Lesbrief bij de strip- en cartoontentoonstelling
Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript
Voor de docent
Lesbrief bij de strip- en cartoontentoonstelling
Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript Voor de docent Informatie ter voorbereiding
Doel - Leerlingen hebben kennis over vooroordelen, discriminatie en de pluriforme samenleving. - Leerlingen zijn zich bewust van hun eigen houding t.a.v. vooroordelen, discriminatie en de pluriforme samenleving. - Leerlingen kunnen reflecteren op cartoons en strips. - Leerlingen kunnen een inhoudelijk thema creatief verbeelden. Doelgroep De lesbrief is bedoeld voor leerlingen vanaf 15 jaar. Bovenstaande doelen sluiten aan bij de vakken Maatschappijleer, Maatschappijwetenschappen en de Kunstvakken (CKV) in de bovenbouw (Tweede Fase) van het voortgezet onderwijs en bij het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap van het MBO. Vmbo De lesbrief sluit aan bij de eindtermen voor Maatschappijleer 1, onderdelen ML1/K/4 (cultuur en socialisatie), ML1/K/5 (sociale verschillen) en ML1/K/7 (beeldvorming en stereotypering) en bij de eindtermen van Maatschappijleer 2, onderdelen ML2/K/6 (de multiculturele samenleving) en ML2/K/7 (massamedia). De lesbrief kan ook behandeld worden bij de Kunstvakken 1 (beeldende vorming) en dan met name bij onderdeel CKV/K/4 (reflecteren op ervaringen, interpretaties en waarderingen). Tenslotte komen in de lesbrief ook vakoverstijgende thema's aan bod zoals het onderkennen van en kunnen omgaan met verschillen, het functioneren als democratisch burger in de multiculturele samenleving en het kunnen benoemen en hanteren van culturele en seksegebonden verschillen. Havo en vwo De lesbrief sluit aan bij de vakken Maatschappijleer en Maatschappijwetenschappen in de bovenbouw (Tweede Fase). In de lesbrief komen onderwerpen uit de volgende domeinen aan bod: Maatschappijleer – Domein E: Pluriforme samenleving, subdomeinen E2 (grondrechten bij de pluriforme samenleving) en E3 (de praktijk van de pluriforme samenleving) Maatschappijwetenschappen - Domein D: Multiculturele samenleving, subdomeinen D1 (multiculturele samenleving), D3 (maatschappelijke positie) en D4 (cultuur en discriminatie). Ook kan de lesbrief behandeld worden bij het vak Kunst (beeldende vorming) - Domein A: Vaktheorie, subdomein A1 (beschrijven, onderzoeken en interpreteren van beeldend werk van kunstenaars en vormgevers). MBO De lesbrief sluit aan bij kerntaak 6 van het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap: Deelnemen in sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte (het handelen vanuit de eigen identiteit en het respecteren van de identiteit van anderen).
Praktische informatie Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript bestaat uit 16 posters (A2 formaat): 1 introductieposter en 15 posters met op elk een cartoon of strip. De cartoons en strips kunnen in principe in willekeurige volgorde worden opgehangen. Het handigst is echter om dezelfde volgorde aan te houden als in deze lesbrief. De lesbrief bevat in totaal 10 vragen, die meestal uit meerdere onderdelen bestaan. Bij de volgende 9 posters worden vragen gesteld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Introductietekst ‘Atletiekbaan’ van Farhad Foroutanian ‘Olga is voor gelijke behandeling’ van Farida Laan ‘Burka Babes’ van Peter de Wit ‘Wat zeuren jullie nou?!’ van Berend Vonk ‘Positief discrimineren’ van Kim Duchateau ‘Maaike in Zuid-Korea’ van Maaike Hartjes ‘Erepodium’ van Djanko ‘Hoe zag hij eruit?’ van Barbara Stok
Gebruik lesbrief De cartoons en strips waarover vragen worden gesteld staan in de lesbrief afgebeeld. Dat maakt dat er verschillende mogelijkheden zijn voor de indeling van de les: -
De leerlingen bekijken eerst de tentoonstelling en beantwoorden daarna aan hun werktafel de vragen in de lesbrief.
