Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
G.H. van der Wilt Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli 2010 In opdracht van de gemeente Vlaardingen
© Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: G.H. van der Wilt Project: 10-3312
Adres:
Blaak 34, 3011 TA Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) 267 1500 Telefax: (010) 267 1501 E-mail:
[email protected] Website: www.cos.rotterdam.nl
2
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
INHOUD
| Samenvatting en conclusies
5
1
Inleiding
9
1.1 1.2
9 9
2
3
4
5
6
7
Werking woonruimteverdelingssysteem Leeswijzer
Woningvraag
11
2.1
11
Actieven in Vlaardingen
Woningaanbod
13
3.1 3.2
13 15
Aanbod in Vlaardingen Gebruikte aanbiedingscategorieën
Vraag-aanbodverhouding
17
4.1 4.2
Vraagdruk Marktdruk
17 18
Verhuringen
21
5.1 5.2 5.3
21 25 26
Benodigde inschrijfduur Verhuringen naar bezettingsnorm Verhuringen aan de aandachtsgroep
Slaagkansen
29
6.1 6.2 6.3
29 30 31
Slaagkansen per regiogemeente Slaagkans per groep woningzoekenden Ontwikkeling van de slaagkans
Verhuisbewegingen
35
7.1 7.2
35 36
Herkomst van alle geslaagden Herkomst geslaagden naar status
Bijlagen
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
3
4
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Samenvatting en conclusies De gemeente Vlaardingen heeft het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) voor het derde achtereenvolgende jaar gevraagd een rapportage te maken over de resultaten van de woonruimteverdeling via het aanbodmodel in Vlaardingen. De voorliggende rapportage handelt over de resultaten van de woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009. De resultaten uit deze rapportage worden vergeleken met de resultaten uit 2007 en 2008. Daarnaast zijn van enkele kerngegevens tijdreeksen weergegeven vanaf 2005 (het jaar waarin de Overeenkomst Woonruimteverdeling in de stadsregio Rotterdam van kracht is geworden) of eerder. Woningvraag Het aantal actief woningzoekenden in Vlaardingen lag in 2009 net boven de 14.000. Dat zijn er bijna 1.500 meer dan in 2008. Daarmee is een eind gekomen aan de daling van het aantal actief woningzoekenden sinds 2005.
2007
2008
14.043
12.592
8.000
13.254
12.000
14.770
16.000
16.122
20.000
4.000 0 2005
2006
2009
In 2009 waren er, net als in voorgaande jaren, iets meer starters dan doorstromers actief: 52% om 48%. Van alle actieven woonde 26% al in Vlaardingen en kwam 61% uit de rest van de stadsregio Rotterdam. Twee op de drie woningzoekenden behoorde tot de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid, 60% van de woningzoekenden was niet ouder dan 34 jaar en 53% was alleenstaand. 7% van de woningzoekenden had, op basis van een urgentieverklaring of stadsvernieuwing, een voorrangspositie. Woningaanbod In 2009 werden 1.243 woningen aangeboden via advertenties in de krant en op internet én via directe bemiddeling. Dat zijn 125 woningen meer dan in 2008, toen 1.118 woningen werden aangeboden. Het woningaanbod in Vlaardingen vanaf 2005 schommelt: in de oneven jaren worden er meer woningen aangeboden dan in de oneven jaren. De verschillen blijven binnen een marge van ongeveer 250 woningen.
1.243
1.118
800
1.294
1.000
1.068
1.200
1.274
1.400
600 400 200 0 2005
2006
2007
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
2008
2009
5
Van alle aangeboden woningen in Vlaardingen in 2009 had 91% een huurprijs tot de bereikbaarheidsgrens. 34% van alle aangeboden woningen was een flatwoning zonder lift; 25% was een flatwoning met lift. 67% van het aanbod had maximaal 3 kamers; 2% had minimaal 5 kamers. Tenminste 20% van het aanbod lag in de wijken Centrum/Indische buurt, Holy-Zuid en Westwijk. 42% van alle aangeboden woningen is voorwaardenvrij aangeboden, wat wil zeggen dat ze zonder passendheidseisen in de krant en op internet zijn geadverteerd. Daarnaast is 29% direct bemiddeld, is 21% via volkshuisvestelijk labelen aangeboden en 9% via lokaal maatwerk. Vraag-aanbodverhouding De verhouding tussen de vraag naar en het aanbod van woningen wordt uitgedrukt via de marktdruk. Deze indicator geeft weer hoeveel woningzoekenden er gemiddeld ‘in de rij’ stonden voor elke geadverteerde woning. In 2009 bedroeg de marktdruk in Vlaardingen 18. De marktdruk in Vlaardingen is daarmee terug op het niveau van 2005, toen er gemiddeld ook 18 woningzoekenden per verhuurde corporatiewoning ‘in de rij stonden’. 25 20 15
18
18 16
10
11
12
5 0 2005
2006
2007
2008
2009
Het gemiddeld aantal reacties van woningzoekenden op een advertentie van een woning uit de bereikbare sector wordt weergegeven door de vraagdruk. Die bedroeg in 2009 95, wat betekent dat er gemiddeld 95 reacties binnenkwamen op elke advertentie voor een corporatiewoning in Vlaardingen. Ten opzichte van 2008 kwamen er in 2009 gemiddeld 6 reacties minder per aangeboden woning. Verhuringen 71% van alle verhuurde woningen in Vlaardingen in 2009 is naar iemand uit de aandachtsgroep gegaan. Van alle woningen die qua huurprijs voor de aandachtsgroep ‘bestemd’ waren (dat wil zeggen met een huurprijs tot de aftoppingsgrens) is 73% verhuurd aan iemand uit de aandachtsgroep. Van het aanbod met een hogere huurprijs is 53% naar iemand uit de aandachtsgroep gegaan. Dit percentage is sinds 2008 met maar liefst 31% gestegen. Op basis van de inschrijfduur van de geslaagde woningzoekenden kan een beeld worden geschetst van de ‘wachttijd’ op de sociale huurwoningmarkt in Vlaardingen. Daarbij is de inschrijfduur overigens niet per definitie de periode dat een woningzoekende actief aan het zoeken is; veel woningzoekenden schrijven zich ‘uit voorzorg’ in om inschrijfduur te ‘sparen’.
6
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Gemiddeld genomen stonden geslaagde reguliere woningzoekenden in 2009 46 maanden ingeschreven op het moment dat het huurcontract voor hun nieuwe woning in Vlaardingen inging. Dat komt neer op bijna 4 jaar. In 2008 was dit nog 39 maanden (ongeveer 3,3 jaar). Slaagkansen Woningzoekenden op de woningmarkt in Vlaardingen hadden in 2009 een slaagkans van 5,9%. Dat betekent dat per kwartaal ongeveer één op de zeventien actief woningzoekenden een sociale huurwoning in Vlaardingen heeft gevonden. Na Rotterdam had Vlaardingen in 2009 de hoogste slaagkans van de grootstedelijke gemeenten. Naar kenmerken van de woningzoekenden waren de verschillen in slaagkans als volgt: • • • • •
Doorstromers hadden een hogere slaagkans dan starters; het verschil tussen deze twee groepen was 4,5% De slaagkans van de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid was 0,2% lager dan de slaagkans van de niet-aandachtsgroep Huishoudens bestaande uit 5 of meer personen hadden de hoogste slaagkans, huishoudens bestaande uit twee personen hadden de laagste slaagkans De slaagkans neemt toe naarmate de leeftijd stijgt. 55-plussers hebben een extra hoge slaagkans vanwege aanbod dat speciaal voor hen bestemd is Lokale woningzoekenden hadden een slaagkans die 4,5 keer zo hoog was als de slaagkans van woningzoekenden die van buiten Vlaardingen kwamen
Verhuisbewegingen 68% van alle geslaagde woningzoekenden in Vlaardingen in 2009 was afkomstig uit Vlaardingen zelf. Dat is een daling van 11% ten opzichte van 2008, wat betekent dat de woningmarkt in Vlaardingen in 2009 minder lokaal georiënteerd was. Van de geslaagde woningzoekenden die niet al in Vlaardingen woonden, kwam een derde uit Rotterdam en nog eens een derde van buiten de stadsregio Rotterdam. In de wijk Ambacht/Babberspolder slaagden de meeste woningzoekenden uit de wijk zelf; de wijk Centrum/Indische buurt was binnen Vlaardingen het meest lokaal georiënteerd. Slotbeschouwing Het aantal actief woningzoekenden in Vlaardingen is voor het eerst sinds 2005 weer gestegen. Hoewel ook het aantal aangeboden woningen is gestegen, is de ‘wachtrij’ voor een corporatiewoning in Vlaardingen langer geworden. Ondanks die langere wachtrij is de slaagkans voor woningzoekenden in Vlaardingen gestegen, van 5,2% naar 5,9%.
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
7
8
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
1
Inleiding
De gemeente Vlaardingen heeft behoefte aan een uitgebreide rapportage over de resultaten van de woonruimteverdeling via het aanbodmodel in Vlaardingen. De gemeente heeft daartoe het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) gevraagd voor het derde opeenvolgende jaar een dergelijke rapportage te maken. In de voorliggende rapportage worden de resultaten van de woonruimteverdeling in Vlaardingen over het jaar 2009 behandeld. De rapportage is analoog aan de eerder verschenen rapportages over de jaren 2007 en 2008 en zal ook enkele vergelijkingen met die rapportages bevatten. Voor het schetsen van een ontwikkeling in de tijd wordt van enkele kerngegevens een tijdreeks opgenomen vanaf 2005 (het jaar waarin de Overeenkomst Woonruimteverdeling in de stadsregio Rotterdam van kracht is geworden) of eerder.
1.1
Werking woonruimteverdelingssysteem
De woningen in Vlaardingen worden woonruimteverdelingssysteem werkt als volgt: • • •
•
1.2
verdeeld
via
het
aanbodmodel.
