INHOUDSOPGAVE Bladzijde Inhoudsopgave Samenvatting Kerngegevens Sint-Oedenrode
1 3 8
Programmaverantwoording 2013 1. Sociale Dienstverlening (Zorg) 2. Maatschappelijke Voorzieningen (Welzijn) 3. Bouwen en Wonen (Wonen) 4. Leefomgeving en infrastructuur 5. Vrije Tijd en Economie 6. Burger en Bestuur
9 10 24 46 58 73 86
Verplichte Paragrafen A. Lokale heffingen B. Weerstandsvermogen C. Kapitaalgoederen D. Financiering E. Bedrijfsvoering F. Verbonden Partijen G. Grondbeleid Overige paragrafen H. Algemene Uitkering en exploitatieresultaat I. Dienstverlening J. Ombuigingen
99 100 107 114 119 124 134 152
Financiële jaarrekening 2013
165
Jaarrekeningresultaat 2013 inclusief analyse Reserves en Voorzieningen incl. toelichting op de reserves Programmarekening 2013 Overzicht van baten en lasten per product Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Balans per 31 december 2013 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Overzicht van afgesloten kredieten per 31-12-2013 Overzicht van restantkredieten die overgaan naar 2014 Overzicht van incidentele baten en lasten Controle verklaring Bijlagen 1 Verslaglegging uitvoering Wet werk en bijstand over 2013 en rolstoel-, vervoer- en woonvoorzieningen en de hulp bij het huishouden Wmo 2013 2 Stand van zaken Ombuigingen 2011 t/m 2013 3 Overzicht gebruikte afkortingen 4 Single information Single audit (SiSa-bijlage 2013)
166 176 180 181 182 184 186 193 194 198 200
156 157 162
-1-
202 209 232 236
-2-
SAMENVATTING Aan de gemeenteraad. Aanbieding Hierbij presenteren wij u de jaarstukken 2013. De jaarstukken bestaan uit: • Programmaverantwoording 2013 incl. paragrafen • Financiële Jaarrekening 2013 • Accountantsverklaring De basis van programmaverantwoording 2013 zijn de 3 W-vragen van de programmabegroting 2013. In de programmaverantwoording laten we dus zien in hoeverre we hebben bereikt wat we wilden, wat we daarvoor hebben gedaan en wat het heeft gekost. Deze programmaverantwoording geeft een beleidsmatige verantwoording en een financiële toelichting bij de beantwoording van de vraag: Wat heeft het gekost? In de financiële jaarrekening is o.a. de balans per 31 december 2013 te vinden met een toelichting en een analyse van het jaarrekeningresultaat 2013. In artikel 197 van de Gemeentewet is geregeld dat het college verantwoording aflegt over het door hem gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag. Het college legt via deze jaarstukken 2013 verantwoording af aan de gemeenteraad over het afgelopen jaar en verzoekt de gemeenteraad om het college decharge te verlenen over het gevoerde beleid en beheer.
Inleiding In deze samenvatting gaan wij achtereenvolgens in op de volgende onderwerpen: • Jaarrekeningresultaat 2013 • Doorontwikkeling programmaverantwoording en -rekening • Financieel onderzoek 2011 • Lopende investeringen (restant kredieten) • Rechtmatigheid • Rekenkamer onderzoek Jaarrekeningresultaat 2013 Het boekjaar 2013 is afgesloten met een negatief exploitatieresultaat van afgerond € 100.000,-- nadat de mutaties van reserves zijn verwerkt (verder ‘resultaat na bestemming’ genoemd). Het resultaat na bestemming was bij de programmabegroting inclusief memorie van aanvulling 2013 en raadsvoorstel Ombuigingen € 145.376,-- positief. In de loop van 2013 is de begroting 2013 door middel van begrotingswijzigingen van de 1e en 2e bestuursrapportage en het raadsbesluit Wijziging subsidie Kunststichting gewijzigd in een geraamd resultaat van € 408.943,-- negatief. De volgende tabel vermeldt de begrote en gerealiseerde cijfers voor 2013 vóór en ná bestemming:
Baten Lasten Nadelig resultaat vóór bestemming Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Mutaties reserves Resultaat 2013 na bestemming
-3-
Begroting 2013 na wijziging x € 1.000
Jaarrekening 2013 x € 1.000
29.953 31.307 -1.354 1.718 -773 945 - 409
31.177 31.780 -603 1.503 -1.000 503 -100
In de jaarrekeningcijfers 2013 is duidelijk zichtbaar dat de gemeentelijke grondexploitaties zware tijden doormaken met de huidige economische recessie. Bij het opmaken van deze jaarrekening zijn we genoodzaakt de verliesvoorziening voor grondexploitaties fors te verhogen (afgerond € 1,4 miljoen). Het kwam daarbij gunstig uit dat we tegelijkertijd het grondexploitatieproject Lange Steeg Oost konden afronden met een behoorlijke winstneming van afgerond € 1 miljoen. De bouwgrondexploitaties beïnvloeden hiermee het gerealiseerde jaarrekeningresultaat negatief met € 493.000,--. In de begroting 2013 na wijziging was rekening gehouden met negatief € 101.000,-- voor het product bouwgrondexploitaties. Naast de grondexploitatie zijn de grootste verschillen ten opzichte van de begroting 2013 te vinden binnen programma 1 Sociale Dienstverlening. De WMO voor zowel hulp bij het huishouden als de woon- en vervoersvoorzieningen zijn ruim binnen de begroting gebleven. Dit is voor hulp bij het huishouden mede het gevolg geweest van beleidsaanpassingen per 1 januari 2013. Binnen het product Inkomensvoorziening is het uitkeringsbestand voor de Wet Werk en Bijstand toegenomen. De toename heeft ook in 2013 een grillig verloop. Omdat de rijksbijdrage in 2013 op grond van macro economische ontwikkelingen uiteindelijk hoger is vastgesteld en ook de gerealiseerde uitstroom hoger is dan oorspronkelijk werd verwacht is de schadelast uiteindelijk nog beperkt gebleven. De overige uitkeringen binnen het product Inkomensvoorziening zijn ruim lager dan begroot. In de jaarrekening verklaren we het verschil tussen begroot en gerealiseerd resultaat voor bestemming. Dit betekent dat we het verschil tussen negatief € 1.354k en negatief € 603k is € 751k voordelig verklaren. In onderstaande tabel is aangegeven waar de grootste afwijkingen in lasten en baten te vinden zijn. Tussen haakjes is aangegeven bij welk programma u meer toelichting kunt vinden. Een verdere financiële toelichting op de cijfers is te vinden aan het einde van elk programma bij “Wat heeft dat gekost?”. In kolom v/n betekent v een voordeel en n een nadeel t.o.v. de begroting 2013 na wijziging.
x € 1.000,--
Geraamd resultaat voor bestemming Gerealiseerde resultaat voor bestemming Verschil tussen geraamd en gerealiseerd resultaat voor bestemming Hogere uitkeringen m.b.t. WWB (1) Lagere overige uitkeringen binnen het product Inkomensvoorziening (1) Minder lasten voor minimabeleid (1) Minder lasten voor WMO - hulp bij het huishouden (1) Minder lasten voor WMO – vervoersvoorzieningen (1) Hogere huurinkomsten bij het gebouw voor kinderopvang en lagere subsidie peuterspeelzaalwerk (2) Lagere lasten m.b.t. bestemmingsplannen (3) Winstneming Langesteeg Oost (3) Toevoeging aan verliesvoorziening grondexploitaties (3) Afwikkeling locatie Rooise Zoom en Hoogstraat 18 (3) Incidentele voordelen m.b.t. product milieu (3) Lagere lasten producten Water en Wegen (4) Lagere lasten product Natuurontwikkeling (4) Resultaat Inzameling huishoudelijk afval (4) Hogere lasten en lagere baten product Sport (5) Lagere incidentele lasten Recreatie en toerisme m.b.t. krediet Kienehoef (5) Incidentele voordelen Brandweer en rampenbestrijding (6) Lagere incidentele lasten bij Handhavingsbeleid en coördinatie (6) Lagere baten algemene uitkering (6) Product Exploitatieresultaat (zie financiële jaarrekening) Overige verschillen per saldo Verschil tussen geraamd en gerealiseerd totaal van baten en lasten
-4-
-1.354 -603 751
v/n n n v
-116 265 36 188 83 79
n v v v v v
80 1.068 -1.397 -77 55 241 32 -51 -65 47 95 110 -58 158 -22 751
v v n n v v v n n v v v n v n v
In 2013 is er minder onttrokken en meer toegevoegd aan de reserves dan begroot. In de volgende tabel ziet u de cijfers samengevat.
Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Mutaties reserves
Begroting 2013 na wijziging x € 1.000
Jaarrekening 2013 x € 1.000
-1.717 774 - 943
-1.503 1.000 -503
De gerealiseerde onttrekkingen aan reserves zijn € 214k lager dan geraamd. Dit komt voornamelijk doordat enkele incidentele investeringen en bestedingen 2013 nog niet zijn afgerond en dus leiden tot lagere onttrekkingen. Voorbeelden zijn project Kienehoef, handhaving bestemmingsplan buitengebied en handhaving permanente huisvesting recreatiewoningen. Daarnaast heeft een onttrekking plaatsgevonden uit de bestemmingsreserve WIW voor de hogere lasten m.b.t. inkomensvoorziening. In de financiële jaarrekening vindt u een compleet overzicht van alle verschillen tussen begrote en gerealiseerde toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. De gerealiseerde toevoegingen zijn € 226k meer dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door een hogere toevoeging van € 94k aan de egalisatiereserves rioolrechten (zie paragraaf A). Daarnaast zijn de directe lasten voor bestemmingsplannen € 54k lager dan begroot. Dit bedrag is conform de nota reserves en voorzieningen 2011 toegevoegd aan de bestemmingsreserve bestemmingsplannen. In 2013 heeft een toevoeging plaatsgevonden van € 36k i.v.m. m2 verkochte grond. De begrote onttrekkingen vanuit de resultaatbestemming 2012 voor onderzoek monumenten en bijzondere controles hebben niet plaatsgevonden vanuit de reserve exploitatiesaldo, zodat deze bij de jaarrekening 2013 zijn toegevoegd aan de algemene reserve –bufferfunctie. (€ 38k).
Doorontwikkeling programmaverantwoording en -rekening De doorontwikkeling van de programmabegroting zoals opgenomen in het coalitieprogramma heeft ook in 2013 onze aandacht gehad. De resultaten van de thema-avond van 13 december 2012 zijn in 2013 doorgevoerd in de programmabegroting 2014. Daarmee zijn de indicatoren van de zes programma’s besproken en gevuld. Tijdens dit proces is U meermalen gebleken dat het benoemen van de juiste resultaatindicatoren een lastig karwei is. Van onze kant is het lastig gebleken om de benoemde resultaatindicatoren na afloop van het jaar te meten. In 2013 hebben we deel genomen aan de Staat van de Gemeente. De resultaten hiervan zijn verwerkt in deze jaarrekening. Met het realiseren van meer transparantie en helderheid in cijfers komt ook meer inzicht in processen. Ten aanzien van het proces van budgetbewaking zijn in 2013 stappen vooruit gezet. Specifiek noemen we de vereenvoudigde budgetbewaking met behulp van Excellentdata. Onze financiële positie staat echter nog steeds behoorlijk onder druk, met name vanwege de economische omstandigheden. Dat blijft vragen om strikt beheer van de middelen en verdere aanpassing van onze financiële informatievoorziening en cultuur. Kortom, wij zullen daarom blijven investeren in de planning en control om meer grip te krijgen op onze inkomsten en uitgaven. Dit is nodig om als gemeente verder in control te raken en ook om de voorgenomen ombuigingen te realiseren. De Raad heeft op 27 september 2012 ingestemd met het visiedocument “De Rooise Draad versterkt”. Het visiedocument inclusief de projectenkalender is in 2013 doorvertaald in de programmabegroting 2014. Daarmee is een verbinding gelegd tussen het strategisch niveau van de visie en het tactisch niveau. Ook in 2013 heeft het collegeprogramma voor de organisatie als concreet kompas gefungeerd. Als gevolg van het financieel zware weer worden de hierin geformuleerde ambities steeds kritischer bezien en worden hierbij steeds scherpere keuzes gemaakt. -5-
In de bestuursrapportages (1e en 2e BERAP) is de voortgang in de realisatie 2013 gerapporteerd. In beide BERAP’s is inzicht gegeven in de afwijkingen ten opzichte van de begroting en de te verwachten effecten op het resultaat. U heeft de begrotingswijzigingen die hieruit voortvloeiden goedgekeurd. In de analyse van de cijfers vergelijken we daarom de begroting 2013 inclusief begrotingswijzigingen met de realisatie 2013. Financieel onderzoek 2011 In het begin van 2011 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de financiële positie van de gemeente. Dit heeft geleid tot een zestal aanbevelingen. Deze aanbevelingen hebben geleid tot acties in de afgelopen jaren. Op deze plaats informeren wij u over de actuele stand van zaken. De aanbeveling om de nog in te vullen bezuinigingen met kracht door te zetten heeft de meeste aandacht gehad. De raad heeft tijdens zijn vergadering van 8 november 2012 een besluit genomen over het traject ombuigingen 2013 en volgende jaren. Over de realisatie van de ombuigingen is aan u gerapporteerd in de beide bestuursrapportages 2013. De begrote ombuigingen 2011 t/m 2013 bedragen in totaal afgerond € 2,8 miljoen. Hiervan is tot nu toe afgerond 2,5 miljoen gerealiseerd. Meer informatie hierover is opgenomen in de paragraaf J die aan het ombuigingsproces is gewijd. De aanbevelingen om de P&C-documenten transparanter te maken in presentatie van resultaat vóór en na bestemming en geen onttrekkingen meer te doen vanuit de incidentele reserves voor het opvangen van structurele overheidsuitgaven is opgepakt vanaf de jaarrekening 2011 respectievelijk begroting 2012. De aanbeveling om invulling te geven aan een meer realistische meerjarige tijdsplanning van investeringen en het ontwikkelen van een systeem van liquiditeitsplanning is ook opgepakt. Een systeem van liquiditeitsplanning is ontwikkeld en in 2012/2013 onderdeel geworden van ons reguliere proces. Het realistischer plannen van investeringen heeft in 2012 geleid tot het opnemen van meerjarige investeringen in de begrotingscijfers 2013 e.v. Ook is het aantal restantkredieten afgenomen van 60 in 2010 tot 25 in 2013. De aanbeveling om de rentenota 2008 te evalueren en over te gaan op het lineaire systeem van afschrijving zullen wij oppakken in de voorbereiding naar de voorgenomen bestuurlijke fusie. Investeringen (restant kredieten) Bij deze jaarrekening worden 8 kredieten afgesloten (in 2011 en 2012 resp. 35 en 24 kredieten). Deze laten per saldo een onderschrijding zien van afgerond € 286k. De afwijkingen zijn toegelicht in de financiële jaarrekening (“Overzicht van afgesloten kredieten 2013”). Het aantal restantkredieten is in 2013 gelijk gebleven en bedraagt nu 25 (in 2011 en 2012 waren dit er respectievelijk 36 en 25). Deze restantkredieten, waarvan gevraagd wordt deze over te hevelen naar 2013, omvatten een bedrag van € 1,1 miljoen voor investeringen en € 1,2 miljoen voor onderhoudskredieten. Een overzicht van deze kredieten is opgenomen in de financiële jaarrekening (“Overzicht van restantkredieten die overgaan naar 2014”).
Rechtmatigheid Bij raadsbesluit van 26 januari 2012 is het Controleprotocol 2011 t/m 2013 door de raad vastgesteld. Dit protocol bevat o.a. de tolerantiegrenzen. Bij raadsbesluit van 28 november 2013 is het normenkader voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 door de raad vastgesteld. Sinds 2007 hebben wij steeds een positief rechtmatigheidsoordeel ontvangen. De goedkeuringstoleranties volgens het controleprotocol 2013 zijn: • 1% tolerantie van de werkelijke lasten of voor fouten. Uitgaande van de werkelijke lasten van de jaarrekening 2013 van circa € 33.000.000,-- is de tolerantie bepaald op een bedrag van circa € 330.000,--. • 3% tolerantie van de werkelijk lasten voor onzekerheden, neerkomend op een bedrag van circa € 990.000,--. De geconstateerde en niet-gecorrigeerde fouten en de geconstateerde onzekerheden worden door de accountant gerapporteerd aan de gemeenteraad in het verslag van bevindingen. Bij de rapportering wordt een rapporteringtolerantie in acht genomen die bepalend is voor het al dan niet rapporteren van een fout of onzekerheid. De gemeenteraad heeft in het controleprotocol 2011-2013 de rapporteringtolerantie vastgesteld op € 35.000,--.
-6-
Rekenkameronderzoek In de tweede helft van 2012 is de rekenkamercommissie gestart met een onderzoek naar de open einde regelingen. Doelstelling van het onderzoek is om de gemeenteraad inzicht te geven in de wijze waarop de gemeente Sint-Oedenrode omgaat met open einde regelingen op een zodanige wijze dat waar mogelijk de grip wordt vergroot en de raad optimaal zijn rollen als volksvertegenwoordiger, kadersteller en controleur op dit gebied kan uitoefenen. De centrale vraag voor dit onderzoek luidt: hoe kan de raad optimaal doelgericht sturing geven aan open einde regelingen? In maart 2013 heeft de rekenkamercommissie het definitieve onderzoeksrapport “Versterk de grip op openeinde regelingen” aangeboden. Het onderzoeksrapport is behandeld in de raad van 30 mei 2013. Daarbij heeft de Raad besloten dat het college met een verbeterplan komt, waarin de aanbevelingen zijn geconcretiseerd en omgezet in acties. Dit verbeterplan is besproken in het audit-comité van 19 november 2013. Wij hopen dat voorliggende jaarrekening U goed inzicht geeft in hetgeen we samen voor onze Rooise inwoners en ondernemers hebben bereikt, wat we daarvoor hebben gedaan en wat dit heeft gekost.
Sint-Oedenrode, 24 april 2014. Burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode,
-7-
KERNGEGEVENS SINTSINT -OEDENRODE Sociale structuur:
3131 -1212 -2012
3131-1212-2013
17.910
17.921
van 0 – 19 jaar
4.310
4.232
van 20 – 64 jaar
10.474
10.427
3.126
3.262
3131 -1212 -2012
3131-1212-2013
WWB
91
102
IOAW
7
8
IOAZ
1
1
WSW-baan **)
149
153
WAO **)
410
407
WAJONG **)
170
173
Minderheden
175
170
1.910
1.900
3131 -1212 -2012
3131-1212-2013
Oppervlakte gemeente in ha.
6.494
6.494
Waarvan
6.442
6.442
52
52
7.098
7.116
207
207
26
26
3
3
Per inwoner
Per inwoner
€ 2.062
€ 1.829
Opbrengst belastingen (inclusief rioolrechten)
€ 328
€ 363
Algemene uitkering (excl. WMO)
€ 663
€ 634
€ 1.588
€ 1.470
Aantal inwoners: inwoners Waarvan:
van 65 jaar en ouder
Sociale uitkeringen:
Lage inkomens
Fysieke structuur
land Binnenwater
Aantal woningen Capaciteit bijzondere woongebouwen Aantal recreatiewoningen Aantal wooneenheden
Fysieke structuur in euro’s Lasten van de exploitatie
Vaste schuld
*) Bron: gegevens doorgegeven door gemeente Sint-Oedenrode aan het CBS, die gebruikt worden voor berekening algemene uitkering **) Bron: aantallen CBS gegevens, ontvangen via SZW
-8-
Programmaverantwoording Programma verantwoording 2013
-9-
1
Sociale Dienstverlening (Zorg)
Programmadoel Aandacht en zorg voor kwetsbare groepen, met inachtneming van de eigen verantwoordelijkheid, om zodoende hun zelfredzaamheid en arbeidsparticipatie te vergroten.
1.2.2.01 Uitstroombevordering (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wethouder R. Dekkers
Wat wilden we bereiken? • • • • •
Iedereen die kan werken zo spoedig mogelijk naar vermogen laten werken in een betaalde baan. Ons uitgangspunt daarbij is de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen. Daarbij sluiten we aan bij De Rooi(s)e draad versterkt. Het aanbieden van sociale activeringstrajecten en werken met behoud van uitkering. Vorm geven aan een samenhangend beleid op de terreinen Volwasseneneducatie, re-integratie uitkeringsgerechtigden en inburgering. In nauwe samenwerking met UWV-Werkplein willen wij zoveel mogelijk voorkomen dat mensen bijstandsafhankelijk worden. Binnen de beperkte financiële middelen zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden activeren naar vermogen te presteren.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • •
Beleidsplan Wet Werk en Bijstand (Raad december 2004) Basisnotitie “Werken aan werk”(B&W juni 2006) Notitie Activering en reïntegratie uitkeringsgerechtigden Sint-Oedenrode (B&W februari 2008) De regionale ontwerpnota Wet werken naar vermogen, Route naar Samenwerking De Rooi(s)e Draad versterkt (Raad september 2012)
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011
Aantal uitkeringsgerechtigden dat per jaar een stap voorwaarts maakt op de gemeentelijke reintegratieladder verdeeld naar: - moeilijk bemiddelbaar - eenvoudiger bemiddelbaar Poortwachterfunctie i.s.m. UWV-werkbedrijf
19
68%
2012
2013
2014
10 4 6 85%
10 4 6 85%
85%
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal uitkeringsgerechtigden dat per jaar een stap voorwaarts maakt op de gemeentelijke reintegratieladder verdeeld naar: - moeilijk bemiddelbaar - eenvoudiger bemiddelbaar Poortwachterfunctie i.s.m. UWV-werkbedrijf
- 10 -
Realisatie 2011
2012
10 5 5 68%
19 12 7 45%
Bijstelling
2013
2014
10 4 6 58%
85%
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Het uitkeringsbestand met een arbeidsverplichting afhankelijk van de beschikbare middelen en de afstand tot de arbeidsmarkt ondersteunen of handhaven t.a.v. de arbeidsplicht. Uitgaande van een ongedeelde samenleving en goede dienstverlening de mogelijkheden en instrumenten van Wmo en WWB onderling in te zetten en elkaar laten ondersteunen. De uitgangspunten van De Kanteling worden waar mogelijk als leidraad voor beleid ingezet zoals verwoord in De Rooi(s)e Draad versterkt. Regionale samenwerking met de Meierijgemeenten intensiveren met het oog op de Suwiwetgeving (Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen) en de regionale werkgeversbenadering.
Naast individuele begeleiding zijn 10 personen begeleid via een re integratieproject op Odendael en in het groen. Verbindingen WWB en WMO heeft in 2013 en maakt in 2014 onderdeel uit van de regionale samenwerking/voorbereiding 3 transities
Behouden en zo mogelijk uitbouwen van projecten, werken met behoud van uitkering en leerwerk- en stageplekken bij o.a. Odendael en D’n Einder. Het aanbieden en begeleiden van re-integratie- trajecten naar betaalde arbeid.
Uitvoering geven aan het project Snelweg naar Werk. Inzetten van belastbaarheidsonderzoeken voor uitkeringsgerchtigden met ene grote achterstand op de arbeidsmarkt en kortlopende WWB-dienstverbanden als voorbereiding en motivering naar structureel (gesubsidieerd) werk, zoals WSW. Tijdens de uitkeringsduur is bij elk klantcontact het uitgangspunt dat werk voor een uitkering gaat en dat een uitkering aanvullend is op ‘tijdelijk en deeltijd’ werk onderdeel van het gesprek.
Deze samenwerking is in 2013 volop uitvoering gegeven en loopt ook in 20914 door mede ter voorbereiding op de invoering van de nieuwe WWB en Participatiewet in 2015. De gezamenlijke werkgeversbednadering is een belangrijk onderdeel in de samenwerking. Gemeld bij 2e BERAP: In het eerste halfjaar zijn 2 nieuwe projecten opgestart, werken met behoud van uitkering in het groen en het Praktijkcentrum Odendael. Personen met een kortere afstand tot de arbeidsmarkt zijn door de eigen klantmnagers begeleid en ondersteunt naar werk of zelfstandigheid. Aan dit project is in 2013 opnieuw met succes uitvoering gegeven Gemeld bij 2e BERAP: De screening van een deel van het uitkeringsbestand heeft geleid tot een aantal aanmeldingen voor een SWindicatie. Klanten worden zoveel mogelijk tijdens de kwartaalgesprekken herinnerd en aangesproken op rechten en plichten.
1.2.2.02 Inburgering (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat wilden we bereiken? •
Integratie beoogt de sociale en economische zelfstandigheid van immigranten. Als burgers door onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal en onvoldoende kennis van de samenleving niet kunnen participeren, dreigt isolement en uitsluiting. Het organiseren van de noodzakelijke begeleiding en scholing hoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeente. Aandacht voor eigen verantwoordelijkheid van nieuwkomer voor integratie.
- 11 -
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • •
Beleidsnota Maatschappelijke Opvang (Raad april 2007) Notitie "Wettelijke kaders en gemeentelijke beleidsregels Wet Inburgering" (B&W september 2007) Verordening Wet inburgering Sint-Oedenrode. (Raad mei 2009).
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011 5
Voldoen aan taakstelling huisvesting
2012
2013
2014
100%
100%
100%
Handhaving inburgeringsplichtigen (deelname) 100% 95% 95% 90 Afronding binnen voorafgestelde termijn; 75%* 50% 70 Afronding binnen wettelijke termijn 25%* 50% 30 *) Gelet op het niveau van de inburgeraars hebben veel cursisten een voortraject nodig. Hierdoor wordt de termijn overschreden. Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011 5
Voldoen aan taakstelling huisvesting Handhaving inburgeringsplichtigen (deelname) Afronding binnen voorafgestelde termijn; Afronding binnen wettelijke termijn
100%
Bijstelling
2012
2013
100%
98%
2014 100%
95% 20% 50%
90% * *
90 70 30
Toelichting: * Met de gewijzigde verantwoordelijkheid ten aanzien van inburgering wordt vanaf 2013 op afstand gehandhaafd aan de hand van presentielijsten. Per 31 december zijn er 10 personen die via de gemeente voor inburgering zijn aangemeld en waarvan het traject is gestart voor 2013.
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Afspraken betreffende beschikbaar stellen van woningen zoals vastgelegd in convenant met Wovesto handhaven.
Op basis van het convenant is er regelmatig overleg gevoerd met Wovesto om aan de takstelling te voldoen. Voorlichting gebeurt met folders en in overleg met Vluchtelingenwerk .
Voorlichting over eigen verantwoordelijkheid inburgering en leenstelsel verstrekken aan potentiële inburgeringsplichtigen. Het subsidiëren van de stichting Vluchtelingenwerk.
Het handhaven van de deelname aan de inburgeringstrajecten.
Uitvoeren van nieuwe wet inburgering waarbij eigen verantwordelijkheid van nieuwkomer voorop staat. “Mede”financiering van inburgeringstrajecten voor asielzoekers in uitzonderlijke situaties openhouden.
Vluchtelingenwerk is ook in 2013 voor eerste opvang en begeleiding van de doelgroep gesubsidieerd. * Basis voor handhaving zijn de presentielijsten die van de onderwijsinstelling (ROC) worden ontvangen. In overleg met Vluchtelingwerk worden statushouders hierover geïnformeerd. Met name voor reiskosten naar school wordt in individuele situaties via bijzondere bijstand oplossingen gezocht.
Toelichting: * In verband met de gewijzigde verantwoordelijkheid inburgering heeft Vluchtelingenwerk er in 2013 een taak bijgekregen.
- 12 -
1.2.2.03 Inkomensvoorziening (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? •
De inwoners van Sint-Oedenrode kunnen bij het ontbreken van eigen inkomsten of andere mogelijkheden van voorzien in het levensonderhoud, gebruik maken van een financieel vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering. Onverkort uitkering kunnen verstrekken aan hen die daar recht op hebben omdat men ‘tijdelijk’ niet zelf in het onderhoud kan voorzien.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Beleidsplan Wet Werk en Bijstand (Raad december 2004) Diverse verordeningen uitvoering WWB (2009/2010)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantallen klanten met: *1) − arbeidsplicht − vrijstelling Aantal aanvragen schuldhulpverlening : Aantal saneringen : Aantal minnelijke schikkingen Aantal afwijzingen
Realisatie 2011
2012
2013
2014
60 30
65 35
70 35
70 40
24
23
25
30
geen onderverdeling beschikbaar
13 10
15 10
20 10
Ontwikkeling van aantallen uitkeringsgerechtigden is weinig tot niet door gemeenten te beïnvloeden. Bovendien behoort Sint-Oedenrode tot een aantal Nederlandse gemeenten met een uitzonderlijke arbeidssituatie . Dit wil zeggen dat het aantal niet-werkende werkzoekenden ten opzichte van de ontwikkeling in Nederland meer is gestegen dan een bepaalde drempelwaarde. (bron ministerie SZW).
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantallen klanten met: *1) − arbeidsplicht − vrijstelling Aantal aanvragen schuldhulpverlening : Aantal saneringen : Waarvan minnelijke schikkingen Aantal afwijzingen
Realisatie 2011
2012
2013
60 30
67 59
153 138 15
24
24
48
geen onderverdeling beschikbaar
13 10
5 5 1
Bijstelling 2014
Toelichting: In beginsel heeft elke uitkeringsgerechtigde de arbeidsplicht. In verband met in de persoon gelegen factoren en de huidige arbeidsmarktomstandigheden wordt er niet bij elke klant op dezelfde wijze met de arbeidsplicht omgegaan. Personen die een uitkering ontvangen in verband met verblijf in Novadic worden van de arbeidsplicht vrijgesteld gelet op het traject dat men daar (intern) volgt). Naast het genoemde aantal aanvragen shv en het aantal saneringen zijn 5 budgetbeheerregelingen voor klanten gestart en is via SHV 1 uithuiszetting voorkomen. Voor 8 personen uit Sint-Oedenrode is in 2013 een themabijeenkomst gehouden met als onderwerp Preventie schulden.
- 13 -
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Samen met het UWV Werkbedrijf via het project Snelweg naar werk voortdurende capaciteit inzetten om potentiële Wwb-aanvragers tijdig naar werk of opleiding te leiden. Werkprocessen uitkeringsverstrekking en hercontrole uitvoeren via het concept Hoogwaardig handhaven en dit jaarlijks evalueren aan de uitvoeringspraktijk.
Zie uitstroombevordering
De uitvoering van de WWB periodiek (per kwartaal) te controleren op rechtmatigheid en doelmatigheid
Uitkeringsgerechtigden met een arbeidsplicht aan de hand van een indeling naar afstand van de arbeidsmarkt met zo mogelijk minimale ondersteuning naar activering/uitstroom begeleiden. (Eigen verantwoordelijkheid staat voorop, in lijn met de uitgangspunten van De Kanteling zoals verwoord in De Rooi(s)e Draad versterkt). Het voorkomen en beperken van problematische schulden via een integrale aanpak waarbij zowel voorlichting aan, motivering van, begeleiding en nazorg aan de klant met professionele partners onder regie van de gemeente.
In verband met de financiële en economische crisis blijft in de komende jaren de focus op het voorkomen van uitkeringsafhankelijkheid van groot belang. Bij dreigend ontslag en aanmelding voor een uitkering wordt eerste gezocht naar vervangend werk of opleiding. Behoud sociaal beleid voor hen die dat nodig hebben. Uitvoering voortdurend afstemmen op veranderingen en aanvullingen in de WWB, zoals de aanscherping handhaving en sanctiebeleid.
Deze werkwijze is ook in 2013 gevolgd en zo nodig op onderdleen bijsgesteld. De klantwn ontvangen bij aanvang van een uitkering een informatiemap met rechten en plichten Gemeld bij 2e BERAP: Controle gesprekken per kwartaal zijn voor een deel van de uitkeringsgerechtigden verminderd naar eens per halfjaar gelet op de toename van het aantal uitkeringsgerechtigden. Zie uitstroombevordering
Uitvoering schuldhulpverlening is onder mandaat overgedragen aan Lumens. Regelmatig is er overleg gevoerd over de uitvoering. Voor bancaire producten wordt samengewerkt met de Kredietbank West Brabant. Deze aanpak is de rode draad in de gesprekkenmet klanten en krijgt aan de vorkant (uitkeringsaanvraag) gestalte via de Snelweg naar werk gesprekken. In 2013 is niet op het minimabeleid gekort. Gemeld bij 2e BERAP: Er zijn 15 risico dossiers geselecteerd die aan een nader onderzoek op rechtmatigheid worden bezien.
1.2.2.04 Minimabeleid (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? • • •
Wij willen bereiken dat inwoners van Sint-Oedenrode verantwoord omgaan met hun financiële middelen en dat in toenemende mate gebruik wordt gemaakt van bestaande voorzieningen. Meer specifiek willen wij ons richten op de participatie van kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Zo vroeg mogelijk in beeld krijgen van personen met problematische schulden. Schuldhulpverlening kan veel sociale problemen voorkomen.
- 14 -
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • • • •
Notitie "Bijzondere bijstand” (B&W maart 2005) Beleidsplan Wet Werk en Bijstand (Raad december 2004) Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 (Raad september 2009) Verordening Declaratiefonds 2010 (Raad oktober 2009) Verordening kwijtscheldingsregeling 2011 (Raad mei 2011) Notitie herijking minimabeleid (Raad april 2012) De Rooi(s)e Draad versterkt (Raad september 2012)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) % van uitkeringsgerechtigden dat gebruik maakt van bestaande regelingen (categorale) bijzondere bijstand Aantal aanvragen individuele verstrekkingen stijgt. (niet-uitkeringsgerechtigden) Aantal aanvragen specifiek door gezinnen met ten laste komende kinderen met een laag inkomen
Realisatie 2011 194 personen
2012
2013
2014
90% van de doelgroep
90% van de doelgroep
80
5%
5%
Niet bekend
15
20
30
2014
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) % van uitkeringsgerechtigden dat gebruik maakt van bestaande regelingen (categorale) bijzondere bijstand Aantal aanvragen individuele verstrekkingen stijgt. (niet-uitkeringsgerechtigden) Aantal aanvragen specifiek door gezinnen met ten laste komende kinderen met een laag inkomen
Realisatie 2011 194 personen
2012
2013
90% van de doelgroep
90% van de doelgroep
80
5%
5%
Niet bekend
15
*
30
Toelichting: Deze indicatoren zijn niet ‘eenvoudig’ meetbaar en behoeven aanpassing, mede vanwege nieuwe wetgeving. Aantallen en percentages 2013 zijn daarom niet beschikbaar.. Aantallen en percentages 2012 zijn gebaseerd op onderdelen van minimableid, voornamelijk collectieve zorgverzekering voor minima en declaratiefonds. Maar geven gen totaalbeeld. Om uitvoering te geven aan de motie over de armoede- en schuldenproblematiek en het bereiken van gezinnen met een laag inkomen en ten laste komende kinderen zijn met cliëntenparticipatie afspraken gemaakt om scholen en ‘sport’verenigingen te benaderen.
- 15 -
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben hebben we daarvoor gedaan?
Vaststellen en uitvoeren van het gemeentelijke minimabeleid waarbij rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de doelgroep (maatwerk, eigen kracht en medeverantwoordelijkheid). Het jaarlijks verzorgen van 1 of 2 themabijeenkomsten ten behoeve van de doelgroep.
Hieraan is uitvoering gegeven.
Gericht opsporen en aanschrijven van de doelgroep ouders met kinderen.
Gemeld bij 2e BERAP: In september staat een overleg gepland met de stichting Leergeld. Uit actie die samen met cliëntenparticipatie wordt ingezet wordt ook ingezet op contactpersonen die als intermediair kunnen functioneren.
Behoud sociaal beleid: Het voorzieningenniveau voor de plaatselijke minima binnen de beschikbare financiële kaders op peil houden en de administratieve drempels zo laag mogelijk. Periodiek en via meerdere kanalen communiceren over het gemeentelijk minimabeleid. Het zo vroegtijdig mogelijk in beeld krijgen van problematische schulden ter voorkoming van onder andere woningontruiming. Het benaderen en voorkomen van problematische schulden via een integrale aanpak waarbij zowel voorlichting aan, motivering van, begeleiding en nazorg aan de klant eenduidig worden aangestuurd. Regiefunctie gemeente in het kader van de nieuwe wet schuldhulpverlening omschrijven en inhoud geven. Uitvoering geven aan de notitie Schuldhulpverlening 20122015 gemeente Sint-Oedenrode.
Het minimabeleid is binnen de regels met een sociale insteek uitgevoerd.
- 16 -
Gemeld bij 2e BERAP: De wijze waarop uitvoering kan worden gegeven is onderwerp van gesprek met cliëntenparticipatie. In overleg met cliëntenparticipatie zijn geen thema aoncen gehouden. Zie ook toelichting hierboven
Er is gepubliceerd in de plaatselijke weekbladen en en TV Meierij. Zie inkomensvoorziening/ schuldhulpverlening Zie inkomensvoorziening/ schuldhulpverlening
In 2013 is uitvoering gegeven aan het raadsbesluit. Gemeld bij 2e BERAP: Uitvoering wordt gegeven door Lumens in de buurt en voor de bancaire taken door de kredietbank West Brabant. Tussen Lumens in de buurt en de gemeente vindt structureel overleg plaats over ontwikkelingen en op casusniveau. Een aantal zaken die in 2012 of eerder door SHV Eindhoven zijn gestart zijn in goed overleg met de gemeente en Lumens in de buurt ter volledige afwikkeling onder het beheer van Eindhoven gebleven. De daaraan verbonden kosten zijn evenwel hoger dan verwacht reden waarom in 2013 met een overschrijding van het beschikbare budget rekening moet worden gehouden.
1.2.2.05 WMO woonwoon- , rolstoelrolstoel- en vervoersvoorzieningen (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? •
Ons streven is een samenleving waarin iedereen naar vermogen kan meedoen. De Wmo heeft een stap gemaakt van verzorging naar ondersteuning om te kunnen participeren. Deze ontwikkeling wordt aangeduid als De Kanteling van de Wmo. Uitgangspunten hierbij zijn: o De vraag staat centraal, aandacht voor de individuele situatie en het leveren van maatwerk; o Benutten eigen kracht en medeverantwoordelijkheid van inwoners; o Meer gebruik maken van algemene voorzieningen in plaats van individuele voorzieningen; o De gemeente heeft een regierol en zorgt voor het vangnet. Centraal in de Kanteling en in de WMO staat eigen kracht, voeren van regie op je leven en het nemen van verantwoordelijkheid voor jezelf en voor je naasten, in De Rooi(s)e Draad versterkt ook wel genoemd het High-trust-society denken. • Uitvoering Decentralisatie Extramurale Begeleiding AWBZ (transitie AWBZ) Het Rijk decentraliseert de individuele begeleiding (BGI), de begeleiding groep of dagbesteding (BGG) en het kortdurend verblijf (KVB) met het bijbehorende vervoer vanuit de AWBZ naar de Wmo. Ook de inloopfunctie in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) komt vanuit de AWBZ naar de Wmo. Deze decentralisaties vatten wij samen onder de noemer ‘decentralisatie begeleiding AWBZ’. Na de val van het kabinet is deze decentralisatie controversieel verklaard. De verwachting is dat de hele transitie per 1 januari 2014 naar de gemeenten over komt. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de nieuwe en bestaande aanvragers van begeleiding en voor de inloopfunctie GGZ. De beleidsvoorbereidingen voor deze transitie zijn van start gegaan in 2012 en gaan voort in 2013. Binnen de AWBZ is de begeleiding nu geregeld als individuele (maatwerk)oplossing in de tweede lijn. Binnen de Wmo zal dit voor naar schatting 75% van hen eveneens het geval zijn. Voor naar schatting 25% zien wij vernieuwingsmogelijkheden in het gewone leven en de eerste lijn. Het doel is om vanaf 1 januari 2014 zoveel mogelijk gekanteld te werken. Hiermee wordt aangesloten bij de kanteling die in 2012 al is ingezet voor inwoners die zich meldden voor andere producten en diensten in de Wmo. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • •
Beleidsplan Wmo 2012-2015 (Raad januari 2012) Verordening maatschappelijke ondersteuning Sint-Oedenrode 2012 (Raad maart 2012) Nadere Regels maatschappelijke ondersteuning Sint-Oedenrode (B&W november 2012) De Rooi(s)e Draad versterkt (Raad september 2012) Resultaatindicator (bron meetgegevens) Algemene score benchmark Wmo (op alle 7 thema’s van de Wmo), % van de maximale score.
Klanttevredenheid Wmohulpmiddelen
Realisatie 2011 67%(hoger dan gemeentegrootteklasse (62%) en dan totale gemiddelde (65%) 7,2 en 7,3 (over 2009 resp. 2010)
Klanttevredenheid uitvoering Regiotaxi
- 17 -
2012
2013
Nemen niet deel aan benchmark
% gelijk aan gemiddelde van de totale benchmark
7,3
7,3
Ambitie op basis van handhaven kwaliteitsnivea u score 7,2
Ambitie op basis van handhaven kwaliteitsnive au score 7,2
2014
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Algemene score benchmark Wmo (op alle 7 thema’s van de Wmo), % van de maximale score.
Klanttevredenheid Wmohulpmiddelen
Realisatie 2011
2012
2013
67%(hoger dan gemeentegroo tte- klasse (62%) en dan totale gemiddelde (65%)
Nemen niet deel aan benchmark
Nemen niet deel aan benchmark. Zie toelichting.
7,2 en 7,3 (over 2009 resp. 2010)
7,6 over 2012, gehouden in 2013
Klanttevredenheid uitvoering Regiotaxi
8,1 over 2012, gehouden in 2013
2014
Klanttevredenheid over 2013 wordt niet gemeten Onderzoek over 2013 moet nog plaatsvinden
Toelichting: In 2013 is, evenals de voorgaande jaren (behalve het onderzoek onder mantelzorgers over 2011), een onderzoek uitgevoerd onder de inwoners met een beperking die in 2011 en / of 2012 met een vraag of met een aanvraag voor een Wmo voorziening contact hebben opgenomen met de gemeente. De resultaten van het klantonderzoek zijn positief. Bij 82% van de cliënten draagt de ondersteuning of het hulpmiddel bij aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. Bij 76% van de cliënten draagt de ondersteuning bij aan het kunnen blijven meedoen aan de maatschappij. Deze percentages zijn hoger dan in 2010 (respectievelijke 76% en 66%) en sluiten aan bij de percentages van de referentiegroep (respectievelijk 83% en 76%).
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
WMO Doorontwikkelen van Het Gesprek (eerste contact met klant, vraagverheldering en resultaat vaststellen, oplossingen afspreken, arrangement) in het Loket Werk, Inkomen en Zorg Het Gesprek thuis laten plaatsvinden en er is altijd sprake van maatwerk Uitbouwen en ontwikkelen van algemene en collectieve voorzieningen (bijvoorbeeld scootermobielpools, rolstoelpools, was- en strijkservice).
Doorontwikkeling heeft ook in 2013 plaatsgevonden. Enkele klantmangers namen en nemen deel in het opleidingstraject van de Stg. Verzorgd.
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Het Gesprek vindt bij de mensen thuis plaats. Gemeld bij 1e BERAP: Naast de algemene voorzieningen rolstoel- en scootmobielpool is in 2012 een was – en strijkservice gerealiseerd en in 2013 een boodschappendienst ingeregeld bij buurtsuper Boskant Heeft in 29013 plaatsgevonden over het jaar 2012. Als participant in de regiegroep hebben wij een bijdrage geleverd aan het initiatief.
Bijdragen aan digitaal dorpsplein
Nieuwe Verordening Maatschappelijke ondersteuning en nieuwe Nadere Regels Maatschappelijke ondersteuning Sint-Oedenrode
- 18 -
De Raad heeft op 19 december 2013 ingestemd met het voorstel tot wijziging van de verordening maatschappelijke ondersteuning.
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) Binnen het samenwerkingsverband van gemeenten en provincie organiseren van aanvullend openbaar vervoer voor de regio Brabant Noordoost.
Doorontwikkelen van het CVV door: samenwerking en integratie met regulier openbaar vervoer (Connexxion en Hermes)
Beheersen van de kosten.
Ontsluiting kleine kernen
- 19 -
Op verschillende manieren is in 2013 gezocht en wordt verder in 2014 gezocht in samenwerking met de provincie en Arrivanaar mogelijkheden om meer Wmoen OV-pashouders van Regiotaxi te stimuleren van het reguliere openbaar vervoer gebruik te maken. In 2013 is dit gebeurd door: 1. opstellen van een OV-haltewijzer voor het Bernhoven Ziekenhuis in Uden 2. geven van voorlichtingsbijeenkomsten over het openbaar vervoer en uitleg over de OV-chipkaart, zowel aan senioren, Wmopashouders alsook aan Wmo-consulenten van de 13 gemeenten 3. organiseren van praktijkbijeenkomsten voor het openbaar vervoer: idem voor bovengenoemde doelgroepen. Men vraagt onder begeleiding van een OV-gids een persoonlijke OV-chipkaart aan en maakt daarmee meteen gebruik van trein en bus. Eveneens onder begeleiding van.
Er is gekeken in 2013 of het mogelijk is om het CVV dichter aan te laten sluiten op het openbaar vervoer. Dit kan door bijvoorbeeld het Regiotaxisysteem een zogenaamde feederfunctie te geven op het openbaar vervoer. Dat betekent dat pashouders vanuit hun huisadres naar een bushalte door de Regiotaxi gebracht kunnen worden en vice versa. Dit idee staat echter nog in de kinderschoenen en wordt verder uitgerold in 2014. Gemeld bij 2e BERAP: In verband met de beheersing van de vervoerskosten CVV zijn de zones CVV gemaximeerd op 700 zones. Momenteel valt nog niet in te schatten wat de maximering zones gaat betekenen voor de beheersing van de kosten. De prognose voor het gehele budget vervoersvoorzieningen, zonder inschatting maximering zones, komt op een overschrijding van € 12.000. Voor 2013 blijven we binnen het budget. Kleine kernen waar na 17.00 uur en in de weekends weinig of geen openbaar vervoer rijdt, worden ontsloten door het Tarief Kleine Kernen. Hierbij wordt voor de kleine kernen gebruik gemaakt van de Regiotaxi. Dit kan tegen een gereduceerd tarief, voor zowel Wmo- als OV-reizigers. Daarnaast worden in 2014 diverse lokale projecten en pilots opgestart, waarbij uitgegaan wordt van eigen kracht en initiatief van inwoners. Het
gaat dan meestal om vrijwilligersinitiatieven.
1.2.2.06 WMO – hulp bij het huishouden (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • • • •
Zie onder 1.2.2.05 Inzet algemene voorzieningen binnen het eigen netwerk Ontwikkelen algemene voorzieningen: klussendienst, was- en strijkservice, boodschappendienst Afwegingskader hulp bij het huishouden: uitgangspunt is dat 3 uur hulp bij het huishouden per week past binnen maatschappelijke normen en dit wordt derhalve als algemeen gebruikelijk aangemerkt • Een verdere integratie en verweving van de uitgangspunten van de Kanteling in onze WMO producten en diensten. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • •
Beleidsplan Wmo 2012-2015 (Raad januari 2012) Verordening Maatschappelijke ondersteuning Sint-Oedenrode 2012 (Raad maart 2012) Nadere Regels Maatschappelijke ondersteuning Sint-Oedenrode (B&W november2012) De Rooi(s)e Draad versterkt (Raad september 2012) Zie onder 1.2.2.05
Mutatie: •
Minimum basistarief huishoudelijke verzorging Resultaatindicator (bron meetgegevens) Klanttevredenheid Hulp bij het huishouden Wmo
Realisatie 2011 7,8 en 8,2 over resp. 2009 en 2010
2012
2013
8,2
8,2
Realisatie 2011
2012
2013
7,8 en 8,2 over resp. 2009 en 2010
8,0 over 2012, gehouden in 2013
Klanttevredenheid wordt niet gemeten
2014
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Klanttevredenheid Hulp bij het huishouden Wmo
Bijstelling 2014
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
•
Zie 1.2.2.05 onder WMO
Zie 1.2.2.05 onder WMO
- 20 -
1.2.2.07 WMO – Maatschappelijke ondersteuning groep en individueel (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • •
Zie onder 1.2.2.05 Pilot: proefdraaien op de decentralisatie Extramurale Begeleiding AWBZ (transitie AWBZ)
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
•
-
Zie 1.2.2.05 onder WMO
- 21 -
Zie 1.2.2.05 onder WMO
Wat heeft het gekost? Lasten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
12201 Uitstroombevordering 12202 Inburgering 12203 Inkomensvoorziening 12204 Minimabeleid 12205 WMO-woon-rolstoel-en vervoersvoorz. 12206 WMO-hulp bij het huishouden
Totaal lasten
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijziging 2013
Rekening 2013
3.300 84 1.792 332
3.304 98 1.911 395
3.304 98 2.093 401
3.097 62 2.054 364
Verschil begroting/ rekening 2013 208 36 38 36
609
892
892
809
83
2.405
2.058
2.101
2.064
37
8.521
8.658
8.889
8.451
438
Baten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
12201 Uitstroombevordering 12202 Inburgering 12203 Inkomensvoorziening 12204 Minimabeleid 12205 WMO-woon-rolstoel-en vervoersvoorz. 12206 WMO-hulp bij het huishouden
3.091 17 1.464 12
3.045 40 1.324 7
3.045 40 1.509 7
2.850 18 1.584 9
Verschil begroting/ rekening 2013 195 22 762-
6
14
4
4
1-
304
225
160
311
151-
Totaal baten
4.894
4.655
4.764
4.777
13-
3.674
451
Saldo voor bestemming
*bedragen x € 1000,-1000,-Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve
Saldo Saldo na bestemming
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
3.627
Rekening 2012
4.003
Begroting na wijziging 2013
4.124
Rekening 2013
111 52
Primitieve begroting 2013 0 0
Begroting na wijziging 2013 0 19
Rekening 2013
59
0
19-
117-
98
3.686
4.003
4.105
3.557
548
0 117
Verschil begroting/ rekening 2013 0 98-
Toelichting op de cijfers 12201 Uitstroombevordering (13V) De doorbetaling van de rijksvoorschotten aan WSD de Dommel is in werkelijkheid € 192k lager dan begroot. Dit heeft geen budgettaire consequenties. Aanpassing is gevolg van in overeenstemming brengen met werkelijke aantallen.Met betrekking tot de kinderopvang binnen het product is sprake van een onderbesteding van 15k. Vanaf 2013 is de kinderopvang bijdrage voor de gemeenten beperkt tot de doelgroep sociaal medisch noodzakelijk. Deze doelgroep heeft in 2013 geen beroep gedaan op een bijdrage kinderopvang. De boekingen in 2013 hebben betrekking op afrekeningen voorgaande jaren.
- 22 -
12202 Inburgering (14V) Er is sprake van onderbesteding bij inburgering nieuwkomers € 36k. Daarnaast is de geraamde rijksbijdrage te hoog gebleken € 22k. Vanaf 2013 is de inburgering de eigen verantwoordelijkheid van de nieuwkomer. Voor een aantal lopende trajecten is er sprake van een overgangsjaar. De inkomsten en uitgaven zijn daarom in eerste aanleg gelijk gehouden. Uiteindelijk is het aantal te vergoeden trajecten in 2013 minder dan verwacht en als gevolg daarvan ook de te vergoeden reiskosten. Van de voor 2013 gestarte trajecten zal overigens een deel in 2014voor verlenging/bekostiging in aanmerking komen. 12203 Inkomensvoorziening (114V) Met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand is als gevolg van een toename in het uitkeringsbestand een overschrijding op de lasten van 249k gebleken. Daartegenover staat een hogere rijksbijdrage van 131k en hogere terugontvangsten van 13k . Op de overige uitkeringen (IOAW/IOAZ en BBZ) is een onderbesteding van 265k gerealiseerd naast een onderbesteding op de controle bijzondere bijstand van 24k. Hiertegenover staan lagere rijksbijdragen van 50k en minder terugontvangsten. Per saldo heeft het product inkomensvoorziening een voordelig resultaat van 114k ten opzichte van de ramingen. De toename van het aantal WWb-uitkeringsgrechtigden heeft ook in 2013 een grillig verloop. Inschatting vooraf is lastig omdat niet alle max WW’ers aansluitend recht op WWB hebben maar er ook instroom van jongeren en overige aanvragen binnenkomen (echtscheidingen, verhuizingen, afschatting WAO en interen op vermogen. Omdat de rijksbijdrage in 2013 op grond van macro economische ontwikkelingen uiteindelijk hoger is vastgesteld en ook de gerealiseerde uitstroom hoger is dan oorspronkelijk werd verwacht is de schadelast uiteindelijk nog beperkt gebleven v.w.b. verschil tussen werkelijke inkomsten (rijksbijdrage) 2013 en uitgaven (uitkeringslasten) 2013. 12204 Minimabeleid (38V) De lasten van het minimabeleid blijven met 36k binnen de begroting. 12205 WMO woon- rolstoel- en vervoersvoorzieningen (zie bijlage 1 ) (83 V) Bij de woonvoorzieningen is sprake van een onderbesteding van 62k. Hoewel het aantal aanvragen voor rolstoelvoorzieningen is gedaald ten opzichte van 2012, is er toch sprake van een overschrijding van het budget met 21k. De oorzaak hiervan ligt in de stijging van het aantal duurdere elektrische rolstoelen. Bij vervoersvoorzieningen is sprake van een onderbesteding van 43k. Maximering van zones bij het collectief vraagafhankelijk vervoer en een daling van de verstrekkingen in natura zijn hiervan de veroorzakers. 12206 WMO-hulp bij het huishouden (188 V) Als gevolg van beleidsaanpassingen per 1-1-2013 is de tijdnormering versoberd. Daarnaast is het aantal clienten Hulp bij Huishouden in natura en clienten met een persoongsgebonden budget gedaald. Ook zijn er door het CAK hogere eigen bijdragen geïnd. Per saldo levert dit een “voordeel” op van 188k. Een uitgebreide toelichting staat in bijlage 1. Bij dit budget spelen 3 saldobestemmers: 25k voor de transitie Jeugd, 50k voor de transitie AWBZ en 10k voor inzet middelen transitie jeugdzorg voor CJG2014. Mutaties reserves Voor de WWB heeft een onttrekking plaatsgevonden van € 117k. Dit saldo is conform de nota reserves en voorzieningen 2011 onttrokken aan de bestemmingsreserve WIW – inkomensdeel. De begrote onttrekking van 19k betrof onttrekking uit de algemene reserve vrij beschikbaar voor bijzondere controles (vanuit resultaatbestemming 2012). Deze heeft niet plaatsgevonden.
- 23 -
2
Maatschappelijke Voorzieningen (Welzijn)
Programmadoel Stimuleren van de maatschappelijke participatie van zoveel mogelijk Rooise inwoners op de terreinen van zorg en welzijn en op het gebied van educatie optimale vorming en ontwikkeling mogelijk te maken.
2.1.2.01 Onderwijs (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • • • • •
Kwalitatief en kwantitatief adequate huisvesting primair onderwijs Zoveel mogelijk jongeren met een startkwalificatie de arbeidsmarkt laten betreden Kinderen op jonge leeftijd mee laten doen aan educatieve programma's. Realiseren doorgaande leer- en ontwikkelingslijn binnen de onderwijsketen (= brede school). Waar nodig behartigen en organiseren van vervoer van en naar scholen.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • •
Lokale Educatieve Agenda 2010-2013 (Raad december 2009)) Visie en doelen voor alle Brede scholen in Sint-Oedenrode (Raad januari 2009) Integraal Huisvestingsplan 2011-2015 (Raad november 2011) Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sint-Oedenrode (Raad november 2011) Verordening leerlingenvervoer 2011 (Raad mei 2011)
Mutaties: Beleidsnota Regionaal Bureau Leerplicht 2013-2016
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Meetbare gegevens van het regionaal bureau leerplicht/RMC Oordeel burger over onderwijs in het algemeen (Staat van de Gemeente) Oordeel burger over basisscholen (Staat van de Gemeente) Aantal leerlingen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer
Realisatie 2011 Gegevens jaarrekening RBL 2010* 2008: 7,6 2010: 7,0 2008: 8,1 2010: 8,0 138
2012
2013
2014
- 5% t.o.v. nulmeting
Zie tabel hieronder
Zie tabel hieronder
Nieuwe meting Nieuwe meting Nieuwe meting
Nieuwe meting Nieuwe meting
* De invoering van de regelgeving inzake passend onderwijs zal een daling van het aantal leerlingen in het leerlingenvervoer tot gevolg hebben. Over de omvang van de daling kunnen nu nog geen uitspraken worden gedaan.
- 24 -
*) Gegevens Sint-Oedenrode Leerplichtjaarverslag 2010-2011 aantal leer- en kwalificatieplichtigen (per oktober 2011)
2977 aantal inwoners tussen 18 en 23
1062
Meldingen absoluut verzuim
44 Aantal 18-23 zonder startkwalificatie
Meldingen relatief verzuim:
32
Meldingen van luxe verzuim
0
Aantal verzoeken vrijstellingen van inschrijving
11
Aantal vrijstellingen van geregeld schoolbezoek
4
408
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Meetbare gegevens van het regionaal bureau leerplicht/RMC
Realisatie 2011 Gegevens jaarrekening RBL 2010*
Oordeel burger over onderwijs in het algemeen (Staat van de Gemeente) Oordeel burger over basisscholen (Staat van de Gemeente)
2012 Zie jaarrekening 2012
2013
Bijstelling 2014
Zie tabel hieronder
2008: 7,6 2010: 7,0
7,3
2008: 8,1 2010: 8,0
8,2
Nieuwe meting in 2016 Nieuwe meting in 2016
Aantal leerlingen dat gebruik maakt van 138 123 105 het leerlingenvervoer ** * De invoering van de regelgeving inzake passend onderwijs zal een daling van het aantal leerlingen in het leerlingenvervoer tot gevolg hebben. Over de omvang van de daling kunnen nu nog geen uitspraken worden gedaan. ** Peildatum voor telling is aanvang schooljaar. *) Gegevens Sint-Oedenrode Leerplichtjaarverslag 2012-2013 aantal leer- en kwalificatieplichtigen (per oktober 2013)
2857 aantal inwoners tussen 18 en 23
Meldingen absoluut verzuim
11 Aantal nieuwe Voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie*
Meldingen relatief verzuim:
56
Meldingen van luxe verzuim
3
Aantal verzoeken vrijstellingen van inschrijving
8
Aantal vrijstellingen van geregeld schoolbezoek
1
Toelichting: * Regionaal Bureau Leerplicht houdt tegenwoordig alleen het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters bij. Dit is gedaald ten opzichte van 2011 met 6.
- 25 -
1234 31
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Uitvoeren van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2012-2022 (IHP). Er wordt één keer in de twee jaar een IHP en leerlingenprognose opgesteld. De uitvoering van de toegekende huisvestingsaanvragen uit het IHP gebeurt door de schoolbesturen waarbij de gemeente een controlerende en toetsende taak heeft.
Gemeld bij 2e BERAP: Asbestsanering basisscholen Op verzoek van de Tweede Kamer is een onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van asbest in de basisscholen. Naar aanleiding hiervan zijn in 2012 de asbesthoudende materialen verwijderd en verder in beeld gebracht. Op verzoek van SKOSO is aan de GGD advies gevraagd hoe om te gaan met asbesthoudend plaatmateriaal aan de buitenzijde van de Paduaschool en de basisschool Kienehoef. N.a.v dit advies is besloten uitvoering te geven aan het deels saneren hiervan. Hierdoor blijft er minder asbesthoudend materiaal achter aan deze scholen. De kosten van de sanering bedragen € 31.845,00. Daar tegenover staat dat wij nog in overleg zijn met het onderwijsveld over de inkomsten m.b.t. verhuur van leegstaande schoollokalen. Die inkomsten willen wij stellen tegenover de kosten van de sanering. Bij de jaarrekening zullen wij u hierover verder informeren.
Leerplicht: structurele subsidiëring regionaal bureau leerplicht/RMC. Uitvoering geven aan de lokale educatieve agenda met als onderdeel de brede school. Dit is een instrument dat vooruitblikt en inspeelt op maatschappelijke en educatieve processen. In gezamenlijkheid met de schoolbesturen en andere partners worden de thema’s bepaald. Hierbij wordt aangesloten op de in de Rooi(s)e Draad beoogde aantrekkelijkheid voor jeugd/jonge gezinnen. Leerlingenvervoer: Contractbeheer. • Intensief volgen vervoersbewegingen om waar mogelijk tot kostenreductie te komen.
•
Daar waar mogelijk gebruik maken van opstapplaatsen.
In 2013 is de renovatie van het dak van basisschool Eerschot uitgevoerd. Gerealiseerd. Continue proces
Zie hierna Gemeld bij 1e BERAP: Met de nieuwe vervoerscontracten die zijn ingegaan met aanvang schooljaar 2012/2013 is de verwachting (op basis van het leerlingenaantal in het leerlingenvervoer 2012/2013) dat de kosten binnen de begroting 2013 kunnen gaan passen. Bij de 2de Berap is hier concreet een uitspraak over te doen. Aanvulling 2de BERAP : op basis van het huidige verloop en bestand voorzien we dat we binnen het budget blijven. Voor 2013 blijven de kosten binnen het budget. Dit passen we toe.
2.1.2.03 VroegVroeg- en voorschoolse educatie - 26 -
(portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • •
Doorgaande lijn naar het basisonderwijs (0 - 6 jaar) De ontwikkeling van kinderen zodanig stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • •
Nota Toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (B&W maart 2012) Nota Peuterspeelwerk (Raad september 2007) Visie en doelen voor alle Brede scholen in Sint-Oedenrode (Raad januari 2009) Beleidsnotitie Invoering Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de gemeente Sint-Oedenrode (Raad oktober 2011) Nota Harmonisatie Voorschoolse Voorzieningen in Sint-Oedenrode (Raad mei 2012)
Mutatie: • •
Verordening Voorschoolse voorzieningen in Sint-Oedenrode (Raad januari 2013) Beleidsnota 2013-2016 Regionaal Bureau leerplicht en voortijdig schoolverlaten Brabant Noordoost (Raad maart 2013)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) % Peuters dat gebruik maakt van een peuterspeelzaal in Sint-Oedenrode Aantal herinspecties bij kinderopvangcentra/ gastouders
Realisatie 2011 108 van 380 peuters = 28% (2 en 3 jaar)
2012
2013
30 %
30 %
1
0
0
- 27 -
2014
0
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) % Peuters dat gebruik maakt van een peuterspeelzaal in Sint-Oedenrode
Realisatie 2011
Bijstelling 2014
2012
2013
108 van 380 peuters = 28% (2 en 3 jaar)
194 van 362 peuters = 26% (2 en 3 jaar)
Aantal peuters dat gebruikt maakt van peuteraanbod = 80, waarvan 10 met subsidie*
Nieuwe indicator
1
0
1
0
Aantal herinspecties bij kinderopvangcentra/ gastouders
Toelichting: * Dit betreft het door de gemeente erkende peuteraanbod op 5 locaties, waarvoor gezinnen met maar één inkomen een vergoeding van de gemeente kunnen aanvragen. Niet meegeteld is het aantal peuters bij reguliere kinderopvang.
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Realiseren ononderbroken ontwikkelingslijn van kinderen van 0-16 jaar d.m.v. signalering -afstemming - overdracht en terugkoppeling. Dit is een belangrijk thema in de Brede school (zie lokaal onderwijsbeleid) waarbij de peuterspeelzalen en kinderopvang een grote rol spelen.
Is gerealiseerd.
Uitvoering geven aan de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie, die volledig is ingevoerd op 1 augustus 2011. In de Rooi(s)e Draad versterkt is de aantrekkingskracht voor jeugdigen een belangrijk thema.
Is gerealiseerd.
Subsidiëring peuteropvang aan gezinnen met minder dan twee inkomens.
Is gerealiseerd, op 4 locaties.
2.2.2.01 Gezondheidszorg (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • • • •
Het voorkomen van vermijdbare ziekte door het bevorderen van gezond gedrag met extra nadruk op preventie met betrekking tot alcohol, drugs en overgewicht. Het naleven van de aanrijtijden van de ambulance. Het vroegtijdig signaleren van groepsrisico’s. Geen alcohol gebruik voor jongeren onder de 16 jaar. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• •
Beleidsplan WMO 2012-2015 (Raad januari 2012) Jaarplan Wmo 2013 (nog opstellen)
- 28 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Ambulanceritten binnen norm aanrijtijd (15 minuten) Ervaren gezondheid minder dan goed 19-64 jaar (GGD-monitor)
Realisatie 2011
2012
2013
2014
91%
90%
90%
90%
2009 9%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 9%
Pas nieuwe meting in 2015 streven dan 9 %
2009 11%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 10%
Pas nieuwe meting in 2015 streven dan 9 % Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 10%
Voelt zich psychisch ongezond 19-64 jaar (GGD-monitor)
Overgewicht jeugd 2 – 11 jaar (GGD-monitor) 8%
Alcohol gedronken (laatste 4 weken) 12 – 17 jaar (GGD-monitor) 2011: 47%
Pas nieuwe meting in 2015, Streven dan 6% Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 25%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 10%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 6%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 6%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 25%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 25%
* Naar aanleiding van de sessie prestatie indicatoren zijn de laatste vier indicatoren toegevoegd. Deze worden echter niet jaarlijks gemeten maar 1x in de vier jaar gemeten (GGD-monitor) hierdoor is het jaarlijks aanleveren van deze gegevens niet haalbaar.
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Ambulanceritten binnen norm aanrijtijd (15 minuten) Ervaren gezondheid minder dan goed 19-64 jaar (GGD-monitor)
Realisatie 2011
2012
2013
Bijstelling 2014
91%
91%
90%
90%
2009 9%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 9%
Pas nieuwe meting in 2015 streven dan 9 %
2009 11%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 10%
Pas nieuwe meting in 2015 streven dan 9 % Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 10%
Voelt zich psychisch ongezond 19-64 jaar (GGD-monitor)
Overgewicht jeugd 2 – 11 jaar (GGD-monitor) 8%
Alcohol gedronken (laatste 4 weken) 12 – 17 jaar (GGD-monitor) 2011: 47%
Pas nieuwe meting in 2015, Streven dan 6% Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 25%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 10%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 6%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 6%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 25%
Pas nieuwe meting in 2015, streven dan 25%
* Naar aanleiding van de sessie prestatie indicatoren zijn de laatste vier indicatoren toegevoegd. Deze worden echter niet jaarlijks gemeten maar 1x in de vier jaar gemeten (GGD-monitor) hierdoor is het jaarlijks aanleveren van deze gegevens niet haalbaar.
- 29 -
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Voorkomen ziektes en bevorderen preventie Voortzetten van deelname in gemeenschappelijke regeling GGD (bedrag per inwoner). Uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid. Dit maakt onderdeel uit van het WMO-beleidsplan 2012-2015. Bevorderen van een gezonde leefstijl bij risico groepen. Speerpunten hierbij zijn overgewicht bij kinderen en alcohol en drugsgebruik door jongeren.
De gemeentelijke bijdrage van € 13,33 per inwoner beschikbaar gesteld aan de GGD.
De geïntegreerde jeugdgezondheidsorganisaties GGD aansturen m.b.t. projecten op het gebied van leefstijlverbetering (lokaal maatwerk)
Uitvoering geven aan de prestatievelden maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en openbare geestelijke gezondheidszorg van het Wmo beleidsplan 2012-2015.
Hierover wordt via de evaluatie jaarplan 2013 terugkoppeling aangegeven. Rondom voeding is bij diverse doelgroepen zoals ouderen, kwetsbare, jongeren en onderwijs geïnventariseerd of er vragen zijn rondom dit onderwerp. Uiteindelijk is er voor ouderen en jongeren een activiteit georganiseerd die aansloot bij de vraag. Rondom Alcohol wordt In samenwerking met de partners lokaal uitvoering gegeven aan het regionale project Think Before You Drink. De projecten die zijn uitgevoerd in het kader van het lokaal maatwerkpakket zijn onder andere thema avonden, cursussen, groepshulpverlening en individuele hulpverlening, bij de inzet van de activiteiten is aangesloten bij de vraag van ouders. Hierover wordt via de evaluatie jaarplan 2013 terugkoppeling aangegeven.
Subsidieverlening aan diverse instellingen werkzaam op het gebied van ziektepreventie zoals GGZ Oost Brabant, de Stichting Door en Voor, Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld in ’s-Hertogenbosch (ASHG), Slachtofferhulp Nederland, EHBO en Rooi Hartsafe Binnen de gemeente meer publiciteit geven over het bestaan van het ASHG.
Subsidies zijn verleend uiterlijk juni 2014 dienen organisaties verantwoording in over de ontvangen subsidie.
Naleving aanrijtijden ambulance Uitvoeren “Gemeenschappelijke Regeling Ambulancevervoer” met speciale aandacht voor het halen van de norm (monitoren/Regionale Ambulancevoorziening aanspreken op overschrijdingen). Vroegtijdig signaleren van groepsrisico’s g roepsrisico’s De geïntegreerde jeugdgezondheidsorganisaties GGDaansturen met betrekking tot projecten op het gebied van leefstijlverbetering (lokaal maatwerk).
Er is een toename in het aantal ambulanceritten het percentage ritten dat aanwezig is binnen de normtijd is gedaald.
Voortzetting actieve deelname regionaal project “Alcohol 16min, geen goed begin”. Voor de lokale verankering worden lokale activiteiten georganiseerd.
- 30 -
De persberichten van het ASHG zijn op de gemeentelijke website geplaatst.
De projecten die zijn uitgevoerd in het kader van het lokaal maatwerkpakket zijn onder andere thema avonden, cursussen, groepshulpverlening en individuele hulpverlening, bij de inzet van de activiteiten is aangesloten bij de vraag van ouders. Gemeld bij 1e BERAP: Op 05-02-2013 heeft het collegebesloten om het regionale project te continueren. Het regionale project is inmiddels doorgestart onder de naam Think before you drink. Tevens is als gevolg van de nieuwe drank en horeca wet de leeftijd van de doelgroep verhoogd naar 18 jaar.
2.2.2.02 Maatschappelijk werk (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • •
Iedere inwoner van Sint-Oedenrode met psychosociale problemen moet in staat worden gesteld optimaal deel te nemen aan de samenleving door die problemen om te zetten in oplossingen. Binnen de gemeente Sint-Oedenrode geeft maatschappelijk werk Dommelregio hier invulling aan. Voorkomen van wachtlijsten voor maatschappelijk werk.
• • • •
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: Beleidsplan WMO 2012-2015 (Raad januari 2012) Notitie “Herziening subsidiemethodiek” (Raad november 2007) Evaluatie subsidiebeleid (Commissie mei 2010) Nota subsidies Welzijn 2013 (nog opstellen)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal geholpen inwoners (monitoring op input) Aantal afgesloten trajecten (monitoren op output) Wachttijd tussen aanmelding en intake voor individuele hulpverlening is minder dan 2 weken. (Dommelregio) Wachttijd tussen intake en start hulpverlening voor individuele hulpverlening is minder dan 4 weken. (Dommelregio) Minimale waardering klanttevredenheid (Dommelregio)
Realisatie 2011 224 201
2012
2013
2014
165
165
165
80,8% *
85%
85%
85%
81,4% **
90%
90%
Nog aan te leveren
7
90%
7 7
* 80,8 is het gemiddelde. Afzonderlijke resultaten per domein: 79,8% voor Algemeen maatschappelijk werk, 100% voor Materiele dienstverlening, 83,9% voor Schoolmaatschappelijk werk. ** 81,4% is het gemiddelde. Afzonderlijke resultaten per domein: 80,2 % voor Algemeen maatschappelijk werk, 80% voor Materiele dienstverlening, 88,2% voor Schoolmaatschappelijk werk.
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal geholpen inwoners (monitoring op input)* Aantal afgesloten trajecten (monitoren op output) Wachttijd tussen aanmelding en intake voor individuele hulpverlening is minder dan 2 weken. (Dommelregio)*** Wachttijd tussen intake en start hulpverlening voor individuele hulpverlening is minder dan 4 weken. (Dommelregio)**** Minimale waardering klanttevredenheid (Dommelregio)
Realisatie 2011 224 201
2012
2013
242 217
80,8% *
77%
190 ** 67%
81,4% **
92%
Nog aan te leveren
8,4
89%
8,1
Toelichting: *Betreft het aantal unieke cliënten (kunnen op meerdere domeinen geholpen zijn) **Volgt uit jaarverslaglegging Lumens; is op dit moment nog niet beschikbaar. ***67% is gemiddeld. Afzonderlijke resultaten per domein: 46% voor AMW, 85% voor JPP, 77% voor Schuldhulpverlening, 83&% voor Schoolmaatschappelijk werk en 66% voor Huiselijk Geweld. ****89% is gemiddeld. Afzonderlijke resultaten per domein: 82% voor AMW, 100% voor JPP, 100% voor Schuldhulpverlening, 80&% voor Schoolmaatschappelijk werk en 95% voor Huiselijk Geweld.
- 31 -
Bijstelling 2014
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Verstrekken van een subsidie op basis van een nieuwe budgetovereenkomst vanaf 2013 aan Dommelregio. De activiteiten die Dommelregio hiervoor uitvoert zijn ondergebracht in de volgende domeinen:
Gemeld bij 1e BERAP: Bij 2e berap 2012 is reeds gemeld dat instroom groter is dan verwacht. De verwachting was dat het pakket van interventies al zou resulteren in een beter beheersing. Echter uit recente jaarcijfers 2012 blijkt dat onder invloed van de economische crisis de toestroom alleen maar groter wordt en de complexiteit bij aanmelding toeneemt.. De verwachting is dat dit voorlopig aanhoudt. Gemiddeld is 17% meer productie gedraaid, maar bij AMW/Kwetsbaren is dit 40%. Het aantal afgesloten schulddienstverleningstrajecten is meer dan verdubbeld. Bij voortzetting tendens is het budget 2013 niet toereikend en moeten wachtlijsten ingevoerd worden danwel prioriteiten gesteld worden ofwel tot bijraming in 2014 besloten worden. Aanvulling 2e BERAP: Vanaf juni 2013 is sprake van een wachtlijst. Met Dommelregio is afgesproken welke klantgroepen prioriteit moeten krijgen. Prioritering en criteria zijn gecommuniceerd naar maatschappelijke partners. Klanten worden bij aanmelding geïnformeerd over wachtlijst. Voor de doelgroep jeugd is schoolmaatschappelijk werk en JPP ingekocht. Hier is uitvoering aangegeven. Het JPP is beter zichtbaar geworden voor samenwerkingspartners waardoor de vraag voor JPP is toegenomen. Uitvoering schuldhulpverlening is onder mandaat overgedragen aan Lumens. Regelmatig is er overleg gevoerd over de uitvoering. Voor bancaire producten wordt samengewerkt met de Kredietbank West Brabant. Wordt toegepast. Sinds 1-1-2013 is de integrale schuldhulpverlening inclusief mandatering bij Lumens Groep ondergebracht.
•
Algemeen maatschappelijk werk als basisvoorziening voor alle burgers; Kwetsbare burgers die tijdelijk of voor langere duur niet in staat zijn de regie over hun leven in handen te houden dan wel niet in staat zijn om zelfstandig te functioneren. Dit doen zij in samenwerking met onder andere Welzijn Salus en zorginstellingen (Dichterbij/Labyrinth, Zorgoké, MEE) ;
•
Jeugd als specifiek beleidsterrein voor de leeftijdsgroep 0 tot 24 jaar, inclusief school maatschappelijk werk;
•
Materiële Dienstverlening voor mensen die in financiële dan wel materiële problemen komen, zie ook minimabeleid.