-
De leerlingen bekijken, nadat de introductieposter gezamenlijk is besproken, met de lesbrief in de hand de tentoonstelling en beantwoorden direct de vragen. Voordeel hiervan is dat de leerlingen de cartoons/strips op groot formaat (beter) kunnen bekijken en dat ze wennen aan het wat langer stil te blijven staan bij tentoongesteld werk. Niet alle vragen lenen zich hier echter even goed voor. Kiest u voor de laatste werkwijze, dan laat u, om te voorkomen dat iedereen tegelijk bij dezelfde poster staat, een aantal leerlingen beginnen bij vraag 2, een aantal bij vraag 4, het volgende groepje bij vraag 6, etc. Leerlingen die niet bij vraag 2 begonnen zijn, gaan dus na vraag 9 naar vraag 2. Het is aan te bevelen om vraag 10 ook weer zittend in de klas te laten beantwoorden.
U kunt ook, afhankelijk van het vak waarvoor u de lesbrief wilt inzetten, een selectie uit de vragen maken. De nadruk binnen de brief als geheel ligt op de maatschappijvakken. Bij de volgende strips/cartoons zijn extra opdrachten voor ckv toegevoegd. 6. ‘Positief discrimineren’ van Kim Duchateau 8. ‘Erepodium’ van Djanko 9. ‘Hoe zag hij eruit?’ van Barbara Stok
Tijd Afhankelijk van de werkwijze die u kiest, heeft u naar schatting 1 of 2 lesuren nodig. Tip: Een aantal van de tekenaars die aan Wat zeur je nou?! hebben bijgedragen, geeft regelmatig workshops op scholen. Het is mogelijk om via Art.1 een workshop te regelen. De striptekenaar of cartoonist laat zien hoe hij of zij te werk gaat, en laat vervolgens de leerlingen zelf aan de slag gaan, aan de hand van het thema van de expositie.
Colofon Tekst: Marianne Plug, Marjan Möhle (Art.1) Met dank aan: Cees Luckhardt (docent) Uitgave: Art.1 Rotterdam, februari 2008 Voor bestellingen: Tel. 010 – 201 02 01 of e-mail:
[email protected]
www.art1.nl
Lesbrief bij de strip- en cartoontentoonstelling
Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript Voor de docent Vragen en antwoorden
1. Lees onderstaande introductietekst van Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript.
Humor brengt mensen dichter bij elkaar. Het is niet zomaar een cliché, het is wetenschappelijk bewezen. Zelfs in een omgeving waarin niemand je taal spreekt, kan een lach een band van saamhorigheid scheppen. Vooroordelen en tegenstellingen kunnen door een grap worden geslecht. Door ons gedrag te parodiëren in een mop of cartoon, verdwijnen negatieve gevoelens en komen er positieve voor in de plaats. Humor, zelfs al is die nog zo zwart, kan mensen dichter bij elkaar brengen. Naast cabaretiers als Najib Amhali en Theo Maassen zijn stripmakers en cartoonisten een meester in het spelen met vooroordelen. Maar waar cabaretiers vaak met een heel verhaal hun punt maken, daar moet de tekenaar zijn publiek meestal in één oogopslag aan het lachen kunnen krijgen. Dat vergt vakmanschap. Gelukkig zijn er in Nederland en Vlaanderen legio tekenaars die dat ambacht beheersen. Art.1, de landelijke vereniging ter voorkoming en bestrijding van discriminatie, vroeg vijftien van hen om een goede grap. In de tentoonstelling Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript zijn hun bijdragen te zien. Lachen om politieke gezindheid, geloof, handicap, huidskleur, geslacht, leeftijd of seksuele voorkeur. Iedereen die zich wel eens achtergesteld voelt of denkt een ander achter te moeten stellen, komt aan de beurt. Zodat je kunt lachen om je eigen vooroordelen en om het verkeerde beeld dat anderen van jou hebben. En dat is nodig. 'Indien ik geen gevoel voor humor had, zou ik al lang geleden zelfmoord gepleegd hebben,' luidt een beroemde uitspraak van vredestichter Mahatma Gandhi. Humor is de smeerolie van onze steeds diverser wordende maatschappij. En hoe zit het eigenlijk met de humor van politici? Fokke en Sukke for president! -
In welke opzichten is onze maatschappij divers? Noem drie vormen van diversiteit in onze samenleving.
