Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
INHOUDSOPGAVE
Echt geboden
Een studie inzake Acta Synode Zuidhorn Art 41 Echtscheiding
1
Inleiding ................................................................................. 7
2
Samenvatting 'Nieuwe Benadering' uit deputatenrapport ..... 8
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
De stijl van het koninkrijk ....................................................... 8 Toepassing van 'de stijl' op huwelijk en echtscheiding ......... 9 Paulus’ toepassing van 'de stijl' in 1Kor. 7 ........................ 11 Toepassing van 'de stijl' vandaag...................................... 11 Praktische uitwerking........................................................... 14
3
Kern van de 'Nieuwe Benadering' ....................................... 18
4
Bezwaren tegen de 'Nieuwe Benadering'............................ 22
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Christus' geboden................................................................ 22 Paulus' uitspraken .............................................................. 25 Nieuwe regels ...................................................................... 26 Ambtelijke opdracht ............................................................. 29 Ernstige consequenties ....................................................... 31
5
Synodebesluiten .................................................................. 34
5.1 5.2
De status van de 'Nieuwe Benadering'................................ 34 Methodiek ............................................................................ 36 2
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
6
Maart 2004
Voorwoord
Samenvatting....................................................................... 38
7
De kerkelijk discussie rond echtscheiding........................... 39
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
De hoofdlijn.......................................................................... 39 Extreme situaties ................................................................. 40 Andere omstandigheden ..................................................... 41 Het argument van de eed .................................................... 41 De nieuwe regels................................................................. 43 Aanpassingen...................................................................... 45 Werkt het? ........................................................................... 46 Conclusie ............................................................................. 47
8
Rapport Huwelijk en Echtscheiding GS Amersfoort-C ........ 49
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
De uitleg van 1Kor. 7 ........................................................... 49 Tweede huwelijken na echtscheiding en hun kerkelijke bevestiging .......................................................................... 58 Kerkelijke tucht .................................................................... 59 Invoering van de 'Nieuwe Benadering' ................................ 62 Terug naar de Schrift........................................................... 63
9
Bijlagen ................................................................................ 65
9.1 9.2 9.3 9.4
Bijlage A - Wie zegt wat?..................................................... 65 Bijlage B - 'Nieuwe Benadering' van abortus provocatus.... 73 Bijlage C - Weerlegging van enkele tegenwerpingen ......... 75 Bijlage D - Een brief van Calvijn.......................................... 79
Deze brochure bevat een studie over echtscheiding en hertrouwen na echtscheiding n.a.v. besluiten van de generale synode van Zuidhorn van de gereformeerde kerken vrijgemaakt. De synode nam acht besluiten op het gebied van echtscheiding (Acta art. 41), gebaseerd op een 'Nieuwe Benadering' aangedragen door de deputaten Echtscheiding 1 (voortaan dE) . Zij legden hun visie op echtscheiding en hertrouwen neer in een omvangrijk en complex rapport (79 pag.). Daarvan is een populaire versie verspreid in de kerken (38 pag.). Het eerstgenoemde rapport wordt in deze brochure kortheidshalve aangeduid met DRE-Z. Nadruk We kunnen met verschillende onderdelen van de rapporten en de besluiten van harte instemmen. Dat laat onverlet dat naar onze 2 overtuiging de 'Nieuwe Benadering' moet worden afgewezen. Daarop zal in deze studie de nadruk liggen. Dat kan wel eens wat eenzijdig lijken (er staan toch ook mooie dingen in het rapport) maar het gaat er om of de hoofdlijn van dit rapport in overeenstemming met de Schrift is. De vraag is: Mogen ambtsdragers in hun werk zich baseren op deze 'Nieuwe Benadering', of niet? En: Wordt recht gedaan aan uitdrukkelijke geboden van de Here, of niet? Daarop valt het accent. Kerkelijke discussie Midden 2004 schreef drs. A.L.Th. de Bruijne, een van de leden van het 3 deputaatschap 'Huwelijk en Echtscheiding', in de Reformatie een nadere verantwoording en verduidelijking van de 'Nieuwe Benadering'. Deze artikelen werden gepubliceerd nadat de eerste versie van deze studie was voltooid en ze zijn er daarom ook niet in verwerkt. Wel kan worden geconstateerd dat zijn publicatie onze conclusies niet ontkracht. In hoofdstuk 7 is hiervan rekenschap gegeven. Overigens, de kerken hebben te maken met een officieel document dat door het deputaatschap aan de synode van Zuidhorn is aangeboden. 1
De deputaten Echtscheiding benoemd door de synoden van Leusden en Zuidhorn zijn dezelfde personen. In deze brochure worden zij daarom zonder onderscheid aangeduid met dE. 2 Vergelijk ook: Dr H.J.C.C.J. Wilschut, Nader Bekeken 10/12, p330: " … dat het rapport in de omgang met de Schrift iets tweeslachtigs heeft kan niet ontkend worden." 3 Reformatie jaargang 79, nummers 37-40.
3
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Tussendoor-publicaties van een deputaat kunnen helpen om achtergronden te verduidelijken maar hebben geen 'officieel gezag'. Nieuw rapport van deputaten Inmiddels is voor de komende generale synode van AmersfoortCentrum een nieuw deputatenrapport Huwelijk en Echtscheiding geschreven. Het is te vinden op de website van de gereformeerde kerken vrijgemaakt. Dit rapport consolideert de 'Nieuwe Benadering' en doet uitgebreide voorstellen voor integrale invoering in de kerken. In hoofdstuk 8 worden de belangrijkste zaken uit dit rapport besproken voorzover ze al niet in vorige hoofdstukken aan de orde zijn gekomen.
5 - Synodebesluiten 6 - Samenvatting U kunt de deputatenrapporten downloaden van de GKV web-site en op uw eigen computer uitprinten. D.J. Bolt Apeldoorn, November 2004
Invloed Als de 'Nieuwe Benadering' in onze kerken zijn beslag krijgt heeft dat grote consequenties. Want deze benadering vormt een fundamentele nieuwe basis onder al ons ethisch handelen. Het zal invloed hebben op onze visie op zaken als samenleven voor het huwelijk, homohuwelijk, vrouw in het ambt, abortus en euthanasie om maar wat te noemen. In de praktijk van het ambtelijke werk zullen de gevolgen voortdurend merkbaar zijn. Wij kunnen er dus niet onderuit deze 'Nieuwe Benadering' grondig met elkaar te bespreken en een schriftuurlijk standpunt te bepalen. Dat kost tijd en energie maar die is noodzakelijk en meer dan verantwoord. Leeswijzer Deze studie beperkt zich tot de kernzaken, hoewel er is veel meer in de rapporten is dat aandacht verdient. Misschien is niet iedereen in de gelegenheid de rapporten of onze studie in zijn geheel te lezen (hoewel we dat wel dringend aanbevelen). We hebben daarom een aantal hints hoe in beperkte tijd toch de kern van de zaak eigen gemaakt kan worden. Veel tijd Minder tijd Weinig tijd Nauwelijks tijd
Lees de deputatenrapporten Echtscheiding en deze studie. Lees de populaire versie van het DRE-Z en deze studie. Lees alleen deze studie, zij bevat ook een korte samenvatting van het DRE-Z. Lees van deze studie de hoofdstukken: 3 - Kern van de 'Nieuwe Benadering' 4 - Bezwaren tegen de 'Nieuwe Benadering' 5
6
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
1
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Inleiding
2
Gij zult niet echtbreken! Dit gebod is eeuwenlang in de gereformeerde kerken het uitgangspunt geweest in de leer van huwelijk, echtscheiding en hertrouwen. Op basis hiervan wordt (werd?) gehandeld in de kerkelijke praktijk. Echtscheiden? Nee, tenzij er sprake was van overspel of een ongelovige echtgenoot voor de keuze plaatste: geloof afzweren of scheiden. Met de 'Nieuwe Benadering' van de deputaten echtscheiding (dE) komt hierin een drastische verandering. Voortaan kunnen afhankelijk van vele factoren huwelijksmoeilijkheden leiden tot echtscheiding en hertrouwen met kerkelijke dispensatie van het gebod. De dE motiveren deze nieuwe koers met een ingewikkeld en uitgebreid rapport. In het volgende hoofdstuk van deze studie wordt getracht een goed beeld te geven van hun redeneringen aan de hand van een aantal hoofdpunten: De stijl van het koninkrijk Toepassing van 'de stijl' op huwelijk en echtscheiding Paulus’ toepassing van de stijl Onze toepassing van de stijl Praktische uitwerking
2.1
Samenvatting 'Nieuwe Benadering' uit deputatenrapport De stijl van het koninkrijk
Jezus' onderwijs De deputaten echtscheiding (voortaan dE) vinden dat we niet moeten beginnen bij het zevende gebod maar bij Jezus’ onderwijs. Die insteek is breder hoewel ‘minder gevuld’. We moeten ons niet beperken tot het smallere spoor van het gebod want dat leidt tot verstandelijk redeneren. Jezus gaat in de bergrede ook boven dat gebod uit. Hij leert ons een manier van leven die past bij het koninkrijk der hemelen, 'de stijl van het 4 koninkrijk'. Met het vernieuwde denken naar Rom 12:1,2 zijn wij in staat uit te maken wat goed is en daarvoor te kiezen. Christelijke keuzen komen niet tot stand door in te zetten bij de tien Geboden maar door ons te laten stempelen door Gods werken in Christus. Zo leren we, samen met al de heiligen, in vernieuwd denken onderscheiden tussen goed en kwaad. Geeft de Here Jezus ons in de bergrede dan niet concreet aan wat 5 Gods wil is, ook t.a.v. huwelijk en echtscheiding? Naar de mening van de dE geeft Christus daar geen aanvullende en verdiepende geboden maar slechts enkele voorbeelden of illustraties bij zijn algemene onderwijs. Daarbij moeten we bovendien niet vergeten dat ze context of tijdgebonden zijn. Die concretiseringen mogen geen eigen leven leiden als fundament van de christelijke levensstijl. Het 7de gebod wordt volgens de dE voor een deel gekleurd door de 6 context van Israëls volksgemeenschap. Zij komen tot de conclusie dat 7 oorspronkelijk echtscheiding en hertrouwen geoorloofd waren. Jezus grijpt terug achter Mozes op de schepping en tegelijk vooruit op het 4
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. 5 Zie het tekstmateriaal in Bijlage A - Wie zegt wat? 6 dE lezen dit uit Ex 22:16v en Deut 22:13-30 waar de getrouwde man na overspel niet gedood werd maar de vrouw ‘erbij’ moest nemen. 7 dE concluderen dit uit de mogelijkheid van een scheidbrief in Deut 24:1-4.
7
8
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
naderende koninkrijk. Daarom moet wij bij Jezus’ onderwijs inzetten. In dat kader moeten de geboden van Mozes’ worden geplaatst. Navolging van Jezus Wat zijn hiervan nu de algemene morele consequenties? Kenmerkend voor onze levensstijl is dat we ons geluk in Jezus en zijn koninkrijk zoeken. Dan gaan we niet de zonde indammen maar doen ze radicaal weg. Oudtestamentische geboden beperken zich vaak tot een bepaald terrein maar in Christus zijn er geen terreinen meer waar nog zonde toelaatbaar is. Dat komt het meest sprekend uit in de grenzeloze naastenliefde die ook de vijand omvat. Wij moeten het volmaakte 8 navolgen. Die navolging van God is een algemeen beginsel dus. Om op een fijngevoelige manier het kwade en goede te kennen en 'de stijl van het koninkrijk' te vertonen moeten wij veel factoren in rekening 9 brengen. Natuurlijk in de eerste plaats allerlei schriftgegevens. Maar ook de gangbare zede en maatschappelijke verhoudingen, de praktijk in de verschillende kerken, cultuurinzichten en burgerlijke deugden spelen een rol. De bijbel zelf geeft geen antwoorden op al onze vragen maar schetst wel de grote lijnen. Wij moeten vooral door gebed als centraal instrument inhoudelijk ontdekken wat het goede in onze situatie is.
2.2
Toepassing van 'de stijl' op huwelijk en echtscheiding
De geschetste levenstijl passen de dE toe op huwelijk en echtscheiding. Het huwelijk moeten we nu zien in het perspectief van het komende koninkrijk. Het huwelijk is geen doel op zich maar een middel voor de gemeenschap tussen mensen. Het verdwijnt wanneer straks Christus verbonden is met zijn Kerk. Christus grijpt in zijn onderwijs terug op de schepping maar dat kan niet betekenen dat Hij het huwelijk in alle 10 opzichten de structuur en betekenis hergeeft. Dat blijkt ook uit de waardering die het ongehuwd-zijn ontvangt in het NT. Dit heeft betekenis voor de vraag m.b.t. hertrouwen: ongehuwd-zijn past bij de verwachting van het koninkrijk. De gereformeerde traditie
moet anders leren omgaan met ongehuwd-zijn en niet meer het getrouwd-zijn als normale stand van leven benadrukken. Ons geluk op de weg van het koninkrijk betekent ook dat ‘ongelukkige’ huwelijken kunnen worden volgehouden. Zelfs als b.v. sexueel verkeer binnen het huwelijk ontbreekt. Dat geeft geen vaste reden om het 11 huwelijk te beëindigen. Niet ons geluk moet leidend zijn maar 'de stijl van het koninkrijk'. Daarbij moet wel geestelijke geborgenheid en steun te vinden zijn binnen de gemeente. Echter, in tal van situaties moet wel rekening gehouden worden met draagkracht en gevolgen voor mensen en kan de kerk dispensatie geven van de regel. 'De stijl' vraagt om het wegdoen van meer huwelijkszonden dan door Mozes waren ‘gedefiniëerd'. Zo noemt Christus als voorbeeld de zonde van het op een onreine manier kijken. In zijn tijd lag het accent op zonden die te maken hadden met sexualiteit en de posities van man en vrouw; de bijbel lijkt minder oog te hebben op ‘relationele’ en ‘psychische’ aspecten. Wij weten daar nu meer van en moeten ook die zonden aanpakken. Wij moet niet onevenredig veel aandacht aan de voorbeelden van Jezus besteden want die zijn situatie-bepaald. In onze tijd spelen in het huwelijk zaken als eigen belang en ontplooiing, dominantie, voor jezelf leven, gesloten huwelijk, egocentrische sexualiteit, geblokkeerde communicatie, onopgeloste conflicten, verwaarloosde omgang met God, verkeerd voorbeeld voor kinderen, etc. een rol. Navolging van Christus zet het huwelijk in voor de zaak van Gods koninkrijk. Het is een oefening in de liefde en een middel b.v. om mensen voor God te winnen. Geen enkele zonde is bij voorbaat een reden om de relatie te beëindigen. Zelfs bij overspel zal tot het uiterste 12 worden getracht de relatie te herstellen. Daarom overstijgt Jezus het 13 kader van Mozes’ wet en doet recht aan 'de stijl van het koninkrijk'. Echter zonder berouw en bekering zal overspel wel zijn gevolgen kunnen hebben in echtscheiding en eventueel hertrouwen. Volgens de dE zegt de Schrift daarover echter niets. Kan er na een echtscheiding opnieuw worden getrouwd?
8
Mat 5; Rom 8:29, Ef 4:24, Ef 5:1,2 9 Mat 19:4-8; Rom 12:1,2;1 Kor 7:10;, Han15:28v; 1Tes 4:1-6; 1Tim 1:8-11; 1Kor 9:9; 10:6; 11:13-15, 11:16;14:35,36, Filip 1:9; 4:8; Ef 5:22-6:9; Kol 1:9; 3:18-4:1; Rom13:3;1 Pet 2:11; Jac 1:5. 10 DRE-Z p41. Het is niet duidelijk welke aspecten de dE hier bedoelen. Slaat dit alleen op het aspect dat er geen huwelijk meer zal zijn na de jongste dag? Was dat niet van ' den beginne'?
9
11
Dit in afwijking van de onder ons gevoerde praktijk. dE motiveren dat met verwijzing naar Jer 3 waarin God zijn ‘overspelige’ volk opnieuw tot vrouw neemt. 13 dE vinden dat de gereformeerde traditie daar meer nadruk om moet gaan leggen i.p.v. overspel als grond voor echtscheiding te beschouwen. 12
10
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
De dE vinden dat dat in de regel niet past bij 'stijl van het Koninkrijk'. Zij overwegen dat het huwelijk als een voor God gesloten verbond nog 14 geldt. Toch hebben zij onvoldoende evidentie om hier stellige uitspraken over te doen en blijven liever aan de veilige kant. Meer studie is nodig.
2.3
Paulus’ toepassing van 'de stijl' in 1Kor. 7
In 1Kor. 7 herhaalt Paulus het onderwijs van de Here dat een vrouw haar man niet mag verlaten en als dat toch gebeurd is moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen. Maar geldt dit ook als de man van een gelovig geworden vrouw heiden blijft? Ja, zegt Paulus, maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden; tot vrede heeft God u 15 geroepen. De dE vatten dat laatste op als incidenteel ontslag van de regel van 16 Jezus. Paulus’ uitspraak is niet een grond voor echtscheiding maar een richtingwijzer in nieuwe en onvoorziene situaties waarin toepassing van Jezus’ onderwijs onbillijke of verkeerde gevolgen zou hebben. Zoals volgens dE Paulus in nieuwe situaties kon ontslaan van Jezus’ gebod mogen wij dat ook doen. Zulke situaties hoeven ook niet te lijken op die die Paulus’ beschrijft. We kiezen dan voor ‘het minst kwade’ naar billijkheid. De subregels ‘scheiden-mag-bij-overspel’ en ‘scheiden-magbij-kwaadwillige-verlating’ golden destijds maar zijn niet direct voor ons bedoeld. Geven de dE ons daarmee niet dezelfde unieke volmacht als Paulus had? De dE menen van niet. De factoren die spelen in de huidige echtscheidingsproblematiek leiden onontkoombaar tot nieuwe afwegingen. Wel zal ons oordeel betrekkelijker en voorlopiger zijn dan dat van Paulus.
