.
--Prof. dr. J. van Mens-Verhuist Vrouwengezondheidszorg Humanistiek
en aan de Nederlandse
Vrouwenstudies,
beide te Utrecht.
de capaciteitsgroep E-mail:
hoogleraar
aan de Universiteit
voor
Onderzoekschool Daarnaast
Gezondheidspsychologie
is zij medewerkster van Universiteit
van
Utrecht.
[email protected]
Geaccepteerd
DIVERSITEIT
is als bijzonder
verbonden
januari
2003.
ALS SLEUTEL TOT
VRAAGSTURING IN EEN GEVARIEERDE JANNEKE VAN MENS-
SAMENLEVING
25
-
-
VERHULST
cr
denkkader,
Over
handelingsprincipe
en competentie
~ ~ zm ~
mVl
De
kanteling
van
aanbod-
naar
zorg- en welzijnspraktijken
vraagsturing
vergt
van
nieuwe oplossingen voor een
voorbaat
uniformiteit
omgevingsvariatie
veronderstelt,
maar
wel
helpt
de
terug te brengen tot overzienbare
oud probleem: hoe de vragen van een steeds gevarieer-
beslissingsproblemen
der wordende samenleving te hanteren? Voorheen lukte
ele cliënt.
en recht te doen aan de individu-
dat vrij behoorlijk door het aanbod af te stemmen op
Zowel kader als handelingsrepertoire
~m~ <~ >
~
z>
:;; ~~ ~
Vlm .:::
c:
m~
een of enkele fictieve standaard mensen (Van Houten,
mogelijk zijn; dat wil zeggen geschikt om een veelheid
~~ ~0
1999). Verschillenbleven zo buiten het blikveld. Als dat
aan verschillen te signaleren en begrijpen respectievelijk
~~
niet meer lukte, gebeurde als het ware het tegendeel:
te hanteren
ze werden
Daarnaast
erkend
maar
ook
verabsoluteerd
en
geforma-
-
moet zo robuust
liefst op meerdere aggregatieniveaus.
moeten
ze
passen
bij
het
idee
van
zelfsturing
~ > Cl VI
liseerd in aparte voorzieningen;
daarbinnen werd dan
door cliënten en is het prettig als ze zo min mogelijk
weer homogeniteit verondersteld.
gebonden zijn aan één bepaalde interventiecontext.
Vraaggericht werken maakt dat men de heterogeniteit
In dit verband zijn de ontwikkelingen
niet langer kan ontkennen of bagatelliseren, maar
vrouwenhulpverlening
manieren moet vinden om tegemoet te komen aan de
Deze beweging heeft zich al vanaf de jaren zeventig van
verschillen tussen cliënten, in hun problemen en inter-
de vorige eeuw toegelegd op het 'honoreren'
van één
ventiebehoeftes
specifiek
toen
maar
ook
in
hun
wensen
voor
bejege-
verschil,
die zich in de
hebben voorgedaan interessant.
namelijk
sekse.
Daartoe
zijn
~
z ~
~ ~ ~ ~ < > ~
Vooralsnogheeft vraagsturing vooral in verdere verfij-
ontwikkeld. Geleidelijk aan is echter het besef gegroeid
~ ~
ningen van het aanbod geresulteerd, maar in essentie
dat onder de noemers 'vrouwen' (en 'mannen') nog
VI
vergt
andere
> ~
ning en maatschappelijke
participatie.
onder andere nieuwe referentiekaders en methodieken
m
het van professionals
dat zij methodisch
en inhou-
relevante
verschillen
schuil
gingen,
die evenzeer
mi
delijk soepel kunnen inspelen op de variatie die zich
aandacht en recht op gelijke behandeling verdienden:
~
aandient en dat zij de hulpverlening
met name seksuele voorkeur, leeftijd, klasse en etniciteit.
5
(in plaats van eenzijdig) leerprocestegemoet treden.
Hét sleutelwoord om aan te geven dat men oog had
~
Uitbreiding van het aanbod met extra programma's voor
voor deze veelheid aan biopsychosocioculturele
specifieke doelgroepen is dus niet toereikend voor het
len en ook bereid was daar in de interventiepraktijk
realiseren van vraaggestuurde
rekening mee te houden, werd 'diversiteit'
als een wederzijds
zorg (Baart, 2002; Van
der Laan, 2002). Naast nieuwe handelingsprincipes
is er
ook een ander denkkader nodig: een kader dat niet bij
SOCIALE
INTERVENTIE
-
2003 - 1
verschil-
(Van Mens-
Verhuist, 1996; 1997; 2001). In wisselwerking
met vrouwenstudies
en etnische studies
I
~ , ,
genoemdeverschillenmoetenwordengeïnterpreteerd en ook hoede relatiestussende verschillenmoeten wordengeconceptualiseerd. Tevensis er, eigenlijknog voordathet debatop gangwas,al eendiversiteitsprincipe voor het handelengeformuleerd.Daarbijdoel ik niet
iser rond'diversiteit' eendebatop ganggekomen hoe
Daarinwordendeverschillen eendimensionaal gedefinieerd:seksealseenhormonaalof anatomischkenmerk; etniciteitalseenkwestievan afstammingen huidskleur; leeftijdalsbepaalddoor geboortedatum; seksuele voorkeuren gezondheidstoestand alsbiologische fenomenen - die 'natuurlijk'gepaardgaanmet maatschappelijke
op wat zichonderde noemer'diversiteit'in politiekeen beleidskringen afspeelt(gelijkekansen,positieveactie, bestrijdenvan discriminatie) en waarindiversiteiteen waardeop zichlijkt te zijn geworden(Verhaar,2001). Mij gaat het om handelingsvoorschriften voor de directe interactietussenprofessionals en cliëntenen de specifieke eisendie dat stelt aanprofessionele competentie. In dit artikelbeschrijfik de voorlopigeuitkomstenvan
consequenties; klassealseenpuur sociaal-economisch en religiealseenpuur cultureelfenomeen.Ook worden de verschillenalsdiscretecategorieën voorgesteld,waarbij er één(de eerste)de normvertegenwoordigt: je bent manof vrouw,autochtoonof allochtoon,jong of oud, heteroof homo,enzovoorts.Daarnaast gaanze door voor statisch- nauwelijksgevoeligvoor historische of geografische variatie- enobjectief vaststel baar.
dezeontwikkelingen enconstateer ik datdieop zich
Deinterplexe versieisweergegeven in derechterrij.
robuustgenoegzijn voor wijderetoepassing,maardat het emancipatorisch potentieeldaarbijwel gevaarloopt.
