UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
2 1
WOORD VOORAF ............................................................................................................ 4
2
REGELGEVING ................................................................................................................ 5 2.1 PROCEDURE VOOR HET VASTLEGGEN VAN STAGEPLAATSEN ........................................... 5 2.1.1 toekennen en zoeken stageplaatsen ......................................................................... 5 2.1.1.1 toewijzen van stageplaatsen in partnerscholen .................................................. 5 2.1.1.2 zelf stageplaatsen zoeken ................................................................................. 5 2.1.1.3 vestiging en stageplaatsen................................................................................ 5 2.1.1.4 stage op de eigen werkplek .............................................................................. 6 2.1.2 bijzondere voorwaarden bij het vastleggen van stageplaatsen .................................... 6 2.1.2.1 geneeskundige verplichtingen ter bescherming van stagiaires lerarenopleiding .... 6 2.1.2.2 graad van verwantschap................................................................................... 7 2.1.2.3 religieuze opvoeding ........................................................................................ 7 2.1.2.4 bewegingsopvoeding ........................................................................................ 8 2.1.2.5 individueel aangepast stageprogramma ............................................................. 8 2.2 AFWEZIG TIJDENS DE PRAKTIJK ..................................................................................... 8 2.2.1 bewijs van deelname aan stage op de stageschool via de aanwezigheidskaart ............ 8 2.2.2 procedure bij afwezigheid van de student ................................................................. 8 2.2.2.1 gewettigde afwezigheid .................................................................................... 8 2.2.2.2 verplichte melding bij afwezigheid ..................................................................... 8 2.2.2.3 sanctie bij ongewettigde afwezigheid ................................................................ 9 2.2.3 procedure bij afwezigheid van de stagementor .......................................................... 9 2.2.4 afwezigheden wegens bijzondere omstandigheden .................................................... 9 2.2.5 inhalen van stage .................................................................................................... 9 2.2.6 stopzetten van de stage ..........................................................................................10 2.3 HOUDING OP STAGE .....................................................................................................10 2.3.1 omgangsvormen ....................................................................................................10 2.3.2 deontologisch omgaan met informatie .....................................................................11 2.3.3 in gebreke blijven ...................................................................................................11
3
STAGE EN HET ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT VAN DE UC LEUVEN-LIMBURG 13 3.1
VOLGTIJDELIJKHEID VAN DE OPLEIDINGSONDERDELEN STAGE......................................13
3.2 DE EXAMENREGELING ...................................................................................................13 3.2.1 tolerantie ...............................................................................................................13 3.2.2 recht op een tweede examenkans ...........................................................................13 3.3 CONTRACTEN................................................................................................................14 3.3.1 creditcontract .........................................................................................................14 3.3.2 examencontract .....................................................................................................14 4
BEGELEIDING EN BEOORDELING ................................................................................ 15 4.1
COMPETENTIES (ivm stage) DIE DE STUDENT DIENT TE VERWERVEN ............................15
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
3 4.2 HET BEGELEIDINGS- EN BEOORDELINGSTRAJECT ..........................................................16 4.2.1 de verschillende actoren .........................................................................................16 4.2.2.2 de stagementor ..............................................................................................19 4.2.2.3 de lectoren van het opleidingsinstituut .............................................................20 4.2.2.4 de student ......................................................................................................21 4.2.2 verwachtingen inzake begeleiding en beoordeling tijdens de stage ............................17 4.2.2.1 overzicht soorten begeleidings- en beoordelingsformulieren ..............................18 4.2.2.2 de rol van de mentor .......................................................................................19 4.2.2.3 de rol van de bezoekende ................................................................................20 4.2.2.4 de rol van de student ......................................................................................21 4.3 PROCEDURE OM TOT EEN OORDEEL TE KOMEN .............................................................21 4.3.1 het opleidingsonderdeel ‘stage' wordt via permanente evaluatie beoordeeld ..............21 4.3.2 overzicht ................................................................................................................23 4.3.3 toelichting van de procedure per opleidingsjaar en per semester ...............................23 4.3.3.1 1 BaKO - eerste opleidingsjaar .........................................................................23 4.3.3.2 2 BaKO - tweede opleidingsjaar .......................................................................24 4.3.3.3 3 BaKO - derde opleidingsjaar..........................................................................25 5
BIJLAGEN ..................................................................................................................... 27 5.1
ADRESSEN PARTNERSCHOLEN DIEST .............................................................................27
5.2
ADRESSEN PARTNERSCHOLEN HEVERLEE ......................................................................28
5.3
STAGEOVEREENKOMST .................................................................................................29
5.4
STUDIEVOORTGANGSBESLISSING STAGE .......................................................................31
5.5
MEDISCH DOSSIER (VGM-DOSSIER) ..............................................................................32
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
4
1
WOORD VOORAF
In de opleiding kleuteronderwijzer neemt de praktijkopleiding een belangrijke plaats in.. De student verwerft er de belangrijke competenties waarover een beginnende kleuteronderwijzer(es) dient te beschikken. De stage is deel van de praktijkopleiding. Bij de stage zijn drie partners betrokken: het werkveld (de directie en de stagementoren van de kleuterschool), het opleidingsinstituut en de student. Het opleidingsinstituut en mentoren delen de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van de praktijkopleiding van de toekomstige leerkrachten. Daarnaast is het belangrijk dat de student op de stage zelf de verantwoordelijkheid voor zijn leren opneemt en hierover met de stagementor en de lectoren uit de opleiding overlegt. Het opleidingsinstituut heeft de eindverantwoordelijkheid in het toekennen van een credit voor stage. De wegwijs praktijk is een onderdeel van de programmagids van de student. Het document wil in de eerste plaats een hulpmiddel zijn om alle betrokkenen - studenten, lectoren en stagementoren - zo goed mogelijk te informeren over verwachtingen en procedures in verband met praktijk en in het bijzonder de stage in de verschillende opleidingstrajecten. Naast deze wegwijs praktijk die van toepassing is op de drie jaren, wordt de stage gedetailleerder toegelicht in de moduleboek(en) stage. Namens alle lectoren verbonden aan de opleiding wensen we je graag een aangenaam, leerrijk en vruchtbaar academiejaar toe. Namens de lectoren Wim Bergen Els Bertrands Marie-Rose Polling Thu Dang Kim
groepshoofd lerarenopleiding opleidingshoofd kleuteronderwijs teamleider kleuter- en lager onderwijs teamleider kleuter- en lager onderwijs
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
Brabant Brabant (Diest) Brabant (Leuven-Heverlee)
wegwijs praktijk 2015-2016
5
2
REGELGEVING
2.1 PROCEDURE VOOR HET VASTLEGGEN VAN STAGEPLAATSEN Een aantal stages realiseer je in partnerscholen. Dit zijn scholen die nauw samenwerken met het opleidingsinstituut. Daarnaast kunnen bepaalde stages ook plaatsvinden in een school van jouw keuze. Het bepalen van de stageklas en -school gebeurt steeds in overleg tussen jou en het opleidingsinstituut.
2.1.1
toekennen en zoeken stageplaatsen
2.1.1.1 toewijzen van stageplaatsen in partnerscholen Elk jaar moeten heel wat stageplaatsen in Brabant en andere regio's gezocht en verdeeld worden. Om overbelasting van de stagescholen te voorkomen en om een evenwichtige verdeling van beschikbare stageplaatsen over de verschillende opleidingsjaren mogelijk te maken, werd met verschillende scholen een raamovereenkomst uitgewerkt. Deze stagescholen worden partnerscholen genoemd. In bijlage 4.1 en 4.2 vind je een overzicht van alle partnerscholen van BaKO-Diest en BaKOHeverlee voor het academiejaar 2015-2016 De verdeling van de beschikbare plaatsen in de partnerscholen wordt georganiseerd in het opleidingsinstituut. De studenten dienen zich daarbij aan volgende afspraken te houden: De studenten mogen in geen geval op eigen initiatief contact opnemen met deze scholen. De studenten leven de richtlijnen na over de geplande contactmomenten met partnerschool, zoals vermeld in het moduleboek stage en of meegedeeld via de valven/portaal. 2.1.1.2 zelf stageplaatsen zoeken Bepaalde stages kunnen ook plaatsvinden in een school die de student kiest. We noemen dit stagescholen met een basisengagement. Het zijn andere scholen dan de partnerscholen. De studenten worden tijdig geïnformeerd over de voorwaarden waaraan deze stagescholen dienen te beantwoorden. Het uiteindelijk vastleggen van deze stageplaatsen gebeurt steeds in overleg tussen de student en het opleidingsinstituut. Voor iedere stage in deze 'stagescholen met basisengagement' wordt een overeenkomst afgesloten tussen de stageschool, de student en het opleidingsinstituut. In bijlage 4.3 vind je een exemplaar van de stageovereenkomst. Concreet verwachten we van de studenten het volgende: Voor aanvang van de stage neemt de student contact op met de directie van de stageschool om de stageovereenkomst af te sluiten. Per stageschool zorgt de student voor 3 gehandtekende exemplaren: één voor de stageschool, een voor het dossier en één voor de student zelf. Het exemplaar voor het dossier steekt de student in zijn/haar praktijkdossier, en moet hij op vraag van de opleiding kunnen voorleggen. 2.1.1.3 vestiging en stageplaatsen Studenten van een bepaalde vestiging, hetzij Diest, hetzij Heverlee, kunnen een stageplaats aanvragen in een partnerschool van de andere vestiging indien zij in die regio makkelijker stage lopen. Een student die een stageplaats wil aanvragen in een partnerschool van de andere vestiging contacteert daarvoor de jaarcoördinator.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
6
2.1.1.4 stage op de eigen werkplek Voor studenten met een diploma hoger onderwijs die het modeltraject 2 of 3 volgen in dagopleiding (verkorte opleiding) en die reeds werken in een basisschool, kunnen NA overleg met de jaarcoördinator en het opleidingshoofd de toestemming krijgen om een deel van de stage op de werkplek uit te voeren. De student blijft evenwel verplicht om voor het geheel van de stage per jaar minstens één vierde van de stagetijd te presteren in een andere school. Als er stage op de eigen werkplek gelopen wordt, geeft de mentor enkel feedback onder de vorm van verbale en schriftelijke commentaar. De evaluatie van de stage ligt volledig bij de opleiding. Er wordt met de werkplek een bijkomende overeenkomst afgesloten.
