Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Prehistorische Kano De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: Uit welk tijdvak en welke periode stamt de boomstamkano? Tijd van Jagers en Boeren, Prehistorie Vraag 2: Hoe oud is de kano in het museum en hoe oud is de kano van Pesse? De kano in het museum is 3.000 jaar oud. Die van Pesse maar liefst 10.000 jaar. Vraag 3: Tot welke cultuur behoorden de mensen die vanaf 3.500 voor Christus in het westen van ons land leefden? De Vlaardingen- cultuur Vraag 4: Waarom stapten de mensen in het westen van Nederland niet volledig over op een bestaan van landbouw? Dat was lastig door het drassige land en er was wild (en vis) genoeg. Vraag 5: Hoe bestreden de prehistorische mensen in ons land het water? Ze groeven sloten, regelden het waterpeil met sluisjes, verhoogden kreekruggen met plaggen en wierpen terpen op.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Gracht van Corbulo De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode werd de gracht van Corbulo gegraven? Tijd van Grieken en Romeinen, de Oudheid Vraag 2: Waarom hadden de Romeinen interesse in ons land ? Ons land was een springplank voor de verovering van het Germaanse gebied tot aan de Elbe. Toen dat mislukte werd de Rijn de ( goed verdedigbare, natuurlijke) grens van het Romeinse rijk. Vraag 3: Beschrijf hoe de Romeinen onze voorouders succesvol wisten te romaniseren. Langzaam maar zeker namen de Germanen de Grieks- Romeinse cultuur over. Romeinse soldaten kochten inheemse producten en introduceerden zo het geld; handelaars verkochten Romeinse luxe- goederen; en soldaten trouwden met inheemse vrouwen. Germanen konden bovendien legionair worden en na 25 jaar dienst het Romeins burgerrecht krijgen. Vraag 4: Was de gracht van Corbulo het enige grote kanaal dat de Romeinen groeven? Nee, ook veldheer Drusus groef een kanaal, namelijk van de Rijn naar het Flevomeer. Vraag 5: Waarom was de gracht van Corbulo zo handig? De gracht verbond de Rijn met de Maas. Om van de ene naar de andere rivier te komen, was het niet meer nodig om over de (gevaarlijke) Noordzee te varen.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Limes De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode werd de Limes gebouwd? Tijd van Grieken en Romeinen, de Oudheid Vraag 2: Waarom hadden de Romeinen interesse in ons land ? Ons land was een springplank voor de verovering van het Germaanse gebied tot aan de Elbe. Vraag 3: Beschrijf waarom de Rijn en niet de Elbe, uiteindelijk de grens van het Romeinse rijk werd. In het jaar 9 werden drie Romeinse legioenen door de Germanen verslagen. Het lukte dus niet het gebied tot aan de Elbe te veroveren. Daarop trokken de Romeinen zich terug tot de Rijn. Vraag 4: De Romeinen romaniseerden de volkeren die ze overwonnen. Bijvoorbeeld door ze op te nemen in het Romeinse leger. Waarom was het voor een Bataaf aantrekkelijk om in het leger te dienen? Na 25 jaar werd een legioensoldaat automatisch Romeinse burger. Een Romeins burger had kans op beter betaalde banen en kreeg bescherming via de Romeinse rechtspraak. Bovendien was het burgerschap erfelijk. Vraag 5: Beschrijf hoe de Limes eruit zag. Langs het Nederlandse deel van de Rijn stonden 18 vestingen, 1 grote (het castrum Nijmegen) en 17 kleinere (de castella). Tussen de vestingen stonden uitkijktorens.