EEN COMMERCIËLE UITGAVE VAN MEDIAPLANET, GEDISTRIBUEERD DOOR HET FINANCIEELE DAGBLAD.
Topteam MICHIEL BOERSMA
Duurzaam
De toekomst
Een zo efficiënt Vier alternatieve vormen De energievoorziening mogelijke energietransitie van energie opwekken gaat ingrijpend veranderen
FOTO’S: SHUTTERSTOCK, NICK FRANKEN VOOR BIOBASED INNOVATIONS / REWIN WEST-BRABANT
ENERGIE
Nummer 1 / Mei ’12
Tim van der Hagen: ‘Wetenschappelijk onderzoek is een onmisbare schakel om de energietransitie vorm en inhoud te geven’
ENERGIETRANSITIE:
ZET IN OP DE JUISTE ENERGIEMIX Duurzaam ondernemen start vandaag
Kosten verlagen en milieu besparen gaan hand in hand. Innova Energie maakt het energieverbruik van al uw vestigingen inzichtelijk en helpt u gericht energie te besparen. Zo kunt u gemakkelijk bewust omgaan met energie en bespaart u samen met ons het milieu.
Innova Energie
|
Lees meer op www.InnovaEnergie.nl
2 · MEI 2012
DE UITDAGING
Duurzaam beleid voor een duurzame energievoorziening
Hans Alders Voorzitter Energie-Nederland
D
e energiebranche is er klaar voor. Geen CEO of medewerker die er niet van doordrongen is. De e n e r g i e vo o r z i e ning wordt geheel duurzaam. De weg die we hebben af te leggen is lang en de route ligt ook nog lang niet vast. Wel zijn er belangrijke stippen op de horizon gezet, die Nederland als lid van de Europese Unie houvast geven: 20% duurzame energie in 2020 en 90% CO2-reductie in 2050 t.o.v. 1990. Belangrijke stippen omdat het tussenstappen zijn op weg naar volledige verduurzaming.
Robuuste instrumenten
Gelukkig is een aantal instrumenten ook al voor handen die ons gaan helpen de doelen voor 2020 en 2050 te halen. Instrumenten die robuust zijn, instrumenten die goed passen binnen de context
van de energiemarkt. Op de eerste plaats wil ik noemen het Emission Trading System. Jazeker, het ETS, het systeem waarvan iedereen beweert die er verstand van heeft dat het op dit moment nog niet werkt. En dat is ook zo. Het ETS is in de kern een prachtig systeem. Zo zijn op Europees niveau alle CO2-emissies van alle industriële sectoren voor 2020 vastgelegd. De doelstellingen voor deze sectoren zijn daarmee spijkerhard. Er zijn immers uitstootrechten uitgegeven en die mogen verhandeld worden. Wie meer rechten nodig heeft moet deze bijkopen, wie er te veel heeft mag ze van de hand doen. Maar er kunnen nooit meer rechten in de markt zijn dan er CO2 mag worden uitgestoten. Bij een stevige prijs voor deze rechten zullen bedrijven die te kort komen als vanzelf ook gaan kijken naar alternatieven: investeren in efficiency, ondergrondse opslag van CO2 of overstappen op volledig duurzame productie. Toch is die stevige prijs waaraan het ontbreekt. De Nederlandse energiebranche is er voorstander van die maatregelen te nemen (bv. set aside, aanscherping jaarlijks dalingspercentage) die nodig zijn om het systeem wel goed te laten werken.
Zelf tempo sturen
Tot het zover is zullen we daarom langs andere weg de verduur-
zaming moeten realiseren. De energiebranche denkt dat dit het beste kan via het Verplicht Aandeel Duurzaam op nationaal niveau. Het idee is dat de overheid wettelijk van jaar tot jaar vastlegt hoe hoog het aandeel nationaal geproduceerde groene stroom moet zijn, dat uit het stopcontact komt. De Nederlandse regering heeft hiermee zelf sturing in welk tempo de verduurzaming wordt gerealiseerd. Op weg naar een aandeel van 35 % (!) duurzame elektriciteit in 2020, geproduceerd in Nederland.
Subsidievoorwaarden
De wettelijke verplichting komt in de plaats van het huidige systeem met subsidies, waaraan veel nadelen kleven. De belangrijkste: als er bezuinigd moet worden, ontkomen subsidies daar ook niet aan als ze onderdeel zijn van de rijksbegroting. Een ander nadeel: de overheid schrijft in de subisidievoorwaarden voor met welke methoden de verduurzaming wordt gerealiseerd. Enerzijds door het toekennen van budgetten aan zon, wind, biomassa, etc. Anderzijds door verdere detaileisen per opwekmethode te stellen. Onderzoek van ECN heeft laten zien dat het verplicht aandeel duurzaam ook efficienter is en de consument, burger en kiezer uiteindelijk minder kost. Het kabinet is dit plan aan het uitwerken gericht op invoering in 2015.
Vanaf dat moment heeft de overheid de sleutel in handen hoe snel de verduurzaming zich ontwikkelt.
Consistente koers
Als je dit zo overziet zijn we eigenlijk al een heel eind. Een branche die bereid is stappen te zetten en toekomstbestendige instrumenten die in de stijgers staan die goed passen binnen de werking van de energiemarkt. Natuurlijk zijn we er daarmee nog niet. Waar vinden we de plekken voor windturbines? Blijft er genoeg betaalbare biomassa voorhanden? Hoe zorgen we er voor dat zonne-energie en andere kleinschalige duurzame technieken zich optimaal ontwikkelen in de regio? Hoe ontwikkelen we wind op zee? Hoe gaan we aan de slag met ondergrondse opslag van CO2? Hoe gaan we energie besparen? Dit zijn vragen waar komende kabinetten hun tanden in mogen zetten. Het zou mooi zijn als het komende kabinet daar een consistente koers voor uitzet resulterend in een bestendig investeringsklimaat. Op een achternamiddag alle afspraken over boord zetten voor de invoering van een kolen- en gasbelasting draagt daaraan zeker niet bij! HANS ALDERS Voorzitter Energie-Nederland
[email protected]
Wegwijzer Coby van der Linde Clingendael International Energy Programme (CIEP) en Rijksuniversiteit Groningen
D
e Europese Unie moet, als het aan de Europese Commissie ligt, de komende veertig jaar ontwikkelen naar een koolstofarme energievoorziening. Toch zal deze inspanning van de EU, mocht zij lukken, niet de beslissende bijdrage leveren aan het beperkt houden van de temperatuurstijging. De bijdrage van de EU aan de uitstoot van CO2 in de wereld is relatief klein ten opzichte van de VS, China en India. Uiteraard ontslaat dat Europa niet van het nemen van maatregelen, maar indien deze drie te weinig bijdragen aan de inspanningen op het gebied van klimaatbeleid, zal in Europa ongetwijfeld een discussie ontstaan over tempo en diepte van de in-
grepen in het energiesysteem. In de Energie Routekaart 2050 wordt hier ook al naar verwezen. Het is niet ondenkbaar dat de rechtvaardiging van de inspanning gevonden zal moeten worden in andere argumenten, zoals het verspreiden van de importafhankelijkheid over meer energiedragers en afkomstig uit verschillende landen. De rol van technologie is hierbij cruciaal, hetgeen het vervaardigen van routekaarten meteen gewaagd maakt omdat er een gerede kans is dat veel voorspellingen of voorstellingen van de energietoekomst niet zullen kloppen.
CO2 intensiteit verminderen
De ruime beschikbaarheid van aardgas in de VS, Australië en mogelijk ook China en de recente vondsten in Oostelijk Afrika leveren voldoende mogelijkheden om vooralsnog de CO2 intensiteit van economieën te verminderen. De ontwikkeling van de schaliegasvoorkomens en andere onconventionele gaswinning in verschillende landen zijn hierbij van groot belang. Ook in Europa kan gas een dergelijke bijdrage leveren, maar uit de Europese routekaart blijkt dat toch vooral wordt gehoopt op een grotere bijdrage van duurzame energie. Europa is in dit opzicht een buitenbeentje
WIJ RADEN AAN
Bert den Ouden Algemeen directeur van APX Endex
PAGINA 6
‘Nederland is van oudsher een gasland. Wij waren de eersten in Europa die met gas aan de slag gingen. Nederland is hèt land dat op gas is georiënteerd’
3 TIPS
IN DIT DOSSIER
ten opzichte van landen op andere continenten, waar juist verwacht wordt dat gas een verdere opmars zal maken. Vooral de ontwikkelingen waarbij gas een grotere rol gaat spelen als transportbrandstof zijn een zeer interessante omdat het de concurrentie met olieproducten opent. Het kan de prijsvorming en geografische concentratie in de oliemarkt beïnvloeden.
Weerbarstige markten
Het optimisme over de rol van gas in de energiemix elders in de wereld is eerst door de ontwikkeling van LNG toegenomen, maar is vooral door de schaliegasontwikkelingen in de VS en de potentie elders gegroeid. De terughoudendheid ten aanzien van de het winnen van de onconventionele gasvoorkomens in sommige Europese landen is deels ingegeven door de zorgen over de mogelijke gevolgen en wellicht ook door de angst dat een potentieel ruimer binnenlands aanbod van gas de introductie van duurzame energiedragers moeilijker zal maken. Dat markten in werkelijkheid weerbarstiger zijn dan op papier wordt gestaafd door de huidige realiteit in de markt. Bij een groot aanbod van wind- en zonne-energie worden gascentrales als eerste afgeschakeld, terwijl kolencentrales stroom blijven leveren. De ge-
droomde combinatie van gas en wind is door de relatief hoge gasprijs niet te realiseren, waardoor ook de CO2 winst van wind tegenvalt.
Energieroutekaart
Een bijkomend probleem is dat de Europese begrotingen de komende jaren weinig ruimte laten voor stimulering van duurzame energie terwijl ook de Europese consument weinig bestedingsruimte heeft om de investeringen te bekostigen. De Europese energiebedrijven zijn door de economische crisis ook niet meer de kapitaalkrachtige trekkers van transitie, terwijl ook de ontwikkelingen in het Europese bankwezen niet gunstig zijn voor nieuwe investeringen. De Energie Routekaart kent op de kortere termijn dan ook veel uitdagingen die de energiesector ontstijgen. De ruimte om verduurzaming buiten de interne markt om te realiseren, zoals het huidige beleid nog toelaat, zal (moeten) verminderen. De draagkracht van de consumenten zal een belangrijke wegwijzer worden in de keuze van de route richting 2050. COBY VAN DER LINDE Clingendael International Energy Programme (CIEP) en Rijksuniversiteit Groningen.
[email protected]
We make our readers succeed! ENERGIE 1E EDITIE, MEI 2012 Managing Director: Marc Reineman Editorial Manager: Stella van der Werf Business Development Manager: Bart Gabriëls Senior Project Manager: Daniëlle Vreeken Telefoon: 020-7077040 E-mail:
[email protected] Gedistribueerd: Het Financieele dagblad, mei 2012 Drukkerij: Dijkman Offset Mediaplanet contact informatie: Telefoon: 020-7077000 Fax: 020-7077099 E-mail:
[email protected]
De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid van het FD.
Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardige bijlagen die zich richten op een specifiek thema en de daarbij behorende doelgroep. Zo brengen wij lezer en adverteerder dichter bij elkaar.
