Woord vooraf: 1. Openbare identiteit. Voor u ligt de schoolgids van het schooljaar 2013-2014. Hierin kunt u allerlei informatie vinden. In het eerste deel staan wettelijk verplichte zaken, in het laatste deel praktische zaken. Wekelijks krijgt u ook informatie via de weekbrief. Deze versturen wij via uw email adres. Ook kunt u onze website bezoeken. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een toelichting. Met vriendelijke groet, Team Openbare Dalton Basisschool ‘de Wetelaar’
Voor het openbaar onderwijs en dus ook voor onze school geldt het motto “niet apart, maar samen”. Daar horen de volgende kenmerken bij: -Iedere leerling is welkom ongeacht godsdienst, levensbeschouwing of sociale herkomst. -Ieders godsdienst of levensovertuiging wordt gerespecteerd. -Er is aandacht en respect voor onze multiculturele samenleving. -Discriminatie in welke vorm dan ook wordt niet geaccepteerd. -Wij vinden het belangrijk dat kinderen al jong leren dat je respect voor elkaar hebt; je hoeft niet ieders vriend te zijn, maar je respecteert elkaar wel. 2. Schoolbeschrijving. De naam ‘de Wetelaar’ “Weet je nog wat Weetjewat is? Weetjewat is de stad waar de Wetelaar woont. Precies in het midden, tegenover het stadhuis, aan de achterkant van het politiebureau en naast de grote school, daar staat het huisje van de Wetelaar die álles weet. Alles… èn nóg wat. Maar dat nóg wat…vertelt hij aan niemand.”
Zo beginnen de verhalen in Okki, een weekblad voor de jeugd. Nadat de school gebouwd was, moest er een naam gezocht worden. Naar aanleiding van een prijsvraag, kwam een toenmalige leerling met de naam ‘de Wetelaar’. Inhoudsopgave. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Openbare identiteit (blz 1) Schoolbeschrijving (blz 1) Bestuur (blz 5) Organisatie (blz 5) Doelen per schooljaar (blz 7) De zorg voor kinderen met speciale behoeften (blz 7) 7. Wet en regelgeving (blz 11) 8. Praktische zaken (blz 13) 9. Adressen (blz 16)
Algemene uitgangspunten. We vinden het belangrijk dat de school een veilige plek is voor kinderen. Kinderen moeten zich op school op hun gemak voelen en er graag naar toe gaan. Daarom besteden we niet alleen veel aandacht aan de verstandelijke ontwikkeling, maar ook aan de ontwikkeling van sociale en creatieve vaardigheden. Met leren bedoelen wij leren met je hoofd, je hart en je handen. Alleen en met anderen samen. “Lekker in je vel zitten” hangt als een paraplu boven onze uitgangspunten.
1
Uitgangspunten betreffende opvoeding Iedere ouder heeft zijn eigen ideeën over opvoeden. Ouders zijn en blijven uiteraard in alle gevallen primair verantwoordelijk voor hun kinderen. Toch heeft ook de school een eigen visie en verantwoordelijkheid. Voor u als ouders is het goed deze te kennen om zo ook een bewuste keuze voor onze school te maken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen goed met elkaar omgaan, samenwerken en eigen verantwoordelijkheid dragen. Onze school wil ook het zelfvertrouwen, de zelfkennis en positief gedrag stimuleren. Sfeer is hierbij van groot belang. We streven naar een vriendelijk en veilig klimaat met structuur. Hierbij horen duidelijke afspraken, samen met de kinderen gemaakt vanuit wederzijds begrip en respect. Dit gebeurt in alle groepen bij de start van het nieuwe schooljaar. Gedurende het jaar komen we er regelmatig op terug. Nadrukkelijk wordt hierbij ook (proactief) aandacht geschonken aan pesten. We denken dat kinderen zich in een positieve sfeer goed kunnen ontwikkelen. We beschouwen dergelijke opvoedkundige zaken als een gezamenlijke taak en verantwoordelijkheid van ouders en school. Dalton onderwijs. In januari 2004 heeft ‘de Wetelaar’ haar officiële Dalton predicaat gekregen. Dalton is een vorm van onderwijs, die gebaseerd is op de ideeën van de Amerikaanse onderwijzeres Helen Parkhurst (1887-1973). Zij wilde dat kinderen zich zo goed mogelijk konden ontwikkelen en ze die kans geven waar ze recht op hadden. Haar ideeën legde ze vast in 1922. Ze werden o.a. vorm gegeven in het plaatsje Dalton. Vandaar de naam: Dalton onderwijs. Maar daarmee was de ontwikkeling van het Daltononderwijs niet voorbij. Kenmerkend van het Daltononderwijs is dat het zich steeds aanpast aan de veranderende eisen en verwachtingen van de samenleving. De principes vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking blijven overeind, maar
hebben door de jaren heen andere accenten gekregen. Ook nu is de Daltonvereniging volop in ontwikkeling. De onderstaande ankerpunten zijn toegevoegd en worden de komende jaren vorm gegeven. -effectiviteit/doelmatigheid -reflectie -borging Op de Wetelaar gaan we hier, samen met de Daltonvereniging, mee aan de slag.
*Verantwoordelijkheid/vrijheid Vrijheid is een voorwaarde voor de ontplooiing van de persoonlijkheid van de mens. Vrijheidsbeleving moet samengaan met een verantwoordelijkheidsgevoel voor het eigen functioneren. De beperking van de vrijheid ligt enerzijds in de opdracht, de afgesproken taak en anderzijds in het dragen van verantwoordelijkheid die het kind krijgt toebedeeld. Een leerling is vrij om te kiezen in welke volgorde opgedragen taken worden uitgevoerd, vrij om zelf zijn hulpbronnen te kiezen, vrij om te beslissen of hij alleen of samen met anderen zal werken. Dit klinkt gezellig en we vinden een goede sfeer natuurlijk belangrijk, maar er moet wel gewerkt worden. De taak moet wel af! We begeleiden de kinderen in het leren omgaan met (keuze)vrijheid en de daarbij horende verantwoordelijkheid.
