakjes 1/2 eetlepel gedroogde tijm 6 el olijfolie 1 el paprikapoeder 2 el tomatenketchup 4 tartaartjes 1 grote ui, fijngesneden 800 g panklare spinazie Bereidingswijze: Verwarm de oven voor op 225 °C. Meng de krieltjes in een bakblik of lage ovenschaal met de knoflook, de tijm, (versgemalen) peper naar smaak en 2 el olijfolie. Bak de krieltjes in de oven in 20-25 minuten goudbruin en gaar. Meng 2 el olijfolie met de paprikapoeder, de ketchup en peper naar smaak. Bestrijk de tartaartjes rondom met dit mengsel en rooster ze in een hete grillpan in 4-6 minuten mooi bruin vanbuiten en rosé vanbinnen. Verhit intussen de rest van de olie in een wok en roerbak de ui 2 minuten. Voeg de spinazie in gedeelten toe en roerbak tot de blaadjes zijn geslonken. Breng de spinazie op smaak met peper. Serveer de tartaartjes met de krieltjes en de spinazie ernaast. Hamburgers met sla en knoflookcroutons voor 4 personen Ingrediënten: 2 uien 4 eetlepels vloeibare bak- en braadolie 4 rundvleeshamburgers 700 gr krieltjes 3 tomaten 200 g gemengde sla 2 eetlepels olie 1 eetlepel azijn 60 gr slacroutons knoflook Bereidingswijze: Uien pellen en in ringen snijden. In koekenpan bak- en braadolie verhitten. Hamburgers volgens beschrijving op verpakking, samen met uien bakken. Krieltjes 5 min. koken. Tomaat wassen en in partjes snijden. In slakom sla en tomaat mengen. Van olie, azijn, peper en zout dressing maken en over sla schenken. Croutons erover strooien. Krieltjes met salade en hamburger met ui serveren.
Recepten voor belegde broodjes Kleurige hamsandwich voor 10 sandwiches: Ingrediënten: slabladen 10 augurken 20 sneetjes volkorenbrood halvarine 4 eetlepels magere slasaus 300 gram geraspte wortel (vers of uit pot) 10 plakjes ham Bereidingswijze: Was de sla en laat de slabladen goed uitlekken. Snijd de augurken in plakken.
68
-
Besmeer 10 sneetjes brood dun met halvarine en de andere 10 met de slasaus. Beleg 10 sneetjes brood met slabladen en leg er de plakjes augurk op. Verdeel de geraspte wortel er over en dek dit af met de ham. Leg de andere boterhammen erop en snijd de sandwich schuin door
Broodje pikante kip voor 10 broodjes: Ingrediënten: 10 meergranenbroodjes 1 komkommer 10 plakjes kipfilet 3 bananen citroensap kerriepoeder 5 eetlepels kerriesaus (fles) Bereidingswijze: Snijd de broodjes open. Was de komkommer en snijd hem in dunne plakken. Beleg hiermee de onderste helft van de broodjes. Leg er een plakje kipfilet op. Pel de bananen en snijd ze in schuine plakken. Druppel er wat citroensap over tegen het verkleuren. Leg de plakken banaan op de kip en stuif er wat kerriepoeder over. Bestrijk de binnenkant van de bovenste helft van de broodjes met de kerriesaus. Leg ze op de onderste helft Vegabroodje kaas en sellerie voor 10 broodjes: Ingrediënten: slabladen 30 sprieten bieslook 5 plakjes belegen 30+ kaas 10 volkorenbolletjes halvarine 100 gram selleriesalade (kuipje of zelf maken) Bereidingswijze: Was de sla en laat de slabladen goed uitlekken. Was het bieslook en knip de sprieten klein. Snijd de kaas in repen. Snijd de broodjes open en besmeer een helft dun met halvarine. Beleg de onderste helft van het broodje met slabladen en de kaas. Schep er wat selleriesalade op. Strooi de bieslook er over. Leg de bovenste helft van het broodje erop. Broodje casselerrib voor 10 broodjes: Ingrediënten: 10 waldkornbroodjes of volkorenbroodjes halvarine 2 eetlepels mosterd 30 blauwe druiven 2 appels citroensap 10 plakjes casselerrib Bereidingswijze: Snijd de broodjes open. Besmeer de broodjes dun met halvarine en strijk er wat mosterd over.