2.1.2
bijzondere voorwaarden bij het vastleggen van stageplaatsen
2.1.2.1 geneeskundige verplichtingen ter bescherming van stagiaires lerarenopleiding Bij de start van het academiejaar verzorgt de arbeidsgeneesheer van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDEWE) een infosessie voor de studenten kleuteronderwijs met uitleg over de beroepsrisico’s, de preventiemaatregelen die genomen kunnen worden en de hepatitis A vaccinatie. IDEWE wenst dat alle eerstejaarsstudenten kleuteronderwijs een hepatitis A vaccinatie krijgen. De hepatitis A vaccinatie is niet wettelijk verplicht voor de stage, maar wordt wel sterk aangeraden. Basisvaccinatie hepatitis A bestaat uit twee vaccins: een eerste vaccin en een rappel na 6 maanden tot een jaar. De vaccinatie biedt daarna minimaal 20 jaar bescherming, vermoedelijk zelfs levenslang. Het medisch onderzoek en de vaccinatie hepatitis A worden volledig betaald door het Fonds voor Beroepsziekten. De data voor de eerste vaccinatie (in de gebouwen van IDEWE Leuven en Diest) en voor de tweede vaccinatie (in de gebouwen van de Lerarenopleiding Heverlee en Diest) zullen meegedeeld worden via Toledo. Tijdens de infosessie vult de student een aanvraagformulier voor de hepatitis A vaccinatie in. De voorschriften voor de vaccins worden na 2 à 3 maanden opgestuurd naar het thuisadres van de student. Er zal via het portaal gecommuniceerd worden wanneer deze voorschriften moeten binnengebracht worden op het onthaal van de Lerarenopleiding Heverlee en Diest. Op Toledo zal een persoonlijke medische vragenlijst geplaatst worden. Deze moet ingevuld meegebracht worden naar het medisch onderzoek samen met de vaccinatiegegevens (Kind en gezin, huisarts, CLB, …). Zonder deze documenten kan het onderzoek niet doorgaan. In het VGM-dossier van de student staan alle risico’s opgenomen waaraan, volgens de hogeschool, de studenten worden blootgesteld, alsook de maatregelen die worden getroffen. Dit VGM-dossier (bijlage 4.5) maakt deel uit van het stagecontract. Alle studenten, ongeacht de opleiding die gevolgd wordt, dienen het VGM-dossier, eigen aan de opleiding, te laten ondertekenen door de stageplaats. Door het VGM-dossier te ondertekenen bevestigt de stageplaats dat de vermelde maatregelen in orde en voldoende zijn. Indien een organisatie bijkomende maatregelen eist, dient de organisatie dit te melden via het VGM-dossier.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
7
Indien het een partnerschool betreft: bij eerste kennismaking met de school (observatiestage) legt de student het VGM-dossier ter ondertekening voor aan de directie van de partnerschool en voegt het toe aan zijn stagemap. In geval van een school met basisengagement: De student legt het VGM-dossier samen met het stage-overeenkomst (zie bijlage 4.3) ter ondertekening voor aan de directie van de stageschool en voegt het toe aan zijn stagemap. Als de stageschool (partner of basisengagement ) van mening is dat de student aan extra risico’s wordt blootgesteld en er extra maatregelen genomen moeten worden, noteert de stageschool dit op het VGM-dossier. De stageschool bezorgt dan ook een risicoanalyse of werkpostfiche aan de student. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de extra risico’s en maatregelen, alsook de risicoanalyse of werkpostfiche, door te geven via het onthaal of
[email protected]. Dit wordt dan verder individueel opgevolgd. Risicoanalyse i.f.v. moederschapsbescherming Elke zwangerschap wordt onmiddellijk gemeld aan de stageplaats en op de lerarenopleiding. Na melding van de zwangerschap dient de studente een medisch onderzoek te ondergaan bij de arbeidsgeneesheer, indien de stageschool dit vermeldt op het VGM-dossier en dit aldus staat opgenomen in de risicoanalyse van de stageplaats. De arbeidsgeneesheer zal nagaan of er specifieke maatregelen moeten getroffen worden ter bescherming van moeder en/of kind. Indien werkaanpassing niet mogelijk is, wordt de zwangere studente preventief verwijderd. Een studente, waarvoor tijdens de zwangerschap specifieke maatregelen werden getroffen, dient bij borstvoeding de arbeidsgeneesheer te raadplegen vóór het einde van de normale periode van de bevallingsrust. 2.1.2.2 graad van verwantschap De student mag geen stage lopen in een stageschool waar de directie en/of de mentorcoach en/of de stagementor en/of één van de beleidsverantwoordelijken familie is van de betrokken student (vierde graad verwantschap) of sterk betrokken partij is. Dit geldt voor alle vestigingen van de school. Dit wordt vereist om objectiviteit in de begeleiding te vrijwaren. De opleiding verwacht dat de student deze regel in acht neemt wanneer hij zelf op zoek gaat naar een stageschool. Indien de student per toeval een stageschool krijgt toegewezen, waardoor er tegen bovenstaande regel wordt ingegaan, neemt hij zelf het initiatief om de jaarcoördinator daarvan op de hoogte te brengen. Overtreding van deze regel wordt beschouwd als een onregelmatigheid die tot sanctionering kan leiden. (zie fraude, Onderwijs- en examenreglement) 2.1.2.3 religieuze opvoeding De opleiding geeft de voorkeur aan stageplaatsen waar de mogelijkheid bestaat om godsdienst en religieuze opvoeding te geven. In een aantal gevallen kan de student stage lopen in scholen waar ruimte is voor stageactiviteiten in verband met morele opvoeding (waardeopvoeding). Indien dit problemen veroorzaakt overlegt de student met de betrokken lector.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
8
2.1.2.4 bewegingsopvoeding Het begeleiden van de bewegingsontwikkeling van kleuters behoort tot de taak van de kleuteronderwijzer. Het diploma van kleuteronderwijzer verleent bovendien de bevoegdheid tot het geven van bewegingsopvoeding aan kleuters. Vanuit de opleiding vragen wij dat de studenten tijdens de stage alle bewegingsactiviteiten begeleiden van zodra dit in hun stageprogramma opgelegd wordt (ook indien deze niet door de titularis maar door een andere leerkracht gegeven worden). 2.1.2.5 individueel aangepast stageprogramma In principe doorloopt iedere student hetzelfde stageprogramma. In het kader van gepersonaliseerd leren kan voor bepaalde studenten een alternatief stageprogramma worden opgesteld. De inhoud en organisatie van dit stageprogramma worden opgenomen in de beschrijving van het individueel studieprogramma van de student en door de studietrajectbegeleider bewaard in het studievoortgangsdossier.
2.2 AFWEZIG TIJDENS DE PRAKTIJK 2.2.1
2.2.2
bewijs van deelname aan stage op de stageschool via de aanwezigheidskaart Alle praktijkactiviteiten zijn verplicht, ook diegene die plaatshebben op de vestiging van de opleiding (studietrajectbegeleiding (STB) praktijkintroducties). Voor de stageactiviteiten op de stageschool bewijst de student dagelijks zijn aanwezigheid aan de hand van een handtekening van de aanwezige stagementor en/of de bezoekende lector. De student heeft de verantwoordelijkheid voor deze bewijslast van aanwezigheid. De aanwezigheidskaart is opgenomen in het praktijkdossier dat de student samenstelt. De student vult vooraf de datum in van de dagen waarop hij aanwezig is in de kleuterklas. De student die stage loopt wordt verondersteld in goede gezondheid te verkeren.
procedure bij afwezigheid van de student
2.2.2.1 gewettigde afwezigheid Deelname aan alle praktijkactiviteiten is verplicht. Bijgevolg dient de student iedere afwezigheid te wettigen door een doktersattest of bewijs van overmacht (een afspraak voor het rijexamen, een geplande afspraak bij de tandarts,… zijn geen gewettigde afwezigheden). Dit originele bewijs wordt ingediend bij de studentendienst de eerstvolgende werkdag die volgt op de afwezigheidperiode. Bij afwezigheid op de stageplaats maakt de student tevens een kopie van de attesten voor zichzelf en de stageschool. Gewettigde afwezigheden worden door de studentendienst op portaal geplaatst (►infotheek ►afwezigheden permanente evaluatie 2015-2016 Diest of Heverlee) en worden daar geraadpleegd door de studietrajectbegeleider.
Lees in dat verband ook deel 4.2 van de programmagids 2.2.2.2 verplichte melding bij afwezigheid Bij afwezigheid op stage waarschuwt de student zo snel mogelijk: het onthaal van de lerarenopleiding de studietrajectbegeleider
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
9
de jaarcoördinator de directie van de stageschool de mentor en de mentorcoach van de school in geval de stage-activiteiten in duo verlopen: de medestudent (dit gebeurt liefst ten laatste de avond voordien)
2.2.2.3 sanctie bij ongewettigde afwezigheid Een ongewettigde afwezigheid tijdens praktijkactiviteiten (nl. stage, studietrajectbegeleiding, praktijkintroducties, …) leidt tot een tekort op de competenties en attitudes die hier naar verwijzen. Het niet verwittigen van de stageschool en opleiding bij (gewettigde) afwezigheid wordt beschouwd als ongewettigde afwezigheid.
2.2.3
procedure bij afwezigheid van de stagementor
Indien de mentor, om welke reden ook, de onderwijspraktijk van een student niet kan bijwonen, kan de praktijk enkel doorgaan indien een collega (kleuter) onderwijzer of de directie de verantwoordelijkheid van de klastitularis overneemt. Voor studenten van het eerste jaar wordt vanuit de opleiding aanbevolen dat de onderwijspraktijk slechts kan doorgaan indien de titularis van de kleuterklas of zijn vervanger in de klas aanwezig kan zijn. Indien dit niet zo is, beslist de directie van de stageschool of de praktijk kan doorgaan. In ieder geval brengt de student zijn/haar jaarcoördinator en studietrajectbegeleider nog diezelfde dag op de hoogte van de afwezigheid van de stagementor, zeker wanneer de begeleiding in het gedrang komt.