2
*Zelfstandigheid. Kinderen willen actief, zelf ontdekkend bezig zijn. De Daltonschool geeft ze daarvoor de ruimte. Zelfstandigheid houdt zelfwerkzaamheid in. Zelf actief problemen oplossen leert kinderen zelfstandig nadenken en beter begrijpen. Hoe zelfstandiger een kind wordt, des te gemakkelijker zal het leren doordachte keuzes te maken. Op de zelfstandigheid van het kind wordt vooral een beroep gedaan binnen het zelfstandig werken; in de praktijk betekent dit, dat het kind na het instructiemoment, zelfstandig aan het werk kan met zijn taak. De taak van elk kind staat vermeld op de taakkaart en kan een dag- of weektaak omvatten. Als het kind klaar is met deze taken, kan het overgaan op het keuzewerk. Het keuzewerk gebeurt in en buiten de groep. Door de hele school zijn werkplekken gemaakt. Deze werkplekken worden ook tijdens het reguliere taakwerk gebruikt, bijv. als kinderen willen samenwerken en daarbij anderen niet willen storen, of niet gestoord willen worden.
*Samenwerken. In het dagelijks leven moet een mens samenwerken met allerlei mensen die hij of zij niet altijd zelf heeft kunnen kiezen. Daarom is het van belang het samenwerken al jong aan te leren en op school te oefenen. Samenwerken is niet alles van elkaar overschrijven, maar samen oplossingen zoeken.
leerkrachten stimuleren zoveel mogelijk de ontwikkeling van hun kleuters. Er worden materialen aangeboden die de ontwikkeling bevorderen en die bij het niveau van het kind passen. Wij hebben bewust gekozen voor gecombineerde groepen van oudste en jongste kleuters. Vanaf de eerste schooldag gaan we uit van de Dalton principes, de kleuters die nieuw binnenkomen krijgen een “maatje”, die de weg wijst in de groep. De kleuters leren omgaan met dagkleuren, weektaak en het takenbord. Er wordt gewerkt met thema’s die bij kleuters passen. In elk thema staat een woord op de “lettermuur” centraal. Met dit woord en met de eerste letter worden allerlei spelletjes gedaan. Op een speelse wijze met veel structuur worden de kinderen voorbereid op het leren lezen, rekenen, schrijven en taalonderwijs. Een jonge kleuter is sterk op zichzelf gericht en moet daarom geleidelijk leren rekening te houden met anderen. Het samen spelen is dus heel belangrijk. De ontwikkeling van de taal neemt in deze onderbouwgroepen een belangrijke plaats in. Door veel met de kinderen te praten en ze hun ervaringen te helpen verwoorden leren ze goed spreken. Zo krijgen jonge kinderen vanzelf belangstelling voor geschreven en gedrukte taal, voor maten en getallen, voor de wereld om hen heen.
Vakinhoudelijk
Lezen. Lezen heb je overal nodig. Wij besteden daarom veel aandacht aan het leesonderwijs: technisch lezen, begrijpend lezen, studerend lezen, informatie verwerven, boekenkring, boekbespreking en natuurlijk het voorlezen. Deze leesvormen kunnen zowel individueel als in groepsvorm voorkomen. In de kleutergroepen maken we gebruik van een lettermuur en de methode “Schatkist”. Daarnaast werken we met het leesproject Boekenpret.
De voorbereidende fase Kinderen zijn speels. Daarom wordt er met name in de onderbouw uitgegaan van het beginsel van spelend leren. De
In groep 3 gebruiken we Veilig Leren Lezen en in de groepen 4 t/m 8 worden Estafette, Nieuwsbegrip en Tekstverwerken gebruikt.
Meestal vindt het samenwerken van kinderen plaats binnen de groep, maar soms ook groep overstijgend zoals bijv. met een onderdeel van Estafette, een voortgezet leesprogramma. Hierbij leest een leerling uit een hogere groep samen met een leerling uit groep 4 of 5.
Zie voor verdere informatie: www.dalton.nl Op school zijn ook boeken en een dvd te leen over Dalton.
3
Ook zijn er activiteiten in het kader van leespromotie: bibliotheek- en schrijversbezoek, voorleeswedstrijd, activiteiten in het kader van de Kinderboekenweek enz. Taal. Bij het vak taal komt niet alleen spelling aan bod, maar ook het mondeling taalgebruik, het schrijven van een verhaal en uitbreiding van de woordenschat zijn belangrijke aspecten van het taalonderwijs. Het benoemen van woorden en het op de juiste manier schrijven van werkwoorden komt in de bovenbouw eveneens aan bod. We gebruiken de taalmethode “Taalverhaal” . Vanaf groep 7 krijgen de kinderen ook één keer per week Engels. Het doel hiervan is vooral bewustwording van al aanwezige kennis. De methode die wij hier voor gebruiken is “Take it easy”. Rekenen. Bij rekenen wordt de rekenmethode “wereld in getallen” gebruikt. De methode is opgebouwd volgens de beproefde dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Wereldoriëntatie. Bij wereld oriënterende vakken, zoals aardrijkskunde, geschiedenis en natuur wordt er veel naar de samenhang gekeken tussen verschillende onderdelen. Naast kennis bijbrengen vinden we het ook belangrijk dat kinderen interesse krijgen voor de wereld om hen heen. Voor aardrijkskunde gebruiken we de methode “De blauwe planeet” en voor geschiedenis “Argus Clou”. Voor natuuronderwijs gebruiken we de methode “Natuniek”. Voor “praktisch” natuuronderwijs maken we gebruik van de diensten van het N.M.E. De leerlingen van de groepen 7 en 8 krijgen een paar keer per jaar les in techniek. Bij ons op school, maar soms ook in een speciaal technieklokaal in Doetinchem. Schrijven. Bij het schrijven letten we erop dat de kinderen een vlot lopend handschrift leren.
Met behulp van de methode Pennenstreken leren de kinderen de schrijfletters aan elkaar te verbinden en hoofdletters te schrijven. In groep 8 gaan de kinderen geleidelijk aan een eigen handschrift ontwikkelen. Expressie/Gymnastiek. Tijdens de expressievakken tekenen, handvaardigheid, drama en muziek richten we ons in het bijzonder op het plezier van de activiteit, zonder daarbij het resultaat uit het oog te verliezen. De methode die gebruikt wordt is “Moet je doen”. De groepen 1/2 krijgen wekelijks les van een muziekleerkracht van de muziekschool. Voor de bewegingslessen maken we gebruik van het kleutergymlokaal of de sporthal. Doelstelling van deze lessen is de ontwikkeling van de motoriek en plezier in sport en spel. Groep 3 gaat vanaf januari 2014 zwemmen, in groep 4 gaan ze dan door tot halverwege het volgend schooljaar.
