Voortgangsrapportage
Inhoud INLEIDING ............................................................................................................................................... 3 1_EMISSIE-INVENTARIS........................................................................................................................ 4 CORRECTIE ............................................................................................................................................ 4 Meeteenheid .................................................................................................................................... 4 Correctie resultaten .......................................................................................................................... 5 Emissie-inventaris 2009 ................................................................................................................... 5 Emissie-inventaris 2010 ................................................................................................................... 8 Conclusie........................................................................................................................................ 10 VOORTGANG: 2011 .............................................................................................................................. 11 Emissie-inventaris 2010 – Scope I en II ......................................................................................... 11 Scope III – Overige CO2-uitstoot .................................................................................................... 12 VOORTGANG: 2012 | Q1+Q2 ................................................................................................................ 14 Emissie-inventaris 2011 – Scope I en II ......................................................................................... 14 Scope III – Overige CO2-uitstoot .................................................................................................... 17 2_4A1 KETENANALYSE 1: WOON-WERKVERKEER ....................................................................... 19 2011 ................................................................................................................................................... 19 2012 | Q1+Q2 ..................................................................................................................................... 19 Reductie CO2-uitstoot .................................................................................................................... 20 3_4A1 KETENANALYSE 2: ABRI ZUID-HOLLAND MET LUXOR LED ............................................. 22 2011 ................................................................................................................................................... 22 2012 | Q1 + Q2 ................................................................................................................................... 22 4_4B1 REDUCTIEDOELSTELLINGEN ................................................................................................ 24 2011 ................................................................................................................................................... 24 2012 | Q1+Q2 ..................................................................................................................................... 24 Scope I en II ................................................................................................................................... 24 2012 | Q1+Q2: MAATREGEL 1 - invoeren energieadvies............................................................. 24 2012 | Q1+Q2: MAATREGEL 2 - bewustwording elektriciteitsverbruik ......................................... 24 2012 | Q3+Q4: MAATREGEL 3 - opstellen wagenparkbeleid ....................................................... 24 Scope III ......................................................................................................................................... 25 2012: MAATREGEL 4 - bewustwording type auto ......................................................................... 25 2012: MAATREGEL 5 – opzetten initiatief in de keten van de abri ............................................... 25 2012: MAATREGEL 6 – inventariseren fiets- en carpoolbeleid ..................................................... 25 CONCLUSIE .......................................................................................................................................... 26 SCOPE I- EN II EMISSIES........................................................................................................................ 26 SCOPE III: KETENANALYSE 1: WOON-WERKVERKEER .............................................................................. 27 SCOPE III: KETENANALYSE 2: ABRI ZUID-HOLLAND MET LUXOR LED ....................................................... 28 BIJLAGEN ............................................................................................................................................. 29
2|Pagina
Voortgangsrapportage Inleiding In dit dossier zijn de voortgangsrapportages met betrekking tot de emissie-inventaris en de 2 ketenanalyses van EPSiLON opgenomen. In het originele portfolio is 2010 vastgelegd als basisjaar. EPSiLON heeft eind 2011 haar niveau 4-certificering behaald. Om het rapport zo volledig mogelijk te houden zijn waar mogelijk wel analyses gemaakt voor 2011, echter, voor dit jaar kunnen er nagenoeg geen uitspraken gedaan worden over oorzaken m.b.t. een stijging of daling van de uitstoot. Analyse hiervan is dan ook pas concreet vanaf 2012 | Q1+Q2 gedaan. Graag willen we hierbij wel benadrukken dat EPSiLON als bedrijf, zelfs voordat we kennis maakten met de CO2-prestatieladder, zowel bewust als onbewust veel aandacht had voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en dit waar mogelijk ook aan haar klanten trachtte over te brengen. De voortgangsrapportage is opgebouwd conform de volgorde van de hoofdstukken in het portfolio: § § § §
4A1 Emissie-inventaris; 4A1 Ketenanalyse 1: woon-werkverkeer; 4A1 Ketenanalyse 2: EPSiLON & OFN: Abri Zuid-Holland met Luxor LED; 4B1 Reductiedoelstellingen.
3|Pagina
1_Emissie-inventaris Correctie Vooraleer dieper in te kunnen gaan op de analyses m.b.t. 2011 en de eerste 6 maanden van 2012 dient er een correctie te worden aangebracht in de meetresultaten van de emissie inventaris m.b.t. referentiejaar 2010 evenals het daaraan voorafgaande en ook (gedeeltelijk) geanalyseerde jaar 2009 voor de scope I (directe CO2-emissies). De uitstoot in scope III blijft hetzelfde als in het portfolio. Hier wordt nu dan ook niet meer verder op ingegaan, uiteraard wordt dit wel in de analyses van 2011 en 2012 opgenomen. De correctie heeft betrekking op de Scope I – directe CO2-emissies, meer in detail Scope I.1 – Aardgasverbruik huisvesting. De meetresultaten van het portfolio over referentiejaar 2010 zijn gehaald uit een samenvattende meetstaat die we ontvangen hebben van onze leverancier. Deze lopen echter niet over een volledig kalenderjaar maar van september van jaar x tot en met augustus van jaar y, waardoor de verbruiken voor een volledig kalenderjaar middels de volgende in het portfolio beschreven formule berekend zijn: (totaal jaarverbruik over x maanden / x maanden) * 12 Om, met het oog op de halfjaarlijkse voortgangsrapportages, echter duidelijkere meetresultaten te kunnen weergeven, is besloten om naast de input van de energieleverancier ook maandelijks zelf de meterstanden op te schrijven. Uit analyse van het meetresultaten van Q1 en Q2 van 2012 is vervolgens gebleken dat in het originele portfolio een fout werd gemaakt in het gebruik van meeteenheid en de daaraan gekoppelde waarden van verbruik van aardgas. Verder zijn de afgelegde afstanden voor zakelijk verkeer per vliegtuig destijds berekend op basis van de website www.routenet.be, wat eigenlijk afgelegde kilometers over de weg weergeeft. Dit is geactualiseerd naar effectief afgelegde airmiles, berekend via de website gc.kls2.com. Ook werd er voor beide jaren ontdekt dat er soms een retourvlucht geteld werd terwijl dit bij extra controle een enkele vlucht bleek te zijn in combinatie met een hee- of terugreis per hogesnelheidstrein, deze waarden zijn eveneens gecorrigeerd. Meeteenheid De meterstand wordt telkens uitgedrukt in de meeteenheid kubieke meter (m³). Ook in het portfolio wordt aangegeven dat de waarden van verbruik uitgedrukt zijn in deze zelfde meeteenheid. Uit vergelijking van de resultaten over Q1+Q2 2012 met 2011 en 2010 blijkt echter dat er een zeer groot verschil in verbruik is: Jaar 2010 2011 2012 | Q1+Q2
Waarde 449,061 415,701 22,097
Verder onderzoek wijst uit dat de hoeveelheden, op basis waarvan de CO2-uitstoot berekend is, waarden in kWh zijn en niet in m³, een groot verschil!