Mogelijke antwoorden: Er wonen veel verschillende groepen mensen in onze samenleving. Er is onder meer diversiteit in: geslacht (mannen, vrouwen) etnische afkomst (allochtonen, autochtonen) geloof (moslims, christenen, joden, niet-gelovigen) seksuele voorkeur (heteroseksuelen, homoseksuelen, biseksuelen) lichamelijke gezondheid (mensen met en zonder handicap of chronische ziekte) leeftijd (kinderen, volwassenen, jongeren, ouderen)
-
Was de samenleving vroeger minder divers? Noem drie bevolkingsgroepen die rond 1950 ook zichtbaar waren in de Nederlandse samenleving
Mogelijke antwoorden: mannen, vrouwen katholieken, protestanten socialisten, liberalen mensen met en zonder handicap of chronische ziekte jongeren, ouderen mensen afkomstig uit Nederlands-Indië en de Molukken, en de eerste Surinamers mensen afkomstig uit Italië, Griekenland, Portugal, Spanje, Joegoslavië (de eerste gastarbeiders) -
Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met ‘Humor is de smeerolie van onze steeds diverser wordende maatschappij’
Mogelijke antwoorden: Door te lachen, grapjes te maken, kunnen mensen makkelijker relativeren. Humor kan bij het ontmoeten van onbekende mensen uit een groep die je niet zo goed kent het ijs breken. Mensen kunnen op een positieve manier met elkaar in contact komen. Mensen kunnen door humor hun eigen vooroordelen herkennen en anders gaan denken. Dat helpt allemaal om op een positieve manier om te gaan met alle verschillende groepen mensen in de Nederlandse samenleving.
Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op grond van kenmerken die er niet toe doen, zoals afkomst, geslacht of seksuele voorkeur. 2. Bekijk deze twee cartoons van Farhad Foroutanian. Op welke van de twee cartoons is het duidelijkst sprake van ongelijke behandeling? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Op de tweede cartoon (de atletiekbaan). De renners worden ongelijk behandeld. De man met het startpistool laat de man in islamitische kledij op achterstand starten. De andere cartoon (de appelboom) gaat ook over achterstand, de islamitische man heeft een kortere ladder. Maar het is niet duidelijk waarom hij die heeft en of iemand hem heeft benadeeld. -
Wie discrimineert er in dit geval?
Mogelijk antwoord: De man met het startpistool. -
Op welke grond wordt hier gediscrimineerd?
Mogelijk antwoord: Op het eerste gezicht op grond van geloof (gezien de kledij van de man op achterstand). Maar wellicht zijn er ook andere gronden die meespelen: dat kun je immers niet altijd zien. Je kunt bijvoorbeeld niet zien of iemand homoseksueel is, of een chronische ziekte heeft.
3. Bekijk de cartoon van Farida Laan
-
Waarom noemt Olga de andere vrouw een ‘eikel’? Mogelijk antwoord: Omdat ze haar hetzelfde als mannen wil behandelen en ‘eikel’ is een scheldwoord voor een man.
-
Wat bedoelt de vrouw in het oranje jurkje? Mogelijk antwoord: Ze bedoelt dat ze dezelfde rechten en kansen als mannen wil hebben, dezelfde status en hetzelfde aanzien wil krijgen. En dat ze dus juist meer respect wil, niet uitgescholden worden.
