1.
Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M23 van juli 2005. Met behulp van de Kennistoets kunnen de praktijkassistentes nagaan hoe hun kennis over hun handelen bij slapeloosheid en slaapmedicatie zich verhoudt tot de richtlijnen uit de NHG-Standaard Slapeloosheid en slaapmiddelen. De toetsvragen kunnen zowel individueel als in groepjes van drie personen ingevuld worden. De nabespreking is plenair. Aansluitend aan deze module kan het onderdeel 'Slaapmiddelen slikken, dat is toch niet zo erg?' gevolgd worden. Beide modules kunnen ook los van elkaar gevold worden.
2.
Doel, doelgroep en tijdsduur Doelstelling:
De deelnemer toetst haar kennis over slapeloosheid en slaapmiddelen Praktijkassistentes Doelgroep: Tijdsduur: 40 minuten Groepsgrootte: Tot 20 personen
3.
Uitvoering
4.
Leid dit programmaonderdeel kort in. U kunt daarvoor de bovenstaande tekst onder 'Toelichting' gebruiken. Deel Werkblad 1 uit aan alle deelnemers en vraag hen dit individueel (of in drietallen) in te vullen (15 min.). Deel vervolgens Werkblad 2 (Antwoordsleutel) uit en geef vijf minuten gelegenheid deze door te nemen (5 min.). Houd een plenaire nabespreking. U kunt daarbij Docentmateriaal 1 gebruiken (20 min.).
Organisatie
Kopieer Werkblad 1 en Werkblad 2 voor alle deelnemers. Bereid u voor door Werkblad 1 zelf in te vullen en door Docentmateriaal 1 door te nemen alsmede het hoofdstuk Slapeloosheid en slaapmiddelen uit het boek NHG-Standaarden voor praktijkassistente en -ondersteuner of de NHG-Standaard Slapeloosheid en slaapmiddelen.
1 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid?
Kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid?
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Voor u ligt een kennistoets. Het zijn vragen over klachten of problemen van de patiënt of over de handelwijze van de praktijkassistente. De inhoud van de kennistoets komt overeen met de betreffende NHG-Standaard. De vragen zijn gesteld in casusvorm. De casus bestaat uit een inleidende tekst, gevolgd door een of meer beweringen. Deze beweringen zijn cursief gedrukt. Op deze beweringen kunt u antwoorden met de mogelijkheden 'juist' of 'onjuist', of, als u het antwoord niet weet, met de vraagtekenoptie. U vult juist of onjuist in als u (vrijwel) zeker bent van het goede antwoord. De mogelijkheid '?' kunt u invullen als u twijfelt over het correcte antwoord. Door bij twijfel niet te gokken, geeft u zichzelf achteraf beter de mogelijkheid datgene na te zoeken waarover u twijfelde bij het maken van de toets. Bij het beantwoorden van de vragen kunt u de informatie in de inleidende tekst als gegeven beschouwen. U hoeft alleen de bewering zelf te beantwoorden. U krijgt dertig minuten de tijd om de vragen in te vullen. Daarna wordt de antwoordsleutel uitgedeeld zodat u deze kunt vergelijken met uw eigen antwoorden. Veel succes. Mevrouw De Vree, 32 jaar, belt op naar de praktijk met een aantal vragen naar aanleiding van het feit dat ze zo slecht slaapt. Ze heeft net een nieuwe baan en moet hiervoor vroeg opstaan. Ze wil fit zijn overdag. Ze is bang dat ze haar acht uur slaap niet krijgt. Mevrouw vertelt dat ze erg licht slaapt en wel drie keer per nacht wakker wordt. Daarbij duurt het wel een half uur voor ze in slaap valt. De praktijkassistente vertelt dat het inderdaad het streven is om minimaal zeven uur te slapen. Juist Onjuist ? 1. Deze bewering is correct. ❍ ❍ ❍
Ook vertelt de praktijkassistente dat het van belang is om op een vast tijdstip naar bed te gaan. Juist Onjuist ? 2. Deze bewering is correct. ❍ ❍ ❍
De praktijkassistente vertelt dat de inslaaptijd abnormaal lang is.
3. Deze bewering van de assistent is correct.
Juist ❍
Onjuist ❍
? ❍
De praktijkassistente vertelt dat het aantal onderbrekingen per nacht normaal is.
4. Deze bewering is correct.
2 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Juist ❍
Onjuist ❍
? ❍
kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid?
Kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid? Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Mevrouw Teunissen maakt zich zorgen over het slechte slapen. Ze slaapt maar vijf uur per nacht, terwijl haar man wel acht uur slaapt. Gelukkig heeft ze tot nu toe overdag geen last van moeheid. Ze vraagt de praktijkassistente om een slaapmiddel voor een aantal nachten. Juist Onjuist ? 5. Volgens de NHG-Standaard is in dit geval een een slaapmiddel geïndiceerd. ❍ ❍ ❍
Mevrouw Pront vertelt de praktijkassistente dat ze de laatste maanden erg gespannen is. Ze slaapt daardoor slecht. Ze maakt zich zorgen over het slechte slapen en vraagt zich af hoe ze ooit aan haar rust moet komen. Juist Onjuist ? 6. Het feit dat mevrouw zich zorgen maakt over haar slechte slapen noemt men negatieve conditionering. ❍ ❍ ❍
De praktijkassistente adviseert mevrouw Pront om 's avonds in bed eerst een half uurtje naar een tv-programma te kijken dat ze leuk vindt. Juist Onjuist ? 7. Dit is een correct advies. ❍ ❍ ❍
De vaste praktijkassistente begeleidt een stagaire. Zij houden een gesprek over het aanvragen van herhalingsreceptuur voor slaapmedicatie. De praktijkassistente geeft aan dat ongeveer 90 procent van de recepten voor benzodiazepinen een herhalingsrecept betreft. Juist Onjuist ? 8. Deze bewering is correct. ❍ ❍ ❍
Ook geeft de praktijkassistente aan dat iemand die gedurende jaren slaapmiddelen gebruikt, bij het stoppen maandenlang last kan hebben van onttrekkingsverschijnselen. Juist Onjuist ? 9. Deze bewering is correct. ❍ ❍ ❍
De heer Krijn, 72 jaar, belt de praktijk met de vraag om slaapmedicatie. Hij heeft deze medicatie vorig jaar een keer tijdelijk gekregen na een ziekenhuisopname. Hij slaapt vijf tot zes uur per nacht. Dit vindt hij te weinig. Overdag zit hij geregeld te dutten. Hij is verder nog goed gezond. De praktijkassistente geeft hem de volgende informatie: a. Naarmate men ouder wordt heeft men meer slaap nodig. b. Iemand van zijn leeftijd die 's nachts slecht slaapt, kan het beste middagdutjes vermijden.
