De familie Eijgenraam in Vlaardingen. Inleiding. In het begin van de 80-er jaren heb ik het nodige onderzoek gedaan naar de familie Eijgenraam in Vlaardingen. Enerzijds had ik interesse om meer te weten van de familie in deze stad, anderzijds waren de lijnen heel kort doordat ik goede ingangen had op het gemeentearchief in Vlaardingen en ik redelijk inzicht heb – ik werkte als documentair informatieverzorger, zeg maar moderne archivaris, op het stadhuis in Vlaardingen - in archiefdocumenten die voorhanden zouden kunnen zijn. Ergens rond 1988 heb ik de “boel de boel” gelaten en heb niets meer aan het onderzoek gedaan. Altijd waren er wel momenten dat ik het een en ander zou willen uitwerken, maar de tijd en ook wel de zin ontbraken om dit werkelijk op te pakken. Altijd wel dacht ik aan de mogelijkheid om bij mijn pensioen hier nog eens een verhaal van te maken. Toch heb ik besloten om de archiefdoos met gegevens te voorschijn te halen en om een ordening hierin aan te brengen en de resultaten niet voor mij zelf te bewaren, maar om eventueel te delen met anderen. O ja, mijn naam is Theo van Everdingen, mijn moeder heette Teuni van EverdingenEigenraam en mijn grootvader Teunis Eigenraam (de haringschipper). Jullie kunnen tevens zien dat de naam van mijn moeder en van mijn opa met Ei was geschreven, in plaats van Eij. Er heeft voor 1900 een verschrijving plaatsgevonden in de akten van de burgerlijke stand waardoor naaste familieleden plotseling niet meer dezelfde achternaam hebben gekregen! In onderstaand verhaal van de 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen heb ik er voor gekozen om alleen Eij te gebruiken.
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
1
Het verhaal. Hoe Ary Eijgenraam met zijn vrouw Petronella Overvoorde en de kinderen Ingetje, Wilhelmijntje, Hendrik, Cornelis en Pieter ooit naar Vlaardingen zijn gekomen blijft gissen, maar de kans is groot dat ze met de trekschuit vanuit Delft, via Schipluiden naar Vlaardingen zijn gereisd. Het was het transportmiddel in een tijd, we spreken over 1805, waar nog geen sprake was van andere vervoermiddelen. Het alternatief kan het paard en wagen zijn geweest, maar omdat de gehele familie, met huisraad en waarschijnlijk tuinderbenodigdheden, hier naar toe kwam, gaan we uit van de trekschuit. Deze trekschuit voer vanuit Delft, via de Vlaardingse Vaart, Biersloot (huidige Gedempte Biersloot) en Veerplein naar de Waalstraat. Daar was het eindpunt van de trekschuit. De akte van indemniteit (vrijwaren van schade) van februari 1805 bevat de volgende tekst: ProDeo Het Gemeente Bestuur van Rijswijk declareert mits deeze ten behoeve van het Armbestuur van Vlaardingen, dat wanneer de kinderen van Arij Eijgenraam en Petroonella Overvoorde met naamen Ingetje oud 10 jaaren Willemina oud 9 jaaren Hendrik oud 7 jaaren en Cornelis Eijgenraam oud 5 jaaren vandaar weeder alhier wilden koomen woonen, hetzelve …. vier kinderen ten allentijde weeder als ingeseetenen zal erkennen niettegenstaande Jaar en dag onder Vlaardingen voornt hadden gewoond. Waaromme hetzelve acte heeft uitgegeeven omme te strecken naar behooren. Rijswijk den 18 February 1805 Ter ordonnantie van het Gemeente bestuur voor…. J.P.IJ. Diest Secretaris
Kort na hun komst in mei 1805 in Vlaardingen, vestigen zij zich in een woning die korte tijd later door hen wordt aangekocht van Lambregt van Berkel (Maasland). We lezen hierover in de akte het volgende: “Een thuijn of warmoeziersland met een huijzinge cum annexis daar op staande groot of verongeldende voor eene morgen en twee honderd roeden gelegen en staande onder de jurisdictie dezer stad, belend ten oosten de heer Frans van Leeuwen, ten westen Andries Moerman, ten zuiden Arij Hoogendijk en ten noorden de heer Jan de Willigen…………..” “……….. dezer stad gepasseerd te samen alzoo uitmakende de gehele koopschat ten somma van twee duijzend en zeven honderd guldens, den kooper dier halven ten vollen quiteerde bij deezen” (prijspeil in 2012: ca. 18.000 euro). (bovengenoemde “huijzinge” bevindt zich op een perceel grond tussen de huidige Markgraaflaan, Henriette Roland Holststraat, Brederostraat en de Vondelstraat. De ingang van de tuinderij is ongeveer ter plaatse van de huidige steeg tussen de Markgraaflaan 110 en 112, tegenover het witte huis nr. 20. Dit wit gepleisterde huis werd vroeger bewoond door Van Aken, de begrafenisbedienaar). 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
2
Niet allen de akte van aankoop wordt deze dag opgemaakt, maar ook wordt er een geldlening gesloten met bovengenoemde Lambregt van Berkel. “…. Schuldig te weezen …… eene somma van twee duijzend guldens van twintig stuijvers ………………”. Hieruit kan worden afgeleid dat er 700 gulden eigen geld wordt ingebracht. Dat laatste is op zich vreemd te noemen. Bij hun komst naar Vlaardingen wordt een “pro deo-akte” opgemaakt, waarschijnlijk vanwege het ontbreken van de benodigde gelden en enkele maanden later wordt een perceel grond gekocht, waarbij niet de gehele som wordt geleend.