Dit
Woningcorporaties adverteren hun vrijgekomen woningen in een krant en via internet Woningzoekenden kunnen hun belangstelling voor een sociale huurwoning tonen door hierop te reageren (met een woonbon of via internet) Van de reacties op de geadverteerde woningen worden kandidatenlijsten gemaakt. Sinds 2005 wordt daarbij voor starters en doorstromers op de woningmarkt hetzelfde rangordecriterium gebruikt, namelijk inschrijfduur. De woningzoekende met de langste inschrijfduur eindigt bovenaan, degene met de kortste inschrijfduur onderaan Corporaties werken de kandidatenlijsten op volgorde af totdat een huurder is gevonden
Leeswijzer
In deze rapportage worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen besproken: 1. Woningvraag: omvang en kenmerken van de groep actief woningzoekenden die reageren op het woningaanbod in de gemeente Vlaardingen. De kenmerken die worden onderscheiden zijn: starter/doorstromer, leeftijd, huishoudensgrootte, inkomen, voorrangspositie en herkomst (Vlaardingen/elders) 2. Woningaanbod: omvang en kenmerken van het woningaanbod in Vlaardingen. Daarin wordt onderscheid gemaakt in het aanbod onder en boven de aftoppingsgrens voor huurtoeslag en naar woningtype, kamertal en wijk. Ook wordt gekeken in welke aanbiedingscategorieën het aanbod is aangeboden 3. Vraag-aanbodverhouding: twee indicatoren die inzicht bieden in de populariteit van marktsegmenten: de vraagdruk (gemiddeld aan reacties per advertentie) en de marktdruk (gemiddeld aantal woningzoekenden per aangeboden woning). In beide gevallen wordt onderscheid gemaakt naar huurprijs, woningtype, kamertal en wijk 4. Verhuringen: hier wordt beschreven aan welke woningzoekenden woningen zijn verhuurd en welke gemiddelde inschrijfduur de geslaagde woningzoekenden hadden. Daarnaast wordt weergegeven wat de gemiddelde inschrijfduur van geslaagde woningzoekenden was per aanbiedingscategorie. Tenslotte wordt weergegeven in Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
9
welke mate het aanbod onder de aftoppingsgrens is verhuurd aan huishoudens uit de aandachtsgroep 5. Slaagkansen: slaagkansen van de woningzoekenden, weergegeven op basis van de berekeningen die zijn gemaakt voor de kwartaalmonitor ‘Kans van Slagen’ 1 6. Verhuisbewegingen: hier wordt beschreven wat de herkomst van geslaagde woningzoekenden is en naar welke wijk in Vlaardingen zij zijn verhuisd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar reguliere woningzoekenden en voorrangskandidaten
1
In de rapportagereeks Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam van het COS zijn inmiddels publicaties
verschenen over de jaren 2005 tot en met 2009.
10
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
2
Woningvraag
Met het aanbodmodel als woonruimteverdelingssysteem wordt van woningzoekenden een actieve rol verwacht bij het zoeken naar een (nieuwe) woning. Woningzoekenden moeten zelf in de gaten houden welke woningen corporaties in de woonkrant en op internet te huur aanbieden. Bij belangstelling voor een woning moeten ze hun interesse kenbaar maken door een woonbon op te sturen of te reageren via internet. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de omvang en de kenmerken van de groep actief woningzoekenden die in 2008 hebben gereageerd op het woningaanbod in de gemeente Vlaardingen.
2.1
Actieven in Vlaardingen
In 2009 waren er iets meer dan 14.000 woningzoekenden actief op zoek naar een sociale huurwoning in Vlaardingen. In vergelijking met 2008 zijn dat er zo’n 1.500 meer. Woningzoekenden kunnen in meerdere gemeenten tegelijk actief op zoek zijn naar een woning. Ze worden meegeteld als woningzoekende in Vlaardingen als ze in 2009 minimaal 1 woonbon voor een Vlaardingse sociale huurwoning hebben ingestuurd of via internet op tenminste 1 Vlaardingse woning hebben gereageerd. De ontwikkeling van het totaal aantal actief woningzoekenden op de sociale huurwoningmarkt in Vlaardingen sinds 2005 is in figuur 2.1 in beeld gebracht. In de figuur is te zien dat het aantal actief woningzoekenden in Vlaardingen tussen 2005 en 2008 met ongeveer 3.500 is afgenomen maar zich in 2009 weer bijna op het niveau van 2006 bevond. Figuur 2.1 Ontwikkeling van het aantal actief woningzoekenden in Vlaardingen, 2005 – 2009
2007
2008
14.043
12.592
8.000
13.254
12.000
14.770
16.000
16.122
20.000
4.000 0 2005
2006
2009
In figuur 2.2 is de samenstelling van de actief woningzoekenden weergegeven waarbij, naar het totaal, ook een uitsplitsing is gemaakt naar starters en doorstromers op de woningmarkt. De samenstelling van de totale groep actief woningzoekenden in Vlaardingen in 2009 was als volgt: • •
52% was starter op de sociale huurwoningmarkt, 52% liet een sociale huurwoning achter en was zodoende doorstromer 26% van alle actieven kwam uit Vlaardingen, 61% kwam niet uit Vlaardingen maar wel uit de stadsregio Rotterdam en 13% kwam van buiten de stadsregio Rotterdam
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
11
•
• • •
68% van de actieven behoorde tot de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid; 27% behoorde tot de niet-aandachtsgroep. Van 5% van de actief woningzoekenden was het inkomen onbekend 53% van de actief woningzoekenden was alleenstaand, 10% behoorde tot een huishouden van 4 of meer personen 11% van de actief woningzoekenden was niet ouder dan 22 jaar, 79% was tussen de 22 en 55 jaar en 10% was 55 jaar of ouder 93% van de actief woningzoekenden had geen voorrang op de woningmarkt, 3% was urgent en 4% was stadsvernieuwingskandidaat
Figuur 2.2 Kenmerken van starters, doorstromers en de totale groep actief woningzoekenden op de sociale huurwoningmarkt in Vlaardingen in 2009 Doorstromers
Starters
Totaal
4.208 2.214 254
63% 33% 4%
5.315 1.606 446
72% 22% 6%
9.523 3.820 700
68% 27% 5%
158 2.742 2.660 905 211 0
2% 41% 40% 14% 3% 0%
1.456 4.151 1.547 194 18 1
20% 56% 21% 3% 0% 0%
1.614 6.893 4.207 1.099 229 1
11% 49% 30% 8% 2% 0%
2.508 1.898 1.174 685 411 0
38% 28% 18% 10% 6% 0%
4.868 1.659 539 218 83 0
66% 23% 7% 3% 1% 0%
7.376 3.557 1.713 903 494 0
53% 25% 12% 6% 4% 0%
5.829 263 584
87% 4% 9%
7.210 148 9
98% 2% 0%
13.039 411 593
93% 3% 4%
onbekend
2.212 3.674 790 0
33% 55% 12% 0%
1.437 4.947 983 0
20% 67% 13% 0%
3.649 8.621 1.773 0
26% 61% 13% 0%
Totaal 2009
6.676
48%
7.367
52%
14.043
100
Totaal 2008
5.995
48%
6.597
52%
12.592
100%
Totaal 2007
6.556
49%
6.698
51%
13.254
100%
Totaal 2006
6.645
45%
8.125
55%
14.770
100%
Totaal 2005
7.200
45%
8.922
55%
16.122
100%
aandachtsgroep niet-aandachtsgroep onbekend tot en met 22 jaar 23-34 jaar 35-54 jaar 55-74 jaar 75 jaar en ouder onbekend 1 persoon 2 personen 3 personen 4 personen 5 en meer personen onbekend geen voorrang urgent sv-kandidaat Vlaardingen rest SRR elders
Vergeleken met doorstromers behoorden starters op de woningmarkt vaker tot de aandachtsgroep en waren ze vaker jong en alleenstaand. Doorstromers hadden vaker dan starters voorrang en kwamen ook vaker dan starters uit Vlaardingen. 12
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
3
Woningaanbod
Sinds de invoering van het aanbodmodel bieden corporaties hun beschikbare woningen te huur aan in een woonkrant en via internet. Overigens worden niet alle vrijgekomen woningen geadverteerd; sommige woningen worden buiten de krant en internet om via directe bemiddeling aangeboden, aan urgenten en herhuisvestingskandidaten. In dit hoofdstuk worden de kenmerken van de corporatiewoningen die in 2009 zijn aangeboden via advertenties én via directe bemiddeling beschreven. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de wijze waarop corporaties de woningen hebben aangeboden: in advertenties met of zonder voorwaarden voor woningzoekenden of via directe bemiddeling.
3.1
Aanbod in Vlaardingen
In 2009 zijn in Vlaardingen 1.243 corporatiewoningen aangeboden via advertenties in de krant en op internet én via directe bemiddeling. Dat zijn 125 woningen meer dan in 2008. In figuur 3.1 is te zien dat het woningaanbod in Vlaardingen vanaf 2005 schommelt: in de oneven jaren worden er wat meer woningen aangeboden dan in de even jaren. De verschillen blijven binnen een marge van ongeveer 250 woningen. Figuur 3.1
Ontwikkeling van het woningaanbod in Vlaardingen, 2005 – 2009
1.243
1.118
800
1.294
1.000
1.068
1.200
1.274
1.400
600 400 200 0 2005
2006
2007
2008
2009
In figuur 3.2 is de samenstelling van het woningaanbod weergegeven waarbij, naast het totaal, ook een uitsplitsing is gemaakt naar aanbod tot de bereikbaarheidsgrens en aanbod vanaf de bereikbaarheidsgrens. Het totale aanbod in 2009 had de volgende kenmerken: • •
1
91% van het aanbod had een huurprijs tot de bereikbaarheidsgrens 1 , 9% had een huurprijs vanaf de bereikbaarheidsgrens 34% van het aanbod betrof een flatwoning zonder lift, 25% betrof een flatwoning met lift. 15% van het aanbod was een aangepaste- of ouderenwoningen, 12% een eengezinswoning, 7% een benedenwoning en nog eens 7% een bovenwoning of
De bereikbaarheidsgrens is voor woningen met 1 t/m 3 kamers gelijk aan de aftoppingsgrens voor 1- tot 2-
persoonshuishoudens (€ 499,51 vóór 1 juli 2009 en € 511,50 ná 1 juli 2009); voor woningen met 4 of meer kamers geldt de aftoppingsgrens voor 3+persoonshuishoudens (€ 535,33 vóór 1 juli 2009 en € 548,18 ná 1 juli 2009) als bereikbaarheidsgrens.
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
13
• •
maisonnette 67% van het aanbod had maximaal 3 kamers, 29% had 4 kamers en 2% had 5 of meer kamers. Van 3% van het aanbod was niet duidelijk om hoeveel kamers het ging In de wijken Centrum/Indische buurt, Holy-Zuid en Westwijk was tenminste 20% van het aanbod gelegen. In Rivierzone en Oostwijk lag minder dan 10% van het aanbod.
