Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning
Aanvrager : Aangevraagde activiteiten : verduidelijking van de al vergunde Locatie : Datum ontvangst aanvraag : Datum ontwerpbeschikking : Kenmerk : Projectnummer :
1
HKS Scrap Metals B.V. uitbreiding van de werkuren van de schaar, administratieve te accepteren metalen/afvalstoffen en vastleggen hoeveelheden Oude Boekeloseweg 38 te Hengelo 22 september 2014 25 februari 2015 2015/0051209 Z-HZ_WABO-2014-00235
Colofon
Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 75 00 www.overijssel.nl
[email protected]
3
1.
ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING
1.1
Onderwerp Wij hebben op 22 september 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van HKS Scrap Metals B.V.. Het betreft een aanvraag voor de uitbreiding van de werkuren van de schrootschaar en een administratieve verduidelijking van de te accepteren afvalstoffen. Maximale opslaghoeveelheden worden daarbij vastgelegd. De aanvraag gaat over de locatie aan Oude Boekeloseweg 38 te Hengelo. De aanvraag is geregistreerd onder olo-nummer 1464305. Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu). Voor de aangevraagde activiteit(en) is ook een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nb-wet) noodzakelijk. Een aanvraag voor een Nb-wet vergunning is in de aanvraag voor de omgevingsvergunning opgenomen.
1.2
Besluit Wij zijn voornemens te besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de artikelen 16, 19 d, 46a en 47a van de Natuurbeschermingswet 1998: • -
de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten: het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo) het realiseren van het aangevraagde project dat, gelet op de instandhoudingsdoelstelling, met uitzondering van de doelstellingen bedoeld in artikel 10a, derde lid Natuurbeschermingswet 1998, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kan verslechteren of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. (artikel 19d Nb-wet voor activiteiten met effecten op Natura 2000 gebieden); het in of nabij een beschermd natuurmonument verrichten, doen verrichten of gedogen van handelingen, die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis van het beschermd natuurmonument of voor dieren of planten in het beschermd natuurmonument of die het beschermd natuurmonument ontsieren (artikel 16 Nb-wet voor activiteiten met effecten op beschermde natuurmonumenten;
-
1.3
geluidsvoorschriften nummer 2.1.1 en 2.1.2 van de vigerende vergunning1 op basis van artikel 2.31, lid 2 onder b van de Wabo ambtshalve te vervangen door de voorschriften 2.1.1 tot en met 2.2.2 van deze vergunning;
•
aan deze vergunning voorschriften te verbinden die zijn opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van deze vergunning.
Ondertekening en verzending GS,
Deze ontwerpbeschikking is verzonden aan de aanvrager. Een afschrift van deze ontwerpvergunning is verzonden aan: Gemeente Hengelo; Waterschap Vechtstromen. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, 1
Kenmerk: EMT/2006/3229
Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening
1.4
Rechtsmiddelen Deze ontwerpbeschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Daarnaast wordt een kennisgeving gepubliceerd in Hengelose Weekblad. De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken worden op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 4 maart 2015 ter inzage gelegd. U kunt gedurende zes weken na de start van de ter inzage termijn eventuele zienswijzen tegen of adviezen over de ontwerpbeschikking indienen bij het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle.
5
INHOUDSOPGAVE Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning ....................................................................... 1 1.1 Onderwerp 4 1.2 Besluit 4 1.3 Ondertekening en verzending 4 1.4 Rechtsmiddelen 5
Voorschriften Milieu en Natuur ........................................................................................... 4 2.1 Geluid algemeen 5 2.2 Representatieve bedrijfssituatie geluid 5 3.1 Emissie NOx 5
Procedurele Overwegingen ................................................................................................. 7 4.1 Gegevens aanvrager 8 4.2 Projectbeschrijving 8 4.3 Huidige vergunningsituatie 8 4.4 Bevoegd gezag 9 4.5 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure 9 4.6 Procedure (uitgebreid) en zienswijzen 9 4.7 Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen 9
Inhoudelijke Overwegingen Milieu ................................................................................... 11 5.1 Inleiding 13 5.2 Toetsing oprichten, veranderen of revisie 13 6.1 Algemeen 13 6.2 Concrete bepaling beste beschikbare technieken 13 6.3 Conclusie 14 7.1 Toetsingskader 14 7.2 Akoestisch rapport 14 7.3 Situatie 14 7.4 Akoestisch relevante activiteiten 14 7.5 Akoestische aspecten van de verandering 15 7.6 Maximaal geluidsniveau (LAmax) 16 7.7 Indirecte Hinder 16 7.8 Controle 16 7.9 Conclusies 17 8.1 Conclusie 17
Inhoudelijke Overwegingen Natuur .................................................................................. 18 9.1 Projectomschrijving 19 9.2 Relevante ecologische onderzoeken 20 9.3 De aanvraag en het Natura 2000-gebied 20 9.4 Bevoegdheid 20 9.5 Noodzaak vergunningdeel Nbwet in omgevingsvergunning 21 10.1 Inhoudelijke beoordeling 21 10.2 Slotconclusie 24
BIJLAGE 1 :
BEGRIPPEN ..................................................................................... 25
BIJLAGE 2 :
ACTIES ............................................................................................ 27
3
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Voorschriften Milieu en Natuur
Aanvrager : Aangevraagde activiteiten : verduidelijking van de al vergunde Locatie : Datum ontvangst aanvraag : Datum ontwerpbeschikking : Kenmerk :
HKS Scrap Metals B.V. uitbreiding van de werkuren van de schaar, administratieve te accepteren metalen/afvalstoffen en vastleggen hoeveelheden Oude Boekeloseweg 38 te Hengelo 22 september 2014 25 februari 2015 2015/0051209
Projectnummer
Z-HZ_WABO-2014-00235
:
2.
GELUID EN TRILLINGEN
2.1
Geluid algemeen 2.1.1
Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave 1999. 2.1.2
Binnen 3 maanden na het in werking treden van de vergunning moet door middel van een akoestisch onderzoek aan het bevoegd gezag worden aangetoond dat aan de geluidsvoorschriften wordt voldaan.
2.2
Representatieve bedrijfssituatie geluid 2.2.1
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LTin dB(A), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten vanwege de representatieve bedrijfssituatie, mag op de onderstaande beoordelingspunten niet meer bedragen dan: Beoordelings Omschrijving punt
5 6 129 Z060 Z061 Z066
Woning Groenhofstraat 66 Woning Leurinksplantsoen 1 Woning Havenstraat 14 Zonegrens Zonegrens Zonegrens
Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT in dB(A) dagperiode avondperiode nachtperiode 07.00-19.00 uur 19.00-23.00 uur 23.00-07.00 uur ho = +1,5/5 m ho = +5,0 m ho = +,5,0 m 46 41 20 51 46 27 52 45 31 41 36 20 42 37 20 44 38 20
De ligging van de beoordelingspunten is aangegeven in figuur 1 van het akoestisch rapport. 2.2.2
Het maximale geluidsniveau LAmax in dB(A), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten vanwege de representatieve bedrijfssituatie, mag op de onderstaande beoordelingspunten niet meer bedragen dan: Beoordelings Omschrijving punt
Maximaal geluidsniveau LAmax in dB(A) dagperiode avondperiode 07.00-19.00 uur 19.00-23.00 uur ho = +1,5/5 m ho = +5,0 m 5 Woning Groenhofstraat 66 64 60 6 Woning Leurinksplantsoen 1 68 65 129 Woning Havenstraat 14 70 63 De ligging van de beoordelingspunten is aangegeven in figuur 1 van het akoestisch rapport.
3.
Emissie NOx
3.1
Emissie NOx 3.1.1
Ten gevolge van de bedrijfsvoering mag, overeenkomstig onderstaande tabel, door de inrichting maximaal 3.453 kg NOx per jaar worden geëmitteerd.
5
BEDRIJFSACTIVITEIT
Emissieduur of - frequentie
Emissie in kg NOx/jr
Hydraulische kraan Sennebogen 835
2592 uur per jaar
489
Hydraulische kraan Sennebogen 835
3456 uur per jaar
652
Hydraulische kraan Sennebogen 850
2592 uur per jaar
489
Wiellaadschop Volvo L70
2592 uur per jaar
865
Vorkheftruck Linde H40D
864 uur per jaar
42
Vorkheftruck Linde H25
2592 uur per jaar
127
Vrachtwagen – plaatsen en oppakken container
288 uur per jaar
10
Vrachtwagen stationair draaien
1008 uur per jaar
6
Dieselaggregaat schip havenbedrijf *
1440 uur per jaar
719
Vrachtwagens op het terrein **
76 aantal per etmaal
54
Totaal
3453
3.1.2
Vergunninghouder dient de onder voorschrift 3.1.1 genoemde emissie administratief inzichtelijk te maken door registratie van het jaarlijkse aantal vervoersbewegingen c.q. bedrijfsuren van de in de tabel opgenomen bedrijfsactiviteiten. * Er komen gemiddeld 5 binnenvaartschepen per maand (= 60 schepen op jaarbasis) naar de inrichting. Voor aggregaten of aandrijfunits zijn dezelfde emissie-eisen als van mobiele werktuigen van toepassing. Vanuit gebruikte duwbakken vindt geen emissie van stikstof plaats. ** De rijroute is gemodelleerd als type ‘weg’. De stikstofemissie is berekend op basis van de jaargemiddelde verkeersintensiteit per etmaal. Het aantal vrachtverkeersbewegingen naar en van de inrichting bedraagt gemiddeld 98 per werkdag bij 288 werkdagen per jaar. Dit komt overeen met 96 × (288/365) = 76 vrachtverkeersbewegingen als jaargemiddelde etmaalintensiteit per weekdag.
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Procedurele Overwegingen
Aanvrager : Aangevraagde activiteiten : verduidelijking van de al vergunde Locatie : Datum ontvangst aanvraag : Datum ontwerpbeschikking : Kenmerk :
HKS Scrap Metals B.V. uitbreiding van de werkuren van de schaar, administratieve te accepteren metalen/afvalstoffen en vastleggen hoeveelheden Oude Boekeloseweg 38 te Hengelo 22 september 2014 25 februari 2015 2015/0051209
Projectnummer
Z-HZ_WABO-2014-00235
7
:
4.
PROCEDURELE ASPECTEN
4.1
Gegevens aanvrager Op 22 september 2014 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van HKS Scrap Metals B.V. te Hengelo.
4.2
Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: een uitbreiding van de werkuren van de knipschaar en een administratieve verduidelijking van de (hoeveelheden) te accepteren metalen afvalstoffen. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor het veranderen van de inrichting of de werking van de inrichting. Naast deze activiteit moet beoordeeld worden of een aantal toestemmingsstelsels wordt aangehaakt. Of daadwerkelijk moet worden aangehaakt, volgt niet uit de Wabo, maar uit de desbetreffende wet. Het volgende stelsel is aangehaakt: Natuurbeschermingswet 1998. HKS Scrap Metals B.V. beschikt nog niet over een vergunning ex art. 16 of 19d in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. In afwijking van de aanvraag voor de omgevingsvergunning is het voor de toetsing aan de Nbwet noodzakelijk dat we het gehele bedrijf beoordelen. Gezien de aard van het bedrijf en de afstand tot beschermde gebieden zijn met name de bedrijfsonderdelen die leiden tot stikstofdepositie van belang. Een overzicht van de relevante activiteiten en de bijhorende emissie in kg NOx/jr is in de onderstaande tabel weergegeven.
4.3
BEDRIJFSACTIVITEIT
Emissie in kg NOx/jr
Hydraulische kraan Sennebogen 835
489
Hydraulische kraan Sennebogen 835
652
Hydraulische kraan Sennebogen 850
489
Wiellaadschop Volvo L70
865
Vorkheftruck Linde H40D
42
Vorkheftruck Linde H25
127
Vrachtwagen – plaatsen en oppakken container
10
Vrachtwagen stationair draaien
6
Dieselaggregaat schip havenbedrijf
719
Vrachtwagens op het terrein
54
Totaal
3453
Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd: SOORT VERGUNNING Milieuvergunning*
DATUM 8 augustus 2006
KENMERK EMT/2006/3229
ONDERWERP
Omgevingsvergunning
30 maart 2011
2011/0063446
Veranderen van de (werking van) een inrichting
revisievergunning
De hierboven genoemde vergunning waar een * bij staat, is volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd.
