Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning
Aanvrager Aangevraagde activiteiten
: :
Locatie Datum ontvangst aanvraag Datum beschikking Kenmerk Projectnummer
: : : : :
Rouveen Kaasspecialiteiten PGS 15 opslag zuren, aansluiting straatkolk op bedrijfriolering en aanwijzen locatie voor onderhoud heftrucks Oude Rijksweg 395 te Rouveen 18 december 2015 20 april 2016 2016/0141409 Z-HZ_WABO-2015-00401/00402/00403
1
Colofon
Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 75 00 www.overijssel.nl
[email protected]
2
1.
BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING
1.1
Onderwerp Op 18 december 2015 zijn er 3 aanvragen voor een omgevingsvergunning ontvangen van Rouveen Kaasspecialiteiten. Het betreft het plaatsen van een nieuwe gevaarlijke stoffen opslag (PGS 15), de aansluiting van een gemeentelijke straatkolk op de bedrijfsriolering en het aanwijzen van een vaste locatie voor het onderhoud van heftrucks. De aanvraag gaat over Oude Rijksweg 395 te Rouveen. De aanvraag is geregistreerd in het Omgevingsloket Online (OLO) onder OLO nummers: 2113925, 2113997 en 2114011. Concreet wordt verzocht om: 1. een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder a (bouw); 2. een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder c (in strijd met bestemmingsplan); 3. een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu).
1.2
Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: I.
de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten: de bouw van een PGS 15 opslag (artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo); het gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan(artikel 2.1 lid 1 onder 3
II.
dat
Wabo); Het milieuneutraal veranderen van de inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo) de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning: Aanvraag met OLO nummer 2113925 met bijbehorende bijlagen; Aanvraag met OLO nummer 2113997 met bijbehorende bijlagen; Aanvraag met OLO nummer 2114011 met bijbehorende bijlagen; Stikstofdepositie in het kader van PAS rapport RORO.0785.20160331.KR.MS van 31 maart 20161; Email van 1 april 2016 met aanvullende gegevens2.
III. aan deze vergunning voorschriften te verbinden die zijn opgenomen achter het tabblad "Voorschriften".
1.3
Ondertekening en verzending Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel,
Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening
1 2
Ons kenmerk: 2016/0125972 Ons kenmerk: 2016/0125984
3
Deze beschikking is verzonden aan de aanvrager. Een afschrift van deze vergunning is verzonden aan: - Gemeente Staphorst; - Waterschap Drents Overijsselse Delta.
1.4
Rechtsmiddelen Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Daarnaast wordt een kennisgeving gepubliceerd in De Staphorster. De dag na de bekendmaking treedt de beschikking in werking. Binnen zes weken na bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend bij het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van de beschikking niet. Hebben u of derde belanghebbenden er belang bij dat de werking van deze beschikking wordt geschorst, dan kan om een voorlopige voorziening worden verzocht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle.
4
INHOUDSOPGAVE Beschikking Omgevingsvergunning ....................................................................................1
1. 1.1 1.2 1.3 1.4
BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING ...................................................................3 Onderwerp 3 Besluit 3 Ondertekening en verzending 3 Rechtsmiddelen 4
Voorschriften Milieu ..............................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
2. 2.1 2.2
EXTERNE VEILIGHEID ..........................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Opslagvoorzieningen voor verpakte gevaarlijke stoffen (PGS 15 opslagen)Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Chemicaliëntanks Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Voorschriften Overige Activiteiten ........................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Procedurele Overwegingen ...................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
PROCEDURELE ASPECTEN...................................................................................8 Gegevens aanvrager 8 Projectbeschrijving 8 Omschrijving van de aanvraag Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Huidige vergunningsituatie 8 Bevoegd gezag 9 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure 9 Procedure (regulier) en zienswijze 9 Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen 9
4. 4.1
SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING ..........................................9 Activiteitenbesluit 9
Inhoudelijke Overwegingen Milieu .......................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
5. 5.1 5.2
TOETSINGSKADER MILIEU ...............................................................................12 Inleiding 12 Toetsing milieuneutrale verandering Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Inhoudelijke Overwegingen Overige Activiteiten ..................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
6. 6.1 6.2 6.3
OVERWEGINGEN BOUWEN ...............................................................................14 Inleiding 15 Toetsing 15 Conclusie 15
5
6
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Procedurele Overwegingen
Aanvrager Aangevraagde activiteiten
: :
Locatie Datum ontvangst aanvraag Datum beschikking Kenmerk Projectnummer
: : : : :
Rouveen Kaasspecialiteiten PGS 15 opslag zuren, aansluiting straatkolk op bedrijfriolering en aanwijzen locatie voor onderhoud heftrucks Oude Rijksweg 395 te Rouveen 18 december 2015 20 april 2016 2016/0141409 Z-HZ_WABO-2015-00401/00402/00403
7
2.
