Kadernota cultuur
Inhoudsopgave Samenvatting
3
Inleiding
4
Deel I: 1. Visie 1.1 Waarom een gemeentelijk cultuurbeleid? 1.2 Ontstaansgeschiedenis van deze nota 1.3 Naar een passend cultuurbeleid 2. Analyse cultuurbeleid Súdwest-Fryslân 2.1 Landelijke aanbevelingen cultuurbeleid/ringenmodel Wijn 2.2 Cultuurbeleid Súdwest-Fryslân in relatie tot ringenmodel Wijn 2.3 Vergelijking cultuuruitgaven andere gemeenten 3. Beleid 3.1 Een bereikbaar aanbod voor alle inwoners 3.2 Uitbreiding van het cultuurtoerisme 3.3 Streven naar een evenwichtig aanbod 3.4 Ondersteuning culturele sector tot cultureel ondernemer 3.5 Bescherming en ontwikkeling van het immaterieel en roerend erfgoed 4. Financiën
5 5 6 7 10 10 11 13 16 16 17 17 18 18 19
Deel I I : Cultuuratlas van Súdwest-Fryslân
20
Bijlage 1: Toelichting ringenmodel Wijn Bijlage 2: Cultuuruitgaven Goes en Enschede Bijlage 3: Bronvermelding
21 22 23
Samenvatting Deze kadernota cultuur kan worden gezien als een vervolg op de Startnotitie Cultuur die op 5 juli 2012 is vastgesteld door de raad. Gemeenten hebben een grote mate van vrijheid bij het ontwikkelen van cultuurbeleid. De voornaamste redenen om een cultuurbeleid te voeren zijn het bevorderen van de ontwikkelingsmogelijkheden en de onderlinge verbondenheid tussen inwoners. Daarnaast is er een belangrijke economische factor. Aangetoond is dat het vestigingsklimaat voor burgers en bedrijven sterk verbetert bij een aantrekkelijk cultureel aanbod. Tenslotte biedt het cultuurtoerisme nieuwe nog niet benutte kansen. Het huidige cultuuraanbod van Súdwest-Fryslân wordt vergeleken met een door de VNG ontwikkeld model. Uit de analyse blijkt dat Sudwest-Fryslan uitblinkt op het gebied van de podiumkunsten en amateurkunst en kunsteducatie. Minder aandacht is er voor filmhuizen en beeldende kunst. De uitgaven van Sudwest-Fryslan aan kunst en cultuur zijn vergelijkbaar met die van andere gemeenten met een vergelijkbaar aantal inwoners. Gemeenten met een sterke centrumfunctie en/of een groter verzorgingsgebied hebben vaak een sterk cultureel profiel en geven meer uit dan Sudwest-Fryslan. In de nota worden de kaders geschetst voor een passend cultuurbeleid: passend bij de aard en omvang van Súdwest-Fryslân. Daarbij wordt rekening gehouden met het unieke karakter van de gemeente. De volgende vijf beleidslijnen zijn geformuleerd: 1. Een bereikbaar aanbod voor alle inwoners 2. Betere benutting van de mogelijkheden die het cultuurtoerisme biedt 3. Streven naar een volledig cultuuraanbod en het benutten van kansen voor beeldende kunst en filmhuizen 1 4. De gemeente ondersteunt de culturele sector bij de ontwikkeling tot cultureel ondernemer 5. Bescherming en uitdragen van (de waarde van) ons immaterieel erfgoed De komende jaren is het niet mogelijk structureel extra middelen vrij te maken voor kunst en cultuur. Niet alle ambities zullen daarom op de korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Daar waar mogelijk zullen bijdragen van derden en incidenteel vrijvallende middelen worden benut.
1
Bedoeld wordt het aanbod van artistiek-inhoudelijk hoogwaardige films. De term heeft niet zo zeer betrekking op de locatie waar de film wordt vertoond.
Inleiding
Deze kadernota kan worden gezien als een vervolg op de startnota cultuurbeleid die is vastgesteld door de gemeenteraad op 5 juni 2012. In aansluiting op de Ontwikkelvisie en de Strategische Samenwerkingsagenda werd daarin onder meer vastgelegd: Cultuur en cultureel erfgoed hebben een verbindende werking op de samenleving en grote aantrekkingskracht voor toeristen. Daarom zorgen we voor een divers cultureel aanbod en voor bescherming, behoud en ontsluiting van cultureel erfgoed. De koers die daarbij gevolgd wordt is: • Bovenregionaal aanbod middels theater en Cultureel Kwartier • Ruimte voor professionals en amateurs • Cultuureducatie stimuleren • Betere link cultuur, erfgoed en toerisme • Ontwikkelen eigen beeldmerk • Behoud erfgoed door samenwerking en ontwikkeling Ter uitwerking zijn inmiddels verschillende onderzoeken gedaan met betrekking tot het museumbeleid en de bezuinigingen op de subsidie voor de bibliotheek. Een groot deel van de subsidieregels is of wordt binnenkort geharmoniseerd. Op diverse (verwante) beleidsterreinen zijn deelnota's verschenen over erfgoed, toerisme en amateurkunst. In deze nota geven wij onze visie op cultuurbeleid zoals we dat voorstaan. Aan de hand van een analyse van de huidige situatie hebben we vijf beleidslijnen geformuleerd waarlangs we ons cultuurbeleid de komende jaren verder willen ontwikkelen.
l.Visie 1.1.Waarom een gemeentelijk cultuurbeleid? Gemeenten zijn nagenoeg geheel vrij in het vormgeven en invullen van hun cultuurbeleid. Behalve een aantal wettelijke verplichtingen, zoals op het gebied van de monumentenzorg en archeologie, de lokale media-instelling en de uitvoering van het bibliotheekbeleid 2 kunnen gemeenten dit beleidsterrein helemaal zelf inrichten. Om richting te geven aan hun beleid schrijven veel gemeenten - m e t name de wat grotere- een cultuurvisie of cultuurnota. Vraag is wat verstaan we onder cultuur en cultuurbeleid, en waarom investeren gemeenten daarin? In deze nota wordt de volgende definitie van cultuur gehanteerd: cultuur omvat de kunsten, de musea en archieven en de media. Investeren in cultuur is nuttig en nodig voor de inwoners van een gemeente. Cultuur stimuleert mensen in hun persoonlijke ontwikkeling, het prikkelt en zet aan tot nadere beschouwing. Het kunstonderwijs heeft een gunstige invloed op de ontwikkeling en het concentratievermogen van kinderen. Het zelf beoefenen van een of andere vorm van kunst motiveert en geeft voldoening. Kunst, en met name de amateurkunst vervult ook een belangrijke rol in de leefbaarheid en sociale samenhang in de dorpsgemeenschap of stedelijke kernen. Vooral in onze gemeente, waar we de komende jaren plaatselijk geconfronteerd zullen worden met vergrijzing en krimp van de bevolking, is een vitale samenleving van groot belang. Maar er is meer. Er zijn ook economische motieven om te investeren in cultuur. Gemeenten met een mooi aanbod aan culturele voorzieningen zijn aantrekkelijker als vestigingsplaats.Een aantrekkelijk vestigingsklimaat is gunstig voor de locale economie. Uit recent onderzoek van het CPB is gebleken dat mensen zich bij de keuze van hun woonplaats steeds meer laten leiden door de aanwezigheid en kwaliteit van het onderwijs, mogelijkheid tot vrijetijdsbesteding en het aanbod aan kunst en cultuur. Voor gemeenten met een toeristisch profiel als Súdwest-Fryslân, loont investeren in cultuur nog meer. Door te investeren in cultuur kan een breder toeristisch publiek worden bereikt. Een mooi cultureel aanbod past goed in onze toeristische visie waarin gastvrijheid een belangrijke rol speelt. Een gebied waar op cultureel gebied wat te beleven valt, maakt minder afhankelijk van het weer en nodigt uit tot langer verblijf en herhaald bezoek. Eveneens draagt dit bij aan een gunstig imago van de regio. Uit landelijk onderzoek is meermalen gebleken dat investeringen in cultuur zichzelf terugverdienen door de bijdrage aan de plaatselijke economie. Ook eigen onderzoek naar de economische effecten van de Sneker Simmer heeft dat aangetoond. Investeren in cultuur is dus lonend, zowel om materiële als immateriële redenen. De vraag komt dan op of de gemeente daarin moet voorzien. In de praktijk blijkt dat de rol van gemeenten onmisbaar is als het gaat om investeringen in de cultuursector. Als het gaat om de overheidsuitgaven ten behoeve van de cultuursector, nemen gemeenten daarin verreweg de grootste plaats in. Ongeveer 2/3 van de uitgaven aan de cultuursector komt voor rekening van de gemeenten. Het rijk en de provincies nemen een veel bescheidener en andere rol in. Voor de plaatselijke cultuursector is gemeentelijke steun dus onmisbaar. Zouden de 2
Subsidiëring van bibliotheken is een zaak van rijk, provincies en gemeenten. Voor gemeentelijke subsidies is een instapniveau vastgesteld in overleg tussen de VNG en de Vereniging van Openbare Bibliotheken. Er staat geen sanctie op subsidiëring onder het instapniveau.
gemeentelijke bijdragen wegvallen, dan zouden bibliotheken, musea, theaters en centra voor de kunsten moeten sluiten. Alleen in de grootste steden in ons land zou een commercieel aanbod kans maken te overleven. Hoewel het economisch nut en rendement van investeringen in cultuur zich bewezen heeft, blijkt het toch nodig dit telkens opnieuw aan te tonen. Met name in tijden van economische tegenwind lijkt het alsof cultuur wordt beschouwd als een soort kers op de taart. Op zich is het logisch dat gemeenten in financieel moeilijke tijden, waarin geen enkele sector buiten schot blijft, ook bezuinigt op cultuur. Daarbij is het wel zaak om de basis-infrastructuur overeind te houden. Gelet op het rendement dat kan worden behaald op de investeringen in cultuur, zijn en blijven investeringen in de cultuursector nuttig en nodig. Wel is structuur in het beleid, door het formuleren van beleidslijnen onmisbaar. Daarbij wordt de koppeling gemaakt met verwante beleidsterrein zoals cultureel erfgoed en toerisme en recreatie.
1.2 Ontstaansgeschiedenis van deze nota Deze kadernota staat niet op zichzelf. Voor de gemeentelijke fusie hadden de afzonderlijke gemeenten hun cultuurbeleid in meer of mindere mate vastgelegd, bij voorbeeld via subsidieverordeningen. Twee gemeenten hadden een beleidsnota. Nijefurd had een cultuurnota, waarin veel aandacht was voor de amateurkunst. Sneek heeft in 2010 een cultuurvisie vastgesteld. De cultuurvisie van Sneek omvat een beschrijving van het dan al in gang gezette beleid. De kaders voor de toekomst worden geschetst. Met het oog op de fusie werden geen financiële ingrepen voorgestaan. Wymbritseradiel, Wunseradiel en Bolsward hadden weliswaar geen cultuurnota vastgesteld, maar ze hadden hun beleid wel vormgegeven middels structurele subsidies, door het beschikbaar stellen van gemeentelijke gebouwen tegen een lage vergoeding, assistentie bij evenementen, vertegenwoordiging in stichtingsbesturen en verenigingen etc. In de aanloop naar de fusie is door ambtelijke werkgroepen een start gemaakt met een inventarisatie en harmonisatie van het beleid. Met name bij het cultuurbeleid bleek de praktijk weerbarstig. Dit komt met name doordat de doelgroep zeer breed en divers is, en doordat de overige ondersteuning die door gemeenten werd geboden divers en niet altijd even doorzichtig was. Wij hebben er daarom voor gekozen voorrang te geven aan een aantal onderdelen van het cultuurbeleid door deelnota's uit te brengen. Zo zijn inmiddels verschenen nota's op het gebied van: museumbeleid, bibliotheken, amateurkunst. Raakvlakken zijn er met de eveneens recent verschenen nota erfgoedbeleid en de toeristische visie. In deze kadernota wordt een verbinding gelegd tussen de verschillende nota's, uitmondend in een gemeentelijke visie op het cultuurbeleid. Deze visie is gebaseerd op een scan van de cultuursector in Sudwest-Fryslan en een vergelijking met landelijke aanbevelingen voor cultuurbeleid.De gemeentelijke uitgaven worden tevens vergeleken met die van enkele andere gemeenten. Op basis daarvan worden de kaders voor de komende jaren en de ambities omschreven. Bij de totstandkoming van deze nota is gebruik gemaakt van het reeds beschikbare materiaal uit de deelnota's. Verder is gesproken met het DOS, het directeuren-overleg Sudwest-Fryslan. Daarin zijn alle professionele culturele organisaties in onze gemeente vertegenwoordigd. Daarnaast is gesproken met de besturen van de culturele commissies die actief zijn. Tenslotte zijn vertegenwoordigers van de gehele cultuursector uitgenodigd voor een presentatie van de concept-nota op 2 juli 2013 in de Noorderkerk. Genodigden hebben
daarbij de gelegenheid gehad in te spreken en hun opmerkingen en aanvullingen door te geven. Gclujkttjdio h âft ds tonrepsL note tea inv
cgd in dp bijhn n 1.3 Naar een passend c u l t u u r b e l e i d Beleid in het algemeen, en zeker beleid waarbij zo veel vrije beleidsruimte is als het cultuurbeleid, moet passend zijn in de gemeente, in de Mienskip. Het zou een gemiste kans zijn als niet geprobeerd werd maatwerk te leveren. Dit past binnen de visie van een dienstbare overheid, die zich richt op haar klanten. Om een goed beeld van de toekomst en het toekomstig beleid te geven, is kennis van de ontstaansgeschiedenis en historie onmisbaar. Dit biedt de basis voor de vorming van een eigen gemeentelijke identiteit, DNA of merk. In ieder geval is het belangrijk te weten waarin onze gemeente zich onderscheidt. Belangrijke uitgangspunten voor het in deze kadernota te formuleren cultuurbeleid van Súdwest-Fryslân zijn daarom: • Het beleid moet passen bij de omvang/schaal van de gemeente • Het beleid moet passen bij de aard/het karakter van de gemeente. Het eerdergenoemde directeurenoverleg DOS heeft zich op uitnodiging van ons collegeverdiept in de ontstaansgeschiedenis en het karakter van Sudwest-Fryslan en haar inwoners. Zij hebben hun visie onder woorden gebracht (zie kader). De ontstaansgeschiedenis van Sudwest-Fryslan heeft geleid tot de volgende vijf karakteristieken van Súdwest-Fryslân en de Sudwest-Fries. 1. 2. 3. 4. 5.