4|Pagina
Correctie resultaten Uit controle van de jaarlijkse facturen van aardgasleverancier Nuon (zie een factuur in bijlage 1 als voorbeeld) blijkt dat er voor conversie van kWh naar m³ en omgekeerd gebruik wordt gemaakt van een specifieke conversiefactor, die op haar beurt weer jaarlijks blijkt te verschillen. Daarnaast staat het verbruik in m³ zelf ook op de jaarlijkse facturen. Indien er niet voldoende duidelijke informatie voorhanden was (op de facturen van het verbruik van september 2008 t/m augustus 2009 staat er nog geen conversiefactor vermeld), is voor de conversiefactor het gemiddelde van de andere jaren gebruikt voor omrekening naar m³. Deze informatie leidt tot onderstaande correcties m.b.t. het verbruik van de emissiebronnen en de CO2-emissies over de jaren 2009 en 2010. Emissie-inventaris 2009 In de onderstaande tabel 1 is te zien hoeveel van de verschillende emissiebronnen in 2009 verbruikt zijn door EPSiLON en tegen welke conversiefactor ze zijn omgezet naar CO2-uitstoot. De voornaamste wijziging in de emissie-inventaris voor 2009 is het aardgasverbruik dat niet 446.843 m³ maar 446.843 kWh of 37.465 m³ blijkt te zijn. Verbruik
Eenheid
Hoeveelheid
Conversiefactor
Eenheid
m³ kg
37,465 0
1,825 1,775
g CO2/ltr g CO2/ltr
liter
3,728
1,530
g CO2/ltr
liter
0
3,135
g CO2/ltr
liter
0
3,135
g CO2/ltr
kWh kWh kWh
283,183 0 0
470 300 80
g CO2/kWh g CO2/kWh g CO2/kWh
km km km
0 9,646 0
270 200 135
g CO2/ltr g CO2/ltr g CO2/ltr
Scope I - Directe CO2-emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
Scope II - Indirecte CO2-emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 1: Verbruik emissiebronnen 2009
5|Pagina
Dit leidt tot tabel 2, waarin de CO2-uitstoot voor EPSiLON wordt weergegeven. De belangrijkste emissiebron in dat jaar was niet aardgasverbruik maar elektriciteitsverbruik.
KANTOOR
PRODUCTIE
10%
90%
23,119
187,027
kg CO2
kg CO2
kg CO2
Percentage
Scope I - Directe CO2-emissies
6,837
67,240
74,077
35%
Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
6,837 0
61,536 nvt
68,374 0
33% 0%
nvt
5,704
5,704
3%
0
nvt
0
0%
0
nvt
0
0%
Scope II - Indirecte CO2-emissies
15,239
119,786
136,025
65%
Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 2: CO2-emissies EPSiLON 2009
13,310 0 0
119,786 0 0
133,096 0 0
64% 0% 0%
0 1,929 0
nvt nvt nvt
0 1,929 0
0% 1% 0%
Verhouding totale pand CO2-emissie in kg
TOTAAL 210,145
Volgens het originele portfolio bedroeg de CO2-uitstoot van EPSiLON over 2009 maar liefst 957.260 kg. Uit de bovenstaande correctie blijkt echter dit echter 80% lager te liggen op “slechts” 210.145 kg, waarvan 10% of 23.119 kg toe te rekenen is aan het kantoorpand en 90% of 187.027 kg aan de productieruimte.
6|Pagina
Verder blijkt de belangrijkste emissiebron niet het aardgasverbruik (scope I) te zijn, maar het elektriciteitsverbruik uit scope II. De verhouding directe en indirecte uitstoot verandert dan ook volledig, zoals te zien in onderstaande figuren.
Figuur 1: verhouding emissies scope I en II cfr. portfolio
CO2-uitstoot EPSiLON 2009
35%
65%
Scope I - Directe CO2-emissies Scope II - Indirecte CO2-emissies
Figuur 2: verhouding emissies scope I en II gecorrigeerd
7|Pagina
Emissie-inventaris 2010 Tabel 3 geeft de voornaamste emissiebronnen voor 2010 weer evenals de conversiefactor waartegen ze zijn omgerekend naar CO2-uitstoot. De voornaamste wijziging in de emissie-inventaris voor 2010 is het aardgasverbruik dat niet 449.061 m³ maar 36.132 m³ of 449.061 kWh is. Verbruik
Eenheid
Hoeveelheid
Conversiefactor
Eenheid
m³ kg
36,132 0
1,825 1,775
g CO2/ltr g CO2/ltr
liter
3,728
1,530
g CO2/ltr
liter
1,276
3,135
g CO2/ltr
liter
67,685
3,135
g CO2/ltr
kWh kWh kWh
0 192,298 128,167
455 300 80
g CO2/kWh g CO2/kWh g CO2/kWh
km km km
0 10,365 0
270 200 135
g CO2/ltr g CO2/ltr g CO2/ltr
Scope I - Directe CO2-emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
Scope II - Indirecte CO2-emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 3: Verbruik emissiebronnen 2010
8|Pagina
Onderstaande tabel 4 geeft vervolgens de CO2-uitstoot over referentiejaar 2010 weer.
KANTOOR
PRODUCTIE
10%
90%
231,656
126,199
kg CO2
kg CO2
kg CO2
Percentage
222,789
65,051
287,840
80%
6,594 0
59,347 nvt
65,941 0
18% 0%
nvt
5,704
5,704
2%
4,002
nvt
4,002
1%
212,193
nvt
212,193
59%
Scope II - Indirecte CO2-emissies
8,867
61,148
70,016
20%
Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 4: CO2-emissies EPSiLON 2010
nvt 5,769 1,025
nvt 51,920 9,228
0 57,689 10,253
0% 16% 3%
0 2,073 0
nvt nvt nvt
0 2,073 0
0% 1% 0%
Verhouding totale pand CO2-emissie Scope I - Directe CO2-emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
TOTAAL 357,856
Ook voor dit jaar is de CO2-uitstoot van EPSiLON aanzienlijk lager dan eerst in het rapport werd aangegeven: 357.856 kg ten opzichte van 1.112.026 kg oftewel een vermindering van 68%. De totale uitstoot ligt net zoals in het portfolio wel hoger als in 2009 omdat er in referentiejaar 2010 wel gekeken is naar het brandstofverbruik in scope I: hoe meer parameters er effectief gemeten worden, hoe preciezer het resultaat ook wordt.