-
Is er volgens jou sprake van ongelijke behandeling van vrouwen in de samenleving? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Nee, vrouwen worden precies zo behandeld als mannen. Vrouwen hebben dezelfde rechten, en doen hetzelfde werk als mannen. Ja, vrouwen worden ongelijk behandeld, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. In beroepen met een hoge status (directeur, raad van toezicht, hoogleraar) werken minder vrouwen dan mannen. Vrouwen in een toppositie hebben vaak het gevoel dat zij zich extra moeten bewijzen. Ook verdienen vrouwen soms minder geld voor hetzelfde werk. Traditionele vrouwenberoepen in bijvoorbeeld de zorg, of de administratie hebben meestal minder aanzien en van oudsher een lage betaling. Er wordt zelfs wel eens gezegd dat wanneer er veel vrouwen in een bepaald beroep gaan werken (artsen, docenten), de status van dat beroep daardoor daalt.
Schelden en beledigen is ook een vorm van discriminatie en is dus verboden. 4. Bekijk de cartoon van Peter de Wit.
-
Voelt de vrouw met de blauwe tas zich beledigd?
Antwoord: Nee. Ze laat in ieder geval niet blijken beledigd te zijn.
-
Waarom vat de vrouw ‘vuile moslima’ hier niet op als scheldwoord?
Mogelijke antwoorden: omdat een andere moslima het zegt omdat iemand die ze kent (een vriendin) het zegt omdat ze ‘vuil’ letterlijk opvat omdat ze het zat is om op beledigingen te reageren (in het geval dat ze zich wel beledigd voelt, maar dat niet laat blijken)
De context (de gehele situatie) waarin iets gezegd wordt, is heel belangrijk voor hoe het opgevat kan worden. -
Wat zou met de cartoon gebeuren als de moslima die ‘vuile moslima’ zegt veranderd wordt in een blanke Nederlander? Zou de vrouw dan anders reageren?
Mogelijk antwoord: Ja, waarschijnlijk wel. Dan is het niet grappig meer. Dan krijgt ‘vuile moslima’ wel de betekenis van een scheldwoord/belediging. 5. Bekijk de cartoon van Berend Vonk. -
Welke bekende politicus wordt hier bedoeld? Antwoord: Geert Wilders van de PVV
-
Waarom is het humoristisch dat juist deze jongen dit kapsel heeft gekopieerd? Mogelijk antwoord: Aan zijn ouders te zien, heeft de jongen een islamitische achtergrond. Geert Wilders staat bekend om zijn antiislamitische uitspraken. Je zou niet verwachten dat de jongen dan toch juist zijn kapsel kopieert. Aan de andere kant ’hoort’ het bij jongeren(cultuur) om je af te zetten tegen je ouders of om ‘hun’ groep te shockeren. Misschien heeft hij daarom wel juist dit kapsel genomen.
-
Er wordt vaak gezegd dat in de politiek tegenwoordig veel ‘op de persoon gespeeld’ wordt. Dat wil zeggen dat er niet gereageerd wordt op de inhoud van wat iemand zegt, maar op de persoon zelf. Het lijkt soms moeilijk te zijn om inhoud en persoon van elkaar te scheiden. Lukt dat de jongen in deze cartoon wel of niet? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Ja. De jongen kijkt heel genuanceerd naar Geert Wilders. Hij ziet Wilders’ uiterlijk en uitspraken los van elkaar. -
Ken je voorbeelden waarbij mensen wel hun uiterlijk gebruiken om hun politieke voorkeur te laten zien? Welke?