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Nehalennia De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode werd Nehalennia aanbeden? Tijd van Grieken en Romeinen, de Oudheid Vraag 2: De meeste Romeinen waren polytheïsten. Ze aanbaden meerdere goden. Hoe noemen we joden, christenen en moslims? Monotheïsten Vraag 3: Aan welke inheemse godin is de altaarsteen in onze expositie gewijd en wat is haar functie? Nehalennia. Zij was de beschermgodin van de zeevaarders en zorgde onder andere voor een veilige overtocht naar Brittannië. Vraag 4: Was Herculus Magusanus een Romeinse of een Germaanse god? Allebei. Herculus was Romeins en Magusanus Germaans. Vraag 5: Beschrijf wanneer en hoe het Romeinse rijk christelijk werd. In 312 won keizer Constantijn een burgeroorlog en meende dat hij dat aan de christelijke god te danken had. Vanaf dat moment werden christenen niet meer vervolgd. Later werd het christendom zelfs de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Vikingen De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode waren de Vikingen actief ? Tijd van Monniken en Ridders, Vroege Middeleeuwen Vraag 2: Wat klopt er niet aan ons clichébeeld van Vikingen? Ze droegen geen gehoornde helmen, hadden geen schepen met drakenkoppen en werden niet Viking genoem d. Vraag 3: Aanvankelijk waren de Vikingen vreedzame handelaars. Waar handelden ze in? De Vikingen brachten huiden, bont, barnsteen en slijpstenen en ruilden dat voor luxe goederen als wijn, zwaarden, juwelen, wol, Fries laken, aarde- en glaswerk. Vraag 4: Leg uit waarom de Vikingen na 814 massaal beginnen te plunderen. Karel de Grote had het Frankische Rijk goed op orde. Hij zorgde voor bescherming van de kust met schepen en vestingen. Na zijn dood in 814 kwamen er conflicten tussen zijn zoon en kleinzonen over de verdeling van het rijk. De onderlinge strijd zorgde ervoor dat de buitengrenzen van het Frankische rijk niet meer beschermd werden. Vraag 5: De Vikinglegers waren maar klein. Verklaar hun succes. Dankzij hun snelle langschepen konden de Vikingen onverwacht toeslaan. Het langschip was een zeilschip dat tegen de wind in kon zeilen en ook geroeid kon worden. Het schip had weinig diepgang. Daardoor kon het ook ondiepe rivieren bevaren. Verder was het zeewaardig en kon het zelfs over land getild worden.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Hanze De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode was de Hanze actief? Tijd van Steden en Staten, Hoge en Late Middeleeuwen Vraag 2: Welke afspraken maakten handelaren uit de Hanzesteden met elkaar? Ze garandeerden elkaars prijzen, spraken af niet met andere handelaars in zee te gaan, leenden elkaar geld en gingen voor de veiligheid samen op reis. Vraag 3: In welke producten handelden de Hanzesteden? Uit het Noordzeegebied werd wol, laken en wijn naar het Oostzeegebied geëxporteerd. Vanuit het Oostzeegebied kwam graan en hout. Vraag 4: Waarom was de kogge zo n handig schip? Dit eenvoudige schip was zeewaardig, maar kon ook ondiepe rivieren bevaren. Het kon bovendien veel vracht meenemen. Zelfs als oorlogsschip was het bruikbaar. Vraag 5: Noem drie Hanzesteden uit Nederland. O.a.: Kampen, Deventer, Zutphen, Zwolle, Doesburg, Groningen, Tiel, Arnhem.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Moedernegotie De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode vond de Moedernegotie plaats? Tijd van Steden en Staten, Tijd van Ontdekkers en Hervormers, Tijd van Regenten en Vorsten. Periodes: Late Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd. Vraag 2: Wat is de Moedernegotie eigenlijk? Met Moedernegotie werd de handel met de landen rond de Oostzee bedoeld. Dat bracht zoveel rijkdom dat het werd gezien als de moeder van alle handel (negotie). Vraag 3: Hoeveel Hollandse schepen passeerden in 1500 de Sont? En hoeveel in 1620? 1500: 300 tot 400 schepen. 