ICT. ICT, Informatie en Communicatie Technologie, is een onderdeel van het onderwijsleerpakket dat de laatste jaren meer aandacht heeft gekregen. De school is voorzien van een computernetwerk met internetaansluiting. Hierdoor is het mogelijk om het leren omgaan met computers structureel aan te pakken. In alle groepen staan drie computers die ingezet worden bij de lessen. Daarnaast staan er ook op de gang en in de hal een aantal computers die door de kinderen gebruikt worden. Op school is een duidelijke leerlijn aanwezig met doelstellingen per groep 4
m.b.t. het computergebruik. De verworven vaardigheden kunnen bij alle lessen worden ingezet. De hogere groepen kunnen gebruik maken van het internet als gegevensbron voor de werkstukken. Daarnaast wordt de computer gebruikt in de extra zorg voor leerlingen, hulp bij het lezen, hulp bij spellingsproblemen, hulp bij rekenen. Alle groepen werken met een digitaal schoolbord. Op school is een internet protocol aanwezig.
en persoonlijke hygiëne. Douchen na de gymlessen is daarom bij ons op school voor de groepen 4 t/m 8 verplicht. De betrokkenheid met het eigen leefmilieu willen wij als school sterk stimuleren. In groep 7 zijn de kinderen ook druk met verkeer. Zij nemen naast het landelijk schriftelijke verkeersexamen ook deel aan het praktisch verkeersexamen. Op de fiets laten zien wat je geleerd hebt. De leerlingen van groep 8 krijgen EHBOlessen wat resulteert in een jeugd EHBOdiploma.
Geestelijke stromingen/ Burgerschapskunde Natuurlijk besteden we ook aandacht aan geestelijke stromingen en het nieuwe begrip burgerschapskunde. Op een openbare school is geen der godsdiensten of levensovertuigingen dominant aanwezig. Uitgangspunt is respect voor andermans opvattingen. Dat respect komt voort uit kennis. Kennis over diverse godsdiensten, culturen en kennis van de samenleving. Het gevolg is dat kinderen beter begrijpen waarom andere mensen andere gebruiken hebben en andere opvattingen over praktische dingen in het leven. Zo leren ze genuanceerder te denken over het wereldnieuws, maar ook over het nieuws naast de deur. Ze zullen hierdoor minder snel (voor)oordelen hebben over dingen die ze niet gewend zijn. Op onze school bereiden we op deze manier de kinderen voor op de multiculturele samenleving die Nederland is.
Sociaal-emotionele ontwikkeling Alles wat te maken heeft met een evenwichtige vorming van kinderen tot volwassenen noemen we sociaalemotionele ontwikkeling. De school is in de eerste plaats bedoeld om van uw kind een verstandig en ontwikkeld mens te maken. Bij ontwikkeling en verstand denken we het eerst aan kennis en vaardigheden. Gezin, samenleving en school, allemaal dragen ze bij aan de vorming van uw kind. Net als rekenen en taal gaat ook de sociaal-emotionele ontwikkeling niet vanzelf. Sociale omgang met andere kinderen en met volwassenen is ook iets dat geleerd moet worden. De groep en de emoties zijn misschien wel belangrijker dan kennis. Daarom moeten de kinderen zich veilig voelen op school. De school moet een plek zijn waar een kind de kans krijgt om uit te glijden en ook weer op te krabbelen; de kans om te oefenen in groepssituaties en bijvoorbeeld om voor jezelf op te komen zonder anderen te kwetsen. Een goed contact tussen ouders en leerkrachten is van groot belang. Op de weektaak wordt iedere 2 weken een spreuk centraal gesteld. Iedere maand wordt aandacht besteed aan de nieuwe maandposter van ‘Kids tegen geweld’. 3. Het bestuur van onze school.
Gezond gedrag. Gezond gedrag is voor veel kinderen een heel concreet en alledaags probleem: te denken valt aan eetgewoonten, veiligheid
De openbare scholen voor basisonderwijs (Primair Onderwijs) in Doesburg zijn sinds 1 januari 2003 ondergebracht in de zelfstandige stichting IJsselgraaf. De dagelijkse leiding van de Stichting IJsselgraaf is opgedragen aan de
5
algemeen directeur, dhr. T. Huting. Hij draagt namens het bestuur de eindverantwoordelijkheid voor de organisatie. 4. Organisatie. Zie ook hoofdstuk 5: doelen. Aanmelding Wanneer u bezig bent met het kiezen van een school voor uw kind, bent u van harte welkom een kijkje te komen nemen op onze school. Het is prettig als u daarvoor tevoren een afspraak maakt, zodat er iemand aanwezig is die u ontvangt en rondleidt. Als u besluit voor onze school te kiezen kunt u uw kind aanmelden middels een aanmeldingsformulier. Vanaf 3 jaar en 10 mnd. mag een nieuwe leerling een aantal keren ‘proef-draaien’. Wanneer u door verhuizing of andere omstandigheden uw kind wilt aanmelden, geldt dezelfde procedure. Wat verwachten wij van ouders. Wij hechten veel waarde aan een goede samenwerking tussen school en ouders. Soms is het lastig te bepalen waar de verantwoordelijkheid van school ophoudt en die van ouders begint of andersom. Hier krijgen we de laatste jaren steeds vaker vragen over vandaar dat we enkele zaken op een rij hebben gezet. Wij verwachten dat de leerlingen zindelijk zijn en zelfstandig het toilet kunnen bezoeken. Wij verwachten dat de kinderen ’s morgens hebben ontbeten. School is niet verantwoordelijk om een leerling die boterham echt op te laten eten in de kleine pauze. Wij verwachten dat ouders zelf de kinderen medicijnen toedienen. In uitzonderlijke gevallen kunt u contact opnemen met de leerkracht. Op school is een protocol aanwezig. Wij verwachten dat ouders ons beleid van douchen na de gymles ondersteunen. Dit in het kader van hygiënisch gedrag.
Kern blijft dat we er samen voor uw kind(eren) willen zijn! Contacten met ouders. Ouders zijn altijd welkom op onze school. Wij vinden het prettig om met ouders in gesprek te gaan zodat ouders op de hoogte zijn van de ontwikkeling van hun kind. Regelmatig is er een kijkmiddag. Na 3 uur kunt u dan het werk van uw kind(eren) bekijken. In september kunt u de groepen bezoeken tijdens een inloopochtend wanneer de kinderen aan het werk zijn. Ook is er een informatieavond gepland (zie kalender). De leerkracht laat materialen zien en geeft uitleg over de werkwijze in de groep. Natuurlijk is er volop gelegenheid om vragen te stellen Elke maandag krijgen de ouders via mail de weekbrief, hierin staan nieuwtjes en mededelingen die van belang zijn. Iedere groep staat een keer ‘in de schijnwerper’. De ouders van de betreffende groep worden dan uitgenodigd om te komen kijken. Er is ook informatie op de website www.wetelaar.nl te vinden. De kwaliteit van ons onderwijs Naast observaties en toetsen uit de methode werken we ook met het CITO leerlingvolgsysteem (LOVS) zodat we een landelijk genormeerd instrument hebben om de leer- en ontwikkelingsvorderingen van uw kind te meten. U als ouder kunt deze gegevens altijd inzien. Vaak zal de leerkracht deze gegevens met u bespreken tijdens de “10 minutenavond”. Zo ontstaat per leerling een duidelijk beeld van zijn of haar ontwikkeling, ook is de ontwikkeling van een hele groep te volgen. Wij gebruiken voor de volgende onderdelen de toetsen: woordenschat, begrijpend luisteren, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. In de eerste twee schooljaren werken we met het observatiemodel van PRAVOO. Door observaties wordt de ontwikkeling van de kinderen zo objectief mogelijk in beeld gebracht. Ook deze gegevens kunt u inzien en worden besproken op de “10 minuten avonden”.
6
De inspectie van het onderwijs meet de kwaliteit van de scholen door middel van een Integraal Schooltoezicht (IST). Het rapport dat door de inspectie is opgesteld na het laatste bezoek op onze school vindt u op www.onderwijsinspectie.nl Zelf bewaken we de kwaliteit door middel van een schoolplan voor 4 jaar en daaruit afgeleid een jaarplan. Dit wordt jaarlijks geëvalueerd met de MR. Steeds leidt dit tot aanpassingen in leerstofaanbod, organisatie, werkvormen enz. Daarnaast gebruiken we de visitatielijst van het Daltononderwijs. We vragen dan een aantal ouders per groep om een waarderingslijst in te vullen. Alle resultaten worden verwerkt in het schoolplan. Dalton is een beschermde naam. Daarom worden we eens per 5 jaar gevisiteerd door een Daltoncommissie.
Rapportage. In de groepen 1 en 2 krijgen de kinderen aan het eind van het jaar een rapport. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar een rapport. Het eerste rapport in februari en het tweede aan het eind van het schooljaar. Na de herfstvakantie is er voor alle leerlingen van deze groepen een voortgangsgesprek. Leerlingen die aangepast werk hebben of een aparte leerlijn, krijgen een signaleringsrapport. Natuurlijk is het naast deze rapportmomenten altijd mogelijk een afspraak te maken met de leerkracht van uw kind(eren). Wanneer wij een reden zien om met u in gesprek te gaan over de ontwikkeling van uw kind, kunt u er op vertrouwen dat de leerkracht initiatief neemt.
Resultaten. Cito-eindtoets groep 8. De score van afgelopen jaar was 535,1. Met deze score zitten we boven het landelijk gemiddelde (534,7). Een leerling is niet in het gemiddelde meegenomen en stroomt uit naar praktijkonderwijs.
5. Doelen per schooljaar
De uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs: Vwo/gymn.: 13 leerlingen Havo: 9 leerlingen Mavo(vmbo tl): 11 leerlingen VMBO kader en basis: 5 leerlingen Praktijkonderwijs: 1 leerlingen
Elke school is verplicht een schoolplan voor de periode 2012-2016 te maken. Voor elk jaar worden de plannen concreet uitgewerkt. De medezeggenschapsraad heeft de plannen voor deze periode goedgekeurd. Het schoolplan ligt ter inzage op school. Evenals het jaarplan. Doelen voor schooljaar 2013-2014 Komend jaar gaan we werken aan de volgende onderwerpen: - Handelingsgericht werken uitdiepen, werken met groepsplannen voor rekenen (eerste helft schooljaar). - Handelingsgericht werken uitdiepen, werken met groepsplannen voor technisch lezen (tweede helft schooljaar). - Implementatie van de nieuwe methode geschiedenis: - Dalton: begrip reflectie verder uitwerken tot een doorgaande lijn binnen de school. - Invoeren van methode toetsen in Parnassys en analyseren. - Keuze van een leerlijn voor de creatieve vakken. - Borging van het leesbeleidsplan. Groepen 1 t/m 8.
7
-
Formuleren van ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen met een eigen leerlijn. Onderzoeken hoe we sociale media meer kunnen inzetten t.b.v. de school.
