Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................ 4 §1.1 Samenvatting ............................................................................................................................... 5 §1.2 Aanleiding van het onderzoek ................................................................................................. 6 §1.3 Theoretische inleiding ............................................................................................................... 8 §1.3.1 Inleiding .................................................................................................................................... 8 §1.3.2 De doelgroep ............................................................................................................................ 8 §1.3.3 De methode .............................................................................................................................. 9 §1.3.4 Samenwerking van Stichting Present met maatschappelijke organisaties ............................ 10 §1.3.5 Onbekendheid van gezinsmethode ........................................................................................ 11 §1.3.6 Beroepsethiek van Stichting Present...................................................................................... 12 §1.3.7 Maatschappelijke trends ........................................................................................................ 13 §1.3.8 Conclusie ................................................................................................................................ 15 §1.4 Probleemomschrijving: doelstelling, vraagstelling en deelvragen ................................ 16 §1.4.1 Probleemomschrijving en doelstelling ................................................................................... 16 §1.4.2 Centrale vraagstelling ............................................................................................................. 16 §1.4.3 Deelvragen.............................................................................................................................. 16 §1.5 Begripsafbakening.................................................................................................................... 17 §2.1 Methodische verantwoording onderzoeksmethoden ....................................................... 18 §2.1.1 Methodische verantwoording kwalitatief onderzoek - interviews ........................................ 18 §2.1.2 Methodische verantwoording na afname interviews ............................................................ 22 §2.1.3 Methodische verantwoording kwalitatief onderzoek - literatuuronderzoek ........................ 24 §2.1.4 Methodische verantwoording na uitvoering literatuuronderzoek ........................................ 28 §3.1 Resultaten interviews ........................................................................................................................ 30 §3.1.1 Inleiding .................................................................................................................................. 30 §3.1.2 Deelvraag 1 ............................................................................................................................. 30 ............................................................................................................................. 32 §3.1.4 Deelvraag 3 ............................................................................................................................. 33 §3.1.5 Deelvraag 4 ............................................................................................................................. 34 §3.2 Resultaten literatuurstudie ............................................................................................................. 38 §3.2.1 Inleiding .................................................................................................................................. 38 §3.2.2 Topic 1: Wat wordt er verstaan onder family volunteering? ................................................. 38 §3.2.3 Topic 2: Hoe is een project rondom family volunteering opgezet en uitgevoerd? ................ 40
2
§3.2.4 Topic 3: De werving van gezinnen om deel te nemen aan family volunteering .................... 42 §3.2.5 Topic 4 - Wat is het effect van family volunteering?.............................................................. 46 §3.2.6 Overig aspecten ...................................................................................................................... 50 §4.1 Conclusies ........................................................................................................................ 55 §4.1.1 Inleiding .................................................................................................................................. 55 §4.1.2 De ervaring van professionals met vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties .......................... 55 §4.1.3 De overwegingen van professionals bij de inzet van vrijwilligers .......................................... 56 §4.1.4 De overwegingen van professionals bij de verschillende vormen van vrijwillige inzet ......... 57 §4.1.5 Bekendheid van professionals met Stichting Present en het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’ ............................................................................................................................................. 59 §4.1.6 De bijdrage van internationale ervaringen rondom family volunteering aan het project ‘Gezinnen: Present’ ........................................................................................................................... 60 §4.1.7 Conclusie en antwoord op de hoofdvraag ............................................................................. 62 §4.2 Aanbevelingen ........................................................................................................................... 64 §4.3 Discussie ..................................................................................................................................... 66 Bijlage 1: Fase 3 – operationalisering.................................................................................................... 68 Bijlage 2: interviews .................................................................................................................................... 84 Literatuurlijst ................................................................................................................................... 122
3
Voorwoord ‘When families come together in service, they build a stronger family and a stronger community.’ (Bloomington, 2012) Wij zijn Marlot Cornelis, Barbera Plas, Susanna Westerink en Jheneffer Pieternella, vier vierdejaarsstudenten aan de opleiding Social Work van de Gereformeerde Hogeschool (GH) te Zwolle. Via het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (CvSv) van de GH kwamen wij in aanraking met het onderzoek over het project ‘Gezinnen: Present’ van Stichting Present Nederland. Wij verwachten dat de inzet van vrijwilligers binnen de maatschappij steeds meer noodzakelijk gaat worden onder invloed van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de economische crisis, die leidt tot bezuinigingen binnen onder andere de zorgsector. Omdat wij hier als toekomstig Social Workers mee te maken gaan krijgen, wilden wij ons graag verder verdiepen in dit onderzoek, waarbij de inzet van een heel gezin als vrijwilliger wordt onderzocht. Met dit onderzoek willen wij de nieuwe trend van het in het Engels genoemde ' family volunteering' in Nederland meer onder de aandacht brengen. Family volunteering is het inzetten van gezinnen als vrijwilligers. Tevens willen we deze nieuwe trend ook onder maatschappelijke organisaties introduceren waardoor Stichting Present aanvullende informatie ontvangt om mee te nemen in de samenwerking met deze maatschappelijke organisaties.
4
§1.1 Samenvatting Dit onderzoek is gedaan in opdracht van het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (CvSv) van de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle. Het CvSv doet in opdracht van Stichting Present onderzoek naar de methode voor de inzet van gezinnen bij het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’. Dit onderzoek draagt bij aan dit grotere onderzoek in opdracht voor Stichting Present. Vanuit het CvSv was vraag naar meer informatie omtrent de werkwijze en overwegingen van professionals bij de inzet van vrijwilligers. Tevens was er een vraag naar informatie hoe internationaal vorm gegeven wordt aan ‘family volunteering’ en hoe die ervaringen bij kunnen dragen aan de uitvoering van het project ‘Gezinnen: Present’ hier in Nederland. Onderzoeksvraag Op welke manier kan Stichting Present aansluiten bij de afwegingen en de werkwijze van professionals bij het inzetten van vrijwilligers in het algemeen en gezinnen in het bijzonder en welke aspecten kunnen hierbij worden meegenomen op basis van internationale ervaringen met family volunteering? Opzet onderzoek Op basis van kwalitatief onderzoek zijn de resultaten van dit onderzoek verkregen. Er zijn uiteindelijk veertien professionals, werkzaam binnen maatschappelijke organisaties, geïnterviewd. Vijf interviews vonden plaats in Zwolle, vijf in Almere en vier in Ede. De professionals zijn bevraagd op hun ervaringen in de samenwerking met vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties en op hun overwegingen om vrijwilligers in te zetten. Specifiek zijn hier verschillende vormen van vrijwillige inzet benoemd, te weten een individuele vrijwilliger, een groep vrijwilligers of een gezin als vrijwilliger. Ook zijn zij bevraagd op de bekendheid met Stichting Present en het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’ binnen de eigen organisatie. Om de internationale ervaringen met ‘family volunteering’ te achterhalen, is een literatuuronderzoek uitgevoerd met literatuur uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Canada. Doel van dit literatuuronderzoek was om meer informatie te krijgen over de definitie van ‘family volunteering’, de opzet van vrijwilligersprojecten waarbij gezinnen worden ingezet, het effect van ‘family volunteering’ en het werven van gezinnen. Resultaten en conclusie Het onderzoek wijst uit dat professionals die werkzaam zijn in maatschappelijke organisaties veel ervaring hebben met het inzetten van vrijwilligers in een hulpverleningstraject. Voordat een vrijwilliger wordt ingezet maken de professionals bepaalde overwegingen in het moment van inzet, in het belang van de cliënt en in het belang van de eigen organisatie. Deze overwegingen worden ook gemaakt bij het inzetten van verschillende soorten van vrijwillige inzet. Daarnaast kunnen professionals ook aangeven welke aspecten ze belangrijk vinden in de samenwerking met vrijwilligersorganisaties. Ook hierbij vinden professionals het belangrijk dat het belang van de cliënt gewogen wordt in het vrijwilligersmanagement van de organisatie. Tevens wordt ook de bereikbaarheid van de organisatie op prijs gesteld. Professionals hebben de behoefte om snel en doeltreffend te overleggen met de organisatie. In de literatuurstudie is onderzocht hoe family volunteering in het buitenland wordt vormgegeven. Uit de informatie is gebleken dat in het buitenland de inzet van gezinnen als vrijwilligers een bekende trend is dat in de afgelopen jaren ver ontwikkeld is. De concrete tips en concrete aanbevelingen die in de literatuur genoemd worden kunnen in Nederland van betekenis zijn bij het opzetten van vrijwilligersmanagement met gezinnen.
5
§1.2 Aanleiding van het onderzoek De instelling Stichting Present is een organisatie die een brug wil slaan tussen mensen die iets te bieden hebben en mensen die daarmee geholpen kunnen worden. De stichting wil verbinding leggen, makelaar zijn in sociale betrokkenheid. De daarbij behorende visie is ‘dat er een beweging op gang komt in de samenleving waarbij meer mensen het vanzelfsprekend vinden om naar elkaar om te zien’ (Stichting Present, 2012). Het werk van Present kenmerkt zich door het nemen van het aanbod van vrijwilligers als vertrekpunt. Dit aanbod wordt onder de aandacht gebracht van maatschappelijke organisaties en vervolgens wordt het hulpaanbod aan een hulpvraag gekoppeld. Stichting Present is opgericht in Zwolle en ondertussen zijn er in totaal 46 stichtingen. Stichting Present werkt met een plaatselijk team aangestuurd door een of meer professionele coördinatoren. Welke behoefte is er? Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) op 1 januari 2007 is een paradigmawisseling in gang gezet ten opzichte van eerdere wetgeving (Kwekkeboom & Vreugdenhil, 2009). Was eerst de levende overtuiging dat het de taak van de overheid was erop toe te zien dat iedereen in staat was of in staat gesteld werd aan de samenleving deel te nemen, nu legt de Wmo de verantwoordelijkheid van zelfredzaamheid en participatie nadrukkelijk bij de burger zelf. De paradigmawisseling in de wetgeving betekent ook een paradigmawisseling in de uitvoering van het welzijnswerk en de maatschappelijke dienstverlening. Uitgangspunt van deze sector dient nu te zijn dat de burger in eerste instantie zelf verantwoordelijk is voor zijn zelfredzaamheid, zijn deelname aan de samenleving en voor de mate waarin deze samenleving gekenmerkt wordt door sociale samenhang (Kwekkeboom & Vreugdenhil, 2009). Wanneer het de burger niet lukt zelfstandig deel te nemen aan de samenleving, wordt er vanuit de Wmo verwacht dat deze burger de nodige hulp zelf regelt. Anderzijds heeft de burger nu ook een verantwoordelijkheid naar zijn medeburger, de Wmo wil stimuleren dat men elkaar weer helpt wanneer dat nodig is. Een ander gevolg van de Wmo ten opzichte van de maatschappelijke dienstverlening, is dat het niet meer vanzelfsprekend wordt dat gemeenten een beroep doen op professionele instellingen. Het doel van de Wmo is juist dat er een sterke informele sociale structuur gaat ontstaan. Hierdoor zouden professionele arrangementen overbodig moeten worden (Kwekkeboom & Vreugdenhil, 2009). De Wmo en de paradigmawisseling die zich afspeelt, zorgen er voor dat er een appel wordt gedaan op de professional om hulp anders vorm te geven. De inzet van vrijwilligers kan worden gezien als antwoord op dit appel. Met de inzet van vrijwilligers wordt enerzijds vormgegeven aan de verantwoordelijkheid van burgers naar elkaar toe, aan de sociale samenhang, en anderzijds beantwoordt de professional aan de wens om hulp anders in te delen en men aan te spreken op de eigen verantwoordelijkheid voor zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving. Met de invoering van de Wmo wil de overheid de sociale samenhang stimuleren. Echter, er spelen ook een aantal maatschappelijke trends een rol die van invloed zijn op onder andere de inzet van vrijwilligers. Voorbeelden van deze trends zijn: - Verzakelijking - Vergrijzing - Individualisering - Intensivering van vrije tijd In de theoretische inleiding zal in §1.3.7 uitgebreider worden ingegaan op deze trends. Samengevat zorgen deze trends ervoor dat er een nieuwe vrijwilliger ontstaat: een vrijwilliger aan wie hogere eisen wordt gesteld als gevolg van bezuinigingen, maar die zelf ook hogere eisen stelt aan vrijwilligerswerk als gevolg van individualisering en meer aanbod om meer vrije tijd te vullen. Doordat er zowel vergrijzing heerst bij de vrijwilligerspopulatie als bij de hulpbehoevenden, dreigt er een stagnatie van vrijwilligers waardoor er minder mensen zijn om meer mensen te helpen (VerweyJonker Instituut, 2007).
6
Zo lijkt zich een kloof te vormen tussen wat enerzijds wordt gestimuleerd en anderzijds afneemt. Er moeten nieuwe bronnen aangeboord gaan worden om deze kloof te overbruggen. Stichting Present probeert bij te dragen in de overbrugging van deze kloof met het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’, waarbij er op een geheel andere manier vrijwilligers worden ingezet; namelijk complete gezinnen. Stichting Present heeft hierbij de behoefte aan samenwerking met professionals en vrijwilligers. Hoe kunnen zij met dit project aansluiten op maatschappelijke organisaties? Geschiedenis van het project Het project ‘Gezinnen: Present’ is een nieuw project dat is gestart in januari 2011. Het project kent drie ontwikkelrondes waarin minimaal zeven projecten worden georganiseerd met gezinnen als vrijwilligers. Er is een concept-methode opgesteld die na elke ontwikkelronde geëvalueerd en eventueel aangepast is. Het project bevindt zich momenteel in de derde en dus laatste ontwikkelronde. In juni 2012 zal de laatste ontwikkelronde en daarbij het gehele verloop van het project worden geëvalueerd en zal de laatste hand gelegd worden aan de ontwikkelde methode. Voorlopige vraagstelling Op maatschappelijk gebied doen zich een aantal trends voor die invloed hebben op de vormgeving van professionele hulpverlening en de inzet van vrijwilligers. Hoe kan op deze trends gereageerd worden? Stichting Present heeft met het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’ behoefte aan samenwerking met professionals en inzicht in de wijze waarop professionals vrijwilligers in het algemeen, en gezinnen in het bijzonder, inzetten binnen de hulpverlening. Tevens is Stichting Present geïnteresseerd in wat er bekend is over de inzet van gezinnen als vrijwilliger. Binnen Nederland is hier nog niet veel over bekend, hoe zit dit internationaal? Bestaat wat men in het Engels ‘familyvolunteering’ noemt internationaal en hoe wordt dit vormgegeven? Dit onderzoek wil bovenstaande vragen meenemen als uitgangspunt voor het formuleren van de hoofdvraag, die zal worden beschreven in §1.4. In §1.3 volgt eerst een theoretische inleiding waarin onder andere verder in zal worden gegaan op de maatschappelijke trends die zich afspelen, waarna de hoofdvraag zal worden geformuleerd.
7
§1.3 Theoretische inleiding §1.3.1 Inleiding In deze theoretische inleiding zal een analyse worden gemaakt van de knelpunten die mogelijk een rol spelen bij de inzet van vrijwilligers. Op microniveau (§1.3.2 en §1.3.3) zal kort toelichting worden gegeven over de doelgroep, namelijk gezinnen als vrijwilligers en de professionals die vrijwilligers inzetten, en de methode van vrijwilligersmanagement. Op mesoniveau (§1.3.4 - §1.3.6) zal aandacht worden besteedt aan de manier van samenwerking van Stichting Present met maatschappelijke organisaties, de onbekendheid met het inzetten van gezinnen als vrijwilliger in Nederland en de beroepsethiek van Stichting Present. Tot slot zal op macroniveau (§1.3.7) gekeken worden naar de maatschappelijke trends en beleidsontwikkelingen die van invloed zijn op eventuele knelpunten. Alle theorie is verkregen middels literatuurstudie en het inzien van internetdossiers van Stichting Present. §1.3.2 De doelgroep Gezinnen De overheid is zich in de afgelopen jaren gaan ontwikkelen van een verzorgingsstaat naar een participatiestaat, waarin elke burger deelneemt aan de maatschappij en hierin meedraait. Het gaat dan over het activeren van sociaal kapitaal. Sociaal kapitaal is het idee dat sociale netwerken waarde hebben (Kuiper, 2009). Het sociale kapitaal wordt vooral daar over gedragen waar er wordt samengeleefd; “Elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen” 1. Het CDA heeft een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand brengen van maatschappelijke participatie. Gedreven door de visie dat de mens als lid van de gemeenschap centraal staat. “De mens leeft niet op zichzelf maar in gemeenschap met anderen. De mens is een relationeel wezen. In relatie met anderen kan vertrouwen groeien, worden sociale verbanden gevormd en groeit het weefsel van de samenleving. (…)De mens draagt verantwoordelijkheid in relatie tot anderen en heeft tevens anderen nodig om zijn vrijheden te kunnen realiseren.” (Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, 2011) Het project ‘Gezinnen: Present’ is een goed voorbeeld van het activeren van sociaal kapitaal. Binnen het project ‘Gezinnen: Present’ wordt het gezin als vrijwilliger ingezet voor een project bij een hulpvrager. Het unieke van een gezin ten opzichte van andere verbanden in de samenleving (school, buurt, vriendenkring, (sport)vereniging, (geloofs)genootschap, bedrijf, de staat) is dat een goed functionerend gezin een gunstige invloed heeft op de persoonlijke en sociale ontwikkeling van kinderen (programmaministerie voor Jeugd en Gezin, 2008). Binnen het gezin wordt geleerd met elkaar samen te leven, naar elkaar om te zien, worden normen en waarden aangeleerd. Hierdoor kan wat binnen het gezin wordt geleerd overgedragen worden aan de ander. Hierdoor worden ‘sociale verbanden gevormd en groeit het weefsel van de samenleving’(Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, 2011). Er ontstaat zo een breder functionerend sociaal netwerk, waarin ouders de opvoeding bespreken met partners, familie en vrienden. Dit sociale netwerk heeft een belangrijke ondersteunende functie bij de opvoeding van kinderen, zowel voor de ouders als voor de kinderen (Programmaministerie voor Jeugd en Gezin, 2008). De overheid wil dit sociale netwerk activeren en inzetten binnen de civil society.
1
Deze definitie is op deze wijze geformuleerd vanwege de grote diversiteit en variëteit die het hedendaagse leven kenmerkt; zowel in vorm (gehuwd en ongehuwd) en omvang (twee- en eenoudergezinnen), als in samenstelling (een vader en moeder, maar bijvoorbeeld ook twee moeders met kinderen).
8
Op basis van deze inzichten is het denkbaar dat gezinnen bereid zijn mee te doen aan een project als vrijwilliger, vanwege het feit dat gezinnen in een breder sociaal netwerk functioneren. Het is geaccepteerd om je gezinsleven met anderen te bespreken en normaal om anderen hulp te bieden. Deze trend maakt het vanzelfsprekender om een ondersteunende functie te willen uitvoeren in andere gezinnen. En wordt er geleerd ook buiten eigen gezin om te kijken naar elkaar. Hierdoor kan mogelijk de kloof tussen het te kort aan vrijwilligers en de doelstelling van de overheid worden overbrugd. Binnen de samenleving is te zien dat de inzet van gezinnen als vrijwilliger een nieuwe vorm is. Er is weinig informatie te vinden over de inzet van gezinnen als vrijwilligers in Nederland. Uit bovenstaande inzichten blijkt dat het gezin juist een leefverband is die waardevol kan zijn binnen de vrijwillige inzet. Maar op welke manier kan er gebruik gemaakt worden van de kracht van gezinnen en hoe kan het gezin ingezet worden? Professionals De WMO stimuleert de inzet van vrijwilligers waardoor er ook een verschuiving plaatsvindt binnen de inzet van vrijwilligers in een maatschappelijke organisatie. Hierdoor ontstaat er een nieuwe vraag, wat vraagt om nieuwe bezinning en afbakening van functie en verantwoordelijkheden tussen de vrijwilliger en de professional. ‘Een belangrijke voorwaarde voor de inzet van vrijwilligers is dat ze weten wat ze doen en dat ze betrouwbaar zijn. (…)En een scherp beeld van de werkverdeling tussen professionals en vrijwilligers is onontbeerlijk. Daarnaast moeten vrijwilligers weten wanneer ze iemand moeten doorverwijzen naar een professional’ (Nibud, 2011). Dit stelt andere eisen aan de vrijwilliger en aan de samenwerking tussen professional en vrijwilliger. De inzet van vrijwilligers binnen maatschappelijke organisaties vraagt om een andere mate van professionalisering van de vrijwilliger, wil deze goed en verantwoord inzet baar zijn. De organisatie draagt hiervoor een belangrijke verantwoordelijkheid en zal dus moeten ingezet op begeleiding, training en scholing. Door maatschappelijke verschuivingen ontstaat er ook een verschuiving in de inzet van vrijwilligers binnen maatschappelijke organisaties. Hierdoor ontstaat de vraag naar herbezinning op de samenwerking tussen de professional en de vrijwilliger. Met name op het terrein van heldere afbakening in functie en verantwoordelijkheden tussen de professional en de vrijwilliger. §1.3.3 De methode Vrijwilligersmanagement Er is veel literatuur te vinden over vrijwilligersmanagement in het algemeen. Het Verwey-Jonker Instituut (2007) geeft aan dat de huidige vrijwilliger baat heeft bij een goede begeleiding. Het Sociaal Cultureel Planbureau (2006) stemt in met deze conclusie door aan te geven hoe vrijwilligersorganisaties het werk voor vrijwilligers aantrekkelijker kunnen maken. Vrijwilligersorganisaties kunnen een aantal voorzieningen treffen. Voorbeelden van deze voorzieningen zijn: Het aanbieden van scholing Het verzekeren van vrijwilligers Het verstrekken van een vrijwilligersvergoeding Het uiten van waardering voor de vrijwilliger (bijvoorbeeld een uitje voor vrijwilligers) Het aanstellen van een vast contactpersoon voor de vrijwilligers Het begeleiden van werkzaamheden door beroepskrachten Vrijwilligersbeleid Het opstellen van een contract Veldman (2002) schrijft over een formule voor het vinden en binden van nieuwe vrijwilligers. De formule wordt gekenmerkt door de 5XB; Binnenhalen, Begeleiden, Belonen, Behouden en
9
Beëindigen. Vrijwilligersorganisaties kunnen gebruik maken van deze formule om effectief nieuwe vrijwilligers te werven, te begeleiden en te behouden. Het vrijwilligersmanagement van Stichting Present De formule waarmee Stichting Present werkt is: het aanbod van de vrijwilliger staat centraal; het werken met een structurele opzet en professionele aanpak; het werken met lokale initiatiefnemers; de inzet wordt geregeld via maatschappelijke organisaties. (Handboek Present, 2011) Stichting Present houdt op een duidelijke manier rekening met de huidige vrijwilliger in hun vrijwilligersmanagement. Volgens Present is de huidige vrijwilliger een vrijwilliger die eisen stelt aan de vrijwilligersorganisatie. Stichting Present anticipeert hierop met de volgende punten: Het vrijwilligerswerk moet afgebakend zijn in de tijd. De huidige vrijwilliger wil weten wanneer en hoeveel tijd hij kwijt is zodat het in te plannen is; De hulp moet op de goede plek terechtkomen. De moderne vrijwilliger wil er zeker van zijn dat de hulp echt iets heeft betekend; Plaats, materiaal, opdracht en andere randvoorwaarden moeten professioneel geregeld zijn. De moderne vrijwilliger wil meteen aan de slag kunnen en zich niet bezig hoeven te houden met allerlei randvoorwaarden. (Handboek Present, 2011) Bovenstaande literatuur over vrijwilligersmanagement spitst zich met name toe op de inzet van individuele vrijwilligers. Stichting Present heeft ervaring met de inzet van groepen vrijwilligers, en pas sinds kort met het inzetten van een gezin. Knelpunt dat men hierin tegenkomt is dat in het vrijwilligersmanagement duidelijk naar voren komt dat er ‘nieuw vrijwilligersmanagement’ in ontwikkeling is. Vrijwilligersmanagement dat pleit voor de begeleiding en ondersteuning van de vrijwilliger. Hierbij komen maatschappelijke organisaties of vrijwilligersorganisatie ook voor een nieuwe taak te staan. De taak om deze begeleiding en ondersteuning ook daadwerkelijk te bieden en op te nemen in het eigen vrijwilligersmanagement. In de literatuur is te zien hoe Stichting Present ondersteuning wil bieden aan de vrijwilliger. Interessant hierbij is hoe maatschappelijke organisaties in de hulpverleningssector met de vrijwilliger samenwerken. Wordt er überhaupt gebruik gemaakt van vrijwilligers? En op welke wijze wil en kan een maatschappelijke organisatie de samenwerking aangaan met de vrijwilliger? §1.3.4 Samenwerking van Stichting Present met maatschappelijke organisaties Stichting Present werkt samen met organisaties en instellingen die hulp of begeleiding bieden op het brede gebied van maatschappelijk welzijn en gezondheidszorg. Enerzijds is Present geen hulporganisatie, maar anderzijds biedt de stichting wel handen en voeten aan de maatschappelijke organisaties om bepaalde concrete en materiële hulpvragen te beantwoorden (Handboek Present, 2011). De voorwaarde die Present stelt, in het samenwerken met andere organisaties, is dat de hulpverlener de verantwoordelijkheid neemt voor de cliënt en in veel gevallen tijdens de uitvoering van het project aanwezig is. Criteria voor de keus van het bieden van hulp aan een cliënt zijn daarbij dat de hulpontvanger zelf onvoldoende geld, netwerk of gezondheid heeft om een klus zelf te realiseren (Handboek Present, 2011). Daarnaast kijkt Present naar de mogelijkheden van de vrijwilliger. Of deze aansluiten bij de vraag van de cliënt.
10
Stichting Present heeft een duidelijk beleid hoe vrijwilligers binnen maatschappelijke organisaties worden ingezet. Een mogelijk knelpunt, waar door middel van literatuur geen inzicht over te verkrijgen is, kan zijn dat er een kloof bestaat in de beleving van de samenwerking tussen Stichting Present en de maatschappelijke organisaties. Ervaren zij de samenwerking beiden op dezelfde manier? Om inzicht te verkrijgen in hoe Stichting Present kan aansluiten op maatschappelijke organisaties, lijkt het van belang om te onderzoeken in hoeverre de beleving van de samenwerking overeenkomt. §1.3.5 Onbekendheid van gezinsmethode In Nederland is het inzetten van gezinnen als vrijwilliger binnen het vrijwilligerswerk een vrij nieuwe methode. Hierdoor is er weinig bekend over de inzet van gezinnen als vrijwilligers. Stichting Present heeft het concept gezinnen als vrijwilligers overgenomen uit het buitenland. Internationaal worden er meerdere vrijwilligersprojecten gedraaid waarbij gezinnen worden ingezet, met name in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Hieronder een korte beschrijving van een aantal projecten. The Volunteer Family (2012) Missie: The Volunteer Family is een organisatie gevestigd in Boston, USA. De organisatie is een vrijwilligersorganisatie met de volgende missie: Providing youth and families with the inspiration, knowledge, and opportunities to make a difference in their communities.2 Daarnaast biedt de organisatie ook mogelijkheden aan groepen en individuen om zich als vrijwilliger aan te melden. Desondanks is het uitgangspunt van de organisatie om gezinnen en jongeren aan te moedigen om een verschil te maken in de samenleving. Projecten: De projecten worden opgebouwd vanuit de aanbodzijde van de vrijwilliger. Gezinnen (of in uitzondering groepen of individuen) kunnen een bepaalde doelgroep of project kiezen. Samen met het gezin wordt er een geschikt project gezocht. Volunteer Calgary (2012) Volunteer Calgary is een brede vrijwilligersorganisatie, met daarin een korte vertakking van family volunteering. De organisatie biedt allerlei vrijwilligersprojecten aan waarop vrijwilligers zich kunnen aanmelden. Visie: People with passion and purpose leading the way to vibrant communities. 3 Missie: Leading, promoting, connecting and strengthening volunteerism.4 Projecten: Gezinnen die zich in willen zetten als vrijwilligers kunnen zich aanmelden voor bestaande projecten die Volunteer Calgary aanbiedt. Volunteer South Dublin (2012) Missie: Our mission is to offer equal opportunities to all sections of the community to participate in meaningful voluntary activity.5 2
Jongeren en gezinnen aanmoedigen om visie, kennis en mogelijkheden in te zetten om een verschil te maken in de eigen samenleving. 3 Mensen met mogelijkheden en passie ondersteunen om invloed uit te oefenen in samenlevingen. 4 Leiden, in kaart brengen, connecties leggen en het bekrachtigen van vrijwilligerswerk. 5 Onze missie is om in de verschillende delen van een samenleving kansen te bieden om deel te nemen in betekenisvol vrijwilligerswerk.
11
Projecten: Dit is een organisatie die allerlei projecten aanbiedt om vrijwilligerswerk mogelijk te maken. Daarnaast bieden ze professionele ondersteuning aan vrijwilligers. Deze ondersteuning is gericht op de begeleiding van de vrijwilliger. Op gebied van family volunteering bieden ze gezinnen de mogelijkheid om als vrijwilliger aan het werk te gaan. Hiervoor hebben ze duidelijke richtlijnen ontworpen om samen met gezinnen te brainstormen voor een passend hulpaanbod. Volunteering Australia (2012) Missie: Its role is to represent the diverse views and needs of the volunteering sector while promoting the activity of volunteering as one of enduring social, cultural and economic value.6 Projecten: Deze organisatie is een belangenbehartigingsorganisatie die zich inzet om nieuwe vrijwilligers te werven en te motiveren om deel te nemen aan allerlei projecten. Eén van de projecten is family volunteering. In Nederland staat het concept van family volunteering in de kinderschoenen. Hierdoor is er bijna geen literatuur beschikbaar en is er geen ervaring met werken met gezinnen als vrijwilligers. Bovenstaande informatie over internationale projecten die family volunteering aanbieden, draagt bij in het bieden van inzicht in hoe allerlei verschillende projecten binnen family volunteering internationaal zijn opgebouwd. Voor het project gezinnen van Stichting Present kan de ervaringen en onderzoeken uit het buitenland een meerwaarde kennen doordat het project van Present, met gezinnen als vrijwilligers, recent opgezet is. §1.3.6 Beroepsethiek van Stichting Present De missie van Stichting Present is om een beweging op gang te brengen in de samenleving waarbij mensen het meer vanzelfsprekend vinden om naar elkaar om te zien. Dit verondersteld de visie dat de mens een sociaal wezen is en andere mensen nodig heeft. In deze huidige, individualiserende samenleving is het niet meer altijd vanzelfsprekend om te zien naar de ander in nood. De mens is meer op zichzelf en kent minder sociale verbanden (Van der Stoep et al, 2010). Stichting Present wil hierop inspelen en wilt op de eigen kracht die de samenleving/wijken en buurten kunnen hebben. Door om te zien naar elkaar kan er sociaal kapitaal ontstaan. Sociaal kapitaal is het idee dat sociale netwerken waarde hebben. Sociale netwerken kunnen familieverbanden zijn, werkrelaties, vrijwilligersorganisaties, etc. Deze sociale netwerken helpen het individu om zich te verbinden en erbij te horen (Kuiper,2009). Sociale netwerken kunnen familieverbanden zijn, werkrelaties, vrijwilligersorganisaties, et cetera. Deze sociale netwerken helpen het individu om zich te verbinden en erbij te horen. Een voorwaarde van sociaal kapitaal is sociaal vertrouwen. Volgens het Verwey-Jonker Instituut (2007) kan sociaal vertrouwen gedefinieerd worden als het gevoel erbij te horen in een omgeving. Sociaal vertrouwen ontstaat door de verbindende, motiverende en verheffende kracht tussen mensen. Er ontstaan krachtige sociale contexten door de ontplooiing van sociaal vertrouwen. Sociaal vertrouwen begint in het maken van contact met de (vreemde) ander. Een begroeting op straat aan een voorbijganger of het kennismaken met de buren die net naast je zijn komen wonen. Sociaal vertrouwen zorgt voor netwerken. Door netwerken besta je als individu niet los en kun je terugvallen op een ander (Kuiper, 2009). Ook de filosoof Levinas sluit aan op de versterking van sociaal kapitaal, door de mens weer op te roepen oog te hebben voor ‘de Ander’ (Kleinlugtenbelt, 2005). Dit omdat 6
De rol van de organisatie is om verschillende gezichtspunten en behoeften van de vrijwilligerssector te vertegenwoordigen waarbij de meerwaarde van vrijwilligerswerk voor de samenleving op sociaal, cultureel en economisch gebied wordt benadrukt.
12
hij een beroep doet op de verantwoordelijkheid van het Individu naar de Ander. De ander kan het individu verrijken en de ander kan in zijn kwetsbaarheid hulp ontvangen. Door de paradigmawisseling en de verschillende trends die de huidige Nederlandse samenleving op dit moment kent, wordt er opnieuw een beroep gedaan op het eigen sociale kapitaal en sociale vertrouwen van de individuele burger. Deze omslag betekent dat de burger gezien wordt als een burger die mogelijkheden heeft en in eerste instantie niet ‘verzorgd’ wordt. Daarbij is het interessant om op te merken hoe een nieuw project van Stichting Present, bij kan dragen aan de verbreding van sociaal kapitaal in de samenleving. Kan Stichting Present met het project ‘Gezinnen: Present’ een uitbreiding leveren aan de eigen missie om een nieuw beweging in de samenleving op gang te brengen? §1.3.7 Maatschappelijke trends Verzakelijking De huidige trend van verzakelijking betekent een professionalisering van de vrijwilliger. Er worden hogere eisen gesteld aan het vrijwilligerswerk. Hierdoor kunnen bepaalde vrijwillige vacatures omgezet worden in een professie. Daarnaast stelt de vrijwilliger ook zelf hogere eisen aan het vrijwilligerswerk, wat maakt dat de mogelijke vrijwilliger, maatschappelijke organisaties strenger selecteert. Deze verzakelijking heeft invloed op het vrijwilligersbeleid van maatschappelijke organisaties. (Verwey-Jonker Instituut, toekomstverkenning van vrijwillige inzet,2007). Vergrijzing De trend vergrijzing betekent een toenemende veroudering, wat maakt dat ook de vrijwilligerspopulatie ouder wordt. Momenteel zijn het vooral vrouwelijke 40-plussers die vrijwilligerswerk verrichten. Hierdoor dreigt er een stagnatie van de vervanging van vrijwilligers. Niet alleen (potentiële) vrijwilligers vergrijzen, ook de cliënten of hulpontvangers. Voor de huidige vrijwilligers betekent dit: 1. Toename van hulpbehoevenden 2. Een afname van aantal vrijwilligers Dit betekent dat de huidige populatie vrijwilligers een verzwaring van taken kan ondervinden. De verzwaring van taken heeft weer tot gevolg dat vrijwilligers overbelast kunnen raken. Tevens kan de vraag gesteld worden: Hoe kunnen we nieuwe vrijwilligersbronnen aanboren? (Verwey-Jonker Instituut, 2007). Individualisering De trend individualisering is ontstaan door de ontwikkeling van onze samenleving van Gemeinschaft naar Gesellschaft. Door de overgang van Gemeinschaft naar Gesellschaft heeft de mens zich vrijgemaakt van collectieve en traditionele gedragsnormen. De mens heeft zich geëmancipeerd tot het zijn van een individu. En dit individu heeft er recht op zijn eigen levensproject vorm te geven (Boutellier,2010). De individualisering heeft de volgende uitwerking op het vrijwilligerswerk: - Mensen hebben veel individuele keuzevrijheid en willen dat ook hebben. - Door toegenomen behoefte aan autonomie gaat de voorkeur van meer mensen uit naar deelname aan vrijwillige inzet, zonder vaste binding aan institutioneel georganiseerde groepen. - Grotere keuzevrijheid leidt er ook toe dat (potentiële) vrijwilligers meer voorwaarden stellen. Het vrijwilligerswerk moet een aantrekkelijke keuzemogelijkheid vormen, die de moderne vrijwilliger zelf ook wat oplevert, zoals begeleiding, inspraak, scholing en leerervaringen. (VCA, 2012)
13
Intensivering van vrije tijd De trend intensivering, gericht op de vrije tijd, betekent dat de tijdsbesteding van het individu belangrijk is, en met name hoe de vrije tijd besteedt wordt. Mensen identificeren zich als persoon sterker met hun vrijetijdsinteresses en ontlenen daar ook een belangrijk deel van hun identiteit aan. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau is de belangrijkste waarde die met vrije tijd verbonden is de beleving van vrije tijd, 'kunnen doen waar je zin in hebt'. Hierdoor is er de afgelopen jaren een omvangrijke vrijetijdssector ontwikkeld. Gevolg hiervan is dat men enerzijds door meer vrije tijd ook meer tijd heeft om vrijwilligerswerk te gaan doen, anderzijds is er een groot aanbod van vrijetijdsbesteding, wat maakt dat men kritischer kijkt naar hoe de vrije tijd wordt besteedt (Van der Stoep et al, 2010). Beleidsontwikkelingen – Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Door middel van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO) heeft de Nederlandse overheid uitdrukking gegeven aan de participatiemaatschappij. Sinds 1 januari 2007 is de WMO van kracht, met als algemene doelstelling ertoe bij te dragen dat alle burgers kunnen deelnemen aan de samenleving. Feitelijk gaat het vooral om bevordering van participatie door mensen met een beperking. (Kwekkeboom & Vreugdenhil, 2009). Hierbij zou er meer ingehaakt moeten worden op initiatieven die door de burgers en hun organisaties worden ontplooid binnen de Nederlandse civil society. Een belangrijke doelstelling is het scheppen van een nieuwe balans tussen overheid en civil society, waarbij vooral wordt ingezet op initiatieven in de directe omgeving van de burgers, dat wil zeggen op lokaal niveau. De civil society kan omgeschreven worden als de maatschappelijke sfeer waarin vrijwillige associaties dominant zijn. Het is een deel van de samenleving dat niet valt onder de overheid, de markt of de privé sferen. (Dekker, 2004). Vanuit de overheid wordt de civil society gestimuleerd om actief te zijn in onze samenleving. De overheid heeft hiermee uitdrukking gegeven niet mee te willen gaan in het verzorgen van zijn/haar burgers in een verzorgingsstaat, maar te willen kijken naar de mogelijkheden van die burgers. Een van de pijlers waar het beleid op steunt, is het vrijwilligerswerk, dat gezien wordt als het middel bij uitstek om burgers zelf verantwoordelijkheid te laten nemen in plaats van alles van een ander of van de overheid te verwachten. Burgers worden gemotiveerd om zich in te zetten als vrijwilligers. Dit impliceert dat het beroep op het maatschappelijke middenveld en de individuele burger toeneemt. Het grotere beroep op de vrijwillige sector geldt niet alleen de hoeveelheid werk, maar ook de aard van het werk. Hiermee komt de vrijwilliger weer terug in de samenleving. De vrijwilliger is immers noodzakelijk en kent een belangrijke meerwaarde om de burgers tot participeren te brengen. Door een blik te werpen op de maatschappelijke trends en de WMO, is een duidelijke dynamiek te zien in de samenleving dat de vrijwilliger weer een nieuwe positie in mag gaan nemen. Enerzijds neemt de vraag naar vrijwilligers toe, en anderzijds bestaat er door de intensivering van vrije tijd, vergrijzing en verzakelijking een ‘moderne’ vrijwilliger die wensen en eisen heeft aan het vrijwilligerswerk. Dit maakt dat de huidige vrijwilligersorganisatie of professionele hulpverlener oog dient te hebben voor deze ontwikkelingen, door mee te gaan bewegen in de behoefte van zowel de Nederlandse overheid/gemeente en de behoefte van de vrijwilliger. Een belangrijk knelpunt hierbij is of vrijwillige organisaties (in samenwerking met) en professionele hulpverlening, in staat zijn om met betrekking tot vrijwilligers op de huidige trends aan te sluiten.