Sudwest-Fryslan was en is een waterland De Sudwest-Fries had een ruime horizon De Súdwest-Fries was ondernemend en had een ruime blik op de wereld De Sudwest-Fries wijkt door de seizoensfunctie af van het gemiddelde De Súdwest-Fries wil laten zien wat hij of zij kan
Sudwest-Fryslan w a s en is een w a t e r l a n d Meren, vaarten en veel kust. Vervoer van goederen vond plaats over het water. Ook over lange afstanden. Al in de vroege Middeleeuwen golden Friezen als de vervoerders en handelaren van Noordwest Europa met netwerken van Engeland en Scandinavië tot aan de Oostzee. De Noordzee werd Mare (zee) Frisicum genoemd. De Friese zeelieden kwamen vooral uit de kuststreek. Stavoren is altijd een belangrijke havenstad geweest. In de Middeleeuwen was Stavoren een Hanzestad. Handel en vervoer waren erg belangrijk. In de 17e en 18e eeuw voeren schippers uit Stavoren, Molkwerum, Hindeloopen en Makkum in hun kofschepen van Spanje tot Noorwegen en van Engeland tot Sint Petersburg; overal waren de schippers en handelaren uit de Sudwesthoek te vinden. Wie de registers van de Sonttol bestudeert, ontdekt dat in sommige jaren bijna de helft van de doorvaarten in deze bottleneck tussen de Oostzee en de Noordzee voor rekening van de Friezen kwam. Het overgrote deel van hen was afkomstig uit de Sudwesthoek. Overigens kwamen ze niet alleen uit de Zuiderzeehavens, maar ook uit plaatsen als Woudsend, Heeg en Sneek. Door de vele waterrampen leerde onze bevolking ook omgaan met de risico's daarvan. Men was nooit zeker van bezittingen en werk. Het water kon plotseling alles in bezit nemen. De Súdwest-Fries leerde op deze risico's te anticiperen en reageren
De Sudwest-Fries had een ruime horizon De Súdwest-Fries wist wat er in de wereld te koop was. Letterlijk en figuurlijk. Invloeden daarvan zijn nog altijd terug te vinden. De Hindelooper volkscultuur is beïnvloed door Scandinavische ornamentiek. De bonte streekdracht is gemaakt van Oostindische sitsstof die in Amsterdam werd gekocht. De Hindelooper schippers voeren naar Amsterdam voor hun inkopen. Meer invloeden uit de omgeving van het westelijk deel van Nederland zijn merkbaar. De wooncultuur lijkt bij voorbeeld op die uit de Zaanstreek. In Woudsend werden de heggen bij voorbeeld geschoren op dezelfde manier als in de Zaanstreek. Dit komt doordat de schippers daar hun schepen lieten bouwen. De palinghandelaren uit Heeg, Gaastmeer en Workum waren sterk georiënteerd op Londen. Hun paling was niet alleen afkomstig uit Friesland, maar ook uit Denemarken. Naast paling werden ook zuivelproducten uit de omgeving geëxporteerd. Sneek was een belangrijk handelscentrum, want daar stond de boterwaag. Sneek was ook de plaats waar Duitse lapkepoepen, die vrijwel overal elders met de nek werden aangekeken, zich succesvol vestigden. De eerste vestiging van C & A stond in Sneek. Daar vestigden zich de broers Clemens en August Brenninkmeijer. Sneek was ook de eerste vestigingsplaats voor de familie Poiesz, afkomstig uit Ibbenbüren, Duitsland. Deze families zijn voorbeelden van succesvolle integratie van buitenlanders in de Sudwestfriese maatschappij. De Sudwest-Fries was ondernemend met een wijde blik op de wereld Ondernemen maakt mild. Voor de geloofsverhoudingen in Sudwest-Fryslan geldt dat ook. De protestanten waren weliswaar in de meerderheid, maar er waren ook bloeiende doopsgezinde gemeenschappen, en ook het Roomse leven bloeide rijk. Deze ruime blik kwam goed van pas toen de zeehandel afnam. Vanaf 1890 kwam het watertoerisme op. In Engeland verschenen in die tijd boeken over het watersportparadijs Friesland. Al in 1900 verhuurde Pieter Heinsius in Staveren zijn boeiers en aken aan Engelse toeristen. Het toerisme heeft sindsdien een enorme vlucht genomen. Vooral uit Duitsland is de belangstelling sterk gegroeid. Maar ook in Engeland is er nog altijd belangstelling voor de Sudwesthoek. De BBC riep Sneek ooit uit tot één van 's werelds 10 beste bestemmingen voor waterrecreatie; niet in de laatste plaats door de vriendelijke en gastvrije houding van de plaatselijke bevolking. De Sudwest-Fries wijkt door de seizoensfunctie af van het gemiddelde In veel toeristenplaatsen bloeit 's winters het verenigingsleven. Maar in april stoppen de meeste clubs al, omdat dan het toeristenseizoen begint. Er zijn twee werelden: een hechte gemeenschap die voor elkaar klaar staat in de winter, en in de zomer is er dezelfde vanzelfsprekende welwillende houding ten opzichte van de toerist. De nauwe betrokkenheid bij elkaar zorgt in de zomer ook voor een goede samenwerking om de toerist een plezierig verblijf te bieden. Men kent elkaar door en door, weet wat men nodig heeft. De Súdwest-Fries wil laten zien w a t hij kan. Dit speelt ook in de cultuur. Vrijwel ieder dorp en iedere stad heeft zijn eigen verenigingsleven, waarin cultuur een belangrijke rol speelt. Veel dorpen hebben een eigen korps en koor. De podia van de dorpshuizen en multifunctionele centra worden niet alleen gebruikt voor muziek, maar ook voor toneel. In veel dorpen is een lytse bieb. Er zijn vele galerieën. Men is trots op de regio en het eigen dorp. Dat blijkt bij voorbeeld ook uit het feit dat er maar liefst 16 musea zijn in de gemeente. De musea richten zich niet alleen op de plaatselijke bevolking, maar nadrukkelijk ook op de bezoeker. De Súdwest-Fries wil niet alleen de medebewoners maar ook de bezoeker laten zien wie hij is en hoe de Sudwesthoek tot stand is gekomen.