2.2.4
afwezigheden wegens bijzondere omstandigheden
Het spreekt voor zich dat deze 'bijzondere omstandigheden' zoveel mogelijk vermeden worden. Indien een stageactiviteit omwille van bijzondere of onvoorziene omstandigheden binnen de lerarenopleiding niet kan plaatsvinden, waarschuwt de lerarenopleiding de studenten via mail of een mededeling op portaal. Ook de stagescholen worden door de lerarenopleiding gewaarschuwd. Indien de studenten omwille van uitzonderlijke redenen (staking e.d.) beslissen tot afwezigheid op de stage: - motiveren zij hun beslissing aan de studietrajectbegeleider en het opleidingshoofd. - verantwoorden zij zich bij de directie van de stageschool en bij de stagementor. De gezamenlijke beslissing in verband met het inhalen van deze activiteit gebeurt door opleidingshoofd en stagecoördinator en wordt via mail of een mededeling op portaal aan de studenten meegedeeld.
2.2.5
inhalen van stage
In principe dient de student iedere gemiste stagekans in te halen. Dit gebeurt in overleg tussen student met de jaarcoördinator, de studietrajectbegeleider en de stageschool. Wat de eerste en tweede jaar betreft: een student mag op jaarbasis slechts 1 stagedag missen omwille van ziekte of gewettigde afwezigheid en slechts 1 stagedag omwille van schoolorganisatorische redenen zonder deze te moeten inhalen. Beide dagen mogen niet in dezelfde stage vallen.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
10
Wat het derde opleidingsjaar betreft: de student mag op jaarbasis slechts 3 dagen missen omwille van ziekte of gewettigde afwezigheid zonder deze te moeten inhalen. Deze 3 dagen mogen niet in dezelfde stageperiode vallen. Per stageperiode mag dus 1 dag gemist worden (omwille van ziekte of gewettigde afwezigheid) zonder deze te moeten inhalen. De student neemt zelf initiatief tot het inhalen van stage in overleg met de studietrajectbegeleider en de stageschool. Onder schoolorganisatorische redenen verstaan we activiteiten die op initiatief van de school georganiseerd worden en geen verband houden met de stage van de student (bv: schoolreizen of uitstappen, pedagogische studiedag, feesten, specifieke dag of halve dag activiteiten begeleid door externen, …). Indien een student geen stageactiviteiten kan begeleiden omwille van schoolorganisatorische redenen wordt in de mate van het mogelijke en mits toestemming van de directie actieve participatie gevraagd. De student maakt een verslag van de bijgewoonde activiteit en voegt dat toe aan zijn praktijkdossier. Indien de realisatie van het stagepakket en de begeleiding vanuit de opleiding omwille van bovengenoemde redenen te sterk onder druk komen te staan, kunnen extra stagedagen gevraagd worden. Op bovenstaande regels kan een uitzondering worden toegestaan na overleg tussen opleidingshoofd of teamleider, jaarcoördinator en studietrajectbegeleider.
2.2.6
stopzetten van de stage
Indien een student beslist zijn stage stop te zetten, is het noodzakelijk dat hij alle betrokkenen in de lerarenopleiding (ombudsdienst / studentendienst, opleidingshoofd/teamleider en/of jaarcoördinator, stagebegeleider en studietrajectbegeleider) en in de stageschool (directie, mentorcoach, mentoren) onmiddellijk verwittigt. Een gesprek met jaarcoördinator en de betrokken studietrajectbegeleider is verplicht. Er wordt een document opgesteld dat alle betrokken partijen (student, studietrajectbegeleider en jaarcoördinator en/of opleidingshoofd/teamleider) ondertekenen.
2.3 HOUDING OP STAGE 2.3.1
omgangsvormen
Zowel in het opleidingsinstituut als in de stagescholen verwachten we een respectvolle omgang met kleuters, ouders, directie, het personeel en medestudenten. We verwachten beleefdheid, correctheid, vriendelijkheid, dienstvaardigheid, stipt naleven van afspraken, een correcte omgangstaal in een gepast register en zin voor orde. Vanuit het besef dat cultuur en identiteit een dynamisch en meervoudig gegeven is, neemt de opleiding het respectvol leren omgaan met diversiteit als uitgangspunt. De opleiding stelt zich tolerant op tegenover het dragen van religieuze symbolen (bv hoofddoeken,…) en andere tijdsgebonden uitingsvormen (tatoeages, piercings,…) op de opleiding. Tijdens stages daarentegen verwachten we dat de student de regels en afspraken van de stageschool omtrent omgangsvormen en kleding naleeft. We vragen de directie en/of stagementoren dan ook de studenten hierover voldoende te informeren.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
11
De opleiding vraagt uitdrukkelijk aan de studenten om op de stageschool hun kledij aan te passen aan de rol van leerkracht. Het lichaam is voldoende bedekt (geen decolleté, geen blote buik, geen minirok, …); aangepast schoeisel (geen slippers, geen naaldhakken,….); alle zichtbare piercings worden weggehaald. Wat betreft de communicatie met stagementoren en -directies verwachten we dat studenten een formele stijl hanteren in schriftelijke (brief, e-mail, SMS) en mondelinge communicatie. Bovendien verwachten we dat ze zorgvuldig omgaan met de privé-tijd van de stagementor (bijvoorbeeld vermijden van niet-dringende mails tijdens het weekend of in de avonduren, …).
2.3.2
deontologisch omgaan met informatie
De student gaat in het opleidingsinstituut en tijdens de stage op professioneel discrete wijze om met delicate informatie over de medestudenten, de op stageschool aanwezige kinderen, hun familie en de personeelsleden van de stageschool: - Hij respecteert het recht op privacy (o.a. in gebruik van namen van kinderen in stagedocumenten, het nemen van foto's, het raadplegen van een kinddossier, …). Dit betekent ook dat hij geen verbale informatie/ commentaren en fotomateriaal in verband met de stage (kinderen, personeel van de stageschool, medestudenten,…) op sociale netwerksites (facebook, twitter,…) plaatst. - Hij houdt rekening met de deontologische code binnen de school m.b.t. communicatie over kinderen en met ouders en informeert zich hierover bij de stagementor.
2.3.3
in gebreke blijven
We verwachten dat de student tijdens de stage een positieve leerhouding toont en zijn verantwoordelijkheden nakomt. De precieze verwachtingen worden toegelicht in het moduleboek dat hoort bij elke stage en de competentiematrix. Wanneer de student in gebreke is gebleven op vlak van voorbereiding van de stage (bijvoorbeeld onvoldoende voorbereidingen, laattijdig indienen, onvoldoende didactisch basismateriaal om de activiteiten te begeleiden) kan de studietrajectbegeleider in samenspraak met de klasmentor beslissen dat de stage in de geplande periode (zie academisch kalender) niet kan doorgaan. De stage wordt ingehaald op de inhaaldagen. De beoordeling zal enkel betrekking hebben op de wijze waarop de student zijn inhaalstage realiseert. In ieder geval, zelfs bij het inhalen van de stage, scoort de student onvoldoende voor de attitudes en de competenties die te maken hebben met voorbereiding van stage.. Indien een student moet uitwijken naar inhaaldagen, moet het volume van de inhaaldagen evenredig zijn met de gemiste stagemomenten tijdens de reguliere stagedagen. De stagecoördinator en de studietrajectbegeleider van een student kunnen, in overleg met het opleidingshoofd en de studentendienst, de student verbieden om verder stage te lopen in een bepaalde stageschool of tot stopzetten van stage. Redenen voor een dergelijke beslissing kunnen zijn: - ongeoorloofde of ongewettigde afwezigheid op oriëntatie- en/of stagedagen. - een zware fout tijdens oriëntatie- en/of stagedagen. - het zich niet houden aan de afspraken opgenomen in deze wegwijs praktijk of afspraken gemaakt met de stageschool. - weigering van de school om de student nog verder te laten stage lopen.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
12
Indien de student het verbod krijgt om zijn stage verder te lopen in een bepaalde stageschool wordt, alvorens de stage op een andere plaats verder wordt gezet, er eerst een gesprek gevoerd met het opleidingshoofd/teamleider, de student, de studietrajectbegeleider en studentendienst. In dit gesprek zal worden verkend of het nog zinvol is de stage verder te zetten. - In het geval de stage wordt verder gezet, wordt de student verwezen naar de inhaaldagen en kan hij de stage in een andere school afwerken. Hij scoort hoe dan ook onvoldoende op de attitudes en de competenties die gelinkt zijn aan het gedrag waaruit blijkt dat de student in gebreke bleef (zie hierboven genoemde redenen). De student zoekt zelf een stagschool waar de stage kan worden verder gezet. - Wanneer uit het gesprek blijkt dat de stage best wordt stopgezet, tekenen de betrokkenen het formulier stopzetting van stage (bijlage 4.4). De student kan geen credit meer halen voor dit opleidingsonderdeel. De opleiding kan de student ook verbieden om nog verder stage te lopen. Tot deze beslissing kan pas worden overgegaan indien deze uitsluiting vooraf voorwerp van een bespreking was tussen de betrokken actoren (student, studentendienst, studietrajectbegeleider, opleidingshoofd en/of jaarcoördinator). De studietrajectbegeleider maakt een schriftelijk verslag van afspraken die uit het gesprek voortvloeien. Dit verslag wordt aan alle betrokkenen bezorgd en in het studievoortgangsdossier opgenomen. Wanneer een student in de daaropvolgende stages de gemaakte afspraken niet naleeft of andere ernstige fouten maakt, dan kan de opleiding beslissen om de student uit te sluiten voor verdere deelname aan de stages,. Dit zal gecommuniceerd en gemotiveerd worden aan alle betrokkenen, zijnde de student, de studietrajectbegeleider, het opleidingshoofd/teamleider / jaarcoördinator, de ombudsdienst/studentendienst en de voorzitter van de examencommissie. De student wordt uitgenodigd op een gesprek met de betrokken studietrajectbegeleider en het opleidingshoofd en/of de jaarcoördinator. Er wordt een document (bijlage 4.4) opgemaakt dat alle betrokken partijen (student, studietrajectbegeleider en opleidingshoofd/teamleider) ondertekenen. De opleiding brengt de stageschool op de hoogte van de beslissing tot stopzetting van de stage.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
13
3
STAGE EN HET ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT VAN DE UC LEUVEN-LIMBURG
Conform het onderwijs- en examenreglement van de UC Leuven-Limburg vind je hieronder de regelgeving in verband met volgtijdelijkheid, examenkansen, toleranties, en contracten in de opleiding bachelor kleuteronderwijs.