Tekening van de Haarlemse tekenaar en cartograaf Adriaan Spinder (ca. 1750). Bij de pijl de woning die door Ary Eijgenraam in 1805 werd gekocht. De naast gelegen woning was in 1805 van Dirk Moerman. In het bevolkingsregister van 1812 (in de Franse tijd), lezen we het volgende: “wijk L, des maison 63 5081 Ary Eigenraam (geschreven met ei in plaats van eij!), 47 jaar, gardenier, Maasland (lieu de Naisfance), 1804 (entre dans le ville)” 5082 Petronella Overvoorde, 42 jaar, Vrijenban (gehucht bij Delft) 5083 Hendrik Eigenraam, 13 jaar, Vrijenban 5084 Cornelis Eigenraam, 11 jaar, Rijswijk 5085 Pieter Eigenraam, 5 jaar, Vlaardingen (de eerste Eigenraam die in Vlaardingen is geboren)”
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
3
Op het moment dat deze registratie in het bevolkingsregister plaatsvindt, zijn er reeds drie van hun kinderen overleden, Pieter voor 1806, Wilhelmijntje in 1806 en Ingetje in 1808. Overigens klopt de datum van binnenkomst in Vlaardingen (entre dans le ville 1804) niet, in bovengenoemde akte van indemniteit wordt van 1805 gesproken. In 1813 overlijdt ook hun zoon Cornelis. Op 17 september 1814 koopt Arij Eijgenraam aan de haven bij opbod en afslag 6 planken voor 2 gulden en 2 stuivers en 6 planken voor 2 gulden en 6 stuivers. Tussen 1814 en 1815 lezen we dat er respectievelijk 38 gulden, 17 gulden en 74 cent, 5 gulden en 6 gulden grondbelasting betaald moest worden. Ook in 1816 lezen we in het bevolkingsregister dat ze nog steeds in hetzelfde huis L63 wonen. In het boek van de Nationale Militie van 28 april 1817 lezen dat Hendrik Eijgenraam (1798) is gekeurd voor de militaire dienst. Zijn lengte bedraagt, 5 voet, 3 duim en 3 streek (ca. 1.48 m?). Hij is tuinier van beroep en er staat over zijn gezondheid dat hij een borstkwaal heeft en eene stijve knie. Of dit laatste een probeersel is om onder de dienstplicht uit te komen weten we niet, wel dat er staat dat hij later toch wordt gedesigneerd (= aangewezen). In 1819 komen we de naam van Hendrik Eijgenraam tegen als hij wordt aangenomen als lidmaat van de Nederduits Hervormde Kerk in Vlaardingen. Hendrik Eijgenraam trouwt in 1824 met zijn nicht Hendrika Eijgenraam uit Maassluis. In het inschrijvingsregister van de Nationale Militie van 28 januari 1825 lezen dat Pieter Eijgenraam (1806) is gekeurd voor de militaire dienst. Zijn lengte bedraagt 1.68 m. Hij wordt omschreven als: aangezicht: vol, voorhoofd: ordinair (gewoon dus), oogen: bruin, neus: opwippend, mond: ordinair, kin: rond, haar en wenkbrauwen: zwart, merkbare tekenen: geene. Pieter zegt borstkwaal (ook al) te hebben. Uitspraak militieraad op 25 maart 1825: voor de dienst gedesigneerd (aangewezen), borstkwaal niet bewezen. In 1826 overlijdt Ary Eijgenraam (1765) en blijft zijn vrouw, Petronella Overvoorde, en een aantal kinderen achter. In 1830, bij de Volkstelling van dat jaar, wordt er een straatnaam toegevoegd aan hetzelfde huis, te weten “Groenewegt (wijk L), 63 Overvoorde Petronella, 60 jaar, weduwe Hendrik Eigenraam, 31 jaar, Vrijenban van Delft, weduwnaar, tuinder Pieter Eigenraam, 23 jaar, Vlaardingen, tuinder 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
4
Alida Eigenraam (foutieve vermelding in register: dit moet Arij zijn), 4 jaar, Vlaardingen Cornelia van Gent, 30 jaar, Rijswijk, dienstbode” Als geloof staat vermeld dat alle 5 mensen protestanten zijn. Hendrika Eijgenraam, de vrouw van Hendrik, is een jaar voor de Volkstelling, in 1829, gestorven, evenals 2 van hun kinderen (Arendje en nogmaals een Arendje). Er leven op het moment van de Volkstelling 3 generaties in het huis t.w. Petronella Overvoorde, haar zonen Hendrik en Pieter Eijgenraam en kleinzoon Arij Eijgenraam (van Hendrik). Het trouwen met naamgenoten, familieleden, kwam waarschijnlijk zeer regelmatig voor. Ook de broer van Hendrik, Pieter Eijgenraam trouwt met een Eijgenraam (22 jaar jongere achternicht) uit Maassluis. Ook in latere jaren, rond de eeuwwisseling, komt dit nog voor. Naast liefde, kan het zijn dat dit wordt gedaan om de eigendommen binnen families te houden. Na het overlijden in 1835 van Petronella Overvoorde, erft in 1838 Hendrik Eijgenraam deze gronden met woning, met de daarop berustende hypotheek van 1.500 gulden. In een onderhandse akte van 1838 lezen we het volgende over het betrekkelijk Onroerend Goed tussen Hendrik en Pieter Eijgenraam. Wij ondergeteekenden Hendrik Eijgenraam, tuinier oud veertig jaren, wonende in deze stad, wijk L. no. 63 en Pieter Eijgenraam, oud twee en dertig jaren insgelijks tuinier wonende in deze stad. Beiden eenige wettige kinderen en meerderjarige zoons van wijlen Arij Eijgenraam, in leven tuinier overleden in deze stad in den jare achttienhonderd zes en twintig, en van Petronella Overvoorde, mede overleden alhier