Bewaken van procesafspraken tussen Dommelregio, gemeente, Wovesto en Unit Schulddienstverlening, mede i.r.t. inwerkingtreding Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening op 1 juli 2012 . Stimuleren van samenwerking tussen Dommelregio en lokale vrijwilligers/informele zorg zodat de duurzaamheid van de professionele inzet gewaarborgd wordt.
Bevorderen dat enkelvoudige hulpvragen zoveel mogelijk doorverwezen worden naar daarvoor bedoelde instanties.
- 32 -
Gemeld bij 2e BERAP: I.s.m. Welzijn De Meierij zijn vrijwilligers geworven; zij worden ingezet binnen trajecten AMW en Schuldhupverlening. Aanvullend zijn 3 werkervaringsplaatsen geïntroduceerd. Wordt toegepast. Vanwege groot hulpvragen is Lumens Groep hier extra kritisch op. Naast instanties wordt ook doorverwezen naar Formulierenbrigade / Sociaal spreekuur
2.2.2.03 Sociaal beleid (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • • • • • • • •
Het streven is een samenleving waarin iedereen naar vermogen kan meedoen. Het bevorderen van de ontwikkeling van levensloopbestendige woningen, multifunctionele accommodaties en Brede scholen. Het bevorderen van de kwaliteit van samenleven; toegankelijkheid voor verschillende bevolkingsgroepen, openbare veiligheid, sociale cohesie en maatschappelijke participatie. Het stimuleren van de gemeenschapszin op wijk- en kernniveau in samenwerking met lokale maatschappelijke instellingen en dorpsraden en wijkoverlegorganen. Efficiënte inzet maatschappelijke accommodaties. Het stimuleren en ondersteunen van burgerinitiatieven. Het betrekken, informeren en consulteren van de inwoners en maatschappelijke instellingen bij ontwikkelingen op wijk- en kernniveau. Mantelzorg ondersteuning bieden op de volgende punten; netwerkontwikkeling, bewustmaking, belangenbehartiging, deskundigheidsbevordering en emotionele ondersteuning. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • • • • •
Nota “Toegankelijkheid in Sint-Oedenrode” (Raad december 2000) Rapportage “De Rooise route naar Woonservicezones“ (Raad maart 2007) WMO-notitie de gezamenlijke visie op lokale loketten (Raad juni 2006) WMO-notitie “Ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers” (Raad januari 2007) Rapport Accommodatiebeleidsplan “Grip op maatschappelijke accommodaties” (Raad juni 2008) Beleidsplan WMO 2012-2015 (Raad januari 2012) Wmo-jaarplan 2013 (nog opstellen) Nota subsidies Welzijn 2013 (nog opstellen)
Mutatie: Strategische uitgangspunten en scenario’s gemeentelijk accommodatiebeleid ( Raad 29 november 2012)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Tevredenheid burger over leefbaarheid in de buurt resp. directe woonomgeving (Staat van de Gemeente) Aantal mantelzorgers die geholpen zijn door het steunpunt Mantelzorg.(Jaarverslag Mantelzorginwinkel)
Realisatie 2011 2008/2010: 7,6//7,5 2008/2010: 7,7//7,7 Nulmeting 2010= 11 trajecten
2012
2013
Nieuwe meting n.v.t.
n.v.t.
Nulmeting door Welzijn Salus
10% t.o.v. nulmetin g
4
5
2011:15 trajecten Vanaf 2012 wordt dit uitgevoerd door Welzijn Salus
iDOP’s en iWOP’s (= integrale dorpsontwikkelingsprogramma’s en integrale wijkontwikkelingsprogramma’s) vastgesteld door de gemeenteraad - 33 -
4
2014
n.v.t.
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Tevredenheid burger over leefbaarheid in de buurt resp. directe woonomgeving (Staat van de Gemeente) Aantal mantelzorgers die geholpen zijn door het steunpunt Mantelzorg.(Jaarverslag Mantelzorginwinkel)
Realisatie 2011 2008/2010: 7,6//7,5 2008/2010: 7,7//7,7 Nulmeting 2010= 11 trajecten
2012
2013
7,5 resp. 7,6 n.v.t.
n.v.t.
Bijstelling 2014 Nieuwe meting in 2016 n.v.t.
2011:15 trajecten Vanaf 2012 wordt dit uitgevoerd door Steunpunt Mantelzorg Welzijn Meierij Huisbezoeken Vragen telefonisch/inloop Geregistreerde mantelzorgers iDOP’s en iWOP’s (= integrale dorpsontwikkelingsprogramma’s en integrale wijkontwikkelingsprogramma’s) vastgesteld door de gemeenteraad
Nulmeting: 300 375 96 4
272 438 140 4
4
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
•
Beide projecten zijn samen met de dorpsraden en inwoners verder verfijnd en uitvoeringsgereed gemaakt. Start uitvoering is voorzien in 2014
Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid op wijk- en kernniveau en de participatie van inwoners bij hun directe woon- en leefomgeving. (speerpunt Rooi(s)e Draad). • Voorbereiden van de projecten “Bruisend dorpshart” in Nijnsel en “Ritaplein en omgeving” in Boskant (realisatie in 2014). Het doel is om de sociale cohesie te versterken. Voorbereiden en uitvoeren van de quick-wins uit het vastgestelde iWOP Kienehoef/Kinderbos/Cathalijne.
Burgerparticipatie in samenwerking met dorpsraden en andere overlegorganen vanuit de wijk.
Uitvoering geven aan het accommodatiebeleid waarbij een relatie gelegd wordt met de activiteiten van de verenigingen en instellingen.
- 34 -
Kinderbos: realisatie inrichtingsplan Sweelinckplein Cathalijne: deels realisatie fietsstraat Cathalijnepad Kienehoef: quick-win is uitgegroeid tot project “de groene long” • Nijnsel: initiatief fietscrossbaan opgestart • Boskant: Initiatief speeltuin basisschool opgestart en deels uitgevoerd • Wijk Kienehoef: project “de groene long” opgestart De gemeenteraad de kaders vastgesteld en een aantal projecten benoemd. Merendeel is gereed, overige projecten afronding voorzien in eerste kwartaal 2014 Gemeenteraad heeft kaders accommodatiebeleid vastgelegd en concrete projecten c.q. accommodaties benoemd die uitgevoerd konden worden. De afronding van deze projecten gebeurd in 1e kwartaal 2014.
Aanpassing subsidiebeleid vanaf 2013. In overleg met de stichting toegankelijkheid verder uitvoering geven aan de actiepunten op het gebied van toegankelijkheid. Integraliteit blijft daarbij een aandachtspunt.
Bevorderen integrale en klantondersteunende dienstverlening loket WIZ. Zie ook Het Gesprek onder 1.2.2.05 Verder uitwerken van en uitvoering geven aan de subsidieafspraken met Stichting Welzijn Salus in een werkplan(afhankelijk van besluitvorming over fusie met BWI Het Palet in Schijndel) . Evaluatie individuele ondersteuning mantelzorgers en lokale activiteiten voor mantelzorgers van Stichting Welzijn Salus.
De Mantelzorgwinkel brengt de methode familiezorg onder de aandacht bij instanties die werkzaam zijn op het gebied van zorg en welzijn. Met als doel dat zij uiteindelijk gaan handelen volgens de methode familiezorg of een andere systeembenadering. Overleg met de regio-gemeenten en de Mantelzorgwinkel over toekomstige positie van de Mantelzorgwinkel.
Uitvoering geven aan de actiepunten in het jaarplan 2013 ter uitwerking van het Beleidsplan Wmo 2012-2015. Opstellen jaarplan 2014 ter uitwerking van het beleidsplan Wmo 2012-2015. Evaluatie van het functioneren van het Vrijwilligerssteunpunt
- 35 -
Aanpassingen zijn doorgevoerd in de nota subsidies 2014 Toegangsroute buitenzijde gemeentehuis is aangepast t.b.v. slechtzienden. Mobiele ringleiding is in gebruik genomen. Toegankelijkheid van Sporthal De Streepen is na oplevering inhoudelijk en procesmatige geëvalueerd en er zijn afspraken gemaakt over verbeteringen. Zie daarvoor onder 1.2.2.05
Gemeld bij 1e BERAP: Per 1-1-2013 heeft fusie plaatsgevonden met BWI Het Palet. Werkplan Welzijn De Meierij is vertraagd gepresenteerd. Er is alleen tussentijds informeel geëvalueerd. Het bereik is vergroot sinds individuele mantelzorgondersteuning lokaal georganiseerd is. Er zijn meer vrijwilligers ingezet bij vervolgafspraken huisbezoeken. College heeft besloten evaluatie uit te stellen i.v.m. transities en groot accent op mantelzorg en noodzakelijke versterking van mantelzorgondersteuning. Samenwerking Mantelzorgwinkel Uden is voor Sint-Oedenrode vanwege ombuigingen eind 2013 volledig beëindigd. Tot dan is expliciet gevraagd lokale organisaties in de uitvoering van de missie te betrekken. Gemeld bij 1e BERAP: In kader van ombuigingen is besloten per 1-12013 volledig terug te trekken uit De Mantelzorgwinkel. N.a.v. bezwaarschrift is premediation ingezet. Resultaat is dat subsidie in 2013 nog beschikbaar wordt gesteld onder voorwaarde dat er medio 2013 een plan ligt hoe verder te gaan zonder bijdrage van Sint-Oedenrode. De ombuiging á € 25.000,- wordt vanaf 2014 volledig en structureel behaald. Tot 1-1-2014 werkt de Mantelzorgwinkel nog voor Sint-Oedenrode. Aan de speerpunten is uitwerking gegeven. Hierover wordt via de evaluatie jaarplan 2013 terugkoppeling gegeven. Jaarplan 2014 wordt opgesteld en in februari/maart aan het college ter vaststelling aangeboden. Niet uitgevoerd. Na een tijdelijke onderbezetting van het steunpunt is na de fusie tot Welzijn Meierij een impuls gegeven. Met het oog op vergroot toekomstig belang van inzet vrijwilligers voor transities wordt steeds meer ingezet op 1op1 vrijwilligers. De vrijwilligerssteunpunten Schijndel en SintOedenrode zijn ineengevlochten en vacatureaanbod is verbeterd op website Welzijn Meierij en in lokale media.
Binnen de gemeente meer bekendheid geven aan de mogelijkheden van Anti-discriminatievoorziening Radar.
Gemeld bij 1e BERAP: Uit kostenoverwegingen is per 1-1-2014 een overstap gemaakt naar Adviespunt Discriminatie Zuidoost Brabant. Dit is gecommuniceerd naar de burgers en zal nog vervolg krijgen. Medio 2013 is de nieuwe naam Antidiscriminatievoorziening Lumens in de Buurt in lokale media onder aandacht gebracht. In 2013 waren er evenals in 2012 0 meldingen.
2.2.2.04 Ouderen (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? •
De doelstellingen op het gebied van ouderen zijn onderverdeeld in een vijftal thema’s: langer thuis, eenzaamheid, financiële ondersteuning, gezondheid en welzijn, informatievoorzieningen en communicatie. Per thema zijn er de volgende doelstellingen vastgesteld: o Langer thuis: Het aanbieden van diensten die mensen ondersteunen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te wonen. Daarbij sluiten we ook aan bij het High-trust-society denken zoals verwoord in De Rooi(s)e draad versterkt. o Eenzaamheid: Verbetering van signalering van eenzaamheid en het bereik van de doelgroep verhogen. o Financiële ondersteuning: Ouderen meer gebruik laten maken van de mogelijkheden voor financiële ondersteuning. o Gezondheid en Welzijn: Meer aandacht voor preventie op het gebied van gezondheid en welzijn van ouderen. o Informatievoorziening en communicatie: Het toegankelijker maken van de informatievoorziening voor ouderen. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • •
Beleidsplan WMO 2012-2015 (Raad januari 2012). Vanaf 2012 is het ouderenbeleid geïntegreerd in het Wmobeleid. Rapportage “De Rooise route naar Woonservicezones“ (Raad maart 2007) Notitie “Herziening subsidiemethodiek” (Raad november 2007) Evaluatie subsidiebeleid (Commissie mei 2010) Nota subsidies Welzijn 2013 (nog opstellen) Resultaatindicator (bron meetgegevens) Percentage 65+ dat niet in een instelling verblijft. Niet eenzaam, 65+
Ervaren gezondheid minder dan goed, 65+
2011
2012 nulmeting
2009 55%
Nieuwe gegevens in 2014
2009: 25%
Voelt zich psychische ongezond, 65+ 2009 18%
- 36 -
Nieuwe gegevens in 2014 streven dan is gelijk Nieuwe gegevens in 2014, streven dan 18%
2013 Stabiel aan nulmeting. Nieuwe gegevens in 2014, streven dan is gelijk Nieuwe gegevens in 2014 streven dan is gelijk Nieuwe gegevens in 2014, streven dan 18%
2014
Nieuwe meting
Nieuwe meting
Nieuwe meting
Naar aanleiding van de sessie prestatie indicatoren zijn de laatste vier indicatoren toegevoegd. Deze worden echter niet jaarlijks gemeten maar 1x in de vier jaar gemeten (GGD-monitor ouderen) hierdoor is het jaarlijks aanleveren van deze gegevens niet haalbaar.
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Percentage 65+ dat niet in een instelling verblijft * Niet eenzaam, 65+ **
Ervaren gezondheid minder dan goed, 65+**
2011
2009 55%
2009: 25%
Voelt zich psychische ongezond, 65+** 2009 18%
2012
2013
Nulmeting = 98,8% Nieuwe gegevens in 2013 Nieuwe gegevens in 2013 streven dan is gelijk Nieuwe gegevens in 2013, streven dan 18%
98,9%
Bijstelling 2014
53%
37%
18%
Toelichting: *Het betreft het aantal personen 65+ die in particuliere huishoudens verblijven. Onder instellingen wordt verstaan institutionele huishoudens zoals: verpleeg/verzorgingshuizen, gezinsvervangende tehuizen,penitentiaire instellingen Bron CBS ** Deze indicatoren worden niet jaarlijks gemeten maar 1x in de vier jaar gemeten (GGD-monitor ouderen)
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Uitvoering geven aan de actiepunten in het Wmo-jaarplan 2013 ter uitwerking van het Beleidsplan Wmo 2012-2015
Aan de speerpunten is uitwerking gegeven. Hierover wordt via de evaluatie jaarplan 2013 terugkoppeling gegeven. Jaarplan 2014 wordt opgesteld en in februari/maart aan het college ter vaststelling aangeboden. Gemeld bij 1e BERAP: Aan Welzijn De Meierij is opdracht gegeven een klussendienst op te zetten i.s.m. Wovesto en gemeente. Dit is niet langer exclusief voor ouderen, maar voor kwetsbare burgers. Start naar verwachting in mei 2013 en instroming WWB-cliënten zal vanaf najaar mogelijk zijn. Aanvulling 2e BERAP: Klussendienst is opgezet en vanaf juni 2013 zijn klussen uitgevoerd; een officiële kickoff is voorzien in najaar 2013. Eind 2013 is het project zover gerijpt dat instroom van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt start . Gemeentelijke bijdrage is gecontinueerd. Optimalisatie van bezettingsgraad vraagt voortdurende aandacht.
Opstellen Wmo-jaarplan 2014 ter uitwerking van het beleidsplan Wmo 2012-2015. Beëindiging subsidierelatie regionale klussendienst Vivaan en verkennen van mogelijkheid tot opzetten lokale klussendienst, waarbij onderzocht wordt of dit uitgebreid kan worden met tuinonderhoud etc. en of hierbij inzet van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt mogelijk is.
Subsidiëring: • Continueren van de gemeentelijke bijdrage in de kosten van ontmoetings- en dienstencentrum (ODC) Odendael, waarbij wordt onderzocht hoe de bezettingsgraad van de gehuurde ruimtes kan worden geoptimaliseerd.
- 37 -
•
Afsluiten van budgetoverkomst 2013 Stichting Welzijn Salus (afhankelijk van besluitvorming over fusie met BWI Het Palet in Schijndel)
•
Subsidiering KBO’s
Gemeld bij 2e BERAP: Op basis van werkplan 2013 is en budgetsubsidie voor 2013 verleend aan Welzijn De Meierij. Steunpunten Ouderen van Schijndel en SintOedenrode zijn ineengevlochten. Gemeld bij 1e BERAP: Conform raadsbesluit van 8 november 2012 en vaststelling welzijnsnota op 6 december 2012 zijn de waarderingssubsidies aan alle KBO’s per 1-12013 gestopt. De huisvestingskosten worden nog gesubsidiëerd.
2.2.2.05 Jeugd (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • • • •
Ontplooiing op alle maatschappelijke terreinen. Voorkomen van overlast op straat. Signalering en aanpak van gedrags- en opvoedproblemen in een zo vroeg mogelijk stadium. Behoud veilige speelvoorzieningen. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • •
Speelvoorzieningennota Beleidsplan WMO 2012-2015 (Raad januari 2012) Rapport “Een sluitende jeugdketen”, regio Uden / Veghel (juni 2007)
Mutatie: Visiedocument Transitie Jeugdzorg (Raad 25 juni 2013)
- 38 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Het welbevinden van de jeugd
Realisatie 2011
2012 Minimaal gelijk aan nulmeting
Nulmeting= Aantal criminaliteitsincidenten waarbij verdachten uit Sint-Oedenrode komt tot en met 24 jaar.
In het kader van Zorg voor Jeugd wordt geregistreerd dat kinderen hulpverlening ontvangen. (Rapportage zorg voor Jeugd) Aantal meldingen in zorg voor jeugd Het aantal inwoners dat gebruik heeft gemaakt van het Centrum Jeugd en Gezin Aantal kinderen wat doorgestuurd is naar 2e lijnszorg.
Tevredenheid burger over voorzieningen in de wijk voor jongeren (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over speelmogelijkheden in de wijk (Staat van de Gemeente)
2009: 86 (dit is 45 % van het totaal incidenten) - 5% ten opzichte van 2008 2011= 57
2013
2014
- 10% minder ten opzicht van 2008?
2010;: 399 2011: 373
Nulmeting=?
+ 10% ten opzicht van nulmeting
Nulmeting= ?
- 5% ten opzicht van de nulmeting
2008:5,4 2010: 5,3
Nieuwe meting
+ 10% ten opzicht van nulmeting
2008:7,3 2010: 7,1
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011
2012
Het welbevinden van de jeugd
Aantal criminaliteitsincidenten waarbij verdachten uit Sint-Oedenrode komt tot en met 24 jaar.
In het kader van Zorg voor Jeugd wordt geregistreerd dat kinderen hulpverlening ontvangen. (Rapportage zorg voor Jeugd) Aantal meldingen in zorg voor jeugd Het aantal inwoners dat gebruik heeft gemaakt van het Centrum Jeugd en Gezin
2013 Onderdeel GGD monitor pas nieuwe meting in 2015
Nulmeting=
Minimaal gelijk aan nulmeting
2009: 86 (dit is 45 % van het totaal incidenten) - 5% ten opzichte van 2008 2011= 57
71 overlast jeugd 11 vandalisme
53 overlast jeugd 17 vandalisme
2010;: 399 2011: 373
210
367
Onderdeel rapportage CJG welk voor 1 juni ingediend moet zijn. - 39 -
Bijstelling 2014
- 10% minder ten opzicht van 2008?
+ 10% ten opzicht van nulmeting
Aantal kinderen wat doorgestuurd is naar 2e lijnszorg. Nulmeting= ?
Tevredenheid burger over voorzieningen in de wijk voor jongeren (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over speelmogelijkheden in de wijk (Staat van de Gemeente)
- 5% ten opzicht van de nulmeting
Onderdeel rapportage CJG welk voor 1 juni ingediend moet zijn.
2008:5,4 2010: 5,3
5,5
2008:7,3 2010: 7,1
6,9
Nieuwe meting in 2016 Nieuwe meting in 2016
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Jeugdbeleid (speerpunt Rooi(s)e draad – aantrekkingskracht voor jeugd en jonge gezinnen) • Het jeugdbeleid is onderdeel van het Wmo beleidsplan 2012 - 2015 • Uitvoering geven aan de actiepunten in het jaarplan 2013 ter uitwerking van het Beleidsplan Wmo 20122015 • Opstellen jaarplan 2014 ter uitwerking van het beleidsplan Wmo 2012-2015.
Hierover wordt via de evaluatie jaarplan 2013 terugkoppeling gegeven.
•
Transitie Jeugdzorg voorbereiden in regio Brabant Noord-Oost.
Jeugdgebouwen • Herziening gebruik van ’t Pluugske (Boskant), de Werf (centrum) en het scoutinggebouw in het kader van het accommodatiebeleid, waarbij een relatie gelegd wordt met de activiteiten van de verenigingen en instellingen.
Het voorkomen van overlast door jongeren op straat. • Op basis van de ervaring van andere gemeente en in overleg met de partners het Jongeren Op Straat (JOS) overleg en het jeugdhulpverleningsnetwerk 12+ koppelen. Hierdoor worden preventie en zorg gekoppeld. Preventief Jeugdbeleid • In het kader van de transitie jeugdzorg wordt de rol en verantwoordelijkheid van de gemeente op het gebied van de zorg voor jeugd aanzienlijk groter. Hierbij wordt ingezet op preventie in de directe omgeving van het kind. De preventieactiviteiten worden aangeboden door het Centrum voor Jeugd en Gezin en sluit aan bij de vraag van het kind, ouders, opvoeders of professional.
Aan de speerpunten is uitwerking gegeven. Hierover wordt via de evaluatie jaarplan 2013 terugkoppeling gegeven. Jaarplan 2014 wordt opgesteld en in februari/maart aan het college ter vaststelling aangeboden. De visie ten aanzien van de transitiejeugd is vastgesteld door de regio Brabant Noord-Oost. Tevens is het functioneel ontwerp opgesteld wat begin 2014 ter besluitvorming wordt aangeboden aan alle gemeenteraden in de regio Brabant Noord-Oost • De stichting (OJJB) die gebruik maakte van ’t Pluugske is opgeheven. Het gebouw wordt gesloopt (voorzien eerste kwartaal 2014). • Functie “de Werf” is niet gewijzigd • Het beheer en exploitatie is volledig overgedragen aan Scouting Rooi. Het JOS overleg heeft structureel plaats gevonden zowel preventie als zorg partners zijn structureel aanwezig en deelnemers zijn positief over het overleg. Ook weten de partners elkaar buiten het overleg beter te vinden en worden signalen besproken en opgepakt. Voor de scholen is het schoolmaatschappelijk werk aanspreek punt namens het Centrum Jeugd en Gezin, voor de 0 – 4 jarige is dit de jeugdverpleegkundige van het consultatie bureau en voor de 12+ is dit het JPP. Zij hebben binnen hun werkzaamheden tijd beschikbaar om signalen te bespreken met de professionals en advies te geven. Daarnaast brengt het CJG maandelijks een nieuwsbrief gericht aan partners en ouders, ze
- 40 -
Het verder optimaliseren van de sluitende jeugdketen. Hierin heeft de gemeente een regiefunctie. Deze functie wordt onder andere vervult door gebruik te maken van het signaleringssysteem “Zorg voor jeugd”, waarin de functie zorgcoördinatie is georganiseerd. Centrum Jeugd en Gezin • Back-office van CJG doorontwikkelen
organiseren regelmatig lokale en regionale bijeenkomsten over actuele thema’s, sluiten aan bij bestaande bijeenkomsten zoals ouderavonden op scholen, brengen persberichten uit rondom actuele onderwerpen en hebben maandelijks een plek op de jongerenpagina van de Mooi Rooi krant. Het aantal bereikte ouders is onderdeel van het jaarverslag wat uiterlijk 1 juni 2014 ingediend moet zijn. In het kader van de transitie jeugdzorg is in het functioneel ontwerp besloten dat gemeenten gebruik blijven maken van zorg voor jeugd als registratiesysteem waarmee instellingen aansluiten op de landelijke verwijs index risicojeugd. Het hulpaanbod komt steeds beter in beeld. Ook sluit het aanbod steeds beter aan bij de vraag. Het CJG denkt ook niet meer in aanbod maar steeds meer in de vragen. Ook wordt steeds meer het denken in producten losgelaten en vervangen in groepsaanbod, gezinsaanbod en individueel aanbod wat aansluit bij de vraag.
•
Uitbreiden doelgroep CJG met jongeren tussen 12 – 23 in samenwerking met de vindplaatsen en de doelgroep.
Met name lokaal is sterk ingezet op de doelgroep 12- 23 jarige door structureel vorm te geven aan het JOS overleg en het beter zichtbaar zijn van de jeugd preventie medewerker (JPP) bij de partners als jongerenwerk, leerplicht en jeugdagent.
•
PR Centrum Jeugd en Gezin
Zie eerder opmerkingen over CJG bij preventie jeugdbeleid. Gelet op de aanstaande ontwikkelingen transitie Jeugd wordt tieneropvang en jeugdwerk in een breder perspectief bezien. Daarom heeft er afgelopen jaar geen evaluatie plaatsgevonden.
Evaluatie tiener en jongerenopvang
Speelvoorzieningen • Speeltoestellen worden jaarlijks getoetst aan de veiligheidsnormen uit het Warenwetbesluit Attractieen speeltoestellen. • Uitvoering geven aan het speeltuinbeheersplan (vervanging en onderhoud). • Mogelijkheden bezien t.a.v. fietscrossterrein, struinspeelplekken en boomklimmen.
- 41 -
Inspectie en toetsing is uitgevoerd
Toestellen zijn onderhouden en vervangen conform speeltuinbeheersplan Initiatief “Nijnsel” en “de groene long” is opgestart
2.2.2.06 Volwasseneneducatie (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? •
Kansarme groepen zoals nieuwkomers, oudkomers, laag opgeleide autochtonen en allochtonen kunnen goed doorstromen naar vervolgonderwijs en/of de arbeidsmarkt. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
•
Overeenkomst Wet Educatie Beroepsonderwijs met een instelling voor volwasseneneducatie.
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Deelname volwassenen aan cursus laaggeletterden
Realisatie 2011 2010:6 2011: 0
2012
2013
2014
13
13
13
Realisatie 2011 2010:6 2011: 0
2012
2013
Bijstelling 2014
8
8
8
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Deelname volwassenen aan cursus laaggeletterden
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Het verstrekken van subsidie aan een instelling voor volwasseneneducatie t.b.v. Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) (voor VMBO, HAVO en VWO), basisvaardigheden t.b.v. maatschappelijk functioneren met aansluiting op de basisberoepsopleiding, NT2 A1 en A2 (voor specifieke doelgroepen) alfabetisering en Nederlands als tweede taal (NT2).
Gemeld bij 1e BERAP: Per 1 januari is de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) gewijzigd: inhoudelijk en financieel. 2013 is dan ook een “overgangsjaar” voor gemeenten en ROC’s. De besteding van het WEB-budget is verscherpt en het budget is aanzienlijk gekort. ROC de Leijgraaf, de ontvanger van het budget, ziet zich geconfronteerd met ongeveer een halvering van haar budget voor het Loopbaancentrum. Zo wordt het Vavo (voortgezet algemeen onderwijs voor volwassenen) met ingang van 2013 door het rijk rechtstreeks bekostigd aan de onderwijsinstellingen en is dus uit het WEBbudget gehaald. Deelname aan de cursussen voor laaggeletterden door 8 deelnemers is gerealiseerd.
- 42 -
Wat heeft het gekost? Lasten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
Rekening 2012
21201 Onderwijs 21203 Vroeg- en voorschoolse educatie 22201 Gezondheidszorg 22202 Maatschappelijk werk 22203 Sociaal beleid 22204 Ouderen 22205 Jeugd 22206 Volwassenen
1.303
Primitieve begroting 2013 1.186
Begroting na wijziging 2013 1.169
Rekening 2013
206
186
182
128
54
724
688
672
686
14-
243
242
239
240
0-
1.203 268 205 498
153 264 229 503
212 262 223 415
186 249 216 415
26 13 7 0-
Totaal lasten
4.651
3.451
3.375
3.235
140
29
Primitieve begroting 2013 42
Begroting na wijziging 2013 42
102
78
78
102
24-
17
4
18
21
3-
0
0
0
0
0
783 47 594
34 47 0 98
44 47 15 15
44 47 15 15
0 0 0 0
Totaal baten
1.068
302
258
235
23
Saldo voor bestemming
3.583
3.149
3.117
3.000
117
Begroting na wijziging 2013 0 54
1.115
Verschil begroting/ rekening 2013 54
Baten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
21201 Onderwijs 21203 Vroeg- en voorschoolse educatie 22201 Gezondheidszorg 22202 Maatschappelijk werk 22203 Sociaal beleid 22204 Ouderen 22205 Jeugd 22206 Volwassenen
Rekening 2012
Rekening 2013
Verschil begroting/ rekening 2013 951
*bedragen x € 1000,-1000,-Rekening 2012 Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve
0 146
Primitieve begroting 2013 0 0
Saldo
146-
0
3.437
3.149
Saldo na bestemming
- 43 -
Rekening 2013 0 32
Verschil begroting/ rekening 2013 0 21
54-
32-
21-
3.063
2.968
96
Toelichting op de cijfers: 21201 Onderwijs (4V)
Eigen risico verzekering (10 N) Voor schade en vandalisme bij scholen zijn schades onder de € 2.500 voor rekening van de gemeente (eigen risico). Omdat niet te voorspellen is of zich dit voordoet en hoe hoog deze bedragen zijn wordt hiervoor niets geraamd. In 2013 zijn er veel kosten gemaakt als gevolg van schade en vandalisme op alle scholen. Negatieve uitschieter is basisschool de Kienehoef. Om vandalisme tegen te gaan is onlangs extra verlichting en camerabeveiliging geïnstalleerd.
Terugbetaling subsidie verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs Deze lasten zijn reeds in de jaarrekening 2012 toegelicht en verwerkt. In 2013 heeft de daadwerkelijke terugbetaling plaatsgevonden en is dit administratief verwerkt. Deze verwerking loopt zowel via de lasten (€ 34.596 lager) als de baten (€ 34.596 lager) en is hiermee budgettair neutraal. Dit heeft dus geen effect op het resultaat van de jaarrekening 2013.
Asbestsanering basisscholen Sint Antonius van Padua en de Kienehoef (35 N)) Op verzoek van de Tweede Kamer is er een onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van asbest in de basisscholen. Naar aanleiding hiervan zijn in 2012 de asbesthoudende materialen verwijderd en verder in beeld gebracht. Op verzoek van SKOSO is aan de GGD advies gevraagd hoe om te gaan met asbesthoudend plaatmateriaal aan de buitenzijde van de Paduaschool en de basisschool Kienehoef. Op basis van dit advies is besloten uitvoering te geven aan het deels saneren hiervan. In de 2e Berap is aangegeven dat we nog in overleg waren met het onderwijsveld over de inkomsten m.b.t. verhuur van leegstaande schoollokalen. Deze inkomsten zouden dienen als dekking voor de kosten van de sanering. Er zijn echter geen inkomsten gegenereerd uit de verhuur. Dit komt omdat dit onderwerp wordt meegenomen in de onderhandelingen voor de decentralisatie van het buitenonderhoud van de basisscholen richting de schoolbesturen per 1 januari 2015.
Leerlingenvervoer (49 V) Als gevolg van de doorwerking van de scherpere aanbesteding vanaf schooljaar 2012/2013 en de afname van het aantal leerlingen is (van 114 in 2012 naar 100 in 2013) is een kostenvoordeel van € 49.123 ontstaan.
Onderwijsachterstanden De gemeente ontvangt van 2011 t/m 2014 jaarlijks een doeluitkering onderwijsachterstand van € 31.800,--. Deze middelen worden ingezet voor het aanbieden van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), aan doelgroepkinderen met een risico op (taal)achterstand. Indien dit bedrag in enig jaar niet uitgegeven is schuift het restant door naar het volgende jaar. In 2015 vindt de verantwoording en afrekening plaats. In 2013 is € 15.692 minder uitgegeven, waardoor zowel de lasten als de baten op dit product lager zijn dan begroot. Dit heeft geen effect op het resultaat van de jaarrekening.
21203 Vroeg en voorschoolse educatie (79V)
Kinderopvang (18V) De huurverhoging van het gebouw voor kinderopvang is niet verwerkt in de begroting, waardoor er een positief verschil ontstaat op de inkomsten (€ 18.625).
Peuterspeelzaalwerk (61V) De subsidie voor peuterspeelzaalwerk is gekoppeld aan het beleid Voorschoolse voorzieningen dat op 1 januari 2013 is ingegaan. Hierin is voorzien dat de uitgaven aan peutertoeslag voor ouders met maar één gezinsinkomen tot lagere uitgaven op deze post zouden leiden (in 2013 € 60.995 minder dan begroot). Na volledige implementatie en vervolgens evaluatie van deze regeling in het derde kwartaal van 2014, kan pas worden vastgesteld hoeveel lager. Vooruitlopend op deze evaluatie is deze post in de begroting 2014 al fors bijgesteld (€ 30.000).
- 44 -
22201 Gezondheidszorg (11N) Als gevolg van de niet begrote compensabele BTW is bij dit product een onderbesteding van 13k. De meeropbrengsten leges uit de Drank en Horecawet leiden tot een voordeel van 12k. Met betrekking tot jeugdzorg is een overschrijding van 36k als gevolg van een niet gerealiseerde stelpost. 22202 Maatschappelijk werk Geen bijzonderheden. 22203 Sociaal beleid (26V) Voor uitvoering accommodatiebeleid is een krediet geraamd van € 50.000,--. De lasten hiervoor waren in 2013 € 32.706,--. (zie ook overzicht van restantkredieten). De dekking van dit krediet is de algemene reserve vrij beschikbaar. Voorgesteld wordt om het restant van € 17.794,-- over te hevelen naar 2014. 22204 Ouderen (13 V) ODC Odendael Onderbesteding als gevolg van minder kosten antidiscriminatiesteunpunt 6k. Daarnaast zijn huurkosten wat lager uitgevallen dan begroot dan wel meer doorberekend 7k. 22205 Jeugd (7 V) Geen bijzonderheden. 22206 Volwassenen Geen bijzonderheden.
Mutaties reserves Doordat er in 2013 € 17.794 minder is uitgegeven op het krediet uitvoering accommodatiebeleid, wordt er ook minder onttrokken aan de reserve dan vooraf begroot. De onttrekking t.l.v. de algemene reserve – bufferfunctie voor kleine kernen heeft niet plaatsgevonden, omdat er geen lasten zijn gerealiseerd in 2013.
- 45 -
3
Bouwen en Wonen (Wonen)
Programmadoel Het faciliteren en het bevorderen van een duurzame, kwalitatief, kwantitatief hoogwaardige woon-, werk- en leefomgeving.
3.1.1.01 Ruimtelijke ordening (portefeuillehouder: wethouder C. van Rossum)
Wat wilden we bereiken? • • •
Voldoende capaciteit in ruimtelijke plannen en planningen om de programma’s voor functies als wonen, werken en recreëren en openbare functies te realiseren. Periodieke actualisering van bestemmingsplannen aan de hand van gewijzigde ruimtelijke omstandigheden en van toepassing zijnde jurisprudentie. Projecten in het kader van plattelandsvernieuwing (zoals bedrijfsverplaatsing, verbrede landbouw (zorg, streekproducten), leefbaarheid, natuurontwikkeling en andere) zoveel mogelijk stimuleren. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • • • •
Structuurschets 1996-2015 (Raad juli 1997 / oktober 2006) Masterplan Vlagheide (raad 2006) Visie natuurontwikkeling Vlagheide (Commissie juni 2010) Gebiedsvisie bebouwingsconcentraties (Raad november 2008) Beleidsnota buitengebied in ontwikkeling (Raad februari 2010) Bestemmingsplan Buitengebied (raad 15 maart 2012) De Rooise Draad versterkt (raad 27 september 2012)
Mutaties: Herziening bebouwingsconcentraties en beleid vrijkomende agrarische bebouwing (Raad januari 2013). Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal bijzondere procedures (zegt iets over flexibiliteit bestemmingsplannen en wijze waarop college hieraan invulling geeft)
Realisatie 2011 Nulmeting 2009: 77 2010: 67 2011: 91
2012
2013
2014
pm
pm
pm
Realisatie 2011 Nulmeting 2009: 77 2010: 67 2011: 91
2012
2013
2014
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal bijzondere procedures (zegt iets over flexibiliteit bestemmingsplannen en wijze waarop college hieraan invulling geeft)
95
5 x wijziging bestemming en 1 x besluit planologisch afwijken. *
Toelichting: * Zie verder onder het product bouwen en wonen/onderdeel bouwzaken- omgevingsvergunning/ deregulering.
- 46 -
pm
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Ruimtelijke Ordening / stedenbouw Nationale en regionale ontwikkeling en planvorming: Het in regionaal verband actualiseren van de programma’s wonen en werken. Het monitoren en evalueren van deze programma’s, waarbij de regionale ontwikkelingen in de directe omgeving kritisch zullen worden gevolgd. In dat kader zijn in ieder geval van belang, de ontwikkelingen rondom de ruit Eindhoven, de verbreding van de N 279 en Eindhoven Airport.
Structuurvisie: Het in het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (WRO) vaststellen van een structuurvisie en uitvoeringsprogramma’s. Dit gerelateerd aan de Rooise Draad. In de structuurvisie zal , voor zover er al niet concrete ontwikkelplannen in voorbereiding zijn, op dit niveau een afweging worden gemaakt voor locaties / beleidsdoelen voor de inzet van aantal en soort woningen. Dit met in achtname van de verlegging van het accent van de woningbouw van de kleine kernen naar de hoofdkern zoals besloten bij de herijking van de Rooise Draad. Actualisatie van de volgende bestemmingsplannen in 2013: recreatiegebied Kienehoef en centrum
Follow up bestemmingsplan Buitengebied : herziening bebouwingsconcentraties en VAB beleid met het oog op de doelstelling voor een vitaal platteland alsmede monitoring van de ervaringen met het nieuwe plan
In het Regionaal Ruimtelijk Overleg van december 2013 is beleidsmatig de herbestemming van het korfbalveld in Nijnsel naar bedrijventerrein geaccordeerd. Met betrekking tot de ruit Eindhoven wordt op ambtelijk niveau deelgenomen aan een projectgroep. Rondom Eindhoven Airport is in 2013 door de GGD een gezondheids- en belevingsonderzoek uitgevoerd. Hierover is de raad in juli en september geïnformeerd. Door de minister is een concept luchthavenbesluit aan de gemeente toegezonden. Eindhoven Airport heeft in 2013 de site www.samenopdehoogte.nl in de lucht gebracht. Gemeld bij 2e BERAP: Naar aanleiding van de Verkenning is besloten om het opstellen van een structuurvisie op dit moment niet op te pakken.
De Raad heeft op 10 oktober 2013 het bestemmingsplan “Centrum, herziening 2013” vastgesteld. Op 18 juni 2013 heeft het college de omgevingsvergunning voor het planologisch afwijken verleend voor de realisatie van het project Parkzicht Kienehoef - De Raad heeft op 31 januari 2013 ingestemd met het voorstel tot vaststelling van de herziening bebouwingsconcentraties en beleid vrijkomende agrarische bebouwing. - Gemeld bij 2e BERAP: Op 11 juli 2013 is het convenant duurzame boomteelt en bestemmingsplan buitengebied SintOedenrode ondertekend. - Evaluatie bestemmingsplan buitengebied is besproken in de Voorbereidingscommissie van 11 juni 2013. - Op 26 september 2013 heeft de raad een voorbereidingsbesluit genomen voor de bestemmingen wonen. - Op 2 oktober 2013 heeft de Raad van State het gemeentelijk beroep tegen de reactieve aanwijzing van GS ongegrond verklaard. - In het Regionaal Ruimtelijk Overleg van
- 47 -
Dorpsvernieuwingsplannen: Meewerken aan particuliere initiatieven die passen binnen de kaders van het woonbeleid en een verbetering behelzen van de stedenbouwkundige en functionele kwaliteit
Plattelandsvernieuwing en reconstructie • Uitvoeren masterplan Vlagheide
•
•
Realiseren van RvR- (ruimte voor ruimte) woningen (deels in relatie tot sloop van agrarische bedrijfsgebouwen).
Uitvoeren van reconstructiedoelen (tevens voorwaarde om subsidies voor uitvoering iDOP's te krijgen), waaronder: Intrekken lege milieuvergunningen; bewerkstelligen afwaartse beweging (verplaatsing/beëindiging van bedrijven uit extensiveringsgebieden) en herontwikkeling van die locaties;
- 48 -
december 2013 is van provinciewege aangegeven dat de inhoudsmaat van woningen zonder tegenprestatie op 750 m3 mag worden gesteld en is afgesproken dat verzocht kan worden om intrekking van de betreffende reactieve aanwijzing. Dat is op 14 januari 2014 gedaan. Gemeld bij 2e BERAP: Door de raad is in de vergadering van 28 maart/2 april een motie aangenomen inzake toelaatbare bouwhoogten aan de Markt/Kerkplein. Dit heeft uiteraard consequenties voor de financiële haalbaarheid van projecten in het gebied De voorbereidingen voor het project Markt/Kapittelhof lopen al vanaf 2006 en vanaf die tijd worden kosten (interne uren en externe adviezen) apart geregistreerd, om deze dan uiteindelijk te verhalen via grondverkoop en overeenkomst. Dit betreft een bedrag van ca € 105.000. Als het project inderdaad geen doorgang vindt, kunnen deze kosten niet worden verhaald. In de voorziening dubieuze debiteuren is hiermee al rekening gehouden. Op 31 oktober 2013 heeft de raad de kaders vastgesteld voor het project Mater Lemmensstraat / Baron Willem van Harenlaan. Gemeld bij 1e BERAP: Realisatie van een golfbaan op grondgebied Sint-Oedenrode vindt geen doorgang. Op het betreffende bouwblok wordt een rundveehouderij gevestigd. Op 13 april 2013 heeft de raad het bestemmingsplan voor Landgoed De Rijt aan de Damianenweg / Koeveringsedijk vastgesteld. Op 26 september heeft de raad het bestemmingsplan vakantiepark Boschvoort aan de Koeveringsedijk 5 vastgesteld. Op 31 januari 2013 is het bestemmingsplan Ollandseweg 119 door de raad vastgesteld. In voorbereiding zijn 2 plannen voor 2 of 3 woningen. In relatie tot bovenstaande ontwikkelingen zijn op die locaties de milieurechten ingetrokken en is / wordt de agrarische bestemming omgezet naar wonen. Bovendien worden consequent, indien naar aanleiding van controles blijkt dat er geen sprake meer is van een bedrijf, de vergunningrechten ingetrokken en stappen ondernomen om te komen tot een aangepaste bestemming.
•
•
Bijdrage Streekmanager/Streekhuis:De streekorganisatie voor de Meierij initieert, stimuleert en begeleidt (uitvoerings)projecten. Zowel gemeenten als particulieren kunnen hier een beroep op doen. Daarnaast functioneert (voor de helft gefinancierd door de provincie) het Streekhuis van waaruit zowel gemeenten als organisaties ondersteund worden bij projecten op het gebied van plattelandseconomie en leefbaarheid. Landschappen van Allure: Betreft plan voor integrale gebiedsuitwerking voor o.a. Het Groene Woud
Gemeld bij 1e BERAP: Is als regulier budget opgenomen in de begroting.
In januari en april 2013 is de gemeenteraad geïnformeerd over de regeling Landschappen van Allure (LvA). Met inzet van betrokken burgers, Pro Deo professionals en projecttrekkers is het investeringsvoorstel opgesteld. Project Kloppend hart van Het Groene Woud bestaat uit 14 (deel)projecten, waarvan 4 in Sint-Oedenrode zijn gelegen: De Hulsthoeve (A. van Liempd beheer), Duizendjarig Woud (Kunststichting Sint-Oedenrode), Wandelfietspad Bobbenagelseweg (gemeente SintOedenrode, Bia Medisch Centrum inclusief adoptie van een faunapassage (Brinvast). Deelproject Groene win-win allianties (ANV Het Groene Woud) zal deels in de omgeving Scheeken tot landschapsontwikkeling leiden. In project Reanimatie van verloren erfgoed (Stichting de Brabantse Boerderij) wordt een prominente plaats ingeruimd voor Het Hoefje aan de Boxtelseweg (o.a. voormalige activiteiten Boelaarshoeve). De ontsluiting park Kienehoef/bezoekerscentrum Parkzicht voldeed niet aan de subsidievoorwaarden voor deelname aan de regeling LvA.
•
De gemeente Boxtel is penvoerder en eerst verantwoordelijke voor de coördinatie uitvoering en de subsidieverantwoording. Gelet op de discussie rond ombuigen / hervormen en de daarmee samenhangende keuze wat doe je als gemeente en wat laat je aan particulieren / bedrijven, is hier vooralsnog geen invulling aan gegeven in 2013
Invoering plattelandsmanagement
- 49 -
3.1.1.02 Grondexploitatie (portefeuillehouder: wethouder C. van Rossum)
Wat wilden we bereiken? •
Het ontwikkelen van bestemmingsplannen ten behoeve van de productie van bouwrijpe grond voor woningbouw, industrieterreinen en maatschappelijke voorzieningen, door planvorming, verwerving, tijdelijk beheer, exploitatie en verkoop. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • • •
Nota “Grondbeleid 2010” (Raad oktober 2010) Grondprijzen 2013 (raad december 2012) Grondprijzen voor groen- en reststroken 2011 (Raad april 2011) Vaststelling verkoopprijzen bouwgrond klimaatneutrale woningen (Raad april 2011) Nota stimulering woningmarkt ( commissie 20 september 2012) De Rooise Draad versterkt (raad 27 september 2012)
• •
Wijzigingen Nota Grondbeleid (Raad april 2013) Grondprijzen 2014 (raad 19 december 2013)
Mutatie:
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Als gemeente ontwikkelen en uitgeven van bouwgrond in door de raad aangewezen bouwlocaties in het centrum en de kerkdorpen . In Nijnsel, in de strook direct aansluitend aan de A-50, onderzoeken wij de optie van een woon/werkcombinatie, bijvoorbeeld in de vorm van atelierwoningen. Aankoop van de daarvoor benodigde gronden, met zonodig inzet van het daarvoor bestaande wettelijk instrumentarium
Zie hierna bij bouwen en wonen.
Voor het overige wordt kortheidshalve verwezen naar paragraaf G van deze programmabegroting.
Gemeld bij 2e BERAP: Er zijn geen gronden verworven. Gemeld in RIB november 2013 : gronden gekocht aan de Populierenlaan in combinatie met verkoop 2 kavels in Elzenpad. Idem
3.1.1.03 Bouwen en wonen (portefeuillehouder: wethouder C. van Rossum)
Wat wilden we bereiken? •
• •
Onze ambitie ligt , op basis van de woonvisie 2010-2014, in het creëren van een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod, afgestemd op de vraag . We streven daarbij naar een groei van het aantal inwoners, waarbij mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen doordat woningen flexibel of levensloopbestendig zijn gebouwd. Bij bouwprojecten aandacht voor duurzaamheid en kwaliteit, zowel fysiek als functioneel. Verder streven we naar een sterk vereenvoudigd proces rondom de aanvraag van een bouwvergunning. - 50 -
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • • • • • •
Nota stimulering woningmarkt ( commissie 20 september 2012) Woonvisie Sint-Oedenrode (Raad februari 2010) Beleid huisvesting arbeidsmigranten (raad juni 2011) Huisvestingsverordening (Raad juni 2011) Nota “Welstandsbeleid” (raad november 2009/evaluatie raad april 2011) (Aangepast) beleid Mantelzorgregeling Convenant Duurzaam Bouwen Reclamebeleid (raad juni 2012) Beleid kruimelgevallen (laatste wijziging : college mei 2012)
• •
Mutatie: Nota mededinging bij paracommerciële rechtspersonen in relatie tot horeca (Raad december 2013) Gewijzigde huisvestingsverordening arbeidsmigranten (raad december 2013) Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aanvragen binnen termijn Hiervan zijn balieaanvragen (ihkv deregulering)
Realisatie 2011 220 (99%) Nulmeting 2009= 20 2010: 45 2011: 0
Bij nieuwbouwprojecten: woningen voldoen aan: Levensloopbestendigheid Politiekeurmerk DUBO (duurzaam bouwen)*
2012
2013
2014
100%
100%
100%
100%
100%
0
100% 15 4 19
* De gemeente neemt deel aan het convenant duurzaam bouwen Noordoost Brabant. Dit convenant heeft niet alleen betrekking op duurzaam bouwen, maar ook op levensloopbestendig bouwen en sociaal veilig bouwen (Politiekeurmerk). Alle nieuwbouwwoningen vallen onder het convenant duurzaam bouwen. Daarnaast stelt de gemeente nog extra eisen ten aanzien van levensloopbestendigheid.
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aanvragen binnen termijn Hiervan zijn balieaanvragen (ihkv deregulering)
Realisatie 2011 220 (99%) Nulmeting 2009= 20 2010: 45 2011: 0
Bij nieuwbouwprojecten: woningen voldoen aan: Levensloopbestendigheid Politiekeurmerk DUBO (duurzaam bouwen)
15 4 19
2012
2013
2014
(138) 99%
(166) 99% *
100%
0
15 8 22
27 0 35
Toelichting: * De balieaanvragen zijn met de inwerkingtreding van de Wabo komen te vervallen
- 51 -
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Bouwen Aanpassing woonvisie (toelatingsbeleid en kwantitatieve woningbouwdoelstellingen)
Gemeld bij 2e BERAP: De resultaten van het woonwensenonderzoek zijn in de thema avond van 24 oktober 2013 aan de raad gepresenteerd. Op dit terrein hebben wij in 2013 geen activiteiten ontplooid.
Bevordering innovatieve producten door ontwikkelaars, met een daarop afgestemde grondprijs en bestemmingsplan Bevordering bouw van meer huurwoningen
Lokaal woonbeleid • Voldoende, vraaggericht en flexibel bouwen Enkele punten zijn: - Voldoende woningbouw in kleine kernen en gemeente als geheel - Startersleningen
•
- Voldoende zorgwoningen - Realisering huisvesting voor arbeidsmigranten - Levensloopbestendig bouwen - Monitoring woningmarkt in samenspraak met Wovesto Gemeente is vanaf 1 januari 2011 deelnemer aan woningmarktmonitor regio Waalboss (Den Bosch/Waalwijk). Deelname lokaal volkshuisvestingsfonds.
•
Toewijzing grond en woningen met voorrang voor (oud-) inwoners en economisch gebondenen.
•
Uitvoering woonvisie: - Voorwaarden levensloopbestendig bouwen actualiseren (relatie met GPR gebouw) - Zelf bouwen van woningen door starters via collectief particulier opdrachtgeverschap - Woonplatform - Onderzoek realisering structurele huisvesting voor arbeidsmigranten. - Het verplicht stellen van een garantiecertificaat.
(Groeps)wonen voor ouderen (locatie Kinderbos) o realisatie in 2012 / 2013
Gemeld bij 1e BERAP: In de hoofdkern en in Olland op dit moment geen bouwgrond beschikbaar.
Gemeld bij 1e BERAP: In de hoofdkern en in Olland op dit moment geen bouwgrond beschikbaar. In 2013 is in totaal € 61.740,00 aan startersleningen verstrekt. Het aandeel van de gemeente daarvan is € 24.307,50. Thans resteert nog aan budget € 242.465,-. Dit is goed voor zo’n 24 leningen. Geen woningen gerealiseerd. De huisvestingsverordening is op 19 december 2013 vastgesteld door de Raad. 27 woningen Project bevindt zich in de opbouwfase. Cijfers komen in 2014.
Gemeld bij 1e BERAP: Opgenomen in de reguliere begroting Op 20 december 2013 Is het contract getekend voor de verkoop van de resterende bouwgrond aan den Ekker voor de bouw van een vrijstaande woning. Vanwege prioritering werkzaamheden uitgesteld Geen projecten Vanwege prioritering werkzaamheden uitgesteld De huisvestingsverordening is op 19 december 2013 vastgesteld door de Raad. Vanwege prioritering werkzaamheden uitgesteld Gemeld bij 2e BERAP: Realisatie in 2013 niet meer haalbaar. Onderzoek opgestart voor eventueel alternatief.
Diverse woningbouwprojecten (zie ook paragraaf G) Start bouw woningen in 2013 (onder voorbehoud verwerving en/of procedure en/of particulier initiatief): - Woningbouw Nijnsel: In 2013 is de volgende fase plan - 52 -
Eimbert en de voorbereiding voor een volgende bouwlocatie aan de orde. Fase 1 is afgerond. Fase 2 en 3 worden gelijktijdig ontwikkeld. - Woningbouw Boskant: Gronduitgifte binnen locatie Elzenpad. - Woningbouw Olland: Vaststelling van een bestemmingsplan voor de locatie de Locht - Woningbouw Centrum: Voorbereiding nieuwe bouwlocatie Sluitappel – noord . In Sluitappel -noord zal in 2013/2014 gestart worden met de gronduitgifte.
Uitgifte door ontwikkelaar.
Er is grond verkocht aan Wovesto en aan twee particulieren. Gemeld bij 1e BERAP: Als gevolg van verwervingsproblematiek vaststelling in 2013 niet haalbaar. Gemeld bij 1e BERAP: Start in 2013 niet haalbaar. In opdracht van het college is een nieuw stedenbouwkundig plan ontwikkeld. Hierover vindt nu overleg plaats met belanghebbenden.
Bouwzaken
Omgevingsvergunningen/deregulering •
Vooral als gevolg van vergunningvrij bouwen door de inwerkingtreding van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) zullen, in afwijking van voorgaande jaren ongeveer 200 (was 275) aanvragen voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen worden ingediend. Daarnaast een aantal planologische ontheffingen (in combinatie met vergunning voor bouwen en voor bouwvergunningvrije bouwwerken).
• •
Hierdoor het aanzienlijk verminderen van de administratieve lasten voor met name burgers rondom vergunningverlening. Gefaseerde vaststelling bouwbeleidsplan
•
Uitvoering Convenant Duurzaam Bouwen.
- 53 -
Er zijn 128 omgevingsvergunningen verleend met daarin de activiteit bouwen. Daarvan zijn er 85 zonder planologische ontheffing (6 meer dan jaar ervoor) en 43 met planologische ontheffing (13 meer dan jaar ervoor). Daarnaast zijn er 38 vergunningen verleend voor de activiteit planologische ontheffing zonder de activiteit bouwen (9 meer dan jaar ervoor). Het aantal vergunning met planologische ontheffing bedraagt dus 81 (22 meer dan jaar ervoor). Het totaal aantal vergunningen bouwen en/of planologische ontheffing bedraagt daarmee 166 (28 meer dan jaar ervoor). De verwachte verdere deregulering (vergunningvrij bouwen) van de WABO is doorgeschoven naar 2014. Gelet op de voorgenomen fusie en als gevolg van prioriteitenkeuze is vooralsnog geen overall bouwbeleidsplan opgesteld. Daar waar nodig heeft wel aanpassing van het zgn. “Kruimelgevallenbeleid” plaats gehad. Gemeld bij 2e BERAP: Gekozen voor een terughoudende rol als gemeente, met name voorlichtend en faciliterend. Bij nieuwbouwplannen zijn aan architecten licenties verstrekt om gebruik te kunnen maken van het programma GPR-gebouw. Op basis hiervan zijn de rapporten ontvangen waaruit het duurzaamheids niveau blijkt. Opgemerkt wordt dat het regionaal convenant is genomineerd voor de Nederlandse dubo-awards, categorie regionale samenwerking, en dat deze award op 3 februari 2014 ook is toegekend.
•
Eind 2013 is de evaluatie van het welstandsbeleid gestart. Gekeken is in hoeverre het beleid kan worden aangepast, met als uitgangspunt een verdere deregulering daar waar het kan. Het voorstel hiervoor is geagendeerd voor de raadsvergadering van 27 februari 2014.
Evaluatie welstandsbeleid
3.1.1.04 Milieu – duurzaamheid (portefeuillehouder: wethouder C .van Rossum)
Wat wilden we bereiken? We streven naar een duurzame ontwikkeling van onze bebouwde omgeving en het openbaar gebied. Door milieu-, klimaat- en energiebeleid integraal op te pakken, bereiken we integrale bescherming van ons milieu en onze leefomgeving. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • • • •
Klimaatbeleid 2009-2012 (B&W november 2008) Milieu & Duurzaamheid uitvoeringsprogramma 2013 (raad november 2012) Regionaal Convenant Duurzaam Bouwen (B&W december 2012??) Intentieverklaring Duurzame Driehoek Gebiedsvisie en geurverordening op grond van de Wet geurhinder en veehouderij (Raad juni 2009) Duurzaamheidsvisie 2010-2013 (Raad december 2009) Beleidsregel Hogere grenswaarden Wet Geluidhinder (Raad april 2010)
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011
2012
2013
2014
Realisatie 2011
2012
2013
2014
In te vullen aan de hand van het Uitvoeringsprogramma
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) *
*
*
Toelichting: * Hierover wordt afzonderlijk een verslag opgesteld en ter kennis gebracht van de raad.
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Uitvoering geven aan de duurzaamheidprojecten die in het kader van de duurzaamheidsvisie voor 2012 in het uitvoeringsprogramma worden opgenomen (inclusief uitvoering klimaatbeleid). Uitvoering geven aan het nieuwe convenant in het kader van duurzaam bouwen (evaluatie in 4e kw. 2011).
Het milieu- en duurzaamheidsprogramma 2013 is vastgesteld in de Raad van april 2013. Over de uitvoering wordt afzonderlijk verslag gedaan. Gemeld bij 2e BERAP: Gekozen voor een terughoudende rol als gemeente, met name voorlichtend en faciliterend. In 2013 geen projecten.
Uitvoering van projecten in het kader van de Duurzame - 54 -
Driehoek. Intrekking lege milieuvergunningen (betreft continue taak).
Uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van milieuvergunningverlening en t.a.v. bodem-, lucht- en waterkwaliteit. (Uitvoerende werkzaamheden voor groot deel door Omgevingsdienst Brabant Noord [ODBN])
Evaluatie van de gemeentelijke geurverordening
Evaluatie van de duurzaamheidsvisie 2010 - 2013
- 55 -
In 2012 grote slag gemaakt. In 2013 nog slechts enkele intrekkingen n.a.v. verzoek of controle. Voorstel over aansluiting bij Omgevingsdienst Brabant Noord is besproken in de Raad van 28 maart 2013. Formele start van de ODBN is geweest 1 januari 2014, Voorafgaand waren de taken (en betrokken medewerker) al informeel overgedragen met ingang van 1 oktober 2013. In de raadsvergadering van o0ktober zijn de begrotingen 2013 en 2014 van de ODBN behandeld. Verleend behandeld: 75 meldingen o.g.v. art. 8.40 Wet Milieubeheer; 12 wabovergunningen activiteit milieu; 7 omgevingsvergunningen beperkte milieutoets; 4 aanhakingen natuurbeschermingswet. In verband met het voornemen tot het opnemen van geurnormen in de provinciale verordening ruimte (vaststelling 7 februari 2014), is de evaluatie van de geurverordening uitgesteld tot na die datum Gemeld bij 2e BERAP: Besloten om die door te schuiven naar 2014.
Wat heeft het gekost? Lasten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
31101 Ruimtelijke ordening 31102 Grondexploitatie 31103 Bouwen en wonen 31104 Milieu duurzaamheid
Totaal lasten Baten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
31101 Ruimtelijke ordening 31102 Grondexploitatie 31103 Bouwen en wonen 31104 Milieu duurzaamheid
Totaal baten Saldo voor bestemming
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijziging 2013
Rekening 2013
Verschil begroting/ rekening 2013 67
771
577
590
522
5.417 1.050 429
2.348 1.155 363
2.396 1.124 376
3.771 1.120 323
1.375 4 53
4.442
4.486
5.736
1.250 -
7.667
Rekening 2012
0 2.280 636 0
0 2.295 526 5
13 3.278 582 5
Verschil begroting/ rekening 2013 13983571
6.768
2.916
2.826
3.878
1.051-
899
1.527
1.660
1.858
199199-
25 6.236 462 45
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijziging 2013
Rekening 2013
Mutaties reserves *bedragen x € 1000,-1000,-Rekening 2012
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve
Saldo Saldo na bestemming
Primitieve begroting 2013
6 1.457
0 0
0 91
90 85
Verschil begroting/ rekening 2013 906
1.451-
0
91-
5
96-
-553
1.527
1.569
1.863
295295-
- 56 -
Begroting na wijziging 2013
Rekening 2013
Toelichting op de cijfers: 31101: Ruimtelijke planning (80 V) De lasten van bestemmingsplannen algemeen zijn 41k lager, waarvan directe kosten 54k. Op basis van de nota reserves en voorzieningen 2011 wordt een onderbesteding op directe kosten gestort in de reserve bestemmingsplannen. Tevens is er een incidentele niet begroot voordeel vanwege een terug-ontvangst uit een faillissement van 13k. De kosten van bestemmingsplan buitengebied zijn 26k lager uitgevallen. 31102 Exploitatie: (392N) Met betrekking tot de lasten zijn de dotaties aan de verliesvoorziening voor de complexen Dijksteegje, Kinderbos Noord, de Locht, Elzenpad, Kremselen en Woonlokatie A-50 (tesamen 1.397k) de grootste veroorzakers van de afwijking met de begroting. De plannen zijn geactualiseerd en doorgerekend op basis van de door uw raad vastgestelde grondprijzen. Daarnaast hebben de afwikkeling van locatie Rooise Zoom en Hoogstraat 18 geleid tot een nadelig saldo van 77k. Bij de baten veroorzaakt de winstneming Lange Steeg Oost 1.068k de grootste afwijking, deze was voorzien in 2014. 31103 Bouwen: (61V) In 2013 zijn voor een bedrag van 29k meer leges geheven dan begroot. Daarnaast is als gevolg van de jaarlijkse administratieve aanpassing van de SVN lening een voordeel ontstaan van 27k. 31104 Milieu: (55V) De uitgekeerde reserve RMB 26k, de compensabele BTW 9k, het lagere bedrag aan inhuur en detacheringsinkomsten 15k zijn de grootste veroorzakers van de onderbesteding.
Mutaties reserves: De toevoeging aan de reserves betreft de storting van 36k in de reserve groenfonds op basis van de verkochte m2 grond. Daarnaast heeft storting plaatsgevonden van 54k in de bestemmingsreserve bestemmingsplannen.
- 57 -
4
Leefomgeving en Infrastructuur
Programmadoel Het in samenwerking met de lokale bevolking op peil houden van de leefbaarheid en daar waar nodig versterken.
4.2.1.01 Water (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? • • •
Een gezond en veerkrachtig watersysteem waarin duurzaam met water wordt omgegaan. Met betrekking tot de kwaliteit van ons oppervlaktewater willen wij voldoen aan de vereisten die gaan gelden vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Emissies uit het rioolstelsel willen wij tot een acceptabel niveau terugdringen. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
•
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan ++ 2012-2016 (Raad juni 2012)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal dagen dat de grenswaarde van blauwalg overschreden wordt (WS De Dommel)
Realisatie 2011 Aantal dagen in 2011 is 100%
2012 95%
2013 90%
2014 85%
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal meetmomenten* dat de grenswaarde van blauwalg overschreden wordt (WS De Dommel)
Realisatie 2011 Aantal dagen in 2011 is 100%
2012
2013
Bijstelling 2014
Loc. Molenwiel 4 meetmomenten (van 16-5-2012 tot en met 18-82012
Loc. vijver Kienehoef: 1 meetmoment (van 22-52013 tot en met 21-102013)
1 meetmoment
Toelichting: * Omdat het Waterschap in plaats van dagen (dat de grenswaarde overschreden wordt) alleen de meetmomenten (dat de grenswaarde overschreden wordt) registreert, is betreffende resultaatindicator gewijzigd. (Dat is overigens ook al gewijzigd bij de programmabegroting 2014.)
- 58 -
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Water • Uitvoeren van maatregelen van het Gemeentelijk Rioleringsplan op “watervlak”.
Gemeld bij 2e BERAP: Deel van de middelen wordt ingezet ten behoeve van parkeerterrein Bremhorst (Kienehoef). De maatregelen rondom de Molenwiel zijn afgerond (verbetering waterkwaliteit, optimaliseren bergingsfunctie). In de Pastoor Smitsstraat is een extra hemelwaterriolering aangelegd. Een groot deel van bedrijventerrein Nijnsel is omgebouwd naar een gescheiden stelsel. Gestart is met: inventarisatie van bijzondere constructies, deelname aan project grondwatermonitoring. In het kader van “Doelmatig waterbeheer” nemen we samen met 9 gemeenten en 2 waterschappen deel aan de werkgroep Meierij om samen, de door het Rijk opgelegde, besparingen te bewerkstelligen.
Verbreed
Riolering • Uitvoeren van maatregelen van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan op “rioleringsvlak”:
•
Groot onderhoud, vervanging en/of aanleg riolering ter plaatse van iDOP/iWOP maatregelen (relatie programma 2). Zowel in Nijnsel (in de omgeving Lieshoutseweg en Oude Lieshoutseweg) als in Boskant (omgeving Boskantseweg, Ritaplein en Populierenlaan) worden afkoppelmaat-regelen gecombineerd met de vervanging van riolering. De plannen worden in 2013 voorbereid en in 2014 uitgevoerd. In het kader van de voorbereiding wordt de definitieve noodzaak van vervanging en de aard van de maatregelen bepaald.
- 59 -
Gemeld bij 2e BERAP: Deel van de middelen wordt ingezet ten behoeve van parkeerterrein Bremhorst (Kienehoef). In een deel van de Pastoor Smitsstraat is de riolering verzwaard. Gemeld bij 2e BERAP: Uitwerking van de (bovengrondse) masterplannen duurt vanwege bewonersparticipatie en noodzakelijke zorgvuldigheid langer dan voorzien. De ondergrondse werkzaamheden zijn daaraan gekoppeld/daarop volgend. De vertraagde uitwerking zal leiden tot een vertraagde uitvoering. Zowel in Nijnsel als Boskant is een gedetailleerde inspectie verricht om de exacte vervangings- en/of onderhouds maatregelen te bepalen Voor de afkoppeling van verhard oppervlak zijn adviezen gemaakt. Met name voor Nijnsel is dat gebeurd op basis van een integraal (basisriolerings)plan om op die manier de meeste doelmatige oplossing te bepalen.
4.2.1.02 Landschapsontwikkeling (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? •
Bestaande landschappelijke kwaliteiten worden behouden en waar mogelijk versterkt. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• •
Landschapsontwikkelingsplan (Raad april 2009) Notitie “Bomen, niet alleen maar lusten…” (Raad juli 2010) Resultaatindicator (bron meetgegevens) Realisatie EVZ Realisatie kleine landschapselementen Verbetering vogelstand (tuinvogeltelling Vogelbescherming/Sovon)
Realisatie 2011 0 m1 12 10 soorten, 306 st = 100%
2012 250 m1 10 Nieuwe meting
2013 250m1 10 105%
Realisatie 2011 0 m1 12 10 soorten, 306 st = 100%
2012 0 m1 9 10 soorten 1023 st= 334%
2013 0m1 2 12 soorten 823 stuks
2014
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Realisatie EVZ Realisatie kleine landschapselementen Verbetering vogelstand (tuinvogeltelling Vogelbescherming/Sovon)
Bijstelling 2014 0
5 12 soorten
Toelichting: * In plaats van aantallen vogels lijkt de soortendiversiteit een betere indicator om resultaten te meten. Met name het aantal tellers/tellingen is leidend in het aantal vogels. (Dat is overigens ook al gewijzigd bij de programmabegroting 2014.) Los van wat hiervoor is aangegeven, ligt een verklaring voor het lagere aantal vogels in de zachte winter, waarbij de vogels meer in het bos blijven, waar nog ruimschoots voldoende voedsel te vinden is.
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Behoud en versterking landschappelijke kwaliteiten. • Beheren en onderhouden van bossen en gemeentelijke bermbeplantingen in het buitengebied
Dialoog gestart met natuursbeschermingsorganisaties over het beheer van gemeentelijke bossen. Dat heeft o.a. geleid tot gefaseerde dunning/omvormen van bos Diependaal en voorbereidingen daartoe voor het Beldersbos (Boskant) Gemeld bij 2e BERAP: De provincie heeft de pilot afgeblazen omdat de financiele consequenties onduidelijk cq. te groot zouden worden.
•
Aftasten mogelijkheden van omvorming produktiebossen naar natuurbos (pilot provincie)
Uitvoeren landschapsontwikkelingsplan • Landschappen van Allure De provincie zet met haar Agenda van Brabant in op 3 grote landschapseenheden, de zogenaamde
- 60 -
De Raad is periodiek geïnformeerd: bv brief aan Raad d.d. 11 januari 2013. Gemeld bij 2e BERAP: De definitieve
•
Landschappen van Allure.). De projecten die door de gemeente zijn ingediend zijn grotendeels opgenomen in het landschapsontwikkelingsplan: realisatie Groene Poort Kienehoef, EVZ Boskant/Scheeken inclusief ontsnipperingsmaatregelen, fietspad Bobbenagelseweg. De provincie lijkt die te gaan toetsen aan introductiekansen van het edelhert. Afhankelijk van het resultaat vindt verdere uitwerking plaats.
aanvraag is beperkt: 1 ontsnipperingsmaatregel in de Nijnselseweg (ter hoogte van BIA) en het fiets/wandelpad Bobbenagelseweg. Deze projecten zijn ook gehonoreerd. Op het fiets/wandelpad komen we met een afzonderlijk (raads)voorstel terug. Het voorstel is eind 2013 voorbereid en in januari 2014 in de Raad behandeld. De Raad heeft besloten tot aanleg.
Daarnaast worden een aantal kleinere onderdelen uitgevoerd
Gemeld bij 2e BERAP: Er lijkt een verzadiging van initiatieven voor kleine landschapselementen. Inmiddels blijkt de melding i n de 2e berap bewaarheid. Er zijn slechts 2 landschapselementen “ondersteund”.
4.2.1.03 Openbaar groen (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? •
Het aanleggen, beheren en onderhouden van openbaar groen met als doel een aantrekkelijke en veilige woonomgeving te creëren. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • •
Groenbeheerplan Groenstructuurplan 2005 (Raad maart 2005) Beleidsnotitie “bomen niet alléén maar lusten” (Raad juli 2010) In het kader van de ombuigingen is besloten openbaar groen om te vormen naar eenvoudiger te beheren gras (raad mei 2012). Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Tevredenheid burger over openbaar groen in de wijk (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 Binnen bebouwde kom: 306 Buiten bebouwde kom: 141 2008: 6,8 2010: 6,7
Tevredenheid burger over het onderhoud van de wijk (Staat van de Gemeente)
2008: 7,0 2010: 6,7
Aantal meldingen inzake groenonderhoud (toename/afname)
- 61 -
2012
2013
400
400
Nieuwe meting Nieuwe meting
2014
400
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Tevredenheid burger over openbaar groen in de wijk (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 Binnen bebouwde kom: 306 Buiten bebouwde kom: 141 2008: 6,8 2010: 6,7
Tevredenheid burger over het onderhoud van de wijk (Staat van de Gemeente)
2008: 7,0 2010: 6,7
Aantal meldingen inzake groenonderhoud (toename/afname)
Wat zouden we daarvoor doen?
2012 Binnen bebouwde kom: 325 Buiten bebouwde kom: 76
2013 Binnen bebouwde kom: 302 Buiten bebouwde kom: 67 6,5
Bijstelling 2014
400
Nieuwe meting in 2016
6,8
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Aanleggen, beheren en onderhouden openbaar groen • Vervangen bomen op basis van groenstructuurplan
•
In het kader van efficiënt groenbeheer (onkruidbestrijding); blijven we (ook in 2013) mogelijkheden tot omvorming en burgerparticipatie bezien
•
Herinrichten noordelijke deel park Kienehoef (in combinatie met ontwikkeling “Parkzicht”)
Gemeld bij 2e BERAP: Er zijn geen middelen meer opgenomen voor de aanpak van problemen als gevolg van bomen en daarmee ook geen middelen voor de vervanging van probleembomen. Gemeld bij 2e BERAP: Locaties van omvorming zijn in 2013 beperkt. Er komen mondjesmaat initiatieven van burgerparticipatie. De hoeveelheid ten opzichte van ons totaalareaal is verwaarloosbaar. In de wijk Kinderbos en in de Oranje Nassaulaan hebben we, ter beperking van onderhoudskosten, een aantal bomen “gesaneerd”. Het voorstel tot herinrichting krediet project Kienehoef is besproken in de Raad van 28 maart 2013
4.2.1.04 Verkeer en vervoer (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? •
Mobiliteit leidt steeds minder tot (fatale) slachtoffers. Het centrum is toegankelijk voor auto’s, tegelijkertijd stimuleren we het fietsgebruik en het Openbaar Vervoer. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • •
Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan 2009-2015 (GVVP) (Raad juni 2009) Parkeerbeleid (Raad juni 2001 Parkeerbeleid blauwe zones (commissie 2010) Deel 1 Beleidsplan openbare verlichting (Raad februari 2009) Beheerplan Openbare verlichting (1 t/m 3) (Raad september 2009) - 62 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal verkeersslachtoffers t.o.v. 2002 (Uit nota Mobiliteit) Aantal ziekenhuisslachtoffers t.o.v. 2002 (Uit nota Mobiliteit) Tevredenheid burger over parkeermogelijkheden in buurt resp. gemeente (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 ?
2012 -40 %
2013 -40 %
?
- 30%
- 30%
2008:6,1 2010: 6,5 resp. 2008: 5,4 2010: 6,1 2008: 5,9 2010: 6,0 2010: 6,6
Tevredenheid burger over openbaar vervoer in de gemeente (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over onderhoud wegen en fietspaden Tevredenheid burger over verkeersveiligheid in de gemeente (Staat van de Gemeente)
2014
Nieuwe meting
Nieuwe meting Nieuwe meting Nieuwe meting
2008: 6.7 2010: 6,8
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal verkeersslachtoffers t.o.v. 2002 (Uit nota Mobiliteit) Aantal ziekenhuisslachtoffers t.o.v. 2002 (Uit nota Mobiliteit) Tevredenheid burger over parkeermogelijkheden in buurt resp. gemeente (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 ?
2012 -40 %
2013 -40 %*
?
- 30%
- 30%*
2008:6,1 2010: 6,5 resp. 2008: 5,4 2010: 6,1 2008: 5,9 2010: 6,0
6,2 resp. 5,8
Tevredenheid burger over onderhoud wegen en fietspaden
2010: 6,6
6,0
Tevredenheid burger over verkeersveiligheid in de gemeente (Staat van de Gemeente)
2008: 6.7 2010: 6,8
6,9
Tevredenheid burger over openbaar vervoer in de gemeente (Staat van de Gemeente)
6,1 resp. 6,3
Bijstelling 2014
Nieuwe meting in 2016 Nieuwe meting in 2016 Nieuwe meting in 2016
Toelichting: * Bij jaarrekening 2012 gemeld dat gezocht wordt naar andere bron omdat adviesdienst verkeer en vervoer de gegevens niet meer levert. Betreffende bron is tot heden niet gevonden. Er zijn wel ontwikkelingen: recent heeft zich een marktpartij gemeld om de gegevens te verzamelen. We willen samen met de regio (GGA) bezien in hoeverre het aantrekkelijk is om de gegevens regionaal in te kopen.