4.4
Bevoegd gezag Gedeputeerde staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De activiteiten van de inrichting zijn o.a. genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 28.4 en 28.5 van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort. Op grond van artikel 2 en 2a van de Natuurbeschermingswet 1998 zijn gedeputeerde staten het bevoegd gezag voor het beslissen op de aanvraag op grond van de Natuurbeschermingswet.
4.5
Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 30 oktober 2014 en op in de gelegenheid gesteld om tot 10 weken en 2 dagen na de hiervoor genoemde datum de aanvraag aan te vullen. Wij hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 9 januari 2015. Na ontvangst van de aanvullende gegevens hebben wij de aanvraag getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. De termijn voor het nemen van het besluit is opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld. In dit geval is de termijn voor het nemen van het besluit opgeschort met 10 weken en 1 dag.
4.6
Procedure (uitgebreid) en zienswijzen Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet hierop zijn wij niet verplicht om van de aanvraag kennis te geven in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op andere geschikte wijze, tenzij bij de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt. Nu deze uitzonderingsgrond zich niet voordoet hebben wij geen kennis gegeven van de aanvraag in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad. Op basis van artikel 44, lid 3, Nbwet is het college van burgemeester en wethouders van gemeente Hengelo gedurende een termijn van acht weken in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag Natuurbeschermingswet hun zienswijze kenbaar te maken. De gemeente heeft binnen de gestelde termijn geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een inhoudelijke zienswijze uit te brengen.
4.7
Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: Gemeente Hengelo; Waterschap Vechtstromen. Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende adviezen/opmerkingen ontvangen:
9
-
-
2
Gemeente Hengelo heeft bij brief2 van 3 juni 2014 aangegeven dat de aangevraagde activiteiten passen binnen de bestemming van het ter plaatse geldende bestemmingsplan bedrijventerrein Twentekanaal. Van Waterschap Vechtstromen hebben wij geen advies ontvangen.
Ons kenmerk: 2014/0158092
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Inhoudelijke Overwegingen Milieu
Aanvrager : Aangevraagde activiteiten : verduidelijking van de al vergunde Locatie : Datum ontvangst aanvraag : Datum ontwerpbeschikking : Kenmerk :
HKS Scrap Metals B.V. uitbreiding van de werkuren van de schaar, administratieve te accepteren metalen/afvalstoffen en vastleggen hoeveelheden Oude Boekeloseweg 38 te Hengelo 22 september 2014 25 februari 2015 2015/0051209
Projectnummer
Z-HZ_WABO-2014-00235
11
:
5.
TOETSINGSKADER MILIEU
5.1
Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.
5.2
Toetsing oprichten, veranderen of revisie Bij onze -
beslissing op de aanvraag hebben wij: de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder a van de Wabo betrokken; met de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder b van de Wabo rekening gehouden; de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder c van de Wabo in acht genomen.
In de onderstaande hoofdstukken lichten wij dit nader toe, waarbij wij ons beperken tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed (kunnen) zijn. Het betreft de volgende onderdelen: beste beschikbare technieken (BBT) en geluid. Aangezien de aard van de activiteiten niet wijzigt en er geen andere afvalstoffen worden ontvangen dan reeds vergund, achten we andere aspecten niet van belang in de toetsing.
6.
BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT)
6.1
Algemeen In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende BBT worden toegepast. Vanaf januari 2013 moet bij het bepalen van BBT rekening worden gehouden met BBT-conclusies en bij ministeriele regeling aangewezen informatiedocumenten over BBT.
6.2
Concrete bepaling beste beschikbare technieken BBT-conclusies De aangevraagde verandering van de inrichting resulteert in een richting waarop geen IPPC-installatie meer aanwezig is. De maximale opslag van batterijen, kabels en accu’s zijnde gevaarlijk afval zal na het van kracht worden van de aangevraagde omgevingsvergunning onder de 50 ton blijven. Om die reden zijn BBT-conclusies niet van toepassing in deze vergunningprocedure. Bij ministeriele regeling aangewezen informatiedocumenten over BBT Aangezien deze procedure geen nieuwe activiteiten tot gevolg heeft, zijn geen BBT-documenten van toepassing bij de beoordeling van onderliggende vergunningaanvraag.
13
6.3
Conclusie De inrichting voldoet - met inachtneming van de aan dit besluit gehechte voorschriften - aan BBT. Voor de overwegingen per milieuthema wordt verwezen naar de desbetreffende paragraaf.
7.
GELUID
7.1
Toetsingskader De geluidsniveaus worden beoordeeld met behulp van: de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening 1998, de Wet geluidhinder.
7.2
Akoestisch rapport Bij de aanvraag om veranderingsvergunning is een akoestisch rapport gevoegd “Geluidsbijdrage HKS Hengelo op omgeving voor de situatie dat de schrootschaar in de avondperiode in bedrijf is” notitie 61311172.N01b, d.d. 18 juni 2014 van WNP Raadgevende Ingenieurs in Groningen. Het akoestisch rapport is opgesteld conform de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999. In de rapportage zijn de resultaten van berekeningen opgenomen van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, het maximale geluidsniveau en de indirecte hinder. De geluidsniveaus zijn bepaald voor de representatieve bedrijfssituatie. Wij hebben het akoestisch rapport en het bijbehorend rekenmodel beoordeeld en akkoord bevonden.
7.3
Situatie HKS Scrap Metals BV is gelegen aan de Oude Boekeloseweg 38 te Hengelo, op het industrieterrein Twentekanaal te Hengelo. Dit industrieterrein is gezoneerd in het kader van de Wet geluidhinder. De dichtstbijzijnde woningen liggen op een afstand van circa 26 meter tot de grens van de inrichting. Deze woningen liggen buiten het industrieterrein, ten noorden van de inrichting. Deze woningen zijn gelegen binnen de geluidszone van het industrieterrein.