Gas en hernieuwbare energie zijn een ijzersterke combinatie
‘Wij geloven in een duurzame toekomst met een uitgebalanceerde energiemix’, aldus Paul van Gelder, CEO van gastransportbedrijf Gasunie. ‘Samen met hernieuwbare energiebronnen zullen gas en gastransportnetten hierin een rol van betekenis spelen. Hier liggen veelbelovende mogelijkheden voor Nederland als gasland.’ ‘We willen natuurlijk zoveel mogelijk gebruik maken van duurzame bronnen, zoals wind en zon voor de productie van elektriciteit’ vervolgt Van Gelder. ‘Maar de wind waait niet altijd en de zon laat het -zeker in ons land vaak genoeg afweten. Dus hebben we behoefte aan een stabiele en flexibele elektriciteitsbron, waarover we altijd kunnen beschikken en die op afroep kan worden ingezet. Die bijzondere rol kan aardgas als geen andere brandstof vervullen. Met aardgas kunnen we de schommelingen in het aanbod van duurzame bronnen perfect opvangen. Zo kunnen we de energievoorziening in Nederland duurzamer maken, maar tegelijkertijd stabiel houden, op een haalbare en betaalbare manier. En dan doen we waar we als gasland sterk in zijn.’ Vergroening gas draagt bij aan klimaatdoelstellingen overheid Van Gelder: ‘We kunnen nog heel lang met ons aardgas vooruit. Maar het is goed om te zien dat aardgas andere energiebronnen omarmt, zodat we er nog langer mee toe kunnen. Zo kan aan aardgas duurzaam biogas worden toegevoegd dat is opgewerkt naar dezelfde kwaliteit als aardgas. Dan heet het groen gas, en dat kan zonder problemen in ons netwerk worden ingevoed. Het wordt geproduceerd uit biomassa zoals gft en mest. Wat we vroeger als afval beschouwden, wordt nu een bron van duurzame energie. Dat zijn prachtige ontwikkelingen, waar Gasunie actief aan mee werkt.’ Nederland verwacht veel van groengasproductie. Omdat het CO2-neutraal is, draagt het sterk bij aan de Nederlandse klimaatdoelstellingen. Er vinden in Nederland verschillende groengasprojecten plaats. De inschatting is dat het aandeel groen gas in 2030 kan oplopen tot drie miljard kubieke meter, dat is genoeg
energie voor bijna twee miljoen huishoudens. ‘Daar moeten we nog wel een aantal technische stappen voor zetten’ voegt Van Gelder toe, ‘en daar werken we samen met vele anderen dan ook hard aan.’ Overschot hernieuwbare energiebronnen benut dankzij aardgas In Europa neemt het aandeel duurzaam geproduceerde elektriciteit sterk toe. Dat zal steeds vaker leiden tot een teveel aan elektriciteit, dat op het moment van overaanbod niet kan worden benut. ‘Gas is geschikt voor de opslag van duurzame elektriciteit via een slimme omzetting van elektriciteit in gas’, aldus Van Gelder. ‘We noemen dit scenario Power to gas, oftewel: van elektriciteit naar gas. We gaan in Duitsland samen met Greenpeace werken aan de productie en invoeding van ‘windgas’. Dat is gas dat wordt geproduceerd uit een overschot aan windenergie, dat vervolgens in ons Duitse leidingnet kan worden geïnjecteerd. Hiermee krijgt de aardgasinfrastructuur een nieuwe rol: als opslagmedium voor duurzame energie.’ Mobiliteitssector profiteert van gas Veelbelovend zijn ook innovatieve toepassingen van gas in de mobiliteitsector, onder andere via small scale LNG (kleinschalig vloeibaar aardgas). De vorig jaar door Gasunie en Vopak opgeleverde Gate terminal, opslagtank voor vloeibaar aardgas op de Maasvlakte bij Rotterdam, speelt daarin een grote rol. Bij small scale LNG wordt het vloeibare aardgas rechtstreeks ingezet als brandstof voor de scheepvaart of zwaar wegtransport. Small scale LNG kan de scheepvaart helpen te voldoen aan de steeds strengere internationale regels voor CO2- en zwaveluitstoot.
Sterke Nederlandse aardgasinfrastructuur zorgt voor stabiele energievoorziening Van Gelder: ‘Dankzij de goede infrastructuur waarover we in Nederland beschikken, kunnen we inspelen op deze nieuwe ontwikkelingen. En daarmee vormen aardgas en het aardgastransportnet op meerdere manieren de ruggengraat van een stabiele energievoorziening. Dankzij ons gastransportnet kan Nederland ook in de verre toekomst nog lang van aardgas profiteren. Ook als de binnenlandse productie afneemt, kunnen we gas naar Nederland transporteren via de aansluitingen op de Europese gasrotonde. We hebben ons netwerk niet alleen versterkt met extra leidingen, maar tevens met de mogelijkheid om gas ondergronds op te slaan en met de installatie voor vloeibaar aardgas op de Maasvlakte. Ook nemen we
daarom deel in buitenlandse pijpleidingprojecten, waardoor gas naar en door ons eigen land kan worden gevoerd. Deze versterking van de gasinfrastructuur biedt grote voordelen voor Nederland. De leveringszekerheid wordt erdoor vergroot. Het is goed voor concurrerende gasprijzen. Het
biedt economische voordelen, omdat we een stuk Europese gashandel naar ons land toetrekken. En het zorgt ervoor dat we als Nederland een stevige positie in Europa innemen als het gaat om energie. En daar profiteren we allemaal van.”
Aardgas vervult belangrijke rol bij behalen klimaatdoelstellingen
Nederland heeft aardgas nodig om zijn ambitieuze klimaatdoelstellingen te kunnen verwezenlijken. Dit werd onlangs bevestigd in een onderzoek van het Energie-Forum Nederland, waarin werd aangetoond dat het combineren van hernieuwbare energiebronnen met (aard)gas de beste perspectieven biedt om bij te dragen aan het verwezenlijken van een duurzame energievoorziening en de ambitieuze Europese CO2-reductiedoelstellingen. Aardgas is de schoonste fossiele brandstof met de minste CO2-uitstoot. Het kan vergroenen door de toevoeging van CO2-neutraal biogas, en het kan worden ingezet als energiedrager voor overschotten aan duurzame energie.
Een overschot aan windenergie kan worden opgeslagen in aardgas.
4 · MEI 2012
NIEUWS
TOPSECTOR ENERGIE BRENGT OVERHEID, W
FOTO’S: SHUTTERSTOCK
GOUDEN DRIEHOEK GEEFT STUWENDE KRACHT AAN
Samen vormen overheid, wetenschap en industrie de ‘gouden
driehoek’. Een driehoek die wordt gesteund door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en de werkgeversorganisaties NCW-VNO en MKB-Nederland, zegt Boersma. Behalve hij zijn ook Mark Dierikx, directeurgeneraal Energie, Telecom en Mededinging van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), Fokko Pentinga, CEO en President van Amtech Systems, Tim van der Hagen, decaan bij de TU Delft, lid van het topteam Energie. Pentinga namens het MKBbedrijfsleven, Van der Hagen als wetenschapper namens de kennisinstellingen.
Verduurzamen
Michiel Boersma Boegbeeld van het topteam Energie
Boersma: “In opdracht van de minister van EL&I is een innovatieagenda opgesteld dat door het bedrijfsleven en alle kennisinstellingen breed wordt ondersteund. De innovatieagenda heeft een lange termijn horizon tot 2050 en daarin staat wat er op innovatief gebied moet gebeuren om onze energiehuishouding te verduurzamen. Uiteindelijke doel daar-
bij is een substantiële verlaging van de uitstoot van broeikasgassen.”
Sterke kanten
Boersma: “Die verduurzaming zal via verschillende sporen bereikt moeten worden. Dat moet op innovatief terrein, waardoor duurzame energiebronnen in de komende periode nog optimaler benut kunnen worden. Maar ook door energiebesparing in de gebouwde omgeving en besparingen in de industrie zal die CO2-reductie gerealiseerd moeten worden.” Boersma benadrukt dat het gebruik van fossiele brandstoffen de komende decennia noodzakelijk zal blijven om in onze energiebehoefte te voorzien. Hij zegt dat aardgas daarbij fungeert als transitiebrandstof. “Met name op gasgebied ligt een belangrijk deel van onze nationale sterkte. En die komt ook terug in het innovatieprogramma van de Topsector Energie. Wij hebben een schat aan kennis en ervaring in huis op gasgebied, en onze gasinfrastructuur behoort tot één der besten ter wereld.”
Zonne-energie
Fokko Pentinga, CEO en President van Amtech Systems, het Amerikaanse moederbedrijf van het in Vaassen gevestigde Tempress Systems, werkt als MKB’er al meer dan dertig jaar in de halfgeleider- en solarindustrie. Net als Boersma, die werkzaam was bij Shell en energiebedrijf Essent, brengt hij veel kennis vanuit het bedrijfsleven in het topteam Energie. Pentinga: “Zonne-energie is een van de prominente aandachtsgebieden van de Topsector Energie. Het is een terrein waarop Nederland excelleert
FOTO: ROGIER VELDMAN
De Topsector Energie heeft tot doel om innovaties te bevorderen en spelers in het energieveld intensief te laten samenwerken, zodat de energietransitie efficient verloopt, zegt Michiel Boersma, boegbeeld van het topteam Energie van de Topsector Energie. “Overheid, wetenschap en industrie moeten de handen ineenslaan om resultaten te boeken.”
Fokko Pentinga CEO en President van Amtech Systems
en dat de komende jaren wereldwijd steeds belangrijker zal worden.” Pentinga ziet belangrijke groeikansen weggelegd voor de Nederlandse industrie van zonnestroominstallaties. “Het produceren van zonnecellen gebeurt in China”, zegt hij. “Onze sterke kant is juist het leveren van productiemachines voor de wereldmarkt van zonnestroom. De solarindustrie is een bedrijfstak die enorm zal groeien, omdat de mondiale energiebehoefte groot is en ook de komende decennia zal blijven.”
Essentieel
Pentinga: “Om innovaties mogelijk te maken en te stimuleren, is het belangrijk dat Nederland zijn positie in de solarindustrie behoudt in de toekomst. Niet alleen omdat ‘zon’ een belangrijk exportproduct is voor ons land, ook omdat de ontwikkeling van zonne-energie essentieel is om de energiehuishouding verder te verduurzamen. Investeren in zonne-energie is belangrijk voor de economie en werkgelegenheid, en voor klimaat en milieu. Om die reden
Ondernemen met energie Energiemanagement Milieu Effect Rapportage
Aardwarmte
Energieconcepten Restwarmte Vergunningen Warmte Koude Opslag Industrie Groen gas CO -reductie
Offshore windenergie
Het meest duurzame gebouw ter wereld:
2
www.grontmij.nl/energie
MEI 2012 · 5
WETENSCHAP EN INDUSTRIE BIJ ELKAAR ENERGIETRANSITIE
krijgt zonne-energie een belangrijke plek toebedeeld in het innovatieprogramma van de Topsector Energie.”
Duurzame oplossing
Fossiele brandstoffen raken op en solar is, zoals het nu lijkt, de enige - in termen van potentie - duurzame oplossing voor de lange termijn, zegt Pentinga. “Belangrijk is om de zonnestroomindustrie van productieapparatuur in Nederland te stimuleren door het onderzoek van ECN, Energieonderzoek Centrum Nederland, op zonne-energiegebied te ondersteunen. Want alleen dat leidt tot innovaties en mogelijkheden om in Nederland een hele grote zonne-industrietak te kunnen laten ontstaan. De kennis en ervaring die ik als ondernemer heb opgebouwd in deze sector kan ik inbrengen in het topteam Energie. Ik ken de spelers uit het veld en kan meehelpen om een nog sterkere brug te slaan tussen industrie, overheid en wetenschap.”
Fundamenteel onderzoek
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is een belangrijke en on-
misbare schakel om de energietransitie vorm en inhoud te geven, zegt Tim van der Hagen. Hij is decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen en directeur van het Reactor Instituut Delft van de TU Delft. Als lid van het topteam Energie vertegenwoordigt hij de kennisinstellingen in ons land binnen de Topsector Energie. Van der Hagen: “Zonder wetenschap is er geen innovatie op energiegebied mogelijk en dus ook geen toekomstperspectief. Want echte doorbraken komen alleen voort uit wetenschappelijk onderzoek.
Tim van der Hagen Decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen en directeur van het Reactor Instituut Delft van de TU Delft
Moeilijk is om daarbij te voorspellen welk onderzoek uiteindelijk tot een grote verandering van de samenleving leidt. Dat weten we niet. Vaak gebeurt dat pas vaak decennia later. Denk aan de kwantummechanica en de toepassing die daarvan nu plaatsvindt in mobiele telefoons en de GPS in onze auto’s. Dat zijn ontwikkelingen van wel honderd jaar. Zonder dat fundamentele onderzoek waren die innovaties nooit mogelijk geweest.”
Ruimte
En daar wringt tegelijkertijd de schoen, zegt Van der Hagen. “Want wetenschappelijk onderzoek kost geld en dat geld moet vooralsnog worden geïnvesteerd in zaken waarvan we de uitkomst en de toepasbaarheid van het resultaat niet altijd kennen. Dat mag echter nooit verhinderen dat er op voldoende grote schaal onderzoek wordt verricht. Er moet naast toepassingsgericht onderzoek altijd ruimte zijn voor nieuwsgierigheid gedreven onderzoek.” Een lastig dilemma, zegt Van der Hagen. “Want het economisch
belang van industrie en bedrijfsleven strookt daarin niet met dat van het NWO, dat juist vanuit wetenschappelijke excellentie die keuze maakt. En die twee sporen vallen in de praktijk niet één op één samen.”