In figuur 3.2 is ook te zien dat in het goedkopere segment (tot de bereikbaarheidsgrens) vooral veel flatwoningen zijn aangeboden en woningen met maximaal 2 kamers. In het duurdere segment (vanaf de bereikbaarheidsgrens) zijn relatief meer eengezinswoningen, aangepaste/ouderenwoningen en grote woningen aangeboden. Figuur 3.2 Aanbiedingen van corporatiewoningen in Vlaardingen naar kenmerken van de woning in 2009 tot bereikbaarheidsgrens
vanaf bereikbaarheidsgrens
Totaal
tot jongeren/kwaliteitskortingsgrens tot aftoppingsgrens 1-2phh tot aftoppingsgrens 3+phh tot huurprijsgrens vanaf huurprijsgrens onbekend
298 760 42 0 0 14
27% 68% 4% 0% 0% 1%
0 0 46 58 10 0
0% 0% 40% 51% 9% 0%
298 760 88 58 10 14
24% 62% 7% 5% 1% 1%
eengezins flat met lift flat zonder lift benedenwoning bovenwoning/maisonnette 55+/service/miva onbekend
111 295 400 86 76 146 0
10% 26% 36% 8% 7% 13% 0%
35 10 17 3 11 38 0
31% 9% 15% 3% 10% 33% 0%
146 305 417 89 87 184 0
12% 25% 34% 7% 7% 15% 0%
1-2 kamers 3 kamers 4 kamers 5+ kamers onbekend
302 467 298 17 30
27% 42% 27% 2% 3%
3 44 58 4 5
3% 39% 51% 4% 4%
305 511 356 21 35
25% 42% 29% 2% 3%
Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord onbekend
263 246 17 107 114 233 134 0
24% 22% 2% 10% 10% 21% 12% 0%
20 2 5 3 14 43 27 0
18% 2% 4% 3% 12% 38% 24% 0%
283 248 22 110 128 276 161 0
23% 20% 2% 9% 10% 22% 13% 0%
1.114
91%
114
9%
1.243*
100%
Totaal / rij-%
* inclusief 15 aanbiedingen waarvan de huurgrens onbekend is
14
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
3.2
Gebruikte aanbiedingscategorieën
Sinds de regionale Overeenkomst Woonruimteverdeling in de stadsregio Rotterdam van kracht is geworden per 1 januari 2005, kunnen corporaties hun woningen op verschillende manieren aanbieden. Daarbij worden de volgende ijkpunten gehanteerd: • •
•
•
minimaal 40% voorwaardenvrij: deze woningen worden via de media van het regionale aanbodmodel aangeboden zonder passendheidscriteria maximaal 25% directe bemiddeling: deze woningen worden buiten de media van het aanbodmodel aangeboden. In het algemeen gaat het hier om verhuringen aan de zogenaamde 2e en 3e fase urgenten, 2e fase herhuisvestingskandidaten (zoals svkandidaten) en aan bijzondere groepen, zoals statushouders maximaal 15% lokaal maatwerk: deze woningen worden met specifieke passendheidscriteria aangeboden via de media van het regionale aanbodmodel op grond van “leefbaarheid, wijk- of buurtbinding, beheersaspecten of woonzorgprojecten” maximaal 20% volkshuisvestelijk labelen: deze woningen worden via de media van het aanbodmodel aangeboden, maar zijn voorzien van een label voor een specifieke leeftijdsgroep (jongeren of ouderen), of van passendheidscriteria (huishoudensomvang, inkomenseisen). Bij de wijziging van de Overeenkomst per 1 juli 2006 is deze mogelijkheid in plaats gekomen van het labelen voor ouderen of grote gezinnen.
Figuur 3.3 illustreert op welke wijze de corporaties hun beschikbare woningen in Vlaardingen hebben aangeboden in 2009. Uit de figuur blijkt dat in Vlaardingen aan twee ijkpunten net niet is voldaan. Het gaat om het ijkpunt directe bemiddeling (overschreden met 4%) het ijpunt volkshuisvestelijk labelen (overschreden met 1%). Figuur 3.3
Aanbiedingen van corporatiewoningen in Vlaardingen naar aanbodcategorieën in 2009
Lokaal maatw erk; 9%
Volkshuisvestelijk labelen; 21%
Voorw aardevrij; 42%
Directe bemiddeling; 29%
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
15
16
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
4
Vraag-aanbodverhouding
In dit hoofdstuk wordt gekeken naar twee indicatoren die inzicht bieden in de populariteit van marktsegmenten. Via de vraagdruk kan de verhouding tussen de vraag naar en het aanbod van sociale huurwoningen inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast wordt gekeken naar de marktdruk, ook een indicator voor de vraag-aanbodverhouding. Corporaties kunnen beide indicatoren gebruiken bij hun verhuurbeleid en strategisch voorraadbeleid, omdat beide indicatoren inzicht geven in de populariteit van marktsegmenten die worden aangeboden. Overigens wordt zowel de vraag- als marktdruk beïnvloed door de toepassing van passendheidseisen bij het aanbieden van woningen, zoals dat gebeurt bij lokaal maatwerk en volkshuisvestelijk labelen.
4.1
Vraagdruk
De vraagdruk geeft weer hoeveel reacties er gemiddeld op een advertentie van een sociale huurwoning zijn gekomen. De definitie van vraagdruk luidt als volgt: “het gemiddeld aantal reacties van woningzoekenden op een advertentie van een woning uit de bereikbare sector (exclusief ouderen- en mivawoningen)” Woningen die zijn gereserveerd voor senioren en minder validen worden dus buiten beschouwing gelaten, omdat op deze woningen maar een deel van de woningzoekenden kan reageren en deze groepen woningzoekenden bovendien een afwijkend reactiepatroon vertonen. Als deze woningen meegenomen zouden worden bij de berekening van de vraagdruk zou een vertekend beeld kunnen ontstaan, bijvoorbeeld in gebieden met veel 55plus en servicewoningen. In 2009 kwamen er gemiddeld 95 reacties binnen op een advertentie voor een corporatiewoning in Vlaardingen. Ten opzichte van 2008 is dat een daling van 6 reacties per advertentie. Wanneer het woningaanbod in marktsegmenten wordt onderscheiden, dan ontstaat het volgende beeld van de vraagdruk in 2009: •
• •
Naar type woning bezien zijn eengezinswoningen het meest gewild met gemiddeld 190 reacties per advertentie. Ook op advertenties van benedenwoningen en bovenwoningen/maisonnettes kwamen gemiddeld meer dan 100 reacties. Flatwoningen zijn duidelijk minder gewild Advertenties voor woningen met 3 of 4 kamers leverden gemiddeld de meeste reacties op, advertenties voor woningen met 5 of meer kamers de minste Naar ligging bezien waren er vier wijken met een gemiddeld aantal reacties per advertentie hoger dan 100. Het gaat om Centrum/Indische buurt (140), Rivierzone (177), Oostwijk (110) en Ambacht/Babberspolder (103). Bij Rivierzone moet overigens opgemerkt worden dat het om slechts één woning gaat
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
17
Figuur 4.1 Vraagdruk en aantal advertenties van bereikbaar aanbod (exclusief ouderen- en mivawoningen en verzameladvertenties) in Vlaardingen naar woningtype, kamertal en wijk in 2009 Vraagdruk
Aantal advertenties
eengezinswoning flat met lift flat zonder lift benedenwoning bovenwoning / maisonnette
190 55 89 122 121
46 155 324 75 64
1 en 2 kamers 3 kamers 4 kamers 5 of meer kamers
76 99 103 52
129 308 214 13
Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord
140 76 177 110 103 70 61
153 153 1 75 77 105 100
Totaal 2009 Totaal 2008 Totaal 2007
95 101 94
664 599 820
4.2
Marktdruk
De marktdruk geeft aan hoeveel woningzoekenden er gemiddeld waren voor elke geadverteerde woning. Bij de berekening van de marktdruk worden alleen verhuringen van woningen die op de krant en via internet zijn aangeboden meegenomen. Directe bemiddelingen buiten de krant om tellen niet mee. De definitie van marktdruk luidt als volgt: “het aantal woningzoekenden dat gereageerd heeft op verhuurde woningen (per marktsegment) gedeeld door het aantal verhuurde woningen (per marktsegment), uitgedrukt als het gemiddeld aantal woningzoekenden per verhuurde woning” Het aantal woningzoekenden wordt daarbij gewogen door middel van aggregatie op het niveau waaraan de marktdruk refereert. Het gaat hier om het meten van de populariteit van een marktsegment in termen van het aantal woningzoekenden dat zich aandient voor beschikbaar aanbod. Dat betekent dat een woningzoekende die negen reacties instuurt voor liftwoningen, slechtst geteld wordt als één woningzoekende voor liftwoningen, maar dat deze woningzoekende ook als één woningzoekende meetelt voor zijn ene reactie op een benedenwoning. Verschillen in het aantal reacties dat iemand instuurt zijn bij deze berekening dus uitgeschakeld. Dit verklaart ook waarom de totale marktdruk in Vlaardingen vaak lager is dan de marktdruk per segment. In 2009 stonden er voor elke (via de krant en internet) verhuurde corporatiewoning in Vlaardingen gemiddeld 18 woningzoekenden ‘in de rij’. Dat is 6 meer dan in 2008, toen gemiddeld 12 woningzoekenden ‘in de rij’ stonden. De marktdruk in Vlaardingen is daarmee terug op het niveau van 2005, toen er ook gemiddeld 18 woningzoekenden per verhuurde 18
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
corporatiewoning ‘in de rij’ stonden (figuur 4.2). Figuur 4.2
Ontwikkeling marktdruk Vlaardingen, 2005 – 2009
25 20 15
18
18 16
10
11
12
5 0 2005
2006
2007
2008
2009
Regionaal gezien zat de marktdruk van Vlaardingen in 2009 ongeveer in het midden: er waren zeven gemeenten met een lagere marktdruk (Rotterdam, Maassluis, Hellevoetsluis, Spijkenisse, Rozenburg, Ridderkerk, Krimpen aan den IJssel) en acht gemeenten met een hogere marktdruk (Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Albrandswaard, Barendrecht, Lansingerland, Brielle, Hoek van Holland, Bernisse). In Westvoorne bedroeg de marktdruk in 2009 evenals in Vlaardingen 18. In figuur 4.3 is de marktdruk voor Vlaardingen in 2009 per marktsegment weergegeven. Het beeld is als volgt: •
•
•
De ‘wachtrij’ was met 21 personen het kortst voor woningen met een huurprijs tot de aftoppingsgrens voor 1- tot 2-persoonshuishoudens. Met gemiddeld 83 personen was de wachtrij het langst voor woningen met een huurprijs vanaf de aftoppingsgrens (deze marktdruk heeft betrekking op 2 verhuringen) Naar woningtype bezien was de wachtrij het langst voor bovenwoningen/maisonnettes en benedenwoningen. Gemiddeld waren er respectievelijk 66 en 65 belangstellenden voor zulke woningen. Ook eengezinswoningen (46 ‘wachtenden’) konden op veel belangstelling rekenen. Met 7 personen was de wachtrij voor aangepaste- of ouderenwoningen het kortst Naar kamertal bezien loop de wachtrij op met het stijgen van het aantal kamers, met een piek in de marktdruk voor woningen met 5 of meer kamers
Voor alle duidelijkheid: een woningzoekende staat in meer ‘wachtrijen’ tegelijk, als deze op woningen uit verschillende huurprijsklassen en/of van verschillende typen en/of grootten heeft gereageerd.