Bovenstaande kenschets van de Sudwesthoek en zijn inwoners is als volgt samen te vatten: Het water is belangrijk geweest voor de ontstaansgeschiedenis van Sudwest-Fryslan. Door de ligging aan het water werd de handel een belangrijke motor voor de economie. Voor de inwoners van Súdwest-Fryslân betekende dat dat zij zich van oudsher richtten op de buitenwereld, men stond en staat open voor invloeden van buiten. Men is ook trots op de eigen geschiedenis en identiteit en deelt dit in het seizoen graag met de toeristen. De Súdwest-Fries is ook ondernemend; toen de zeehandel terugliep, heeft men zich succesvol toegelegd op de ontwikkeling van het (water)toerisme. Moq Li LK vinden wc in de Suctaist hy&J t riien'kip vöuihofld-n v*t t a l e n t i Hi-wntrt) dit- in her v e i l t d w i bepalend 7i]n geu^rst v a n d - voumnq \. i n d Sndv c Hïl s üok nu naa twtkcitbaai en van invloâdi aijn 3ed
in cl / i\
I
I lijl|
Een c u l t u u r b e l e i d d a t past b i j de ontstaansgeschiedenis e n de i d e n t i t e i t v a n Sudwest-Fryslan m o e t zich d a a r o m richten zowel op de eigen i n w o n e r s als op de bezoekers. Het o n d e r n e m e n d e k a r a k t e r v a n de Sudwest-Fries d i e n t o o k z i j n plaats te k r i j g e n in het c u l t u u r b e l e i d . Van oudsher is er n a u w s a m e n g e w e r k t tussen plaatselijke overheid en het bedrijfsleven o m lokale i n i t i a t i e v e n v a n de g r o n d t e k r i j g e n . Deze s a m e n w e r k i n g is v a n g r o t e w a a r d e en m o e t zo goed m o g e l i j k b e n u t w o r d e n .
2. Analyse cultuurbeleid Sudwest-Fryslan 2.1 Landelijke aanbevelingen cultuurbeleid/Rïngenmodel Wijn Naast kennis van de eigen geschiedenis, is het bij het ontwikkelen van een visie en beleid ook goed om te spiegelen aan landelijke richtlijnen en te vergelijken met anderen, al was het maar om te verkennen waarin de gemeente zich onderscheidt van anderen. Om gemeenten houvast te geven bij de ontwikkeling van hun cultuurbeleid heeft de VNG in 2003 een handleiding uitgegeven, op basis van het ringenmodel van Wijn. Het ringenmodel deelt de culturele voorzieningen en het cultureel beleid op in drie ringen, die gerelateerd zijn aan het inwonertal. Daarbij worden de volgende zes secties onderscheiden: amateurkunst en kunsteducatie, podiumkunsten, film, media en letteren, cultureel erfgoed en beeldende kunst en bouwkunst. Hoewel naar de huidige opvattingen bouwkunst en erfgoed niet meer tot het cultuurbeleid behoren, is het model nog steeds bruikbaar. 3 Op basis van het ringenmodel van Wijn zouden kleine gemeenten met minder dan 30.000 inwoners een kernachtig cultuurbeleid moeten voeren. Middelgrote gemeenten met 30.000-90.000 voorzien idealiter in een uitgebreid cultuurbeleid en grote gemeenten met meer dan 90.000 inwoners zouden een alomvattend cultuurbeleid moeten voeren. Gemeenten kunnen daarin hun eigen accenten leggen. Gemeenten met een centrumfunctie en een groot verzorgingsgebied voeren vaak een uitgebreider cultuurbeleid dan op grond van het inwoneraantal verwacht mag worden. Dit geldt vaak ook voor gemeenten met een historische kern en een grote rijkdom aan erfgoed. Andersom hebben relatief grote (forenzen)gemeenten die ingeklemd liggen tussen meerdere grote steden (bijvoorbeeld in Zuid-Limburg en in de Randstad) soms een relatief beperkt cultuuraanbod, vanwege de concurrentie van omliggende steden.
3
In de loop van 2013 verschijnt bij de VNG een opvolger van dit model. Vooralsnog is het ringenmodel van Wijn het meest recente model.
10
Ringenmodel Wijn (toelichting: zie bijlage)
A ^
/
rnu/Jc-KMscriDlss
• •3'/ $■ /
ideToïaï
/
niuiJiinsücréte
o/ ' dara;tiiC'3lct
(TcoLncn'sn
scl»o( /
1
vcrmgêv'rgvüf ieofpiisrepjtiile
j
* " * / « c u Ä « *
îsnöcmlElnvgHrjmio
psicecitagac-gstng,
sains oen carttun v a r cpJnwtea kiiriscnaartfn!.'jlBtTEn e ö
Óee/
fcésttends IVJI-SI
^5eTunsrenSo^^
2.2. Cultuurbeleid Sudwest-Fryslan in vergelijking m et ringenmodel Wijn Een vergelijking m et het ringenmodel van Wijn levert het volgende beeld. Het cultuurbeleid ten aanzien van de sectie am ateurkunst/kunsteducatie en de podiumkunsten is in SUDWEST-FRYSLAN uitgebreid, met kenmerken van een alomvattend cultuurbeleid. Het cultuurbeleid op het gebied van amateurkunst en kunsteducatie is uitgebreid, met elementen van een alomvattend cultuurbeleid. H et kunstencentrum Atrium, als onderdeel van Cultuur Kwartier Sneek, biedt een breed aanbod in alle kunstdisciplines. Er is tevens een pluriform aanbod, dat wil zeggen naast kennismakingscursussen is er ruimte voor verdieping. Zeer bijzonder is dat getalenteerde leerlingen zich bij het kunstencentrum Atrium kunnen voorbereiden op een beroepsopleiding zoals het conservatorium of een musical-opleiding. In Noord-Nederland zijn geen kunstencentra met een vergelijkbaar aanbod. Er zijn in Súdwest-Fryslân meer dan 200 amateurverenigingen actief, veelal op het gebied van muziek en zang. Maar er zijn ook toneelverenigingen, dansgroepen,
11