14
§1.3.8 Conclusie Naar aanleiding van deze theoretische inleiding zijn op de verschillende niveaus de volgende knelpunten en eventuele oplossingen te formuleren: Op microniveau is te zien dat gezinnen een kracht hebben, een meerwaarde om ze in te zetten als vrijwilliger. Echter, ook is opgevallen dat er hier in Nederland weinig bekend is over de inzet van gezinnen en er ook weinig ervaring mee is. Dit maakt dat gezinnen misschien een goed antwoord kunnen zijn op de kloof die ontstaat tussen de stimulans en het dreigende tekort van vrijwilligers, aan de andere kant lijkt daarvoor meer kennis en ervaring nodig te zijn over hoe gezinnen worden ingezet. Wat betreft professionals die vrijwilligers inzetten zit het knelpunt vooral in waar de grenzen liggen. De vrijwilliger doet het uitvoerende werk, de professional is verantwoordelijk. Hoe duidelijk is deze grens? Onduidelijkheid kan een gevolg hebben voor de inzet van vrijwilligers, te denken valt bijvoorbeeld aan dat professionals het niet aandurven uit angst dat het ‘mis’ gaat en zij de schuld krijgen. Op het gebied van de methode is te zien dat er op een nieuwe manier wordt vormgegeven aan vrijwilligersmanagement. De vraag hierbij is op welke wijze maatschappelijke organisaties met vrijwilligers samenwerken, hoe kunnen en willen ze deze samenwerking vormgeven? Inzicht hierin kan rechtstreekse informatie bieden aan Stichting Present over de werkwijze van maatschappelijke organisaties met vrijwilligers, welke de stichting kan gebruiken om met het project ‘Gezinnen: Present’ aan te sluiten. Op mesoniveau is te zien dat Stichting Present een duidelijk beleid heeft ten opzichte van het samenwerken met maatschappelijke organisaties. Een eventueel knelpunt hierbij kan zijn dat de beleving en ervaring van deze samenwerking heel anders is voor Stichting Present, dan voor de maatschappelijke organisaties. Dit kan effect hebben op hoe Stichting Present aan sluit en aan kan sluiten bij maatschappelijke organisaties om zo samenwerking te stimuleren of op gang te brengen. Tevens zien we op mesoniveau dat er internationaal al wel ervaring is met family volunteering. De inzichten die er internationaal al zijn verkregen, kunnen een oplossing bieden bij het knelpunt beschreven op microniveau, dat er nog weinig bekend is over de inzet van gezinnen als vrijwilligers in Nederland. Door de paradigmawisseling en de verschillende trends die zich afspelen in de samenleving, wordt er opnieuw een beroep gedaan op sociaal kapitaal. Stichting Present lijkt met het project ‘Gezinnen: Present’ aan te sluiten op deze verandering in de samenleving en de burger ook te zien als een persoon met mogelijkheden. Kan Stichting Present met het project ‘Gezinnen: Present’ een uitbreiding leveren aan de eigen missie om een nieuw beweging in de samenleving op gang te brengen? Op macroniveau zien we dat er door maatschappelijke trends een nieuwe vrijwilliger ontstaat; één aan wie hoge eisen gesteld wordt door de instellingen, tegelijkertijd ook één die zelf meer eisen stelt aan het te verrichten vrijwilligerswerk. Door vergrijzing neemt het aanbod af, maar de vraag toe. De vraag die hierbij een rol speelt is in hoeverre maatschappelijke organisaties kunnen aansluiten bij de nieuwe vrijwilliger en de trends die spelen. En kan hier nog een rol in liggen voor Stichting Present in de samenwerking met deze organisaties?
15
§1.4 Probleemomschrijving: doelstelling, vraagstelling en deelvragen §1.4.1 Probleemomschrijving en doelstelling Stichting Present heeft te weinig zicht op welke manier professionals vrijwilligers inzetten in de hulpverlening, welke afwegingen ze hierbij maken en of er een specifieke afweging is ten aanzien van het inzetten van gezinnen als vrijwilliger. Tevens is de wens van de stichting om meer kennis over de inzet van gezinnen als vrijwilliger te krijgen. Daarnaast is Stichting Present zoekende naar een manier om beter aan te sluiten bij maatschappelijke organisatie op lokaal niveau om van daaruit bekendheid op landelijk niveau verder op te bouwen. De doelstelling van dit onderzoek is om informatie te krijgen over de motieven van professionals, hun afwegingen en hun bekendheid met Stichting Present. Daarnaast wordt gekeken naar de manier waarop vrijwilligers worden ingezet. Dit onderzoek hoopt inzicht te leveren waardoor Stichting Present met zijn nieuwe methode ‘Gezinnen: Present’ beter kan aansluiten bij maatschappelijke organisaties op lokaal niveau en van daaruit verder kan gaan uitbouwen naar bekendheid op landelijk niveau. §1.4.2 Centrale vraagstelling Na overleg met het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken van de Gereformeerde Hogeschool en na bestudering van de literatuur van de knelpuntanalyse is de volgende probleemstelling geformuleerd: “Op welke manier kan Stichting Present aansluiten bij de afwegingen en de werkwijze van professionals bij het inzetten van vrijwilligers in het algemeen en gezinnen in het bijzonder en welke aspecten kunnen hierbij worden meegenomen op basis van internationale ervaringen met family volunteering?” §1.4.3 Deelvragen Om deze vraag te beantwoorden worden de volgende deelvragen gesteld: 1) Welke overwegingen maken de professionals om vrijwilligers al dan niet in te zetten? 2) Welke overwegingen maken de professionals tussen de inzet van individuele vrijwilliger of een groep als vrijwilliger? 3) Hoe wordt door professionals de samenwerking met vrijwilligers en de vrijwilligersorganisaties ervaren? 4) Zijn de professionals bekend met Stichting Present en zijn zij op de hoogte van het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’? 5) Hoe kunnen de internationale ervaringen rondom ‘family volunteering’ bijdragen aan het project ‘Gezinnen: Present’?
16
§1.5 Begripsafbakening Maatschappelijke organisatie: In dit onderzoek wordt vanwege de veelheid van maatschappelijke organisaties toegespitst op organisaties die zich in de samenleving actief inzetten voor het begeleiden, helpen en versterken van cliënten met verschillende beperkingen en/of problemen. Professionals: De professionals die zullen worden benaderd voor dit onderzoek zijn professionals die werkzaam zijn in de gehele breedte van het Social Work. Vrijwilliger: Onder vrijwilliger wordt in dit onderzoek uitgegaan van de officiële definitie: ‘Een vrijwilliger is diegene die in enig organisatorisch verband onverplicht en onbetaald werkzaamheden verricht ten behoeve van anderen en/of de samenleving waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend’ (Vrijwilligerssteunpunt Ommen, 2012). Dit onderzoek wil de definitie toespitsen tot ‘de vrijwilliger die eenmalig of langere tijd (wel tijdsgebonden) door de professionele hulpverlening wordt betrokken bij het welzijn van de cliënt. Om een bijdrage te leveren in het proces en de doelen van de cliënt’. Een groep vrijwilligers: Groepen die zich in groepsverband of in gezinsverband inzetten als vrijwilliger, bestaand uit twee personen of meer. Gezin als vrijwilliger: Ouder(s)/ verzorger(s) die zich met hun kinderen inzetten als vrijwilliger. Family volunteering: Volgens het Nederlands project ‘Gezinnen: Present’ is family volunteering de inzet van gezinnen als vrijwilligers. De gezinnen bieden zich aan als vrijwilligers en bieden gezamenlijk hulp of dienstverlening aan een persoon met een hulpvraag. Voor de respondenten van dit onderzoek is het relevant om respondenten te benaderen die bekend zijn met het project waarin gezinnen als vrijwilligers wordt ingezet. Internationaal: Met het begrip internationaal worden de landen (buiten Nederland) bedoeld die reeds kennis hebben opgedaan rondom family volunteering. Deze kennis heeft betrekking op het hebben uitgevoerd van projecten van family volunteering en op organisaties die onderzoek hebben gedaan naar family volunteering. De kennis kan gebruikt worden voor dit onderzoek om te bekijken hoe family volunteering internationaal wordt vormgegeven
17
§2.1 Methodische verantwoording onderzoeksmethoden In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden, namelijk kwalitatief onderzoek door middel van interviews, ter beantwoording van deelvraag 1 t/m 4, en kwalitatief onderzoek door middel van literatuuronderzoek, ter beantwoording van deelvraag 5. In §2.1.1 volgt de methodische verantwoording van de interviews en in §2.1.2 wordt de methodische verantwoording besproken na de afname van de interviews. In §2.1.3 zal de methodische verantwoording van de literatuurstudie worden besproken, met aansluitend de methodische verantwoording na de uitvoering van het literatuuronderzoek in §2.1.4. §2.1.1 Methodische verantwoording kwalitatief onderzoek - interviews Deelvraag 1 t/m 4 “De doelstelling van kwalitatief onderzoek is om stil te staan bij de overwegingen. Als in de centrale vraagstelling gevraagd wordt naar hoe personen een situatie beleven en naar achterliggende argumenten en motieven gevraagd wordt, dan kan met behulp van een kwalitatieve dataverzamelingsmethode een goed antwoord op deze vragen gevonden worden” (Verhoeven, 2007). In dit onderzoek is het van belang te achterhalen welke overwegingen professionals maken om vrijwilligers in het algemeen en gezinnen in het bijzonder in te zetten en hoe de professional de samenwerking met vrijwilligers en de vrijwilligersorganisaties ervaart. Tevens is er nog weinig bekend over de overwegingen en motieven van professionals voor de inzet van vrijwilligers. Hierdoor omvatten de centrale vraagstelling en de daaruit geformuleerde deelvragen aspecten waar bij de beantwoording kwalitatief onderzoek geschikt is. De deelvragen worden daarom beantwoord door middel van het afnemen van interviews. Door een interview te houden, is er tevens meer ruimte om onderwerpen aan bod te laten komen, waar geen rekening mee gehouden is in het opstellen van de interviewvragen. Methoden Dataverzamelingsmethode In dit onderzoek worden interviews bij professionals afgenomen. Er wordt gekozen voor een half gestructureerd interview: de onderwerpen, de belangrijkste vragen en ook de volgorde liggen grotendeels vast. Er zal een topiclijst worden samengesteld welke als leidraad voor het interview zal dienen. Het voordeel van het werken met een topiclijst is dat dit zowel structuur biedt, als ook ruimte voor de eigen inbreng van de professional. De volgorde van de lijst is bepaald door de deelvragen. Het gebruiken van een half gestructureerd interview biedt de mogelijkheid om af te wijken of om door te vragen waar dat nodig is. Het interview bestaat uit een introductie, de vragenlijst en de afsluiting. In de introductie volgt een uitleg van de werkwijze en wordt gevraagd om toestemming om het gesprek met een voicerecorder op te nemen. In de introductie wordt ook uitgelegd dat gegevens geanonimiseerd worden, hoe lang het gesprek duurt en wat er met de gegevens gedaan wordt. Er wordt geprobeerd een antwoord te vinden op de deelvragen door de topiclijst af te werken. In de afsluiting is ruimte voor opmerkingen en is er gelegenheid voor de geïnterviewde professional om nog ergens op terug komen. Verslaglegging De interviews zullen zoveel mogelijk direct na het interview worden uitgewerkt. Er zal een gestileerde weergave van het gesprek worden gegeven. Dat wil zeggen dat de onderzoeker de kern van het gesprek zal weergeven en alleen daar citaten opneemt waar dat relevant is voor de beantwoording van de deelvragen. De structuur die aangehouden zal worden, ziet er als volgt uit (RUG, 2012):
18
Tekstdelen
Functies
Inleiding
- onderwerp - naam interviewer - naam geïnterviewde, evt. functie en organisatie - datum van het interview - duur van het interview - plaats van het interview
Kern
Het verloop van het gesprek wordt weergegeven in de derde persoon enkelvoud. Als het relevant is, worden letterlijke uitspraken van de informant geciteerd.
Afsluiting
- karakterisering van het interview en de informant (sfeer, gedrag) - opmerkingen over betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van informatie - eventuele verdere afspraken
Bron: universiteit Groningen, RUG Populatie De populatie betreft professionals die werkzaam zijn bij maatschappelijke organisaties in drie plaatsen waar Stichting Present is vertegenwoordigd met het project ‘Gezinnen: Present’. Het gaat om professionals vanuit de hele breedte van het Social Work. “Het doel is dan ook niet om conclusies te generaliseren naar de populatie, maar om de resultaten binnen een organisatie te gebruiken” (Verhoeven, 2007). Steekproef professionals
Professionals in Nederland Plaatsen waar Stichting Present is vertegenwoordigd (46)
Plaatselijke stichtingen die werken met de nieuwe methode ‘Gezinnen: Present’ (7) Steekproef drie plaatsen; Almere, Ede & Zwolle
In overleg met de opdrachtgever is gekozen om drie verschillende steden te onderzoeken; Almere, Ede en Zwolle. Voor Almere is gekozen omdat dit een vrij jonge en nieuwe stad is. Zwolle is een
19
oudere stad dan Almere en kan het onderzoek daardoor wellicht aanvullen. Tevens is dit de stad waar Stichting Present is ontstaan. Zwolle heeft veel overeenkomst met Gouda en Amersfoort en daarnaast is Zwolle qua reistijd realistischer om te onderzoeken met in achtneming van de beschikbare tijd die er is voor het onderzoek. Ede kent een andere samenstelling dan Zwolle en Almere. Daarnaast zijn de dorpen rond Ede betrokken en worden deze daarom automatisch meegenomen in het onderzoek, waardoor ook kleinere plaatsen worden onderzocht. Hierdoor kan er een breder beeld worden gezet bij de conclusies. Om de respons onder de populatie zo hoog mogelijk te krijgen zal gebruik worden gemaakt van de contacten die Stichting Present heeft en daarnaast zullen maatschappelijke organisaties die geen samenwerking hebben met Stichting Present worden benaderd. Wijze van steekproeftrekking Het project ‘Gezinnen: Present’ neemt een belangrijke positie in binnen dit onderzoek, waardoor het kader van de steekproef hierdoor mede wordt vormgegeven. Er worden vijftien professionals geïnterviewd die betrokken zijn bij het project ‘Gezinnen: Present’. Hierdoor ontstaat er van ‘nature’ al een selectie binnen de steekproef. Daarnaast zal gebruik worden gemaakt van de databestanden van Stichting Present, wat ook vorm geeft aan de steekproef. Aangezien de tijd en mankracht ontbreekt, kan niet in heel Nederland en op iedere locatie geïnterviewd worden. Er is gekozen voor drie steden waar in totaal vijftien organisaties zullen worden benadert. Hiervoor wordt contact gelegd met de coördinatoren van Stichting Present in Ede, Almere en Zwolle. De coördinatoren zullen een aantal organisaties aanleveren waaruit geselecteerd kan worden gemaakt voor het onderzoek. Door het verstrekken van informatie over welke organisaties samenwerking hebben met Stichting Present, heeft Stichting Present een grote invloed op de steekproef, doordat de Stichting niet alle organisaties noemt, maar met name die waarmee vaak samen gewerkt wordt. De coördinatoren zullen een lijst sturen met organisaties waar een samenwerking mee is, de grootte van de lijst verschilt per stad. Uit die gegevens worden de respondenten gekozen. Dit wordt gedaan door de gegevens van Stichting Present Zwolle, Stichting Present Ede en Stichting Present Almere met elkaar te vergelijken en daaruit wordt geprobeerd zoveel als mogelijk overeenkomstige condities te creëren. Dus wanneer er in Zwolle een organisatie wordt benaderd waarbij de doelgroep verstandelijk beperkten zijn, zal geprobeerd worden in Ede en Almere ook een organisatie met deze doelgroep te benaderen. Dit om de kans te vergroten dat er eenduidige uitspraken naar Stichting Present kunnen worden gedaan ten aanzien van de resultaten. Soms is dit door beperkte keuze binnen de mogelijke respondenten moeilijk te realiseren. Dan zal er gekeken worden naar de mogelijkheden die er zijn en zal er een keuze worden gemaakt uit de respondenten die beschikbaar zijn. “Het is niet altijd mogelijk of nodig om aselecte steekproeven te trekken. Soms worden in een onderzoek interviews met deskundigen of betrokkenen bij een onderwerp georganiseerd. Zo’n groep is altijd select. Het doel is dan ook niet om conclusies te generaliseren naar de populatie, maar om de resultaten binnen een organisatie te gebruiken” (Verhoeven, 2007). Bovenstaand doel wordt beoogd met dit onderzoek. Er wordt een groep deskundigen benaderd waardoor er sprake is van een selecte steekproef, met het doel de resultaten te gebruiken binnen de organisatie. Gestratificeerde steekproef Voor dit onderzoek worden drie strata onderscheiden: 1. Organisaties die samenwerken met Stichting Present en deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’. 2. Organisaties die samenwerken met Stichting Present, maar geen deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’.
20
3. Organisaties die geen samenwerking hebben met Stichting Present. De databestanden van Stichting Present vormen een kader voor de steekproef van de eerste twee strata. Organisaties zullen worden geselecteerd op gemeenschappelijkheid tussen de drie steden, waarbij beoogd wordt zoveel mogelijk van dezelfde organisaties in deze twee strata te interviewen. Dit vergroot de representativiteit en vergroot de mogelijkheid tot eenduidige uitspraken te komen voor Stichting Present. Ook bij het derde stratum zal gebruik worden gemaakt van een selecte steekproef. Hierbij zullen zoveel mogelijk dezelfde organisaties in de drie steden worden aangeschreven met het verzoek tot deelname aan dit onderzoek. Met inachtneming van de beschikbare tijd voor het afnemen en verwerken van de interviews en de keuzemogelijkheden die er in de verschillende strata zijn (naar aanleiding van de verstrekte gegevens van Stichting Present), is ervoor gekozen vijftien interviews te houden waarvan vijf in Ede, vijf in Almere en vijf in Zwolle. Van deze vijf interviews zullen er twee gedaan worden bij organisaties die deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’, twee bij organisaties die samenwerking hebben met Stichting Present, maar geen deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’ en één bij een organisatie die geen samenwerking heeft met Stichting Present. Betrouwbaarheid Om de betrouwbaarheid en de kwaliteit zo hoog mogelijk te houden zullen de volgende punten in acht genomen worden: · Er wordt gebruik gemaakt van een proefinterview · De interviews worden opgenomen met een voicerecorder, waarbij de opnames bewaard worden · Interviews worden afgenomen door twee onderzoekers · Controle door begeleider en beoordelaar W. Malda · Contact met opdrachtgever Interne validiteit Om de interne validiteit te waarborgen zal het interview met een voicerecorder worden opgenomen, zodat het interview bij de uitwerking van de gegevens kan worden teruggeluisterd. Dit verhoogt de interne validiteit doordat de kans op subjectiviteit wordt beperkt. Er zal bij de inleiding van het interview toestemming gevraagd worden aan de professional. Wanneer de professional hier bezwaar tegen heeft, zal een van de onderzoekers met het interview meeschrijven. Externe validiteit Om te zorgen voor representativiteit, zullen zowel professionals die samenwerken met Stichting Present (en in het bijzonder het project ‘Gezinnen: Present’) als professionals die niet samenwerken met Present worden geïnterviewd om zo de externe validiteit te waarborgen. Hierbij wordt gelijkheid van de organisaties in de drie geselecteerde plaatsen nagestreefd, om de representativiteit te verhogen en de kans op het doen van eenduidige uitspraken aan Stichting Present te vergroten. Het is echter niet mogelijk met het gekozen aantal steden en interviews, de resultaten te generaliseren. Begripsvaliditeit Om ervoor te zorgen dat gemeten wordt wat wordt beoogd met dit onderzoek, is het van belang stil te staan bij de definiëring van verschillende begrippen. Zo zal bij de interviews bijvoorbeeld opgenomen worden wat de organisatie van de geïnterviewde professional verstaat onder het begrip ‘vrijwilliger’. Hiermee wordt gewaarborgd dat zowel de interviewer als de geïnterviewde, weten waarover er gesproken wordt. Dit verkleint de kans op verschil in interpretatie. Verder zullen binnen het team elkaars interviews gecontroleerd worden om zo de begripsvaliditeit te waarborgen.
21
§2.1.2 Methodische verantwoording na afname interviews Voor de methodische verantwoording wordt beschreven hoe de procedures rondom het verkrijgen van de data zijn verlopen. Hierdoor kan er nagegaan worden in hoeverre de beoogde betrouwbaarheid en validiteit die geformuleerd is in §2.1.1 is behaald. Hiervoor zal beschreven worden welke problemen er zijn ondervonden in het verkrijgen van de gegevens. Verder wordt er gekeken naar de respons en de representativiteit van de steekproef. Steekproef In overleg met de opdrachtgever is gekozen om drie verschillende steden te onderzoeken; Almere, Ede en Zwolle. Er is gebruik gemaakt van een selecte steekproef aan de hand van drie strata: 1. Organisaties die samenwerken met Stichting Present en deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’. 2. Organisaties die samenwerken met Stichting Present, maar geen deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’. 3. Organisaties die geen samenwerking hebben met Stichting Present. Vanuit de verschillende lokale Stichtingen Present werden per stad maximaal tien maatschappelijke organisaties aangereikt. Binnen deze tien mogelijkheden werden zowel organisaties genoemd die hebben deelgenomen aan het project ‘Gezinnen: Present’, als organisaties die niet hebben deelgenomen aan het project, maar wel hebben samengewerkt met Stichting Present. Binnen deze mogelijkheden is er gezocht naar zoveel mogelijk overeenstemming in de doelgroep. Er is gezocht naar gemeenschappelijke factoren van de doelgroepen waar de organisaties in de verschillende steden mee werken. Er is bijvoorbeeld contact gezocht met het Leger des Heils in alle drie de steden. Zoveel mogelijk op basis van de gemeenschappelijke factoren is in overleg met de coördinatoren gekozen voor een aantal maatschappelijke organisaties, waarna de coördinatoren contact hebben gelegd met deze organisatie en er een interview is gepland. Doordat Stichting Present het eerste contact legde was de respons hoog. De selectieve keuzes van de coördinatoren van Stichting present in het aanreiken van maatschappelijke organisaties, heeft invloed gehad op de betrouwbaarheid en validiteit. Immers de coördinatoren hebben hier ruimte gehad voor het invullen van de steekproef. Hierdoor is het niet duidelijk of andere organisaties beschikbaar konden zijn die andere informatie konden bieden. Met inachtneming van de beschikbare tijd voor het afnemen en verwerken van de interviews is gekozen om vijftien interviews te houden waarvan vijf in Ede, vijf in Almere en vijf in Zwolle. Van deze vijf interviews zijn twee interviews afgenomen in de eerste strata, twee interviews in de tweede strata en één in interview in de derde strata: Strata 1. Samenwerking met Present en deelname aan het project. 2. Samenwerking met Present maar geen deelname aan het project. 3. Geen samenwerking met Present.
Almere - Interakt contour - Kwintes
Ede - Vilente - ‘s Heerenloo
Zwolle - Dato - Het Zonnehuis
- MEE - Leger des Heils
- Leger des heils - Siza
- MEE - Leger des Heils
- Lieve goed zorg
- Eleos
- Eleos
De respondenten waren allemaal vrouwen: - Vier ambulant begeleiders - Vier coördinatoren van het team en/of locatie
22
-
Twee consulenten Eén mvv’er Twee groepsleiders Eén ambulant ondersteuner
Ervaringen rondom afname interviews In de praktijk zijn er veertien interviews gehouden, omdat het in Ede niet is gelukt contact te krijgen met een maatschappelijke organisatie die deelnam aan het project ‘Gezinnen: Present’. Hier zijn verschillende acties op ondernomen: via de mail, telefonisch en door het inspreken van de voicemail is meerdere malen geprobeerd contact te leggen. Dit leidde echter niet tot respons. De invloed hiervan op de resultaten van de interviews is naar verwachting gering. Dit omdat tijdens de interviews ervaren werd dat een verzadigingspunt bereikt werd. Dit zorgde ervoor dat niet veel nieuwe informatie verkregen werd bij de latere interviews. Verwachting hierbij is dat het uitgevallen interview niet zou hebben geleid tot informatie die nog niet verkregen was. Wat betreft de betrouwbaarheid is van te voren gekozen om het proefinterview niet te houden. Dit is gekozen in verband met een tekort aan tijd om een afspraak hiervoor te organiseren. Daarnaast bestond een duidelijke topiclijst en een duidelijk interviewschema waardoor voldoende onderwerpen tijdens de interviews aanbod konden komen. Voor de afname van het interview is gebruik gemaakt van een half gestructureerde vragenlijst. Dit maakte dat er tijdens de interviews een aantal onderwerpen vast aan bod kon komen. Daarnaast bood het ook ruimte voor de geïnterviewde of de onderzoekers om nieuwe onderwerpen te bespreken. Doordat er geen proefinterview gehouden is, kwamen de interviewers er in het eerste interview achter dat gezocht moest worden naar een balans in het aandeel van beide interviewers. Dit heeft gevolgen gehad voor de betrouwbaarheid van het eerste interview ten opzichte van de andere interviews. Wanneer er wel gebruik was gemaakt van het proefinterview, was de lijn in deze balans duidelijk geweest en was ook de betrouwbaarheid van het eerste interview gewaarborgd. Door middel van goede afstemming tussen de interviewers en het bespreken van de afgenomen interviews is de balans uiteindelijk verkregen. Er is een leerontwikkeling zichtbaar waarin steeds meer open vragen werden gesteld en de sturing van de interviewers tijdens het interview afnam. Dit heeft de betrouwbaarheid in de andere interviews uiteindelijk gewaarborgd. Aan alle respondenten is gevraagd of het interview mocht worden opgenomen voor de verslaglegging. Hierbij werd van alle respondenten toestemming verkregen. Het gehele verslag is gecontroleerd door begeleider en beoordelaar W. Malda en de opdrachtgever. Ook de toestemming en de controle hebben invloed op de betrouwbaarheid van de resultaten. Door de toestemming van de respondenten is tijdens de analyse de mogelijkheid ontstaan om het interview terug te luisteren, waardoor de kans op misinterpretaties werd verkleind. Door de extra controle zijn de resultaten aangescherpt. Wat van invloed was op de begripsvaliditeit is dat uitgebreid stil werd gestaan bij het begrip vrijwilliger. De reden hiervoor was om overeenstemming te bereiken over de definitie van het begrip vrijwilliger. Dit heeft er voor gezorgd dat de begripsvaliditeit is gewaarborgd, doordat expliciet is uitgesproken over welke definitie gesproken werd. Ervaringen rondom verslaglegging Binnen de uitwerking van de interviews is per interview een samenvatting gegeven met de probleemstelling als uitgangspunt. De interviews zijn gecodeerd op grond van vooraf gevormde labels/topics, die per deelvraag zijn weergegeven in een schematisch overzicht. Daarnaast was er ruimte voor open codering voor nieuwe informatie waar de interviewers nog niet mee bekend waren. Dit is weergegeven in het kopje ‘overige’.
23
Door de wijze van verslaglegging is de betrouwbaarheid gewaarborgd door een zorgvuldige blik te werpen op de analyse van de interviewresultaten. Eigen indruk Zichtbaar is een terugkerend verband tussen de behoeften van professionals in samenhang met de doelgroep en hun problematiek. Interessant was dat, doordat de respondenten verschillende taken hadden en sommigen meer op beleidsniveau betrokken waren, zij op een ander niveau kennis deelden. Dit werd ervaren als volledige aanvulling op de informatie die eerder was verkregen. Op deze manier kwam zowel het micro-, meso- en macroniveau aan bod. §2.1.3 Methodische verantwoording kwalitatief onderzoek - literatuuronderzoek Deelvraag 5 In dit onderzoek zal literatuuronderzoek worden gedaan om meer informatie te verkrijgen over hoe family volunteering in het buitenland wordt georganiseerd. Met de literatuurstudie wordt er antwoord gegeven op deelvraag 5: Hoe kunnen de internationale ervaringen rondom ‘family volunteering’ bijdragen aan het project ‘Gezinnen: Present’? Deelvraag 5 is onderverdeeld in 5 deelaspecten. Die luiden als volgt: 1) Wat wordt verstaan onder family volunteering? 2) Hoe is een project rondom family volunteering opgezet en uitgevoerd? 3) De werving van gezinnen om deel te nemen aan family volunteering 4) Wat is het effect van family volunteering? 5) Overige aspecten Door de literatuurstudie kan er informatie verzameld worden over hoe family volunteering in het buitenland wordt vormgegeven. De informatie die gevonden wordt vanuit literatuur kan een relevante bijdrage hebben aan dit onderzoek. Immers, door de ervaringen uit het buitenland kan ‘nieuwe’ informatie worden verkregen over hoe in Nederland een soortgelijk project opgebouwd kan worden. Stichting Present kan met de aanwezige internationale literatuur, de eigen projectorganisatie vergelijken en eventueel bijwerken met de nieuwe verworven informatie. De literatuurstudie wordt opgebouwd door het lezen van wetenschappelijke, semiwetenschappelijke en populaire literatuur. Verslaglegging Voor de verslaglegging van het literatuuronderzoek wordt gebruik gemaakt van het volgende schema (Starreveld, 2009): Titel Inleiding
Middendeel: aantal paragrafen afhankelijk van aantal deelthema’s
Conclusie
Mogelijke titel: benoemen vraag Deelvraag 5, met indien van toepassing: - Onderbouwen met theorie - Uitleg begrippen - Eerder onderzoek Relevantie Opbouw literatuuroverzicht Deelthema 1 - Deelvraag - Hoofdpunten onderzoek en resultaten - Paragraafconclusie 1 - Overgang … Onderbouwd antwoord op de vraagstelling
24
Literatuurlijst
Discussie/kritiekpunt Suggesties Compleet en op alfabetische volgorde
Dit schema wordt gebruikt doordat in de toepassing ervan verschillende elementen in de verslaglegging van de literatuurstudie terug komen. Deze verschillende elementen betreffen een duidelijke inleiding met begripsafbakening en relevantie. Daarnaast biedt het een duidelijk middenstuk met daarin uitleg van de geraadpleegde literatuur in combinatie met deelvraag 5. Door een duidelijke inleiding en middenstuk zal de conclusie logisch voortvloeien uit de beschreven informatie. Populatie De (theoretische) populatie van de literatuurstudie betreft; literatuur over family volunteering. Steekproef literatuurstudie
Literatuur family volunteering Literatuur Family volunteering in USA, Canada, Australia en Verenigd Koninkrijk
Wetenschappelijk literatuur Semi wetenschappelijk Populair literatuur
Literatuurlijst
Wijze van steekproeftrekking Er is sprake van selectie op basis van gezamenlijke kenmerken. De keuze voor deze landen is gemaakt omdat de landen zijn gelegen in meerdere continenten waardoor er een veelzijdig internationaal beeld gegeven kan worden. Volgens Lanier (2000) hebben de landen die gekozen zijn voor het literatuuronderzoek een cultuur die getypeerd kan worden als een cold-climate cultuur. De coldclimate culturen staan tegenover de hot-climate culturen. Kenmerkende verschillen van deze twee verschillende typen culturen zijn respectievelijk: individualistische cultuur versus collectiviteit, taakgericht versus relatiegericht, en privacy (eigen vrijheid als individu) versus ‘inclusion’ (een individu bestaat niet omdat deze wordt opgenomen in de groep). Aangezien Nederland volgens Lanier (2000) ook behoort tot een cold-climate cultuur, kunnen de cultuurkenmerken van Nederland (deels) overeen komen met de cultuurkenmerken van Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië. Door deze overeenkomst kan er enigszins informatie worden gegeven die in Nederland gebruikt kan worden voor het opzetten en voortzetten van een project waarin gezinnen als vrijwilligers worden ingezet. Desondanks is het beeld dat mogelijk ontstaat door het literatuuronderzoek, niet volledig te generaliseren naar het gehele buitenland. Er kan echter wel informatie verkregen worden hoe er onder andere in het buitenland met family volunteering gewerkt, wordt ten bate van het opzetten van het project ‘Gezinnen:
25
Present’ in Nederland. De literatuur richt zich op family volunteering. Hier vindt een selectie op vier landen plaats, waar family volunteering aangeboden wordt. Hierbij is er voor gekozen zowel literatuur te bestuderen, als vier projecten waarin al gebruik wordt gemaakt family volunteering weer te geven. Zo krijgt de literatuurstudie een tweeledig karakter: enerzijds wordt theoretische kennis weergegeven en wordt er vanuit een theoretische invalshoek naar family volunteering gekeken, anderzijds wordt er een praktisch voorbeeld gegeven door al bestaande projecten te beschrijven. Hierdoor wordt mogelijk verschillende informatie gegeven over hoe deze projecten worden vormgegeven. Er is gekozen voor vier projecten, omdat het beantwoorden van de deelvraag in de gegeven tijd, met de beschrijving van deze vier projecten realiseerbaar is. De vier projecten zijn: The Volunteer Family, Volunteer Calgary, Volunteer South-Dublin en Volunteer Australia. Binnen de landen USA, Canada, Verenigd Koninkrijk en Australië zal op zoek gegaan worden naar literatuur rondom het onderwerp family volunteering. De gezochte literatuur wordt gericht op de drie gradaties die te vinden zijn in literatuur; wetenschappelijk, semiwetenschappelijk en populaire literatuur. Er is gekozen voor deze landen, door de aard van de cultuur, zoals hierboven beschreven. Literatuurlijst Canada: Hegeland,A. & MCKechnie,A.J. (2002). Family volunteering:final report. Ottawa: Volunteer Canada Lindsay, L.(2006). Family Volunteering in Environmental Stewardship Initiatives. Toronto: Evergeen Imagine Canada Bowen,P. & MCKechnie,A.J.(2002). Family volunteering: a discussion paper. Ottawa: Volunteer Canada Volunteer Calgary. (2012). Binnengehaald op 22februari 2012 via: http://www.volunteercalgary.ab.ca/pdfs/Family%20Volunteering.pdf Volunteer Calgary.(2012). Binnengehaald op 22februari 2012 via: http://www.volunteercalgary.ab.ca/pdfs/Information%20for%20Organizations.pdf USA: Family Strengthening Policy Center (2006). Family Volunteering: Nurturing Families, Building Community. Washington DC: National Human Services Assembly. Kirsch,A.(2001). America's family volunteers. Washington: Independents sector Littlepage,L. (2003). Family Volunteering: An Exploratory Study of the Impact on Families. Indiana: Points of Light. Points of light. (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.pointsoflight.org/sites/default/files/Benefits_of_Family_Volunteering_Impact_Study_Ex e_Summary.pdf The volunteer family. (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.thevolunteerfamily.org/ Australië: Gill,Z. (2006).Family volunteering. Adelaide:Office for volunteers Volunteering Australia (2008). Volunteering: An opportunity for the whole family. Melbourne: Volunteering Australia
26
Volunteer Australia (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.volunteeringaustralia.org/files/QJ5NTCW730/GoVol_hints_for__involving_families.pdf Communnities (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.communities.qld.gov.au/resources/communityservices/volunteering/documents/factsheet-familyfororgs-web.pdf Communnities (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.communities.qld.gov.au/resources/communityservices/volunteering/documents/factsheet-family-web.pdf Verenigd Koninkrijk: Volunteer South Dublin (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.volunteersouthdublin.ie/PDF/Family.pdf Bloomington (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://bloomington.in.gov/media/media/application/pdf/1515.pdf Betrouwbaarheid Om de kwaliteit en betrouwbaarheid van het literatuuronderzoek te kunnen waarborgen, wordt er onderscheid gemaakt in literatuur. Er wordt gesproken van wetenschappelijke literatuur, semiwetenschappelijke literatuur en populaire literatuur. Door dit onderscheid wordt er scherp gekeken naar het materiaal dat verzameld is en kunnen de verschillende onderdelen elkaar aanvullen, waardoor een compleet beeld ontstaat van de literatuur die te vinden is over family volunteering. Omdat er internationale literatuur wordt bestudeerd, zal de literatuur veelal in het Engels geschreven zijn. Om er bij het bestuderen van de literatuur voor te zorgen dat er geen fouten worden gemaakt als gevolg van een taalbarrière, worden leden van het team ingezet die de Engelse taal goed beheersen. Tevens zal het literatuuronderzoek gecontroleerd worden door een teamgenoot. In de verslaglegging van het literatuuronderzoek zal steeds het geschreven stuk door de persoon die het heeft geschreven, maar ook door een teamgenoot, worden nagekeken op juistheid van opbouw en helderheid en juistheid van conclusies. Uiteindelijk zal het literatuuronderzoek worden gelezen en beoordeeld door de beoordelaar, W. Malda. Interne validiteit Met de interne validiteit wordt nagegaan of het lukt om de onderzoeksvraag te beantwoorden, of de conclusies zuiver zijn (Verhoeven, 2007). Om de interne validiteit te waarborgen zal er vanuit verschillende invalshoeken gekeken worden naar family volunteering. Deze invalshoeken bestaan uit verschillende landen waar family volunteering wordt ingezet. Tijdens de operationalisatie van het literatuuronderzoek kan het zijn dat blijkt dat de geraadpleegde literatuur niet goed aansluit op de deelvraag, of dat de gevonden literatuur elkaar tegenspreekt (Starreveld, 2009). Dit kan ertoe leiden dat er geen eenduidig antwoord kan worden gegeven op de deelvraag. Wanneer dit gebeurt, kan gekeken worden of er meer, beter aansluitende, literatuur gevonden kan worden. Externe validiteit Dit literatuuronderzoek wordt gehouden met als doel informatie te verkrijgen of en hoe op internationaal niveau family volunteering wordt ingezet en hoe dergelijke projecten worden georganiseerd. Om hier een breder beeld van te krijgen, is er voor gekozen het literatuuronderzoek toe te spitsen op een aantal landen waar gebruik wordt gemaakt van family volunteering. Het beeld dat mogelijk ontstaat door het literatuuronderzoek, is vermoedelijk niet te generaliseren naar het gehele buitenland. Er kan echter wel informatie verkregen worden hoe er onder andere in het
27
buitenland met family volunteering gewerkt wordt. Dit zou het doel van het literatuuronderzoek dienen, waardoor het niet noodzakelijk is dat de resultaten te generaliseren zijn. Begripsvaliditeit Om ervoor te zorgen dat gemeten wordt wat met het literatuuronderzoek beoogd wordt te meten, is het van belang de verschillende definiëringen van family volunteering goed in de gaten te houden. Wordt er onderzocht wat er in dit onderzoek is gedefinieerd? Het onderzoek dient zich toe te spitsen op gezinnen die als vrijwilliger worden ingezet. Naast het onderzoeken van de juiste definiëring in de individuele projecten, is het ook van belang om de verschillende projecten met elkaar te vergelijken en daarbij de vraag te stellen of het om dezelfde vorm van family volunteering gaat. Voor te stellen is dat er veel literatuur te vinden is, waardoor er een onduidelijkheid bestaat over welke informatie aansluit bij dit onderzoek. Wanneer dit gebeurt, zou in het team stil kunnen worden gestaan bij de onderzoeksvraag, wat wordt er onderzocht? Dit kan helpen te kiezen tussen de vele stromen informatie en daadwerkelijk die informatie te onderzoeken die voor dit onderzoek van toepassing is. Door de deelvraag onder te verdelen in deelthema’s met daarbij behorende vragen, wordt het nog beter mogelijk gemaakt te achterhalen wat onderzocht wordt en welke literatuur hierbij de benodigde informatie geeft. §2.1.4 Methodische verantwoording na uitvoering literatuuronderzoek Voor de methodische verantwoording wordt beschreven hoe de procedures rondom het verkrijgen van de data zijn verlopen. Hierdoor kan nagegaan worden in hoeverre de beoogde betrouwbaarheid en validiteit die geformuleerd is in §2.1.3 is behaald. Hiervoor zal beschreven worden welke problemen zijn ondervonden bij het verkrijgen van de gegevens. Verder wordt er gekeken naar de respons en de representativiteit van de steekproef. Ervaringen rondom afname literatuurstudie Voor de afname van de literatuurstudie zijn zeventien artikelen gelezen en samengevat. De literatuurstudie is uitgevoerd door twee onderzoekers die de Engelse taal goed beheersen. Hierdoor kunnen teksten op een zo zorgvuldig mogelijke wijze gelezen worden en samengevat. De samenvattingen dienden ter ondersteuning van de betrouwbaarheid van het literatuuronderzoek. Hierdoor konden de twee onderzoekers die de literatuurstudie hebben uitgevoerd elkaars literatuur lezen en beoordelen op relevantie. Voor het analyseren is gebruik gemaakt van tabellen die voorzien waren van vijf topics. Uit de literatuur is relevante informatie gehaald, vertaald en opgenomen in de tabel, waarbij de gemaakte samenvattingen dienden ter ondersteuning. Hierdoor zijn er in totaal zeventien tabellen waarin in één oogopslag te zien is welke informatie uit welk artikel afkomstig is en wat relevant is voor welk van de vijf genoemde topics. Ter ondersteuning van deze tabellen zijn vervolgens in een verslaglegging de resultaten beschreven. Tijdens de uitvoering van de literatuurstudie is gebleken dat een aantal artikelen brochures waren die informatie gaven aan organisaties en gezinnen om mee te doen met family volunteering. Dit is te verklaren door de keuze om ook populaire literatuur te gebruiken voor de literatuurstudie. De brochures bevatten relevante informatie over de voordelen van family volunteering. Echter, hierbij werden de nadelen niet belicht. Hierdoor ontstaat in deze artikelen een eenzijdig beeld. In andere artikelen is wel geschreven over de nadelen van family volunteering, waardoor een tegenpool werd geboden voor de genoemde voordelen. De artikelen waarbij de nadelen ook zijn belicht, waren de wetenschappelijke artikelen die ook voor dit onderzoek zijn geselecteerd. Daarnaast is het af en toe lastig gebleken om in het Nederlands de essentie weer te geven van een Engelse zin. Vooral korte Engelse zinnen konden lastig zijn om exact in het Nederlands te vertalen of omdat bepaalde woorden specifiek gebonden waren aan de Engelse taal. Om hier op een goede manier mee om te gaan is er voor gekozen om Engelse woorden te laten staan of de kernwoorden in de zinnen zo goed mogelijk te vertalen. Waar nodig is, is gebruik gemaakt van een externe controleur die bepaalde vertaalde zinnen uit het Engels kon controleren en desnoods aanpassen.