69
-
Was de druiven, halveer ze en verwijder met een mesje de pitjes. Was de appels, snijd ze in parten en verwijder het klokhuis. Snijd de appelpartjes in dunne schijfjes en druppel er wat citroensap over tegen het verkleuren. Verdeel de appelschijfjes over de onderste helft van het broodje. Leg de casselerrib erop en daarop de druiven. Zet de bovenste helft van het broodje erop.
Sandwich niҫ oise voor 10 sandwiches: Ingrediënten: 40 kerstomaatjes 40 zwarte olijven zonder pit 1 komkommer 20 sneetjes volkorenbrood 300-400 gram tonijnsalade (kuipje of zelf maken) 20 satéprikkers Bereidingswijze: Was de tomaatjes; houd 10 tomaatjes en 10 olijven achter voor garnering. Halveer de andere tomaatjes en snijd de overgebleven olijven in plakjes. Was de komkommer en snijd hem in dunne plakken. Beleg 10 sneetjes brood met komkommer, wat tonijnsalade, de halve tomaatjes en de plakjes olijf. Dek dit af met de andere sneetjes brood. Steek het overgebleven tomaatje en de olijf aan een satéprikker. Steek de satéprikker met tomaat en olijf in een helft en een satéprikker in de andere helft. Snijd de sandwiches diagonaal door. Vegabroodje rauwkost met ei voor 10 broodjes Ingrediënten: 5 tomaten 1 komkommer 5 hard gekookte eieren 10 harde volkoren broodjes halvarine 5 eetlepels guacamole (avocadosaus, pot bijv. Casa Fiësta of zelf maken) 50 gram (rucola)sla peper, zout 5 eetlepels kappertjes Bereidingswijze: Was de tomaten en de komkommer. Snijd de tomaten en de komkommer in dunne plakjes. Snijd de gepelde eieren in plakken. Snijd de broodjes open en besmeer de onderste helft dun met halvarine. Besmeer de bovenste helften dun met de guacamole. Beleg de broodjes dik met rucola, de tomaten en de plakken komkommer en verdeel de plakken ei er over. Strooi er wat peper en zout over en verdeel de kappertjes er over. Leg de bovenste helft van het broodje erop. Bolletje kip en mango voor 10 broodjes Ingrediënten: 10 (liefst harde) volkorenbolletjes 10 plakjes kipfilet 300 gram geraspte wortel (vers of uit pot) 10 eetlepels mangochutney 5 eetlepels magere slasaus
70
peper Bereidingswijze: Snijd de bolletjes open en hol ze een beetje uit. Snijd de kipfilet in smalle reepjes. Meng de kip met de geraspte wortel, de mangochutney en de slasaus. Maak het op smaak met wat peper. Vul hiermee de bolletjes en zet de kapjes er weer op Broodje Italië voor 10 broodjes Ingrediënten: 20 zongedroogde tomaatjes op olie 1 kleine courgette 75 gram gemengde sla 10 volkorenbroodjes 10 eetlepels tapenade 10 plakjes gebraden rollade Bereidingswijze: Snijd de tomaatjes in stukjes. Was de courgette en schaaf hem in hele dunne plakjes. Snijd de sla klein. Snijd de volkorenbroodjes open en besmeer de onderste helft met de tapenade. Leg er plakjes courgette op en wat sla. Leg de rollade er op en verdeel de stukjes tomaat er over. Plaats de bovenste helft van het broodje er op. Broodje fresh pastrami/turkey voor 10 broodjes Ingrediënten: 10 waldkornbolletjes of volkorenbolletjes halvarine sandwichspread flinke pluk gemengde sla 200 gram paprika zoetzuur of 2 gegrilde paprika’s (pot) 10 plakjes kalkoenfilet of pastrami Bereidingswijze: Snijd de waldkornbroodjes open. Besmeer de bovenste helft dun met halvarine. Doe er vervolgens een dun laagje sandwichspread op. Leg er royaal gemengde sla en paprikareepjes op en daarop de vleeswaar. Plaats de bovenste helft van het broodje er op. Broodje meat ’n cole on a roll voor 10 broodjes Ingrediënten: slabladen 10 volkorenbolletjes 10 plakjes fricandeau 1 bakje tuinkers 300 gram coleslaw (kuipje of zelf maken) Bereidingswijze: Was de sla en laat de slabladen goed uitlekken. Snijd de broodjes open. Snijd de fricandeau klein. Knip de tuinkers uit het bakje en meng het met de stukjes fricandeau door de coleslaw. Beleg de onderste helft van het broodje met slabladen en schep de salade er op. Plaats de bovenste helft van het broodje er op.