Hierinwordendezelfdeverschillen'gelaagd'opgevat: alsverschijnselen met een persoonlijke, socialeen cultu-
i
rele dimensie naast de biologische. Uitgangspunten zijn
j
continuïteit en dynamiek; dat wil zeggen dat men de
I
verschillenvoorsteltalspositiesdie menseninnemenop
'/
DEN KEN
0 VER
D I VER 5 I TEl T
; :
I
t ~
r
I I
: :
j Î Î
:
Diversiteitzoalshier door mij bedoeld,gaatover maatschappelijkrelevanteverschillendie (vanwegehun
continua- van vrouwelijk-en mannelijkheid, 'zwart-' of 'witheid', enzovoorts.De verschillen - of beterde ver-
: :
biologische of maatschappelijkeverankering) relatief onveranderlijk worden geacht: sekse,etniciteit, leeftijd,
schilcategorieën- worden beschouwd als uitkomsten van de interacties tussen langlopende biologische, socia-
r
;
l
l t
I
;
seksuele voorkeur,validiteit,klasseen levensbeschou-
le, cultureleen persoonlijkeprocessen, waarvande
:
wing.Tweekwesties zijnhieraandeorde:hoekanhet
onderlinge relevantie varieertnaartijd enplaats.
;
ontstaanen blijvenbestaanvan die verschillenworden
De interplexeversieimpliceerteenconstructivistische
begrepenen hoe moet hun combinatiewordengezien?
visie,dat wil zeggendat fysiekeof maatschappelijke verschillen(en overeenkomsten) niet wordengezienals
Platteen interplexediversiteit Over het ontstaanen voortbestaan van genoemdever-
ietswat er 'van nature'is, maarals het resultaatvan het onderscheid dat iemand- of wij met zijn allen- maken~ gemaakthebbenen blijvenmaken.In dit procesvan
., 1
~
schillen bestaan uiteenlopende ideeën diein schema 1
'articulatie' wordtvoortdurend onderhandeld overwelke
zijn geschematiseerd in een platteen eeninterplexe1 versie.Ze moetengelezenwordenalsextremenwaar-
kenmerkenbepalendzijn voor overeenkomst of verschil, in- of uitsluiting.In box 1 is bij wijzevan illustratiede
tussen zichin depraktijkvanhetalledaagse enweten-
interplexe diversiteitsbenadering vansekse geconcreti-
schappelijke denkenallerleitussenvormen voordoen. De linkerrijin het schemarepresenteert de platteversie.
seerd.
Eendimensionaal Dichotoom Statisch Ob;ectiefgegeven
-
j
~,
;
..
i
-
Interplex
-
;
j
j
Schema1 Eenplatte en een interplexebenaderingvan verschillen Plat
!
1
Meerdimensionaal Continu Dynamisch Geconstrueerd doorpersoonzelf en anderen
SOCIALE INTERVENTIE
- 2003
- 1
1
r
-
, Box1 De interplexebenaderingvan sekseverschillen Om de cultureleen socialeaspectente onderscheiden van de biologischewordt in gevalvan seksedikwijlseen apartwoordgebruikt,namelijkgender.Gebruikelijkis genderin ten minstedrie lagenuiteente leggen:een sociaal-culturele (ofwel symbolische) die de opvattingenovermannelijkheid en vrouwelijkheidomvat;een
I
sociaal-structureledie de arbeidsdeling tussen mannen en vrouwen betreft; en als derde een persoonlijke laag van gendergerelateerdecognities, gevoelens en gedragingen (Tonkens, 1998). Daarnaastwordt de dynamiek zowel tussen als binnen de genoemde lagen belicht. Tussen,want de opvatting is dat gendergedrag totstandkomt onder invloed van de culturele omgeving en sociale arrangementen waarin we opgroeien (door internalisatie, identificatie en socialisatie) en dat dit gedrag die arrangementen en cultuur ook instandhoudt. Binnen: want iedere laag kent ook een eigen dynamiek, die als het ware kan inbreken op de onderlinge wisselwerking. Dat kunnen technologische ontwikkelingen zijn, zoals betere anticonceptiemiddelen; of cultureel-structurele ontwikkelingen zoals hoger onderwijs voor velen. Er kunnen zich dus in de loop der tijd verschuivingen voordoen, bijvoorbeeld in de betekenisgeving aan de lichamelijke ervaringen, die zich op uiteen-
lopendemanierenconsolideren in de leefstijlen zelfopvattingenvan vrouwenen mannenen zichsomsook vertalenin bredergedeeldebestaansvisies en cultureel-structurele veranderingen (denkaande verschuivingvan
~
27
~
.=-
kostwinnersgezin
[
naar
anderhalfverdieners
model).
Mannelijk- en vrouwelijkheid worden niet als wederzijds uitsluitend beschouwd. Veronderstelling is dat er voor
individuele vrouwenenmannen keuzen mogelijk zijnopeencontinuüm vanmeerenmindervrouwelijkheid,
> z
~
~'"
~
~~ m
maarook op eencontinuümvan meeren mindermannelijkheid. Met die keuzen'construeren'vrouwenen
~S
mannenhun persoonlijkleven.Genderis daarmeeniet ietswat je 'hebt', maarwat je 'doet'. Eigenlijklevenwe allemaal op eensoortdambord('matrix' zeggen deEngelsen) vanmannelijkenvrouwelijkheid enmoetenwe
~~
~
'"
"'.-
.:: ~
onssteedsweerberadenop de positiedie we daaropinnemen,respectievelijk willen innemen.
m-l ~m J:
"~'-'-
.-
C-I .-0
Dearticulatievan verschillenen overeenkomsten vindt
2000).Andersgezegd:menheeftgeenbij voorbaat
onvermijdelijk plaats in een krachtenveld van machts-
vaststaandeetniciteit maar krijgt of zoekt er een, ergens
ongelijkheden.
op het continuüm
Er kleeft
namelijk
aan iedere
sociale
van mogelijkheden.
Daarbij
is etnici-
~; ~ > " '"
~
ordeningeen- meerof minderheimelijke- hiërarchie
teit dusniet alleeneen kenmerkvan allochtonen,maar
van waardering. In het algemeen is er een lagere waar-
van alle mensen. Ook autochtonenhebbeneenetnici-
dering en daarmee een grotere kans op uitsluiting en
teit.
achterstelling voor wie deel uitmakenvan de allochtone, vrouwelijke,oude,ziekeen/of lager opgeleide groepen
In veelinterventiepraktijken baseertmenzichechterop eenplattereversievan etniciteit:één waarin de nadruk
~
dan voor wie horen tot de autochtone,
ligt op een allochtone minderheid en haar talige en
~
culturele
< >
jonge
of middelbare,
gezonde
en/of
mannelijke,
hoger
opgeleide
~ ~
verschillen
met de autochtone
meerderheid.