3.1 VOLGTIJDELIJKHEID VAN DE OPLEIDINGSONDERDELEN STAGE (zie Onderwijs- en examenreglement van de UC Leuven-Limburg) Onder volgtijdelijkheid verstaan we de volgorde waarin men zich kan inschrijven voor opleidingsonderdelen in functie van het gevolgd hebben van, c.q. geslaagd zijn voor één of meerdere andere opleidingsonderdelen. In de opleiding bachelor kleuteronderwijs van de UC Leuven-Limburg is er uitsluitend volgtijdelijkheid voor de opleidingsonderdelen stage doorheen de opleiding, m.a.w.: - een student moet slagen voor het opleidingsonderdeel stage I uit het eerste jaar vooraleer hij zich kan inschrijven voor het opleidingsonderdeel stage II uit het tweede jaar - een student moet slagen voor het opleidingsonderdeel stage II vooraleer hij zich kan inschrijven voor de opleidingsonderdelen: ‘muzisch schoolproject', ‘zorgstage', functioneren in klasgroep' (BP I), ‘samen school maken' (BP II) en ‘onderzoek, ontwikkeling, kwaliteit' (BP III) uit het derde jaar.
3.2 DE EXAMENREGELING 3.2.1
tolerantie
Voor de opleidingsonderdelen stage I, stage II, functioneren in klasgroep (BP I), samen school maken (BP II) en onderzoek, ontwikkeling, kwaliteit worden geen tolerantie toegestaan. Concreet gaat het om volgende opleidingsonderdelen: - De student moet een pass behalen op het opleidingsonderdeel stage I. - De student moet 10 of meer op 20 halen om te slagen voor de opleidingsonderdelen stage II, functioneren in klasgroep (BP I), samen school maken (BP II) en onderzoek, ontwikkeling, kwaliteit (BP III). Studenten uit modeltraject III (met een lerarendiploma) moeten een 10 of meer op 20 halen voor de opleidingsonderdelen ‘Bachelorproef stage modeltraject III' en ‘modeltraject III' De redenen hiervoor zijn: - Deze opleidingsonderdelen wordt cruciaal geacht om het bereiken van de eindcompetenties van de opleiding aan te tonen. - De opleidingsonderdelen vormen een onmisbare voorbereiding voor latere opleidingsonderdelen binnen de dezelfde opleiding.
3.2.2
recht op een tweede examenkans
(Onderwijs- en examenreglement van de UC Leuven-Limburg) Voor de opleidingsonderdelen stage I, stage II, muzisch schoolproject, functioneren in klasgroep en samen school maken kan dit recht echter niet binnen één academiejaar worden toegekend aangezien de beoordeling van dit opleidingsonderdeel geheel of in belangrijke mate gebeurt via permanente evaluatie en niet kan vervangen worden door een alternatieve proef.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
14
3.3 CONTRACTEN (zie Onderwijs- en examenreglement van de UC Leuven-Limburg)
3.3.1
creditcontract
De student kan een creditcontract aangaan voor de opleidingsonderdelen stage. Hij dient hierbij de volgtijdelijkheid (cf. supra) te respecteren. Bovendien adviseert de opleiding dat de student hierbij tevens rekening houdt met de aanbevolen trajecten zoals vermeld in de programmagids en aangegeven door de studieadviseur.
3.3.2 examencontract De student kan geen examencontract aangaan voor de opleidingsonderdelen stage in de 3 opleidingsjaren omwille van de specifieke vormen van begeleiding die zij vereisen
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
15
4
BEGELEIDING EN BEOORDELING
4.1 DEONTOLOGISCHE CODE -
Het is niet toegelaten dat ouders of derden de stageschool contacteren om evaluatie van de praktijk of de begeleiding van de student te beïnvloeden. Het is niet toegelaten dat de student na de bekendmaking van de resultaten nog contact opneemt met de stageschool i.v.m. het betwisten van de resultaten.
4.2 COMPETENTIES (ivm stage) DIE DE STUDENT IN DE VERSCHILLENDE OPLEIDINGSFASES DIENT TE VERWERVEN De opleiding heeft de verwachtingen ten aanzien van de competenties 1 die een student moet beheersen tijdens en aan het einde van zijn opleiding gebundeld in het document 'competentiematrix BaKO 2012-bis' - enerzijds bevat dit document de decretaal verplichte competenties die elke kleuteronderwijzer moet halen. - anderzijds heeft de opleiding ook eigen klemtonen willen leggen. Accenten waarvan men meent dat die in het (kleuter)onderwijs van morgen, aan belang zullen winnen. Deze competentiematrix 2012-bis is een hulpmiddel om de begeleiding van studenten (tijdens stage) te optimaliseren en de beoordeling ervan zo transparant mogelijk te maken. Het document wil ondersteunen in het verhelderen van de verwachtingen die in verschillende opleidingsjaren worden gesteld. Het kan praktisch ingezet worden voor de evaluatie van stage via o.a. concrete gedragsindicatoren die observeerbaar en evalueerbaar zijn en een aanduiding bevatten om een cesuur te leggen na een bepaalde opleidingsperiode. Om de beoordelingsprocedure beter te begrijpen lichten we hieronder de structuur van de competentiematrix bondig toe. * De matrix is opgebouwd uit 5 kolommen: - De eerste kolom verwijst naar de overeenstemmende decretale competenties voor leraren. - De tweede kolom bevat gedragsindicatoren waarmee de student aantoont of hij/zij de competentie voldoende beheerst op het einde van het eerste opleidingsjaar. - De derde kolom bevat gedragsindicatoren waarmee de student zijn/haar competentiebeheersing aantoont op het einde van het tweede opleidingsjaar en bij de aanvang van het derde jaar. - De vierde kolom omvat gedragsindicatoren waarmee de student zijn/haar eindniveau aantoont. De competentiebeheersing op het einde van het derde opleidingsjaar wordt getoetst via de bachelorproef (eindtoets). - In de vijfde kolom tenslotte staan de gedragsindicatoren op uitstroomniveau zoals ze in 2010 werden geformuleerd. (In 2010 werd een eerste versie van de competentiematrix samengesteld met een formulering van gedragsindicatoren die een startende leerkracht zou moeten tonen. De formulering van de gedragsindicatoren is vrij ruim en breed toepasbaar.) - Gedragsindicatoren die cursief gedrukt zijn, worden op de hogeschool beoordeeld en worden niet in het stagecijfer verrekend.
(1)
omschrijving van het begrip competentie volgens de Raad van Bestuur van de associatie KULeuven (2004): “een competentie is een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden en attitudes –vaak gekoppeld aan iemands persoonlijkheid waardoor iemand in staat is om effectieve, kwaliteitsvolle prestaties te leveren gericht op een bepaalde functie/rol. Die prestaties zijn zichtbaar in concrete handelingen verbonden met een bepaalde context.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
16 * Kernrol, bonusrol, noodzakelijke competentie, noodzakelijke voorwaarde Om tot een evenwichtige praktijkbeoordeling te komen werden de rollen, competenties en gedragsindicatoren als volgt verder ingedeeld: Een kernrol wordt met rood aangeduid. Onder kernrol verstaan we een rol die in die bepaald jaar van de opleiding cruciaal is en minimaal moet behaald worden (de student toont zeker voldoende competentiebeheersing) om te kunnen slagen voor stage. Het voldoende beheersen van de kernrollen is m.a.w. een criterium om te slagen voor stage in een opleidingsjaar of om te kunnen afstuderen. Een bonusrol wordt met groen aangeduid. De student toont groei aan in deze rol, maar krijgt nog tijd om tot competentiebeheersing te komen. Een noodzakelijke competentie wordt met oranje aangeduid. Binnen een kernrol zijn enkele competenties noodzakelijk om te kunnen slagen voor de rol. Daarnaast is de beheersing van de andere competenties eveneens belangrijk bij de besluitvorming. Een noodzakelijke voorwaarde wordt met geel aangeduid. Een competentie wordt beheerst als de student geregeld het gedrag dat beschreven wordt, toont. Binnen het geheel van gedragingen zijn er enkele gedragsindicatoren die zeker voldoende zichtbaar moeten zijn om te besluiten dat de student de competentie beheerst. We noemen deze gedragsindicatoren noodzakelijke voorwaarden. Op de beoordelingsformulieren vindt men dezelfde symbolen terug. Voor meer toelichting hierover verwijzen we naar het document 'competentiematrix BaKO 2012-bis'
4.3 HET BEGELEIDINGS- EN BEOORDELINGSTRAJECT 4.3.1 de verschillende actoren In de lijn van onze visie 'samen opleiden' onderscheiden we 3 gelijkwaardige partners: 4.3.1.1 de stagementor De stagementor is meestal de kleuteronderwijzer(es) die verantwoordelijk is voor de klas waar de student stage loopt. In een aantal gevallen/stages kan de student ook begeleid en beoordeeld worden door de schoolmentor (= de mentor die binnen een school of scholengemeenschap vaak een coördinerende verantwoordelijkheid heeft t.a.v. stagiairs en belast is met aanvangsbegeleiding of in-service-training van beginnende leerkrachten). Van mentoren wordt ondersteuning en feedback over de vorderingen van de student verwacht: zie infra 4.3.1.2 de lectoren van het opleidingsinstituut Per opleidingsjaar zijn een aantal lectoren van het opleidingsinstituut verantwoordelijk voor het begeleiden en beoordelen van stage: zij bezoeken de studenten tijdens stage-activiteiten en bespreken met hen de vorderingen.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
17 De bezoekende lector kan ofwel de werkbegeleider ofwel de studietrajectbegeleider zijn: studietrajectbegeleider (STB'er) De studietrajectbegeleider is de lector van het opleidingsinstituut die verantwoordelijk is voor de studievoortgang van een welbepaalde groep studenten. Hij beheert het stage-dossier , bewaakt en begeleidt de stage-voortgang van deze groep studenten. Volgende taken worden van hem/haar verwacht: - De vorderingen van de hem toegewezen groep studenten opvolgen in de praktijk. - In de loop van een opleidingsjaar bezoekt deSTB'er tijdens de stage minstens 1 maal de studenten die hij/zij opvolgt. - Problemen in verband met stage-activiteiten oplossen in overleg met de jaarverantwoordelijke (b.v. bij misverstanden, conflicten,....) - Coördinatie- en organisatietaken: o via de aanwezigheidskaart het verplichte aantal dagen stage bewaken. o de gewettigde afwezigheden controleren. o de afwezigheden van de student tijdens de stage doorgeven aan de jaar – en stageverantwoordelijke (= deze persoon coördineert het stageopzet voor een studiejaar/ opleidingsjaar) o totaal aantal bezoeken per student opvolgen en het minimum aantal beoordelingen waarborgen. o signaleren van studenten met problemen inzake stage (b.v. extra bezoeken waarborgen) - Begeleiden van STB-sessies o.a. reflectie in groep, supervisiegesprekken, opvolgen van intervisies die via Toledo gebeuren,… - Feedback geven op agenda en reflectieverslagen, - Per student een stage-dossier opstellen: verzamelen en verwerken van alle praktijkgegevens en deze tijdens de evaluatievergaderingen ‘stage' naar voor brengen. - Bespreking van het tussentijdse feedback en/of praktijkrapport met de student De studietrajectbegeleider volgt de hem toegewezen studenten ook individueel op doorheen hun studietraject; hij bespreekt de studievoortgang van de student op basis van behaalde resultaten en begeleidt de studenten in de keuzes die ze kunnen maken. werkbegeleider In principe kan iedere lector van de opleiding de studenten begeleiden en beoordelen tijdens stageactiviteiten. 4.3.1.3 De student (de aanstaande leraar) Ook de aanstaande leraar is partner in het ‘samen opleiden'. Hij is medeverantwoordelijk voor zijn leerproces en neemt actief deel aan zijn groeiproces. De stagiair moet er zich van bewust zijn dat hij als leraar-in-wording vanaf de aanvang van de stage een engagement aangaat met de stageschool. Zijn engagement is bijgevolg niet vrijblijvend (cfr deel 1 van deze wegwijs stage).