7.4
Akoestisch relevante activiteiten Op basis van de aanvraag en het daarvoor uitgevoerde onderzoek zijn uit oogpunt van geluid de volgende activiteiten relevant: het storten, het ordenen en het verplaatsen van schroot, het vallen van schroot en de transportbewegingen van het vrachtverkeer. Voor een volledige beschrijving van de activiteiten wordt verwezen naar het bij de aanvraag gevoegde geluidsrapport. Dit geluidsrapport beschrijft de representatieve bedrijfssituatie.
7.5
Akoestische aspecten van de verandering De aanvraag heeft betrekking op de wijziging van de bedrijfsvoering. Er vindt uitbreiding van de werkzaamheden van de schrootschaar plaats in de avondperiode van 21 tot 22 uur. Best beschikbare technieken Om een hoog niveau van bescherming van het milieu mogelijk te maken, dient de inrichting de meest doeltreffende technieken toe te passen om de emissie van geluid en andere nadelige gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken. In het akoestisch onderzoek behorende bij de aanvraag is aangegeven welke voorzieningen getroffen zijn ter beperking van de geluidemissie. Verdergaande maatregelen in het kader van BBT achten wij niet noodzakelijk. Aan te schaffen materieel dient te allen tijde te voldoen aan de (akoestische) stand der techniek. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr;LT De geluidszone rond het industrieterrein Twentekanaal is vastgelegd in het bestemmingsplan. De geluidsbelasting van alle bedrijven gelegen op het industrieterrein tezamen mag op de zonegrens ten hoogste 50 dB(A) zijn. De geluidsbelasting per bedrijf wordt geregeld met de geluidsvoorschriften in de milieuvergunning of voorschriften op grond van een Algemene Maatregel van Bestuur. Bij vergunningverlening op een voor geluid gezoneerd industrieterrein is voor de beoordeling van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau de zonegrens (50 dB(A)) etmaalwaarde en de vastgestelde hogere waarden dan wel Maximaal Toelaatbaar Geluidsbelastingswaarden (MTGwaarden) op woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen van belang. e geluidbelasting van de aangevraagde activiteiten is getoetst aan de grenswaarde op de zone en aan de grenswaarde voor woningen binnen de zone. De gemeente Hengelo is zonebeheerder voor het industrieterrein. De zonebeheerder onderzoekt of de geluidsbelasting van deze aanvraag samen met de reeds voor andere bedrijven vergunde geluidsbelastingen op de zonegrens en woningen in de geluidzone de wettelijk bepaalde waarden niet overschrijdt. De zonebeheerder heeft op ons verzoek de toets uitgevoerd en heeft daarover een advies uitgebracht. Het advies, ons kenmerk 2014/0240082, is op 1 augustus 2014 bij ons binnengekomen. De zonebeheerder adviseert ons om de geluidsvoorschriften aan te sluiten bij de berekende geluidsniveaus uit tabel 1 van de akoestische rapportage. Wij hebben het advies beoordeeld en concluderen dat het advies zorgvuldig tot stand is gekomen en inhoudelijk afdoende is. Het advies ligt met de (ontwerp) beschikking ter inzage. Uit de zonetoets blijkt dat de grenswaarde op de zone en de grenswaarden voor woningen binnen de zone niet worden overschreden. Op basis van de zonetoets is de inrichting inpasbaar binnen de geluidszone van het industrieterrein Twentekanaal. Verdere geluidreducerende maatregelen ter beperking van nadelige milieugevolgen kunnen niet worden gevraagd. Het belang van het milieu wordt immers al beschermd doordat krachtens de Wet geluidhinder vastgestelde zonegrens - met daaraan gekoppeld zonegrenswaarden alsmede MTG -waarden - wordt gerespecteerd. Ten gevolge van de aangevraagde verandering van de bedrijfsvoering dienen de geluidsvoorschriften met betrekking tot het langtijdgemiddeldee beoordelingsniveau aangepast te worden.
15
7.6
Maximaal geluidsniveau (LAmax) Ten aanzien van de grenswaarden voor maximale geluidsniveaus hanteren wij paragraaf 3.2 van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening. Voor de woningen buiten de grens van het industrieterrein hanteren wij een grenswaarde van het maximale geluidsniveau gelijk aan de richtwaarde LAr;LT + 10 dB(A) in de dagperiode, richtwaarde LAr;LT + 10 dB(A) in de avondperiode en richtwaarde LAr;LT + 10 dB(A) in de nachtperiode. Voor de betreffende woningen zijn deze waarden weergegeven in de volgende tabel:
Woning
Grenswaarden het maximale geluidsniveaus LAr;LT + 10 dB(A)
Groenhofstraat 66
Dag (7.00-19.00) 65
Avond (19.00-23.00) 60
Nacht (23.00-7.00) 55
Leurinksplantsoen 1
66
61
56
Havenstraat 14
67
62
57
Bij een overschrijding van de voormelde grenswaarden mogen op grond van de Handreiking de maximale geluidsniveaus (LAmax) echter niet hoger zijn dan de maximale grenswaarden van 70 dB(A) in de dagperiode, 65 dB(A) in de avondperiode en 60 dB(A) in de nachtperiode. Het maximale geluidsniveaus komen voor in de dag- en de avondperiode. Uit het geluidsrapport blijkt dat de maximale geluidsniveaus niet overal voldoen aan de grenswaarden (richtwaarde + 10 dB(A)). De overschrijding van deze grenswaarden is veroorzaakt door het plaatsen van lege containers en de schrootverwerking. Aan deze bronnen kunnen geen verdergaande technische en/of organisatorische maatregelen worden getroffen om de nadelige gevolgen voor het milieu te beperken. Evenmin kunnen deze maximale geluidsniveaus worden voorkomen. Aangezien de berekende maximale geluidsniveaus niet hoger zijn dan de maximale grenswaarden van 70 dB(A) in de dagperiode en 65 dB(A) in de avondperiode zijn deze maximale geluidsniveaus daarmee toelaatbaar. Ten gevolge van de aangevraagde verandering van de bedrijfsvoering dienen de geluidsvoorschriften met betrekking tot het maximale geluidsniveau aangepast te worden.