2.4
Toepassing van 'de stijl' vandaag
Vrij in Christus
14
Mal 2:14, Ezra 10. Vergelijk ook Ef 2:15,16. 1Kor. 7:10-15 16 Deze benadering is al ingezet door deputaten van de synode van Berkel en voortgezet door die van Leusden. De dE verschillen echter ook weer op punten van de vroegere deputaten. 15
11
De toepassing van 'de stijl' is naar het oordeel van de dE ook in lijn met de christelijke vrijheid en mondigheid. We staan immers niet meer ‘onder’ de wet en hoeven haar niet slaafs gehoorzamen of door haar te laten knechten. Wij kunnen in het licht van Gods Woord onderkennen wat in een bepaalde situatie het beste is. Daarin is er geen principieel maar alleen een gradueel verschil met Paulus. Dit is overigens niet een zaak van het individu maar van de hele gemeenschap der heiligen. Naar de maat van geloof Geloof en geloofsinzicht zijn onmisbare voorwaarden voor een christelijke levensstijl en het maken van morele keuzen. Geloof geeft de motivatie van onze keuzen. Zonder geloof zijn goede daden zonde. We hebben de ‘zin’ - mentaliteit, denken en waarnemingsvermogen - van Christus nodig. Wij moeten vrijwillig en uit overtuiging Christus’ gehoorzamen. Hij confronteert ons niet met onverbiddelijke eisen. Maar geloof en geloofsinzicht zijn niet altijd in voldoende mate aanwezig. We moeten rekening houden met ook in onze bedeling voorkomende hardheid van hart. In die situatie moeten we proberen zo dicht mogelijk bij 'de stijl van het koninkrijk' te komen. Dat lezen de dE ook in 1 Kor 7:10v. Alleen als er een ongehoorzame houding tegenover God is moet een halt worden toegeroepen door te beginnen met uitsluiting. Anders moet er ruimte komen voor groei in geloof en geloofsinzicht om een christelijke levenstijl te bereiken. Handelen naar het type situatie Het is dus nodig dat de situatie en achtergronden zorgvuldig wordt gepeild. Op basis daarvan kan dan kerkelijk worden gehandeld. Vaak zal het gaan om een combinatie van onderstaande situatietyperingen. Onderscheiden kunnen worden: Weinig inzicht in het koninkrijk. Groei in het geloof is nodig. Tucht is niet gewenst. Zwakke geloofsrelatie met Christus. Ook hier is groei in geloof nodig en moet geen tucht worden toegepast. Zware omstandigheden, moeiten gaan boven vermogen of psychische problemen. Geen tucht maar ruimte geven voor groei in geloof. Ander inzicht in de mogelijkheden van scheiden en hertrouwen. Ruimte voor groei moet worden geboden. Men moet zich richten naar kerkelijk beleid en eventuele openlijke afkeuring accepteren. 12
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn 20
Geluk buiten God zoeken, aardsgezind zijn. Aangezien dit een collectief westerse zonde is past hier kerkelijke ‘verlegenheid’ met de bestraffing. Verzet tegen God, niet ontvankelijk voor de boodschap van het koninkrijk en de band met Christus. Hier passen wel reacties die het kwaad bestraffen. Psychologische valkuil: mensen die te veel vanuit een geweten leven dat gedreven is door wet, psyche of schuldgevoel en te weinig uit de vrijheid van Christus. Betrokkene(n) moet(en) vrijheid hervinden. Toepassing van vermaan en tucht is niet pastoraal.
trouw ligt in Christus. Bij extra scheefgroei kan de kerk ontslaan van huwelijkstrouw. Psychologisering. De kerk moet nieuwe wetenschappelijke inzichten in menselijk gedrag verwerken in zijn ethiek. We kunnen voor deze inzichten niets van de bijbel verwachten. Maar we moeten ook de nieuwe kennis niet overschatten: de bijbel spreekt wel over levensbeschouwing en –werkelijkheid in de relatie tussen mensen. En we moeten de werking van de Geest niet onderschatten. In sommige psychische probleem situaties moet de kerk ontbinding van de regel honoreren, b.v. wanneer iemand bedreigende wanen heeft. Studie van christelijke menswetenschappers en hulpverleners is nodig en moet zeer serieus genomen worden. Emancipatie. Emancipatie heeft een positieve invloed op de gelijkwaardigheid van man en vrouw in het huwelijk en dat is bijbels verantwoord. Dat moet doorwerken in de positie van vrouwen in de kerk die als onbevredigend wordt ervaren. Bij de beoordeling van echtscheidingssituaties moeten soms ook vrouwen worden ingeschakeld. Wetgeving. We moeten leren aanvaarden dat we in een samenleving verkeren zonder steun voor de christelijke huwelijksmoraal. Daarom zijn er vormen nodig die de christelijke identiteit gaan ondersteunen als collectieve verootmoediging en ‘verbondsvernieuwing’. De kerk zou nadrukkelijker bij sluiting en beëindiging van het huwelijk betrokken moeten worden. Als signaal zouden tweede huwelijken misschien niet worden bevestigd. Scheiding van tafel en bed. Deze mogelijkheid moet worden gebruikt waar samenwonen niet meer verantwoord is maar er geen reden voor echtscheiding is. Scheiding van tafel en bed blijft herinneren aan de roeping tot herstel. Het kan ook een hulpmiddel zijn tegen onterecht hertrouwen. Overigens kan daarvoor ook een publieke belofte worden gedaan.
Rekenen met invloeden van de moderne cultuur Ook moeten veel factoren in de moderne cultuur meegewogen worden. 17 De dE evalueren de volgende factoren uit de samenleving. Autonomie. Dit kan positief worden geduid met Paulus’ woord dat 18 ieder voor zijn eigen besef ten volle overtuigd moet zijn. Maar autonomie leidt ook tot ernstige ontsporingen door wegvallen van traditionele sociale samenhangen. Daarom moeten huwelijken beter ingebed worden in de gemeente en correctie en ondersteuning ontvangen. Betrokkenen moeten zich committeren met b.v. beloften en geloften. Kwaliteit van het leven. Er is afgenomen bereidheid te strijden en te lijden. Daardoor wordt een huwelijk al gauw ondraaglijk genoemd. Lijden past echter wel bij de stijl. Daarom is meer zelftucht nodig, niet alleen binnen maar ook buiten het huwelijk. Wel is er in de moderne wereld een gegroeid moreel besef om bepaalde situaties niet meer aanvaarden, bijvoorbeeld slechte behandeling door ongelovige mannen. Terwijl Petrus nog wel opriep deze mannen te 19 aanvaarden. Wel rechten, geen plichten. De moderne nadruk op rechten kan het christelijk huwelijk bedreigen waar immers de motivatie tot liefde en
2.5
Praktische uitwerking
Het is schrijnend dat onder de vele factoren geen prominente plaats is ingeruimd voor de positie van de kinderen. Het lijkt erop dat de dE wel uitgebreid oog hebben voor de situatie van de echtgenoten maar nauwelijks voor de vaak levenslange trauma's van kinderen van gescheiden ouders. Is hierin de invloed van een stuk secularisatie merkbaar? 18 Rom 14:5. 19 1Petr 3:1vv. 1Petr 2:18-25.
De nieuwe theologische benadering van de dE is ook verder praktisch uitgewerkt in een aantal conclusies en adviezen. We geven een samenvatting.
13
14
17
20
Ef 5:2
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Verootmoediging. Verootmoediging is nodig om dichter bij 'de stijl' te komen. Daarvoor moeten meer dagen (perioden) van boete, zelfbeproeving en gebed komen. Verder moet in prediking, catechese en instructie royaal aandacht gegeven worden aan (on)gehuwd zijn, scheiding en hertrouwen zonder al te veel pastoraal te nuanceren. Een synodaal herdelijk schrijven is gewenst. Situaties. Over nieuwe moderne situaties als incest, pornoverslaving, verkrachting binnen het huwelijk, homofiele coming-out, geestelijke en lichamelijke mishandeling en vernedering is redelijke consensus (op basis van het vroegere analogie-denken).
geloofsinzicht, psychisch onvermogen of oprecht verschil van mening onder voorwaarde dat er wel onderwijs uit het Woord mogelijk is en ruimte voor stimulering van geloofsgroei en -inzicht. Tussenmaatregelen. De dE adviseren om proportioneel handelen mogelijk te maken nieuwe maatregelen tussen 'niets doen' en 21 afhouding van het Avondmaal: openlijke bestraffing en incidentele afhouding (geen tuchtmaatregel). Verder kan de kerkenraad de gemeente laten weten de beslissing aan de verantwoordelijkheid van de betrokkenen over te laten maar deze wel gemotiveerd af te keuren. Hertrouwen. De kerkenraad moet onderzoeken of het vorige huwelijk wettig ontbonden is. Zo ja dan is hertrouwen mogelijk. Maar ook indien dit niet het geval is kan uit pastorale motieven toch worden ingestemd met een volgend huwelijk (b.v. mensen zijn te jong getrouwd). Bij verschil van mening kan de classis worden geraadpleegd. Bevestiging van een tweede huwelijk na echtscheiding vinden de dE een moeilijke zaak. Zij geven in overweging als algemene regel zulke huwelijken niet kerkelijk te bevestigen (na overgangsperiode) maar er is verdere bezinning nodig. Advies. Kerkenraden zijn in hun dubbele taak - verantwoordelijkheid voor leer en leven en pastorale begeleiding - vaak onmachtig om tot goede oordeelsvorming te komen en zijn ook niet altijd daartoe bekwaam. De dE stellen voor een landelijk huwelijksstudieorgaan in het leven te roepen waarin de etische, kerkrechtelijke, juridische en relationele disciplines vertegenwoordigd zijn (m/v). Dit orgaan kan dan de ethische, juridische en relationele problematiek behandelen terwijl de kerkenraden zich concentreren op de pastorale zaken. Preventie. De dE stellen voor dat de kerken een actiever preventiebeleid gaan voeren d.m.v. huwelijkscatechese en -voorbereiding waarin mensen met trouwplannen met elkaar in contact worden gebracht. Daarbij kan materiaal vanuit Kampen/GVI ondersteuning bieden. Verder moeten tijdens het huwelijk 'herhalingscursussen' worden gegeven. Er moet meer openheid komen over de situatie binnen huwelijken. Zodra er problemen rijzen moet er gerichte en
Voor andere categorieën als psychiatrische ziekten/stoornissen, psychische problemen en emotionele, communicatieve en relationele verwijdering kan de kerk niet rekenen met Jezus' woorden want die zijn historisch gekleurd. In deze gevallen moet de kerk vrijmoedig van Jezus' regel ontslaan en een eigen oplossing zoeken die zo dicht mogelijk bij 'de stijl' aansluit. De kerken gezamenlijk moeten daarvoor categorieën situaties (bijvoorbeeld incest) definiëren waarin analoog aan Paulus in 1 Kor 7 ontslag van de binding gegeven kan worden. In gevallen die niet onder de algemene categorieën vallen doet een plaatselijk kerkenraad een uitspraak waarbij vele factoren moeten worden afgewogen (zie onder 3.4). Het resultaat kan zijn dat de kerkenraad ontslaat van de binding en een tweede huwelijk toelaat. De aard van zo'n beslissing moet goed gemotiveerd, vastgelegd en naar de gemeente gecommuniceerd worden. Eventueel zal in een onvoorziene situatie door de kerken een nieuwe categorie worden gedefinieerd. Richtlijnen. Kerken dienen te werken vanuit landelijke richtlijnen die de consensus in de uitleg van de bijbel vastleggen. Ze bevatten ook de uitzonderingen om van de richtlijnen af te wijken. Procedures regelen de omgang met betrokken gemeentelid, verslaglegging en communicatie met zusterkerken. Zij geven tevens voorschriften hoe te handelen als er verschil van inzicht blijft tussen kerken onderling of de kerkenraad zelf niet overtuigd is. Tucht. De dE doen de volgende aanbevelingen. Krachtige toepassing van de tucht is nodig bij verharding in de zonde zoals bij verzet tegen onderwijs uit het Woord, eigenwilligheid of 'liefde voor de wereld', vijandschap tegen het koninkrijk. Kerkenraden moet terughoudend zijn als er gebrek is aan geloof of 15
21
Vergelijk Gal 2:14, 1 Tim 5:20.
16
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
geïntegreerde (pastoraal-)deskundige hulp worden geboden (counseling). Burgerlijk huwelijk. De rol van de kerk rond de sluiting van een christelijk huwelijk moet versterkt worden. Daarvoor is bezinning nodig die zou moeten leiden tot een instructie aan de deputaten Hoge Overheid. De (her-)invoering van de termen 'huwelijksbevesting' en 'huwelijksinzegening' zou overwogen moeten worden. De mogelijkheid van scheiding-van-tafel-en-bed zou krachtig benadrukt moeten worden als een geëigende weg voor situaties waarin geen volgende huwelijk mag plaatsvinden.
3
Kern van de 'Nieuwe Benadering'
De kern van de 'Nieuwe Benadering' en toepassing van echtscheiding en hertrouwen kan in een aantal vragen en antwoorden worden duidelijk gemaakt. Wat is de nieuwe maatstaf bij het beoordelen van echtscheiding en hertrouwen? Dat is de stijl van het koninkrijk der hemelen. Wat is dat? Het is een stijl van leven die uitgaat boven het gewone: het is navolging van Jezus. Om die stijl te leren moeten we het hele onderwijs van Jezus ter harte nemen en niet alleen zijn geboden. In dat onderwijs zijn begrippen als liefde, draagkracht en billijkheid van essentieel belang. Welke geboden heeft de Here Jezus dan gegeven? Mat 5: 31ev. Er is ook gezegd: Al wie zijn vrouw wegzendt, moet haar een scheidbrief geven. Maar Ik zeg u: Een ieder, die zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt, dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie een weggezondene trouwt, pleegt echtbreuk. Mat 19:3 ev. En er kwamen Farizeeen tot Hem om Hem te verzoeken, en zij zeiden: Is het geoorloofd zijn vrouw weg te zenden om allerlei redenen? 4 Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? 5 En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot een vlees zijn. 6 Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. 7 Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft Mozes dan bevolen een scheidbrief te geven en haar daarmede weg te zenden? 8 Hij zeide tot hen: Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest. 9 Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk. 10 De discipelen zeiden tot Hem: Indien voor een man de zaak met zijn vrouw zo staat, is het niet raadzaam te trouwen. 11 Doch Hij zeide tot hen: Niet allen vatten dit woord, alleen zij, aan wie het gegeven is. 12 Er zijn immers gesnedenen, die zo uit de moederschoot geboren zijn, en er zijn gesnedenen, die door de mensen gesneden zijn, en er zijn gesnedenen, die zichzelf gesneden hebben, ter wille van het Koninkrijk der hemelen. Die het vatten kan, die vatte het.
17
18
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Mar 10:2ev. En er kwamen Farizeeen tot Hem en vroegen Hem, om Hem te verzoeken: Is het een man oorloofd zijn vrouw weg te zenden? 3 Hij antwoordde en zeide tot hen: Wat heeft Mozes u geboden? 4 Zij zeiden: Mozes heeft toegestaan een scheidbrief te schrijven en haar daarmede weg te zenden. 5 Jezus zeide tot hen: Met het oog op de hardheid uwer harten heeft hij u dat gebod geschreven. 6 Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; 7 daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot een vlees zijn. 8 Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. 9 Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. 10 En thuis vroegen de discipelen Hem weder naar die zaak. 11 En Hij zeide tot hen: Wie zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, pleegt echtbreuk ten opzichte van haar; 12 en indien zij haar man verlaat en een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk. Luc 16:17ev Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet een tittel zou vallen. 18 En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk. Welke plaats hebben deze concrete geboden in de stijl? Christus handhaaft de geboden 'gij zult niet echtbreken' en 'ongehuwd blijven na echtscheiding' maar gaat er tegelijk bovenuit. Trouw aan de geboden is niet voldoende, dat is farizees. We moeten de vragen rond echtscheiding niet exclusief benaderen vanuit het zevende gebod. Dat gebod is een smaller spoor dan het brede onderwijs van Jezus. Wat is de aard van de geboden? De geboden moeten niet opgevat worden als absolute of onverbiddelijke eisen. Jezus' verboden van echtscheiding en (daarna) hertrouwen zijn meer voorbeelden of illustraties bij zijn algemene onderwijs. Zijn die geboden dan nog wel van toepassing? Jezus' concretiseringen van zijn onderwijs moeten worden gezien in de context van zijn tijd en niet een eigen leven gaan leiden als fundament van een christelijke levensstijl. Zijn tijd was een andere dan onze moderne tijd. Bovendien als in nieuwe situaties Jezus' gebod tot onbillijke of verkeerde gevolgen zou leiden moeten wij het gebod niet volgen. De kerk moet dan vrijmoedig dispensatie van het gebod verlenen.
beste is. We moeten niet trachten alle situaties toe te praten op de paar situaties die Jezus en Paulus behandelen. Mogen wij ook nieuwe geboden en regels maken? Jazeker, daarvan gaf Jezus zelf al het voorbeeld: Hij ging b.v. met zijn 'zonde van de ogen' uit boven het zevende gebod in zijn 'kale vorm'. Paulus maakte al een uitzondering op de regel van Jezus toen hij in Korinthe werd geconfronteerd met een nieuwe, niet door Jezus voorziene situatie. Bovendien zijn er in onze moderne samenleving tal van factoren en situaties die nog niet onderkend waren in Jezus' tijd. Denk aan emancipatie, psychologische en relationele wetenschappen, zaken als incest, verkrachting binnen het huwelijk. De kerk is geroepen daar rekening mee te houden. Maar is er verschil in aard tussen Paulus' geboden en onze? Er is geen principieel verschil. Wel gradueel: Paulus stond dichter bij Jezus dan wij en daarom zullen onze regels betrekkelijker en voorlopiger zijn dan de zijne. Hoe komen nieuwe regels en geboden tot stand? De kerken zullen samen overeenstemming trachten te bereiken over het handelen in nieuwe situaties. Welke factoren moeten bij toepassing van 'de stijl' in rekening worden gebracht? Eerst hoe het geestelijk 'draagvlak' van de betrokkenen zelf is: b.v. mate van geloof, geloofsinzicht, opvattingen, aardsgezindheid etc. Daarna moet weging plaatsvinden van invloeden van de moderne cultuur: b.v. autonomie, kwaliteit van leven, nadruk op rechten alleen, emancipatie etc. Kortom, de hele situatie moet in kaart worden gebracht. Hoe moeten kerkenraden handelen bij echtscheiding en hertrouwen? Het vraagt van de gemiddelde kerkenraad te veel om moderne complexe situaties goed te beoordelen en daar mee om te gaan. Bovendien ontstaat in de kerken dan ook gemakkelijk ongelijke behandeling. Daarom is het beter studie te vragen van de (nieuwe) raad van huwelijk en echtscheiding. De uitkomst van die studie is min of meer bindend. Een kerkenraad kan zich dan concentreren op de pastorale aspecten.
Hoe moeten we 'de stijl' toepassen? We moeten dat in onze christelijke vrijheid en mondigheid doen. Wij zijn niet meer onder de wet en kunnen bij het Woord onderkennen wat het
Wanneer moet tucht worden geoefend? Uitgangspunt is dat echtscheiden en hertrouwen niet bij 'de stijl van het koninkrijk' passen. Maar het zal niet altijd lukken naar die stijl te handelen. Dan is het zaak een oplossing te vinden die deze zo dicht
19
20
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
mogelijk benadert. Daarbij moet over het algemeen geen tucht worden geoefend maar gewerkt worden aan geloofgroei en -inzicht. Slechts als er sprake is van verzet tegen God en geen ontvankelijkheid voor de boodschap is bestraffing geboden.
4
Bezwaren tegen de 'Nieuwe Benadering'
Tegen de ' Nieuwe Benadering' van de dE moeten ernstige bezwaren worden ingebracht. Het is echter in het kader van een beknopte studie niet doenlijk op alle punten in te gaan. Maar de belangrijkste bezwaren willen we verwoorden in de volgende paragrafen.