6. De zorg voor kinderen met speciale behoeften. Zie bijlage .
De intern begeleider De spil van de ondersteuning aan leerlingen is de intern begeleider. Dit is een lid van het schoolteam, die voor een aantal uren is vrij geroosterd om onderwijs begeleidende taken te vervullen. Hij/zij coördineert de leerlingondersteuning binnen de school en is daarom ook vaak aanwezig bij gesprekken tussen ouders, leerkrachten en de orthopedagoog. De taak van intern begeleider wordt op onze school ingevuld door Aafke van Beersum (groepen 1 t/m 4) en Judith Winkelhorst (groepen (5 t/m 8). Signalering We hebben op school een aantal gezamenlijke signaleringsmomenten per jaar vastgesteld waarop we de vorderingen van de kinderen in beeld brengen. Daarvoor worden drie belangrijke instrumenten gebruikt: -observaties door de leerkracht. -methode gebonden toetsen. -leerlingvolgsysteem LOVS van CITO Groepsbespreking/Leerlingbespreking Minimaal drie keer per jaar worden de groepsresultaten besproken. Op deze manier bewaken wij ons onderwijs en stellen zo nodig bij. De leerlingbespreking tussen de intern begeleider en leerkracht, is de basis van de individuele leerlingenzorg. Deze besprekingen vinden een aantal keren per schooljaar plaats. Alle problemen en behoeften van leerlingen worden besproken. Het hele team voelt zich verantwoordelijk voor de opvang van leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Gezamenlijk wordt besproken welke weg het best
bewandeld kan worden in het belang van het kind. Contacten met ouders Als een leerkracht constateert dat een leerling zich niet ontwikkelt volgens het verwachtingspatroon wordt er contact opgenomen met de ouders. Eventuele vervolgstappen worden met de ouders besproken. Aan de ouders wordt toestemming gevraagd als er hulp van buiten de school wordt ingeschakeld. Stichting IJsselgraaf heeft zelf 2 orthopedagogen in dienst. Zij kunnen adviezen geven en testen afnemen. Handelingsplan De groepsleerkracht stelt samen met de intern begeleider zo nodig een handelingsplan op. Hier staat precies in op welke planmatige wijze hulp aan de leerling geboden wordt. Afhankelijk van de aard van het probleem kan de intern begeleider hiervoor ook advies inwinnen bij diverse instanties zoals: -Orthopedagoog binnen IJsselgraaf -Samenwerkingsverband W.S.N.S. -Speciale scholen voor het basisonderwijs. -Regionale Expertise Centra. (speciaal onderwijs). De extra hulp voor de leerling vindt zo veel mogelijk binnen de groep plaats, bijv. tijdens het keuzewerk en de weektaak. Toch kan het nodig zijn een leerling buiten de groep te helpen (zie hierna onder “extra hulp”). In een aantal gevallen wordt een beroep gedaan op de ouders/verzorgers. Als met het handelingsplan het gewenste en verwachte effect niet wordt bereikt, wordt het bijgesteld. Alsnog kan besloten worden de orthopedagogen in te schakelen voor advies of het afnemen van testen. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. Verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs We proberen leerlingen zo te begeleiden dat zij op hun eigen niveau de basisschool kunnen doorlopen. De verwachting moet wel zijn dat de leerling het eindniveau van groep 6 kan halen. Wanneer de extra begeleiding niet het gewenste resultaat heeft kan er externe hulp ingeschakeld
8
worden. Wanneer uit onderzoek blijkt dat een kind beter op zijn plaats is op een speciale school voor basisonderwijs, dan wordt deze door de ouders aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De commissie beoordeelt of het plaatsing-verzoek terecht is. Pas daarna kan aanmelding en verwijzing volgen. Zittenblijven Bij ons op school wordt zoveel mogelijk gelet op de mogelijkheden van een kind. Zittenblijven is dan ook alleen mogelijk in uiterste gevallen. Het moet in het belang van het kind zijn als deze stap wordt genomen. De ouders zullen echter in voorkomend geval samen met de leerkracht hiervoor moeten kiezen. In alle gevallen is de directie eindverantwoordelijke en beslist in welke groep een kind wordt geplaatst. ‘Herfstkinderen’ Wij hanteerden net zoals vele andere basisscholen in principe 1 oktober als grensdatum om te bepalen in welke groep het kind zou starten. Alle kleuters die na 1 oktober vier jaar werden, kwamen in de instroomgroep en gingen na de zomervakantie naar groep 1. (Uitzonderingen daargelaten) De wet en de toezichthouder (de onderwijsinspectie) willen graag dat kinderen die vóór 1 januari vier jaar worden starten in groep 1 en aan het einde van het schooljaar doorstromen naar groep 2. Zo kunnen zij de basisschool doorlopen in (minder dan) 8 jaar. Deze ‘herfstkinderen’ beginnen niet in de instroomgroep, maar in groep 1. Het is van belang dat we kunnen aansluiten bij de ontwikkeling van deze kleuters, daarom nodigen we de ouders van een ‘herfstkind’ op school uit voor een gesprek. Aan het einde van het schooljaar kijken we hoe het kind zich heeft ontwikkeld en welke groep het beste bij hem/haar past. Wij vinden de ontwikkeling van kinderen (sociaal-emotioneel en
cognitief) bepalend, en niet zo zeer de geboortedatum en leeftijd. Dit geldt overigens ook voor leerlingen uit groep 2, die qua leeftijd wel zouden kunnen doorstromen naar groep 3, maar er nog niet klaar voor zijn. Zij krijgen een ‘verlengde kleuterperiode’. Uiteraard wordt dit door de school onderbouwd met argumenten en vindt dit alles in overleg met de ouders plaats. Het advies van de school is echter bindend! Voor meer vragen over dit onderwerp kunt u terecht bij de groepsleerkracht of bij de intern begeleider. D.V.D. D.V.D. staat voor Dyslexie Volg Document. Het is een document, waarin de school de leerling volgt en beschrijft, zodat aan het eind van de basisschool 2/3 deel van een mogelijke dyslexieverklaring klaar is. Als basisschool geven wij geen dyslexieverklaring af. Wel signaleren wij goed en geven uw kind alle hulp die mogelijk is. Leerkrachten bepalen i.o.m. de intern begeleider welke hulp er gegeven wordt. Dit wordt in het leerlingdossier bij gehouden. I.s.m. het voortgezet onderwijs is het mogelijk dat een leerling aan het einde van groep 8 een dyslexieverklaring ontvangt. Bij ernstige dyslexie kan een leerling behandeld worden via de zorgverzekering. Zorg voor hoogbegaafde kinderen De individuele leerlingenzorg beperkt zich niet alleen tot leerlingen met een achterstand, maar rekent hierbij ook de zorg voor hoogbegaafde kinderen. Steeds wordt gekeken op welke manier deze kinderen nieuwe uitdaging kunnen krijgen. Dit is een proces van continu bijstellen van het leerstofaanbod en de werkvormen. Door de flexibele organisatie in de groep (Dalton weektaak!) kan een kind altijd verder werken en zijn er volop keuzemogelijkheden. De grenzen aan onze zorg Onze visie is dat wij alle leerlingen op onze school willen begeleiden mits hun belang gediend is.
9
Ook kinderen met een handicap worden op onze school begeleid. Wordt een leerling die extra zorg behoeft op onze school aangemeld, dan nemen we contact op met de instanties die deze leerling begeleiden of begeleid hebben. Afhankelijk van de zorg die moet worden verleend en de mogelijkheden die de school heeft, wordt besloten of we een leerling kunnen plaatsen. Is dit niet het geval, dan zoeken we samen met de ouders en betrokken instanties naar alternatieven. Bezoekt een leerling reeds onze school en blijkt dat we niet (meer) de zorg kunnen verlenen die voor deze leerling nodig is, dan bespreken we met de ouders wat de mogelijkheden zijn. Schoolbeleid t.a.v. kinderen met een leerlinggebonden budget (“rugzakleerlingen”) Een wijziging van de wet op het primair onderwijs heeft het mogelijk gemaakt dat ouders van een kind met een handicap of stoornis tegenwoordig een bewuste keuze kunnen maken voor een school die het best bij hun kind past. Kiezen ze voor een reguliere basisschool dan krijgt de school middelen die nodig zijn om het onderwijs aan te passen. Hier komt de term ‘passend onderwijs’ vandaan. Het kind neemt als het ware een “rugzakje” mee naar het reguliere basisonderwijs. De extra faciliteiten, zowel materieel als personeel, komen ten goede aan alle kinderen. De nadruk ligt daarbij natuurlijk wel op de kinderen met een ‘rugzakje’. Ervaring heeft de afgelopen jaren geleerd dat hier echt sprake is van een win-win situatie. De school heeft hiervoor beleid ontwikkeld en een protocol opgesteld. Dit protocol ligt ter inzage op school. Het rugzakje voor cluster 3 en 4 verdwijnt per 1-08-2014. De ouders die hiermee te maken hebben worden door school geïnformeerd.
