Vragen PROGRAMMABEGROTING 2015 (technische behandeling) De vragen zijn chronologisch (boekwerk) - gebundeld per product - geordend. Daarnaast is de portefeuillehouder en team voor de betreffende vraag aangegeven.
ALGEMEEN
1
Fractie
Porte feuille houder
VL
MB
Teammanager
AMO
VRAAGSTELLING
Budgetten; erratum verschillen Er is toegezegd om een erratum bij te leveren om verschillen n.a.v. verdergaande ZBB etc. duidelijk te maken. (verschuiving gelden…). Deze missen we. Antwoord: Ons niet bekend dat een dergelijke erratum zou moeten worden verstrekt. In onderstaande tabel wordt verdere onderbouwing gegeven van de post “administratieve correcties i.r.t. ZBB” op pagina 112 van de begroting 2015. 2015
2016
2017
2018
200.000
200.000
200.000
200.000
-150.000
-150.000
-150.000
-150.000
473.430
550.704
640.293
640.293
-1.294
730.333
325.559
-236.463
Resultaat A2 samenwerking
248.000
331.000
331.000
331.000
totaal
770.136 1.662.037 1.346.852
784.830
Zero Based Budgetting Prijscompensatie doorlopende contracten Stelposten Werk en Inkomen Administratieve correcties waaronder AU
2
VL
MB
AMO
Programma’s: ontwikkelingen en bezuinigingen Waardoor komt het dat in de begroting vooruitlopend op besluitvorming in de raad ontwikkelingen en bezuinigingen opgenomen zijn. Bijv. speeltoestellen. Antwoord: De begroting dient te allen tijde structureel reëel sluitend te zijn. Om daar invulling aan te kunnen geven worden alle ontwikkelingen in beeld gebracht. Middels bezuinigingen wordt, indien nodig, de begroting uiteindelijk sluitend gemaakt. Het is niet mogelijk om op voorhand een sluitende begroting aan de raad voor te leggen waarbij over alle maatregelen besluitvorming heeft plaatsgevonden.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
1
3
VL
MB
AMO
Afschrijvingstermijnen Besluiten wij doorgaans bij de begroting niet voor de afschrijftermijnen. Gelet op wijziging bij bijvoorbeeld speeltoestellen. Is het niet handig om dit direct bij de begrotingsbehandeling te doen middels een bijlage conform leges bijvoorbeeld? Antwoord: De uitgangspunten voor afschrijving en waardering worden geactualiseerd bij de Nota Kaders.
4
VL
MB
AMO
Prestatie-indicatoren (pag. 5) n.a.v. er zou nog steeds een overleg plaatsvinden om met elkaar nader KPI’s te bekijken c.q. te benoemen. Actiepunt. Antwoord: Wordt besproken in de auditcommissie, deze vraag gaat over de inrichting van de begroting.
5
VL
MB
AMO
Prestatie-indicatoren; algemeen Waarom lagere doelstellingen onder de prestatie-indicatoren dan gerealiseerd? Antwoord: Op basis van externe ontwikkelingen (bijv. macroeconomisch) doelstellingen worden geactualiseerd. In sommige gevallen leidt dat tot een lager uitgangspunt.
6
VL
college
Dir.
Inleiding; collegeprogramma 2014 – 2018 (pag. 7) Politieke aard; er zou voor de begroting een collegeprogramma gerealiseerd worden. Nog niet gezien, waar is die? Antwoord: We verwijzen u naar de raadsinformatiebrief van 11 juni 2014 met als onderwerp "begroting 2015-2018; opstellen collegeprogramma". Daarin hebben we aangegeven dat de uitwerking van het coalitieprogramma wordt verbonden met de P&C-cyclus, in concreto nemen we dit mee in de begroting 2015 en de meerjarenramingen 2016 - 2018. In de 2e berap van 2014 is daarnaast gepresenteerd welke onderdelen uit het coalitieprogramma in 2014 al uitgevoerd worden.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
2
7
VL
MB
AMO
Inleiding; ontwikkeling gemeentefonds (pag. 11) Onder de kop: Groot onderhoud: heeft zich geconcentreerd op 4 punten. Er worden er drie genoemd. Wat is het vierde punt? Antwoord: Het vierde punt betreft de compensatie van de kosten aan de gemeente Almere. Deze is per abuis weggevallen.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
3
FINANCIEEL PERSPECTIEF 2014 - 2018
8
Fractie
Porte feuille houder
VL
MB
Teammanager
AMO
VRAAGSTELLING
Financiële bandbreedte; administratieve correcties, erratum (pag. 12) Administratieve correcties in relatie tot ZBB; hiervoor zou een erratum gerealiseerd worden. Graag alsnog overzicht. Antwoord: Zie antwoord vraag 1.
9
VL
MB
AMO
Financiële bandbreedte; taakstellingen/bezuinigingen (pag. 12) Specificatie van niet te realiseren taakstellingen. Antwoord: De niet te realiseren taakstellingen en bezuinigingen staan per programma weergegeven en toegelicht. In de onderstaande tabel worden deze weergegeven: 2015 Niet te realiseren taakstellingen begroting 2014-2017: - Subsidiebeleid herijken - Chemisch onkruid bestrijden verharding - Overdracht woonwagens - Openbare verlichting - Verhogen bezetting sportaccommodaties - Niet realiseren Dennenberg - Niet realisren taakstelling speeltoestellen Totaal niet te realiseren taakstellingen begroting 2014-2017
10
H&G
MB
AMO
2016
2017
2018
-57.000 -105.000 -75.000 -51.000 -56.000
-100.000 -57.000 -105.000 -75.000 -51.000 -56.000
-100.000 -57.000 -105.000 -75.000
-100.000 -57.000 -105.000 -75.000
-56.000
-56.000
-767.000
-444.000
-393.000
-393.000
-423.000
Financiële bandbreedte; autonome ontwikkelingen (pag. 12) Waaruit bestaan de genoemde autonome ontwikkelingen ( - 129.459 ,46.012, 169.696, 101.266 )? Antwoord: Dit zijn de bedragen genoemd in de bandbreedte in de NK 2015-2018 (pagina 17, totaal autonome ontwikkelingen). Dit is als startpunt genomen voor de bandbreedte van de begroting 2015.
11
H&G
MB
ROE & AMO
Financiële bandbreedte; Masterplan Centrum (pag. 12) Waarom zijn er in 2015 geen investeringen geraamd voor Masterplan Centrum? In de Nota Kaders (blz. 28) wordt voor 2015 een bedrag opgenomen voor Masterplan Centrum van € 88.000,--. Antwoord: De investeringen voor het Masterplan Centrum in 2015 zijn
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
4
opgenomen in bijlage 6. Investeringsprogramma (blz. 165). Voor 2015 is een investeringsbedrag van € 433.000,-- opgenomen. Het in de Nota Kaders genoemde bedrag betreft de kapitaallasten van die investering die dan gelden vanaf 2016. In de Nota Kaders (blz. 28) werd nog uitgegaan van een investering in 2014 met kapitaallasten ingaande 2015. 12
H&G
college
AMO
Financiële bandbreedte; wensen coalitieprogramma (pag. 12) Waarom ontbreken er voor 2015 bedragen bij wensen coalitieprogramma (o.a. voor posten groene uitstraling toegangswegen binnen en buiten bebouwde kom tot en met de post ondersteuning mantelzorgers)? Antwoord: Politiek, antwoord: Het college heeft besloten om een aantal onderdelen van het coalitieprogramma in 2016 te laten starten. In 2014 en 2015 worden de quickwins uit het coalitieprogramma gerealiseerd.
13
H&G
MB
AMO
Financiële bandbreedte; administratieve correcties (pag. 12) Gaarne onderbouwing/specificatie van de correcties in relatie tot Zero Based Budgetting. (Bedragen in 2015: € 522.136, in 2016: € 1.331.037, in 2017: € 1.015.852,in 2018: € 453.830 )? Hoe “hard” zijn de vastgestelde bedragen? Is aan te geven in een percentage hoe groot de “slagingskans” wordt geacht? Antwoord: Onderbouwing: Zero Based Budgetting Prijscompensatie doorlopende contracten Stelposten Werk en Inkomen Administratieve correcties waaronder AU totaal
2015
2016
2017
2018
200.000
200.000
200.000
200.000
-150.000
-150.000
-150.000
-150.000
473.430
550.704
640.293
640.293
-1.294
730.333
325.559
-236.463
522.136 1.331.037 1.015.852
453.830
Uit het ZBB-traject is gebleken dat budgetten konden worden aangepast op basis van de gegevens die nu bekend zijn. Het traject heeft nu voor 2015 plaatsgevonden, in dat perspectief zijn deze cijfers hard. ZBB is een methodiek die periodiek toegepast zou moeten worden om de betrouwbaarheid van de ramingen te borgen. In dat kader kun je zeggen dat de huidige begrote cijfers niet 100% hard zijn. De toekomst in relatie tot taken en doelstellingen moet dat uitwijzen.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
5
14
H&G
MB
AMO
Financiële bandbreedte; niet te realiseren taakstellingen (pag. 12) Graag ontvangen wij een specificatie/nadere uitwerking van de niet te realiseren taakstellingen begroting 2014 - 2017. Bedragen in 2015: € 767.000, in 2016: € 444.000, in 2017: € 393.000, in 2018: € 393.000. Antwoord: Zie vraag 9.
15
H&G
MB
AMO
Financiële bandbreedte; niet te realiseren taakstellingen (pag. 12) Graag ontvangen wij een specificatie/nadere uitwerking van de niet te realiseren taakstellingen begroting 2014 - 2017. Bedragen in 2015: € 767.000, in 2016: € 444.000, in 2017: € 393.000, in 2018: € 393.000. Antwoord: Zie vraag 9.
16
H&G
MB
AMO
Financiële bandbreedte; bezuinigingsmogelijkheden (pag. 12) Gaarne onderbouwing Bezuinigingsmogelijkheden ( 707.000, 324.000, 355.000, 725.000 )? Antwoord: De bezuinigingsmogelijkheden staan per programma genoemd, onder de kop ontwikkelingen en bezuinigingen. Bezuinigingsmogelijkheden: Strip CVV Pacht zendmasten Verhogen OZB NW Inflatiecorrectie OZB Terugdraaien prijscompensatie doorlopende contracten vanaf 2018 Budget samenwerking Verlaging plafond loonsom Coalitiemiddelen Sportaccommodaties Vrijval bestemmingsreserve Eenmalige dekking niet realiseren taakstelling speeltoestellen uit reserve speelstoestellen Eenmalige storting reserve speeltoestellen Bezuinigingsmogelijkheden
17
H&G
MB
AMO
2015
2016
2017
2018
26.000
26.000 19.000 100.000 210.000
26.000 19.000 100.000 210.000
26.000 19.000 100.000 210.000 150.000 50.000 170.000
355.000
725.000
100.000 210.000
25.000 290.000 56.000
25.000
-56.000 707.000
324.000
Financiële bandbreedte; effecten 2e Berap 2014 (pag. 12) Hoe sluiten de bedragen ( 85.500, 57.500, 57.500, 57.500) “structurele effecten 2e Bestuursrapportage 2014 aan met deze rapportage? Antwoord: In de 2e Berap zijn een aantal financiële afwijkingen structureel gebleken. Deze afwijkingen zijn doorvertaald naar de begroting 2015. Onderstaand overzicht is daarvan de specificatie. In de 2e Berap 2014 zijn structurele afwijkingen vele
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
6
malen groter. Een deel van de afwijkingen was reeds eerder in de financiële bandbreedte verwerkt. Voorbeeld hiervan is budget BUIG. 2015
2016
2017
2018
40.000 -50.000 25.000 25.000 28.000 17.500
40.000 -50.000 25.000 25.000
40.000 -50.000 25.000 25.000
40.000 -50.000 25.000 25.000
17.500
17.500
17.500
85.500 2015
57.500 2016
57.500 2017
57.500 2018
Structurele effecten 2e Berap: Leerlingenvervoer, raming eigen bijdrage Bijzondere bijstand algemeen Verhoging opbrengst precariorechten Opbrengst waarschuwingen en boetes Onderhoud programmatuur Doorbelasting postbezorging A2
40.000 -50.000 25.000 25.000 28.000 17.500
40.000 -50.000 25.000 25.000
40.000 -50.000 25.000 25.000
40.000 -50.000 25.000 25.000
17.500
17.500
17.500
Structurele effecten 2e Bestuursrapportage 2014
85.500
57.500
57.500
57.500
Structurele effecten 2e Berap: Leerlingenvervoer, raming eigen bijdrage Bijzondere bijstand algemeen Verhoging opbrengst precariorechten Opbrengst waarschuwingen en boetes Onderhoud programmatuur Doorbelasting postbezorging A2 Structurele effecten 2e Bestuursrapportage 2014
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
7
KENGETALLEN
18
Fractie
Porte feuille houder
VL
MB
Teammanager
KCC & AMO
VRAAGSTELLING
Kengetal inwoners (pag. 13) Ontwikkeling aantal inwoners. Waarop zijn de aantallen gebaseerd? Antwoord: Dit is het aantal gebaseerd op de bevolkingsprognose 20112030 van het CBS en Provincie. In verband met afwijking in het definitief aantal inwoners en de prognose per 1 januari 2014, is de prognose aangepast op de reële cijfers van het inwoneraantal per 1 september 2014.