1620: 3400 schepen. Vraag 4: Noem tenminste twee voordelen van het Hollandse fluitschip. Het fluitschip had een smal dek waardoor de schipper weinig tol hoefde te betalen bij het passeren van de Sont. Het schip kon veel lading vervoeren en had maar een kleine bemanning nodig (lage loonkosten). Bovendien was het fluitschip niet duur om te bouwen. Vraag 5: Waarom bemoeide de Republiek zich met de oorlogen tussen Zweden en Denemarken? Om haar handelsbelangen veilig te stellen. Geen van beide landen mocht te sterk worden en de Sont beheersen.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Watergeuzen De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode waren de Watergeuzen actief? Tijd van Ontdekkers en Hervormers, Vroegmoderne Tijd Vraag 2: Willem van Oranje verzette zich tegen de Spaanse koning. In 1566 bood hij namens veel Nederlandse edelen landvoogdes Margaretha een smeekschrift aan. Wat stond erin? De Nederlandse edelen vroegen de landvoogdes om te stoppen met de vervolging van de calvinisten en ze wilden dat de Staten Generaal bijeen werden geroepen. Vraag 3: Noem drie soorten mensen die zich aansloten bij de Watergeuzen. Verdreven edelen, berooide zeelieden en avonturiers. Vraag 4: Wat was het eerste succes van de Watergeuzen? De min of meer toevallige verovering van Den Briel in 1572. Vraag 5: Waarom was Willem van Oranje toch niet blij met de Watergeuzen? In Den Briel en Gorinchem hadden de Geuzen katholieke geestelijken vermoord. Ook plunderden ze Hollandse en Zeeuwse kustplaatsen.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Van Linschoten De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode leefde Jan Huygen van Linschoten? Tijd van Ontdekkers en Hervormers, Vroegmoderne Tijd Vraag 2: Alleen de Portugezen en Spanjolen kennen in de 16de eeuw de route naar Azië. Welke Portugese zeevaarder voer als eerste om Afrika naar India? Vasco da Gama. Vraag 3: Via het Verdrag van Tordesilla verdeelden Spanje en Portugal de wereld. Spanje werd rijk en machtig dankzij de Amerikaanse zilvermijnen. Waar verdiende Portugal veel geld mee? Met de handel in Aziatische specerijen. Vraag 4: Hollandse kooplieden vermoedden wel dat de weg naar Azië om Afrika liep, maar veel zeelieden durfden niet te ver naar het zuiden te varen. Welke gevaren vreesden ze? Halverwege Afrika zou je in de Zee der Schaduwen komen. Daar zouden zeemonsters leven en het water koken. Vraag 5: Uiteindelijk komt Jan Huygen van Linschoten achter de route. Hoe? Hij ging in dienst bij de nieuwe bisschop van Goa (een stad in India) en vaart met de Portugezen mee naar Azië.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp VOC De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode was de VOC actief? Tijd van Regenten en Vorsten, de Vroegmoderne Tijd Vraag 2: In 1595 zeilden Nederlandse koopvaarders voor het eerst naar Azië. Hoe werd deze historische tocht genoemd? Eerste Schipvaart. Vraag 3: Waarom werd in 1602 de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) opgericht? De Nederlandse kooplieden die op Azië voeren, concurreerden teveel met elkaar. Vraag 4: De VOC deed niet alleen aan handel. Waar hield het bedrijf zich nog meer mee bezig? De VOC mocht in Azië ook oorlog voeren, verdragen met vorsten sluiten en veroverde gebieden besturen. Vraag 5: Beschrijf het leven van een gewoon bemanningslid aan boord van een VOCschip. Zeelui tekenden voor vijf jaar en kregen dan een vast (maar karig) loon. Een kwart tot de helft van de bemanning kwam uit het buitenland. Vooral kansarme mensen en misdadigers gingen aan boord. Veel zeelui stierven onderweg door ondervoeding of bedorven etenswaren.