in den jare achttienhonderd zes en dertig, en in betrekking als eenige wettige erfgenamen van het navermelde onroerend goed aan hun nagelaten door wijlen voornoemde hunner ouders. Verklaren en erkennen tezamen overeengekomen te zijn, en gecontracteerd te hebben in manier als volgt te weten: Vermits bij overlijden van evengemelde derzelve ouders tot hunne nalatenschap in wettig verkregen eigendom was behoorende een Huis en verder getimmerten met Erf, Tuin, Bosch, en Boomgaard, volgens den kadastralen legger der Gemeente Vlaardingen in sectie A, genommerd van achthonderd twee en veertig tot en met no. achthonderd drie en vijftig, en voorts weder achthonderd een, twee en drie en zestig, groot te samen een bunder, twintig roeden en vier en zestig ellen, alles staande en gelegen in den Aalkeetbuitenpolder onder deze stad, thans belend voor zooveel ons bekend is, ten oosten Huibregt de Ronde. Ten noorden Jan de Willigen, ten zuiden Arij Hoogendijk en westen Dirk Moerman, en welk omschreven huisen grond aan wijlen die ouders is opgekomen bij acte van transport, op den Elfden der maand november des jaars achttienhonderd vijf voor schout en schepenen dezer stad gepaseerd en, welke authentieke acte te vinden is in het minutenboek van Transporten en hypotheken dezer stad deel A 20, Folio 259 verso. Zoo, verklaard Pieter Eijgenraam bij dezen op heden onwederroepelijk deszelfs een half aandeel in het daareven omschreven onroerend goed te hebben afgestaan en mitsdien in vollen vrijen eigendom als nu geheel over te dragen aan genoemden zijnen broeder Hendrik Eijgenraam die hetzelve mede op heden bij deze verklaart voor de wederhelft en alzoo nu inderzelfe geheel te 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
5
aanvaarden met alle kosten, lasten, risico en verantwoordelijkheid aan welke het nu getransporteerde …… is, of worden kan En is de verkoop of overdragt van de helft in meergenoemde onroerend goed tusschen hun broeders geschied op dezen conditiën te weten. 1e dat een op gezegd onroerend goed gevestigde hypotheek ten behoeven van Pieter van Berkel, bouwman in Vlaardinger-Ambacht, groot vijftienhonderd gulden, met de schuldige renten tot heden geheel en al blijft voor rekening van den tegenwoordigen eigenaar Hendrik Eijgenraam die dan ook aanneemt en zich verbind dat zelve hypotheek te zullen aflossen op tijd en wijze als daarbij vermeld is. 2e dat alle schulder van reperatien, belastingen etc. betrekkelijk datzelve goed alsmede de kosten dezer acte, goed blijven voor rekening van hem Hendrik Eijgenraam, die bij deze aanneemt en zich verbind dezelve te zullen aanzuiveren en betalen allen buiten eenige verdere aanspraak op Pieter Eijgenraam. 3e Dat Hendrik Eijgenraam voor het aanvaarden in eigendom van de helft in het meermalen genoemde hierboven omschreven onroerend goed van Pieter Eijgenraam dadelijk in contant geld zal voldoen en betalen eene kapitale somme van zevenhonderd guldens eens af, zonder meer waarvoor Hendrik Eijgenraam het aldus aan hem gedeforeerde, dadelijk geheel in eigendom vermag aanvaarden en gebruiken naar verkiezing – cederende de verkoper Pieter Eijgenraam ten behoeve van den koper Hendrik Eijgenraam, deszelfs …….., erven, regt, of mogt verkrijgenden alle regten, actien, en aanspraken als het dato dezes aan hem hebben gecompeteerd alles met en onder belofte van hetzelve altoos te zullen vrijen en waren volgens de wet zonder reserve uitvlucht of herzekering, kiezende beiden ter zake voorschreven domiciliën ten huize van den tijdelijke deurwaarder van het kantongerecht, alhier. Verders verklaard en erkend de verkooper Pieter Eijgenraam voor de aan Hendrik Eijgenraam verkochte helft in het onroerend goed van hetzelven op heden ontvangen te hebben, de bedongen kooppenningen van zevenhonderd guldens hem derhalve bij deze daarvoor ten volle kwiterende, met overgave van alle oude koopbrieven en bescheiden tot dusverre onder gezamenlijke bewaring geweest en waarmede de kooper genoegen neemt. En op dat hiervan te allen tijde zou blijken is hiervan gemaakt deze akte en door ons geteekend in tegenwoordigheid van Jacob Weerheim, metselaar, en Pieter de Bruin, bouwman, beide wonende alhier als getuigen hiertoe verzocht te Vlaardingen den vijfden december achttienhonderd acht en dertig. H. Eijgenraam Pieter Eijgenraam J. Weerheim Pieter de Bruin
Kort daarna, op 9 en 16 januari 1839 koopt Pieter Eijgenraam (1806) bij veiling en afslag een huis met grond aan noordzijde van de Dayer, wijk H 92/716, ten oosten Jacob van der Valk, ten noorden weduwe van Jan van der Spek en ten zuiden/westen van … (onleesbaar) voor een prijs van 1.400 gulden. Overlevering: Pieter (1806) woonde later aan de Dayer 10, hoek Vleersteeg/Dayer. Buren waren Leen Poot, bakker Van Reij en kapper Klink. Eijgenramen hebben daar tot 1922 gewoond. Voor frisse lucht stond de deur altijd open. Als er betaald moest worden dan had moeder geld onder haar kussen liggen. 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