9|Pagina
De verhouding tussen de directe en indirecte CO2-uitstoot wijzigt ook hier t.o.v. het originele portfolio, zij het in mindere mate. Dit is weergegeven in de onderstaande figuren.
Figuur 3: verhouding emissies scope I en II cfr. portfolio
CO2-uitstoot EPSiLON 2010 20% Scope I - Directe CO2-emissies Scope II - Indirecte CO2-emissies 80%
Figuur 4: verhouding emissies scope I en II gecorrigeerd Conclusie Als we vervolgens 2009 en 2010 vergelijken, zien we een grote verschuiving in de verhouding tussen directe en indirecte emissies. Daar waar in 2009 het aandeel indirecte emissies het grootste is, blijkt dit in 2010 het aandeel directe emissies te zijn. Dit valt te verklaren door het opnemen van het brandstofverbruik in de inventaris van referentiejaar 2010. Niet aardgas, maar wel het brandstofverbruik is verantwoordelijk voor 59% van de totale CO2-uitstoot. Verder zien we, zoals reeds aangegeven in het portfolio, dat het aandeel stroomverbruik in de scope II emissies gevoelig gedaald is door aankoop van groene stroom enerzijds en de ingebruikname van de zonnepanelen anderzijds, echter, de verhouding m.b.t. de scope I emissies blijkt wel hoger te liggen (20% t.o.v. oorspronkelijk maar 6%).
10 | P a g i n a
Voortgang: 2011 Emissie-inventaris 2010 – Scope I en II In wat volgt wordt de emissies-inventaris voor 2011 weergegeven. Vermits het certificaat voor de CO2prestatieladder niveau 4, kunnen er geen verdere uitspraken worden gedaan m.b.t. reductie van de CO2-uitstoot in het kader van de reductiedoestellingen voor dit jaar. Onderstaande tabel geeft opnieuw het verbruik van de emissiebronnen weer, deze keer voor 2011. Verbruik
Eenheid
Hoeveelheid
Conversiefactor
Eenheid
m³ kg
36,316 0
1,825 1,775
g CO2/ltr g CO2/ltr
liter
3,392
1,530
g CO2/ltr
liter
1,276
3,135
g CO2/ltr
liter
67,959
3,135
g CO2/ltr
kWh kWh kWh
0 209,943 156,312
455 300 80
g CO2/kWh g CO2/kWh g CO2/kWh
km km km
0 20,141 0
270 200 135
g CO2/ltr g CO2/ltr g CO2/ltr
Scope I - Directe CO2-emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
Scope II - Indirecte CO2-emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 5: Verbruik emissiebronnen 2011
11 | P a g i n a
Gebaseerd op deze verbruiken, komen we vervolgens uit bij de CO2-uitstoot voor scope I en scope II emissies voor 2011:
Verhouding totale pand CO2-emissie Scope I - Directe CO2-emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
Scope II - Indirecte CO2-emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 6: CO2-emissies EPSiLON 2011
KANTOOR
PRODUCTIE
TOTAAL
10%
90%
235,353
133,641
kg CO2
kg CO2
kg CO2
Percentage
223,680
64,838
288,518
78%
6,628 0
59,649 nvt
66,276 0
18% 0%
nvt
5,190
5,190
1%
4,002
nvt
4,002
1%
213,050
nvt
213,050
58%
11,133
67,939
79,072
22%
nvt 6,298 1,346
nvt 56,685 12,118
0 62,983 13,465
0% 17% 4%
0 4,028 0
nvt nvt nvt
0 4,028 0
0% 1% 0%
368,994
De CO2-uitstoot van de scope I en II emissies is zeer licht gestegen (ca. 3%) t.o.v. basisjaar 2010. Wetende dat het bedrijf in 2011 een omzetgroei van bijna 20% heeft gekend, is deze stijging zeker niet abnormaal te noemen. Scope III – Overige CO2-uitstoot Zakelijk treinverkeer Ook in 2011 is het aantal zakelijke kilometers per trein zeer beperkt gebleven en zelfs gedaald t.o.v. referentiejaar 2010 (320 kg). Voor omrekening naar kg CO2-uitstoot is ook hier gebruik gemaakt van de conversiefactoren zoals verstrekt in het handboek van de CO2-prestatieladder (versie 2.1 van 18 juli 2012): § §
0,060 kg CO2/km voor verplaatsingen per hogesnelheidstrein; 0,055 kg CO2/km voor verplaatsingen per intercity.
TREIN 2011 km enkele reis 3/10/2011 Brussel-Parijs 410 3/21/2011 Genk-Brussel 110 9/28/2011 Genk-Brussel 110 TOTAAL 630 Tabel 7: totale CO2-uitstoot scope III - zakelijk treinverkeer 2011 Datum
Bestemming
aantal medewerkers 1 3 1
km totaal 820 660 220 1,700
conversiefactor 0.060 0.055 0.055
kg CO2 49 36 12 98
12 | P a g i n a
Papierverbruik Voor basisjaar 2010 waren de tussenliggende periodes m.b.t. de papierverbruik te onnauwkeurig om uitspraken te kunnen doen. In 2011 zijn de tellers reeds onbewust bijgehouden en maandelijks e doorgegeven aan Océ voor facturatie, dit echter enkel voor de printer op de 1 verdieping boven. De 2 printers beneden hebben geen tellers. In 2012 wordt bekeken welke aanpassingen er kunnen worden gedaan om dit bij te houden. 2011 januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
Zwart-wit 1.832 2.609 2.278 1.817 1.272 2.158 1.517 978 3.005 2.456 2.748 703
Kleur 2.951 5.368 n/a 3.776 3.105 2.655 1.861 3.041 2.976 2.401 2.833 2.776
Woon-werkverkeer Het woon-werkverkeer is gedetailleerd bekeken in de ketenanalyse. De voortgang van deze ketenanalyse is opgenomen in hoofdstuk 2 van deze voortgangsrapportage, vanaf pag. 19. Afval Het scheiden van afval is in 2011 op dezelfde manier behandeld als in referentiejaar 2010. Hier valt verder dan ook niets nieuws over te vertellen. Diversen In de ketenanalyse van de abri Luxor met LED voor het project Zuid-Holland is er meer in detail gekeken naar volgende punten: § § §
Transport van halffabrikaten en eindproducten; Productie van een abri; Elektriciteitsverbruik van het eindproduct.
