Beantwoording vragen Programmabegroting 2015

Beantwoording vragen Programmabegroting 2015

1. Documenten 03 _A_ Beantwoording vragen Programmabegroting 2015_1 03.1.1 Antwoorden PvdA 03.1.2 Antwoorden D66 03.1.3 Antwoorden CDA 03.1.4 Antwoorden GroenLinks 03.1.5 Antwoorden HBB

Pag. 2 Pag. 3 Pag. 12 Pag. 31 Pag. 37 Pag. 54

Terug naar startpagina

Collegebesluit Collegevergadering: 14 oktober 2014

ONDERWERP Beantwoording technische vragen begroting 2015

SAMENVATTING Jaarlijks wordt de raad in de gelegenheid gesteld om, voorafgaand aan de begrotingsraad, technische vragen over de begroting te stellen. In de bijlage vindt u de vragen met de bijbehorende antwoorden.

BESLUIT B&W 1. In te stemmen met de beantwoording van de schriftelijke vragen over de begroting 2015; 2. Dit collegebesluit ter informatie te versturen aan de leden van de raad.

INLEIDING Als voorbereiding op de begrotingsbehandeling door de raad op 6 en 7 november worden de raadsfracties in de gelegenheid gesteld om schriftelijke (technische) vragen over de totstandkoming van de begroting te stellen. Hiervan is gebruik gemaakt door de fracties van PvdA, D66, CDA, Groenlinks en HBB..

BIJLAGEN  Beantwoording technische vragen begroting 2015 (Verseon 639283)


Beantwoording vragen over de begroting 2015 Schriftelijke vragen bij begroting 2015 PvdA Inleiding begroting 2015 

pag. 9: wanneer (in welk jaar/kwartaal) komt het college met een plan over het zwembad? Antwoord Wij zullen op grond van het volgende uiterlijk december 2017 een nota over de toekomst van het zwembad, de sporthal en het sportpark Groenendaal aan de raad voorleggen. De renovatie en upgrading van Sportcentrum Groenendaal heeft in de jaren 2010 en 2011 plaatsgevonden. Het gevolg van de keuze voor dit scenario van renovatie en upgrading is dat 10 à 15 jaar, nadat deze renovatie en upgrading heeft plaatsgevonden, opnieuw een besluit genomen dient te worden over de toekomst van het zwembad en de sporthal. Daarnaast is van belang dat de huidige overeenkomst met de exploitant Sportplaza Groenendaal Heemstede bv over het beheer en de exploitatie van het zwembad, de sporthal en het sportpark tot 1 juli 2019 loopt. Dit betekent dat de gemeente uiterlijk op 1 juli 2018 aan genoemde bv dienen aan te geven of er de bereidheid is de beheer- en exploitatieovereenkomst voort te zetten gedurende een aansluitende periode van vijf jaren.



Pag. 10 (zie ook pag. 186) ; welke voorstellen doet het college voor concrete invulling van het op bedrijfsvoering te bezuinigen bedrag, per post (incl de invulling van de stelpost). Graag een volledig overzicht. Antwoord Er is een stelpost opgenomen juist omdat de concrete invulling nog niet duidelijk is want anders was in de begroting 2015 de desbetreffende begrotingspost reeds aangepast. In de kadernota 2015-2018, is op bladzijde 23 beschreven waar de dekking voor de bezuiniging op de bedrijfsvoering vandaan moet komen. Onderstaand de integrale tekst uit de kadernota. Begin citaat Net zoals in de vorige bezuinigingsrondes zal ook vanuit de bedrijfsvoering een bijdrage moeten worden geleverd aan de bezuinigingen. De inventarisatie van bezuinigingsmogelijkheden in de bedrijfsvoering laat een besparingspotentieel zien dat oploopt van € 325.000 in 2015 tot € 770.000 vanaf 2017. Conform de vorige bezuinigingsrondes worden de volgende kosten toegerekend aan de bezuinigingen op het gebied van de bedrijfsvoering: - kosten van personeel; - kosten van de ondersteuning (o.a. huisvesting, management, financiën, facilitair, informatisering, personeel & organisatie, inkoop, algemene & juridische zaken); - het niet of gedeeltelijk toekennen van prijscompensatie aan exploitatiebudgetten. Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat door samenwerking met de gemeente Bloemendaal, op het terrein van bedrijfsvoering, op termijn de bedrijfsvoering goedkoper gaat worden. Deze besparingen worden ook toegerekend aan de bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Dit betekent dat van het financieel tekort in de meerjarenbegroting ca. 1/3 deel wordt opgelost via besparingen op de bedrijfsvoering.

Heroverweging: Bedrijfsvoering Einde citaat

2015 325.000

2016 550.000

2017 770.000

2018 770.000


In de begroting 2015 is deze stelpost voor een deel ingevuld. Per saldo resteren nog de volgende te bezuinigen bedragen: 2015 2016 2017 2018 Taakstellingen bezuinigingen bedrijfsvoering: Bedrijfsvoering 2015-2018 325.000 550.000 770.000 770.000 (stelpost) Bedrijfsvoering 2013-2016 0 15.000 15.000 15.000 (stelpost) Bedrijfsvoering 2014 (stelpost) 59.000 59.000 59.000 59.000 Ophoging stelpost bedrijfs58.000 0 0 0 e voering n.a.v. 1 begrotingswijziging 2015 (zie toelichting *) Ingevulde bezuinigingen bedrijfsvoering: bezuinigingen bedrijfsvoering begroting 2015 209.000 209.000 209.000 209.000 Resterende stelpost bedrijfsvoering 233.000 415.000 635.000 635.000 Toelichting *: In de eerste begrotingswijziging 2015 is de taakstelling voor de bedrijfsvoering eenmalig opgehoogd met € 58.000 zijnde het tekort dat is ontstaan naar aanleiding van de septembercirculaire 2014. Voor wat betreft de taakstelling op de bedrijfsvoering zul len wij deze nakomen. Het is de verantwoordelijkheid van het college en de directie op welke posten dit uiteindelijk gerealiseerd wordt waarbij de dekking zal plaatsvinden uit de bronnen zoals aangehaald in het hiervoor genoemde citaat uit de kadernota. Programma 1: bestuur en dienstverlening 

pag. 24 : klopt het dat het college geen extra financiering voor participatie heeft opgenomen, ondanks het voornemen om in 2015 het participatiebeleid te herijken? En hoe past de korting van 50.000 euro op publieksvoorlichting t.o.v het jaar 2014 (zie bijlage pag. 38) met dit voornemen? Antwoord Er is een aanvullend budget opgenomen voor de herijking van burgerparticipatie van € 15.000 (voorjaarsnota – post 1041). De korting op het budget publieksvoorlichting wordt grotendeels gerealiseerd door een besparing op de uitgave HeemstedeNieuws in het huis-aan-huisblad De Heemsteder (versobering).



Pag.26: wat levert de beoogde samenwerking met Bloemendaal nu concreet op, ook omdat in de paragraaf Bedrijfsvoering op pag. 186 daarover ook geen uitsluitsel wordt gegeven. En dreigt een vertraging in de bezuinigen op bedrijfsvoering , nu Bloemendaal zo druk met zichzelf bezig is? Antwoord In deze wordt verwezen naar de tweede rapportage voortgang ambtelijke samenwerking Bloemendaal en Heemstede (verseonnummer 636844). Op dit moment zijn er geen redenen om aan te nemen dat het proces van samenwerking vertraging oploopt doordat ‘…Bloemendaal zo druk met zichzelf bezig is’. In het recent gepubliceerde collegeprogramma van Bloemendaal wordt ook expliciet prioriteit gegeven aan de ambtelijke samenwerking met Heemstede. Voor wat betreft de taakstelling op de bedrijfsvoering is de verplichting deze na te komen. Het is de verantwoordelijkheid van het College en de directie op welke posten dit uiteindelijk gerealiseerd wordt.




Pag. 31: de stijging van de kosten voor de griffie is 50.000 euro (prod.nr: 1003) , hetgeen wordt toegeschreven aan toerekening van overheadkosten. Kunt u precies aangeven welke kosten dit betreffen, en waarom die kosten niet in 2014 zijn gemaakt, of toegeschreven ? Antwoord Indirecte kosten van ondersteunende afdelingen zoals informatisering, automatisering, personeel en organisatie worden samengevoegd en vervolgens toegeschreven aan producten op basis van vooraf vastgestelde criteria als formatie of aantal personeelsleden. Bij de begroting wordt deze toerekening geactualiseerd. Bij de begroting 2015 is gebleken dat bij de griffie nog rekening werd gehouden met minder personeelsleden en formatie dan er daadwerkelijk is. Dit is bij de begroting 2015 aangepast waardoor de toegerekende kosten aan het product griffie stijgen. Gemeentebreed (in totaliteit) stijgen de kosten van de ondersteunende afdelingen hierdoor uiteraard niet, alleen de toerekening aan de producten wijzigt.

programma 2; openbare orde en veiligheid 

pag.37: wanneer in 2015 is de handreiking met het stappenplan voor buurtpreventie gereed? Antwoord Het stappenplan zal in het eerste kwartaal van 2015 gereed zijn.



Pag.37: gaat B&W nog de wijk in? Zo ja, hoe ziet het bezoekschema eruit, wordt dat nog gepubliceerd? En wat is het concrete rendement van deze wijkbezoeken? En zo nee , waarom niet? Antwoord B&W is geen deelnemer aan de wijkschouwen. Na beëindiging van het project “Samenwerken aan Veiligheid en Leefbaarheid” in 2009 is in 2010 voor een nieuwe opzet gekozen. Dit betreft het project: "De Wijkschouw: naar een buurt die schoon, heel en veilig is”. Dit project is in de Commissie Middelen in januari 2010 behandeld. De wijkschouw wordt nu uitgevoerd door politie, woningbouwvereniging, ambtenaar openbare orde en veiligheid, hoofd boa’s en de vakafdeling. Het rendement is dat er direct op concreet niveau kan worden gesignaleerd welke knelpunten er spelen in de wijk en wat er praktisch gezien gedaan moet worden om deze lacunes op te lossen. In april heeft er een schouw in de Geleerdenwijk plaatsgevonden. Op 13 november zal er een schouw plaatsvinden in De Glip 2 (buurten rondom Troelstralaan en Korhoenlaan). Het is gebruikelijk de schouwen aan te kondigen in Heemstede Nieuws.



Pag. 38: inzake het Handhavingsbeleid heeft de PvdA eertijds in de commissie gevraagd om eens stil te staan bij de mate van bejegening/flexibiliteit bij mogelijke overtredingen, mn. Op de Binnenweg. In de lokale media wordt verschillende keren gewag gemaakt van ergernissen terzake. Welke actie heeft het college hierop ingezet? Antwoord Er is richting de BOA’s en parkeercontroleurs structureel aandacht voor de manier van optreden buiten. Elke melding over bejegening en/of flexibiliteit wordt intern besproken. Op het gebied van bejegening worden regelmatig trainingen verzorgd. Op dit moment loopt een nieuwe aanbestedingsprocedure voor de inhuur van parkeercontroleurs vanaf maart 2015. Ook bij de nieuwe partij zal dit onderwerp een van de belangrijkste punten zijn. Als reactie op meldingen is ook via de lokale media aandacht gegeven aan de handhaving, waarbij ook het effect van de invoering van de handhelds op het gevoel dat er veel wordt geschreven, is uitgelegd.



Pag.42: welke signalen over polarisatie en radicalisering in Heemstede heeft de burgemeester? Antwoord Binnen de gemeente Heemstede hebben de afdelingen Burgerzaken, Sociale zaken en Handhaving een signaleringsfunctie. Zij hebben hiervoor via de politie een instructie gehad. Als zij in de dagelijkse praktijk een signaal opvangen melden ze dit bij de adviseur openbare


orde en veiligheid. Deze speelt de gegevens door aan de daarvoor aangestelde contactpersoon bij de politie-eenheid. Op dit moment wordt er een drietal signalen onderzocht. Hierover kunnen echter nu geen mededelingen gedaan worden. 

Pag.43: het aantal meldingen van jeugdoverlast daalt gestaag. Zet deze daling ook in 2014 door? Heeft het college hiervoor een verklaring? Antwoord De periode jan-aug 2014 laat een lichte daling zien van 4%. Mogelijke verklaring is dat een aantal frequent-melders op dit moment minder meldt omdat het rustiger is op een aantal locaties. Daarnaast is het zo dat de politie, Streetcornerwork, jongerenwerker van Casca en de gemeente de afgelopen jaren behoorlijk ingezet hebben op deze problematiek. Ook wordt er steeds sneller gereageerd op meldingen. Het doel blijft om zoveel mogelijk te anticiperen op mogelijke nieuwe overlast. Veroorzakers worden op zo jong mogelijke leeftijd in beeld gebracht bij de deskundigen.

Programma 3: verkeer en vervoer, en waterstaat 

pag.48: wanneer in 2015 (welk kwartaal) komt het college met een plan om de Binnenweg en Raadhuisstraat veiliger te maken? Is dit een concreet plan of een toekomstvisie, zoals pag. 80 ons doet geloven? Antwoord De Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) is geagendeerd voor de commissie Ruimte op 23 oktober 2014. Aan de hand van de uitkomsten van deze integrale visie zal worden bekeken wanneer, hoe en op welke wijze verdere uitwerking moet plaatsvinden, waaronder onderwerpen als verkeersveiligheid.



Pag.49: Welke gevolgen heeft uw voorgenomen proef met gratis fietsenstalling voor de positie van de werkgelegenheid bij de fietsenmaker? Antwoord Geen. De fietsenmaker ontvangt een vaste vergoeding voor het beheer van de fietsenstalling. De opbrengst van de jaar- en maandabonnementen is voor NS fiets.



Pag. 50: welke investeringen worden in 2015 uit het Mobi fonds gedaan, en in welke gemeente? Antwoord De planning is dat in het vierde kwartaal 2014/begin 2015 het jaarplan, met daarin alle investeringen voor 2015, in alle colleges van Heemstede, Haarlem, Bloemendaal, Zandvoort behandeld zal worden.



Pag. 52: in de afgelopen jaren zijn heel wat OV lijnen in Heemstede opgeheven of verlegd. Kan het college een overzicht van beëindigde, verlegde en nieuwe OV-lijnen geven over de afgelopen 10 jaar, zodat de impact ervan voor de burgers zichtbaar wordt? Antwoord Het is dan goed om te beginnen bij de start van de huidige concessie Haarlem/IJmond op 11 december 2005. Dit is de start van de dienstregeling 2006. De dienstregeling verandert altijd gelijk met de NS-dienstregeling in het tweede weekend van december Sinds 2006 rijdt lijn 140 (Haarlem – Heemstede – Hoofddorp – Uithoorn) via de Heemsteedse Dreef en de Cruquiusweg. Deze route is in de jaren nooit veranderd. Zoals bekend wordt deze lijn per 14 december a.s. R-netlijn 340, waarbij o.a. in Heemstede een aantal haltes komen te vervallen. Sinds 2006 rijdt lijn 50 (Haarlem – Heemstede – Hillegom – Leiden) via de Herenweg. Tot aan 2013 reed ook lijn 51 op deze route, maar had in Hillegom een andere route dan lijn 50. Sinds 2013 zijn de routes in Hillegom samengevoegd tot 1 lijn en wordt de lijn gereden door Arriva.


Sinds 2006 rijdt lijn 80 (Zandvoort – Heemstede-Aerdenhout NS – Haarlem Tempeliersstraat – Amsterdam Marnixstraat). Deze lijn is nooit gewijzigd. Sinds 2006 reed lijn 90 (Haarlem – Heemstede-Aerdenhout NS – Vogelenzang – Noordwijk aan Zee – Den Haag CS). Vanaf 2013 is de nieuwe concessie Zuid-Holland Noord gestart en toen is het gedeelte van lijn 90 in Noord-Holland opgeheven. In plaats daarvan is lijn 9 (Heemstede-Aerdenhout NS – Vogelenzang – Hillegom NS) gaan rijden. In Heemstede-Centrum en De Glip zijn er veel wijzigingen geweest. Bij de start van de concessie in 2006 werd dit gebied bediend door lijn 4 (IJmuiden – Haarlem NS – HeemstedeAerdenhout NS – Heemstede De Glip – Bennebroek – Nieuw-Vennep) en door lijn 3 (Heemstede De Glip – Haarlem-Schalkwijk – Haarlem-Noord). Vanaf 2008 werd het begin/eindpunt van lijn 3 omgebogen naar Heemstede-Aerdenhout NS in plaats van De Glip. Lijn 4 is toen ingekort tot Heemstede De Glip. Daarnaast is toen een nieuwe lijn 57 gaan rijden (in opdracht van de provincie Zuid-Holland) via de route Hillegom – Bennebroek – Heemstede De Glip – Hoofddorp Spaarne Ziekenhuis. In 2009 werd lijn 57 opgeheven in Noord-Holland en werd lijn 6 ingesteld (Bennebroek – Heemstede De Glip – Haarlem-Schalkwijk). Vanaf 2012 is vanwege de bezuinigingen het busnet weer aangepast. Lijn 3 is op de route tussen Heemstede-Aerdenhout NS en Haarlem-Schalkwijk vervallen. Hier is lijn 7 voor in de plaats gekomen. Lijn 4 is ingekort tot het traject Heemstede-Aerdenhout NS – Heemstede De Glip. Het gedeelte van Heemstede-Aerdenhout NS naar Haarlem-Noord via Haarlem NS is toen gaan rijden onder lijnnummer 14. Sinds 2014 zijn de lijnen 4 en 7 samengevoegd tot de route Heemstede-Aerdenhout NS – De Glip – Heemstede Spaarne Ziekenhuis – HaarlemSchalkwijk. In 2015 zijn behalve op lijn 140 geen wijzigingen voorzien. 

Pag. 54: hoe wordt de klankbordgroep rondom herinrichting Wilhelminaplein ingericht, en welke lessen zijn hiervoor getrokken uit eerdere ervaringen met klankbordgroepen? Antwoord Een voorstel voor de projectaanpak zal in november aan het college voorgelegd worden. In dit voorstel zal aangegeven hoe omgegaan wordt met de al aanwezige informatie en de rol van de bestaande klankbordgroep.



Pag.54: hoe reageert het college op het initiatief van de Stichting Oude kerk om de oude kerk publiekvriendelijker te maken (voor culturele voorzieningen)? Antwoord Zowel in de vorige collegeperiode (door de Stichting Podiumprogrammering) als recent (door het kerkbestuur) is dit initiatief met ons besproken. Wij hebben in dit kader kennis genomen van het initiatief en daarbij aangegeven dat er i.c. geen subsidiemogelijkheden zijn. Tevens zijn we van mening dat hierbij sprake is van een primaire verantwoordelijkheid van het kerkbestuur.

Programma 4: Onderwijs, sport en cultuur 

pag.70: heeft het college al een indruk van het bedrag, dat zij – via een gewijzigde investerings- en onderhoudssystematiek – door hogere bijdragen van gebruikers wil binnenhalen? Aangezien hogere bijdragen ten koste kunnen gaan van tevredenheid, kan het college aangeven waarom zij denkt op pag. 73 de ambitie van behoud van het cijfer 8 op tevredenheid sportvoorzieningen te kunnen realiseren? Antwoord Nee, daar is op dit moment nog geen beeld van. Daarnaast zijn we van mening dat tevredenheid van voorzieningen niet geheel afhankelijk is van een mogelijke hogere eigen bijdrage. Oftewel, er zijn verschillende factoren die tevredenheid beïnvloeden (zoals kwaliteit, frequentie, nabijheid).




Pag. 70: OCW en VWS propageren gymnastiekonderwijs op scholen, maar in de media verschenen berichten dat veel scholen niet de gesuggereerde normen halen. Hoe zit dat in Heemstede? Antwoord De Tweede Kamer vindt dat de Inspectie van het Onderwijs strenger moet controleren of scholen zich wel houden aan het minimumaantal uren bewegingsonderwijs. Dat minimumaantal van twee uur per week is afgesproken met de PO-raad, maar is niet wettelijk verplicht. In Heemstede is sprake van totaal 110 klokuren gymnastiek voor de groepen 3 t/m 8. Daarnaast wordt via het schoolzwemmen wekelijks “natte gym” geboden. Hiermee realiseren we een passende ondersteuning van het bewegingsonderwijs. Zie tevens het antwoord op vraag 32 van GroenLinks.



Pag.71: heeft het college al inzicht in de vermoedelijke toename van kosten voor speellocaties.? En hoe rijmt deze voorstelling van zaken met de meerjarenraming van prod.gr. 1564 (bijlage, pag. 41), die constant blijft op 118.000 euro? Antwoord Het bedrag van € 118.000 is (globaal) opgebouwd uit uren (€ 74.000), onderhoud (€ 19.000) en vervanging (€ 25.000). De onderhoudskosten zijn de afgelopen jaren beperkt gebleven doordat veel zaken met eigen personeel kon worde opgepakt (uren). De jaarlijkse inspectie geeft inzicht in de staat van de toestellen. Op basis daarvan proberen we vervanging tijdig in gang te zetten, zodat stijging van de onderhoudskosten binnen de beschikbare budgetten kan worden opgevangen.