19
H&G
MB
AMO
Kengetallen; reserves, vrij besteedbaar deel (pag. 13) Bij het overzicht financiële structuur wordt voor de begroting 2015 een totaal aan reserves (vrij besteedbaar) vermeld van € 34.837.000. Het totaalbedrag omvat zowel de algemene reserve als de bestemmings- en dekkingsreserves . Zijn deze reserves wel allen vrij aanwendbaar ? Zo niet, waarom is de toevoeging “vrij besteedbaar” dan opgenomen? Antwoord: De toevoeging ‘vrij besteedbaar’ is niet correct en kan derhalve komen te vervallen.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
8
PROGRAMMA 1 ‘WONEN’
20
Fractie
Portefeuillehouder
CDA
MW
Teammanager
ROE
VRAAGSTELLING
Volkshuisvesting; strategie behoud jongeren (pag. 15) "Daarom voert Valkenswaard een korte termijn strategie gericht op het behoud van jongeren". Welke strategie is dat? Antwoord: Dat is de strategie die de raad heeft vastgesteld op 5 september 2013 naar aanleiding van het initiatiefvoorstel voor starters op de woningmarkt, waarvan onder andere de starterslening deel uitmaakt.
21
CDA
MW
ROE
Volkshuisvesting; woningen (pag. 17) "Gemeentebreed is er het besef dat we hier actief moeten werken aan beschikbaarheid van (financieel) passende woningen voor starters. De vertaling hiervan in de Woonvisie..." Zoals voormalig staatssecretaris Schaeffer al zei: "In nota's en visies kan je niet wonen". Is er ook een uitvoeringsprogramma beschikbaar? Antwoord: Nee, er is (nog) geen uitvoeringsprogramma beschikbaar. Voor het einde van 2014 zal wel een uitvoeringsprogramma worden gemaakt. In mei j.l. heeft u een voortgangsrapportage ontvangen en ook in het antwoord van vraag 24 kunt u lezen welke stappen zijn ondernomen.
22
H&G
MW
ROE & VTH
Ruimtelijke ontwikkeling; instrumenten verbetering leefomgeving (pag. 17) De bij te stellen Welstandsnota moet mogelijkheden gaan bieden tot het verbeteren van de leefbaarheid; Is dit het enige instrument? Welke instrumenten heeft de gemeente nog meer tot haar beschikking? Antwoord: Naast de Welstandsnota is het wijk(ontwikkelings)plan het meest geëigende instrument om de leefbaarheid te verbeteren. Daarnaast draagt ook het Kwaliteitshandboek inrichting openbare ruimte (Kior) bij aan de leefbaarheid. Als het gaat om het voorkomen van verloederde situaties bij nieuwbouwprojecten maakt de gemeente in de anterieure overeenkomst met een ontwikkelaar of particulier voortaan standaard afspraken over sloop. Voor het overige kan de gemeente nu alleen optreden tegen verloederde situaties, wanneer de vei-
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
9
ligheid in het geding is. 23
H&G
EB
ROE
Ruimtelijke ontwikkeling; onrechtmatig grondgebruik (pag. 19) De aanpak van het onrechtmatig grondgebruik is vorig jaar al opgepakt met inhuur van een extern bureau. Omdat van de opbrengst een flink gedeelte aan onkosten moeten worden afgeschreven, is de vraag wat de verwachte netto opbrengst is en hoeveel jaren dit project naar verwachting zal gaan duren? Antwoord: De aanpak van het onrechtmatig grondgebruik en de verkoop reststroken is begin 2014 opgepakt met inhuur van een extern bureau. In de nota kaders is vanaf 2015 een netto opbrengst geraamd van € 20.000,-- per jaar, gedurende 4 jaren.
24
H&G
MW & MB (project)
ROE
Volkshuisvesting; starters (pag. 20) Er wordt gesproken over uitvoering geven aan het initiatiefvoorstel starters. Welke stappen zijn hierin al gezet vanaf de vaststelling van het voorstel en hoe hebben deze uitgepakt? Worden in 2015 dezelfde stappen doorgezet of vinden er wijzigingen plaats? Waar zijn de bedragen uitvoering starterinitiatief in de beheerbegroting te vinden. Welke bedragen staan hier voor 2015 gereserveerd? Antwoord: Welke stappen zijn gezet ? • de starterslening is ingevoerd en er zijn 7 startersleningen toegekend • er zijn afspraken met Woningbelang gemaakt over de realisatie van ca. 33 starterswoningen op de locatie Molensteen / Boomvalk in de sociale huur • we zijn met Woonbedrijf in gesprek over de realisatie van ca. 10 starterswoningen op de locatie Carolusdreef, eveneens in de sociale huur • er vindt overleg plaats met de dorpsraad Borkel & Schaft over de realisatie van starterswoningen op de locatie Biestven • we zijn met meerdere ontwikkelaars in gesprek over de realisatie van starters koopwoningen op een aantal inbreidingslocaties, zoals de Barentzstraat en Hoge Akkers • in het project Kloosterpark komen 77 appartementen die zowel voor starters geschikt zijn als voor senioren (levensloopbestendig) • met Woningbelang zijn afspraken gemaakt over de huis-
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
10
•
vesting van actief woningzoekende starters binnen de bestaande huurvoorraad (jaarlijks ca. 100 starters worden gehuisvest in de bestaande huurvoorraad) er worden voorbereidingen getroffen voor een informatiebijeenkomst voor starters
Worden in 2015 dezelfde stappen doorgezet of vinden er wijzigingen plaats? De genoemde stappen zullen worden doorgezet. De gesprekken met ontwikkelaars steken wij standaard in op bouwen voor de doelgroep starters, tenzij de locatie zich specifiek leent voor een andere doelgroep.
Waar zijn de bedragen uitvoering starterinitiatief in de beheerbegroting te vinden. Welke bedragen staan hier voor 2015 gereserveerd ? Deze bedragen zijn niet te vinden in de beheerbegroting 2015. Een bedrag ad € 500.000,-- is eenmalig ter beschikking gesteld in 2014 voor uitvoeringsmaatregelen en wordt aan het einde van het jaar overgeheveld naar 2015. Het andere deel, eveneens € 500.000,--, is beschikbaar voor startersleningen. Leningen worden niet verantwoord in de exploitatie, maar op de balans. 25
26
H&G
H&G
MW & MB (project)
ROE
MW
ROE
Volkshuisvesting; starters (pag. 20) Hoeveel starters zijn tot nog toe aan woonruimte geholpen door middel van maatregelen vanuit het startersvoorstel? Antwoord: Zeven starters zijn tot nu toe aan woonruimte geholpen met een starterslening. Daarnaast heeft u besloten om € 216.000,-- te reserveren voor een lagere grondprijs voor starterswoningen op de locatie Molensteen / Boomvalk. Hiermee worden ca. 33 starters geholpen. Volkshuisvesting; woningbouwprogramma (pag. 21) Er lijkt, volgens de toelichting althans, sprake van doelstellingen m.b.t. de realisatie van nieuwe woningen welke enkel geformuleerd zijn door het resterend aantal woningen te delen door het resterend aantal jaren. In hoeverre zijn deze doelstellingen realistisch? Stroken ze bijvoorbeeld met faseringen zoals opgenomen in exploitatieplannen? Antwoord: De doelstellingen zijn gebaseerd op het door u in het verle-
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
11
den vastgestelde woningbouwprogramma 2010 - 2020. Dit is vooralsnog het vastgestelde, doch statische kader, hetgeen per definitie spanning oplevert met de praktijk. Volgens de woningmarktanalyse 2013 bevat het programma te veel eengezins koopwoningen in de vrije sector en moet een deel worden omgebogen naar huurwoningen. U heeft dit ook als uitgangspunt vastgesteld in september 2013. In de woonvisie wordt verder voorgesteld om het woningbouwprogramma meer te gaan richten op integrale oplossingen met inachtneming van mogelijkheden op de bestaande, lokale woningmarkt. De doelstellingen in de begroting 2015 zijn hierop nog niet gebaseerd. Op basis van praktische mogelijkheden op de bestaande woningmarkt en daarvan afgeleid in nieuwbouw, én in overleg met corporaties, wijkraden en belangenvertegenwoordigers willen wij het woningbouwprogramma herijken en opnieuw kwantificeren. De grondexploitaties worden wel 2x per jaar geactualiseerd op basis van de meest actuele fasering. 27
VL
MW
ROE
Volkshuisvesting; woningbouwprogramma, prestatieindicator (pag. 21) Onderaan pagina. Wat wordt het aantal gerealiseerde woningen sociale huurwoningen in 2014? Antwoord: Dit jaar zullen naar verwachting 53 sociale huurwoningen gerealiseerd zijn (ten opzichte van de doelstelling van 55).
28
H&G
MW
ROE
Ruimtelijke ontwikkeling; prestatie-indicatoren (pag. 22) Waarom is er, zoals voorgaande jaren wel het geval was, geen oordeel over leefbaarheid in de buurt opgenomen? Is er een doelstelling voor 2015? Zo ja, wat is die doelstelling? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Dit oordeel is gebaseerd op burgerpeilingen, gepubliceerd op de website www.waarstaatjegemeente.nl. Deze burgerpeilingen hebben voor het laatst plaatsgevonden in 2012. De webbeheerder heeft in 2014 gekozen voor een andere opzet. U kunt op deze website wel analysemateriaal en informatie vinden over de woningmarkt van Valkenswaard. De gemeente Valkenswaard heeft in 2014 namelijk wel deelgenomen aan het onderzoek dat hiervoor plaatsvond.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
12
29
CDA
EB
ROE
Deelproduct Grondexploitatie; wat mag het kosten? (pag. 23) Hoe is de opbrengst Grondexploitatie van euro 5.967k samengesteld? Antwoord: De te verwachten grondopbrengsten binnen het deelproduct Grondexploitaties worden boekhoudkundig geraamd op een maximaal bedrag dat overeenkomt met de te verwachten lasten. De reden waarom wij deze opbrengsten zo ramen is gelegen in het gegeven dat wij op voorhand een positief jaarresultaat niet kunnen boeken op het product grondexploitaties. De opbrengsten van de grondverkopen in de complexen Hoge Akkers, Carolusdreef 100, Biestven, Kerkakkerstraat, Luikerweg 55, Lage Heide Wonen en Lage Heide landgoederen zijn berekend op een totaal bedrag van € 7.810K, terwijl de lasten zijn berekend op € 5.967K. Het verschil van € 1.843K wordt gemuteerd op de boekwaarde van de grexen op de balans.
30
H&G
EB (& MW)
ROE
Ruimtelijke ontwikkeling; wat mag het kosten?, grondexploitatie (pag. 23) Bij de baten van de bouwgrondexploitatie is een aanzienlijke stijging te zien tussen de begroting van 2014 en die van 2015. Gelet op de economische omstandigheden is een stijging van 1,9 miljoen euro opmerkelijk. Graag ontvangen wij hier een nadere onderbouwing van. Antwoord: Het verschil van 1,9 miljoen is gebaseerd op de verkoop van gronden, berekend in de rekenmodellen en met faseringen die onder de grondexploitaties liggen. Daarbij is sprake van het doorschuiven van tijdstippen van grondverkoop in de loop van de tijd, mede als gevolg van de economische crisis. De risico’s dat veronderstelde verkopen niet worden gerealiseerd worden benoemd in de risicoanalyse in de paragraaf Grondbeleid (blz. 146 van de begroting).
31
VL
EB (& MW)
ROE
Ruimtelijke ontwikkeling; wat mag het kosten?, grondexploitatie (pag. 23) Graag verklaring van de sterke stijging in lasten voor grondexploitaties in 2015 in vergelijking met 2014! Antwoord: De fasering bepaalt het verloop van te verwachten lasten voor grondexploitaties en ook de hoogte van te verwachten opbrengsten (zie ook vraag 30) hangt hiermee samen. Op-
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
13
brengsten worden bepaald door verkoop, lasten door bijv. het bouwrijp maken van de grond. 32
VL
MW & MB (project)
ROE
Ruimtelijke ontwikkeling; wat mag het kosten?, volkshuisvesting (pag. 23) Graag verklaring van de sterke terugval in lasten voor volkshuisvesting in 2015 in vergelijking met 2014! Antwoord: Het verschil wordt veroorzaakt, doordat: • in 2014 een aantal eenmalige posten drukt op de exploitatie volkshuisvesting, zoals € 500.000,-- voor het startersinitiatief, € 187.000,-- krediet voor de overdracht van de woonwagenlocaties, € 40.000,-- voor onderhoud van de woonwagens en € 19.000,-- voor de digitalisering van bouwvergunningen; • de doorbelasting van ambtelijke uren in 2015 anders (over meerdere, diverse posten) wordt verdeeld c.q. sprake is van een verschuiving van ambtelijke inzet over de producten binnen de programmabegroting.