Voor informatie m.b.t. de voortgang van deze ketenanalyse verwijzen we u naar hoofdstuk 3 van deze rapportage (pag. 22 en verder).
13 | P a g i n a
Voortgang: 2012 | Q1+Q2 Emissie-inventaris 2011 – Scope I en II In tabellen 8 en 9 vinden we het verbruik van de emissiebronnen voor 2012 | Q1+Q2 evenals de CO2uitstoot voor dezelfde referentieperiode. Verbruik
Eenheid
Hoeveelheid
Conversiefactor
Eenheid
m³ kg
22,097 0
1,825 1,775
g CO2/ltr g CO2/ltr
liter
2,224
1,530
g CO2/ltr
liter
638
3,135
g CO2/ltr
liter
31,592
3,135
g CO2/ltr
kWh kWh kWh
0 107,460 82,873
455 300 80
g CO2/kWh g CO2/kWh g CO2/kWh
km km km
0 16,991 0
270 200 135
g CO2/ltr g CO2/ltr g CO2/ltr
Scope I - Directe CO2-emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
Scope II - Indirecte CO2-emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 8: Verbruik emissiebronnen 2012 | Q1+Q2
14 | P a g i n a
KANTOOR
PRODUCTIE
10%
90%
112,361
74,678
kg CO2
kg CO2
kg CO2
Percentage
105,076
39,697
144,773
77%
4,033 0
36,294 nvt
40,327 0
21% 0%
nvt
3,403
3,403
2%
2,001
nvt
2,001
1%
99,042
nvt
99,042
53%
Scope II - Indirecte CO2-emissies
7,899
34,981
42,880
23%
Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 9: CO2-emissies EPSiLON 2012 | Q1+Q2
nvt 3,224 663
nvt 29,014 5,967
0 32,238 6,630
0% 17% 4%
0 3,398 0
nvt nvt nvt
0 3,398 0
0% 2% 0%
Verhouding totale pand CO2-emissie Verbruik
Scope I - Directe CO2-emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
TOTAAL 187,039
Vergelijking met 2010 en 2011 De emissie-analyses van 2010 en 2011 bevatten waarden voor een volledig kalenderjaar van 12 maanden, die van 2012 momenteel slechts de eerste zes maanden van het jaar. Om toch enigszins vergelijkingen te kunnen maken, zijn waar nodig voor 2010 en 2011 de waarden van CO2-uitstoot gedeeld door 2. Scope I In scope I valt op dat de uitstoot voor dieselverbruik m.b.t. projecten een 7% lager ligt dan in 2010 en 2011. Hiervoor zijn verschillende redenen: Plaatsingen projecten (banken, spoorwegen etc.) § § § §
algemeen weten we inmiddels uit ervaring dat het aantal projecten meestal als volgt te e verdelen valt: 1/3 in de eerste helft van een werkjaar, 2/3 in de 2 helft van een werkjaar; 2 werknemers die specifiek instonden voor de plaatsingen in bankkantoren etc., zijn langdurig uitgevallen wegens ziekte; één wagen heeft onherstelbare schade gereden. Vermits er niet meteen een nieuwe wagen nodig bleek te zijn werd de nummerplaat per 1 maart 2012 geschrapt (723 km in 2011 t.o.v. 201 km in januari + februari 2012); bankprojecten: o 2 specifieke projecten voor BNP Paribas Fortis werden eind 2011 afgerond; o plaatsingen van lichtbakken in de kantoren voor alle klanten in bank- en verzekeringssector zijn afgenomen o.w.v. budgetkwesties;
15 | P a g i n a
§
§
in de plaats van bankprojecten hebben we een roll-out van plaatsingen van haltenaamborden op de schuilhuisjes van De Lijn uitgevoerd. Gezien het hier ging om een zeer klein product met eenvoudige plaatsing, konden er een groot aantal adressen op een dag worden uitgevoerd, daar waar we voor plaatsingen in bankkantoren meestal maar 1 of maximum 2 adressen per dag kunnen doen. De volgorde van de plaatsingsroutes voor de haltenaamborden werden zo exact mogelijk tot aan straatnaam toe ingepland om deze roll-out zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Dit heeft ook zijn weerslag op het verbruik en de CO2uitstoot van de wagen gehad; daarnaast hebben de plaatsers een presentatie over “het Nieuwe Rijden” bijgewoond, dit met de bedoeling om enerzijds bewustwording te creëren en anderzijds hen zo zuinig mogelijk te laten rijden. De presentatie werd op vrijdag 4 mei 2012 gegeven door Kirsten Veltmeijer. Commercieel
Waar mogelijk zijn de commerciële werknemers voor (buitenlandse) verplaatsingen zoveel mogelijk met 1 wagen op pad geweest. Daarnaast wordt getracht om afspraken te combineren opdat ritten zo efficiënt mogelijk zijn wat betreft het aantal af te leggen kilometers. Enkele voorbeelden: § §
2 personen naar Lille, Frankrijk op 11 mei 2012; 2 personen naar de business units West- en Oost-Vlaanderen van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn op 12 juni 2012 en business unit Antwerpen op 26 juni 2012.
Scope II In scope II valt hoofdzakelijk de toename van het zakelijk vliegverkeer op. Dit zat al in een sterk stijgende lijn (4.028 kg in 2011 t.o.v. 2.073 kg in 2010), maar in Q1+Q2 zitten we reeds aan 84% van de uitstoot van geheel 2011. De redenen hiervoor zijn: §
§ §
commerciële en technische ondersteuning klant bij opstart project. Het gaat hier bijvoorbeeld om de eerste plaatsingen van een specifiek type bushokje of tramhalte waarbij we de klant e dan ondersteunen bij de 1 opbouw. Hierbij zijn 1 of 2 commerciële medewerkers, een technische persoon of een combinatie aanwezig; opstart ontwikkelingsfase van projecten, waarbij het vaak nodig is om samen met de klant tekeningenpakketten door te nemen. Dit is iets dat moeilijk per conference call of andere digitale vergadervormen kan worden gedaan; toename aantal werknemers per verplaatsing o.w.v. opleiding/introductie werknemers aan klanten.