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
19
Figuur 4.3 Marktdruk op verhuringen (via de krant en internet) in Vlaardingen naar huurprijs, woningtype en kamertal in 2009 83 65 49
66 50
46 25
26
3 kamers
27
21
1-2 kamers
36
34
29
18
Huurprijs
Type
5+ kamers
4 kamers
55+/service/miva
Bovenwoning/maisonnette
Benedenwoning
Flat zonder lift
Flat met lift
Eengezins
vanaf huurprijsgrens
tot huurprijsgrens
tot aftoppingsgrens 3+phh
tot aftoppingsgrens 12phh
7 tot jongeren/kwaliteits kortingsgrens
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Kamertal
Figuur 4.4 toont de marktdruk per wijk. De totale marktdruk voor Vlaardingen (figuur 4.2) is niet het gemiddelde van de marktdruk in de wijken. Dit komt doordat woningzoekenden die op aanbod in meerdere wijken reageren, in elke wijk waar zij reageren als actief woningzoekende worden geteld, terwijl zij op het niveau van de gemeente Vlaardingen slechts één keer meetellen. Deze ‘dubbeltellingen’ aan de vraagzijde woningzoekenden) komen aan de aanbodzijde (verhuringen) niet voor, waardoor de marktdruk op wijkniveau (bijna) altijd hoger is dan op gemeentelijk niveau. Het beeld van de marktdruk op wijkniveau maakt alleen een onderlinge vergelijking mogelijk van de marktsituatie binnen Vlaardingen. Uit de figuur blijkt dat de vraag-aanbodverhouding in 2009 het minst gunstig was voor woningen in de wijk Oostwijk. De marktdruk kwam hier uit op 41. Ook in 2008 was de marktdruk het hoogst in Oostwijk. Toen stonden er zelfs 63 personen per verhuurde woning in de rij. Na Oostwijk stonden de meeste personen in de rij voor woningen in de wijken Ambacht/Babberspolder (33) en Centrum/Indische buurt (30). In Holy-Noord stonden gemiddeld 25 personen in de rij, in Westwijk 21, in Rivierzone 16 en in Holy-Zuid 15. Figuur 4.4 Marktdruk op verhuringen (via de krant en internet) per wijk in Vlaardingen in 2009 50 40
41
30
33 30 25
20
21 16
10
15
0 Centrum / Indische buurt
Westw ijk
Rivierzone
Oostw ijk
Ambacht / Babberspolder
Holy-Zuid
Holy-Noord
Wijken
20
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
5
Verhuringen
Een belangrijke vereiste voor een goed functionerend aanbodmodel is transparantie van de woningmarkt voor woningzoekenden. Met behulp van een volledig overzicht van het beschikbare aanbod en de voorwaarden die er aan verbonden zijn, kunnen woningzoekenden hun keuze bepalen. Daarbij kunnen ze hun eigen kansen inschatten door in de verantwoordingstabel in de krant of op internet te volgen hoeveel woningzoekenden reageren op soortgelijke woningen en welke inschrijfduur de uiteindelijke huurder er voor nodig heeft gehad. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de inschrijfduur van woningzoekenden die in 2009 een woning hebben gevonden. Daarnaast wordt gekeken in welke mate woningen ‘passend’ zijn verhuurd, qua huurprijs en inkomen.
5.1
Benodigde inschrijfduur
In deze paragraaf geven we inzicht in de gemiddelde inschrijfduur die geslaagde woningzoekenden hadden bij het ingaan van hun (nieuwe) huurcontract. Hieruit kan grofweg worden afgeleid hoe lang het duurde om aan bod te komen. Het is daarmee een indicatie van de ‘wachttijd’ voor woonruimte. Het is ook niet meer dan een indicatie, omdat de benodigde inschrijfduur niet betekent dat een woningzoekende ook al zo lang serieus aan het zoeken is geweest; velen reageren maar af en toe en staan vooral ingeschreven om inschrijfduur op te bouwen. Succes op de woningmarkt hangt mede af van het zoekgedrag van woningzoekenden: of men vaak reageert op woningen, of men reageert op schaarse woningen of juist op minder populaire woningen, of men veel ‘eisen’ aan de gewenste woning stelt of juist met alles genoegen neemt zijn daarbij enkele kritische succesfactoren. In de figuren 5.1 en 5.2 is een overzicht opgenomen van de gemiddelde inschrijfduur van de geslaagde woningzoekenden in 2009. We maken daarbij een onderscheid naar kenmerken van de woningzoekenden (figuur 5.1) en naar kenmerken van de verhuurde woningen (figuur 5.2). Urgenten en stadsvernieuwingskandidaten zijn, vanwege hun voorrangspositie, buiten beschouwing gelaten. De gepresenteerde cijfers hebben dus betrekking op de ‘wachttijd’ voor reguliere woningzoekenden. In 2009 stonden geslaagde woningzoekenden bijna 4 jaar (46 maanden) ingeschreven bij Woonnet Rijnmond op het moment dat het huurcontract voor hun nieuwe woning in Vlaardingen inging. De wachttijd is daarmee met 7 maanden gestegen ten opzichte van 2007, toen geslaagde woningzoekenden gemiddeld 39 maanden stonden ingeschreven op het moment dat het huurcontract inging. Van de woningzoekenden die al in Vlaardingen woonden, stonden starters gemiddeld 2 maanden korter ingeschreven dan doorstromers. Bij woningzoekenden die van buiten Vlaardingen kwamen, stonden starters gemiddeld juist 5 maanden langer ingeschreven dan doorstromers. Doorstromers van elders moesten gemiddeld 6 maanden langer ‘wachten’ dan doorstromers uit Vlaardingen. Starters van elders stonden gemiddeld slechts 1 maand langer ingeschreven dan starters uit Vlaardingen. In de figuur zijn de groepen woningzoekenden die langer ingeschreven stonden dan gemiddeld rood gearceerd. Zo is te zien dat zeven groepen doorstromers uit Vlaardingen langer ingeschreven stonden dan de gemiddelde doorstromer uit Vlaardingen. Ook bij starters uit Vlaardingen ging het om zeven groepen woningzoekenden. Bij doorstromers van elders ging
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
21
het om vijf groepen woningzoekenden die langer ingeschreven stonden dan de gemiddelde doorstromer van elders. Bij starters van elders tenslotte ging het om zes groepen woningzoekenden. Figuur 5.1 Gemiddelde inschrijfduur in maanden van geslaagde reguliere woningzoekenden naar kenmerken van het huishouden in Vlaardingen in 2009 Æ Woningzoekenden die langer dan gemiddeld ingeschreven stonden, zijn rood gearceerd. Voorbeeld: de gemiddelde inschrijfduur van doorstromers uit Vlaardingen was in 2009 48 maanden. Doorstromers uit Vlaardingen met een 2-persoonshuishouden stonden gemiddeld 57 maanden ingeschreven en zijn dus rood gearceerd
tot en met 22 jaar 23-34 jaar 35-54 jaar 55-74 jaar 75 jaar en ouder
Vlaardingen Doorstromers Starters 34 30 45 52 47 54 57 12 40 8
Elders Doorstromers 37 39 43 44 46
Totaal Starters 24 51 53 44
30 47 47 51 38
1 persoon 2 personen 3 personen 4 personen 5 en meer personen
42 57 49 50 60
44 45 49 49 67
41 41 48 41 36
46 51 48 56 16
43 51 49 49 50
Onbekend Aandachtsgroep Niet-aandachtsgroep
29 49 49
10 47 49
17 38 54
42 43 63
24 45 51
Totaal 2009 Totaal 2008 Totaal 2007
48 41 46
46 34 40
42 44 57
47 43 46
46 39 45
Woningzoekenden die in 2009 in Vlaardingen een huurwoning betrokken, stonden het langst ingeschreven voor een eengezinswoning: gemiddeld 64 maanden, ofwel 5,3 jaar. Met 26 maanden (2,2 jaar) was de gemiddelde inschrijfduur het kortst voor eenkamerwoningen. Voor woningen met een huurprijs tot de jongeren/kwaliteitskortingsgrens en voor flatwoningen (al dan niet met lift) had geen enkele groep woningzoekenden een langere inschrijfduur nodig dan gemiddeld voor de totale groep woningzoekenden waartoe zij behoorden.