~ ~
bevolking. Ookindirecthoudtdehiërarchisering van
Geprobeerd wordtdieverschillen te overbruggen met
verschillenbestaande articulatiesin standomdat deze
tolken en met voorschriften op het gebied van (met
~
wordt geïnternaliseerd en zich vastzet in het zelfbeeld
name analoge) communicatie,
en zelfvertrouwen van mensen.
de conventies en regels van autochtone kant maatge-
:: >
maar tegelijkertijd
blijven
:::
~ m
In deinterplexe versieverschijnt etniciteit,netzoals sekse,alseenuitvindingofwel constructie: een permanent proces,waarindeverschillen en gemeenschappe-
vend: het 'andere' wordt naar de privé-sfeerverwezen.
~
Voorverschillen tussenallochtonen onderling(bijvoorbeeld qua sekseof seksuele voorkeur) bestaat weinig of geenaandacht.
~
~ I
lijkheden in lichamelijk, gedragsmatig, sociaalen cultureel vlak steeds opnieuw worden afgebakend, bestreden
Vergelijken we de platte en de interplexe benadering
en verlegd. Het is zowel een procesvan uitgevonden
qua robuustheid,dan is het duidelijkdat de tweede
wordenalsvan zelfuitvinding(pattynamaen Verboom,
superieur is. Dit komt doordat zij meer verschillen kan
SOCIALE
INTERVENTIE.
2003 .1
'i
w
omvatten dankzij de differentiatie in lagen en de grada-
wordt duidelijk dat mensen zich met hun verwevenheid
ties van verschil en doordat ze ruimte laat voor (toe-
van sociale positioneringen in meer of mindere mate
komstige) verschuivingen in verschillen en overeenkomsten. Bovendien biedt ze inzicht in de wijze waarop ver-
kunnen onderscheidenof juist identificeren met anderen - innerlijk maar ook qua sociale representatie.Overigens
schillen en overeenkomsten niet alleen op het individu-
lijkt het in dit verband gepaster een ruimtelijke beeld-
ele maar ook op het bovenpersoonlijke niveau worden
spraak te gebruiken en te spreken van domeinen of
geconstitueerd.
werelden van verschil die elkaar kruisen, dan van differentielijnen.
Stapelmodel en intersectioneel model Hoe over de combinaties van verschillen moeten wor-
De robuustheid van het ISIP-kader
den gedacht, is op uiteenlopende wijze getheoretiseerd.
Het intersectionele én interplexe (ISIP-)kaderuit de
Ruwweg laten zich een stapelmodel en een intersectio-
voorgaande alinea is robuuster dan het stapelmodel,
neel model onderscheiden.
zowel in het begrijpen van verschillen en de schakerin-
Het stapelmodel vloeit min of meer voort uit de platte
gen daarin als qua aantal aggregatieniveausdat het
benadering van diversiteit: mensen verschijnen als een
bestrijkt en de wijze waarop het zich verdraagt met de
~
optelsom van verschillen, waarbij het regelmatig
notie van zelfsturing.
;;
gebeurt dat het ene verschil het andere wegdrukt. Wie chronisch ziek is, wordt niet meer 'h/erkend' als vrouw,
Het kader brengt ten eerste een permanent proces van identiteitsformatie en zelfverandering in beeld - zowel
man en/of allochtoon, bijvoorbeeld. In de hulpverlening, gericht als zij is op problemen en kwetsbaarheden, ver-
op persoonlijk als op groepsniveau. Daarmee is het mogelijk ook de spanningen en strijdigheden die zich in
..
~ ~ u
> ;,
dwijnt daardoor gemakkelijk uit het zicht welke verschil-
het proces van identiteitsconstructie
~ ~
len een bron van kracht vormen (Halsema en Jacobs,
Ieren en te begrijpen. Bijvoorbeeld als het 'baas over
voordoen te signa-
~ (
2002).
~
>
Problematisch
is ook dat er in dit model alleen
eigen lijf en leven'-ideaal
van het ene domein botst met
nog maar wordt gedacht in termen van verschillen en er
het verbod op abortus of op 'lesbisch verlangen' dat in
~
geenoog meeris voor overeenkomsten. Aannameachterhet intersectionele model- in Neder-
het anderedomeinvan krachtis. Het geeft aansluiting op de theorievormingover 'de ander'in jezelf.
~
land ook wel aangeduid als het kruispuntdenken - is dat
Ten tweede verheldert het kader hoe mensen in sommi-
~
de continua van verschil (ook wel als 'assen' aangeduid)
ge domeinen in een achtergesteldepositie kunnen ver-
elkaar geli;kti;dig en in wisselwerking op allerlei manie-
keren terwijl ze tegelijkertijd in andere domeinen een
ren doorsnijden. (De metafoor van het mikadospel kan
meer bevoorrechte positie innemen. Dit leidt tot nuan-
hier enig houvast bieden). Zogenaamd zuivere catego-
cering van beelden als zouden alle vrouwen onderdrukt
rieën komen dus niet voor: sekse/gender wordt bijvoor-
zijn en alle allochtone vrouwen zelfs in dubbel opzicht.
beeld altijd 'betekend' door klasseen leeftijd en etnici-
Een mogelijk bevoorrechte positie qua opleiding, leeftijd
teit krijgt altijd een invulling die ook met sekse/gender
of inkomen laat dan de andere kanten van hun verhaal
en klassesamenhangt. Mensenvariëren in de positiesdie
zien. Ook de vermeende dominante en geprivilegieerde
ze op dergelijke differentielijnen toegewezen krijgen, zo-
positie van mannen wordt gerelativeerd: er kan immers
wel ten opzichte van elkaar als in de loop van hun leven
tegelijkertijd sprake zijn van achterstand(en) door lage
(Lutz, 2002; Wekker, 2001a; Wekker en Lutz, 2001).
opleiding, slechte gezondheid of dergelijke.