3 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid?
Kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid? Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
c. 's Avonds twee glazen alcohol drinken bevordert de slaap. d. Hij moet pas naar bed gaan als hij moe is. e. Hij moet voor het slapengaan een lange wandeling maken.
10. 11. 12. 13. 14.
Bewering a is correct. Bewering b is correct. Bewering c is correct. Bewering d is correct. Bewering e is correct
4 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Juist ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
Onjuist ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
? ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid?
Kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid? Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Antwoordsleutel 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Onjuist Juist Onjuist Juist Onjuist Juist Onjuist Juist Onjuist Onjuist Juist Onjuist Juist Onjuist
5 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid?
Kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid? Werkblad 2
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
1. Onjuist Het is een mythe te veronderstellen dat iedereen acht uur slaap nodig heeft. Bij ongeveer 65 procent van de volwassenen bedraagt de totale slaapduur gemiddeld zeven tot acht uur. Van alle volwassenen kan 8 procent met minder slaap toe, terwijl 2 procent langer dan tien uur slaapt.
2. Juist. Het is voor een goede nachtrust van belang om op een vast tijdstip naar bed te gaan.
3. Onjuist Gewoonlijk duurt de inslaaptijd tien tot twintig minuten. Maar deze kan sterk variëren zonder abnormaal te zijn.
4. Juist Twee tot drie keer per nacht wakker worden is normaal. Vaak kan men zich de volgende morgen niet meer herinneren wakker te zijn geweest, omdat het zo kort heeft geduurd en men meteen weer is ingeslapen.
5. Onjuist Een slaapstoornis is een klacht over het slapen gecombineerd met klachten over het functioneren overdag, zoals moeheid, slaperigheid, verminderde concentratie en prestatie. Wanneer er geen klachten zijn overdag spreekt men van pseudo-insomnie. Het gaat dan om een verkeerde uitleg van een normaal patroon. Er is in dat geval volgens de NHG-Standaard geen indicatie voor een slaapmedicament. Voorlichting is dan vaak voldoende.
6. Juist Iemand die enige tijd achtereen niet goed kan slapen, gaat zich er zorgen over maken dat hij of zij de volgende nacht weer niet goed zal kunnen slapen. Door deze zorgen kan men zich niet ontspannen en slaapt men slecht. Zo komt men in een vicieuze cirkel terecht van slecht slapen - hierover zorgen hebben slecht slapen. Dit noemt men negatieve conditionering. Meestal ontstaat dit nadat iemand ongeveer drie weken niet goed geslapen heeft.
7. Onjuist Eén van de adviezen om beter te slapen is het niet gebruiken van de slaapkamer als werk-, studeer- of tv-kamer. Het is van belang het lichaam eraan te wennen dat het bed/de slaapkamer er alleen is om te slapen. Ook is het zo dat lichamelijke of geestelijke inspanning een uur voor het slapen gaan, het inslapen bemoeilijkt.
6 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid?
Kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid? Docentmateriaal 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
8. Juist Helaas is het juist dat om precies te zijn 89 procent van de verstrekkingen van benzodiazepinen herhalingsrecepten betreft. Benzodiazepinen worden ook voorgeschreven bij angst of een paniekstoornis, maar in de meeste gevallen worden zij als slaapmiddel voorgeschreven.
9. Onjuist De onttrekkingsverschijnselen zoals angst, prikkelbaarheid en slapeloosheid duren zelden langer dan twee weken. Om deze periode door te komen is begeleiding door de huisarts van belang.
10. Onjuist Ouderen slapen in het algemeen korter. Ze slapen ook lichter waardoor ze vaker wakker worden. Omdat ouderen nogal eens geneigd zijn overdag een dutje te doen, gaat dit ook nog eens ten koste van de echte nachtrust.
11. Juist Middagdutjes gaan ten koste van de nachtrust. Hierdoor is men immers 's avonds minder snel moe zodat men dan slechter inslaapt.
12. Onjuist Een slaapmutsje 's avonds kan geen kwaad. Maar meer dan één glaasje wordt niet aanbevolen. In het algemeen slaapt men lichter door alcoholinname.
13. Juist Als men naar bed gaat terwijl men nog klaar wakker is, slaapt men slecht in. Hierdoor loopt men kans zich er eerder over op te winden dat men niet kan slapen, waardoor men in een negatieve spiraal (negatieve conditionering) terecht komt.
14. Onjuist Lichamelijke inspanning dient men minimaal een uur voor het slapen gaan te vermijden.
7 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid?
Kennistoets. wat weet jij nou van slapeloosheid? Docentmateriaal 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule