Docentenhandleiding bij de strip- en cartoontentoonstelling
Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript
Voor de docent
Colofon Tekst en redactie: Marianne Plug en Grietje Uphoff (versie 2010), Marjan Möhle (oorspronkelijke versie 2008). Met dank aan: Cees Luckhardt (docent), Johan Kastelein (docent)
Uitgave: Art.1 Rotterdam, februari 2010 Voor bestellingen: www.art1.nl/shop (kijk bij les- en projectmateriaal) Tel. 010 – 201 02 01 of e-mail:
[email protected]
2
Docentenhandleiding bij de strip- en cartoontentoonstelling
Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript Informatie ter voorbereiding
Doel - Leerlingen hebben kennis over vooroordelen, discriminatie en de pluriforme samenleving. - Leerlingen zijn zich bewust van hun eigen houding t.a.v. vooroordelen, discriminatie en de pluriforme samenleving. - Leerlingen kunnen reflecteren op cartoons en strips. - Leerlingen kunnen een inhoudelijk thema creatief verbeelden. Doelgroep De lesbrief is bedoeld voor leerlingen vanaf 15 jaar. Bovenstaande doelen sluiten aan bij de vakken Maatschappijleer, Maatschappijwetenschappen en de Kunstvakken (CKV) in de bovenbouw (Tweede Fase) van het voortgezet onderwijs en bij het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap van het MBO. Vmbo De lesbrief sluit aan bij de eindtermen voor Maatschappijleer 1, onderdelen ML1/K/4 (cultuur en socialisatie), ML1/K/5 (sociale verschillen) en ML1/K/7 (beeldvorming en stereotypering) en bij de eindtermen van Maatschappijleer 2, onderdelen ML2/K/6 (de multiculturele samenleving) en ML2/K/7 (massamedia). De lesbrief kan ook behandeld worden bij de Kunstvakken 1 (beeldende vorming) en dan met name bij onderdeel CKV/K/4 (reflecteren op ervaringen, interpretaties en waarderingen). Tenslotte komen in de lesbrief ook vakoverstijgende thema's aan bod zoals het onderkennen van en kunnen omgaan met verschillen, het functioneren als democratisch burger in de multiculturele samenleving en het kunnen benoemen en hanteren van culturele en seksegebonden verschillen. Havo en vwo De lesbrief sluit aan bij de vakken Maatschappijleer en Maatschappijwetenschappen in de bovenbouw (Tweede Fase). In de lesbrief komen onderwerpen uit de volgende domeinen aan bod: Maatschappijleer – Domein E: Pluriforme samenleving, subdomeinen E2 (grondrechten bij de pluriforme samenleving) en E3 (de praktijk van de pluriforme samenleving) Maatschappijwetenschappen - Domein D: Multiculturele samenleving, subdomeinen D1 (multiculturele samenleving), D3 (maatschappelijke positie) en D4 (cultuur en discriminatie). Ook kan de lesbrief behandeld worden bij het vak Kunst (beeldende vorming) - Domein A: Vaktheorie, subdomein A1 (beschrijven, onderzoeken en interpreteren van beeldend werk van kunstenaars en vormgevers). MBO De lesbrief sluit aan bij kerntaak 6 van het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap: Deelnemen in sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte (het handelen vanuit de eigen identiteit en het respecteren van de identiteit van anderen).