33
H&G
MW
ROE
Parkeren; parkeersysteem (pag. 24) Het parkeersysteem wordt in 2015 grondig aangepakt. Zou het niet goed zijn om voor een aanmerkelijk eenvoudiger systeem te kiezen, aangezien de kosten in 2015 al meer dan de helft van de inkomsten bedragen? Antwoord: De kosten/baten verhouding is slechts 1 aspect dat bij een parkeerbeleid aan de orde komt. Een goed parkeerbeleid reguleert met name de balans tussen bereikbaarheid, parkeerdruk, comfort en leefbaarheid. Parkeerbeleid is niet enkel een bron van inkomsten, maar voornamelijk een sturingsinstrument. Welk systeem voor Valkenswaard het beste is, wordt onderzocht.
34
H&G
MW
ROE
Parkeren; parc & ride zone (pag. 24) De gemeente Eindhoven is met 200.000 inwoners pas net in staat gebleken een P&R zone in te richten. Is het voor een dorpje als Valkenswaard, dat slechts 7 km van de zuidelijke P&R van Eindhoven ligt, niet erg inefficiënt om hier ook energie in te steken? Antwoord: Het beoogde P&R terrein komt op termijn (in gebiedsakkoord voor 2023 opgenomen) direct langs de HOV lijn Valkenswaard – Eindhoven te liggen. Hiermee wordt gestimu-
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
14
leerd dat bewoners die te ver wonen van een OV opstappunt niet met de auto de reis tot in het centrum van Valkenswaard danwel Eindhoven maken, hetgeen zou leiden tot extra verkeersbewegingen en een hogere parkeerdruk. Daarnaast profiteren de bezoekers van meer comfort en lagere kosten. Zij komen met het OV direct in het centrum uit en besparen op de parkeerkosten. Ten opzichte van Eindhoven kent Valkenswaard slechts een beperkt aantal invalswegen. Gebruikers in Eindhoven zijn moeilijker langs hun specifieke P&R te geleiden waardoor de gebruikspotentie lager ligt. 35
CDA
MW
ROE
Infrastructuur; 1e w-vraag (pag. 26) In de tabel "Wat willen we bereiken" lijkt vanaf het derde kader niet het wat maar het hoe te zijn opgenomen. Kan aangegeven worden wat men met de genoteerde maatregelen denkt te bereiken? Antwoord: De ambities die hier worden genoemd zijn overgenomen uit het coalitieprogramma, onderdeel Infrastructuur onder de kop “Wat willen we bereiken?” In het algemeen willen we met deze maatregelen de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid in een juiste balans verbeteren.
36
H&G
MW
ROE
Mobiliteit; wat willen wij bereiken?, benaming plan (pag. 26) Hier wordt weer gesproken over het verkeerscirculatieplan. Zou het, aangezien we zojuist het hagelnieuwe mobiliteitsplan hebben ontvangen, niet handig zijn om deze naam ook in alle stukken te gebruiken? Antwoord: Een verkeerscirculatieplan is onderdeel van het Mobiliteitsplan. Het mobiliteitsplan omvat ook de visie op bijvoorbeeld parkeren en verkeersveiligheid. Een verkeerscirculatieplan gaat met name over de bereikbaarheid en interne verkeersstructuur van Valkenswaard. Een mobiliteitsplan en een verkeerscirculatieplan zijn dus niet exacte dezelfde plannen, maar zijn wel verbonden aan elkaar.
37
H&G
MW
projectbureau & ROE
Gebiedsakkoord N-69; nulplusmaatregelen (pag. 28) Er wordt gesproken over diverse nulplusmaatregelen m.b.t. het gebiedsakkoord N69. In hoeverre zitten de kosten voor uitvoering hiervan in deze begroting? Antwoord: Alleen de kapitaalslasten van de gevoteerde kredieten zijn
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
15
opgenomen in de voorliggende begroting. In oktober wordt u een raadsvoorstel Mobiliteitsplan voorgelegd met daarin opgenomen diverse nulplusmaatregelen waarvoor middelen worden gevraagd. 38
VL
MW
BOR
Project; noodzakelijke impuls vervanging openbare verlichting (pag. 29) Waarom is impuls vervanging OVL al opgenomen ad € 650.000,--. Antwoord: Het separate voorstel OVL is 2 oktober behandeld in de raad, de financiële dekking van dit voorstel wordt integraal afgewogen bij de behandeling van de begroting 2015.
39
H&G
MW
projectbureau & ROE
Infrastructuur; wat mag het kosten, verhardingen? (pag. 30) De lasten voor wegen (verharding) nemen met 4,5 miljoen Euro af ten opzichte van de begroting van 2014. Waar komt dit verschil vandaan? Antwoord: In 2014 zijn eenmalige lasten voor de Europalaan en Lage Heideweg opgenomen.
40
H&G
MW
projectbureau & ROE
Infrastructuur; wat mag het kosten, verkeer? (pag. 30) De lasten voor verkeer wijken met 1,4 miljoen euro substantieel af van zowel de begroting 2014 als die van 2016 en verder. Kunt u deze (eenmalige) uitschieter verklaren? Antwoord: De toename van de lasten heeft betrekking op de afwaardering van de boekwaarde van investeringen met maatschappelijk nut (zoals verkeersregelinstallaties). Dit betreft een versnelde afschrijving en dit heeft u besloten bij de vaststelling van de begroting 2014.
41
VL
MW
ROE
Infrastructuur; wat mag het kosten, parkeren (pag. 30) Waarom verhoging Parkeer baten terwijl trend omgekeerd is? Antwoord: In de vastgestelde meerjarenbegroting zijn de afgelopen jaren meerinkomsten parkeren + prijsindexatie ingeboekt. Het college besluit jaarlijks over de tariefsverhoging op basis van een ambtelijk voorstel, waarbij een theoretische berekening wordt gemaakt met verwachte ontwikkelingen in de
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
16
ticketverkoop. Het resultaat wordt verwerkt in de conceptbegroting die aan u wordt voorgelegd. Parkeertarieven worden overigens gebaseerd op verschillende factoren. Zo wordt rekening gehouden met de trend in terugloop van het aantal verkochte tickets, het aantal verkochte vergunningen en het aantal opgelegde naheffingen. 42
VL
HT
ROE
Groen; landschapsbeheer (pag. 31) Hoe hoog is het subsidiebedrag dat ontvangen wordt van Landschapsbeheer. Antwoord: De gemeente ontvangt in het kader van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer, tot 31 december 2018 een bedrag van € 21.345,58 per jaar. Deze subsidie wordt telkens ondergebracht binnen de uitgangspunten van de Samenwerkingsovereenkomst met de Bosgroep.
43
VL
MW
BOR
Groen; wat mag het kosten, groenvoorziening? (pag. 34) Graag verklaring van grote stijging van lasten groenvoorziening. Antwoord: De hogere lasten zijn veroorzaakt door een verschuiving in doorbelasting van de ambtelijke organisatie naar de producten binnen de programmabegroting.
44
VL
MB
AMO
Algemeen; wat mag het kosten, passage reserves, lasten en baten (pag. 34) Mogelijk voor nieuwe raadsleden korte uitleg van Reserves en baten en lasten? Antwoord: Hiervoor kan een afspraak gepland worden om meer uitleg te geven over reserves en baten en lasten.
45
H&G
MB
VTH
Milieu; doelstelling/taakstelling (pag. 35) Een taakstelling mag uiteraard ambitieus zijn, maar betekent slechts 5% restafval niet dat we ons een vrijwel onhaalbare doelstelling voornemen? Staat de milieuwinst nog wel in verhouding tot de extra kosten? Antwoord: Deze taakstelling is inderdaad zeer ambitieus, maar wel haalbaar, zo hebben proeven in Horst aan de Maas en Soerendonk uitgewezen. Ook de recente aanpassingen in de inzamelsystemen in de Kempengemeenten hebben geleid tot het
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
17
al vrijwel bereiken van de 5%-doelstelling. Cure Afvalbeheer zal bij het vormgeven en uitvoeren van nieuwe inzamelsystemen nadrukkelijk bewaken dat de kosten niet onacceptabel toenemen en de service aan de burgers op een aanvaardbaar niveau blijft. Bedacht dient te worden dat grondstoffen snel schaars worden en de prijzen dus zullen stijgen. Afval vertegenwoordigt dus waarde, die eventueel hogere inzamelkosten compenseert. Nascheidingstechnieken komen beschikbaar, waardoor de inspanning van de burgers om bij te dragen aan een beter scheidingsresultaat binnen aanvaardbare grenzen blijft. 46
H&G
MB
VTH
Milieu; vertaling motie zonnepanelen in beleid (pag. 36) Sterk inzetten op het besparen van energie; op 5 juni heeft de raad een motie aangenomen over collectieve initiatieven van burgers m.b.t. de toepassing van zonnepanelen. Het college heeft deze motie overgenomen. Op welke wijze is deze motie vertaald in beleid? Antwoord: Dit wordt momenteel vertaald in concreet beleid. In dit stadium vinden verkennende gesprekken plaats met de regionale energiecoördinator over het stimuleren van energiecoöperaties en andere particuliere initiatieven zoals Valkenswaard bespaart.
47
H&G
MB
VTH
Milieu; kosten – baten (pag. 36) Sterk inzetten op het besparen van energie is goed, maar zou ook hier niet bij horen dat de relatie tussen kosten en opbrengsten in het oog moet worden gehouden? Antwoord: De relatie tussen kosten en opbrengsten houden wij altijd in het oog. Richting burgers en bedrijven en leggen wij daarin vooral de nadruk op quick-wins (besparingsmaatregelen met een terugverdientijd korter dan 5 jaar). Ook bij eigen investeringen (voor energiebesparing door de gemeente) wordt altijd de terugverdientijd beschouwd, maar daarbij geldt ook de voorbeeldfunctie van de gemeente.
48
CDA
MB
VTH
Milieu; prestatie-indicatoren (pag. 37) De eerste vier doelstellingen lijken abusievelijk te zijn opgenomen. Zijn dit de reële cijfers? Antwoord: In de voorlaatste kolom zijn de gerealiseerde resultaten van 2013 opgenomen, in de laatste kolom de doelstellingen voor
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
18
2015 (identiek aan LAP2-normen). Het percentage huishoudelijk restafval ten opzichte van het totale ingezamelde afval moet dus omlaag, naar 40% in 2015 en zelfs naar 5% in 2020 (o.g.v. het “Manifest voor een afvalloze samenleving”). Het gescheiden ingezamelde papier en gft moet omhoog. Voor gft lijkt dit al in 2014 gerealiseerd te worden: door de invoering van de alternerende inzameling is de hoeveelheid apart ingezameld gft verdubbeld (o.b.v. vergelijking halfjaarcijfers). 49
VL
MB
VTH
Milieu; prestatie-indicator kunststofafval (pag. 37) Waarom geen prestatie indicator opgenomen voor kunststofafval? Antwoord: Het tweede Landelijke Afvalbeheer Plan (LAP2) bevat normen voor diverse afvalstromen, echter niet voor kunststof verpakkingsafval. De doelstellingen voor 2015 betreffen de LAP2-normen voor gemeenten van stedelijkheidsklasse 3.
50
VL
MB
VTH
Milieu; wat mag het kosten, bodem en afvalverwerking? (pag. 38) Baten bodem afvalverwerking nemen in 2016 fors af. Verklaring graag! Antwoord: Baten afvalverwerking: de kosten én de baten van de afvalverwerking zijn overgeheveld naar de Gemeenschappelijke regeling Cure en zijn dus zichtbaar in de begroting van Cure. In de gemeentelijke begroting resteren als baten de bijdrage van de gemeente Heeze-Leende voor het medegebruik van de milieustraat en de inkomsten aan poorttarieven.
51
VL
MB
ROE
Programma Wonen; ontwikkelingen en bezuinigingen, onderdeel Masterplan Centrum (pag. 39) Welke gemeenten in Nederland heeft succesvol gewerkt aan masterplan centrum? Waaruit bestaat dat succes? Hoe wordt kan dit succes hard gemaakt worden? Antwoord: Er zijn diverse gemeenten in Nederland waar aan de hand van een Masterplan Centrum succesvol wordt gewerkt aan centrumontwikkeling. Het beste voorbeeld is de gemeente Helmond waar aan de hand van een visie al sinds 2002 structureel wordt gewerkt aan het centrum. De resultaten zijn zichtbaar (meer bezoekers, relatief weinig leegstand, goede sfeer en uitstraling).