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Bontekoe De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode voer Bontekoe voor de VOC? Tijd van Regenten en Vorsten, Vroegmoderne Tijd Vraag 2: Waarom werd in 1602 de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) opgericht? De Nederlandse kooplieden die op Azië voeren, concurreerden teveel met elkaar. Vraag 3: Waarom wilde schipper Bontekoe voor de VOC werken? Zijn eigen schip werd door Algerijnse piraten gekaapt en Bontekoe moest zich voor veel geld vrijkopen. Hij werd schipper bij de VOC om zijn schulden af te kunnen lossen. Vraag 4: De VOC deed niet alleen aan handel. Waar hield het bedrijf zich nog meer mee bezig? De VOC mocht in Azië ook oorlog voeren, verdragen met vorsten sluiten en veroverde gebieden besturen. Vraag 5: Het schip van Bontekoe leed schipbreuk. Hoe liep het af met Bontekoe en zijn bemanning? 56 van de 206 bemanningsleden bereikten Batavia. Bontekoe kreeg een nieuw schip toegewezen en bleef nog tot 1625 in Azië varen.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Michiel de Ruyter De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode leefde Michiel de Ruyter? Tijd van Regenten en Vorsten, de Vroegmoderne Tijd Vraag 2: Waarom waren de Europese landen zo vaak met de Republiek der Nederlanden in oorlog? Ze benijdden het Nederlandse handelssucces en probeerden die handel zoveel mogelijk te dwarsbomen. Ook vonden de Europese vorsten het onwenselijk dat er een land bestond zonder koning aan het hoofd (een republiek). Vraag 3: Wat was de aanleiding voor de eerste Engelse oorlog? Engeland weerde Nederlandse vrachtvaarders via de Akte van Navigatie. Vraag 4: Welke stunt haalde De Ruyter in 1667 uit? Hij bracht de Engelse vloot een gevoelige slag toe terwijl het in het binnenland van Engeland voor anker lag. Vraag 5: Welke belangrijke rol speelde Michiel de Ruyter in het rampjaar 1672? Tot twee keer toe versloeg hij een grotere Frans- Engelse vloot.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Slavernij De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode beleefde de slavenhandel zijn hoogtepunt (of eigenlijk dieptepunt)? Tijd van Pruiken en Revoluties, Vroegmoderne Tijd Vraag 2: Waarom waren er in de Nieuwe Wereld slaven nodig? De slaven werden gebruikt om op de plantages te werken. Vraag 3: Hoeveel slaven hebben de Nederlanders naar Amerika gebracht? En hoeveel werden er door alle Europese landen samen vervoerd? 580.000 slaven door de Nederlanders op een totaal van 12 miljoen. Vraag 4: 17% van de slaven overleefde de overtocht naar Amerika niet. Beschrijf hoe ze aan boord werden behandeld: Alle slaven aan boord werden kaal geschoren. Bovendien werden ze naakt vervoerd. Vrouwen en kinderen werden bij elkaar gezet in het ruim. De mannen werden aan de ketting gelegd en in houten kooien gestopt. Die waren zo klein dat de slaven nauwelijks konden zitten. Poepen en plassen moest in een emmer, of erger gewoon op de vloer. Beneden in het ruim stonk het dus verschrikkelijk. Bovendien was het er heet. Per dag kregen de slaven een liter water en twee maaltijden. Meestal bonen of pap. Vraag 5: Wat gebeurde er met de slaven in Suriname na de afschaffing van de slavernij in 1863? Ze bleven op de plantages werken, maar nu voor een klein loon.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Roentgen De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode leefde ingenieur Roentgen? Tijd van Burgers en Stoommachines, de Moderne Tijd Vraag 2: Koning Willem I probeerde Nederland te moderniseren. Waarom lukte dat niet? Hij stond weinig vrijheden toe en bepaalde zelf wat er moest gebeuren. Er was dus weinig ruimte voor creatieve ondernemers. Vraag 3: Roentgen kreeg wél alle vrijheid om te experimenteren. Hoe kwam Roentgen aan zijn kennis over stoomvaart? Daar had hij zich in Engeland in verdiept. Vraag 4: Wat was de belangrijkste uitvinding van Roentgen? De verbetering van de compoundmachine. Vraag 5: Noem twee redenen waarom de stoomvaart rond 1870 een grote vlucht nam. Roentgens verbeterde compoundmachine werd toegepast; staalplaten konden eenvoudig en goedkoop worden geproduceerd waardoor grotere schepen konden worden gebouwd; en het Suezkanaal werd gegraven.