PROCEDURELE ASPECTEN
2.1
Gegevens aanvrager Op 18 december 2016 hebben wij drie aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van: Rouveen Kaasspecialiteiten te Rouveen.
2.2
Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het plaatsen van een nieuwe gevaarlijke stoffen opslag (PGS 15), de aansluiting van een gemeentelijke straatkolk op de bedrijfsriolering en het aanwijzen van een vaste locatie voor het onderhoud van heftrucks. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvragen om vergunning (OLO 2113925, 2113997 en 2114011). Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: bouwen, gebruik gronden in strijd met bestemmingsplan en het milieuneutraal veranderen (artikel 2.1 lid 1 onder a, c en e Wabo). In de aanvragen OLO 2113925 en 2114011 is aangegeven dat deze aanvragen betrekking hebben op het uitvoeren van een werk of werkzaamheden dit is echter niet juist. Naast deze activiteiten moet beoordeeld worden of een aantal toestemmingsstelsels wordt aangehaakt. Of daadwerkelijk moet worden aangehaakt, volgt niet uit de Wabo, maar uit de desbetreffende wet. Bij de aanvraag is een stikstof depositieberekening gevoegd om te kunnen beoordelen of de activiteiten van Rouveen Kaasspecialiteiten ook invloed hebben op beschermde natuurgebieden en mogelijk vergunningplichtig zijn in het kader van de Natuurbeschermingswet. Uit de berekening blijkt dat er geen sprake van een vergunningsplicht in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 in deze procedure. Er is dus geen sprake van aanhaken.
2.3
Huidige vergunningsituatie Op 24 juni 2010 is een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend voor een zuivelfabriek waarin kaasspecialiteiten worden gefabriceerd. De vergunning voorziet in de uitbreiding van de omvang van de kaasmakerij, de pekel, de opslag en veredeling. In de aanvraag wordt uitgegaan van een maximale melkaanvoer van 150.000 ton per jaar en een daarbij behorende kaasproductie van 16.120 ton per jaar. Tevens voorziet de aanvraag in het realiseren en het in gebruik nemen van een afvalwater voorzuivering en het uitvoeren van geluidsreducerende maatregelen. Op 20 april 2011 is er een besluit genomen op een melding milieuneutraal wijzigen in het kader van de Wabo voor een verandering ten aanzien van de aanwezige trafo en de kaasmakerij. De trafo is verplaatst en in de kaasmakerij zijn op de eerste verdieping kantoren gesitueerd. Op 11 juli 2011 is er een besluit genomen op een melding milieuneutraal wijzigen in het kader van de Wabo voor een verandering van de chemicaliën opslag. Op 19 juni 2014 is er een besluit genomen op een melding milieuneutraal wijzigen in het kader van de Wabo voor het verhogen van het dak van de kaasmakerij. Op 20 juni 2014 is er een besluit genomen op een melding milieuneutraal wijzigen in het kader van de Wabo voor het plaatsen van tralies voor bestaande raamkozijnen en het plaatsen van een hekwerk. Op 2 juni 2015 is er een besluit genomen op een melding milieuneutraal wijzigen in het kader van de Wabo voor het plaatsen van een overkapping.
8
2.4
Bevoegd gezag Gedeputeerde staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 9.3 onder b van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort.
2.5
Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 1 maart 2016 in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 1 april 2016 de aanvraag aan te vullen. Wij hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 31 maart en 1 april 2016. Na ontvangst van de aanvullende gegevens hebben wij de aanvraag getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. De termijn voor het nemen van het besluit is opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld.
2.6
Procedure (regulier) en zienswijze Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 16 februari 2015 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in de Staphorster. Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met 6 weken als bedoeld in artikel 3.9, lid 2 Wabo.