Zieke leerlingen Wanneer een leerling ziek is, moet dit direct (liefst voor schooltijd) bij school gemeld worden. Als een leerling langere tijd niet naar school kan komen, zorgt de leerkracht voor een thuiswerkprogramma. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent. Voor meer informatie kunt u terecht op school. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Kinderen ontwikkelen zich voortdurend, zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal. Bij de meeste kinderen gaat dit zonder al te grote problemen. De jeugdgezondheidszorg (hierna afgekort als JGZ) ziet alle kinderen om zo tijdig te kunnen signaleren, begeleiden en eventueel te verwijzen als er zich problemen voordoen in de ontwikkeling van kinderen. U kunt bijvoorbeeld denken aan niet goed groeien, horen of sociaalemotioneel achterblijven. Tot vier jaar wordt deze zorg door de consultatiebureaus verzorgd. Vanaf vier jaar neemt de JGZ van GGD GelderlandMidden (onderdeel van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden) deze zorg over. Hier werken assistenten van de jeugdarts, jeugdverpleegkundigen, jeugdartsen en logopedisten samen aan de gezondheid van jeugdigen van 4 tot 19 jaar. Alle kinderen worden in het kalender jaar dat ze 6 en 11 jaar worden, gezien voor
10
een standaard screening op school. Naast de onderzoeken waar alle kinderen worden gezien, houden jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen spreekuren. U kunt hiervoor ook zelf een afspraak maken als u vragen heeft over de ontwikkeling, gezondheid, welzijn of opvoeding van uw kind. Voor meer informatie over de onderzoeken en spreekuren kunt u onze website raadplegen. Informatie en Contact www.vggm.nl/ggd/jeugdgezondheidszor g : voor onder andere folders over opvoeden en opgroeien en over gezondheidsproblemen. Informatie over de werkwijze van de JGZ www.cjgregioarnhem.nl : het regionale cursusaanbod van de JGZ. JGZ informatielijn via 088 355 60 00 of per mail via
[email protected]: voor vragen of om een afspraak te verzetten U kunt uw vragen hier anoniem stellen, maar ook vragen om teruggebeld te worden door de jeugdarts of verpleegkundige Verwijsindex Onze school is aangesloten bij de Verwijsindex Gelderland (Vira). De Vira is een digitaal systeem waarin professionals van verschillende organisaties en instellingen (bijvoorbeeld intern begeleiders in het onderwijs, zorgcoördinatoren en hulpverleners) een signaal kunnen afgeven wanneer zij zich zorgen maken over een kind tussen 0 en 23 jaar dat zij onder hun hoede hebben. Wanneer meerdere hulpverleners een signaal over hetzelfde kind afgeven in de Vira, dan krijgen zij elkaars contactgegevens. Zo kunnen professionals elkaar makkelijker en sneller vinden, en beter afstemmen en samenwerken in de hulpverlening aan jeugdigen. Indien het gebruik van de Vira bij uw kind aan de orde is, informeren we u daarover. Meer informatie over de Vira kunt u vinden op www.verwijsindexgelderland.nl Beleid Externe ondersteuning van leerlingen onder schooltijd Als school worden we in toenemende mate geconfronteerd met ouders die op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp of een expert inschakelen om
extra zorg voor hun kinderen te organiseren. Daartoe is voor alle scholen van de Stichting IJsselgraaf een regeling vastgesteld, getiteld “Nota beleid externe ondersteuning van leerlingen onder schooltijd”. Het bestuur staat in beginsel afwijzend tegenover externe hulp onder schooltijd zowel in als buiten de school. Als ouders extra deskundigheid voor hun kind willen, dienen zij dat buiten de schooltijden te regelen. Wanneer dit aangetoond niet mogelijk is buiten schooltijd, treedt de door de school vastgestelde regeling in werking. Indien er sprake is van een medische indicatie of wanneer aangetoond kan worden dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel in het hulpverleningsproces is, kan hierop een uitzondering gemaakt worden. Wanneer dit op de overeengekomen wijze is aangetoond, dient er door de ouders en de uitvoerder van de hulpverlening een verklaring van vrijwaring van verantwoordelijkheid aan de school te worden afgegeven. Op deze manier kunnen school en bevoegd gezag niet aansprakelijk worden gesteld voor de kwaliteit of gevolgen van de door de externe hulpverlener geleverde diensten en producten. Er dienen goede afspraken gemaakt te worden die overeenkomen met de voorwaarden zoals deze in het beleidstuk “ Nota beleid externe ondersteuning van leerlingen onder schooltijd” zijn beschreven. Deze afspraken moeten worden vastgelegd en worden ondertekend door de ouders/verzorgers en de directie van de school. 7. Wet en regelgeving. Wet bescherming persoonsgegevens In de nieuwe Wet Bescherming Persoonsgegevens is geregeld, dat de ouders toestemming moeten geven voor het op school bewaren van privacygevoelige informatie over hun kinderen en/of het maken van foto’s en video opnames. Deze toestemming wordt aan de ouders/verzorgers gevraagd bij de aanmelding van hun kind bij de school. De ouders/verzorgers kunnen daarbij rekenen
11
op een geheimhoudingsplicht bij alle betrokkenen. In algemene zin bewaart de school het volgende: gegevens op de leerlingenkaart, gegevens in het leerlingvolgsysteem, gegevens in het dossier van de leerling, gegevens in het groepsdossier en verzuimgegevens (digitaal met beveiliging!). De leerplicht Er bestaat een landelijke leerplichtwet, waarin is vastgelegd, dat kinderen onderwijs moeten volgen. In 1994 is de wet bijgesteld en zijn onder meer de regels, die te maken hebben met verlof buiten de schoolvakanties, aangescherpt. Alleen voor bepaalde gewichtige omstandigheden (bijvoorbeeld verhuizing, huwelijk van bloed- of aanverwanten, ernstige ziekte van aanverwanten, ambtsjubilea e.d.) kan de directie van de school extra verlof verlenen. Op school zijn aanvraagformulieren voor extra verlof verkrijgbaar. Betreft de verlofaanvraag 10 dagen of minder dan beslist de directie hierover. In andere gevallen wordt de leerplichtambtenaar van de gemeente erbij betrokken. Indien u het niet eens bent met de beslissing kunt u hiertegen in beroep gaan. Indien een leerling met verlof gaat zonder dat daarvoor toestemming is verleend, is er sprake van ongeoorloofd schoolverzuim. Dit verzuim dient de school door te geven aan de gemeentelijke leerplichtambtenaar. Voor meer informatie kunt u terecht op school, ook is er uitgebreide informatie te vinden op www.leerplicht.net
schoolleiding opgelost worden. Indien dit echter tenslotte niet mogelijk is, afhankelijk van de ernst van de klacht, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. 1. De klager meldt de klacht bij de contactpersonen van de school. Deze personen worden in de eerste weekbrief van het jaar bekend gemaakt. Ook staan ze vermeld in de kalender die u begin van het schooljaar krijgt. 2. De contactpersoon kan de klager doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. Voor onze school is dat: De heer Herman Riphagen, werkzaam bij IJsselgroep te Doetinchem. Postbus 277 – 7000 AG Doetinchem. Telefoon 088-0931000. 3. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Zo niet dan helpt de vertrouwenspersoon bij de verdere gang van zaken. Er kan een klacht ingediend worden bij de landelijke klachtencommissie of indien noodzakelijk aangifte bij politie of justitie gedaan worden. 4. De landelijke klachtencommissie geeft een advies. Naar aanleiding van dit advies beslist het bevoegd gezag welke maatregelen er genomen zullen worden.