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
19
Belangrijke succesfactoren zijn een heldere visie, mandaat van het lokale bestuur en continuïteit van handelen. Ook samenwerking met private partners of een collectief zoals Centrummanagement, is essentieel. In het Masterplan Centrum is dat op pagina 85 als volgt aangegeven: Om succesvol te zijn moet een centrum aan een aantal voorwaarden voldoen: zorg dat de basisvoorwaarden op orde zijn (schoon, heel, veilig en bereikbaar) geef extra waarde aan beleving en gemak stel de klant centraal werk samen (ondernemers, eigenaren, gemeente) Dit Masterplan Centrum zet nu met name in op die eerste voorwaarde: het centrum moet weer aantrekkelijk worden voor bewoners, ondernemers en bezoekers. Dat vraagt om investeringen in de openbare ruimte (schoon, heel, veilig, bereikbaar & sfeervol). De primaire verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeente. Succes is echter moeilijk in concrete cijfers te vangen, zoals winkelomzet of horecabezoek. Daar spelen meer factoren een rol waar een lokale overheid geen invloed op heeft. 52
H&G
MW
ROE
Programma Wonen; ontwikkelingen en bezuinigingen, onderdeel aanpassen parkeer areaal (pag. 40) Onze betaalautomaten hebben blijkbaar al een leeftijd dat vervanging noodzakelijk is. Daarbij wordt mogelijk gekozen voor nog duurdere exemplaren met extra mogelijkheden. Is een dergelijke betaalautomaat voor kleine aantallen parkeerplaatsen niet erg duur? Wat zijn de jaarlijkse kosten van één automaat? Antwoord: De automaten worden inderdaad vervangen, nieuwe ontwikkelingen zoals de digitale betaalmogelijkheid met paslezer en Dip en Go worden in de afweging meegenomen. Het vervangings- en aanpassingsprogramma zal gestart worden nadat actualisering en optimalisering van het parkeerbeleid in Valkenswaard gereed is. In de actualisering worden ook het aantal en de plaatsing van de parkeerautomaten meegenomen. De jaarlijkse technische kosten onderhoud apparatuur zijn begroot op € 20.000,--.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
20
53
VL
MW
ROE
Programma Wonen; ontwikkelingen en bezuinigingen, onderdeel aanpassen parkeer areaal (pag. 40) Hoe gaat de gemeente communiceren dat we vanaf 1 januari niet meer kunnen chipknippen bij parkeerautomaten? Antwoord: Hiervoor zullen de reguliere communicatiemiddelen worden ingezet zoals de gemeentelijke website, de Kempener Koerier, twitter enz. Daarnaast zal hierover op de betaalautomaten informatie komen te staan.
54
VL
MW
ROE
Programma Wonen; ontwikkelingen en bezuinigingen, onderdeel extra formatie verkeer (pag. 40) Waaruit blijkt de te hoge belasting binnen cluster verkeer ? Antwoord: Sinds enkele jaren wordt structureel 0,5 FTE ingehuurd binnen het cluster verkeer. Deze situatie is ontstaan omdat indertijd een personele verschuiving heeft plaatsgevonden. Ook met deze 0,5 FTE inhuur kan het cluster verkeer niet alle taken met de beoogde kwaliteit leveren. De enorme omvang van het programma Bereikbaar Valkenswaard en daaronder resulterende projecten maken het probleem, gezien de aanstaande voorbereiding en uitvoering van deze projecten, alleen maar groter. Verder is bij een onderzoek naar het functioneren van de parkeerorganisatie gebleken dat de sturing op het parkeren/de parkeerorganisatie, waarin 5 teams een rol hebben, niet belegd is in de organisatie.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
21
PROGRAMMA 2 ‘WERKEN’ Fractie
55
VL
Portefeuillehouder
Teammanager
HT & EB
ROE
VRAAGSTELLING
Vrijetijdssector (pag. 44) Hier wordt gesproken van hotels. Wordt hier in of buiten Valkenswaard bedoeld? Antwoord: Op pagina 44 gaat het over werkgelegenheid en dus het laten vestigen van nieuwe bedrijven waaronder hotels in de gemeente Valkenswaard. Hotels bieden kansen om werkgelegenheid te verschaffen voor de lokale beroepsbevolking.
56
CDA
EB & HT
ROE
Bedrijvigheid; functionarissen (pag. 46) Een accountmanager economische zaken en een assistent op recreatie, mijn vraag hierover hoe is deze functie ingedeeld? Gaat het hier over 2 fte en welke werkzaamheden verricht deze persoon? Antwoord: Het gaat inderdaad om 2 fte. De accountmanager heeft vier hoofdaandachtsvelden: • Het tegengaan van leegstand in het kernwinkelgebied: De accountmanager fungeert als spin-in-het-web tussen vastgoedeigenaren en winkelketens, met als doel de leegstand terug te dringen. • Relatiebeheer industriële bedrijvigheid:de accountmanager is pro-actief het aanspreekpunt voor de keyaccounts binnen het gevestigde bedrijfsleven. De accountmanager legt bijvoorbeeld de verbinding tussen bedrijfsactiviteiten en Brainportprojecten, maar gaat ook mogelijkheden na voor vergunningen, subsidietrajecten, etc. Daar waar nodig begeleidt de accountmanager deze trajecten. • Aantrekken (toeristisch-recreatieve) bedrijvigheid:gezien het belang van de vrijetijdssector en het bedrijfsleven zoekt accountmanager continu naar partijen om die voor Valkenswaard te interesseren. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de Leasure en Pleasure zone. • Het bemiddelen en plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: hij onderhoudt hiertoe contact met arbeidsmakelaar. De Projectmedewerker Economische zaken (in de tekst
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
22
assistent recreatie genoemd) heeft de volgende werkvelden onder haar verantwoordelijkheid: • Ondersteunende werkzaamheden voor cluster EZ • Ondersteuning (tijdelijke) evenementencoördinator bij evenementenprogramma, groeiend naar zelf invullen van de evenementencoördinatorrol. • Uitvoeren van en ondersteunen in toeristische projecten en met toerisme samenhangende activiteiten zoals bijvoorbeeld bewegwijzering, relatie met VVV, organiseren Toeristisch Café,toeristisch promotiemateriaal, ontwikkelen thematische routes. 57
CDA
EB
ROE
Bedrijvigheid; werkgelegenheid (pag. 47) Onder wat willen we bekijken wordt gesproken over het zorgen voor een goede match tussen werkgelegenheid en aanbod van personeel op de arbeidsmarkt. En de zorgen die we hebben bij het tekort aan technisch personeel. Het word mij uit het stuk wat gaan we er voor doen niet helemaal duidelijk wat de gemeente gaan doen om dit te bewerkstelligen. Antwoord: In de eerste plaats willen wij ons nog sterker gaan richten op een nauwe samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid, de zogenaamde Triple Helix. Met een goede samenwerking met onder meer Fontys, Technische Universiteit Eindhoven en bijvoorbeeld Were Di is het doel studenten en leerlingen in een vroeg stadium te koppelen aan het lokale en regionale bedrijfsleven. Dit kan onder meer uitmonden in geschikte stageplaatsen, waardoor studenten ook zullen worden geïnteresseerd in de bedrijven in onze regio. Hierin is ook een belangrijke rol voor de werkgevers weggelegd. Zij zullen ook duidelijk moeten maken waaraan men behoefte heeft, om potentiële werknemers actief in deze richting te bewegen. Deze studenten zijn tenslotte de werknemers voor de toekomst. In de tweede plaats heeft Valkenswaard sinds kort de beschikking over een arbeidsmakelaar. Haar opdracht is, in constant overleg met het bedrijfsleven, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt door middel van bemiddeling koppelen aan de bedrijven in Valkenswaard en omgeving.
58
CDA
EB
ROE
Bedrijvigheid; deregulering / schrappen regels (pag. 47) Deregulering en het schrappen van onnodige regels, om hoeveel regels gaat het hier die werkelijk als onnodig aangemerkt kunnen worden?
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
23
Antwoord: Deze ambitie is overgenomen uit het coalitieprogramma, waarin de coalitie zich ten doel stelt om op het eind van deze bestuursperiode minstens 8 regels te hebben geschrapt of vervangen doorslagvaardige procedures. Wij moeten hiervoor nog een projectplan opstellen en kunnen u daarom nog geen concreet te behalen resultaten voorspiegelen. Op dit moment heeft de accountmanager als direct aanspreekpunt onder meer als taak ondernemers te ontlasten bij het doorlopen van de diverse procedures. Dit komt in ieder geval het voornemen van het nastreven van slagvaardige procedures ten goede. Voorts is de gemeente Valkenswaard op dit moment bezig met de implementatie van de zogenaamde “eHerkenning”. Dit is een landelijk systeem, te vergelijken met DigiD, speciaal ontwikkeld voor ondernemers waarmee men (beveiligd) kan inloggen bij de overheid. En dus op korte termijn ook bij de gemeente Valkenswaard. Via deze beveiligde toegang kan men straks 24/7 digitaal documenten, vergunningen e.d. aanvragen. Dit zal een enorme vereenvoudiging betekenen voor ondernemers. 59
H&G
EB
VTH & ROE
Bedrijvigheid; keurmerk veilig ondernemen (pag. 47) Wie voert de regie voor het verkrijgen van het Keurmerk Veilig Ondernemen en hoe is de kostenverdeling? Is dit een basistaak voor de gemeente? Antwoord: De regie wordt gevoerd vanuit de gemeente. Het staat of valt echter met het draagvlak onder de deelnemers (winkeliers en ondernemers). Kostenverdeling is als volgt: regievoering gemeente binnen reguliere budgetten/uren. Uitvoerende kosten door deelnemers zelf. Het gaat echter vaak over organisatorische maatregelen die geen of nauwelijks kosten met zich meebrengen. M.b.t. het KVO winkelgebied zal centrummanagement een sleutelfunctie vervullen. Het is geen basistaak voor de gemeente, maar een gezamenlijk taak van ondernemers, winkeliers, politie en gemeente.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
24
60
CDA
EB
ROE
Bedrijvigheid; prestatie-indicatoren (pag. 48) Bij de prestatie indicatoren is onder werkeloosheid geen aantal gegeven onder realisatie 2013 wat is hiervoor de oorzaak en zou ik die als nog kunnen krijgen? Antwoord: Het landelijk werkloosheidspercentage bedroeg op peildatum 8,5%. Waarschijnlijk is de informatie bij de verwerking weggevallen.
61
CDA
MW
ZWO
Onderwijs; leerlingenvervoer (pag. 51) Onder beleid leerlingenvervoer wordt gezegd studenten uit hogere klassen te stimuleren om zoveel mogelijk op eigen vervoer te reizen. Dit om te voorkomen dat 1 touringcar niet toekijkend is. Hoeveel studenten verwachten we die gebruik willen maken van deze touringcar in 2015 als de gemeente niet stimuleerde om studenten van hogere leerjaren op eigen vervoer te laten reizen? En hoeveel studenten als we dit wel stimuleren? Antwoord: In 2015 maken 58 leerlingen gebruik van de touringcar naar de praktijkschool in Bladel. We zijn door dit aantal dit schooljaar (2014/2015) genoodzaakt een grotere touringcar (maximaal 62 personen) in te zetten. Dit brengt momenteel meer kosten met zich mee ten opzichte van de touringcar die voorheen werd ingezet (maximaal 50 personen). We hebben alleen voor dit schooljaar de grote bus ingezet om de ouders en leerlingen een overgangsjaar te bieden. Daarna worden de leerlingen vanaf leerjaar (4), 5 en 6 verzocht zelfstandig te reizen. De gemeente kan dan weer de gebruikelijke touringcar van maximaal 50 personen inzetten, zodat we weer op ons “normale” kostenniveau voor het vervoer naar de praktijkschool in Bladel zitten. De werkelijke aantallen die gebruik maken van dit vervoer wisselt jaarlijks. Dit is afhankelijk van het aantal instromers. De praktijk wijst echter uit dat de touringcar ieder jaar (bijna) vol zit.
62
VL
MW & EB
ZWO & GRSA2WI
Onderwijs; volwassen educatie (pag. 51) Er staat dat klanten van W en I de grootste doelgroep zijn voor gebruik van participatiebudget WEB. Er zijn dus ook andere mensen die dat kunnen. Wie kan er dan gebruik van maken? Hoe weten zij dit? Antwoord: In feite iedereen die gebaat is bij een groepstraject bij het
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
25
ROC op het gebied van Taal, Rekenen en Digitale vaardigheden, te weten (enigszins) laaggeletterden. Wekelijks is er een inloopspreekuur educatie bij Werk en Inkomen. Vorig jaar is er actief over gepubliceerd tijdens de week van de alfabetisering. Dit inloopspreekuur wordt nagenoeg niet bezocht. Daarom is er ook dit jaar actief geworven bij bedrijven in Valkenswaard door het ROC. Er is geïnventariseerd of er laaggeletterden binnen bedrijven aanwezig waren die interesse hadden in een groepstraject bij het ROC. Ook dit heeft geen nieuwe deelnemers opgeleverd. 63
VL
MW
ZWO
Onderwijs; onderwijsbegeleiding (pag. 54) Waaruit kunnen baten bestaan m.b.t. onderwijsbegeleiding en opvang kinderen? Zijn hier 0 euro’s begroot omdat dit een onzekere factor is of is er een andere (begrotingstechnische) reden. Antwoord: Deze kunnen bestaan uit rijkssubsidies en of leges uit inspecties kinderopvang/gastouderlocaties. Hierop verwachten we geen en/of beperkte inkomsten. Daarbij is het onzeker hoeveel nieuwe kinderopvanglocaties of gastouders zich zullen melden voor een inspectie dit jaar.
64
CDA
EB
GRSA2WI
Werk & Inkomen; verordening (pag. 56) Onder tegenprestatie wordt aangegeven dat gemeenten per 1 januari 2015 verplicht zijn een in een verordening invulling te geven aan de tegenprestatie naar vermogen. Ook word aangegeven dat het college met een voorstel komt. Wanneer kunnen wij deze verordening verwachten? Antwoord: De Contourennota en Verordening Participatiewet staan geagendeerd voor de raadsvergadering van 27 november.