Opvallend is dat in allebeide modellende notieont-
breektdat mensenook zelf actief sociale posities inne-
Tenderdedoet het kader ons beseffendat mensendoor anderen (waaronder professionalsen instellingen) soms
men en daarover onderhandelen. Proberen we het idee
worden ingedeeld in categorieën die niet in overeen-
van zelfsturing in te bouwen, dan zou dat in het stapel-
stemming zijn met hun zelfidentificatie. Zo kunnen ze
model hooguit betekenen dat mensen zelf meebepalèn
bijvoorbeeld tegen hun wil worden geallochtoniseerd,
welke categorieën van verschil worden betrokken in de
geseksualiseerdof tot een coming out worden gedwon-
som die anderen voor hen maken.
gen. Dit inzicht onderstreept de noodzaak van een zorg-
In het intersectionele model daarentegen kan een veel-
vuldig(er) omgaan met zelfdefinities van cliënten.
omvattender idee van zelfsturing worden opgenomen
Ten vierde maakt dit kader bewust van wie er op
door het te verbinden met de interplexe benadering. Zo
bovenpersoonlijk niveau allemaal druk zijn met articule-
SOCIALE
INTERVENTIE
-
2003
- 1
1
-
2003
-
daarom
wordt
-
buitenslui-
het
verschil
het
mogelijkerwijze
maar
is,
boosaardig
I
minderwaardig,
voorbaat
bij
niet
'anders'
dat
het
van
uitgangspunt
het
met
overeen
het
komt
zodanig
Als
aandachtigheid.
voor
ruimte
de
ver-
maatschappelijke
~
>
interessant en leerzaam.Het moreleoordeel- overwat
:::
wil
Dat
benadering.
negatieve
een
van
laten
achterwege
het
bij
begint
verschillen'
van
benadering
'Positieve
;ft
verschillen
van
benadering
Positieve
en
IPIS-kader
uitleg.
nadere
een
stond
traal
sionals).
gekoesterd.
werd
meer
of
min
en
profes-
(door
zelfonthulling
van
en
groepen
lotgenoten
cen-
verschil
één
meestal
waarin
migantenhulpverlening
Z
van
inzetten
het
van
nadelen
en
voor-
de
bijvoorbeeld
of
vrouwen-
de
binnen
verhalen
de
voor
'tegenverhaal'
zoals
technieken,
en
methoden
maatregelen,
allerlei
een
ware
het
als
voorschriften
deze
vormden
Tezamen
~
van
functionaliteit
emancipatorische
de
over
nadenken
kunnen
daarvan
grond
op
en
zichzelf
en
cliënten
hun
verschillen.
de
van
midden
te
overeenkomsten
op
Iet
3
overeenkomsten
de
wat
specificeren
kunnen
moeten
Ze
verschillen;
maatschappelijke
van
rol
de
erken
1
'zelf' en 'ander'.
~
worden
feitelijkheid
hun
op
verschillen
dat
zeggen
aan
stelt
minimaal
het
voorschrift
ieder
van
ik
geef
Hierna
en verticale
dit
noemt
(2002)
Baart
krijgen;
ruimte
de
en
genomen
verschillen
met
verbinding
een
ik
leg
Daarbij
zijn (in horizontale
van
proces
het
aan
zijn
zou
of
voorschrift
die
problemen
de
voorschrift
het
eisen
welke
ik
schets
en verschillen
kan
Hiermee
dom
IPIS-kader
aan-
het
stellen,
ze
die
professionals.
van
competentie
de
moeten voldoen:
kwaad
primitief,
zich
ze
die
bejegening
van
maatschappelijke
van
Erkenning
tussen
verhouding
de
op
en
incluis)
(vooroordelen
ring
voorschriften
drie
van
vorm
de
in
samenvatten
zich
het
~ <:)
~
programme-
culturele
hun
op
achterstelling;
en
giëring
laat
handelen
het
voor
richtlijn
Als
geformeerd.
worden
<.
privile-
met
ervaringen
gekoppelde
daaraan
de
en
ten'
moest
nog
kader
theoretische
het
toen
geformuleerd
'kruispun-
eigen
hun
op
bezinnen
moeten
ook
zich
maar
al
diversiteitsprincipe
het
was
gebeurt,
vaker
wel
Zoals
~ VI
r;;
~
schakelen,
kunnen
moeten
andere
het
naar
perspectief
z>
S
~
verschil-
ene
het
van
en
hebben
moeten
diversiteit
voor
E
P
I
C
RIN
P
S
G
N
I
DEL
AN
H
ALS
IT
SITE
R
IVE
D
analysekader
een
alleen
niet
zij
zullen
dan
uitvoeren,
-
of
wensen, worden beïnvloed door hun socioculturele en
goed
er
het
gaat
IPIS-kader
dat
rol
de
'erken
voorschift
Het
positief;
opgeschort.
bijvoor-
van
invloed
de
de
inzicht
het
op
berust
schillen'
de verschillen
het
en
hulpvragen
de
ervaren,
mensen
waaraan hulpverlenenden
met
Volgens
hebben
nodig
ze
dat
bod
-
houden
context.
historische
benader
te
rekening
om
dus
2
INTERVENTIE
SOCIALE
~
~
kunnen
behoren
naar
voorschrift
dit
professionals
Willen
z<
~
>
2001a).
(Wekker,
relevantie?'
ook
voorkeur
seksuele
hebben.
nodig
interventies
hun
voor
zij
die
-
'heeft
en
klasse?'
met
en
etniciteit;
met
dan
het
zit
patroonherkenning
de
in
ondersteunen
te
professionals
29
hoe
eigenlijk;
dat
geldt
mannen
welke
voor
en
vrouwen
om
genoeg
concreet
het
is
anderzijds
zijn,
te
bruikbaar
welke
'voor
zoals
bevraagd,
wordt
perspectieven
praktijken
uiteenlopende
in
om
genoeg
abstract
het
is
verschil-
andere
vanuit
ook
mannen'
voor
dan
vrouwen
Enerzijds
doordenken.
te
opnieuw
interventiepraktijken
voor
geschikter
zijn
hulpverleningsmethoden
huidige
vraaggestuurde
en
samenleving
gevarieerde
de
tussen
'de
als
opvatting
een
dat
in
bijvoorbeeld
houdt
Dat
aansluiting
de
om
is
geschikt
'SIP-kader
het
dat
deerd
2002).