folkloristische groepen en verenigingen die zich bezighouden met fotografie, film of literatuur. De amateurs bereiken soms een zeer hoog niveau, en zijn daarmee een visitekaartje voor Súdwest-Fryslân. De samenwerking tussen de amateurverenigingen en het kunstencentrum is goed. Van oudsher verzorgt het kunstencentrum de opleidingen voor een deel van de amateurverenigingen. Ook is er ruimte voor amateurverenigingen om uitvoeringen te geven in de zalen van het kunstencentrum. De gemeente faciliteert daarnaast nog door de instandhouding van de vele dorpshuizen en multi-functionele accommodaties. Ook worden leegstaande gemeentelijke gebouwen waar mogelijk beschikbaar gesteld aan amateurverenigingen. Het cultuurbeleid van Sudwest-Fryslan ten aanzien van amateurkunst en kunsteducatie mag uitgebreid zo niet alomvattend worden genoemd. Het cultuurbeleid ten aanzien van de podiumkunsten in Sudwest-Fryslan is eveneens uitgebreid, danwei alomvattend. Poppodium het Bolwerk ( eveneens onderdeel van Kunstencentrum Atrium) biedt ruimte aan 400 bezoekers, verdeeld over een grote en een kleine zaal, en programmeert nationale en internationale acts. Het Bolwerk is daarmee een middelgroot poppodium met een goede reputatie. De voorstellingen worden goed bezocht. Er is een nauwe samenwerking met het kunstencentrum. Regelmatig krijgen beginnende bands verbonden aan het kunstencentrum Atrium de gelegenheid podiumervaring op te doen in het Bolwerk. In november 2011 is Theater Sneek geopend. Daarmee beschikt Súdwest-Fryslân over een volwaardige schouwburg met een grote zaal met ruim 600 stoelen en alle technische faciliteiten waarover een modern middelgroot theater dient te beschikken. Daarnaast is er een kleinschalig maar verfijnd aanbod van podiumkunsten in Bolsward, Workum, Makkum, Warns en Koudum. Dit aanbod wordt verzorgd door vrijwilligers verenigd in diverse culturele commissies of stichtingen. Elke commissie heeft zich toegelegd op een eigen genre dat goed aanslaat bij het publiek in de naaste omgeving. Media en letteren zijn ook goed vertegenwoordigd. Er is een lokale media-instelling met vestigingen in Bolsward, Koudum en Sneek en een openbare bibliotheek met vestigingen in Sneek, Bolsward, Workum, Makkum, Koudum en IJlst. De stichting LAS organiseert literaire activiteiten. Een aantal keren per jaar worden in samenwerking met de bibliotheek, het Cultuur Kwartier en de plaatselijke boekhandel bekende Nederlandse en Vlaamse schrijvers uitgenodigd om te spreken over hun werk. Ook in Workum organiseren het Nut en de bibliotheek lezingen door schrijvers over hun werk. De lokale media-instelling studio Sudwest verzorgt radio- en tv-uitzendingen met muziek en het laatste regionale nieuws. Ook de wordt via internet live verslag gedaan van de raads- en commissievergaderingen. Op het gebied van erfgoed is Súdwest-Fryslân bijzonder rijk. Een groot deel van de gemeente is aangewezen als nationaal landschap. Op het gebied van gebouwd erfgoed is Sudwest-Fryslan de grootste monumentengemeente van Fryslan. In Nederland is geen tweede gemeente met zo veel beschermde stads- en dorpsgezichten. Qua aantal rijksmonumenten staat Súdwest-Fryslân op de 12 e plaats van Nederland. De gemeente telt maar liefst 16 musea, waarvan 6 geregistreerd Een groot deel van deze musea richt zich op de cultuurhistorie. Verder heeft de gemeente een streekarchivaris in dienst, die in samenwerking met lokale historische verenigingen zo veel mogelijk archieven en ander historisch materiaal ontsluit voor het publiek. De gemeente voert geen cultuurbeleid ten aanzien van de vertoning in filmtheaters. In Sneek wordt in het seizoen eens per week een film vertoond, gesubsidieerd door de provincie. In Bolsward wordt incidenteel een film vertoond door de stichting BOOG; in Workum is een filmtheater waar twee keer per maand een film vertoond wordt, nu eens voor volwassenen, dan weer voor de jeugd. Op dit gebied is het beleid mager. Dat geldt eveneens voor de beeldende kunst.
12
Tot voor kort stimuleerde de gemeente de expositie van het werk van aankomend kunstenaars in de BAS-galerie. Ook in de openbare ruimte waren tentoonstellingen. Incidenteel werden met steun van de gemeente kunstroutes opgezet. Onder druk van de bezuinigingen is besloten deze voorzieningen de komende jaren niet meer met subsidie te ondersteunen. Samenvattend kan worden gezegd dat de gemeente Sudwest-Fryslan op onderdelen een uitgebreid cultuurbeleid voert, met hier en daar elementen van een alomvattend cultuurbeleid. Uitblinkers zijn: amateurkunst en kunsteducatie en musea en archieven. Ook de podiumkunsten zijn goed gefaciliteerd. Minder goed vertegenwoordigd zijn de film en beeldende kunst. Om een evenwichtig cultuurbeleid te voeren, zou de komende jaren gezocht moeten worden naar de mogelijkheden om kansen te benutten voor deze beide secties.
2.3 Vergelijking cultuuruitgaven met andere gemeenten Hoewel het inwonertal een goede indicator is om te komen tot een passend cultuurbeleid, is dit niet de enige maatstaf. Andere factoren kunnen eveneens van invloed zijn. Denk aan het ambitieniveau van de gemeente, maar ook de ligging, aantal kernen, historie etc. Sudwest-Fryslan is een bijzondere gemeente: met 82.000 inwoners qua oppervlakte de grootste gemeente van Nederland. De 82.000 inwoners wonen verspreid over 69 kernen, waarvan Sneek (33.000), Bolsward (10.000) en Workum (5.000) de grootste zijn. Het verzorgingsgebied van met name het Cultuur Kwartier Sneek is echter nog veel groter. Kunstencentrum Atrium heeft ook leerlingen uit Harlingen, Franeker, Littenseradiel en Boarnsterhim. Theater Sneek ontvangt ook bezoekers uit De Friese Meren i.o. en de Noordoostpolder. De fysieke spreiding van de inwoners over het grote aantal kernen heeft ook invloed op het beleid. Om de voorzieningen toegankelijk te houden, is het niet voldoende alles in de grootste kern(en) te concentreren. Kwetsbare groepen zoals kinderen en ouderen kunnen niet altijd zelfstandig naar de grotere kernen reizen. Het openbaar vervoer is met name in de avonduren ontoereikend/afwezig. De dorpshuizen, multifunctionele centra en bibliotheken spelen een belangrijke rol in de noodzakelijke spreiding. Hoewel vergelijken lastig is, mede door het