28
Wat betreft de representativiteit zijn er zeven wetenschappelijke artikelen gelezen met een goede methodische verantwoording. Deze methodische verantwoording bestond uit de weergave van hoe de gegevens zijn onderzocht, hoe een steekproef is getrokken of bood het artikel inzage in interviewvragen die gesteld zijn aan de respondenten. Door deze methodische verantwoording werd de betrouwbaarheid van de gelezen literatuur verhoogd. Dit komt immers door de transparantie van deze artikelen. Hierdoor kon de lezer nagaan hoe het onderzoek is verricht en op welke manier de informatie is verkregen. Twee artikelen die gelezen zijn bestond uit vakliteratuur en acht bestonden uit populaire literatuur. Dit betreft literatuur die geschreven is door organisaties (vaklieden/experts in family volunteering) om family volunteering te definiëren, te promoten en andere vrijwilligersorganisaties te informeren en te ondersteunen voor het doen van family volunteering. De zeventien artikelen (ondanks de verschillen in wetenschappelijke literatuur, vakliteratuur en populaire literatuur) die gelezen zijn kenden geen tegenstrijdigheden. In plaats van tegenstrijdigheden zijn er veel overeenkomsten gevonden en/of werden er nieuwe punten belicht die als aanvulling dienden op de vorige genoemde punten. Deze overeenkomsten verhogen de betrouwbaarheid en de validiteit van het onderzoek. Immers, doordat de informatie uit verschillende landen en van verschillende bronnen over het algemeen één lijn trokken, betekent dat er een kern is gevonden met dit literatuuronderzoek. Met ieder artikel dat voorgaande informatie herhaalde, werd de betrouwbaarheid van die artikelen weer bevestigd. Een kanttekening hierbij is wel dat de verschillende landen ook elkaars informatie hebben gebruikt voor de eigen artikelen. Ook werden in de artikelen situaties genoemd die herkenbaar waren voor de Nederlandse samenleving. Bijvoorbeeld, in sommige artikelen werd geschreven over het effect van vergrijzing op het vrijwilligerswerk. Ook Nederland is bekend met deze trend waardoor de beschreven situatie herkenbaar was voor de Nederlandse situatie. Een gebleken nadeel is geweest dat een aantal artikelen gedateerd bleken of dat de schrijvers niet te achterhalen waren. Dat de schrijvers niet te achterhalen waren, kon verklaard worden door de verschillende typen literatuur die gekozen zijn. De schrijvers die namelijk niet te achterhalen waren, bleken de populaire literatuur geschreven te hebben. Deze artikelen zijn geschreven vanuit een organisatie en niet vanuit een persoon. Van de zeven wetenschappelijke artikelen zijn de schrijvers wel bekend, deze artikelen zijn door een persoon (of aantal personen ) geschreven. Soms zijn de wetenschappelijke artikelen ook door een persoon geschreven namens een organisatie. Eén wetenschappelijk artikel komt uit 2001. Dit maakt dat voornamelijk de cijfers die het onderzoek bood niet volledig betrouwbaar geacht kunnen worden. Dit kan verklaard worden doordat anno 2012 een totaal ander situatie kan bestaan. Hierdoor kunnen de cijfers door de jaren heen van elkaar afwijken. Daarentegen biedt juist dit artikel inzage over hoe family volunteering tien jaar geleden er uit heeft gezien en is dus op die manier wel een goede informatiebron. Om die reden is dit artikel niet uit de literatuurstudie gehaald. Al met al is uit de ervaringen rondom het uitvoeren en het analyseren van de literatuurstudie voldoende informatie gevonden die betrouwbaar wordt geacht voor het beantwoorden van deelvraag vijf. Door de gevonden informatie en de gekozen analysemethode is er gemeten wat beoogd was om te meten.
29
§3.1 Resultaten interviews §3.1.1 Inleiding Door middel van veertien interviews zijn er gegevens verzameld over de beleving van professionals en de achterliggende motieven bij de inzet van vrijwilligers. Daarnaast zijn er ook gegevens verzameld over factoren (helpend of belemmerend) die een rol spelen in de afweging die professionals maken en zijn er gegevens verzameld over ervaringen die professionals hebben in de samenwerking met vrijwilligers en de daaraan verbonden vrijwilligersorganisatie. Met als doel een antwoord te vinden op de hoofdvraag van dit onderzoek: ‘Op welke manier kan Stichting Present aansluiten bij de afwegingen en de werkwijze van professionals bij het inzetten van vrijwilligers in het algemeen en gezinnen in het bijzonder en welke aspecten kunnen hierbij worden meegenomen op basis van internationale ervaringen met family volunteering?’ De resultaten zullen per deelvraag en soms met sub-topics weergeven worden. §3.1.2 Deelvraag 1 Hoe wordt door professionals de samenwerking met vrijwilligers en de vrijwilligersorganisaties ervaren? Ervaringen vanuit professionals in de samenwerking met vrijwilligers Binnen het onderzoek zijn er drie typen maatschappelijke organisaties te zien: - Maatschappelijke organisatie die geen samenwerking kennen met een vrijwillige organisatie - Maatschappelijke organisatie die samenwerken met Stichting Present en/of een andere vrijwilligersorganisatie - Organisaties die een eigen vrijwilligersbeleid hebben Kenmerkend voor de afgenomen interviews is dat alle organisaties het werken met vrijwilligers als prettig ervaren. Een enkele organisatie heeft één negatieve ervaring met een vrijwilliger maar over het algemeen was de ervaring positief. Daarnaast waren er overeenkomsten in de verlangens met het samenwerken met vrijwilligers. Opvallend is dat tien van de veertien organisaties aangeven dat de organisaties het belangrijk vinden dat er helderheid is over de afspraken en de verwachtingen. Daarnaast zijn er acht organisaties die aangeven dat het nakomen van afspraken belangrijk is en zeven organisaties geven aan dat wederzijdse goede communicatie van belang is. Zes organisaties hebben aangegeven dat een goede voorbereiding aanwezig moet zijn en vier organisaties vinden een evaluatie belangrijk. Ook zijn er vier organisaties die de beschikbaarheid van de vrijwilliger belangrijk vinden in de samenwerking. ‘Je zegt ik kom, dan moeten we ook op je kunnen rekenen’. Er zijn drie organisaties die het belangrijk vinden dat de oplevering van de klus van goede kwaliteit is. De volgende elementen komen allen twee keer voor in de interviews: Vrijwillige maar geen vrijblijvende inzet Bij onverwachte situaties geïnformeerd worden Vrijwilligers moeten kennis hebben van ziektebeelden Stressbestendig en flexibel zijn Liefst ervaring hebben Aandacht en kennis vooral op sociaal gebied Vrijwilliger mag initiatief nemen maar in overleg met de professional Er moet een match zijn tussen de doelgroep en de vrijwilliger
30
Daarnaast worden ook enkele elementen één keer genoemd. Zo wordt genoemd dat belangrijk is om een gezonde afstand te bewaren tot de cliënt en rekening te houden met privacy en geheimhouding. Ook noemen respondenten het belang van een aanwezige contactpersoon op de klusvloer en het geven van duidelijke instructies over taken en afronding bij bepaalde problematiek van de cliënt. Binnen de inventarisatie in de samenwerking tussen de professional en de vrijwilliger, neemt de omgang met de doelgroep een centrale plek in. Kernwoorden die naar voren komen zijn: Affiniteit met de doelgroep en voor hen openstaan De verbinding aangaan Respectvol en waardevol benaderen (met name voor het culturele aspect). Jezelf blijven: ‘Dat mensen, mensen ontmoeten’. Warm en betrokken zijn, interesse hebben in de doelgroep en organisatie Beleefd zijn Gedreven zijn Betrouwbaar zijn Ervaringen vanuit professionals in de samenwerking met vrijwilligersorganisatie De samenwerking met Stichting Present wordt door de twaalf samenwerkende maatschappelijke organisaties als positief ervaren. Opvallend is dat een goede bereikbaarheid en elkaar weten te vinden bovenaan staat in de genoemde elementen. Maar liefst zeven van de twaalf organisaties vinden dit belangrijk. Ook noemen zes organisaties dat goed overleg en voorbesprekingen van belang zijn in de samenwerking met Stichting Present. Vijf organisaties gaven aan dat er rekening gehouden moet worden met de wensen van de cliënt en dat Stichting Present zich ervan bewust moet zijn wat de belangen van de cliënt zijn. De respondenten geven aan dat Stichting Present dit goed doet. ‘Dat je, als de vrijwilliger niet bij de cliënt past, hierover in gesprek kan gaan en dat wordt gekeken naar een andere oplossing’ Daarnaast waren er vier organisaties die aangaven dat Stichting Present veel voorwerk en een screening doet zodat er een goede match ontstaat tussen de vrijwilliger en de cliënt. Drie keer is genoemd dat er regelmatig contact is met de contactpersoon van Present en dat er korte lijntjes zijn tussen de organisatie en Stichting Present. Verder is het belangrijk dat er helderheid is over de verwachtingen en de bekendheid van tijd en datum. ‘Meer tijd geeft meer ruimte tot een goede organisatie en afstemming op de werkvloer. Dit komt zowel de cliënt als de medewerker ten goede’. In de interviews kwam twee keer naar voren dat er een evaluatiemoment plaatsvindt met Stichting Present en dat er bij botsende instellingsvisies geprobeerd wordt tot overeenstemming te komen. De werkwijze wordt op maat gemaakt voor de organisatie en verbeterpunten worden opgepakt. Eén keer is benoemd dat afspraken worden nagekomen en dat er wordt meegedacht. Maatschappelijke organisaties die geen samenwerking hebben met Present hechten in samenwerking met vrijwilligersorganisaties waarde aan: 1. Interesse in de organisatie 2. Screening van de motivatie van de vrijwilligers 3. Kennismaking en bespreking kan plaatsvinden op de eigen werkvloer 4. Regelmatige communicatie
31
5. Goede communicatie tussen vrijwilliger en vrijwilligersorganisatie. ‘Dat ze van elkaar weten wat ze aan het doen zijn’. 6. Helderheid over verwachtingen Binnen één maatschappelijke organisatie bestond ook de behoefte aan onderling contact met maatschappelijke organisaties voor inventarisering van knelpunten, nieuwe ontwikkelingen binnen de maatschappij en binnen Present. Om samen te kijken waar mogelijkheden zijn om samen als maatschappelijke organisaties en Present te anticiperen op (toekomstige) maatschappelijke veranderingen. Daarnaast spraken de organisaties over één andere vrijwilligersorganisatie, namelijk de vrijwilligerscentrale. De ervaringen met de vrijwilligerscentrale zijn goed, ook de communicatie wordt als goed ervaren. De organisaties kijken naar welke vrijwilligersorganisatie hen kan helpen bij de vraag van de cliënt. Van daaruit kiezen de organisaties voor een vrijwilligersorganisatie. Daarnaast is door één organisatie benoemd dat er een keer is gezocht naar een andere vrijwilligersorganisatie die op korte termijn vrijwilligers kon aanbieden. Voor het aanmelden van de cliënt moest betaald worden bij deze vrijwilligersorganisatie, wat ervoor zorgde dat er geen samenwerking mogelijk was omdat de cliënten financieel krap zitten. Wat opvallend is in de samenwerking met vrijwilligers is dat dit door de respondenten als positief ervaren wordt. Slechts een enkeling heeft een negatieve ervaring in de samenwerking met vrijwilligers. Daarnaast komt hierin naar voren dat duidelijkheid over de belangen en verwachtingen van zowel cliënt als vrijwilliger helder moeten zijn, dit gaven tien van de veertien respondenten aan. Acht organisaties vinden het nakomen van de afspraken belangrijk in de samenwerking. Daarbij is een goede communicatie en een goede voorbereiding belangrijk. In de samenwerking met vrijwilligersorganisaties is het opvallend dat de twaalf organisaties die met Stichting Present samenwerken positief zijn over deze samenwerking. Goede bereikbaarheid en elkaar weten te vinden zijn hierin de belangrijkste elementen.
Welke overwegingen maken professionals om vrijwilligers al dan niet in te zetten? Er worden bij de organisaties diverse overwegingen gemaakt tot de inzet van vrijwilligers. De overweging die bij de geïnterviewde organisaties het meest voorkwam (vier keer) was of de vrijwilliger een aanvulling is op wat de organisatie zelf niet kan bieden, waardoor de inzet van de vrijwilliger en extra hulpdienst is. Zo kan er worden aangesloten op de vraag van de cliënt. Daarnaast komt drie keer terug dat het inzetten van vrijwilligers ingrijpend is voor de cliënt. Hierdoor wordt er overwogen of de cliënt de inzet van de vrijwilliger aankan en de regie niet kwijtraakt. “Je vraagt je altijd af: moet het door een professional gebeuren of kan het door een vrijwilliger gebeuren?” Er is ook een aantal overwegingen twee keer genoemd. Er wordt door de respondenten overwogen of de inzet van een vrijwilliger het zelfstandig functioneren van de cliënt stimuleert, omdat men niet direct de professional wil inzetten. Hierbij wordt ook overwogen of de vraag passend en reëel is en bijdraagt aan het doorbreken van patronen. De inzet van een vrijwilliger vergt veel voorbereiding, dus wordt ook overwogen hoe de start gemaakt wordt en hoe daarna verder wordt gegaan. Hierbij is ook van belang wat de kennis van de vrijwilliger is van de doelgroep om het ontstaan van problemen te verminderen.
32
Overwegingen die vanuit de verschillende maatschappelijke organisatie eenmalig naar voren komen zijn: 1. Aan-/afwezigheid van financiële mogelijkheden van de cliënt 2. Bij eenmalige initiatieven: afweging tussen inspanning en resultaat 3. Inzet wanneer eigen netwerk (te) klein is 4. Eerst kijken naar eigen kracht en het eigen netwerk. 5. Staat de vraag van de cliënt centraal? 6. Zwaarte problematiek De meest voorkomende overweging is dat vrijwilligerswerk wordt gebruikt als aanvulling op de professional. De vrijwilliger is er voor taken waar de professional niet aan toe komt. Ook kan het inzetten van vrijwilligers aangrijpend zijn voor de cliënten, en om die reden geven de respondenten aan dat er goed gekeken moet worden naar wat de cliënt wel of niet aankan. Aan de hand hiervan kan besloten worden of vrijwilligers worden ingezet. §3.1.4 Deelvraag 3 Welke overwegingen maken de professionals tussen de verschillende vormen van vrijwillige inzet? Er worden verschillende overwegingen gemaakt bij het inzetten van vrijwilligers in verschillende vormen van vrijwillige inzet. Overwegingen die naar voren komen bij het inzetten van een individu is de grip van de cliënt op de situatie en de specifieke wens van de cliënt. Overwegingen die naar voren komen bij het inzetten van een groep als vrijwilliger; kan de cliënt de groepsgrootte aan of is die te spannend en te overweldigend? Daarnaast geven de respondenten ook aan dat de inzet van groepen, met name groepen jongeren, de mogelijkheid kan bieden om een brug te slaan tussen jong en oud en een kennismaking met de doelgroep en de maatschappij. Ook dit gegeven nemen de respondenten mee in hun overwegingen voor de inzet van een groep vrijwilligers. Overwegingen die gemaakt worden voor de inzet van een gezin als vrijwilligers: - De toegevoegde waarde van de diversiteit van een gezin - Overdracht van normen en waarden - Doelgroep en geschiktheid daarvan voor de inzet van een gezin - Meerwaarde van omgang met elkaar en het samen optrekken Overwegingen die vanuit de verschillende maatschappelijke organisatie naar voren komen zijn: “Laagdrempelige manier waarbij de overheid kan zeggen dat het een goedkopere vorm is dan professionele hulpverlening. Ik denk dat de inzet van gezinnen ook kan, mits je goede randvoorwaarden schept.” 1. De leeftijd in combinatie met problematiek van de bewoners en de aanwezigheid van een beroepskracht. 2. Eigen regie en empowerment van de cliënt 3. De hulpvraag en soort activiteit 4. Inschatting van hoeveel mensen er nodig zijn; balans tussen de klus, het aantal klussers en regie van de cliënt 5. Keuze wordt gemaakt op grond van advies van de Presentcoördinator, en kan daarmee afhankelijk zijn van het aanbod van Present Het effect van vrijwilligerswerk Het effect van de inzet van vrijwilligers is op te delen in het effect op de cliënt, het effect op de professionals en het effect op de vrijwilliger.
33
Het effect op de cliënt is: - Het beleven van positieve dingen uit de samenleving - Bij afwezigheid van financiële mogelijkheden is het toch mogelijk om de cliënt te helpen - Het geeft rust aan de cliënt en cliënten kunnen genieten van vrijwilligers - Cliënten zijn zelf ook vrijwilligers - Cliënten leren contacten op te bouwen en een netwerk te onderhouden bij structureel vrijwilligerswerk - Het geeft nieuwe structuur aan de cliënt en kan een nieuwe start betekenen - Er ontstaat begrip voor de doelgroep vanuit de samenleving In deze effecten kwam naar voren dat het vooral belangrijk is dat de klus voor de cliënt rust brengt en dat er structuur wordt geboden en ze een nieuwe start kunnen maken. Deze effecten werden het vaakst genoemd. Daarnaast zijn er effecten voor de professionals. De belangrijkste effecten zijn: - Medewerkers worden over hun werkwijze en handelen aan het denken gezet - Er komt tijd en ruimte vrij voor de professional om andere dingen te doen - Kennisoverdracht tussen vrijwilliger en professional Het effect dat het meest werd genoemd door de organisaties was dat er ruimte en tijd vrij komt om andere dingen te doen. Naast de effecten op de cliënten en de professionals, zijn er de effecten op de vrijwilliger. Door het doen van vrijwilligerswerk ontstaat er een bijstelling van het beeld van de doelgroep waarmee de vrijwilliger heeft gewerkt. De vrijwilliger de doelgroep beter leert kennen en daardoor ontstaat er meer begrip voor de doelgroep. Moment Naast de overwegingen en effecten wordt er ook een keuze gemaakt in het moment van inzet. De overwegingen in hiërarchische volgorde: 1. De vraag van de cliënt is leidend 2. De cliënt kan het aan om vrijwilligers in huis te laten 3. De cliënt dreigt achteruit te gaan in zijn ontwikkeling 4. Er is ondersteuning nodig, en deze kan geboden worden door de inzet van vrijwilligers. 5. De professional signaleert dat het goed kan zijn voor de cliënt om een vrijwilliger in te schakelen 6. De cliënt komt tot de conclusie dat hij het zelf niet kan 7. Er komt een aanbod vanuit Stichting Present 8. Beschikbaarheid van de vrijwilliger 9. Om te komen tot nieuwe probleemoplossing Er zijn verschillende overwegingen die gemaakt worden bij de inzet van vrijwilligers. Daarin zijn er verschillen te zien in de overwegingen tussen de verschillende vormen van de inzet van vrijwilligers. Belangrijk bij het inzetten is dat de cliënt het aankan en het aanbod past bij de cliënt. Het effect zal dan naar verwachting positief zijn en kan hierdoor een nieuwe start zijn voor de cliënt. Daarnaast is er een effect op de professional, het belangrijkste effect is dat er tijd voor de professional is om andere taken te doen. Het effect voor de vrijwilligers is onder andere dat ze bekend raken met de doelgroep. Tot slot wordt er gekeken naar het moment van inzet, hierin is het belangrijk dat er gekeken wordt naar de vraag van de cliënt en wat de cliënt aankan. §3.1.5 Deelvraag 4 Zijn de professionals bekend met Stichting Present en zijn zij op de hoogte van het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’?
34
De organisaties die samen hebben gewerkt in Zwolle met het project ‘Gezinnen: Present’ zijn: - Het Zonnehuis Verpleeghuis - Dato Vluchtelingenwerk De ervaringen die zij hebben opgedaan zijn als volgt weer te geven: Het Zonnehuis Een gezin is een middag aanwezig geweest bij een activiteit met de ouderen van het verpleeghuis. Dit is als positief ervaren. De ouderen genoten van de kinderen en het was een gezellige middag. De samenwerking is ontstaat door het management van het Zonnehuis. Het management heeft contact gehad met Stichting Present. Dato Een Nederlands gezin is een dagje weggeweest met een gezin vanuit Dato. Ze zijn met twee auto’s naar het bos geweest en zijn wezen picknicken. De kinderen konden met elkaar spelen en de volwassenen konden genieten van hun kinderen en samen praten. Dit is als positief ervaren. Stichting Present heeft het initiatief genomen in de samenwerking richting Dato en heeft een aanbod gedaan. De organisaties die samen hebben gewerkt in Almere met het project ‘Gezinnen: Present’ zijn: - Kwintes - Interakt Contour De ervaringen die Kwintes en Interakt Contour hebben opgedaan zijn als volgt weer te geven: Kwintes Via een integraal netwerkoverleg is Kwintes in aanraking gekomen met Stichting Present. Door de contactpersoon van Almere is Kwintes in contact gekomen met het project ‘Gezinnen: Present’. In feite was er geen keus want dit was het aanbod. Interakt Contour Interakt Contour heeft het project als positief ervaren. Via anderen is Interakt Contour in aanraking gekomen met Stichting Present. Met het gevolg dat de professional op de site ging kijken en contact heeft gelegd. De vraag vanuit Interakt Contour kon beantwoord worden met een gezin als vrijwilliger. Dit bood zich aan en dat is goed ervaren. De professional is op de hoogte gehouden. De organisatie die samen heeft gewerkt in Ede met het project ‘Gezinnen: Present’ is: - Vilente Vilente is in contact gekomen met Stichting Present door een netwerkbijeenkomst van de vrijwilligerscentrale. De overweging tot samenwerking is geweest om vrijwilligers binnen te halen ter opbouw van het welzijnswerk in Ede, waarvan de doelen niet meer behaald kunnen worden zonder vrijwilligers. Dat hangt samen met de afname van de financiering van de ouderenzorg. Vilente heeft ook deelgenomen aan het project ‘Gezinnen: Present’. Hierin was het nog lastig om bewoners te motiveren. Naast de organisaties die hebben samengewerkt met het project ‘Gezinnen: Present’ zijn er zes organisaties geïnterviewd die wel hebben samengewerkt met Stichting Present maar niet met het nieuwe project. In Zwolle zijn dit: - Leger des Heils de Herberg - MEE De Herberg is in aanraking gekomen met Stichting Present doordat Present een aanbod deed. Zij zijn nog niet bekend met het nieuwe project. De Herberg geeft aan niet te kunnen samenwerken met gezinnen met jongere kinderen in verband met de problematiek van de cliënten.
35
MEE heeft kennis gemaakt met Stichting Present via een presentatie die de oprichter gaf. MEE was direct enthousiast. Over het nieuwe project heeft MEE wel gelezen maar ze geven aan nog niet genoeg geïnformeerd te zijn. Ze opperden hierbij dat dit zou kunnen in een bijeenkomst waar meer over het project ‘Gezinnen: Present’ wordt verteld. In Almere zijn dit: - Leger des Heils - MEE Het Leger des Heils is in aanraking gekomen met Stichting Present door middel van de contactpersoon die bekend was bij het Leger des Heils. De professional heeft het geïntroduceerd bij haar collega’s. Vrijwilligersorganisaties waren wel bekend bij het Leger des Heils maar die waren bekend om de lange wachtlijsten. Bij Stichting Present was de werkwijze bekend en was er helderheid over de vrijwilligersactiviteit. MEE is bekend geworden met Stichting Present door een integraal netwerkoverleg, het persoonlijke contact daar maakte de stap om contact op te nemen een stuk kleiner en makkelijker. Via de uitnodiging voor het symposium werd kennis vernomen van het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’. Maar inhoudelijk is er nog niet veel bekend bij de MEE. Mochten gezinnen inzetbaar zijn dan ligt de behoefte in de doelgroep bij langdurige inzet. In Ede zijn dit: - Leger des Heils ambulante begeleiding - Siza gezinsbegeleiding Het Leger des Heils kent niet veel vrijwilligersorganisaties dus er is weinig keus en dus, geeft de organisatie aan, is Stichting Present de beste optie. Er is wel een andere organisatie maar daarvoor moet betaald worden bij aanmelding. Stichting Present heeft veel reclame gemaakt en zo is het Leger des Heils in aanraking gekomen met Stichting Present. Over het nieuwe project moest worden nagedacht of dit wel bij de doelgroep zou passen. Siza is door middel van reclame terecht gekomen bij Stichting Present. Voor Siza is het dichtbij en de bereikbaarheid is goed. Het feit dat Stichting Present christelijk is maakt dat de partijen elkaar begrijpen. Siza heeft wel informatie gekregen over het nieuwe project maar heeft zich er nog niet in verdiept. Naast deze elf organisaties zijn er drie organisaties geïnterviewd die geen samenwerking hebben met Stichting Present. In Zwolle is dit: - Eleos Eleos is enthousiast over de verhalen over Stichting Present en nieuwsgierig naar een mogelijke samenwerking. Eleos gaat daarom contact leggen met Stichting Present. In Almere is dit: - Lieve Goed Zorg De professional is op de hoogte van vrijwilligersorganisaties in Almere. Mogelijk dat de hoofdorganisatie wel bekend is met Stichting Present. Binnen deze organisaties werkt het zo dat dingen op de werkvloer worden bedacht en gestart en bij het management wordt geïnformeerd of er mogelijkheden zijn om een samenwerking aan te gaan met een nieuwe organisatie. In Ede is dit: - Eleos Eleos heeft gehoord van Stichting Present maar weet er weinig over. In Ede moet Eleos nog kijken naar de mogelijkheden. Daarvoor zou een informatiemarkt een goed idee zijn van vrijwilligersorganisaties voor maatschappelijke organisaties.
36
De ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan door de organisaties die samenwerken met het project ‘Gezinnen: Present’ zijn positief. De samenwerking tussen Stichting Present en de organisaties verliep goed en de professionals waren enthousiast over zowel Stichting Present als het project ‘Gezinnen: Present’. De ervaringen die de organisaties, die wel samenwerken met Stichting Present maar niet met het project ‘Gezinnen: Present’, hebben opgedaan zijn ook positief. Wellicht willen zij meedoen aan het project, mits ze er meer informatie over krijgen en zich erin verdiepen. Ze sluiten niet uit dat er samenwerking met dit project kan plaatsvinden. Hierop zijn wel uitzonderingen. Professionals gaven aan dat er geen gezin ingezet kan worden bij cliënten met psychiatrische klachten. De organisaties die geen samenwerking hebben met Stichting Present zijn enthousiast over de verhalen van Stichting Present en over het beeld dat er nu is over de manier van werken van Stichting Present, voor zover bekend bij de professional. Een samenwerking met Stichting Present zit er wel degelijk in maar dan moet er eerst meer informatie verkregen worden. Daarnaast gaven de professionals aan dat zij zich eerst willen verdiepen in Stichting Present voordat er een samenwerking kan plaats vinden.
37
§3.2 Resultaten literatuurstudie §3.2.1 Inleiding Voor dit onderzoek is een literatuuronderzoek verricht met literatuur uit de volgende landen: Canada, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en Australië. In totaal zijn er zeventien artikelen bestudeerd met een totale omvang van 283 pagina's. De literatuur is in eerste instantie gezocht door van te voren vier landen te selecteren waar literatuur gezocht zou worden, op basis van gezamenlijke cultuuraspecten met Nederland, zoals beschreven in §2.1.3. Vervolgens is er middels Google Search een aantal artikelen gevonden die relevant zijn voor dit onderzoek. Omdat family volunteering ook in het buitenland een nieuw onderwerp is, is er vervolgens via een sneeuwbalmethode gezocht naar literatuur. Deze sneeuwbalmethode hield in dat er gekeken werd naar de literatuurverwijzingen die in een artikel stonden. Hierdoor ontstonden nieuwe aanknopingspunten om verder te zoeken (Verhoeven, 2007). Het doel van de literatuurstudie betrof het verkrijgen van informatie over hoe family volunteering in het buitenland wordt georganiseerd. Met de literatuurstudie wordt antwoord gegeven op deelvraag 5 en wordt de mogelijkheid geboden om ervaringen uit het buitenland te gebruiken om na te denken hoe in Nederland een soortgelijk project opgebouwd kan worden. Stichting Present kan zo met de aanwezige internationale literatuur, de eigen projectorganisatie vergelijken en eventueel bijwerken met de nieuw verworven informatie. Deelvraag 5 is onderverdeeld in vijf topics: Topic 1: Wat wordt verstaan onder family volunteering? Topic 2: Hoe is een project rondom family volunteering opgezet en uitgevoerd? Topic 3: De werving van gezinnen om deel te nemen aan family volunteering Topic 4: Wat is het effect van family volunteering? Topic 5: Overige aspecten De resultaten van deze topics zullen in §3.2.2 t/m §3.2.6 uitvoerig worden beschreven. Aan het eind van iedere topic zal een korte samenvatting worden gegeven. §3.2.2 Topic 1: Wat wordt er verstaan onder family volunteering? In de literatuur zijn verschillende soorten definities gevonden. Enerzijds zijn er organisaties die een definitie hebben enkel voor 'gezinnen'. Anderzijds zijn er organisaties die voor 'family volunteering' een definitie hebben geformuleerd. In één artikel is geen definitie weergegeven van family volunteering en een aantal artikelen gaf meerdere definities. Belangrijk voor de analyse van dit topic was de vertaling van het woord ‘family’. In het Engels wordt dit woord namelijk zowel voor ‘gezin’ als voor ‘familie’ gebruikt. Bij het weergeven van de resultaten is er voor gekozen ‘family’ te vertalen naar ‘gezin’. Bij het weergeven van de definities is te zien dat in de besproken literatuur met ‘family’ een grote groep mensen worden bedoeld. Een belangrijke notie voor de toepassing op de Nederlandse situatie, is dat vastgesteld moet worden vanuit welke defintie van gezin er gewerkt wordt. Daarom is gekozen voor het vertalen met het woord ‘gezin’.
38
Definities van family volunteering: Een aantal organisaties hanteren de volgende definitie van 'family volunteering': vrijwilligerswerk waarbij a) een groep mensen meedoen en b) volwassenen en kinderen samen vrijwilligerswerk verrichten (beide criteria moeten aanwezig zijn). Een gezin zet zich als geheel in (bestaande uit twee of meer generaties) door het bieden van dienstverlening aan de maatschappij. Een gezinseenheid kan bestaan uit één ouder met een kind of als een grote uitgebreide eenheid. Gezinsleden die gezamenlijk vrijwilligerswerk gaan doen in activiteiten die bijdragen aan de samenleving. Er kan sprake zijn van generatieverschil en generatieovereenkomst. Gezinsleden die op vrijwillige basis gezamenlijk verschillende projecten of activiteiten verrichten worden gedefinieerd in het vrijwilligersmanagement als family volunteering (wordt twee keer genoemd in literatuur). Family volunteering geeft ouders, kinderen en andere gezinsleden de kans om tijd met elkaar door te brengen terwijl ze een bijdrage leven aan de samenleving en zaken waar ze zich betrokken bij voelen.
Veelgebruikte definitie van gezinnen (6x): “Elk groep van twee of meer mensen die zichzelf beschouwen als een gezin. Dit kan inhouden: echtparen, ouders, kinderen, broers, neven en nichten, ooms en tantes, leden van een gezamenlijk huishouden en andere mensen die zichzelf zien/beschouwen als een gezin.” Deze definitie van gezin wordt in de literatuur zes keer genoemd. Verder wijst een Australisch artikel organisaties bij deze definitie op de variëteit van gezinnen en moedigt organisaties aan rekening te houden met wat deze variëteit met zich mee kan brengen ten opzichte van individuele vrijwilligers. Een andere definitie genoemd in de literatuur (2x): “Vrijwilligers die vrijwilligerswerk verrichten met leden uit het eigen huishouden: een huishouden met minimaal twee leden uit dezelfde gezinsband, een huwelijk, een adoptie.” Daarnaast wordt in de literatuur een onderscheid gemaakt tussen informeel en formeel vrijwilligerswerk waarbij informeel betekent dat je in je omgeving vrijwilligerswerk verricht (bijvoorbeeld het helpen van je buurman). Formeel vrijwilligerswerk betekent vrijwilligerswerk gedaan voor een organisatie/in een project (Volunteer Australia, 2008). Volunteer Australia (2006) noemt een aantal richtlijnen voor het vormen van een definitie voor family volunteering: 1. Een brede definitie van gezin in family volunteering kan betekenen dat er weinig verschil wordt gezien tussen groepsvrijwilligerswerk en family volunteering, dit terwijl er wel een belangrijk verschil is tussen deze twee vormen van vrijwilligerswerk: family volunteering gaat over het versterken van intieme relaties, en kan worden verricht door mensen uit verschillende leeftijdscategorieën. Groepsvrijwilligerswerk daarentegen gaat over het versterken van relaties met collega’s of vrienden, waarbij het vrijwilligerswerk vaak wordt verricht in groepen van ongeveer dezelfde leeftijd. 2. Family volunteering verschilt van family-friendly volunteering. Family volunteering gaat over het bieden van mogelijkheden voor verschillende gezinsleden om deel te nemen aan gezamenlijk vrijwilligerswerk, terwijl family-friendly volunteering gaat over het herkennen en erkennen van de andere verantwoordelijkheden die vrijwilligers naast hun vrijwilligersactiviteiten hebben. 3. Bij definities waar uit wordt gegaan van het gegeven dat gezinsleden wel vrijwilligerswerk doen, maar niet noodzakelijkerwijs op hetzelfde moment of voor dezelfde organisatie, moet
39
gekeken worden naar welke voordelen bereikt worden. Als dezelfde voordelen worden bereikt die bij family volunteering worden bereikt, kan ook deze definitie gelden als family volunteering. 4. Informeel vrijwilligerswerk kan dezelfde voordelen hebben (voor gezinnen als voor de samenleving) als formeel vrijwilligerswerk en moet dus worden herkend en gewaardeerd. Het betekent echter niet dat dit dezelfde voordelen geeft voor organisaties wanneer het vrijwilligerswerk plaatsvindt zonder dat de organisaties dit kunnen meten. Samenvattend kan gesteld worden dat een aantal artikelen geen definitie weergeeft van family volunteering. Deze organisaties kiezen er echter wel voor om de definitie weer te geven van een gezin. Hierbij valt op dat er in de literatuur zes keer gebruikt wordt gemaakt van dezelfde definitie voor gezin. Daarnaast kiest een aantal organisaties er wel voor om een definitie te geven van family volunteering. Hierbij valt op dat er een verschil bestaat tussen een gezin dat gezamenlijk vrijwillige activiteiten doet en een gezin dat gezamenlijke activiteiten verricht als dienstbaar teken voor de samenleving. In deze laatste definitie is een derde component toegevoegd, namelijk de component van de samenleving. Tot slot wijst de literatuur erop om als organisatie ook alert te blijven op de definitie die gehanteerd wordt voor gezin en/of family volunteering. §3.2.3 Topic 2: Hoe is een project rondom family volunteering opgezet en uitgevoerd? Opzet In de literatuur is er voor de opzet van family volunteering een onderscheid te vinden tussen de opzet die gezinnen kunnen maken en de opzet die vrijwilligersorganisaties kunnen maken om family volunteering mogelijk te maken. Opzet voor gezinnen om als gezin vrijwilligerswerk te verrichten: 7 stappen om te beginnen met family volunteering: 1) Volg je interesses. Bespreek met je gezin welke vrijwilligersactiviteiten jullie allemaal leuk zouden vinden om te doen. Als je kinderen hebt, heb dan specifieke aandacht voor wat zij zeggen. Overweeg activiteiten waarin er mogelijkheden voor je kinderen zijn om de leiding te nemen. 2) Stel vast wanneer je gezin beschikbaar is voor het doen van vrijwilligerswerk. Probeer een kalender samen te stellen waarin je specifieke tijden aanmerkt om vrijwilligerswerk met elkaar te doen. 3) Brainstorm over welke activiteiten je zou willen doen. 4) Wanneer je samen met je gezin ideeën hebt, neem dan contact op met een vrijwilligersorganisatie. 5) Neem contact op met een organisatie waar je graag vrijwilligerswerk zou doen met je gezin, spreek met de vrijwilligerswerkcoördinator. Bespreek je interesses en stel vragen die jij of je gezin mogelijk heeft. 6) Wanneer je een project hebt gevonden, ga er voor. Regel wat nodig is en begin zo snel mogelijk met vrijwilligerswerk. 7) Wanneer je het vrijwilligerswerk hebt gedaan, bespreek de ervaringen met je gezin. Je zou kunnen overwegen foto’s te maken om een soort vrijwilligerswerk fotoboek samen te stellen. (Bloomington, 2012)
40
Opzet voor vrijwilligersorganisaties om als gezin vrijwilligerswerk te verrichten: Een succesvolle vrijwilligersactiviteit voor gezinnen is: - Leuk, actief en betrokken - Flexibel met verschillende activiteiten, tijden en locaties - Toegankelijk voor mensen met verschillende ervaring en van verschillende leeftijdsgroepen - Toegankelijk voor kinderen, met leerkansen - Mogelijk om te delen met andere gezinnen (Communities, 2012)
Bij het maken van vrijwilligerswerkprogramma’s wordt er door Volunteer Canada (2012) voorgesteld rekening te houden met een aantal punten bij het betrekken van family volunteering: 1) Zijn er activiteiten die altijd doorgaan of die voor een bepaalde tijd zijn? 2) Moet er beleid aangepast worden om de noden en behoeften van te betrekken? 3) Is er een goede verzekering die elk lid van het gezin betrekt? 4) Zijn er adequate begeleiding en instructies aanwezig?
Voordat een organisatie gezinnen wilt benaderen voor het verrichten van vrijwilligerswerk moet de organisatie bepalen of het de ruimte en de mogelijkheden heeft om family volunteering aan te kunnen bieden in het vrijwilligersmanagement. Hierbij valt te denken aan: - Planningen - Geschikte projecten - Wervingsstrategieën - Intake - Oriëntatie/trainingen - Begeleiding en evaluatie Beleidspunten om te overwegen: - Leeftijd - Risico en aansprakelijkheid - Werving - Training - Begeleiding - Afspraken - Veiligheid & regels - Toestemmingsformulieren en ontheffingen van aansprakelijkheid Wat betreft de opzet van family volunteering wordt onderscheid gemaakt tussen de maatregelen die organisaties kunnen treffen voor de opzet van family volunteering projecten, en de maatregelen die gezinnen kunnen treffen voor het deelnemen aan family volunteering. Door dit onderscheid kunnen beide kanten belicht worden. Er wordt immers gekeken naar wat de organisaties dienen te doen voor het mogelijk maken van family volunteering en er wordt gekeken wat het gezin zelf kan doen. Tussen deze twee kanten zijn er ook overeenkomsten te vinden waardoor zowel de organisatie als de gezinnen op elkaar kunnen aansluiten. Een voorbeeld van zo’n overeenkomst is te vinden in het gegeven dat gezinnen na kunnen denken over de eigen beschikbaarheid. Tegelijkertijd kunnen de organisaties ook nadenken over het bieden van projecten voor korte bepaalde tijd of een langere (on)bepaalde tijd.
41
Uitvoering Twee organisaties (Volunteer Calgary in Canada en The volunteer Family in Amerika) geven een aantal voorbeelden van projecten die verricht kunnen worden. The volunteer family heeft veel projecten uitgeschreven maar werken vanuit een aantal categorieën. The volunteer family onderscheidt de volgende categorieën: - Daklozen helpen - Kinderen helpen - Ouderen helpen - Zorg voor een zieke - Help jouw omgeving Volunteer Calgary: Volunteer from home Ideeën: buren helpen, met ouderen wandelen, ramenwassen, verven, in de tuin werken, een garage schoonmaken, verzamelen van kleding of statiegeld flessen voor een goede doel, Het lezen van boeken en brieven aan slechtzienden of blinde mensen, et cetera. Volunteering away from home Hulp bieden in een verzorgingstehuis, bieden van computer lessen et cetera. Andere ideeën voor family volunteering projecten: Kaarten maken om te bezorgen aan ouderen, dieren uitlaten die in een asiel zitten, verzamelen van flessen om deze te recyclen, schilder projecten, schoonmaak werkzaamheden, ramen lappen, etc. Wat betreft de uitvoering van projecten is er weinig literatuur gevonden die voorbeelden gaven over hoe de projecten binnen de eigen organisaties zijn vormgegeven. In twee artikelen zijn concrete voorbeelden gevonden die ter illustratie dienen van een aantal projecten die geschikt zijn voor de deelname van een gezin als vrijwilligerswerk. §3.2.4 Topic 3: De werving van gezinnen om deel te nemen aan family volunteering In de literatuur wordt veel aandacht besteed aan hoe vrijwilligersorganisaties gezinnen voor de family volunteering projecten kunnen werven. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan hoe gezinnen initiatieven kunnen tonen in het vinden van een geschikt project voor het verrichten van vrijwilligerswerk. Enerzijds wordt dus belicht hoe organisaties gezinnen kunnen werven, anderzijds wordt belicht hoe juist gezinnen een project/organisatie kunnen werven, waarbij duidelijke aansluiting en overeenkomsten te zien zijn.