Lutz,
in
1991
(Matsuda,
gesteld
wordt
vraag'
geconclu-
worden
mag
argumenten
deze
van
grond
Op
andere
'de
systematisch
dat
zeggen
wil
Dat
bevelen.
verhaal.
te
aan
benadering
intersectionele
een
is
verschillen,
eigen
hun
van
leven
en
vertellen
gaan
het
voor
creëert
de
aan
doen
te
recht
om
En
navragen.
cliënten
hun
van
ruimte
de
soms
cliënten
voor
die
analyse
een
gieën;
zelfdefiniëring
de
ook
ze
moeten
maar
categoriseringen
strate-
en
vertogen
hun
met
afzwakken
wel
dan
sterken
eigen
hun
tot
beperken
niet
zich
professionals
kunnen
ver-
elkaar
actoren
die
hoe
van
analyse
nadere
een
tot
behoeven,
erkenning
verschillen
wélke
weten
te
Om
stimuleert
Het
patiëntenfederaties.
tot
zorginstanties
van
uitoefent.
invloed
en
is
aanwezig
interventie
en
gezelligheidsverenigingen
tot
allochtonenorganisaties
de
binnen
ook
maar
buiten
alleen
niet
verwevenheid
van
overheden,
tot
gemeenschappen
religieuze
van
deze
waarbij
hiërarchisering,
en
dynamiek
onderlinge
varieert
Dit
punt.
dit
op
ontplooien
kunnen
macht
te
hun
in
voorkeur
seksuele
en
sekse
etniciteit,
beeld
mees-
de
wie
en
overeenkomsten
en
verschillen
van
ren
,,
,
~
VI
::;
VI'-
m~
~
:J:
~
VI~ ~
<
zin) tussen > C\
;'
VI
~
~
m
~
~
~
~
m
~
~
~
".
0
S ~ ~ w
> .;. z
~
ten van 'anderen'2(in de zin van iemandof eencollectief) alsanders,minderwaardig en schuldig,worden doorbroken(VanMens-Verhuist, 2002). Eenpositievebenaderingimpliceertechtermeer,namelijk dat verschillenop hun positievekantenworden bekeken;menblijft dus niet stilstaanbij kwetsbaarheden maarzoektnaar(bronnenvan) kracht.Als zodanig breekthet voorschriftin op de bestaandehiërarchievan waarderingen stimuleerthet tot empowerment.Het draagtertoebij dat cliëntensterkerworden(dat wil zeggen machtigerén krachtiger),zowelindividueelalscollectief.Op sociaalen cultureelniveauin praktijk gebracht,kan het verschuivingen in de maatschappelijke machtsverhoudingen bewerkstelligen ten gunstevan wie qua vertogen,rechtenen kansenzijn achtergesteld (Jacobs, 2001;2002; Pease,2002). Voorhet positiefbenaderenvan verschillenhebbenprofessionals zowelvaardigheden op het gebiedvan empowermenten dialoognodigals normatievereflectie.Ze moetennamelijkindividueleen sociaal-culturele, mate-
verschillenalshet warerelativeerten daarmeede 'onbewuste'bevestigingvan dichotomecategorieën(vrouwen en mannen,allochtonenen autochtonen,enzovoorts) tegengaat.Het helptte voorkomendat er eeneenzijdige gerichtheidop verschillenontstaat,waardoorkansen op gelijk(waardig)heid en socialecohesiestelselmatig zoudenafnemen.Verderstimuleerthet voorschrifttot een kritischebevragingvan de oordeelsvorming die ten grondslagligt aande verschillenwaarmeeinterventiepraktijkenwerken:welkehoedanigheden en aspecten van cliëntenzijn eigenlijkvergelekenen met welke bedoelingen zijn de vergelijkingen gemaakt?Alszodanig kan het de opmaatzijn voor eendiscussie over het strategischnut en eventueelde moreleimplicatiesvan de vergelijkingsprocessen en hun uitkomsten. 'Lettenop overeenkomsten' heeftoverigensniet alleen betrekkingop het vergelijkenvan cliëntenonderling maarook op het vergelijkenvan cliëntenmet professionals:welkesimilariteitis bijvoorbeeldgewenstin de relatietussenhulpverlenende en cliënt(quagender,
riëleen immateriëlebronnenvan veranderingkunnen
leeftijd,etniciteitof dergelijke)?
mobiliseren. Tegelijkertijd moetenze erop bedachtzijn
Dit voorschiftondergraaftde traditionelemaarin zeker
z 0( >
dat ook ideeën
opzicht
~
zeldende dialoogzullenmoetenaangaan,met cliënten
~
en/of hun zaakwaarnemers maarook met collega's.
normaalen gelijkwaardig.Bijgevolgverscheen'verschil'
~
In geval van cliënten doet zich dan dikwijls een situatie
als de minderwaardige
voor waarinde gesprekspartner op achterstandstaat-
onacceptabels zou staan(VanMens-Verhuist, 1997).
quavermogens,hulpbronnenen socialepositioneringals 'ander'.Daarommoetenprofessionals verstandhebben van het voerenvan eendialoogonderconditiesvan
Het begrippenpaar 'verschillenen overeenkomsten' heeftalsvoordeeldat het (nog) niet onmiddellijkdeze moreleconnotatiesmet zich meebrengt.Daardoor
ongelijkwaardigheid. Verdermoetenprofessionals kritischkunnenomgaan met hun aandeelin de constructievan socialecategorieënen het procesvan 'anderen',met namehun vooronderstellingen en normeringen.3 Ook moetenze een onderscheid wetente makentussenverschillendie wel of niet eenpositievebenaderingverdienen.Schilder (2000)maaktin dit verbandeenonderscheid tussen immateriëleen materiëleverschillenen attendeerterop dat alleende eerstesoortvoor positievebenaderingin aanmerkingkomt. De tweede soortverschillen(in concretoklasseen validiteit)moetin interventiepraktijken weliswaarwordenerkendmaar vervolgensbestredenin plaatsvan verwelkomd.
wordt het mogelijkook de omgekeerde vergissing te vermijden,namelijkdat er per definitieeenmeerwaarde zou moetenwordentoegekendaan 'verschillen'omdat ze de goede,creatieveen levensvatbare kantzouden vertegenwoordigen (zoalsbijvoorbeeldin de identiteitenpolitiekvan 'wij vrouwen'of 'wij ZMV-vrouwen'4 gebeurt). Vanuithet IPIS-kader laat dit derdevoorschriftzich lezenalseen beroepop het constructivistisch bewustzijn. Het doet beseffendat beidetermenvan het begrippenpaar'verschillenen overeenkomsten' verwijzennaar de resultatenvan selectieprocessen. Het constateren van 'verschillen'impliceertimmershet negerenvan overeenkomsten,zoalshet constateren van 'overeenkomsten'
Lettenop de overeenkomsten 'Let op de overeenkomsten' is eenvoorschriftdat de
het weglatenvan verschillenimpliceert. 'Lettenop overeenkomsten' kan professionals meer bewustmakenvan de verschilspiraal zoalsdie zichin de
culturele
context
over
kracht
en macht
zijn gebonden
aan een sociaal-
en dat ze daarover
niet
gelijkheid'
misleidende waarbij
tegenstelling 'gelijkheid'
tussen werd
'verschil
aangezien
en
voor
de
moreelgoedepool- met de positieveconnotatiesvan
SOCIALE
pool
die voor
INTERVENTIE
iets afwijkends en
-
2003
- 1
, !