4.1
Christus' geboden
De dE erkennen dat Christus' onderwijs over echtscheiding en hertrouwen eenduidig is. Hoe komt het dan toch dat ze eindigen met een praktijk waarin er in talloze situaties niet aan zijn geboden voldaan zal worden, sterker nog, door de kerk ontslag van Christus' geboden kan worden gegeven? Plaats De dE geven bewust de regels en geboden van Christus een ondergeschikte plaats in 'heel het onderwijs' van Jezus. Want Christus' onderwijs gaat volgens hen boven het gebod uit. Wij moeten echtscheiding "niet exclusief benaderen vanuit het perspectief van het zevende gebod". Maar hiermee worden de geboden van de Here Jezus gedevalueerd, ze krijgen ten onrechte een ondergeschikte plaats. Want Christus grijpt op bij dit gebod terug naar de schepping (zie Schriftaanhalingen Bijlage A). Daarmee gaat Hij niet uit boven het gebod maar plaatst in reactie op het joodse wetticisme het weer in het juiste licht: zó heeft God de Schepper het huwelijk en zijn onverbreekbaarheid ingesteld en bedoeld. Daarbij laat Hij zien dat echtbreuk niet pas begint bij de formele daad maar in het hart zijn oorsprong heeft. Ook daarmee brengt hij niet iets de 'nieuws dat boven de wet uitgaat' maar is Hij in lijn met het 10 gebod en b.v. Mal 2:15: ..Weest dan op uw hoede voor uw hartstocht, en dat men niet ontrouw worde aan de vrouw van zijn jeugd. Betekenis Gods geboden zijn goede instrumenten waarmee we ons leven kunnen (in-)richten. Paulus zegt: ..ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren (Rom 7:7). In onze liefde tot God spelen de geboden een essentiële rol. Jezus zegt:
21
22
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn 22
Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mij geboden bewaren ; Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns 23 Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde. Er is een directe relatie tussen Gods liefde en Gods gebod. De dE lijken dit niet te begrijpen als ze diskwalificerend over geboden als "onverbiddelijk" en "hard" spreken. In zijn 'rede over de laatste dingen' koppelt de Here Jezus weer liefde en wet, nu in negatieve zin: … omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten 24 verkillen. Het is opmerkelijk dat Paulus juist als het gaat om huwelijk en echtscheiding expliciet naar Jezus' voorschriften verwijst en daarbij ook 25 vermeldt dat de Here het zelf heeft gezegd! En als hij het even verder heeft over de besnijdenis wijst hij er met nadruk op dat niet de 26 besnijdenis maar "wèl het houden van Gods geboden" zijn betekenis heeft. Ook onze belijdenis kent helemaal niet dat 'smallere pad' van de geboden. Integendeel, de Heidelberger Catechismus spreekt onbekommerd over gebieden en verbieden als het over de geboden gaat. De gelovigen hebben weliswaar "een klein begin van gehoorzaamheid maar wel zo, dat zij met een ernstig voornemen niet slechts naar sommige, maar naar alle geboden van God beginnen te 27 leven." Hier bij wordt bij verwezen naar de Schrift: "En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen: indien wij zijn 28 geboden bewaren". 29 En zo moeten ze ook scherp worden gepredikt! Context De dE benadrukken ook de context, de tijd en situatie, van Christus' uitspraken. We moeten ontdekken wat het onderliggende 'beginsel' is van zijn regels en ons niet blindstaren op zijn illustraties en voorbeelden.
Echter dit doet wezenlijk tekort aan Christus' gebod. Immers, ter inleiding op zijn spreken over allerlei concrete zaken van het koninkrijk der hemelen zegt Christus: Meent niet, dat ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden, Ik ben niet gekomen om te onbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar Ik zeg u: Eer de hemel of de aarde vergaat, zal er niet één jota 30 of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. Bovendien waarin zou 'die context' zo wezenlijk verschillen van de onze? De brieven van Paulus aan de Korinthiërs laten het tegendeel 31 zien. Maar ook al zou onze tijd verschillen van toen: Gods geboden hebben een universele geldigheid, naar tijd en plaats. Het is uiterst riskant woorden van de Schrift tijdgebonden te verklaren omdat ze in een moderne tijd minder passen (en dat zullen ze …) want… indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de 32 heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn. Belijdenis “Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen bevat en voldoende leert al wat de mens moet geloven om behouden te worden. Daarin heeft God uitvoerig beschreven op welke wijze wij Hem moeten dienen. Daarom is het de mensen, zelfs al waren het apostelen, niet geoorloofd anders te leren dan ons reeds geleerd is door de Heilige Schrift; zelfs niet een engel uit de hemel, zoals de apostel Paulus zegt (Gal. 1, 8). Het is verboden aan het Woord van God iets toe te voegen of daarvan af te doen (Deut. 12, 32). Daaruit blijkt duidelijk dat wat 33 daarin geleerd wordt, volmaakt en in alle opzichten volledig is ”. (cursief schrijver). Conclusie Het deputatenrapport doet af aan Christus' concrete geboden en doet daarmee tekort aan de Schrift en is in strijd met de Belijdenis.
22
Joh 14:15,21. Joh 15:10. 24 Mat 24:12. 25 1 Kor 7:10. 26 1 Kor 7:19. 27 HC 44 v/a 114. 28 1 Joh 2:3. 29 HC 44 v/a 115. 23
30
Mat 5:17v. B.v. 1 Kor 5: 1v; 6:12v; 32 Op 22:19. Vergelijk 2 Tim 3:16. 33 NGB art.7. 31
23
24
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
4.2
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Paulus' uitspraken 34
Volgens de dE maakte Paulus al een uitzondering op de regel van Jezus toen hij ik Korinthe werd geconfronteerd met een nieuwe, niet door Jezus voorziene situatie. Daarom mogen wij ook zo handelen in nieuwe situaties en kan de kerk 'dispensatie' geven van Jezus' regel. Keuze tussen Christus of huwelijk In Korinthe kwam het probleem voor dat een vrouw gelovig was geworden maar haar man niet. Mocht de vrouw dan scheiden? Nee, ook dan geldt Christus' gebod: niet scheiden dus. Maar als de ongelovige man nu wilde scheiden? Daarvan zegt Paulus: Maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden; tot vrede heeft God u geroepen. De dE interpreteren ten onrechte dat Paulus hier dispensatie van Christus' gebod zou geven. Want niet de gelovige wil zijn of haar huwelijk verbreken maar de ongelovige. Paulus geeft ook geen 'dispensatie' in de vorm van: u hoeft Jezus' gebod niet te houden en mag deze man verlaten maar hij zegt: laat hij haar verlaten. Want in die situatie stond de broeder of zuster voor de keuze: òf geloof afzweren òf huwelijk in stand houden. Dan is er naar een ander woord van de Here, slechts één keus: Wie niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. God geeft vrede als het kruis om Christus’ wil moet worden verdragen van een ongeoorloofde verbreking van het heilige 35 huwelijk. Onvoorziene situaties? De dE menen verder dat de situatie in Korinthe een niet door Jezus voorziene situatie is. Maar is dit niet een beetje al te gering denkend van 36 onze Heiland? Hij die aan de boezem van de Vader is zou Hij niet mensen en situaties kennen als niemand anders? Hij stelde op twaalfjarige leeftijd al vragen aan leraren van Israël en verbaasde hen door zijn verstand en antwoorden! Zo wist Híj op ongeveer dertigjarige leeftijd van tijden en gelegenheden want het (was) voor Hem niet nodig,
dat iemand van de mens getuigde; want Hij wist zelf, wat in de mens 37 was. In tal van situaties getuigt de Schrift dat Hij wist wat in de mens 38 was en bleek zijn wereld te kennen. Conclusie Paulus uitspraak is in lijn met Christus onderwijs. De dE vatten Paulus' uitspraak over de verlating door een ongelovige ten onrechte op als een voorbeeld voor ons om in allerlei situaties zelf nieuwe regels op te stellen.
4.3
Nieuwe regels
Volgens de dE hoeven we als mondige christenen ons niet meer laten knechten door de wet. In christelijke vrijheid kunnen we nu zelf aan de slag met het stellen van regels en ontheffingen. Daarbij moeten vele factoren worden verdisconteerd: de geestelijke en psychische status van de betrokkenen, factoren uit de moderne cultuur. Wel moet 'de stijl' zo dicht mogelijk worden benaderd. Wij kunnen in het licht van Gods wil onderkennen wat in een bepaalde situatie het beste is. Daarin is er geen principieel maar alleen een gradueel verschil met Paulus. Verminderd toepasbaar De dE hebben gelijk als zij geloof en geloofsinzicht onmisbare voorwaarden noemen voor een christelijke levensstijl en het maken van morele keuzen. Maar het punt is dat dE menen dat als geloof en geloofsinzicht niet in voldoende mate aanwezig zijn het gebod verminderd toepasbaar verklaard mag worden en kerkelijke dispensatie mogelijk is. Hier wordt een principiële wissel omgelegd. Want de Schrift heeft het alleen voor het zeggen, sola Scriptura. De Schrift waarschuwt tegen elke eigengereidheid en eigenwilligheid. Wij moeten ons "oor niet lenen aan Joodse verdichtsels en geboden van mensen, die 39 zich van de waarheid afkeren." De Here Jezus zegt:
34
1 Kor 7: 10-24. Zie voor deze uitleg bv prof dr J. van Bruggen, Het huwelijk gewogen; ds R. van Kooten, Gij zult niet echtbreken, p207v. 36 Joh 1:18 35
25
37
Joh 2:25 Joh 3:34; 4:17,18,39;5:20;6:26,61,64;7:15;9:3;13:38, Mar 2:8; 10:21 39 Titus 1:14. 38
26
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van 40 mensen zijn. Mozes zegt: Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat 41 gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt, die ik u opleg. Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs: …het evangelie…waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zo vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof 42 zoudt gekomen zijn. En in zijn brief aan de Romeinen: Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en 43 de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen. Het is om onze levenswil dat wij blijven bij Gods geboden. Het moet ons wat zèggen dat vlak nadat Christus zijn concrete uitspraken over huwelijk en echtscheiding doet, Hij wijst op wat werkelijk goed is voor de mens: 44 "… indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden." Tenslotte Agur de Jakezoon: Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een 45 leugenaar bevonden wordt. Hardheid van het hart De dE motiveren dispensatie van geboden mede uit Jezus spreken over de scheidbrief. Daaruit zou blijken dat Hij rekening houdt met de gebrokenheid van het leven. Immers Jezus heeft de scheidbrief niet afgeschaft want die er is om de hardheid van het hart. Daarom moeten geboden niet 'onverbiddelijk' worden toegepast. Maar hier worden de zaken op de kop gezet. Want juist tegen de Farizeeen die de scheidbrief als ‘normaal’ beschouwden gaat Christus terug naar het begin:
Wat heeft Mozes u geboden? 4 Zij zeiden: Mozes heeft toegestaan een scheidbrief te schrijven en haar daarmede weg te zenden. 5 Jezus zeide tot hen: Met het oog op de hardheid uwer harten heeft hij u dat gebod geschreven. 6 Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; 7 daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot één vlees zijn. 8 Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. 9 Hetgeen dan God samengevoegd heeft, 46 scheide de mens niet. Hardheid van hart is in de Schrift ongelovige ongehoorzaamheid zonder berouw: ‘verstoktheid van het hart’ zoals het ook vaak wordt genoemd. Daarover komt de toorn van God: …wanneer ik in de verstoktheid van mijn hart wandel (…) dan zal de Here die man niet willen vergeven, maar zullen de toorn en de ijver des 47 Heren tegen hem branden … …omdat uw vaderen Mij hebben verlaten (…) en mijn wet niet hebben gehouden, en omdat gij nog erger hebt gedaan dan uw vaderen doordat ieder van u wandelt naar de verstoktheid van zijn boos hart in plaats van naar Mij te horen, daarom zal Ik u wegslingeren uit dit land naar een land dat gij niet hebt gekend, gij noch uw vaderen, en daar zult gij andere goden dienen dag en nacht, doordat Ik u geen genade zal 48 bewijzen. Heden indien gij zijn stem hoort, verhart uw harten niet, zoals bij de verbittering (…) zodat Ik gezworen heb in mijn toorn: Nooit zullen zij tot 49 mijn rust ingaan. De Here Jezus heeft ook zelf het woord in de mond genomen: Daarna verscheen Hij aan de elven zelf, terwijl zij aanlagen, en Hij verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart, omdat zij hen niet 50 geloofden die Hem aanschouwd hadden, nadat Hij opgewekt was. Dispensatie van geboden bij verstoktheid van hart? Dat is levensgevaarlijk, want er is berouw en bekering nodig! Conclusie
40
46
41
47
Mat 15:8,9 Deut 4:2 42 1 Kor 15:2 43 Rom 16:17 44 Mat 19:17 45 Spr 30:6
Mat 19: 8v. Deut 29: 19v 48 Jer 16: 9v; vergelijk ook 9: 12-16, 11: 1-8, 13:10; 16:12; 18: 1-8, 23:14-22, Zach 7:12 49 Hebr 3: 7-13 50 Mark 16:14
27
28
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Het deputatenrapport gaat met de mogelijkheid van dispensatie en het creëren van nieuwe geboden uit boven de Schrift en doet te kort aan door God zelf gegeven geboden. Het komt in strijd met wat we belijden in NGB art 7.
4.4
Ambtelijke opdracht
Vanzelfsprekend heeft de 'Nieuwe Benadering' ook grote gevolgen voor het gereformeerde ambtswerk. Kerkelijke tucht Kerkelijke tucht achten de dE maar in weinig gevallen meer toepasbaar. Veelal is daarvoor in de plaats gekomen onderricht voorzover daartoe de gelegenheid is. Maar wij belijden als een kenmerk van de ware kerk dat de kerkelijke tucht geoefend wordt om de zonden te bestraffen. Kortom, dat men zich richt naar het zuivere Woord van God, alles wat daarmee in strijd is verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige 51 Hoofd. De kerk is geroepen de zondaar weer terug te voeren naar de gehoorzaamheid aan het Woord van God. Daartoe heeft de HERE óók de ambtsdragers geroepen de gemeenteleden te vermanen vanuit dat Woord. En de HERE zegt: alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat 52 volbrengen, waartoe Ik het zend. De HERE zélf zorgt voor de uitwerking van Zijn Woord ook als dat in de vorm van geduldig onderwijs en vermaan gebracht wordt aan de zondaar. Zo wordt christelijke barmhartigheid bewezen. Het is de Here die bij machte is op zijn tijd en op zijn wijze bekering te geven. Soms na jaren onderwijs en vermaan. Hij geeft bekering daar waar wij de zaak als “hopeloos” hebben aangeduid. Dan is er weer met God verzoend! En juist dít element, dát spreken over onze God die op zijn tijd en zijn wijze bekering en uitkomst geeft wordt gemist in het deputatenrapport! Wanneer wij volledig recht doen aan het spreken van de HERE dan vallen een hoop door ons gemaakte regeltjes weg en gaan we in gehoorzaamheid de weg die Hij ons in Zijn Woord aanwijst om 51 52
in art. 29 NGB Jes 55
29
christelijke barmhartigheid te bewijzen zolang er leven is! Of Hij bewerkt bekering, of Hij bewerkt verharding. Het is duidelijk dat mensen beslissingen nemen in hun leven die onomkeerbaar zijn (overspel, hoererij, incest, hertrouwen, etc). Maar schuldbelijden, bekering en verzoening zijn gelukkig, zolang de Here leven geeft, altijd mogelijk bij onze God, dankzij het verzoenend lijden van Zijn Zoon, onze Here Jezus Christus (vergelijk de moordenaar aan het kruis). Gezinnen De dE zeggen niets over de gezinnen in relatie tot ambtsdrager en prediking. Maar dáár moet toch worden begonnen; daar vindt de opvoeding plaats (doopbelofte!), ook t.a.v. verkering en huwelijk. De ambtsdragers dragen de zorg voor de gemeente en zullen door het bezoeken van de gezinnen een positieve ondersteuning geven. Gelijktijdig zal in schriftuurlijke prediking onderwijzend, vermanend en vertroostend aandacht gegeven moeten worden aan het bijbels onderwijs inzaken huwelijk en echtscheiding. Als het daaraan schort zijn vermaan en verootmoediging nodig. Wanneer we dáár niet beginnen zullen alle andere, op zich goede maatregelen, geen effect sorteren op termijn. Ambtelijke verantwoordelijkheid Institutionalisering van adviesaanvragen in een raad zal, zoals de praktijk steeds weer in dat soort situaties leert, leiden tot het uithollen van de eigen ambtelijke verantwoordelijkheid. Enerzijds zal men gauw geneigd zijn om maar advies aan te vragen (“kan nooit kwaad, we hebben tenslotte toch een raad?”) en anderzijds zal men snel bereid zijn het advies zonder meer op te volgen; “tenslotte hebben de deskundigen 53 er naar gekeken”. Het rapport oordeelt nu al dat de zaken eigenlijke te complex zijn voor een gemiddelde kerkenraad. Deze kan zich maar beter beperken tot pastorale aspecten. Zo'n raad van deskundigen de eigenlijke zaak ook veel beter beoordelen aan de hand van vele factoren. Maar op deze wijze ontstaat gemakkelijk een moderne variant van farizeïstische casuïstiek. 53
In de populaire versie van het rapport lezen we nu al dat bij kerkenraden onbedoeld "… hun studie in de praktijk te veel gewicht krijgt"! Maar wat wil je als de moderne echtscheidingsproblematiek eigenlijk "te complex" is en er zoveel factoren door deskundigen van diverse disciplines in rekening moeten worden gebracht?
30
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
De ingestelde raad voor huwelijke en echtscheiding is daarom geen goede zaak. De ambtsdragers zijn verantwoordelijk. Zij hebben het Woord van God, dát zal hen de weg wijzen zo is hun beloofd bij hun bevestiging. Daarnaast kan in uitzonderlijke gevallen, de hulp van visitatoren ingeroepen worden. Wanneer ambtsdragers géén weg weten met huwelijksproblemen dan zullen ze op dat punt tot zelfonderzoek moeten komen. Conclusie De beperking van de kerkelijke tucht en de overname van belangrijke aspecten van ambtelijk werk door een raad doet tekort aan de verantwoordelijkheid die de Here aan zijn ambtsdragers heeft gegeven.