Snijvlak
Van der Hagen: “Als wetenschapper en lid van het topteam Energie verkeer ik op het snijvlak van die twee werelden. Ik verricht fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en ik vind het van belang dat dat onderzoek uiteindelijk prototypes oplevert en haar weg vindt naar de industrie en het MKB. Met name in dat traject valt nog veel te verbeteren en mogelijk dat de topsectorenaanpak daarin een steentje kan bijdragen. Het is belangrijk dat we erkennen dat die twee verschillende doelstellingen er zijn. En dat we die beide in hun waarde laten en tegelijkertijd proberen die onderling te versterken.”
het energieveld nu georganiseerd is. Dat was voordien te veel versnipperd. Spelers in dit veld hebben elkaar in zeer korte tijd gevonden en zijn nu in gesprek. De industrie en overheid zijn in dialoog met door nieuwsgierigheid gedreven wetenschappers. Men kent elkaar nu en alleen dat al is van grote meerwaarde. Men zal van elkaar moeten begrijpen waar men mee bezig is, welke doelstellingen de verschillende spelers hebben en er zal wederzijds begrip moeten worden gekweekt. Van dat laatste is nu zeker sprake. Daardoor is het mogelijk het beschikbare geld – dat helaas minder is dan voorheen - op een efficiëntere manier in te zetten. Ik hoop dat de overheid in de toekomst de nu ontstane structuur benut en van een financiele injectie voorziet. Ook daar zet ik mij als lid van het topteam Energie voor in.”
Versnipperd
Hoe doe je dat? Van der Hagen: “Wat we inmiddels bereikt hebben is dat
ALEXANDER HAJE
[email protected]
Unica: koploper in duurzame energie Duurzame oplossingen op maat Integrale en unieke concepten Alle denkbare techniek in eigen huis Betrouwbaar en toonaangevend partner Zeer sterk in technisch beheer Wilt u ook lagere energiekosten èn bijdragen aan een beter leefklimaat? Wij verrassen u graag met integrale, duurzame oplossingen.
Samen maken we de toekomst www.unica.nl
6 · MEI 2012
NIEUWS
SCHALIEGAS Cuadrilla Resources wil in Nederland boren naar schaliegas. In Engeland heeft het bedrijf inmiddels een aantal boorlocaties operationeel FOTO’S: CUADRILLA
Nederland blijft centrum van gashandel Op het gebied van gas heeft Nederland internationaal een sterke positie. Dat zal nog lang zo blijven, denkt Bert den Ouden, algemeen directeur van APX Endex. “Nederland zal het centrum van de handel blijven.” De Nederlandse gasmarkt is prijsleider voor heel continentaal Europa, vertelt Den Ouden. Voor een deel is dat historisch zo gegroeid: “Nederland is van oudsher een gasland. Wij waren de eersten in Europa die met gas aan de slag gingen. Nederland is hèt land dat op gas is georiënteerd. Wij zijn groot in de productie èn in het gebruik van gas. Een groot deel van het bedrijfsleven draait op gas. Vrijwel ieder gebouw en elke fabriek in Nederland is op gas èn op elektriciteit aangesloten. Dat is uniek.”
Benchmark
Ook de gasbeurs APX Endex doet het heel goed, verklaart Den Ouden. Iedere dag wordt hier gas verhandeld. “Kopers kunnen bij-
voorbeeld een termijncontract afsluiten. Zij kopen dan een gasvoorraad voor het komend kwartaal, voor de komende winter, of voor het komende jaar. Voor heel continentaal Europa is de beurs het belangrijkste punt om contracten af te sluiten.” Dat heeft te maken met het prijsleiderschap van Nederland. Het gashandelspunt TTF (Title Transfer Facility) is de meest relevante benchmark voor Europa. Den Ouden: “Zo liet Italië nog heel recent weten hun gasprijs te baseren op de TTF. Als er internationaal iets met de gas- of olieprijs gebeurt, zie je meteen activiteit op onze beurs. Elk Europees land wil onze prijs. De gasprijs was tot nu toe gekoppeld aan de olieprijs, maar komt daar steeds meer van los. Er komt een onafhankelijke gasprijs. Die is nu toevallig lager dan wanneer het de olieprijs had gevolgd. Hier profiteert de consument dus van. Hoewel ook hier geldt: er zijn geen garanties voor de toekomst.” De handel van gasvolumes op de Nederlandse handelsplaats TTF
staatssecretaris Weekers van Financiën speciale maatregelen afgekondigd tegen BTW-fraude. Dat gebeurt nog niet in onze branche, en op deze manier kunnen we het voorkómen.”
Vertrouwen
Bert den Ouden Algemeen directeur van APX Endex
blijft groeien. Zo werd in 2010 ongeveer 200 terrawattuur verhandeld, maar in 2011 was dat bijna verdubbeld. In het eerste kwartaal van 2011 verhandelde TTF al meer gas dan in heel 2009. “Nederland is enorm aantrekkelijk voor handelaren”, stelt Den Ouden. “Zij komen naar ons toe. Wij verhandelen meer gas dan in Nederland verbruikt wordt. Contracten worden meerdere keren doorverkocht. Dat is een goed teken voor de markt. En om onduidelijke transacties tegen te gaan, heeft
Den Ouden ziet de toekomst positief tegemoet. De positie van Nederland op het gebied van gas zal sterk blijven, is zijn overtuiging. “Het Groningse gas is nog lang niet op en gaat nog lange tijd mee. Nederland blijft het centrum van de gashandel. We hébben die plek, en die zullen we niet kwijtraken. Sinds vorig jaar biedt GasTerra, de internationaal opererende handelsonderneming in aardgas, de mogelijkheid om opslagcapaciteit te boeken. Dat gebeurt via een veiling op onze beurs, waaraan leden kunnen meedoen. Marktpartijen kunnen in bezit komen van een voorraad gas, waarmee zij kunnen doen wat zij willen. Dat zal het vertrouwen in de markt vergroten, want iedereen kan zichzelf zo voorzien van gas.” Dat vertrouwen is wel nodig,
want er is veel concurrentie op de gasmarkt. Oorzaak daarvan is dat de Verenigde Staten geen gas meer nodig hebben van andere landen, omdat zij gebruikmaken van schaliegas dat in de VS zelf wordt gewonnen. “Er gaat geen vloeibaar gas meer naar de VS”, zegt Den Ouden. “Andere landen blijven daar dus mee zitten. Op dit moment is er een overschot, en niemand weet hoe lang dat zal duren. Daarom is het belangrijk dat we werken aan vertrouwen. En ook aan bijvoorbeeld de infrastructuur: we moeten zorgen dat de leidingen slim en optimaal worden benut. Nederland heeft een unieke positie als ‘gasrotonde’ van Noordwest-Europa. De centrale ligging, de kwaliteit van het leidingennetwerk en de geologische omstandigheden maken Nederland uitermate geschikt voor deze rol.”
KEES VERMEER
[email protected]
MEI 2012 · 7
1 TIP
NIEUWS
BUNDEL TOPONDERZOEK EN -ONDERWIJS
Gertjan Lankhorst Algemeen directeur van GasTerra en bedenker van de Energy Academy Europe
Energy Academy biedt brede opleidingen
GAS Hernieuwbare energie zal gecombineerd moeten worden met fossiele brandstof. Gas zal daarbij een belangrijke rol blijven spelen als schoonste fossiele brandstof FOTO: SHUTTERSTOCK
Nu nadenken over energie voor de toekomst ■ Vraag: waarom moeten we nadenken over ‘energie voor de toekomst’? ■ Antwoord: gas is belangrijk voor de Nederlandse economie. Maar de gasvoorraad onder Groningen raakt op. Mart van Bracht Algemeen directeur van TNO Energie
De rol van gas in de Nederlandse economie is ontzettend groot, vertelt Mart van Bracht, algemeen directeur van TNO Energie. “Gas brengt jaarlijks ongeveer twaalf miljard euro in de schatkist. Er zijn veel bedrijven in die sector actief. In Europa behoort
Nederland op dit terrein tot de top.” Dat komt mede doordat Nederland een grote eigen gasvoorraad heeft. De oorspronkelijke grootte van deze gasbel wordt geschat op 2800 miljard kubieke meter, ongeveer een kwart van de Europese gasvoorraad. Maar sinds de ontdekking rond 1960 is daarvan tweederde verbruikt. “De voorraad raakt een keer op”, zegt Van Bracht.“Daarom wordt nu nagedacht hoe we in de toekomst verder kunnen. We kunnen bijvoorbeeld oude velden, waarvan we vroeger dachten dat die niet rendabel waren,opnieuw gaan onderzoeken. Daarnaast kunnen we op nieuwe plaatsen gaan zoeken, bijvoorbeeld onder delen in de Noordzee die nog niet goed zijn verkend. Als derde mogelijkheid kunnen we niet-conventioneel gas gaan opsporen, zoals schaliegas.”
Onderzoek nodig
Dat laatste roept veel weerstand en onrust op, zoals vorig jaar bleek toen er plannen waren voor een proefboring bij het Brabantse Boxtel. Die boring moest worden uitgesteld. Volgens Van Bracht is nog veel onderzoek nodig. “Want we weten nog weinig over schaliegas. We weten bijvoorbeeld niet hoeveel gas we kunnen winnen. Daar moeten proefboringen duidelijkheid over brengen. In Amerika is er wel veel ervaring mee, daar bestaat een groot deel van de gaswinning uit schaliegas. Maar daar is de regelgeving minder streng en zijn er grote gebieden waar bijna niemand woont. Voor de winning moeten bijvoorbeeld veel gaten worden geboord. In Nederland is dat lastiger dan in Amerika.”
Het winnen van schaliegas kent inderdaad risico’s, erkent Van Bracht. “Maar die zijn ongeveer even groot als bij gewone gaswinning. Als we de risico’s kunnen beheersen en schaliegas kunnen winnen, dan is het een uitermate goede energiebron. De levering van gas kun je makkelijk ‘aan- of uitzetten’ vergeleken met kolen- of kerncentrales. Bovendien is de CO2-uitstoot van gas veel minder dan van olie en steenkool. Gas kun je inzetten op momenten dat er geen zon of wind is. Daarmee is gas een goede transitiebron op weg naar duurzame energie.”
KEES VERMEER
[email protected]
Ondernemer, overheid en kennisinstelling hand in hand De afgelopen maanden is er door kennisinstellingen, bedrijven en overheid hard gewerkt aan de realisatie van innovatiecontracten. Ondernemers en onderzoekers gaan een unieke samenwerking aan om met excellente wetenschap innovatieve producten en diensten te ontwikkelen. Catrinus Jepma, hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en Scientific Director of the Catrinus Jepma Hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen
Energy Delta Institute Energy Transition Programme, is één van de betrokkenen en komt aan het woord over de manier waarop innovatiecontracten de rol van de energiesector in Nederland onderstrepen.
Topsector
“Energie is een topsector, dat wil zeggen dat de Nederlandse regering ervan overtuigd is dat energie een belangrijk onderdeel is van onze economie. Nederland heeft een sterke concurrentiepositie op de internationale markt vanwege de kennis die hier aanwezig is. Daarom is het concept van innovatiecontracten in het leven geroepen waarbij publieke en private partijen samenwerken om op een innovatieve
manier oude energievormen deels te koppelen aan nieuwe energievormen. Op deze manier willen we de introductie van nieuwe energiesystemen stimuleren. Enerzijds geven we hiermee een impuls aan de Nederlandse economie en anderzijds, als we stil blijven staan, raken de fossiele bronnen uiteindelijk uitgeput en kunnen we Nederland in de toekomst niet voorzien van voldoende energie.”
Uitdaging
“Als wij geen aandacht besteden aan innovatie, zullen we geleidelijk aan vanuit een technologisch oogpunt achter gaan lopen. De landen om ons heen maken veel meer gebruik van hernieuwbare bron-
nen zoals wind- en zonne-energie. We moeten dan ook hernieuwbare energie versneld introduceren. Dat zal vooral windenergie zijn, maar ook zonne-energie en biomassa. De uitdaging is om deze energiebronnen zodanig te combineren met fossiele bronnen dat we altijd energie hebben. Gas zal een belangrijke rol blijven spelen als schoonste fossiele brandstof en in gas zijn we relatief sterk.Als we dat op een intelligente manier combineren met hernieuwbare energie, kan Nederland echt de rol van internationaal specialist vervullen.”
In september start in Groningen de Energy Academy Europe (EAE), het eerste Nederlandse instituut voor hoger onderwijs en onderzoek rond het thema energie. Doel is om de internationaal vooraanstaande positie van Nederland op het gebied van energie te versterken.