3
Praktische informatie Het lespakket bij de tentoonstelling Wat zeur je nou?! Discriminatie Gestript bestaat uit een cd-rom en een set posters. Op cd-rom staan: een lesbrief voor leerlingen een docentenhandleiding afbeeldingen van alle cartoons en strips uit de tentoonstelling De posterset bestaat uit 5 posters uit de tentoonstelling, met cartoons en strips over verschillende discriminatiegronden. De posters zijn ook los van de cd-rom te bestellen. Tentoonstelling De tentoonstelling Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript bestaat uit 16 posters (A2 formaat): 1 introductieposter en 15 posters met op elk een cartoon of strip. De tentoonstelling is te leen bij Art.1. Er zijn twee versies: een geplastificeerde en een ingelijste versie. Geplastificeerde versie De geplastificeerde posters hebben aan de bovenzijde gaatjes, waarmee ze makkelijk opgehangen kunnen worden. Deze versie is zeer handzaam, wordt vervoerd in een grote tekenmap en kan ook per post verstuurd worden. Kosten: € 35,- voor 3 weken en een borgbedrag van € 50,- indien de tentoonstelling bij Art.1 wordt opgehaald. Indien de tentoonstelling wordt toegestuurd betaalt de lener de verzendkosten per verzekerd vervoer (heen en terug in totaal € 16,80). Ingelijste versie De ingelijste posters hebben een luxe uitstraling, maar zijn minder handzaam. Ze dienen bij Art.1 opgehaald te worden. Kosten: € 150,- voor 3 weken. De lener dient zelf een verzekering af te sluiten. Voor meer informatie, neem contact op met Art.1. Gebruik lesbrief De lesbrief bevat in totaal 17 vragen, die meestal uit meerdere onderdelen bestaan. Bij alle posters worden vragen gesteld. Sommige vragen zijn vrij eenvoudig, andere wat lastiger. In de lesbrief voor de leerlingen is voor elke poster een apart vel met vragen gebruikt. Zo kunt u gemakkelijk een eigen selectie maken, afgestemd op het niveau van uw leerlingen, de beschikbare tijd of de precieze invulling die u aan de les wilt geven. De cartoons en strips staan klein in de lesbrief afgebeeld. Voor grotere afbeeldingen kunt u zelf prints maken van de bijgeleverde cartoons en strips. De afbeeldingen mogen alleen gebruikt worden in het kader van Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript. De posters van de tentoonstelling kunnen in principe in willekeurige volgorde worden opgehangen. Het handigst is echter om dezelfde volgorde aan te houden als in deze lesbrief, of als uw eigen selectie.
4
Indeling les Er zijn verschillende mogelijkheden zijn voor de indeling van de les, bijvoorbeeld: -
De leerlingen bekijken eerst de tentoonstelling en beantwoorden daarna aan hun werktafel de vragen in de lesbrief.
-
De leerlingen bekijken, nadat de introductieposter gezamenlijk is besproken, met de lesbrief in de hand de tentoonstelling en beantwoorden direct de vragen. Voordeel hiervan is dat de leerlingen de cartoons/strips op groot formaat (beter) kunnen bekijken en dat ze wennen aan het wat langer stil te blijven staan bij tentoongesteld werk. Niet alle vragen lenen zich hier echter even goed voor. Kiest u voor deze werkwijze, dan laat u, om te voorkomen dat iedereen tegelijk bij dezelfde poster staat, een aantal leerlingen beginnen bij vraag 2, een aantal bij vraag 4, het volgende groepje bij vraag 6, etc. Leerlingen die niet bij vraag 2 begonnen zijn, gaan dus na vraag 9 naar vraag 2. Het is aan te bevelen om vraag 17 ook weer zittend in de klas te laten beantwoorden.
CKV De nadruk binnen de brief als geheel ligt op de maatschappijvakken. Bij de volgende strips/cartoons zijn extra opdrachten voor ckv toegevoegd. 6. Positieve discriminatie - Kim Duchateau 8. Rolstoeltoegankelijk -Djanko 9. Hoe zag hij eruit? - Barbara Stok 14. Stop Discriminatie! - Rayman Tijd Afhankelijk van de werkwijze die u kiest, heeft u naar schatting minimaal 2 lesuren nodig. Tip: Een aantal van de tekenaars die aan Wat zeur je nou?! hebben bijgedragen, geeft regelmatig workshops op scholen. Het is mogelijk om via Art.1 een workshop te regelen. De striptekenaar of cartoonist laat zien hoe hij of zij te werk gaat, en laat vervolgens de leerlingen zelf aan de slag gaan, aan de hand van het thema van de expositie.
5
In de lesbrief bij Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript wordt gebruik gemaakt van de volgende cartoons en strips: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Appelboom - Farhad Foroutanian (niet in de tentoonstelling) Atletiekbaan - Farhad Foroutanian Olga is voor gelijke behandeling - Farida Laan Burka Babes - Peter de Wit Wat zeuren jullie nou?! -Berend J. Vonk Positieve discriminatie - Kim Duchateau Maaike in Zuid-Korea - Maaike Hartjes Rolstoeltoegankelijk –Djanko Hoe zag hij eruit? - Barbara Stok Domme blondjes - Jan Vriends Contactadvertentie - Peter de Wit (niet in de tentoonstelling) Fokke & Sukke voelen zich gediscrimineerd -Reid, Geleijnse & Van Tol Coming out - Floor de Goede Uit de kast - Jos Collignon Stop Discriminatie! - Rayman Nazi’s van nu - Kito Identiteitscrisis - Sandra de Haan
De strips en cartoons mogen alleen gebruikt worden in het kader van Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript.