unieke karakter van de gemeente SudwestFryslan, zijn de uitgaven aan cultuur vergeleken met diverse andere gemeenten. Súdwest-Fryslân is vergeleken met: Goes, Leeuwarden, Smallingerland, Oss en Enschede. Voor Goes is gekozen omdat in de cultuurvisie van Sneek destijds ook een vergelijking met deze gemeenten is gemaakt. Goes heeft net als de stedelijke kernen in SudwestFryslan een historisch centrum en een groot achterland. Daarnaast is een vergelijking gemaakt met Leeuwarden en Smallingerland, als twee andere grote Friese gemeenten. Tenslotte is nog een vergelijking gemaakt met Oss en Enschede. Oss heeft 85.000 inwoners; de meeste inwoners wonen in Oss, maar er is ook een groot buitengebied met 25 kernen. Oss heeft in de afgelopen jaren twee maal te maken gehad met fusies. Enschede tenslotte, heeft bijna twee keer zo veel inwoners als SudwestFryslan, en is zeer ambitieus op cultureel gebied. Vergeleken zijn de uitgaven aan kunst en cultuur op basis van de begroting 2013. Omdat gemeenten verschillend omgaan met doorberekening van kapitaallasten en overige kosten, zijn deze buiten beschouwing gelaten. Voor Súdwest-Fryslân en Leeuwarden zijn de uitgaven verdeeld per sector aangegeven in onderstaande grafieken. (In de bijlage zijn nog de gegevens va Goes en Enschede opgenomen)
13
Súdwest-Fryslân Letteren en Media 35%_
Cultureel erfgoed, 9%
Amateurkunst .kunsteducatie 32%
_
Beeldende kunst
1%
Podiumkunst 23% Film 0%
Verdeling cultuuruitgaven Amateurkunst .kunsteducatie 11%
Letteren en Media 35%_^
Cultureel. erfgoed Beeldende T 4% kunst Fi| m 1% 2%
Podiumkunst 47%
Leeuwarden
14
Uitgaven per inwoner € 119,74
€72,18
€ 7
€ 112,36 €84,99
€74,77
^2,
Al
ZL
^ «5*
"
O"
Conclusies: Qua uitgaven per inwoner kan Súdwest-Fryslân zich min of meer meten met de onderzochte gemeenten in dezelfde inwonerklasse. Bedacht moet worden dat een verschil van enige euro's per inwoner in totaal al een verschil van honderdduizenden euro's betekent. De gemeenten Goes en Enschede voeren een ambitieus cultuurbeleid. Zij geven dan ook fors meer uit per inwoner. Ook Smallingerland geeft relatief fors meer uit. Dit verschil is voornamelijk te verklaren door de subsidie aan de Lawei. Deze is 1,5 maal hoger dan de subsidie aan Theater Sneek. Gemeenten leggen met de verdeling van de middelen over de verschillende cultuursectoren ieder hun eigen accent. Opvallend is dat grotere gemeenten als Leeuwarden en Enschede jaarlijks forse bedragen reserveren voor festivals. Gemeenten doen dit uit het oogpunt van citymarketing. Zij hopen hiermee bezoekers naar hun stad te lokken, en daarmee de lokale economie een impuls te geven.
15
3. Beleid Een eigen cultuurbeleid voor SUDWEST-FRYSLAN Súdwest-Fryslân is een middelgrote tot grote gemeente. De uitgaven aan kunst en cultuur zijn vergelijkbaar met gemeenten van ongeveer dezelfde omvang, maar niet bovenmatig. Uniek aan Súdwest-Fryslân is de enorme rijkdom aan cultureel erfgoed. Dit verdient een bijzondere rol bij de verdere ontwikkeling van het cultuurtoerisme. Bijzonder is verder het grote aantal kernen. Dit maakt extra aandacht voor de bereikbaarheid van culturele voorzieningen noodzakelijk. Voorgesteld wordt het cultuurbeleid van SUDWEST-FRYSLAN te ontwikkelen langs de volgende beleidslijnen: 1 . Een bereikbaar aanbod voor alle inwoners 2. Benutting van de het al aanwezige rijke aanbod door uitbreiding van het cultuurtoerisme 3. Streven naar een evenwichtig aanbod, met meer aandacht voor film en beeldende kunst 4. Ondersteuning van de culturele sector bij de ontwikkeling tot cultureel ondernemer 5. Bescherming en uitdragen (van de waarde) van ons immaterieel erfgoed
3.1 Een bereikbaar aanbod voor alle inwoners Tot 2030 wordt voor Súdwest-Fryslân nog een lichte groei van het aantal inwoners voorzien. Wel zal het aantal 0-12 jarigen de komende jaren met 1 1 % afnemen. Tegelijk vergrijst het inwonersbestand. Gelet op de grote oppervlakte van de gemeente en het ontoereikende openbaar vervoer, met name in de avonduren, is het belangrijk ook in de kernen een bescheiden cultureel aanbod te blijven ondersteunen. Dit gebeurt al door de subsidies aan amateurkunstverenigingen en dorpshuizen. De komende jaren willen we blijven inzetten op het aanbod dat door vrijwilligers wordt verzorgd in de kernen Makkum, Workum, Bolsward, Warns en Koudum. De subsidies aan de betreffende verenigingen en stichtingen blijven in stand. Ook de subsidies aan de amateurkunstverenigingen laten we zo veel mogelijk intact, conform het raadsbesluit om hierop tot en met 2016 niet op te bezuinigen. De amateurkunst is onmisbaar voor de leefbaarheid in de kernen. Het kunstencentrum Atrium krijgt de komende jaren wel met een korting op de subsidie te maken. Gelet op het feit dat verreweg de meeste cursisten kinderen en jongeren zijn, zal de ontgroening consequenties hebben. Mogelijk biedt de uitbreiding van het cultuurtoerisme nieuwe mogelijkheden voor het kunstencentrum om de onvermijdelijke terugloop van leerlingen op te vangen. Niet alleen de fysieke bereikbaarheid is van belang. Ook in financieel opzicht is bereikbaarheid van culturele voorzieningen van belang. Het gemiddeld inkomen in Súdwest-Fryslân is niet hoog, landelijk gezien verkeert de gemeente in de onderste regionen. De gemeente stimuleert de financiële bereikbaarheid door een differentiatie in lesgeldtarieven naar inkomensklasse bij het kunstencentrum voor te schrijven. De abonnementen voor de bibliotheek zijn voor jongeren tot 18 jaar gratis. De ontwikkeling van een gemeentepas zou ook een bijdrage kunnen leveren aan financiële bereikbaarheid van de culturele voorzieningen.