~
~
i~teractie.s tussenen met.cliëntenafspeeltmaarzoalsdie
maaktdat o~ereenkomsten te weinigworde~onder-
zichookIn henpersoonlijk kanhebben vastgezet.
kendendatIederebranche ervooralopgerichtisde
Hierdoorhebbenze geentoegangmeertot 'de ander' in zichzelfen kunnenze ook moeilijkverbindingmaken
eigenkennisen kundighedende curriculain te sluizen, ook al gaatdat ten kostevan aandachtvoor anderever-
met 'het andere'of 'de anderen'buitenzichzelf.Het
schilcategorieën.
voorschriftkan hentevenshelpenaanknopingspunten te vindenom die spiralente temperenof zelfste door-
BEL 0 FT ES EN CiEV ARE N
JI
breken. Diversiteitscompetentie Hetdiversiteitsprincipe reikt nieuwedenk-en spelregels aanvoor het iteratieveprocesvan de hulpverlening. Dit vergteen nieuwsoortcompetentiewaarvanin het voorgaande eenaantalelementenaande ordezijn geweest.Daarbijgaathet onderandereom weet hebbenvan mogelijkevisiesop diversiteit,het vermogentot perspectiefwisseling, vaardigheden op het gebiedvan
In dit artikelwasde vraagaande ordehoe interventiepraktijkenkunneninspelenop de maatschappelijke variatiedie met de kantelingnaarvraaggestuurde zorg zichtbaarwordt. Daarvooris eersteeninterplexen intersectioneeldiversiteitskader beschreven, dat eengenuanceerde,veelomvattende en robuustebenaderingvan de gevarieerde cliëntbelooft.Het creëertnamelijkruimte voor eenveelheidaan kruispuntenwaaropcliëntenzich kunnenbevindenen stimuleerttegelijkertijdgevoelig-
empowerment en dialoog;om reflectieop eigengesitu-
heidvoor de spanningendie daaruitkunnenvoortvloei-
eerdheiden identiteitsconstructie in relatietot die van en. Daarnaast wekt het eenontvankelijkheid op voor decliënten;en om de eigenkeuzesinzakede menselijke hoecliëntenhun kruispuntenbundelenin identiteitsconen maatschappelijke verantwoordelijkheden die men structiesen zelforganisaties en maanthet tot voorzichberoepsmatig wil dragen.
tigheidin het definiërenvan doelgroepenen al helemaal
31 >~ z<
~; ~~ ~S ; ~
;:
Opleidingen voorzien echternogternauwernood, of
in hetindelenvancliëntenin diedoelgroepen; zelfiden-
niet,in deze'diversiteitscompetentie'. Veelstudenten wordennog voorbereidop eensamenleving die sindsde
tificatievan cliëntenzal de doorslagmoetengeven. Vervolgens zijn de handelingsvoorschriften die tezamen
jarenvijftig niet meerbestaat:een mono-etnische en monoculturele maatschappij waarbijbovendienaangen-
het diversiteitsprincipe vormennaderverkend.In dit verbandkwameenaantalelementenvan diversiteits-
dernauwelijksbetekeniswordt toegekend,zegtWekker'
competentienaarvorenen werd geconstateerd dat de
(2001 a; 2001 b). Inderdaad leiden vakken als vrouwen-
ontwikkeling
studies eninterculturele psychologie eenmarginaal
kundigheidsbevordering nognauwelijks vandegrond
c:!
bestaan.Wel lopener voor de medischeopleidingenop dit momenteen project'integratievan de factor seksein het basiscurriculum' (Lagro-Janssen, 2002)en 'intercul-
komt. Hoedit diversiteitskader zichverhoudttot de tegenspraaktussenvraaggestuurde zorgen voortschrijdende
~ ~
\1\
<~ \l\r-
van diversiteitsbestendige
curricula en des-
m-t
~ ~
~
~ê ~~ ~
> C1 \1\
Z m
turalisatie',maarlosvan elkaar.In het hogerberoepson- protocolleringen standaardisering van interventiesmoet derwijs
wordt
op het gebied
van de diversiteit
wat
meer
nog worden
uitgezocht.
Het is echter
zeer goed
denk-
;: ~ <
ondernomen, maarevenminstructureelen geïntegreerd (Vander Vlugt en OudeAvenhuis,2001;Vander Vlugt,
baardat het kan inspirerentot formuleringenop een metaniveau,waardoorde professionele keurslijvenwel
2002).Het lijkt of de onderwijsmanagers min of meer
hun rigiditeitmaarniet hun kwaliteitsverhogende wer-
~
verlamd
king
~ >
worden
door
de vraag
op hoeveel
van die
kwijtraken.
afzonderlijkemaatschappelijke verschillenje alsopleiding kunt inspelenmet je onderwijsaanbod en perso-
Eengevaaris dat de huidigeconcurrentietussenver-
neel. Dat de sprongnaardiversiteitscompetentie zo moeilijk
schilcategorieën zichonderhet momvan diversiteit voortzeten dat daarbijsommigebranchesvan verschil
totstandkomt, ismijnsinziens medeterugte voerenop
doorandere wordenweggedrukt: sekse dooretniciteit,
de 'branchesvan verschil'zoalsdie in het verledenin wetenschap en praktijkzijn ontstaanrond seksespecificiteit, multi-, inter-of transculturaliteit, leeftijds-en klassenspecificiteit. De concurrentieom aandachten geld
klassedoor sekse,etniciteitdoor klassebijvoorbeeld. Daaromis het nuttig altijd eenspecificatie te vragenvan de verschillendie menonderde noemerdiversiteitheeft willenvangen.In de praktijkblijkener namelijkheel
SOCIALE INTERVENTIE.