6
Lesbrief bij de strip- en cartoontentoonstelling
Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript Voor de docent Vragen en antwoorden
1. Lees onderstaande introductietekst van Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript.
Humor brengt mensen dichter bij elkaar. Het is niet zomaar een cliché, het is wetenschappelijk bewezen. Zelfs in een omgeving waarin niemand je taal spreekt, kan een lach een band van saamhorigheid scheppen. Vooroordelen en tegenstellingen kunnen door een grap worden geslecht. Door ons gedrag te parodiëren in een mop of cartoon, verdwijnen negatieve gevoelens en komen er positieve voor in de plaats. Humor, zelfs al is die nog zo zwart, kan mensen dichter bij elkaar brengen. Naast cabaretiers als Najib Amhali en Theo Maassen zijn stripmakers en cartoonisten een meester in het spelen met vooroordelen. Maar waar cabaretiers vaak met een heel verhaal hun punt maken, daar moet de tekenaar zijn publiek meestal in één oogopslag aan het lachen kunnen krijgen. Dat vergt vakmanschap. Gelukkig zijn er in Nederland en Vlaanderen legio tekenaars die dat ambacht beheersen. Art.1, de landelijke vereniging ter voorkoming en bestrijding van discriminatie, vroeg vijftien van hen om een goede grap. In de tentoonstelling Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript zijn hun bijdragen te zien. Lachen om politieke gezindheid, geloof, handicap, huidskleur, geslacht, leeftijd of seksuele voorkeur. Iedereen die zich wel eens achtergesteld voelt of denkt een ander achter te moeten stellen, komt aan de beurt. Zodat je kunt lachen om je eigen vooroordelen en om het verkeerde beeld dat anderen van jou hebben. En dat is nodig. 'Indien ik geen gevoel voor humor had, zou ik al lang geleden zelfmoord gepleegd hebben,' luidt een beroemde uitspraak van vredestichter Mahatma Gandhi. Humor is de smeerolie van onze steeds diverser wordende maatschappij. En hoe zit het eigenlijk met de humor van politici? Fokke en Sukke for president!
-
In deze tentoonstelling laten diverse striptekenaars op een vrolijke en grappige manier zien hoe zij denken over thema's als discriminatie, diversiteit en vooroordelen. Kun jij uitleggen wat het begrip diversiteit betekent?
Mogelijke antwoorden: De verschillen zoals religie, seksualiteit, en cultuur tussen mensen in één groep.
7
-
In welke opzichten is onze maatschappij divers? Noem drie vormen van diversiteit in onze samenleving.
Mogelijke antwoorden: Er wonen veel verschillende groepen mensen in onze samenleving. Er is onder meer diversiteit in: geslacht (mannen, vrouwen) etnische afkomst (allochtonen, autochtonen) geloof (moslims, christenen, joden, niet-gelovigen) seksuele voorkeur (heteroseksuelen, homoseksuelen, biseksuelen) lichamelijke gezondheid (mensen met en zonder handicap of chronische ziekte) leeftijd (kinderen, volwassenen, jongeren, ouderen) -
Was de samenleving vroeger minder divers? Noem drie bevolkingsgroepen die rond 1950 ook zichtbaar waren in de Nederlandse samenleving
Mogelijke antwoorden: mannen, vrouwen katholieken, protestanten socialisten, liberalen mensen met en zonder handicap of chronische ziekte jongeren, ouderen mensen afkomstig uit Nederlands-Indië en de Molukken, en de eerste Surinamers mensen afkomstig uit Italië, Griekenland, Portugal, Spanje, Joegoslavië (de eerste gastarbeiders) -
Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met ‘Humor is de smeerolie van onze steeds diverser wordende maatschappij’
Mogelijke antwoorden: Door te lachen, grapjes te maken, kunnen mensen makkelijker relativeren. Humor kan bij het ontmoeten van onbekende mensen uit een groep die je niet zo goed kent het ijs breken. Mensen kunnen op een positieve manier met elkaar in contact komen. Mensen kunnen door humor hun eigen vooroordelen herkennen en anders gaan denken. Dat helpt allemaal om op een positieve manier om te gaan met alle verschillende groepen mensen in de Nederlandse samenleving.
