Inhoudsopgave Bladzijde
Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Financiële samenvatting
1 3 5 8
Deel A Programmabegroting 2012 1. Sociale Dienstverlening (Zorg) 2. Maatschappelijke Voorzieningen (Welzijn) 3. Bouwen en Wonen (Wonen) 4. Leefomgeving en infrastructuur 5. Vrije Tijd en Economie 6. Burger en Bestuur Recapitulatie
14 22 32 38 46 53 61
Verplichte Paragrafen A. Lokale heffingen B. Weerstandsvermogen C. Kapitaalgoederen D. Financiering E. Bedrijfsvoering F. Verbonden Partijen G. Grondbeleid
63 70 75 79 83 89 104
Overige paragrafen H. Algemene Uitkering en Exploitatieresultaat I. Dienstverlening J. Ombuigingen
107 109 112
Deel B Financiële begroting 2012 Toelichting op de financiële positie Kerngegevens programmabegroting 2012 Totaaloverzicht baten en lasten
115 122 123
Bijlagen I Financiële aansluiting met kadernota 2012 II Risico’s behorende bij de paragraaf B Weerstandsvermogen III Overzicht Ombuigingen IV Overzicht programma’s en producten V Overzicht gebruikte afkortingen VI Uitgangspunten begrotingsstukken 2012
126 128 136 140 141 144
Vaststellingsbesluit
148
Programmabegroting 2012
-- 1 --
Programmabegroting 2012
-- 2 --
Voorwoord Sint-Oedenrode, september 2011
Deze programmabegroting geeft, na de kadernota 2012, een nieuwe doorkijk naar onze meerjarenbegroting, waarin vooral het jaar 2012 is uitgewerkt. Wij hebben hierin weer een verbeterslag gemaakt: bij diverse programma’s zijn indicatoren toegevoegd en per programma is een saldo voor en na de inzet van reserves opgenomen. Ook is de paragraaf Verbonden Partijen aangepast aan de opmerkingen van de rekenkamercommissie. Zo zijn we weer een stapje verder in de doorontwikkeling van de begroting. De presentatie van de miljoenennota op Prinsjesdag stemt ons niet vrolijk. Ook onze inwoners zullen de gevolgen van de bezuinigingen gaan voelen. We zitten economisch nog steeds in een moeilijke tijd. Wat dat betekent en hoe dit de maatschappij (onder andere de woningbouw) beïnvloedt, zal het komende jaar misschien wat duidelijker worden. Welke maatregelen de overheid lokaal, regionaal of landelijk daarbij kan en wil inzetten is nog onduidelijk. Ook is nog steeds onduidelijk wat de verschillende decentralisatieopdrachten (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, jeugdzorg, Wet Werken naar Vermogen) financieel voor ons gaan betekenen. Wij gaan er van uit dat deze taken financieel een aanzienlijk deel van onze begroting gaan vormen. Daarom zullen we 2012 gebruiken om ons goed voor te bereiden. Met u zullen we bespreken hoe we deze taken kunnen inbedden in ons lokale beleid. Dat zal in samenwerking met andere gemeenten en partners gebeuren. Over de omvang van de bezuinigingen hebt u, als gemeenteraad, bij de kadernota duidelijk richting gegeven. Wij hebben deze in de begroting verwerkt. Wel wijzen wij u op het risico dat niet alles in 2012 helemaal kan worden gehaald. Daarom zullen we, met u, de voortgang van de bezuinigingen maar ook de overige risico’s en onzekerheden bewaken. De begroting is deze zomer, meerjarig, ook in het financiële systeem opgenomen. Dit betekent dat de voormalige Excel-bestanden enkel ter controle zijn gebruikt. Dat was een dubbele inspanning: via twee wegen is de begroting opgezet. Maar, daarmee is voor de toekomst een nieuwe, gedegen basis gelegd! Voor u ligt het resultaat van de inschattingen die wij voor 2012 hebben gemaakt. Ook dit jaar geldt: we zullen het samen moeten rooien.
Het college van burgemeester en wethouders, namens deze, de portefeuillehouder Financiën.
J.C.M. Hendriks – van Kemenade
Programmabegroting 2012
-- 3 --
Behandeling Programmabegroting 2012 op 3 november 2011 Voorbereiding: 1. 2.
3.
College zendt de begroting naar de raad op donderdag 22 september 2011; Op dinsdag 4 oktober 2011 wordt een informele informatiebijeenkomst gehouden, waarop informatie wordt verstrekt over de omzetting/doorvertaling van de Kadernota in de Programmabegroting. Tevens is er gelegenheid om financieel-technische vragen (d.w.z. over feiten, niet over politieke of bestuurlijke keuzes) te stellen, die zo veel als mogelijk tijdens de bijeenkomst worden beantwoord. 13 oktober 2011: Technische behandeling in de Voorbereidingscommissie. De behandeling in de commissie is meer toegespitst op feitelijke vragen dan op politieke stellingnames. De behandeling in de commissie vindt plaats op hoofdpunten. Zijn er op de informatiebijeenkomst van 4 oktober technische/ feitelijke vragen onbeantwoord gebleven of naderhand opgekomen, dan kunnen deze nog tot maandag 10 oktober 09.00 uur schriftelijk (e-mail) via de griffier worden ingediend. Beantwoording zal dan mondeling geschieden tijdens het technisch beraad dat voorafgaat aan de commissievergadering op 13 oktober en dat voor de gelegenheid één uur zal zijn i.p.v. het intussen gebruikelijke half uur.
Behandeling: Raad 3 november 2011 1.
2. 3. 4. 5.
6. 7. 8.
aanvang 19.00 uur.
Iedere fractie heeft in eerste termijn circa/maximaal 10 minuten spreektijd om te reageren op de hoofdlijnen van de Programmabegroting. In die termijn benoemt de fractie onderwerpen waarover de fractie in tweede termijn wil debatteren (de meest voorkomende onderwerpen worden meegenomen naar die tweede termijn) In deze termijn worden ook eventuele amendementen en moties ingediend; de strekking daarvan wordt aansluitend aan de spreektijd kort toegelicht. De amendementen en moties worden (een halfuur) voor aanvang van de vergadering alvast bij de griffier ingeleverd, zodat tijdig kan worden gekopieerd. Aan het einde van deze termijn wordt bepaald over welke onderwerpen die de fracties hebben ingebracht, wordt gedebatteerd. Daarna een schorsing van 45 minuten om de raad en het college de gelegenheid te geven zich te beraden over een korte reactie op de bijdragen van de fracties. Het college geeft in maximaal 45 minuten een reactie. Daarna een schorsing (15 minuten) om desgewenst overleg te voeren. De fracties leveren gedurende maximaal 10 minuten per fractie hun bijdrage in tweede termijn en debatteren over de onderwerpen die in de eerste termijn als onderwerp van debat zijn bepaald. Dit debatgedeelte is ook bedoeld om eventuele ingediende amendementen of moties in te trekken of te wijzigen en om een standpunt te geven over ingediende moties/amendementen. Na zonodig een korte schorsing voor overleg gevolgd door (evt.) stemverklaringen, vinden de stemmingen plaats over amendementen/moties en over de begroting zelf. Na de stemmingen volgt eventueel een schorsing om de gevolgen van de stemmingen door te rekenen en om keuzemogelijkheden te formuleren. * Eventueel een kort debat uitsluitend over de keuzemogelijkheden, stemverklaringen en eindstemming over begroting en meerjarenbegroting. * *Indien nodig
Programmabegroting 2012
-- 4 --
Inleiding
Voor u ligt de Programmabegroting 2012 van de gemeente Sint-Oedenrode. Deze programmabegroting is een uitwerking van de kadernota 2012, die op 7 juli jl. door u is vastgesteld. Ook het raadsbesluit ten aanzien van de ombuigingen 2012 – 2015 heeft grote invloed op deze programmabegroting. Het saldo van de programmabegroting 2012 inclusief nieuw beleid is vóór bestemming € 562.000,-- negatief. Na verwerking van mutaties op reserves sluit de begroting 2012 inclusief nieuw beleid op € 49.000,-- positief. In de kadernota 2012 is aangegeven dat het jaar 2012 een belangrijk jaar wordt, waarbij drie grote decentralisatie-operaties staan te gebeuren. De financiële consequenties hiervan zullen groot zijn. We gaan ons inzetten om deze grote decentralisatie succesvol voor te bereiding en te implementeren. In het begrotingsjaar 2011 is het college uitgegaan van een beleidsluw jaar, waarin slechts in geringe mate sprake kon zijn van nieuw beleid. Het jaar 2012 zal daarentegen een beleidsarm jaar worden, waarin enkel de hoognodige activiteiten uitgevoerd worden met betrekking tot borging van het uitgevoerde beleid en het afronden van de projecten MFA De Holm en nieuwbouw Sporthal De Streepen. Er is het afgelopen jaar meermalen met u gesproken over de financiële positie van de gemeente, herijking financieel beleid, transparantie en betrouwbaarheid van cijfers. Deze bijeenkomsten hebben mede geleid tot aanpassingen van de programmabegroting. Kort samengevat hebben wij volgende stappen gezet: Bij elk programma is het saldo vóór bestemming en de mutaties op reserves toegevoegd; De gepresenteerde cijfers bij de programma’s onder het kopje Wat gaat dat kosten? komen rechtstreeks uit ons financieel systeem. De financiële aansluiting met de kadernota 2012 is toegevoegd(zie bijlage I); Alle mutaties op reserves voor 2012 is toegevoegd in de financiële begroting deel B. De paragrafen weerstandsvermogen en financiering zijn aangepast, mede om de leesbaarheid te bevorderen; Paragraaf verbonden partijen is aangepast c.q. we gebruiken nu een format naar aanleiding van de resultaten uit het rekenkameronderzoek hiernaar. In de kadernota 2012 werd uitgegaan van een negatief resultaat van € 880.000,--. In het separate raadsvoorstel t.a.v. de ombuigingen is een ombuigingenpalet aangeboden ter hoogte van circa 1,3 miljoen euro. In de raadsvergadering van 7 juli jl. heeft u besloten de ombuigingen voor de komende jaren ruim in te willen zetten. U heeft middels een amendement aangegeven dat gedacht moest worden aan een bedrag van 1 tot 1,1 miljoen euro. De uitwerking van deze ombuigingsvoorstellen heeft zijn plaats gekregen in deze programmabegroting. Er is in 2012 voor € 1.260.246,-- aan ombuigingsvoorstellen opgenomen. Nadere informatie omtrent de ombuigingen kunt u vinden in de paragraaf J ombuigingen. Een compleet overzicht van de verwerkte ombuigingsvoorstellen voor 2012 wordt gegeven in bijlage III. Het resultaat vóór bestemming 2012 voor bestaand beleid is afgerond negatief € 287.000,--. Voor 2011 was dit afgerond negatief € 1.005.000,--. Hieraan kunt u zien dat de onttrekkingen vanuit reserves sterk zijn verlaagd ten opzichte van de meerjarenbegroting 2011. Dit is een financieel gezonde ontwikkeling.
Programmabegroting 2012
-- 5 --
Deel A - Programmabegroting 2012 Deze programmabegroting is geschreven vanuit de strategische visie 2005-2020 van de gemeente SintOedenrode, die onder de titel “De Rooi(s)e draad” in oktober 2005 is vastgesteld. Dit document heeft mede als basis gediend voor de programma’s en voor de input van de programmadoelen. Het hierop gebaseerde collegeprogramma 2010-2014 genaamd “Samen Rooien” van 29 juni 2010 is de basis voor de onderdelen: Wat willen we bereiken? en Wat gaan we hiervoor doen? Ter uitwerking van het collegeprogramma wordt jaarlijks een bestuurlijke planning opgesteld, die ook in 2012 maandelijks geactualiseerd wordt. In 2012 zal een tussenevaluatie plaatsvinden van het collegeprogramma, mede in relatie tot de ombuigingen. Het onderdeel: Wat mag het kosten? is aangepast. De meerjarenraming van baten en lasten is in één tabel opgenomen. Ook is het onderscheid in resultaat vóór bestemming en resultaat na bestemming opgenomen per programma. Dit impliceert dat de mutaties van de reserves ook per programma zijn opgenomen met vermelding wat deze mutaties inhouden. Wij hopen hiermee bij te dragen aan een meer transparantere informatievoorziening in deze programmabegroting. Naast de financieel-technische aanpassingen in deze programmabegroting is er ook sprake van een beleidsmatige doorontwikkeling. Kort samengevat hebben we de volgende stappen gezet: • Op basis van een tweetal bijeenkomsten met de Raad (11 februari 2011 en 23 juni 2011) zijn de prestatieindicatoren van de programma’s 2 (Maatschappelijke Voorzieningen), 4 (Leefomgeving en infrastructuur) en 5 (Vrije Tijd en Economie) benoemd en waar mogelijk gevuld. • Naar aanleiding van het onderzoek van de lokale rekenkamercommissie is de paragraaf verbonden partijen ingrijpend gewijzigd. In 2012 gaan we weer stappen zetten gericht op een doorontwikkeling van de programmabegroting: • In 2012 zullen we opnieuw deelnemen aan de benchmark “Waarstaatjegemeente.nl” • In 2012 zullen we opnieuw bijeenkomsten met de Raad organiseren in verband met de verdere doorontwikkeling van de prestatie-indicatoren om zodoende tot een steeds meer uitgebalanceerde set van kwalitatieve en meetbare prestatie-indicatoren te komen die sturing geven aan de beleidsdoelstellingen die in de Programmabegroting worden geformuleerd. Het product volwasseneneducatie is m.i.v. deze programmabegroting ondergebracht bij programma 2. Dit was in 2011 programma 1. Lokale rekenkamercommissie Op 28 december 2010 heeft de Lokale rekenkamercommissie de eindrapportage “Samen beter op koers, sturing en richting aan verbonden partijen“ aangeboden. In zijn vergadering van 24 februari 2011 heeft de Raad kennis genomen van de eindrapportage, alsmede de reactie van het college op de aanbevelingen. De belangrijkste aanbeveling is om eerst de basiselementen op orde te brengen. In plaats van het opstellen van een nota verbonden partijen hebben wij, zoals gemeld in het betreffende raadsvoorstel, de voorkeur gegeven aan het direct verwerken van de aanbevelingen in de paragraaf verbonden partijen. Op basis van de concept-rapportage zijn in de paragraaf verbonden partijen van de programmabegroting 2011 geconstateerde omissies hersteld. De paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting 2012 is belangrijk gewijzigd. Passend bij de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek is de Rooise visie op samenwerking verder uitgewerkt. Daarnaast is veel meer informatie per verbonden partij opgenomen. Daarmee bestaat er wat ons betreft geen aanleiding om alsnog een nota verbonden partijen uit te brengen. Zoals vermeld in het raadsvoorstel zullen we de Raad vragen een oordeel te geven over de verbeterde paragraaf. Recapitulatie Als onderdeel van de Programmabegroting is na de programma’s een recapitulatie van de baten en lasten per product en per programma opgenomen. Dit overzicht bevat de baten en lasten van het bestaand beleid zoals opgenomen in de basisbegroting 2012 en de meerjarenbegroting 2013-2015. De uitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze meerjarenbegroting 2012-2015 zijn opgenomen in bijlage VI.
Programmabegroting 2012
-- 6 --
Deel B - Financiële begroting 2012 De financiële begroting 2012 bestaat uit een toelichting op de financiële positie, een overzicht van kerngegevens en een meerjarenoverzicht van de totale lasten en baten. Toelichting op de financiële positie In de toelichting op de financiële positie wordt aandacht geschonken aan de volgende onderwerpen: • uitgangspunten voor de begrotingscijfers in de programmabegroting • nieuwe bestedingen en investeringen; • financiering; • reserves en voorzieningen; • arbeidskosten gerelateerde verplichtingen • doorbelaste kosten naar programma’s Kerngegevens In dit overzicht zijn de kerngegevens ten aanzien van de sociale structuur, de fysieke structuur en de financiële structuur opgenomen. Totaaloverzicht baten en lasten Het meerjarig totaaloverzicht van baten en lasten bevat de volgende informatie: • raming van baten en lasten per programma en het saldo; • raming van de algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien; • geraamd resultaat vóór bestemming • geraamde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma • geraamd resultaat na bestemming
Programmabegroting 2012
-- 7 --
Financiële samenvatting Inleiding In deze financiële samenvatting zijn de volgende onderdelen opgenomen: • Uitkomst kadernota 2012 na vaststelling • Saldo programmabegroting 2012 en meerjarenbegroting 2013-2015 • Belastingdruk
Uitkomst Kadernota 2012 na vaststelling De Kadernota 2012, door uw raad vastgesteld op 7 juli 2011, vormt het kader voor deze Programmabegroting 2011. Tijdens de vergadering van 7 juli 2011 werd ook het raadsvoorstel met betrekking tot Ombuigingen 2012 -2015 behandeld. In deze vergadering werden in totaliteit 12 amendementen(A) en/of moties(M) ingediend, waarvan 7 tijdens de vergadering ingetrokken en 1 verworpen. De aangenomen 4 moties/amendementen hebben betrekking op: ombuigingen, inzet reserve voor afboeking investeringen met maatschappelijk nut en communicatie. De moties/amendementen die gevolgen hebben voor deze programmabegroting lichten we hieronder kort toe, waarbij het standpunt van het college wordt vermeld en de concrete gevolgen c.q. verwerking in deze programmabegroting. 1. “Ombuigingen rooien we samen”(HvR/PvdA, VVD, CDA, DGS, BVT Amendement: • Definitieve hoogte van de ombuigingen vast te stellen bij de behandeling van de Programmabegroting 2012 waarbij, met de kennis van nu, wordt ingezet op een substantieel hoger ombuigingsbedrag dan nu geraamd, zodat een veilige doch acceptabele marge ontstaat voor het realiseren van de ombuigingen. Gedacht wordt in de orde van grootte van € 1.000.000 - € 1.100.000 voor de jaren 2012 en 2013. • Bij de uitwerking van de ombuigingen de 10% generieke korting op alle gemeentelijke subsidies (ombuigingsbedrag € 35.600) de laagste prioriteit te geven en wanneer deze middelen noodzakelijk zijn hiervoor een raadsvoorstel te presenteren. • De ombuiging op post 69 het vervoer van schoolkinderen op € 0 te zetten. • Onderdeel 11 volledig te schrappen gelet op de perceptiekosten • De ombuiging 17 bezien invoeren nieuwe belastingsoorten op categorie E te plaatsen • De bijdrage aan de stichting Volkshuisvestingsfonds te beperken tot dat bedrag wat ingezet wordt om de leefbaarheid van Sint-Oedenrode en haar kleine kernen te verbeteren en derhalve uitmaakt van de gelden die nodig zijn voor de uitvoer van diverse IDOP’s / IWOP’s. Reactie college op amendement • De ombuigingsvoorstellen zoals opgenomen in het raadsvoorstel zijn verwerkt in deze programmabegroting tot een bedrag van € 1.260.246,-- voor 2012. De realisatie van deze ombuigingen zullen wij in 2012, net als ten aanzien van de ombuigingen in 2011, nauwlettend monitoren. Wij informeren u over de voortgang bij de bestuursrapportages in 2012. • Omdat het bedrag van de opgenomen ombuigingen in de programmabegroting 2012 het bedrag vermeld in het amendement ruimschoots overschrijdt hebben wij de 10% generieke korting op alle gemeentelijke subsidies (ombuigingsbedrag € 35.600) de laagste prioriteit gegeven en derhalve niet opgenomen. Wij zullen de betreffende subsidie-ontvangers hierover schriftelijk informeren. • Wij hebben geen ombuiging in verband met het vervoer van schoolkinderen opgenomen in de programmabegroting 2012. • Ten aanzien van onderdeel 11, benchmarking, hebben wij geen ombuigingen opgenomen in de programmabegroting 2012.
Programmabegroting 2012
-- 8 --
• •
Ten aanzien van ombuiging 17, bezien invoeren nieuwe belastingsoorten, hebben wij geen ombuigingen opgenomen in de programmabegroting 2012. Met WOVESTO hebben wij afspraken gemaakt betreffende de beperking van de bijdrage aan de stichting Volkshuisvestingsfonds. De beperking zoals verwoord in het amendement is voor WOVESTO acceptabel.
Motie: 1. Een bijgewerkt voorstel te presenteren bij de behandeling van de Programmabegroting 2012 waarin ook de ‘pm-posten’ duidelijk en financieel zijn benoemd; 2. Bij de herijking van de Rooise Draad een meerjarige projectenkalender te presenteren zodat de Raad inzicht krijgt in het meerjaren perspectief van grote uitgaven. Tevens dient dit gekoppeld te zijn aan de voortgang van de realisatie van de –resterende- ambities vanuit het huidige Collegeprogramma; 3. De ombuiging van € 110.000 op de post 96/97 normen WMO nader te concretiseren en hierover de Raad een memo aan te bieden ten laatste bij de behandeling van de Programmabegroting 2012; 4. Onderdeel 4 (wat de markt of maatschappelijke partners beter of goedkoper kunnen (meer) aan hen overlaten (m.a.w. zelf minder doen) van de ombuigingen nader te concretiseren c.q. te schrappen c.q. impliciet onderdeel te maken van bestaand beleid; 5. In het vierde kwartaal van 2011 een voorstel ten behoeve van het accommodatiebeleid op te stellen waarin het uitgangspunt nadrukkelijk wordt gelegd op het optimaliseren van de bezettingsgraad van een gemeentelijk gebouw, het vercommercialiseren van gemeentelijke gebouwen en het verminderen van het aantal gemeentelijke gebouwen; 6. In te zetten op een versoberde uitvoering van zowel het Sportgala als het Kunst- en Cultuurgala waarbij het huidige ombuigingsbedrag gezien moet worden als richtinggevend; 7. Een concrete raming in te bedden in het uitgavenpatroon van investeringen / bestedingen waarvoor thans geen vervangingsfonds beschikbaar is zodat noodzakelijke uitgaven met dit karakter niet zullen leiden tot hogere ombuigingsbedragen. Reactie college op motie: 1. Het gebruik van pm-posten is beperkt. Verwezen wordt naar de bijlage ombuigingen. 2. Bij de herijking van het visiedocument zal een relatie worden gelegd met de door u gevraagde meerjarige projectenkalender alsmede met de voortgang van de realisatie van het collegeprogramma. Met u was overigens bij het aanbieden van het collegeprogramma al afgesproken om in 2012 de voortgang te monitoren. 3. Over de concretisering van de ombuiging op de WMO-normen zullen we u nader informeren. Vooralsnog hebben we een ombuiging van € 110.000,00 opgenomen. 4. Onderdeel 4 van het raadsvoorstel ombuigingen ( wat de markt of maatschappelijke partners beter of goedkoper kunnen aan hen overlaten) hebben we niet in financiële zin vertaald. 5. Tijdens de raadsbijeenkomst van 17 september 2011 zal duidelijk worden of we in het vierde kwartaal van 2011 met een voorstel kunnen komen over het accommodatiebeleid. Wij streven naar een voorstel in december. 6. Het sportgala op dezelfde wijze in stand houden (incl. ambtelijke uren) en 50% van de kosten laten sponsoren door het bedrijfsleven. Het Kunst- en Cultuurgala op dezelfde manier als sportgala of het gala 1x per 2 jaar organiseren (in dit geval vervalt om het jaar 100 ambtelijke uren) 7. Door het realistischer meerjarig ramen van uitgaven en inkomsten en bij de kadernota opnemen van meerjarige investeringen en bestedingen wordt invulling gegeven aan dit item vanaf 2013.
Programmabegroting 2012
-- 9 --
2. “Kadernota 2012 en Nota Reserves en Voorzieningen (DGS)” Amendement: De beslissing om 1,7 miljoen euro af te boeken van de reserves door te schuiven naar november 2011 tijdens de behandeling van de begroting. Dit amendement is door het college overgenomen. Wij stellen u voor bij de begrotingsbehandeling het besluit te nemen tot het afboeken van investeringen met maatschappelijk nut zal tijdens de begrotingsbehandeling genomen worden. Vooruitlopend op dit besluit zijn de financiële consequenties voor dit onderdeel reeds verwerkt in deze programmabegroting. De kapitaallasten zijn conform het bij de kadernota verstrekte overzicht van af te boeken investeringen verwerkt. Dit heeft een voordelig effect op kapitaallasten van circa € 160.000 per jaar voor de jaren 2012-2015. De stand van de reserve vrij besteedbaar is hierop aangepast. Indien besloten wordt om het afboeken van investeringen met maatschappelijk nut niet te doen, dan zullen we dit middels de 1e begrotingswijziging wijzigen. De hiervoor genoemde moties/amendementen hebben geen financiële gevolgen gehad voor de uitkomst van de kadernota 2012. De uitkomst van de kadernota heeft wel de volgende wijziging ondergaan. Bij de ruimtevragers is de incidentele besteding t.a.v. duurzaamheid ad. € 9.500,-- vervallen. Hierover bent u reeds geïnformeerd per brief. 3. “Vaststellen programmarekening (CDA/VVD)” Motie: Een voorstel aan de raad voor te leggen op welke wijze de stille reserves berekend c.q. beter in beeld gebracht kunnen worden en de uitwerking van dit voorstel te presenteren voor of gelijktijdig met de begroting 2012. Deze motie is in eerste instantie op 26 mei 2011 aangehouden wegens staken der stemmen. Vervolgens op 30 juni na nieuwe stemming aangenomen. Reactie van het college: We hebben een en ander onderzocht en willen dit opiniërend met u bespreken in het auditcomité van 18 oktober 2011.
Saldo programmabegroting 2012 en Meerjarenbegroting 2013 – 2015 Het saldo van de programmabegroting 2012 en meerjarenbegroting 2013 – 2015 op basis van de vastgestelde uitgangspunten voor de samenstelling van deze begroting is in onderstaande tabel vermeld. X € 1.000,--
Saldo begroting bestaand beleid voor bestemming *
2012
2013
2014
2015
-1.547
-1.345
-1.038
-1.070
1.260
1.149
1.063
977
Ruimtevragers (nieuw beleid)
-275
-142
-78
-70
Saldo programmabegroting 2012 vóór bestemming
-562
-338
-53
-163
Saldo mutaties reserves bestaand beleid *
401
567
464
320
Saldo mutaties reserves (nieuw beleid)
210
70
0
0
49
299
411
157
Ombuigingsvoorstellen verwerkt in begroting *
Saldo programmabegroting 2012 na bestemming
* De posten met * maken onderdeel uit van het saldo na bestemming bestaand beleid. Dit bedraagt +114k (2012), +371k (2013), +489k (2014), +227k (2015), zie ook bijlage 1.
Toelichting op cijfers uit voorgaande tabel: Saldo begroting bestaand beleid voor bestemming (voor ombuigingsvoorstellen) De start voor de begroting bestaand beleid is de jaarschijf 2012 uit de meerjarenbegroting 2011, waarop de structurele doorwerking van de 1e berap en het raadsbesluit over de nieuwe sporthal is verwerkt. (zie blz. 30 kadernota 2012). De financiële aansluiting vanaf dit startpunt naar het saldo programmabegroting 2012 bestaand beleid vóór bestemming wordt op hoofdlijnen gegeven in bijlage I. Programmabegroting 2012
-- 10 --
De verwerking van de ruimtescheppers en financiële gevolgen Herijking Financieel Beleid conform kadernota 2012 zijn de grootste onderdelen hiervan. De ruimtescheppers die verwerkt zijn in de begroting bestaand beleid zijn: • trendmatige verhoging gemeentelijke belastingen 1,5% per jaar voor 2012 t/m 2015 • toeristenbelasting 1,5% per jaar voor 2012 t/m 2015 • vervallen I&B-budgetruimte 2012 t/m 2015 • vervallen post onvoorzien structureel De financiële gevolgen Herijking Financieel Beleid zoals genoemd op blz. 32 van de kadernota 2012 zijn verwerkt (inclusief de vrijval kapitaallasten i.v.m. afboeking investeringen met maatschappelijk nut). Ombuigingsvoorstellen verwerkt in de begroting In het raadsvoorstel is een ombuigingenpalet gepresenteerd ten bedrage van € 1.376.114,--. In deze begroting zijn ombuigingsvoorstellen vanuit dit raadsvoorstel opgenomen ter hoogte van € 1.260.246,-- voor 2012. Voor 2013, 2014 en 2015 zijn deze bedragen respectievelijk € 1.148.590,--, € 1.062.685,-- en € 976.972,--. Met het opnemen van deze ombuigingsvoorstellen zijn de cijfers begrotingstechnisch positiever. Een waarschuwingssignaal is hier echter op zijn plaats. Pas bij het daadwerkelijk realiseren van de ombuigingenvoorstellen kunnen deze cijfers werkelijkheid worden. Invulling geven aan deze ombuigingsvoorstellen zal niet gemakkelijk zijn, waarbij ook het risico voor het niet realiseren hiervan aanwezig blijft. Wij zullen de voortgang van de realisatie nauwlettend monitoren en u hierover informeren op dezelfde wijze als dit voor de ombuigingen 2011 gedaan wordt. Bij de behandeling van de kadernota heeft u gevraagd meer ombuigingsvoorstellen op te nemen dan in eerste instantie benodigd was volgens de kadernota. Gelet op het saldo van deze begroting is het een zeer verstandige keuze geweest om de ombuigingsvoorstellen ruimer in te zetten. Onderstaande tabel ter verduidelijking van de verwerkte bedragen t.a.v. ombuigingsvoorstellen en de relatie met de kadernota hierin. X € 1.000,--
2012
2013
2014
2015
Vervallen van de stelpost nog te realiseren ombuigingen conform. Raadsbesluit 2010 (kadernota blz. 7) Aanvullend om te buigen (kadernota blz. 7)
-385
-735
-935
-935
-495
-141
326
285
Resultaat van de kadernota (kadernota blz. 7)
-880
-876
-609
-650
1.260
1.149
1.063
977
380
273
454
327
Verwerkte ombuigingsvoorstellen in begroting 2012 *) Meer ombuigingsvoorstellen verwerkt dan in kadernota opgenomen
*) Verschillen in de jaren betreft voornamelijk de post Onderuitputting kapitaallasten. Deze is aflopend omdat het een incidenteel voordeel is, wat afneemt als planning en realisatie dichter bij elkaar komen.
Ruimtevragers (nieuw beleid) De ruimtevragers zoals opgenomen in de kadernota 2012 zijn per programma in deel A – programmabegroting vermeld. Hierop heeft één wijziging plaatsgevonden namelijk de incidentele besteding t.a.v. duurzaamheid ad. € 9.500,-- is vervallen. Hierover bent u reeds geïnformeerd per brief. Een totaal overzicht van deze ruimtevragers is opgenomen bij toelichting op de financiële positie in deel B – financiële begroting van dit boekwerk. Bij deze programmabegroting wordt een besluit genomen over de investeringen/bestedingen voor het jaar 2012 met hun eventuele structurele doorwerking. De ruimtevragers voor 2013 e.v. worden bij de kadernota 2013 integraal afgewogen met de investeringen/bestedingen 2013 e.v. die dan voorliggen. Mutaties reserves In de tabel zijn de mutatie reserves ten aanzien van nieuw beleid apart weergegeven, omdat het besluit over de inzet van reserves ten behoeve van de ruimtevragers 2012 genomen wordt bij deze programmabegroting. De mutaties op reserves worden per programma toegelicht bij deel A – programmabegroting. Daarnaast is een totaaloverzicht van de onttrekkingen 2012 te vinden in deel B – financiële begroting bij toelichting op de financiële positie. Programmabegroting 2012
-- 11 --
Doorbelasting van kosten naar de exploitatie In de kadernota 2012 is in de paragraaf Risico’s en onzekerheden t.a.v. personeelslasten (blz. 28 kadernota) ingegaan op het achterblijven van werkelijke uren op de raming voor o.a. investeringen en grondexploitaties. De geraamde uren voor 2012 zijn zo realistisch mogelijk in beeld gebracht, hetgeen ertoe leidt dat minder uren doorbelast kunnen worden aan lopende investeringen en grondexploitaties. Deze uren worden nu doorbelast naar producten in de reguliere exploitatie. De exploitatiebegroting 2012 e.v. wordt hierdoor met circa € 350.000,-- negatief beïnvloed. Voor 2012 hebben wij hier tegenover een taakstellende stelpost opgenomen van € 200.000,--. Uiterlijk bij de 1e berap 2012 zullen wij aangeven welke budgetten (o.a. inhuur) wij hierdoor aframen. Voor de jaren 2013-2015 is de structurele doorwerking opgenomen in de meerjarige cijfers. Bij de begroting 2013 zal een en ander opnieuw worden bezien. Naast genoemde ontwikkeling t.a.v. uren hebben we te maken met hogere kosten die doorbelast worden. Zo zijn o.a. de kapitaallasten voor het uitvoeringsplan dienstverlening zoals voorgesteld bij de kadernota 2012 opgenomen in de reguliere exploitatiebegroting en komen deze niet meer ten laste van een reserve. Aangezien deze kapitaallasten op een interne kostenplaats drukken worden deze via het uurtarief doorbelast aan producten, investeringen, grondexploitaties en werken van derden. Een nadere toelichting hoe dit doorwerkt op de diverse programma’s wordt gegeven in deel B – financiële begroting. Meer doorbelaste uren en hogere kosten die doorbelast worden hebben samen een nadelig gevolg op het begrotingssaldo van circa € 500.000,--.
Belastingdruk In paragraaf A“Lokale heffingen” wordt nader ingegaan op de effecten van de voorgestelde belastingmaatregelen. De uitgewerkte belastingvoorstellen en aangepaste belastingverordeningen zullen in de raadsvergadering van december ter besluitvorming aan u worden voorgelegd. Samenvattend kunnen we constateren dat de lastendruk voor 2012 met € 7,80 stijgt ten opzichte van 2011.
Programmabegroting 2012
-- 12 --
Begroting 2011
Deel A Programmabegroting 2012
Programmabegroting 2012
-- 13 --
1
Sociale Dienstverlening (Zorg)
Programmadoel Aandacht en zorg voor kwetsbare groepen, met inachtneming van de eigen verantwoordelijkheid, om zodoende hun zelfredzaamheid en arbeidsparticipatie te vergroten.
1.2.2.01 Uitstroombevordering (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers) Wethouder R. Dekkers
Wat willen we bereiken? • • • • •
Het aanbieden van sociale activeringstrajecten en werken met behoud van uitkering. We willen personen, die een beroep moeten doen op bijstand, zo snel mogelijk aan het werk helpen. Vorm geven aan een samenhangend beleid op de terreinen Volwasseneneducatie, re-integratie uitkeringsgerechtigden en inburgering. In nauwe samenwerking met UWV-Werkplein willen wij zoveel mogelijk voorkomen dat mensen bijstandsafhankelijk worden. We bieden mensen die, ondanks de keten van re-integratie-instrumenten, er niet in slagen op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag te komen, de mogelijkheid om te participeren in de samenleving. Dat doen we met verschillende vormen van gesubsidieerd werk.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • •
Beleidsplan Wet Werk en Bijstand (Raad december 2004) Basisnotitie “Werken aan werk”(B&W juni 2006) Notitie Activering en reïntegratie uitkeringsgerechtigden Sint-Oedenrode (B&W februari 2008) Tijdelijke regels Wet investeringen in jongeren (WIJ) (Raad september 2009) Evaluatie tijdelijke regels Wet investeringen in jongeren (WIJ) (Raad mei 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal uitkeringsgerechtigden dat per jaar een stap voorwaarts maakt op de gemeentelijke reintegratieladder verdeeld naar: - moeilijk bemiddelbaar - eenvoudiger bemiddelbaar Poortwachterfunctie i.s.m. UWV-werkbedrijf
Realisatie 2010 19
2011 10
2012 11
2013 12
12 7 83%
5 5 85%
5 6 85%
5 7 85%
Wat gaan we daarvoor doen? • • •
Het uitkeringsbestand met een arbeidsverplichting door middel van een traject op maat activeren en begeleiden naar werk. Een zo breed mogelijk scala van re-integratiemiddelen beschikbaar stellen afhankelijk van de afstand tot de arbeidsmarkt en de persoonlijke omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde en afgestemd op de economische situatie en ontwikkelingen. Uitgaande van een ongedeelde samenleving en goede dienstverlening de mogelijkheden en instrumenten van Wmo en WWB onderling in te zetten en elkaar laten ondersteunen.
Programmabegroting 2012
-- 14 --
• • • • • • • • •
Het in overleg met ketenpartners additionele leerwerk en vrijwilligersplekken creëren voor langdurige werklozen met een onoverbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt. Regionale samenwerking in de regio Boxtel vergroten in verband met de Wet Werken Naar Vermogen. Behouden/zo mogelijk uitbouwen van projecten sociale activering, voor zover mogelijk gelet op korting op re-integratiemiddelen, zoals bij: Odendael, Buurtsuper Boskant, D’n Einder. Het aanbieden en begeleiden van re-integratie- trajecten naar betaalde arbeid. Opstellen notitie gemeentelijke schuldhulpverlening. Uitvoering geven aan het project Snelweg naar Werk. Personen met uitkering en grote achterstand op de arbeidsmarkt motiveren om de belastbaarheid te onderzoek via een deskundig bureau. Kortlopende WWB-dienstverbanden aanbieden als voorbereiding op structureel (gesubsidieerd) werk. Rekening houdend met de Wet werken naar vermogen arbeidsparticipatie van uitkeringsgerechtigden optimaliseren. Werk staat voorop. Uitkering is aanvullend op tijdelijk en deeltijdwerk.
1.2.2.02 Inburgering (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat willen we bereiken? •
Integratie beoogt de sociale en economische zelfstandigheid van immigranten. Als burgers door onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal en onvoldoende kennis van de samenleving niet kunnen participeren, dreigt isolement en uitsluiting. Het organiseren van de noodzakelijke begeleiding en scholing hoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeente. Aandacht voor eigen verantwoordelijkheid van nieuwkomer voor integratie.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Beleidsnota Maatschappelijke Opvang (Raad april 2007) Notitie "Wettelijke kaders en gemeentelijke beleidsregels Wet Inburgering" (B&W september 2007)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Voldoen aan taakstelling huisvesting Aanbod inburgeringscursussen verdeeld naar: % van de aanbodplichte doelgroep % van de inburgeringsplichtige gezinsvormers en herenigers waarvoor geen aanbodplicht bestaat Handhaving inburgeringsplichtigen (deelname) Afronding binnen voorafgestelde termijn; Afronding binnen wettelijke termijn
Realisatie 2010 11
2011
2012
2013
100%
100%
100%
0 0
80 60
80 60
80 40
95% 70% 80%
95% 75% 50%
95% 75%* 50%*
95% 50% 25%
*) Gelet op het niveau van de inburgeraars hebben veel cursisten een voortraject nodig. Hierdoor wordt de termijn overschreden.
Wat gaan we daarvoor doen? • • •
Afspraken betreffende beschikbaar stellen van woningen zoals vastgelegd in convenant met Wovesto handhaven. Op basis van prioritaire doelgroepen (waaronder vooral opvoeders en uitkeringsgerechtigden) een op maat vastgesteld inburgeringstraject aanbieden. Alle inburgeraars controleren op hun inburgeringsplicht. Programmabegroting 2012
-- 15 --
• • • • •
Voorlichting over eigen verantwoordelijkheid verstrekken aan potentiële inburgeringsplichtigen Alle asielgerechtigde nieuwkomers een inburgeringsvoorziening aanbieden. Inburgeringsplichtige gezinsvormers- en herenigers met een inkomen tot 1½ x de bijstandsnorm voor een inburgeringstraject in aanmerking laten komen. Het subsidiëren van de stichting Vluchtelingenwerk. Het handhaven van de deelname aan de inburgeringstrajecten.
1.2.2.03 Inkomensvoorziening (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? •
De inwoners van Sint-Oedenrode kunnen bij het ontbreken van eigen inkomsten of andere mogelijkheden van voorzien in het levensonderhoud, gebruik maken van een financieel vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering. Onverkort uitkering kunnen verstrekken aan hen die daar recht op hebben omdat men ‘tijdelijk’ niet zelf in het onderhoud kan voorzien.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Beleidsplan Wet Werk en Bijstand (Raad december 2004) Diverse verordeningen uitvoering WWB (2009/2010)
Resultaatindicator (bron
Realisatie 2010
2011
2012
2013
Nog te vullen
Nog te vullen
23
25
meetgegevens) Aantallen klanten met: *1) − arbeidsplicht − vrijstelling Aantal aanvragen schuldhulpverlening :
34
23
Aantal saneringen : 2 13 13 15 Aantal minnelijke schikkingen 1 10 10 10 *1) In 2012 wordt het onderscheid in 4 fasen vervangen door arbeidsplicht en vrijstelling. * Afhankelijk van economische ontwikkelingen. Gelet op de wetswijzigingen die worden voorbereid is het erg moeilijk om inschatting te maken over het aantal uitkeringsgerechtigden in 2012 en 2013. De WWB zal worden aangepast en aangescherpt. Verwacht wordt dat de samenvoeging van de WWB/WIJ, Wajong en WSW voor extra instroom in de WWB zal zorgen.
Wat gaan we daarvoor doen? • • • • • • •
Samen met het UWV Werkbedrijf via het project Snelweg naar werk voortdurende capaciteit inzetten om potentiële Webaanvragers tijdig naar werk of opleiding te leiden. Werkprocessen uitkeringsverstrekking en hercontrole uitvoeren via het concept Hoogwaardig handhaven en dit jaarlijks evalueren aan de uitvoeringspraktijk. De uitvoering van de WWB periodiek (per kwartaal) te controleren op rechtmatigheid en doelmatigheid Uitkeringsgerechtigden met een arbeidsplicht aan de hand van een indeling naar afstand van de arbeidsmarkt met zo mogelijk minimale ondersteuning naar activering/uitstroom begeleiden. (Eigen verantwoordelijkheid staat voorop). Het voorkomen en beperken van problematische schulden via een integrale aanpak waarbij zowel voorlichting aan, motivering van, begeleiding en nazorg aan de klant met deskundige partners onder regie van de gemeente. In verband met de financiële en economische crisis blijft in de komende jaren de focus op het voorkomen van uitkeringsafhankelijkheid van groot belang. Bij dreigend ontslag en aanmelding voor een uitkering wordt eerste gezocht naar vervangend werk of opleiding. Behoud sociaal beleid voor hen die dat nodig hebben. Programmabegroting 2012
-- 16 --
•
Uitvoeren aan te passen bijstandswet, waaronder tegenprestatie voor uitkering, scherpere normen voor gezinsbijstand.
1.2.2.04 Minimabeleid (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? • • •
Wij willen bereiken dat inwoners van Sint-Oedenrode verantwoord omgaan met hun financiële middelen en dat in toenemende mate gebruik wordt gemaakt van bestaande voorzieningen. Meer specifiek willen wij ons richten op de participatie van kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Zo vroeg mogelijk in beeld krijgen van personen met problematische schulden. Schuldhulpverlening kan veel sociale problemen voorkomen.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • •
Notitie "Bijzondere bijstand” (B&W maart 2005) Beleidsplan Wet Werk en Bijstand (Raad december 2004) Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 (Raad september 2009) Verordening Declaratiefonds 2010 (Raad oktober 2009) Verordening kwijtscheldingsregeling 2011 (Raad mei 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2010
% van uitkeringsgerechtigden dat gebruik maakt van bestaande regelingen (categorale) bijzondere bijstand Aantal aanvragen individuele verstrekkingen stijgt. (nietuitkeringsgerechtigden) Aantal aanvragen specifiek door gezinnen met ten laste komende kinderen met een laag inkomen
90% van de doelgroep
2011 90% van de doelgroep
2012 90% van de doelgroep
2013 90% van de doelgroep
+ 5%
5%
5%
5%
+ 20%
10%
10%
10%
Wat gaan we daarvoor doen? • • • • • • • • •
Vaststellen en uitvoeren van het gemeentelijke minimabeleid waarbij rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de doelgroep (maatwerk). Het jaarlijks verzorgen van 1 of 2 themabijeenkomsten ten behoeve van de doelgroep. Gericht opsporen en aanschrijven van de doelgroep ouders met kinderen. Opstellen en gedeeltelijke herijking van een samenhangend armoedebeleid Behoud sociaal beleid: Het voorzieningenniveau voor de plaatselijke minima binnen de beschikbare financiële kaders op peil houden en de administratieve drempels zo laag mogelijk. Periodiek en via meerdere kanalen communiceren over het gemeentelijk minimabeleid. Het zo vroegtijdig mogelijk in beeld krijgen van problematische schulden ter voorkoming van onder andere woningontruiming. Het benaderen en voorkomen van problematische schulden via een integrale aanpak waarbij zowel voorlichting aan, motivering van, begeleiding en nazorg aan de klant eenduidig worden aangestuurd. Regiefunctie gemeente in het kader van de nieuwe wet schuldhulpverlening omschrijven en inhoud geven. Uitvoering schulddienstverlening in samenwerking met Schulddienstverlening in Eindhoven en Algemeen Maatschappelijk werk Lumensgroep/Dommelregio.
Programmabegroting 2012
-- 17 --
1.2.2.05 WMO woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? •
•
Ons streven is een samenleving waarin iedereen naar vermogen kan meedoen. De Wmo heeft een stap gemaakt van verzorging naar ondersteuning om te kunnen participeren. Deze ontwikkeling wordt aangeduid als De Kanteling van de Wmo. Uitgangspunten hierbij zijn: o De vraag staat centraal, aandacht voor de individuele situatie en het leveren van maatwerk; o Benutten eigen kracht en medeverantwoordelijkheid van inwoners; o Meer gebruik maken van algemene voorzieningen in plaats van individuele voorzieningen; o De gemeente heeft een regierol en zorgt voor het vangnet. De Kanteling in de verordening houdt in dat de gemeente niet langer individuele voorzieningen op indicatie biedt. De gemeente biedt ondersteuning die gericht is op zelfredzaamheid en participatie, met als uitgangspunt de vraag en specifieke situatie van de inwoner, met inachtneming van zijn eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden, ook in financiële zin.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • •
Beleidsplan Wmo 2012-2015 (nog vast te stellen in raad december 2011) Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (nog vast te stellen in raad 1e kwartaal 2012) Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (B&W 1e kwartaal 2012) Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (B&W 1e kwartaal 2012)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Algemene score benchmark Wmo (op alle 7 thema’s van de Wmo), % van de maximale score. Klanttevredenheid Wmo-hulpmiddelen
Realisatie 2010 Niet deelgenomen aan benchmark 7,2 (over 2009)
Klanttevredenheid uitvoering Taxihopper Niet gehouden
2011 67% (t.o.v. 65% gemiddelde benchmark) 7,3 (over 2010) Ambitie op basis van handhaven kwaliteitsniveau score 7,2
2012
2013
Nemen niet deel aan benchmark
% gelijk aan gemiddelde van de totale benchmark
7,3
7,3
Ambitie op basis van handhaven kwaliteitsniveau score 7,2
Ambitie op basis van handhaven kwaliteitsniveau score 7,2
Wat gaan we daarvoor doen? WMO • Vormgeven van de resultaatverplichting op acht resultaatgebieden in een nieuwe verordening: - een schoon en leefbaar huis - wonen in een geschikt huis - beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften - beschikken over schone, doelmatige en draagbare kleding - het thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren - verplaatsen in en om de woning - lokaal verplaatsen per vervoermiddel - de mogelijkheid hebben om medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan • Vormgeven van Het Gesprek (eerste contact met klant, vraagverheldering en resultaat vaststellen, oplossingen afspreken, arrangement) in het Loket Werk, Inkomen en Zorg • Uitbouwen van algemene voorzieningen (bijvoorbeeld scootermobielpools, rolstoeldepots, was en strijkservice). Programmabegroting 2012
-- 18 --
•
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) • Binnen het samenwerkingsverband van gemeenten en provincie organiseren van aanvullend openbaar vervoer voor de regio Brabant Noordoost. • Doorontwikkelen van het CVV door: • te zoeken naar nieuwe doelgroepen • samenwerking en integratie met regulier openbaar vervoer (Connexxion en Hermes) • samenwerking andere CVV-systemen in Noord-Brabant. • Beheersen van de kosten. • Ontsluiting kleine kernen • Substitutie Wmo vervoer naar OV
1.2.2.06 WMO – hulp bij het huishouden (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? •
Zie onder 1.2.2.05
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: •
Zie onder 1.2.2.05
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Klanttevredenheid Hulp bij het huishouden Wmo
Realisatie 2010 8,2 en 7,8 over resp. 2008 en 2009)
2011
2012
2013
8,2 (over 2010)
8,2
8,2
Wat gaan we daarvoor doen? Zie 1.2.2.05 onder WMO
Programmabegroting 2012
-- 19 --
Wat mag dat kosten? Lasten * € 1.000 Producten
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
3.219
3.363
3.314
3.303
3.213
3.071
154
225
115
106
104
104
1.794
2.204
1.806
1.814
1.816
1.818
322
311
325
327
328
328
1.091
1.115
710
711
711
711
1.874
1.758
2.173
2.189
2.194
2.199
8.454
8.976
8.443
8.451
8.365
8.232
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
3.097
3.171
3.067
3.052
2.958
2.816
127
121
50
40
40
40
1.240
1.693
1.270
1.270
1.270
1.270
40
7
7
7
7
7
6
4
14
14
14
14
170
160
225
225
225
225
Totaal baten
4.679
5.156
4.632
4.608
4.514
4.372
Saldo voor bestemming
3.774
3.820
3.811
3.843
3.851
3.860
0 0
0 144
0 114
0 65
0 0
0 0
3.774
3.676
3.697
3.778
3.851
3.860
12201 Uitstroombevordering 12202 Inburgering 12203 Inkomensvoorziening 12204 Minimabeleid 12205 WMO woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen 12206 WMO-hulp bij het huishouden Totaal lasten
Baten * € 1.000 Producten 12201 Uitstroombevordering 12202 Inburgering 12203 Inkomensvoorziening 12204 Minimabeleid 12205 WMO woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen 12206 WMO-hulp bij het huishouden
Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na bestemming
Toelichting op de cijfers 2012 t.o.v. 2011: De invloed van hogere doorbelaste kosten en de mutatie in kapitaallasten worden toegelicht in deel B – financiële begroting. De gevolgen van de lagere lasten/hogere inkomsten i.v.m. ombuigingenvoorstellen zijn in bijlage III vermeld. Lasten •
Lasten inkomensvoorziening zijn afgestemd op de voorlopige uitkeringsgegevens van het ministerie
Bedrag 398
V
Bedrag 65
V
598
N
Baten • •
Hogere eigen bijdrage WMO Baten Uitstroombevordering, Inburgering en Inkomensvoorziening zijn aangepast aan de laatst bekende uitkeringsgegevens van het ministerie Programmabegroting 2012
-- 20 --
Mutaties reserves 2012: De onttrekking uit de reserve van € 114.000,-- (2012) en € 65.000 (2013) betreft de onttrekking uit de egalisatiereserve WIW-inkomensdeel. De verwachting is dat de lasten voor WWB hoger zijn dan de baten. Hiervoor is een egalisatiereserve beschikbaar. Deze is echter na de onttrekking in 2013 leeg. De hogere lasten zijn structureel opgenomen.