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Wilton en Fijenoord De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode kwam de Rotterdamse haven tot bloei? Tijd van Burgers en Stoommachines, Moderne Tijd Vraag 2: In welk jaar werd scheepswerf Fijenoord opgericht? En in welk jaar Wilton? Fijenoord in 1825 en Wilton in 1854. Vraag 3: Rotterdam groeide in de 19de eeuw als kool. Waarom verhuisden er zoveel Zeeuwen en Brabanders naar deze havenstad? Op het platteland was steeds minder werk, terwijl de moderniserende haven juist steeds meer werk te bieden had. Vraag 4: Waarom werd de Nieuwe Waterweg (1872) gegraven? Steeds meer goederen en grondstoffen werden met moderne stoomschepen van en naar het Duitse Ruhrgebied vervoerd. Deze ijzeren schepen waren veel groter dan hun houten voorgangers. Dat maakte het noodzakelijk om de vaarwegen vanaf zee naar Rotterdam te verbeteren. Vraag 5: Havenarbeiders kregen het langzaam maar zeker beter. Waardoor ging het in de eerste helft van de 20ste eeuw toch weer slechter? Door de eerste Wereldoorlog stortte de economie in. Daarna kwam de Beurskrach waardoor een op de vier arbeiders zijn baan kwijtraakte. De arbeiders genoten weinig bescherming en een werkloosheidsuitkering bestond niet tot nauwelijks.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Holland- Amerika Lijn De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welke tijdvakken en welke periode was de Holland-Amerika Lijn actief? Tijd van Burgers en Stoommachines, Tijd van Wereldoorlogen en Tijd van Televisie en Computer, Moderne Tijd Vraag 2: Noem twee veranderingen in de scheepvaart waardoor de Holland-Amerika Lijn kon worden opgericht. De ontwikkeling van betrouwbare lijndiensten dankzij de stoomvaart en de betere verbinding van Rotterdam met zee dankzij de Nieuwe Waterweg (1872). Vraag 3: In de loop der tijd hebben schepen van de Holland-Amerika Lijn allerlei soorten passagiers vervoerd. Noem er twee. Emigranten uit Oost- Europa, emigranten uit Nederland, soldaten van de geallieerden en toeristen voor de cruisevaart. Vraag 4: Waarom emigreerden veel Nederlanders na de oorlog naar Amerika en Canada? Na de oorlog zagen veel Nederlanders de toekomst somber in. De economie was er beroerd aan toe en de koude oorlog had de wereld opgedeeld in twee ideologische machtsblokken. Veel mensen waren bang voor een nieuwe oorlog met de Russen. Vraag 5: Kun je in Rotterdam nog iets terugvinden dat aan de Holland-Amerika Lijn herinnert? De SS Rotterdam ligt in de Rotterdamse haven en het gebouw van Hotel New York was het hoofdkantoor van de Holland- Amerika Lijn.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Slag op de Javazee De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode vond de Slag op de Javazee plaats? Tijd van de Wereldoorlogen, Moderne Tijd Vraag 2: Wat is het Cultuurstelsel? Een stelsel ingevoerd door Willem I om te zorgen dat Indonesische boeren een deel van het jaar verplicht voor het Nederlandse koloniale bewind werkt en. Vraag 3: Waarom zagen veel Indonesische vrijheidsstrijders de Japanners als helden? Japan was het eerste Aziatische land dat een modern Europees land (Rusland) wist te verslaan. Vraag 4: Wat gebeurde er tijdens de slag op de Javazee? Een vloot van Nederlandse, Amerikaanse, Engelse en Australische schepen werd verslagen door de Japanners. 