16
3.2 Uitbreiding van het cultuurtoerisme door benutting van het al aanwezige rijke aanbod Sudwest-Fryslan blinkt in een aantal opzichten uit. Er zijn nauwelijks gemeenten met een vergelijkbaar weids landschap, met zo veel mooie vergezichten en een zo rijk aanbod aan monumenten. Tel daarbij op de uitstekende voorzieningen in het Cultuur Kwartier Sneek en de diverse multi-functionele accommodaties op en de basis voor verdere ontwikkeling van het cultuurtoerisme is gelegd. Het aanwezige potentieel kunnen we benutten om culturele arrangementen samen te stellen, om zo het cultuurtoerisme te bevorderen. In onze toeristische visie hebben we de nadruk gelegd op gastvrijheid en het vertellen van verhalen. Ons erfgoed leent zich heel goed voor het vertellen van die verhalen, zoals bij voorbeeld het initiatief "Monumenten op de kaart". De culturele instellingen in Sudwest-Fryslan weten ook wat gastvrijheid is. Niet voor niets verschenen in de lokale media lovende berichten over complimenten van zowel bezoekers als artiesten. Het aanwezige potentieel kunnen we benutten om culturele arrangementen samen te stellen, om zo het cultuurtoerisme te bevorderen. Daarbij kan worden ingezet op actief en passief cultuurtoerisme door een combinatie van het aanbieden van zomercursussen met zomerprogrammering. De zomerprogrammering kan bestaan uit bijzondere voorstellingen op bijzondere locaties met als decor het fraaie landschap met zijn weidse vergezichten, monumentale kerken en molens, Kortom voorstellingen waarbij het bijzondere landschap van Sudwest-Fryslan een grote rol speelt. Samenwerking kan worden gezocht met diverse commerciële aanbieders van kunst en cultuur, en met de horeca. De gemeente kan verbindingen leggen, een financiële bijdrage leveren in de noodzakelijke publiciteit en marketing en investeren in zomerprogrammering. Hiervoor zijn wel aanvullende financiële middelen nodig. Dit kan door bij voorbeeld een bijdrage uit het bedrijfsleven, aangevuld met Nuon-gelden en gemeentelijke gelden. 3.3 Streven naar een evenwichtig aanbod met meer aandacht voor film en beeldende kunst Uit de analyse blijkt dat het cultuurbeleid van Sudwest-Fryslan niet helemaal evenwichtig is. Gemeentelijke steun voor de sectoren film en beeldende kunst ontbreekt of zal onder invloed van de bezuinigingen verdwijnen. Met name wanneer we inzetten op betere benutting van de mogelijkheden die het cultuurtoerisme biedt, verdient het aanbeveling ook deze beide sectoren te ondersteunen. Bij slecht weer bieden filmtheaters en galerieën een goed alternatief voor buitenactiviteiten. Vanwege de financiële positie waarin de gemeente verkeert zijn grote investeringen niet mogelijk. Filmtheaters in Nederland schakelen steeds meer over op digitale kopieën van film. Dit heeft consequenties voor de productie, distributie en vertoning van films. Deze ontwikkeling is onomkeerbaar, en vraagt een forse investering in projectie-apparatuur. Er zijn ook kansen: digitale kopieën kunnen sneller en op meer plaatsen tegelijk vertoond worden. Aansluiting kan worden gezocht bij de ontwikkelingen binnen de bibliotheek, die steeds meer getransformeerd zal worden tot Kulturhus. Daarmee zijn elders in het land al goede ervaringen opgedaan. Kulturhusen in Overijssel dienen ook als filmtheater; de vertoonde films worden goed bezocht. Filmtheaters hebben de afgelopen jaren -ondanks de crisis- te maken met stijgende bezoekersaantallen. Ook om die reden is een investering in de filmsector kansrijk.
17
De beeldende kunst is in onze gemeente rijk vertegenwoordigd. Een relatief groot aantal beeldend kunstenaars heeft zich gevestigd in onze gemeente. Aangetrokken door het weidse landschap en de goede lichtval, vestigen zij zich met name in de buitengebieden. Sommigen van hen verzorgen in overleg met het kunstencentrum een educatief aanbod voor het basis- en voortgezet onderwijs. Anderen hebben een eigen lesruimte, al dan niet gecombineerd met verblijfsaccommodatie. (Koudumj ~~ De gemeente kan de sector ondersteunen bij projecten die het cultuurtoerisme bevorden; zoals bij voorbeeld kunstroutes en bijzondere tentoonstellingen. 3.4 Ondersteuning van de culturele sector bij de ontwikkeling tot cultureel ondernemer De subsidiëring van culturele instellingen staat steeds meer onder druk. Om minder afhankelijk te worden van de overheid zijn culturele instellingen op zoek naar andere bronnen van inkomsten. Dit is niet altijd eenvoudig. Bovendien staat het soms op gespannen voet met de artistieke vrijheid en kwaliteit die instellingen willen en moeten behouden. De gemeente kan een initiërende rol spelen door het organiseren van netwerkbijeenkomsten waarbij cultuursector, overheid en bedrijfsleven elkaar ontmoeten. Experts worden gevraagd te spreken op deze bijeenkomsten. 3.5 Bescherming en uitdragen van (de waarde van) ons immaterieel e r ^ o e d Sudwest-Fryslan is rijk aan immaterieel en roerend erfgoed. ^ B ^ ^ ^ B ^ ^ M B B l Denk aan: de Hindelooper klederdracht, de varianten van de Friese en Nederlandse taal zoals het Hylpers, het Snekers etc, het lokaal geproduceerde aardewerk, varend erfgoed en de diverse varianten van de 11-stedentocht. Bij de marketing ter bevordering van het cultuurtoerisme willen we daar extra aandacht aan schenken.
18
4. Financiën Met uitzondering van de middelen voor de zomerevenementen -waarvoor een bijdrage uit de Nuon-gelden is aangevraagd- heeft de gemeente de komende jaren geen ruimte om extra middelen beschikbaar te stellen voor kunst en cultuur. Integendeel, sinds 2012 is er bezuinigd, en ook voor de komende jaren zijn bezuinigingen ingeboekt. De komende jaren zijn de volgende bedragen beschikbaar: onderdeel amateurk/kunsteducatie podiumkunsten media en letteren film beeldendekunst musea en archieven
•
•
2013 € 1.907.535,00 € 1.375.945,00 € 2.083.209,00 € € 33.987,00 € 504.292,00
€ € € € € €
2014 1.903.369,00 1.375.945,00 1.883.209,00 12,570,00 498.292,00
€ € € € € €
2015 1.900.369,00 1.275.945,00 1.783.209,00 8.368,00 492.292,00
€ 5.904.968,00
€
5.673.385,00
€ 5.460.183,00
€ € € € € €
2016 1.897.369,00 1.225.945,00 1.683.209,00 4.184,00 480.292,00
€ 5.290.999,00
Bovenstaande bedragen zijn ontleend aan de beheersbegroting 2013 en meerjarenbegroting. Het betreft hier de bedragen die beschikbaar zijn voor te subsidiëren activiteiten. Net als bij de erfgoednota zijn kapitaallasten en overige doorberekende kosten uit de begroting niet meegenomen in bovenstaand overzicht. Op deze manier kan een betere vergelijking worden gemaakt tussen de verschillende sectoren. Op de subsidie voor de stichting Cultuur Kwartier Sneek zal de komende jaren worden bezuinigd. In de meerjarenbegroting is deze bezuiniging geheel verwerkt op het onderdeel podiumkunsten. Daarover is echter nog niet besloten. Denkbaar is dat de bezuiniging verdeeld wordt over de podiumkunsten en kunsteducatie.
Ten behoeve van de zomerevenementen is een bijdrage uit de Nuon-gelden aangevraagd van in totaal € 2,4 miljoen, te besteden gedurende de jaren 2014 t / m 2020. Ondersteuning van de beeldende kunst en filmtheaters is de komende jaren slechts mogelijk wanneer incidenteel middelen vrijvallen.