4.5
Ernstige consequenties
We moeten wel weten wat we doen! Het is maar niet een punt van onderschikt belang: keuze voor de lijn van de dE zal het hele ethische handelen van onze kerken op zijn kop zetten. Want de wissels die hier in worden omgezet hebben ook consequenties voor andere sporen. Bijvoorbeeld de sporen die we tot nu toe volgden en aanzien van sexualiteit voor het huwelijk, samenwonen, sexualiteit en ongehuwd-zijn, homosexualiteit en homohuwelijk. Wanneer billijkheid en draagkracht belangrijke factoren in deze ethische zaken worden en concrete geboden contextueel worden verklaard en naar de achtergrond verdwijnen is het hek van de dam. Daarvoor zijn 54 inmiddels signalen te vinden in de kerkelijke pers. 54
In de gereformeerde Kerkbode van het Noorden, dd 24 mei 2002 lezen we van ds G. Hutten te Franeker: "Het wordt spannend als we deze benadering van ethiek gaan toepassen op andere moeilijke ethische vragen van deze tijd, Voorbeeld: Nog steeds vinden we het moeilijk om op een juiste manier om te gaan met onze homofiele broeders en zusters. Dit heeft met name te maken met het feit dat wij geen radicale gemeentes zijn waardoor we homofielen in verwarring brengen, waardoor er te weinig openheid is en liefde om elkaar te steunen en op te vangen bij het kruisdragen, Zomaar hoor je: 'Er wordt met twee maten gemeten', Als we dit model doorvertalen krijg je dan niet de volgende redenering: Er zijn geen gronden voor echtscheiding, er zijn ook geen gronden om monogame homofiele relaties toe te staan. In sommige gevallen zullen we een echtscheiding moeten toestaan. Dat is dan niet goed maar het minst kwade. In sommige gevallen zullen we het moeten toestaan dat homofielen een monogame relatie aangaan. Dat is dan niet het goede maar het minst kwade. Moeten we, als we consequent doorredeneren, niet deze vraag stellen: Heb
31
Brede invloed Het gaat dan ook niet alleen om het zevende gebod. De manier van redeneren kan ook worden toegepast op andere geboden. Denk aan het zesde gebod: Gij zult niet doodslaan. Moet dat gebod ook zo 55 worden toegepast als we het tot nu deden? ‘onverbiddelijk’ Bijvoorbeeld ten aanzien van het abortus provocatus en euthanasie? (zie voorbeeld in Bijlage B). Zijn er daarbij ook niet allerlei contextuele en billijkheidsfactoren te noemen waarbij soms toch ‘dispensatie’ door de kerk mogelijk en verantwoord is? Want we leven toch in een wereld waar door vele factoren ook dit punt allang een gepasseerd station is? Schriftgezag De wijze van hermeneutiek-bedrijven door de dE zal ook het gezag van de Schrift in de het leven van de gelovigen ondermijnen. Vaak wordt door hen ervaren dat de Schrift zich over zaken die zich aan ons voordoen niet expliciet uitspreekt of niet eenduidig lijkt te zijn. Maar op het punt van echtscheiding is de Schrift wel heel duidelijk en transparant. Maar ook dan blijkt maar weer, als we het rapport mogen geloven, dat daar heel genuanceerd over kan worden gedacht. Zullen vele gelovigen niet het gevoel krijgen dat je zo de Schrift alles kunt laten zeggen wat je wilt? Met vroeg of laat als gevolg dat er op zijn best alleen nog een soort vage bijbelse geinspireerdheid overblijft. Toename 'kerkelijke' echtscheidingen Het is te verwachten dat deze 'Nieuwe Benadering' (onbedoeld) leidt tot een aanzienlijke toename van het aantal echtscheidingen en tweede huwelijken in de kerken. Het krachtige bijbelse ‘nee’ is immers vervangen door een ‘nee, tenzij kerkelijke dispensatie’? Het is triest dat deze koerswijziging komt in een tijd waarin in de wereld langzamerhand de wal het schip gaat keren. Het enorme kinderleed en de je als je Jezus Christus kent de wet nog nodig? Als we kiezen voor deze benadering moeten we dan ook liturgische consequenties trekken, helemaal als we er nadruk opleggen dat deze benadering van ethiek ingebed moet zijn in het gemeenteleven? Mogen we de wet dan nog voor de preek lezen, of zetten we mensen daardoor op het verkeerde spoor en Ieren we elkaar dat de wet eerst komt. Eerst de dienst van de verzoening, eerst genadeverkondiging en dan pas de wet. Is de plaats van de wet in de eredienst niet minder onschuldig dan wij vaak denken?" (vet djb). Deze predikant heeft de consequenties begrepen. 55 DRE-Z, p49.
32
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
maatschappelijke verloedering die door de vrije(re) huwelijksmoreel is veroorzaakt lijkt te tenderen naar nieuwe (oude?) normen en waarden, 56 een nieuw gezinsideaal. Was er juist in deze tijd geen krachtig profetisch getuigenis nodig om de vloedgolf van zonde tegen het zevende gebod te stuiten?
Synodebesluiten57
5
De synode heeft 5 (reeksen) besluiten genomen over deze zaak. Hieronder worden de belangrijkste kort samengevat. 1. Zorgen voor brede bezinning over huwelijk en aanverwante zaken (a). 2. Uitgeven van de populaire versie van het deputatenrapport als studierapport met verwerking van de bespreking op de synode (b). Leiding van bezinning en toerusting ambtsdragers en gemeenteleden door deputaten (c). Kerken oproepen tot verootmoediging en hernieuwde toewijding richtinggegeven door deputaten 3. Voorlopige raad van advies instellen voor echtscheiding en hertrouwen (a). Kerkenraden aanbevelen zich voor advies tot deze raad te wenden ook voor preventieve zaken (a,b). 4. Kerken tot aan de volgende synode machtigen tot een openlijk oordeel over situatie van echtscheiding en/of hertrouwen op een ingetogen manier in het midden van de gemeente (a). Te bestuderen of er aanvullende maatregelen van vermaan/tucht mogelijk en wenselijk zijn (b). 5. Studie bevestiging tweede huwelijk na echtscheiding in het licht van de nieuwe bezinning.
5.1
56
Reformatorische Dagblad, 27 december 2003, de niet-christelijke cultuurfilosoof Gabriël van den Brink: “Een “groot probleem” in onze samenleving is door de cultuursocioloog ook het hoge echtscheidingspercentage.(…) Echtscheiding trekt diepe sporen in de levens van kinderen en heeft gevolgen voor hun latere gedrag.(…) Volgens van den Brink is er de afgelopen decennia in sommige opzichten sprake geweest van een erosie van waarden. Het hogere scheidingspercentage is er een voorbeeld van. “ Over de rol van de kerk: “De medewerker van dhet NIZW stelt vast dat hier de verminderde invloed van kerk en christendom een rol speelt. (…) Het gevoel voor het hogere, het heilige, is niet verdwenen, maar we hebben het goddelijke verplaatst van Iets of Iemand buiten ons, naar iets binnen in ons. Dat kan gemakkelijk leiden tot hybris (overmoed, red).” Van de Brink komt uit de tijd van het radicale linkse denken en was lid van de CPN. Daar heeft hij inmiddels afstand van genomen.
33
De status van de 'Nieuwe Benadering'
Een belangrijke vraag is of de synode met het nemen van de bovengenoemde besluiten de 'Nieuwe Benadering' heeft goedgekeurd en deze voortaan als uitgangspunt geldt in zaken van echtscheiding en hertrouwen. Uit de besluiten blijkt dat de synode de 'Nieuwe Benadering' van het DRE-Z niet expliciet heeft goedgekeurd. Maar daarmee is niet alles gezegd. Want: Er moet een populaire versie van het DRE-Z verspreid worden in de kerken. De dE moeten de bezinning en de toerusting van de ambtdragers leiden. 57
Acta Synode Zuidhorn Art 41 - Echtscheiding, p65vv.
34
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
De verootmoediging en toewijding moet richting worden gegeven door de dE. Er moet een landelijke adviesraad worden ingesteld in het kader van 58 de Nieuwe Benadering. De kerken wordt aanbevolen hier gebruik van te maken. Studie naar tweede huwelijk moet in het licht van de nieuwe bezinning. In de gronden voor de besluiten lezen we dat het rapport ondersteuning biedt aan kerkenraden en dat de inhoud ervan verwerkt moet worden wil het daadwerkelijk effect sorteren bij kerkenraden, direct betrokkenen en andere gemeenteleden. Advisering moet ook minder vrijblijvend worden. 59
Inmiddels is de adviesraad geïnstalleerd en in vol bedrijf. De populaire samenvatting van het deputatenrapport is verspreid in de kerken. Kennisname daarvan leert dat het principieel in niets afwijkt van het gedachtengoed van het oorspronkelijke rapport. En wie heeft de synode van Zuidhorn benoemd als nieuwe deputaten voor deze zaken? Dezelfden die het rapport opstelden… Daarom: er blaften wel honden op de synode maar de caravaan van de 'Nieuwe Benadering' werd wel op gang gebracht en is inmiddels in volle galop gezet richting nieuwe echtscheidingbenadering en -praktijk. De eerder geformuleerde bezwaren tegen de 'Nieuwe Benadering' gelden dus niet alleen maar de inhoud van een deputatenrapport maar ook de besluitvorming van de synode zelf. Conclusie De synode heeft zich ten onrechte de facto principieel en praktisch gesteld achter de 'Nieuwe Benadering' van de dE!
5.2
Methodiek
Er lijkt zich een nieuwe methode baan te breken in het bewerkstelligen van veranderingen in de kerken. Met het lanceren van fundamentele nieuwe opvattingen wordt tegelijk een praktijk gebaseerd op die opvattingen al geïmplementeerd. Er wordt wel gestimuleerd tot bezinning maar ondertussen wordt gehandeld op de nieuwe principiële uitgangspunten. De dE moet niet alleen ambtdragers toerusten maar ook 'gewone' gemeenteleden. Het laat zich gemakkelijk raden wat dit voor de praktijk van het kerkelijk leven betekent. Deze praktijk zal zich uiterst moeilijk meer terug laten dringen. De vele adviezen van de raad voor "de vele kerkenraden" hebben hun directe gevolgen voor betrokkenen. Daarom is in de gevraagde bezinning in feite een wassen neus. Hier geldt zeker: bezint eer ge begint! De nieuwe methodiek lijdt ook aan een gebrek aan barmhartigheid. Want broeders en zusters die nu worstelen om hun huwelijk overeind te houden krijgen het extra moeilijk. Immers, volgens het DRE-Z kunnen ze in hun situatie misschien 'kerkelijke dispensatie van de geboden' krijgen. Maar de bezinning is nog in volle gang en leidt mogelijk op de volgende synode weer tot een andere benadering. Het is verder niet ondenkbaar dat de plaatselijke ambtsdragers ook volop in verwarring raken want zij kunnen niet meer zo uit de voeten met Christus' geboden en moeten zich de vele factoren van de 'Nieuwe Benadering' eigen maken. Bovendien is de(ze) adviesraad er misschien na de volgende synode 60 niet meer. Deze wijze van handelen is toch niet barmhartig, toch niet pastoraal? Het verdient ook aandacht dat de besluiten steeds spreken over verootmoediging in de ontstane moeiten rond huwelijk en echtscheiding. Maar verootmoediging moet toch altijd gepaard gaan met een oproep tot concrete bekering? Dit laatste wordt in de besluiten en de gronden node gemist.
58
Er is niet expliciet besloten dat dit orgaan als uitgangspunt de nieuwe benadering heeft. Maar dit 'huwelijksadviesorgaan' moet wel de "gezamenlijke navolging van Christus" ondersteunen en "consistentie" en "rechtsgelijkheid" bevorderen. Dat is toch niet echt mogelijk als tegelijk 'oude' en 'nieuwe' benadering naast elkaar worden toegepast. 59 In het naschrift op het populaire deputatenrapport lezen we: "Veel kerkenraden hebben de weg naar de raad al gevonden".
35
60
De raad is "voorlopig" tot de volgende synode ingestel, besluit 3a.
36
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Conclusie Het is onverantwoord en niet pastoraal op basis van nieuwe principiële opvattingen te gaan handelen voordat de schriftuurlijke bezinning daarover is afgerond en kerkelijke consensus is bereikt.
37
6
Samenvatting
Net als het DRE-Z zelf zijn de synodebesluiten en mengeling van onderdelen die waardering verdienen en die moeten worden verworpen. Maar op basis van de vele aangevoerde argumenten menen we dat ze in de hoofdlijn niet schriftuurlijk en dus niet aanvaardbaar zijn: 1
De 'Nieuwe Benadering' a. De 'Nieuwe Benadering' doet af aan Christus' concrete geboden en doet daarmee tekort aan de Schrift en onze Belijdenis. b. Paulus' uitspraak is in lijn met Christus' onderwijs. Echter in de 'Nieuwe Benadering' wordt zijn schrijven over verlating door een ongelovige ten onrechte opgevat als een voorbeeld voor ons om in allerlei situaties zelf nieuwe en andere regels op te stellen. c. De 'Nieuwe Benadering' gaat met de mogelijkheid van dispensatie en het creëren van nieuwe geboden uit boven de Schrift en doet te kort aan door God zelf gegeven geboden. Het komt in strijd met wat we belijden in NGB art 7.
2
De instelling van de studieraad De beperking van de kerkelijke tucht en de overname van belangrijke aspecten van ambtelijk werk door een studieraad doet tekort aan de verantwoordelijkheid die de Here aan ambtsdragers heeft gegeven.
3
De toerusting op basis van de 'Nieuwe Benadering' Het is onverantwoord en niet pastoraal op basis van nieuwe opvattingen te gaan handelen voordat de schriftuurlijke bezinning daarover is afgerond en kerkelijke consensus bereikt.
38
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
7
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
De kerkelijk discussie rond echtscheiding
In het weekblad De Reformatie, jaargang 79 nummers 37-40 schreef drs. A.L.Th. de Bruijne, een van de deputaten Huwelijk en Echtscheiding, een uitgebreide reactie op toenemend commentaar in de kerken op de 'Nieuwe Benadering'. Naast "voorlichtingsmateriaal (dat) circuleert" confronteert de deputaat zich ook met artikelen die de predikanten H. Pathuis en P.L. Voorberg in de Kerkbode voor Groningen etc (26 maart 2004) en P.L. Storm in het blad Nader Bekeken van mei 2004 schreven. De vraag is of de kritiek heeft geleid tot een wezenlijke correctie van de 'Nieuwe Benadering'.
7.1
De hoofdlijn
De hoofdlijn van de 'Nieuwe Benadering' geeft de Bruijne als volgt weer (717): "Altijd inzetten op de onontbindbaarheid van het huwelijk en dus jezelf verloochenen om trouw te blijven, want een andere weg wijst Jezus niet en zijn genade en Geest maken mogelijk wat jezelf niet dacht te kunnen!" En ook: Scheiden "is nooit goed, zeggen wij, want het komt nooit overeen met Gods doel voor het huwelijk zoals dit duidelijk wordt in het licht van de schepping en van het koninkrijk. Zet dichtbij Christus altijd in op trouw aan elkaar, hoe moeilijk het ook is, zelfs al voelt het onmogelijk. Ga daarvoor in geloof" (687). "Nieuwe bijbelse radicaliteit" is nodig (672). Je moet radicaal zijn want "Jezus' radicale boodschap over echtscheiding (is): helemaal niet scheiden.” Bepalend is de stijl van het koninkrijk. Dat is wat het meeste recht doet aan Gods komende nieuwe wereld die Jezus voor ons opendoet. Datgene wat past bij Gods doel in Christus met ons leven en waarin je Jezus herkent. Je begint dan bij overspel bijvoorbeeld niet te zoeken in de Bijbel of het "mag" of "niet mag" maar met de vraag of het "past bij Christus en zijn koninkrijk". Maar die stijl mag ook nooit met concrete geboden in tegenspraak zijn (686). Er is geen enkele intentie de echtscheidingspraktijk te verruimen (672).
39
Het krachtige pleidooi voor de instandhouding en onontbindbaarheid van het heilig huwelijk ook als dat veel moeite geeft en zelfverloochening vraagt kan alleen maar onze hartelijke instemming hebben. En er is ook geen sprake van dat wij argwanend zouden vermoeden dat de dE er op uit zijn scheiden gemakkelijker te maken.
7.2
Extreme situaties
Het hooggestemde ideaal van beantwoorden aan de stijl van het koninkrijk is in de gebrokenheid van dit leven niet vol te houden. De Bruijne illustreert dat met allerlei extreme voorbeelden. Wat moet je in situaties waarin geestelijk en lichamelijk wordt mishandeld? Of een van de echtgenoten lijdt aan ernstige psychische stoornissen? Soms is er in de praktijk sprake van totaal geruïneerde verhoudingen (672). Wat moet je aan met een huwelijk waarin een psychopaat zijn vrouw terroriseert en bedreigt en zijn gezin stukmaakt (702)? Er is dan toch sprake van 61 extreme dilemma's waarin de stijl niet kan worden gehandhaafd? De Bruijnes antwoord daarop is de keuze van het minste kwaad. Als je in een noodsituatie gedwongen wordt te kiezen tussen twee kwaden kies dan het minste kwaad. Blijf niet afwachtend aan de zijlijn staan maar maak vuile handen. Een huwelijk hoeft niet tot elke prijs stand te houden (702). Op dit punt is er niet zo'n groot verschil van mening met ons. Daar waar er sprake is van acute nood zal ingegrepen moet worden om ongelukken te voorkomen. Dat heeft de Here Jezus ook bij diverse gelegenheden aangegeven. Bijvoorbeeld als een mens of een dier in de 62 put valt mag er op sabbat worden gewerkt om te redden. In extreme situaties zal veel pastorale en deskundige hulp nodig zijn. En soms is het misschien noodzakelijk om echtelieden uit elkaar te houden door een scheiding. 63 Dat is altijd al zo geweest. Maar de Nieuwe Benadering heeft een veel wijdere scope.
61
Het is niet helemaal duidelijk waarom dB hierbij vaak het woord 'lijken' gebruikt: "…waarin keuze tussen twee kwaden overmijdelijk lijkt"; "…gevolgen die in het licht der Schrift onaanvaardbaar lijken" 704; 62 Luk 14: 5, 6 63 Zie bijvoorbeeld een opmerkelijke brief van Calvijn in Bijlage D.
40
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
7.3
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn 64
Andere omstandigheden
Want het blijft niet bij zulke extreme situaties. We moeten ook in rekening brengen dat de omstandigheden van huwen en scheiden van destijds (OT en NT) verschillen van nu. En gaan ontdekken wat daarom wel en niet Gods bedoeling is in onze context (704). De Bruijne werkt dit hier niet verder uit voor huwelijk en echtscheiding. Maar in het oorspronkelijke deputatenrapport is dat wel uitvoerig gedaan. Zie voor een samenvatting hierboven, hoofdstuk 2.4: Toepassing van 'de stijl' vandaag. Ook in deze artikelen wordt het onderscheid gehandhaafd tussen een situatie waarin "sprake is van duidelijk verzet tegen God" en die waarin "sprake is van zwakte in geloof en christelijk leven". In het eerste geval mag de kerk "niet toegeeflijk en geduldig" zijn. Maar in het andere geval moet "de kerk zoeken naar een manier om de betrokkenen nog zo dicht mogelijk te houden bij de stijl van Christus en de draad van een christelijke leven weer te kunnen oppakken". De kern van de zaak is volgens de Bruijne: "soms (moet je) ook in het nieuwe verbond in je omgang met echtscheiding nog rekenen met zwakte en met de invloed van de oude mens in het christelijke leven". Tucht in de vorm van afhouding van het Heilig Avondmaal moet dan ook alleen worden geoefend als mensen rond echtscheiding en hertrouwen hardnekkig Gods Woord afwijzen en zich verzetten tegen God (718). Volgens de Bruijne "bestaat geen grond om te stellen dat over de onderwerpen waar de Schrift wel iets of veel over zegt (zoals de eed of de echtscheiding) aan te nemen dat daarom ook voor concrete ethische omstandigheden alles met zoveel woorden al gezegd is en alleen nog maar exegetisch opgediept hoeft te worden, zodat wij ineens geen grote lijnen meer mogen doorvertalen of voorbeeld-elementen benutten" (703). Hij onderbouwt dat met de manier waarop wij de eed gebruiken.
7.4
Het argument van de eed
De Bruijne gebruikt het voorbeeld van de eed om de 'Nieuwe Benadering' vanuit de Schrift nader toe te lichten en te onderbouwen (703). Punt van vergelijking is zweren en echtscheiden. De redeneergang is dan als volgt: Jezus zegt in Matteus 5 dat je helemaal niet mag zweren.