7.7
Indirecte Hinder Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is beoordeling van indirecte hinder voor situaties, waarbij de inrichting gelegen is op een gezoneerd industrieterrein, niet aan de orde. Daar sluiten wij bij aan.
7.8
Controle Onderhavige inrichting is geen IPPC-inrichting. Gelet hierop is artikel 5.5 lid 4 Bor van toepassing. Omdat in de rapportage gegevens - onder andere geluidvermogensniveaus - zijn gehanteerd, die niet gebaseerd zijn op geluidmetingen ter plaatse, is in de voorschriften van deze vergunning een controleverplichting opgenomen, waarbij het bedrijf dient aan te tonen dat aan de gestelde grenswaarden wordt voldaan.
16
7.9
Conclusies Ten aanzien van langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidsniveaus vinden wij op grond van de voormelde overwegingen de situatie milieuhygiënisch aanvaardbaar. Wij hebben aan de vergunning geluidvoorschriften verbonden voor de representatieve bedrijfssituatie waarin grenswaarden zijn gesteld op beoordelingspunten bij woningen van derden en referentiepunten in de omgeving. Door op deze beoordelingspunten grenswaarden te stellen kan een voldoende begrenzing van de geluidemissie in alle richtingen worden verkregen. Hierbij wordt aangesloten bij de berekende waarden, zodat niet meer wordt vergund dan wordt aangevraagd. Uit het advies van de zonebeheerder blijkt dat de aangevraagde langtijdgemiddeldee beoordelingsniveaus inpasbaar zijn binnen de totale geluidruimte. Tevens wordt de bijdrage van het bedrijf in relatie tot het zonebeheer voldoende inzichtelijk gemaakt. Binnen de inrichting zijn en worden maatregelen en voorzieningen getroffen ter beperking van de geluidsproductie. Bij het opstellen van de voorschriften hebben wij rekening gehouden met die maatregelen en voorzieningen. Op basis van het voorgaande concluderen wij dat de geluidshinder tot een aanvaardbaar niveau wordt beperkt door het bepaalde in de aan deze beschikking te verbinden geluidsvoorschriften. Deze voorschriften vervangen de geluidsvoorschriften nummer 2.1.1 en 2.1.2 van de vigerende vergunning.
8.
CONCLUSIE
8.1
Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het veranderen van de werking van een inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn de voor deze activiteit relevante voorschriften opgenomen.
17
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Inhoudelijke Overwegingen Natuur
Aanvrager : Aangevraagde activiteiten : verduidelijking van de al vergunde Locatie : Datum ontvangst aanvraag : Datum ontwerpbeschikking : Kenmerk :
HKS Scrap Metals B.V. uitbreiding van de werkuren van de schaar, administratieve te accepteren metalen/afvalstoffen en vastleggen hoeveelheden Oude Boekeloseweg 38 te Hengelo 22 september 2014 25 februari 2015 2015/0051209
Projectnummer
Z-HZ_WABO-2014-00235
18
:
9.
Overwegingen Natuurbeschermingswet 1998
9.1
Projectomschrijving De aanvrager beschikt nog niet over een vergunning ex art. 19d in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna Nbwet). Het is voor de toetsing aan de Nbwet noodzakelijk dat we het gehele bedrijf beoordelen. Gezien de aard van het bedrijf en de afstand tot beschermde gebieden (Natura 2000-gebied Lonnekermeer ~ 4,5 km, en Beschermd Natuurmonument Twickel 3,5 ~ km) zijn met name de bedrijfsonderdelen die leiden tot stikstofdepositie van belang. Een overzicht van de relevante activiteiten en de bijhorende emissie in kg NOx/jr is in tabel 1 weergegeven. De emissie is identiek aan de emissie van de vigerende vergunning van 8 augustus 2006. De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van de werktijden van de elektrische schaar voor het knippen van materiaal. Met de aanvraag worden geen nieuwe afvalstoffen geaccepteerd en er vinden geen nieuwe of andere bewerkingen plaats.
Tabel 1. Aangevraagde emissie BEDRIJFSACTIVITEIT
Emissieduur (per jaar)
Emissie in kg NOx/jr
Hydraulische kraan Sennebogen 835
2592
489
Hydraulische kraan Sennebogen 835
3456
652
Hydraulische kraan Sennebogen 850
2592
489
Wiellaadschop Volvo L70
2592
865
Vorkheftruck Linde H40D
864
42
Vorkheftruck Linde H25
2592
127
Vrachtwagen – plaatsen en oppakken container
288
10
Vrachtwagen stationair draaien
1008
6
Dieselaggregaat schip havenbedrijf *
1440
719
Vrachtwagens op het terrein **
76
54
Totaal
3453
* Er komen gemiddeld 5 binnenvaartschepen per maand (= 60 schepen op jaarbasis) naar de inrichting. Voor aggregaten of aandrijfunits zijn dezelfde emissie-eisen als van mobiele werktuigen van toepassing. Vanuit gebruikte duwbakken vindt geen emissie van stikstof plaats. ** De rijroute is gemodelleerd als type ‘weg’. De stikstofemissie is berekend op basis van de jaargemiddelde verkeersintensiteit per etmaal. Het aantal vrachtverkeersbewegingen naar en van de inrichting bedraagt gemiddeld 98 per werkdag bij 288 werkdagen per jaar. Dit komt overeen met 96 × (288/365) = 76 vrachtverkeersbewegingen als jaargemiddelde etmaalintensiteit per weekdag. De emissie in kg NOx/jaar per bedrijfsactiviteit is berekend in de notitie stikstofberekening op basis van het akoestisch onderzoek. De emissie van stationaire of mobiele machines binnen de inrichting is gebaseerd op de bedrijfsduur en de emissiefactor. Emissie tijdens stationair draaien, laden en lossen van vrachtwagens is berekend op basis van brandstofverbruik per jaar, conform de rekenmethode voor eveneens diesel aangedreven mobiele werktuigen. De bedrijfsduur is aangegeven in tabel 1. De emissiefactoren voor mobiele werktuigen en kranen zijn gebaseerd op de Europese richtlijn 2004/26/EG, fase III A. De emissiefactoren voor verkeer zijn gebaseerd op de Euro 4 emissienorm (Europese richtlijn 98/69/EC). Voor het brandstofverbruik is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: Het gemiddeld brandstofverbruik bedraagt voor:
19
9.2
mobiele kraan/graafmachine tijdens werkcyclus: 17 l/draaiuur.