71
Broodje Griekse clubsandwich voor 10 sandwiches Ingrediënten: 30 sneetjes volkorenbrood halvarine ½ komkommer tomaten geroosterde paprika’s (pot) plakjes ham 200 gram feta light 20 satéprikkers Bereidingswijze: Besmeer het brood dun met halvarine. Was het stuk komkommer en de tomaten. Schaaf de komkommer in hele dunne plakjes. Snijd de tomaten in blokjes. Snijd de geroosterde paprika’s in repen. Snijd de plakjes ham in reepjes en verdeel ze over 10 sneetjes brood. Verdeel er de komkommer en tomaat over en dek dit af met weer een sneetje brood. Leg hierop reepjes paprika en wat verkruimelde feta. Dek het af met de rest van het brood. Steek in iedere helft een satéprikker. Snijd de sandwiches diagonaal door. Broodje fruitige clubsandwich voor 10 sandwiches Ingrediënten: 30 sneetjes volkorenbrood halvarine 200 gram ananasblokjes (blik) 2 bananen kerriepoeder 10 plakjes belegen 30+ kaas Bereidingswijze: Rooster de sneetjes brood in een broodrooster of tostiijzer of onder de grill. Besmeer het afgekoelde brood dun met halvarine. Laat de ananas in een zeef of vergiet goed uitlekken. Pel de bananen en snijd ze in dunne plakken. Verdeel de plakjes banaan over 10 sneetjes brood en stuif er wat kerriepoeder over. Leg er weer een sneetje brood op. Verdeel de ananas er over en dek af met een plakje kaas en een sneetje brood. Steek in iedere helft een satéprikker. Snijd de sandwiches diagonaal door.
72
Bijlagen VII Het implementatieplan Activiteit Verbeteren productgroep warme maaltijden/hoofd gerechten
Doel 37% van producten van C naar A en B
Tijdsduur Maand 1
Benodigdheden Opmaken oude voorraad, inkopen ingrediënten, recept zich eigen maken
27% van producten van C naar A en B
Maand 1
Opmaken oude voorraad en inkopen gezondere varianten
Promotieweek
SWmedewerkers laten kennismaken met de vernieuwing
1 of 2 weken in maand 1
Gezonde producten in aanbieding/op het menubord/ promoten via flatscreens of poster
Smileystickers weer onder de aandacht brengen
Van een tweedeling naar een driedeling bij de warme maaltijden en snacks 37% van producten van C naar A en B
Maand 1
Opmaken oude voorraad stickers, nieuwe druk stickers maken, gebruik van stickers vastleggen
Maand 2
Opmaken oude voorraad, inkopen ingrediënten, recept zich eigen maken
Verbeteren productgroep snacks
Verbeteren broodmaaltijden (belegde broodjes en lunchgerechten)
Verantwoordelijkheid Verantwoordelijke: Suzan Kluiters (teammanager interne horeca, facility) Eindverantwoordelijke: Gerrie van Sunder (algemeen directeur)
Verantwoordelijke: Suzan Kluiters (teammanager interne horeca, facility)
Betrokkenen Personeel van de interne horeca en eventueel een externe diëtist
Evaluatie Door beide verantwoordelijke wordt gekeken of het doel is behaald. Waar nodig wordt de planning aangepast.