6
Enige dagen later, op 6 februari 1839, koopt Pieter (1806) nog een perceel grond ten westenzijde van de Ridderstraat, ten zuiden en westen Huibrecht de Ronde, ten noorden het Weeshuis, ten oosten den verkooper Arnoldus Nederpelt en de Ridderstraat. Kadastrale gegevens sectie A830, 832-840. Totaal 1 bunder, 9 roeden en 92 ellen voor een prijs van 2.000 gulden. Pieter Eijgenraam leent op diezelfde 6 februari van de Vlaardingse notaris Joannes Hendricus Knottenbelt 3.400 gulden, het totaal bedrag voor beide aankopen, voor de koop van beide percelen. Overlevering: Ary Eijgenraam (1852) had zijn gronden aan de Markgraaflaan, bij de Ridderstraat en de Markgraafstraat. Deze gronden heeft hij waarschijnlijk geërfd van zijn vader Pieter Eijgenraam (1806), omdat deze daar gronden had. Wellicht ook nog een perceel bij de Schepenstraat. Ze hadden tevens een kleine groentewinkel, waarschijnlijk aan de Dayer. Zij woonden in het huis aan de Dayer 10 (huis had aan de Vleersteeg twee ramen, aan de Dayer een raam en een poort). Het was een oud huis (wellicht foto in gemeentearchief). Deze Ary wilde niet overgaan op het gebruik van kunstmest omdat hij dan niet meer van die ragfijne postelein kon verkopen (mandjes met zooitje voor 25 cent), dan misschien alleen maar van die lange. Het gevolg was een verouderde tuin die niet meer mee kon met de nieuwe tijd. Gelukkig kon hij de tuin toen verkopen. Ary Eijgenraam was niet rijk. Soms kon hij ’s maandags het schoolgeld van de kinderen nog niet betalen, maar dinsdag wel. Hij werkte van ’s morgens 5 uur tot ’s avonds laat. Ary kon goed opschieten met zijn neef Pieter Eijgenraam (1836). Ary Eijgenraam’s (1852) dochter Cornelia vond Arij Eijgenraam (1849) en zijn dochters uit de hoogte (zij waren financieel goed bij kas). De dochter van deze Arij, Aplonia, zat met Cornelia op de catechisatie. Aplonia kon alleen maar zeggen: “Oh, Cornelia, dat is familie, maar dat is zo ver weg”. In het jaar 1839 trouwen de gebroeders Hendrik (1798) en Pieter Eijgenraam (1806) met de gezusters Suzanne en Catharina Schilder. Bij de volkstelling van 1840 wordt het woonhuis nog steeds Groeneweg L63 genoemd. De samenstelling van het gezin is dan: Hendrik Eigenraam, 41 jaar, Delft, tuinder Arie Eijgenraam, 14 jaar, Vlaardingen, Petronella Eijgenraam, 5 jaar, Vlaardingen, Pieter Eigenraam, 3 jaar, Vlaardingen, Abraham Eijgenraam, 16 jaar, Delft, tuindersknecht (geen kind, maar achterneef uit Delft. Zijn dochter Maria trouwt later met Cornelis van Spronsen en zij worden later als vrienden genoemd met Pieter Eijgenraam (1836).
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
7
Bij deze volkstelling van 1840 wordt ook het woonhuis Dayer, H92 genoemd. Daar woonde, broer, Pieter Eijgenraam, 33 jaar, tuinder, Vlaardingen, gehuwd met Catharina Schilder. Op 13 september 1843 koopt Hendrik Eijgenraam bij opbod en op 13 september 1843 bij afslag een perceel grond van de erven Ary van Leeuwen. Het perceel wordt als volgt omschreven: “ een stuk weiland, gelegen in de polder Aalkeetbuiten, onder de gemeente Vlaardingen, belend ten zuiden de Maasdijk (huidige Maassluissedijk), ten westen Cornelis van den Arend, ten noorden de Poeldijksche Watering (dit water is nog gedeeltelijk terug te vinden in de sloot achter de scholengemeenschap Professor Casimir en de Surinamesingel en welke doorliep tot aan het Westnieuwland) en ten oosten Jan Lucas Bregman, op een perceelsgewijze kadastralen legger der gemeente Vlaardingen, bekend onder sectie A nomero 679 ten eene groote van 28 roeden, 40 ellen, en afgelopen op ene prijs van 600 gulden is hetzelve gemijnd door Hendrik Eigenraam, tuinier, binnen deze stad woonachtig en aan mij notaris bekend, de welke verklaarde hetzelve weiland voor gezegde som van 600 gulden bij deze koop te accepteren, aan wien hetzelve dan ook voor die som definitief is toegewezen“. (Dit perceel grond ondergaat enige malen wijziging. De grond wordt in 1865 vernummerd tot B1759 (huis, tuin, erf- 1 are, 40 ca.) en B1760 (tuin- 27 are) en behoort toe aan Suzanne Schilder, weduwe van Hendrik Eijgenraam. In 1880/1881 vindt er een expiratie plaats en in 1891 een akte van legaat (vanwege overlijden Suzanne in 1890). Adrianus Eijgenraam (1847) blijkt de nieuwe eigenaar te zijn geworden. In 1899 wordt de grond omschreven als B3724 en B3725 en in 1915 als B4607, en in 1922 in B6427 en B6428. De laatste percelen liggen aan de Tweevriendenstraat, op het adres waar nog steeds een nazaat, Adrianus Eijgenraam, woont, die tevens een beroep uitoefent verwant aan de voorouders).