4.3.2 verwachtingen inzake begeleiding en beoordeling tijdens de stage De begeleiding en beoordeling die tijdens een stage verwacht wordt, vindt zijn schriftelijke neerslag in begeleidings- en beoordelingsformulieren.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
18
4.3.2.1 overzicht van de verschillende soorten begeleidings- en beoordelingsformulieren (formulieren die tijdens de stage gebruikt worden) BEGELEIDING / REFLECTIE
Mentor 1. Feedbackformulier stage eerste opleidingsjaar (1 BaKO)
Lector
REFLECTIE
2. Feedbackformulier stage tweede opleidingsjaar (2 BaKO)
SYNTHESE FEEDBACK
1. Feedbackformulier stage - Voor 1 BaKO - Voor 2 BaKO
Syntheseformulieren (voor mentoren) Verschillende varianten: - eerste opleidingsjaar semester 1 - eerste opleidingsjaar semester 2 - tweede opleidingsjaar - derde opleidingsjaar (bachelorproef 1+2 + 3)
BOORDELING
Student
2. Andere reflectiedocumenten
Formulieren lectoren stagebeoordeling
- 1 BaKO: reflectietaken - 2 BaKO: reflectietaken - Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)
Verschillende varianten: - eerste opleidingsjaar semester 1 - eerste opleidingsjaar semester 2 - tweede opleidingsjaar - derde opleidingsjaar (bachelorproef 1+2)
Opmerking: Het is de bedoeling dat bij het invullen van de beoordelings- en begeleidingsformulieren de competentiematrix 2012 bis door alle betrokken partijen als informatiebron wordt geraadpleegd. Studenten zijn verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van de matrix aan de mentoren 4.3.2.2 Toelichting bij de gehanteerde codes op de formulieren
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
19
4.3.2.3 de rol van de mentor (verwachtingen t.a.v. begeleiding en beoordeling tijdens de stage) BEGELEIDING Formulier
het feedbackformulier
Doel
Dagelijks bespreekt de mentor met de student de stage. Hij/zij geeft aan wat goed ging en wat werkpunten zijn. Samen met de student zoekt hij naar mogelijke acties voor de werkpunten. De student noteert en verwerkt deze feedback op het feedbackformulier. De mentor controleert of alle besproken feedback/tips/werkpunten correct werden weergegeven en of de student zichtbaar aan het werkpunt heeft gewerkt. Als inspiratiebron voor het geven van feedback (m.a.w. wat van de student in een bepaalde opleidingsjaar kan verwacht worden) kan de mentor gebruik maken van de competentiematrix BaKO 2012 of het synthesebeoordelingsformulier. Voor de concrete richtlijnen verwijzen we naar de toelichting op het formulier.
Frequentie
- 1 BaKO: vanaf stage van module 1.2 de kleuter - 2 BaKO: dagelijks
SYNTHESE FEEDBACK Naast het begeleiden van studenten via suggesties, opbouwende kritiek en aanmoediging, is een realistische en eerlijke evaluatie eveneens in het belang van de student. Indien de student voor één of meerdere deelaspecten van de stage onvoldoende presteert, is het belangrijk dat hij hier eerlijke feedback op krijgt. Uiteraard moet rekening gehouden worden met het te bereiken beheersingsniveau voor de competenties in een welbepaalde opleidingsjaar (opleidingsfase). Formulier
de syntheseformulieren mentoren We onderscheiden verschillende varianten: - eerste opleidingsjaar -semester 1 - eerste opleidingsjaar - semester 2 - tweede opleidingsjaar - derde opleidingsjaar (bachelorproef 1+2) Deze formulieren verschillen van elkaar omdat het aantal rollen en het vereiste niveau voor de competenties verschilt naargelang het semester en het opleidingsjaar (opleidingsjaar).
Doel
Op het einde van de stageperiode noteert de mentor haar/zijn vaststellingen m.b.t. de beheersing van de verschillende competenties en attitudes die eigen zijn aan de betreffende stage. De codes en verbale feedback die mentoren tijdens de stages op de syntheseformulieren toekennen, dienen beschouwd te worden als tijdsgebonden waardeoordelen. Ze hebben een adviserende functie in het tot stand komen van het eindcijfer dat door de opleiding wordt toegekend (worden m.a.w. NIET mathematisch verrekend). Om een volledig beeld te krijgen van de student, worden nog andere elementen meegenomen (controle stagemap, gesprek met mentor, observatie- en reflectieopdrachten, beoordeling door lectoren, deelname aan studietrajectbegeleidingssessies,….)
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
20 Frequentie
Op het einde van iedere stageperiode in 1 en 2 BaKO vult de mentor een syntheseformulier in, tenzij anders is voorgeschreven in het moduleboek stage.
Voor de concrete richtlijnen verwijzen we naar de toelichting op het formulier. 4.3.2.4 de rol van de bezoekende (verwachtingen t.a.v. begeleiding en beoordeling tijdens de stage) BEGELEIDING In het opleidingsinstituut vinden er allerlei begeleidingsactiviteiten plaats ter voorbereiding van en als reflectie op stage-activiteiten: o.a. micro-teaching, workshops rond allerlei stage gerelateerde opdrachten en vaardigheden, individueel en groepsconsult, vaardigheidstraining, STB-sessies,…. Voor meer informatie verwijzen we naar het opleidingsprogramma en de moduleboeken. BEOORDELING In principe mag de student iedere stageperiode een bezoek van een lector (werkbegeleider of studietrajectbegeleider) van het opleidingsinstituut verwachten: hij/zij bezoekt de student tijdens stage-activiteiten en bespreekt met hem/haar de vorderingen. Naar aanleiding van dit bezoek wordt een beoordelingsformulier ingevuld met tips, werkpunten en een waardeoordeel in de vorm van een codes over verschillende deelaspecten. De gegevens op dit formulier vormen de basis voor een gesprek met de student en zijn tevens belangrijke elementen voor de tussentijdse- en eindevaluatie van het opleidingsonderdeel stage. Het stagebezoek biedt tevens de gelegenheid aan de mentoren om meer informatie over het verloop van de stage en de vooruitgang van de student aan het opleidingsinstituut door te spelen. Formulier
formulieren lectoren stagebeoordeling Ook hier onderscheiden we verschillende varianten: - eerste opleidingsjaar (1 BaKO) - semester 1 - eerste opleidingsjaar (1 BaKO) - semester 2 - tweede opleidingsjaar (2 BaKO) - derde opleidingsjaar (3 BaKO) - bachelorproef 1+2 Deze beoordelingsformulieren verschillen van elkaar omdat het aantal te beoordelen rollen en het vereiste niveau voor de competenties verschilt naargelang het semester en het opleidingsjaar (opleidingsjaar).
Doel en verloop van het stagebezoek Net zoals de mentor beoordeelt de lector de beheersing van de verschillende competenties; attitudes die eigen zijn aan de betreffende stageperiode (opleidingsjaar). Voor de concrete richtlijnen verwijzen we naar de toelichting op het formulier. Opmerking: - Een stagebezoek dient beschouwd te worden als een momentopname. Om een volledig beeld te krijgen van de student, worden nog andere elementen meegenomen (controle stagemap, gesprek met mentor, observatie- en reflectieopdrachten, deelname aan studietrajectbegeleidingssessies,….) - De lector voert steeds een gesprek met de student. Indien mogelijk of indien noodzakelijk probeert de mentor hierbij aanwezig te zijn. Uitzonderlijk kan het gesprek met de student worden uitgesteld. In ieder geval vindt het gesprek bij UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
21
-
frequentie
voorkeur zo snel mogelijk plaats, liefst onmiddellijk na de observatie. In dit gesprek wordt de stand van zaken besproken en wordt nagegaan welke competenties de student al verworven heeft en aan welke hij nog moet werken tijdens de stage. De student noteert ook van dit gesprek de feedback en werkpunten op het feedbackformulier. De lector beslist zelf wanneer hij het beoordelingsformulier afgeeft. Het formulier kan afgegeven worden na het stagebezoek, maar de lector kan ook beslissen om dit later te bezorgen, ten laatste één week na de stage. De lector kan het formulier ook digitaal doorsturen in PDF-vorm.
Bij elk stagebezoek wordt een ‘beoordelingsformulier lector' ingevuld.
4.3.2.5 de rol van de student (aanstaande leraar) REFLECTIE Formulier
het feedbackformulier
Doel
Dagelijks bespreekt de mentor met de student de stage. Hij/zij geeft aan wat goed ging en wat werkpunten zijn. Samen met de student zoekt hij naar mogelijke acties voor de werkpunten. De student noteert en verwerkt deze feedback op het feedbackformulier. De mentor controleert of alle besproken feedback/tips/werkpunten correct werden weergegeven en of de student zichtbaar aan het werkpunt heeft gewerkt. Voor de concrete richtlijnen verwijzen we naar de toelichting op het formulier. Ook de feedbackgegevens tijdens het gesprek met de bezoekende lector worden door de student op dit formulier genoteerd.