- 63 -
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Verminderen verkeersslachtoffers door aanpak van verkeersonveilige situaties en inrichten van verblijfsgebieden voortkomend uit het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP 2009) al dan niet in combinatie met groot onderhoud: • Realisatie fietspad Bobbenagelseweg
Gemeld bij 2e BERAP: Voorafgaand aan de realisatie komen we bij de raad met een afzonderlijk raadsvoorstel met name in verband met externe bijdragen die lager zijn dan verwacht Het voorstel is eind 2013 voorbereid en in januari 2014 in de Raad behandeld. De Raad heeft besloten tot aanleg. . In het kader van het voorstel meerjarenplanning wegbeheer 2014-2018 (28 november 2013) is kort ingegaan op de financiele consequenties van wegonderhoud in combinatie met sobere verkeersmaatregelen. Verdere voorbereidng vindt in 2014 plaats. Gemeld bij 2e BERAP: In 2011 is gestart is met alle 8 (basis)scholen. Dit jaar zijn 2 scholen afgehaakt. Uiteindelijk zijn er in 2013 totaal 4 scholen, op basis van hun eigen afwegingen, afgehaakt. Ze zien daarmee af van provinciale subsidies. Gemeld bij 2e BERAP: Uitwerking van de masterplannen duurt vanwege bewonersparticipatie en noodzakelijke zorgvuldigheid langer dan voorzien. Dat zal leiden tot een vertraagde uitvoering. Ikv de bewonersparticpatie is er een proef geweest met de omleiding van vracht verkeer in Nijnsel. De resultaten worden gebruikt bij de definitive planvorming. Ook in Boskant hebben bewoners geparticipeerd in het maken van een inrichtingsschets voor de omgeving Ritaplein. Die schets wordt de basis van verdere uitwerking teneinde vóór 1 januari 2015 de schop in de grond te krijgen. In 2013 heeft een belevingsonderzoek plaatsgehad waarbij ook inwoners van SintOedenrode zijn betrokken. Daarnaast is een website in de lucht gebracht die communicatie over het gebruik van het vliegveld vergemakkelijkt. De evaluatie is afgevoerd van de bestuurlijke planning.
Voorbereiden herinrichting Boskantseweg
Scholen verder stimuleren het Brabants Veiligheids Label te halen
Uitwerken maatregelen IDOP’s Nijnsel (Lieshoutseweg, Beckartplein) en Boskant, (Ritaplein. Populierenlaan)
Volgen bovenlokale ontwikkelingen zoals de Noordoost Corridor (ruit Eindhoven), Eindhoven Airport, etc.
Evaluatie wegsleepverordening (doorgeschoven van 2012)
- 64 -
4.2.1.05 Wegen en bruggen (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? •
Centraal staat een adequate infrastructuur, waarin ruimte is voor verschillende vormen van mobiliteit. Onze burgers zijn tevreden over de staat van onderhoud aan wegen en bruggen. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • •
Notitie “Actualisatie Wegbeheerprogramma 2007-2011” (Raad april 2007) Notitie “Brugbeheer 2012-2016” (Commissie maart 2012) Notitie Wegbeheer 2011-2014 (Commissie juni 2010) Resultaatindicator (bron meetgegevens) Tevredenheid burger over bereikbaarheid buurt met auto (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over het onderhoud van de wijk (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over wegen, paden en pleintjes in de wijk (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over straatverlichting in de wijk (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 2008: 7,9 2010: 7,8 2008: 7,0 2010: 6,7 2008: 6,6 2010: 6,6 2008: 7,1 2010: 7,2
2012
Realisatie 2011 2008: 7,9 2010: 7,8 2008: 7,0 2010: 6,7 2008: 6,6 2010: 6,6 2008: 7,1 2010: 7,2
2012
2013
2014
Nieuwe meting Nieuwe meting Nieuwe meting Nieuwe meting
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Tevredenheid burger over bereikbaarheid buurt met auto (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over het onderhoud van de wijk (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over wegen, paden en pleintjes in de wijk (Staat van de Gemeente) Tevredenheid burger over straatverlichting in de wijk (Staat van de Gemeente)
- 65 -
2013 7,9 6,8 6,5 7,4
2014
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Opstellen meerjarenplanning 2014-2018
De Raad heeft 28 november 2013 de meerjarenplanning wegbeheer vastgesteld. We hebben met name onderhoud gepleegd aan de Olllandseweg en de Liempdseweg. een stukje onderhoud (aan die wegen) is doorgeschoven naar 2014. In 2013 hebben we alle (achterstallig) onderhoud gepleegd aan onze betonnen bruggen. Door toevoeging van de kunstwerken over de Ollandse Waterloop hebben we nu een volledig beeld over al onze kunstwerken en de toestand waarin ze verkeren.. Het uitvoeringsplan openbare verlichting is besproken in de Raad van 26 september 2013. “Cultuurhistorie” is een van de uitgangspunten die is gebruikt bij de ontwerpen voor de Idop’s in Boskant en Nijnsel. In het kader van het voorstel meerjarenplanning wegbeheer 2014-2018 (28 november 2013) is kort ingegaan op de financiele consequenties van wegonderhoud in combinatie met sobere verkeersmaatregelen. Verdere voorbereidng vindt in 2014 plaats.
Uitvoering meerjarenonderhoudsplanning wegen met als accenten: gesloten verhardingen, fietspaden en wegen met een zekere functie Uitvoering meerjarenonderhoudsplanning bruggen
Uitvoering meerjarenplanning openbare verlichting, waarbij bezien wordt of met slimme/vertraagde investeringen besparingen worden behaald Cultuurhistorie gebruiken bij de inrichting van de openbare ruimte •
Voorbereiden onderhoud/herinrichting Boskantseweg
4.2.2.01 Inzameling huishoudelijk afval (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? •
Bij de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen streven wij naar een hoogwaardige dienstverlening, waarbij zorg voor het milieu een belangrijk maatschappelijk effect is. Afvalscheiding blijft onverminderd een speerpunt van beleid naast het voorkomen/aanpakken van zwerfafval. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • •
Beslisdocument tariefdifferentiatie (B&W mei 1998) Eindrapportage optimalisatie scheiding en preventie van huishoudelijk afval in Sint-Oedenrode (B&W mei 2005) Afvalverordening 2006, november 2006 Ambities afvalstoffenbeleid, september 2009 Notitie “optimalisering milieustraat in Sint-Oedenrode (Raad september 2009)
- 66 -
Outcome-indicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011
Gescheiden inzamelen van afval: Doelstellingen in kg per inwoner • Restafval (in [mini]container) • Kunststof verpakkingen • GFT + groenafval • Papier • Glas • Textiel • KCA • Overig afval • Totale hoeveelheid afval • Nuttige toepassingen Tevredenheid burger over afvalinzameling in de gemeente (Staat van de Gemeente)
132,2 13,2 137,8 76,4 22,8 5,4 2,3 94,7 484,8 68% 2008:7,7 2010: 7,8
2012
2013
2014
120 11 150 87 27 5,0 3,6 96 500 72%
120 13 140 80 23 6,0 2,5 94 480 72% Nieuwe meting
120 13 140 80 23 6,0 2,5 94 480 72%
2012
2013
129 13 136 72 26 5,9 1,9 92,2 476 68%
123 14 128 68 25 6,2 2,2 62,2 429 68% 8,0
Wat hebben we bereikt? Outcome-indicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011
Gescheiden inzamelen van afval: Doelstellingen in kg per inwoner • Restafval (in [mini]container) • Kunststof verpakkingen • GFT + groenafval • Papier • Glas • Textiel • KCA • Overig afval • Totale hoeveelheid afval • Nuttige toepassingen Tevredenheid burger over afvalinzameling in de gemeente (Staat van de Gemeente)
132,2 13,2 137,8 76,4 22,8 5,4 2,3 94,7 484,8 68% 2008:7,7 2010: 7,8
Bijstelling 2014
120 13 137 79 26 6,0 2,0 92 475 70%
Toelichting: In 2012 is de doelstelling van 72% nuttige toepassing wederom niet gehaald. Ten tijde van het vaststellen van de prestatie-indicatoren voor de inzameling van huishoudelijk afval is uitgegaan van een gemiddelde hoeveelheid van 500 kg/inwoner. De nuttige toepassing blijft al enkele jaren ‘steken’ op 68%. Echter de gemiddeld ingezamelde hoeveelheden per inwoner dalen elk jaar, en in 2013 zelfs fors ten opzichte van de eerder genoemde hoeveelheid van 500 kg/inwoner. In 2013 bedroeg deze 429 kg/inwoner, een daling met ca. 14%. Relatief gezien wordt hierdoor een groter milieueffect bereikt in vergelijk met 72% nuttige toepassing bij 500 kg afval/inwoner.
- 67 -
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Gescheiden inzameling • Een optimalisatie van de dienstverlening bij de milieustraat waarbij een tarievensysteem o.b.v. gewicht beter aansluit op het DIFTAR-systeem.
Ingevoerd. De effecten zullen in 2014 worden geëvalueerd. Wat direct opvalt, is een goede scheiding van de afvalstromen, maar meer nog een forse afname van het aanbod. Ten opzichte van 2012 is 46 kg/inwoner minder afval aangeboden, waarvan 40 kg bij de milieustraat. In 2013 is deelgenomen aan de landelijke schoonmaakdag. 7 basisscholen nemen deel aan deze activiteit. In 2014 worden de effecten geëvalueerd. Vanwege een reorganisatie bij de Van Kaathovengroep (inzamelaar) heeft deze geen prioriteit kunnen toekennen aan deze activiteit. De gemeente heeft de diftartarieven m.i.v. 2013 gewijzigd waardoor een extra financiële prikkel bestaat om afval beter te scheiden. Gemeld bij 1e BERAP: N.a.v. de uitkomsten van het juridisch en financieel-economisch due diligence onderzoek heeft het college B&W in november 2012 geopteerd voor deelname aan inbesteding. Omdat het quotum deelnemende gemeenten niet is gehaald is het aanbod voor inbesteding van Attero van tafel. In afstemming met het RMB, de VvC en eventueel de BOVUS-gemeenten dient een herbezinning plaats te vinden voor aanbesteden van verwerken brandbaar afval na 01-02-2017. De aandeelhouders van Attero (overheden) hebben naar aanleiding hiervan besloten tot verkoop aan Waterland Private Equity Investments. Attero heeft tekorten geconstateerd in vergelijk met de aanleverplicht. De omgevingsdienst Brabant Noord (OBDN), contracthouder namens de voormalige RMB-gemeenten, heeft becijferd dat met de voorgenomen claim van Attero voor Sint-Oedenrode een bedrag is gemoeid van € 228.000,00. Of het zover komt, alsmede de definitieve hoogte van een mogelijke boeteclaim is nu nog niet in te schatten. Om optimaal gebruik te maken van de huidige marktsituatie hebben de As50+ gemeenten in 2013 het verwerken van de restfractie (HRA) aanbesteed. Het bestek is in oktober 2013 in de markt gezet. Inmiddels is de uitkomst van deze aanbesteding bekend. Vanaf 2017 wordt ca. euro 2 ton bespaart op deze kostenpost.
•
Uitvoeringsmaatregelen aanpak zwerfafval.
•
Textielinzameling en afvaleducatie bij de basisscholen.
•
Onderzoek naar de (on)mogelijkheden voor lokale invulling voor materiaal- en energietransitie.
Afvalverwerking en samenwerking • De Vereniging van Contractanten (VvC) is in gesprek met Attero met als doel om te komen tot een verlaging van de verwerkingstarieven voor HRA (Huishoudelijk Restafval Afval). De overeenkomst hiervan loopt af op 01-02-2017. Het Regionaal Milieubedrijf (RMB) is contracthouder van de huidige overeenkomst. Alvorens verantwoorde besluiten te nemen is nader juridisch en een financieel-economische due diligence onderzoek noodzakelijk. Medio 2013 ontstaat duidelijkheid over te maken keuzen.
•
De BOVUS-gemeenten (Bernheze, Oss, Veghel, Uden en Sint-Oedenrode) en de gemeenten Maasdonk en Landerd (As50+) zijn in gesprek om te komen tot kostenreductie voor afzet van afvalstoffen voor nuttig hergebruik. Voordelen worden ook gezocht in gezamenlijke aanbestedingen voor gescheiden inzameling (glas, kga)
- 68 -
Inrichting nieuwe milieustraat • In 2012 wordt een nieuwe gemeentelijke milieustraat ingericht in overeenstemming met het door de gemeenteraad vastgestelde programma van eisen. De nieuwe milieustraat gaat vanaf 2 januari 2013 van start. Voor te betalen afvalfracties worden vanaf dat moment aan de inwoners vergoedingen in rekening gebracht op basis van gewicht.
In 2014 zullen de As50+ gemeenten een gezamenlijke aanbesteding doen voor transport en nasorteren van kunststof verpakkingsafval. Zie: gescheiden inzameling. De gemeente ontvangt positieve geluiden over de nieuwe werkwijze bij de milieustraat. Klantvriendelijk, overzichtelijk en meer rechtvaardige tarieven.
Gemeld bij 2e BERAP: Nafacturatie inzameling verzamelcontainers (€ 70.061). Bij behandeling van de jaarrekening 2012 is de gemeenteraad op hoofdlijnen in kennis gesteld van de naheffing inzameling huishoudelijk afval door Van Kaathovengroep. Bij het opstellen van de jaarrekening 2013 wordt bezien of deze extra uitgave kan worden opgevangen binnen de ramingen 2013, respectievelijk de afvalreserve. De extra uitgaven kunnen worden opgevangen binnen de ramingen begroting 2013. Dit komt voornamelijk vanwege een forse afname van de hoeveelheid afval. Dit heeft uiteindelijk ook een effect voor de te innen variabel deel van de afvalstoffenheffing.
- 69 -
Wat heeft het gekost? Lasten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
42101 Water 42102 Natuurontwikkeling 42103 Openbaar groen 42104 Verkeer en vervoer 42105 Wegen 42201 Inzameling huishoudelijk afval
Totaal lasten
Rekening 2012 743
Primitieve begroting 2013 877
Begroting na wijziging 2013 877
462
366
1.149 134 1.786
Rekening 2013 771
Verschil begroting/ rekening 2013 106
392
421
29-
1.137 139 1.874
1.061 139 1.803
1.070 152 1.681
813122
1.218
1.242
1.243
1.201
42
5.491
5.636
5.516
5.295
220
Begroting na wijziging 2013 1.226
Baten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
Rekening 2012
42101 Water 42102 Natuurontwikkeling 42103 Openbaar groen 42104 Verkeer en vervoer 42105 Wegen 42201 Inzameling huishoudelijk afval
1.232
Primitieve begroting 2013 1.226
94
22
1 0 34
Rekening 2013 1.218
Verschil begroting/ rekening 2013 9
92
152
61-
111 13 9
1 3 9
3 22 30
21922-
1.574
1.565
1.577
1.474
103
Totaal baten
2.935
2.946
2.907
2.899
8
Saldo voor bestemming
2.556
2.690
2.609
2.396
212
261 224
Primitieve begroting 2013 92 70
Begroting na wijziging 2013 86 278
37
21
2.594
2.711
*bedragen x € 1000,-1000,-Rekening 2012 Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve
Saldo Saldo na bestemming
- 70 -
Rekening 2013 185 137
Verschil begroting/ rekening 2013 99141
192-
48
240-
2.417
2.445
2828-
Toelichting op de cijfers:
Programma 4 42101 Water (97V)
Riolering: onderzoek meten en monitoren Sint-Oedenrode neemt in het kader van Doelmatig Waterbeheer deel in een regionale werkgroep “Meierij”. Doelstelling is om op projectmatige wijze kosten in de waterketen te beperken. Eén van de projecten die in 2014 wordt opgeleverd is “Meten en monitoren”. Besloten is de resultaten af te wachten. Voorgesteld wordt dan ook om de middelen (€ 10k) middels saldobestemming over te hevelen naar 2014.
Riolering: opstellen programma van eisen watertoets Het watertoetsproces doorlopen we bij bestemmingsplanwijzigingen c.q. ruimtelijke onderbouwingen. Het blijkt in de praktijk, mede gezien het (vanuit “water”perspectief) huidige klein aantal ontwikkelingen, niet nodig een programma van eisen voor dit proces op te stellen. Dit betekent een voordeel van € 9.262 in het rekeningresultaat.
Riolering: uitwerken waterkwaliteitsspoor (WKS) Het uitwerken van het waterkwaliteitsspoor is een veelomvattend project. We willen dat samen doen met het Waterschap en hebben daar externe adviseurs voor nodig. Vanwege de relatie met het basisrioleringsplan, willen we de uitvoering koppelen aan de herziening van dit plan voor Sint-Oedenrode dat voorzien is in 2014. Voorgesteld wordt dan ook om de middelen (€ 25k) middels saldobestemming over te hevelen naar 2014.
Riolering: elektra Deze post wordt al enkele jaren overschreden (in 2013 met € 16k). In verband met de wisseling van leverancier en onduidelijkheden over facturen en afrekeningen van de vorige leverancier is dit budget echter niet bijgeraamd. Nu er wel duidelijkheid is kan de begroting hier structureel op aangepast worden.
Riolering: kapitaallasten In de begroting 2013 is er vanuit gegaan dat de restantkredieten aan het einde van 2012 volledig zouden zijn uitgegeven en de kapitaallasten hiervan met ingang van 2013 geboekt zouden worden. Eind 2012 waren er echter nog kredieten met restanten die over zijn gegaan naar 2013. Hierdoor schuiven de kapitaallasten in de jaren door, wat resulteert in een voordeel (€ 79k) in 2013 ten opzichte van de begroting. 42102 Natuurontwikkeling (32V)
Beplanting langs wegen De lasten worden overschreden met € 29k, omdat er extra bomen zijn verwijderd in verband met het borgen van de (verkeers)veiligheid en de wettelijke zorgplicht. De problemen werden veroorzaakt door opdrukking van verhardingen (wortelopdruk). Hiertegenover hebben we op deze post echter meer houtopbrengst gegenereerd. In de 2e Berap zijn de houtopbrengsten bijgeraamd met € 50k. De realisatie is € 79k. Omdat de werkzaamheden seizoensgebonden en weersafhankelijk zijn, kunnen deze nu pas worden gemeld.
Stimuleringskader groen blauwe diensten (STIKA) Deze regeling omvat o.a. het in stand houden van waardevolle landschapselementen, kwaliteitsverbetering van het agrarisch cultuurlandschap en de realisatie van nieuwe elementen. De beschikbaar gestelde middelen (€ 21.500) zijn niet uitgegeven. De Provincie heeft eerder het bestaande STIKA-contract met de gemeente Boxtel, Best en Oirschot met 1 jaar verlengd. Daardoor kan Sint-Oedenrode nog niet aansluiten. De verwachting is dat dit in 2014 wel zijn beslag gaat krijgen.
Landschappen van allure De Provincie heeft aan de Dienst Landelijk Gebied (DLG) een opdracht verstrekt om een verkenningsronde te houden bij de Dommelgemeenten om te komen tot het opstellen van een Dommelvisie. Dit past in ons eerdere streven om een dergelijke visie te gaan opstellen. Destijds in het kader van de 2e tender van landschappen van allure, maar thans (vanwege afzien deelname) in het kader van het opstellen van een gezamenlijke visie voor de fusiegemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. Om die reden noemen we - 71 -
de visie “Dommelvisie plus”. De middelen zijn bedoeld voor het verder uitwerken van bedoelde visie. Daarom wordt voorgesteld om het restant (€ 11k) middels saldobestemming over te hevelen naar 2014. 42103 Openbaar groen (6N) Geen bijzonderheden. 42104 Verkeer en Vervoer (6V) Geen bijzonderheden. 42105 Wegen (144V) De baten en lasten op het product wegen worden overschreden (€ 9.335). De overschrijding wordt veroorzaakt door het borgen van de (verkeers)veiligheid en de wettelijke zorgplicht (zoals gladheidsbestrijding, bermen opschaven en aanvullen). Daarnaast zijn de lasten hoger door het verbod op het gebruik van rode diesel, wat doorwerkt in zowel eigen materieel als aannemerscontracten. Vervolgens ontstaat er een voordeel op de lasten omdat het krediet parkeerterrein Kienehoef niet volledig is uitgegeven. Het restant bedraagt € 153.270 (zie toelichting restantkredieten). Omdat dit krediet gedekt wordt van de algemene reserves komt het verschil op dit product tot uitdrukking. Voorgesteld wordt om het restant over te hevelen naar 2014. 2201 Inzameling huishoudelijk afval (61N) Bij de behandeling van de jaarrekening 2012 en bij de 2e Berap is de gemeenteraad in kennis gesteld van de naheffing voor de inzameling van huishoudelijk afval verzamelcontainers. Destijds is geschreven dat bij de jaarrekening 2013 zou worden bezien of we deze extra lasten kunnen opvangen binnen de ramingen op afval voor 2013. Nu blijkt dat dit kan. De baten en lasten (exclusief de inkomsten afvalstoffenheffing) zijn ondanks deze naheffing lager dan begroot (€ 18.039 lager). Dit komt voornamelijk vanwege een forse afname van de hoeveelheid afval. Daarnaast zijn de lasten van luierinzameling lager als gevolg van strategische keuzen en verlaging van de vergoedingen voor deze dienstverlening. We hebben minder afvalstoffenheffing ontvangen (€ 79.308). Voor een inhoudelijke toelichting op de lagere baten voor dit product worden verwezen naar paragraaf A – Lokale heffingen.
Mutaties reserves: In 2013 is € 153.270 minder is uitgegeven voor het krediet parkeerterrein Kienehoef en € 10.765 minder aan de kosten landschappen van allure. Hierdoor wordt ook minder onttrokken aan de reserves dan vooraf begroot. De onttrekking voor wat betreft afvalstoffenheffing is € 22.823,-- terwijl er een toevoeging begroot was van € 5200,--. Er heeft een hogere toevoeging plaatsgevonden dan begroot van € 93.576,-- aan de egalisatiereserves rioolrechten. Voor inhoudelijke toelichting zie ook paragraaf A.
- 72 -
5
Vrije tijd en economie
Programmadoel Het binnen de kaders van de Rooise identiteit (groen en cultuurhistorie) bevorderen en benutten van mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding en ondernemen in Sint-Oedenrode.
5.2.2.02 Erfgoed (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat wilden we bereiken? • •
Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van cultuurhistorie en erfgoed als geïntegreerd onderdeel van het gemeentelijke beleid. Het beschermen van cultuurhistorische en archeologische waarden, waaronder ook de objecten met monumentale waarden, opdat deze worden behouden voor de komende generaties. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • • •
Subsidieverordening monumenten (Raad mei 1989/ herziening wordt voorbereid)) Erfgoedplan (Raad mei 2007) Notitie “Archeologiebeleid gemeente Sint-Oedenrode – november 2011” (Raad 15 december 2011) Erfgoedverordening (Raad 29 maart 2012) Nota monumentenzorg Sint-Oedenrode “Inspiratie en Identiteit” (Raad 26 mei 2011)
•
Mutatie: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2013 (Raad oktober 2013)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Ten minste 1 x per jaar een activiteit “Erfgoed beleven” organiseren t.b.v. de jeugd Aantal Erfgoedprojecten (behoud) Behoud van aantallen monumenten.
Toename gemeentelijke monumenten
Realisatie 2011 1
44 Rijks- en; 26 gemeentelijke monumenten 0
(Beeld)kwaliteit gemeentelijke monumenten
2012 Ca. 200 leerlingen
2013 Ca. 200 leerlingen
2014 Ca. 200 leerlingen
3 44 Rijks- en; ca 46 gemeentelijke monumenten 0
3 Nieuwe meting
3 Nieuwe meting
Nieuwe meting
Nieuwe meting Nieuwe meting
Nieuwe meting
- 73 -
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Ten minste 1 x per jaar een activiteit “Erfgoed beleven” organiseren t.b.v. de jeugd Aantal Erfgoedprojecten (behoud) Behoud van aantallen monumenten.
Toename gemeentelijke monumenten
Realisatie 2011 1
42 Rijks- en; 26 gemeentelijke monumenten 0
(Beeld)kwaliteit gemeentelijke monumenten
2012 Ca. 200 leerlingen 3 42 Rijks- en 26 gemeentelijke monumenten 0
Nieuwe meting
2013 Ca. 200 leerlingen
42 Rijks- en 26 gemeentelijke monumenten 1 besluit tot voornemen aanwijzing
Bijstelling 2014 Ca. 200 leerlingen 3 42 Rijks- en; ca 30 gemeentelijke monumenten Nieuwe meting Nieuwe meting
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Beschermen archeologisch bodemarchief • Uitvoering geven aan het door de raad vastgestelde archeologiebeleid bij grondexploitatie, de beoordeling / behandeling van aanvragen om bouwvergunning en de uitvoering van civiel- en/of bouwtechnische werken. Uitvoeren monumentenbeleid • Vervolg actualisering gemeentelijke monumentenlijst (incl. meting (beeld)kwaliteit.
In 2013 zijn 7 archeologische onderzoekslocaties beoordeeld. Alle onderzoekslocaties betroffen locaties van particulieren.
•
Sint Paulusgasthuisjes: Voor 2013 staat de restauratie en groot onderhoud gepland. Voorbehoud: in verband met de afwijzing van subsidieaanvraag 2012 voor het museumgebouw wordt – indien technisch verantwoord - een nieuwe Rijkssubsidieregeling eerst afgewacht en beoordeeld op kansen voor toekenning.
Erfgoedbeleid Uitwerking/vertaling van het vastgestelde erfgoedplan in concrete actieplannen/projecten. De gemeente heeft naast een inhoudelijke ook een faciliterende rol bij de
- 74 -
Gemeld bij 1e BERAP: I.v.m. prioritering deelname1e tender regeling Landschappen van Allure (investeringsvoorstel Kloppend Hart) is de publicatie en start van het project opgeschort naar het 2e kwartaal 2013. Door de Heemkundige kring, Roois Cultureel Erfgoed, leden van de klankbordgroep Erfgoed en het Cuypersgenootschap zijn opgaven gedaan van objecten die mogelijk in aanmerking komen voor nader onderzoek. Deze opgaven zijn beoordeeld in de monumentencommissie. De monumentencommissie stelt een groslijst samen die ter vaststelling aan het college B&W wordt voorgelegd. Dit soort (aanwijzings)processen duren in de regel enige jaren. Eind november is van de Rijksdienst voor Cultureel erfgoed een subsidiebeschikking ontvangen voor onderhoud van het museumdeel. In december 2013 is aan de restauratiearchitect opdracht verstekt voor het opstellen van bestek en begeleiden van de aanbesteding. Uitvoering van de restauratie staat gepland voor de maanden mei t/m december 2014.
totstandkoming van tal van erfgoedprojecten. In 2013 staan gerelateerd aan/met het erfgoedbeleid onderstaande projecten/acties op het programma: • Jaarlijks terugkerend project “cultureel erfgoed beleven”, een educatief project dat in 2007 is opgezet voor de leerlingen van groep vijf van alle basisscholen in Sint-Oedenrode. • Cultuurhistorie gebruiken bij de ruimtelijke planontwikkeling.
• •
•
•
Beoordeling en uitvoeren archeologische onderzoeken (wettelijke taak) Instellen van een verbrede monumenten- of erfgoedcommissie/commissie Ruimtelijke Kwaliteit (doorgeschoven van 2012).
Gebiedsgerichte bescherming Markt en omgeving Knoptoren met als doel branding en versterking van de regionale aantrekkingskracht (speerpunt Rooi(s)e draad). Ontwikkelen cultuurtoerisme in het kader van de samenwerking regio Noordoost Brabant – programma Vitaal Landelijk (thema Vitaal Platteland, Rooi(s)e draad)
Uitgevoerd in april 2013.
In bestemmingsplan Centrum is een erfgoedparagraaf opgenomen. De gebiedsbescherming van de Markt e.o. is hierin planologisch vertaald. In de Rooi(s)e draad herijkt is prominent aandacht voor het lokaal erfgoedbeleid. Zie hiervoor (7 rapportages beoordeeld) Gemeld bij 1e BERAP: Opgemerkt wordt dat vanwege inperking van budget Monumentencommissie (a.g.v. ombuigingen 2012) de middelen voor het instellen van een verbrede monumentencommissie volstrekt ontoereikend zijn. De Raad heeft op 26 september 2013 het gebied Markt en omgeving als beschermd stads-of dorpsgezicht aangewezen. In december is met Rooi Promotie een brainstormsessie georganiseerd waarbij dit item als kans is besproken. In 2013 is de voorbereiding gestart voor het evenement Marget Garden 2014. De gemeenten Schijndel, Veghel en Sint-Oedenrode bezien of dit evenement kan worden benut in het kader van het thema ‘op reis’ voor de Nationale Monumentendag 2014.
5.2.2.03 Sport (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat wilden we bereiken? •
Sportparticipatie behouden of verhogen waarbij speciale aandacht uitgaat naar jeugd en de combinatie onderwijs en sport. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • •
Sportnota “Sportbeleid in beweging” (Raad mei 2000) Actualisatie sportbeleid (Raad mei 2009) Beleidslijn tot verstrekken gemeentegaranties t.b.v. geldleningen instellingen/verenigingen (Raad november 1998) Nota Subsidies Welzijn 2013 (nog opstellen)
- 75 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011 6676 2438/62,5%
Aantal leden sportverenigingen 1a. Minimaal 64 % van aantal jeugdigen in SintOedenrode is actief lid van een sportvereniging 1b. Minimaal 30% van het aantal inwoners van 18 jaar of ouder is lid van een gesubsidieerde sportvereniging 1c. Minimaal 84% van de volwassenen sport op de een of andere manier (sportdeelnameonderzoek)
2009: 84%
2. Minimaal 37% van de basisschoolleerlingen neemt actief deel aan het project Jeugd in Beweging Tevredenheid burger over sportvoorzieningen in de gemeente (Staat van de Gemeente)
34% (558 van 1685) 2008: 8,0 2010: 7,5
2012 6650 60% of meer 30% of meer Nieuwe meting in 2014 37% of meer
2013 60% of meer 30% of meer Nieuwe meting in 2014 37% of meer Nieuwe meting
2014 60% of meer 30% of meer Nieuwe meting in 2014 37% of meer
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal leden sportverenigingen 1a. Minimaal 64 % van aantal jeugdigen in SintOedenrode is actief lid van een sportvereniging 1b. Minimaal 30% van het aantal inwoners van 18 jaar of ouder is lid van een gesubsidieerde sportvereniging 1c. Minimaal 84% van de volwassenen sport op de een of andere manier (sportdeelnameonderzoek)
Realisatie 2011 6676 2438/62,5%
2012 6730 2382/60%
2013 6375 2313/59,3%
-
31,5%
31,5%
2009: 84%
Nieuwe meting in 2014 18% (303 van 1663)
4e kwartaal 2014
2. Minimaal 37% van de basisschoolleerlingen neemt actief deel aan het project Sjors Sportief
34% (558 van 1685)
Tevredenheid burger over sportvoorzieningen in de gemeente (Staat van de Gemeente)
2008: 8,0 2010: 7,5
18% (303 van 1663) (voorlopig) 7,8
Bijstelling 2014 6550 60% of meer 30% of meer Nieuwe meting in 2014 37% of meer Nieuwe meting in 2016
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Sportbeleid Naar aanleiding van actualisatie sportbeleid: • Uitvoering van projectfiches: o stimuleren van multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties o ondersteuning van vrijwilligersbeleid in samenwerking met het vrijwilligerssteunpunt
Lopend, ook in kader accommodatiebeleid
o o o o
afstemming intern sportbeleid door middel van werkgroep sportbeleid aandacht voor verenigingsondersteuning signalen capaciteitsproblemen op orde houden van sportvelden waarbij de kwaliteit van de voorzieningen, ook in de kleine kernen wordt onderkend (thema leefbaarheid, Rooi(s)e draad) - 76 -
Verenigingen worden uitgenodigd voor bijeenkomsten en betrokken bij verstrekken van informatie Komt aan de orde in diverse interne overleggen Punt van aandacht in diverse overleggen Punt van aandacht in diverse overleggen Aandacht ism buitendienst, diverse overleggen met verenigingen, alle beschikbare middelen ingezet, renovatie veld 2 op De Neul. Gesprekken met
•
aandacht schenken aan het geschikt maken van openbare ruimte voor sportief medegebruik (o.a. een veilig verlichte hardlooproute) en evaluatie van de bestaande situatie op sportpark De Neul en of het wenselijk is meer sportvelden op sportparken voor sportief medegebruik open te stellen o uitvoering van aanbevelingen en monitoring van het project Sjors Sportief om zodoende het deelnemersaantal te verhogen o Inzet combinatiefuncties Voortzetting het sportstimuleringsproject Sjors Sportief
•
Continuering versoberde versie Sportgala
o
•
Uitvoering van het in 2007 vastgestelde onderhoudsen renovatieplan sportvelden (beslissing om renovaties uit te voeren wordt elk jaar opnieuw overwogen) en het voorbereiden van een actualisatie op dit gebied • Subsidiering op basis van aantal jeugdleden • Subsidiering van kadertrainingen • Bijdrage in kosten van schoolsporttoernooien • Bijdrage in organisatie van Brabantse en Nederlandse kampioenschappen • Aanbieden van AED en EHBO cursussen aan vrijwilligers sportverenigingen Sportaccommodaties • Accommodatiebeleid: Zie programma 3, gebouwenbeheer. • Het voorzieningenniveau op peil houden • Sportbedrijf: Het doorvoeren van de bezuinigingsopdracht ( verlagen kosten /verhogen inkomsten)
-
De exploitatie van de nieuwe sporthal de Streepen op starten en de bezettingsgraad verhogen
- 77 -
verenigingen over overdracht onderhoud, heeft geresulteerd in afspraken over onderhoud groenstroken Route wordt meegenomen bij opzet padenstructuur Kienhoef (2014)
Aanbevelingen zijn doorgevoerd, effect vooralsnog niet voldoende Is gerealiseerd In de 1e Berap is aangegeven dat de ombuiging niet kon i.vm. 5-jarig contract Sjors sportief. Raming wordt aangepast. (Raming 2014 e.v. wordt in begroting 2014 al gecorrigeerd). Project is voortgezet Gemeld bij 2e BERAP: I.h.k.v. de ombuigingen is werkbudget m.i.v. 2013 geschrapt. Renovatie veld 2 Den Neul
Is gerealiseerd Is gerealiseerd Stopgezet vanaf 2013 ikv ombuigingen
Stopgezet vanaf 2013 ikv ombuigingen
Idem Is gerealiseerd De economische recessie wordt duidelijk merkbaar bij het sportbedrijf. Door een aantal jaren de prijzen te verhogen zijn de sportverenigingen en de individuele sportbeoefenaars terughoudend met het aangaan van verplichtingen. Verenigingen huren minder uren de sportaccommodaties en er moet meer inspanning worden geleverd om de bezetting van de zwemlessen en doelgroepen op peil te houden. De seizoensplanning voor het seizoen 2013-2014 is hierop aangepast. Gemeld bij 2e BERAP: De uitvoeringen van het theaterkoor met succes verlopen. De nieuwe hal is hiervoor prima geschikt. Gebruikers hebben tijdens een seizoensevaluatie hun tevredenheid geuit.
5.2.2.04 Kunst en cultuur (portefeuillehouder: wethouder J. Hendriks)
Wat willen we bereiken? • • •
Actieve en passieve deelname aan culturele activiteiten stimuleren. Creëren voldoende draagvlak onder alle inwoners. Waarborgen deelname en vertrouwd maken jeugd met het culturele aanbod. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotitie:
•
Eindrapport Evaluatie/actualisatie kunst- en cultuurbeleid “Een drieluik. Kunst- en cultuurbeleid in Sint-Oedenrode” (Raad april 2011)
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal deelnemers aan het project Jeugd Creatief ten opzichte van het aantal basisschoolleerlingen Het aantal leden van de bibliotheek ten opzichte van het aantal inwoners (landelijk gemiddelde is 24%) Minimaal 13% van de jeugdigen die lid zijn van een gesubsidieerde culturele vereniging (excl. de culturele instellingen zoals Bibliotheek, MIK, Pieter Brueghel) * Minimaal 16% van de volwassenen die lid zijn van een gesubsidieerde culturele vereniging (excl. de culturele instellingen zoals bibliotheek, MIK, Pieter Brueghel) * Tevredenheid burger over culturele voorzieningen in de gemeente (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 405 van 1685 26,9 Aantal 2438 Aantal gesubs. Jeugdl. 110
??
2012 30%
2013 30%
30% 13%
30% 13% of meer
16%
16% of meer
2008: 7,1 2010: 6,8
2014
Nieuwe meting
* Dit blijkt in de praktijk een onwerkbare indicator – zowel voor wat betreft volwassenen als jeugdigen; verenigingen hoeven over de realisatie geen verantwoording af te leggen. We hebben alleen aanvraaggegevens.
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011 405 van 1685
2012 104 van 1685
2013 23 van 1663 24
26,9
24,88
Minimaal 13% van de jeugdigen die lid zijn van een gesubsidieerde culturele vereniging (excl. de culturele instellingen zoals Bibliotheek, MIK, Pieter Brueghel) *
Aantal 2438 Aantal gesubs. Jeugdl. 110
130 van 3970
Minimaal 16% van de volwassenen die lid zijn van een gesubsidieerde culturele vereniging (excl. de culturele instellingen zoals bibliotheek, MIK, Pieter Brueghel) *
??
549 van 3970
(voorlopig cijfer) Jaarcijfers zijn nog niet bekend Jaarcijfers zijn nog niet bekend
Aantal deelnemers aan het project Jeugd Creatief ten opzichte van het aantal basisschoolleerlingen Het aantal leden van de bibliotheek ten opzichte van het aantal inwoners (landelijk gemiddelde is 24%)
Tevredenheid burger over culturele voorzieningen in de gemeente (Staat van de Gemeente)
2008: 7,1 2010: 6,8
Bijstellin 2014 25% 25% 13% of meer 16% of meer Nieuwe meting in 2016
* Dit blijkt in de praktijk een onwerkbare indicator – zowel voor wat betreft volwassenen als jeugdigen; verenigingen hoeven over de realisatie geen verantwoording af te leggen. We hebben alleen aanvraaggegevens.
- 78 -
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Beleid kunst en cultuur • Uitvoering geven aan het geactualiseerde kunst- en cultuurbeleid o.b.v. aanbevelingen uit het eindrapport Evaluatie/actualisatie kunst- en cultuurbeleid • Continueren versoberd Kunst- en Cultuurgala (na 2011 wordt dit 1 x per twee jaar georganiseerd).
• • •
• •
• • •
Subsidiering van culturele instellingen en verenigingen Continuering van de bibliotheekpunten in Olland, Boskant en Nijnsel. Door middel van structurele subsidiëring invulling geven aan doelstelling cultureel platform t.b.v. afstemming diverse culturele activiteiten in SintOedenrode. Subsidiëring organisatie Culturele Dag (eerstvolgende in 2014) Faciliteren Marktplaats cultuureducatie (incl. Jeugd Creatief)
Inzet combinatiefuncties Voorzieningenniveau op peil houden (doelmatiger (herijking keuze samenstelling) voorzieningenpakket) Aanbieden van AED en EHBO cursussen aan vrijwilligers culturele instellingen
Is gerealiseerd.
Gemeld bij 1e BERAP: In het kader van de ombuigingen is onderzocht om het Kunsten Cultuurgala te combineren met de Culturele Dagen. Hierop is positief gereageerd. Zowel het Kunst- en Cultuurgala als de Culturele Dagen worden dus in 2014 (en niet in 2013) georganiseerd. Is gerealiseerd. Is gerealiseerd. Is gerealiseerd.
Is uitgesteld door de organisatie naar 2015. Gemeld bij 1e BERAP: Correctie ombuiging
werkbudget marktplaats Het gaat hierbij niet om een werkbudget, maar om een co-financieringsregeling, waarbij de gemeente en de provincie allebei de helft betaalden. Deze regeling is m.i.v. 2012 gestopt, waarna het gemeentelijk deel van de subsidie, samengesteld uit verschillende andere posten, behouden blijft voor de marktplaats. Is gerealiseerd. Is gerealiseerd. Is gerealiseerd.
5.2.2.05 Recreatie en toerisme (portefeuillehouder: wethouder C. van Rossum)
Wat willen we bereiken? • •
Het verder stimuleren van de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Sint-Oedenrode. Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van toerisme en recreatie. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities:
• • • •
Kadernotitie Evenementenbeleid (Raad april 2007) Visie Recreatie en Toerisme (Raad december 2007) Beleidsnota “Kampeer- en accommodatiebeleid Sint-Oedenrode 2008-2012” (Raad november 2008) Algemene Plaatselijke Verordening (Raad november 2011)
- 79 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal evenementen per jaar Groei toeristische sector gemiddeld 5% per jaar op basis van het aantal toeristische overnachtingen (0-meting = 77.000 (cijfers 2006) Tevredenheid burger over uitgaan in de gemeente (staat van de gemeente)
Realisatie 2011 155 65.200*
2012 = 155 2011 + 5%
2010: 7,3
2013 = 155 2012+5%
2014
Nieuwe meting
* gegevens Graspol op dit moment niet bekend, aanname van 4000 overnachtingen op basis van forfaitaire berekening, exclusief invloed van ontwikkeling procedures Cambiance
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal evenementen per jaar Groei toeristische sector gemiddeld 5% per jaar op basis van het aantal toeristische overnachtingen (0-meting = 77.000 (cijfers 2006) Tevredenheid burger over uitgaan in de gemeente (staat van de gemeente)
Realisatie 2011 155 69.000
2012 155 65.200
2010: 7,3
2013 102 Gegevens beschikbaar in mei 2014 7,7
Bijstelling 2014 110
Nieuwe meting in 2016
* gegevens Graspol op dit moment niet bekend, aanname van 4000 overnachtingen op basis van forfaitaire berekening, exclusief
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Beleid recreatie en toerisme (onderdeel thema Vitaal Platteland van de Rooi(s)e draad) • Uitvoering geven aan de geformuleerde projectfiches van de, in december 2007, vastgestelde Visie Recreatie en Toerisme, waaronder: o Uitvoering geven aan het kampeer- en accommodatiebeleid 2008-2012 o Het faciliteren van Stichting Rooi Promotie, zoals in voorgaande jaren o Uitvoering geven aan / verdere continuering van accountmanagement R&T (faciliteren ondernemers en organiseren van bedrijfsbezoeken) o Continuering en verdere uitbreiding van de regionale samenwerking met name binnen Nationaal Landschap Het Groene Woud o Realisatie en in stand houden van het Wandelknooppuntensysteem (WKPS) Het Groene Woud • Ondersteunen van initiatieven op gebied van (verblijf)accommodaties • Ondersteunen van initiatieven op het gebied van VAB’s t.b.v. recreatie • Uitvoering geven aan Project Vlagheide • •
Uitvoering geven aan de overeenkomst met de RegioVVV Meierij en Noordoost-Brabant Het benutten van onze rijke cultuur, het erfgoed en het groene karakter van Rooi voor de verdere ontwikkeling - 80 -
Is gerealiseerd
Voor zover van toepassing is dit gerealiseerd Voor zover van toepassing is dit gerealiseerd Project is overgedragen aan particuliere initiatieven Is gerealiseerd Voor zover van toepassing is dit gerealiseerd
• •
van recreatie en toerisme Opstellen van een regionale toeristisch-recreatieve visie met erfgoedkaart (ambtelijk en bestuurlijke kartrekkersrol in de regio). Evalueren van de Visie Recreatie & Toerisme
Evenementenbeleid • Uitvoering geven aan deregulering d.m.v.; o Vergunningvrije evenementen met meldingsplicht. o Meerjarenvergunningen met meldings-plicht. Project Kienehoef • Invulling horecafunctie en bezoekerscentrum Groene Woud inclusief inrichting noordelijk gedeelte van het park
•
Reconstructie Zwembadweg/Bremhorst (inclusief het parkeerterrein en de kruising ter hoogte van de ingang van de camping)
Vastgesteld.
Zoals gemeld in de bestuurlijke planning is dit doorgeschoven naar 2014. Is opgesteld en wordt 1e kwartaal 2014 vastgesteld.
Het voorstel tot herinrichting krediet project Kienehoef is besproken in de Raad van 28 maart 2013, vergunning horecagedeelte is verleend en onherroepelijk, start bouw verwacht in voorjaar 2014, opening eind 2014 De Raad heeft op 26 september 2013 een krediet voor parkeerterrein Kienehoef beschikbaar gesteld.
5.2.2.06 Economische Zaken (portefeuillehouder: wethouder R. Dekkers)
Wat willen we bereiken? • • • • • • • • • • • •
Het behoud, ontwikkelen en verder stimuleren van economische bedrijvigheid in de gemeente. Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van economische zaken. Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: Rapport Kracht (Raad juni 2002) Economisch Actie Programma (Raad april 2007) Notitie oneerlijke concurrentie (B&W november 2007) Terrassenbeleid Sint-Oedenrode (Raad september 2009) Detailhandelsvisie en centrumvisie Sint-Oedenrode (Raad juli 2010) Ruimteplanner / Structuurvisie bedrijventerreinen (Raad oktober 2010) Actualisatie Economisch Actie Programma (B&W mei 2011) Marktverordening (Raad juni 2011) Invoeren Ondernemersfonds (reclamebelasting) ten behoeve van Centrummanagement (principebesluit Raad september 2011 en verordening Raad december 2011) Verordening inzake winkeltijden (Raad april 2012)
- 81 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal arbeidsplaatsen dat wordt ingenomen door de zakelijke dienstverlening (2007: 10,3%) Aantal arbeidsplaatsen per ha bedrijventerrein (begin 2008: 42,4) Aantal startende ondernemers op jaarbasis (2007: 100) Aantal lokale arbeidsplaatsen (2006: >6.000) Tevredenheid burger over het winkelaanbod in de gemeente (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 2010: 8,7% 2010: 40,3
2010: 83 2010: 5.950
2012 = 12,5%
2013 = 12,5%
+ 2,5% tov 0+3 meting >100 >6.400
+ 2,5% tov 0+4 meting >100 >6.400
2008: 7,3 2010: 7,0
2014
Nieuwe meting
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal arbeidsplaatsen dat wordt ingenomen door de zakelijke dienstverlening (2007: 10,3%) Aantal arbeidsplaatsen per ha bedrijventerrein (begin 2008: 42,4) Aantal startende ondernemers op jaarbasis (2007: 100) Aantal lokale arbeidsplaatsen (2006: >6.000) Tevredenheid burger over het winkelaanbod in de gemeente (Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 2010: 8,7%
Bijstelling 2014 12,5%
2013 2012: 11%
2010: 32,2%
2012 2011: 10,5% 2011: 34,8%
2010: 97
2011: 135
2012: 134
+ 2,5% tov 0+4 meting >100
2010: 5.980
2011: 5.940
2012: 6.060
>6.400
7,4
Nieuwe meting in 2016
2008: 7,3 2010: 7,0
2012: 32%
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Beleid Economische Zaken (thema Economie en Ruimtelijke Ontwikkeling van de Rooi(s)e draad) Uitvoering geven aan de geactualiseerde projectfiches uit het Economisch Actie Programma (EAP) Specifiek: • Accountmanagement, middels bedrijfsbe-zoeken en structurele overleggen met de ondernemersverenigingen • Uitvoeren 0+5 meting EZ Barometer • Vergroten van de regionale samenwerking binnen Noordoost Brabant • Afronding openbaar domein Fase 3 (deelgebied 2 en 3 van het project ‘Samen ondernemen in Rooi (revitalisering)
Continue proces
- 82 -
Uitgevoerd Deelname aan de Agri Food Capital/5* regio NOB Gemeld bij 2e BERAP: Als gevolg van een subsidiewijziging (hogere subsidie) en een aanbestedingsvoordeel is ervoor gekozen financiële ruimte binnen het krediet in te zetten voor de verbreding van de Gildenstraat en de revitalisering van de Eimbert. Door deze uitbreiding kon de revitalisering van het gehele bedrijventerrein worden voltooid. Via de RIB is de raad geïnformeerd over deze wijzigingen binnen het project Samen ondernemen in Rooi
(onderdeel revitalisering BT Nijnsel). Met de vaststelling van deze BERAP stemt de Raad impliciet hiermee in en is de rechtmatigheid van deze wijzigingen impliciet geborgd. • • • •
Faciliteren van de ZZP-ers en het Starterscollectief SintOedenrode in de vorm van het Starterscentrum Campus Fioretti (speerpunt Rooi(s)e draad) Uitvoering geven aan het terrassenbeleid SintOedenrode Uitvoering geven aan de resultaten uit de Ruimteplanner/Structuurvisie Bedrijventerreinen (SVB) Uitvoering geven aan activiteitenplan centrumvisie 2011 – 2015 (incl. het faciliteren bij de ontwikkeling van centrummanagement).
- 83 -
Financiële afwikkeling in 2014. Gerealiseerd
Continue proces Continue proces Continue proces
Wat heeft het gekost? Lasten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
Rekening 2012
52202 Erfgoed 52203 Sport 52204 Kunst en Cultuur 52205 Recreatie en toerisme 52206 Economische zaken
236 1.601 1.091
Primitieve begroting 2013 193 1.836 1.096
Begroting na wijziging 2013 249 1.574 998 404
Rekening 2013
376
344
164
161
149
150
1-
Totaal lasten
3.468
3.630
3.374
3.339
35
Begroting na wijziging 2013 5 706 194 70
219 1.609 1.004 357
Verschil begroting/ rekening 2013 30 36647
Baten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
52202 Erfgoed 52203 Sport 52204 Kunst en Cultuur 52205 Recreatie en toerisme 52206 Economische zaken
40 643 191
Primitieve begroting 2013 6 723 211
66
74
44
33
24
25
1-
Totaal baten
985
1.048
999
975
24
2.483
2.582
2.375
2.364
11
Begroting na wijziging 2013 0 87
Saldo voor bestemming
Rekening 2012
Rekening 2013
Verschil begroting/ rekening 2013 05 676 29 204 1069
0
Mutaties reserves
*bedragen x € 1000,-1000,-Rekening 2012 Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve
0 760
Primitieve begroting 2013 0 238
Saldo
760-
238-
1.723
2.344
Saldo na bestemming
- 84 -
Rekening 2013 0 26
Verschil begroting/ rekening 2013 0 61
87-
26-
61-
2.288
2.338
5050-
Toelichting op de cijfers: 52202 Erfgoed (25V)
Onderzoek monumenten De middelen die beschikbaar zijn gesteld voor het onderzoek naar monumenten zijn niet geheel uitgegeven (restant € 19k). Door diverse maatschappelijke partners zijn lijsten opgesteld van objecten die aangewezen zouden kunnen worden als gemeentelijk monument. De monumentencommissie buigt zich over het advies voor het aanbieden van een groslijst. Nadien starten de onderzoeken / beschrijvingen. Reeds eerder is gecommuniceerd dat dit een langdurig proces is, omdat dit moet worden ingepast in de beperkte ambtelijke uren die hiervoor beschikbaar zijn.
Erfgoedbeleid Een aantal erfgoedprojecten zijn op alternatieve wijze gefinancierd (bijdrage derden, subsidies e.d.), hetgeen heeft geresulteerd in een eenmalig voordeel van € 9.769 (sober en doelmatig gebruik). 52203 Sport (65N)
Sportbedrijf In 2013 zijn er nog correctienota’s en afrekeningen gestuurd naar gebruikers die betrekking hebben op voorgaande jaren (€ 10.500). Tevens worden in 2014 bij gebruikers nog kosten in rekening gebracht met betrekking tot 2013 (€ 6.260) (dit was pas bekend na het sluiten van de boeken). De kosten van gas en elektra worden met € 12.700 overschreden, doordat we voor de nieuwe sporthal de Streepen hoge voorschotnota’s hebben betaald (hiervoor verwachten we in 2014 een positieve afrekening). Doordat het aantal lesgroepen is teruggelopen (van 35 in 2012 naar 29 in 2013) zijn de inkomsten uit onderwijs van sportzaal de Kienehoef lager dan geraamd (€ 12.000). Enkele jaren op rij zijn de tarieven verhoogd. We zien nu dat de bezoekersaantallen van het zwembad afnemen (vrijzwemmen -/- 11,5% en leszwemmen -/- € 8,8%). Dit resulteert in minder inkomsten (€ 6.229). Voor de toekomst zijn bovenstaande afwijkingen deels opgelost door de verhoging van de tarieven (verhuur en zwembad) met 5%. Daarnaast komt er een onderzoek naar de toekomstige ontwikkeling van sportzaal de Kienehoef met als doel om te komen tot ombuigingen en zal onderzocht worden of het dalend aantal bezoekers recreatief zwemmen kan leiden tot beperking van het aantal openingsuren recreatief zwemmen of tot reductie van de personele bezetting. Het overige verschil betreft kleine afwijkingen op diverse posten. 52204 Kunst en Cultuur (4V) Geen bijzonderheden. 52205 Recreatie en toerisme (47V) Het restant op het krediet recreatieproject Kienehoef is niet volledig uitgegeven en bedraagt € 42.376 (zie toelichting restantkredieten). Omdat dit krediet via de exploitatie loopt komt het restant op dit product tot uitdrukking. Voorgesteld wordt om het restant over te hevelen naar 2014. 52206 Economische Zaken Geen bijzonderheden.
Mutaties reserves Doordat er in 2013 € 42k minder is uitgegeven op het krediet project Kienehoef, wordt er ook minder onttrokken aan de reserve dan vooraf begroot. Het onderzoek m.b.t. monumenten heeft nog niet plaatsgevonden, hierdoor is onttrekking aan reserves dan ook € 19k lager.
- 85 -
6
Burger en bestuur
Programmadoel Het realiseren van een toegankelijke, klantgerichte en professionele organisatie, die in samenwerking met de inwoners werkt aan passende oplossingen voor de behoeften in de samenleving.
6.1.3.01 Burgerzaken (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat wilden we bereiken? •
De kwaliteit van de gemeentelijke basisadministratie (GBA) moet altijd goed zijn. Burgerzaken is beheerder van de Basisregistratie Personen. Andere gemeentelijke afdelingen zijn vanaf 2010 verplicht om gebruik te maken van de Basisregistratie Personen als zij persoonsgegevens nodig hebben voor het uitvoeren van wettelijke taken.
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal digitaal aangeboden diensten/producten (Totaal, niet alleen burgerzaken) Burger als klant (uit Staat van de gemeente) Zoals oordeel burger over openingstijden, wachttijd enz.
Realisatie 2011 10
2012 +
2008: 7,2 2010: 7,6
2013 +
2014
Nieuwe meting
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Aantal digitaal aangeboden diensten/producten (Totaal, niet alleen burgerzaken) Burger als klant (uit Staat van de gemeente) Zoals oordeel burger over openingstijden, wachttijd enz.
Realisatie 2011
2012
2013
10
73
73
2008: 7,2 2010: 7,6
7,7
Bijstelling 2014
Nieuwe meting in 2016
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
De gemeentelijke basisadministratie (GBA) wordt gekoppeld aan zoveel mogelijk gemeentelijk administraties, waaronder de basisadministratie adressen en gebouwen (BAG). Processen rondom de basisadministraties worden verankerd in de organisatie. Modernisering GBA (afhankelijk van wetgeving)
Alle Centric-koppelingen, waaronder de BAG zijn in voorgaande jaren gemaakt. In 2013 zijn geen nieuwe koppelingen gemaakt.
- 86 -
Operatie BRP (voorheen programma mGBA) werkt, in opdracht van het ministerie van BZK, aan de invoering van de Basisregistratie Personen (BRP). De Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegeven (GBA) verdwijnt, daarvoor in de plaatst komt de Basisregistratie Personen. Ontwikkelingen hierin zijn afhankelijk van de wetgeving.
6.1.3.02 Verkiezingen (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat wilden we bereiken? •
Periodiek vinden verkiezingen plaats. We willen al onze burgers in de gelegenheid stellen hun stem uit te brengen.
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Oordeel burger over invloed als kiezer (uit Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 2008: 5,1 2010: 5,8
2012
2013
Nieuwe meting
2014 Nieuwe meting
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Oordeel burger over invloed als kiezer (uit Staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 2008: 5,1 2010: 5,8
2012 Niet gemeten
2013 5,3
Bijstelling 2014 Nieuwe meting in 2016
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
•
In 2013 zijn geen verkiezingen gehouden.
Voor 2013 zijn geen verkiezingen gepland.
6.3.2.01 Brandweer en rampenbestrijding (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat wilden we bereiken? •
•
Alle inwoners en bezoekers van Sint-Oedenrode hebben recht op een adequate bescherming tegen brand, ongevallen en natuurgeweld. Op het gebied van risicobeheersing willen we daarom vroegtijdige betrokkenheid en een adviserende rol vervullen, zodat fysieke veiligheid wordt meegenomen in keuzes op het gebied van ruimtelijke ordening, bouwen en milieu. Blijven voldoen aan de kwaliteitseisen die worden gesteld aan de brandweer- en rampenbestrijdingsorganisatie zoals die in de Wet op de veiligheidsregio worden vastgelegd.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • •
Regionaal crisisplan deel 1 (Algemeen Bestuur 16 november 2011) Meerjarenbeleidsplan Brandveiligheid en hulpverlening 2005-2008 (beleidsplanperiode is uitgesteld tot de besluitvorming rondom regionalisering (Raad maart 2005) Diverse nota’s i.v.m. regionalisering brandweer (Raad november 2009)
- 87 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Opkomsttijd bij alarmering in spoedeisende gevallen in woongebied binnen 8 minuten Opkomsttijd bij alarmering in spoedeisende gevallen in buitengebied binnen 15 minuten
Realisatie 2011 76%
2012
2013
2014
>80%
>80%
>80%
100%
>80%
>80%
>80%
Realisatie 2011 76%
2012 75%
2013 75%
100%
95%
95%
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Opkomsttijd bij alarmering in spoedeisende gevallen in woongebied binnen 8 minuten Opkomsttijd bij alarmering in spoedeisende gevallen in buitengebied binnen 15 minuten
Bijstelling 2014
Toelichting: Met de Wet op de Veiligheidsregio gelden er andere opkomsttijden. (opkomsttijd = van opnemen 112 t/m aankomst incident) Opkomsttijden liggen tussen de 5 en 10 minuten afhankelijk van de functie/ aard van het gebouw. Dit wordt gewijzigd in een volgende programmabegroting.
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Brandweer Brabant Noord Per 1-1-2011 is de brandweer geregionaliseerd (Brandweer Brabant-Noord). Per district zijn er 3 taken: risicobeheersing, repressie en operationele voorbereiding. De oude taken pro-actie, preventie zijn ondergebracht bij risicobeheersing. Preparatie, nazorg en repressie zijn ondergebracht bij repressie. De burgemeester heeft het opperbevel over brandweer Sint-Oedenrode Rampenbestrijding/crisisbeheersing • Bestuurlijke oefening voor beleidsteam en managementteam
Het Dekkingsplan is vastgesteld. Het dekkingsplan beziet welke brandweerpost het snelst ter plaatse kan zijn (voorbeeld bij een prio 1 melding in Boskant , wordt post Liempde gealarmeerd)
•
Het actueel houden van de draaiboeken
•
Uitvoering geven aan het pva samenwerking district de Meierij. (trainen van de gemeentelijke processen, districtelijk en lokaal).
•
Implementeren regionaal crisisplan.
- 88 -
Gemeld bij 1e BERAP: Met de komst van het Regionaal Crisisplan (nader te noemen RCP) verdwijnt het Managementteam (MT). Voor het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) worden regionaal trainingen verzorgt. Tevens worden opleiding/ training /oefenen voor de cruciale functies regionaal verzorgt. Gemeld bij 2e BERAP: Draaiboeken voor de gemeentelijke processen worden door de regionale expertteams regionaal opgesteld. (De districtelijke (Meierij) draaiboeken hebben als input gediend voor de regionale draaiboeken) De regionale draaiboeken moeten voor 1-4-2014 klaar zijn. Gemeld bij 1e BERAP: Opleiding en trainingen voor de (lokale) gemeentelijke processen worden georganiseerd voor het district de Meierij. Gemeld bij 1e BERAP: Implementatiedatum RCP is 1-4-2013
6.3.2.02 Openbare orde en veiligheid (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat wilden we bereiken? •
Het borgen van duurzame sociale, fysieke en externe veiligheid op de terreinen wonen, werken en recreëren, door middel van effectieve samenwerking van alle verantwoordelijken en lokale partners. Hierdoor ontstaat meer samenhang in beleid en een breder draagvlak voor gemaakte keuzes. Bovendien maakt het vroegtijdig terugdringen en onderkennen van overlast en veiligheidsproblemen eenvoudiger.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • •
Regeling voor het verlichten van brandgangen (Raad januari 1999) Gemeentelijk beleid tot het weren van coffeeshops (nuloptiebeleid) (Raad oktober 1997) Notitie Prostitutiebeleid (Raad september 2000) Nota “Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014” (Raad maart 2012)
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011
2012
2013
2014
idem
Idem
Deelname veiligheidsmonitor NoordBrabant Oordeel inwoners over veiligheid in de buurt
Nulmeting 2009: 7,6 2011: 7.1
Oordeel burger over aandacht gemeente voor verbeteren veiligheid
2009: 7,1 2011: 7,0
Prioriteit Uitvoeringsprogramma:
Oordeel inwoners over veiligheid resp. leefbaarheid in de buurt (Staat van de Gemeente)
Oordeel burger over aandacht gemeente voor verbeteren leefbaarheid en veiligheid (Staat van de Gemeente)
woninginbraken (94) Fietsendiefstal (116) alcoholdrugsmisbruik jongeren < 16 jaar (4) vandalisme (14) 2008: 6,9 2010:7,1 resp. 2008: 7,6 2010: 7,5 2008: 6,3 2010: 6,5
- 89 -
woninginbraken (< 85) Fietsendiefstal (< 100) alcoholdrugsmisbruik jongeren < 16 jaar (4) vandalisme (14)
Nieuwe meting
Nieuwe meting
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011
2012
2013
Oordeel inwoners over veiligheid in de buurt
Nulmeting 2009: 7,6 2011: 7.1
Geen meting geweest
7,1
Oordeel burger over aandacht gemeente voor verbeteren veiligheid
2009: 7,1 2011: 7,0
Geen meting geweest
6,2
woninginbraken (94) Fietsendiefstal (116) alcoholdrugsmisbruik jongeren < 16 jaar (4) vandalisme (14) 2008: 6,9 2010:7,1 resp. 2008: 7,6 2010: 7,5 2008: 6,3 2010: 6,5
woninginbraken (58) Fietsendiefstal (90) alcoholdrugsmisbruik jongeren < 16 jaar (9) vandalisme (11)
idem 74 idem 87
Bijstel ling 2014
Deelname veiligheidsmonitor NoordBrabant
Prioriteit Uitvoeringsprogramma:
Oordeel inwoners over veiligheid resp. leefbaarheid in de buurt (Staat van de Gemeente)
Oordeel burger over aandacht gemeente voor verbeteren leefbaarheid en veiligheid (Staat van de Gemeente)
idem 15 idem 17 7,1 resp. 7,5
6,2
Nieuwe meting in 2016
Nieuwe meting in 2016
Toelichting: Woninginbraken Fietsendiefstal Alcohol- en drugsmisbruik jongeren < 16 jaar vandalisme
Werkelijk 2013 (74) (87) (15) (17)
Geraamd 2013 (55) (80) (4) (9)
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Maatregelen treffen/ prioriteiten stellen op het gebied van integrale veiligheid (IV). Prioriteiten IV uit het uitvoeringsprogramma worden afgestemd met de overige gemeenten die vallen onder politie team Schijndel (Schijndel, SintMichielsgestel en Sint-Oedenrode) . Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de resultaten betreffende de (sociale) veiligheid in de gemeente Sint-Oedenrode, uit de Veiligheidsmonitor 2009/2011 en de dashboardcijfers en het jaarverslag van de politie. De uitwerking van de maatregelen/ prioriteiten vindt plaats aan de hand van de thema-indeling van de methode kernbeleid veiligheid van het VNG. De vijf veiligheidsvelden zijn: veilige woon en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid, integriteit en veiligheid. • Uitwerken jaarlijks uitvoeringsprogramma integrale
Gemeld bij 1e BERAP: Uitvoeringsprogramma
- 90 -
veiligheid 2013
is 15 januari 2013 vastgesteld door het college. Besproken in Voorbereidingscommissie van 24 januari 2013. Gemeld bij 2e BERAP: De raad zal tijdens de thema bijeenkomst van 19-9 a.s hierover worden geïnformeerd. Continu
•
Tussenrapportage / veiligheidsanalyse aan de raad (2e berap)
•
Preventief verstrekken van informatie (voorlichting)
•
Nota integrale veiligheid 2012-2014
•
Deelname aan Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC)
•
Deelname Veiligheidshuis ’s-Hertogenbosch e.o (fusie veiligheidshuizen Zuid-Oost en Brabant-Noord tot veiligheidshuis Oost-Brabant)
Structureel
•
Bij alle aanvragen voor vergunning op grond van drank -en horecawet vindt de BIBOB-toets plaats. Zo nodig wordt hierbij begeleiding/ondersteuning/expertise van RIEC ingezet.
Structureel
•
Vorming van de Nationale politie (Oost-Brabant)
•
Uitwerken kwaliteitscriteria externe veiligheid
•
Coördinatie/ uitwerking interne veiligheid
Gemeld bij 1e BERAP: Ingangsdatum Nationale politie 1-1-2013 Gemeld bij 1e BERAP: Kwaliteitscriteria vastgesteld in het college van 18-12-2012 Structureel
Gemeld bij 1e BERAP: Nota integrale veiligheid is op 29-3-2012 vastgesteld door de gemeenteraad Convenant tot 2014. Hierna een convenant voor jaar (raadsperiode).
6.3.4.01 Handhavingsbeleid en –coördinatie (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat wilden we bereiken? •
Het nalevingsgedrag van wet- en regelgeving van burgers, bedrijven en instellingen verbeteren.
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • •
Integraal handhavingsbeleid 2012-2015 (20 december 2011 vastgesteld door B&W) Integraal Handhavingsprogramma (wordt jaarlijks vastgesteld)
- 91 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens)
Realisatie 2011 1.380
Aantal uit te voeren controles op basis van handhavingsprogramma en ingediende klachten
2012
2013 1.600
2014
1.800
Aantal in te zetten bestuursrechtelijke handhavingsprocedures n.a.v. overtredingen van wet- en regelgeving (vanaf de eerste aanschrijving) - Constatering overtreding - Vooraankondigingen - Sanctiemaatregelen Aantal processen-verbaal Oordeel burger over handhaving regels (staat van de Gemeente)
130 50 30 700 2009: 5,1 2010: 5,8
400 150 40 1500
350 135 30 1400 Nieuwe meting
Toelichting: Voor 2012 en 2013 zijn de gegevens, op basis van de ervaringen van het 1e halfjaar 2011 en het extra budget voor handhaving buitengebied en permanente bewoning recreatiewoningen, bijgesteld.
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal uit te voeren controles op basis van handhavingsprogramma en ingediende klachten Aantal in te zetten bestuursrechtelijke handhavingsprocedures n.a.v. overtredingen van wet- en regelgeving (vanaf de eerste aanschrijving) - Constatering overtreding - Vooraankondigingen - Sanctiemaatregelen Aantal processen-verbaal Oordeel burger over handhaving regels (staat van de Gemeente)
Realisatie 2011 1.380
130 50 30 700 2009: 5,1 2010: 5,8
2012 1.796
260 39 20 2250
2013 1823
245 31 9 1717 6,1
Bijstelling 2014 1200
225 25 15 1200 Nieuwe meting in 20166
Toelichting: In 2013 is er extra inhuur geweest voor controles bestemmingsplan buitengebied. De gemeenteraad had voor dit project incidenteel budget toegekend.
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Het houden van toezicht en handhaving op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het uitvoeren van controles op APV, Wet op de kansspelen, Huisvestingswet- en huisvestingsverordening. Vanaf 2013 het toezicht op de Drank- en Horecawet overnemen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
In 2013 zijn totaal 1823 controles uitgevoerd door het taakveld Handhaving Deze controles zijn verwerkt in bovengenoemd aantal. Gemeld bij 2e BERAP: Regionaal wordt bezien of er mogelijkheden zijn tot opzetten van een BOA-pool om daar toezichthouders uit in te huren. Onze huidige BOA is hiervoor niet bevoegd. Tot op heden zijn er geen middelen beschikbaar voor deze taak. Vanaf 1-7-2014 dient elke gemeente te beschikken over een preventie- en handhavingsplan. Deze moet door de gemeenteraad vastgesteld worden. Er zijn diverse publicaties geweest in de
Het preventief verstrekken van informatie (voorlichting). - 92 -
Mooi Rooi en de website van de gemeente is op het gebied van handhaving verder ontwikkeld. Gemeld bij 2e BERAP: Er wordt vanaf september gewerkt met een digitaal toezichtsysteem. Dit helpt ons bij het monitoren van het toezicht. Gemeld bij 2e BERAP: 17 december 2013 vastgesteld door het college van B&W. Behandeld in de Voorbereidingscommissie van 16 januari 2014. Planning is dat dit vastgesteld wordt door het college van B&W in het eerste kwartaal van 2014. Vervolgens wordt dit ter informatie aangeboden aan de gemeenteraad. Voorstel over aansluiting bij Omgevingsdienst Brabant Noord is besproken in de Raad van 28 maart 2013. Op 2 september is de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) van start gegaan. De dienstverleningsovereenkomst (DVO) moet nog ondertekend worden.
Het doorontwikkelen van de monitoringgegevens.
Uitwerken jaarlijkse handhavingprogramma.
Uitwerken jaarverslag Integrale Handhaving.
Vorming Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) operationeel volgens planning per 1-1-2013.
6.4.5.01 Bestuur/samenwerking (portefeuillehouder: burgemeester P. Maas)
Wat wilden we bereiken? • • • • •
Een slagvaardig en klantgericht bestuur, dat samen met haar burgers invulling geeft aan een uitvoerbaar en meetbaar beleid. Intensieve samenwerking in de regio, zowel bestuurlijk als op het niveau van de bedrijfsvoering. De regeldruk wordt waar mogelijk verminderd. Verbetering dienstverlening. Onze inwoners kunnen met al hun vragen bij het lokale loket in SintOedenrode terecht. De burger krijgt ongeacht het gekozen kanaal (internet, telefoon, baliebezoek of mail) hetzelfde antwoord. Een bijzondere groep is onze jeugd. Wij willen hen uitdrukkelijk betrekken bij de politiek
Het beleid dat we inzetten om dit te realiseren is verwoord in de volgende beleidsnotities: • • • • • • •
Visiedocument “De Rooi(s)e Draad” (2005-2020) (Raad oktober 2005+ evaluatie in 2008) Visiedocument en realisatieplan dienstverlening “Sint-Oedenrode op weg naar 2015” (B&W februari 2009) Uitvoering realisatieplan DVL 2011-2015 (Raad september 2011) Kwaliteitshandvest Dienstverlening Notitie Burgerparticipatie en interactief werken (Raad oktober 2011) Kadernota samenwerking (Raad april 2012) De Rooise Draad versterkt (nog vast te stellen in Raad september 2012)
Mutatie: • Realisatieplan dienstverlening 2014-2018 (Raad oktober 2013)
- 93 -
Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal informatieavonden (meerdere avonden voor één onderwerp telt voor 1) Oordeel burger: ik krijg voldoende terug voor mijn Burger als belastingbetaler (uit Staat van de Gemeente) Aantal producten dat in samenwerking wordt geleverd.
2011
2012
2008: 5,4 2010: 5,7
Nieuwe meting
2
3
2011
2012
??
2013 >9
2014 >9
Nieuwe meting
Wat hebben we bereikt? Resultaatindicator (bron meetgegevens) Aantal informatieavonden (meerdere avonden voor één onderwerp telt voor 1) Oordeel burger: ik krijg voldoende terug voor mijn Burger als belastingbetaler (uit Staat van de Gemeente) Aantal producten dat in samenwerking wordt geleverd.
2013 *
2008: 5,4 2010: 5,7 2
5,3
3
3
Bijstelling 2014 >9
Nieuwe meting in 2016 3
Toelichting: * Aantal wordt niet gemeten.
Wat zouden we daarvoor doen?
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Slagvaardig bestuur - burgerparticipatie (thema samenwerking/participatie Rooi(s)e draad) • Burgers vroegtijdig betrekken bij nieuwe planvorming en nieuw beleid: o Implementatie notitie interactief beleid en Burgerparticipatie o Inzet social media De Rooise Draad versterkt • Implementatie binnen het programma beleid en ontwikkeling in samenwerking met de frisdenkers o Bijgestelde koers op terreinen Vitaal platteland/woningbouw en leefbaarheid/Economie en ruimtelijke ontwikkeling o Doorontwikkeling/uitvoering o Projectenkalender (fiches) o Focus Resultaten benchmark In 2013 wordt weer deelgenomen aan de Staat van de Gemeente. De resultaten worden verwerkt in o.a. de jaarrekening 2013, input bij beleidsevaluaties, input bij ontwikkelen nieuw beleid en de doorontwikkeling van de dienstverlening.
Samenwerking o Samenwerking met (buur)gemeenten in de regio Brabant Noord Oost binnen het Regioperspectief met - 94 -
In 2013 werkten we verder aan de implementatie van de handleiding burgerparticipatie en interactief werken. Social media is daarbij een middel.
We noemen Landschappen van Allure. Zie voorgaande programma’s.
In 2013 is voor de derde maal deelgenomen. Resultaten zijn verwerkt in het onderdeel resultaatindicoren van de jaarrekening 2013. De resultaten zijn samen met de resultaten van de gemeente Schijndel tijdens een persconferentie gepresenteerd. De raad is over de resultaten geïnformeerd per brief van 2 september 2013. In de raad van 19 december 2013 is het voorstel over samenwerking strategische
o
o
als kernpunten: herstructurering bedrijventerreinen, cultuurhistorie en erfgoed en duurzaamheid Samenwerking op gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering binnen Ple1n, waaronder WOZBelastingen-Invordering/ICT/Personeel & Organisatie Verkenning Meierij-samenwerking op basis van notitie “De kunst van het loslaten en vertrouwen”
Samenwerking op het gebied van vergunningverlening/toezicht/handhaving binnen RUD’s o Zie verder paragraaf verbonden partijen. Deregulering o Verordeningen worden als uitgangspunt na maximaal 8 jaar opnieuw beoordeeld. Gedereguleerde verordeningen van de VNG worden hierbij zoveel mogelijk overgenomen. - Gedragscode voor bestuurders - Reglement van orde voor de gemeenteraad o
- Actualisatie verordening burgerparticipatie (burgerinitiatief) - Actualisatie inspraakverordening o
Daarnaast worden pro-actief overige dereguleringsmogelijkheden die aangereikt worden vanuit best practices van andere gemeenten resp. de Kamer van Koophandel, aangegrepen. Het SIRA-rapport (september 2008), het realisatieplan Dienstverlening en het bewijs van goede dienst (2010) dient hierbij als onderlegger.
Digitale dienstverlening In 2015 is de gemeente het loket voor alle overheidslagen. Hiervoor is het visiedocument en het realisatieplan Dienstverlening opgesteld. Het jaar 2013 is het jaar van de samenwerking. Uitvoering realisatieplan Dienstverlening
o Zie verder de paragraaf dienstverlening Jeugd en politiek o Jaarlijks vindt organisatie van een Politieke Jongerendag plaats. De jeugdraadsvergadering maakt onderdeel uit van deze dag. Bedrijfsvoering: zie paragraaf Bedrijfsvoering. Economische crisis / ombuigingen: zie paragraaf Ombuigingen Pro-actieve/periodieke terugkoppeling naar raad via Beraps
- 95 -
agenda en bestuursopdracht 5-sterrenregio Noordoost-Brabant behandeld. Idem. Zie verder paragraaf verbonden partijen. De Raad heeft in zijn vergadering van 31 januari 2013 ingestemd met het voorstel tot vaststelling van de uitgangspunten van de discussienota Intergemeentelijke samenwerking Meierij. Zie verder paragraaf verbonden partijen. Voorstel over aansluiting bij Omgevingsdienst Brabant Noord is besproken in de Raad van 28 maart 2013. Zie verder de paragraaf verbonden partijen.