(Foto van de tuin van de Tweevriendenstraat) (De nog bestaande huidige woning aan de Tweevriendenstraat is waarschijnlijk gebouwd in 1865). Hier nog een foto van het huis, met de gevelsteen. Voor de gronden aan de Groenweg, in een testament van 1848 wordt er voor het eerst gesproken over kadastrale nummers. Het betreft de nummers 842 t/m 853, 861, 862 en 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
8
863. De totale oppervlakte van de grond was 1 ha., 20 are, 64 ca. Dit komt ongeveer overeen met de grondaankoop van 1805. Toen werd er 1 morgen (1 ha.) en 200 roeden (20 are) aangekocht. In het bevolkingsregister van 1850-1860 wordt het huis Groeneweg 74 (tuin en tuinhuis, kadastraal B853) genoemd. Aangenomen mag worden dat er een vernummering van de huizen heeft plaatsgevonden en dat dit hetzelfde huis is als het vorengenoemde huis Groeneweg 63, omdat de buurman Moerman nu opeens blijkt te wonen aan de Groeneweg 75, voorheen Groeneweg 62. Daarnaast is er een boedelbeschrijving van 1852 waarin geschreven staat dat: “de huizinge wijk L numero 74 aan de westzijde van de Groeneweg”, terwijl daarna staat geschreven over de eigendom van Ary Eijgenraam en Petronella Overvoorde en dat: “tussen hem (Hendrik) en zijne broeder Pieter Eijgenraam gemeen en onverdeeld was en eerst later onderling is verdeeld”. Hieruit kunnen we tevens afleiden dat Hendrik de gronden en woning heeft geërfd. Volgens overlevering erft broer Pieter (1806) bij het overlijden van vader Ary Eijgenraam (1765) geld, de tuinderij en de daarop zittende schuld komt bij Hendrik terecht, terwijl Pieter wellicht reeds eerder een deel van de erfenis (geld) heeft gekregen. Met dat geld zou hij als dienstplichtige een remplaçant (plaatsvervanger) hebben betaald om zijn dienstplicht over te nemen. Op 12 april 1854 en 19 april daar aan volgend koopt Hendrik Eijgenraam bij veiling en toewijzing een perceel grond van de rentenier Jan de Willigen. Waarschijnlijk had Hendrik Eijgenraam de kooppenningen niet voorhanden, op 1 mei 1854 leent hij een som van 3000 gulden van Arij Riedijk, een kaptein ter koopvaardij. De aangekochte grond wordt omschreven als: “Een bunder, 84 roeden en 60 ellen weiland, genaamd het Weeshuisland, gelegen aan den Groeneweg aan het einde van de Afrol in de polder Aalkeetbuiten, onder de gemeente Vlaardinger-Ambacht, op den perceelsgewijze kadastralen legger dier gemeente voorkomende onder sectie C. nummer 136”. In een boedelbeschrijving van 22 juni 1864 (vanwege overlijden Hendrik Eijgenraam(1798)) staat nog het volgende over deze grond vermeld: “zijnde dit weiland thans tot bouw en tuinland aangelegd en gedeeltelijk in eigen gebruik en gedeeltelijk verhuurd ……”. (In dat zelfde jaar vindt er een scheiding van de grond plaats, waarbij aan Pieter Eijgenraam (1836) een perceel, C736, met een groote van 98 are 60ca. wordt toegewezen (erfenis), terwijl de overige grond in eigendom blijft bij de weduwe Suzanne Schilder. Deze gronden worden omschreven als C737 (86 are). Na het overlijden van Suzanne Schilder in 1890, wordt de grond in 1891 toegewezen aan Adrianus Eijgenraam (1847). Deze grond, later omschreven als D609 Broekweg, werd in 1927 verkocht aan de gemeente Vlaardingen. De grond van Pieter Eijgenraam (1836) wordt in 1899 gesplitst in C834 en C835. Dit laatste perceel had een grootte van 11 are 10 ca en werd verkocht. Het perceel C834 (87 are 50 ca) wordt in dat jaar gesplitst bij de verkoop van 5 are 10 ca (C876). De grond C834 wordt nu C875 (82 are 40 ca). Later komen we de gronden tegen als D107. In 1915 verkoopt Pieter Eijgenraam (1836) wederom een perceel grond D611 (14 are 10 ca), de overgebleven grond staat genoteerd als D610 (68 are 30 ca). In 1916 wordt ook deze grond verkocht. De percelen D610 en D611 lagen aan de Broekweg, aan het “einde van de Afrol”. Dit was aan het eind van de huidige Groen van Prinstererstraat, op het kruispunt met de Broekweg en het Van Schravendijkplein. Vanaf 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
9
dit punt liepen de tuinen van Adrianus Eijgenraam (1847) en Pieter Eijgenraam (1836). Het begon ongeveer bij de vm. winkel (Poelier Dijkshoorn) tot aan de Rembrandtstraat en dan iets wat schuin naar achteren, richting Burgemeester Pruissingel, tot vlak achter de flats aan die straat).
Bovengenoemde grond was afgesloten door een sloot. Als Pieter Eijgenraam (1836) naar zijn grond toe wilde moest hij een plank gebruiken om over de sloot heen te komen. Uit overlevering weten we dat Pieter met deze plank over straat liep, vanaf zijn huis aan de Biersloot (voorheen heette dit Zusterkade, later Gedempte Biersloot). Hij kreeg daardoor een bijnaam: “Piet de plank”.