42
Het verwerven van gezinnen door organisaties Als organisatie dien je aan te sluiten op kinderen Als organisatie kun je family volunteering of projecten van family volunteering promoten Duidelijke taakomschrijvingen bieden Een duidelijke checklist om aanbod (gezinnen) goed te matchen met de vraag (de cliënt) Een lijst met daarin geschikte projecten voor het inzetten van family volunteering Een overzicht bieden van wat de vereisten zijn van de vrijwilligers; welke verantwoordelijkheden hebben ze en wat zijn hun rechten? Promoot family volunteering als de mogelijkheid om de opgroeiende kinderen een belangrijke ervaring aan te bieden in het doen van vrijwilligerswerk Trainingsmaterialen en programma’s die geschikt zijn voor de deelname van gezinnen. Informatie opdoen over de behoeften en uitdagingen die er zijn rondom family volunteering om dit weer onder de aandacht te kunnen brengen in de maatschappij Het organiseren van geschikte projecten Het voorbereiden van de vrijwilligers
Vijf pijlers (Cpanda,2001): Ask: Vraag nieuwe vrijwilligers Provide appropriate activities: Zorg voor geschikte activiteiten die geschikt zijn voor gezinnen Explain: Verantwoord je keuze om duidelijk te maken waarom gezinsleden zouden moeten deelnemen aan een project Encourage: Moedig individuele vrijwilligers aan om een gezinslid mee te nemen en beschrijf de voordelen die dit het gezin kan bieden. Connect: Sluit je aan bij religieuze groepen of sociale/humane belangenorganisaties. Deze groepen/organisaties zijn een rijke bron van mogelijke vrijwilligers. Impact: Toon de voordelen die family volunteering kan opleveren. Dit houdt gezinnen verbonden en gemotiveerd in de eigen projecten.
Aandachtspunten voor verwerven van gezinnen Niet alle projecten waren geschikt voor kinderen met verschillende leeftijden. Het niet hebben van een geschikte vrijwilligersmanagement voor gezinnen was voor organisaties een gemis in een succesvol family volunteering programma. Onvoldoende kennis rondom family volunteering en een gebrek aan tijd waren ook uitdagingen voor organisaties. (Imagine Canada, 2006) Manieren om family volunteering te vergroten: - Moedig individuen aan andere gezinsleden mee te nemen - Zorg voor geschikte activiteiten - Breid bestaande opdrachten uit om ze aantrekkelijker te maken voor gezinnen - Creëer (nieuwe) activiteiten waarin je gezinnen kunt betrekken - Neem een gepensioneerde leerkracht aan om te werken met het team, om zo geschikte activiteiten voor kinderen te bedenken. Bied je team training aan voor het werken met kinderen - Netwerken met organisaties die een religieuze achtergrond hebben. (Volunteer Australia, 2012)
43
Hoe trek je vrijwilligers aan en houd je ze vast? - Promoot het feit dat er binnen de organisatie gezinnen als vrijwilligers worden verwelkomd - Zorg voor specifieke kansen voor vrijwilligerswerk door gezinsleden - Wees flexibel en overweeg vrijwilligerswerk op tijden zoals het weekend en na werktijd - Laat ook oudere en jongere mensen en groepen toe. Overweeg daarbij in hoeverre vrijwilligersactiviteiten moeten worden aangepast. - Zorg voor kansen voor kinderen om deel te nemen, omdat dit de ouders zal aanmoedigen betrokken vrijwilligers te worden. - Check of je verzekering verschillende groepen vrijwilligers van verschillende leeftijden dekt en zorg er voor dat er goede screening procedures zijn. - Beloon de gezinnen voor het werk dat ze hebben verricht. - Zorg voor de beschikbaarheid van kinderopvang - Help gezinnen om de eigen talenten te erkennen (Communities, 2012)
Hoe vind je vrijwillige gezinnen? - Zorg voor strategische advertenties. Bijvoorbeeld nieuwsbrieven van school, bepaalde tijdschriften en kinderopvang centra - Vraag de vrijwilligers die je binnen de organisatie hebt hun gezin mee te nemen. - Leef je in in de gezinnen: in hoeverre bieden jouw vrijwilligerskansen het gezin de kans om zowel betrokken te zijn bij de samenleving, als samen tijd door te brengen - Promoot voor een project als ‘Family Volunteer Day’. Hier één speciale dag van maken, kan er voor zorgen dat het gemakkelijker is voor gezin vrijwilligerswerk een keer uit te proberen. - Bied family volunteering mogelijkheden aan bij netwerkpartners - Zorg er ook voor dat online duidelijk is dat er family volunteering mogelijk is bij je organisatie. (Communities, 2012)
Belangrijke vragen om te stellen aan gezinnen (Volunteer Calgary): Waarom bent u geïnteresseerd in vrijwilligerswerk? Welke sociale kwesties spreken u (of uw gezin) aan? Wat zijn de leeftijd van uw kinderen? Wie zou u graag helpen? Wat vinden jullie als gezin leuk om te doen? Wilt u aan een eenmalige activiteit- of langere activiteit deelnemen? Wilt u vrijwilligerswerk verrichten met andere gezinnen? Welke talenten en vaardigheden heeft uw gezin te bieden? Wat wilt u uw gezin leren van de ervaring die uw op kan doen door de projecten? Welke dagen en tijden bent u beschikbaar ? Programma's samenstellen die geschikt zijn voor gezinnen om vrijwilligerswerk te verrichten. Zorg voor tijden en locaties die toegankelijk zijn voor gezinnen Help gezinnen om de eigen talenten te erkennen Biedt programma's aan die aansluiten op de eigenheid van de gemeenschap.
44
Het verwerven door gezinnen (gezinnen op zoek naar vrijwilligerswerk): Tips voor family volunteering (Volunteer South Dublin): - Spreek openlijk met je gezin over jullie ervaringen. Bemoedig ieder lid van het gezin in zijn/haar bijdragen. - Have fun! Geniet van het doorbrengen van tijd met je gezin - Nadat je gezin vrijwilligerswerk heeft gedaan, praat er dan met elkaar over. - Houd een dagboek bij over jullie family volunteering. Schrijf om de beurt iets in het dagboek over je ervaringen. - Creëer een family volunteering kalender om jullie vrijwilligerswerk te plannen. Probeer van ieder gezinslid input te krijgen bij het plannen van toekomstig vrijwilligerswerk. - Moedig andere gezinnen op school, je werk of in de samenleving aan met je mee te doen. - Wees trots op wat je gezin bereikt. Tips voor de voorbereiding (Volunteer South Dublin): - Begin langzaam. Overweeg eenmalige of kortdurende activiteiten voordat je een long-term commitment aangaat. - Betrek alle gezinsleden bij het plannen van het vrijwilligerswerk - Overweeg om het vrijwilligerswerk met andere gezinnen in je school, op je werk of in je buurt te doen. - Onderzoek de door jou geselecteerde vrijwilligersactiviteit. Verkrijg informatie over de tijd, plaats, leeftijd en benodigde vaardigheden, en veiligheidsoverwegingen. - Neem deel aan oriënterende en trainingssessies. Dat zal je helpen om de organisatie en jou rol als vrijwilliger te begrijpen.
Wat is nodig/kan je van te voren vragen (Bloomington)? - Zijn er al eerder gezinnen geweest die dit vrijwilligerswerk hebben gedaan? Wat zijn hun ervaringen? - Is er een minimale leeftijd voor de vrijwilligers? - Worden jongere kinderen geaccepteerd als ze onder begeleiding van een volwassene zijn? - Wordt er door de organisatie flexibele tijden gehanteerd voor het vrijwilligerswerk? - Wat voor oriëntatie of training wordt er aangeboden? - Hoe wordt er geëvalueerd? - Welke groeimogelijkheden zijn er voor gezinnen die vrijwilligerswerk doen binnen uw organisatie? - Kunnen er vrijwilligersactiviteiten vanuit huis gedaan worden? - Vraag welke tools en middelen er gebruikt worden, probeer een indruk te krijgen van eventuele gevaarlijke situaties die zich voor kunnen doen. Hoe vind je family volunteering projecten (Communities)? - Praat met anderen over hun ervaringen met family volunteering - Benader organisaties om mogelijkheden te vinden - Vraag ernaar op school of op de kinderopvang - Neem contact op met lokale environmental parklands
In de literatuur is er veel informatie gevonden over welke voorbereidingen organisaties kunnen treffen voor het kunnen uitvoeren van family volunteering. Daarnaast wordt ook hier literatuur aangeboden over welke voorbereidingen gezinnen zelf kunnen treffen. Hierdoor ontstaan er opnieuw twee partijen die elkaar mogelijk zouden kunnen aanvullen. Enerzijds krijgen organisaties verschillende tips om family volunteering te promoten binnen de organisatie, er worden tips gegeven
45
over hoe gezinnen te werven en vervolgens ook vast te houden. De tips zijn concreet waardoor het in de praktijk goed te toe te passen valt. Ook voor gezinnen worden er tips gegeven die gezinnen kunnen gebruiken om aan de slag te gaan als vrijwilliger. Deze tips zijn geformuleerd zonder dingen aan te prijzen, maar het gezin heeft de vrijheid om uit deze tips te kiezen en hierin de eigen overwegingen te maken. Ook deze tips zijn concreet weergegeven waardoor in de praktijk de tips toepasbaar zijn. §3.2.5 Topic 4 - Wat is het effect van family volunteering? In de literatuur worden zowel voor- en nadelen beschreven wat betreft het effect van family volunteering. Eerst zal worden ingegaan op de voordelen, waarna de nadelen weergegeven zullen worden. Door de voordelen te belichten kan er beschreven worden wat family volunteering oplevert. In de literatuur wordt op meerdere niveaus gekeken naar voordelen; op micro, meso en macro niveau. Microniveau Voordelen voor gezinnen: Gezinnen hebben de kans om samen tijd met elkaar te besteden (4x) Ouders kunnen normen en waarden leren, leren om oog te hebben voor de ander in nood en ze kunnen kinderen laten zien wat de gevolgen zijn als je iemand helpt, tijd besteed met iemand uit de gemeenschap (4x) “It’s a tremendously bonding experience to share something as fulfilling as helping meet another person’s need with other members of your family. How could parents better teach their children values?” Family volunteering biedt de mogelijkheid voor kinderen om zich al vroeg in te zetten, wat vaak tot gevolg heeft dat deze kinderen gedurende hun leven actief kunnen zijn in het doen van vrijwilligerswerk (2x) Leren van nieuwe vaardigheden (4x). Uit ervaring van family volunteering is gebleken dat kinderen in staat zijn om zich te ontwikkelen in het hebben van medeleven en begrip voor anderen. Door deze projecten kunnen kinderen vaardigheden leren. Betrokkenheid bij de samenleving; het vormen van compassie, respect voor elkaar, burgerlijke betrokkenheid (door ouders bij kinderen) (7x) (United Way of Metropolitan, Atlanta, 1996) “Family volunteering is a unique win-win-win situation where the volunteer, the organisation and the community can benefit equally.” ‘When families come together in service, they build a stronger family and a stronger community.’
Brengt het gezin dichterbij elkaar (2x) Kinderen zien dat ouders betrokken zijn, ouders zijn hun rolmodel (4x) Iets terugkrijgen door vrijwilligerswerk te doen: tevredenheid, geeft een goed gevoel (5x) Het doen van vrijwilligerswerk creëert een geschiedenis van familieherinneringen (3x) Het doen van vrijwilligerswerk kan sociale isolatie verlichten (2x) Dit zijn de meest genoemde voordelen voor gezinnen. Er werd in de literatuur echter nog meer genoemd, zoals het ontdekken van gezamenlijke interesses, het hebben van plezier en een gezamenlijk doel en verbeterde communicatie in het gezin. Er worden dus veel voordelen genoemd van het doen van family volunteering door gezinnen waarbij het opvalt dat sommige voordelen vaker
46
genoemd worden. Door de herhaling is het aannemelijk dat deze voordelen als het meest waardevol worden beschouwd. Er worden ook voordelen genoemd voor gezinnen die worden gescheiden in voordelen specifiek voor ouders/verzorgers en voordelen voor kinderen en jongeren. Voor ouders/verzorgers wordt bijvoorbeeld aangegeven dat het ouderschap wordt versterkt doordat ouders hun kinderen beter kunnen leren begrijpen. Ook kunnen ze bijdragen aan de ontwikkeling van de vaardigheden van hun kinderen. Voor kinderen en jongeren wordt als voordeel benoemd dat het doen van family volunteering ze helpt om na te denken over toekomstige carrières en dat het de eigenwaarde doet versterken. Mesoniveau Voordelen voor vrijwilligersorganisaties: Ondanks de drukke schema’s van gezinnen, zoeken gezinnen verschillende manieren om toch tijd met elkaar door te brengen. Organisaties kunnen hierop aansluiten met hun aanbod. (3 x) Vrijwilligersprojecten van organisaties kunnen succesvoller worden door de inzet van gezinnen (2x) Door gezinnen als een nieuwe doelgroep te erkennen ontstaat er een groter aanbod van de aantal vrijwilligers (9x), hierdoor kan er een toename komen van de projecten die gedaan worden en ontstaat er een uitbreiding van de eigen organisatiecultuur (2x) “We have seen in the tree planting at our local park that if one family is involved it acts as an encouragement to other families for them to take part too. Also if there are families taking part who have children around the same age so that they can all play together (after all, you can’t expect children to work as much as their parents) then the whole event is more enjoyable and fun for all.” Door gezinnen bereik je een breder maatschappelijk publiek om aandacht te vragen voor sociale vraagstukken (6x) Door gezinnen in te zetten ontstaat de kans om een jongere generatie te bereiken voor het vrijwilligerswerk (4 x ) Creëren van vaste vrijwilligers over een lange tijd (4x) Het creëert sterkere banden met de maatschappij die je dient (2x) Organisaties kunnen door family volunteering beter inspelen op de behoeften van klanten (2x) Family volunteering brengt een diversiteit aan leeftijd, talent en vaardigheden (2x) Verbrede hoeveelheid activiteiten en diensten (3x) Goede public relations gezinnen worden gezien als meer gemotiveerd en oprecht (2x) Aandacht van de media (2x) Bovenstaand zijn de meest genoemde voordelen voor vrijwilligersorganisaties. Er werd in de literatuur nog meer genoemd, bijvoorbeeld dat family volunteering een variëteit aan perspectieven brengt over het oplossen van problemen en dat er potentie is voor toenemende toewijding van vrijwilligers, omdat ze door family volunteering niet langer hoeven te worstelen tussen vrijwilligerswerk en gezinsinteresses. Net zoals bij de voordelen voor gezinnen worden er ook voor de vrijwilligersorganisatie vele voordelen benoemd. Ook hier is het aannemelijk dat de voordelen die vaker genoemd worden, als meest waardevol worden beschouwd.
47
Onderzoek toont aan dat family volunteers meer tijd geven dan individuele vrijwilligers. Family volunteers in Amerika gaven gemiddeld 4,3 uur per week, terwijl een individuele vrijwilligers 2,8 uur gaf. Family volunteers hebben tevens een grote toewijding voor de activiteiten. 45% doet vrijwilligerswerk op regelmatige basis, vergeleken met 33% van de vrijwilligers die zonder hun gezin vrijwilligerswerk deden (Volunteer Australia, 2006). Mesoniveau Voordelen voor bedrijven en werknemers - Verbeterd: o het moraal van de werknemer o positieve houding over de werkplaats o de relaties onder werknemers o publieke relaties (3x) - Het vergroot de vaardigheden en kennis onder werknemers die deelnemen aan activiteiten van family volunteering - Creëert saamhorigheid onder werknemers - Het vermindert werkverzuim doordat de werknemer tijd besteed aan zijn of haar gezin (3x) - Vrijwilligerswerk doen met het gezin vergroot de toewijding van de werknemers voor de organisatie (3x) - Family volunteering helpt om de werkdruk te verlichten (2x) - Family volunteering ontwikkelt leiderschapsvaardigheden van werknemers, empowerment en een besef van connectie met de samenleving door de organisatie - Family volunteering creërt positieve gevoelens voor het bedrijf in de samenleving - Family volunteering leert werknemers dat geld niet het belangrijkst is - Family volunteering draagt bij aan de werkplek door het doorbreken van barrières tussen werknemers, het versterken van teamwork en het bouwen aan de toewijding - Family volunteering op de werkplek voegt een extra dimensie van geven en zorgen toe en creërt een besef van samenzijn onder werknemers - Family volunteering heeft een positief effect op het beeld van het bedrijf in de samenleving: het laat een persoonlijke kant zien en demonstreert de toewijding van een bedrijf en zijn werknemers aan de samenleving (2x) Macroniveau: Voordelen voor de samenleving: Ook de samenleving profiteert van family volunteering: Onderzoeken tonen aan dat vrijwilligers die als kind actief worden, als volwassenen ook actief blijven (5x) ‘Children who volunteer become adults who volunteer’ (Volunteer South Dublin, 2012) Biedt goede waarden aan: het gevoel van een zorgzame samenleving biedt een sterkere gemeenschap (3x) Het vormen van betere burgers (2x) Het individu wordt aangemoedigd om zelf een verandering aan te brengen (2x) Toenemen van sociaal kapitaal door het tot stand brengen van netwerken en vertrouwen (2x) Gezinnen helpen aan het bouwen van een actieve samenleving (2x) Gezinnen ontwikkelen oplossingsgerichte vaardigheden om hun samenlevingsproblemen op te lossen (2x). Contact maken en versterken van de samenleving (2x)
48
‘When families come together in service, they build a stronger family and a stronger community.’ (Bloomington, 2012) Het zet aan tot het leggen van sociaal en haalt mensen uit een isolement (2x) Dit zijn de meest genoemde voordelen voor de samenleving. Er werd ook een aantal voordelen eenmalig genoemd, bijvoorbeeld dat deelname aan family volunteering criminaliteit kan verminderen en dat gezinnen meer verantwoordelijk en betrokken raken bij de samenleving. Dit kan opnieuw het geloof versterken dat gezinnen cruciaal zijn voor de samenleving. Ook bij deze voordelen geldt dat het aannemelijk is dat de meest genoemde voordelen als het meest waardevol worden beschouwd. Samengevat kan worden gesteld dat er veel voordelen worden benoemd voor het verrichtten van vrijwilligerswerk. Deze voordelen zijn verdeeld onder verschillende niveaus in de samenleving. Daarnaast valt op dat er een aantal voordelen zijn voor gezinnen die vaker in de verschillende artikelen benoemd worden. Voordelen voor gezinnen die meer dan vier keer worden genoemd: Betrokkenheid bij de samenleving; het vormen van compassie, respect voor elkaar, burgerlijke betrokkenheid (door ouders bij kinderen) (7x). Iets terugkrijgen door vrijwilligerswerk te doen: tevredenheid, geeft een goed gevoel (5x). Gezinnen hebben de kans om samen tijd met elkaar te besteden (4x). Leren van nieuwe vaardigheden (4x). Kinderen zien dat ouders betrokken zijn, ouders zijn hun rolmodel (4x). Ouders kunnen normen en waarden leren van het oog hebben voor de ander in nood en ze kunnen kinderen laten zien wat de gevolgen zijn als je iemand helpt, tijd besteed met iemand uit de gemeenschap (4x). Voordelen voor organisaties die meer dan vier keer worden genoemd: Door gezinnen als een nieuwe doelgroep te erkennen ontstaat er een groter aanbod van de aantal vrijwilligers(9 x) . Door gezinnen bereik je een breder maatschappelijk publiek om aandacht te vragen voor sociale vraagstukken. (6x). Door gezinnen in te zetten ontstaat de kans om een jongere generatie te bereiken voor het vrijwilligerswerk. (4 x). Creëren van vaste vrijwilligers over een lange tijd (4x). Voordelen voor bedrijven en werknemers die meer dan drie keer worden benoemd: Verbeterde publieke relaties (3x) Het vermindert werkverzuim doordat de werknemer tijd besteed aan zijn of haar gezin (3x) Vrijwilligerswerk doen met het gezin vergroot de toewijding van de werknemers voor de organisatie (3x) Voordelen voor de samenleving die meer dan vier keer worden genoemd: Onderzoeken tonen aan dat vrijwilligers die als kind actief worden, als volwassenen ook actief blijven. (5x). Nadelen In een aantal artikelen worden barrières vermeld die kunnen bestaan door family volunteering: Deuren gaan minder gemakkelijk open voor gezinnen Persoonlijke tijd (3x) (late avonden en vroege ochtenden)
49
Emotioneel: gezinnen hechten zich aan de hulpbehoevende, maar moeten weer gaan Barrières voor organisaties genoemd door Volunteer Canada (2002): - Grotere flexibiliteit is gevraagd - Het screeningsproces moet worden aangepast op de deelname van kinderen (2x) - Wanneer de noden voor vrijwilligerswerk divers zijn, is het lastiger de noden van de cliënt als prioriteit te stellen. - Beperkingen in de tijd die beschikbaar is voor het gezin om gezamenlijk vrijwilligerswerk kan doen. - Tekort aan personeel en financiële middelen om projecten op te zetten - Tekort aan ervaring rondom het inzetten van gezinnen als vrijwilligers - In de praktijk is het moeilijk gebleken om de verschillende agenda’s van de verschillende gezinsleden te combineren om als een eenheid het werk te verrichten. ‘Deze barrières zouden gezinnen of organisaties niet moeten beletten family volunteering te omarmen, desondanks zijn deze barrières wel genoemd en is het wel de moeite waard over deze barrières na te denken in het ontwerpen van family volunteering programma’s’ . (Imagine Canada, 2006). Het valt op dat in drie van de zeventien artikelen nadelen/barrières worden genoemd van family volunteering. In één artikel wordt erhierbij nog op gewezen om de barrières te zien als uitdagingen in plaats van belemmeringen. Hierbij worden organisaties uitgenodigd om over de genoemde barrières na te denken en hierop te anticiperen. §3.2.6 Overig aspecten Onder dit topic wordt andere relevante informatie uit de literatuur gehaald , die niet onder de andere vier topics behoorden. De informatie werd als relevant beschouwd waardoor het wel is opgenomen in de resultaten analyse. Onder de overige aspecten vallen; de motieven van gezinnen om deel te nemen aan projecten, relevante informatie voor gezinnen, relevante informatie voor organisaties en relevante informatie voor de samenleving. Motieven In de literatuur is weergegeven welke motieven gezinnen kunnen hebben voor het doen van vrijwilligerswerk. In een artikel (Imagine Canada,2006) worden de motieven onderzocht die gezinnen hebben gehad voor het uitvoeren van de projecten binnen hun organisatie. In dit geval betrof het een milieuorganisatie waarbij de gezinnen als vrijwilligers actief waren. Deze motieven waren: 64% van de respondenten werden betrokken bij milieuprojecten met een wens om te helpen bij het verbeteren van het milieu. Andere motieven waren, een gevoel van verantwoordelijkheid voor de lokale gemeenschap (41%). Gevolgd met een verlangen om buiten te zijn en toegang te hebben tot de natuur. 17% geeft aan kinderen te willen betrekken bij milieuprojecten.
50
In een ander artikel van Cpanda (2001) worden de volgende redenen van gezinnen genoemd om deel te nemen aan family volunteering : 90,6% van de gezinnen geven aan dat ze meedoen door het verlangen om iets te kunnen doen voor een ander in nood. 80% van de vrijwilligers geven aan de vrijwilligersprojecten leuk te vinden en ze zien deze projecten als nieuwe mogelijkheden op nieuwe perspectieven. Op een ander vraag antwoorden 72% van de respondenten het belangrijk te vinden dat het project belangrijk is voor de mensen die de vrijwilliger respecteert. Een laatste reden om deel te nemen vloeit voort uit de voordelen die gezinsleden kunnen hebben door een project te doen (70%). Motivaties voor mensen om family volunteering te doen zijn over het algemeen gelijk aan de motivaties van mensen die individueel vrijwilligerswerk ondernemen. Een aantal redenen: - Teruggeven aan de samenleving - Maken van een verschil - Het ontwikkelen van relaties - Een gevoel van compassie voor anderen in nood - Interesse hebben in de activiteit - Het gebruiken van de activiteit om een nieuw perspectief op dingen te krijgen - De activiteit is belangrijk voor mensen die de vrijwilligers respecteren - Een kennis of gezinslid zou baat hebben bij de activiteit of is direct betrokken bij de activiteit - Om actief te zijn - Om anderen met gelijke waarden te ontmoeten Een aantal motivaties specifiek voor family volunteering: - Een verlangen hebben om al bestaande relaties te versterken - Het besef van het creëren van een erfenis van geven (het doorgeven van belangrijke waarden), voornamelijk waar kinderen betrokken zijn - Om relaties in het gezinsverband te helpen opbouwen en behouden - Ouders willen hun kinderen opvoeden in het besef dat een ieder verantwoordelijk is voor zijn gezin, vrienden, buren en de samenleving. Relevante informatie voor gezinnen Hierbij wordt een aantal tips gegeven om vrijwilligerswerk te verrichten en biedt het een beschrijving van een aantal rechten die bestaan voor de vrijwilliger. Tot slot wordt er ook gewezen op de verantwoordelijkheden die vrijwilligers hebben. Je rechten als vrijwilliger: - Je hebt het recht om behandeld te worden als collega’s, niet als zo maar een gratis hulp. - Je hebt recht op een passende opdracht waarbij rekening gehouden wordt met persoonlijke voorkeuren, levenservaring en werkervaring. - Je hebt het recht om zoveel mogelijk over de organisatie te weten als mogelijk is. - Je hebt recht op training voor het werk en een continue bijscholing. - Je hebt er recht op om een omschrijving van de functie te ontvangen. - Je hebt recht op een werkplek die toereikend is om het werk dat je gaat doen te doen. - Je hebt recht op nieuwe mogelijkheden en variëteit aan ervaringen. - Je hebt het recht om gehoord te worden, je vrij te voelen om suggesties te doen en deel uit te maken van planning. - Je hebt het recht op erkenning van je diensten, in de vorm van promoties, awards, dagelijkse uitingen van waardering. - Je hebt recht op begeleiding.
51
Je verantwoordelijkheden als vrijwilliger: - Wees betrouwbaar in het rapporteren van gepland werk - Houd de uren die je gezin maakt goed bij - Geef tijdig aan wanneer je niet kan werken als je wel bent ingeroosterd - Wees aanwezig bij geplande oriëntatie of trainingssessies. - Respecteer het team en werk als een teamlid - Voer je opdrachten goed uit en vraag eventueel hulp van je begeleider waar nodig. - Wijs werk af dat niet acceptabel is voor je gezin. - Behoud een open houding tegenover de standaarden en waarden van andere mensen - Communiceer je persoonlijke grenzen - Geef feedback en suggesties en aanbevelingen aan je leidinggevende en team - Geef schriftelijk aan wanneer je gezin niet verder kan gaan met het werk - Sta open voor het werken met diverse doelgroepen - Respecteer het bestaande beleid Relevante informatie voor organisaties Hierbij wordt weergegeven welke vragen organisaties kunnen stellen aan gezinnen om te peilen in hoeverre gezinnen eerder ervaring hebben opgedaan met family volunteering. Ook wordt een vragenlijst toegevoegd die organisaties kunnen gebruiken om vragen te stellen aan gezinnen die hebben deelgenomen aan family volunteering. Door de vragen kunnen de effecten worden gemeten. Belangrijke vragen die aan organisaties kunnen worden gesteld om de ervaring rondom family volunteering te peilen: 1. Hoe heeft de organisatie in het verleden gewerkt met gezinnen? 2. Heeft de organisatie reeds vrijwilligers die zich als gezin inzetten? 3. Weet de organisatie hoe ze gezinnen kunnen toerusten om vrijwilligerswerk te verrichten? 4. Hebben de medewerkers van organisaties ervaringen met het samenwerken met gezinnen? 5. Is de organisatie er klaar voor om binnen de gemeenschap en samenleving actiever te worden? 6. Is de organisatie bereid om te werken met verschillende soorten vrijwilligers? 7. Heeft de organisatie de ruimte om een toename van het vrijwilligerswerk aantal te verwerken? Vragen gesteld aan gezinnen die hebben deelgenomen aan family volunteering om effecten op gezinnen te meten:
52
Aanbevelingen voor verder onderzoek 1. Verder onderzoek om de behoeften van gezinnen in het doen van vrijwilligerswerk beter te begrijpen. 2. Onderzoek die het effect van family volunteering kan peilen Relevante informatie voor de samenleving Als het gaat over formeel vrijwilligerswerk, is het voor non-profit organisaties een optie vrijwilligersmogelijkheden te bieden aan gezinnen om het vrijwilligerswerk uit te breiden en diversiteit aan te brengen. Onderzoek van het Australian Bureau of Statistics (ABS) heeft aangetoond dat de hoeveelheid tijd die men steekt in vrijwilligerswerk, afneemt. Sinds 1997 is de hoeveelheid minuten die gespendeerd worden aan zowel informeel als formeel vrijwilligerswerk, gedaald van 0,22 minuten per dag (1997) naar 0,19 minuten per dag (2006). Op het eerste gezicht lijkt dit geen reden tot zorg, maar als je bedenkt dat dit gaat om 5,4 miljoen mensen (in Australië), dan heeft dit zeker gevolgen voor de non-profit organisaties en de samenleving als geheel. Als mensen minder tijd besteden aan vrijwilligerswerk, betekent dat er in de samenleving meer vrijwilligers nodig zijn.
53
Samenvattend kunnen de overige aspecten verdeeld worden over drie belangrijke componenten: - Relevante informaties voor gezinnen - Relevante informaties voor organisaties - Relevante informatie voor de samenleving Hoewel deze componenten relevante informatie bieden is het de vraag of de genoemde informatie gebruikt kan worden voor de beantwoording van deelvraag vijf. Wellicht nodigt de informatie bij deze topic uit tot verder onderzoek over family volunteering.
54
§4.1 Conclusies §4.1.1 Inleiding Op maatschappelijk gebied doet zich een aantal trends voor die invloed hebben op de vormgeving van professionele hulpverlening en de inzet van vrijwilligers. Hoe kan op deze trends gereageerd worden? Stichting Present heeft met het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’ behoefte aan samenwerking met professionals en inzicht in de wijze waarop professionals vrijwilligers in het algemeen, en gezinnen in het bijzonder, inzetten binnen de hulpverlening. Tevens is Stichting Present geïnteresseerd in wat er bekend is over de inzet van gezinnen als vrijwilliger. Binnen Nederland is hier nog niet veel over bekend, hoe zit dit internationaal? Bestaat wat men in het Engels ‘familyvolunteering’ noemt internationaal en hoe wordt dit vormgegeven? Met dit onderzoek wordt er antwoord gegeven op de vraag: “Op welke manier kan Stichting Present aansluiten bij de afwegingen en de werkwijze van professionals bij het inzetten van vrijwilligers in het algemeen en gezinnen in het bijzonder en welke aspecten kunnen hierbij worden meegenomen op basis van internationale ervaringen met family volunteering?” Vanuit de theoretische kader zijn een aantal knelpunten geformuleerd die van belang konden zijn voor dit onderzoek. Doormiddel van twee onderzoeksmethoden is informatie verkregen over hoe professionals de samenwerking aangaan met vrijwilligers of vrijwilligersorganisaties. Deze informatie is verkregen doormiddel van interviews. Met een literatuurstudie is er informatie verzameld over hoe family volunteering in het buitenland is vormgegeven. Aan de hand van de vijf deelvragen van dit onderzoek worden in deze paragraaf de getrokken conclusies vanuit de resultaten van het onderzoek weergegeven. §4.1.2 De ervaring van professionals met vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties De eerste deelvraag van dit onderzoek is een vraag naar de ervaring van professionals met vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Hierbij was het doel te onderzoeken welke positieve en negatieve ervaringen er bij de professional bestaan in de samenwerking met vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties en welke behoeften professionals hebben in de samenwerking. Deze aspecten zijn verwerkt in de topiclijst die gebruikt is als leidraad voor de kwalitatieve interviews met de professionals van maatschappelijke organisaties. Op basis van de resultaten naar aanleiding van deze interviews zijn een aantal conclusies te trekken. De ervaring met vrijwilligers Het algemene beeld van de ervaring met het inzetten van vrijwilligers laat zien dat maatschappelijke organisaties hier positieve ervaringen mee hebben. Een enkele organisatie heeft een negatieve ervaring met de inzet van een vrijwilliger, echter deze negatieve ervaring had volgens de respondent meer te maken met de beleving van de cliënt dan met de samenwerking met de vrijwilliger. Wanneer gekeken wordt naar de behoeften van de professionals in de samenwerking met vrijwilligers is opvallend dat de resultaten overeenkomen met de in §1.3.2 genoemde stelling van het Nibud (2011): ‘Een belangrijke voorwaarde voor de inzet van vrijwilligers is dat ze weten wat ze doen en dat ze betrouwbaar zijn. (…)En een scherp beeld van de werkverdeling tussen professionals en vrijwilligers is onontbeerlijk.’ De meest genoemde behoeften door professionals hebben te maken met duidelijkheid in taken en afspraken tussen de professional en de vrijwilligers en betrouwbaarheid van de vrijwilliger. Zo noemen tien van de veertien respondenten dat helderheid over de afspraken en verwachtingen belangrijk is. Acht van de veertien professionals vinden het nakomen van afspraken belangrijk en zeven van de veertien vinden wederzijdse communicatie van belang. Bij de kernwoorden die de respondenten noemen in de omgang met de doelgroep door
55
vrijwilligers komt de eigenschap ‘betrouwbaar zijn’ ook terug. Hierbij valt te concluderen dat professionals inderdaad behoefte hebben aan de door het Nibud (2011) genoemde voorwaarden. Hierbij is het aannemelijk dat aan de meeste van deze behoeften ook wordt voldaan, gezien het feit dat alle respondenten aangeven positieve ervaringen te hebben in de samenwerking met vrijwilligers. De ervaring met vrijwilligersorganisaties Het algemene beeld wat betreft de ervaringen in de samenwerking met Stichting Present laat ook op dit aspect positieve ervaringen zien. De twaalf organisaties die samenwerken met Stichting Present, geven aan tevreden te zijn over de samenwerking. De belangrijkste elementen in de samenwerking zijn volgens de respondenten een goede bereikbaarheid, het weten te vinden van elkaar en het hebben van overleg en voorbesprekingen. Tevens geven de respondenten aan het belangrijk te vinden dat Stichting Present rekening houdt met de wensen en belangen van de cliënt. Ondanks dat Stichting Present werkt vanuit het aanbod van de vrijwilliger, zoals beschreven in §1.3.3, geven de respondenten aan dat ze tevreden zijn over de mate waarin Stichting Present rekening houdt met de belangen en wensen van cliënten. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de formule van Stichting Present goed aansluit op de professionals. Ondanks dat de vrijwilliger het uitgangspunt is bij Stichting Present, slaagt de stichting er wel in daarbij ook voldoende uit te gaan van de cliënt. Ook is te zien dat de samenwerkende organisaties goede bereikbaarheid en korte lijntjes ervaren. Vanuit de formule van Stichting Present is dit te koppelen aan de lokale initiatiefnemers waar de stichting mee werkt. De organisaties die geen samenwerking hebben met Stichting Present zijn gevraagd naar behoeften in de samenwerking met vrijwilligersorganisaties. Belangrijke punten die hierbij naar voren kwamen waren het hebben van interesse in de organisatie, het screenen van de motivatie van vrijwilligers en het geven van helderheid over verwachtingen. Wat betreft communicatie met de vrijwilligersorganisatie geven de respondenten aan het belangrijk te vinden dat kennismakingen en besprekingen plaats kunnen vinden op de eigen werkvloer, dat er regelmatige communicatie is met elkaar en dat de vrijwilligersorganisatie ook contact heeft met de vrijwilliger zelf. Eén respondent gaf aan graag met Stichting Present om de tafel te gaan om gezamenlijk in te spelen op ontwikkelingen binnen de samenleving. Ook in deze elementen komt duidelijkheid over taken en afspraken naar voren, waarbij het aannemelijk is te zeggen dat professionals die geen samenwerking hebben met Stichting Present, wel gelijke behoeften hebben als de professionals die wel samenwerking hebben met Stichting Present. Dit kan een belangrijk aanknopingspunt voor Stichting Present zijn bij het aangaan van samenwerking met maatschappelijke organisaties. In het theoretisch kader van dit onderzoek werd de vraag gesteld hoe maatschappelijke organisaties met vrijwilligers samenwerken. Hierbij waren belangrijke vragen of er door professionals gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers en hoe de samenwerking met vrijwilligers aan kan en aan wordt gegaan. Op basis van bovenstaande informatie is te concluderen dat er door de respondenten zeker wordt samengewerkt met vrijwilligers. De samenwerking die wordt aangegaan is grotendeels op basis van duidelijkheid over afspraken en heldere communicatie, waarbij de respondenten het belangrijk vinden dat de vrijwilliger betrouwbaar is. Terugkomend op de deelvraag kan geconcludeerd worden dat de samenwerking met vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties door professionals als positief wordt ervaren. Er zijn vrijwel geen negatieve ervaringen uitgesproken en verwachtingen en behoeften van de professional komen overeen met wat de theorie hier over stelde en met de formule die Stichting Present hanteert. §4.1.3 De overwegingen van professionals bij de inzet van vrijwilligers De tweede deelvraag is bedoeld om de overwegingen van professionals bij de inzet van vrijwilligers in kaart te brengen. Bij deze deelvraag werd in de interviews nog geen onderscheid gemaakt tussen individuele vrijwilligers, groepen of gezinnen maar werd de vrijwilliger in het algemeen bedoeld.
56
De resultaten binnen deze deelvragen laten zien dat de belangrijkste overweging voor de inzet van een vrijwilliger door professionals is of het vrijwilligerswerk een aanvulling is op het hulpaanbod van de organisatie, om met het vrijwilligerswerk aan te kunnen sluiten op wat de organisatie zelf niet kan bieden en op de vraag van de cliënt. Hierbij vinden de respondenten het belangrijk rekening te houden met de cliënt, de inzet van vrijwilligers kan ingrijpend zijn voor de cliënt. Een belangrijke overweging is daarom of de cliënt de inzet van de vrijwilliger aankan en zelf de regie kan behouden. Overwegingen over het moment van inzet laten zien dat professionals uit willen gaan van het belang van de cliënt. De meest genoemde aspecten bij het moment van inzet zijn namelijk dat de vraag van de cliënt leidend is en dat de cliënt de inzet van de vrijwilliger aan kan. Wat opvallend is in de resultaten, is dat terug te zien is in de overwegingen van de professional dat de vrijwilliger ingezet kan worden op het moment dat men niet direct de professional in wil zetten. Hierbij is het van belang dat de vrijwilliger het zelfstandig functioneren van de cliënt stimuleert. Hierin is de trend van verzakelijking terug te zien, zoals beschreven in §1.3.7. Er vindt een soort van professionalisering van de vrijwilliger plaats. De respondenten geven aan dat de vrijwilliger ingezet kan worden op het moment dat er wel iets nodig is, maar men de professional nog niet in wil zetten. Hierbij worden eisen gesteld aan de vrijwilliger; hij moet het zelfstandig functioneren van de cliënt stimuleren. Er zijn overeenkomsten te vinden in de overwegingen die professionals maken en de voorwaarden die Stichting Present stelt. Zo zijn er bij Stichting Present criteria voor de keus van het bieden van hulp aan een cliënt: de hulpontvanger heeft zelf onvoldoende geld, netwerk of gezondheid om een klus zelf te realiseren (Handboek Present, 2011). In de overwegingen van professionals is te zien dat men rekening houdt met de aan- of afwezigheid van financiële mogelijkheden van de cliënt en dat er eerst gekeken wordt of er mogelijkheden zijn in het eigen netwerk van de cliënt. Een vraag die hierbij op komt is of professionals deze overwegingen maken vanuit wat de professional zelf belangrijk vindt voor de cliënt, of dat deze overwegingen worden gemaakt omdat Stichting Present deze criteria hanteert. Oftewel: Sluit Stichting Present hierbij goed aan op de professional, of sluit de professional zich wat dit betreft aan bij Stichting Present? Terugkomend op de deelvraag is te zien dat professionals bij de inzet van vrijwilligers in het algemeen, overwegingen maken vanuit het belang van de cliënt. Zo willen de respondenten dat de inzet een aanvulling is op het eigen hulpaanbod, en wordt duidelijk overwogen of de cliënt de inzet van de vrijwilliger aankan. Voor Stichting Present is het van belang te weten dat de professionals hierbij vooral uit willen gaan van de cliënt, omdat er op die manier een inkijkje bestaat in de achterliggende overwegingen voordat Stichting Present wordt benaderd. Bepaalde overwegingen van professionals komen overeen met de werkwijze van Stichting Present, zoals de inventarisatie van financiële mogelijkheden en het eigen netwerk van de cliënt. Hierbij is niet duidelijk of professionals dit overwegen in het belang van zichzelf of de cliënt, of in het belang van Stichting Present. Of dit nuance verschil uit maakt is niet verder onderzocht. §4.1.4 De overwegingen van professionals bij de verschillende vormen van vrijwillige inzet Deze derde deelvraag heeft als doel de overwegingen bij de verschillende vormen van vrijwillige inzet in kaart te brengen. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen het inzetten van een individuele vrijwilliger, het inzetten van een groep als vrijwilliger en het inzetten van een gezin als vrijwilliger. Tevens werd bij deze deelvraag ook het effect van de inzet van vrijwilligers uitgevraagd. In de resultaten is te zien dat er inderdaad verschillen zijn in de afwegingen bij de verschillende vormen van vrijwillige inzet. Hieronder zullen per vorm de overwegingen kort worden weergegeven.