Gertjan Lankhorst is algemeen directeur van GasTerra en ‘geestelijk vader’ van de EAE. Volgens hem heeft Nederland weliswaar een sterke positie op energiegebied, maar die vertaalt zich onvoldoende in onderwijs en onderzoek. “Dat is er wel in Nederland, maar te veel versnipperd. We willen meer bundeling van toponderzoek en -onderwijs.”
Heel breed
De EAE is een initiatief van de Rijksuniversiteit Groningen, de Hanzehogeschool Groningen, GasTerra en Energy Valley,en is sterk verbonden met het bedrijfsleven.Eind 2011 steunde het Rijk dit initiatief met zes miljoen euro. Lankhorst benadrukt dat de Academy niet exclusief voor Groningen is. “De EAE wordt een nationaal en zelfs internationaal instituut.” Lankhorst noemt een voorbeeld van een mogelijk onderzoek voor de Academy. “Energieprojecten lopen vaak mis omdat er geen maatschappelijke acceptatie voor is.Technisch is er veel mogelijk, maar veel mensen willen geen windmolens of CO2-opslag.Terwijl er vaak minder risico’s zijn dan bij andere vormen van energieproductie. Maar mensen zijn bezorgd, en we willen weten hoe dat komt. Dat kunnen we gaan onderzoeken. Maar het energievraagstuk is heel breed.We kunnen ook onderzoek doen naar zonnecellen, duurzame energie of olieen gaswinning.” Ook de EAE zelf is heel breed. Er kunnen studenten terecht die onderzoek willen doen, maar ook bijvoorbeeld windmolenmonteurs.De opleidingen zijn op universitair en HBO-niveau. Ook post-academisch onderwijs is mogelijk. “De EAE is er voor iedereen die geschoold wil worden op het gebied van energie, een van de grootste vraagstukken van de komende eeuw.” De verwachting is dat de Academy zich in het eerste jaar vooral zal richten op bundeling van bestaande opleidingen. Op termijn zal de EAE zo’n drieduizend opleidingsplaatsen hebben, waarvan ongeveer duizend in het eerste jaar.
ANNE DE VOGEL
KEES VERMEER
[email protected]
[email protected]
Windenergie: impuls voor economie In Dronten nam Raedthuys recent een nieuw windmolenpark in gebruik. Sinds 1995 is dit het 18e project van de Enschedese onderneming die is gespecialiseerd in de ontwikkeling, financiering en exploitatie van duurzame energieprojecten. CEO Ton Beune: “Een gemiddelde van iets meer dan één gerealiseerd project per jaar. We hadden graag meer gewild, maar met bijna 100 megawatt geïnstalleerd vermogen zijn we toch één van de grotere spelers in ons land. Echter, in Europees verband loopt Nederland mijlenver achter als het gaat om duurzame energie. Duurzaamheid: het mag niet, het moet! Investeren in duurzame energie ligt voor de hand. De opwarming van de aarde kunnen we m.i. niet meer ontkennen. Al tref je nog steeds ongelovigen. Maar die laten zich hopelijk overtuigen door economische en politieke overwegingen. Nederland is het land van de koopman en de dominee. Dat fossiele bronnen eindig zijn beseffen we maar al te goed. Maar ja, Nederland speelt nu eenmaal een centrale rol in de op –en overslag van zowel olie als gas. We willen wel iets doen aan duurzaamheid, maar het economisch belang van fossiel is groot. We gaan blijkbaar voor korte termijn gewin. Andere landen zitten er wat dat betreft anders in. Duitsland investeert veel in duurzaamheid, zoals wind –en zonne-energie, Zweden in waterkracht, Denemarken in wind. Die landen investeren in economische waarde en politieke onafhankelijkheid op langere termijn!
Windenergie zorgt voor economische impuls
Raedthuys Groep: CEO drs. Ton Beune
Raedthuys heeft momenteel een aantal windenergieprojecten op stapel
staan, onder meer in Dronten en Ede. In Den Bosch wordt een tweede windpark ontwikkeld en in het noorden van Nederland is Raedthuys mede-initiatiefnemer van Windpark De Drentse Monden. De locatie van dit laatste park is door de provincie Drenthe als voorkeursgebied aangewezen. Het kenmerkt zich door weidsheid, openheid en een lage bevolkingsdichtheid. Duurzame energie – ook andere vormen dan wind – kan deze regio een flinke impuls geven: meer inkomsten, meer banen en meer voorzieningen. Nederlanders zijn in het algemeen voorstanders van windenergie. Toch roept de realisatie van een windpark ‘in de achtertuin’ vaak weerstand op. Soms is dat angst voor het onbekende. Daarom is het belangrijk om helder en transparant te zijn in je communicatie. Zelf kan ik genieten van een mooi windpark. Het is typisch Hollands. We zijn een echt windland.
Burgerparticipatie: winst voor iedereen Bij Raedthuys realiseren wij ons dat we met ons aandeel een bescheiden rol spelen in de energiemarkt. Maar door samen met anderen een vuist
zelfenergieproduceren.nl
Nieuwe wegen voor duurzame energie Enexis brengt gas en stroom bij mensen en bedrijven thuis. Via een betrouwbaar netwerk dat we steeds slimmer maken. Zo maken we elektrisch rijden mogelijk, kunnen huishoudens met slimme meters op elk moment van de dag hun energieverbruik volgen. En krijgen bewoners in de eerste slimme woonwijken in Zwolle en Breda de unieke kans om bewust te kiezen voor het gunstigste energiemoment. Bovendien helpen we als netbeheerder consumenten op weg om zelf energie te produceren. Hoe? Dat ziet u op zelfenergieproduceren.nl
te maken, hebben we altijd kracht en invloed kunnen ontwikkelen en zijn als bedrijf gegroeid. Ons participatieprogramma is een mooi voorbeeld van de bundeling van krachten. Sinds eind jaren ’90 geven wij particulieren de gelegenheid te investeren in onze duurzame energieprojecten. Op die manier delen ze in de revenuen van onze windparken en raken ze nauw betrokken. Er hebben tot nu vele duizenden particulieren meegedaan. Zij zijn nu extra enthousiast over windenergie! Zo creëren we draagvlak. Dat hebben wij ook teruggezien in de verkoop van obligaties in Windpark Oldebroekertocht in Dronten. Inwoners en ondernemers uit de gemeente konden profiteren van een extra hoge rentevergoeding. De lokale politiek was er blij mee. En de doelgroep kon het ook waarderen, want de obligaties waren binnen enkele weken uitverkocht. Dat is in onze ogen pure winst!
MEI 2012 · 9
EXPERT PANEL
4 X DUURZAAM Warmte koude opslag Herman Postma Commercieel directeur energie Grontmij Nederland
“Warmte koude opslag (WKO) is een warmtebuffer systeem dat warmte opvangt in de zomer, deze opslaat in watervoerende lagen in de ondergrond, om in de winter weer te gebruiken. De techniek zorgt voor veel energiebesparing in kantoorgebouwen en is financieel zeer rendabel. De driver is gelegen in de geldende normen voor de energieprestatie van een gebouw en het financieel rendement. WKO is een typische Nederlandse ontwikkeling, net als de waterbouw. In ons land wordt negentig procent van de grotere nieuwe kantoorgebouwen gerealiseerd met WKO voorzieningen. Ook bij renovatieprojecten in de utiliteitsbouw wordt er gebruik van gemaakt. De enige keerzijde van WKO is de betrekkelijke
complexiteit vergeleken met een CV ketel. In de meeste gevallen heeft dat met het beheer van het systeem te maken. Vakkundig beheer, gericht op een goed warmte-evenwicht in het systeem, is de oplossing.”
Export
“Exportmogelijkheden zijn er zeker voor deze technologie, maar wel in beperkte mate. Voor WKO heb je een specifieke waterdoorlatende ondergrond nodig en die is er vooral in Nederland. WKO wordt nu zoveel toegepast dat de ondergrond vol begint te raken. De warmte en koude bronnen kunnen elkaar storen. Regie over de benutting van de ondergrond kan dat voorkomen. Een voorbeeld van een knel-
punt is een bankgebouw in Amsterdam, met daarnaast een nieuw te bouwen ondergrondse parkeergarage. Voor de parkeergarage is veel grondwater met kostbare warmte weggepompt,dat voor de WKO was bestemd. Met ondergrondse bestemmingsplannen kan de lokale overheid ervoor zorgen dat dit niet voorkomt.“ “Ook in het kader van de energietransitie is toepassing van WKO gewenst.Warmte is in de transitie naar duurzame energievoorziening een belangrijk issue. Bovendien gaat het om energiebesparing. De bespaarde energie is immers de duurzaamste vorm van energie.”
Biomassa
Nina Skorupska Chief Technology Officer bij Essent
“Biomassa speelt een hele belangrijke rol in duurzame energievoorziening.Naast wind- en zonne-energie heb je duurzame energie nodig die altijd beschikbaar is. Daarvoor heb je biomassa nodig (Biomassa is een verzamelnaam voor biologisch materiaal dat via diverse processen omgezet kan worden in bijvoorbeeld energie, red.). De strijd tegen de klimaatverandering bestaat niet zonder duurzaam opgewekte energie uit biomassa. De afgelopen tien jaar is er veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van het opwekken van energie uit verschillende soorten biomassa en dat werpt zijn vruchten af. Wereldwijd is er een groot geloof dat biomassa heel belangrijk is voor een biobased economy.”
Verder ontwikkelen
“We werken al meer dan 10 jaar op grote schaal aan het opwekken van groene energie uit biomassa. Het duurzaam verwerken van hout tot pellets (houtkorrels) en vervolgens tot energie is op dit moment nog duurder dan het produceren van fossiele brandstoffen, maar wél een stuk goedkoper dan wind op zee of zonne-energie. Biomassa is een serieuze concurrent en het potentieel is bijna onuitputtelijk. Daarom werken we ook met de Nederlandse overheid samen om hierin verder te kunnen investeren. Wel moeten er nog veel afspraken worden gemaakt, maar dat weerhoudt ons niet om er zelf in te geloven en nieuwe technieken te ontwikkelen. Heel erg belangrijk is ook onze nieuwe
energiecentrale in het noorden (Eemshaven) waar we er naar streven om in 2020 35 procent van de brandstof te laten bestaan uit houtkorrels. In onze Amercentrale in Geertruidenberg doen we dat al. Het principe van de biobased economy is dat je echt alles er uithaalt wat erin zit. Niet alleen voor het maken van groene stroom, maar ook voor bijvoorbeeld de chemische,farmaceutische,voedsel- en diervoederindustrie. We moeten wel 100 procent zeker zijn dat de biomassa zelf ook op een duurzame wijze gewonnen en verwerkt wordt.Dat kan zeker gesteld worden met het zogenoemde Green Gold Label. In oudere én nieuwe energiecentrales moet er op deze manier kolen vervangen worden door duurzame biomassa.”
Zonne-energie
Wim Sinke Manager Programmaontwikkeling Zonne-energie bij kennisinstituut Energieonderzoek Centrum Nederland
“Veel mensen vinden zonne-energie een mooie optie die jammer genoeg te duur is om op grote schaal te gebruiken. Hooguit iets voor de lange termijn. Zonne-energie kan nu inderdaad nog niet concurreren met energie uit een kolen- of gascentrale,maar wordt wel razendsnel goedkoper. Binnenkort kun je al zonnestroom opwekken tegen dezelfde prijs als de consument betaalt voor stroom uit het stopcontact. Het is regelmatig in het nieuws dat bedrijven die zich bezig houden met zonne-energie failliet gaan. Mensen realiseren zich niet dat het daarbij meestal gaat om bedrijven gaat die zonnecellen produceren en dat de sector veel groter is dan dat. Ons land is bijvoorbeeld heel sterk in het maken van geavanceerde productieapparatuur voor de zon-
necelindustrie.Ik ben er verder van overtuigd dat de markt, net als in Duitsland, snel gaat groeien en dat er een nieuwe bedrijfstak ontstaat rondom de toepassing van systemen, die extra werkgelegenheid genereert. In 2020 willen we in Nederland vier gigawatt aan zonnepanelen op daken en allerlei andere oppervlekken hebben, dat is goed voor zo’n drie procent van de stroombehoefte.”
Groots durven aanpakken
“Ik denk dat een toekomstige duurzame energiehuishouding zonder zonne-energie onmogelijk is. Op dit moment werken we in Nederland met saldering, dat wil zeggen dat zelfopgewekte zonnestroom tot een maximum helemaal mag
worden verrekend met ingekochte stroom. Daar ontstaat wel discussie over en ik denk dat het belangrijk is om te benadrukken dat dit een belangrijke, maar tijdelijke steun in de rug is. Het doel is een volledig zelfdragende markt voor zonneenergie, die onafhankelijk is van beleid en overheidsstimulering. Wat mij betreft moeten we ook zo snel mogelijk af van minisystemen van een paar panelen.Dat was destijds een mooie opstap,maar zet op termijn geen zoden aan de dijk. We moeten het groots durven aanpakken en systemen mooi integreren in de bebouwde omgeving,de infrastructuur en eventueel op sommige plaatsen in het landschap.Honderden vierkante kilometers aan bruikbare oppervlakken liggen op zonne-energie te wachten.”