(de grond aan de Broekweg/hoek Groen van Prinstererstraat. Deze foto is genomen nadat de tuinen zijn verkocht). In de periode tussen 1845-1880 komen we in het Zitplaatsenboek van de Grote Kerk meerdere malen de naam van Eijgenraam tegen. Hieruit kunnen we afleiden dat zij lid waren de Nederlands (Nederduits) Hervormde Kerk. In 1855 wordt Pieter Eijgenraam (1836) goedgekeurd voor de dienstplicht. In het register van de Nationale Militie lezen we: “tuinder, lengte 1.66 meter, aangezicht: lang, oogen: blauw, neus: spits, mond: ordinair (in betekenis van gewoon), haar: blond, wenkbrauwen: blond, merkbare tekenen: geene. Wonend bij ouders: ja”. Uit overlevering weten we dat Pieter Eijgenraam zijn dienstplicht heeft vervuld in een kazerne in Breda. 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
10
In een brief van 22 oktober 1858 verzoekt Pieter Eijgenraam (1836), als milicien loteling bij het 5e Regiment Infanterie thans met onbepaald verlof, aan de Minister van Oorlog om vergunning tot het in het huwelijk treden met Maria Maan. Deze toestemming heeft hij waarschijnlijk gekregen, want 5 weken later treedt hij in het huwelijk met Maria Maan. Reeds enige dagen daarvoor, op 1 december, wordt hun dochter, Neeltje, geboren. Zij wordt geboren op de Zusterkade (wijk A, Biersloot 178) (waarschijnlijk zo genoemd vanwege het vroeger aan deze kade gelegen Sinte Caeciliaklooster). Dit is het adres van de bouwman Pieter Maan en zijn vrouw Trijntje Dijkshoorn, de ouders van Maria Maan. Pieter Eijgenraam staat ook op dit adres ingeschreven als bouwmanknecht. Hiervandaan verhuizen zijn naar de Quakelsteeg 106 (tot maart 1863). Daarna komen we hun naam tegen aan het Zwarteveld (huidige Hoogstraat). Ze verhuizen een aantal malen (Zwarteveld 101 (maart 1863 - mei 1863), Zwarteveld 7 (mei 1863-mei 1866), Zwarteveld 24 (met 1866- november 1868). Daarna gaan ze naar de Biersloot (Biersloot 161 (november 1868-?), waarschijnlijk een vernummering naar Biersloot 243 (juli 1872)). De woningen aan het Zwarteveld (Hoogstraat) betreft onder meer woningen tegenover de katholieke kerk, nabij de Timmersteeg en tegenover de Broekweg (huidige Afrol). Na het overlijden van Hendrik in 1864, erft zijn vrouw Suzanne Schilder, de gronden aan de Groeneweg (Markgraaflaan). De secties op de percelen grond worden omschreven als tuin(A842 en A843, A847, A848-A852m, A 861-A863), boomgaard (A844 en A846) en bosch (A845) en een woonhuis, met schuur en erf op A853) In het register van Patentschuldigen van 1867/1868 komen we Pieter Eijgenraam (1836) tegen op het adres wijk B, nr. 24. Hij staat vermeld als winkelier in waren der tweede soort, nr. bedrijf 206, effectief jaarlijks debet: beneden 1.000 gulden (klasse 17, tarief A). In 1868/1869 wordt een aanmerkelijk lager bedrag genoemd te weten 500 gulden. Vanaf 1872 komen we Pieter Eijgenraam (1836) weer tegen aan de Biersloot (voorheen Zusterkade). Na het dempen van de Biersloot, in 1893, wordt dit de Gedempte Biersloot genoemd).
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
11
(Tuinderij van Pieter Eijgenraam aan de Biersloot. In het midden, Liedewij Broek. Links op de foto de matten ter bescherming van de planten gedurende de koude periode) Niet met zekerheid is te zeggen hoe Pieter Eijgenraam deze grond in bezit heeft gekregen. De ouders van zijn vrouw, Maria Maan, woonden ook aan de Biersloot en wellicht heeft Maria, als oudste kind deze tuin van Pieter Maan overgenomen of geërfd. Uit overlevering weten we van Pieter Eijgenraam (1836) dat hij zijn klompen kapot danste toen zijn halfbroer Arij (1825) werd ingeloot voor de dienstplicht. Hij dacht daarmee vrij te zijn. Zijn broer Arij is echter snel daarna overleden (1846) en Pieter moest toch in dienst. Na het overlijden van Maria Maan, op 16 februari 1874, alleen de jongens mee mochten naar de begrafenis. De meisjes moesten thuis blijven. Bij terugkomst vroegen de meisjes aan de jongens of er veel vlaggen buiten hingen. Op de dag van de begrafenis, 19 februari 1874, was het namelijk de verjaardag van Koning Willem III. Pieter Eijgenraam had een neef (moeder was zus van Maria Maan), die tevens knecht was op de tuinderij. Hij heette Pieter v.d. Lely. Deze was erg zuinig met geld en vroeg dan: “is de suiker nu al op”. Hij was een zeer goede knecht voor Pieter Eijgenraam. Ze hadden een dienstbode, Maartje Mastenbroek, zij kwam uit Pernis. Op 24 februari 1875 trouwt Arij Eijgenraam (1849) met zijn buurmeisje Pleuntje Dijkshoorn. Zij is de dochter van Willem Dijkshoorn en Johanna (Jannetje) Hoekveen. Zij wonen aan de Groeneweg 71 (dit is de huidige Markgraaflaan, ongeveer ter hoogte van de oprit van het Liesveldviaduct).