41
Paulus 'zweert' af en toe wel . In een zondige situatie moeten wij soms ook zweren. Als keuze uit twee kwaden. Maar we beperken dat niet tot precies die situaties waarin Paulus 'zwoer'. Dat heeft de Catechismus ook vastgelegd door te spreken in het 65 algemeen van 'noodsituaties' . Toegepast op echtscheiden: Jezus zegt in Matteus 5 dat je helemaal niet mag scheiden. Paulus geeft toch toestemming in 1Kor. 7. In een zondige situatie moeten wij soms ook scheiden. Als keuze uit twee kwaden. Net als bij zweren behoeven we geoorloofd scheiden niet precies te beperken tot die situatie waarin Paulus het goedvond. Ons inziens worden hier echter een onjuiste vergelijking gemaakt. 66 De eed is door God zelf gegeven. Echtscheiding niet: God haat echtscheiding. Echtscheiding is nooit Gods bedoeling zegt de Bruijne. Daar zijn we het mee eens. Maar de eed is op Gods Woord gegrond en werd daarom 67 door de heiligen in het oude en nieuwe verbond terecht gebruikt. Nog sterker: God zelf gebruikt deze door zijn beloften te bevestigen: "Want toen God aan Abraham zijn belofte deed, zwoer Hij omdat Hij bij niemand hoger kon zweren, bij Zichzelf. Want mensen zweren bij wie hoger is en de eed dient hun tot bekrachtiging, als einde van alle 68 tegenspraak." Zoiets moois kunnen we op geen enkele manier van echtscheiding zeggen. Maar de Here Jezus zegt in Matt 5 toch dat we niet moeten zweren? Ja, maar Hij zegt daar meer: …Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de troon van God is; bij de aarde niet, omdat zij de voetbank van zijn voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad 64
Bedoeld zal zijn b.v.: Rom 1:9; 2Kor 1:23; 11:31; Gal 1:20; Fil 1:8. R. van Kooten a.w. p64: De latijnse versie zegt necessitas dat noodzaak betekent. 66 Deut 6:13, 10:20. Den HERE, uw God, zult gij vrezen, Hem zult jij dienen en bij zijn naam zweren. Van Kooten noemt het een 'genadegave', a.w. p62. 67 HC v/a 101: Gen 21:24;24:9;25:33, Gen 22:16 24:7; 26:3; Jer 11:5. Jes 45:23, Jer 4:2; 5:7. 68 Hebr 6:13ev. Zie ook Ez 16:8; Hebr4:3. 65
42
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
van de grote Koning is; ook bij uw hoofd zult gij niet zweren, omdat gij niet één haar wit kunt maken of zwart. Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen nee; wat daar bovenuit gaat, is uit de boze. Wat Jezus ons hier leert is dat ons ja-en-nee moet zijn zonder 'een slag om de arm'. Onze woorden zijn niet pas redelijk betrouwbaar als we ons hoofd op het spel zetten of pas helemaal eerlijk als we de Here als getuige daarbij aanroepen. Gewoon waarheid spreken dus, dat vraagt 69 de Here. De Here Jezus kan ook niet een eed als gevraagde bevestiging van de waarheid hebben verboden. Immers Hijzelf heeft toen Hij voor hogepriester Kajafas stond ('in de kerk'!) gezworen dat Hij de Christus, 70 de Zoon van God was. Bij het rechte eed-zweren is dus geen sprake van 'kiezen' uit twee kwaden', en ook geen 'niet-voorziene situaties'. Wel kun je zeggen dat de eed noodzakelijk is geworden door de zondeval. Maar daarmee is de eed zelf nog niet een kwaad. Vergelijk b.v. dat Paulus schrijft met het oog op de gevallen van hoererij: iedere man moet zijn eigen vrouw en 71 Om de zonde is een iedere vrouw haar eigen man hebben. 72 huwelijksverbond nodig. Maar dat verbond zelf is geen zonde. De conclusie mag zijn dat het voorbeeld van de eed niet kan worden gebruikt om echtscheidingen in allerlei situaties te rechtvaardigen.
7.5
De nieuwe regels
In de artikelen wordt opnieuw de 'oude benadering' krachtig, soms op 73 een wat karikaturale manier , afgewezen. In de praktijk zouden de twee uitzonderingen ook niet werken want "we blijven met de handen in het haar zitten met situaties waarin ook zij echtscheiding onvermijdelijk vinden en die toch niet passen bij de gronden" (685). De 'oude benadering' is trouwens ook niet meer dan werken aan symptomen (686). Maar nu zijn er geen uitzonderingen meer op de regel dat scheiden (en hertrouwen) niet mag. 69
J. van Bruggen: CNV Matteus p103: Geloof in God verplicht ons om elk woord zo zwaar te wegen als een eed voor zijn aangezicht: hiermee is de eed voor een christen een overbodige en verboden zaak geworden. Hij kent haar alleen als een 'ten overvloede' wanneer anderen het eisen. 70 Vergelijk ook Openb 10:5 (en Dan 12:7). 71 1Kor. 7:2. 72 Huwelijksformulier Kerkboek vrijgemaakt Gereformeerde Kerken. 73 Bijvoorbeeld p689 onder het kopje Geestelijk.
43
Maar hoe te handelen als het leven in de 'Nieuwe Benadering' toch sterker is dan de leer? Dan heeft de 'Nieuwe Benadering' ook haar regels: Dé algemene nieuwe regel om te beoordelen of scheiden en/of hertrouwen is toegestaan ligt in de afweging van twee kwaden. De vraag is wat het minste kwaad is. Dàt kwaad moet worden gekozen, ook als het echtscheiding betekent (702-704). Overspel is geen grond voor scheiden meer. Vergeven en verzoenen is overeenkomstig de stijl van Christus. Dat is wel afhankelijk van de oprechte erkenning van schuld en bekering van de schuldige partij. Maar ook als die er niet zijn zal een volledig echtscheiding met mogelijkheid van hertrouwen niet vanzelfsprekend zijn (687). Bekering is nodig als iemand voor zichzelf kiest en daardoor zijn huwelijk breekt. Alleen dàn dient tucht te worden geoefend. Groeien in Christus moet als iemand wel heeft geprobeerd zijn huwelijk in stand te houden maar het tenslotte niet heeft vol kunnen houden. Maar is dit geval moet geen tucht worden geoefend (688,719). De radicaliteit in zaken als echtscheiding en tweede huwelijk mag alleen worden gevraagd als de kerk ook in ander zaken als bijvoorbeeld offerbereidheid zich even radicaal betoond (688). Als er niet tucht geoefend of geen openlijke afkeuring door de kerkeraad gegeven is zullen kerkelijke bevestigingen van tweede huwelijken mogen plaatsvinden. Met eventueel daarin gepaste 74 elementen van boete en berouw (720). Zouden wij (afgezien van de principiële bezwaren) hiermee gemakkelijker en eenduidiger uit de voeten kunnen dan met de 'oude benadering'? Een paar vragen. Wie kan de maat van twee kwaden 'eenduidig' bepalen? Zodat een eerlijke afweging kan plaatshebben en de gewraakte rechtsongelijkheid van de 'oude benadering' wordt vermeden? Zal in elke kerkenraad dezelfde meetlat worden gehanteerd? Is er ook niet het gevaar dat het
74
Het is niet helemaal duidelijk hoe er juist in deze situatie waarin geen tucht behoefde te worden geoefend toch sprake zou zijn van boete en berouw. Die hebben toch juist wel te maken met tucht?
44
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
ene kwaad ten opzichte van het andere wordt opgerekt zodat het past bij de gewenste keuze of situatie? Moet er nog tucht worden geoefend wanneer bij overspel de benadeelde echtgenoot wel verzoening en vergeving accepteert maar het huwelijk verbroken acht? Het zou immers niet naar de stijl van Christus zijn? Wie bepaalt de maat van voldoende algemene radicaliteit in de kerk, als voorwaarde voor het vragen van radicaliteit in moeilijke huwelijkssituaties? Volgens de 'Nieuwe Benadering' mag tucht alleen worden geoefend als er sprake is van Gods Woord afwijzen en zich verzetten tegen God. In andere gevallen moet naar Christus worden geleid en groei in het geloof bewerkt. Maar is dit wel zo eenduidig in de praktijk? Wanneer is er sprake van afwijzen en verzet? En als er toch een scheiding plaatsvindt en een tweede huwelijk kerkelijk bevestigd, zal dat dan (ook) niet "ondermijnend" voor de gemeente werken (719)? Is er zo met de 'Nieuwe Benadering', wat de negatieve voorbeeldfunctie betreft, wel iets wezenlijks veranderd? Als er wel tucht moet worden geoefend zijn er dan weer niet dezelfde prangende vragen die bij de 'oude benadering' ook al golden: hoelang moet tucht worden geoefend als het toch tot een scheiding is gekomen? En als er vervolgens weer opnieuw wordt getrouwd? Ook hier “stilletjes de censuur opheffen na verloop van tijd” als de broeder of zuster zich 'netjes' gedraagt? En zo zijn er vele vragen te stellen. Het onrustige gevoel bekruipt je dat de situatie juist minder eenduidig wordt en de rechtsongelijkheid alleen maar toe zal nemen. En dat de gemeente zal ervaren dat toch wel in veel gevallen zonder tucht gescheiden en kerkelijk-gesanctioneerd hertrouwd wordt. Arme ambtsdragers die in dit bos hun weg moeten zien te vinden! Is dit niet het gevolg daarvan dat we het duidelijke onderwijs van onze Heiland frustreren met onze overwegingen en vondsten?
7.6
Aanpassingen
Op een aantal punten stelt de Bruijne aanpassingen van de 'Nieuwe Benadering' voor zoals die werd beschreven in het deputatenrapport. Niet meer: ‘ontslaan van de regel’ of ‘opschorting van de binding’. Van deze manier van zeggen neemt de Bruijne afstand. In plaats daarvan zal hij in het vervolg "toepassen van Christus’ richtlijnen in 45
heel specifieke situaties" gebruiken. Maar de zaak waarom het ten diepste gaat namelijk dat in tal van situaties wij zelf mogen gaan beoordelen of de richtlijnen van Christus wel van toepassing zijn is principieel geheel gehandhaafd. De Bruijne klaagt dat veel critici geen echt alternatief bieden voor zijn visie op 1Kor. 7 (Paulus zou ontslaan van Christus’ regel). Maar is dat dan nodig? De zaak is toch duidelijk als het dilemma is: God verlaten of je partner? Niet meer baseren op de exegese van ‘hardheid van hart’. Het is wat verwonderlijk dat de Bruijne wel erkent dat uitleg van ‘hardheid van hart’ als ‘onbekeerlijkheid’ “goede papieren heeft” maar vervolgens daaraan geen consequenties verbindt. Integendeel, hij blijft spreken over rekenen met zwakheid en gebrekkig geloofsniveau, zoals Mozes dat deed (718). Maar de Here Jezus taxeerde toch juist dat de scheidbrief door Mozes werd bevolen om de hardheid van hart, dus de onbekeerlijkheid van het volk. De mogelijkheden voor kerkelijke bevestiging van huwelijken na echtscheiding verruimen. Het radicale ‘nee’ tegen deze kerkelijke bevestiging is vervangen door een ‘ja, tenzij’. Alleen als er geen tucht is geoefend mag zo’n bevestiging plaatsvinden. Ook hier is nu het ‘radicale’ gebod van Christus als verwoord door Paulus in 1Kor. 7:10 vervangen door eigen overwegingen. Ondanks deze aanpassingen is de lijn van het deputatenrapport geheel gehandhaafd. Weliswaar mogen wat scherpe kantjes van de gebruikte terminologie zijn afgeslepen maar de 'Nieuwe Benadering' is volledig intact gebleven. En met de nieuwe verwoording is de helderheid die het deputatenrapport kenmerkte niet toegenomen.
7.7
Werkt het?
Er blijkt een groeiend draagvlak te zijn voor de 'Nieuwe Benadering', volgens de Bruijne. Het leidt zelfs tot nieuwe openingen en soms worden scheidingen voorkomen. Tweede huwelijken na echtscheiding worden minder vanzelfsprekend kerkelijk bevestigd (669,670). Weliswaar heeft de synode van Zuidhorn volgens de Bruijne voorlopige besluiten genomen op dit punt maar hij vindt de 'Nieuwe Benadering' "op zijn minst een stap vooruit vergeleken met de bestaande situatie" (671). Het verlost ons in de praktijk van "stukje onoprechtheid" (672).
46
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
De vraag kan natuurlijk worden gesteld of dit het complete beeld is. In hoeveel situaties is de constatering "zwakheid en gebrekkig geloofsniveau" aanleiding geweest om nu "legaal kerkelijk" te scheiden en/of een tweede huwelijk te beginnen terwijl dat in de 'oude benadering' zou zijn tegengehouden, in elk geval kerkelijk?
scheiden en hertrouwen met als grond "zwakheid en gebrekkig geloofsniveau".
Dat de 'Nieuwe Benadering' doorwerkt is duidelijk. Sommige kerkenraden menen de synodale besluiten rond huwelijk en echtscheiding wel te kunnen ratificeren omdat het alleen maar een voorlopige studie is. Maar in de praktijk van het kerkelijk leven zie je de 'nieuwe leer' infiltreren. In een preek enkele maanden geleden bijvoorbeeld verwoordde een predikant die als volgt: "Echtscheiding is ongeoorloofd behalve in die gevallen waarin het 75 huwelijk door overspel feitelijk al verbroken is of wanneer er van andere ernstige vormen van zonde tegen een van Gods geboden sprake is waardoor het huwelijk fundamenteel wordt aangetast. Dan is 76 echtscheiding geoorloofd." De 'Nieuwe Benadering' in preektaal! Geen oproep tot bekering van "ernstige zonde" maar 'oplossing' door echtscheiding. We blijven er bij dat deze benadering eerst voldoende had moeten worden doorgesproken en na kerkelijke overeenstemming pas in de praktijk gebracht.
7.8
Conclusie
Het is vermoeiend in dit betoog opnieuw de 'Nieuwe Benadering' door te worstelen. Want het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend en logisch. Maar het kan naar onze overtuiging na dieper doordenken bij het licht van de Schrift toch niet standhouden. Om het heel kort te formuleren. Wij kunnen "radicaal Christus volgen" en "volop vasthouden aan het gebod (686)" niet rijmen met pleidooien voor kerkelijk gesanctioneerd 75
Hier zie je trouwens nu al een "Nieuw Benadering variant" verwoord: na overspel is scheiden wel geoorloofd. Vergelijk p686. 76 Vergelijk ook het toegevoegde uitgangspunt door de synode van Leusden: "Er zijn ook andere ernstige vormen van zonden tegen een van Gods geboden waardoor het huwelijk fundamenteel wordt aangetast. Er valt geen algemene regel te geven om te beoordelen in hoeverre zulke zonden een grond vormen om in een echtscheiding te berusten."
47
48
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
8
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Rapport Huwelijk en Echtscheiding GS AmersfoortC
1Kor. 7 de hoeksteen waarop het nieuwe ethische praktijkgebouw rust. Dat vinden de dE ook zelf als ze stellen dat "dit hoofdstuk in de Korintebrief", cruciaal is". (13).
De deputaten Huwelijk en Echtscheiding hebben voor de komende synode van Amersfoort-Centrum een verslag van hun werkzaamheden samengesteld. In het rapport vatten de deputaten nogmaals hun visie en standpunt m.b.t. echtscheiding en (kerkelijke bevestiging van) tweede huwelijken na scheiding samen. Ook zijn een aantal voorstellen aan de generale synode opgenomen.
Het is juist m.n. de nieuwe exegese van 1Kor. 7 die veel onrust en verdeeldheid geeft in de kerken en die leidt tot tegengestelde conclusies m.b.t. de ethiek van echtscheiding en hertrouwen, zie paragraaf 4.2 Dan is het toch niet wijs tot invoering over te gaan van een benadering die stoelt op ene ter discussie staande exegese? Nog even afgezien van de vraagtekens die bij allerlei nieuwe onderbouwing die de dE aandragen moeten worden gezet, zoals we zullen laten zien.
Het is natuurlijk buitengewoon belangwekkend om na te gaan of de 'Nieuwe Benadering' principieel is bijgesteld en welke voorstellen zijn gedaan om de 'Nieuwe Benadering' ingang in de kerken te doen vinden. In het kader van deze publicatie beperken we ons tot hoofdzaken.
Dat is toch schriftuurlijk onverantwoord? De dE "zien geen heil in het doordrukken van een benadering waar het draagvlak onvoldoende voor is".(11) Wij ook niet, maar is het dan niet zeer noodzakelijk eerst verder diepgaand en kerk-breed met elkaar te studeren en te spreken over wat de Schrift ons werkelijk heeft te zeggen?
8.1
De uitleg van 1Kor. 7
In het rapport wordt opnieuw breed aandacht geschonken aan de exegese van 1Kor. 7. De uitleg spoort geheel met die gegeven is door drs. A.L.Th. de Bruijne in een artikelenreeks in de Reformatie. Deze artikelen zijn al uitgebreid in hoofdstuk 7 van deze brochure besproken. Hier schenken we aandacht aan een aantal nieuwe elementen en argumenten. Discutabele exegese De dE schrijven dat ze hun exegese niet willen "presenteren als de enige juiste, maar wel als een mogelijke exegese, op basis waarvan een conclusie getrokken mag worden zoals die getrokken is. De mening van de synode van Leusden dat er ook andere ernstige vormen van zonden zijn (naast overspel en kwaadwillige verlating) waarin de kerk een 77 scheiding billijkt, wordt breed(!) in de kerken toegepast en is niet afhankelijk van instemming met de exegese die deputaten hebben gegeven." (12). De dE proberen inderdaad de "Nieuwe Benadering" nu breder te funderen. Met name waar het gaat om het kerkelijk toestaan van allerlei uitzonderingen op de bijbelse geboden. Daarbij blijft wel de uitleg van 77
Als deze constatering van de dE juist is blijkt hoever het kwaad van ongeoorloofde huwelijksbeëindigingen als is voortgevreten in onze kerken.