8
Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op grond van kenmerken die er niet toe doen, zoals afkomst, geslacht of seksuele voorkeur. 2. Bekijk deze twee cartoons van Farhad Foroutanian. Op welke van de twee cartoons is het duidelijkst sprake van ongelijke behandeling? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Op de tweede cartoon (de atletiekbaan). De renners worden ongelijk behandeld. De man met het startpistool laat de man in islamitische kledij op achterstand starten. De andere cartoon (de appelboom) gaat ook over achterstand, de islamitische man heeft een kortere ladder. Maar het is niet duidelijk waarom hij die heeft en of iemand hem heeft benadeeld. -
Wie discrimineert er in dit geval?
Mogelijk antwoord: De man met het startpistool. -
In het tekstje boven vraag 2 werden zojuist al drie gronden (redenen) voor discriminatie genoemd, namelijk afkomst, geslacht en seksuele voorkeur. Kun jij nog 3 andere gronden voor discriminatie bedenken?
Mogelijke antwoorden: Religie, leeftijd, handicap of chronische ziekte -
Op welke grond wordt hier gediscrimineerd?
Mogelijk antwoord: Op het eerste gezicht op grond van religie (gezien de kledij van de man op achterstand). Maar wellicht zijn er ook andere gronden die meespelen: dat kun je immers niet altijd zien. Je kunt bijvoorbeeld niet zien of iemand homoseksueel is, of een chronische ziekte heeft.
9
3. Bekijk de cartoon van Farida Laan
-
Wat bedoelt de linker vrouw met “Ik wil met net zoveel respect behandeld worden als een man” ?
Mogelijk antwoord: Ze bedoelt dat ze dezelfde rechten en kansen als mannen wil hebben, dezelfde status en hetzelfde aanzien wil krijgen. En dat ze dus juist meer respect wil, niet uitgescholden worden. -
Waarom noemt Olga de andere vrouw een ‘eikel’?
Mogelijk antwoord: Omdat ze haar hetzelfde als mannen wil behandelen en ‘eikel’ is een scheldwoord voor een man. -
Is er volgens jou sprake van ongelijke behandeling van vrouwen in de samenleving? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Nee, vrouwen worden precies zo behandeld als mannen. Vrouwen hebben dezelfde rechten, en doen hetzelfde werk als mannen. Ja, vrouwen worden ongelijk behandeld, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. In beroepen met een hoge status (directeur, raad van toezicht, hoogleraar) werken minder vrouwen dan mannen. Vrouwen in een toppositie hebben vaak het gevoel dat zij zich extra moeten bewijzen. Ook verdienen vrouwen soms minder geld voor hetzelfde werk. Traditionele vrouwenberoepen in bijvoorbeeld de zorg, of de administratie hebben meestal minder aanzien en van oudsher een lage betaling. Er wordt zelfs wel eens gezegd dat wanneer er veel vrouwen in een bepaald beroep gaan werken (artsen, docenten), de status van dat beroep daardoor daalt. 10
Schelden en beledigen is ook een vorm van discriminatie, en is dus verboden. 4. Bekijk de cartoon van Peter de Wit.
− Wat gebeurt er op deze tekening? Antwoord: Beschrijving van de afbeelding. − Waarom zou de linker vrouw tegen de rechter vrouw “Vuile moslima” zeggen? Mogelijke antwoorden: ze hebben ruzie. de vrouw draagt vieze was en stinkt daarom. -
Voelt de rechter vrouw zich beledigd?
Antwoord: Nee. Ze laat in ieder geval niet blijken beledigd te zijn.
11
-
Waarom vat de vrouw ‘vuile moslima’ hier niet op als scheldwoord?
Mogelijke antwoorden: omdat een andere moslima het zegt omdat iemand die ze kent (een vriendin) het zegt omdat ze ‘vuil’ letterlijk opvat omdat ze het zat is om op beledigingen te reageren (in het geval dat ze zich wel beledigd voelt, maar dat niet laat blijken)
De context (de gehele situatie) waarin iets gezegd wordt, is heel belangrijk voor hoe het opgevat kan worden. -
Wat zou met de cartoon gebeuren als de moslima die ‘vuile moslima’ zegt veranderd wordt in een blanke Nederlander? Zou de rechter vrouw dan anders reageren?
Mogelijk antwoord: Ja, waarschijnlijk wel. Dan is het niet grappig meer. Dan krijgt ‘vuile moslima’ wel de betekenis van een scheldwoord/belediging. 5. Bekijk de cartoon van Berend Vonk.
12
-
Welke bekende politicus wordt hier bedoeld?