Mogelijke antwoorden: T-shirts, buttons of petjes met bepaalde teksten (Lonsdale, no future, save Tibet) Haardracht (kaalgeschoren, hanenkam, dreads, afro) Palestina-sjaal bepaalde kleur schoenveters -
Kan je op basis van iemands uiterlijk altijd zeggen welke politieke ideeën hij of zij heeft? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Nee. Veel mensen dragen ook gewoon bepaalde kleren of kapsels omdat zij het mooi vinden of omdat het mode is. Sommige kleding of kapsels roepen echter wel bepaalde reacties op, of je dat nu wilt of niet. Dat kan lastig en vervelend zijn, want uiterlijk zegt niet alles. 6. Bekijk de cartoon van Kim Duchateau.
-
Wat zou er in het ‘hokje’ kunnen gebeuren?
Mogelijke antwoorden: Iemand vertelt de mensen die in het ‘hokje’ stappen waarom ze beter/leuker/intelligenter/grappiger/mooier, etc. zijn dan anderen. Er staan twee mensen in het ‘hokje’: een persoon mag kiezen tussen degene die er al staat (een autochtoon) en degene die in het ‘hokje’ stapt (een allochtoon) en kiest zonder meer altijd voor de allochtoon.
Toelichting over ‘positieve discriminatie’ Positieve discriminatie is een raar woord, want discriminatie is nooit positief. Het is een term die wel gebruikt werd, maar later is vervangen door de termen ‘positieve actie’ en ‘voorkeursbeleid’. Dit beleid wordt vooral toegepast op de arbeidsmarkt. Er wordt mee bedoeld dat bij het aannemen van nieuwe werknemers eerst goed gekeken wordt naar de samenstelling van het personeel. Zijn er te weinig vrouwen, allochtonen of gehandicapten in een bedrijf, dan kan het bedrijf er bewust voor kiezen om juist iemand uit deze groepen aan te nemen, om zo de achterstand in te halen. Het bedrijf moet zich wel houden aan een aantal strenge regels: zo moeten de kandidaten wel even geschikt zijn voor de baan als anderen. -
Niet iedereen is even enthousiast over positieve actie of voorkeursbeleid. Wat zouden de nadelen ervan kunnen zijn?
Mogelijke antwoorden: Werknemers die buiten de regeling vallen kunnen zich gediscrimineerd voelen. De aangenomen werknemers zouden het gevoel kunnen krijgen toch niet echt op hun kwaliteiten te zijn geselecteerd, maar alleen op hun huidskleur/geslacht/achtergrond.
Een ander middel om achterstanden weg te werken en om discriminatie te bestrijden, is het vergroten van de weerbaarheid van ‘kwetsbare groepen’ zoals vrouwen, allochtonen en gehandicapten. Weerbaar worden wil zeggen: steviger in je schoenen komen te staan, zodat je de kracht hebt om zelf mogelijkheden te creëren om volop en gelijkwaardig in de samenleving mee te doen. -
Wat zou jij nodig hebben om weerbaar te worden?
Mogelijke antwoorden: Vanuit jezelf: Zelfvertrouwen, een positief beeld van mijzelf, een actieve houding, assertiviteit, inzet, enthousiasme, gezondheid, etc. Vanuit anderen: Kansen, een diploma, een baan, complimentjes, positieve beoordelingen, aanmoedigingen, etc. Extra ckv-opdracht Bedenk een passend souvenir dat je na een bezoek aan het ‘hokje’ meekrijgt. Werk dit uit in een tekening, schilderij of beeld. Denk aan wat je in het hokje zou kunnen krijgen om weerbaar te worden, bijvoorbeeld: een spiegel waarin je een positief beeld van jezelf ziet, een handje waarmee je jezelf of een ander een schouderklopje kunt geven of een tekstballonnetje, zodat je nooit meer met je mond vol tanden staat.
7. Bekijk de strip van Maaike Hartjes.
-
Welk cultureel verschil valt Hartjes als eerste op? Welke nuance is daarbinnen weer te maken?
Mogelijke antwoorden: Het valt Maaike Hartjes op dat mensen in Korea mensen beleefder zijn. Daarna nuanceert ze dat: vooral jongeren zijn beleefd, maar ouderen niet. -
Hoe verbeeldt Hartjes het verschil in kijken naar ouderen tussen Nederland en Korea?