65
VL
EB
GRSA2WI
Werk & Inkomen; prestatie-indicator (pag. 58) Wat is de gemiddelde uitkeringsduur op dit moment. Antwoord: De gemiddelde uitkeringsduur bedraagt nu ca. 59 maanden. Het is onze ambitie deze terug te brengen. Echter, gezien de samenstelling van het bestand uitkeringsgerechtigden en de situatie op de arbeidsmarkt lukt dit niet substantieel op korte termijn.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
26
66
VL
MW
ZWO
Onderwijs; passage vrijval bestemmingsreserve (pag. 61) Op welke scholen is sprake van onderhoudsachterstanden? Wat is daar de oorzaak van? Antwoord: Er is geen sprake van onderhoudsachterstanden op de scholen. Met de schoolbesturen wordt nu gekeken bij welke schoolgebouwen er op korte termijn (binnen enkele jaren) sprake is van groter onderhoud. Dit om ervoor te zorgen dat er een goede overdracht kan plaatsvinden van het buitenonderhoud van gemeente naar schoolbesturen (Wetswijziging per 01-01-2015). Dit onderzoek is nu in volle gang en vindt er overleg plaats met de schoolbesturen. Er is een ruwe schatting gemaakt van wat er nodig is voor het afhandelen van deze onderhoudstaken.
67
CDA
EB
ROE
Programma Werken; wat mag het kosten, bedrijvigheid? (pag. 62) Onder wat mag het kosten lasten staat bij bedrijvigheid begroting 2014 een bedrag van 1.069 dit bedrag is niet echt in lijn met de eerdere en volgende jaren hoe komt dit? Antwoord: In de begroting voor het jaar 2014 zat een eenmalige post van € 50.000,-- voor de actualisatie van het Masterplan Centrum (extern bureau) en daarnaast extra ambtelijke inzet voor het Masterplan Centrum, het horecabeleid en de verzelfstandiging van de weekmarkt.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
27
PROGRAMMA 3 ‘VRIJE TIJD’
68
Fractie
Portefeuillehouder
H&G
HT
Teammanager
VTH
VRAAGSTELLING
Cultuur: monumentenzorg (pag. 65) Monumentenzorg: in de productbegroting wordt het bedrag monumentenzorg met meer dan 100.000 euro verhoogd in vergelijking met voorgaand jaar. Wat is hiervan de reden? Welke factoren zorgen voor de meerkosten? Antwoord: De hogere/lagere lasten zijn veroorzaakt door een verschuiving in doorbelasting van de ambtelijke organisatie naar de producten binnen de Programmabegroting.
69
VL
HT
ZWO
Cultuur: musea en kunst (pag. 65) Waar blijkt uit dat de musea stappen ondernemen m.b.t. de noodzaak tot innovatie? Antwoord: Per museum een aantal voorbeelden: Steendrukmuseum: 100 % LED-verlichting gerealiseerd. Inrichting van een ultramodern grafisch atelier. Lesprogramma ‘Over Gisteren’ i.s.m. Brabants Erfgoed en de cultuurcoaches. Lespakket ‘Zoek de druksteentjes’. Workshops die bijdragen aan het eindcijfer van scholieren op sg Were Di. Lancering van de app-versie van Kijkwijzer t.b.v. de lessen CKV, i.s.m. Were Di (het Steendrukmuseum werkt daaraan mee als enige museum in Zuidoost-Brabant). Valkerij en Sigarenmakerij Museum: 100 % LED-verlichting, te realiseren in de loop van de komende maanden. Een nieuw, hoogwaardig, tweetalig digitaal rondgeleidingssysteem. Workshops en projecten, deels i.s.m. de cultuurcoaches, voor leerlingen van basis- en voortgezet onderwijs.
70
CDA
HT
CMD
CMD; prestatie-indicator (pag. 66) Waarom denkt het CMD in 2015 37 meer leerlingen te zullen hebber dan in 2014? Antwoord: Doelstelling aantal leerlingen voor 2014 is 750. Voor 2015 is deze doelstelling verlaagd naar 725. Dat is 37 leerlingen meer t.o.v. van de realisatie 2013 (= 688). De doelstelling is wel naar beneden bijgesteld, maar het stre-
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
28
ven is erop gericht meer leerlingen te bereiken dan in 2013. 71
CDA
HT
ZWO
Cultuur; prestatie-indicator (pag. 66) Waarom is de doelstelling voor het oordeel van de burger over cultuur net als in 2012 weer gesteld op 7,3 terwijl er juist veel inspanningen worden gedaan om culturele beleving te versterken? Antwoord: Ondanks initiatieven om de culturele beleving te versterken, staat cultuur – zeker ook in het komende jaar – onder druk. Onder meer de voorgenomen bezuinigingen zijn daar een oorzaak van. De taakstelling van circa 850k zal voor een aanzienlijk deel de culturele sector treffen. De verwachting lijkt gerechtvaardigd dat de bezuinigingen hun weerslag zullen hebben op het culturele aanbod en – als afgeleide daarvan – op het oordeel van de burger over dat aanbod. Het handhaven van de score van 7,3 is daarom een logische ambitie.
72
CDA
HT
VTH
Cultuur; wat mag het kosten, monumentenzorg? (pag. 6667) Er zijn veel gebouwen aangewezen als gemeentelijk monument. Hoeveel geld heeft de gemeente beschikbaar om aanpassingen of onderhouden deze gebouwen te ondersteunen? Zijn er richtlijnen voor het toekennen van subsidie? Antwoord: Er zijn geen middelen gereserveerd voor aanpassingen of onderhoud aan gemeentelijke monumenten en er zijn ook geen richtlijnen voor het toekennen van subsidie, omdat de gemeente geen vastgestelde subsidieverordening voor monumenten heeft.
73
CDA
HT
VTH
Cultuur; wat mag het kosten? (pag. 67) Hoe zijn de hogere lasten voor cultuurhistorie, culturele vorming en musea en kunst te verklaren? Antwoord: De hogere lasten zijn veroorzaakt door een verschuiving in doorbelasting van de ambtelijke organisatie naar de producten binnen de programmabegroting.
74
H&G
EB
SPORT
Sport; ledenaantallen (pag. 68) De ledenaantallen bij sportverenigingen zouden teruglopen. Dat is inderdaad het geval voor wat betreft de jongeren. Bij veel verenigingen nemen de ouderen als lid toe. Kunt u hierover uitsluitsel geven?
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
29
Antwoord: Uit gesprekken en informatie van sportverenigingen blijkt dat ledenaantallen afnemen. Wel vinden er verschuivingen binnen leeftijdsgroepen (jongeren en senioren) van het ledenbestand plaats. Dit is de landelijke tendens. De mate waarin verschuivingen plaatsvinden, is afhankelijk van het type sport en het (wel of niet vernieuwende) activiteitenaanbod van betreffende de vereniging. 75
H&G
EB
SPORT
Sport; samenwerking verenigingen (pag. 68) Waarom is niets opgenomen over het bevorderen van de samenwerking van sportverenigingen om kosten te kunnen besparen? Antwoord: Sportverenigingen werken al samen op het gebied van training/wedstrijden en gezamenlijk georganiseerde toernooien. Begin 2013 is – in het kader van parkmanagement – geconstateerd dat een verregaande samenwerking (gezamenlijke inkoop etc.) niet wenselijk is, omdat verenigingen druk genoeg zijn met hun eigen reilen en zeilen.
76
VL
EB
SPORT
Sport; passage en prestatie-indicatoren BC Sport, tegenstrijdig (pag. 68) Tekst Business Case sport is vastgesteld in 2013 pag. 69 prestatie-indicatoren Business case sport. Volgens ons is dit tegenstrijdig. Graag uitleg. Antwoord:
77
VL
EB
SPORT
Sport; tarievenbeleid (pag. 69) Daar staat dat het nieuwe tarievenbeleid sportaccommodaties gefaseerd wordt geïmplementeerd. Op pag 71 zie ik dat niet terug bij de baten van sportaccommodaties. Kunt u dit uitleggen? Antwoord: De wijze- en de mate van de fasering wordt vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad in oktober 2015. De uitwerking daarvan op de baten is daarom nu nog niet inzichtelijk.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
30
78
CDA
EB
SPORT
Sport; combifunctionaris (pag. 69) In welke verhouding bestaat de taak van de combifunctionaris sport uit het zélf organiseren van sportactiviteiten en in welke mate is hij/zij coördinator van (gecombineerde) sportactiviteiten, die door scholen en verenigingen worden uitgevoerd? Antwoord: De verhouding zelf organiseren versus coördineren ligt op ongeveer 80-20.
79
CDA
EB
SPORT
Sport; beweging ouderen (pag. 69) Is het juist, dat zowel Paladijn als de gemeente bewegen voor ouderen organiseren? Wie doet wat? Antwoord: Ja voor wat betreft de zwembadactiviteiten voor ouderen. Paladijn organiseert daarnaast nog “droge” activiteiten zoals Werelddans, Fiftyfit gym, sport&spel en sportief bewegen.
80
CDA
EB
SPORT
Sport; wat mag het kosten, sportaccommodaties? (pag. 71) Hoe is de daling voor de lasten van sportaccommodaties te verklaren? Antwoord: De daling is het gevolg van kostenbesparende maatregelen op sportaccommodaties. Bijvoorbeeld de hondenverenigingen die zelf het onderhoud aan de accommodatie gaan uitvoeren.
81
CDA
EB
SPORT
Sport; wat mag het kosten, sportstimulering? (pag. 71) De lasten voor sportstimulering dalen van 339.000,- naar 233.000,-. Hoe is het verschil te verklaren en hoeveel wordt in 2015 besteed aan de sport-combifunctionares? De baten dalen van 75.000,- naar 25.000,-. Is dit te wijten aan het wegvallen van de subsidie voor de sport-combifunctionaris? Antwoord: De verlaging voor sportstimulering is te verklaren vanuit verschillende 'kleine' mutaties, waaronder verlaging van het budget voor de sport-combinatiefunctionaris en dat in 2014 eenmalige kosten gemaakt zijn voor de uitvoering van het sportbeleid (conform raadsbesluit). De daling van de baten heeft geen relatie met het wegvallen van de subsidie voor de sport-combinatiefunctionaris. Dit betreft het niet realiseren van de bezuinigingsmaatregel om
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
31
het gebruik (lees: verhuur) van de sportaccommodaties te verhogen. Door de economische crisis zien de sportverenigingen een terugloop van het aantal leden waardoor het gebruik van de sportaccommodaties niet verhoogd kan worden. 82
CDA
EB
SPORT
Sport; tarieven/huur sportaccommodaties? (pag. 71) Heeft de wijziging van de tarieven voor de huur van sportaccommodaties invloed op de begroting? Antwoord: De wijziging van de tarieven is van invloed op de begroting, afhankelijk van het besluit dat genomen wordt.
83
H&G
HT
ROE
Recreatie; passage horeca (pag. 72) Waarom wordt er bij het onderdeel “recreatie” niets vermeld over horeca? Toch een belangrijke component binnen de recreatie! Antwoord: Horeca is inderdaad een belangrijk component binnen de recreatie. Waar gesproken wordt over het versterken en professionalisering van de toeristische sector en de versterking van het toeristisch aanbod, wordt ook de horeca bedoeld. Horeca komt daarnaast terug bij bedrijvigheid en veiligheid.
84
VL
HT
ROE
Toerisme; informatieborden (pag. 72) Digitale informatieborden. Waarover hebben we het hier over qua hoogte bedrag? Wordt dit een openbare aanbesteding? Antwoord: Het gaat om een bedrag van ca. € 20.000,-- in het totaal voor borden bij alle invalswegen. De investering van digitale informatieborden zelf wordt bekostigd door de bordenleverancier die zijn kosten gedekt ziet met de inkomsten van reclame-uitingen. De plaatsing van de borden wordt meervoudig onderhands aanbesteed conform gemeentelijk aanbestedingsbeleid.
85
H&G
HT
ROE
Evenementen; verantwoording (pag. 72) Voor het ontwikkelen van evenementen is een evenementencoördinator aangesteld en wordt door de gemeente een budget beschikbaar gesteld. Zijn er al evaluaties geweest en hoe is er financiële verantwoording afgelegd? Was deze verantwoording naar tevredenheid van het college? Antwoord:
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
32
De eerste evaluaties van de eerste evenementen zijn op ambtelijk niveau geweest en er volgt nog een eindevaluatie, waarbij tevens de organisatoren betrokken worden. Een evaluatie over 2014 wordt aan het college voorgelegd bij een voorstel voor 2015. De bijdragen die zijn toegekend zijn allemaal garantiesubsidies. Dit betekent dat vooraf een begroting wordt ingediend. Achteraf wordt aan de hand van de daadwerkelijk gemaakte kosten en inkomsten de balans opgemaakt. Dit wordt aangetoond met facturen. 86
VL
HT
ROE
Evenementen; wat mag het kosten? (pag. 75) Waarom zijn de lasten van evenementen zo aanzienlijk lager begroot dan de twee jaren daarvoor? Is er een beeld te geven welke kosten van de gemeente niet worden betaald door de organisatoren van evenementen. Antwoord: De lagere lasten worden veroorzaakt door een verschuiving in doorbelasting in de producten van de ambtelijke organisatie binnen de programmabegroting. Het betreft hier alle kosten die we niet conform het door u vastgestelde beleidskader evenementen kunnen verhalen, zoals o.a. ambtelijke inzet.