57
Inzet van een individuele vrijwilliger Uit de resultaten van de interviews blijkt dat de belangrijkste overwegingen om een individuele vrijwilliger in te zetten, is dat de cliënt deze wens heeft en dat de cliënt door middel van inzet van een individuele vrijwilliger zelf de grip kan behouden. Inzet van een groep vrijwilligers Bij de inzet van een groep vrijwilligers wordt de groepsgrootte overwogen: kan de cliënt deze aan of is dit te spannend? Een mooie overweging die gegeven werd voor de inzet van een groep jongeren, is om middels deze inzet een brug te slaan tussen jong en oud en een kennismaking met de doelgroep en de maatschappij te organiseren. Inzet van een gezin als vrijwilliger De overwegingen die gemaakt worden bij de inzet van een gezin als vrijwilliger, is of de diversiteit van het gezin een toegevoegde waarde heeft, of er overdracht van normen en waarden plaatsvindt en of de doelgroep geschikt is voor het inzetten van een gezin. Wat hierbij opvalt, is dat de professionals de meerwaarde van gezinnen noemen zoals die in het theoretisch kader van dit onderzoek is uitgelegd, maar ook zoals die in het literatuuronderzoek naar family volunteering is tegengekomen. Binnen het gezin wordt geleerd met elkaar samen te leven, naar elkaar om te zien, worden normen en waarden aangeleerd. Hierdoor kan wat binnen het gezin wordt geleerd overgedragen worden aan de ander (§1.3.2). Wat de theorie hier dus over zegt, wordt ook ervaren in de praktijk van het vrijwilligerswerk en wordt gezien als meerwaarde, mits het past bij de doelgroep. Wat duidelijk te zien is, is dat professionals verschillende afwegingen maken bij de verschillende vormen van inzet. Dit geeft de indruk dat echt verschil bestaat tussen de verschillende vormen van vrijwillige inzet en dat de professional deze vormen zorgvuldig overweegt met het oog op de doelgroep. Een element dat niet voorkomt bij de inzet van gezinnen, maar wel bij de andere vormen van inzet, is de overweging of de cliënt de inzet van het gezin aankan. Er wordt wel overwogen of er een toegevoegde waarde is van de inzet van het gezin. Een interessante vraag hierbij is, of de inzet van het gezin als minder ingrijpend voor de cliënt wordt ervaren dan de inzet van een groep of een individu. Bij het inventariseren van het effect van de inzet van vrijwilligers is onderscheid te maken tussen het effect op de cliënt, het effect op de professional en het effect op de vrijwilliger. Hieronder zullen de effecten per aspect worden samengevat. Effect op de cliënt De meest genoemde effecten van vrijwilligerswerk op de cliënt is dat het de cliënt rust geeft, een nieuwe structuur geeft en een nieuwe start kan betekenen. Wat ook als effect wordt aangemerkt is dat de cliënt positieve dingen ziet uit de samenleving, dat langdurig vrijwilligerswerk cliënten leert om contacten op te bouwen en te onderhouden en dat er in de samenleving begrip voor de doelgroep van de cliënt ontstaat. Effect op de professional De meest genoemde effecten voor de professionals is dat de inzet van vrijwilligers tijd en ruimte vrijmaakt voor de professionals om andere dingen te doen. Ook worden medewerkers over hun werkwijze en handelen aan het denken gezet en bestaat er kennisoverdracht tussen de vrijwilliger en de professional. Effect op de vrijwilliger Het effect van het doen van vrijwilligerswerk op de vrijwilliger is dat er een bijstelling kan ontstaan van het beeld dat de vrijwilliger had van de doelgroep waarmee de vrijwilliger gewerkt heeft.
58
Wat opmerkelijk is bij het in kaart brengen van de effecten van vrijwilligerswerk op cliënten, professionals en vrijwilligers, is dat door de respondenten een aantal effecten genoemd wordt dat door internationale ervaringen met family volunteering wordt onderschreven. Ondanks dat de inzet van gezinnen in Nederland nog in de kinderschoenen staat, worden een aantal effecten al wel benoemd. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat deze effecten met de inzet van gezinnen vergroot kunnen worden, immers, door meer inzet zullen de effecten ook meer merkbaar zijn. Opvallend is bij deze resultaten wel dat er enkel positieve ervaringen worden genoemd voor de inzet van vrijwilligers. Dit is niet helemaal te verklaren met de resultaten die gevonden zijn bij internationale ervaringen met family volunteering. Hierin werden wel meer positieve effecten genoemd, maar ook een aantal negatieve. Zal er in Nederland een besef zijn van negatieve resultaten? Wanneer dit niet het geval is, is het goed deze resultaten al wel mee te nemen bij het uitzetten van de methode rondom family volunteering, om een teleurstelling te voorkomen. Een dusdanige teleurstelling op de inzet van gezinnen als vrijwilligers, kan betekenen dat deze inzet meteen weer afneemt, in plaats van toeneemt. §4.1.5 Bekendheid van professionals met Stichting Present en het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’ Met deze vierde en laatste deelvraag wat betreft de interviews, is de bekendheid van de geïnterviewde organisaties met Stichting Present en het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’ in kaart gebracht. Uit de resultaten is gebleken dat de organisaties die deelname hebben gehad aan het project ‘Gezinnen: Present’, op een aantal verschillende manieren in aanraking is gekomen met dit project. Er zijn organisaties waarbij Stichting Present zelf het initiatief heeft genomen en een voorstel heeft gedaan, of waar het management contact heeft gehad met Stichting Present. Andere organisaties zijn in aanraking gekomen met Stichting Present door middel van een netwerkoverleg of door mondop-mond reclame van anderen. Dit geldt ook voor de organisaties die geen deelname hebben gehad aan het project, maar wel samenwerking hebben met Stichting Present. Twee nieuwe manieren waarop organisaties in aanraking zijn gekomen met Present die door deze organisaties genoemd worden, is door reclame en door een presentatie die de oprichter van Stichting Present heeft gehouden. Van de organisaties die geen samenwerking hebben met Stichting Present, kenden twee organisaties Stichting Present niet maar werden wel enthousiast door de verhalen over Stichting Present. Eén organisatie kende Stichting Present wel maar gaf aan te weinig informatie te hebben over de Stichting. De andere twee organisaties wilden ook graag meer informatie over Present. De ervaringen van organisaties die hebben meegewerkt aan het project ‘Gezinnen: Present’ zijn positief, vanuit de interviews kwamen positieve verhalen. Organisaties die geen deelname hebben gehad aan het project, zijn enthousiast maar willen graag meer informatie om te beslissen of ze deelname aan het project zouden willen hebben. Opvallend is dat veel organisaties wel aangeven informatie te hebben gehad over het nieuwe project. Uit bovenstaande informatie blijkt dat Stichting Present via vele wegen binnenkomt bij organisaties. Onder de respondenten die geïnterviewd zijn voor dit onderzoek is de bekendheid hoog, dit heeft uiteraard ook te maken met de steekproeftrekking, waarin meer organisaties zijn gekozen die wel samenwerking hebben met Stichting Present, dan organisaties die dit niet hebben. De organisaties die geen samenwerking hebben met Stichting Present en/of de stichting niet kenden, hebben duidelijk aangegeven graag meer informatie te ontvangen over de stichting en het project ‘Gezinnen: Present’.
59
§4.1.6 De bijdrage van internationale ervaringen rondom family volunteering aan het project ‘Gezinnen: Present’ Omdat de inzet van gezinnen in Nederland nog in de kinderschoenen staat, is er behoefte aan informatie over de werkwijze en methode bij de inzet van gezinnen. Met deze deelvraag is door middel van literatuurstudie gezocht naar internationale ervaringen met het zogenoemde ‘family volunteering’ met als doel toepasbare theorie te vinden op onze Nederlandse situatie. Aan de hand van vijf topics zijn de resultaten geanalyseerd. In deze paragraaf zullen per topic de belangrijkste conclusies worden weergegeven. Definitie van family volunteering Voor het bepalen van family volunteering zijn verschillende definities gegeven. Enkele organisaties gingen alleen uit van de vertaling voor het woord ‘family’ terwijl andere artikelen een definitie geven voor family volunteering. De volgende definitie voor het woord ‘family’ is in de literatuur zes keer genoemd: “Elk groep van twee of meer mensen die zichzelf beschouwen als een gezin. Dit kan inhouden: echtparen, ouders, kinderen, broers, neven en nichten, ooms en tantes, leden van een gezamenlijk huishouden en andere mensen die zichzelf zien/beschouwen als een gezin.” Voor family volunteering worden er een aantal definties gegeven: “Family volunteering is vrijwilligerswerk waarbij a) een groep mensen meedoen en b) volwassenen en kinderen samen vrijwilligerswerk verrichten (beide criteria moeten aanwezig zijn). “ “Een gezin zet zich als geheel in (bestaande uit twee of meer generaties) door het bieden van dienstverlening aan de maatschappij. Een gezinseenheid kan bestaan uit één ouder met een kind of als een grote uitgebreide eenheid.” “Gezinsleden die gezamenlijk vrijwilligerswerk gaan doen in activiteiten die bijdragen aan de samenleving. Er kan sprake zijn van generatieverschil en generatieovereenkomst.” Daarbij is in de literatuur terug te vinden dat een te brede formulering van family volunteering het gevolg kan hebben dat er onvoldoende duidelijkheid bestaat in het begrip. Dit kan tot gevolg hebben dat niet goed te meten valt wat family volunteering is. Hierbij kan een belangrijk onderscheid gemaakt worden tussen formeel en informeel family volunteering. Door dit onderscheid in de definitie aan te brengen kan de organisatie duidelijkheid scheppen of informele family volunteering ook onder de eigen gestelde definitie bestaat. Concluderend kan aan de hand van de informatie over de definitie van family volunteering gesteld worden dat aandacht voor de definitie belangrijk is en tijd en aandacht vraagt. Een goed geformuleerde definitie biedt helderheid voor de uitvoering van de werkzaamheden van het vrijwilligerswerk en de organisatie daarvan. Opzet en uitvoering van een project rondom family volunteering Wat betreft de opzet van family volunteering wordt onderscheid gemaakt tussen de maatregelen die organisaties kunnen treffen voor de opzet van family volunteering projecten, en de maatregelen die gezinnen kunnen treffen voor het deelnemen aan family volunteering. Door dit onderscheid kunnen beide kanten belicht worden. Het lijkt belangrijk om van beide kanten informatie te hebben over wat er gedaan kan worden bij het opzetten en uitvoeren van family volunteering. Kennis van de kant van gezinnen, brengt voor een organisatie namelijk met zich mee dat de organisatie weet waar het op in moet spelen en kan het dus een basis bieden voor de eigen uitgangspunten rondom opzet en uitvoering. Tegelijkertijd weet de organisatie op deze manier ook wat voor gezinnen belangrijk is om te ondernemen, wat opgenomen kan worden in bijvoorbeeld brochures of pamfletten.
60
In de literatuur wordt tevens aangegeven dat, wanneer men gezinnen wil betrekken, organisaties bij het maken van vrijwilligerswerkprogramma’s rekening dienen te houden met een aantal punten. Het is nodig om te bepalen of het eenmalige activiteiten zijn of activiteiten die voor langere tijd worden uitgevoerd, en of er beleid moet worden aangepast zodat aan de behoeften van gezinnen wordt voldaan. Een voorbeeld daarvan is dat de organisatie dient na te kijken of en hoe de bedrijfsverzekering verschillende leden van het gezin betrekt en of er adequate begeleiding en instructies aanwezig dienen te zijn. Het werven van gezinnen voor projecten In de literatuur wordt veel geschreven over hoe organisaties gezinnen kunnen werven voor projecten. Een belangrijke manier om gezinnen te werven bijvoorbeeld is die van Kirsch(2001): Ask, provide, explain, encourage, connect and impact. Hierbij gaat het om het vragen van nieuwe vrijwilligers, het zorgen voor activiteiten, het aanmoedigen, contact maken en het laten zien van voordelen van ‘family volunteering’. Uit het jaar van deze bron, 2001, kan opgemaakt worden dat family volunteering internationaal gezien al veel langer een fenomeen is. Uit het feit dat er ook in 2012 nog steeds informatie en brochures te vinden zijn over family volunteering, kan geconcludeerd worden dat internationaal family volunteering is aangeslagen. In Nederland begint family volunteering net. Als we de internationale ervaringen als leidraad nemen, is het aannemelijk te zeggen dat wanneer family volunteering hier in Nederland aanslaat, het ook een lang blijvend fenomeen kan worden. Dat betekent automatisch dat de vijver van vrijwilligers voor de komende tijd groter wordt en dat een maatschappelijke trend als vergrijzing, zoals beschreven in het theoretisch kader van dit onderzoek, hiermee kan worden tegen gegaan. Want, zoals bij het volgende topic te zien is, in internationaal opgemerkt dat kinderen die vrijwilligerswerk doen, opgroeien als volwassenen die vrijwilligerswerk doen. Hiermee vergrijst de Nederlandse bevolking nog wel, maar als het norm wordt om vrijwilligerswerk met je kinderen te doen, wordt de jongste generatie dus ook altijd gestimuleerd en daarmee de groep vrijwilligers aangevuld. De resultaten die bij deze topic zijn gevonden reiken te ver om in deze paragraaf helemaal toe te lichten. Wel kan geconcludeerd worden dat er internationaal vele tips en adviezen opgesteld zijn om gezinnen te werven. En ook hier is een stuk informatie geboden die vrijwilligersorganisaties kunnen gebruiken als promotie, er wordt namelijk in de literatuur ook ingegaan op hoe gezinnen zelf vrijwilligersprojecten kunnen vinden. Zo kunnen toekomstige vrijwillige gezinnen zelf aangespoord worden om zich te melden bij bijvoorbeeld Stichting Present. Het effect van family volunteering Family volunteering kent vele voordelen. Wat in de gelezen literatuur opvalt, is dat er een scheiding is aangebracht in de verschillende niveaus. Zo zijn er voordelen geformuleerd op microniveau, namelijk voor gezinnen, op mesoniveau, namelijk voor vrijwilligersorganisaties en voor bedrijven en/of werkgevers, en op macroniveau zijn voordelen voor de samenleving geformuleerd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er op ieder niveau, en dus voor een ieder, voordelen te vinden zijn voor de inzet van gezinnen. Dit kan inspelen op de visie van waaruit Stichting Present aan het werk is. Stichting Present wil, zoals eerder beschreven in het theoretisch kader, een beweging op gang brengen waarbij mensen het steeds meer vanzelfsprekend vinden om naar elkaar om te zien. Met de wetenschap dat family volunteering voor een ieder voordelen met zich mee brengt, kan de conclusie worden getrokken dat die beweging op gang te brengen is door de voordelen onder de aandacht te brengen en zo aan iedereen duidelijk te maken wie er gebaat is bij family volunteering. Om ook een andere kant te laten zien, worden er in de literatuur ook barrières genoemd voor de inzet van family volunteering. Wat ten opzichte van het gezin drie keer wordt genoemd in de literatuur, is dat family volunteering vaak gedaan wordt in de persoonlijke tijd van het gezin, dus bijvoorbeeld de avonden en de weekenden. Dit vraagt een zekere mate van opoffering van het gezin. Voor de organisatie is een barrière dat de screening aangepast moet worden op kinderen. Dit vraagt
61
een bepaalde methode, zoals ook te zien is in de ontwikkeling van de methode voor het project ‘Gezinnen: Present’ hier in Nederland. Ook wordt er een grotere flexibiliteit gevraagd van vrijwilligersorganisaties. Ondanks dat in de literatuur wordt aangegeven dat barrières vrijwilligersorganisaties of vrijwilligers niet mogen beletten om vorm te geven aan family volunteering, lijkt het wel van belang om de barrières in kaart te brengen en ze af te wegen. Wanneer dit gedaan wordt, kan geconcludeerd worden dat er vooruit gekeken wordt en kan een organisatie als Stichting Present al van te voren in proberen te spelen op barrières. Met deze deelvraag werden de internationale ervaringen rondom family volunteering geanalyseerd om te onderzoeken welke bijdrage deze ervaringen kunnen leveren aan het vormgeven van de inzet van gezinnen in Nederland. Allereerst is het belangrijk om goed na te denken over de definitie van family volunteering. De definitie biedt een duidelijke basis voor wat verstaan wordt onder family volunteering, wat helderheid geeft aan de uitvoering van de werkzaamheden. Wat betreft de opzet en uitvoering van projecten rondom family volunteering lijkt het van belang voordat men het project opstart, goed na te denken over beleid en organisatie van de projecten. De jaartallen waaruit de gevonden literatuur stamt, geeft de indruk dat internationaal family volunteering al langer bestaat. De gelezen literatuur levert een schat op aan tips en adviezen om gezinnen te werven. Het lijkt daarom ook logisch om in Nederland gebruik te maken van deze ervaringen om zo het eigen vrijwilligersmanagement met betrekking tot de inzet van gezinnen vorm te geven. Er worden vele voordelen van family volunteering gegeven. Deze voordelen kunnen gebruikt worden om de missie die Stichting Present kent, te verwezenlijken. Voordelen kunnen in dit geval gebruikt worden om mensen aan te sporen deel te nemen aan family volunteering. Er wordt in de literatuur ook een andere kant geboden, namelijk de barrières van family volunteering. Om goed in te kunnen spelen op gezinnen en hun belangen bij de inzet van family volunteering, lijkt het belangrijk de barrières voor het Nederlandse project in kaart te brengen. Van daaruit kan geprobeerd worden om voorgesorteerd te staan en al op de barrières te reageren nog voordat ze een probleem gaan vormen. §4.1.7 Conclusie en antwoord op de hoofdvraag Met behulp van bovenstaande conclusies zal er een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag: “Op welke manier kan Stichting Present aansluiten bij de afwegingen en de werkwijze van professionals bij het inzetten van vrijwilligers in het algemeen en gezinnen in het bijzonder en welke aspecten kunnen hierbij worden meegenomen op basis van internationale ervaringen met family volunteering?” In dit onderzoek is er veel informatie naar voren gekomen over hoe professionals in maatschappelijke organisaties willen samenwerken met vrijwilligers en/of vrijwilligersorganisaties. Hierin is naar voren gekomen welke eisen professionals stellen aan vrijwilligers en welke overwegingen ze maken om de vrijwilliger in een hulpverleningsproject in te zetten. Een belangrijke conclusie is dat Stichting Present een goede aansluiting heeft met de samenwerkende organisaties, gezien deze organisaties aangeven tevreden te zijn over deze samenwerking. Tevens zijn er professionals geïnterviewd die geen samenwerking hebben met Stichting Present. Hierbij konden deze professionals aangeven wat ze belangrijk vinden in de samenwerking met vrijwilligersorganisaties. Deze informatie en de ervaring in de bestaande samenwerkingen kan Stichting Present gebruiken bij het zoeken naar aansluiting met maatschappelijke organisaties waarmee nog geen samenwerking bestaat. Niet alleen de professionals hebben kunnen aangeven welke behoeften zij hebben in de samenwerking met vrijwilligers. Ook is door middel van literatuurstudie onderzocht hoe family volunteering in het buitenland vorm is gegeven. Hierbij zijn concrete tips gegeven die Stichting Present kan meenemen bij het opzetten van de eigen project: 'Gezinnen: Present'. Door de informatie van zowel de professionals als de literatuur kan Stichting Present nu in de ontwikkelingsfasen van de methode ‘Gezinnen: Present’, maar wellicht ook met andere projecten, concrete stappen maken om te reflecteren op het eigen vrijwilligersmanagement, nieuwe doelen te
62
stellen en nieuwe stappen en doelen te blijven monitoren. In de aanbevelingen die genoemd worden in §4.3 zullen een aantal concrete mogelijkheden worden genoemd die Stichting Present kan gebruiken om aan te sluiten op maatschappelijke organisaties en/of de eigen doelgroep en in het bijzonder de doelgroep van gezinnen die ingezet worden als vrijwilliger.
63
§4.2 Aanbevelingen Uit het onderzoek komt naar voren dat de organisaties die samenwerken met Stichting Present tevreden zijn over de samenwerking, er worden geen negatieve ervaringen benoemd. Stichting Present slaagt er dus in goed aan te sluiten op de organisaties met wie samengewerkt wordt. Dit is ook te zien in de verbinding die te leggen is tussen de behoeften van de professional en de werkwijze van Stichting Present. Echter, er is een aantal organisaties dat aangeeft Stichting Present niet te kennen. Deze organisaties laten bij uitleg van de werkwijze en werkzaamheden van Stichting Present tijdens de interviews wel enthousiasme blijken en geven aan open te staan voor samenwerking. In het kader daarvan willen wij aanbevelen aan Stichting Present om: Organisaties met wie geen samenwerking bestaat, te benaderen met uitleg en informatie over de werkzaamheden van de Stichting, om op die manier de samenwerking aan te gaan en ook bij die organisaties vrijwilligers in te kunnen zetten. Hiermee kan Stichting Present besluiten om een PR offensief te voeren om het eigen aanbod te promoten aan maatschappelijk organisaties. Ook internationaal is er veel ervaring met het werven van gezinnen. Een deel van de gevonden informatie stamt uit 2001 of 2002, waaruit te concluderen valt dat family volunteering internationaal al langer speelt en is aangeslagen. Opvallend is dat er veel promotie wordt gemaakt voor family volunteering in brochures waarbij de voordelen van family volunteering aan gezinnen worden gepresenteerd, waarbij vervolgens tips gegeven worden hoe ze deze projecten zelf op kunnen zoeken. Het sociaal kapitaal zelf wordt dus aangespoord om in actie te komen. Om family volunteering onder de aandacht van gezinnen te brengen en gezinnen te werven, bevelen wij daarom aan Stichting Present aan om: Door middel van brochures voor gezinnen en maatschappelijke organisaties de gebleken internationale voordelen onder de aandacht te brengen, en gezinnen en organisaties tips te geven hoe ze bij projecten voor gezinnen kunnen komen. Deze aanbeveling sluit aan bij de vorige aanbeveling waarbij Stichting Present aangemoedigd wordt om te investeren in PR naar maatschappelijke organisaties. Door de ervaringen uit het buitenland is te zien dat ook gezinnen worden aangemoedigd om deel te nemen. Dit vraagt van Stichting Present om de eigen specifieke methode 'Gezinnen: Present' meer te promoten. Verder kan Stichting Present in de ontwikkeling van de methode 'Gezinnen: Present' aansluiten op de behoeften en wensen van maatschappelijke organisaties en/of gezinnen. Hieronder zal een aantal belangrijke aandachtspunten worden genoemd dat uit het onderzoek naar voren is gekomen. Stichting Present kan deze aandachtspunten gebruiken om het eigen vrijwilligersmanagement , genoemd in §1.3.3, aan te passen: De inzichten te vergelijken met de eigen werkwijze, waarbij afgevraagd kan worden of op genoeg behoeften wordt aangesloten of dat er nog behoeften zijn waar de Stichting meer of beter bij kan aansluiten. Door op de aangegeven behoeften aan te sluiten kan samenwerking met maatschappelijke organisaties vergemakkelijkt worden. Vorm een eigen definitie voor family volunteering. Wat verstaat Stichting Present onder een gezin? En hoe ziet family volunteering eruit voor Present? Hoort hier ook informele vrijwilligerswerk van gezinnen bij? Of gaat Stichting Present alleen uit van formele projecten waarbij de gezinnen in projecten actief zijn? Een goed geformuleerde definitie biedt helderheid voor de uitvoering van de werkzaamheden van het vrijwilligerswerk en de organisatie daarvan. Anticiperen en aansluiten op barrières van family volunteering om teleurstellingen te voorkomen. Stichting Present kan hierdoor bewust zijn van de barrières die overwonnen moeten worden, en daarmee kiezen of ze deze barrières willen omzetten in een uitdaging om barrières te overwinnen en teleurstellingen te voorkomen.
64
Tot slot kan Stichting Present ook op macroniveau de eigen visie uitbreiden. Om als lokale speler actief te zijn en te blijven kan Stichting Present aansluiten op de maatschappelijke trends en ontwikkelingen. In §1.3.7 is benoemd welke maatschappelijke trends in de maatschappij in ontwikkeling zijn. Deze trends zijn verzakelijking, vergrijzing , individualisering, intensivering van vrije tijd en beleidsontwikkelingen rondom de WMO. Deze trends doen steeds meer een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de individu en vragen om steeds meer informele en vrijwillige inzet van burgers. Ook maatschappelijke organisaties kunnen in het huidige beleid aanvoelen dat er meer gebruik moet worden gemaakt van vrijwilligers. Stichting Present kan in deze tijd en met deze trends een tussenspeler zijn die nu nog meer gaat investeren in relaties met organisaties en lokale overheden. Met deze relaties kan steeds meer gestreefd worden naar een steeds hogere participatiegraad van vrijwilligers.
65
§4.3 Discussie Het vrijwilligersmanagement van Stichting Present streeft naar een goede verhouding tussen informeel en formeel vrijwilligerswerk. Daarin is Stichting Present gericht op de aanbodzijde om zo een goede aansluiting te vinden op de vraagzijde. Het vrijwilligersmanagement van Stichting Present komt overeen met de acht bakens die geformuleerd worden in een programma van Welzijn Nieuwe Stijl. Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning heeft het ministerie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn samen met andere verenigingen een nieuw programma opgezet om de doelen vanuit de Wmo te kunnen realiseren. Welzijn Nieuwe Stijl werkt met de volgende acht bakens (Ministerie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn, 2010): Gericht op de vraag achter de vraag; Gebaseerd op de eigen kracht van de burger; Direct er op af; Formeel en informeel in optimale verhouding; Doordachte balans van collectief en individueel; Integraal werken; Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht; Gebaseerd op ruimte voor de professional. In de verzorgingsmaatschappij vond de overheid dat ze garant moest staan voor de sociale collectieve welzijn van haar burgers (Kwekkeboom & Vreugdenhil, 2009). Hierdoor werd de zorg formeel aangeboden. Met de omslag naar een participatiemaatschappij heeft de overheid besloten dat de burger meer verantwoordelijkheid moest nemen en zelf tot participatie moest komen. Daarbij werd beoogd dat het sociale netwerk eerder en vaker ingeschakeld moest worden bij de zorg van een cliënt. In principe is dit een mooie omslag aangezien hierdoor de burger geroepen wordt om meer betrokken te zijn bij de zorg voor zichzelf en voor een ander. Echter, hierbij is wel een valkuil te benoemen. Een valkuil waarbij de professionaliteit van de zorg achteruit kan gaan. Het gevolg van deze verandering is dat de uitvoerende taken gedaan worden door burgers en dat de professional de coördinerende taken op zich neemt. Zo ontstaat informele zorg, ook Stichting Present werkt hier aan mee. Het gevaar hierin is dat de professionaliteit van de zorg wordt aangetast. Professionals hebben een studie gevolgd waar zij theorieën hebben geleerd en ervaring hebben opgedaan. Maar hoe zit dit met vrijwilligers? Zij hebben over het algemeen minder ervaring en geen theoretische kennis. Dus in hoeverre kan de zorg worden verschoven van formele naar informele zorg? Dit is een belangrijk aandachtspunt bij het inzetten van vrijwilligers. Op het moment dat er vrijwilligers worden ingezet om uitvoerende taken op zich te nemen, lijkt deze verantwoordelijkheid te verschuiven. Om het werk te kunnen blijven legitimeren, ligt de verantwoordelijkheid bij de professional. Maar in hoeverre kan de professional de verantwoordelijkheid dragen voor het werk dat vrijwilligers doen? En willen professionals wel verantwoordelijk zijn voor het werk dat vrijwilligers verrichten? Het is lastig om te bepalen waar de verantwoordelijkheid van de professional stopt en waar de verantwoordelijkheid van de vrijwilliger begint. Zeker op het moment dat er gezinnen worden ingezet als vrijwilligers, zoals bij Stichting Present. Een kind is nog niet verantwoordelijk voor zijn eigen daden, maar dit zijn de ouders van het kind. Dit impliceert dat de ouders de verantwoordelijkheid dragen voor de kinderen, en dat de professional verantwoordelijkheid draagt voor de ouders, en dus ook indirect voor de kinderen. Hoe kan een professional het werk van de ouder en het kind legitimeren? Dit is en blijft een lastig punt waar goed over nagedacht kan worden. In de zorg is het belangrijk dat de zorgbieder weet wat hij doet en dit kan verantwoorden. Als de professional onvoldoende zicht heeft op het werk van de vrijwilligers, kan het werk lastig gelegitimeerd worden. Hierbij kan een stuk professionaliteit missen. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn wie verantwoordelijk is en hoe deze verantwoording gelegitimeerd kan worden.
66
Wat dat betreft heeft Stichting Present een goede manier gevonden om de professional te betrekken bij het uitvoerende werk van de vrijwilliger. Dit wordt gedaan door de aanwezigheid van de professionals tijdens de activiteiten met vrijwilligers. Dit kan een professional zijn van Stichting Present maar ook een professional vanuit de desbetreffende organisatie. Stichting Present pakt het stuk van formele zorg naar informele zorg hierdoor goed op. Ondanks dat de professional aanwezig is tijdens activiteiten neemt dit de verantwoordelijkheid voor de vrijwilligers en de cliënt niet weg. Om die reden kan goed gekeken worden naar de manier waarop de professional het meest zicht heeft op het handelen van de vrijwilligers, zodat de professional het werk kan legitimeren en de verantwoordelijkheid kan dragen. Daarnaast is het van belang dat de veiligheid van de vrijwilliger en de cliënt gewaarborgd wordt, en dit met name bij het inzetten van de bijzondere doelgroep van gezinnen als vrijwilligers.
67
Bijlage 1: Fase 3 – operationalisering §3.1 Inleiding In dit hoofdstuk zullen de verschillende aspecten uit de deelvragen van dit onderzoek worden geoperationaliseerd. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: “Op welke manier kan Stichting Present aansluiten bij de afwegingen en de werkwijze van professionals bij het inzetten van vrijwilligers in het algemeen en gezinnen in het bijzonder en welke aspecten kunnen hierbij worden meegenomen op basis van internationale ervaringen met family volunteering?” Om een antwoord te kunnen geven op deze vraag zijn er gegevens nodig over de beleving van professionals en de achterliggende motieven bij de inzet van vrijwilligers. Daarnaast moeten er ook gegevens worden verzameld over factoren (helpend of belemmerend) die een rol spelen in de afweging die professionals maken en zijn er gegevens nodig over ervaringen die professionals hebben in de samenwerking met vrijwilligers en de daaraan verbonden vrijwilligersorganisatie. Tenslotte is er informatie nodig over de internationale ervaringen met family volunteering en hoe projecten, waarbij gezinnen als vrijwilliger worden ingezet, worden georganiseerd en vormgegeven. In een doorlopend verhaal zullen de verschillende aspecten die het meest van belang zijn voor dit onderzoek worden beschreven. Elke aspect sluit af met een kader waarin wordt samengevat welke variabelen in de topiclijst worden opgenomen.
§3.2 Interviews Onderstaande operationalisatie draagt bij aan de beantwoording van de hoofdvraag, die onderverdeeld is in vier deelvragen: 4. Welke overwegingen maken professionals om vrijwilligers wel, al dan niet, in te zetten? 5. Welke overwegingen maken de professionals tussen de inzet van een individuele vrijwilliger of een groep als vrijwilliger? 6. Hoe wordt door professionals de samenwerking met vrijwilligers en de vrijwilligersorganisaties ervaren? 7. Zijn de professionals bekend met Stichting Present en zijn zij op de hoogte van het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’? Om deze deelvragen te beantwoorden wordt er gebruik gemaakt van een half gestructureerd interview. De vragen en antwoorden liggen van te voren niet vast en elk nieuw onderwerp zal met een beginzin geopend worden. Door middel van doorvragen wordt het onderwerp uitgediept. Bij elk onderwerp zal een aantal aandachtspunten of ‘door’ vragen geformuleerd worden door middel van een topiclijst. Een half gestructureerd interview geeft de interviewer gelegenheid om nieuwe onderwerpen die aan bod komen verder te onderzoeken en, indien daar aanleiding toe is, de volgorde van de onderwerpen te verwisselen (Baarda, De Goede & Teunissen 2001). Dit houdt in dat de interviewer de vraag zelf op maat maakt voor de professional. De beschreven vragen in de bijlagen zullen dus niet altijd inherent zijn aan de situatie ter plekke. Mocht er geen ervaring zijn dan is de doelstelling om de professional mee te nemen in een ‘stel dat’ situatie.
68
De steekproef: Binnen de steekproef is er allereerst gezocht op overeenkomsten binnen de werkvelden waar de professionals werkzaam in zijn. Daarnaast hebben de verschillende Stichtingen Present zelf een keuze gemaakt binnen hun databestanden. Tevens is er binnen de strata gezocht naar zo veel mogelijk overeenkomsten binnen de organisatie, zodat de informatie zoveel mogelijk vanuit dezelfde doelgroep wordt aangereikt en er een enigszins uniform beeld ontstaat. Daarom zal aan het begin van het interview gevraagd worden waar de professional werkzaam is in het beroepsveld en wat zijn of haar functie is. -
Binnen welk beroepsveld is de professional werkzaam? Wat is zijn of haar functie?
Voor deze steekproef worden drie strata onderscheiden: 1. Organisaties die samenwerken met Stichting Present en deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’. 2. Organisaties die samenwerken met Stichting Present, maar geen deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’. 3. Organisaties die geen samenwerking hebben met Stichting Present. Dit geeft weer dat er al een belangrijke driedeling heeft plaats gevonden. In de eerste twee strata is er al sprake van een samenwerking met een vrijwilligersorganisatie, namelijk Stichting Present. Dit sluit echter niet uit dat een maatschappelijke organisatie, naast de samenwerking met Stichting Present, ook nog een samenwerking kan hebben met één of meerdere andere vrijwilligersorganisaties. Bij het laatste stratum is er geen sprake van samenwerking met Present, maar mogelijk wel met een andere vrijwilligersorganisatie. Dit brengt ons direct bij een andere belangrijke waarde: de ervaring en beleving van de professional als het gaat om de samenwerking met een vrijwilligersorganisatie. En hoe waarderen zij deze samenwerking? -
Wat zijn de positieve ervaringen van professionals in de samenwerking met vrijwilligers en of met vrijwilligersorganisaties? Wat zijn de negatieve ervaringen van professionals in de samenwerking met vrijwilligers en of vrijwilligersorganisaties? Welke behoeften hebben professionals in de samenwerking met vrijwilligersorganisaties?
Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) op 1 januari 2007 is een paradigmawisseling in gang gezet ten opzichte van eerdere wetgeving (Kwekkeboom & Vreugdenhil, 2009). De WMO stimuleert de inzet van vrijwilligers waardoor er een verschuiving plaatsvindt binnen de inzet van vrijwilligers in een maatschappelijke organisatie. Er wordt een appel gedaan op de professional om hulp anders vorm te geven. Het werken met vrijwilligers kan worden gezien als een van de antwoorden op dit appèl. In dit onderzoek wordt onder vrijwilliger verstaan: ‘Iemand die eenmalig of voor langere tijd (wel tijdsgebonden) door de professionele hulpverlening wordt betrokken bij het welzijn van de cliënt, om een bijdrage te leveren in het proces en de doelen van de cliënt’. Door deze verschuiving ontstaat er een nieuwe vraag, wat vraagt om nieuwe bezinning in de samenwerking met vrijwilligers en met name als het gaat om afbakening van functie en verantwoordelijkheden tussen de vrijwilliger en de professional. Dit appel vraagt om een herbezinning op de samenwerking tussen de professional en de vrijwilliger. Hiervoor is het noodzakelijk om meer zicht te krijgen op de beleving en motieven van professionals in het werken met vrijwilligers en het inzetten van vrijwilligers. De frequentie van de ervaring van professionals in het werken met vrijwilligers is een belangrijke variabele. Zij geeft nadere informatie over uitspraken die de professional doet. Hoe meer ervaring, hoe evenwichtiger en veelzijdiger de
69
uitspraak van de professional zal zijn, omdat hij uitspraken doet over een grotere eenheid. Mogelijk zal de professional ook vanuit de praktijk meer zicht hebben op helpende en belemmerende factoren. Hij heeft vaker een keuze gemaakt voor de inzet, waardoor de opgedane kennis leidt tot een vergrotende en mogelijk genuanceerdere zienswijze. De overheid is zich in de afgelopen jaren gaan ontwikkelen van een verzorgingsstaat naar een participatiestaat, waarin elke burger deelneemt aan de maatschappij en hierin meedraait. Het gaat dan over het activeren van sociaal kapitaal. Sociaal kapitaal is het idee dat sociale netwerken waarde hebben (Kuiper, 2009). Het sociale kapitaal wordt vooral daar over gedragen waar er wordt samengeleefd: “Elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen” 7. Het project ‘Gezinnen: Present’ is een goed voorbeeld van het activeren van sociaal kapitaal. Binnen het project ‘Gezinnen: Present’ wordt het gezin als vrijwilliger ingezet voor een project bij een hulpvrager. Binnen de samenleving is te zien dat dit een nieuwe vorm is van vrijwilligerswerk, waardoor daar nog weinig informatie over bekend is in Nederland. In dit onderzoek worden drie belangrijke vormen van vrijwilligers van elkaar onderscheiden: - De individuele vrijwilliger - Een groep als vrijwilliger, bestaand uit twee personen of meer - Een gezin als vrijwilliger: ouders/verzorgers met hun kinderen Dit impliceert dat de professional een keuze heeft tussen verschillende vormen van vrijwillige inzet. Maar op grond waarvan maken zij die keuze of afweging? Welke voor- of nadelen ervaren zij aan de verschillende vrijwilligersvormen? En welke behoefte leeft er bij de professionals in de samenwerking met vrijwilligers? -
Hoe vaak heeft de professional een individuele vrijwilliger, een groep als vrijwilliger en/of een gezin als vrijwilliger ingezet? Wat zijn de ervaringen van de professional, in de samenwerking met de vrijwilliger? Wat zijn de achterliggende motieven van een professional, in de keuze voor een bepaalde vorm van vrijwillige inzet? Wat zijn de voordelen van het inzetten van een individuele vrijwilliger, een groep als vrijwilliger en/of een gezin als vrijwilliger? Wat zijn de nadelen van het inzetten van een individuele vrijwilliger, een groep als vrijwilliger en/of een gezin als vrijwilliger? Welke randvoorwaarden zijn belangrijk voor de professional in de samenwerking met de vrijwilliger
Samengevat komen onderstaande woorden terug in de topiclijst: Algemene inventarisatie Frequentie Ervaringen Overwegingen Voor- en nadelen Ervaringen en waardering samenwerking met vrijwilliger en vrijwilligersorganisatie. Behoeften van de professional in de samenwerking met de vrijwilliger en de vrijwilligersorganisatie.
7
Deze definitie is op deze wijze geformuleerd vanwege de grote diversiteit en variëteit die het hedendaagse leven kenmerkt; zowel in vorm (gehuwd en ongehuwd) en omvang (twee- en eenoudergezinnen), als in samenstelling (een vader en moeder, maar bijvoorbeeld ook twee moeders met kinderen).
70
§3.3 Literatuur onderzoek Onderstaande operationalisatie draagt bij aan de beantwoording van de laatste deelvraag: Hoe wordt internationaal vormgegeven aan ‘family volunteering’? Voor het beantwoorden van deze deelvraag worden landen buiten Nederland onderzocht die reeds kennis hebben opgedaan rondom family volunteering. Deze kennis heeft betrekking op het hebben uitgevoerd van projecten van family volunteering en op organisaties die onderzoek hebben gedaan naar family volunteering. De kennis kan gebruikt worden voor dit onderzoek om te bekijken hoe family volunteering in een aantal landen uit het buitenland wordt vormgegeven. In het onderzoeksplan wordt in §2.1.2 reeds beschreven uit welke landen er literatuur zal worden gehaald. Dit zullen zijn: de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Canada. Dit heeft gevolgen voor de selectie van respondenten, niet voor de operationalisatie. De literatuur richt zich op family volunteering. Hier vindt selectie op vier landen vooraf plaats, waar family volunteering aangeboden wordt. Hierbij is er voor gekozen zowel literatuur te bestuderen, als het weergeven van vier projecten waarin al gebruik wordt gemaakt van family volunteering. Ook dit wordt gezocht vanuit de selectie van de vier landen. Zo krijgt de literatuurstudie een tweeledig karakter: enerzijds wordt theoretische kennis weergegeven en wordt er vanuit een theoretische invalshoek naar family volunteering gekeken, anderzijds wordt er een praktisch voorbeeld gegeven door al bestaande projecten te beschrijven. Hierdoor wordt mogelijk verschillende informatie gegeven over hoe deze projecten worden vormgegeven. Er is gekozen voor vier projecten, omdat het beantwoorden van de deelvraag in de gegeven tijd, met de beschrijving van deze vier projecten realiseerbaar is. De vier projecten zijn: The Volunteer Family, Volunteer Calgary, Volunteer SouthDublin en Volunteer Australia. Family volunteering Volgens het Nederlandse project ‘Gezinnen: Present’ is family volunteering de inzet van gezinnen als vrijwilligers. De gezinnen bieden zich aan als vrijwilliger en bieden gezamenlijk hulp of dienstverlening aan een persoon met een hulpvraag. Voor dit onderzoek is het relevant om respondenten te benaderen die bekend zijn met het project waarin gezinnen als vrijwilligers worden ingezet. Dit is relevant om informatie te verkrijgen over de ervaringen van de professionals (zie begrippenkader voor definitie van professionals) in het inzetten van gezinnen als vrijwilligers. Juist omdat uit de theoretische inleiding (§1.3.2) is gebleken dat het gezin een leefverband is dat waardevol kan zijn binnen de vrijwillige inzet. Maar op welke manier kan er gebruik gemaakt worden van de kracht van gezinnen en hoe kan het gezin ingezet worden? Voor de literatuurstudie is het van belang om uit de literatuur de definitie van family volunteering te achterhalen. Ook in §1.3.5 is reeds beschreven waarom dit onderzoek zich richt op het verkrijgen van informatie over de ervaring van family volunteering in het buitenland. Een centrale vraag hierbij is: Wat wordt er verstaan onder family volunteering? De vormgeving van family volunteering: De vormgeving van family volunteering in het buitenland heeft te maken met verschillende aspecten. Onder de verschillende aspecten van vormgeving wordt in dit onderzoek verstaan: Hoe is een project rondom family volunteering opgezet? Hoe wordt een project rondom family volunteering uitgevoerd? Welke doelgroep hebben de organisaties die family volunteering aanbieden ?