Waar mogelijk is er telkens gekozen om de verplaatsing per vliegtuig te vervangen door een verplaatsing per (hogesnelheids-)trein, een combinatie van de 2 (bijvoorbeeld heenreis met vliegtuig, terugreis met trein of omgekeerd) of verplaatsing per auto. Daarnaast wordt er in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de keuze van het vliegveld (bijvoorbeeld Eindhoven i.p.v. Brussel) om ook het aantal kilometers voorafgaand aan de vliegreis, evenals de daarbij horende CO2-uitstoot, zoveel mogelijk te beperken. Uiteraard wordt er bij de keuze van het vervoersmiddel rekening gehouden met de beschikbare reistijden en ticketprijzen. Om zich naar het vliegveld of treinstation te begeven wordt er zoveel mogelijk samen met 1 wagen gereisd om de uitstoot tot een minimum te beperken.
16 | P a g i n a
vliegverkeer 2012|Q1+Q2 2011
vliegverkeer
2010 0
1000
2000
3000
4000
5000
Figuur 5: vergelijking CO2-uitstoot zakelijk vliegverkeer 2010, 2011 en 2012 | Q1+Q2 Scope III – Overige CO2-uitstoot Zakelijk treinverkeer Het zakelijke treinverkeer in 2012 | Q1+Q2 is verdrievoudigd ten opzichte van het volledige kalenderjaar 2011; zie onderstaande tabel 10. Net als bij de stijging van de zakelijke vluchten moet ook hier de verklaring gezocht worden in toename van technische en commerciële ondersteuning bij projecten. TREIN 2012 Q1+Q2 Datum
Bestemming
1/19/2012 2/27/2012
Nîmes-Brussel Brussel-Rennes Brussel-ParijsOrléans Brussel-ParijsOrléans
6/7/2012 6/19/2012
aantal medewerkers 1.5 1
km enkele reis 900 660
2,700 1,320
conversiefactor 0.060 0.060
1
430
860
0.060
52
1
430
860
0.060
52
km totaal
TOTAAL 2,420 Tabel 7: totale CO2-uitstoot scope III - zakelijk treinverkeer 2011
5,740
kg CO2 162 79
344
Papierverbruik e
Vanaf januari 2012 is het papierverbruik van de printer op de 1 verdieping bijgehouden. De overige 2 printers op de begane grond bevatten momenteel geen tellers. Printer Océ: verbruik Q1+Q2 § §
aantal prints zwart-wit: 13.293 stuks; aantal prints kleur: 9.829 stuks.
Begin januari is er reeds mondeling aan de collega’s meegedeeld dat printen in de eerste plaats zoveel mogelijk moet worden vermeden. Indien het toch noodzakelijk is, dan moet er zoveel mogelijk dubbelzijdig en zwart-wit geprint worden en al dan niet enkel geselecteerde stukken van de tekst. Eerst willen we nog een duidelijker totaaloverzicht krijgen op het papierverbruik van alle printers. Vermits dit even tijd nodig heeft plannen we vanaf Q1/Q2 van 2013 een nieuwe, geschreven communicatie hieromtrent.
17 | P a g i n a
Woon-werkverkeer Het woon-werkverkeer is gedetailleerd bekeken in de ketenanalyse. De voortgang van deze ketenanalyse is opgenomen in hoofdstuk 2 van deze voortgangsrapportage, vanaf pag. 19. Afval Het scheiden van afval is in 2012 | Q1+Q2 op dezelfde manier behandeld als in referentiejaar 2010 en in 2011. Hier valt verder dan ook niets nieuws over te vertellen. Diversen Voor informatie m.b.t. de voortgang van deze ketenanalyse verwijzen we u naar hoofdstuk 3 van deze rapportage (pag. 22 en verder).
18 | P a g i n a
2_4A1 Ketenanalyse 1: woon-werkverkeer 2011 Om een duidelijk inzicht te krijgen in de CO2-uitstoot voor de ketenanalyse van het woon-werkverkeer voor het portfolio voor niveau 4 certificering, is er in november 2011 een enquête gehouden onder de werknemers. Hierin werd gevraagd naar het type auto en de bijbehorende uitstoot. De gegevens van werknemers die in 2010 nog niet werkzaam waren bij EPSiLON, werden niet in de ketenanalyse van 2010 opgenomen. Deze werden wel bewaard voor de voortgang m.b.t. de ketenanalyse van 2011. In 2011 werkten er 54 werknemers, inclusief directie. Het aantal afgelegde kilometers en de bijbehorende CO2-uitstoot vertegenwoordigt echter maar 47 personen: §
§ §
directie (2 personen) + 1 commerciële medewerker beschikken over een bedrijfswagen. Hun afgelegde kilometers en CO2-uitstoot zitten dan ook reeds verwerkt in scope I van de emissieinventaris; 1 werknemer carpoolt en vertegenwoordigt bijgevolg geen extra uitstoot; idem voor 3 werknemers die dagelijks met de fiets komen.
Dit leidt tot volgende resultaten: § §
aantal afgelegde kilometers woon-werkverkeer in 2011: 263.389 km. De 3 fietsende werknemers legden samen nog eens 8.404 km af (niet verrekend in uitstoot); totale CO2-uitstoot: 43.745 kg.
2012 | Q1+Q2 Om de resultaten van deze periode te berekenen, werd er eind Q2 opnieuw een enquête onder de werknemers afgenomen. Hieruit blijkt dat 10 werknemers een nieuwe of andere auto hebben aangeschaft. 6 auto’s hiervan hebben een lagere CO2-uitstoot dan hun voorgangers. In Q1+Q2 werkten er bij EPSiLON een totaal van 56 werknemers. Het aantal personen dat de afgelegde kilometers woon-werkverkeer vertegenwoordigd, bestaat uit 49 personen: § § §
net als in 2011 beschikken directie + 1 commerciële medewerker over een bedrijfswagen, de uitstoot hiervan is opgenomen in scope I van de emissie-inventaris voor deze periode; 1 werknemer carpoolt; 3 werknemers komen dagelijks met de fiets.
De uitkomsten: § §
aantal afgelegde kilometers woon-werkverkeer in 2012 | Q1+Q2: 159.258 km afgelegd met auto’s; totale CO2-uitstoot: 24.289 kg.