2003 - 1
> ~ m m
~
;: r-
~ ~ I
~-~~-;,=~~~,
'"
Schema2 Smalle en brede opvattingen van diversiteit SMAL
BEPERKT
BREED
etniciteit
etniciteit
etniciteit
sekse
sekse
I
leefti;d
!
valIdIteIt
l t
levensbeschouwing
f
sek~u.e/~voorkeur
klasse
~2
bredemaarook heelsmalleopvattingenvoor te komen (zieschema2). Agendabewaking blijft dus nodig,maar
weliswaaralstegenverhaal wordt binnengehaald in praktijkendie zichvroegerbaseerden op standaardmensen,maardat het daarmeelosgezongen raaktvan zijn
,S
mogelijk.
emancipatorische context en daarmee ook van zijn oorspronkelijke inzet: het bevorderen van een pluralistische
-
:~ ~
ismetdit diversiteitskader vermoedelijk ookbeter
Eentweede gevaar vloeit voort uit de nadruk die het ISIP-kaderlegt op de gemeenschappelijkheidvan ver-
samenleving waarin alle mensen worden gewaardeerd
schillen. Deze zou professionalsblind kunnen maken
om hun potentiële bijdrage aan de samenlevingvanuit
;~
voor de momenten waarop het zinvol of nodig is te dif-
de uniciteit van hun culturele en sociale positie en waar-
.oc(
ferentiëren. ZoalsSchilder (2000) heeft geattendeerd op het belang van het onderscheid tussenmateriële en
in die uniciteit op openbare erkenning mag rekenen. Qua ethiek impliceert dat vooral aandacht voor het
immateriële belangen om psychologiseringen depolitise-
wegnemen van onrechtvaardige belemmeringen voor
:
.>
.;, :z ~
:z
;> '... ~
~
;~~ I
ring van vrouwen hulpverlening tegente gaan,heeft Beusekamp (2002) bijvoorbeeld
gewezen op de nood-
zelfontwikkeling en zelfbepaling, meer dan het distribu-
eren van rechtvaardigheid.5
Om die reden moeten er
zaak van nadere differentiatiemet oog op het begrijpen
eigenlijk nog een vierde en vijfde voorschriftaanhet
van (knopenin) de identiteitsontwikkeling. Want daarvoor maakt het uit of een verschilkenmerkal of niet zichtbaar was(vergelijksekseen homoseksualiteit); op
4
welk ti;dstip het een rol speelde in de identiteitsvorming
5
principe worden toegevoegd,namelijk: verdiep je in de sociaal-cultureleen historische machtsdynamiekvan de gearticuleerdeverschillen;
(denkaanleeftijdvan migratieof coming out) en of de cliënteen voorbeeld heeft gehad in het omgaan met
bezin je op de politieke en morele consequenties
vanje handelen.
een specifiek verschil of combinatie van verschillen.
NOT EN
Elkvan deze differentiaties werpt immers een ander licht
1
Kunneman (1998) heeft de term interplexiteit geïn-
op de wijze waarop iemand zich in een bepaald domein
troduceerd om de aandachtte vestigenop de
van verschilbeweegtof heeft bewogen: of zij/hij
omstandigheid dat onze eigen benoeming van de
camouflagetechniekeninzet om handicap, leeftijd of
meervoudige constellatie die we proberen te analy-
seksuele voorkeur te verhullen, of zij/hij wellicht geprobeerdheeftde onthullingvan 'het' verschil uit te stellen,
serendaarmee ook weer interfereert. 2
'Anderen' is in het Nederlandsgeen werkwoord
hoe eenzaam de weg was die zij/hij moest gaan - zoals
(in het Engelswel), maar mijns inziens zou het een
in geval van dubbelbloedigheid of homoseksualiteitdik-
waardevolle toevoeging kunnen zijn aan onze
wijls het geval is; en hoeveel en vaak men blootgesteld
'vocabulaire van verschil' zoals die nu geleidelijk aan
was aan (de dreiging met)discriminatie, vernedering
is opgebouwd, vooral in de filosofie en de culturele
en/of geweld. Een laatstegevaar, maar misschiennog wel het meest wezenlijke, is dat het diversiteitsprincipe (inclusief kader)
antropologie. 3
Witdenkende professionalsmoeten zich bijvoorbeeld afvragen: wat is de uitsluitende werking van auto-
SOCIALE
INTERVENTIE
-
2003
- 1
SOCIALE
INTERVENTIE
-
2003 - 1
en
Instituut
vluchtelingenbewe-
en
migranten
I
Caleidoscopische
(red.),
Wekker
~
Botman,
M.
in
Nederland',
in
~
met
hoogvlakte
'Een
2001,
Lutz,
H.
~
27-28.
pp.
>
:::
Tussen
(ZON/Mw-special
Mediator
~
vlekken
blinde
in
nu
blijven
'We
b,
2001
G.,
Wekker, G., 2001 a, 'Van monocultuur
Sekse
Koninklijk
Amsterdam:
G.
en
en
G.
z
10-15.
pp.
november,
Sector
~
Sociale
voor
Ti;dschrift
'Diversiteit',
2001,
0.,
Verhaar,
the
politicaland
the
of
space
transitional
the
in
~
voor
Ti;dschrift
onderzoek',
empirisch
in
toepassing
SWP.
Amsterdam:
raadswerk,
humanistische
en
~
hun
en
Hagemann-White
en
Harding
Scott,
van
hulpverlening
feministische
in
Empowerment
heid.
bij de gelaagde
2001,
Avenhuis,
25-50.
pp.
zwarte,
De
volharden',
(red.),
Houten
van
D.
&
Halsema
A.
in
existential',
Kanttekeningen
Oude
A.
en
der
Nederland,
in
sekse binnen het basiscurriculum geneeskunde',
Tropen,
Culturen),
Kunneman, H., 1998,Postmoderne moraliteit,
de
etniciteitsdenken
Wekker,
Boom.
Amsterdam:
pp. 243-255.
Jouwe
N.
44-51.
pp.
11,
professionaliteit
'Vraagsturing,
(2002).
der
van
G.
Laan,
Utrecht: de Tijdstroom:
visies.
Wekker,
factor
de
van
Interventie,
Sociale
burgerschap',
en
Jacobs,G., 2002, 'Humanistics. Reflectionand action
van
ging
stand-
Het
blozen.
integratie
'De
2002,
T.,
Lagro-Janssen,
en kwetsbaar-
I.
voor
voor
Ti;dschrift
of
blikken
269-271.
pp.
4,
TSG
van kracht
Vlugt,
Utrecht:
7-17.
pp.