Nieuwe bestedingen programma 1
2012
Bijdrage instandhouding voedselbank Boxtel
Nieuwe investeringen programma 1
investeringen
2014
2015
4.5
Investeringsbedrag ec. nut
Geen nieuwe programma 1
2013
2012
2013
2014
2015
maatsch. nut
voor
De incidentele bijdrage instandhouding voedselbank Boxtel heeft conform Kadernota 2012 als dekking de egalisatiereserve WIW – inkomensdeel.
Programmabegroting 2012
-- 21 --
2
Maatschappelijke Voorzieningen (Welzijn)
Programmadoel Stimuleren van de maatschappelijke participatie van zoveel mogelijk Rooise inwoners op de terreinen van zorg en welzijn en op het gebied van educatie optimale vorming en ontwikkeling mogelijk te maken.
2.1.2.01 Onderwijs (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? • • • • •
Kwalitatief en kwantitatief adequate huisvesting primair onderwijs Zoveel mogelijk jongeren met een startkwalificatie de arbeidsmarkt laten betreden Kinderen op jonge leeftijd mee laten doen aan educatieve programma's. Realiseren doorgaande leer- en ontwikkelingslijn binnen de onderwijsketen (= brede school). Waar nodig behartigen en organiseren van vervoer van en naar scholen.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • •
Lokale Educatie Agenda 2010-2013 (Raad december 2009)) Visie en doelen voor alle Brede scholen in Sint-Oedenrode (Raad januari 2009) Integraal Huisvestingsplan 2011-2015 (nog vast te stellen in raad van september 2011) Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sint-Oedenrode (nog vast te stellen in raad van september 2011) Verordening leerlingenvervoer 2011 (Raad mei 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2010
Meetbare gegevens van het regionaal bureau leerplicht/RMC *)
Gegevens jaarrekening RBL 2010* 2008: 7,6 2010: 7,0 2008: 8,1 2010: 8,0
2011
2012
2013
- 5% t.o.v. nulmeting
Oordeel burger over onderwijs in het algemeen Nieuwe (Staat van de Gemeente) meting Oordeel burger over basisscholen (Staat van de Nieuwe Gemeente) meting Aantal leerlingen dat gebruik maakt van het Daling t.o.v. 138 114 leerlingenvervoer 2011 * * De invoering van de regelgeving inzake passend onderwijs zal een daling van het aantal leerlingen in het leerlingenvervoer tot gevolg hebben. Over de omvang van de daling kunnen nu nog geen uitspraken worden gedaan.
*) Gegevens Sint-Oedenrode Leerplichtjaarverslag 2009-2010 aantal inwoners tussen 0 en 23 jaar per 1-92010
4935
aantal geregistreerde leerlingen:
Meldingen absoluut verzuim
8
Meldingen relatief verzuim:
39 9
primair onderwijs
1880
Meldingen van luxe verzuim
voortgezet onderwijs
1070
Aantal vrijstellingen
10
Aantal zorgmeldingen
16
middelbaar beroepsonderwijs
511
medisch kinderdagverblijf
0
Aantal HALT verwijzingen
7
Aantal processen verbaal
1
Meldingen CRI
1
Programmabegroting 2012
-- 22 --
Wat gaan we daarvoor doen? • •
• • • •
Uitvoeren van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2012-2022 (IHP). Er wordt één keer in de twee jaar een IHP en leerlingenprognose opgesteld. De uitvoering van de toegekende huisvestingsaanvragen uit het IHP gebeurt door de schoolbesturen waarbij de gemeente een controlerende en toetsende taak heeft. Nieuwbouw basisschool St. Petrus als onderdeel van de multifunctionele accommodatie “Hart van Olland”: In de kern Olland wordt een multifunctionele accommodatie gerealiseerd met een basisschool, een gymzaal, kinderopvang/peuterspeelzaal, een gemeenschapshuis De Holm en enige ruimte voor maatschappelijke functies. Wovesto treedt op als ontwikkelaar en verhuurder (exploitant) van de nieuwe MFA. Dit project is onderdeel van de uitvoering van IDOP Olland, waarbij de leefbaarheid van deze kern centraal staat. Leerplicht: structurele subsidiëring regionaal bureau leerplicht/RMC. Uitvoering geven aan de lokale educatieve agenda. Dit is een instrument dat vooruitblikt en inspeelt op maatschappelijke en educatieve processen. In gezamenlijkheid met de schoolbesturen en andere partners worden de thema’s bepaald. Brede school: Samen met de partners brede scholen realiseren. Dit betreft het ontwikkelen van een gezamenlijk activiteitenaanbod en uitvoering geven aan de doorgaande leerlijn. Leerlingenvervoer: Regionale aanbesteding leerlingenvervoer. Intensief volgen vervoersbewegingen om waar mogelijk tot kostenreductie te komen. Daar waar mogelijk gebruik maken van opstapplaatsen.
2.1.2.03 Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? • •
Doorgaande lijn naar het basisonderwijs (0 - 6 jaar) De ontwikkeling van kinderen zodanig stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • •
Nota Toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang (B&W mei 2006) Nota Peuterspeelwerk (Raad september 2007) Visie en doelen voor alle Brede scholen in Sint-Oedenrode (Raad januari 2009) Beleidsnotitie Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) (nog vast te stellen in raad van oktober 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) % Peuters dat gebruik maakt van een peuterspeelzaal in Sint-Oedenrode Aantal herinspecties bij kinderopvangcentra/ gastouders
Realisatie 2010
2011
2012
2013
110 van 357 peuters (2 en 3 jaar)
30
30
30
0
0
0
0
Wat gaan we daarvoor doen? • • •
Realiseren ononderbroken ontwikkelingslijn van kinderen van 0-16 jaar d.m.v. signalering -afstemming overdracht en terugkoppeling. Dit is een belangrijk thema in de Brede school (zie lokaal onderwijsbeleid) waarbij de peuterspeelzalen en kinderopvang een grote rol spelen. Actualisatie nota Toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang. Uitvoering geven aan de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie, die volledig is ingevoerd op 1 augustus 2011. Programmabegroting 2012
-- 23 --
•
Subsidiëring peuterspeelzaalwerk.
2.2.2.01 Gezondheidszorg (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? • • • •
Het voorkomen van vermijdbare ziekte door het bevorderen van gezond gedrag met extra nadruk op preventie met betrekking tot alcohol, drugs en overgewicht. Het naleven van de aanrijtijden van de ambulance. Het vroegtijdig signaleren van groepsrisico’s. Geen alcohol gebruik voor jongeren onder de 16 jaar.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: •
Beleidsplan WMO 2012-2015 (nog vast te stellen in raad december 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Ambulanceritten binnen norm aanrijtijd (15 minuten) Ervaren gezondheid minder dan goed 19-64 jaar Voelt zich psychisch ongezond 19-64 jaar
Overgewicht jeugd 2 – 11 jaar Alcohol gedronken (laatste 4 weken) 12 – 17 jaar
Realisatie 2010
2011
92%
90%
90%
90%
9%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 9%
2006 14%
11%
Pas nieuwe meting in 201, streven dan 10%
Pas nieuwe meting in 2015 streven dan 9 % Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 10%
2006 6%
8%
2006 61%
51%
2006 9%
2012
Pas nieuwe meting in 2015, Streven dan 6% Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 25%
2013
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 6% Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 25%
* Naar aanleiding van de sessie prestatie indicatoren zijn de laatste vier indicatoren toegevoegd. Deze worden echter niet jaarlijks gemeten maar 1x in de vier jaar gemeten hierdoor is het jaarlijks aanleveren van deze gegevens niet haalbaar.
Wat gaan we daarvoor doen? Voorkomen ziektes en bevorderen preventie • Voortzetten van deelname in gemeenschappelijke regeling GGD (bedrag per inwoner). • Uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid. Dit maakt onderdeel uit van het WMO-beleidsplan 2012-2015. • Bevorderen van een gezonde leefstijl bij risico groepen. Speerpunten hierbij zijn overgewicht en alcohol. • De geïntegreerde jeugdgezondheidsorganisaties GGD aansturen m.b.t. projecten op het gebied van leefstijlverbetering (lokaal maatwerk) • Uitvoering geven aan de prestatievelden maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en openbare geestelijke gezondheidszorg van het Wmo beleidsplan 2012-2015. • Subsidieverlening aan diverse instellingen werkzaam op het gebied van ziektepreventie zoals GGZ Oost Brabant, de Stichting Door en Voor, Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld in ’s-Hertogenbosch (ASHG), Slachtofferhulp Nederland, EHBO en Rooi Hartsafe • Binnen de gemeente meer publiciteit geven over het bestaan van het ASHG. Naleving aanrijtijden ambulance • Uitvoeren “Gemeenschappelijke Regeling Ambulancevervoer” met speciale aandacht voor het halen van de norm (monitoren/Regionale Ambulancevoorziening aanspreken op overschrijdingen). Programmabegroting 2012
-- 24 --
Vroegtijdig signaleren van groepsrisico’s • De geïntegreerde jeugdgezondheidsorganisaties GGD aansturen met betrekking tot projecten op het gebied van leefstijlverbetering (lokaal maatwerk). • Actieve deelname regionaal project “Alcohol 16min, geen goed begin”. Voor de lokale verankering worden lokale activiteiten georganiseerd.
2.2.2.02 Maatschappelijk werk (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? •
Iedere inwoner van Sint-Oedenrode met psychosociale problemen moet in staat worden gesteld optimaal deel te nemen aan de samenleving door die problemen om te zetten in oplossingen. Binnen de gemeente Sint-Oedenrode geeft maatschappelijk werk Dommelregio hier invulling aan.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • •
Beleidsplan WMO 2012-2015 (nog vast te stellen in raad december 2011) Notitie “Herziening subsidiemethodiek” (Raad november 2007) Evaluatie subsidiebeleid (Commissie mei 2010)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal geholpen inwoners (monitoring op input) Aantal afgesloten trajecten (monitoren op output) Wachttijd tussen aanmelding en intake voor individuele hulpverlening is minder dan 2 weken. (Jaarverslag Dommelregio) Wachttijd tussen intake en start hulpverlening voor individuele hulpverlening is minder dan 4 weken. (Jaarverslag Dommelregio) Minimale waardering klanttevredenheid (Jaarverslag Dommelregio)
Realisatie 2010
2011
315
320
2012
2013
165
165 85%
80%
85%
85%
88%
90%
90%
-
7
7
90% 7
Wat gaan we daarvoor doen? • • • • •
Verstrekken van een subsidie op basis van een budgetovereenkomst aan Dommelregio. De activiteiten die Dommelregio hiervoor uitvoert zijn ondergebracht in de volgende domeinen: Algemeen maatschappelijk werk als basisvoorziening voor alle burgers; Jeugd als specifiek beleidsterrein voor de leeftijdsgroep 0 tot 24 jaar, inclusief school maatschappelijk werk; Kwetsbare burgers die tijdelijk of voor langere duur niet in staat zijn de regie over hun leven in handen te houden dan wel niet in staat zijn om zelfstandig te functioneren. Dit doen zij in samenwerking met onder andere Welzijn Salus en zorginstellingen (Dichterbij/Labyrinth, Zorgoké, MEE) ; Schuldhulp voor mensen die in financiële dan wel materiële problemen komen, zie ook minimabeleid.
Programmabegroting 2012
-- 25 --
2.2.2.03 Sociaal beleid (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? • • • • • • • •
Het streven is een samenleving waarin iedereen naar vermogen kan meedoen. Het bevorderen van de ontwikkeling van levensloopbestendige woningen, multifunctionele accommodaties en Brede scholen. Het bevorderen van de kwaliteit van samenleven; toegankelijkheid voor verschillende bevolkingsgroepen, openbare veiligheid, sociale cohesie en maatschappelijke participatie. Het stimuleren van de gemeenschapszin op wijk- en kernniveau in samenwerking met lokale maatschappelijke instellingen en dorpsraden en wijkoverlegorganen. Efficiënte inzet maatschappelijke accommodaties. Het stimuleren en ondersteunen van burgerinitiatieven. Het betrekken, informeren en consulteren van de inwoners en maatschappelijke instellingen bij ontwikkelingen op wijk- en kernniveau. Mantelzorg ondersteuning bieden op de volgende punten; netwerkontwikkeling, bewustmaking, belangenbehartiging, deskundigheidsbevordering en emotionele ondersteuning.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • • •
Nota “Toegankelijkheid in Sint-Oedenrode” (Raad december 2000) Rapportage “De Rooise route naar Woonservicezones“ (Raad maart 2007) WMO-notitie de gezamenlijke visie op lokale loketten (Raad juni 2006) WMO-notitie “Ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers” (Raad januari 2007) Rapport Accommodatiebeleidsplan “Grip op maatschappelijke accommodaties” (Raad juni 2008) Beleidsplan WMO 2012-2015 (nog vast te stellen in raad december 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Tevredenheid burger over leefbaarheid in de buurt resp. directe woonomgeving (Staat van de Gemeente) Aantal mantelzorgers die geholpen zijn door het steunpunt Mantelzorg.(Jaarverslag Mantelzorginwinkel)
Realisatie 2010 2008/2010: 7,6//7,5 2008/2010: 7,7//7,7 11 trajecten
2011
+ 10% t.o.v. de nulmeti ng Nulmeting door Welzijn Salus
3
2013
Nieuwe meting
Vanaf 2012 wordt dit uitgevoerd door Welzijn Salus
iDOP’s en iWOP’s (= integrale dorpsontwikkelingsprogramma’s en integrale wijkontwikkelingsprogramma’s) vastgesteld door de gemeenteraad
2012
4
4
10% t.o.v. nulmeting
5
Wat gaan we daarvoor doen? •
Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid op wijk- en kernniveau en de participatie van inwoners bij hun directe woon- en leefomgeving o Het volledig uitvoeren van het iDOP Olland. Dit is inclusief het ontwikkelen van een nieuwe multifunctionele accommodatie voor “De Holm”, in combinatie met een Brede school met het doel om de basisvoorzieningen te verbeteren en de sociale cohesie te versterken. o Daarnaast worden de volgende projecten; “activiteiten en speelvoorzieningen voor jongeren tot 23 jaar”, “cultuureducatie” en het faciliteren van verenigingen en communicatie uitgevoerd. o Voorbereiden uitvoering van de projecten “Bruisend dorpshart” in Nijnsel en “Ritaplein en omgeving” in Boskant (realisatie in 2013). De uitvoering is afhankelijk van het krijgen van de Programmabegroting 2012
-- 26 --
o o o o o o o o o
o o o o
provinciale subsidie. Het vaststellen van iWOP Kienehoef/Kinderbos/Cathalijne. Dit is een integrale visie op genoemde wijken. Burgerparticipatie in samenwerking met dorpsraden en andere overlegorganen vanuit de wijk. Uitvoering van het accommodatiebeleid (notitie). Aanpassing subsidiebeleid vanaf 2012. In overleg met de stichting toegankelijkheid verder uitvoering geven aan de actiepunten op het gebied van toegankelijkheid. Integraliteit blijft daarbij een aandachtspunt. Bevorderen integrale en klantondersteunende dienstverlening loket WIZ. Zie ook Het Gesprek onder 1.2.2.05 Verder uitwerken van en uitvoering geven aan de subsidieafspraken met Stichting Welzijn Salus in een werkplan. Individuele ondersteuning mantelzorgers opnemen in het werkplan van Stichting Welzijn Salus. De Mantelzorgwinkel brengt de methode familiezorg onder de aandacht bij instanties die werkzaam zijn op het gebied van zorg en welzijn. Met als doel dat zij uiteindelijk gaan handelen volgens de methode familiezorg. Uitvoering geven aan de actiepunten in het jaarplan 2012 ter uitwerking van het Beleidsplan Wmo 2012-2015 Opstellen jaarplan 2013 ter uitwerking van het beleidsplan Wmo 2012-2015. Uitvoering blijven geven aan de taken van het Vrijwilligerssteunpunt en buurtbemiddeling. Voorbereiding van decentralisatie AWBZ-taken (2013/2014)
2.2.2.04 Ouderen (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? •
De doelstellingen op het gebied van ouderen zijn onderverdeeld in een vijftal thema’s: langer thuis, eenzaamheid, financiële ondersteuning, gezondheid en welzijn, informatievoorzieningen en communicatie. Per thema zijn er de volgende doelstellingen vastgesteld: o Langer thuis: Het aanbieden van diensten die mensen ondersteunen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te wonen. o Eenzaamheid: Verbetering van signalering van eenzaamheid en het bereik van de doelgroep verhogen. o Financiële ondersteuning: Ouderen meer gebruik laten maken van de mogelijkheden voor financiële ondersteuning. o Gezondheid en Welzijn: Meer aandacht voor preventie op het gebied van gezondheid en welzijn van ouderen. o Informatievoorziening en communicatie: Het toegankelijker maken van de informatievoorziening voor ouderen.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • •
Beleidsplan WMO 2012-2015 (nog vast te stellen in raad december 2011) Rapportage “De Rooise route naar Woonservicezones“ (Raad maart 2007) Notitie “Herziening subsidiemethodiek” (Raad november 2007) Evaluatie subsidiebeleid (Commissie mei 2010)
Programmabegroting 2012
-- 27 --
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
2010
2011
Percentage 65+ dat niet in een instelling verblijft. Niet eenzaam, 65+
2009 61%
2012
2013
nulmeting
Stabiel aan nulmeting. 70%
Nieuwe gegevens in 2013
Nieuwe gegevens in 2013 Ervaren gezondheid minder dan goed, 65+ Nieuwe gegevens Nieuwe gegevens 25% in 2015, streven in 2015, streven dan is gelijk dan is gelijk Voelt zich psychische ongezond, 65+ Nieuwe gegevens Nieuwe gegevens 2006 18% in 2015, streven in 2015, streven 18% dan 18% dan 18% Naar aanleiding van de sessie prestatie indicatoren zijn de laatste vier indicatoren toegevoegd. Deze worden echter niet jaarlijks gemeten maar 1x in de vier jaar gemeten hierdoor is het jaarlijks aanleveren van deze gegevens niet haalbaar.
Wat gaan we daarvoor doen? • • •
Uitvoering geven aan de actiepunten in het jaarplan 2012 ter uitwerking van het Beleidsplan Wmo 20122015 Opstellen jaarplan 2013 ter uitwerking van het beleidsplan Wmo 2012-2015. Subsidiëring: o Continueren van de gemeentelijke bijdrage in de kosten van ontmoetings- en dienstencentrum (ODC) Odendael, waarbij wordt onderzocht hoe de bezettingsgraad van de gehuurde ruimtes kan worden geoptimaliseerd. o Afsluiten van budgetoverkomst Stichting Welzijn Salus o Subsidiering KBO’s, Klussendienst.
2.2.2.05 Jeugd (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? • • • •
Ontplooiing op alle maatschappelijke terreinen. Voorkomen van overlast op straat. Signalering en aanpak van gedrags- en opvoedproblemen in een zo vroeg mogelijk stadium. Behoud veilige speelvoorzieningen.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • •
Speelvoorzieningennota Beleidsplan WMO 2012-2015 (nog vast te stellen in raad december 2011) Rapport “Een sluitende jeugdketen”, regio Uden / Veghel (juni 2007)
Programmabegroting 2012
-- 28 --
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2010
Het welbevinden van de jeugd Aantal criminaliteitsincidenten waarbij verdachten uit Sint-Oedenrode komt tot en met 24 jaar.
In het kader van Zorg voor Jeugd wordt geregistreerd dat kinderen hulpverlening ontvangen. (Rapportage zorg voor Jeugd) Het aantal inwoners dat gebruik heeft gemaakt van het Centrum Jeugd en Gezin Aantal kinderen wat doorgestuurd is naar 2e lijnszorg. Tevredenheid burger over voorzieningen in de wijk voor jongeren (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over speelmogelijkheden in de wijk (Staat van de Gemeente)
2009: 86 (dit is 45 % van het totaal incidenten) - 5% ten opzichte van 2008
95%
2011
2012
nulmeting
Minimaal gelijk aan nulmeting
2013
- 10% minder ten opzicht van 2008
100% nulmeting nulmeting
100%
100%
+ 10% ten opzicht van nulmeting - 5% ten opzicht van de nulmeting
+ 10% ten opzicht van nulmeting
2008:5,4 2010: 5,3 2008:7,3 2010: 7,1
Wat gaan we daarvoor doen? •
• •
•
• •
•
Jeugdbeleid o Het jeugdbeleid is onderdeel van het Wmo beleidsplan 2012 - 2015 o Uitvoering geven aan de actiepunten in het jaarplan 2012 ter uitwerking van het Beleidsplan Wmo 2012-2015 o Opstellen jaarplan 2013 ter uitwerking van het beleidsplan Wmo 2012-2015. Jeugdgebouwen o Herziening gebruik van ’t Pluugske (Boskant) en het scoutinggebouw in het kader van het accommodatiebeleid. Het voorkomen van overlast door jongeren op straat. o Op basis van de ervaring van andere gemeente en in overleg met de partners het Jongeren Op Straat (JOS) overleg en het jeugdhulpverleningsnetwerk 12+ koppelen. Hierdoor worden preventie en zorg gekoppeld. Preventief Jeugdbeleid o In het kader van de transitie jeugdzorg wordt de rol en verantwoordelijkheid van de gemeente op het gebied van de zorg voor jeugd aanzienlijk groter. Hierbij wordt ingezet op preventie in de directe omgeving van het kind. De preventieactiviteiten worden aangeboden door het Centrum voor Jeugd en Gezin en sluit aan bij de vraag van het kind, ouders, opvoeders of professional. Het verder optimaliseren van de sluitende jeugdketen. Hierin heeft de gemeente een regiefunctie. Deze functie wordt onder andere vervult door gebruik te maken van het signaleringssysteem “Zorg voor jeugd”, waarin de functie zorgcoördinatie is georganiseerd. Centrum Jeugd en Gezin o Back-office van CJG doorontwikkelen o Uitbreiden doelgroep CJG met jongeren tussen 12 – 23 in samenwerking met de vindplaatsen en de doelgroep. o PR Centrum Jeugd en Gezin Speelvoorzieningen o Speeltoestellen worden jaarlijks getoetst aan de veiligheidsnormen uit het Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen. o Planvorming en mogelijke realisatie van een speeltuin in de “Rooise Zoom”. o Uitvoering geven aan het speeltuinbeheersplan (vervanging en onderhoud). o Mogelijkheden bezien t.a.v. fietscrossterrein, struinspeelplekken en boomklimmen.
Programmabegroting 2012
-- 29 --
2.2.2.06 Volwasseneneducatie (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? •
Kansarme groepen zoals nieuwkomers, oudkomers, laag opgeleide autochtonen en allochtonen kunnen goed doorstromen naar vervolgonderwijs en/of de arbeidsmarkt.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: •
Productovereenkomst WEB 2011 en 2012 Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2010
Deelname volwassenen aan cursus laaggeletterden
2011
6
2012 13
2013 13
13
Wat gaan we daarvoor doen? • •
•
Het verstrekken van subsidie aan de regionale instelling voor volwasseneneducatie. Bestrijding van laaggeletterdheid in Sint-Oedenrode middels inzet van trajecten vanuit het regionaal opleidingscentrum (ROC) de Leijgraaf in samenwerking met Welzijn Salus. Hiertoe is de intentieverklaring “bestrijding laaggeletterdheid onder autochtone volwassenen” getekend. Deze verklaring sluit aan op een van de doelstellingen van het landelijke Aanvalsplan Laaggeletterdheid: landelijke deelname van 12.500 minst geletterden aan alfabetiseringscursussen. Voor de gemeente Sint-Oedenrode betekent dit, dat in het jaar 2012 het streefaantal van 13 volwassenen uit deze laatste doelgroep deelneemt aan een alfabetiseringscursus. Aanbieden van op maat toegespitste cursussen in de eigen woonplaats voor de doelgroep.
Wat mag dat kosten? Lasten * € 1.000 Producten 21201 Onderwijs 21202 Lokaal educatiebeleid 21203 Vroeg- en voorschoolse educatie 22201 Gezondheidszorg 22202 Maatschappelijk werk 22203 Sociaal beleid 22204 Ouderen 22205 Jeugd 22206 Volwassenen Totaal lasten
Rekening 2010 478
Begroting 2011 684
Begroting 2012 487
Begroting 2013 476
Begroting 2014 491
Begroting 2015 507
683
522
542
545
536
538
182
179
176
180
184
188
608
875
713
706
708
709
259
265
247
252
257
262
127 296 186 560 3.379
212 301 180 586 3.804
129 251 222 489 3.256
128 252 224 498 3.262
129 252 225 507 3.289
131 253 226 516 3.329
Programmabegroting 2012
-- 30 --
Baten * € 1.000 Producten 21201 Onderwijs 21202 Lokaal educatiebeleid 21203 Vroeg- en voorschoolse educatie 22201 Gezondheidszorg 22202 Maatschappelijk werk 22203 Sociaal beleid 22204 Ouderen 22205 Jeugd 22206 Volwassenen
Rekening 2010 16
Begroting 2011 37
Begroting 2012 40
Begroting 2013 40
Begroting 2014 40
Begroting 2015 40
11
16
16
16
16
16
78
78
78
78
78
78
300
342
342
342
342
342
0
5
0
0
0
0
33 47 2 126
33 47 0 165
33 47 0 98
33 47 0 98
33 47 0 98
613
722
654
654
654
33 47 0 98 654
2.766
3.082
2.603
2.609
2.635
2.675
0 0
0 407
0 5
0 0
0 0
0 0
2.766
2.675
2.598
2.609
2.635
2.675
Totaal baten Saldo voor bestemming Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na bestemming
Toelichting op de cijfers 2012 t.o.v. 2011: De invloed van hogere doorbelaste kosten en de mutatie in kapitaallasten worden toegelicht in deel B – financiële begroting. Een toelichting van de lagere lasten/hogere inkomsten i.v.m. ombuigingenvoorstellen zijn in bijlage III vermeld. Lasten: • •
Lagere lasten i.v. lagere baten volwasseneneducatie In de raming 2011 zijn de restantkredieten voorbereiding Streepen en regionaal bureau leerplicht opgenomen, waarvan de dekking uit de algemene reserve vastgelegd komt. Hiertegenover staat ook een hogere onttrekking uit reserves in 2011 t.o.v. 2012.
Bedrag 70 246
V V
Bedrag 70
N
Baten: •
Lagere baten volwasseneneducatie
Mutaties reserves 2012: De onttrekking uit reserves betreft het restant krediet voor alcoholpreventie t.l.v. de algemene reserve vastgelegd.
Nieuwe bestedingen programma 2
2012
Huur basisschool in MFA de Holm
51
Nieuwe investeringen programma 2
Investeringsbedrag ec. nut
Geen
nieuwe
investeringen
Programmabegroting 2012
2012
maatsch. nut
voor -- 31 --
2013 51
2013
2014 51
2014
2015 51
2015
programma 2
Programmabegroting 2012
-- 32 --
3
Bouwen en Wonen (Wonen)
Programmadoel Het faciliteren en het bevorderen van een duurzame, kwalitatief, kwantitatief hoogwaardige woon-, werk- en leefomgeving.
3.1.1.01 Ruimtelijke ordening (portefeuillehouder: wethouder H. van den Berk)
Wat willen we bereiken? • • •
Voldoende capaciteit in ruimtelijke plannen en planningen om de programma’s voor functies als wonen, werken en recreëren en openbare functies te realiseren. Periodieke verwerking van gewijzigde ruimtelijke omstandigheden en van toepassing zijnde jurisprudentie, door middel van een gestructureerd actualiseringsprogramma. Projecten in het kader van plattelandsvernieuwing (zoals bedrijfsverplaatsing, verbrede landbouw (zorg, streekproducten), leefbaarheid, natuurontwikkeling en andere) zoveel mogelijk stimuleren.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • • •
Structuurschets 1996-2015 (Raad juli 1997 / oktober 2006) Reconstructieplan voor de Meierij Masterplan Vlagheide (2006) Visie natuurontwikkeling Vlagheide (Commissie juni 2010) Gebiedsvisie bebouwingsconcentraties (Raad november 2008) Beleidsnota buitengebied in ontwikkeling (Raad februari 2010)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal bijzondere procedures (zegt iets over kwaliteit, flexibiliteit en actualiteit bestemmingsplannen)
Realisatie 2010 2009: 77 2010: 67
2011
2012
2013
Wat gaan we daarvoor doen? Ruimtelijke Ordening / stedenbouw • Nationale en regionale ontwikkeling en planvorming: Het in regionaal verband actualiseren van de programma’s wonen en werken. Het monitoren en evalueren van deze programma’s, waarbij de regionale ontwikkelingen aan onze zuidgrens kritisch zullen worden gevolgd. In dat kader is van belang, dat als gevolg van de uitwerking van het zgn. “Aldersakkoord”, realisering van de nieuwe wijk “het nieuwe Woud” in Son en Breugel geen doorgang zal vinden. • Structuurvisie: Het in het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (WRO) vaststellen van een structuurvisie en uitvoeringsprogramma’s. Dit gerelateerd aan een geactualiseerde Rooise Draad. In de structuurvisie zal o.a. een visie gegeven worden op de strook A-50 van grens Veghel tot grens Son en Breugel. Daarnaast kan, voor zover er al niet concrete ontwikkelplannen in voorbereiding zijn, op dit niveau een afweging worden gemaakt voor locaties / beleidsdoelen voor de inzet van aantal en soort woningen conform de woonvisie.
Programmabegroting 2012
-- 33 --
•
• • •
Actualisatie van de volgende bestemmingsplannen in 2012: Sint-Oedenrode – oost, Nijnsel en recreatiegebied Kienehoef. In Nijnsel, in de strook direct aansluitend aan de A-50, onderzoeken wij de optie van een woon-/werkcombinatie, bijvoorbeeld in de vorm van atelierwoningen. Verder zal in 2012 begonnen worden met de periodieke herziening van het bestemmingsplan Centrum. Afronding proces ontwikkelingsgericht bestemmingsplan Buitengebied; in 2011 wordt het plan vastgesteld. Dorpsvernieuwingsplannen: Meewerken aan particuliere initiatieven die passen binnen de kaders van het woonbeleid en een verbetering behelzen van de stedenbouwkundige en functionele kwaliteit Plattelandsvernieuwing en reconstructie o Uitvoeren masterplan Vlagheide o Uitwerking van/uitvoering geven aan de door de raad in de 27 november 2008 vastgestelde “gebiedsvisies voor bebouwingsconcentraties”. o Realiseren van RvR- (ruimte voor ruimte) woningen (deels in relatie tot sloop van agrarische bedrijfsgebouwen). o Uitvoeren van reconstructiedoelen (tevens voorwaarde om subsidies voor uitvoering iDOP's te krijgen), waaronder: Intrekken lege milieuvergunningen; bewerkstelligen afwaartse beweging (verplaatsing/beëindiging van bedrijven uit extensiveringsgebieden) en herontwikkeling van die locaties; ontwikkeling landbouw Jekschotse Heide. o Bijdrage Streekmanager/Streekhuis:De streekorganisatie voor de Meierij initieert, stimuleert en begeleidt (uitvoerings)projecten. Zowel gemeenten als particulieren kunnen hier een beroep op doen. Daarnaast functioneren (voor de helft gefinancierd door de provincie) een Streekmanager Sociaaleconomie / Streekhuis van waaruit zowel gemeenten als organisaties ondersteund worden bij projecten op het gebied van plattelandseconomie en leefbaarheid. o Gebiedsontwikkeling Best – Boxtel – Sint-Oedenrode: Betreft plan voor integrale gebiedsuitwerking, inclusief uitvoeringsprogramma.
3.1.1.02 Grondexploitatie (portefeuillehouder: wethouder H. van den Berk)
Wat willen we bereiken? •
Het ontwikkelen van bestemmingsplannen ten behoeve van de productie van bouwrijpe grond voor woningbouw, industrieterreinen en maatschappelijke voorzieningen, door planvorming, verwerving, tijdelijk beheer, exploitatie en verkoop.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • •
Nota “Grondbeleid 2010” (Raad oktober 2010) Grondprijzen 2011 (Raad december 2010) Grondprijzen voor groen- en reststroken 2011 (Raad april 2011) Vaststelling verkoopprijzen bouwgrond klimaatneutrale woningen (Raad april 2011)
Wat gaan we daarvoor doen? • • •
Als gemeente ontwikkelen en uitgeven van bouwgrond in door de raad aangewezen bouwlocaties in het centrum en de kerkdorpen Aankoop van de daarvoor benodigde gronden, met zonodig inzet van het daarvoor bestaande wettelijk instrumentarium Voor het overige wordt kortheidshalve verwezen naar paragraaf G van deze programmabegroting.
Programmabegroting 2012
-- 34 --
3.1.1.03 Bouwen en wonen (portefeuillehouder: wethouder H. van den Berk)
Wat willen we bereiken? •
• •
Onze ambitie ligt in, op basis van de woonvisie 2010-2014, het creëren van een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod, afgestemd op de vraag . We streven daarbij naar een (beperkte) groei van het aantal inwoners, waarbij mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen doordat woningen flexibel of levensloopbestendig zijn gebouwd. Bij bouwprojecten aandacht voor duurzaamheid en kwaliteit, zowel fysiek als functioneel. Verder streven we naar een sterk vereenvoudigd proces rondom de aanvraag van een bouwvergunning.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • • • • • •
Beleid op het gebied van toelating en toewijzing van kavels en nieuwbouwkoopwoningen (B&W december 2008) (Evaluatie en nieuw beleid raad november 2011) Woonvisie Sint-Oedenrode (Raad februari 2010) Beleid startersleningen (Raad september 2003) Huisvestingsverordening (Raad juni 2011) Nota “Bouwen aan een duurzaam Sint-Oedenrode” (Raad juni 2001) Nota “Welstandsbeleid” (Raad november 2009/evaluatie raad april 2011) (Aangepast) beleid Mantelzorgregeling Convenant Duurzaam Bouwen Evaluatie startersleningen (Raad december 2010)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aanvragen binnen termijn Hiervan zijn balieaanvragen (ihkv deregulering)
Bij nieuwbouwprojecten: woningen voldoen aan: Levensloopbestendig/Politiekeurmerk/DUBO (duurzaam bouwen)*
Realisatie 2010 222 (100%) 45 (20 = nulmeting 2009) 20
2011
2012
2013
100%
100%
100%
100%
100%
100%
* De gemeente neemt deel aan het convenant duurzaam bouwen Noordoost Brabant. Dit convenant heeft niet alleen betrekking op duurzaam bouwen, maar ook op levensloopbestendig bouwen en sociaal veilig bouwen (Politiekeurmerk). Alle nieuwbouwwoningen vallen onder het convenant duurzaam bouwen. Daarnaast stelt de gemeente nog extra eisen ten aanzien van levensloopbestendigheid.
Wat gaan we daarvoor doen? Bouwen • Lokaal woonbeleid o Voldoende, vraaggericht en flexibel bouwen Enkele punten zijn: - Voldoende woningbouw in kleine kernen en gemeente als geheel - Voldoende goedkope huurwoningen - Starterleningen - Voldoende zorgwoningen - Realisering huisvesting voor arbeidsmigranten - Levensloopbestendig bouwen - Monitoring woningmarkt in samenspraak met Wovesto Gemeente is vanaf 1 januari 2011 deelnemer aan woningmarktmonitor regio Waalboss (Den Bosch/Waalwijk). Programmabegroting 2012
-- 35 --
Deelname lokaal volkshuisvestingsfonds. Toewijzing grond en woningen met voorrang voor (oud-) inwoners en economisch gebondenen. Uitvoering woonvisie: - Voorwaarden levensloopbestendig bouwen actualiseren (relatie met GPR gebouw) - Zelf bouwen van woningen door starters via collectief particulier opdrachtgeverschap - Bijeenkomsten woonplatform (oprichting in 2011) - Onderzoek realisering structurele huisvesting voor arbeidsmigranten. - Het verplicht stellen van een garantiecertificaat. (Groeps)wonen voor ouderen (locatie Kinderbos) o start realisatie in 2011 (afhankelijk van ev. beroepsprocedure) Diverse woningbouwprojecten (zie ook paragraaf G) o Start bouw woningen in 2012 conform het vast te stellen woningbouwprogramma (onder voorbehoud verwerving en/of procedure en/of particulier initiatief): - Woningbouw Nijnsel: In 2011 is de volgende fase plan Eimbert en de voorbereiding voor een volgende bouwlocatie aan de orde. Fase 1 is afgerond. Fase 2 en 3 worden gelijktijdig ontwikkeld. - Woningbouw Boskant: Gronduitgifte binnen locatie Elzenpad. - Woningbouw Olland: Vaststelling van een bestemmingsplan voor de locatie de Locht - Woningbouw Centrum: Voorbereiding nieuwe bouwlocaties (Sluitappel en Kinderbos) In Sluitappel-Noord zal in 2013 gestart worden met de gronduitgifte. o o o
• •
Bouwzaken • Omgevingsvergunningen/deregulering o Vooral als gevolg van vergunningvrij bouwen door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) zullen, in afwijking van voorgaande jaren ongeveer 200 (was 275) aanvragen voor omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen worden ingediend. Daarnaast een aantal planologische ontheffingen (in combinatie met vergunning voor bouwen en voor bouwvergunningvrije bouwwerken). o Hierdoor het aanzienlijk verminderen van de administratieve lasten voor met name burgers rondom vergunningverlening. o Gefaseerde vaststelling bouwbeleidsplan (eerste deel is gepland voor 4e kwartaal 2011) o Vaststelling van reclamebeleid (doorgeschoven vanuit 2011). o Evaluatie en implementatie Convenant Duurzaam Bouwen.
3.1.1.04 Milieu – duurzaamheid (portefeuillehouder: wethouder H. van den Berk)
Wat willen we bereiken? We streven naar een duurzame ontwikkeling van onze bebouwde omgeving en het openbaar gebied. Door milieu-, klimaat- en energiebeleid integraal op te pakken, bereiken we integrale bescherming van ons milieu en onze leefomgeving. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • • • •
Klimaatbeleid 2009-2012 (B&W november 2008) Milieu & Duurzaamheid uitvoeringsprogramma 2012 Regionaal convenant Duurzaam bouwen (B&W december 2008) Intentieverklaring Duurzame Driehoek Gebiedsvisie en geurverordening op grond van de Wet geurhinder en veehouderij (Raad juni 2009) Duurzaamheidsvisie 2010-2013 (Raad december 2009) Beleidsregel Hogere grenswaarden Wet Geluidhinder (Raad april 2010)
Programmabegroting 2012
-- 36 --
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2010
2011
2012
2013
In te vullen aan de hand van het Uitvoeringsprogramma
Wat gaan we daarvoor doen? • • • • • • • • •
Uitvoering geven aan de duurzaamheidprojecten die in het kader van de duurzaamheidvisie voor 2012 in het uitvoeringsprogramma worden opgenomen (inclusief uitvoering klimaatbeleid). Uitvoering geven aan het nieuwe convenant in kader van duurzaam bouwen. Uitvoering van projecten in het kader van de Duurzame Driehoek. Als gevolg van het moeten gaan voldoen door agrarische bedrijven aan de AMvB huisvesting per uiterlijk 1 januari 2013 zullen substantieel meer aanvragen om vergunning behandeld moeten worden in 2010, 2011 en (als gevolg van uitstel van de inwerkingtreding) ook nog in 2012. Project zinkassen. Intrekking lege milieuvergunningen. Uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van milieuvergunningverlening en t.a.v. bodem-, luchten waterkwaliteit. Heroverweging van bestaand lokaal beleid in verband met regionale beleidsafstemming. Realisering project klimaatneutrale woningen.
Wat mag dat kosten? Lasten * € 1.000 Producten
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
647
565
623
636
640
645
4.396 959 355 6.358
6.529 1.044 404 8.543
3.659 1.073 400 5.756
3.669 1.095 395 5.794
3.671 1.100 396 5.807
3.675 1.107 398 5.826
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
31101 Ruimtelijke planning 31102 Exploitatie 31103 Bouwen 31104 Milieu Totaal lasten
Baten * € 1.000 Producten 31101 Ruimtelijke planning 31102 Exploitatie 31103 Bouwen 31104 Milieu
23
0
0
0
0
0
6.133 673 8
6.507 608 0
3.590 582 0
3.597 594 0
3.598 597 0
Totaal baten
6.837
7.115
4.172
4.190
4.195
3.600 601 0 4.201
479-
1.428
1.584
1.604
1.612
1.625
0 0
0 51
0 10
0 0
0 0
0 0
479-
1.377
1.574
1.604
1.612
1.625
Saldo voor bestemming Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na bestemming
Programmabegroting 2012
-- 37 --
Toelichting op de cijfers 2012 t.o.v. 2011: De invloed van hogere doorbelaste kosten en de mutatie in kapitaallasten worden toegelicht in deel B – financiële begroting. Een toelichting van de lagere lasten/hogere inkomsten i.v.m. ombuigingenvoorstellen zijn in bijlage III vermeld. Lasten: • •
Bij het plan Langesteeg Oost zijn de verkopen voornamelijk in 2011 gerealiseerd, zodat lasten 2012 lager zijn. De planning voor plan Elzenpad is vertraagd, zodat lasten en lager geraamd zijn voor 2012.
Bedrag 1.906
V
1.005
V
Baten: Bedrag •
Tegenover de lagere lasten voor m.n. Langesteeg Oost en Elzenpad zijn lagere baten geraamd.
2.911
N
Mutaties reserves 2012: De onttrekking betreft het restantkrediet Ecologische verbindingszone (EVZ) t.l.v. reserve plattelandsvernieuwing.
Nieuwe bestedingen programma 3
2012
Uitvoeren AMvB huisvesting agrarische bedrijven
Nieuwe investeringen programma 3
investeringen
2014
2015
2013
2014
2015
35
Investeringsbedrag ec. nut
Geen nieuwe programma 3
2013
2012
maatsch. nut
voor
De incidentele besteding ten behoeve van uitvoeren AMvB huisvesting agrarische bedrijven heeft als dekking de algemene reserve – vrij beschikbaar.
Programmabegroting 2012
-- 38 --
4
Leefomgeving en Infrastructuur
Programmadoel Het in samenwerking met de lokale bevolking op peil houden van de leefbaarheid en daar waar nodig versterken.
4.2.1.01 Water (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? • • •
Een gezond en veerkrachtig watersysteem waarin duurzaam met water wordt omgegaan. Met betrekking tot de kwaliteit van ons oppervlaktewater willen wij voldoen aan de vereisten die gaan gelden vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Emissies uit het rioolstelsel willen wij tot een acceptabel niveau terugdringen.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Waterplan Sint-Oedenrode 2005-2030 (Raad juni 2006) Gemeentelijk Rioleringsplan (als onderdeel van het Waterplan) (Raad juni 2006)
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2010
2011
2012
2013
Aantal dagen dat de grenswaarde van blauwalg overschreden wordt (WS De Dommel)
Wat gaan we daarvoor doen? •
•
Water o o o o
Uitvoeren van maatregelen van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (nog vast te stellen) Afkoppelen sporthal De Streepen Stimuleren toepassing duurzame, niet uitloogbare, bouwmaterialen (relatie duurzaamheid) Realiseren van ecologische verbindingszones Biezenloop/Beekse waterloop, afhankelijk bijdragen derden (m.n. provincie). Riolering o Groot onderhoud, vervanging en/of aanleg riolering ter plaatse van iDOP/iWOP maatregelen (relatie programma 2) (bijvoorbeeld Lieshoutseweg, Ritaplein, Pastoor Smitsstraat, Dorpsplein etc.). Uitvoeringsvolgorde volgens prioritering iDOP’s. Definitieve noodzaak, kansen en maatregelen bepalen voorafgaand aan uitvoering.