19 | P a g i n a
Reductie CO2-uitstoot Ondanks de doelstelling om de CO2-uitstoot binnen deze keten tegen eind 2014 met 2% terug te dringen, moeten we benadrukken dat EPSiLON slechts een informerende en motiverende rol heeft in de keten van het woon-werkverkeer. Definitieve besluiten en daardoor ook indirect de gevolgen m.b.t. de uitstoot, zijn uiteindelijk afhankelijk van de werknemers. Initiatieven Concreet zijn volgende punten ondernomen of opgenomen in de planning: 1) gebruik openbaar vervoer De Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn zou graag een hogere bezettingsgraad op zijn bussen zien. Alvorens dit concreet te realiseren, hebben zij onderzoek gedaan bij bedrijven om uit te vinden welke redenen er voor werknemers zijn om wel of niet de bus als vervoersmiddel te kiezen. Hierover is op 6 maart 2012 een vergadering geweest met Kirsten Veltmeijer. EPSiLON heeft vervolgens de week daarna een enquête onder de werknemers gehouden, deze vindt u in bijlage 3 terug. Uit deze enquête komen volgende resultaten naar voor: § §
§
§
momenteel komt geen een van de werknemers van EPSiLON met de bus naar het werk; 1 persoon van de 49 respondenten (van enkele personen geen antwoord gehad) is wel ooit met de bus naar het werk gekomen maar is hiermee gestopt omwille van aanpassingen in de dienstregeling; volgende praktische bezwaren worden aangehaald: o bereikbaarheid van de halte; o geen rechtstreekse verbindingen waardoor 1 of zelfs meerdere overstappen noodzakelijk zijn; o ongunstige dienstregeling in functie van de werktijden; o duur van de rit 45 minuten tot een uur t.o.v. een kwartiertje per auto; o brengen en/of halen van kinderen naar en van school; o auto biedt meer flexibiliteit. 12 van de 49 respondenten geeft aan met de bus te willen komen indien er verbeteringen worden aangebracht in de dienstregeling, verbindingen en bijbehorende reistijd.
Deze gegevens werden weer naar De Lijn teruggekoppeld. Uiteindelijk hebben zij o.w.v. de opgelegde besparingen beslist om zich momenteel meer te concentreren op de as Genk-Hasselt, waar de bussen makkelijker in te zetten zijn. Voorlopig zal hier dus geen reductie te realiseren zijn.
20 | P a g i n a
2) met de fiets naar het werk Zoals hierboven aangegeven komen er 2 werknemers dagelijks met de fiets naar het werk (1 hiervan per 1 april 2012 niet langer in dienst). Daarnaast zijn er 3 werknemers die vanaf 2012 besloten hebben om sporadisch met de fiets te komen, goed voor een totaal van 8.290 kilometer. Deze afstand is niet opgenomen bij de hierboven aangegeven afgelegde kilometers gezien dit aantal kilometers geen CO2-uitstoot vertegenwoordigd.
Werknemer 3
1,260.00
Werknemer 2
1,904.00
3,318.00
auto
1,554.00
fiets
Werknemer 1210.00 480.00
0
1,000
2,000
3,000
4,000
5,000
6,000
Figuur 6: verhouding aantal afgelegde kilometers auto & fiets (3 werknemers) Concreet zal er in Q4 van 2012 een communicatie naar de werknemers worden opgezet met de bedoeling hen te stimuleren om vaker met de fiets naar het werk te komen. Enerzijds kunnen de huidige hoge brandstofprijzen kunnen voor mensen een aanmoediging zijn om de auto te laten staan. Een eventuele bijkomende stimulans is de fietsvergoeding. Werknemers die met de auto naar het werk komen, ontvangen een “sociaal abonnement”: een kilometervergoeding voor de woonwerkverplaatsing. Deze vergoeding is enigszins afhankelijk van de af te leggen afstand en wordt slechts berekend op basis van een enkele rit. De wettelijke bijdrage voor de fietsvergoeding ligt echter veel hoger (0,21 €/km) en wordt daarnaast berekend op basis van het aantal af te leggen kilometers heen en terug. Aan de hand van wat rekenvoorbeelden willen we op die manier proberen wat meer mensen te stimuleren om (af en toe) de auto te laten staan. Initiatieven zoals een fietspomp en bandenplakset zijn op de parochieraad voorgelegd, echter, deze werden niet erg enthousiast ontvangen. Er is dan ook besloten hier geen budget aan te besteden. De in Nederland gekende fietsregeling, waarbij werknemers fiscaal voordelig een fiets kunnen aanschaffen, bestaat in België wettelijk gezien niet.
21 | P a g i n a
3_4A1 Ketenanalyse 2: Abri Zuid-Holland met Luxor LED 2011 De rapportage met daarin de detaillering van emissies voor de Abri Zuid-Holland met Luxor LED werd pas eind 2011 gemaakt. Er zijn in dat jaar dan ook geen veranderingen te melden wat betreft eventuele reductie in de keten.
2012 | Q1 + Q2 EPSiLON is conform planning met OFN in gesprek gegaan om te kijken waar er in deze keten nog reducties kunnen worden gerealiseerd. De CO2-uitstoot met betrekking tot het gebruik van de abri ligt volgens de rapportage op 2.272 kg. Hierbij is echter uitgegaan van een gebruiksduur van 10 jaar, 365 dagen per jaar en 24 uur per dag. In praktijk zijn deze waarden niet realistisch. Daarnaast is er geteld met een conversiefactor voor inkoop van grijze stroom, waar er mogelijk door de provincie/klant een ander type stroombron wordt ingezet. Om hier meer duidelijkheid in te verkrijgen tracht OFN via de opdrachtgever te achterhalen wat het werkelijke gebruik per abri is zodat op basis daarvan een realistische uitstoot kan worden berekend. Het blijkt tot nu toe echter zeer moeilijk te zijn om een afspraak vast te krijgen; hier kunnen momenteel dan ook nog geen verdere afspraken over worden gedaan. Daarnaast heeft EPSiLON contact opgenomen met leveranciers die betrokken zijn bij onderdelen van de abri’s. Hierbij is gevraagd welke inspanningen zij leveren om de uitstoot van processen terug te dringen. Hieruit is volgende informatie naar voren gekomen: Staal De staalleverancier is in het bezit van een ISO 14001 certificering. Daarnaast is zij ambassadeur in de roetfiltercampagne van het VROM waarbij andere bedrijven worden opgeroepen om ook voor roetfilters te kiezen voor hun dieselvoertuigen. Ook het volledige vrachtwagenpark is enkele jaren geleden vernieuwd en chauffeurs worden opgeleid om brandstofbesparend te rijden. Poedercoating De leverancier van de poedercoating heeft redelijk wat inspanningen gedaan om haar productieprocessen en energieverbruik zo milieuvriendelijk mogelijk te beheersen en dus ook de CO2uitstoot zo beperkt mogelijk te houden. Een overzicht: § §
verlichting: toevoegen van bewegingsmelders; beperking van afval: o stockage van materialen in herbruikbare containers; o gebruik van duurzame ruilpaletten en recycleerbare inpakmaterialen; o gebruik van sorteercontainers voor scheiding van plastic en karton;
22 | P a g i n a
§
§
energie o investering in zonnepanelen; o aankoop van frequentiegestuurde compressor waardoor er minder energieverbruik is; o restwarmte wordt verzameld en ingezet voor de opwarming van de voorbehandelingsbaden; o de ovenbrander van de nieuwe laklijn werkt op aardgas i.p.v. stookolie; o aanwerving van onderhoudstechnieker voor onderhoud van de installaties, opsporen van fouten etc. om energieverspilling tot een minimum te beperken; waterverbruik: aluminium wordt voorbehandeld met een 4-cascade spoelingssysteem, wat minder water verbruikt dan de voorgaande systemen.