Slot: Het cultuurbeleid van Súdwest-Fryslân blinkt uit op sectoren kunsteducatie/amateurkunst en podiumkunsten. De bibliotheek zal zich steeds meer omvormen tot Kulturhus. Deze sectoren willen we zo veel mogelijk ongemoeid laten. Onze ambitie ligt in het beter benutten van de mogelijkheden die het cultuurtoerisme biedt. We streven daarom naar een voortzetting van de Sneker Simmer gedurende de jaren 2014 t / m 2020. In onze toeristische marketing vragen we nadrukkelijk aandacht voor onze rijkdom aan tradities, ons immaterieel erfgoed. Bij de verdere ontwikkeling van het cultuurtoerisme is de steun van het bedrijfsleven nodig. De gemeente ondersteunt de culturele sector in de verdere ontwikkeling tot cultureel ondernemer. Relatief weinig aandacht gaat uit naar filmtheaters en beeldende kunst. Deze sectoren willen we incidenteel ondersteunen bij projecten die het cultuurtoerisme kunnen bevorderen.
19
t>eel II Cu ltu u ratlas van Su dwest-Fryslan hc r Dnc pt I ïdrii cto i op 2 julr 201 gtpie^nfe-nd J n de c l i u k »1 <.Ln U i I K V I '111 «i «I t, n*tuji4 ahpiofo» irnah qesub<wfih d P i m r ir ulvsldirn I uirj n digi ftaJ di? pldöi^l jkc pe.i«> w«s v&ftssqet wsotdiigd Dên enj st 11 fell K8BTKaitfi|l]l»*tldS
nrnwUftl* i qvhk kc n cl iL dt L»h|ir the el il lot ihll t ovu de clrgnr^e n fi * ïtt uc\i ui a a j o e d u flelijke tjtq u*ns kunnen ;oi i n v*i**mcJd \3«£q
20
i
i
Bijlage 1 : toelichting Ringenmodel Wijn Kleine gemeenten met een inwoneraantal tot 30.000 voeren meestal een kernachtig cultuurbeleid gericht op : de bibliotheek, de lokale media-instelling, cultuureducatie en amateurkunst, monumentenzorg en archiefwerk. Kleine gemeenten met een hoog ambitieniveau en/of een rijk cultureel verleden voegen soms een aantal elementen toe. Middelgrote gemeenten (tussen 60.000 en 90.000 inwoners) voeren in het ringenmodel van Wijn een uitgebreid cultuurbeleid. In grote gemeenten met meer dan 90.000 inwoners is meestal sprake van een alomvattend cultuurbeleid. Als middelgrote gemeente zou Súdwest-Fryslân op basis van het ringenmodel van Wijn idealiter een uitgebreid cultuurbeleid moeten voeren. Alle zes secties uit het ringenmodel zouden vertegenwoordigd zijn. Naast de voorzieningen die horen bij een kleine gemeente, wordt bij gemeenten die een uitgebreid cultuurbeleid voeren ruimte geboden aan: Amateurkunst en kunsteducatie: met een eigen Kunstencentrum met een breed aanbod in alle kunstdisciplines, inclusief een jeugdtheaterschool, diverse soorten amateurverenigingen die ondersteund kunnen worden door de provinciale steunfunctieinstelling (i.e. Keunstwurk) en het eigen Kunstencentrum. Het Kunstencentrum heeft een podium en er zijn multifunctionele accommodaties en een expositieruimte. De gemeente houdt in het accommodatiebeleid rekening met repetities door amateurverenigingen. Amateurs en het kunstencentrum werken samen met professionele partners. Media en letteren: er is een bibliotheek met een of meerdere vestigingen. De bibliotheek beperkt zich niet tot haar functie van basisbibliotheek, maar organiseert ook literaire activiteiten. Soms wordt ook huisvesting geboden aan lokale historische verenigingen. Verder is er een lokale media-instelling. Musea en archieven: naast de zorg voor monumenten is er een oudheidkamer, worden archieven ontsloten en is er aandacht voor archeologie en een natuur- of cultuurhistorisch museum. De musea bieden vaak een goed overzicht van de lokale geschiedenis. Film: Dagelijkse vertoning in eigen filmtheater of in een gedeelde accommodatie. Jaarlijks 25.000-50.000 bezoekers. Daarnaast een aanbod van meerdere lezingen of cursussen per jaar, schoolvoorstellingen en workshops in samenwerking met andere instellingen. Structurele en eenmalige subsidies voor investeringen. Podiumkunsten: er is een multifunctionele accommodatie met uitvoeringen door de jeugd, kamermuziek, oefenruimten en een poppodium. Een theater en theatergezelschappen zijn meestal gehuisvest in de grotere gemeenten.
Beeldende kunst:
Op het terrein van beeldende kunst dragen gemeenten met een inwoneraantal tussen 30.000 en 90.000 vaak bij aan een galerie en kunstuitleen. Soms ook wordt ook beleid gevoerd ten aanzien van ateliers of aankoop van kunst.
21
Bjj{age 2
Verdeling cultuuruitgaven Letteren en Media 19%
Amateurkunst .kunsteducatie 9%
A.
Podiumkunst 37%
Cultureel erfgoed 34%
Beeldende kunst 1% Goes
Verdeling cultuuruitgaven Letteren en Med 20%
Amateurkunst .kunsteducatie 21%
Cultureel erfgoed 12%
liïit
Beeldende kunst — ^ ^ B 5% Film 0%
Podiumkunst 42%
Enschede
22
Bijlage 3: bronvermelding Boeken: • • • •
Amateurkunstbeleid OK, een handreiking voor gemeenten, uitgave VNG e.a. Een handleiding gemeentelijk cultuurbeleid, Cor Wijn, uitgave VNG Filmtheaters en Cultuurbeleid, handreiking voor bestuurders van provincies en gemeenten, uitgave Eye Film Instituut Nederland, IPO en VNG Zicht op...de waarde van kunst- en cultuureducatie, update april 2010, uitgave cultuurnetwerk NL
Nota's en beleidsstukken: • • • • • • • • • • •
Kultuer by heech en by leech, cultuurvisie gemeente Sneek, juni 2009 Ruimte voor cultuur, kansen voor ondernemerschap, cultuurnota Haarlemmermeer 2013-2030 Visie Toerisme & Recreatie gemeente Sudwest-Fryslan 2012-2022 Silhouet, Erfgoedvisie Súdwest-Fryslân De Basis op orde, Erfgoednota Sudwest-Fryslan 2013-2016 Gorinchem verbindt, augustus 2012 Enschede, Culturele Hotspot van het Oosten, Cultuurplan Enschede 2013-2016 Haalbaarheidsonderzoek Herstructurering bibliotheek Súdwest-Fryslân, februari 2013 Startnotitie Cultuur gemeente Súdwest-Fryslân, juni 2012 Hoedzje, koesterje en Fernije, Nota Amateurkunst 2013-2016, gemeente Súdwest-Fryslân, maart 2012 Nota Museumbeleid 2013-2016, gemeente Súdwest-Fryslân
Internet: • Begrotingen 2013 van de gemeenten: Sudwest-Fryslan, Smallingerland, Leeuwarden, Enschede, Oss en Goes • CBS: Statline, gemiddeld inkomen van personen naar regio
23