Personeel van de interne horeca en eventueel een externe diëtist
Door beide verantwoordelijke wordt gekeken of het doel is behaald. Waar nodig wordt
73
Verbeteren productgroep melk & melkproducten
27% van producten van C naar A en B
Maand 2
Opmaken oude voorraad en inkopen gezondere varianten
Promotieweek
SWmedewerkers laten kennismaken met de vernieuwing
1 of 2 weken in maand 2
Gezonde producten in aanbieding/op het menubord/ promoten via flatscreens of poster
Smileystickers weer onder de aandacht brengen
Van een tweedeling naar een driedeling bij broodmaaltijde n en melk & melkproducten
Maand 2
Opmaken oude voorraad stickers, nieuwe druk stickers maken, gebruik van stickers vastleggen
14% van producten van C naar A en B
Maand 3
Opmaken oude voorraad en inkopen gezondere varianten
20% van producten van C naar A en B
Maand 3
Opmaken oude voorraad en inkopen gezondere varianten
50% van producten van C naar B
Maand 3
Opmaken oude voorraad en inkopen gezondere varianten
Verbeteren productgroep (fris)dranken Verbeteren productgroep brood en graanproducten Verbeteren productgroep oliën en vetten
Eindverantwoordelijke: Gerrie van Sunder (algemeen directeur)
Verantwoordelijke: Suzan Kluiters (teammanager interne horeca, facility) Eindverantwoordelijke: Gerrie van Sunder (algemeen directeur)
de planning aangepast.
Personeel van de interne horeca en eventueel een externe diëtist
Door beide verantwoordelijke wordt gekeken of het doel is behaald. Waar nodig wordt de planning aangepast.
74
Promotieweek
SWmedewerkers laten kennismaken met de vernieuwing
1 of 2 weken in maand 3
Gezonde producten in aanbieding/op het menubord/ promoten via flatscreens of poster
Smileystickers weer onder de aandacht brengen
Van een tweedeling naar een driedeling bij (fris)drank, brood en graanproducte n en oliën en vetten Inzichtelijke menukaart met foto’s en bijbehorende smileys 13% van producten van C naar A en B
Maand 3
Opmaken oude voorraad stickers, nieuwe druk stickers maken, gebruik van stickers vastleggen
Maand 3
Menukaart tot nu toe ontwerp maken met bijbehorende smileys, plaatsen op tafels
Maand 4
Opmaken oude voorraad en inkopen gezondere varianten
20% van producten van C naar A en B
Maand 4
Opmaken oude voorraad en inkopen gezondere varianten
Menukaart op tafels
Verbeteren productgroep broodbeleg
Verbeteren productgroep vlees(waren), gevogelte, ei, vleesvervangers en vis
Verantwoordelijke: Suzan Kluiters (teammanager interne horeca, facility) Eindverantwoordelijke: Gerrie van Sunder (algemeen directeur)
Personeel van de interne horeca en eventueel een externe diëtist
Door beide verantwoordelijke wordt gekeken of het doel is behaald. Waar nodig wordt de planning aangepast.
75
Verbeteren productgroep sauzen
13% van C naar B
Maand 4
Opmaken oude voorraad en inkopen gezondere varianten
Promotieweek
SWmedewerkers laten kennismaken met de vernieuwing
1 of 2 weken in maand 4
Gezonde producten in aanbieding/op het menubord/ promoten via flatscreens of poster
Smileystickers weer onder de aandacht brengen
Van een tweedeling naar een driedeling bij broodbeleg, vlees of sauzen
Maand 4
Opmaken oude voorraad stickers, nieuwe druk stickers maken, gebruik van stickers vastleggen
Spaarkaart introduceren
Stimuleren en belonen gezond gedrag SWmedewerker
Maand 4
100% van B naar A
Maand 5
Ontwerpen spaarkaart, uitleg spaarkaart aan alle SWmedewerkers, promoten spaarkaart, personeel uitleg gebruik spaarkaart, uitproberen spaarkaart (effectmeting verkoop) Opmaken oude voorraad, inkopen nieuwe ingrediënten en nieuwe recepten en variaties zich eigen maken
Verbeteren productgroep gemengde salades
Verantwoordelijke: Suzan Kluiters (teammanager interne horeca, facility)
Personeel van de interne horeca en eventueel een externe diëtist
Door beide verantwoordelijke wordt gekeken of het doel is behaald. Waar nodig wordt
76
Verbeteren productgroep soepen
10% van categorie B naar A
Maand5