Programmabegroting 2012
-- 39 --
4.2.1.02 Landschapsontwikkeling (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? •
Bestaande landschappelijke kwaliteiten worden behouden en waar mogelijk versterkt.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Landschapsontwikkelingsplan (Raad april 2009) Notitie “Bomen, niet alleen maar lusten…” (Raad juli 2010)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Realisatie EVZ Realisatie kleine landschapselementen Verbetering vogelstand (tuinvogeltelling Vogelbescherming/Sovon)
Realisatie 2010 0 m1 18
2011 250 m1 20 10 soorten, 306 st = 100%
2012 250 m1 10 Nieuwe meting
2013
Wat gaan we daarvoor doen? • •
Behoud en versterking landschappelijke kwaliteiten. o Beheren en onderhouden van bossen en gemeentelijke bermbeplantingen in het buitengebied Uitvoeren landschapsontwikkelingsplan o Landschappen van Allure De provincie zet met haar Agenda van Brabant in op 3 grote landschapseenheden, de zogenaamde Landschappen van Allure. Één daarvan is het Groene Woud. Er wordt ingezet op een integrale gebiedsontwikkeling met kansen voor de inrichting van ecologische verbindingszones, ontsnipperingsprojecten, maar ook voor de realisatie van recreatieve poorten, de aanleg van recreatieve routestructuren, etc. Kortom, projecten zoals ook opgenomen in ons Landschapsontwikkelingsplan (LOP). Indienen/uitvoeren van projectaanvragen die in overleg met en namens de verschillende deelnemende partijen zijn opgesteld. o Behoud/onderhoud knotwilgen o Aanleg erfbeplantingen en boerenerven o Landschappelijke inpassing A50 (relatie programma 3: structuur visie) o Landschappelijke inpassing inplaatsers LOG’s o Aanleg recreatieve (fiets-)paden, ommetjes, knopen; realisatie “ommetje Rijsingen” o Behoud en herstel onverharde wegen (zandwegen, kerkenpaden) projecten o Projecten Duurzame Driehoek “verbetering leefgebied steenuil” (verbetering biodiversiteit) en toepassing autochtoon plantmateriaal
Programmabegroting 2012
-- 40 --
4.2.1.03 Openbaar groen (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? •
Het aanleggen, beheren en onderhouden van openbaar groen met als doel een aantrekkelijke en veilige woonomgeving te creëren.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • •
Groenbeheerplan Groenstructuurplan 2005 (Raad maart 2005) Beleidsnotitie “bomen niet alléén maar lusten” (Raad juli 2010)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal meldingen inzake groenonderhoud (toename/afname) Tevredenheid burger over openbaar groen in de wijk (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2010 423 meldingen 2008: 6,8 2010: 6,7
Tevredenheid burger over het onderhoud van de wijk (Staat van de Gemeente)
2008: 7,0 2010: 6,7
2011
2012
2013
400
400
400
Nieuwe meting Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? •
Aanleggen, beheren en onderhouden openbaar groen o Vervangen bomen op basis van groenstructuurplan o In het kader van efficiënt groenbeheer (onkruidbestrijding); mogelijkheden tot omvorming bezien o Herinrichten noordelijke deel park Kienehoef
4.2.1.04 Verkeer en vervoer (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? •
Mobiliteit leidt steeds minder tot (fatale) slachtoffers. Het centrum is toegankelijk voor auto’s, tegelijkertijd stimuleren we het fietsgebruik en het Openbaar Vervoer.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • •
Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan 2009-2015 (GVVP) (Raad juni 2009) Parkeerbeleid (Raad juni 2001 Parkeerbeleid blauwe zones (commissie 2010) Deel 1 Beleidsplan openbare verlichting (Raad februari 2009) Beheerplan Openbare verlichting (1 t/m 3) (Raad september 2009)
Programmabegroting 2012
-- 41 --
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal verkeersslachtoffers t.o.v. 2002 (Uit nota Mobiliteit) Aantal ziekenhuisslachtoffers t.o.v. 2002 (Uit nota Mobiliteit) Tevredenheid burger over parkeermogelijkheden in buurt resp. gemeente (Staat van de Gemeente)
Tevredenheid burger over openbaar vervoer in de gemeente (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over onderhoud wegen en fietspaden Tevredenheid burger over verkeersveiligheid in de gemeente (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2010 onbekend
2011 -40 %
2012 -40 %
2013 -40 %
onbekend
- 30%
- 30%
- 30%
2008:6,1 2010: 6,5 resp. 2008: 5,4 2010: 6,1 2008: 5,9 2010: 6,0 2010: 6,6
Nieuwe meting
Nieuwe meting Nieuwe meting Nieuwe meting
2008: 6.7 2010: 6,8
Wat gaan we daarvoor doen? •
• • • • • •
Verminderen verkeersslachtoffers door aanpak van verkeersonveilige situaties en inrichten van verblijfsgebieden voortkomend uit het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP 2009) al dan niet in combinatie met groot onderhoud: o Voorbereiden fietspad Bobbenagelseweg o Realisatie van een fietspad langs de Veghelseweg o Voorbereiden herinrichting Boskantseweg o Voorbereiden en deels uitvoeren integraal plan LOG Jekschot: Duurzaam veilig inrichten wegenstructuur ("natuurlijk sturen") gecombineerd met onderhoud Scholen verder stimuleren het Brabants Veiligheids Label te halen Evaluatie maatregelen parkeeronderzoek Uitbreiden en verbeteren utilitaire/recreatieve fietsroutes (relatie met landschapsontwikkeling) Uitwerken en uitvoeren maatregelen IDOP's / IWOP's zoals Lieshoutseweg, Ritaplein, Pastoor Smitsstraat, Dorpsplein etc. Volgen bovenlokale ontwikkelingen zoals de Noordoost Corridor (ruit Eindhoven), Eindhoven Airport, etc. Evaluatie wegsleepverordening
4.2.1.05 Wegen en bruggen (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? •
Centraal staat een adequate infrastructuur, waarin ruimte is voor verschillende vormen van mobiliteit. Onze burgers zijn tevreden over de staat van onderhoud aan wegen en bruggen.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • •
Notitie “Actualisatie Wegbeheerprogramma 2007-2011” (Raad april 2007) Notitie “Brugbeheer 2007-2011” (Raad april 2007) Notitie Wegbeheer 2011-2014 (Commissie juni 2010)
Programmabegroting 2012
-- 42 --
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Tevredenheid burger over bereikbaarheid buurt met auto (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over het onderhoud van de wijk (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over wegen, paden en pleintjes in de wijk (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over straatverlichting in de wijk (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2010 2008: 7,9 2010: 7,8 2008: 7,0 2010: 6,7 2008: 6,6 2010: 6,6 2008: 7,1 2010: 7,2
2011
2012
2013
Nieuwe meting Nieuwe meting Nieuwe meting Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? • • • • • •
Evaluatie Brugbeheer 2007-2011 incl. monitoring brug Corridor Uitvoering meerjarenonderhoudsplanning wegen met als accenten: gesloten verhardingen, fietspaden en wegen met een zekere functie Uitvoering meerjarenonderhoudsplanning bruggen Uitvoering meerjarenplanning openbare verlichting, waarbij bezien wordt of met slimme/vertraagde investeringen besparingen worden behaald Cultuurhistorie gebruiken bij de inrichting van de openbare ruimte Uitvoeren klein noodzakelijk onderhoud en voorbereiden herinrichting Boskantseweg
4.2.2.01 Inzameling huishoudelijk afval (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? •
Bij de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen streven wij naar een hoogwaardige dienstverlening, waarbij zorg voor het milieu een belangrijk maatschappelijk effect is. Afvalscheiding blijft onverminderd een speerpunt van beleid naast het voorkomen/aanpakken van zwerfafval.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • •
Beslisdocument tariefdifferentiatie (B&W mei 1998) Eindrapportage optimalisatie scheiding en preventie van huishoudelijk afval in Sint-Oedenrode (B&W mei 2005) Afvalverordening 2006, november 2006 Ambities afvalstoffenbeleid, september 2009 Notitie “optimalisering milieustraat in Sint-Oedenrode (Raad september 2009)
Programmabegroting 2012
-- 43 --
Outcome-indicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2010
2011
2012
2013
144
132
120
120
• Kunststof verpakkingen
10
8
11
11
• GFT + groenafval
135
145
150
150
• Papier
71
85
87
87
• Glas
22
27
27
27
• Textiel
5,2
3,5
5,0
5,0
• KCA
2,1
3,6
3,6
3,6
Gescheiden inzamelen van afval: Doelstellingen in kg per inwoner • Restafval (in [mini]container)
• Overig afval
73
96
96
96
• Totale hoeveelheid afval
466
500
500
500
65%
69%
72%
72%
• Nuttige toepassingen Tevredenheid burger over afvalinzameling in de gemeente (Staat van de Gemeente)
2008:7,7 2010: 7,8
Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? •
•
•
Gescheiden inzameling o Een optimalisatie van de dienstverlening bij de milieustraat waarbij een tarievensysteem o.b.v. gewicht beter aansluit op het DIFTAR-systeem. o Uitvoeringsmaatregelen aanpak zwerfafval. o Textielinzameling bij de basisscholen (combinatie met educatie) Afvalverwerking o De aanbesteding van de verwerking van GFT-afval door de BOVUS-gemeenten (Bernheze, Oss, Veghel, Uden en Sint-Oedenrode) met inzet van een BMEC (Biomassa Energiecentrale). Op 07-052012 eindigt de overeenkomst met Attero voor het verwerken van GFT-afval . Het streven is dat de BOVUS-BMEC in 2013 operationeel is. Tot dat moment wordt te verbranden biomassa verwerkt in een alternatieve BMEC. Het GFT-afval zal van 07-05-2012 worden vergist (hoogwaardiger CO2-reductie t.o.v. compostering). o De Vereniging van Contractanten (VvC) is in gesprek met Attero met als doel om te komen tot een verlaging van de verwerkingstarieven voor HRA (Huishoudelijk Restafval Afval). De overeenkomst hiervan loopt af op 01-02-2017. Het Regionaal Milieubedrijf (RMB) is contracthouder van de huidige overeenkomst. De voorbereidingen voor de keuzen voor de aanbesteding voor het verwerken van HRA na 01-02-2017 worden in 2012 opgestart. Inrichting nieuwe milieustraat o In 2011 wordt de overeenkomst als gevolg van de Europese aanbestedingsprocedure milieustraat gegund. In 2012 wordt een nieuwe gemeentelijke milieustraat ingericht in overeenstemming met het door de gemeenteraad vastgestelde programma van eisen. De nieuwe milieustraat gaat vanaf 2 januari 2013 van start. Voor te betalen afvalfracties worden vanaf dat moment aan de inwoners vergoedingen in rekening gebracht op basis van gewicht. Hiervoor zullen in 2012 voorstellen worden gedaan ter vaststelling van de belastingverordening, onderdeel afvalheffingen.
Programmabegroting 2012
-- 44 --
Wat mag dat kosten? Lasten * € 1.000 Producten
Rekening 2010 1.173
Begroting 2011 867
Begroting 2012 904
Begroting 2013 948
Begroting 2014 942
Begroting 2015 945
341
368
361
368
369
372
1.085 138 1.914
1.084 119 1.799
1.094 129 1.918
1.120 131 1.972
1.133 132 2.007
1.150 133 2.049
1.192
1.307
1.336
1.339
1.340
1.341
5.842
5.544
5.743
5.879
5.924
5.990
Rekening 2010 1.354
Begroting 2011 1.318
Begroting 2012 1.318
Begroting 2013 1.318
Begroting 2014 1.318
Begroting 2015 1.318
8
14
22
22
22
22
29 0 60
18 3 53
118 13 82
118 13 117
118 13 74
118 13 89
1.461
1.631
1.658
1.661
1.662
1.663
Totaal baten
2.911
3.037
3.210
3.248
3.206
3.222
Saldo voor bestemming
2.930
2.507
2.533
2.631
2.719
2.767
0 0
162 63
131 65
131 65
131 65
131 65
2.930
2.606
2.599
2.697
2.785
2.833
42101 Water 42102 Natuurontwikkeling 42103 Openbaar groen 42104 Verkeer en vervoer 42105 Wegen 42201 Inzameling huishoudelijk afval Totaal lasten
Baten * € 1.000 Producten 42101 Water 42102 Natuurontwikkeling 42103 Openbaar groen 42104 Verkeer en vervoer 42105 Wegen 42201 Inzameling huishoudelijk afval
Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na bestemming
Toelichting op de cijfers: 2012 t.o.v. 2011: De invloed van hogere doorbelaste kosten en de mutatie in kapitaallasten worden toegelicht in deel B – financiële begroting. Een toelichting van de lagere lasten/hogere inkomsten i.v.m. ombuigingenvoorstellen zijn in bijlage III vermeld. Lasten • •
In 2011 is middels een saldobestemming (jaarrekening 2010) een raming opgenomen voor UPC-middelen, deze regeling is inmiddels beëindigd. In het kader van het verbreed rioolrecht zijn hogere lasten geraamd dan 2011
Bedrag 24
V
152
N
Bedrag 16
V
Baten: •
Hogere baten i.v.m. afvalstoffenheffing (zie paragraaf A)
Mutatie reserves 2012: De toevoeging aan reserves betreft een toevoeging aan de egalisatie reserve riool € 74.004,-- en de egalisatiereserve afvalstoffenheffing € 57.380,--. De onttrekking aan reserves betreft € 25.543,-- t.l.v. reserve openbare verlichting en € 39.000,-- t.l.v. algemene reserve – vastgelegd, het betreft de jaarlijkse onttrekking (t/m 2029) i.v.m. afkoopsom Rijkswaterstaat voor Programmabegroting 2012
-- 45 --
onderhoud A50. Nieuwe bestedingen programma 4
2012
2013
2014
2015
X € 1.000,-Uitvoering landschapsontwikkelingsplan
20
Uitvoering groenstructuurplan
20
Groot onderhoud vrijverval/drukriolering (dekking voorzieningg riolering) Onderhoud verhardingen
Nieuwe investeringen programma 4
Investeringsbedrag ec. nut
275
275
275
45
389
426
449
470
2012
2013
2014
2015
maatsch. nut
Vervangen vorkheftruck
27.000
0
4.725
4.556
4.388
Renovatie veld 2 sportpark De Neul
66.000
0
7.700
7.480
7.260
Inrichtingsmaatregelen LOG/Jekschotse heide *) Herinrichting Boskantseweg *)
567.000 78.000
*) Deze investering wordt gedekt uit bestaande kredieten en onderhoudsvoorzieningen De incidentele bestedingen uitvoering landschapsontwikkelingsplan en uitvoering groenstructuurplan heeft als dekking de reserve groenfonds.
Programmabegroting 2012
-- 46 --
5
Vrije tijd en economie
Programmadoel Het binnen de kaders van de Rooise identiteit (groen en cultuurhistorie) bevorderen en benutten van mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding en ondernemen in Sint-Oedenrode.
5.2.2.02 Erfgoed (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? • •
Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van cultuurhistorie en erfgoed als geïntegreerd onderdeel van het gemeentelijke beleid. Het beschermen van cultuurhistorische en archeologische waarden, waaronder ook de objecten met monumentale waarden, opdat deze worden behouden voor de komende generaties.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • •
Subsidieverordening monumenten (Raad mei 1989/ herziening wordt voorbereid)) Erfgoedplan (Raad mei 2007) Notitie “Archeologiebeleid gemeente Sint-Oedenrode – april 2007” (Raad november 2007) Erfgoedverordening (Raad november 2008) Nota monumentenzorg Sint-Oedenrode “Inspiratie en Identiteit” (Raad mei 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Ten minste 1 x per jaar een activiteit “Erfgoed beleven” organiseren t.b.v. de jeugd Aantal Erfgoedprojecten (behoud) Behoud van aantallen monumenten.
Toename gemeentelijke monumenten
Realisatie 2010 1
44 Rijks- en; 26 gemeentelijke monumenten
2011 1
44 Rijks- en; 26 gemeentelijke monumenten Ca. 20 stuks
(Beeld)kwaliteit gemeentelijke monumenten
2012 Ca. 200 leerlingen
2013 Ca. 200 leerlingen
3 44 Rijks- en; ca 46 gemeentelijke monumenten Nieuwe meting Nieuwe meting
3 Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? •
• •
Beschermen archeologisch bodemarchief o Uitvoering geven aan het door de raad vastgestelde archeologiebeleid bij grondexploitatie, de beoordeling / behandeling van aanvragen om bouwvergunning en de uitvoering van civiel- en/of bouwtechnische werken. Uitvoeren monumentenbeleid o Vaststellen nieuwe subsidieverordening monumenten. o Actualisering gemeentelijke monumentenlijst (incl. meting (beeld)kwaliteit. Erfgoedbeleid Uitwerking/vertaling van het vastgestelde erfgoedplan in concrete actieplannen/projecten. De gemeente heeft naast een inhoudelijke ook een faciliterende rol bij de totstandkoming van tal van erfgoedprojecten. Programmabegroting 2012
-- 47 --
In 2012 staan gerelateerd aan/met het erfgoedbeleid onderstaande projecten/acties op het programma: o Jaarlijks terugkerend project “cultureel erfgoed beleven”, een educatief project dat in 2007 is opgezet voor de leerlingen van groep vijf van alle basisscholen in Sint-Oedenrode. o Cultuurhistorie gebruiken bij de ruimtelijke planontwikkeling. o Voortrekkersrol regiobeleid (NO-Brabant) cultuurhistorie in combinatie met toerisme en recreatie (versterken cultuurtoerisme). o Beoordeling en uitvoeren archeologische onderzoeken (wettelijke taak) o Wijziging Erfgoedverordening na vaststelling evaluatie en wijziging archeologiebeleid. o Instellen van een verbrede monumenten- of erfgoedcommissie/commissie Ruimtelijke Kwaliteit. o Project Monumentenschildjes o Project “Graven in het Groene Woud” (onderzoek skeletten burcht heren van Rode) o Restauratie en herinrichting landgoed Damianenklooster (project van Novadic-Kentron) o Herziening erfgoedverordening (onderdeel archeologie)
5.2.2.03 Sport (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? •
Sportparticipatie behouden of verhogen waarbij speciale aandacht uitgaat naar jeugd en de combinatie onderwijs en sport.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • •
Sportnota “Sportbeleid in beweging” (Raad mei 2000) Actualisatie sportbeleid (Raad mei 2009) Beleidslijn tot verstrekken gemeentegaranties t.b.v. geldleningen instellingen/verenigingen (Raad november 1998)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal leden sportverenigingen 1a. Minimaal 64 % van aantal jeugdigen in SintOedenrode is actief lid van een sportvereniging 1b. Minimaal 30% van het aantal inwoners van 18 jaar of ouder is lid van een gesubsidieerde sportvereniging 1c. Minimaal 84% van de volwassenen sport op de een of andere manier (sportdeelnameonderzoek) 2. Minimaal 37% van de basisschoolleerlingen neemt actief deel aan het project Jeugd in Beweging Tevredenheid burger over sportvoorzieningen in de gemeente (Staat van de Gemeente)
Programmabegroting 2012
Realisatie 2010 6652 62%
2011 6718 62% 31%
2012
2013
60% of meer 30% of meer
60% of meer 30% of meer Nieuwe meting in 2014 37% of meer
2009: 84%
43% 2008: 8,0 2010: 7,5
-- 48 --
43%
37% of meer Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? • •
•
Sportbeleid Naar aanleiding van actualisatie sportbeleid o Uitvoering van projectfiches: - stimuleren van multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties - ondersteuning van vrijwilligersbeleid in samenwerking met het vrijwilligerssteunpunt - afstemming intern sportbeleid door middel van werkgroep sportbeleid - aandacht voor verenigingsondersteuning - signalen capaciteitsproblemen - het uitvoeren van beleid ten aanzien van de aanleg van kunstgrasvelden - onderzoek naar de haalbaarheid van een multifunctioneel kunstgrasveld - uitvoering geven aan aandachtspunten die voortkomen uit onderzoek naar het geschikt maken van openbare ruimte voor sportief medegebruik (o.a. een veilig verlichte hardlooproute) en evaluatie van de bestaande situatie op sportpark De Neul en of het wenselijk is meer sportvelden op sportparken voor sportief medegebruik open te stellen - evaluatie en monitoring van het project Sjors Sportief (voorheen Jeugd in Beweging) - Inzet combinatiefuncties op basis van onderzoek 2011 En ook: o Voortzetting van het schoolsportproject ‘Jeugd in beweging’, onder de vlag van Sjors Sportief o Continuering versoberde versie Sportgala o Uitvoering van het in 2007 vastgestelde onderhouds- en renovatieplan sportvelden (elk jaar afweging) o Subsidiering op basis van aantal jeugdleden o Subsidiering van kadertrainingen o Bijdrage in kosten van schoolsporttoernooien o Bijdrage in organisatie van Brabantse en Nederlandse kampioenschappen o Aanbieden van AED en EHBO cursussen aan vrijwilligers sportverenigingen Sportaccommodaties o Accommodatiebeleid: Zie programma 3, gebouwenbeheer. o Het voorzieningenniveau op peil houden o Sportbedrijf: - Het op afstand beheren van sporthal en –zalen, waardoor de dienstverlening naar de gebruikers, evenals het toezicht en de controle verbeteren. o Nieuwbouw van sporthal de Streepen
5.2.2.04 Kunst en cultuur (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? • • •
Actieve en passieve deelname aan culturele activiteiten stimuleren . Creëren voldoende draagvlak onder alle inwoners. Waarborgen deelname en vertrouwd maken jeugd met het culturele aanbod .
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotitie: •
Eindrapport Evaluatie/actualisatie kunst- en cultuurbeleid “Een drieluik. Kunst- en cultuurbeleid in Sint-Oedenrode” (Raad april 2011)
Programmabegroting 2012
-- 49 --
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal deelnemers aan het project Jeugd Creatief ten opzichte van het aantal basisschoolleerlingen Het aantal leden van de bibliotheek ten opzichte van het aantal inwoners (landelijk gemiddelde is 24%) Minimaal 13% van de jeugdigen die lid zijn van een gesubsidieerde culturele vereniging (excl. de culturele instellingen zoals Bibliotheek, MIK, Pieter Brueghel) Minimaal 16% van de volwassenen die lid zijn van een gesubsidieerde culturele vereniging (excl. de culturele instellingen zoals bibliotheek, MIK, Pieter Brueghel) Tevredenheid burger over culturele voorzieningen in de gemeente (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2010 30%
2011 30%
2012 30%
2013 30%
26% 13%
30% 13%
30% 13% of meer
30% 13% of meer
16%
16%
16% of meer
16% of meer
2008: 7,1 2010: 6,8
Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? •
Beleid kunst en cultuur o Uitvoering geven aan het geactualiseerde kunst- en cultuurbeleid o.b.v. aanbevelingen uit het eindrapport Evaluatie/actualisatie kunst- en cultuurbeleid o Continueren versoberd Kunst- en Cultuurgala. o Subsidiering van culturele instellingen en verenigingen o Continuering van de bibliotheekpunten in Olland, Boskant en Nijnsel. o Door middel van structurele subsidiëring invulling geven aan doelstelling cultureel platform t.b.v. afstemming diverse culturele activiteiten in Sint-Oedenrode. o Subsidiëring organisatie Culturele Dag (eerstvolgende in 2013) o Faciliteren Marktplaats cultuureducatie (incl. Jeugd Creatief) o Inzet combinatiefuncties als uit onderzoek blijkt dat dit kan o Voorzieningenniveau op peil houden (doelmatiger (herijking keuze samenstelling) voorzieningenpakket) o Aanbieden van AED en EHBO cursussen aan vrijwilligers culturele instellingen
5.2.2.05 Recreatie en toerisme (portefeuillehouder: wethouder H. van den Berk)
Wat willen we bereiken? • •
Het verder stimuleren van de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Sint-Oedenrode. Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van toerisme en recreatie.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • •
Kadernotitie Evenementenbeleid (Raad april 2007) Visie Recreatie en Toerisme (Raad december 2007) Beleidsnota “Kampeer- en accommodatiebeleid Sint-Oedenrode 2008-2012” (Raad november 2008) Algemene Plaatselijke Verordening (Raad mei 2009)
Programmabegroting 2012
-- 50 --
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal evenementen per jaar Groei toeristische sector gemiddeld 5% per jaar op basis van het aantal toeristische overnachtingen (0-meting = 77.000 (cijfers 2006) Tevredenheid burger over uitgaan in de gemeente (staat van de gemeente)
Realisatie 2010 155 2010: 78.050
2011 = 155 2010 + 5%
2012 = 155 2011+5%
2010: 7,3
=
Nieuwe meting
2013 = 155 2012+5%
Wat gaan we daarvoor doen? •
•
•
Beleid recreatie en toerisme o Uitvoering geven aan de geformuleerde projectfiches van de, in december 2007, vastgestelde Visie Recreatie en Toerisme, waaronder: - Uitvoering geven aan het kampeer- en accommodatiebeleid 2008-2012 - Het verder faciliteren van Stichting Rooi Promotie - Uitvoering geven aan / verdere continuering van accountmanagement R&T (faciliteren ondernemers en organiseren van bedrijfsbezoeken) - Continuering en verdere uitbreiding van de regionale samenwerking met name binnen Nationaal Landschap Het Groene Woud - Realisatie van het Wandelknooppuntensysteem (WKPS) Het Groene Woud o Ondersteunen van initiatieven op gebied van (verblijf)accommodaties o Ondersteunen van initiatieven op het gebied van VAB’s t.b.v. recreatie o Uitvoering geven aan Project Vlagheide o Uitvoering geven aan de overeenkomst met de Regio-VVV Meierij en Noordoost-Brabant o Het benutten van onze rijke cultuur, het erfgoed en het groene karakter van Rooi voor de verdere ontwikkeling van recreatie en toerisme o Opstellen van een regionale toeristisch-recreatieve visie met erfgoedkaart (ambtelijk en bestuurlijke kartrekkersrol in de regio). o Evalueren van de Visie Recreatie & Toerisme Evenementenbeleid o Uitvoering geven aan deregulering d.m.v.; - Vergunningvrije evenementen met meldingsplicht. - Meerjarenvergunningen met meldingsplicht. Project Kienehoef o Invulling horecafunctie en bezoekerscentrum Groene Woud inclusief inrichting noordelijk gedeelte van het park o Reconstructie Zwembadweg/Bremhorst (inclusief het parkeerterrein en de kruising ter hoogte van de ingang van de camping)
5.2.2.06 Economische Zaken (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? • •
Het behoud, ontwikkelen en verder stimuleren van economische bedrijvigheid in de gemeente. Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van economische zaken.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Rapport Kracht (Raad juni 2002) Economisch Actie Programma (Raad april 2007) Programmabegroting 2012
-- 51 --
• • • • •
Notitie oneerlijke concurrentie (B&W november 2007) Terrassenbeleid Sint-Oedenrode (Raad september 2009) Detailhandelsvisie en centrumvisie Sint-Oedenrode (Raad juli 2010) Ruimteplanner / Structuurvisie bedrijventerreinen (Raad oktober 2010) Actualisatie Economisch Actie Programma (B&W mei 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal arbeidsplaatsen dat wordt ingenomen door de zakelijke dienstverlening (2007: 10,3%) Aantal arbeidsplaatsen per ha bedrijventerrein (begin 2008: 42,4) Aantal startende ondernemers op jaarbasis (2007: 100) Aantal lokale arbeidsplaatsen (2006: >6.000) Tevredenheid burger over het winkelaanbod in de gemeente (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2010 2010: 8,7%
2011 = 12,5%
2012 = 12,5%
2013 = 12,5%
2010: 40,3
+ 2,5% = 44,8 wp/ha
2010: 83 2010: 5.950
>100 >6.400
+ 2,5% tov 0+3 meting >100 >6.400
+ 2,5% tov 0+4 meting >100 >6.400
2008: 7,3 2010: 7,0
Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? •
Beleid Economische Zaken o Uitvoering geven aan de geactualiseerde projectfiches uit het Economisch Actie Programma (EAP) Specifiek: o Accountmanagement, middels bedrijfsbezoeken en structurele overleggen met de ondernemersverenigingen o Uitvoeren 0+4 meting EZ Barometer o Invulling geven aan het ‘Bewijs van Goede Dienst’ o Vergroten van de regionale samenwerking binnen Noordoost Brabant o Fase 3 (deelgebied 2 en 2a) van het project ‘Samen ondernemen in Rooi (revitalisering) o Faciliteren van het Starterscollectief Sint-Oedenrode o Uitvoering geven aan het terrassenbeleid Sint-Oedenrode o Actualisatie van de winkeltijdenverordening (start eind 2011) o Uitvoering geven aan de resultaten uit de Ruimteplanner/Structuurvisie Bedrijventerreinen (SVB) o Uitvoering geven aan activiteitenplan centrumvisie (incl. het faciliteren bij de ontwikkeling van centrummanagement.
Wat mag dat kosten? Lasten * € 1.000 Producten 52202 Erfgoed 52203 Sport 52204 Kunst en Cultuur 52205 Recreatie en toerisme 52206 Economische zaken Totaal lasten
Rekening 2010 179 1.645 1.176
Begroting 2011 230 1.547 1.161
Begroting 2012 221 1.545 1.094
Begroting 2013 187 1.840 1.105
Begroting 2014 189 1.841 1.127
Begroting 2015 192 1.851 1.148
335
675
346
345
347
351
132 3.467
131 3.744
159 3.364
162 3.639
164 3.669
166 3.709
Programmabegroting 2012
-- 52 --
Baten * € 1.000 Producten 52202 Erfgoed 52203 Sport 52204 Kunst en Cultuur 52205 Recreatie en toerisme 52206 Economische zaken
Rekening 2010 28 617 186
Begroting 2011 29 660 186
Begroting 2012 29 716 211
Begroting 2013 6 726 211
Begroting 2014 6 736 211
Begroting 2015 6 746 211
68
64
72
73
74
75
26
29
29
30
30
31
924
969
1.058
1.047
1.058
1.069
2.543
2.775
2.306
2.593
2.611
2.639
0 0
0 349
0 0
0 273
0 266
0 259
2.543
2.426
2.306
2.320
2.345
2.380
Totaal baten Saldo voor bestemming Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na bestemming
Toelichting op de cijfers: 2012 t.o.v. 2011 De invloed van hogere doorbelaste kosten en de mutatie in kapitaallasten worden toegelicht in deel B – financiële begroting. Een toelichting van de lagere lasten/hogere inkomsten i.v.m. ombuigingenvoorstellen zijn in bijlage III vermeld. Lasten: •
In de raming 2011 zijn lasten opgenomen van het restant krediet Kienehoef en restant krediet kunst en cultuurbeleid, waarvan de dekking uit de algemene reserve vastgelegd komt. Hier tegenover staat een hogere onttrekking uit reserves in 2011
Baten: • Geen grote overige verschillen
Bedrag 349
V
Bedrag
Mutaties reserves 2012: Er vinden geen mutaties aan reserves plaats voor dit programma.
Nieuwe bestedingen programma 5
2012
2013
2014
2015
x € 1.000,Planmatig onderhoud gebouwen sportbedrijf (dekking voorziening)
13
104
4
53
Onderhoud inventaris en installaties sportbedrijf (dekking voorziening)
19
2
8
3
Nieuwe investeringen programma 5
Investeringsbedrag ec. nut
Revitalisering bedrijventerrein Nijnsel *)
2012
2013
maatsch. nut 1.510.000
*) Deze investering wordt gedekt uit onderhoudsvoorziening en bestaande kredieten.
Programmabegroting 2012
-- 53 --
2014
2015
6
Burger en bestuur
Programmadoel Het realiseren van een toegankelijke, klantgerichte en professionele organisatie, die in samenwerking met de inwoners werkt aan passende oplossingen voor de behoeften in de samenleving.
6.1.3.01 Burgerzaken (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat willen we bereiken? •
De kwaliteit van de gemeentelijke basisadministratie (GBA) moet altijd goed zijn. Burgerzaken is beheerder van de Basisregistratie Personen. Andere gemeentelijke afdelingen zijn vanaf 2010 verplicht om gebruik te maken van de Basisregistratie Personen als zij persoonsgegevens nodig hebben voor het uitvoeren van wettelijke taken.
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal digitaal aangeboden diensten/producten (Totaal, niet alleen burgerzaken) Burger als klant (uit Staat van de gemeente) Zoals oordeel burger over openingstijden, wachttijd enz.
Realisatie 2010 Ander systeem 2008: 7,2 2010: 7,6
2011 10
2012 +
2013 +
Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? • •
De gemeentelijke basisadministratie (GBA) wordt gekoppeld aan zoveel mogelijk gemeentelijk administraties, waaronder de basisadministratie adressen en gebouwen (BAG). Processen rondom de basisadministraties worden verankerd in de organisatie. Modernisering GBA (afhankelijk van wetgeving)
6.1.3.02 Verkiezingen (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat willen we bereiken? •
Periodiek vinden verkiezingen plaats. We willen al onze burgers in de gelegenheid stellen hun stem uit te brengen.
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Oordeel burger over invloed als kiezer (uit Staat van de Gemeente)
Programmabegroting 2012
Realisatie 2010 2008: 5,1 2010: 5,8
2011
2012 Nieuwe meting
-- 54 --
2013
Wat gaan we daarvoor doen? •
Voor 2012 zijn geen verkiezingen gepland.
6.3.2.01 Brandweer en rampenbestrijding (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat willen we bereiken? •
•
Alle inwoners en bezoekers van Sint-Oedenrode hebben recht op een adequate bescherming tegen brand, ongevallen en natuurgeweld. Op het gebied van risicobeheersing willen we daarom vroegtijdige betrokkenheid en een adviserende rol vervullen, zodat fysieke veiligheid wordt meegenomen in keuzes op het gebied van ruimtelijke ordening, bouwen en milieu. Blijven voldoen aan de kwaliteitseisen die worden gesteld aan de brandweer- en rampenbestrijdingsorganisatie zoals die in de Wet op de veiligheidsregio worden vastgelegd.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • •
Rampenplan 2008 (In oktober 2011 wordt het regionale crisisplan 2011 aangeboden aan de gemeenten van Brabant-Noord) Meerjarenbeleidsplan Brandveiligheid en hulpverlening 2005-2008 (beleidsplanperiode is uitgesteld tot de besluitvorming rondom regionalisering (Raad maart 2005) Diverse nota’s i.v.m. regionalisering brandweer (Raad november 2009)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Opkomsttijd bij alarmering in spoedeisende gevallen in woongebied binnen 8 minuten Opkomsttijd bij alarmering in spoedeisende gevallen in buitengebied binnen 15 minuten
Realisatie 2010 63%
2012
2013
2011 >80%
>80%
>80%
59%
>80%
>80%
>80%
Wat gaan we daarvoor doen? •
•
Brandweer Brabant-Noord Per 1-1-2011 is de brandweer geregionaliseerd (Brandweer Brabant-Noord). Per district zijn er 3 taken: risicobeheersing, repressie en operationele voorbereiding. De oude taken pro-actie, preventie zijn ondergebracht bij risicobeheersing. Preparatie, nazorg en repressie zijn onder gebracht bij repressie. De burgemeester heeft het opperbevel over brandweer Sint-Oedenrode Rampenbestrijding/ crisisbeheersing o Bestuurlijke oefening voor beleidsteam en managementteam o Het actueel houden en trainen van de gemeentelijke processen o Implementeren regionaal crisisplan o Uitvoering geven aan het pva samenwerking district de Meierij (oefenplanning, lokaal en districtelijk)
Programmabegroting 2012
-- 55 --
6.3.2.02 Openbare orde en veiligheid (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat willen we bereiken? •
Het borgen van duurzame sociale, fysieke en externe veiligheid op de terreinen wonen, werken en recreëren, door middel van effectieve samenwerking van alle verantwoordelijken en lokale partners. Hierdoor ontstaat meer samenhang in beleid en een breder draagvlak voor gemaakte keuzes. Bovendien maakt het vroegtijdig terugdringen en onderkennen van overlast en veiligheidsproblemen eenvoudiger.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • •
Nota “Integraal Veiligheidsbeleid 2007” (Raad april 2007) Regeling voor het verlichten van brandgangen (Raad januari 1999) Gemeentelijk beleid tot het weren van coffeeshops (nuloptiebeleid) (Raad oktober 1997) Notitie Prostitutiebeleid (Raad september 2000)
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2010
2011
2012
2013
Deelname veiligheidsmonitor NoordBrabant Oordeel inwoners over veiligheid in de buurt Oordeel burger over aandacht gemeente voor verbeteren veiligheid
Oordeel inwoners over veiligheid resp. leefbaarheid in de buurt (Staat van de Gemeente)
Oordeel burger over aandacht gemeente voor verbeteren leefbaarheid en veiligheid (Staat van de Gemeente)
Nulmeting 2009: 7,6 7,1 Prioriteiten obv nulmeting: Aanpak woninginbraken, Fietsendiefstal, alcoholdrugsmisbruik jongeren < 16 jaar, vandalisme 2008: 6,9 2010:7,1 resp. 2008: 7,6 2010: 7,5 2008: 6,3 2010: 6,5
2e meting veiligheidsmonitor Voorlopige prioriteiten aanpak: woninginbraken fietsendiefstal. Alcoholdrugsmisbruik < 16 jaar, schade publiekdomein Nieuwe meting
Nieuwe meting
Wat gaan we daarvoor doen? •
Maatregelen treffen/ prioriteiten stellen op het gebied van integrale veiligheid (IV). Prioriteiten IV uit het uitvoeringsprogramma worden afgestemd met de overige gemeenten die vallen onder politie team Schijndel (Schijndel, Sint-Michielsgestel en Sint-Oedenrode) . Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de resultaten betreffende de (sociale) veiligheid in de gemeente Sint-Oedenrode, uit de Veiligheidsmonitor 2009 en de politiecijfers 2011. De uitwerking van de maatregelen/ prioriteiten vindt plaats aan de hand van de thema-indeling van de methode kernbeleid veiligheid van het VNG. De vijf veiligheidsvelden zijn: veilige woon en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid, integriteit en veiligheid. Programmabegroting 2012
-- 56 --
o o o o o o
Uitvoeringsprogramma integrale veiligheid 2012 Tussenrapportage aan de raad (2e berap) Deelname veiligheidsmonitor 2011(met doorloop naar 2012) Nota integrale veiligheid 2012-2016 Deelname aan Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) Bij alle aanvragen voor vergunning op grond van drank -en horecawet vindt de BIBOB-toets plaats. Zo nodig wordt hierbij begeleiding/ondersteuning/expertise van RIEC ingezet.
6.3.4.01 Handhavingsbeleid en -coördinatie (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat willen we bereiken? •
Het nalevingsgedrag van wet- en regelgeving van burgers, bedrijven en instellingen verbeteren.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Kadernota “Zo handhaven we in Sint-Oedenrode” (Raad september 2007) Handhavingsprogramma (wordt jaarlijks vastgesteld)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal uit te voeren controles op basis van handhavingsprogramma en ingediende klachten Aantal in te zetten bestuursrechtelijke handhavingsprocedures n.a.v. overtredingen van wet- en regelgeving (vanaf de eerste aanschrijving) - Constatering overtreding - Vooraankondigingen - Sanctiemaatregelen Aantal processen-verbaal Oordeel burger over handhaving regels (staat van de Gemeente)
Realisatie 2010 1.500
190
317 2009: 5,1 2010: 5,8
2011 1.400
2012 1.800
2013 1.600
300 120 20 250
400 150 40 300
350 135 30 300
Toelichting: Voor 2012 en 2013 zijn de gegevens, op basis van de ervaringen van het 1e halfjaar 2011 en het extra budget voor handhaving buitengebied en permanente bewoning recreatiewoningen, bijgesteld.
Wat gaan we daarvoor doen? • • • • • • • •
Het houden van toezicht en handhaving op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Het uitvoeren van controles op Algemene Plaatselijke Verordening en Wet op de kansspelen; Het preventief verstrekken van informatie (voorlichting); Het doorontwikkelen van de monitoringgegevens; Het uitwerken van het handhavingsbeleid; Uitwerken jaarlijkse handhavingprogramma; Verslaglegging uitgevoerde werkzaamheden 2011; Vorming Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s).
Programmabegroting 2012
-- 57 --
6.4.5.01 Bestuur/samenwerking (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat willen we bereiken? • • • • •
Een slagvaardig en klantgericht bestuur, dat samen met haar burgers invulling geeft aan een uitvoerbaar en meetbaar beleid. Intensieve samenwerking in de regio, zowel bestuurlijk als op het niveau van de bedrijfsvoering. De regeldruk wordt waar mogelijk verminderd. Verbetering dienstverlening. Onze inwoners kunnen met al hun vragen bij het lokale loket in SintOedenrode terecht. De burger krijgt ongeacht het gekozen kanaal (internet, telefoon, baliebezoek of mail) hetzelfde antwoord. Een bijzondere groep is onze jeugd. Wij willen hen uitdrukkelijk betrekken bij de politiek
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Visiedocument “De Rooi(s)e Draad” (2005-2020) (Raad oktober 2005+ evaluatie in 2008) Visiedocument en realisatieplan dienstverlening “Sint-Oedenrode op weg naar 2015” (B&W februari 2009)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal informatieavonden (meerdere avonden voor één onderwerp telt voor 1) Oordeel burger: ik krijg voldoende terug voor mijn Burger als belastingbetaler (uit Staat van de Gemeente) Aantal producten dat in samenwerking wordt geleverd.
2010 13
2011 >8
2008: 5,4 2010: 5,7
2012 >9
2013 >9
Nieuwe meting 2
3
Wat gaan we daarvoor doen? •
•
•
•
Slagvaardig bestuur (burgerparticipatie) o Burgers vroegtijdig betrekken bij nieuwe planvorming en nieuw beleid: - Implementatie notitie interactief beleid en burgerparticipatie - Inzet social media o Herijking visiedocument De Rooise Draad i.s.m. 'frisdenkers' Resultaten benchmark In 2012 wordt weer deelgenomen aan de Staat van de Gemeente. De resultaten worden verwerkt in o.a. de jaarrekening 2012, input bij beleidsevaluaties, input bij ontwikkelen nieuw beleid en de doorontwikkeling van de dienstverlening. Samenwerking o Samenwerking met (buur)gemeenten in de regio Brabant Noord Oost binnen het Regioperspectief met als kernpunten: herstructurering bedrijventerreinen, cultuurhistorie en erfgoed en duurzaamheid o Samenwerking op gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering binnen Ple1n, waaronder WOZBelastingen-Invordering/ICT/Personeel & Organisatie o Samenwerking op het gebied van vergunningverlening/toezicht/handhaving binnen RUD’s. o Uitwerking bestuursopdracht samenwerking gemeenten Schijndel, Sint-Michielsgestel en Sint-Oedenrode (motie Schijndel) o Zie verder paragraaf verbonden partijen. Deregulering o Verordeningen worden als uitgangspunt na maximaal 8 jaar opnieuw beoordeeld. Gedereguleerde verordeningen van de VNG worden hierbij zoveel mogelijk overgenomen. Programmabegroting 2012
-- 58 --
•
• • •
- Verordening onkostenvergoeding wethouders - Verordening 213 - Verordening 213A o Daarnaast worden pro-actief overige dereguleringsmogelijkheden die aangereikt worden vanuit best practices van andere gemeenten resp. de Kamer van Koophandel, aangegrepen. Het SIRArapport (september 2008), het realisatieplan Dienstverlening en het bewijs van goede dienst (2010) dient hierbij als onderlegger. Digitale dienstverlening o In 2015 is de gemeente het loket voor alle overheidslagen. Hiervoor is het visiedocument en het realisatieplan Dienstverlening opgesteld. Het jaar 2012 is het jaar van de optimalisering van de kanalen. o Uitvoering realisatieplan Dienstverlening o Zie verder de paragraaf dienstverlening. Jeugd en politiek De jaarlijkse organisatie van een Politieke Jongerendag wordt herbezien. De jeugdraadsvergadering maakt onderdeel uit van deze dag. Bedrijfsvoering Zie paragraaf Bedrijfsvoering. Economische crisis/ombuigingen - Zie paragraaf Ombuigingen. - Pro-actieve/periodieke terugkoppeling naar raad via de BERAP’s.
Programmabegroting 2012
-- 59 --
Wat mag dat kosten? Lasten * € 1.000 Producten 61301 Burgerzaken 61302 Verkiezingen 63201 Brandweer en rampenbestrijding 63202 Openbare orde en veiligheid 63401 Handhavingsbeleid en coördinatie 64501 Bestuur 65101 Archief 65102 Algemene uitkering 65103 Belastingen en rechten 65104 Deelnemingen 65106 Exploitatieresultaat 69999 Financiering Totaal lasten
Rekening 2010 551 51
Begroting 2011 596 36
Begroting 2012 644 2
Begroting 2013 653 8
Begroting 2014 656 46
Begroting 2015 659 18
833
964
981
984
986
987
208
273
236
241
242
243
347
281
398
406
407
410
1.139 65 8
1.115 67 11
1.132 65 12
1.146 65 12
1.143 65 12
1.150 65 12
542
553
592
601
603
607
30 2.338 11 6.274
0 1.795 11 5.868
0 1.910 11 6.038
0 1.933 11 6.104
0 1.522 11 5.684
2 5.120 8.865
Baten * € 1.000 Producten 61301 Burgerzaken 61302 Verkiezingen 63201 Brandweer en rampenbestrijding 63202 Openbare orde en veiligheid 63401 Handhavingsbeleid en coördinatie 64501 Bestuur 65101 Archief 65102 Algemene uitkering 65103 Belastingen en rechten 65104 Deelnemingen 65106 Exploitatieresultaat
Rekening 2010 331 0
Begroting 2011 318 0
Begroting 2012 335 0
Begroting 2013 337 0
Begroting 2014 339 0
Begroting 2015 341 0
12
13
0
0
0
0
9
10
10
10
10
10
2-
7
7
7
7
7
49 0 13.596
34 0 13.024
37 0 13.089
37 0 13.322
37 0 13.611
38 0 13.446
3.113
3.262
3.311
3.360
3.410
3.461
204 2.926
190 872
151 1.113
148 1.278
145 1.258
69999 Financiering Totaal baten
20.238
250 17.980
250 18.303
250 18.749
250 19.067
141 1.237 250 18.932
Saldo voor bestemming
11.372-
11.706-
12.435-
12.712-
12.964-
13.247-
213 375
17 1.070
8 346
1 296
0 264
0 127
11.534-
12.759-
12.773-
13.007-
13.228-
13.374-
Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na bestemming
Programmabegroting 2012
-- 60 --
Toelichting op de cijfers: 2012 t.o.v. 2011 De invloed van hogere doorbelaste kosten en de mutatie in kapitaallasten worden toegelicht in deel B – financiële begroting. Een toelichting van de lagere lasten/hogere inkomsten i.v.m. ombuigingenvoorstellen zijn in bijlage III vermeld. Lasten: •
Lagere lasten omdat er geen verkiezingen gepland zijn in 2012.
Bedrag 34
V
Bedrag 50
V
Baten: •
Hogere belastingopbrengsten 1,5%
Mutaties reserves 2012: De toevoeging aan de reserves betreft de rente t.g.v. de reserve FPU-verplichtingen (frictiefonds). De onttrekking uit de reserves betreffen: • jaarlijkse onttrekking uit reserve uitkering HNG via bouwfonds • jaarlijkse onttrekking uit de reserve FPU-gelden (frictiefonds) • onttrekking uit de bestemmingsreserve kapitaallasten Uitvoeringsplan DVL • onttrekking uit de bestemmingsreserve kapitaallasten huisvesting gemeentehuis
Nieuwe bestedingen programma 6
2012
2013
2014
2015
X € 1.000,-Deelname RIEC (regionaal informatie- en expertisecentrum)
8
Staat van de gemeente
6
Handhaving i.k.v. herziening bestemmingsplan buitengebied
8
8
8
7
100
50
Handhaven permanente bewoning recreatiewoningen
50
30
Vervanging afdruksystemen (dekking leasebudgetten) *1)
68
68
68
68
Vervanging database server en SAN (dekking leasebudgetten) *1)
41
41
41
41
Vervanging serversystemen (dekking leasebudgetten) *1)
45
45
45
45
183
84
52
100
Planmatig onderhoud gemeentelijke gebouwen (dekking voorziening onderhoud gebouwen) *2)
*1) Deze structurele bestedingen betreffen vervangingen en hebben als dekking bestaande leasebudgetten. *2) Deze structurele besteding wordt gedekt door onderhoudsvoorzieningen. De incidentele besteding 2012 Handhaving i.k.v. herziening bestemmingsplan buitengebied en handhaven permanente bewoning recreatiewoningen hebben als dekking de algemene reserve vrij beschikbaar. De incidentele budgetten voor 2013 zullen bij de kadernota 2013 opnieuw aangevraagd worden. Alleen de budgetten van 2012 worden met deze begroting door de gemeenteraad gevoteerd.
Programmabegroting 2012
-- 61 --
Recapitulatie Hieronder wordt een overzicht gegeven van de lasten en baten en saldo van de programma’s en de producten voor het jaar 2012. Ter vergelijking is ook het saldo van het jaar 2011 opgenomen.
in €1.000,--
Progr. 1
Omschrijving
Lasten
Baten
Saldo
2011
8.443
4.746
3.697
4.161,3
3.256
659
2.597
2.262,5
3
Sociale dienstverlening (Zorg) Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) Bouwen en wonen (Wonen)
5.756
4.182
1.574
1.389,3
4
Leefomgeving
5.874
3.275
2.599
2.523,5
5
Vrije tijd en economie
3.364
1.058
2.306
2.465,0
6
Burger en Bestuur
5.876
18.649
-12.773
-12.801,6
32.569
32.569
0
0,0
2
TOTAAL
in € 1.000,-
3.314
3.067
Saldo 2012 247
115
50
65
104,1
1.806
1.270
536
500,9
325
7
318
304,3
710
14
696
1.111,2
2.173
225
1.948
1.522,0
0
114
- 114
0
487
40
447
920,8
Lokaal educatiebeleid
542
16
526
0
2.1.2.03
Kinderopvang en peuterspeelwerk
176
78
98
101,0
2.2.2.01
Gezondheidszorg
713
342
371
438,0
2.2.2.02
Maatschappelijk werk
247
0
247
261,0
2.2.2.03
Sociaal beleid
129
33
96
108,6
2.2.2.04
Ouderen
251
47
204
243,3
2.2.2.05
Jeugd
222
0
222
189,8
2.2.2.06
489
98
391
426,7
0
5
-5
0
3.1.1.01
Volwasseneneducatie Onttrekkingen/toevoegingen reserves programma 2 Ruimtelijke ordening
623
0
623
561,2
3.1.1.02
Grondexploitatie
3.659
3.590
69
28,9
3.1.1.03
Bouwen en wonen
1.073
582
491
424,8
3.1.1.04
Milieu - duurzaamheid
400
0
400
374,4
Product
Omschrijving
1.2.2.01
Uitstroombevordering
1.2.2.02
Inburgering
1.2.2.03
Inkomensvoorziening
1.2.2.04
2.1.2.01
Minimabeleid Wmo –, woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen Wmo – hulp bij het huishouden Onttrekkingen/toevoegingen reserves programma 1 Onderwijs
2.1.2.02
1.2.2.05 1.2.2.06 1.9.9.99
2.9.9.99
Programmabegroting 2012
Lasten
Baten
-- 62 --
2011 192,1
Product
4.2.1.01
Omschrijving Onttrekkingen/toevoegingen reserves programma 3 Water
4.2.1.02
Landschapsontwikkeling
4.2.1.03
Openbaar Groen
4.2.1.04
Verkeer en vervoer
129
13
116
117,3
4.2.1.05
Wegen en bruggen
1.918
82
1.836
1.756,8
4.2.2.01
1.336
1.658
-322
- 300,9
131
65
66
0
5.2.2.02
Inzameling huishoudelijk afval Onttrekkingen/toevoegingen reserves programma 4 Erfgoed
221
29
192
191,0
5.2.2.03
Sport
1.545
716
829
899,3
5.2.2.04
Kunst en Cultuur
1.094
211
883
962,5
5.2.2.05
Recreatie en Toerisme
346
72
274
290,9
5.2.2.06
Economische zaken
159
29
130
121,3
6.1.3.01
Burgerzaken
644
335
309
278,0
6.1.3.02
Verkiezingen
2
0
2
37,0
6.3.2.01
Brandweer en rampenbestrijding
981
0
981
835,3
6.3.2.02
Openbare orde en veiligheid
236
10
226
259,6
6.3.4.01
Handhavingsbeleid en –coördinatie
398
7
391
276,0
6.4.5.01
Bestuur/samenwerking Onttrekkingen/toevoegingen reserves programma 6 Algemene uitkering en exploitatieresultaat TOTAAL
1.132
37
1.095
1.164,2
8
346
-338
0
2.476
17.913
-15.437
-15.651,7
32.569
32.569
0
0,0
3.9.9.99
4.9.9.99
6.9.9.99 Paragr. H
Programmabegroting 2012
Lasten
Baten
Saldo 2012
2011
0
10
-10
0
904
1.318
-414
- 445,5
361
22
339
346,0
1.094
118
976
1.049,8
-- 63 --
Paragraaf A – Lokale heffingen Samenvatting wijzigingen In de structuur van deze paragraaf zijn in 2012 geen wijzigingen aangebracht. Als gevolg van ontwikkelingen op het belastinggebied zijn op onderdelen wel aanpassingen gedaan. Het gaat daarbij vooral om wijzigingen in de heffingen, te weten: - toeristenbelasting - reclamebelasting - kwijtscheldingsbeleid
Inleiding De paragraaf “Lokale heffingen” is voorgeschreven in artikel 10 van het “Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). Als gevolg van deze bepaling dient de paragraaf ten minste te bevatten: de geraamde inkomsten; • het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; • een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; • een aanduiding van de lokale lastendruk; • een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. Het pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat in Sint-Oedenrode uit een 7-tal heffingen welke gelegitimeerd worden door verordeningen die door de gemeenteraad ieder jaar opnieuw worden vastgesteld. Eventueel wordt daar nog aan toegevoegd de reclamebelasting; besluitvorming hierover is voorzien in de 2e helft van 2011. De heffingen kunnen worden verdeeld in drie categorieën, te weten: • Belastingen: heffingen die door de overheid worden opgelegd, zonder dat daar voor de belastingbetaler een individuele aanwijsbare prestatie tegenover staat. Belastingplichtigen hebben feitelijk geen keuzemogelijkheid. • Retributies: betaling aan de overheid voor een door de overheid individueel geleverde specifieke overheidsprestatie. De retributie is gebaseerd op het profijtbeginsel (iemand die meer van de overheid profiteert, betaalt een hogere bijdrage). Belanghebbenden hebben min of meer de mogelijkheid om te kiezen of zij al dan niet gebruik maken van een door de gemeente verstrekte c.q. verleende dienst. • “Privaatrechtelijke” heffing: de gemeente handelt bij de uitvoering van deze niet-specifieke overheidstaak als een particulier persoon of bedrijf. Deze heffingen zoals marktgelden en brandweerrechten behoren categorisch niet tot de woonlasten. Het jaarlijks vaststellen van de tarieven geschiedt overigens wel per verordening.