Antwoord: Geert Wilders van de PVV -
Waarom is het grappig dat juist deze jongen dit kapsel heeft gekopieerd?
Mogelijk antwoord: Aan zijn ouders te zien, heeft de jongen een islamitische achtergrond. Geert Wilders staat bekend om zijn anti-islamitische uitspraken. Je zou niet verwachten dat de jongen dan toch juist zijn kapsel kopieert. Aan de andere kant ’hoort’ het bij jongeren(cultuur) om je af te zetten tegen je ouders of om ‘hun’ groep te shockeren. Misschien heeft hij daarom wel juist dit kapsel genomen. -
Er wordt vaak gezegd dat in de politiek tegenwoordig veel ‘op de persoon gespeeld’ wordt. Dat wil zeggen dat er niet gereageerd wordt op de inhoud van wat iemand zegt, maar op de persoon zelf. Het lijkt soms moeilijk te zijn om inhoud en persoon van elkaar te scheiden. Lukt dat de jongen in deze cartoon wel of niet? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Ja. De jongen kijkt heel genuanceerd naar Geert Wilders. Hij ziet Wilders’ uiterlijk en uitspraken los van elkaar. -
Ken je voorbeelden waarbij mensen wel hun uiterlijk gebruiken om hun politieke voorkeur te laten zien? Welke?
Mogelijke antwoorden: T-shirts, buttons of petjes met bepaalde teksten (Lonsdale, no future, save Tibet) haardracht (kaalgeschoren, hanenkam, dreads, afro) Palestina-sjaal bepaalde kleur schoenveters -
Kan je op basis van iemands uiterlijk altijd zeggen welke politieke ideeën hij of zij heeft? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Nee. Veel mensen dragen ook gewoon bepaalde kleren of kapsels omdat zij het mooi vinden of omdat het mode is. Sommige kleding of kapsels roepen echter wel bepaalde reacties op, of je dat nu wilt of niet. Dat kan lastig en vervelend zijn, want uiterlijk zegt niet alles.
13
6. Bekijk de cartoon van Kim Duchateau.
− Wat zou er in het ‘hokje’ kunnen gebeuren? Mogelijke antwoorden: Iemand vertelt de mensen die in het ‘hokje’ stappen waarom ze beter/leuker/intelligenter/grappiger/mooier, etc. zijn dan anderen. Er staan twee mensen in het ‘hokje’: een persoon mag kiezen tussen degene die er al staat (een autochtoon) en degene die in het ‘hokje’ stapt (een allochtoon) en kiest zonder meer altijd voor de allochtoon.
Toelichting over ‘positieve discriminatie’ Positieve discriminatie is een raar woord, want discriminatie is nooit positief. Het is een term die wel gebruikt werd, maar later is vervangen door de termen ‘positieve actie’ en ‘voorkeursbeleid’. Dit beleid wordt vooral toegepast op de arbeidsmarkt. Er wordt mee bedoeld dat bij het aannemen van nieuwe werknemers eerst goed gekeken wordt naar de samenstelling van het personeel. Zijn er te weinig vrouwen, allochtonen of gehandicapten in een bedrijf, dan kan het bedrijf er bewust voor kiezen om juist iemand uit deze groepen aan te nemen, om zo de achterstand in te halen. Het bedrijf moet zich wel houden aan een aantal strenge regels: zo moeten de kandidaten wel even geschikt zijn voor de baan als anderen. -
Niet iedereen is even enthousiast over positieve discriminatie. Wat zouden de nadelen ervan kunnen zijn?
Mogelijke antwoorden: Werknemers die buiten de regeling vallen kunnen zich gediscrimineerd voelen. De aangenomen werknemers zouden het gevoel kunnen krijgen toch niet echt op hun kwaliteiten te zijn geselecteerd, maar alleen op hun huidskleur/geslacht/achtergrond.
14
Een ander middel om achterstanden weg te werken en om discriminatie te bestrijden, is het vergroten van de weerbaarheid van ‘kwetsbare groepen’ zoals vrouwen, allochtonen en gehandicapten. Weerbaar worden wil zeggen: steviger in je schoenen komen te staan, zodat je de kracht hebt om zelf mogelijkheden te creëren om volop en gelijkwaardig in de samenleving mee te doen. -
Wat zou jij doen als je sterker in je eigen schoenen zou staan?