Frequentie
- 1 BaKO: vanaf stage van module 1.2 de kleuter - 2 BaKO: dagelijks
ANDERE REFLECTIEDOCUMENTEN cfr moduleboeken stage: - 1 BaKO: de reflectiefiches - 2 BaKO: reflectietaken en instructies i.v.m. eindgesprek - 3 BaKO: persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)
4.4 PROCEDURE OM TOT EEN OORDEEL TE KOMEN 4.4.1
het opleidingsonderdeel stage wordt via permanente evaluatie beoordeeld
Uit het Onderwijs- en examenreglement van de UC Leuven-Limburg , artikel 88
In de programmagids wordt vermeld of voor een opleidingsonderdeel of onderwijsleeractiviteit een vorm van permanente evaluatie wordt voorzien. De modaliteiten hiervoor worden beschreven in de programmagids.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
22 Vermits de wegwijs praktijk deel uitmaakt van de programmagids (studiecontract) beschrijven we hier de modaliteiten inzake permanente evaluatie zoals ze worden toegepast voor de opleidingsonderdelen stage (praktijk):
§1.
Permanente evaluatie is de continue beoordeling van de studieprestaties voor een opleidingsonderdeel of een deel van een opleidingsonderdeel gedurende de periode waarin de onderwijsactiviteiten waarop ze betrekking heeft, plaatsvinden. Het betreft dus een gespreide evaluatie ter beoordeling van het ontwikkelingsproces van de student. De resultaten van de verschillende observaties en beoordelingen worden bijgehouden in een evaluatiedossier, samen met alle tussentijdse en eindproducten die door de student worden ingeleverd. Bij de beoordeling kan rekening worden gehouden met de appreciatie van alle personen die bij het proces betrokken zijn. De nauwgezetheid waarmee de student de in het kader van de permanente evaluatie gemaakte afspraken nakomt, kan eveneens in rekening worden gebracht bij het bepalen van het resultaat. Indien de student omwille van ziekte of andere vormen van overmacht niet aanwezig kan zijn tijdens een belangrijk gedeelte van het te beoordelen proces, moet bij het einde van de afwezigheid worden beslist of de mogelijkheid om tot een gefundeerde eindbeoordeling te komen nog bestaat. Indien dit niet het geval is, moet deze vaststelling onmiddellijk aan de student worden meegedeeld. Een deelbeoordeling kan ingebracht worden als eindbeoordeling.
§2.
§3. §4.
§5.
Algemene principes die de opleiding hanteert bij de beoordeling van de opleidingsonderdelen stage en bachelorproef In het kader van permanente evaluatie krijgt de student zowel in het eerste, het tweede en het derde opleidingsjaar de kans een ontwikkelings- en groeiproces te doorlopen en krijgt hij pas op het einde van een opleidingsjaar (juni) een definitieve beoordeling van het opleidingsonderdeel stage. De beoordeling in juni is geen wiskundige verwerking van de codes die de student doorheen het opleidingsjaar op beoordelingsformulieren ontvangen heeft. De studietrajectbegeleider komt tot een synthese: - volgens het principe van de permanente evaluatie: men houdt duidelijk rekening
met de evolutie die een student (al dan niet) heeft doorgemaakt. Volgende overwegingen zijn hierbij richtinggevend: in hoeverre is de student geëvolueerd op de werkpunten? zijn er nieuwe werkpunten bijgekomen? zijn de positieve punten verder geëvolueerd of eerder afgezwakt? -
men weegt verschillende gegevens af en probeert rekening te houden met de context waarin deze tot stand kwamen.
-
De codes en beoordelingen die mentoren en bezoekende lectoren tijdens de stages op de beoordelingsformulieren toekennen, worden beschouwd als tijdsgebonden waardeoordelen. In het gebruik van de codes werd door de opleiding gekozen voor een beschrijving met de focus op het stimuleren van professionele groei. Daarom werd de code ‘nog werk’ ingevoerd om aan te duiden dat de competentie nog niet voldoende aanwezig was, maar dat er aanduidingen waren in de richting van beheersing. Echter een frequent voorkomen van de code ‘nog werk’ wordt in de eindbeoordeling beschouwd als onvoldoende stabiele beheersing van de competentie en leidt tot onvoldoende. de eindbeoordeling is een kwalitatieve verwerking van gegevens uit de beoordelingsformulieren, schriftelijke toelichtingen, gesprekken met de stagementoren en
-
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
23 bezoekende lectoren, stagedocumenten, gegevens i.v.m. de attitudes op het opleidingsinstituut,… De examencommissie valideert de eindbeoordeling. Examenperiode van september: voor het opleidingsonderdelen stage wordt geen tweede examenkans verleend binnen hetzelfde academiejaar (cfr 3.2.2).
4.4.2
overzicht
1 BaKO semester semester 2 BaKO semester semester 3 BaKO
oordeel
communicatie
1 2
/ pass/fail
tussentijdse feedback semester 1 praktijkrapport semester 2
3 4
/ cijfer /20
tussentijdse feedback semester 3 praktijkrapport semester 4
semester 5
Het cijfer van de stage muzisch schoolproject en zorgstage wordt verrekend in het eindcijfer voor de betreffende module: zie moduleboeken.
semester 6
Bachelorproef 1: cijfer /20 Bachelorproef 2: cijfer /20 Bachelorproef 3: cijfer /20
4.4.3
Studenten die niet slagen voor bachelorproef I en/of II ontvangen een praktijkrapport met de motivatie en toelichting van het eindoordeel.
toelichting van de procedure per opleidingsjaar en per semester
4.4.3.1 1 BaKO - eerste opleidingsjaar a. semester 1: een eerste beknopte tussentijdse feedback -
Gezien de beperkte stage-ervaringen ontvangt de student op het einde van semester 1 feedback over een beperkt aantal rollen en competenties.
-
Het formulier 'tussentijdse feedback' informeert de student over zjn voornaamste werkpunten en kwaliteiten. Dit wordt individueel toegelicht en besproken door de studietrajectbegeleider.
b. semester 2: oordeel 'pass/fail' -
Op het einde van semester 2 beoordeelt de studietrajectbegeleider de mate waarin de student de verschillende rollen en competenties beheerst. Hij baseert zich hiervoor op volgende beschikbare informatie van semester 2: feedbackformulieren, syntheseformulieren (mentoren) en beoordelingsformulieren (lectoren), stagemappen met in begrip van reflectieformulieren Hij houdt tevens rekening met de tussentijdse feedback van semester 1. De beschikbare gegevens worden hierbij op een kwalitatieve wijze (en geen mathematische) verwerkt en vergeleken met het verwachte profiel dat per rol en per opleidingsjaar van een student verwacht wordt.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
24 -
Per rol wordt een code toegekend O = onvoldoende V= voldoende ++ = toont zich sterk
-
om in 1 BaKO te kunnen slagen op stage dient de student minstens op volgende rollen geslaagd te zijn: -Rol 1 -Rol 2 OF 3 -Rol 5 -Rol 10
-
De eindbeoordeling 'pass of fail' (geslaagd / niet-geslaagd) wordt in collegiaal overleg bepaald en definitief vastgelegd tijdens de praktijkevaluatievergadering.
(De praktijkevaluatievergadering bestaat uit alle studietrajectbegeleiders en het opleidingshoofd) -
Het praktijkrapport semester 2 informeert de student over: de code die hij behaalde voor iedere rol (O / V / ++) conclusie: pass of fail motivering van het besluit
opmerking: op de recto-zijde van het praktijkrapport wordt het profiel van eerste jaar weergegeven (= een beschrijving per rol van het gedrag dat verwacht wordt op einde van het eerste jaar). 4.4.3.2 2 BaKO - tweede opleidingsjaar c. semester 1: tussentijdse feedback -
Op het einde van semester 1 ontvangt de student feedback. Het is de bedoeling de student een beeld te geven van zijn evolutie, waar hij staat in de beheersing van de respectieve rollen en competenties. Er wordt geen cijfer toegekend of oordeel (geslaagd of niet) uitgesproken.
-
De studietrajectbegeleider baseert zich hiervoor op de beschikbare informatie van semester 1 van tweede opleidingsjaar: feedbackformulieren, syntheseformulieren en beoordelingsformulieren van mentoren en lectoren, stagemap met in begrip van reflectieformulieren.
-
Het formulier 'tussentijdse feedback' informeert de student over het behaalde niveau per rol en dit voor de rollen 1,2,3,4,5,9 en 10 Per rol onderscheiden we volgende codes: o duidelijk onvoldoende o nog werkpunten o voldoende o sterk o onvoldoende informatie zijn voornaamste werkpunten en kwaliteiten. Dit wordt individueel toegelicht en besproken door de studietrajctbegeleider.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
25
d. semester 2: oordeel = bepalen van het eindcijfer ( /20 punten) -
Op het einde van semester 2 van tweede opleidingsjaar beoordeelt de studietrajectbegeleider de mate waarin de student de verschillende rollen en competenties beheerst. Hij baseert zich hiervoor op volgende beschikbare informatie van semester 4: feedbackformulieren, syntheseformulieren en beoordelingsformulieren van mentoren en lectoren, stagemappen met in begrip van reflectieformulieren gegevens uit het verantwoordingsgesprek Hij houdt tevens rekening met de tussentijdse feedback van semester 1. De beschikbare gegevens worden hierbij op een kwalitatieve wijze (en geen mathematische) verwerkt en vergeleken met het verwachte profiel dat per rol beschrijft wat van de student op het einde van het tweede opleidingsjaar verwacht wordt.
-
per rol wordt een code toegekend O = onvoldoende V= voldoende ++ = toont zich sterk
-
Vervolgens wordt een cijfer op 20 bepaald: om 10/20 te behalen dient de student minstens voor volgende rollen te slagen: rol 1, 2, 3, 5 en 10 afhankelijk van de beheersingsgraad op de verschillende rollen, kan het cijfer hoger of lager zijn.
-
De eindbeoordeling 'een cijfer op 20' wordt in collegiaal overleg bepaald en definitief vastgelegd tijdens de praktijkevaluatievergadering. De praktijkevaluatievergadering bestaat uit alle studietrajectbegeleiders en het opleidingshoofd.