Algemeen Bij de lokale heffingen dient onderscheid gemaakt te worden in heffingen die vallen onder de algemene dekkingsmiddelen en heffingen die daar niet onder vallen. Bij de eerste groep moet gedacht worden aan de onroerende zaakbelasting en de toeristenbelasting. Bij de tweede groep moet gedacht worden aan de rioolafvoerrechten, afvalstoffenheffing en leges die slechts maximaal kostendekkend mogen zijn. In de aangeboden begroting 2012 is rekening gehouden met een bedrag aan lokale heffingen van in totaliteit afgerond € 7,0 miljoen. In deze paragraaf wordt in hoofdlijnen nader ingegaan op de gemeentelijke belastingen. De definitieve belastingvoorstellen voor het jaar 2012 volgen, zoals gebruikelijk, ultimo 2011. Waarom wordt er belasting geheven? Een gemeente genereert geen winst zoals een private onderneming. De uitgaven welke de gemeente jaarlijks moet doen ten behoeve van het lokale bestuur zoals het onderhouden en in stand houden van wegen, riolering, scholen, openbaar groen etc. worden voor een groot gedeelte gedekt uit de ontvangsten van het Rijk in de vorm van de algemene uitkering. Omdat deze algemene uitkering niet de volledige uitgaven dekt moet de gemeente zelf ook inkomsten genereren. Deze inkomsten komen tot stand door het heffen van belastingen, retributies en privaatrechtelijke heffingen. Programmabegroting 2012
-- 64 --
Totstandkoming van de tarieven Jaarlijks worden bij het vaststellen van het volgende begrotingsjaar de tarieven voor de belastingen/heffingen, retributies en “privaatrechtelijke” heffingen vastgesteld door de gemeenteraad. Per belasting/heffing is er een aparte verordening opgesteld met doel, grondslag en tarieven van de belasting/heffing. Ook deze verordeningen worden jaarlijks opnieuw door de gemeenteraad vastgesteld. Tarievenbeleid Conform het collegeprogramma wordt de stijging van de tarieven beperkt tot een trendmatige OZB verhoging. Voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de legesverordening wordt in principe 100% kostendekking toegepast. Conform het gestelde in de kadernota 2012 wordt voor de verhoging van de OZB en de overige gemeentelijke belastingen uitgegaan van een jaarlijkse (trendmatige) verhoging op basis van de meest actuele prijsindexcijfers BBP. Op basis van de huidige inzichten bedraagt deze 1,5% voor 2012. Voor de jaren 20132015 wordt eenzelfde percentage gehanteerd.
Opbrengsten Hieronder volgt een overzicht van de opbrengsten van de diverse heffingen in de gemeente Sint-Oedenrode voor 2012. Geraamde inkomsten
*1
2012
(x € 1.000)
Onroerende Zaakbelasting Toeristenbelasting Afvalstoffenheffing Rioolafvoerrecht Leges Marktgelden Brandweerrechten Totaal
B B B R R P P
3.229.925 60.900 1.435.766 1.317.700 945.952 14.545 p.m. 7.004.788
*1 B = belasting, R = retributie, P = privaatrecht Opbrengst leges betreft leges burgerzaken (335.385), wet op de kansspelen (2.030), collectevergunning (200), openbare ruimte, verkeer c.a. (1.015 + 510), ventvergunning, standplaatsvergunning c.a. (3.045), kabels en leidingen (2.535), kapvergunningen c.a. (750), evenementen (3.550), gehandicaptenparkeerkaart (13.775), aanlegvergunning (1.075), omgevingsvergunning (582.082).
Hieronder volgt een toelichting per belastingsoort, waarbij ingegaan wordt op het doel van de belasting/heffing, wie belastingplichtig is, wat de grondslag van de heffing is en wat de tarieven zijn. Onroerende zaakbelastingen (OZB) Doel van belasting/heffing De opbrengst van deze belastingen dient als algemeen dekkingsmiddel. Tegenover de belastingopbrengsten staan geen specifieke uitgaven. Wie is belastingplichtig? De OZB wordt geheven van de eigenaren van alle woningen en de eigenaren en gebruikers van alle nietwoningen (bedrijfspanden, overige gebouwen c.a.) Grondslag van de heffing De grondslag voor de heffing is de WOZ-waarde (waarde volgens de Wet Onroerende Zaken). De tarieven voor de OZB zijn mede afhankelijk van de op grond van de WOZ getaxeerde waarden. Deze WOZ-waarden worden jaarlijks vastgesteld. De aanslagen OZB over 2012 worden opgelegd naar de waardepeildatum 1 januari 2011. Tarieven Met ingang van 1 januari 2009 wordt de OZB berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Onderscheid wordt gemaakt in tarief eigenaar woning, tarief eigenaar niet-woning en tarief gebruiker niet-woning. Programmabegroting 2012
-- 65 --
Overige informatie: Afschaffing limitering Met ingang van 1 januari 2008 kunnen de gemeenten de OZB-tarieven zelf bepalen, zonder rekening te moeten houden met door het Rijk opgelegde maximale tarieven. In het bestuursakkoord hebben het Rijk en de gemeenten afspraken gemaakt over de toekomstige bestuurlijke en financiële verhoudingen. Kern daarbij was meer beleidsvrijheid en meer financiële ruimte voor gemeenten. Macronorm De in 2008 ingevoerde macronorm legt de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid voor de collectieve lastendruk vast; de macronorm betreft de op macroniveau (i.c. landelijk niveau) maximaal toegestane stijging van de OZB en indien deze overschreden wordt dan kan het Rijk maatregelen treffen. De macronorm voor het begrotingsjaar 2012 is 3,75% over € 3,063 miljard. Het percentage van 3,75% is de som van de reële trendmatige groei van het BBP (Bruto Binnenlands Product) van 1,25% en 2,50% PNB (prijsstijging nationale bestedingen), zoals gepubliceerd in het Centraal Economische Plan 2011. Belastingvoorstel 2012 De OZB wordt vanaf 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. In SintOedenrode zijn deze percentages in 2011 als volgt vastgesteld: - Eigenaar woning 0,0923% - Eigenaar niet-woning 0,1324% - Gebruiker niet-woning 0,1039% In de Kadernota 2012 is uitgegaan van een verhoging van de opbrengst van de OZB van 1,50% (trendmatige verhoging). De definitieve tarieven voor het jaar 2012 kunnen pas vastgesteld worden indien de nieuwe waarde bekend is. De tarieven 2012 worden in de vergadering van de gemeenteraad in december 2011 voorgelegd, waarbij uitgangspunt is de in de begroting 2012 geraamde opbrengst. Toeristenbelasting Doel van belasting/heffing De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel en als een bijdrage in de kosten van voorzieningen die de gemeente heeft getroffen in de recreatief-toeristische sfeer. Wie is belastingplichtig De belastingplichtige is die persoon die verblijft i.c. overnacht in de gemeente Sint-Oedenrode zonder in de gemeentelijke basisadministratie (‘bevolkingsregister’) van de gemeente te zijn opgenomen. Grondslag van de heffing Op basis van de thans geldende verordening is per overnachting een vast bedrag verschuldigd met dien verstande dat in bepaalde situaties een forfaitaire tariefstelling van toepassing is. Door de gemeenteraad is middels een motie uitgesproken dat de forfaitaire tariefstelling met ingang van het belastingjaar 2012 dient te komen vervallen. Op dit moment vindt een onderzoek plaats naar de mogelijkheid om te komen tot een andere maatstaf van heffing. Dit zal worden meegenomen in het voorstel voor het jaar 2012. Uitgangspunt is wel de te realiseren opbrengst zoals opgenomen is in de voorliggende begroting 2012. De belasting wordt geheven van de recreatieondernemers. Tarieven Zoals hiervoor is aangegeven wordt bezien of en zo ja op welke wijze de maatstaf van heffing, waaronder eventuele differentiatie, met ingang van het belastingjaar 2012 wordt aangepast. In de kadernota 2012 is uitgegaan van een verhoging van de opbrengst van 1,50%. Zou uitgegaan worden van een tarief per overnachting dan zou dit voor 2012 tot de navolgende tarieven leiden:
Tarief per overnachting
Programmabegroting 2012
2011 0,97
-- 66 --
2012 0,99
Afvalstoffenheffing Doel van belasting/heffing De opbrengst van deze belasting wordt specifiek benut ter dekking van de uitgaven voor het verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen. Op grond van de wet milieubeheer is de gemeente verplicht tot het inzamelen van afval bij de huishoudens. Ter dekking van de kosten kan afvalstoffenheffing worden geheven, hierbij is het niet van belang of men daadwerkelijk gebruik maakt van deze dienstverlening. Bij de invoering van het BTW-compensatiefonds is besloten toe te staan dat bij de berekening van de tarieven uitgegaan wordt van de uitgaven inclusief de declarabele BTW Wie is belastingplichtig? De gebruiker van een perceel waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan is belastingplichtig. Grondslag van de heffing Het aantal ledigingen per perceel en het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen van een perceel wordt, naast een vast bedrag per perceel, aangemerkt als maatstaf van heffing. Tarieven Ten aanzien van deze heffing is het volgende beleid vastgesteld: • Handhaven van 100% kostendekking in 2012; • Eventuele kosten (exploitatie- en investeringslasten) die in enig jaar worden begroot volledig door te berekenen in het tarief van datzelfde jaar; • In de jaren dat geen volledige kostendekking is bereikt voor het bedrag van het tekort te beschikken over de egalisatiereserve afvalstoffenheffing. Dit is uiteraard ook van toepassing op een eventueel overschot.
Vastrecht per jaar Ledigen van een restafvalcontainer, per lediging Ledigen van een gft-afvalcontainer, per lediging Voor het restafval, per kilogram Voor het gft-afval, per kilogram Verzamelcontainer: per kilogram aangeboden afval
2011 106,20 1,00 1,00 0,16 0,16 0,18
2012 108,60 1,00 1,00 0,16 0,16 0,18
Gemiddeld per woonruimte
200,00
202,00
Overige informatie Het inzamelen van huishoudelijk afval van particuliere huishoudens is een wettelijk aan de gemeente opgedragen taak. De gemeente treedt daarbij dus op als overheid. Dit in tegenstelling tot het inzamelen van bedrijfsafval, waarbij de gemeente als ondernemer optreedt en dus geen wettelijke taak is. Een onderscheid is ook dat de particulier geen keuze heeft in de inzameling, terwijl een bedrijf dat wel heeft. Het inzamelen van bedrijfsafval door de gemeente is dus geen kerntaak en kan aan de markt worden overgelaten. Tegen die achtergrond is besloten om vanaf 1 januari 2009 de inzameling van bedrijfsafval te beëindigen. Kostentoerekening afvalstoffenheffing In het najaar van 2007 heeft de Lokale Rekenkamercommissie een onderzoek laten uitvoeren o.a. op het gebied van de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing in de gemeente. Eén van de bevindingen uit dit rapport was dat bij de afvalstoffenheffing niet alle kosten werden meegenomen en doorberekend. Overigens gold dat wel voor de kosten van straatreiniging. In de berekening van de tarieven voor 2012 is hiermee rekening gehouden. Onder de baten is rekening gehouden met een toevoeging aan de reserve egalisatie tarieven afvalstoffen van € 57.380,00. Deze toevoeging is nagenoeg gelijk aan de vrijvallende kapitaallasten omdat de vervanging van de containers technisch nog niet noodzakelijk is. Deze toevoeging is noodzakelijk omdat het saldo van de reserve thans (aanzienlijk) negatief is.
Programmabegroting 2012
-- 67 --
Inzameling kunststof verpakkingsafval Medio juni 2009 zijn we gestart met de gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsmateriaal. Op basis van de ervaringscijfers tot op heden is rekening gehouden met een financieel voordeel. Optimaliseren Milieustraat In een eerder stadium is in de gemeenteraad geïnformeerd over het optimaliseren van de milieustraat. Inmiddels heeft dit tot besluitvorming geleid en is concessieovereenkomst met betrekking tot beheer en exploitatie van een milieustraat afgesloten. Uitvoering is eerst pas voorzien rond 1 januari 2013 zodat hiermee in de voorliggende begroting 2012 géén rekening gehouden. De aanslagen vastrecht afvalstoffenheffing worden tegelijkertijd opgelegd met de aanslagen OZB en Rioolafvoerrecht; dagtekening is voorzien ultimo februari 2012. De aanslagen voor het variabele deel afvalstoffenheffing (bedrag per lediging en per kilo) worden na afloop van het belastingjaar opgelegd. Rioolheffing Doel van belasting/heffing: De rioolheffing betreft een vergoeding (retributie) van de kosten van aanleg, onderhoud en vernieuwing/vervanging van de gemeentelijke riolering c.a. De totale opbrengst mag niet hoger zijn dan de kosten (maximaal 100%-kostendekking), waarbij de verfijningsuitkering buiten beschouwing wordt gelaten. Bij de invoering van het BTW-compensatiefonds is besloten om toe te staan dat, bij de berekening van de tarieven, uitgegaan wordt van de uitgaven inclusief de declarabele BTW. Wie is belastingplichtig?: Belastingplichtig is de gebruiker van een rioolaansluiting die via deze aansluiting afvalwater direct of indirect loost op de gemeentelijke riolering. Grondslag van de heffing: Door de gemeente Sint-Oedenrode wordt uitgegaan van een differentiatie tussen woningen en bedrijven. Voor woningen is het tarief gebaseerd op het aantal personen en voor bedrijven op het waterverbruik. Tarieven: Ten aanzien van deze heffing is het volgende beleid vastgesteld: • Handhaven van 100% kostendekking in 2012; • Het beleid ten aanzien van het rioolrecht is dat in ieder geval de kapitaallasten van nieuwe investeringen en de hogere exploitatielasten in de tarieven worden doorberekend in het jaar waarin op grond van de investeringsplanning de uitvoering hiervan is voorzien; • In de jaren dat geen volledige kostendekking is bereikt voor het bedrag van het tekort te beschikken over de egalisatiereserve rioolheffing. Dit is uiteraard ook van toepassing op een eventueel overschot.
Tarief voor een eigendom dat uitsluitend dient tot gezinswoning en bewoond wordt door: Één persoon Twee personen Drie of meer personen
Programmabegroting 2012
2011
2012
85,44 150,24 215,64
85,44 150,24 215,64
-- 68 --
Tarief voor eigendommen, die niet behoren tot de categorie gezinswoning, gebaseerd op de hoeveelheid afvalwater (tarief voor bedrijven): 1 t/m 500 m3 501 t/m 1.000 m3 Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 500 m3 1.001 t/m 3.000 m3 Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 1.000 m3 3.001 t/m 6.000 m3 Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 3.000 m3 6.001 t/m 10.000 m3 Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 6.000 m3 10.001 m3 of meer Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 10.000 m3
2011
2012
215,64 215,64 183,72 1.134,24 100,08 3.135,84 80,40 5.547,84 61,68 8.015,04 30,84
215,64 215,64 183,72 1.134,24 100,08 3.135,84 80,40 5.547,84 61,68 8.015,04 30,84
Overige informatie: Verbreding rioolrecht/kostendekking Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken in werking getreden. Met deze wet heeft de gemeente naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater ook een regenwaterzorgplicht en een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen gekregen. De nieuwe wet geeft de mogelijkheid om deze nieuwe taken te bekostigen via een verbrede rioolheffing; de nieuwe taken biedt dus mogelijkheden om meer kosten toe te rekenen aan de rioolheffing. Voor deze hogere kostentoerekening is in de begroting een stelpost opgenomen. Hiermee rekening houdende is uitgangspunt 100% kostendekking. In vergelijking tot 2011 is in 2012 sprake van een verlaging van de kapitaallasten. Uitgaande van handhaving van het tarief op het niveau van 2011 is in de begroting 2012 onder de uitgaven een stelpost opgenomen van € 151.720,00. Op basis van de actualisatie van het GRP c.q. verbreed GRP zal dit bedrag nader onderbouwd worden. Aanslagen De aanslag rioolheffing wordt tegelijkertijd opgelegd met de aanslagen OZB en afvalstoffenheffing; dagtekening is voorzien ultimo februari 2012. Later in 2012 worden nog aanslagen verstuurd voor de belastingplichtigen die zich in de loop van het jaar in de gemeente Sint-Oedenrode hebben gevestigd. Rechten/leges Doel van belasting/heffing: Rechten/leges zijn vergoedingen die de gemeente vordert voor het gebruik maken of het genot hebben van een door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte dienst. Sprake dient te zijn van een individueel bewezen dienst. Er mag bij de heffing van leges geen winst worden gemaakt (maximaal 100% kostendekking). Voor de vergunningen die vallen onder de Europese Dienstenrichtlijn (EDR) geldt dat de kostendekkendheid op vergunningenniveau beoordeeld wordt in plaats van op verordeningniveau. In het algemeen wordt door de gemeente Sint-Oedenrode het uitgangspunt van 100%-kostendekking gehanteerd. Tarieven Uitgangspunt is 100%-kostendekking. Daarnaast is in het kader van de bezuinigingen aangegeven dat de diverse tarieven nog nader bezien worden op de mate van kostendekkendheid. Bijzonder aandachtspunt hierbij is de kostentoerekening voor de omgevingsvergunning (Wabo).
Programmabegroting 2012
-- 69 --
Reclamebelasting Op dit moment vindt een onderzoek plaats naar de mogelijkheid tot invoering van reclamebelasting. Uitgangspunt hierbij is dat de opbrengst minus de perceptiekosten benut wordt voor de voeding van een ondernemersfonds. Dit fonds wordt beheerd door een stichting/vereniging en de middelen worden aangewend voor het ontwikkelen van activiteiten en het treffen van voorzieningen om het centrum aantrekkelijker te maken. Het gaat hierbij om voorzieningen/activiteiten welke niet behoren tot de reguliere taak van de gemeente. Aan de gemeenteraad wordt voor het nemen van een principe-uitspraak een opiniërende nota aangeboden en na positieve besluitvorming zal dit nader uitgewerkt worden. Planning is dat in dat geval in de raadsvergadering van december 2011 de verordening wordt aangeboden en dat invoering van reclamebelasting 1 januari 2012 is. Kwijtschelding Door de gemeenteraad is besloten dat kwijtschelding kan worden aangevraagd voor de onroerende zaakbelasting, het rioolafvoerrecht en de afvalstoffenheffing, met dien verstande dat voor de afvalstoffenheffing jaarlijks op basis van de gezinsgrootte een maximum wordt vastgesteld. Voor de beoordeling van de verzoeken om kwijtschelding wordt uitgegaan van het door het Rijk toegestane maximale beleid. Ruimhartig omgaan met de kwijtscheldingstermijnen. Gemeenten kunnen, met inachtneming van de Invorderingswet 1990, kwijtschelding verlenen van gemeentelijke belastingen en heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja, voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van de kosten van bestaan hebben de gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling. De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm. In onze gemeente is gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Aanvullend hierop is door de gemeenteraad in 2011 besloten om voor de vermogenstoets aan te sluiten bij normen welke gehanteerd worden in het kader van de Wet werk en bijstand en het verlenen van kwijtschelding voor ondernemers op bijstandsniveau dit voor zover het privé-belastingen betreft. Met de kwijtscheldingverlening zijn de volgende bedragen gemoeid:
Kwijtschelding (6.614.190)
2008 70.414
2009 58.183
2010 64.832
2011 67.262
2012 76.140
Geautomatiseerde kwijtschelding Vanaf 2010 is de mogelijkheid van geautomatiseerde kwijtschelding ingevoerd. Bij geautomatiseerde kwijtschelding wordt door middel van bestandsvergelijking bezien of een belastingplichtige die het voorgaande jaar kwijtschelding heeft ontvangen opnieuw voor kwijtschelding in aanmerking komt.
Ontwikkeling belastingdruk De gemeentelijke belastingen die tot woonlasten leiden zijn de onroerende zaakbelasting voor eigenaar (zowel woningen als niet-woningen) en gebruiker (uitsluitend niet-woningen), de afvalstoffenheffing/reinigingsrechten en het rioolafvoerrecht. De in het algemeen stijgende lastendruk voor de burgers, welke veroorzaakt wordt door onder meer overdracht van taken door de rijksoverheid, herverdeling van middelen uit het Gemeentefonds en rijksbezuinigingen, is regelmatig onderwerp van discussie. Consequenties voor belastingen 2012 – lokale lastendruk In het voorgaande deel van deze paragraaf zijn alle belastingen/heffingen aan de orde geweest. Bij de diverse onderdelen is daarbij aangegeven welke stijging noodzakelijk/wenselijk is. Een totaaloverzicht luidt als volgt: 2012 € 5,80 € 2,00 € 0,00 € 7,80
Stijging van de onroerende zaakbelasting per huishouden *) Stijging van de afvalstoffenheffing per woonruimte Mutatie Rioolafvoerrecht per woonruimte Totale mutatie van de belastingdruk in 2012 t.o.v. 2011 *) uitgangspunt is verhoging van opbrengst met 1,5% (gemiddelde loon- en prijsstijging)
Programmabegroting 2012
-- 70 --
Programmabegroting 2012
-- 71 --
Paragraaf B - Weerstandsvermogen Inleiding De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe goed de begroting bestand is tegen financiële tegenvallers. Daartoe is inzicht nodig in de omvang van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit zijn de middelen en mogelijkheden waarover de een gemeente beschikt om nietbegrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Het weerstandsvermogen is de relatie tussen alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie en de weerstandscapaciteit. Het gaat in deze paragraaf dus om die risico’s waarvoor (nog) geen maatregelen zijn getroffen. Risico’s die niet door maatregelen zijn afgedekt, kunnen op vrijwel alle gemeentelijke beleidsterreinen aanwezig zijn. Dat zulke risico’s bestaan is op zich geen punt. Het is pas een probleem als ze niet in evenwicht zijn met de weerstandscapaciteit. De paragraaf Weerstandsvermogen is een verplichte paragraaf volgens het Besluit Begroten en Verantwoorden en bevat ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b. een inventarisatie van de risico's; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's.
Conclusie De conclusie ten aanzien van het weerstandsvermogen op basis van onderstaand model is dat de weerstandscapaciteit ruim voldoende is voor de risico’s die geïnventariseerd zijn. Hieronder gaan we eerst in op risicomanagement, daarna op het aanwezige beleid t.a.v. weerstandscapaciteit en risico’s en ten slotte op de weerstandscapaciteit zelf.
Risicomanagement Een risico kan gedefinieerd worden als de kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg voor een betrokkene. Het proces van risicomanagement heeft te maken met het identificeren, analyseren en beoordelen, beheersen van risico’s en de structurele inpassing hiervan in het gemeentelijk beleid. De invoering van risicomanagement maakt deel uit van het collegeprogramma 2010-2014 “Samen Rooien”. Tijdens deze periode willen we dit oppakken om te komen tot vastgesteld beleid omtrent risicomanagement. Risico’s worden geïnventariseerd, voor zover mogelijk worden er financiële gevolgen aan risico’s toegekend en, als dat nodig blijkt, worden er maatregelen aan verbonden. Door al in een vroeg stadium na te denken over de mogelijke risico’s van bepaald beleid of de uitvoering daarvan, zijn deze nog te voorkomen, of ernstige gevolgen ervan te beperken. Een eenmalige risicoanalyse is niet voldoende, pas wanneer de risicoanalyse regelmatig herhaald en geactualiseerd wordt en de eruit voortvloeiende maatregelen een integraal onderdeel van de P&C-activiteiten worden, is er sprake van risicomanagement. Voor deze programmabegroting volgen we in grote lijnen het pragmatische model van risico-inventarisatie en analyse van voorgaande jaren. Voor de risico-inventarisatie zijn de risico’s ingedeeld in een aantal categorieën, namelijk: • Risico’s ten aanzien van het eigen beleid • Risico’s met betrekking tot de sociale zekerheid • Risico’s naar aanleiding van beleid van hogere overheden • Risico’s als gevolg van samenwerking met andere gemeenten c.q. instanties • Risico’s met betrekking tot het openbare gebied • Risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering
Programmabegroting 2012
-- 72 --
Vervolgens is voor deze risico’s een inschatting gemaakt naar risicoklassen variërend van laag, gemiddeld en hoog. Een beschrijving van de geïnventariseerde risico’s voor 2012 is opgenomen in bijlage 3 bij deze programmabegroting. Hieronder volgt de indeling van de risico’s naar de verschillende risicoklassen: Omschrijving Risico’s ten aanzien van eigen beleid - WW-uitkeringen personeel - WW-uitkeringen wethouders - Subsidies - Huidig personeelsbestand - Brede rioolheffing Risico’s uitvoering sociale zekerheid - Woningaanpassingen (WMO) - Hulp bij het huishouden (WMO) - Overheveling taken AWBZ en jeugdzorg - Wet Werk en Bijstand - Leerlingenvervoer Risico’s n.a.v. beleid hogere overheden - Planvorming door hogere overheden - Pensioenpremies - Algemene uitkering - Wet dwangsom en beroep - Niet verhaalbare kosten bestuursdwang - Vorming Regionale Uitvoeringsdiensten Risico’s a.g.v. samenwerking - Regionale samenwerking - Regionalisering Brandweer - Bestuursacademie Zuid-Nederland - Streekgewest Brabant – Noordoost - GR Welstandszorg - Voormalige stortplaats de Vlagheide Risico’s m.b.t. openbaar gebied - Bodemverontreiniging - Onderhoud kapitaalgoederen - Aansprakelijkheidsrisico’s - Planschadeclaims - Archeologische vondsten - Wet kenbaarheid publ. Beperkingen - Alg. bep. Omgevingsrecht (Wabo) - AMVB Huisvesting - Seizoensinvloeden - Ontwikkeling flora en fauna - Onkruidbestrijding openbare ruimte Risico’s interne bedrijfsvoering - Administratieve organisatie - Bezuinigingsoperaties - Renterisico’s - Verstrekte geldleningen - Informatie- en communicatiesystemen - Privacy - Ambtelijk handelen - Gemeentegaranties Totaal aantal (41) Totaal procentueel Programmabegroting 2012
Indeling in risicoklasse hoog
>gemiddeld
gemiddeld
laag
5 12%
4 10%
11 27%
8 19%
13 32%
-- 73 --
Het indelen van de risico’s naar risicoklassen geeft een indicatie van het risicoprofiel van onze gemeente. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de risicoklasse gemiddeld (27%) en laag (32%) het meeste voorkomen en dat 78% van de genoemde risico’s een risico van gemiddeld of lager heeft. Ten aanzien van de benodigde weerstandscapaciteit behorend bij het risicoprofiel wordt reeds enkele jaren de volgende bandbreedtes aangehouden. Risicoprofiel
Bandbreedte per inwoner Minimum Maximum
Hoog risico Meer dan gemiddeld risico Gemiddeld risico Minder dan gemiddeld risico Laag risico
€ 400 € 300 € 200 € 100 --
€ 500 € 400 € 300 € 200 € 100
Bij het risicoprofiel van onze gemeente kan voor het benodigde weerstandsvermogen uitgegaan worden van de norm tussen € 100,-- tot € 300,-- per inwoner. Dit betekent bij het inwoneraantal van 2012: 17.910 een niveau van 1,8 tot 5,3 miljoen euro.
Beleid omtrent weerstandscapaciteit en risico's • • •
•
Als uitgangspunt bij het opstellen van deze paragraaf is rekening gehouden met de door de Raad in 2011 vastgestelde Notitie Reserves en Voorzieningen 2011. Bestemmingsreserves zijn gevormd voor een specifiek doel zoals het opvangen van ongewenste schommelingen in tarieven. Al onze bestemmingsreserves zijn gevormd met een specifiek doel en vormen hierdoor geen onderdeel van de weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen wordt in principe uitgedrukt in één bedrag. De risico-indeling die daaraan ten grondslag ligt gaat uit van een inschatting van het risico naar de kans van voorkomen en de hoogte van financiële risico. Dit is nu samengebracht in één inschatting. Daarnaast wordt, op basis van de totale risicoinschatting een bereik aangegeven tussen een minimum- en een maximumvariant. Deze opzet is een praktische keuze. Jaarlijks actualiseren we de exploitatieberekeningen. Hierdoor krijgen we inzicht in het verwacht voordelig of nadelig resultaat na beëindiging van de grondexploitatie. Het saldo van de grondexploitaties die we volgens planning afsluiten in de periode van deze meerjarenbegroting 2012-2015 wordt meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Vanwege de onzekerheid die in de bouwscenario’s en samenhangende berekeningen schuilt en het meerjarige karakter van de exploitatieberekeningen, worden de uitkomsten voor 50% in de berekening van de weerstandscapaciteit meegenomen.
Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Sint-Oedenrode beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico’s in financiële zin af te dekken.
Programmabegroting 2012
-- 74 --
In onderstaande tabel is de berekening van de weerstandscapaciteit opgenomen: Beschikbare weerstandscapaciteit * € 1.000,-Algemene reserve – bufferfunctie Algemene reserve – vrij besteedbaar Algemene reserve - grondexploitatie Verwacht positief resultaat grondexploitatie Vrij aanwendbare bestemmingsreserves Resultaat na bestemming bestaand beleid (programmabegroting) Onvoorzien Onbenutte belastingcapaciteit OZB Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing Stille reserves Totale weerstandscapaciteit
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2014
1-1-2015
2.650 2.983 765 1.089 0 114
2.650 2.983 765 1.089 0 371
2.650 2.983 765 1.089 0 489
2.650 2.983 765 1.089 0 227
40 470 -173 500 8.438
40 470 -115 500 8.753
40 470 -58 500 8.928
40 470 0 500 8.724
Toelichting op voorgaande tabel: Algemene reserve – bufferfunctie Bij de nota Reserves en Voorzieningen 2011 is de algemene reserve – bufferfunctie in het leven geroepen. Het doel van deze reserve is te fungeren als buffer voor het opvangen van eventuele rekeningtekorten en normale bedrijfsrisico’s. Deze reserve maakt hierdoor volledig onderdeel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit. Algemene reserve – vrij besteedbaar De algemene reserve – vrij besteedbaar is een algemene reserve waarvoor geen bestemming is aangegeven. Hiermee kan deze reserve geheel gerekend worden tot de weerstandscapaciteit. Algemene reserve – grondexploitatie De stand van de algemene reserve - grondexploitatie per 1 januari 2012 is € 1.765.140,--. Bij de Nota Reserves en Voorzieningen is door de gemeenteraad ingestemd met een ondergrens van deze reserve van € 1.000.000,--. Het meerdere wordt meegenomen als weerstandscapaciteit ad € 765.140,--. Zoals vermeld in paragraaf G (grondbeleid) kunnen de onderhanden werken volgens raming worden afgesloten met een positief resultaat van circa € 7.586.000,--. De onderhanden werken die over de jaren 2012 t/m 2015 afgesloten zouden worden hebben een geraamd positief resultaat van € 5.179.434,--. In overeenstemming met de eerder geformuleerde uitgangspunten nemen we 50% in de berekening van de weerstandscapaciteit mee ofwel € 2.589.717,--. In de programmabegroting 2011 is van dit bedrag 1,5 miljoen euro niet meegenomen in de bepaling van de weerstandscapaciteit op basis van het voorzichtigheidsprincipe. De situatie op de huizenmarkt is in 2011 nog niet zodanig verbeterd, dat wij deze berekening achterwege kunnen laten. Hierdoor wordt voor de berekening als weerstandscapaciteit 2012 ook 1,5 miljoen niet meegenomen en is voor de verwachte positieve resultaten van grondexploitaties 2012-2015 € 1.089.717,-- meegenomen voor de weerstandscapaciteit. Vrij aanwendbare bestemmingsreserves Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestemming heeft gegeven. De bestemmingsreserves kunnen, zolang de raad de bestemming kan wijzigen tot de weerstandscapaciteit worden gerekend. Omdat de aanwending als weerstandscapaciteit negatieve consequenties kan hebben voor bestaande voorzieningen rekenen wij deze niet mee in de weerstandscapaciteit. Resultaat na bestemming volgende programmabegrotingen In het BBV is aangegeven dat het resultaat na bestemming volgend uit de programmabegroting ook tot het eigen vermogen behoort. Afhankelijk van de bestemming zal daarom ook dit resultaat meegenomen kunnen worden in de berekening van de weerstandscapaciteit. De post onvoorzien wordt bij de begroting opgenomen om onvoorziene ontwikkelingen te kunnen afdekken en kan derhalve tot de weerstandscapaciteit gerekend worden. Programmabegroting 2012
-- 75 --
Onbenutte belastingcapaciteit Bij de OZB-tarieven wordt berekend wat de maximale inkomsten zijn op basis van de artikel 12-norm van het rijk. Door middel van opname in de Meicirculaire van het Gemeentefonds heeft de minister van Binnenlandse Zaken nieuwe normen voor toelating tot artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet bekendgemaakt. Toelating wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ- waarde. Voor 2012 is dit percentage gesteld op 0,1320 % (in 2011 was dit 0,1279 %). Het genoemde percentage * WOZ-waarde geeft de maximale belastingcapaciteit weer. Dit is 0,1320 * € 2.802.887.000,-- = € 3.699.811,--. In de begroting is aan belastingopbrengsten opgenomen: € 3.229.925,--. Het verschil is de onbenutte belastingcapaciteit namelijk € 469.886,--. Bij andere heffingen wordt berekend welke inkomsten nog mogelijk zijn indien er gestreefd wordt naar volledige kostendekkende tarieven. Voor afvalstoffenheffing en rioolrecht is sprake van 100% kostendekking. De aanwezige egalisatiereserve afvalstoffenheffing is per 1-1-2012 negatief en wel voor een bedrag van € 173.000,--. Het is dan ook niet meer dan logisch dat dit (negatieve) bedrag wordt meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. De egalisatiereserve wordt in 2012 gevoed met de vrijvallende kapitaallasten van de afgeschreven afvalcontainers, omdat naar verwachting in 2011 nog niet tot vervanging zal worden overgegaan. Dat betekent dat deze bedragen in de egalisatiereserve kunnen worden gestort. Hierdoor komt de reserve per 1-12013 op een negatief saldo van € 115.620,00. Bij het rioolrecht is eveneens sprake van 100% kostendekking. Tegen die achtergrond wordt geen bedrag meer opgenomen. De egalisatiereserve tarieven rioolrecht heeft per 1-1-2012 een saldo van € 313.916,--. Deze reserve heeft een vastgestelde bestemming en wordt hierdoor niet meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. De onbenutte belastingcapaciteit voor toeristenbelasting en leges overige heffingen worden buiten de berekening van de weerstandscapaciteit gehouden, omdat hiervoor geen objectieve normen beschikbaar zijn en het om lage bedragen gaat. Voor toeristenbelasting gelden alleen maatschappelijke en economische grenzen. Voor leges en overige heffingen geldt kostendekkendheid. Stille reserves Stille reserves zijn bezittingen waarvan de marktwaarde niet uit de balans blijkt. Dit betreft bijvoorbeeld de verkoopwaarde van groenstroken, gebouwen en aandelen. Deze posten hebben volgens de balans van SintOedenrode geen of een lagere boekhoudkundige waarde dan de marktwaarde. Het verschil tussen deze boekhoudkundige waarde en de marktwaarde is de stille reserve (er van uitgaande natuurlijk dat de marktwaarde hoger is dan de boekhoudkundige waarde). Omdat bij het bebouwen van groen een zorgvuldige afweging gemaakt dient te worden is het in dit geval niet verstandig een waarde op te nemen voor dit onderdeel. Ook voor de marktwaarde van gebouwen kan zonder gedegen onderzoek moeilijk een inschatting worden gemaakt. Daar komt nog bij dat bij gemeentelijke gebouwen vaak sprake is van een “incourantheid”. Dat er een duidelijke overwaarde zit moge echter duidelijk zijn. Vooralsnog nemen we dit onderdeel echter niet mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit. Wel zou het mogelijk zijn de stille reserves te bepalen voor de aanwezige participaties in private ondernemingen, zoals de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten en het Bouwfonds. Aangenomen wordt dat dit minimaal een bedrag van € 500.000,-- omvat. Voorzieningen worden niet meegerekend in de weerstandscapaciteit omdat zij gevormd zijn voor het afdekken van voorzienbare lasten in verband met verplichtingen en risico’s waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker is. Deze lasten hangen samen met de periode voorafgaand aan die datum.
Programmabegroting 2012
-- 76 --
Paragraaf C - Kapitaalgoederen Algemeen De gemeente Sint-Oedenrode is een gemeente met een grondoppervlakte van 6.494 hectare. Een gedeelte daarvan betreft openbare ruimte welke in beheer is bij de gemeente. Daarin vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren. Bij het beheer en onderhoud gaat het om de volgende kapitaalgoederen: - infrastructuur, zoals wegen, water, riolering en kunstwerken; - voorzieningen, zoals plantsoenen en bermen, speel- en sportterreinen, openbare verlichting; - gebouwen, zoals openbare gebouwen, scholen, monumenten. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten. In de begroting wordt voor wegen, riolering en gebouwen sinds jaar en dag onderscheid gemaakt tussen het dagelijks klein onderhoud, opgenomen in de gewone dienst, en het groot onderhoud, opgenomen in de beheerplannen.
Notitie onderhoud kapitaalgoederen In het najaar van 2008 heeft de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) een notitie uitgevaardigd met als titel “Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen”. De taak van de commissie BBV is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen. De commissie heeft in de afgelopen jaren vanuit de praktijk veelvuldig vragen over het onderwerp kapitaalgoederen gehad. Aan de hand van die vragen heeft de commissie besloten een notitie over kapitaalgoederen op te stellen om de zaken te verduidelijken. Daartoe heeft zij in de notitie een aantal stellige uitspraken gedaan die leidend zijn voor de accountantscontrole. Dit zijn ondermeer: • De kosten van (kleine én groot) onderhoud zijn niet levensduurverlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. o Kosten van klein onderhoud dienen in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie te worden gebracht. Kosten van groot onderhoud kunnen op 2 wijzen worden verwerkt in de administratie: Kosten in het jaar van uitvoering direct ten laste van de exploitatie brengen, met eventuele vrijval via resultaatbestemming van een daartoe gevormde reserve. Kosten in het jaar van uitvoering ten laste van een vooraf gevormde voorziening brengen. o Kosten van het wegwerken van achterstallig onderhoud dienen ineens ten laste van de exploitatie te worden gebracht. • Voorzieningen die worden gevormd om de (groot) onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren kunnen alleen worden ingesteld en gevoed op basis van een beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed. Dit beheerplan dient periodiek te worden geactualiseerd.
Beheerplannen Voor de instandhouding van kapitaalgoederen wordt, zoals hiervoor al gemeld, veelal gewerkt met beheerplannen. In deze beheerplannen worden het meerjarige onderhoudsprogramma en de daarbij behorende financiële middelen vastgelegd. Wegen en bruggen Het meerjarenplan voor het beheer van de gemeentelijke bruggen is gecombineerd met de meerjarenplanning voor wegbeheer. Het gecombineerde meerjarenplan voor de periode 2007 – 2011 is in april 2007 door de raad vastgesteld.
Programmabegroting 2012
-- 77 --
Wegen In 2010 is een nieuw beheerplan voor de periode 2010-2014 opgesteld. Dat plan wordt iedere drie jaar geactualiseerd. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen gesloten verharding (asfalt- en betonverhardingen) en elementenverharding (klinkers en tegels). In verband met het Landbouwontwikkelingsgebied Jekschotse Heide is besloten om een aantal wegen te reconstrueren. (Co-)financiering daarvan gebeurt uit de onderhoudsvoorziening Wegen. In 2011 wordt de Boskantseweg plaatselijk gerepareerd. Voorbereiding van de herinrichting en/of onderhoudsmaatregelen vindt plaats in 2012, uitvoering in 2013. Bruggen Het opgestelde beheerplan voor bruggen (2007–2011) maakt onderscheid tussen klein onderhoud, groot onderhoud en vervangingen. De oude brug in de Corridor vormt een continue punt van aandacht, de kwaliteit wordt geregeld gemonitord. In 2011 wordt een nieuw beheerplan opgesteld waarin de resultaten daarvan betrokken worden. De resultaten daarvan zijn nog niet bekend. In de tabel hieronder zijn de (vervangings)investeringen van het huidige plan opgenomen. Daarin zijn de eerste voorzien in de periode 2017 - 2021. Voor de kosten van groot onderhoud aan wegen en bruggen is een onderhoudsvoorziening gevormd. Het saldo van deze voorziening verloopt als volgt: Wegen en bruggen Stand 1-1 Storting* Onttrekking Stand 31-12
2012 1.251.224 769.351 -803.550 1.217.025
2013 1.217.025 569.030 -1.573.417 212.638
2014 212.638 467.692 -338.550 341.780
2015 341.780 467.692 -381.550 427.922
* In 2012 en 2013 is de storting hoger dan in de jaren daarna, doordat in deze jaren subsidie wordt ontvangen voor de inrichting van het LOG Jekschotse heide.
De cijfers in bovenstaande tabel zijn gebaseerd op het besluit van de raad om over te gaan tot inrichting van het LOG Jekschotse Heide d.d. 30-6-2011 waarbij de meerjarenplanning wegonderhoud is aangepast. Daarnaast is uw besluit om de herinrichting/onderhoud Boskantseweg uit te stellen verwerkt. (Derhalve is er een afwijking van bladzijde 35 van de kadernota). Water/riolering Het beleid voor de te beheren rioleringsonderdelen is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP onderdeel van het Waterplan) dat in juni 2006 is vastgesteld. Hierin is weergegeven wat de huidige toestand van de gemeentelijke riolering is, wat de gewenste toestand is, en welke inspanning (financieel/technisch/personeel) verricht moet worden om van de bestaande naar de gewenste toestand te komen. De onderhoudstoestand van het rioleringsstelsel is aan de hand van put/video-inspecties bepaald. Aan de hand van de ouderdom, geïnventariseerde schadebeelden en extrapolatie daarvan is de restlevensduur berekend voor elke individuele rioolstreng. Met behulp van het rioolbeheersprogramma dgDIALOG van de Grontmij, is een planning berekend voor het uit te voeren rioolrenovatieprogramma. Deze planning is afgestemd op geplande bovengrondse werkzaamheden. De volgende uitgaven zijn in het GRP verwerkt: • de kosten voor het hierboven genoemde renovatieprogramma; • de kosten voor het dagelijks onderhoud van de riolen, rioolgemalen, kolken e.d., alsmede de kosten voor verschillende nutsvoorzieningen (exploitatiekosten); • de kosten zoals verzekeringen, belastingen, personeelslasten e.d. (algemene lasten); • de kosten voor de in het verleden gemaakte kapitaalsinvesteringen. In het waterplan staan naast zaken over riolering ook maatregelen opgenomen over het totale watersysteem. Die strekken zich uit van bermsloten, vijvers/wielen en beken tot grondwater. Naast maatregelen tegen verdroging zijn ook maatregelen ter beperking van vervuiling open water, inrichting van ecologische verbindingszones etc. opgenomen. De kosten voor de benodigde maatregelen staan aangegeven in het Waterplan. De inkomsten uit rioolvergunningen, subsidies, en die uit het te heffen toekomstig (verbrede) rioolrecht staan hiertegenover. Programmabegroting 2012
-- 78 --
Het tarief voor het rioolrecht is dusdanig berekend dat de stand van het rioolfonds tot 2014 neutraal is. De consequenties van de vaststelling van het Waterplan en GRP hebben tot gevolg dat bij iedere bovengrondse activiteit bezien wordt in hoeverre daar maatregelen, zoals omschreven in die plannen uitgevoerd kunnen (en in het geval van groot onderhoud en/of vervanging van riolering moeten) worden. Inmiddels is gestart met het opstellen van een inmiddels wettelijk ingekaderd “verbreed GRP”. Daarin komen zowel onderdelen van het huidige GRP als waterplan terug. Uiteraard wordt daarbij ook geëvalueerd. Voor de kosten van onderhoud aan en vervanging van riolering is een onderhoudsvoorziening gevormd. In 2009 is de bestaande onderhoudsvoorziening gesplitst in een voorziening onderhoud riolering en een voorziening vervanging riolering. Het saldo van deze voorzieningen verloopt als volgt: Riolering – onderhoud Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
2012 134.401 18.687 -38.500 114.588
2013 114.588 18.687 -38.500 94.775
2014 94.775 18.687 -38.500* 74.962
2015 74.962 18.687 -6.300* 87.349
Riolering – vervanging Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
2012 756.267 114.789 -236.500 634.556
2013 634.556 114.789 -236.500 512.845
2014 512.845 114.789 -236.500* 391.134
2015 391.134 114.789 -38.700* 467.223
* In bovenstaande overzichten zijn de onttrekkingen geraamd op basis van de eerste doorberekeningen van het nieuwe “verbreed GRP”. Dit betreft een voorlopig cijfer, omdat het nieuwe plan nog niet is vastgesteld.
Groen Er is een beheervisie waarin aangegeven is hoe om te gaan met het gemeentelijke groen in de verschillende kernen en woonwijken. Met een onderscheid naar gebied en functie is er sprake van een gedifferentieerd beheer: op basis van de beschikbare groeninventarisatie waarin alle aanwezige groenelementen zijn opgenomen is het beheer opgenomen in een (digitaal) groenbeheerprogramma. Voor de kosten van grootschaliger vervanging van groenvoorzieningen is geen voorziening gevormd. Kosten van beperkte renovaties komen ten laste van de onderhoudsbegroting. Gebouwen De gemeente heeft een groot aantal gebouwen in eigendom voor vele functies in het maatschappelijk verkeer. Voor alle gebouwen is een onderhoudsplanning aanwezig. De onderhoudsplannen voor groot onderhoud gebouwen - welke een periode van 10 jaar bestrijken - dienen tweejaarlijks te worden geactualiseerd. De basis hiervoor is de Notitie “Bouwkundig onderhoud” van oktober 2000. De meest recente bestuurlijk vastgestelde actualisatie dateert van 2005. In 2011 is een nieuwe meerjarenonderhoudsplanning POG (Planmatig Onderhoud Gebouwen) opgesteld (vanaf begrotingsjaar 2012), waardoor naast een actualisatie van de geplande onttrekkingen uit het fonds ook een actualisatie kan plaatsvinden voor de benodigde storting(en). Jaarlijks wordt bij het vaststellen van de gemeentebegroting door de gemeenteraad ingestemd met de onderhoudsplanning. Voor het groot onderhoud van gemeentelijke gebouwen is een onderhoudsvoorziening gevormd. Het saldo van deze voorziening verloopt als volgt: Groot onderhoud gebouwen Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
2012 229.203 109.060 -183.250 155.013
2013 155.013 109.060 -83.650 180.423
2014 180.423 109.060 -51.900 237.583
2015 237.583 109.060 -100.100 246.543
*De onttrekkingen zijn gebaseerd op de meerjarenplanning 2012 t/m 2036. De stortingen zijn nog gebaseerd op de basiscijfers 1995 zonder index.