Klachtenregeling Met ingang van augustus 1998 is het wettelijk verplicht dat elke school een klachtenregeling heeft. Hieronder volgen in het kort de belangrijkste punten van deze regeling.
Infovoorziening gescheiden ouders Volgens de wet is de school verplicht de ouders/verzorgers te informeren over de vorderingen van hun kinderen. Die verplichting blijft na een scheiding bestaan. Dat betekent, dat de school de niet-verzorgende ouder – op diens verzoek - moet blijven informeren, ook als er geen omgangsregeling tussen beide partners is afgesproken. Beide partners hebben recht op dezelfde informatie, behalve als er een rechtelijke uitspraak ligt.
Hoe kan een klacht ingediend worden? Veruit de meeste klachten over dagelijkse schoolzaken zullen, net zoals dat nu gebeurt, in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en
Medezeggenschapsraad (MR) Onze school heeft een medezeggenschapsraad, waarin personeelsleden en ouders samen het beleid van de school bespreken.
Toelating, schorsing en verwijdering Zie het op school aanwezige protocol.
12
Binnen de Stichting IJsselgraaf functioneert een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). In dit adviesorgaan wordt het beleid besproken, dat van gemeenschappelijk belang is voor alle openbare scholen van de Stichting IJsselgraaf. De medezeggenschapsraad adviseert over het beleid van de school. Aan de orde komen bijvoorbeeld het onderwijsbeleid van de school, de formatie, het activiteitenplan en het personeelsbeleid van de school. De mr bestaat uit een gelijk aantal gekozen vertegenwoordigers van de ouders en de leerkrachten. De mr vergadert ongeveer één keer per zes weken. De vergaderingen zijn openbaar. U kunt in de vergadering gebruik maken van spreekrecht. In de kalender staan de namen van de leden met email adressen. De ouderraad De ouderraad beheert het schoolfonds, dat wordt gevuld met vrijwillige ouderbijdragen. Uit dit schoolfonds worden allerlei activiteiten voor de kinderen bekostigd, zoals bijv. het Sinterklaasfeest. Daarnaast ondersteunt de ouderraad het team door bijvoorbeeld de feesten te organiseren, het aanzien van de school te verbeteren en de belangen van de ouders te behartigen. Iedere ouder waarvan een kind op school staat ingeschreven, kan zich verkiesbaar stellen als kandidaat voor de ouderraad. De ouderbijdrage is €22,50 per kind. U ontvangt bij inschrijving een verzoek tot automatische machtiging. Leertijd Leerlingen krijgen voldoende tijd om zich de leerstof eigen te maken. Vanaf groep 1 werken de kinderen met een dag- of weektaak. Deze taak is natuurlijk aangepast aan de leeftijdsgroep, maar ook aan de mogelijkheden van de kinderen. Het is een normale zaak dat een groep een weektaak krijgt, terwijl enkele leerlingen met een dagtaak of een tussenvorm werken. Iedere dag werken alle kinderen aan hun weektaak, zodat de leerkracht de tijd heeft om individuele uitleg te geven en te ondersteunen. Dit is
in het rooster opgenomen. Het rooster ligt ter inzage. 8. Praktische zaken. Schooltijden Groep 1 t/m 4: alle ochtenden van 8. 30 uur tot 12.00 uur, op woensdag tot 12.15 uur Maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag van 13.00 uur tot 15.00 uur Groep 5 t/m 8: alle ochtenden van 8.30 uur tot 12.00 uur, op woensdag tot 12.15 uur Alle middagen m.u.v. woensdag van 13.00 uur tot 15.00 uur Continurooster. De school is bezig zich te oriënteren op de invoering van een continurooster m.i.v. schooljaar 2014-2015. Vorig schooljaar hebben alle ouders hierover middels een enquête hun mening over kunnen geven. We verwachten dat er in oktober 2013 een besluit zal worden genomen in de MR. U wordt hierover verder geïnformeerd middels onze weekbrief. Luizencommissie. Na iedere schoolvakantie komen een aantal ouders de kinderen controleren op luizen. Als er bij uw kind luizen en/of neten worden gezien dan neemt juf Erna contact met u op over de te nemen maatregelen. Op deze manier hopen we het probleem zo klein mogelijk te houden. Verzekering De school heeft een verzekeringspakket dat bestaat uit een reisverzekering, een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering en een ongevallenverzekering. De leerlingen zijn verzekerd en ook de personeelsleden, vrijwilligers en ouderparticipanten. De verzekering geldt tijdens de schooltijden en bij activiteiten die door school worden georganiseerd. Ongevallen Bij een ongeval dat zo ernstig is dat alleen plakken van een pleister niet voldoende is, worden eerst de ouders gebeld, indien nodig het “opvangadres” en in de laatste instantie rechtstreeks de huisarts. Het is
13
dus van groot belang dat de gegevens op de leerlingenkaart steeds kloppen. Fietsen Kinderen die wonen in het gebied dat valt binnen de straten Angerloseweg, Breedestraat, Bingerdenseweg en Didamseweg mogen niet met de fiets naar school komen. Voor kinderen die buiten dit gebied wonen vragen wij u te overwegen of het echt noodzakelijk is dat uw kind op de fiets komt. De school draagt geen verantwoordelijkheid voor gestalde fietsen.