87
CDA
HT
ROE
Evenementen; wat mag het kosten? (pag. 75) De lasten voor evenementen lopen terug van 580.000,- naar 395.000,-. Hoe is dit te verklaren? Antwoord: De lagere lasten worden veroorzaakt door een verschuiving in doorbelasting in de producten van de ambtelijke organisatie binnen de programmabegroting.
88
CDA
HT
ROE
Evenementen; kwaliteit en verbetering (pag. 75) In 2014 is sterk ingezet op het verbeteren van de kwaliteit en hoeveelheid evenementen, waarbij de gemeente ook zelf het heft in handen heft genomen. Daar is ook extra mankracht voor ingehuurd. Hoe gaat de gemeente in 2015 hierin verder? Zijn er al lessen getrokken? Antwoord: Op dit moment wordt geëvalueerd en bekeken of en op welke wijze we hier in 2015 mee verder kunnen en willen gaan. We kunnen in elk geval verder bouwen op de protocollen en ervaringen van succesvolle evenementen die we een vaste plek in het zomerprogramma willen geven.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
33
PROGRAMMA 4 ‘WELZIJN’
89
Fractie
Portefeuillehouder
VL
HT
Teammanager
ZWO
VRAAGSTELLING
Maatschappelijke ondersteuning; wat mag het kosten, jeugdwerk? (pag. 85) Wordt de grote toename van lasten jeugdwerk alleen veroorzaakt door overheveling budget rijksoverheid? Terwijl baten teruglopen naar bijna nihil. Verplaatsing naar algemene uitkering? En voor de beeldvorming: geldt dit dan ook voor de kwetsbare groepen nu de baten terug lopen van 6 miljoen naar € 113.000,--? Antwoord: De grote toename komt inderdaad voort uit de toevoeging van het macrobudget jeugdhulp vanuit het rijk. De baten bestaan op het terrein van jeugd enkel uit de ouderbijdragen. Het is nog niet in te schatten over welke bedragen dit gaat.
90
H&G
HT
ZWO
Maatschappelijke ondersteuning; wat mag het kosten, kwetsbare groepen? (pag. 85) Het bedrag voor kwetsbare groepen gaat van € 13.445.000 in 2014 omlaag naar € 11.629.000. Is verlaging realistisch gezien ontwikkelingen vanuit de Jeugdwet en Participatiewet? Antwoord: Dat zal moeten blijken. De verlaging komt voort uit een concretisering van de bedragen die we als gemeente krijgen vanuit het rijk. Het uitgangspunt is: we voeren uit binnen wat we krijgen van het rijk.
91
CDA
HT
ZWO
Maatschappelijke ondersteuning; wat mag het kosten, kwetsbare groepen en jeugdwerk? (pag. 85) Kosten maatschappelijke ondersteuning: waarin zit de vermindering ‘kwetsbare groepen van 2014 = 13.445 naar 11.629 voor 2015 ? Hetzelfde geldt voor vermeerdering ‘jeugdwerk’ in 2014 = 254 en 2015 = 4.070 ? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 90.
92
CDA
HT
ZWO
Maatschappelijke ondersteuning; prestatie-indicator (pag. 85) Waarom zijn geen prestatie indicatoren ingevuld bij aantal burgers dat actief is in de buurt?
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
34
Antwoord: Deze vraag was voorheen onderdeel van de Veiligheidsmonitor. In de laatste versie van deze monitor is deze vraag niet meer opgenomen. Bureau Veiligheidsmonitor heeft, in opdracht van de Raad voor de Veiligheidsmonitor, voor het jaar 2012 aanpassingen gedaan in het onderzoeksdesign (o.a. veldwerkmethode) en de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor. 93
CDA
HT
ZWO
Maatschappelijke ondersteuning; prestatie-indicator buurthuizen (pag. 85) Waarom blijft de lat hangen op 6,6 voor het oordeel over buurthuizen? Antwoord: Valkenswaard scoort met een 6,6 nog steeds bovengemiddeld vergeleken met andere gemeenten. Er is daarom gekozen voor het behouden van dit cijfer.
94
CDA
HT
ZWO
Maatschappelijke ondersteuning; prestatie-indicator (pag. 85) Hoe verklaart men de sterke vermeerdering van ouders en kinderen dat bereikt wordt via CJG. Van 154 in 2013 naar 230 voor 2015. Antwoord: Dit is een positieve ontwikkeling, het heeft te maken met het steeds beter onder de aandacht brengen van de werking van het CJG. In het kader van de jeugdzorg krijgt het CJG ook een steeds centralere en meer prominente rol.
95
CDA
HT
ZWO
Zorg; prestatie-indicator (pag. 87) Wat wordt bedoelt met de indicator overmatig drinken 35%? Antwoord: Het aantal dat is ondervraagd is 319 jongeren. Het betreft hier jongeren tussen de 12 en 18 jaar die in de afgelopen 4 weken bij minstens één gelegenheid 5 glazen of meer heeft gedronken.
96
CDA
HT
ZWO
Zorg; prestatie-indicator gezondheidsvoorzieningen (pag. 87) Waarom gekozen voor minimaal het landelijk gemiddelde en niet voor de 7,5 die in 2013 werd gescoord voor tevredenheid over gezondheidsvoorzieningen?
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
35
Antwoord: Omdat het landelijk gemiddelde het minimale is dat we willen bereiken. Het feit dat een score in een gegeven jaar boven de doelstelling lag wil niet automatisch zeggen dat deze score daarmee de nieuwe doelstelling wordt. 97
CDA
HT
ZWO
Zorg; prestatie-indicatoren (pag. 87) Hoe denkt men het overmatig drinken onder de jongeren te verminderen van 35% naar 41%. Idem voor softdrugsgebruik. Antwoord: Inzetten op preventieve maatregelen. Hierin gezamenlijk met onze ketenpartners (o.a. Paladijn, GGD, Politie, scholen, Novadic-Kentron) optrekken.
98
H&G
HT
ZWO
Zorg; taakstelling/bezuiniging subsidies (pag. 88-89) Bij ontwikkelingen staat aangegeven de post subsidiebeleid herijken. In de toelichting op blz.89 wordt gesproken van het niet halen van een deel van de ingeboekte bezuinigingen in 2015. Welk deel kan niet worden gerealiseerd en welk deel wel? Oftewel: welke bezuinigingen zijn meegenomen als het gaat om de subsidies betreffende welzijnsactiviteiten? Antwoord: Zie bijlage. Let op: door besluitvorming in december in de raad kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht en geldende jurisprudentie in 2015 een bedrag ad de helft van het genoemde totaalbedrag ad 535k ingeboekt worden (zie ook het genoemde op blz.4 van het raadsvoorstel en technische vraag 142).
99
CDA
HT
ZWO
Zorg; taakstelling/bezuiniging subsidies (pag. 88) Subsidiebeleid herijken. Hoeveel bezuinigingen op subsidies waren in 2014 voor 2015 ingeboekt? Welke worden wel en welke worden niet gerealiseerd? Antwoord: Oorspronkelijk betrof het een bedrag ad € 691.000,-- in totaal. Voor het overige: zie het antwoord op vraag 98 (zie bijlage).
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
36
100
CDA
HT
ZWO
Programma Welzijn; wat mag het kosten, maatschappelijke ondersteuning? (pag. 90) Baten: waar komt die € 6.110 voor 2014 vandaan ? Zal het eindresultaat van dit jaar zo zijn….? Antwoord: Deze waren destijds geraamd via het zogenaamde sociaal deelfonds naar een inschatting op dat moment. Inmiddels worden de baten geboekt via de algemene uitkering en begroot in programma 5. Of het eindresultaat zo zal zijn moet blijken. In de uitvoering van de 3D’s zitten per definitie erg veel onzekerheden.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
37
PROGRAMMA 5 ‘BESTUUR & ORGANISATIE’
101
Fractie
Portefeuillehouder
VL
AE
Teammanager
Strategie
VRAAGSTELLING
Samenwerking en positionering; wat mag het kosten, regionale samenwerking? (pag. 97) Wat is de reden dat de lasten voor regionale samenwerking zo aanzienlijk lager worden begroot? Antwoord: Het gaat hier met name om middelen die zijn geraamd als ontwikkelingsbudget voor samenwerking, en die vanaf 2017 worden afgeraamd omdat er geen strikte noodzaak is om deze middelen structureel in de meerjarenbegroting op te nemen. Daarnaast gaat het om middelen die vrijvallen vanwege de afslanking van de SRE. Deze verlaging is reeds eerder verwerkt in de begroting 2014. Zie hiervoor ook de beantwoording van vraag nummer 2014/016 ter voorbereiding op de commissie.
102
H&G
AE
VTH
Handhaving; wat mag het kosten, toezicht en handhaving? (pag. 107) Het bedrag voor toezicht en handhaving veiligheid gaat omlaag van € 998.000 in 2014 naar € 314.000 in 2015. Hoe realistisch is dat gezien de gestelde doelen beschreven in het programma? Antwoord: De bijstelling van het begrotingsbedrag bestaat uit een aanpassing van de interne doorbelasting. Het afgelopen jaar is de interne doorbelasting herzien, zowel qua opbouw van het tarief als de inschatting van het aantal benodigde uren. Dit heeft geen effect op het behalen van de beschreven doelen.
103
CDA
MB
AMO
Product financiën; wat mag het kosten? (pag. 111) De genoemde baten (2.392k) en lasten (845k) van financiën kunnen wij niet aansluiten bij de paragraaf financiering (zie pagina 130). Graag ontvangen wij een nadere specificatie van voornoemde bedragen en een aansluiting naar de tabel op pagina 130. Antwoord: Baten: het verschil afgerond € 18.000 bestaat uit een geraamde opbrengst voor catering.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
38
Lasten: Een aansluiting tussen deze twee componenten is niet te maken omdat product financiën meer behelst dan saldo financieringsfunctie in de paragraaf financiering. Op het product financiën wordt ondermeer de post onvoorzien en de post uren kapitaalwerken geraamd. Deze hebben geen relatie met de paragraaf financiering.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
39
PARAGRAFEN
104
Fractie
Portefeuillehouder
Teammanager
CDA
MB
AMO & CMD, SPORT, ROE
VRAAGSTELLING
Paragraaf Lokale heffingen; algemene dekkingsmiddelen & bestemmingsheffingen (pag. 116) In inleiding worden naheffingsaanslagen niet genoemd onder dekkingsmiddelen en komen de inkomsten uit muziekschool, de entree van zwembad en reclamebelasting (Centrummanagement) niet voor onder bestemmingsheffingen. Waarom worden voornoemde inkomsten niet genoemd? Antwoord: Inkomsten uit muziekschool, de entree van zwembad zijn geen belastingen zoals opgenomen in de gemeentewet en vallen dan ook niet onder de Lokale heffingen. Reclamebelasting daarentegen is opgenomen in artikel 227 van de gemeentewet. De kosten gemaakt door de gemeente worden in mindering gebracht op de inkomsten en Centrummanagement ontvangt het bedrag dat hierna overblijft. Invoering van de reclamebelasting was 1 september 2014. Bij het opstellen van de begroting was niet bekend of de raad verordening zou vaststellen. Naheffingsaanslagen parkeerbelastingen zijn afzonderlijk inzichtelijk gemaakt om duidelijkheid te scheppen in de opbrengsten parkeerbelastingen en de opbrengsten van de naheffingsaanslagen.
105
CDA
MB
AMO
Paragraaf Lokale heffingen; onroerende zaakbelastingen (pag. 117) “Voor 2015 wordt rekening gehouden met een gemiddelde waardedaling van 4,5%”. Wordt hier de waardedaling tussen 1-1-2015 en 1-1-2016 bedoeld (dus pas impact op begroting 2017), of de impact op de begroting 2015 (dus daling tussen 1-1-2013 en 1-1-2014)? Antwoord: De waardedaling heeft betrekking op de periode 1.1.2013 1.1.2014. De waardepeildatum is 1 januari 2014 ingaande het belastingjaar 2015.
106
VL
MW
ROE
Paragraaf Lokale heffingen; parkeerbelasting (pag. 117) Wat wordt precies bedoeld met de schil van het centrum en wat met de randen daarvan? Graag met kaartje!