De “Gedragscode voor polititieke ambtsdragers” is vastgesteld in de Raad van 28 november 2013. De Raad heeft op 28 maart 2013 in gestemd met het voorstel over aanpassing Reglement van Orde. Is in de bestuurlijke planning doorgeschoven naar 2014. Is in de bestuurlijke planning doorgeschoven naar 2014. Ook in 2013 zijn er op dereguleringsgebied stappen gezet: - actualisatieproces van de verordeningen is gecontinueerd - evaluatie welstandsbeleid is in 2013 opgestart - evaluatie evenementenbeleid is opgestart in 2013 Zie hierna.
Bij de 2e BERAP is uitvoerig gerapporteerd over de uitvoering van het realisatieplan Dienstverlening. Op 31 oktober 2013 heeft de Raad ingestemd met het aangepaste realisatieplan Dienstverlening 2014-2018. Zie verder de paragraaf dienstverlening. Gemeld bij 2e BERAP: Dit jaar zal er geen politieke jongerendag plaatsvinden. zie paragraaf Bedrijfsvoering Bij BERAP’s is gerapporteerd over de ombuigingen. Zie verder paragraaf ombuigingen. In 2013 zijn 2 BERAP’s uitgebracht (Raad van mei en oktober 2013).
Wat heeft het gekost? Lasten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
Rekening 2013
666 2
Begroting na wijziging 2013 666 2
643 22
634 2
31 0
1.387
925
908
817
91
241
247
253
251
2
430
257
431
320
110
1.740 64 12 457 0 1.975 436
1.477 65 13 431 0 38 9
1.591 66 13 445 0 877 9
1.567 63 9 574 0 1.212 176
25 3 3 1290 334167-
7.406
4.128
5.260
5.624
364-
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
Rekening 2013
344 0
338 0
Begroting na wijziging 2013 338 0
287 0
51 0
377
0
0
4
4-
12
10
10
10
0
61301 Burgerzaken 61302 Verkiezingen 63201 Brandweer en rampenbestrijding 63202 Openbare orde en veiligheid 63401 Handhavingsbeleid en coördinatie 64501 Bestuur/ samenwerking 65101 Archief 65102 Algemene uitkering 65103 Belastingen en rechten 65104 Deelnemingen 65106 Exploitatieresultaat 69999 Financiering
Totaal lasten
Verschil begroting/ rekening 2013
Baten (x € 1000,-1000,--) --) Producten
Verschil begroting/ rekening 2013
61301 Burgerzaken 61302 Verkiezingen 63201 Brandweer en rampenbestrijding 63202 Openbare orde en veiligheid 63401 Handhavingsbeleid en coördinatie 64501 Bestuur/ samenwerking 65101 Archief 65102 Algemene uitkering 65103 Belastingen en rechten 65104 Deelnemingen 65106 Exploitatieresultaat 69999 Financiering
67
7
30
42
12-
5 0 13.401 3.415 112 524 479
40 0 13.008 3.558 148 56 400
1 0 13.101 3.898 131 290 400
9 0 13.041 4.040 131 469 381
80 61 1420 17819
Totaal baten
18.735
17.566
18.200
18.413
213-
12.78912.789-
151151-
Saldo voor bestemming
11.32911.329 -
13.43813.438-
- 96 -
12.94012.940-
Mutaties reserves *bedragen x € 1000,-1000,-Rekening 2012
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve
Saldo Saldo na bestemming
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijziging 2013
Rekening 2013
1.614 1.172
0 296
687 1.189
725 1.107
Verschil begroting/ rekening 2013 3882
442
296-
-502
382-
120-
10.88710.887-
13.73413.734-
13.44213.442-
13.17113.171-
271271-
Toelichting op de cijfers: 63101 Burgerzaken (20N) Hier is sprake van lagere inhuurkosten 8k minder drukwerk 7k en een incidenteel voordeel op ID verrekening uit voorgaand jaar 8k. Hiertegenover staan minder opbrengsten GBA uittreksels 4k minder huwelijken 6k minder rijbewijzen 12k. Daarnaast is de begrote stelpost legesopbrengsten, die voor de gehele organisatie is bedoeld van 20k hier niet gehaald. (bij onder andere leges Drank en Horecawet en bouwleges is er wel sprake van meeropbrengsten). 63102 Verkiezingen Geen bijzonderheden. 63201 Brandweer en rampenbestrijding (95V) Hier is sprake van een aanzienlijke onderbesteding als gevolg van incidentele voordelen. Zo zijn de niet begrote uitkeringen BDUR via de veiligheidsregio 16k de compensabele BTW 48k den de uitkeringen uit het resultaat 2012 van de brandweer en de Gemeenschappelijke meldkamer over 2012 28k hier de grootste veroorzakers van. 63202: Openbare orde en veiligheid (2 V) Geen bijzonderheden.
63401 Handhavingsbeleid en coördinatie (122 V) De onderbesteding op de lasten is veroorzaakt door minder inhuur Bestemmingsplan Buitengebied 50k geen besteding op het budget handhaving permanente bewoning recreatiewoningen 50k minder advieskosten 10k. In de voorgestelde resultaatbestemming wordt gevraagd deze middelen 100k over te hevelen naar 2014. Tenslotte leiden de hogere boetes door de Boa’s tot meerinkomsten van 12k. 64501 Bestuur (37V) Hier is sprake van onderbesteding op de posten van de raad 8k, college 7k, daarnaast is minder aan de samenwerking Ple1n (14k) benodigd geweest. 65101 Archief (3 V) Geen bijzonderheden 65102 Algemene uitkering (58 N) Het tekort bij de algemene uitkering wordt met name veroorzaakt doordat de septembercirculaire en decembercirculaire niet zijn vertaald in de begroting 2013. Dit omdat deze circulaires zijn ontvangen na het laatste bijsturingsmoment, namelijk de 2e BERAP. Daarnaast hebben zich een aantal negatieve verrekeningen voorgedaan over de jaren 2011 en 2012. Dit in verband met aanpassingen in de diverse maatstaven over deze jaren. 65103 Belastingen en rechten (13 V) Hogere gerealiseerde baten OZB vermeerderd met aanmaningskosten (22k) per saldo 155k. Hogere baten - 97 -
zijn gerealiseerd, omdat correcties nog correctie-aanslagen zijn verstuurd over voorgaande jaren (133k). Lagere baten zijn gerealiseerd voor reclamebelasting en toeristenbelasting (14k) . De hogere lasten heeft te maken met een administratieve verwerking van de overheadkosten Ple1n Belastingen. De bijdrage is in 2013 begrotingstechnisch nog niet inclusief overheadkosten begroot. Hiertegenover staat een even groot voordeel op het saldo kostenplaatsen (118k) . Daarnaast zijn er lagere lasten i.v.m. jaarrekeningresultaat belastingen (17k), hogere lasten i.vm. BAG (11k). 65104 Deelnemingen Geen bijzonderheden. 65106 Exploitatieresultaat (151N): Op het product Exploitatieresultaat begroten en boeken we het saldo van de jaarrekening na bestemming. Het saldo was begroot op € 409.000,-- negatief en het werkelijke resultaat is € 100.000,-- negatief. Financieel technisch wordt dit positieve verschil als last geboekt, zodat de administratie sluitend is. Het resultaat na bestemming verklaard hierdoor een nadeel van € 309.000,--. De werkelijk betaalde rente voor langlopende leningen is 80k minder, omdat de begrote geldlening niet is afgesloten. De niet begrote transitorische rente laat een voordeel zien van 46k. In totaal 126k. Binnen de kostenplaatsen vindt verantwoording van de samenwerking ple1n plaats voor I&A en P&O en de doorberekende overheadkosten ple1n. Deze hebben per saldo een voordeel. Dit bestaat voor I&A en P&O uit het rekeningresultaat 2013 van 94k en voor overheadkosten 118k (staat tegenover het nadeel genoemd bij 65103 belastingen en rechten). De interne kostenplaatsen hebben in totaal een voordelig resultaat van 67k. Verder zijn er financieel technische verschillen op stelposten, minder doorberekende uren t.o.v. begroot voor werken derden, minder doorberekende rente-inkomsten van investeringen. De lagere doorberekende rente-inkomsten van investeringen betreft investeringen, waarvan de rente gedekt wordt door tarieven en/of reserves. Doordat investeringen later worden afgesloten kunnen ook geen rente-inkomsten worden doorberekend. Daartegenover staan ook lagere rentelasten bij de producten die o.a. doorberekend worden in de tarieven. Hierdoor is o.a. de toevoeging aan de reserve egalisatie rioolrechten aanzienlijk hoger dan geraamd (zie ook toelichting bij programma 4). Bij de saldobestemming wordt voorgesteld van het resultaat van 38k van ple1n P&O 2013 19k te behouden voor 2014 i.v.m. implementatie werkkostenregeling en eHRM. Voor het individueel loopbaan budget is voor de jaren 2013 tot en met 2015 een bedrag van € 15k beschikbaar gesteld. Het restant wat in 2013 nog niet is uitgegeven wordt voorgesteld te behouden voor 2014 i.v.m. de aard van de regeling (€ 14,5k). Voor implementatie Verseon en BHIC wordt ingehuurd, dit loopt door naar 2014, zodat voorgesteld wordt de middelen over te hevelen naar 2014 (28k), tevens wordt de accountant ingehuurd voor afronding IC 2013 € 16k). 69999 Financiering (186N): De hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren wordt bepaald aan de hand van de openstaande nota’s per 31 december. In 2013 is € 74.000,-- toegevoegd. De grondexploitaties staan voor een bepaalde waarde op de balans. De rente die deze waarde oplevert wordt begroot. In werkelijkheid bleek deze waarde lager dan vooraf geraamd, waardoor er ook minder rente kan worden toegerekend. Het nadeel voor het resultaat is € 99.000,--. De rente voor kortlopende leningen is € 11.000,-- hoger dan begroot.
Mutaties reserves re serves De lagere onttrekkingen van 82k bestaan uit lagere aanloopkosten Ple1n i.v.m. latere uitvoering van werkzaamheden (19k), lagere lasten voor de incidentele besteding handhaving bestemmingsplan buitengebied en permanente huisvesting recreatiewoningen i.v.m. uitgestelde uitvoering (101k) en een hogere onttrekking omdat de resultaatbestemmingen 2012 onderzoek monumenten en bijzondere controles niet hebben plaatsgevonden (38k). Tegenover deze laatste onttrekking staat een hogere toevoeging aan de algemene reserve – bufferfunctie (38k).
- 98 -
Verplichte paragrafen
- 99 -
Paragraaf A – Lokale heffingen Inleiding De paragraaf “Lokale heffingen” is voorgeschreven in artikel 10 van het “Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). Als gevolg van deze bepaling dient de paragraaf ten minste te bevatten: • De werkelijke opbrengsten afgezet tegen de geraamde opbrengsten (na wijziging); • Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; • Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; • Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. De lokale heffingen kunnen worden verdeeld in drie categorieën, te weten: • Belastingen Heffingen die door de overheid worden opgelegd, zonder dat daar voor de belastingbetaler een individuele aanwijsbare prestatie tegenover staat. Belastingplichtigen hebben feitelijk geen keuzemogelijkheid. • Retributies Betaling aan de overheid voor een door de overheid individueel geleverde specifieke overheidsprestatie. De retributie is gebaseerd op het profijtbeginsel (iemand die meer van de overheid profiteert, betaalt een hogere bijdrage). • ‘Privaatrechtelijke’ heffing De gemeente handelt bij de uitvoering van deze niet-specifieke overheidstaak als een particulier persoon of bedrijf. Deze heffingen zoals marktgelden en brandweerrechten behoren categorisch niet tot de woonlasten. Het jaarlijks vaststellen van de tarieven geschiedt overigens wel per verordening. Het pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat in Sint-Oedenrode uit een zestal heffingen. De verordeningen voor het belastingjaar 2013 zijn vastgesteld in de raadsvergadering van 20 december 2012, met dien verstande dat in de raadsvergadering van 31 januari 2013 de 1e wijziging van de verordening onroerende zaakbelastingen 2013 is vastgesteld. Algemeen Bij de lokale heffingen dient onderscheid gemaakt te worden in heffingen die vallen onder de algemene dekkingsmiddelen en heffingen die daar niet onder vallen. Bij de eerste groep moet gedacht worden aan de onroerende zaakbelasting en de toeristenbelasting. Bij de tweede groep moet gedacht worden aan de rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges die maximaal 100%-kostendekkend mogen zijn. In deze paragraaf wordt in hoofdlijnen nader ingegaan op de gemeentelijke belastingen en heffingen. Overzicht opbrengsten In de onderstaande tabel zijn de werkelijke opbrengsten van de diverse belastingen van de afgelopen jaren weergegeven: Werkelijke opbrengsten
2010
2011
2012
2013
Onroerende Zaakbelasting
3.043,6
3.106,3
3.184,6
3.912,5
Toeristenbelasting
45,0
45,0
52,4
58,1
Afvalstoffenheffing
1.283,9
1.361,4
1.348,7
1.268,5
Rioolheffing
1.353,8
1.287,8
1.232,0
1.217,8
Marktgelden
11,4
10,8
9,6
8,4
Brandweerrechten
0,6
0,0
0,0
0,0
51,0
47,3
5.878,3
6.512,6
(x € 1.000)
Reclamebelasting Totaal
5.738,3
5.811,3
- 100 -
Toelichting per belastingsoort Onroerende Zaakbelastingen (OZB) Doel van belasting/heffing De onroerende zaakbelasting dient als algemeen dekkingsmiddel. De opbrengst is dus vrij besteedbaar (tegenover de belastingopbrengsten staan geen specifieke/geoormerkte uitgaven). Wie is belastingplichtig De OZB wordt geheven van 1. de eigenaren van alle woningen en 2. de eigenaren en gebruikers van alle niet woningen (i.c. bedrijfspanden, boerderijen met agrarisch bedrijf, overige gebouwen en onbebouwde stukken grond niet zijnde cultuurgrond) binnen de gemeentegrenzen. Grondslag van de heffing De grondslag voor de heffing is de WOZ-waarde (waarde volgens de Wet Waardering Onroerende Zaken). De tarieven voor de OZB zijn afhankelijk van de op grond van de WOZ getaxeerde waarden en de in de begroting opgenomen te realiseren opbrengst. Vanaf het jaar 2007 worden de WOZ-waarden jaarlijks vastgesteld. De waarden voor het belastingjaar 2013 zijn met waardepeildatum 1 januari 2012 vastgesteld. Tarieven Met ingang van 1 januari 2008 kunnen de gemeenten de tarieven zelf bepalen zonder rekening te houden met door het Rijk vastgestelde maximale tarieven. Hier staat wel tegenover dat met ingang van genoemde datum door het Rijk een macronorm wordt gehanteerd. De macronorm heeft tot doel om de collectieve lastendruk vast te leggen. Voor het jaar 2013 is de macronorm 3,0% (in 2012 was deze 3,75%). Bij de vaststelling van de tarieven 2013 was uitgangspunt een stijging van de totale belastingdruk met 2%. In het kader van de ombuigingen is rekening gehouden met een extra verhoging van de opbrengst OZB van € 336.800,--. Tezamen betekent dit een totale verhoging van de opbrengst OZB van afgerond 17%. De gewenste verhoging van de totale opbrengst van de OZB en de daling van de totale waarde heeft tot gevolg dat in vergelijking tot 2012 de tarieven voor niet-woningen verhoogd worden met 21,90% en voor woningen met 22,95%. Onderstaand een overzicht van de tarieven van de afgelopen jaren. Voor de OZB worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen, waarbij voor niet-woningen onderscheid wordt gemaakt in eigenaar en gebruiker. De tarieven zijn gebaseerd op een % van de WOZ-waarde. 2010
2011
2012
2013
Gebruikers niet woningen
0,1004%
0,1039%
0,1065%
0,1298%
Eigenaren woningen
0,0873%
0,0923%
0,0963%
0,1184%
Eigenaren niet woningen
0,1279%
0,1324%
0,1357%
0,1654%
De Wet WOZ heeft als systematiek te werken conform waardepeildata en tijdvakken. Voor ieder tijdvak worden de waarden van alle onroerende zaken opnieuw vastgesteld naar een nieuwe waardepeildatum. De volgende waardepeildata en tijdvakken zijn van belang geweest bij het verloop van de tarieven: o Waardepeildatum 1-1-2009 tijdvak 2010 o Waardepeildatum 1-1-2010 tijdvak 2011 o Waardepeildatum 1-1-2011 tijdvak 2012 o Waardepeildatum 1-1-2012 tijdvak 2013 Opbrengst 2013 Bij raadsbesluit van 31 januari 2013 (1e wijziging verordening onroerende zaakbelastingen 2013) zijn de definitieve tarieven 2013 vastgesteld op basis van een totaal te realiseren opbrengst (eigenaren en gebruikers) van € 3.778.846,00. 3.778.846,00 De uiteindelijke opbrengst in 2013 bedraagt € 3.912.458,00. In vergelijking tot de raming dus een meeropbrengst van circa 3,5%. De hogere opbrengst wordt met name veroorzaakt doordat correctie-aanslagen zijn verstuurd over voorgaande jaren.
- 101 -
Toeristenbelasting Toeristenbelasting Doel van belasting/heffing De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel en als een bijdrage in de kosten van voorzieningen die de gemeente heeft getroffen in de recreatief-toeristische sfeer. Wie is belastingplichtig De belastingplichtige is die persoon die verblijft (overnacht) in de gemeente Sint-Oedenrode zonder in het bevolkingsregister van de gemeente Sint-Oedenrode te zijn opgenomen. Deze belasting wordt geheven bij de recreatieondernemers. Grondslag van de heffing Op grond van de verordening is per persoon per overnachting een bedrag verschuldigd. In bepaalde situaties kan de recreatieondernemer kiezen voor een forfaitaire tariefstelling. Tarieven Naast de trendmatige verhoging van 2% is, in het kader van de ombuigingen in de begroting 2013 voorzien in een extra verhoging van 5%. Toeristenbelasting
2010
2011
2012
2013
Tarief per overnachting
0,97
0,99
1,00
1,07
Opbrengst 2013 De werkelijke opbrengst 2013 ad € 58.129,46 blijft iets achter bij de raming van € 64.800,00. Dit wordt met name veroorzaakt door een daling van het aantal overnachtingen. Afvalstoffenheffing Doel van belasting/heffing Op grond van de wet milieubeheer is de gemeente verplicht tot het inzamelen van afval bij de huishoudens. Ter dekking van de kosten kan afvalstoffenheffing worden geheven, hierbij is het niet van belang of men daadwerkelijk gebruik maakt van deze dienstverlening. De opbrengst van de afvalstoffenheffing wordt specifiek benut ter dekking van de uitgaven voor het verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen. Bij de invoering van het BTW-compensatiefonds is besloten om toe te staan dat bij de berekening van de tarieven uitgegaan wordt van de uitgaven inclusief de declarabele BTW. Wie is belastingplichtig De gebruiker van een perceel waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan is belastingplichtig. Grondslag van de heffing Het aantal ledigingen per perceel en het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen van een perceel wordt, naast een vast bedrag per perceel, aangemerkt als maatstaf van heffing. Tarieven Ten aanzien van deze heffing is het volgende beleid vastgesteld: • Handhaven van 100% kostendekking in 2013; • Eventuele kosten (exploitatie- en investeringslasten) die in enig jaar worden begroot volledig door te berekenen in het tarief van datzelfde jaar; • In de jaren dat geen volledige kostendekking is bereikt voor het bedrag van het tekort te beschikken over de egalisatiereserve afvalstoffenheffing. Evenzo wordt een eventueel overschot toegevoegd aan de egalisatiereserve. Opbrengst 2013 Conform het voorstel bij de begroting werd het tarief voor 2013 bij raadsbesluit van 20 december 2012 vastgesteld op een totaal te realiseren opbrengst van € 1.347.813,00. 1.347.813,00 De uiteindelijke opbrengst bedraagt € 1.268.505,33. 1.268.505,33 - 102 -
Per saldo is, mede omdat de opbrengsten lager zijn, er sprake van een tekort van € 22.822,80. Dit bedrag is onttrokken aan de egalisatiereserve. Afvalstoffenheffing
2010
2011
2012
2013
Vastrecht per jaar
109,80
113,52
105,00
102,00
Ledigen van een restafvalcontainer, per lediging
1,00
1,00
1,00
2,00
Ledigen van een gft-afvalcontainer, per lediging
1,00
1,00
1,00
2,00
Voor het restafval, per kilogram
0,15
0,16
0,18
0,18
Voor het gft-afval, per kilogram
0,15
0,16
0,15
0,00
Verzamelcontainer: per kilogram aangeboden afval
0,17
0,18
0,19
0,19
Gemiddeld per woonruimte
202,30
201,90
201,90
191,50
Overige informatie Het vastrecht van de afvalstoffenheffing is tegelijkertijd opgelegd met de aanslagen OZB en rioolheffing 2013. De aanslagen voor het variabele deel (kilo’s en ledigingen) worden na afloop van het jaar 2013 opgelegd. De aanslagen variabele deel 2013 zijn opgelegd met de dagtekening eind februari 2014. De exploitatie van afvalinzameling en –verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ziet er als volgt uit:
Jaar
Lasten incl. BTW
Baten
Mutatie in de egalisatiereserve
2008
1.371.526
1.284.609
-/- 86.917
2009
1.343.941
1.213.076
-/- 130.865
2010
1.252.016
1.283.870
31.854
2011
1.282.938
1.361.361
78.423
2012
1.286.428
1.348.672
62.244
2013
1.291.328
1.268.505
-/- 22.823
Het tekort aan inkomsten is ontstaan doordat voor restafval aanzienlijk minder is ingezameld dan in 2012. Voor GFT afval is meer ingezameld dan in 2012, maar de heffing hiervan is gratis. Tegenover deze betere afvalscheiding staat de reductie in de kosten. Daarnaast hebben we een naheffing voor de inzameling van huishoudelijk afval verzamelcontainers in 2013 gekregen. Rioolheffing Doel van belasting/heffing Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken in werking getreden. Als gevolg hiervan heeft de gemeente naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater ook een regenwaterzorgplicht en een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen. Als gevolg hiervan diende uiterlijk per 1 januari 2010 gekomen te worden tot een rioolheffing. Voor het belastingjaar 2010 is gekozen voor een ‘technische’ aanpassing van de verordening en is aangesloten bij de werkwijze en kostenverhaal overeenkomstig het rioolafvoerrecht. De totale opbrengst mag niet hoger zijn dan de kosten (maximaal 100%-kostendekking). Bij de invoering van het BTW-compensatiefonds is besloten om toe te staan dat bij de berekening van de tarieven uitgegaan wordt van de uitgaven inclusief de declarabele BTW.
- 103 -
Wie is belastingplichtig Belastingplichtig is de gebruiker van een rioolaansluiting die via deze aansluiting afvalwater loost op de gemeentelijke riolering. Grondslag van de heffing Door de gemeente Sint-Oedenrode wordt uitgegaan van een differentiatie tussen woningen en nietwoningen. Voor woningen is het tarief gebaseerd op het aantal personen en voor niet-woningen op het waterverbruik (in principe wordt hierbij de hoeveelheid afgevoerd water gelijk gesteld aan de hoeveelheid afgenomen water en opgepompt water). Met ingang van het belastingjaar 2012 wordt uitgegaan van een verdere differentiatie van niet-woningen met een waterverbruik van 1 t/m 500 m3; onderverdeling in tariefgroep 1 t/m 250 m3 (tarief gelijk aan 2 persoonshuishouden) en tariefgroep van 251 t/m 500 m3 (tarief gelijk aan 3- of meerpersoonshuishouden). Tarieven Ten aanzien van deze heffing is het volgende beleid vastgesteld: • Handhaven van 100% kostendekking in 2013; • Het beleid ten aanzien van de rioolheffing is dat in ieder geval de kapitaallasten van nieuwe investeringen en de hogere exploitatielasten in de tarieven worden doorberekend in het jaar waarin op grond van de investeringsplanning de uitvoering hiervan is voorzien; • In de jaren dat geen volledige kostendekking is bereikt voor het bedrag van het tekort te beschikken over de egalisatiereserve rioolheffing. Dit is uiteraard ook van toepassing op een eventueel overschot. Rioolheffing Tarief voor een eigendom dat uitsluitend dient tot gezinswoning en bewoond wordt door: Één persoon
2010
2011
2012
2013
88,44
86,76
83,52
84,00
Twee personen
155,40
152,52
146,76
147,00
Drie of meer personen
222,96
218,76
210,48
210,00
2011
2012
2013
Tarief voor eigendommen, die niet behoren tot de categorie gezinswoning, gebaseerd op de hoeveelheid afvalwater (tarief voor bedrijven): 1 t/m 250 m3
218.76
146.76
147,00
251 t/m
500 m3
218.76
210,48
210,00
501 t/m 1.000 m3
218,76
210,48
210,00
Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 500 m3
186,24
179,16
178,80
1.149,96
1.106,28
1.104,00
101,64
97,80
97,80
3.182,76
3.062,28
3.060,00
81,48
78,48
78,00
5.627,16
5.416,68
5.400,00
62,52
60,12
60,00
8.127,96
7.821,48
7.800,00
31,20
30,00
30,00
1.001 t/m 3.000 m3 Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 1.000 m3 3.001 t/m 6.000 m3 Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 3.000 m3 6.001 t/m 10.000 m3 Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 6.000 m3 10.001 m3 of meer Vermeerderd voor elke 100 m3 boven 10.000 m3
- 104 -
Opbrengst 2013 Conform het voorstel bij de begroting is het tarief voor 2013 bij raadsbesluit van 20 december 2012 vastgesteld op een totaalraming van € 1.226.400,00. De uiteindelijke opbrengst in het jaar 2013 bedraagt € 1.217.773,68. De exploitatie van de riolering ziet er als volgt uit:
Jaar
Lasten incl. BTW
Baten
Mutatie egalisatiereserve
Gemiddeld tarief
2006
1.122.887
984.053
-/- 33.605
149,65
2007
1.196.768
1.142.050
-/- 54.718
173,60
2008
1.159.707
1.202.574
+ 42.867
176,10
2009
1.123.176
1.321.563
+198.387
186,50
2010
1.241.386
1.353.816
+112.430
186,50
2011
1.120.934
1.287.847
+166.913
183,00
2012
1.081.228
1.231.967
+150.739
2013
1.096.667
1.217.774
+121.107
Op basis van bovenstaand overzicht blijkt dat in het jaar 2013 een bedrag van € 121.107,-- wordt toegevoegd aan de egalisatiereserve rioolheffing. Het saldo van de egalisatiereserve per 31 december 2013 bedraagt afgerond € 670.000,--. De hoogte van deze reserve fluctueert zoals aangegeven in het actuele gemeentelijk rioleringsplan. Overige informatie De aanslagen rioolheffing worden tegelijkertijd opgelegd met de aanslagen OZB en afvalstoffenheffing en reinigingsrecht.
Reclamebelasting Doel van belasting/heffing Met ingang van 1 januari 2012 is de verordening reclamebelasting ingevoerd. De reclamebelasting betreft een algemeen dekkingsmiddel en het staat de gemeente vrij op welke wijze men deze wenst te besteden. Bij het invoeren van de reclamebelasting is als uitgangspunt gehanteerd dat de opbrengst minus de perceptiekosten wordt gebruikt voor de voeding van een ondernemersfonds. Het ondernemersfonds wordt beheerd door het centrummanagement. Wie is belastingplichtig Deze verordening is van toepassing binnen het centrumgebied van de gemeente Sint-Oedenrode. De reclamebelasting wordt geheven bij wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen. Opbrengst 2013 Voor reclamebelasting is in de begroting 2013 een bedrag opgenomen van € 54.000,--. In totaal is in 2013 een bedrag van € 47.350,-- ontvangen. In verband met toekenning van een aantal bezwaarschriften uit 2012 is het gehele bedrag niet gerealiseerd.
- 105 -
Rechten/Leges Doel van belasting/heffing Rechten/leges zijn vergoedingen die de gemeente vraagt voor het gebruik maken of het genot hebben van een door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte dienst. Sprake dient te zijn van een individueel bewezen dienst. Er mag bij de heffing van leges geen winst worden gemaakt (maximaal 100% kostendekking), met dien verstande dat hierbij gekeken wordt naar de in één verordening geregelde leges. In het algemeen wordt door de gemeente Sint-Oedenrode het uitgangspunt van 100%-kostendekking gehanteerd. Tarieven De tarieven voor leges zijn opgenomen in de legesverordening 2013 die bij raadsbesluit van 20 december 2012 is vastgesteld. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de geraamde en de werkelijk ontvangen leges in 2013. Legesopbrengsten
Raming
Leges drank- en horecawet
Gerealiseerd Gerealise erd
2.670
15.182
Leges huwelijksrechten
46.590
40.756
Leges reisdocumenten
88.000
90.821
Leges rijbewijzen
51.760
40.053
Eigen verklaringen
10.350
8.088
295
1.066
Standplaats-, ventvergunningen e.d.
3.105
2.135
Leges evenementenvergunningen
3.615
2.805
Gehandicaptenparkeerkaart
3.810
4.135
525.590
555.113
Wet op de kansspelen
Leges bouwvergunningen
Kwijtschelding De gemeente is op grond van de Invorderingswet 1990 bevoegd om kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen te verlenen. Door de gemeenteraad is besloten dat kwijtschelding kan worden aangevraagd voor de onroerende zaakbelasting, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing, met dien verstande dat voor de afvalstoffenheffing jaarlijks op basis van de gezinsgrootte een maximum wordt vastgesteld. Voor de beoordeling van de verzoeken om kwijtschelding wordt uitgegaan van het door het Rijk toegestane maximale beleid. In 2013 werd voor een totaalbedrag van € 40.058,15 kwijtschelding verleend. In de begroting was hiervoor € 40.000,00 voorzien.
- 106 -
Paragraaf B – Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over hetgeen vermeld is in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting. De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft aan hoe goed de begroting bestand is tegen financiële tegenvallers. Daartoe is inzicht nodig in de omvang van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit zijn de middelen en mogelijkheden waarover een gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Het weerstandsvermogen is de relatie tussen alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie en de weerstandscapaciteit. Het gaat in deze paragraaf dus om die risico’s waarvoor (nog) geen maatregelen zijn getroffen. Risico’s die niet door maatregelen zijn afgedekt, kunnen op vrijwel alle gemeentelijke beleidsterreinen aanwezig zijn. Dat zulke risico’s bestaan is op zich geen punt. Het is pas een probleem als ze niet in evenwicht zijn met de weerstandscapaciteit. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is een verplichte paragraaf bij de jaarstukken volgens het “Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten” (BBV) en bevat ten minste het beleid omtrent de weerstandsvermogen en de risico's, een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en een inventarisatie van de risico’s (art. 9, 11 en 24).
Beleid omtrent weerstandvermogen en risico’s risi co’s Het beleidskader voor het weerstandsvermogen en risico’s is vastgelegd in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2013. Deze nota is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 september 2013. Het doel van de nota is het vaststellen van het gewenste niveau van weerstandsvermogen en het borgen van dit gekozen niveau met behulp van risicomanagement. Ook zijn in deze nota de kaders, methodiek en richtlijnen vastgelegd met betrekking tot weerstandsvermogen en risicomanagement.
Inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit structurele en incidentele middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Sint-Oedenrode beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Het gaat om buffers in het eigen vermogen respectievelijk in de exploitatie die kunnen worden vrijgemaakt, zonder dat dit gevolgen heeft voor het bestaande beleid en de uitvoering van taken. Onderstaande berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is gedaan conform de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement 2013. Beschikbare weerstandscapaciteit x € 1.000,--
Begroting 2013
Jaarrekening 2013
749 40
580 0
789
580
Incidentele weerstandscapaciteit - Algemene reserve – bufferfunctie - Algemene reserve – vrij beschikbaar - Algemene reserve – grondexploitatie - Verwacht positief resultaat grondexploitatie Totaal incidentele weerstandscapaciteit
2.180 3.036 833 200 6.249
2.358 2.530 946 0 5.834
Totale beschikbare weerstandscapaciteit
7.038
6.414
Structurele weerstandscapaciteit - onbenutte belastingcapaciteit - onvoorzien - geraamd resultaat Totaal structurele weerstandscapaciteit
- 107 -
Onbenutte belastingcapaciteit Bij de OZB-tarieven wordt berekend wat de maximale inkomsten zijn op basis van de artikel 12-norm van het rijk. Door middel van opname in de junicirculaire 2013 van het Gemeentefonds heeft de minister van Binnenlandse Zaken nieuwe normen voor toelating tot artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet bekendgemaakt. Toelating wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor 2013 is dit percentage gesteld op 0,1651% (in 2012 was dit 0,1320%). Het genoemde percentage vermenigvuldigt met de WOZ-waarde geeft de maximale belastingcapaciteit weer. Dit is € 4.492.767,-- (0,1651% x € 2.721.240.000,-- (=WOZ-waarde programmabegroting 2013). In de begroting 2013 is aan belastingopbrengsten opgenomen: € 3.442.046,--. Bij de programmabegroting 2013 is besloten tot extra verhoging van de OZB in het kader van de ombuigingen 2013. Dit heeft de totale begrote belastingopbrengsten verhoogd met € 336.800,--. De geraamde belastingopbrengsten 2013 komt hiermee op € 3.778.846,--. De begrote onbenutte belastingcapaciteit is hierdoor € 713.921,--. In de jaarrekening 2013 is € 3.912.458,-- opgenomen als gerealiseerde OZB. De gerealiseerde onbenutte belastingcapaciteit is derhalve € 580.309,--. Algemene Reserve - bufferfunctie Algemene Reserve – bufferfunctie bedroeg per 31-12-2012 € 2.184.000,--. Dit is € 4.000,-- meer dan de inschatting bij het opstellen van de programmabegroting 2013. Na mutaties 2013 bedraagt deze reserve per ultimo 2013 € 2.358.000,--. Algemene Reserve – vrij beschikbaar De Algemene reserve – vrij beschikbaar bedroeg per 31-12-2012 € 3.051.000,--. Dit is € 15.000,-- meer dan de inschatting bij het opstellen van de programmabegroting 2013. Na mutaties 2013 bedraagt deze reserve per ultimo 2013 € 2.530.000,--. Algemene Reserve - grondexploitatie De algemene reserve van de grondexploitatie bedroeg per 31-12-2012 € 547.000,--. De inschatting bij het opstellen van de programmabegroting 2013 was een saldo van € 833.000,--. Na mutaties 2013 bedraagt deze reserve per ultimo 2013 € 946.000,--. Verwacht positief resultaat grondexploitatie (onderhanden werken) Ten aanzien van de onderhanden projecten wordt 50% van de winstverwachting meegenomen. De winstverwachting tegen contante waarde per 31-12-2013 zoals in paragraaf G opgenomen wordt geraamd op € 1.232.801--. Hierin is de winstneming 2013 voor Heikant Langesteeg Oost opgenomen. Zonder deze winstneming zou de contante waarde uitkomen op € 164.920,--. Hiervan wordt 50% meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit, ofwel € 82.460,--. Op basis van voorzichtigheidsprincipe vanwege de situatie op de huizenmarkt wordt € 1.500.000,-- hierop in mindering gebracht. Dit betekent dat er geen bedrag opgenomen wordt voor grondexploitatieproject in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit.
- 108 -
Inventarisatie van de risico’s (risicomanagement) Bij de programmabegroting en de jaarrekening actualiseren we de risico’s aan de hand van de stappen in het proces van risico-management. Voor het prioriteren en kwalificeren van risico’s is voor elk risico een inschatting gemaakt voor de kans op voorkomen en het financiële gevolg. Dit gebeurt op basis van onderstaande tabel.
Cat. Kans
1 2 3 4 5
Cat. Gevolg
Kans op voorkomen
%
Zeer klein (1x 20 jaar) Klein (1x 10 jaar) Gemiddeld (1x 5 jaar) Groot (1x 2 jaar) Zeer groot (1x jaar)
5% 10% 20% 50% 100%
1 2 3 4 5
Financieel gevolg (€)
< 50.000 50.000 – 100.000 100.000 – 250.000 250.000 – 500.000 > 500.000
Klassegemiddelde (€)
25.000 75.000 175.000 375.000 1.000.000
Bij veel risico’s kunnen we de kans op voorkomen en het financieel gevolg niet exact bepalen. Bij het kwantificeren kiezen we daarom voor het aanhouden van het klassegemiddelde. Voor de risico’s waarvan het financieel gevolg exacter te benaderen is, kan op advies van de desbetreffende vakspecialist afgeweken worden van het klassengemiddelde. Om te komen tot een berekening van de benodigde weerstandscapaciteit vermenigvuldigen we het % dat bij de desbetreffende categorie Kans vermeld staat met het klassegemiddelde van het financieel gevolg. De geïnventariseerde risico’s leiden tot een zogenaamde risicomatrix. De risicomatrix geeft een indicatie van de potentiële impact van de risico’s. Hoe hoger de risicoscore, hoe hoger de prioriteit voor aanpak van het risico is. De risico’s zijn onderverdeeld in drie categorieën: • laag (groen) met een score ≤ 5; • middel (oranje) met een score tussen 5 en 15; • hoog (rood) met een score ≥15.
financieel gevolg
In de volgende tabel is het aantal geïnventariseerde risico’s per risicoscore vermeld. Dit resulteert in 6 risico’s in de categorie rood, 21 risico’s in de categorie oranje en 22 risico’s in de categorie groen. 5
6
3
2
1
0
4
0
0
2
3
0
3
1
1
3
2
0
2
0
4
5
4
1
1
2
2
6
1
0
1
2
3
4
5
Kans
- 109 -
In de voorbereiding van deze jaarrekening zijn de risico’s geinventariseerd en geactualiseerd. Hieronder zijn de uitkomsten van deze actualisatieronde weergegeven, waarbij we extra aandacht schenken aan de top 15 van de risico’s op basis van risicowaarde. Waarde x€ 1.000
Kans
GeGe volg
Score
Fin.gevolg x € 1.000
Bouwgronden (niet in exploitatie genomen)
3
5
15
5.700
20%
1.140
Uniformering financieel beleid
4
5
20
1.000
50%
500
Ombuigingen
3
5
15
1.000
20%
200
Algemene uitkering
4
4
16
375
50%
188
Overheveling taken van jeugdzorg naar gemeenten
4
4
16
375
50%
188
Overheveling taken van AWBZ naar gemeenten
4
4
16
375
50%
188
Inkomende subsidie.
2
5
10
1.500
10%
150
Verbonden partijen
2
5
10
1.000
10%
100
I-Nup agenda
4
3
12
175
50%
88
Hogere lasten agv meer beroep op WWB
4
3
12
175
50%
88
Regionale samenwerking Ple1n
3
4
12
375
20%
75
Bestuurlijke samenwerking
3
4
12
375
20%
75
Seizoensinvloeden
5
2
10
75
100%
75
Archeologische vondsten
2
5
10
580
10%
58
Garantstelling leningen Subtotaal top 15 Overige geïnventariseerde risico's Totaal benodigde weerstandscapaciteit
1
5
5
1.000
5%
50 3.163 682 3.845
Risico
%
Toelichting op de 15 (financieel) belangrijkste risico’s: Bouwgrondexploitaties Niet-in-exploitatie genomen gronden zijn niet opgenomen in een bouwgrondexploitatie, waardoor het risico bestaat dat de aankoopwaarde van de gronden niet kan worden terugverdiend. De niet in exploitatie genomen gronden zijn bij de jaarrekening 2013 gewaardeerd voor afgerond € 7.300.000-- . Hierop is een verliesvoorziening gevormd van € 2.400.000--. Resteert afgerond € 4.900.000,-waarover risico gelopen wordt. Actualisatie van dit risico’s betreft dat ook het risico wat gelopen wordt op de onderhanden werken betrokken is bij de bepaling van de hoogte van het financieel gevolg. Het volledige risico m.b.t. bouwgrondexploitatie omvat naast de niet-in-exploitatie genomen gronden ook de onderhanden werken. Het financieel gevolg hiervan is opgenomen voor de boekwaarden per 31-12-2013. Bij de begroting 2013 en 2014 werd uitgegaan van een geschat financieel gevolg alleen voor de niet in exploitatie genomen gronden. De boekwaarden van de onderhanden werken bedragen per 31-12-2013 afgerond € 2.500.000,--. (zie paragraaf G). Voor Heikant, Lange steeg Oost is winst genomen (€ 1.067.881) bij deze jaarrekening, zodat deze niet meer meetelt bij de bepaling van het risicobedrag. Resteert afgerond € 1.400.000,--. Voor Elzenpad en Kinderbos Noord is een verliesvoorziening getroffen, zodat het resterende risico afgerond € 800.000,-bedraagt. In totaal bedraagt het bedrag waarover risico gelopen wordt afgerond € 5.700.000,--.
- 110 -
Uniformering financieel beleid Bij een mogelijke bestuurlijke fusie vindt harmonisatie van financieel beleid plaats. Sint-Oedenrode gebruikt voor alle activa de annuïtaire afschrijvingsmethode. Het ligt voor de hand dat een nieuwe gemeente kiest voor de lineaire afschrijvingsmethode, omdat dit de meest gebruikte afschrijvingsmethode is. Bij die keuze is er steeds van uit gegaan dat hiervoor een inhaalafschrijving nodig was. Volgens de BBV is het niet (meer) noodzakelijk om terug te rekenen naar het begin, zodat de inhaalafschrijving ook achterwege kan blijven. Dit betekent dat het verschil in boekwaarde over de resterende looptijd afgeschreven kan worden. Het gevolg is fors hogere afschrijvingslasten gedurende de resterende looptijd van de betreffende investeringen (t/m 2011). Vanaf 2012 is voor nieuwe investeringen rekening gehouden met begrotingsruimte ter hoogte van de lineaire afschrijving. Wij schatten het financieel gevolg in op > € 500.000,-- met een grote kans op voorkomen, gezien de voorgenomen bestuurlijke fusie. Ombuigingen In de raadsvergadering van 8 november 2013 is besloten tot diepgaande bezuinigingen. In 2013 zijn een beperkt aantal ombuigingen niet gerealiseerd. In de niet verplichte paragraaf J ombuigingen kunt u hierover meer informatie vinden. Bij bezuinigingsoperaties schuilt het risico dat voorgenomen bezuinigingen niet of onvoldoende gehaald kunnen worden. Bij de BERAP’s heeft monitoring plaatsgevonden. Hierdoor zijn structureel niet te realiseren ombuigingen als onderdeel van de BERAP’s al financieel verwerkt naar de toekomst. Incidenteel niet gerealiseerde ombuigingen hebben enkel een effect voor 2013. Het risico heeft zich voorgedaan in 2013. Van de ingeboekte ombuigingen is per 31-12-2013 afgerond € 144.000,-- niet gerealiseerd. Zie voor meer informatie m.b.t. ombuigingen de paragraaf J Ombuigingen. Algemene uitkering De gemeente is voor een groot gedeelte van haar inkomsten afhankelijk van het rijk. Verreweg de grootste inkomstenbron van de gemeente is de algemene uitkering. Indien als gevolg van economische ontwikkelingen het Kabinet besluit tot het realiseren van (aanvullende) bezuinigingen dan hebben deze bezuinigingen op rijksniveau volgens de normeringsystematiek van de algemene uitkering invloed op de hoogte van de algemene uitkering. Ten opzichte van 2012 is de algemene uitkering 2013 gedaald met € 360.000,--. (verschil tussen algemene uitkeringen vermeld in paragrafen H 2012 en 2013). Forse inspanning en investeringen bij overheveling taken van jeugdzorg naar gemeenten Bij het regeerakkoord is besloten de taken van jeugdzorg vanuit de rijksoverheid en provincie over te hevelen naar gemeenten met efficiencykortingen (80 miljoen in 2015, oplopend tot 450 miljoen in 2017). De transities zullen grote taakverschuivingen naar onze gemeente gaan leiden, waarbij ook grote budgetten meekomen met toepassing van een flinke korting. In de transitie jeugd is nu sprake van een totaalkorting van ongeveer 15%. Uit de decembercirculaire 2013 blijkt dat het budget voor 2015 € 2.519.121,- bedraagt. Voor 2015 is er sprake van een overgangsjaar, cliënten die op 31 december 2014 in zorg zijn of daar een indicatie voor hebben, hebben recht op continuering van zorg voor de duur van één jaar. Hiervoor is 94% van het budget voor gereserveerd (€2.367.974,--). Voor innovatie, uitbreiding basisteams en de flexibele schil is 4% beschikbaar, € 100.765,-. Tenslotte is er 2% gereserveerd voor de uitvoeringskosten door gemeente, €50.382,-. Forse inspanning en investeringen bij overheveling taken van AWBZ naar gemeenten Door verandering in Rijksbeleid op het gebied van de zorg staan de gemeenten op het terrein van de AWBZ voor grote opgaven. De extramurale begeleiding, kortdurend verblijf en vervoer gaan per 1 januari 2015 voor 75% van het budget naar de Wmo. In januari 2014 is de eerste inschatting gemaakt van het extra budget transitie AWBZ. Voor Sint-Oedenrode bedraagt het budget vooralsnog € 2.321.706,-- (inclusief de korting van 25%). Omdat de persoonlijke verzorging wordt ondergebracht bij de zorgverzekeraars is het risico groter dat de taken niet binnen het budget uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast wordt vanaf 2013 de scheiding tussen wonen en zorg in de intramurale AWBZ-zorg doorgezet. Bovendien wordt het budget op de hulp bij de huishouding met 40% gekort. Deze overheveling van taken betekent dat gemeenten in de toekomst meer inwoners nog beter maatschappelijk moeten ondersteunen met veel minder middelen. De uitdaging voor de gemeenten is de opgave beheersbaar te maken en tegelijkertijd haar inwoners adequaat te kunnen bedienen. Gemeenten hebben het ex-AWBZ budget (min 25%) en het huidige welzijnsbudget beschikbaar om dit te realiseren. Voor het overgangsjaar 2015 mogen bestaande klanten hun huidige rechten opeisen terwijl er slechts zeer beperkt (landelijk) middelen beschikbaar zijn om het overgangsjaar te bekostigen. Met andere woorden: met 75% van het budget moet 100% van de bestaande rechten in 2015 worden overgenomen. - 111 -
Inkomende subsidies Door onvoorziene omstandigheden kan het voorkomen dat we niet meer kunnen voldoen aan de voorwaarden van een reeds toegekende, maar nog niet vastgestelde subsidie. Indien bij de dekking van een project rekening is gehouden met de subsidie en hiervoor al financiële verplichtingen zijn aangegaan ontstaat een risico. De definitieve vaststelling vindt altijd achteraf plaats. We beperken dit risico door tussentijds te monitoren en de te ontvangen subsidie in de begroting op te nemen in overeenstemming met de (voorlopige) subsidiebeschikkingen. Op 1-12-2013 zijn de toegekende subsidies die beantwoorden aan de criteria in bovenvermelde omschrijving, op enkele kleinere subsidies na: bedrijventerrein Nijnsel, Bruisend dorpshart Nijnsel, Landschap van Allure en herstructurering Ritaplein. Samen vertegenwoordigen zij afgerond € 1,5 miljoen. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn organisaties waarbij de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. De verbonden partijen van onze gemeente zijn beschreven in de paragraaf F Verbonden partijen. De gemeente is mede-aansprakelijk in geval een verbonden partij in (financiële) problemen verkeert. I- NUP agenda Het I-NUP is een samenhangend geheel van projecten op het gebied van verplichte wet- en regelgeving en het inrichten van de E(elektronische)-overheid. Hiervoor dienen we een investeringsprogramma uit te voeren, waarvan de projecten uniek en complex zijn en de samenhang en afhankelijkheid tussen de projecten een complicerende factor is. Daarnaast zijn deze projecten afhankelijk van ontwikkelingen bij verschillende externe partijen, waardoor het moeilijk is vooraf de tijdsduur en benodigde middelen goed te ramen. Het risico van een tekort aan middelen (die vooraf niet ingeschat hadden kunnen worden) voor implementatie/afronding I-Nup agenda kan ontstaan, waarmee niet voldaan kan worden aan wettelijke verplichtingen en de optimalisatie van de dienstverlening stagneert. In paragraaf I Dienstverlening vindt u meer informatie hierover. Hogere lasten als gevolg van meer beroep WWB Vanaf 2014 is risico aanwezig voor een toename uitkering WWB vanwege de samenvoeging WWB/Wajong en WSW via invoering van de participatiewet. Dit leidt tot een toename vanuit de Anw en de Waong. Tevens kan een verkorting van de WW uitkeringsduur tot een versneld beroep op de WWB leiden. Het regeerakkoord moet op dit punt nog verder uitgewerkt worden en veel vragen moeten nog worden beantwoord. Met een aantal aanvullende maatregelen in de WWB kan de instroom en doorgroei van het uitkeringsbestand enigszins beperkt blijven. Ten aanzien van het risico voor de WWB is in het verleden de egalisatiereserve Werk en Inkomen (inkomensdeel) in het leven geroepen. Per 31-12-2013 was de stand van deze reserve € 40.841,--. Daarnaast zijn de beschikbare budgetten inmiddels aangepast naar reële ramingen. Regionale Regionale samenwerking Ple1n In 2012 is de Ple1n samenwerking (in een centrumgemeente-constructie) m.b.t. Belastingen, I&A en P&O van start gegaan. Recente ontwikkelingen op het gebied van bestuurlijke samenwerking kunnen de beoogde samenwerkingsvoordelen in de weg staan, waardoor gemaakte aanloopkosten niet terugverdiend kunnen worden en het risico ontstaat dat de beoogde efficiencyvoordelen uitblijven. Bestuurlijke samenwerking In het kader van de voorgenomen bestuurlijke fusie zullen aanloopkosten gemaakt worden. In 2013 is hier geen sprake van geweest. Voor 2014 is afgesproken de gemeenteraad via de berap’s te informeren. Seizoensinvloeden Als gevolg van wind (storm), water en andere seizoeninvloeden (winter) kan schade optreden aan zowel externe- als ook gemeentelijke eigendommen zoals nutsvoorzieningen, bomen, verhardingen, straatmeubilair etc. Verzekeren tegen deze schade is niet mogelijk. Archeologische vondsten Om de aanwezigheid van waardevol materiaal te kunnen bepalen en eventuele risico’s in beeld te brengen vindt vooraf historisch vooronderzoek plaats. Vooral bij grondwerkzaamheden in het centrum zijn zaken gevonden die van historisch belang zijn. Zulke vondsten kunnen een vertraging in de uitvoering van de werkzaamheden opleveren en leiden tot extra uitgaven. - 112 -
Gemeentegaranties Het verstrekken van gemeentegaranties aan instellingen levert voor de gemeente een risico op. Indien de instellingen verplichtingen niet na komen, dan zal de garantstelling van de gemeente worden aangesproken. Het restant bedrag van leningen waarover gemeentegarantie is verstrekt bedroeg € 1.174.369,-- per 31-122013.
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de relatie tussen alle risico's waarvoor vooraf geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie en de weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen drukken wij uit in een verhoudingsgetal (ratio weerstandsvermogen). Deze wordt als volgt berekend: Beschikbare weerstandscapaciteit = ratio weerstandsvermogen Benodigde weerstandscapaciteit De norm die deze ratio moet hebben voor de gemeente Sint-Oedenrode is minimaal 1, zoals is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 september 2013. De norm maakt onderdeel uit van de nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2013. De beschikbare weerstandscapaciteit is in deze paragraaf berekend op € 6.414.000,--. De benodigde weerstandscapaciteit op basis van de geïnventariseerde risico’s is berekend op € 3.845.000,--. De ratio weerstandsvermogen is dan € 6.414.000,-- : € 3.845.000,-- = 1,67. Aan deze ratio’s wordt de volgende waardering gegeven (bron: Nederlands Adviesbureau Risicomanagement). Ratio > 2,0 1,5 – 2,0 1,0 – 1,5 0,8 – 1,0 0,6 – 0,8 < 0,6
Waardering uitstekend ruim voldoende voldoende matig onvoldoende ruim onvoldoende
Het weerstandsvermogen voor de gemeente Sint Oedenrode is op basis van dit model ruim voldoende. Bij de begroting 2013 is de ratio berekend op 1,97. De verlaging van deze ratio is het gevolg van een lagere gerealiseerde beschikbare weerstandscapaciteit van € 624.000,-- en een hogere benodigde weerstandscapaciteit van € 267.000,--.
- 113 -
PARAGRAAF C - KAPITAALGOEDEREN Algemeen De gemeente Sint-Oedenrode is een gemeente met een grondoppervlakte van 6.494 hectare. Een gedeelte daarvan betreft openbare ruimte welke in beheer is bij de gemeente. Daarin vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren. Bij het beheer en onderhoud gaat het om de volgende kapitaalgoederen: - infrastructuur, zoals wegen, water, riolering en kunstwerken; - voorzieningen, zoals plantsoenen en bermen, speel- en sportterreinen, openbare verlichting; - gebouwen, zoals openbare gebouwen, scholen, monumenten. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten. In de begroting wordt voor wegen, riolering, gebouwen en openbare verlichting sinds jaar en dag onderscheid gemaakt tussen het dagelijks klein onderhoud, opgenomen in de gewone dienst, en het groot onderhoud, opgenomen in de beheerplannen.
Notitie onderhoud kapitaalgoederen In het najaar van 2008 heeft de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) een notitie uitgevaardigd met als titel “Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen”. De taak van de commissie BBV is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen. De commissie heeft in de afgelopen jaren vanuit de praktijk veelvuldig vragen over het onderwerp kapitaalgoederen gehad. Aan de hand van die vragen heeft de commissie besloten een notitie over kapitaalgoederen op te stellen om de zaken te verduidelijken. Daartoe heeft zij in de notitie een aantal stellige uitspraken gedaan die leidend zijn voor de accountantscontrole. Dit zijn ondermeer: •
•
De kosten van (kleine én groot) onderhoud zijn niet levensduurverlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. o Kosten van klein onderhoud dienen in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie te worden gebracht. o Kosten van groot onderhoud kunnen op 2 wijzen worden verwerkt in de administratie: Kosten in het jaar van uitvoering direct ten laste van de exploitatie brengen, met eventuele vrijval via resultaatbestemming van een daartoe gevormde reserve. Kosten in het jaar van uitvoering ten laste van een vooraf gevormde voorziening brengen. o Kosten van het wegwerken van achterstallig onderhoud dienen ineens ten laste van de exploitatie te worden gebracht. Voorzieningen die worden gevormd om de (groot) onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren kunnen alleen worden ingesteld en gevoed op basis van een beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed. Dit beheerplan dient periodiek te worden geactualiseerd.
- 114 -
Beheerplannen Voor de instandhouding van kapitaalgoederen wordt, zoals hiervoor al gemeld, veelal gewerkt met beheerplannen. In deze beheerplannen worden het meerjarige onderhoudsprogramma en de daarbij behorende financiële middelen vastgelegd. Wegen en bruggen Het meerjarenplan voor het beheer van de gemeentelijke bruggen is gecombineerd met de meerjarenplanning voor wegbeheer. Wegen. Voor de gemeentelijke wegen is in 2013 een nieuw beheerplan voor de periode 2014-2018 opgesteld. Dat plan wordt in 2016 weer geactualiseerd. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in de onderhoudsmaatregelen en kosten voor gesloten verharding (asfalt- en betonverhardingen) en voor elementenverharding (klinkers en tegels). Bruggen. Het beheerplan voor bruggen voor de periode 2007-2011 had betrekking op de 16 bruggen die we in 2007 in beheer hadden. Inmiddels hebben we 26 bruggen over de Dommel. Begin 2012 is een plan opgesteld voor het beheer van de gemeentelijke bruggen voor de periode 2012-2016. Het plan beperkte zich niet tot louter de 26 dommelbruggen. Het voorzag ook in een onderhoudsplan voor 28 andere waterbouwkundige werken (bruggen in het park Kienehoef, vissteigers, etc.). In 2013 zijn daaraan de 8 bruggen/duikers over de Ollandse Waterloop toegevoegd. In totaal hebben we nu inzicht in het beheer van 62 grote en kleinere kunstwerken. De voor het onderhoud benodigde middelen zijn in de begroting 2013 opgenomen. De middelen zijn aangevuld met het restantkrediet 2012. In 2013 is al het (op dat moment) achterstallig onderhoud weggenomen. Zowel de kosten van het brugbeheer als de kosten van wegbeheer worden ten laste van de voorziening groot onderhoud wegen gebracht. Wegen en bruggen Stand 1-1 Storting* Onttrekking Stand 31-12
Begroot 2013 936.544 875.390 -903.668 908.267
Werkelijk 2013 974.741 1.146.288 -1.091.027 1.030.002
* In 2013 is de storting hoger dan in de jaren daarna, doordat in dit jaar subsidie wordt ontvangen voor de inrichting van het LOG Jekschotse heide.
De (per saldo) hogere storting van afgerond € 271.000,-- is als volgt te verklaren: • vanuit ombuigingen is de storting in 2013 met € 150.000 verlaagd. •
in de begroting 2013 is er vanuit gegaan dat we subsidie LOG Jekschotseheide verdeeld over 2012 (€ 311.850) & 2013 (€ 413.802) gingen ontvangen. Deze is geheel in 2013 ontvangen. Daarnaast is de werkelijke subsidie (€ 834.700) hoger dan geraamd (hier staan ook hogere kosten tegenover). Hogere storting van € 834.700 -/- 413.802,-- = € 420.898,--.
De (per saldo) hogere onttrekking van afgerond € 187.000,-- is te verklaren door: • Boskantseweg € 50.000 geraamd, € 24.000 uitgegeven (€ 26.000 v) • Onderhoud wegen € 275.500 geraamd, € 104.000 uitgegeven (€ 171.000 v) • LOG Jekschotseheide: kosten die gepland stonden in 2012 zijn doorgeschoven naar 2013 (€ 595.500 n) • Bruggen € 389.650 geraamd, € 181.000 uitgegeven (€ 208.650 v) Let op: werkzaamheden zijn nog in uitvoering; daardoor lopen de kosten nog door in 2014.
- 115 -
Water/riolering Het beleid voor de te beheren rioleringsonderdelen is vastgelegd in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan dat in juni 2012 is vastgesteld. Hierin is weergegeven wat de huidige toestand van de gemeentelijke riolering is, wat de gewenste toestand is en welke inspanning (financieel/ technisch/ personeel) verricht moet worden om van de bestaande naar de gewenste toestand te komen. De onderhoudstoestand van het rioleringsstelsel is aan de hand van put/video-inspecties bepaald. Aan de hand van de ouderdom, geïnventariseerde schadebeelden en extrapolatie daarvan is de restlevensduur berekend voor elke individuele rioolstreng. Met behulp van het rioolbeheerprogramma dgDIALOG van de Grontmij, is een planning berekend voor het uit te voeren rioolrenovatieprogramma. Deze planning is afgestemd op geplande bovengrondse werkzaamheden. De volgende uitgaven zijn in het vGRP verwerkt: • de kosten voor het hierboven genoemde renovatieprogramma; • de kosten voor het (dagelijks) onderhoud van de riolen, rioolgemalen, kolken, waterpartijen, WADI’s, individuele systemen voor de behandeling van afvalwater (Iba’s), duikers, overstorten, randvoorzieningen e.d., alsmede de kosten voor verschillende nutsvoorzieningen (exploitatiekosten); • de kosten zoals verzekeringen, belastingen, personeelslasten e.d. (algemene lasten); • de kosten voor de in het verleden gemaakte kapitaalsinvesteringen. In het plan staan naast zaken over riolering ook maatregelen opgenomen over het totale watersysteem. Die strekken zich uit van bermsloten, vijvers/wielen en beken tot grondwater. Naast maatregelen tegen verdroging zijn ook maatregelen ter beperking van vervuiling van open water, etc. opgenomen. De kosten voor de benodigde maatregelen staan aangegeven in het vGRP. De inkomsten uit subsidies en die uit het (verbrede) rioolrecht staan hiertegenover. De vaststelling van het vGRP heeft tot gevolg dat bij iedere bovengrondse activiteit bezien wordt in hoeverre daar maatregelen, zoals omschreven in die plannen uitgevoerd kunnen (en in het geval van groot onderhoud en/of vervanging van riolering moeten) worden. Voor de kosten van groot onderhoud aan riolering is een voorziening gevormd. Het saldo van deze voorziening verloopt als volgt:
Riolering Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
Begroot 2013 1.567.427 133.475 -342.500 1.358.402
Werkelijk 2013 1.772.550 133.475 -216.697 1.689.328
De (per saldo) lagere onttrekking van € 125.803,-- wordt veroorzaakt door: - de latere uitvoering van de herinrichting van de Pastoor Smitsstraat. Die is niet beëindigd in 2012 maar in 2013 en met restantkrediet overgegaan naar 2013 (in 2013 € 115.277 uitgegeven). - in het vGRP is voor 2013 een onttrekking van € 312.500,- voor de uitvoering van groot onderhoud (pompen, gemalen, randvoorzieningen, huisaansluitingen en drukrioolkasten) geraamd. Daarvan is € 71.420,uitgegeven. Voor de overige groot onderhoudswerkzaamheden wordt enerzijds de samenwerking gezocht met werkgroep Meierij (Doelmatig waterbeheer ) en anderzijds Schijndel (gezamenlijk aanbesteden). De kosten lopen dan ook nog door in 2014. Groen Er is een beheervisie waarin aangegeven is hoe om te gaan met het gemeentelijke groen in de verschillende kernen en woonwijken. Met een onderscheid naar gebied en functie is er sprake van een gedifferentieerd beheer. Op basis van de beschikbare groeninventarisatie, waarin alle groenelementen zijn opgenomen, is het beheer vertaald in een (digitaal) groenbeheerprogramma. Voor de kosten van grootschaliger vervanging van groenvoorzieningen is geen voorziening gevormd. Kosten van beperkte renovaties komen ten laste van de onderhoudsbegroting.
- 116 -
Gebouwen De gemeente heeft een aantal gebouwen in eigendom voor functies in het maatschappelijk verkeer. Voor alle gebouwen is een onderhoudsplanning aanwezig. De onderhoudsplannen voor groot onderhoud gebouwen - welke een periode van 10 jaar bestrijken – worden tweejaarlijks geactualiseerd. De meest recente bestuurlijk vastgestelde actualisatie dateert van 2012. In 2012 is een nieuwe meerjarenonderhoudsplanning POG (Planmatig Onderhoud Gebouwen) opgesteld, waardoor naast een actualisatie van de geplande onttrekkingen uit het fonds ook een actualisatie kan plaatsvinden voor de benodigde storting(en). Jaarlijks wordt bij het vaststellen van de gemeentebegroting door de gemeenteraad ingestemd met de onderhoudsplanning. Ook het groot onderhoud van de gebouwen van het Sportbedrijf zijn opgenomen in de meerjarenonderhoudsplanning 2013-2027 en maken integraal deel uit van de onderhoudsvoorziening groot onderhoud van gemeentelijke gebouwen. Het verloop van het saldo van deze voorziening is als volgt: Groot onderhoud gebouwen Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
Begroot 2013 280.151 172.475 -402.680 49.946
Werkelijk 2013 421.652 172.055 -81.795 511.912
De onttrekkingen en stortingen zijn gebaseerd op de meerjarenonderhoudsplanning gebouwen (POG) 20132027, versie met stopjaar. De geactualiseerde meerjarenonderhoudsplanning (POG) 2013-2027 is op 21 juni 2012 aan de voorbereidingscommissie van de gemeenteraad voorgelegd en op 8 november 2012 vastgesteld . De lagere onttrekking ten opzichte van de raming houdt verband met uitstel van de restauratie van het SintPaulusgasthuis. Dit in relatie tot bestuurlijke keuzen accommodatiebeleid. In november 2013 is door de rijksdienst voor het cultureel erfgoed subsidie toegekend voor onderhoud. In december 2013 is aan de restauratiearchitect opdracht verstrekt voor het voor het opstellen van bestek en aanbesteding van de restauratie. Maatregelen als gevolg van het gemeentelijke accommodatiebeleid zullen in de toekomst naar verwachting leiden tot een afname van de onttrekkingen. Om het saldo van de voorziening ook in de toekomst op een voldoende niveau te houden blijven de stortingen vooralsnog ongewijzigd. In 2016 volgt een evaluatie incl. meting saldoreserve. Openbare verlichting Voor het schilderwerk en het vervangen van armaturen (groepsremplace) is in 2004 een afzonderlijke onderhoudsvoorziening in het leven geroepen. Met name de egalisatie van de ongelijkmatige kosten speelt in deze beslissing een rol. Het verloop van deze voorziening is als volgt: Openbare verlichting Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
Begroot 2013 141.348 56.800 -72.366 125.782
Werkelijk Werkeli jk 2013 148.750 36.800 -16.077 169.473
Lagere storting: vanuit de ombuiging is de jaarlijkse storting verlaagd met € 20.000. Omdat nog niet alle kosten voor schilderwerk en groepsremplace zijn geboekt (rekeningen nog te ontvangen) is er in 2013 minder onttrokken dan voorzien.
- 117 -
Onderwijshuisvesting De gemeente is verantwoordelijk voor adequate huisvesting van de scholen binnen de gemeente. Dit betekent o.a. dat de scholen een beroep op de gemeente kunnen doen voor het groot onderhoud aan de schoolgebouwen (dit betreft met name de buitenkant). Op basis van een Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) waarin de meerjarenonderhoudsplanning is verwerkt, is bepaald hoeveel er jaarlijks in de voorziening dient te worden gestort om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. In de raad van 24 november 2011 is het laatste IHP vastgesteld en is de storting voor de periode 2012-2020 bepaald. De voorziening verloopt als volgt: Onderwijshuisvesting Onderwijshuisvesting Stand 1-1 Storting Onttrekking Stand 31-12
Begroot 2013 143.046 57.000 -259.757 -59.711
Werkelijk 2013 130.251 57.000 -139.313 47.938
De lagere onttrekking wordt met name veroorzaakt door het nog niet uitgeven van het geraamde bedrag voor het aanpassen van de gevels van basisschool “de Springplank” (€ 50.000). Deze werkzaamheden zijn uitgesteld tot 2014. Daarnaast is er € 64.000 minder uitgegeven aan het onderhoud aan basisschool “Eerschot”, als gevolg van een gunstige aanbesteding.
- 118 -
Paragraaf D - Financiering Inleiding De rijksregelgeving t.a.v. financiering door gemeenten is opgenomen in de Wet Fido (Financiering decentrale overheden). De voornaamste doelstelling van deze wet is het beheersen van (financiering)risico’s. De raad heeft op 24 april 2008 door vaststelling van de Financiële verordening 2008 in aanvulling op de wet Fido kaders gesteld voor het uitvoeren van de financieringsfunctie. De kaders uit deze regelgeving zijn opgenomen in Treasurystatuut van gemeente Sint-Oedenrode. Deze is geactualiseerd en vastgesteld door het college op 13 december 2011. Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de inrichting t.a.v. treasury. De uitwerking van het treasurystatuut komt aan bod bij de begroting en in deze paragraaf, waar verantwoordingsinformatie wordt verstrekt. In het treasurystatuut zijn kort samengevat de volgende algemene doelstellingen opgenomen: • het verzekeren van toegang tot de financiële markten • het analyseren en beperken van de financiële risico’s van de organisatie. • het optimaliseren van de financiële logistiek; De financieringsparagraaf in de programmabegroting/-jaarverslag is een belangrijk instrument voor het transparant maken van de financieringsfunctie en daarmee voor het sturen en beheersen hiervan. In de raadsvergadering van 29 mei 2008 heeft de raad de Rentenota 2008 vastgesteld. Essentie van deze nota is dat in de begroting niet meer wordt uitgegaan van een gemiddelde rekenrente, maar van de werkelijke rente zoals die aan de afgesloten geldleningen is gekoppeld. Hierbij is de toerekening van rente over de eigen financieringsmiddelen sterk gewijzigd, d.w.z. dat alleen de werkelijke rente wordt begroot en geboekt. In de nota reserves en voorzieningen 2011 is aangegeven welke uitzonderingen hierop van toepassing zijn. Voor enkele reserves/voorzieningen is nog sprake van toerekening van rente en/of toevoeging a.g.v. inflatie. Ten aanzien van de onderhoudsvoorzieningen openbare ruimte is bij de begroting 2011 besloten dit vooralsnog niet meer te doen. De economische crisis heeft tot gevolg gehad dat de kredietwaardigheid van diverse (financiële) instellingen is aangetast. Om de kans op verlies van vermogensbestanddelen voor decentrale overheden tot een minimum te beperken, heeft de nationale wetgever op 5 april 2009 de Regeling Uitzettingen en Derivaten aangescherpt. Aan de kredietwaardigheid van (financiële) tegenpartijen worden strengere eisen gesteld. Daarnaast is vanaf die datum ook verplicht dat het land waarin de instelling is gevestigd in de kredietwaardigheidstoets wordt meegenomen. Aangezien Sint-Oedenrode in 2013 geen gelden heeft uitgezet zijn de bepalingen niet op ons van toepassing. In deze paragraaf komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan bod: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer, administratieve organisatie en informatievoorziening.
- 119 -
Risicobeheer Ten aanzien van risicobeheer gaan we in op achtereenvolgens renterisicobeheer, debiteurenrisicobeheer, kredietrisicobeheer en intern liquiditeitenbeheer. Renterisicobeheer Ten aanzien van het renterisicobeheer is door de wet Fido per 1 januari 2009 een renterisiconorm voor financiering lang ingevoerd. De renterisiconorm heeft als doel het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Tevens is er de kasgeldlimiet voor financiering kort. Deze normen mogen niet overschreden worden. De hierna opgenomen tabellen zijn modelstaten zoals deze zijn opgenomen in de uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden.
Berekening van de renterisiconorm op vaste schuld De rente risiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. Tegen dit bedrag wordt afgezet het bedrag dat in het lopende jaar aan aflossingen moet worden betaald, vermeerderd met het bedrag van de geldleningen waarvan de rente herzien mag/kan worden.
Berekening renterisiconorm van de vaste schuld
1a 1b 1 2 3 4 5a 5b 4a 4b 4
Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) Te betalen aflossingen Renterisico (1+2) Renterisiconorm Ruimte onder norm Overschrijding risiconorm Berekening Renterisiconorm Het begrotingstotaal per 1 januari Bij ministeriële regeling vastgestelde % Rente risiconorm
Begroting 2013
Werkelijk 2013
0 0 0 2.170 2.170 6.187 4.017
0 0 0 2.090 2.090 6.592 4.502
30.937 20 6.187
32.960 20 6.592
Berekening van de kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. De gemiddelde netto-vlottende schuld mag de kasgeldlimiet niet overschrijden. De netto-vlottende schuld is het saldo van de vlottende middelen (o.a. rekening-courantsaldo) en de vlottende schuld (o.a. kasgeldleningen). Voor het berekende bedrag hoeft geen langlopende geldlening te worden aangetrokken. Evenals in voorgaande jaren het geval was, zal wanneer de rente voor kortlopend geld lager is dan voor langlopend geld veelvuldig gebruik worden gemaakt van de maximale kasgeldlimiet. Indien gedurende 3 kwartalen een overschrijding plaatsvindt van de kasgeldlimiet moet er melding gedaan worden bij de provincie. De kasgeldlimiet voor onze gemeente is in 2013 € 2.630.000,--.
- 120 -
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de vlottende schulden en middelen gedurende het jaar 2013 en de afwijking per kwartaal t.o.v. de kasgeldlimiet. In alle kwartalen kwam het gemiddelde saldo boven de kasgeldlimiet. Hierover is in het 4e kwartaal contact geweest met de toezichthouder. In het begin van het 1e kwartaal is een langlopende lening afgesloten, zodat in het 1e kwartaal 2014 de gemiddelde korte schuldpositie weer onder de grens van de kasgeldlimiet komt.
Bedragen * € 1.000,--
Vlottende schuld
Vlottende middelen
Netto vlottende schuld (+) of middelen (-) 4.498 4.964 5.229 14.691 4.897 2.630 -2.267
Ultimo januari Ultimo februari Ultimo maart Totaal kwartaal I Gemiddelde kwartaal I Kasgeld limiet Afwijking t.o.v. kasgeldlimiet
4.557 5.028 5.727
-59 -64 -498
Ultimo april Ultimo mei Ultimo juni Totaal kwartaal II Gemiddelde kwartaal II Kasgeld limiet Afwijking t.o.v. kasgeldlimiet
6.194 7.495 3.726
-1.574 -2.576 -111
4.620 4.919 3.615 13.154 4.385 2.630 -1.755
Ultimo juli Ultimo augustus Ultimo september Totaal kwartaal III Gemiddelde kwartaal III Kasgeld limiet Afwijking t.o.v. kasgeldlimiet
4.759 4.862 5.389
-234 -279 -317
4.525 4.583 5.072 14.180 4.727 2.630 -2.097
Ultimo oktober Ultimo november Ultimo december Totaal kwartaal IV Gemiddelde kwartaal IV Kasgeldlimiet Afwijking t.o.v. kasgeldlimiet
7.013 8.290 8.046
-355 -378 -394
6.658 7.912 7.452 22.022 7.341 2.630 -4.711
Debiteurenrisicobeheer In januari 2011 zijn beleidsregels vastgesteld door het college ten aanzien van privaatrechtelijke vorderingen. Door een deugdelijk debiteurenbeheer en het strikt toepassen van aanmaningen en vervolgens inschakelen van het incassobureau wordt het risico van niet betalen gereduceerd. De openstaande vorderingen worden periodiek belicht. Jaarlijks wordt als daartoe aanleiding bestaat de niet invorderbare posten afgeboekt ten laste van de voorziening dubieuze debiteuren. Dit gebeurt op basis van een collegebesluit. Vanaf 2012 zijn ook de vorderingen met betrekking tot dwangsommen en werken voor derden meegenomen in de berekening. Per 31 december van het jaar bepalen we de benodigde hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren. Hiervoor gebruiken we de statische methode, zoals is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen 2011. Afhankelijk van de ouderdom van vorderingen wordt het bedrag van de voorziening bepaald.
- 121 -
Tussen haakjes staat vermeld welk % van de vorderingen opgenomen wordt in de voorziening: vorderingen > 1 jaar (100%) vorderingen > 9 en ≤12 maanden oud (75%) vorderingen > 6 en ≤ 9 maanden oud (50%) vorderingen > 3 en ≤ 6 maanden oud (25%) vorderingen ≤ 3 maanden oud (0%) De benodigde hoogte van de voorziening is op 31 december 2013 volgens bovenstaande methode € 259.450,--. In 2013 is € 19.619,-- afgeboekt als oninbaar conform collegebesluit. In 2013 heeft derhalve een storting in de voorziening debiteuren plaatsgevonden van € 73.658,--. Het verloop van de voorziening dubieuze debiteuren in 2013 is als volgt: Stand per 1 januari 2013 Storting in de voorziening dubieuze debiteuren Totaal Afboeking 2013 Saldo per 31 december 2013
205.411 73.658 279.069 19.619 259.450
Kredietrisicobeheer De kredietrisico’s worden beperkt door uitsluitend gelden uit te zetten bij kredietwaardige partijen. Op basis van het nu geldende treasurystatuut zijn dit Nederlandse overheden en kredietwaardige partijen met minimaal AA-rating van erkende rating bureaus. Tevens heeft de gemeenteraad op 20 december 2001, in overeenstemming met de wens van de provincie besloten geen geldleningen meer te verstrekken aan het personeel. Intern liquiditeitsbeheer Eventuele overschotten worden zo efficiënt mogelijk beheerd conform de regels van het geldende treasurystatuut. Tekorten financieren we in eerste instantie binnen de normen van de kasgeldlimiet. Op deze manier trachten we de financieringskosten zo laag mogelijk te houden.