Offshore windenergie
Remco Boersma Manager Windenergie bij NUON.
“Een windturbine in de Noordzee moet je zien als een nieuwe delfstof. Het is Nederlands kapitaalgoed, wat dat betreft kun je een windturbine vergelijken met het gas dat we in Slochteren hebben.En het mooie is: die natuurlijke bronnen creëren een impuls aan de economische keten. Uiteindelijk moet windenergie op zee een industriële schaal bereiken in Nederland en zover is het nog lang niet.We hebben echt iets om de economie een impuls te geven.
Windenergie stimuleren
Bij het terugdringen van de CO2 uitstoot, zal naast biomassa, ook windenergie op zee een belangrijke rol moeten gaan spelen in onze toekomstige energiemix.”
“De randvoorwaarden voor windenergie zijn ideaal in Nederland. De zee is hier niet al te diep, er is veel windaanbod, veel havens en goed geschoolde mensen. Ons land is perfect gepositioneerd om voorop te lopen met windenergie op zee, maar toch moeten we vaststellen dat we dat niet doen vergeleken met omliggende landen. Het wordt verschrikkelijk hard werken om de doelstelling van 14 procent windenergie van de totale energie in 2020 te halen. Ik heb niet het idee dat het gevoel van urgentie overal in ons land wordt gevoeld. In Nederland is er een bescheiden beleid en budget wat betreft het stimuleren van windenergie en daardoor worden we soms gedwongen om meer naar het buitenland te gaan om onze
projecten te realiseren. De overheid mag meer doen om windenergie te stimuleren.Neem bijvoorbeeld een stopcontact op zee. Nu gaan alle projecten uit van een eigen aansluiting op land, maar je kunt die ook allemaal combineren met andere windparken. Daardoor zullen investeringskosten ook zeker dalen.Het beleid over windenergie focust zich maar slechts vier jaar, de regeringstermijn, terwijl wij nu al keihard aan het werken zijn om projecten te realiseren die pas over tien jaar klaar zijn.”
SANDER COLLEWIJN
[email protected]
10 · MEI 2012 TIP
NIEUWS
2 WERK SAMEN EN KIJK OVER GRENZEN HEEN
SAMENWERKEN IN DUURZAAMHEID LOONT Steeds meer bedrijven ontwikkelen een integrale visie op duurzaamheid. Het gebruik van windenergie is daarvan een onderdeel. Dat kan financieel aantrekkelijk zijn voor een bedrijf. Jan Bastiaansen Eigenaar van een agrarisch bedrijf
Agrarische bedrijven zijn vaak uitgestrekte, open vlakten. Bij uitstek geschikt om iets te doen met windenergie. Jan Bastiaanssen heeft een agrarisch bedrijf in de Noordoostpolder. Met wind haalt hij meer rendement uit zijn bedrijf. Hij heeft al een windmolen sinds 1984. “De energieprijzen gingen toen erg omhoog en ik zag perspectief om daar iets mee te doen. Ik ben me gaan oriënteren op de markt voor windmolens en heb er zelf een gekocht en op mijn land geplaatst. De energie die de molen opwekt, verkoop ik aan een energiebedrijf en gaat het stroomnet in. Dat is een mooie aanvulling op mijn inkomsten.”
Breed brandstofpakket
Ook grote multinationals werken tegenwoordig aan duurzaamheid. Pieter Verberne is general manager Energie bij AkzoNobel Industrial Chemicals. Hij vertelt: “Wij zijn een
energie-intensief bedrijf. Wij hebben voor onze energievoorziening eigen warmtekrachtcentrales. Maar we willen steeds duurzamer worden: minder waterverbruik, minder afval, minder CO2 en minder energieverbruik. De energiemarkt is echter uiterst onvoorspelbaar en turbulent. Een breed brandstofpakket en flexibiliteit van de eigen installaties bieden bescherming tegen prijsfluctaties. Wind is dan een van de mogelijke energiebronnen.” Verberne is hier inmiddels enkele jaren mee bezig. Voor de bedrijfsvoering zijn dit complexe processen. “Wind is heel duurzaam, maar niet altijd beschikbaar. Bij ons moeten de chemische installaties altijd voluit draaien. Hoe kun je dan die variabele windenergie inpassen in je bedrijf? Daar komen veel afwegingen bij kijken.” Maar een bedrijf als AkzoNobel kan niet Pieter Verberne General manager Energie bij AkzoNobel Industrial Chemicals
om deze ontwikkeling heen. Ook de klant let immers steeds meer op duurzaamheid. “Ook daarom moeten wij onze processen aanpassen. We gaan energie steeds meer zien als een grondstof die we inkopen zoals we onze andere grondstoffen inkopen.”
Alle aspecten
Volgens Rense van Dijk, directeur van Windunie, willen kleine en grote bedrijven steeds meer toe naar het verduurzamen van de keten, in alle aspecten.“Agrarisch Nederland heeft de ruimte en kan geld verdienen met duurzame energie. Voor de agrariRense van Dijk Directeur van Windunie
sche sector wordt wind wel eens het vijfde gewas genoemd. En andere bedrijven zijn op zoek naar een optimale energiemix. Daarmee kunnen zij de kostprijs beter beheersen. En wat wij zien is dat bedrijven er mee doorgaan als ze eenmaal zijn begonnen. Dus kennelijk levert het iets op. De eerste stappen zijn vaak lastig, maar als je hiermee bezig bent, geeft dat een brede kijk op duurzaamheid.” Dat laatste kan Jan Bastiaanssen beamen: “Je gaat er meer over nadenken en je wordt steeds enthousiaster. Je wilt méér doen op het gebied van energiebesparing. Ik denk er nu bijvoorbeeld over om een elektrische auto te kopen.”
Krachten gebundeld
gebied gebouwd worden.De overheid wijst plaatsen aan voor windmolenparken. Dat vraagt een andere exploitatie, vertelt Bastiaanssen. “Een van die plaatsen is tegen de dijk van het IJsselmeer. Toevallig heb ik daar ook grond liggen. Met een groot aantal boeren in dezelfde positie hebben we een vereniging opgericht om deze mogelijkheid te ontwikkelen.” Bedrijven zullen steeds meer gaan samenwerken op het gebied van duurzaamheid, is ook de mening van Pieter Verberne. Zo hebben begin dit jaar enkele multinationals, waaronder AkzoNobel, de krachten gebundeld om kennis over duurzaam ondernemen te bundelen en te verspreiden. “We moeten niet meer alleen voor de laagste prijs gaan, maar bereid zijn om samen te werken en winst en verlies te delen. Als we bijvoorbeeld biomassa of afval als brandstof willen gebruiken, moeten we samenwerken met een partner die verstand heeft van deze brandstoffen en de gangbare contracten in de markt. Daarvoor moet je vertrouwen hebben in elkaar.” Ook Rense van Dijk denkt er zo over: “Het is de kunst geworden om met elkaar aan tafel te gaan zitten en afspraken te maken. Samenwerken, over grenzen heen kijken en samen geld verdienen. Als je dat doet, is er genoeg voor iedereen.”
Inmiddels zijn de regels rond windenergie wel heel anders dan vroeger. Zo mogen de nieuwe, grotere windmolens niet meer dicht bij bewoond
VAN LAND TOT LAMP Duurzame energie levert geld op! Laat ons de financiële haalbaarheid van uw verduurzamingsbeleid toetsen • • • •
Wilt u een windmolen plaatsen bij uw bedrijf? Wilt u zonnepanelen op het dak van uw bedrijfspand? Wilt u inzicht in de business case voor duurzame energie voor uw bedrijf? Wilt u CO2-neutraal ondernemen?
Bel Windunie: 030 753 3100 of mail:
[email protected] meer informatie over Windunie en Winduniestroom: www.windunie.nl
KEES VERMEER
[email protected]
Coöperatie Windunie U.A. is in 2001 opgericht door een groep windmoleneigenaren uit NoordHolland om samen sterker te staan op de in 1999 geliberaliseerde energiemarkt. Anno 2012 telt Windunie in heel Nederland 243 leden, die gezamenlijk 415MW opgesteld vermogen beheren, dat is ongeveer 20% van het landelijk totaal. Windunie is hiermee een van de grootste producenten van duurzame energie van ons land. De door Windunieleden opgewekte elektriciteit wordt op de consumentenmarkt verkocht onder de merknaam Winduniestroom. Klanten kunnen desgewenst stroom afnemen van een specifieke molenaar. Wij behartigen de belangen van windmolenaars bij overheden, verzorgen voor onze leden het beheer en de bemiddeling van stroomcontracten, handelen in elektriciteit en GvO’s op de energiemarkt en ondersteunen en participeren bij ontwikkeling en opschaling van windmolens en windenergieprojecten. Vanuit onze expertise adviseren wij bedrijven hoe zij het meeste kunnen verdienen aan alle soorten duurzame energie.
MEI 2012 · 11
Haal meer rendement uit warmte koude opslag “Het monopolie van de grote energiemaatschappijen voor het leveren van stroom en gas heeft zijn langste tijd gehad.” Volgens Laurens de Lange, commercieel directeur van technisch dienstverlener Unica, zal energie steeds vaker lokaal en duurzaam worden opgewekt.
EXPERTS “Met decentrale, duurzame opwekking kunnen gebruikers en vastgoedeigenaren, in vergelijking met centrale energieopwekking, besparingen realiseren tot wel vijftig procent en een bijdrage leveren aan de reductie van de CO2 uitstoot.” Warmte koude opslag (WKO) is in Nederland een veelgebruikte vorm van duurzame energie om gebouwen in de winter te verwarmen en in de zomer af te koelen.In de praktijk blijkt het rendement van WKO’s echter vaak tegen te vallen.Onderzoek toont aan dat meer dan 70% van de WKO’s in Nederland niet optimaal functioneert.Een gemiste kans.
Complex systeem
“Een WKO bestaat uit de bron (de bodem) en de opwekking (de technische ruimte) en geeft de energie af via het afgiftesysteem (via het plafond of de vloer)”, zegt WKO-deskundige JanMaarten Elias van Unica. “Het uiteindelijke rendement van de WKO wordt bepaald door de samenwerking tussen de drie onderdelen.” Maar waarom wordt er dan nog vaak zo weinig rendement gehaald bij deze populaire Nederlandse techniek die wordt geprezen om zijn duurzaamheid? Elias: “Het kan
WINDPARK In dit windpark in Warmerhuizen staan acht windturbines.
Laurens de Lange Commercieel directeur van technisch dienstverlener Unica
Jan-Maarten Elias WKO-deskundige bij Unica
gaan om een verkeerd ontwerp met verkeerde aannames. Het kan ook aan de installatie liggen waarbij de nazorg van de installateur meestal niet voldoende is geweest. Of aan wijzigingen in een bestaand gebouw.Wie er verantwoordelijk is voor een falende WKO is vaak onduidelijk, omdat het systeem complex is en uit drie onderdelen bestaat. Ik denk dat één partij verantwoordelijk moet worden gemaakt voor het hele systeem.”
WKO werkt
Een hogere energierekening, gecombineerd met veel ‘ouderwetse energie’ is het vervelende gevolg van een WKO met een laag rendement. Daarnaast kan een slecht functionerende WKO zorgen voor een thermische onbalans onder de grond,waar de provincie boetes voor uitdeelt. Elias gelooft dat veel WKO-installaties meer rendement kunnen leveren.Het probleem bestaat vaak uit een enkel onderdeel in de totale keten dat niet functioneert,weet hij uit de praktijk. De kunst is om te bepalen welk onderdeel: “Een gemeentelijk kantoor in Amsterdam had regelmatig storingen in hun WKO.Daardoor sloeg de CV vaak aan. Het bleek om een lekkage te gaan en met een nieuwe warmte wisselaar was het probleem opgelost. Uit nieuwe metingen blijkt dat er nu veel minder gas wordt verbruikt omdat de WKO goed werkt. Daarom zijn we sinds kort met de WKO Dokter gestart om dit soort kleine maar ook grote problemen snel te kunnen oplossen.”