wiellaadschop tijdens werkcyclus: 12,5 l/draaiuur.
kleine/middelgrote heftruck tijdens werkcyclus: 4 l/draaiuur.
vrachtwagen laden/lossen met verhoogd toerental: 30 l/uur.
vrachtwagen tijdens bij stationair bedrijf: 5 l/uur.
aggregaat/aandrijfunit 280 kW tijdens werkcyclus: 45 l/draaiuur.
Relevante ecologische onderzoeken Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende onderzoeken toegezonden:
Notitie stikstofdepositieberekening HKS Metals aan de Oude Boekeloseweg 38 te Hengelo, Notitie 6131172.N02, 15 december 2014, WNP Raadgevende Ingenieurs;
Verder zijn de volgende stukken bij de beoordeling betrokken:
9.3
Vergunning Wet milieubeheer van 2 april 1997, kenmerk: MAB 97/1007
Vergunning Wet milieubeheer van 8 augustus 2006, kenmerk EMT/2006/3229
De aanvraag en het Natura 2000-gebied Het bedrijf heeft door de uitstoot van stikstof invloed op verschillende Natura 2000-gebieden, waarvan het Natura 2000-gebied ‘Lonnekermeer’ het dichtst bij het bedrijf ligt (5 km). Er is sprake van externe werking door de aard van het bedrijf en de effecten die kunnen optreden. Voor de beoordeling of een omgevingsvergunning kan worden afgegeven zijn de (ontwerp)aanwijzingsbesluiten van deze gebieden relevant. Daarnaast ligt op een afstand van ca. 3 km van het bedrijf het Beschermd Natuurmonument Heideterreinen Twickel. Voor dit gebied is het aanwijzingsbesluit als beschermd natuurmonument van belang bij onze beoordeling.
9.4
Bevoegdheid Wij zijn het bevoegd gezag inzake deze aanvraag, op basis van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, van de Nb-wet 1998 gelezen in samenhang met artikel 47 Nb-wet en artikel 2.27 en artikel 2.28 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder Wabo). Een omgevingsvergunning die betrekking heeft op handelingen die verboden zijn zonder vergunning ex art. 16 (art. 46b, lid 1 Nbwet) of ex art. 19d (art. 47b, lid 1 Nbwet), kan worden verleend nadat het bestuursorgaan, bevoegd om te beslissen op een aanvraag om een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet, heeft verklaard dat het tegen het verlenen van een omgevingsvergunning geen bedenkingen heeft (artikel 2.27, eerste lid, Wabo). Echter in artikel 2.28 Wabo staat dat indien met het oog op de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning krachtens meer dan een wettelijk voorschrift een verklaring van hetzelfde bestuursorgaan is vereist, beslist dat bestuursorgaan daarover in één verklaring. In dit geval is degene die beslist over de aanvraag om een omgevingsvergunning, hetzelfde bestuursorgaan als die beslist over de aanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet; namelijk de het college van GS van de Provincie Overijssel. Wij zullen daarom zowel voor de Wabo als voor de Natuurbeschermingswet in één vergunning beslissen. De stikstofdepositie vanuit het bedrijf heeft alleen effecten op Natura 2000-gebieden die geheel op het grondgebied van provincie Overijssel liggen, zodat wij bevoegd zijn om te beslissen op de vergunningaanvraag.
20
9.5
Noodzaak vergunningdeel Nbwet in omgevingsvergunning Op basis van de aanvraag en de daarbij behorende bijlagen en tekeningen hebben we beoordeeld of de aangevraagde bedrijfsveranderingen de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied en/of beschermd natuurmonument kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor een gebied is aangewezen. Wij hebben geconstateerd dat de activiteit negatieve effecten kan hebben op habitats in Natura 2000gebieden die gevoelig zijn voor stikstof. De activiteit leidt mogelijk tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats. Significant negatieve effecten zijn op voorhand niet uit te sluiten. Er is geen sprake van een project of handeling conform een vastgesteld beheerplan. Door de kans op significant negatieve effecten is er geen sprake van bestaand gebruik (art. 1 Nbwet). Uit de nadere afweging moet blijken voor het voorliggende project of een omgevingsvergunning kan worden afgegeven.
10.
TOETSING
10.1
Inhoudelijke beoordeling Effecten op Natura 2000-gebied De aangevraagde activiteiten hebben een (mogelijke) negatieve invloed op de aanwezige habitattypen en/of soorten in omliggende Natura 2000-gebieden voor wat betreft de factoren verzuring en vermesting. Hieronder wordt de aanvraag getoetst aan de beoordelingskaders vanuit de Nbwet.