Gemeentefinanciering Hieronder wordt ingegaan op de onderdelen financiering, uitzetting en relatiebeheer. Financiering Financiering omvat het aantrekken van de benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal een jaar. Uit onze leningsportefeuille blijkt dat er geen leningen meer in aanmerking komen voor vervroegde aflossing. Bij het aangaan van nieuwe geldleningen is, ter vermijding van renterisico’s, gekozen om geen geldleningen met tussentijdse renteherziening af te sluiten. De totale portefeuille beloopt per 31-12-2013 een bedrag van € 28,4 miljoen. De gemiddelde rente is in 2013 4,2%. Binnen onze gemeentefinanciering wordt het systeem van totaalfinanciering toegepast. Dit houdt in dat niet voor iedere investering (activum) separaat een lening wordt afgesloten. Investeringen worden gefinancierd vanuit het totaal van eigen vermogen (reserves) en het lang vreemd vermogen(aangetrokken leningen). Er is dus ook geen directe relatie tussen een bepaald activum en de rentelasten voor een afgesloten lening. Mede als gevolg van de inzet van de zgn. Obragasgelden was het in de periode 2002 tot en met 2008 nauwelijks nodig om vaste geldleningen aan te trekken. De middelen van de Obragasgelden zijn gebruikt binnen de totaalfinanciering. In de begroting 2013 was rekening gehouden met het aantrekken van een langlopende geldlening van 2 miljoen voor 25 jaar. In 2013 is geen langlopende lening aangetrokken. De gerealiseerde rentekosten zijn per saldo in 2013 € 16.069,-- lager geweest dan begroot.
- 122 -
Uitzetting Ten aanzien van uitzetting van middelen kunnen kredietrisico's en/of koersrisico's zich voordoen. In de staat van activa zijn een aantal uitgegeven geldleningen geactiveerd. Het betreft geldleningen aan: • Personeel • Woningbouwverenigingen • Stimuleringsfonds Volkhuisvesting • Slotuitkering liquidatie HNG • Deelnemingen (o.a. BNG) De gemeente heeft per 31-12-2012 een bedrag van € 7,3 miljoen (2011: € 7,5 miljoen) aan leningen met zekerheid uitgezet (personeel) en geen leningen zonder zekerheid. De gemeente Sint-Oedenrode loopt in principe koersrisico’s op de waardeverandering van deelname in het aandelenpakket van Brabant Water BV en de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. De aandelen van bovengenoemde vennootschappen worden op de balans gewaardeerd tegen de oorspronkelijke aanschafwaarde, die veel lager is dan de huidige waarde. Er is dan ook geen sprake van een koersrisico. Relatiebeheer De gemeente heeft met de NV BNG te Den Haag de meeste contacten omdat bij deze bank de meeste en grootste mutaties plaatsvinden. Met deze bank wordt periodiek overleg gevoerd. Bij de Rabobank worden eveneens rekening-courantverhoudingen aangehouden. Met deze bank wordt op incidentele basis contact onderhouden.
Kasbeheer Geldstromenbeheer Het aantal rekening-courantverhoudingen is minimaal, zodat het geldstroombeheer overzichtelijk is. Saldo en liquiditeitsbeheer Periodiek worden de saldi indien nodig afgeroomd. Voor het komende begrotingsjaar verwachten wij geen overschotten.
Administratieve organisatie De administratieve organisatie wordt uitgevoerd conform de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het vastgestelde treasurystatuut.
Informatievoorziening De beleidsmatige informatieverstrekking vindt zijn basis in het treasurystatuut. Met de paragraaf financiering bij de begroting en jaarrekening wordt periodiek verslag gedaan, terwijl bij de bestuursrapportages relevante afwijkingen worden gemeld. In het recent vastgestelde treasurystatuut is een grotere rol voor portefeuillehouder financiën en het college opgenomen. Zo is er nu een collegebesluit nodig voor het aangaan van een langlopende geldlening en wordt de portefeuillehouder financiën vooraf geïnformeerd bij het aangaan van een kasgeldlening. Periodiek verstrekken we informatie aan het CBS. Met de invoering van het Besluit Begroten en Verantwoording (BBV) is de informatie voor het CBS (Iv3= Informatie voor derden) belangrijker geworden. Per kwartaal wordt door de gemeenten hiervoor gegevens aangeleverd.
- 123 -
Paragraaf E - Bedrijfsvoering Inleiding De bedrijfsvoeringparagraaf heeft betrekking op de zogenaamde ‘pijofca-elementen’ van onze organisatie: personeel en organisatie, informatisering en automatisering, communicatie, inkoop, juridische zaken, financieel beheer en planning & control. Hierop gaan wij in deze paragraaf in. Dit ook tegen de achtergrond van de speerpunten uit het collegeprogramma die een relatie hebben met de paragraaf bedrijfsvoering, namelijk: samenwerking, dienstverlening en financieel beleid. Centraal thema in onze bedrijfsvoering is kwaliteitsverbetering. Dit is een continu proces en strekt verder dan de op zichzelf staande ‘pijofca-elementen’. Hierbij gaat het om de verbetering van de bedrijfsvoering van onze organisatie als geheel en daarmee ook van onze dienstverlening. De afgelopen jaren hebben de nodige aanknopingspunten opgeleverd voor die verbetering. Naast het collegeprogramma valt dan te denken aan onderzoeken vanuit de interne controle en de controle door de accountant, onderzoeken van de lokale rekenkamercommissie, klanttevredenheidsonderzoeken (Staat van de Gemeente), dereguleringsonderzoek van SIRA, medewerkerstevredenheidsonderzoeken (MTO) en de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Verder hebben het visiedocument en realisatieplan Dienstverlening, het implementatieplan interne bedrijfsvoering, het onderzoek naar de financiële positie van onze gemeente en de INK-positiebepaling een impuls gegeven aan deze kwaliteitsverbetering (INK staat voor Instituut Nederlandse Kwaliteit). Al deze aanknopingspunten zijn steeds geborgd in de achtereenvolgende jaarlijkse ondernemingsplannen. Ondernemingsplan 2013 Met dit ondernemingsplan heeft de directie de organisatorische koers voor 2013 aan- en vorm gegeven. Dit in het licht van de ontwikkelingen voor de samenleving en gemeenten in het algemeen en onze gemeente in het bijzonder. En afgestemd op de bestuurlijke agenda, zoals vastgelegd in collegeprogramma en begroting. Samen Rooien blijft daarbij het overkoepelende motto bij de aanpak. Of te wel: samen gaan voor klant en resultaat. De directie realiseert zich daarbij dat bakens verzet (moeten) gaan worden. Zeker in tijden dat zaken niet meer vanzelfsprekend zijn. Met andere woorden: samen slimmer met minder. Met welke externe ontwikkelingen hadden en hebben wij als gemeente rekening te houden? – Rijksbeleid, waaronder bezuinigingen als gevolg van het Regeerakkoord – Transities t.a.v. (jeugd)zorg en arbeidsmarkt (w.o. extramuralisering zorg) – Veranderende inzichten t.a.v. schaal organisaties, waaronder gemeenten – Digitalisering – Vergrijzing – Stagnerende en veranderende economie t.a.v. wonen, werken, winkelen, recreëren – Veranderende rol burgers ten opzichte van de overheid en tussen overheden onderling. Dit bracht de directie vorig jaar al bij de vraag: Hoe verbinden we al deze ontwikkelingen slim? Hoe bieden we perspectief? Dat leidde tot een aanpak onder het motto: Als verandering de constante wordt, is perspectief het devies! Hoe ontstaat dat perspectief dan? Wat is daarvoor dan nodig? • Stip op de horizon – visie op onze gemeente(n)/gemeenschap(pen); – met wie vormen wij een eenheid / organisatie; – wat voor organisatie willen/moeten wij zijn? • Koersvast. • Wenkend richting perspectief (bestuurlijk / ambtelijk). • Ruimte, waardering en respect op weg naar de stip. • Goed werkgever- en werknemerschap. Op deze manier wordt verandering (toch) een veilige uitdaging. - 124 -
Met het oog op dat perspectief en wat daarvoor nodig is, is de directie vervolgens in 2013 met de organisatie en het bestuur de volgende zaken gaan oppakken: – bestuurlijk-ambtelijk samenspel (incl. raad) t.a.v. perspectief, focus/prioriteiten en rolverdeling; – stip en plan van aanpak (intergemeentelijke) samenwerking (incl. bepalen positie t.o.v. bestaande samenwerkingsrelaties en toekomstvisie met partners/inwoners/ondernemers oppakken); – digitalisering en standaardisering dienstverlening / zaakgericht werken; – afstemming beleid en werkwijzen i.r.t. samenwerking; – klantonderzoek en follow-up ‘staat van de gemeente’; – medewerkerstevredenheidsonderzoek; – dashboard / stuurinformatie (niet ‘nice’ maar ‘need’ to know); – participatietraject ombuigingen/hervormingen; – doorontwikkeling organisatie t.a.v. nieuwe perspectief (i.r.t. samenwerking, digitalisering, nieuwe werken, verandervermogen). Ofschoon op al deze punten stappen voorwaarts zijn gezet, zijn we hiermee nog niet ‘klaar’. De directie realiseert zich daarbij dat organisatieontwikkeling een proces van jaren is (doorgaans staat hier 7 jaar voor). In 2012 hebben onze gemeente en gemeenschap samen de toekomstvisie herijkt, wat heeft geresulteerd in een Versterkte Rooise Draad en projecten om de mijlpalen uit deze toekomstvisie – samen met onze partners, ondernemers en inwoners - te gaan verwezenlijken. Vervolgens heeft 2013 in het teken gestaan van het bepalen van ons perspectief als gemeentelijke entiteit, tegen de achtergrond van de huidige en toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen en opgaven. Dit heeft geleid tot het voornemen om te komen tot een bestuurlijke fusie tussen Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. Dit voornemen wordt op dit moment nader uitgewerkt in een zogenaamd herindelingsontwerp, waarvan de gezamenlijke toekomstvisie een belangrijk onderdeel wordt. Daarnaast zijn met de invoering van Verseon flinke stappen gezet bij de digitalisering van ons werk en zijn de dashboards voor budgethouders en die rondom werk, inkomen en zorg en personele uitgaven operationeel. Verder zijn we een participatietraject rondom ombuigingen en hervormingen gestart, waarvan de resultaten begin april met de nieuwe raad zijn gedeeld. Ook hebben we via de klant- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken en onderzoek van TNO naar het nieuwe werken nader inzicht gekregen in zaken die we de komende jaren hebben op te pakken. Aanpak werkdruk en participatie zijn hierbij belangrijke sleutelwoorden. Hierbij wordt het zaak om de spanning tussen ambities en mogelijkheden in tijd en geld te verminderen. Zowel intern als extern. Met behulp van slimme middelen, werkwijzen (en mensen!) en een cultuur die daarbij past. Ambtelijk, bestuurlijk en maatschappelijk. Vandaar dat voor 2014 als jaarthema is gekozen: Kies, is het devies! Samenwerking
Meierij en voornemen bestuurlijke fusie met Schijndel en Veghel Op het gebied van samenwerking is er het afgelopen jaar veel gebeurd. Eind januari 2013 heeft u het rapport ‘Wij van de Meierij’ vastgesteld. Daaruit kwam de opdracht om voor Schijndel en Sint-Oedenrode de mogelijkheden van een bestuurlijke fusie op termijn te bezien, waarbij niet alleen zou worden ingegaan op de nut en noodzaak van een bestuurlijke fusie, maar ook op de benodigde schaal en het profiel met het oog op een toekomstbestendig gemeente. De andere Meierij gemeenten zijn vervolgens aan de slag gegaan met het onderzoeken van de mogelijkheden voor een vergaande ambtelijke samenwerking. Eind juni jl. de gemeenteraden van Schijndel en Sint-Oedenrode de ‘Verkenning Samenwerking Schijndel Sint-Oedenrode’ vastgesteld. Daarmee hebben beide het voornemen uitgesproken voor een bestuurlijke fusie met een schaal die groter is dan die van beide gemeenten samen. Tevens hebben beide raden de colleges eind juni jl. opdracht gegeven om dit voornemen uit te (laten) werken in een plan van aanpak en om hierbij geschikte buurgemeenten te betrekken, zoals Veghel en/of andere Meierijgemeenten. Op 25 april jl. had de gemeenteraad van Veghel immers al unaniem besloten dat zij graag met Schijndel en Sint-Oederode een samengaan van de drie gemeenten wilde onderzoeken. Daarna hebben de gemeenteraden van Schijndel en Sint-Oedenrode op 28 november jl., na verkenningen met buurgemeenten, ingestemd met de keuze voor de gemeente Veghel als partner in relatie tot het voornemen van beide gemeenten om te komen tot een bestuurlijke fusie. Op 19 december jl. hebben de drie gemeenteraden het plan van aanpak om het fusievoornemen uit te werken vastgesteld. - 125 -
Ple1n Wij realiseren ons dat een en ander ook gevolgen kan hebben voor andere samenwerkingsverbanden, waaronder de Ple1n-samenwerking. Bij het onderzoek naar de evaluatie van Ple1n, waarvan voorjaar 2014 de resultaten bekend worden, wordt hierop dan ook ingegaan. Uiteraard proberen wij bij onze keuzes t.a.v. onze bedrijfsvoering hiermee rekening te houden. Dit laat onverlet dat op dit moment de taken ten aanzien van I&A (informatisering en automatisering), P&O (personeel en organisatie) en Belastingen vanuit de drie Ple1n-werkeenheden worden uitgevoerd. Voorjaar 2013 bent u via een themabijeenkomst bijgepraat over de ontwikkelingen van deze werkeenheden in het licht van de beoogde 3 K’s (kwaliteitsverbetering, vermindering kwetsbaarheid, kostenbeheersing). Ten aanzien van deze 3 K’s kan eind 2013 op hoofdlijnen worden gesteld dat de kwetsbaarheid bij alle drie de werkeenheden verder is afgenomen, terwijl de kwaliteit is toegenomen. Wat betreft de kosten kan worden gemeld dat de jaarrekeningen van de drie Ple1n-werkeenheden ten opzichte van de (bijgestelde) begrotingen sluiten op een positief saldo, wat voor de gemeente Sint-Oedenrode neerkomt op een bedrag van € 111.000 positief. Overigens wordt een deel hiervan via een zogenaamde saldobestemmer ingezet om nog niet gerealiseerde werkzaamheden alsnog uit te voeren.
3 K’s Ple1n nader toegelicht Aan de raad is eerder de toezegging gedaan dat zij t.a.v. de resultaten m.b.t. de voornoemde 3 K’s nader zou worden geïnformeerd bij de jaarrekening. Aan de leidinggevenden van de drie werkeenheden is gevraagd of zij in het kader van hun jaarrekening de stand van zaken met betrekking tot de 3 K’s nader willen toelichten. Deze toelichting treft u per werkeenheid hieronder aan. Stand van zaken 3 K’s t.a.v. Ple1n-I&A:
Kwetsbaarheid De belangrijkste stap op het gebied van vermindering van kwetsbaarheid is met name gelegen in de migratie naar één omgeving voor de 3 PLE1N-deelnemers. De kwetsbaarheid is ten opzichte van de situatie van vóór de samenwerking aanzienlijk afgenomen. Problemen worden hierdoor beduidend sneller opgelost dan in de situatie daarvóór.
Kwaliteitsverbetering Op de volgende gebieden is de kwaliteit binnen de werkeenheid I&A verhoogd: • De verruiming van openingstijden van de Servicedesk. • De uniformering van de ICT-omgeving. • Het uniformeren van werkprocessen en procedures. • Het uitwisselen van kennis tussen medewerkers. • Het verbreden van de inzet van medewerkers. • De specialisatie van medewerkers. Deze constateringen zijn voor een deel subjectief. De belangrijkste graadmeters om dit echt goed te meten zijn de jaarlijkse klanttevredenheid en audits. De jaarlijkse meting van calls geeft aan dat deze sneller worden afgehandeld en de audit in het kader van de jaarrekening geeft aan dat een aantal processen is verbeterd. Daarnaast is het van belang om de situatie af te zetten tegen vergelijkbare samenwerkingsverbanden. Hiervoor is op dit moment nog geen benchmark aanwezig In 2014 gaan we de mogelijkheid onderzoeken om dit samen met 4 andere samenwerkingsverbanden structureel uit te gaan voeren.
Kostenbesparing (minder meerkosten) Er kon op de kosten worden bespaard doordat we naar één omgeving zijn gemigreerd. De taakstelling die in 2013 is bereikt, bedraagt € 252.300. Deze taakstelling gaat naar € 320.000 in 2014 en groeit vanaf 2015 naar € 490.000. Hiervan is vanaf 2015 € 69.900 op dit moment nog niet ingevuld. De verwachting is echter dat een deel van deze taakstelling kan worden bereikt door een extra besparing op de Gemnet-verbinding en de aanbesteding van de printers. De nieuwe omgeving biedt ook voordelen die niet direct financieel zijn door te vertalen, zoals bijvoorbeeld het inzien van elkaars agenda bij het maken van afspraken en het kunnen werken op iedere werkplek binnen elkaars gemeentehuizen.
- 126 -
Stand van zaken 3 K’s t.a.v. Ple1n-P&O:
Kwetsbaarheid Door de instelling (in 2012) en de verdere doorontwikkeling van de P&O Servicedesk (in 2013) is gerealiseerd dat de basisdienstverlening gedurende de openingsuren van de P&O Servicedesk (van maandag t/m donderdag van 9.00 tot 16.00 uur en op vrijdag tot 14.00 uur) altijd beschikbaar is. Ook is (direct of indirect) altijd een P&O adviseur beschikbaar indien de omstandigheden daarom vragen. De omvang van P&O blijft binnen de PLE1N samenwerking relatief klein en in zekere mate nog kwetsbaar, maar de kwetsbaarheid is ten opzichte van de situatie van vóór de samenwerking van P&O wel afgenomen.
Kwaliteitsverbetering Binnen de (beperkte) mogelijkheden van de nog niet integraal doorgevoerde uniformering en standaardisering, is de kwaliteit van de dienstverlening op onderdelen verhoogd door: • Het toepassen van het dienstverleningsconcept click-call-face, waardoor • medewerkers effectiever kunnen worden ingezet; • Het voor zover mogelijk inrichten van uniforme werkprocessen; • Het werken met van specialisaties voor de werkzaamheden van de P&O adviseurs; • Het verbreden van de inzet van medewerkers; • Het uitwisselen van kennis tussen medewerkers; • Het samenvoegen van de verschillende administraties voor zover mogelijk; • Het uniformeren van de procedure van het ziekteverzuim en de toepassing van het • IZA-bedrijfszorgpakket; • Het beter benutten van de capaciteit van de P&O adviseurs door de administratieve • taken zoveel mogelijk bij de P&O Servicedesk neer te leggen. Het doorvoeren van een kwaliteitsverbetering is in 2013 beperkt door de technische beperkingen van de I&A omgeving. Het werken in verschillende I&A omgevingen en met verschillende programma’s kost meer tijd, is onoverzichtelijker en verhoogt de kans op fouten.
Kostenbesparing (minder meerkosten) Er is op de kosten bespaard doordat meer taken in eigen beheer zijn uitgevoerd (bijv. ziekteverzuimcoördinatie). Door de inzet van de servicedesk, worden de adviseurs minder belast met administratieve taken. Verder heeft de schaalvergroting geleid tot besparingen op de kosten van software. Door de aanbesteding van de Arbo-dienstverlening is de taakstellende bezuiniging, zoals die in de begroting was geraamd, daadwerkelijk gerealiseerd. Ten opzichte van de werkelijke kosten van voorafgaande jaren is de besparing zelfs nog groter. Binnen het budget kunnen de gemeenten ook gebruik maken van het volledige IZA-zorgpakket, waardoor voor een aantal diensten niet meer afzonderlijk betaald hoeft te worden. Enkele functies zijn op detacheringsbasis ingevuld. Ten opzichte van een dienstverband zijn de kosten hiervan hoger. Stand van zaken 3 K’s t.a.v. Ple1n-Belastingen:
Kwetsbaarheid Deze is verder afgenomen door toepassing van de volgende maatregelen: • Invulling bestaande vacatures op het gebied van de invordering (kwijtschelding) en op het gebied van de administratieve ondersteuning bij het onderdeel heffingen (afhandeling heffingsbezwaarschriften); i.v.m. de toekomstige ontwikkelingen gaat het hier om tijdelijke aanstellingen (op pay-roll basis). • Verbetering telefonische bereikbaarheid en digitale dienstverlening. • Verdere harmonisatie op het gebied van de bedrijfsprocessen en zo ook bij het gebruik van formulieren. • Afronding van opleidingen van medewerkers (WOZ, financiën en effectief werken).
- 127 -
Kwaliteit Deze is aantoonbaar geborgd en verder toegenomen, hetgeen blijkt uit het volgende: • Blijkens informatie van de Waarderingskamer (als toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ) scoren de gemeenten Sint-Michielsgestel en Sint Oedenrode het predicaat “goed” en de gemeente Haaren scoort het predicaat “naar behoren”. • Nog voor de jaarwisseling 2013/2014 kregen alle drie gemeenten de ongeclausuleerde goedkeuring van de Waarderingskamer om de WOZ-beschikkingen 2014 te mogen verzenden. • Voor belastingjaar 2013 waren alle (WOZ)bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken voor 31 december 2013 afgewerkt. • Alle belastingaanslagen belastingjaar 2013 zijn geheel conform de kohierplanning 2013 opgelegd. • De accountant heeft zijn goedkeuring gehecht aan de jaarcijfers 2013 van de werkeenheid belastingen.
Kostenbeheersing en kostenreductie Deze is aantoonbaar beheerst en geborgd blijkens het volgende: • Ten opzichte van de begroting 2013 sluit de werkeenheid belastingen het boekjaar 2013 af met een batig exploitatieresultaat van krap € 60.000.
•
Dit exploitatieresultaat had nog hoger kunnen uitvallen indien de werkvoorraad WOZ-bezwaren (geraamd waren 550 bezwaarschriften doch het werden echter uiteindelijk 1.600) binnen de initiële raming was gebleven. Deze tegenvaller werd vooral veroorzaakt door de opkomst en het toedoen van zogenaamde no cure no pay WOZ-adviseurs die hun diensten als zodanig aanbieden en bij een (deels) gegrondverklaring de proceskosten voor eigen rekening opstrijken. Deze extra werkvoorraad vergde de inzet van extra inhuurkrachten (meerkosten bijna € 40.000).
Omgevingsdienst milieu In het kader van de samenwerking kan verder worden gemeld dat in 2013 de omgevingsdienst op het gebied van milieu in Noord Oost Brabant is opgericht als uitvloeisel van wet- en regelgeving dienaangaande. Zoals bekend is dat niet zonder slag of stoot gegaan. Najaar 2013 is een van onze medewerkers vanuit het principe ‘mens volgt werk’ en op basis van een grotendeels regionaal vastgesteld sociaal beleidskader bij deze omgevingsdienst aan de slag gegaan en heeft een interne medewerker vanuit een aanverwant vakgebied, na omscholing en inwerking, de achterblijvende taken opgepakt. De verwachting is dat de kosten voor de uitvoering van deze milieutaken via de omgevingsdienst duurder uit zullen vallen, dan wanneer wij deze nog zelf ter hand zouden hebben genomen. Hiervoor hebben wij een extra budget in onze begroting laten opnemen.
Agrifood Capital Op stategisch niveau en op het gebied van veiligheid werken we vooral samen op de schaal van Noord Oost Brabant als geheel. De focus van de samenwerking in Noord Oost Brabant is daarbij verder aangescherpt. De regio Noord Oost Brabant heeft ervoor gekozen om zich, samen met ondernemers en maatschappelijke partners, (louter) te richten op het verder uitbouwen, innoveren en profileren als ‘Agrifood capital’. Ook onze gemeente levert daaraan een (financiële) bijdrage.
Andere samenwerkingsverbanden Op operationeel niveau werken we, naast bovengenoemde partijen, met diverse gemeenten en maatschappelijke partners samen, zowel in de Meierij als op de as A50 (zie verder de paragraaf verbonden partijen).
- 128 -
Personeel
Omvang (in aantallen en fte) ambtelijke ambtelijke organisatie In onderstaande tabel is het verloop te zien van de omvang van de formatie, de bezetting en de vacatureruimte van de afgelopen jaren.
Aantal fte Aantal fte vacatures Aantal medewerkers
2009 136,00 12,09
2010 136,00 5,06
2011 134,82 7,97
2012 132,85 5,78
2013 131,76 6,52
156
167
168
164
157
Selectieve personeelsstop In 2013 is de selectieve personeelsstop verder aangescherpt, zoals ook uit bovenstaande tabel blijkt. Het aantal medewerkers is dus verder afgenomen. Bij een aantal processen, zoals bijvoorbeeld bij publieksfuncties, zal een algemene personeelsstop de noodzakelijke dienstverlening ernstig kunnen hinderen. Daarom spreken we van een selectieve personeelsstop. Bij het ontstaan van een vacature is het nodig om goed af te wegen welke opties er zijn voor het al dan niet invullen van de vacature en wat de gevolgen daarvan zijn. Doelstelling is om het aantrekken van (structurele) capaciteit (van buiten) zoveel mogelijk te voorkomen; ook in het licht van de aanstaande fusie. Voor een aantal medewerkers heeft een en ander tot een taakverschuiving geleid en vaak ook het volgen van opleidingen met het oog op de nieuwe taak die men vervult. Maar zo hebben we gedwongen ontslagen wel weten te voorkomen. Dit past ons inziens bij het geven van invulling aan ons beleid van ‘Goed werkgeverschap’.
Externe inhuur Voorgaande jaren is ruime aandacht besteed aan het transparant maken en terugbrengen van het (financiële) volume van externe inhuur. Zo wordt bij eventuele externe inhuur de beslisboom “Externe inhuur” gebruikt. En dat heeft resultaat, want de kosten voor de externe inhuur zijn opnieuw sterk afgenomen. De externe inhuur over 2013 bedroeg afgerond namelijk nog maar € 352.000,- (ter vergelijking: in 2009 bedroeg deze € 2,25 miljoen, in 2010 1,34 miljoen, in 2011 1,24 miljoen en in 2012 € 785.000,-). Met het oog op de financiële en onzekere situatie wordt er in sommige gevallen overigens bewust gekozen voor externe inhuur. We willen bepaalde functies immers niet (meer) structureel invullen en geen WWrisico’s lopen. In het kader van de aanstaande fusie zullen wij deze afweging vaker (moeten) gaan maken, zo is de verwachting. Vóór het aangaan van elke financiële verplichting voor externe inhuur wordt een voorstel daartoe aan het Directieteam voorgelegd. Voorstellen waarvoor vooraf geen financiële dekking is, worden tevens voorgelegd aan het college.
Ziekteverzuim In onderstaande tabel is het verloop te zien van het ziekteverzuimpercentage van de gemeente SintOedenrode, gemeenten met 10.000-20.000 inwoners en alle gemeenten van de afgelopen jaren (exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof).
Ziekteverzuimpercentage Gemeente Sint-Oedenrode Ziekteverzuimpercentage Gemeenten 10.000-20.000 inwoners Ziekteverzuimpercentage Gemeenten totaal
2008 5,04
2009 4,10
2010 4,23
2011 3,41
2012 2,71
4,4
4,6
4,8
5,0
4,7
5,3
5,4
5,3
5,4
5,3
2013 5,28
De landelijke gegevens met betrekking tot het ziekteverzuimpercentage over 2013 zijn nog niet beschikbaar.
- 129 -
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt hebben wij jarenlang een (veel) lager ziekteverzuimpercentage gehad dan gemiddeld bij gemeenten (van vergelijkbare omvang). Echter in 2013 is dat – helaas – niet het geval. Uiteraard hebben wij e.e.a. nader geanalyseerd en blijkt dit het gevolg te zijn van enkele langdurig zieken, welke ziekten niet arbeidsgerelateerd zijn. Net als voorgaande jaren hebben en houden wij veel aandacht voor ziekteverzuimpreventie en gerichte acties/interventies door het management, de bedrijfsarts en P&O. Overigens zijn wij in 2013 van bedrijfsarts gewisseld (vanwege einde contracttermijn voorgaande bedrijfsarts en gezamenlijke aanbestedingsprocedure in Ple1n-verband).
Personeelsbeleid In 2011 is samen met de OR en het GO tot een nieuw personeelsbeleid gekomen en zijn met hen deelplannen ten aanzien van ondermeer leeftijdsbewust personeelsbeleid vastgesteld. E.e.a. heeft vervolgens in samenspraak met OR en GO geleid tot een geactualiseerde lokale rechtspositieregeling. Inmiddels is ons P&O-team onderdeel geworden van de PLE1N-werkeenheid P&O. De doorontwikkeling van ons P&O-beleid wordt in het traject van de beoogde bestuurlijke samenwerking verder uitgewerkt.
Opleiden In onderstaande tabel is het verloop te zien van het beschikbare algemene budget voor opleidingskosten en de feitelijke hieruit bekostigde opleidingskosten van de afgelopen jaren. Overigens worden ook opleidingen gefinancierd uit trajecten zoals vernieuwing ICT, w.o. het DMS (document management systeem). Het totale budget ten behoeve van opleidingen is dus hoger dan dit algemene opleidingenbudget.
Beschikbaar bedrag Feitelijke opleidingskosten
2009 127.500
2010 116.000
2011 116.000
2012 125.500*
2013 143.010**
142.000
116.720
120.000
99.730
136.609
*: Deze verhoging van het opleidingsbudget vanaf 2012 is een gevolg van samenvoeging van het opleidingsbudget, met het (gehalveerde) bedrag voor organisatieontwikkeling. **: In de cao gemeenten is voor ambtenaren in de jaren 2013, 2014 en 2015 een Individueel LoopbaanBudget ingevoerd van € 500,- per medewerker per jaar. De kosten hiervan worden uit het opleidingsbudget gefinancierd, wat hiervoor is verhoogd. Opleidingsfaciliteiten zijn en blijven noodzakelijk om goed in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de organisatie en in ons takenpakket en om de nodige vakkennis op peil te houden. Dit speelt des te meer met het oog op de taakverschuivingen als gevolg van ombuigingen en de aanstaande fusie.
Risico inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Periodiek wordt een RI&E uitgevoerd en wordt hieruit voortvloeiend een plan van aanpak opgesteld. Voor zich ontstane probleempunten die een hoog risico op ongevallen, probleemsituaties e.d. met zich mee brengen, worden de nodige maatregelen getroffen. Daarnaast is er continue aandacht voor arbeidsomstandigheden en de aandachts-/actiepunten uit de RI&E. De RI&E is een ‘levend’ instrument dat continue actueel gehouden wordt.
Integriteit Integriteit vormt een vast onderdeel van het personeelsbeleid en wordt periodiek aan de orde gesteld in bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken, werkoverleg en de individuele (POP-)gesprekken met medewerkers (POP staat voor Persoonlijk OntwikkelPlan). Wij vinden het immers belangrijk om het integriteitsbeleid te handhaven, bespreekbaar te maken en actueel te houden. Inkoop en aanbesteding Zoals in de begroting aangegeven streven wij naar een verdere professionalisering van de inkoop(functie). Wij beschikken inmiddels dan ook over een inkoopcoördinator uit eigen personeel, die voor circa een dag in de week voor deze taak is vrijgemaakt. Hij heeft tevens een opleiding voor gemeentelijke inkoop gevolgd. Aangezien wij vanaf 2015 duurzaam moeten gaan inkopen is de inkoopcoördinator aan de slag gegaan met het opstellen van een actieplan hiervoor en heeft hij in dat kader ook de duurzaamheidmonitor ingevuld. Daarnaast zijn we gestart met het opstellen van inkoopprocedures en het ontwikkelen van formats; ook met het oog op afdekken van belastingrisico’s bij inhuur derden. Ook het verbeteren van het inkoop-, - 130 -
aanbestedings- en contractenregister heeft aandacht. Daarnaast zijn de contacten in het Inkoopplatform Noordoost Brabant INOB opgepakt d.m.v. opstellen van inkoopactieplannen en het deelnemen aan verschillende regionale inkooptrajecten. Met het oog op het inwerkingtreden van de nieuwe aanbestedingswet is een begin gemaakt met het actualiseren van de inkoopvoorwaarden en het inkoopbeleid. Verder zijn we begonnen met het verder uitwerken van ‘social return’. Informatisering en Automatisering (I&A) De taken ten aanzien van I&A worden voor onze gemeente verzorgd vanuit de PLE1N-werkeenheid I&A in Sint-Michielsgestel. De activiteiten in het jaar 2013 zijn vooral gericht geweest op: 1. Inrichting van - en migratie naar - een gezamenlijke ICT-infrastructuur. 2. Ondersteuning van de PLE1N-werkeenheden Belastingen en P&O. 3. Organisatie van de werkeenheid I&A zelf. 4. Wettelijke verplichtingen / NUP.
Gezamenlijke Gezamenlijke ICTICT -infrastructuur Het jaar 2013 heeft voornamelijk in het teken gestaan van de inrichting van en migratie naar één nieuwe technische infrastructuur voor de drie PLE1N-gemeenten. Deelprojecten bij de projecten waren de migratie van applicaties, de overgang naar Office 2010 en Outlook en de vervanging van de werkplekken. Tevens zijn de internetverbinden gecentraliseerd, is de uitwijklocatie opgeleverd en is er een Wifi-netwerk op de PLE1n locaties opgeleverd. Begin 2014 zal dit traject afgerond zijn.
Ondersteuning Ondersteuning werkeenheden Belastingen en P&O Met betrekking tot de werkeenheid Belastingen is ondersteuning verleend bij het opstarten en uitrollen van de MeerGemeentenFunctionaliteit (MGF). Dit project zal doorlopen in 2014. Met betrekking tot de werkeenheid P&O heeft PLE1N I&A de migratie naar PIMS en YOUPP uitgevoerd.
Organisatie I&A In 2013 is Ple1n I&A actief geweest met de doorontwikkeling van hun service desk. Tevens heeft er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden en is het consulentschap ingevoerd waarmee er een eerste aanspreekpunt voor beleidsmatige ontwikkelingen is geregeld.
NUP Ook is er in 2013 gestart met de coördinatie van het NUP programma. Hiermee zijn onder andere de projecten voor 2013 tot en met 2015 benoemd (zie ook paragraaf dienstverlening). Documentaire Documentaire en Informatie Voorziening
Document Managementsysteem (DMS) Vragen van klanten komen via verschillende kanalen binnen. Om deze vragen te kunnen volgen door de organisatie is het noodzakelijk dat ze op uniforme wijze worden vastgelegd in een DMS. Zowel het (toekomstige) KCC als het daarvoor ingerichte DMS vragen om regie op alle documentenstromen in de organisatie. Doel is een betere, transparante en efficiënte informatievoorziening voor burgers en bedrijven. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk informatie op termijn via het DMS ontsloten wordt. Dit is ook van belang voor de basisregistraties. Door het realiseren van koppelingen tussen systemen kan de informatie organisatiebreed worden gebruikt. Eind 2013 is de hele organisatie gestart met het digitaal behandelen van de post.
Overdracht archiefbescheiden Volgens de Archiefwet is het verplicht om te bewaren archiefbescheiden na 20 jaar over te dragen aan het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC). Het eerstvolgende archiefbestand dat daarvoor in aanmerking komt zijn de bouwvergunningen over de periode 1970-1988. Het bewerken van deze archiefbescheiden is gestart in 2013. Dit archiefblok wordt digitaal overgebracht per 01-10-2014 conform afspraak met de provinciaal archiefinspecteur.
- 131 -
Communicatie Bij gemeentelijke plannen of op te stellen beleid willen we onze inwoners (eerder) betrekken, maar waar mogelijk ook bij de uitvoering daarvan. Begin 2013 hebben we onze burgerparticipatie geëvalueerd. Dit heeft ons handvatten geboden om verder te werken aan de implementatie van de handleiding burgerparticipatie en interactief werken. Dit is een voortdurend proces. Juridische Zaken In 2012 is voor de eerste keer sinds jaren een daling van het aantal bezwaarschriften waargenomen. Deze daling heeft zich echter in 2013 niet voortgezet. De eerdere achterstanden zijn inmiddels weggewerkt en zijn de wettelijke afdoeningstermijnen gehaald. In december 2013 heeft een medewerker van het taakveld juridische zaken gebruik gemaakt van zijn levensloopregeling. Met het oog op de toekomstige samenwerkingsontwikkelingen zijn de eerder structureel beschikbare uren niet meer volledig en slechts tijdelijk ingevuld. Sinds 2013 heeft het juridisch consulentschap een bredere dimensie gekregen. Tijdens het consulentenoverleg worden nu ook structureel algemeen juridische vraagstukken besproken. Er is een aanvang gemaakt met het toepassen van het instrument pré-mediation. De pilot wordt in 2014 verder uitgewerkt. In 2013 zijn beginstappen gemaakt in het onderzoek naar de vorming van één commissie bezwaarschriften voor de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode. Voordelen hiervan zouden zijn: kostenvoordelen (meer zaken per zitting, één secretariaat, aanpassing presentiegelden etc.), elkaar ondersteunen en anticiperen op toekomstige samenwerking. Verwacht wordt, dat in 2014 hierover besluitvorming zal plaatsvinden. Planning en Control • Door middel van een uitgebreid instrumentarium van kadernota, begroting, twee bestuursrapportages en rekening is de reguliere planning & control-cyclus in 2013 doorlopen. Daarbij is, na overleg met het audit-comité, het format van de twee bestuursrapportages aanzienlijk vereenvoudigd. Over een vereenvoudiging van het format van de jaarrekening zijn we in overleg met het audit-comité. • Ook in 2013 heeft het collegeprogramma voor de organisatie als concreet kompas gefungeerd. Als gevolg van het financieel zware weer worden de hierin geformuleerde ambities steeds kritischer bezien en worden hierbij steeds scherpere keuzes gemaakt. • In het kader van de ombuigingen heeft de focus in 2013 in belangrijke mate gelegen op het doorvoeren van de voorgenomen ombuigingen 2013, de monitoring van de ombuigingen 2011 en 2012 en het opstellen van het plan van aanpak voor een participatietraject ombuigingen / hervormingen 2015 (Raad 7 november 2013). Zie verder de paragraaf ombuigingen. • In 2013 heeft de doorontwikkeling (lees vergroting van de transparantie) van de begroting en rekening verder aandacht gehad. De verbeterslagen van 2011 en 2012 (o.a. uitbreiding financiële tabellen met informatie over toevoeging en onttrekking reserves en analyse financiële verschillen) zijn geborgd en nader uitgewerkt. • Belangrijke organisatorische instrumenten in het kader van de P&C, zoals de teamplannen en het ondernemingsplan, dat is opgebouwd uit de drie programma’s dienstverlening, bedrijfsvoering en beleid en ontwikkeling, zijn ook voor 2013 opgesteld en benut. Hierin is de personele ombuiging verdisconteerd. In overleg met het bestuur is bezien welke ambities bijgevolg naar beneden bijgesteld kunnen/moeten worden. Ook voor de Ple1n-werkeenheden is het toepassen van de P&C-cyclus nader op elkaar afgestemd en vastgesteld. • Op het gebied van de ontwikkeling van een dashboard (ken– en stuurgetallen t.b.v. budgetbeheer en managementinformatie) zijn in 2013 stappen vooruit gezet. Belangrijkste onderdeel hiervan is de vereenvoudigde budgetbewaking met behulp van Excellentdata. Dankzij dit programma hebben we tevens stappen vooruit gezet bij de beheersing van de personeelskosten. Ook op andere onderdelen (verlof/ziekteverzuim en werk, inkomen en zorg) beschikken we inmiddels over de gewenste managementinformatie. • Het verbeterplan in verband met beheersing van de open einde regelingen is besproken in het auditcomité van 19 november 2013. De verbeterpunten hieruit zijn en worden inmiddels opgepakt.
- 132 -
Financieel beleid/beheer We hebben in 2013 de nadruk gelegd op het meer in-control raken van ons financieel bedrijfsvoeringsproces. Dit heeft o.a. betekend dat de financiële beleidsnota’s doorgeschoven zijn. Uit het onderzoek naar de financiële positie van de gemeente in 2011 zijn aanbevelingen gedaan. Ook in 2013 is hier aandacht aan besteed. Wij gaan hieronder kort in op de zes aanbevelingen en welke acties hiervoor in 2013 zijn gedaan. Het jaar 2013 heeft qua ombuigingen in het teken gestaan van monitoring van de ombuigingen 2011 t/m 2013. De realisatie van de ombuigingen is aan u gerapporteerd in de beide BERAP’s 2013. Meer informatie hierover is opgenomen in de paragraaf J die aan het ombuigingsproces is gewijd. In de tweede helft van 2013 is vervolgens ook gestart met het participatietraject ombuigingen/hervormingen 2015 en volgende jaren. De P&C documenten zijn bovendien transparanter gemaakt ten aanzien van het resultaat en de mutatie in reserves vanaf de jaarrekening 2010 en volgende P&C-documenten. De aanbeveling om de rentenota te heroverwegen en de rentelasten weer verantwoorden op de programma’s is i.v.m. andere prioritering nog niet gerealiseerd. De aanbeveling om géén onttrekkingen meer doen uit de (incidentele) reserves voor het opvangen van reguliere structurele overheidsuitgaven is in de kadernota 2012 en de nota Reserves en Voorzieningen 2011 opgepakt. Het maken van een meer realistische meerjarige tijdsplanning van investeringen is opgepakt door eerst bestaande projecten grotendeels af te ronden en slechts een beperkt aantal nieuwe investeringen op te nemen. Het ontwikkelen van een systeem van liquiditeitsplanning en analyse achteraf is opgenomen in ons reguliere bedrijfsvoeringsproces. De aanbeveling om over te gaan tot het lineaire systeem van afschrijven wordt onderschreven. In de uitwerking van de aanbevelingen bent u geïnformeerd dat het echter financieel niet haalbaar en niet noodzakelijk is om op korte termijn hier invulling aan te geven. In het kader van uniformering van financieel beleid voor de voorgenomen fusie zal dit onderwerp wel actueel worden. Interne controle Ook in 2013 is een controleplan opgesteld. Daarbij zijn de verbeterpunten naar aanleiding van de voorgaande controles vanuit accountant en vanuit onze eigen (verbijzonderde) interne controle opgenomen. In de managementletter over de tussentijdse controle 2013 is vanuit de accountant over de gehele linie vooruitgang op het terrein van de interne controle (IC) geconstateerd. De diverse teams zijn de IC meer en meer gaan oppakken en inbedden in het reguliere proces van de teams. In het kader van de jaarrekening 2013 hebben de IC-werkzaamheden zich o.a. gericht op de grondexploitatie, inkoop en aanbesteding, SiSa, verstrekte garanties aan derden en debiteuren inclusief werken voor derden. De aanbevelingen uit de IC zijn vervolgens opgepakt door de betreffende teams, in samenspraak met de IC- coördinator. Als gevolg van ziekte hebben wij voor de afronding van de interne controle in het kader van de jaarrekening 2013 externe ondersteuning nodig gehad.
- 133 -
PARAGRAAF F – V ERBONDEN PARTIJEN Samenvatting Naar aanleiding van het onderzoek van de lokale rekenkamercommissie is deze paragraaf in 2012 ingrijpend gewijzigd. In 2013 heeft de gemeente op het terrein van de samenwerking 4 ingrijpende besluiten genomen. Verder is de financiële informatie per verbonden partij uitgebreid.
Inleiding Verbonden partij is een verzamelbegrip voor diverse rechtspersonen (publiek – of privaatrechtelijk) die op afstand van de gemeente staan, maar die door een bestuurlijk en een financieel belang met de gemeente verbonden zijn. Op 28 december 2010 heeft de Lokale rekenkamercommissie de eindrapportage “Samen beter op koers, sturing en richting aan verbonden partijen“ aangeboden. Aan de belangrijkste aanbeveling, om eerst de basiselementen op orde te brengen, is inmiddels invulling gegeven. De paragraaf verbonden partijen is met ingang van de programmabegroting 2012 daarom belangrijk gewijzigd. Op basis van gewijzigde regelgeving (Besluit Begroting en Verantwoording) in 2013 is de financiële informatie per verbonden partij verder uitgebreid in deze jaarrekening. Rooise visie op intergemeentelijke samenwerking In ons collegeprogramma 2010-2014 ‘Samen Rooien’, hebben wij nadrukkelijk aandacht besteed aan (regionale) samenwerking. Dit in het besef dat wij niet alles alleen kunnen, willen en hoeven. In de commissievergadering van 2 december 2010 is de notitie “Onze koers ten aanzien van de regionale samenwerking” besproken. Vervolgens is deze notitie verder uitgewerkt in de kadernota samenwerking die in april 2012 is vastgesteld door de Raad. Welke 4 stappen zijn er in 2013 gezet aanzien van de samenwerking? 2013 is qua besluitvorming een cruciaal jaar geweest ten aanzien van de samenwerking. •
De Raad stelt in zijn vergadering van 31 januari 2013 de discussienotitie “Wij van de Meierij, verkenning van samenwerking tussen de gemeenten Haaren, Vught, Sint-Michielsgestel, Schijndel, Sint-Oedenrode en Boxtel” vast. Daarnaast verzoekt de Raad de colleges van de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode om enerzijds een visie te ontwikkelen op hun beider samenwerking in de context van het realiseren van een bestuurlijke fusie op termijn, en anderzijds een visie op samenwerking als nieuwe entiteit met de overige gemeenten binnen de Meierij.
•
De Raad stelt in zijn vergadering van 27 juni 2013 de ‘Verkenning Samenwerking Schijndel – SintOedenrode’ vast, waarmee de gemeenteraad zich tevens uitspreekt over de vorm, de schaal, het profiel en mogelijke partners hierbij. Verder geven de gemeenteraden van Schijndel en Sint-Oedenrode hun colleges opdracht om het voornemen om te komen tot een bestuurlijke fusie uit te (laten) werken en om hierbij geschikte buurgemeenten, zoals andere Meierijgemeenten of Veghel, te betrekken.
•
De Raad besluit in zijn vergadering van 28 november 2013 in te stemmen met de keuze voor de gemeente Veghel als partner in relatie tot het voornemen van de gemeenten Schijndel en SintOedenrode tot een bestuurlijke fusie.
•
Tot slot stelt de Raad in zijn vergadering van 19 december 2013 het plan van aanpak ‘Voornemen tot gemeentelijke herindeling Schijndel Sint-Oedenrode en Veghel’ vast. Ook besluit de Raad aan het college opdracht te verstrekken om samen met de colleges van Schijndel en Veghel een concept herindelingsontwerp op te stellen dat najaar 2014 aan de gemeenteraden van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel wordt aangeboden.
- 134 -
Regionale strategische samenwerking– samenwerking – AgriFood Capital Sint-Oedenrode ligt aan de zuidelijke rand van Noordoost Brabant, aan de A50, met een poortfunctie richting Groene Woud. Bestuurlijk hoort onze gemeente bij Noordoost Brabant. De gemeente heeft acht gemeentelijke buren, waarvan er vier tot Noordoost Brabant behoren en vier tot Zuidoost Brabant. Voor werk, winkels, zorg en onderwijs zijn met name het gebied rondom de as-A50 van Oss naar Eindhoven en (het gebied) richting ‘s-Hertogenbosch van groot belang. Met de ambitie van de regio dat Noordoost Brabant in 2020 excelleert als topregio in AgriFood is het noodzakelijk dat de samenwerking in regionaal verband wordt geïntensiveerd. Om invulling te geven aan een intensievere samenwerking is in december 2013 besloten een verdergaand convenant dan het huidige te sluiten middels het verstrekken van een bestuursopdracht om tot een 3O-samenwerking te komen. Dat wil zeggen, een samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven. De veranderingen in onze maatschappij, zowel in economische zin als in het maatschappelijk bewustzijn bij burgers en organisaties, maakt dat de overheid in een transitieproces zit. Het is van belang dat de overheid aansluit bij deze ontwikkelingen, waar partijen juist hun krachten gaan bundelen om in gezamenlijkheid resultaten te behalen die toekomstbestendig zijn, en dat de overheid coalities aangaat met onderwijs en het bedrijfsleven. Zo kan meer kennis, geld en draagvlak gegenereerd worden. De rol van de overheid gaat dan naar een rol als facilitator, als meedoen als partner en als aanjager. Daarbij richt de overheid zich op het creëren van een goed woon-, werk- en leefklimaat, langs de lat van een goed vestigingsklimaat, goede bereikbaarheid & mobiliteit en het leggen van de verbinding tussen stad en platteland, waarbij duurzaamheid - ook in maatschappelijk opzicht - centraal staat. AgriFood is de groeidiamant van en voor de regio Noordoost Brabant. De wereldwijde stijgende vraag naar voedsel vraagt om slimme en vooral duurzame oplossingen. De ambitie in de AgriFood-agenda wordt langs 4 programmalijnen uitgewerkt, resp. ‘People’, ‘Business’, ‘Innovation’ en ‘Basics’, waarbij deze laatste in feite de overheidsagenda is. Door het versterken van de regionale samenwerking in 3O-verband met de focus op AgriFood wordt de internationale concurrentiekracht vergroot dat gericht is op het op een duurzame wijze creëren en verbeteren van het investerings-, vestigings-, woon- en leefklimaat in Noordoost Brabant Door de verdergaande overheidssamenwerking met de overige betrokken partijen in de regio Noordoost Brabant kan de regio uitvoering geven aan de ‘Strategische Agenda’ en het ‘Uitvoeringsprogramma AgriFood Noordoost Brabant’. Voorts wordt invulling gegeven aan de programmalijn ‘Basics’, als belangrijkste onderdeel van de overheidsopgave in de 3O-samenwerking, en de daarbij behorende actielijnen ter versterking van het woon-, leef- en werkklimaat in de regio Noordoost Brabant. Regionale operationele samenwerking samenwerking in Ple1nPle1n - verband In 2012hebben de gemeenten Haaren, Sint-Michielsgestel en Sint-Oedenrode onder de naam PLE1N de werkeenheden I&A (Informatisering & Automatisering), Belastingen en P&O (Personeel & Organisatie) gevormd. De werkeenheid Belastingen is gehuisvest in Sint-Oedenrode, de werkeenheid I&A in SintMichielsgestel en de werkeenheid P&O in Haaren. De samenwerking gebeurt op basis van centrumgemeenteconstructie. De samenwerkingsdiscussie en de besluitvorming binnen de Meierij heeft gevolgen gehad voor het denken over de toekomst van de Ple1n-samenwerking. Ook door de raad zijn meermalen vragen gesteld over de gevolgen van de fusie voor de Ple1n-samenwerking. De colleges hebben uitgesproken dat de Ple1n-samenwerking in ieder geval tot 1 januari 2018 blijft doorlopen.
Activiteiten PLE1N P&O Doorontwikkeling van de werkeenheid (bijvoorbeeld ontwikkeling van de Servicedesk en werken op lokatie). Daarnaast zijn verschillende projecten uitgevoerd, zoals: aanbesteding ARBO-dienstverlening, structureren ziekteverzuimproces, introduceren IZA-bedrijfzorgpakket, aanpassing hoofdstuk CAR_UWO, Werkkostenregeling, Werktijdenregeling, begeleiding medewerktevredenheidsonderzoek, onderzoeken - 135 -
studenten met betrekking tot FUWA-systemen en gezondheidsmanagement en samenvoeging personeelsen salarissystemen.
Activiteiten Ple1n-belastingen De taken van de werkeenheid belastingen zijn het heffen en innen van gemeentelijke belastingen, het afhandelen van kwijtscheldingsverzoeken en het uitvoeren van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Daarbij is sprake geweest van enkele ontwikkelingen welke ertoe hebben geleid dat extra inzet en inspanningen nodig zijn geweest om de werkzaamheden tijdig en juist af te ronden. Het betreft onder meer het groot aantal bezwaarschriften (3x meer dan begroot) - groot aantal bezwaarschriften via WOZ-bureaus (45% van het totaal)
Activiteiten Ple1n-I&A Hiervoor wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering.
Geformuleerde visie op verbonden partijen De basis voor de visie op verbonden partijen is terug te vinden in de visie op intergemeentelijke samenwerking. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) kent 4 soorten gemeenschappelijke regelingen die het mogelijk maken de zwaarte van het organisatorische verband af te stemmen op de aard van de gezamenlijk te behartigen taak of taken. De gemeenteraad zal steeds moeten afwegen welke aanpak de beste garantie geeft dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeenteraad voor ogen staat en op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft in het uitvoeren van een taak. De verschillende soorten gemeenschappelijke regelingen, waarbij we van de lichte naar de zware Wgr gaan, zijn: • een gemeenschappelijke regeling zonder meer (de “lichte” regeling) • een gemeenschappelijke regeling met een centrumgemeenteconstructie • een gemeenschappelijke regeling waarbij een gemeenschappelijk orgaan in het leven wordt geroepen • een gemeenschappelijke regeling waarbij een openbaar lichaam wordt opgericht. Als uitgangspunt kiezen wij voor de bij de situatie passende lichtste vorm.
Wettelijk Wetteli jk kader verbonden partijen Ingevolge het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient vanaf 2004 bij de begroting een lijst van verbonden partijen te worden overgelegd. Een “verbonden partij” is een privaatrechtelijke of publieksrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Dit kunnen bijvoorbeeld deelnemingen, vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen etc. zijn. Bij een bestuurlijk belang gaat het om het hebben van zeggenschap van de gemeente in een derde partij, hetzij omdat de gemeente deelneemt aan het bestuur hetzij omdat zij bijvoorbeeld vanwege de aandelen die zij bezit, mee kan stemmen. Van een financieel belang is sprake als de gemeente de middelen, die aan een partij ter beschikking zijn gesteld, niet terugkrijgt bij faillissement van die partij of indien financiële problemen bij de derde partij kunnen worden verhaald bij de gemeente. Relaties, waarbij alleen sprake is van een financieel of een bestuurlijk belang, vallen derhalve buiten het criterium. Voor de gemeenteraad is informatie over de verbonden partijen om twee redenen van belang: • De verbonden partij voert vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. Hoewel de verbonden partijen taken uitvoeren, blijft de gemeente uiteindelijk de verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Van belang hierbij is dat de doelstellingen van de verbonden partijen corresponderen met die van de gemeente. Er blijft dus voor de raad nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over bij de programma’s. • Er is sprake van een budgettair beslag en financiële risico’s, die de gemeente met verbonden partijen kunnen lopen.
- 136 -
Adoptieregeling In 2005 hebben de besturen van de gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de regio Noordoost Brabant afspraken gemaakt ter verbetering van de beheersbaarheid van gemeenschappelijke regelingen. Eén van de afspraken was: het tijdig informeren van de gemeenten over de jaarplanning en de planning- en controlcyclus. In de praktijk betekent dit dat de gemeenteraad in maart van ieder jaar zijn zienswijze kenbaar kan maken met betrekking tot de beleidskaders in de Kadernota. Tevens is de afspraak gemaakt om binnen deze regio te gaan werken met de adoptieregeling. Dit is een regeling waarbij twee gemeenten de betreffende kadernota/productenbegroting en de jaarrekening analyseren van een verbonden partij voor de andere deelnemende gemeenten en waarbij de twee gemeenten de andere gemeenten in een vroeg stadium informeren over de bestuurlijke documenten. Hierna wordt middels een letter A aangegeven of op de gemeenschappelijke Regeling de adoptieregeling van toepassing is. Gemeenschappelijke Gemeenschappeli jke regelingen separaat beoordeeld De gemeente Sint-Oedenrode heeft zowel een bestuurlijk als een financieel belang in een aantal verbonden partijen. De betrokkenheid bij deze regelingen varieert sterk. Sint-Oedenrode heeft wel in alle regelingen een vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur. Bij een aantal regelingen is de Rooise vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur tevens lid van het Dagelijks Bestuur. De financiële betrokkenheid bij de gemeenschappelijke regelingen bestaat meestal in de vorm van een jaarlijkse bijdrage. De verbonden partijen zijn net als vorig jaar op basis van een vast format nader uitgewerkt. Gemeenschappelijke regelingen en ombuigingen Kortheidshalve wordt hiervoor verwezen naar de paragraaf ombuigingen.
- 137 -
Gemeenschappelijke regeling reg eling Werkvoorzieningschap De Dommel (WSD) (A) Portefeuillehouder(s): wethouder R. Dekkers Programma/product: 1 – Sociale dienstverlening (Zorg) / 1.2.2.01 – Uitstroombevordering Vestigingsplaats: Boxtel Doelstelling: 1. Het schap heeft ten doel de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (hierna te noemen: ‘Wsw’). Ter realisering van deze doelstelling draagt het schap er onder meer zorg voor dat zij aan zoveel mogelijk ingezetenen, die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de doelgroep behoren, een dienstbetrekking aanbiedt voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden. 2. Het schap heeft mede ten doel andere vormen van gesubsidieerde arbeid uit te voeren dan wel te doen uitvoeren. Het AB van WSD kan hiertoe een of meerdere privaatrechtelijke rechtspersonen oprichten. 3. Het AB is bevoegd om onder nader door hem te stellen voorwaarden met niet aan de regeling deelnemende gemeenten en of met andere derden overeenkomsten aan te gaan ter uitvoering van vormen van gesubsidieerde arbeid, scholing en of begeleiding. Deelnemende partijen: Gemeenten: Best, Boxtel, Haaren, Nuenen, Oirschot, Oisterwijk, Schijndel, Sint-Michielgestel, Son en Breugel, Vught en Sint-Oedenrode. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een AB en een DB. In het AB hebben wethouder Dekkers, F. van den Boomen en J. Wijn (plaatsvervangend) zitting. In het DB is wethouder Dekkers vertegenwoordigd. Financieel belang: De werkelijke bedrage in 2013 was € 13.081,--. Voor 2012 en 2011 was dit respectievelijk € 12.927 en € 13.699. Het betreft een bijdrage in de bestuurskosten. De jaarrekening 2013 wordt in juni 2014 vastgesteld door AB. Eigen vermogen: per begin 2012 € 17.740.000 en per ultimo 2012 € 19.281.000 Vreemd vermogen per begin 2012 € 6.007.000 en per ultimo 2012 € 6.155.000 Resultaat 2012 na bestemming = € 2.724.000. De WSD-groep ontvangt van onze gemeente daarnaast de rijkssubsidie van € 2,7 miljoen (niveau 2013). De kosten die nog ongedekt blijven worden bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht. Voortgang en verantwoording: Het Algemeen en Dagelijks bestuur zijn verplicht gevraagd en ongevraagd informatie te verstrekken aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het DB maakt jaarlijks een ontwerpbegroting van de baten en lasten voor het komende jaar. Deze begroting wordt aan de raden van de deelnemende gemeenten toegezonden en vervolgens voor 15 juli door het AB van de WSD vastgesteld. Tevens wordt er elk jaar een jaarrekening opgesteld en toegezonden aan de raden van deelnemende gemeenten. In Sint-Oedenrode worden de jaarstukken van de WSD altijd ter inzage gelegd op het gemeentehuis. Als raadsleden op- of aanmerkingen hebben op deze jaarstukken kunnen zij deze kenbaar maken aan wethouder Dekkers. Beleidsvoornemens: De regeling Wwnv vraagt om veranderingen en doet een beroep op het innovatief vermogen van gemeenten en SW-bedrijven. WSD en de deelnemende gemeenten moeten deze herstructurering in de komende tijd vorm geven. Met het controversieel verklaren van de Wet werken naar vermogen is onduidelijkheid ontstaan over de totstandkoming van één wettelijke regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Omdat de voorgenomen bezuinigingen op de SW voor een belangrijk deel blijven bestaan blijft het zaak om innovatieve oplossingen te zoeken in samenwerking tussen regio gemeenten en SW bedrijf. Ontwikkelingen: In het kader van de ombuigingen is aan de raad voorgesteld uit te gaan van een generieke korting van 10% in 2012. Risico’s: De hele operatie waarbij één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt werd geïntroduceerd is ook een bezuinigingsmaatregel. Met minder geld meer werkzoekenden bedienen. Verwacht wordt dat de regelgeving voor de onderkant van de arbeidsmarkt (w.o. de WSW) op de een of andere manier in de nabije toekomst zal worden aangepast en dat dit tot verdere financiële consequenties voor de gemeenten zal leiden.
- 138 -
Veiligheidsregio BrabantBrabant-Noord (A) Portefeuillehouder(s): P. Maas Programma/product: 6 – Burger en bestuur / 6.3.2.01 – Brandweer en rampenbestrijding Vestigingsplaats: ’s-Hertogenbosch Doelstelling: De veiligheidsregio Brabant-Noord behartigt het belang van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde, waar mogelijk integrale, uitvoering van de hulpverlening in het werkgebied, alsmede de voorbereiding daarop. Deelnemende partijen: “Op 1 juli 2006 is de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord in werking getreden. De Veiligheidsregio is een samenwerkingsverband tussen de Regionale Brandweer Brabant-Noord, de Gemeenschappelijke Hulp bij Rampen (GHOR), Politie en de 20 gemeenten. Voorts werken Defensie (Regionaal Militair Commando-Zuid) en de waterschappen (vertegenwoordigd door Waterschap Aa en Maas) in de veiligheidsregio samen. Gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Heusden, ’s-Hertogenbosch, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Uden, Veghel, Vught, SintOedenrode en het regionaal college en de korpsbeheerder van de politieregio Brabant-Noord. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Bij besluit van 29 juni 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de regeling. Dit samenwerkingsverband vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam. Dit openbaar lichaam bestaat uit een Algemeen en een Dagelijks Bestuur. In het Algemeen Bestuur hebben burgemeester Maas en wethouder Van Rossum (plaatsvervangend) zitting. Financieel belang: De werkelijk bijdrage 2013 was € 752.737, voor 2014 is € 722.495 begroot. Het eigen vermogen per 31-12-11 bedroeg € 8.818.000 / per 31-12-12 € 9.546.000 Het vreemd vermogen per 31-12-11 bedroeg € 23.384.000 / per 31-12-12, € 12.664.000 Het resultaat 2012 na bestemming bedroeg € 3.233.000. Met de regionalisering van de brandweer zijn de reguliere kosten van de brandweer uit de begroting van de gemeente gehaald. De reguliere kosten voor de brandweer komen terug in de bijdrage aan de veiligheidsregio Brabant-Noord. In de programmabegroting 2012 van de veiligheidsregio is uitgegaan van het kader dat er voor de eerste drie jaar een bezuiniging moet worden doorgevoerd van vooralsnog 3%. Er is rekening gehouden met een aan de Brandweer Brabant-Noord opgelegde efficiencytaakstelling die oploopt tot €1.500.000 in 2014. Ten opzichte van de programmabegroting 2011 bedraagt de taakstelling van de Veiligheidsregio 12%. De nog te maken keuzes voor de doorontwikkeling van de veiligheidsregio en nog te realiseren bezuinigingen zijn nog niet verwerkt in onderstaande inwonersbijdragen.
Meerjarenbeeld inwonerbijdragen bijdrage in € 1 per inwoner, prijspeil 2012 (excl. excl. Indexering) 2012 2013 BBN 6,057 6,057 GHOR 1,899 1,899 GMC 2,148 2,148 Totaal inwonerbijdrage 10,104 10,104
2014 6,057 1,899 2,148 10,104
2015 6,057 1,899 2,148 10,104
Voortgang en verantwoording: De adoptieregeling is van toepassing. Het AB stelt jaarlijks de begroting vast. Het DB biedt de begroting uiterlijk op 15 april aan de deelnemende gemeenten aan. De vastgestelde begroting wordt tevens aan Gedeputeerde Staten verzonden. Het AB stelt ook de jaarrekening vast. Deze rekening wordt verzonden naar de deelnemende gemeenten. Beleidsvoornemens: • Deel 2 van het Regionaal crisisplan Brabant-Noord vaststellen (invulling functiestructuur).
- 139 -
• •
Businesscase wordt uitgewerkt als grondslag voor het voortraject om het aantal gemeenschappelijke meldcentra terug te brengen. Mogelijkheden voor een gemeenschappelijk meldcentrum voor de provincie Noord-Brabant, Zeeland en Limburg Vaststellen regionaal beleidsplan Politie Brabant-Oost 2013-2014
Ontwikkelingen: • Samengaan van de politieregio’s Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost in een nieuwe regionale eenheid (Nationalisering van de politie) Politieregio Brabant-Oost • Implementatie Regionaal Crisisplan ter vervanging van het huidige rampenplan Risico’s: nog invullen • Door de opgelegde taakstelling voor Brandweer Brabant-Noord zullen ingrijpende maatregelen in de organisatie en taakuitvoering onontkoombaar zijn.
Brabants Historisch Informatie Centrum (A) Portefeuillehouder(s): P. Maas Programma/product: 6 – Burger en bestuur / 6.5.1.01 – Archief Vestigingsplaats: ’s-Hertogenbosch Doelstelling: Het Brabants Historisch Informatie Centrum) is ingesteld met het doel de belangen van de minister, de gemeenten en de waterschappen bij alle aangelegenheden betreffende archiefbescheiden en collecties die berusten in de rijksarchiefplaats in de provincie Noord-Brabant en de archiefbewaarplaats van de gemeenten en waterschappen, in gezamenlijkheid te behartigen. Deelnemende partijen: Gemeente Sint-Oedenrode neemt vrijwillig deel aan deze gemeenschappelijke regeling samen met 17 andere gemeenten (Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Haaren, Landerd, Maasdonk, Mill, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint Hubert, Sint-Michielsgestel, Uden, Veghel, Vught) en de waterschappen: De Aa, De Dommel, De Maaskant en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het BHIC is gevestigd in ’s-Hertogenbosch. Per 1 januari 2012 zijn taken van het Rijk op archiefgebied bij de provincies ondergebracht. Dit betekent dan ook dat de provincie Noord-Brabant feitelijk deelnemer zou moeten zijn binnen de gemeenschappelijke regeling. Gelet op de vrij omslachtige wijzigingsprocedure van deze gemeenschappelijke regeling, is er voor gekozen om de provincie in formele zin geen deelnemer te laten zijn in deze gemeenschappelijke regeling. De provincie schuift ook aan bij het portefeuillehouderoverleg. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Dit samenwerkingsverband vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam. Op 1 januari 2005 is de gemeenschappelijke regeling "Regeling Brabants Historisch Centrum" in werking getreden. De ingestelde gemeenschappelijke regeling is een heel bijzondere. Naast 17 gemeenten zijn ook twee waterschappen en het Rijk deelnemer aan deze regeling. Dit heeft geresulteerd in een regeling die afwijkt van de normale bestuursvorm bij een gemeenschappelijke regeling. Normaliter is het bij een gemeenschappelijke regeling zo dat de deelnemers samen het Algemeen Bestuur vormen en daarin stemrecht hebben. Bij deze regeling heeft u er destijds voor gekozen om het Algemeen Bestuur te laten vormen door drie van rijkswege te benoemen leden, alsmede drie leden die door de zeventien gemeenten en de twee waterschappen gezamenlijk worden benoemd. De regeling bepaalt voorts dat het Algemeen Bestuur tevens het Dagelijks Bestuur vormt. In de praktijk blijkt dat het Algemeen en Dagelijks bestuur van het Brabants Historisch Informatie Centrum vrijwel autonoom kan handelen. Financieel belang: Bijdrage (werkelijk) 2012: € 63.505 Bijdrage (begroot) 2013: € 64.880 Bijdrage (werkelijk) 2013: € 62.723 Eigen vermogen BHIC (concept-jaarrekening) per 01-01-2013: € 475.657 Eigen vermogen BHIC (concept-jaarrekening) per 31-12-2013: € 411.234 - 140 -
Vreemd vermogen BHIC (concept-jaarrekening) per 01-01-2013: € 2.572.884 Vreemd vermogen BHIC (concept-jaarrekening) per 31-12-2013: € 2.610.710 Resultaat BHIC (concept-jaarrekening): -/- € 64.423 Voortgang en verantwoording: De adoptieregeling is van toepassing. Uit de regeling blijkt dat het Dagelijks Bestuur de meerjarenbegrotingen, het vierjarig beleidsplan en de jaarlijkse ontwerpbegroting opstelt. Het Algemeen Bestuur stelt deze stukken vast. Het Rijk, de Algemene Besturen van de waterschappen en de raden van de deelnemende gemeenten kunnen slechts hun zienswijze kenbaar maken ten aanzien van de ontwerpbegroting (en de jaarrekening). Verdere invloed op de besluitvorming binnen het Algemeen Bestuur of Dagelijks Bestuur van het Brabants Historisch Informatie Centrum bestaat er, gelet op de regeling, formeel gezien niet. In de regeling is vastgelegd op welke wijze de jaarlijkse bijdragen tot stand komen en hoe omgegaan dient te worden met een batig saldo. Wijziging van deze zaken kan alleen wanneer het Rijk, de twee waterschappen en de zeventien deelnemende gemeenten daartoe gezamenlijk besluiten. Beleidsvoornemens: De ambities van het BHIC liggen vast in de beleidsvisie ‘Gegist Bestek: het BHIC in 2019’. In deze notitie worden de meerjarige trends onderscheiden die de toekomstagenda van het BHIC zullen bepalen. Ontwikkelingen: In 2009 werd besloten tot en met 2013, af te zien van indexering. In 2011 heeft het bestuur in overleg met de portefeuillehouders besloten om deze meerjarige nullijn, die een structurele bezuiniging van 7% betekent, aan te vullen met een structurele korting van 3%. Ook voor de rijksbijdrage werd de nullijn gehanteerd en is eveneens een aanvullende korting van ca. 3% opgelegd. Met deze maatregelen werd voldaan aan de wens om 10% te korten op de budgetten van de gemeenschappelijke regelingen. In december 2011 is de brief ontvangen van de coördinerend bestuurder (burgemeester Buijs-Glaudemans) over het afstemmingsproces tussen gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. In deze brief wordt gesproken over 10% korting in de periode 2012-2015 waarbij de begroting 2011 als uitgangspunt wordt gehanteerd. De wijziging van het uitgangspunt betekent formeel dat het BHIC niet zou voldoen aan de bezuinigingsopdracht van 10%, maar op 7,5% blijft steken, te weten 4,5% door het volgen van de nullijn in de jaren vóór 2012 en 3% aanvullende korting in 2012. De resterende 2,5% wordt gerealiseerd in 2014. De totale bezuiniging komt daarmee op 10%. Formeel zijn de bijdragen enerzijds van het rijk en anderzijds de gemeenten en waterschappen aan het BHIC onderling met elkaar gekoppeld: de twee partijen kunnen niet eenzijdig hun bijdragen verhogen of verlagen. Bepaling van de hoogte en het tijdstip van eventuele kortingen vereist dus overleg tussen de partners van de gemeenschappelijke regeling. Om dat overleg mogelijk te maken zijn in 2013 geen aanvullende kortingen doorgevoerd, de brief van mevrouw Muijs-Glaudemans geeft daartoe ook de ruimte. De regionale historische centra zijn per 1 januari 2012 gedecentraliseerd naar de provincies. De minister van OCW heeft eind 2011 met de provincies een akkoord bereikt over een structurele financiële bijdrage, zodat zij zelf gaan betalen voor hun archieven. Een en ander is onderdeel van de Bestuursafspraken 2011-2015 van VNG, IPO, UvW en rijk. Per saldo draagt het rijk met ingang van 1 januari 2012 € 433.528,- minder bij aan het BHIC. Per dezelfde datum draagt de Provincie € 394.928,- bij aan het BHIC. Dat betekent dat het BHIC naast de 10% korting door de regionale partners, ook nog eens € 38.600,- (ca. 3%) bezuiniging van rijkszijde krijgt opgelegd. Deze korting is reeds verwerkt in de begroting 2013. In het portefeuillehouderoverleg van 13 april 2012 is aangedrongen op het naar voren halen van de resterende korting: niet in 2015, maar in 2014. Het bestuur neemt dit advies over en zal in de begroting van 2014 2,5% korting (€ 45.000,-) opnemen. Hiermee heeft het BHIC voldaan aan de bezuinigingsopdracht van 10%. Risico’s: Risico’s die van invloed kunnen zijn op de toekomstige cijfers zijn: vertraging in de besluitvorming op bestuurlijk niveau sociaaleconomische ontwikkelingen die gevolgen hebben op subsidies wijziging in de hoogte van de bijdrage door de deelnemers wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling CAO aanpassingen wachtgeldverplichtingen verhogingen van huurpenningen die afwijken van de bijdrage van OCW
- 141 -
Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) (A) voorheen Regionaal Milieubedrijf Brabant NoordNoord- Oost Portefeuillehouder(s): burgemeester P. Maas / wethouder C. van Rossum Programma/product: 3 – Bouwen en Wonen (Wonen) / 3.1.1.04 – Milieu - duurzaamheid Programma/product: 6 – Burger en Bestuur / 6.3.4.01 Handhavingsbeleid en – coördinatie Vestigingsplaats: Cuijk (nevenvestiging ’s-Hertogenbosch) Doelstelling: Het openbaar lichaam heeft de behartiging van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van de milieuzorg als taak. Dit met inachtneming van hetgeen in deze regeling nader is bepaald over de aan haar opgedragen taken en bevoegdheden. De ODBN geeft gemeenten advies op het gebied van milieu. Daarnaast houdt het ODBN gemeenten op de hoogte van ontwikkelingen en nieuwe wet en regelgeving met betrekking op het milieu beleidsterrein. Lopende het jaar 2013 zijn ook een aantal basistaken t.a.v. vergunningverlening , toezicht en handhaving op milieugebied verplicht aan de ODBN overgedragen. Deelnemende partijen: Gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden, Veghel, Sint-Oedenrode, ’s-Hertogenbosch, Vught, Boxtel, Haaren, Sint-Michielsgestel. Provincie Noord-Brabant Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een Algemeen bestuur en Dagelijks bestuur. De regeling is in werking getreden op 3 april 2013, daadwerkelijke start van uitvoering werkzaamheden per 1 oktober 2013. In het Algemeen Bestuur hebben burgemeester Maas als lid en wethouder Van Rossum (portefeuillehouder Milieu) (plaatsvervangend) zitting.
Financieel belang: Bijdrage (werkelijk) 2012: € 26.320 (incl. ombuiging € 3.500) gebaseerd op een bijdrage van € 1,53 per inwoner. Bijdrage 2013 (begroot op basis van besluitvorming ODBN): € 67.134 Bijdrage 2014 (begroot): € 157.991 Betreft een gemeenschappelijke regeling die in de loop van 2013 is gewijzigd. Om die reden niet mogelijk om inzicht te geven in eigen en vreemd vermogen aan begin en einde van het begrotingsjaar. Bovendien nog geen zicht op het resultaat. Om die reden deze gegevens nog niet ingevuld. Voortgang en verantwoording: De adoptieregeling is van toepassing. Beleidsvoornemens: Ontwikkelingen: Risico’s: 2014 is het eerste volledige uitvoeringsjaar van de ODBN. In de loop van dat jaar zal moeten blijken of er sprake is van financiële risico’s en zo ja wat de omvang daarvan is.