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
40
Antwoord: Op het kaartje in onderstaande link zijn de parkeerlocaties van de schil aangegeven in het groen, en de centrum locaties in het rood. file://data01vw/home$/Hoo/Downloads/Parkeerterreinen.pdf 107
VL
MW
ROE
Paragraaf Lokale heffingen; parkeerbelasting (pag. 117) Zou de schil van het centrum niet duurder moeten zijn als het gaat om parkeertarief? Antwoord: Bezoekers aan het centrum hebben verschillende motieven voor hun komst. De mensen die per auto voor hun dagelijkse/ wekelijkse boodschappen komen willen graag uit oogpunt van comfort dicht bij de winkels parkeren. Zij betalen daarvoor naar verhouding tot de parkeerduur een hoger tarief. Bezoekers die voor het “winkelen” naar Valkenswaard komen en voor langere tijd (langer dan 2 uur) verblijven profiteren van een verhoudingsgewijs lager tarief indien zij in de schil parkeren. Hiermee wordt sturing gegeven aan “wie, waarom, waar “ parkeert en ontstaat een spreiding in de parkeerdruk.
108
CDA
MW
ROE
Paragraaf Lokale heffingen; precariobelasting (pag. 118) Komt de 25k stijging van precariobelasting voort uit tariefstijging per m2, of uit een groter aantal verhuurde m2? Antwoord: De stijging wordt veroorzaakt door het groter aantal verhuurde m2.
109
CDA
MB
AMO
Paragraaf Lokale heffingen; kwijtschelding (pag. 119) Is er sprake van een geleidelijke afbouw van de kwijtschelding bij een inkomen boven 100% bijstandsniveau, of is er sprake van een “harde drempel”, waardoor het niet lonend is om het inkomen te verhogen van bijstandsniveau naar bijvoorbeeld bijstandsniveau + EUR 150? Antwoord: De gemeente Valkenswaard maakt voor de kwijtschelding gebruik van de maximale bijstandsnorm. Op grond van artikel 255 van de Gemeentewet zijn i.v.m. de kwijtschelding afwijkende regels ingesteld met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
41
worden genomen. De normbedragen voor bestaanskosten, zoals beschreven in de regeling, bedragen 100% in plaats van 90%. Hier ligt een recent raadsbesluit uit 2012 aan ten grondslag (raadsvoorstelnummer 12B&W00309). Per half jaar wijzigen de bijstandsbedragen. Als gevolg hiervan wijzigen ook de normbedragen voor de kosten van bestaan bij de kwijtschelding van belastingen. Overzicht van de bestaansnorm m.b.t. de kwijtschelding geldend 1 juli 2014:
(bron
VNG)
De normbedragen zijn belangrijk voor de uitvoering van de kwijtscheldingstoets. In de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 staat dat er gebruik gemaakt dient te worden van de meest recente normen. Hoe bepalen of er voor kwijtschelding in aanmerking wordt gekomen: Om te bepalen of betrokkene voor kwijtschelding in aanmerking komt, kijkt de gemeente eerst naar het vermogen. Het vermogen dat behouden mag worden zonder belasting te betalen, is overigens wel lager dan om voor bijstand in aanmerking te komen. De kwijtscheldingsregeling is op dat punt strenger. Is het vermogen niet voldoende om de belasting te betalen? Dan rekent de gemeente uit welk bedrag er betaald zou kunnen worden (betalingscapaciteit). Kwijtschelding is mogelijk als: • Het inkomen op of onder het bijstandsniveau is Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
42
• Er onvoldoende eigen vermogen aanwezig. Als er in aanmerking wordt gekomen voor gehele kwijtschelding dan zal er maximaal kwijtschelding ad € 175,-- worden verleend. Mocht na berekening van de vermogenstoets en/of betalingscapaciteit blijken dat er niet geheel, maar gedeeltelijke in aanmerking wordt gekomen voor kwijtschelding. Dan wordt het te verlenen kwijtschelding bedrag na rato aangepast. Blijkt na de gehele berekening dat er teveel vermogen of betalingscapaciteit aanwezig is, dan wordt de kwijtschelding in zijn geheel afgewezen. 110
CDA
MB
AMO
Paragraaf Lokale heffingen; kwijtschelding (pag. 119) Hoeveel kwijtschelding is er begroot voor 2015? Antwoord: Er is een bedrag van € 81.000 begroot.
111
CDA
MB
AMO
Paragraaf Lokale heffingen; kwijtschelding (pag. 119) Indien er sprake is van een “harde drempel” om voor kwijtschelding in aanmerking te komen, wat zou een overgang naar onderstaande kwijtscheldingstabel dan grofweg kosten? Inkomen in euro's
Kwijtschelding afvalstoffenheffing in euro's
0-100% bijstandsnorm
175 175 -/- 5% van het verschil tussen het inkomen en 100% bijstandsniveau
100% bijstandsnorm en verder
Antwoord: Zie antwoord op vraag 109. 112
VL
MB
AMO (& ROE en SPORT)
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; ontbrekende informatie (pag. 121 e.v.) • De voorgenomen invoering van de vennootschapsbelasting voor overheidslichamen per 1 januari 2016 ontbreekt. • Een invoering ervan is van grote invloed op de totale bouwgrondexploitatie vanaf die datum. De huidige winstbelasting bedraagt toch 25%. • De fiscale status van de buiten- en binnensportaccommodaties ontbreekt. Het niet meer voldoen aan de voorwaarden voor het in gebruik geven van accommodaties voor sportbeoefening en het daarmee verval-
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
43
len van de belastbare status in de omzetbelasting, heeft niet alleen grote gevolgen voor toekomstige investeringen - btw niet meer aftrekbaar en dus kostprijsverhogend, maar ook voor in het verleden gedane investeringen door de herzieningsperiode van 10 jaar. Antwoorden: Het weerstandsvermogen wordt bepaald voor 2015. Vpb gaat pas in 2016 in, daarom is dit niet meegenomen. Het effect van de invoering VPB moet nog worden onderzocht. U zult hier te zijner tijd over worden geïnformeerd. 113
CDA
MB
AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; niet vrij aanwendbaar deel algemene reserve (pag. 122) Van de algemene reserve is 4.063k vrij aanwendbaar. Graag ontvangen wij een specificatie van de opbouw van het niet vrij aanwendbare deel ad. 3.312k (zie ook pagina 156). Antwoord: Het bedrag van € 3,3 mln. is de minimale norm die in de Nota reserves en voorzieningen is vastgesteld en dient te worden aangehouden om de risico’s die de gemeente loopt te kunnen opvangen.
114
CDA
MB
AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; verwijzing bijlage (pag. 122) Voetnoot 1 verwijst naar bijlage 2. Volgens ons wordt bijlage 1 bedoeld. Antwoord: Correct.
115
H&G
MB
AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; vrij aanwendbare bestemmingsreserve (pag. 122) Als vrij aanwendbare bestemmingsreserve wordt een bedrag genoemd van € 1.661.000. Waarom is deze bestemmingsreserve vrij aanwendbaar? Wie kan daar over beschikken en onder welke voorwaarden? Is het niet beter om deze reserve toe te voegen aan de Algemene reserve? Antwoord: Ten aanzien van deze reserves geldt dat er een keuze bestaat over de wijze waarop de reserves worden ingezet. Dit is duidelijk anders ten aanzien van bijvoorbeeld een dekkingsreserve voor kapitaallasten. Als die zou komen te ver-
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
44
vallen heeft een directe consequentie voor de exploitatie en daarmee de financiële bandbreedte. Het is een bevoegdheid van de raad om het doel en de besteding van deze reserves te wijzigen. Toevoegen aan de algemene reserve kan middels raadsbesluit altijd. Dit betekent wel dat de doelstellingen van de reserves waar het over gaat (zie pagina 156 begroting 2015) niet gerealiseerd kunnen worden en dus heroverwogen dienen te worden. 116
CDA
MB
AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; inventarisatie risico’s (pag. 123) Risico kennisuitstroom. In de berekening wordt uitgegaan van een overdracht van een jaar, waarin de medewerker 50% productief is. Waarop is deze aanname, die ons wel erg voorzichtig voorkomt, gebaseerd? Welke aanname hanteren vergelijkbare gemeenten? Antwoord: Dit percentage is gebaseerd op empirische resultaten en benchmarken. In de praktijk is gebleken dat dit percentage reëel is.
117
CDA
MB
AMO & ROE, SPORT
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; inventarisatie risico’s (pag. 123) Onvermeld blijven het renterisico (of is ook het hele financieringssaldo al gefinancierd tegen vaste rente?), het leegstandrisico van eigendommen / accommodaties en het debiteurenrisico (gelet op huurachterstanden accommodaties). Zijn deze risico’s onvoldoende significant? Antwoord: We hanteren een rekenpercentage van 4%. Hierin is tevens een opslag voor het renterisico opgenomen doordat het huidige rentepercentage een stuk lager is. We schatten het risico op leegstand relatief laag.
118
H&G
MB & MW
Projectbureau & AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; inventarisatie risico’s (pag. 123) Bij de bepaling van het weerstandsvermogen zijn een aantal majeure projecten met mogelijk grote financiële risico’s zoals Dommelkwartier, Lageheideweg, Europalaan niet opgenomen. Waarom niet?
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
45
Antwoord: De financiële risico’s voor het plan Dommelkwartier zijn verwerkt in risicoberekeningen van de grexen.Bij de Lage Heideweg lopen we geen risico’s, omdat de Lage Heideweg onderdeel is geworden van de Westparallel (N69) en daarmee een provinciale verantwoordelijkheid is geworden. De Europalaan is financieel gedekt. 119
H&G
MB
ROE & AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; schadeclaims (pag. 123) Bij de bepaling van het weerstandsvermogen wordt voor schadeclaims € 75.000 opgenomen. Is bedrag niet erg laag gezien te verwachten (en reeds lopende) claims van projectontwikkelaar Dommelkwartier? aanwendbaar beschouwd. Is dit, gelet op het karakter van de reserve, gerechtvaardigd? Zo ja, wat is hiervoor de argumentatie? Antwoord: Voor de claim geldt dat dit een ongefundeerde claim betreft. De claim is niet nader onderbouwd, alsook mist deze claim feitelijk grondslag. Derhalve zou het onjuist zijn om, in welke vorm dan ook, hier in de begroting rekening mee te houden.
120
VL
MB
ROE & AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; planschaderisico’s (pag. 123) Is de berekening van de planschaderisico’s gelet op ingediende planschades niet te laag? Dit is aan de erg lage kant? Antwoord: We hebben de risico’s geïnventariseerd. Na de inventarisatie hebben wij het risicobedrag verhoogd. Op basis van te treffen maatregelen (reparatie bestemmingsplan) worden deze risico’s geminimaliseerd en is het bedrag toereikend.
121
CDA
HT
ZWO & AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; Wmo (pag. 124) Wat wordt bedoeld met “Hier ligt een relatie met de egalisatiereserve WMO”? Graag bevestiging dat het totale risico op 350k wordt ingeschat en niet dat slechts het restant van het risico na aftrek van de egalisatiereserve 350k bedraagt. De egalisatiereserve ad. EUR 500k maakt immers al deel uit van het weerstandsvermogen (zie pagina 158).
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
46
Antwoord: Dit kan bevestigd worden: het risico ad 350k zit IN de bestemmingsreserve ad 500k. 122
CDA
EB
ROE & AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; grondexploitaties (pag. 124) Onder bouwgrondexploitaties is de verwijzing naar pagina 129 van de paragraaf grondbeleid o.i. onjuist. Behoeft deze inderdaad aanpassing? Antwoord: De verwijzing is inderdaad foutief, dit moet zijn pagina 145 en volgende.
123
CDA
EB
GRSA2WI & AMO
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing; BUIG (pag. 124) Wanneer wordt besluitvorming over het landelijke BUIGbudget voor 2015 en verder verwacht? Uit de tweede bestuursrapportage over 2014 bleek reeds een tegenvaller van EUR 440k voor 2014. Antwoord: In de risicoparagraaf hebben wij een kanttekening opgenomen t.a.v. de invoering van een nieuw financieel verdeelmodel Buig door het Rijk. Zeer recent hebben wij hierover eerste voorlopige informatie ontvangen. Het is complexe materie, maar lijkt voor Valkenswaard ongunstig uit te pakken en roept veel vragen op. Hierover zijn we in contact met ministerie en Stimulansz. Zodra wij over meer duidelijke informatie beschikken zullen wij u uiteraard informeren. Op voorhand kunnen wij nog niet garanderen dat dit lukt voor de begrotingsbehandeling van 6 november.