Mogelijke antwoorden: Per leerling verschillend, eigen invulling aan geven. Bijvoorbeeld: dan zou ik alleen nog maar dingen doen die ik leuk vind, dan zou ik niet meer gepest worden, dan zou ik mijn mening vaker durven zeggen, dan zou ik aan een danswedstrijd meedoen, etc. -
Wat zou jij nodig hebben om weerbaar te worden?
Mogelijke antwoorden: Vanuit jezelf: Zelfvertrouwen, een positief beeld van mijzelf, een actieve houding, assertiviteit, inzet, enthousiasme, gezondheid, etc. Vanuit anderen: Kansen, een diploma, een baan, complimentjes, positieve beoordelingen, aanmoedigingen, etc. Extra ckv-opdracht Bedenk een passend souvenir dat je na een bezoek aan het ‘hokje’ meekrijgt. Werk dit uit in een tekening, schilderij of beeld. Denk aan wat je in het hokje zou kunnen krijgen om weerbaar te worden, bijvoorbeeld: een spiegel waarin je een positief beeld van jezelf ziet, een handje waarmee je jezelf of een ander een schouderklopje kunt geven of een tekstballonnetje, zodat je nooit meer met je mond vol tanden staat.
15
7. Bekijk de strip van Maaike Hartjes.
16
-
In deze strip gaat het over culturele verschillen. Dat zijn dingen die in het ene land anders gaan dan in het andere. Welke verschillen tussen Nederland en Korea kom je in deze strip tegen?
Mogelijke antwoorden: Het valt Maaike Hartjes op dat mensen in Korea beleefder zijn. Daarna nuanceert ze dat: vooral jongeren zijn beleefd, maar ouderen niet. -
Hoe verbeeldt Hartjes het verschil in kijken naar ouderen tussen Nederland en Korea?
Mogelijk antwoord: Ze gebruikt de trap als metafoor. Op de ‘Nederlandse’ trap rennen jongeren sneller naar boven dan ouderen, op de ‘Koreaanse’ trap zitten de ouderen al boven aan de trap. -
Vind jij ook, net als Hartjes in deze strip, dat wij in Nederland vooral kijken naar wat ouderen niet meer kunnen? Licht je antwoord toe.
Mogelijke antwoorden: Ja. Ouderen hebben moeite met het vinden van een baan, omdat veel werkgevers liever jongeren aannemen. Ouderen worden vaak gezien als zielig, lastig, moeilijk te ‘kneden’ of duur (ziektekosten). Nee. Mensen in belangrijke posities zijn vaak ouderen, bijvoorbeeld ministers, directeuren, professoren. Ouderen zijn heel actief, en er worden veel dingen voor ze georganiseerd. -
Waarom zou deze strip in een tentoonstelling over discriminatie en vooroordelen zitten?
Mogelijk antwoord: In de strip laat Hartjes zien wat in Nederland de vooroordelen over ouderen zijn. Ook laat ze zien dat er in een ander land een heel ander beeld over een groep (in dit geval de ouderen) kan bestaan dan in je eigen land.
17
8. Bekijk de cartoon van Djanko.
-
Hoe is in deze cartoon geprobeerd het erepodium toegankelijk te maken voor mensen met een handicap?
Mogelijk antwoord: Het podium is toegankelijk gemaakt door het plaatsen van planken. -
Is het hele podium nu ook echt bereikbaar voor iemand in een rolstoel? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Nee, het hele podium is nog steeds niet toegankelijk. In een rolstoel kun je wel op de 3e en 2e plaats komen, maar de winnende plek is niet te bereiken. − Is in het echte leven voor mensen met een handicap of chronische ziekte wel alles bereikbaar? Antwoord: Nee − Met welke beperkingen kunnen mensen met een handicap of chronische ziekte te maken krijgen, ondanks allerlei voorzieningen?
18
Mogelijke antwoorden: ze moeten om hulp vragen ze kunnen niet makkelijk ergens alleen naartoe ze moeten vaak speciale plaatsen of diensten reserveren (in de schouwburg, in de trein of de bus) ze hebben meer ziektekosten, moeten hogere verzekeringen afsluiten ze hebben aanpassingen in huis nodig ze zijn meer tijd kwijt aan doktersbezoek, onderzoeken, revalidatie, etc. Extra ckv-opdracht Bedenk zelf een erepodium dat wel toegankelijk is voor mensen met een handicap. Werk je idee uit in een tekening, schilderij of beeld.
9. Bekijk de strip van Barbara Stok (pagina 20). -
Kan Stok (ze is zelf de hoofdpersoon in de strip) goed zien wie in de auto inbreekt? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Nee. Ze staat er ver vanaf, en ze ziet de inbreker op de rug.