Pag. 72: in welke kwartaal van 2015 kan de Raad de uitkomst van het bibliotheekonderzoek verwachten? Antwoord In het eerste kwartaal van 2015 zullen wij een volgende tussenstand presenteren van het lopende project/onderzoek. Hierbij zullen wij aangeven wanneer wij de raad de resultaten van het project zullen voorleggen.

Programma 5: werk en inkomen 

pag. 86: uit het staatje over verschillende categorieën uitkeringsgerechtigden blijkt een forse stijging van het aantal personen, terwijl op pag. 87 de lasten dalen dan wel gelijk blijven. Hoe verhoudt zich dit tot elkaar? Antwoord We ramen de uitkeringslasten conform de rijksbudgetten (budgettair neutraal). De rijksbudgetten dalen als gevolg van de daling van de gemiddelde bijstandsprijs en een daling van de geraamde werkloosheidscijfers wat doorwerkt in de bijstandsaantallen (zie toelichting op de lasten bladzijde 87). De werkelijke lasten zijn van verschillende factoren afhankelijk (bijvoorbeeld gemiddelde kosten van een bijstandsuitkering en aantal klanten). De prognose is dat het aantal bijstandsontvangers in Heemstede in 2015 zal toenemen. Voor- en nadelen tussen de begrote en de werkelijke uitkeringslasten worden met de (risico)reserve WWB, IOAW, IOAZ en Bbz verrekend. Deze reserve is gefixeerd op € 500.000. Voor 2015 verwachten wij dat de reserve toereikend zal zijn om het eventuele tekort uit te dekken. De aantallen in het staatje op pag.86 hebben dus geen één op één relatie met de begrote uitkeringslasten.


Programma 6: maatschappelijke zorg 

par. 93: het college wil voor 'verschillende voorzieningen' tot een eenduidige subsidiesystematiek komen, dat vanaf 2016 ook bezuinigingen genereert. Welke voorzieningen zitten in de scope van dit onderzoek, en welke indicatie heeft u al voor de mogelijk verhoogde bijdragen van gebruikers. Is het bedoeling dat het in 2016 e.v te bezuinigen bedrag terzake geheel uit deze verhoogde bijdragen wordt gehaald? Antwoord In het eerste kwartaal van 2015 zullen we het subsidiebeleid herijken. We streven hierbij naar een transparante, duidelijke systematiek, waarbij de nadruk zal liggen op activiteiten die een bijdrage leveren aan de inhoud van het Beleidsplan Sociaal Domein. We zullen in beginsel alle gesubsidieerde activiteiten betrekken. Voor zover activiteiten geen directe bijdrage leveren aan gestelde doelstellingen, kan worden bezien of meer toepassing gegeven kan worden aan het profijtbeginsel. We merken op dat de herijking van het subsidiebeleid op zich geen bezuinigingsdoelstelling heeft, maar wellicht wel besparingen tot gevolg heeft.



Pag. 97: waarom is de ambitie van het college op tevredenheid welzijnsvoorzieningen slechts 6.5? Antwoord Bij de tevredenheid over de welzijnsvoorzieningen is de relatie gelegd ten opzichte van referentiegemeenten (abusievelijk staan “landelijk” vermeld). Deze gemeenten scoren per definitie lager dan grotere gemeenten. Verschillende voorzieningen worden in centrumgemeenten aangeboden en hebben een regionale functie. Op grond hiervan streven we naar het continueren van de huidige - relatief hoge - score. Hierbij speelt tevens mee dat we op dit onderdeel een transformatie van het aanbod willen realiseren (in voorkomende gevallen zal het aanbod van instellingen aangepast dienen te worden om aan de doelstellingen van het Beleidsplan Sociaal Domein te kunnen voldoen. Zie tevens de beantwoording van vraag 33 en vraag 39 van GroenLinks.



pag. 98: in het bijlageboek worden de lasten voor ouderenwerk (prod.gr. 1641) en jeugd- en jongerenwerk (prod.gr. 1660) fors verlaagd, maar niet toegelicht in de begroting. Wat is daarvan de oorzaak? Antwoord De oorzaak zijn mutaties in de begrote bedragen voor WMO projecten als “dagopvang ouderen” en “leer- werktrajecten”. Omdat de WMO uitgaven verrekend worden met de reserve WMO heeft het geen exploitatieresultaat tot gevolg en is het daarom in de analyse van de verschillen niet verder toegelicht. Inmiddels zijn de WMO uitgaven en projecten in het beleidsplan “sociaal domein” aangepast en wordt verwezen naar de WMO projecten die daar opgenomen zijn. Dit beleidsplan wordt verwerkt in de begroting 2015 middels de 2e begrotingswijziging 2015.

Programma 7: Groen en openbare ruimte 

pag.105: 'de regels in 2015 versoepelen'. Kan het college aangeven welke regels dat zijn, en hoe zich dit verhoudt met de met de Raad gevoerde discussie over het wel/niet handhaven van de kapvergunning? Antwoord De kapvergunning zal worden toegespitst op de bomen en houtopstanden zoals vermeld op de Bomenlijst Beeldbepalende particuliere en gemeentelijke bomen en groen blijven


beschermd. Voor de andere bomen worden de regels in 2015 versoepeld. Een voorstel voor het nieuwe kapbeleid wordt in het 1e kwartaal van 2015 voorgelegd aan de Raad. 

Pag. 106/111: in het bijlageboek pag. 45, prod.gr. 1562 worden de lasten voor het wandelbos Groenendaal flink verlaagd. Wat is daarvoor de verklaring? Antwoord Het voordeel is volledig toe te schrijven aan een lagere doorbelasting van de afdeling UOR, enerzijds als gevolg van een vervallen vacature, anderzijds door een herverdeling van uren.



Pag. 111: uit het onderzoek, voorafgaand aan het Groenbeleidsplan, blijkt dat burgers niet staan te springen voor het (in rijen) vervangen van zieke bomen. Enkelvoudige vervanging mag ook. In de raadsdiscussie daaropvolgend heeft het college die noodzaak ook niet meer omarmd, vandaar de verrassing dat dit wel weer wordt geïntroduceerd bij vervanging van álle (gezichtsbepalende) bomen op de Asterkade. Wat is de reden waarom het college dit nu weer voorstelt? En wanneer worden de bewoners geïnformeerd, zodat zij zich tijdig kunnen organiseren en een mening vormen? Antwoord Al enkele jaren zien we dat de bomen steeds slechter worden, wat te merken is aan het vele dode hout, het scheefzakken en de uitval van enkele bomen. De teruglopende gezondheid is een feit, maar het is mogelijk het project nog enkele jaren door te schuiven. Voorgesteld wordt de bomen in het najaar 2018 te vervangen door exemplaren van een vergelijkbare soort. Hierover vindt nog inspraak met omwonenden plaats. Wellicht kunnen enkele goede exemplaren blijven staan. De bewoners worden in 2018 geïnformeerd en zullen inspraak hebben bij de soortkeuze.

Programma 8: ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 

pag. 117: wanneer heeft het college 'enkele juridische onvolkomenheden in de bestemmingsplannen' vastgesteld, en wanneer heeft het college de Raad hierover geïnformeerd? Hoe luiden die onvolkomenheden, en welke risico's geeft dit in procedures met Heemsteedse belanghebbenden? Antwoord Het gaat voornamelijk om begrippen en bepalingen die naar achteraf blijkt, voor meerderlei uitleg vatbaar zijn. Het is veelal helder wat het idee achter het begrip of de bepaling is geweest en gaat het nu om aanscherping en het wegnemen van onduidelijkheden. De risico’s zijn zeer beperkt.



Pag. 124: hoe denkt het college de besparingsverliezen vanwege de geringe vervreemding van onroerend goed goed te maken? Antwoord Daarover heeft het college nog geen standpunt ingenomen.

Programma 9: Duurzaamheid en reiniging 

pag. 130: Hoe luidt de planning van de voorgenomen wijkbezoeken op duurzaamheid? Antwoord Er worden vier bijeenkomsten met inwoners georganiseerd in 2015. De eerste is in januari/februari 2015 en vindt plaats in de Indische buurt. Daarna vinden in relatie met de Energybattle twee bijeenkomsten op de basisscholen de Evenaar en de Icarus plaats in januari 2015. Voor de vierde bijeenkomst wordt nog een wijk geselecteerd en is in september gepland.



Pag. 131: hoe denkt u dat de nieuwe verspreiding van de afvalkalander past bij een effectieve informatievoorziening aan de ouderen in Heemstede?


Antwoord In tegenstelling tot veel andere gemeenten kiest Heemstede ervoor om, naast de digitale versie, ook een papieren afvalkalender te houden. Deze wordt alleen niet meer aan alle huishoudens verspreid. Bewoners ontvangen wel een sticker voor de rol emmer. In de bijgevoegde brief staat dat men de afvalkalender kan downloaden of ophalen op het Raadhuis of op de milieustraat. Programma 10: financiën en dekkingsmiddelen 

pag. 142: kan het college precies inzage geven in het totaal van verminderde rentelasten , die voortkomen uit de extreem lage rentestand? En hoe verhoudt die lage rente zich met het risico , genoemd op pag. 169. Antwoord In hoeverre de gemeente profiteert van de lage rentestand is afhankelijk van de mate waarin de gemeente geld moet lenen op de kapitaalmarkt. De verwachting is dat in 2014 geen geldlening zal worden aangetrokken. Of dit in 2015 wel zal plaatsvinden is o.a. afhankelijk van het bedrag dat daadwerkelijk zal worden geïnvesteerd. Kortom: een exacte berekening van het totaal aan verminderde rentelasten is niet te geven. Ongeacht de hoogte van de rente blijft er sprake van een renterisico zoals aangegeven op blz. 169. De renteontwikkeling is en blijft een onzekere en een niet beïnvloedbare factor. Voor de gemeente Heemstede is het renterisico relatief beperkt.

Paragraaf 5: bedrijfsvoering 

pag.183: wanneer wordt in 2015 de Berenschot Benchmark uitgevoerd, opdat dit noodzakelijke informatie oplevert mbt formatieve consequenties van samenwerking en verbanden? Antwoord Berenschot voert jaarlijks in het voor- en najaar deze benchmark uit. De uitkomsten van de verkenningen naar de mogelijkheden tot samenwerking worden in februari aan de Raad gerapporteerd. Om eventuele formatieve effecten hiervan te kunnen meten, zal in het najaar 2015 aan de Berenschot Benchmark worden deelgenomen.



pag. 184: hoeveel geld heeft het college beschikbaar voor het aannemen van een aantal trainees, en hoe verhoudt zich dit met de voorgestelde bezuinigingen op de bedrijfsvoering? Antwoord De mogelijkheid voor het aannemen van een aantal trainees wordt onderzocht. Uitgangspunt is dat deze inzet gefinancierd wordt vanuit de huidige (flexibele) formatie. Daarbij zal ook de mogelijkheid van subsidiering worden betrokken. Voor wat betreft de taakstelling op de bedrijfsvoering is de verplichting deze na te komen. Het is de verantwoordelijkheid van het College en de directie op welke posten dit uiteindelijk gerealiseerd wordt.


Vragen d66 over de begroting 2015 Vragen over de vormgeving van de begroting -

Wat heeft het digitaliseren van de begroting gekost? Antwoord De totale kosten bedragen € 12.000 excl. btw. Dit zijn (eenmalige opstart)kosten voor de vormgeving, ontwerp navigatiestructuur, omzetten teksten & tabellen en productie PDF bestand (incl. printversie).

-

Wil B&W aangeven welke doelgroep zij op het oog had bij de gewijzigde vormgeving van de begroting: de individuele burger of de raadsleden en belanghebbende organisaties? Antwoord Primair zijn raadsleden de doelgroep, maar daarnaast zeker ook burgers en overige belanghebbenden.

-

De begroting geeft aanzienlijk veel minder informatie dan in het verleden. De gemeenteraad kan dus op veel minder detail haar sturende en controlerende taak uitoefenen. Waarom vindt B&W dit een goede ontwikkeling? Antwoord Deze programmabegroting 2015 is op een nieuwe en digitale wijze vormgegeven. Op initiatief van de auditcommissie en in samenwerking met de accountant Ernst & Young is een discussieavond (4 februari 2014) gehouden met raadsleden over een andere opzet van de begroting. Door leden van de raad zijn uitgangspunten w.o. de mate van detaillering van de informatievoorziening geformuleerd. Naar aanleiding hiervan is een nieuwe opzet gepresenteerd aan de auditcommissie. Deze heeft de aanbevelingen overgenomen en voorgesteld de nieuwe opzet van de begroting -in het kader van het inwerkprogramma- aan de leden van de nieuwe raad te presenteren. Wij als college onderschrijven de gekozen uitgangspunten en vinden dit een goede ontwikkeling. Hiermee wordt bereikt dat de begroting 2015 ook laagdrempelig is geworden voor onze inwoners. Wij hebben de doelstellingen uit het college-akkoord 2014-2018 concreet vertaald in de begroting 2015. Vervolgens hebben wij de beleidsdoelen vertaald in concrete activiteiten en meetindicatoren. Hiermee bieden wij een instrumentarium aan dat de raad faciliteert in haar rol om sturing te geven aan het beleid op diverse terreinen voor onze inwoners. Het is aan het college om het beleid, vastgesteld door de raad uit te voeren. Dit dient plaats te vinden binnen de financiële kaders aangegeven door de raad in de begroting. De raad autoriseert –conform voorgaande jaren- de lasten en baten per programma. Vandaar dat in de begroting een overzicht per programma van de lasten en baten is opgenomen. Ontwikkelingen in deze lasten en baten worden toegelicht. Er wordt de mogelijkheid geboden om ook “door te klikken” naar een detailtabel, waar de lasten en baten op meer detailniveau (productniveau) zijn opgenomen. Het is aan het college om te bepalen “hoe” zij de beleidsdoelen geformuleerd door de raad gaat realiseren. Vandaar dat financieel technische verschuivingen tussen producten door hogere/lagere doorberekening van kostenplaatsen (bedrijfsvoering) niet meer worden toegelicht. Bij de jaarrekening wordt door het college verantwoording afgelegd of het beleid zoals bepaald door de raad ook is gerealiseerd en binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget. Hiermee kan invulling worden gegeven aan de controlerende taak van de raad. Kortom: de informatievoorziening in de begroting 2015 is zodanig ingericht dat het o.i. meer toegesneden is op de sturende en controlerende rol van de raad (“wat”-vraag) en de uitvoerende taak van het college van B&W (“hoe”-vraag). Bijkomend voordeel is dat dit nu ook op een meer efficiënte wijze plaatsvindt onder het motto “less but more”. Echter zoals aangegeven bij programma 10 betreft de nieuwe opzet van de begroting een groeimodel. Na de begrotingsraad wordt in overleg met de griffier een evaluatiemoment bepaald met de raad.


-

Kan B&W ook per beleidsdoel een opgave verstrekken van de lasten en baten? Zo nee, waarom niet? Antwoord Nee, de lasten en baten van de begroting zijn ingedeeld naar programma’s en producten conform het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) en niet naar beleidsdoel.

-

De raad wordt voorgesteld de begroting ‘per programma’ vast te stellen (pag. 17). Acht B&W overheveling van middelen tussen programma’s nog mogelijk als deze werkwijze wordt gevolgd? En zo ja, acht B&W de voorgestelde werkwijze daarbij niet extra complicerend? Heeft B&W bezwaar tegen een werkwijze waarin eerste mutaties tussen programma’s (indien aan de orde) worden vastgesteld, waarna vervolgens besluitvorming op het niveau van de programma’s plaatsvindt? Zo ja, waarom? Antwoord Nee, overheveling van middelen tussen programma’s kan alleen plaatsvinden na besluitvorming door de raad. Als het laatste deel van de vraag betekent dat de raad eerst amendeert en dan pas besluit, dan lijkt dit de gebruikelijke praktijk.

-

Waarom wordt voor de programma’s wel verwezen naar relevante beleidsnota’s of beleidskaders, maar (met uitzondering van Programma 10) niet of niet meer naar de voor de feitelijke realisatie veel relevantere verordeningen? Antwoord In deze begroting is een eerste aanzet gegeven om de meest relevante beleidsnota’s en/of verordeningen op te nemen. De nieuwe opzet van de begroting betreft een groeimodel. Na de begrotingsraad vindt een evaluatie plaats met de raad. Opmerkingen/aanvullingen aangedragen door de raad worden meegenomen in de begroting 2016. Ter informatie: alle regelingen (w.o. verordeningen) van de gemeente Heemstede staan op www.overheid.nl.

-

Welk nut dient het om bij elk programma opnieuw hetzelfde cijfer te vermelden voor het totaal van de baten en de lasten van de begroting? Antwoord Ter facilitering: hiermee wordt (cijfermatig) inzicht gegeven in het aandeel van de lasten en baten per programma ten opzichte van het totaal.

Vragen paginagewijs P1 Kan bij de inhoudsopgave van de geprinte versie voortaan ook de naam van het programma en de paragraaf worden vermeld (en dus niet alleen het nummer) Antwoord Ja, wordt meegenomen in de begroting 2016. P2 B&W biedt zijn eerste begroting 2015 aan. We mogen er toch wel van uitgaan dat er niet nog een tweede komt? Antwoord Niet als het aan het college ligt. P3 Het college wenst gebruik te maken van de mogelijkheid het geld uit de (te) volle reserves terug naar de burger te laten vloeien. Kan het college aangeven in welke uitgavenposten dit terugvloeien naar de burger wordt gerealiseerd?


Antwoord De algemene reserve wordt voor een bedrag van ca. € 5 miljoen ingezet om materiele vaste activa op onderwijsinvesteringen af te boeken waardoor een structureel lagere afschrijvingslast ontstaat vanaf 2015 van ca. € 160.000. Concreet betekent dit dat diverse uitgavenposten op programma 4 (de producten 1400 en 1402) worden verlaagd. Door deze maatregel wordt voorkomen dat alternatieve bezuinigingen zoals verhoging van de inkomsten dan wel het schrappen van voorzieningen moeten plaatsvinden. P5 Waarom ontbreekt pagina 5? Antwoord Pagina 5 heeft uitsluitend betekenis voor de digitale begroting. Hierop kan worden doorgeklikt naar andere pagina’s. Deze pagina bevat geen inhoudelijke informatie en is daarom in de papieren versie weggelaten. Om dezelfde reden ontbreken ook de bladzijden 19 en 151 in de papieren begroting. P7 Heeft B&W al enig zicht op de mogelijke consequenties voor Heemstede van de herverdeeleffecten van het ‘groot onderhoud’ Gemeentefonds? Antwoord De gevolgen voor 2016 en later van de 2e fase van het groot onderhoud van het gemeentefonds zullen pas in de meicirculaire 2015 bekend worden gemaakt. P7 Leidt de daling van de door ENECO en andere energieleveranciers aan de consument door te berekenen netbeheerkosten voor Heemstede louter tot een daling van het dividend, en niet tot voordelen voor Heemstede als energiegebruiker? Antwoord Wellicht dat Heemstede als energieverbruiker iets minder vastrecht gaat betalen, echter dit voordeel staat niet in verhouding tot de negatieve financiële effecten voor de dividenduitkering. Immers het (mogelijke) voordeel op vastrecht wordt verdeeld over alle gebruikers/afnemers. Het aantal aandeelhouders, waaraan (minder) dividend wordt uitgekeerd, is veel kleiner. P8 De integratie-uitkering sociaal domein kan, anders dan in de toelichting is gesteld, toch alleen ‘naar eigen inzicht worden ingezet’ in het sociaal domein? Antwoord Nee, het wetsvoorstel dat moest leiden tot het instellen van het deelfonds Sociaal Domein is door het kabinet ingetrokken na kritische kanttekeningen van de Algemene Rekenkamer. Het kabinet heeft nu besloten om alle tijdelijke bestedingsvoorwaarden te laten vervallen. Daarom kan nu volstaan worden met het invoeren van een integratie-uitkering sociaal domein. Hiermee worden de gelden vrij besteedbaar. P9 In welke van de drie nog komende vergaderingen in 2014 kan de raad de nota over het minimabeleid verwachten? Antwoord In de raadsvergadering van 30 oktober as. zal het college de nota over het nieuwe minimabeleid en de beleidsregels minimabeleid aan de raad voorleggen om zienswijze op te halen. P9 Beheer openbare ruimte: “Wanneer de financiële ruimte het toelaat zal geïnvesteerd worden in infrastructuur en groenonderhoud”. Kan het college toelichten wat dit betekent? Als je elk jaar een sluitende begroting presenteert, hou je nooit financiële ruimte over. Die ruimte is dus niet voorzien in 2015 t/m 2018. Conclusie: Er wordt de komende jaren dus niet geïnvesteerd in infrastructuur en groenonderhoud? Graag een toelichting.