Programmabegroting 2012
-- 79 --
De geactualiseerde meerjarenonderhoudsplanning (POG) 2012-2036 wordt d.m.v. een separaat voorstel aan de gemeenteraad ter vaststelling voorgelegd. Voor het groot onderhoud van de gebouwen van het Sportbedrijf is een afzonderlijke onderhoudsvoorziening gevormd. Dit betreft het overdekte zwembad De Neul, de sporthal De Streepen, de sportzaal Kienehoef en gymlokaal Boskant. Deze gebouwen zijn opgenomen in de meerjarenonderhoudsplanning 2012-2036. Het saldo van deze voorziening verloopt als volgt: Groot onderhoud gebouwen Sportbedrijf Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
2012 45.331 33.175 -12.500 66.006
2013 66.006 33.175 -104.000 -4.819
2014 -4.819 33.175 -4.000 24.356
2015 24.356 33.175 -53.000 4.531
De onttrekking voor 2012 heeft betrekking op schilderwerk in de gymzaal in Boskant en vervanging van een aantal installatie onderdelen van het zwembad De Neul. De stortingen zijn eveneens nog gebaseerd op de basiscijfers 1995 zonder index. Na de realisatie van de nieuwe sporthal de Streepen zal de planning voor de sportgebouwen moeten worden aangepast. Openbare verlichting Voor het schilderwerk en het vervangen van armaturen (groepsremplace) is in 2004 een afzonderlijke onderhoudsvoorziening in het leven geroepen. Met name de egalisatie van de ongelijkmatige kosten speelt in deze beslissing een rol. Het verloop van deze voorziening is als volgt:
Voorziening openbare verlichting Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
2012
2013
2014
2015
108.011 56.800 -35.301 129.510
129.510 56.800 -69.704 116.606
116.606 56.800 -26.524 146.882
146.882 56.800 -41.643 162.039
Het beleidsplan Openbare Verlichting 2009-2013 is in de raadsvergadering van 24 september 2009 vastgesteld. Toen is besloten om een voorziening openbare verlichting te vormen voor uitbreiding, vervanging en verbetering van de openbare verlichting. Bij de nota reserves en voorzieningen is de voorziening hernoemd naar de bestemmingsreserve openbare verlichting. Vóór 2014 zal het plan worden geëvalueerd. Tot de evaluatie zullen investeringen met kostenbesparend effect (energiebesparende maatregelen) met voorrang worden uitgevoerd. Jaarlijks wordt een uitvoeringsplan opgesteld dat volgens afspraak ter instemming aan u wordt voorgelegd. Het saldo van deze reserve verloopt als volgt:
Reserve openbare verlichting Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
2012 48.000 48.000 -25.543 70.457
2013 70.457 64.000 -38.314 96.143
2014 96.143 80.000 -51.085 125.058
2015 125.058 96.000 -63.856 157.202
Zowel bij de reserve als de voorziening is een stijgende lijn te zien in de omvang. Dit heeft te maken met de onttrekkingen na 2015. Toch zal de komende periode worden gekeken naar ombuigingsmogelijkheden.
Programmabegroting 2012
-- 80 --
Paragraaf D Financiering Inleiding Ter uitvoering van de wet Fido (financiering decentrale overheden) wordt het Treasurystatuut van gemeente Sint-Oedenrode geactualiseerd en vastgesteld (planning: 4e kwartaal 2011). Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de inrichting t.a.v. treasury. De uitwerking hiervan komt aan bod bij deze paragraaf in de begroting. In de paragraaf bij de jaarstukken wordt de verantwoordingsinformatie verstrekt. In het treasurystatuut zijn kort samengevat de volgende algemene doelstellingen opgenomen: • het verzekeren van toegang tot de financiële markten • het analyseren en beperken van de financiële risico’s van de organisatie. • het optimaliseren van de financiële logistiek; De financieringsparagraaf in de programmabegroting/-jaarverslag is een belangrijk instrument voor het transparant maken van de financieringsfunctie en daarmee voor het sturen en beheersen hiervan. In de raadsvergadering van 29 mei 2008 heeft de raad de Rentenota 2008 vastgesteld. Essentie van deze nota is dat in de begroting niet meer wordt uitgegaan van een gemiddelde rekenrente, maar van de werkelijke rente zoals die aan de afgesloten geldleningen is gekoppeld. Ook is hierbij de toerekening van rente over de eigen financieringsmiddelen sterk gewijzigd, d.w.z. dat alleen de werkelijke rente wordt begroot en geboekt. In de nota reserves en voorzieningen 2011 is aangegeven welke uitzonderingen hierop van toepassing zijn. Voor enkele reserves/voorzieningen is nog sprake van toerekening van rente en/of toevoeging a.g.v. inflatie. Ten aanzien van de onderhoudsvoorzieningen openbare ruimte is bij de begroting 2011 besloten dit vooralsnog niet meer te doen. In deze paragraaf komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan bod: rentevisie, risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer, administratieve organisatie en informatievoorziening.
Rentevisie Conform het treasurystatuut stellen we jaarlijks een rentevisie op. Deze rentevisie is gebaseerd op de rentevisie gepubliceerd in de meest recente publicatie van het Centraal Plan Bureau (CPB), namelijk het centraal economische plan van maart 2011. Uit onderstaande tabel blijkt dat het CPB een stijging van de rente verwacht over de gehele linie. 2008 %
2009 %
2010 %
2011 %
2012 %
Korte rente - Verenigde Staten - Eurogebied
3,00 4,60
0,60 1,20
0,30 0,80
0,50 1,25
1,25 2,00
Lange rente - Verenigde Staten - Eurogebied
3,60 4,00
3,20 3,30
3,20 2,80
3,50 3,25
4,00 3,75
Bron: Centraal Economische Plan: maart 2011
Programmabegroting 2012
-- 81 --
Risicobeheer Ten aanzien van risicobeheer gaan we hier in op achtereenvolgens renterisicobeheer, debiteurenrisicobeheer, kredietrisicobeheer en intern liquiditeitenbeheer. Renterisicobeheer Ten aanzien van het renterisicobeheer is door de wet Fido per 1 januari 2009 een renterisiconorm voor financiering lang ingevoerd. De renterisiconorm heeft als doel het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Tevens is er de kasgeldlimiet voor financiering kort. Deze normen mogen niet overschreden worden. De hierna opgenomen tabellen zijn modelstaten zoals deze zijn opgenomen in de uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden. Berekening van de renterisiconorm op vaste schuld De rente risiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. Tegen dit bedrag wordt afgezet het bedrag dat in het lopende jaar aan aflossingen moet worden betaald, vermeerderd met het bedrag van de geldleningen waarvan de rente herzien mag/kan worden. Onderstaande tabel becijfert deze norm voor de gemeente Sint-Oedenrode voor de periode 2012 t/m 2015. Uit het overzicht blijkt dat de gemeente in de komende jaren onder de renterisiconorm blijft.
Berekening renterisiconorm van de vaste schuld per 01-01 van het jaar * € 1.000,-2012
2013
2014
2015
1a Renteherziening op vaste schuld o/g
0
0
0
0
1b Renteherziening op vaste schuld u/g
0
0
0
0
0
0
0
0
2 Te betalen aflossingen
2.041
1.930
1.970
2.050
3 Renterisico (1+2)
2.041
1.930
1.970
2.050
4 Renterisiconorm
6.475
6.565
6.560
6.535
4.433
4.635
4.590
4.485
32.369
32.824
32.800
32.674
20
20
20
20
6.475
6.565
6.560
6.535
1 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)
5a Ruimte onder norm 5b Overschrijding risiconorm Berekening Renterisiconorm 4a Het begrotingstotaal per 1 januari 4b Bij ministeriële regeling vastgestelde % 4 Rente risiconorm
Berekening van de kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. De gemiddelde netto-vlottende schuld mag deze limiet niet overschrijden. Voor het berekende bedrag hoeft geen langlopende geldlening te worden aangetrokken. Evenals in voorgaande jaren het geval was, zal wanneer de rente voor kortlopend geld lager is dan voor langlopend geld veelvuldig gebruik worden gemaakt van de maximale kasgeldlimiet.
Programmabegroting 2012
-- 82 --
Berekening kasgeldlimiet * € 1.000,-1 Vlottende schuld 2 Vlottende middelen 3-4 Saldo 5 Kasgeldlimiet 6 Ruimte – overschrijding kasgeldlimiet (+ = ruimte; - = overschrijding)
2.000 35 1.965 2.751 786
Berekening kasgeldlimiet 7 Begrotingstotaal
32.369
8 Percentage voor gemeenten
8,5%
5 Kasgeldlimiet
2.751
Debiteurenrisicobeheer In januari 2011 zijn beleidsregels vastgesteld door het college ten aanzien van privaatrechtelijke vorderingen. Door een deugdelijk debiteurenbeheer en het strikt toepassen van aanmaningen en vervolgens inschakelen van het incassobureau wordt het risico van niet betalen gereduceerd. De openstaande vorderingen worden periodiek belicht. Jaarlijks wordt als daartoe aanleiding bestaat de niet invorderbare posten afgeboekt ten laste van de voorziening dubieuze debiteuren. Op 1 januari 2011 bedroeg de voorziening voor debiteuren: € 16.000,--. Bij het opmaken van de jaarrekening wordt bekeken of de voorziening toereikend is en zal indien nodig aangevuld worden. De financiële gevolgen hiervan worden verwerkt in de jaarrekening. Kredietrisicobeheer De kredietrisico’s worden beperkt door uitsluitend gelden uit te zetten bij kredietwaardige partijen. Op basis van het nu geldende treasurystatuut zijn dit Nederlandse overheden en kredietwaardige partijen met minimaal AA-rating van erkende rating bureaus. Tevens heeft de gemeenteraad op 20 december 2001, in overeenstemming met de wens van de provincie besloten geen geldleningen meer te verstrekken aan het personeel. Intern liquiditeitsbeheer In het kader van het opstellen van de begroting 2012 is een inschatting gemaakt van het financieringstekort/-overschot. Op basis hiervan is in deze begroting een langlopende geldlening voorzien van € 5.000.000,--. In 2012 zal een doorontwikkeling plaatsvinden ten aanzien van het intern liquiditeitsbeheer. Eventuele overschotten worden zo efficiënt mogelijk beheerd conform de regels van het geldende treasurystatuut. Tekorten worden in eerste instantie gefinancierd binnen de normen van de kasgeldlimiet. Op deze manier trachten we de financieringskosten zo laag mogelijk te houden. 137 Begroting 2011
Gemeentefinanciering Financiering Financiering omvat het aantrekken van de benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal een jaar. Uit onze leningsportefeuille blijkt dat er geen leningen meer in aanmerking komen voor vervroegde aflossing. Bij het aangaan van nieuwe geldleningen is, ter vermijding van renterisico’s, gekozen om geen geldleningen met tussentijdse renteherziening af te sluiten.
Programmabegroting 2012
-- 83 --
Uitzetting Ten aanzien van uitzetting van middelen kunnen kredietrisico's en/of koersrisico's zich voordoen. In de staat van activa zijn een aantal uitgegeven geldleningen geactiveerd. Het betreft geldleningen aan: • Personeel • Woningbouwverenigingen • Stimuleringsfonds Volkhuisvesting • Slotuitkering liquidatie HNG • Deelnemingen (o.a. BNG) De gemeente heeft per 1-1-2012 een bedrag van € 7.990.255,76 aan leningen met zekerheid uitgezet (personeel) en geen leningen zonder zekerheid. De gemeente Sint-Oedenrode loopt in principe koersrisico’s op de waardeverandering van deelname in het aandelenpakket van Brabant Water BV en de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. De aandelen van bovengenoemde vennootschappen worden op de balans gewaardeerd tegen de oorspronkelijke aanschafwaarde, welke slechts een fractie is van de werkelijke waarde. Er is dan ook geen sprake van een koersrisico. Relatiebeheer De gemeente heeft met de NV BNG te Den Haag de meeste contacten omdat bij deze bank de meeste en grootste mutaties plaatsvinden. Met deze bank wordt periodiek overleg gevoerd. Bij de Rabobank worden eveneens rekening-courantverhoudingen aangehouden. Met deze bank wordt op incidentele basis contact onderhouden. 138 Begroting 2011
Kasbeheer Geldstromenbeheer Het aantal rekening-courantverhoudingen is minimaal, zodat het geldstroombeheer overzichtelijk is. Saldo en liquiditeitsbeheer Periodiek worden de saldi indien nodig afgeroomd. Voor het komende begrotingsjaar verwachten wij geen overschotten.
Administratieve organisatie De administratieve organisatie wordt uitgevoerd conform de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het vastgestelde treasurystatuut.
Informatievoorziening De beleidsmatige informatieverstrekking vindt zijn basis in het treasurystatuut. Met de paragraaf financiering bij de begroting en jaarrekening wordt periodiek verslag gedaan terwijl bij de bestuursrapportages relevante afwijkingen worden gemeld. Ook wordt periodiek informatie verstrekt aan het CBS. Met de invoering van het Besluit Begroten en Verantwoording (BBV) is de informatie voor het CBS (Iv3= Informatie voor derden) nog belangrijker geworden. De door de gemeenten aangeleverde informatie vormt de basis voor het berekenen van het EMU-saldo. Niet correcte of tijdige aanlevering van de gegevens kan boetes tot gevolg hebben.
Programmabegroting 2012
-- 84 --
Paragraaf E - Bedrijfsvoering Samenvatting wijzigingen Thema voor 2012 is kwaliteitsverbetering. De basis voor deze kwaliteitsverbetering is te vinden in het collegeprogramma en het ondernemingsplan. Een en ander wordt geborgd via met name het programma bedrijfsvoering.
Inleiding Kwaliteitsverbetering is een continu proces en strekt verder dan de bedrijfsvoeringsparagraaf. Denk niet alleen aan verbetering van de organisatie, maar (daarmee) ook van de dienstverlening. . De jaren 2008-2011 leveren veel aanknopingspunten op voor die verbetering. Naast het collegeprogramma valt dan te denken valt aan rechtmatigheidonderzoeken vanuit interne controle en de controle door de accountant), onderzoeken van de lokale rekenkamercommissie, het klanttevredenheidsonderzoek (Staat van de Gemeente), het dereguleringsonderzoek van SIRA en het gecombineerde medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) / Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) / evaluatie van de organisatie. Verder geven het visiedocument en realisatieplan Dienstverlening, het ondernemingsplan 2011, het onderzoek uit 2011 naar de financiële positie van deze gemeente 2011 en de nog te houden INKpositiebepaling een forse impuls aan deze kwaliteitsverbetering (INK staat voor Instituut Nederlandse Kwaliteit en met behulp van deze positiebepaling kan de gemeente belangrijke verbeterpunten in de bedrijfsvoering traceren). In 2009 is het implementatieplan interne bedrijfsvoering opgesteld op basis van een belangrijk deel van bovenstaande aanknopingspunten. Met dit plan is een impuls aan de kwaliteit van de interne dienstverlening gegeven. Het implementatieplan is tevens geborgd in het ondernemingsplan 2011 en het daarin opgenomen programma bedrijfsvoering. De uitvoering van dit plan loopt door in 2012. Daarnaast zal de in het najaar van 2011 te houden INK-positiebepaling worden benut voor de verdere kwaliteitsverbetering van de bedrijfsvoering. Een en ander tegen de achtergrond van een toenemende (intergemeentelijke) samenwerking, maar ook een krimpend perspectief. Het wordt de kunst om met minder middelen te komen tot een betere bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringparagraaf heeft betrekking op de zogenaamde ‘pijofca-elementen’, zijnde: personeel, informatie, juridische aspecten, organisatie, financieel beheer, communicatie en automatisering. Hieronder wordt op deze elementen ingegaan.
Organisatie Samen Rooien (voorheen Rooi ontwikkel(d)(t)) Per 1 september 2009 is de organisatiestructuur aangepast en per 1 mei 2011 doorontwikkeld. De belangrijkste wijziging betreft het invoeren van de teamleiders, zodat de afstand tussen medewerker en leidinggevende wordt verkleind. Het jaar 2012 staat in het teken van de verdere ontwikkeling en implementatie van het aangepaste Rooise organisatiemodel. Komen tot meer samenhang en samenwerking zijn daarbij de sleutelbegrippen. In 2012 wordt de invoering van de Rooise School en het Roois Café verder geïmplementeerd en wordt de ontwikkeling van de organisatie via de teamleiders naar de medewerkers verder doorgezet en geborgd. Cultuurverandering is een continu proces. Als gevolg van de steeds veranderende omgeving en behoeften van onze inwoners zullen ook de organisatie en haar medewerkers steeds mee moeten veranderen. Het verder verbeteren van de organisatiecultuur krijgt mede gestalte via de Rooise School en het Roois Café. Het proces van cultuurverandering heeft een relatie met de doorontwikkeling van de organisatie, verbetering van de Programmabegroting 2012
-- 85 --
dienstverlening (ontwikkeling van publiekswijzers), de interne en externe samenwerking en deregulering. Ook in 2012 blijven wij aandacht schenken aan de doorontwikkeling van onze organisatie. Zo gaan wij bijvoorbeeld aan de slag met de implementatie van de uitkomsten van het INK-model (Instituut Nederlands Kwaliteit). Dit model wordt gebruikt om met elkaar te bepalen waar we nu staan met de bedrijfsvoering en waar onze verbeterkansen liggen. Het nieuwe werken Een veelgehoorde kreet is tegenwoordig “Het nieuwe werken”. Dit houdt in dat we meer tijd- en plaatsonafhankelijk gaan werken. Ofwel: meer bij de klant/burger, thuis, onderweg of toch gewoon op kantoor. Ook het contact met burgers verandert sterk. Burgers kunnen straks elektronisch stemmen, digitaal hun mening geven of zelfs participeren in ontwikkelingen. Informatievoorziening speelt hierin een belangrijke rol. Dit betekent dat de gemeente Sint-Oedenrode verschillende veranderingen tegelijkertijd gaat doormaken: de dienstverlening wordt aangepast binnen een veranderende informatiehuishouding met de nadruk op digitale informatievoorziening: alle informatie in principe digitaal, tenzij dit (nog) niet mogelijk, klantgericht of efficiënt is. De dienstverlening wordt echt ingericht op de klantbehoeften: een organisatie van buiten naar binnen. Belangrijk onderdeel hiervan is het zaakgerichte werken, waarbij een verzoek om actie vanaf binnenkomst in de organisatie kan worden gevolgd door zowel de aanvrager, de behandelende medewerker als degene die de taakuitvoering controleert of coördineert. Hierdoor krijgen onze klanten snel en eenduidig antwoord op hun vragen en kunnen zij online volgen hoe het staat met de afhandeling van hun zaken. Intern besparen onze medewerkers uiteindelijk tijd door een betere samenwerking, een gemakkelijkere toegang tot de informatie, een zo geautomatiseerd mogelijke afhandeling en een sluitende verantwoording. In 2012 worden de kaders voor het nieuwe werken uitgewerkt. Wij verwachten in 2012 te kunnen starten met de invoering van een aantal maatregelen om het nieuwe werken te bevorderen .
Inkoop en aanbesteding Een verdere professionalisering van de inkoop(functie) staat voor de komende jaren op het programma. De belangrijkste onderdelen daarbij zijn: • Duurzaam inkopen; om in 2015 de doelstelling van 100% duurzaam inkopen te kunnen halen worden de volgende activiteiten uitgevoerd: o actieplan opstellen en gezamenlijk uitvoeren o duurzaamheidsmonitor invullen • Inkoopprocedures opstellen en formats ontwikkelen. Ook vastleggen van uitgevoerde aanbestedingen in een aanbestedingenregister en het bijhouden van een contractendatabase. • Inkoopsamenwerking met andere gemeenten middels het Inkoopplatform Noordoost-Brabant verdere invulling geven. Dit gebeurt door het: o opstellen van inkoopactieplannen; o het opstellen en verspreiden van nieuwsbrieven over het inkoopplatform; o deelnemen aan gezamenlijke aanbestedingstrajecten. • Inkoop- en aanbestedingsbeleid (waaronder inkoopvoorwaarden) actualiseren en implementeren. In 2012 verschijnt naar verwachting de nieuwe aanbestedingswet welke ‘vertaald’ zal moeten worden naar lokaal inkoopbeleid. Verdere uitwerking van beleid m.b.t. sociale werkvoorziening (inbesteding, social return), innovatief aanbesteden en duurzaam inkopen.
Personeel Goed werkgeverschap/modern personeelsbeleid In het collegeprogramma 2010-2014 worden de volgende elementen genoemd: Duurzame inzet medewerkers (leeftijdbewust), goede arbeidsvoorwaarden (rechtspositie), relatie inhuurformatie. In 2011 wordt het personeelsbeleid, passend bij een goed werkgeverschap definitief vastgesteld. Implementatie hiervan volgt in 2012. Overigens zal het personeelsbeleid ook steeds meer in PLE1N-verband Programmabegroting 2012
-- 86 --
vorm krijgen. Enerzijds doordat de PLE1N-gemeenten tot een gemeenschappelijk arbeidsvoorwaardenpakket zullen komen. Anderzijds omdat de PLE1N-gemeenten een gezamenlijke P&O-werkeenheid gaan vormen die vanuit Haaren de P&O-werkzaamheden gaat vervullen voor de PLE1N-gemeenten. Selectieve personeelsstop Gelet op de economische situatie hebben wij in 2010 een selectieve personeelsstop ingevoerd. Deze geldt in 2012 nog steeds. Opleiden Voor een goede uitvoering van taken en de ontwikkeling van medewerkers wordt het steeds belangrijker om medewerkers opleidingsfaciliteiten te bieden. Temeer een deel van de medewerkers als gevolg van ondermeer de ombuigingen en samenwerking (deels) ook een ander takenpakket zal krijgen. De gewenste c.q. noodzakelijke opleidingen/cursussen worden jaarlijks geïnventariseerd waarbij ook de toekomstige opleidingsbehoeften worden meegenomen. Deze inventarisatie dient als basis voor de besteding van het beschikbare opleidingsbudget. In de begroting 2012 zijn enkele posten samengevoegd tot één centraal ontwikkel- en opleidingsbudget, zodat versnippering wordt voorkomen. Ziekteverzuim Door gerichte acties van het management, de bedrijfsarts en de ARBO-/preventiemedewerker wordt getracht het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden, bij voorkeur onder het gemiddelde gemeentelijke verzuimpercentage van gemeenten met vergelijkbare omvang. Risico inventarisatie en Evaluatie (RI&E) In 2010/2011 is de RI&E voor de gehele organisatie uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten van de RI&E vinden er waar nodig verbeteringen in de arbeidsomstandigheden plaats. Uitvoering hiervan zal doorlopen tot 2012. Uiteraard worden deze verbeteringen zoveel mogelijk met behulp van bestaande middelen opgepakt. Inhuur Ook in 2012 blijft inhuur van externen onontkoombaar: voor vervanging, specialistische of tijdelijke werkzaamheden of vanwege de arbeidsmarkt. Door de inhuur van externen kan een zekere flexibiliteit in de bedrijfsvoering worden gerealiseerd en risico’s m.b.t. wachtgeld worden voorkomen. Maar er zijn ook nadelen aan inhuur verbonden in de zin van een hoger tarief, overdracht en begeleiding. Via de nota “Aanpak externe inhuur” is de raad hierover geïnformeerd. Wij zullen in 2012 nog kritischer omgaan met de inzet van externen in relatie tot de inzet van de eigen medewerkers, Dit ook vanuit het gegeven dat de personele lasten naar beneden toe worden bijgesteld. Integriteit In 2010 hebben wij het integriteitsbeleid voor medewerkers van de gemeente Sint-Oedenrode geactualiseerd. De wetswijziging in de Ambtenarenwet heeft tot doel de integriteit binnen de overheid te bevorderen en verplicht overheidswerkgevers een gedragscode voor ambtenaren in te voeren en nieuwe ambtenaren een eed of belofte af te laten leggen. Integriteit vormt een vast onderdeel van het personeelsbeleid en wordt periodiek aan de orde gesteld in bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken, werkoverleg en individuele (POP- en beoordelings)gesprekken met medewerkers. Wij vinden het belangrijk om het integriteitsbeleid te handhaven, bespreekbaar te maken en actueel te houden. Nieuwe medewerkers leggen ten overstaan van het college de ambteed/- belofte af. Tijdelijke medewerkers (gedetacheerden, uitzendkrachten, stagiaires e.d.) ondertekenen een ‘verklaring van integriteit tijdelijk personeel’. Wij houden een registratie bij van nevenfuncties en financiële belangen van medewerkers die de belangen van de gemeente in enig opzicht kunnen raken. Voor bepaalde functies worden de nevenfuncties en de financiële belangen openbaar gemaakt.
Communicatie Burgerparticipatie De houding van onze inwoner verandert. Onze inwoner wil meedenken en meedoen. Dat betekent een andere Programmabegroting 2012
-- 87 --
manier van werken. Bij gemeentelijke plannen of op te stellen beleid willen we onze inwoners eerder betrekken. De handleiding burgerparticipatie en interactief werken gaan we daarom in 2012 implementeren. Een andere manier van werken vraagt om een duidelijk plan van aanpak. Deze handleiding is een hulpmiddel om te komen tot een weloverwogen besluit over het al dan niet interactief oppakken van een beleidsonderwerp en geeft vervolgens handvatten om te bepalen op welke wijze dat kan, binnen welke kaders, met welke deelnemers, in welke vorm en met welke spelregels. Deze andere manier van werken raakt ook de cultuur van onze organisatie. Burgerpanel De mening van inwoners is niet alleen belangrijk in beleidsprojecten. We onderzoeken de meerwaarde van een burgerpanel. Het is een mogelijkheid om ons meer inzicht te verschaffen bij onderwerpen, die inwoners aangaan. Social media We gaan social media inzetten als extra communicatiekanaal of -middel. Social media is media waarbij sociaal het sleutelwoord is: je moet het contact onderhouden, vragen beantwoorden, deelnemen aan de discussie, aanwezig zijn en blijven. Social media is een goede mogelijkheid om in te zetten voor interactie. Maar we gaan social media ook inzetten om de gemeente Sint-Oedenrode te positioneren. Social media kan een efficiënte manier zijn om inwoners (of andere belangstellenden) een kijkje in onze keuken te geven.
Automatisering In 2012 zijn veel onderwerpen op dit terrein sterk afhankelijk van de ontwikkeling die de samenwerking PLE1N doormaakt. Vanaf 1 januari 2012 wordt automatisering op zowel beleidsmatig als uitvoerend niveau uitgevoerd door de PLE1N-werkeenheid vanuit de gemeente Sint-Michielsgestel. Het jaar 2012 zal daarom in het teken staan van goede ondersteuningsafspraken tussen de PLE1N-werkeenheid ICT en de lokale gemeenten. Technisch gezien spelen er in 2012 in ieder geval drie projecten: • aanbesteding van een nieuwe gezamenlijke ICT-omgeving. Dit betekent dat een deel van de huidige omgeving (Databaseserver en SAN) waarvan het onderhoud eind 2011 afloopt nog een bepaalde periode gehandhaafd zal blijven. • aanbesteding van nieuwe afdruksystemen. De huidige systemen zijn twee jaar doorgeleased (totaal 6 jaar). Het contract loopt tot november 2012 en kan dan niet meer verlengd worden. • aanbesteding mobiele abonnementen. De huidige abonnementen lopen in maart 2012 af. Tegelijkertijd kan dan de vervanging van toestellen (GSM’s en Smartphones) meegenomen worden.
DIV (Documentaire Informatie Voorziening) In 2015 is het Klant Contact Centrum (KCC) het portaal waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen voor alle producten en diensten van de overheid. Vragen van klanten komen via verschillende kanalen binnen. Om deze vragen te kunnen volgen door de organisatie is het noodzakelijk dat ze op uniforme wijze worden vastgelegd in een Documentmanagementsysteem (DMS). Zowel het toekomstige KCC als het daarvoor in te richten DMS vragen om regie op alle documentenstromen in de organisatie. Doel is een betere, transparante en efficiënte informatievoorziening voor burgers en bedrijven. Daarvoor gaan we in 2012 het volgende doen: • regie post- en archiefwerkzaamheden door Documentaire Informatievoorziening (DIV) Zowel met in- en uitgaande post als met archivering wordt op diverse afdelingen verschillend omgegaan. Gedeelten van documentstromen zijn vastgelegd in het huidige postregistratiesysteem. Andere gedeelten alleen in de backoffice-applicaties. Het voeren van de totale regie zal worden doorgezet in 2012. Uitgangspunt hierbij is dat op dezelfde manier wordt omgegaan met de informatievoorziening. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk informatie op termijn via het DMS (Document Managementsysteem) ontsloten wordt. Dit is ook van belang voor de basisregistraties. Door het realiseren van koppelingen tussen systemen kan de informatie organisatiebreed worden gebruikt.
Programmabegroting 2012
-- 88 --
•
• •
•
•
Uitvoering richtlijn aanleveren archiefbescheiden Om een adequaat en toegankelijk archief te hebben is het nodig dat archiefbescheiden zo snel mogelijk in het juiste dossier terecht komen. Aan de hand van de in 2010 opgestelde richtlijn wordt de in 2011 ingezette werkwijze voortgezet. Dit houdt in dat in goed overleg met de taakvelden de aanwezige werkarchieven worden aangepakt. Verder wordt instructie aan medewerkers gegeven hoe zij om moeten gaan met werkdossiers. Ook hier geldt dat DIV steeds meer de regie krijgt over de archiefbescheiden in de organisatie. Wegwerken achterstand opbergen archiefbescheiden Eén van de eisen om digitaal te werken is dat de achterstanden in het archief worden weggewerkt. Dit werk, wat in 2010 is gestart, wordt in 2012 voortgezet. Overdracht archiefbescheiden Volgens de Archiefwet is het verplicht om te bewaren archiefbescheiden na 20 jaar over te dragen aan het Brabants Historisch Informatiecentrum. Het eerstvolgende archiefbestand dat daarvoor in aanmerking komt zijn de bouwvergunningen over de periode 1970-1988. In 2012 zal een plan van aanpak worden opgesteld om op termijn te komen tot overdracht aan het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC). Foto-archief In het archief van de gemeente Sint-Oedenrode bevindt zich een collectie foto’s die beschreven moet worden. Op dit moment is er voor een gedeelte van deze foto’s geen inventaris aanwezig en dus zeer moeilijk te raadplegen. Daarnaast is het zo dat, hoe langer hiermee gewacht wordt, hoe moeilijker het wordt om de op deze foto’s staande personen/situaties te beschrijven. Na beschrijving van deze foto’s kan een gedeelte van deze foto’s worden gedigitaliseerd en voor een breder publiek via het BHIC beschikbaar worden gesteld. In 2012 zal een plan van aanpak worden opgesteld voor bovengenoemde werkzaamheden. Consulentenoverleg Documentaire Informatievoorziening (DIV) In 2011 is gestart met het consulentenoverleg DIV. Het doel van dit overleg is om in een vroeg stadium op de hoogte te zijn van zaken die er spelen bij de diverse taakvelden. Door in gesprek te gaan kunnen zaken beter op elkaar worden afgestemd.
Juridische Zaken Het gaat hier om afstemming tussen primaire proces en ondersteunende proces, versterking juridische functie in primaire proces en het goed benutten van het inmiddels ingestelde juridische vakberaad. De herijking van de juridische functie in onze organisatie wordt in 2012 afgerond.
Financieel beheer/beleid In het collegeprogramma 2010-2014 staan ten aanzien van het vernieuwen/actualiseren van financiële beleidsnota’s de Regeling Budgethouderschap en de Notitie Begrotingsdiscipline op het programma. Ook de vernieuwing van de kostenverdeelstaat en invoering van liquiditeitsplanning heeft voor 2012 prioriteit. Tevens zal de verankering van de interne controle verder vorm krijgen. Gelet op het groeiende belang van de beheersing van risico’s zal risicomanagement ook de nodige aandacht krijgen. Doorlopende onderwerpen als doorontwikkeling begroting/rekening t.a.v. transparantie en prestatie-indicatoren blijven onze aandacht houden. Uiteraard zullen wij ook de uitvoering van de ombuigingen nauwlettend monitoren en de stand van zaken rapporteren tijdens de bestuursrapportages 2012.
Planning en Control • •
Door middel van een uitgebreid instrumentarium van kadernota, begroting, bestuursrapportages en rekening wordt de cyclus in 2012 doorlopen. In 2012 komt hier de afgesproken tussenevaluatie van het collegeprogramma 2010-2014 bij. Centraal in de komende bestuursperiode staat de realisatie van de ombuigingen. In 2012 zal de focus in belangrijke mate liggen op het doorvoeren van de voorgenomen ombuigingen. Deze kunnen ook gevolgen hebben voor het realiseren van de ambities. Daar waar bijstelling nodig is van deze ambities, gegeven de financiële en personele capaciteit om deze uit te voeren, zal het college dat via de P&C-cyclus Programmabegroting 2012
-- 89 --
•
• •
kenbaar maken. Zie verder de paragraaf ombuigingen. Ook staat in de komende bestuursperiode de doorontwikkeling (lees vergroting van de transparantie) van de begroting en rekening centraal. De verbeterslagen van 2011 worden geborgd en verder uitgewerkt. Ook wordt ingezet op de doorontwikkeling van prestatie-indicatoren. Ten aanzien van de programma’s 3 en 6 volgen hierover nog sessies met de raad. Belangrijke organisatorische instrumenten in het kader van de P&C, zoals de teamplannen en het ondernemingsplan, dat is opgebouwd uit de drie programma’s dienstverlening, bedrijfsvoering en beleid en ontwikkeling, worden ook voor 2012 opgesteld en benut. Mede in relatie tot de ombuigingen is de ontwikkeling van een dashboard (ken– en stuurgetallen) noodzakelijk. In 2012 zal hier vorm en inhoud aan worden gegeven.
Programmabegroting 2012
-- 90 --
Paragraaf F – Verbonden partijen Samenvatting wijzigingen Naar aanleiding van het onderzoek van de lokale rekenkamercommissie is de paragraaf ingrijpend gewijzigd. De Rooise visie op intergemeentelijke samenwerking is als onderlegger voor de visie op verbonden partijen verder uitgewerkt. Tevens is de informatie per verbonden partij uitgebreid.
Inleiding Verbonden partij is een verzamelbegrip voor diverse rechtspersonen (publiek – of privaatrechtelijk) die op afstand van de gemeente staan, maar die door een bestuurlijk en een financieel belang met de gemeente verbonden zijn. Op 28 december 2010 heeft de Lokale rekenkamercommissie de eindrapportage “Samen beter op koers, sturing en richting aan verbonden partijen“ aangeboden. In zijn vergadering van 24 februari 2011 heeft de Raad kennis genomen van de eindrapportage alsmede de reactie van het college op de aanbevelingen. De centrale vraagstelling in dit rekenkameronderzoek luidde: In hoeverre hebben de vastgestelde gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen in het jaar 2008 tot de gewenste gemeentelijke doelen geleid? Kort samengevat zijn de belangrijkste conclusies: * De visie en strategie van verbonden partijen zijn onvoldoende inzichtelijk gemaakt. * De paragraaf verbonden partijen kent omissies en onjuistheden. * Verwachte doelen en prestaties van verbonden partijen zijn onvoldoende inzichtelijk gemaakt. * De gemeente is gebrekkig in de inzet van de controle-instrumenten, zoals een paragraaf verbonden partijen, een inhoudelijke toets van de jaarstukken of het vragen om risicoanalyses. * Zolang de verbonden partij de kerntaak uitvoert, blijft de sturing en controle door de raad vooral reactief. De belangrijkste aanbeveling is om eerst de basiselementen op orde te brengen. Op basis van de concept-rapportage zijn in de paragraaf verbonden partijen van de programmabegroting 2011 geconstateerde omissies hersteld. De paragraaf verbonden partijen is dit jaar belangrijk gewijzigd. Passend bij de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek is de Rooise visie op samenwerking verder uitgewerkt. Daarnaast is veel meer informatie per verbonden partij opgenomen.
Rooise visie op intergemeentelijke samenwerking In ons collegeprogramma 2010-2014 ‘Samen Rooien’, hebben wij nadrukkelijk aandacht besteed aan (regionale) samenwerking. Dit in het besef dat wij niet alles alleen kunnen, willen en hoeven. In de commissievergadering van 2 december 2010 hebben we aan u de notitie “Onze koers ten aanzien van de regionale samenwerking” voorgelegd. In deze notitie is onze visie op samenwerking en daarmee de onderlegger voor de visie op verbonden partijen nader uitgewerkt. Samenwerking is noodzakelijk Deze gemeente/dit college onderkent de uitdagingen die op ons af komen als gevolg van de dienstverlening, de decentralisatie van rijkstaken en de rijksbezuinigingen. Verder speelt in dit verband de roep om schaalvergroting (door VNG (Thorbecke 2.0/Het perspectief van gemeenten) en rijkscommissies (commissie Kalden). Deze roep zien wij het laatste jaar steeds nadrukkelijker en is voor een belangrijk deel ook ingegeven vanuit de drang en/of noodzaak om de bestuurlijke en ambtelijke drukte te verminderen en efficiënter te werken. Op die manier ziet men mogelijkheden om tot een aanzienlijke financiële ombuiging te komen. De in die rapporten bepleite herindeling van gemeenten om zo een groter schaalniveau te bereiken, is wat ons betreft echter niet dé oplossing. Het grotere schaalniveau moet wat ons betreft bereikt worden door een nietvrijblijvende samenwerking met andere gemeenten. Het moet zodanig vorm worden gegeven, dat géén nieuwe organisaties ontstaan en dat de bestuurlijke en ambtelijke drukte tot een minimum wordt beperkt,
Programmabegroting 2012
-- 91 --
terwijl de invloed van het lokale bestuur op het beleid maximaal blijft. De gemeente hanteert daarbij lokaal maatwerk. Kortom: Het credo voor de komende tijd is samenwerking, samenwerking en samenwerking. Uiteraard willen we samenwerking niet primair aanvliegen vanuit termen als noodzaak, voordeel en kwetsbaarheid. Sint-Oedenrode zoekt de regionale samenwerking vanuit de eigen kracht: een zelfstandige gemeente die zich onderscheidt van andere gemeenten. Een gemeente die qua visie kiest voor een ongedeelde en vitale samenleving, waar de menselijke schaal en maat centraal staan, ingebed in een karakteristieke natuurlijke en landschappelijke omgeving. Samenwerking wordt beschouwd als een teken van kracht en niet van zwakte en biedt mogelijkheden om op een groter schaalniveau meer en sterke partners te vinden en daarmee allianties aan te gaan. Uitgangspunten bij intergemeentelijke samenwerking Het vertrekpunt van ons denken over samenwerking is ons concept-visiedocument Samenwerken & Outsourcen (uit 2007) geweest. Dit document gaat uit van twee belangrijke uitgangspunten: • De gemeente Sint-Oedenrode blijft de dienstverlening aan de burger in onze eigen gemeente verzorgen. Het gaat erom dat we het fysieke contact blijven houden met onze eigen inwoners, om bestuur en burgers dicht bij elkaar te houden. •
De gemeente Sint-Oedenrode legt een accent op de aansturing van de maatschappelijke doelen die we willen bereiken (regiegemeente). Daarbij willen we het lokale beleid zelf blijven bepalen. De overige zaken zouden kunnen worden uitbesteed. Het gaat dan in de eerste plaats om uitvoeringsgerichte taken in de back-office.
Daar zijn in de notitie van 2 december 2010 de volgende uitgangspunten aan toegevoegd: • Samenwerkingsinitiatieven moeten steeds getoetst worden aan de 3 K’s, te weten: • Er moet sprake zijn van kwaliteitsverbetering. Samenwerking biedt mogelijkheden specialismen aan te trekken en kennis bij de medewerkers te delen. • Samenwerking moet leiden tot vermindering kwetsbaarheid. Door specialisten aan te trekken zijn de samenwerkende gemeenten minder afhankelijk van derden, veel éénmensfuncties kunnen worden voorkomen en daarmee kan de onderlinge vervangbaarheid en continuïteit geborgd worden. • Er moet zichtbaar sprake zijn van kostenbeheersing. Door samen te werken zijn de (meer)kosten voor de individuele gemeente per saldo lager. • Samenwerking moet zodanig vorm worden gegeven, dat er bij voorkeur géén nieuwe organisaties ontstaan en dat de bestuurlijke en ambtelijke drukte tot een minimum wordt beperkt, terwijl de invloed van het lokale bestuur op het beleid maximaal blijft. • Keuze voor lokaal maatwerk in de vorm van praktische samenwerkingsverbanden. Regionale samenwerking moet echter niet op ad hoc basis met willekeurige partijen vorm krijgen. In die zin kiezen wij voor voortzetting van de bestaande samenwerkingsverbanden en worden nieuwe initiatieven gecontinueerd die op dit punt in gang zijn gezet. • Keuze voor samenwerking op basis van het Matrushka-model. Wij bedoelen daarmee dat kleinere samenwerkingsverbanden ruimtelijk en functioneel steeds moeten passen in de samenwerking op het grotere schaalniveau van Brabant Noordoost. • Wat ons betreft hoeft samenwerking niet beperkt te blijven tot andere gemeenten. Waar andere overheden of (maatschappelijke) instellingen mogelijkheden bieden om via samenwerking door ons ervaren knelpunten op te lossen zullen wij die mogelijkheden aangrijpen. • De meerwaarde van samenwerking moet zich op korte termijn door concrete output bewijzen. Met wie willen we samenwerken? Haaren, Vught, Boxtel, Schijndel, Maasdonk, Sint-Michielsgestel en Bernheze zien wij als mogelijke partners. Samen met deze gemeenten zou een subregio ontstaan van 8 gemeenten met samen 180.000 inwoners. Het zou een mooie natuurlijke eenheid zijn, die geografisch logisch is en gemeenten omvat met nagenoeg dezelfde kenmerken. De beoogde eenheid heeft bovendien een prima schaalgrootte om de schaalvoordelen op de drie K’s (kwaliteit, kwetsbaarheid, kostenbeheersing) te kunnen benutten én om zijn rol te spelen in het grotere geheel van (Noordoost) Brabant.
Programmabegroting 2012
-- 92 --
Regionale strategische samenwerking Gemeenten in Noordoost Brabant zijn – onder aanmoediging van provincie en Rijk – aan de slag gegaan om te komen tot een perspectief op deze regio. Dit om zo doeltreffend en doelmatig mogelijk gemeenteoverschrijdende projecten op te (laten) pakken, die de positie van de regio Noordoost Brabant versterken. In zijn vergadering van 24 april 2010 heeft de raad ingestemd met het voorstel om een bijdrage van de gemeente Sint-Oedenrode aan dit initiatief beschikbaar te stellen. Volgens het collegeprogramma 2010-2014 zal deze regionale samenwerking gericht zijn op het versterken van de regionale identiteit en van het regionaal-ruimtelijk perspectief. Onze bijdrage bestaat uit: o bestuurlijk trekker voor herstructurering vestigingsmilieus (bedrijventerreinen) o bestuurlijke trekker en ambtelijk duwer voor cultuurhistorie en erfgoed in combinatie met toerisme en recreatie o duurzaamheid (met een bijzondere rol voor het project BMEC) o vitaal landelijk (met accent op de thema's bereikbaarheid (openbaar vervoer en langzaam verkeer), identiteit en branding (toeristisch-recreatieve kaart) en de samenwerking van de As50gemeenten). Regionale operationele samenwerking in Ple1n Op 8 december 2009 hebben de colleges van de gemeenten Haaren, Sint-Michielsgestel en Sint-Oedenrode besloten dat zij samen de samenwerking ReGEO-ICT willen continueren én verder willen uitbreiden. Daarbij hebben deze gemeenten de volgende lange termijn doelstelling geformuleerd, waaraan nu, maar ook in 2012 en volgende jaren invulling wordt gegeven: “De samenwerkende gemeenten, om te beginnen de gemeenten Haaren, Sint-Michielsgestel en Sint-Oedenrode, willen m.i.v. 1 januari 2015 samen de dienstverlening voor hun burgers verzorgen. Dit heeft betrekking op de back-office taken en de bedrijfsvoering die al dan niet in de vorm van personele unies worden vormgegeven. Om dit mogelijk te maken gaan de gezamenlijke gemeenten één visie op samenwerking, één visie op dienstverlening en één geïntegreerd dienstverleningsconcept ontwikkelen. Deze gezamenlijke visies en dienstverleningsconcept zijn leidend voor de inrichting van de samenwerkende organisaties in de komende jaren”. Per 1 januari 2012 worden de werkeenheden WOZ/Belastingen/Invordering en ICT binnen PLE1N gezamenlijk uitgevoerd. In 2011 wordt tevens een inrichtingsplan voor de samenwerking voor het taakveld P&O opgesteld. Het streven is om deze samenwerking ook per 1 januari 2012 te operationaliseren. De samenwerking gebeurt op basis van WGR-constructie. Het streven is om de samenwerking uit te breiden met meerdere gemeenten in de regio. De samenwerkende en intredende gemeenten bepalen jaarlijks op welke terreinen de gemeenten het komende jaar gaan samenwerken.
Geformuleerde visie op verbonden partijen De basis voor de visie op verbonden partijen is terug te vinden in de visie op intergemeentelijke samenwerking. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) kent 4 soorten gemeenschappelijke regelingen die het mogelijk maken de zwaarte van het organisatorische verband af te stemmen op de aard van de gezamenlijk te behartigen taak of taken. De gemeenteraad zal steeds moeten afwegen welke aanpak de beste garantie geeft dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeenteraad voor ogen staat en op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft in het uitvoeren van een taak. De verschillende soorten gemeenschappelijke regelingen, waarbij we van de lichte naar de zware Wgr gaan, zijn: • een gemeenschappelijke regeling zonder meer (de “lichte” regeling) • een gemeenschappelijke regeling met een centrumgemeenteconstructie • een gemeenschappelijke regeling waarbij een gemeenschappelijk orgaan in het leven wordt geroepen • een gemeenschappelijke regeling waarbij een openbaar lichaam wordt opgericht. Als uitgangspunt kiezen wij voor de bij de situatie passende lichtste vorm.
Programmabegroting 2012
-- 93 --
Wettelijk kader verbonden partijen Ingevolge het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient vanaf 2004 bij de begroting een lijst van verbonden partijen te worden overgelegd. Een “verbonden partij” is een privaatrechtelijke of publieksrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Dit kunnen bijvoorbeeld deelnemingen, vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen etc. zijn. Bij een bestuurlijk belang gaat het om het hebben van zeggenschap van de gemeente in een derde partij, hetzij omdat de gemeente deelneemt aan het bestuur hetzij omdat zij bijvoorbeeld vanwege de aandelen die zij bezit, mee kan stemmen. Van een financieel belang is sprake als de gemeente de middelen, die aan een partij ter beschikking zijn gesteld, niet terugkrijgt bij faillissement van die partij of indien financiële problemen bij de derde partij kunnen worden verhaald bij de gemeente. Relaties, waarbij alleen sprake is van een financieel of een bestuurlijk belang, vallen derhalve buiten het criterium. Voor de gemeenteraad is informatie over de verbonden partijen om twee redenen van belang: • De verbonden partij voert vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. Hoewel de verbonden partijen taken uitvoeren, blijft de gemeente uiteindelijk de verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Van belang hierbij is dat de doelstellingen van de verbonden partijen corresponderen met die van de gemeente. Er blijft dus voor de raad nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over bij de programma’s. • Er is sprake van een budgettair beslag en financiële risico’s, die de gemeente met verbonden partijen kunnen lopen.
Adoptieregeling In 2005 hebben de besturen van de gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de regio Brabant-Noord afspraken gemaakt ter verbetering van de beheersbaarheid van gemeenschappelijke regelingen. Eén van de afspraken was: het tijdig informeren van de gemeenten over de jaarplanning en de planning- en controlcyclus. In de praktijk betekent dit dat de gemeenteraad in maart van ieder jaar zijn zienswijze kenbaar kan maken met betrekking tot de beleidskaders in de Kadernota. Tevens is de afspraak gemaakt om binnen de regio Brabant-Noord te gaan werken met de adoptieregeling. Dit is een regeling waarbij twee gemeenten de kadernota/ productenbegroting en de jaarrekeningen analyseren voor de andere deelnemende gemeenten en waarbij de twee gemeenten de andere gemeenten in een vroeg stadium informeren over de bestuurlijke documenten. Hierna wordt middels een letter A aangegeven of op de gemeenschappelijke Regeling de adoptieregeling van toepassing is. Gemeenschappelijke regelingen separaat beoordeeld De gemeente Sint-Oedenrode heeft zowel een bestuurlijk als een financieel belang in een aantal verbonden partijen. De betrokkenheid bij deze regelingen varieert sterk. Sint-Oedenrode heeft wel in alle regelingen een vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur. Bij een aantal regelingen is de Rooise vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur tevens lid van het Dagelijks Bestuur. De financiële betrokkenheid bij de gemeenschappelijke regelingen bestaat meestal in de vorm van een jaarlijkse bijdrage. Nieuw in deze paragraaf is dat we de verbonden partijen op basis van een vast format nader hebben uitgewerkt.