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
12
Op 11 juli 1879 verzoeken de (half)broers Pieter Eijgenraam (1836), Adrianus Eijgenraam (1847) en Arij Eijgenraam (1849) aan de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland om een buitengewone machtiging tot het verdrijven van schadelijk gevogelte door middel van pistoolschoten. Bij het overlijden van Suzanne Schilder, weduwe van Hendrik Eijgenraam, in 1890, gaan de gronden waarschijnlijk over op Arij Eijgenraam. Latere foto’s geven aan dat zij in dit huis woonden. De gronden, zoals deze werden aangekocht in 1805, zijn dan al niet meer geheel in het bezit van de familie, er zijn in de voorbije jaren enige percelen verkocht (o.a.: B847, grond omschreven als: omgeven door het “vierkante slootje”). In de notulen van een kerkenraadsvergadering van 5 februari 1891 lezen we dat Pieter Eijgenraam (1836) en Liedewij Broek hun huwelijk hebben laten inzegenen in de Nederduits Gereformeerde Kerk. Daarmee zijn zij opgehouden leden van de Nederlands Hervormde Kerk te zijn. In 1896 lezen we in notulen van burgemeester en wethouders van Vlaardingen dat Pieter Eijgenraam Hzn (1836) een vergunning verkrijgt voor een mestput nabij zijn tuin aan de Markgraaflaan. Aan het eind van de 19e eeuw wordt een Vlaardingse haringlogger vernoemt naar een Eijgenraam. Het schip, de Neeltje Hendrina, is vernoemd naar de vrouw van de reder Dirk van der Valk, t.w. Neeltje Eijgenraam (zij was een dochter van Pieter Eijgenraam (1836)(Hendrina komt van de moeder van Dirk van der Valk, Hendrina van Boeijen). Deze Dirk van der Valk trouwt later, na het overlijden van Neeltje, met een nicht van haar, t.w. Suzanna Eijgenraam, dochter van Adrianus Eijgenraam (1847). Overlevering: Dirk van der Valk had in Vlaardingen ook een bijnaam. Hij was reder en slager (en ouderling in de Grote Kerk), zat waarschijnlijk goed in de slappe was en werd in Vlaardingen het “gouden kalf” genoemd. Dirk van der Valk kwam uit een echte slagersfamilie. Zijn moeder heette Van Boeije en was van de slagersfamilie Van Boeije. Een van de dochters van Dirk van der Valk trouwde met Van Heijst (de slager, later, aan de Waalstraat). In Vlaardingen was er een gedichtje dat luidde als volgt: Een broodje van Zonne (de bakker) Een spekkie van Boeije (slager) Dat is pas het goeie!
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
13
(Foto’s van het schip de Neeltje Hendrina en van Neeltje Eijgenraam(foto van voor 1894) en Dirk van der Valk, fruit plukken met Adrianus Eijgenraam (1847). Uit overlevering weten we dat, na het overlijden van moeder Maria Maan de kinderen Catharina en Neeltje vaak het eten moesten koken. Zij vergaten nogal eens om zout in de aardappelenpan te gooien. Als geheugensteuntje had Pieter in het deksel het woord “zout” ingebrand. Met opa Pieter Maan mochten de kinderen 1 keer per jaar mee met de tilbury (paard met koets) naar het strand. De kinderen wilden dan altijd even kijken naar het beeld van Willem III, te paard, voor het paleis Noordeinde in Den Haag. In 1900 wordt het oude winterhuis, waarschijnlijk de woning die in 1805 werd aangekocht, gedeeltelijk afgebroken en herbouwd. Het zomerhuis blijft in stand. Dit zomerhuis, met tevens een boenhok en een appelhok, wordt al beschreven in boedelbeschrijvingen van 1852 en 1864. Een windvaan op het dak van het herbouwde huis gaf het bouwjaar “1900” aan. In 30 januari 1914 krijgt Ary Eijgenraam een bouwvergunning voor de bouw van een schuur en nog later, op 16 april 1925 vindt er een verbouwing van het woonhuis plaats in verband met de bouw van een achterkamer. Uit overlevering weten we dat het winterhuis een zolder had die doorliep tot boven de boerderij van Moerman. Om in de kelder van het huis te komen moest je buitenom lopen. Aan de zijkant van het huis was een deur vanwaar je in de kelder kon komen. In de zomer verbleef men in het zomerhuis. Dit huis stond rechts voor het winterhuis. Op de zolder van zomerhuis waren bedsteden aan de linker- en rechterkant gemaakt. Het dak was onbeschoten, je kon zo tussen de dakpannen naar buiten kijken. Het zomerhuis was verdeeld in een drietal ruimten t.w. het zomerhuisverblijf, daarachter een boenhok en daarachter een appelhok. Aan de schuur, bij de zolder, hing een katrol. Aan de Markgraaflaan was door de gemeente een hek geplaatst. Dit hek liep vanaf de Vondelstraat 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
14
tot aan de Groenweg (ter plaatse van de latere Vondelstraat was een kolenaspaadje aangelegd). De gemeente zou voor een hek zorgen en voor bestrating van de Markgraaflaan, als Ary Eijgenraam de eigendom daarvoor wilde afstaan. Hij droeg de grond over voor 1 gulden (symbolische prijs). Het jaar daarop kreeg hij een aanslag voor straatbelasting. Hij was toen heel erg kwaad. Tegenover de Nieuwelaan werd, op de grond van Ary Eijgenraam, later een huis gebouwd voor zijn dochter Elisabeth Eijgenraam. Zij trouwde met een Frans Eijgenraam!
(woning aan de Markgraaflaan, in het midden de nieuwe woning, gebouwd in 1900, rechts het vm. zomerhuis. Aan de achterzijde de boerderij van Moerman aan het Pieterse laantje. Rechts op de foto zijn de huizen te zien van de Vondelstraat).