71
Hoe worden gezinnen gemotiveerd/verworven om deel te nemen aan family volunteering? Wat is het effect van family volunteering: Wat zijn voordelen van family volunteering voor gezinnen en voor de ontvangende partij (de hulpvrager)? Wat zijn nadelen van family volunteering voor gezinnen en voor de ontvangende partij (de hulpvrager)? Wordt er in de vormgeving van family volunteering ook samengewerkt met andere disciplines? Met andere disciplines wordt in dit onderzoek bedoeld; andere beroepen of andere organisaties, die niet behoren tot de eigen organisatie. Daarnaast wordt er een topic benoemd dat zal dienen voor informatie die uit literatuur gevonden wordt, die bij voorbaat niet is in geschat, maar inhoudelijk een belangrijke toevoeging kan hebben op het literatuuronderzoek. Deze topic zal in de tabel toegevoegd worden als: Overige aspecten: andere belangrijke onderwerpen die te vinden zijn in de literatuur en die niet kunnen worden ingedeeld in de huidige topics.
§3.4 Analyse van de interview resultaten Verslaglegging De interviews zullen zoveel mogelijk direct na het interview worden uitgewerkt. Er zal een gestileerde weergave van het gesprek worden gegeven. Dat wil zeggen dat de onderzoeker de kern van het gesprek zal weergeven en alleen daar citaten opneemt waar dat relevant is voor de beantwoording van de deelvragen. De structuur die aangehouden zal worden, ziet er als volgt uit (RUG, 2012): Tekstdelen
Functies
Inleiding
- Onderwerp - Naam interviewer - Naam geïnterviewde, evt. functie en organisatie - Datum van het interview - Duur van het interview - Plaats van het interview
Kern
Het verloop van het gesprek wordt weergegeven in de derde persoon enkelvoud. Daarbij vormt de probleemstelling het uitgangspunt. Als het relevant is, worden letterlijke uitspraken van de informant geciteerd.
Afsluiting
- karakterisering van het interview en de informant (sfeer, gedrag) - opmerkingen over betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van informatie - eventuele verdere afspraken Bron: universiteit Groningen, RUG
In de verwerking van het interview wordt de deelvragen als uitgangspunt genomen. De interviews worden gecodeerd op grond van vooraf gevormde labels/topics, die per deelvraag worden
72
weergegeven in een schematische overzicht. Door dit schematisch overzicht kan de informatie die uit de topics voortvloeien overzichtelijk naast elkaar geplaatst worden. Dit zal weer gebruikt worden voor de verslaglegging van de resultaten. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van open codering. Doormiddel van de open codering kan nieuwe relevante informatie toegevoegd worden die niet onder de gemaakte topics kunnen vallen. Deze informatie wordt ondergebracht onder de topic ‘overig’. Samengevat zullen onderstaande begrippen centraal staan in de verwerking van de interviews: Inzet vrijwilligers: - Frequentie van samenwerking met een vorm van vrijwillige inzet - Positieve en negatieve ervaringen in de samenwerking met vrijwilligers - Achterliggende motieven voor een keuze voor een bepaalde vrijwilligersvorm - Effect op de hulpverlening - Moment van inzet - Behoeften/ randvoorwaarden voor de professional in de samenwerking - Verbeterpunten Vrijwilligersorganisatie: - Positieve en negatieve ervaringen in de samenwerking met vrijwilligersorganisatie - Behoeften/randvoorwaarden voor de professional in de samenwerking met de vrijwilligersorganisatie - Verbeterpunten - Tips en ideeën Stichting Present: - Achterliggende motieven om samen te werken met Stichting Present - Bekendheid met het nieuwe project “Gezinnen: Present” - Achterliggende motieven van deelname of afzien van deelname Overig
§3.5 Analyse van literatuurstudie Elk artikel wordt vanuit het Engels samengevat in het Nederlands. Zodra alle samenvattingen geschreven zijn wordt door middel van onderstaande tabel de belangrijkste informatie uit de literatuur onder de volgende topics verdeeld: Literatuur Auteur(s), jaaruitgave en land van publicatie
Onderwerp literatuur
Definitie family volunteering
Opzet en uitvoering van projecten van family volunteering
De werving van de doelgroep voor een project rondom family volunteering
Wat is het effect van family voluneering?
Samenwerking met andere disciplines
Overige aspecten
Zo wordt de tabel per artikel aangevuld en wordt er schematisch weergegeven welke informatie gevonden is die onder de topics vallen. Zodra de bovenstaande tabel is ingevuld, zal er een verslaglegging plaatsvinden. De gemaakte samenvattingen dienen hierbij als hulpmiddel, zodat gelezen informatie snel terug te vinden is. De
73
samenvattingen zullen daarom niet terug te vinden zijn in het uiteindelijke verslag. De tabel is bij de verslaglegging het uitgangspunt. Het doel van het verslag is het schriftelijk weergeven van de belangrijkste onderwerpen die uit de literatuur te vinden zijn. Daarnaast heeft het verslag het doel om de gelezen literatuur en de genoemde topics met elkaar te verbinden. Bij de verslaglegging wordt er gebruik gemaakt van het volgende schema: Titel
Mogelijke titel: benoemen vraag
Inleiding
Deelvraag 5, met indien van toepassing: - Onderbouwen met theorie - Uitleg begrippen - Eerder onderzoek - Relevantie Opbouw literatuuroverzicht
Middendeel: aantal paragrafen afhankelijk van aantal deelthema’s
Topic 1
Conclusie
Onderbouwd antwoord op de vraagstelling Discussie/kritiekpunt Suggesties Compleet en op alfabetische volgorde
Literatuurlijst
- Deelvraag-/topicbeschrijving - Hoofdpunten onderzoek en resultaten - Paragraafconclusie 1
Bijlage: Topiclijst interviews 1 Voor: Professionals die reeds samenwerken met Present, maar nog geen deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’.
Naam: Leeftijd: Binnen welk werkveld werkzaam? Welke functie? Heeft u ervaring met de inzet van een individuele vrijwilliger, een groep als vrijwilliger en/of een gezin als vrijwilliger? Hoe vaak heeft u in het afgelopen jaar binnen de hulpverlening vrijwilligers ingezet? Individuele vrijwilliger: Groep als vrijwilliger: Gezin als vrijwilliger: Met welke vrijwilligersorganisatie(s) werkt u samen?
74
Deelvraag 1: Hoe wordt door professionals de samenwerking met vrijwilligers en de vrijwilligersorganisaties ervaren? Beginzin: Hoe wordt door u als professional de samenwerking met de vrijwilliger(s) ervaren? Positieve en negatieve ervaringen Behoefte/randvoorwaarden van de professional Verbeterpunten Beginzin: Hoe wordt door u als professional de samenwerking met de vrijwilligersorganisatie(s) ervaren? (per organisatie inventariseren) Positieve en negatieve ervaringen Behoeften/randvoorwaarden van de professional Verbeter punten Tips en ideeën
Welke overwegingen maken professionals om vrijwilligers wel, al dan niet, in te zetten? Beginzin is: Welke overwegingen maakt u als professional om vrijwilligers wel of niet in te zetten? Overwegingen Achterliggende motieven - Voor- en nadelen
Deelvraag 3: Welke overwegingen maken de professionals tussen de inzet van individuele vrijwilliger of een groep als vrijwilligers? Beginzin is: Indien er sprake is van de inzet van een groep: Welke overwegingen maakt u bij de inzet van een groep als vrijwilliger? Anders: Stelt u zich voor: U hebt de keuze voor de inzet van een individu als vrijwilliger of een groep als vrijwilliger. Welke overwegingen zou u tegen elkaar afwegen? Overwegingen voor de inzet van een groep Positieve en negatieve ervaringen Effect op hulpverlening Het moment van inzet Overwegingen tussen de inzet van een individuele vrijwilliger of een groep
75
Deelvraag 4: Zijn de professionals bekend met Stichting Present en zijn zij op de hoogte van het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’?
Beginzin: Wat waren uw overwegingen om de samenwerking aan te gaan met Stichting Present? Overweging tot samenwerking met Present Beginzin: Bent u op de hoogte van het nieuwe project? En wat waren u motieven om niet deel te nemen aan het nieuwe project? Bekend met het nieuwe project 'Gezinnen: Present' Achterliggende motieven van afzien van deelname aan het project
Bijlage: Topiclijst interviews 2 Voor: Professionals die reeds samenwerken met Present en deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’.
Hoe vaak heeft u in het afgelopen jaar binnen de hulpverlening vrijwilligers ingezet?
Deelvraag 1: Hoe wordt door professionals de samenwerking met vrijwilligers en de vrijwilligersorganisaties ervaren? Beginzin: Hoe wordt door u als professional de samenwerking met de vrijwilliger(s) ervaren? Positieve en negatieve ervaringen Behoefte van de professional Verbeter punten Beginzin: Hoe wordt door u als professional de samenwerking met de vrijwilligersorganisatie(s) ervaren? (per organisatie inventariseren) Positieve en negatieve ervaringen
76
Behoefte van de professional Verbeter punten Tips en ideeën
Welke overwegingen maken professionals om vrijwilligers wel, al dan niet, in te zetten? Begin zin is: Welke overwegingen maakt u als professional om vrijwilligers wel of niet in te zetten? Overwegingen Achterliggende motieven - Voor- en nadelen Deelvraag 3: Welke overwegingen maken de professionals tussen de inzet van individuele vrijwilliger of een groep als vrijwilligers? Beginzin is: Indien er sprake is met de inzet van een groep: Welke overwegingen maakt u bij de inzet van een groep als vrijwilliger? Anders: Stelt u zich voor: U hebt de keuze voor de inzet van een individu als vrijwilliger of een groep als vrijwilliger. Welke overwegingen zou u tegen elkaar afwegen? Overwegingen voor de inzet van een groep Positieve en negatieve ervaringen Effect op hulpverlening Het moment van inzet Overwegingen tussen de inzet van een individuele vrijwilliger of een groep
Deelvraag 4: Zijn de professionals bekend met Stichting Present en zijn zij op de hoogte van het nieuwe project ‘Gezinnen: present’? Beginzin: Wat waren uw overwegingen om de samenwerking aan te gaan met Stichting Present? Overweging tot samenwerking met Present Beginzin: Hoe heeft u het nieuwe project 'Gezinnen: Present' ervaren? Motieven tot deelname aan het project Positieve en negatieve ervaringen Overwegingen Effect op hulpverlening Beginzin: Welke overwegingen maakt u als professional tussen de inzet van een individu als vrijwilliger, een groep als vrijwilliger of een gezin als vrijwilliger? Overwegingen
77
Bijlage: Topiclijst interviews 3 Voor: Professionals die geen samenwerking hebben met Stichting Present
Hoe vaak heeft u in het afgelopen jaar binnen de hulpverlening vrijwilligers ingezet?
Deelvraag 1: Hoe wordt door professionals de samenwerking met vrijwilligers en de vrijwilligersorganisaties ervaren? (Binnen het interview zal blijken of de organisatie mogelijk wel samenwerkt met een andere vrijwilligers organisatie. Wanneer dit niet het geval is zullen wij de vraag stellen: stel dat…. Zoals weergegeven in de tweede kolom.)
78
Beginzin: Hoe wordt door u als professional de samenwerking met de vrijwilliger(s) ervaren? Positieve en negatieve ervaringen Positieve en negatieve ervaringen Behoefte van de professional Verbeter punten
Beginzin: Hoe wordt door u als professional de samenwerking met de vrijwilligersorganisatie(s) ervaren? (per organisatie inventariseren) Positieve en negatieve ervaringen Behoefte/randvoorwaarden van de professional Verbeter punten Tips en ideeën
Beginzin: Stel: U hebt een vrijwilliger ingeschakeld, wat vindt u belangrijk in de samenwerking? Positieve en negatieve ervaringen Behoefte van de professional Verbeter punten
Beginzin: Stel: U gaat de samenwerking aan met een vrijwilligersorganisatie, wat zou in de samenwerking voor u belangrijk zijn? Behoefte/randvoorwaarden van de professional Randvoorwaarden
Welke overwegingen maken professionals om vrijwilligers wel, al dan niet, in te zetten? Beginzin is: Welke overwegingen maakt u als professional om vrijwilligers wel of niet in te zetten? Overwegingen Achterliggende motieven Positieve en negatieve ervaringen voor en -nadelen Deelvraag 3: Welke overwegingen maken de professionals tussen de inzet van individuele vrijwilliger of een groep als vrijwilligers? Beginzin: Stelt u zich voor: U hebt de keuze voor de inzet van een individu als vrijwilliger of een groep als vrijwilliger. Welke overwegingen zou u tegen elkaar afwegen? Overwegingen voor de inzet van een groep Positieve en negatieve ervaringen Effect op hulpverlening Het moment van inzet Overwegingen tussen de inzet van een individuele vrijwilliger of een groep
Deelvraag 4: Zijn de professionals bekend met Stichting Present en zijn zij op de hoogte van het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’? Beginzin: Bent u bekend met de vrijwilligersorganisatie Stichting Present? Zo ja, hoe er mee in aanraking gekomen? Wat maakt dat het niet tot samenwerking is gekomen? Bekend met het nieuwe project?
79
Beginzin: Welke overwegingen zou u als professional mogelijk maken tussen de inzet van een individu als vrijwilliger, een groep als vrijwilliger of een gezin als vrijwilliger? Overwegingen
Bijlage: Topiclijst literatuurstudie Wat is family volunteering, hoe wordt hier internationaal vorm aan gegeven en hoe kunnen internationale ervaringen bijdragen aan het project “Gezinnen: Present”? Wat wordt er verstaan onder family volunteering? Hoe is een project rondom family volunteering opgezet? Hoe wordt een project rondom family volunteering uitgevoerd? Welke doelgroep hebben de organisaties die family volunteering aanbieden? Hoe worden gezinnen gemotiveerd/verworven om deel te nemen aan family volunteering? Wat is het effect van family volunteering. Het effect is: o Wat zijn voordelen van family volunteering voor gezinnen en voor de ontvangende partij (de hulpvrager)? o Wat zijn de nadelen van family volunteering voor gezinnen en voor de ontvangende partij (de hulpvrager)? Wat zijn overige aspecten die in verband staan met family volunteering die niet terug te herleiden zijn onder de andere topics?
Bijlage: Interview schema 1 Voor: Professionals die reeds samenwerken met Present, maar nog geen deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’. Introductie: Uitleggen wie we zijn Inleiding: Uitleggen wat we doen en wat ons onderzoek inhoudt. Er wordt uitgelegd wat er met de informatie gaat gebeuren; analyseren van de informatie, hieruit mogelijke conclusies en aanbevelingen trekken. Dit zal vervolgens worden gepresenteerd. Het streven is om deze presentatie op 6 juni 2012 te geven. We zullen uitleggen dat de persoonsgegevens van onze respondent anoniem zullen blijven, dat wij alleen zullen refereren naar de doelgroep waarmee deze persoon werkt. Kern: Hierbij wordt er gestart met uitleg van bepaalde begrippen van het project en worden de beginvragen ingezet. Daarbij wordt de topiclijst gebruikt om sturing te geven aan het gesprek. Algemeen: Noteren van naam, functie, werkveld waarin professional werkzaam is. Uitleg bieden over wat wij verstaan onder een vrijwilliger (individueel of groep). Maakt u gebruik van vrijwilligers in de hulpverlening? Inventariseren van inzet individuele vrijwilliger, groep of gezin en noteren van frequentie. Deelvraag 1: Hoe ervaart u de samenwerking met vrijwilligers en mogelijk met de bijbehorende
80
vrijwilligersorganisatie? Deelvraag 2: Welke overwegingen maakt u of zou u maken voor de keuze voor de inzet van een vrijwilliger? Deelvraag 3: Hebt u samengewerkt met een individuele vrijwilliger en/of met een groep als vrijwilliger? Welke overwegingen maakt u of zou u maken tussen de inzet van vrijwilliger of in het inzetten van een groep als vrijwilliger? Deelvraag 4: Uitleg bieden over de inzet van gezinnen als vrijwilligers Hierop kunnen mogelijke vragen gesteld worden op wat de professional van de inzet van gezinnen als vrijwilliger vindt? Slot: Samenvatting Uitleggen wat gedaan wordt met informatie Eventueel contactgegevens noteren voor terugkoppeling onderzoek
Bijlage: Interview schema 2 Voor: Professionals die reeds samenwerken met Present en deelname hebben (gehad) aan het project ‘Gezinnen: Present’. Introductie: Uitleggen wie we zijn Inleiding: Uitleggen wat we doen en wat ons onderzoek inhoudt. Er wordt uitgelegd wat er met de informatie gaat gebeuren; analyseren van de informatie, hieruit mogelijke conclusies en aanbevelingen trekken. Dit zal vervolgens worden gepresenteerd. Het streven is om deze presentatie op 6 juni 2012 te geven. We zullen uitleggen dat de persoonsgegevens van onze respondent anoniem zullen blijven, dat wij alleen zullen refereren naar de doelgroep waarmee deze persoon werkt. Kern: Hierbij wordt er gestart met uitleg van bepaalde begrippen van het project en worden de beginvragen ingezet. Daarbij wordt de topiclijst gebruikt om sturing te geven aan het gesprek. Algemeen: Noteren van naam, functie, werkveld waarin professional werkzaam is. Uitleg bieden over wat wij verstaan onder een vrijwilliger (individueel of groep). Maakt u gebruik van vrijwilligers in de hulpverlening? Inventariseren van inzet individuele vrijwilliger, groep of gezin en noteren van frequentie. Deelvraag 1 Hoe ervaart u de samenwerking met vrijwilligers en mogelijk met de bijbehorende vrijwilligersorganisatie?
81
Deelvraag 2: Welke overwegingen maakt u of zou u maken voor de keuze voor de inzet van een vrijwilliger? Deelvraag 3: Welke overwegingen maakt u of zou u maken tussen de inzet van een individuele vrijwilliger, inzetten van een groep als vrijwilliger of het inzetten van gezinnen als vrijwilliger? Deelvraag 4: Wat zijn uw ervaringen in de samenwerking met Present en daarbij ook meegenomen het project ‘Gezinnen: Present’? Slot: Samenvatting Uitleggen wat gedaan wordt met de informatie Eventueel contactgegevens noteren voor terugkoppeling onderzoek
Bijlage: Interview schema 3 Voor: Professionals die geen samenwerking hebben met Stichting Present Introductie: Uitleggen wie we zijn Inleiding: Uitleggen wat we doen en wat ons onderzoek inhoudt. Er wordt uitgelegd wat er met de informatie gaat gebeuren; analyseren van de informatie, hieruit mogelijke conclusies en aanbevelingen trekken. Dit zal vervolgens worden gepresenteerd. Het streven is om deze presentatie op 6 juni 2012 te geven. We zullen uitleggen dat de persoonsgegevens van onze respondent anoniem zullen blijven, dat wij alleen zullen refereren naar de doelgroep waarmee deze persoon werkt. Kern: Hierbij wordt er gestart met uitleg van bepaalde begrippen van het project en worden de beginvragen ingezet. Daarbij wordt de topiclijst gebruikt om sturing te geven aan het gesprek. Algemeen: Noteren van naam, functie, werkveld waarin professional werkzaam is. Uitleg bieden over wat wij verstaan onder een vrijwilliger (individueel of groep). Maakt u gebruik van vrijwilligers in de hulpverlening? Inventariseren van inzet individuele vrijwilliger, groep of gezin en noteren van frequentie. Deelvraag 1: Is er een samenwerking geweest met vrijwilligersorganisaties? Zo ja: Hoe ervaart u de samenwerking met vrijwilligers en mogelijk met de bijbehorende vrijwilligersorganisatie? Zo nee: Is hier een reden voor? Deelvraag 2: Welke overwegingen maakt u of zou u maken voor de keuze voor de inzet van een vrijwilliger?
82
Deelvraag 3: Welke overwegingen maakt u of zou u maken tussen de inzet van vrijwilliger of in het inzetten van een groep als vrijwilliger? Deelvraag 4: Uitleg bieden over de inzet van gezinnen als vrijwilligers Hierop kunnen mogelijke vragen gesteld worden over wat de professional van de inzet van gezinnen als vrijwilliger vindt? Slot: Samenvatting Uitleggen wat gedaan wordt met informatie Eventueel contactgegevens noteren voor terugkoppeling onderzoek
Bijlage: Bevestigingsbrief Betreft: Bevestiging afspraak Zwolle, … 2012 Geachte … Op … 2012 hebben wij telefonisch contact gehad om een afspraak te maken voor een interview naar aanleiding van ons afstudeeronderzoek aan de Gereformeerde Hogeschool in opdracht van Stichting Present. Met dit interview willen we informatie verkrijgen over hoe er door professionals wordt samengewerkt met vrijwilligers en (eventueel) met vrijwilligersorganisaties. We willen u allereerst hartelijk bedanken voor uw medewerking aan ons onderzoek. Door middel van deze brief willen wij onze afspraak met u bevestigen en willen we u kort informeren over de onderwerpen die aan bod zullen komen in het interview. Dit zijn: Wordt er binnen uw organisatie samengewerkt met vrijwilligers? Wat zijn uw ervaringen in de samenwerking met vrijwilligers? Wat zijn uw achterliggende motieven om te kiezen voor vrijwillige inzet? Bent u bekend met de vrijwilligersorganisatie Stichting Present? Zoals afgesproken komen wij u op de door u genoemde locatie interviewen, namelijk: … . We zien u graag op … om … Met vriendelijke groet,
Susanna Westerink en Barbera Plas Vierdejaars studenten Social Work van de Gereformeerde Hogeschool Contactpersoon: Susanna Westerink 06-42576111
83
Bijlage 2: interviews Het Zonnehuis, verpleeghuis te Zwolle Naam interviewer: Barbera Plas Organisatie: Het zonnehuis Functie: mvv’er Datum: 04-04-2012 Duur interview: 12.26 minuten Plaats interview: Zwolle Samenwerking met de vrijwilliger ‘positief ja heel positief. De samenwerking en ik begeleid hen en ik krijg altijd goed respons. Als een vrijwilliger zich niet prettig voelt dan is er de ruimte om op een andere groep te zijn. We proberen de vrijwilligers bij het team te betrekken ook om aan te geven dat ze één van ons team zijn. Goed overleg is belangrijk, kijken op welke groep zij willen staan.’ Verwachtingen afspreken. Goede communicatie. Samenwerking met vrijwilligersorganisatie ‘Ik heb eigenlijk met de organisatie niet zoveel te maken. Hier komen vrijwilligers maar die komen gewoon langs. Als ik iemand heb die aangeeft dat hij of zij behoefte heeft aan een vrijwilliger dan geef ik dit aan aan de manager en die regelt het dan. Met Present heb ik wel gebeld en die vertelde netjes wat de bedoeling was en wat ze kwamen doen. Ik miste niks want zij namen zelf contact met ons op en het was goed overleg.’ Overweging van inzet vrijwilliger ‘Ik kijk eerst, ja eerst natuurlijk kennismaken, wat wil ze en past ze bij de doelgroep. En ik vind het belangrijk of er een klik is tussen de vrijwilliger en de doelgroep. En dan kijken we of het door kan gaan. Een vrijwilliger is niet vrijblijvend. Als die zich aanmeld dan maken we afspraken en rekenen wij erop dat de vrijwilliger komt en anders netjes afmeld.’ Individueel of in een groep? Hier is ze niet bekend mee. ‘ik zou kiezen voor één persoon. Met een groep ben ik teveel bezig om hen werk te geven. Één vrijwilliger is makkelijk en die kan ik koppelen aan iemand. Dus ik zou voor het individu gaan.’ Effect op de hulpverlening. ‘Positief, ja die helpt ons heel veel. Wij koken voor de mensen en dat kan niet altijd en als er een vrijwilliger zich aanbied om te koken dan is dit heel fijn.’
84
Moment van de inzet ‘Dat maakt niet uit. Maar als ik kijk op een dag dan heb ik het liefst dat ze na 09.00 uur komen omdat we daarvoor bezig zijn met verzorging. Stichting Present ‘Ik heb er van te voren niet over nagedacht. Ik had de vraag gekregen van mijn manager of ik vrijwilligers kon gebruiken en toen heb ik ja gezegd.’ Gezinnen Present ‘Die eenmalige wel positief ja. Het gezin was goed voorbereid en hebben voor een leuke middag gezorgd. Het was heel positief. Afsluiting Gesproken met een mvv’er. Wat jammer was, is dat zij ons niet zoveel kon vertellen. Zij had niet samengewerkt met een vrijwilligersorganisatie en zij kreeg de vrijwilligers aangeboden. Zij maakte daar geen overwegingen in. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
85
Dato te Zwolle Naam interviewer: Susanna Westerink Organisatie: Dato, Leger des Heils Zwolle Functie: coördinator van de noodopvang Zwolle. Datum: 03-04-2012 Duur interview: 45 minuten Plaats interview: Zwolle, op locatie Organisatie Doelgroep: vluchtelingen. De organisatie maakt vaker gebruik van de inzet van vrijwilligers. Omdat er onvoldoende toegekomen kan worden om dingen naast de hulpverlening te doen. Ervaring met vrijwilligers sinds 2003, via een gastkerk project. Vrijdags avonds werden ze dan uitgenodigd voor de kerk op zondag. Zij hebben samen een vrijwilliger groep opgezet: Solidair (heeft 5 jaar bestaan), om solidair te zijn met vluchtelingen en vreemdelingen. Activiteiten gericht op leren leven in Nederland. Hoe ga je naar de dokter, boodschappen doen, hoe ga je met buren om, ect. Solidair heeft 5 jaar bestaan en hebben daarna zelf geprobeerd vrijwilligers te vinden “maar dat is gewoon heel erg moeilijk, want het is geen makkelijke doelgroep, plus de problematiek na het generaal pardon (…) mensen leefden zonder perspectief. Als je daar als vrijwilliger mee optrekt moet je heel dicht bij jezelf blijven anders word je helemaal leeggezogen.” “Het was lastig om vrijwilligers aan te sturen, er ging vrij veel tijd in zitten. Wat Stichting Present toen is gaan doen met gezinnen of met een groepje ehh..met de vrijwilligers optrekken. Dat was eenmalig. Voor de mensen die hulp inzetten was dat makkelijker en hoefden ze zich niet te binden met de mensen. Daar hebben wij diverse keren gebruik van gemaakt”. Binnen het project gezinnen zijn de activiteiten geweest: met Pasen hebben diverse mensen een uitstapje gemaakt, er een maaltijd gekookt is rondom de kerstdagen, 2 in de zomervakantie die met mensen weg gingen. Samenwerking met vrijwilliger De samenwerking met de vrijwilliger word als gaat goed ervaren. Omdat Present er tussen zit heeft ze niet veel direct contact met de vrijwilliger. Present stuurt de vrijwilligers aan waardoor je als organisatie minder heb te maken met de vrijwilligers. “ik zie ze eigenlijk alleen op de dag als de klus geklaard word. En soms ook niet als een klus op zaterdag word gedaan”. “wat ik heel vaak terug krijg is dat mensen een bepaald beeld hebben van een asiel zoeker, een vluchteling, en dat beeld klopt soms niet en dat vind ik dan wel heel mooi als ik terug krijg te horen dat dat veranderd is”. Belangrijk in het contact met de vrijwilliger is dat ze “openstaan naar de doelgroep toe, van te voren al niet gaan invullen zo willen we het of zo willen wij het niet. En dat communiceer ik ook wel met Stichting Present”. Ook belangrijk is “jezelf blijven, niet een of ander masker op, wees jezelf en laat ook zien dat jij ook verdrietig kan zijn, dat je bang kunt zijn. Dat mensen mensen ontmoeten”. Aandachtspunten in de samenwerking met vrijwilligers: “ik merk aan de doelgroep dat ze het soms
86
wat lastig vinden om elke keer weer met nieuwe mensen geconfronteerd te worden. (…) sommige zeggen ja dan moet je weer met nieuwe mensen opstap. Een beetje het gevoel dat je gebruik maakt van de doelgroep voor je eigen inzet. En daar weet ik dat er aandacht voor is en toch blijft het een punt wat niet op te lossen is. Ik bedoel ik kan de doelgroep niet veranderen, maar ik heb geen grip op de vrijwilliger. Ik kan niet van hen vragen zet je nu eens een half jaar lang in. om hun vertrouwen te winnen. En dat is ook niet de opzet van stichting present”. “mensen niet uit nieuwsgierigheid met de doelgroep op pad gaan, want daar prikken ze op een gegeven moment toch door heen. Geen dubbele agenda. De doelgroep kan ook hele claimend zijn, weer iemand en zuigen zich als het ware er aan vast”. Het gastproject van de kerken duurde twee maand “kan de doelgroep ook contacten opbouwen. In twee maanden, 8 weken, kan je meer doen dan in één keer”. Soms kwamen de mensen ook niet meer hen ophalen “en daarvan heb ik wel geleerd dat continuïteit heel belangrijk is. Waardoor mensen ook het gevoel hebben dat zij belangrijk zijn voor iemand hier uit Zwolle”. Belangrijk is dat de vrijwilliger niet (alle) privé informatie vrij geven. Ze hebben een negatieve ervaring gehad met studenten die hun hyves en facebook hadden vrij gegeven. Voorkeur gaat er naar uit om alleen voornaam te noemen. Want met achternaam er bij kunnen ze je zo vinden, helemaal gezien ze de hele dag de tijd hebben om hier achter te komen. Samenwerking met Present en vrijwilligers centrale; dat de asielzoeker de vrijwilliger is voor een stuk dagbesteding. ‘maar dat stuit weer bij organisaties op problemen omdat de mensen geen documenten hebben. En kunnen zich ook niet identificeren”. Sommige organisaties hebben daar moeite mee, andere organisaties niet. Daarnaast hebben we zelf vrijwilligers die binnen de organisatie werken. Samenwerking met vrijwilligers organisatie De samenwerking wordt als goed ervaren: er is een goed overleg, er wordt rekening gehouden met de wensen, het tijdstip van inzet: “we merken dat een groep zich vaak op zaterdag wil inzetten. Wij merken dat de doelgroep er juist behoefte aan heeft om in de vakanties. De zaterdag is voor hun niet specifiek een dag, weekend zoals wij dat kennen, zij kennen dat niet. Als er een lange periode is waarin de kinderen niet naar school gaan, dan is er meer behoefte aan de inzet van mensen”. Als professional: goed overleg is, over de verwachtingen over en weer. Korte lijntjes, als het nodig is weten we elkaar te vinden. “dat wij duidelijk weten waar we aan toe zijn, dat de mensen weten wat ze kunnen verwachten en dat we dat ook van te voren afspraken. Dat de vrijwilligers organisatie duidelijk aangeeft van dat dit een groep is die met veel respect en waardenvol benaderen. En verder is het van belang dat het goed georganiseerd is. Dat je weet waar je op aan kunt. En dat die ook gehouden worden. Maar ook dat er na afloop een evaluatie moment is”. Om daarmee terug te geven wat positief was of om teleurstellingen terug te koppelen. “soms zou er 5 mensen komen en staan er maar twee, dan is mijn doelgroep ook niet te bewegen om dan nog mee te gaan.” Belangrijk hierin is dat de vrijwilligers organisatie naar deze mensen aangeeft dat er een groep gaat komen maar dat het ook mogelijk is dat er op de dag zelf minder zijn. Dit voorkomt teleurstellingen en dat de doelgroep afhaakt.