- 142 -
GGD Hart voor Brabant (A) Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 2 – Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) / 2.2.2.01 - Gezondheidszorg Vestigingsplaats: ‘s-Hertogenbosch Doelstelling: De GGD heeft ten doel een bijdrage te leveren aan de ‘’Openbare Gezondheidszorg’’. Gemeenten hebben in Nederland de taak om de gezondheid van hun bewoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. Veel van deze taken zijn wettelijk verplicht en opgenomen in de Wet publieke gezondheid (sinds 1-01-2009). De deelname aan deze gemeenschappelijke regeling is niet verplicht. De financiële voordelen, kwaliteit zorg/dienstverlening en het brede pakket aan diensten zijn argumenten voor gemeenten om deel te nemen aan deze gemeenschappelijke regeling. Deelnemende partijen: Deelnemende partijen zijn de 19 gemeenten van Brabant Noord-Oost, met de gemeenten van BrabantMidden, waaronder Tilburg, Oisterwijk, Goirle, Waalwijk, Dongen, Gilze Rijen en andere. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een AB en een DB. Wethouder Hendriks heeft zitting in het AB en DB. De burgemeester is plaatsvervanger. Financieel belang: Bijdrage (werkelijk) 2011: € 259.000 gebaseerd op een bijdrage van € 14,59 per inwoner. Bijdrage (werkelijk) 2012: € 240.832 gebaseerd op een bijdrage van € 13,52 per inwoner Bijdrage (werkelijk) 2013: € 238.728 gebaseerd op een bijdrage van € 13,33 per inwoner • • •
eigen vermogen per: 31-12-11 vreemd vermogen per: 31-12-11 resultaat 2012 -/- € 138.992
€ 12.427 / per 31-12-12: € 9.807 (bedragen x €1.000) € 9.172/ per 31-12-12: € 9.388
In 2012 is door de raad reeds besloten tot de invoering van een generieke korting van 10%. Met de begroting 2013 heeft de GGD de totale ombuiging bereikt. Voor de Jeugdgezondheidszorg is in 2013 een bijdrage verstrekt van € 216.142 en voor het Elektronisch Kinddossier (EKD) bedragen de structurele kosten indicatief ca. € 22.886. Voortgang en verantwoording: De adoptieregeling is van toepassing. Om te beginnen maakt de GGD elk jaar een voorjaarsnota, een begroting en een jaarrekening op. Daarnaast maakt de GGD sinds 2007 jaarlijks een verslag voor elke gemeente waarin staat beschreven wat de GGD precies doet voor die desbetreffende gemeente. Beleidsvoornemens: In 2013 heeft de GGD zich vooral gericht op de volgende speerpunten: gezonde omgeving, gelijke kansen en vitale bevolking: De gezonde omgeving; De uitbraak van de Q-koorts maakte het heel duidelijk: fysieke omgeving en milieu hebben effecten op de gezondheid, direct en indirect. Denk verder aan luchtverontreiniging, straling, geluid en het binnenmilieu. Gelijke kansen; De gezondheid van mensen met een lage sociaaleconomische status is slechter dan die van mensen met een hoge. Laagopgeleiden leven 6 tot 7 jaar korter en zijn ongeveer 20 jaar minder gezond. Risicogroepen zijn jeugd, mensen met een lage opleiding, ouderen en chronisch zieken. Inzet is terugdringen van gezondheidsachterstanden.
- 143 -
Vitale bevolking: Investeren in het voorkomen van ziekte loont. Met een vergrijzende bevolking en een grotere behoefte aan (complexere) zorg is het van belang dat volwassenen en ouderen zo lang mogelijk gezond en vitaal blijven. Alleen zo kunnen zij langer actief blijven werken en/of mantelzorgen en blijft de zorg betaalbaar. Ontwikkelingen: De Jeugdgezondheidszorg (0-4 jarigen) is in 2012 geïntegreerd in de GGD (conform afspraken budgettair neutraal verlopen); vanaf 2013 zal dit ook integraal onderdeel uitmaken van de begroting. Daarbij is het van belang dat in de begroting het onderscheid tussen basispakket en maatwerkproducten voor deze doelgroep gemaakt wordt, omdat de invulling van het maatwerkpakket vrij moet blijven en per jaar moet kunnen verschillen. In 2013 is de inhoudelijke ontwikkeling van de jeugdgezondheidszorg doorgezet. De GGD wil, nog meer dan voorheen, dichtbij de gemeente staan. Hiervoor gaat de GGD werken vanuit een nieuwe visie, “GGD Dichtbij”. Het veranderingstraject “GGD Dichtbij”, de integratie van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar en een efficiencyopdracht voor de huisvesting zijn aanleiding voor de GGD om een nieuw huisvestingsbeleid te formuleren. Dat gebeurt in samenspraak met de gemeenten. Risico’s: In de GGD-begroting 2013 zijn enkele bedrijfsrisico’s en beleidsrisico’s genoemd, welke aanvaardbaar zijn, maar wel monitoring vergen. In de GGD-begroting 2014 t/m 2016 wordt net als in 2013 € 457.000 onttrokken aan de reserves om de begroting sluitend te krijgen. Dit vergt aandacht bij de GGD-voorjaarsnota 2013.
Kleinschalig collectief vervoer BrabantBrabant-Noordoost (A) Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 1 – Sociale dienstverlening (Zorg) / 1.2.2.06 – Wmo – hulp bij het huishouden Naamstelling: GR-KCV Brabant-Noordoost (Regiotaxi) Vestigingsplaats: Oss Doelstelling: De regeling heeft ten doel het tot stand brengen, ontwikkelen en in stand houden van een stelsel van kwalitatief hoogwaardig kleinschalig collectief vervoer. Dit samenwerkingsverband is opgericht om een doeltreffend en doelmatig vervoerssysteem te ontwikkelen dat vervoer biedt aan mensen met een fysieke of verstandelijke beperking. De doelgroep van deze regeling zijn mensen met een beperking die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Deelnemende partijen: Gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden, Veghel, Sint-Oedenrode en de Provincie Noord-Brabant. De provincie is betrokken in dit samenwerkingsverband omdat zij verantwoordelijkheid draagt voor het regionale en lokale openbaar vervoer. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrechtelijk) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een Algemeen en een Dagelijks bestuur. Wethouder Hendriks heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Financieel belang: Bijdrage 2012: € 110.544 op basis van werkelijke vervoerskosten + € 12.103 werkelijke beheerskosten. Bijdrage 2013: € 109.754 op basis van werkelijke vervoerskosten + € 16.185 werkelijke beheerskosten. De kadernota 2014 geeft aan dat de beheerskosten € 10.193 bedragen in 2014 en de kadernota 2015 geeft aan dat de beheerskosten in 2015 € 9.903 ex btw bedragen. Eigen vermogen 31-12-2012 € 790.795 Vreemd vermogen 31-12-2012 € 1.495.113 Resultaat 2012 -/- € 120.527
- 144 -
Voortgang en verantwoording: De raad kan op deze regeling controle en sturing op uitoefenen als de jaarstukken (ontwerp-begroting, begroting en de jaarrekening) aan de orde komen. De adoptieregeling is van toepassing. Beleidsvoornemens: In 2012 is mede uit het oogpunt van kostenbesparing en kennisuitwisseling, de mogelijkheid bekeken of het Servicepunt kan worden ondergebracht bij één van de deelnemende gemeenten. Eind 2012 is de verhuizing van het servicepunt naar het gemeentehuis te Oss gerealiseerd. Dit levert een kostenbesparing op van ongeveer E 20.000. Deze trend wordt in 2014 voortgezet. Om het huidige vervoerscontract voor de verlengingsperiode aantrekkelijk te maken van de GR KCV, zijn onderhandelingen gevoerd met de vervoerder Munckhof taxi BV. In de nieuwe verlengingsafspraak met ingang van 1 januari 2015 blijft de kwaliteitsgarantie overeind, wordt de jaarlijks bonus gehalveerd en wordt de NEA-index voor 2015 en 2016afgetopt op 2,2%. Gelet op de ontwikkelingen binnen Regiotaxi is de verwachting voor 2015 dat de exploitatiekosten (de vervoerskosten) voor het Wmo-vervoer overall stabiel blijven en er geen sprake is van een forse stijging. Als maatregel om de kosten beheersbaar te houden hebben we gemeentelijk al in 2013 de zones gemaximeerd op 700. Ontwikkelingen: Er is door de raad een bezuinigingsdoelstelling van 10% op gemeenschappelijke regelingen vastgesteld. De eerste bezuinigingsronde 2011-2014 is inmiddels afgerond. De bezuiniging die de GR heeft behaald met als basis de begroting 2012 is 12,5%, zijnde € 44.775 op de beheerskosten van Regiotaxi. Momenteel is een nieuwe bezuinigingsronde gestart voor de periode 2015-2017. De taakstelling voor 2015 is gesteld op een bezuiniging van € 19.100. De samenwerkingsovereenkomst met de provincie loopt af per 31 december 2015. In 2013 is met een evaluatie de huidige samenwerkingsovereenkomst onderzocht. Ook is bekeken hoe de samenwerking in 2016 vormgegeven kan worden. In de loop van 2014wordt hiervoor een stappenplan opgesteld. Risico’s: De exploitatiekosten, de kosten van het Wmo vervoer, zijn pas achteraf vast te stellen, omdat het Wmo vervoer een open einde regeling betreft. Met de decentralisatie van taken uit de AWBZ per 1 januari 2015 worden gemeenten ook verantwoordelijk voor het vervoer van cliënten naar de dagbesteding. Momenteel is nog niet duidelijk op welke wijze en bij wie het AWBZvervoer ingekocht gaat worden en of Regiotaxi hierin een rol krijgt.
- 145 -
Ambulance Voorziening Brabant MiddenMidden-WestWest- Noord (RAV) (A) Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 2 – Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) / 2.2.2.01 - Gezondheidszorg Naamstelling: RAV Brabant Midden-West-Noord Vestigingsplaats: s-Hertogenbosch Doelstelling: Het openbaar lichaam heeft ten doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. Gemeenten hebben een zorgplicht voor hun burgers en zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van ongevallen en rampen. De deelname aan deze regeling draagt bij aan deze zorgplicht. De RAV bestaat uit twee onderdelen: de ambulancezorg en de meldkamer ambulancezorg die samen 24 uur per dag en zeven dagen per week klaar staan om hulp te verlenen. Deelnemende partijen: Gemeenten: Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Breda, Cuijk, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Roosendaal, Rucphen, Schijndel, Sint Anthonis, SintMichielsgestel, Sint-Oedenrode, Steenbergen, Tilburg, Uden, Veghel, Vught, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Dit samenwerkingsverband vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrechtelijk) in de vorm van een openbaar lichaam bestaande uit een Algemeen en een Dagelijks Bestuur. Wethouder Hendriks en burgemeester Maas maken deel uit van het Algemeen Bestuur. Financieel belang: De begroting 2013 is kostendekkend en zonder gemeentelijke bijdrage. Nu de inwonersbijdrage per 2012 definitief is komen te vervallen, zijn er voor de gemeente geen kosten meer verbonden aan de deelname van de GR RAV Brabant-Midden-West-Noord. Voortgang en verantwoording: De raad kan op deze regeling controle en sturing uitoefenen als de jaarstukken (ontwerp-begroting, begroting en de jaarrekening) aan de orde komen. De adoptieregeling is van toepassing. Beleidsvoornemens: De Gemeenschappelijke Regeling Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord heeft voor 2013 tot doel het verlenen van ambulancezorg die tijdig ter plaatse is, kwalitatief hoogwaardig is en binnen de budgettaire kaders wordt gerealiseerd. De taken van de RAV Brabant Midden-West-Noord zijn; - het in stand houden van een regionale ambulance voorziening. - het in stand houden van een meldkamer ambulancezorg. - het vaststellen en uitvoeren van het regionale ambulance plan. - Het leveren van geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. - het behouden van de ambulancevergunningen. Ontwikkelingen: Op grond van een meerjarenafspraak met het Ministerie van VWS en de gunstige exploitatiekosten van de RAV gedurende de voorgaande jaren, heeft het Dagelijks Bestuur van de RAV op 8 oktober 2011 besloten de gemeentelijke bijdrage te schrappen. Risico’s: Jaarrekening 2012 De jaarrekening 2012 sluit positief af en de winst wordt in zijn geheel toegevoegd aan de reserves. De gemeentelijke bijdragen tot en met 2012 zijn terugbetaald. De zorgverzekeraars en de Overheid financieren de volledige kosten van de RAV. Begroting 2014 De begroting 2014 is kostendekkend zonder gemeentelijke bijdrage. Er zijn geen wezenlijke onderwerpen of activiteiten die de nieuwe begroting onder druk zetten.
- 146 -
Stichting Openbaar Onderwijs Groep (OOG) Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 2 – Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) / 2.1.2.01 - Onderwijs Vestigingsplaats: Veghel Doelstelling: Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent de bevoegdheden van de gemeenteraad uit als bedoeld in artikel 48 Wet primair onderwijs en in de statuten van de stichting, met uitzondering van de opheffing van scholen, de wijziging van de statuten of de ontbinding van de stichting of de terugvordering van de scholen. Deelnemende partijen: Sinds 1 januari 2000 is het openbaar onderwijs ondergebracht in de Stichting Openbaar Onderwijs Groep (OOG). Gemeenten: Bernheze, Boekel, Landerd, Oss, Uden, Veghel en Sint-Oedenrode. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Deze samenwerking vindt plaats op basis van de wet gemeenschappelijke regelingen (publiekrecht) in de vorm van een gemeenschappelijk orgaan. Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit zeven leden (inclusief voorzitter). Het DB van dit gemeenschappelijk orgaan bestaat uit de voorzitter, een secretaris en een door het gemeenschappelijk orgaan derde aangewezen lid. De gemeentelijke vertegenwoordiging van Sint-Oedenrode is te vinden in het lidmaatschap van een wethouder (mw. Hendriks, portefeuillehouder onderwijs) aan het gemeenschappelijk orgaan. Financieel belang (relatief en absoluut): Bij deze gemeenschappelijke regeling is er sprake van geringe kosten voor het ambtelijke apparaat. Overigens krijgen scholen voornamelijk subsidies van de rijksoverheid. Resultaat 2012: -/- € 54.983 Voortgang en verantwoording: Het gemeenschappelijk orgaan moet de raden van de deelnemende gemeenten informatie verstrekken als zij hier een schriftelijk verzoek voor indienen. Het dagelijks bestuur is verantwoording schuldig aan het gemeenschappelijk orgaan. Jaarlijks wordt er een ontwerpbegroting opgesteld, deze wordt door het dagelijks bestuur aan raden van de deelnemende gemeenten gezonden zes weken voordat deze aan het gemeenschappelijk orgaan wordt aangeboden. De gemeenteraad kan binnen zes weken de ontwerpbegroting terugzenden met hun bijgevoegde commentaar. Het Dagelijks Bestuur biedt op haar beurt het de ontwerpbegroting plus bijgevoegd commentaar aan het gemeenschappelijk orgaan aan. Deze stelt elk jaar de begroting vast op één juli. Deze vastgestelde begroting wordt weer aan de raden toegezonden en aan gedeputeerde staten. Tevens wordt elk jaar voor één juli verantwoording afgelegd over het financieel beheer van de het voorafgaande jaar op basis van jaarrekening plus een toelichting daarop. De gemeenteraad heeft twee maanden om commentaar bij deze jaarrekening en toelichting te voegen. Vervolgens zendt het dagelijks bestuur de jaarrekening naar Gedeputeerde Staten die het besluit tot vaststelling moeten goedkeuren. Beleidsvoornemens: Het aanbrengen van een scheiding tussen intern toezicht en uitvoerend bestuur door OOG. Om dit te waarborgen, is in 2012 een Raad van Toezicht aangesteld. Ontwikkelingen: Generieke kortingen kunnen niet op deze regeling worden doorgevoerd, omdat er geen sprake is van een gemeentelijke bijdrage . Risico’s:
- 147 -
Regionaal Bureau Leerplicht Portefeuillehouder(s): wethouder Hendriks Programma/product: 2 – Maatschappelijke voorzieningen (Welzijn) / 2.1.2.01 - Onderwijs Vestigingsplaats: Oss Doelstelling: Voorkomen van voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie. Deelnemende partijen: In de regio Brabant Noordoost hebben 14 gemeenten (Oss, Boxmeer, Boekel, Sint-Anthonis, Uden, Veghel, Cuijk, Maasdonk, Bernheze, Landerd, Lith, Mill en Sint-Hubert, Grave en Sint-Oedenrode) in het portefeuillehouders overleg Onderwijs en Educatie van 24 maart 2007 de ambitie uitgesproken om over te gaan tot samenwerking en regionalisering van de leerplicht door over te gaan naar een regionaal meldcentrum met een meld- en coördinatiefunctie ter bestrijding van het voortijdig schoolverlaten. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): Het betreft een gemeenschappelijke regeling die op 1 augustus 2009 van start is gegaan. Wethouder Hendriks heeft zitting in het Algemeen en Dagelijks Bestuur. Financieel belang: Bijdrage 2011: € 47.000 Bijdrage 2012: € 37.200 Bijdrage 2013: € 37.028 (conform kadernota 2013 Regionaal Bureau Leerplicht) Resultaat 2013: € 14.860 Voortgang en verantwoording: De controle- en sturingsmomenten vinden plaats aan de hand van het jaarverslag. Op grond van artikel 25 lid 1 van de Leerplichtwet 1969 dient het college jaarlijks voor 1 oktober een verslag aan de raad uit te brengen over het in het laatst afgesloten school- of cursusjaar in de gemeente gevoerde beleid inzake de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan. In de gemeenschappelijke regeling hebben de deelnemende gemeenten besloten om de gemeente Oss als centrumgemeente aan te wijzen. Het opstellen van het jaarverslag is daarmee gemandateerd aan het college van de gemeente Oss. Beleidsvoornemens: In de kader stellende notitie 2015 wordt voorgesteld om gefaseerd 4% te bezuinigen op de gemeentelijke bijdrage van 2017 tov 2014. Ontwikkelingen: Risico’s:
- 148 -
Privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden Ook in een aantal privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden heeft de gemeente een vertegenwoordiger in het bestuur. Vaak worden echter gegevens op ambtelijk niveau uitgewisseld. De financiële betrokkenheid bij de privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden bestaat meestal uit een jaarlijks subsidiebedrag c.q. bijdrage in het onderhoud van gebouwen. De privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden zijn niet uitgewerkt. Het gaat daarbij om de volgende organen: •
Stichting Fonds Sociale Volkshuisvesting Sint-Oedenrode
Deelname in het bestuur
•
Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
Betaling advieskosten.
•
Begeleidingscommissie Weidevogelconvenant (Schijndel) • Stichting tot beheer van het Paulusgasthuis in SintOedenrode • •
Smederijmuseum in Sint-Oedenrode Vereniging appartementeigenaren bibliotheek in Sint-Oedenrode
Deelname in het bestuur Deelname in de beheersstichting en kosten als eigenaar Deelname in beheersstichting en bijdrage in kosten exploitatie € 1.500,-- bestaande uit lidmaatschapskosten VvE
•
Stichting Museum Henkenshage
Deelname in de raad van toezicht
•
Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel
Uitsluitend borgstelling
Overige samenwerkingsverbanden Concreet gaat het hierbij om de NV Brabant Water en de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. Het gaat hierbij om aandelenbezit c.q. deelname in het kapitaal. Een en ander wordt als zodanig verantwoord onder de Financiële vaste activa op de Balans. Waar daarbij sprake is van aandelenbezit heeft de gemeente via dit bezit (naar verhouding) stemrecht in het reilen en zeilen van de onderneming. Beide deelnemingen zijn op basis van het format nader uitgewerkt.
- 149 -
NV Brabant Water Portefeuillehouder(s): burgemeester Maas Programma/product: 6 – Burger en bestuur / 6.5.1.04 - Deelnemingen Vestigingsplaats: Doelstelling: De klanten voorzien van kwalitatief goed drinkwater tegen een zo laag mogelijke prijs. Deelnemende partijen: De gemeenten in Noord-Brabant en de provincie Noord-Brabant zijn aandeelhouder van de NV Brabant Water. Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): De gemeente Sint-Oedenrode heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang (relatief en absoluut): Het maatschappelijk kapitaal bestaat uit 10.000.000 aandelen van € 0,10 nominaal, waarvan 2.779.595 zijn gestort. In totaal zijn 1.902.279 aandelen in het bezit van de gemeenten, waarvan 13.160 van de gemeente Sint-Oedenrode (29 aandelen van € 45,38). Er wordt geen dividend uitgekeerd. Voortgang en verantwoording: Beleidsvoornemens: Ontwikkelingen: In 2011 zijn de doelstellingen met betrekking tot het te voeren financieel beleid voor de 3e planperiode 2012 t/m 2016 opnieuw geformuleerd. Risico’s:
- 150 -
NV Bank voor Nederlandse Gemeenten Portefeuillehouder(s): burgemeester Maas Programma/product: 6 – Burger en bestuur / 6.5.1.04 - Deelnemingen Doelstelling: Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen van de burger, waardoor de bank essentieel is voor de publieke taak. Deelnemende partijen: Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector). Bestuurlijk belang (inclusief wijze van organisatie): De gemeente Sint-Oedenrode heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Financieel belang (relatief en absoluut): Per ultimo 2010 zijn er 55.652.000 aandelen uitgegeven, waarvan er 64.857 in bezit zijn van de gemeente Sint-Oedenrode (= 0,116% van het totaal aantal aandelen). De uitkering over 2013 bedraagt € 82.368 (€ 1,27 per aandeel). De eerder verwachte/gemelde uitkering in 2013 van € 113.500 (€ 1,75 per aandeel) wordt om die reden naar beneden bijgesteld. Niveau 2014 is naar verwachting gelijk aan dat van 2013. Voortgang en verantwoording: Jaarlijks wordt via de Algemene Vergadering van Aandeelhouders inzicht gegeven in het afgelopen boekjaar en wordt het uit te keren dividend bepaald. Beleidsvoornemens: De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. Ontwikkelingen: Het meerjarige beleid rondom het dividend van de BNG gaat uit van een regulier pay-out percentage van 50% van de winst na belastingen. De verwachting is dat het resultaat door omstandigheden op de geld- en kapitaalmarkten onder druk zal blijven staan. Risico’s: Gelet op de nominale waarde van het aandelenpakket (€ 162.000) en een gemiddeld jaarlijks dividend van ca. € 160.000 is er nauwelijks sprake van een risico maar meer van een uiterst winstgevende belegging.
- 151 -
Paragraaf G – Grondbeleid Bij de begroting 2014 hebben wij een drietal scenario’s gepresenteerd en is het zgn. basisscenario in de begroting opgenomen. Voor de rekening 2013 gaan wij ook van dat scenario uit, met verder als basis de grondprijzen zoals deze door de raad in december 2013 zijn vastgesteld en de laatste inzichten qua planning. Gronden zonder exploitatieopzet/toekomstige plannen c.q. plannen in ontwikkeling. Naast de gronden die binnen een exploitatiegebied vallen en waarvoor exploitatieopzetten zijn samengesteld, kunnen om strategische redenen gronden zijn aangekocht en in voorraad gehouden die in de toekomst in ontwikkeling worden gebracht. Indien deze ingebracht kunnen worden in een toekomstige exploitatie wordt de boekwaarde van de grond opgenomen in de jaarrekening. In onze gemeente is overigens een aantal plannen in ontwikkeling waarvoor al kosten zijn of nog worden gemaakt. De tot op heden verantwoorde kosten betreffen nagenoeg geheel de al bestede ambtelijke uren en externe advieskosten. Voor een aantal van deze plannen heeft de Gemeente Sint-Oedenrode een grondpositie. Bij de berekeningen zijn de in de raad van december 2013 vastgestelde grondprijzen gehanteerd. Van de plannen in ontwikkeling kan het volgende overzicht worden gegeven: Plan
Dijksteegje Pijnhorst Noord Woonlocatie Bakkerpad Noord Woonlocatie strook A 50 De Locht Boskant Kremselen Totaal
Geïnvesteerd 31-12-13
1.493.818 2.699 52.730 433.870 1.037.502 1.795.240 4.815.859
Grondpositie
15.095 m2 935 m2 897 m2 ca 20.000 m2 9.715 m2 35.355 m2 ca81.997m2
Vermoedelijke einddatum
Contante waarde scenario tijdelijke prijsverlaging voor (+)/nadelig (-)
2022 n.n.b. n.n.b. n.n.b. 2026 2025
-599.744 n.n.b. n.n.b. n.n.b. -1.248.583 -342.638 -2.190.965
Dijksteegje Geïnvesteerd per 31-12-2012: € 1.493.818 De totale kosten, bestaande uit aankoop en advieskosten bedragen per 31-12-2013 € 1.493.818. Het betreft hier de verwerving van 15.095 m2. Op basis van de meest recente doorberekening van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een nadelig saldo voorzien van € 599.744. Bij de jaarrekening 2012 is een voorziening gevormd ter hoogte van € 366.841. Voor 2013 wordt een aanvullende voorziening van € 192.802 gevormd. Den Boogerd (de Dille) Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 0 In het bestemmingsplan Sint-Oedenrode Noord is een mogelijkheid opgenomen voor invulling met woningbouw. De overeenkomst met WoVeSto is in 2011 gesloten. Transport heeft in 2012 plaatsgevonden. In 2013 heeft afbouw plaatsgevonden. Bij de 1e Berap 2013 is een nadelig saldo van € 51.894 voorzien. Het werkelijke nadelig saldo bedraagt € 55.150. Dit is ten laste van de algemene reserve grondexploitatie gebracht. Plan Pijnhorst Noord Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 2.699. De totale gemaakte kosten (€ 2.699) dienen gedekt te worden door de uitgifte van een kavel. Het bouwperceel is opgenomen in het bestemmingsplan “Sint-Oedenrode – Noord”. Dit plan is in werking zodat uitgifte kan plaatsvinden. Daarover vinden gesprekken plaats. Woonlocatie Bakkerpad Noord (WGK) Nijnsel Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 52.730 De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 52.730. De kosten zouden te zijner tijd via de grondexploitatie moeten kunnen worden doorberekend. De gemeente heeft hier 897m2 in bezit. Woonlocatie strook A-50 Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 433.871. Betreft potentiële toekomstig bouwlocatie. Gronden die we al in eigendom hebben, zijn van Rijkswaterstaat verkregen. Daarnaast is één ander perceel - 152 -
aangekocht. De totale oppervlakte bedraagt ca. 20.000m2. Per 31-12-2013 is € 433.871 geïnvesteerd. Voor dit gehele bedrag is een verliesvoorziening gevormd. Hoogstraat 18 Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 0 Dit project is afgesloten met een nadelig saldo van € 16.699. Hiervoor was een voorziening gevormd. Locatie De Locht Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 1.037.502. De totale kosten tot en met 2013 bedragen € 1.037.502. Op basis van de meest recente doorberekening van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een nadelig saldo voorzien van € 1.248.583. Bij de jaarrekening 2012 is een voorziening gevormd ter hoogte van € 1.035.757. Voor 2013 wordt een aanvullende voorziening van € 119.471 gevormd. Boskant Kremselen Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 1.795.240. Twee aankopen binnen het gebied hebben inmiddels plaatsgevonden. Alle kosten zullen worden opgenomen in de exploitatieberekening van het toekomstige bestemmingsplan. De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 1.795.240. Op basis van de meest recente doorberekening van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een nadelig saldo voorzien van € 342.638. Bij de jaarrekening 2012 is een voorziening gevormd ter hoogte van € 149.520. Voor 2013 wordt een aanvullende voorziening van € 92.368 gevormd. Onderhanden werken Van de voorlopige resultaten op de onderhanden werken kan onderstaand overzicht worden gegeven: Plan
Heikant, bedrijventerrein Heikant, Lange steeg oost (na
Voorlopig resultaat voor (+)/nadelig (-) obv scenario tijdelijke prijsverlaging 531.346 1.067.881
Vermoedelijke einddatum
Contante waarde voor (+)/nadelig (-)
2014 2013
526.278 1.067.881
2022 2023 2014 2024
282.815 -567.636 86.546 -163.083
tussentijdse resultaatneming 2,3 mln)
Heikant Sluitappel Noord Boskant, Elzenpad Olland, den Ekker KinderbosNoord (Koningsvaren/Zwembadweg) Totaal
1.456.982 345.276 97.265 442.322 3.941.072
1.232.801
De gecalculeerde (voorlopige) resultaten zijn gebaseerd op de recentelijk aangepaste kostprijscalculaties waarbij de ramingen voor de onderhanden werken zijn aangepast naar de stand van de te verwachten kosten en opbrengsten tot en met de einddatum. Gerekend is met een rentepercentage van 4 %. Bij de berekeningen zijn de in de raad van december 2013 vastgestelde grondprijzen gehanteerd. De prognoses zijn indicatief en dienen met de nodige voorzichtigheid te worden beschouwd. Naarmate de looptijd langer is, is de prognose per definitie minder betrouwbaar. Politieke, economische en sociale factoren hebben een forse invloed op de prognoses. Heikant bedrijventerrein “de Kampen” Geïnvesteerd per 31-12-2013 -/- € 409.507. Er is medio 2009 een koopovereenkomst gesloten, waarvan de levering uiterlijk augustus 2011 zou hebben moeten plaatsvinden. Dat is echter niet geschied. Er spelen nog juridische zaken. Facturering is dan ook nog niet afgerond. Onderhandelingen verlopen moeizaam. In 2010 is tussentijds resultaat genomen. Op basis van de huidige aannames wordt verwacht het complex in 2014 met een voordelig resultaat € 526.278 af te sluiten. Heikant, Sluitappel-noord Geïnvesteerd per 31-12-2013 : € 2.657.379 Het plangebied Sluitappel-Noord omvat ruim 2,5 ha uitgeefbare gronden, uitgifte periode (afhankelijk van de verwervingen en procedures) 2016 – 2022. Niet alle gronden zijn al verworven. Wij streven ernaar het bestemmingsplan in 2014 in procedure te brengen. Zonodig (ingeval niet alle gronden zijn verworven) zal hierbij ook een exploitatieplan moeten - 153 -
worden opgesteld. Op basis van Op basis van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een voordelig saldo verwacht van € 282.815. Heikant, Lange steeg Oost In dit plandeel zijn de laatste bouwpercelen uitgegeven en heeft afbouw plaatsgevonden. Het complex wordt afgesloten met een positief resultaat van € 1.067.881. Boskant Elzenpad Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 2.545.832. De gronden zijn aangekocht en het bestemmingsplan is vastgesteld. Alle kosten zijn opgenomen in de exploitatieberekening van het bestemmingsplan. De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 2.545.832. In 2013 is grond verkocht aan Wovesto en aan een tweetal particulieren. Op basis van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt verwacht dit complex in 2023 met een nadelig saldo van € 567.636 af te sluiten. Voor 2013 wordt een voorziening van € 465.430 gevormd. Olland, den Ekker Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 78.236. De laatste bouwgrond is verkocht. Transport zal in 2014 plaatsvinden. Dat betekent dat het complex eind van het jaar 2014 kan worden afgesloten met een voordelig resultaat van € 86.546. Kinderbos Noord (Koningsvaren/Zwembadweg) Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 95.193. Transport van de grond naar Wovesto voor het bijzondere woonproject heeft in 2012 plaatsgevonden. Wovesto heeft het project in de verkoop. Dat wil echter niet vlotten. Afgesproken is dat in de loop van 2014 gekeken wordt naar een alternatief. Op basis van de meest recente doorberekening van het scenario tijdelijke prijsverlaging wordt een nadelig saldo voorzien van € 163.083. Bij de jaarrekening 2012 is een voorziening gevormd ter hoogte van € 45.261. Voor 2013 wordt een aanvullende voorziening van € 77.042 gevormd. Rooise Zoom Geïnvesteerd per 31-12-2013: € 0 Het plangebied is gelegen tussen de Verwestraat, de Sluitappel en (de parallelweg langs) de A50. Deze locatie van handelskwekerij van der Velden is verworven door Hendriks Projectontwikkeling en het plan omvat naast het bouwen van woningen ook het ontwikkelen van bedrijvigheid. Het plan is gereed en is afgesloten met een nadelig saldo van € 61.312. Inbreidlocaties/dorpsvernieuwing Van Duppenstraat/Eerschotsestraat Geïnvesteerd per 31-12-2013 € 35.057 Het plan is fysiek gereed. Er dient nog kostenverhaal plaats te vinden. Per 31-12-2013 bedraagt de boekwaarde van de nog te verhalen kosten € 35.057. Omdat er onzekerheid bestaat omtrent de verhaalbaarheid is voor dit bedrag een voorziening gevormd. 31--12Algemene reserve en voorziening grondexploitatie stand 31 12 -2013: Saldo algemene reserve grondexploitatie per 31-12-2013: € 1.000.000 . Daarnaast is bij de jaarrekening 2012 een voorziening getroffen ten bedrage van € 1.616.302. De voorziening moet op basis van de laatste inzichten als volgt worden aangepast. Complex
Bedrag 2012
Heikant, Dijksteegje Kinderbos Noord (Koningsvaren / Zwembadweg) Locatie de Locht Boskant Elzenpad Boskant Kremselen Woonlokatie A-50 Overig Totaal
31-12366.841 45.261 1.035.757 0 149.520 0 18.923 1.616.302
- 154 -
Bedrag 2013
31-12559.644 122.303 1.155.228 465.430 241.788 433.871 35.057 3.013.321
Aanvullend ten laste van 2013 192.803 77.042 119.471 465.430 92.268 433.871 16.134 1.397.019
Niet verplichte paragrafen
- 155 -
Paragraaf H – Algemene uitkering Algemene uitkering In deze paragraaf is een toelichting gegeven op de algemene uitkering. De algemene uitkering vormt ± 35% van de totale inkomsten van de gemeente. Beleidsmatig valt er weinig over te zeggen, want de gemeenten zijn daarin volledig afhankelijk van de rijksoverheid. De opbouw van de algemene uitkering over 2013 is als volgt geweest: Omschrijving Inkomstenmaatstaf WOZ Sociale component (ABW, bijstandsontvangers, eenouderhuishoudens, lage inkomens, minderheden, uitkeringsontvangers, inwonerverdeling) Functionele component (klantenpotentieel lokaal en regionaal, leerlingen VO) Fysieke component (bedrijfsvestigingen, ISV, kernen, bodem, oppervlakte {bebouwing, binnenwater, buitengebied}, woonruimten, omgevingsadressendichtheid, oeverlengte) Vast bedrag Suppletie-uitkering OZB Totaal algemene uitkering Centra voor jeugd en gezin Combinatiefuncties Jeugdzorg Versterking peuterspeelzalen Kosten uitvoering inburgering Uitkering WMO Algemene uitkering 2012 (incl. diverse uitkeringen) Correcties (verrekeningen) algemene uitkering 2011 – 2012 Totaal ontvangen uitkering 2013
- 156 -
Bedrag
(x€ (x€ 1.000)
- 2.526 7.067 1.232 4.708 400 - 45 10.836 363 54 62 45 7 1.567
12.934 107 13.041
PARAGRAAF I – D IENSTVERLENING Inleiding In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven over de activeiten die in 2013 hebben plaatsgevonden binnen het programma Dienstverlening. Tevens zullen de verschillende projecten worden toegelicht die in 2013 zijn geïnitieerd, gestart en/of zijn afgerond.
Het programma Dienstverlening Het programma Dienstverlening omvat het Visiedocument Dienstverlening, het dienstverleningsconcept PLE1N en het Realisatieplan Dienstverlening. Visiedocument SintSint-Oedenrode op weg naar 2015 Ons Visiedocument Dienstverlening is in 2009 door de Raad vastgesteld. Hierin onderschrijft de Raad de ambitie om per 2015 een Klantcontactcentrum (KCC) ingericht te hebben. In dit KCC worden de vragen van onze burgers via alle kanalen opgevangen én beantwoord. Vanwege de in voornemens zijnde fusie zal het huidige visiedocument te zijner tijd aangepast worden. Dienstverleningsconcept Ple1n Binnen de samenwerking PLE1N is een Dienstverleningsconcept geformuleerd. In dit concept staan de uitgangspunten en randvoorwaarden verwoord om te komen tot een KCC. De doelstelling hierbij is om gezamenlijk één formule voor een KCC te ontwikkelen, die Ple1n-gemeenten kunnen implementeren. Realisatieplan Het Realisatieplan is een samenhangend geheel van projecten op het gebied van verplichte wet- en regelgeving en het inrichten van de E(lectronische)-overheid. Het realisatieplan dienstverlening is in 2013 geactualiseerd en betreft de periode 2014-2018. De Raad heeft op 31 oktober 2013 ingestemd met dit geactualiseerde plan. Uitgangspunten die hebben gediend bij de uitwerking van ons realisatieplan zijn de volgende: • Wij gaan als gemeente Sint-Oedenrode niet pionieren of voorop lopen, maar zijn volgend. We maken hierbij slim gebruik van al bewezen producten en standaarden. • Door specifieke onderdelen in samenwerking met andere gemeenten te doen, kunnen we kwetsbaarheid voorkomen, continuïteit bevorderen, kwaliteit verbeteren, kennis delen en minder (meer)kosten maken. • De ervaringen op het gebied van wetgeving en dienstverlening van ongeveer 200 gemeenten die ons al zijn voorgegaan, zijn als leidraad aangehouden. • Wij gaan voor zichtbare verbetering van onze dienstverlening, toegespitst op de specifieke behoeften in Sint-Oedenrode. • We doen alleen wat strikt noodzakelijk is en uitgangspunten zijn hierbij klantgerichtheid, eenvoud, effectiviteit, efficiency en kwaliteit.
Strategie In het visiedocument hebben we ons streefbeeld (visie) en de weg waarlangs we dit willen bereiken (strategie) vastgelegd. Onze strategie is te verdelen in de aandachtsvelden: structuur, architectuur en cultuur. Structuur Voor de uitvoering van het programma Dienstverlening is een structuur opgezet. Bestuurlijk verantwoordelijk voor het programma Dienstverlening is de burgemeester. Vanuit het directieteam is Gerrit Hagoort ambtelijk verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van het programma Dienstverlening. Hij wordt hierbij ondersteund door de werkgroep Dienstverlening. Uitgangspunt is zoveel mogelijk (projecten) binnen PLE1N uit te voeren. Daarmee zijn we afhankelijk van het tempo van andere gemeenten. Hiervoor geldt dat samen niet sneller gaat, maar dat we wel verder komen. - 157 -
Architectuur Met betrekking tot onze architectuur is onze inzet gericht op het ontsluiten van digitale informatie en de ontwikkeling van applicaties en systemen. Systemen moeten gekoppeld worden, gegevens moeten van het ene systeem naar het andere kunnen. Dat betekent soms dat systemen vernieuwd moeten worden of ingrijpend aangepast. We doen zoveel mogelijk in gezamenlijkheid binnen PLE1N. Cultuur Jaren geleden hebben we de omslag gemaakt van typemachine naar computer. Toen was de slag “automatisering”. Nu wordt de omslag gemaakt naar “digitalisering”. Net zo ingrijpend, wellicht nog complexer. Belangrijk aandachtsveld zijn natuurlijk de mensen die het moeten doen en hoe ze het doen. Draagvlak bij medewerkers, management en bestuur is de belangrijkste voorwaarde voor succes. We realiseren ons dat het programma Dienstverlening veelomvattend en complex is. Dit vraagt veel van alle spelers op het veld. Wij realiseren ons dat we een ambitieuze planning nastreven. Dit doen we vooral om “de druk erop te houden”. Onze planning is echter wel heel kwetsbaar. Zo zijn we afhankelijk van ontwikkelingen binnen de Rijksoverheid. Het komt veelvuldig voor dat invoering van wetgeving vertraagd wordt, en daarmee ook de projecten die daarmee samenhangen. Ook ontwikkelingen in de techniek gaan niet altijd zo snel als we willen. Er is een stelsel van landelijke standaarden die we volgen, maar veel (koppelingen tussen verschillende) systemen moeten nog gemaakt of getest worden. Daarbij komt de uitdrukkelijke wens om zoveel mogelijk projecten uit te voeren binnen PLE1N en de Meierij. Dit maakt ons ook afhankelijk van besluitvorming in diezelfde regio en dus ook van de verschillende tempi van andere gemeenten. De samenhang tussen de verschillende projecten is een complicerende factor. We gaven eerder al aan hoe bijvoorbeeld de website afhankelijk is van het implementeren van het mid-office. En zo kunnen tussen de verschillende onderdelen ook andere afhankelijkheden weergegeven worden. Dit maakt implementatie niet eenvoudig, we kunnen immers simpelweg niet alles tegelijkertijd.
Welke projecten stonden gepland in 2013 In september 2011 is de gemeenteraad uitvoering geïnformeerd over de uitvoering van het Realisatieplan voor de periode 2012-2015. Onderstaand een toelichting op de belangrijkste c.q. omvangrijkste projecten voor 2013. Het jaar van de samenwerking Zoals is aangegeven is het jaar 2013 het jaar van de samenwerking. Binnen PLE1N maar ook samen met de Meierij-gemeenten zullen we op verschillende onderwerpen samenwerking zoeken. Het doel is hierbij rendement te halen uit de zogenaamde 3-k’s (meer kwaliteit, minder kwetsbaarheid en minder (meer-) kosten). Onderstaand worden hiervan enkele voorbeelden beschreven.
In 2013 is, met het oog op de toekomst en een mogelijke fusie, per project gekeken welke projecten met welke partner het beste uitgevoerd kon worden. Checklist Ple1n Het resultaat van de checklist Ple1n geeft ons aan welke stappen we nog dienen te nemen om gezamenlijke dienstverlening vanuit Ple1n te kunnen aanbieden via een franchisemodel. Met het nemen van deze stappen zal in 2013 gestart worden.
Vanwege de fusie verkenningen v erkenningen zijn de stappen met betrekking tot de checklist Ple1n on hold gezet. E-Agenda Dienstverlening De E-Agenda Dienstverlening legt een relatie tussen de beoogde bedrijfsvoering en de benodigde informatievoorziening van de gemeenten. Uit het in 2012 gestarte project zal een I-NUP agenda en projectenplanning ontstaan. Deze zullen verder in 2013 geïmplementeerd worden. Een voorbeeld van een project dat hieronder valt is de verdere invoering en gebuik basisregistraties.
- 158 -
Er zijn 11 verschillende basisregistraties gedefinieerd. De registraties waarbij de gemeenten bronhouder of gedeelde bronhouder is, zijn: • Basisregistratie Personen (BRP) • Basisregistratie Adressen en Geouwen (BAG) • Basisregistratie Waarde onroerende zaken (WOZ) • Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) • Basisregistratie Ondergrond (BRO) De overige basisregistraties waarvan andere instanties bronhouder zijn: • Basisregistratie Kadaster (BRK) • Nederlands Handelsregister (NHR) • Basisregistratie Topografie (BRT) • Basisregistratie Voertuigen (BRV) • Basisregistratie Lonen, arbeid en uitkeringsverhoudingen (BLAU) • Basisregistratie Inkomen (BRI) Voor alle basisregistraties geldt dat op termijn de verplichting bestaat om alleen in deze bronnen deze gegevens te bewaren en bewaken. De BAG en WOZ zijn reeds geïmplementeerde basisregistraties. In 2013 zullen de projecten rondom de BGT en BRO opgestart worden om ervoor te zorgen dat deze op tijd (01-01-2015) klaar zijn. Het programma mGBA (modernisering GBA) is onderdeel van de BRP en zal in 2013 ook verdere invulling krijgen. De invoering en het gebruik van de basisregistraties is van groot belang voor de Dienstverlening. Door het gebruik van een goede informatievoorziening kan een burger correct en snel geholpen worden.
In 2013 is er door een externe partij onderzoek gedaan naar de huidige status van de gemeente met betrekking tot de BGT. Daarbij is gekeken wat we nog moeten doen om op tijd aan de Wet te kunnen voldoen. Met betrekking tot de BRO hebben nog geen activiteiten plaatsgevonden omdat dit nog niet nodig is gebleken. Het landelijk project mGBA heeft in 2013 veel vertraging opgelopen. Het ministerie heeft aangegeven dat er meer tijd nodig is voor de ontwikkeling van het landelijke BRP, wat de mGBA behelst. Met de leden van de stuurgroep mGBA is overeengekomen dit project tot eind 2014 stil te leggen. Invoering uniform zaakgericht werken De kanalen balie, (digitale) post, telefonie en internet noemen we onze “front-office” en de afdelingen waar een aanvraag beoordeeld wordt, onze “back-office”. Het front- en back-office moeten met elkaar verbonden worden. De “schakelkast” tussen deze twee vormt het mid-office. Juist deze “schakelkast” moet ervoor gaan zorgen dat onze klanten via alle kanalen bij ons terecht kan. Informatie wordt niet langer sectoraal opgeslagen en beheerd, en kunnen via diverse kanalen (en systemen) worden ontsloten. Ofwel: éénmalig invoeren, meervoudig gebruik. Gemak voor onze klanten, maar ook een veel efficiëntere bedrijfsvoering. Onderdelen die in dit mid-office zitten zijn: • Zakenbeheer • Klantcontactbeheer • Beheer documentaire informatie • (Ontsluiting van) basisgegevens • Diverse landelijke e-voorzieningen Implementatie van een mid-office vraagt een inspanning aan de “voorkant” in het technisch realiseren van webtransacties en -formulieren op de website, maar vraagt ook inspanning aan de “achterkant”. Immers onze organisatie moet wel in staat zijn om digitale aanvragen binnen te krijgen, te routeren, digitaal te besluiten en verzenden van het antwoord op de aanvraag. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij is het implementeren van in het bijzonder een nieuw document management systeem.
- 159 -
Ten aanzien van het mid-office is tussen de PLE1n gemeenten afgesproken dat hierbij het digitaal werken en het DMS centraal staan. Het einddoel (uiterlijk 2015) is dat alle gemeenten werken met generieke processen en een gezamenlijk c.q. gelijk DMS. Eind 2012 zal een business case opgeleverd worden waarbij aangetoond wordt hoe én of één uniforme manier van zaakgericht werken geïmplementeerd kan worden. In 2013 zal deze case verder uitgewerkt gaan worden.
In 2013 is het zaaksysteem Verseon door de hele organisatie in gebruik genomen ge nomen en is een start gemaakt met het zaakgericht werken. Doorontwikkeling Content Management Systeem (CMS) Onder Content Management Systeem (CMS) wordt verstaan onze website, het digitaal loket, en aanvullend het Klant Contact Systeem (KCS). Doordat we samen met de PLE1N gemeenten willen komen tot een uniform proces met betrekking tot digitale dienstverlening, is doorontwikkeling van het CMS nodig. De deelnemende gemeenten binnen PLE1N ambiëren één gezamenlijk CMS om deze processen te stroomlijnen. In 2013 zal gekeken worden naar de mogelijkheden van samenwerking met betrekking tot de PDC, de implementatie van e-formulieren als intakekanaal voor het DMS en de aanschaf van een gezamenlijk KCS.
Vanwege de nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot een mogelijke fusie hebben er in 2013 minimale ontwikkelingen plaatsgevonden op het Content Management Systeem. Met de invoer van het zaaksysteem is een start gemaakt met de implementatie van meer e-formulieren. Waar mogelijk is met huidige of toekomstige partners samengewerkt. Tevens heeft er eind 2013 een DigiD audit plaatsgevonden. Afstemming werkprocessen Ple1n Door uniformering en standaardisering van werkprocessen maken we het pas echt mogelijk om samen te gaan werken. Het past in ons franchisemodel om allemaal zoveel mogelijk de zelfde producten en diensten te kunnen aanbieden die we zoveel mogelijk op dezelfde wijze organiseren en produceren. Binnen de verschillende projecten is dit nadrukkelijk een onderwerp. In 2013 zullen we tevens kijken naar initiatieven die vanuit KING komen zoals het zogenaamde concept van de basisgemeente. KING streeft hierbij naar een geheel van gemeentelijke standaardprocessen en procescomponenten op basis van een set vereisten voor de gemeentelijke informatievoorziening met werkende oplossingen vanuit de markt. Deze ontwikkeling past in ons denken van het franchise-concept oftewel de basisgemeente.
In 2013 is, met het oog op de toekomst, bij een aantal werkprocessen gekeken of er mogelijkheden zijn deze te uniformeren met huidige of toekomstige partners. De BAG is hier een voorbeeld van. Informatiebeveiliging De kwesties Diginotar en Lektober heeft aangetoond dat informatiebeveiliging erg belangrijk is voor onze organisatie. Dit onderwerp heeft dan ook onze aandacht en zal in 2013 verder opgepakt worden in PLE1N verband.
In 2013 heeft er een EDP-audit en DigiD audit plaatsgevonden. Een EDP-audit (Electronic Data Processing audit) is een audit op de bedrijfsprocessen die sterk steunen op ICT. Deze audit is van toepassing geweest op het proces rondom de jaarrekeningcontrole 2012. De DigiD-audit is een jaarlijks terugkerend assessment dat alle Nederlandse gemeenten met een DigiD-koppeling uitvoeren in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Sociale media Actuele ontwikkelingen laten ons zien dat we ook na moeten denken hoe we omgaan met nieuwe kanalen en mogelijkheden (die wellicht) komen en gaan. Denk hierbij aan sms en twitter. In 2013 zal meer bekend zijn hoe wij en de andere PLE1N gemeenten hier mee willen omgaan. Dit onderwerp zal dan verder aandacht krijgen.
In 2013 is vanwege de samenwerkingsontwikkelingen dit onderwerp nog niet verder opgepakt aangezien het wenselijk is dit met de eventuele fusiepartners verder op te pakken.
- 160 -
Werken op afspraak Steeds meer gemeenten schakelen over op het werken op afspraak. Dit heeft als voordeel dat zo personeel efficiënter kan worden ingezet en de klant tijdig kan worden geholpen. In 2013 zal ook Sint-Oedenrode starten met het werken op afspraak.
In 2013 zijn we gestart met het werken op afspraak.
Overige projecten in 2013 De volgende projecten zijn tevens in 2013 uitgevoerd of gestart: • Technische implementatie 14+ netnummer; • BAG pré-audit; • Wifi voor ambtenaren beschikbaar op gehele gemeentehuis; • Project opgestart inzake papierloos vergaderen voor de Raad.
- 161 -
Paragraaf J - Ombuigingen Ombuigingen Inleiding Het jaar 2013 heeft qua ombuigingen in het teken gestaan van 2 onderdelen: •
Opstellen van de notitie “Plan van aanpak ombuigen= hervormen” De raad heeft tijdens zijn vergadering van 7 november 2013 ingestemd met het plan van aanpak. Belangrijkste vernieuwende element hierin is dat het plan van aanpak voorziet in een participatietraject met de inwoners. Op dit onderdeel wordt hierna niet verder ingegaan.
•
Monitoring van de ombuigingen 2013 Los van de programmabegroting 2013 heeft de Raad op 8 november 2012 een bedrag van € 1.166.850,00 aan ombuigingen vastgesteld. Dit bedrag omvat de ombuigingen 2013 inclusief het aangenomen amendement “Noodzakelijke reparaties ombuigingen”. Met u is gecommuniceerd dat wij in het kader van de twee BERAP’s de voortgang/afwijkingen ten opzichte van de opgenomen ombuigingen monitoren. Reeds in het raadsvoorstel “Koersbepaling ombuigen in Rooi” van 15 juli 2010 was aangegeven dat ombuigen een dynamisch proces is. Als verklaring werd hierbij vermeld dat er bij volgende P&Cmomenten mogelijk ook weer nieuwe ombuigingsopties zijn die weer aan de raad zullen worden voorgelegd. Verder is in het raadsvoorstel aangegeven dat de bedragen een indicatief karakter dragen: met andere woorden alle bedragen zijn ramingen. Van taakstellende bedragen is derhalve geen sprake, ofschoon het totaalbedrag aan ombuigingen wel noodzakelijk is en derhalve gerealiseerd dient te worden.
Monitoring ombuigingen in kader van 1e en 2e BERAP Bij zowel de 1e BERAP 2013 als de 2e BERAP 2013 is uitgebreid gerapporteerd over de (afwijkingen) in de ombuigingen 2011, 2012 en 2013. Reeds bij de 1e BERAP 2013 trokken wij de conclusie dat het gros van de opgenomen ombuigingen inmiddels, al dan niet met een afwijking, daadwerkelijk gerealiseerd was. Tevens zijn in het kader van beide BERAP’s meerdere nieuwe ombuigingen aangedragen. Verder constateerden wij dat er meerdere gradaties qua realisatie en afwijkingen zijn: • de ombuiging kan structureel wel/niet worden gerealiseerd, • de ombuiging kan incidenteel wel/niet worden gerealiseerd, • de werkelijke ombuiging is hoger dan de opgenomen ombuiging • de werkelijke ombuiging is lager dan de opgenomen ombuiging • de ombuiging is gerealiseerd • de ombuiging wordt dit jaar alsnog gerealiseerd • de ombuiging wordt pas vanaf 2014 gerealiseerd • er is sprake van een nieuwe ombuiging Realisatie van de ombuigingen 2011 in kader van jaarrekening 2013 Monitoring van de ombuigingen 2011 heeft in 2011 resp. 2012 plaats gevonden bij de twee BERAP’s van 2011 resp. 2012. Ook is er verantwoording afgelegd bij de jaarrekening 2011 en 2012. In het kader van de 2e BERAP 2013 constateerden wij dat het bedrag nagenoeg volledig is gerealiseerd. Dit beeld wordt bevestigd bij de jaarrekening 2013. Samengevat geeft de bijlage ombuigingen 2011de volgende resultaten: Taakstelling ombuigingen volgens programmabegroting Af: Gerealiseerde ombuigingen categorie A volgens bijlage Subtotaal Af: Aanvullende/nieuwe ombuigingen volgens overzicht monitoring ombuigingen 2011 Negatief eindresultaat ombuigingen vergelijking begroot versus werkelijk
€ 365.445,-€ 313.180,-€ 52.265,-€ 51.950,-€ 315,-========
In de bijlage monitoring ombuigingen 2011 bieden wij inzicht in de realisatie van de individuele - 162 -
ombuigingen. Van een aantal niet gerealiseerde ombuigingen is aangegeven dat deze structureel niet zijn gerealiseerd. Dit is verwerkt in de meerjarenbegroting. Hoofdconclusie: Deze ombuigingen zijn in grote mate gerealiseerd. Dit dankzij een duidelijke koerswijziging bij de organisatie, het college en de raad. Ten behoeve van de jaarrekening 2013 kunnen de volgende deelconclusies worden getrokken: •
Van het ombuigingsbedrag van € 365.445,00 is direct € 313.180,00 gerealiseerd vanuit het door de raad vastgestelde overzicht ombuigingen. De grootste afwijking qua bedrag zit bij het leerlingenvervoer en de combinatiefunctionaris.
•
Er zijn 6 nieuwe ombuigingen aangedragen/gerealiseerd voor een bedrag van € 51.950,00.
Realisatie van de ombuigingen 2012 in kader van jaarrekening 2013 Monitoring van de ombuigingen 2012 heeft in 2012 plaats gevonden bij de twee BERAP’s van 2012 en 2013. Ook is er verantwoording afgelegd bij de jaarrekening 2012. In het kader van de 2e BERAP 2013 constateerden wij dat veel van de opgenomen ombuigingen inmiddels, al dan niet met een afwijking, daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Wij meldden echter ook diverse incidentele afwijkingen: Ombuiging accommodatiebeleid (incidenteel nadeel van € 80.000,00/gemeld bij 2e BERAP 2013) Ombuiging reclameopbrengsten (structureel nadeel van € 10.000,00/gemeld bij 2e BERAP 2013) Ombuiging sportbedrijf (incidenteel nadeel € 35.000,00/gemeld bij 1e berap 2013) Ombuiging kermis (structureel nadeel € 7.500,00/gemeld bij 1e berap 2013) Ombuiging kostenverdeelstaat (incidenteel nadeel € 50.000,00/gemeld bij 2e BERAP 2013) Samengevat geeft de bijlage ombuigingen de volgende resultaten: Taakstelling ombuigingen volgens programmabegroting Af: Gerealiseerde ombuigingen categorie A volgens bijlage 2 Subtotaal Af: Aanvullende/nieuwe ombuigingen Negatief eindresultaat vergelijking begroot versus werkelijk
€ 1.261.896,-€ 1.102.371,-€ 159.525,-€ 0,-€ 159.525,-========= In bijlage 2 bieden wij inzicht in de realisatie van de individuele ombuigingen. Van een aantal niet gerealiseerde ombuigingen is in 2012 en 2013 aangegeven dat deze structureel niet zijn te realiseren. De kosten hiervan zijn weer opgenomen in de begroting.
Realisatie van de ombuigingen 2013 in kader van jaarrekening 2013 Monitoring van de ombuigingen 2013 heeft in 2013 plaats gevonden bij de twee BERAP’s van 2013. In het kader van de 2e BERAP 2013 constateerden wij dat de meeste ombuigingen inmiddels, al dan niet met een afwijking, daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Wij meldden bij de 2e BERAP de volgende incidentele afwijkingen: ombuiging mantelzorg (incidenteel nadeel € 25.000,00/wordt structureel gerealiseerd vanaf 2014/gemeld bij 1e berap 2013) ombuiging sportbedrijf (incidenteel nadeel € 18.000,00/gemeld bij 1e berap 2013) ombuiging op energiebesparing (incidenteel nadeel van € 15.000,00/gemeld bij 2e berap 2013) Daarnaast is de ombuiging op de kunststichting (€ 20.000,--) gecorrigeerd door een raadsbesluit. Bij de 2e BERAP 2013 meldden wij ook 2 positieve afwijkingen: Meeropbrengst houtverkopen (voordeel van ca. € 50.000,00 incidenteel/Gemeld bij de 2e BERAP 2013) Ombuiging BOA (voordeel van € 8.000,00 structureel/gemeld bij 1e berap 2013) In het kader van deze jaarrekening constateren wij dat zowel de meeropbrengst van houtverkopen als de boetes van de BOA nog hoger zijn dan geraamd.
- 163 -
Samengevat geeft de bijlage monitoring ombuigingen 2013 de volgende resultaten: Taakstelling ombuigingen volgens programmabegroting Af: Gerealiseerde ombuigingen volgens bijlage Subtotaal Af: Aanvullende/nieuwe ombuigingen volgens Positief eindresultaat vergelijking begroot versus werkelijk
€ 1.166.850,-€ 1.083.250,-€ 83.600,-€ 99.403,-€ 15.803,-========= In bijlage 3 bieden wij inzicht in de realisatie van de individuele ombuigingen. Wij blijven zeer terughoudend met het voorleggen van structureel niet gerealiseerd ombuigingen. Communicatie Ombuigen vergt veel van de communicatie: Intern: medewerkers moeten meegenomen worden bij deze operatie. Naast intranet spelen de teamoverleggen en de portefeuillehoudersoverleggen een rol. Door de werkgroep ombuigingen en de financieel consulenten is hier een verbindende rol in gespeeld. Verder is meerdere malen over ombuigingen gesproken met de OR. Daarnaast speelt natuurlijk de externe communicatie. De communicatie (waarbij de afspraken goed zijn vastgelegd) met externe partijen over ombuigingen zijn tijdig opgestart. Voor de verschillende accountmanagers lag hier een belangrijke taak.
- 164 -
Financiële jaarrekening 2013
- 165 -
Inleiding In deze financiële jaarrekening 2013 gaan we achtereenvolgens in op de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • •
Jaarrekeningresultaat 2013 inclusief analyse Overzicht van Reserves en Voorzieningen met een toelichting op de reserves Programmarekening 2013 Overzicht van baten en lasten per product Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Balans per 31-12-2013 Toelichting op de balans per 31-12-2013 Overzicht van afgesloten kredieten per 31-12-2013 Overzicht van lopende kredieten per 31-12-2013 Overzicht van incidentele baten en lasten Overzicht van mutaties op de reserves 2013
Jaarrekeningresultaat 2013 inclusief analyse Het jaarrekeningresultaat bedraagt € 100.119,- negatief, nadat de mutaties in reserves zijn verwerkt. Het primair geraamde resultaat was € 901.465,- negatief. De primitieve programmabegroting 2013 is door middel van de 1e en 2e Berap en aparte raadsbesluiten middels begrotingswijzigingen aangepast tot de begroting na wijziging 2013 die resulteerde in het geraamde resultaat € 408.943,-- negatief. In het volgende overzicht is dit inzichtelijk gemaakt. Bedragen x € 1.000,--
Lasten Baten Totale saldo van baten en lasten Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserve Resultaat
Primitieve begroting 2013
Begroting 2013 na wijziging
Jaarrekening 2013
30.846 29.432 -1.414
31.307 29.953 -1.354
31.780 31.177 -603
Verschil begr. na wijz. – jaarrekening 2013 -473 -1.224 -751
-92
-773
-1.000
227
604
1.718
1.503
215
-902
-409
-100
-309
Hieronder is het verloop van de begrotingscijfers 2013 opgenomen:
-
Exploitatiesaldo Primitieve begroting 2013 Structurele gevolgen I&B 2013 Memorie van aanvulling 2013 Raadsbesluit Ombuigingen (7 november 2012) Exploitatiesaldo na 1e wijziging 2013 Gevolgen 1e BERAP 2013 (incidenteel) Gevolgen 2e BERAP 2013 (incidenteel) Raadsbesluit Wijziging subsidie Kunststichting Exploitatiesaldo 2013 begroot na wijziging
- 166 -
-/- 901.465 -/- 53.100 -/- 66.909 1.166.850 145.376 -/- 184.285 -/- 350.034 -/- 20.000 -/- 408.943 408.943
Analyse van het jaarrekeningresultaat vóór bestemming We verklaren in dit boekwerk het verschil tussen begroting na wijziging en het gerealiseerde jaarrekeningresultaat. Dit verschil bedraagt voor mutaties van de reserves € 751.000,-- positief. Hieronder volgt een uitgebreide analyse van de verschillen per programma, waarvan per product aangegeven is wat de grootste afwijkingen zijn t.o.v. begroting na wijziging. Tevens staat aangegeven wat de afwijking per product is (bedrag x € 1.000,--) is en of dit een voordeel (V) of nadeel (N) t.o.v. de begroting betreft.
Programma 1 12201 Uitstroombevordering (13V) De doorbetaling van de rijksvoorschotten aan WSD de Dommel is in werkelijkheid € 192k lager dan begroot. Dit heeft geen budgettaire consequenties. Aanpassing is gevolg van in overeenstemming brengen met werkelijke aantallen.Met betrekking tot de kinderopvang binnen het product is sprake van een onderbesteding van 15k. Vanaf 2013 is de kinderopvang bijdrage voor de gemeenten beperkt tot de doelgroep sociaal medisch noodzakelijk. Deze doelgroep heeft in 2013 geen beroep gedaan op een bijdrage kinderopvang. De boekingen in 2013 hebben betrekking op afrekeningen voorgaande jaren. 12202 Inburgering (14V) Er is sprake van onderbesteding bij inburgering nieuwkomers € 36k. Daarnaast is de geraamde rijksbijdrage te hoog gebleken € 22k. Vanaf 2013 is de inburgering de eigen verantwoordelijkheid van de nieuwkomer. Voor een aantal lopende trajecten is er sprake van een overgangsjaar. De inkomsten en uitgaven zijn daarom in eerste aanleg gelijk gehouden. Uiteindelijk is het aantal te vergoeden trajecten in 2013 minder dan verwacht en als gevolg daarvan ook de te vergoeden reiskosten. Van de voor 2013 gestarte trajecten zal overigens een deel in 2014voor verlenging/bekostiging in aanmerking komen. 12203 Inkomensvoorziening (114V) Met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand is als gevolg van een toename in het uitkeringsbestand een overschrijding op de lasten van 249k gebleken. Daartegenover staat een hogere rijksbijdrage van 131k en hogere terugontvangsten van 13k . Op de overige uitkeringen (IOAW/IOAZ en BBZ) is een onderbesteding van 265k gerealiseerd naast een onderbesteding op de controle bijzondere bijstand van 24k. Hiertegenover staan lagere rijksbijdragen van 50k en minder terugontvangsten. Per saldo heeft het product inkomensvoorziening een voordelig resultaat van 114k ten opzichte van de ramingen. De toename van het aantal WWb-uitkeringsgrechtigden heeft ook in 2013 een grillig verloop. Inschatting vooraf is lastig omdat niet alle max WW’ers aansluitend recht op WWB hebben maar er ook instroom van jongeren en overige aanvragen binnenkomen (echtscheidingen, verhuizingen, afschatting WAO en interen op vermogen. Omdat de rijksbijdrage in 2013 op grond van macro economische ontwikkelingen uiteindelijk hoger is vastgesteld en ook de gerealiseerde uitstroom hoger is dan oorspronkelijk werd verwacht is de schadelast uiteindelijk nog beperkt gebleven v.w.b. verschil tussen werkelijke inkomsten (rijksbijdrage) 2013 en uitgaven (uitkeringslasten) 2013. 12204 Minimabeleid (38V) De lasten van het minimabeleid blijven met 36k binnen de begroting. 12205 WMO woon- rolstoel- en vervoersvoorzieningen (zie bijlage 1 ) (83 V) Bij de woonvoorzieningen is sprake van een onderbesteding van 62k. Hoewel het aantal aanvragen voor rolstoelvoorzieningen is gedaald ten opzichte van 2012, is er toch sprake van een overschrijding van het budget met 21k. De oorzaak hiervan ligt in de stijging van het aantal duurdere elektrische rolstoelen. Bij vervoersvoorzieningen is sprake van een onderbesteding van 43k. Maximering van zones bij het collectief vraagafhankelijk vervoer en een daling van de verstrekkingen in natura veroorzaken dit. 12206 WMO-hulp bij het huishouden (188 V) Als gevolg van beleidsaanpassingen per 1-1-2013 is de tijdnormering versoberd. Daarnaast is het aantal clienten Hulp bij Huishouden in natura en clienten met een persoongsgebonden budget gedaald. Ook zijn er door het CAK hogere eigen bijdragen geïnd. Per saldo levert dit een “voordeel” op van 188k. Een uitgebreide toelichting staat in bijlage 1. Bij dit budget spelen 3 saldobestemmers: 25k voor de transitie Jeugd, 50k voor de transitie AWBZ en 10k voor inzet middelen transitie jeugdzorg voor CJG2014.
- 167 -
Programma Programma 2 21201 Onderwijs (4V)
Eigen risico verzekering (10 N) Voor schade en vandalisme bij scholen zijn schades onder de € 2.500 voor rekening van de gemeente (eigen risico). Omdat niet te voorspellen is of zich dit voordoet en hoe hoog deze bedragen zijn wordt hiervoor niets geraamd. In 2013 zijn er veel kosten gemaakt als gevolg van schade en vandalisme op alle scholen. Negatieve uitschieter is basisschool de Kienehoef. Om vandalisme tegen te gaan is onlangs extra verlichting en camerabeveiliging geïnstalleerd.
Terugbetaling subsidie verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs Deze lasten zijn reeds in de jaarrekening 2012 toegelicht en verwerkt. In 2013 heeft de daadwerkelijke terugbetaling plaatsgevonden en is dit administratief verwerkt. Deze verwerking loopt zowel via de lasten (€ 34.596 lager) als de baten (€ 34.596 lager) en is hiermee budgettair neutraal. Dit heeft dus geen effect op het resultaat van de jaarrekening 2013.
Asbestsanering basisscholen Sint Antonius van Padua en de Kienehoef (35 N)) Op verzoek van de Tweede Kamer is er een onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van asbest in de basisscholen. Naar aanleiding hiervan zijn in 2012 de asbesthoudende materialen verwijderd en verder in beeld gebracht. Op verzoek van SKOSO is aan de GGD advies gevraagd hoe om te gaan met asbesthoudend plaatmateriaal aan de buitenzijde van de Paduaschool en de basisschool Kienehoef. Op basis van dit advies is besloten uitvoering te geven aan het deels saneren hiervan. In de 2e Berap is aangegeven dat we nog in overleg waren met het onderwijsveld over de inkomsten m.b.t. verhuur van leegstaande schoollokalen. Deze inkomsten zouden dienen als dekking voor de kosten van de sanering. Er zijn echter geen inkomsten gegenereerd uit de verhuur. Dit komt omdat dit onderwerp wordt meegenomen in de onderhandelingen voor de decentralisatie van het buitenonderhoud van de basisscholen richting de schoolbesturen per 1 januari 2015.
Leerlingenvervoer (49 V) Als gevolg van de doorwerking van de scherpere aanbesteding vanaf schooljaar 2012/2013 en de afname van het aantal leerlingen is (van 114 in 2012 naar 100 in 2013) is een kostenvoordeel van € 49.123 ontstaan.
Onderwijsachterstanden De gemeente ontvangt van 2011 t/m 2014 jaarlijks een doeluitkering onderwijsachterstand van € 31.800,--. Deze middelen worden ingezet voor het aanbieden van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), aan doelgroepkinderen met een risico op (taal)achterstand. Indien dit bedrag in enig jaar niet uitgegeven is schuift het restant door naar het volgende jaar. In 2015 vindt de verantwoording en afrekening plaats. In 2013 is € 15.692 minder uitgegeven, waardoor zowel de lasten als de baten op dit product lager zijn dan begroot. Dit heeft geen effect op het resultaat van de jaarrekening. 21203 Vroeg en voorschoolse educatie (79V)
Kinderopvang (18V) De huurverhoging van het gebouw voor kinderopvang is niet verwerkt in de begroting, waardoor er een positief verschil ontstaat op de inkomsten (€ 18.625).
Peuterspeelzaalwerk (61V) De subsidie voor peuterspeelzaalwerk is gekoppeld aan het beleid Voorschoolse voorzieningen dat op 1 januari 2013 is ingegaan. Hierin is voorzien dat de uitgaven aan peutertoeslag voor ouders met maar één gezinsinkomen tot lagere uitgaven op deze post zouden leiden (in 2013 € 60.995 minder dan begroot). Na volledige implementatie en vervolgens evaluatie van deze regeling in het derde kwartaal van 2014, kan pas worden vastgesteld hoeveel lager. Vooruitlopend op deze evaluatie is deze post in de begroting 2014 al fors bijgesteld (€ 30.000). 22201 Gezondheidszorg (11N) Als gevolg van de niet begrote compensabele BTW is bij dit product een onderbesteding van 13k. De meeropbrengsten leges uit de Drank en Horecawet leiden tot een voordeel van 12k. Met betrekking tot jeugdzorg is een overschrijding van 36k als gevolg van een niet gerealiseerde stelpost.
- 168 -
22202 Maatschappelijk werk Geen bijzonderheden. 22203 Sociaal beleid (26V) Voor uitvoering accommodatiebeleid is een krediet geraamd van € 50.000,--. De lasten hiervoor waren in 2013 € 32.706,--. (zie ook overzicht van restantkredieten). De dekking van dit krediet is de algemene reserve vrij beschikbaar. Voorgesteld wordt om het restant van € 17.794,-- over te hevelen naar 2014. 22204 Ouderen (13 V) ODC Odendael Onderbesteding als gevolg van minder kosten antidiscriminatiesteunpunt 6k. Daarnaast zijn huurkosten wat lager uitgevallen dan begroot dan wel meer doorberekend 7k. 22205 Jeugd (7 V) Geen bijzonderheden. 22206 Volwassenen Geen bijzonderheden.
Programma 3 31101: Ruimtelijke planning (80 V) De lasten van bestemmingsplannen algemeen zijn 41k lager, waarvan directe kosten 54k. Op basis van de nota reserves en voorzieningen 2011 wordt een onderbesteding op directe kosten gestort in de reserve bestemmingsplannen. Tevens is er een incidentele niet begroot voordeel vanwege een terug-ontvangst uit een faillissement van 13k. De kosten van bestemmingsplan buitengebied zijn 26k lager uitgevallen. 31102 Exploitatie: (392N) Met betrekking tot de lasten zijn de dotaties aan de verliesvoorziening voor de complexen Dijksteegje, Kinderbos Noord, de Locht, Elzenpad, Kremselen en Woonlokatie A-50 (tesamen 1.397k) de grootste veroorzakers van de afwijking met de begroting. De plannen zijn geactualiseerd en doorgerekend op basis van de door uw raad vastgestelde grondprijzen. Deze berekeningen liggen ten grondslag aan de boekingen m.b.t. de verliesvoorziening en passen hiermee binnen het bestaande beleid. Daarnaast hebben de afwikkeling van locatie Rooise Zoom en Hoogstraat 18 geleid tot een nadelig saldo van 77k. Bij de baten veroorzaakt de winstneming Lange Steeg Oost 1.068k de grootste afwijking, deze was voorzien in 2014. 31103 Bouwen: (61V) In 2013 zijn voor een bedrag van 29k meer leges geheven dan begroot. Daarnaast is als gevolg van de jaarlijkse administratieve aanpassing van de SVN lening een voordeel ontstaan van 27k. 31104 Milieu: (55V) De uitgekeerde reserve RMB 26k, de compensabele BTW 9k, het lagere bedrag aan inhuur en detacheringsinkomsten 15k zijn de grootste veroorzakers van de onderbesteding.
- 169 -
Programma 4 42101 Water (97V)
Riolering: onderzoek meten en monitoren Sint-Oedenrode neemt in het kader van Doelmatig Waterbeheer deel in een regionale werkgroep “Meierij”. Doelstelling is om op projectmatige wijze kosten in de waterketen te beperken. Eén van de projecten die in 2014 wordt opgeleverd is “Meten en monitoren”. Besloten is de resultaten af te wachten. Voorgesteld wordt dan ook om de middelen (€ 10k) middels saldobestemming over te hevelen naar 2014.
Riolering: opstellen programma van eisen watertoets Het watertoetsproces doorlopen we bij bestemmingsplanwijzigingen c.q. ruimtelijke onderbouwingen. Het blijkt in de praktijk, mede gezien het (vanuit “water”perspectief) huidige klein aantal ontwikkelingen, niet nodig een programma van eisen voor dit proces op te stellen. Dit betekent een voordeel van € 9.262 in het rekeningresultaat.
Riolering: uitwerken waterkwaliteitsspoor (WKS) Het uitwerken van het waterkwaliteitsspoor is een veelomvattend project. We willen dat samen doen met het Waterschap en hebben daar externe adviseurs voor nodig. Vanwege de relatie met het basisrioleringsplan, willen we de uitvoering koppelen aan de herziening van dit plan voor Sint-Oedenrode dat voorzien is in 2014. Voorgesteld wordt dan ook om de middelen (€ 25k) middels saldobestemming over te hevelen naar 2014.
Riolering: elektra Deze post wordt al enkele jaren overschreden (in 2013 met € 16k). In verband met de wisseling van leverancier en onduidelijkheden over facturen en afrekeningen van de vorige leverancier is dit budget echter niet bijgeraamd. Nu er wel duidelijkheid is kan de begroting hier structureel op aangepast worden.
Riolering: kapitaallasten In de begroting 2013 is er vanuit gegaan dat de restantkredieten aan het einde van 2012 volledig zouden zijn uitgegeven en de kapitaallasten hiervan met ingang van 2013 geboekt zouden worden. Eind 2012 waren er echter nog kredieten met restanten die over zijn gegaan naar 2013. Hierdoor schuiven de kapitaallasten in de jaren door, wat resulteert in een voordeel (€ 79k) in 2013 ten opzichte van de begroting. 42102 Natuurontwikkeling (32V)
Beplanting langs wegen De lasten worden overschreden met € 29k, omdat er extra bomen zijn verwijderd in verband met het borgen van de (verkeers)veiligheid en de wettelijke zorgplicht. De problemen werden veroorzaakt door opdrukking van verhardingen (wortelopdruk). Hiertegenover hebben we op deze post echter meer houtopbrengst gegenereerd. In de 2e Berap zijn de houtopbrengsten bijgeraamd met € 50k. De realisatie is € 79k. Omdat de werkzaamheden seizoensgebonden en weersafhankelijk zijn, kunnen deze nu pas worden gemeld.
Stimuleringskader groen blauwe diensten (STIKA) Deze regeling omvat o.a. het in stand houden van waardevolle landschapselementen, kwaliteitsverbetering van het agrarisch cultuurlandschap en de realisatie van nieuwe elementen. De beschikbaar gestelde middelen (€ 21.500) zijn niet uitgegeven. De Provincie heeft eerder het bestaande STIKA-contract met de gemeente Boxtel, Best en Oirschot met 1 jaar verlengd. Daardoor kan Sint-Oedenrode nog niet aansluiten. De verwachting is dat dit in 2014 wel zijn beslag gaat krijgen.