Programmabegroting 2012
-- 94 --
Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap De Dommel (WSD) (A) Portefeuillehouder(s): wethouder R. Dekkers Programma/product: 1 – Sociale dienstverlening (Zorg) / 1.2.2.01 – Uitstroombevordering Doelstelling: 1. Het schap heeft ten doel de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (hierna te noemen: ‘Wsw’). Ter realisering van deze doelstelling draagt het schap er onder meer zorg voor dat zij aan zoveel mogelijk ingezetenen, die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de doelgroep behoren, een dienstbetrekking aanbiedt voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden. 2. Het schap heeft mede ten doel andere vormen van gesubsidieerde arbeid uit te voeren dan wel te doen uitvoeren. Het AB van WSD kan hiertoe een of meerdere privaatrechtelijke rechtspersonen oprichten. 3. Het AB is bevoegd om onder nader door hem te stellen voorwaarden met niet aan de regeling deelnemende gemeenten en of met andere derden overeenkomsten aan te gaan ter uitvoering van vormen van gesubsidieerde arbeid, scholing en of begeleiding. Deelnemende partijen: Gemeenten: Best, Boxtel, Haaren, Nuenen, Oirschot, Oisterwijk, Schijndel, Sint-Michielgestel, Son en Breugel, Vught en Sint-Oedenrode. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een AB en een DB. In het AB hebben wethouder Dekkers, F. van den Boomen en J. Wijn (plaatsvervangend) zitting. In het DB is wethouder Dekkers vertegenwoordigd. Financieel belang: Bijdrage 2011: € 12.000,-- zijnde een bijdrage in de bestuurskosten De WSD-groep ontvangt van onze gemeente daarnaast de rijkssubsidie van € 2,9 miljoen (niveau 2010/2011). De kosten die nog ongedekt blijven worden bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht. Voortgang en verantwoording: Het Algemeen en Dagelijks bestuur zijn verplicht gevraagd en ongevraagd informatie te verstrekken aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het DB maakt jaarlijks een ontwerpbegroting van de baten en lasten voor het komende jaar. Deze begroting wordt aan de raden van de deelnemende gemeenten toegezonden en vervolgens voor 15 juli door het AB van de WSD vastgesteld. Tevens wordt er elk jaar een jaarrekening opgesteld en toegezonden aan de raden van deelnemende gemeenten. In Sint-Oedenrode worden de jaarstukken van de WSD altijd ter inzage gelegd op het gemeentehuis. Als raadsleden op- of aanmerkingen hebben op deze jaarstukken kunnen zij deze kenbaar maken aan wethouder Dekkers. Beleidsvoornemens: Op grond van het regeerakkoord/bestuursakkoord komt er een regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Een deel van de huidige SW- en Wajong populatie gaat onder de werking van de nieuwe Wet werken naar vermogen (Wwnv) vallen evenals de WWB-uitkeringsgerechtigden. De regeling Wwnv vraagt om veranderingen en doet een beroep op het innovatief vermogen van gemeenten en SW-bedrijven. WSD en de deelnemende gemeenten moeten deze herstructurering in de komende tijd vorm geven. Ontwikkelingen: In het kader van de ombuigingen is aan de raad voorgesteld uit te gaan van een generieke korting van 10% in 2012. Risico’s: De hele operatie waarbij één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt wordt geïntroduceerd is ook een bezuinigingsmaatregel. Met minder geld meer werkzoekenden bedienen. Naast de toename van het aantal WWB uitkeringsgerechtigden in het afgelopen en lopende jaar, de onzekere aantallen Wajongers die onder de Wwnv zullen gaan vallen ligt er ook een groot financieel risico in het gegeven dat voor een groot deel van de huidige SW-ers de huidige cao bepalingen overeind blijven. (Over de definitieve budgetten bestaat nog steeds geen duidelijkheid). Verder wordt verwezen naar de risico-inventarisatie paragraaf B programmabegroting 2012 Programmabegroting 2012
-- 95 --
Veiligheidsregio Brabant-Noord (A) Portefeuillehouder(s): P. Maas Programma/product: 6 – Burger en bestuur / 6.3.2.01 – Brandweer en rampenbestrijding Doelstelling: De veiligheidsregio Brabant-Noord behartigt het belang van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde, waar mogelijk integrale, uitvoering van de hulpverlening in het werkgebied, alsmede de voorbereiding daarop. Deelnemende partijen: “Op 1 juli 2006 is de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord in werking getreden. De Veiligheidsregio Brabant-Noord omvat Brandweer en Veiligheidsbureau Brabant-Noord, de GHOR BrabantNoord en het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord. In de veiligheidsregio werken 21 gemeenten, de GGD en de Politie Brabant-Noord met hen samen op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en meldkamers. Voorts werken ook het Waterschap Aa en Maas, het Waterschap De Dommel en het Regionaal Militair Commando-Zuid in de veiligheidsregio samen. Gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Heusden, ’s-Hertogenbosch, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Uden, Veghel, Vught, Sint-Oedenrode en het regionaal college en de korpsbeheerder van de politieregio Brabant-Noord. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Bij besluit van 29 juni 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de regeling. Dit samenwerkingsverband vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam. Dit openbaar lichaam bestaat uit een Algemeen en een Dagelijks Bestuur. In het Algemeen Bestuur hebben burgemeester Maas en wethouder Van den Berk (plaatsvervangend) zitting. Financieel belang: Bijdrage 2011: € 166.000,-- gebaseerd op een bijdrage van € 10,20 per inwoner verminderd met de Brede doeluitkering. Meerjarenbeeld inwonerbijdragen bijdrage in € 1 per inwoner, prijspeil 2012 (excl. indexering) 2012 2013 2014 2015 BBN *) 6 ,057 6 ,057 6 ,057 6 ,057 GHOR 1 ,899 1 ,899 1 ,899 1 ,899 GMC 2 ,148 2 ,148 2 ,148 2 ,148 Totaal inwonerbijdrage 1 0,104 1 0,104 1 0,104 1 0,104 Voortgang en verantwoording: De adoptieregeling is van toepassing. Het AB stelt jaarlijks de begroting vast. Het DB biedt de begroting uiterlijk op 15 april aan de deelnemende gemeenten aan. De vastgestelde begroting wordt tevens aan Gedeputeerde Staten verzonden. Het AB stelt ook de jaarrekening vast. Deze rekening wordt verzonden naar de deelnemende gemeenten. Beleidsvoornemens: • Eind 2011 wordt het beleidsplan 2012-2015 Veiligheidsregio Brabant-Noord door het AB vastgesteld. • Oktober 2011wordt ter vervanging van de gemeentelijke rampenplannen door het AB het Regionaal crisisplan Brabant-Noord vastgesteld. • Businesscase wordt uitgewerkt als grondslag voor het voortraject om het aantal gemeenschappelijke meldcentra terug te brengen. Mogelijkheden voor een gemeenschappelijk meldcentrum voor de provincie Noord-Brabant, Zeeland en Limburg • Samengaan van de politieregio’s Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost in een nieuwe regionale eenheid. (Nationalisering van de politie) Ontwikkelingen: In de programmabegroting 2012 van de veiligheidsregio is uitgegaan van het kader dat er voor de eerste drie jaar een bezuiniging moet worden doorgevoerd van vooralsnog 3%. Risico’s: Programmabegroting 2012
-- 96 --
Brabants Historisch Informatie Centrum (A) Portefeuillehouder(s): P. Maas Programma/product: 6 – Burger en bestuur / 6.4.5.01 - Bestuur Doelstelling: Het Brabants Historisch Informatie Centrum (voorheen Streekarchief Brabant-Noordoost), is ingesteld met het doel de belangen van de minister, de gemeenten en de waterschappen bij alle aangelegenheden betreffende archiefbescheiden en collecties die berusten in de rijksarchiefplaats in de provincie NoordBrabant en de archiefbewaarplaats van de gemeenten en waterschappen, in gezamenlijkheid te behartigen. Deelnemende partijen: Gemeente Sint-Oedenrode neemt vrijwillig deel aan deze gemeenschappelijke regeling samen met 17 andere gemeenten (Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Haaren, Landerd, Maasdonk, Mill, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint Hubert, Sint-Michielgestel, Uden, Veghel, Vught) en de waterschappen: De Aa, De Dommel, De Maaskant en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het BHIC is gevestigd in ’s-Hertogenbosch. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Dit samenwerkingsverband vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam. Op 1 januari 2005 is de gemeenschappelijke regeling "Regeling Brabants Historisch Centrum" in werking getreden. De ingestelde gemeenschappelijke regeling is een heel bijzondere. Naast 18 gemeenten zijn ook twee waterschappen en het Rijk deelnemer aan deze regeling. Dit heeft geresulteerd in een regeling die afwijkt van de normale bestuursvorm bij een gemeenschappelijke regeling. Normaliter is het bij een gemeenschappelijke regeling zo dat de deelnemers samen het Algemeen Bestuur vormen en daarin stemrecht hebben. Bij deze regeling heeft u er destijds voor gekozen om het Algemeen Bestuur te laten vormen door drie van rijkswege te benoemen leden, alsmede drie leden die door de achttien gemeenten en de twee waterschappen gezamenlijk worden benoemd. De regeling bepaalt voorts dat het Algemeen Bestuur tevens het Dagelijks Bestuur vormt. In de praktijk blijkt dat het Algemeen en Dagelijks bestuur van het Brabants Historisch Informatie Centrum vrijwel autonoom kan handelen. Financieel belang: Bijdrage 2012: € 64.880,-- gebaseerd op een bijdrage van € 3,92 per inwoner. Voortgang en verantwoording: De adoptieregeling is van toepassing. Uit de regeling blijkt dat het Dagelijks Bestuur de meerjarenbegrotingen, het vierjarig beleidsplan en de jaarlijkse ontwerpbegroting opstelt. Het Algemeen Bestuur stelt deze stukken vast. Het Rijk, de Algemene Besturen van de waterschappen en de raden van de deelnemende gemeenten kunnen slechts hun zienswijze kenbaar maken ten aanzien van de ontwerpbegroting (en de jaarrekening). Verdere invloed op de besluitvorming binnen het Algemeen Bestuur of Dagelijks Bestuur van het Brabants Historisch Informatie Centrum bestaat er, gelet op de regeling, formeel gezien niet. In de regeling is vastgelegd op welke wijze de jaarlijkse bijdragen tot stand komen en hoe omgegaan dient te worden met een batig saldo. Wijziging van deze zaken kan alleen wanneer het Rijk, de twee waterschappen en de achttien deelnemende gemeenten daartoe gezamenlijk besluiten. Na vaststelling worden de jaarstukken aan de provincie aangeboden. Beleidsvoornemens: De ambities van het BHIC liggen vast in het beleidsplan 2009-2012. Ontwikkelingen: Tijdens de portefeuillehoudersvergadering van 15 april 2011 is gesproken over een taakstellende bezuiniging van 10%. De meerderheid van de aanwezig portefeuillehouders was van mening dat het BHIC geen aanvullende bezuinigingen moeten worden opgelegd. Formeel gezien zijn de bijdragen van enerzijds het rijk en anderzijds de gemeenten en waterschappen aan het BHIC onderling aan elkaar gekoppeld: de twee partijen kunnen niet eenzijdig hun bijdragen verhogen of verlagen. Aangezien de rijksbijdrage (door een aanvulling van de provincie) ongewijzigd zal blijven, vervalt theoretisch de mogelijkheid voor de gemeenten en waterschappen te bezuinigen. Het bestuur van het BHIC heeft echter gemeend zich niet op deze formele gronden te moeten beroepen en is van mening dat in deze financieel gecompliceerde tijden partijen in de gelegenheid gesteld moeten worden om te kunnen korten, mits die korting betrekking heeft op eigen voorzieningen. Ondanks de eerder genoemde argumenten om het BHIC geen aanvullende kortingen op te leggen wil het bestuur ook Programmabegroting 2012
-- 97 --
tegemoet komen aan de minderheid die hecht aan een bezuiniging van 10%. Reden waarom het BHIC – naast de bezuiniging van 7% door hantering van de nullijn t/m 2013- vanaf 1 januari 2012 een aanvullende, structurele bezuiniging van 3% doorvoert. Het college van burgemeester en wethouders heeft aan het bestuur van het BHIC gevraagd om de nodige inspanningen te doen voor het realiseren van extra bezuinigingen. Risico’s:
Regionaal Milieubedrijf Brabant Noord-Oost (A) Portefeuillehouder(s): wethouder Van den Berk Programma/product: 3 – Bouwen en Wonen (Wonen) / 3.1.1.04 – Milieu - duurzaamheid Doelstelling: Het openbaar lichaam heeft de behartiging van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van de milieuzorg als taak. Dit met inachtneming van hetgeen in deze regeling nader is bepaald over de aan haar opgedragen taken en bevoegdheden. Het RMB geeft gemeenten advies op het gebied van milieu. Daarnaast houdt het RMB gemeenten op de hoogte van ontwikkelingen en nieuwe wet en regelgeving met betrekking op het milieu beleidsterrein. Deelnemende partijen: Gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden, Veghel en Sint-Oedenrode. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een Algemeen bestuur en Dagelijks bestuur. De regeling is in werking getreden op 1 april 1998 en gewijzigd op 26 november 2003. In het Algemeen Bestuur hebben wethouder Van den Berk (portefeuillehouder Milieu) en burgemeester Maas (plaatsvervangend) zitting. Financieel belang: Bijdrage 2011: € 30.000,--, gebaseerd op een bijdrage van € 1,68 per inwoner. Voortgang en verantwoording: De adoptieregeling is van toepassing. Beleidsvoornemens: Ontwikkelingen: In het kader van de ombuigingen is door de raad besloten uit te gaan van een generieke korting van 10 % in 2012. Risico’s: Mogelijk heeft de vorming van de Regionale uitvoeringsdienst (RUD) gevolgen voor de uit te voeren taken en daarmee de hoogte van de bijdrage. Dit is afhankelijk van de verdere uitwerking van de RUD-organisatieopzet.
Programmabegroting 2012
-- 98 --
GGD Hart voor Brabant (A) Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 2 – Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) / 2.2.2.01 - Gezondheidszorg Doelstelling: De GGD heeft ten doel een bijdrage te leveren aan de ‘’Openbare Gezondheidszorg’’. Gemeenten hebben in Nederland de taak om de gezondheid van hun bewoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. Veel van deze taken zijn wettelijk verplicht en opgenomen in de Wet publieke gezondheid (sinds 1-01-2009). De deelname aan deze gemeenschappelijke regeling is niet verplicht. De financiële voordelen, kwaliteit zorg/dienstverlening en het brede pakket aan diensten zijn argumenten voor gemeenten om deel te nemen aan deze gemeenschappelijke regeling. Deelnemende partijen: Deelnemende partijen zijn de 20 gemeenten van Brabant Noord-Oost, met de gemeenten van Midden o.a. Tilburg, Oisterwijk, Goirle, Waalwijk, Dongen, Gilze Rijen en andere. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een AB en een DB. Wethouder Hendriks heeft zitting in het AB en DB. De burgemeester is plaatsvervanger. Financieel belang: Bijdrage 2011: € 259.000, -- gebaseerd op een bijdrage van € 14,59 per inwoner. Voortgang en verantwoording: De adoptieregeling is van toepassing. Om te beginnen maakt de GGD elk jaar een voorjaarsnota, een begroting en een jaarrekening op. Daarnaast maakt de GGD sinds 2007 jaarlijks een verslag voor elke gemeente waarin staat beschreven wat de GGD precies doet voor die desbetreffende gemeente. Beleidsvoornemens: In 2012 zal de GGD zich vooral richten op; de gezonde omgeving, ongelijke kansen en betaalbare gezondheid. De gezonde omgeving; De uitbraak van de Q-koorts maakte het heel duidelijk: fysieke omgeving en milieu hebben effecten op de gezondheid, direct en indirect. Bij dit soort zoönosen (ziekten die overgaan van dier op mens) lopen mensen die contact hebben met dieren een hoger risico. Denk verder aan luchtverontreiniging, straling, geluid en het binnenmilieu. Ongelijke kansen; De gezondheid van mensen met een lage sociaaleconomische status is slechter dan die van mensen met een hoge. Laagopgeleiden leven 6 tot 7 jaar korter en zijn ongeveer 20 jaar minder gezond. Risicogroepen zijn jeugd; mensen met een lage opleiding; ouderen en chronisch zieken. Betaalbare gezondheid; investeren in het voorkomen van ziekte loont. Met een vergrijzende bevolking en een grotere behoefte aan (complexere) zorg is het van belang dat volwassenen en ouderen zo lang mogelijk gezond en vitaal blijven. Alleen zo kunnen zij langer actief blijven werken en/of mantelzorgen. Ontwikkelingen: In het kader van de ombuigingen is aan de raad voorgesteld uit te gaan van een generieke korting van 10% in 2012. Deze korting is door de GGD verwerkt in de begroting 2012. Met als resultaat dat de inwonersbijdrage voor 2012 vastgesteld is op € 13,52. Risico’s:
Programmabegroting 2012
-- 99 --
Kleinschalig collectief vervoer Brabant-Noordoost (A) Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 1 – Sociale dienstverlening (Zorg) / 1.2.2.06 – Wmo – hulp bij het huishouden Doelstelling: De regeling heeft ten doel het tot stand brengen, ontwikkelen en in stand houden van een stelsel van kwalitatief hoogwaardig kleinschalig collectief vervoer. Dit samenwerkingsverband is opgericht om een doeltreffend en doelmatig vervoerssysteem te ontwikkelen dat vervoer biedt aan mensen met een fysieke of verstandelijke beperking. De doelgroep van deze regeling zijn mensen met een beperking die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Deelnemende partijen: Gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden, Veghel, Sint-Oedenrode en de Provincie Noord-Brabant. De provincie is betrokken in dit samenwerkingsverband omdat zij verantwoordelijkheid draagt voor het regionale en lokale openbaar vervoer. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrechtelijk) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een Algemeen en een Dagelijks bestuur. Wethouder Hendriks en wethouder Dekkers hebben zitting in het Algemeen Bestuur. Financieel belang: Bijdrage 2011: € 100.109,-- op basis van geraamde vervoerskosten + € 11.832 geraamde beheerskosten. Voortgang en verantwoording: De raad kan op deze regeling controle en sturing op uitoefenen als de jaarstukken (ontwerp-begroting, begroting en de jaarrekening) aan de orde komen. De adoptieregeling is van toepassing. Beleidsvoornemens: In de kadernota 2012 is aandacht voor de effecten van de (landelijke) bezuinigingen, toekomstige diensten (substitutie van Wmo naar OV) en de ontsluiting van kleine kernen. Op dit moment zijn er nog geen concrete voorstellen voor wat betreft bezuinigingen en/of toekomstige diensten. Eventuele voorstellen in dit kader zullen later worden voorgelegd. Ontwikkelingen: In het kader van de ombuigingen is aan de raad voorgesteld uit te gaan van een generieke korting van 10% in 2012. Risico’s:
Programmabegroting 2012
-- 100 --
Ambulance Voorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV) (A) Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 2 – Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) / 2.2.2.01 - Gezondheidszorg Doelstelling: Het openbaar lichaam heeft ten doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. Gemeenten hebben een zorgplicht voor hun burgers en zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van ongevallen en rampen. De deelname aan deze regeling draagt bij aan deze zorgplicht. De RAV bestaat uit twee onderdelen: de ambulancezorg en de meldkamer ambulancezorg die samen 24 uur per dag en zeven dagen per week klaar staan om hulp te verlenen. Deelnemende partijen: Gemeenten: Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Breda, Cuijk, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Roosendaal, Rucphen, Schijndel, Sint Anthonis, SintMichielsgestel, Sint-Oedenrode, Steenbergen, Tilburg, Uden, Veghel, Vught, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Dit samenwerkingsverband vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrechtelijk) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een Algemeen en een Dagelijks Bestuur. Wethouder Hendriks en burgemeester Maas maken deel uit van het Algemeen Bestuur. Financieel belang: Bijdrage 2011: € 4.000,--, gebaseerd op een bijdrage van € 0,22 per inwoner. Voortgang en verantwoording: De raad kan op deze regeling controle en sturing uitoefenen als de jaarstukken (ontwerp-begroting, begroting en de jaarrekening) aan de orde komen. De adoptieregeling is van toepassing. Beleidsvoornemens: De Gemeenschappelijke Regeling Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord heeft voor 2012 tot doel het verlenen van ambulancezorg welke kwalitatief hoogwaardig is en past binnen de budgettaire kaders. De taken van de RAV Brabant Midden-West zijn; - het in stand houden van een regionale ambulance voorziening. - het in stand houden van een meldkamer ambulancezorg. - het vaststellen en uitvoeren van het regionale ambulance plan. - Het leveren van geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Ontwikkelingen: In het kader van de ombuigingen is aan de raad voorgesteld uit te gaan van een generieke korting van 10% in 2012. Deze korting is door de RAV verwerkt in de begroting 2012. Met als resultaat dat de inwonersbijdrage voor 2012 vastgesteld is op € 0,189. Risico’s:
Programmabegroting 2012
-- 101 --
Stichting Openbaar Onderwijs Groep (OOG) Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 2 – Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) / 2.1.2.01 - Onderwijs Doelstelling: Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent de bevoegdheden van de gemeenteraad uit als bedeeld in artikel 48 Wet primair onderwijs en in de statuten van de stichting, met uitzondering van de opheffing van scholen, de wijziging van de statuten of de ontbinding van de stichting of de terugvordering van de scholen. Deelnemende partijen: Sinds 1 januari 2000 is het openbaar onderwijs ondergebracht in de Stichting Openbaar Onderwijs Groep (OOG). Gemeenten: Bernheze, Boekel, Landerd, Oss, Uden, Veghel en Sint-Oedenrode. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een gemeenschappelijk orgaan. Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit zeven leden (inclusief voorzitter). Het DB van dit gemeenschappelijk orgaan bestaat uit de voorzitter, een secretaris en een door het gemeenschappelijk orgaan derde aangewezen lid. De gemeentelijke vertegenwoordiging van Sint-Oedenrode is te vinden in het lidmaatschap van een wethouder (mw. Hendriks, portefeuillehouder onderwijs) aan het gemeenschappelijk orgaan. Financieel belang (relatief en absoluut): Bij deze gemeenschappelijke regeling is er sprake van geringe kosten voor het ambtelijke apparaat. Overigens krijgen scholen voornamelijk subsidies van de rijksoverheid. Voortgang en verantwoording: Het gemeenschappelijk orgaan moet de raden van de deelnemende gemeenten informatie verstrekken als zij hier een schriftelijk verzoek voor indienen. Het dagelijks bestuur is verantwoording schuldig aan het gemeenschappelijk orgaan. Jaarlijks wordt er een ontwerpbegroting opgesteld, deze wordt door het dagelijks bestuur aan raden van de deelnemende gemeenten gezonden zes weken voordat deze aan het gemeenschappelijk orgaan wordt aangeboden. De gemeenteraad kan binnen zes weken de ontwerpbegroting terugzenden met hun bijgevoegde commentaar. Het Dagelijks Bestuur biedt op haar beurt het de ontwerpbegroting + bijgevoegd commentaar aan het gemeenschappelijk orgaan aan. Deze stelt elk jaar de begroting vast op één juli. Deze vastgestelde begroting wordt weer aan de raden toegezonden en aan gedeputeerde staten. Tevens wordt elk jaar voor één juli verantwoording afgelegd over het financieel beheer van de het voorafgaande jaar, hier hoort de jaarrekening + een toelichting op de jaarrekening. De gemeenteraad heeft twee maanden om commentaar bij deze jaarrekening en toelichting te voegen. Vervolgens zendt het dagelijks bestuur de jaarrekening naar Gedeputeerde Staten die het besluit tot vaststelling moeten goedkeuren. Beleidsvoornemens: Het aanbrengen van een scheiding tussen intern toezicht en uitvoerend bestuur door OOG. Om dit te waarborgen, wordt in 2011 een Raad van Toezicht aangesteld. Ontwikkelingen: In het kader van de ombuigingen is aan de raad voorgesteld uit te gaan van een generieke korting van 10% in 2012. Dit is in het kader van WGR-OOG niet aan de orde. Risico’s:
Programmabegroting 2012
-- 102 --
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Bureau Leerplicht Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 2 – Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) / 2.1.2.01 - Onderwijs Doelstelling: Voorkomen van voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie.
Deelnemende partijen: In de regio Brabant Noordoost hebben 14 gemeenten (Oss, Boxmeer, Boekel, Sint-Anthonis, Uden, Veghel, Cuijk, Maasdonk, Bernheze, Landerd, Lith, Mill en Sint-Hubert, Grave en Sint-Oedenrode) in het portefeuillehoudersoverleg Onderwijs en Educatie van 24 maart 2007 de ambitie uitgesproken om over te gaan tot samenwerking en regionalisering van de leerplicht door over te gaan naar een regionaal meldcentrum met een meld- en coördinatiefunctie ter bestrijding van het voortijdig schoolverlaten. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Het betreft een gemeenschappelijke regeling en is op 1 augustus 2009 van start gegaan. Wethouder Hendriks heeft zitting in het Algemeen en Dagelijks Bestuur. Financieel belang: Bijdrage 2011: € 47.000,-- op basis van begroting Regionaal Bureau Leerplicht. Raadsbesluit oktober 2009. Voortgang en verantwoording: De controle- en sturingsmomenten vinden plaats aan de hand van het jaarverslag. Op grond van artikel 25 lid 1 van de Leerplichtwet 1969 dient het college jaarlijks voor 1 oktober een verslag aan de raad uit te brengen over het in het laatst afgesloten school- of cursusjaar in de gemeente gevoerde beleid inzake de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan. In de gemeenschappelijke regeling hebben de deelnemende gemeenten besloten om de gemeente Oss als centrumgemeente aan te wijzen. Het opstellen van het jaarverslag is daarmee gemandateerd aan het college van de gemeente Oss. Beleidsvoornemens: Ontwikkelingen: In het kader van de ombuigingen is aan de raad voorgesteld uit te gaan van een generieke korting van 10% in 2012. Risico’s:
Programmabegroting 2012
-- 103 --
Privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden Ook in een aantal privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden heeft de gemeente een vertegenwoordiger in het bestuur. Vaak worden echter gegevens op ambtelijk niveau uitgewisseld. De financiële betrokkenheid bij de privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden bestaat meestal uit een jaarlijks subsidiebedrag c.q. bijdrage in het onderhoud van gebouwen. De privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden zijn niet uitgewerkt. •
Stichting Fonds Sociale Volkshuisvesting Sint-Oedenrode
Deelname in het bestuur
•
Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
Betaling advieskosten.
•
Begeleidingscommissie Weidevogelconvenant (Schijndel) • Stichting tot beheer van het Paulusgasthuis in SintOedenrode
Deelname in het bestuur
•
Smederijmuseum in Sint-Oedenrode
•
Vereniging appartementeigenaren bibliotheek in SintOedenrode
Deelname in de beheersstichting en kosten als eigenaar Deelname in beheersstichting en bijdrage in kosten exploitatie € 1.500,-- bestaande uit lidmaatschapskosten VvE
•
Stichting Museum Henkenshage
Deelname in de raad van toezicht
•
Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel
Uitsluitend borgstelling
Overige samenwerkingsverbanden Concreet gaat het hierbij om de NV Brabant Water en de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. Het gaat hierbij om aandelenbezit c.q. deelname in het kapitaal. Een en ander wordt als zodanig verantwoord onder de Financiële vaste activa op de Balans. Waar daarbij sprake is van aandelenbezit heeft de gemeente via dit bezit (naar verhouding) stemrecht in het reilen en zeilen van de onderneming. Beide deelnemingen zijn op basis van het format nader uitgewerkt.
NV Brabant Water Portefeuillehouder(s): burgemeester Maas Programma/product: 6 – Burger en bestuur / 6.5.1.04 - Deelnemingen Doelstelling: De klanten voorzien van kwalitatief goed drinkwater tegen een zo laag mogelijke prijs. Deelnemende partijen: De gemeenten in Noord-Brabant en de provincie Noord-Brabant zijn aandeelhouder van de NV Brabant Water. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): De gemeente Sint-Oedenrode heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang (relatief en absoluut): Het maatschappelijk kapitaal bestaat uit 10.000.000 aandelen van € 0,10 nominaal, waarvan 2.779.595 zijn gestort. In totaal zijn 1.902.279 aandelen in het bezit van de gemeenten, waarvan 13.160 van de gemeente Sint-Oedenrode (29 aandelen van € 45,38). Er wordt geen dividend uitgekeerd. Voortgang en verantwoording: Beleidsvoornemens: Ontwikkelingen: In 2011 zijn de doelstellingen met betrekking tot het te voeren financieel beleid voor de 3e planperiode 2012 t/m 2016 opnieuw geformuleerd.
Programmabegroting 2012
-- 104 --
Risico’s:
NV Bank voor Nederlandse Gemeenten
Portefeuillehouder(s): burgemeester Maas Programma/product: 6 – Burger en bestuur / 6.5.1.04 - Deelnemingen Doelstelling: Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen van de burger, waardoor de bank essentieel is voor de publieke taak. Deelnemende partijen: Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): De gemeente Sint-Oedenrode heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Financieel belang (relatief en absoluut): Per ultimo 2010 zijn er 55.652.000 aandelen uitgegeven, waarvan er 64.857 in bezit zijn van de gemeente Sint-Oedenrode (=0,116% van het totaal aantal aandelen). De verwachte uitkering in 2012 bedraagt (evenals in 2011) € 113.500,00 (€ 1,75 per aandeel). Voortgang en verantwoording: Jaarlijks wordt via de Algemene Vergadering van Aandeelhouders inzicht gegeven in het afgelopen boekjaar en wordt het uit te keren dividend bepaald. Beleidsvoornemens: De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. Ontwikkelingen: Het meerjarige beleid rondom het dividend van de BNG gaat uit van een regulier pay-out percentage van 50% van de winst na belastingen. De verwachting is dat het resultaat door omstandigheden op de geld- en kapitaalmarkten onder druk zal blijven staan. Risico’s: Gelet op de nominale waarde van het aandelenpakket (€ 162.000,--) en een gemiddeld jaarlijks dividend van ca. € 160.000,-- is er nauwelijks sprake van een risico maar meer van een uiterst winstgevende belegging.
Programmabegroting 2012
-- 105 --
Paragraaf G - Grondbeleid Wettelijk kader Waarom grondbeleid? Via grondbeleid kan een nadere invulling aan het invoeren van bepaalde programma’s worden gegeven. Gedacht kan worden aan groen, water, wonen, werken en recreëren. Tegelijkertijd kan het grondbeleid tot baten voor de gemeente leiden, maar ook tot (extra) lasten. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s van het grondbeleid zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente en voor de grondexploitatie zelf. Samenvatting onderdeel grondbeleid uit de Grondnota 2010 De grondmarkt is in de loop der jaren aanzienlijk veranderd, doordat niet alleen gemeenten, maar ook particuliere marktpartijen op deze markt optreden. De doelstellingen van grondbeleid zijn divers. Er spelen immers meerdere ontwikkelingen binnen een gemeente, waarbij het grondbeleid toegepast wordt. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op woningbouw, bedrijventerreinen, sport en recreatie, natuur en landschap, infrastructuur. De nota betreft dan ook een verzameling van reeds gemaakte beleidskeuzen, nieuw beleid en actualisatie van bestaand beleid. De grondnota is vastgesteld in 2010. Daarbij zijn zoals u bekend ook de lopende exploitaties in een aantal scenario’s doorgerekend. Financiële positie De algemene reserve grondexploitatie zal naar verwachting per eind 2012 op een niveau rond de € 1.75 mln. liggen. In het kader van het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK) heeft de provincie de richtlijn voor de minimale hoogte van de algemene reserve grondexploitatie losgelaten, dit als anticipatie op het nog in te voeren “duurzaam financieel evenwicht”. In de eerder genoemde nota Grondbeleid 2010 is een drietal scenario’s uitgewerkt. Het basis scenario leidt tot een toekomstig voordelig resultaat, over de periode 2011-2022, van 9,4 mln. terwijl het meest negatieve scenario (2011-2025, met dalende prijzen en vertraagde uitgifte) toch nog leidt tot een saldo van € 3,4 mln. In de begroting 2012 is vooralsnog uitgegaan van het scenario waarbij de uitgifte van vijf complexen 3 jaar vertraagt. Het verschil in de scenario’s wordt veroorzaakt vanaf jaarschijf 2017 door uitloop van met name Sluitappel Noord/ Dijksteegje/ de Locht / Kinderbos Noord / Boskant Kremselen en Elzenpad. Het risico dat als gevolg van de economische crisis en de stagnerende woningmarkt vertraging in de grondverkopen optreedt en de gevolgen dat exploitatieprojecten langer lopen waardoor rentekosten toenemen en de winstgevendheid hieronder lijdt is in het bedoelde vertraagde uitgiftescenario meegenomen. Uiteraard zijn dit berekeningen die “met de kennis van nu” zijn opgesteld en als zodanig een richtinggevend karakter hebben. Grondexploitatie is continu onderhevig aan politieke, economische en sociale factoren, die voortdurend wisselen. Gronden zonder exploitatieopzet/toekomstige plannen c.q. plannen in ontwikkeling. Naast de gronden die binnen een exploitatiegebied vallen en waarvoor exploitatieopzetten zijn samengesteld, kunnen om strategische redenen gronden zijn aangekocht en in voorraad gehouden die in de toekomst in ontwikkeling worden gebracht. Indien deze ingebracht kunnen worden in een toekomstige exploitatie wordt de boekwaarde van de grond opgenomen in de jaarrekening. In onze gemeente is overigens een aantal plannen in ontwikkeling waarvoor al kosten zijn of nog worden gemaakt. De tot op heden verantwoorde kosten betreffen nagenoeg geheel de al bestede ambtelijke uren. Voor deze plannen zijn dus nog geen gronden aangekocht of ingebracht. Als toekomstige c.q. in ontwikkeling zijnde plannen kunnen de navolgende worden genoemd. Programmabegroting 2012
-- 106 --
Woonlocatie Lieshoutseweg/Eimbert Er is met de projectontwikkelaar overeenstemming bereikt over de uitvoering van het bestemmingsplan. Met de planuitvoering is in 2008 gestart. De boekwaarde van de reeds gemaakte kosten bestaat voornamelijk uit ambtelijke uren m.b.t. de ontwikkeling van een structuurvisie, het overleg over de planontwikkeling en het bestemmingsplan. In overeenkomsten zijn wegens ambtelijke begeleiding bedragen opgenomen ter doorberekening van kosten aan de projectontwikkelaar. Woonlokatie Bakkerpad Noord (WGK) Nijnsel Nadere besluitvorming over de planvorming dient nog plaats te vinden. Woonlocatie strook A-50 Betreft potentiële toekomstig bouwlocatie. Onderhandelingen zijn gaande. Eén perceel is aangekocht. Bedoeling is aldus, een exploitatie door de gemeente. Opstelling bestemmingsplan loopt. Kinderbos Er is met ontwikkelaar Hendriks en Wovesto contractuele overeenstemming over de verwerving en verkoop van grond en de realisatie van het bijzondere woonproject. Feitelijke realisering van dat project vindt plaats vanaf 2011. Dijksteegje Deze grond is 2009 aangekocht en zal in exploitatie genomen worden aansluitend op Sluitappel-Noord. Vooralsnog gaan wij uit van afronding in 2023. Onderhanden werken/dorpsvernieuwingsprojecten Hierna worden de zogeheten onderhanden werken (lopende exploitaties uitgevoerd door de gemeente) en de dorpsvernieuwingsprojecten (uitgevoerd door projectontwikkelaars op basis van samenwerkingsovereenkomsten met de gemeente) toegelicht. Onderhanden werken Van de voorlopige resultaten op de onderhanden werken kan onderstaand overzicht worden gegeven: hierbij is uitgegaan van het scenario, waarbij zich bij een 4-tal* complexen een vertraging in de uitgifte voordoet met 3 jaar. Plan Heikant, bedrijventerrein
Voorlopig resultaat voor-/nadelig € 1.649.848
Vermoedelijke einddatum 2013
Contante waarde voor-/nadelig € 1.425.201
Heikant Langesteeg West
€
82.446
2014
€
Heikant Langesteeg Oost
€ 3.447.140
2014
€ 2.835.971
Heikant Sluitappel Noord*
€ 669.592
2021
€
Boskant Elzenpad*
€ 2.133.071
2022
€ 1.187.774
Boskant Kremselen*
€
291.016
2023
€
146.983
Olland, den Ekker
€ 165.571
2012
€
143.027
Olland, de Locht*
-/- € 852.927
2026
Totaal
€ 7.585.757
67.829
391.496
-/- € 390.736 € 5.807.545
De gecalculeerde (voorlopige) resultaten zijn gebaseerd op de recentelijk aangepaste kostprijscalculaties waarbij de ramingen voor de onderhanden werken zijn aangepast naar de stand van de te verwachten kosten en opbrengsten tot en met de einddatum. Gerekend is met een rentepercentage van 5%.
Programmabegroting 2012
-- 107 --
Heikant bedrijventerrein “de Kampen” Het exploitatiegebied ± 9,7 ha (bruto) is onderdeel van het in de gemeenteraad van 30 maart 2000 vastgestelde en door GS d.d. 24 oktober 2000 goedgekeurde bestemmingsplan. In de huidige herziening zijn de nog te maken kosten voor bouw- en woonrijp maken naar huidige hoeveelheden en prijzen aangepast. Naar verwachting wordt de gronduitgifte in 2012 afgerond en kan dit project in 2013 worden afgesloten. In 2010 is tussentijds resultaat genomen voor € 1.013.566, dit komt neer op de boekwaarde per 31-12-2010 onder aftrek van nog te maken kosten, tegen 75%. Heikant , Langesteeg West Langesteeg West dient voor een klein deel nog afgebouwd te worden. Afsluiting naar verwachting in 2014 Heikant , Langesteeg oost Langesteeg Oost dient nog afgebouwd te worden. Afsluiting naar verwachting in 2014 Heikant, Sluitappel-Noord Hier zijn nog niet alle gronden verworven. Start realisatie is gepland voor 2013. Op basis van het vertraagde uitgiftescenario verwachten wij dit plan in 2021 af te kunnen ronden. Boskant Elzenpad Het plan Elzenpad is in uitvoering en zal naar verwachting in 2022 afgerond kunnen worden. Boskant Kremselen De locatie Kremselen is in de provinciale structuurvisie / verordening ruimte aangeduid als “integratie stad land”; dat betekent een meer “groene” inrichting en dus minder woningen per ha. Een eerste aankoop binnen het gebied heeft inmiddels plaatsgevonden. Voorbereiding van het bestemmingsplan dient nog te worden opgestart. Alle kosten zullen worden opgenomen in de exploitatieberekening van het toekomstige bestemmingsplan. Olland Den Ekker Nagenoeg alle kavels zijn inmiddels uitgegeven. Indien de laatste 2 kavels in 2011 niet verkocht kunnen worden, zal dit doorschuiven naar 2012. De verwachting is dat het project in 2012 kan worden afgesloten. Locatie De Locht In 2006 is gestart met de verwerving van gronden in het gebied De Locht. Dit heeft geleid tot overeenstemming over de aankoop van ca. 0,8 ha grond in het gebied. Andere onderhandelingen lopen nog. Het bestemmingsplan is in voorbereiding. Wij voorzien een exploitatietekort op dit gebied. Winstneming In de Grondnota 2010 is over de winstneming aangegeven dat de completed-contract-methode wordt gevolgd. Wanneer echter aan de bovenstaande voorwaarden kan worden voldaan, mag de winstneming naar rato van de voortgang van het project plaatsvinden. Zodra 75% van de voorgecalculeerde verkoopopbrengst is gerealiseerd, kan worden overgegaan tot het naar rato (75%) nemen van winst.
Programmabegroting 2012
-- 108 --
Paragraaf H – Algemene uitkering en exploitatieresultaat Inleiding In deze paragraaf worden de inkomsten en uitgaven van de gemeente toegelicht, die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen. Het gaat hierbij om belastingen, de algemene uitkering uit het gemeentefonds, onvoorziene uitgaven enz., kortom financiële rekeningen, die ook wel samengevat worden als algemene dekkingsmiddelen. Deze inkomsten en uitgaven zijn veelal uiteengezet in de voorafgaande paragrafen A t/m G. Deze paragraaf zal zich daarom beperken tot de algemene uitkering en het exploitatieresultaat. Algemene uitkering De algemene uitkering is de grootste inkomstenbron van de gemeente, circa 13 miljoen euro. Het is tevens de inkomstenbron waar we als gemeente beleidsmatig de minste invloed op hebben. Met andere woorden de gemeente is hierin volledig afhankelijk van de rijksoverheid. In absolute zin vormt de algemene uitkering ± 35% van de totale inkomsten van de gemeente. Aan de hand van de meicirculaire 2011 is voor de jaren 2012 t/m 2015 een berekening gemaakt van de hoogte van de algemene uitkering. In deze meerjarenbegroting zijn de loonkosten jaarlijks verhoogd met 1%. We gaan er hierbij van uit dat deze loonstijging gecompenseerd wordt in de algemene uitkering. De opgenomen bedragen in deze programmabegroting voor de algemene uitkering zien er als volgt uit: * € 1.000,--
2012
2013
2014
2015
Rijksbijdrage algemene uitkering Stelpost i.v.m. compensatie loonstijging 2012 Stelpost i.v.m. compensatie loonstijging 2013 Stelpost i.v.m. compensatie loonstijging 2014 Stelpost i.v.m. compensatie loonstijging 2015 Totaal opgenomen algemene uitkering
13.009 80 0 0 0 13.089
13.162 80 80 0 0 13.322
13.371 80 80 80 0 13.611
13.126 80 80 80 80 13.446
Bestuurlijke kaders voor het financieel beleid zijn o.a. • • • • • • •
Nota Reserves en Voorzieningen 2011 Nota Waardering en Afschrijvingen 2011 Regeling budgethouderschap Nota begrotingsdiscipline Rentenota 2008 Treasurystatuut 2011 Verordeningen 212, 213 en 213a
Exploitatieresultaat Na verwerking van alle gegevens, zoals prijsstijging, stelposten, mutaties in reserves en voorzieningen, ombuigingen en belastingvoorstellen laat de begroting op basis van bestaand beleid een voordelig resultaat zien van ruim € 114.000,-- voor het jaar 2012. Hierbij is nog geen rekening gehouden met eventuele investeringen en bestedingen voor nieuw beleid. Voor de jaren 2013 t/m 2015 laat de begroting bestaand beleid een positief resultaat zien.
Programmabegroting 2012
-- 109 --
Overzicht financiële consequenties De lasten en baten voor de diverse interne producten worden hieronder gespecificeerd. Programma/functie * € 1.000,--
Lasten
Baten
Saldo
65101 – Archief - Archiefbewaarplaats (6.541.400)
65
0
65
65102 - Algemene uitkering (6.921.100)
12
13.089
-13.077
76
0
76
65103 – Belastingen en rechten Kwijtscheldingen (6.614.190) Gebouwencartotheek (6.830.935)
5
0
5
226
0
226
Baten OZB (6.931.100-6.932.100)
0
3.230
-3.230
Toeristenbelasting (6.936.100)
0
61
-61
Heffing/invordering belastingen (6.940.100-503)
286
20
266
Totaal belastingen en rechten
593
3.311
- 2.718
0
37
-37
Uitvoering Wet WOZ (6.930.101-105)
65104 – Deelnemingen Aandelen HNG (6.822.600) Aandelen BNG (6.913.800)
0
114
- 114
Totaal deelnemingen
0
151
-151
1.232
619
613
65106 – Exploitatieresultaat Rente vaste geldleningen (6.914.100) Onvoorziene uitgaven (6.922.110) Stelposten (6.922.400)
40
0
40
-160
401
-561
Saldo kostenplaatsen (6.960.100 – 999)
477
0
477
Exploitatiesaldo na bestemming (6.990.100)
207
93
114
1.796
1.113
683
Totaal Exploitatieresultaat 69999 – Financiering Financiering (6.911.100) Rente boekwaarde div. grondexploitatie (6.911.300) Mutaties reserves programma 6 (6.980.106) Mutaties reserves verdeeldienst (6.980.107)
11
0
11
0
250
-250
8
189
-181
0
156
-156
Totaal financiering
19
595
-576
Totaal
2.485
18.259
-15.774
Programmabegroting 2012
-- 110 --
Paragraaf I – Dienstverlening Samenvatting wijzigingen Paragraaf I maakt vanaf de Programmabegroting 2011 deel uit van de begrotingsstukken. De paragraaf is een actualisering van vorig jaar.
Inleiding In september 2011 is inzicht geboden in de verschillende projecten en de kostenraming van het programma Dienstverlening. Op basis van de besluitvorming hierover is onderstaande opzet gemaakt.
Het programma Dienstverlening Het programma Dienstverlening omvat het Visiedocument Dienstverlening, het dienstverleningsconcept PLE1N en het Realisatieplan Dienstverlening. Visiedocument Sint-Oedenrode op weg naar 2015 Ons Visiedocument Dienstverlening is in 2009 door uw Raad vastgesteld. Hierin onderschrijft uw Raad de ambitie om per 2015 een Klantcontactcentrum (KCC) ingericht te hebben. In dit KCC worden de vragen van onze burgers via alle kanalen opgevangen én beantwoord. Op weg naar 2015 zijn de volgende mijlpalen benoemd: • 2005 heeft in het teken gestaan van de reorganisatie naar het directiemodel zoals dat op 1 januari 2006 van start is gegaan. De organisatie is toen van aanbod naar meer vraag gericht gekanteld. • 2006 heeft de ontwikkeling van het Publieksplein plaats gevonden. In 2006 zijn de verschillende balies op verschillende locaties in het gemeentehuis samengebracht in het Publieksplein. • 2007 was het jaar van het Digitaal loket. Op de gemeentelijke website is in 2006 een start gemaakt van het Digitaal loket. Hiermee kunnen burgers 24-uur per dag transacties doen met de gemeente. • 2008 was het jaar van deregulering, benchmark (eerste deelname aan de Staat van de gemeente), evaluatie en visieontwikkeling en accountmanagement. • 2009 was het jaar van de invoering van de basisregistraties. In dat jaar is een start gemaakt met het invoeren van de basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de registratie van Personen (BRP). • 2010 was het jaar van het zorgloket. Het brede WMO loket als onderdeel van het KCC is in dit jaar volledig ontwikkeld. • 2011 was het jaar van het kwaliteitshandvest. In dat jaar zijn onze servicenormen verwoord waar onze burgers ons aan mogen houden. • 2012 wordt vervolgens het jaar van de optimalisering van de kanalen. Onze burgers benaderen ons via telefoon, post, onze website en gewoon aan onze balie. Dit jaar gaat over het afstemmen en integreren van deze kanalen. • 2013 wordt het jaar van het versterken van de keten. Het gemeentelijke KCC zal rond 2013 worden uitgebreid met informatie en samenwerking met ketenpartners. • 2014 wordt daarna het jaar van de puntjes op de “i” van Informatisering. Het voorlaatste jaar op weg naar 2015 zal in het teken staan van het afronden van de diverse activiteiten op het terrein van informatisering. • 2015 ten slotte zal het jaar zijn van het Klant Contact Centrum. De visie is vervolgens vertaald in een dienstverleningsconcept en een aantal projecten (Realisatieplan). Dienstverleningsconcept Binnen de samenwerking PLE1N (zie hiervoor verder de paragraaf verbonden partijen) is een Dienstverleningsconcept geformuleerd. In dit concept staan de uitgangspunten en randvoorwaarden verwoord om te komen tot een KCC. De doelstelling hierbij is om gezamenlijk één formule voor een KCC te ontwikkelen, die Ple1n-gemeenten kunnen implementeren.
Programmabegroting 2012
-- 111 --
Een voorbeeld van een uitgangspunt in dit concept is de doorontwikkeling van onze website. Onze burgers kunnen straks via dit kanaal, naast het vinden van informatie ook meer diensten afnemen. Om het beheer van deze websites (vier voor vier gemeenten) effectiever en efficiënter in te richten, wordt één gemeenschappelijke website ontwikkeld met voor iedere gemeente een eigen “look and feel”. Realisatieplan Het Realisatieplan is een samenhangend geheel van projecten op het gebied van verplichte wet- en regelgeving en het inrichten van de E(lectronische)-overheid. Uitgangspunten die hebben gediend bij de uitwerking van ons realisatieplan zijn de volgende: • Wij gaan als gemeente Sint-Oedenrode niet pionieren of voorop lopen, maar zijn volgend. We maken hierbij slim gebruik van al bewezen producten en standaarden. • Door specifieke onderdelen in samenwerking met andere gemeenten te doen, kunnen we kwetsbaarheid voorkomen, continuïteit bevorderen, kwaliteit verbeteren, kennis delen en minder (meer)kosten maken. • De ervaringen op het gebied van wetgeving en dienstverlening van ongeveer 200 gemeenten die ons al zijn voorgegaan, zijn als leidraad aangehouden. • Wij gaan voor zichtbare verbetering van onze dienstverlening, toegespitst op de specifieke behoeften in Sint-Oedenrode. • We doen alleen wat strikt noodzakelijk is en uitgangspunten zijn hierbij klantgerichtheid, eenvoud, effectiviteit, efficiency en kwaliteit.