Beton Nog geen concrete informatie kunnen verkrijgen.
23 | P a g i n a
4_4B1 Reductiedoelstellingen 2011 De rapportage met daarin de detaillering van emissies en daaraan te koppelen reductiedoelstellingen vanaf basisjaar 2010 werd pas eind 2011 gemaakt. Het is dan ook niet mogelijk om concrete uitspraken te doen voor 2011.
2012 | Q1+Q2 Aan de hand van de reductiedoelstellingen in scope I, II en III zijn er in het portfolio een aantal maatregelen vastgelegd. In wat hieronder volgt zal worden beschreven wat de vorderingen m.b.t. deze maatregelen zijn. Scope I en II 2012 | Q1+Q2: MAATREGEL 1 - invoeren energieadvies WeThink heeft op diverse tijdstippen en dagen in week 15-2012 metingen gedaan om het huidige energieverbruik van EPSiLON te analyseren. Op basis hiervan is een rapport opgesteld dat in bijlage 4 terug te vinden is. Het is momenteel erg moeilijk om reeds een concrete reductiedoelstelling te koppelen aan de in het analyserapport voorgestelde actiepunten, hoofdzakelijk omdat sommige van de actiepunten meer in detail moeten worden onderzocht. In Q4 van 2012 zal worden beslist welke verdere acties zullen worden ondernomen. 2012 | Q1+Q2: MAATREGEL 2 - bewustwording elektriciteitsverbruik In de parochieraad wordt op regelmatige basis aangegeven om de werknemers zoveel mogelijk te informeren wat betreft energieverbruik. Dit betreft ‘kleine’ dingen zoals geen lichten of machines onnodig laten branden, deuren sluiten zodat er geen kou naar binnen en warmte naar buiten kan, etc. Door middel van de wissellijstjes in de hal wordt hier ook op gewezen. Verder is de energieanalyse van WeThink een hogere prioriteit toegekend, temeer omdat hier beter waarneembare resultaten kunnen worden gerealiseerd. Een informatiesessie over bewust elektriciteitsverbruik is tot nader order uitgesteld omwille van bovenstaande reden. 2012 | Q3+Q4: MAATREGEL 3 - opstellen wagenparkbeleid Het opstellen van het wagenparkbeleid was oorspronkelijk voorzien voor Q3+Q4, echter, dit is reeds naar Q2 geschoven. Allereerst is er een inventarisatie van het complete wagenpark gedaan. Hieruit blijken volgende zaken: § § § §
het wagenpark is momenteel relatief jong: 9 van de 15 wagens of 60% is van 2009 of zelfs recenter; daarnaast is 1 nummerplaat/wagen inmiddels geschrapt en het wagenpark dus wat verkleind; de wagens worden op 5 jaar afgeschreven, wat inhoudt dat alles uit bouwjaar 2009 of jonger pas ten vroegste in 2014 zal worden vervangen; voor personenwagen 1 zal worden gekeken naar vervanging, idem voor personenwagen 6;
24 | P a g i n a
§
er zijn offertes bij de Renault-garage opgevraagd om al eens te kijken naar milieuzuinigere alternatieven voor de bestelwagens, echter, daar is ons aangegeven dat dit zo snel wijzigt dat het weinig zin heeft om nu al te beslissen door welke wagen we de huidige exemplaren gaan vervangen. Wel wordt er een offerte uitgebracht voor een elektrische versie, wat mogelijk interessant kan zijn voor kleinere projecten. Enige “nadeel” aan deze wagen is de beperkte afstand die kan worden afgelegd (ca. 100 km, echter, met stekker overal oplaadbaar). Auto
Bouwjaar
CO2-uitstoot
Personenwagen 1 2004 Personenwagen 2 2009 Personenwagen 3 2010 Personenwagen 4 2006 Personenwagen 5 2001 Personenwagen 6 2000 Personenwagen 7 2005 Bestelwagen klein 1 2009 Bestelwagen klein 2 2009 Bestelwagen groot 1 2009 Bestelwagen groot 2 2009 Bestelwagen groot 3 2010 Bestelwagen groot 4 2010 Vrachtwagen 2003 Kraanwagen 2010 Tabel 11: inventaris wagenpark
0.231 0.184 0.155 0.224 0.142 0.172 0.155 0.129 0.129 0.132 0.132 0.130 0.130 Onbekend Onbekend
Opmerkingen
Geschrapt per 1/3/2012
Onbekend – Euro 4 Onbekend – Euro 5
Scope III 2012: MAATREGEL 4 - bewustwording type auto Meer informatie m.b.t. deze maatregel is terug te vinden in hoofdstuk 2 (Ketenanalyse woonwerkverkeer) vanaf pagina 19 van deze voortgangsrapportage. 2012: MAATREGEL 5 – opzetten initiatief in de keten van de abri Meer informatie m.b.t. deze maatregel is terug te vinden in hoofdstuk 3 (pag. 22: Ketenanalyse Abri Zuid-Holland met Luxor LED) van deze voortgangsrapportage. 2012: MAATREGEL 6 – inventariseren fiets- en carpoolbeleid Meer informatie m.b.t. deze maatregel is terug te vinden in hoofdstuk 2 (Ketenanalyse woonwerkverkeer) vanaf pagina 19 van deze voortgangsrapportage.