FOTO’S: WINDUNIE
SANDER COLLEWIJN
[email protected]
Samen duurzaam ondernemen en energiekosten verlagen Bewust omgaan met energie verlaagt uw energiekosten. Iedere ondernemer wil dit, maar hoe kan ik hier op een gemakkelijke manier invulling aan geven? Het is tenslotte niet alleen energie besparen en kosten verlagen, het is ook ons milieu besparen.
Albert Fischer Managing Director
2050
klimaatneutraal?
Fotografie © Sjaak Ramakers
Groen alleen is niet genoeg. Duurzaamheid zal pas op grote schaal een succes worden wanneer het ook lagere kosten en meer
Innova Energie
|
Onderneem vandaag nog met Innova Energie.
comfort biedt. Om dit te bereiken is er nog een slag in innovatie
De voordelen op een rij:: Levering van duurzame energie Scherpe tarieven zonder verrassingen achteraf Inzicht in energieverbruik per vestiging Geen call center, geen lange wachtrijen meer Regel uw energiezaken snel en prettig met één telefoontje
ondernemende uitvinders hierin moeten bijstaan - niet enkel door het
Ontdek de mogelijkheden: 070-3016610
nodig. Innoveren is een weg van vallen en opstaan. Financiers zullen verschaffen van kapitaal, maar ook met een duidelijk business plan, hun ervaring en netwerk. Uiteindelijk zorgt dit voor producten die beter, goedkoper én groener zijn. Dus wanneer actief investeren een gemeengoed wordt in de markt van duurzame energie, dan zijn we mogelijk voor 2050 al klimaatneutraal. Albert Fischer, Managing Director Yellow&Blue Clean Energy Investments.
+31 (0)88 0102400 www.yellowandblue.nl
Biobased economy en energy bestaan al in Zuidwest-Nederland Zuidwest-Nederland loopt voorop in biobased ontwikkelingen. De regio is hiervoor een prima plek, want nergens in Europa is zo’n grote concentratie van agro- en chemiebedrijven. Dat levert mogelijkheden op voor het uitwisselen van restenergie en het slimmer benutten van biomassa.
O
p verschillende plaatsen in West-Brabant en Zeeland groeien groene ideeën uit tot concrete initiatieven, vaak geconcentreerd op toplocaties. De grote gemene deler van alle activiteiten is dat alles business gedreven is. Want milieuwinst is belangrijk, maar het moet wel wat opleveren, vinden ze in de Biobased Delta, zoals de regio zich sinds kort noemt. De ontwikkelingen in het gebied blijven niet onopgemerkt. Dat blijkt uit een recente speech die Europarlementariër Mairead McGuinness hield. McGuinness stak de loftrompet over de ontwikkelingen in Zuidwest-Nederland. Ze roemde het brede enthousiasme onder bedrijven, politici en overheden en prees de samenwerking in de Delta die loopt van Gent tot Rotterdam.
Uitwisselen restenergie
Moerdijk is een toplocatie in de Biobased Delta. Op het bedrijventerrein wisselen bedrijven onder andere stoom, CO2 en warm water uit. Dat leidt tot lagere energiekosten omdat de afnemer goedkoper inkoopt dan bij zijn normale energieleverancier. En omdat de leverancier van de restenergie zijn overtollige warmte niet hoeft te koelen of CO2 niet hoeft uit te stoten, bespaart hij ook geld en levert het hergebruik ook milieuwinst op. Manager Milieu en Veiligheid Jacco Rentrop van Havenschap Moerdijk: “Wij realiseren de uitwisselingen door bedrijven samen te brengen in clusters. Dat is overigens allemaal maatwerk, om dat uit te zoeken en te realiseren.” Aan de Appelweg is dat al prima gelukt. BEWA, verwerker van etensresten, levert restwarmte uit zijn biovergistingsinstallatie aan kaarsenfabrikant Bolsius en DCS Coating. Aan de Westelijke Randweg komt binnenkort een nieuwe leiding te liggen voor het uitwisselen van stoom. Het Italiaanse chemiebedrijf ERCA bouwt daar momenteel een nieuwe fabriek. De nieuwe (650 meter lange) stoomleiding is een aftakking van de bestaande stoomleiding tussen Shell Chemie en Lyondell Basell. Rentrop: “ERCA hoeft hierdoor niet te investeren in een stoomketel of opwekinstallatie.”
12 miljoen kuub gas minder
De mogelijke besparingen binnen het industriegebied Moerdijk liggen rond de 12,5 miljoen kuub
Meer informatie?
gas, ofwel het jaarverbruik van circa 10.000 woningen, becijfert Rentrop. De CO2-uitstoot vermindert hierdoor met ruim 22 miljoen kilo. Rentrop: “Het is best complex en we zijn trots dat we hier daadwerkelijk koppelingen realiseren. Nu kijken we naar de kansen buiten Moerdijk, bijvoorbeeld bij Logistiek Park Moerdijk, de Spiepolder en NieuwPrinsenland. De aanwezigheid van de buisleidingenstraat langs de A17 is daarbij een voordeel.”
Nieuwkomers aansluiten
Zuidwestelijk van Moerdijk ligt het nieuwe bedrijventerrein Nieuw Prinsenland, een initiatief van Suiker Unie en de Tuinbouw Ontwikkelingsmaatschappij (TOM). Het terrein bestaat uit een glastuinbouwgebied van 220 hectare en 50 hectare voor bedrijven. “Het is vooral bedoeld voor bedrijven die iets met agro of food hebben of daar aan gelieerd zijn. Dan ontstaat er meerwaarde”, zegt manager Paul Hagens. De centrale gedachte achter Nieuw Prinsenland is dat de bedrijven elkaar op allerlei manieren versterken. “Maar er is ook ruimte voor niet-agro en food-bedrijven, zolang ze maar bijdragen aan het groene concept, bijvoorbeeld door het leveren of afnemen van restwarmte, gietwater of biomassa.” De leidingnetwerken op het nieuwe terrein worden zodanig aangelegd dat nieuwkomers eenvoudig aan kunnen sluiten. Behalve het gebruikmaken van reststromen, ziet Hagens nog meer mogelijkheden. “Je kunt denken aan het delen van installaties, bijvoorbeeld een weegbrug, waterzuivering of procesinstallatie.” Ook het delen van personeel is misschien mogelijk, evenals het delen van laboratoria voor (gezamenlijk) onderzoek. “Dat vergroot de innovatiekansen.”
Faciliteiten en kennis delen
Delen van faciliteiten én kennis gebeurt ook op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom. De campus op het terrein van chemiegigant SABIC ging vorig jaar van start onder toeziend oog van onder andere Bernard Wientjes van VNO-NCW en Rein Willems van de topsector Chemie, die de campus de status toekende van Centrum voor Open Chemische Innovatie. De provincie Brabant voorziet in financiële steun. Avans Hogeschool zet er mogelijk een expertisecentrum op. Ook
© Nick Franken voor Biobased Innovations/REWIN West-Brabant
de gemeente Bergen op Zoom faciliteert en steunt de campus. BioTorTech is een van de jonge bedrijven die zich graag vestigde op de nieuwe campus. Het bedrijf ontwikkelde een technologie om met torrefactie (een milde vorm van pyrolyse) ook natte biomassa te kunnen verwerken. Dat wordt nu meestal op het land omgeploegd of als GFT-afval afgevoerd. Directeur Ina Van Bommel. “Het unieke van onze technologie is dat we natte biomassa verwerken, waardoor alle GFT-afval in aanmerking komt als bio-grondstof.” De biomassa die met deze technologie bewerkt kan worden, is geschikt voor energieopwekking, maar Van Bommel ziet meer mogelijkheden. “We verknippen de natte biomassa in diverse stappen, waardoor we alle eigenschappen op moleculair niveau benutten. Die kunnen dienen als grondstof voor bijvoorbeeld de chemische industrie. De mineralen halen we eruit. Die kunnen terug naar het land.”
Vestigingsmogelijkheden in de Biobased Delta Green Chemistry Campus De campus in Bergen op Zoom biedt kleine innovatieve bedrijven toegang tot allerlei faciliteiten van chemiebedrijf SABIC. De campus focust op het ontwikkelen van biobased materialen, chemicaliën en coatings. Agro & Foodcluster Nieuw Prinsenland Nieuw-Prinsenland is een nieuw bedrijventerrein met biomassavergister tussen de A4 en de suikerfabriek in Dinteloord en heeft de potentie een knooppunt te worden in de West-Brabantse ‘groene economie’. Duurzame Verbindingen Moerdijk Moerdijk is de ideale locatie voor het uitwisselen van (rest)energie vanwege de grootschalige en gevarieerde bedrijvigheid en de beschikbare restenergie. Biopark Terneuzen Op Biopark Terneuzen wisselen bedrijven bijproducten en reststoffen uit, die weer dienen als grondstof of energiebron. Sloegebied Vlissingen Net als in Moerdijk en Terneuzen maakt ook Vlissingen vorderingen bij het uitwisselen van restwarmte tussen bedrijven. Bevelanden Kruiningen-Yerseke is een knooppunt van agro- en foodbedrijven en een innovatieve aquacultuursector. Bij Colijnsplaat worden nieuwe gewassen ontwikkeld.
Zeeland
Net zoals in West-Brabant ontwikkelt Zeeland ook toplocaties. In de Kanaalzone bij Terneuzen zijn de afgelopen jaren een aantal forse investeringen gepleegd. Er lopen projecten op het gebied van het benutten van reststromen van bedrijven, zoals bij Yara, Heros en Dow-Benelux. Ook in het Sloegebied (Vlissingen-Oost) lopen soortgelijke projecten met partners als Zeeland Refinery en Martens. De ontwikkeling van nieuwe groene grondstoffen vindt op meerdere locaties in Zeeland plaats, maar met een duidelijke concentratie in de Bevelanden rondom het agrofood cluster Kruiningen-Yerseke en op Colijnsplaat.
Wat is de Biobased Delta? Agro meets chemistry in Zuidwest-Nederland, en die koppeling leidt tot innovatie, is de grondgedachte. De regio wil in Europa bij de koplopers horen op het gebied van groene grondstoffen, groene bouwstenen voor de industrie en het vergroenen van processen. Dat gebeurt langs vijf lijnen: innovatie en business development, gerichte opleidingen, financieel instrumentarium, het ontwikkelen van toplocaties en internationalisering. Dit moet leiden tot het uitvoeren van diverse innovatieprojecten. De delta zoekt hierbij de samenwerking met de Bio-Energy Valley in Gent en met Rotterdam met de bedoeling om samen uit te groeien tot een biobased supercluster.
Freek van den Heuvel, REWIN West-Brabant. 076 – 56 46 783.
MEI 2012 · 13
3 TIP
NIEUWS
REGEL DUURZAAMHEID VAN A TOT Z IN DE HELE KETEN
Monika Milz Voorzitter van de Green Deal Board FOTO: F.J. FORTUNATI
Green Deal Board stimuleert duurzame innovaties De overheid en de samenleving sluiten sinds 2011 ‘Green Deals’ met elkaar af om de Nederlandse economie te verduurzamen. De Green Deal Board ziet toe op de voortgang van deze initiatieven. Voorzitter Monika Milz: “Als Nederland de duurzame ontwikkelingen in Europa wil bijbenen, moeten we de handen uit de mouwen steken.”
Zetje in de goede richting
SUIKERBIETEN Bij het produceren van suiker uit suikerbieten blijft er bietenpulp over als biomassa. Hieruit kan onder andere energie worden gemaakt. FOTO: NICK FRANKEN VOOR BIOBASED INNOVATIONS / REWIN WEST-BRABANT
Veel mogelijk met biomassa ■ Vraag: wat is biomassa? ■ Antwoord: alle materialen met een organische oorsprong. Biomassa kan worden ingezet bij de productie van energie. Roel Bol Programmadirecteur Biobased Economy bij het ministerie van EL&I
De regering en het bedrijfsleven hebben recent de Green Deal afgesloten, met de afspraak dat biomassa in de Nederlandse kolencentrales gebruikt gaat worden om de duurzaamheidsdoelstellingen voor 2020 te kunnen realiseren. Het slim gebruiken en produceren van biomassa is een enorm complex vraagstuk, vertelt Roel Bol, program-
madirecteur Biobased Economy bij het ministerie van EL&I. “Als je nadenkt over welke slimme dingen je kunt doen met biomassa, praat je al snel over meervoudige toepassingen. Bijvoorbeeld uit gras kun je eiwitten halen die je kunt gebruiken voor menselijke of dierlijke toepassingen. Maar je kunt er ook bio-afbreekbare plastics of biogas van maken.Je moet dus vooraf goed bedenken wat je er mee wilt doen, en in welke volgorde. Je kunt verschillende technologieën gebruiken om de verwerking van biomassa rendabel te maken.Daarvoor is het nodig dat verschillende partijen over de grenzen van hun sectoren heen denken.”