'Zonder
2002,
H.,
Lutz,
Empowering Humanity,
hulpverlening:
Vrouwen
1996,
(3),
(nieuw-)realisten',
de
van
punt
De paradox
Oratie,
zorg.
van
van,
J.
Genderstudies5
G., 2001,
bron
Mens-Verhuist,
Jacobs,
als
diversiteit
~
lagen?
welke
in
'Gender
1998,
E.,
Tonkens,
Tijdstroom.
Elsevier/De
Maarsen:
genderconcepten
Genderstudies 1, pp. 42-49.
scoop',Ti;dschriftvoor Humanistiek2(6),
naar caleido-
pp. 26-33.
koude winden. De geschiedenis van het gender- en ;
~
UU.
Utrecht:
Oratie,
burgerschap,
en
verzorgingsstaat
zorg,
Over
(3
.s-
beleid.
sociaal
voor
zorgethiek
van
relevantie
voorbi;.
standaardmens
De
1999,
van,
D.J.
Houten,
~
~
de
Over
zorg.
van
plaats
De
2000,
S.L.,
Sevenhuijsen,
Humanistiek.
voor
Universiteit
Utrecht:
~
<.
Boom.
Amsterdam:
politiek,
welzi;n,
en
zorg
in
diversiteit
en
Empowerment
'"
z
en
moraal
recht,
over
beschouwingen
Feministische
gesproken.
kracht
Over
2002,
Jacobs,
G.
en
A.
Halsema,
~
~
zorg.
met
Oordelen
1996,
S.,
Sevenhuijsen,
18-19.
pp.
1,
Zorg
M/V
alles',
~
~
gepubliceerd).
(niet
Utrecht
mus?
dode
of
niet
toch
is
'Diversiteitsbegrip
2002,
P.,
Beusekamp,
m::j
fenix
gezondheidszorg:
(vrouwen)
de
in
'Diversiteit
15-26.
pp.
11,
Interventie
Sociale
~
~
symposium
het
tijdens
Stelling
2000,
L.,
Schilder,
blijven',
te
vreemde
het
bij
om
'Ruimte
2002,
A.
Baart,
~"<
29-38.
pp.
11,
Interventie
LITERATUUR
Sociale
practice',
emancipatory
for
reappraisal
dern
33
postmo-
a
empowerment:
'Rethinking
2002,
B.,
Pease,
2000).
(1996;
Sevenhuijsen
studies.
naar
ik
verwijs
rechtvaardigheidsethiek
en
zorg-
Vrouwen-
Genootschap
Ned.
Utrecht:
onderwi;s,
over
schuilgaat
hierachter
die
discussie
de
Voor
5
hoger
het
in
Interculturalisatie
curriculum.
het
Vrouwen.
Vluchtelingen
en
Migranten
Zwarte,
4
in
kleur
Werkboek
2000,
Verboom,
M.
en
P.
Pattynama,
groep.
een
8-9.
pp.
TransAct,
Utrecht:
SPH,
MDWen
in
liefst
dat
en
tonen;
moeten
te
emoties
je
en
ten
opleidingen
de
in
etniciteit
&
sekse
Diversiteit,
bril.
pra-
moeten
te
problemen
je
over
direct
verplichting
andere
een
Met
(red),
Vlugt
der
van
I.
in
anderen"',
de
van
gevolg
als
culturen)
niet-westerse
uit
wen
"het
van
verhaal
'Het
2002,
van,
J.
Mens-Verhuist,
vrou-
van
als
mannen
van
(zowel
werking
sluitende
7-17.
pp.
(2),
2
Humanistiek
voor
Ti;dschrift
ning',
uit-
de
in
verdiepen
bijvoorbeeld
zich
moeten
sionals
hulpverle-
feministische
de
uit
bericht
een
praktijk:
profes-
Feministische
daarvan?
behartiging
zelfs
of
en
theorie
in
'Diversiteit
2001,
van,
J.
Mens-Verhuist,
verwachten,
belangen
politieke
hun
met
solidariteit
156-170.
pp.
sept,
Rekenschap
geen
hulpverlenenden
hun
van
cliënten
mogen
En
hulpverlening',
feministische
de
in
genoeg
zijn?
orde'
de
'buiten
bureaucratie
de
van
bevechten
goed
niet
is
'Gelijkheid
1997,
van,
J.
Mens-Verhuist,
het
bij
assistentie
van
verlenen
het
zou
Waarom
Humanistiek.
voor
Universiteit
tijdschema?
strak
een
van
of
doel
als
nomie
~
-
'-0
~'"
",r-
m-l
:I:
> Cl
'"
~
>
~ <
~
~
m
~
.
-
cultuur in het onderwijs. Screeningslijstvoor hogescholen Maatschappelijk
Werk en Dienstverlening,
Utrecht: TransAct.
Vlugt, I. van der, 2002 (red.), Met een andere bril. Diversiteit, MDWen
34 -
~;
~~ > ~~ z>
~~ ~~ ~z ~~
sekse & etniciteit
in de opleidingen
SPH, Utrecht: TransAct.
SUMMARY Theturn towardsdemanddriveninterventions requiresa new theoreticalframeworkand a philosophyof actionappropriatefor meetingthe varietyin societythat until recentlyusedto be ignoredor suppressed by socialand mentalservices. Firstly,an interplexand intersectional (ISlP) perspective on diversityis presented:a multidimensional,continuous,dynamic,constructivistapproach of how relativelyunchangeable differencessuchas sex/gender,ethnicity,age,sexualpreference,class and visionon life arecrossingeachother- within personsand collectives.Secondly, the diversity principlethat hasbeenadoptedin feministmental
healthcareisexplained asa combination of three
Ww ~
~
prescripts:acknowledge the differences; valuethese positively,but mindthe correspondentes toa. These are linkedup with the ideaof diversitycompetente
~~ Q~
that professionals shoulddevelop.Promises and threatsof the perspective asweil asthe principleare
z ~ ~
discussed includinga warningthat the attentionfor similaritiesbetweendifferencesmay resultinto
< w
~
~
inattentionfor relevantdistinctionsbetweenthem. Finally,two additionalprescriptsareproposedto warrantthe originalemancipatory attitude:explore
~ ~ 0
the socio-cultural and historicalpowerdynamicsof 'the differences',and reflectuponthe politicaland moralconsequences of your interventions.
~ Q
\
'..
yt;;s;~'~
i
~ !
I-
-' W I:> W -' '"
I
'" -'
< IW I'" ~ W
>
c
SOCIALE INTERVENTIE
-
2003 - 1