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
15
Bij het toegangshek op de tuin aan de Markgraaflaan was een bord geplaatst met de tekst: “Het goede kruid dat wordt verdrukt, zo het kwade niet is uitgerukt” (hier ook een foto afdrukken van het hek op de tuin aan de Markgraaflaan)
(Markgraaflaan in de richting van het toegangshek, witte hek links, van de tuin van Ary Eijgenraam) Gegevens over Pieter Eijgenraam (1836) uit overlevering. Hij ging naar dominee Drost in de Kuiperstraat. Hij zat op de Emmastraatschool. Volgens het Zitplaatsenboek van 1845-1860 en 1865-1880 huurden zij zitplaatsen in de Grote Kerk, hij leverde groente aan o.m. de groentewinkels van Kees Vink in de Bleekstraat, Ruigrok aan de Hoogstraat en Broekman aan de Biersloot. Hij las voor zijn kinderen voor uit een boekje met rijmpjes dat Sunlightbetje heette. Hij had familie in Den Hoorn en familie Cornelis van Spronsen (vrouw heette Maria Eijgenraam en was een dochter van Abraham Eijgenraam. Deze Abraham kwam uit Delft en werkte rond 1840 op de tuin in Vlaardingen!!) in Loosduinen. Hij hield van een grapje. Toen opa Teunis ging varen had Pieter tranen in zijn ogen. Hij hield erg van grote bonen en haalde die bij zijn halfbroer, oom Janus (Adrianus, 1847) aan de Tweevriendenstraat. Door Liedewij Broek, zijn vrouw, werd soms wol gekocht bij Jodemiet.
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
16
(Foto van Teunis Eijgenraam (rechts), als jongen van ca. 12 jaar in visserstrui, met Vlaardings motief en Pernisse invloeden – volgens mededeling Stella Ruhe, schrijfster van het boek Visserstruien. In het huis was een dienstbode, Maartje Mastenbroek en zij kwam uit Pernis. Wellicht is daardoor het motief in de trui gekomen! Nadat Teunis Eijgenraam schipper is op een haringlogger lezen we de naam van een jongen die bij hem vaart met de naam Mastenbroek uit Pernis. Waarschijnlijk een familielid van de dienstbode). In een artikel genaamd Een zwerftocht door een deel van Vlaardingen in het begin van de 20e eeuw van de heer A. Wijnhorst in het Tijd-schrift (nr. 24 van januari 1981) lezen we het volgende: Naast de kuiperij van Hofman was de ingang van de tuin van Eigenraam (moes- en groentekwekerij) met daarop, enkele meters achteruit, een tuinderswoning. De producten, zoals Ninweegsche knolletjes en de bossen peen werden, alvorens ze werden verkocht, op een vlonder in de sloot gespoeld. En menigmaal zijn wij daar knolletjes en peentjes wezen jatten! Rond 1903 hing een dochter van Pieter Eijgenraam een bord aan de tuin aan de Biersloot met de tekst: “Het is raar, het is waar, hier schelen de oudste en de jongste bijna 70 jaar”. Dit laatste als kritiek op haar vader die als bijna 70 jarige (67 jaar), uit het 3e huwelijk, nog een kind kreeg. Het oudste kind van Pieter Eijgenraam, uit het eerste huwelijk, is dan overigens al 43 jaar oud! Volgens overlevering heeft zijn dochter, Catharina Eijgenraam, dit bord opgehangen. De dochter van Catharina, mevrouw Drop-Witzenburg, wist echter te vertellen dat buurman Hofman daarvoor verantwoordelijk is geweest. Pieter Eijgenraam had een kip doodgeschoten van zijn buurman, doordat de kippen steeds de zaden uit de tuin van Pieter opaten. Uit wraak heeft hij dit bord opgehangen.
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
17
(Gedempte Biersloot, met links het toegangshek van de tuin van Pieter Eijgenraam en Liedewij Broek. Foto vanuit de richting van de Korte Hoogstraat, richting Delftseveerweg). In 1914 verkoopt Pieter Eijgenraam (1836) zijn grond met opstallen aan de Gedempte Biersloot en de Markgraaflaan, sectie A896, A1622 en A3964, ter grootte van 85 are, 14 ca. aan de gemeente Vlaardingen voor de prijs van 20.000 gulden (prijspeil in 2012: ca. € 203.000,--). In 1916 overlijdt Pieter Eijgenraam. Hij wordt begraven op de begraafplaats aan het Emaus. In dit graf wordt later, in 1926, zijn zoon Ary bijgezet. Een jaar later overlijdt Pieters vrouw, Liedewij Broek. Ook zij wordt in dit graf begraven. Foto van het graf van Pieter en Liedewij en zoon Ary. Op 18 augustus 1919 verkoopt Ary Eijgenraam (1849) het bouwland, sectie D 105 met een oppervlakte van ca. 3 ha, 18 a, 80 ca. (voorheen werd gesproken over 1 morgen en 200 roeden) aan de Markgraaflaan aan Joh. Broekhuizen (namens de gemeente Vlaardingen) voor de prijs van 90.000 gulden (prijspeil in 2012: ca. € 520.000,--). Ary Eigenraam (1849) schenkt een glas-in-lood raam ten behoeve van de Grote Kerk. In 1929 wordt het raam onthult. Het is een voorstelling van Jezus in de armen van Simeon. Ary heeft de onthulling niet meer mogen meemaken, hij is kort daarvoor overleden. 4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
18
Ondanks dat het college van kerkvoogden en notabelen van de Nederlands Hervormde Gemeente van Vlaardingen schrijft dat het tot in lengte van jaren de getrouwe voorstelling tot het thans levende en komende geslacht spreken zal, is het raam, evenals een aantal andere glas-in-lood ramen, bij de restauratie van de Grote Kerk in de 60-er jaren, verwijderd.
(raam in de Grote Kerk, het hing ter hoogte van de Smalle Havenstraat). Foto’s van de graven van Ary en Adrianus Eijgenraam.
4 generaties Eijgenraam in Vlaardingen, vanaf begin 19e tot aan begin 20e eeuw. Versie 2-4-2014.
19