22
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Figuur 5.2 Gemiddelde inschrijfduur in maanden van geslaagde reguliere woningzoekenden naar kenmerken van de woning in Vlaardingen in 2009
Æ
Woningtypen waarvoor woningzoekenden langer dan gemiddeld ingeschreven moesten staan, zijn rood gearceerd. Voorbeeld: de gemiddelde inschrijfduur van starters uit Vlaardingen was 46 maanden. Voor een woning in Centrum/Indische buurt stonden starters uit Vlaardingen gemiddeld 54 maanden ingeschreven. Deze categorie is dus rood gearceerd
tot jongeren/kwaliteitskortingsgrens tot aftoppingsgrens 1-2phh tot aftoppingsgrens 3+phh tot huurprijsgrens vanaf huurprijsgrens
Vlaardingen Doorstromers Starters 39 38 48 49 55 82 67 36 44 25
Elders Doorstromers 37 42 56 32
Totaal Starters 42 52 0 68 84
39 47 57 51 44
Eengezinswoning Flat met lift Flat zonder lift Benedenwoning Bovenwoning/maisonnette 55+/service/miva
61 48 40 54 34 44
82 41 46 61 43 13
55 42 41 36 40 46
78 39 46 65 79 37
64 44 43 55 42 40
1 kamer 2 kamers 3 kamers 4 kamers 5 en meer kamers
37 46 45 52 71
9 37 49 58 33
43 39 43 38 81
18 48 55 39 39
26 43 47 49 60
Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord
60 38 67 32 43 46 47
54 40 45 52 38 51
43 42 20 49 31 47 40
62 39 64 56 42 39 56
57 40 57 40 41 44 48
Totaal 2009 Totaal 2008 Totaal 2007
48 41 46
46 34 40
42 44 57
47 43 46
46 39 45
Behalve naar de benodigde gemiddelde inschrijfduur, naar kenmerken van de woningzoekenden en naar kenmerken van de verhuurde woningen, is ook gekeken naar de inschrijfduur in klassen naar woningmarktstatus, verder uitgesplitst naar herkomst en woningmarktpositie van de geslaagde woningzoekenden (figuur 5.3). In 2009 stond 37% van alle geslaagden woningzoekenden in Vlaardingen (dus ook voorrangskandidaten) tussen de 2 en 5 jaar ingeschreven. 35% stond minder dan 2 jaar ingeschreven, 25% tussen de 5 en 10 jaar en 3% tussen de 10 en 20 jaar. Tussen urgenten en sv-kandidaten enerzijds en reguliere woningzoekenden anderzijds bestaat een wezenlijk verschil: minstens 40% van de urgenten en sv-kandidaten stond in 2009 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
23
maximaal 2 jaar ingeschreven, terwijl van de reguliere woningzoekenden minstens 64% minimaal 2 jaar stond ingeschreven. Urgenten en sv-kandidaten van elders stonden relatief gezien langer ingeschreven dan urgenten en sv-kandidaten uit Vlaardingen. De grootste groep geslaagde reguliere woningzoekenden stond op het moment van slagen tussen de 2 en 5 jaar ingeschreven. Dit geldt voor doorstromers en starters uit Vlaardingen (respectievelijk 40% en 39%) en voor doorstromers van elders (39%). Bij starters van elders stond de grootste groep geslaagde reguliere woningzoekenden op het moment van slagen tussen de 5 en 10 jaar ingeschreven, al is het verschil met de groep die tussen de 2 en 5 jaar stond ingeschreven minimaal (38% om 37%). Een klein aantal reguliere woningzoekenden (vooral doorstromers uit Vlaardingen) stond op het moment van slagen tussen de 10 en 20 jaar ingeschreven. Geen enkele geslaagde woningzoekende stond langer dan 20 jaar ingeschreven. Dat geldt zowel voor reguliere woningzoekenden als voor urgenten en svkandidaten. Bij deze tabel moet worden opgemerkt dat de percentages in een aantal gevallen betrekking hebben op (zeer) weinig verhuringen. De uitkomsten zijn daarom vooral indicatief van aard. Figuur 5.3 Inschrijfduur in klassen naar woningmarktstatus, verder uitgesplitst naar herkomst en woningmarktpositie in Vlaardingen in 2009 Status Herkomst Woningmarktpositie minder dan twee jaar tussen 2 en 5 jaar tussen 5 en 10 jaar tussen 10 en 20 jaar langer dan 20 jaar
urgenten Vlaardingen Elders
sv-kandidaten Vlaardingen Elders
regulieren Vlaardingen Elders doorstromers starters doorstomers starters
totaal
66% 23% 11% 0% 0%
55% 20% 25% 0% 0%
51% 32% 15% 3% 0%
40% 30% 20% 10% 0%
31% 40% 24% 5% 0%
30% 39% 29% 1% 0%
36% 39% 24% 2% 0%
25% 37% 38% 0% 0%
35% 37% 25% 3% 0%
totaal aantal verhuringen*
35
20
136
10
408
174
185
138
1.106
gemiddeld 2009 gemiddeld 2008 gemiddeld 2007
25 19 38
32 18 28
36 29 32
44 23 24
48 41 46
46 34 40
42 44 57
47 43 46
46 39 45
* 32 verhuringen waarbij de inschrijfduur van de woningzoekende onbekend is, zijn achterwege gelaten in de tabel
Tenslotte is ook nog gekeken naar de gemiddelde inschrijfduur van geslaagde woningzoekenden naar categorie waarin de verhuurde woning is aangeboden (figuur 5.4). Ook in deze figuur is een onderverdeling gemaakt naar herkomst en woningmarktpositie. Woningzoekenden die zijn geslaagd in een woning die via directe bemiddeling is aangeboden stonden gemiddeld het kortste ingeschreven: 31 maanden. Woningzoekenden die zijn geslaagd in een woning die via lokaal maatwerk is aangeboden stonden met gemiddeld 61 maanden het langste ingeschreven. Voor woningen die voorwaardenvrij zijn aangeboden was een gemiddelde inschrijfduur van 47 maanden nodig, voor woningen die zijn aangeboden via volkshuisvestelijk labelen was een gemiddelde inschrijfduur van 51 maanden nodig.
24
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
De verhuringen via lokaal maatwerk zijn verder uitgesplitst naar lokaal maatwerkcode. In de tabel zijn ook voor de verhuringen in deze afzonderlijke categorieën de gemiddeld benodigde inschrijfduren opgenomen. Let wel dat het hier om een zeer klein aantal verhuringen gaat. Figuur 5.4 Gemiddelde inschrijfduur in maanden naar aanbiedingscategorie in Vlaardingen in 2009
Voorwaardevrij Directe bemiddeling Volkshuisvestelijk labelen Lokaal maatwerk Lokaal maatwerkcode: 601 - Vld B1 Gezin met kinderen 603 - Vld B3 Kwetsbare gebieden 604 - Vld B4 Spec. Cpx (DB) 605 - Vld B5 Jongeren 607 - Vld B7 Aanleunwon. (DB) Totaal 2009 Totaal 2008 Totaal 2007
5.2
Vlaardingen Doorstromers Starters 41 55 37 14 57 47 61 64
Elders Doorstromers Starters 42 62 38 13 43 50 58 41
Totaal 47 31 51 61
63 43 134
82 49
42 90
41
65 48 134
45 34 41
43 32 38
42 37 53
46 41 45
44 35 42
Verhuringen naar bezettingsnorm
Bij de verhuringen golden tot 2005 de regels uit de huisvestingsverordening over de zogenaamde bezettingsnorm: er was een relatie vastgelegd tussen het aantal personen in een huishouden en het daarbij toegestane aantal kamers van de woning. Deze regelgeving was bedoeld om een rechtvaardige en doelmatige woonruimteverdeling te bewerkstelligen. Sinds de Overeenkomst Woonruimteverdeling in de stadsregio van kracht is geworden in 2005, gelden echter andere regels. Sindsdien is een deel van het aanbod ‘vrijgelaten’: minimaal 40% dient voorwaardevrij geadverteerd te worden, wat betekent dat iedereen op deze woningen kan reageren, ongeacht de hoogte van het inkomen of de omvang van het huishouden. In figuur 5.5 zijn alle verhuringen in Vlaardingen in 2009 uitgesplitst naar kamertal én huishoudensomvang van de nieuwe huurders. De vroeger gehanteerde bezettingsnorm is ter illustratie grijs gearceerd (waarbij moet worden aangetekend dat voor elke huishoudensomvang alleen een bovengrens is vastgelegd; zo mag een huishouden van 5 personen dus in principe ook in een woning met 3 kamers wonen, hoewel dat uit beheeroogpunt meestal niet wenselijk is, want dat zijn maar 2 slaapkamers voor 5 personen. Als de bezettingsnorm nog zou gelden, dan zouden in 2009 157 woningen niet conform aan deze norm zijn verhuurd. Dat komt neer op 14% van alle verhuringen.
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
25
Figuur 5.5 Verhuurde corporatiewoningen in Vlaardingen in 2009 volgens de bezettingsnorm
Nieuwe huurders van woningen 1 persoon 2 personen 3 personen 4 personen 5 en meer personen Totaal
1-2 kamers 236 25 3 0 0 264
Verhuurde woningen 3 kamers 4 kamers 288 73 87 79 72 78 26 67 3 34 476 331
5+ kamers 2 1 2 0 13 18
Totaal 599 192 155 93 50 1.089
* 49 woningen met een onbekend kamertal zijn achterwege gelaten in de tabel
5.3
Verhuringen aan de aandachtsgroep
De huisvesting van de aandachtsgroep (zoals in 1990 geïntroduceerd in de (rijks-)Nota Volkshuisvesting in de jaren negentig) speelt nog steeds een belangrijke rol in het overleg tussen de gemeenten en de corporaties. In deze paragraaf staan de verhuringen aan de aandachtsgroep in Vlaardingen in 2009 centraal. Van de geslaagde woningzoekenden die behoren tot de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid is 93% terechtgekomen in voor hen ‘bestemd’ aanbod (dat wil zeggen met een huurprijs onder de aftoppingsgrens). In 2008 was dit 94% en in 2007 97%. Wanneer we kijken naar alle verhuringen van woningen die qua huurprijs voor de aandachtsgroep bestemd zijn, dan blijkt dat 73% van die woningen in 2009 naar woningzoekenden uit de aandachtsgroep is gegaan. Dat is meer dan in 2008, toen 71% van alle huurwoningen die qua huurprijs bestemd waren voor de aandachtsgroep ook aan deze groep werden verhuurd, maar minder dan in 2007 (75%). Van de woningen met een huurprijs vanaf de aftoppingsgrens is meer dan de helft (53%) naar iemand uit de aandachtsgroep gegaan. Dit percentage laat al jaren een stijgende lijn zien: 22% in 2005, 25% in 2006, 34% in 2007, 40% in 2008 en nu dus 53%. Van alle verhuurde woningen in Vlaardingen in 2009 is 71% naar iemand uit de aandachtsgroep gegaan. Dat is 3% meer dan in 2008, maar net iets minder dan in 2006 en 2007 (respectievelijk 72% en 73%). Zie figuur 5.6 op de volgende pagina voor een compleet overzicht.
26
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Figuur 5.6 Verhuringen naar huurprijs aan de aandachtsgroep en niet-aandachtsgroep in Vlaardingen in 2009* Verhuringen met huurprijs onder aftoppingsgrens
Verhuringen met huurprijs vanaf aftoppingsgrens
Alle verhuringen
aantal* Aan aandachtsgroep
716
50
766
Aan niet-aandachtsgroep
271
44
315
rij% Aan aandachtsgroep
93%
7%
100%
Aan niet-aandachtsgroep
86%
14%
100%
Aan aandachtsgroep
73%
53%
71%
Aan niet-aandachtsgroep
27%
47%
29%
Kolom%
* verhuurde woningen met een onbekende huurprijs en geslaagden met een onbekend inkomen zijn niet meegenomen in de berekeningen voor de bovenstaande tabel. Dit was het geval bij 57 verhuringen.