124
CDA
MB
AMO
Paragraaf Financiering; rekenrente (pag. 130) Naar aanleiding van het bijna 100% resultaat op de financieringsfunctie ontvangen wij graag een specificatie van de berekening van de rekenrente om vast te stellen of de afronding naar 4% niet erg ruim is. Antwoord: We hebben de uitgangspunten zoals in de vastgestelde Nota kaders 2015-2 (bijlage 1 kaders/uitgangspunten programmabegroting 2015-2018) gehanteerd. De rekenrente bedraagt conform deze uitgangspunten 4%.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
47
125
CDA
MB
AMO
Paragraaf Financiering; rentekosten (pag. 130) De rentekosten op langlopende geldleningen en financieringstekort bedragen 2.432k. Verminderd met 1.365k rentekosten op langlopende geldleningen resteert een bedrag van 1.067k aan rentekosten voor het gemiddelde financieringstekort ad. 30.514k. Dit impliceert een rente van ca. 3,50%. Waar wordt geleend en tegen welke looptijd? Is 3,50% niet meer dan marktconform? Antwoord: De opgenomen leningen en de bijbehorende rentepercentages zijn in de onderstaande tabel weeggegeven: OPGENOMEN GELDLENINGEN
126
CDA
MB
AMO
Oorspronkelijk Rente bedrag van de Percentage geldlening of het voorschot 2.722.681,30 5,64 2.268.901,08 5,74 1.361.340,65 3,39 816.804,39 5,96 299.668,47 6,05 2.000.000,00 2,53 1.500.000,00 4,84 2.000.000,00 4,43 2.500.000,00 4,70 4.000.000,00 4,615 2.000.000,00 4,369 3.000.000,00 4,542 2.000.000,00 4,525 4.000.000,00 3,12 3.000.000,00 3,77 5.000.000,00 3,11 6.000.000,00 1,794 6.000.000,00 1,975 2.815.259,84 1,92 8.000.000,00 2,01 Paragraaf Bedrijfsvoering; formatieontwikkeling en beheersing (pag. 137) Wat zijn de begrote loonkosten voor de formatie van 196 fte en hoe is de verdeling van de toerekening van die loonkosten aan de verschillende programma’s?
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
48
Antwoord: De begrote loonkosten bedragen € 13.3 mln . De doorbelasting naar verschillende programma’s vindt plaats samen met andere kosten van overhead zoals huisvesting, automatisering, ondersteunende faciliteiten etc. Een zuivere doorbelasting van de loonkosten naar de programma’s vindt niet plaats. 127
VL
MB
AMO
Paragraaf Bedrijfsvoering; formatieontwikkeling en beheersing Een overzicht van de formatie per organisatie-eenheid met de volgende specificatie: * formatie budget verdeeld naar functie (s), ingevuld door vast personeel (onbepaald en bepaald) en vacaturegelden. Met een overzicht van inhuurpersoneel per organisatieeenheid, kun je vervolgens vaststellen hoe de inhuurkosten zich verhouden tot de vacaturegelden en afwegen of het niet beter is inhuurpersoneel te vervangen voor vast personeel. Antwoord: De vacaturegelden zitten in de begrote loonkosten. Hoe hoog deze kosten zijn, is afhankelijk van de bezetting. Je kunt dus niet met zekerheid wat de vacatureruimte op 1 januari 2015 is. Niet al het tijdelijk personeel wordt bekostigd met vacaturegelden. Ook doelbudgetten en projecten kunnen in de kosten voorzien. De verhouding vast personeel en tijdelijk personeel in relatie tot de kosten is een van de indicatoren op grond waarvan een keuze wordt gemaakt voor de contractvorm. Andere indicatoren zijn: • tijdelijk, dan wel structureel werk; • tijdelijk (extra) capaciteit; • benodigde expertise, bijvoorbeeld bepaalde vaardigheden of deskundigheid.
128
VL
MB
AMO
Paragraaf Bedrijfsvoering; arbeidsvoorwaarden (pag. 137) Identieke arbeidsvoorwaarden A2. Is de praktijk dat de lagere vergoedingen opgetrokken zijn en daarmee gelijk gesteld? Antwoord: Nee. Wij streven naar identieke arbeidsvoorwaarden voor
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
49
de medewerkers in het samenwerkingsverband. Daaraan ten grondslag ligt een pakket vergelijking van de vier organisaties. Op onderdelen levert dat een plus en een min op. Het totaal is budgettair neutraal. 129
CDA
EB
ROE
Paragraaf Grondbeleid; rekenrente grondexploitaties (pag. 147) Welke rekenrente is gebruikt om tot de bedragen in kolom B te komen? Antwoord: Er is gerekend met een rekenrente van 4%.
130
CDA
EB
ROE
Paragraaf Grondbeleid; winst grondexploitaties (pag. 148) “In de begroting 2015 hebben wij geen rekening gehouden met de verwachte winst van de bouwgrondexploitaties.” Voor de zekerheid: ook in de meerjarenraming worden nog geen winsten op bouwgrondexploitaties genomen toch? Antwoord: Dat klopt, met begroting 2015 wordt bedoeld de totale begroting inclusief meerjarenraming.
131
VL
HT
ZWO
Paragraaf Bezuinigingen; subsidies (pag. 154) Hoe verklaart u de subsidie herijking ad 168 en vanaf 2016 350? Antwoord: De te maken keuzes hierin worden voorgelegd middels een apart raadsvoorstel – hierover heeft u in september al wel een thema-avond kunnen bijwonen. In verband met eisen vanuit de Algemene wet bestuursrecht en geldende jurisprudentie kunnen subsidies niet in alle gevallen in één keer worden afgebouwd of stopgezet. Zie hierbij ook de antwoorden op de vragen 98 en 99.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
50
BIJLAGEN
132
Fractie
Portefeuillehouder
CDA
MB
Teammanager
AMO
VRAAGSTELLING
Weerstandsvermogen; bijlage 1 (pag. 156) Het niet besteedbare deel van de algemene reserve bedraagt 3.312k. Antwoord: Klopt, conform richtlijn vastgelegd in de Nota Reserves en Voorzieningen.
133
CDA
MB
AMO
Bestemmingsreserves; bijlage 1 (pag. 156) Waarop is het onderscheid tussen vrij aanwendbare specifieke bestemmingsreserves (totaal 1.661k) en niet vrij aanwendbare bestemmingsreserves gebaseerd? Waarom is de winstuitkering HNG bijvoorbeeld niet vrij aanwendbaar en de reserve speeltoestellen wel? Uit beide voorzieningen worden in de meerjarenraming onttrekkingen geraamd. Antwoord: De winstuitkering HNG is niet vrij aanwendbaar omdat het gelabelde middelen betreft. Vanuit de reserve HNG vindt jaarlijks een storting in de exploitatie plaats. Als deze storting door bestemmingswijziging van de reserve komt te vervallen betekent dit een nadeel in de exploitatie van € 269.000,--. Van de vrij aanwendbare bestemmingsreserves kan de raad het doel en de aanwending nog wijzigingen.
134
CDA
MB
AMO & VTH, ROE, ZWO
Overzicht reserves en voorzieningen; bestemmingsreserves, bijlage 3 (pag. 158) In de egalisatiereserve reiniging (253k), de reserve onderhoud woonwagens (56k), de reserve beeldende kunst (20k), de egalisatiereserve WMO (500k) en de reserve organisatieontwikkeling 2009-2011 (30k) worden in bijlage 4 geen dotaties en onttrekkingen geraamd. Wat is de bestemming van deze reserves en wanneer wordt die bestemming verwacht? Ons inziens zouden we of een bestemming (if any) moeten begroten, of de reserves kunnen laten vrijvallen ten gunste van de algemene reserve. Is dat mogelijk? Antwoord: Het doel van deze reserves en voorzieningen zijn in de Nota reserves en voorzieningen vastgesteld.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
51
135
CDA
MB
AMO & BOR
Overzicht reserves en voorzieningen; bestemmingsreserves, bijlage 3 (pag. 158) Een dekkingsreserve tractie 2012, 2013 en 2014 ontbreekt. Is er in deze jaren niet geïnvesteerd in tractie, of is er, gelet op het feit dat 2009 en 2010 meermaals voorkomen, mogelijk sprake van een typefout? Antwoord: Doordat de activeringsnorm is verhoogd van € 25.000,-- naar € 50.000,-- worden de meeste investeringen inzake tractie niet geactiveerd en worden in de exploitatie verantwoord.
136
H&G
MB
AMO
Overzicht reserves en voorzieningen (bijlage 3) en ontwikkeling van reserves en voorzieningen (bijlage 4); pag. 158 – 163 Waarom sluiten de totalen van de overzichten (bijlage 3) Overzicht reserves en voorzieningen en Ontwikkeling reserves en voorzieningen ( bijlage 4) niet met elkaar aan? Antwoord: In het overzicht in bijlage 4 worden niet alle reserves en voorziening genoemd. Alleen de reserves en voorzieningen waarop mutaties plaatsvinden worden genoemd. Tevens worden de dekkingsreserves niet opgenomen.
136a
H&G
HT
ZWO & AMO
Overzicht reserves en voorzieningen (bijlage 3); egalisatiereserve Wmo (pag. 158) Het onder de Egalisatiereserve WMO opgenomen bedrag van € 500.000 wordt als vrij aanwendbaar beschouwd. Is dit, gelet op het karakter van de reserve, gerechtvaardigd? Zo ja, wat is hiervoor de argumentatie?" Antwoord: De egalisatiereserve WMO heeft als doel de effecten van toekomstige risico's op te vangen. Deze risico's hebben zich echter nog niet voor gedaan en de vraag is of ze zich voor gaan doen. Vanuit dit perspectief liggen er geen concrete verplichtingen aan deze reserve ten grondslag zoals bijvoorbeeld bij een dekkingsreserve voor kapitaallasten. In die zin is deze reserve vrij aanwendbaar.
137
VL
MB
AMO
Overzicht reserves en voorzieningen; gespaarde ADV-uren en groot onderhoud onroerende zaken, bijlage 3 (pag. 159) Waardoor is de enorme terugval Adv uren van 122 naar 24 te verklaren? Idem voor groot onderhoud onroerende zaken?
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
52
Antwoord: In 2015 zal de voorziening ADV uren worden aangewend voor medewerkers die de opgebouwde ADV uren opnemen. Met betrekking tot voorziening groot onderhoud zal in 2015 conform meerjarigonderhoudverwachting (MJOV) meer groot onderhoud worden uitgevoerd. 138
VL
MB
AMO
Ontwikkeling van reserves en voorzieningen; afwaardering investeringen in maatschappelijk nut (pag. 161) 'afwaardering investeringen in maatschappelijk nut met € 3.708.000,-• De inzet van reserves leidt tot extra financiering met een rentelast van € 148.320 bij 4% • De inzet van reserves bij investeringen in maatschappelijk nut is een inbreuk op de volledigheid, juistheid en transparantheid van de administratie. • De inzet van reserves bij investeringen in maatschappelijk nut leidt ertoe dat op termijn - bij vervanging - geen budgetruimte aanwezig is. Antwoord:
139
CDA
MB
AMO
Overzicht lasten, baten en saldo; bijlage 5 (pag. 164) Het saldo mutatie reserves ad. 6.188k sluit niet aan op het verloop van het totaal reserves op pagina 159 (34.837k -/28.522k = 6.315k). Graag ontvangen wij een specificatie van het verschil ad. 127k. Antwoord: Een later doorgevoerde mutatie op de riolering is wel verwerkt in de exploitatie echter niet doorgevoerd naar de balans. Dit verklaart het verschil. Het verschil heeft overigens geen effect op de financiële bandbreedte in de begroting.
140
H&G
MB
ZWO & AMO
Overzicht incidentele baten - lasten; bijlage 7 (pag. 167) Graag nadere toelichting betreffende de projectleider maatschappelijk vastgoed. Hiervoor is opgenomen bedrag van € 90.000 voor de jaren 2015 en 2016 ? Waarom daarna niet meer? Antwoord: Op pagina 40 van de begroting 2015 wordt een toelichting gegeven over de projectleider maatschappelijk vastgoed. De toelichting luidt:
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
53
Eén van de sleuteladviezen vanuit het ICS-rapport betreft de concentratie en professionalisering van de interne organisatie van het maatschappelijk vastgoed. De Business Case’s Sport en de Hofnar, alsmede diverse andere ontwikkelingen (denk aan: onderwijshuisvesting, onderhoud van de buurthuizen, etc.) maken de noodzaak tot centralisering groter. Om hier op door te kunnen pakken is een projectleider nodig die de centralisering realiseert. Het gaat hier om een complex vraagstuk waarvoor specifieke deskundigheid nodig is. Inzet gedurende twee jaar is nodig. 141
VL
MB
AMO
EMU-saldo; bijlage 8 (pag. 168) Welke consequentie(s) heeft het negatieve EMU saldo? Antwoord: Geen gevolgen. De beheersing van het EMU saldo vindt op Macro niveau plaats. Indien op macro niveau een negatief beeld ontstaat worden maatregelen getroffen. De maatregelen worden tevens op macro niveau getroffen.
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
54
VERORDENINGEN Fractie
Portefeuillehouder
Teammanager
VRAAGSTELLING
RAADSVOORSTEL Fractie
142
CDA
Portefeuillehouder
HT & MB
Teammanager
ZWO & AMO
VRAAGSTELLING
Raadsvoorstel; taakstelling subsidies (pag. 4) “Voor 2015 staat de taakstelling op gemeentelijke subsidies geraamd op 691k. Bij het opstellen van de conceptbegroting is kritisch gekeken naar de haalbaarheid van deze taakstelling. Gebleken is dat een bedrag van 423k (nog) niet gehaald kan worden in 2015. Een bedrag van 268k wordt als haalbaar beschouwd.” Graag ontvangen wij een specificatie van de “haalbare” 268k naar organisatie. Antwoord: Zie het antwoord op vraag 98 en 99.
Toelichting initialen: Portefeuillehouder AE : Anton Ederveen MB : Marcel Bax MW : Mart Wijnen EB : Egbert Buiter HT : Hetty Tindemans
Technische vragen fracties (Programmabegroting 2015) c:B15-AMO/C/tko
55