In beweging
De afgelopen decennia is veel technologie ontwikkeld om energie te halen uit biomassa. De energietoepassingen
van biomassa liggen met name bij de productie van biogas en biobrandstoffen en bij- en meestook in bestaande energiecentrales. Bij deze processen zijn veel partijen betrokken, zoals de voedingsmiddelenindustrie, de logistieke sector, de chemische industrie en de energiesector. Vertegenwoordigers van deze partijen zitten inmiddels bij elkaar aan tafel voor overleg en het delen van kennis, vertelt Bol. “Het veld is heel erg in beweging.Zo zijn we op zoek naar welke technieken bruikbaar zijn. Bijvoorbeeld met houtachtige biomassa kun je iets spannends doen met vergassingstechnieken. En we zijn ook nieuwe wegen ingeslagen.Bijvoorbeeld de plant bottle is een mooi voorbeeld van een nieuw biomateriaal.” Met het gebruik van biomassa zal het karakter van de chemische industrie veranderen, verklaart Bol. “Nu
zijn nog veel zogeheten kraakinstallaties in gebruik.Maar we gaan meer toe naar energiearme installaties. Dat betekent een flinke energiebesparing.” Ook samenwerking in binnen- en buitenland is van groot belang. Bol noemt de term ‘gouden driehoek’, die staat voor overheid, bedrijfsleven en wetenschap. “Vanuit de politiek is er brede steun voor deze ontwikkeling. Maar ook maatschappelijke organisaties werken hierin mee.” Bol vindt wel dat het aspect duurzaamheid door de hele keten heen goed geregeld moet worden. “Daar moet goede programmering op komen. De criteria moeten aan de voorkant van de keten goed worden vastgesteld. Ook Brussel heeft daarin een verantwoordelijkheid.” KEES VERMEER
[email protected]
Van afvalstoffen naar energie Erik Douma Bestuurder Klimaat en Energie bij de land- en tuinbouw Organisatie (LTO)
Afvalstoffen zoals mest en rioolwater kunnen bijdragen aan een biobased economy, Eric Douma weet daar alles van. Hij is bestuurder Klimaat en Energie bij de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en heeft zelf een varkenshouderijbedrijf in het noorden van het land. Samen met de overheid en het be-
drijfsleven zet hij o.a. Green Deals op om duurzame initiatieven van ondernemers te steunen.
Een voorbeeld van een Green Deal is die van Green Energie Technology, namens LTO. “Met deze Green Deal wordt gekeken naar wat er uit mest gewonnen kan worden. Als voedsel voor de mens niet geschikt is gaat het naar dieren. De ontlasting kan samen met het voedsel dat overblijft zorgen voor energie. Bacteriën breken de organische stoffen af en zetten deze om in biogas. De opgewekte energie kan vervolgens gebruikt worden binnen het bedrijf. De mineralen die overblijven bij dit proces kunnen we gebruiken voor de grond,
als hernieuwbare mest. Dan is het kringetje rond.”
Ketenakkoord fosfaatkringloop
Naast deze Green Deal is LTO ook onderdeel van het Ketenakkoord Fosfaatkringloop.Samen met andere partijen hebben ze de ambitie om voedselafval, mest, rioolwater en slib te verwerken tot nuttige producten zoals kunstmestvervangers en bodemverbeteraars. Ook de verwerking van mest naar energie wordt in dit akkoord behandeld. “Het opwekken van energie uit mest is uiterst duurzaam. De vergisting van methaan komt niet in aanraking met de buitenlucht en zo vermijden we andere emissies.Met
Door Green Deals met de samenleving te sluiten, zorgt de Rijksoverheid dat groene initiatieven een zetje in de goede richting krijgen. Milz: “Het is belangrijk om díé innovaties te stimuleren waarbij het om een combinatie van groen en groei gaat. Hier heeft de hele Nederlandse samenleving baat bij.” De overheid steunt initiatieven bijvoorbeeld door wet- en regelgeving aan te passen en voor nieuwe samenwerkingsverbanden te zorgen. Inmiddels zijn al zo’n 75 Green Deals afgesloten. Zo wil de Rotterdamse haven samen met het Rotterdam Climate Initiative (RCI) uitgroeien tot een van de meest groene havens ter wereld.
Ervaringen delen
De Green Deal Board houdt toezicht op de voortgang van lopende projecten. Het is een initiatief vanuit de koepeldeal Groene Groei, die de Rijksoverheid heeft gesloten met VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO Nederland, MVO Nederland, Stichting Natuur en Milieu en Stichting Natuur- en Milieufederaties. Milz benadrukt dat het om een ander soort toezicht gaat dan in het bedrijfsleven. “We houden toezicht op het verloop van een maatschappelijk proces. De Green Deal Board wil organisaties en bedrijven vooral stimuleren en belangstelling tonen voor de voortgang van hun initiatieven. Het gaat daarnaast om het delen van ervaringen, ook tussen de deelnemers van verschillende projecten. Ze kunnen van elkaar leren terwijl de projecten nog in ontwikkeling zijn.”
Evalueren en enthousiasmeren de uitkomst van de vergisting kun je enorm veel kanten uit, zo kun je de energie naar je kantoor geleiden en zo je laptop aansluiten op zelfgemaakte groene stroom.”
Goed op koers
De bijdrage van de agrarische sector aan duurzame energie is ruim 40%. “Vanaf 1990 hebben we al bijna 20% van de broeikasgasemissies teruggebracht. Daaronder vallen methaan, lachgas en CO2. De doelstelling vanuit Europa is 30% voor de periode 19902020. Je kunt dus wel zeggen dat we goed op koers zijn.”
De leden van de Green Deal Board zijn afkomstig uit het bedrijfsleven, de decentrale overheid en milieuorganisaties. Niet alleen houden ze toezicht op de voortgang van projecten,maar ook evalueren ze de behaalde resultaten. Hierbij kijken ze vooral naar kansen voor opschaling. Bij thema’s die nu nog onderbelicht zijn,wil de board ook nieuwe initiatieven stimuleren.Milz: “Daarnaast genereren de leden elk binnen hun eigen vakgebied aandacht voor Green Deals, om zo ook niet-betrokken partijen te enthousiasmeren om hun initiatieven in te dienen.Zo is elk boardlid een ambassadeur.”
ANNE DE VOGEL
ANNEMIEKE VAN RAMSHORST
[email protected]
in opdracht van Agentschap NL
Duurzame energie alternatieven lonen Energie is een belangrijk thema in Nederland. Fossiele energie wordt duurder en steeds moeilijker te exploreren en de vraag naar energie blijft stijgen en daarmee ook de uitstoot van CO2 als we niet iets significant anders gaan doen. Daarnaast is afhankelijkheid van één energiebron sowieso een onwenselijke situatie.
Wethouder John Nederstigt. “Het verduurzamen van onze economie en onze energiebronnen is niet alleen een verantwoordelijkheid van nationale en internationale beleidsmakers, maar ook van gemeenten, inwoners en bedrijven”. Dit stelt de Haarlemmermeerse D66-wethouder, John Nederstigt. “Het duurzaamheidbeleid van Haarlemmermeer is mede hierop afgestemd. Juist samen met inwoners en bedrijven bestaat de mogelijkheid om alternatieve energiebronnen op grotere schaal in te voeren. Duurzaamheid is niet alleen van de overheid of van een paar zonne-energie bedrijven. Het winnen van duurzame energie is al technisch en economisch haalbaar, sterker nog het levert juist geld op in een tijd van steeds verder stijgende energielasten. is. De investeringen in wind-, zonne- of op een ander manier van energie-opwekking, zoals
biomassa zijn steeds rendabeler ten opzichte van de traditionele energieopwekking en dat wordt door de voorspelbare en beheersbarelagere exploitatiekosten tijdens gebruik alleen maar gunstiger. Het niet langer wachten met investeren in alternatieve energiebronnen voor bedrijven en inwoners voor eigen gebruik, maakt je eigenlijk een dief van je portemonnee. Het Haarlemmermeerse beleid ondersteunt lokale initiatieven van scholen, bedrijven en inwoners die niet meer alleen afhankelijk willen zijn van de ’oude’ fossiele brandstoffen. Want, nu zijn investeringen nog vrijwillig en betaalbaar, maar na mogelijk verdere regulering zullen de kosten met name in een korte periode moeten worden genomen wat per definitie onwenselijk is. De overheid moet daarom nog meer hobbels wegnemen voor alternatieve
energie. Hobbels als het subsidiëren van de fossiele energie industrie, van regelgeving met betrekking tot lokale of regionale energienetten en de verdeling van de CO2 reductie bij regionale samenwerking. Anders dan de heer Fennema [zie artikel nawoord] ben ik van mening, dat het kantelpunt dat hij noemt, al een paar jaar achter ons ligt. Nederland loopt ver achter ten opzichte van Duitsland, Japan of China als het gaat om onze ‘duurzame economie’ en kwalijker, er wordt verhoudingsgewijs nog veel geinvesteerd, gesubsidieerd en geleund op een techniek die aan het einde van zijn levenscyclus zit. Het verantwoord verduurzamen van onze energievoorziening is nu al lonend én noodzakelijk. Wanneer de gecombineerde duurzame energie-alternatieven de kans krijgen om zonder subsidies de concurrentie met de fossiele industrie aan kunnen gaan, versnelt dat het proces nog meer. Hierbij spelen loklae energienetwerken straks een grote rol, ben ik van mening.
Juist in deze tijd van economische teruggang is het verduurzamen van de economie de motor van onze economische toekomst. Voor het onderwijs, de kenniseconomie en een groei van onze arbeidsmarkt is verduurzamen van de maatschappij dé kans om gezamenlijk een nieuwe economische pijler in te richten. Haarlemmermeer heeft met haar beleid “Ruimte voor Duurzaamheid” precies daarop ingezet. Deze Schiphol regio biedt met haar grote economische bedrijvigheid en de verschillende woningbouwopgaven een unieke kans voor duurzame ontwikkeling van onze regionale economie. De gemeente werkt hier samen met andere overheden, onderwijsinstituten, bedrijfsleven en inwoners om dit voor elkaar te krijgen. In Haarlemmermeer en de Metropoolregio Amsterdam. Het college heeft een aantal initiatieven genomen. De gemeente richt nu een Duurzaam Bedrijf (DeB) op. Dit participatiebedrijf is bedoeld om investeringhobbels weg te nemen
voor duurzame investeringen van particulieren en bedrijven. Het bedrijf gaat uit van het principe van een ‘revolving fund’. De investeringen worden terugverdiend via de exploitatiekosten. Vooruitlopend op dit bedrijf is de gemeente met een 14-tal scholen volgens het hetzelfde principe te werk gegaan. Hierbij worden de scholen voorzien van zonnecellen op het dak en de investering word via de lagere exploitatiekosten terugverdiend. Dit is zeer waarschijnlijk de eerste keer dat in Nederland zoiets met onderwijsinstellingen wordt opgezet. Naast deze initiatieven stuurt de gemeente aan op het verduurzamen van haar hele gemeente. Dit kan alleen wanneer iedereen zoveel mogelijk daaraan meedoet. Dat geldt voor heel Nederland; samenwerken voor het verduurzamen van onze maatschappij is noodzakelijk. Daarbij moet iedereen zijn rol pakken om dit succesvol te maken”.
Arnhem: stad van elektriciteit
Energie Made in [Arnhem] De energie- en met name elektriciteitssector is van oudsher sterk vertegenwoordigd in Arnhem. Toonaangevende organisaties als KEMA, TenneT, Alliander en NedStack zijn in Arnhem gevestigd. Gemiddeld 1 op de 14 mensen in Arnhem werkt in de sector energieen milieutechnologie. En met Industriepark Kleefse Waard en Arnhems Buiten beschikt Arnhem over twee hoogwaardige bedrijventerreinen waar al jarenlang een aantal van de meest innovatieve bedrijven op EMT-gebied zijn gehuisvest.
Wethouder Margreet van Gastel
Trolleys
Wellicht het meest opvallende uithangbord van Arnhem als elektriciteitsstad zijn de trolleybussen. Bussen die via een uitgebreid netwerk van elektriciteitspalen voor een belangrijk deel het straatbeeld van de stad bepalen. Bussen die, omdat ze op groene stroom rijden én geen
fijnstof uitstoten, een belangrijke bijdrage leveren aan de duurzame ambities van de stad.