915 Nederlandse zeelieden vonden de dood. Daarna kon Japan Indonesië bezetten. Vraag 5: Wanneer besloot Nederland om de onafhankelijkheid van Indonesië te erkennen? Nadat de Amerikanen dreigden de Marshallhulp stop te zetten.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp De Boeg De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode vond de Tweede Wereldoorlog plaats? Tijd van de Wereldoorlogen, de Moderne Tijd Vraag 2: Noem twee oorzaken van de populariteit van Hitlers nationaal-socialistische partij. Hitler speelde handig in op de onvrede over het Verdrag van Versailles en de angst voor het communisme. Bovendien gaf hij Joden de schuld van alle problemen (antisemitisme). Vraag 3: Wat gebeurde er met de koopvaardijschepen die op zee waren toen Duitsland Nederland binnenviel? De schepen en hun bemanningsleden hadden vaarplicht en moesten de geallieerde legers bijstaan in hun strijd tegen de Duitsers. Vraag 4: Op welke manier hielpen de koopvaardijschepen in de strijd tegen Duitsland? Ze vervoerden brandstof en grondstoffen voor de oorlogsindustrie, wapens en soldaten. Vraag 5: Hoeveel Nederlandse schepen werden tot zinken gebracht en hoeveel zeelieden kwamen daarbij om het leven? 500 schepen zonken en 3.500 zeelieden kwamen om het leven.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Watersnoodramp De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode vond de Watersnoodramp plaats? Tijd van Televisie en Computer, de Moderne Tijd Vraag 2: Wie was (en is) in Nederland verantwoordelijk voor de bescherming van de polders en wie is verantwoordelijk voor de kustverdediging? De waterschappen beschermen de polders. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de kustverdediging. Vraag 3: Noem twee redenen waarom de dijken in 1953 slecht waren onderhouden. Door de economische crisis was er in de jaren dertig geen geld voor onderhoud. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ook niet in de dijken geïnvesteerd. Na de oorlog had economisch herstel voorrang. Vraag 4: Tijdens de Watersnoodramp kwamen 1835 mensen om het leven. Hoeveel doden zouden er extra gevallen zijn als ook Zuid-Holland was ondergelopen? 30.000 Vraag 5: Wat deed de regering om een nieuwe ramp te voorkomen? De regering stelde het Deltaplan op.
Onderbouw HAVO/VWO
Vragen bij het onderwerp Havenbedrijf Rotterdam De antwoorden schrijf je in het jury-rapport Lees eerst de feiten in dit documentatiemapje! Vraag 1: In welk tijdvak en welke periode is het Havenbedrijf Rotterdam het meest actief? Tijd van Televisie en Computer, de Moderne Tijd Vraag 2: Waardoor kon de Rotterdamse haven na 1872 flink groeien? Door de industrialisatie begon de havenstad vanaf 1870 flink te groeien. De industrie in het Ruhrgebied begon zich te ontwikkelen, waardoor via Rotterdam steenkool en erts met binnenvaartschepen naar Duitsland moesten worden vervoerd. Producten uit de Duitse fabrieken gingen via Rotterdam naar klanten over de hele wereld. Vraag 3: Van welk jaar tot welk jaar was Rotterdam de grootste haven ter wereld? Van 1962 tot 2004. Vraag 4: Noem drie havens die sinds de Tweede Wereldoorlog door het Havenbedrijf werden gegraven. Botlekhaven (1955), Europoort (1960), de Maasvlakte (1970) en Maasvlakte 2 (momenteel in aanleg). Vraag 5: Waarom is de aanleg van Maasvlakte 2 nodig? Om in te spelen op de groeiende wereldeconomie. Straks kunnen de allergrootste containerschepen met een diepgang van 20 meter hun lading lossen. Dat is goed voor de concurrentiepositie van Rotterdam.