Landschappen van allure De Provincie heeft aan de Dienst Landelijk Gebied (DLG) een opdracht verstrekt om een verkenningsronde te houden bij de Dommelgemeenten om te komen tot het opstellen van een Dommelvisie. Dit past in ons eerdere streven om een dergelijke visie te gaan opstellen. Destijds in het kader van de 2e tender van landschappen van allure, maar thans (vanwege afzien deelname) in het kader van het opstellen van een gezamenlijke visie voor de fusiegemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. Om die reden noemen we de visie “Dommelvisie plus”. De middelen zijn bedoeld voor het verder uitwerken van bedoelde visie. Daarom wordt voorgesteld om het restant (€ 11k) middels saldobestemming over te hevelen naar 2014. 42103 Openbaar groen (6N) Geen bijzonderheden. - 170 -
42104 Verkeer en Vervoer (6V) Geen bijzonderheden. 42105 Wegen (144V) De baten en lasten op het product wegen worden overschreden (€ 9.335). De overschrijding wordt veroorzaakt door het borgen van de (verkeers)veiligheid en de wettelijke zorgplicht (zoals gladheidsbestrijding, bermen opschaven en aanvullen). Daarnaast zijn de lasten hoger door het verbod op het gebruik van rode diesel, wat doorwerkt in zowel eigen materieel als aannemerscontracten. Vervolgens ontstaat er een voordeel op de lasten omdat het krediet parkeerterrein Kienehoef niet volledig is uitgegeven. Het restant bedraagt € 153.270 (zie toelichting restantkredieten). Omdat dit krediet gedekt wordt van de algemene reserves komt het verschil op dit product tot uitdrukking. Voorgesteld wordt om het restant over te hevelen naar 2014. 2201 Inzameling huishoudelijk afval (61N) Bij de behandeling van de jaarrekening 2012 en bij de 2e Berap 2013 is de gemeenteraad in kennis gesteld van de naheffing voor de inzameling van huishoudelijk afval verzamelcontainers. Destijds is geschreven dat bij de jaarrekening 2013 zou worden bezien of we deze extra lasten kunnen opvangen binnen de ramingen op afval voor 2013. Nu blijkt dat dit kan. De baten en lasten (exclusief de inkomsten afvalstoffenheffing) zijn ondanks deze naheffing lager dan begroot (€ 18.039 lager). Dit komt voornamelijk vanwege een forse afname van de hoeveelheid afval. Daarnaast zijn de lasten van luierinzameling lager als gevolg van strategische keuzen en verlaging van de vergoedingen voor deze dienstverlening. We hebben minder afvalstoffenheffing ontvangen (€ 79.308). Voor een inhoudelijke toelichting op de lagere baten voor dit product worden verwezen naar paragraaf A – Lokale heffingen.
Programma 5 52202 Erfgoed (25V)
Onderzoek monumenten De middelen die beschikbaar zijn gesteld voor het onderzoek naar monumenten zijn niet geheel uitgegeven (restant € 19k). Door diverse maatschappelijke partners zijn lijsten opgesteld van objecten die aangewezen zouden kunnen worden als gemeentelijk monument. De monumentencommissie buigt zich over het advies voor het aanbieden van een groslijst. Nadien starten de onderzoeken / beschrijvingen. Reeds eerder is gecommuniceerd dat dit een langdurig proces is, omdat dit moet worden ingepast in de beperkte ambtelijke uren die hiervoor beschikbaar zijn.
Erfgoedbeleid Een aantal erfgoedprojecten zijn op alternatieve wijze gefinancierd (bijdrage derden, subsidies e.d.), hetgeen heeft geresulteerd in een eenmalig voordeel van € 9.769 (sober en doelmatig gebruik). 52203 Sport (65N)
Sportbedrijf In 2013 zijn er nog correctienota’s en afrekeningen gestuurd naar gebruikers die betrekking hebben op voorgaande jaren (€ 10.500). Tevens worden in 2014 bij gebruikers nog kosten in rekening gebracht met betrekking tot 2013 (€ 6.260) (dit was pas bekend na het sluiten van de boeken). De kosten van gas en elektra worden met € 12.700 overschreden, doordat we voor de nieuwe sporthal de Streepen hoge voorschotnota’s hebben betaald (hiervoor verwachten we in 2014 een positieve afrekening). Doordat het aantal lesgroepen is teruggelopen (van 35 in 2012 naar 29 in 2013) zijn de inkomsten uit onderwijs van sportzaal de Kienehoef lager dan geraamd (€ 12.000). Enkele jaren op rij zijn de tarieven verhoogd. We zien nu dat de bezoekersaantallen van het zwembad afnemen (vrijzwemmen -/- 11,5% en leszwemmen -/- € 8,8%). Dit resulteert in minder inkomsten (€ 6.229). Voor de toekomst zijn bovenstaande afwijkingen deels opgelost door de verhoging van de tarieven (verhuur en zwembad) met 5%. Daarnaast komt er een onderzoek naar de toekomstige ontwikkeling van sportzaal de Kienehoef met als doel om te komen tot ombuigingen en zal onderzocht worden of het dalend aantal bezoekers recreatief zwemmen kan leiden tot beperking van het aantal openingsuren recreatief zwemmen of tot reductie van de personele bezetting. Het overige verschil betreft kleine afwijkingen op diverse posten. 52204 Kunst en Cultuur (4V) Geen bijzonderheden. - 171 -
52205 Recreatie en toerisme (47V) Het restant op het krediet recreatieproject Kienehoef is niet volledig uitgegeven en bedraagt € 42.376 (zie toelichting restantkredieten). Omdat dit krediet via de exploitatie loopt komt het restant op dit product tot uitdrukking. Voorgesteld wordt om het restant over te hevelen naar 2014. 52206 Economische Zaken Geen bijzonderheden.
Programma 6 63101 Burgerzaken (20N) Hier is sprake van lagere inhuurkosten 8k minder drukwerk 7k en een incidenteel voordeel op ID verrekening uit voorgaand jaar 8k. Hiertegenover staan minder opbrengsten GBA uittreksels 4k minder huwelijken 6k minder rijbewijzen 12k. Daarnaast is de begrote stelpost legesopbrengsten, die voor de gehele organisatie is bedoeld van 20k hier niet gehaald. (bij onder andere leges Drank en Horecawet en bouwleges is er wel sprake van meeropbrengsten). 63102 Verkiezingen Geen bijzonderheden. 63201 Brandweer en rampenbestrijding (95V) Hier is sprake van een aanzienlijke onderbesteding als gevolg van incidentele voordelen. Zo zijn de niet begrote uitkeringen BDUR via de veiligheidsregio 16k de compensabele BTW 48k den de uitkeringen uit het resultaat 2012 van de brandweer en de Gemeenschappelijke meldkamer over 2012 28k hier de grootste veroorzakers van. 63202: Openbare orde en veiligheid (2 V) Geen bijzonderheden.
63401 Handhavingsbeleid en coördinatie (122 V) De onderbesteding op de lasten is veroorzaakt door minder inhuur Bestemmingsplan Buitengebied 50k geen besteding op het budget handhaving permanente bewoning recreatiewoningen 50k minder advieskosten 10k. In de voorgestelde resultaatbestemming wordt gevraagd deze middelen 100k over te hevelen naar 2014. Tenslotte leiden de hogere boetes door de Boa’s tot meerinkomsten van 12k. 64501 Bestuur (37V) Hier is sprake van onderbesteding op de posten van de raad 8k, college 7k, daarnaast is minder aan de samenwerking Ple1n (14k) benodigd geweest. 65101 Archief (3 V) Geen bijzonderheden 65102 Algemene uitkering (58 N) Het tekort bij de algemene uitkering wordt met name veroorzaakt doordat de septembercirculaire en decembercirculaire niet zijn vertaald in de begroting 2013. Dit omdat deze circulaires zijn ontvangen na het laatste bijsturingsmoment, namelijk de 2e BERAP. Daarnaast hebben zich een aantal negatieve verrekeningen voorgedaan over de jaren 2011 en 2012. Dit in verband met aanpassingen in de diverse maatstaven over deze jaren. 65103 Belastingen en rechten (13 V) Hogere gerealiseerde baten OZB vermeerderd met aanmaningskosten (22k) per saldo 155k. Hogere baten zijn gerealiseerd, omdat correcties nog correctie-aanslagen zijn verstuurd over voorgaande jaren (133k). Lagere baten zijn gerealiseerd voor reclamebelasting en toeristenbelasting (14k) . De hogere lasten heeft te maken met een administratieve verwerking van de overheadkosten Ple1n Belastingen. De bijdrage is in 2013 begrotingstechnisch nog niet inclusief overheadkosten begroot. Hiertegenover staat een even groot - 172 -
voordeel op het saldo kostenplaatsen (118k) . Daarnaast zijn er lagere lasten i.v.m. jaarrekeningresultaat belastingen (17k), hogere lasten i.vm. BAG (11k). 65104 Deelnemingen Geen bijzonderheden.
65106 Exploitatieresultaat (151N): Op het product Exploitatieresultaat begroten en boeken we het saldo van de jaarrekening na bestemming. Het saldo was begroot op € 409.000,-- negatief en het werkelijke resultaat is € 100.000,-- negatief. Financieel technisch wordt dit positieve verschil als last geboekt, zodat de administratie sluitend is. Het resultaat na bestemming verklaard hierdoor een nadeel van € 309.000,--. De werkelijk betaalde rente voor langlopende leningen is 80k minder, omdat de begrote geldlening niet is afgesloten. De niet begrote transitorische rente laat een voordeel zien van 46k. In totaal 126k. Binnen de kostenplaatsen vindt verantwoording van de samenwerking ple1n plaats voor I&A en P&O en de doorberekende overheadkosten ple1n. Deze hebben per saldo een voordeel. Dit bestaat voor I&A en P&O uit het rekeningresultaat 2013 van 94k en voor overheadkosten 118k (staat tegenover het nadeel genoemd bij 65103 belastingen en rechten). De interne kostenplaatsen hebben in totaal een voordelig resultaat van 67k. Verder zijn er financieel technische verschillen op stelposten, minder doorberekende uren t.o.v. begroot voor werken derden, minder doorberekende rente-inkomsten van investeringen. De lagere doorberekende rente-inkomsten van investeringen betreft investeringen, waarvan de rente gedekt wordt door tarieven en/of reserves. Doordat investeringen later worden afgesloten kunnen ook geen rente-inkomsten worden doorberekend. Daartegenover staan ook lagere rentelasten bij de producten die o.a. doorberekend worden in de tarieven. Hierdoor is o.a. de toevoeging aan de reserve egalisatie rioolrechten aanzienlijk hoger dan geraamd (zie ook toelichting bij programma 4). Bij de saldobestemming wordt voorgesteld om van het resultaat van 38k van ple1n P&O 2013 19k te behouden voor 2014 i.v.m. implementatie werkkostenregeling en eHRM. Voor het individueel loopbaan budget is voor de jaren 2013 tot en met 2015 een bedrag van € 15k beschikbaar gesteld. Het restant wat in 2013 nog niet is uitgegeven wordt voorgesteld te behouden voor 2014 i.v.m. de aard van de regeling (€ 14,5k). Voor implementatie Verseon en BHIC wordt ingehuurd, dit loopt door naar 2014, zodat voorgesteld wordt de middelen over te hevelen naar 2014 (28k), tevens wordt de accountant ingehuurd voor afronding IC 2013 € 16k). 69999 Financiering (186N): De hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren wordt bepaald aan de hand van de openstaande nota’s per 31 december. In 2013 is € 74.000,-- toegevoegd. De grondexploitaties staan voor een bepaalde waarde op de balans. De rente die deze waarde oplevert wordt begroot. In werkelijkheid bleek deze waarde lager dan vooraf geraamd, waardoor er ook minder rente kan worden toegerekend. Het nadeel voor het resultaat is € 99.000,--. Beide posten passen binnen het bestaande beleid. De rente voor kortlopende leningen is € 11.000,-- hoger dan begroot.
Kapitaallasten In 2013 waren € 1.291.000 kapitaallasten begroot. Gerealiseerd is € 1.281.000,--. De kapitaallasten zijn bij de 2e berap 2013 toegelicht en bij- c.q. afgeraamd.
- 173 -
Analyse van de mutaties op reserves De mutaties op de reserves zijn in onderstaande tabel opgenomen:
Bedragen x € 1.000,--
Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserve Saldo mutaties reserves
Primaire begroting 2013 *)
Begroting 2013 na wijziging
Jaarrekening 2013
92 604 -513
774 1.717 -943
1.000 1.503 -503
Verschil begr. na wijz. – jaarrekening 2013 226 214 -440
Het verloop van de begrote toevoegingen en onttrekkingen (x € 1.000,--) aan reserves is als volgt: Begrote toevoegingen aan reserves (primaire begroting)
92
Aanvulling AR-Grondexploitatie (resultaatbestemming 2012) Jaarrekeningresultaat 2012 (resultaatbestemming 2012) Toevoeging res. aanloopkosten PLE1N (resultaatbestemming 2012 Aframen toevoeging Nieuwe softwareapplicatie afval (1e BERAP) Minder onttrekking Fioretti (AR-vastgelegd) (1e BERAP) Extra onttrekking i.v.m. alcoholpreventie (AR-vastgelegd) (1e BERAP) Ombuiging doorberekening afvalbakken in tarief (2e BERAP) Rentetoevoeging aan reserve FPU gelden (pb-2013) Begrote toevoegingen aan reserves (begroting na wijziging)
453 137 88 -8 -4 5 3 8 774
Begrote onttrekkingen aan reserves (primaire begroting)
604
Bijzondere controles (resultaatbestemming 2012 Onderzoek monumenten (resultaatbestemming 2012) Handhaving best.plan buitengebied (resultaatbestemming 2012) Onttrekking aan alg.reserve i.v.m. toevoeging reserve aanloopkosten PLE1N (resultaatbestemming 2012) Jaarrekening Resultaat 2012 (resultaatbestemming 2012) Aanvulling AR-reserve Grondexploitatie (resultaatbestemming 2012) Handh. permanente bewaking recreatie (resultaatbestemming 2012) Bestemmingsplan Buitengebied (resultaatbestemming 2012) Parkeerterrein Kienehoef (resultaatbestemming 2012) Voorbereidingskrediet accommodatiebeleid (raadsbesluit nov.2012) Inhuur Milieu tlv Alg Reserve (resultaatbestemming 2012) Landschapsontwikkeling tlv Groenfonds (I&B 2013) Landschap van Allure tlv Groenfonds (1e BERAP) Woonrijp maken Dille t.l.v. AR-grondexploitatie (2e BERAP) Correctie ombuiging landschapsontwikkeling (2e BERAP) Verlaging kapitaallasten uitvoering plan OV 2010-2011 (2e BERAP) Aframing kapitaallasten sporthal de Streepen (2e BERAP) Verwerken begr. 2013 PLE1N I&A, Belastingen en P&O (2e BERAP) Hogere onttrekking alcoholpreventie (1e BERAP) Mindere onttrekking Fioretti (1e BERAP) Kleine Kernenbeleid Project Kienehoef FPU gelden (pb-2013) Begrote onttrekkingen aan reserves (begroting na wijziging)
- 174 -
19 19 68 88 137 453 50 29 158 50 10 20 15 52 25 -11 -238 88 5 -4 4 68 8 1.717
Toevoegingen aan reserves De gerealiseerde toevoegingen zijn 226k meer dan geraamd. Dit wordt o.a. veroorzaakt door: • hogere toevoeging van 94k aan de egalisatiereserves rioolrechten; • toevoeging aan de bestemmingsreserve groenfonds i.v.m. verkoop van 3500m2 grond (18k). • terugstorting in de algemene reserve grondexploitatie voor de toevoeging aan het groenfonds voor Langesteeg Oost (19k). • toevoeging aan bestemmingsreserve bestemmingsplannen omdat de directe lasten voor bestemmingsplannen 54k lager waren dan begroot. Dit bedrag is conform de nota reserves en voorzieningen 2011 toegevoegd aan de bestemmingsreserve bestemmingsplannen. • de begrote onttrekkingen vanuit de resultaatbestemming 2012 voor onderzoek monumenten en bijzondere controles hebben niet plaatsgevonden vanuit de reserve exploitatiesaldo, zodat deze bij de jaarrekening 2013 zijn toegevoegd aan de algemene reserve –bufferfunctie. ( 38k). Onttrekkingen Onttrekkingen aan reserves De gerealiseerde onttrekkingen zijn € 214.000,-- lager dan geraamd. Hieronder volgt een volledig overzicht van de afwijkingen die hebben geleid tot een verschil in onttrekkingen uit reserves: Pg 1
1
2 2 3 3 3 4 4 4 4 5 5 6 6 6
De lasten WWB waren in 2013 hoger dan begroot, zodat onttrekking plaatsgevonden heeft uit bestemmingsreserve WWB – inkomensdeel.(zie verklaring programma 1 – inkomensvoorziening). Bijzondere controles hebben niet plaatsgevonden, zodat de onttrekking uit de algemene reserve bufferfunctie niet nodig is. Betrof resultaatbestemming 2012 De lasten m.b.t. accommodatiebeleid zijn in 2013 € 32.206,-- geweest. Het geraamde bedrag was € 50.000,-De onttrekking t.l.v. de algemene reserve – bufferfunctie voor kleine kernen heeft niet plaatsgevonden, omdat er geen lasten zijn gerealiseerd in 2013. Lagere onttrekking herziening bestemmingsplan buitengebied i.v.m. lagere lasten in 2013 Onttrekking m.b.t. woonrijp maken Dille (2e berap 2013) Onttrekking uit de AR-grondexploitatie t.g.v. groenfonds i.v.m. verkochte m2 grond Lagere onttrekking i.v.m. lagere gerealiseerde lasten krediet Kienehoef t.l.v. algemene reserve Vastgelegd. Lagere onttrekking i.v.m. lagere gerealiseerde lasten landschapsontwikkelingsplan 2013 t.l.v. reserve Groenfonds Lagere onttrekking i.v.m. lagere gerealiseerde lasten m.b.t. landschap van Allure 2013 t.l.v. reserve groenfonds Niet begrote onttrekking uit de reserve egealisatie afvalstoffenheffing Geen onttrekking m.b.t. onderzoek monumenten (saldobestemmer 2012) t.l.v. algemene reserve bufferfunctie Lagere onttrekking i.v.m. lagere gerealiseerde lasten m.b.t. krediet Kienehoef t.l.v. algemene reserve vastgelegd. Lagere onttrekking i.v.m. lagere aanloopkosten Ple1n P&O en Belastingen i.v.m. latere uitvoering van werkzaamheden. Lagere onttrekking incidentele besteding handhaving bestemmingsplan buitengebied en permanente huisvesting recreatiewoningen Onttrekking uit reserve exploitatieresultaat, omdat de resultaatbestemmingen 2012 onderzoek monumenten en bijzondere controles niet hebben plaatsgevonden. Bedrag is toegevoegd aan ARbufferfunctie Totaal:
- 175 -
X 1.000 € -117
N
19
V
18
V
4
V
27
V
-3. -17
N N
153
V
9
V
2
V
-23 19
N V
42
V
19
V
101
V
-39
N
214
V
Overzicht van Reserves en Voorzieningen met een toelichting op de reserves In de volgende tabel is de stand van de reserves en voorzieningen opgenomen met de mutaties in 2013.
Stand 1 -1- 2013
Omschrijving
Vermeerderingen 2013
Verminderingen 2013
Stand 31--1231 12-2013 2.358
Algemene Reserves Algemene reserve – buffer Algemene reserve – vastgelegd Algemene reserve – vrij beschikbaar Algemene reserve – grondexploitatie Totaal algemene reserves Exploitatiesaldo
2.184
175
1
889
1
70
820
3.051
0
521
2.530
547
471
73
946
6.671
647
665
6.654
263
0
363
-100
Bestemmingsreserves: Uitkering HNG Bouwfonds
473
0
46
427
Werk en inkomen – WIW werkdeel
157
0
116
41
FPU-verplichtingen (Frictiefonds)
142
9
94
57
Egalisatie tarieven riolering
550
121
0
671
Egalisatie tarieven afvalstoffen
62
0
23
39
Vervanging Openbare verlichting
75
64
20
119 19
Aanloopkosten Ple1n Herziening Bestemmingsplan Buitengebied Groenfonds Bestemmingsplannen Sporthal de Streepen (kapitaallasten)
0
88
69
30
0
3
27
152
18
49
121
5
54
0
59
4.727
0
0
4.727
Uitvoeringsplan dienstverlening (kapitaallasten)
300
0
127
173
Huisvesting (kapitaallasten)
288
0
29
259
Totaal bestemmingsreserves
6.961
354
576
6.739
Totaal reserves
13.895
1.001
1.604
13.293 13.293
Stand 1 -1- 2013
Omschrijving
Stortingen in voorziening 2013
Aanwendingen van voorzieningen 2013
Stand 31--1231 12-2013
Voorzieningen Pensioenverplichtingen politieke ambtsdragers
868
66
40
894
Gebouwenbeheer
422
172
82
512
Wegen en bruggen
975
1.146
1.091
1.030
Onderwijs
130
57
139
48
1.772
133
217
1.688
149
37
16
170
Riolering Onderhoud openbare verlichting Voorziening debiteuren
205
74
20
259
1.616
1.397
0
3.013
Totaal voorzieningen
6.138
3.082
1.605
7.614
Totaal reserves en voorzieningen
20.033
4.083
3.209
20.907 20.907
Voorziening grondexploitatie
- 176 -
Toelichting op de reserves Algemene reserve – bufferfunctie Doel: het vormen van een financiële buffer voor het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten, het opvangen van risico’s, zoals deze in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn beschreven en onvoorziene risico’s. De minimale omvang van deze reserve dient € 1.650.000,-- te zijn. De stand per 1-1-2013 was € 2.184.117,---. In 2013 is het resultaat van de programmarekening 2012 ten gunste van deze reserve gebracht (€ 137.000,--). Ook de saldobestemmers 2012 m.b.t. onderzoek monumenten en bijzondere controle zijn aan deze reserve toegevoegd (€ 38.000). Algemene reserve – vastgelegd (nieuw) Doel: het inzichtelijk houden van de claims die t/m 2011 gelegd zijn op de algemene reserve. De claims ten laste van deze reserve zijn in de loop van 2011 en 2012 aanzienlijk verminderd. Het verloop van deze reserve is als volgt: Geraamd 2013 Stand per 1-1-2013 Toevoeging i.v.m. correctie jaarrekening 2012 Onttrekking i.v.m. Afkoopsom A50 Onttrekking i.v.m. Park Kienehoef (Rv 14/2010 + besluit raad sept.2013) Stand per 3131- 1212-2013
1.035 -39.000 -226.239
Realisatie 2013 in € 889.239 1.035 -39.000 -30.539 820.735
Algemene reserve – vrij beschikbaar (nieuw) Doel: het vormen van een financiële buffer, waaraan nog geen bestemming is gegeven. Het verloop van deze reserve in 2013 is als volgt: Geraamd 2013 Stand per 1-1-2013 Handhaving best.plan buitengeb.ied (I&B 2012) via resultaatbest.2012 *) Uitvoering AMvB huisvesting (I&B 2012) via resultaatbest.2012 Aanvulling AR-grondexploitatie via resultaatbest. 2012 Handhaving permanente bewoning (I&B 2013) *) Handhaving permanente bewoning (I&B 2013) *) Voorbereidingskrediet accommodatiebeleid (RB-november 2012) Toevoeging reserve FPU Stand per 31-12-2013
67.769 10.000 452.707 30.000 20.000 50.000 8.523
Realisatie 2013 in € 3.050.702 17.204 10.000 452.707 0 0 32.206 8.523 2.530.062
*) Het restant van de geplande onttrekkingen maken onderdeel uit van de voorgestelde resultaatbestemming 2013 om te handhaven voor 2014.
Algemene reserve grondexploitatie Doel: het vormen van een financiële buffer voor het opvangen van risico bij lopende bouwgrondexploitaties. De voeding en onttrekking vinden plaats door verrekening van positieve en negatieve resultaten van de activiteiten binnen de grondexploitaties. Het saldo van deze reserve bedroeg per 1-1-2013 € 547.294,--. In 2013 is hieraan € 452.706,-- toegevoegd bij resultaatbestemming van de jaarrekening 2012. Hiermee is de Algemene Reserve op het minimumniveau van € 1.000.000,-- gebracht. Dit minimumniveau is vastgesteld in de nota Reserves en Voorzieningen 2011. Tot en met 2010 zijn de toevoeging aan het groenfonds gedaan uit de onderhanden grondexploitaties. Volgens BBV-voorschriften kan dit echter alleen bij resultaatbepaling plaatsvinden, dat betekent in de praktijk bij (tussentijdse) resultaatneming. Om toch jaarlijks een toevoeging aan de reserve te bewerkstelligen is besloten bij jaarrekening 2012 de jaarlijkse storting per m2 verkochte grond te dekken uit de algemene reserve grondexploitatie en bij winstneming de algemene reserve grondexploitatie met eenzelfde bedrag weer aan te vullen. In 2013 vindt een resultaatneming plaats, waardoor de terugstorting van de dotatie aan het groenfonds van € 18.710,-- kan plaatsvinden aan de algemene reserve grondexploitatie. Daarnaast heeft een onttrekking plaatsgevonden ten gunste van het groenfonds (€ 17.500,--) en een onttrekking voor de afwikkeling van den Boogaard € 55.150,--. - 177 -
Exploitatiesaldo Doel: deze post wordt benut om het saldo van de jaarrekening over het afgelopen boekjaar te verantwoorden. Na vaststelling van de jaarrekening door de gemeenteraad wordt het saldo van deze post ten laste/ten gunste van de Algemene reserve – bufferfunctie gebracht. In 2013 is het jaarrekeningsaldo 2012 onttrokken aan deze post en het rekeningresultaat 2013 toegevoegd.
Bestemmingsreserves Uitkering HNG via Bouwfonds Doel: de contante waarde, vanuit de verkoop van het Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten (HNG) per 1 september 1996 aan het Bouwfonds, is als langlopende vordering opgenomen en gelijktijdig is voor hetzelfde bedrag een reserve gevormd. In 2013 heeft er een onttrekking plaatsgevonden voor het termijnbedrag van 2013 namelijk € 45.692,--. Reserve Werk en Inkomen I nkomen (WWB – inkomensdeel) Doel: het vormen van een financiële buffer voor het opvangen van toekomstige tekorten op de bijstandsuitgaven. In 2013 is € 116.544,-- onttrokken aan deze reserve i.v.m. meer lasten dan baten bij de betrokken producten van Werk en Inkomen. Bestemmingsreserve FPUFPU -verplichtingen (Frictiefonds) Doel: dekking voor de gecalculeerde uitkeringen aan oud-medewerkers tot aan hun pensioendatum op basis van een raadsbesluit van 30 juni 2005 om een éénmalige uittrederegeling in het leven te roepen. In 2013 heeft op deze reserve een jaarlijkse rentebijschrijving plaatsgevonden (€ 8.523,--). De onttrekking 2013 bedroeg € 93.770,--. Reserve riolering – egalisatie tarieven Doel: het egaliseren van de tarieven rioolafvoerrecht en het opvangen van de risico’s die gepaard gaan met het uitvoeren van het Waterplan. In 2013 heeft een storting plaatsgevonden van € 121.106,--. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de verplichte paragraaf A – Lokale Heffingen. Reserve afvalstoffen – egalisatie egalisa tie tarieven Doel: het egaliseren van de tarieven afvalstoffenheffing en het op opvangen van risico’s die gepaard gaan met het uitvoeren van Diftar. In 2013 heeft een onttrekking plaatsgevonden van € 22.823,--. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de verplichte paragraaf A – Lokale Heffingen. Reserve Vervanging openbare verlichting Doel: dekking voor Vervanging Openbare Verlichting o.b.v. het beleidsplan openbare verlichting 2009-2014, zoals dit in de raadsvergadering van 24 september 2009 is vastgesteld. Het saldo van deze reserve was per 1-1-2013 € 75.461,--. Conform het beleidsplan Openbare verlichting 20092014 is hier in 2013 € 64.000,-- aan toegevoegd. In 2013 is aan deze reserve € 20.539,-- onttrokken. Reserve aanloopkosten Ple1n Doel: het dekken van de aanloopkosten voor de werkeenheden Ple1n, zoals besloten in de raadsvergadering van 15 december 2012 Deze reserve zal na realisatie van de werkeenheden worden gevoed met de voordelen uit de samenwerking Ple1n. Nadat deze reserve uiterlijk in 2016 weer aangegroeid is zullen de middelen weer terugvloeien naar de algemene reserve vrij beschikbaar. In 2013 heeft een storting plaatsgevonden van € 88.000,-- via resultaatbestemming 2012. De onttrekkingen voor de aanloopkosten voor de werkeenheden I&A en P&O bedroegen in 2013 € 68.956,--. Voor meer toelichting over deze samenwerking zie de verplichte paragraaf E – Bedrijfsvoering. Reserve Herziening Bestemmingsplan Buitengebied Doel: dekking van de kosten die gemaakt worden voor de vervolgfase van de herziening Bestemmingsplan Buitengebied, zoals besloten in de raadsvergadering van 31 maart 2012. In 2013 zijn tot een bedrag van € 2.684,-- onttrekkingen gedaan uit deze reserve.
- 178 -
Reserve groenfonds Doel: bekostiging van de kwaliteitsverbetering in het buitengebied. In het streekplan is als beleid aangegeven, dat als er sprake is van ingebruikname van buitengebied (uitbreidingen) voor stedelijke functies (bijv. woningbouw, sport), dit gepaard moet gaan met kwaliteitsverbetering elders in het buitengebied. Dit is het zgn. rood met groenbeleid. Het saldo per 1-1-2013 van deze reserve bedraagt € 151.852,--. Op basis van de m2 verkochte grond in 2013 is € 17.500,-- toegevoegd aan deze reserve. In 2013 zijn onttrekkingen geweest uit deze reserve voor het opstellen van een visiedocument landschappen van Allure (€ 4.235,--), correctie ombuigingen 2013 e.v. conform 2e berap 2013 (€ 25.000,--), landschapsontwikkelingsbeleid 2013 € 10.700,-- en bijdrage voor parkeerterrein Kienehoef ( € 9.300,--). Reserve bestemmingsplannen Doel: egaliseren van de uitgaven voor het actualiseren (onderhouden) van bestemmingsplannen. De toevoegingen en stortingen aan deze reserve vinden plaats vanuit het jaarlijkse budget voor bestemmingsplannen. Het saldo per 1-1-2012 van deze reserve bedroeg € 5.125,--. In 2013 is een toevoegingen gedaan van € 53.953,- vanuit het jaarlijkse budget voor bestemmingsplannen. Reserve Sporthal de Streepen (kapitaallasten) Doel: dekking van een aflopend deel van de kapitaallasten (rente en afschrijving) van de nieuwbouw Sporthal de Streepen conform het raadsvoorstel Sporthal de Streepen van 27 januari 2012. Tot het instellen van deze reserve is besloten bij de nota Reserves en Voorzieningen 2012. In 2013 hebben geen onttrekkingen plaatsgevonden, omdat de kapitaallasten pas starten na administratieve afsluiting van het krediet. Reserve Uitvoeringsplan dienstverlening (kapitaallasten) Doel: dekking voor de kapitaallasten die voortvloeien uit de investeringen van het uitvoeringsplan dienstverlening. Bij de programmabegroting 2012 is besloten om deze bestemmingsreserve alleen in stand te houden voor de afgesloten investeringen t/m 2010. In 2013 zijn de bedoelde kapitaallasten onttrokken uit deze reserve ad. € 127.628,--. Deze reserve is na onttrekking van de kapitaalasten 2015 volledig gebruikt. Reserve Huisvesting (kapitaallasten) Doel: dekking voor de kapitaallasten die voortvloeien uit de investeringen gedaan voor aanpassingen gemeentehuis bij raadsbesluit 23 februari 2006. Jaarlijks t/m 2022 voor een bedrag van € 28.777,--. Tot het instellen van deze reserve is besloten bij de nota Reserves en Voorzieningen 2011. De onttrekking 2013 betreft de kapitaallasten 2013 ad. € 28.777,--.
Voorzieningen Voorzieningen De informatie voor de onderhoudsvoorzieningen op basis van beheerplannen is opgenomen in de verplichte paragraaf C Kapitaalgoederen. Voorziening pensioenverplichtingen politieke ambtsdragers (APPA) Doel: Op 15 augustus 2001 zijn de wijzigingen van de APPA (Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers) in werking getreden. Deze wet is mede van toepassing op wethouders. Door wijziging van de APPA is het voor wethouders mogelijk geworden de waarde van door hen opgebouwde pensioenen over te dragen aan de gemeente of aan het fonds waar hun pensioen is ondergebracht na hun aftreden. De gemeente is verplicht medewerking te verlenen aan verzoeken tot waarde-overname of waardeoverdracht van belanghebbenden. Per 1-1-2013 bedroeg de voorziening APPA € 868.436,--. In 2013 heeft een storting plaatsgevonden van € 63.323,-- t.b.v. pensioenverplichtingen “actieve” wethouders. De onttrekking 2013 betreft de pensioenkosten van voormalige wethouders voor een bedrag van € 37.893,-- en een kleine vrijval . Voorziening grondexploitatie grondexploitatie In 2011 is deze voorziening gevormd i.v.m. het verwachte toekomstige negatief resultaat op niet in exploitatie uitgegeven gronden. De voorziening is niet zichtbaar onder Voorzieningen, omdat deze in mindering gebracht wordt op de balanspost Voorraden. Eind 2012 bedroeg de voorziening € 1.616.302,--. In 2013 is een aanvullend bedrag gestort van € 1397.019,--. Voor meer informatie wordt verwezen naar de paragraaf G Grondbeleid. Voorziening debiteuren In de Paragraaf D – financiering is deze voorziening toegelicht. - 179 -
Programmarekening 2013 Raming begrotingsbegrotings jaar vóór wijziging Lasten Programma 1 Sociale dienstverlening (Zorg) Programma 2 Maatschappelijke voorzieningen Programma 3 Bouwen en Wonen Programma 4 Leefomgeving en infrastructuur Programma 5 Vrije Tijd en Economie Programma 6 Burger en Bestuur Subtotaal programma’s
Baten
Raming begrotingsbegrotings Jaar na wijziging
Saldo
Lasten
Baten
Realisatie begrotingsjaar
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
8.658
4.655
4.003
8.889
4.764
4.125
8.451
4.777
3.674
3.451
302
3.149
3.375
258
3.117
3.235
235
3.000
4.442
2.280
2.162
4.486
2.826
1.660
5.736
3.878
1.858
5.636
384
5.252
5.516
2.907
2.609
5.295
2.900
2.395
3.630
1.048
2.582
3.374
999
2.375
3.339
975
2.364
3.571
58
3.513
4.323
41
4.282
3.653
64
3.589
29.388
8.727
20.661
29.963
11.795
18.168
29.709
12.829
16.880
7.094
-7.094
4.236
-4.236
4.327
-4.327
13.008
-12.995
13.101
-13.088
13.041
-13.032
148
-148
131
-131
131
-131
455
949
690
641
850
1.212
Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Algemene uitkeringen
13
Dividend Saldo financieringsfunctie
1.404
13
1.331
9
2.062
Saldo compensabele BTW en uitkering
0
0
BTW-compensatiefonds
0
0
0
0
Overige algemene dekkingsmiddelen Subtotaal dekkingsmiddelen Onvoorzien Resultaat voor bestemming Toevoeging/onttr. reserves: Programma 1 Sociale dienstverlening (Zorg) Programma 2 Maatschappelijke voorzieningen. Programma 3 Bouwen en Wonen Programma 4 Leefomgeving en infrastructuur Programma 5 Vrije Tijd en Economie Programma 6 Burger en Bestuur Subtotaal mutaties reserves Resultaat na bestemming
0 1.417
20.705
40
-19.288
1.344
18.158
40
-16.814
2.071
18.349
-16.278
0
30.845
29.432
1.413
31.307
29.953
1.354
31.780
31.178
602
0
0
0
0
19
-19
0
116
-116
0
0
0
0
54
-54
0
32
-32
0
0
0
0
91
-91
90
85
5
92
70
22
86
278
-192
185
136
49
0
238
-238
0
87
-87
0
26
-26
0
296
-296
687
1.189
-502
725
1.107
-382
92
604
-512
773
1.718
-945
1.000
1.502
-502
30.937
30.036
901
32.080
31.671
409
32.780
32.680
100
- 180 -
Overzicht van baten en lasten per product Hieronder volgt een overzicht van de geraamde baten en lasten uit de programmabegroting 2013 (na wijziging) en de gerealiseerde baten en lasten 2013. in € 1.000,00 Product 1.2.2.01 1.2.2.02 1.2.2.03 1.2.2.04 1.2.2.05 1.2.2.06 1.9.9.99 2.1.2.01 2.1.2.03 2.2.2.01 2.2.2.02 2.2.2.03 2.2.2.04 2.2.2.05 2.2.2.06 2.9.9.99 3.1.1.01 3.1.1.02 3.1.1.03 3.1.1.04 3.9.9.99 4.2.1.01 4.2.1.02 4.2.1.03 4.2.1.04 4.2.1.05 4.2.2.01 4.9.9.99 5.2.2.02 5.2.2.03 5.2.2.04 5.2.2.05 5.2.2.06 5.9.9.99 6.1.3.01 6.1.3.02 6.3.2.01 6.3.2.02 6.3.4.01 6.4.5.01 6.5.1.01 6.5.1.02 6.5.1.03 6.5.1.04 6.5.1.06 6.9.9.99 6.9.9.99 6.5.1.06
Omschrijving Uitstroombevordering Inburgering Inkomensvoorziening Minimabeleid WMO woon- rolstoel- en vervoersvoorzieningen WMO hulp bij het huishouden Mutaties reserves programma 1 Onderwijs Vroeg- en voorsch. educatie Gezondheidszorg Maatschappelijk werk Sociaal beleid Ouderen Jeugd Volwassenen Mutaties reserves programma 2 Ruimtelijke ordening Grondexploitatie Bouwen en wonen Milieu - duurzaamheid Mutaties reserves programma 3 Water Natuurontwikkeling Openbaar groen Verkeer en vervoer Wegen Inzameling huishoudelijk afval Mutaties reserves programma 4 Erfgoed Sport Kunst en cultuur Recreatie en toerisme Economische zaken Mutaties reserves programma 5 Burgerzaken Verkiezingen Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Handhavingsbeleid en – coördinatie Bestuur/samenwerking Archief Algemene uitkering Belastingen en rechten Deelnemingen Financiering Financiering - rente Mutaties reserves programma 6 Exploitatieresultaat TOTAAL
Lasten 3.304 98 2.093 401
Begroot Baten 3.045 40 1.509 7
Saldo 259 58 584 394
Lasten 3.097 62 2.054 364
892
4
888
809
4
805
2.101 0 1.169 182 672 239 212 262 223 415 0 590 2.396 1.124 376 0 877 392 1.061 139 1.803 1.243 86 249 1.574 998 404 149 0 666 2 908 253
160 19 42 78 18 0 44 47 15 15 54 0 2.295 526 5 91 1.226 92 1 3 9 1.577 278 5 706 194 70 24 87 338 0 0 10
1.941 -19 1.127 104 654 239 168 215 208 400 -54 590 101 598 371 -91 -349 300 1.060 136 1.794 -334 -192 244 868 804 334 125 -87 328 2 908 243
2.064 0 1.115 128 686 240 186 249 216 415 0 522 3.771 1.120 323 90 771 421 1.070 152 1.680 1.201 185 219 1.609 1.004 357 150 0 634 2 817 251
311 117 -9 102 21 0 44 47 15 15 32 13 3.278 582 5 85 1.218 152 3 22 30 1.474 137 0 677 204 69 25 26 287 0 4 10
1.753 -117 1.124 26 665 240 142 202 201 400 -32 509 493 538 318 5 -447 269 1.067 130 1.650 -273 48 219 932 800 288 125 -26 347 2 813 241
431
30
401
320
42
278
1.591 66 13 445 0 1.287 9 687 -409 31.673
1 0 13.101 3.897 131 290 400 1.189 0 31.673
1.590 66 -13.088 -3.452 -131 997 -391 -502 -409 0
1.567 63 9 574 0 1.312 176 725 -100 32.680
9 0 13.041 4.040 131 469 381 1.106 0 32.680
1.558 63 -13.032 -3.466 -131 843 -205 -381 -100 0
- 181 -
Werkelijk Baten 2.850 18 1.584 9
Saldo 247 44 470 355
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten daarvoor geeft. Met ingang van 1 januari 2004 is het BBV in werking getreden en is het Besluit Comptabiliteitsvoorschriften 1995 (CV95) vervallen. Dit heeft er toe geleid dat vanaf 2004 de wijze van verslaglegging aanzienlijk is veranderd. In 2007 zijn de Nota Waardering en Afschrijving en de Nota Reserves en Voorzieningen geactualiseerd. Bij de actualisatie hebben we de nota’s op de BBV-voorschriften afgestemd. In 2008 is de Rentenota uitgebracht. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening. •
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het betreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarden.
•
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Een uitzondering geldt hier voor de grondexploitatie. Hier wordt de methode van percentage of completion gevolgd.
•
Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
•
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop over betaalbaarstelling van het dividend wordt beslist.
•
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
•
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.
Vaste activa De artikelen 33, 34, 35 en 36 van het BBV geven aan hoe de toelichting op de balans voor vaste activa moeten worden onderscheiden. Materiële vaste activa In artikel 35 van het BBV is bepaald in welke componenten de materiële vaste activa moeten worden onderscheiden, namelijk: • Materiële vaste activa met economisch nut; • Materiële vaste activa in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut. • Materiële vaste activa met economisch nut De materiële vaste zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en bijdragen van derden. Slijtende investeringen worden in de regel annuïtair afgeschreven, waarbij de regel gehanteerd wordt dat rente en afschrijving voor het eerst worden toegepast in het jaar volgend op dat waarin de administratieve afsluiting is gerealiseerd. Op gronden wordt niet afgeschreven. Voor nieuwe investeringen zijn de afschrijvingstermijnen gehanteerd zoals vastgesteld in de Nota Waardering en Afschrijving in de bijlage. • Materiële vaste activa in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Voor deze vaste activa zijn dezelfde waarderingsregels gehanteerd als voor de vaste activa met economisch nut. - 182 -
Financiële vaste activa Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs dan zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt boven de verkrijgingsprijs. De geactiveerde bijdragen aan activa van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdrage. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak. Vlottende activa Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar De uitzettingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de vorderingen. Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen de nominale waarde opgenomen. Vaste passiva Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit het saldo van de reserves en het exploitatiesaldo van de jaarrekening 2012. Over de bestemming van het batig saldo wordt afzonderlijk een voorstel gedaan. Dit voorstel tot saldobestemming maakt deel uit van deze jaarrekening. De reserves bestaan uit de algemene en de bestemmingsreserves. Algemene reserves zijn vrij aanwendbaar, terwijl aan bestemmingsreserves vooraf een bepaalde bestemming is gegeven. Onder de algemene reserves vallen: • Algemene reserve – algemeen • Algemene reserve – dekkingsreserve • Algemene reserve – vrij besteedbaar (raad) • Algemene reserve – Obragasgelden • Algemene reserve – grondexploitatie De overige reserves zijn bestemmingsreserves. Bij de vaststelling van de Nota Reserves en Voorzieningen 2012 is de minimale omvang van de algemene reserve bufferfunctie bepaald op € 1.600.000,--. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsvoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in de programmarekening is het beleid nader uiteengezet. Vaste schulden > 1 jaar Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva Vlottende schulden < 1 jaar en overlopende passiva Deze vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Gewaarborgde geldleningen Dit zijn leningen die door de gemeente gewaarborgd zijn. Het bedrag wordt buiten de telling van de balans gehouden. Het totaalbedrag van de gewaarborgde schuldrestanten wordt per einde boekjaar opgenomen. In paragraaf B van de programmaverantwoording is over de leningen nadere informatie opgenomen.
- 183 -
BALANS PER 31 DECEMBER 2013 Activa
3131 -1212 -2013
3131 -1212 -2012
0 0
0 0
23.140 11.297
23.107 11.075
0 0 1.454
0 0 1.426
750 163 0 7.710 0 0
750 163 0 8.008 0 0
44.514
44.529
2.401 0 4.406 0 1
2.598 0 3.316 0 0
B. Verstrekte kasgeldleningen C. Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen D. Overige vorderingen E. Overige uitzettingen
104 0 0 986 0
550 0 0 1.514 0
Liquide middelen - Kassaldi - Banksaldi
6 420
4 2.744
3.249
2.103
Totaal vlottende activa
11.573
12.830
TOTAAL ACTIVA
56.087
57.359
Vaste activa Immateriële vaste activa A. Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen B. Kosten van onderzoek en ontwikkeling Materiële vaste activa A. Investeringen met een economisch nut B. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Financiële vaste activa A. Kapitaalverstrekkingen aan: 1. Deelnemingen 2. Gemeenschappelijke regelingen 3. Overige verbonden partijen B. Leningen aan: 1. Woningbouwcorporaties 2. Deelnemingen 3. Overige verbonden partijen C. Overige langlopende leningen D. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer E. Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal vaste activa
Vlottende activa Voorraden A. Grond- en hulpstoffen: 1. Niet in exploitatie genomen bouwgronden 2. Grond- en hulpstoffen B. Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie C. Gereed product en handelsgoederen D. Vooruitbetalingen Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar
A. Vorderingen op openbare lichamen
Overlopende activa
- 184 -
Passiva
3131 -1212-2013
3131 -1212 -2012
Eigen vermogen Reserves A. Algemene reserve B. Bestemmingsreserves C. Saldo na bestemming
6.654 6.738 -100
6.671 6.961 263
Voorzieningen A. Egalisatievoorzieningen
4.343
4.316
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer A. Obligatieleningen B. Onderhandse leningen van: 1. binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen 2a. binnenlandse banken en overige financiële instellingen 2b. financial lease 3. binnenlandse bedrijven 4. overige binnenlandse sectoren 5. buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren C. Door derden belegde gelden D. Waarborgsommen
0
0
0 27.102 247 0 0 0 0 75
0 29.192 318 0 0 0 0 84
Totaal vaste passiva
45.059
47.805
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar A. Kasgeldleningen B. Banksaldi C. Overige schulden
5.000 3.046 1.858
2.500 2.746 2.318
Overlopende passiva
1.124
1.990
0
0
Totaal vlottende passiva
11.028
9.554
TOTAAL PASSIVA
56.087
57.359
Vlottende passiva
Overige
Borgstellingen en garantstellingen: De gemeente Sint-Oedenrode heeft zich per 31 december 2013 garant gesteld voor geldleningen tot een totaalbedrag van € 32.300.565,41 (2012: € 33.863.237,72). Een specificatie van dit bedrag conform artikel 57 BBV is opgenomen in de toelichting op de balans.
- 185 -
Toelichting op de balans per 31 december 2013 Activa Vaste activa Immateriële vaste activa A. Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen B. Onderzoek en ontwikkeling Totaal Immateriële vaste activa
3131 -1212 -2013 0 0 0
3131 -1212 -2013 0 0 0
Materiële vaste activa A. Materiële vaste activa met economisch nut (art. 52 BBV) • Bedrijfsgebouwen (overige) • Gronden en terreinen (overige) • Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (overige) • Machines en installaties (overige) • Vervoermiddelen • Verplichtingen i.v.m. Financial lease • Overige Totaal Materiële vaste activa met economisch nut
3131-1212 -2013
3131 -1212 -2012
17.560 2.099 2.136 637 0 247 462 23.140
17.897 2.073 1.458 822 0 318 539 23.107
B. Materiële vaste activa met maatschappelijk nut (art. 51 BBV) • Gronden en terreinen • Grond, weg- en waterkundige werken • Machines en installaties • Overige Totaal Materiële vaste activa met maatschappelijk nut
3131-1212 -2013 0 10.366 0 931 11.297
3131 -1212 -2012 0 10.859 0 216 11.075
34.437
34.182
3131-1212 -2013
3131 -1212 -2012
1062 392
1.129 297
1.454 1.45 4
1.426
3131-1212 -2013 750
3131 -1212 -2012 750
162 1 0
162 1 0
913
913 91 3
Totaal materiële vaste activa
Financiële vaste activa A. Kapitaalverstrekkingen aan: • SVN – leningen • SVN – rekening-courant Totaal Kapitaalverstrekkingen
B. Leningen aan
• Woningbouwcorporaties *) Deelnemingen: Aandelen BNG. Aandelen WOB. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten Totaal Leningen
*) Zoals opgenomen in het rapport van bevindingen 2012 is de leningen aan de woningbouwcorporatie toegevoegd aan de beginbalans voor € 750.000,--.
- 186 -
C. Overige langlopende leningen Hypothecaire geldleningen ambtenaren Uitkering bouwfonds Nederlandse gemeenten Geldlening activa brandweer Brabant noord Totaal overige langlopende leningen Totaal financiële vaste activa
3131 -1212 -2013 7.283 427 0 7.710
3131 -1212 -2012 7.534 473 0 8.007
10.077 10.077
10. 10.346
De hypotheekportefeuille van het HNG (hypotheekfonds Nederlandse gemeenten) is met instemming van de gemeente verkocht aan het bouwfonds. Gedurende 24 jaar (t/m 2020) wordt jaarlijks een uitkering ontvangen. Dit fonds is ontstaan uit de dividenduitkeringen van het bouwfonds en de verkoop van de aandelen. Het verloop van de activa is in onderstaande tabel opgenomen: 2013 44.211 3.348 -1.281 -50 -1961 0 44.267 247 44.514
2012 42.836 4.489 -2.137 -27 -950 0 44.211 318 44.529
Voorraden A. Niet in exploitatie genomen bouwgronden B. Onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitatie D. Vooruitbetalingen Totaal voorraden
3131 -1212 -2013 2.401 4.406 1 6.808
3131 -1212 -2012 2.598 3.316 0 5.914
Saldo Onderhanden werk/niet in expl. Opgenomen bouwgronden Vermeerderingen Verminderingen Saldo Onderhanden werk per 3131 -1212- 2013
3131 -1212 -2013 5.914 4.473 -3.579 6.808
3131 -1212 -2012 5.701 4.140 -3.926 5.914
Boekwaarde per 0101 -01 Investeringen of desinvesteringen Afschrijvingen 2013 Aflossingen Bijdragen van derden direct gerelateerd aan een actief Afwaardering wegens duurzame waardeverminderingen Boekwaarde per 3131 -12 Financial lease Boekwaarde per 3131 -1212- 2013 volgens balans
Vlottende activa
- 187 -
A. Niet in exploitatie genomen bouwgronden Herbestemming korfbalveld Nijnsel Heikant Sluitappel Dijksteegje Plan Pijnhorst Plan van Duppenstraat e.o. Woonlocatie Bakkerpad Noord (WGK) Woonlocatie strook langs A50 Locatie de Locht Hoogstraat 18 Boskant Kremselen Den Boogerd Kinderbos-Noord Voorziening negatieve grondexploitatie Totaal
3131 -1212 -2013 2 1.494 3 35 53 434 1.038 0 1.795 0 95 -2.548 2.401 2.401
3131 -1212 -2012 0 1.399 3 34 50 382 738 33 1.600 -35 11 -1.616 2.598
B. Onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitaties Olland woningbouw/verplaatsen sportpark Locatie van de Velden – Rooise zoom Plan Heikant bedrijventerrein Boskant woningbouw Heikant Langesteeg Oost Heikant Sluitappel noord Voorziening negatieve grondexploitatie Totaal
3131 -1212 -2013 78 0 -410 2.546 0 2.657 -465 4.406
3131-1212 -2012 -11 38 -401 2.756 -1.525 2.460 0 3.317
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar B. Debiteuren Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar
3131 -1212 -2013 1.090 1.090
3131-1212 -2012 2.065 2.065
Debiteuren Debiteuren (vorderingen op openbare lichamen) Debiteuren (overige vorderingen) Voorziening dubieuze debiteuren gemeentegaranties Voorziening dubieuze debiteuren Voorschot salaris Fietsenplan Voorschotten WIZ Totaal Debiteuren
3131 -1212 -2013 104 1.264 -23 -259 0 5 0 1.0 1.0 90
3131-1212 -2012 551 1.740 -23 -205 1 0 2 2.065
Liquide Middelen Kassaldi Banksaldi - Rabobank - Rabobank streekrekening - BNG (incl. belastingen) Totaal Liquide Middelen
3131 -1212 -2013 6
3131-1212 -2012 4
2 26 392 426
4 26 2.714 2.748
- 188 -
3131-1212-2013
3131-1212 -2012
0 0 1.913 932 192 205 6 1 1 3.249 3.249
-3 3 1.715 454 172 -247 7 0 2 2.103
A. Algemene Reserves • Algemene Reserve – bufferfunctie • Algemene Reserve – vastgelegd • Algemene Reserve – vrij beschikbaar • Algemene Reserve – grondexploitatie Totaal Algemene Reserves
3131 -1212 -2013 2.358 820 2.530 946 6.654
3131-1212 -2012 2.185 888 3.051 547 6.671
B. Bestemmingsreserves • Bestemmingsreserve riolering egalisatie tarieven • Bestemmingsreserve afvalstoffen egalisatie tarieven • Uitkering HNG via Bouwfonds • Fonds werk en inkomen (WFA) – inkomensdeel • FPU-verplichtingen • Groenfonds • Reserve bestemmingsplannen • Bestemmingsreserve bestemmingsplan buitengebied • Bestemmingsreserve kapitaallasten sporthal de Streepen • Bestemmingsreserve kapitaallasten huisvesting gemeentehuis • Aanloopkosten PLE1N • Bestemmingsreserve kapitaallasten uitv. plan dienstverlening • Bestemmingsreserve vervanging openbare verlichting Totaal Bestemmingsreserves
3131 -1212 -2013 671 39 427 41 57 120 59 27 4.727 259 19 173 119 6.738
3131-1212 -2012 549 62 473 157 142 152 5 29 4.727 288 0 301 76 6.961
C. Exploitatiesaldo na bestemming Totaal
3131-1212-2013 -100
3131-1212-2012 263
Overlopende activa Aftrekbare BTW fiscus Aftrekbare BTW fiscus na 1 oktober 2013 (21%) BTW compensatiefonds Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Vooruitbetaalde facturen i.v.m. BTW Netto betalingen Kruisposten Transitoria Totaal overlopende activa
Passiva Vaste passiva Eigen Vermogen
- 189 -
Voorzieningen A. Egalisatievoorzieningen • Voorziening gebouwenbeheer • Voorziening wegen • Voorziening technisch ond./aanpassingen buitenzijde onderwijs • Voorziening riolering - vervanging • Voorziening openbare verlichting - onderhoud • Voorziening pensioenverplichtingen politieke ambtsdragers Totaal Voorzieningen
3131-1212-2013 512 1030 48 1.689 169 894 4.343 4.3 43
3131-1212-2012 422 975 130 1.772 149 868 4.316
Vaste schulden met een rentetypische looptijd > 1 jaar B. Onderhandse leningen • Binnenlandse banken en overige financiële instellingen *) • Financial lease Totaal onderhandse leningen
3131 -1212 -2013
3131 -1212 -2012
27.102 247 27.349
29.192 318 29.510
3 3 67 1 1 75
10 3 69 1 1 84
D. Waarborgsommen • Waarborgsommen • Waarborgsommen verkeersmaatregelen • Inschrijfgeld bouwgrond • Loting plan Lage Weide (Eimbert) • Loting plan Lange Steeg Oost Totaal waarborgsommen
*) Zoals opgenomen in het rapport van bevindingen 2012 is de leningen aan de woningbouwcorporatie toegevoegd aan de beginbalans voor € 750.000,--.
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar A. Opgenomen kasgeldlening B. Bank- en girosaldi C. Overige schulden Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
3131 -1212 -2013 5.000 3.046 1.858 9.905
3131 -1212 -2012 2.500 2.746 2.318 7.564
C. Overige schulden • Crediteuren • Te betalen salarissen • Contributies pv’s • Premies CBK • Premies ABP • Premie UFO • ZVW bijdrage inkomensafhankelijk • IZA premies nominaal Totaal overige schulden
3131-1212-2013 1.401 0 0 339 118 0 0 0 1.858 1.858
3131-1212-2012 1.824 1 1 260 145 8 49 29 2.318
- 190 -
Overlopende passiva Te betalen BTW algemene dienst Loonheffing uitkeringen Vooruitontvangen posten AD Vooruitontvangen posten WIZ Borderel premies zorgverzekering Wet kinderopvang Verkoop BTW zwembad de Neul Nog te betalen factuur i.v.m. BTW Transitorische rente Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen Transitoria huurmatiging woonwagenlocatie Totaal overlopende passiva
3131 -1212 -2013 24 34 1 1 10 3 0 170 530 277 74 0 1.124 1.124
- 191 -
3131 -1212 -2012 563 28 0 0 10 3 -34 581 576 204 58 1 1.990
Overzicht gegarandeerde geldleningen
Instelling/Geldnemer
Geldgever
%
Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Woningbouwver. Sint-Oedenrode Stichting Zorgcentrum Odendael Tennisvereniging Nijnsel Tennisvereniging Nijnsel Tennisvereniging Nijnsel Tennisvereniging Boskant MHC Sint-Oedenrode Stichting sportaccommodatie KV Concordia/SV Fortuna '67 Stichting Tennispaviljoen De Kienehoef Tennisvereniging De Kienehoef Tennisvereniging De Kienehoef Totaal
BNG (50%) Ned. WaterschapsBank Ned. WaterschapsBank BNG BNG BNG Ned. WaterschapsBank BNG BNG Ned. WaterschapsBank BNG (50%) BNG BNG BNG BNG BNG BNG BNG BNG Ned. Waterschapsbank BNG BNG Ned. Waterschapsbank Rabobank Nederland BNG BNG BNG BNG BNG BNG Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank
Oorspronkelijk bedrag Restant per 31-12-2013
4,43 4,33 4,77 3,98 4,38 4,67 3,438 3.995 4,024 4,195 6,11 5,44 5,33 5,57 5,33 5,50 4,25 4,55 2,2 4,34 4,98 4,71 5,03 3,61 6,05 8,03 4,77 2,64 1,485 2,65 5,40 5,50
1.890.640,50 1.361.000,00 7.300.000,00 2.359.657,12 1.900.000,00 805.000,00 5.000.000,00 5.000.000,00 6.000.000,00 3.000.000,00 627.888,84 1.277.845,09 1.640.869,26 298.587,38 638.014,98 481.914,59 774.602,83 2.949.571,40 4.000.000,00 3.000.000,00 3.000.000,00 3.000.000,00 3.000.000,00 3.000.000,00 2.577.907,70 2.300.615,39 1.406.718,67 4.000.000,00
4,60
100.000,00
Rabobank
5,80
900.000,00
Rabobank Rabobank
5,45
175.000,00 75.192.972,53
- 192 -
1.325.038,23 102.100,55
0,00 0,00 0,00 377.545,15 0,00 241.500,00 0,00 2.500.000,00 3.000.000,00 0,00 449.653,38 455.999,06 599.657,63 106.115,94 233.163,34 175.161,85 276.281,09 2.949.571,40 2.000.000,00 0,00 1.500.000,00 1.500.000,00 0,00 3.000.000,00 1.795.997,95 2.043.533,69 422.015,58 2.000.000,00 3.000.000,00 2.500.000,00 0,00 9.566,91 73.232,07 88.880,00 36.000,00 109.487,22 60.851,58 172.316,00 575.584,00 16.700,00 31.751,57 32.300.565,41
Overzicht Overzicht van afgesloten kredieten 2013 Dit overzicht geeft een weergave van de kredieten die per 31-12-2013 administratief afgesloten zijn. Hierin wordt o.a. vermeld wat de onderschrijding c.q. overschrijding is van het betreffende krediet. Daar waar de kredieten in 2013 door de raad zijn vastgesteld is dit in de kolom jaar van votering vermeld. Pg Omschrijving
3
Duurzame driehoek
Jaar van votering 2006
Totaal beschikbaar krediet Lasten
Werkelijk tm 2012
Werkelijk 2013
7.277
0
760
0
0
0
Lasten
1.013.000
969.402
32.873
Baten
-406.094
-333.455
-89.369
Baten
Saldo 4
Herinrichting Borchmolendijk
2009
Aanleg fietspad Veghelseweg
2011
LOG Jekschotse Heide
2012
Lasten
757.400
336.628
218
Baten
-395500
0
-173.488
Lasten
1.319.368
654.114
780.941
Baten
-1.319.368
-654.114
-774.302
Saldo 5
Voorbereidingskrediet nieuwe sporthal
2009
Lasten Baten
Vervanging koffiemachines
2013
Lasten Baten
4.829.900
4.563.794
266.051
-20.000
0
-20.000
Maatregelen waterkwaliteit
2010
6
Uitvoering dienstverleningsconcept
2012
Lasten Baten
17.000
0
0
0
0
0
17.000 Krediet afsluiten. De vrijval van kapitaallasten worden ingezet als 0 dekking van kosten van bruikleenovereenkomst.
20.000 0
13.530 0
6.470 0
734.297 0
714.297 0
-1.664 -21.227
0 Werkzaamheden zijn uitgevoerd. 0
0
Lasten
21.664 Op 31 oktober is het raadsvoorstel dienstverlening vastgesteld door de 21.227 raad. Hierin wordt voorgesteld om dit krediet af te sluiten en de vrijval 42.891 van kapitaallasten in te zetten als dekking voor dit voorstel. 3 60. 60.828
Baten
- 75. 75.007
Saldo
85..821 2 85
Saldo TOTAAL
0
17.000
Saldo Lasten Baten
55 De bouw is voltooid. Het krediet kan worden afgesloten.
55
Saldo 4
420.554 Krediet afsluiten. Hoge restant wordt m.n. verklaard door 1) de keuze -222.012 van (eenmalig goedkoper) asfalt dan beton, 2) het goede resultaat van overleg met RWS waardoor verlegging van de wegverharding 198.542 Veghelseweg kon worden voorkomen, 3) het goede aanbestedingsresultaat en 4) minimale kosten nutsbedrijven. -115.687 Werkzaamheden en afrekeningen zijn afgerond. Het krediet wordt 109.048 afgesloten.
-6.639
Saldo 6
10.725 Werkzaamheden en afrekeningen zijn afgerond. Het krediet wordt met 16.730 een positief resultaat afgesloten.
27.455
Saldo 4
6.517 In 2013 waren er geen projecten m.u.v. groene handdrukken. Krediet 0 afsluiten. Indien er concrete projecten komen, kunnen hiervoor opnieuw middelen worden aangevraagd.
6.517
Saldo 4
Restant Opmerkingen krediet 3131-1212-2013
- 193 -
Overzicht van restantkredieten die overgaan naar 2014 In dit overzicht zijn de kredieten opgenomen, die bij het vaststellen van deze jaarrekening overgaan naar het volgende boekjaar. Daar waar de kredieten in 2013 door de raad zijn vastgesteld is dit in de kolom jaar van votering vermeld. Pg Omschrijving
Jaar van
Totaal krediet
votering
2
Uitbouw kleine kernenbeleid
2009
Werkelijk t/m 2012
Werkelijk 2013
Lasten
170.000
135.818
15.376
Baten
-101.634
-97.988
0
Saldo 2
Kleine kernenbeleid IDOP Olland
2011
Uitvoer. Ritaplein en omgeving (IDOPproject)
2013
2
Uitvoer. bruisend dorpshart Nijnsel (IDOPproject) Uitvoering accommodatiebeleid 2013
2013
Uitvoering duurzaamheidsvisie
2011
Lasten
1.000.000
57.339
952.449
Baten
-1.000.000
-740.451
-259.549
Lasten
50.000
0
49.496
Baten
-50.000
0
-50.000
2
3
50.000 -50.000
0 0
50.000 -50.000
Lasten
50.000
0
32.206
Baten
-50.000
0
-32.206
Baten
3
SOR fase 3 revitalisering bedrijventerrein algemeen
2012
SOR fase 3 revitalisering bedrijventerrein openbare domeinen
2012
18.040
0
0
0
0
0
504 Dit betreft een voorbereidingskrediet, in 2014 wordt dit aangevuld met 0 een uitvoeringskrediet. 0 Dit betreft een voorbereidingskrediet, in 2014 wordt dit aangevuld met 0 een uitvoeringskrediet. 17.794 Project wordt in 2014 afgerond. -17.794 18.040 In 2014 aantal belangrijke projecten, o.a. Lokale Duurzame Energie 0 Coöperatie. Project gestart in november 2013, loopt door naar 2014.
18.040
Lasten
220.989
60.140
6.555
Baten
-115.500
-115.500
0
Saldo
154.294 Het project is nog niet afgerond, met name het subsidie technische 0 gedeelte.
154.294
Lasten
1.143.145
68.042
1.085.010
Baten
-998.000
0
-930.754
Saldo
0
0
Saldo 3
-9.788 Laatste afwikkelingen vinden plaats in 2014.
0
Saldo Lasten
-3.646
504
Saldo 2013
18.806 (Deel)projecten lopen door in 2014.
-9.788
Saldo Laten Baten
Opmerkingen
15.160
Saldo 2
Restant krediet 3131- 1212-2013
-9.907 Het project is nog niet afgerond, met name het subsidie technische -67.246 gedeelte.
-77.153
- 194 -
Pg Omschrijving
Jaar van
Totaal krediet
Werkelijk t/m 2012
1.044.550 -1.044.550
1.015.158 -1.015.158
2.684 -2.684
Lasten
450.000
56.627
28.567
Baten
-200.000
0
0
votering
3
4
Herziening bestemmingsplan buitengebied
2009
Fietspad Bobbenagelseweg
2010
Lasten Baten
Werkelijk 2013
Saldo
Saldo 4
Herinrichting Pastoor Smitsstraat
2010
Herinrichting Boskantseweg
2012
Lasten
501.000
114.094
365.777
Baten
-501.000
-114.094
-365.777
Parkeerterrein Kienehoef
2013
Lasten
78.000
1
24.565
Baten
-78.000
-1
-24.565
4
Uitvoeringsplan openbare verlichting 2012
2012
Lasten
211.600
0
58.330
Baten
-211.600
0
-58.330
Uitvoeringsplan openbare verlichting 2013
2013
Lasten Baten Lasten
Saldo
-21.129 53.434 Betreft een voorbereidingskrediet. In de programmabegroting 2014 is -53.434 een aanvullend krediet beschikbaar gesteld voor de uitvoering. 153.270 De uitvoering van het werk is eind 2013 gestart. -153.270
0 170.000
97.934
63.375
0
0
0
Saldo Baten
21.129 Krediet handhaven i.v.m. opleveringsproblematiek project.
0
Saldo 4
26.708 Begin 2013 is de "Herziening Bebouwingsconcentraties" vastgesteld. -26.708 Het was de bedoeling dat het restantkrediet zou worden gebruikt voor de vertaling van de herziende notitie voor bebouwingsconcentraties in 0 het bestemmingsplan Buitengebied in 2013. Nu is er nu voor gekozen om de bedoelde aanpassing uit te voeren, gelijktijdig met een aantal andere omstandigheden die aanleiding geven voor de bestemmingsplanherziening. Hieromtrent wordt een voorstel aan het college gedaan. Aangezien er in 2013 geen uitgaven zijn gedaan is de regel dat dit krediet dan vervalt. Met de herziening van het plan Buitengebied wordt echter een begin gemaakt in het eerste kwartaal 2014. Het is dan ook reëel om het bedrag van 29.392 euro over te hevelen naar 2014. (meerjarige besteding) 364.806 De raad heeft in januari 2014 besloten om in te stemmen met de -200.000 uitwerking van het plan.
0
Saldo 4
Opmerkingen
164.806
Saldo 4
Restant krediet 3131- 1212-2013
8.691 Het nog beschikbare bedrag wordt ingezet voor de openbare 0 verlichting op parkeerterrein de Kienehoef.
8.691 80.550
0
7.034
0
0
0
73.516 Plan wordt begin 2014 uitgevoerd. Materiaal is besteld. 0
73.516
- 195 -
Pg Omschrijving
Jaar van
Totaal krediet
votering
4
Brug en paden park Kienehoef
2013
Lasten Baten
Werkelijk t/m 2012
Werkelijk 2013
90.000
0
0
0
0
0
Saldo 4
Maatr waterplan, afkopp verhard oppervl c.a.
2005
Lasten Baten
4
5
Maatregelen waterkwaliteit blauwalg 2011
2011
Vervanginginvesteringe n riolering 2013 (VGRP++)
2013
Renovatie veld 2 sportpark de Neul
2012
Evenementenkast
2010
Lasten Baten
1.508.800
443.266
675.604
0
-110.593
-107.570
Lasten
25.200
2.150
0
0
0
0
Baten
42.474
0
0
0
0
0
Lasten Baten
66.000
3.148
56.131
0
0
0
8.500
0
-694
Natuur-/receatieproject Kienehoef
2010
0
0
0
Applicaties heffen, innen en waarderen
2013
Lasten
226.700
158.761
25.563
Baten
-226.700
-158.761
-25.563
Lasten Baten
150.000
0
21.483
0
0
0
0 7.806 Werkzaamheden vinden plaats in 2014. 0 42.376 Werkzaamheden lopen door in 2014. -42.376 128.517 In de begroting PLE1N WBI is dit krediet opgenomen. Er worden in 0 2014 nog kosten gemaakt.
128.517
Lasten
7.951.345
2.940.304
3.512.679
Baten
- 4.626.984
-2.352.542
-1.923.195
Saldo
6.721 Begin 2014 worden de werkzaamheden afgerond.
0
Saldo TOTAAL
42.474 Werkzaamheden worden uitgevoerd in 2014 (onderzoek maatregelen 0 vijvers Kienehoef).
7.806
Saldo 6
23.050 Het restant wordt deels ingezet voor de uitvoering van de 0 werkzaamheden Molenwiel.
6.721
Saldo 5
389.930 Het krediet wordt in 2014 ingezet als bijdrage aan IDOP Boskant en 218.163 Nijnsel.
42.474
Saldo 5
0
23.050
Saldo Lasten
90.000 Uitvoering vindt plaats in 2014.
608.093
Saldo Baten
Opmerkingen
90.000
Saldo 4
Restant krediet 3131- 1212-2013
1.622 1.622. 622.171 -3 67. 67.440
1.254 254..731 1. 254
- 196 -
Onderhoudskredieten (jaarlijks opnieuw begroot) Pg Omschrijving
2
Onderwijshuisvesting
Jaar van votering 2013
Totaal beschikbaar krediet
Werkelijk tm 2012
Werkelijk 2013
Lasten
259.757
139.313
Baten
-259.757
-139.313
Saldo 4
Groot onderhoud wegen
2013
Onderhoud bruggen (restant krediet 2011)
2013
Lasten
376.000
103.960
Baten
-376.000
-103.960
Lasten
436.138
181.561
Baten
-436.138
-181.561
Lasten
40.590
29.318
Baten
-40.590
-29.318
Saldo
4
4
Groot onderhoud rioleringen (restant 2010)
2013
Vrijverval drukriolering 2011
2013
Saldo
120.444 Een aantal werkzaamheden zijn doorgeschoven naar 2014 (met name -120.444 onderhoud basisschool de Springplank). 272.040 Het krediet wordt gedekt vanuit de onderhoudsvoorziening. In -272.040 november is het voorstel wegbeheer in de raad behandeld, waarbij de jaarlijkse lasten zijn geactualiseerd. Hierop is de raming van het 0 krediet in 2013 niet aangepast. In afwachting van de definitieve financiële eindafwikkeling krediet deels handhaven (aframen met € 214.000). Op deze manier wordt aangesloten bij het raadsvoorstel. 254.577 Het krediet wordt gedekt vanuit de voorziening. De gestarte -254.577 werkzaamheden vanuit 2013 zijn in uitvoering. In november is het voorstel wegbeheer in de raad behandeld, waarbij de jaarlijkse lasten 0 zijn geactualiseerd. Hierop is de raming van het krediet in 2013 niet aangepast. In afwachting van de definitieve financiële eindafwikkeling krediet deels handhaven (aframen met € 178.300). Op deze manier wordt aangesloten bij het raadsvoorstel. 11.272 Het krediet wordt gedekt vanuit de voorziening onderhoud riolering. -11.272 De werkzaamheden zijn nog in uitvoering.
0
Lasten
594.182
38.102
Baten
-594.182
-38.102
Saldo TOTAAL
556.080 Het krediet wordt gedekt vanuit de voorziening. Werkzaamheden zijn -556.080 doorgeschoven naar 2014 wegens onderzoek/uitvoering samenwerkingsmogelijkheden (met o.a. Schijndel, Meierijgemeenten).
0
Lasten
1.706.667
0
495.973
1.210.694
Baten
- 1.706.667
0
-495.973
-1.210.694
Saldo
Opmerkingen
0
Saldo
4
Restant krediet 3131- 1212-2013
0
- 197 -
Overzicht incidentele baten en lasten Hieronder volgt een overzicht van incidentele lasten en baten 2013 > € 10.000,--. Lasten
Begroot na wijziging 2013 X € 1.000,--
Bovenformatief personeel
Jaarrekening 2013 X € 1.000,-109
86
40
40
2
2
13
11
Bijdrage regiofonds Noordoost Brabant
6
6
Vervanging CV-ketels
8
0
WMO ombuiging mantelzorg niet realiseerbaar
25
0
Correctie bijdrage aan GGD
16
16
Gevolgen oormerken WMO gelden Meicirculaire
53
53
Gevolgen Meicirculaire decentralisatie jeugdzorg
37
0
Woonrijpmaken Dille
52
52
Uitvoering landschapsontwikkelingsplannen
20
20
Handhaving permanente bewoning recreatiewoningen
20
0
Asbestsanering basisscholen
0
35
Eigen risico verzekering
0
19
Uitvoering accommodatiebeleid (tlv. alg. reserve)
50
32
Aanleg speeltuin Boskant
15
15
Riolering: beheerplan bijzondere constructies (VGRP++)
10
10
5
6
Riolering: in beeld brengen grondwatervoorziening (VGRP++)
10
10
Riolering: in beeld brengen bestaande knelpunten grondwater (VGRP++)
5
5
Landschappen van Allure
15
4
Extra aanvulling zoutdepot
11
4
Subsidie Kunststichting
20
20
0
51
68
26
158
5
25
25
793
553
Onvoorzien Onderhoud inventaris en installaties sportbedrijf Onderzoek staat van de gemeente
Riolering: onderzoek Iba’s (VGRP++)
Afsluiten werken voor derden Project Kienehoef (tlv. alg. reserve) Parkeerterrein Kienehoef (tlv. alg. reserve) Natuur- en landschapsontwikkeling (tlv. Groenfonds) Totale incidentele lasten
- 198 -
Baten
Begroot na wijziging 2013 x € 1.000,--
Jaarrekening 2013 x € 1.000,--
Er zijn geen incidentele baten primitief begroot Huuropbrengst kinderopvang
0
19
Aanleg speeltuin Boskant bijdrage volkshuisvestingsfonds
15
15
Aflossing geldlening door tennisvereniging
28
28
0
53
Opbrengst houtverkopen
50
79
Totaal incidentele baten
93
194
Afsluiten werken voor derden
Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen (WNT) Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna :WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpasssingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Voor onze gemeente is het verplicht gegevens te publiceren voor de gemeentesecretaris en de griffier.