Welke projecten staan gepland in 2012 In september 2011 is de gemeenteraad uitvoering geïnformeerd over de uitvoering van het Realisatieplan voor de periode 2012-2015. Onderstaand een toelichting op de belangrijkste c.q. omvangrijkste projecten voor 2012. Optimalisering van de kanalen Zoals is aangegeven is het jaar 2012 het jaar van de optimalisering van de kanalen; balie, (digitale) post, telefonie en internet. Binnen PLE1N is in 2011 gestart met de projectgroep Dienstverlening. Onder de projectgroep zijn een aantal werkgroep actief om tot gezamenlijke afstemming en ontwikkeling te komen van de kanalen die samen het gemeentelijk Klant Contact Centrum vormen. Zo gaan we werkprocessen uniformeren, een gezamenlijke website ontwikkelen, personeel uitwisselen, etc. Ontwikkeling en invoering mid-office We noemen de eerder genoemde kanalen onze “front-office” en de afdelingen waar een aanvraag beoordeeld wordt, onze “back-office”. Het front- en back-office moeten met elkaar verbonden worden. De “schakelkast” tussen deze twee vormt het mid-office. Juist deze “schakelkast” moet ervoor gaan zorgen dat onze klanten via alle kanalen bij ons terecht kan. Informatie wordt niet langer sectoraal opgeslagen en beheerd, en kunnen via diverse kanalen (en systemen) worden ontsloten. Ofwel: éénmalig invoeren, meervoudig gebruik. Gemak voor onze klanten, maar ook een veel efficiëntere bedrijfsvoering. Onderdelen die in deze mid-office zitten zijn: • Zakenbeheer • Klantcontactbeheer • Beheer documentaire informatie • (Ontsluiting van) basisgegevens (Zie verder in deze paragraaf) • Diverse landelijke e-voorzieningen Implementatie van een mid-office vraagt een inspanning aan de “voorkant” in het technisch realiseren van webtransacties en -formulieren op de website, maar vraagt ook inspanning aan de “achterkant”. Immers onze organisatie moet wel in staat zijn om digitale aanvragen binnen te krijgen, te routeren, digitaal te besluiten en verzenden van het antwoord op de aanvraag. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij is het implementeren van in het bijzonder een nieuw document management systeem (zie ook de paragraaf Bedrijfsvoering). (Ontsluiting van) basisgegevens Er zijn verschillende basisregistraties waarvan de gemeente bronhouder is: • Basisregistratie Personen • Basisregistratie Adressen en Gebouwen Programmabegroting 2012
-- 112 --
• • • •
Daarnaast zijn er basisregistraties waarvan andere instanties bronhouder zijn: Basisregistratie Percelen (Kadaster) Basisregistratie Bedrijven (Kamer van Koophandel) Basisregistratie grootschalige basiskaart Nederland (GBKN)
Voor alle basisregistraties geldt dat op termijn de verplichting bestaat om alleen in deze bronnen deze gegevens te bewaren en bewaken. In de loop der jaren echter, zijn gegevens vooral per taak bijgehouden. Concreet betekent dit dat binnen onze organisatie op verschillende plekken, in verschillende bestanden dezelfde gegevens bijgehouden worden. De komende jaren gaan gebruikt worden om deze bestanden uit te faseren en zoveel mogelijk digitale koppelingen te realiseren naar de bronbestanden.
Strategie In het visiedocument hebben we ons streefbeeld (visie) en de weg waarlangs we dit willen bereiken (strategie) vastgelegd. Onze strategie is te verdelen in de aandachtsvelden: structuur, architectuur en cultuur. Structuur Voor de uitvoering van het programma Dienstverlening is een structuur opgezet. Bestuurlijk verantwoordelijk voor het programma Dienstverlening is de burgemeester. Vanuit het directieteam is Gerrit Hagoort ambtelijk verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van het programma Dienstverlening. Hij wordt hierbij ondersteund door de werkgroep Dienstverlening. Uitgangspunt is zoveel mogelijk (projecten) binnen PLE1N uit te voeren. Daarmee zijn we afhankelijk van de tempi van andere gemeenten. Hiervoor geldt dat samen niet sneller gaat, maar dat we wel verder komen. Architectuur Met betrekking tot onze architectuur is onze inzet gericht op het ontsluiten van digitale informatie en de ontwikkeling van applicaties en systemen. Systemen moeten gekoppeld worden, gegevens moeten van het ene systeem naar het andere kunnen. Dat betekent soms dat systemen vernieuwd moeten worden of ingrijpend aangepast. We doen zoveel mogelijk in gezamenlijkheid binnen PLE1N. Cultuur Jaren geleden hebben we de omslag gemaakt van typemachine naar computer. Toen was de slag “automatisering”. Nu wordt de omslag gemaakt naar “digitalisering”. Net zo ingrijpend, wellicht nog complexer. Belangrijk aandachtsveld zijn natuurlijk de mensen die het moeten doen en hoe ze het doen. Draagvlak bij medewerkers, management en bestuur is de belangrijkste voorwaarde voor succes. We realiseren ons dat het programma Dienstverlening veelomvattend en complex is. Dit vraagt veel van alle spelers op het veld. Wij realiseren ons dat we een ambitieuze planning nastreven. Dit doen we vooral om “de druk erop te houden”. Onze planning is echter wel heel kwetsbaar. Zo zijn we afhankelijk van ontwikkelingen binnen de Rijksoverheid. Het komt veelvuldig voor dat invoering van wetgeving vertraagd wordt, en daarmee ook de projecten die daarmee samenhangen. Ook ontwikkelingen in de techniek gaan niet altijd zo snel als we willen. Er is een stelsel van landelijke standaarden die we volgen, maar veel (koppelingen tussen verschillende) systemen moeten nog gemaakt of getest worden. Daarbij komt de uitdrukkelijke wens om zoveel mogelijk projecten uit te voeren binnen PLE1N (zie paragraaf Verbonden partijen). Dit maakt ons ook afhankelijk van besluitvorming in diezelfde regio en dus ook van de verschillende tempi van andere gemeenten. De samenhang tussen de verschillende projecten is een complicerende factor. We gaven eerder al aan hoe bijvoorbeeld de website afhankelijk is van het implementeren van de mid-office. En zo kunnen tussen de verschillende onderdelen ook andere afhankelijkheden weergegeven worden. Dit maakt implementatie niet eenvoudig, we kunnen immers simpelweg niet alles tegelijkertijd.
Programmabegroting 2012
-- 113 --
Paragraaf J– Ombuigingen Inleiding De raad heeft op 7 juli 2011 ingestemd met het raadsvoorstel Traject ombuigingen 2012 en verder. In dat kader heeft de raad tevens een amendement aangenomen. Hiervoor, in het onderdeel Financiële samenvatting, is uitgebreid gereageerd op het amendement “Ombuigingen rooien we samen”. Die inhoudelijke reactie hebben we vertaald in de begroting en in bijlage III zijn de maatregelen opgenomen die in 2012 worden geëffectueerd. Nu de raad de kaders heeft gegeven met betrekking tot de ombuigingen zijn college/organisatie aan de beurt om daar invulling aan te geven. Hieronder wordt voor ombuigingscategorie B het vervolg geschetst. In deze paragraaf zal de komende jaren, zowel bij de begroting als bij de jaarrekening, vooruit respectievelijk terug worden gekeken naar de stand van zaken rondom de ombuigingen. Zonodig zal over de voortgang/afwijkingen van de ombuigingen gerapporteerd worden bij de Berap’s.
Follow-up categorie B-ombuigingen Categorie-B-ombuigingen zijn in financiële zin verwerkt in de programmabegroting 2012. Primair gaat het daarbij om een financiële vertaling in de beheersbegroting (en daarmee in de programmabegroting). Daarnaast zullen de ombuigingen van de B-categorie concreet uitgewerkt moeten worden door de ambtelijke organisatie. De eerste stappen hiertoe zijn gezet (bespreking in DT resp. overleg met de programmateams). Over de voortgang/afwijkingen van de ombuigingen zal in de P&C-cyclus, voor het eerst bij de 1e berap 2012 (= begin april 2012) gerapporteerd moeten worden. Verder ligt bij het ambtelijk management respectievelijk het college de verantwoordelijkheid om structureel aandacht te hebben voor de tijdige realisatie. Bij die uitwerking kan de OR soms een rol hebben. Het periodiek overleg OR-OVP is het overleggremium.
Financiële consequenties Ombuigingen in meerjarenperspectief: x € 1.000,-Verwerkte ombuigingsvoorstellen in begroting 2012 *)
2012
2013
2014
2015
1.260
1.149
1.063
977
*) Verschillen in de jaren betreft voornamelijk de post Onderuitputting kapitaallasten. Deze is aflopend omdat het een incidenteel voordeel is, wat afneemt als planning en realisatie dichter bij elkaar komen.
Programmabegroting 2012
-- 114 --
Het totaal van de B-categorie-ombuigingen genoemd in het raadsvoorstel van 7-7-2011 is € 1.376.114,--. In de volgende tabel zijn per ombuigingscriterium in een kolom de bedragen opgenomen, zoals ze voorkomen in het raadsvoorstel ombuigingen van 7-7-2011. In de kolom ernaast zijn de ombuigingsvoorstellen 2012 zoals ze zijn verwerkt in deze programmabegroting. Ombui gingscri terium
Omschrijving
1 2 3 4 5
Profielversterkend Profijtbeginsel meer toepassen Regelingen en normen versoberen Meer aan markt/partners overlaten Voorzieningenniveau aanpassen/meer op elkaar afstemmen Kwaliteitsniveau (tijdelijk) aanpassen/verlagen Ambities bijstellen Financiële spelregels verder aanscherpen Besparen op bedrijfsvoering Via samenwerking financieel voordeel behalen Benchmarking / huren en pachten Subsidies binnen blijven halen en inzetten t.b.v. exploitatiebegroting OZB e.a. belastingen instellen / verhogen (mede i.r.t. extra structurele investeringen en bestedingen Aanvullende ombuigingsopties Totaal
6 7 8 9 10 11 12 13 14
Raadsvoorstel 7-7-2011
Opgenomen ombuigingsvoorstel in begroting 2012
0 126.274 386.830 pm 155.000
0 126.275 314.981 0 155.000
100.000 150.000 294.460 93.550 60.000 pm 0
100.000 150.000 279.249 93.550 28.044 3.147 0
10.000
10.000
0 1.376.114
0 1.260.246
Communicatie Ombuigen vergt veel van de communicatie: Intern: medewerkers moeten meegenomen worden bij deze operatie. Naast intranet spelen de teamoverleggen, afdelingsoverleggen en portefeuillehoudersoverleggen een rol. Verder moet intern gestart worden met de concrete uitwerking, waarover periodiek (in het overleg met de teamleider, het afdelingshoofd en de portefeuillehouder) gerapporteerd wordt t.b.v. het DT en het college. De werkgroep ombuigingen wordt in verband met die interne communicatie ondersteund door taakveld communicatie. Verder ook aandacht voor de interne communicatie met de Ondernemingsraad. Daarnaast speelt natuurlijk de externe communicatie. De communicatie (waarbij de afspraken goed zijn vastgelegd) met externe partijen moet in overleg en afstemming met de werkgroep ombuigingen tijdig worden opgestart. Het risico is anders namelijk te groot dat we juridisch terug gefloten zullen worden. Voor de verschillende accountmanagers ligt hier een belangrijke taak. Bij uw raad ligt de vraag of instellingen, eventueel op uitnodiging, in de gelegenheid worden gesteld om in te spreken. Het totaaloverzicht van ombuigingsvoorstellen is als bijlage III van deze programmabegroting opgenomen.
Programmabegroting 2012
-- 115 --
BEGROTING 2012
DEEL B
FINANCIELE BEGROTING 2012
Programmabegroting 2012
-- 116 --
Toelichting op de financiële positie Inleiding Dit onderdeel van de begroting gaat in op: • uitgangspunten voor de begrotingscijfers in de programmabegroting • nieuwe bestedingen en investeringen; • financiering; • reserves en voorzieningen; • arbeidskosten gerelateerde verplichtingen • doorbelaste kosten naar programma’s
Uitgangspunten voor de begroting 2012 en meerjarenbegroting 2013-2015 In de programma’s zijn de meerjarige financiële consequenties opgenomen van: 1. bestaand beleid, waarbij de vastgestelde uitgangspunten voor de begroting 2012 e.v. zijn gehanteerd 2. ruimtescheppers zoals opgenomen in de kadernota 2012 3. gevolgen van herijking financieel beleid, zoals opgenomen in de kadernota 2012, waarbij de gevolgen van de eenmalige afboeking van investeringen met maatschappelijk nut zijn verwerkt. Het besluit om dit door te voeren wordt bij de programmabegroting 2012 genomen. 4. de financiële consequenties vanuit de meicirculaire 2011; 5. verwerkte ombuigingsvoorstellen (zie bijlage III); Voor het opstellen van de begroting 2012 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd, zoals u die heeft vastgesteld bij de Kadernota 2012: • Inflatiepercentage voor te verwachten kostenstijgingen: 0,0% per jaar. • Algemeen stijgingspercentage voor directe opbrengsten (tarieven en belastingen) 1,5% per jaar • In afwijking van het algemene uitgangspunt gelden voor de volgende belastingen/ heffingen: o Afvalstoffenheffing: op basis van 100% kostendekking voor 2012 een gemiddelde verhoging van € 2,00 per huishouden. Voor de jaren 2013 t/m 2015 wordt voorlopig vastgehouden aan een gelijk inflatiepercentage van 0,0% per jaar. o Rioolafvoerrecht: op basis van 100% kostendekking voor 2012 een gelijkblijvend tarief. Voor de jaren 2013 t/m 2015 wordt voorlopig vastgehouden aan een gelijk inflatiepercentage van 0,0% per jaar. • Rente voor nieuwe kapitaallasten: 5,0% met toepassing van de Nota Waardering en Afschrijving 2011. • Uitvoering geven aan de door de gemeenteraad op 29 mei 2008 vastgestelde Rentenota 2008. • Algemene uitkering (vooralsnog) op basis van de meicirculaire 2011. • Voor wat betreft rentetoerekening en afschrijving is in deze begroting uitgegaan van de rentenota 2008, de nota waarderen en afschrijven 2011 en de nota Reserves en Voorzieningen 2011.
Nieuwe bestedingen en investeringen Bij de programma’s zijn de ruimtevragers afzonderlijk opgenomen, omdat hierover bij de vaststelling van de begroting 2012 besloten wordt. Bij de kadernota 2012 zijn deze nieuwe bestedingen en investeringen opgenomen. Hierop heeft een aanpassing plaatsgevonden t.a.v. de incidentele besteding “projecten duurzaamheidsvisie”. De incidentele besteding van € 9.500,-- is vervallen. Hierna volgt een overzicht van de nieuwe bestedingen en investeringen die opgenomen zijn in deze programmabegroting onder de ruimtevragers. Indien hier een dekking uit reserve/voorziening/bestaande middelen komt, dan wordt in dit overzicht een –teken vermeld in het betreffende jaar. Als dit een reserve is dan wordt de desbetreffende reserve genoemd.
Programmabegroting 2012
-- 117 --
Nieuwe bestedingen Progr . 2 4
Omschrijving
6
Huur basisschool in MFA de Holm Uitvoering landschapsontwikkelingsplan (reserve groenfonds) Uitvoering groenstructuurplan (reserve groenfonds) Vervanging afdruksystemen
6
Vervanging database server en SAN
6
Vervanging sorteersystemen
6 6
4
Staat van de gemeente Handhaving i.b.v. herziening bestemmingsplan buitengebied (algemene reserve – vrij beschikbaar) Handhaven permanente bewoning recreatiewoningen (dekking algemene reserve – vrij beschikbaar) Deelname RIEC (regionaal informatie- en expertisecentrum) Uitvoeren AMvB huisvesting agrarische bedrijven (alg. reserve – vrij beschikbaar) Bijdrage instandhouding voedselbank Boxtel (res. WIW-inkomensdeel) Planmatig onderhoud gemeentelijke gebouwen Groot onderhoud vrijverval/drukriolering
4
Onderhoud verhardingen
5
Planmatig onderhoud gebouwen sportbedrijf Onderhoud inventaris en installaties sportbedrijf TOTAAL
4
6
6 3 1 div.
5
Programmabegroting 2012
2012 51.000 20.000 -20.000 20.000 -20.000 68.000 -68.000 41.200 -41.200 44.700 -44.700 6.000 100.000
2013
2014
2015
51.000 0
51.000 0
51.000 0
0
0
0
68.000 -68.000 41.200 -41.200 44.700 -44.700 0 50.000
68.000 -68.000 41.200 -41.200 44.700 -44.700 7.000 0
68.000 -68.000 41.200 -41.200 44.700 -44.700 0 0
-100.000 30.000 -30.000
-50.000 20.000 -20.000
0
0
8.415
8.415
8.415
8.415
34.800 -34.800 4.500 -4.500 183.250 -183.250 275.000 -275.000 389.000 -389.000 12.500 -12.500 19.000 -19.000 65.415
0
0
0
0
0
0
83.650 -83.650 275.000 -275.000 426.000 -426.000 104.000 -104.000 2.000 -2.000 59.415
51.900 -51.900 275.000 -275.000 449.000 -449.000 4.000 -4.000 7.500 -7.500 66.415
100.100 -100.100 45.000 -45.000 470.000 -470.000 53.000 -53.000 3.000 -3.000 59.415
-- 118 --
Nieuwe Investeringen Pro gr.
Omschrijving
Bedrag investering
Ec. nut 4 4 4 4 5
Vervangen vorkheftruck Inrichtingsmaatregelen LOG/Jekschotse heide Herinrichting Boskantseweg Renovatie veld 2 sportpark De Neul Revitalisering bedrijventerrein Nijnsel TOTAAL
Dekking uit res./voorz./ Bestaande kredieten
2012
2013
2014
2015
0 0
4.725 0
4.556 0
4.388 0
Maatsch. nut
27.000 567.000
567.000
78.000
78.000
0 0
0 7.700
0 7.480
0 7.260
1.510.000
1.510.000
0
0
0
0
2.155.000
2.155.000
0
12.425
12.036
11.648
66.000
93.000
De investeringen vinden plaats in 2012. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten worden conform de nota waarderen en afschrijven 2011 een jaar later begroot. De hier vermelde bedragen zijn op basis van de lineaire afschrijvingsmethode berekend, zoals in de kadernota is voorgesteld. Het verschil in kapitaallasten tussen annuïteitenmethode en lineaire methode wordt bij de realisatie van de kapitaallasten in 2013 gestort in een bestemmingreserve. Hiermee wordt beoogd dat de begroting belast wordt met lasten volgende de lineaire methode. De bestemmingsreserve heeft tot doel de overstap van annuïtaire afschrijvingsmethodiek naar lineair op termijn mede mogelijk te maken. Het besluit om de bestemmingsreserve daadwerkelijk in te stellen wordt genomen bij de programmabegroting 2013.
Financiering De gemeente past het systeem van totaalfinanciering toe. Dit houdt in dat niet voor iedere afzonderlijke belangrijke investering geldleningen worden afgesloten, maar dat de investering meeloopt in het totaal van de inkomende en uitgaande geldstromen van de gemeente. Indien de liquiditeitspositie zodanig is dat de kasgeldlimiet dreigt te worden overschreden dan wordt een vaste geldlening aangetrokken met een langere looptijd.
Reserves en voorzieningen Voor de doelstelling van de diverse reserves en voorzieningen verwijzen wij naar de Nota Reserves en Voorzieningen 2011 die juli 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. In onderstaand overzicht is een raming opgenomen van het verloop van de diverse reserves en voorzieningen. Hierin is ook verwerkt de voorgestelde onttrekkingen ten aanzien van nieuw beleid (bestedingen) voor 2012.
Stand 1-1-2012 *)
Toevoeging 2012
Onttrekking 2012
Stand 31-12-2012
2.650
0
0
2.650
732
0
44
688
Algemene reserve – vrij beschikbaar
2.983
0
0
2.983
Algemene reserve – grondexploitatie
1.765
0
0
1.765
Totaal algemene reserves
8.130
0
44
8.086
Omschrijving Algemene reserve – bufferfunctie Algemene reserve – vastgelegd
Programmabegroting 2012
-- 119 --
Stand 1-1-2012 *)
Toevoeging 2012
Onttrekking 2012
Stand 31-12-2012
Egalisatiereserves WIW-inkomensdeel
170
0
114
56
Egalisatiereserve tarieven riool
314
74
0
388
-173
57
0
-116
Stimuleringsfonds volkshuisvesting
987
0
0
987
Uitkering HNG via Bouwfonds
516
0
43
473
10
0
10
0
FPU-verplichtingen (frictiefonds)
231
8
147
92
Bestemmingsplan buitengebied
0
0
0
0
5.452
0
0
5.452
Kapitaallasten huisvesting gemeentehuis
317
0
29
288
Kapitaallasten uitvoeringsplan DVL
428
0
128
300
Vervanging openbare verlichting
108
0
25
83
0
0
0
0
193
0
0
193
8.553
139
496
8.196
16.683
139
540
16.282
229
109
183
155
1.251
769
804
1216
114
32
0
146
45
33
12
66
891
134
275
750
48
48
25
71
535
17
35
517
16
0
0
16
3.129
1.142
1.334
2.937
19.812
1.281
1.874
19.219
Omschrijving
Egalisatiereserve tarieven afvalstoffen
Plattelandsvernieuwing
Kapitaallasten sporthal De Streepen
Bestemmingsplannen Groenfonds Totaal bestemmingsreserves
Totaal reserves
Voorzieningen Voorziening gebouwenbeheer Voorziening wegen Voorzieningen huisvesting onderwijs Voorzieningen sportbedrijf Voorziening riolering Voorziening onderhoud openbare verlichting Voorziening pensioenverplichtingen politieke ambtsdragers Voorziening dubieuze debiteuren Totaal voorzieningen
Totaal reserves en voorzieningen
*) In de stand per 1-1-2012 is de nota Reserves en Voorzieningen 2011 verwerkt.
Programmabegroting 2012
-- 120 --
Onderstaand volgt een overzicht van de toevoegingen en onttrekkingen t.a.v. reserves voor het jaar 2012. Voor een overzicht van de onttrekkingen t.a.v. voorzieningen wordt verwezen naar paragraaf C Kapitaalgoederen Toevoegingen: Jaarlijks vindt er een begrote onttrekking c.q. toevoeging aan de egalisatiereserves tarieven plaats afhankelijk van de begrote door te lasten kosten. Voor 2012 is dit € 74.004,-- voor rioolafvoerrecht en € 57.380,-- voor egalisatiereserve afvalstoffen. Ten behoeve van de reserve FPU-gelden vindt er rentetoevoeging plaats conform de nota reserves en voorzieningen 2011. De toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen politieke ambtsdragers is jaarlijks € 16.500,--. Onttrekkingen: In onderstaande tabel zijn de begrote onttrekkingen ten aanzien van reserves opgenomen. Voor de onttrekkingen ten aanzien van de onderhoudsvoorzieningen kapitaalgoederen wordt verwezen naar paragraaf C – kapitaalgoederen. De onttrekking uit de voorziening pensioenverplichtingen politieke ambtsdragers is € 35.360,--. Reserve
Omschrijving
Alg. reserve - vastgelegd Alg. reserve - vastgelegd
Restant krediet voor alcoholpreventie Jaarlijkse onttrekking i.v.m. afkoopsom onderhoud A50
5 39
Hogere lasten dan baten voor de WWB Jaarlijkse uitkering HNG via bouwfonds Restantkrediet Ecologische verbindingszone (EVZ)
114 43 10
Egalisatieres. WIWinkomensdeel Uitkering HNG via Bouwfonds Reserve plattelandsvernieuwing Reserve openbare verlichting FPU-verplichtingen (frictiefonds) Kapitaallasten huisvesting gemeentehuis Kapitaallasten uitvoeringsplan DVL
Bedrag
Kapitaallasten in uitvoeringsplan Openbare Verlichting Jaarlijkse onttrekking FPU-gelden
25 147
Jaarlijkse onttrekking voor kapitaallasten
29
Jaarlijkse onttrekking voor kapitaallasten
128
Geraamde begrote onttrekking (bestaand beleid)
540
Ten aanzien van de ruimtevragers (nieuw beleid) worden de volgende onttrekkingen voorgesteld: Reserve
Omschrijving
Alg. reserve – vrij beschikbaar
Handhaving i.k.v. herziening bestemmingsplan buitengebied Handhaven permanente bewoning recreatiewoningen Uitvoeren AMvB huisvesting agrarische bedrijven Uitvoering landschapsontwikkelingsplan Uitvoering groenstructuurplan Bijdrage instandhouding voedselbank Boxtel Totaal voorgestelde onttrekkingen ruimtevragers
Alg. reserve – vrij beschikbaar Alg. Reserve – vrij beschikbaar Groenfonds Groenfonds Reserve WIW – inkomensdeel
Programmabegroting 2012
Bedrag
-- 121 --
100 30 35 20 20 5 210
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Onder deze verplichtingen worden de aanspraken bedoeld op toekomstige uitkeringen voor het huidige dan wel het voormalige personeel. Feitelijk heeft de gemeente Sint-Oedenrode een schuld aan hen. De BBV schrijft voor dat deze arbeidsgerelateerde verplichtingen bij jaarlijks gelijkblijvend volume opgenomen dienen te worden in de jaarlijkse exploitatiebegroting. Indien deze verplichtingen fluctueren is het verplicht om een voorziening te vormen. Zo is voor de pensioenrechten van de huidige en de voormalige wethouders inmiddels een voorziening van voldoende omvang gevormd. De gemeente Sint-Oedenrode kent de volgende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen m.b.t. wachtgelden/pensioen van ambtenaren: Werkeloosheidswet Als opvolger van de wachtgeldregeling is de Werkeloosheidswet van toepassing. Hierbij is het tot op heden echter zo dat de uitvoering geschiedt door het USZO en dat voor het overige dezelfde garanties gelden als bij de wachtgeldregeling. Binnen de gemeente Sint-Oedenrode zijn deze verplichtingen jaarlijks van een vergelijkbare omvang en zijn in deze meerjarenbegroting opgenomen. Op dit moment is deze regeling nog op 1 persoon van toepassing welke per medio 2013 afloopt. Pré-VUT regeling/FPU-gemeenten Ambtenaren konden tot voor kort gebruik maken van de FPU-gemeenten, waarbij het overgrote deel via het ABP wordt uitgekeerd en de gemeente een aanvullend percentage dient uit te betalen tot maximaal 90%. Het uitkeringspercentage door het ABP stijgt naar mate een werknemer later gebruik maakt van de regeling, waardoor het gemeentelijke aandeel daalt in percentage en de looptijd dat de gemeente dient te betalen korter wordt. Op dit moment worden binnen de gemeente Sint-Oedenrode 2 verschillende wegen bewandeld: 1. de verplichtingen ten aanzien van medewerkers die voor december 2005 gebruik hebben gemaakt van de FPU-regeling worden jaarlijks in exploitatiebegroting en meerjarenbegroting openomen. 2. de verplichtingen ten aanzien van medewerkers die gebruik hebben gemaakt van de geboden mogelijkheden bij het afschaffen van de huidige FPU-regeling per 1 januari 2006. Via een afzonderlijk raadsbesluit is hiervoor de bestemmingsreserve “Frictiefonds” in het leven geroepen dat alle huidige en toekomstige financiële verplichtingen afdekt.
Doorbelaste kosten naar programma’s Bij elk programma zijn er afwijkingen t.o.v. 2011 voor wat betreft kapitaallasten en doorbelaste uren. Het verschil in doorbelaste uren 2012 ten opzichte van 2011 wordt veroorzaakt door: • •
•
mutatie in de kosten (hogere en/of lagere lasten en baten op interne kostenplaatsen) mutatie in de dekking van de kosten bijvoorbeeld kapitaallasten uitvoeringsplan dienstverlening komt nu grotendeels ten laste van exploitatie en was in 2011 volledig ten laste van reserves. Dit betekent dat de kapitaallasten die op de exploitatie drukken doorbelast worden via het uurtarief, omdat de kapitaallasten op een zgn. interne kostenplaats geraamd en geboekt worden. verschuiving van uren die voorheen gedekt werden door investeringen/grondexploitaties/werken voor derden en nu in de exploitatie, zoals reeds toegelicht bij de financiële samenvatting.
Programmabegroting 2012
-- 122 --
In de volgende tabel worden de wijzigingen op doorbelaste kosten per programma weergegeven: Progr . 1 2 3 4 5 6
Omschrijving
2012
2011
Verschil
* € 1.000,--
Sociale dienstverlening (Zorg) Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) Bouwen en wonen (Wonen) Leefomgeving Vrije tijd en economie Burger en bestuur Totaal
1.441 378 1.314 1.436 592 1.677 6.838
1.417 315 1.106 1.325 571 1.594 6.328
24 63 208 111 21 83 510
Toelichting: de verschuiving van uren heeft m.n. plaatsgevonden binnen programma 3 en 4.
De wijziging in kapitaallasten 2012 t.o.v. 2011 is In de volgende tabel per programma opgenomen: Progr . 1 2 3 4 5 6
Omschrijving
2012
2011
Verschil
* € 1.000,--
Sociale dienstverlening (Zorg) Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) Bouwen en wonen (Wonen) Leefomgeving *) Vrije tijd en economie Burger en bestuur Totaal
0 410 42 469 379 776 2076
3 399 63 666 394 734 2259
*) De wijziging in programma 4 betreft voornamelijk vrijval van kapitaallasten riolering.
Programmabegroting 2012
-- 123 --
-3 11 -21 -197 -15 42 -183
Kerngegevens programmabegroting 2012 Sociale structuur:
Werkelijk 2011
Begroting 2012
17.818
17.910
4.356
4.450
10.490
10.535
2.972
2.925
93
87
1.047
1.064
165
165
Oppervlakte gemeente in ha.
6.494
6.494
Waarvan
6.442
6.442
52
52
7.319
7.366
207
207
26
26
3
3
Aantal inwoners: Waarvan:
< 20 jaar 20 – 64 jaar > 64 jaar
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden Aantal uitkeringsgerechtigden Aantal minderheden
Fysieke structuur
land Binnenwater
Aantal woningen Capaciteit bijzondere woongebouwen Aantal recreatiewoningen Aantal wooneenheden
Financiële structuur * € 1.000,--
Begroting 2011
Lasten van de exploitatie
Begroting 2012
35.669
32.369
6.815
6.962
Algemene uitkering
12.889
13.009
Vaste schuld
22.724
25.283
Opbrengst belastingen (inclusief rioolrechten)
Eigen financieringsmiddelen: Algemene reserves
16.236
Bestemmingsreserves
3.121
Voorzieningen
5.306
Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven
48.600
.
Programmabegroting 2012
-- 124 --
8.130 8.853 3.129 44.004
Totaaloverzicht baten en lasten Begroting 2012 Programma
Lasten
Baten
Begroting 2013 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1 Sociale dienstverlening (Zorg)
8.443
4.632
3.811
8.451
4.608
3.843
2 Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn)
3.256
654
2.602
3.262
654
2.608
3 Bouwen en wonen (Wonen)
5.756
3.590
2.166
5.794
3.596
2.198
4 Leefomgeving
5.743
456
5.287
5.879
491
5.388
5 Vrije tijd en economie
3.364
1.058
2.306
3.639
1.047
2.592
6 Burger en bestuur
4.097
332
3.765
4.145
324
3.821
30.659
10.722
19.937
31.170
10.720
20.450
40
40
13.089
-13.077
12
151
Totaal programma’s Incidenteel onvoorzien
40
40
Structureel onvoorzien Algemene dekkingsmiddelen: - Algemene uitkering
12
13.322
-13.310
-151
148
-148
6.962
-6.962
7.028
-7.028
1.519
1.019
500
1.470
1.278
192
32.230
31.943
287
32.692
32.496
196
- Dividenden - Lokale heffingen - Financieringsfunctie Resultaat voor bestemming
Toevoeging
Programma 1 Sociale dienstverlening (Zorg) 2 Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) 3 Bouwen en wonen (Wonen) 4 Leefomgeving
131
Onttrekking
Toevoeging
Saldo
114
-114
5
-5
10
-10
65
66
131
5 Vrije tijd en economie 6 Burger en bestuur
Onttrekking
Saldo
65
-65
65
66
273
-273
8
346
- 338
1
296
-295
Totaal reserves
139
540
-401
132
699
-567
Resultaat na bestemming
32.369
32.483
-114
32.824
33.195
-371
Algemene dekkingsmiddelen
Positief c.q. negatief begrotingsresultaat
Programmabegroting 2012
114
-- 125 --
371
Totaaloverzicht baten Begroting 2014 Programma
Lasten
Baten
Begroting 2015 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1 Sociale dienstverlening (Zorg)
8.365
4.514
3.851
8.232
4.372
3.860
2 Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn)
3.289
654
2.635
3.329
654
2.675
3 Bouwen en wonen (Wonen)
5.807
3.598
2.209
5.826
3.600
2.226
4 Leefomgeving
5.924
448
5.476
5.990
463
5.427
5 Vrije tijd en economie
3.669
1.058
2.611
3.709
1.069
2.640
6 Burger en bestuur
4.188
325
3.863
4.179
326
3.853
31.242
10.597
20.645
31.265
10.484
20.781
40
40
13.611
-13.599
12
145
Totaal programma’s Incidenteel onvoorzien
40
40
Structureel onvoorzien Algemene dekkingsmiddelen: - Algemene uitkering
12
13.446
-13.434
-145
141
-141
7.084
-7.084
7.142
-7.142
1.375
1.257
118
1.226
1.237
-11
32.669
32.694
-25
32.543
32.450
93
- Dividenden - Lokale heffingen - Financieringsfunctie Resultaat voor bestemming
Toevoeging
Programma
Onttrekking
Saldo
Toevoeging
Onttrekking
Saldo
1 Sociale dienstverlening (Zorg) 2 Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) 3 Bouwen en wonen (Wonen) 4 Leefomgeving
131
65
66
5 Vrije tijd en economie
266
6 Burger en bestuur
131
65
66
-266
259
-259
264
-264
127
-127
Algemene dekkingsmiddelen Mutaties reserves
131
595
-464
131
451
-320
Resultaat na bestemming
32.800
33.289
-489
32.674
32.901
-227
Positief c.q. negatief begrotingsresultaat
Programmabegroting 2012
489
-- 126 --
227
BIJLAGEN
Programmabegroting 2012
-- 127 --
Bijlage I Financiële aansluiting kadernota – programmabegroting op hoofdlijnen * € 1.000,-Beginsaldo voor de kadernota 2012 vóór bestemming (incl. nog te realiseren ombuigingen cfm. raadsbesluit 2010 voor bestemming) (zie blz. 31 kadernota 2012) Uit kadernota (blz. 32) t.a.v. herijking financieel beleid zijn verwerkt: Rente grondbedrijf naar reguliere exploitatie (blz. 32 kadernota) Vrijval kap.lasten i.v.m. afboeking investeringen met maatsch. nut Kapitaallasten Uitvoeringsplan Dienstverlening conform kadernota Ombuiging 2011 Inzet reserves en voorzieningen wordt niet gerealiseerd bij de reserves, maar in de exploitatiebegroting Structurele bijdrage lokaal volkshuisvestingsfonds Structurele bijdrage Groene Woud Uit kadernota (blz. 26) t.a.v. ruimtescheppers zijn verwerkt: Verhoging belastingen Vervallen I&B-budget Verhogen incidenteel onvoorzien Vervallen structureel onvoorzien Mutaties bij samenstellen begroting: Vervallen stelpost oude ombuigingen Verwerking mei circulaire Stelpost 1% loonsverhoging op algemene uitkering (baten) Stelpost 1% loonsverhoging (lasten) Verschuiving van uren incl. taakstelling 2012 (zie voor toelichting financiële samenvatting) Vervallen stelpost rente Mutatie rentelasten Overige mutaties per saldo Verwerkte ombuigingen (zie bijlage III) Saldo 2012 vóór bestemming Saldo 2012 toevoeging aan reserves cfm kadernota 2012 Mutatie egalisatiereserve riolen en afval o.b.v. geactualiseerde kosten Rente frictiefonds Saldo 2012 toevoeging aan reserves progr.begroting 2012 (a) Saldo 2012 onttrekkingen aan reserves cfm kadernota 2012 Bijdrage uit Fonds Werk en Inkomen (kadernota 32) Bijdrage uit Fonds Werk en Inkomen (kadernota blz. 33) Vervallen BNG uitkering (kadernota blz. 32) Restant krediet EVZ t.l.v. res. plattelandsvernieuwing Restant krediet alcoholpreventie t.l.v. Alg.reserve vastgelegd Kap.lasten. uitv. plan O.V. 2011 t.l.v. best.res openbare verlichting Bijdrage HNG via Bouwfonds oude raming mjb 2011-2014 Bijdrage HNG via Bouwfonds progr.begr.2012 Bijdrage FPU-gelden (frictiefonds) oude raming mjb 2011-2014 Bijdrage FPU-gelden (frictiefonds) progr.begr.2012 Vervallen kap.lasten Uitv. DVL oude raming mjb 2011-2014 Bijdrage Kapitaallasten Uitvoeringsplan DVL (kadernota blz. 19) Vervallen kapitaallasten nieuwe sporthal (kadernota blz. 32) Vervallen kapitaallasten Fioretti College (kadernota blz. 32) Programmabegroting 2012
-- 128 --
2012
2013
2014
2015
-1.275
-1.331
-1.006
-1.006
250 160 -175 50
250 160 -208 50
250 160 -208 50
250 150 -208 50
-30 -13
-30 -13
-30 -13
-30 -13
49 150 -20 20
98 300 -20 40
148 450 -20 60
199 450 -20 60
-385 256 80 -80 -150
-735 339 160 -160 -350
-935 343 240 -240 -350
-935 98 320 -320 -350
-40 -118 -296 1.260 -287
-40 138 -13 1.149 -196
-40 117 -14 1.063 25
-40 97 178 977 -93
154
154
154
154
-23 8 139
-23 1 132
-23 0 131
-23 0 131
1.142 -144 114 -35 10 5 26 -40 43 -180 147 -300 128 -32 -6
1.452 -144 65 -35 0 0 26 -40 46 -180 94 -337 128 -32 -6
1.479 -144 0 -35 0 0 26 -40 49 -180 58 -370 128 -32 -6
1.472 -144 0 -35 0 0 26 -40 53 -180 0 -370 45 -32 -6
* € 1.000,-Vervallen kapitaallasten diverse projecten (kadernota blz. 32) Onttrekking rente grondbedrijf (kadernota blz. 32) Inzet R&V t.b.v. ombuigingen (kadernota blz. 32) Saldo 2012 voor onttrekkingen reserves progr.begr. 2012 (b) Mutaties reserves programmabegroting 2012 (b)-(a) Beginsaldo voor de kadernota 2012 na bestemming (incl. de nog te realiseren ombuigingen cfm. raadsbesluit 2010 na bestemming) Verwerkte mutaties in programmabegroting voor bestemming Verwerkte mutaties op reserves toevoegingen Verwerkte mutaties op reserves onttrekkingen Saldo na bestemming programmabegroting 2012 bestaand beleid (zie ook financiële samenvatting)
Programmabegroting 2012
-- 129 --
2012 -38 -250 -50 540
2013 -38 -250 -50 699
2014 -38 -250 -50 595
2015 -38 -250 -50 451
401
567
464
320
-287 988 15 -602
-34 1.135 22 -752
318 1.031 23 -883
311 913 23 -1.020
114
371
489
227
Bijlage II Inventarisatie financiële risico’s De risico’s zijn ingedeeld in de volgende categorieën: • Risico’s ten aanzien van het eigen beleid • Risico’s met betrekking tot de sociale zekerheid • Risico’s naar aanleiding van beleid van hogere overheden • Risico’s als gevolg van samenwerking met andere gemeenten c.q. instanties • Risico’s met betrekking tot het openbare gebied • Risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering
Risico’s ten aanzien van eigen beleid • WW-uitkeringen personeel Door de staatssecretaris van sociale zaken is door middel van een “voornemen” aangegeven dat de per 1 januari 2009 afgeschafte WW-premie weer zou moeten worden heringevoerd. Uit reacties van diverse kanten, zowel vanuit de politiek als vanuit werknemerszijde, is hierop verontwaardigd gereageerd. Toch leert de ervaring dat na verloop van tijd en wellicht in afgeslankte vorm een herintroductie niet uitgesloten moet worden geacht. Wij achten het dan ook zinvol dit als potentieel, gemiddeld, risico aan te merken. •
WW-uitkeringen (oud)wethouders) De kosten voortvloeiende uit de wachtgeldregeling voor oud-wethouders zijn sinds 2008 in de exploitatiebegroting opgenomen. Het risico dat gebruik gemaakt wordt van de regeling is altijd aanwezig en is als hoog is aan te merken.
• Subsidies Voor een aantal projecten wordt subsidie ontvangen. Definitieve vaststelling vindt altijd achteraf plaats. We beperken dit risico door tussentijds te monitoren en de te ontvangen subsidie in de begroting op te nemen in overeenstemming met de (voorlopige) subsidiebeschikkingen. Het risico is als zodanig als laag aan te merken. • Huidig personeelsbestand Vergrijzing van het personeelsbestand leidt tot hogere personeelskosten. Daarnaast wordt het steeds moeilijker HBO-ers en WO-ers te werven. Oorzaak is ondermeer de betere primaire arbeidsvoorwaarden zowel in de profit-sector als andere non-profitsectoren. Gevolg daarvan is dat in verhouding steeds meer interim personeel moet worden ingeschakeld totdat een vacature structureel is ingevuld. Interim personeel is aanmerkelijk duurder dan eigen personeel. Wellicht kan de huidige economische crisis er toe leiden dat vacatures bij de overheid iets gemakkelijker kunnen worden ingevuld. Uiteraard wordt geprobeerd de inhuur van externen tot een minimum te beperken. Hiervoor wordt ook in 2012 gebruik gemaakt van de “Beslisboom externe inhuur”. Daarnaast blijft in 2012 de selectieve vacaturestop van kracht. Het risico voor eventueel hogere kosten schatten wij lager dan gemiddeld in. •
Brede rioolheffing in relatie tot verfijningsuitkering De verfijningsuitkering riolering is in 2011 grotendeels vervallen en daarnaast zijn de kapitaallasten riolering lager worden. Dit betekent dat de tarieven voor rioolheffing lager zouden kunnen worden. Onderzoek naar brede rioolheffing heeft geresulteerd in het meer doorbelasten van kosten in de tarieven. Dit is in deze programmabegroting verwerkt. Het gemeentelijk rioleringsplan wordt momenteel geactualiseerd, waarbij er nieuwe inzichten kunnen ontstaan t.a.v. de doorbelasting. Bij het vaststellen van de tarieven in december 2011verwachten we hier duidelijkheid in te hebben. Het is mogelijk dat niet het hele bedrag in de doorberekening kan worden gehaald. We schatten het risico hiervoor in als hoog.
Programmabegroting 2012
-- 130 --
Risico’s met betrekking tot de uitvoering van de sociale zekerheid •
Dure woningaanpassingen (Wet maatschappelijke ondersteuning) Het is niet op voorhand in te schatten hoeveel inwoners op jaarbasis een aanvraag voor een dure woningaanpassing zullen indienen. Gezien de lange doorlooptijd van deze aanvragen is het ook niet precies te voorspellen wanneer een voorlopige toekenning tot uitbetaling komt. Om het risico in te schatten is aansluiting gezocht bij de ervaringen van voorgaande jaren. Mede omdat er sprake is van een open-einde regeling kan het risico als hoog worden aangemerkt.
•
Hulp bij het huishouden (Wet maatschappelijke ondersteuning) In de Wmo is het zogeheten compensatiebeginsel opgenomen dat de algemene verplichting bevat voor gemeenten om beperkingen van mensen op het terrein van “het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen en het ontmoeten van medemensen” te compenseren. Per 1-1-2010 zijn nieuwe contracten afgesloten met 10 aanbieders voor hulp bij het huishouden. Met de nieuwe contracten zijn de prijzen zoals verwacht gestegen. Daarnaast is een stijging in het aantal geïndiceerde uren HBH zichtbaar. Deze stijging zet naar verwachting ook in 2012 door. Daar staat tegenover dat per 2012 de ontwikkeling van De Kanteling een plek krijgt in het beleidsplan en de verordening Wmo (onder voorbehoud van goedkeuring gemeenteraad). Dit biedt mogelijkheden voor kostenbesparing. Omdat De Kanteling een omslag in denken en doen vraagt van alle betrokkenen, vraagt deze ontwikkelingtijd. De verwachting is dat dit in 2012 nog niet tot een besparing leidt. Voor de Wmo is geen bestemmingsreserve ingesteld. Omdat er sprake is van een open-einde regeling kan het risico als hoog worden aangemerkt.
•
Overheveling taken AWBZ en jeugdzorg naar gemeente In de komende jaren worden nog meer taken uit de AWBZ en de jeugdzorg vanuit de rijksoverheid en de provincie overgeheveld naar de gemeente. Eén van deze nieuwe taken die het kabinet per 1 januari 2013 vanuit de AWBZ wil overhevelen naar de Wmo is de extramurale begeleiding: de functies dagbesteding en begeleiding. De doelen van deze functies zijn in de AWBZ het bevorderen, behouden of compenseren van zelfredzaamheid, het voorkomen van opname in een instelling en het voorkomen van verwaarlozing. Naast deze overdracht van taken wil de rijksoverheid met ingang van 1 januari 2013 het IQ-criterium voor recht op AWBZ-zorg wijzigen. Het voornemen is uit te gaan van een IQ lager dan 70. Op dit moment hebben ook zwakbegaafden, met een IQ tussen de 70 en 85, recht op AWBZ-zorg (grondslag verstandelijke handicap) als er daarnaast sprake is van meervoudige problematiek. De transitie jeugdzorg voorziet in een gefaseerde decentralisatie naar gemeenten van de (provinciale) geïndiceerde jeugdzorg, de zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jeugd, de jeugd GGZ, de jeugdbescherming en de jeugdreclassering. Nieuwe wetgeving brengt nieuwe financieringsstromen met zich mee. Bij het overhevelen van deze taken naar de gemeente realiseert het rijk een structurele bezuiniging. Dit betekent dat de gemeente anders uitvoering moet geven aan deze verantwoordelijkheid dan het rijk tot op heden doet. De uitdaging is om integraal beleid te voeren waarbij middelen voor een bredere doelgroep worden ingezet en waarbij participeren het uitgangspunt is. Er liggen mogelijkheden om inhoudelijke en financiële verbindingen te maken tussen Wmo en de nieuwe regelingen. Tevens biedt het de gemeente de kans om het potentieel van het maatschappelijke middenveld meer te benutten. De genoemde ontwikkelingen in de wetgeving leiden tot een taakverzwaring voor de gemeente. Dit vergt forse inspanningen en waarschijnlijk ook investeringen. Dit risico wordt vooralsnog ingeschat als laag gemiddeld.
•
Wet werk en bijstand In 2008 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen ministerie en VNG over de berekeningsmethodiek voor het jaarlijkse WWB inkomensbudget, waarmee de gemeenten de WWB uitkeringsgerechtigden moeten betalen. Op basis van deze afspraken heeft de minister besloten het macro budget 2010 te verlagen. Deze verlaging werkt ook door in daarop volgende jaren. Daarnaast is er in de loop van 2010 sprake van een lichte toename van het aantal uitkeringsgerechtigden. De toename heeft zich ook in 2011 voortgezet en de duur van de uitkering loopt op. De toename is niet direct te relateren aan de economische situatie in ons land. De reden achter een nieuwe uitkeringsgerechtigde is vaker van sociale of persoonlijke aard. Echtscheiding, huiselijk geweld, verslaving, traumatische ervaringen en andere psychische redenen. Programmabegroting 2012
-- 131 --
Dit verklaart mede de toename van de uitkeringsduur. Uitstroom voor deze groep is erg lastig. Tevens moet vanaf 2013 rekening worden gehouden met een toename vanwege de samenvoeging WWB/Wajong en WSW en de uitvoering van de Wet werken naar vermogen. Ten aanzien van dit risico is in het verleden de egalisatiereserve Werk en Inkomen (Inkomensdeel) in het leven geroepen. Per 1-1-2011 was de stand van deze reserve € 322.965,85. Afhankelijk van de hoogte van een eventueel tekort op de uitvoering 2011 resteert nog een bedrag om het eventueel tekort van 2012 (gedeeltelijk) op te vangen. Mede door de nog aanwezige overschotten van de afgelopen jaren kan het risico worden aangemerkt als laag/gemiddeld. •
Wet werken naar vermogen (Wwnv) Het bestuursakkoord bevat nog een mogelijk financieel risico en dat is de invoering van de Wet werken naar vermogen. Naast de onzekerheid over de omvang van de instroom via de Wajong en de scherpere toelatingscriteria voor de sociale werkvoorziening blijft de huidige/oude SW-populatie bestaande caorechten behouden terwijl op de budgetten wordt gekort. Voor de uitvoering van de Wwnv krijgen gemeente de beschikking over een ontschot re-integratiebudget. Dit bestaat uit het WWB re integratiebudget, het Wsw-budget en een deel van het bestaande Wajong- re integratiebudget. Met ingang van 2012 wordt direct een besparing op het budget toegepast. Uit dit ontschotte reintegratiebudget moeten ook de cao-rechten van de ‘oud’ sw-ers worden bekostigd. De voorgestelde herstructureringsfaciliteit wordt onvoldoende geacht om de beoogde veranderingen te kunnen financieren. De stand van zaken per augustus 2011 is dat het Kabinet en VNG zich nog nader beraden op dit onderdeel. Het risico kan worden aangemerkt als gemiddeld/laag.