87
Overwegingen Overwegingen voor de inzet van een vrijwilliger “als aanvulling op datgene wat ik zelf kan bieden. Binnen werktijd kom ik tijd en ruimte te kort, die een vrijwilliger wel bieden kan”. Het heeft vooral betrekking op het gebied van vrije tijd en het bieden van ontspanning. Een voordeel is dat een vrijwilliger en andere rol heeft dan haar eigen werkzaamheden. Waarin ze van haar afhankelijk zijn. Soms is er een klik, maar geen langdurig contact. Een ander nadeel is dat de vraag van de doelgroep groter is dan er geboden kan worden. Waardoor de vrijwilliger overvraagd kan worden. De keuze voor een bepaalde vorm van vrijwillige inzet “eigenlijk maak ikzelf maar heel weinig afwegingen, want meestal wacht ik op het aanbid wat komt van present. En het moment dat er een aanbod komt ehm..ga ik wel zoeken of er een passende match gemaakt kan worden”. Effect “Het maakt dat mensen wel iets hebben waar ze naar uit kunnen kijken. Wat een positief element heeft. (…) op deze manier kan de sleur wel doorbroken worden. Ook positieve dingen van de samenleving. Omdat ze heel veel op internet zijn zien en lezen ze ook heel veel over het nieuws ene..met name de aandacht die Wilders krijgt met zijn uitspraken. Die komen bij hun drie keer harder binnen. Zij vatten dat ook allemaal persoonlijk op. Ze ervaren het ook als ongewenst zijn, ook niet welkom. Dat geeft geen prettig gevoel. Dan zijn er andere mensen die daar tegen wicht aan bieden en zeggen je bent wel welkom, je bent wel waarde vol. (…) Bij een eenmalige actie dringt dat nog niet bij hun door. Dus dat moet dan regelmatig bij hun binnen komen”. Present Een overweging tot samenwerking is dat de stichting veel voorwerk doet. “ik hoef zelf nog heel weinig te doen. ik vind dat ze het heel professioneel aanpakken en een betrouwbare partner zijn. Dat vind ik een hele mooie eigenschap van Present.” Belangrijk met een gezin is van te voren afspreken wat je gaat doen. De doelgroep heeft bijvoorbeeld niet altijd een fiets. “we hebben gemerkt dat het toegevoegde waarde heeft als er diversiteit is. Dat het niet altijd met 1 man of 1 vrouw te maken heeft maar dat je ook kunt zien hoe gezinnen bijvoorbeeld met elkaar om”. Zodat de vluchtelingen ook in aanraking komen met (andere) verantwoordelijkheden van ouders en cultuur (gewoonte en gedrag). Afsluiting Ze deelde veel achtergrond informatie over de doelgroep. De situaties waren doorspekt met culturele aspecten en verschillen. Twee maal kwam het voor dat aan het eind van het interview bleek dat ze haar voorgaande uitspraak omdraaide bijvoorbeeld: “soms zou er 5 mensen komen en staan er maar twee, dan is mijn doelgroep ook niet te bewegen om dan nog mee te gaan.” Belangrijk hierin is dat de vrijwilligers organisatie naar deze mensen aangeeft dat er een groep gaat komen maar dat het ook mogelijk is dat er op de dag zelf minder zijn. Dit voorkomt teleurstellingen en dat de doelgroep afhaakt. Later in het gesprek gaf ze aan dat ze
88
nog nooit had meegemaakt dat de vrijwilligers niet waren gekomen maar dat haar doelgroep dan niet meer gemotiveerd is. Vanuit haar citaat valt echter het niet andersom te concluderen. Mijn conclusie als interviewer: de communicatie van mogelijke uitval moet beide kanten op worden gecommuniceerd: zowel vrijwilligers als vluchteling. Of dat het eerst leek dat het mis was gegaan met de studenten, waar later in het gesprek bleek dat het niet de studenten waren, maar de situaties was ontstaan door de vluchtelingen. Afspraken: Toesturen verslag en mochten er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
89
Leger des Heils, de herberg te Zwolle Naam interviewer: Susanna Westerink Organisatie: Leger des Heils De Herberg Functie: teamcoördinator RIBW De Herberg Datum: 05-04-2012 Duur interview: 17 minuten Plaats interview: Zwolle, op locatie Organisatie: opvang van dak en thuis lozen. Er zijn meerdere afdelingen in de Herberg aanwezig: Het voorportaal: zij die net van de straat komen, nog aan de drugs zitten of psychiatrische problematiek. - Nachtopvang: slapen op een kleinere zaal dan bij het voorportaal. - Sociaal pension ( mensen met indicatie van verblijf, een soort begeleid wonen) Er wordt bij iedereen op maat gekeken worden wat nodig is. Er bestaan geen vaste 5 stappen die doorlopen moeten worden. -
Ervaring met vrijwilligers De organisatie kent twee soorten vrijwilligers: zij die incidenteel komen (bijvoorbeeld op voordracht van Present) en vrijwilligers die structureler aanwezig zijn. De samenwerking wordt als goed ervaren maar soms ook wel dubbel. “bijvoorbeeld: we hadden dinsdag een paasbrunch. Studenten van het Deltion hadden voor het vak burgerschap bedacht een paasbrunch te geven aan de dak- en thuislozen. Enne…hartstikke leuk. Het is denk ik een vrijwilligers initiatief of dat kunnen we daar wel onder verstaan, denk ik. Maar het is dan niet dat je zegt hier is een sleutel en hier is het gebouw en suc6 er mee. Je bent dus als vaste team, er is echt een collega de hele ochtend bezig om de koppeling te brengen tussen de studenten en de bewoners. Om te zeggen hier kun je eten, daar de tafel dekken. Ehm…dat is soms wel even de balans die je zoekt: wat breng je als vrijwilliger en wat moeten wij brengen om jouw ideetje te laten slagen. Dus dat evalueren we ook altijd wel met elkaar…nauw..hoe pakte dit uit, was het voor beide partijen, eigenlijk voor drie partijen …ook de bewoners.. Dit was erg leuk voor bewoners, koste het team wel heel veel inzet. Maar de uitwerking was zo leuk dank denk je…dan moeten we maar eens bedenken als we zoiets doen. moet je echt een collega die ochtend vrij houden om dat te organiseren.” “ook krijgen wij groepen van present en dat is eigenlijk het zelfde verhaal. Er moet een collega het fasalitaire deel op zich nemen om de dingen te vertellen. Dat is voor mij wel altijd de afweging bij die eenmalige initiatieven. Weegt de inspanning en het resultaat, het klinkt een beetje hart. Het hoeft niet dat er een toptuin ligt of ehhh een prachtig contact met de bewoners. Vaak is het ook zo als er een grote groep vrijwilligers komt, zoals een groep was met zijn achten. Dat de bewoners ook denken van wooo….wat een blok nieuwe mensen. Dat is te spannend.” Aan vaste vrijwilligers hebben ze een groep vanuit een kerk in Kamperveen die structureel de maandag komt, twee personen per keer, om koffie te schenken en praatje te maken en spelletjes te
90
doen. “gewoon even gezond contact… om niet te hoeven horen je moet nog dit of dat”. Daarnaast hebben ze nog twee vrijwilligers lopen die ondersteunen bij de dagactiviteiten. Een of twee ochtenden in de week. Een van die vrijwilligers is ook inzetbaar om met de bewoners naar de tandarts te gaan. “we zijn wat zoekend in de omgang met vrijwilligers. Vanuit het RIBW hebben we een duidelijk vrijwilligers beleid met de voorwaarden. Maar wat we vanuit onze organisatie hebben is dat mensen zich melden en vragen of ze nog iets kunnen doen. dat we 1 op 1 kijken wie ben je en wat kan je. Niet een pakket van dit kun je allemaal doen bij ons, we gaan in overleg ..en wat past bij jouw. (…) in die zin gaan we kijken wat past bij jouw en wat past bij de herberg. En dan vinden we elkaar. Echt een beetje op maat. En ik zou wel wat meer de slag willen gaan maken naar ehm..dit zijn verschillende dingend ie je kunt doen als vrijwilliger en wat ligt je. Nu is het iedere keer 1 op 1 kijken nauw..oo je geeft yoga misschien kunnen we dat ook nog wel eens doen. zo een beetje van….we kunnen alle kanten op.” Vrijwilligersorganisatie “Wat fijn is bij Present is dat we al zolang samenwerken dat ze goed weten van welke groepen/welke mensen ze naar ons kunnen verwijzen. Dat ze gewoon weten van ja, dat is een jonge groep nauw die heeft al wel wat ervaring of die doen elk jaar zulk soort dingen. Dat helpt gewoon dat zij al een soort inschatting kunnen maken o ja laat ik die club niet sturen naar de dak en thuislozen. Maar die stuur ik naar een ander initiatief. Zij doen als een soort screening voor ons van wat wel en niet werkt bij ons”. “dat is gewoon erg prettig en we weten elkaar goed te vinden”. Het contact verloopt via de mail en bellen. Geen verbeterpunten in de samenwerking met Present. “misschien kunnen we wel wat uitbouwen, wat ik weet van Present is dat ze van die ehh..korte dingen initiëren en niet van die structurele inzet. En daar ligt onze behoefte eigenlijk wat meer, iemand die elke week kan komen”. maar geeft ook aan dat dit niet de doelstelling is van Present. Overwegingen Zij maken de inschatting met betrekking tot de problematiek van de cliënt of er een vrijwilliger ingezet kan worden. Samen, als team, proberen ze in te schatten wat kun je verwachten van de vrijwilliger. Gekeken word naar de combinatie tussen de kwaliteiten van een vrijwilliger en de problematiek van een cliënt. Ze hebben ook negatieve ervaringen op gedaan met vrijwilligers die te dicht bij de cliënt stonden. “je hebt niet het niveau verschil tussen jij zit hier en ik werk hier, maar wel te veel vertellen over privé leven of ‘o, je mag wel eens bij mij thuis komen’. Die zwits doe je als professional automatisch, dat doe je automatisch. Op je opleiding leer je: je houd een gezonde afstand, je mag heel veel van jezelf vertellen en laten zien. Je bent gewoon mens met elkaar. Maar…bepaalde dingen zijn gewoon niet zo slim. Dat is ook wat je met vrijwilligers probeert te benoemen. Enne..niet iedereen heeft dat meegekregen vanuit opleiding of vanuit …en dat is best wel een uitdaging.” (aandachtspunt in het werken met vrijwilligers) “De ervaring met groepen is aan de ene kant heel positief en tegelijkertijd omdat ene groep vaak
91
wat te groot is, of groot is, en ook gericht is op zichzelf; trekken bewoners zich wat terug. Zowiezo hebben ze niet zo iets van ik ga pro-actief contact maken met ene nieuweling. Laat staan dat er ook een hele groep daar komt. Mijn ervaring is wel eens met NL doet (…) dat er een groep komt en de bewoners dan niet mee doen. Het lukt dan niet om die verbinding te maken. En dat zou ook mooi zijn. Dus in die zin ben ik meer voorstander van kleine groepjes (3, 4 personen) of wat meer structurele inzet zodat je aanloopt hebt om contact te maken. Want dan haal je er meer uit. Kijk en als ik een collega in dienst heb die heel erg die verbinding aan gaat en zegt ‘he als jij nu even mee doet, die man gaat grasmaaien, als jij nu even het snoer haalt of…maar dat lukt ook niet altijd”. Effect “meerdere effecten dat in die zin, als je vrijwilligers hebt die durft te vragen. Dan begin je wel te denken waarom doen wij dat eigenlijk zo. Je gaat even nadenken wat doen we hier en hoe doen we het. Ehm…heel praktisch er komt tijd en ruimte vrij om zelf weer andere dingen te doen. als een collega niet mee hoeft naar de tandarts dan heeft die een uur tijd om iets anders te doen. dus dat is ook een overweging. Wat ik zelf ook wel mooi vind is als je vrijwilligers binnen haalt je ook de normale wereld binnen haalt. En bewoners kunnen hier echt een beetje in z’n ei zitten, nauw we zitten fijn in de herberg en hoeven er niet verder te kijken. Terwijl eigenlijk deze mensen moeten weer naar buiten. Dus als je gewoon normale mensen binnen haalt, die ene leven hebben in Zwolle en dat soort verbindingen worden er dan al mooi gelegd.” Moment van inzet is als het zich aandient. “het is een beetje gericht op inderdaad een Present mailtje ‘ik heb een groep, heb je een klus’ een beetje op die manier. En soms hebben wij ook een klus…maar ja we hebben hier ook veel bewoners die heel wat kunnen, dus als de tuin geschoffeld moet worden heb ik niet perse een vrijwilliger nodig of een groep.” “het is niet zo als we geen vrijwilligers hebben die de grote klussen aanpakken dat dan alles stil ligt. soms met uitverhuizen denk je oei…moet ff een paar vrijwilligers, ik moet ondersteuning hebben, waar haal ik het.” Present De samenwerking tot stand kwam door een aanbod en over en weer te kijken wat word er geboden en wat kunnen wij er mee. Niet bekend met het nieuwe project ‘Gezinnen: Present’. “voor mij geld heel erg dat ik geen jonge kinderen, kijk mensen vanaf 15/16 mag je hier prima, mag je best eens even komen kijken, klussen, zien dat er meer is in de wereld dan wat je misschien kent. Maar echt kinderen is hier natuurlijk niet aan de orde (ivm problematiek van de cliënten) . Afsluiting Een open gesprek waarbij de geïnterviewde kort en bondige antwoorden gaf. Haar verhaal ondersteunde ze door verschillende voorbeelden. De antwoorden gaven blijk van langere tijd van ervaring, evaluatie en herbezinning. Afspraken: Toesturen verslag en mochten er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
92
MEE te Zwolle Naam interviewer: Susanna Westerink Organisatie: MEE Functie: Datum: 04-04-2012 Duur interview: 45 minuten Plaats interview: Zwolle, op locatie. Organisatie Organisatie die hulp verleent aan (verstandelijk) beperkte mensen en begeleiding van NAH; niet aangeboren hersenletsel. Zij staan voor geïndiceerde zorg, doen aan vraag verduidelijking en doorverwijzen. Organisatie die de eigen kracht centraal zet. Maatschappelijk is er een verschuiving zichtbaar waardoor ze zich meer is gaan richten op maatschappelijke participatie, inclusie bijvoorbeeld. Hierdoor krijgt ze meer contacten met de 6 gemeenten in de kop van Overijssel. Zichtbaar word dat wethouders en beleidsmedewerkers bezig zijn met de eigen kracht. “eigen kracht die mobiliseer je niet door een indicatie te pakken en te pappen en nathouden eigenlijk. Eigen kracht spreekt jezelf aan, je netwerk en hoe je dat kunt inzetten”. In die tijd ontmoete ze Rudolf, degene die het heeft opgezet, en kwamen een presentatie geven. Op dat moment dacht ze “wauw… wat is dat mooi om te doen. en paste ook in het beeld van vrijwilligerswerk wat bij mij kwam. mensen willen best één klus doen maar niet elke week zelfde tijd, zelfde uur beschikbaar zijn. Dus toen zijn we aan de slag gegaan…maar liepen wel een beetje vast. Present zegt dan ‘ja er moet iemand van een maatschappelijk organisatie aanwezig zijn bij de klus’ en daar ging het bij ons mis. We konden er niet op zaterdag voor 8 uur voor de klus er zijn. Dat strookte niet met de rest van ons werk. En wij vroegen ons af of het efficiënt inzetten van medewerkers was. (…) dus daar hebben we afspraken over gemaakt dat we bij de start en afsluiting er zijn. En dat we telefonisch beschikbaar zijn. In sommige gevallen zijn de klanten zo moeilijk dat er geen aanspreek persoon vanuit het netwerk aanwezig kan zijn of vanuit Present”. Je kunt wel zeggen dat je er niet bij bent met de klus, maar soms kunnen vrijwilligers voor onbekende factoren komen te staan. Zo word een voorbeeld gegeven van een zoon die een klus voor zijn vader had aan gevraagd. Zowel zoon als zijn moeder had niks aangegeven over de psychiatrische component. Dan is het belangrijk dat je wel telefonisch bereikbaar bent. Samenwerking met vrijwilliger “De gedrevenheid. Wat ik heel belangrijk bij Present in de methodiek vind dat je een goede voorbespreking hebt. Er wordt een contract afgesloten, wat wel en wat niet, en ehn..je hebt de gewonen klussen van verven en zo, maar ook klussen dat het huis is volgebouwd en het opgeruimd word. En dan raken mensen altijd dingen kwijt, dat voorkom je gewoon niet”. Aandachtspunt is de methodiek van present gaat uit van het aanbod van de groep en wij gaan uit
93
van de vraag van de cliënt en de doelen. Wat maakt dat het soms niet matcht. “een cliënt weet van te voren niet wie er komen, weet niet welke deskundigheid er is. Het word wel gezocht en het word wel geprobeerd. Eh eh..de tijd en de datum. Een groep zegt we komen op zaterdag 4 mei en sommige cliënten kunnen daar niet mee om gaan”. De cliënten zijn dan de “regie kwijt en wij proberen de cliënten te empouweren en daarin word gewoon gezegd we doen dat zo. En dat wil soms moeilijk zijn, aan de andere kant het is ook niet zo dat je altijd van de maatschappij kunt vragen op mijn tijd en op mijn manier. Dat is de andere kant. De match daarin . Als je beide visies daarin naast elkaar legt zijn ze verschillend daarin. Daar moet je overeenstemming in zoeken”. De overeenstemming voor zichzelf hebben zij gevonden in “goed kijken naar de cliënt ‘go dit is echt een vraag die er in past’. als voorbeeld word gegeven ene cliënt die vast zit in eigen denkbeelden en niet in staat was te kijken naar wat wel kon. Dan houd de klus op. Effect/ samenwerking “de hulpverlening moet wel goed kijken wat er aan de hand is”. Voorbeeld word gegeven van ene groep die zich hard had ingezet en veel voor een man had gedaan. “Het huis van die man is toen opgeruimd en ik kwam twee weken later en de eerste aanzet tot rotzooi was er al weer (…) ik vind wel dat er gekeken moet worden hoe kan deze persoon zelf de structuur kan aan brengen en kunnen ze na de hulp van Present zelf weer verder. wat het dan ook is. Of is er structureel wat aan de hand, moeten we zorgen dat er eerst een eigen kracht conferentie komt zodat de omgeving helpt om de structuur vast te houden of moeten we zorgen dat eh eh huishoudelijke hulp komt die gewoon 1x per week of per 14 dagen komt zodat het ehm in zijn geheel een nieuwe start is. Dat zijn dingen waar wel naar gekeken word. dat je het niet als eenmalig iets ziet maar misschien een nieuwe start of een… ehm…zoiets..hoe ga je daarna verder. Maar niet dat de mensen naar een half jaar weer komen. want dat kan niet”. Het gaat daarbij om het doorbreken van patronen en te kijken hoe daarna verder. “Het is wel een inbreuk voor mensen. Er komt een groep van 6-8 mensen binnen en als hulpverlener moet je toch regelen bijvoorbeeld met iemand met NAH die niet te veel prikkels kan hebben, dan moet je even zeggen die kamer word niet gedaan”om deze kamer te gebruiken om even alleen te zijn, als een time out. “ik zorg er ook altijd voor dat de klant niet degene is waar van alles aan gevraagd word. dat er een contact persoon is of een broer of een zus of iemand van de groep. En dat die ene persoon aan de klant vraagt hoe die het wil hebben”. In de samenwerking legt ze altijd even in het algemeen uit wat NAH is en wat het betekend. Zo nodig komt dit op papier te staan. Samenwerking met vrijwilligers organisatie Belangrijk hierin is “dat je regelmatig met je contactpersoon contact heb. Je merkt naar mate Zwolle groter word je minder contact hebt en bij kleiner frequenter, ik denk dat zo iets ook bij de opbouw hoort. Aan de andere kant vind ik het ook gewoon belangrijk om 1x in het jaar, dat mis ik ook een beetje, het contact onderling van maatschappelijke organisaties. Waar lopen jullie tegen aan, de nieuwe ontwikkelingen vanuit (vanuit present). “En ik weet niet maar er kan best een groepje zijn die dat samen gaat organiseren. Kan kun je als maatschappelijke organisaties best een rol in hebben. Het is niet zo dat present dat moet verzorgen, maar zou wel de trekker kunnen zijn van he er zijn bijvoorbeeld 3 maatschappelijke organisaties en een van present. We organiseren bij jullie, of kan het bij jullie, het hoeft allemaal niet zo veel geld te kosten. We hebben allemaal ruimtes. Laten we het gewoon bij ons zelf doen, niet te moeilijk.. maar dat je gewoon de ontwikkelingen… of iemand
94
wat over zijn project verteld, wat er binnen de organisatie speelt. We krijgen nu drie transities van AWBZ (..) daar komt heel veel uit voort. En hoe ga je daar als present op reageren. Kun je daar wat mee of kun je er niks mee”. Het samen handen en voeten gaan geven ook aan de toekomst waarbij steeds meer mensen buiten de boot zullen gaan vallen. Daarbij word verteld over de waardering van de cliënt met een aangeboden diner of kerst pakketten. “dat vind ik ook nog sterk van present dat ze van een christelijke achtergrond is maar degene die ze helpen of de maatschappelijke organisaties christen of niet, dat maakt niet uit. Mens is mens”. Samenwerking met vrijwilligersorganisatie Ze werken samen met Present en de vrijwilligerscentrale van de kop van Overijssel. De ene ervaring is beter dan de ander “bij het ene dorp vraag je dan wat, dan word dat opgezocht/uitgezocht en krijg je een antwoord. Bij sommigen (vrijwilligerscentrale) krijg je helemaal geen antwoord en lees je in een keer in de krant dat je wat zoekt. Dat we een vraag vanuit MEE hebben met iemand voor autisme, dat staat in de krant, in het dorp. Dat had ik toch graag even geweten”. Het verhuisproject met Steenwijk is erg goed gegaan. De hulpverlener heeft gekeken hoe de man zijn “eigen regie kon behouden en hoe de klus opgedeeld kon worden in kleine stapjes. Centraal hierin staat wat het meeste effect heeft, ook al houd de klant de regie, zo veel mogelijk.” Binnen het verhuisproject: “daar heb ik gewerkt met een vrijwilliger die hielp met verven en behang, één vrijwilliger. Die man zei dat kan ik zelf ook wel, maar die kwam gewoon nergens aan toe. Hij had iemand nodig om op te starten. De hele verhuizing overzag hij niet. Dat heeft present gedaan het schoonmaken en verhuizen. En het behangen heeft hij zelf gedaan wat maakt dat hij zelf zijn eigen regie hield. Ik had ook aan present kunnen vragen ‘kunnen jullie behangen’, maar dat ging niet want dat kon hij zelf ook. Als er 8 mensen binnen komen weet ik niet wat ik moet doen zodat hij er vat op heeft. Dat kreeg ik niet voor elkaar en dat heb ik toen gescheiden, waardoor het voor hem duidelijk was, voor present duidelijk, ‘nauw het was hartstikke leuk’.” “Vanuit MEE word er een hulpplan geschreven en de hulpvraag verduidelijking. Dan kom je zulke dingen tegen en kun je het gewoon op maat inzetten he. En dat vind ik wel moeilijk met Steenwijk. Dan krijg ik af en toe een mail ‘we hebben een groep van 8 mensen die op die en die datum iets willen doen. ‘dan denk ik ja, ik heb al een vraag gesteld over iemand. Waarom moeten jullie die niet. En dan zie je dat het door z’n mail een eigen leven krijgt enne.. ik had gezegd ik weet nog wel iemand. En toen zij de vrouw later ik heb de datum helemaal niet gehoord. Toen zij de coördinator die heb ik in de eerste mail gezet. Toen wist ik niet dat ik hem kreeg. Dan krijg je dat soort dingen. En ik wil niet wijzen of zo..maar..dan denk ik had ik de mail naar die mevrouw moten sturen. Maar ik dacht: dat weet ik niet, als ze hem niet krijgt is het een dooddoener natuurlijk. Maak ik haar blij met een dode mus. (…) Deze werkwijze klopt niet, ik wil daar nog wel eens mee aan de slag. Het hoeft hier maar een paar keer te gebeuren met de consulenten en ze zetten niet meer in”. De behoefte is om net zoals in Zwolle te werken. Je meld je aan en zij proberen er een groep bij te vinden. “dat kan kort of lang duren, maar zij stellen dan een datum voor”. Er zijn ook groepen die geen datum hebben door gegeven, maar bijvoorbeeld bij een verhuisklus, een vaste tijd, worden gevraagd of ze zich willen inzetten. “het is een minuscuul verschil maar in de werkwijze maakt het wel verschil”. “ik denk dat een professional ook moet leren dat een vrijwilliger zijn capaciteiten heeft. juist vanuit het niet professional zijn, gewoon mens gericht een andere invloed heeft. Wat even waardevol is. Ze hoeven niet helemaal hun doopsil te lichten en hoeven niet te bewijzen dat ze iets nodig hebben. Ze
95
komen gewoon, dat je belangrijk bent”. Overwegingen “Eigenlijk wat ik net zei: je maakt een plan en ik kijk is het rieel. Wat heeft deze man gewoon nodig. Maar ook is het rieel om het aan present te vragen. En dan wil ik dat hele plan zien en niet alleen dat moment. Een groep die op zaterdag komt wil niet zien dat er over twee weken weer een puinhoop is. Of dat het helemaal niks geholpen heeft. zij willen ook dat iemand er een klein beetje gelukkiger van word, daar blij mee is. En dat betekend ook dat de professional er veel zorgvuldige mee om gaat”. Door de loop der tijd heeft ze veel ervaring opgedaan met de inzet van vrijwilligers. Ze noemt een voorbeeld van een echtpaar wat geholpen moest worden en waarbij tegen de groep werd gezegd alleen datgene aan te pakken wat ze af konden maken. Duidelijke instructies meegekregen dat de cliënt wat anders zou gaan vertellen, maar dat ze het zelf niet af zouden maken. Echter, de mensen maakten het niet zelf af. En professional had het zelf niet goed ingeschat. Hiervan heeft ze geleerd dat ze er niet altijd aan het begin bij moet zijn, maar soms aan het eind van de klus. “ik denk dat heb ik wel gezegd, maar dat had ik moeten opschrijven”. “bij een vrijwilliger gaat het wel eens de mist in, maar bij professional ook. Laten we heel eerlijk zijn, dit is gewoon samenwerking en kan je wel zeggen ze hebben niet dit, of dat, nee..die verantwoordelijkheid van de professional is er ook. En soms gebeuren zulke dingen en dat vind ik heel erg zonde voor een groep die je hebt ingezet, er mankeerde helemaal niets aan. maar dat het toch anders uit komt omdat ze op dat moment denken ‘ze zijn zoals jij en ik’. En daar trap je in.” Door de loop der tijd heeft dit verder vorm gekregen in de werkwijze “en daarom vind ik het de ontmoeting met die andere matschappelijke organisaties ‘waar lopen jullie nu tegen aan’. wat is van belang? Waar missen we wat? En wat willen we anders? Ja MEE, ik ben sinds twee jaar projectleider van een eigen kracht conferentie. (…) dat is natuurlijk ook het netwerk inschakelen en dan denk ik misschien moet present daar ook meer naar toe. Dat dat netwerk daar ook en rol in krijgt. En eh..dat zou je met elkaar moeten afstemmen, want dat is de lijn. We zijn nu 5 jaar verder, volgens mij, en denk ik, in het verleden dacht ik ook een huishoudelijke hulp, wat kan een moeder, wat kan een buurvrouw, en daar kan present een onderdeel van zijn om de dingen die nog gedaan moeten worden. Met tijdelijk georganiseerd netwerk zou je ook wat mee kunnen doen”. Er wordt een voorbeeld gegeven waarin de eigen mogelijkheden van de klant centraal staat. Als iemand zegt iets niet te kunnen wil dat niet zeggen dat hij of zij dat daadwerkelijk niet kan: fietsen van A naar B. klant geeft daardoor te veel geld uit bij de snackbar. Man kan wel fietsen, maar nu moet een ander probleem worden aangepakt. Maar de man is wel mobiel geworden. “iemand gaat dingen doen die die nog nooit heeft gedaan”. “we ontdekten op een speciaal onderwijs dat kinderen geen verkeer kregen, alleen de taxi chauffeurs werden getraind. We hebben toen vrijwilligers ingezet, om te trainen, maar waarom kan het eigen netwerk dit niet doen? ik kan mijn eigen kind ook leren fietsen. We zijn zo gericht op als je een kind met ene beperking hebt of iemand met een beperking in je omgeving naauw dan heb je hulp nodig. Tuurlijk heb je hulp nodig maar je hebt ook een stukje eigen verantwoordelijkheid. Je hebt zelf gekozen voor die man, dat je trouwt, een kind o wat het ook is. Dan heb je wel niet gekozen dat dit gebeurde, maar eh..wil niet zeggen dat je niks hoeft te doen. en natuurlijk moet je met z’n alle zorgen dat en mantelzorger het volhoud, dat kun je niet alleen. Doen 10 mensen het dan kun je het wel. En daar kun je vrijwilligers ook voor inzetten. Op die manier kijken en dan blijft er altijd een categorie over die een te zware hulpvraag heeft wat je echt met professionals moet doen. volgens mij is het prettig voor mensen om niet altijd afhankelijk te zijn van
96
professionals.” Het gaat er om dat er minder sterk geleund word op maatschappelijke organisaties maar zelf verantwoordelijkheid neemt en tijd investeert om hun kind te leren fietsen bijvoorbeeld. Er word een voorbeeld gegeven van een vrouw waar het eerst goed mee ging en daarna minder “iedereen zij tegen haar jij hebt meer hulp nodig van de AWBZ, overal waar ze kwam werd dat gezegd. Toen ben ik gaan zitten met haar en wat wil je nauw. Toen hebben wij een eigen kracht conferentie ingezet (…) ze heeft en kring om zich heen, de huishoudelijke hulp is de coördinator, de eerste kring van 6 mensen waarvan er twee hebben gezegd als de huishoudelijke hulp met vakantie is of wat dan ook, dan nemen wij dat stukje structuur aanbrengen over. En daarom heen staat nog een kring, daarmee heeft ze contact, een account waar iedereen op kan en sturen ze het aan”. Present is hier een onderdeel van geweest en heeft er aan meegeholpen. “het zijn allemaal onderdelen die je aan elkaar moet verbinden. Zo krijg je een arrangement wat passend is. En dan kan je ook zeggen het heeft echt nut gehad. Van die losse onderdelen…dat vind ik gewoon moeilijk”. Het gedrag zal niet veranderen bij eenmalige acties, maar kunnen wel de structuur aanbieden. Overweging bij de inzet van een individu als vrijwilliger of een groep als vrijwilliger, is de eigen regie van de cliënt. 9 van de 10 cliënten die ze kent kunnen de groep niet aan, dat is te overweldigend. Tegelijk als er een groep komt is er ook echt wat aan de hand. Cliënten vinden het jammer als het contact stopt met de vrijwilliger(s). “als je zegt je houd contact dan is de essentie weg, dat snap ik wel.” Present Op de hoogte van het nieuwe project? “och…daar heb ik iets over gelezen dacht ik, maar ben niet genoeg geïnformeerd. Dat soort dingen ehm..dat zou ik gewoon, dat zou je in een bijeenkomst verteld dan ben je meer op de hoogte dan dat je het ene keer gelezen hebt. Dat komt niet zo aan. daar zit ook wel bij dat ik veel meer met de gemeente al bezig ben en ben projectleider van verschillende projecten. Dus mijn werkzaamheden veranderen ook wel een beetje waardoor je er misschien minder op gericht bent”. De inzet van verschillende vormen van vrijwillige inzet “ja, dat zou ik wel afwegen. Bij psychiatrische problematiek, zijn er pubers bij nog niet zo goed kunnen inschatten. Ik bedoel als een puber van z’n man krijgt te horen ‘mijn hele vrije zaterdag is er aan’. ik denk dat een puber anders reageert dan een volwassenen. Wat ik heel leuk vind aan het idee van een gezin met kinderen is dat je gewoon op dat niveau samen kan optrekken. Niet iedereen hoeft even oud te zijn of het zelfde niveau of wat dan ook, maar zijn er kinderen bij dan snap je ook wat er moeilijk aan is. En ja..van jullie uit maak je ook kinderen enthousiast om zelf ook vrijwilligerswerk te gaan doen. natuurlijk door ze mee te nemen”. Afsluiting Mevrouw heeft veel ervaring in het werken met Present in Zwolle, Nunspeet en Steenwijk. Mevrouw heeft veel netwerk contacten en neemt deel aan het hersenletsel team van de zorgketen Overijssel. Goed zichtbaar is dat deze mevrouw veel op beleidsniveau bezig is, gepassioneerd is en
97
nieuwe mogelijkheden ziet. Afspraken: Toesturen en mochten er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
98
Kwintes te Almere Naam interviewer: Barbera Plas Organisatie: Kwintes Functie: Ambulant begeleider Datum: 29-03-2012 Duur interview: 26.10 minuten Plaats interview: Almere Inzet van vrijwilligers Goed. Ze werkt niet alleen met gezinnen, dit was maar één keer. Ze zijn heel duidelijk in wat ze willen en ze geeft ook aan wat zei wil en wat handig is. Samenwerking met de vrijwilliger Van te voren bespreken ze met de partijen wat de verwachtingen zijn en wat er moet gebeuren. De behoeften zijn gehoord worden, en geluisterd worden naar de tips die worden gegeven. Bij Present is het zo dat er iemand aanwezig is van Present als de klus gedaan wordt. Dit zou ze ook niet anders willen. Anders zou ze geen vrijwilligers inschakelen. Zelf is ze er niet bij. Wel bij het eerste kennismakingsgesprek. Ze weet dat Present graag wil dat er wel een professional bij is op het moment dat de klus geklaard wordt maar de klus wordt meestal op een zaterdag gedaan en dan werkt zij niet. Ze is wel altijd telefonisch bereikbaar. Ze belt ’s ochtends van tevoren hoe het gaat en ’s middags ook nog een keer. En na de evaluatie belt ze ook nog een keer met de cliënt. Verbeter punten weet ze nu niet. Ze is blij dat Present bestaat. De kerkelijke achtergrond komt naar voren en dit is positief. ‘Ik heb 1 negatieve ervaring gehad maar dit had niks met Present te maken, maar met de cliënt. Dit kwam doordat de cliënt vond dat het schilderwerk niet netjes was, ik zag de vlekken niet. Dit is heel jammer en voor de hulpverlener is dit een punt waar op gelet moet worden in het vervolg. Present was hierin heel netjes en heeft voorgesteld om de schade te betalen. Ik heb toen zelf aangegeven dat dit niet nodig was. Deze mevrouw is gezien haar achtergrond, laat het maar voor wat het is. Dit is meer vanuit de cliënt een negatieve ervaring dan vanuit Present. De vrijwilligers zijn altijd enthousiast en dat is fijn.’ Samenwerking met vrijwilligersorganisatie ‘Ik ken er maar één en dat is Present. Ik ben heel blij dat ze er zijn omdat ik er geen tijd voor heb en het niet binnen mijn functie past. Nu krijgen de cliënten wel de mogelijkheid om bepaalde klussen te klaren en dit kan een goede nieuwe start zijn. Zo kunnen ze soms zelf weer verder gaan, stukje mantelzorg. Ik vind dat ik Present goed kan bereiken. Als ik ze bel, bellen ze altijd terug.’ ‘Het stukje aansluiten naar de cliënt toe wat wij bijvoorbeeld niet kunnen bieden, het komt bijvoorbeeld voort uit de overheid. Het stukje WMO wat doorgevoerd wordt he. Stukken die wij niet kunnen bieden, kan op deze manier wel geboden worden’. In het contact is openheid, eerlijkheid, respect en gelijkwaardigheid belangrijk. Betrokkenheid en geïnteresseerd is ook belangrijk.
99
Overweging van inzet vrijwilliger ‘Ja, jeetje, ik denk dat de inschatting van Carien al genoeg is. Tussendoor hebben wij ook contact, dus één belletje en het is goed. We hebben een kort lijntje. Ik kijk wel, ik licht wel de cliënt in, als de cliënt niet wil dat doe ik het niet. Ik zeg dan wel tegen de cliënt dat het dan nog een half jaar kan duren voordat er weer een groep komt voor die klus. Als de cliënt twijfelt dan kan je het gesprek wel ingaan, Ik ga het gesprek vaak wel in om te kijken welke vrijwilligers er zijn. Ik heb wel met de cliënt van te voren een gesprek met de cliënt hoeveel vrijwilligers er komen en welke. Dan gaan we de intake in en na het intake gesprek heb ik weer een gesprek met cliënt van he zie je het zitten? Ga je ook echt verder? In het gesprek wordt heel concreet afgesproken in wat nodig is en wie wat mee neemt.’ Individueel of in een groep? ‘Ik weet alleen dat Present in groepen werkt, dus daarin heb ik geen keuze hoeven maken. Ik neem aan dat Present wel kijkt naar wat handig is. Als er een kamer behangen moet worden is het handig dat je vier mensen krijgt. Ze kijken wel naar wat ik aanvraag. Het gaat wel in overleg.’ Effect op de hulpverlening. ‘Nou bijvoorbeeld met één cliënt zocht zij een dagbesteding en nu doet zij vrijwilligerswerk voor Present. Nu heeft zij iets buitenshuis. Bij die oude man had het niet heel veel effect. De tuin was wel gedaan en hij was wel blij maar verder ging het niet op maatschappelijk gebied. Bij het gezin waar werd behangen is het zo dat hij zelf verder is gegaan met een andere kamer. Ze zien iets veranderen en daarin gaan ze zelf verder. Soms wachten ze heir al jaren op en weten ze niet hoe het moet.’ Moment van de inzet ‘Vooral wanneer de vrijwilligers kunnen. Ik verwacht van de cliënten: jij wil dat er wat gedaan wordt dus dan moet jij je maar aanpassen. In plaats van woensdag naar de dagbesteding op donderdag als de klus op woensdag gedaan kan worden.’ ‘Je kan het pas inzetten als de cliënt eraan toe is. Anders komt het niet naar voren. Als ik denk dat er iets gedaan moet worden, kan het anderhalf jaar duren voordat de cliënt er klaar voor is.’ Stichting Present ‘Het liep heel spontaan. We zaten in een integraal netwerk overleg waar allemaal instanties samenkomen, daarin komen mensen naar voren met problemen, die worden daar besproken en kunnen we kijken naar wat we eraan kunnen doen. En toen is Present aangeschoven en die paste bij mijn vraag. Je gaat shoppen bij elkaar en zo ben ik Present tegengekomen.’ Gezinnen Present ‘Ja dit was een eenmalig iets, dit boden ze aan op het moment. Het is net vraag en aanbod en je hebt geen keus in feite.’ Laatste toevoeging: ‘Samenwerking met Present was goed maar met de personen niet. Deze mevrouw begreep niet
100
goed hoe het voor de moeder was om in de bijstand te zitten. Wij hadden er iets meer van verwacht. Zij had aangegeven dat ze contacten had waar je spullen gratis of met veel korting kon krijgen en dat viel tegen. Staat los van Present maar ging om die mevrouw. De cliënt kreeg weinig reactie terug van deze mevrouw. Terwijl de cliënt wel heel handig is en voor haar gevoel kreeg ze er weinig voor terug.’ Deze mevrouw stond los van Present. Afsluiting Gesproken met een ambulant begeleider. Mevrouw gaf aan geen overwegingen te maken maar dingen boden zich aan. Zij kreeg veel aangereikt van Carien. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
101
Interakt Contour te Almere Naam interviewer: Barbera Plas Organisatie: Interakt Contour Functie: Ambulant begeleider Datum: 29-03-2012 Duur interview: 17.26 minuten Plaats interview: Almere Samenwerking met de vrijwilliger ‘In Almere zit de vrijwilligerscentrale, daar is de samenwerking altijd wel goed. Goede samenwerking, goede communicatie, professioneel zijn ze ook he ze gaan professioneel te werk. De behoefte daarin is dat ze de cliënt kunnen helpen. Maar inderdaad het stukje professionaliteit van de vrijwilliger is ook altijd wel belangrijk. Beleefd zijn he naar de cliënt toe. En als ze een vraag hebben of het niet goed loopt dat ze naar mij bellen en het niet gewoon afkappen. ‘Ik ben er niet altijd bij’. Ze weet zo geen verbeterpunten. Ze hoort vaak van cliënten dat het goed loopt. Samenwerking met vrijwilligersorganisatie ‘Ja ook goed ja. Het contact is goed, ik denk nu meer aan Present en de vrijwilligerscentrale, het is gewoon duidelijk communicatie. He waar je aan toe bent en wat je wel of niet kan verwachten.’ ’De behoefte zijn de communicatie, daar ligt een hoop aan. Dat ze meedenken aan andere manieren als het niet lukt.’ Andere elementen die belangrijk zijn waren dat je elkaar kunt vinden. ‘Je weet bij wie je moet zijn en waar je iemand voor kan vragen. En mochten zij wat hebben dat ze ons kunnen vinden. Ja de bereidheid om er wat voor te doen. Als de vrijwilliger niet bij de cliënt past, dat je hierover in gesprek kan gaan en er wordt gekeken naar een andere oplossing. Het wordt niet meteen afgepakt maar er wordt gekeken naar de mogelijkheden.’ Overweging van inzet vrijwilliger ‘Het klusje, De vraag van de cliënt of die bij de vrijwilliger past. Dusja met name de vraag van de cliënt. Ja, ja. Ik heb veel cliënten die goed contact kunnen hebben met mensen maar ook wel agressievere cliënten, nja met die cliënten pas ik wat meer aan. We nemen contact op met de vrijwilligersorganisatie, daar leg ik de vraag voor en wordt er gekeken of ze er wat mee kunnen. Present neemt contact met ons op. Dan volgt er een intake gesprek en wordt er een vrijwilliger gestuurd.’ ‘Ik leg voor de cliënt het eerste contact met de organisatie dan wordt er een vrijwilliger gestuurd. Voor een langere periode wordt er tussendoor geëvalueerd. Individueel of in een groep? ‘Ik heb nog nooit een groep in gezet.’ ‘De vraag van de cliënt was dusdanig dat het door één vrijwilliger gedaan kon worden. Belangrijk is voor langdurig contact is dat er maar één iemand aan gekoppeld wordt. Niet verschillende mensen.’ ‘De overweging die ik zou maken is of de cliënt het
102
aankan, een groep. Het hangt heel erg van de cliënt af.’ Effect op de hulpverlening. ‘ Het neemt een stukje uit onze handen. Met name de vraag die wij niet kunnen, wat niet binnen onze taak hoort, waar je niet aan toe komt. Ja het neemt een stukje van ons uit handen. Ze helpen de cliënt ermee.’ Moment van de inzet ‘Op zich als een cliënt iets gedaan moet hebben in huis dan probeer je meteen aan die vraag te voldoen. Mits er dingen in huis opgeruimd moet worden voordat er iemand bij kan komen. Dan moeten we daar eerst wat aan gaan doen. Dit is wel een extreem voorbeeld hahaha. Soms draag ik het ook aan als ik zie dat het goed kan zijn voor de cliënt.’ Stichting Present ‘Ik heb een gezin met alleen staande moeder en twee kinderen. Zij hadden geen geld om het te vieren dus mij leek het leuk als vrijwilligers voor een traktatie konden zorgen voor op school bij de verjaardag van een dochter. Ik was eerst bij een andere organisatie maar die konden dit niet bieden. En via via hoorde ik van Present en ik ben toen op de site gaan kijken en toen heb ik de vraag aan Present gesteld. Gezinnen Present ‘Goed ervaren. Ik heb contact gehad met Carien Klein en de vraag aan haar gesteld. Zij had toevallig mensen die dit konden. Toen ben ik op de hoogte gehouden over wanneer de groep samenkomt en wanneer de traktatie aangeboden kon worden. De vrijwilligers wilden anoniem blijven maar Carien bood het zelf aan en dit vond ik wel erg leuk.’ ‘Het werd gekozen voor mij om te werken met een gezin. Zij hadden zich net aangemeld dus dit was toevallig. Hier is dus niet bewust voor gekozen.’ Laatste toevoeging: ‘Het effect van de traktatie dat je het gezin zo blij kunt maken. Dit is gewoon fijn, je kan elkaar weer helpen en dat is mooi.’ Afsluiting Gesproken met een ambulant begeleider. Zij hebben dus wel samengewerkt met een groep doormiddel van het project ‘Gezinnen: Present’ Dit gaf zij aan het begin niet aan maar later werd wel duidelijk wat de overwegingen waren en hoe dit is gegaan. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
103