Mogelijk antwoord: Ze gebruikt de trap als metafoor. Op de ‘Nederlandse’ trap rennen jongeren sneller naar boven dan ouderen, op de ‘Koreaanse’ trap zitten de ouderen al boven aan de trap. -
Vind jij ook, net als Hartjes in deze strip, dat wij in Nederland vooral kijken naar wat ouderen niet meer kunnen? Licht je antwoord toe.
Mogelijke antwoorden: Ja. Ouderen hebben moeite met het vinden van een baan, omdat veel werkgevers liever jongeren aannemen. Ouderen worden vaak gezien als zielig, lastig, moeilijk te ‘kneden’ of duur (ziektekosten). Nee. Mensen in belangrijke posities zijn vaak ouderen, bijvoorbeeld ministers, directeuren, professoren. Ouderen zijn heel actief, en er worden veel dingen voor ze georganiseerd. 8. Bekijk de cartoon van Djanko.
-
In de cartoon is de eerste plaats is nog steeds niet toegankelijk voor mensen met een handicap. Hoe is dit in het echte leven? Met welke beperkingen kunnen mensen met een handicap of chronische ziekte te maken krijgen, ondanks allerlei voorzieningen?
Mogelijke antwoorden: ze moeten om hulp vragen ze kunnen niet makkelijk ergens alleen naartoe ze moeten vaak speciale plaatsen of diensten reserveren (in de schouwburg, in de trein of de bus) ze hebben meer ziektekosten, moeten hogere verzekeringen afsluiten ze hebben aanpassingen in huis nodig ze zijn meer tijd kwijt aan doktersbezoek, onderzoeken, revalidatie, etc. Extra ckv-opdracht: Bedenk zelf een erepodium dat wel toegankelijk is voor mensen met een handicap. Werk je idee uit in een tekening, schilderij of beeld. 9. Bekijk de strip van Barbara Stok (volgende pagina). -
Kan Stok (ze is zelf de hoofdpersoon in de strip) goed zien wie in de auto inbreekt? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Nee. Ze staat er ver vanaf, en ze ziet de inbreker op de rug.
Een vooroordeel is een mening die je al bij voorbaat in je hoofd hebt over andere (groepen) mensen, zonder te weten of het wel klopt met de feiten. -
Het verhaal van Stok gaat over waarneming en vooroordelen. Wat wil ze met haar verhaal zeggen?
Mogelijk antwoord: Wat je ziet, of denkt te zien, vul je in met je eigen beelden/vooroordelen. Je waarneming is daardoor meestal subjectief (niet feitelijk, maar persoonlijk), je eigen vooroordelen ‘kleuren’ je waarneming. Je kunt er daardoor niet altijd op vertrouwen. -
Hoe laat Stok de lezer nadenken over wat ze met haar verhaal wil zeggen?
Mogelijk antwoord: Ze tekent geen plaatje met de clou/de boodschap. Dat maakt dat je als lezer ‘gedwongen’ wordt zelf na te denken over wat de clou of de boodschap is. Extra ckv-opdracht: Teken één of meerdere extra plaatjes voor het verhaal, waarin je duidelijk de boodschap van het verhaal weergeeft.
10. Wat vind je van de tentoonstelling Wat zeur je nou?! Discriminatie Gestript ? Zijn cartoons en strips een goed middel om mensen aan het denken te zetten over vooroordelen en discriminatie? Licht je antwoord toe. Mogelijke antwoorden: Ja, cartoons en strips zijn een goed middel, het spreekt veel mensen (jongeren) aan, humor maakt het onderwerp minder saai/zwaar. Nee, cartoons en strips zijn geen goed middel. Discriminatie is een serieus onderwerp en daar moet je dus serieus over zijn, humor is heel persoonlijk, daarom snapt niet iedereen alle grappen en dat maakt het lastig om erover te praten.