Antwoord Op dit moment laat de meerjarenbegroting een plusje zien. Indien volgend jaar om deze tijd het beeld het zelfde is, dan kan dit plusje worden ingezet voor infrastructuur en groen. P12 Herijking subsidiebeleid van 50k in 2016 tot 150k in 2018. Waarop is deze besparing gebaseerd? Op welke kosten denkt het college te gaan bezuinigen en waar is de schatting van 150k op gebaseerd? Wordt trouwens met “herijking” niet gewoon “bezuiniging” bedoeld”? Zo nee, wat is het verschil? Antwoord Deze besparing is gericht op de besparingsmogelijkheden m.b.t. de huisvesting van de bibliotheek en besparingsmogelijkheden die de herijking van het subsidiebeleid mogelijk met zich meebrengt. P 16 Kunnen de financiële mutaties voor de brandweerkazerne worden toegelicht? Antwoord De mutaties vanaf 2014 zijn zeer beperkt en hebben betrekking op de bijdrage aan de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) die gelijke tred houdt met de vroegere kapitaallasten. Hierdoor daalt de bijdrage jaarlijks met € 1.619 tot de kazerne volledig is afgelost. Hierna valt de kazerne door middel van de erfpachtconstructie terug in eigendom aan de gemeente. De mutatie tussen 2013 en 2014 is voornamelijk ontstaan door de verkoop van de brandweerkazerne aan de VRK en is toegelicht in de voorjaarsnota 2014. De bijdrage aan de VRK stijgt ten gevolge van de kapitaallasten die aan de VRK worden vergoed voor de overname van de kazerne. De VRK heeft de overnamesom gefinancierd met een lening. Daarnaast vervalt de onttrekking aan de bestemmingsreserve kapitaallasten brandweerkazerne. Hier tegenover staat dat de gemeente de boekwaarde van de brandweerkazerne heeft kunnen afboeken met de ontvangen verkoopsom ad € 1.436.000 en dat het saldo van de bestemmingsreserve kapitaallasten brandweerkazerne ad € 1.492.000 gestort is in de algemene reserve. De rentecomponent van de stortingen in de algemene reserve komen niet tot uitdrukking op dit product brandweerzorg. Per saldo is de overdracht van de brandweerkazerne budgettair neutraal verlopen. P 18 Waarom staat er een bedrag van -25.000 voor het regionaal mobiliteitsfonds in 2018? Antwoord In de tabel staan de mutaties in de meerjarenbegroting ten opzichte van 2015. In 2018 wordt onze bijdrage aan het mobiliteitsfonds verhoogd met € 25.000 en vormt daarmee een extra nadeel. P 23 Het college heeft ook filmpjes gemaakt waarin elke wethouder zijn beleidsterrein toelicht. Maar deze zijn nooit uitgezonden omdat ze te saai waren (volgens Haarlems Dagblad). Wat hebben deze filmpjes gekost? Antwoord De filmpjes waren onderdeel van een training/leertraject voor de afdeling communicatie om ervaring op te doen met het gebruik van video binnen communicatietrajecten. Het idee was om de filmpjes als spin-off eventueel ook voor de begroting te gebruiken maar voor een professionele productie bleek helaas onvoldoende tijd beschikbaar. De kosten bedroegen € 1.732. P 24 Het huidige participatiebeleid wordt eind 2014 herijkt. Kan het college van B&W aangeven in welke van de 3 komende raadsvergaderingen dit onderwerp aan de orde komt? Antwoord Een plan van aanpak voor de herijking komt aan de orde in de commissie Middelen in oktober.


P 25 “In 2015 geeft de gemeente actief invulling aan overheidsparticipatie”. Vragen: – Wordt niet burgerparticipatie bedoeld? – Wat betekent dit concreet, welke activiteiten gaan uitgevoerd worden? – Wat kosten die activiteiten en waar zijn deze kosten gespecificeerd terug te vinden?


Antwoord Nee, het gaat hier om het omarmen en stimuleren van burgerinitiatieven. Bij burgerparticipatie neemt de gemeente het initiatief en vraagt belanghebbenden om mee te denken over gemeentelijke plannen. Bij overheidsparticipatie nemen inwoners en organisaties zelf het initiatief en helpt de gemeente om deze eigen plannen te realiseren Voor uit te voeren activiteiten verwijzen wij naar het collegebesluit (plan van aanpak herijking) dat in de vergadering van de commissie Middelen in oktober besproken wordt. Onderdeel daarvan is een leergang overheidsparticipatie. Er is een aanvullend budget opgenomen voor de herijking van (burger)participatie van € 15.000 (voorjaarsnota – post 1041). De kosten voor de leergang maken onderdeel uit van het opleidingsbudget. P 26 Beleidsdoel: Wat is het verschil tussen “integraal samenwerken” en (gewoon) samenwerken? Antwoord Met integrale samenwerking wordt tot uitdrukking gebracht dag we vanuit verschillende disciplines, en daarmee over afdelings- en organisatiegrenzen heen, tot een samenhangende en gecoördineerde aanpak van vraagstukken/problemen komen. P 26 Is de verkenning van samenwerkingsopties met Bloemendaal inmiddels afgerond? Dit met het oog op de door B&W beoogde invoering in 2015. Kan B&W aangeven welke opties nader zullen worden uitgewerkt? Antwoord Nee, de verkenningen zijn nog niet afgerond. Wel al voor wat betreft de bedrijfsvoering en uitkomsten daarvan worden ook al geïmplementeerd (o.a. harmonisatie ICT). Zoals toegezegd in de tweede rapportage voortgang ambtelijke samenwerking Bloemendaal en Heemstede (verseonnummer 636844) zal de Raad uiterlijk in februari 2015 over de totale uitkomsten worden geïnformeerd en waar nodig om besluitvorming worden verzocht. P 28 Voldoen de gemeentelijke websites aan de webrichtlijnen? Antwoord Ja, deze voldoen aan de webrichtlijnen (drempelvrij 1). Vanaf 2015 moeten de websites gaan voldoen aan de nieuwe norm (WCAG2.0). Door de stichting Accessibility zal hiervoor een check uitgevoerd worden en afhankelijk van de uitkomst zullen eventuele aanpassingen doorgevoerd worden. De website van het CJG is in beheer bij de gemeente Haarlem. P 30 Kunnen ook de cijfers van 2011 (of 2010?) worden gegeven voor participatie en dienstverlening, zodat de ontwikkelingen door de gemeenteraad kunnen worden gevolgd? Antwoord Deze cijfers zijn afkomstig van Waarstaatjegemeente. Deze monitor wordt om het jaar uitgevoerd. Na 2011 is het onderzoek om bezuinigingsredenen ook niet in 2012 uitgevoerd. De laatste meting is 2013. Dit waren de scores: 2010 2013 (landelijk) Burgers worden voldoende betrokken bij maken plannen 6,5 6,3 (5,7) De gemeente is geïnteresseerd in de mening van burgers 7,0 6,7 (6,1) Er zijn voldoende mogelijkheden tot inspraak op plannen 6,7 6,5 (5,9) Burgers worden voldoende betrokken bij uitvoering plannen 6,1 6,2 (5,6) P 30 Kunnen cijfers of kwantatieve informatie worden verstrekt over het gebruik van de verschillende publieksvoorzieningen (bijvoorbeeld loket, website, social media, telefoon, nieuwsbrief). Kan (eventueel bij benadering) worden aangegeven voor welke functies (burgerlijke stand, informatievraag, sociale voorzieningen, vergunningen, e.d.) de verschillende publieksvoorzieningen worden ingezet.


Antwoord Baliebezoek (op jaarbasis) Publiekszaken (rijbewijzen, paspoorten, burgerlijke stand e.d.) : +/- 20.000 Telefoon: Gegevens niet beschikbaar. Module voor managementinformatie wordt binnenkort binnen nieuwe telefooncentrale geïmplementeerd zodat vanaf dat moment gegevens beschikbaar zijn. Digitaal loket (aanvragen op jaarbasis) Publiekszaken (verhuizing, uittreksels e.d.) : Meldpunt overlast (meldingen openbare ruimte) : BWT (wabo) : Website (op maandbasis) Gemeentelijke website : Social media Facebook : Twitter : LinkedIn : Email nieuwsbrief :

700 4.400 650 10.000 1.959 likes 2.332 followers 354 leden 1.311 abonnees

P 32 Afgelopen jaar hebben we weloverwogen ervoor gekozen om GEEN gebruik te maken van een stemwijzer tijdens de verkiezingen. Het kost veel geld, kost ook veel moeite, je krijgt geen feedback, en het levert geen duidelijkheid op. Waarom wordt dan toch weer voor een stemwijzer geopteerd in 2018? Hoeveel geld wordt hiervoor gereserveerd? Antwoord De stemwijzer wordt slechts als een van de mogelijke communicatiemiddelen rondom verkiezingen genoemd. Dit product wordt continu doorontwikkeld wordt en wordt daarom niet op voorhand uitgesloten. De keuze voor communicatiemiddelen wordt t.z.t. aan de gemeenteraad voorgelegd zodat op dat moment op basis van de laatste inzichten een beslissing genomen kan worden. P 36 Wat zijn de baten en lasten van de afzonderlijke beleidsdoelen 1, 3 en 4? Antwoord Zie antwoord bij vormgeving begroting P 36 Waarom is (bestrijding of voorkomen van) huiselijk geweld (als overkoepelend thema) niet meer opgenomen als beleidsdoel? Antwoord Het huidige aantal meldingen geeft daar, in overleg met de politie, geen aanleiding toe. Ook in de eerste negen maanden van 2014 zet de daling fors door. Overigens valt dit ook binnen de aanpak van het beleidsplan sociaal domein voor WMO/jeugdzorg. P 38 Levert een gezamenlijk surveilleren niet per definitie een verminderde zichtbaarheid op straat op omdat er op één plek in plaats van op twee wordt gesurveilleerd? Of verwacht B&W een meer dan dubbele uitstraling van twee ipv één surveillant? Antwoord In principe geldt dat de aanwezigheid van twee losse personen op verschillende plaatsen feitelijk een hogere zichtbaarheid betekent dan een gezamenlijke surveillance. Toch denken wij dat dit ook een verhoging betekent omdat daardoor actief geconstateerde zaken kunnen worden aangepakt en waar nodig of mogelijk direct met de veroorzaker/melder worden besproken. Hiermee wordt voorkomen dat een burger wordt verwezen naar de andere partij of worden zaken later op kantoor kortgesloten i.p.v.


direct ter plaatse. Dit samen optrekken dient alleen de verhoging van de zichtbaarheid, maar samen optrekken betekent ook dat doorgepakt kan worden, mede omdat de politie verdergaande bevoegdheden heeft. P 47 Wat zijn de baten en lasten van de afzonderlijke beleidsdoelen 6, 7 en 8? Antwoord Zie antwoord bij vormgeving begroting P 48 In het College-akkoord werd een uitgewerkt plan aangekondigd om de Binnenweg en Raadhuisstraat veiliger te maken. Wat is het verschil tussen het nu aangekondigde ‘plan’ en het eerder in het Coalitieakkoord aangekondigde ‘uitgewerkte plan’? Antwoord Geen verschil P 48 Er komt een plan om de Binnenweg/Raadhuisstraat veiliger te maken. Daar moet een visie achter zitten, dus ook een (algemeen) beeld van de oplossingsrichting. Welke bedragen heeft het college gereserveerd voor de uitvoering van dat plan? En om welke vorm van veiligheid gaat het eigenlijk (fietsers, auto, winkeldiefstal, geweldsdelicten, alles)? Antwoord De Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) is geagendeerd voor de commissie Ruimte op 23 oktober 2014. Aan de hand van de uitkomsten van deze integrale visie zal worden bekeken wanneer, hoe en op welke wijze verdere uitwerking moet plaatsvinden, waaronder onderwerpen als verkeersveiligheid. P 49 In het geval dat gratis fietsen parkeren in de stalling bij het station mogelijk wordt, wie draagt dan naar verwachting de kosten daarvoor: de gemeente of NS? Antwoord De verwachting is dat zowel de NS als de gemeente Heemstede en mogelijk nog andere instanties de kosten zullen delen met gebruikmaking van een nog nader te bepalen verdeelsleutel. P 50 De mogelijkheden voor betere doorstroming en verkeersveiligheid op de Dreef “zal worden bekeken”. Is het college ook van plan te onderzoeken of een 'groene golf' tot verbetering kan leiden voor de gehele Dreef? Antwoord Ja, dit wordt in het onderzoek opgenomen. P 53 Eens per drie jaar wordt het hele areaal van wegen geïnspecteerd. In 2013 is dit uitgevoerd door een extern bureau. – Wat heeft deze exercitie gekost? – Wordt het altijd door een extern bureau gedaan? Antwoord De kosten van het onderzoek bedroegen € 4520. Het werk wordt steeds door een extern bureau gedaan, omdat voor dit werk specifieke kennis noodzakelijk is. P 54


Het Wilhelminaplein wordt heringericht. Welke visie heeft de gemeente voor deze herinrichting? Is het alleen opknappen, of heeft men bepaalde doelen/uitgangspunten in het hoofd. Bijvoorbeeld om invulling te geven aan “dorps karakter”, of wil men juist meer uitgaansgelegenheden, uitbreiding winkelbestand of juist een rustige woonkern? Antwoord Het gaat om het herinrichten van het maaiveld. Afgezien van de nieuwe woonfunctie voor het wapen van Heemstede, is het herbestemmen en daarmee toekennen van nieuwe functies aan bestaande panden niet aan de orde. P 55 De RWZI in Heemstede wordt gesloten, wat gebeurt er met het terrein? Antwoord Contractueel is vastgelegd dat Heemstede het recht van eerste koop heeft. Hierover zijn de eerste ambtelijke gesprekken met Rijnland gestart. P 57 Wat voor organisatie is het samenwerkingsverband ‘cluster Kennemerland’? Antwoord In het Nationaal Bestuursakkoord Water is vastgelegd dat er in de waterketen moet worden samengewerkt om er voor te zorgen dat besparingen worden gerealiseerd zodat de kosten voor de burger zo laag mogelijk worden gehouden. In deze regio wordt samengewerkt met de gemeenten Heemstede, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Velsen, Zandvoort, Hillegom, het hoogheemraadschap van Rijnland en PWN. Dit samenwerkingsverband heet “cluster Kennemerland”. Binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap van Rijnland liggen in totaal 5 samenwerkingsclusters, waarvan Kennemerland er één is. P 58 Is het onderzoek van ‘waarstaatjegemeente’ mbt de kwaliteit van de openbare ruimte in Heemstede het enige meetinstrument voor het gehele programma ‘verkeer, vervoer en waterstaat (infrastructuur)’? Wat heeft het meedoen aan waarstaatjegemeente nu afgelopen jaren concreet opgeleverd? Zijn er activiteiten n.a.v. deze benchmark uitgevoerd die anders niet zouden zijn uitgevoerd? Kan hier een opsomming van gegeven worden? Antwoord Het is het enige onderzoek waar de waardering wordt gevraagd. Er zijn nog wel meetinstrumenten, maar dat zijn de onderhoudsnormen waarop wordt getoetst en deze zijn vastgelegd in onderliggende beleidsplannen. We zien gelukkig in de resultaten terug dat de inwoners tevreden lijken met het onderhoud van de openbare ruimte. Omdat we streven naar een gelijkblijvend resultaat en nog steeds een kleine stijging zien, zijn er geen concrete activiteiten te noemen. P 65 Waarom is het vervangen van 3 parkeermeters even duur als het vervangen van 4? Antwoord De getallen hebben niet betrekking op de aantallen, maar op de fases. De vervanging is in het investeringsprogramma onderverdeeld in 4 fases van € 50.000 P 68 Wat zijn de baten en lasten van de afzonderlijke beleidsdoelen 4 en 6? Antwoord Zie antwoord bij vormgeving begroting P 70 Hoeveel euro’s bedraagt de indirecte subsidiering van Sportplaza, en hoeveel procent is dit van de werkelijke exploitatiekosten?


Antwoord Het bedrag aan indirecte subsidie is niet zonder meer aan te geven. Indirecte subsidie uit zich onder meer in het hanteren van niet-marktconforme tarieven bij de verhuur van gronden en accommodaties. In principe dient daarbij de integrale kostprijs te worden doorberekend, tenzij verhuur plaatsvindt in het kader van het algemeen belang (Wet Markt en Overheid). Dit criterium is op het sportpark van toepassing. Om deze reden is verder niet onderzocht welke tariefstelling marktconform zou zijn. Daardoor is het niet mogelijk de indirecte subsidie te kwantificeren. P 73 Is inzicht te geven in de resultaten van de klanttevredenheidsonderzoeken van de gesubsidieerde instellingen? Antwoord Bij de verstrekking van budgetsubsidies wordt de voorwaarde opgenomen dat stichtingen minimaal 1x per 2 jaar een klanttevredenheidsonderzoek houden. Deze onderzoeken hebben in voorkomende gevallen onderdeel uitgemaakt van de subsidieverantwoording en zijn in dat kader beschikbaar. P 75 Blijft de bestemmingsreserve voor de 1%-regeling bestaan? (zij is op nul gesteld ipv op € 386) Antwoord Ja, de bestemmingsreserve voor de 1%-regeling blijft bestaan. Het genoemde bedrag (€ 386.000) betreft overigens het totaal der baten, niet sec de 1% reserve. P 78 Wat zijn de baten en lasten van de afzonderlijke beleidsdoelen 2 en 3 (indien of voorzover deze bekend zijn)? Antwoord Zie antwoord bij vormgeving begroting P 80 In het najaar wordt een onderzoek naar het verkeer en de veiligheid van de Binnenweg en Raadhuisstraat gedaan. Zijn de resultaten van dit onderzoek zodanig tijdig beschikbaar dat zij nog kunnen worden meegenomen in het uitgewerkte plan voor de Binnenweg en de Raadhuisstraat dat eind 2014 gereed is? Antwoord Wordt meegenomen in de startnotitie (zie antwoord bij P48). P 83 Slaat de tekst onder ‘beschut werken, nieuw’ op de rol van de gemeente als werkgever? Zo niet, wat voor acties onderneemt de gemeente om ook WSW-ers te laten instromen in de gemeentelijke organisatie? Antwoord Nee, de gemeente neemt deze mensen niet in dienst maar kan deze mensen die uitsluitend kunnen werken in een beschutte omgeving een beschutte werkplek met aangepaste werkomstandigheden aanbieden. Gemeenten zijn verplicht om deze voorziening Beschut Werken vorm te geven en vast te leggen in een verordening. Voor Heemstede komt de re-integratieverordening waarin ook de voorziening Beschut Werken is opgenomen in oktober 2014 in de raad aan de orde. De komende tijd wordt bezien op welke voorwaarden iemand in aanmerking kan komen voor Beschut Werken. Tevens wordt bezien met welke aanbieders van Beschut Werken-plekken in de regio zal worden samengewerkt. De instroom in de Sociale Werkvoorziening stopt per 1 januari 2015. SW-ers die op dat moment nog op de wachtlijst staan, komen met voorrang in aanmerking voor de zogenaamde garantiebanen. Ook overheidswerkgevers moeten hun aandeel leveren aan de garantiebanen. In de periode van 2014 -


2026 moeten er 25.0000 garantiebanen bij overheidswerkgevers worden gecreëerd. De gemeente Heemstede (P&O) onderzoekt in samenwerking met de gemeente Bloemendaal wat de mogelijkheden zijn om Garantiebanen te creëren. P 83 Hoe wordt het Regionaal Werkbedrijf georganiseerd? Wordt het een stichting, een gemeenschappelijke regeling, of iets anders? Hoe wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de activiteiten van het RW?


Antwoord De organisatie van het Werkbedrijf is in beginsel vormvrij. De vormgeving van het Werkbedrijf wordt uitgewerkt in de landelijke Werkkamer (vertegenwoordigers van gemeenten en sociale partners). De Werkkamer is nog steeds bezig met die uitwerking maar in ieder geval is duidelijk dat aansluiting moet worden gezocht bij de bestaande overlegstructuren in de regio. In onze arbeidsmarktregio ZuidKennemerland en IJmond is afgesproken om dit ook zo te gaan doen. Verder is duidelijk dat het moet gaan om een bestuurlijk regionaal overleg van gemeenten, het UWV en de sociale partners waar afspraken worden gemaakt over de wijze waarop werkzoekenden in de regio naar werk worden begeleid. Het is de bedoeling dat het regionale Werkbedrijf samenwerkingsafspraken maakt over voorzieningen als loonwaardebepaling, beschut werken en werkgeversdienstverlening en de matching van garantiebanen. Bij het Werkbedrijf van onze regio zullen 9 gemeenten vertegenwoordigd zijn waaronder Heemstede. De gemeenten worden vertegenwoordigd door hun wethouders Sociale Zaken. De informatievoorziening aan de raden zal dan ook lopen via de wethouders Sociale Zaken. Momenteel is een regionale werkgroep Werkbedrijf bezig met de uitwerking van de aanpak. Er moeten nog afspraken gemaakt worden over de afvaardiging van gemeenten in het Werkbedrijf. Waarschijnlijk zullen enkele gemeenten waaronder de centrumgemeente Haarlem de overige gemeenten vertegenwoordigen in het Werkbedrijf. P 88 Waarom wordt het bedrag dat is gereserveerd voor het armoedebeleid en dat bij gelegenheid van de Kadernota werd teruggebracht van € 55.000 naar € 10.000 omdat de gemeente, aldus de wethouder, al voldoende deed aan armoedebeleid, nu opnieuw gesteld op € 55.000? Antwoord De reden dat het bedrag voor armoedebeleid opnieuw is vastgesteld op € 55.000 is gekomen door voortschrijdend inzicht. Het is de wens van het college om de extra middelen die zijn verkregen van het Rijk volledig in te zetten voor de doelgroep. In de raadsvergadering van oktober zal het college de raad om zienswijze vragen voor een uitbreiding van het minimabeleid. Het voorstel tot uitbreiding is gewenst omdat er op twee onderdelen in het bestaande minimabeleid een discrepantie is ontstaan tussen vergoeding enerzijds en werkelijke kosten anderzijds, waardoor de doelstelling (participeren) in het gedrang dreigt te komen. De totale kosten van deze uitbreiding bedragen € 15.000. De overige middelen wenst het college in te zetten voor de ultieme vorm van participeren > werk. Deze middelen worden ingezet om uitstroomtrajecten in te kopen met als doel uitkeringsonafhankelijkheid. P 91 en P 141 Wat zijn de baten en lasten van de afzonderlijke beleidsdoelen 1 t/m 5 voor zover bekend? Indien ze niet bekend zijn, wanneer wordt daarover de raad geïnformeerd en in welke van de 3 resterende gemeenteraadsvergaderingen in 2014 vindt daarover besluitvorming plaats? Is het ‘overzicht kaderstellende beleidsnota’s’ waaraan wordt gerefereerd op p 141 iets anders dan het ‘Overzicht rijksuitkeringen 2014 en 2015’? Antwoord Zie antwoord bij vormgeving begroting. Het “overzicht kaderstellende beleidsnota’s” is opgenomen op blz. 140. In dit overzicht zijn 7 beleidsnota’s/verordeningen vermeld. De laatste hiervan betreft het “Overzicht rijksuitkeringen 2014 en 2015”. P 97 Kan B&W inzicht geven in de resultaten van de klanttevredenheidsonderzoeken van de gesubsidieerde instellingen? Antwoord Bij de verstrekking van budgetsubsidies wordt de voorwaarde opgenomen dat stichtingen minimaal 1x per 2 jaar een klanttevredenheidsonderzoek houden. Deze onderzoeken hebben in voorkomende gevallen onderdeel uitgemaakt van de subsidieverantwoording en zijn in dat kader beschikbaar P 97 De resultaten van de ondersteuning in het kader van de WMO 2015 en de Jeugdwet worden zichtbaar via de door de (zorg)aanbieders gehanteerde zelfredzaamheidsmatrix.