49
Gebrokenheid 78 De dE concluderen uit 1Kor. 7:10,11 dat Paulus oog heeft voor 'gebrokenheid'. Immers hij vraagt niet zonder meer verzoening.(13) Nu zullen wij niet ontkennen dat Paulus met zijn brede kennis en pastorale 79 ervaring weet van de gebrokenheid van deze wereld. Maar de dE gaan Paulus' vermeende besef van gebrokenheid hier, wel (weer) toepassen om in allerlei huwelijksmoeilijkheden kerkelijk gesanctioneerd scheiden en hertrouwen goed te keuren. Zou Paulus werkelijk accepteren dat Jezus' regel die hij doorgeeft tegelijk wordt gebruikt om dezelfde regel te ontkrachten? Zo iets van: Uit Jezus' gebod van "ongehuwd blijven of verzoenen" kunnen we afleiden dat hertrouwen wel mag. In door hem niet voorziene en de kerk te billijken situaties. Dat wringt toch? Bovendien, Paulus geeft in deze verzen geen uitsluitsel over welke situaties de oorzaak kunnen zijn van niet-verzoenen. Het kan toch ook zo zijn dat de andere partij van geen verzoening meer wil weten? Dat de
78
1Kor. 7:10,11: Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten - is dit toch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen 79 Rom. 8:18ev
50
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
80
vrouw (in dit geval) niet terug kan? Zoals bijvoorbeeld in precies de situatie die Paulus beschrijft in vers 15b. De suggestie van de dE gaat ons dan ook veel te ver dat hier een situatie zou zijn aangeduid waar van "afsnijding" werd afgezien omwille 81 van gebrokenheid.(14) Het lijkt ons dat dit nieuwe argument van de dE geen hout snijdt. Onhoudbare gemengde huwelijken De dE schrijven nu op een wat andere manier over de situatie van een gemengd huwelijk zoals dat in Korinte voorkwam. Want nu schrijven zij dat daar een keus gemaakt moest worden "in een situatie waarin twee beginselen tegelijk spelen en op elkaar dreigen te botsen: je roeping om trouw te zijn aan je partner, zelfs als deze ongelovig bleef en je roeping
80
De dE opperen ook zelf deze mogelijkheid, 13. Het is bepaald zinvol hier de volledige tekst te citeren van prof. dr. J. van Bruggen in "het huwelijk gewogen", pag 62,63. Dat werpt wel een wat ander licht op deze teksten dan de dE doen: 55 J. Murray, Divorce. Philadelphia 1961, pp. 60-62. 103-106, wijst er terecht op dat de tussenzin in 1 Korinthe 7, 11 ("is dit tóch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen") nooit kan dienen om de hoofdzin ("dat een vrouw haar man niet mag verlaten en een man zijn vrouw niet mag verstoten") van kracht te beroven. De tussenzin spreekt over een ongeoorloofde situatie die tóch ontstaan is. Zo'n sitatie mag nooit een excuus worden om nu dan maar tot volledige echtscheiding en een volgend huwelijk over te gaan. Men moet integendeel weer uit die verkeerde situatie terug naar de geboden samenwoning binnen het gesloten huwelijk. Waarom zegt Paulus dan niet, dat als een vrouw toch haar man heeft verlaten zij zonder meer naar hem terug moet keren? Waarom noemt hij ook de mogelijkheid dat zij ongehuwd zou blijven? Omdat de vrouw niet altijd de mogelijkheid had, tot haar man terug te keren. Haar man kon na alles wat gebeurd was, terugkeer afwijzen! In dat geval moet zij de last van haar schuldig scheiden dragen en alsnog proberen een terugkeer te bewerken.Verder dient ook bedacht te worden dat Paulus in de tussenzin van vers 11 niet een regeling treft voor dingen die kunnen gáán gebeuren, maar voor situaties die in de zendingsgemeente te Korinthe reeds bestonden. Het is onjuist deze regeling te lezen alsof er stond: Wanneer dit toch ooit zal gebeuren, dan zijn er twee mogelijkheden: ongetrouwd blijven of verzoening". Dit schrijft de apostel niet, die tot de gehuwden zegt: "U mag elkaar niet verlaten" en die dan in de bijzin deze regel zelfs toepasbaar verklaart voor hen die in de gemeente gescheiden zijn van man of vrouw. 81
51
om Christus te volgen. Voor die concrete situatie geeft Paulus de richting aan: de trouw aan Christus gaat voor" (15). Deze exegese is stellig winst als die vergeleken wordt met die de dE gaven in hun rapport voor de synode van Zuidhorn (pag. 32). Maar waarom zwakken de dE onmiddellijk deze concrete situatie, waarin de trouw aan Christus op het spel staat af, door te stellen: "Maar we hoeven daarbij niet uit te gaan van (geloofs)strijd in het huwelijk. Een situatie waarin de ongelovige man het zijn (gelovige) vrouw (bijna) onmogelijk maakt gelovig te leven." Wij begrijpen dit niet. Want het was nu juist de zaak van bewilliging van de ongelovige die er speelde. Het wordt de gelovige onmogelijk gemaakt als christen verder samen te leven. Om het geloof toch? Dàn zegt Paulus: als het zó ligt: Laat hij haar verlaten. De dE schrijven: "We hoeven dus niet aan te nemen dat de vrouw bijna tot ongeloof wordt gedwongen, tot het uiterste is gegaan en dan pas haar man verlaat". Nee, zeggen wij opnieuw, zo staat het er niet, er staat: Hij, de ongelovige verlaat haar. Dat is even iets anders! Hij verlaat zijn christen-echtgenote omdat hij haar niet verdraagt. Het is voor hem buigen of barsten geworden. Rekken de dE hier toch eigenlijk weer niet de beschrijving van 1Kor. 7 wat op zodat er ruimte komt voor de 'uitzonderingen op' en 'aanvulling van de regel' in de 'Nieuwe Benadering'? Naar onze overtuiging wordt met Paulus' uitspraak "Laat hij haar verlaten" geen regel van de Here Jezus aangevuld of geamendeerd. Want dat deze en soortgelijke situaties zouden vóórkomen had de Here Jezus al 'voorzien'. Hij zegt daarvan: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of vrouw of broeders of ouders of kinderen heeft prijsgegeven om het Koninkrijk Gods, of hij zal vele malen meer ontvangen in deze tijd en in de toekomende eeuw het 82 eeuwige leven. Het gezag van ambtdragers Met wat voor gezag mogen ambtsdragers concrete geboden van de Here Jezus niet van toepassing verklaren op een concrete situatie? Volgens de dE is er gradueel een groot verschil tussen Paulus en ons.
82
Luc. 18:29,30.
52
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maar principeel delen wij in dezelfde christelijke vrijheid zo stelden zij in 83 hun eerste rapport. In het nieuwe rapport wordt hier weer over gesproken. Weliswaar heeft de kerk niet hetzelfde gezag als Paulus maar de kerk kan wel uitspraken in het verlengde van Paulus doen. (16) Als voorbeeld neemt men daarvoor dan Christus' regel: 'wat u op aarde binden zult is gebonden in de hemel'. "Wij trekken de lijn door van apostelen naar onze ambtsdrager (…). - maar we moeten wel goed in de gaten hebben dat die een afgeleid gezag is." Nu zijn we het daar van harte mee eens: ambtsdragers hebben geen gezag van zichzelf maar zijn onderherders van Jezus Christus. Als zij broeders en zusters aanspreken is het niet met hun woord maar met het Woord. Maar daar zit nu juist onze moeite met de 'Nieuwe Benadering'. Want de dE gebruiken Mat. 18:18 eigenlijk net zo als 1Kor. 7: de tekst geeft vrijheid om in allerlei situaties zelf te beslissen of hetgeen Jezus of Paulus hebben geschreven wel toepasbaar is. "De kerk gaat op het spoor van Jezus dus verder dan wat er letterlijk in Mat. 18 staat", zeggen de dE. Zo mag de kerk dus ook verder gaan dan wat Paulus zegt over verlaten.(17) Echter als we deze tekst nauwkeurig overwegen vallen we de dE niet bij. Want hebben zij wel voldoende in rekening gebracht dat Christus' opdracht aan zijn leerlingen uniek was? We citeren prof. van Bruggen: "Vanwege de unieke plaats van de leerlingen als oor- en ooggetuigen (niet alleen van wat gebeurde, maar ook en vooral van Jezus' onderwijs in besloten kring) en vanwege de eigen plaats die zij daardoor straks als 'de oudsten' bekleden, menen wij dat hun volmacht werkelijk hun volmacht is. De sleutels van het koninkrijk slingeren niet rond in de eeuwen en gaan niet van hand tot hand, maar zij lagen en liggen in de handen van de uitverkoren leerlingen. Hun onderricht en hun besluiten (verg. Hnd. 15) zijn bindend voor het binnengaan en ontsluiten ook werkelijk de weg naar Christus in de hemel.() De kerk van de eeuwen is door Jezus zelf voorgoed gebonden aan het evangelie van de 84 leerlingen, aan ons bediend via de apostolische geschriften."
Daarom kan Paulus later ook zeggen: Dit, broeders, heb ik op mijzelf en Apollos overgebracht om uwentwil, opdat gij uit ons voorbeeld zoudt leren niet te gaan boven hetgeen geschreven staat, opdat niet iemand 85 uwer zich voor de een en tegen de ander opblaze. Dat is geen eigenwijsheid van Paulus maar overeenkomstig de opdracht door Christus verleend. Zo spreekt ook de apostel Johannes: Indien iemand tot u komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in uw huis en heet 86 hem niet welkom. Niet 'uitgaan boven' en niet 'verder gaan' dan hetgeen geschreven staat, dáár gaat het inderdaad om. Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor 87 houden. Dat betekent dat we praktijk moeten toebuigen naar de Schrift en niet het zoeken naar uitzonderingen die onze verkeerde levenspraktijken billijken. De toonbroden en echtscheiding 88 David en zijn mannen aten van de toonbroden terwijl alleen de 89 priesters daartoe gerechtigd waren. En de Here Jezus refereert daar 90 aan. De dE zien erin een bewijs dat wij ook uitzonderingen op Jezus' verboden van echtscheiding en hertrouwen mogen maken. Wij zouden echter, enigszins ondeugend, in tegenwoordig gangbaar theologische jargon willen zeggen: Strikt genomen staat dat er niet met zoveel woorden bij… Maar we willen het daar niet bij laten, er is meer over te zeggen. De Farizeeën spreken Jezus er op aan dat de discipelen op sabbat aren plukken en eten: Ontheiliging! Dan wijst de Here op het eten van de toonbroden door David en zijn mannen. En ook naar het werk van de priesters op de sabbat in de tempel. Hij zegt dan: Meer dan de tempel is hier. Ik ben Heer van de sabbat. Dat betekent: Ik kan, als Ik dat nodig vind boven de wet uitgaan. Gaat het aan hier openingen te maken voor onze uitzonderingen op Christus' geboden?
85
1Kor. 4:6 2Joh. :10 87 Gal. 5:25 88 1Sam. 21 89 Lev. 24:9 90 Mat. 12:3,4; Mar. 2:25-26; Luc. 6:3 86
83
DRE-Z p48 (rapport voor de synode van Zuidhorn). Prof. dr. J. van Bruggen, Ambten in de apostolische kerk, geciteerd naar pag 58, 59. 84
53
54
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Nee, want de leerlingen zijn inderdaad in overtreding van de wet van Mozes. Maar waarom zijn ze dan toch onschuldig? Omdat hier niet de vraag naar de preciese hermeneutiek van het vierde gebod aan de orde is maar wie Jezus Christus is. Het gaat hier om de gezalfde Koning. Dat is ook precies de link met de toonbroden etende David. Het gaat niet om het vergaren van de ingrediënten voor een rustdagmaaltijd maar om het 91 ondersteunen van de Koning op zijn dienstreis. Dat zet deze hele geschiedenis in een ander licht. Het is dan ook onjuist er een gemakkelijke vrijbrief in te zien om uitzonderingen te maken op de uitdrukkelijke geboden van de Koning zelf. Trouwens, als we de kant van extrapolatie van uitzonderingen op willen zullen we meer voorvallen uit de Schrift in rekening moeten brengen. We geven de volgende ter overweging. 92
Saul was in oorlog met de Filistijnen. Afgesproken werd dat Samuël eerst een brandoffer voor de Here zou brengen voor Saul de aanval mocht beginnen. Maar op de afgesproken tijd kwam de profeet niet opdagen. Het bange krijgsvolk begon weg te lopen en verborg zich in allerlei hoeken en gaten. In die noodsituatie besluit Saul het heft in eigen hand te nemen: hij offert en handelt zo tegen het gebod van de Here. Een billijke en acceptabele uitzondering op het gebod in een bijzondere situatie? Nee, kennelijk niet: het kost Sauls geslacht het koningschap! 93
David haalt de ark van Kirjat-Jearim naar Jeruzalem. Wat een feest: "David en heel Israël dansten uit alle macht voor Gods aangezicht, begeleid door zang en door muziek van citers, harpen, tamboerijen, cimbalen en trompetten." Is het niet prachtig? Bij uitzondering op de 94 regel wordt de ark niet gedragen door de Levieten maar op een nieuwe(!) wagen vervoerd. Dan gebeurt er een ongeluk. De trekdieren glijden uit, de ark dreigt van de wagen te vallen. Maar begeleider Uzza is alert en houdt de ark tegen. Een billijke en acceptabele uitzondering op de regel in een bijzondere situatie?
Nee, kennelijk niet: het kost Uzza zijn leven! Nog een voorbeeld uit de tijd van Jezus' rondwandeling op aarde. De Farizeeën onderhouden het vijfde gebod "Eer uw vader en uw 95 moeder". Behoeftige ouders behoren ondersteund te worden met middelen van hun kinderen. Maar als die middelen nu als offergave worden aangewend? Je kunt je geld toch maar één keer uitgeven? Dan is er naar het inzicht van de Farizeeën sprake van een uitzondering: de ouders kunnen niets van hun kinderen trekken. Jezus gispt dat wel als "fraai buiten werking zetten van het gebod", en "zo maakt gij het woord Gods krachteloos". We leren in elk geval dat het krachteloos maken van Gods geboden heel risicovol is. Zouden we daarom de 'ethiek van uitzonderingen' niet nog eens intensief tegen het licht van de Heilige Schrift moeten houden? De eed en echtscheiding De dE zien het gebruik van sterke woorden door Paulus terwijl Jezus verbood om te zweren als een rechtvaardiging om ook bij grote huwelijksmoeiten uitzonderingen te maken op het verbod tot echtscheiden en hertrouwen. Er is hier sprake van "analogie": in beide situatie wordt gekozen tussen twee kwaden. Zie hoofdstuk 7 waar deze analogie door ons wordt afgewezen. De zondag als toespitsing van de regel De redenatie is eenvoudig. Het vierde gebod spreekt van "zevende dag"; wij houden de eerste dag. Kennelijk kan de kerk dat - nieuwe situatie, nieuwe uitzondering - beslissen onder leiding van de Heilige Geest. En zo mag 'dus' ook gehandeld worden t.a.v. het zevende gebod. Maar de Schrift draagt zelf argumenten aan om de eerste dag als nieuwtestamentische rust- en vierdag te onderhouden. Dat is maar niet gebaseerd op een vrije keuze van de christelijke kerk maar gegrond op het vierde gebod en allerlei nieuw-testamentische gegevens. -
91
Vergelijk CNV Matteus, p212 ev 1Sam. 13 93 1Kron. 13 94 Deut. 10:8
Joh 20:1 Op de eerste dag der week ging Maria van Magdala vroeg, terwijl het nog donker was naar het graf en zij zag de steen weg genomen. (…)
92
95
55
Mat. 15: 4; Mar 7:9.
56
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
-
-
-
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Joh 20:19 Toen het dan avond was op die eerste dag der week en ter plaatse, waar de discipelen zich bevonden, de deuren gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus en stond in hun midden en zeide tot hen: Vrede zij u! Hand 20:7 En toen wij op de eerste dag der week samengekomen waren om brood te breken, hield Paulus een toespraak tot hen en, daar hij van plan was de volgende dag te vertrekken, zette hij zijn rede voort tot middernacht. 1Kor. 16:2 …elke eerste dag der week legge ieder uwer naar vermogen thuis iets weg, en hij spare dit op, opdat er niet eerst na mijn komst inzamelingen moeten gehouden worden. Openb 1:10 Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin. Col 2:16 Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is.
In de loop van de eeuwen is de kerk van Christus steeds duidelijker de relatie sabbat-zondag, rusten en gedenken gaan zien door de Heilige Geest. De Here heeft de heidense samenleving omgebogen naar één waarin de christelijke rust- en vierdag breed werd geëerbiedigd. Niet 96 revolutionair, niet door geweld maar door zijn Geest. Dus geen vrije keus van de kerk maar verwerving van inzicht door de Heilige Geest in hetgeen door Jezus Christus als de Eersteling der dagen zelf al was ingezet. Zo werd het dan ook al door de Oude Kerk gepraktiseerd. Opmerkelijk. 97 Hier zie je hoe de dingen samenhangen. Wrikken aan het ene (vierde) 98 gebod blijft niet zonder gevolgen voor het andere (zevende). 96
Zach 4:6 Hij antwoordde mij: Dit is het woord des Heren tot Zerubbabel: niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen. 97 Vergelijk Jac 2:10 Want wie de gehele wet houdt, maar op een punt struikelt, is schuldig geworden aan alle geboden. Zou de diepe zin hiervan niet zijn dat je niet aan één 'bouwsteen' van de Schrift kunnen wrikken zonder op termijn het heel bouwwerk tot een bouwval te zien worden? 98 We denken aan het feit dat de GSL heeft toegelaten dat predikanten op de kansel de rustdag een menselijke instelling noemen.
57
8.2
Tweede huwelijken na echtscheiding en hun kerkelijke bevestiging
In het vorige deputatenrapport werd bevestiging van tweede huwelijken na echtscheiding nog integraal afgewezen. Maar daarop is kritiek vanuit de kerken gekomen. Daarom is deze regel bijgesteld naar een ruimer beleid en mag het nu wèl in een aantal gevallen. Maar hoe zit dat dan precies met wat Paulus van de Here Jezus aanhaalt in 1Kor. 7:10,11: Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten is dit toch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen - ? Deze woorden van de Here Jezus en de apostel Paulus spreken duidelijke taal, schrijven de dE. En uitzonderingen daarop vinden we niet in de Schrift. Integendeel, de Here Jezus spreekt zelfs van het plegen van echtbreuk als je een verstotene trouwt! Dus geen tweede huwelijken toestaan, en zeker niet zo'n huwelijk in een eredienst voor Gods aangezicht en de gemeente vestigen? Dàt gaat de dE nu te ver. Grote terughoudendheid, zeker, maar wel ”een gevarieerde benadering in de praktijk van het kerkelijk leven". Want met het vasthouden aan de bijbelse regel wordt "niet elke situatie afgedekt". En zo komen de dE tot een nieuwe regel. Die luidt samengevat: Is er sprake van een tweede huwelijk dan mag kerkelijke huwelijksbevestiging plaatsvinden mits er niet sprake is van afhouding van het Avondmaal en er geen openlijke afkeuring door de kerkenraad werd gegeven. Het moedeloze gevoel bekruipt je, als je dit leest, dat het eigenlijk niet echt meer doorslaggevend is wat de Schrift zegt over hoe wij ons leven zullen laten richten naar het gebod. Want in onze situatie zullen wij bepalen of het goddelijke gebod van toepassing is. Als wij oordelen dat toepassing van Jezus' regel niet billijk is verlenen wij kerkelijke ontheffing daarvan. Het is treurig dat juist op dit punt waar de kerk ondubbelzinning in de lijn van Christus' gebod zou kunnen handelen toch water bij de wijn is gedaan. Wat is er zo toch overgebleven van eenvoudige gehoorzaamheid aan de Schrift? Moeten we zo langzamerhand niet spreken van complexe ongehoorzaamheid? 58
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
8.3
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Kerkelijke tucht
Een "gevarieerde praktijk van het kerkelijk leven" vraagt natuurlijk ook om een gevarieerde tuchtoefening. Er zijn veel situaties, constateren de dE, waarin kerkenraden geen vrijmoedigheid hebben om af te houden van het Heilig Avondmaal maar wel een openlijke afkeuring wenselijk is. Daarom willen zij dat de volgende "maatregel van vermaan en tucht" in de kerkorde (KO) wordt opgenomen: "Wanneer iemand stappen zet die lijken af te wijken van de weg van de Here en die publiek bekend zijn geworden, is de kerkenraad gerechtigd om in een mededeling aan de gemeente de nodige helderheid te verschaffen. Dit oordeel wordt gegeven na een gesprek met de betrokkene en zo mogelijk met zijn instemming. De genoemde maatregel laat onverlet de roeping van een zondaar om schuld te belijden en de roeping van de kerkenraad om tucht te oefenen over wie 99 weigert zich te bekeren." (31) De dE willen een "openlijke bestraffing" en baseren deze maatregel op een aantal schriftgegevens: 1Tim 5:20, Mat. 18:17, 2Kor. 2:6 en Gal. 2:11. Maar dekken deze vlaggen wel de lading? In 1Tim 5:20 schrijft Paulus aan Timotheüs: "Wie in zonde leven moet u in aller tegenwoordigheid bestraffen, opdat ook de overigen ontzag hebben." Hebben de dE hier niet over het hoofd gezien dat het hier om leven in de zonde gaat? Dàn is toch in elk geval tucht in de vorm van afhouding van het Heilig Avondmaal vereist? In zo'n situatie zijn de KO artikelen 76 en 77 van toepassing. Want men "leeft" in een "openbare" en "ernstige" zonde. Dan is bekering en berouw nodig. Hiervoor is dus een nieuwe artikel niet nodig, integendeel hier moet de zorgvuldige weg van vermaan en tucht uit de kerkorde toegepast worden. Datzelfde geldt eigenlijk ook van Mat. 18:17. Want in Mat. 18:15-18 gaat het om de tuchtoefening zoals wij in de genoemde KO artikelen al kennen. Zie bijvoorbeeld het Formulier voor uitsluiting uit de gemeente 100 van Christus. Daar wordt juist aan deze tekst gerefereerd.