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
27
28
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
6
Slaagkansen
ekenden met succes heeft De slaagkans geeft weer welk aandeel van de woningzoekenden deelgenomen aan het aanbodmodel en een corporatiewoning in Vlaardingen heeft verkregen. De slaagkans wordt beïnvloed door de omvang van het beschikbare aanbod én de omvang van de groep woningzoekenden. De hier gepresenteerde slaagkansen zijn gebaseerd op de kwartaalrapportages ‘Kans van Slagen. Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam (COS, 2009, 2010). De slaagkans in 2009 is het gemiddelde van de kwartaalslaagkansen in dat jaar (zie opmerking volgende pagina).
6.1
Slaagkansen per regiogemeente
In figuur 6.1 is de slaagkans opgenomen per regiogemeente in 2009. Woningzoekenden op de woningmarkt in Vlaardingen hadden in 2009 een slaagkans van 5,9%. Dat is een stijging van 0,7% ten opzichte van 2008. Een slaagkans van 5,9% houdt in dat elk kwartaal ongeveer één op de zeventien woningzoekenden een sociale huurwoning in Vlaardingen heeft gevonden. Van de grootstedelijke gemeenten had in 2009 alleen Rotterdam een hogere slaagkans dan Vlaardingen. In drie van de vijf groeistedelijke gemeenten was de slaagkans in 2009 hoger dan in Vlaardingen, in de meeste kleinstedelijke gemeenten was de slaagkans juist lager. Figuur 6.1
Slaagkans per regiogemeente in 2009 Rotterdam
7, 1%
Grootstedelijk
Schiedam
2 ,5%
Vlaardingen
5, 9 %
Maassluis
5, 5%
Capelle a/d IJssel
3 ,9 %
Groeistedelijk
Hellevoetsluis
7,5%
Spijkenisse
6 ,6 %
Rozenburg
5,7%
Ridderkerk
10 , 5%
Krimpen a/d IJssel
18 ,8 %
Kleinstedelijk
Albrandsw aard Barendrecht
2 ,9 % 1,7%
Lansingerland Brielle
3 ,6 % 2 ,0 %
Hoek van Holland
2 ,5%
Bernisse Westvoorne 0%
8 ,5% 4 , 1%
5%
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
10%
15%
20%
29
6.2
Slaagkans per groep woningzoekenden
In figuur 6.2 is de slaagkans van verschillende groepen woningzoekenden op de woningmarkt in Vlaardingen weergegeven. Het beeld was in 2009 als volgt: •
•
•
•
• •
De slaagkans van doorstromers op de woningmarkt was meer dan twee keer zo hoog als die van starters op de woningmarkt. Het verschil in slaagkans tussen doorstromers en starters wordt met de jaren steeds groter: in 2006 bedroeg dit verschil nog 0,7%, het jaar daarop verdubbelde het verschil naar 1,4%, in 2008 verdubbelde het verschil weer naar 2,9% en inmiddels bedraagt het verschil in slaagkans tussen doorstromers en starters 4,5% De slaagkans van de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid bedroeg in 2009 5,7% en was daarmee 0,2% lager dan die van de niet-aandachtsgroep. Het verschil in slaagkans tussen deze twee groepen is ten opzichte van de laatste twee jaar afgenomen Naar huishoudensgrootte bezien was de hoogste slaagkans in 2009 voor huishoudens bestaande uit 5 of meer personen (8,3%). De laagste slaagkans was voor tweepersoonshuishoudens (3,9%) Zoals ieder jaar bestond er ook in 2009 een sterke relatie tussen de leeftijd van de woningzoekenden en de slaagkans: hoe ouder, hoe hoger de slaagkans. De erg hoge slaagkans voor woningzoekenden van 55 jaar en ouder komt doordat een deel van het aanbod speciaal voor hen is gereserveerd. Daarnaast hebben ouderen vaak een langere inschrijfduur opgebouwd, waardoor ze automatisch hoog op de ranglijst komen bij aangeboden woningen Urgenten en sv-kandidaten hebben door hun voorrangspositie een beduidend hogere slaagkans dan reguliere woningzoekenden De slaagkans van woningzoekenden uit Vlaardingen was in 2009 4,5 keer zo hoog als de slaagkans van woningzoekenden die niet uit Vlaardingen kwamen
Opmerking slaagkansen: In de serie kwartaalrapportages volgen we de slaagkans van groepen woningzoekenden voor het woningaanbod dat verhuurd is via de media (krant en internet) én door directe bemiddeling. De slaagkans is dus gebaseerd op alle verhuringen in een kwartaal. De slaagkans wordt beschouwd als een indicator voor de relatieve positie van groepen woningzoekenden op de sociale huurwoningmarkt en is als volgt gedefinieerd: het aantal woningzoekenden (per subgroep) dat in het kwartaal een woning heeft verkregen (verhuringen) via de media of directe bemiddeling, gedeeld door het aantal actief woningzoekenden (per subgroep) dat op die woningen heeft gereageerd plus het aantal geslaagde direct bemiddelden (die niet actief waren), uitgedrukt als percentage.
30
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Figuur 6.2 Slaagkans per groep woningzoekenden op de woningmarkt in Vlaardingen in 2009 totaal
5 ,9 %
doorstromers
8 ,2 %
starters
3 ,7 %
aandachtsgroep
5 ,7 %
niet-aandachtsgroep
5 ,9 %
1 persoon
6 ,1%
2 personen
3 ,9 %
3 personen
6 ,9 %
4 personen
8 ,1%
5 en meer personen
8 ,3 %
tot en met 22 jaar 2 ,0 % 23-34 jaar
4 ,7 %
35-54 jaar
6 ,0 %
55-74 jaar
16 ,0 %
75 jaar en ouder
3 0 ,9 %
reguliere w oningzoekenden
7 ,2 %
urgenten
13 ,6 %
sv-kandidaten
2 5 ,3 %
w oningzoekenden uit Vlaardingen
10 ,8 %
w oningzoekenden van buiten 2 ,4 % 0%
6.3
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Ontwikkeling van de slaagkans
De ontwikkeling van de slaagkans in Vlaardingen is in figuur 6.3 zichtbaar gemaakt. Hiervoor is een ‘tweekwartaals voortschrijdend gemiddelde’ gebruikt; dit betekent dat het gemiddelde van de slaagkans in twee kwartalen steeds als punt is weergegeven. Vertekeningen door uitschieters worden hierdoor minder en patronen worden duidelijker zichtbaar. De slaagkansen in Vlaardingen worden sinds 2002 elk kwartaal gevolgd. De berekeningswijze is echter veranderd per 2005. Sindsdien worden ook verhuringen door directe bemiddelingen meegenomen bij de berekening van de slaagkans, waardoor deze hoger uitkomt. Uit figuur 6.3 blijkt dat de slaagkans, na de dip in 2008, weer is gaan stijgen. Aan het eind van 2009 bedroeg het tweekwartaals voortschrijdend gemiddelde 5,9%. Dat is 1,3% hoger dan aan
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
31
het eind van 2008, maar nog niet zo hoog als eind 2007, toen het tweekwartaals voortschrijdend gemiddelde 6,2% bedroeg. Figuur 6.3 Ontwikkeling van de slaagkans in Vlaardingen (tweekwartaals voortschrijdend gemiddelde), 2002 – 2009 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1%
slaagkans: oude berekeningsw ijze
2009-3/4
2009-2/3
2009-1/2
2008-4/1
2008-3/4
2008-2/3
2008-1/2
2007-4/1
2007-3/4
2007-2/3
2007-1/2
2006-4/1
2006-3/4
2006-2/3
2006-1/2
2005-4/1
2005-3/4
2005-2/3
2005-1/2
2004-4/1
2004-3/4
2004-2/3
2004-1/2
2003-4/1
2003-3/4
2003-2/3
2003-1/2
2002-4/1
2002-3/4
2002-2/3
2002-1/2
0%
slaagkans: nieuw e berekeningsw ijze
In de figuren 6.4 en 6.5 is de ontwikkeling van de slaagkans van starters en doorstromers en van de aandachtsgroep en de niet-aandachtsgroep sinds 2007 weergegeven. Let op: het gaat hier alleen om reguliere woningzoekenden. De slaagkans voor doorstromers op de woningmarkt was aan het eind van 2009 4,4% hoger dan aan het begin van 2007. De slaagkans van starters op de woningmarkt zat aan het eind van 2009 juist 0,6% onder de slaagkans aan het begin van 2007. Beide slaagkansen laten een golvend beeld zien, waarbij de slaagkans van doorstromers zich grilliger heeft ontwikkeld dan die van starters. De slaagkans van de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid lag eind 2009 2,1% hoger dan aan het begin van 2007. De slaagkans van de niet-aandachtsgroep lag eind 2009 2,9% hoger dan aan het begin van 2009. De ontwikkeling van beide slaagkansen loopt door de jaren heen vrij parallel; alleen in het tweede kwartaal van 2007 bedroeg het verschil meer dan 2%. Alle andere kwartalen bedroeg het verschil tussen de slaagkans van doorstromers en die van starters maximaal 1,1%.
32
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Figuur 6.4 Ontwikkeling van de slaagkans van starters en doorstromers (exclusief voorrangskandidaten) in Vlaardingen, 2007-2009 10,0% 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2007-1 2007-2 2007-3 2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 doorstromers
starters
Figuur 6.5 Ontwikkeling van de slaagkans van de aandachtsgroep en de niet-aandachtsgroep (exclusief voorrangskandidaten) in Vlaardingen, 2007-2009 10,0% 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2007-1 2007-2 2007-3 2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 aandachtsgroep
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
niet-aandachtsgroep
33
34
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
7
Verhuisbewegingen
Dit hoofdstuk beschrijft de verhuisbewegingen die de verhuringen van corporatiewoningen in Vlaardingen in 2009 op gang hebben gebracht. Per wijk en voor Vlaardingen als geheel wordt gekeken naar de herkomst van de nieuwe huurders. Het is van belang te beseffen dat het hier geen totaalbeeld van de verhuisbewegingen naar en binnen Vlaardingen betreft; er zullen immers ook mensen zijn verhuisd in de particuliere huur- en koopsector.