Kan B&W aangeven welke kwaliteitseisen worden gehanteerd in deze zelfredzaamheidsmatrix? Sporen deze kwaliteitseisen met de door de VNG gepubliceerde kwaliteitseisen (Model basisset kwaliteitseisen Wmo-ondersteuning voor zeer kwetsbare burgers)? Antwoord Het “Model basisset kwaliteitseisen Wmo-ondersteuning voor zeer kwetsbare burgers” is beoogd als eerste concept dat gemeenten kunnen gebruiken bij de inkoop van maatwerkvoorzieningen. De Vng geeft daarbij terecht aan dat dit model te laat wordt gepresenteerd (het inkoopproces is reeds afgerond). Dit laat onverlet dat wij alle (kwaliteits)eisen die in het model zijn opgenomen betrokken hebben in ons inkoopproces. Het “Model basisset kwaliteitseisen Wmo-ondersteuning voor zeer kwetsbare burgers” adviseert gemeenten tevens invulling te geven aan de resultaatmeting van de ondersteuning en aan de cliëntervaring. De zelfredzaamheidsmatrix die door aanbieders wordt gebruikt is hiervoor een geschikt instrument. Dit instrument brengt de vraag en de zelfredzaamheid van een cliënt in kaart op verschillende levensgebieden. Bij periodiek gebruik wordt inzicht verkregen in de vooruitgang die wordt geboekt. P 103 Wat zijn de baten en lasten van de afzonderlijke beleidsdoelen 1 t/m 5? Antwoord Zie antwoord bij vormgeving begroting P 104 Het beleidsdoel is groen behouden, onderhouden en investeren. Er wordt echter geen nieuw initiatief genomen. Dus behouden en onderhouden is duidelijk. Maar waar gaat men in investeren? Welke concrete nieuwe beleidsambities zijn er, en waar vinden we die in activiteiten terug? Antwoord Investeren heeft betrekking op het uitvoeren van de projecten uit het groenbeleidsplan. In het Groenbeleidsplan 2014 zijn de projecten ter verbetering van de groenkwaliteit voor de komende vijf jaar (2014 t/m 2018) beschreven. P 107 Op basis van “een in 2014 opgestelde visie” wordt het aanbod van mogelijkheden op de begraafplaats uitgebreid. Welke visie is dit? Antwoord Aan deze visie wordt momenteel nog gewerkt. P 108 In 2015 wordt “extra aandacht” besteed aan de verhoging van het aanbod van activiteiten voor de “oudere kinderen”. Waar bestaat deze aandacht uit, wat zijn concrete activiteiten en wat gaan deze kosten? Antwoord Hiermee wordt bedoeld dat we in 2015 tijd gaan besteden aan deze vraag. Wat de concrete activiteiten gaan worden en of en welke kosten hieruit voortvloeien, zijn dus nog niet bekend. P 111 Waar vinden we in de tabellen het structurele budget voor inboet van bomen terug. En is dit hetzelfde bedrag als er voorheen voor gereserveerd was? Antwoord Het structurele budget voor inboet van bomen is meegenomen in de lasten van programma 7 (in de detailtabel opgenomen bij lasten product 1560). Ja, het betreft hetzelfde bedrag als voorheen.


P 117 Het college wil het dorps karakter behouden. Als activiteit onder het kopje 'wat gaan we ervoor doen' is genoemd het herzien van het bestemmingsplan groene gebieden. Op welke wijze gaat dit bijdragen aan het doel? Idem voor de tekst over Manpadslaan en Havendreef (hoge toren). Antwoord Wij zijn voornemens in januari a.s. een aparte notitie aan de raad voor te leggen waarin wij nader ingaan op de in het collegeprogramma neergelegde gedachten over behoud van het dorpse karakter. Daarin zullen wij zoveel mogelijk de link leggen met concrete projecten die nu en in de nabije toekomst in Heemstede spelen. Op voorhand moet daarbij bedacht worden dat Heemstede geen uitleggebieden kent, en dat ontwikkelingen veelal inbreilocaties betreffen. Daarbij zal altijd sprake blijven van maatwerk, van rekening houden met bestaande rechten, en van het zoeken naar oplossingen die zoveel mogelijk passen bij de bestaande omgeving. P 117 Manpadslaangebied. Er wordt gesproken over de “tucht van de markt”, het uitgangspunt dat er voor herontwikkeling een reëel verdienmodel moet zijn (voor wie, voor de grondspeculanten?) en “daarmee zijn de mogelijkheden om het dorpse karakter te perfectioneren beperkt”. Vraag: Wat betekent dit voor de ambities van het college om het dorps karakter te versterken? Wordt dat verlaten? Gaan we overal woningbouw en hoogbouw toestaan omdat er alleen dan een goed verdienmodel is? Antwoord Zie het antwoord op de vorige vraag. P 117 Havendreef. Heeft het college al werk gemaakt van het onmogelijk maken van hoogbouw tegenover de geplande havendreef toren? Antwoord De grond voor fase 4 van het watertorenproject is deels eigendom van de gemeente. Met dit eigendomsrecht kunnen ongewenste ontwikkelingen worden tegengehouden. P 118 Watermuziek en Spaarnelicht: welke uitspraken of activiteiten heeft het college ondertussen gedaan om te voorkomen dat daar hoge torens gaan ontstaan? (vergelijk Vomar) Antwoord Er wordt nog overleg gevoerd met de ontwikkelaar over Spaarnelicht. Dat is nog lopende. Daarbij moet onderkend worden dat de eigenaar bestaande rechten heeft. Op grond van het vigerende, onherroepelijke bestemmingsplan mogen hier twee geschakelde torens worden gerealiseerd. Voor wat betreft Watermuziek zal er in de commissie van december a.s. een ontwerp bestemmingsplan aan de orde worden gesteld. P 118 Cloosterweg 6-8: welke inrichting ziet de gemeente het liefst om invulling te geven aan het versterken van het “dorps karakter” Antwoord Dat antwoord is in de eerste plaats aan de initiatiefnemer, die het perceel heeft verworven. Handhaving van de huidige detailhandelsfunctie ligt niet voor de hand. Natuurlijk heeft de raad de planologische bevoegdheid om hierin te sturen. Op zo’n gevoelige locatie zal dit altijd om maatwerk gaan. Ook inpassing in de omgeving zal daarbij een criterium zijn. P 120 doorstroming woningmarkt. Eigenaren van te koop staande woningen wordt een vergunning verleend om tijdelijke verhuur mogelijk te maken. Vragen: – Is de bottleneck dat ze geen vergunning krijgen? – Hoe vaak worden die aangevraagd en niet verkregen?


– Welke streefcijfers/percentages heeft het college en wanneer denkt ze die bereikt te hebben? Antwoord De vergunning op basis van de Leegstandswet moet tijdelijke verhuur mogelijk maken en doorbreekt daarmee de huurbescherming. Het richt zich op de kopers van ee n nieuw huis die hun oude huis nog moeten verkopen en door de malaise op de woningmarkt dan met dubbele woonlasten worden geconfronteerd. Dergelijke vergunningen worden 10 tot 12 keer per jaar verleend. Het moet gaan om te koop staande woningen die laatstelijk door de eigenaar zijn bewoond. Als daaraan niet wordt voldaan, wordt geen vergunning verleend. P 120 het college staat voor kwalitatief goede woningvoorraad en noemt vervolgens de bestaande, lopende projecten. – Wordt bedoeld kwantitatief goede woningvoorraad? En wat is dan goed? – Of wordt wel kwalitatief bedoeld, maar hoe dragen deze projecten daaraan dan bij? – Klopt het dat het college geen nieuwe ambities heeft voor projecten? Antwoord Er wordt bedoeld kwalitatief goede woningvoorraad. Goed is een breed begrip, maar in zijn algemeenheid moet gedacht worden aan goed geïsoleerde en duurzame woningen . P 121 Startersleningen. – Met “resolverend” wordt waarschijnlijk “revolverend” bedoeld? – Aangezien dit initiatief bijdraagt aan de doorstroming, is het college van plan het na 2015 te continueren? – Welke activiteiten heeft het college voorgenomen om meer bekendheid te geven aan deze sympathieke regeling? Antwoord Er wordt revolverend bedoeld. De verordening op de starterslening blijft ook na 2015 van kracht. Om bekendheid te geven aan deze regeling zijn alle makelaars in de wijde omgeving hierover geïnformeerd. P 122 Hoe gaat het college de markt verleiden tot het bouwen voor het middensegment? Antwoord Dat is lastig. In Heemstede gaat het vrijwel altijd om ontwikkelingen en bouwplannen binnen de bebouwde kom. Deze passen zelden in het vigerende bestemmingsplan, zodat altijd de medewerking van de raad nodig is. Als de raad vindt dat met bepaalde bouwplannen alleen het topsegment van de woningmarkt wordt bediend, dan kan de raad daar in sturen door geen medewerking aan het plan te verlenen. P 124 Er resteert een taakstelling van 75k die niet meer wordt gerealiseerd in 2015. Waarom niet? Waarop was die aanname oorspronkelijk gebaseerd? Antwoord De aanname was oorspronkelijk gebaseerd op een amendement om structureel een bedrag van € 97.500 te realiseren. Door de verkoop van Raadhuisplein 25 en Nijverheidsweg 3 (verwacht in 2015) wordt een bedrag van structureel € 22.000 bespaard. Daarnaast komt door het vrijkomen van de voormalige peuterzaal aan de Reggelaan die locatie vrij voor verkoop. Niet gerealiseerd is de beoogde realisering van een uitvaartcentrum, en ook het merendeel van de opbrengsten van de verkoop van grond voor het plan Havendreef komt later in beeld. P 127 Wat zijn de baten en lasten van de afzonderlijke beleidsdoelen 1 t/m 4? Antwoord


Zie antwoord bij vormgeving begroting P 127 programma Duurzaamheid. In de commissievergadering zegde de wethouder toe dat voor continuering van het duurzaamheidsbeleid een nieuwe nota zal volgen. Inclusief de dekkingsmiddelen. Welke bedragen zijn hiervoor gereserveerd in de meerjarenbegroting en waar vinden we die terug? Antwoord Voor de uitvoering van de huidige duurzaamheidsnota, met een looptijd tot 2016, is een budget beschikbaar gesteld. Voor de periode daarna is dat niet het geval. Conform behandeling in de commissie Ruimte van september jl., wordt in 2015 gewerkt aan een nieuwe nota, waarin uiteraard ook financiën aan de orde zullen komen. P 129/135 Wat is het streefgetal dat het college wil bereiken met de afname van het aantal klachten per 100 aansluitingen? Antwoord Het streven is om een bovengemiddeld serviceniveau te behouden en onder het gemiddeld aantal klachten binnen het verzorgingsgebied van Meerlanden te blijven. Deze doelstelling wordt nu gehaald en het streven is dit serviceniveau dan ook minimaal te behouden. P 130 Het duurzaamheidsbeleid wordt meer op wijkniveau uitgevoerd, er komen wijkbijeenkomsten. Vragen: – Welke definitie hanteert het college voor het begrip “wijk”, en hoeveel wijken telt Heemstede volgens deze definitie? – Hoeveel bijeenkomsten worden er in elke wijk georganiseerd in 2015? Of zijn er ook wijken die niet aan de beurt komen (zo ja welke en waarom niet?) Antwoord Er worden vier bijeenkomsten met inwoners georganiseerd in 2015. De eerste is in januari/februari 2015 en vindt plaats in de Indische buurt. Daarna vinden in relatie met de Energybattle twee bijeenkomsten op de basisscholen de Evenaar en de Icarus plaats in januari 2015. Voor de vierde bijeenkomst wordt nog een wijk geselecteerd en is in september gepland. Ten aanzien van MVO worden minimaal 2 bijeenkomsten in samenwerking met de vereniging MVO Heemstede georganiseerd. De eerste MVO bijeenkomst in februari 2015 omvat het faciliteren van een initiatief van TU Delft om bedrijven te stimuleren om afval te scheiden. De tweede geplande bijeenkomst is de duurzaamheidsmarkt op de dag van de duurzaamheid (10 oktober 2015). Het streven is om nog twee MVO bijeenkomsten van MVO Heemstede te faciliteren. Deze zullen in overleg met de vereniging nog worden ingepland in het komende jaar. P 132 Waarom stopt de gemeente niet onmiddellijk met het schadelijke onkruidbestrijdingsmiddel Roundup? Waarom wordt opnieuw een pilot overwogen? Hebben de eerdere proeven niks opgeleverd? Antwoord De kosten van alle (milieuvriendelijke) alternatieven zijn aanzienlijk hoger. Er wordt daarom gezocht naar het beste alternatief waarbij de kostenstijging beperkt is en het beeld van de openbare ruimte zoveel mogelijk gelijk blijft. De proeven hebben bruikbare informatie opgeleverd. De evaluaties en een voorstel voor een vervolg wordt aangeboden aan de Commissie Ruimte. Omdat er ook veel vragen zijn over het alternatieve middel Ultima, blijft de mogelijkheid om verdere proeven te doen in 2015 bestaan. P 134 Wat zijn de belangrijkste oorzaken voor het nog niet goed scheiden van afval? Antwoord Hiervoor zijn vele redenen, zoals geen ruimte, gebrek aan kennis, geen interesse etc.


Voor meer informatie wordt verwezen naar de Beleidsnota afvalinzameling en afvalscheiding –op weg naar 65%. P 142 en P 146 Wat zijn de baten en lasten van het beleidsdoel 1? Waarom is een ‘stelpost onderuitputting kapitaallasten’ opgenomen in plaats van de inkomsten reëel te begroten? Wat is de beoogde besteding van de stelpost, aangezien deze stelpost op pag. 146 wordt gekenmerkt als ‘taakstelling’? Antwoord De lasten en baten van beleidsdoel 1 kunnen niet worden gegeven. Zie antwoord op vraag 1 D66. De stelpost “onderuitputting kapitaallasten” heeft geen betrekking op inkomsten maar is een verwachte correctie (neerwaarts) van de uitgaven (kapitaallasten). Jaarlijks blijkt uit de voor – en najaarsnota’s en jaarrekeningen dat de kapitaallasten lager uitvallen dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat investeringen later worden gerealiseerd dan gepland. Thans wordt door het opnemen van een post “onderuitputting kapitaallasten” vooraf rekening gehouden met dit financieel voordeel in de (meerjaren)begroting. P 147 Moet voor de tweede ‘AWBZ’ in de eerste alinea van de tekst niet ‘WMO’ staan? Antwoord Ja, het betreft de decentralisatie vanuit de AWBZ naar WMO (gemeentelijke) taken. P 182 Wat heeft de tekst onder “vernieuwing en innovatie” met innovatie te maken? Antwoord Per abuis zijn beide termen gebruikt, waarvoor excuus. Los van deze terminologie wordt met de tekst aangegeven dat genoemde ontwikkelingen maken dat wij moeten komen tot nieuwe vormen van dienstverlening, nieuwe vormen van organiseren en nieuwe werkwijzen. P 187 en 188 Wat zijn de doorslaggevende argumenten om de IASZ niet als gewone gemeenschappelijke regeling te karakteriseren? Wat betekent het als ‘licht’ karakteriseren van deze samenwerking voor de bevoegdheden van de gemeenteraden van Heemstede, Bloemendaal en Haarlemmerliede? Antwoord Ten tijde van de oprichting van de IASZ (in 2006) is bezien op welke wijze de samenwerking op het gebied van Sociale Zaken vormgegeven kon worden. De meest zware variant was een gemeenschappelijke regeling waarbij de IASZ een privaatrechtelijk rechtspersoon zou worden. De meest lichte variant is een samenwerkingsverband zoals we die nu kennen met een centrumgemeente die voor de uitvoering zorg draagt. Er is destijds om een aantal redenen gekozen voor deze variant:  Een van de redenen was dat de lichte variant qua kosten voor alle partijen de meest voordelige was.  Een andere reden was de autonomie van de deelnemende gemeenten. De deelnemende gemeenten stellen nog steeds eigen verordeningen en beleidsregel s vast en er is in de uitvoering dus ruimte voor ‘couleur locale’.  En tot slot: de afdeling IASZ is op deze manier het gemakkelijkst aan te sturen, omdat de verantwoordelijkheid over de uitvoering direct onder de gemeentelijke organisatie van Heemstede valt. Wanneer worden de samenwerkingsverbanden op het gebied van jeugdzorg, WMO en participatie geïnstitutionaliseerd? Antwoord


Los van de rol van de IASZ i.c. is geen sprake van formele samenwerkingsverbanden op genoemde terreinen.


Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de motie ‘borgen publieke verantwoording bij regionalisering’? Antwoord In de planning raad en commissies staat deze aangenomen motie (raad 20 -2-2014) onder het kopje continu aandacht. Ofwel deze motie blijft actueel en staat op de planning om deze in beeld te blijven houden. Bij de nieuw af te sluiten lichte gemeentelijke regeling ICT infrastructuur Bloemendaal Heemstede (indien de raden met dit voorstel instemmen) zal met de motie in de nog op te stellen gemeenschappelijke regeling rekening worden gehouden. Dit is ook gebeurd bij de contracten die reeds zijn afgesloten voor de Awbz/Wmo en ook bij de nog af te sluiten contracten in het kader van de Jeugdzorg. Waarom zijn de Stadsbibliotheek Haarlem en de Milieudienst IJmond niet meer opgenomen bij de ‘verbonden partijen?’ Antwoord Beide instanties hebben nooit eerder in het overzicht verbonden partijen gestaan. Met de bibliotheek bestaat een subsidierelatie en met de milieudienst is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten. Bij beide organen is van een financieel en bestuurlijk belang geen sprake.


Vragen CDA-fractie n.a.v. de Programmabegroting 2015 van de gemeente Heemstede. M.b.t. de Programma’s Programma 1. Bestuur en Dienstverlening - Wat wordt verstaan onder de “Toptakensystematiek”? Antwoord Gemeenten hebben een breed taakgebied en gaan over veel uiteenlopende onderwerpen. Gevolg is dat er ook enorm veel informatie hierover beschikbaar wordt gemaakt op gemeentelijke websites. Het is echter moeilijk om al deze informatie logisch te rubriceren en ervoor te zorgen dat burgers snel de juiste informatie vinden. De toptakensystematiek gaat uit van het principe ‘less is more’ en dat burgers over het algemeen maar in een beperkt aantal onderwerpen (toptaken) geïnteresseerd zijn. Doel is er voor te zorgen dat de informatie hierover direct op de homepage te vinden is en dat informatie kort en bondig en in begrijpelijke taal beschikbaar is. - Doen zich bij het beschikbaar stellen van open data privacy issues voor en zo ja hoe is de privacy dan gewaarborgd? Antwoord Nee, informatie die te herleiden is op persoonsniveau wordt niet als open data beschikbaar gesteld. - Is de leergang burgerparticipatie ook ter inzage beschikbaar voor Raadsleden? Antwoord Deze leergang is nog in ontwikkeling, maar is t.z.t. uiteraard ook ter inzage beschikbaar voor raadsleden. - Gegeven alle plannen gericht op de burger zal de communicatie met de burger toe gaan nemen. Het budget “Publieksvoorlichting” neemt echter af. Houdt deze afname verband met de bezuinigingen? Antwoord Ja, maar deze afname wordt grotendeels gerealiseerd door een besparing op de uitgave HeemstedeNieuws in het huis-aan-huisblad De Heemsteder (versobering). - Wat zijn de kosten van de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken? Welk deel van die kosten wordt ten laste gelegd van Bloemendaal en waar is dat zichtbaar? Antwoord De kosten van de IASZ bedragen totaal € 3.307.000, waarvan salarissen € 1.865.000 en overhead € 1.442.000. Hiervan wordt doorbelast aan Bloemendaal € 1.129.000 en aan Haarlemmerliede € 283.000. Het netto bedrag wordt toegerekend aan de producten in programma 5 en programma 6 (tarief afgerond op € 100 per uur). Deze kosten van overhead zijn niet afzonderlijk zichtbaar in de begroting 2015, maar zijn opgenomen in de lasten per product. In het kostenplaatsboek is wel gedetailleerd de toerekening per product terug te vinden. Programma 2. Veiligheid - Geen vragen. Programma 3. Verkeer vervoer en waterstaat - Over de Herinrichting van het Wilhelminaplein staat op de website van de gemeente nog veel projectinformatie uit de periode 2009 / 2010. Wat gaat hiermee gebeuren? Wordt dezelfde klankbordgroep weer nieuw leven ingeblazen? Antwoord Natuurlijk wordt bekeken of de oude plannen gebruikt kunnen worden, Een voorstel voor de projectaanpak zal in november aan het college voorgelegd worden.