Kans
“Dankzij de specifiek in Arnhem aanwezige mix van kennis, expertise en faciliteiten is de transitie van een fossiele naar een duurzame (klimaat
neutrale) energievoorziening niet alleen een opgave, maar juist een kans”, stelt wethouder Margreet van Gastel . “Een kans die door de ge meente samen met inmiddels bijna honderd partners uit de stad is aan gegrepen onder de noemer Energie Made in [Arnhem]. Een initiatief dat zorgt voor een extra impuls en bundeling van de individuele duur zame ambities van ondernemers, overheid en onderwijs.
voelen”, aldus Van Gastel. Die pragmatische aanpak werpt inmiddels zijn vruchten af. Nederlands eerste openbare waterstoftankstation, de komst van oplaadpalen voor elektrische auto’s, Arnhemse studenten die meedoen aan de Shell-Eco marathon met een door hen zelf ontwikkelde waterstofauto, de ontwikkeling en productie van ‘swerelds grootste brandstofcel voor een elektriciteitscentrale in de haven van Antwerpen. Allemaal Made in [Arnhem]. Ook de Arnhemse woningcorparaties doen Voorbeelden Arnhem kiest voor een aanpak waar- een flinke duit in het zakje door te bij zichtbaarheid en resultaat kern- investeren in het verduurzamen van begrippen vormen. “Uitgangspunt hun woningvoorraad. voor mij zijn concrete resultaten. We moeten ons niet laten verleiden tot Prinsjesdag mooie rapporten waarin prachtige Van Gastel: “De resultaten die we vergezichten staan. We moeten met boeken werken aanstekelijk op alle voorbeelden komen die onze inwo- partners van het project. En dat ners en ondernemers kunnen zien en enthousiasme blijven we als gemeen-
te aanwakkeren. Zo organiseren we jaarlijks een bijeenkomst voor alle partners. Zeg maar onze eigen prinsjesdag, maar dan voor energie.” Dit jaar doen we er een schepje bovenop met een meerdaags festival in oktober rond het thema Energetic City 2050, samen met Alliander. “Het steeds opnieuw uitdragen en communiceren van de successen is belangrijk”, weet van Gastel. “Zo houd je letterlijk de energie in het project.”
Energieraad
Het draagvlak voor Energie Made in [Arnhem] is groot. Ook bestuurlijk. Dat blijkt uit de samenstelling van de Arnhemse Energieraad. Zeven vooraanstaande bestuurders* die door hun netwerken zorgen voor nieuwe verbindingen en nieuwe kansen om Arnhem nog duurzamer te maken.
* De leden van de Arnhemse Energieraad zijn: Alex van Hooff, directeur van Burgers Zoo, Ron Bormans, voorzitter van het college van het bestuur van de Hogeschool Arnhem - Nijmegen, Bart Schoonderbeek directeur van Industriepark Kleefse Waard, Thijs Aarten, voorzitter van de raad van bestuur van de KEMA, Harry de Vries, voorzitter van de Stichting KIEMT, Marco de Wilde, directeur van woningcorporatie Portaal en Margreet van Gastel, wethouder van de gemeente Arnhem.
MEI 2012 · 15
INZICHT DE PRAKTIJK
HAN FENNEMA Voorzitter Netbeheer Nederland
EXPERT
Slim energienet verstandig voor energie van de toekomst De Nederlandse energievoorziening staat aan het begin van ingrijpende veranderingen. “De ontwikkelingen die we de afgelopen tien jaar hebben gezien, zijn waarschijnlijk beperkt in vergelijking met de ontwikkelingen van de komende tien jaar”. Dit stelt Han Fennema, voorzitter van branchevereniging Netbeheer Nederland die de belangen van de energienetbedrijven behartigt. Niemand kan precies voorspellen hoe groot het aandeel van de verschillende energiebronnen in het volgende decennium is. Maar hoe de energiemix er over tien jaar ook uitziet, vast staat dat het energienet een centrale rol inneemt. Dit energienet vormt de verbinding tussen de plaats waar energie wordt opgewekt en de afnemers van energie.
Vooruitdenken
De aanleg van een nieuw energienet kost inclusief inspraakprocedures en vergunningverlening een paar jaar. Bovendien zit een energienet voor minimaal vijftig jaar in de grond voordat deze technisch is afgeschreven. Dat maakt het belangrijk om vooruit te denken en de juiste investering in de juiste hoeveelheid te doen. De netbeheerders moeten er enerzijds voor zorgen dat het energienet is voorbereid op toekomstige ontwikkelingen, maar anderzijds dat er niet onnodig wordt geïnvesteerd in overbodige netcapaciteit. “Het energienet mag niet de bottelnek van de energietransitie worden, maar moet de verduurzaming faciliteren. Netbeheerders voelen die maatschappelijke verantwoordelijkheid en investeren daarom in slimme netten die de toekomstige vraag en aanbod van energie aankunnen.”
Kip-ei dilemma
“We zitten momenteel op een kantelpunt. Op veel gebieden is sprake van het kip-ei dilemma, of het nu gaat over wind van zee, elektrisch vervoer of groen gas. Op deze onderwerpen kunnen netbeheerders als publieke organisaties het voortouw nemen. Netbeheerders hebben de expertise en de mensen in huis om een actieve bijdrage aan de energietransitie te leveren. Zonder een goed functionerend energienet komt er, alle goede bedoelingen ten spijt, geen energietransitie tot stand.”
‘Energie is een vitaal onderdeel van de samenleving en de Nederlandse economie. In sommige gevallen gaat het letterlijk om leven en dood’ Betrouwbaarheid voorop
De netbeheerders staan voor de taak om het klassieke energienet om te bouwen naar een energienet waarop tweerichtingsverkeer mogelijk is. Nu al wordt een behoorlijk deel van de energievoorziening decentraal geproduceerd. Bijvoorbeeld via kleinschalige windparken, zonnepanelen en WKK. Gecombineerd met het toegenomen elektriciteitsverbruik vraagt dit om investeringen in het energienet. Slimme netten dragen ertoe bij dat vraag en aanbod van energie beter wordt gebalanceerd en dat met behulp van ICT efficiënter gebruik wordt ge-
maakt van het energienet. “Dit maakt wel dat er nieuwe risico’s ontstaan voor de betrouwbaarheid van het net. Niemand wil natuurlijk dat het energienet even gemakkelijk vastloopt als de computer thuis”, stelt Han Fennema. “Energie is een vitaal onderdeel van de samenleving en de Nederlandse economie. In sommige gevallen gaat het letterlijk om leven en dood. Om die reden nemen de netbeheerders geen enkel risico als het gaat om de veiligheid en betrouwbaarheid van het energienet. De huidige betrouwbaarheid ligt op 99,996% Ook bij de intelligente netten van de toekomst zal Nederland wat dat betreft een toppositie moeten innemen.”
Nieuwe rollen
De laatste tien jaar is de energiesector versplinterd door privatisering en internationalisering, waardoor samenwerking in de keten moeilijker is geworden. Dit terwijl de energietransitie om geintegreerde oplossingen vraagt. “Iedereen vindt energiebesparing belangrijk, maar op dit moment zitten alle partijen vast in de eigen rol. Zo mogen netbeheerders volgens de huidige wet- en regelgeving wel de slimme meter plaatsen, maar niet de energiedisplay aanbieden waarop klanten hun actuele verbruik kunnen aflezen; dit laatste is voorbehouden aan de vrije markt.” De vraagstukken die voorliggen kunnen niet door één organisatie worden opgelost. Het vereist dat alle partijen – politiek, maatschappelijke organisaties, consumenten, producenten én netbeheerders – tot gezamenlijke keuzes komen. HAN FENNEMA Voorzitter Netbeheer Nederland
[email protected]
HAN SLOOTWEG Hoogleraar Smart Grid aan de Technische Universiteit in Eindhoven en manager Innovatie bij netbeheerder Enexis
Mobile Smart Grid: elektrisch rijden Het aantal elektrische auto’s in Nederland neemt toe, en daarmee de vraag naar oplaadpunten. Om in deze behoefte te voorzien en elektrisch autorijden zo eenvoudig mogelijk te maken is een aanpassing van de infrastructuur nodig. Han Slootweg, hoogleraar Smart Grid aan de Technische Universiteit in Eindhoven en manager Innovatie bij netbeheerder Enexis geeft aan dat er talloze mogelijkheden zijn voor het opladen van elektrische auto’s. “Mensen zullen zo vaak mogelijk hun elektrische auto thuis willen opladen. Dat kan ook bij snellaadstations als je onderweg bent, maar dat zal meer kosten. Daarnaast zijn er nog veel meer oplossingen, zoals oplaadpunten bij parkeerplaatsen in de stad. Een auto staat ongeveer 22 uur stil op een dag, die tijd kan perfect benut worden om de auto op te laden, dan is het duurdere snelladen onderweg niet meer nodig.”
het langzaam laden. Deze manier van laden brengt ook nog eens de mogelijkheid met zich mee voor intelligent, gestuurd laden. Zo worden er mogelijkheden onderzocht voor communicatie tussen het energienetwerk, laadpunten en elektrische auto’s. Deze mogelijkheden worden al toegepast in pilotprojecten. “Door middel van communicatie kan doorgegeven worden hoe lang de auto bij een laadpaal zal staan en hoeveel kilometers de auto daarna moet kunnen rijden. Ook kan worden gecommuniceerd wanneer de mogelijkheid bestaat gebruik te maken van groene energie. Dan kun je bijvoorbeeld als het hard waait of de zon flink schijnt de auto opladen met groene energie. Zo draagt de elektrische auto door intelligent opladen met het Mobile Smart Grid concept bij aan het opvangen van de schommelingen in het aanbod van duurzame energie.”
Langzaam laden
De goedkoopste manier om een elektrische auto op te laden is
22 uur
ANNE DE VOGEL
[email protected]
per dag staat de gemiddelde auto stil. Die tijd kan worden gebruikt om een elektrische auto op te laden.
Energy Valley maakt werk van
nieuwe energie
Windenergie
Kennis
Met Energy Valley werken bedrijven, overheden en kennisinstellingen in Noord-Nederland samen om vanuit de regionale kracht werk te maken van groene energie. Daarbij wordt fors geïnvesteerd in nieuwe projecten en innovatie. Energie is dan ook een sterke motor voor de economie en een topsector in het Noorden, wat zorgt voor veel nieuwe bedrijvigheid en banen. De verbinding met Noord-Duitsland en andere Noordzeelanden versterkt de unieke positie als Europese koploper en energieleverancier voor vandaag en morgen. Biomassa
Decentrale energie Groene Gasrotonde
Groene Gasrotonde
Smart Energy Systems
Het Noorden bevindt zich in het hart van de Europese gasrotonde met aanvoer, opslag en handel. Dit zorgt voor een unieke concentratie van bedrijvigheid en expertise. Gas is daarbij een schone en flexibele brandstof om schommelende energie uit zon en wind op te vangen. Bovendien loopt het Noorden voorop in grootschalige productie van groen gas uit biomassa.
Aan de hand van praktijktoepassingen wordt ervaring opgedaan met decentrale energie uit zon, water en restwarmte in de woon- en werkomgeving. Dit biedt nieuwe kansen voor de maakindustrie en installateurs in slimme energiesystemen en –infrastructuur.
Bio Based Energy
Onderzoek & Onderwijs
De sterke afval- en agrosector lopen voorop met de nieuwste technologieën voor duurzame energie uit biomassa. Daar wordt groen gas en biogas uit gemaakt, maar ook vaste en vloeibare brandstoffen zoals biocoal, biomethanol en biodiesel. Deze snelle ontwikkeling van Bio Based Energy zorgt voor veel groene industrie en bedrijvigheid.
Bedrijven en kennisinstellingen hebben hun krachten gebundeld in de Energy Academy Europe en het Energy College. Daar wordt onderzoek gedaan naar groene innovaties en worden de energie-experts en vakmensen aansluitend op de behoeften van de markt opgeleid op mbo-, hbo- en wo-niveau.
Power Production & Balancing In Noord-Nederland wordt een belangrijk deel van de Nederlandse elektriciteit geproduceerd. Deze positie van stroomproducent neemt verder toe met de opkomst van windparken op zee. De gunstige ligging aan de Noordzee én op een knooppunt van Europese elektriciteitskabels vormt een prima uitvalsuitvalsbasis voor bedrijven in de bouw en onderhoud van de grote offshore windparken voor de kust van Nederland en Duitsland. Schommelingen in de productie worden opgevangen door de gasrotonde.
SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND DEZE PROJECTEN WORDEN MEDEGEFINANCIERD DOOR HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING, HET MINISTERIE VAN ELI, DE PROVINCIE DRENTHE EN HET MINISTERIE VAN IM.