2.7
Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: Gemeente Staphorst en Waterschap Drents Overijsselse Delte. Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende adviezen ontvangen: Voor OLO zaak 2113925 hebben wij op 12 februari 2016 advies ontvangen van de gemeente Staphorst en op 22 februari van het Waterschap Drents Overijsselse Delta; Voor OLO zaak 2113997 hebben wij op 12 februari (milieu), 19 februari (bouw) en op 25 februari 2016 (welstand) advies ontvangen van de gemeente Staphorst; Voor OLO zaak 2114011 hebben wij op 12 februari 2016 advies ontvangen van de gemeente Staphorst. Deze adviezen hebben wij verwerkt in deze beschikking
3.
SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING
3.1
Activiteitenbesluit In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. In bijlage I, onderdelen B en C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt.
9
Op 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit gewijzigd en kan sindsdien ook op inrichtingen met een IPPC-installatie van toepassing zijn. Op type C inrichtingen, die vergunningplichtig zijn, kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de vergunning mogen worden opgenomen. De inrichting waarvoor vergunning is aangevraagd, wordt aangemerkt als een type C inrichting waartoe een IPPC-installatie behoord. Binnen Rouveen Kaasspecialiteiten vinden de volgende binnen deze verandering vallende activiteiten plaats die vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit: Bodembedreigende activiteiten; Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende
voorziening. Voor de aangevraagde activiteiten houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan de volgende artikelen uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling: Afdeling 2.4 Bodem (uitgezonderd artikel 2.11, eerste lid); Paragraaf 3.1.3 Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening.
10
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Inhoudelijke Overwegingen Milieu
Aanvrager Aangevraagde activiteiten
: :
Locatie Datum ontvangst aanvraag Datum beschikking Kenmerk Projectnummer
: : : : :
Rouveen Kaasspecialiteiten PGS 15 opslag zuren, aansluiting straatkolk op bedrijfriolering en aanwijzen locatie voor onderhoud heftrucks Oude Rijksweg 395 te Rouveen 18 december 2015 20 april 2016 2016/0141409 Z-HZ_WABO-2015-00401/00402/00403
11
4.
TOETSINGSKADER MILIEU
4.1
Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en niet m.e.r.-plichtig is. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.
4.2
Toetsing gevolgen voor milieu Wij hebben de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens getoetst aan de aspecten genoemd in de inleiding. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet. De melding van Rouveen Kaasspecialiteiten hebben betrekking op: realisatie van nieuwe PGS 15 opslagvoorziening voor zuren met aftapactiviteiten; vastleggen van de locatie waar het onderhoud van heftrucs wordt uitgevoerd, afkoppelen van de straatkolk van gemeentelijke rioleringen en aansluiten op de bedrijfsriolering. Deze veranderingen hebben geen gevolgen voor de vergunde productieprocessen en productiecapaciteiten. De activiteiten zijn reeds vergund. •
Geluid
PGS 15-opslag De opslagvoorziening voor zuren wordt gerealiseerd aan de achterzijde van het bedrijfsterrein. Ten behoeve van het laden en lossen van zuren wordt een gasheftruck ingezet, 10 minuten per dag en ca. 8 maal per week. Met behulp van pompen worden de zuren afgetapt en via leidingen naar de gebruikslocatie geleid. De opslag vindt plaats in een afgesloten container. Volgens de toelichting vindt het laden en lossen plaats binnen de al vergunde tijd van 2 uur voor de desbetreffende gasheftruck. Gelet op een beperkte, gepompte hoeveelheid van zuren en het feit dat dit in een afgesloten systeem gebeurt, is geen akoestische bijdrage van de pomp te verwachten. De akoestische situatie van het bedrijf wordt niet veranderd. De realisatie van de derde opslagvoorziening voor zuren zal niet leiden tot wijziging van de huidige geluidsvoorschriften. De melding kan worden geaccepteerd. Straatkolk gemeentelijke riolering over op bedrijfsriolering Deze melding heeft geen betrekking op een wijziging van de geluidssituatie van de inrichting.