- Moeten we bij de aanleg van de nieuwe fietsroute naar Zandvoort in plaats van de keuze voor de spoorwegovergang bij Leyduin niet streven naar een tunnel onder het spoor? Antwoord ProRail en Landschap Noord-Holland zijn in gesprek om de spoorwegovergang bij Leyduin openbaar te maken. Of dat resulteert in het aanbrengen van een beveiliging of de aanleg van een tunnel is nog niet bekend. - De investeringen per jaar bij dit programma laten een sterke daling in 2018 zien (van ~4,5 mln. in 2017 naar ~1,7 mln. in 2018). Is hier een betere spreiding wenselijk/mogelijk? Antwoord Een betere spreiding is op zich best wenselijk, maar niet altijd mogelijk. Soms doen zich dure projecten voor of vallen heel verschillende projecten toevallig samen in een jaar. Zo is 2017 een uitzonderlijk jaar met een aantal hoge investeringen. Begrotingstechnisch vallen de schommelingen grotendeels weg, omdat er wordt afgeschreven. Het grootste deel van de investeringen in 2017 betreft rioolinvesteringen. Deze worden in 70 jaar afgeschreven en hebben vanwege die lange termijn niet veel effect op de jaarlijkse last. Rioolinvesteringen hebben verder geen effect op het saldo van de begroting, maar worden betaald uit de rioolheffing. Door de egalisatiereserve wordt voorkomen dat de heffingsplichtigen hun rioolheffing van jaar tot jaar zien schommelen. Programma 4. Onderwijs sport en cultuur - De post “overige lokaal bestuurlijke taken” stijgt met € 36.000. Wat wordt verstaan onder “overige lokaal bestuurlijke taken” en wat verklaart de verhoging van de lasten? Antwoord De post “Overige lokaal bestuurlijke taken” omvat de gemeentelijke bijdrage voor gebruik sportterreinen, schoonmaakvergoeding boven rijksnorm voor basisscholen, muziekonderwijs, onderwijsachterstandenbeleid en vakleerkrachten gymnastiek. In 2014 was op dit product ook de resterende bezuiniging op onderwijsvoorzieningen op verantwoord. De lasten van de post “Overige lokaal bestuurlijke taken” stijgen met € 36.000. Dit wordt als volgt verklaard: In de begroting 2014 was op dit product een resterend bezuinigingsbedrag van € 43.000 op onderwijsvoorzieningen verantwoord. Conform de nota “voortzetting combinatiefuncties/bezuinigingen onderwijs” vastgesteld in het college van 24 juni 2014 is hiervan een bedrag van € 26.000 (schoolzwemmen) ingevuld. Conform besluitvorming wordt een deel van de bezuiniging, namelijk € 17.000 niet gerealiseerd, maar afgeraamd. De taakstelling van € 43.000 is op dit product in 2015 geheel afgeraamd. Tegenover dit nadeel staat een voordeel van € 7.000 als gevolg van een lagere doorberekening vanuit de kostenplaatsen. Programma 5. Werk en inkomen - Bij de re-integratietrajecten wordt opgemerkt dat de directe werkbemiddeling (door consulenten van de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken of in samenwerking met een re-integratiebedrijf ) voor mensen met geen/minder arbeidsbeperkingen in 2014 succesvol gebleken is en - indien financieel mogelijk - in 2015 wordt gecontinueerd. Wij hebben het hier over de begroting voor 2015 en de voorwaarde die is gesteld (“indien financieel mogelijk”) lijkt dan ook niet zo logisch. Hebben we hier voor 2015 nu middelen voor gereserveerd? Antwoord Hiervoor worden middelen beschikbaar gesteld via de integratie-uitkering Participatiewet. In de primaire begroting 2015 is hiervoor opgenomen € 2.138.000. Bij de septembercirculaire 2014 is dit naar beneden bijgesteld tot € 2.086.000. Hiervan zal € 1.898.000 benodigd zijn voor de WSW oud, waardoor nog voor re-integratie resteert € 188.000. Hier komt eventueel nog bij het meeneemdeel 2014 wat gemaximeerd is op 25% van het budget 2014 ofwel maximaal afgerond € 95.000. Van dit bedrag zullen alle re-integratie activiteiten moeten worden gefinancierd. Nader bezien zal moeten worden hoeveel hiervan kan worden ingezet voor directe bemiddeling. - Wanneer wordt gestart met het ontwikkelen van een nieuwe toekomstvisie t.a.v. Binnenweg en Raadhuisstraat?


Antwoord De Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) is geagendeerd voor de commissie Ruimte op 23 oktober 2014. Aan de hand van de uitkomsten van deze integrale visie zal worden bekeken wanneer, hoe en op welke wijze verdere uitwerking moet plaatsvinden, waaronder onderwerpen als verkeersveiligheid. - Hoe, wat en waar gaat het beschut werk georganiseerd worden? Zijn er concrete ideeën? Antwoord In de beleidskadernota Participatiewet hebben de IASZ-gemeenten afgesproken dat zij mensen met een arbeidsbeperking die niet bij reguliere werkgevers in dienst kunnen, de kans willen bieden om mee te doen. In de Participatiewet is geregeld dat gemeenten de mensen van wie zij denken dat zij in aanmerking komen voor beschut werk voordragen aan het UWV. Het UWV beoordeelt op basis van landelijke criteria of mensen tot de doelgroep beschut werken behoren. De criteria voor beschut werken worden nog uitgewerkt en vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur. Gemeenten zijn verplicht om de voorziening Beschut werken vorm te geven en vast te leggen in een verordening. De beoordelingscriteria UWV voor beschut werken moeten nog nader worden uitgewerkt door het rijk. De verordening wordt in oktober ter besluitvorming voorgelegd aan colleges en raden. Omdat wij nog wachten op nadere richtlijnen in de vorm van een Algemene Maatregel van Bestuur wordt, in vervolg op de verordening, de invulling van de voorziening Beschut Werken nader uitgewerkt in beleidsregels. Op basis hiervan zal in samenwerking met Haarlem en Zandvoort worden gekeken naar aanbieders voor Beschut werken (zoals opgenomen in de beleidskadernota Participatiewet 2015). - Hoe gaan we voorkomen dat de vraag naar socialreturn bij onze contractors gaat leiden tot ontslagen van reguliere werknemers en we dan dus het ene gat met het andere gaan vullen? Antwoord Het gaat bij social return over afspraken die als doel hebben een bijdrage te leveren aan het vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, veelal uitkeringsgerechtigden. Soms kan het gaan om concrete (extra) banen, maar soms ook om werkstage ’s of werkervaringsplekken. Wij zijn bekend met het mogelijke ongewenste neveneffect van social return; verdringing. Om dat te voorkomen kan bij aanbestedingen bijvoorbeeld de situatie op de arbeidsmarkt en de leveranciersmarkt mee worden genomen in de marktconsultatie en de inkoopstrategie. Programma 6. Maatschappelijke zorg - Hoe wordt er voor gezorgd dat jongeren die hulp nodig hebben daarvoor niet langer weken tot maanden moeten wachten vanwege wachtlijsten? (Dit is nu wel het geval, ook bij ernstige problematiek.) Antwoord In het inkoopproces/de overeenkomst voor jeugdhulpvoorzieningen is opgenomen dat instellingen de ondersteuning tijdig dienen te leveren. Indien zij daartoe niet in staat zijn (bijvoorbeeld als gevolg van onvoorziene toename) dan dienen aanbieders dit onmid dellijk mondeling en schriftelijk te melden (inclusief hun maatregelen, bijvoorbeeld levering via een derde partij). Ter nuancering merken we in dit kader nog op dat er nadrukkelijk een onderscheid is tussen het op een wachtlijst staan voor hulp én het niet ontvangen van ondersteuning. Op dit moment is een van de knelpunten in de jeugdzorg dat jongeren ter overbrugging soms op een zwaardere vorm van ondersteuning worden geplaatst dan op grond van hun indicatie nodig is. Deze jongeren blijven dan tevens op de wachtlijst voor de lichtere hulp staan. - Op welke wijze wordt omgegaan met eigen financiële draagkracht, aangezien de gemeente niet aan inkomstenpolitiek mag doen?


Antwoord Gemeenten mogen niet aan inkomenspolitiek doen, c.q. mogen niet op basis van inkomen en/of vermogen bepalen of iemand voor een (maatwerk)voorziening in aanmerking kan komen. Wel mogen gemeenten, binnen de kaders die het rijk daarvoor via het Besluit maatschappelijke ondersteuning geeft, een eigen bijdrage vragen. Deze bij drage wordt vervolgens berekend, vastgesteld en geïnd door het CAK. Programma 7. Groen en openbare ruimte - Opgemerkt wordt dat ter verbetering van de omstandigheden van de laanbomen in de Zandvoortselaan hier groeiplaatsverbetering wordt toegepast. Wat wordt verstaan onder groeiplaatsverbetering? Antwoord Groeiplaatsverbetering is het aanbrengen van voeding in de bodem. Dit wordt gedaan door het injecteren van voedingsmiddelen in de grond en/of lucht (zuurstof). Dit laatste wordt ook wel “ploffen” genoemd. De methode wordt afgestemd op de behoefte van de boom. - Als gemeente hechten we aan het behoud van bomen, ook die van particulieren. We verwachten van de burgers dat zij zorg dragen voor hun bomen, inclusief het bladruimen. Op sommige plaatsen staan wel bladkorven om de enorme hoeveelheden blad af te voeren, maar lang niet overal waar dit nodig is. Wat is het beleid in deze? Antwoord Bladkorven worden op dit moment alleen toegepast in de straten waar hele grote bomen staan en ook veel bladafval op particulier terrein terecht komt, zoals de Johan Wagenaarlaan. Vaak komen er verzoeken binnen van een enkele bewoner, waarbij wordt aangegeven dat alleen een collectief verzoek bekeken wordt. Het gaat er dan om of de normale rolemmers voor groenafval niet toereikend zijn voor afvoer van blad. Bij een enkele bewoner wordt als alternatief ook voorgesteld om een tweede groenbak te leveren. Omdat bij een aanvraag door een enkele burger niet zeker is of de voorziening door de gehele straat gebruikt gaat worden, wordt terughoudend omgegaan met het plaatsen van bladkorven. Ook moet er voldoende ruimte zijn voor plaatsing en leging. Programma 8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting - Wat is de procedure omtrent de invoering van het paraplubestemmingsplan? Wanneer en hoe komt dit aan de orde? Antwoord Een paraplubestemmingsplan is een bestemmingsplan dat voor het hele grondgebied van de gemeente geldt en beoogt een bepaalde omissie te herstellen. Zo een plan doorloopt de normale wettelijke procedure dat wil zeggen dat het college een ontwerp van het bestemmingsplan maakt, dat voorlegt aan de commissie Ruimte met de vraag of het ontwerp ter visie gelegd mag worden. Als de commissie daarmee instemt wordt het ontwerp ter visie gelegd en mag een ieder over het ontwerp een zienswijze indienen bij de raad. De raad stelt het bestemmingsplan vast. Het ontwerp van dit bestemmingsplan komt naar verwachting in december a.s. aan de orde in de commissie Ruimte. Programma 9. Duurzaamheid en reiniging - Geen vragen Programma 10. Financiën en dekkingsmiddelen - Kan in de tabellen en de schijfdiagrammen een splitsing worden gemaakt tussen de ‘normale’ algemene uitkering en de geoormerkte gelden voor de decentralisaties alsmede de ‘oude’ gelden voor sociale zaken? Dat maakt het allemaal wat overzichtelijker. Hetzelfde verzoek geldt voor de tabel op pag. 13. (Aangezien het geoormerkt geld is, mag dat best zichtbaar worden gemaakt in de begroting.) - Waarop is de verwachting gebaseerd dat Eneco door (nog meer) bezuinigingen door te voeren in staat en bereid zal zijn een hoger dividend uit te keren dan aanvankelijk verwacht? Is hierover een toezegging gedaan, zijn hierover afspraken met de 3 grootaandeelhouders gemaakt, of is het alleen


maar een verwachting? Kunnen we daar onze financiële onderbouwing op baseren of wordt dat straks toch misschien een tegenvaller? Antwoord De gelden voor de decentralisaties zijn formeel geen geoormerkte gelden. Het wetsvoorstel dat moest leiden tot het instellen van het deelfonds Sociaal Domein is door het kabinet ingetrokken na kritische kanttekeningen van de Algemene Rekenkamer. Het kabinet heeft nu besloten om alle tijdelijke bestedingsvoorwaarden te laten vervallen. Daarom is nu volstaan met het invoeren van een integratieuitkering sociaal domein. Hiermee worden de gelden vrij besteedbaar. Het is uiteraard aan de raad te bepalen op welke wijze e.e.a. wordt gepresenteerd in tabellen en diagrammen. De nieuwe opzet van de begroting betreft een groeimodel. Na de begrotingsraad vindt een evaluatie plaats met de raad. Opmerkingen/aanvullingen aangedragen door de raad worden meegenomen in de begroting 2016. Tot slot: In programma 10 “Wat willen we bereiken” is onder kaderstellende nota’s een “Overzicht rijksuitkeringen 2014 en 2015” opgenomen. Hier wordt inzicht gegeven op welke wijze zowel de nieuwe gelden voor het sociaal domein alsmede de “oude” gelden voor sociale zaken in de begrotingen 2014 en 2015 zijn verwerkt. Ten aanzien van Eneco betreft het een toezegging van de Raad van Bestuur (RvB). Door de RvB van Eneco is richting de aandeelhouders aangegeven de negatieve effecten van het ACM-besluit te willen mitigeren door de bedrijfsprestaties te verhogen. Zo wordt het “aannemersbedrijf” van Eneco (Joulz) samengevoegd met het “netwerkbedrijf” (Stedin) ten einde kostenvoordelen te halen. Dit zal naar verwachting volgens Eneco gepaard gaan met verlies van arbeidsplaatsen. Of het bedrag gehaald wordt is altijd afhankelijk van het functioneren van het bedrijf en niet-beïnvloedbare zaken, zoals het weer. M.b.t. de Paragrafen: Paragraaf 1. Lokale heffingen - Zou het onderzoek naar de staat van de riolering in Heemstede (zie Programma 3) gevolgen kunnen hebben voor de gekozen afschrijvingsperiode van 70 jaar? Antwoord Bij de samenstelling van het VGRP+ is aangegeven dat de verlengde levensduur van 70 jaar een verantwoorde keuze is. Er zullen altijd inspecties blijven worden uitgevoerd. Die zouden enerzijds kunnen leiden tot eerdere noodzakelijke vervanging maar het omgekeerde is even goed mogelijk. - Wat mag worden geconcludeerd uit het feit dat de rioleringskosten per aansluiting in Heemstede boven het landelijke gemiddelde komen te liggen ? Antwoord De raad heeft ervoor gekozen om op termijn de rioolinvesteringen niet meer te activeren, maar in een keer ten laste van de hiervoor gevormde voorziening te brengen. Voorwaarde is wel dat er voldoende geld in die voorziening zit. Daar zijn we nu voor aan het sparen, waardoor de rioleringskosten per aansluiting hoger zijn geworden dan het landelijk gemiddelde. Paragraaf 2. weerstandsvermogen en risicobeheersing - In welke mate vloeien uit de verdergaande samenwerking met de gemeente Bloemendaal bepaalde financiële risico’s voort? (Denk aan het eventueel niet na kunnen komen van de financiële afspraken door de gemeente Bloemendaal bij gezamenlijk aangegane financiële verplichtingen, het onvoorzien niet na kunnen komen van toezeggingen door de gemeente Bloemendaal of het aansprakelijk worden gesteld door de gemeente Bloemendaal bij het niet na kunnen komen van afspraken door de gemeente Heemstede.) Antwoord Daar waar partijen samenwerken, zal er altijd sprake zijn van risico’s waarbij gerealiseerd wordt dat het een utopie is om te veronderstellen dat 100% van de risico’s in beeld gebracht kunnen worden. Echter door oog te hebben voor de potentiële risico’s wordt getracht een zo compleet mogelijk beeld te verkrijgen van deze risico’s. Er zullen risicobeperkende maatregelen worden getroffen door bijvoorbeeld (gezamenlijke) aanbestedingen in samenwerking met inkoopbureau stichting RIJK uit te


voeren, door een GR op te stellen die voor de deelnemende partijen de risico’s evenwichtig verdeelt, door een solide governancestructuur neer te zetten, door advisering over fiscale, personele en juridische consequenties etc. Door deze maatregelen te treffen zullen risico’s worden gemitigeerd. Paragraaf 5. Bedrijfsvoering - Wordt m.b.t. het streven te komen tot een grotere, beter wendbare flexibele schil van (tijdelijke) medewerkers en m.b.t. het operationeel worden van een klussenplatform (onderling uitwisselen van medewerkers) onderscheid gemaakt in de kansen die zich nu al voordoen vanuit de huidige samenwerking met de gemeente Bloemendaal en de kansen die vanuit de eventuele samenwerking op dit vlak met andere gemeentes zouden kunnen voortvloeien?

Antwoord Ja, met de gemeente Bloemendaal zijn wij hiermee al aan de slag. O.a. vindt er al personele uitwisseling plaats op het gebied van financiën, p&o en informatiebeheer. Paragraaf 6. Verbonden partijen - Opgemerkt wordt dat samenwerkingsverbanden als de intergemeentelijke regeling sociale zaken als een deel van de gemeentelijke organisatie worden beschouwd, maar is, gegeven de steeds verdergaande samenwerking, de gemeente Bloemendaal onderhand ook geen “verbonden partij”? Antwoord Nee, ‘verbonden partij’ is een juridische constructie waarmee je ook zeggenschap over elkaar krijgt. Dat is nadrukkelijk niet aan de orde. Behoud van zelfstandigheid, zowel bestuurlijk als ambtelijk, is uitgangspunt bij de samenwerking. Waar dienstverlening voor elkaar wordt gerealiseerd, zoals belastingen, sociale zaken en wellicht straks ook ICT, kunnen wij wel eisen aan elkaar stellen over de kwaliteit van deze dienstverlening.


Schriftelijke vragen bij begroting 2015 GroenLinks 1. blz 9. "Er is structureel een extra budget van € 75.000 opgenomen voor vervanging van zieke en dode bomen in woonwijken."  Kan het college aangeven in hoeverre dat voldoende is? Is er inzicht om hoeveel bomen het jaarlijks gaat en in hoeverre het budget toereikend is?

Antwoord Het bedrag van € 75.000 is eerder bezuinigd bij het laten vervallen van de inboet buiten de groenstructuur. Deze bezuiniging is teruggedraaid en voldoet om de jaarlijks weer 40 tot 50 bomen in te boeten bij uitval buiten de groenstructuur. 2. blz 9. "Er zal een plan worden gemaakt om deze voorziening te behouden, waarbij waar mogelijk private/ commerciële partijen betrokken worden. De kosten van het huidige zwembad staan verantwoord in de (meerjaren)begroting. Naar aanleiding van het nog op te stellen plan zal beoordeeld worden of deze gelden toereikend zijn."  Wanneer komt het plan voor renovatie van het zwembad en wat als de gelden niet toereikend zijn?

Antwoord De raad heeft op 28 april 2009 besloten € 1.780.000 beschikbaar te stellen voor de renovatie en upgrading van Sportcentrum Groenendaal. Tevens heeft de raad destijds besloten een voorziening in te stellen voor het onderhoud aan Sportcentrum Groenendaal, waarin een jaarlijkse storting wordt gedaan t.b.v. het eigenarenonderhoud aan het zwembad en de sporthal. De storting in deze voorziening bedroeg in 2014 € 68.200 en loopt door t/m 2023. Een nota over de toekomst van het zwembad, de sporthal en het sportpark Groenendaal zal uiterlijk december 2017 aan de raad worden voorgelegd. Aanvullend verwijzen we naar het antwoord op de vraag van de PvdA (p.9) 3. blz 10. Het besparingspotentieel van bezuinigingsmogelijkheden op de bedrijfsvoering loopt op van € 325.000 in 2015 naar € 770.000 in 2017.  welke voorstellen doet het college voor concrete invulling van het op bedrijfsvoering te bezuinigen bedrag?