Een vooroordeel is een mening die je al bij voorbaat in je hoofd hebt over andere (groepen) mensen, zonder te weten of het wel klopt met de feiten. -
Het verhaal van Stok gaat over waarneming en vooroordelen. Wat wil ze met haar verhaal zeggen?
Mogelijk antwoord: Wat je ziet, of denkt te zien, vul je in met je eigen beelden/vooroordelen. Je waarneming is daardoor meestal subjectief (niet feitelijk, maar persoonlijk), je eigen vooroordelen ‘kleuren’ je waarneming. Je kunt er daardoor niet altijd op vertrouwen. -
Hoe laat Stok de lezer nadenken over wat ze met haar verhaal wil zeggen?
Mogelijk antwoord: Ze tekent geen plaatje met de clou/de boodschap. Dat maakt dat je als lezer ‘gedwongen’ wordt zelf na te denken over wat de clou of de boodschap is. Extra ckv-opdracht: Teken één of meerdere extra plaatjes voor het verhaal, waarin je duidelijk de boodschap van het verhaal weergeeft.
19
20
10.
Bekijk de strip van Jan Vriends.
-
In de strip worden een heleboel vooroordelen genoemd. Schrijf de vooroordelen die je ziet op.
Antwoorden: - jong en onnozel - gezellige dikzak - terrorist - domme blondjes
21
11.
Bekijk onderstaande cartoon van Peter de Wit.
-
Wat gebeurt er in deze cartoon?
Mogelijk antwoord: Een man vraagt aan zijn secretaresse om een personeelsadvertentie in de krant te zetten. Hij is op zoek naar iemand die hij kan discrimineren. − Het mannetje is op zoek naar iemand om te discrimineren. Denk je dat dit mannetje zelf ook wel eens gediscrimineerd wordt? En waarom wel of niet? Mogelijk antwoord: Ja, want de man is zelf ook ouder, gehandicapt en erg klein. Hij kan bijvoorbeeld gediscrimineerd worden omdat hij maar met één oog kan zien. Nee, want hij is de baas en hij heeft dus macht. Daarom durven mensen hem niet te discrimineren. − Waarom denk jij dat mensen elkaar discrimineren? Mogelijk antwoorden: - omdat ze elkaar niet begrijpen - omdat ze bang zijn voor elkaar, of voor het onbekende - omdat ze zich bedreigd voelen - omdat ze onzeker zijn over hun eigen positie - omdat ze elkaar niet aardig vinden
22
12.
Bekijk de cartoon van Reid, Geleijnse en Van Tol.
-
Fokke en Sukke voelen zich gediscrimineerd. Waarom?
Mogelijk antwoord: Omdat ze het gevoel hebben dat ze niet meer mogen zeggen wat ze vinden. Ze hebben het gevoel dat hun mening als ‘ouderwets’ wordt gezien en dat ze niet meer serieus worden genomen -
Worden Fokke en Sukke echt gediscrimineerd in deze cartoon? Licht je antwoord toe.
Mogelijk antwoord: Nee. Je kunt soms, als mensen het niet met je eens zijn en je mening niet serieus nemen, het gevoel krijgen dat je wordt gediscrimineerd. Maar dat is niet altijd zo. Het is wel discriminatie als je onterecht ongelijk wordt behandeld, met als reden iets dat er helemaal niet toe doet, zoals je huidskleur, je geslacht of religie. En dat is in deze cartoon niet het geval. − Heb jij wel eens het gevoel gehad gediscrimineerd te worden? Wat gebeurde er toen? Mogelijk antwoord: Wisselt per leerling. Deze vraag kan goed gebruikt worden voor het voeren van een groepsgesprek over discriminatie-ervaringen en hoe je daar mee om kunt gaan.
23
13.
Bekijk de twee volgende cartoons (van Floor de Goede en van Jos Collignon).
− Beide cartoons gaan over homoseksualiteit. In de eerste cartoon vertelt een jongen tegen zijn ouders en vrienden dat hij homo is. Hoe wordt hier op gereageerd? Antwoord: Iedereen vindt het heel normaal. −
Hoe zou jij reageren als één van je vrienden zou vertellen dat hij homo is?