•
Leerlingenvervoer In de afgelopen jaren zijn de kosten voor leerlingenvervoer fors toegenomen. Door herijking van de uitvoering van het leerlingenvervoer en het, waar mogelijk, gebruik te maken van opstapplaatsen, hopen wij de kosten te kunnen reduceren. Omdat leerlingenvervoer een open-einde regeling betreft en op basis vanuit ervaringen uit het verleden schatten wij dit risico in als gemiddeld tot hoog.
Risico’s n.a.v. beleid van hogere overheden •
•
•
•
Planvorming door hogere overheden Het komt voor dat andere overheden plannen maken, waarop de gemeente snel moet reageren, bijvoorbeeld een streekplan, uitbreidingsplannen etc. Vervolgens kan het noodzakelijk zijn een studie te verrichten naar de consequenties hiervan op lokaal niveau. In de begroting is geen rekening gehouden met risico’s als gevolg van planvorming door hogere overheden. Risico-inschatting leidt tot een geringe impact. Pensioenpremies Pensioenen staan op dit moment nog steeds volop in de actualiteit. Tegenvallende beleggingsresultaten en de historisch lage rentestand heeft risico voor de dekkingsgraad. Dit kan gevolgen hebben voor de premie, of uiteindelijk de hoogte van het pensioen. Daar waar het premieverhogingen betreft zijn zowel de werknemer als werkgever duurder uit. Zo zijn per 1 april 2011 de premies voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen verhoogd met 1%. 70% hiervan komt voor rekening van de werkgever. Het is niet uitgesloten, dat als de economische crisis r voortduurt er nog meer premieverhogingen volgen. Het risico wordt ingeschat op gemiddeld. Algemene Uitkering De gemeente is voor een groot gedeelte van haar inkomsten afhankelijk van het rijk. Verreweg de meeste inkomsten ontvangt de gemeente via de zogenaamde algemene uitkering. Indien economische ontwikkelingen het Kabinet nopen tot het realiseren van (aanvullende) bezuinigingen dan hebben deze bezuinigingen op rijksniveau volgens de normeringsystematiek van de algemene uitkering invloed op de hoogte van de algemene uitkering. Het risico wordt als gemiddeld/hoog ingeschat. Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is op 1 oktober 2009 in werking getreden. De wet is ervoor bedoeld om ervoor te zorgen dat o.a. gemeentes zo snel mogelijk beslissen over aanvragen, bijvoorbeeld voor vergunningen. De dwangsom begint automatisch te lopen, beloopt hoogstens 42 dagen en bedraagt maximaal € 1.260,00. Programmabegroting 2012
-- 132 --
Op basis van de ervaringen sinds de invoerdatum schatten wij het risico als gemiddeld in. •
•
Niet verhaalbaar zijn van kosten bestuursdwang Wettelijke gezien geldt er een beginselplicht tot handhaving. De Algemene wet bestuursrecht laat het bevoegd gezag vrij in de keuze voor toepassing van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom. Indien er gekozen wordt voor het toepassen van bestuursdwang, betekent dat het bevoegd gezag de overtreding ongedaan maakt (bijvoorbeeld door sloop of inbeslagname) en de kosten daarvoor verhaald op de overtreder. In de praktijk zullen deze kosten niet altijd (volledig) te verhalen zijn. Dit risico wordt afgewogen bij het nemen van de handhavingsbeschikking. Ervaring leert dat dit niet frequent voorkomt, omdat de meeste beschikkingen gebaseerd zijn op een dwangsom. Het risico wordt daarom als laag ingeschat. Vorming Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) De ontwikkelingen rondom een RUD in Brabant Noord bevinden zich nu in de beginfase. In januari 2013 zou de Regionale uitvoeringsdiensten operationeel moeten zijn. Inmiddels hebben wij wel ingestemd de grondvorm en hebben geopteerd voor een netwerkorganisatie. Tegelijkertijd hebben wij met betrekking tot de vervolgfasen van het project een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de financiering. De reden hiervoor is, dat wij geen gedegen meerjarig inzicht hebben in de financiële gevolgen voor onze gemeente. Wij verwachten hierover meer duidelijkheid in het laatste kwartaal 2011/ eerste kwartaal 2012. Het risico wordt als gemiddeld ingeschat.
Risico’s als gevolg van samenwerking met andere gemeenten c.q. instanties •
Regionale samenwerking Uit financieel oogpunt kan samenwerking met andere gemeenten c.q. instanties zowel een kans als een bedreiging zijn. Vergroting van schaal kan leiden tot efficiencyvoordelen. Samenwerking op het gebied van de uitvoerende diensten - zoals milieu – is daarvan een voorbeeld. Samenwerking op meer beleidsmatig terrein kan er echter ook toe leiden dat in toenemende mate kosten van regionale samenwerking in rekening worden gebracht voor producten, die zonder samenwerkingsverband niet dan wel in mindere mate door de eigen gemeente zouden worden verstrekt. In die zin kan regionale samenwerking een risico zijn. Actuele dossiers op dit moment zijn de samenwerking op het gebied van WOZ/Belastingen, ICT en P&O. Financiële risico’s ontstaan o.a. wanneer één of meerdere partners zich uit de samenwerking terugtrekken. Het risico wordt als laag ingeschat.
•
Regionalisering Brandweer In 2010 is gesproken over de financiering van het per 1-1-2011 overgedragen brandweermaterieel aan de Veiligheidsregio. Daarbij is voorgesteld het materieel over te nemen tegen boekwaarde en daartegenover ter hoogte van datzelfde bedrag een geldlening tegen een rekenrente van 4,5% (conform ontvlechtingsdossier) per gemeente af te sluiten. In september 2011 wordt dit in beeld gebracht. Bij nader inzien kunnen de ontvlechtingsberekeningen onvoldoende zijn geweest, dat zal blijken bij de jaarrekening 2011. Het risico hierop wordt laag ingeschat.
•
Bestuursacademie Zuid-Nederland (BAZN) in liquidatie Jaarlijks wordt gerapporteerd over de afwikkeling van de Gemeenschappelijke regeling Bestuursacademie Zuid-Nederland (BAZN) in liquidatie. De verplichtingen (o.a. wachtgeldverplichting oud docenten) lopen in ieder geval door t/m 2013. Naar verwachting kunnen deze verplichtingen opgevangen worden binnen de bestemmingsreserve die hiervoor gevormd is binnen de gemeenschappelijke regeling. Het risico wordt als laag geschat.
•
Streekgewest Brabant-Noordoost De risico’s die gepaard gaan met de opheffing van het Streekgewest Brabant-Noordoost zijn middels een afkoopsom aan de gemeente Oss grotendeels afgedekt, zoals besloten in de raadsvergadering van 17 december 2009. De afkoopsom bedroeg voor de gemeente Sint-Oedenrode € 35.000,--. In dit besluit is opgenomen dat de deelnemende gemeenten t/m 2026 alleen nog worden aangesproken door de gemeente Oss, indien er claims van meer dan € 50.000,-- worden ingediend. Het risico voor de gemeente Sint-Oedenrode is daarmee aanzienlijk verkleind en wordt door ons als laag ingeschat.
Programmabegroting 2012
-- 133 --
•
Gemeenschappelijke regeling Welstandszorg De Welstandsadvisering is inmiddels beëindigd en wordt door de SRE uitgevoerd. Levering van het kantoorpand heeft in mei 2010 plaatsgevonden en het voltallige resterende personeel heeft een dienstbetrekking bij het SRE aanvaard. Met de reeds voorziene inwonerbijdrage van € 0,20 over 2011 is het liquidatieproces afgerond. Er bestaan geen restrisico’s meer.
•
Voormalige stortplaats de Vlagheide te Schijndel De gemeente Sint-Oedenrode heeft op basis van een overeenkomst uit het verleden een financieel belang in de voormalige stortplaats de Vlagheide te Schijndel. Dit belang bedraagt 4,83%. Het Stadsgewest ’s-Hertogenbosch gaat in haar begroting voor 2012 uit van overdracht, van de stortplaats de Vlagheide aan de Provincie Noord-Brabant, op 1-1-2015. Uit het in de begroting opgenomen meerjarenperspectief blijkt een geraamd restant Eigen Vermogen per 31-12-2014 van ca. € 1,6 mln. Bij de programmabegroting 2011 was er sprake van opschuiving van de datum van overdracht richting 20182019 t.g.v. deelname aan een landelijk onderzoeksproject dat de werking van Natuurlijke Afbraak van stortplaatsen verder gaat onderzoeken. Inmiddels is onzekerheid ontstaan over deelname aan het landelijk onderzoek. Ingeval van deelname lijkt de overdrachtstermijn namelijk op te schuiven naar 1-1-2029, maar dat is vanuit meerdere invalshoeken gezien, waaronder de financiële, niet wenselijk. De komende maanden zal er overleg gevoerd worden met de direct betrokkenen om duidelijkheid te krijgen. Ook indien na de onderzoeken de conclusie luidt dat de thans voorgeschreven wijze van bovenafdichting gehandhaafd blijft, gaat het Stadsgewest uit van een positief Eigen Vermogen op het moment van overdracht aan de Provincie. Tegen die achtergrond is het vormen van een reserve niet noodzakelijk gebleken en kan het risico dan ook als laag worden gezien.
Risico’s met betrekking tot het openbaar gebied •
Bodemverontreiniging Hoewel bij de uitvoering van civieltechnische projecten structureel onderzoek plaatsvindt naar de milieutechnische kwaliteit van de grond bestaat de kans dat in de bodem gevaarlijke stoffen worden aangetroffen die daar in het verleden zijn aangebracht. Daarnaast bestaat door onzorgvuldigheid bij transporten met gevaarlijke stoffen of verontreinigde grond het risico van bodemverontreiniging. Het is niet altijd mogelijk de veroorzaker te achterhalen. Momenteel zijn geen verontreinigde plekken, waarvan de veroorzaker niet te achterhalen is, bekend. Om die reden is het risico laag.
•
Onderhoud kapitaalgoederen Kapitaalgoederen vormen letterlijk ons gemeentelijk kapitaal, waarmee zorgvuldig moet worden omgegaan. Voor een aantal onderdelen op dit gebied zijn beheersplannen vastgesteld, te weten onderhoud gebouwen, onderhoud wegen, openbare verlichting en riolering. Voor een nadere uiteenzetting hierover verwijzen wij U naar paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen. In deze plannen wordt tevens opgenomen welke bedragen –meerjarig gezien- nodig zijn om de voorzieningen op een redelijk peil te houden (groot onderhoud), dan wel nodig zijn om een inhaalslag te maken in achterstallig onderhoud. Het is immers van groot belang dat voldoende middelen worden uitgetrokken om dit noodzakelijke groot onderhoud te kunnen uitvoeren en in vervangingen te kunnen voorzien. In de begroting worden jaarlijks ramingen opgenomen die zoveel mogelijk zijn gebaseerd op de financiële uitkomsten in de beheerplannen. Indien, door onvoorziene omstandigheden, deze ramingen niet overeenstemmen met de werkelijk benodigde bedragen ontstaan risico’s. Deze risico’s worden echter als gemiddeld gekwalificeerd.
•
Aansprakelijkheidsrisico’s De burger kan de gemeente aansprakelijk stellen voor schade. Naast de mogelijkheden om schade vergoed te krijgen via een civiele rechtsvordering, heeft de burger ook de mogelijkheid schade te claimen binnen het bestek van de Algemene Wet Bestuursrecht. De burger die schade heeft geleden kan een verzoek om schadevergoeding indienen. De burger heeft die mogelijkheid als er sprake is van het uitoefenen van publiekrechtelijke bevoegdheden en tegen het besluit die de schade veroorzaakt bezwaar en beroep mogelijk is. Voor de burger een vrij eenvoudige manier om eventuele schade vergoed te krijgen, zeker voor die gevallen waarin de gemeente een fout gemaakt heeft.
Programmabegroting 2012
-- 134 --
Juist in die gevallen, waarbij de gemeente een fout heeft gemaakt, of te laat een beslissing heeft genomen, staat in beginsel de aansprakelijkheid van de gemeente vast. De gemeente loopt in dit soort zaken een financieel risico, dat in sommige gevallen door verzekering is afgedekt. De mate waarin de gemeente hierbij risico loopt schatten wij voorzichtigheidshalve gemiddeld in. •
Planschadeclaims Als gevolg van ontwikkelingen in de ruimtelijke zin dient rekening te worden gehouden met planschadeclaims ex artikel 6.1 Wet Ruimtelijke Ordening. Indien de ruimtelijke ontwikkeling niet in handen is van de gemeente dan is uitgangspunt dat in voorkomende gevallen de planschadeclaims zoveel mogelijk worden verhaald op de (project-)ontwikkelaar. Daarnaast dient niet uitgesloten te worden dat als gevolg van allerlei ontwikkelingen een beroep wordt gedaan op nadeelcompensatie. Zowel planschade als nadeelcompensatie valt niet onder de door de gemeente afgesloten aansprakelijkheidsverzekering. Qua risico-inschatting achtten wij kwalificatie als gemiddeld op zijn plaats.
•
Archeologische vondsten Om de aanwezigheid van waardevol materiaal te kunnen bepalen en eventuele risico’s in beeld te brengen vindt vooraf historisch vooronderzoek plaats. Vooral bij grondwerkzaamheden in het centrum zijn de laatste tijd zaken gevonden die van historisch belang zijn. Zulke vondsten kunnen een vertraging in de uitvoering van de werkzaamheden opleveren en leiden tot extra uitgaven. Het risico wordt daarbij als gemiddeld/hoog ingeschaald.
•
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen Doel van de wet is een regeling te bieden voor de registratie van publiekrechtelijke beperkingen. Hieronder wordt verstaan iedere inbreuk op het recht van gebruik en beschikking van vastgoed, die op grond van een administratiefrechtelijke bevoegdheid door de overheid wordt opgelegd. Het gaat dus om belastende besluiten die op een onroerende zaak rusten, ongeacht wie de eigendom of het gebruik heeft van deze zaak. Aan deze wet zijn financiële en organisatorische consequenties verbonden met een geschat gemiddeld risicogehalte.
•
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) nieuw Met de inwerkingtreding van de Wabo per 1 oktober 2010 is een groot aantal verschillende stelsels met betrekking toestemming van bestuursorganen voor het verrichten van activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving (bijv. bouwvergunning, milieuvergunning, monumentenvergunning etc.) gebundeld onder een vergunningenstelsel. Hierdoor is een samenhangende beoordeling van die activiteiten op de betrokken aspecten mogelijk, is er één procedure die leidt tot één besluit, een beroepsprocedure en gecoördineerde handhaving. De invoering van de Wabo heeft financiële en organisatorische consequenties. In het verlengde hiervan moet ook worden gewezen op de effecten van de invoering van de Wabo op de bouwleges. Door de invoering van de Wabo zijn veel aan- en uitbouwen op achtererven van woningen en bedrijven vergunningvrij geworden. Gevolg is dat hiervoor geen leges meer geheven kunnen worden. Een eerste analyse van die effecten geeft aan dat de afname aan leges redelijk beperkt blijft tot 5 tot maximaal 10%. Op dit momenten spelen de negatieve effecten van de economische crisis op dat punt ook nog een rol. In de 2e helft 2011 / 1e helft 2012 zal hier meer inzicht in ontstaan. Een afname van werkzaamheden met als gevolg vermindering bouwleges dient uiteraard gepaard te gaan met een afname van de personeelskosten. Ook hiervan is nog niet duidelijk wat het effect zal zijn. Het risico wordt voorlopig als gemiddeld ingeschat.
•
Algemene Maatregel van Bestuur Huisvesting Agrarische bedrijven Op rijksniveau is bepaald dat agrarische bedrijven op 1-1-2013 moeten voldoen aan deze AmvB. In veel gevallen leidt dat tot een nieuwe aanvraag om milieu- en vaak ook een bouwvergunning. Dit leidt tot een extra werkbelasting. In de kadernota 2012 zijn met betrekking tot de extra werkbelasting die de uitvoering van deze AMvB met zich meebrengt middelen toegekend.
Programmabegroting 2012
-- 135 --
•
Seizoeninvloeden Als gevolg van wind (storm), water en andere seizoeninvloeden (winter) kan schade optreden aan zowel externe- als ook gemeentelijke eigendommen zoals; nutsvoorzieningen, bomen, verhardingen, straatmeubilair etc. Het blijkt dat betreffende schade niet verzekerbaar is. Deze risico’s worden als laag tot gemiddeld gekwalificeerd.
•
Ontwikkeling flora en fauna De ontwikkeling van flora en fauna (distels, Jacobs kruiskruid, eikenprocessierups) geven risico’s. Groei ervan varieert en is afhankelijk van allerhande omstandigheden. Bestrijding ervan geeft een direct (financieel) risico. Daarnaast bestaan dier- en volksgezondheidsrisico’s met de mogelijkheid tot schadeclaims. Deze risico’s worden als laag tot gemiddeld gekwalificeerd.
•
Onkruid bestrijding openbare ruimte Momenteel vindt de onkruidbestrijding op (half)verhardingen plaats door het toepassen van een specifiek onkruid bestrijdingsmiddel (Round-Up). Round-Up Evolution is toegelaten tot 1 juli 2012, parallel met andere glyfosaatformuleringen. In theorie moet de Europese registratie geëvalueerd zijn voor de expiratiedatum van 30 juni 2012. Dit geldt niet alleen voor glyfosaat maar voor een hele reeks actieve ingrediënten en staat los met het specifieke gebruik op verhardingen. De Europese registratiecommissie moet hier nog een definitief besluit in nemen. Indien de toelating niet verlengd wordt zal er gezocht moeten worden naar alternatieve onkruidbestrijdingsmethoden. De hiermee gemoeide kosten zullen vele malen duurder zijn als de huidige werkwijze. Daarnaast is ook nog niet duidelijk wat hiervan de (milieu) effecten zijn. Het risico wordt voorlopig als hoog ingeschat.
Risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering. • Administratieve organisatie / interne controle Vanaf de jaarrekening 2007 heeft de gemeente goedkeurende rechtmatigheidsverklaringen ontvangen. Het risico op geen goedkeurende verklaring wordt door een goed functionerende administratieve organisatie/interne steeds verder beperkt, maar kan niet geheel worden uitgesloten. De hieraan verbonden financiële risico’s (of mogelijkheden) schatten wij in op minder dan gemiddeld. •
Risico’s bezuinigingsoperatie In de raadsvergadering van 7 juli jl. is besloten tot diepgaande bezuinigingen. In de niet verplichte paragraaf J ombuigingen wordt hierop ingegaan. Bij bezuinigingsoperaties schuilt het risico dat voorgenomen bezuinigingen niet of onvoldoende gehaald kunnen worden. Voorzichtigheidshalve houden wij een gemiddeld/hoog risico aan.
• Renterisico De gemeente loopt uiteraard renterisico’s. Afwijkingen tussen de renteverwachtingen en de werkelijke renteniveaus hebben een direct budgettair voor- of nadeel tot gevolg. Voor de begroting 2012 is een renteverwachting gehanteerd van 5,0% voor langlopende leningen en 2,50% voor kort aan te trekken gelden. De rentepercentages zijn gebaseerd op de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Het risico wordt op gemiddeld ingeschat. • Verstrekte geldleningen Op basis van de “Financieringsregeling huisvesting gemeentepersoneel Sint-Oedenrode 1993” zijn tot 1 januari 2002 (datum buitenwerking stelling regeling) hypothecaire geldleningen aan ambtenaren verstrekt. Met deze verstrekking is per 1 januari 2011 een totaalbedrag gemoeid van € 8,0 mln. Gelet op de renteontwikkelingen op de hypotheekmarkt is sprake van een zekere stabilisering van het aantal uitstaande geldleningen. Hypotheekbetalingen lopen via een inhouding op het salaris, zodat het risico laag kan worden ingeschat. • Informatie- en communicatiesystemen De gemeente Sint-Oedenrode heeft de afgelopen jaren continu aan de ontwikkeling en verbetering van de technische en organisatorische inrichting van de informatie- en communicatiesystemen gewerkt. Er blijft een relatief grote kwetsbaarheid. Programmabegroting 2012
-- 136 --
Personeelstechnisch, omdat met een relatief kleine bezetting onvoldoende continuïteit kan worden gegarandeerd en organisatorisch, omdat de functionele veranderingen vaak veroorzaakt worden door specificaties van de rijksoverheid en er bovendien regelmatig sprake is van veranderende planningen. De samenwerking ICT in Ple1n per 1-1-2012 heeft o.a. tot doel de kwetsbaarheid te verminderen. Hierdoor kan dan ook teruggebracht worden naar gemiddeld/laag. • Privacy Het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) is de bewaker van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp). Eén van de instrumenten van het Cbp is het opleggen van een bestuurlijke boete. In het recente verleden heeft het Cbp dit instrument een aantal keren toegepast, zowel bij de overheid als bij het bedrijfsleven. De gemeente Sint-Oedenrode heeft de meest noodzakelijke privacyzaken geregeld. De organisatie is in belangrijke mate wel privacybewust, maar de diepgang van de Wbp wordt in het algemeen gemakkelijk onderschat. Het risico om de Wbp te overtreden blijft daarom aanwezig. Het risico wordt ingeschat als gemiddeld/laag. • Ambtelijk handelen Het personeel geeft informatie aan klanten over diverse zaken. Ondanks afspraken en instructie lopen we het risico dat er een toezegging wordt gedaan waaruit een schadeclaim kan volgen. Uiteraard zal er steeds meer ervaring worden opgedaan maar het risico is nooit helemaal uit te sluiten. Een inschatting onzerzijds plaatst het risico als gemiddeld. •
Gemeentegaranties Het verstrekken van gemeentegaranties op aan instellingen te verstrekken leningen levert voor de gemeente een risico op. Indien de instellingen de verplichtingen niet na komen, dan zal de garantstelling van de gemeente worden aangesproken. Dit risico is moeilijk te kwantificeren. De gemeente staat per ultimo 2010 garant voor het navolgende bedrag aan leningen: Instelling
In miljoen
Woningbouwvereniging (via Waarborgfonds Sociale Woningbouw geborgd)
62,3
Woningbouwvereniging (overige)
8,5
Sportverenigingen
1,1
Verzorgingshuizen
0,6
Totaal aan garantstellingen ultimo 2010
€ 72,5
Volgens de huidige inzichten is het niet waarschijnlijk dat er aanspraak zal worden gedaan op de garantstellingen en wordt het risico als laag ingeschat. M.u.v. de woningbouwvereniging is het totaalbedrag € 1,7 miljoen.
Programmabegroting 2012
-- 137 --
Bijlage III Lijst met Ombuigingsvoorstellen voor het jaar 2012 2
Meer toepassen profijtbeginsel tarieven verhogen / meer kostendekkend maken
Omb . Crit.
Progr . Invalidenparkeerkaart -> leges verhogen en/of aan frontoffice afhandelen i.p.v. back-office Aanpassen budget integraal ouderenbeleid -> combinatie Salus ? -> wettelijk ? aanpasbaar ? Verhogen inkomsten/verlagen uitgaven Sportbedrijf
Oorspronkelijk e raming begroting 2012 20.608
Ombuigings - voorstel
3.140
2.000
U 1.132.000 I 609.000
35.000
1.774
1.775 48.775
2
1
2
2
2
5
2
5
2 2
5 alle
Staangelden kermis verhogen en kosten doorrekenen Tarieven meer kostendekkend maken door beter/meer toerekenen van (personeels)kosten (herziening kostenverdeelstaat
54.190
7.500 50.000
2
alle
Tarieven meer kostendekkend maken door uit te gaan van wettelijke maxima (4000 doc. x € 5,00) Aanvulling vanuit Raadsbesluit 7-7-2011
345.000
20.000
Kosten doorrekenen t.a.v. toiletwagen kermis Categorie B vanuit Raadsbesluit 7-7-2010
77.500
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 2 3
10.000
126.275
Regelingen en normen versoberen 3 3
6 2
3 3 3 3
5 5 5 4
3
5
3
2
3
4
Gedeeltelijk korten van de fractievergoeding Beperking subsidie onderwijs aan overige kinderen (w.o. allochtonen) Sportgala: van versoberen tot afschaffen Bijdrage aan Monumentencommissie beperken Subsidies Monumentenzorg beperken Onderhoudsbudgetten (klein onderhoud) structureel verlagen/schrappen Kunst- en cultuurgala: van versoberen tot afschaffen Categorie B vanuit raadsbesluit 7-7-2010 Verlagen werkbudgetten (zie bijlage): Lokaal educatiebeleid Kleine kernenbeleid Opbouwwerk Integraal jeugdbeleid Alcoholpreventie jeugd Jeugdgezondheidszorg
1.500 18.105
8.610 5.000 3.000 13.115
8.610 3.000 2.500 3.205
6.750
6.750 43.670 9.159
35.011 4.250 31.144 5.000 15.000
Verlagen werkbudgetten (zie bijlage): Werkbudget overige wegen, straten en pleinen Uitvoeringsbudget GVVP Buurtbus
Programmabegroting 2012
3.255 14.105
-- 138 --
3.070 13.625 9.875
Omb . Crit.
Progr .
3
5
3
6
Oorspronkelijke raming begroting 2012 Verlagen werkbudgetten (zie bijlage): Werkbudget economische zaken Uitvoering cultuurnota Sportstimulering Werkbudget erfgoedbeleid Werkbudget marktplaats Werkbudget uitvoering archeologie Regionaal werkbudget recreatie
1.030
8.675
6
10% verlagen subsidies personeelverenigingen
3
2
Verlagen budgetsubsidies (zie bijlage): Onderwijsbegeleidsdienst AMW Dommelregio St. Humanitas
3
1
3
5
3
1
8.165 9.875 5.845 3.135 12.575 44.450 5.845 7.195
Verlagen werkbudgetten (zie bijlage): Uitvoering veiligheidsplan Subtotaal: Verlagen alle werkbudgetten met 10%
3
Ombuigingsvoorstel
20.464 850 850 58.780 62.000 222.529 87.290
Verlagen budgetsubsidies (zie bijlage): Bijdrage in bestuurskosten WSD Verlagen budgetsubsidies (zie bijlage): Bibliotheek Vereniging Appartementeigenaren Salus Stichting Mariëndael MIK Pieter Brueghel
16.335
0 81.217
394.164 1.500 415.105 200.500 222.589 62.350
Subtotaal: 10% generieke korting op alle budgetsubsidies Normen WMO t.a.v. rolstoel, woon- en vervoersvoorzieningen aanscherpen resp. andere normen, spelregels, eigen bijdragen e.d. WMO aanscherpen
139.997 2.715.000
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 3 5
70
110.000
314.981
Voorzieningenniveau aanpassen / meer op elkaar afstemmen
5
2
Openbreken contract Odendael/verhoging raming
5
5
Verhogen inkomsten / verlagen uitgaven Mariëndael
5
2&5
Vrijspelen van gebouwen ten behoeve van verkoop/verhuur en daarmee het verhogen van de bezettingsgraad van andere gebouwen (zoals Mariëndael). Maar ook verplaatsing van instellingen i.v.m. hoge exploitatiekosten.
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 5
Programmabegroting 2012
-- 139 --
U 223.600 I 46.675 U 260.650 I 139.600 div.
50.000 25.000 80.000
155.000
6
Kwaliteitsniveau producten / diensten aanpassen
Omb . Crit.
Progr .
6
4
7 7
8
Bepalen kwaliteitsniveau (Wegen-Groen-RiolenGebouwen-Openbare verlichting, incl. uitbesteding WSD)
Oorspronkelijk e raming begroting 2012 1.033.000
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 6 Ambities bijstellen alle
100.000
100.000
Verminderen externe inhuur versus inzet eigen personeel
150.000
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 7 De financiële spelregels aanscherpen
8 8
5 6
Afstoten/afkopen kleedgebouwen Eerder geoormerkte budgetten heroverwegen Categorie B vanuit Raadsbesluit 7-7-2010
8
4
8
6
Verlagen vergoeding huisnummering t.l.v. grondexploitatie brengen Onderuitputting kapitaallasten bezien i.r.t. voeding voorzieningen, I&B-budget e.d. Uitgaande van restantkredieten 2010/2011 van € 5 miljoen (incl. subsidies/onttrekking reserves) wordt 20% doorgeschoven naar 2012 en later, ofwel € 1 miljoen. Kapitaallast
8
6
150.000 14.430
6.498 54.751 61.249
1.000
1.000
5.000.000
200.000
56.000
17.000 218.000
PM
Herverzekering arbeidsongeschiktheid personeel Aanvulling vanuit raadsbesluit 7-7-2011
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 8 9
Ombuigingsvoorstel
279.249
Besparen op de bedrijfsvoering
9
2
9 9 9 9 9
6 6 6 6 6
9 9
6 6
9
6
De Beckart/De Holm -> toevoeging onderhoud schrappen Verlagen budget representatie Abonnementen e.d. opschonen Contributies opschonen Verminderen bodediensten Organisatie-ontwikkeling Categorie B vanuit Raadsbesluit 7-7-2010
7.250
7.250
31.040 31.350 26.080 104.000 17.500
3.000 2.500 2.500 15.000 8.000 38.250
Sluiten kantine gemeentehuis 10% korting op overige personeelsvoorzieningen (bindingsactiviteiten, PIZ, beloningsdifferentiatie, overige toelagen)
49.706 52.560
30.000 5.300
Aanpassing communicatiebudget
52.360
20.000
Aanvulling vanuit raadsbesluit 7-7-2011
55.300
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 9
Programmabegroting 2012
-- 140 --
93.550
10
Door samenwerking op termijn kosten besparen
Omb . Crit.
Progr .
10
2
10
10
10
3
6
1
Oorspronkelijk e raming begroting 2012 Verlagen bijdragen gemeenschappelijke regelingen (zie bijlage): Dierenbescherming Psychologie speciaal onderwijs Gezondheidszorg Ambulancedienst Verlagen bijdragen gemeenschappelijke regelingen (zie bijlage): Milieu - RMB Welstandszorg Verlagen bijdragen gemeenschappelijke regelingen (zie bijlage): Servicepunt Handhaving Regionale brandweer Gemeenschappelijk meldcentrum Bijdrage GHOR Huiselijk geweld Veiligheidshuis Archief Verlagen gemeenschappelijke bijdrage KCV
30.250 5.344 6.215 258.973 3.905 3.500 29.820 3.550 2.148 3.358 105.488 40.293 35.148 1.083 13.360 71.989 60.000
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 10 11 11
13
-7.854
28.044
Benchmarking 3
Huren, pachten e.d. verhogen (incl. sportterreinen, visserijgronden etc.)
73.000
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 11 13
Ombuigingsvoorstel
3.147
3.147
OZB e.a. belastingen instellen / verhogen zodat meer in stand kan blijven 4
Reclameopbrengsten bezien
0
Ombuigingsvoorstel t.a.v. criterium 13
Totaal ombuigingsvoorstellen 2012
Programmabegroting 2012
10.000
10.000
1.260.246
-- 141 --
Bijlage IV Programma
Product
1
Sociale dienstverlening (Zorg)
2
Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn)
3
Bouwen en wonen (Wonen)
4
Leefomgeving
5
Vrije tijd en economie
6
Burger en bestuur
1.2.2.01 1.2.2.02 1.2.2.03 1.2.2.04 1.2.2.05 1.2.2.06 2.1.2.01 2.1.2.03 2.2.2.01 2.2.2.02 2.2.2.03 2.2.2.04 2.2.2.05 2.2.2.06 3.1.1.01 3.1.1.02 3.1.1.03 3.1.1.04 4.2.1.01 4.2.1.02 4.2.1.03 4.2.1.04 4.2.1.05 4.2.2.01 5.2.2.02 5.2.2.03 5.2.2.04 5.2.2.05 5.2.2.06 6.1.3.01 6.1.3.02 6.3.2.01 6.3.2.02 6.3.4.01 6.4.5.01 6.5.1.02 6.5.1.03 6.5.1.04 6.5.1.05 6.5.1.06 6.6.1.01 6.6.1.02 6.6.1.03 6.6.1.04 6.6.1.05 6.6.1.06 6.6.1.07 6.6.1.08 6.6.1.09
Paragraaf H – Algemene uitkering en exploitatieresultaat
Interne producten
Programmabegroting 2012
Uitstroombevordering Inburgering Inkomensvoorziening Minimabeleid Wmo – woon-, rolstoel- en vervoersvoorziening Wmo – hulp bij het huishouden Onderwijs Kinderopvang en peuterspeelwerk Gezondheidszorg Maatschappelijk werk Sociaal beleid Ouderen Jeugd Volwasseneneducatie Ruimtelijke Ordening Grondexploitatie Bouwen en wonen Milieu – duurzaamheid Water Landschapsontwikkeling Openbaar groen Verkeer en vervoer Wegen en bruggen Inzameling huishoudelijk afval Erfgoed Sport Kunst en cultuur Recreatie en toerisme Economische zaken Burgerzaken Verkiezingen Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Handhavingsbeleid en –coördinatie Bestuur/samenwerking Algemene uitkering Belastingen en rechten Deelnemingen Financiering Exploitatieresultaat. Financiële bedrijfsvoering Personeel en organisatie Huisvesting Algemene voorlichting en communicatie Interne zaken Informatievoorziening en automatisering Kadaster en luchtfoto’s Buitendienst/tractie Werken voor derden
-- 142 --
Bijlage V OVERZICHT GEBRUIKTE AFKORTINGEN AB ABP AED AMVB ARBO ASHG AWB AWBZ
= = = = = = = =
Algemeen Bestuur Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Automatische Externe Defibrillator Algemene Maatregel Van Bestuur ARBeidsOmstandighedenwet Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Algemene Wet Bestuursrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BAG BAZN BBN BBP BBV BBZ BERAP BHIC BIBOB BIO BMEC BNG BOVUS BTW BVT BWI B&W
= = = = = = = = = = = = = = = = =
Basisregistratie Adressen en Gebouwen Bestuursacademie Zuid Nederland Belangenvereniging Bedrijventerrein Nijnsel Bruto Binnenlands Product Besluit Begroting en Verantwoording provincie en gemeenten Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen BEstuursRAPortage Brabants Historisch Informatie Centrum wet Bevordering IntegriteitsBeoordelingen door het Openbaar Bestuur Buitengebied In Ontwikkeling BioMassa EnergieCentrale Bank Nederlandse Gemeenten Bernheze, Oss, Veghel, Uden en Sint-Oedenrode Belasting Toegevoegde Waarde Betrokkenheid met Visie op de Toekomst van Rooi Brede Welzijns Instellingen college van Burgemeester en Wethouders
CAO CBP CBS CDA CHW CIZ CJG COELO CPB CRI CROW CVV CWI
= = = = = = = = = = = = =
Collectieve Arbeidsovereenkomst College Bescherming Persoonsgegevens Centraal Bureau voor de Statistiek Christen Democratisch Appèl Crisis en HerstelWet Centrum Indicatiestelling Zorg Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Centraal PlanBureau Centraal Register Inschrijving Centrale Registratie Onderhoud Wegen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Centrum voor Werk en Inkomen
DB DGS DIFTAR DIV DMS DT DuBo
= = = = = = =
Dagelijks Bestuur Democratische Groepering Sint-Oedenrode GeDIFferentieerd TARief Documentaire Informatie Voorziening Document Management Systeem DirectieTeam Duurzaam Bouwen
EAP EHBO EMU EVZ
= = = =
Economisch Actie Programma Eerste Hulp Bij Ongelukken Europese Monetaire Unie Ecologische VerbindingsZone
FIDO
=
wet Financiering Decentrale Overheden
Programmabegroting 2012
-- 143 --
FPU
=
Flexibele Pensioen en Uittreden
GBA GBKN GBS GFT GGD GGZ GRP GS GTK GVVP
= = = = = = = = = =
Gemeentelijke Basis Administratie Gemeenschappelijke BasisKaart Nederland GemeenteBelang Sint-Oedenrode Groente Fruit en Tuinafval Geneeskundige en GezondheidsDienst Geestelijke GezondheidsZorg Gemeentelijk RioleringsPlan Gedeputeerde Staten Gemeenschappelijk financieel ToezichtKader Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan
HALT HBH HBO HNG HRA HvR
= = = = = =
Het ALTernatief Hulp Bij Huishouden Hoger BeroepsOnderwijs Hypotheekfonds Noordbrabantse Gemeenten Huishoudelijk RestAfval Hart voor Rooi
ICT IDOP IFZ IHP INK IPO IQ IWOP IZA
= = = = = = = = =
Informatie en Communicatie Technologie Integraal DorpsOntwikkelingsPlan Informatiemanagement en Facilitaire Zaken Integraal Huisvestingsplan Instituut Nederlandse Kwaliteit InterProvinciaal Overleg Intelligentie Quitient Integraal WijkOntwikkelingsPlan Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren
JOS
=
Jeugd Op Straat
KBO KCA KCC KING
= = = =
Katholieke Bond van Ouderen Klein Chemisch Afval Klant Contact Centrum Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten
LEA LOG LOP LRC
= = = =
Lokale Educatieve Agenda Landschaps OntwikkelingsGebied Landschaps OntwikkelingsPlan Lokale Rekenkamer Commissie
MEE MEV MFA MIK MoMo MTO MvA
= = = = = = =
v.h. Sociaal Pedagogische Dienst Macro Economische Verkenningen MultiFunctionele Accomodatie Meierijse Instellingen voor Kunsteducatie Modernisering Monumentenzorg Medewerkers Tevredenheids Onderzoek Memorie van Aanvulling
ODC OOG OR ORRA OVP OZB
= = = = = =
Ontmoetings- en DienstenCentrum Openbaar Onderwijs Groep OndernemingsRaad Online Raadplegen Reisdocumenten Administratie OVerlegPartner Onroerende Zaak Belasting
Programmabegroting 2012
-- 144 --
PGB PM PNB POG PR PvdA PVV P&C
= = = = = = = =
Persoonsgebonden Budget Pro Memorie Prijs Nationale Bestedingen Planmatig Onderhoud Gebouwen Public Relations Partij van de Arbeid Partij Voor de Vrijheid Planning en Control
RAO RAV RBL ReGEO RIEC RI&E RMB RMC ROC RUD RvR R&T
= = = = = = = = = = = =
Regionale Adviesgroep Ouderen Regionale Ambulance Voorziening Regionaal Bureau Leerplicht Regionale samenwerking op GEOinformatie Regionaal Informatie en Expertise Centrum Risico Inventarisatie & Evaluatie Regionaal MilieuBedrijf Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Regionaal Opleiding Centrum Regionale Uitvoerings Dienst Rood voor Rood Recreatie en Toerisme
SAN SIRA SRE SVB SW
= = = = =
Storage Area Network naam van advies consultancy bureau Samenwerking Regio Eindhoven Structuurvisie Bedrijventerreinen Sociale Werkvoorziening
USZO UWV
= =
Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
VAB VNG VO VSP VVD VvE VVE VVV
= = = = = = = =
Vrijkomende Agrarische Bebouwing Vereniging van Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs Vrijwilligerssteunpunt Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Vereniging van Eigenaren Voor- en Vroegschoolse Educatie Vereniging voor Vreemdelingenverkeer
WABO WBP WGR WIJ WIW WIZ WKPS WOVESTO Wmo WO WOZ WRO WSD WVG WW WWB WWNV
= = = = = = = = = = = = = = = = =
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Bescherming Persoonsgegevens Wet Gemeenschappelijke Regeling Wet Investering in Jongeren Wet Inschakeling Werkzoekenden Welzijn Inkomen en Zorg WandelKnoopPuntSysteem WOningbouwVEreniging SinT-Oedenrode Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wetenschappelijk Onderwijs wet Waardering Onroerende Zaken Wet Ruimtelijke Ordening Werkvoorzieningsschap de Dommel Wet Voorkeursrecht Gemeenten Werkloosheidswet Wet Werk en Bijstand Wet Werken Naar Vermogen
Programmabegroting 2012
-- 145 --
Bijlage VI Uitgangspunten Basisbegroting 2012 en Meerjarenbegroting 2013-2015 Uitgangspunten: • Uitgangspunt is dat de basisbegroting 2012 wordt opgesteld op basis van bestaand beleid (nieuw beleid wordt opgenomen in de Programmabegroting 2011). • Basis voor de cijfers 2012 zijn de cijfers uit begroting 2011 (deze worden de komende 4 jaar niet verhoogd met loon- en prijsstijging in het licht van de ombuigingen). • Uitzonderingen hierop zijn posten die op basis van een contractuele afspraken. • De kolom 2011 zijn de begrotingscijfers 2011 (t/m de 9e begrotingswijziging) opgenomen. Mochten in het proces van totstandkoming van de basisbegroting nog begrotingswijzigingen worden voorgelegd, dan zullen deze alsnog worden toegevoegd. • Opnemen van een stelpost van 1% voor loonkosten. • Toepassen van een prijsstijging van 1,5% op direct beïnvloedbare opbrengsten. Dit wordt niet voor de kosten gedaan in het licht van de ombuigingen. • Prijsstijging van 1,5% toepassen op OZB en overige gemeentelijke belastingen. • De kapitaalasten zijn gebaseerd op de vastgestelde Nota Waardering en Afschrijving 2011 en de rentenota 2008. Voor het berekenen van de kapitaallasten van nieuwe investeringen wordt 5% rente gehanteerd. De gehanteerde rente is gekoppeld aan marktrente voor af te sluiten geldleningen o.b.v. 25 jaar looptijd.
Algemeen Voor de berekening van de algemene uitkering is uitgegaan van de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken d.d. 31 mei 2011. Voor de berekening van de loon- en prijscompensatie wordt in principe uitgegaan van de septembercirculaire van enig jaar. In afwijking hiervan is voor 2012-2015 een percentage van 0 gehanteerd. Voor de loonkosten is de basis de huidige CAO met een looptijd tot 1 juni 2011. Deze zijn voor 2012 verhoogd met 1%, voor de jaren 2013 t/m 2015 is telkens een verhoging van 1% opgenomen. Hiertegenover is een stelpost opgenomen van eenzelfde bedrag bij de algemene uitkering. Alhoewel de algemene uitkering berekend wordt op basis van de lonen van rijksoverheid gaan wij ervan uit dat gemeenten voor loonkosten in zijn algemeenheid gecompenseerd worden in algemene uitkering. Gemeenschappelijke regelingen Met de gemeenschappelijke regelingen zijn afspraken gemaakt ten aanzien van bezuinigingstaakstellingen. Deze afspraken zijn vertaald in deze programmabegroting 2012 en mjb 2013-2015. Voor 2012 is uitgegaan van de reeds vastgestelde kadernota’s c.q. begrotingen van gemeenschappelijke regelingen. Inwoners Voor de raming van het aantal inwoners, inwoners < 20 jaar en inwoners > 64 jaar is uitgegaan van de navolgende ramingen:
Aantal inwoners
Inwoners < 20 jaar
Inwoners > 64 jaar
Inwoners 75-85
1 januari 2006
17.910
4.470
2.448
754
1 januari 2007
17.171
4.436
2.546
755
1 januari 2008
17.220
4.454
2.557
755
1 januari 2009
17.427
4.384
2.614
800
1 januari 2010
17.680
4.386
2.764
860
1 januari 2011
17.818
4.356
2.972
965
Programmabegroting 2012
-- 146 --
Aantal inwoners
Inwoners < 20 jaar
Inwoners > 64 jaar
Inwoners 75-85
1 januari 2012
17.910
4.450
2.925
910
1 januari 2013
17.895
4.450
2.930
915
1 januari 2014
18.937
4.455
2.935
920
1 januari 2015
17.907
4.450
2.950
925
Klantenpotentieel lokaal en regionaal De groei van het klantenpotentieel lokaal en regionaal is mede gerelateerd aan het aantal inwoners. Er wordt uitgegaan van de volgende ramingen: Aantal inwoners 1 januari 2006
17.047
Klantenpotentieel lokaal 13.740
Klantenpotentieel regionaal 4.720
1 januari 2007
17.171
13.980
4.940
1 januari 2008
17.220
14.090
4.980
1 januari 2009
17.427
14.150
5.020
1 januari 2010
17.680
14.400
5.220
1 januari 2011
17.818
14.500
5.300
1 januari 2012
17.910
14.550
5.320
1 januari 2013
17.895
14.600
5.340
1 januari 2014
17.937
14.650
5.360
1 januari 2015
17.907
14.700
5.380
Woonruimten De ontwikkeling van het aantal woonruimten in de diverse jaren is als volgt: Jaar
Woningen
Recreatie
Bijz. geb.
Wooneenh.
Totaal
2004
6.425
26
269
3
6.723
2005
6.439
26
280
3
6.746
2006
6.490
26
205
3
6.724
2007
6.614
26
269
3
6.912
2008
6.725
26
269
3
7.023
2009
6.831
26
230
3
7.090
2010
7.059
26
207
3
7.295
2011
7.083
26
207
3
7.319
2012
7.130
26
207
3
7.366
2013
7.187
26
207
3
7.423
Programmabegroting 2012
-- 147 --
Jaar
Woningen
Recreatie
Bijz. geb.
Wooneenh.
Totaal
2014
7.265
26
207
3
7.501
2014
7.318
26
207
3
7.554
Oppervlakte bebouwing De oppervlakte bebouwing betreft de totale oppervlakte in hectaren van de categorieën gebouwen, bebouwd gebied en hoogbouw. Op basis van de berekening van het herverdeeleffect door het Ministerie is voor 2002 uitgegaan van een oppervlakte bebouwing van 163 ha, waarvan 75 ha binnen de bebouwde kom en 88 ha buiten de bebouwde kom. Voor het meerjarenperspectief is uitgegaan van een lichte toename van de oppervlakte buiten de bebouwde ten opzichte van het niveau 2002 en voor een groei van de oppervlakte binnen de bebouwde kom in overeenstemming met de groei van het aantal woonruimten. Hiermee rekening houdende ontstaat het navolgende beeld: Woonruimten
Oppervlakte binnen beb. kom
Oppervlakte buiten bebouwde kom
Oppervlakte totaal
1 januari 2004
6.723
75
89
163
1 januari 2005
6.746
75
89
163
1 januari 2006
6.724
75
89
163
1 januari 2007
6.912
73
90
162
1 januari 2008
7.023
74
90
163
1 januari 2009
7.090
75
90
165
1 januari 2010
7.295
79
92
171
1 januari 2011
7.319
81
92
173
1 januari 2012
7.366
83
96
179
1 januari 2013
7.423
85
98
183
1 januari 2014
7.501
87
100
187
1 januari 2015
7.554
89
100
189
Component loon- en prijsstijging Op basis van de eerdergenoemde circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (septembercirculaire 2010) is het percentage voor de loon- en prijsstijging als volgt bepaald: 2004 1,15% 2005 0,67% 2006 1,14% 2007 1,50% 2008 2,25% 2009 3,50% 2010 0,75% 2011 0,75% 2012 0,75% 2013 0,75% 2014 0,75% 2015 0,75% Programmabegroting 2012
-- 148 --
V oor de begroting 2012 en de meerjarenbegroting 2013–2015 is uitgegaan van 0% in het licht van de ombuigingen. Overige eenheden De overige eenheden zoals aantal bijstandsontvangers, lage inkomens, leerlingen VO en bedrijfsvestigingen zijn gehandhaafd op het niveau raming 2011 c.q. zijn waar mogelijk aangepast aan de realiteit.
Programmabegroting 2012
-- 149 --
Vaststellingsbesluit
De raad van de gemeente Sint-Oedenrode, in vergadering bijeen op 3 november 2011, verklaart dat de begroting 2012 (inclusief de meerjarenramingen over 2013 – 2015) en het financiële beleid voldoen aan de daaraan te stellen wettelijke eisen.
Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Sint-Oedenrode in zijn openbare vergadering van 3 november 2011.
de griffier,
de burgemeester,
Programmabegroting 2012
-- 150 --