Topfunctionarissen, gewezen topfunctionarissen en toezichthouders Naam
M.H.J. van Els
Functie
Griffier
P.J.E. van de Loo Gemeentesecretaris
Beloning Belastbare Voorin € vaste en zieningen variabele tbv onkosten- beloningen verg. betaalbaar op termijn 83.590 0 0 109.891
0
0
Datum Datum einde Omvang aanvang dienstverban dienstdienstver d in het verband band in boekjaar (in FTE) het boekjaar 1-1-2013 31-12-2013 1 1-1-2013
31-12-2013
1
Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen heeft de gemeente Sint-Oedenrode .gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr 2014 - 0000142706 kán en hoeft de gemeente Sint-Oedenrode niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT).
- 199 -
Accountantsverklaring (nog toe te voegen)
- 200 -
BIJLAGEN
- 201 -
Bijlage 1
Betreft: Verslaglegging uitvoering Wet werk en bijstand (WWB) en Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) over kalenderjaar 2013.
Inleiding. Algemeen In een bijlage bij de stukken voor de 2e Berap 2013 en in de Raadsinformatiebrief van juni 2013 is weergegeven dat de gevolgen van de economische crisis zich ook vertalen in een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden. Die trend heeft zich inderdaad voortgezet en er zijn nog geen of nauwelijks tekenen dat er in 2014 een kentering optreedt. Ook macro economisch zijn de vooruitzichten dat de werkloosheid eerder toe- dan afneemt. Ontwikkelingen rond de Participatiewet. Het jaar 2013 heeft vooral onduidelijkheid gebracht voor wat betreft de aangekondigde wetswijzigingen (Participatiewet en wet maatregelen WWB). De beoogde invoeringsdatum voor de gewijzigde WWB is inmiddels zo goed als zeker van 1 juli 2014 verlaat naar 1 januari 2015, waarmee deze parallel gaat lopen met de invoeringsdatum van de Participatiewet. Inhoudelijk is er over beide wetsontwerpen in 2013 erg veel verwarring ontstaan. Zou er nu wel of niet een algehele wachttijd van 4 weken komen bij een bijstandsaanvraag? Krijgen alleenstaande ouders met jonge kinderen wel of niet een arbeidsplicht opgelegd en kan er wel of niet een uitsluiting van recht op WWB worden opgelegd wanneer niet aan de sollicitatieplicht wordt voldaan? De inhoudelijke onduidelijkheden over de Participatiewet spitsten zich toe op de vraag of er nu wel of niet een verplichte tegenprestatie zou komen voor uitkeringsgerechtigden. Ook is lang onduidelijk gebleven wat er met de toekomstige jonggehandicapten zou gebeuren en wat de gevolgen voor de groep jonggehandicapten wordt na herkeuring (na invoering van de P-wet). Met het akkoord dat het Kabinet inmiddels met 3 oppositiepartijen heeft gesloten over de invoering van beiden wetten lijkt er meer zekerheid te zijn komen waardoor er mee gericht in regionaal verband naar een invoering per 1 januari 2015 kan worden toegewerkt. Onderstaand zoals gebruikelijk een overzicht op hoofdlijnen over de uitvoering in de gemeente SintOedenrode op het terrein van Werk en Inkomen. Uitkeringen Uitkering en levensonderhoud (WWB, IOAW en IOAZ*) Het aantal WWB-uitkeringsgerechtigden is in 2013 net als in 2011 en 2012 verder toegenomen. In totaal is in 2013 aan 56 (nieuwe) personen een uitkering toegekend voor korte of langere tijd. Een ongekend hoog aantal ten opzichte van de voorbije jaren. In 2013 hebben 153 personen een beroep gedaan op een uitkering tegen 123 personen in 2012. Niet alle 153 personen hebben overigens een volledig jaar een uitkering ontvangen. Ook in 2013 is de toename vooral bij de alleenstaanden waar te nemen, een stijging van 69 personen naar 98. Het aantal uitkeringsgerechtigde gezinnen blijft nagenoeg gelijk, namelijk 20. Het aantal alleenstaande ouders met een uitkering is licht gestegen van 32 naar 35. Van de 153 uitkeringsgerechtigden hebben er 15 een uitkering ontvangen voor zaken kleedgeld in verband met hun opname in Novadic. Het aantal IOAW en IOAZ uitkeringsgerechtigden stabiliseert zich in 2013. In de eerste helft van het jaar is aan 9 personen een IOAW uitkering verstrekt en dat is in de loop van de 2e helft 2013 niet gewijzigd. Financieel In de Raadsinformatiebrief van juni 2013 hebben wij een beeld geschetst van de ontwikkelingen van het gemeentelijke uitkeringsbestand en als gevolg daarvan een oplopend tekort aan middelen die het rijk beschikbaar stelt via de BUIG (Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten). Met het bijgestelde, budget en een hogere terugontvangst van verstrekte uitkeringen in het verleden(debiteurenbeleid) is het tekort op de uitkeringsverstrekking beperkt gebleven, maar toch nog aanzienlijk. Verwezen wordt naar onderstaand overzicht.
- 202 -
Minimabeleid De uitgaven ingevolge het gemeentelijke minimabeleid blijven in 2013 binnen de begroting. De handhaving van het beoogde sociaal beleid zoals door de Raad uitgesproken is dus in 2013 niet in het gedrang gekomen. De verwachting is echter dat er in 2013 bij gelijkblijvend beleid en budget tekorten gaan ontstaan. Vooral op het gebied van schuldhulpverlening verwachten wij extra uitgaven te moeten doen. De gevraagde extra aandacht voor kinderen uit gezinnen met ouders die van een minimuminkomen moeten rondkomen vergroot dit vermoeden. Daarom willen wij de extra middelen voor de armoede- en schuldenproblematiek die voor 2014 aan het gemeentefonds zijn toegevoegd vooralsnog oormerken voor het gemeentelijk minimabeleid. In samenspraak met de overlegpartner cliëntenparticipatie worden voorstellen ontwikkeld, waarbij tevens naar een herschikking van de huidige middelen wordt gekeken. Het huidige minimabeleid omvat de volgende onderdelen. - Individuele bijzondere bijstand (o.a. medische kosten, eigen bijdragen, sociale alarmering, maaltijdvergoedingen); - regeling voor chronische zieken; - collectieve zorgverzekering minima; - langdurigheidstoeslag. - Schuldhulpverlening - Declaratiefonds Declaratiefonds In 2013 hebben 103 personen gebuik gemaakt van het Declaratiefonds. Ondanks dat de toegang tot het fonds is beperkt voor personen met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm (was 120%) is het beschikbare budget in 2013 licht overschreden met € 700, -. Schuldhulpverlening Als de gevolgen van de huidige economische situatie ergens merkbaar zijn dan is het bij de Schuldhulpverlening. Vanaf 2013 is de uitvoering van de gemeentelijke taak schuldhulpverlening neergelegd bij Lumens in de buurt. Voor de bancaire taken wordt samengewerkt met de Kredietbank West Brabant. De gemeente is en blijft verantwoordelijk voor de uitvoering. In de verslaglegging over het eerste halfjaar 2013 is al aangegeven dat de samenwerking met Lumens in de buurt en de kredietbank West Brabant als prettig en zakelijk wordt ervaren. Tot eind juli 2013 zijn er 32 aanvragen om SHV aangemeld bij Lumens in de buurt. Daarnaast hebben zich nog eens 31 Rooienaren bij het Algemeen Maatschappelijk werk van deze organisatie gemeld met (bijkomende) inkomens- of schuldenproblemen. Het totaalbeeld over 2013 is nog niet beschikbaar maar het aantal hulpvragen neemt nog steeds toe. In de tweede helft van 2013 is bij de kredietbank West Brabant een wachtlijst ontstaan vanwege de vele aanmeldingen vanuit het totale voorzieningengebied van deze Kredietbank. Voor inwoners van onze gemeente heeft dat in 2013 nog niet tot problemen geleid. De mededeling in het verslag over het eerste haljaar over toename van bijzondere bijstandsverlening voor de kosten bewindvoering zet zich voort. De ontwikkeling van het aantal hulpvragen wordt periodiek besproken met Lumens. Werkprocessen In 2013 zijn 1010 werkprocessen afgehandeld, inclusief aanvragen minimabeleid. Daarnaast plannen de klantmanagers Werk en Inkomen regelmatig (in beginsel per kwartaal) een gesprek met hun klanten die een uikering ontvangen om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Afhankelijk van de situatie van de klant wordt in het gesprek meer nadruk gelet op zorg, ondersteuning, dan wel activering en handhaving. Het aantal afgewerkte aanvragen om een WWB uitkering levensonderhoud is in 2013 gestegen naar 46. In vergelijking met 2012een stijging van 7 aanvragen. Daarnaast zijn er 17 aanvragen voor zak- en kleedgeld afgewerkt voor personen die tijdelijk zijn opgenomen in de verslavingskliniek Novadic. Er zijn in 2013 4 personen voor wie een aanvraag levensonderhoud op grond van het Bijstandsbesluit zelfstandigen is afgewerkt. Het aantal afgewerkte aanvragen voor personen die een beroep doen op de IOAW is beperkt gebleven tot 2. Voor een totaaloverzicht wordt verwezen naar onderstaand overzicht. Re-integratie Zowel bij uitkeringsaanvragen als activerings- en uitstroomactiviteiten zijn de huidige economische situatie en de gevolgen daarvan op de arbeidsmarkt merkbaar. De uitstroommogelijkheden worden geringer, waardoor de uitkeringsduur ook langer wordt. Omdat de beschikbare middelen voor re integratie onder de bezuinigingen van het Kabinet zeer beperkt zijn en een deel van de middelen structureel in loonkostensubsidie vastliggen is creatief gezocht naar re integratie- en of uitstroom instrumenten.
- 203 -
De volgende projecten zijn in 2013 gestart. screening deel uitkeringsbestand op potentiële indicatie Sw-populatie (aanmelding 9 personen); project werken in het groen met behoud van uitkering (4 personen geplaatst); op Praktijkcentrum Odendael zijn 9 personen aangemeld die via sollicitatieronde op diverse praktijkbanen worden geplaatst met als doelen loopbaanoriëntatie, werkervaring en mogelijke doorstroming naar betaald werk. Ook wordt samengewerkt met Labyrint-zorg en arbeid om uitkeringsgerechtigden werkervaring op te laten doen. Tevens is in 2013 sterk ingezet om uitkeringsgerechtigden die daarvoor naar het oordeel van de klantmanager in aanmerking komen te motiveren om mee te werken aan een indicatie voor de Sociale Werkvoorziening. Er lopen nog enkele aanvragen en er zijn in 2013 5 positieve indicaties afgegeven. Uitstromen arbeid Ondanks de slechte economische en financiële situatie in ons land zijn er in vanuit de WWB in 2013 9 personen uitgestroomd naar werk. Ongeveer 50 personen ontvangen een uitkering als aanvulling op eigen inkomsten (uit arbeid, gedeeltelijke WAO/WIA of WW of alimentatie). Het Project ‘Snelweg naar werk’ Dit project beoogt een eerste melding om een uitkering om te buigen naar werk of opleiding. Het project wordt door de gemeente in samenwerking met het UWV-Werkbedrijf uitgevoerd. In 2013 zijn er 80 personen dit project gepasseerd. Aan 32 personen is er uiteindelijk een uitkering verstrekt omdat er geen voorliggende voorziening kon worden ingezet. 6 Personen hebben in de loop van het project werk gevonden. Bij 39 personen heeft het project om uiteenlopende redenen niet tot uitkeringsverstrekking geleid. Redenen zijn onder andere, vermogen, een partner met voldoende inkomsten, of een andere voorliggende voorziening. Voor 3 personen is het project per 1 januari 2014 nog gaande. Met bovenstaande aantallen is de preventie quote in 2013 60% en dat is hoger dan in 2012. Maatregelen Het gemeentelijke maatregelenbeleid is vastgelegd in een verordening en wordt toegepast indien niet aan opgelegde verplichtingen wordt voldaan. Een maatregel wordt niet lichtzinnig opgelegd. Zeker in deze tijd van grote werkloosheid, problematische schulden en daarmee samenhangende sociale en maatschappelijke problemen. Het aantal maatregelen is in 2013 beperkt gebleven tot 3. Verder is in 2013 gestart met een onderzoek naar mogelijke fraude in een 10-tal risico dossiers. Het project loopt nog maar heeft tot op heden tot 3 beëindigingen geleid. Debiteuren Het aantal debiteuren (van het team WIZ/ WWB) betreft ongeveer 100 personen. Het saldo van de openstaande vorderingen is in 2013 verminderd van ruim € 360.000, - naar bijna € 293.000, -. De vorderingen hebben vooral betrekking op uitstaande leningen, dan wel kredietverstrekkingen aan zelfstandigen en terugvorderbaar gestelde bijstandsuitkeringen. Van de openstaande leningen aan zelfstandigen is op grond van de regelgeving in 2013 een bedrag ad € 64.000, - omgezet in een uitkering om niet op basis van de overgelegde jaarstukken. Verder is ongeveer € 49.000, - aan vorderingen opgevoerd en € 54.000, - aan aflossing ontvangen.
- 204 -
Werkprocessen: Aantallen: Ingeboekt, Afgehandeld 2012 ingeafgeboekt handeld Werkproces WET WERK EN BIJSTAND IOAW/IOAZ REINTEGRATIE WET KINDEROPVANG DECLARATIEFONDS CATEGORIALE BIJSTAND VOORSCHOTTEN DEBITEUREN Aanvr subsidie peuterspeelzaal Kwartaalgesprekken TOTAAL WWB c.a.
456 8 58 22 205 0 2 48
445 8 62 22 215 0 2 48
202 1001
188 990
2013 ingeafgeboekt handeld 445 6 40 10 186
460 5 40 12 197
12 52 19 229 999
11 48 19 218 1010
Overzicht Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG)
Omschrijving 6.610.211 WWB 6.610.205 IOAW 6.610.206 IOAZ
1.457.934 92.428 4.543 1.554.905
2013 Over of te kort t.o.v. begroting -250.934 17.572 12.457 -220.905
-1.285.000 -10.000 0 0 -1.295.000
-1.415.356 -22.705 0 -300 -1.438.361
Over of te kort t.o.v. begroting 130.356 12.705 0 300 143.361
39.000
116.544
- 77.544
Uitgaven 1.554.905
Rijksontvangsten 1.415.356
Saldo -139.549
Begroot 2013
Totaal
Omschrijving Begroot 2013 6.610.211 BUIG Inkomensoverdracht Rijk 6.610.211 WWB Terugontvangsten 6.610.205 IOAW Terugontvangsten 6.610.206 IOAZ Terugontvangsten Totaal Saldo
Werkelijk resultaat 2013
Uitgave 1.207.000 110.000 17.000 1.334.000
Inkomsten
* WWB = Wet werk en bijstand IOAW = Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers IOAZ = Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
- 205 -
Wmo cijfers 2013 Per 1 april 2012 is de gekantelde Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint-Oedenrode van kracht. De methodiek van de kanteling biedt kansen om de Wmo beheersbaar en toekomstbestendig te maken. En dat de zorg toegankelijk en betaalbaar blijft voor degene die het echt nodig heeft. Vanaf april 2012 zijn de klantmanagers Zorg gestart met de gekantelde gesprekken bij de cliënten thuis. Dit is voortgezet in 2013. Samen met de cliënten wordt gekeken naar hun eigen kracht, hun eigen middelen, wat ze zelf kunnen uitvoeren en regelen. De mensen worden geactiveerd om oplossingen te vinden en hun directe omgeving, het dagelijkse leven (de nulde lijn) in plaats van het doen van een aanvraag voor een Wmo voorziening bij de gemeente (tweede lijn). De gesprekken zijn een tijdsinvestering aan de voorkant die aan de achterkant iets opleveren, er worden minder aanvragen voor Wmo voorzieningen ingediend, omdat mensen het zelf kunnen oplossen.
Tot programma 1 Sociale Dienstverlening/Zorg behoren onder meer de Wmo voorzieningen en de gehandicapten parkeerkaarten. Onderstaand staat per voorzieningensoort een korte beschrijving van de ontwikkelingen in 2013. Verder wordt een overzicht gegeven van het aantal ingeboekte en afgehandelde aanvragen per voorzieningensoort. WOONVOORZIENINGEN (6.652.120) Onder woonvoorzieningen vallen diverse soorten voorzieningen te weten verhuiskostenvergoedingen, trapliften, woningaanpassingen, douche- en toilethulpmiddelen, overige onroerende woonvoorzieningen en de kosten van onderhoud en reparatie van woonvoorzieningen. De grootste kosten hangen samen met woningaanpassingen, de twee verwachte grote woningaanpassingen zijn in 2013 tot uitbetaling komen (€ 70.000 en € 40.000). Verder betreffen het kosten voor trapliften huur en onderhoud hulpmiddelen. Op het budget woonvoorzieningen hebben we een onderschrijding van € 61.394. Het aantal aanvragen voor woonvoorzieningen is ten opzichte van 2012 nagenoeg gelijk gebleven. In totaal zijn er in 2012 36 aanvragen voor een woonvoorziening ingediend en in 2013 in totaal 40.
VERVOERSVOORZIENINGEN (6.652.160) Een vervoersvoorziening kan bestaan uit een pasje voor deelname aan het collectief vervoer (CVV Regiotaxi) tegen gereduceerd tarief, een scootmobiel, een driewielfiets, aangepaste fiets of ander verplaatsingsmiddel, een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een auto of (rolstoel)taxi, een financiële tegemoetkoming voor een autoaanpassing of voor een andere vervoersvoorziening. In 2012 zijn 66 aanvragen voor een vervoersvoorziening ingediend. Dit is een daling ten opzichte van 2013 met 38 aanvragen. In 2012 zijn 49 aanvragen voor het collectief vervoer toegekend en in 2013 18. De werkelijke kosten die samenhangen met het collectief vervoer (exploitatie- en beheerskosten) bedragen in 2012 € 122.647 en in 2013 € 125.939. In 2012 het aantal gebruikers gestegen en hiermee de vervoerskosten van het CVV, voor 2013 blijven de kosten gelijk. Per 1 januari 2013 zijn de zones voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) gemaximeerd op 700 zones, dit om de ingezette kostenstijging in te perken. Als collectief vervoer niet (voldoende) compenseert, heeft de klant recht op een individuele vervoersvoorziening. In dat geval heeft de klant de keus uit een natura verstrekking of een persoonsgebonden budget (PGB). Voor de natura verstrekkingen is per 1-1-2010 een contract is gesloten met de leverancier van bruikleenvoorzieningen. In 2012 bedroegen de kosten voor de natura verstrekkingen voor de vervoersvoorzieningen € 185.842. De werkelijke kosten 2013 bedragen € 163.507 inclusief onderhoud en reparatie middelen. Voor 2013 is begroot € 178.500. De lasten voor vervoersvoorzieningen laten een overall onderbesteding zien van € 43.160.
ROLSTOELVOORZIENINGEN (6.652.150) Tot de rolstoelvoorzieningen behoren de binnen- en buitenrolstoelen, handbewogen of elektrisch en de sportrolstoelen maar ook (kinder)duwwandelwagens en elektrische aandrijfunits voor de rolstoelen. In 2012 waren 56 aanvragen voor een rolstoelvoorziening ingediend. In 2013 zijn 33 aanvragen ingediend voor een rolstoelvoorziening. De werkelijke kosten voor de natura verstrekkingen en onderhoud betreffen in 2012 € 136.939. In 2013 bedragen deze kosten € 154.327. De oorzaak van deze stijging ligt in de verstrekking van een aantal duurdere
- 206 -
rolstoelen. De kosten welke samenhangen met de verstrekte rolstoelvoorzieningen in 2013 blijven hierdoor niet binnen het daarvoor begrootte budget, er resteert een negatief saldo van € 20.919. HULP BIJ HET HUISHOUDEN (6.622.500) Hulp bij het Huishouden (HBH) wordt verstrekt in natura of via een PGB. Bij zorg in natura kan de klant in 2013 kiezen uit 10 zorgaanbieders. Feit is dat de meeste klanten de hulp bij het huishouden laten leveren door de zorgaanbieders met het hoogste uurtarief. Per 1 januari 2013 heeft de gemeente Sint-Oedenrode het beleid voor HbH aangepast, de tijdnormering hulp bij het huishouden (HBH) is versoberd. Het aantal klanten met HbH1 natura klanten is gedaald van 345 in 2012 naar 331 klanten aan het einde van het jaar in 2013. Het aantal klanten met HbH2 natura laat een afname zien van 38 in 2012, naar 31 in 2013. Het aantal HbH1 persoonsgebonden budget (pgb) klanten is van 76 gedaald naar 52 klanten. Het aantal HbH2 pgb klanten is gedaald van 17 in 2012 naar 2 in 2013. Uiteraard staan hier de baten uit de opgelegde eigen bijdragen tegenover. Deze bedragen € 309.017, hiervoor was begroot € 160.000. Uiteindelijk is het resultaat een onderschrijding op het hele budget HbH van € 129.951.
Dashboard WMO totaal alle voorzieningen inclusief leerlingenvervoer
Omschrijving Totaal 6.622.000 Wet maatschappelijke ondersteuning Totaal 6.622.500 Wmo –HbH Totaal 6.652.120 Wmo Woonvoorziening Totaal 6.652.150 Wmo Rolstoelvoorziening Totaal 6.652.160 Wmo Vervoervoorzieningen Totaal 6.652.170 Gehandicaptenparkeerkaarten Totaal 6.480.300 Leerlingenvervoer
2013 Begroot 2013 581.469
Uitgave 2013 557.471
Over of te kort t.o.v. begroting 23.998
1.303.787 344.000 175.910 363.013 2.844 382.123
1.173.836 282.606 196.829 319.852 2.970 333.386
129.951 61.394 -20.919 43.161 -126 48.737
3.153.146
2.866.950
286.196
TOTALEN GENERAAL
Toelichting: • De Rijksbijdrage bedroeg op 31 december 2013: 1.567.234. De rijksbijdrage betreft de posten WmoHbH (6622500) en Wmo algemeen (6622000). • Op de Hulp bij de Huishouding wordt in 2013 een overschot van 129.951 gerealiseerd. Oorzaak hiervan is de doorontwikkeling van de Kanteling (eigen kracht van mensen). Er worden minder uren HbH toegekend door de versobering van de normtijden HbH . • Bij het leerlingenvervoer wordt een overschot van 48.737 gerealiseerd door de goedkopere aanbesteding.
GEHANDICAPTENPARKEERKAARTEN (6.652.170) In 2013 zijn 26 aanvragen voor gehandicaptenparkeerkaarten ontvangen. In 2012 waren dat er 37 aanvragen. Hier is sprake van een zeer marginale onderschrijding.
In programma 2 Maatschappelijke voorzieningen/Welzijn is het leerlingenvervoer opgenomen. Hierover kan het volgende worden opgemerkt. LEERLINGENVERVOER (6.480.300) In 2012 zijn 142 aanvragen ingediend voor het schooljaar 2012/2013. In 2013 zijn 127 aanvragen ingediend voor het schooljaar 2013/2014. Het begroot bedrag voor 2013 bedraagt € 382.123 voor het totale budget Leerlingenvervoer. De vervoerskosten betreffen naast het aangepaste vervoer (het busje) ook andere vormen van vervoer, denk aan fietsvergoeding, vergoeding openbaar vervoer. Het aantal leerlingen in het aangepast vervoer is in 2013
- 207 -
gedaald ten opzicht van 2012: in 2012 waren het er 114 en in 2013 zijn het er 100. De laatste aanbesteding voor het leerlingenvervoer levert een kostenbesparing op. De nieuwe contracten zijn ingegaan met aanvang van het nieuwe schooljaar 2012/2013. De werkelijk gerealiseerde kosten bedragen € 333.386 voor heel 2013. Dit betekent een onderschrijding van € 48.737. Tabel: overzicht ingeboekte en afgehandelde werkprocessen Wmo 2012 en 2013 Ingeboekte en afgehandelde werkprocessen Wet Maatschappelijke Ondersteuning VV hercontrole RV hercontrole WV hercontrole Aanvraag rolstoelvoorziening Aanvraag vervoersvoorziening Aanvraag woonvoorziening Aanvraag HBH naturazorg Aanvraag HBH PGB Aanvraag verlenging HBH natura Aanvraag verlening HBH PGB HBH naturazorg hercontrole HBH PGB hercontrole WMO BEZWAAR Verlenging parkeerkaart Parkeerkaart Beëindigingscontrole Beëindigingscontrole PGB Het Gesprek Leerlingenvervoer Leerlingenvervoer aanvraag Leerlingenvervoer hercontrole Leerlingenvervoer beëindiging Leerlingenvervoer bezwaar
2012
2013
ingeboekt
afgehandeld
ingeboekt
afgehandeld
800 22 7 22 56 66 36 86 9 61 7 45 9 1 34 37 109 6 187 165 142 10 12 1
725 22 7 23 55 82 54 84 11 56 6 34 8 3 39 37 77 4 123 169 139 16 12 2
890 43 6 12 33 38 40 55 12 101 15 43 31 18 35 26 134 8 240 144 127 14 3 0
969 50 6 14 41 43 34 68 9 105 15 55 21 7 34 24 170 12 261 142 129 10 3 0
- 208 -
Bijlage 2
A Monitoring ombuigingen 2011
Nr.
Ombuigingsdomein
6.610.100 - Beperken adviezen (SMS/GGD - bijzondere bijstand). - Software recht op bijstand -> overbrengen naar Automatisering ?
Raming
Prg
indicatie
Gerealiseerd 2013
Reactie Jaarrekening 2013
1.120,00
1
3.500,00
1
3.100,00
3.100,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
- Controlekosten Sisa verminderen. Deze controlekosten waren vroeger apart. Tegenwoordig deel van reguliere controle jaarrekening. Is nu ook onderdeel van takenpakket/contract accountant geworden. Apart budgetteren niet meer nodig.
5.000,00
1
2.500,00
2.500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
- Controlekosten
1.000,00
1
600,00
600,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.620.200
Aanpassen budget integraal ouderenbeleid -> combinatie Salus ? -> wettelijk ? aanpasbaar ?
51.600,00
1
3.000,00
Per 2010 is deze ombuiging al verwerkt. Daarom is deze Ombuiging structureel niet te realiseren. De raming hiervoor is in de begroting weer opgevoerd.
6.140.600
Wet op de Kansspelen – kosten versus opbrengst leges ?
10.387,00
2
5.000,00
Zoals gemeld in de 1e BERAP 2011 is deze ombuiging structureel niet te realiseren. De raming hiervoor is in de begroting weer opgevoerd
6.480.300
Vervoer van schoolkinderen -> samenwerking ? Verhogen ouderbijdragen ? Nieuwe verordening ?
313.000,00
2
30.000,00
Zoals gemeld in de 1e BERAP 2012 is deze ombuiging structureel niet te realiseren. De raming hiervoor is in de begroting weer opgevoerd
6.620.300
Odendael – contract openbreken. Kosten verlagen? Meer spreiden bijdrage d.m.v. contractverlening.
238.461,00
2
8.500,00
8.500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
582.000,00
3
50.000,00
50.000,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.955,00
3
2.000,00
4.000,00 Ombuiging is structureel voor € 4.000,-- gerealiseerd.
0,00 8.500,00
4 4
8.000,00
8.000,00 Ombuiging is gerealiseerd. Zie ook overzicht ombuigingen 2012.
0,00
4
PM
12.500,00
4
6.425,00
6.810.100 Bestemmingsplannen 6.723.170 Bodemsaneringsprojecten : Adviezen ? Noodzaak ? 9.072.210 Rioolaansluitingen particulieren marktconform maken. 6.210.510/ Loskoppelen rooien en verkoop stamhout 6.550.210 6.210.800 ABRI’s -> reclame e.a. opbrengsten? Onderhoud achter Knoptoren/Subsidies handhaving 6.550.500 particulier groen/overige bijdragen
6.425,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
- 209 -
Nr.
Ombuigingsdomein
Raming
Prg
150.000,00
6
75.000,00
12.875,00
5
1.000,00
2.000,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
0,00
6
7.000,00
7.000,00
5.650,00
6
1.000,00
6.006.500 Rekenkameronderzoeken terugbrengen van 2 naar 1
25.000,00
6
12.500,00
12.500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.006.500 Secretariaat Rekenkamercommissie -> eveneens halveren.
15.000,00
6
2.500,00
7.000,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.006.100 Accountantskosten – nieuw contract -> verlaging kosten ?
26.300,00
6
5.000,00
3.500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.001.300 Afschaffen Burgerjaarverslag
2.500,00
6
2.500,00
2.500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.001.100 Gedeeltelijk korten van de fractievergoeding
4.255,00
6
1.000,00
1.000,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
Alle
50.000,00
50.000,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
Invoeren Combinatiefunctionaris
6.330.900 Overige goederen en diensten economische zaken 6.002.910 Boetes – BOA
6.001.100 Verslaglegging raadsvergaderingen door eigen personeel
Terugdringen inhuur personeel versus inzet eigen personeel
5.285.086
0,00
indicatie
Gerealiseerd 2013
54.000,00
Reactie Jaarrekening 2013
Zoals gemeld in de 1e BERAP 2011 is deze ombuiging voor € 54.000,-- structureel gerealiseerd.
Ombuiging is gerealiseerd. Zie ook overzicht ombuigingen 2012.
Zoals gemeld in de 1e BERAP 2012 is deze ombuiging 0,00 structureel niet te realiseren. De raming hiervoor is in de begroting weer opgevoerd
Verminderen schoonmaakwerk/-onderhoud
56.865,00
IP
6.865,00
8.600,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
Versoberen kerstpakketten/kerstbijeenkomst
8.500,00
IP
5.000,00
5.000,00
Stelposten nader bezien -> niet meer apart budget voor inhuren vakantiewerkers.
17.500,00
IP
17.500,00
17.500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
Abonnementen/tijdschriften/boeken/vakliteratuur -> opschonen
30.000,00
IP
2.500,00
2.500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
Inzet van Reserves en Voorzieningen
ca. 20 miljoen
IP
50.000,00
IP
500,00
34.650 – Waarom wassen gordijnen etc. voor werf duurder als voor het gemeentehuis ?
1.325,00
50.000,00
Ombuiging is structureel gerealiseerd via een andere invulling.
Ombuiging is in 2013 en 2014 gerealiseerd d.m.v. het verlagen van de storting in de voorziening wegen.
500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
- 210 -
Nr.
Ombuigingsdomein
Raming
Prg
5.230.300 34.440 – Contributies -> opschonen/opzeggen/afkopen?
30.515,00
IP
2.500,00
2.500,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
5.220.550
Huur kunstwerken -> heroverwegen. Posters/foto’s (door eigen personeel) vergroten en ophangen.
4.000,00
IP
3.955,00
3.955,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6140180
Lagere bijdrage Veiligheidshuis
6
5230300
Lagere kosten drukwerk ivm nieuwe huisstijl
6
4.000,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6541400
Bijdrage aan BHIC
6
5.400,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.511.400 6.714.110
Amateuristische kunstbeoefening Verlaging bijdrage GGD
58.030,00 271.873,00
5 2
12.100,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd. 17.650,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6560800
Organisatie 4 mei / monumenten / gemeentedag
7.000,00
5
1.300,00 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
TOTAAL Programma’s
indicatie
Gerealiseerd 2013
11.500,00
365.445,00
Reactie Jaarrekening 2013
Toegevoegde ombuiging is in 2012 voor € 11.500,-gerealiseerd.
365.130,00
- 211 -
B Monitoring ombuigingen 2012
Programma 1
Fcl 6.652.170
KredietKrediet beheerder
WIZ
Ombuiging Invalidenparkeerkaart -> leges verhogen en/of aan frontoffice afhandelen i.p.v. back-office
Indicatie
Gerealiseerd
2013
2013
Raming
20.608
10.000
Reactie Jaarrekening 2013 Zoals gemeld in de 2e BERAP 2012 wordt ombuiging structureel niet gerealiseerd. De raming hiervoor is in de 0 begroting weer opgevoerd. Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.620.200
WIZ
6.623.200
WIZ
6.622.000 6.622.500 6.652.120 6.652.150 6.652.160
WIZ
6.611.110
WIZ
6.620.190 6.622.000 6.623.200
WIZ
Aanpassen budget integraal ouderenbeleid -> combinatie Salus ? -> wettelijk ? aanpasbaar ? Aan inburgering verwante zaken dekken uit budget inburgering Normen WMO t.a.v. rolstoel, woon- en vervoersvoorzieningen aanscherpen resp. andere normen, spelregels, eigen bijdragen e.d. WMO aanscherpen
Verlagen budgetsubsies (zie bijlage): Bijdrage in bestuurskosten WSD Verlagen gemeentelijke subsidies (zie bijlage): Platform WMO WMO Vluchtelingenwerk
3.140
2.000
2.000
225.000 2.715.000
110.000
16.335
1.650
110.000 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
1.650 Conform voorstel
Ombuiging is structureel gerealiseerd. 2.332 77.060 41.000
4.100
123.650
117.750
- 212 -
Programma 2
Fcl
KredietKredietbeheerder
6.480.208
EVO
Ombuiging Beperking subsidie onderwijs aan overige kinderen (w.o. allochtonen)
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming 18.105
18.105
Reactie Jaarrekening 2013
18.105
Ombuiging is structureel gerealiseerd. Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.630.320 6.630.330
EVO
De Beckart/de Holm -> toevoeging onderhoud schrappen
6.620.300
RO
Openbreken contract Odendael/verhoging raming
diversen
EVO
Vrij-spelen van gebouwen ten behoeve van verkoop/verhuur en daarmee het verhogen van de bezettingsgraad van andere gebouwen (zoals Mariëndael). Maar ook verplaatsing van instellingen i.v.m. hoge exploitatiekosten.
6.480.650 6.630.050 6.630.401 6.715.100 6.715.100
6.480.210 6.620.100 6.650.100
EVO EVO WIZ WIZ WIZ
WIZ
Verlagen werkbudgetten (zie bijlage): Lokaal educatiebeleid Kleine kernenbeleid Integraal jeugdbeleid Alcoholpreventie jeugd Jeugdgezondheidszorg
Verlagen budgetsubsidies (zie bijlage): Onderwijsbegeleidsdienst AMW Dommelregio St. Humanitas
7.250
7.250
U 223.600 I 46.675
50.000
div.
80.000
35.011 4.250 31.144 5.000 15.000
62.000 222.529 87.290
9.159
58.780
7.250 Zoals gemeld in de 2e BERAP 2012 wordt ombuiging structureel gedeeltelijk niet gerealiseerd. De raming 32.500 hiervoor is in de begroting weer opgevoerd. 0 Er zijn allerlei maatregelen genomen tot invulling van deze ombuiging. Deze maatregelen leveren vanaf 2014 financieel iets op.
6.480.650 - LEB -/- 3.500,-- wordt gerealiseerd. 6.630.050 - kleine kernenbeleid -/- 425,-- wordt gerealiseerd. 6.630.401 - integraal jeugdbeleid -/- 3.114,-- wordt gerealiseerd. 6.715.100 - alcoholpreventie/JGZ -/- 2.000,-- onbekend hoe 9.159 te realiseren Totaal aan ombuigingen: € 9.039,-Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.480.210 - onderwijsbegeleiding -/- 6.200,-- is gerealiseerd. 6.620.100 - AMW -/- 22.247,-- is gerealiseerd. 6.650.100 - humanitas -/- 7.189,-- is gerealiseerd: Totaal gerealiseerd: € 35.636,-35.636 Ombuiging is structureel voor dit bedrag gerealiseerd.
- 213 -
Fcl 6.620.180 6.620.200 6.620.600 6.620.900 6.630.100 6.630.330 6.630.400 6.650.100 6.714.400
6.140.200 6.480.215 6.714.110 6.714.110
KredietKredietbeheerder
WIZ
BW EVO WIZ WIZ
Ombuiging Verlagen gemeentelijke subsidies (zie bijlage): Toegankelijkheid Ouderenwerk Speel-o-theek Overig maatschappelijk werk Opbouwwerk de Holm Jeugd- en jongerenwerk Peuterspeelzaalwerk Gezondheid
Verlagen bijdragen gemeenschappelijke regelingen (zie bijlage): Dierenbescherming Psychologie speciaal onderwijs Gezondheidszorg Ambulancedienst
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming Reactie Jaarrekening 2013
1.650 38.902 8.225 20.946 6.755 1.640 80.305 2.851 1.540
5.344 6.215 258.973 3.905
30.250
253.544
6.480.215 - psychologie. Ivm. sterfhuisregeling (-/- 6.250,--). 6.714.110 - Gezondheidszorg -/- 29.730 Check met de begroting van de GGD om te bezien of ombuiging gerealiseerd kan worden. 6.714.110 - RAV -/- € 3.905,-- is gerealiseerd. 39.885 6.714.110 - RAV -/- € 3.800,-- terugbetaling 2011. Bij de 1e BERAP 2011 is zelfs een bedrag van € 3.385,-- extra gerealiseerd. Totaal aan ombuigingen: € 30.250,-Ombuiging is voor € 39.885,-- structureel gerealiseerd. 142.535
- 214 -
Programma 3
Fcl
KredietKredietbeheerder
Ombuiging Huren, pachten e.d. verhogen (incl sportterreinen visserijgronden etc.)
6.723.110 6.822.300
BM
Verlagen bijdragen gemeenschappelijke regelingen (zie bijlage): Milieu - RMB Welstandszorg
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming 73.000
29.820 3.550
3.147
3.500
6.647
Reactie Jaarrekening 2013 0
Ombuiging is geschrapt vanwege amendement raad.
6.723.110 - RMB -/- 3.500,-- begrotingstechnisch verwerkt. Uitvoering nog bekijken. 6.822.300 - Welstandstoezicht -/- 3.950,--. Begrotingstechnisch verwerkt. Uitvoering nog bekijken. 7.450 Totaal te realiseren ombuiging: € 7.450,-Ombuiging is structureel gerealiseerd.
7.450
Programma 4
Fcl
KredietKredietbeheerder
Ombuiging
Bepalen kwaliteitsniveau (Wegen-Groen-RiolenGebouwen-Openbare verlichting, incl. uitbesteding WSD)
1.033.000
GW
Verlagen uitgaven/verhogen inkomsten Gemeentewerf
1.307.000
GW
Verlagen vergoeding huisnummering t.l.v. grondexploitatie brengen
div.
IG/EVO
5.285.000 6.003.500
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming
1.000
100.000
1.000
Reactie Jaarrekening 2013
Ombuiging is gedeeltelijk structureel gerealiseerd. In de 2e BERAP 2012 is een toelichtin gegeven over de invulling van deze ombuiging. 2012: € 34.760,-2013: € 51.245,-51.245 2014 - 2027: € 68.245,-Vanaf 2028: € 85.745,-Het verschil tussen raming en realisatie is weer in de begroting opgevoerd.
1.000
Ombuiging is structureel gerealiseerd.
- 215 -
Fcl
KredietKredietbeheerder
6.210.800
IG
Reclameopbrengsten bezien
IG
Verlagen werkbudgetten (zie bijlage): Werkbudget overige wegen, straten en pleinen Uitvoeringsbudget GVVP
6.210.900 6.211.800
6.550.500
IG
Ombuiging
Verlagen gemeentelijke subsidies (zie bijlage): Subsidies openbaar groen
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming 0
10.000
3.070
Reactie Jaarrekening 2013 0 Zoals gemeld in de 2e BERAP 2013 wordt ombuiging structureel niet gerealiseerd. De raming hiervoor is in de begroting weer opgevoerd.
3.070 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
13.625 9.875
2.860 114.070
55.315
Programma 5
Fcl
KredietKredietbeheerder
6.530.200
SB
Verhogen inkomsten/verlagen uitgaven Sportbedrijf
6.560.400
EVO
Staangelden kermis verhogen en kosten doorrekenen
6.560.400
EVO
6.530.900
6.541.100
Ombuiging
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming Reactie Jaarrekening 2013
U 1.132.000 I 609.000
35.000
0 Dit bedrag wordt in 2013 niet gerealiseerd. Bij de 1e berap 2013 is dit als een incidenteel nadeel verwerkt.
54.190
7.500
Kosten doorrekenen t.a.v. toiletwagen kermis
1.774
1.775
1.775 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
EVO
Sportgala: van versoberen tot afschaffen
8.610
8.610
4.305 In verband met motie van de raad (7 juli 2011) is dit ombuigingsbedrag gehalveerd. (€ 4.305,--). Dit bedrag wordt gerealiseerd in 2013.Zie ook de ombuigingen 2013
BW
Bijdrage aan Monumentencommissie beperken
5.000
3.000
3.000 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
0 Dit bedrag wordt structureel niet gerealiseerd. Bij de 1e berap 2013 is dit verwerkt.
- 216 -
Fcl
KredietKredietbeheerder
6.541.100
BW
Subsidies monumentenzorg beperken
div.
EVO
6.541.450
6.531.200
Ombuiging
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming Reactie Jaarrekening 2013
3.000
2.500
2.500 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
Onderhoudsbudgetten (klein onderhoud) structureel verlagen/schrappen
13.115
3.205
3.205 6.541.140 - Paulus gasthuisjes -/- 1.075,-begrotingstechnisch verwerkt. 6.541.160 - Eerschotse toren -/- 1.830,-- begrotingstechnisch verwerkt. 6.541.17 - Henkenshage -/- 300,-- begrotingstechnisch verwerkt. Totaal te realiseren ombuiging: € 3.205,--
EVO
Kunst- en cultuurgala: van versoberen tot afschaffen
6.750
6.750
6.750
EVO
Afstoten/afkopen kleedgebouwen
14.430
6.498
6.498
Ombuiging is in 2013 gerealiseerd. Ombuiging is structureel gerealiseerd.
6.511.150
6.330.900 6.511.700 6.530.100 6.541.460 6.541.600 6.541.800 6.560.500
EVO
Verhogen inkomsten / verlagen uitgaven Mariëndael
EVO
Verlagen werkbudgetten (zie bijlage): Werkbudget economische zaken Uitvoering cultuurnota Sportstimulering Werkbudget erfgoedbeleid Werkbudget marktplaats Werkbudget uitvoering archeologie Regionaal werkbudget recreatie
U 260.650 I 139.600
25.000
8.165 9.875 5.845 3.135 12.575 44.450 5.845 7.195
Zoals gemeld in de 2e BERAP 2012 wordt ombuiging structureel niet gerealiseerd. De raming hiervoor is in de 0 begroting weer opgevoerd. 3.406 Werkbudget marktplaats is geen werkbudget, doch betreft een co-financieringsregeling, waarbij de gemeente en de provincie allebei de helft betaalden. Deze regeling is m.i.v. 2012 gestopt, waarna het gemeentelijk deel van de subsidie, samengesteld uit verschillende andere posten, behouden blijft voor de marktplaats. Dit impliceert het structureel terugdraaien van de ombuiging. Dit wordt verwerkt in de 1e Berap 2013. Ombuiging op sportstimulering is niet mogelijk vanwege 5jaren-contract.Dit impliceert het structureel terugdraaien van de ombuiging. Dit is verwerkt bij de 1e berap 2013.
- 217 -
Fcl
6.510.100 6.510.100 6.511.100 6.511.150 6.511.200 6.511.300
KredietKredietbeheerder
EVO
Verlagen budgetsubsidies (zie bijlage): Bibliotheek Vereniging Appartementeigenaren Salus Stichting Mariëndael MIK Pieter Brueghel
Organisat 4 mei/monumenten/gemeentedag
6.560.800
6.540.900 6.541.150 6.541.300 6.541.500 6.560.200 6.560.500 6.560.500 6.530.254
Ombuiging
EVO
Verlagen gemeentelijke subsidies Welzijn (zie bijlage): Kunststichting Smederijmuseum Musea Cultuur en oudheidkunde Kinderboerderij Regio VVV Zomerevenementen Gymnastieklokalen
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming
394.164 1.500 415.105 200.500 222.589 62.350
5.700
81.217
Reactie Jaarrekening 2013
6.510.100 - bibliotheek -/- 31.434,-- verwerkt in begroting en welzijnsjaarprogramma. 6.511.100 - Salus -/- 33.101,-- verwerkt in begroting en welzijnsjaarprogramma. 6.511.150 - Mariëndael -/- 15.994,-- verwerkt in begroting en welzijnsjaarprogramma. 85.501 6.511.300 Pieter Brueghel -/- 4.972,-- verwerkt in begroting en welzijnsjaarprogramma. Totaal te realiseren ombuiging: € 85.501,--. Ombuiging is structureel gerealiseerd.
0
2.200
189.220
119.140
Aanvullende ombuiging is structureel gerealiseerd.
20.015 880 7.685 10.287 20.860 23.644 3.216 4.500
- 218 -
Programma 6
Fcl
KredietKredietbeheerder
Ombuiging
6.001.100
PZ
Gedeeltelijk korten van de fractievergoeding
5.230.200
IFZ
Verlagen structurele lasten Realisatieplan dienstverlening (is opgenomen in onderuitputting kapitaallasten)
6.921.100
FIN
Eerder geoormerkte budgetten heroverwegen
6.002.110
IFZ
Verlagen budget representatie
Verlagen werkbudgetten (zie bijlage): Uitvoering veiligheidsplan
6.002.910 6.120.500 6.120.500 6.120.500 6.140.180 6.140.180 6.541.400
BO BO BO BO BO BO IFZ
Verlagen bijdragen gemeenschappelijke regelingen (zie bijlage): Servicepunt Handhaving Regionale brandweer Gemeenschappelijk meldcentrum Bijdrage GHOR Huiselijk geweld Veiligheidshuis Archief Verlagen gemeenschappelijke bijdrage KCV
Raming 3.255
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
1.500
Reactie Jaarrekening 2013
1.500
Ombuiging is structureel gerealiseerd.
Zie KN 2012 54.751
54.751 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
31.040
3.000
3.000 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
1.030
70
PM
3.358 105.488 40.293 35.148 1.083 13.360 71.989
100
Ombuiging is structureel gerealiseerd. Vanaf 2011 is op veiligheidshuis al € 4.000,-- structureel bezuinigd. 6.541400 - Archief -/- 2.048,--. Ombuiging is structureel gerealiseerd.
2.148
2.048
-7.854 53.615
61.399
- 219 -
Interne Producten Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Fcl
KredietKredietbeheerder
5.230.300
IFZ
Contributies opschonen
26.080
2.500
5.230.300
IFZ
Abonnementen e.d. opschonen
31.350
2.500
5.260.060
IFZ
Verminderen bodediensten
104.000
15.000
5.210.200
BO
Organisatie-ontwikkeling
17.500
8.000
5.210.200
BO
10% verlagen subsidies personeelverenigingen
8.675
850
Ombuiging
Raming Reactie Jaarrekening 2013 0 Ombuiging wordt in 2013 en volgende jaren niet gerealiseerd. 90% van de kosten in 2012 (totaal € 27.233) werd veroorzaakt door contributie aan de VNG. De overige kosten werden gemaakt door: * IMK (Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf ) * Vereniging van Grondbedrijven * Ver. Gem. Secretarissen * Vereniging van Brabantse Gemeenten * Divosa (Ver. van Directeuren voor Sociale Arbeid) Dit bedrag wordt derhalve structureel niet gerealiseerd. Bij de 1e berap 2013 wordt dit verwerkt.
2.500 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
0 Ombuiging wordt in 2013 niet gerealiseerd.Bodediensten zijn inmiddels zichtbaar verminderd. Door overgangsregeling kan overwerkbudget niet worden verminderd.Vooralsnog is een eventueel lagere raming nog niet verwerkt in de 1e berap 2013.
8.000
Ombuiging is structureel gerealiseerd.
850 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
- 220 -
Fcl
KredietKredietbeheerder
Ombuiging
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming Reactie Jaarrekening 2013 Ombuiging is structureel gerealiseerd.
5.110.000
FIN
Onderuitputting kapitaallasten bezien i.r.t. voeding voorzieningen, I&B-budget e.d. Uitgaande van restantkredieten 2010/2011 van € 5 miljoen (incl. subsidies/onttrekking reserves) wordt 20% doorgeschoven naar 2012 en later, ofwel € 1 miljoen. Kapitaallasten hiervan worden geraamd op € 200.000,00
5.210.200
BO
5.220.550
5.000.000
200.000
200.000
Herverzekering arbeidsongeschiktheid personeel
56.000
17.000
17.000
IFZ
Sluiten kantine gemeentehuis
49.706
30.000
30.000
5.210.200
BO
10% korting op overige personeelsvoorzieningen (bindingsactiviteiten, PIZ, beloningsdifferentiatie, overige toelagen)
52.560
5.300
5.300
5.225.100
BO
Aanpassing communicatiebudget
52.360
20.000
20.000
301.150
283.650
Ombuiging is structureel gerealiseerd. Ombuiging is structureel gerealiseerd. Ombuiging is structureel gerealiseerd.
Ombuiging is structureel gerealiseerd.
- 221 -
Alle programma
Fcl
KredietKredietbeheerder Alle
Alle
Alle
Ombuiging Tarieven meer kostendekkend maken door beter/meer toerekenen van (personeels)kosten (herziening kostenverdeelstaat Tarieven meer kostendekkend maken door uit te gaan van wettelijke maxima (4000 doc. x € 5,00)
Verminderen externe inhuur versus inzet eigen personeel
TOTAAL Programma’s
Begroot
Gerealiseerd
2013
2013
Raming 50.000
Reactie Jaarrekening 2013 0 Ombuiging is in 2013 niet gerealiseerd.
Ombuiging is gerealiseerd. 345.000
20.000
20.000
150.000
O.b.v. factsheets is inmiddels 224.522 gerealiseerd op het gebied van salariskosten. (aframen vacatures). Daarnaast is op de inhuurbudgetten 70.610 gerealiseerd, waardoor 295.132 ombuiging gehaald is.
220.000
315.132
1.261.896 1.102.371
- 222 -
C. Monitoring ombuigingen 2013 (jaarrekening 2013) Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
1.
1a
5
Gemeentelijke bijdrage 2013
Meer toepassen profijtbeginsel. Tarieven verhogen / meer kostendekkend maken. Via huurverhoging bekostigen verenigingen 117000 buitensport (toenemend deel) onderhoud (aan onderhoud) (Dit betekent een verhoging van € 13 - € 19 per lid)
Ombuiging begroot 2013
21.850
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013
21.850 Ombuiging is gerealiseerd.
€ 280.000 = exploitatietekort buitensport in 2008 (volgens onderzoek “Goed gescoord”van rekenkamer 2010 ) 1b
5
1c 5
5
Tarieven binnensport voor individuele sporters en verenigingen in 2013 en 2014 cumulatief met 5% verhogen
Subsidies aan MIK en Pieter Brueghel verlagen ( -> eigen bijdragen cursisten worden hoger) · t.a.v. MIK is t.a.v. 2013 al bepaald: - 10 % na inflatiecorrectie, daarna: eenmalig extra -5% in 2014 · bij Pieter Brueghel in 2012 al -10%; in 2013 en 2014 cumulatief -5%
€ 440.000 = exploitatietekort binnensport in 2008 (volgens onderzoek “Goed gescoord”van rekenkamer 2010)
18.000
€ 227.000 (MIK)
18.000
18.000 Ombuiging is gerealiseerd.
3.000
3.000 Ombuiging is gerealiseerd.
€ 57.000 (PB)
0 Ombuiging is in 2013 niet gerealiseerd.
- 223 -
Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
Gemeentelijke bijdrage 2013
1d
Versoberen gemeentelijke inzet bij evenementen (bv bebording, dranghekken, vegen bij evenementen)
€ 11.000
· sleuteloverdracht carnaval verplaatsen (in 2013 55-jarig jubileum)
n.t.b.
4
1e
3
Leges meer kostendekkend maken Ombuiging betreft enkel effect van tariefsverhoging.
- € 4 - € 8 ton (opbrengst fluctueert)
1f
2
Verhuur Fioretticollege kostendekkend maken (m.u.v. afdekking kapitaallasten)
€ 4.300
2.
2a
Beperken regelingen, normen, subsidies en werkbudgetten 2 Betere afstemming tussen zorg- en welzijnsCa. € 650.000 organisaties o.b.v. vooraf bepaalde doelen en naar beneden bijgesteld budget
Ombuiging begroot 2013 11.000
0,0
15.000
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013 11.000 In 2013 zijn een aantal pilots opgestart om te komen tot invulling van deze ombuiging (vuurwerk, kermis, carnaval). Na afronding overleggen en evaluatie volgt een voorstel aan B&W. 0
15.000 De legesverordening 2013 is in verband hiermee op een aantal punten verhoogd. Ombuiging is gerealiseerd.
4.300
4.300 Ombuiging is gerealiseerd.
65.000
65.000 Ombuiging is gerealiseerd.
Dit betekent o.a. jeugdzorg beter op elkaar afstemmen, m.n. i.r.t. CJG: - € 10.000 ombuiging op integraal jeugdbeleid omdat inlooppunt is ondergebracht bij CJG - € 10.000 ombuiging op jeugdgezondheidszorg
- 224 -
Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
Gemeentelijke bijdrage 2013
2b
€ 370.000
2c
5
Bijdrage aan bibliotheek beperken ( met name rol bibliotheek w.b. leesbevordering, kleinere bibliotheek in centrum op goedkopere locatie, verder alleen nog via scholen e.d., plus meer eigen bijdragen gebruikers (individueel en instellingen).
5
Omissie m.b.t. bibliotheekwerk (vervallen specifieke uitkering) herstellen. Kunststichting via (bouw)projecten en sponsoring financieren (zowel kunstuitingen als uren coördinator) betreft verminderen subsidie aan kunststichting en overige kosten
5
Ombuiging begroot 2013
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013
37.000
37.000 Ombuiging is gerealiseerd.
20.000
20.000 Ombuiging is gerealiseerd.
€ 25.200
20.000
0 De ombuiging is niet gerealiseerd. Ombuiging gecorrigeerd via een apart raadsvoorstel.
Kosten ivm uren coördinator worden meegenomen in diverse projecten en zijn dus niet opgenomen in de begroting, 2d
2
Bijdrage aan Humanitas/Peuterspeelzaalwerk verminderen (i.r.t. fiscalisering)
€ 80.000
15.000
15.000 Ombuiging is gerealiseerd.
2g
5
VVV-bijdrage met 15% korten (=conform regionaal voorstel)
€ 28.000
5.000
5.000 Ombuiging is gerealiseerd.
2h
2 en 5
Minder doelgroepen- en waarderingssubsidies
€ 159.000
22.800
22.800 Ombuiging is gerealiseerd.
* In raadsvoorstel mbt accommodatiebeleid wordt ingegaan op relatie met huisvestingssubsidies. * Voor detailinformatie zie bijlage 2 bij raadsvoorstel ombuigingen 2013.
- 225 -
Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
Gemeentelijke bijdrage 2013
2i
5
Projectsubsidies beperken tot: - subsidie kadertraining/leidersvorming tbv jeugd - subsidie jubilea - subsidie bijzondere culturele evenementen (halveren) - subsidie G-sport (handhaven via AWBZ)
€ 16.000
2k
4
Normatieve post i.r.t. areaaluitbreiding voor wegen/openbaar groen t/m 2016 beëindigen
3. 3a
Ombuiging begroot 2013 10.000
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013 10.000 Ombuiging is gerealiseerd.
Ombuiging is gerealiseerd. € 18.600
18.600
18.600
Wat markt of partners beter of goedkoper kunnen aan hen overlaten (m.a.w. zelf minder doen). 5 Participatie inwoners, ondernemers, verenigingen Zie 6a en instellingen bij opstellen en uitvoeren van beleid (bijv. t.a.v. economische zaken, toerismerecreatie, onderhoud)
3b
1
Mantelzorg beperken tot ondersteuning lokale mantelzorgers
€ 50.000
25.000
3c
2
Bijdrage aan buurtbemiddeling beëindigen
€ 6.000
6.000
3d
2
Bijdrage aan vrijwilligerssteunpunt beperken (door samenwerking met Schijndel efficiënter)
€ 38.000
10.000
0 Bij de 1e BERAP 2013 is gemeld dat de ombuiging incidenteel in 2013 niet gerealiseerd kan worden.
5.400 Ombuiging is gerealiseerd. 0 Ombuiging is niet gerealiseerd.
- 226 -
Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
5a
3 en 4
Gemeentelijke bijdrage 2013
Ombuiging begroot 2013
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013
Kwaliteitsniveau openbare ruimte verder gaan differentiëren · investeringen openbare ruimte temporiseren en verder differentiëren, zodat dotaties aan reserves/voorzieningen en rentelasten kunnen verminderen
Ca. 3 miljoen
30.000
· voorstel is om in 2013-2014 € 150.000 minder toe te voegen aan de voorziening wegen: € 50.000 daarvan is invulling van de ombuiging op reserves en voorzieningen uit 2011 en € 100.000,-is verwerkt in dit voorstel.
100.000
· reststroken groen (al dan niet in illegaal gebruik) aan particulieren verkopen ( i.c. onderhoudskosten verlagen, inkomsten verhogen; heeft raakvlak met bestaande stelpost).
15.000
27.000 Het college heeft op 20 augustus 2013 besloten om: Besparing: Graskanten snijden € 3.000 Ombuigingen: Sanitaire voorziening Park Kienehoef € 6.500 Hagen knippen € 1.500 Maaien zichtranden € 5.000 Maaien bermen € 5.000 Ombuiging kosten afvalbakken € 3.200 Begrazing schapenweiden € 1.800 Reductie verwerkingskosten bladafval € 4.000 Totaal ombuigingen: € 27.000 Ombuigingen worden vanwege lopende verplichtingen en/of nog te verkrijgen ontheffingen niet allemaal in 2013 gehaald. Betreffende onderschrijding willen we compenseren met de eenmalige overschrijding "houtopbrengsten" (zie hieronder) 100.000 Ombuiging is in 2013 gerealiseerd.
15.000 Van jaar tot jaar zullen de resultaten m.b.t. de verkopen van de groenstroken uitwijzen of deze taakstelling wordt behaald. Voor 2013 ziet het ernaar uit dat deze wordt behaald. Er is hier sprake van een vraag die moeilijk te sturen is.
- 227 -
Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
Gemeentelijke bijdrage 2013
5b
Ca. € 2 miljoen
PM
0
1
WMO-voorzieningen (verder) beperken
Ombuiging begroot 2013
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013
Eind 2011 ombuigingsvoorstel van ca. € 1 ton. Eerst realiseren dan pas nieuwe ombuigingen. Betreft een open einde regeling met weinig beleidsruimte. 5c
2
Bijdrage aan leerlingenvervoer proberen (verder) terug te dringen. Nieuwe aanbesteding gunstiger dan voorheen, doch effect niet meteen zichtbaar. Evt. criterium gebruik OV van 1 naar 1,5 uur. Koppeling aan 'passend onderwijs' bezien. Betreft een open einde regeling, met weinig beleidsruimte.
€ 294.000
PM
0
5d
Alle
Investeringsniveau aanpassen - I&B tot noodzakelijke beperken (elke uitgave = verhoging ombuigingen) - Bestaande investeringen temporiseren/ niet doen (grondbeleid ook bij betrekken) - Relatie met rentelasten
Ca. 7,5 miljoen aan restantkredieten 2011)
PM
0
5e
4
Natuur-/landschapsontwikkeling beperken en zo mogelijk via groenfonds dekken (betreft incidentele dekking).
€ 350.000
25.000
25.000 Ombuiging is gerealiseerd.
5g
6
Kosten/baten BOA beter op elkaar afstemmen (n.b. niet alle boetes vallen aan gemeente toe)
€ 7.000
15.000
23.000
12.403 Ten opzichte van de bijraming nog extra gerealiseerd. - 228 -
Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
Gemeentelijke bijdrage 2013
5h
€ 736.000
6
5j
5
5k
6
6. 6a
Ombuiging veiligheidsregio/brandweer (regionale ombuiging € 1,5 miljoen vanaf 2014) RIEC-bijdrage casus-afhankelijk maken Sport- en cultuurgala beperken Externe kosten (met name TV Meierij) voor wat betreft sportgala worden verminder tot € 0. Koppeling cultuurgala (1 * per 3 jaar) aan culturele dag wordt onderzocht. Bijdrage aan veiligheidshuis verlagen conform regionaal voorstel
Besparen op de bedrijfsvoering (in samenhang bezien). Alle Personele lasten verminderen via taakreductie/ -verschuiving, andere werkwijzen/openstelling, risicomanagement, mandatering, digitalisering, samenwerking. (financieel via schrappen vacatureruimte, inhuurbudgetten, niet invullen vacatures, vervallen uitkeringen voormalig personeel)
Ombuiging begroot 2013
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013
0
€ 8.300
PM 4.000
4.000 Ombuiging is gerealiseerd.
€ 16.000
4.000
4.000 Ombuiging is gerealiseerd.
Ca. 7,5 miljoen
200.000
200.000 Betreft een mix van maatregelen: schrappen formatievacatureruimte, verminderen inhuurbudgetten.
Dit betekent urenvermindering bij o.a. duurzaamheid, natuur & landschap, onderhoud, infra, vergunningverlening, communicatie, juridische zaken, veiligheid, Bibob, handhaving, grondexploitatie/ planeconomie, stedenbouwkunde, bestemmingsplannen, publieksbalie, economische zaken, toerisme/recreatie, reïntegratie / WWB, belastingen, adviestaken, ondersteunende taken/administratie)
- 229 -
Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
Gemeentelijke bijdrage 2013
6b
6
Lokale arbeidsvoorwaarden versoberen
€ 45.000
20.000
20.000 Ombuiging is gerealiseerd.
6d
6
Rekenkameronderzoek beperken tot 1x per 2 jaar
€ 20.000
10.000
20.000 Ombuiging is gerealiseerd.
6e
4, 5 en 6
6f
6
Verdere reductie abonnementen
€ 24.000
9.000
9.000 Ombuiging is gerealiseerd.
6g
6
Onderhoud planten gemeentehuis zelf doen
€ 4.500
4.500
2.500 Ombuiging is gedeeltelijk gerealiseerd.
6h
4
Opbrengst houtverkopen verhogen (conform werkelijkheid 2011 en 2012)
€ 16.500
20.000
Energiebesparing / verduurzaming gemeentelijke € 300.000 gebouwen (bijv. via marktpartij op 'no cure no pay basis')
Ombuiging begroot 2013
15.000
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013
0 Idem.
70.000 De houtopbrengsten zijn in 2013 fors hoger. Ze zijn bijzonder hoog vanwege: effectieve aftasting van de markt, intensivering van de kap (laanbomen), uitvoering beheerplan bossen. Meeropbrengsten worden (deels) ingezet voor eenmalig onderschrijding ombuigingen beheer openbare ruimte. Het overige (€ 50.000) kan worden ingeboekt als extra ombuiging. 29.000 Ten opzichte van de bijraming nog extra gerealiseerd.
6k
6
Verhuiskostenregeling schrappen
€ 10.000
6l
1
Inzet WWB’ers en WSW’ers bij werk gemeente en partners (zoals brandweer)
PM
Ook via inkoopvoorwaarde % ‘social return’ bij aanbesteding leerlingenvervoer, infrastructuur, onderhoud, schoonmaak, administratie
(totaal aan uitkeringen WWB en WSW aangeven)
10.000
10.000 Ombuiging is gerealiseerd.
PM
- 230 -
Nr. Programma Ombuigingsmaatregel
7.
Gemeentelijke bijdrage 2013
Ombuiging begroot 2013
Ombuiging Reactie Jaarrekening 2013 gerealiseerd 2013
Belastingen instellen / verhogen.
7a
6
Lokale lasten meer dan trendmatig verhogen (n.b. 1% OZB-verhoging = € 35.000; Onbenutte belastingcapaciteit = ca. € 7,5 ton)
Ca. 3,5 miljoen
7b
6
Toeristenbelasting verhogen (benchmark tarieven)
€ 60.000
7c
6
Andere belasting-/heffingsoorten invoeren (bijv. hondenbelasting, parkeertarieven, forensenbelasting)
TOTAAL Programma’s
336.800
336.800 Ombuiging is gerealiseerd.
3.000
3.000 Ombuiging is gerealiseerd.
PM
1.166.850 1.182.653
- 231 -
Bijlage 3
Overzicht gebruikte afkortingen AB ABP AED AMVB ARBO ASHG AWB AWBZ
= = = = = = = =
Algemeen Bestuur Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Automatische Externe Defibrillator Algemene Maatregel Van Bestuur ARBeidsOmstandighedenwet Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Algemene Wet Bestuursrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BAG BAZN BBN BBN BBP BBV BBZ BERAP BGG BGI BGT BHIC BIBOB BIO BMEC BNG BOVUS BTW BVT BWI B&W
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Basisregistratie Adressen en Gebouwen Bestuursacademie Zuid Nederland Belangenvereniging Bedrijventerrein Nijnsel Brandweer Brabant Noord Bruto Binnenlands Product Besluit Begroting en Verantwoording provincie en gemeenten Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen BEstuursRAPortage BeGeleiding Groep (AWBZ) BeGeleiding Individueel (AWBZ) Basisregistratie Grootschalige Topografie Brabants Historisch Informatie Centrum wet Bevordering IntegriteitsBeoordelingen door het Openbaar Bestuur Buitengebied In Ontwikkeling BioMassa EnergieCentrale Bank Nederlandse Gemeenten Bernheze, Oss, Veghel, Uden en Sint-Oedenrode Belasting Toegevoegde Waarde Betrokkenheid met Visie op de Toekomst van Rooi Brede Welzijns Instellingen college van Burgemeester en Wethouders
CAO CBP CBS CDA CHW CIZ CJG COELO CPB CRI CROW CVV CWI
= = = = = = = = = = = = =
Collectieve Arbeidsovereenkomst College Bescherming Persoonsgegevens Centraal Bureau voor de Statistiek Christen Democratisch Appèl Crisis en HerstelWet Centrum Indicatiestelling Zorg Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Centraal PlanBureau Centraal Register Inschrijving Centrale Registratie Onderhoud Wegen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Centrum voor Werk en Inkomen
DB DGS DIFTAR DIV DMS DT DuBo DVL
= = = = = = = =
Dagelijks Bestuur Democratische Groepering Sint-Oedenrode GeDIFferentieerd TARief Documentaire Informatie Voorziening Document Management Systeem DirectieTeam Duurzaam Bouwen DienstVerLening
- 232 -
EAP EDR EHBO EKD EMU EVZ
= = = = = =
Economisch Actie Programma Europese DienstRichtlijn Eerste Hulp Bij Ongelukken Elektronisch KindDossier Europese Monetaire Unie Ecologische VerbindingsZone
FHF FIDO FPU
= = =
Food Health and Farma wet Financiering Decentrale Overheden Flexibele Pensioen en Uittreden
GBA GBKN GBS GFT GGD GGZ GHOR GMC GRP GS GTK GVVP
= = = = = = = = = = = =
Gemeentelijke Basis Administratie Gemeenschappelijke BasisKaart Nederland GemeenteBelang Sint-Oedenrode Groente Fruit en Tuinafval Geneeskundige en GezondheidsDienst Geestelijke GezondheidsZorg Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijk Meld Centrum Gemeentelijk RioleringsPlan Gedeputeerde Staten Gemeenschappelijk financieel ToezichtKader Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan
HALT HBH HBO HNG HNW HOF HRA HvR
= = = = = = = =
Het ALTernatief Hulp Bij Huishouden Hoger BeroepsOnderwijs Hypotheekfonds Noordbrabantse Gemeenten Het Nieuwe Werken wet Houdbare OverheidsFinanciën Huishoudelijk RestAfval Hart voor Rooi
IBA ICT IDOP I&A IFZ IHP INK I-NUP IPO IQ ISV Iv-3 IWOP IZA
= = = = = = = = = = = = = =
Individuele Behandeling Afvalwater Informatie en Communicatie Technologie Integraal DorpsOntwikkelingsPlan Informatisering en Automatisering Informatiemanagement en Facilitaire Zaken Integraal Huisvestingsplan Instituut Nederlandse Kwaliteit Implementatieprogramma Nationaal UitvoeringsPlan dienstverlening InterProvinciaal Overleg Intelligentie Quotiënt Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwingen Informatie voor derden (CBS) Integraal WijkOntwikkelingsPlan Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren
JOS
=
Jongeren Op Straat
KBO KCA KCC KING KPI KVB
= = = = = =
Katholieke Bond van Ouderen Klein Chemisch Afval Klant Contact Centrum Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten Key Performance Indicator Kortdurend VerBlijf (AWBZ)
LEA
=
Lokale Educatieve Agenda - 233 -
LOG LOP LRC
= = =
Landschaps OntwikkelingsGebied Landschaps OntwikkelingsPlan Lokale Rekenkamer Commissie
MEE MEV MFA MIK MoMo MTO MvA
= = = = = = =
v.h. Sociaal Pedagogische Dienst Macro Economische Verkenningen MultiFunctionele Accomodatie Meierijse Instellingen voor Kunsteducatie Modernisering Monumentenzorg Medewerkers Tevredenheids Onderzoek Memorie van Aanvulling
NOB
=
NoordOost Brabant
ODBN ODC OOG OR ORRA OVP OZB
= = = = = = =
OmgevingsDienst Brabant Noord Ontmoetings- en DienstenCentrum Openbaar Onderwijs Groep OndernemingsRaad Online Raadplegen Reisdocumenten Administratie OVerlegPartner Onroerende Zaak Belasting
PD P&O PGB PM PNB POG POP PR PvdA PV PVV P&C
= = = = = = = = = = = =
PersoonsDossier Personeel & Organisatie PersoonsGebonden Budget Pro Memorie Prijs Nationale Bestedingen Planmatig Onderhoud Gebouwen Persoonlijk OntwikkelingsPlan Public Relations Partij van de Arbeid Persoonlijke Verzorging (AWBZ) Partij Voor de Vrijheid Planning en Control
RAO RAV RBL ReGEO RHC RIEC RI&E RMB RMC ROC RUD RvR R&T
= = = = = = = = = = = = =
Regionale Adviesgroep Ouderen Regionale Ambulance Voorziening Regionaal Bureau Leerplicht Regionale samenwerking op GEOinformatie Regionaal Historisch Centrum Regionaal Informatie en Expertise Centrum Risico Inventarisatie & Evaluatie Regionaal MilieuBedrijf Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Regionaal Opleiding Centrum Regionale Uitvoerings Dienst Rood voor Rood Recreatie en Toerisme
SAN SIRA SRE SVB SW SZW
= = = = = =
Storage Area Network naam van advies consultancy bureau Samenwerking Regio Eindhoven Structuurvisie Bedrijventerreinen Sociale Werkvoorziening ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TWAZ USZO
= =
Tijdelijke Wet AmbulanceZorg Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs - 234 -
UWV
=
Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
VAB VNG VO VSP VVD VvE VVE VVV
= = = = = = = =
Vrijkomende Agrarische Bebouwing Vereniging van Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs Vrijwilligerssteunpunt Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Vereniging van Eigenaren Voor- en Vroegschoolse Educatie Vereniging voor Vreemdelingenverkeer
WABO WADI WBP WGA WGR WIJ WIW WIZ WKPS WOVESTO Wmo WO WOZ WRO WSD WSW WVG WW WWB WWNV
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (naam voor) bufferings en infiltratiesysteem voor tijdelijke opvang regenwater Wet Bescherming Persoonsgegevens Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Wet Gemeenschappelijke Regeling Wet Investering in Jongeren Wet Inschakeling Werkzoekenden Welzijn Inkomen en Zorg WandelKnoopPuntSysteem WOningbouwVEreniging SinT-Oedenrode Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wetenschappelijk Onderwijs wet Waardering Onroerende Zaken Wet Ruimtelijke Ordening Werkvoorzieningsschap de Dommel Wet Sociale Werkvoorziening Wet Voorkeursrecht Gemeenten Werkloosheidswet Wet Werk en Bijstand Wet Werken Naar Vermogen
ZZP
=
Zelfstandige Zonder Personeel
- 235 -
OC W
D9
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Bijlage 4
Onderwijsachterstandenb eleid 2011-2014 (OAB)
Gemeenten
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO)
Aard controle R
M &I
E27B
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening
I N D I C A T O R Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) aan overige activiteiten afspraken over voor(naast VVE) voor en vroegschoolse leerlingen met een educatie met grote achterstand in bevoegde de Nederlandse taal gezagsorganen van (conform artikel 165 scholen, houders van WPO) kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) Aard controle R Aard controle R
Indicatornummer: D9 / 01 € 7.245
Indicatornummer: D9 / 02 €0
Indicatornummer: D9 / 03 € 8.863
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinfor matie
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Overige bestedingen (jaar T)
Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
1
1
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: E27B / 01 c2056323/2898447
Indicatornummer: E27B / 02 € 13.700
Indicatornummer: E27B / 03 € 5.096
Kopie beschikkingsnummer
Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t.
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinfor matie Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 06 c2056323/2898447
Indicatornummer: E27B / 07 € 13.700
E N Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1)
Aard controle R Indicatornumm er: D9 / 04 € 58.328 Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van provinciale middelen Indien de correctie een vermeerderin g van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen Aard controle R Indicatornumm er: E27B / 04 Toelichting
Indicatornummer: E27B / 08 € 5.096
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 05
Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinfor matie
Aard controle n.v.t.
Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde overige bestedingen
Aard controle n.v.t. Indicatornumm er: E27B / 09
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10 Ja
- 236 -
SZ W
G1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
SZ W
G1 A
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2012 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) Aard controle R
1 G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2013
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle R
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G1 / 01
Indicatornummer: G1 / 02
Indicatornummer: G1 / 03
0,00 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
0,00 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T-1);
Nee Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestan d in (jaar T1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.
SZ W
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
inclusief deel openbaar lichaam
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam
inclusief deel openbaar lichaam
inclusief deel openbaar lichaam Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G1A / 01 0846 (Sint-Oedenrode)
Indicatornummer: G1A / 02
Indicatornummer: G1A / 03
Indicatornummer: G1A / 04
Indicatornummer: G1A / 05
Besteding (jaar T) algemene bijstand
153,25 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
7,84 Besteding (jaar T) IOAW
102,50 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
7,55 Besteding (jaar T) IOAZ
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.2 Wet inkomensvoorzieni ng oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Aard controle R
I.2 Wet inkomensvoorzieni ng oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Aard controle R
I.3 Wet inkomensvoorzieni ng oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikt e gewezen zelfstandigen (IOAZ) Aard controle R
I.3 Wet inkomensvoorzieni ng oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Aard controle R
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Gemeente Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 01
Indicatornummer: G2 / 02 € 22.705
€ 1.457.934 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigenGemeenteI.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07 €0 SZ W
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemee nte 2013 Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar
Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Indicatornummer: G2 / 03
€0
Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigenGemee nteI.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Aard controle R
Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)GemeenteI.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/NeeZie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2 / 08 €0
Indicatornummer: G2 / 09 €0
Indicatornummer: G2 / 10
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R
Aard controle R
Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 01
Indicatornummer: G3 / 02 €0
Indicatornummer: G3 / 03 € 2.525
Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
€ 24.356 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Indicatornummer: G2 / 04
€ 92.428
Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekkin g (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Indicatornummer: G2 / 05
Indicatornummer: G2 / 06
€ 4.543
€ 300
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 04 € 27.125
Indicatornummer: G3 / 05 € 26.475
Indicatornummer: G3 / 06 €0
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
- 237 -
lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G3 / 07
Indicatornummer: G3 / 08 €0
Indicatornummer: G3 / 09
€0 SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2013
Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Wet participatiebudget (WPB)
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Ja
Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijk e regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/02 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01 155 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Besteding (jaar T) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's
Baten (jaar T) (niet-Rijk) participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk
De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/03 tot en met G5/07 Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 02 Ja
Besteding (jaar T) Regelluw
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G5 / 03 € 142.064
Indicatornummer: G5 / 04 € 15.476
Indicatornummer: G5 / 05 €0
Indicatornummer: G5 / 06
Indicatornumme r: G5 / 07
€0
- 238 -