Antwoord Zie antwoord op PvdA-vraag blz. 1. 4. blz 11. "Voorgesteld wordt een surplus van € 4.982.000 in te zetten door met dit geld materiële vaste activa op onderwijsinvesteringen af te boeken waardoor een structureel lagere afschrijvingslast ontstaat vanaf 2015. In de begroting 2015 is hiervoor structureel een taakstelling opgenomen van € 160.000”.  Waar komt dat bedrag van €160.000 vandaan? Uitgaande van een rentevoordeel van 4% zou het voordeel eerder € 200.000 bedragen?

Antwoord Het afboeken van (onderwijs)investeringen leidt niet tot een rentevoordeel maar een afschrijvingsvoordeel. De afschrijvingstermijnen verschillen (vervanging kozijnen 25 jaar, aanpassen beveiligingssystemen 10 jaar, uitbreiding lokalen 40 jaar) en daarmee ook het voordeel wat het extra afschrijven kan opleveren. In de voorjaarsnota 2015 zal worden gerapporteerd, welk bedrag de extra afschrijving exact heeft opgeleverd.


5. blz 11 zelfde punt.  Waarom wordt expliciet genoemd om het surplus aan algemene reserve in te zetten op afboeken van investeringen op onderwijsinstellingen? Gaat het om gebouwen?

Antwoord In de begroting wordt expliciet aangegeven om de algemene reserve in te zetten voor het afboeken van investeringen op onderwijshuisvesting omdat thans in de begroting een beslispunt (zie voorwoord) hierover aan de raad wordt voorgelegd. De raad autoriseert hiermee de inzet van de algemene reserve en het afboeken van investeringen die betrekking hebben op programma 4 (onderwijs, sport en cultuur). Volgens de wetgeving mag het afboeken van investeringen alleen plaatsvinden indien dit adequaat is onderbouwd. Met ingang van 1-1-2015 verschuift de verantwoordelijkheid voor buitenonderhoud scholen (behalve nieuwbouw en renovatie) van gemeenten naar schoolbesturen. Dit betekent dat toekomstige investeringen (behalve nieuwbouw en renovatie) in onderwijshuisvesting niet meer worden gedaan door de gemeente. Vandaar dat het toegestaan is onderwijsinvesteringen thans af te boeken. Het gaat hierbij om vervanging kozijnen, ramen en deuren, vervanging dakbedekking/ dakpannen, brandmeldinstallaties ed. 6. blz 12. "De omvang van de voorziening en reserve onderwijshuisvesting bedraagt ca. € 2,3 miljoen. De mogelijkheid bestaat deze (incidentele) gelden ook in te zetten voor het afboeken van materiële vaste activa. Een inschatting is dat met deze maatregelen in totaliteit een voordeel kan worden gerealiseerd van ca. € 100.000. Definitieve besluitvorming hieromtrent zal pas plaatsvinden als de gevolgen van deze wetswijziging inzichtelijk zijn."  Wat verwacht het college? Als het onderhoud direct vanuit Den Haag naar de scholen gaat, wat gebeurt er dan met de 2,3 miljoen reserve onderwijshuisvesting. Moet die reserve over naar de scholen?

Antwoord Zoals aangegeven op blz. 12 van de begroting zal definitieve besluitvorming hieromtrent pas plaatsvinden als de gevolgen van de wetswijziging inzichtelijk zijn. Dit betekent dat het college bij de kadernota 2016-2019 hierop terug komt. 7. blz 13. Stedin/Eneco: "de daling van de dividenduitkering te beperken. Als taakstelling nemen we hiervoor een bedrag op van € 50.000 in 2016 oplopend naar € 150.000 in 2018. Hoe moet de Raad deze taakstelling zien t.o.v. de begrote inkomsten uit dividend? € 1.085.000 over 2013, € 950.000 over 2014, € 820.000 over 2015, € 685.000 over 2016 en € 735.000 over 2017.  Hoe verhoudt deze taakstelling zich tot het resultaat (€ 350.000 minder dividend in 2018)?

Antwoord In de (meerjarig) begrote dividendopbrengst (€ 1.085.000 in 2015 dalend naar € 735.000 in 2018) is de taakstelling van € 50.000 in 2016 oplopend naar € 150.000 in 2018 verwerkt. Zie ook antwoord vraag CDA programma 10. 8. blz 22/23. De Communicatienota is van mei 2011. "Het huidige participatiebeleid wordt eind 2014 herijkt."  Wanneer komt de nota over burgerparticipatie?

Antwoord Januari 2015. Wordt in deze nota ook communicatie en duurzaamheid meegenomen i.v.m. Wijkgerichte aanpak?


Antwoord Nee, de nota geeft generieke uitgangspunten en een afwegingskader voor de inzet van burgerparticipatie maar gaat niet in op specifieke onderwerpen zoals duurzaamheid. Mocht een wijkgerichte aanpak rondom duurzaamheid gewenst zijn dan zal hiervoor een toegesneden aanpak worden ontwikkeld. 9. blz 24. "In 2014 is binnen de organisatie de leergang overheidsparticipatie gestart"  Wordt er extra geld vrijgemaakt voor acties die voortvloeien uit de nota burgerparticipatie?

Antwoord Er is een aanvullend budget opgenomen voor de herijking van burgerparticipatie van € 15.000 (voorjaarsnota – post 1041). De leergang overheidsparticipatie maakt onderdeel uit van opleidingsbudget. 10. Zie ook blz 25.  Waar worden de kosten begroot voor het stimuleren van burgerinitiatieven?"

Antwoord Zie antwoord vraag 9. 11. blz 25/26. “De ambtelijke samenwerking met Bloemendaal moet leiden tot het waarborgen van continuïteit, versterking van de professionaliteit, het verbeteren van de dienstverlening of hogere efficiency Leidt de intensievere samenwerking met Bloemendaal tot besparingen?  Kan hier een taakstelling aan gekoppeld worden? Wat zijn de doelstellingen van de samenwerking en hoe worden die geëvalueerd?

Antwoord Voor de samenwerking Bloemendaal – Heemstede geldt geen expliciete, financiële taakstelling. Meerwaarde wordt onderzocht met betrekking tot het waarborgen van continuïteit, versterking van de professionaliteit, het verbeteren van de dienstverlening of hogere efficiency. Wel is bij het bepalen bij de hoogte van het te bezuinigen bedrag van € 770.000 op de bedrijfsvoering, de verwachting dat deze ten dele zal kunnen worden gerealiseerd door ‘samenwerkingswinst’. Momenteel worden nog de verkenningen uitgevoerd naar waar samenwerking toegevoegde waarde oplevert met betrekking tot het waarborgen van continuïteit, versterking van de professionaliteit, het verbeteren van de dienstverlening of hogere efficiency. Zoals toegezegd in de rapportage voortgang ambtelijke samenwerking Bloemendaal en Heemstede (verseonnummer 636844) zal de Raad uiterlijk in februari 2015 over de uitkomsten worden geïnformeerd en waar nodig om besluitvorming worden verzocht. 12. blz 27.  Komt er meer voorlichting over de 3 d’s (decentralisaties sociaal domein)? Bijv.: Op de site van de gemeente heemstede treffen wij de doorverwijzing naar de site Samenzorgen.net niet aan. Zal daar alsnog in worden voorzien?

Antwoord 1. Er komt zeker meer voorlichting. Wat we al hebben gedaan en gaan doen: • Informatiepagina in het Weekblad Kennemerland-Zuid in juni 2014 • Interview met wethouders in het Weekblad Kennemerland-Zuid op 1 oktober 2014 • Informatiepagina in het Weekblad Kennemerland-Zuid eind oktober 2014 • Een aparte krant die huis-aan-huis wordt verspreid in november • Verder worden cliënten ook persoonlijk geïnformeerd In het beleidsplan sociaal domein is een apart hoofdstuk gewijd aan communicatie en participatie (hoofdstuk 10). Dat geeft een completer overzicht over alle acties. Ook landelijk


worden allerlei acties ontwikkeld. Deze maand start een landelijke campagne. We proberen bij onze communicatie-acties zoveel mogelijk aan te sluiten bij landelijke acties en landelijk ontwikkelde middelen. 2. In nieuwsberichten op de gemeentelijke website is en wordt regelmatig naar de website Samenzorgen.net verwezen. Er is inmiddels ook een link geplaatst in de rubriek “Werk, onderwijs en zorg”. 13. blz 30 "De kosten van de griffie en bestuursondersteuning stijgen als gevolg van een hogere toerekening van de overheadkosten. De totale overheadkosten zijn niet gewijzigd. Er is sprake van een herverdeel effect.  Waarom worden de overheadkosten herverdeeld en op basis van welke criteria worden overheadkosten toegerekend aan een product of afdeling?"

Antwoord Indirecte kosten van ondersteunende afdelingen zoals informatisering, automatisering, personeel en organisatie worden samengevoegd en vervolgens toegeschreven aan producten op basis van vooraf vastgestelde criteria als formatie of aantal personeelsleden. Bij de begroting wordt deze toerekening geactualiseerd. Bij de begroting 2015 is gebleken dat bij de griffie nog rekening werd gehouden met minder personeelsleden en formatie dan er daadwerkelijk is. Dit is bij de begroting 2015 aangepast waardoor de toegerekende kosten aan het product griffie stijgen. Gemeentebreed (in totaliteit) stijgen de kosten van de ondersteunende afdelingen hierdoor uiteraard niet, alleen de toerekening aan de producten wijzigt. 14. blz 42. "De gemeente en politie wisselen gegevens uit over signalen die kunnen duiden op radicalisering. Een oproep hiertoe en de daarvoor benodigde handreiking zijn afkomstig van het ministerie van Veiligheid en Justitie".  Zijn er signalen van radicalisering in Heemstede?

Antwoord Binnen de gemeente Heemstede hebben de afdelingen Burgerzaken, Sociale zaken en handhaving een signaleringsfunctie. Zij hebben hiervoor via de politie een instructie gehad. Als zij in de dagelijkse praktijk een signaal opvangen melden ze dit bij de adviseur openbare orde en veiligheid. Deze speelt de gegevens door aan de daarvoor aangestelde contactpersoon bij de politie-eenheid. Op dit moment wordt er een drietal signalen onderzocht. U begrijpt dat hierover nu geen mededelingen kunnen worden gedaan. 15. blz 42: "aantal meldingen jeugdoverlast daalt (434 in 2009, 351 in 2010, 222 in 2011, 202 in 1012 tot 140 in 2013)".  Wat verklaart de daling van het aantal meldingen jeugdoverlast?

Antwoord De periode jan-aug 2014 laat een lichte daling zien van 4%. Mogelijke verklaring is dat een aantal frequent-melders op dit moment minder meldt omdat het rustiger is op een aantal locaties. Daarnaast is het zo dat de politie, Streetcornerwork, jongerenwerker van Casca en de gemeente de afgelopen jaren behoorlijk ingezet hebben op deze problematiek. Ook wordt er steeds sneller gereageerd op meldingen. Het doel blijft om zoveel mogelijk te anticiperen op mogelijke nieuwe overlast. Veroorzakers worden op zo jong mogelijke leeftijd in beeld gebracht bij de deskundigen. 16. blz 47. Het gemeentelijk rioleringsplan en het afkoppelplan hemelwater dateren van december 2010.  Wanneer komt er een actualisatie van deze plannen? Mede gezien de effecten van klimaatverandering, zie bijv de Kastanjelaan, die laatst onder water stond?


Antwoord Het rioleringsplan wordt in 2015 geactualiseerd. In het huidige rioleringsplan is klimaatverandering overigens al expliciet meegenomen. Het probleem in de Kastanjelaan is reeds onderzocht en heeft een technische oorzaak die aan het licht is gekomen door een zeer hevige bui. Er wordt gewerkt aan een zo spoedig mogelijke oplossing. 17. blz 48. Beleidsdoel 1: "Verhogen van de verkeersveiligheid met name voor kwetsbare verkeersdeelnemer".  De Fietsersbond heeft een lijst knelpunten opgesteld. Gaat het college daar iets mee doen? Welke initiatieven zijn gepland voor de komende jaren om het verkeer veiliger te maken voor fietsers en voetgangers?

Antwoord Ja, in overleg en samenwerking met de Fietsersbond zullen we nader bekijken welke knelpunten aandacht behoeven en waar verbeteringen realiseerbaar zijn. 18. Eerste activiteit die genoemd wordt is: "Veilige oversteekplaatsen". Genoemd worden Postlaan en Kwakelbrug.  Is er daarna nog iets gepland, bijv het knelpunt bij de Jacobaschool?

Antwoord Er zijn geen verdere locaties aangewezen. 19. blz 47. "De wijken Groenenhoven en het Grotstuk zijn de laatste woonwijken die als 30 km zone zullen worden aangewezen."  Kunnen wij ervan uitgaan dat dat vooralsnog alleen betrekking heeft op het begrotingsjaar 2015?  Zijn er dan nog woonwijken die niet als 30 km zone, dan wel als woonerf zijn aangelegd, en zo ja welke? Is er een overzicht beschikbaar?

Antwoord Per abuis is wijk Groenenhoven genoemd, dit moet zijn de omgeving Molenlaan. Alleen de woonwijk “Kees van Lentsingel en omgeving” (wijk tussen Kerklaan-ProvinciënlaanVan Merlenlaan) is nog niet aangewezen als 30 km/zone. De Raadscommissie Ruimte heeft in 2011 aangegeven deze wijk niet als 30 km/zone te willen inrichten. Dit naar aanleiding van bezwaren van bewoners die geen snelheidsremmende maatregelen in hun wijk wilden. Het college heeft het verzoek van de commissie overgenomen en besloten de wijk niet aan te wijzen als 30 km/zone. Daarnaast zal in 2015 ook de Thorbeckelaan en omgeving na de rioolvervanging als 30 km/zone worden ingericht. Voor de Jan van Gilselaan is het plan om na de herinrichting van de weg deze vanaf de César Francklaan ook onderdeel uit te laten maken van een 30 km/zone. 20. blz 47. "We komen met een plan om de Binnenweg en Raadhuisstraat veiliger te maken."  Wanneer komt dat plan?

Antwoord De Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) is geagendeerd voor de commissie Ruimte op 23 oktober 2014. Aan de hand van de uitkomsten van deze integrale visie zal worden bekeken wanneer, hoe en op welke wijze verdere uitwerking moet plaatsvinden, waaronder onderwerpen als verkeersveiligheid. 21. blz 48. "Het college zal een onderzoek instellen naar de herziening van het parkeerbeleid in de winkelgebieden."  Wanneer kan de Raad de resultaten van het onderzoek verwachten? Worden de resultaten meegenomen in het plan voor de Raadhuisstraat en


Binnenweg? Wordt onderzocht of differentiatie van de parkeertarieven leidt tot meer spreiding van het autoverkeer, en of dat leidt tot meer veiligheid?

Antwoord De Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) is geagendeerd voor de commissie Ruimte op 23 oktober 2014. Aan de hand van de uitkomsten van deze integrale visie zal worden bekeken wanneer, hoe en op welke wijze verdere uitwerking moet plaatsvinden, waaronder onderwerpen als het parkeerbeleid op de Binnenweg en Raadhuisstraat. De onderzoeksvragen en inhoud van een dergelijk onderzoek zijn daarom nu nog niet bekend. 22. blz 49. "We ondersteunen de aanleg van de Duinpolderweg wanneer deze een verbetering van de verkeerssituatie in Heemstede zal betekenen."  Wanneer is bekend wat het effect is van de Duinpolderweg op de verkeersstromen in Heemstede?

Antwoord In de zomer is er gewerkt aan de actualisatie van de Grensstreekstudie alsmede een doorrekening van het integrale volledige NOG – Beter pakket. Op basis van de meest actuele cijfers wordt beschouwd of er wellicht andere alternatieven dienen te worden geselecteerd voor het MER of dat de gemaakte selectie stand houdt. Als de Stuurgroep de actualisatie vaststelt (verwachting eind 2014) worden de Provinciale Staten van Noord- en Zuid – Holland geïnformeerd. Naar verwachting tweede kwartaal 2015 zullen de resultaten van de verschillende onderzoeken (waaronder verkeersonderzoek) worden opgeleverd in een rapport. 23. blz 50. Heemstede stort tot 2027 een bedrag van €2,3 M in het mobiliteitsfonds bereikbaarheid Zuid-Kennemerland."  Worden ook projecten binnen Heemstede uit het fonds gefinancierd, of wel wat levert het op voor Heemstede? Bijv. de Dreef is een regionale wegverbinding. Is het mogelijk om de kosten voor de VRI’s (3 zijn aan vervanging toe) en het dynamisch verkeersmanagement te financieren uit het regionale mobiliteitsfonds?

Antwoord Ja, er worden ook projecten in Heemstede uit gefinancierd. Vervanging van VRI’s worden niet uit het mobiliteitsfonds gefinancierd. Voor DVM is de financiering al geregeld. DVM ZuidKennemerland (574181) is reeds behandeld in de vergadering van de commissie Ruimte van 14 juni 2012. 24. blz 50. "en het openbaar maken van de spoorwegovergang bij Leyduin"  Is de overweg bij Leyduin nu niet openbaar (gezien de procedures rondom de andere overweg bij Laantje van Alverna)?

Antwoord ProRail stelt zich op het standpunt dat de spoorwegovergang bij Leyduin niet openbaar is, omdat voor deze spoorwegovergang net als bij het Laantje van Alverna, een recht van overpad is gevestigd. Als college hebben wij over de openbaarheid van deze spoorwegovergang nog geen standpunt ingenomen. 25. blz 51. “Regionale fietsverbindingen”  In de Kadernota lezen we dat er in het najaar van 2014 een notitie zal verschijnen over regionale fietsverbindingen? Wanneer kun we deze tegemoet zien?

Antwoord Het eindrapport zal naar verwachting begin 2015 worden opgeleverd.


26. blz 52. "Door het nemen van infrastructurele maatregelen n het opheffen van diverse haltes is het mogelijk om de rijtijd voor veel reizigers op lijn 340 te verkorten en daarmee de kwaliteit te verbeteren"  Minder bushaltes, zal dat niet bijv. voor ouderen een verslechtering betekenen? Mede gezien de bevolkingsopbouw van Heemstede. Is het college van plan te onderzoeken of er alternatieven komen voor ouderen?

Antwoord Nee. De halteafstanden worden weliswaar groter, maar blijven binnen de richtlijnen van halteafstanden voor hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). 27. blz 53. "Beleidsdoel onderhoud aan wegen indien meer financiële armslag."  Om vooruit te kijken: Is er een lijst van wegen op prioriteitsvolgorde die daarvoor in aanmerking komen?

Antwoord Ja, vanuit de inspectie die in 2013 is uitgevoerd is een lijst voortgekomen, waarin de meest urgente zaken zijn aangegeven. 28. blz 54. Herinrichting Wilhelminaplein. "Het inrichtingsplan wordt voorbereid in samenspraak met een klankbordgroep."  Is dat de bestaande klankbordgroep?

Antwoord Een voorstel voor de projectaanpak zal in november aan het college voorgelegd worden. In dit voorstel zal aangegeven worden hoe omgegaan wordt met de al aanwezige informatie en de rol van de bestaande klankbordgroep. 29. blz 55. "Er worden werkzaamheden voorbereid en uitgevoerd die voortkomen uit het nieuwe baggerplan en het beheerplan beschoeiingen."  Wanneer zijn die plannen er?

Antwoord Eind 2014 is het Baggerplan gereed, het beheerplan Beschoeiingen medio 2015. 30. blz 59. "De stijging van de lasten heeft o.a. te maken met de jaarlasten voortvloeiende uit de investeringen die plaatsvinden in de infrastructuur (w.o. rioleringen)."  De kosten voor waterkering (zie detailtabel 1241) stijgen ook jaarlijks ca € 100.000. Oorzaak?

Antwoord Hogere urentoerekening van de afdelingen VOR (€ 11.000), UOR (€ 43.000) en GBKZ (€ 2.000) enerzijds en de kapitaallasten van de nieuwe beschoeiing langs de woonschepenhaven (€ 43.000) anderzijds, verklaren het verschil ten opzichte van 2014. 31. blz 66. De beleidsnota’s van programma 4 zijn heel oud (Nota Jeugd en Onderwijs van okt 2011, Nota In contact met cultuur van okt 2003 t.b.v periode 2004-2008, Archeologienota van mei 2010).  Wat is de relevantie van de beleidsnota 'nota in contact met cultuur' (20032006)  Wanneer worden die nota’s geactualiseerd, en kunnen de resultaten daarvan meegenomen worden in de herijking van de subsidies?

Antwoord In de nota Jeugd en Onderwijs is het huidige preventieve jeugdbeleid en het onderwijsbeleid vastgelegd. Gelet op decentralisaties van de Jeugdwet en de invoering van het Passend Onderwijs vervangt het Beleidsplan Sociaal Domein per januari 2015 genoemde nota.