-
Het praktijkrapport tweede opleidingsjaar - semester 2 informeert de student over: - de code die hij behaalde voor iedere rol (O / V / ++) - conclusie: cijfer op 20 - een motivering van het besluit
opmerking op de recto-zijde van het praktijkrapport wordt het profiel van tweede jaar weergegeven (= een beschrijving per rol van het gedrag dat verwacht wordt op einde van het tweede jaar).
4.4.3.3 3 BaKO - derde opleidingsjaar De bachelorproef vormt het sluitstuk van de professionele bacheloropleiding. Via deze proef toont de student aan dat hij de eindkwalificaties van de opleiding en verantwoordelijkheden van een startende professional in het kleuteronderwijs in voldoende mate verworven heeft. In lijn van de UC Leuven-Limburg-visie opteerde de opleiding voor een brede toetsing: alle rollen en competenties komen aan bod. Bovendien wordt het grootste deel ervan gerealiseerd tijdens een 9 weken durende stage. UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
26 Voor de toetsing van de bachelorproef opteert de opleiding –gezien het belang en de grootte van deze opleidingsonderdelen- voor triangulatie of ‘brede' toetsing. Om tot een correct oordeel te komen over het behaalde competentieprofiel van de afstuderende hanteren we verschillende toetsvormen, door verschillende beoordelaars, op verschillende momenten en verschillende situaties. Rollen en competenties
Rol Rol Rol Rol Rol Rol Rol Rol Rol Rol
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Functioneren in de klasgroep (bachelorproef 1)
Samen school maken (bachelorproef 2)
Onderzoek, ontwikkkeling en kwaliteit (bachelorproef 3
idem Driehoeksgesprek Bewijslast student (POP, stagemap, agenda,...) idem
Opleidingstaken (schoolcultuur en planning) Driehoeksgesprek Bewijslast student (POP, verslagen,…) idem
onderzoeksrapport procesevaluatie
Voor een gedetailleerde beschrijving van de wijze waarop het eindoordeel voor de 3 delen van de bachelorproef tot stand komt, verwijzen naar de respectievelijke moduleboeken:
moduleboek ‘functioneren in de klasgroep (bachelorproef I) moduleboek ‘samen school maken’ (bachelorproef II) moduleboek ‘onderzoek, ontwikkeling en kwaliteit (bachelorproef III)
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
27
5
BIJLAGEN
5.1 ADRESSEN PARTNERSCHOLEN DIEST 2015-2016 - Deze scholen mogen niet gecontacteerd worden door de student zelf. - Alfabetisch gesorteerd op gemeente. school De Hoogvlieger ‘t Minnepoortje De Vlindertuin De Vlindertuin Sint-Annaschool Sint-Annaschool Bonten Osje De Verre Kijker De Bron Basisschool Station kleuterschool (enkel 5 jarigen ) De Pit Gemeentelijke Basisschool Molenstede Gemeentelijke Basisschool Schaffen Klaverdrie vestiging Schaffen Klaverdrie vestiging Vleugt Klaverdrie vestiging Heze Sint-Jan kleuterschool Sint-Jan kleuterschool Voorzienigheid De Wijngaard Hupsakee Te Velde Hogen Wegwijs 't Oogappeltje Gemeentelijke Basisschool Op Dreef Sint-Martinus De Graankorrel Bolderberg Het Toverpotlood De Vlindertuin De Kiem De Trip Trap De kleine wereld Gemeentelijke Basisschool De Wijngaard Vrije Basisschool Groot-Vorst De Regenboog De Regenboog Sint-Martinusbasisschool Domino De Wegwijzer De Duizendpoot 't Scholeke Vrije Kleuterschool Hand in Hand Basisschool Dol-fijn De Knipoog Onze-Lieve-Vrouw Den Hulst De Winge Onze-Lieve-Vrouw De Zonnebloem Het Rietje Ons Wereldje
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
straat Herseltsesteenweg 221 Minnestraat 9 Herseltsebaan 1 Vorststraat Baalsebaan 330 Nobelstraat 134 Staatsbaan 181 Linterseweg 10 Sint-Jacobsplein z/n Weerstandsplein 3 Overstraat 37 Dorpsstraat 82 Vroentestraat 22 Kerkstraat 11 Vleugtstraat 33 Zelemseweg z/n Peeterstraat 14 Jozef Sweygersstraat 14 Demerstraat 12 Wijngaardstraat 6 Dorpsstraat 7b Hogenstraat 98/67 Gen. de Wittestraat 29 Loksbergenstraat 41 Dorpsstraat 39 Diestsesteenweg 11 Blaubergsesteenweg 172 Kluisstraat 15 Hoeledensebaan 84a Kersbeek-Dorp 17 Rectorijstraat 2 Schoolstraat 1 Dorpsstraat 32 Schoolstraat 42 Veerledorp 39 Smissestraat 50 Grote Steenweg 282 Grote Steenweg 62 Dorpsstraat 18 Schoolstraat 2 Gemeenteplein 7 Schoolstraat 1 Halensebaan 102 Kloosterstraat 21 Ebdries 11 Ketelstraat 27a Basilieklaan 53 Hulst 16 Halensebaan 16 Rijschoolstraat 2 Oude Diestsestraat 4 de Merodedreef 116 Brabantsebaan 46
post 3200 3460 3271 3271 3128 3128 3460 3440 3290 3290 3290 3294 3290 3290 3290 3290 3290 3290 3290 3290 3450 3450 3545 3545 3545 3540 2230 3550 3471 3472 3470 3470 3381 2430 2430 2430 3550 3350 3210 3560 3560 2450 3461 3583 3202 3454 3270 3272 3390 3300 3473 2260 3271
stad Aarschot Assent Averbode Averbode Baal Baal Bekkevoort Budingen Diest Diest Diest Diest (Molenstede) Diest (Schaffen) Diest (Schaffen) Diest (Schaffen) Diest (Schaffen) Diest Diest (Deurne) Diest Diest Geetbets Geetbets Halen Halen (Loksbergen) Halen (Zelem) Herk-De-Stad Herselt Heusden-Zolder Hoeleden Kersbeek-Miskom Kortenaken Kortenaken Kapellen (Glabbeek) Laakdal (Eindhout) Laakdal (Veerle) Laakdal (Vorst) Linter (Neerlinter) Linter (Drieslinter) Lubbeek Lummen Lummen Meerhout Molenbeek-Wersbeek Paal Rillaar Rummen Scherpenheuvel Testelt Tielt-Winge Tienen Waanrode Westerlo Zichem (Okselaar)
wegwijs praktijk 2015-2016
28
5.2 ADRESSEN PARTNERSCHOLEN HEVERLEE 2015-2016 - Deze scholen mogen niet gecontacteerd worden door de student zelf. - Alfabetisch gesorteerd op gemeente. school Basisschool Sancta Maria De Puzzel VB De Waaier De Kinderberg Gemeentelijke Basisschool Vrije Basisschool Lutgardisschool VBS Mater Dei VB Pastoor Dergent De Puzzel GBS Haasrode De Kraal De Kraal De Kraal VBS Kringeling Heilig-Hartinstituut Sint-Norbertus De Ark (2) VBS Terbank VBS Terbank Vrije Sint-Clemensschool GVGLO Savioschool GO! BS De School - Ter Beuke GO! BS De School - Heffel GO! BS De School - De Boomgaard Vrije Basisschool Boven-Lo De Ark (1) Vrije Basisschool Vlierbeek Vrije Kleuterschool Blauwput - De Speelkriebel Vrije basisschool Vroenhoef VGB Langdorp De Zevensprong Vrije Basisschool Neerijse VBS Heilig-Hartinstituut Oud-Heverlee Sint-Jozefsschool Eizer De Klinker Vrije Basisschool Vrije Basisschool Via Basisschool Immaculata Via Basisschool Sint-Jozef Wijkschool Bost "De Toermalijn" Sint Angela Basisschool Vrije Basisschool Pastoor De Cleckschool Vrije Basisschool De Rank (kleuterschool) GVB Heilig-Hartcollege De Twijg De Kraal
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
straat Kardinaal Mercierstraat 10 De Bruynlaan 19 Egenhovenstraat 24A Bergstraat 18 Bierbeekstraat 4 Schoolstraat 27 E. de Bécolaan 57 Engerstraat 10 Pastoor Dergentstraat 109 Werchtersesteenweg 38 A.Verheydenstraat 19 Van Bladelstraat 29 Elststraat 95 Schaffelkantstraat 47 Ravesteinstraat 2 Naamsesteenweg 355 Geldenaaksebaan 200 Tiensesteenweg 190 Doleegstraat 6 Egenhovenweg 43 D. Vandervaerenstraat 1A Saviostraat 37 R. Novarumlaan 1 Vlierbeeklaan 1 Wilselsesteenweg 68 Heidebergstraat 275 Onafhankelijkheidsstraat 2 Abdij Vlierbeek 1 J. Pierrestraat 104 Groenhofstraat 15 Hombergstraat 1 Vital Decosterstraat 67 Dorpstraat 48 Waversebaan 81 Duisburgsesteenweg 134 Torenstraat 62 Pastoor Tilemansstraat 4 Kerkdries 22 Alexianenweg 25 Waaiberg 5 Hannuitsesteenweg 213 Kruineikestraat 5 Astridstraat 4 Pastoor De Clerckstraat 1 Pastoriestraat 48 Aarschotsesteenweg 172 Albertlaan 44 Ursulinenstraat 1 Termerestraat 23
post 3200 3130 3060 3360 3052 3380 1050 3071 3200 3150 3053 3020 3020 3020 3191 3001 3001 3001 3001 3001 1560 3530 3010 3010 3010 3010 3010 3010 3010 3300 3201 3000 3040 3050 3090 3110 3051 1933 3300 3300 3300 3150 3120 3020 3150 3111 1970 3018 3020
stad Aarschot Begijnendijk Bertem Bierbeek Blanden Bunsbeek Elsene Erps-Kwerps (Kortenberg) Gelrode Haacht Haasrode Herent Herent Herent Hever Heverlee Heverlee Heverlee Heverlee Heverlee Hoeilaart Houthalen Kessel-Lo Kessel-Lo Kessel-Lo Kessel-Lo Kessel-Lo Kessel-Lo Kessel-Lo Kumtich Langdorp Leuven Neerijse Oud-Heverlee Overijse Rotselaar Sint-Joris-Weert Sterrebeek Tienen Tienen Tienen Tildonk Tremelo Veltem-Beisem Wakkerzeel Wezemaal Wezembeek-Oppem Wijgmaal Winksele
wegwijs praktijk 2015-2016
29
5.3 STAGEOVEREENKOMST
Tussen De opleidingsinstelling (naam): vzw UC Leuven • Lerarenopleiding (adres) Weerstandsplein 2 • 3290 Diest (instellingsnummer) 103648 vertegenwoordigd door (naam)
Els Bertrands
Marie-Rose Polling
(functie)
opleidingshoofd
teamleider
hiertoe voldoende gemachtigd, hierna genoemd de opleidingsinstelling, En de student (naam): .......................................................................................................................................................... (adres): ............................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................... (telefoonnummer): ............................................................................................................................................................... (e-mailadres): ...................................................................................................................................................................... ingeschreven aan de geïntegreerde lerarenopleiding van de opleidingsinstelling, hierna genoemd de stagiair, en de instelling (naam hoofdschool): ...................................................................................................................................... (adres): ................................................................................................................................................................................ (instellingsnummer): ............................................................................................................................................................ vertegenwoordigd door (naam): ................................................................................................................................................................................ (functie): ............................................................................................................................................................................. VESTIGING WAARIN DE STUDENT STAGE LOOPT (INDIEN ANDERE DAN HOOFDSCHOOL) en de instelling (naam):......................................................................................................................................................... (adres): ................................................................................................................................................................................ vertegenwoordigd door (naam): ................................................................................................................................................................................ (functie): ............................................................................................................................................................................. hierna genoemd de stageplaats,
Voor de stage in het soort stage: ......................................................................................................................................................................... mentor (naam): ................................................................................................................................................................... mailadres mentor (in drukletters): ......................................................................................................................................... stageklas (klas én leeftijd kleuters): ...................................................................................................................................... stagedata: ........................................................................................................................................................................... ............................................................................................................................................................................................