2Kor. 2:6 gaat niet over de publieke bestraffing van een zondaar maar juist het omgekeerde: de 'preek' gaat erover dat de gemeente een berouwvolle zondaar die ze vermaand heeft weer in haar midden behoort op te nemen. Daarom wordt deze tekst ook in het formulier voor 101 de wederopneming in de gemeente van Christus aangehaald. Paulus openlijk vermaan van Petrus in de brief aan de Galaten is inderdaad een mooi voorbeeld van openbare tucht. Maar wel een waar bekering wordt geëist! Petrus moet ermee ophouden christenen uit de heidenen te mijden. Want dat kàn niet! Hier is de ”waarheid van het evangelie" (vers 14) is in het geding: als je het nog van wettische gerechtigheid verwacht heb je geen deel Christus. Petrus moet zich dus bekeren. En het is nu juist de nieuwe "maatregel van vermaan en tucht" die de mogelijkheid opent wel te zeggen dat de kerkenraad het "niet goed" vindt maar niet berouw en bekering eist. Daar zit de knoop. Want weliswaar zal het de gemeente duidelijk worden "dat de ouderlingen niet alles zomaar goed vinden" maar het blijft wel zonder gevolgen want de kerkenraad laat het hierbij. (24) Opnieuw vragen we: Is dat barmhartig jegens de zondaar? Wij hebben overigens ook vragen bij de tekst van het nieuwe voorgestelde kerkorde-artikel. Waarom staat daar: "iemand stappen zet die lijken af te wijken van de weg van de Here"? Waarom niet gewoon: "die afwijken van de weg van de Here"? Het is toch een maatregel van vermaan en tucht in een situatie van zonde? En als gesproken wordt van "helderheid aan de gemeente" is dan bedoeld "openlijk bestraffen" van de zondaar? Daar gaat het toch om in 1Tim 5:20? Bestraffen is toch wat anders dan "helderheid" geven? Er is "een roeping tot bekering van een zondaar" zegt het nieuwe artikel aan het eind. Is het niet beter om daar "de zondaar" te lezen? Want het gaat toch om deze zondaar die afwijkt van de weg van de Here? Of is het artikel (ook) bedoeld voor andere situaties? De dE willen het nieuwe artikel vooral invoeren om "ondermijnende effecten" op de gemeente tegen te gaan. Want als een kerkenraad berust in of zelfs adviseert tot scheiding en/of hertrouwen en verder
99
De maatregel die in het kader van scheiding en hertrouwen is bedacht zouden de dE graag ook in allerlei andere situaties willen toepassen. 100 Zie pag 535 van het Gereformeerd Kerkboek.
59
101
Zie pag 537 van het Gereformeerd Kerkboek.
60
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
niets doet, zal de gemeente gauw gaan denken dat het 'allemaal wel kan en mag'. Maar zou in de praktijk de nieuwe maatregel er echt toe leiden dat de gemeente het wel allemaal begrijpt?
ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen - en een man moet 103 zijn vrouw niet verstoten?
Want het is ingewikkeld geworden…
8.4
Er is een echtpaar dat wil scheiden. De kerkenraad houdt de broeder en zuster af van het Avondmaal. Er wordt door intensief vermaan gewerkt aan bekering. De gemeente hoort hier lange tijd niets van naar KO 76, 77.
Toen het eerste rapport van de dE voor de GSZ de verscheen konden kerkenraden nog enigszins met recht zeggen: Er wordt niet gevraagd ons te binden aan de 'Nieuwe Benadering'. Deze vluchtweg is echter afgesloten als de generale synode van Amerfoort-Centrum de nieuwe voorstellen aanneemt.
Er is een ander echtpaar dat wil scheiden. De kerkenraad heeft geen vrijmoedigheid de broeder en zuster van het Avondmaal af te houden. Hij deelt de gemeente mee de keus van de broeder en zuster niet goed en niet nodig te vinden. Maar de kerkenraad vindt dat het "echtpaar integer bezig" is (24) en volstaat met alleen een openlijke afkeuring. De broeder en zuster mogen hun volgende huwelijk evenwel niet kerkelijk laten bevestigen. Er is nog een ander echtpaar dat wil scheiden. De kerkenraad begrijpt hun situatie en laat het dus over aan de eigen verantwoordelijkheid van de betrokkenen. Na verloop van tijd deelt de kerkenraad met blijdschap mee dat de gescheiden broeder (opnieuw) zal trouwen. Met kerkelijke bevestiging. Er is een jong echtpaar dat in grote onmin leeft. De kerkenraad adviseert om te gaan scheiden. Na verloop van tijd deelt de kerkenraad met blijdschap mee dat de gescheiden zuster opnieuw zal trouwen. Met kerkelijke bevestiging. Het zal hier niet bij blijven. De brandende vraag is: Is deze ambtelijke praktijk werkelijk het gehoorzame kerkelijke antwoord op: Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om andere reden dan hoererij en een 102 andere trouwt, pleegt echtbreuk. En Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten - is dit tóch gebeurd, dan moet zij
Wij menen eerlijk van niet.
In het eerste rapport stond niet met zoveel woorden dat adviezen van de Raad van Advies gebaseerd moesten zijn op de nieuwe ideeën. Nu wordt dat uitdrukkelijk wel vermeld: "Het advies is gebaseerd op de Schrift en houdt onder meer rekening met hetgeen rond huwelijk, echtscheiding, hertrouwen en tucht is besloten door de GS Amersfoort 104 En art. 9: De advisering door deze RvA heeft een meer 2005." kerkelijk, minder vrijblijvend en op meer soorten deskundigheid steunend karakter."(34). (cursief schrijver) In de uitgangspunten zoals die in concept Besluit 3 zijn geformuleerd is de kern van de 'Nieuwe Benadering' vastgelegd. Ook in de verdere artikelen en instructies is deze benadering verwerkt. De kerkenraden dienen voor een goed begrip en een juiste toepassing van de richtlijnen het studierapport van deputaten (DRE, zie Acta GS Zuidhorn), en de nadien uitgebrachte populaire versie van daarvan en het eindrapport van deputaten aan de GD Amersfoort 2005 zorgvuldig te overwegen, richtlijn 1.(35) (cursief schrijver) Alle zeilen zullen worden bijgezet om de 'Nieuwe Benadering' in al zijn facetten breed geaccepteerd te krijgen. Men is daar al zeer ver mee. De Raad van Advies werkt op volle toeren: "Sinds begin 2003 hebben veel kerkenraden de weg naar de raad al gevonden".(48). Een nieuwe website wordt ontwikkeld en zal via advertenties in kranten en kerkbladen gepromoot worden. Inmiddels is ook de Infomap van het Steunpunt Gemeenteopbouw (over echtscheiding) aangepast en opgenomen in het publicatie 'Aan het werk in de kerk'.
103 102
104
Mat. 19:9
61
Invoering van de 'Nieuwe Benadering'
1Kor 7:10,11 Instructie Raad van Advies, art. 4 p33.
62
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Kortom, de wissels zijn al omgezet. Het wachten is op het definitieve groene licht van de generale synode van Amersfoort-Centrum. We protesteren opnieuw tegen deze gang van zaken waar de praktijk vóór de zorgvuldige overweging en beslissing van de kerken uitgaat.
8.5
Terug naar de Schrift
We menen uit bovenstaande overwegingen te mogen concluderen dat ook de nieuwe argumenten die de dE aanvoeren om hun "Nieuwe Benadering" een bijbelse fundering te geven niet deugen. Wat ons betreft dus: Geen 'Nieuwe Benadering'. Ook geen eindeloos oprekken van 'gronden'. Maar terug naar het eerste onderwijs. Van Jezus Christus. En van Paulus. Je mag je vrouw niet wegsturen want dat zet de deur open naar echtbreuk, behalve als er sprake van overspel is. Als er toch gescheiden is? Dan ongetrouwd blijven, of verzoenen. Maar als er iemand gelovig wordt terwijl haar partner ongelovig blijft? Bij elkaar blijven. Echter als de ongelovige niet meer bij haar wil blijven of haar niet meer in zijn omgeving duldt, mag je dan scheiden? Nee, ook niet. Hoe dan verder? Het enige wat overblijft is dat de ongelovige zijn christin accepteert, of haar verlaat. Maar 't is dan wel zijn kwade initiatief.
Het gaat dwars tegen de geest van tijd is. Het staat haaks op de praktijk in de onze kerken. Het zal dus heel wat tijd en strijd kosten. Radicale navolging van Christus. Dat willen de deputaten. Wij ook. Maar herstel van scheefgegroeide ethische en ambtelijke praktijken is alleen mogelijk door het bewaren van Gods concrete geboden. Dat is het verschil. En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen: indien wij zijn geboden bewaren. Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet; maar wie zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn. Wie zegt, dat hij in Hem blijft, behoort ook zelf zo te wandelen, als Hij 105 gewandeld heeft.
En als het nu toch mis is gegaan? Dan is berouw en bekering nodig. Als die uitblijven moet tucht worden geoefend, uit erbarmen met de zondaar. Tot vergeving van zijn schulden, en herstel van de vrede met God en de naaste. Voor een nieuw begin. 105
63
1Joh 2:3-6
64
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
9
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Bijlagen
9.1 Bijlage A - Wie zegt wat? Huwelijk en echtscheiding is bepaald geen onderwerp waar de Heilige Schrift over zwijgt. Ook de kerk van alle tijden heeft heel veel geestelijke energie moet stoppen in de onderwerp. In deze Bijlage zetten we verschillende tekstgegevens uit de Schrift en aanhalingen van bekende gereformeerde predikanten en hoogleraren op een rij. Overigens wil hiermee uiteraard op geen enkele wijze gesuggereerd worden dat de uitspraken van kerkelijke personen hetzelfde gezag hebben als aanhalingen uit de Schrift. 9.1.1
De Schrift 106
De wet des Heren Gij zult niet echtbreken. 107
Scheidbrief 1 Wanneer iemand een vrouw genomen en gehuwd heeft, dan zal, (als hij haar geen genegenheid toedraagt, omdat hij iets onbehoorlijks aan haar gevonden heeft, en hij een scheidbrief geschreven en haar die overhandigd heeft, waarna hij haar uit zijn huis heeft weggezonden) 2 en als zij dan uit zijn huis vertrokken, haars weegs gegaan en de vrouw van een ander geworden is; 3 en als dan de laatste man een afkeer van haar krijgt, een scheidbrief schrijft, haar die overhandigt en haar uit zijn huis wegzendt; of als de laatste man, die haar tot vrouw genomen heeft, gestorven is, 4 dan zal de eerste echtgenoot, die haar weggezonden heeft, haar niet opnieuw tot vrouw mogen nemen, nadat zij verontreinigd is geworden; want dat is een gruwel voor het aangezicht des Heren; gij zult geen zonde brengen over het land dat de Here, uw God, u ten erfdeel geven zal. Maleachi
108
106
Ex 20:14 , Deut 5:18. Deut 24:1-4. 108 Mal 2:14-16. 107
65
13 In de tweede plaats doet gij dit: gij bedekt met tranen het altaar des Heren, onder geween en gezucht, omdat Hij Zich niet meer tot het offer wendt, noch het uit uw hand aanneemt als Hem welgevallig. 14 En dan zegt gij: Waarom? Omdat de Here getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is. 15 Niet een doet zo, die voldoende geest bezit, want wat zoekt die ene? Het zaad Gods. Weest dan op uw hoede voor uw hartstocht, en dat men niet ontrouw worde aan de vrouw zijner jeugd. 16 Want Ik haat de echtscheiding, zegt de Here, de God van Israel, en dat men zijn gewaad met geweldpleging overdekt, zegt de Here der heerscharen. Daarom, weest op uw hoede voor uw hartstocht en weest niet ontrouw. 17 Gij vermoeit de Here met uw woorden. En dan zegt gij: Waarmee vermoeien wij Hem? Doordat gij zegt: Ieder die kwaad doet, is goed in de ogen des Heren en aan hen heeft Hij een welgevallen; waar is anders de God van het recht?
De Here Jezus 31 Er is ook gezegd: Al wie zijn vrouw wegzendt, moet haar een scheidbrief geven. Maar Ik zeg u: Een ieder, die zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt, dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie een weggezondene trouwt, pleegt echtbreuk. Mat 5: 31ev. 3 ¶ En er kwamen Farizeeen tot Hem om Hem te verzoeken, en zij zeiden: Is het geoorloofd zijn vrouw weg te zenden om allerlei redenen? 4 Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? 5 En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot een vlees zijn. 6 Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. 7 Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft Mozes dan bevolen een scheidbrief te geven en haar daarmede weg te zenden? 8 Hij zeide tot hen: Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest. 9 Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk. 10 De discipelen zeiden tot Hem: Indien voor een man de zaak met zijn vrouw zo staat, is het niet raadzaam te trouwen. 11 Doch Hij zeide tot hen: Niet allen
66
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
vatten dit woord, alleen zij, aan wie het gegeven is. 12 Er zijn immers gesnedenen, die zo uit de moederschoot geboren zijn, en er zijn gesnedenen, die door de mensen gesneden zijn, en er zijn gesnedenen, die zichzelf gesneden hebben, ter wille van het Koninkrijk der hemelen. Die het vatten kan, die vatte het. Mat 19:3 ev. 2 En er kwamen Farizeeen tot Hem en vroegen Hem, om Hem te verzoeken: Is het een man oorloofd zijn vrouw weg te zenden? 3 Hij antwoordde en zeide tot hen: Wat heeft Mozes u geboden? 4 Zij zeiden: Mozes heeft toegestaan een scheidbrief te schrijven en haar daarmede weg te zenden. 5 Jezus zeide tot hen: Met het oog op de hardheid uwer harten heeft hij u dat gebod geschreven. 6 Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; 7 daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot een vlees zijn. 8 Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. 9 Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. 10 En thuis vroegen de discipelen Hem weder naar die zaak. 11 En Hij zeide tot hen: Wie zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, pleegt echtbreuk ten opzichte van haar; 12 en indien zij haar man verlaat en een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk. Mr 10:2ev. 6 … van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; 7 daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot een vlees zijn. 8 Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. 9 Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. 10 En thuis vroegen de discipelen Hem weder naar die zaak. 11 En Hij zeide tot hen: Wie zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, pleegt echtbreuk ten opzichte van haar; 12 en indien zij haar man verlaat en een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk. Mar 10: 6-12. 17 Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet een tittel zou vallen. 18 En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk. Luc 16:17ev
Paulus Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten. 11 - is dit toch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen - en een man moet zijn vrouw niet verstoten. 12 Maar tot de overigen zeg ik, niet de Here: heeft een broeder een ongelovige vrouw, die erin bewilligt met hem 10
67
samen te wonen, dan moet hij haar niet verstoten. 13 En een vrouw moet, als zij een ongelovige man heeft, en deze erin bewilligt met haar samen te wonen, die man niet verstoten. 14 Want de ongelovige man is geheiligd in zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd in de broeder. Anders zouden immers uw kinderen onrein zijn, doch nu zijn zij heilig. 15 Maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden; tot vrede heeft God u geroepen. 1Kor. 7:10-15 9.1.2 Hoogleraren en predikanten Prof Dr J. van Bruggen N.a.v. 1Kor. 7:10 ev: De kerk is geroepen om de echtscheidingen te beoordelen, niet naar de maatstaf van de praktijk, maar naar de norm van God. Deze norm is duidelijk: wie, afgezien van overspel, tot echtscheiding komt, is verplicht die scheiding ongedaan te maken of ongehuwd te blijven. In zulke gevallen is het huwelijk wel voor de overheid ontbonden, maar niet voor God. De kerk is geroepen om niet met de overheid, maar met Gods Woord in de pas te blijven. De kerkelijke tucht volgt in zulke gevallen niet de wereldlijke rechter. De kerk dient tweede huwelijken die na een voor God ongeldige scheiding tot stand kwamen, dan ook niet kerkelijk 109 te bevestigen. Hoop op bekering mag er zijn zolang de ongelovige echtgenoot bewilligt in een huwelijk met een christen. Er zijn echter ook gevallen waarin de ongelovige zo'n huwelijk niet wenst. Om welke speciale gevallen gaat het? We moeten hier denken aan de gevallen waarin een ongelovige weigert om een huwelijk met een christen voort te zetten: de gelovige wordt voor de keus gesteld om het geloof de deur uit te zetten of zelf de deur uit te gaan. (…) Christenen in Korinthe komen voor de vraag te staan of zij liever hun man of vrouw laten heengaan, dan Christus te verliezen. In zulke gevallen heeft de dienst aan Christus voorrang op de dienst binnen het huwelijk. Christenen verlaten hun echtgenoten niet, maar zullen het 110 soms wel te dragen krijgen dat dezen hen verlaten. 109 110
Prof dr J. van Bruggen, Het huwelijk in ere (1 korinthe 7), p53. a.w. p70,71
68
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Prof Dr J. Douma In het Nieuwe Testament verbiedt Christus het verstoten en het hertrouwen, maar Hij maakt een uizondering in het geval van overspel. 111
De Schrift tekent nog een situatie waarin iemand zich vrij kan weten van zijn echtgenoot of echtgenote zonder daarmee als echtbreker veroordeeld te worden. Als een ongelovige man of vrouw zijn of haar echtgenote (echtgenoot) verlaat dan is de laatste niet meer gebonden. In mijn bespreking van 1 Kor. 7, 7-16 heb ik gezegd waarom ik van mening ben dat de daar vermelde scheiding voor de betreffende man of vrouw de vrijheid kan meebrengen om een volgend huwelijk aan te 112 gaan. Het punt in geding is of wij ook voor vandaag gebonden zijn aan de grenzen die door de in de Schrift genoemde situaties getrokken 113 worden. De hele kerkelijke traditie verzet zich tegen een kerkelijke ijking van 'duurzame ontwrichting' als grond voor echtscheiding. Uiteraard is het niet doorslaggevend wat de traditie zegt, want ook zij kan falen, hoe eenstemmig ze op dit punt mag zijn. Maar om de boodschap van de Schrift over de onverbrekelijkheid van het huwelijk geen geweld aan te doen, zal men zich over de grensgevallen, waarin het huwelijk tot ontbinding kan komen, ook door dezelfde Schrift moeten laten gezeggen. En daarom blijven we het spoor volgen dat de (reformatorische) traditie hier getrokken heeft. Ik blijf dus spreken van (twee) concrete bijbelse gronden voor 114 echtscheiding.