In de (per 2009 geactualiseerde) nota In contact met cultuur en in de Archeologienota is het huidige cultuur- en erfgoedbeleid vastgelegd. We zullen dit beleid in 2015 herijken en een nieuwe Cultuurnota (inclusief erfgoedbeleid) aan de raad voorleggen in h et derde kwartaal van 2015. 32. blz 70. “Sportbeoefening”  Kunt u ons informeren over: het aantal klokuren bewegingsonderwijs dat gegeven wordt op onze basisscholen, het percentage onbevoegde leerkrachten in de groepen 3t/m 8 dat bewegingsonderwijs verzorgt? Hoe verhoudt zich dat percentage t.o.v. Het landelijke beeld? Deze vragen zijn ingegeven door het feit dat de ministeries van OCW en VWS meer bewegingsonderwijs propageren.

Antwoord Het aantal klokuren bewegingsonderwijs aan de groepen 3 t/m 8 op de 10 Heemsteedse basisscholen bedraagt 110 uur per week. Dit onderwijs wordt geheel (100%) gegeven door bevoegde leerkrachten, c.q. vakleerkrachten gymnastiekonderwijs. Landelijk is het percentage 29%. 33. blz 73. “Tevredenheid sportvoorzieningen en culturele voorzieningen”  De tevredenheid over onze culturele voorzieningen mag 0.9 lager zijn dan die voor onze sportvoorzieningen. Natuurlijk ligt dit landelijk (of referentiegemeenten; daarin is de tabel niet duidelijk) niet veel anders. Kan het College het desondanks met ons eens zijn dat wij ons zouden moeten verplichten tot een hoger ambitieniveau?  Hoe kan de ambitie w.b. tevredenheid sport en culturele voorzieningen worden gerealiseerd als bij de herijking van het subsidiebeleid wordt gedacht aan een mogelijke hogere bijdrage?

Antwoord Bij de tevredenheid over de culturele voorzieningen is de relatie gelegd ten opzichte van referentiegemeenten (abusievelijk staan “landelijk” vermeld). Deze gemeenten scoren per definitie lager dan grotere gemeenten: veel culturele voorzieningen worden in centrumgemeenten aangeboden en hebben een regionale functie. Dit is ook van toepassing op Heemstede: de gemeente Haarlem biedt veel voorzieningen waar Heemstedenaren gebruik van maken (bijvoorbeeld Philharmonie, Patronaat, Pathé, Toneel- en Filmschuur, Stadsschouwburg, Musea, etc.). Op grond hiervan streven we naar het continueren van de huidige - relatief hoge - score en lijkt het streven naar een hoger ambitieniveau op dit onderdeel niet realistisch. De tevredenheid van de voorzieningen is niet geheel afhankelijk van een moge lijke hogere eigen bijdrage. Oftewel, er zijn verschillende factoren die de tevredenheid beïnvloeden. 34. blz 80. "In aansluiting op het onderzoek dat in het najaar van 2014 naar het verkeer en de veiligheid van de Binnenweg en Raadhuisstraat zal worden gedaan, gaan we interactief met winkeliers, omwonenden en het winkelend publiek samenwerken om te komen tot een toekomstvisie voor een florerende Binnenweg en Raadhuisstraat."  Wanneer worden wij geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek naar het verkeer en veiligheid van de Binnenweg? Hoe wordt de Raad betrokken bij de toekomstvisie?"

Antwoord De Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) is geagendeerd voor de commissie Ruimte op 23 oktober 2014. Aan de hand van de uitkomsten van deze integrale visie zal worden bekeken wanneer, hoe en op welke wijze verdere uitwerking moet plaatsvinden, waaronder onderwerpen als verkeersveiligheid.


35. blz 87 en detailtabel programma 5. Uit de detailtabel van programma 5 blijkt dat het aantal mensen met een bijstandsuitkering toeneemt terwijl de uitgaven en baten afnemen of gelijk blijven. Bovendien is het getal 208 in eerste half jaar 2014 vreemd hoog  Hoe kan dat, of wel: dat kan toch niet? En die 208 in 2014 moet dat bijv. niet 108 zijn?

Antwoord Het aantal van 208 is een feitelijke weergave van het aantal bijstandsuitkeringen per 30 juni 2014. We ramen de uitkeringslasten conform de rijksbudgetten (budgettair neutraal). De rijksbudgetten dalen als gevolg van de daling van de gemiddelde bijstandsprijs en een daling van de geraamde werkloosheidscijfers wat doorwerkt in de bijstandsaantallen (zie toelichting op de lasten bladzijde 87). De werkelijke lasten zijn van verschillende factoren afhankelijk (bijvoorbeeld gemiddelde bijstandsuitkering en aantal klanten). De prognose is dat het aantal bijstandsontvangers in Heemstede in 2015 zal toenemen. Voor- en nadelen tussen de begrote en de werkelijke uitkeringslasten worden met de (risico)reserve WWB, IOAW, IOAZ en Bbz verrekend. Deze reserve is gefixeerd op € 500.000. Voor 2015 verwachten wij dat de reserve toereikend zal zijn om het eventuele tekort uit te dekken. De aantallen in het staatje op pag.86 hebben dus geen één op één relatie met de uitkeringslasten. 36. blz 88. "Er is vanaf 2015 structureel € 55.000 (tot het door het rijk via de algemene uitkering beschikbaar gestelde bedrag voor armoedebeleid) opgenomen voor stimulering minimabeleid.""In de kadernota 2015-2018 is rekening gehouden met een bedrag van € 10.000 en het resterende bedrag is vrijgevallen".  Hoe zit het nu precies? €45000 is vrijgevallen maar moet wel gedekt worden door een stelpost voor Paswerk te verlagen? Gaarne uitleg.

Antwoord De vrijval van de € 45.000 betreft het jaar 2014. Voor 2015 was in eerste instantie bij de kadernota een bedrag opgenomen van € 10.000, gelijk aan 2014. Bij de begroting 2015 is dit opgetrokken naar € 55.000. Door de stelpost “bijdrage in het negatieve saldo Paswerk” te verlagen met eenzelfde bedrag kon dit budgettair neutraal worden verwerkt. 37. blz 93. "Ten behoeve van een laagdrempelig en toereikend algemeen voorzieningenniveau maakt de gemeente gebruik van subsidiëring. We willen in 2015 voor de verschillende voorzieningen komen tot een eenduidige subsidiesystematiek die helder en transparant is. Waar mogelijk zullen hogere bijdragen gevraagd worden van inwoners."  In de Kadernota hebben wij niet gelezen dat t.b.v. Algemene voorzieningen hogere bijdragen kunnen worden gevraagd van inwoners. Kunt u dit toelichten ?  Betekent dit dat een deel van de bezuinigingen na 2015 gefinancierd moeten worden uit een hogere eigen bijdrage? In hoeverre kan de eigen bijdrage vermogensafhankelijk gesteld worden en/of inkomensafhankelijk?

Antwoord In het eerste kwartaal van 2015 zullen we het subsidiebeleid herijken. We streven hierbij naar een transparante, duidelijke systematiek, waarbij de nadruk zal liggen op activiteiten die een bijdrage leveren aan de inhoud van het Beleidsplan Sociaal Domein. We zullen in beginsel alle gesubsidieerde activiteiten betrekken. Voor zover activiteiten geen directe bijdrage leveren aan gestelde doelstellingen, kan worden bezien of meer toepassing gegeven kan worden aan het profijtbeginsel. We merken op dat de herij king van het subsidiebeleid op zich geen bezuinigingsdoelstelling heeft, maar wellicht wel besparingen tot gevolg heeft.


Een eigen bijdrage die vermogensafhankelijk of inkomensafhankelijk bij het aanbod van gesubsidieerde algemene voorzieningen ligt niet voor de hand: betreffende instellingen kunnen niet beschikken over de financiële gegevens van cliënten. Vandaar dat via minimabeleid een regeling is opgenomen voor de vergoeding voor (sociaal -)culturele activiteiten en sport. 38. blz 93. “Er zal 'in veel gevallen' een transformatie plaatsvinden in het aanbod van voorzieningen.”  Kunt u deze passage verhelderen, wat wordt daarmee bedoeld?

Antwoord Hiermee bedoelen we dat in voorkomende gevallen het aanbod van instellingen aangepast (getransformeerd) zal dienen te worden om aan de doelstellingen van het Beleidsplan Sociaal Domein te kunnen voldoen. 39. blz 97. Tevredenheid welzijnsvoorzieningen: 6,5 (landelijk 6,1). Het ambitieniveau m.b.t. de tevredenheid van welzijnsvoorzieningen wordt niet hoger gesteld. Het niveau was niet geweldig, maar veel meer wordt dus ook niet verwacht.  Waarom wordt voor onze gemeente niet gestreefd naar een half punt meer?

Antwoord Bij de tevredenheid over de welzijnsvoorzieningen is de relatie gelegd ten opzichte van referentiegemeenten (abusievelijk staan “landelijk” vermeld). Deze gemeenten scoren per definitie lager dan grotere gemeenten (zie hiervoor de argumentatie bij het antwoord op vraag 33). Op grond hiervan streven we naar het continueren van de huidige - relatief hoge - score. Hierbij speelt tevens mee dat we op dit onderdeel een transformatie van het aanbod willen realiseren. 40. blz 98 "Programma 6. Maatschappelijke zorg, Wat mag het kosten?"  De detailtabel geeft dalende lasten te zien voor (1641) ouderenwerk, (1660) jeugd- en jongerenwerk, en voor (1701) CJG. Verklaring?

Antwoord De oorzaak zijn mutaties in de begrote bedragen voor WMO projecten als “dagopvang ouderen” en “leer- werktrajecten”. Omdat de WMO uitgaven verrekend worden met de reserve WMO heeft het geen exploitatieresultaat tot gevolg en is het daarom in de analyse van de verschillen niet verder toegelicht. Inmiddels zijn de WMO uitgaven en projecten in het beleidsplan “sociaal domein” aangepast en wordt verwezen naar de WMO projecten die daar opgenomen zijn. Dit beleidsplan wordt verwerkt in de begroting 2015 middels de 2e begrotingswijziging 2015. Bij het CJG ontstaat het voordeel door de verhuizing van de uitgaven voor het extra contactmoment adolescenten ad € 22.000 naar het product 1700 Gezondheidszorg (waar het een nadeel vormt) en de daling van de uitgaven aan ondersteuning professionals (€ 3.000). Tegenover deze voordelen voor in totaal € 25.000 staat de stijging van de opvoedingsondersteuning (€ 3.000), de kosten voor de EKD en de verwijsindex (€ 3.000), en de stijging voor de uitgaven aan de CJG coaches/externen ad € 3.000. 41. blz 98 "Programma 6. Maatschappelijke zorg, Wat mag het kosten?"  Uit de detailtabel (1700) Gezondheidszorg zit een piek in 2015 van 1.068 naar 1.229 k€. Verklaring?

Antwoord Per saldo ontstaat op het product 1700 gezondheidszorg juist een voordeel van € 69.000. Als alleen gekeken naar de uitgaven (€ 1.068.000 tegenover € 1.229.000) ontstaat een verkeerd beeld omdat de mutatie in de reserves niet meegenomen wordt. De stijging in de uitgaven 2015 ten opzichte van de uitgaven 2014 ontstaat doordat geraamd wordt dat € 173.000 voor


de invoeringskosten voor de 3 decentralisaties uitgegeven wordt. Echter ditzelfde bedrag wordt onttrokken aan de hiervoor gevormde reserve op dit product die is opgebouwd uit de rijksgelden die hiervoor ontvangen zijn. 42. blz 98 "De budgetten voor 2015 ten opzichte van de realisatiecijfers 2013 zijn met 17% teruggebracht, conform de daling van het rijksbudget WMO. In het raadsvoorstel “WMO hulp bij huishouden 2015” was nog rekening gehouden met een daling van 20%"  Na 2015 wordt geen verdere daling van de lasten meer voorzien? Hoe dan verder komen tot een bezuiniging tot 40%? (zie 1653 in de detailtabel).

Antwoord De genoemde bezuiniging van 40% is uitsluitend van toepassing op een deel van het Wmo 2007 budget, nl. het budget voor huishoudelijke hulp. In 2013 was op dit onderdeel al sprake van een gerealiseerde besparing van circa 20%. Het restant van de vereiste besparing wordt gerealiseerd door het nieuwe beleid i.c. per 2015. Hiermee is een nadere besparing na 2015 niet nodig. 43. blz 99."In 2015 is een bedrag van € 173.000 (incidenteel) aan invoeringskosten AWBZ en Jeugdzorg ingeraamd. Deze kosten worden gedekt door een onttrekking uit de bestemmingsreserve decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg."  De onttrekking is te vinden, maar waar zijn de lasten verantwoord?

Antwoord Onder de lasten van dit programma, product 1700. Zie ook het antwoord op vraag 41. 44. blz 103 "Beheerplan Wandelbos Groenendaal 2015 -2032 (vaststelling 2015)"  Wanneer kunnen we het beheerplan verwachten?

Antwoord Planning: - concept beheerplan (vrijgeven voor inspraak): Commissie Ruimte december 2014 - definitief beheerplan vaststellen: Raad maart 2015 45. blz 105. "Beeldbepalende particuliere en gemeentelijke bomen en groen blijven beschermd. Voor de andere bomen gaan we de regels in 2015 versoepelen."  In welk kwartaal van 2015 kunnen we een voorstel verwachten van het college?"

Antwoord 1e kwartaal 2015 46. blz 106. "Vanuit de voorbereiding voor het nieuwe beheerplan voor het wandelbos is de wens naar voren gekomen voor het opstarten van een structureel overleg met de in het wandelbos Groenendaal gevestigde partijen. In 2015 zullen we starten met dit overleg"  Waarom is die wens naar voren gekomen en om welke partijen gaat het?

Antwoord We vonden het belangrijk om de belanghebbenden bij het opstellen te betrekken omdat zij veel kennis en ervaring inbrengen. Door bij het opstellen van het werkplan samen te werken met de georganiseerde gebruikers, zoals de Vrienden van Groenendaal, het IVN en de diverse natuurinventarisatiegroepen, kunnen ook actuele waarnemingen worden betrokken bij de uitvoering. In overleg kan men reageren op het huidige beheer en de uitgevoerde werkzaamheden.


47. blz 115 "Programma 8. Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting"  Er hangt geen enkel beleidsstuk aan programma 8. Wat is de visie van het college op de ruimtelijke ontwikkeling en huisvesting in Heemstede? Komt er een integrale omgevingsvisie op Heemstede en wanneer kan de Raad die verwachten?

Antwoord GL merkt terecht op dat er nu geen enkel beleidsstuk hangt aan programma 8. Dat is ook niet correct, want die zijn er wel. Bij de begroting 2016 zullen wij dat herstellen. Daarbij moet gedacht worden aan nota’s zoals vastgestelde bestemmingsplannen, prestatieafspraken met corporaties en de notitie dorpskarakter die in januari ter bespreking zal worden voorgelegd. Het college heeft geen behoefte aan een integrale omgevingsvisie. Heemstede kent geen uitleggebieden, dus vanuit die optiek is daar geen noodzaak toe. Wij voelen ons daar voorts in gesteund door het raadsbesluit van 29 maart 2012 waarbij de Doorkijk 2025 is vastgesteld. Deze Doorkijk is een herijking van de Visie Heemstede 2015, en kan als zodanig ook worden toegevoegd aan onder andere programma 8. Verder heeft de raad in het verlengde van de Doorkijk op 1 november 2012 ingestemd met de resultaten van de Intergemeentelijke Structuurscan Zuid-Kennemerland, en ingestemd met een aantal geformuleerde opgaven en het gezamenlijk optrekken daarin van de regiogemeenten. Ook deze kan worden toegevoegd aan onder andere programma 8. 48. pag. 117: Het college heeft "enkele juridische onvolkomenheden in de bestemmingsplannen" vastgesteld.  Wat zijn dat voor onvolkomenheden, en levert de aanpassing met een paraplubestemmingsplan risico’s voor claims naar de gemeente?

Antwoord Het gaat voornamelijk om begrippen en bepalingen die naar achteraf blijkt, voor meerderlei uitleg vatbaar zijn. Het is veelal helder wat het idee achter het begrip of de bepaling is geweest en gaat het nu om aanscherping en het wegnemen van onduidelijkheden. 49. blz 118. "Na sloop van het bestaande pand wordt met de bouw van 16 zorgappartementen, voorzien in een Heemsteedse behoefte."  Waarop is die verwachting gebaseerd?

Antwoord De behoefte aan geriatrische zorg in een hoger segment van de markt, blijkt uit het feit dat zowel de markt zichzelf hiervoor aandient als uit het feit dat de belangstelling, ook van Heemstedenaren, telkens groot is. 50. blz 119. Toekomstvisie Binnenweg/Raadhuisstraat  In de Kadernota lezen we dat in het derde kwartaal van 2014 een plan van aanpak zal worden voorgelegd aan de Raad m.b.t. de ontwikkeling binnenweg en raadhuisstraat. Wanneer kunnen wij dit plan tegemoet zien?

Antwoord Zie het antwoord op vraag 34 51. blz 120. "Behalve het bevorderen van een doorstroming in de woningmarkt staat het college voor een kwalitatief goede woningvoorraad".  Welke maatregelen neemt het college om de doorstroming te bevorderen?


Antwoord Dat is enerzijds het faciliteren van bouwplannen van woningcorporaties en ontwikkelaars, anderzijds verlenen we aan senioren die verhuizen naar een seniorenwoning en een eengezinswoning achterlaten een verhuissubsidie. 52. blz 123 (Detailtabel).  Waarop zijn de stijgende baten voor 1821 gebaseerd (gebouwen en gronden), terwijl de lasten gelijk blijven?

Antwoord Er is een nieuwe huurder voor het leegstaande deel van het pand Bosboom Toussaintlaan 18, waardoor de huuropbrengst met een bedrag van € 22.000 toeneemt. Overige huurverhogingen bedragen in totaal € 18.000. Aan de kostenkant is sprake van een voordeel van € 11.000, dat ontstaat door de verkoop van het pand Nijverheidsweg 3. 53. blz 123 (Detailtabel).  Wat wordt verstaan onder de post 1814 (toegelaten instellingen), en waarop is de daling van kosten en lasten op deze post gebaseerd?

Antwoord Toegelaten instellingen zijn woningcorporaties die in Heemstede sociale woningbouw exploiteren. Er zijn enkele leningen afgesloten, die nog niet geheel zijn afgelost. De boekwaarde wordt ieder jaar minder, waardoor de rentelasten eveneens jaarlijks afnemen. 54. blz 124. "Vanaf 2016 is deze taakstelling weer structureel geraamd."  Hoe denkt het college die taakstelling te halen? Welke panden kunnen in de verkoop?

Antwoord De huur van de voormalige peuterzaal aan de Reggelaan is opgezegd, zodat dat pand in de verkoop kan. Daarnaast komen de opbrengsten van de verkoop gemeentelijke grond voor het plan Havendreef in beeld. Voor andere daarvoor in aanmerking komende panden geldt dat de huurders eerst moeten opzeggen en dat daarna de panden kunnen worden verkocht. 55. blz 128. "In 2015 wordt besloten of gebruik gemaakt wordt van deze verlengingsoptie."  Valt met deze verlenging nog te bezuinigen op de kosten voor afvalverwerking na 2015?

Antwoord Wanneer gekozen wordt voor de verlengingsoptie van het contract is er geen sprake van onderhandelingen over de kosten in geval van gelijkblijvende dienstverlening. 56. blz 130. "Faciliteren inwoners en bedrijven"  Hoeveel wijkbijeenkomsten worden georganiseerd en hoeveel bijeenkomsten met het MVO? En wanneer en waar?

Antwoord Er worden vier bijeenkomsten met inwoners georganiseerd in 2015. De eerste is in januari/februari 2015 en vindt plaats in de Indische buurt. Daarna vinden in relatie met de Energybattle twee bijeenkomsten op de basisscholen de Evenaar en de Icarus plaats in januari 2015. Voor de vierde bijeenkomst wordt nog een wijk geselecteerd en is in september gepland. Ten aanzien van MVO worden minimaal 2 bijeenkomsten in samenwerking met de vereniging MVO Heemstede georganiseerd. De eerste MVO bijeenkomst in februari 2015 omvat het faciliteren van een initiatief van TU Delft om bedrijven te stimuleren om afval te scheiden. De tweede geplande bijeenkomst is de duurzaamheidsmarkt op de dag van de duurzaamheid (10 oktober 2015). Het streven is om nog twee MVO bijeenkomsten van MVO Heemstede te faciliteren. Deze zullen in overleg met de vereniging nog worden ingepland in het komende jaar.


57. blz 131. "We zetten diverse communicatiemiddelen in om inwoners blijvend te adviseren, informeren en stimuleren. Meer kennis over het nut van scheiden kan aanzetten tot gewenst gedrag"  Als dit niet leidt tot verbetering, wat dan? Is het college bereid om te onderzoek of een meer gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing het scheiden van afvalstromen stimuleert?  En kan de papieren afvalkalender behouden blijven?