12
Vastleggen onderhoudslocatie heftrucks Door middel van de aanvraag is de locatie van het onderhoud van heftrucks vastgelegd. De locatie is gelegen op een buitenterrein en naast de vergunde rijroutes. Het betreft hier al vergunde activiteiten. De vastlegging van de onderhoudslocatie heeft geen betrekking op een wijziging van de geluidssituatie van de inrichting. De gemelde activiteiten hebben geen nadelige gevolgen voor de geluidssituatie van de inrichting en ze leiden niet tot wijziging van de geluidsvoorschriften. • Afvalwater De nieuwe situatie van de straatkolk leidt niet tot een verandering van het geloosde afvalwater. De gemelde activiteiten hebben geen nadelige gevolgen voor de het afvalwater van de inrichting en ze leiden niet tot wijziging van de voorschriften. • Veiligheid In de aanvraag is aangegeven dat de opslag voldoet aan de eisen van de PGS 15 met uitzondering dat er tevens overtapwerkzaamheden plaatsvinden. In de aanvraag is voldoende aangetoond dat overtapwerkzaamheden niet leiden tot extra risico’s. Doordat in de aanvraag is opgenomen dat de opslag voldoet aan de PGS 15 is er geen reden om nadere voorschriften op te nemen. • Overige aspecten De aanvrager heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat er voor de overige milieuaspecten geen toename zal zijn van de milieubelasting. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu.
4.3
Toetsing andere inrichting Op basis van de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering kan worden opgemaakt dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend.
4.4
Toetsing milieueffectrapport De verandering is niet m.e.r.-plichtig.
4.5
Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.
13
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Inhoudelijke Overwegingen Bouwen
Aanvrager Aangevraagde activiteiten
: :
Locatie Datum ontvangst aanvraag Datum beschikking Kenmerk Projectnummer
: : : : :
14
Rouveen Kaasspecialiteiten PGS 15 opslag zuren, aansluiting straatkolk op bedrijfriolering en aanwijzen locatie voor onderhoud heftrucks Oude Rijksweg 395 te Rouveen 18 december 2015 20 april 2016 2016/0141409 Z-HZ_WABO-2015-00401/00402/00403
5.
OVERWEGINGEN BOUWEN
5.1
Inleiding De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.
5.2
Toetsing Bouwbesluit Uw bouwplan is getoetst aan het Bouwbesluit. Er is voldoende aannemelijk gemaakt dat uw bouwplan zal voldoen aan de daarin omschreven minimale eisen. Bouwverordening Wij hebben uw bouwplan getoetst aan de gemeentelijke bouwverordening van Staphorst en geconstateerd dat daaraan wordt voldaan. Bestemmingsplan De aanvraag is gelegen in het bestemmingsplan “De Streek” en heeft hierin de bestemming “bedrijf”. Op basis van het bestemmingsplan dienen gebouwen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De opslagvoorziening wordt grotendeels buiten het bouwvlak gebouwd en is daarmee in strijd met de planregels. Dit betekent dat wij de omgevingsvergunning in beginsel moeten weigeren. Buitenplanse afwijking Wij zijn van mening dat voor deze activiteit met toepassing van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2º Wabo een vergunning kan worden verleend omdat: Het bouwplan stuit vanuit ruimtelijk oogpunt niet op bezwaren De opslagvoorziening wordt aan de noordzijde van de bestaande fabriek opgericht. Vanaf de Oude Rijksweg is er geen zicht op de opslagvoorziening. Daarnaast staan er aan deze zijde van de fabriek meerder opslagtanks. Welstand Wij hebben uw aanvraag ter advies doorgestuurd aan de gemeente Staphorst. Zij hebben uw bouwplan op 24 februari 2016 voorgelegd aan hun stadsbouwmeester. Zij heeft het bouwplan getoetst aan de hand van de beoordelingscriteria uit de gemeentelijke welstandsnota en is van mening dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Wij kunnen met dit advies instemmen.
5.3
Overige aspecten bouw In bijlage 1 van deze beschikking treft u een samenvatting van de meest relevante van rechtswege van toepassing zijnde voorschriften voor de bouwactiviteiten. Daar waar er sprake is van het doen van een melding kunt u dit schriftelijk doen t.a.v. team Handhaving, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle of per e-mail:
[email protected].
5.4
Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van een bouwwerk zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.