om te laten zien. Soms zijn er activiteiten, bijvoorbeeld thema’s of projecten, waarbij speelgoed een rol kan spelen. In voorkomende gevallen wordt u daar over geïnformeerd
Bewegingsonderwijs Op maandag en donderdag moet voor de gymlessen sportkleding worden meegenomen. Het dragen van gymschoenen is verplicht. Vanaf groep 4 wordt na het gymmen verplicht gedoucht. Autogebruik Vriendelijk verzoeken wij u alleen in zeer dringende gevallen met de auto naar school te gaan; dit voor de veiligheid van de kinderen en ter beperking van de overlast voor de omwonenden. Zoekgeraakte eigendommen Gevonden spulletjes, gymkleding, dassen, jassen, sleutels e.d. worden één keer per twee maanden uitgestald op een tafel in de hal. Daarna worden de spullen definitief opgeruimd. Mocht u iets missen overlegt u dan even met onze conciërge Frans. Laarzen en regenjassen Wilt u in de laarzen en regenjassen een naam zetten? Deze kledingstukken lijken immers zoveel op elkaar dat verwisseling vaak voorkomt. Overigens is het ook voor andere zaken gemakkelijk als ze zijn voorzien van naam. In de lokalen mogen geen rubberlaarzen worden gedragen . Wilt u, als uw kind op laarzen naar school komt, daarom pantoffels of schoenen meegeven om in het lokaal te dragen? Dit geldt ook bij sneeuw. Speelgoed Wilt u uw kinderen geen speelgoed mee naar school laten nemen? Ook hierbij geldt, dat verlies of beschadiging de nodige teleurstelling oplevert. Wel mag na een verjaardag wat meegenomen worden
Tas Boeken en schriften moeten worden vervoerd in een stevige tas. Zonder een dergelijke tas kunnen er dus geen boeken mee naar huis worden genomen. Vanaf groep 6 hebben de kinderen bijna dagelijks een goede tas nodig; een eenvoudige canvas of plastic tas biedt niet genoeg bescherming. Beschadigde of zoekgeraakte boeken dienen te worden vergoed. Daarom adviseren wij u de aanschaf van een stevige tas. Meegenomen boeken zijn herkenbaar aan de schoolstempel. Materialen Potloden, pennen, gum en schriften worden betaald door de school. Ze worden opgeborgen in het kastje of laatje. Om te voorkomen dat pennen e.d. zoekraken verzoeken wij u om te zorgen dat uw kind vanaf groep 3 over een etui beschikt. Vanaf groep 4 schrijven de kinderen met een schoolvulpen; als die zoekraakt moet er via de school een nieuwe worden aangeschaft.
14
Agenda Vanaf groep 7 leren wij de kinderen hoe ze huiswerk moeten plannen, daarvoor is het gebruik van een agenda nodig. In groep 7 krijgen zij van school de “basisagenda” die tevens wordt gebruikt voor de lessen intercultureel onderwijs. In groep 8 dienen de kinderen die zelf aan te schaffen. Mobiele telefoon. Steeds meer kinderen hebben op steeds jongere leeftijd een mobiele telefoon. Op onze school is het niet toegestaan deze mee te nemen. Mocht u als ouder/verzorger een bepaalde reden hebben waarom uw kind wel een mobiele telefoon mee moet nemen dan kunnen wij in bepaalde gevallen een uitzondering maken. Bespreekt u dit met de leerkracht. Schoolfoto’s Ieder jaar komt de schoolfotograaf; zijn komst wordt aangekondigd in de weekbrief. Portretrecht Op het inschrijfformulier hebt u aan kunnen geven of u bezwaar heeft tegen het publiceren van foto’s op de website en nieuwsbrieven van onze school. U kunt ervan uit gaan dat school zorgvuldig omgaat met de belangen van afgebeelde personen. Mocht een leerling, ouder of personeelslid desondanks bezwaar hebben tegen het gebruik van een bepaalde foto, dan zal deze op verzoek zo mogelijk worden verwijderd.
Eten en drinken Wanneer U Uw kind iets te eten meegeeft voor de ochtendpauze, dan zouden wij het liefst zien, dat U iets van fruit, brood of melk meegeeft, geen snoep en geeft U a.u.b. niet te veel mee. De afspraak is dat iedere dinsdag en donderdag ‘schoolgruitdag’ (groente of fruitdag) is. We zouden graag zien dat de tassen, waarin het eten en drinken wordt meegenomen niet al te groot zijn en dat de bekers goed kunnen worden afgesloten. Het verdient aanbeveling om de naam van Uw kind op de beker te zetten om verwarring te voorkomen. Traktaties. In het belang van de gezondheid van de kinderen, is het trakteren op snoep niet gewenst. Op bijvoorbeeld de site van: www.voedingscentrum.nl vindt u gezonde traktaties. Het gaat om de gezonde lekkernij en niet om de hoeveelheid. Roken op school In het schoolgebouw mag niet worden gerookt. NB: Voor de overige praktische gegevens zie de schoolkalender.
Overigens staat onze organisatie niet toe dat er stiekem beeld- en/of geluidsopnames worden gemaakt met het doel deze vervolgens openbaar te maken dan wel deze anderszins te gebruiken, met mogelijke schadelijke gevolgen voor de betrokkene(n).Bij het eventueel negeren van deze bepaling zal daartegen actief worden opgetreden, dit ter bescherming van onze leerlingen en medewerkers.
15
9. Adressen. Bestuur:
IJsselgraaf, stichting voor openbaar primair onderwijs, Palmberg 18 7021 DJ Zelhem (0314)382990.
[email protected] www.ijsselgraaf.nl
Inspectie van het onderwijs,
[email protected], www.onderwijsinspectie.nl, Vragen over onderwijs: (0800)8051 Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs (0900)1113111. Informatie openbaar onderwijs (0800)5010 toets 4. Voor vragen over onderwijs in het algemeen. Ook via www.50tien.nl
16