Opmaken oude voorraad, inkopen nieuwe ingrediënten en nieuwe recepten en variaties zich eigen maken
Verbeteren productgroep groente en fruit
Variatie van groente en fruitproducten verdubbelen
Maand 5
Inkopen nieuwe ingrediënten en producten, recepten en variaties zich eigen maken
Promotieweek
SWmedewerkers laten kennismaken met de vernieuwing
1 of 2 weken in maand 5
Gezonde producten in aanbieding/op het menubord/ promoten via flatscreens of poster
Smileystickers weer onder de aandacht brengen
Van een tweedeling naar een driedeling bij gemengde salades, soepen en groente en fruit 25% van snacks uit categorie C vervangen door andere hartige warme producten (basisvoedings
Maand 5
Opmaken oude voorraad stickers, nieuwe druk stickers maken, gebruik van stickers vastleggen
Maand 6
Beslissen welke producten weggaan, opmaken oude voorraad, inkopen nieuwe ingrediënten, lijst maken vervangende hartige warme producten, recepten zich eigen maken
Verbeteren snacks
Eindverantwoordelijke: Gerrie van Sunder (algemeen directeur
de planning aangepast
Personeel van de interne horeca en eventueel een externe diëtist
Door beide verantwoordelijke wordt gekeken of het doel is behaald. Waar nodig wordt de planning aangepast
77
middel)
= maand 1 = maand 2 = maand 3 = maand 4 = maand 5 = maand 6
78
Bijlagen VIII Beoordelingsformulier samenwerking Stage beoordeling Health Promotion Toetsformulier en cesuur
Beoordelingsformulier Opdrachtgever Praktijkopdracht Opleiding
: Voeding en Diëtetiek
Naam student
: Eline Oppers
Naam bedrijf
: Felua-groep
Naam praktijkbegeleider
: Suzan Kluiters, Micheline Horstman en Peter de Ruiter
Naam docentbegeleider
: Karen Lips
Dit formulier is ingevuld door Suzan Kluiters; samenwerkingspartner van Health Promotion Beoordelingsaspecten
Eindbeoordeling
O M V G
Competentie Samenwerken Samenwerkingsvaardigheden Acceptatie bij medewerkers Bereikbaarheid Flexibiliteit Nakomen van afspraken Ontwikkelen eigen visie Zelfstandigheid Omgaan met feedback Reflectievaardigheden anderen te begeleiden bij hun werkzaamheden en constructieve feedback te geven op hun functioneren
Voldoende Goed Goed Goed Goed Voldoende Goed, voor zover ik kan beoordelen Voldoende Voldoende Goed als het gaat om begeleiden medewerkers
Competentie Adviseren: communicatieve vaardigheden
Actief luisteren, doorvragen indien nodig Omgaan met weerstanden Presenteren Corresponderen
Goed Goed, zover ik kan oordelen Kan ik niet oordelen, niet gezien Voldoende
Competentie Adviseren: persoonlijke adviesvaardigheden
Inlevingsvermogen Gedreven; bereid wat extra’s te doen
Goed Goed
79
Presenteert zichzelf professioneel Heeft een constructieve houding Is resultaatgericht; houdt het doel voor ogen Persoonlijk informatiebeheer; heeft de zaken op orde
Goed Voldoende Voldoende Voldoende, naar wat ik kan oordelen
Competentie Adviseren: Vakspecifieke adviesvaardigheden
Is deskundig op de terreinen van voeding en health promotion Gedraagt zich als gesprekspartner met niveau beginnend beroepsbeoefenaar
Goed, in mijn ogen als leek Goed
Competentie Werken aan Kwaliteit
Planmatig werken Accuratesse Houdt rekening met kwaliteitsbeleid van afdeling/ organisatie Is kwaliteitsbewust; vraagt om feedback en geeft feedback aan anderen Waarde van het product voor bedrijf *
Voldoende, voor wat ik kan beoordelen. Voldoende Goed Voldoende Goed
O = onvoldoende M = matig N = Nog niet te beoordelen V = voldoende G = goed
Toelichting: Eline is in mijn ogen een hele goede aanvulling en van waarde op ons bedrijf. Ze heeft kennis en kan goed met de doelgroep over weg. Ze bereikt bijna iedereen. Eline kan nog zekerder worden. Zij heeft verstand van zaken en kan dit meer laten blijken door zelfverzekerder op te treden in grotere, onbekende groepen. Eline heeft een goede indruk bij mij achter gelaten en vindt het erg jammer dat ik niet samen met haar de kantine kan omtoveren naar een gezonde kantine!
Feedback op het eindproduct: Nog niet van toepassing.
80