15
BIJLAGE 1 : NADERE INFORMATIE Bouwbesluit 2012 Het Bouwbesluit 2012 is van toepassing. Hieronder staan enkele algemeen geldende bepalingen uit het Bouwbesluit 2012. § 1.6. Procedure bouwwerkzaamheden Artikel 1.23 Aanwezigheid bescheiden Tijdens het bouwen zijn, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig: a. vergunning voor het bouwen; b. veiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.7; c. afschrift van een besluit ingevolge artikel 13, 13a, of 14 van de wet, dan wel een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom, en d. overige voor het bouwen van belang zijnde vergunningen en documenten met nadere voorwaarden en ontheffingen. Artikel 1.24 Het uitzetten van de bebouwingsgrenzen Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor vergunning is verleend wordt, onverminderd de voorwaarden bij de vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het bevoegd gezag: a. de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en b. het straatpeil is uitgezet. Artikel 1.25 Mededeling aanvang en beëindiging bouwwerkzaamheden 1. Het bevoegd gezag wordt ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend door de houder van die vergunning schriftelijk van de aanvang van die werkzaamheden, met inbegrip van ontgravingswerkzaamheden, in kennis gesteld. 2. Het bevoegd gezag wordt uiterlijk op de eerste werkdag na de dag van beëindiging van de bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend, door de houder van die vergunning schriftelijk van de beëindiging van die werkzaamheden in kennis gesteld. 3. Een bouwwerk voor het bouwen waarvan een vergunning voor het bouwen is verleend, wordt niet in gebruik gegeven of genomen indien niet voldaan is aan het bepaalde in het tweede lid. Toelichting: U kunt dit schriftelijk doen t.a.v. team Handhaving, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle of per e-mail:
[email protected]. Hoofdstuk 8. Bouw- en sloopwerkzaamheden Artikel 8.1 Aansturingsartikel 1. De uitvoering van bouw- en sloopwerkzaamheden is zodanig dat voor de omgeving een onveilige situatie of voor de gezondheid of bruikbaarheid nadelige hinder zoveel mogelijk wordt voorkomen. 2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling. Artikel 8.2 Veiligheid in de omgeving Bij het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden worden maatregelen getroffen ter voorkoming van: a. letsel van personen op een aangrenzend perceel of een aan het bouw- of sloopterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen; b. letsel van personen die het bouw- of sloopterrein onbevoegd betreden, en
16
c.
beschadiging of belemmering van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere al dan niet roerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouw- of sloopterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen.
Artikel 8.3 Geluidhinder 1. 2.
Bedrijfsmatige bouw- of sloopwerkzaamheden worden op werkdagen en op zaterdag tussen 7.00 uur en 19.00 uur uitgevoerd. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid worden de in tabel 8.3 aangegeven dagwaarden en de daarbij behorende maximale blootstellingsduur niet overschreden.
Tabel 8.3 Dagwaarde
≤ 60 dB(A)
> 60 dB(A)
>65 dB(A)
> 70 dB(A)
> 75 dB(A)
> 80 dB(A)
Maximale blootstellingsduur
onbeperkt
50 dagen
30 dagen
15 dagen
5 dagen
0 dagen
3.
4.
Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het eerste en tweede lid. Onverkort het gestelde in de ontheffing, wordt bij het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden gebruik gemaakt van de best beschikbare stille technieken. Indien het bevoegd gezag met betrekking tot het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht heeft vastgesteld, is in afwijking van het derde lid geen ontheffing vereist indien het uitvoeren van de werkzaamheden voldoet aan die beleidsregels en het bevoegd gezag ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van die werkzaamheden in kennis is gesteld van de aanvang van de werkzaamheden.