7.1
Herkomst van alle geslaagden
Figuur 7.1 laat zien waar alle woningzoekenden die in 2009 in Vlaardingen zijn geslaagd vandaan kwamen en in welke wijk ze zich gevestigd hebben. In 2009 kwam 68% (779 woningzoekenden) van de geslaagden in Vlaardingen uit Vlaardingen zelf. Ten opzichte van 2008 is het percentage geslaagden uit de eigen gemeente met 11% gedaald. Van de geslaagden die van buiten Vlaardingen kwamen, kwam het grootste deel uit Rotterdam (11%)
Westwijk
Rivierzone
Oostwijk
Ambacht/Babberspolder
Holy-Zuid
Holy-Noord
Subtotaal Vlaardingen
VERTREK UIT: Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord Subtotaal Vlaardingen Albrandswaard Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Hoek van Holland Krimpen aan den IJssel Lansingerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Westvoorne Buiten stadsregio Totaal Totaal N
Centrum/Indische buurt
Figuur 7.1 Geslaagden naar wijk en gemeente van vertrek en vestigingsplek in 2009 (kolom%)
28% 13% 1% 5% 23% 3% 4% 78% 1% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 7% 0% 4% 0% 0% 8% 100% 273
9% 31% 1% 4% 9% 4% 3% 61% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 0% 15% 0% 5% 1% 0% 12% 100% 210
11% 22% 11% 6% 11% 6% 0% 67% 0% 0% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 6% 6% 0% 11% 100% 18
5% 10% 1% 9% 40% 4% 3% 72% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 3% 0% 12% 1% 2% 0% 0% 9% 100% 94
8% 3% 0% 4% 43% 4% 4% 66% 1% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 13% 0% 5% 0% 0% 14% 100% 119
7% 7% 0% 5% 14% 21% 11% 66% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 10% 0% 8% 1% 0% 11% 100% 283
10% 9% 0% 3% 21% 11% 13% 67% 0% 0% 0% 1% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 12% 1% 9% 2% 0% 8% 100% 141
13% 13% 1% 5% 21% 9% 7% 68% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 11% 0% 6% 1% 0% 10% 100% 1.138
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
35
In de wijk Ambacht/Babberspolder slaagden relatief gezien de meeste woningzoekenden uit de eigen wijk (43%). In Oostwijk kwam slechts 9% van de geslaagden uit de eigen wijk. Maar liefst 40% van de geslaagden in Oostwijk kwam uit de wijk Ambacht/Babberspolder. Met 78% van de geslaagden afkomstig uit Vlaardingen zelf is de wijk Centrum/Indische buurt het meest lokaal georiënteerd. Ambacht/Babberspolder trok relatief gezien de meeste bewoners van buiten de stadsregio Rotterdam.
7.2
Herkomst geslaagden naar status
In figuur 7.2 is gekeken naar verhuringen aan reguliere woningzoekenden in Vlaardingen. Uit de figuur blijkt dat 65% van de geslaagde reguliere woningzoekenden al in Vlaardingen woonde. Per wijk varieert dit percentage van 58% (Ambacht/Babberspolder) tot 73% (Centrum/Indische buurt).
36
Westwijk
Rivierzone
Oostwijk
Ambacht/Babberspolder
Holy-Zuid
Holy-Noord
Subtotaal Vlaardingen
VERTREK UIT: Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord Subtotaal Vlaardingen Albrandswaard Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Hoek van Holland Krimpen aan den IJssel Lansingerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Westvoorne Buiten stadsregio Totaal Totaal N
Centrum/Indische buurt
Figuur 7.2 Geslaagde reguliere woningzoekenden naar wijk en gemeente van vertrek en vestigingsplek in 2009 (kolom%)
32% 15% 1% 4% 13% 4% 5% 73% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 9% 0% 4% 0% 0% 10% 100% 215
8% 34% 1% 4% 6% 3% 4% 60% 1% 0% 0% 1% 0% 0% 1% 0% 4% 0% 15% 0% 6% 1% 0% 14% 100% 191
14% 29% 7% 7% 7% 7% 0% 71% 0% 0% 0% 0% 7% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 7% 0% 0% 14% 100% 14
7% 13% 0% 10% 30% 4% 4% 70% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 3% 0% 12% 0% 1% 0% 0% 12% 100% 67
8% 3% 0% 5% 31% 5% 5% 58% 1% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 15% 0% 6% 0% 0% 18% 100% 97
7% 6% 0% 5% 9% 21% 13% 63% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 10% 0% 9% 1% 0% 13% 100% 240
11% 6% 0% 2% 14% 13% 17% 62% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 15% 1% 8% 3% 0% 10% 100% 109
14% 14% 1% 5% 14% 9% 8% 65% 1% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 12% 0% 6% 1% 0% 12% 100% 933
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
In figuur 7.3 is tenslotte ook nog gekeken naar de herkomst van de geslaagde voorrangskandidaten in Vlaardingen in 2009. Uit de figuur blijkt dat voornamelijk lokale voorrangskandidaten zijn geslaagd: 85% was al woonachtig in Vlaardingen. In Ambacht/Babberspolder kwamen zelfs alle geslaagde voorrangskandidaten uit Vlaardingen en was 95% afkomstig uit de eigen wijk. Voorrangskandidaten die in Vlaardingen slaagden maar daar nog niet woonden, kwamen uit Albrandswaard, Hellevoetsluis, Maassluis, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam en Spijkenisse. Bij deze figuur moet overigens wel worden opgemerkt dat absoluut gezien om kleine aantallen gaat. De percentages zijn daarom vooral indicatief.
Holy-Zuid
Holy-Noord
Subtotaal Vlaardingen
van
Ambacht/Babberspolder
gemeente
Oostwijk
en
Rivierzone
wijk
Westwijk
VERTREK UIT: Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord Subtotaal Vlaardingen Albrandswaard Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Hoek van Holland Lansingerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Buiten stadsregio Totaal Totaal N
naar
Centrum/Indische buurt
Figuur 7.3 Geslaagde voorrangskandidaten vestigingsplek in 2009 (kolom%)
16% 7% 2% 7% 59% 2% 2% 93% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 2% 2% 0% 100% 58
16% 11% 0% 0% 32% 16% 0% 74% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 0% 16% 0% 0% 5% 0% 100% 19
0% 0% 25% 0% 25% 0% 0% 50% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 25% 0% 0% 0% 0% 25% 0% 100% 4
0% 0% 4% 4% 67% 4% 0% 78% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 0% 11% 4% 4% 0% 0% 100% 27
5% 0% 0% 0% 95% 0% 0% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 22
7% 9% 0% 2% 42% 23% 0% 84% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 7% 0% 5% 0% 0% 100% 43
6% 19% 0% 6% 47% 3% 0% 81% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 3% 0% 13% 0% 0% 100% 32
9% 8% 1% 4% 55% 8% 0% 85% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 5% 0% 4% 1% 0% 100% 205
vertrek
en
In Bijlage II zijn de figuren 7.1 t/m 7.3 nogmaals opgenomen, met de absolute aantallen in plaats van de percentages.
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
37
38
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Bijlagen
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
39
40
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Bijlage I
Begrippenlijst
• Aanbiedingen: alle via de media (krant en internet) aangeboden woningen in de betreffende periode plus alle directe bemiddelingen buiten de media van het aanbodmodel om in deze periode • Aandachtsgroep: hiertoe behoren alleenstaanden tot 65 jaar met een belastbaar inkomen tot € 20.975, alleenstaanden vanaf 65 jaar met een belastbaar inkomen tot € 19.800, meerpersoonshuishoudens tot 65 jaar met een belastbaar inkomen tot € 28.475 en meerpersoonshuishoudens vanaf 65 jaar met een belastbaar inkomen tot € 27.075 • Actief woningzoekenden: woningzoekenden die in de betreffende periode op via de media (krant en internet) aangeboden woningen hebben gereageerd • Directe bemiddeling: deze woningen worden buiten de media van het regionale aanbodmodel aangeboden • Doorstromer: huishouden dat bij verhuizing een voor bewoning beschikbare woning achterlaat • Lokaal maatwerk: deze woningen worden met specifieke passendheidseisen aangeboden via de media van het regionale aanbodmodel om redenen van volkshuisvestelijke aard of leefbaarheidsargumenten • Marktdruk: het aantal woningzoekenden dat gereageerd heeft op verhuurde woningen (per marktsegment) gedeeld door het aantal verhuurde woningen (per marktsegment), uitgedrukt als het gemiddelde aantal woningzoekenden per verhuurde woning • Niet-aandachtsgroep: hiertoe behoren alleenstaanden tot 65 jaar met een belastbaar inkomen vanaf € 20.975, alleenstaanden vanaf 65 jaar met een belastbaar inkomen vanaf € 19.800, meerpersoonshuishoudens tot 65 jaar met een belastbaar inkomen vanaf € 28.475 en meerpersoonshuishoudens vanaf 65 jaar met een belastbaar inkomen vanaf € 27.075 • Slaagkans: het aantal woningzoekenden (per subgroep) dat in de betreffende periode een woning heeft verkregen via de media of directe bemiddeling, gedeeld door het aantal actief woningzoekenden (per subgroep) dat op die woningen heeft gereageerd plus het aantal geslaagde direct bemiddelden die niet ook al hebben gereageerd, uitgedrukt als een percentage • Starter: huishouden dat in een zelfstandige woning gaat wonen, maar geen voor bewoning beschikbare woning achterlaat • SV-kandidaten: huishoudens die wegens sloop of ingrijpende verbetering van de woning moeten verhuizen en hiervoor een huisvestingsverklaring hebben ontvangen • Urgenten: woningzoekenden met een dringend huisvestingsprobleem waarvoor ze een urgentieverklaring toegekend hebben gekregen • Verhuringen: alle via de media (krant en internet) verhuurde woningen in de betreffende periode plus alle verhuurde woningen die door directe bemiddeling buiten de media van het aanbodmodel om zijn verhuurd • Volkshuisvestelijk labelen: deze woningen worden via de media van het regionale aanbodmodel aangeboden, maar zijn voorzien van een label voor een specifieke leeftijdsgroep (ouderen of jongeren), of van passendheidseisen (huishoudensomvang of inkomenseisen) • Voorwaardevrij: deze woningen worden via de media van het regionale aanbodmodel aangeboden zonder passendheidscriteria • Vraagdruk: het gemiddeld aantal reacties van woningzoekenden op een advertentie van een woning uit de bereikbare sector (exclusief ouderen- en mivawoningen)