Stap 1. toets aan artikel 19f Rondom het bedrijf bevinden zich meerdere voor stikstof gevoelige Natura 2000-gebieden. Aangezien dit bedrijf stikstof uitstoot en de achtergronddepositie van stikstof hoger is dan de kritische depositiewaarden van de betrokken gebieden zijn significant negatieve effecten op voorhand niet uit te sluiten. In overeenstemming met art. 19f is een passende beoordeling dan aan de orde. Uit jurisprudentie3 blijkt dat er uitzonderingen zijn voor die gevallen, waarbij de stikstofdepositie niet toeneemt ten opzichte van de milieuvergunde situatie op het tijdstip van aanwijzing4 van een beschermd gebied. In die situatie is een passende beoordeling niet noodzakelijk en kan een vergunning worden verleend. Recente jurisprudentie5 heeft verder duidelijk gemaakt dat er continuiteit in de bedrijfsvoering moet zitten vanaf de aanwijsdatum van de relevante Natura 2000gebieden tot vandaag de dag. Dat wil zeggen dat het bedrijf feitelijk nog aanwezig is en nog over een geldende milieuvergunning beschikt. Ook is duidelijk geworden dat alleen op basis van de laagste milieuvergunde situatie per gebied vanaf de relevante aanwijsdata tot nu sprake is van ‘ammoniakrechten’. Dat geldt alleen als een bedrijf niet over een vergunning op basis van de Nbwet beschikt. Bij de referentiedatum geldt voor alle Habitatrichtlijngebieden in Overijssel de datum van 7 december 2004. De aanwijzingen als Vogelrichtlijngebied zijn in Overijssel van eerdere datum. In
3 4
5
ABRvS 31 maart 2010, zaaknummer 200903784/1 Voor speciale beschermingszones in de zin van de Vogelrichtlijn, die zijn aangewezen voor afloop van de omzettingstermijn van de Habitatrichtlijn gelden de bepalingen van artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn vanaf 10 juni 1994 ABRvS 13 november 2013, zaaknummers 201303243/1/R2 en 201303324/1/R2 en 201303514/1/R2 en 201303816/1/R2; Uitspraak 201211640/1/R2
21
overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State van 7 september 20116 geldt voor gebieden die voor 10 juni 19947 zijn aangewezen deze datum als toetsingsmoment. Aangezien het om verschillende referentiedata gaat moeten we in de beoordeling de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden betrekken binnen de depositiecontour van >0,05 mol N/ha/jr rondom het bedrijf. Bij deposities hoger dan 0,05 mol/ha/jr zijn negatieve effecten op een Natura 2000-gebied niet uit te sluiten. Wanneer de aangevraagde activiteiten van een bedrijf op geen enkel punt in een Natura 2000-gebied een bijdrage veroorzaken die hoger is dan 0,05 mol ha/jr laten we dat gebied buiten beschouwing. Naar onze mening is er voor dat gebied dan geen vergunningplicht, omdat deze waarde niet op een enigszins betrouwbare wijze kan worden berekend. Aan die waarde kan volgens ons in zoverre geen fysieke betekenis kan worden toegekend8. Daarnaast is het zo dat zelfs bij aanwezigheid van het meest gevoelige habitattype9 het totale effect slechts één honderdste van één procent van de kritische depositiewaarde is. De effecten op ‘Dinkelland’ laten we verder buiten beschouwing. De depositie op dit gebied bedraagt minder dan 0,05 mol N/ha/jr . Dit komt overeen met ongeveer vijf duizendste van één procent van de kritische depositiewaarde van het meest gevoelige habitattype (Zwakgebufferde vennen). De effecten op ‘Landgoederen Oldenzaal’ laten we verder buiten beschouwing. De depositie op dit gebied bedraagt minder dan 0,05 mol N/ha/jr . Dit komt overeen met ongeveer vier duizendste van één procent van de kritische depositiewaarde van het meest gevoelige habitattype (BeukenEikenbos met Hulst /Eiken-Haagbeukenbos). De effecten op ‘Buurserzand en Haaksbergerveen’ laten we verder buiten beschouwing. De depositie op dit gebied bedraagt minder dan 0,05 mol N/ha/jr . Dit komt overeen met ongeveer een honderdste van één procent van de kritische depositiewaarde van het meest gevoelige habitattype (Actieve hoogvenen / Herstellend hoogveen). De effecten op ‘Witte Veen’ laten we verder buiten beschouwing. De depositie op dit gebied bedraagt minder dan 0,05 mol N/ha/jr . Dit komt overeen met ongeveer vijf duizendste van één procent van de kritische depositiewaarde van het meest gevoelige habitattype (Zwakgebufferde vennen). De effecten op ‘Aamsveen’ laten we verder buiten beschouwing. De depositie op dit gebied bedraagt minder dan 0,05 mol N/ha/jr . Dit komt overeen met ongeveer zes duizendste van één procent van de kritische depositiewaarde van het meest gevoelige habitattype (Actieve hoogvenen / Herstellend hoogveen). Uw bedrijf heeft uitsluitend invloed op beschermde gebieden die zijn aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn. Op de datum waarop de habitatgebieden op de lijst van communautair belang zijn geplaatst (7 december 2004) had de aanvrager een Wet milieubeheervergunning (2 april 1997, kenmerk: MAB 97/1007). Uit de vergunningenhistorie voor de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) blijkt, dat er na 7 december 2004, een wijzigingsvergunning is verleend. In de milieuvergunning van (8 augustus 2006, kenmerk EMT/2006/3229) is sprake van een lagere stikstofemissie (3.453 kg NOx) dan de Milieuvergunde situatie op 7 december 2004 (7.439 kg NOx). In overeenstemming met recente jurisprudentie10 vormen de vergunde emissies in deze kleinere vergunning uw rechten op basis van de Natuurbeschermingswet.
6 7 8 9 10
22
ABRvS zaaknummer 201003301/1 Weerribben en Engbertsdijksvenen ABRvS 9 april 2014, 201301225/1/R2, r.o. 6.3.1. Zwak gebufferde vennen is het gevoeligst en heeft een KDW 429 mol N/ha/jr ABRvS 13 november 2013, zaaknummers 201303243/1/R2 en 201303324/1/R2 en 201303514/1/R2 en 201303816/1/R2; Uitspraak 201211640/1/R2
In tabel 2 is de milieuvergunde emissie kg NOx/jr van HKS Scrap Metals B.V. aan de Oude Boekeloseweg 38 volgens de kleinste vergunning weergegeven.