Artikel 8.4 Trillingshinder 1. Trillingen veroorzaakt door het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden bedragen in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en in verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel e, van het Besluit geluidhinder niet meer dan de trillingsterkte, genoemd in tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B «Hinder voor personen in gebouwen» 2006. 2. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van de trillingsterkte, bedoeld in het eerste lid. Artikel 8.5 Stofhinder Tijdens het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden worden maatregelen getroffen om visueel waarneembare stofverspreiding buiten het bouw- of sloopterrein te voorkomen. Artikel 8.6 Grondwaterstand Het bemalen van bouwputten, leidingsleuven en andere tijdelijke ontgravingen ten behoeve van bouwwerkzaamheden leidt niet tot een zodanige wijziging van de grondwaterstand dat gevaar kan ontstaan voor de veiligheid van belendingen. Artikel 8.7 Veiligheidsplan De op grond van de artikelen 8.2 tot en met 8.6 te treffen maatregelen worden op aanwijzing van het bevoegd gezag vastgelegd in een veiligheidsplan. Het plan bevat ter beoordeling door het bevoegd gezag: a ten minste een tekening waaruit de bouw- of sloopplaatsinrichting blijkt met: 1° de toegang tot de bouw- of sloopplaats inclusief begrenzing, afscheiding en afsluiting van de bouw- of sloopplaats; 2° de ligging van het perceel waarop gebouwd of gesloopt wordt en de omliggende wegen en bouwwerken; 3° de situering van het te bouwen of te slopen bouwwerk; 4° de aan- en afvoerwegen;
17
b c
d
e
5° de laad-, los- en hijszones; 6° de plaats van bouwketen; 7° de in of op de bodem van het perceel aanwezige leidingen; 8° de plaats van machines, werktuigen en ander hulpmaterieel en opslag van materialen; 9° de bereikbaarheid van bluswater- en andere veiligheidsvoorzieningen; gegevens en bescheiden over de toe te passen bouw- of sloopmethodiek en de toe te passen materialen, materieel, hulp- en beveiligingsmiddelen bij de bouw- of sloopwerkzaamheden; indien een bouwput wordt gemaakt: 1° de hoofdopzet van de verticale bouwputafscheiding en de bouwputbodem; 2° de uitgangspunten voor een bemalingsplan; 3° de uitgangspunten voor een monitoringsplan ter voorkoming van schade aan naburige bouwwerken; een rapport van een akoestisch onderzoek, indien aannemelijk is dat de dagwaarde vanwege het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden meer bedraagt of de maximale blootstellingsduur in dagen langer duurt dan de waarden, bedoeld in artikel 8.3, tweede en derde lid, of indien aannemelijk is dat niet wordt voldaan aan de beleidsregels als bedoeld in artikel 8.3, vierde lid; een rapport van een trillingenonderzoek, indien aannemelijk is dat het uitvoeren van de bouwof sloopwerkzaamheden een grotere trillingssterkte veroorzaakt dan de trillingssterkte bedoeld in artikel 8.4, eerste lid.
Artikel 8.8 Aansturingsartikel 1. Bouw- en sloopwerkzaamheden worden zodanig uitgevoerd dat tijdens de uitvoering vrijkomend bouw- en sloopafval deugdelijk wordt gescheiden. 2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling en de krachtens die bepalingen gegeven voorschriften. Artikel 8.9 Scheiden bouw- en sloopafval Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over de te scheiden categorieën bouw-en sloopafval en de opslag en afvoer daarvan op en van het terrein bij het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden. Overige bepalingen Intrekken vergunning Artikel 2.33 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht noemt een aantal gevallen waarin de omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk kan worden ingetrokken. Wijzigen tenaamstelling In artikel 2.25 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht staat de mogelijkheid om de omgevingsvergunning op een andere naam te zetten. Hiervoor dient een melding op grond van artikel 4.8 Besluit omgevingsrecht bij het bevoegd gezag te worden ingediend. De melding dient ten minste een maand voordat er gebruik van de vergunning wordt gemaakt ingediend te worden. Het niet melden is een strafbaar feit op grond van de Wet op de economische delicten. Aan deze vergunning zijn op generlei wijze rechten van burgerrechtelijke aard te ontlenen in verband met het bouwen op of nabij de erfscheiding. De vergunninghouder wordt er op gewezen dat voor het gebruik van bermen, voetpaden en gedeelten van wegen, voor zover deze in eigendom bij de gemeente zijn, voor de opslag van goederen en materieel en het plaatsen van containers, loodsen, keten e.d. een vergunning nodig is. Deze vergunning is nodig op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en dient vooraf te worden aangevraagd. Voor het plaatsen van containers, loodsen of keten kan een omgevingsvergunning voor bouwen vereist zijn Stilleggen van de bouw Het bevoegd gezag is bevoegd de bouw stil te leggen indien er wordt gebouwd: a. zonder omgevingsvergunning;
18
b. c. d.
in afwijking van de omgevingsvergunning; op grond bij of krachtens artikel 2.3 van het Besluit omgevingsrecht en er niettemin wordt geconstateerd, dat er wordt gebouwd in afwijking van het Bouwbesluit; in afwijking van de voorschriften van de Bouwverordening.
Het geheel van bepalingen en bevoegdheden uit de wet- en regelgeving is van toepassing.
19