115
Ds P. Niemeijer De HEERE verbiedt in Zijn Woord duidelijk de echtscheiding. Maar niet zonder rekening te houden met de intrede van de zonde in de wereld. Dat laatste blijkt uit de mogelijkheid die de Here in twee situaties gegeven heeft om te scheiden. In geval van overspel en bij weigering van één van de twee echtgenoten om de ander de Here te laten dienen, heeft de alleenwijze God, Die beter dan één van ons weet hoe verwoestend de zonde huis kan houden, echtscheiding toegelaten. 116
Ds R. van Kooten Conclusies 1. Nu wij de belangrijkste teksten over echtscheiding behandeld hebben, kunnen wij stellen dat ondubbelzinnig duidelijk geworden is, dat het huwelijk een heilige inzetting van God is die in principe qua wezen onverbreekbaar is. De echt heeft door Gods wil niet het karakter van een contract maar van een, ja, van Gods verbond. Het huwelijk kan niet beëindigd worden, zelfs niet met beider in- of toestemming. Alleen overspel kan een einde maken aan deze band. 6. Bij het luisteren naar verschillende Schriftgedeelten hebben wij ook gezien, dat in alle andere gevallen dan overlijden en overspel elk volgend huwelijk echtbreuk is. 9.1.3
Synoden
117
De synode van Berkel en Leusden
118
Uitgangspunten 1. Het huwelijk is door de Here ingesteld. Deze hechte band tussen man en vrouw mag niet door mensen verbroken worden (Gen. 2:24; Mal. 2:14-16; Mat. 19:3-9; 1 Kor. 7:10-11). Echtscheiding is 115
Ds P. Niemeijer, Die twee… één vlees, Woord en Wereld 16, p103. Ds R. van Kooten, NH/GB predikant, Gij zult niet echtbreken/Het zevende gebod - 2, p229-230. 117 Het zou interessant zijn ook de besluiten van de synode van Hoogeveen te vergelijken. Om tijdsredenen is hiervan afgezien. 118 Geciteerd via Acta Generale Synode te Leusden, p179-180. De cursief gedrukte zinnen zijn door de synode van Leusden toegevoegd. 116
111
Prof Dr J. Douma, Echtscheiding, p94. a.w. p95 113 a.w. p97 114 a.w. p99 112
69
70
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
2.
3.
4.
5.
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
een ernstig kwaad, dat zoveel mogelijk voorkomen en bestreden moet worden. Overspel maakt inbreuk op het huwelijk als een relatie van liefde en trouw. Wanneer verzoening van deze zonde en herstel van de geschonden verhouding niet mogelijk zijn, kan de trouweloos behandelde echtgenoot echtscheiding aanvragen (Mat. 5:32; Mat. 19:9; 1 Kor. 6:16-18; Hebr. 13:4); een nieuw huwelijk is dan geoorloofd en kan kerkelijk bevestigd worden. Is er sprake van een ongelovige partij die de ander wil verlaten, dan mag de gelovige om dit te voorkomen niet het geloof en de liefde tot de Here ten offer brengen. Verlating omwille van het geloof (religionis causa) is een grond om in scheiding te berusten (1 Kor. 7:12-16). Er zijn ook andere ernstige vormen van zonden tegen een van Gods geboden waardoor het huwelijk fundamenteel wordt aangetast. Er valt geen algemene regel te geven om te beoordelen in hoeverre zulke zonden een grond vormen om in een echtscheiding te berusten. Met betrekking tot echtscheiding op ongeoorloofde gronden geeft de Schrift de duidelijke regel dat de weg naar een nieuw huwelijk gesloten is (1 Kor.7:10,11). 119
Richtlijnen 1. De synode (van Berkel en Rodenrijs 1996) adviseert de kerkenraden het studierapport van deputaten (zie Acta GS Berkel en Rodenrijs 1996, bijlage IV) en het commissierapport (idem, bijlage V) zorgvuldig te overwegen. 2. Wanneer een scheiding zich voordoet in het huwelijk van kerkleden, zal de kerkenraad zijn herderlijke zorg voor de betrokkenen gestalte geven in troost, bemoediging en vermaan. Indien de kerkenraad op basis van gesprekken met betrokken partijen zich een oordeel vormt over de situatie, zal dit oordeel geargumenteerd in de notulen worden vastgelegd. 3. Wanneer een zaak niet helder vanuit de Schrift bewezen kan worden, mag een kerkenraad niet de gewetens binden. Blijft tussen de kerkenraad en de betrokken gemeenteleden in de speciale situaties onder uitgangspunt 4 genoemd, verschil van 119
inzicht bestaan over de vraag of echtscheiding en/of een tweede huwelijk geoorloofd is in het licht van Gods Woord, dan zal de kerkenraad naar artikel 41 KO studie vragen aan de classis. 4. Bij vertrek van (één van) de betrokkenen naar een andere gemeente wordt aan de kerkenraad aldaar beknopt de informatie verstrekt die noodzakelijk is voor de overdracht van de ambtelijke zorg. Voordat de andere kerkenraad wordt ingelicht, zal de betrokken broeder en/of zuster op de hoogte worden gesteld van de inhoud van deze informatie. Is de echtscheiding een feit geworden, dan wordt op de attestatie vermeld: "deze broeder/zuster is gehuwd geweest. Het huwelijk werd op (datum) ontbonden door echtscheiding. Hij/zij was op dat moment lid van de Gereformeerde Kerk te ...". Indien een kerkenraad nadere informatie nodig heeft, met name ter beoordeling van een eventuele nieuwe huwelijkssluiting, zal hij met medeweten van debetrokkene zich wenden tot de raad van de in de attestatie genoemde kerk. 5. Overleg zal plaatsvinden tussen kerkenraden die met dezelfde huwelijksbreuk en echtscheiding te maken krijgen. De resultaten van dit overleg zullen schriftelijk worden vastgelegd. 6. Indien zich tussen de betrokken kerkenraden een verschil voordoet in de beoordeling van een huwelijksbreuk en zij tot verschillende oordelen komen ten aan-zien van tuchtoefening en/of kerkelijke bevestiging van een nieuw huwelijk, zal aan de classis van de kerk die in de betreffende zaak een beslissing moet nemen, studie worden gevraagd.
Gewijzigd en vastgesteld op de synode van Leusden.
71
72
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
9.2
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Bijlage B - 'Nieuwe Benadering' van abortus provocatus
De benadering van de dE van echtscheiding laat zich ook moeiteloos toepassen op andere ethische vraagstukken, ds G. Hutten attendeerde al op consequenties voor andere ethische vragen. Als voorbeeld daarvan wordt in de alternatieve benadering van de dE zoals zij die beschreven in het DRE-Z/paragraaf 7.4.3 de woorden 'echtscheiding en 120 hertrouwen' vervangen door 'doodslag' en 'overspel' door 'abortus'. Een alternatieve benadering voor abortus In plaats van de gangbare benadering stellen wij een alternatief voor. Wij zullen eerst de kern daarvan kort in enkele stappen schetsen, om deze vervolgens uit te werken en toe te lichten.
onvoorziene en tot onbillijkheid leidende situaties. Abortus blijft een kwaad. Er bestaat geen reden om het aantal onvoorziene situaties te beperken tot die situaties die zich in de Bijbel zelf al voor deden of tot analogieën daarvan maar het is te verkiezen boven het grotere kwaad van compromissen op het punt van het geloof. Het is denkbaar dat de kerk in bepaalde situaties waarin abortus gevraagd wordt analoog aan Paulus’ werkwijze in 1 Korintiërs 7 stelt: in dit geval bent u niet gebonden aan de regel. 4. Om concrete keuzen te kunnen doen is het nodig te letten op meer factoren uit de Schrift dan op de directe morele richtlijnen over doodslag. Bovendien vraagt het doen van zulke keuzen om een bedding bij de individuele gelovige en de gemeente waarin het onderwijs van Christus over het koninkrijk concrete belichaming ontvangt. …?
121
is eenduidig. Hij wijst dat terug 1. Christus’ onderwijs over doodslag als niet passend bij de levensstijl van wie Hem volgen om in te gaan in het koninkrijk. In Christus’ onderwijs zelf treffen wij geen in de hoofdlijn ingebouwde uitzonderingen aan, die wij zouden kunnen typeren als ‘schriftuurlijke gronden voor doodslag’. 2. Wel laat Christus zich niet uit over de handelwijze bij abortus. Enerzijds past het bij de aard van het koninkrijk en bij de navolging van God en Christus om geen abortus te plegen en de nadruk op voorkómen te leggen. Anderzijds blijft het de vraag hoe gehandeld moet worden wanneer berouw wordt geweigerd als het toch is gebeurd. Deze openheid geeft aan de kerk verlof om in zulke situaties naar beste christelijke wijsheid te handelen. 3. Ook leert Paulus’ verklaring van ‘niet gebonden zijn’ aan Jezus’ regels in 1 Korintiërs 7, dat zich onvoorziene situaties kunnen voordoen, waarin de regel onbillijke gevolgen zou krijgen. Er bestaat geen reden om het aantal onvoorziene situaties te beperken tot die situaties die zich in de Bijbel zelf al voor deden of tot analogieën daarvan. Daarom moet de kerk Paulus’ woord uit 1 Korintiërs 7 als een voorbeeld van een mogelijke manier van handelen bij 120
DRE-Z 7.4.3 Een andere benadering van het echtscheidingsprobleem / In vogelvlucht, p37 121
Bergrede, Mat 5:21v.
73
74
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
9.3
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Bijlage C - Weerlegging van enkele tegenwerpingen
In de discussies kun je de volgende verdediging van "Nieuwe Benadering" tegenkomen. Weerleggingen zijn ingesprongen weergegeven. De dE willen toch niet het concrete gebod in ruilen voor iets vaags? Ze kiezen alleen voor een bredere insteek dan alleen die van het zevende gebod. Daar is het punt weer: "de bredere insteek". Dat klinkt sympathiek, want wie wil niet breed en ruim en royaal zijn. Maar ondertussen leidde deze nieuwe breedheid wèl tot diskwalificatie van de heilzame geboden van Christus als "hard" en "onverbiddelijk". En vervolgens spelen ze nog maar een ondergeschikte rol. Want leidend worden onze gedachten over "de stijl van het koninkrijk”. En daar valt wèl eindeloos over te (rede)twisten. Jezus handhaaft het zevende gebod maar gaat tegelijke een stap verder. Hij kadert het gebod in in zijn onderwijs over navolging, zelfverloochening, liefhebben van de vijand en het uit zijn op het volmaakte. Dat kun je toch niet typeren als een afdoen aan Christus’ geboden? Hoe mooi dat "stap verder" ook klinkt, hier wordt wel principieel een wissel omgezet. Want die stap-verder leidt er vervolgens toe dat in tal van situaties kerkelijk van de binding aan Christus' concrete geboden mag worden ontslagen en de tucht nog maar heel beperkt wordt toegepast. Die stap-verder blijkt juist te verwijderen van de verdieping door Christus van zijn Vaders geboden met zijn terugwijzen naar den beginne. Uit de onbevangen manier waarop Paulus in 1 Kor.7:10-15 Christus’ exclusief lijkende uitspraak uit Matt.19:9 uitbreidt en toepast moet je toch concluderen Jezus' geboden niet meer dan een leidraad zijn voor ons mondige doordenken? Van uitbreiding is geen sprake, zie onder hoofdstuk 4. Daarmee is de bodem uit het deputaten-verhaal gevallen.
75
‘Dispensatie geven’ mag op basis van het nieuwe inzicht dat overspel in bijvoorbeeld Mat.19:9 niet de enige wettige bijbelse reden is voor echtscheiding . Overspel bijvoorbeeld is toch niet erger dan geestelijk of lichamelijk terroriseren? We moeten elkaar niet voortdurend vermoeien met valse tegenstellingen. Christus heeft toch ook zijn Woord tegen geestelijk en lichamelijk terroriseren? Het gaat er niet om wat wij erger vinden maar waarin Christus gehoorzaamheid van ons vraagt. We overvragen de echtscheidingsteksten als we ze zien als een uitputtende opsomming van wat wel of niet mag. Ze vormen toch alleen een leidraad en basisnorm voor de mondige gelovige? Het is wonderlijk dat eeuwen en eeuwen deze geboden van de Here zo zijn geëxegetiseerd en toegepast en dat het nu heet dat we "deze teksten overvragen" als we ons concrete leven er aan willen toetsen. Zeker, Gods Woord is leidraad en norm maar als we die gaan deconcretiseren tot "basisnorm" die we als "mondigen" wel zullen aanpassen aan onze zondige wereld zijn we wel op de verkeerde weg. De dE bepleiten heel sterk om onderwijzend op te treden. Tucht komt in het blikveld als het onderwijs volhardend wordt verworpen. Dat is altijd zo geweest en niet iets nieuws. Inderdaad, dat is altijd zo geweest! Iemand die zijn huwelijk op het spel zette kreeg volhardend met de tucht te maken om tot bekering te brengen. Maar juist in de Nieuwe Benadering wordt er maar heel spaarzamelijk meer gebruik van de tucht gemaakt. En dat is onbarmhartig. Het aanvragen van een advies bij de landelijke raad door een kerkenraad is niet een inleveren van ambtelijke verantwoordelijkheid, maar een zoeken van wijsheid. We zullen de broeders van de raad de wijsheid niet ontzeggen. Maar het punt is dat een modern farizeïstische casuïstiek nauwelijks is te vermijden. Want het boek met casussen kent geen laatste bladzijde. Waarmee het gezag en de taak van door God aangestelde dienstknechten wordt uitgehold en tekort gedaan. De ‘de oude benadering’ heeft het risico dat beschadigde mensen te horen krijgen levenslang te moeten blijven bij hem/haar die hen beschadigde, omdat er (jammer genoeg) van overspel geen sprake zou
76
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
zijn. Deze wettische benadering brengt mensen in het nauw en is toch niet billijk? Hier zit inderdaad het kardinale punt. Wij durven het kennelijk aan het overduidelijke spreken van de Here Jezus en de bevestiging daarvan in Paulus' brief aan de Korinthiers te duiden als "mensen in het nauw brengen" ondanks alle mooie woorden over de "stijl van het koninkrijk" waarin de geboden zouden zijn ingekaderd. Maar hoe anders spreekt de Schrift over de wet in oude en nieuwe Testament. Daar ligt inderdaad het fundamentele verschil van inzicht. Op ander punten vinden we ook dat terecht van de geboden wordt afgeweken. Voorbeelden: een vrouwelijk incestslachtoffer hoeft het het vijfde gebod niet te houden en mag de dader bij de politie aangeven. Een aangevallene mag zichzelf gewelddadig verdedigen ondanks de eis van het zesde gebod. Een jodenverberger in de Tweede Wereldoorlog mag ondanks het negende gebod liegen. Waarom dan ook niet nieuwe uitzonderingen maken voor het zevende gebod? Op deze wijze worden de geboden van de Here tegen elkaar uitgespeeld. In onze zondige wereld kunnen we inderdaad in situaties komen waarin het volgen van het ene gebod ons in conflict brengt met het ander. Aan een keuze daartussen valt niet altijd te ontkomen. Echter het motief is hier juist wèl de geboden van de Here te volgen. En er zal ook vergeving moeten worden gevraagd voor het overtreden van zijn geboden in deze situaties. Want het is mede door onze schuld dat deze wereld zo verdorven is geworden als ze is. Maar dat is iets heel anders dan kerkelijke dispensatie verlenen van Gods geboden in tal van gevallen die niet geïdentificeerd kunnen worden als onontkoombare noodsituaties waarbij gekozen moet worden in de gehoorzaamheid aan Gods wet.
blijven dan zal er misschien een scheiding van tafel en bed nodig zijn (waar de dE weer voor pleiten, positief punt!). De mishandelaar zal onder censuur komen te staan naar wellicht het zesde en ook zevende gebod. Heel veel werk en gebed is nodig opdat er om zijns levenswil bekering mag komen. En misschien onder Gods gunst zo eens verzoening. Wat een feest als dat mag gebeuren! Misschien dat er nog meer werk is te doen aan al die mensen met die stiekeme hoop. Hoe menselijk ook, het is wel goddeloos, toch? Een uiterst belangrijke taak voor met name een dienaar des Woord! Gelukkig dat de geboden niet zijn gebouwd op de puinhopen van het leven maar op het gezag van de Heilige Schrift, waar zouden we anders onze koers mee bepalen? Op onze eigen intuïties en gevoelens? De geschiedenis laat zien waar dat toe leidt… De synode van Leusden 1996 heeft de mogelijkheid van nieuwe wettige redenen voor echtscheiding mogelijk gemaakt. Het is toch inderdaad niet juist de echtscheidingsgrond 'kwaadwillige verlating' steeds meer op te rekken voor nieuwe situaties? Nee, gronden worden niet meer opgerekt want die maken we nu zelf in 'Nieuwe Benadering'. Maar van het hele zevende gebod wordt nu een rekverband gemaakt. Zou dat de Here welgevallig zijn?
In de oude benadering (tot Berkel) zou bijv een ernstig mishandelde vrouw niet mogen scheiden, zolang er geen overspel gepleegd is. Met alleen het zevende gebod is de vraag: overspel? Ja, dan mag ze scheiden. Nee, dan moet ze blijven. Dit is krom: mensen in haar omgeving gaan stiekem zitten hopen dat de ander overspel pleegt, dan kan het slachtoffer scheiden en een nieuwe start maken. Hier valt pastoraal heel wat werk te verrichten. Want die vrouw mag inderdaad niet scheiden maar heeft wel heel veel zorg nodig. Door liefdevolle ambtdragers en gemeenteleden. En als ze niet thuis kan 77
78
Studie Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
9.4
Maart Studie 2004 Besluiten Echtscheiding Generale Synode Zuidhorn
Bijlage D - Een brief van Calvijn
In het serie Stemmen uit Genève komt ook een bundel voor met brieven van Johannes Calvijn getiteld Kracht en troost voor vrouwenlevens, 122 Brieven van Calvijn aan vrouwen. Er staat ook een opmerkelijke brief in die kennelijk gaat over een 'slecht' huwelijk en waar de vraag wordt beantwoord wanneer de vrouw haar man mag verlaten. De brief spreekt voor zichzelf.
het doet, is het geen boosaardig verlaten van haar man, omdat zij altijd bereid zal zijn, bij hem te wonen, wanneer dat zonder doodsgevaar kan geschieden. juni 1559.
Advies betreffende een onbekende in Frankrijk. Wij zijn niet zo onmenselijk, dat wij geen medelijden hebben met allen, die lijden om de ere Gods en om het evangelie van onze Heere Jezus Christus; wij willen ze gaarne troosten, voor zover dat mogelijk is en wij daartoe de gelegenheid hebben. In 't bijzonder hebben wij medelijden met de arme vrouwen, die door haar echtgenoten slecht en ruw behandeld worden, omdat dat een zeer harde, wrede tyrannie en gevangenschap is; evenwel zijn wij van oordeel, dat het ons niet geoorloofd is naar het Woord van God, een vrouw aan te raden haar echtgenoot te verlaten, tenzij in geval van de uiterste noodzakelijkheid. Deze noodzakelijkheid is nog niet daarin gelegen, dat de man ruw optreedt, haar bedriegt; zelfs niet, als hij haar slaat; maar slechts dan, wanneer haar leven daadwerkelijk in gevaar is, hetzij dat de man haar doden wil, of met de vijanden van de Waarheid tegen haar samenzweert, of dat het gevaar van elders komt. In het ons voorgelegde geval antwoorden wij, dat wij nog geen voldoende grond voor de vrouw zien om zich terug te trekken; zij heeft te wachten, tot het gevaar duidelijker blijkt. Daarom vermanen wij haar in de naam Gods, het kruis geduldig te dragen, dat God haar heeft willen opleggen. Evenwel heeft zij zorg te dragen, dat zij haar plicht tegenover God niet verzaakt, om haar man te behagen, maar, wat er ook gebeurt, stand te houden en te tonen, dat zij vast besloten is, haar overtuiging niet los te laten. Als zij voelt, dat haar krachten haar ontzinken, moet zij God bidden, dat Hij haar standvastig maakt. Zij moet alles doen, wat in haar vermogen is, om het hart van haar echtgenoot te vertederen. Wordt zij met geweld er toe gedwongen, dan is het haar naar het Woord van God geoorloofd, zich van hem te scheiden en als zij 122
Bundel XXII, uitgegeven door De Gereformeerde Bibliotheek te Goudriaan, 1972.
79
80