25 | P a g i n a
Conclusie Scope I- en II emissies Wanneer we de totale CO2-uitstoot van de scope I en II emissies per jaar bekijken, dan zijn er geen waarneembare dalingen weer te nemen. Rekening houdende met de gekende omzetstijging van 20% in 2011, een trend die verder is gezet in de eerste helft van 2012, zijn er echter ook geen waarneembare stijgingen te bespeuren. Als we echter de relatieve uitstoot bekijken per 1 miljoen euro omzet, dan geeft dit volgende resultaten: 2009
2010 (basisjaar) 11.200.000
2011
2012|Q1+Q2
Totale omzet (EUR) 10.400.000 14.000.000 7.000.000 Totale uitstoot 209.103 357.856 368.994 187.039 (kg CO2) Uitstoot t.o.v. 1 mio 20.147 32.054 26.373 26.554 EUR omzet (kg CO2) Tabel 12: vergelijking totale uitstoot t.o.v. relatieve uitstoot per 1 miljoen euro omzet, scope I en scope II emissies Er is een duidelijke stijging in omzet waar te nemen tussen 2009 en het in het portfolio als basisjaar gekozen 2010. Dit komt omdat in 2009 de scope II-emissies nog niet waren opgenomen; hoe meer parameters er worden geanalyseerd, hoe correcter het rapport. Tussen 2010 en 2011 zie we vervolgens dat omzet met 25% is toegenomen, echter, de relatieve uitstoot is met bijna 18% gedaald van 32.054 kg naar 26.373 kg. Deze daling valt te verklaren doordat de zonnepanelen een volledig jaar in gebruik zijn geweest, daar waar ze in 2010 pas in maart in gebruik zijn genomen en dus ook maar 10 maanden vertegenwoordigen. Daarnaast vertegenwoordigt de benchmark van 1.000.000 EUR omzet een kleiner percentage van de totale omzet van dat jaar, wat automatisch inhoudt dat de relatieve uitstoot ook lager ligt. Onze reductiedoelstelling van 10% minder uitstoot tegen 2014 is dan ook ruimschoots bereikt. We dienen hierbij echter wel de opmerking te maken dat de allereerste audit pas eind 2011 heeft plaatsgevonden en dat we in dat jaar dus ook geen concrete inspanningen m.b.t. reductie hebben verricht. In 2012|Q1+Q2 zien we dat de relatieve uitstoot over de eerste 6 maanden van het jaar nagenoeg evenveel is als die van heel 2011 samen. De omzet van heel 2012 zal niet noemenswaardig wijzigen, wat inhoudt dat de CO2-uitstoot naar alle waarschijnlijkheid een stuk zal stijgen. De verklaringen hiervoor zijn volgende: § §
behoorlijke stijging van het aantal zakelijke verplaatsingen, met logischerwijs een flinke stijging van de emissies in scope II tot gevolg; de omzet in 2011 en 2012 zal nagenoeg gelijk blijven, echter, in 2011 zat hier een zeer groot project in daar waar we in 2012 een heel aantal kleinere projecten hebben moeten doen om tot diezelfde omzet te komen. Bij meerdere kleinere projecten zitten we telkens met een nieuwe opstart, met meerdere ritten naar de lakkerij, etc.
26 | P a g i n a
CO2-uitstoot/1 mio EUR omzet 35,000.00 30,000.00 25,000.00 20,000.00 15,000.00
CO2-uitstoot/1 mio EUR omzet
10,000.00 5,000.00 0.00
Figuur 7: Relatieve CO2-uitstoot per 1 miljoen EUR omzet
Scope III: ketenanalyse 1: woon-werkverkeer De CO2-uitstoot m.b.t. de ketenanalyse van het woon-werkverkeer ziet er als volgt uit: 2009
2010 (basisjaar)
2011
CO2-uitstoot woonNVT 43.948 43.745 werkverkeer (kg) Tabel 13: emissies m.b.t. scope III – ketenanalyse woon-werkverkeer
2012|Q1+Q2 25.056
We zien dat de uitstoot van het woon-werkverkeer over het eerste half jaar van 2012 bijna 15% hoger ligt dan de eerste 6 maanden van 2011 (huidige uitstoot per jaar gedeeld door 2). De stijging van de uitstoot valt voornamelijk te verklaren door het feit dat er 2 FTE’s meer aan het werk zijn. Daarnaast hebben een aantal werknemers zich een andere auto aangeschaft, echter, deze wagen is niet noodzakelijk zuiniger dan de vorige. Goed nieuws is echter wel dat, naast 1 persoon die carpoolt en 1 persoon die dagelijks met de fiets komt (2 personen die in het portfolio van 2010 ook met de fiets kwam, is inmiddels niet meer werkzaam bij EPSiLON), er inmiddels ook 3 personen geregeld met de fiets komen. Als we vervolgens voor zowel 2011 als 2012|Q1+Q2 de vermeden CO2-uitstoot in kaart zetten, dan komen we tot het onderstaande resultaat. Let op, voor de werknemers die met de fiets komen en carpoolen, hebben we een gemiddelde uitstootwaarde geteld gezien er geen details m.b.t. hun wagens gekend zijn. 2009
2010 (basisjaar)
Aantal km indien personeel met auto NVT 13.018 km zou komen VERMEDEN CO2uitstoot woonNVT 1.992 werkverkeer (kg) Tabel 14: Vermeden CO2-uitstoot woon-werkverkeer
2011
2012|Q1+Q2
15.380 km
12.900 km
3.153
2.619
27 | P a g i n a
Ten opzicht van basisjaar 2010 hebben deze werknemers samen voor bijna 60% vermeden CO2uitstoot gezorgd. In 2012|Q1+Q2 is dit zelfs nog 17% meer tot nu toe. Het is niet echt mogelijk om uitspraken te doen over waar we eind 2012 zullen eindigen wat betreft de uitstoot in deze keten, daar we geen zicht hebben op eventuele wijzigingen in het personeelbestand. We benadrukken hierbij nogmaals dat we in deze keten weinig meer dan een informerende rol zullen kunnen spelen.
Scope III: ketenanalyse 2: abri Zuid-Holland met Luxor LED Hierover kunnen momenteel geen concrete uitspraken worden gedaan vermits de belangrijkste meetbare data m.b.t. de uitstoot, zijnde het aantal branduren per dag of jaar en het aantal jaren van gebruik momenteel niet gekend zijn. Dit wordt in 2012|Q3+Q4 verder opgenomen.
28 | P a g i n a
Bijlagen 1. Factuur Nuon: conversie kWh naar m³; 2. Enquête: Met de bus naar het werk? 3. Rapport WeThink m.b.t. energie-analyse
29 | P a g i n a