Antwoord Het college houdt op dit moment alle opties open, dus ook een onderzoek naar een meer gedifferentieerd tarief. De papieren afvalkalender blijft bestaan. Deze wordt alleen niet meer aan alle huishoudens verspreid. De afvalkalender is te downloaden of op te halen op het Raadhuis of op de milieustraat. 58. blz 132. "Begin 2015 wordt op basis van een evaluatie bepaald op welke wijze het onkruid in 2015 wordt bestreden."  Wanneer kunnen we de evaluatie verwachten? Kan vooruitlopend op de evaluatie al gestopt worden met het (selectief) gebruik van Roundup?

Antwoord De evaluatie wordt in december verwacht. Er wordt vooralsnog niet gestopt met het selectief gebruik van Round-up. De kosten van alle (milieuvriendelijke) alternatieven zijn aanzienlijk hoger. Er wordt daarom gezocht naar het beste alternatief waarbij de kostenstijging beperkt is en het beeld van de openbare ruimte zoveel mogelijk gelijk blijft. 59. blz 133. "In het Beleidsplan Openbare Verlichting 2013-2017 wordt gestreefd naar een afname van 1% van het jaarlijkse verbruik."  Hoe verhoudt zich dat tot landelijke afspraken?

Antwoord In 2013 is het SER-energieakkoord gesloten (o.a. Rijksoverheid, IPO, Unie van Waterschappen en VNG), waarin voor openbare verlichting en verkeersregelinstallaties een besparing van 20% op energieverbruik is opgenomen in 2020 t.o.v. 2013. Dit is vergelijkbaar met de eerder genoemde 30% besparing in 2020 t.o.v. 2007 (“Taskforce Verlichting”, 2011). Voor de openbare verlichting in Heemstede is de ambitie voor besparing op energie minder hoog gesteld, omdat Heemstede beschikt over een relatief zuinige openbare verlichting, met weinig achterstallig onderhoud. 60. blz 134 "Hoe gaan we dit meten?"  Het percentage gft afval in het restafval stijgt van 24 naar 43%, terwijl het scheidingspercentage daalt van 79 naar 56%? Gaarne uitleg! Idem voor plastic: stijgt van 10 naar 13%, terwijl het scheidingspercentage daalt van 29 naar 22%? Vragen deze cijfers niet om meer maatregelen dan informeren en communiceren?

Antwoord De percentages zijn gebaseerd op de jaarlijkse sorteeranalyse en de totaal ingezamelde hoeveelheid. De sorteeranalyse is een steekproef. Voor gft verwachten we dat dit een incidentele uitschieter is. De hoeveelheid gescheiden ingezameld gft wijkt namelijk nauwelijks af ten opzichte van voorgaande jaren. Hetzelfde geldt voor plastic. De gescheiden ingezamelde hoeveelheid neemt de afgelopen jaren ieder jaar toe. Dit blijkt helaas niet uit de steekproef van de sorteeranalyse. Er is dus wel sprake van een positieve trend. Voor plastic wordt geïnvesteerd in het verbeteren van de voorzieningen.


61. blz 142. "Vanaf 2015 is in de begroting (vooraf) rekening gehouden met dit voordeel door een stelpost “onderuitputting kapitaallasten” op te nemen van € 200.000."  Waarom met een stelpost? Is het niet beter om met een realistischer rentepercentage te rekenen?

Antwoord Nee, de stelpost “onderuitputting kapitaallasten” heeft zowel betrekking op rente- als afschrijvingslasten. Jaarlijks blijkt uit de voor – en najaarsnota’s en jaarrekeningen dat de kapitaallasten lager uitvallen dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat investeringen later worden gerealiseerd dan gepland. Thans wordt door het opnemen van een post “onderuitputting kapitaallasten” vooraf rekening gehouden met dit financieel voordeel in de (meerjaren)begroting. Door alleen het rentepercentage aan te passen wordt slechts een deel van het verwachte voordeel ondervangen. 62. blz 145 "Wat mag het kosten?" en de detailtabel.  Wat is post 1940 (algemene baten en lasten) en wat verklaart de enorme fluctuaties?

Antwoord Het product 1940 Algemene baten en lasten is conform de wetgeving ingesteld om baten en lasten op te verantwoorden die niet direct toe te rekenen zijn aan één van de andere producten onder de programma’s. Het betreft hier veelal stelposten/taakstellingen, welke nog nader geconcretiseerd/uitgewerkt moeten worden. Voorbeelden zijn de stelpost ”onderuitputting kapitaallasten” of de taakstelling op bedrijfsvoering. Per jaar kan de samenstelling van de stelposten/taakstellingen sterk verschillen, vandaar dat de bedragen tussen jaren op dit product fluctueren. 63. blz 145 "Wat mag het kosten?"  Post1920 (lasten OZB) gaan €50.000 omhoog en post 1921 (Wet waardering onroerende zaken) wordt bijna gehalveerd? Herverdeeleffect zou de verklaring zijn?

Antwoord Voor de verdeling van de kosten van de GBKZ is in de begroting 2015 uitgegaan van het aantal aanslagregels per belastingsoort en een wegingsfactor voor de benodigde tijd die de GBKZ hieraan besteedt. Hiermee wordt een realistische kostenverdeling verkregen. Voorheen was de kostenverdeling van de GBKZ gebaseerd op een historische urenverdeling die in het geheel niet meer overeenstemde met de praktijk. Uiteraard verandert het totaal van de kosten van de GBKZ hierdoor niet, wel de toerekening aan de producten van de GBKZ. 64. blz 154. "De overige retributies en belastingen zijn in bovenstaande tabel en in de programma’s nog berekend op 2%. De verlaging van deze inkomsten (van 2% naar 1,5%) is verantwoord op een centrale stelpost."  Waarom is dat zo gedaan i.p.v. per belasting meteen 1,5% verhoging toepassen?

Antwoord Op blz. 154 is aangegeven: “Bij de kadernota 2015-2018 zijn de uitgangspunten w.o. het percentage waarmee de belastingen en retributies worden verhoogd vastgesteld op 2% (gemiddelde verwachte loon/prijsindexering voor 2015). Echter ten tijde van het opstellen van de begroting 2015 is een nieuwe cao voor gemeenteambtenaren tot stand gekomen. De loonstijging voor 2015 valt hiermee lager uit. Dit leidt ertoe dat het stijgingspercentage voor belastingen en retributies is verlaagd van 2% naar 1,5%”. Kortom: op het moment dat de nieuwe cao bekend werd was de begroting (ambtelijk) cijfermatig al gereed. Uit pragmatische overwegingen is derhalve besloten de “overige retributies en belastingen”, welke in de begroting op diverse plekken staan verantwoord, niet meer aan te passen, maar dit te verantwoorden op een centrale stelpost.


65. blz 157. "Uit de COELO Atlas voor de lokale lasten 2014 blijkt dat de OZB 2014 (0,1033%) in Heemstede ca.15% onder het landelijk gemiddelde van 2014 (0,1184%) ligt."  Zou dat (in theorie) inhouden dat Heemstede de OZB met 15% zou mogen laten stijgen. Welke stijging van de OZB zou binnen de wet maximaal mogen (even geen rekening houdend met het feit dat niemand dat wil)?

Antwoord De wet geeft voor een individuele gemeente geen wettelijk maximum aan waarmee de ozb zou mogen stijgen, dus voor Heemstede kan dit in theorie ook meer zijn dan 15%. Landelijk wordt de stijging van de ozb-tarieven voor alle gemeenten als totaal wel gemonitord. Dit vindt plaats aan de hand van een macronorm onroerende zaakbelasting (ozb). Dit is een norm en dus geen wettelijke eis. De norm geeft het percentage aan waarmee de totale landelijke OZBopbrengst maximaal jaarlijks mag groeien. De macronorm 2015 bedraagt 3%. 66. blz 159. "Toeslag toekomstige investeringen" stijgt van €140.000 in 2015 naar € 350.000 in 2018.  Vanwaar de stijging van de toeslag toekomstige investeringen?

Antwoord In de raad van 27 juni 2013 is besloten tot de vorming van een voorziening vervangingsinvesteringen riolering. In het betreffende raadsvoorstel staat dat vanaf 2023 de rioolinvesteringen ten laste van deze voorziening zullen worden gebracht. Tot dat jaar wordt de voorziening gevuld met een jaarlijks stijgend bedrag. Dat staat ook in dat raadsvoorstel. De in de meerjarenraming opgenomen bedragen komen hiermee overeen. 67. blz 167. "Uitgaande van een maximaal exploitatietekort Paswerk van € 1.000.000 zal de Heemsteedse bijdrage hierin maximaal 11% ofwel € 110.000 bedragen"  Waarop is dat exploitatietekort van €1 miljoen van Paswerk gebaseerd?

Antwoord Het exploitatietekort is een aanname op basis van het verleden. De afgelopen 5 jaar schommelde dit van een tekort van € 1.218.000 in 2009 tot een overschot van € + 65.000 in 2013. 68. blz 171. "Met ingang van 2016 worden deze vergoedingen gebaseerd op nieuwe actuele parameters. De verwachting is dat dit financieel positief zal uitvallen voor de gemeente Heemstede."  Waarop is deze verwachting gebaseerd?

Antwoord De bijdragen die aan Heemstede voor de nieuwe taken per inwoner (Wmo) en jeugdige (Jeugdwet) worden verstrekt, liggen onder het landelijke gemiddelde. Met betrekking tot de middelen die per inwoner voor het geheel van de nieuwe taken worden verstrekt, ontvangen in 2015 bijna 350 gemeenten een hoger budget dan Heemstede. 69. blz 174. "In 2014 wordt het beheerplan Bruggen geactualiseerd." "In 2014 wordt een beheerplan voor alle oevervoorzieningen opgesteld." "In 2014 wordt een nieuw baggerplan opgesteld voor de periode 2014 - 2023"  Wanneer komen deze plannen naar de Raad?

Antwoord De verwachting is dat het nieuwe baggerplan eind 2014 gereed is en in het eerste kwartaal van 2015 aan de raad kan worden voorgelegd. De beheerplannen voor bruggen en voor beschoeiingen zullen in de tweede helft van 2015 kunnen worden vastgesteld.


70. blz 175. "De uitvoering van de baggerprojecten verloopt volgens planning."  Hoe kan het dat de baggerprojecten goed verlopen volgens planning als het plan in 2012 is afgerond?

Antwoord De tekst in de begroting is niet helemaal juist, dit moet zijn: “Alle geplande baggerwerken zijn uitgevoerd”. 71. blz 176 "Voor het zwembad, sporthal/sportpark en tennis Groenendaal is een apart meerjarenonderhoudsplan. Dit wordt in 2014 geactualiseerd en zal dan geldig zijn gedurende de resterende looptijd van het contract met Sportplaza."  Wanneer komt dat plan?

Antwoord De gemeente Heemstede kent i.c. vier meerjarenonderhoudsplannen. Te weten 1) Zwembad/Sporthal Groenendaal, 2) Sportpark Groenendaal, 3) Tennispark HBC, 4) Tennispark Groenendaal (Merlenhove). De meerjarenonderhoudsplannen 3 en 4 lopen beide tot 2021. De meerjarenonderhoudsplannen 1 en 2 worden geactualiseerd/vernieuwd. Hierover vindt momenteel overleg plaats met de exploitant Sportplaza Groenendaal Heemstede bv. Zodra beide meerjarenonderhoudsplannen gereed zijn worden deze voorgelegd aan de raad. Naar verwachting zal dit in het eerste kwartaal van 2015 zijn. 72. blz 186. "In de begroting 2015 is rekening gehouden met twee taakstellende bezuinigingen op de bedrijfsvoering. In de eerste plaats de taakstelling die voortvloeit uit voorgaande jaren waarvan voor 2015 nog een bedrag van € 59.500 resteert. In de tweede plaats de taakstelling uit de kadernota 2015-2018 (blz. 22 ev.) waarin voor 2015 een bezuinigingsbedrag van € 325.000 is opgenomen voor de bedrijfsvoering. In totaliteit gaat het om een bedrag van € 384.500 waarvan in de begroting 2015 € 209.000 is ingevuld door budgetten niet geheel te indexeren, door lagere rentekosten vanwege een verminderde liquiditeitsbehoefte en lagere salarislasten. Per saldo resteert nog een stelpost bedrijfsvoering 2015 van € 175.500 die in 2015 structureel gedekt zal moeten worden."  Gaarne uitleg hoe in 2015 € 325.000 bezuinigd wordt: € 209.000 is niet indexeren en verder weet het college het nog niet, namelijk een stelpost van €175.500? Gaarne ook inzicht hoe dit bedrag oploopt naar €770.000 in 2017?

Antwoord Zie antwoord PvdA-vraag op blz. 1. 73. blz 193. "In 2013 zijn de gemeenten Hillegom, Noordwijkerhout en Lisse toegetreden en zijn de gemeenten Aalsmeer en Haarlemmerliede uitgetreden.  Waarom zijn Aalsmeer en Haarlemmerliede uit St Rijk gestapt?

Antwoord Aalsmeer werkt ambtelijk samen met Amstelveen, hetgeen buiten het door het Algemeen Bestuur van Stichting Rijk bepaalde werkgebied van Stichting Rijk valt. De gemeente Haarlemmerliede is weliswaar geen aparte deelnemer meer van Stichting Rijk maar lift tegen betaling mee met de projecten van de gemeente Heemstede. Hiervoor is gekozen omdat Haarlemmerliede gezien de omvang een beperkt aandeel had in de afzet van stichting Rijk. 74. Bijlage 3.1 Investeringsprogramma.  Wanneer zijn voor het laatst de afschrijvingstermijnen bepaald van de verschillende soorten investeringen?

Antwoord In de raadsvergadering van 30 juni 2011.


BEGROTING TECHNISCHE VRAGEN HBB 27. wat is de “’toptakensystematiek? Waar kunnen we het complete programma vinden? Antwoord Gemeenten hebben een breed taakgebied en gaan over veel uiteenlopende onderwerpen. Gevolg is dat er ook enorm veel informatie hierover beschikbaar wordt gemaakt op gemeentelijke websites. Het is echter moeilijk om al deze informatie logisch te rubriceren en ervoor te zorgen dat burgers snel de juiste informatie vinden. De toptakensystematiek gaat uit van het principe ‘less is more’ en dat burgers over het algemeen maar in een beperkt aantal onderwerpen (toptaken) geïnteresseerd is. Doel is er voor te zorgen dat de informatie hierover direct op de homepage te vinden is en dat informatie kort en bondig en in begrijpelijke taal beschikbaar is. 28. landelijke databank: hoe wordt de privacy gewaarborgd? Antwoord In opdracht van het ministerie van BZK wordt door een landelijke projectgroep de invoering van de Basisregistratie Personen (BRP) gerealiseerd. De oude Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegeven (GBA) verdwijnt, daarvoor in de plaats komt de Basisregistratie Personen. In lijn met de weten regelgeving heeft binnen het ontwerptraject het waarborgen van de privacy topprioriteit. 31. 1 Post College B&W stijgt fors. Zijn dat de pensioenen? 2 stijging griffie: herverdeel effect? Kan er overzicht komen van de toerekening van de totale overhead aan de programma’s? 3 waarom daalt het dan weer vanaf 2016? Antwoord 1. Ja. In het kader van de BBV voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) dienen de pensioenen van voormalig bestuurders opgenomen te worden in de exploitatie en niet meer via de voorziening “pensioenen en wachtgelden” te lopen. In de voorjaarsnota 2014 alsmede de nota reserves en voorzieningen – weerstandsvermogen 2014” is deze wijziging toegelicht. Omdat de dotatie aan de voorziening daalt, is er sprake van een verschuiving van een deel van de kosten van programma 10 naar programma 1. Daarnaast stijgen de kosten in verband met een voormalig bestuurder die in 2014 met pensioen is gegaan maar hier tegenover staat de storting van een voor dat doel opgebouwd pensioenkapitaal in de algemene reserve. 2. Indirecte kosten van ondersteunende afdelingen zoals informatisering, automatisering, personeel en organisatie worden samengevoegd en vervolgens toegeschreven aan producten op basis van vooraf vastgestelde criteria als formatie of aantal personeelsleden. Bij de begroting wordt deze toerekening geactualiseerd. Bij de begroting 2015 is gebleken dat bij de griffie nog rekening werd gehouden met minder personeelsleden en formatie dan er daadwerkelijk is. Dit is bij de begroting 2015 aangepast waardoor de toegerekende kosten aan het product griffie stijgen. Gemeentebreed (in totaliteit) stijgen de kosten van de ondersteunende afdelingen hierdoor uiteraard niet, alleen de toerekening aan de producten wijzigt. Een totaaloverzicht van doorberekeningen vanuit de kostenplaatsen treft u aan in de kostenverdeelstaat. 3. De daling in 2016 in programma 1 wordt niet veroorzaakt door mutaties in de doorberekening van overhead maar door de raming van verwachte verkiezingen (2e kamer en gemeenteraad). 38. Gratis fietsenstallen klinkt leuk maar een gebouw/bewaking moet wel worden betaald. Hoe wordt dat gefinancieerd dan? Antwoord De verwachting is dat zowel de NS als de gemeente Heemstede en mogelijk nog andere instanties de kosten zullen delen met gebruikmaking van een nog nader te bepalen verdeelsleutel. 39. Wat zijn de kosten van de Milieudienst IJmond? Waarom handhaven zijn ook op de leeftijdsgrenzen? Dat is een taak van het Openbaar Ministerie Antwoord De totale kosten van de milieudienst bedragen in 2015 € 216.000, een onderdeel daarvan is handhaving. Jongeren onder de 18 mogen in de horeca geen alcohol consumeren en zij mogen ook geen alcohol kopen in winkels. Het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk voor de vervolging van eventuele strafbare feiten. En het toezicht hierop ligt bij de gemeente. De handhavers van de Milieudienst IJmond controleren periodiek alle horecagelegenheden en verkooppunten. 1


43. wat word bedoeld met “’onze” inzet van de BOA’s. 400 uur? Is dat een totaal of alleen voor de wijkschouw? Antwoord De BOA-inzet van 400 uur betreft de inzet om gezamenlijk met de politie op straat te zijn. Dit betreft dus niet de inzet voor de wijkschouw. Bij de wijkschouw wordt ook door handhaving inzet geleverd, maar ook door andere vakdisciplines van de gemeente en derden (bv. woningbouwcorporaties). 44. wordt er rekening gehouden met het feit dat wellicht de vergoeding voor strafbeschikkingen binnen afzienbare termijn wordt afgeschaft? Antwoord Ja, in de eerste begrotingswijziging, waarover de raad gelijktijdig met de begroting 2015 een besluit neemt, wordt de begrote opbrengst terug gebracht naar € 0. 51. wanneer komt er duidelijkheid over de kosten en financiering van de nieuwe fietsroutes? Antwoord Dat is nog niet bekend. Dit is mede afhankelijk van het toekomstige (nog niet vastgestelde) tracé en daaraan behorende juridische/planologische procedures. 52. Hoeveel haltes worden er opgeheven? Antwoord Op de Heemsteedse Dreef worden in totaal 5 haltes opgeheven: Zandvaartkade (2x), Lanckhorstlaan (2x) en César Francklaan (1x) 57. Wat is het grondwatermeetnet? Wie beheert dat dan? Antwoord Het grondwatermeetnet is een meetnet van peilbuizen waarmee we de grondwaterstand monitoren. Iedere week worden de grondwaterstanden opgenomen. Het eigendom en beheer van deze peilbuizen is van de gemeente Heemstede. 127. Landelijke norm is 65%. Hoeveel haalt Heemstede nu dan? Antwoord Het huidige scheidingspercentage is 61% 129. Worden de ondergrondse containers aanbesteed? Antwoord De ondergrondse containers worden aangeschaft via Meerlanden. Meerlanden heeft hier een openbare aanbesteding voor gehouden. 155. (maar ook op andere pagina’s). De extra toerekening van € 100.000,00 aan afvalstoffen en riolering. Graag een overzicht van de toerekening van de totale overhead aan alle programma’s (zie ook hierboven onder pagina 31) , Ook zouden we graag een onderbouwing zien van die extra toerekening. Op welke rekensom is dat gebaseerd? En waarom wordt er BTW doorbelast als de gemeente voor die BTW wordt gecompenseerd? Antwoord De extra toerekening van € 100.000 bij de afvalstoffenheffing wordt veroorzaakt door een hogere doorbelasting van GBKZ (€ 65.000), toerekening BTW over de overheadkosten (€ 34.000), toerekening van oninbare vorderingen (€ 13.000) en lagere toerekening veegkosten (€ 12.000). De extra toerekening van € 100.000 bij de rioolheffing bestaat uit rentelasten (€ 64.000), hogere doorbelasting GBKZ (€ 9.000), toerekening BTW over de overheadkosten (€ 15.000) en toerekening van oninbare vorderingen (€ 12.000). De toerekening van de BTW is gerechtvaardigd, omdat bij de vorming van het BTW compensatiefonds de algemene uitkering met een zelfde bedrag is verlaagd. 193. Stichting Regoinaal Inkoopbureau. Sprake van dividenduitkering? Van een Stichting? 2


Antwoord Deze tekst is foutief overgenomen. Er is uiteraard geen sprake van dividend maar bedoeld wordt hier “bijdrage versus begroting”. Eveneens in de kolom “resultaat en uitgekeerd dividend” hoort te staan “rekeningsresultaat”.

3

Beantwoording vragen Programmabegroting 2015

Recommend Documents