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
41
42
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Bijlage II
Verhuisbewegingen, absolute aantallen (figuren behorend bij hoofdstuk 7)
Westwijk
Rivierzone
Oostwijk
Ambacht/Babberspolder
Holy-Zuid
Holy-Noord
Subtotaal Vlaardingen
VERTREK UIT: Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord Subtotaal Vlaardingen Albrandswaard Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Hoek van Holland Krimpen aan den IJssel Lansingerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Westvoorne Buiten Woonnet Totaal
Centrum/Indische buurt
Alle geslaagde woningzoekenden
77 36 3 13 62 9 12 212 2 1 0 2 1 1 0 0 2 0 20 0 10 1 0 21 273
19 66 2 8 18 9 7 129 1 0 0 1 0 0 1 0 8 0 31 0 11 2 0 26 210
2 4 2 1 2 1 0 12 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0 2 18
5 9 1 8 38 4 3 68 0 0 0 0 0 1 0 0 3 0 11 1 2 0 0 8 94
9 3 0 5 51 5 5 78 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 15 0 6 0 0 17 119
20 19 1 14 40 60 32 186 3 1 0 1 0 0 1 1 4 1 28 0 23 2 1 31 283
14 13 0 4 30 15 18 94 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 17 1 13 3 0 11 141
146 150 9 53 241 103 77 779 7 2 1 5 3 2 2 1 19 1 122 2 66 9 1 116 1.138
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
43
44
Westwijk
Rivierzone
Oostwijk
Ambacht/Babberspolder
Holy-Zuid
Holy-Noord
Subtotaal Vlaardingen
VERTREK UIT: Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord Subtotaal Vlaardingen Albrandswaard Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Hoek van Holland Krimpen aan den IJssel Lansingerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Westvoorne Buiten Woonnet Totaal
Centrum/Indische buurt
Geslaagde reguliere woningzoekenden
68 32 2 9 28 8 11 158 1 1 0 2 1 1 0 0 1 0 20 0 9 0 0 21 215
16 64 2 8 12 6 7 115 1 0 0 1 0 0 1 0 7 0 28 0 11 1 0 26 191
2 4 1 1 1 1 0 10 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 2 14
5 9 0 7 20 3 3 47 0 0 0 0 0 1 0 0 2 0 8 0 1 0 0 8 67
8 3 0 5 30 5 5 56 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 15 0 6 0 0 17 97
17 15 1 13 22 50 32 150 2 1 0 1 0 0 1 1 3 1 25 0 21 2 1 31 240
12 7 0 2 15 14 18 68 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 16 1 9 3 0 11 109
128 134 6 45 128 87 76 604 5 2 1 5 2 2 2 1 14 1 112 1 58 6 1 116 933
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Westwijk
Rivierzone
Oostwijk
Ambacht/Babberspolder
Holy-Zuid
Holy-Noord
Subtotaal Vlaardingen
VERTREK UIT: Centrum/Indische buurt Westwijk Rivierzone Oostwijk Ambacht/Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord Subtotaal Vlaardingen Albrandswaard Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Hoek van Holland Lansingerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Buiten Woonnet Totaal
Centrum/Indische buurt
Geslaagde voorrangskandidaten
9 4 1 4 34 1 1 54 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0 58
3 2 0 0 6 3 0 14 0 0 0 0 0 0 1 0 3 0 0 1 0 19
0 0 1 0 1 0 0 2 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 4
0 0 1 1 18 1 0 21 0 0 0 0 0 0 1 0 3 1 1 0 0 27
1 0 0 0 21 0 0 22 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 22
3 4 0 1 18 10 0 36 1 0 0 0 0 0 1 0 3 0 2 0 0 43
2 6 0 2 15 1 0 26 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 4 0 0 32
18 16 3 8 113 16 1 175 2 0 0 1 0 0 5 0 10 1 8 3 0 205
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
45
46
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
Publicatieoverzicht COS Titel rapport (uitgave)
jaar
Algemeen Feitenkaart Omnibusenquête 2010 Staat van Rotterdam 2010 Kerncijfers & trends Rotterdam 2009 Binnenstadsmonitor 2009 - De staat van de Rotterdamse binnenstad Aandachtsgebieden in beeld 2007 Monitor Prins Alexander 2007 Feijenoord in beeld Handleiding voor het opstellen van meetbare doelstellingen
2010 2010 2009 2009 2008 2008 2007 2006
Arbeid en Inkomen Monitor bedrijventerreinen stadsregio Rotterdam 2010 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam op deelgemeente- en buurtniveau 2007 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2007 Feitenkaart Rotterdamse kantorenmarkt per 1 januari 2009 De Rotterdamse marktbezoeker 2009. Resultaten uit de Omnibusenquête 2009 Rotterdam voor afgestudeerden. Binding van afgestudeerde bestuurskundigen met Rotterdam Monitor Lage inkomens Delft 2008 (i.s.m. SWA) Monitor Lage inkomens Westland. 1e meting Monitor Gemeentelijke Lastendruk Rotterdam, 2003-2006
2010 2010 2010 2009 2009 2008 2008 2007 2006
Bevolkingsgroepen Chinezen in Rotterdam
2006
Communicatie en klanttevredenheid Rotterdammers over de gemeentelijke dienstverlening 2010 Klanttevredenheid Team Horeca & Evenementen Waardering dienstverlening parkeren 2008 Kijk- en Luisteronderzoek SLOR 2008 Rotterdammers over bouwoverlast in het centrum van Rotterdam. Resultaten uit de Omnibusenquête 2008 Het digitaal bewonerspanel Prins Alexander over het evenementenbeleid Het digitaal bewonerspanel Prins Alexander over de deelgemeentegids Tevredenheidsmeting Feijenoord 2007 Gebruik en waardering JOS Intranet Stadswinkel op voorhand
2010 2010 2009 2009 2008 2008 2008 2007 2006 2006
Demografie Feitenkaart Bevolkingsmonitor 2e kwartaal 2010 Bevolkingsprognose Rotterdam 2010-2025 Feitenkaart Prognose huishoudens 2025 Trendprognose Rotterdam 2020
2010 2009 2008 2006
Kunst en cultuur Cultuurdeelname in Rozenburg Cultuurparticipatie in deelgemeenten Cultuurparticipatie van Rotterdammers 2007 Ruimte voor creativiteit. Onderzoek naar de bedrijfshuisvestingsvraag van creatieve ondernemers in Rotterdam Belangstelling voor opera in Rotterdam 2008. Resultaten uit de Omnibusenquête 2008 Klanttevredenheid SKVR
2010 2009 2008 2008 2008 2006
Leefbaarheid en Veiligheid Vervolgmeting monitor CO2-uitstoot Rotterdam, Woningen. Versie mei 2010 Rotterdammers over het milieu 2009. Resultaten uit de Omnibusenquête 2009 Energieverbruik door Rotterdamse huishoudens 2004 Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen. Nulmeting 2007 Monitor hot spots Rotterdam, vijfde meting (2007) Rotterdammers over singels, sloten en vijvers. Resultaten uit de Omnibusenquêtes 2002 - 2007 Effectmeting overlast Oude Noorden Beleving luchtkwaliteit onder Rotterdammers 2006
2010 2009 2009 2008 2007 2007 2007 2006
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009
47
Publicatieoverzicht COS (vervolg) Titel rapport (uitgave)
jaar
Onderwijs VVE-monitor Rotterdam 2009, 4de meting Leerlingprognoses Primair Onderwijs Rotterdam 2007-2022
2010 2008
Politiek en bestuur Analyse gemeenteraadsverkiezingen 2010 Analyse opkomst gemeenteraadsverkiezingen 2010 Rotterdammers over burgerparticipatie 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Feitenkaart Het oordeel van Rotterdammers over het gemeentebestuur voorjaar 2007 Opkomen voor Rotterdam Skyline op ooghoogte
2010 2010 2007 2007 2006 2006
Ruimtelijke ordening en verkeer Rotterdammers over het verkeer 2010. Resultaten uit de Omnibusenquête 2010 Mobiliteit in Rotterdam, de stadsregio en Nederland 2004-2008 Bezoek en waardering wijkparken Rotterdam Vervolgenquête Fiets in de metro. Evaluatie van de pilot 'Fiets in de metro in de daluren' Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006 Mobiliteit in Rotterdam, de stadsregio en Nederland 2004-2007 Tevredenheidsonderzoek Evenementenparkeerregeling 2007 Rotterdammers over het openbaar vervoer 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Masterplan Lijnbaanhoven Draagvlakmeting parkeren onder de Noorderhavenkade Belevingsonderzoek groene golf Schiekade/Schieweg
2010 2010 2010 2009 2008 2008 2007 2007 2007 2006 2006
Sociaal beleid Wijkmonitor Overschie 2008. Jonge moeders in Rotterdam. Stand van zaken 2008 Werken bij Roteb
2009 2008 2008
Vrijetijdsbesteding Mantelzorgers in Rotterdam 2007 - 2009 Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2009. Resultaten uit de Vrijetijdsomnibusenquête 2009 Evenementen in Hoek van Holland 2009 Op zoek naar een verklaringsmodel voor vrijwilligerswerk Quickscan Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd, 2007 Nadere analyses vrijwilligerswerk in Rotterdam Rotterdammers in hun vrije tijd 2007 Vrijwilligers(organisaties) in Hoogvliet. Meningen en behoeften Recreatief bezoek van Rotterdammers aan Rotterdam 2005 Relevante trends voor het vrijwilligerswerk in 2020
2010 2010 2009 2009 2009 2009 2008 2008 2006 2006
Welzijn en Volksgezondheid Maatschappelijke opvang in Rotterdam Subsidiëring van welzijnsinstellingen door deelgemeenten en gemeentelijke diensten in Rotterdam, 2007 Sterfte in Rotterdam tijdens de hittegolven in juli 2006
2008 2007 2006
Wonen Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2009 Kans van Slagen. Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam. 2009 kwartaal 4 Monitor Aanbodmodel Rotterdam 2008 Komen en Gaan. Selectieve migratie in Rotterdam in 2009. Feitenkaart Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2007 Evaluatie Huisvestingsvergunning Rotterdam, juli 2006 - juli 2009 Woonruimteverdeling Voorne-Putten en Rozenburg juli 2008 - juli 2009
2010 2010 2010 2010 2010 2010 2009
Overig Deelresultaten Your World Bekendheid Your World Quick scan objectgebonden vergunningen Evaluatie Flexwerken dS+V
2010 2009 2007 2006
Bovenstaand overzicht is een greep uit het publicatieaanbod van het Centrum voor Onderzoek en Statistiek. Een compleet publicatieoverzicht is te raadplegen op het Internet: www.cos.rotterdam.nl
48
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009