Antwoord: Individueel antwoord van de leerlingen. Ga over de antwoorden met elkaar in gesprek. − In de tweede cartoon vraagt de man aan het jongetje: “Zou jouw papa het goed vinden als leraren uit de kast komen?” Wat bedoelt hij met ‘uit de kast komen’? Antwoord: Veel mensen die voor zichzelf ontdekken homoseksueel te zijn, durven dit in eerste instantie niet te vertellen. ‘Uit de kast komen’ is het moment waarop iemand besluit niet langer meer te verbergen dat hij of zij homoseksueel is, maar hiervoor durft uit te komen (iemand hoeft zichzelf dus niet meer te verstoppen). −
In de tweede cartoon zitten meerdere ‘lagen’ (je kunt de cartoon op meerdere manieren uitleggen). In de cartoon zitten drie verschillende vooroordelen ‘verborgen’, die de man zou kunnen hebben. Welke?
24
Mogelijk antwoord: De man neemt aan dat de ouders van het Marokkaans/Turks uitziende jongetje islamitisch zijn. Maar niet alle Marokkanen en Turken zijn islamitisch. Hij neemt ook aan dat als de ouders islamitisch zijn, ze dan dus moeite hebben met homoseksuele docenten. Maar niet alle moslims hebben moeite met homoseksualiteit. Het zou ook kunnen dat de man zelf moeite heeft met de homoseksuele docenten, en dat hij daarom om bevestiging vraagt. 14.
Bekijk de cartoon van Rayman.
In de cartoon vertellen verschillende personen welke vorm van discriminatie zij zouden willen stoppen. Van welke andere groep mensen zou jij niet meer willen dat deze gediscrimineerd wordt?
-
Antwoord: Eigen antwoord van de leerlingen −
In het onderste plaatje van deze cartoon wordt toch nog iemand gediscrimineerd. Zou de tekenaar hiermee echt hebben willen zeggen dat je ‘lichamelijke gehandicapten homoseksuele allochtonen bejaarden’ wel mag discrimineren?
Antwoord: Nee
25
−
Waarom zou de tekenaar juist dit laatste plaatje getekend hebben?
Mogelijk antwoord: De tekenaar heeft proberen te laten zien dat mensen soms zeggen dat discriminatie van een bepaalde groep moet stoppen, maar dat ze ondertussen zelf andere groepen wel discrimineren. De tekenaar wil de kijker ervan bewust maken dat als je wilt dat een bepaalde groep niet meer gediscrimineerd wordt, je dan eigenlijk alle groepen niet meer moet discrimineren. Extra ckv-opdracht: Maak zelf een extra plaatje met ‘Stop de discriminatie van…’ over een groep mensen die volgens jou niet gediscrimineerd mag worden.
15.
Bekijk de cartoon van Kito.
-
De titel van deze cartoon is ‘Nazi's van nu’. Wat zijn nazi's? Mogelijk antwoord: Nazi's is de term die we gebruiken voor de aanhangers van Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog.
-
Wat heeft deze cartoon met discriminatie te maken?
26
Mogelijk antwoord: Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden joden, homoseksuelen en zigeuners stelselmatig vermoord omdat zij minderwaardig zouden zijn aan de nazi's. Dat is een extreme vorm van discriminatie.
16.
Bekijk de strip van Sandra de Haan.
-
Gelooft de politieagent dat de jongen in Oud-Zuid woont? Waarom wel/niet? Antwoord: Nee. Oud-Zuid is een sjieke/rijke buurt in Amsterdam, en de politieagent denkt dat de jongen daar niet woont omdat hij Marokkaans is.
27
-
Heeft de politieagent een vooroordeel? Antwoord: Ja. Hij heeft, zonder de jongen te kennen, zijn mening/oordeel al klaar. Dat is een vooroordeel, want alleen het gegeven dat de jongen Marokkaans is, zegt niks over de buurt waar hij woont.
17.
Wat vind je van de tentoonstelling Wat zeur je nou?! Discriminatie Gestript ? Zijn cartoons en strips een goed middel om mensen aan het denken te zetten over vooroordelen en discriminatie? Licht je antwoord toe.
Mogelijke antwoorden: Ja, cartoons en strips zijn een goed middel, het spreekt veel mensen (jongeren) aan, humor maakt het onderwerp minder saai/zwaar. Nee, cartoons en strips zijn geen goed middel. Discriminatie is een serieus onderwerp en daar moet je dus serieus over zijn, humor is heel persoonlijk, daarom snapt niet iedereen alle grappen en dat maakt het lastig om erover te praten. Deze vraag leent zich goed voor een afsluitende discussie in de klas.
28