Leger des Heils te Almere Naam interviewer: Barbera Plas Organisatie: Leger des Heils Functie: Ambulant begeleider, voor ouderen, zorgwekkende zorgmijder grijs genoegen Datum: 29-03-2012 Duur interview: 45.18 minuten Plaats interview: Almere Samenwerking met de vrijwilliger ‘Tot nu toe gaat het prima, Het werkt heel goed om inderdaad eerst een gesprek te hebben met de cliënt erbij en met stichting Present om de verwachtingen goed te krijgen. Ik merk wel dat het toch een behoorlijke impact heeft op de cliënt omdat ze niet gewend zijn om veel mensen in huis te hebben. Zeker niet studenten die we vaak hebben. Ze vinden het leuk, ze zich vooraf zenuwachtig of ze hebben achteraf van wooh wat is me overkomen. Die voorzorg regelen hun prima en wij doen zelf de na zorg. En we hebben we evaluatie. Tot nu toe hoor ik alleen maar enthousiaste reacties. Dat ze zich überhaupt inzetten, dat mensen iets doen zonder dat ze hen kennen, dat vinden ze heel bijzonder. En over het algemeen enthousiast en actief zijn, en niet met tegen zin dus dat zien de cliënten ook wel. De jeugd van nu is heel anders dan vroeger en dat is goed om te zien voor de cliënten. Mijn collega’s zijn haast euforisch na de samenwerking met Present, dus over het algemeen heel positief. Van te voren moet bekend zijn wie er in huis gaat komen zodat je de cliënten kan voorbereiden. En dat je op tijd afspraken kan maken. Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn, dat is denk ik de belangrijkste randvoorwaarde. En ze moeten weten wat er gedaan gaat worden. Samenwerking met vrijwilligersorganisatie ‘nja wat ik prettig vind aan Present is dat de vrijwilligers allemaal vrijwillige vrijwilligers zijn, niet omdat ze dit verplicht moeten omdat zij een uitkering krijgen. Dan hebben de cliënten nog weleens het gevoel dat zij de hulpverlener zijn omdat de vrijwilligers met hun eigen problemen aankomen. Dan heb je het omgekeerde effect. Met Stichting Present heb je mensen die willen graag iets doen voor andere en dat stralen ze uit en dan ga je positieve sfeer in. En studenten zijn gedreven omdat ze hun cijfer willen halen en ze vinden het interessant. Belangrijk in het contact met de organisaties is dat bij langdurige acties wordt er gekeken naar het klikken van de persoonlijkheden. Bij Stichting Present wordt er gekeken naar het linken van de cliënt en de vrijwilliger. Het eenmalige is ook een pluspunt. Een contactpersoon is handig in de samenwerking met de vrijwilligersorganisaties. Bereikbaarheid is belangrijk, als er wat is moet je elkaar kunnen vinden. Overweging van inzet vrijwilliger ‘Dat heeft te maken hoeveel mogelijkheden er zijn binnen het eigen netwerk van de cliënt. Als die niemand heeft dan zal je snel naar een vrijwilliger toe moeten stappen. Als wij het zelf kunnen, proberen we dat eerst zelf. Daarnaast kijk je naar het kosten plaatje en naar de wachtlijsten van de
104
andere organisaties. Soms mis je de kracht en de middelen en dan kan ik Stichting Present inschakelen. Er moet geen moeten achter zitten, dus geen deadline want dan is het niet mogelijk. En de cliënt moet het aankunnen. Individueel of in een groep? ‘Voornamelijk is dat wat er gedaan moet worden. Als het gaat om een stukje wandelen hoeft het niet met een hele groep en dat is vaak langdurig. Dus de persoonlijke dingen die structureel en individueel zijn. Maar de grotere klussen waar je veel handen voor nodig hebt en die eenmalig zijn, daar heb je gewoon een groep voor nodig. En dan kies ik voor een groep. Sommige cliënten van mij zijn zo geïsoleerd dat ze het psychisch niet trekken om een groep studenten in huis te hebben. Dan heb ik daar de komen weken, maanden en jaren nog last van en de cliënt ook. Dus ik moet overwegen of de cliënt het aankan om een groep vreemden in huis te hebben. Effect op de hulpverlening. ‘Er is een vrouw waar ik zes jaar mee bezig ben geweest voordat zij het aankon dat er een groep bij haar thuis kwam om op te ruimen. Haar hele huis stond vol met troep. Ik heb beetje bij beetje wel wat opgeruimd maar ik kon niet alles doen. En na zes jaar kon zij het aan om een groep vrijwilligers binnen te laten die het gingen opruimen. Het effect hiervan was dat mevrouw zelf rustiger werd en dat ze probeerde haar huis netjes te houden omdat ze zelf ook inzag hoeveel ruimte ze hierdoor kreeg. Mensen krijgen een positief beeld van de jongeren en zien ze dat mensen ook nog wat voor elkaar doen, dit is tegenwoordig ook niet meer zo vanzelfsprekend. En het heeft vaak voor mij in de verdere begeleiding een zetje gegeven. Het kost een hoop energie voor elke partij maar het lost ook een hele hoop op.’ Moment van de inzet ‘Op het moment dat de cliënten het aankunnen, dan schrijf ik ze in. En dan is het afwachten wanneer er een groep kan. En dat kan ineens heel plotseling zijn maar dan kan een cliënt altijd nog nee zeggen. ‘ Stichting Present Mevrouw kent Carien Klein zelf dus het contact ging makkelijk. Zij heeft het geïntroduceerd bij haar collega’s. De plekken die ik wist waren hele lange wachtlijsten en bij Stichting Present weet ik wie er komt en hoe het gaat. En wanneer er studenten komen kan ik weer zeggen dat de cliënt de studenten er ook weer mee helpt. En dan voelen zij zich nuttig. Soms is het lange duren een voordeel en is het minder confronterend. Uiteindelijk mogen ze zelf nog ja of nee zeggen en dat is positief want dan hebben ze zelf de touwtjes in handen. Toevoeging; ‘Ik vind het heel belangrijk dat de ouderen in contact komen met kinderen en voor kinderen andersom. Mijn ouderen zijn niet de standaard ouderen maar ik ken er genoeg die het wellicht leuk zouden vinden als ze bijvoorbeeld één keer in de maand wat leuks konden doen met het gezin. Het effect hiervan is dat aan de ene kant een gevoel van gemis kan komen en aan de andere kant het genieten, hoe fijn het kan zijn om contact te hebben met volwassen en kinderen en samen wat te
105
ondernemen. Een gezin bij een oudere werkt van twee kanten. Afsluiting Gesproken met een ambulant begeleider. Zij kende Carien Klein dus het contact verliep van begin af aan al soepel. Zij praatte heel open over haar overwegingen en het was een goed interview. Ze is positief over Present en heeft er goede ervaringen mee. Betrouwbaarheid: Het interview is buiten afgenomen. Op het moment van het interview stond er wind wat ervoor zorgde dat sommige stukken lastig te verstaan zijn op de recorder. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
106
MEE te Almere Naam interviewer: Susanna Westerink Organisatie: MEE Functie: Consulent van jeugd en gezin: opvoedingsondersteuning aan ouders met kinderen met een beperking of tips en ondersteuning aan ouders met een beperking. Contact persoon van de poli voor de MEE en consulent seksualiteit. Datum: 30 maart 2012 Duur interview: 33 minuten Plaats interview: Almere Ze heeft verschillende taken met ieder hun eigen specificatie voor de doelgroep. Over de verschillende aspecten van haar werk vertelt ze iets. (samenvatting hiervan geef ik niet weer omdat het gaat om een eerste kennismaking met elkaar). Inzet van vrijwilligers: Ervaring met het werken met vrijwilligers via Stichting Present. “ik heb niet echt direct contact met de vrijwilligers. Omdat zij (de coördinator) er voor zorgt dat ze dan ingezet worden en alle contacten ook via haar verlopen. Ik zie ze dan als ze bezig zijn.” Overwegingen om een cliënt al dan niet aan te melden hangt samen met dat ze weet wat stichting present te bieden heeft. “Er word van uit de methode vraag verduidelijking gewerkt, waarin de vragen op verschillende levensterreinen in beeld worden gebracht en gekeken naar de hulpvragen. Als er iets in huis gedaan moet worden dan denk ik aan mensen die daarvoor ingeschakeld kunnen worden, dan kom ik op Stichting Present.” Belangrijk in het contact met de VW is de betrouwbaarheid, op hen kan rekenen zoals bij een betaalde kracht. “Dat het vrijwillig is maar niet vrijblijvend”. “Goede afspraken maken, goed verlopen van wederzijdse communicatie, goed bereikbaar zijn, goed communiceren over wat er te doen is, afspraken maken en aankomen, bij tussen komst van wat onverwachts ze word geïnformeerd, en dat de kwaliteit die zij leveren, niet zo als professionals, maar wel goede kwaliteit is. Niet uitstekend, zoals een professionele kracht, maar wel goede kwaliteit.” “Prettig dat je op vrijwilligers kan rekenen en daar iets mee gedaan kan krijgen. Vaak is er geen geld voor professionele kracht een vrijwilliger is een mooi alternatief daarop. (…) hierdoor kan een hulpvraag van een cliënt wel beantwoord worden. Anders zou het gewoon blijven liggen en zou het niet gebeuren.” “Het effect is dat ik de cliënt beter kan helpen met uiteenlopende vragen. Het klussen is niets iets van mij, ik kan ook niemand inhuren want dat betalen wij niet. Wij leveren diensten en koppelen mensen aan organisaties. En wij betalen andere organisaties net voor andere diensten.” Via Stichting Present konden ze ook een andere hulpdienst aanbieden. Tevens gaf de gedane klus een goed gevoel aan de cliënt. Samenwerking met vrijwilligersorganisatie/ Present: Ze heeft alleen ervaring met Stichting Present. De samenwerking als positief ervaren: “Ze zijn zich
107
bewust van de belangen van de cliënt” “Bereikbaarheid ook in de kerstdagen, telefonisch contact en sms contact gebeurde vlot, de afspraken werden nagekomen en de communicatie was uitstekend.” Inzet van verschillende vormen van vrijwilligers: Ze hebben ervaring met de inzet van en groep als vrijwilliger. “Ik denk dat het belangrijk is voor Stichting present om goed in te schatten hoeveel mensen ze nodig hebben. Ik heb begrepen dat de eerste keer de groep zo groot was dat ze er van schrok. Het waren zoveel vreemden die door haar huis gingen, dat niet echt prettig voelde. Ze ging zelf het huis uit om rust te hebben. (…) ik begrijp ook dat het om snelheid ging, hoe meer handen hoe sneller de klus gedaan zou worden. Een goed overweging, een goed balans moet hier in komen.” Ze geeft te kennen dat ze de cliënt aanmeldt en dan afhankelijk is van het aanbod van Present. “Ik kan wel een voorkeur hebben, maar hoeft niet gehonoreerd te worden. Wat ik zelf heb gezien is dat het prettiger werd als één of twee personen worden ingezet. anders, ja, als cliënt heb je eigenlijk geen grip op de situatie. En met wie moet je dan communiceren. Er is wel iemand aangewezen die de klus leid, maar het geeft meer rust. Een klus in huis is als best indringend, hoe meer mensen er over de vloer loepen hoe drukker het is. Hoe minder overzichtelijk. Als het door één persoon gedaan kan worden, persoonlijk heb ik de voorkeur daarvoor. Het communiceert makkelijker.” Belangrijke elementen in de overweging van het moment waarop de VW word ingezet is: “de zwaarte van de problematiek, als geholpen kan worden door laagdrempelige hulp dan zet ik dat in. en als ik denk dat problematiek complex is en professionele hulp van die kant nodig is dan is dat net een andere overweging en kies ik voor de professional. Ook waar het te krijgen is wat de cliënt nodig heeft.” Overweging om samen te werken met Stichting Present: De vraag was leidend en zij konden bieden wat ze nodig had. Ze kent C.K. nu al drie jaar vanuit een integraalnetwerk stedenwijk. Zij hadden elkaar gesproken en wist wat ze te bieden had. “Hierdoor was de stap om contact op te nemen een stuk kleiner en gemakkelijker”. Ze heeft ook al eens eerder informatie aangevraagd voor een andere cliënt. Kort samengevat geeft ze aan: “de vraag was leidend, ik kende het aanbod en Present en kende C.K, dat maakt ook dat de communicatie ook makkelijker loopt.” Het nieuwe project: Haar eerste kennismaking met het nieuwe project was via de email met een uitnodiging voor een symposium over gezinnen. Hiervoor was ze er niet mee bekend. Ze geeft te kennen inhoudelijk te weinig informatie te hebben om een overweging te maken. In eerste instantie aan de coördinator het advies over laten. Als ze zich kan vinden in de mats zal ze instemmen. “Het laatste woord ligt bij de cliënt of die het goed vind” Voorbeeld gegeven van weekend opvang van en gehandicapt kindje. Dit was erg passend bij haar doelgroep. De bezuinigingen voor de weekend opvang neemt verder terug en zou de inzet van een vrijwilliger die zich voor langere tijd verbind schitterend zijn. “leuk zijn als dat iets wat terug komt en ouders met een bepaalde regelmaat ontlast gaat worden en het kind weet één keer per maand ga ik
108
daar naar toe, die kan zich dan daarop verheugen.” “Het voordeel van professioneel aanbod is dat je dan afspraken met elkaar maakt en de afspraken worden dan nagekomen. Vrijwilligers vinden het één dag leuk, morgen wat minder en dan stop ik er mee.” Wat aansluit bij de doelgroep is vastigheid en langdurigheid. Afsluiting Geïnterviewde toonde een open houding, gemotiveerd en nam de tijd om onze vragen te beantwoorden. Een open gesprek waarin het moeite koste om achter de professionele afwegingen te komen. Het was zoeken naar mogelijkheden en aangrijpingspunten om te komen tot de laag van overwegingen en motieven. Dit maakte dat in het begin van het interview vragen werden gesteld die niet op ons papier stonden, maar noodzakelijk waren om op een diepere laag in contact met elkaar te komen. Soms stelde ik een vraag, maar niet altijd ging ze hierop in of gaf antwoord op een ander niveau. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
109
Lieve goed zorg te Almere Naam interviewer: Susanna Westerink Organisatie: Lieve goed zorg De Kalevalakring Functie: groepsleider Datum: 30-03-2012 Duur interview: 18 minuten Plaats interview: Almere Inzet van vrijwilligers Geen ervaring mee. Ze krijgt regelmatig informatie van de mantelzorg, hierdoor weet ze van het bestaan van de inzet van vrijwilligers. Waar ze werkt is een kleine locatie. Gezien de setting groeit kunnen ze niet meer alleen met de kinderen gaan zwemmen. Ze zijn aan het onderzoeken hoe ze dit met vrijwilligers weer kunnen opstarten. Samenwerking met de vrijwilliger ‘Stel dat’ vraag: “houding tegenover de kinderen, affiniteit met de doelgroep, liefst ook ervaring, zeker met het zwemmen dat is toch een gevaarlijke activiteit. Dat iemand zich verbind, dat het niet zo is dat iemand het één keer doet en de volgende keer zegt van nauw nee, ik heb toch geen tijd meer. Iemand die zegt ik wil dit aan gaan en voor langere tijd aangaan.” Een VW zal nooit alleen zijn er zal altijd een groepsbegeleider bij zijn. Binnen de communicatie is belangrijk: “Een goede overdracht, iemand zou nooit alleen met de kinderen weg gaan waardoor communicatie minder belangrijk is, dat zie ik niet als probleem of zo. De communicatie is zo van zelfsprekend dat ik het bijna vergeet te noemen.” Samenwerking met vrijwilligersorganisatie Belangrijk is: “Eigenlijk wat ik net al een beetje zei, wat ook geld voor de vrijwilliger: affiniteit met de doelgroep, dat ze zich echt verbinden, dat er aandacht is, dat er kennis is, en vooral op het sociale gebied. Dat vind ik eigenlijk belangrijker dan het zakelijke stuk. Ja, gaat om warm zijn, betrokken zijn en aandacht hebben voor het geen zij doen. En dat verwacht is zowel van een VW als van een organisatie. Ook wel een stukje professionaliteit hoor: dat de communicatie tussen de VW en VW organisatie goed is, dat mensen de juiste tijden en juiste, ja, van elkaar weten wat ze van elkaar aan het doen zijn, op tijd komen, weten wat er van ze verwacht word. Communicatie helder en duidelijk is tussen de VW en organisatie.” Overweging van inzet vrijwilliger Wanneer ene vrijwilliger in te zetten: “Zolang het voor ons niet haalbaar is om bepaalde activiteiten met de kinderen te bereiken of, he, je wil een activiteit doen waar één op één begeleiding nodig is wat wij niet kunnen bieden. Is wel een overweging om vrijwilliger in te zetten, maar dat jullie nu binnen komen en aan tafel gaan zitten, dat heeft op onze kinderen veel impact. Het lijkt alsof onze kinderen lekker door eten, het lijkt nu alsof er niks is, maar dat is wel degelijk zo. Dat komt er dan
110
ook wel uit.” Het is niet mogelijk om zomaar iets te gaan doen met deze doelgroep: het vergt heel veel voorbereiding, kennis van de doelgroep, kennis van wat de kinderen mogen doen zodat ze in vaste structuur/ritme blijven. “Het effect op de doelgroep is zo groot dat we nooit zomaar een aantal VW zullen optrommelen.” Individuele VW komt in aanmerking, maar we hebben ook ervaring met de landelijke vrijwilligersdag. Dan komt er een groep mensen die iets kunnen doen. Deze gaan individueel met de kinderen werken. “Er is heel veel voor nodig om onze kinderen te laten doen wat je wilt, of he, om er voor te zorgen dat ze niet zichzelf verliezen, bij zichzelf kunnen blijven.” Bekend met Stichting Present Nee, ze kent alleen de VCMA. Laatste toevoeging: Ze zijn een grote organisatie waarvan De Kalevalakring een kleine locatie is. De organisatie heeft hun eigen klusjes mannen. Tevens geeft ze aan dat de hoofdorganisatie er misschien wel bekend mee is, maar zij zijn op de werkvloer degene die de dingen aanslingeren en aangeven zijn er mogelijkheden. Afsluiting Mevr. had telefonisch al laten weten dat ze op de groep zat en vanuit die situatie konden wij het interview afnemen. Ze gaf aan maximaal een half uur te hebben en dat als ze niet direct antwoord gaf zij even met de kinderen bezig was. Eenmaal begonnen met het interview nam de onrust bij de kinderen verder toe. Het werd steeds drukker wat gemaakt heeft dat ik een aantal vragen niet gesteld heb, gezien deze mede door geen ervaring met vrijwilligers, minder van toepassing was. De totale duur van het interview was gezien de groepssituatie meer dan genoeg. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
111
Siza gezinsbegeleiding te Ede
Naam interviewer: Barbera Plas Organisatie: Siza gezinsbegeleiding Functie: Ambulant ondersteuner Datum: 05-04-2012 Duur interview: 24.55 minuten Plaats interview: Ede Samenwerking met de vrijwilliger ‘Eeh ja.. okee als we denken aan Present bijvoorbeeld dan is het denk ik prettig ervaren. Het is prettig als ik ook zie dat het duidelijk is voor de cliënt wat de vrijwilliger doet, en ik dus een goede bemiddelaar voor de cliënt ben. Ik vraag het aan bij de aanwezigheid van de cliënt en Present dan bescherm ik de cliënt een beetje. Om te kijken of het veilig is voor de cliënt. Ik creëer een zo veilig mogelijk klimaat voor de cliënt. Ik ben bij het intakegesprek en daar kijk ik wel wat voor een vrijwilliger er komt. Duidelijkheid wat zij hebben te bieden, of dit aansluit bij de vraag van de cliënt is erg belangrijk. De ervaring tot nu toe is prima.’ Samenwerking met vrijwilligersorganisatie ‘Heel bereikbaar. Ik heb via collega’s gehoord wat het aanbod was van Present en toen ben ik op de site gaan kijken. Ik heb mij toen aangemeld en al vrij snel zocht Present contact met mij. Ze benaderen mij op tijd wanneer mensen zich hebben aangemeld bij Present. Als ik niet in april wil maar in mei, dan is dit geen probleem. Daarnaast vind ik het prettig dat Present ook bereikbaar is, snel reageren op mails. De behoefte van mij zou goede PR zijn maar dat doet Present al.’ ‘Het geeft mij vertrouwen dat ik hoor van mensen dat Present aanslaat in Nederland.’ Overweging van inzet vrijwilliger ‘Oh uhm, ik denk groepsverband vind ik prettig. Dus in een groepje en niet individueel dan kan er een gedegen klus geklaard worden. Dan kan er meer gedaan worden he. Een gevarieerd aanbod vind ik ook belangrijk, zodat je ook kan kiezen. Met betrekking tot de cliënt vind ik naamsbekendheid belangrijk, de ervaring van anderen speelt een rol. En dat ik erbij kan zijn is ook wel fijn voor de cliënt.’ Individueel of in een groep? ‘nouja dat er gewoon veel meer gedaan kan worden natuurlijk. Er zijn gewoon dingen die je niet in je eentje kan doen. Ik heb eigenlijk nog geen ervaring met individuen met Present. Via maatjes project wel, toen ging een meisje knutselen met mijn cliënt. Echt iets met de cliënt doen zou ik een individu inschakelen. Bij een grote klus zoals de tuin of iets in het huis zou ik een groep inschakelen. Dan is het gewoon sneller klaar en dit zorgt voor minder stress bij de cliënt.’
112
Effect op de hulpverlening. ‘ja ik ben harstikke blij met die hulp. Het neemt ons dingen uit de handen. De cliënt is er heel blij mee, dus een positief effect.’ Moment van de inzet ‘Het is altijd dat de mensen werken in de avond als vrijwilliger. Bij de cliënt merkte ik dat er wat moest gebeuren met de cliënt en dan schakel ik anderen in. Één cliënt zou nog een jaar thuis zitten en dan zou ze vereenzamen, toen heb ik vrijwilligers ingeschakeld van het maatjesproject, dus ik kijk naar wat een cliënt nodig heeft. Als je cliënt dreigt achteruit te gaan in de ontwikkeling, moet je ook anderen inschakelen.’ Stichting Present ‘Het is dichtbij, bereikbaarheid dat ze in Ede zitten. De reclame van anderen heeft er ook voor gezorgd dat ik samen ben gaan werken, en dat ze christelijk zijn, dat maakt dat je elkaar wel begrijpt.’ Afsluiting Gesproken met een ambulant ondersteuner. Zij was enthousiast over Present. Kon ook geen verbeterpunten benoemen. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
113
Leger des Heils te Ede Naam interviewer: Barbera Plas Organisatie: Leger des Heils Functie: Ambulant begeleider Datum: 28-03-2012 Duur interview: 29.03 minuten Plaats interview: Ede Samenwerking met de vrijwilliger ‘Dit is heel divers, het ligt aan de vrijwilliger zelf. Eén klus ben ik niet bij geweest. Waar ik wel bij was, was een vrijwilliger die heel goed aanvoelde wat de cliënt wou en wat er bij past. Een andere man die kon daar weer niks mee en die werd er druk van. Nja dit liep dan wat minder.’ ‘Waar ik niet bij geweest ben, ik heb hen niet ontmoet, hoorde ik van de vrijwilliger dat zij zich geïntimideerd voelde door de cliënt. Dit zegt veel van de cliënt maar aan de andere kant had zij beter haar grenzen kunnen aangeven. Nja dit is mijn ervaring.’ ‘Belangrijk is het belang van de cliënt, wat die wil en wat zijn verwachtingen zijn daarin. Een afwachtende houding van de vrijwilliger is wel prettig. Niet te dominant.’ ‘Elke klus wordt geëvalueerd dus als daar punten uitkomen die anders moeten dan wordt dit opgepakt. Verder zijn er nu geen verbeterpunten.’ Samenwerking met vrijwilligersorganisatie ‘Ja wel als heel goed. het grootste punt is dat je de datum kan plannen wat voor alle partijen handig is. Ik waardeer eraan dat er rekening gehouden wordt met alle belangen. Dat mensen het ook niet als heel stressvol ervaren. Er wordt goed gekeken of er een grote of kleine groep komt en of dit elke keer dezelfde mensen moeten zijn.’ ‘Er is vaak geen geld voor de spullen maarja daar kan Stichting Present niet veel in beteken maar dit is wel een reden waarom een klus soms niet door kan gaan.’ ‘Een collega had via Stichting Present weleens een wat mindere ervaring doordat een verf klus niet echt netjes was afgehandeld.’ Ik overleg wel met Stichting Present of de vrijwilligers het kunnen.’ Overweging van inzet vrijwilliger ‘Ervaring met de doelgroep is echt een pré en daar houdt Stichting Present ook rekening mee. Daarom zijn wij er ook altijd bij.’ Individueel of in een groep? ‘Als het een grote klus is, is het makkelijker om meerdere mensen te gebruiken. Er moet gewoon rekening gehouden worden met de doelgroep omdat het in principe zwakkere mensen zijn. En de vrijwilligers moeten natuurlijk met elkaar overweg kunnen.’ Effect op de hulpverlening. ‘Huisvesting is wel heel belangrijk voor de mensen dus in die zin heeft het van beide kanten effect.
114
En de cliënt hoeft hierdoor niet krapper te leven. En het huis is netjes dus dat geeft ook rust. Het stukje zuinig zijn voor de leefomgeving komt naar voren.’ ‘Culturele aspecten spelen ook mee. Die intimidatie hoort bij de cultuur voor een afrikaan is dit geen probleem, heel normaal zelfs, zij kijken anders naar vrouwen. Hij is ook niet gewend dat een vrouw zegt dat hij geen respect toont. Als hij een vrouw ziet drinken wil hij haar een klap geven omdat het vrouw van het zwakkere geslacht is. Zij hebben zo’n negatief beeld van vrouwen en dat heeft effect op hoe hij met je omgaat. Als jij je grenzen niet aangeeft dan gaat hij daarin te ver. Een vrijwilliger moet hier wel inzicht in hebben.’ Als er gebruik is met alcohol of drugs dan moet je zeker oppassen. Dus daar zet ik niet snel vrijwilligers op. Moment van de inzet ‘Als er gebruik is met alcohol of drugs dan moet je zeker oppassen. Dus daar zet ik niet snel vrijwilligers op.’ ’Het heeft vooral te maken met hoe erg de cliënt het probleem ervaart. Eerst pakken wij de financiën en het werk aan, dit is een heikel punt en dan heb je het nog niet over het huis.’ ‘Als je op verschillende manieren het al geprobeerd hebt dan kijken we naar een vrijwilliger, we schakelen niet meteen een vrijwilliger in maar we proberen eerst of het zelf lukt.’ ‘We hebben één keer in het half jaar een evaluatie en dan kijken we naar wat wel of niet gebeurd is en de reden hiervan. En nu nou vaak komen ze zelf tot de conclusie dat het ze zelf niet lukt en een vrijwilliger nodig hebben.’ Stichting Present ‘Zoveel organisaties heb je niet, ik weet niet of die andere wel klussen in huis. Dus wat dat betreft is dit de enige optie en de beste. Er is wel een andere organisatie maar daar moet je betalen voor aanmelden. Present heeft veel reclame gemaakt en zo ben ik in aanraking gekomen.’ Afsluiting Gesproken met een ambulant begeleider. Zij heeft van Present gehoord in de wandelgangen. Ze is positief over Present en heeft er goede ervaringen mee. Betrouwbaarheid: Het interview is buiten afgenomen. Op het moment van het interview stond er wind wat ervoor zorgde dat sommige stukken lastig te verstaan zijn op de recorder. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
115
Vilente te Ede Naam interviewer: Susanna Westerink Organisatie: Vilente Functie: Datum: 05-04-2012 Duur interview: 23 minuten Plaats interview: Ede, op locatie. Ervaring met vrijwilligers “ik heb wel eens gezegd: wat als vrijwilligers staken. Dan hebben wij geen welzijn meer. Je moet het zo zien, wij bieden zorg en dienstverlening aan ouderen (…) je ziet dat de trend is van de toekomst dat je in de eerste cirkel de cliënt met de bewoners ziet, daarna de mantelzorger, daarna de vrijwilliger en dan de professional. Dat je dus eigenlijk niet zonder vrijwilligers kunt”. “net zoals je thuis een mantezorger nodig hebt zie je dat ook in de gezondheidszorg, het wonen met zorg. dus alleen verpleeghuis zorg daar heb je een andere indicatie voor nodig en heb je een hele andere organisatie. Kun je bepaalde activiteiten ook niet meer zonder vrijwilligers. Dus alles wat met welzijn te maken heeft ga je kijken of de bewoner dat zelf nog, heeft hij daar ondersteuning van een activerend welzijn medewerker van ons bij nodig. En soms ga je ook kijken van kan dit door middel van ene vrijwilliger gerealiseerd worden. En dan denk ik aan makt bezoekjes, museum bezoekjes of een theater bezoek. Wat diegene ook al daarvoor deed”. “je vraagt je altijd af moet het door een professional gebeuren, kan het door een vrijwilliger gebeuren. Maar dat is toch wel een nieuwe trend voor de gezondheidszorg, de ouderen zorg. ik denk dat we over 10 jaar geen verzorgingstehuizen meer hebben. Dan heb je verpleeghuis zorg en je zorg aan aanleuners bied”. Wat inhoud dat de zorg veel meer per onderdeel ‘ingekocht’ kan worden. Bijvoorbeeld alleen nachtzorg of mee teen, ect. Samenwerking met vrijwilliger Binnen het vrijwilligers beleid zijn al veel dingen in mee genomen. Zonder vrijwilligers kunnen de doelen op zorg en dienstverlening niet behaald worden. De vrijwilligers zijn op alle terreinen nodig. (het organisatie beleid wordt er bij gepakt en een aantal dingen benoemd wat belangrijk voor hen is) Hierin staat hoe er zorg word gedragen voor de vrijwilligers, de taken en verwachtingen. Hierin is ook een vrijwilligers overeenkomst opgenomen, een eerste intake gesprek, dan komt er een 2e kennismakingsgesprek met vraagsteller en word er gekeken of er een match is. Er word gewerkt met een proef periode, evaluatie, ondertekening overeenkomst en functie en taak omschrijving word meegegeven. Alle vrijwilligerstaken hebben profielen, waar in staat welke deskundigheid wij verwachten, wie de contactpersoon is. Waar de vrijwilliger terecht kan als ze vragen hebben. Het gaat om de positie van vrijwilligers binnen hun organisatie. “er zijn veel activiteiten binnen de locatie waarbij men niet zonder vrijwilligers kan”.
116
Samenwerking vrijwilligers/ Present Ze is de bemiddelaar bij maatschappelijke organisaties, ook Present. Present geeft altijd de data’s door wanneer ze vrijwilligers activiteiten kunnen uitvoeren. Als coördinator onderzoekt ze wat mensen willen aanbieden en legt daarmee contact met de verschillende locaties. “het kost de mensen die hier aan het werk zijn veel tijd. Om daar tijd voor vrij te maken. Als het helder is wat beide partijen willen dan gaan present medewerkers met de contactpersoon op de locaties in overleg. Dan is er al heel veel duidelijk, het plan is al duidelijk en moet alleen de uitvoering nog”. Waar ze in het begin tegen aan liepen, en wat Present al heeft opgepakt is dat er eerst kort van te voren de datum bekend werd. Dat was te kort tijd. “je kunt niet zomaar een groep ontvangen”. Bewoners en personeel moeten op de hoogte worden gebracht. “Door meer tijd van te voren te hebben kun je hele leuke dingen organiseren. Dan is het zowel voor de vrijwilligers, als bewoners, als medewerkers leuk om zo iets te organiseren.” Een betaalde kracht in combinatie met een groep vrijwilligers maakt dat er leuke dingen gedaan kunnen worden. Kernbegrippen zijn: voorbereiding is belangrijk en op tijd de klus doorkrijgt. Ze geeft aan dat het contact met Present goed verloopt. Het verbeter punt word ook opgepakt. Overwegingen Overwegingen om vrijwilliger wel of niet in te zetten: “de leeftijd, Present zet jongeren in en dan zouden er altijd twee begeleiders bij moeten zijn”. Leeftijd in combinatie met problematiek bewoners. Aanwezigheid van een beroepskracht/ medewerker. Motivatie, begrip voor de ouderen en zijn problematiek. Een stukje inleving. Zorgvuldig met de informatie om gaan en wat ze gezien hebben; privacy geheimhouding. Afhankelijk van de hulpvraag en de locaties wordt er gekozen voor de inzet van een individu of groep. En het soort activiteit. Als de keuze is tussen een individuele bewoner blij maken of 10 bewoners dan wordt er gekozen voor 10 bewoners. Soms is er een specifieke wens van de bewoner, dan word het een individu. Effect “je ziet ze genieten en rustig zijn en een leuke dag hebben genieten wij ook. En ze zijn soms heel blij als de keuken word schoongemaakt waar zij niet aan toe komen. Het mes snijd altijd aan twee kanten”. Moment van inzet hangt af van de hulpvraag. Voor de eenmalige klussen word Present ingezet. Present In contact gekomen met Present “waarschijnlijk door een netwerk bijeenkomst van de vrijwilliger centrale”. De overweging tot samenwerking is geweest om de redenen die reeds benoemd zijn. “en daarnaast zijn het jongeren en dat vind ik ook heel belangrijk. Dat jongeren ook binnen onze locatie komen, ook zien wie daar wonen, wie de doelgroep is en de maatschappij binnen komt. Dat is ook een hele belangrijke motivatie. Een brug slaan tussen jong en oud.” Deelgenomen aan het project gezinnen Present. “het was toch nog heel lastig om een bewoner gemotiveerd te krijgen. Ja, dat viel me best wel tegen. Ik dacht dat er wel een tiental echtparen of
117
bewoners waren”. Mogelijk kwam dit ook wel door de voorbeelden waren benoemd, maar de voorbeelden niet meer kon bijstellen. “ja, zie je onze bewoners nog bowlen, dat soort dingen”. “de volgende keer zou ik daar wat meer tijd voor nodig hebben. En een welzijnsmedewerkers te vragen wat mogelijk is.” Inzet van een gezin: voor de inzet om een individu blij te maken en een groep voor meer bewoners. “dat blijft altijd een afweging” “vaak in de vakantie periode zijn er veel op vakantie, ook dan hebben ze behoeften aan contact. Dat zie je toch met veel instanties dan zijn ze er even niet. Heel veel gebeurt voor en na de zomervakantie.” Afsluiting Gesproken met de coördinator van de vrijwilligers waarbij zij zich veel bezighoud met beleid, het operationele. Zij is op een andere manier betrokken op de cliënt en heeft vooral een coördinerende rol. Op alle locaties is er een contact persoon aanwezig voor de vrijwilligers en vaak ook eigenaar van een activiteit, bv kunst en cultuur. Ze behoren met hun beleid bij de 15 koplopers van Nederland. Afspraken: Toesturen en mochten er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
118
Eleos te Ede Naam interviewer: Barbera Plas Naam geïnterviewde: Marieke Oomen Organisatie: Eleos Functie: groepsleider, Coördinator Datum: 28-03-2012 Duur interview: 29.45 minuten Plaats interview: Ede Inzet van vrijwilligers ‘Over het algemeen heel positief’. Samenwerking met de vrijwilliger Ze hebben één persoon op de groep op de dinsdag. Die is zeer trouw en meld zich af wanneer hij niet kan. ‘Bij ons is het belangrijk dat de vrijwilligers met de doelgroep om kunnen gaan. En dat de vrijwilligers niet het werk helemaal overnemen maar ernaast staan en begeleiden. En wel werkzaamheden verrichten maar niet alles doen zodat de deelnemers er bij staan te kijken.’ Verder hebben ze nog een vrijwilliger die de deelnemersraad begeleidt. Dit is een ander soort begeleiding. En ze hebben in een andere locatie ook nog een vrijwilliger op vrijdag morgen. En nog een vrijwilliger op weer een andere locatie, die verstand heeft van hout. ‘Vrijwilligers zijn erbij en helpen maar de begeleiding ligt bij ons’. ‘We hebben vroeger een vrijwilliger gehad die heel goed werk verzette. Dit was bij onze winkel in Barneveld. Hij deed trouw zijn werk en was gedreven maar hij kon niet goed overweg met de deelnemers. Je kon wel tegen hem zeggen “zo zijn ze nu eenmaal en daarmee moet je leren omgaan”, maar dat werkte niet. Wij konden ook niet even van de groep als hij erbij was. De spanning werd dan te groot voor de deelnemers. Uiteindelijk werkt dit dus niet, wat heel jammer was voor ons, want hij nam wel veel werk uit handen.’ ‘Vrijwilligers, ze zijn er. En je staat niet alleen op de groep wat het voordeel is als er iemand in paniek raakt je met diegene van de groep af kan.’ ‘De vrijwilligers die wij nu hebben zijn ondersteuning aan het personeel op de praktische kanten, en voor de deelnemers is het ook ondersteuning maar de grootste ondersteuning is voor ons.’ ‘Belangrijk in de samenwerking is dat de vrijwilliger weet dat hij de vrijwilligers is, ze mogen wel initiatief nemen maar dit moeten ze eerst overleggen. Je merkt het pas als het niet goed gaat. Als er een vrijwilliger kom die zijn eigen gang gaat.’ ‘Daarnaast is het belangrijk dat ze trouw aanwezig zijn en afmelden wanneer ze niet kunnen. En ook dat het niet zo is dat de vrijwilliger de groep overneemt. Dus de vrijwilliger niet apart indelen.’ ‘Voordeel is dat je bij een vrijwilliger kan zeggen
119
die vertrouwd is met de groep, dat je ’s middags een begeleidingsgesprek hebt, dus dat ze een uur alleen op de groep staat. Dan ben ik nog wel in het gebouw maar kan ik dat wel even alleen laten.’ Samenwerking met vrijwilligersorganisatie Geen. ‘Belangrijk in de samenwerking is dat de vrijwilligersorganisatie helder heeft met wat voor een doelgroep zij te maken hebben, en bij ons dat wij een christelijke instelling zijn, dit verwachten wij ook van de vrijwilligers. Ik heb nooit met een organisatie gewerkt dus ik weet niet wat ik zou kunnen verwachten.’ ‘Als ik het mij voorstel wat ik verwacht in de samenwerking met een organisatie, is dat toch wanneer het niet lekker loopt met de vrijwilliger dat zij helpen om hier een weg in te vinden. En in sommige gevallen de vrijwilliger op een andere plek zetten in plaats van bij ons.’ ‘Het moeilijkste werk leg je bij hun, denk ik, ik weet het niet maar zo kan ik het mij voorstellen.’ Overweging van inzet vrijwilliger ‘Een vrijwilliger moet ondersteunend zijn en niet te veel tijd kosten.’ ‘Een vrijwilliger moet je tijd geven en op een kleine locatie moet je het aantal vrijwilligers in evenwicht houden.’ ‘Zoals het hier functioneert is het ondersteunend. Zodra je denkt van eigenlijk heb je een handje nodig maar je kan er geen twee beroepskrachten opzetten, is een vrijwilliger handig.’ Het is geen gaten opvullen maar je maakt het net even wat leuker door een vrijwilliger op de groep erbij te zetten, zo krijgt iedereen meer aandacht. ‘Het effect is meer lerend, wij weten niet altijd even goed hoe een zaagmachine werkt en de vrijwilliger die hier bij ons loopt weet dit heel goed dus die kan het uitleggen.’ Individueel of in een groep? ‘Ik dacht met die doe-dag, he dit moet ik onthouden, om een keer wat op te knappen of gezellig maken. Zo zou ik meer een groep kunnen inzetten. Maar een dag met deelnemers uit niet, zij zijn zo op niveau dat ze zelf een dag uit kunnen, dus het is niet aan de orde om een dagje uit te gaan.’ Een groep zou alleen worden ingeschakeld voor een grote klus zoals hun kantine opknappen. Bekend met Stichting Present ‘Ik kende de naam maar dat ik daar verder nou iets van weet, nee. Uit Veenendaal krijg ik weleens mailtjes maar daar heb ik mij nog niet verder in verdiept. In Ede moet ik nog kijken naar wat kan, je hebt bijvoorbeeld van die markten waar ik een keer nou toe zou moeten gaan.’ Laatste toevoeging: ‘Stichting Present zou iedereen eigenlijk een keer moeten mailen of een folder sturen naar de christelijke organisaties in Ede. Dit moeten ze ook regelmatig doen zodat het ook in je hoofd blijft zitten. Dit zou je ook in de krant kunnen zetten maar ik kom niet uit Ede dus ik lees de plaatselijke krant niet altijd.’ Afsluiting Gesproken met de coördinator van de vrijwilligers. Zij was vooral bekend met individuele
120
vrijwilligers die op lange termijn wat voor hen konden betekenen. Een groep vrijwilligers zou zij niet inzetten bij de deelnemers, maar ze gaf aan dat ze wel de kantine een keer zouden kunnen opknappen. Mevrouw was heel open in haar antwoorden. Afspraken: Toesturen verslag en mocht er nog vragen zijn n.a.v. het interview kunnen we als nog contact opnemen.
121
Literatuurlijst Boutellier, H. (2010). De improvisatiemaatschappij. Over de sociale ordening van een onbegrensde wereld. Den Haag: Boom/Lemma. Bowen,P. & MCKechnie,A.J.(2002). Family volunteering: a discussion paper. Ottawa: Volunteer Canada Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (CvS). (2011). Gezinnen: Present! Groeidocument. Zwolle: GH Dekker,P. (2004) De civil society als terrein en taak. In de Marge, 13 (1), 15-21. Family Strengthening Policy Center (2006). Family Volunteering: Nurturing Families, Building Community. Washington DC: National Human Services Assembly. Gereformeerde Hogeschool (2004. Beroepsprofiel. Zwolle: Gereformeerde Hogeschool Gill,Z. (2006).Family volunteering. Adelaide:Office for volunteers Hegeland,A. & MCKechnie,A.J. (2002). Family volunteering: Final report. Ottawa: Volunteer Canada Kirsch,A.(2001). America's family volunteers. Washington: Independents sector Kleinlugtenbelt, D. (2009). Mensbeelden en levenskunst. De mens en de kunst het eigen leven vorm te geven. Budel: Uitgeverij DAMON. Kuiper, R. (2009). Moreel kapitaal. De verbindingskracht van de samenleving. Amsterdam: Buijten en Schipperheijn Motief. Kwekkeboom,R. & Vreugdenhil,M. (2009). De praktijk van de WMO. Amsterdam: SWP Lanier, S.A. (2000). Foreign to the family. Hagerstown: mcdougalpublishing Lindsay, L.(2006). Family Volunteering in Environmental Stewardship Initiatives. Toronto: Evergeen Imagine Canada Littlepage,L. (2003). Family Volunteering: An Exploratory Study of the Impact on Families. Indiana: Points of Light. Programmaministerie voor Jeugd en Gezin. (2008) De kracht van gezinnen. Den Haag. Sociaal Cultureel Planbureau (2005). Vrijwilligersorganisaties onderzocht. Over het tekort aan vrijwilligers en de wijze van werving en ondersteuning. Den Haag: SCP. Starreveld, P.A. (2009). Verslaglegging van psychologisch onderzoek. Amsterdam:Boom onderwijs. Stoep, J. van der, Kuiper, R. & Ramaker, T. (2012) Alles wat je hart begeert? Christelijke oriëntatie in een op beleving gerichte cultuur. Amsterdam: Buijten en Schipperheijn Motief. Veldman, J. (2002). 5xB: Dé formule voor het vinden en binden van nieuwe vrijwilligers. Utrecht: NOV.
122
Volunteering Australia (2008). Volunteering: An opportunity for the whole family. Melbourne: Volunteering Australia
Websites: Bloomington (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://bloomington.in.gov/media/media/application/pdf/1515.pdf Communnities (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.communities.qld.gov.au/resources/communityservices/volunteering/documents/factsheet-familyfororgs-web.pdf Communnities (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.communities.qld.gov.au/resources/communityservices/volunteering/documents/factsheet-family-web.pdf Ministerie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn (2010). Binnengehaald op 8 mei 2012 via: http://www.invoeringwmo.nl/sites/default/documenten/Brochure_WNS.pdf Nibud onderzoeksrapport (2011). Hulp aan vrijwilligers bij projecten thuisadministratie en schuldpreventie. Binnengehaald op woensdag 15 februari 2012 via: http://www.nibud.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/onderzoeken/2011/Vrijwilligers_201 1.pdf Points of light. (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.pointsoflight.org/sites/default/files/Benefits_of_Family_Volunteering_Impact_Study_Ex e_Summary.pdf RUG. Experts interviewen. Binnengehaald op zondag 22 januari 2012 via: http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/interviewen/index Stichting Present. Wie is Present? Binnengehaald op 05 januari 2012 via: www.stichtingpresent.nl Stichting Present. Handboek. Binnengehaald 20 december 2011 via: - http://www.Presentnet.StichtingPresentnederland.nl/beheer/dokumenten/uploads/Handboek%20hoofdstuk%203.pdf - http://www.presentnet.stichtingpresentnederland.nl/beheer/dokumenten/uploads/Handboek%20hoofdstuk%207.pdf The volunteer family. (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.thevolunteerfamily.org/ Volunteer Australia (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.volunteeringaustralia.org/files/QJ5NTCW730/GoVol_hints_for__involving_families.pdf Volunteer Calgary. (2012). Binnengehaald op 22februari 2012 via: http://www.volunteercalgary.ab.ca/pdfs/Family%20Volunteering.pdf Volunteer Calgary.(2012). Binnengehaald op 22februari 2012 via:
123
http://www.volunteercalgary.ab.ca/pdfs/Information%20for%20Organizations.pdf Volunteer South Dublin (2012). Binnengehaald op 22 februari 2012 via: http://www.volunteersouthdublin.ie/PDF/Family.pdf
124