Wordt overeengekomen wat volgt: (zoz) Het exemplaar voor de VZW UC Leuven moet zo snel mogelijk terug bezorgd worden aan Bieke Stals.
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
30 Artikel 1 Opzet en stageperiode §1 De stageplaats aanvaardt de stagiair om een verplichte stage te lopen in het kader van het opleidingsprogramma van de geïntegreerde lerarenopleiding zoals bedoeld in artikel 12quater §2 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, zoals gewijzigd, en de artikelen 55quinquies §2 en 55octies §6 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, zoals gewijzigd. §2 De stagiair volbrengt deze stage als student van de opleidingsinstelling en kan in geen enkel verband worden beschouwd als werknemer in dienstverband van de stageplaats. §3 De stageperiode: zie kader pagina 1 Artikel 2 Stagevergoeding §1 De stagiair ontvangt geen bezoldiging of vergoeding voor de opdrachten verricht in het kader van de preservicetraining. §2 Indien de preservicetraining kadert in een overeenkomst van tijdelijke aanstelling kan de stagiair een bezoldiging ontvangen. §2 Voor alle besprekingen en problemen aangaande de stage wendt de stagiair zich tot de jaarcoördinator of studietrajectbegeleider van de opleidingsinstelling of tot de mentor van de stageplaats. §4 De mentor en de stagiair regelen in onderling overleg waar, wanneer en hoe de onderdelen van de stage opgelegd door de opleidingsinstelling worden uitgevoerd. De stage kan pas worden aangevat na goedkeuring van het overzicht van de stageactiviteiten door de jaarcoördinator of studietrajectbegeleider. §5 De jaarcoördinator of studietrajectbegeleider, de mentor en de stagiair maken onderling de nodige afspraken voor de bespreking en de evaluatie van de stage. De UC Leuven-Limburg is eindverantwoordelijke voor de beoordeling van de stagiair. Hierbij wordt rekening gehouden met het beoordelingsadvies van de stageplaats. Artikel 4 Verplichtingen van de opleidingsinstelling §1 De stageplaats krijgt van de opleidingsinstelling tijdig informatie over het opzet en de organisatie van de stage, evenals over de verwachte competenties die de stagiair moet nastreven. §2 De opleidingsinstelling eerbiedigt het opvoedingsproject en de belangen van de stageplaats. §3 Gedurende de uitvoering van deze stageovereenkomst blijft de stagiair verzekerd door de opleidingsinstelling als volgt: - tegen lichamelijke ongevallen zowel tijdens de stage als op de weg van en naar de stageplaats, volgens de waarborgen opgenomen in de polis 28943927 onderschreven bij KBC – Van Breda Risc en benefits. - in geval van burgerlijke aansprakelijkheid tijdens de stageactiviteiten bij KBC onder de polis 28683654. - Voor meer informatie over verzekering studenten kan je terecht bij de heer Wim Moens, medewerker logistiek UC Leuven-Limburg – Departement Lerarenopleiding op het nummer 016/375606. §4 De opleidingsinstelling bewaart met het oog op externe verantwoording het dossier van de stagiair op een centrale plaats. Dit is voor vestiging Diest, Weerstandsplein 2 – 3290 Diest (016 375 400) Artikel 5 Verplichtingen van de stageplaats §1 Voor de aanvang van de stage informeert de stageplaats de stagiair over het opvoedingsproject en het instellingsreglement van de stageplaats. §2 De stageplaats eerbiedigt de visie en de belangen van de opleidingsinstelling. (zie wegwijs stage en moduleboek stage) §3 De stageplaats bezorgt aan de opleidingsinstelling een evaluatie over de stagiair zoals voorgeschreven door de opleidingsinstelling. §4 De stageplaats past de bepalingen van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en in het bijzonder het KB van 21 september 2004 toe. De stageplaats stelt de opleidingsinstelling en de stagiair in kennis van de resultaten van de risicoanalyse door het invullen van werkpostfiche en deelt eveneens de gegevens mee van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer die aan de stageplaats verbonden is. Indien uit deze analyse blijkt dat er een gezondheidstoezicht noodzakelijk is, geeft de stageplaats aan de opleidingsinstelling expliciet de opdracht dit gezondheidstoezicht te laten uitvoeren door de preventiedienst waarbij de opleidingsinstelling aangesloten is. Het formulier voor de gezondheids-beoordeling wordt door de stagiair overhandigd aan de stageplaats. Artikel 6 Verplichtingen van de stagiair §1 De stagiair eerbiedigt het opvoedingsproject, het instellingsreglement en de belangen van de stageplaats. §2 De stagiair leeft de voorschriften na inzake veiligheid, hygiëne en gezondheid, zoals bepaald in de Welzijnswet en de uitvoeringsbesluiten, alsook de reglementen inzake arbeidsorganisatie, lokalen en leerlingen. De bedoelde voorschriften worden voor de aanvang van de stage door de stageplaats aan de stagiair bekendgemaakt. §3 De stagiair verbindt zich ertoe aanwezig te zijn bij elke geplande stageactiviteit in de stageplaats. In geval van gewettigde afwezigheid, of bij het hernemen van de stage na een periode van afwezigheid, verwittigt de stagiair vooraf de stagejaarcoördinator of studietrajectbegeleider van de opleidingsinstelling en de mentor van de stageplaats. §4 De stagiair draagt zorg voor alle zaken en materialen die de stageplaats hem/haar in het kader van de stage ter beschikking stelt. §5 De stagiair is gebonden aan geheimhouding van alles wat hij/zij vertrouwelijk tijdens de stage te kennen heeft gekregen en alles waarvan hij het vertrouwelijke karakter moet begrijpen. §6 Elk ongeval tijdens de stage of op weg van en naar de stageplaats moet onmiddellijk gemeld worden aan de opleidingsinstelling. §7 Op vraag van de stageplaats en in overleg met de jaarcoördinator en/of studietrajectbegeleider mag de stagiair stageactiviteiten uitvoeren die niet zijn opgenomen in het overzicht van deze stageactiviteiten. Artikel 7 Betwistingen §1 De eindverantwoordelijkheid voor de stage van de stagiair ligt bij de opleidingsinstelling. Indien de stageplaats of de stagiair de verplichtingen van deze overeenkomst niet naleven, zal de andere partij de jaarcoördinator of studietrajectbegeleider hiervan op de hoogte brengen. Noch de opleidingsinstelling, noch de stageplaats, noch de stagiair kan de stage zonder overleg eenzijdig voortijdig afbreken. §2 Bij betwistingen wordt getracht in onderling overleg tot een oplossing te komen. Als dit niet lukt, stellen de drie partijen in onderling overleg een extern bemiddelaar aan.
In drie exemplaren opgemaakt te ………………………………………… op ……………………………, waarbij elke partij verklaart een afschrift te hebben ontvangen.
voor de UC Leuven-Limburg, Els Bertrands, opleidingshoofd Marie-Rose Polling, teamleider
de stagiair, naam en handtekening
voor de stageplaats, naam en handtekening
Bijlagen digitaal te verkrijgen of meegebracht door de student: - Wegwijs stage - Moduleboek stage - Formulieren i.v.m. de risicoanalyse
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
31
5.4 STUDIEVOORTGANGSBESLISSING STAGE
Diest/Heverlee datum De UC Leuven-Limburg, bachelor kleuteronderwijs Hertogstraat 178 3001 Heverlee
Weerstandsplan 2 3290 Diest
vertegenwoordigd door: opleidingshoofd en/of jaarcoördinator studietrajectbegeleider en student (naam): …………………………...…………..……………………………………………………….……………………. beslissen in onderling overleg en in overleg met de stageplaats dat:
de stage (code, naam en adres stage) ……………………………………………………………………………… voortijdig wordt afgebroken conform het studiecontract AJ 2015-2016
de student in het lopende academiejaar geen credit meer kan behalen voor …………………………………………………………………………………………………………………….……………….. (code en naam van het opleidingsonderdeel)
voor de student een alternatief stage-traject wordt uitgewerkt dat in bijlage wordt opgenomen
Opleidingshoofd
Student
Kopie van dit document wordt opgenomen in het studievoortgangsdossier en doorgespeeld aan de studentendienst en voorzitter van de examencommissie
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016
32
5.5 MEDISCH DOSSIER (VGM-DOSSIER)
UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding bachelor kleuteronderwijs
wegwijs praktijk 2015-2016