Tabel 2: Milieu-vergunde situatie met de laagste kg NOx/jr BEDRIJFSACTIVITEIT
Emissieduur (per jaar)
Emissie in kg NOx/jr
Hydraulische kraan Sennebogen 835
2592
489
Hydraulische kraan Sennebogen 835
3456
652
Hydraulische kraan Sennebogen 850
2592
489
Wiellaadschop Volvo L70
2592
865
Vorkheftruck Linde H40D
864
42
Vorkheftruck Linde H25
2592
127
Vrachtwagen – plaatsen en oppakken container
288
10
Vrachtwagen stationair draaien
1008
6
Dieselaggregaat schip havenbedrijf
1440
719
Vrachtwagens op het terrein
76
54
Totaal
3453
Voor de wijze van bepaling van de emissie in de milieuvergunde situatie wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 1. Deze emissiewaarden zijn door de aanvrager ingevoerd in het rekenmodel OPS-Pro (OPS-versie: W4.4.3, release 19 maart 2014) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) te Bilthoven. Om te beoordelen of de depositie in de nieuwe situatie op de Habitatrichtlijngebieden toe neemt opzichte van de kleinste vergunning is een depositieberekening uitgevoerd. De resultaten van deze berekening is in tabel 3 weergegeven. Tabel 3: N-depositie van het bedrijf in mol/ha/jr N-depositie in mol/ha/jr Habitatrichtlijngebieden en natuurmonumenten
Xcoordinaat
Ycoordinaat
7-dec-2004
nieuwe situatie
Lonnekermeer rand 1
254138
477231
0,08
0,08
Lonnekermeer rand 2
254511
477228
0,09
0,09
Lonnekermeer rand 3
255002
477098
0,08
0,08
Heideterreinen Twickel rand 1
247454
472779
0,12
0,12
Heideterreinen Twickel rand 2
247024
473196
0,08
0,08
Heideterreinen Twickel rand 3
246576
473609
0,08
0,08
Uit de depositieberekeningen blijkt dat er geen sprake is van een verslechtering van de kwaliteit van Natura 2000-gebied ten opzichte van de later verleende milieuvergunning met een lagere stikstofemissie. Uit tabel 3 blijkt dat de stikstofdepositie in de aangevraagde bedrijfssituatie op alle betreffende Habitatrichtlijngebied en Natuurmonument gelijk blijft. Conclusie stap 1 Uit vorenstaande gegevens blijkt dat de stikstofdepositie in de aangevraagde situatie gelijk of lager is dan de vergunning met de laagste emissie zoals van belang voor het bepalen van de rechten ten tijde van de plaatsing van een Habitatrichtlijngebied op de lijst van gebieden van communautair belang. Hierdoor kunnen wij vergunning verlenen zonder de noodzaak van een passende beoordeling. Stap 2: toetsing aan art. 19e
23
Uit de toetsing van het aanvraagde project blijkt dat er geen sprake is van negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen. Wij zien geen aanleiding om de gevraagde vergunning te weigeren. Er zijn geen andere vereisten relevant die weigering zouden rechtvaardigen. Stap 3: effecten op beschermd natuurmonument (BN) Wij hebben geconstateerd dat het dichtstbijzijnde BN (Heideterreinen Twickel) op ca. 3 km ligt. De effecten op dit gebied worden beoordeeld op basis van artikel 16. Dit BN is door de minister van LNV op 5 februari 1991 aangewezen. We hebben vastgesteld dat ten gevolge van de bedrijfswijziging de stikstofdepositie ten opzichte van de aanwijzing c.q. het plaatsen op de lijst communautair belang van Natura 2000-gebieden niet toeneemt. Wij zijn van mening dat er daardoor geen sprake is van een handeling die schadelijk kan zijn voor de natuurwetenschappelijke waarde van het BN. De bedrijfsontwikkeling vormt geen belemmering voor het behoud of de ontwikkeling van de specifieke natuurwaarden in dit gebied.
10.2
Slotconclusie Uit de beoordeling van de gewenste bedrijfssituatie van HKS Scrap Metals B.V. aan de Oude Boekeloseweg 38 blijkt dat de stikstofdepositie ten opzichte van de aanwijzingen van gebieden als speciale beschermingszone in het kader van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn niet toeneemt. In overeenstemming met jurisprudentie is in dat geval geen noodzaak tot een passende beoordeling. Er zijn geen andere effecten op het Natura 2000 gebied door de voorgenomen wijzigingen in het bedrijf. Het project brengt de instandhoudingsdoelen voor Natura 2000 gebieden niet in gevaar. Vanuit het wettelijke toetsingskader zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Om verslechtering van de kwaliteit van habitats te voorkomen zijn aan deze ontwerpvergunning wel voorschriften verbonden.
24
BIJLAGE 1 : BEGRIPPEN
GELUIDSNIVEAU IN DB(A): Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) terzake opgestelde regels, zoals neergelegd in de IEC-publicatie no. 651, uitgave 1989. GOEDEREN: Producten als genoemd in bijlage 7 van de NeR. Bijlage 7 van de NeR geeft de klassenindeling van de meest voorkomende stortgoederen. Deze lijst moet overigens niet als limitatief worden gezien, doch kan aanvullingen of wijzigingen ondergaan. LANGTIJDGEMIDDELDE BEOORDELINGSNIVEAU (LAr,LT): Het A-gewogen gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse, in de loop van een bepaalde periode optredende geluid en zo nodig gecorrigeerd voor de aanwezigheid van impulsachtig geluid, tonaal geluid of muziekgeluid, vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de 'Handleiding meten en rekenen industrielawaai', uitgave 1999. MAXIMALE GELUIDNIVEAU (LAmax): Het hoogste A-gewogen geluidsniveau, afgelezen in de meterstand 'fast', verminderd met de meteocorrectieterm Cm. De meterstand 'fast' komt overeen met een tijdconstante van 125 ms.
25
BIJLAGE 2 : ACTIES Deze bijlage bevat een beknopte weergave van directe acties die uitgevoerd moeten worden op grond van de vergunning. Bij iedere actie is het nummer van het voorschrift in de vergunning en de frequentie vermeld. Het uitvoeren van deze acties houdt niet in dat hiermee is voldaan aan alle voorschriften van de vergunning. 0
binnen uiterlijk 3 maanden
Opstellen akoestisch onderzoek
27